15
Het belang van schoonheid Rob van Gerwen Departement Wijsbegeerte, Fac. Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht www.phil.uu.nl/ ~ rob Bennekom, 2 oktober 2011 Samenvatting Schoonheid draagt bij aan ons welbevinden ´ en het motiveert ons. We willen graag schoonheid om ons heen, geen lelijkheid. Maar dat idee is niet zo helder als wellicht lijkt. Als we iets mooi vinden, begrij- pen we het—de schoonheid geeft ons toegang tot het andere. Maar we begrijpen het niet door het te overdenken, maar door het te beleven. En dat beleven komt in soorten. Rob van Gerwen zal de verschil- lende typen schoonheid fileren en tegenover varianten van lelijkheid plaatsen. In terloops ontmoete schoonheid worden we aangenaam verrast door de eigenheid van iets—maar verrast lelijkheid ons niet ook? We houden van natuurschoonheid, maar bestaat er wel natuurlelijkheid? We houden van mooie mensen, maar hoe gaan we om met lelijke? Schoonheid wordt ervaren als een gunst. Kan men ons verplichten schoonheid te bewonderen? (Narcistisch gestoorde mensen eisen de bewondering van de anderen—o.a. voor hun schoonheid). Mense- lijke schoonheid is nog maar slecht begrepen. Daar komt nog bij dat mensen hun vermeende lelijkheid menen te kunnen corrigeren met cos- metische chirurgie—wat voor schoonheidsideaal zit daar achter? Ten laatste, Goebbels hield van kunst, zegt men, maar het maakte hem niet moreel goed—schoonheid verhoudt zich niet eenduidig met het moreel goede. Toch geloven we dat kunstschoonheid met het goede verbonden is. 1

Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

Het belang van schoonheid

Rob van GerwenDepartement Wijsbegeerte, Fac. Geesteswetenschappen

Universiteit Utrechtwww.phil.uu.nl/~rob

Bennekom, 2 oktober 2011

Samenvatting

Schoonheid draagt bij aan ons welbevinden en het motiveert ons.We willen graag schoonheid om ons heen, geen lelijkheid. Maar datidee is niet zo helder als wellicht lijkt. Als we iets mooi vinden, begrij-pen we het—de schoonheid geeft ons toegang tot het andere. Maar webegrijpen het niet door het te overdenken, maar door het te beleven.En dat beleven komt in soorten. Rob van Gerwen zal de verschil-lende typen schoonheid fileren en tegenover varianten van lelijkheidplaatsen.

In terloops ontmoete schoonheid worden we aangenaam verrastdoor de eigenheid van iets—maar verrast lelijkheid ons niet ook? Wehouden van natuurschoonheid, maar bestaat er wel natuurlelijkheid?We houden van mooie mensen, maar hoe gaan we om met lelijke?Schoonheid wordt ervaren als een gunst. Kan men ons verplichtenschoonheid te bewonderen? (Narcistisch gestoorde mensen eisen debewondering van de anderen—o.a. voor hun schoonheid). Mense-lijke schoonheid is nog maar slecht begrepen. Daar komt nog bij datmensen hun vermeende lelijkheid menen te kunnen corrigeren met cos-metische chirurgie—wat voor schoonheidsideaal zit daar achter? Tenlaatste, Goebbels hield van kunst, zegt men, maar het maakte hemniet moreel goed—schoonheid verhoudt zich niet eenduidig met hetmoreel goede. Toch geloven we dat kunstschoonheid met het goedeverbonden is.

1

Page 2: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

Schoonheid is ontzettend belangrijk voor mensen. Ik zeg “mensen”, omdat ikgeen idee heb hoe het met de andere dieren zit. Dat schoonheid voor ons zobelangrijk is, heeft twee redenen. Ten eerste, en dat is meteen ook de meestvoor de hand liggende reden, genieten we van schoonheid, ofwel: de wereldlijkt een fijnere plaats om in te leven wanneer we er af en toe met schoonheidgeconfronteerd worden. De tweede reden is een stuk lastiger, want die hangtaf van de uitleg die we geven van dat genot dat we ervaren als we iets mooiszien, of horen. Ofwel: waarom wordt de werkelijkheid prettiger om in televen wanneer er meer schoonheid in zit? Dat zal ik eerst moeten uitleggen,want anders denkt u misschien dat het mij om dit soort schoonheid gaat: . . . 2x

BraddPitt

en dat is niet zo. We hebben echter een hele weg te gaan voordat duidelijkwordt waarom schoonheid zo belangrijk is en over welke schoonheid het dangaat.

De eerste stap is het besef dat er verschillende soorten schoonheid be-staan. Ieder van die soorten schoonheid heeft zijn eigen objecten, en iederesoort schoonheid heeft ook zijn eigen tegenpool, zijn eigen lelijkheid. Ikdoel op deze drie soorten schoonheid: de schoonheid van een kunstwerk; tentweede, natuurschoonheid en ten laatste, maar zeker niet het minst belang-rijk: menselijke schoonheid, meer bepaald: gelaatsschoonheid.

