1
Verleden 1 Abib (Ex. 13:4) of Nissan (Neh. 2:1; Esth. 3:7) 7 Het Pascha (dat betekent: voorbijgaan) Dit feest herinnerde aan de verlossing uit Egypte en wees heen naar de Heer Jezus, het Lam dat voor ons is geslacht op Golgotha (1 Petr. 1:19; Op. 5:6-10; 1 Kor. 5:7; Ex. 12:1-14, 43, 49). Lev. 23:5 Het feest der ongezuurde broden Een volkomen tijd (7 dagen) in reinheid wandelen met vreugde (1 Kor. 5:7, 8). Christus, de volmaakt reine en heilige Mens is hierbij ons Voorbeeld (zie ook Ex. 12:15-20). Lev. 23:6-8 Het feest van de schoof van de eerstelingen Tijdstip van het begin van de oogst. Dit feest wijst op de opstanding van Christus, de Eersteling uit de doden (1 Kor. 15:23). Lev. 23:9-14 2 Ziv (1 Kon.6:1,37) of Itjar 8 3 Sivan (Esth. 3:7) 9 Het Pinksterfeest of Wekenfeest Op dit feest daalde 50 dagen (d.i. zeven weken) na Christus’ opstanding de Heilige Geest neer uit de hemel en ontstond de Gemeente (Matt.16:18; Hand. 2). Lev. 23:15-22 4 Tammuz (2 Kon. 25:3; Zach. 8:19) Heden Tussenperiode Feestloze tijd: de ‘oogsttijd’, waarin de Gemeente, die een verborgenheid was in het Oude Testament, bijeenvergaderd wordt (Matt. 16:18; Ef. 3:2-9; Rom. 11:25, 26; 1 Thess. 4:15-18) en daarna wordt opgenomen in de hemel. 5 Ab 11 6 Elul (Neh. 6:15) 12 Toekomst 7 Ethanim (1 Kon. 8:2) of Tisri 1 Het feest van het geklank Het Woord wordt door de Joden gehoord en ter harte genomen. Gevolg: zelfkennis, belijdenis en terugkeer. (Amos 9:11; Zach. 10:6- 12; 12:10-14; enz.). Lev. 23:23-25 De grote Verzoendag Deze dag volgt tien dagen na het geklank van de bazuinen. Dit feest verwijst naar het verzoeningswerk dat de Heer Jezus als de grote Hogepriester ook voor Israël heeft volbracht. Zoals de hogepriester éénmaal per jaar in het heilige der heilige ging om verzoening te doen, zo is Christus eens voor altijd ingegaan in de hemel, nadat Hij aan het kruis een eeuwige verlossing voor ons had teweeggebracht (Hebr. 9:11-14). Het volk Israël wordt straks verzoend als Christus uit de hemel verschijnt in heerlijkheid. Lev. 23:26-32 Het Loofhuttenfeest Het is het laatste van de zeven feesten. Het duurt acht dagen. Dit feest is een voorafschaduwing van het duizendjarig Vrederijk (Jer. 30, 31; Op. 20; enz.). Lev. 23:33-36 8 Bul (1 Kon. 6;38) 2 9 Kisleu (Neh. 7:1; Zach. 7:1) 3 10 Tebeth (Esth. 2:16) 4 11 Sebat (Zach. 1:7) 5 12 Adar (Esth. 3:7) 6 10 Het heilig jaar Het burgerlijk jaar Het heilig jaar Leviticus 23 De zeven, door God ingestelde feesten van Israël en hun profetische betekenis voor Israël en de Gemeente. © 2007 Oude Sporen

Het Heilige Jaar

Embed Size (px)

DESCRIPTION

h

Citation preview

Page 1: Het Heilige Jaar

Verleden

1

Abib (Ex. 13:4)

of

Nissan (Neh. 2:1; Esth. 3:7)

7

Het Pascha (dat betekent: voorbijgaan) Dit feest herinnerde aan de verlossing uit Egypte en wees heen naar de Heer Jezus, het Lam dat voor ons is geslacht op Golgotha (1 Petr. 1:19; Op. 5:6-10; 1 Kor. 5:7; Ex. 12:1-14, 43, 49).

Lev. 23:5

Het feest der ongezuurde broden Een volkomen tijd (7 dagen) in reinheid wandelen met vreugde (1 Kor. 5:7, 8). Christus, de volmaakt reine en heilige Mens is hierbij ons Voorbeeld (zie ook Ex. 12:15-20).

Lev. 23:6-8

Het feest van de schoof van de eerstelingen Tijdstip van het begin van de oogst. Dit feest wijst op de opstanding van Christus, de Eersteling uit de doden (1 Kor. 15:23).

Lev. 23:9-14

2 Ziv

(1 Kon.6:1,37) of

Itjar 8

3 Sivan (Esth. 3:7)

9 Het Pinksterfeest of Wekenfeest Op dit feest daalde 50 dagen (d.i. zeven weken) na Christus’ opstanding de Heilige Geest neer uit de hemel en ontstond de Gemeente (Matt.16:18; Hand. 2).

Lev. 23:15-22

4 Tammuz

(2 Kon. 25:3; Zach. 8:19)

Heden

Tussenperiode Feestloze tijd: de ‘oogsttijd’, waarin de Gemeente, die een verborgenheid was in het Oude Testament, bijeenvergaderd wordt (Matt. 16:18; Ef. 3:2-9; Rom. 11:25, 26; 1 Thess. 4:15-18) en daarna wordt opgenomen in de hemel.

5 Ab 11

6 Elul (Neh. 6:15) 12

Toekomst

7 Ethanim (1 Kon. 8:2)

of Tisri

1

Het feest van het geklank Het Woord wordt door de Joden gehoord en ter harte genomen. Gevolg: zelfkennis, belijdenis en terugkeer. (Amos 9:11; Zach. 10:6-12; 12:10-14; enz.).

Lev. 23:23-25

De grote Verzoendag Deze dag volgt tien dagen na het geklank van de bazuinen. Dit feest verwijst naar het verzoeningswerk dat de Heer Jezus als de grote Hogepriester ook voor Israël heeft volbracht. Zoals de hogepriester éénmaal per jaar in het heilige der heilige ging om verzoening te doen, zo is Christus eens voor altijd ingegaan in de hemel, nadat Hij aan het kruis een eeuwige verlossing voor ons had teweeggebracht (Hebr. 9:11-14). Het volk Israël wordt straks verzoend als Christus uit de hemel verschijnt in heerlijkheid.

Lev. 23:26-32

Het Loofhuttenfeest Het is het laatste van de zeven feesten. Het duurt acht dagen. Dit feest is een voorafschaduwing van het duizendjarig Vrederijk (Jer. 30, 31; Op. 20; enz.).

Lev. 23:33-36

8 Bul (1 Kon. 6;38) 2

9 Kisleu (Neh. 7:1; Zach. 7:1) 3

10 Tebeth (Esth. 2:16) 4

11 Sebat (Zach. 1:7) 5

12 Adar (Esth. 3:7) 6

10

Het

hei

lig

jaar

Het

bur

gerl

ijk

jaar

Het heilig jaar Leviticus 23

De zeven, door God ingestelde feesten van Israël en hun profetische betekenis voor Israël en de Gemeente.

© 2007 Oude Sporen