Inspectierapport De Boerderij 04-05-2017 · 17 maart 2014, incidentele inspectie i.v.m. aanvraag wijzing kindplaatsen, advies geen bezwaar tegen uitbreiding van 40 naar 56 25 augustus

Inspectierapport De Boerderij (KDV) Mercuriusstraat 1 3 1363ZB Almere Registratienummer 205592041

Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: 04-05-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 21-06-2017

2 van 18 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-05-2017

De Boerderij te Almere

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ................................................................................................................ 2

Het onderzoek ............................................................................................................. 3

Observaties en bevindingen ........................................................................................... 5

Overzicht getoetste inspectie-items ............................................................................... 13

Gegevens voorziening ................................................................................................. 17

Gegevens toezicht ...................................................................................................... 17

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ....................................................................... 18



Het onderzoek

Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectie-activiteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties, of indien hier een andere aanleiding voor is.

Beschouwing Algemene informatie Sinds 26 september 2011 is dagopvang De Boerderij geregistreerd in het landelijk register voor kinderopvang en peuterspeelzalen. De houder heeft op dit kinderdagverblijf 5 groepen en kan in totaal 64 kinderen opvangen. Behalve dit kinderdagverblijf heeft de houder nog 2 kinderdagverblijven en verschillende thema BSO's, allemaal gevestigd in Almere Poort op 1 na. De zwem BSO is gevestigd in Lelystad. De houder is bewust bezig met kwaliteitsverhoging en heeft daarom ook 5 HBO coaches die net een opleiding gevolgd hebben over, "coaching on the job". Het is de bedoeling dat deze coaches begeleiding en ondersteuning gaan bieden op alle pedagogische vlakken aan de beroepskrachten. De HBO coaches hebben een pedagogische handboek (coachen en begeleiden in de kinderopvang) gemaakt. Deze handboek is onlangs gepresenteerd aan het personeel van de Boerderij. Daarbij is er ook een meetinstrument ontwikkeld. Beroepskrachten kunnen dit meetinstrument niet met 'ja' of 'nee' beantwoorden, maar er is ruimte om opmerkingen te plaatsen. De handboek moet het voor de beroepskrachten makkelijker maken om pedagogische doelen te vertalen naar de praktijk. De groepshoofden zijn de coaches van de verschillende dagopvanggroepen. Inspectiegeschiedenis 8 augustus, inspectie voor registratie, advies opname in het register 23 november 2011, inspectie na registratie, advies handhaving op gebied van

gezondheidsbeleid 27 maart 2012, nader onderzoek, overtredingen hersteld 16 juli 2013, reguliere inspectie, advies geen handhaving 17 maart 2014, incidentele inspectie i.v.m. aanvraag wijzing kindplaatsen, advies geen

bezwaar tegen uitbreiding van 40 naar 56 25 augustus 2014, reguliere inspectie, advies geen handhaving 23 juni 2015, reguliere inspectie, advies geen handhaving 26 mei 2016, reguliere inspectie, advies geen handhaving Huidige inspectie Kinderdagverblijf De Boerderij is een ruim en licht opgezet pand, ingericht met veel houten speelmateriaal. De boerderijsfeer is duidelijk merkbaar door materiaalkeuze en kleurgebruik. De buitenruimte is uitdagend en afwisselend met dierenverblijven en speelmaterialen. Er zijn 5 stamgroepen op deze locatie. De beroepskrachten geven aan dat zij op vaste groepen werken en daardoor de kinderen goed kennen. Observatieformulieren worden meerdere keren per jaar ingevuld. Een keer per jaar is er een oudergesprek. Beroepskrachten worden in hun werk ondersteund door de HBO coaches. De beroepskrachten ervaren dit als waardevol en prettig. Tijdens de inspectie blijkt dat de sfeer op de verschillende groepen goed is. De beroepskrachten zijn betrokken bij het spel van de kinderen. Er is aandacht en zorg bij de handelingen die zij verrichten naar de kinderen toe. Dit geldt ook voor de stagiaires. De VOG's en diploma's zijn gecontroleerd. Uit de gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het veiligheid- en gezondheidsbeleid. Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden.