Ik begin met de omweg van de lelijkheid, iets wat zo afstotelijk is datmen er niet mee geconfronteerd wil worden: waar denken we aan als we aanlelijkheid denken? Bestaan er lelijke bomen? Bestaat er uberhaupt lelijkenatuur? Ik vermoed dat als u nu lelijke natuur in gedachten schiet, dit natuurblijkt te zijn die lelijk gemaakt is . . . door mensen. Bossen met snelwegenerdoorheen, bij voorbeeld, of kaarsrechte akkers met kaarsrechte sloten. Wijzijn het dan die de natuur verhinderen om mooi te zijn, lijkt het wel. Wantecht lelijke natuur kennen we eigenlijk niet. Is onkruid dan niet lelijk? Nou,we hebben er een hekel aan want het overwoekert plantjes die we nodighebben voor een of andere doel, maar dat is toch wat anders. Is onkruidvaak niet ook heel erg mooi—van zichzelf? Dus wat is natuurschoonheid?Op die vraag kom ik zo.

Lelijke kunst is ietwat raar taalgebruik, en dat komt vooral omdat weook al niet snel meer spreken van mooie kunst. Zeker hedendaagse kunstis er helemaal niet meer op uit om mooi te zijn. Kunstenaars willen vooralinteressante ervaringen bij hun publiek teweegbrengen en daar hoort lelijk-heid gewoon bij—maar dan is het lelijkheid die niet afstoot maar fascineert(als het goed is). Een kunstwerk dat lelijk is in de afstotelijke zin dat mener niet langer naar wenst te kijken, zou er dan een kunnen zijn waarbij hetpubliek gewoonweg alsmaar niet begrijpt waar de kunstenaar heen wil methaar werk. Het is niet zozeer lelijk, maar ontbeert vooral artistieke kracht.Het doet niet met ons wat het zou moeten doen: het raakt ons niet, althans

2

Page 3: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

niet op een samenhangende manier.Het woord lelijkheid gebruiken we vaak als we vinden dat iets heel erg niet

mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, webedoelen echt een bepaald soort kwaliteit in het object, als we zeggen dat hetlelijk is. Het is echt lelijk—zelf. Wat we dan vooral uitdrukken is dat we erzo kort mogelijk mee te maken willen hebben. Weg ermee, laat me iets mooiszien, waar ik van kan genieten. Lelijkheid raakt me wel, maar op een manierdie ik niet prettig vind en een veelvoorkomende reden is dat het lelijke dingzich eenvoudigweg ertegen verzet dat ik het op een samenhangende manierervaar. Ik blijf steken in bepaalde aspecten van het lelijke ding en komt daaralsmaar niet voorbij. Maar is er lelijke natuur? Tja, natuur die door mensenlelijk is gemaakt is natuur waarbij onze ervaring blijft steken bij die inbrengvan de mens: we blijven maar steeds met die snelweg geconfronteerd in onzewaarneming en slagen er maar niet in ons te concentreren op wat de natuurons zelf te bieden heeft.

Wat zijn voorbeelden van natuurschoonheid? Een mooie steen, of tak, tulpeen bloem: dat zijn mooie objecten die we mee naar huis kunnen nemen en opde schoorsteen kunnen zetten. Daarnaast hebben we de mooie panorama’s.De toeristenindustrie heeft die netjes voor ons benoemd en met bordjes ge-markeerd zodat we als we er een met de auto passeren, erop opmerkzaamgemaakt worden dat we, als we maar eenmaal uitstappen en de lange trapopgaan, geconfronteerd zullen worden met een prachtig vergezicht. En we vergezichtdoen dat graag en zijn dan ook vol bewondering. Het is, laten we wel wezen,alsof je naar een prentbriefkaart kijkt: een door anderen geselecteerd beeld:de details in de verte, daar zie je nauwelijks wat van en je verhoudt je er ookhelemaal niet toe. Je kunt van de plek waar je staat moeilijk daar achterkomen, en als je dat al zou willen doen moet je ermee rekenen dat je erva-ring grondig zal veranderen. Je geniet van het overzicht, eerder dan van denatuur.

Een derde soort natuurschoonheid is wat we ervaren op onze boswande-lingen. We lopen wat te babbelen, en snuiven de geuren op, genieten vande stilte en de jaargetijden, en de zachte grond onder onze voeten, totdatwe een eekhoorn achter een boom zien wegschieten. Daar worden we stil eekhoornvan, we staan erbij stil, stoten elkaar aan en kijken, geconcentreerd. We ziendie eekhoorn, we vinden hem mooi, maar we vinden ook de hele gebeurtenismooi, we voelen dat de natuur ons een gunst verleent door zich zo van zijnmooie kant te laten zien, zonder dat de natuur dat met voorbedachte radedoet, omwille van ons! De natuur presenteert ons hier haar eigen logica: zedoet wat ze altijd al doet, en heeft daar geen redenen voor. En dat voelenwe plots. logica

Hieruit leid ik de basisbetekenis van schoonheid af. Schoonheid is het

3

Page 4: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

besef van de eigen logica van het andere. We ervaren de andersheid van hetandere.

