Upload
dinhhanh
View
247
Download
3
Embed Size (px)
Citation preview
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 1
Het bouwen van een Planetarium
Naar een inspiratie van het Eise Eisinga Planetarium te Franeker
Voersint eer ghij begint
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 2
Het planetarium in Franeker
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 3
Verslag 3,4 & 5 Het bouwen van een Planetarium
Onderwerp: 3-Het Planetarium 4-Het bouwen van een Planetarium
5-Schrijnwerk Adres: Dorpsstraat 18 te Oud-Zuilen
Student: Albert Hoogendoorn
Bodegraafsestraatweg 35 2805 GK Gouda e-mail: [email protected]
School: Koning Willem I College Onderwijsboulevard 3
5223 DE ’s Hertogenbosch
Docenten: Dhr. C. Ariëns Dhr. K. Boeder Dhr. J. Hofmeijer
Dhr. T. Smit Datum: febr./maart 2009
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 4
Het raderwerk boven de Planetariumkamer in Friesland
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 5
Inhoudsopgave
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 6
De windwijzer die aanleiding gaf tot het bouwen van een Planetarium
NAER HAER WAEYEN MOET ICK DRAEYEN (Vader Cats)
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 7
Voorwoord
In dit verslag wil ik vertellen wat een Planetarium is; waarom het
gebouwd is, en hoe het ongeveer werkt. Als hoofdzaak zal in dit verslag een uiteenzetting worden
geschreven van het bouwen van een Planetarium. Deze zeer
exclusieve opdracht hebben wij gekregen van een opdrachtgever waar wij als Restauratieaannemer
eerder zijn buitenplaats ‘’Zuylenburgh” hebben mogen restaureren, waarvoor onze
hartelijke dank.
Dit verslag is onderverdeeld in 3 onderwerpen, nl.:
-Het Planetarium
-Het bouwen van een
-Schrijnwerk
De reden waarom ik apart een onderwerp: ‘’Het Planetarium’’ gekozen heb, is: omdat het bij veel
mensen een minder bekende materie is, en omdat we in dit verslag een Planetarium bouwen, is
het in dezen wenselijk om hier
enige uitleg aan te geven.
Tekening van het
Planetarium in Franeker
gemaakt door Eise Eisinga
en K.J. Sannes, naar de
stand der hemellichamen op
Vrijdag den 24 Maart 1820,
des morgens te 7½ uur.
Planetarium
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 8
Buitenplaats Zuylenburgh
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 9
Samenvatting
Voordat wij deze mooie opdracht hebben gekregen, wist ik van het bestaan van een Planetarium niet
af. Maar, op de wijze waarop deze opdracht binnenkwam word je als
het ware vanzelf op het pad gezet en groeit de interesse.
Omdat dit werkstuk uniek is, is het ontwerp en plan van uitvoering tijdens het werk soms wat
aangepast, Soms iets eenvoudiger, op andere onderdelen juist weer
uitgebreider. Wellicht door elkaar enthousiast te maken en aan te vullen met ideeën. Ook de
opdrachtgever heeft hier een grote rol in gespeeld.
Door deze opdracht zijn we weer met andere mensen in aanraking
gekomen, die hun vakkennis graag vertellen, materialenkennis, materiaalkeuze enz. Ik heb het als
interessant en leerzaam ervaren.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 10
Meester-schilderwerk op het Planetariumplafond in Oud-Zuilen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 11
Inleiding
Om het verhaal duidelijk uiteen te zetten, leest het makkelijk als ik de
personen bij de namen noem. Dit doe ik, na goedkeuring te hebben gehad van genoemde personen.
Opdrachtgever: Bert Uurwerkmaker: Piet Hout- en metaalbewerker: Sjaak
Timmerman: Albert
Hoe kom je nu op het idee om een Planetarium te bouwen?
Bert, van beroep o.a. kunst-handelaar, heeft Piet gevonden om zijn antieke klokken te
onderhouden en restaureren. Piet stelt eens voor om naar het
Planetarium in Franeker te gaan kijken. Bert is hier zó van onder de indruk, dat hij bedenkt om in zijn
pas gerestaureerde buitenplaats ook ‘iets’ te bouwen. Dit word een
windwijzer tegen het plafond van de overloop op de eerste verdieping.
De as voert door het platte dak, en wijst zo op het plafond de windrichting aan.
Nadat de restauratie van ‘Zuijlenburgh’ voltooid is en de woning word ingericht, blijkt er een
kamertje, de voorkamer op de eerste verdieping, ‘’over te zijn’’.
Dan komt al snel het idee om hier een Planetarium te maken. Bert is gewend om snel knopen
door te hakken, dus na de juiste personen gevonden te hebben, die aan dit project zullen gaan werken,
organiseert de opdrachtgever een excursie naar Het Eise Eisinga-
planetarium in Franeker. Dit is het oudst werkende Planetarium ter
wereld. Na deze excursie is duidelijk: Het Planetarium dat wij
gaan bouwen moet zo veel mogelijk op het Eise Eisingaplanetarium in Franeker lijken.
Piet de uurwerkmaker verzorgt het ontwerp, en heeft ook de supervisie over dit project. Sjaak maakt in
hoofdzaak alle raderen en assen met als basismateriaal: Perenhout.
Ik, Albert, krijgt de opdracht om het casco, d.w.z. het beweegbare plafond en de Klokkenkast te
maken. Dit is mooi verdeeld, de juiste man op de juiste plaats, en met regelmatig overleg is dit prima
verlopen met een geweldig resultaat.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 12
Het Renaissance stadhuis tegenover het Planetarium (Franeker)
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 13
Eise Eisinga
Eise Eisinga is in 1744 in Dronrijp geboren. In die tijd was het heel
gewoon dat je in je jeugd moest werken. Zo ook Eise bij zijn vader, die wolkammer was. Een vak
waarbij men schapenwol op kleur maakte. Dit werk deed Eise met grote ijver. Hij was meester
Wolkammer en kreeg in 1820 een internationale prijs voor het
kleuren van zijn wol. Ondanks dat, had hij ook de interesse die zijn vader ook had, namelijk de
sterrenkunde. Op zijn 15e levensjaar schreef hij al een wiskundeboek van zo’n 650
pagina’s. Op achttienjarige leeftijd schreef hij
nog twee boeken. Een sterren-kundeboek met als titel ‘’Grond-beginselen der Astronomie of Starre-loopkunde op een theoretische wijze verhandeld’’, en het boek ‘’Gnomonica of Sonnewijsers alle door een passer en lijnjaal afgepast, op de noorderbreedte van Drontrijp’’.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 14
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 15
1.Het Eise Eisinga
1.1 Het gebouw
Het voormalige woonhuis (afb. blz. 2) van Eise Eisinga, tegenover het fraaie stadhuis in Franeker is, voor
die tijd, een eenvoudige burger- woning. Daterend uit de 17e eeuw, gezien de bouwconstructie met
zware eiken moer- en kinderbalken en sleutelstukken. Tussen de twee
gevelkozijnen op de eerste verdiep- ing is een zonnewijzer geplaatst, vervaardigd door Eisinga.
