Initiatie in de onderzoekspraktijk

S0E34A

INITIATIE IN DE ONDERZOEKSPRAKTIJK:

COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

OPDRACHTEN

Versie: 21 september 2015

Prof. Dr. K. Beullens

[email protected]

School for Mass Communication Research

KU Leuven

2015-2016

2

Inhoud

Inleiding ...................................................................................................................................... 3

1. Doelstellingen ..................................................................................................................... 3

2. Bijeenkomsten .................................................................................................................... 4

3. Studiemateriaal ................................................................................................................... 5

4. Evaluatie .............................................................................................................................. 5

5. Opdrachten ......................................................................................................................... 7

Opdracht 1: Opzoeken van bronnen ...................................................................................... 7

Opdracht 2: Kritisch evalueren van bronnen ......................................................................... 9

Opdracht 3: Analyse van een wetenschappelijk artikel ....................................................... 11

Opdracht 4: Identificeren van een probleemstelling ........................................................... 13

Opdracht 5: Literatuurstudie ................................................................................................ 15

3

Inleiding

Deze bundel bevat de toelichting bij de opdrachten die gemaakt moeten worden in het kader

van S0E34A Initiatie in de Onderzoekspraktijk: Communicatiewetenschappen. Dit

opleidingsonderdeel wordt gedurende het eerste en tweede semester gedoceerd en wordt

gevalueerd met een permanente evaluatie aan de hand van de verschillende opdrachten die

in deze bundel beschreven staan.

1. Doelstellingen

Het opleidingsonderdeel Initiatie in de onderzoekspraktijk: Communicatiewetenschappen

heeft als doelstelling om studenten vertrouwd te maken met het onderzoeksdomein van de

communicatiewetenschappen. Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

heeft de student toegang tot en inzicht in (de diversiteit en grenzen van) het

onderzoeksdomein van de communicatiewetenschap door kennis te maken met de

structuur en typerende academische publicaties van het domein

kan de student op een correcte manier wetenschappelijke bronnen opzoeken en

selecteren met behulp van online bronnen (zowel het internet als online bibliografische

databanken)

kan de student naar deze bronnen verwijzen volgens de APA-refereerstijl

kan de student deze bronnen en de informatie op (wetenschappelijke) waarde

beoordelen, interpreteren en vergelijken en in functie stellen van een zelfstandig

geschreven werkstuk

heeft de student de bekwaamheden om (de waarde van)

communicatiewetenschappelijke bronnen kritisch te beoordelen

kan de student helder wetenschappelijk rapporteren in een korte tekst geschreven in

goed academisch Nederlands

kan de student de verworvenheden en beperkingen van de onderzoeksbevindingen en

inzichten op het vlak van communicatiewetenschappen evalueren, en heeft de student

een kritische attitude ontwikkeld tegenover de manier waarop (communicatie-)

wetenschappelijke kennis tot stand komt

Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van de leerlijn onderzoeksmethoden.

4

2. Bijeenkomsten

Er worden verschillende vormen van bijeenkomsten georganiseerd in het kader van dit vak.

De concrete planning en deadlines worden gecommuniceerd via Toledo.

Hoorcolleges:

Per opdracht wordt er steeds een hoorcollege gegeven waarin de opdracht wordt

toegelicht en er de nodige achtergrondinformatie wordt gegeven. Tijdens deze

hoorcolleges is de docent uiteraard ook beschikbaar voor eventuele vragen. Aangezien

de evaluatie volledig gebeurt aan de hand van deze opdrachten, wordt van de

studenten verwacht dat ze deze colleges bijwonen.

Feedbacksessies:

Nadat de opdracht in het hoorcollege is toegelicht, kunnen de studenten starten met

het maken van hun opdracht. Voor alle mogelijke vragen die in deze fase ontstaan,

worden er feedbacksessies ingericht. Dit is een vorm van werksessies waarin opnieuw

alle mogelijke vragen met betrekking tot de opdrachten kunnen worden gesteld.

Tevens worden er peer review sessies ingericht. In deze sessies geven studenten elkaar

feedback op de voorlopige versie van hun opdracht aan de hand van de

evaluatiecriteria van de opdrachten. De docent is uiteraard aanwezig tijdens deze

sessies om vragen te beantwoorden. Het spreekt voor zich dat je deze feedbacksessies

enkel optimaal kan benutten indien je ook effectief al aan je paper hebt gewerkt. Dit

wordt dan ook ten sterkste aangeraden.