Ik heb het tot hier alleen nog kort over kunstschoonheid gehad en watuitgebreider over natuurschoonheid, maar ik zei nog niets over menselijkeschoonheid en daar heb ik goede redenen voor. Over menselijke schoonheidvalt heel moeilijk te praten—met mensen. Ik zou nu een stilte kunnen latenvallen en de zaal kunnen rondkijken en dan weet u heel precies wat ik bedoel.En dat is interessant, mateloos interessant.

Wie over menselijke schoonheid praat, heeft het over de schoonheid vanmensen, pratend tegen mensen. In zo’n gesprek gaan mensen onherroepelijken onstuitbaar de schoonheid van de ander overwegen. Dat is problematisch.Om twee redenen: het maakt het moeilijk om er iets over te zeggen omdatde ander er persoonlijk bij betrokken is, maar niet alleen de ander: ook despreker zelf. En ten tweede, er is een ongeschreven morele wet die het alshet ware verbiedt om zo in abstracto over andermans schoonheid te praten,omdat dat een onderwerp lijkt te zijn dat veronderstelt dat die ander er nietbij is. En als die er toch bij is—wat altijd het geval is omdat je er met mensenover praat—kun je er alleen over praten door net te doen alsof dat niet zois. We moeten hiervoor elkaars menselijkheid negeren.

En menselijke lelijkheid is een nog veel lastiger onderwerp. In kunst is le-lijkheid tamelijk simpel het mislukken van de bedoelingen van de kunstenaar;in natuur bestaat er eigenlijk geen lelijkheid, of het is de manier waarop men-sen natuurschoonheid verhinderen, maar dat is dus geen natuur lelijkheid.Maar lelijke mensen, die kent iedereen. Alleen: wanneer is iemand lelijk?Wanneer is hij of zij ECHT lelijk, vinden we? Als ik nu met u over lelijkemensen ga praten . . . zullen we elkaars menselijkheid weer moeten negeren.

Gelooft u me niet? Doet u dan mee met dit experiment: neemt u even detijd om uw buurman of -vrouw te observeren—het mag geen familielid zijn!En vertel dan uitgebreid en in detail aan hem of haar hoe het zit met zijn ofhaar schoonheid of lelijkheid.

. . .Dat doet u hopelijk niet. Zoals gezegd: dit is heel leerzaam.Ik zei net: natuurschoonheid is het besef van de eigen logica of andersheid

van het andere: dat het doet wat het doet zonder ons te willen behagen. Metmenselijke schoonheid, zo is mijn stelling nu, is het niet anders. Als u iemandmooi vindt gaat dat niet alleen over het uiterlijk, maar evengoed ook overhet innerlijk van die ander. Wat u daar ziet is dat die ander is toegewijd.Toegewijd aan het eigen leven—een leven dat die ander met u deelt, al is hetalleen maar op het moment van die blikwisseling.

Ik doe een stapje terug om dit punt te maken. Menselijke schoonheidwordt namelijk slecht begrepen in onze cultuur. In werkelijkheid huldigen

4

Page 5: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

we twee normen van menselijke schoonheid, waar er eigenlijk maar een zoumoeten zijn. De ene norm is gebaseerd op de mooie mensen die we op televisieen in Hollywood films zien, mooie filmsterren, modellen uit de mode-wereld.Mooie mensen in magazines kennen we allemaal en of we dat nu toegeven of modeshowniet: we genieten er allemaal van (maar daar wil ik het niet over hebben).Waar het mij om gaat is dat dat oppervlakkige schoonheid is en dat bedoelik letterlijk: het is de schoonheid van de oppervlakte van die mensen.

Ik liet u daarstraks twee notoir mooie mensen zien, Brad Pitt en BeyonceKnowles. Maar wie kent die mensen zelf nu eigenlijk—persoonlijk, bedoelik? Ik in ieder geval niet. Ik heb geen idee hoe het zou zijn om een tijdjemet deze mensen door te maken in alledaagse omstandigheden, om met ze tewinkelen en te wandelen, of een maaltijd te delen—een ontbijt op het momentdat we allemaal nog in de nachtelijke kreukels zitten; een lunch midden opeen drukke werkdag; een diner met een welverdiend rustige avond in hetverschiet—geen idee hoe het zal zijn om met ze te praten. Geen enkel ideeook wat er gebeurt als we ruzie met hen zouden krijgen. We hebben geennotie van hun emotionele leven, van hun persoonlijkheid.

Dat komt omdat we filmsterren steeds maar weer voorgeschoteld krijgenmet steeds weer een ander karakter, het karakter van hun personage, of, bijmodellen—zonder enig karakter. We denken dat we ons tot hen verhouden,omdat we ons steeds opnieuw in hun personages inleven, maar dat zijn dusniet die mooie acteurs zelf. Dat is de oppervlakte van hun lichamen, ge-baartjes en handelingen, maar die zijn voorzien van een mentaal leven datniet bij hun persoonlijkheid hoort. Daardoor raakt de schoonheid van deze ccafgebeelde mensen losgekoppeld van hun innerlijk. Dit soort letterlijk opper-vlakkige schoonheid nu, is in onze cultuur de boventoon gaan voeren.

