47
God, goden en mensen…

God, goden en mensen… - kvdnvlaardingen.nl · Werkelijk bestaande wezens, die zijn als God, doch hem dienen net als wij, dus, geschapen goden. De Griekse mythologie begint met ^de

  • Upload
    lamdung

  • View
    223

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

God, goden en mensen…

“ afgoden’ , door mensen gemaakten beelden:

Exodus 20:22-23

Exodus 20:22-2322 Toen zeide de Here tot Mozes: Zó zult gij zeggen tot de Israëlieten: gij hebt gezien, dat Ik van de hemel met u gesproken heb: 23 gij zult naast Mij geen goden maken; noch van zilver noch van goud zult gij ze u maken.

Werkelijk bestaande wezens, die zijn ‘ als God”, doch hemdienen net als wij, dus, ‘“geschapen goden”. De Griekse mythologie begint met “de schepping van de goden”

Exodus 15:11Exodus 18:11 2 Kronieken 2:5 1 Korinthiërs 8:4-6 2 Korinthiërs 4:4

Exodus 15:11Wie is als Gij, onder de goden, Here,wie is als Gij, heerlijk in heiligheid,

vreselijk in roemrijke daden,wonderbaar in uw doen?

Exodus 18:11Nu weet ik, dat de Here groter is dan alle goden; want Hij heeft het volk uit de macht der Egyptenaren gered, omdat dezen overmoedig tegen hen waren opgetreden.

2 Kronieken 2:5 Het huis, dat ik ga bouwen, zal groot zijn, want onze God is groter dan alle goden.

1 Korinthiërs 8:4-6 4 Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. 5 Want al zijn er zogenaamde goden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde – en werkelijk zijn er goden in menigte en heren in menigte 6 voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.

2 Korinthiërs 4:4 Ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.

Ze zijn zo reëel, dat je ze beter maar niet moet vervloeken:

Exodus 22:28

Exodus 22:28De goden zult gij niet vervloeken en een vorst onder uw volk zult gij niet verwensen.

De “ vergadering der goden” (Pantheon).

Psalmen 82:1,6-7Psalmen 97:7Psalmen 29:1-2Psalmen 138:1

Psalmen 82:1God staat in de vergadering der goden,Hij houdt gericht te midden der goden.

Psalmen 82:6-76 Wel heb Ik gezegd: Gij zijt goden,ja, allen zonen des Allerhoogsten;

7 nochtans zult gij sterven als mensen,als een der vorsten zult gij vallen.

Psalmen 97:7Alle beeldendienaars zullen beschaamd worden,zij die zich op afgoden beroemen;buigt u voor Hem neder, alle gij goden.

Psalmen 29:1-21 Geeft de Here, gij hemelingen,geeft de Here heerlijkheid en sterkte;2 geeft de Here de heerlijkheid van zijn naam,buigt u neder voor de Here in heilige feestdos.

Psalmen 138:1Ik zal U loven met mijn ganse hart,in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.

De “zonen Gods” = “ zonen van de goden”:

Genesis 6:1-4Job 1:6Job 38:6-7

Genesis 6:1-41 Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, 2 zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. 3 En de Herezeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. 4 De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam.

Job 1:6Op zekere dag nu kwamen de zonen Gods om zich voor de Here te stellen, en onder hen kwam ook de satan.

Job 38:6-7 6 Waarop zijn haar pijlers neergelaten,of wie heeft haar hoeksteen gelegd,7 terwijl de morgensterren tezamen juichten,en al de zonen Gods jubelden?

Numeri 13:33 Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen.

Piramide van Cheops

Piramide van Cheops

Piramide van Cheops

Baalbek Tempel

Baalbek Tempel

Baalbek Tempel

“Morgensterren” (=Lucifers)

Jesaja 14:122 Petrus 1:19Openbaring 22:16

Jesaja 14:12Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken!

2 Petrus 1:19En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.

Openbaring 22:16Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.

GOD

g o d e n

m e n s e n

l e v e n o p A a r d e

Ontmoetingen met God, blijken vaak (altijd?) ontmoetingen met de goden, gepaard met vuur, rook en lawaai en andere vreemde verschijnselen.

Hosea 12:5Hebreeën 2:2Galaten 3:19

Hosea 12:5Hij streed tegen een engel en overwon. Hij weende en smeekte Hem om genade. Te Betel vond hij Hem, en daar sprak Hij met ons.

Hebreeën 2:2Indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen.

Galaten 3:19Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven.

Ezechiël 28:2Mensenkind, zeg tot de vorst van Tyrus: zo zegt de Here Here: omdat uw hart hoogmoedig geworden is en gij zegt: ik ben een god, een godenwoning bewoon ik midden in zee, –terwijl gij een mens zijt en geen god – en gij in uw hart uzelf gelijkstelt met een god.

Ezechiël 28:14-1914 Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels;Ik had u een plaats gegeven: gij waart op de heilige berg der goden, wandelend te midden van vlammende stenen.15 Onberispelijk waart gij in uw wandel,vanaf de dag dat gij geschapen werdt,totdat er onrecht in u werd gevonden:16 door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraaktmet geweldenarij en kwaamt gij tot zonde.Van de berg der goden verbande Ik uen deed u weg, gij beschuttende cherub,van tussen de vlammende stenen.

17 Trots was uw hart op uw schoonheid –met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan.Ter aarde wierp Ik u neer, en maakte u tot een schouwspel voor koningen om met leedvermaak naar u te zien.18 Door uw vele ongerechtigheden, door het onrecht bij uw koophandel, hebt gij uw heiligdommen ontwijd.Vuur deed Ik oplaaien uit uw middendat verteerde u! Ik maakte u tot as op de grondvoor de ogen van allen die u zagen.19 Allen die onder de volken u kennen,ontzetten zich over u; een verschrikking zijt gij geworden,verdwenen zijt gij – voor altijd!