Helemaal in de top van deze klokgevel is een steen met daarop een ooievaar afgebeeld. Het pand
draagt daarom ook de naam ,,De Ooijevaar’’. Boven de voordeur, in
het midden van de voorgevel, hangt een groen bord met het woord PLANETARIUM erop geschilderd.
Rechts naast de gevel is een getoogde poort gesitueerd met
daarop de tekst: ‘’Voersint eer ghij begint’’. Zou Eisinga dit vóór, of na het maken van het Planetarium
hebben geschreven?
1.2 Indeling van de woning
Als we via de voordeur binnenkomen komen we in een
ruime hal. De gang, rechts achter de hal, leidt ons aan de linkerhand
naar de planetariumkamer. In deze kamer is een bedstee gesitueerd met links en rechts een kast.
1.3 Plafond
De kamer heeft een dubbele zoldering. De originele zoldervloer
bestaat uit eiken moer- en kinder- binten. De planken van deze vloer zijn verwijderd zodat men van
bovenaf het raderwerk kan bekijken. Het verlaagde plafond heeft Eisinga speciaal voor het
planetarium gemaakt. Dit zijn planken in de lengterichting van de
kamer, waaruit de banen van de planeten zijn gezaagd.
1.4 Waarom bouwde Eisinga een
Planetarium? Volgens de voorspelling van Eelco
Alta, een predikant uit Bozum; zou er op 8 mei 1774 een bijzondere
samenstand van planeten plaatsvinden. In de vroege ochtend stonden Mercurius,
Venus, Mars, Jupiter, en onze maan in één baan aan de hemel. Er werd
beweerd dat deze hemellichamen op elkaar zouden botsen, waardoor
de aarde uit haar baan geslingerd zou worden en in de zon verbranden. Dit bericht kwam ook
bij Eisinga terecht. Zijn grote kennis over wis- en sterrenkunde kwam goed van pas. Hij zou wel
bewijzen dat dit niet zo was, en wilde dit aan het volk visueel
uitleggen, en bouwde daarom het planetarium, hetgeen heden ten dage nog geheel werkt, en ook te
bezichtigen is. Eisinga heeft zeven jaar gewerkt aan ontwerp,
berekeningen en uitvoering.
Planetarium
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 16
Op 8 mei 1774 vond een bijzondere samenstand van planeten plaats. In de vroege ochtend
stonden Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en onze maan dicht bij elkaar aan de hemel. Er
werd beweerd dat deze hemellichamen op elkaar zouden botsen, waardoor de aarde uit haar
baan geslingerd zou worden en in de zon verbranden.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 17
1.5 Op schaal…
Eisinga heeft het zonnestelsel in z’n woonkamer op schaal gebouwd. Hij moest het stelsel één biljoen
(duizend miljard) keer verkleinen, dus 1 millimeter aan zijn plafond is
in werkelijkheid 1 miljoen kilo-meter. Alle planeetbanen zijn dus op schaal, maar de planeetbollen
niet, anders zou de aarde onzichtbaar worden en de zon veel groter moeten zijn. Hierdoor
beseffen we, dat de verhoudingen in werkelijkheid heel anders zijn
als dat wij dit op aarde ervaren… 1.6 Wat lees je op het
Planetarium? Het werktuig van Eisinga bestaat
eigenlijk uit 4 delen:
-Planetarium -Kalendarium -Lunarium -Hemelsplein
1.7 Planetarium (weergave over planeten)
In het centrum zit de zon. Daaromheen zijn zeven zuivere
cirkels gezaagd. Die stellen de
loopbaan van de planeten voor. In werkelijkheid is dit een iets
elliptische vorm, maar uit praktische overwegingen is dit verwaarloosd. Door elke sleuf
steekt een metalen pennetje, dat boven het plafond direct is
verbonden met een houten hoepel. Aan die pennetjes hangen de planeten, ronde houten bolletjes
met verschillende diameters, en deze hangen onder het plafond. De raderen boven de sleuven zijn
precies van zoveel tanden voorzien, dat deze rondgaan in dezelfde
tijden waarin de planeten in de natuur ook om de zon draaien.
1.8 Kalendarium (de kalender) Aan de buitenste baan hangt geen
planeet maar een wijzer. Deze wijzer geeft de datum, declinatie
(afwijking) van de zon en de positie van de zon in de tekens van de dierenriem (sterrenbeelden) aan.
Verder bevindt zich aan het plafond een aantal geschilderde
wijzerplaten waarvan de rand is verdeeld in de dagen van de week, en elke dag in weer in 24 uren.
Deze wijzer gaat 1 keer per week 360º rond, en geeft voortdurend de
juiste dag van de week, en het juiste uur van de dag aan. De dagen van de week zijn vernoemd
naar de zeven hemellichamen die men destijds kende: zondag (de
zon), maandag (de maan), dinsdag (Mardi-Mars), woensdag (Mercredi-Mercurius), donderdag (Jeudi-
Jupiter), vrijdag (Vendredi-Venus) en zaterdag (Saturnus). Door een rechthoekige sparing in
het plafond kun je het jaartal aflezen. Hierboven ligt een plank
met 22 jaartallen erop geschilderd, ieder jaar, op oudejaarsdag, om ± 17:00 uur begint de plank
langzaam te verschuiven, totdat in de nacht het nieuwe jaartal zichtbaar is. Dit gebeurt omdat er
op de buitenste hoepel, het datumwijzerrad, 1 spijker extra zit
aan de rand, die op oudejaarsdag langs een mechanisme komt die deze plank verschuift. Als de jaren
op de lat na 22 jaren ‘op’ zijn wordt de plank uit het planetarium
genomen en worden er weer 22 opvolgende jaartallen op de plank geschilderd. Dit gebeurt al ruim
twee eeuwen op dezelfde plank…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 18
Deze wijzer geeft de juiste dag van de week aan. Ook het juiste uur is af te lezen. De dagen van
de week zijn vernoemd naar de zeven hemellichamen die men destijds kende: Zondag (de zon),
Maandag (de maan), Dinsdag (Mardi- Mars), Woensdag (Mercredi- Mercurius), Donderdag
(Jeudi- Jupiter), Vrijdag (Vendredi- Venus) en Zaterdag (Saturnus).De rechthoekige sparing
geeft het jaartal weer, een plank met daarop geschilderd tweeëntwintig jaartallen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 19
1.9 Lunarium (meetinstrument dat de beweging
van de maan aanwijst). Het Planetarium in Franeker heeft
8 wijzerplaten die betrekking hebben op de maan. Zo word
aangegeven hoe laat de maan op- en ondergaat, de schijngestalten, dus zo’n mooi scherp sikkeltje of
volle maan en het sterrenbeeld waarin de maan zich bevind. Een aantal wijzers geven zeer nauw-
keurig de baan van de maan aan. Met behulp van deze klokken zijn
onder andere zons- en maansverduisteringen af te lezen, waar ook ter wereld…
Evenals de zon komt de maan op in het oosten en gaat in het westen onder, echter de tijden van de
maan zijn zeer variabel. Gemiddeld verschuift dit ± 3 kwartier per 24
uur. Het kleinste tijdverschil is 11 minuten, maar het kan ook anderhalf uur zijn. Deze weergave
is mogelijk door excentrische tandraderen te maken die grijpen
in een lantaarnrondsel. Dat zijn twee schijven met lange pennen ertussen, zodat de ingrijping van
de gesmede spijkers over een breder gebied kan plaatsvinden.