Bibliotheekbezoek:

In het kader van dit vak wordt er een verplicht bibliotheekbezoek georganiseerd in de

eerste weken van het academiejaar. Aangezien er voor verschillende opdrachten in dit

opleidingsonderdeel, maar ook in andere opleidingsonderdelen tijdens de bachelor en

master communicatiewetenschappen, wetenschappelijke informatie in databanken

moet worden opgezocht, is het bijwonen van dit bibliotheekbezoek een belangrijk

hulpmiddel voor het maken van de verschillende opdrachten. Studenten worden dan

ook sterk aangemoedigd om dit bibliotheekbezoek actief bij te wonen en gebruik te

maken van deze opportuniteit. De precieze planning hiervoor wordt meegedeeld via

Toledo.

Vragen:

Alle vragen die er zouden kunnen zijn met betrekking tot de opdrachten kunnen

gesteld worden tijdens de hoorcolleges en feedbacksessies. Probeer deze dus goed te

benutten door je goed voor te bereiden. Indien er daarnaast toch nog vragen zouden

optreden, kan je de docent of assistent contacteren via email of op het spreekuur.

5

Didactisch team:

o Docent: Prof. Dr. Kathleen Beullens

Email: [email protected]

Spreekuur 1ste semester: woe 10-11u30; 2de semester: woe 9u-10u

o Assistent: Kristof Boghe

Email: [email protected]

Spreekuur: na afspraak via mail

3. Studiemateriaal

Toledo wordt in dit opleidingsonderdeel uitvoerig gebruikt. Belangrijke informatie (bvb.

planning, deadlines, Frequently Asked Questions (FAQ)) in verband met dit

opleidingsonderdeel wordt via Toledo gecommuniceerd. Bijgevolg wordt aan de studenten

aangeraden om regelmatig Toledo te controleren voor dit vak (en zeker voor de deadline van

een opdracht). Indien er bijvoorbeeld bijkomende richtlijnen gegeven worden voor n van

de opdrachten of indien we merken dat bepaalde vragen frequent optreden, wordt hierover

gecommuniceerd via Toledo. Ook het studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Toledo:

Bundel met opdrachten

APA-brochure:

Habraken, J. H. M. (2014). Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA:

Handleiding. Geraadpleegd op http://itswww.uvt.nl/lis/es/apa/apa-handleiding.pdf

Slides

Bijkomend aanbevolen cursusmateriaal beschikbaar bij Acco en in de S-BIB: De

Wachter, L., Fivez, K., & Van Soom, C. (2014). Academisch Schrijven: Een praktische

gids. Leuven, Belgi: Acco.

4. Evaluatie

Permanente evaluatie:

Dit opleidingsonderdeel wordt gevalueerd aan de hand van de 5 individuele

opdrachten die in deze bundel beschreven staan. Er wordt dus een permanente

evaluatie gehanteerd zonder een bijkomend examen tijdens de examenperiode.

Bijkomende toelichting over de evaluatiecriteria wordt gegeven tijdens de

hoorcolleges.

6

Puntenverdeling:

Opdracht 1: 1.5

Opdracht 2: 2.5

Opdracht 3: 3

Opdracht 4: 3

Opdracht 5: 10

Deadlines:

Deadlines dienen strikt te worden gevolgd. Elke taak dient dus vr de deadline

ingediend te worden in elektronische vorm (via Toledo) n in identieke papieren

versie. Helaas kunnen hier geen uitzonderingen op worden toegestaan.

Indien er zich toch bijzondere omstandigheden zouden hebben voorgedaan, kan u

vr de deadline contact opnemen met de ombuds. Indien een bepaalde deadline niet

gerespecteerd wordt of een opdracht niet wordt ingediend in elektronische en

papieren versie, resulteert dit in een nulscore (0) voor de opdracht in kwestie. De

concrete planning van de colleges en deadlines wordt meegedeeld via Toledo.

Evaluatiecriteria:

In de hoorcolleges wordt telkens toelichting gegeven bij de opdrachten en de

evaluatiecriteria. In de evaluatie wordt naast de inhoudelijke criteria bijkomend

rekening gehouden met vorm, taal en spelling.