En we hebben daar veel last van. Hoe dan, zult u zich wellicht afvragen?Wel, de last die we van deze misplaatste schoonheidsopvatting hebben, komtvia de medische industrie. Het is veelzeggend dat we cosmetisch verbouwdemensen vooral van de film kennen: afgebeeld maakt het namelijk ook nietzo heel veel uit of het gezicht echt is of namaak, kijk maar naar AngelineJolie—de foto die ik zojuist liet zien lijkt nauwelijks nog op de foto die ikonlangs op het affiche van haar nieuwe film zag staan.

Maar omdat de vaardigheden van de cosmetische chirurgie zodanig geper-fectioneerd zijn dat mensen om het even welke gelaatstrekken op hun gezichtkunnen laten aanbrengen, denken we onszelf mooi te kunnen laten makendoor trekken die we zo mooi vinden in het gezicht van, zeg, Brad Pitt ophet onze te laten aanbrengen. En niets is minder waar: we maken onszelf zoniet mooier, althans niet, als we de tweede norm voor menselijke schoonheidvolgen. Kant

Deze tweede, in mijn ogen betere, norm voor menselijke schoonheid zegt

5

Page 6: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

dat het menselijk uiterlijk een authentieke uitdrukking van het menselijkinnerlijk moet geven wil de persoon mooi zijn. Dus, iemand kan een mooigezicht hebben volgens de oppervlakkige norm, maar als die persoon in onzeogen volstrekt onbetrouwbaar is, zullen we van die oppervlakkige schoonheidniet kunnen genieten. Deze diepere opvatting van menselijke schoonheidkomt uit de antieke filosofie, maar ze wordt nergens zo helder omschrevenals in een paragraaf in een moderne tekst, de Kritik der Urteilskraft vanImmanuel Kant, uit 1790 (§ 17).

Ik vat hem als volgt samen: menselijke schoonheid is de expressie vaneen moreel innerlijk. En deze opvatting strookt prima met die van natuur-schoonheid die ik hierboven ontwikkelde: natuurschoonheid, zei ik daar, ishet besef van de eigen logica van het andere—welnu, dat geldt dus ook voormensen: zien we een mooi mens dan zien we ook dat hij of zij authentiekbij zichzelf is en u raakt, niet om u te behagen, maar als een gunst, eenextra. En menselijke lelijkheid is dan daar waar iets in het uiterlijk van eenmens ons verhindert om die mens als persoon in dat uiterlijk te zien. Denktu aan mensen die aan elefantosis lijden, zoals Joseph Merrick, bijgenaamdde Elephant-man, met gruwelijke vergroeiingen van de botten waardoor ze Elephantwanstaltige uitgroeiingen krijgen, die het —en hier gaat het mij nu om—de anderen verhinderen om daaraan voorbij te kijken en rechtstreeks met depersoon in die lichamen te communiceren, met oogcontact—ook al kan menschijnbaar oprecht een gesprek met hen voeren. Maar het gaat ook op bijnotoir slechte mensen zoals Osama Bin Laden of Adolf Hitler. Die zijn opper-vlakkig gezien niet heus lelijk, maar iets—en u weet precies wat—weerhoudtons ervan die schoonheid waar te nemen. Weet hebben van hun slechtheidmaakt dat we hun schoonheid niet kunnen waarnemen.

Maar we moeten niet vergeten: het gaat bij menselijke schoonheid, enmenselijke lelijkheid om het oogcontact. Als u oog in oog met iemand staatdie u lelijk vindt, dan blijven uw ogen daar hangen waar ze alleen overheenzouden moeten scheren; de scheve neus, de piepkleine, scheve, loensendeogen, wat nog. Dat is waarom lelijkheid zo shockerend is en zo pijnlijk vooralle betrokkenen.

We begrijpen best waarom iemand die zich lelijk voelt, zich daar ookonzeker door voelt en zich dientengevolge onzeker gedraagt—en die onzeker-heid draagt er helaas toe bij dat anderen die lelijkheid oppikken. Omgekeerdbegrijpen we ook best waarom mooie mensen zich zelfverzekerd gedragen.Schoonheid en lelijkheid hebben alles te maken met intermenselijke commu-nicatie. We vinden dat dat ergens wel klopt, maar staan er misschien moreelniet altijd achter.

“Lelijke” mensen hebben immers ook recht om serieus genomen te wordenen mooie mensen moeten juist serieus genomen worden en niet alles gedaan

6

Page 7: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

krijgen omdat ze nu eenmaal toevallig zo mooi zijn. U voelt hopelijk al weldat dit tot op zekere hoogte wishful thinking is: we vinden wel dat het zomoet, maar iedereen is er bij tijd en wijle op te betrappen toch naar dielelijkheid of schoonheid te handelen. Dat we het met die onzekerheid en diezelfverzekerdheid niet per se eens zijn is beredeneerd: een morele visie. Datwe het nochtans best begrijpen gaat echter dieper—dat hoort bij de soort.

Een gelaat is om doorheen te kijken en om u de gelegenheid te biedenu in contact te weten met dat andere lid van deze biologische soort. Deschoonheid van een gelaat stelt u precies daartoe in staat omdat die de blikook nog eens aangenaam maakt. Maar we moeten ons niet laten weerhoudenom de persoon te zien: noch door lelijkheid noch door schoonheid.

