Ivan Maesen 1

Installatiemethoden 6 ETInstallatiemethoden 6 ET

Ivan Maesen 2

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Verschil residentiële en industriële installaties

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Uitschakelkarakteristieken van smeltveiligheden

De thermische beveiliging

De elektomagnetische beveiliging

De thermisch-elektromagnetische beveiliging

INHOUDINHOUD

Ivan Maesen 3

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

B, C, D uitschakelgrafieken

Invloed omgevingstemperatuur

Kiezen van industriële automaten

Motorbeveiligers

Hulpelementen

Onderbrekingsvermogen

Selectiviteit

Ivan Maesen 4

Verschil residentiële en industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

De nominale waarden van de beveiligingen kunnen groter zijn omdat de vermogens vaak groter zijn.

Kortsluitstromen kunnen veel groter zijn!

Ivan Maesen 5

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Schroefveiligheden

Ivan Maesen 6

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Penveiligheden

Ivan Maesen 7

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Cilindrische veiligheden

Ivan Maesen 8

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Cilindrische veiligheden

Ivan Maesen 9

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Mesveiligheden

Ivan Maesen 10

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Mesveiligheden

Ivan Maesen 11

Smeltveiligheden voor industriële installaties

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Mesveiligheden

Grootte :

00, 0 1, 2, 3, of 4

Ivan Maesen 12

Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

gL/gG: (traag/snel)Ze dienen voor het beveiligingen van kabels en leidingen in installaties tegen overbelasting (traag) en tegen kortsluiting (snel) 

Ivan Maesen 13

Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

aM: (accompagnement Moteur)Voor het beveiligen van motoren tegen kortsluiting. Ze beveiligen niet tegen overbelasting! Er moest dus een bijkomende beveiliging tegen overbelasting geplaatst worden.

Ivan Maesen 14

Uitschakelkarakteristieken voor smeltveiligheden

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

üf of gR: (ultra snel)Tegen het beveiligen van elektronische componenten (dioden, thyristoren,…) tegen overbelastingen en zeer korte kortsluitingen.(Het snel onderbreken wordt bekomen door smeltelementen uit zilver te gebruiken)

Ivan Maesen 15

De thermische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Werking

Ivan Maesen 16

De thermische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 17

De thermische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Keuze

In (motor) = 5 A I therm = max. 5 A

In (motor)

kenplaat motor

meten met stroommeettang

tabellen (catalogi)

Ivan Maesen 18

De elektromagnetische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Werking

Ivan Maesen 19

De elektromagnetische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Keuze Geleiderdoor- snede in mm2

Inom smeltveiligheid

in A

Inom automaat

in A

1,5 10 16

2,5 15 20

4 20 25

6 32 40

10 50 63

16 63 80

25 80 100

35 100 125

Ivan Maesen 20

De thermisch-elekromagnetische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 21

De thermisch-elekromagnetische beveiliging

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 22

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 23

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

B-karakteristiek

Ohmse belastingen

Ivan Maesen 24

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

B, C en D-curve : thermisch gedeelte identiek.

Bij overbelasting van 1,13 x In --> uitschakeling voor 1 uur.

Ivan Maesen 25

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders.

B

Bij 3 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s

Bij 5 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s

Ivan Maesen 26

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders.

C

Bij 5 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s

Bij 10 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s

Ivan Maesen 27

B, C en D- uitschakelkarakteristieken

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Uitschakeling bij kortsluiting is voor de 3 types anders.

D

Bij 10 x In uitschakelen ten vroegste na 0,1 s

Bij 20 x In uitschakelen ten laatste na 0,1 s

Ivan Maesen 28

Invloed van de temperatuur

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

1

2

Ivan Maesen 29

Invloed van de temperatuur

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Bij hogere temperaturen, schakelt de automaat reeds bij lagere stroomsterkte.

Ivan Maesen 30

Kiezen van industriële automaten

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

- Aantal polen

- Uitschakelkarakteristiek

- Nominale stroom

- Kortsluitvermogen

Ivan Maesen 31

Motorbeveiligingsschakelaars

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 32

Motorbeveiligingsschakelaars

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 33

Motorbeveiligingsschakelaars

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 34

Hulpelementen

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

• extra hulpcontacten (NO of NC)• minimumspanningsspoel; (12 V DC, 24 V DV, 24 V AC, 230 V AC,…) de automaat wordt uitgeschakeld als de spanning daalt onder een bepaalde waarde (tussen 70 en 30%) (ook nulspanningsbeveiliging genoemd)• vertraagde minimumspanningsspoel, zoals de vorige maar nu met een vertraging (0,5 s) zodat de automaat niet uitschakelt bij zeer korte spanningsdalingen• differentieelelement• stroomuitschakelspoel , hiermee kan de automaat van op afstand uitgeschakeld worden• e.d.…

Ivan Maesen 35

Onderbrekingsvermogen

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

3 k A

6, 10, 15, 25, 50 kA

Ivan Maesen 36

Selectiviteit

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Ivan Maesen 37

Selectiviteit

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Bij een stroom van 200A:

Aut. 25A schakelt na 4 s.

Aut. 63A schakelt ten vroegste na 10s.

Aut. 250 A schakelt niet.

Selectiviteit bij een stroom van 200 A

Stroomselectiviteit

Ivan Maesen 38

Selectiviteit

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting

Tijdselectiviteit

Bij een overstroom van 800 A:

F1 ten vroegste na 0,02s

F2 ten vroegste na 0,22s (20s vertraging)

Ivan Maesen 39

Beveiligen tegen overbelasting en kortsluiting