Alle taken zijn individuele taken. Studenten dienen zich er van te vergewissen dat

plagiaat gesanctioneerd wordt voor alle betrokken studenten. Plagiaat

(www.kuleuven.be/plagiaat) is een vorm van examenfraude die bestaat uit elke

overname zonder adequate bronvermelding van het werk (ideen, teksten, structuren,

beelden, plannen, ...) van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm.

De overname van eigen werk zonder bronvermelding wordt als examenfraude

beschouwd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire

onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Herkansing:

De evaluatieactiviteiten in de septemberzittijd kunnen afwijken van de

evaluatieactiviteiten die gelden in de junizittijd. De precieze modaliteiten en deadlines

voor de september zittijd zullen na de proclamatie via Toledo worden meegedeeld

(begin juli).

7

5. Opdrachten

Opdracht 1: Opzoeken van bronnen

Doelstelling

In opdracht 1 leren studenten diverse soorten wetenschappelijke bronnen vinden en ernaar

refereren volgens de APA-stijl.

Opdracht

1. Schrijf je via Toledo in voor n van de beschikbare themas. Dit thema behoud je voor

opdracht 1, 2 en 3. Deze eerste opdracht vormt dus de aanzet voor drie van de vijf

opdrachten die in het kader van dit opleidingsonderdeel gemaakt worden. Er is een

maximaal aantal toegelaten studenten per thema. De inschrijvingsdata worden in het

hoorcollege meegedeeld.

2. Verken de literatuur van dit thema via de databanken beschikbaar in de S-bib. Het

bibliotheekbezoek vormt hierbij een belangrijk hulpmiddel en een belangrijke kans tot

het stellen van vragen.

3. Aan de hand van je literatuurverkenning baken je je thema af tot een specifiek

onderwerp.

4. Voor dit specifieke onderwerp stel je een referentielijst samen (volgens de APA-stijl)

van 8 wetenschappelijke bronnen.

Voorwaarden bronnen:

Minstens 2 van deze bronnen zijn boeken of boekhoofdstukken, minstens 3 van

deze bronnen komen uit Web of Science (WoS).

Voor alle bronnen geldt dat ze wetenschappelijke bronnen van hoge kwaliteit

moeten zijn.

Alle acht bronnen mogen maximaal 10 jaar oud zijn. Ze moeten dus gepubliceerd

zijn in 2005 of later.

5. Deze referentielijst wordt aangevuld met informatie over de vindplaats van deze

bronnen. Je geeft dus weer waar de full-tekst van deze bronnen kan gevonden

worden. Het is belangrijk dat alle acht bronnen samenhangend zijn wat betreft de

focus. Al je bronnen moeten dus betrekking hebben op je gekozen onderwerp

(invalshoek).

Resultaat

Het resultaat van deze opdracht is een samenhangende referentielijst van 8

wetenschappelijke bronnen in APA-stijl aangevuld met informatie over de vindplaats van deze

bronnen.

8

Evaluatie: 1.5/20

Vormvereisten

1. Vermeld op het eerste blad van je opdracht je naam, studentennummer, titel van het

opleidingsonderdeel Initiatie in de onderzoekspraktijk:

Communicatiewetenschappen, het nummer van de opdracht (Opdracht 1), het

gekozen thema, het gekozen onderwerp, en academiejaar.

2. Volg voor het opstellen van je referentielijst de richtlijnen van de APA-stijl zoals

aangegeven in de APA-handleiding en zoals uitgelegd in het hoorcollege.

3. Voor alle opdrachten voor dit opleidingsonderdeel gelden voorts volgende

opmaakvoorschriften: Lettertype Times New Roman, 12pt, regelafstand 2, links

uitgelijnd, maar met hangende inspringing in de referentielijst (zie APA-brochure)

4. Opdrachten worden steeds ingediend in papieren versie (recto verso geprint) en via

Toledo vr de deadline. Indien je taak uit meerdere paginas bestaat: voeg deze dan

samen met een nietje. De papieren versie van je opdracht deponeer je in de daarvoor

voorziene doos in het kopielokaal van het departement communicatiewetenschappen

(Parkstraat 45, vierde verdieping, lokaal 04.165). De precieze deadline voor elke

opdracht vind je in een apart document op Toledo.