1.10 Planisferium of Hemelsplein (platte globe).
Op deze sterrenkaart wordt de
beweging van de zon en de sterrenhemel weergegeven, gezien vanuit Franeker. Het hemelsplein
dat door Piet en Sjaak is gemaakt is dus gezien vanuit Oud Zuilen. In het front zit een metalen
raamwerk, rechte lijnen in een waaiervorm, dit zijn de uurlijnen;
en een aantal gebogen lijnen. Daarachter is een metalen schijf met de actuele sterrenhemel. Ook
lees je hier de juiste tijd af, de precieze plaats waarop de zon ’s morgens boven de oostelijke
horizon opkomt. Vervolgens beweegt de zon naar rechts door
het zuiden om vervolgens in het westen onder te gaan. Links en rechts van het hemelsplein zijn nog
twee wijzers, waarvan de ene de zonsopgang aangeeft en de andere
de zonsondergang.
1.11 Het raderwerk
Alle planeten, wijzers en klokken worden aangedreven door een uitgebreid stelsel van houten
hoepels en schijven, waarop ruim 10.000 handgesmede spijkers zijn
aangebracht. Om deze raderen te laten draaien zijn er acht gewichten op verschillende assen bevestigd.
Het geheel wordt bestuurd door een slingerklok met één gewicht. Deze klok zorgt alleen voor de
juiste snelheid, de acht gewichten leveren de kracht om de houten
hoepels te laten draaien, hierdoor ondervind het uurwerk geen weerstand van het stelsel.
1.12 De planeetbanen
De sleuven in het plafond zijn planeetbanen. In het midden staat
de zon. Dan volgt Mercurius die draait in 88 dagen rond de zon. Venus doet dit in 224 dagen. Dan
volgt de aarde die in 365¼ dagen om de zon draait met daaromheen
de maan die op haar beurt in 29½
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 20
De houten hoepels met in totaal 10.000 gesmede spijkers
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 21
dagen om de onze aarde draait. Vervolgens draait Mars in 687 dagen rond de zon. Dan krijgen we
een veel grotere baan die de gang van Jupiter in 11 jaar en 315
dagen beschrijft. Tot slot de baan van Saturnus die in 29 jaar en 164 dagen eens om de zon heen draait.
Dit betekent dat Saturnus in Franeker nog geen 8 keer rond heeft gedraaid, na ruim twee
eeuwen….
De buitenste baan geeft de dag, de datum en het sterrenbeeld (dierenriem) weer. Deze gaat 1 x
per jaar rond, en op 29 februari in het schrikkeljaar word deze hoepel handmatig een dag teruggezet. Hoe
alles werkt en moet, is door Eise Eisinga in een uitgebreide
handleiding beschreven voor het nageslacht.
1.13 Boven m’n pet… Er is nog veel meer te vertellen over
de werking van het planetarium. Om maar iets te noemen: ecliptica,
noorderknoop, meridiaan, klimmende en dalende knoop, magnitude, enz, enz; dit heeft
mijns inziens geen toegevoegde waarde, omdat ík het niet meer begrijp, en wellicht de lezer ook
niet…
1.14 Latijn Aries, Taurus, Gemini Cancer, Leo,
Vigro, Libra, Scorpius, Sagittarius, Capricornus, Aquarius , en Pisces.
Het feit dat deze benamingen
van de sterrenbeelden in het Latijn zijn geschreven komt omdat dat in
die tijd de wereldtaal was, hetgeen nu Engels is.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 22
Trappenhuis met windwijzer te Oud-Zuilen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 23
1.15 Interview met
Om een duidelijke achtergrond-informatie te verkrijgen leek het
ons zinvol om een interview met de opdrachtgever te houden. Dit is
gehouden voordat we met de werkzaamheden van het Planetarium zijn begonnen.
- Wat bracht u op het idee om een Planetarium in uw woning te
bouwen? Ik heb van jongs af aan al iets met astrologie en tijdsaanduidingen. Mijn vak is dan ook o.a. het handelen in antieke klokken en planetaria.
Door met dit materiaal bezig te zijn leerde ik Pieter de Ruiter kennen, en hij is nu mijn vaste klokken-restaurateur. Op een dag zijn Piet en ik bij het Eise Eisinga-planetarium geweest, en hierdoor geïnspireerd wilden wij thuis ook iets aan het plafond bouwen; dit werd een windwijzer in het trappenhuis. Piet had ideeën om een astronomisch uurwerk in een kerk
te bouwen, maar dit stuitte op veel weerstand. Toen rees het idee om een Planetarium in het nog niet ingedeelde voorkamertje te bouwen. Ik heb Piet opdracht gegeven om een schetsontwerp te maken, en toen dit op tafel lag, waren we allen zeer enthousiast. Wat is het doel om dit te bouwen?
Ten eerste: ter ere van Piet, omdat Pieter in de klokkenwereld ‘niet mocht bestaan’.(in deze handel heeft een antieke of exclusieve klok
Opdrachtgever
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 24
Eerste ontwerpschets van klokkenmaker Piet de Ruiter uit Epe
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 25
echt z’n waarde als het nog helemaal origineel is. Piet is in staat om een niet-origineel exemplaar zó te restaureren dat een kenner en vakidioot, zoals bijv. een Bert Degenaar, het niet eens zag. Maar dat werk mocht geen naam hebben. Zo is Bert Piet op het spoor gekomen. Mede hierdoor vond Bert het tijd dat Pieter een eervolle opdracht kreeg. Ten tweede: Geschiedenis maken. Ten derde: Ook wil Bert de buiten- plaats: “Zuylenburgh “ de bekend- heid geven die deze verdient.
Ook is de conservator van het Eise Eisinga museum erg enthousiast over deze ideeen en wordt hierbij op de hoogte gehouden door Bert. Inmiddels is vanaf de straat zichtbaar dat hier binnen een Planetarium is. Op de lantaarns aan de deuromlijsting prijkt aan de ene kant een wereld- , en aan de andere zijde een hemelbol.
(op verzoek van Piet is hier een
gedeelte tekst weggehaald)
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 26
Eerste ontwerpschets van klokkenmaker Piet de Ruiter uit Epe
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 27
1.16 Interview met Uurwerkmaker
Om zelf een goed beeld over alles te krijgen ben ik ook bij Piet in Epe
geweest om wat meer over zijn technieken te vragen. Dit is
uiteraard een informeel gesprek geworden waardoor dit geen interview is met concrete vragen en
antwoorden, maar een verslag van die avond.
Na de vorderingen van het schilderwerk op het Planetarium te
hebben bewonderd, begint Piet te vertellen:
Het Planetarium zal worden
aangestuurd door een oud engels uurwerk uit 1908, die toen in een stal hing voor het personeel. Dit
uurwerk is door Piet zó verbouwd, dat het een andere draairichting
kreeg. In de originele situatie hing de steun aan de binnenzijde aan de muur met een as door de gevel. Bij
het Planetarium komt de steun in de klokkenkast en is dus 180º
gedraaid. Dit astronomisch uurwerk draait
op een gewicht, en laat dit gecontroleerd ontsnappen, daardoor ondervind het uurwerk
geen weerstand, en zal zeer nauwkeurig lopen, verwacht Piet.
