110
Inleiding Net als zovele anderen heb ik “ooit” als jongvolwassene na de zondagsmis gebiljart. Iets meer dan veertig jaar lang heb ik “gewerkt”. Toen uiteindelijk een periode in het zicht kwam met “vrije tijd” ben ik opnieuw gaan biljarten. Op een veel lager niveau, weliswaar, maar met “ontspanning” als uitdrukkelijke en enige bedoeling. Ik ben terecht gekomen in een club waar de tijd leek stil te hebben gestaan. Hoe vaak heb ik inmiddels spijt gehad dat ik ben ingegaan op de vraag van de sportbestuurder om toe te treden tot het clubbestuur. Totaal geen visie, laat staan een beleidsplan, en vastgeroest in het comfort van gewoontes die dateren uit de tijd toen adelbrieven nodig waren om als lid tot de club te mogen toetreden. Dat het district, het gewest en de bond in hetzelfde bedje ziek bleken was dus geen verbazing. Recent nog werd duidelijk dat leden van de raad van bestuur de statuten niet kennen, negeren of op eigengereide manier interpreteren en aanpassen als hen dat goed uitkomt. Wie ooit geprobeerd heeft om de nationale databank te raadplegen heeft net als ik kunnen of vaststellen dat zowat elk gewest er een eigen (en andere) aanpak en een eigen (en andere) visie op nahoudt. Van een “professionele” benadering is allerminst sprake, en alle initiatieven ter zake worden in de kiem gesmoord. Er wordt dan wel veel en druk vergaderd in de clubs, de districten, de gewesten en de bond, maar het is bedroevend te moeten vaststellen dat elk zijn eigen weg gaat, en dat er geen schijn van coördinatie te bespeuren is. Voor minder dan 2500 spelers-met-licentie nog steeds meer dan 60 klassen… Een beleidsplan is voor elke vereniging die gelooft in haar toekomst een zeer belangrijk werkinstrument: het schetst de weg naar de toekomst en is de ruggengraat voor het verdere beleid, de basis voor alle beslissingen die op korte en middellange termijn zullen genomen worden. Geen statisch geheel, maar een visie die constant kan of moet bijgestuurd worden naarmate het kader en de omgeving veranderen. Mocht de biljartsport een olympische discipline zijn geweest, dan waren wij wereldkampioenen in het aantal bronzen, zilveren en gouden medailles. Ondanks de mondialisering van de sport draaien wij ook vandaag nog mee aan de top van de biljartsport. Toch kunnen wij niet voorbijgaan aan de vaststelling dat Koreanen, Grieken, Turken ons steeds nadrukkelijker naar de kroon dingen. En meer nog dan het aantal is de leeftijd van de biljartspelers in die landen in schril contrast met wat wij bij ons meemaken. Waar zitten wij dan wel fout ? Willen wij hier iets aan doen ? Zo ja, wat kunnen of moeten wij dan wel doen ? De voornaamste optie in “mijn” beleidsplan en pleidooi heeft betrekking op de erkenning die onze sport verdient en broodnodig heeft. Het doel van het vzw is het inrichten, organiseren, uitbreiden en promoten van de biljartsport in België in de meest ruime betekenis van het woord en door alle middelen die er rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking op hebben. Wordt er effectief ingericht en georganiseerd dan rijst al gauw de vraag ©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 1/110

Inhoudsopgave - Sommaire toekomst voor de... · Web viewToen uiteindelijk een periode in het zicht kwam met “vrije tijd” ben ik opnieuw gaan biljarten. Op een veel lager niveau,

Embed Size (px)

Citation preview

Inleiding Net als zovele anderen heb ik “ooit” als jongvolwassene na de zondagsmis gebiljart. Iets meer dan veertig jaar lang heb ik “gewerkt”. Toen uiteindelijk een periode in het zicht kwam met “vrije tijd” ben ik opnieuw gaan biljarten.Op een veel lager niveau, weliswaar, maar met “ontspanning” als uitdrukkelijke en enige bedoeling. Ik ben terecht gekomen in een club waar de tijd leek stil te hebben gestaan. Hoe vaak heb ik inmiddels spijt gehad dat ik ben ingegaan op de vraag van de sportbestuurder om toe te treden tot het clubbestuur. Totaal geen visie, laat staan een beleidsplan, en vastgeroest in het comfort van gewoontes die dateren uit de tijd toen adelbrieven nodig waren om als lid tot de club te mogen toetreden.Dat het district, het gewest en de bond in hetzelfde bedje ziek bleken was dus geen verbazing. Recent nog werd duidelijk dat leden van de raad van bestuur de statuten niet kennen, negeren of op eigengereide manier interpreteren en aanpassen als hen dat goed uitkomt. Wie ooit geprobeerd heeft om de nationale databank te raadplegen heeft net als ik kunnen of vaststellen dat zowat elk gewest er een eigen (en andere) aanpak en een eigen (en andere) visie op nahoudt.Van een “professionele” benadering is allerminst sprake, en alle initiatieven ter zake worden in de kiem gesmoord. Er wordt dan wel veel en druk vergaderd in de clubs, de districten, de gewesten en de bond, maar het is bedroevend te moeten vaststellen dat elk zijn eigen weg gaat, en dat er geen schijn van coördinatie te bespeuren is. Voor minder dan 2500 spelers-met-licentie nog steeds meer dan 60 klassen…Een beleidsplan is voor elke vereniging die gelooft in haar toekomst een zeer belangrijk werkinstrument: het schetst de weg naar de toekomst en is de ruggengraat voor het verdere beleid, de basis voor alle beslissingen die op korte en middellange termijn zullen genomen worden. Geen statisch geheel, maar een visie die constant kan of moet bijgestuurd worden naarmate het kader en de omgeving veranderen.Mocht de biljartsport een olympische discipline zijn geweest, dan waren wij wereldkampioenen in het aantal bronzen, zilveren en gouden medailles. Ondanks de mondialisering van de sport draaien wij ook vandaag nog mee aan de top van de biljartsport.Toch kunnen wij niet voorbijgaan aan de vaststelling dat Koreanen, Grieken, Turken ons steeds nadrukkelijker naar de kroon dingen. En meer nog dan het aantal is de leeftijd van de biljartspelers in die landen in schril contrast met wat wij bij ons meemaken.Waar zitten wij dan wel fout ? Willen wij hier iets aan doen ? Zo ja, wat kunnen of moeten wij dan wel doen ?De voornaamste optie in “mijn” beleidsplan en pleidooi heeft betrekking op de erkenning die onze sport verdient en broodnodig heeft. Het doel van het vzw is het inrichten, organiseren, uitbreiden en promoten van de biljartsport in België in de meest ruime betekenis van het woord en door alle middelen die er rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking op hebben.Wordt er effectief ingericht en georganiseerd dan rijst al gauw de vraag of het niet de hoogste tijd is om de hoogmissen van Hooglede en Blankenberge toe te vertrouwen aan een denkgroep of comité om te anticiperen op de risico’s van afhankelijkheid van één enkele persoon.Wat er ondernomen is ten aanzien van de begrippen “uitbreiden en promoten” is nog mistiger als wij een blik werpen op de statistieken van lidmaatschap sinds een kwarteeuw. De weg naar erkenning van onze start bij onszelf en bij de hamvraag of de invulling van het organigram van onze vereniging nog eigentijds is, en of het onze statutaire doelstelling nog dient dan wel belemmert?Los van de overbodige vraag of de communicatie vanuit onze vereniging voor verbetering vatbaar is, kunnen wij ons afvragen waarom onze vereniging de middelen, de mogelijkheden en de opties waarover zij zou kunnen beschikken halsstarrig blijft weigeren ?

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 1/80

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 2/80

1 Vaststellingen :....................................................................................................6

2 Doelstellingen :.....................................................................................................7

3 Middelen :............................................................................................................8

4 Inleiding - Introduction..............................................Error! Bookmark not defined.

5 Wij zoeken - Nous cherchons................................................................................10

6 Wetgeving - Législation......................................................................................106.1 Grondwet artikel 127................................................................................................................................................10

6.1.1 Artikel van de bijzondere wet van augustus 1980 met betrekking tot de hervorming van de instellingen............................................................................................................................................................................ 10

6.2 Constitution article 127...........................................................................................................................................106.2.1 Article 4 de la Loi spéciale du 8 août 1980 en matière de réforme des institutions...................11

7 Doelpubliek - Public cible...................................................................................127.1 Behendigheid - Dextérité.........................................................................................................................................127.2 Leeftijd - Age.................................................................................................................................................................12

7.2.1 jeugd - jeunesse........................................................................................................................................................ 127.2.2 prof.actieven - actifs professionnels................................................................................................................ 127.2.3 prof. inactieven - inactifs professionnels....................................................................................................... 12

7.3 kennis - connaissances.............................................................................................................................................127.4 beschikbaarheid - disponibilité............................................................................................................................12

7.4.1 overdag - de la journée......................................................................................................................................... 127.4.2 woensdag PM - mercredi...................................................................................................................................... 127.4.3 avond - soirée............................................................................................................................................................ 127.4.4 weekend....................................................................................................................................................................... 12

8 Overheid - Autorités...........................................................................................138.1 Vlaams Gewest - Région Flamande Philippe Muyters................................................................................138.2 Waals Gewest - Région Wallonne René Collin...............................................................................................138.3 Duitse taalgemeenschap Communauté Germanophone Isabelle Weykmans.................................138.4 Brussels Gewest - Bruxelles capitale Fadila Laanan Staatssecretaris - Secrétaire d'Etat..........13

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 3/80

9 Bevoegdheden sport............................................................................149.1 Vlaams Gewest - Région Flamande....................................................................................................................14

9.1.1 Beleidsnota_2014_2019_Sport........................................................................................................................... 159.1.2 Het_regeerakkoord_Vlaamse_Regering_2014_2019................................................................................159.1.3 Voorwaarden tot erkenning............................................................................................................................... 15

9.2 Waals Gewest - Région Wallonne.......................................................................................................................169.2.1 Décret visant l'organisation et le subventionnement du sport en Communauté française....169.2.2 Décret du 08/12/2006 -MB du 20/02/2007...............................................................................................169.2.3 conditions de subventionnement de l'emploi dans les secteurs socioculturels.............................16

10 COIB - BOIC......................................................................................................1710.1 subsidies.......................................................................................................................................................................1710.2 subsides........................................................................................................................................................................17

11 Fédération Française.......................................................................................1811.1 Budget Frankrijk - France.....................................................................................................................................19

12 Mogelijkheden Options....................................................................................20

12.1 Bloso..............................................................................................................................20

12.2 Adeps........................................................................................................................................21

13 Voorbeelden - Exemples....................................................................2213.1 Hockey...........................................................................................................................................................................2213.2 Handboogliga.............................................................................................................................................................23Missie en doelstellingen:..................................................................................................................................................................... 23Missie:........................................................................................................................................................................................................... 23Doelstellingen:.......................................................................................................................................................................................... 23

13.3 Kaatsen - Balle pelote.............................................................................................................................................2413.4 Snooker.........................................................................................................................................................................24

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 4/80

14 Doelstellingen Objectifs.......................................................25

15 Conclusie - Conclusion................................................................27

16 Nationaal sportkader Cadre sportif national.....................................................29

De communautarisering van de sport...............................................................................29

Het Belgisch olympisch en interfederaal comité (BOIC).....................................................31

De ontwikkeling van het communautair sportkader.........................................................32

De federale overheid........................................................................................................34

De Franse taalgemeenschap.............................................................................................35

ADEPS..............................................................................................................................36

De Franstalige sportbonden.............................................................................................36

Topsport in de Franstalige taalgemeenschap..............................................................37Communautaire bevoegdheden die aan het Waals gewest en aan de COCOF werden

overgedragen....................................................................................................................................................................... 38

De Vlaamse taalgemeenschap..........................................................................................38BLOSO...................................................................................................................................................................................... 39De Vlaamse sportbonden................................................................................................................................................40

Topsport in Vlaanderen................................................................................................................................................... 40

De Duitstalige taalgemeenschap......................................................................................41

De toestand in het tweetalig Brussels hoofdstedelijk gebied............................................42

De gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van Brussel hoofdstad (GGC)...............42De Franstalige en de Nederlandstalige gemeenschapscommissies (COCOF en VGC)..........................43

COCOF...................................................................................................................................................................................... 43Het Brussels hoofdstedelijk gebied............................................................................................................................44INTERCOMMUNAUTAIRE WERKGROEPEN...........................................................................................................44Het interministerieel overlegorgaan.........................................................................................................................45

Provincies en gemeenten.................................................................................................46

Prestatiekader voor sportbonden.....................................................................................46BEHEER VAN DE PRESTATIES VOOR SPORTBONDEN ALS VERENIGINGEN ZONDER

WINSTOOGMERK...............................................................................................................................................................47

Strategie van sportbonden...............................................................................................48

Het innoverend vermogen van de communautaire sportbonden in België........................49

Waar het om draait...............................................................................................51

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 5/80

1 Vaststellingen :

A. KBBB vzw

- Naast de KBBB vzw bestaan tal van lokale of regionale “bonden”;- De meeste aangesloten clubs hebben meer ‘recreatieve’ biljarters dan

licentiehouders;- Door de twee voorgaande vaststellingen is de KBBB vzw voor minder dan

50% representatief voor de biljartsport in ons land.

B. Jongeren

- Steeds minder jongeren voelen zich aangetrokken tot de biljartsport;- Jongeren die toch tot de biljartsport aangetrokken worden haken snel af

C. Belangstelling

- De biljartsport geniet minimale aandacht van de media;- Ook voor topwedstrijden en tornooien komt amper publiek opdagen;- Als er dan aandacht besteed wordt aan de sport worden “oude gloriën”

opgetrommeld, maar nooit iemand van het bestuur van de KBBB vzw

D. Biljarters

- Als gevolg van punt 1 hierboven, stijgt de gemiddelde leeftijd van de actieve biljarters jaar na jaar;

- Het aantal actieve biljarters daalt jaar na jaar, ondanks kunstmatige ingrepen via de kleine kaarten;

- Het aantal biljartclubs daalt elk jaar, het aantal lokalen daalt nog sneller

E. Competities

- In meerdere klassen en districten is het aantal deelnemers dermate laag dat telkens rechtstreekse districtsfinales (moeten) ingericht worden;

- Door de verhouding tussen het aantal klassen (>60) en het aantal actieve spelers (<2500) wordt een onwaarschijnlijk aantal ‘Belgische’ kampioenen voortgebracht, met in veel gevallen een te hoge druk voor de organisatoren, de spelers en de scheidsrechters

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 6/80

2 Doelstellingen :

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 7/80

De representativiteit van de KBBB vzw voor de sport optrekken tot 70%;

Jongeren aantrekken tot de biljartsport en als biljarter behouden in de tijd;

Meer aandacht van de media voor de sport;

Ondersteuning van de clubs;

Herziening van de competities

3 Middelen :

1. Erkenning biljart als sport a. Oprichting van twee vzw’s Vlaanderen en Walloniëb. Erkenning door BLOSO en ADEPS

i. Toegang tot jongeren1. Bevordering van de sport bij de jeugd2. Gestructureerde opleiding van de jongeren;3. Gestructureerde opleiding van trainers;

ii. Subsidiëring1. Gewesten2. Clubs3. Organisaties (tornooien, kampioenschappen …)4. Materiaal (+++ Brussel en Wallonië)

iii. Representativiteit1. Gewesten

a. Vlaanderenb. Brusselc. Walloniëd. Duitstalig gedeelte

2. Andere bondeniv. Ondersteuning

1. Juridisch2. Organisatorisch3. Administratief4. Technisch

2. Aandacht voor de sport a. Verbeterde communicatie

i. Webstek : inhoudelijk en inzake vormgeving moderniserenii. Twitter en Facebook;iii. Een bestuurder (externe woordvoerder) specifiek gelasten

met de communicatie persverantwoordelijke aanstellen;iv. Rechtstreekse communicatie naar de clubs

b. Centrale databank van gegevensi. Afspraak tussen de verschillende gewesten omtrent het

aanleggen, gebruiken en aanvullen van één centrale databank. Mocht blijken dat het systeem van één van de gewesten inderdaad het beste is, dan zou dit als éénvormig systeem binnen de KBBB vzw moeten ingevoerd worden.

c. Herziening van de competitiei. Het aantal klassen is ongetwijfeld aan herziening

toe, gelet op het aantal spelers in bepaalde klassen en disciplines

ii. Mits een reorganisatie kunnen op termijn uit de beide gewesten telkens 2 finalisten aangeduid worden, zodat de finales gespeeld zouden worden met nog amper 4 spelers ipv 6, hetgeen kostenbesparend werkt en de last ook vermindert voor de organiserende clubs, de scheidsrechters en de spelers

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 8/80

Bloso – Adeps

Inhoudsopgave - Sommaire

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 9/80

4

Wij zoeken - Nous cherchons

5 Wetgeving - Législation

5.1 Grondwet artikel 127Zie document(en): change_lg.pl

Art. 127 van de Grondwet :§ 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk voor zich, bij decreet : 1° de culturele aangelegenheden;

§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap.

5.1.1 Artikel van de bijzondere wet van augustus 1980 met betrekking tot de hervorming van de instellingenZie document(en): change_lg.pl

Artikel 4, 9° en 10° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen :

De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 127 van de Grondwet zijn : 7° Het jeugdbeleid; 9° De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; 10° De vrijetijdsbesteding [W 2014-01-06/54, art. 3, 046; Inwerkingtreding : 01-07-2014)

5.2 Constitution article 127 Zie document(en): change_lg.pl

Art. 127 de la constitutuion§ 1er. Les Parlements de la Communauté française et de la Communauté flamande, chacun pour ce qui le concerne, règlent par décret 1° les matières culturelles;§ 2. Ces décrets ont force de loi respectivement dans la région de langue française et dans la région de

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 10/80

langue néerlandaise, ainsi qu'à l'égard des institutions établies dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale qui, en raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à l'une ou à l'autre communauté.

5.2.1 Article 4 de la Loi spéciale du 8 août 1980 en matière de réforme des institutions Zie document(en): change_lg.pl

Article 4 de la Loi spéciale du 8 août 1980 en matière de réforme des institutions :

Les matières culturelles visées à l'article 127  de la Constitution sont :  7° La politique de la jeunesse;  9° L'éducation physique, les sports et la vie en plein air;  10° Les loisirs [L 2014-01-06/54, art. 3, 046; En vigueur : 01-07-2014> 

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 11/80

6 Doelpubliek - Public cible

6.1 Behendigheid - DextéritéZie ook: kennis - connaissances

golfbiljart - billard à trouspoolsnookerex-spelers anciens joueurs

6.2 Leeftijd - Age

6.2.1 jeugd - jeunesse

6.2.2 prof.actieven - actifs professionnels

zelfstandigen - indépendants

werknemers - travailleurs

6.2.3 prof. inactieven - inactifs professionnels

+50

brugpensioen - prépension

pensioen - pension

anderen - autres

Anders validen - mobilité réduite

???

