16
Europa in beweging

Hoofdstuk 4

  • Upload
    mika

  • View
    37

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Hoofdstuk 4. Europa in beweging. Planning :. Terugblik paragraaf 4.1[5 min] Nakijken Start en paragraaf 4.1[15 min] Uitleg paragraaf 4.2 + BB[15 min] Maken opdracht paragraaf 4.2 [15 min] Maak opdr 1 t/m 11 (HW maandag). Terugblik 4.1: Manchester en de Industriële revolutie. - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

Page 1: Hoofdstuk 4

Europa in beweging

Page 2: Hoofdstuk 4

Terugblik paragraaf 4.1 [5 min] Nakijken Start en paragraaf 4.1 [15 min] Uitleg paragraaf 4.2 + BB [15 min] Maken opdracht paragraaf 4.2 [15 min]

◦ Maak opdr 1 t/m 11 (HW maandag)

Page 3: Hoofdstuk 4
Page 4: Hoofdstuk 4

In de eerste paragrafen staat het Verenigd Koningrijk centraal. Je begint in Manchester, waar ooit steenkool en stoommachines voor een revolutie zorgden. Zijn die productiemiddelen nog steeds zo belangrijk?

Welke revolutie? ◦ Industriële revolutie

Wat zijn productiemiddelen? ◦ Om te produceren heb je drie productiemiddelen

nodig: Arbeid, kapitaal en natuur. Arbeid (beroepsbevolking) Kapitaal: Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen etc. Natuur: grond, delfstoffen en water

Page 5: Hoofdstuk 4

Bij delfstoffen kun je onderscheid maken tussen: ◦ Ruwe grondstoffen (melk, graan, wol, ruwe

aardolie etc.) ◦ Bewerkte grondstoffen, de zogenaamde

halffabricaten.

Page 6: Hoofdstuk 4

Tegenwoordig: De sportstad van het Verenigd Koninkrijk Vroeger: Cottonopolis Verklaar deze naam ?

◦ De ooit zo toonaangevende textielindustrie was gevestigd in Manchester

Manchester was de eerste industriestad van de wereld. Het had alle productiemiddelen

◦ Arbeiders genoeg◦ Geld van investeerders of adel. ◦ Steenkool in overvloed in de nabije omgeving

Factoren die bepalen waar een bedrijf zich vestigt noemen we locatiefactoren. Locatiefactoren houden vaak verband met productiemiddelen!!!

Page 7: Hoofdstuk 4

De locatiefactoren van vroeger zijn vandaag de dag totaal anders! ◦ Steenkool werd snel vervangen door elektriciteit!

Het is vandaag de dag dus zoeken naar goedkope arbeidskrachten Lagelonenlanden

Daardoor veel bedrijven naar de lagelonenlanden vertrokken. ◦ Daardoor moet Manchester wel iets anders bedenken om

werkgelegenheid te behouden. Wat deed Manchester? Omschakelen naar Dienstensector! Ook al probeert Manchester modern te worden, maar alle

gebieden waar Industrie ooit domineerde blijven vandaag de dag achtergestelde gebieden (veel armoede, ellende etc).

Page 8: Hoofdstuk 4

Nakijken Start en Paragraaf 4.1◦ Klaar: P4.2: opdr 1 tm 11

Page 9: Hoofdstuk 4

BB 136, 137, 138 en 139 Industrie en diensten: Waar en waarom

daar?

BB 136: Grondstof of afzetmarkt BB 137: Arbeidsmarkt BB 138: Infrastructuur BB 139: Agglomeratievoordelen

Page 10: Hoofdstuk 4

Waar vestigt een bedrijf zich? ◦ Afhankelijk van het bedrijf

Er zijn bedrijven die veel zware grondstoffen gebruiken. De zogenaamde grondstofgebonden industrie. (Deze bedrijven kiezen uiteraard een plek dicht bij de grondstoffen OF een plek waar het makkelijk aangevoerd kan worden VB: Shell Rotterdam ).

Er zijn ook bedrijven die marktgebonden zijn. Ze zoeken een plek bij de afzetmarkt.(Deze bedrijven kiezen vaak voor dichtbevolkte gebieden waar ze gemakkelijk hun goederen kunnen verkopen)

Page 11: Hoofdstuk 4

Arbeidsmarkt: Hier komen vraag en aanbod van arbeid bij elkaar.Op de arbeidsmarkt spelen loon en kennis een grote rol.

Voorbeeld1: Bedrijf ‘Textiel & co’◦ Vraag: Goedkope arbeiders◦ Waar vind een bedrijf dit? ◦ Aanbod: Azië en Afrika

Voorbeeld2: IT-bedrijf Microsoft ◦ Vraag: Hoogopgeleide arbeiders◦ Waar vind een bedrijf dit? ◦ In de buurt van Technische Universiteiten.

Page 12: Hoofdstuk 4

Infrastructuur: Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.

Een goede infrastructuur is belangrijk voor een bedrijf/land omdat een bedrijf/land niet kan functioneren zonder goede infrastructuur.

Page 13: Hoofdstuk 4

Bedrijven vestigen zich graag bij elkaar. Dit levert veel voordelen op Bijvoorbeeld:

◦ Kennis delen (vb: ICT)◦ Een markt (vb: meubelboulevards)

Je ziet dit vaak in steden

Bedrijven vestigen zich graag bij elkaar en er komen voordelen bij kijken, dit noem je agglomeratievoordelen

Page 14: Hoofdstuk 4

BB 136, 137, 138 en 139 Industrie en diensten: Waar en waarom

daar?

BB 136: Grondstof of afzetmarkt BB 137: Arbeidsmarkt BB 138: Infrastructuur BB 139: Agglomeratievoordelen

Page 15: Hoofdstuk 4

Industrie en diensten: Waar en waarom daar?

Toegepast op Engeland

Lees zometeen goed paragraaf 4,2 door. (komen die 4 BB in terug)

Even wat elementen aanstippen: ‘Corridor’ ?

◦ Een gang (bijv: een gang met bedrijven) Scienceparks? (alle hightech bedrijven

gebundeld bij elkaar).

Page 16: Hoofdstuk 4

Maken opdracht paragraaf 4.2 ◦ Maak opdr 1 t/m 11 (HW)