Advies aan College van B&W Geen handhaving.



Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Onlangs hebben 5 HBO beroepskrachten de opleiding Coaching on the job succesvol afgerond op de Hogeschool Windesheim in Almere. De beroepskrachten zullen hun collega's coachen en ondersteunen in de uitvoering van de 4 opvoedingsdoelen en de uitvoering van de VVE in de praktijk. Lastige vraagstukken die betrekking hebben op de meldcode of het invullen van de observatielijsten zijn zaken waar de beroepskrachten ook bij deze collega's terecht kunnen. Aandachtspunt: Het pedagogisch beleidsplan van 5 april 2017 is gelezen. Het beleidsplan gaat merendeel over dagverblijf de Boerderij. Bij het vierogenprincipe heeft de houder het over een leerkracht en wordt er later gesproken over de Zeeraket (o.a. pag 32, 34, 35). Het is onduidelijk of het de bedoeling is dat er 1 pedagogisch beleidsplan voor beide dagverblijven is of dat de Zeeraket per abuis in dit plan is meegenomen. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De beroepskrachten laten merken dat zij de kinderen accepteren zoals zij zijn. Ze geven complimenten, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Er werken vaste beroepskrachten op de groepen. Op de babygroep (Lammetjes) wordt er duidelijk vertelt wat voor ontwikkelingssprongen de kinderen maken. De allerkleinsten worden hier opgevangen zodat zij rustig kunnen wennen, voordat ze naar een andere groep gaan. Aan de kinderen van de andere groepen wordt steeds verteld wat er van hen verwacht wordt en wat ze gaan doen. Een beroepskracht zegt bijvoorbeeld, "ga je mee schone billen doen en dan gezellig mee naar buiten?". Er is zorg en aandacht voor de hele jonge kinderen. Zeker wanneer zij in de buitenbedjes liggen te slapen. vanuit de binnenruimte houdt de beroepskracht steeds het slapende kind in de gaten. Ook wanneer het kind even aan het huilen is, wil de beroepskracht ook naar buiten om even het kind te sussen. Wanneer de kinderen buiten hebben gespeeld wordt er met zorg en aandacht jassen en schoenen uitgetrokken. Een kind valt van een bankje op haar hoofd. Het kind wordt meteen opgepakt en in de armen genomen. De beroepskracht aait over haar hoofd en troost haar. Om haar af te leiden van haar verdriet vraagt de beroepskracht of ze een liedje wil zingen. Het kind knikt en samen zingen ze een liedje. Een ander kind komt er ook bij zitten en zingt het liedje mee. De beroepskracht vraagt na het buiten spelen aan een kind, "wil jij helpen jassen en schoenen naar de gang te brengen?". Een ander beroepskracht reageert hierop door te zeggen,"ohh, ik zie hier een goede hulp. Jij helpt altijd zo goed mee". Een van de kinderen is moe. De beroepskracht merkt dit op en gaat naar het kind toe. De beroepskracht wiegt het kind en zingt op een zachte toon een liedje voor hem. Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer) ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het dagprogramma bestaat uit vrij en gestructureerd spel. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren verschillende ontwikkelingsgebieden.



