4
‘Je gelooft wat je wilt, maar wel gezellig samen’ Succesvolle spirituele gemeenschappen lijken op Generatie Z Simpel, vrij, saamhorig, rustig, intiem, laagdrempelig en kleinschalig - dat zijn de ingrediënten en even zovele succesfactoren van de bloeiende gemeenschappen, geportretteerd in de serie Heilig vuur in VolZin. “Die gemeenschappen lijken in veel opzichten op de jongste generatie, Generatie Z”, zegt sociaal-psycholoog Jos Ahlers. DOOR CEES VELTMAN FOTO’S JORRIT TIMMERMANS 14 VolZin | 16 dcember 2011 De jongeren van Time to Turn lijken nog het meest op Generatie Z. HEILIG VUUR (SLOT)

Heilig Vuur

  • Upload
    volzin

  • View
    219

  • Download
    2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Analyse van succesfactoren van spirituele gemeenschappen

Citation preview

Page 1: Heilig Vuur

‘Je gelooft wat je wilt, maar wel gezellig samen’

Succesvolle spirituele gemeenschappen lijken op Generatie Z

Simpel, vrij, saamhorig, rustig, intiem, laagdrempelig en kleinschalig - dat zijn de ingrediënten en even zovele succesfactoren van de bloeiende gemeenschappen, geportretteerd in de serie Heilig vuur in VolZin. “Die gemeenschappen lijken in veel opzichten op de jongste generatie, Generatie Z”, zegt sociaal-psycholoog Jos Ahlers.

Door Cees Veltman Foto’s Jorrit timmermans

14 VolZin | 16 dcember 2011

De jongeren van Time

to Turn lijken nog het

meest op Generatie Z.

HeiliG vuur (Slot)

VOL024_14_Veltman heilig vuur.indd 14 09-12-11 14:19

creo
Page 2: Heilig Vuur

16 december 2011 | VolZin 15

Successtory’s zijn

gebouwd op een idee.

Zelfs voor boeddhisten

is de persoon Boeddha

niet heilig.

“Wat opvalt in alle artikelen in de serie Heilig vuur is een gevoel van gemeenschap”, zegt dr. Jos Ahlers. “Bijna allemaal zijn de genoemde gemeenschappen netwerkachtig met zo weinig mogelijk hiërarchie, ook de Utrechtse Domkerk, van oorsprong een traditione-le kerkgemeenschap. Ook daar wordt geprobeerd de afstand tussen de top en de mensen zo klein mogelijk te maken. Dat is het kenmerk van netwerken: plat georganiseerd. Iedereen is in principe gelijk. In een netwerk krijg je je autoriteit nooit cadeau, je moet die altijd verdienen. Hoe meer je bijdraagt aan het netwerk, hoe meer invloed je hebt. Neem vrijwilliger Danny, bijgenaamd de Indiaan, van de Amsterdamse Vredeskerk. Hij heeft geen belangrijke officiële functie maar door zijn bijdrage staat hij toch in het hart van die gemeenschap. Kijk naar de twee mensen die de Stadsverlichting in Amsterdam hebben opgezet, Kris en Tijn Touber. Zij ontkennen steeds hun autoriteit. Wij zijn niet de leiders, zeggen ze, we hebben het bedacht maar we moeten dit initiatief zichzelf laten ontwikkelen. Alle zeven beschreven gemeenschappen zijn heel modern: traditionele hiërarchische structu-ren worden afgewezen.” Ahlers is sociaal-psycholoog en medeauteur van het succesboek Generatie Z. In de Managementboeken-top10 staat zijn boek boven de biografie van Apple-icoon Steve Jobs op de eerste plaats. Wat de afkeer van hiërarchie en regels betreft lijken de gemeenschappen uit de serie op Generatie Z – geboren tussen 1990 en 2010 – constateert Ahlers: “Zij kunnen heel slecht tegen hiërarchie, ze zijn er niet tegen zoals de babyboomers en protestgeneratie. Dit is geen protestgeneratie maar een generatie die redeneert: dit doen we gewoon zelf.” Deze generatie hoeft niet te vechten tegen autoriteit want door alle technologische ontwikkelingen kunnen ze om de

‘Deze gemeenschappen lopen met je mee op. Je krijgt geen dogma’s opgedrongen’

autoriteiten heen. Die kunnen ze zelfs negeren. Deze generatie is handig, ziet Ahlers: “Met tien man, goed georganiseerd, kun je een creditcard als Master Card drie dagen wereldwijd platleggen. Ze hoeven geen stenen uit de straat te trekken.”

