16
Inleiding tot de natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 OBC Inleiding tot de Natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

  • Upload
    hanhi

  • View
    240

  • Download
    2

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1

OBC Inleiding tot de Natuurkunde

Page 2: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 2

Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers.

1. Maak van elke paragraaf een samenvatting.

(Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

2. Kijk in dit boekje welke vaardigheden je nodig hebt.

3. Gebruik de trefwoordenlijst / index achter in je boek

4. Kijk op kttp://www.betavakken.nl/natuurkunde naar de planner daar staat

wat er van je verwacht wordt.

5. Kijk op kttp://www.betavakken.nl/natuurkunde naar de PowerPoint onder de

kop kennis en extra oefening.

6. Kijk na elke 10 opgave je huiswerk na!!!!!

Kijk op kttp://www.betavakken.nl/natuurkunde onder antwoorden.

7. Verbeter de antwoorden en vraag wat je niet begrijp!

8. Let bij practica op welke vaardigheid getest wordt.

Deze kunnen terugkomen in de toetsen.

9. Leer plannen. Per hoofdstuk heb je maximaal 80 opgave. Verdeel deze over

het aantal lesweken.

Zie verder het document leren leren op het OBC

Page 3: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 3

Hoofdstuk 2 Rekenen.

Reken is in de natuurkunde heel belangrijk. Wat we in de komen hoofdstukken gaan doen is dit oefenen. Dit jaar kan je bij natuurkunde twee manieren gebruiken. Manier één: De weegschaal methode

Manier twee Omgekeerde bewerking

De omkeerde bewerking van – Er zijn dus drie mogelijkheden als je kijk naar een keer som

Page 4: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 4

Hoofdstuk 3 Grootheden In de natuurkunde zijn wij een beetje lui. Als je met pappa in de auto rijdt hebben we het over snelheid, tijd en afstand. Dat is veel te veel schrijven en onhandig als je in een ander land komt. Daarom hebben we met alle landen symbolen afgesproken die overal hetzelfde zijn. De symbolen die het onderwerp voorstellen noemen we Grootheid. Het is dus belangrijk dat je let op grootte en kleine letters. Met deze Letters maken we formules bijvoorbeeld: Afstand = snelheid x tijd s = v x t. Elke letter heeft zo zijn eigen betekenis die we in de loop van het jaar zullen behandelen. Je kunt deze letters ook terugvinden in tabel 6 van je Binas Grootheid: Meetbaar het onderwerp

Onderwerp Grootheid Symbool

Snelheid v tijd t

Afstand s

Temperatuur T

Page 5: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 5

Hoofdstuk 4 Eenheden. Als we met getallen werken weten we nog niks. De lengte = 10? 10 wat? Is het 10 meter, 10 cm, 10 mm, 10 inch, 10 yard, 10 zee-mijlen, 10 voet Je ziet wel het is belangrijk om bij gegevens een eenheid (maat) te hebben. Voor de maat is in de natuurkunde ook een letter afgesproken.

Onderwerp Maat

Grootheid Symbool Eenheid Symbool Snelheid v Meter per

seconden m/s

tijd t Seconden s

Afstand s Meter m

Temperatuur T Graden Celsius

°C

Nu is het makkelijk als achter het getal een eenheid staat weet je gelijk bij welke grootheid de maat hoort. Eenheid: Maat

Page 6: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 6

Hoofdstuk 5 Werken met formules Afstand = snelheid x tijd s = v x t. Denk aan tegengestelde bewerking s = v x t. Als je v of t naar de andere kant brengt dan voer je een tegengestelde bewerking uit. Dank maar aan een simpele som als: 6 = 2 x 3 dan is 2 = 6 / 3 en 3 = 6 / 2 Als je s wilt weten Als je v wilt weten Als je t wilt weten S = v x t v = s / t t = s / v Jantje wandelt door de straat. Over 10 m doet hij 5 s. Bereken de snelheid van Jantje

V Verzamel s = 10 m v = ? m/s t = 5 s

F Formule v = s / t

I / b Invullen / bereken v = 10 m / 5s

A Antwoord v = 2 m/s C controlle

/v

/t

Page 7: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 7

Hoofdstuk 6 Evenredig.