Om dat punt alvast te verzilveren: u staat nooit oog in oog met eenafgebeeld gelaat! Een afgebeeld gelaat kijkt u niet terug aan. Daarom ishet ook zo gemakkelijk om het te observeren, en precies daarom ook telt hetniet. Afgebeelde gelaten mogen dan mooi zijn, het zijn geen voorbeelden vanmenselijke schoonheid—die treft men alleen in de interactie.

Goed, schoonheid is dus het besef van de andersheid van de of het an-der. Maar waarom is dat zo belangrijk en hoe werkt het? Is schoonheidnu een eigenschap van de ander, of van de eigen ervaring? Wel, eeuwenlang proportieis gedacht dat schoonheid een bepaalde proportie in het object is en hetidee dat natuurschoonheid vooral bestaan in objecten die je mee naar huiskunt nemen en op je schoorsteenmantel kunt zetten, appelleert daar ook aan.Maar als schoonheid een bewijs van goede proportie is, waarom vinden weongeproportioneerde zaken of dieren dan toch vaak mooi, zoals een pauw,of een zwaan met zijn veel te lange nek, en waarom vinden we uitstekendgeproportioneerde dieren als slakken of padden dan lelijk?

Ach, schoonheid is wel daar in het object van onze waarneming, maar hetis niet objectief, niet te bewijzen. Het is weliswaar iets van het object zelf dathet voor ons gevoel gemaakt lijkt te zijn, maar schoonheid is het subjectievebesef daarvan. Kant noemt schoonheid soms de subjectieve doelmatigheidvan iets: het lijkt alsof het voor de waarnemer (het subject, zeggen filosofendan) gemaakt is. Het lijkt alsof de eekhoorn om onzentwillen tegen de boomspringt. Het lijkt alsof het mooie gelaat zo mooi is om ons te behagen. Maardat is schijn. Mooie dingen en mooie gebeurtenissen zijn er niet omwille vanons, maar het voelt niettemin aan onze kant alsof ze zonder enige inspanningbij ons passen. Dat zegt iets over hoe wij de werkelijkheid van die dingen engebeurtenissen ervaren.

Wij beleven het mooie object, dier, de mooie mens of gebeurtenis op eenmanier die ons doet beseffen dat wij in de werkelijkheid passen. En interes-sant genoeg, denken we dat we dit soort gevoelens met alle mensen delen.Niet dat iedereen dezelfde mensen mooi moet vinden. Maar iedereen kent

7

Page 8: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

mensen die hij of zij mooi vindt en iedereen heeft van die mensen hetzelfdetype besef: dat ze in hun uiterlijk hun innerlijk op zo’n manier, authentiekuitdrukken dat dat ons toelaat diepgaand contact met hen te hebben—ofnaar zulk diepgaand contact te verlangen omdat we de mogelijkheid ervan inde schoonheid van die mens ervaren hebben. Samenvattend

Kant zegt: schoonheid is een besef dat we met anderen kunnen delen;het is zelfs het besef dat we onze ervaring met anderen kunnen delen. Ner-gens anders dan in de schoonheidservaring beseffen we op deze manier datwe bij de werkelijkheid passen en dat we, omdat we deze ervaring met allemensen delen, met zijn allen samen bij de werkelijkheid passen. Schoonheidis, volgens Kant de basis van onze Geselligkeit : ons gevoel het leven samente delen. Zonder dat gevoel kan de samenleving niet draaien. Als we alleenmaar morele principes, praktische regels, wetten en afspraken hadden, zou-den we de noodzaak niet voelen om goed voor anderen te zijn. Dat laat zichnamelijk niet met argumenten afdwingen. De noodzaak om het leven goedte leiden, voelen we omdat we diep van binnen deze diepgaande ervaring metanderen delen.

Het is daarom belangrijk dat we beseffen dat we de schoonheid van denatuur het beste beleven wanneer we ons in de natuur begeven en erdooromgeven worden. Mooie natuur is niet alleen die mooie bloem of kei op deschoorsteenmantel, noch is het louter dat afstandelijke beeld dat we vanafhet uitkijkpunt voor ons uitgestrekt zien. Natuurschoonheid wordt het vol-ste ervaren in de natuur, in de contemplatieve wandeling wanneer we onsovergeven aan de eigen logica van wat zich daar allemaal afspeelt.

Evenzo is het niet zo dat we de menselijke schoonheid het beste belevenals we veel magazines of films bekijken—dat zijn afbeeldingen! En het is,in mijn ogen, een fatale fout van onze cultuur dat we met zijn allen menener goed aan te doen ons uiterlijk met cosmetische chirurgie te “verbeteren”of te “corrigeren” om het meer te laten lijken op het uiterlijk dat we inde magazines zien. Afgebeelde gezichten drukken niet de geest uit van deafgebeelde persoon. Menselijke schoonheid beleven we het volst in interactiemet elkaar. Door elkaar aan te kijken, en elkaar, in die beantwoorde blik, aante spreken; door ons te onthouden van te snelle oordelen over de oppervlakte,maar de ander de kans te geven tot ons te spreken, in de blik, oog in oog.Alleen zo kan menselijke schoonheid ons raken. Zoals we ons als belichaamdmens tot de eekhoorn moeten verhouden om de schoonheid van zijn gedrag tebeleven, zo moet dat ook met mensen. En over kunst kan ik een vergelijkbaargloedvol betoog geven, maar daar is nu geen ruimte voor.

