Upload
hoofdkantoor-wooncompagnie
View
253
Download
6
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
Inhoudsopgave
1. Voorwoord ............................................................................................................................................................- 2 -
2. Verslag Directeur-bestuurder..............................................................................................................................- 4 -
3. Verslag RvC ..........................................................................................................................................................- 8 -
4. Maatschappelijk presteren ................................................................................................................................- 14 - 4.1. Missie en beleid ....................................................................................................................................................- 14 -
4.2. Relatie met belanghouders ...................................................................................................................................- 17 -
4.3. Relatie met onze bewoners ...................................................................................................................................- 20 - 4.4. Relatie met gemeenten..........................................................................................................................................- 21 -
4.5. Relatie met maatschappelijke partners.................................................................................................................- 24 -
4.6. Relatie met collega-corporaties............................................................................................................................- 26 - 4.7. Leefbaarheid, zorg en welzijn...............................................................................................................................- 29 -
4.8. Sponsoring en donaties.........................................................................................................................................- 36 -
5. Duurzaam investeren .........................................................................................................................................- 42 - 5.1. Passende woonruimte voor alle klanten ...............................................................................................................- 42 -
5.2. Het bezit ...............................................................................................................................................................- 42 - 5.3. Bevordering eigen woningbezit ............................................................................................................................- 45 -
5.4. Het aanbieden en verhuren van de woningen.......................................................................................................- 47 -
5.5. De kwaliteit en ontwikkeling van vastgoed...........................................................................................................- 56 - 5.6. Energiebeleid en milieu........................................................................................................................................- 59 -
5.7. Nieuwbouw...........................................................................................................................................................- 61 -
6. Innovatief ondernemen ......................................................................................................................................- 70 -
7. De organisatie .....................................................................................................................................................- 78 - 7.1. Verslag ondernemingsraad 2010..........................................................................................................................- 79 -
7.2. Goed ondernemingsbestuur..................................................................................................................................- 83 - 7.3. Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie..............................................................................................- 84 -
7.4. Interne organisatie ...............................................................................................................................................- 86 -
8. Toekomst .............................................................................................................................................................- 98 -
9. Financiële positie en risico-management ........................................................................................................- 102 - 9.1. Financiële positie en continuïteit........................................................................................................................- 102 -
9.2. Jaarresultaat 2010 .............................................................................................................................................- 102 -
9.3. Risicomanagement..............................................................................................................................................- 108 - 9.4. Verkorte jaarrekening 2010................................................................................................................................- 114 -
10. Verklaringen .....................................................................................................................................................- 120 - 10.1. Verklaring directeurbestuurder..........................................................................................................................- 120 -
10.2. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant.......................................................................................- 121 -
- 2 -
1. Voorwoord Graag leggen wij in ons jaarverslag 2010
verantwoording af over onze maatschappelijke en
volkshuisvestelijke prestaties. Met dit verslag voldoen
wij aan onze wettelijke verplichtingen zoals opgelegd
door diverse overheidsinstanties. Maar minstens zo
belangrijk vinden wij het om verantwoording af te
leggen aan onze klanten, medewerkers, collega’s en aan
onze belanghouders.
Ons jaarverslag 2010 is wederom gebaseerd op ons
ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. De
koers van Wooncompagnie fundeert op drie
inhoudelijke thema’s: maatschappelijk presteren,
duurzaam investeren en innovatief ondernemen. Een
vierde thema is de organisatie zelf en met name de
mensen achter de organisatie; zij hebben immers de taak
om alle doelen tot leven te brengen en te
verwezenlijken.
Wij willen naast een verslaglegging van onze
maatschappelijke en volkshuisvestelijke prestaties in
2010 in het algemeen ook inzichtelijk maken waar we
na dit jaar staan als het gaat om de specifieke
doelstellingen zoals geformuleerd in het
ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. Daarom volgt de opbouw van ons jaarverslag 2010, net
als in 2009, de structuur van het ondernemingsplan.