6.3 kennis - connaissances

6.4 beschikbaarheid - disponibilitéZie ook: prof.actieven - actifs professionnels, prof. inactieven - inactifs professionnels

6.4.1 overdag - de la journée

6.4.2 woensdag PM - mercredi

6.4.3 avond - soirée

6.4.4 weekend

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 12/80

7 Overheid - Autorités

7.1 Vlaams Gewest - Région Flamande Philippe Muyters

7.2 Waals Gewest - Région Wallonne René Collin

Zie bijlage(n): Dem_recon_fed_spo__fed_spo_lois_ou_assoc_spo.pdf

Demande de reconnaissance d’une fédération sportive, ou d’une fédération sportive de loisirs, ou d’une association sportive

7.3 Duitse taalgemeenschap Communauté Germanophone Isabelle Weykmans

7.4 Brussels Gewest - Bruxelles capitale Fadila Laanan Staatssecretaris - Secrétaire d'Etat

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 13/80

8 Bevoegdheden sportZie bijlage(n): Gouvernance et configuration organisationnelle des fédérations sportives belges.pdf

Zie ook: Wetgeving - Législation

8.1 Vlaams Gewest - Région FlamandeSinds 1/04/2006 is Bloso een Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid(IVArp Bloso). Bloso is de sportadministratie van de Vlaamse overheid. Voluit heet Bloso: het Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie. De dagelijkse leiding van het Bloso is in handen van Philippe Paquay, Administrateur-generaal.

Bloso heeft 13 sportcentra. In deze Bloso-centra worden de Bloso-sportkampen georganiseerd tijdens de vakantieperiodes. Maar zowat iedereen kan er terecht: scholen voor hun sportklassen en schoolsportdagen, sportclubs en sportfederaties voor trainingen en stages, bedrijven voor hun bedrijfssportdagen, en ook de individuele sporter.

Bloso subsidieert de Vlaamse sportfederaties en de provincies/ steden/ gemeenten/ VGC voor hun Sport voor Allen beleid.

Een andere opdracht van Bloso is de promotie van de sport: zo veel mogelijk Vlamingen, en vooral de jeugd, sensibiliseren om aan sport te doen, bij voorkeur op regelmatige basis (=sporten in clubverband). Om dit te realiseren organiseert Bloso sportpromotiecampagnes en sensibiliseringsacties op Vlaams niveau om de jeugd in contact te brengen met zo veel mogelijk verschillende sporten. Hierbij doet Bloso een beroep op verschillende partners, zoals de Vlaamse sportfederaties en hun clubs, de provinciale en gemeentelijke sportdiensten, de Stichting Vlaamse Schoolsport, ...

In de 5 Vlaamse provincies is er een Bloso-promotiedienst. Dit zijn de antennes op het terrein die de provinciale en lokale actoren bijstaan, informeren en adviseren.

Bloso voert ook het Vlaams topsportbeleid uit en speelt een belangrijke coördinerende rol tussen de verschillende topsportactoren (BOIC, topsportfederaties, topsporters). In het Vlaams regeerakkoord wordt Bloso aangewezen als het enig loket voor topsport in Vlaanderen.

Voorts is er de Vlaamse Trainersschool als het decretaal erkende opleidingsorgaan in de sport (trainers, begeleiders, clubbestuurders, sportfunctionarissen, redders,...). Het is een samenwerkingsverband tussen Bloso, de Vlaamse Sportfederatie en de Vlaamse universiteiten en hogescholen met een opleiding LO.

Bloso organiseert ook grote evenementen, zoals de Gordel voor Scholen (eind juni), de actie Sporttak in de Kijker (het hele jaar door), de Zomersportpromotietoer (juli-augustus), de Watersportdag (mei) en tal van andere sportpromotionele evenementen.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 14/80

8.1.1 Beleidsnota_2014_2019_SportZie bijlage(n): Beleidsnota_2014_2019_Sport.pdf

8.1.2 Het_regeerakkoord_Vlaamse_Regering_2014_2019Zie bijlage(n): Het_regeerakkoord_Vlaamse_Regering_2014_2019.pdf

8.1.3 Voorwaarden tot erkenningZie document(en): Erkenning.aspx, 120913_MB_Erkenning_sportfederaties_VSF_OSV.pdf, VOORONTWERP%20DECREET%20Sport%20voor%20Allen-versie%201ste%20princ%20goedk%20VR%2010-11-11.pdf, 112164.pdf

Zie bijlage(n): algemeen_uitvoeringsbesluit_gepubliceerd.pdf

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 15/80

8.2 Waals Gewest - Région Wallonne

ADEPSDepuis sa création en 1964, l'Adeps a largement contribué à l'intégration de nombreuses activités sportives dans la vie quotidienne de centaines de milliers de personnes de tous âges et de tous milieux. Se voulant ouverte à tous, elle est présente au niveau local par le biais de ses antennes provinciales, son objectif couvrant les territoires du Brabant wallon et de Bruxelles.

Tout comme BLOSO en Flandre, l’ADEPS gère des centres sportifs. L'Adeps compte 18 centres sportifs en Fédération Wallonie-Bruxelles et un centre sportif aux Arcs, en France.

Les centres sportifs proposent des stages, des cycles, accueillent les écoles, les groupes, les associations, les fédérations pour des journées ou séjours sportifs.

L'ADEPS octroie différentes subventions et aides financières aux acteurs du sport en Fédération Wallonie Bruxelles.

Les centres de conseil du sport sont au service des particuliers, des communes, des provinces, des écoles, de tout groupement, ASBL... Ils travaillent en particulier avec les clubs sportifs affiliés à une fédération sportive, les centres sportifs locaux (et locaux intégrés) et les fédérations sportives reconnues.

Ils informent, apportent un accompagnement sportif et administratif, ils soutiennent dans la gestion, dans l'organisation d'un évènement,...

Les CCS aident notamment en matière de subventions, prêt de matériel, demandes de prix et trophées. (CCS Bruxelles, Brabant Wallon, Hainaut Est, Hainaut Ouest , Namur, Liège, Luxembourg).

L’ADEPS gère également les centres de formation de moniteurs sportifs (initiateur, éducateur, entraineur).

L'Adeps organise des évènements.

Le Trophée Commune Sportive : Les communes s'affrontent dans de nombreuses activités sportives durant toute une journée.

Le Beau Vélo de Ravel : Les samedis de l'été, en collaboration avec la radio Vivacité, des balades familiales en vélo, des animations, des concerts.

Le Rhéto Trophée : Une compétition réservée aux élèves de Rhéto.  Phase qualificative et une grande finale en mai.

8.2.1 Décret visant l'organisation et le subventionnement du sport en Communauté françaiseZie bijlage(n): adeps.pdf

8.2.2 Décret du 08/12/2006 -MB du 20/02/2007

8.2.3 conditions de subventionnement de l'emploi dans les secteurs socioculturelsZie bijlage(n): Decret_Emploi_24.10.2008.pdf

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 16/80

9 COIB - BOICZie bijlage(n): Les politiques du sport dans la Belgique fédérale.pdf

9.1 subsidiesDe voornaamste bron van financiering van het olympische comité komt voort uit de private sector, waaraan subsidies worden toegevoegd van de nationale loterij evenals onrechtstreekse subsidiëring door de gewesten.

Het olympisch comité heeft een bijzondere plaats waar het gaat om de overdracht van bevoegdheden naar de gewesten met betrekking tot de sport : het comité geniet van tegemoetkomingen door de gewesten terwijl het nochtans geen gewestelijke structuren heeft opgezet. In een vergadering in december 1998 hebben de toen bevoegde ministers voor de sport (William Ancion voor het Waals Gewest, Luc Martens voor het Vlaams Gewest en Joseph Maraite voor het Duitstalig Gewest) aa toenmalig voorzitter van het olympisch comité gevraagd om de structuren van het BOIC aan te passen aan het Belgisch federaal model.

Het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franstalige gemeenschap erkent inderdaad het olympisch comité niet langer vanwege een negatief advies van de Raad van State.

William Ancion stelde toen evenwel dat de beslissing van de Raad van State de subsidies niet in vraag stelt : “Dat betekent niet dat de Franstalige gemeenschap het olympisch comité niet langer financieel kan ondersteunen, maar dat zal gebeuren middels dienstovereenkomsten, zoals dat het geval is voor de voorbereiding van olympische atleten.

9.2 subsidesLa principale source de financement du Comité olympique provient du secteur privé auquel vient s’ajouter un financement de la Loterie nationale et des subsides indirects des Communautés. Le Comité olympique occupe une position un peu particulière en regard de la communautarisation du sport : il bénéficie de l’aide des Communautés, sans pour autant posséder une structure scindée. Lors d’une réunion en décembre 1998, les trois ministres communautaires ayant le Sport dans leurs attributions – à l’époque, William Ancion pour la Communauté française, Luc Martens pour la Communauté flamande et Joseph Maraite pour la Communauté germanophone – demandèrent au président François Narmon d’adapter les structures du COIB au modèle fédéral de la Belgique autrement dit, de se scinder.

En effet, le nouveau décret du 26 avril 1999 organisant le sport en Communauté française ne reconnait plus le Comité olympique suite à un avis négatif rendu par le Conseil d’État.

William Ancion affirmait que cette décision du Conseil d’État ne remettrait pas en question les subventions : « Cela ne signifie pas que la Communauté française ne pourra plus financer le Comité olympique mais elle pourra le faire à travers des conventions de service, comme c’est le cas pour la préparation des athlètes olympiques.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 17/80

10 Fédération FrançaiseZie bijlage(n): projet_dev-fed fédé francaise.pdf

Projet de développement fédéral

De Franse biljartfederatie heeft een tactisch plan 2014-2017 uitgewerkt voor de bevordering van de biljartsport.

De vier assen in het project :

- de ontwikkeling van biljartclubs bevorderen

- de federale werking structureren en organiseren

- de sport bekendheid geven

- aan invloed w<innen op internationaal niveau

In bijlage 10 van het project wordt gewag gemaakt van de erkenning van de specifieke eigenschappen van de regio's en de nood aan aangepaste plannen.

Ook de nood aan specifieke lokale aanpak in de benadering van de lokale overheden wordt hier opgenomen.

La fédération Française a élaboré un plan tactique 2014-2017 pour la promotion du billard

Les quatre axes du projet ;

- favoriser le développement des clubs et l'accès à la pratique

- structurer et organiser l'action fédérale

- faire connaître le sport, les actions, les valeurs,

- être performant et influent au niveau international

L'annexe 10 du projet fait état de la reconnaissance de caractéristiques spécifiques régionales et des besoins en matière de planification d'actions adaptées aux spécifiés régionales.

La nécessité d'une approche spécifique envers les pouvoirs publics régionaux est abordée.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 18/80

10.1 Budget Frankrijk - FranceZie bijlage(n): budget frankrijk.xlsx

Behoudens de "nationale" tegemoetkoming ten bedrage van 112.000 euro in 2013 (geen gegevens gevonden voor 2014 noch 2015) genieten de lokale structuren ook van tegemoetkomingen op het vlak van de departementen.

Uit het gevonden cijfermateriaal (begrotingen van de afdelingen van de Franse federatie) kan ik niet opmaken of de subsidies specifiek gericht zijn op carambole dan wel "algemeen" gericht zijn op de keusporten die in Frankrijk onder de noemer "billard" gaan.

Voor drie van de departementen heb ik bedragen gevonden tussen 24.000 en 31.000 euro aan subsidies voor het jaar 2014.

Outre les subsides "nationaux", d'un montant de 112.000 euro en 2013 (je n'ai pu retracer les montants pour 2014 et 2015), les structures fédérales régionales bénéficient également d'interventions financières départementales.

Les chiffres consultés (budgets des sections régionales de la fédération Française) ne me permettent pas de déceler si les subsides se rapportent exclusivement au "carambole" ou à tous les sports (pool snooker, carambole et autres) appelés "billard".

Pour trois des départements, j'ai relevé des subsides variant entre 24.000 et 31.000 euro pour l'année 2014.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 19/80

11 Mogelijkheden Options

11.1 BlosoZie bijlage(n): Subsidies in de sport vlaanderen.docx

De aangeboden hulpHet spreekt voor zich dat “hulp” niet a priori verworven is, en dat de hulp via de regionale structuren (=provinciale structuren in Vlaanderen) en de lokale structuren (gemeentelijke sportraden) beheerd wordt.

In de meeste steden en gemeenten echter is “erkenning van de sport door Bloso” een ‘conditio sine qua non’ om op hulp een beroep te kunnen doen.

De meeste steden en gemeenten zijn bijzonder streng in dit opzicht, weinig andere gaan uit van een eigen interpretatie, ook al zijn zij dan in overtreding met de regelgeving van het Vlaams Gewest.

In Wallonië is de toestand minder duidelijk. Tal van gemeenten stellen lokalen ter beschikking van biljartverenigingen tegen een symbolische tussenkomst in de kosten voor huur, verlichting, verwarming, onderhoud…

Administratieve hulp : oprichting, beheer, leiding, verzekering van clubs en clubverantwoordelijken, …

Technische hulp : lokalen en materiaal

Opleiding : vandaag is de opleiding in handen van vrijwilligers die hun eigen kennis willen overdragen op jongeren.

Te veel van die jongeren “verdwijnen” na verloop van tijd. Er is meer nood aan opleiding van de vrijwilligers die te vaak aan hun lot overgelaten worden waar het gaat om pedagogiek en methodologie.

Naar het Franse voorbeeld zou een “trainersopleiding” in het leven kunnen geroepen worden.

Financiële hulp: Zijn de subsidies op stedelijk of gemeentelijk vlak afhankelijk van de erkenning van de sport door BLOSO, dan is in sommige gemeenten en steden de toegang tot de sportraad aan dezelfde voorwaarde onderworpen.

Schooldeuren: Mits erkenning door Bloso zouden in Vlaanderen ook de schooldeuren kunnen geopend worden voor promotie van de biljartsport

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 20/80

11.2 AdepsZie bijlage(n):   budget wallonie 2015.docx

Les aides offertesIl va de soi que “l’aide” n’est pas acquise a priori et que l’aide est gérée par les structures régionales (voir supra – en Flandre les structures sont provinciales) et communales (Le conseil communal des sports).

En Flandre, l’agréation du sport par Bloso est une « conditio sine qua non » pour l’obtention d’aides. La plupart des communes appliquent la règle stricte, tandis que trop peu d’autres interprètent la règle à leur façon, tout en étant en contravention avec les règles de la Région Flamande.

En Wallonie, la situation est quelque peu moins évidente. De nombreuses communes mettent à dispositions des clubs de billard des locaux moyennant intervention symbolique dans les frais de location, d’éclairage, de chauffage, d’entretien …

Aides administratives : création, gestion, direction, assurance des clubs et des gestionnaires de clubs, …

Aides techniques : mise à disposition de locaux et de matériel

Formation : Aujourd’hui, la formation est entre les mains de ‘volontaires’ acceptant de transmettre les connaissances acquises à quelques jeunes. Trop de ces jeunes « disparaissent » après quelque temps. Il existe un besoin de formation des formateurs, trop souvent abandonnés à leur sort en matière de méthodologie et de pédagogie. A l’image de la Fédération Française, une formation d’entraineurs pourrait être créée.

Aides financières : En Flandre, les subsides ne sont octroyés au niveau communal qu’à la condition d’agréation du sport par Bloso, à ce point que dans certaines villes et communes l’accès au conseil communal des sports est refusé aux sports non agréés par Bloso

Portes des écoles : Moyennant agréation par Bloso, les portes des écoles pourraient s’ouvrir à la promotion du sport de billard dans les écoles.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 21/80

12 Voorbeelden - ExemplesZie bijlage(n): vgl adeps bloso boic coib.pdf

12.1 HockeyZie bijlage(n): splitsing hockeybond.docx

’t kan verkeeren (dixit Bredero 1617) 2006 : Les responsables de la Fédération de hockey signalèrent « qu’une restructuration dans le seul but de profiter des deniers publics sous forme de subsides de fonctionnement, sans avoir les garanties nécessaires quant à sa gestion et à son indépendance, ne paraît pas, à ce jour, profitable aux sportifs qu’elle défend. »

De verantwoordelijken voor de hockeybond : “een herstructurering met als enig doel te kunnen genieten van publieke middelen onder de vorm van werkingssubsidies zonder waarborg van onafhankelijkheid en eigen beheer lijkt heden ten dage niet ten gunste van de sportlui waarvan de hockeybond de belangen behartigt”

2011 : "De situatie was onhoudbaar geworden", verklaarde Jean-Christophe Capelle, de secretaris-generaal van de Belgische hockeyfederatie, aan Belga. "Het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), de Nationale Loterij en verschillende andere sponsors hebben ons geholpen om onze sportieve doelstellingen te realiseren, maar in de dagelijkse werking en met het oog op de ontwikkeling van de sport en van de clubs zijn subsidies onontbeerlijk geworden", aldus Capelle

"C'est une décision courageuse de l'ARBH d'appuyer la scission. Cette scission est nécessaire dans le contexte actuel de l'évolution du hockey. Le seul moyen d'accéder aux financements c'est la scission. Pour le bien du hockey, c'est une bonne décision.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 22/80

12.2 HandboogligaZie bijlage(n): Pleidooi voor de biljartsport 201506.docx

Missie en doelstellingen:Missie: 

De Handboogliga VZW is de enige gesubsidieerde unisportfederatie in Vlaanderen die handboogschieten op doel aanbiedt. In samenwerking met haar clubs promoot en bevordert de Handboogliga VZW het handboogschieten op recreatief, competitief en topsportniveau. Ons aanbod richt zich naar een zo breed mogelijk publiek waarbij er een combinatie van plezier, educatie en resultaat centraal staat.

Doelstellingen: 

De Handboogliga heeft enkele doelstellingen die het in de komende beleidstermijn wil gaan realiseren. Hiervoor doet het beroep op zijn secretariaat en tal van comités die door vrijwilligers worden bevolkt. Doelstelling 1) Het organiseren van competitiesport

De Handboogliga wil een ruim aanbod van competitie wedstrijden aan de leden aanbieden. Er zijn verschillende soorten competitievormen voor het indoor als het outdoor seizoen. Zowel Recurve, Compound, Longbow, Barebow als Hunting bow schutters vinden een wedstrijd naar hun keuze.

Doelstelling 2) Het organiseren van recreatiesportNaast de competitiewedstrijden wil de handboogliga ook recreatieve wedstrijden of schietmogelijkheden aanbieden. Hierin primeert de “fun” factor boven de competitiedrang.

Doelstelling 3) Het organiseren van kaderopleidingen en bijscholingenOm onze trainers een kwalitatieve ontwikkeling te laten genieten wordt in samenwerking met de Vlaamse Trainer school gewerkt aan verschillende opleidingen. De initiator Boogschieten loopt al sinds enkele jaren en ook de Instructeur B zal vanaf 2013 georganiseerd worden. Ook voor de scheidsrechters zullen er opleidingen opgestart worden.

Doelstelling 4) Het begeleiden en informeren van onze sportclubDe Handboogliga wil in de toekomst meer inzicht krijgen in de noden en behoeften van de clubs. Het wil daarnaast de clubs begeleiden in de bestuurs- en administratieve werking.