Menselijke schoonheid is ofwel oppervlakkig ofwel gebaseerd in contact.Het gevoel dat oppervlakkige schoonheid ons biedt, heeft weinig morele diep-gang. Schoonheid die van contact uitgaat daarentegen gaat aan iedere morele

8

Page 9: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

diepgang vooraf, omdat het er veeleer de basis van vormt. Een moraal zonderschoonheid is onmenselijk. En een leven zonder schoonheid is dus niet alleenonprettig en kaal, maar ook diepgaand eenzaam.

9

Page 10: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

1. SONTAG

openen met citaat van Nietzsche uit Sontag On photography, p. 184

2. STRUCTUUR

Maar schoonheid is ook gevaarlijk. Mensen die mooi zijn zijn er doorgaansook aan gewend bewonderd te worden, dat is alleen maar logisch—want deanderen bewonderen hun schoonheid ook. Maar soms verwachten mooiemensen dat ook min of meer, in de zin van: als je ze er niet om bewondertdoe jij iets fout. Maar mogen mooie mensen die bewondering wel eisen? Wehebben het nu over narcisme. Nu ik het zo formuleer, blijkt het een welhaastmorele fout van zulke mooie mensen.

Narcisme is het afdwingen van andermans bewondering—dat dat verkeerdis is niet louter een vorm van moralisme (een opgeheven vingertje), maar gaater ook vanuit dat schoonheid een gunst moet zijn, zowel voor degene die haarwaarneemt, als degene aan wie zij toegeschreven wordt. Je kunt niet vaniemand eisen dat hij/zij schoonheid ziet en zich daar met een bewonderendeattitude toe verhoudt—het moge duidelijk zijn zo’n attitude houdt ondermeer in dat men aardig is tegen die ander en dingen doet waar die andervoordeel van heeft.

Maar het probleem bestaat omgekeerd net zo: mag de samenleving welvan mensen eisen dat ze zo mooi mogelijk zijn? Want dat is wat onze sa-menleving eigenlijk doet via de cosmetica-industrie, de televisie, Hollywood,en cosmetische chirurgie.

3. TSUNAMI’S MOOI VINDEN

Een tsunami over Japan zien vloeien in zijn overweldigende macht roept mo-gelijk een esthetische ervaring op. Maar waarom is het problematisch detsunami mooi te vinden als ze zo vernietigend en moorddadig is? De schoon-heid dringt zich als het ware aan je op—ze roept een fantastisch gevoelslevenop, dat we nu eenmaal hebben. Maar is het dan niet ongepast zoiets te voe-len? Well, je voelt het of je voelt het niet, toch? Maar dat je zo’n fantastischgevoelsleven hebt, met zulke inhouden, is dat niet moreel problematisch? Ja,dat is het. Mensen zijn moreel problematisch psychologisch gezien!

Oplossing: we voelen die schoonheid weliswaar, maar zullen er niet overpraten (met Jappanners). Er over praten gehoorzaamt meer rechtstreeksonze morele opvattingen. En we zullen het ook niet snel doen. Tegen onzevrienden wellicht, maar niet tegen een publiek van onbekenden.

De schoonheidservaring heeft echter in zichzelf wel degelijk een morelecomponent. Kant heeft dat mooi uitgelegd: in zo’n ervaring beleven we de

10

Page 11: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

mededeelbaarheid van ons gevoelsleven, van het mentale, en zo’n belevinggrondvest onze Geselligkeit.

Dat is een interessante paradox. De schoonheid van de tsunami ervaren(en hierover willen en kunnen praten) heeft een diepgaand sociaal en dusmoreel relevant karakter. Maar in het licht van een disaster als deze zijn erdingen van groter belang, die te maken hebben met de dood of overlevingvan mensen—daar spreekt de moraal harder dan de esthetica.

Schoonheid is inherent goed, want het betreft de gewaarwording van eenpassen—zowel als van de eigen logica van het andere. Als zodanig instru-eert het ons niet wat moreel goed is—dat vereist verwerking van inhoud,universalisering, opvattingen. De schoonheidservaring is strikt perceptueel.

4. SCHOONHEID BEWEZEN WERKELIJK

Schoonheid wordt bewezen werkelijk daar te zijn door perceptie. We be-wijzen de werkelijkheid van de stoel door zijn affordances te begrijpen mid-dels interactie—erin te gaan zitten—dit veronderstelt polymodale perceptie.Schoonheid is ook een perceptuele ervaring van de eigen logica van het objectof de gebeurtenis. Maar het is niet een erkenning van affordances, maar eenerkenning van de erkenning, zogezegd. De stoel, bij voorbeeld, toont dat hetons toestaat zijn disposities, zijn affordances te herkennen.