Er is binnen en buiten voldoende speelmateriaal op kindhoogte die de kinderen zelf kunnen pakken. Buiten zijn er vogels en konijnen, een moestuin en ander speelmateriaal waar de kinderen ervaringen mee kunnen opdoen. De beroepskrachten zetten zich actief in om reacties van baby's te ontlokken. Twee baby's liggen apart van elkaar te spelen. De beroepskracht pakt een van de twee kinderen op en laat haar zitten naast de baby die ligt. De kinderen hebben oogcontact en blijven naar elkaar kijken en geluiden maken. De beroepskracht reageert hierop en zegt, "Kijk X, dit is Y, zeg maar hallo Y". De beroepskracht pakt er speelgoed bij en speelt met de twee baby's. Voorzichtig laat ze het kind die zit het ander kind op zijn wang aaien. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen samen te laten spelen. Dit kan buiten spelen zijn, maar activiteiten die de kinderen van 2-4 jaar samen uitvoeren. De beroepskracht vertelt dat de groepen regelmatig samen buiten spelen. Zo leren de kinderen elkaar kennen en de beroepskrachten van de andere groepen. Waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. De beroepskrachten begeleiden de kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt in welke situatie. Kinderen moeten proberen om netjes met het speelmateriaal om te gaan. Er wordt niet gegooid of geschoven. Een kind was met een houten bankje aan het schuiven. De beroepskracht loopt achter het kind aan en zegt, "het bankje hoort bij het raampje. Zullen we deze samen terugzetten". Na het buiten spelen gaan de kinderen in de vorm van een treintje terug naar hun groepen. De beroepskracht begeleidt de kinderen hierin en vraagt of ze nog weten hoe ze netjes in een trein moeten gaan staan. Vierogenprincipe conform het pedagogisch beleidsplan Het vierogenbeleid wordt op alle groepen conform het pedagogisch beleidsplan uitgevoerd. Per groep staan er minimaal 2 beroepskrachten of 1 beroepskracht met een stagiaire ter ondersteuning. Daarnaast was de directie, alsmede de office manager in het pand aanwezig. Aan alle voorwaarden van dit domein wordt voldaan. Voorschoolse educatie De doelstelling van Voor- en Vroegschoolse Educatie is om de ontwikkeling van kinderen al op jonge leeftijd zo te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan worden vergroot. KinderCentrum Almere werkt met het erkende voorschoolse educatieprogramma Uk en Puk. De aangeboden voorschoolse educatie wordt niet door de gemeente gesubsidieerd. De Boerderij te Almere Binnen het dagverblijf werken alle groepen met Uk en Puk, aangepast aan de leeftijd en behoefte van het kind. De ontwikkeling van de kinderen wordt door middel van observatielijsten bijgehouden. Op de groepen 0-2 jaar wordt de ontwikkeling bijgehouden door het observatiesysteem van de CED groep, "Zo beweeg ik, zo praat ik en zo doe ik". Vanaf 3,5 jaar wordt de peuterestafette gebruikt. Doordat de VVE ook met SLO doelen werkt kan dit in Digidor geplaatst worden en kan de basischool hier kennis van nemen in het kader van 'warme overdracht'. Wanneer de kinderen tenslotte op de Varkentjesgroep komen, volgt het eindgesprek. Eén keer per jaar vinden er oudergesprekken plaats. De lijsten hangen inmiddels op de deuren van de groepen. De oudergesprekken starten vanaf 8 mei.



De beroepskrachten zijn nog niet allemaal gecertificeerd voor de Uk en Puk methode. De eerste groep beroepskrachten hebben inmiddels hun certificaat behaald. De tweede is inmiddels al reeds gestart met de opleiding. Zij zullen binnenkort de opleiding afronden en en dan zijn alle beroepskrachten gecertificeerd. Op de groep wordt er gewerkt met 1 beroepskracht op 8 kinderen. Momenteel wordt er gewerkt met het thema 'Zelfbeeld'. Op de deuren hangt er een lijst met de activiteiten die de kinderen in het kader van dit thema gaan uitvoeren. De activiteiten zijn gekoppeld aan de 4 opvoedingsdoelen. De HBO coach geeft aan dat zij de VVE thema's zelf ook aanvullen. Doordat zij een boerderij zijn, kunnen zij andere thema toevoegen zoals dieren, de natuur en een moestuin. De HBO coach vertelt dat het uitdagend is om zelf thema's te bedenken, deze uit te schrijven en te koppelen aan de 4 opvoedingsdoelen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. van Belzen (houder) en mw. X. van

Boxtel (office manager)) Interview (beroepskrachten) Observaties (binnen en buitenruimte) Website (www.kindercentrumalmere.nl) Pedagogisch beleidsplan (d.d. 5 april versie 9.0)



Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag Van de aanwezige beroepskrachten (13) en de stagiaires (3) was een geldige verklaring omtrent het gedrag aanwezig. Deze zijn gescreend op het juiste functie-aspect en zijn afgegeven na 1 maart 2013. Er wordt aan de wettelijke voorwaarden voldaan. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. De BOL- stagiaires hebben een geldig praktijkovereenkomst. Er wordt aan de wettelijke voorwaarden voldaan. Opvang in groepen Elk kind verblijft in zijn eigen stamgroep. De stamgroepen zijn verdeeld naar leeftijd van een kind. Dagopvang De Boerderij heeft 5 stamgroepen voor maximaal 64 kinderen: • Lammetjes, maximaal 8 kinderen van 3 mnd -12 mnd (apart gebouw) • Kuikentjes, maximaal 16 kinderen van 1-2 jaar • Konijntjes, maximaal 16 kinderen van 2-3 jaar • Biggetjes maximaal 16 kinderen van 3+ • Varkentjes maximaal 8 kinderen vanaf 3,5 jaar (voorbereidend op de basisschool) De peuters op de eerste etage maken gebruik van beide groepen op deze etage. Om de kinderen van de Biggetjes soms al kennis te laten maken met de activiteiten van de Varkentjes, doen zij regelmatig mee met de kinderen van de Varkentjes. Deze groepen beginnen inb de ochtend samen, maar splitsen wanneer een van de 2 groepen al 8 kinderen heeft. Op alle groepen wordt er gewerkt met vaste beroepskrachten. De kinderen van de groepen spelen regelmatig samen buiten. Zo kunnen de kinderen elkaar zien en kennen ze de beroepskrachten ook. De kinderen van de Lammetjes die blijven binnen, omdat zij nog te klein zijn om buiten te zijn (tenzij het kind in een buitenbed slaapt). Elke week kunnen de ouders aan de hand van de weekplanning zien wat voor activiteiten er ondernomen worden en welke ontwikkelingsgebied gestimuleerd wordt door deze activiteit. Tevens staat er vermeld welke thema er behandeld wordt. Momenteel wordt het thema 'Dit ben ik', behandeld. De beroepskracht vertelt dat de kinderen naar hun zelfbeeld kijken door middel van een spiegel bijvoorbeeld, en daar horen ook emoties bij. Voor ouders zijn er ook opdrachten die zij eventueel thuis met de kinderen kunnen uitvoeren. De gegeven thema's zijn thema's uit het VVE programma. Bij de deur hangen er foto's van de beroepskrachten die er op die dag werkzaam zijn. Ouders worden zo voldoende op de hoogte gesteld van wie er op de groep staat en wat de kinderen per week aan activiteiten uitvoeren. De wordt aan de wettelijke voorwaarden voldaan. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio voldeed aan de wettelijke voorwaarden ten tijde van de inspectie. Lammetjes (3 mnd -12 mnd), 2 beroepskrachten en 1 stagiaire met 6 kinderen Kuikentjes (1-2 jaar), 4 beroepskrachten en 1 stagiaire met 15 kinderen Konijntjes (2-3 jaar), 3 beroepskrachten en 1 stagiaire met 13 kinderen Biggetjes (3+ groep), 2 beroepskrachten en 1 stagiaire met 13 kinderen



Varkentjes (3,5 jaar), 1 beroepskracht en 1 stagiaire met 8 kinderen Beroepskrachten zijn nooit alleen in het pand. Op elke groep werken er beroepskrachten en eventueel stagiaires. Dagelijks begint en sluit er er 1 beroepskracht op zijn eigen groep. Daarnaast is de office manager en directielid ook aanwezig. In geval van calamiteiten of pauzes kan er ondersteuning geboden worden. De groepshoofden worden zelf ook ingeroosterd en draaien mee op hun eigen groep. Er wordt aan de wettelijke voorwaarden voldaan. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Op het dagverblijf wordt er Nederlands gesproken en zijn de documenten in de Nederlandse taal geschreven. Er wordt aan de voorwaarden voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. van Belzen (houder) en mw. X. van

Boxtel (office manager)) Interview (beroepskrachten) Observaties (binnen en buitenruimte) Website (www.kindercentrumalmere.nl) Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten en stagiaires) Diploma's beroepskrachten (beroepskrachten) Leerwerkovereenkomsten



Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Vier keer per jaar is er een werkoverleg. De groepshoofden hebben over met elkaar en elk groepshoofd zorgt ervoor dat de beroepskrachten van haar groep op de hoogte is van de informatie die besproken is. Dit geldt ook voor de risico inventarisatie. De groepshoofden draaien zelf ook mee op de groepen en zijn zodoende voldoende op de hoogte van risico's. De risico inventarisatie is onlangs vernieuwd. Er is voor elke groep een nieuwe map aangemaakt waar alle essentiële documenten in leggen. Steekproefsgewijs zijn er een aantal risico's gecontroleerd in de praktijk: poepluiers worden verschoond met handschoenen aan; na elke verschoonbeurt wordt het aankleedkussen schoon gemaakt; handen worden gewassen na het verschonen en wanneer de kinderen van buiten spelen naar

binnen komen; buitenbedjes worden goed afgesloten en de kinderen worden goed ingepakt; na het buitenspelen vormen de kinderen een treintje om weer naar binnen te gaan. Aandachtspunt: Op de groep Konijntjes is er een houten bank die te hoog is voor de kinderen. Tijdens de inspectie is er een kind gevallen. De beroepskracht heeft aangegeven dat zij de directie al verzocht heeft om de bank te verlagen. De peuters hebben een ontruimingsoefening gedaan. Er wordt geoefend met het vasthouden van de touwen en dan met de trap naar beneden gaan. De kinderen verzamelen op het parkeerplek. De beroepskracht vertelt dat er bij een ontruimingsoefening altijd de tablet mee moet (de kindlijsten, aanwezig / afwezig en andere bijzonderheden staan hierin). De andere groepen hebben nog geen ontruimingsoefening gedaan. Uit de gesprekken met verschillende beroepskrachten en stagiaires komt naar voren dat zij voldoende op de hoogte zijn van het veiligheid- en gezondheidsbeleid. Er wordt aan de voorwaarden voldaan. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld, op basis van het landelijk model versie JSO juli 2013, in opdracht van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De sociale kaart is ingevuld. Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van de meldcode waaronder het herkennen (signalen) van mishandeling. De 5 HBO coaches worden ook ingezet ter ondersteuning en observatie voor vraagstukken die betrekking hebben op de meldcode. Beroepskrachten ervaren voldoende ondersteuning. Twee personen, waarvan 1 HBO coach, hebben onlangs een training van de meldcode gevolgd. Het betrof een verdiepende training waarbij diverse casuïstieken besproken werden. De HBO coach is tevens de aandachtsfunctionaris van de organisatie. Er wordt aan de wettelijke voorwaarden voldaan. Vierogenprincipe



De houder beschrijft in zijn pedagogisch beleidsplan dat er dagelijks met minimaal 2 beroepskrachten de dag geopend en gesloten wordt. Tijdens de inspectie blijkt dat er op alle groepen meer dan 2 beroepskrachten werken. Er wordt aan de wettelijke voorwaarde voldaan. In de ochtend starten de eerste beroepskrachten al om 07.00 uur, op alle groepen. De 2e beroepskracht komt rond 07.45 uur en de 3e weer rond 09.00 uur. De groepen worden over het algemeen niet samengevoegd, behalve de peutergroepen. Pauzes regelen de beroepskrachten onderling. Aandachtspunt: In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er een leraar van school ondersteuning biedt in het kader van te vierogenprincipe. De Boerderij is een vrijstaande dagverblijf. Uit de tekst komt niet duidelijk naar voren waar die leerkracht vandaan komt. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. van Belzen (houder) en mw. X. van

Boxtel (office manager)) Interview (beroepskrachten) Observaties (binnen en buitenruimte) Sociale kaart Meldcode kindermishandeling (meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld juli 2013) Pedagogisch beleidsplan (d.d. 5 april versie 9.0)