Temeer omdat het uurwerk is voorzien van een ’Graham’ gang, dit is een bepaalde ‘rustende gang’
waardoor het ankerrad stilstaat tijdens de doorschommeling. Onder dit uurwerk hangt een
houten, geverniste slinger met een metalen kogel. Mede door de
houten slinger zal het planetarium zuiver op tijd lopen omdat een geverniste houten slingerstok een
hele kleine uitzettingscoëfficiënt heeft.
Naast de Planetariumkamer bevind zich de slaapkamer van de
Opdrachtgever. Deze zal worden voorzien van een Haagse klok, door middel van een as af te takken van
het Planetariumuurwerk, zodat deze Haagse klok wordt
aangedreven door het Planetarium.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 28
Het uurwerk van het Planetarium in Oud-Zuilen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 29
In de smetteloze werkplaats van
Piet zien we o.a. het hemelsplein.
Dit is een ijzeren plaat die in de klokkenkast zal komen.
Er zijn veel bekende sterren op geschilderd, maar ook zie ik een
lichtblauwe baan, die met een mooie nevel een contrast vormt met de rest van de hemel. Dit is de
Melkweg vertelt Piet, een gebied waar de concentratie van sterren
veel hoger is dan in de rest van het heelal. Dit was vroeger bij helder weer goed zichtbaar in de natuur,
maar helaas door de lichtvervuiling van tegenwoordig niet meer zichtbaar.
De wijzers die op het Planetarium
komen hebben een sierlijk model met een sterke dieptewerking en zijn door Piet gevijld uit Perenhout.
1.17 Oud- en Nieuwjaar
Ook laat de klokkenmaker het wagentje, een houten plankje met 4
houten geleidingsrollen zien en vertelt dat hierop de jaartallen geschilderd worden.
In tegenstelling tot Franeker (waarbij deze plank op oudejaars-
dag om 4 uur rustig begint te verschuiven, om bij de jaar-
wisseling een nieuw jaartal aan te geven), zal in Oud-Zuilen dit met een hoop spektakel gebeuren, nl:
een aantal weken vóór de jaarwis- seling word er een mechanisme in
werking gesteld dat een veer op spanning brengt, zodat precies om twaalf uur deze afgaat en, onder
het lawaai van twee luid rinkelende
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 30
Het raderwerk van het Planetarium te Oud-Zuilen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 31
bellen, pats…. De plank met jaartallen ineens een jaartal
opschuift… Gelukkig Nieuwjaar…
Verder vertelt Piet nog dat Franeker 8 hulpgewichten heeft om
de mechaniek in beweging te houden, in ons werkstuk zal dit er één zijn.
1.18 Afplakpasser
Om verflijnen in een cirkelvorm te maken gebruikt Piet een
biezentrekker, maar als je bredere
lijnen wilt opzetten kan dat niet met de biezentrekker. Hiervoor
heeft Piet een afplakpasser gemaakt, een ragdun rolletje afplaktape heeft hij aan een
zelfgemaakte verstelbare passer gemonteerd. Het wieltje met rubber
o-ring drukt het tape netjes aan. ,,En het werkt…perfect’’ zegt Piet trots.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 32
Eise Eisinga, Franeker
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 33
1.19 Excursie naar Franeker
De opdrachtgever stelt voor om
naar het Eise Eisingamuseum in Franeker te gaan om inspiratie op
te doen en de techniek en werkwijze van Eisinga te doorgronden. Degenen die aan dit
project mogen werken worden uitgenodigd, evenals mijn werkgevers de Gebr. Verwoerd.
Piet, de uurwerkmaker, heeft bij het project de leiding.
Dit is een hele leerzame dag
geworden, we hebben uitleg gehad over de werking van het
Planetarium en op details gelet. Alleen al het schilderwerk is een prachtig stuk werk, met heel veel
letterwerk…met de penseel… Hoe zit het constructief in elkaar? In Franeker kun je ook boven op
het plafond kijken, weliswaar door een klein venster, maar je kunt het
heel behoorlijk zien. Na de bezichtiging nodigt Bert ons uit om te eten en vertelt dan dat wij
geschiedenis gaan maken. Hij benadrukt ook dat ons werk een ‘sleetse’ uitstraling moet hebben,
d.w.z. het moet niet nieuw en strak zijn, maar alsof het werk uit de 18e
eeuw is, zoals Franeker…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 34
Buitenplaats ‘’Zuylenburgh’’ te Oud Zuilen (Utrecht)
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 35
2 Het bouwen van een Planetarium
2.1 Hoe kregen we de opdracht?
Zoals al geschreven; we hebben de buitenplaats Zuijlenburg te Oud-Zuilen van dhr. Degenaar mogen
restaureren. De windwijzer op het plafond is ook gerealiseerd. Teus Verwoerd (werkgever) komt
binnenlopen met Piet (klokkenmaker) en laat het
schetsontwerp van Piet zien. ,, Kijk, dit gaan we maken’’, zegt Teus, en jij gaat daar aan meewerken.
en zo begint het project Planetarium.
Van dit werk is geen planning gemaakt en ook geen begroting.
Het is eenvoudigweg niet te plannen, en de opdrachtgever heeft het ons gegund. Teus spreekt met
Piet af dat wij het kamertje inmeten en een gemaatvoerde tekening
zullen maken. Aan de hand van deze tekening kan Piet een werktekening op schaal maken.
2.2 Opmeting Planetariumkamer
Omdat Teus nog regelmatig op Zuijlenburgh aan het werk was heeft hij de opmeting van het
kamertje gedaan. Met deze gegevens heb ik een
computertekening gemaakt met het tekenprogramma: Vectorworks.
resentatie werktekeningen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 36
Het op te schaven deel volzetten met potloodstrepen, zodat je zeker weet dat je alles raakt
met opschaven
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 37
Deze tekening is naar klokkenmaker Piet in Epe gestuurd
en die heeft er vervolgens werktekeningen van gemaakt; schaal 1:5.
Deze tekeningen heeft Piet gepresenteerd en toegelicht. We
hebben het gehad over constructieopbouw, materiaalkeuzes en houtzwaartes.
Ook wordt nu duidelijk wie wat gaat doen. We spreken heel duidelijk met
elkaar af: Alles wat we getekend hebben en nog tekenen: het is van
bovenaf gezien! 2.3 Begin van uitvoering
Nu kunnen we eindelijk beginnen met de uitvoering. Dit doen we door
te beginnen met het maken van het
beweegbare schot. Omdat het plafond dezelfde uitstraling moet
hebben zoals in Franeker maken we het van grenen planken met wisselende breedtes.