Doelstelling 5) Promoten van de eigen sporttakDoor middel van promotionele acties zoals initiaties, promostanden, kennismakingsdagen wil de Handboogliga de sport kenbaar maken aan het grotere publiek. Door middel van een nieuw promotieproject wil de Handboogliga in deze komende beleidstermijn onze sport promoten.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 23/80

12.3 Kaatsen - Balle peloteZie bijlage(n): BALLE PELOTE.docx

12.4 SnookerZie bijlage(n): Snookerfederatie beleidsplan.pdf

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 24/80

13 Doelstellingen ObjectifsDe doelstellingen mogen duidelijk zijn :

• hoe kunnen wij er in slagen dat jongeren zich (opnieuw) tot de biljartsport aangetrokken voelen

- waar en hoe kunnen wij de jongeren bereiken ?

- wie kan ons daarbij helpen ?

- welke hulp hebben wij daarbij nodig ?

• en als wij dan jongeren bereikt hebben (bereiken)

- wie zal instaan voor de opleiding ?

- hoe kunnen "trainers" gevormd, erkend, bezoldigd worden ?

- welk opleidingsmateriaal zal gebruikt worden ?

• hoe kunnen wij er in slagen dat 50+ ers zich (opnieuw) tot de biljartsport aangetrokken voelen

- waar kunnen wij de senioren bereiken ?

- wie kan ons daarbij helpen ?

- welke hulp hebben wij daarbij nodig ?

• hoe kunnen wij er in slagen dat onze sport als sport erkend wordt ?

- welke voordelen heeft de erkenning ?

- voor de individuele sporter ? (mutualiteit)

- voor de clubs ?

- voor de districten ?

- voor de gewesten ?

- voor de KBBB ?

- welke zouden de nadelen kunnen zijn ?

• welke vormen van "hulp" worden ter beschikking gesteld ?

- organisatorisch ?

- technisch ?

- financieel ?

- materieel ?

- juridisch ?

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 25/80

Que les objectifs soient clairs :

• comment pourrions-nous faire en sorte que les jeunes s'intéressent (à nouveau) au billard ?

- où et comment pouvons-nous atteindre les jeunes?

- qui peut nous aider ?

- de quelles formes d'aides avons-nous besoin ?

• et, si nous arrivons à atteindre les jeunes

- qui se chargera de leur formation?

- comment seront formés, reconnus, rémunérés les entraineurs ?

- de quel matériel de formation aurons-nous besoin ?

• comment pourrions-nous faire en sorte que les +50+ s'intéressent (à nouveau) au billard ?

- où et comment pouvons-nous atteindre les +50+?

- qui peut nous aider ?

- de quelles formes d'aides avons-nous besoin ?

• comment pouvons-nous faire en sorte que notre sport soit "reconnu" comme sport ??

- quels sont les avantages de pareille reconnaissance?

- pour le sportif individuel? (mutualité)

- pour les clubs ?

- pour les districts ?

- pour les régions ?

- pour la FRBB ?

- quels seraient les inconvénients éventuels ?

• quelles sont les formes d'aides mises à disposition aux niveaux?

- organisationnel ?

- technique ?

- financier ?

- matériel ?

- juridique ?

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 26/80

14

Conclusie - ConclusionIn de overtuiging dat de oprichting van twee afzonderlijke vzw's binnen de KBBB, naar het voorbeeld van meer dan 60 andere sportfederaties, de individuele sporter, de clubs, de districten, de gewesten, de KBBB en het imago van de post als dusdanig ten goede zal komen, pleit ik voor de oprichting van een werkgroep die de mogelijkheden en de middelen daartoe moet natrekken.

In deze werkgroep kan ruimte voorzien worden voor sportbestuurders, maar het opzet reikt veel verder dan de eigenlijke sportbelevenis op zich.

Daarom horen ook personen die gelast zijn met de financiële, de technische, de juridische aspecten van de vereniging hierin vertegenwoordigd te zijn.

Om leefbaar en werkbaar te zijn zou de werkgroep evenwel beperkt moeten worden tot een zestal personen.

De werkgroep zou zijn conclusies moeten neerleggen binnen de zes maanden na oprichting, zodat binnen de bevoegdheden van de eigen organen van de KBBB vzw de statutair voorziene stappen kunnen gezet worden.

Persoonlijk ga ik ervan uit dat de procedure kan afgesloten worden op het einde van het tweede seizoen nadat zij een aanvang heeft genomen.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 27/80

Dans ma conviction que la création de deux asbl autonomes au sein de la FRBB, à l'image de plus de 60 autres fédérations sportives, serait à l'avantage du sportif individuel, des clubs, des districts, des régions, de la FRBB et de l'image de notre sport en général, je plaide la création d'un groupe de travail chargé d'analyser les possibilités et les modalités de cette réorganisation.

Il va de soi que les directeurs sportifs peuvent intervenir, mais l'objectif dépasse de loin la pratique du sport en soi.

Voilà pourquoi les responsables financiers, techniques, juridiques doivent également être concernés par ce groupe de travail.

Pour être viable, efficace et efficient toutefois, ce groupe de travail ne devrait pas d épasser quelque six personnes.

Le groupe de travail devrait remettre ses conclusions endéans six mois après son installation, de façon à permettre aux organes compétents selon les statuts de la FRBB de procéder aux démarches nécessaires.

Personnellement, il m'est d'avis que la procédure devrait pouvoir être clôturée à la fin de la seconde saison suivant l'installation du groupe de travail.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 28/80

15 Nationaal sportkader Cadre sportif national

NATIONAAL KADER VAN DE SPORTNet als elk ander land hebben wij ook in België een eigen sportcultuur met een eigen werking binnen een vrij ingewikkelde politieke context.

Al sinds de eerste staatshervorming in 1970-1971, werd sport « gecommunautariseerd », m.a.w. toevertrouwd aan de gewesten.Dat belette evenwel niet dat behoudens de drie gewesten (en de communautaire commissies in het tweetalig Brussels hoofdstedelijk gebied), ook nog andere overheden zich inlaten met sportaangelegenheden: de federale overheid, de gewesten, de provincies en de gemeenten. Terloops weze hier ook verwezen naar het BOIC (Belgisch olympisch en interfederaal comité) als vertegenwoordiger van de olympische gedachte in ons land.

De communautarisering van de sport

De eerste sportbonden in België zijn ontstaan op het einde van de negentiende eeuw.Zij hebben hun ontstaan te danken aan de groeiende populariteit van hun sport, waardoor sportclubs zich zijn gaan verenigen, enerzijds om administratieve taken te centraliseren, anderzijds om onderlinge wedstrijden te organiseren, nu eens als kampioenschap, dan weer als tornooi tussen verschillende clubs.

De eerste sportbonden die tot stand kwamen in ons land waren de Belgische gymnastiekbond in 1865, de wielerbond in 1882 en de voetbalbond in 1895. De Belgische biljartbond werd in 1906 boven de doopvont gehouden. In 19481 worden voor het eerst in de Belgische geschiedenis staatstoelagen toegekend aan “groeperingen voor lichamelijke opvoeding”. Deze subsidiering was voorbehouden aan de groeperingen die op het nationaal plan ingericht waren…

Sinds bedoeld besluit is de organisatie van de sport in België grondig veranderd onder invloed van de wijziging in de staatsstructuur. Op het einde van de negentiende en bij het begin van de twintigste eeuw waren zowel amateurs als regionale clubs en sportbonden verenigd.Vanaf 1948 werd een sterke nationale structuur in het leven geroepen. Vanaf de eerste staatshervorming in 1978 evenwel werden voor de sport communautaire instellingen opgericht die het essentiële deel van de sportorganisatie binnen hun gewest voor hun rekening nemen.

De grondwetsherziening van 1970-1971 heeft de sport en de organisatie van de sport in België grondig dooreengeschud. Door ‘sport’ op te nemen onder ‘cultuur’ werden de bevoegdheden inzake sport ook aan de taalgemeenschappen toegewezen2.

1 Regentbesluit van 5 maart 1948 houdende vaststelling van de algemene criteria der Staatstoelagen toegekend aan de groeperingen voor lichamelijke opvoeding en sport (B.S. van 19 maart 1948) 2 21 JULI 1971. - Wet betreffende de bevoegdheid en de werking van de Cultuurraden voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en voor de Franse cultuurgemeenschap. (BS van 23 juli 1971). De bijzondere wet tot hervorming der instellingen 8 AUGUSTUS 1980 bevestigt dat de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven behoren tot de bevoegdheden van de gewesten (BS van 15 augustus 1980).  

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 29/80

Vanaf 1978 pas hebben de Belgische sportbonden de mogelijkheid om zich op te delen in communautaire vleugels als gevolg van het decreet van het Vlaams gewest van 2 maart 19773, het decreet van de Franse culturele gemeenschap van 20 december 19774 en aan het besluit van de Duitstalige gemeenschap dd. 13 juni 19775 tot erkenning en subsidiëring van de communautaire sportbonden.

De bedoelde regelgeving is in voege getreden sinds 1 januari 1978. De keuze werd aan de sportbonden overgelaten. Ofwel kozen zij voor communautaire indeling en waren dan erkend (voor zover zij aan een aantal criteria beantwoordden) waardoor zij in aanmerking kwamen voor subsidiëring. De sportbonden konden ook unitair blijven, maar zagen dan af van de financiële tegemoetkomingen vanuit de taalgemeenschappen en van erkenning.

Onlangs nog besloten twee tot dan unitair gebleven sportbonden tot opdeling : o de koninklijke Belgische vereniging van voetbalclubs en o de nationale Belgische hockeybond (zie verder).

Nu de bevoegdheid voor sport niet langer een federale aangelegenheid is hebben de gewesten de kans om een eigen sportbeleid te ontwikkelen6. Toch heeft de sport nog invloed op

o de federale politiek (bij voorbeeld waar het gaat om de begeleiding van supporters bij een risicowedstrijd) ;

o op de regionale politiek (zo bij voorbeeld is het beheer van de sportinfrastructuur in het Franstalig landsgedeelte overgedragen aan het Waals gewest en komt in het Brussels hoofdstedelijk gebied het Brussels hoofdstedelijk gewest financieel tussenbeide voor belangrijke gemeentelijke sportcomplexen zoals zwembaden)7, maar ook op de provinciale en gemeentelijke politiek (via gedeputeerden en schepenen die voor sport bevoegd zijn en die met sportclubs onderhandelen of zelfs wedstrijden inrichten).

De communautaire erkenning betekent niet dat er geen nationale sportbonden meer bestaan. Deze laatsten zijn inderdaad nodig voor een internationale erkenning. In de regel zijn er meerdere nationale sportbonden waarvan de leiders van de communautaire vleugels ook de nationale leiding samen waarnemen.

De nationale bonden verzekeren de relaties met de internationale sportbonden, de afspraken inzake regelgeving en de aanduiding van ploegen voor internationale wedstrijden. Deze nationale koepels hebben echter een beperkte

3 Decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap d.d. 2 maart 1977 houdende de wijze van subsidiëring van de landelijk georganiseerde sportverenigingen (BS van 10 mei 1977)4 Decreet van de Franse culturele Gemeenschap van 20 december 1976 houdende de regeling van de toekenning van subsidies voor bepaalde werken aan sportaccommodaties (BS van 30 december 1977).5 Reglementair besluit van 13 juni 1977 betreffende de erkenning en subsidiëring van sportfederaties in het Duitstalig landsgebied.(BS van 17/11/1977)6 J. SCHEERDER, T. ZINTZ, P. DELHEYE, « The Organisation of Sports in Belgium. Between Public, Economic and Social Profit », in C. SOBRY, Sport Governance in Europe, Paris, Le Manuscrit, 2011.7 Het is bekend dat deze opdeling niet van toepassing is in het Vlaams gewest vermits dit gewest opgaat in de Vlaamse gemeenschap. Aan Franstalige kant is er geen sprake van een samensmelting van het Waals gewest en de Franstalige taalgemeenschap. Op te merken valt echter dat de Minister van Sport van de Franstalige gemeenschap ook Minister is van de sportinfrastructuur.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 30/80

rol (de organisatie van nationale kampioenschappen8 en de vertegenwoordiging van de nationale sport.

8 Daar waar de communautaire sportbonden de kampioenschappen op hun niveau inrichten, is het vaak zo dat de ‘hogere’ ploegen (traditioneel bestempeld als eerste en tweede klasse) uitkomen op nationaal vlak in organisaties hetzij door de nationale sportbond, hetzij door een onafhankelijke structuur in de vorm van een profsport.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 31/80

Omdat anderzijds de nationale sportbonden niet in aanmerking komen voor subsidiëring door de gewestelijke overheden, worden de nationale sportbonden gecofinancierd door de communautaire vleugels, waardoor zij hiervan afhankelijk worden. De meest problematische van alle Belgische sportorganisaties is het Belgisch olympisch en interfederaal comité (BOIC) dat niet is ingedeeld in communautaire vleugels.

Het Belgisch olympisch en interfederaal comité (BOIC) Het Belgisch olympisch en interfederaal comité (BOIC) treedt op als vertegenwoordiger van de olympische beweging en de waarden waar deze voor staat. Het BOIC maakt deel uit van het wereldwijde Europees olympisch comité. Met de nationale sportbonden (die handelen via hun communautaire afdelingen) is het BOIC is een van de enige sportorganisaties die in de onderscheiden taalgewesten actief is.In de Franstalige taalgemeenschap is het BOIC inmiddels erkend door het decreet van 8 december 20069 , terwijl het BOIC in Vlaanderen ondersteund wordt op basis van projecten die aan de bevoegde Minister van sport worden voorgelegd.

Al naargelang van het geval heeft het BOIC een ondersteunende of coördinerende rol, of treedt het BOIC op als leidinggevend voor topsport in België. Als opdracht heeft het BOIC ook de voorbereiding en de begeleiding van atleten bij de olympische spelen, maar ook de ondersteuning van sportbonden, ruimer omschreven als de promotie voor de olympische waarden zoals fair-play, solidariteit, respect, uitmuntendheid e.d.

Het BOIC ondersteunt topsporters en onderhandelt met de nationale sportbonden en met de communautaire ministers van sport. Thans zijn 78 olympische dan wel niet-olympische sportbonden erkend. De erkenning van een sportbond door het BOIC houdt evenwel geen erkenning in van de sport als dusdanig10.

Het BOIC verwerft zijn inkomsten voornamelijk vanuit de nationale loterij, de overheid, het internationaal olympisch comité (zoals bij voorbeeld de royalties bij gebruik van de olympische ringen door adverteerders en sponsors). De uitgaven hebben in grote mate te maken met topsport (voorbereiding en deelname, project « Be Gold » gericht op jong talent).

9 Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, BS van 20 februari 2007 – gewijzigd bij de decreten van 19 oktober 2007, 15 december 2010, 20 oktober 2011, 25 oktober 2012 op 20/03/2014 (BS van 16/05/2014).10 Zie hiervoor de webstek van het Belgisch olympisch en interfederaal comité http://www.teambelgium.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 32/80

De ontwikkeling van het communautair sportkader. Elke taalgemeenschap heeft eigen structuren en regelgeving onder de vorm van besluiten en decreten. Hierdoor worden onder meer de voorwaarden tot erkenning en subsidiëring vastgelegd voor de communautaire sportbonden, voor de opleiding van de omkadering, de coördinatie van de topsport en de erkenning van topsporters.

Omwille van de communautarisering van sport werden de sportbonden sinds genoopt tot communautaire indeling om te kunnen genieten van subsidiëring.De opdeling van nationale sportbonden in communautaire structuren is gradueel ingevoerd. Hoewel de overgrote meerderheid van ‘kleine’ sportbonden onmiddellijk koos voor indeling zodra de besluiten daartoe verschenen waren, hebben andere sportbonden jaren gewacht om de stap te zetten.

De koninklijke Belgische basketbalbond en de koninklijke Belgische wielerbond zetten de stap pas in 2000. Recenter richtte de koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB)11 een Vlaamse (Voetbalfederatie Vlaanderen) (opgericht in 2008 en erkend op 14 maart 2009) en een Waalse vleugel op (Association des clubs de football francophones) (opgericht in 2010 en erkend sinds 14 mei 2012)12 .

De laatste nationale sportbond die de stap heeft gezet is de koninklijke nationale hockeybond13 KBHB, door op 2 juni 2012 te opteren voor communautaire vleugels met ingang van het seizoen 2013-2014. Noteer dat de nationale kampioenschappen van deze sportbonden op nationaal niveau ingericht worden volgens de eerder aangehaalde modaliteiten. De lagere afdelingen daarentegen hebben een herstructurering ondergaan in hun competities, en wel op basis van de communautaire indeling.

De communautaire sportbonden nemen strategische en operationele beslissingen om de opdrachten te vervullen die in de andere landen weggelegd zijn voor nationale sportbonden.14 . Hun nationale sportbond kan zich ertoe beperken de gesprekspartner te zijn voor het BOIC, of om de sport te vertegenwoordigen op internationaal of wereldvlak of nog om de coördinatie te verzekeren tussen de communautaire afdelingen15 .

Om erkend te worden en te blijven moeten de communautaire sportbonden voldoen aan de vereisten van de laatste erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de sportbonden uit hun taalgebied, te weten : voor de Franstalige sportbonden het decreet van 8 december 2006 (in voege sinds 1 januari 2008) 16; voor de Vlaamse sportbonden het decreet van 13 juli 2001 (in voege sinds 1 januari 2002 en deels gewijzigd door het decreet van 24 december 200417 en voor 11 Zie hiervoor de webstek van de koninklijke Belgische voetbalbond : www.belgianfootball.be12 Zie www.belgianfootball.be/nl13 Merk op dat er nog steeds enkele hardnekkige sportbonden zijn die ‘nationaal’ zijn gebleven, al stellen zij over het algemeen weinig voor of vertegenwoordigen zij een sporttak die door weinigen beoefend wordt in het Zuiden of in het Noorden van het land (voorbeelden zijn bobsleigh, skeleton of curling) terwijl anderen dan niet erkend worden door het internationaal olympisch comité of door Sport Accord. Het lijkt derhalve redelijk te beweren dat vrijwel alle sportbonden thans ingedeeld zijn in communautaire vleugels. 14 M. PIÉRON, P. DE KNOP, Gestion et organisation du sport en Belgique 200015 T. ZINTZ, J. CAMY, Manager le changement dans les fédérations sportives en Europe 200516 Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, BS van 20 februari 2007 – gewijzigd bij de decreten van 19 oktober 2007, 15 december 2010, 20 oktober 2011, 25 oktober 2012 op 20/03/2014 (BS van 16/05/2014).17 Decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding (BS van 14/09/2011). 

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 33/80

de Duitstalige sportbonden het decreet van 19 april 2004 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004)18.

18 Sportdekret Rat der Deutschsprachigen Gemeinschaft 19 april 2004, (BS van 24 november 2004).

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 34/80

De communautaire sportbonden moeten voldoen aan de decreten van hun gewest, waarbij verschillende voorwaarden worden opgelegd ten aanzien van hun erkenning. Het weze opgemerkt dat tal van de gestelde voorwaarden volkomen gelijklopend zijn in de onderscheiden gewesten:

o een minimum aantal aangesloten leden tellen en een spreiding vertonen van aangesloten clubs over het betrokken gewest ;

o opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk conform de regelgeving terzake ;

o onafhankelijk beheerd worden door een raad van bestuur met een minimum aantal bestuurders ;

o hun zetel gevestigd hebben in het taalgebied van hun taalgemeenschap (onder meer in Brussel voor de Franstalige en de Nederlandstalige sportbonden)

o het toezicht aanvaarden door de daartoe bevoegde gewestelijke diensten ;

o enz.