Inleiding Als je met een constante snelheid fietst dan is de afgelegde afstand recht evenredig met de tijd die je onderweg bent. Als je twee keer zo lang fietst, leg je ook een twee keer zo grote afstand af. Als het maken van een kopie 10 cent kost, dan kost het maken van 5 kopieën 5 keer 10 cent, het maken van 20 kopieën 20 keer 10 cent, etc. De kosten zijn recht evenredig met het aantal kopieën dat je maakt. Je leert nu: wat recht evenredig betekent; situaties waarin de ene variabele recht evenredig is met de andere weergeven in een grafiek. De basis formules voor evenredig is:

Uitleg Een winkelier koopt een bepaald artikel in voor € 7,00 per stuk en verkoopt het voor € 12,50 per stuk. De opbrengst O (in euro) is dan afhankelijk van het aantal n dat hij verkoopt. Als hij twee keer zoveel van die artikelen verkoopt, krijgt hij ook twee keer zoveel geld binnen. Er geldt: O = € 12,50 x n. Hierbij hoort een grafiek die door (0,0) gaat: als er niets wordt verkocht is er ook geen opbrengst. Verder gaat de grafiek door (500,6250) en (1000,12500). Dat wil dus zeggen dat de opbrengst: € 6250,-- is als er 500 artikelen verkocht worden en € 12500,-- als er 1000 artikelen verkocht worden.

Page 8: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 8

Theorie Je zegt dat de variabele y recht evenredig is met de variabele x als een verdubbeling van x ook altijd een verdubbeling van y betekent. Hierbij hoort een formule van de vorm Constant = Y / X Of Y = aX De grafiek bij een recht evenredig verband is een rechte lijn door (0,0). a bepaalt hoe steil de rechte lijn loopt en heet daarom wel het hellingsgetal van die rechte lijn.

Page 9: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 9

Hoofdstuk 7 Omgekeerd evenredig

Inleiding Ga je met de auto van het centrum van Apeldoorn naar dat van Deventer, dan geeft de ANWB-routeplanner aan dat je een stuk van 16 km op de snelweg moet rijden. Hoe sneller je rijdt, hoe korter je over die 16 km doet. De tijd die je nodig hebt is omgekeerd evenredig met de snelheid. Je leert nu: wat het begrip omgekeerd evenredig inhoudt; hoe de formule er uitziet als de éne variabele omgekeerd evenredig is met (een macht van) de andere; bij grootheden die omgekeerd evenredig zijn (met een bepaalde macht) tabellen maken, grafieken tekenen. Ga je met de auto van het centrum van Apeldoorn naar dat van Deventer, dan geeft de ANWB-routeplanner aan dat je een stuk van 16 km op de snelweg moet rijden. Hoe sneller je rijdt, hoe korter je over die 16 km doet. De tijd die je nodig hebt is omgekeerd evenredig met de snelheid.

Theorie Twee variabelen x en y zijn omgekeerd evenredig als het vermenigvuldigen van x met een getal k tot gevolg heeft dat y met 1k wordt vermenigvuldigd. Bijvoorbeeld: wordt x twee keer zo groot, dan wordt y een half keer zo groot. Bij een omgekeerd evenredig verband hoort een formule van de vorm

De grafiek van zo'n omgekeerd evenredig verband is een hyperbool is

Page 10: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 10

Hoofdstuk 8 Metriek. Het symbool in het metriek stelsel is een vermenigvuldigingsfactor. De k staat voor 1000 2 km is gelijk aan 2 x 1000 m is 2000m 5 kg is gelijk aan 5 x 1000 g is 5000g 2 Mm is gelijk aan 2 x 1.000.000 m = 2.000.000 m Hieronder zie je een aantal symbolen uit het metriek stelcel. In je Binas staan er een aantal in tabel 3

Page 11: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 11

Er zijn twee manier van rekenen

Manier 1

Page 12: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 12

Manier 2

Naar de standaard eenheid kan je rekenen met de factor

Kilo staat voor 1000 of

Je kunt de letter k vervangen door x 1000 of wetenschappelijk x

1 km = 1 x 1000 m = 1 x m = 1000 m.

milli staat voor 1/1000

1 mm = 1 x 1/1000 m = 1 x m = 0,001 m

Wil je een getal korter schrijven dan moet je de standaard eenheid delen door de

factor

0,005 m =

= 5 mm

5000 m =

Page 13: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 13

Hoofdstuk 9 Meetnauwkeurigheid

Wordt bepaald door:

Nauwkeurigheid van het meetinstrument

Deze hangt af van:

De nauwkeurigheid van aflezen

De afwijking van het meetinstrument.