Maar omdat wij daar 5 cirkelbanen van 14mm door en door uit gaan
frezen zullen de planken geen verband meer met elkaar hebben en als een kaartenhuis uit elkaar
vallen. Dit hebben we van tevoren besproken en dit lossen we op door het beweegbare deel dubbel te
maken. 14mm grenen delen aan de onderzijde, dwars daaroverheen
14mm eiken delen. Mooi eiken wagenschot, met eveneens wisselende breedtes. Dit lijmen we
aan elkaar. Het moet één stijf schot zijn. Ondanks het zorgvuldig uitzoeken van een mooi stuk hout,
blijft hout altijd wat werken, dus geven we het hout daar ook de
gelegenheid voor. Ik lijm het niet in de volle breedte, maar alleen in de midden, zodat het vanuit het
midden van de delen symmetrisch kan werken.
Dit hebben wij aan elkaar geschoten met nageltjes van 20mm.
Dit resulteert in een stijf schot van 1770mm x 2350mm en 28mm dik.
De grenen delen hebben we met de hand opgeschaafd, bewust de beitel van m’n blokschaaf ietwat bol
geslepen. Elke schaafstreek tekent zich nu af en soms schaaf je over een noest
waar de houtdraad onrustig is. Hierdoor is het echt handwerk, en
een natuurgetrouwe oude look, omdat het planetarium een 18e eeuwse uitstraling moet hebben.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 38
Lijmmethode zodat delen onderling nog kunnen werken
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 39
Het plafond in de planetariumkamer zal een gedeelte
vast en een gedeelte beweegbaar zijn. Daarom hebben wij de planken eerst de kamerlengte
gegeven, opgeschaafd en gecodeerd, zodat de schaafstreken
doorlopen van het vaste naar het beweegbare deel.
2.4 Constructie De raveling, een eenvoudig skelet
van 2’’ x 3’’ heb ik ook prefab gemaakt. De verbindingen zoals het
hoort bij zo’n werkstuk: inkepen en vastzetten met taaie nagels.
Het beweegbare schot zal gaan
scharnieren met nieuwe gesmede knieren. Aan de ene zijde komen ze in het schot, aan de andere zijde in
een massief grenen deel van 28mm dik.
De eerste fase is prefab getimmerd en kan geplaatst worden
De basis van het Planetarium staat klaar voor transport en kan geplaatst worden.
Knier
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 40
Constructie…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 41
2.5 Timmerwerk 1e fase
Nu kunnen we het plafond erin timmeren, we beginnen met een kale balklaag. Nadat we met een
smetlijn de hoogte van het grondhout op de wanden hebben
gezet kunnen we het gedeeltelijk
geprefabriceerde plafond monteren. Het vaste gedeelte waar het beweegbare deel aan zal gaan
scharnieren is een grenen deel van 28mm dik. De andere vaste gedeelten zijn samengesteld uit
twee keer 14mm grenen, kruislinks, zoals het beweegbare
deel. Op deze manier heb je het meest kans dat het zich qua werking hetzelfde gedraagt. Eerst
hangen we het beweegbare deel in z’n knieren en sluiten het met behulp van tijdelijke stempels.
De deeltjes zijn allemaal
gecodeerd, omdat ik wilde dat de schaafstreken door zouden lopen. We hebben nu de basis klaar en
kunnen de volgende fase gaan maken. We nemen het beweegbare gedeelte weer mee naar de
werkplaats en slaan het tijdelijk op. We hebben dit werk namelijk niet
aaneengesloten gerealiseerd, maar steeds met tussenpozen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 42
Werktekening van Piet de klokkenmaker
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 43
2.6 Timmerwerk 2e fase
Met behulp van de schaal 1:5 tekening van de klokkenmaker ga ik de vijf cirkels afschrijven op het
plafond en moet me daarbij goed realiseren dat dit van bovenaf
getekend is. Ik schrijf dit nl. vanaf de onderzijde af. Hier volgt Piet ook natuurgetrouw
het heelal, door alle planeetbanen een eigen cirkelpunt te geven. De banen lopen op deze manier niet
evenwijdig aan elkaar en dit geeft een heel mooi resultaat.
Nu ga ik alle planeetbanen uit het 28mm dikke plafond uitfrezen, door een bovenfreesinstelling te
maken die de werking van een passer heeft.
Je snapt wel dat er best krachten vrijkomen bij het draaipunt. En aangezien we vijf draaipunten dicht
bij elkaar hebben liggen, en hierdoor het risico bestaat dat de
as van de passer (een metalen stiftje van 4mm dik) het voorgaande gat opzoekt heb ik
bedacht het draaipunt te fixeren.
Met behulp van een koperen plaatje met één gat als draaipunt. Dit plaatje verschuif ik steeds naar
het gewenste cirkelpunt en schroef die vervolgens vast.
Zo frees ik de vijf banen uit, uiteraard van buiten naar binnen, anders zou ik na de kleinste baan
m’n cirkelpunten losfrezen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 44
Ophanging uitneembare plafondringen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 45
2.7 Plafond constructie
Het plafond bestaat nu uit een schot met een gat van 1425mm en vier losse ringen en een midden.
Dit moet één stijf element zijn, de groeven moeten mooi evenwijdig
blijven, de ringen mogen niet doorhangen, en het moet zó geconstrueerd worden dat alle
banen 360º vrij zijn. Op deze manier kunnen dan de hoepels ronddraaien zonder belemmering
van mijn constructie. Bovendien moeten de ringen van onderaf
demontabel blijven. ,,Zoals in Franeker’’ zegt Piet.
Over de opbouw en houtzwaartes van de constructie hebben we minimaal overleg gehad, Piet heeft
het aan mij overgelaten. Om dit te bepalen ben ik nagegaan
hoeveel ruimte er is tussen plafond en vloer, rekening houdend met de balklaag en de scheefstand van de
balken. Tussen elk balkvak kan een ‘’brug’’ komen. Zie doorsnede 3-3 op blad 40. Dit zijn eiken
balkjes van 28x80mm waarvan de krachten afvloeien op eiken balkjes
gemonteerd aan de rand van het schot.
Deze bruggen zijn op de uiteinden middels een halfhoutse keep verbonden met een klamp. Deze is
verfraaid met een ronding, omdat de bovenzijde van dit
planetariumplafond ook zal gezien worden. Op een later tijdstip hoor ik van Sjaak dat de zoldervloer
twee gelaagde ruiten krijgt, zodat je alle raderwerk van bovenaf kunt zien. Dat dit later bedacht word,
komt natuurlijk omdat het een experimenteel project is en
daardoor steeds verrassend.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 46
Ophanging uitneembare plafondringen
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 47
De halfhoutsverbindingen van de bruggen heb ik gefixeerd met
slotbouten M8 met vierkante moeren, ook weer om een nostalgische sfeer te wekken.
2.8 Ophangconstructie
De losse plafondringen kan ik nu afwerken en in de juiste positie
brengen, zodat kan worden begonnen met het ophangen van de plafondringen aan de bruggen.
De ringen in de juiste positie brengen en fixeren doe ik door een
dunne aluminium strip in een planknaad te zetten en in de banen klosjes van 14 mm te klemmen. Dit
moet omdat de ringen gefixeerd moeten zijn, terwijl de ringen wel
helemaal ´´zweven´´. Ook hier mag ik zelf meedenken in het ontwerp.