Op 1 januari 2013 telde België 164 communautair erkende sportbonden19 : 91 sportbonden in het Vlaams gewest, 57 in het Waals gewest en 16 in het Duitstalig gebied (zie detail in bijlage).

Voor het merendeel hebben de sportbonden die erkend worden door de Franstalige en de Duitstalige gemeenschap een homoloog in het Vlaams gewest. Elk van deze sportbonden wordt evenwel op een afzonderlijke manier beheerd volgens de vigerende regelgeving in het gewest waar zij gevestigd zijn.

In 2010 waren 2.125.545 sporters aangesloten bij een communautair erkende sportbond20, hetzij nagenoeg 20 % van de totale Belgische bevolking21. Het aantal sporters die aangesloten waren bij een sportbond groeide van 2001 tot 2010 met 32,5 %22.

Hierbij valt op te merken dat ook het aantal erkende sportbonden in de beschouwde periode toenam.

De toename van het aantal sporters dat aansloot bij een erkende sportbond toont ook de invloed aan van de gewestelijke sportinfrastructuren in de erkende sportbonden.

Van de 164 communautaire sportbonden zijn er 65 (39,6 %) door het BOIC erkend als ‘olympische sportdiscipline’23 . Deze sportbonden, waarvan het programma deel uitmaakt van het programma van de olympische spelen, kunnen hun topatleten naar het BOIC sturen voor zover aan de selectiecriteria voldoen.

19 In dit aantal zijn de communautaire sportbonden voor hockey op gras niet begrepen. 20 juli 2001). Franstalige gemeenschap dd. 12 juli 2001 tot erkenning van het Belgisch olympisch 20 Bronnen : BLOSO, ADEPS et DG in Bewegung voor het aantal aangesloten leden (behoudens hockey en voetbal in het Franstalig landsgedeelte ; webstek van de koninklijke Belgische hockeybond www.hockey.be (24.6090 leden in 2010) ; webstek van de koninklijke Belgische voetbalbond, www.belgianfootball.be (415 000 leden in 2010, waarvan 264.099 voetbalspelers in Vlaanderen).21 Er weze opgemerkt dat een sporter bij meerdere sportbonden kan aangesloten zijn. 22 In 2001, waren 1.603.758 sporters aangesloten bij een communautair erkende sportbond, hetzij 1.285.797 sporters in Vlaanderen en 317.961 in het Franstalig landsgedeelte (bronnen: BLOSO en ADEPS).23 Zie de webstek van het Belgisch interfederaal en olympisch comité http://www.teambelgium.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 35/80

DE FEDERALE OVERHEIDDe federale overheid komt nog tussenbeide in verscheidene domeinen die betrekking hebben op sport :

o het sociaal statuut van de sportbeoefenaar ;o de regelgeving over de verenigingen zonder winstgevend doel 

(vzw);o het paritair comité voor de sport ;o de beveiliging bij sportwedstrijden ;o de nationale sportbonden eno de nationale sportploegen.

Op 12 juli 2001 heeft de Franstalige gemeenschap het BOIC bij decreet erkend24, waardoor deze taalgemeenschap de deuren opende voor subsidiëring van het BOIC.

De Raad van State oordeelde destijds dat de erkenning van het BOIC behoort tot de bevoegdheden van de federale overheid en stelde uitdrukkelijk dat « niets zich ertegen verzet dat de Franstalige gemeenschap rechtstreeks steun zou verlenen aan topsporters en beloften die aangesloten zijn bij Franstalige sportbonden en –verenigingen van het BOIC of rechtstreeks dan wel onrechtstreeks bij bemiddeling van deze verenigingen en bonden.

Later is de rechtspraak van de Raad van State bijgestuurd en de keuze van de Franstalige gemeenschap werd niet opnieuw in vraag gesteld. De Vlaamse gemeenschap daarentegen heeft geopteerd voor rechtstreekse tegemoetkoming aan de Vlaamse sportbonden, eerder dan aan het BOIC als dusdanig.

24 Decreet van de Franstalige gemeenschap dd. 12 juli 2001 tot erkenning van het Belgisch olympisch en interfederaal comité (BS van 20 juli 2001). Zie ook het decreet van 23 mei 2008 betreffende de erkenning en de subsidiëring van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 36/80

DE FRANSE TAALGEMEENSCHAPSport wordt in het Franstalig landsgedeelte beheerd door de Franstalige taalgemeenschap.Overeenkomstig artikel 127 van de grondwet is de Franstalige gemeenschap bevoegd in het Franstalig landsgedeelte en in het Brussels hoofdstedelijk gewest voor ééntalig Franstalige instellingen. In Brussel doen zich twee gevallen voor25.In de eerste plaats zijn er de bevoegdheden die eigen zijn aan de Franstalige taalgemeenschap (artikel 127 §2 van de grondwet). Zij hebben betrekking op de instellingen die uit de aard van hun activiteiten tot de Franstalige taalgemeenschap behoren (hieronder wordt verstaan : ‘de taal waarin zij hun activiteit uitvoeren’) en de gepersonaliseerde materies zoals doping en welke behoren tot de Franstalige gemeenschap als gevolg van hun ‘organisatie’.In de tweede plaats zijn er de bevoegdheden die de Franstalige gemeenschap heeft overgedragen aan de COCOF die derhalve in deze aangelegenheden optreedt als gefedereerde entiteit.Via de Minister voor sport en het algemeen bestuur voor de sport (beter gekend onder de vorige benaming als Algemeen Bestuur voor hulp aan de jeugd, de gezondheid en de sport of Administration générale de l’aide à la jeunesse, de la santé et du sport, ADEPS), is de Franstalige taalgemeenschap26 verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de sport, de sportpolitiek voor topsport (erkenning van topsporters en jeugdige talent), de subsidiëring en de erkenning van sportbonden en van de vorming en opleiding van sportkaders.

Bij middel van het decreet van 8 december 2006 (dat in voege trad op 1 januari 2008 ter vervanging van het oorspronkelijk decreet van 26 april 1999) erkent en subsidieert de Franstalige gemeenschap de Franstalige communautaire sportbonden en organiseert zij de sport binnen haar territoriale bevoegdheden in het Franstalig landsgedeelte.

Een hoge raad voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het leven in open lucht (normaal de sportraad genoemd) doet dienst als raadgevend orgaan voor de minister van sport in alle aangelegenheden die met sport te maken hebben, onder meer de decreten met betrekking tot de sport. De hoge raad is voor een deel samengesteld uit afgevaardigden van de sportbonden en voor de andere helft uit afgevaardigden van organen die met sport te maken hebben (sportlui, de sportpers, de militaire sport, de schoolsport, de bedrijfssport, de medische sportpraktijk, sport voor allen, gehandicaptensport en seniorensport).

25 Een meer gedetailleerde benadering van het Brussels hoofdstedelijk gebied volgt verder in de tekst.26 In mei 2011 werd besloten om verder te gaan onder de benaming “Federatie Wallonië-Brussel of Fédération Wallonie-Bruxelles» in de interne en externe communicatie. Deze nieuwe benaming strookt echter niet met de juridische draagwijdte die zou voortspruiten uit een grondwetsherziening, zodat verder de grondwettelijke benaming van Franstalige taalgemeenschap aangehouden wordt.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 37/80

ADEPSIn 1955 werd onder de bevoegdheid van de Minister voor Volksgezondheid de INEPS of NILOS opgericht als « Institut national d’éducation physique et des sports - Nationaal Instituut voor lichamelijke opvoeding en sport (ontbonden op 25/06/1963 BS van 25 december 1963)Op basis van taalonderscheid werd deze instelling in 1969 opgesplitst in Administration générale de l’aide à la jeunesse, de la santé et du sport (ADEPS) en het Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie (BLOSO). ADEPS wordt later toegewezen aan het Ministerie voor Nationale opvoeding en de Franse cultuur.In 1983 wordt ADEPS een van de algemene besturen van het Ministerie van de Franstalige taalgemeenschap (hoewel het acroniem behouden blijft vanwege de algemene bekendheid bij het publiek).ADEPS voert de strategie uit van de minister van sport en voert concreet de Franstalige sportpolitiek uit overeenkomstig het decreet van 08 december 2006.De taak van ADEPS bestaat er in de sport en de lichamelijke activiteit te bevorderen bij de Franstalige bevolking van Wallonië en Brussel. Daartoe brengt ADEPS allerhande soorten van sportactiviteiten tot leven in achttien sportcentra.ADEPS is bovendien ook verantwoordelijk en bevoegd voor de erkenning en de subsidiëring van sportbonden en de opvolging van deze erkenning. De organisatie van sportactiviteiten en van stages voor beginnelingen en amateursporters, en de steun voor topsporters via specifiek aangepaste diensten in functie van de eigen behoeften behoren evenzeer tot de opdrachten van ADEPS (bij voorbeeld hulp voor het leveren van topprestaties, een medisch-sportieve cel, socio-professionele ondersteuning enz.)

De organisatie van de opleiding van sportkaders is één van de opdrachten die ADEPS deelt met de Franstalige sportbonden. ADEPS ontwikkelt het sportkader en homologeert de diploma’s van de sportkaders. ADEPS staat ook in voor de coördinatie van de algemene opleidingsvakken voor de sportkaders, de voorafgaande vereisten voor de toegang tot specifieke opleidingen zoals deze worden opgelegd door sportbonden voor hun sport.

De Franstalige sportbonden De decreten tot erkenning en subsidiëring van de Franstalige sportbonden bepalen de criteria volgens de welke deze sportbonden erkend worden en de principes die ten aanzien van subsidiëring aan deze erkenning gebonden zijn. In de Franstalige taalgemeenschap werden deze decreten geregeld om de 7 à 8 jaar bijgestuurd : zowat om de twee olympiades.Het laatste decreet dateert van 8 december 200627 met wijzigingen in 2010, 2012 en 2014.Een onderscheid wordt gemaakt tussen de sportbonden (die uit de aard van hun sport competitief gericht zijn en die sporttaken hebben voor topsport en voor de ‘sport voor allen’), de vrijetijdssportbeleving (die activiteiten inrichten als ‘sport voor allen’) en de sportverenigingen (die multidisciplinair werken).Al naargelang de categorie waartoe de sportbond behoort en erkend is, zijn verschillende principes van toepassing voor wat de subsidiëring aanbelangt.

o Decreet van 22 december 1977 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de sportfederaties en de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen voor de werking aan vernoemde federaties, gewijzigd bij het decreet van 18 december 1984

27 Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, BS van 20 februari 2007 – gewijzigd bij de decreten van 19 oktober 2007, 15 december 2010, 20 oktober 2011, 25 oktober 2012 op 20/03/2014 (BS van 16/05/2014).http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2014032026&table_name=wet

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 38/80

o Decreet van 3 juli 1991 tot bepaling van de voorwaarden voor de sportfederaties en coördinatieorganen om erkend en gesubsidieerd te worden

o Decreet tot wijziging van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap gewijzigd bij de decreten van 31 mei 2000, 20 juni 2002, 17 december 2003 en 17 maart 2003

o Decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, BS van 20 februari 2007 – gewijzigd bij de decreten van 19 oktober 2007, 15 december 2010, 20 oktober 2011, 25 oktober 2012 op 20/03/2014 (BS van 16/05/2014).

De Franstalige sportbonden worden vertegenwoordigd door de interfederale vereniging voor (Franstalige) sport (AISF)28, opgericht in 1991. AISF wordt erkend door het decreet van 8 december 2006 van de Franstalige taalgemeenschap. Momenteel telt deze vereniging 67 aangesloten sportbonden die samen de algemene vergadering vormen (maar waarbij een aantal sportbonden niet erkend worden door de Franstalige taalgemeenschap). De doelstelling van deze AISF behelst de ontwikkeling en de ondersteuning van de Franstalige sport door de behartiging van de belangen van deze sportverenigingen en van deze sporten bij de overheid, maar ook door het aanreiken van hulp aan de Franstalige sportbonden en clubs door het beschikbaar stellen van diensten en informatie die hun werking vereenvoudigen.In 2010 waren 599.669 personen aangesloten bij één van de toen 56 Franstalige sportbonden (met inbegrip van voetbal, maar zonder hockey), hetzij nagenoeg 14% van de Franstalige bevolking29.

Topsport in de Franstalige taalgemeenschapBij decreet van 8 december 2006 wordt in de Franstalige taalgemeenschap een wettelijk kader ingevoerd voor de erkenning van Franstalige topsporters. Het decreet erkent een verschillende status voor topsporters, sportbeloften en trainingspartners30. Na advies van de sportraad bepaalt de regering van het Franstalig taalgewest de sporttakken en de leeftijd voor toewijzing van een van de drie ‘wettelijke’ statuten.Van 1.434 sporters waaraan het statuut van topsporter werd toegekend was een overgrote meerderheid (83%) te beschouwen als ‘aspirant sportbelofte’. Het aantal erkende sporters stijgt van jaar tot jaar: 982 in 2010-2011, 1.114 in 2011-2012. In drie seizoenen een stijging van het aantal erkende sporters met 46%. De ‘aspirant sportbeloften’ zijn jonge sporters waarvan het potentieel en de progressiemarge in de kijker werden gesteld door de technische organen van de sportbonden. Zij « presteren » op Belgisch niveau en een aantal onder hen hebben reeds deelgenomen aan internationale wedstrijden zonder daarom belangrijke resultaten te hebben behaald.Onder de sporters die erkend worden door de federatie Wallonië-Brussel presteren 15% op het allerhoogste niveau in hun respectievelijke sport als internationale sportbelofte. Specifiek voor topsporters (onder uitsluiting van alle andere statuten) telde men

28 webstek van de Franstalige interfederale sportvereniging http://www.aisf.be.29 Het aantal aangesloten sporters is gestegen van 454.891 in 2009 naar 617.740 in 2013, of een toename met 36 %. Deze cijfers werden op 16 september 2013 medegedeeld door de minister voor sport, André Antoine, ter gelegenheid van de voorstelling van het ontwerp van decreet ter preventie van risico’s bij de sportbeoefening. 30 Besluit van 9 Februari 2011 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de sporttakken en de leeftijdscategorieën met het oog op de erkenning van de topsporters, sportbeloften en trainingspartners en tot opheffing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 maart 2010 (BS van 3 maart 2011) Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 maart 2010 houdende benoeming van de leden van de Adviescommissie voor de toekenning of de intrekking van de hoedanigheid van topsporter, sportbelofte of trainingspartner (BS van 20/04/2010) – Gewijzigd bij besluit van 12 maart 2012 (BS van 11 mei 2012)

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 39/80

Communautaire bevoegdheden die aan het Waals gewest en aan de COCOF werden overgedragen.

Artikel 138 van de grondwet laat toe dat bepaalde bevoegdheden van de Franstalige taalgemeenschap overgedragen worden naar het Waals gewest in het Franstalig taalgebied, en aan de Franstalige communautaire commissie (COCOF) in het tweetalig Brussels hoofdstedelijk gebied. Dit mechanisme trad in voege in juli 1993, in hoofdzaak omwille budgettaire moeilijkheden in de Franstalige taalgemeenschap32. Deze akkoorden tussen de verschillende Franstalige bestuursorganen heeft geleid tot de overdracht van tal van bevoegdheden, onder meer met betrekking tot de sportinfrastructuur, met ingang van 1 januari 1994.

In Wallonië is het bestuur voor de sportinfrastructuur, beter bekend onder de naam Infrasports gelast met het beheer van de sportinfrastructuur. De doelstelling van dit orgaan bestaat erin het Waals taalgebied uit te rusten met de nodige kwalitatieve sportinfrastructuur, aangepast aan de noden en behoeften. Bovendien heeft het Waals gewest met Cadasport een tool ontwikkeld voor de inventarisering van alle sportinfrastructuur in Wallonië. Ook in deze inventaris, die toegankelijk is voor elkeen, is biljart nergens vermeld.

DE VLAAMSE TAALGEMEENSCHAPIn Vlaanderen wordt de sportpolitiek beheerd door de Vlaamse gemeenschap.Deze is bevoegd voor het gehele Nederlandstalig taalgebied. In het tweetalig Brussels hoofdstedelijk gebied komt de Vlaamse taalgemeenschap tussenbeide voor instellingen die uit de aard van hun activiteiten (in de regel ééntalige Nederlandstalige instellingen) tot haar werkingsgebied behoren via het gedecentraliseerde Brussels orgaan : de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC).

De Vlaamse sportpolitiek behoort tot de bevoegdheden van de Vlaamse minister voor sport, en wordt uitgevoerd door het BLOSO, het Vlaamse agentschap voor de bevordering van de sport.De Vlaamse Sportraad adviseert de Minister op het vlak van de sport. De leden van de Vlaamse sportraad zijn zelfstandige deskundigen en vertegenwoordigers van burgerlijke instellingen.

32 Cf. É. ARCQ, « Le transfert de l’exercice des compétences de la Communauté française », Courrierhebdomadaire, CRISP, n° 1410-1411, 1994.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 41/80

BLOSOHet ‘Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie’ (BLOSO) is de sportadministratie voor de Vlaamse taalgemeenschap.

Sinds april 2006, is het BLOSO een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid)33 .BLOSO is ontstaan uit de ontdubbeling van NILOS in 1969. BLOSO werd destijds toegewezen aan het ministerie van nationale opvoeding en cultuur om later omgevormd te worden tot een orgaan van de Vlaamse taalgemeenschap. Net al stal van andere bestuursorganen werd ook BLOSO geherstructureerd in uitvoering van het decreet van 12 december 199034.BLOSO is verworden tot een zelfstandige pararegionale instelling van het type B (wat betekent dat de algemene politiek van het BLOSO bepaald wordt door een bestuursorgaan en niet langer door de Vlaamse deelregering). De minister van sport houd wel nog toezicht.BLOSO heeft een resultaatverbintenis ten aanzien van de taken en opdrachten die aan BLOSO werden toevertrouwdVolgens het decreet van 7 mei 2004 is het de taak van BLOSO om de sportpolitiek in Vlaanderen uit te voeren teneinde deelname aan sport in Vlaanderen te bevorderen, om er de kwaliteit van het sportaanbod te verbeteren en om een ‘integrale Vlaamse sportpolitiek te ontwikkelen inzake topsport’’. De taken van het BLOSO worden omschreven in het decreet van 7 mei 2004 :

1° de organisatie van sportkampen en sportklassen in de BLOSO-centra;2° het uitbouwen en ter beschikking stellen van de BLOSO-centra aan

sportfederaties, sportclubs, sportdiensten, topsporters en individuele sportbeoefenaars, onder meer voor de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden, op alle niveaus;

3° het zelf aanbieden en erkennen via de Vlaamse Trainersschool35 van sportkaderopleidingen;

4° de planning van de internationale uitwisseling van trainers, sportexperts en topsporters uitvoeren;

5° het voeren en coördineren van de sportpromotie op Vlaams niveau;6° de subsidiëring, de begeleiding en de inspectie van sportfederaties,

sportdiensten en andere sportactoren;7° het uitvoeren van het Vlaams topsportbeleid in samenwerking met de

topsportmanager;8° het uitbouwen van een Kenniscentrum Sport;9° het adviseren en begeleiden van de uitbouw van de sportinfrastructuur

in Vlaanderen;10° vanuit de opgebouwde kennis en terreinexpertise beleidsgerichte input

ter beschikking stellen van de beleidsondersteuning, bedoeld in artikel 4, § 1, van het kaderdecreet.