De afwijking bij een meetinstrument wordt aangegeven in procenten.

Bijvoorbeeld een thermometer tot 110 °C ± 2,5 %

Je kunt dan voorstellen dat het aflezen van een dergelijk thermometer op de 1/10 °C

nergens op slaat als deals je 100 °C meet de waarde tussen de 97,5 en 102,5 °C kan liggen.

Andersom is natuurlijk ook waar

Bijvoorbeeld een thermometer tot 110 °C ± 0,05 %

Als je dan een ther mometer hebt di e je per 1 °C afleest deze nauwkeurigheid helemaal

geen zin heeft omdat de waarde 99,95 en 100,05 °C niet bepaald kunnen worden.

Page 14: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 14

Nauwkeurigheid van de bediening

De stopwatch De elektronische waarneming.

Tegenwoordig worden veelal elektronische middelen gebruikt om een start en finish bij

bijvoorbeeld zwemmen te meten.

Vroeger echter had men allen een stopwatch die met mensen handen bediend werd.

Hier zie je de onzinnigheid van de uitslagen op 100ste sec.

Bij de start moet je de stopwatch starten en bij de finish stoppen.

Als je uitgaat van een reactietijd van 1/10 sec dan is de afwijking aan het einde al ± 0,2 sec.

Waarom zou je de waarde dan in 100ste gaan noteren?

Nauwkeurigheid vergroten

Om de nauwkeurigheid te vergroten kan je:

1. Instrumenten gebruiken die nauwkeuriger zijn.

2. De meting vaker uitvoeren en dan het gemiddelde nemen.

3. De meting vaker uitvoeren,

de hoogste en laagste waarde te schrappen en vervolgens

het gemiddelde nemen.

Page 15: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 15

Hoofdstuk 10 Wetenschappelijke notatie. Het is lastig om grootte getallen op te schrijven 1.000.000.000.000 is veel schijfwerk, laat staan een getal met 27 nullen. Om dit goed op te schrijven bestaat er hiervoor ook een wiskundige notatie namelijk de:

Vermenigvuldigingsfactor Deze notatie is afgeleid van de factor:

⁄ ⁄

5000 = 5 x 1000 en 0,005 = 5 x 1/1000

Machten De factor noteren we met machten.

En

De wetenschappelijke notatie De waarde van het getal wordt geschreven als een getal tussen de 1 en 10 met erachter een macht van 10 Als 1000 = 103 dan 5000 = 5 x 1000 = 5 x 103 en Als 1/1000 = 10-3 dan 0,005 = 5 x 1/1000 = 5 x 10-3

5 x 10-3 Toets je in als 5 exp (-) 3 = 0,005 of Toets je in met EE knop via 2nd x-1

5 x10-03

dus 5 2nd x-1 - 3 = 0,005 of 5 E -3

Met de ENG of shift ENG

toets kan je een getal

wetenschappelijk noteren

in met factor van 1000

10-6, 10-3, 100, 103, 106

Door deze toets elke keer

in te drukken verschuift de

komma.

Page 16: Inleiding tot de natuurkunde - betavakken.nlbetavakken.nl/vaardigheden/Naskbase/Inleiding tot de Natuurkunde 2.pdf · Inleiding tot de natuurkunde ... Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Inleiding tot de natuurkunde

01-08-2010 W.Tomassen Pagina 16

Hoofdstuk 11 Afronden en significantie

Decimaal getal

Een decimaal getal is een getal met decimalen .

Een notatie van een getal met 2 decimalen heeft 2 getallen achter de komma: 10,53

Significant

Significant komt uit het Engels wat belangrijk betekend.

Het aantal significante cijfers worden van links naar rechts geteld en voorloopnullen tellen niet mee.

Een getal met een aantal significante cijfers wordt meestal opgeschreven

als wetenschappelijke notatie.

2voorbeelden:

1.435.678

1 significant cijfer 1 x 106

2 significante cijfers 1,4 x 106

3 significante cijfers 1,44 x 106

4 significante cijfers 1,436 x 106

0,00534678

1 significant cijfer 5 x 10-3

2 significante cijfers 5,3 x 10-3

3 significante cijfers 5,35 x 10-3

4 significante cijfers 5,347 x 10-3

Standaard regel is dat het aantal significante cijfers van

de uitkomst van een berekening gelijk is aan aantal cijfers van het

minst significante gegeven van de opgave of meting