5. SUBVENIENTIE

Schoonheid gaat vooraf aan de eigenschappen die we zouden willen roemenals haar basis. Er is geen sprake van een supervenientie-relatie tussen niet-esthetische en esthetische eigenschappen. Schoonheid is echt—we ervarenhaar in een perceptie!—maar strikt perceptuele eigenschappen die we daarook zien veroorzaken haar niet. We zouden geen regels kunnen opstellen dieons van een set van niet-esthetische eigenschappen bij schoonheid brengen—schoonheid is geen tertiaire kwaliteit geent in secundaire kwaliteiten. (zieAntwerpen-lezing = Kennedy)

Schoonheid is dus daar bij de dingen. Dat is een.

6. ONGEMAKKELIJKE SCHOONHEID

Ten tweede kan schoonheid ook iets ongemakkelijks hebben. Ik wandel doorUtrecht en geniet van mijn omgeving; overal zie ik de lente; ik neem het ver-keerslawaai voor lief (ik abstraheer daarvan) om te genieten van het straat-beeld, en van de park-achtige omgeving, de grachten, de lanen en de bomendie uitlopen. En dan nader ik twee bankjes met mensen erop.

Op het eerste bankje zitten twee, evident mooie vrouwen—die echter,

11

Page 12: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

Figuur 1: Natuurschoonheid (Foto’s: Job van Gerwen, 2010)

als ik ze wat genaderd ben, volstrekt alcoholistisch blijken te zijn: ze zijnomringd door bierblikjes, ze gedragen zich ietwat dreigend, praten en gebarente expliciet, komen me te na, ze stinken ook. Ze leken mooi, maar zijn hetniet—kunnen we dat zo zeggen?

Ik passeer ze en nader het tweede bankje. Hierop een stelletje, op heteerste gezicht juist niet bijster mooie mensen—mag men zeggen dat ze “lelijk”zijn? Ze lijken innig verliefd en kijken teder om zich heen, ze genieten, netals ik dat deed, van de ontluikende lente, en van zichzelf, en van elkaar. Zeleken lelijk, maar waren ze dat ook?

Schoonheid onderhoudt een ongemakkelijke relatie met goedheid. Het ismoeilijk om van de schoonheid van een verkrachter te genieten; het is moeilijkom mensen die aan Down Syndroom leiden lelijk te vinden, enz.

De foto’s van Edward Burtynsky illustreren dit ongemak.1 Op het eerstegezicht zijn dit prachtige taferelen, totdat je beseft wat er precies te zien is.Het besef dat zich dan opdringt is dat schoonheid weliswaar goed lijkt tezijn, maar dat toch niet altijd is—die Chinezen in een kipverwerkingsfabriek,brrr, je zou daar maar moeten werken: daar is niets moois aan; de prachtigrode rivier van zwaar giftig nikkel: dat mag dan wel mooi zijn maar je zouer niet in willen zwemmen. Maar waarom voelen we dit conflict tussen onzeesthetische en onze morele waarden? Waarom dringt het zich aan ons op?2

Schoonheid mag dan wel daar bij de dingen zijn, maar daar vinden we ookgoedheid of gebrek daaraan—en daarom is schoonheid soms ongemakkelijk.Waarom heeft dat uberhaupt iets met elkaar te maken?

1 Edward Burtynsky Manufacturing #17, Deda Chicken Processing Plant, Dehui City,Jilin Province, 2005; Nickel Tailings No. 34, Sudbury, Ontario 1996. U vindt ze ophttp://www.edwardburtynsky.com 2 Overigens moeten we niet vergeten dat we hiermet foto’s te maken hebben—en dus met situaties die we niet gauw terloops zullen ont-moeten: maar met doelbewust geselecteerde afbeeldingen. Ik kom hier nog op terug. Eerstde vraag naar het waarom van het conflict tussen schoonheid en goedheid zoals we datsoms voelen.

12

Page 13: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

Figuur 2: Inrichting van huis (Foto’s: Job van Gerwen, 2010)

Figuur 3: Straat en decoratie (Foto’s: Job van Gerwen, 2010)

7. GEMEENZIN

Kant meende dat het typisch is voor schoonheid dat als we iets mooi vindendat we dan ook vinden dat anderen het daar mee eens moeten zijn: dat ookde anderen het dan mooi moeten vinden. En daar zit wel iets in, in hetidee dat we schoonheidservaringen altijd willen delen op deze manier. Hetaangename, zou Kant dan zeggen, is heel anders: als ik een boterham metpindakaas lekker vind maakt het mij weinig tot niets uit of anderen die voor-keur met mij delen. Ik ben inderdaad geneigd te denken dat ik toevallig eenvoorkeur voor pindakaas heb: dat die persoonlijk is en weinig te maken heeftmet gedachten en gevoelens die pindakaas bij mij zou opwekken—pindakaasbevalt onmiddellijk in de zintuigen; in plaats van, middelijk, (via een over-weging) in de reflectie.