In hoofdstuk twee vindt u het verslag van de
directeurbestuurder. In hoofdstuk drie blikt de Raad van
Commissarissen terug op 2010. Hoofdstuk vier tot en
met zes zijn gewijd aan de drie inhoudelijke thema’s uit
het ondernemingsplan: maatschappelijk ondernemen,
duurzaam investeren en innovatief ondernemen.
Hoofdstuk zeven betreft het vierde thema; de
organisatie. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op
het ondernemingsbestuur, waarvoor de Governance
Code leidend is. Hoofdstuk acht staat in het teken van
de toekomst. In hoofdstuk negen leggen we
verantwoording af over de inzet van onze financiële
middelen in 2010 en treft u de verkorte jaarrekening.
Tenslotte eindigt het jaarverslag met een verklaring van
de directeurbestuurder en de accountantsverklaring.
Wij hopen met dit jaarverslag inzichtelijk te maken hoe
wij onze rol als corporatie in een sterk veranderende
omgeving in 2010 hebben ingevuld, hoe wij zijn
gevorderd met het verwezenlijken van onze
doelstellingen zoals geformuleerd in ons
ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ en
hoe wij hier in 2011 vervolg aan zullen geven. Graag
beantwoorden wij uw eventuele vragen of verschaffen
wij u nadere informatie als u daar behoefte aan heeft.
- 3 -
Hoofdkantoor Hoorn
Kantoor vestiging Schagen
Kantoor vestiging Purmerend
- 4 -
2. Verslag Directeur-bestuurder
Het jaar 2010 heb ik als heel inspirerend ervaren. Het
was een jaar van balans en bekrachtiging. Balans in wat
Wooncompagnie daadwerkelijk kan in reactie op haar
steeds veranderende omgeving. Het zijn van een
‘netwerkorganisatie’, hoe lastig ook in de praktijk, heeft
wederom bewezen te werken. De kracht van het model
is het in balans houden van de onder- en de
bovenstroom binnen de organisatie. Niet enkel bottom-
up en ook niet enkel top-down maar in dialoog en in
gezamenlijkheid. Het is en blijft een continu leerproces.
2010 is ook het jaar gebleken waarin ‘het oude denken’
over het corporatiestelsel definitief voorbij ging. Het
kabinet Rutte toont in dat opzicht daadkracht en heeft
stappen gezet om die kentering onomkeerbaar te
verwezenlijken. In die zin was 2010 gek genoeg voor
Wooncompagnie een jaar van genieten van de rust.
Genieten van de juiste keuzes die we in het verleden
hebben gemaakt. Wooncompagnie is nog steeds een
‘lean en mean’ organisatie. We stappen niet in
risicovolle projecten, productie zien wij als middel en
niet als doel. Onze huurders zijn tevreden en onze
relaties met gemeenten en maatschappelijke
ondernemingen in ons werkgebied zijn goed en
duurzaam. Dit blijkt ook uit externe beoordelingen: In
2009 hebben we ons laten visiteren met een prachtig
resultaat. In 2010 hebben we met het participatielabel
het derde KWH label binnengehaald en daarnaast
wederom een geweldige uitslag behaald met het
Medewerkers Tevredenheids Onderzoek. De
grondhouding van onze organisatie is terug te vinden bij
de individuele medewerkers. Betrokken en degelijk;
noem het Noord–Hollandse nuchterheid. Opportunisme
is ons dan ook vreemd. De definitieve kentering in het
denken binnen de sector heeft ervoor gezorgd dat het
imago van de sector langzaamaan herstelt. De
misstappen van andere corporaties stralen in afnemende
mate één op één af op de hele sector maar worden
steeds meer gezien als excessen. Het voelt prettig om
los te raken van een onrustige familie. We vervullen
onze taak; beoordeel ons op onze daden. Ook de nieuwe
koers van Aedes –smal en verfijnd– stemt mij tevreden.