Ik wil voorkomen dat het lomp word, dus kies voor lichte houtafmetingen. Een
plafondhanger met een leuk model. En omdat de ringen naar beneden
toe demontabel moeten blijven, heb ik bedacht om een messing plaatje onder de plafondhanger te
schroeven, zodat op deze manier de ophanging in twee richtingen stijf
is en eveneens demontabel. In totaal heb ik 24 hangers nodig om alle ringen in de juiste positie te
houden.
Nu rest ons nog om het gat voor het jaartal te maken. In overleg met
Piet maak ik de randen onder 45º omdat je vaak onder een schuine hoek deze sparing in kijkt.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 48
Constructie…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 49
Achter deze sparing zal de plank met de jaartallen gaan schuiven. Voor mij als timmerman is dit
plafond nu voorlopig klaar. Sjaak komt het plafond ophalen in
Loenen aan de Vecht en neemt het mee naar zijn werkplaats in Wilp.
2.9 Tandraderen
Nu is Sjaak aan de beurt. Hij maakt het hele draaiende mechaniek op het plafond. Sjaak
gebruikt hiervoor perenhout en messing pennetjes.
Perenhout is zeer vast en heeft een fijne structuur. De rondsels, dat zijn platte hoepels, stelt hij samen
door allemaal smalle latjes aan elkaar te verlijmen.
Vervolgens heeft Sjaak een freesinrichting geconstrueerd zodat deze verlijmde hoepels zuiver rond
kunnen worden gefreesd, door het werkstuk om een middelpunt te
draaien, en op deze manier de hoepel ‘’schoon’’ te freezen. De aantal messing pennen word
uitgedacht door Piet de
klokkenmaker. Deze twee mannen werken dan ook regelmatig samen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 50
Schaal 1:5 tekening van de klokkenmaker
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 51
3 Schrijnwerk 3.1 Klokkenkast
Er is inmiddels weer wat tijd verstreken, Sjaak is volop met de
raderen bezig en Piet met voorbereidingen voor de techniek in
de klokkenkast. Piet belt me dan ook op dat het tijd word om aan de klokkenkast te beginnen.
De tekening is al gemaakt door Piet. Ondanks dit een prima
ontwerp is, stel ik voor om de ‘’schouderstukken’’ iets te veranderen in model. De
rechterzijde (zie blz. 50) was aanvankelijk de bedoeling, dit is een zuivere kwartcirkel. Omdat ik
met mijn tekenprogramma een mooi gereedschap heb om een deel
van en ellips te tekenen kwam ik op het idee om dit hier toe te passen. Dit is de linkerzijde. Ik heb
dit aan Piet voorgesteld en die vond dit prima. Op deze manier werk je prettig samen en vult elkaar aan.
Met als doel: het resultaat.
Om de klokkenkast te kunnen maken begin ik met het maken van
een uitslag met een aanzicht en een doorsnede.
Nu de hoofdlijnen definitief zijn stelt Piet voor om eerst de achterwand, een schotwerk van
grenen delen, in de Planetariumkamer te maken.
Hierdoor komen er weer nieuwe inzichten en de stoel voor het uurwerk kan geplaatst worden. Er
komt een sparing in deze achterwand zodat de stoel direct aan de muur kan worden
bevestigd. Dit om te voorkomen dat de klokkenkast een klankkast
wordt.
3.2 Opbouw klokkenkast De klokkenkast is opgebouwd in 4
verschillende houtsoorten. De hoofdkast van Grenen. Dit hout
schaven we, net als het gehele plafond, met de hand op zodat het een eeuwenoude uitstraling krijgt.
De schouderstukken en het randhout van het deurtje van
Oregon Pine, Dit is een Amerikaanse naaldhoutsoort met een zeer rustige structuur. Voor
deze zeer exclusieve opdracht
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 52
Onderbouw in Oregon Pine
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 53
kiezen we de mooiste materialen. Het hoofddeel, een scharnierend
schot, is opgebouwd uit kruislings verlijmd hout, nl. Grenen en wagenschot.
Dit is zuiver kwartiers gezaagd Eikenhout. Als vierde houtsoort heb ik Kersenhout genomen voor
de glasdeurtjes aan de zijkant van de klokkenkast. Dit omdat Piet
voorstelde de glasdeurtjes te laten scharnieren aan houten scharnieren. Je maakt dan van
hout vrij kleine werkstukjes die toch sterk moeten zijn, vandaar
deze materiaalkeuze. Kersenhout heft een fijne, vaste structuur. Het word ook wel
gebruikt voor onderdelen van
Vierkante gatenboor
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 54
Sparing achter wijzerplaat
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 55
muziekinstrumenten. Over deze scharnieren later meer in dit
verslag.
De achterwand is al geplaatst op Zuijlenburgh en dit is de basis.
Ik heb in de werkplaats ook die basis nodig dus ik begin met het
stellen van twee profielen die dezelfde maat hebben als de reeds geplaatste achterwand.
De klokkenkast kan nu worden opgebouwd en dat doe ik volgens
de getekende uitslag. De zijschotten in de onderbouw zijn van 28mm dik Oregon Pine. Dan
volgt een tussenvloertje die tevens de lijst vormt onder het hoofdschot.
In dit vloertje zit een vierkante sparing voor de houten slinger, dit
gat zit uit het midden, omdat de slinger ook uit het midden zit. Hierop maak ik de schouder-
stukken. Omdat die onderdeel zijn van de constructie zijn maak ik
deze uit een massief blok Oregon Pine. De kwart ellipsvorm die deze schouderstukken krijgen heb ik 1:1
met de computer getekend en kan
deze tekening gewoon op mijn werkstuk plakken. Met een lintzaag
is dit in één bewerking te zagen.
Nadat dit werkstuk is afgewerkt en gemonteerd aan de onderbouw ga
ik verder met de zijschotten boven de schouderstukken. Het ontwerp
wordt op dit detail aangepast want de opdrachtgever oppert het idee om glas in de zijschotten te
plaatsen. Piet gaat met dit idee aan het werk en komt met het volgende
idee: een draairaampje met een 3-deling en draaiend aan houten scharniertjes en afsluitbaar maken
met een houten werveltje.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 56
Dit is prettig communiceren…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 57
Piet stuurt me een prachtig schetsje op en dit is ook zo
uitgevoerd. Het randhout van de draairaampjes heb ik gemaakt van eikenhout,
met een halfhoutse verbinding. De houten scharniertjes zijn van kersenhout. Ik heb even een 1:1
tekeningetje gemaakt en het hout afgeschreven. Nadat ik het hout
geprofileerd heb maak ik een mal om het werkstukje in te zetten, zodat ik er een gat in kan boren
waar een kersenhouten scharnierpen in past.
Als de scharniertjes klaar zijn lijm
ik dit vast aan de zijschotten en het raampje. Het is een heel grappig om zoiets te maken. Zoiets maak je
nu eenmaal nooit, maar bij dit werkstuk is het op zijn plaats.
Omdat wij een restauratiebedrijf zijn, zijn we altijd zuinig geweest op oud glas uit oude raampjes, en
kunnen daar nu van profiteren
door een mooi stukje oud cylinderglas van ca. 2mm dik in
deze raampjes te plaatsen. Het heeft direct de goede sfeer…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 58
handwerk…
andwerk…
handwerk…
andwerk…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 59
Uit een massief stukje eikenhout steek ik twee werveltjes die als
sluiting dienen.