EntertainmentAls opvallende overeenkomst tussen de gemeen-schappen noemt Ahlers de rol van entertainment. Bijna alle beschre-ven beleving heeft ook wel een amusementskant. Geen van deze initiatieven loopt weg van de con-clusie dat het gewoon leuk moet zijn, dat je er lol in mag hebben. Dat is iets wat je in traditionele religieuze beleving niet aantreft. Vrije keuze van het individu staat bij alle gemeenschappen voorop, zegt Ahlers. Alles is georganiseerd rond het individu. Het individu wordt geen dogma’s opgedrongen, de gemeenschappen lopen met je mee. Wanneer je er behoefte aan hebt, kun je eruit tappen. Het gaat om even ontsnap-pen aan regels, even weg uit de dwingende wereld. Je gelooft wat je zelf wil. Het is een soort lego- of mecca-nogeloof dat door jezelf in elkaar wordt gezet, zonder te kijken naar grote theologische bouwwerken: “Bij

Jos Ahlers: “Bijna alle

beschreven beleving heeft

ook een amusementskant.”

VOL024_14_Veltman heilig vuur.indd 15 09-12-11 13:01

Page 3: Heilig Vuur

16 VolZin | 16 dcember 2011

het Amsterdamse initiatief Stadsverlichting werd begonnen met het idee: als we met z’n allen gaan mediteren, kunnen we de buitenwereld positief beïn-vloeden. Maar daar zijn ze al snel van teruggekomen. Dat riekt te veel naar zo’n theologisch bouwwerk.” Dat geldt volgens hem ook voor de Domkerk die met haar oecumenische gerichtheid alle theologische discus-sies buiten de deur houdt. Met haar nadruk op het belang van rituelen komt deze kerk wel echt bij de ou-dere doelgroep terecht, waarschuwt hij: “Met rituelen kom je namelijk toch weer bij dwingende regels uit. Sommige jongeren zullen het wel cool vinden om een keer mee te maken, maar meer ook niet. Het ritueel is niet iets wat heel erg bij ze past.”

CafetariageloofBij Generatie Z zie je dat, wat ook wel cafetariage-loof wordt genoemd, nog sterker, zegt Ahlers. Deze jongeren zijn ermee zijn opgevoed en vinden dit zelf gekozen geloof vanzelfsprekend. Ze ervaren er geen bevrijdend gevoel bij zoals hun ouders en ze volgen ook niet automatisch hun ouders: “Zo zouden ze moeiteloos kunnen wachten op de reïncarnatie van de maagd Maria. Zoiets vinden ze niet gek om te denken. Het Time to Turn-netwerk lijkt nog het meest op Gene-ratie Z. Ze wil alles zelf doen en zelf bepalen. Ook haar voorkeur voor woongroepen sluit aan op Generatie Z. Ze wonen in vaak gescheiden gezinnen die op zichzelf netwerken zijn, met nieuwe stief- en halfbroers- en zussen en grootouders. Het gezin is niet meer gesloten maar een netwerk geworden. Een woongroep zou daar goed inpassen. Deze generatie is geïndividualiseerd maar niet individualistisch. Deze begrippen worden vaak door elkaar gehaald. Individualistisch is bijna egocentrisch, geïndividualiseerd is: ik bepaal alles zoveel mogelijk zelf.” Opmerkelijk noemt hij ook dat al deze bewegingen sterk met het gezicht naar de sa-menleving staan. Ze zoeken buiten religieuze beleving ook contact met anderen: Time to Turn, de moskee, de sjoel en de Vredeskerk, willen niet in afgesloten gebou-wen samenkomen maar iedereen uitnodigen. Terug naar het parochiale idee: je bent er in de eerste plaats voor de buurt en voor de maatschappij, niet om jezelf in stand te houden. Ze willen inspiratie bieden om je leven en de samenleving te veranderen: “Het gaat niet om motiveren, want dat is moeilijk en levert druk op en mogelijk straf. Het gaat om inspireren, dat is veel positiever: je geeft het goede voorbeeld en nodigt anderen uit dat te volgen. Ook de nieuwste generatie In de Utrechtse Domkerk is de afstand tussen top en de mensen klein.