Het ligt geheel in de lijn waarin de sector zich
ontwikkelt en het past een brancheorganisatie om deze
lijn te adopteren.
Het besef dat het oude denken achter ons ligt, betekent
nog niet dat een nieuw denken is uitontwikkeld. Waar
gaat de sector heen? Hoe ziet het ‘nieuwe denken’ van
de overheid er dan uit? Deze vragen zijn op dit moment
nog moeilijk te beantwoorden. En ik betwijfel of de
antwoorden op korte termijn wel te geven zijn. Want
ondanks het feit dat het kabinet daadkracht heeft
getoond, lijkt het geen brede, integrale visie op de totale
woningmarkt te hebben, die de basis moet vormen om
samenhangende stappen te kunnen zetten. De politiek
toont zich op dit moment geen grote inspirator. Het
denken lijkt stil te staan. Wooncompagnie concentreert
zich dus op de vraag: Waar zijn wij voor? Voor wie?
Het antwoord op die vraag is en blijft dat wij er zijn
voor diegenen die door hun financiële of persoonlijke
omstandigheden niet zelfstandig in hun huisvesting
kunnen voorzien.
Met de invoering van de ministeriële regeling per 1
januari 2011 is dit hard afgekaderd op huishoudens met
een belastbaar gezinsinkomen tot € 33.614. Minimaal
90% van het vrijkomende aanbod dient te worden
aangeboden aan deze huishoudens. Medio 2010 is
binnen Wooncompagnie een aantal strategische sessies
gehouden om onze reactie op en de impact van de
ministeriële regeling vast te stellen. De uitkomst is dat
wij ons zullen conformeren aan de regeling. In die zin
dus geen burgerlijke ongehoorzaamheid. Wel hebben
we gesteld dat de huishoudens met een gezinsinkomen
tussen € 33.614 en € 43.000 nog steeds onze doelgroep
van beleid is. Deze huishoudens gaan immers naar onze
mening grote moeite krijgen om woonruimte te vinden
als zij niet meer terecht kunnen in de sociale huursector.
Een deel van de resterende 10% van het vrijkomende
aanbod, vrije sectorhuurwoningen en
koop(garant)woningen zijn de producten die we voor
deze secundaire doelgroep kunnen inzetten. Wel
beseffen we ons dat er steeds groter wordende
verschillen zijn te constateren tussen de werkgebieden
- 5 -
van de vestiging Purmerend en de vestiging Schagen.
Het gat tussen huur en koop is in de Noordkop relatief
klein. Het kopen van een woning zit daarbij in het
gedachtegoed van de bevolking. De omvang van de
sociale voorraad is veelal aanmerkelijk kleiner dan het
aantal koopwoningen. In deze gebieden zal onze
voorraad dan ook niet te groot zijn als we kijken naar de
90%–regel. De omvang van de benodigde voorraad
wordt daar eerder bepaald door consolidatie dan wel
krimp en vergrijzing van de bevolking. In de zuidflank
van ons werkgebied liggen deze feiten heel anders. De
verschillen die wij in ons werkgebied constateren, zijn
landelijk bezien uiteraard nog groter. De vraag is wat de
effecten zullen zijn van de ministeriele regeling. Dat het
de uitstroom, en daarmee de in– en doorstoom binnen
de sociale sector niet ten goede komt, moge duidelijk
zijn. Ruimte creëren voor de lagere inkomens zal
daarmee een illusie blijken.
In 2010 is hard gewerkt om de organisatie voor te
bereiden op de invoering van de ministeriële regeling.
Naast de strategische sessies zijn de toewijzingsregels
aangepast, is de inkomenstoets voorbereid en is de
kadernotitie maatschappelijk vastgoed vastgesteld.