3.3 Schot van het Hemelsplein
Het schot waar het uurwerk áchter zit en het hemelsplein ín komt, stellen we samen uit twee
verschillende houtsoorten nl. kruislings verlijmd grenen en
eiken, zoals het planetarium- plafond. De buitenzijde van 8 mm grenen met wisselende breedtes.
Ondanks dat dit hout maar 8 mm dik is heb ik toch kans gezien om hier groef- en mes deeltjes van te
maken. De binnenzijde is horizontaal geplaatst wagenschot
van 12 mm dik, eveneens groef en mesdelen. Vanwege de geringe totale dikte (20mm) heb ik deze
twee lagen gelijmd. Niet de volledige houtbreedte, zodat het hout nog ietwat kan werken.
3.4 Gebogen freeswerk
De omlijsting van het schot is sober, een eiken kader met een
asymmetrisch holprofiel. Echter bij de schouderstukken vraagt dit wel
wat creativiteit omdat dit gebogen lijnen zijn, en de verstekhoeken worden vals.
Het afschrijven kan ik weer doen door de computertekening 1:1 op het werkstuk te plakken.
Vervolgens zaag ik dit met de lintzaag uit, en zorg hierbij voor
voldoende overlengte. Dit is heel belangrijk voor rond freeswerk omdat je het werkstuk met de hand
doorvoert. Met een schuurkegel op de freesbank schuur ik netjes naar
de lijn zodat m’n werkstuk zelf de geleiding kan zijn bij het rondfreesen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 60
Het schot met de uurlijnen voor het hemelsplein.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 61
3.5 Plaatsen uurlijnen
Het hemelsplein is een metalen plaat met daarop de Melkweg en allerlei sterrenbeelden afgebeeld.
Dit wordt achter een metalen rekje geplaatst met een iets ovale vorm.
Dit rekje is door derden gelaserd, en dit kostte de lasermachine nog geen 2 minuten om dit werkstukje
te maken. Eerst heb ik de dagmaat uitgezaagd en voorzichtig met de schuurkegel naar de lijn
toegeschuurd. Nu moet ik er nog een sponninkje infreesen van
2 x 6mm.
Dit vraagt om z’n ovale vorm ook weer om een geïmproviseerde
bovenfreesinstelling.
Dit alles komt heel nauwkeurig omdat de ‘naad’ schoon werk is.
Op het onderste gedeelte van het schot komt een gedraaide wijzer-
plaat met een rand van snijwerk. Omdat het uurwerk van het Planetarium de volledige
klokkenkastdiepte in beslag neemt, moet er achter deze wijzerplaat een
sparing gemaakt worden in het schot.
De randen braam ik af met een
spookschaafje.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 62
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 63
Als Bert, de opdrachtgever, langs komt maakt hij terecht de
opmerking:,, De klokkenkast heeft een waterhoofd’’. Met andere woorden; de bovenbouw is visueel
te zwaar ten opzichte van de basis. Piet is de ontwerper van de kast, en
gaat op zoek naar een oplossing. Enige tijd later krijg ik een tekening met een sokkel onder de
kast getekend. Vervolgens heb ik dit zo uitgevoerd. Hier dus ook weer het ontwerp aangepast tijdens
de uitvoering.
3.6 Sokkel De sokkel kan ik eenvoudig om de
kast heen timmeren. Echter op de hoekaansluiting krijg ik een conflict. De holle klos heeft
kopshout, maar dat wil ik niet. Na wat overleg met een collega komt
die met een mooie oplossing. Door het voorste deeltje ter plaatse van de holle klos te verjongen tot 3mm
kan ik dit over het kopse hout heen timmeren.
3.7 Deurtje
Het deurtje is opgebouwd uit Oregon Pine regelhout 28 x 75.
Omdat een onderdorpel altijd smaller lijkt heb ik de onderdorpel
95mm hoog gemaakt. Het paneeltje maak ik uit 10mm grenenhout met een los veertje. Met
een vierkante gatenboor maak ik de pen- en gatverbindingen.
Deze verbindingen fixeer ik met eiken dookjes. Temeer omdat dit na
het schilderen zich aftekent op het deurtje, en dit is nu nét de bedoeling…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 64
Door hout af te nemen, ‘’groeit’’ de wijzerplaat…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 65
3.8 Draaiwerk
Er zitten twee draaiwerkstukken in de klokkenkast, nl. de wijzerplaat en het rozet in de onderdeur,
waarachter de slinger. Als eerste heb ik het over het rozet in de
onderdeur. Dit is een klein werkstukje waar ik, in overleg met Piet, zelf de tekening voor heb
gemaakt.
Het rozet is een champignonmodel met een buitendiameter van
150mm. In de sponning komt een bol glaasje zodat je: ,,Altijd een
glimmertje hebt’’ aldus Piet. Omdat dit werkstukje kleine afmetingen heeft en ik ook wil voorkomen dat
het makkelijk splijt neem ik drie laagjes eiken en lijm dit op elkaar.
Dit is het gedeelte zonder bolletje, zie tek. Die lijm ik er namelijk later pas op.
Op deze manier hoef ik niet van twee zijden te werken. Nadat ik het
eerste deel heb gedraaid lijm ik er nog een plaatje hout op.
Nadat de lijm droog is draai ik het bolle gedeelte
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 66
Patrijs, waarachter de slinger
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 67
Op deze manier heb ik vrij eenvoudig een werkstukje gedraaid
met een T-profiel. Fragiele afmetingen en zeer sterk.
Met behulp van een bovenfrees heb ik een ronde sparing in het deurtje
gefreesd en het draaiwerkje erin gelijmd.
Achter dit glas hangt de slinger, echter, deze slinger is onzichtbaar
omdat deze uit het midden is geplaatst en een geringe uitslag heeft. Hiervoor maakt Piet een
‘’schijnslingertje’’, exact achter het bolle glaasje.
3.9 De wijzerplaat
In het ondergedeelte van het schot van de klokkenkast komt de wijzerplaat, waar je de tijd af kunt
lezen. Dit word een bolle, ronde schijf met een bolprofiel aan de
rand. Op deze rand zit snijwerk.
Met draaiwerk heb ik wel wat
ervaring maar ik heb nog nooit een
‘’schijf’’ als draaiwerk gemaakt. Een normaal draaiwerkstuk span je
horizontaal in en bewerk je aan de flank. Een schijfachtige vorm schroef je vast op een schotel die
op de as van de draaibank zit. In deze opstelling bewerk je het
werkstuk ‘’op de kop’’. Al met al weer een leuke, nieuwe ervaring.
Ik begin met het samenstellen van dit draaiwerkstuk die een buitendiameter krijgt van 320mm
door zes Grenen deeltjes aan elkaar te lijmen. Hartzijde om en om.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 68
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 69
Nadat ik het gelijmde werkstuk op de lintzaag rond heb gezaagd
schroef ik het vast op de draaibank en kan het draaien in het model volgens de door Piet goedgekeurde
tekening.
Het draaien van dit werkstuk wijst voor zich en behoeft geen
uitgebreide uitleg, temeer omdat ik al een draaiwerkstukje besproken heb.