33 Decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse openbare instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid BLOSO (BS van 7 juni 2004). 34 Decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid (BS van 21 december 1990)35 Gericht op de organisatie van opleidingen voor sportkaders in Vlaanderen is de Vlaamse Trainersschool een samenwerkingsstructuur tussen het BLOSO, de Vlaamse universitaire instellingen voor lichamelijke opvoeding, de Vlaamse hogescholen voor sportopleiding en lichamelijke opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 42/80

De Vlaamse sportbondenDe besluiten en decreten36

37 tot erkenning en subsidiëring van de Vlaamse

sportbonden bepalen de opgelegde voorwaarden. Een onderscheid wordt hier gemaakt tussen de unisportbonden (UA olympische sportdiscipline, UB niet-olympische sport, UC paralympische sport), de recreatieve sportbonden (RE) en de organisatie van sportieve vrijetijdsbesteding (OSV). Ook in Vlaanderen zijn een aantal sportbonden erkend zonder daarom in aanmerking te komen voor subsidiëring. (ER).

De Vlaamse sportbonden worden vertegenwoordigd door de Vlaamse Sportfederatie (VSF), welke een bijdrage wenst te leveren toto de optimale ontwikkeling van de sportbonden in Vlaanderen. VSF verschaft de sportbonden informatie en ondersteunt de sportbonden op juridisch, administratief, organisatorisch en politiek vlak.

Volgens de gegevens van het BLOSO, waren in 2012 1.479.267 personen aangesloten bij één van de 90 erkende Vlaamse sportfederaties, hetzij 24 % van de betrokken bevolking.38

Topsport in VlaanderenOm de vier jaar stelt de Vlaamse overheid op voorstel van de bevoegde diensten de lijst op van de sportdisciplines die in aanmerking komen voor subsidiëring39

en dit op basis van meervoudige criteria zoals sportprestaties, de uitstraling van de sport op nationaal en internationaal niveau en de sportpolitiek van de sportbonden40. Topsporters genieten een doorgedreven steun van hun sportbond en van de diensten die aangereikt worden door het BLOSO.

In Vlaanderen bestaan drie statuten voor topsporters : topsporter van het niveau A, niveau B (secundair onderwijs) en tenslotte de sportbeloften (in het basisonderwijs)41 . Om te kunnen genieten van één van deze statuten moet de betrokken sporters specifieke selectiecriteria beantwoorden zoals deze bepaald worden hun respectievelijke sport en volgens het advies van een selectiecomité dat is samengesteld uit afgevaardigden van de betrokken sportbond, het BLOSO, het BOIC en de Vlaamse Sportfederatie.

36 het decreet van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding (BS van 14 september 2001) 37 Decreet van 2 maart 1977 houdende regeling van de erkenning en de subsidiëring van de landelijk georganiseerde sportverenigingen, gewijzigd bij het besluit van 17 mei 1984 ;

o Het (inmiddels opgeheven) decreet van 13 april 1999 houdende erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties

o Decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidie¨ring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, gewijzigd bij de besluiten van 24 december 2004 en 23 mei 2008 (http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet&cn=2008120578)

38 Aantal actieve sportbeoefenaars in verenigingsverband http://aps.vlaanderen.be/sgml/reeksen/1820.htm39 Besluit van 30 november 2012 van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport (BS van 21 december 2012).40 Alleen de “unisport” sportbonden zijn betrokken bij de sportopdrachten voor topsport. 41 Bij het begin van het schooljaar 2012-2013, waren 876 statuten als ‘topsporter’ toegekend (751 in het secondair onderwijs en 125 in het basisonderwijs). In 2012 hadden 33 topsporters het niveau A, waaronder 11 n het hoger onderwijs, en 22 onder contract bij het BLOSO.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 43/80

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 44/80

DE DUITSTALIGE TAALGEMEENSCHAPDe sport in het Duitstalig landsgedeelte wordt beheerd door de Duitstalige gemeenschap42. Een sportcommissie werd opgericht om de opleiding van monitoren in te richten en op te volgen43. Deze commissie treedt ook op als raadgevend orgaan voor de Minister van sport voor wat algemene sportaangelegenheden aanbelangt. De commissie is samengesteld uit professionele sporters, in hoofdzaak sportleraren en wordt verkozen voor een duurtijd van twee jaar. De doelstellingen en modaliteiten zijn beschikbaar in «Sport in der DG, Termine & Projekte 2015»44

De minister van sport van de Duitstalige gemeenschap erkent en subsidieert de sportclubs en sportbonden in uitvoering van het decreet van 19 april 200445 .In totaal zijn hier 16 sportbonden en 230 sportclubs erkend en gesubsidieerd door de Duitstalige gemeenschap, goed voor nagenoeg 22.000 aangesloten sporters, hetzij 31,4% van de bevolking in het Duitstalig landsgedeelte.De Duitstalige gemeenschap kan een beroep doen op een sportraad (Sportrat der Deutsche Gemeinschaft), die tot taak heeft de sportieve organisaties te vertegenwoordigen. Deze sportraad staat in voor de communicatie tussen de minister van sport en de Duitstalige sportclubs.De Duitstalige gemeenschap heeft bilaterale akkoorden gesloten met de Franstalige gemeenschap voor aangelegenheden die niet vallen onder de toepassing van de decreten, zo bijvoorbeeld de praktijken met betrekking tot gezondheid46 .

42 Reglementair besluit van 13 juni 1977 betreffende de erkenning en subsidiëring van sportfederaties in het Duitstalig landsgebied.

o Reglementair besluit van 26 november 1979 betreffende de erkenning en subsidiëring van sportfederaties in het Duitstalig landsgebied (vervangen door het decreet van 10 mei 1993 voor wat de sportverenigingen aanbelangt)

o Decreet van 20 januari 1992 betreffende de erkenning en subsidiëring van sportfederaties gewijzigd door het decreet van 29 juni 1998

o Decreet van 19 april 2004 betreffende de sport, gewijzigd door de decreten van 21 maart 2005, 15 december 2008, 27 april 2009, 14 februari 2011, 6 december 2011 en 13 februari 2012 en vervangen door het decreet van 24 februari 2014, gewijzigd bij het programmadecreet van 26 maart 2015.

43 « Deutsche Gemeinschaft in Bewegung », http://www.dgsport.be.44http://www.dgsport.be/PortalData/29/Resources/dokumente/ sportprogramm_dg_in_bewegung/DG_IN_BEWEGUNG_2015.pdf45 Decreet van 19 april 2004 de Duitstalige gemeenschap betreffende de sport (BS van 24/11/2004), decreten van 21 maart2005, 15 december 2008, 27 april 2009, 14 februari 2011, 6 december 2011 en 13 februari 2012 en vervangen door het decreet van 24 februari 2014, gewijzigd door het programmadecreet van 26 maart 2015 <http://www.etaamb.be/nl/programmadecreet-van-02-maart-2015_n2015201470.html>46 Bilateraal Protocolakkoord van 8 januari 2009, gesloten tussen de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschap ter uitvoering van het Samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake de medische verantwoorde sportbeoefening (BS van 26 februari 2009).

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 45/80

DE TOESTAND IN HET TWEETALIG BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEBIED In het Brussels hoofdstedelijk gebied is de toestand bijzonder complex47. Behoudens de Nederlandstalige en de Franstalige taalgemeenschappen en de gemeenten komen nog vier andere instellingen tussenbeide: de drie communautaire ‘commissies’ en het Brussel hoofdstedelijk gewest. Daarnaast treden de sportclubs in het tweetalig Brussels hoofdstedelijk gebied of tot de Nederlandstalige of tot de Franstalige vleugel van hun sportbond toe.

De gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van Brussel hoofdstad (GGC)Theoretisch is de GGC bevoegd voor twee types van instellingen: enerzijds de private instellingen welke vanwege het feit dat zij tweetalig zijn opgericht noch tot de Nederlandstalige noch tot de Franstalige gemeenschap behoren, en anderzijds de openbare instellingen (bij voorbeeld de gemeentelijke sportcomplexen).

In werkelijkheid maakt de GGC slechts uiterst zelden gebruik van haar wettelijke bevoegdheid in bicommunautaire aangelegenheden. Evenmin heeft zij de regelgeving ten aanzien van gemeentelijke sportinfrastructuren naar zich toegehaald.

De GGC staat in voor de verbinding tussen COCOF en VGC, en organiseert promotiecampagnes voor de bevordering van de gezondheid via sport. Deze campagnes behelzen in hoofdzaak preventie en strijd tegen doping in de sport. De GGC laat zich ook in met het verbod op extreem gevaarlijke gevechtssporten en de regelgeving daaromtrent.

Door de ordonnantie van 21 juni 201248 inzake de strijd tegen doping, neemt de GGC ook de doelstellingen over van de samenwerkingsakkoorden tussen de Nederlandstalige, de Franstalige en de Duitstalige gemeenschappen49 net als de internationale richtlijnen (zoals bij voorbeeld de internationale conventie die in 2005 werd uitgevaardigd door de UNESCO).

47 Cf. S. DEPRÉ, « Les fédérations sportives dans le système fédéral belge », Les cahiers des sciences administratives, n° 6, 2005, p. 37 et s. ; S. DEPRÉ, « Les interlocuteurs. De l’indifférence au partenariat », in S. DEPRÉ, dir., Le sport dopé par l’État. Vers un droit public du sport ?, Bruxelles, Bruylant, 2006, p. 47 et s.48 Ordonnantie van 21 juni 2012 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan (BS van 21 juni 2012).49 Samenwerkingsakkoord van 24 november 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport (BS van 05/07/2012)

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 46/80

De Franstalige en de Nederlandstalige gemeenschapscommissies (COCOF en VGC)De Franstalige en de Nederlandstalige gemeenschapscommissies (COCOF en VGC) zijn bevoegd inzake de sportinfrastructuur: zo bijvoorbeeld beheren zij de aanvragen tot subsidiëring.Op te merken valt dat de COCOF optreedt als gefedereerde entiteit (gezien het hier gaat om bevoegdheden die overgeheveld werden door de Franstalige gemeenschap) terwijl de VGC enkel optreedt als gedecentraliseerd orgaan van de Nederlandstalige taalgemeenschap.

COCOFDe bevoegdheden die door de Franstalige taalgemeenschap werden overgedragen naar de COCOF hebben betrekking op alle gesubsidieerde werken: de bouw en vernieuwbouw van eentalig Franstalige sportinfrastructuur. Daarentegen is de Franstalige taalgemeenschap nog steeds bevoegd voor de werking van de infrastructuren en het sportbeleid in het algemeen.

Door de zesde staatshervorming is sinds 1 januari 2015 het technisch-administratief beheer van de dossiers voor aanvraag tot subsidiëring van sportinfrastructuren overgedragen aan het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het bestuur voor de investeringen in de lokale besturen van het Brussels hoofdstedelijk gebied is voortaan gelast met de inleiding van aanvragen tot subsidiëring die uitgaan van de Brusselse gemeenten50.De subsidiëring voor private sportinfrastructuur is evenwel nog steeds de bevoegdheid van de COCOF51 en wordt dus niet ten laste genomen door het gewest.

COCOF verzekert in hoofdzaak twee opdrachten : de sport bevorderen in het Brussels hoofdstedelijk gewest en het beheer van de aanvragen tot subsidiëring van sportinfrastructuur52.

Enerzijds promoveert de COCOF de sport als dusdanig ten aanzien van de Franstalige bewoners bij middel van folders en door een sportgids die alle (voor sport) bevoegde administratieve instellingen53 vermeldt. Anderzijds subsidieert COCOF de sportclubs en sportbonden, openbaar dan wel privaat, voor zover deze zich bij voorkeur wenden tot het Brussels publiek en hun zetel hebben in het Brussels hoofdstedelijk gebied en voor zover de voertaal het Frans is bij hun activiteiten in de regio. Ook wordt ervan uitgegaan dat deze clubs en bonden een specifieke activiteit ontwikkelen ten behoeve van de jeugd (-16 jarigen), ten behoeve van senioren, anders validen, personen van vreemde afkomst of nog ten behoeve van de bevordering van de interculturele relaties54.

COCOF biedt ook effectieve ondersteuning bij de inrichting van sportmanifestaties (tornooien enz.). COCOF beheert tenslotte ook de dossiers van aan gemeentelijke sportinfrastructuren toegekende subsidies.

50 http://www.pouvoirslocaux.irisnet.be/nl/themas/regionale-steun/gemeentelijke-sportinfrastructuren51   http://www.cocof.be/index.php/subventions-infrastructures-sportives 52 http://www.avcb-vsgb.be/nl/subsidies.html?sub_id=10053 De inventaris van de sportinfrastructuur in het Brussels gewest met een zoekoptie voor alle gebruikers is reeds beschikbaar voor Wallonië sinds 2013, maar is op 18/06/2015 nog steeds niet klaar voor Brussel. 54 Reglement van 29 maart 1991 van de Franstalige gemeenschap met betrekking tot de subsidiëring van sportclubs, gewijzigd door het reglement van 12 december 1997 (BS van 18 januari 1992) en 14 mei 1998 http://www.avcb-vsgb.be/nl/subsidies.html?sub_id=91

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 47/80

VGCVanaf 2008 kende de Vlaamse gemeenschap jaarlijks een subsidie van 400.000 euro toe voor de sportpolitiek in de 19 gemeenten van het Brussels hoofdstedelijk gebied. Deze subsidie werd verdeeld volgens het aantal inwoners en het aantal Nederlandstalige sportclubs in de gemeenten55

Daarnaast ontving ook de VGC 400.000 euro voor de ontwikkeling van haar sportplannen.De toekenning van subsidies aan gemeenten is onderworpen aan het neerleggen van een gemeentelijk sportplan. Bij afwezigheid van dergelijk sportplan gaat het aandeel van de subsidie naar de VGC.Deze is ertoe gehouden, in uitvoering van het decreet, een sportplan op te stellen. Alleen de stad Brussel heeft zich aangemeld in het decreet van de Vlaamse deelregering. Een besluit van de Vlaamse gemeenschap bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten56.

Het Brussels hoofdstedelijk gebiedTen aanzien van de verdeling van bevoegdheden kan de tussenkomst van het Brussels hoofdstedelijk gewest verrassen waar het gaat om sportinfrastructuur. Inderdaad, alleen de federale overheid kan in principe tussenbeide komen voor tweetalige sportinfrastructuur omdat de federale overheid bevoegd is voor de ‘residuele’ culturele aangelegenheden.De oorsprong van de tussenkomst van het gewest is in hoofdzaak terug te brengen tot drie factoren : het gebrek aan belangstelling vanwege de federale overheid (zie wat eerder werd aangehaald over COCOM), het gebrek aan financiële middelen en de juridische onmogelijkheid om tussenbeide te komen van de COCOF (de meeste sportinfrastructuren in het Brussels hoofdstedelijk gewest zijn immers tweetalig57.Het gewest heeft daarom besloten om de ‘grote’ infrastructuurwerken ten laste te nemen, beginnend bij de zwembaden.

INTERCOMMUNAUTAIRE WERKGROEPENSport is in België verdeeld over tal van zelfstandige communautaire en politiek getinte instellingen. Mekanismen van partneriaat en dialoog bestaan, onder meer voor de organisatie van bijzondere sportevenementen en activiteiten (zoals het project Be Gold of het Europees voetbalkampioenschap in 2000).Er bestaat, met andere woorden, een vorm van overleg tussen de verschillende ministers voor de sport58. Het overleg behelst onder meer de preventie en de strijd tegen doping in de sport59 .Een recent geval (3 februari 2013) toont aan dat dit overleg soms vreemde kronkels vertoont. Het wereldrecord in zaal van Nafissatou Thiam werd niet gehomologeerd omdat de dopingcontrole niet werd uitgevoerd door het Vlaams agentschap tegen doping dat bevoegd is in Gent.De ABCD commissieDe ABCD commissie (A voor ADEPS, B voor BLOSO, C voor BOIC, D voor Deutsche 55 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 ter uitvoering van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid - bepalingen tot het verkrijgen van de impulssubsidie (BS van 4 mei 2007 / Opgeheven door BVR 2012-11-16/13, art. 32, L2, 002).  Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 betreffende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid (BS van 04/01/2013). 56 Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 betreffende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid (BS van 04/01/2013). 57 J. HELSON, J. VANDEN EYNDE, « Financement des infrastructures sportives à Bruxelles. La quadrature du cercle », www.vdelegal.be, s.d., p. 2.58 A. THIBAUT, « Les politiques du sport dans la Belgique fédérale »59 Samenwerkingsakkoord van 24 november 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport (BS van 05/07/2012) .

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 48/80

Gemeinschaft) werd opgericht in 1982 met de bedoeling tot overleg te komen tussen de drie taalgebieden en het BOIC en om de Belgische atleten voor te bereiden op internationale wedstrijden zoals de olympische spelen, maar ook om de dialoog tussen de taalgemeenschappen tot stand te brengen in geval van conflicten.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 49/80

Het Be Gold project werd uitgewerkt binnen deze samenwerking, in overleg met de federale overheid. Deze samenwerking leidde tot de ondertekening van een samenwerkingsakkoord op 30 april 2004. Bij aanvang ging het project door het leven als ‘project voor jonge sporttalenteen’ waarmee bedoeld wordt dat jeugdig sporttalent wordt opgespoord en begeleid wordt naar de olympische spelen van 2016 en 202060 .

Ook het verwezenlijken van aangepaste structuren voor de begeleiding van jeugdig sporttalent op korte en middellange termijn behoort tot de opdrachten (training, wedstrijden en begeleiding) tot verbetering van de prestaties61. Zowat 500 jongeren van 9 tot 23 jaar uit 19 verschillende sporttakken zijn in dit project betrokken.

Het project Be Gold kan bogen op een budget van 3.250.000 euro per jaar, met als deelname vanwege elke partner :

o De Franstalige taalgemeenschap (500.000 euro), o De Vlaamse taalgemeenschap (740.000 euro),o De Duitstalige taalgemeenschap (10.000 euro) en o BOIC (750.000 euro).

Met 1.250.000 euro doet ook de nationale loterij een stevig duit in dit zakje.

Het interministerieel overlegorgaanHet interministerieel overlegorgaan dat voor het eerst vergaderde in 1993 bestaat uit de drie ministers voor sport en afgevaardigden van het BOIC. De bedoeling van het overleg bestaat erin een coherent aanbod te verzekeren op het vlak van sport in de drie taalgebieden. Zo werd onder meer de Belgisch-Nederlandse kandidatuur hier behandeld voor de organisatie van de wereldkampioenschappen voetbal 2016 en 2022, net als dat eerder het geval was geweest voor het Europees voetbalkampioenschap van 2000.

Andere thema’s, zoals het statuut van topsporter, de opleiding van sportkaders en de lichamelijke opvoeding van jongeren komen hier ook aan bod. Toch geldt dit niet als een nationale coördinatie van aangelegenheden met betrekking tot sport vermits elk taalgebied onafhankelijk is en blijft.