In 2010 hebben verschillende ontwikkelingen
aanleiding gegeven om aan de slag te gaan met de
doorontwikkeling van Wooncompagnie. Nieuwe
regelgeving, aangescherpt toezicht en het in het geding
komen van de financierbaarheid van
investeringsplannen maken het zorgvuldig beheer van
het bestaand vastgoed nog belangrijker, waarbij
nadrukkelijk de heroverweging moet plaatsvinden om
over te gaan tot levensduurverlenging in plaats van
sloop en nieuwbouw. Als het gaat om
projectontwikkeling, dan kan gesteld worden dat de
omstandigheden waaronder projecten kunnen worden
ontwikkeld ingrijpend zijn gewijzigd. Hierdoor kan niet
meer worden vastgehouden aan het eerdere besluit om
de projectontwikkelingsafdeling Bouwcompagnie
verder te verzelfstandigen als projectontwikkelaar. Dit
heeft ertoe geleid dat Wooncompagnie de huidige
processen met betrekking tot projectontwikkeling onder
de loep heeft moeten nemen om voorbereid te zijn op de
toekomst.
Tegelijkertijd is in 2010 Trevin van start gegaan.
Hierdoor moest een aantal ‘achterblijvende’ afdelingen
die deel uitmaakten van de Backoffice en niet over zijn
gegaan naar Trevin, een plek krijgen binnen
Wooncompagnie. Eén van deze afdelingen is Vastgoed.
Omwille van eerder genoemde ontwikkelingen is
besloten de afdelingen Vastgoed en Bouwcompagnie te
bundelen. Hierdoor kan de verhouding tussen prijs en
kwaliteit beter worden geborgd, kan er een betere
afstemming en processturing plaatsvinden als het gaat
om herstructurering, maatschappelijk vastgoed en
maatschappelijke huisvesting, vindt er een betere
beheersing plaats van het lange termijn onderhoud van
de woningportefeuille en wordt kennis en kunde
rondom vastgoed bij elkaar gebracht. Ook de overige
afdelingen van de vroegere Backoffice krijgen een plek
binnen de organisatie.
Zoals gezegd is Trevin in 2010 van start gegaan en heeft
de samenwerking binnen Trevin verder gestalte
gekregen. Doelstelling van Trevin is om de drie
corporaties te versterken als het gaat om denkkracht,
bestuurskracht en daadkracht. Binnen Trevin zijn twee
sporen uitgezet, enerzijds het Shared Service Center
(SSC) en anderzijds het Programmanetwerk.
Het Shared Service Centre is een feit. De medewerkers
hebben hun intrek genomen in het nieuwe pand van
Trevin in Alkmaar. Op het gebied van daadkracht zijn
flinke slagen gemaakt. Op het gebied van denkkracht
wordt het Programmanetwerk als inspiratiebron op prijs
gesteld. Algemeen wordt het Programmanetwerk gezien
als een inspirerend platform voor kennisuitwisseling en
innovatie, waar een aantal thema’s gezamenlijk wordt
‘besnuffeld’ en onderzocht. Mogelijk leidt dat soms tot
gezamenlijke invoering, maar dat is niet het doel op
voorhand. Voor 2010 kan worden genoemd het
Europadossier en het regeerakkoord, maar ook nieuwe
vormen van participatie en maatschappelijke
huisvesting. De komende periode moet aantonen of de
geleverde inspanning opweegt tegen de uiteindelijke
resultaten.
Begin 2009 heeft Woningstichting Wherestad
vastgesteld dat de opgave waarvoor de woningstichting
zich geplaatst zag zo omvangrijk was dat de Raad van
Commissarissen het bestuur opdracht heeft gegeven om
de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken.