5. Indien er vragen of onduidelijkheden zouden zijn over deze opdracht, meld dit dan

vr de deadline tijdens het hoor- of feedbackcollege aan de docent.

Checklist

Je referentielijst bevat enkel wetenschappelijke bronnen Je referentielijst bevat 8 bronnen Je referentielijst bevat de juiste soort van bronnen (zie criteria hierboven) Alle bronnen zijn gepubliceerd in 2005 of later Alle bronnen zijn samenhangend wat betreft focus (specifiek onderwerp) Dit specifieke onderwerp is vermeld Van elke bron wordt de full-text beschikbaarheid weergegeven. Indien een bron op

verschillende plaatsten te vinden is, geef je 1 van deze plaatsen weer. De bronnen zijn vermeld volgens APA-stijl (zie brochure) en bevatten geen

(schrijf)fouten De opdracht voldoet aan alle vormvereisten

9

Opdracht 2: Kritisch evalueren van bronnen

Doelstelling:

In opdracht 2 leren studenten diverse soorten van informatiebronnen vinden, evalueren en

er correct naar refereren volgens de APA-stijl.

Opdracht

1. Studenten zoeken vijf niet-wetenschappelijke bronnen over het onderwerp dat ze

hebben afgebakend in opdracht 1 en maken hiervan een referentielijst volgens de

APA-stijl. Voorbeelden van mogelijke niet-wetenschappelijke bronnen zijn

krantenartikels, rapporten, working papers,

Voorwaarden:

Deze bronnen moeten gepubliceerd zijn in 2005 of later

Minstens 1 bron moet een binnenlands krantenartikel zijn

Minstens 1 bron moet een buitenlands krantenartikel zijn

Minstens 1 bron moet een rapport zijn, bvb. uitgegeven door een

onderzoekscentrum

2. Om het wetenschappelijke karakter van bronnen te evalueren, selecteren studenten 1

wetenschappelijk artikel uit Web of Science dat deel uitmaakte van de referentielijst

van opdracht 1.

3. Het wetenschappelijke karakter van deze bron, wordt vergeleken met het

wetenschappelijke karakter van een bron naar keuze uit de referentielijst van opdracht

2 (maar geen krantenartikel). Beide bronnen worden vergeleken aan de hand van een

aantal criteria, zoals toegelicht in het hoorcollege (bvb. peer-review, autoriteit auteur,

ranking tijdschrift, impact factor, financiering,). Deze bespreking omvat maximaal

500 woorden. (Geef het aantal woorden dat je gebruikt hebt in je bespreking ook exact

weer).

Resultaat

Het resultaat van deze opdracht is een referentielijst van 5 niet-wetenschappelijke bronnen

over je specifieke onderwerp gekozen in opdracht 1 en een vergelijking van het

wetenschappelijke karakter van twee bronnen.

Evaluatie: 2.5/20

10

Vormvereisten






aangegeven in de APA-handleiding.



uitgelijnd, maar met hangende inspringing in de referentielijst (zie APA-brochure)








vr de deadline tijdens het hoorcollege of feedbackcollege aan de docent.

Checklist

Je referentielijst bevat 5 niet-wetenschappelijke bronnen Je referentielijst bevat de juiste soort van bronnen (zie criteria hierboven) Alle bronnen zijn gepubliceerd in 2005 of later Alle bronnen zijn samenhangend wat betreft focus (specifiek onderwerp) Dit specifieke onderwerp is vermeld De bronnen zijn vermeld volgens APA-stijl (zie brochure) Er werd n niet-wetenschappelijke bron vergeleken met n wetenschappelijke uit

opdracht 1 volgens de criteria uitgelegd in het hoorcollege De opdracht voldoet aan alle vormvereisten Je taak bevat geen spel- of taalfouten

11

Opdracht 3: Analyse van een wetenschappelijk artikel

Doelstelling

In opdracht 3 worden studenten vertrouwd gemaakt met de typerende structuur van

wetenschappelijke artikels. Ze leren de micro- en macrostructuur van wetenschappelijke

artikels kennen, leren deze analyseren en samenvatten.