,,De rand moet je snijden met
blaadjes’’ ,zegt Piet op een moment als ik bij hem ben… Snijden?... Die ervaring heb ik
niet… Het heeft wel altijd mijn interesse
gehad en kan nu de kans grijpen om het te proberen.
,,Het is heel eenvoudig’’,zegt Piet, ,,Blaadjes die over elkaar heen
liggen. Je zult zien dat je het kunt. Het is heel belangrijk dat je nauwkeurig maatvoert.
Ik vraag Piet of hij een schetsje wil
maken hoe de vorm van de blaadjes moet zijn.
Ook schrijft Piet een stukje af op het werkstuk.
Ik vraag hem om de diepte erin te
arceren, hoe zwaarder gearceerd, hoe dieper… Nu heb ik genoeg houvast op te
beginnen.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 70
52 blaadjes…x 2…
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 71
Eerst ga ik het werkstuk afschrijven. Piet heeft gezegd dat
het werkstuk mooi wordt als de blaadjes een zeer regelmatige maatvoering hebben. Ik besluit om
een verdeling te maken met behulp van een digitale tekening, dit is
eenvoudig en spatzuiver.
Als ik de verdeling heb gemaakt en op het werkstuk gezet, schrijf ik, met behulp van een mal, alle
gebogen lijnen van de blaadjes af.
Het werkstuk moet natuurlijk mooi stevig ingeklemd zijn om er prettig aan te werken, daarom heb ik er
een steun voor gemaakt. (zie blz. 70).
3.10 Steken
De lijnen van de blaadjes steek ik voor met een vermetguts.
Daarna kan ik de blaadjes één voor één snijden met een klein vlak beiteltje die vlijmscherp is.
Om een beitel scherp te krijgen moet je deze eerst slijpen en
afwetten. Vroeger haalde de schrijnwerker zijn beitels nog eens langs een stuk leer, om zo het
gereedschap nog scherper te
krijgen, en zo een langere standtijd te bewerkstelligen. Ik kreeg een tip
van mijn collega en medestudent Harm, dat daar tegenwoordig slijppasta voor in de handel is.
Het heet: Flexcut Gold compound. En verkrijgbaar bij de Baptist. Zie
ook: www. Baptist.nl
Nadat de beitel geslepen en afgewet is neem je een vlak stukje hout (een plaatje MDF is hiervoor zeer
geschikt, het moet een open structuur hebben anders ‘’pakt’’ de
polish niet) en krast dit vol met de polish. Daarna ga je er verschillende keren met de vouw
van je beitel langs en zo is je beitel
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 72
Slijppasta
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 73
net zo mooi vlijmscherp zoals men dat vroeger deed met en stuk leer.
3.11 Snijden
Voorzichtig begin ik de blaadjes te snijden. De beitel een beetje schuin
zodat je als het ware meer beitel hebt voor een smaller snijvlak. De blaadjes bestaan uit twee
helften, een binnen- en een buitenzijde. Eerst maak ik de buitenzijde helemaal rond, 52
blaadjes. Elk blaadje steekt weer anders, je
steekt eerst met de draad mee, bij elk blaadje verdraai je je werkstuk iets, dan krijg je weer wat meer
kops hout. Door nog meer door te draaien krijg ik de draad tegen; dit is het moeilijkst. De draad loopt
ongeveer in dezelfde lijn als waarin je steekt, dus het steekt heel
makkelijk, maar het hout splijt ook makkelijk. Net dieper dan je van plan bent om te steken. Dit noem
je: ‘’onder de draad steken’’. Door wat te proberen kom ik er achter
dat je de beitel in een andere positie moet zetten en voorzichtig met wrijvende bewegingen het hout
kunt wegsnijden. Zo ga ik het hele
werkstuk rond: houtdraad mee, kops, tegen, mee, kops en tegen.
Gaandeweg krijg ik er gevoel op en het werkstuk begint al wat te
tekenen.
Nu is de buitenste rand klaar en kan ik met de binnenzijde beginnen.
Dit gaat op dezelfde manier het is
alleen moeilijker omdat je het blaadje maar vanaf één zijde kunt
benaderen met de beitel. Dit is best lastig als je tegen de draad steekt. Dan is het zaak dat je een
vlijmscherpe beitel hebt en met een
poetsende, draaiende beweging het hout wegsnijdt.
Als alle blaadjes zijn gestoken loop ik het werkstuk nog eens helemaal rond en haal de contouren nog wat
op. Deze wijzerplaat schroef ik
vervolgens vast op het schot van de klokkenkast en hiermee is het werkstuk klaar.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 74
,,Orgels zijn schatkamers aan stijlelementen’’
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 75
3.12 Transparante vloer
De opdrachtgever wil in de zoldervloer twee gelaagde ruiten zodat je van bovenaf het raderwerk
mooi kunt zien. Dit heeft Sjaak gerealiseerd door een stalen frame
te lassen die ik in de vloer heb gespaard. In dit stalen frame liggen de gelaagde ruiten van 10mm dik,
gevat in een messing U-profiel.
3.13 Ontwerp
Op een moment dat ik aan het Planetarium aan het werk ben zie
ik een schetsje liggen van Piet. Dit
zijn ontwerpschetsjes voor het schot van de klokkenkast. Ik vraag
aan Piet: ,,Waar haal jij je ideeën vandaan, ik zie guirlandes uit de empirestijl enzo, werk je vanuit een
bepaalde stijl of periode’’?
,,Ik haal mijn inspiratie uit orgels, zegt Piet, orgels zijn schatkamers
aan stijlelementen’’.
3.14 Fotomateriaal Op de volgende pagina’s laat ik nog
prachtig fotomateriaal zien, hoe het planetarium is geworden, nadat het
is geschilderd door de klokkenmaker Piet de Ruiter.
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 76
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 77
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 78
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 79
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 80
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 81
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 82
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 83
3.15 Conclusie
Ik ben me bewust dat je als timmerman zo’n soort opdracht maar eens in je leven krijgt. Door
dit planetarium te mogen maken krijg je ook steeds meer waardering
voor het werk dat Eise Eisinga in die tijd heeft gemaakt, zonder rekenmachine of rekenliniaal…
Ook wil ik waardering uitspreken naar de opdrachtgever Bert
Degenaar die ons zo een opdracht gunt. Volgens de conservator van
het Eise Eisingaplanetarium is het wereldwijd uniek om zoiets na te bouwen…
Door dit werk heb ik mijn eigen ervaring ook uit kunnen breiden.
Houtbewerking is mij wel toevertrouwd maar met
houtsnijwerk had ik nog geen ervaring, op deze manier komt het op je pad en ga je er mee aan het
werk, met een prachtig resultaat en een stoere ervaring…
3.16 Bronvermelding
Brochure: Eise Eisinga Planetarium
Franeker Het oudst werkende Planetarium
ter wereld Literatuur: Friesche Sterrekonst van: H.Terpstra
Afbeeldingen: Alle foto’s gemaakt door: Albert Hoogendoorn
Bijlagen:
Schetsen gemaakt door: Albert Hoogendoorn
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 84
Albert Hoogendoorn cursusjaar 2008/2009 85