In de Leidse mos-

kee denken ze

steeds vanuit de

gemeenschap.

VOL024_14_Veltman heilig vuur.indd 16 09-12-11 13:01

Page 4: Heilig Vuur

16 december 2011 | VolZin 17

reageert goed op inspiratie en slecht op motivatie en wisselt via netwerken veel met elkaar uit.” Is het net-werken op de nieuwe media zoals facebook en twitter oppervlakkig? Ahlers vindt van niet: “Ik heb het idee dat een praatje bij de slager over het algemeen niet veel diepgaander is dan een e-mailtje. Die mailtjes en tweets gaan bovendien veel vaker heen en weer dan mondelinge contacten. Dankzij de nieuwe media is het contact juist intenser. Een nadeel is wel dat je mee moet doen, ook op facebook of hyves, anders mis je veel en heb je geen idee meer waar je vrienden of anderen om je heen het met elkaar over hebben.

Idee, geen persoonAardig noemt Ahlers het dat de beschreven gemeen-schappen bijna allemaal successtory’s zijn, gebouwd op een idee, niet op een persoon: “Een sterk voor-beeld daarvan zijn de mensen van Tegen de Stroom in, die de Boeddha bepaald niet heilig vinden. Ook in de Leidse moskee wordt sterk vanuit de gemeenschap gedacht. In de Vredeskerk ligt het accent op vrijwil-ligers, al is priester Pierre Valkering wel de inspirator. En in de synagoge is met z’n allen besloten het anders te gaan doen dan gebruikelijk, bijvoorbeeld door de vrouwen van het balkon en naar beneden te halen. Het erbij halen, daar gaat het om.” Dat hebben de tra-ditionele kerken heel erg laten liggen door hun naar binnengerichtheid en hiërarchische denken, zegt Ahlers: “Life always finds a way. Dat zie je bij de bloei-ende gemeenschappen ook. De behoefte aan het sa-men delen van spirituele momenten is groot. Mensen zoeken elkaar steeds op. Sommigen vinden elkaar tij-dens het sterk toegenomen aantal evenementen waar je met zo’n vijftigduizend bij elkaar bent.” De behoefte

‘De buitenwereld erbij halen, daar gaat het om. Dat hebben de traditionele kerken laten liggen in hun naar binnengerichtheid’

aan samen zijn kan ook samenhangen met een toege-nomen gevoel van eenzaamheid, erkent hij. Het aantal eenpersoonshuishoudens is immers sterk gegroeid, maar ook binnen huwelijken komt veel eenzaamheid voor. Het zelforganiserend vermogen van mensen blijkt heel groot te zijn: “Mensen gaan, als hun basisbehoeften vervuld zijn – onderdak, voeding, veiligheid en genegen-heid – steeds meer nadenken over het leven en over wat er nog meer in de wereld te beleven valt. Het sentiment van naar binnengekeerde politieke populisten slaat wel aan, maar het is nostalgie naar een tijd die nooit meer zal terugkomen. Je kunt wel zeggen dat de multicultu-rele samenleving is mislukt, maar zij is er gewoon en daar zullen we het van moeten hebben. De jongeren die wij voor Generatie Z hebben gesproken, begrijpen een slogan als ‘Nederland voor de Nederlanders’ totaal niet. Ze groeien op het wereldwijde web op. Landsgrenzen zijn daarom voor hen niet meer relevant.” Conclusie: De succesfactoren van de gemeenschappen uit Heilig vuur – grotendeels gevormd door een oudere generatie – vallen voor een groot deel samen met de kenmerken van de jongste generatie die deels nog in de luiers ligt. Succesgemeenschappen sluiten aan bij de nieuwe tijd en anticiperen zo als het ware op de toekomst. Als je je geloof in de vormen giet en in de manieren van doen van de jongste generatie, dan red je het. Zo niet, dan ben je gedoemd ten onder te gaan in de maalstroom van de geschiedenis. ■

Buiten religieuze

beleving zoeken

allen contact met

anderen.

VOL024_14_Veltman heilig vuur.indd 17 09-12-11 13:02