Opdracht

1. Selecteer n van de wetenschappelijke artikels uit opdracht 1.

2. Lees de inleiding van de tekst en duid hierop de these, sleutelzinnen en

structuuraanduiders aan. Markeer elk van deze elementen in een verschillende kleur.

Bvb. de these rood, alle sleutelzinnen groen en alle structuuraanduiders oranje.

Opgelet dit gedeelte van de opdracht heeft enkel betrekking op de inleiding van de

tekst. Je hoeft dit dus niet te doen voor de gedeelten van het artikel met betrekking

tot de methode, analyses, resultaten of discussie.

3. Vervolgens vat je deze introductie samen in schema vorm. Je maakt dus een schema

van het literatuurgedeelte van je artikel. Heb hierbij aandacht voor de

these/probleemstelling van het artikel, de gebruikte theorie, vorig onderzoek en de

toevoeging van dit artikel aan de literatuur. Dit schema beslaat maximaal 1 bladzijde.

De methodologie die werd gebruikt in het artikel, resultaten, discussie hoeven geen

deel uit te maken van dit schema. In dit schema moet je geen rekening houden met de

vereisten inzake interlinie en uitlijning.

4. Tot slot maak je ook een uitgeschreven samenvatting van dit artikel (niet alleen van de

introductie, maar van het hele artikel). In deze samenvatting van maximaal 500

woorden:

Heb je aandacht voor de structuur van een wetenschappelijk artikel (inleiding,

methode, resultaten, discussie).

Heb je veel aandacht voor de centrale these (probleemstelling) en voor de

beschrijving van de specifieke doelstellingen van de studie (bvb. hypothesen).

Bespreek je kort hoe de centrale vragen worden beantwoord (Method) en met

welk resultaat (Results). Exacte analyse methoden (bvb. de exacte statistische tests

die gebruikt zijn) moeten niet worden besproken.

Bespreek je uitgebreid hoe de auteurs hun resultaten interpreteren en

terugkoppelen naar de literatuur (inleiding).

Het gebruik van tussentitels is niet nodig. Vermeld wel tussen haakjes hoeveel

woorden je precies geschreven hebt.

Resultaat

Naast de voorpagina waarop het opdrachtnummer, vak, academiejaar, naam student,

nummer student en de exacte referentie van het gekozen wetenschappelijke artikel uit

12

opdracht 1 (in APA-stijl) staan vermeld, bestaat het eindresultaat van deze opdracht uit een

bundel van 3 delen:

1. 1 bladzijde met een schematische weergave van de introductie van het artikel.

2. Een uitgeschreven samenvatting (max. 500 woorden) van het volledige artikel

(inclusief methods, results en discussion).

3. In bijlage: het gekozen full-text wetenschappelijk artikel uit opdracht 1, inclusief

aangeduide these, sleutelzinnen en structuuraanduiders in de introductie.

Evaluatie: 3/20

Vormvereisten





2. De uitgeschreven samenvatting van het artikel deel je in in paragrafen. Vermeld hierbij

ook het aantal geschreven woorden (van je hele samenvatting).

3. Volg voor het opstellen van je referentie de richtlijnen van de APA-stijl zoals

aangegeven in de APA-handleiding.



uitgelijnd, maar met hangende inspringing in de referentielijst (zie APA-brochure).

(Uitlijning en regelafstand zijn niet van belang in de het schema, wel in de rest van de

opdracht).









Checklist

Je opdracht bevat de 3 gevraagde delen: schema, samenvatting en de full-text van het gekozen artikel

De referentie van het gebruikte artikel is weergegeven volgens de APA-stijl Je opdracht voldoet aan alle vormvereisten Je taak bevat geen spel- of taalfouten

13

Opdracht 4: Identificeren van een probleemstelling

Doelstelling

In opdracht 4 leren studenten een probleemstelling afbakenen en formuleren. Ze krijgen

inzicht in hoe verschillende wetenschappenschappelijke bijdragen samen een antwoord op

een bepaalde probleemstelling vormen.