Zo meent Kant ook dat het bij schoonheid niet om de kleuren of deklanken gaat, maar om hun tekening of compositie. Ik kan niet eens uitleggenhoe een bepaalde kleur oranje eruit ziet, of hoe de klank van een viool preciesklinkt, laat staan dat ik iets te berde zal kunnen brengen over de schoonheidervan.

Scruton wil een bepaald type beleving rehabiliteren: decoratieve schoon-

13

Page 14: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

heid bevalt immers niet uitsluitend in de zintuigen, maar ook in de reflectie—waar we beseffen dat mensen hun best hebben gedaan om de decoraties in hetpleisterwerk op elkaar af te stemmen, om de planten in de tuin zo te combine-ren dat er voor de wandelaar iets valt te genieten, enz. Maar wel waardeert hijvooral bepaalde gevallen van decoratieve schoonheid—tafelschikking . . . —enricht hij zich vooral op het structurerende in de voorbeelden eerder dan opde gewaarwording daarvan in de beleving.

Kant hecht grote waarde aan de schoonheidservaring, onder meer omdatwe erin ontdekken hoe de werkelijkheid past op ons kennen—zonder dat zeons hier tot een kennis-uitspraak verleidt. We vinden het mooi, maar wevinden het geen probleem dat we niet kunnen uitleggen waarom dat zo ismaar het wel aan anderen kunnen laten zien: we kunnen het dus wel delen.Dat is daarom zo waardevol omdat we meteen ook geloven dat anderen hetmet ons eens moeten zijn: als anderen het niet mooi vinden voelen we eenzekere eenzaamheid: vinden ze het wel mooi, net als wij, dan voelen we dat weterecht aanspraak hebben gemaakt op een gemeenzin, een sensus communis.We bewijzen ermee, volgens Kant, mensen onder de mensen te zijn.3

8. CONCLUSIES

Concluderend, alledaagse schoonheid overvalt ons, ze is een gift van de wer-kelijkheid—we zijn er niet op uit om haar te ontmoeten, zoals bij kunst-schoonheid, noch is ze altijd bedoeld. Alledaagse schoonheid toont ons eenzekere innerlijke logica in dingen en gebeurtenissen, en bij dieren en mensentoont ze hun toewijding aan het leven. Bij mensen is die toewijding moreelgekleurd—vandaar ons idee dat schoonheid ons laat zien dat iemand goedis. Dat leidt soms tot ongemakkelijke ervaringen wanneer we weten dat ietsniet goed is, maar het zich toch als mooi voordoet: we worstelen dan in onzeervaring met onvergelijkbare grootheden, onze wetenschap en onze beleving:we willen de immorele of slechte ander, of de verderfelijke situatie niet mooivinden, maar hij toont zich wel als mooi. Dat bewijst eens te meer dat westandaard geloven dat schoonheid een symptoom van goedheid is. We be-seffen in de schoonheidservaring ook iets heel wezenlijks over de natuur: datze gewoon doet wat ze doet—en dat ze dat niet doet om ons te behagen:amoreel en toch toegewijd aan het leven.

3 Alleen, op een onbewoond eiland vergaat ons vermoedelijk de lust om noch van schoon-heid te genieten—dat is natuurlijk een empirische claim, en eentje die we niet kunnenonderzoeken. Je kunt niet iemand naar zo’n eiland verbannen en hem dan na een tijdjevragen of hij nog mooie dingen gezien heeft . . . . Als hij weet dat van hem verwacht gaatworden dat hij over zijn ervaringen rapporteert is hij natuurlijk niet echt los van de men-sen. Trouwens, Kant meende ook dat regelmatig van de natuur genieten een zeker tekenis van morele goedheid.

14

Page 15: Het belang van schoonheid - Universiteit Utrechtrob/output/GerwenSchoonheid.pdf · mooi is. Maar we gebruiken de term ook in positieve zin, dat wil zeggen, we bedoelen echt een bepaald

Tot zover de aard van de schoonheid van de dingen en gebeurtenissen zelf,en onze ervaring daarvan. Daarnaast willen en kunnen we onze schoonheids-belevingen ook met elkaar delen en daarmee bewijzen we eens te meer datwe ons leven delen met andere mensen: de schoonheidservaring vertelt onsdat we er terecht aanspraak op maken met andere mensen te kunnen com-municeren: kijk maar zoals de wereld zich met zijn eigen logica aan mij laatzien, zo ook aan jou, dus we zitten op dezelfde manier in elkaar. Schoonheidervaren mobiliseert de toewijding van de beschouwer. De bioloog die bij tijden wijle ook de schoonheid ervaart van het dierenleven dat hij bestudeert, zalbeter gemotiveerd zijn in zijn wetenschappelijk onderzoek. Door schoonheidte ervaren en te delen, geven we blijk van onze toewijding aan het leven. Wieschoonheid beleeft toont zijn eigen toewijding aan het leven en is zelf mooi.Daarin, nu, schuilt het wezenlijke belang van schoonheid.4

4 Een eerdere versie van dit artikel werd uitgesproken ter gelegenheid van de StudiumGenerale cyclus “Alledaagse schoonheid”, in Groningen, op 20 april 2010. Mijn dankgeldt het publiek aldaar voor kritische vragen.

15