60 Webstek van het project Be Gold, www.be-gold.be61 Onder sportprestatie wordt hier verstaan dat de atleet een top 8 plaats behaalt in zijn olympische discipline zoals de doelstelling is opgedragen door het BOIC.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 50/80

PROVINCIES EN GEMEENTENOok de provincies en de gemeenten spelen een rol op sportief vlak. Zij kunnen onder meer instaan voor organisatie. Tal van initiatieven worden op provinciaal vlak genomen, onder meer op het vlak van de organisatie van sportevenementen en infrastructuur (zoals de recreatiedomeinen van Chevetogne en Hélécine voor Wallonië – Voor Vlaanderen zie http://www.isbvzw.be/nl/512/content/7908/recreatiedomeinen.html)

De gemeenten en steden stellen dan weer sportinfrastructuur ter beschikking van hun inwoners, richten sportcentra in, verlenen hulp onder de vorm van gebouwen of materieel voor sportverenigingen, organiseren sportprogramma’s in wijken, kennen subsidies toe aan sportclubs e.d.

PRESTATIEKADER VOOR SPORTBONDENHet concept van ‘prestatiedwang’ is voldoende bekend en uiteraard belangrijk voor sportbonden. Het gaat er immers om het succes van een sporter te meten in diens discipline en het niveau van diens prestaties te kunnen vergelijken.Mede daarom gaan de meeste sportbonden ook hun eigen organisationele aanpak aanpassen om de doelstellingen beter te kunnen omschrijven en om na te gaan in welke mate de gestelde doelen al dan niet worden bereikt, en uiteraard om bij te kunnen sturen waar nodig.

Het belang hiervan is des te groter daar het aantal partijen waaraan verantwoording moet worden afgelegd alsmaar toeneemt (internationale instanties, nationale instellingen, sponsors e.d.)Gelet op het belang dat deze partijen spelen in de nationale en internationale erkenning van de sport en de financiering (lees subsidiëring), is het voor deze sportbonden van het grootste belang om permanent te kunnen aantonen dat zij een hoge standaard nastreven en dat zij inderdaad successen boeken.

Dat legt uit waarom deze sportbonden aangemoedigd worden om systemen in het leven te roepen waardoor aangetoond wordt dat zij inderdaad vordering maken op organisatorisch, technisch en sportief vlak.

Dat houdt ook in dat deze sportbonden een doeltreffende communicatie voeren om de betrokken partijen op de hoogte te houden van de geleverde prestaties en behaalde successen, zodat ook de sponsors en de overheid kunnen vaststellen dat de geleverde inspanningen en de aangereikte subsidies doeltreffend besteed worden.

Het blijft echter moeilijk om de prestaties van de nationale of communautaire sportbonden zèlf te evalueren, in te schatten of objectief te meten vanwege hun statuut als vereniging zonder winstoogmerk.

Dat statuut heeft overigens meer dan een bestuurder van een sportbond toegelaten om zich nooit vragen te stellen over de organisationele prestaties van zijn bond. Nochtans is het vandaag zo dat het alomtegenwoordige streven naar transparantie de professionalisering van deze sportbonden noodzakelijk heeft gemaakt.

De vraag naar mogelijkheden om sportbonden te evalueren in hun beleid en prestaties lijkt dan ook primordiaal voor de nabije toekomst.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 51/80

BEHEER VAN DE PRESTATIES VOOR SPORTBONDEN ALS

VERENIGINGEN ZONDER WINSTOOGMERK De nationale en de communautaire sportbonden staan vandaag bloot aan nieuwe vormen van druk die wordt uitgeoefend door politieke verantwoordelijken, private partners, leden en andere partijen.Al deze partijen verwachten van deze sportbonden dat zij zich nog intensiever richten op prestaties en dat zij voor de eigen organisatie een prestatiegericht beleid vastleggen.

Specifiek daartoe ontwikkelde tools zoals het McKinsey Capacity Self-Assessment Tool in Australie62 of deze van Deloitte & Touche in Groot-Brittannië63, researchprojecten64 en van internationale sportfederaties (zoals de internationale volleybond, de internationale tennisbond of het olympisch comité) tonen aan dat sportorganisaties, federaties en bonden hun eigen beleid en beheer noodzakelijk en dringend in vraag moeten stellen om organisatorisch beter te presteren.

Deze nieuwe cultuur, gebaseerd op een strekking van professionele benadering en modernisering, is gegrond op de sociale en maatschappelijke, economische en politieke belangen die wegen op de doelstellingen van de nationale of communautaire sportbonden, en op de onderlinge competitie met andere sporten en sportbonden waarin zij verstrengeld zitten waar het gaat om het rijven van openbare dan wel private fondsen en middelen.

Dat leidt er toe dat deze sportbonden zich efficiënter moeten aanbieden en dat zij rekenschap moeten geven van hun beleid en hun organisationele aanpak.Daar waar « prestatie » synoniem is voor het bereiken van een vooropgesteld doel, moet ook een consensus te vinden zijn over de manier waarop verantwoordelijken binnen een organisatie aangesproken worden over hun prioritaire doelstellingen en de manier waarop een en ander gemeten wordt65.

De organisatie stelt een lijst op van prioritaire doelstellingen en geeft ook aan op welke manier objectief kan nagetrokken worden of de gestelde doelen al dan niet binnen bereik komen. De strategische dimensies zijn voor elke sportbond verschillend, maar op basis van hun aard en kenmerken kunnen voor sportbonden toch enkele gelijklopende dimensies afgeleid worden.L’organisation établit une liste de dimensions stratégiques prioritaires qui correspondent aux objectifs à réaliser. Les critères de mesure sont appelés des indicateurs de performance, qui mesurent la réalisation de ces objectifs.Les dimensions stratégiques de performance sont propres à chaque organisation, mais selon leur nature et leurs caractéristiques, il est possible d’identifier certaines dimensions génériques, notamment pour les fédérations sportives.

62 McKinsey & Company, « Effective Capacity Building in Nonprofit Organizations », www.vppartners.org,2001.63 Deloitte & Touche, « “Investing in Change”. High Level Review of the Modernisation Programme for Governing Bodies of Sport », 2003.64 E. BAYLE, L. ROBINSON, « A Framework for Understanding the Performance of National Governing Bodies of Sport », European Sport Management Quarterly, volume 7, n° 3, 2007, p. 249-268.65 P.-L. BESCOS, « Introduction générale », in ECOSIP, Dialogues autour de la performance en entreprise :les enjeux, Paris, L’Harmattan, 1999, p. 9-24

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 52/80

STRATEGIE VAN SPORTBONDENHet lijdt geen twijfel dat de strategische dimensie van sportbonden in de eerste plaats te zoeken is in de sportieve resultaten die behaald worden door topsporters, maar even zeer binnen het beleid van ‘sport voor allen’.Zoals aangegeven in de studie van D. Shilbury en K. A. Moore66, gebeurt het wel eens dat de doelstellingen elkaar in de weg staan vanwege de beperkingen in financiële en menselijke mogelijkheden.Voor topsporters worden vergelijkingen gemaakt op basis van internationale sportresultaten, het aantal sporters dat deelneemt aan competities op internationaal vlak en op basis van de diensten die aan topsporters worden aangeboden.Niet alle sportbonden hebben de ambitie om topsport als doelstelling te hebben, laat staan als enige of voornaamste doelstelling. Nochtans organiseren de meeste sportbonden voor hun leden ook competities op nationaal, regionaal of lokaal vlak. Anderen dan weer organiseren puur recreatieve activiteiten en streven er alleen naar om het aanbod naar hun leden toe te verbeteren.

Maatschappelijk Sport voor allen TopsportLeden werven De dienstverlening aan

de beoefenaars van de sport verbeteren

Internationaal topresultaten bereiken

Sportieve warden beklemtonen in de maatschappij

Het aantal diensten aan de sportbeoefenaars uitbreiden

Meer sporters aantrekken voor de competitie

Verbetering van het extra sportieve dienstbetoon

De diensten aan de sporters verbeteren

Financieel Promotie een communicatie

Organisatie

Financiële middelen verwerven uit zo veel mogelijk verschillende bronnen

Promotie voor de sport Het organisationele klimaat verbeteren

Financieel minder afhankelijk worden van de overheid

De communicatie naar de leden en naar de buitenwereld verbeteren

De kennis van de eigen medewerkers verbeteren

In dit schema worden de voornaamste dimensies opgenomen voor sportbonden. In een beleidsplan kan uitgestippeld worden welke van deze dimensies voorrang heeft :

Op het vlak van de organisatie, de promotie en de communicatie of op het vlak van verwerving van financiële middelen ;

De extra sportieve diensten die nodig zijn om de verwachtingen in te lossen van de onderscheiden actoren ;

De kwaliteit en de omvang van extra sportieve diensten ; De deelname van een groter aantal sporters aan de sportieve activiteiten ; De commerciële partners wensen altijd een groter bereik om aan een

groter publiek te kunnen tonen welke waarden zij nastreven op het vlak van de sport ;

Het imago en de communicatie ; De promotie voor de sport en de verbetering van de communicatie naar de

leden en de clubs toe ; Het beheer van de middelen en de verzekering van het financieel

voortbestaan.T. Zintz et J. Camy67 onderlijnen het belang van de professionele kennis en 66 D. SHILBURY, K. A. MOORE, « A Study of Organizational Effectiveness for National Olympic Sporting Organizations », Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, volume 35, n° 1, 2006, p. 5-38.67 T. ZINTZ, J. CAMY, Manager le changement dans les fédérations sportives en Europe

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 53/80

bekwaamheid van de medewerkers van een sportbond, omdat de kwaliteit en de organisationele prestaties hieraan gebonden zijn.

HET INNOVEREND VERMOGEN VAN DE COMMUNAUTAIRE SPORTBONDEN IN BELGIËDe communautaire sportbonden, verenigingen zonder winstoogmerk, worden aangemoedigd om zich aan te passen aan de verwachtingen en de verzuchtingen van alle betrokken partijen (leden, overheid, sponsors) :

Tevredenheid van hun leden ; Aanwerving van nieuwe leden Behalen van sportresultaten op niveau

Het invoeren van een nieuw initiatief (dienst of activiteit) om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de leden kan aanschouwd worden als innoverend68 .

Een nationaal onderzoek dat in 2010 gevoerd werd bij het geheel van sportbonden in Vlaanderen en in Wallonië had betrekking op het thema ‘vernieuwing’ in de sport69 . De resultaten van dit onderzoek brengen enkele elementen aan het licht omtrent het beheer en de werking van de sportbonden, daar waar deze aangemoedigd worden om te innoveren70 .

Deze sleutelelementen hebben betrekking op het beleid en de houding van het bestuur ten overstaan van vernieuwing en verandering, de werking van de bond, de concurrentie en de financiële gezondheid. Het onderzoek heeft aangetoond date en meerderheid van sportbonden eerder te vinden zijn voor een beleid en een bestuur naar het voorbeeld van ondernemingen en voor de rechtstreekse inbreng van de medewerkers (personeel) in de beleidsvoering.Vooral de middelgrote sportbonden en de sportbonden die een olympische discipline vertegenwoordigen zijn te vinden voor een aanpak als in een onderneming. Evenwel beklemtonen de meeste sportbonden dat hun structuren en hun verantwoordelijkheden totaal verschillen van deze van bedrijven.Veel sportbonden ervaren concurrentie waar het gaat om het verwerven van subsidies en, in mindere mate, waar het gaat om ledenwerving.

Beschouwen de meeste sportbonden zichzelf als ‘financieel gezond’, dan geven zij meteen ook aan dat zij niet beschikken over voldoende kennis om private financiële bronnen aan te boren. Dat betekent dat tal van sportbonden aangewezen zijn op overheidssteun. Deze realiteit is nadrukkelijker van toepassing voor de olympische disciplines.

De decreten en ordonnanties van de communautaire entiteiten laten toe om het kader vast te leggen waarin de sportbonden kunnen bewegen. Zij leggen de generische doelstellingen vast inzake prestaties (bij voorbeeld voor de topsport) die behaald moeten worden door bepaalde federaties.

68 F. DAMANPOUR, M. SCHNEIDER, « Phases of the Adoption of Innovation in Organizations: Effects of Environment, Organization, and Top Managers », British Journal of Management, volume 17, 2006, p. 215-236.69 M. WINAND, J. SCHEERDER, S. VOS, T. ZINTZ, Attitude, changement et innovation. Les fédérations sportives communautaires de Belgique, Louvain/Louvain-la-Neuve, Afdeling Sociale Kinesiologie & Sportmanagement (KUL)/Chaire olympique Henri de Baillet Latour et Jacques Rogge en management des organisations sportives (UCL), 2011 (Gestion & Management du Sport, 11).70 De initiatieven waarvan gewag werd gemaakt door de sportbonden hebben meestal slechts een relatief belang. Sommige initiatieven leidden tot een radicale ommezwaai, terwijl andere initiatieven slechts een zeer geringe invloed hadden.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 54/80

Deze kaders blijven helaas vaag en geven geen richtlijnen noch multidimensionaal systeem voor een efficiënt beheer en beleid, waardoor de communautaire sportbonden zichzelf zouden kunnen verbeteren.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 55/80

Enerzijds biedt de subsidiëring van de sportbonden mogelijkheden tot toezicht van de bevoegde overheid. Anderzijds beperkt het huidig systeem ook de mogelijkheden en de vrijheid (of de wil) van bepaalde sportbonden.

De strategische beleidsplannen van de communautaire sportbonden die opgesteld zijn overeenkomstig de decreten en ordonnanties van de overheden die instaan voor erkenning en subsidiëring – moeten ook een luik bevatten waarin het vermogen tot innovatie wordt aangegeven en welke de verwachte gevolgen van de innovatie dan wel zijn, samen met een objectieve manier tot evaluatie van de doelstellingen.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 56/80

Waar het om draaitGedurende zowat een eeuw (1870-1970) ontwikkelde de sport zich zelfstandig in een cocon van amateurisme, en ging men voor de sport voort op algemeen geldende regels uit de “echte” wereld.Sinds de jaren ’70 evenwel is het aantal partijen die draaien omheen de sportwereld aanzienlijk toegenomen en kan de sportwereld zich niet langer onttrekken aan dit nieuwe milieu.

Sport is niet langer een sociaal fenomeen dat louter gericht is op het individueel en algemeen welzijn. Sport moet nu ook bijdragen tot de maatschappelijke integratie van minderheden, anders validen, of soms een alternatief zijn voor een of ander geneesmiddel, maar sport is ook een droom geworden voor menigeen.Sport is bovendien een economisch belangrijke activiteit geworden, goed voor zowat 1,5 % van het bruto binnenlands product van ontwikkelde landen, onder de vorm van uitgaven71 enerzijds, onder de vorm van rechtstreekse of onrechtstreekse tewerkstelling anderzijds.Net als andere maatschappelijke fenomenen moet ook de sport en de sportbeoefening gezien worden in een specifiek juridisch kader en moet rekening gehouden worden met de rechtspraak. In verhouding tot wat lidstaten wel of niet, veel of weinig investeren, wordt de ontwikkeling van sport rechtstreeks beïnvloed.

Hier is het de bedoeling om de klemtoon te leggen op de organisatie van de sport zwoel nationaal als internationaal. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het wettelijk en politiek kader. Deze keuze lijkt verantwoord in de mate dat deze beide kaders ook de basis vormen voor een (goede) werking van sportorganisaties zoals de sportbonden. Sport wordt heden ten dage aanschouwd als een beweging met eigen en specifieke kenmerken, waarbij algemeen geldende regelgeving een eigen koers kan varen.Opdat sport volwaardig gebruik zou kunnen maken van de rechten die eraan worden toegekend mag de sport niet langer blijven leven in afzondering achter gesloten deuren, maar moet de sport zich professioneel gaan organiseren.De maatschappelijke roeping van de sport, ongeacht of het sport is op hoog niveau, dan wel sport voor allen, kan slechts bewaarheid worden in de mate dat diegenen die binnen de sport enige verantwoordelijkheid dragen ook handelen binnen een strategische visie die hen vanuit de maatschappij wordt opgelegd.

71 Behoudens vrijwilligerswerk evolueerde het economisch belang van de sport in de Franse economie naar zowat 1,77 % van het BBP of 30,4 miljard euro aan uitgaven in 2005 (cfr Frans ministerie van gezondheid, jeugd en sport Stat-Info. Bulletin de statistique et d’étude, n° 07-03, november 2007).De uitgaven aan sport wordt gemeten aan de hand van de financiële inspanningen in dit domein gedaan door gezinnen, de overheid (Staat en plaatselijke besturen) en ondernemingen. Gezinnen leveren een bijdrage van circa 50% in deze uitgaven, de Staat en de besturen nemen 40% voor hun rekening.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 57/80

Pleidooi voor de biljartsport Plaidoyer pour le sport du billard

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 58/80

VaststellingenDe statistieken en grafieken laten er geen twijfel over bestaan :

o het aantal licentiehouders daalt jaar na jaaro steeds meer lokalen sluiten hun deuren

rookverbod & alcoholcontroleso de gemiddelde leeftijd van spelers stijgt alsmaaro jongeren voelen zich niet aangetrokken tot de biljartsport

ConstatationsAu vu des statistiques et graphiques, aucun doute n’est permis :

o le nombre de joueurs avec licence diminue d’année en année

o de plus en plus de locaux ferment leurs portes interdiction de fumer & contrôles d’alcoolémie

o la moyenne d’âge ne cesse d’augmentero les jeunes ne se sentent nullement attirés par le sport du

billard

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 59/80

Vragen1. Willen wij hier iets aan doen ?2. Zo ja, wat kunnen wij hier aan doen ?

Questions1. Voulons-nous remédier à cet état de choses?2. Si oui, pouvons-nous remédier à cet état de choses ?

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 60/80

Ons doelpubliekHet doelpubliek kan ingedeeld worden volgens verscheidene criteria :

- behendigheid- leeftijd- kennis- beschikbaarheid

Op basis van “kennis” zouden wij de rekrutering kunnen richten op golfbiljarters, snooker- en/of poolspelers…De nodige vaardigheden zijn veelal gelijklopend en ook wat het materiaal aanbelangt zijn er tal van raakpunten.Waar het om beschikbaarheid gaat, kunnen wij indelen op basis van de professionele activiteit(en) :

o studenten en jongeren (o.a. beschikbaar de woensdag namiddag) + eventueel tijdens het weekend

o professioneel actieven (zelfstandigen, werknemers) ’s avonds beschikbaar + eventueel tijdens het weekend

o professioneel inactieven (werklozen, langdurig zieken, gehandicapten, bruggepensioneerden, gepensioneerden) beschikbaar overdag + eventueel tijdens het weekend

Welk criterium ook moge gehanteerd worden, de “professioneel actieven” zijn het moeilijkst te bereiken. Ook al gaat het niet ipso facto om “carrière”, toch leggen de professionele, de maatschappelijke en de familiale omstandigheden verplichtingen met zich mee die vaak amper te verzoenen zijn met de beperkingen die het gevolg zijn van de biljartkalender(s).Een niet onbelangrijke doelgroep zijn de biljartspelers

die niet aangesloten zijn bij een “erkende” club en/of die geen licentie wensen

Notre public cibleNous pouvons identifier notre public cible selon différents critères

- dextérité- âge- connaissances acquises- disponibilité

Sur base des connaissances acquises, nous pourrions essayer de recruter de nouveaux joueurs dans les milieux du billard à trous, du snooker, du pool…Nous voyons en effet pas mal de parallèles dans les aptitudes requises tandis que le matériel aussi est plutôt comparable.Là où il s’agit de disponibilité, nous pourrions classifier sur base des activités professionnelles :

o les jeunes et les étudiants (e.a. disponibles les mercredis dans l’après-midi et éventuellement les weekends)

o les actifs (indépendants, travailleurs) disponibles en soirée et éventuellement les weekends

o les inactifs (sans emploi, malades de longue durée, handicapés, prépensionnés, pensionnés) disponibles en soirée et éventuellement les weekends

Quel que soit le critère appliqué, les « actifs » sont les plus difficiles à atteindre. Même s’ils ne sont poursuivent pas ipso facto une « carrière », il faut accepter que les circonstances professionnelles, sociales et familiales engendrent des contraintes qu’il est souvent particulièrement difficile de joindre aux conséquences et restrictions issues des calendriers du billard.Un public cible important sont les joueurs de billard

non membres d’un club «agréé» et/ou ne souhaitant pas de licence

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 61/80

Onze partners Nos partenaires

Het wettelijk kader Le cadre légalArt. 127 van de Grondwet :§ 1. De Parlementen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, elk voor zich, bij decreet : 1° de culturele aangelegenheden;§ 2. Deze decreten hebben kracht van wet respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap.