Accommodatie en inrichting

Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbare binnen- en buitenruimte per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte Alle 5 de stamgroepen hebben een afzonderlijke vaste groepsruimte. De groepen zijn huiselijk en warm ingericht. Er is gebruik gemaakt van hout en industriële meubelen. De groepsruimtes zijn groot en hebben veel lichtinval. De groepsruimten hebben voldoende m² om het maximaal aantal kinderen (zie domein personeel en groepen) op te vangen. Elke groepsruimte is passend ingericht met leeftijdsadequaat speelmateriaal. De Lammetjes hebben bijvoorbeeld verschillende boxen staan. Er liggen zachte matten en speelgoed op de grond. De kinderen die kruipen of liggen kunnen dit zelf pakken. Bij de Kuikentjes en Konijntjes zijn er verschillende speelhoeken zichtbaar, zoals een keuken, huishoek en bouwhoek. Er zijn leesboeken en spelletjes. De kinderen kunnen het meeste speelmateriaal zelf pakken. Voor bepaalde dingen, als knutselspullen of aparte leesboeken, moeten de kinderen vragen. Op deze groepen staat hoog zitmeubilair. Bij de Varkentjes/Biggetjes (in beide groepen) staat er een Pukhuis. Hier woont de pop Puk. Er liggen matten op de grond. Er staat laag meubilair met diverse speelmateriaal. Gezelschapsspelletjes, Kapla, een kast met knutselspullen en leesboeken zijn er ook te vinden. Daarnaast zijn er nog aparte speelhoeken zichtbaar. Elke groep heeft ook voldoende kinderbedjes voor de kinderen van 0-2 jaar. Het kinderdagverblijf beschikt ook over diverse buitenbedjes, die dagelijks gebruikt worden. Voor de peuters zijn er voldoende stretchers. Een kant van de ruimte wordt gebruikt voor de kinderen die echt slapen en de andere kant van de groepsruimte voor de kinderen die alleen rusten. Met deze kinderen wordt er een rustige activiteit uitgevoerd, zoals een boekje lezen of een 1 op 1 activiteit. De binnenruimte voldoet aan de wettelijke eisen. Buitenspeelruimte Elke groep beschikt over een eigen stuk buitenspeelruimte. Deze buitenspeelplaats is voor elke groep afgesloten door middel van een laag deurtje. Bij de Kuikentjes staat er een kippenhok en lopen de kippen rond. De kinderen kunnen de dieren niet pakken. Verder staat er een vogelhuisje, een zandbak en een picknicktafel. De groepen Konijntjes, Varkentjes en Biggetjes beschikken over diverse autootjes, brommertjes en fietsjes om op te rijden. Er staat een speeltoestel met een glijbaan en een picknicktafel. Verder is er een een vaste wipkip. De kinderen maken ook gebruik van losse speelmateriaal zoals bellenblazen en stoepkrijt. Aan de overzijde van de boerderij, is er een moestuin en zijn er twee kleine terreinsportvelden. Dit hoort nog allemaal bij Kinder Centrum Almere. De kinderen maken hier regelmatig een wandeling naar toe en helpen mee met in de moestuin. De buitenruimte is met planten, hekken en dieren zo ingericht dat er voor kinderen genoeg ruimte is om op ontdekking te gaan of om verstoppertje te spelen. Er wordt aan de gestelde voorwaarden voldaan. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (binnen en buitenruimte)



Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit

kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4

Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4

Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4

Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit

kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit

kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit

kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit


Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit

kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit

kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit


De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit


De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit


Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit




Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit


Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: - een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen; - specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld; - specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit

kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit

kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit

kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)



Gegevens voorziening

Opvanggegevens Naam voorziening : De Boerderij Website : http://www.kindercentrumalmere.nl Aantal kindplaatsen : 64 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : KinderCentrumAlmere B.V. Adres houder : Mercuriusstraat 1 Postcode en plaats : 1363ZB Almere KvK nummer : 65893751 Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : 088-0029910 Onderzoek uitgevoerd door : R. Ramsanjhal

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : 04-05-2017 Opstellen concept inspectierapport : 17-05-2017 Vaststelling inspectierapport : 21-06-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-06-2017 Verzenden inspectierapport naar gemeente

: 21-06-2017

Openbaar maken inspectierapport :



Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Documents

Inspectierapport De Boerderij 04-05-2017 · 17 maart 2014, incidentele inspectie i.v.m. aanvraag wijzing kindplaatsen, advies geen bezwaar tegen uitbreiding van 40 naar 56 25 augustus