Opdracht

1. Zoek een recent artikel (gepubliceerd tussen 2005-2015) in n van de

communicatiewetenschappelijke journals (bvb. Journal of Communication, Media

Psychology, Communication Research, Human Communication Research, Journal of

Computer-Mediated Communication, Communication Theory, New Media & Society,

Journal of Health Communication, International Journal of Advertising,). Dit artikel

moet betrekking hebben op een ander thema dan je voor opdracht 1, 2 en 3 hebt

gekozen. Bvb. als je voor opdracht 1, 2 en 3 het thema Gezondheidscommunicatie

had gekozen, mag je dit thema niet meer kiezen voor de huidige opdracht.

2. Zoek 4 wetenschappelijke bronnen die gerelateerd zijn aan het artikel gekozen in stap

1. In totaal gebruik je voor deze opdracht dus 5 (1 + 4) wetenschappelijke artikels van

hoge kwaliteit.

3. Identificeer de centrale probleemstelling. Wat is de overkoepelende onderzoeksvraag

die deze 5 wetenschappelijke bronnen verbindt?

4. Bespreek elk artikel op telkens maximaal 250 woorden met aandacht voor de relatie

tussen de verschillende artikels. Maak dus duidelijk waarin het ene artikel van het

andere verschilt (bvb. inzake methodologie, onderzoekspopulatie, theorie, lichtjes

andere focus,), hoe de artikels zich tot elkaar verhouden en wat de bijdrage van elk

artikel aan het onderzoeksdomein is.

Resultaat

Naast de voorpagina waarop het opdrachtnummer, vak, academiejaar, naam student,

nummer student en gekozen thema staan vermeld, bestaat het eindresultaat van deze

opdracht uit een bundeltje met volgende delen:

1. De overkoepelende probleemstelling die de verschillende artikels behandelen.

2. De exacte referenties in APA-stijl van de 5 verschillende (maar inhoudelijk

gerelateerde) wetenschappelijke artikels.

3. Een bespreking van elk wetenschappelijk artikel (5 keer maximaal 250 woorden) met

aandacht voor de relatie tussen de verschillende wetenschappelijke artikels en de

unieke bijdrage van het onderzoek aan het onderzoeksdomein.

Evaluatie: 3/20

14

Vormvereisten




gekozen thema en academiejaar.


aangegeven in de APA-handleiding. Citaties in de tekst moeten nog niet volgens strikte

de APA-richtlijnen in opdracht 4, dit is wel het geval bij opdracht 5. Voor de opmaak

van je samenvattingen: Times New Roman, 12pt, links uitgelijnd, interlinie 2, geef het

aantal woorden per samenvatting weer.


Toledo vr de deadline. Voeg de verschillende paginas van deze taak samen met een

nietje. De papieren versie van je opdracht deponeer je in de daarvoor voorziene doos

in het kopielokaal van het departement communicatiewetenschappen (Parkstraat 45,

vierde verdieping, lokaal 04.165).



Checklist

Je opdracht bevat de 3 gevraagde delen: probleemstelling, referenties van 5 artikels in APA-stijl, en een bespreking per artikel met aandacht voor de these en een link met een ander artikel

Je opdracht voldoet aan alle vormvereisten Je taak bevat geen spel- of taalfouten

15

Opdracht 5: Literatuurstudie

Doelstelling

In opdracht 1 tot 4 werden de bouwstenen voor het schrijven van een literatuurstudie

aangeleverd. In opdracht 5 wordt voor het eerst een korte literatuurstudie geschreven.

Essentieel hierbij is dat studenten een probleemstelling identificeren en de recente

gepubliceerde wetenschappelijke literatuur hierover kunnen samenbrengen en verwerken in

een eigen redenering. In tegenstelling tot opdracht 4 wordt van de student in opdracht 5

verwacht dat hij of zij vertrekt vanuit een algemeen idee of argument en niet vanuit n

specifiek artikel. In dit opzicht vereist opdracht 5 een diepere verwerking van de literatuur.

Het resultaat van deze opdracht is een goed gestructureerde wetenschappelijke tekst

(geschreven in goed academisch Nederlands) die de stand van zaken weergeeft over het

onderzoek in het gekozen domein.

Opdracht

1. Baken een thema/onderwerp af waarover je de literatuurstudie wil schrijven.

Opdracht 5 mag (maar moet niet) over hetzelfde thema gaan als opdracht 4 (maar het

thema moet wel anders zijn dan datgene van opdracht 1, 2 en 3).