Art. 127 de la constitutuion§ 1er. Les Parlements de la Communauté française et de la Communauté flamande, chacun pour ce qui le concerne, règlent par décret 1° les matières culturelles;§ 2. Ces décrets ont force de loi respectivement dans la région de langue française et dans la région de langue néerlandaise, ainsi qu'à l'égard des institutions établies dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale qui, en raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à l'une ou à l'autre communauté.

Artikel 4, 9° en 10° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen :De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 127 van de Grondwet zijn : 7° Het jeugdbeleid;

Article 4 de la Loi spéciale du 8 août 1980 en matière de réforme des institutions :Les matières culturelles visées à l'article 127 de la Constitution sont : 7° La politique de la jeunesse;

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 62/80

9° De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; 10° De vrijetijdsbesteding [W 2014-01-06/54, art. 3, 046; Inwerkingtreding : 01-07-2014)

9° L'éducation physique, les sports et la vie en plein air; 10° Les loisirs [L 2014-01-06/54, art. 3, 046; En vigueur : 01-07-2014>

De praktische uitvoering L’exécution pratiqueDe ministers van Sport :

Les ministres des sports :

Vlaams Gewest – Région Flamande : Philippe Muyters

Waals Gewest – Région Wallonne : René Collin

Duitse taalgemeenschap Communauté Germanophone Isabelle Weykmans

Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Région de Bruxelles Capitale : Staatssecretaris / secrétaire d’Etat : Fadila Laanan

De structuren Les structuresVlaanderen : BLOSOWallonië : ADEPS

Wallonie : ADEPSFlandre : BLOSO

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 63/80

De doelstellingen en programma’s van de beide structuren lopen parallel en zijn perfect vergelijkbaar.Alleen ‘na de komma’ komen enkele nuances aan het licht, zoals onder meer de voorwaarden die gesteld worden voor de opleiding van sportmonitoren.In Vlaanderen wordt verwezen naar de beleidsnota 2014-2019 van Philippe Muyters en het regeerakkoord van de Vlaamse regering 2014-2019.

Les objectifs, tant que les programmes, sont parallèles et sont parfaitement comparables.‘Derrière la virgule’ quelques nuances existent, telles que les conditions d’admission à la formation de moniteurs sportifs.Le programme du ministre René Collin en matière de sports et des objectifs du gouvernement Wallon en matière fait l’objet de nombreuses interventions à l’agenda des activités parlementaires.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 64/80

BLOSOSinds 1/04/2006 is Bloso een Intern Verzelfstandigd Agentschap met rechtspersoonlijkheid(IVArp Bloso). Bloso is de sportadministratie van de Vlaamse overheid. Voluit heet Bloso: het Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie. De dagelijkse leiding van het Bloso is in handen van Philippe Paquay, Administrateur-generaal.

Bloso heeft 13 sportcentra. In deze Bloso-centra worden de Bloso-sportkampen georganiseerd tijdens de vakantieperiodes. Maar zowat iedereen kan er terecht: scholen voor hun sportklassen en schoolsportdagen, sportclubs en sportfederaties voor trainingen en stages, bedrijven voor hun bedrijfssportdagen, en ook de individuele sporter.

Bloso subsidieert de Vlaamse sportfederaties en de provincies/ steden/ gemeenten/ VGC voor hun Sport voor Allen beleid.

Een andere opdracht van Bloso is de promotie van de sport: zo veel mogelijk Vlamingen, en vooral de jeugd, sensibiliseren om aan sport te doen, bij voorkeur op regelmatige basis (=sporten in clubverband). Om dit te realiseren organiseert Bloso sportpromotiecampagnes en sensibiliseringsacties op Vlaams niveau om de jeugd in contact te brengen met zo veel mogelijk verschillende sporten. Hierbij doet Bloso een beroep op verschillende partners, zoals de Vlaamse sportfederaties en hun clubs, de provinciale en gemeentelijke sportdiensten, de Stichting Vlaamse Schoolsport, ...

In de 5 Vlaamse provincies is er een Bloso-promotiedienst. Dit zijn de antennes op het terrein die de provinciale en lokale actoren bijstaan, informeren en adviseren.

Bloso voert ook het Vlaams topsportbeleid uit en speelt een belangrijke coördinerende rol tussen de verschillende topsportactoren (BOIC, topsportfederaties, topsporters). In het Vlaams regeerakkoord wordt Bloso aangewezen als het enig loket voor topsport in Vlaanderen.

Voorts is er de Vlaamse Trainersschool als het decretaal erkende opleidingsorgaan in de sport (trainers, begeleiders, clubbestuurders, sportfunctionarissen, redders,...). Het is een samenwerkingsverband tussen Bloso, de Vlaamse Sportfederatie en de Vlaamse universiteiten en hogescholen met een opleiding LO.

Bloso organiseert ook grote evenementen, zoals de Gordel voor Scholen (eind juni), de actie Sporttak in de Kijker (het hele jaar door), de Zomersportpromotietoer (juli-augustus), de Watersportdag (mei) en tal van andere sportpromotionele evenementen.

ADEPSDepuis sa création en 1964, l'Adeps a largement contribué à l'intégration de nombreuses activités sportives dans la vie quotidienne de centaines de milliers de personnes de tous âges et de tous milieux. Se voulant ouverte à tous, elle est présente au niveau local par le biais de ses antennes provinciales, son objectif couvrant les territoires du Brabant wallon et de Bruxelles.Tout comme BLOSO en Flandre, l’ADEPS gère des centres sportifs. L'Adeps compte 18 centres sportifs en Fédération Wallonie-Bruxelles et un centre sportif aux Arcs, en France.Les centres sportifs proposent des stages, des cycles, accueillent les écoles, les groupes, les associations, les fédérations pour des journées ou séjours sportifs.L'ADEPS octroie différentes subventions et aides financières aux acteurs du sport en Fédération Wallonie Bruxelles.Les centres de conseil du sport sont au service des particuliers, des communes, des provinces, des écoles, de tout groupement, ASBL... Ils travaillent en particulier avec les clubs sportifs affiliés à une fédération sportive, les centres sportifs locaux (et locaux intégrés) et les fédérations sportives reconnues.Ils informent, apportent un accompagnement sportif et administratif, ils soutiennent dans la gestion, dans l'organisation d'un évènement,...

Les CCS aident notamment en matière de subventions, prêt de matériel, demandes de prix et trophées. (CCS Bruxelles, Brabant Wallon, Hainaut Est, Hainaut Ouest , Namur, Liège, Luxembourg).L’ADEPS gère également les centres de formation de moniteurs sportifs (initiateur, éducateur, entraineur).L'Adeps organise des évènements.Le Trophée Commune Sportive : Les communes s'affrontent dans de nombreuses activités sportives durant toute une journée.Le Beau Vélo de Ravel : Les samedis de l'été, en collaboration avec la radio Vivacité, des balades familiales en vélo, des animations, des concerts.Le Rhéto Trophée : Une compétition réservée aux élèves de Rhéto. Phase qualificative et une grande finale en mai.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 65/80

De aangeboden hulp Les aides offertesHet spreekt voor zich dat “hulp” niet a priori verworven is, en dat de hulp via de regionale structuren (=provinciale structuren in Vlaanderen) en de lokale structuren (gemeentelijke sportraden) beheerd wordt.

In de meeste steden en gemeenten echter is “erkenning van de sport door Bloso” een ‘conditio sine qua non’ om op hulp een beroep te kunnen doen.De meeste steden en gemeenten zijn bijzonder streng in dit opzicht, weinig andere gaan uit van een eigen interpretatie, ook al zijn zij dan in overtreding met de regelgeving van het Vlaams Gewest.

In Wallonië is de toestand minder duidelijk. Tal van gemeenten stellen lokalen ter beschikking van biljartverenigingen tegen een symbolische tussenkomst in de kosten voor huur, verlichting, verwarming, onderhoud…

Administratieve hulp : oprichting, beheer, leiding, verzekering van clubs en clubverantwoordelijken, …

Technische hulp : lokalen72 en materiaalOpleiding : vandaag is de opleiding in handen van vrijwilligers die hun

eigen kennis willen overdragen op jongeren.Te veel van die jongeren “verdwijnen” na verloop van tijd. Er is meer nood aan opleiding van de vrijwilligers die te vaak aan hun lot overgelaten worden waar het gaat om pedagogiek en methodologie.Naar het Franse voorbeeld zou een “trainersopleiding” in het leven kunnen geroepen worden.

Financiële hulp: Zijn de subsidies op stedelijk of gemeentelijk vlak afhankelijk van de erkenning van de sport door BLOSO, dan is in sommige gemeenten en steden de toegang tot de sportraad aan dezelfde voorwaarde onderworpen.

Schooldeuren: Mits erkenning door Bloso zouden in Vlaanderen ook de schooldeuren kunnen geopend worden voor promotie van de biljartsport73

Il va de soi que “l’aide” n’est pas acquise a priori et que l’aide est gérée par les structures régionales (voir supra – en Flandre les structures sont provinciales) et communales (Le conseil communal des sports).

En Flandre, l’agréation du sport par Bloso est une « conditio sine qua non » pour l’obtention d’aides. La plupart des communes appliquent la règle stricte, tandis que trop peu d’autres interprètent la règle à leur façon, tout en étant en contravention avec les règles de la Région Flamande.

En Wallonie, la situation est quelque peu moins évidente. De nombreuses communes mettent à dispositions des clubs de billard des locaux moyennant intervention symbolique dans les frais de location, d’éclairage, de chauffage, d’entretien …

Aides administratives : création, gestion, direction, assurance des clubs et des gestionnaires de clubs, …

Aides techniques : mise à disposition de locaux1 et de matérielFormation : Aujourd’hui, la formation est entre les mains de

‘volontaires’ acceptant de transmettre les connaissances acquises à quelques jeunes. Trop de ces jeunes « disparaissent » après quelque temps. Il existe un besoin de formation des formateurs, trop souvent abandonnés à leur sort en matière de méthodologie et de pédagogie. A l’image de la Fédération Française, une formation d’entraineurs pourrait être créée.

Aides financières : En Flandre, les subsides ne sont octroyés au niveau communal qu’à la condition d’agréation du sport par Bloso, à ce point que dans certaines villes et communes l’accès au conseil communal des sports est refusé aux sports non agréés par Bloso

Portes des écoles : Moyennant agréation par Bloso, les portes des écoles pourraient s’ouvrir à la promotion du sport de billard dans les écoles2.

72 Voor de organisatie van het Nationaal kampioenschap 2015 voor de jeugd zou gebruik kunnen gemaakt worden van één van de centra van het BLOSOPour l’organisation du championnat national des jeunes 2015, BLOSO pourrait mettre l’un de ses centres à disposition73 Zelfde opmerking als voor de subsidies – Même remarque que pour les subsides

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 66/80

De voorbeelden Les exemples61 “Nationale” sportfederaties hebben de stap reeds gezet om in de eigen schoot een “Vlaamse” en een “Waalse” (soms Waals-Brusselse) afdeling op te richten.Een beperkt aantal federaties heeft ook in het Duitstalig gebied een eigen afdeling opgericht.

De Vlaamse tennis, zwemsport, atletiek liga’s zijn voldoende bekend, net als de nationale kampioenschappen die zij organiseren.

Minder bekend is waarschijnlijk dat ook de Koninklijke Belgische voetbalbond eigen gewestelijke structuren heeft opgezet in de beide gewesten. Naast de Koninklijke Belgische Voetbalbond bestaan inderdaad de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond en de ‘Association des clubs Francophones de football’.

Overigens vormt de specifieke situatie van de Brusselse voetbalclubs het onderwerp van een meer dan interessant artikel van de hand van Bart Van Hyfte, "Moeten Brusselse clubs kiezen : Vlaams of Frans? Staatsrecht toegepast op de sport", Sport.&.Recht,.2009,.afl..123,.1490-1493..

Ook het artikel “Financement des infrastructures sportives à Bruxelles - La quadrature du cercle ” van Julie HELSON en Johan VANDEN EYNDE is op dit vlak verrijkende lectuur.http://vdelegal.be/wa_files/ Financement des infrastructures sportives à Bruxelles.pdf

Tenslotte weze ook opgemerkt dat het BOIC niet kan genieten van tegemoetkomingen door het Waals Gewest omdat het geen regionale organisatie is, en het Waals Gewest geen tegemoetkomingen mag toekennen aan overkoepelende structuren….

61 Fédérations « Nationales » ont déjà créé au sein de leur structure nationale des sections ou divisions autonomes en « Flandre » et en « Wallonie » (quelques fois Wallonie-Bruxelles )Un nombre restreint de ces fédération nationales ont même été jusqu’à créer une section spécifique dans la partie germanophone du pays.

Les ligues francophones de tennis, natation, athlétisme sont suffisamment bien connues, autant que les championnats nationaux qu’elles organisent.

Il est sans doute moins connu que même la Fédération Belge de football a créé ses propres structures dans les deux régions. Outre la Fédération Royale Belge de football, nous connaissons en effet ‘L‘Association des clubs Francophones de football’ et le Fédération Royale Flamande de football.

Par ailleurs, la situation spécifique des clubs de football Bruxellois fait l’objet d’un article remarquablement intéressant par Bart Van Hyfte, "Moeten Brusselse clubs kiezen : Vlaams of Frans? Staatsrecht toegepast op de sport", Sport & Recht, 2009, afl..123,.1490-1493..

L’article “Financement des infrastructures sportives à Bruxelles - La quadrature du cercle ” par Julie HELSON et Johan VANDEN EYNDE est enrichissante à ce niveau.http://vdelegal.be/wa_files/Financement des infrastructures sportives _C3_A0 Bruxelles.pdf

A remarquer aussi que le COIB ne peut profiter de subventions par la Région Wallonne parce que le COIB n’est pas une organisation régionale et que la région Wallonne ne peut octroyer des subsides à des structures « nationales »…

14 Uitzonderingen 14 ExceptionsAmerican football – Biathlon- Billjart / Billard – Skeleton – Bodybuilding – Bowling – Cricket – Curling – Dans(e)- Floorball – Hockey on Ice – Korfbal – Craftball – Minigolf – Touwtrekken / Tir à la corde -

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 67/80

Andere partners Autres partenairesNet als Bloso en Adeps willen ook de mutualiteiten hun verzekerden aansporen om aan sport te doen.

De meeste mutualiteiten kennen subsidies toe aan hun verzekerden die aan sport doen. De bedragen schommelen tussen 15 en 45 euro per jaar.

De mutualiteiten die bij de CM aanleunen weigeren deze subsidie toe te kennen aan sporters waarvan de sport niet erkend is door het Bloso

Tout comme l’Adeps et Bloso, certaines mutuelles incitent les assurés à la pratique sportive.

La plupart des mutuelles octroient des subsides aux assurés pratiquant un sport. Les montants varient de 15 à 45 euro.

Les mutuelles proches de la MC refusent d’octroyer ces subsides aux sportifs dont le sport n’est pas reconnu par Bloso

Conclusie ConclusionZowel de individuele sportbeoefenaar als de clubs, de districten de gewesten hebben er technisch, administratief, organisatorisch en financieel belang bij dat de Koninklijke Belgische Biljartbond in de eigen schoot twee gewestelijke entiteiten zou oprichten.

De manier waarop dit moet of kan gebeuren kan best worden toevertrouwd aan een werkgroep die gelast wordt met de uitwerking hiervan naar het voorbeeld van de andere 61 nationale sporttakken die hier reeds eerder zijn toe overgegaan.

Het lijdt geen twijfel dat splitsing in de vorm van de oprichting van entiteiten buiten de bestaande biljartbond steeds meer bijval zal kennen naarmate de KBBB blijft talmen.

Tant le joueur individuel que les clubs, les districts, les régions ont tout avantage technique, administratif, organisationnel et financier à ce que la Fédération Royale Belge du Billard crée en son sein deux entités régionales autonomes.

La façon dont cette création doit ou pourrait se faire devrait idéalement être confiée à un groupe de travail s’inspirant de l’exemple de 61 autres sports ‘nationaux’ nous ayant précédé en la démarche.

Aucun doute quant à l’idée que la création d’entités en dehors de la fédération existante sera de mieux en mieux reçue à force que la FBBB renvoie au calendrier grec l’idée de cette réforme.

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 68/80

vzw/asbl BOIC http://teambelgium.be/

Sport website Acrobatische gymnastiek

Koninklijke Belgische Turnbond http://www.frbg-kbt.be/Fédération Francophone de Gymnastique http://www.ffgym.be/

Gymnastiekfederatie Vlaanderen Vzw http://www.gymfed.be/

AikidoBelgian Aïkikaï vzw http://www.aikido.beAssociation Francophone d'Aïkido http://www.aikido.be

Vlaamse Aikido Vereniging http://www.aikido-vav.be/ Alpineskiën Olympisch

Koninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

American FootballBelgian American Football League http://www.belgian-football-league.be

Artistieke gymnastiek OlympischKoninklijke Belgische Turnbond http://www.frbg-kbt.be/Fédération Francophone de Gymnastique http://www.ffgym.be/

Gymnastiekfederatie Vlaanderen Vzw http://www.gymfed.be/

Atletiek OlympischKoninklijke Belgische Atletiekbond http://www.belgian-athletics.be/

Ligue Belge Francophone d’Athlétisme http://www.faisdelathle.be/

Vlaamse Atletiekliga http://www.val.be Autosport

Koninklijke Automobielclub van België http://www.racbgtclub.com

Association Sportive Automobile Francophone http://www.asaf.be/

Vlaamse Autosportfederatie http://www.vas.be/ Baanwielrennen Olympisch

Koninklijke Belgische Wielrijdersbond http://www.belgiancycling.be/

Fédération Cycliste Wallonie-Bruxelles http://www.fcwb.be/

Wielerbond Vlaanderen http://new.wiebovlaanderen.be/ Badminton Olympisch

Belgische Badmintonfederatie http://www.belgian-badminton.beLigue Francophone Belge de Badminton http://www.lfbb.net/

Badminton Vlaanderen http://www.badmintonvlaanderen.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 69/80

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 70/80

BaseballKoninklijke Belgische Baseball en Softball Federatie http://www.frbbs.be

Ligue Francophone Belge de Baseball et Softball http://www.lfbbs.be/

Vlaamse Baseball Softball Liga http://www.baseballsoftball.be/ Basketbal Olympisch

Koninklijke Belgische Basketbal Bond http://www.basketbelgium.org/

Association Wallonie-Bruxelles de Basketball http://www.awbb.be

Vlaamse Basketballiga http://www.basketbalvlaanderen.org Beach Volleybal

Koninklijk Belgisch Volleybal Verbond http://www.belgianbeachvolley.be/

Association Interprovinciale Francophone de la Fédération Belge de Volley

http://www.volleyaif.be

Vlaamse Volleybalbond http://www.volleyvvb.be/ Biathlon Olympisch

Belgium Biathlon http://www.belgiumbiathlon.be/ Biljart

Koninklijke Belgische Biljartbond http://www.kbbb-frbb.be/ BMX Olympisch

Koninklijke Belgische Wielrijdersbond http://www.belgiancycling.be/

Fédération Cycliste Wallonie-Bruxelles http://www.fcwb.be/

Wielerbond Vlaanderen http://new.wiebovlaanderen.be/ Bobsleeën Olympisch

Belgische Federatie voor Bobslee en Skeleton BOB-Belgische-federatie-bobslee-skeleton.pdf

Body buildingFederatie voor Bodybuilding – België http://www.ifbbbelgium.be

Boksen OlympischKoninklijke Belgische Boksbond http://www.boxebelgium.be/Boxliga der Deutschsprächigen Gemeinschaft BOX-BOXLIGA-Dts.pdf

Ligue Francophone de Boxe http://www.boxesport.be/Vlaamse Boks Liga http://www.vlaamseboksliga.be/

Boules

Federatie Belgische Boulisten BOUL-BELGISCHE-BOULISTENFEDERATIE.pdf

BowlingBelgische Bowlingsport Federatie http://www.bowling.be

BridgeKoninklijke Belgische Bridge Federatie http://www.bridgeserver.org

Ligue des Cercles de Bridge - http://lbf.imingo.net/v2/central.phpVlaamse Bridge Liga http://www.vbl.be/

CricketBelgian Cricket Federation http://www.cricket-belgium.com/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 71/80

Curling OlympischBelgium Curling Association http://bca.belgiumcurling.be/

DansBelgische Danssport Federatie http://www.bdsf.be/

FloorballBelgian Floorball Federation http://www.floorballbelgium.be

Franse BoxKoninklijke Belgische Federatie van het Savate http://www.savate-belgium.be/home.htm

Freestyleskiën OlympischKoninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

Gewichtheffen OlympischKoninklijke Belgische Gewichtheffers Bond WEI-KON.BELG.GEWICHTHEFFERS-VERBOND.pdf

Ligue Francophone des Poids et Haltères http://www.lfph.be

Vlaamse Gewichtheffers en Powerlifters Federatie http://www.vgpf.be/

Golf OlympischKonklijke Belgische Golf Federatie http://www.golfbelgium.be

Association Francophone Belge de Golf http://www.afgolf.be/

Vlaamse Vereniging voor Golf http://www.golfvlaanderen.be/ Handbal Olympisch

Koninklijke Belgische Handbalbond HAN-KONINKLIJKE-BELGISCHE-HANDBALBOND.pdf

Ligue Francophone de Handball http://www.handball.beVlaamse Handbalvereniging vzw http://www.handbal.be/

Handboogschieten OlympischRoyal Belgian Archery http://www.belgium-archery.be/en/Ligue Francophone Belge de Tir à l'Arc http://www.lfbta.be/

Handboogliga v.z.w. http://www.handboogliga.be Hockey Olympisch

Koninklijke Belgische Hockeybond http://www.hockey.be

Vlaamse Hockey Liga http://hockeyvl.beLigue Francophone de Hockey http://hockeyfr.be

IJshockey OlympischKoninklijke Belgische Ijshockey Federatie http://www.rbihf.be/

Ju-JitsuBelgische Ju-Jitsu Federatie http://teambelgium.be/nl/sport/ju-jitsuAssociation Francophone de Ju-Jitsu http://www.afjj.be/

Vlaamse Ju-Jitsu Federatie vzw http://www.vjjf.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 72/80

Judo OlympischBelgian Judo Federation http://www.judobel.be/Fédération Francophone Belge de Judo http://www.ffbjudo.be

Vlaamse Judofederatie http://www.vjf.be Kaatsen

Nationale Kaatsfederatie http://www.nk-fnjp.be Kano-Kajak Slalom Olympisch

Koninklijk Belgisch Kano Verbond http://www.frbc.be/

Fédération Francophone de Canoë http://www.ffckayak.be

Nederlandstalig Kano Verbond http://www.vkkf.be Kano-Kajak Sprint Olympisch

Koninklijk Belgisch Kano Verbond http://www.frbc.be/

Fédération Francophone de Canoë http://www.ffckayak.be

Nederlandstalig Kano Verbond http://www.vkkf.be Karate

Belgische Karate Federatie http://www.karate.be/Fédération Francophone de Karaté http://www.ffk.be/

Vlaamse Karate Federatie http://www.vkf.be Kegelen

Koninklijke Belgische Kegelbond http://www.kegeln.be/Verein Deutschsprachiger Kegeler KEG-VEREIN-DEUTSCHSPRACHIGER-KEGELER

Fédération Wallonne des Quilleurs http://www.fede-quilles-fqagfb.net

Vlaamse Kegelsport Federatie http://www.v-k-f.be Kleischieten Olympisch

Belgische Federatie Kleischieten http://www.sportschieten.be/Vlaamse SchietsportKoepel http://www.urstbf.org/Union Royale des Sociétés de Tir de Belgique - aile francophone http://www.urstbf.org

Klim-en bergsportClimbing & Mountaineering Belgium http://www.cmbel.be/

Club Alpin Belge - Ligue Francophone http://www.clubalpin.be/

Klim- en Bergsportfederatie http://www.klimenbergsportfederatie.be/

KorfbalKoninklijke Belgische Korfbalbond - http://www.korfbal.be/

KrachtbalKrachtbalfederatie http://www.krachtbal.be

Kunstschaatsen OlympischKoninklijke Belgische Kunstschaats Federatie http://www.vksb.be/

Fédération Belge Francophone de Patinage http://www.ffpa.be/

Vlaamse Kunstschaatsen Bond http://www.vksb.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 73/80

Land yachtBelgische Federatie der Land Yacht Clubs LandYacht-BELGISCHE-FEDERATIE-YACHT.pdf

Landelijke Zeilwagenfederatie – LAZEF http://www.lazef.be

Langlaufen OlympischKoninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

Lichamelijke OpvoedingFédération d'Education Physique - http://www.fep-wb.be

Bond voor Lichamelijke Opvoeding http://www.bvlo.be/

Fédération d'Education Physique http://www.fep-wb.be

Liggende WipBelgische Nationale Federatie Liggende Wip

LWIP-BELGISCHE-NATIONALE-FEDERATIE -LIGGENDE-WIP.pdf

MinigolfBelgisch Verbond voor Minigolf http://www.minigolf.be/

Moderne Vijfkamp Olympisch Motorsport

Belgische Motorrijdersbond http://www.fmb-bmb.be/Fédération Motocycliste Wallonne de Belgique

MOT-FEDERATION-MOTOCYCLISTE-WALLONNE-DE-BRUXELLES.pdf

Vlaamse Motorrijdersbond van België http://www.vmbb.be/

Mountainbike OlympischKoninklijke Belgische Wielrijdersbond http://www.belgiancycling.be/

Fédération Cycliste Wallonie-Bruxelles http://www.fcwb.be/

Wielerbond Vlaanderen http://new.wiebovlaanderen.be/ Noordse Combinatie Olympisch

Koninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 74/80

OnderwateronderzoekKoninklijke Belgische Federatie voorOnderwateronderzoek en Sport

http://www.befos-febras.be/

Ligue Francophone de Recherches et d'Activités Sous-marines

http://www.lifras.be/

Nederlandstalige Liga voor Onderwateronderzoek en Sport – NELOS

http://www.nelos.be/

OriënteringssportBelgische Vereniging voor Oriëntatiesporten http://www.orienteering.be/

Fédération Regionale des Sports d'Orientation http://www.frso.be/

Vlaams Verbond voor Oriënteringssporten http://www.orientatie.org/

Paardensport - Dressuur OlympischKoninklijke Belgische Ruitersport Federatie http://www.equibel.be

Ligue Équestre Wallonie Bruxelles http://lewb.be

Vlaamse Liga Paardensport http://www.vlp.be

Paardensport - Eventing OlympischKoninklijke Belgische Ruitersport Federatie http://www.equibel.be

Ligue Équestre Wallonie Bruxelles http://lewb.be

Vlaamse Liga Paardensport http://www.vlp.be

Paardensport - Jumping OlympischKoninklijke Belgische Ruitersport Federatie http://www.equibel.be

Ligue Équestre Wallonie Bruxelles http://lewb.be

Vlaamse Liga Paardensport http://www.vlp.be Paralympisch

Belgian Paralympic Committee http://www.paralympic.be/Ligue Handisport Francophone http://www.handisport.beParantee vzw http://www.parantee.be

PetanqueBelgische Petanque Federatie http://www.fbfp.be/Fédération Belge Francophone de Pétanque http://www.fbfp.be/

Petanque Federatie Vlaanderen vzw http://www.pfv.be/

Racquetball

Belgische Racquetball Federatie Racketball-BELGISCHE-RACQUETBALL-FEDERATIE.pdf

Vlaamse Racquetballfederatie Racquetball-VLAAMSE-RACQUETBALFEDERATIE.pdf

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 75/80

Reddend Zwemmen

Belgische Reddingsfederatie http://www.ilsf.org/about/members/blsf

Ligue Francophone Belge de Sauvetage http://www.lfbs.org

Vlaamse Reddingsfederatie http://www.redfed.be/

Ritmische Gymnastiek OlympischKoninklijke Belgische Turnbond http://www.frbg-kbt.be/Fédération Francophone de Gymnastique http://www.ffgym.be/

Gymnastiekfederatie Vlaanderen Vzw http://www.gymfed.be/

Rodelen OlympischBelgische Federatie voor Bobslee en Skeleton BOB-Belgische-federatie-bobslee-skeleton.pdf

Roeien OlympischKoninklijke Belgische Roeibond http://www.rowing.be/

Ligue Francophone d'Aviron ROW-LIGUE-FRANCOPHONE-AVIRON.pdf

Vlaamse Roeiliga http://www.vlaamse-roeiliga.be/ Roller Skating

Belgische Federatie van Rollersporten ROL-BELGISCHE-FEDERATIE-ROLLERSPORTEN.pdf

Fédération Belge Frde Patinage à Roulettes

ROL-FED-BELGE-FRANCOPHONE-PATINAGE-ROULETTES.pdf

Vlaamse Rollerbond http://www.rollerbond.be/ Rugby Sevens Olympisch

Belgische Rugby Bond http://www.rugby.beLigue Belge Francophone de Rugby http://www.lbfr.be/

Vlaamse Rugby Bond http://www.vlaamse-rugby-bond.be Schaken

Koninklijke Belgische Schaakbond http://www.frbe-kbsb.be/

Schachenverband des Deutschsprachigen Belgien

SCHAKEN-SCHACHENVERBAND-DES-DEUTSCHSPRACHIGEN-BELGIEN.pdf

Fédération Echiquéenné Francophone de Belgique http://www.frbe-kbsb.be/fefb

Vlaamse Schaak Federatie http://sites.google.com/site/vlaamseschaakfederatie

Schansspringen OlympischKoninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 76/80

Schermen OlympischKoninklijke Federatie der Belgische Schermkringen http://www.synec-doc.be/escrime/

Ligue Fr des Cercles d'Escrime de Belgique http://www.escrime-ligue.be/

Vlaamse Schermbond http://www.vlaamseschermbond.be/ Schieten Olympisch

KonVerbond der Belgische Schuttersverenigingen http://www.rbssf.be

Union Royale Belge des Sociétés de Tir de Belgique http://www.urstbf.org/

Vlaamse Schutters Konfederatie http://www.sportschieten.be Schoonspringen Olympisch

Koninklijke Belgische Zwembond http://www.belswim.beFédération Francophone Belge de Natation http://www.ffbn.be

Vlaamse Zwemfederatie http://www.zwemfed.be Short track Olympisch

Koninklijke Belgische Schaatsfederatie http://www.kbsf.be

Vlaamse Snelschaatsbond SSK-VLAAMSE-SNELSCHAATSBOND.pdf

Vlaamse Short Track Vereniging SSK-VLAAMSE-SHORT-TRACK-VERENIGING.pdf

Skeleton OlympischBelgische Federatie voor Bobslee en Skeleton BOB-Belgische-federatie-bobslee-skeleton.pdf

Snelschaatsen OlympischKoninklijke Belgische Schaatsfederatie http://www.kbsf.be

Vlaamse Snelschaatsbond SSK-VLAAMSE-SNELSCHAATSBOND.pdf

Vlaamse Short Track Vereniging SSK-VLAAMSE-SHORT-TRACK-VERENIGING.pdf

SnookerBelgium Billiards and Snooker Association http://www.bbsa-snooker.be

Vlaamse SnookerFederatie vzw http://www.vsf-snooker.be

Snowboard OlympischKoninklijke Belgische Ski Federatie http://www.ski.be

Ostbelgischer Ski- und Wintersportverband http://www.ski.be

Fédération Francophone Belge de Ski http://www.fski.be/

Vlaamse Ski en Snowboard Federatie http://www.sneeuwsportvlaanderen.be

Sport bij de PolitieBelgische Politie Sportbond http://www.bpsb.be/Fédération Sportive Francophone de la Police Belge http://www.bpsb.be

Belgische Politie Sportbond Nl Afdeling http://www.bpsb.be

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 77/80

Sport bij DefensieSport van Hoog Niveau Defensie http://www.mil.be

Sport bij doven en slechthorendenBelgian Deaf Sport Committee http://www.deafsport.beLigue Sportive Francophone des Sourds http://www.deafsport.be/fr/frontpage

Dovensport Vlaanderen http://www.deafsport.be/nl/frontpage Squash

Belgische Squashfederatie http://www.squash.be/Ligue Francophone de Squash http://www.lfs.be/Vlaamse Squashfederatie http://www.vsf.be/

StudentensportBelgische Universitaire Sportfederatie http://www.busf.be/nl

Association Sportive de l'Enseignement Universitaire et Supérieur

http://www.aseus.be/

Vlaamse Studentensportfederatie http://www.vssf.net/

Synchroonzwemmen OlympischKoninklijke Belgische Zwembond http://www.belswim.beFédération Francophone Belge de Natation http://www.ffbn.be

Vlaamse Zwemfederatie http://www.zwemfed.be Taekwondo Olympisch

Nationale Belgische Taekwondo Unie http://www.unbtu.com

Vlaamse Taekwondo Bond http://www.taekwondo.beAssociation Belge Francophone de Taekwondo http://www.abft.be/

Tafeltennis OlympischKoninklijke Belgische Tafeltennisbond http://www.frbtt.be

Aile Fr – Féd Royale Belge de Tennis de Table http://www.affrbtt.be

Vlaamse Tafeltennis Liga http://www.vttl.be Tennis Olympisch

Koninklijke Belgische Tennisbond http://www.rbtf.be

Association Francophone de Tennis http://www.aftnet.be

Tennis Vlaanderen http://www.tennisvlaanderen.be Touwtrekken

Belgische Touwtrekbond http://www.touwtrekken.be/ Trampolinespringen Olympisch

Koninklijke Belgische Turnbond http://www.frbg-kbt.be/Fédération Francophone de Gymnastique http://www.ffgym.be/

Gymnastiekfederatie Vlaanderen Vzw http://www.gymfed.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 78/80

Triatlon OlympischBelgische Triathlon en Duathlon Federatie http://www.triathlon.be

Ligue Belge Francophone de Triathlon & Duathlon http://www.lbftd.be/

Vlaamse Tri- en Duathlon Liga http://vtdl.triathlon.be/ Vliegsport

Koninklijke Belgische Aeroclub http://www.belgianaeroclub.beFédération des clubs de vol à voile http://www.fcfvv.be/fcfvv/index.php

Liga van Vlaamse Zweefvliegclubs http://www.zweefvliegen.be/

Voetbal OlympischKoninklijke Belgische Voetbalbond http://www.footbel.com

Koninklijke Vlaamse Voetbalbond http://www.kvv.be/

Association des Clubs Francophones de Football http://www.acff.be/

Volleybal OlympischKoninklijk Belgisch Volleybal Verbond http://www.volleyliga.be/

Ass Interprov Fr de la Fédération Belge de Volley http://www.volleyaif.be

Vlaamse Volleybalbond http://www.volleyvvb.be/ Waterpolo Olympisch

Koninklijke Belgische Zwembond http://www.belswim.beFédération Francophone Belge de Natation http://www.ffbn.be

Vlaamse Zwemfederatie http://www.zwemfed.be Waterski

Koninklijke Belgische Waterski Federatie WAS-KON-BELGISCHE-WATERSKI FEDERATIE.pdf

Fédération Fr de Ski Nautique et de Wakeboard http://www.skinautique.be

Waterski Vlaanderen http://www.waterski.be/

Wielrennen op de weg OlympischKoninklijke Belgische Wielrijdersbond http://www.belgiancycling.be/

Fédération Cycliste Wallonie-Bruxelles http://www.fcwb.be/

Wielerbond Vlaanderen http://new.wiebovlaanderen.be/ Wipschutters

Kon Nationale Bond der Belgische Wipschutters

WIP-KON-NATIONALE-BOND-DER-BELGISCHE-WIPSCHUTTERS.pdf

Worstelen OlympischKoninklijke Belgische Worstelbond http://www.olympicwrestling.be/

Deutschsprächerige Ringerverband WRE-DEUTSCHSPRACHERIGE-RINGERVERBAND.pdf

Ligue Francophone de Lutte Olympique http://www.lflo-lutte.be/

Vlaamse Worstelbond http://www.vlaamseworstelbond.be/

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 79/80

Wushu

Belgian Wushu Federation http://www.belgianwushufederation.be

Fédération Francophone de Wushu http://www.ffwu.be

Vlaamse Wushu Federatie http://www.vwuf.be/ Zaalvoetbal

Belgische Zaalvoetbalbond http://www.belgianfutsalfed.be/Ligue Francophone de Football en Salle http://www.lffs.eu

Vlaamse Zaalvoetbalbond http://www.vlaamsezaalvoetbalbond.com/

Zeilen OlympischKoninklijk Belgisch Yachting Verbond http://www.belgiansailing.be/

Fédération Francophone du Yachting Belge http://www.ffyb.be/

Vlaamse Yachting Federatie http://www.vyf.be/ Zwemmen Olympisch

Koninklijke Belgische Zwembond http://www.belswim.beFédération Francophone Belge de Natation http://www.ffbn.be

Vlaamse Zwemfederatie http://www.zwemfed.be

©kris bostoen 26 juni 2015 pagina 80/80

De bijlagen waarnaar wordt verwezen in onderhavig document zijn verzameld op mijn webstek