2. Zoek wetenschappelijke literatuur over dit thema, lees deze teksten en baken je

onderwerp verder af. Dit zijn 3 stappen die in praktijk vaak door elkaar lopen. Selecteer

je bronnen zorgvuldig volgens de criteria die in het hoorcollege zijn toegelicht in het

kader van opdracht 2.

3. Schrijf een goed gestructureerde wetenschappelijke tekst op basis van deze bronnen.

Deze tekst moet de wetenschappelijke stand van zaken weergeven over jouw

probleemstelling. Hou rekening met alle principes die je van opdracht 1 tot 4 geleerd

hebt. Deze tekst structureer je als volgt:

Inleiding

Begin je tekst vrij algemeen met het schetsen van de context en word concreter

door het afbakenen van je concrete invalshoek. Op het einde van je inleiding moet

je lezer exact weten waarover je literatuurstudie gaat, welke vraag behandeld

wordt (en eventueel hoe deze vraag in de tijd en ruimte wordt afgebakend).

Tekstgedeelte

In dit gedeelte bespreek je de literatuur over je probleemstelling. Dit moet dus een

sterke beredeneerde uiteenzetting zijn over je thema/probleemstelling. Deel dit

gedeelte op in alineas en gebruik 1 kerngedachte per alinea. Let op voor plagiaat,

stromanverwijzingen en gebruik, waar mogelijk, meerdere bronnen om 1 idee te

ondersteunen. Refereer naar deze bronnen in de tekst volgens de APA-stijl.

Tussentitels mogen, maar moeten niet, gebruikt worden. Overdrijf hier echter niet

mee en zorg dat een eventuele tussentitel betekenisvol is.

Besluit

Eindig je literatuurstudie met een krachtig besluit.

16

Referentielijst in APA-stijl

In je referentielijst neem je alle bronnen op waarnaar je in je tekst hebt verwezen.

Bronnen die je gelezen hebt, maar niet gebruikt, moeten hier niet in worden

opgenomen.

4. Geef je tekst een betekenisvolle titel die inhoudelijk goed weergeeft waarover je

literatuurstudie gaat.

Resultaat

Het eindresultaat van deze opdracht is een goed gestructureerde samenhangende

literatuurstudie van maximaal 2500 woorden, een voorblad en een referentielijst. Het

voorblad en de referentielijst moeten dus niet begrepen zijn in deze 2500 woorden maar

komen er extra bij.

Evaluatie: 10/20

Vormvereisten




gekozen thema, academiejaar en de titel van je literatuurstudie.

2. Volg alle richtlijnen van de APA-stijl voor referenties in de tekst en in de referentielijst.

3. Gebruik lettertype Times New Roman 12pt, regelafstand 2, links uitgelijnd (met en

hangende inspringing in je referentielijst; zie APA-brochure). Je literatuurstudie

bevat maximaal 2500 woorden. Geef het exacte aantal gebruikte woorden in je

literatuurstudie (zonder referenties en voorblad) ook ergens weer.


Toledo vr de deadline. Voeg de verschillende paginas van deze taak samen met een

nietje. De papieren versie van je opdracht deponeer je in de daarvoor voorziene doos

in het kopielokaal van het departement communicatiewetenschappen (Parkstraat 45,

vierde verdieping, lokaal 04.165).



17

Checklist

Je literatuurstudie heeft een titel die goed weergeeft waarover je literatuurstudie gaat

Je tekst is goed gestructureerd Je tekst is inhoudelijk goed opgebouwd Je hebt enkel wetenschappelijke bronnen gebruikt Elke bron die je gebruikt hebt staat in je literatuurstudie Je hebt naar elke bron correct verwezen Je hebt geen stromanverwijzingen gebruikt, je refereert correct (geen plagiaat) Je geeft een accurate stand van zaken weer Je verwerkt de literatuur in een eigen redenering Je tekstreferenties en referentielijst volgen de APA-richtlijnen Je opdracht voldoet aan alle vormvereisten Je schrijft in een wetenschappelijke stijl (academisch Nederlands) Je taak bevat geen spel- of taalfouten Je hebt rekening gehouden met alle elementen die je van opdracht 1 t.e.m. 4 hebt

geleerd

Documents

Initiatie in de onderzoekspraktijk