Dat onderzoek heeft in het najaar van 2009 geresulteerd
- 6 -
in een keuze voor een verdergaande verkenning met
twee mogelijke fusiepartners waaronder
Wooncompagnie. Wooncompagnie heeft zichzelf eind
2009 gepresenteerd in antwoord op het verzoek van
Wherestad. Begin 2010 is uit dit verkennend onderzoek
gebleken dat Wooncompagnie het meest past bij de
opgave, de cultuur, het beleid en de organisatie van
Wherestad en dat de mogelijkheid tot een fusie het best
met Wooncompagnie kon worden gerealiseerd. Een
verdiepend onderzoek in 2010 heeft duidelijk gemaakt
dat een fusie in financiële zin mogelijk zou zijn
geweest. Maar het ‘plattelandsdenken’ bij
Wooncompagnie en het ‘stedelijk denken’ bij
Wherestad bleken tot onoverbrugbare verschillen te
leiden. Daar waar Wooncompagnie denkt in
maatschappelijke rendementen, beschouwt Wherestad
een positieve waardeontwikkeling van het vastgoed als
rendement. Voor beide valt iets te zeggen; het gaat ook
niet om wie de juiste definitie hangt aan de term
rendement. Feit is wel dat hier de kern ligt in de
uiteindelijke conclusie om het traject van fusie niet
verder voort te zetten.
In een omgeving van aanhoudende economische
mineur, onzekerheid over onze toekomst, de koers van
het kabinet en de toekomst van de woningmarkt in
brede zin, zijn de prestaties die wij in 2010 hebben
gerealiseerd, enkel mogelijk omdat we blijven durven
werken vanuit eigen kracht en overtuiging. Wederom
ben ik trots op Wooncompagnie als bedrijf en op haar
medewerkers waarbij een ieder vanuit zijn of haar eigen
rol de doelstellingen van Wooncompagnie, de belangen
van huurders en woningzoekenden en in breder opzicht
die van gemeenten en maatschappelijke partners tracht
waar de maken.
John Hendriks
Directeurbestuurder
- 7 -
- 8 -
3. Verslag RvC
De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het
bestuur en op de algemene gang van zaken bij
Wooncompagnie en de met haar verbonden
ondernemingen. De governancestructuur is hierbij leidend.
De Raad functioneert en handelt in het belang van
Wooncompagnie. In 2010 lag de focus van de Raad van
Commissarissen op het toekomstperspectief van
Wooncompagnie binnen sterk veranderende economische,
politieke en regionale verhoudingen.
Samenstelling van de Raad
De Raad van Commissarissen bestaat statutair uit
tenminste drie en ten hoogste zeven personen, die primair
voor een periode van drie jaar worden benoemd. Deze
periode kan maximaal tweemaal worden verlengd. Twee
commissarissen zijn op voordracht van de
huurdersorganisaties benoemd.
In 2010 heeft de Raad, conform het besluit uit 2009, de
samenstelling gehandhaafd op vijf personen. Deze
samenstelling is tevens uitgangspunt voor 2011.
Op 31 december 2010 bestond de raad uit de volgende
personen:
• Mevrouw A. (Arina) van Damme uit Alkmaar, 1969,
eerste benoeming in 2005, huidige tweede
zittingsperiode tot 11 oktober 2011. Voorzitter van de
Raad tot 20 december 2010, wegens drukke
werkzaamheden vrijwillig en met instemming van de
Raad afgetreden en gekozen tot vicevoorzitter per 20
december 2010. Hoofdberoep: Directeur fitnessbedrijf
Fit4lady.
Nevenfuncties: geen.
• De heer H. (Han) Quick, uit Heerhugowaard, 1953,
eerste benoeming in 2008, huidige eerste
zittingsperiode tot 18 oktober 2011. Vicevoorzitter van
de Raad, gekozen tot voorzitter per 20 december 2010,
lid Auditcommissie, aftredend per 20 december 2010
wegens voorzitterschap.
Hoofdberoep: Hoofd Vastgoed van De Hartekamp
Groep, een zorginstelling voor mensen met een
verstandelijke beperking in Midden- en Zuid-
Kennemerland.
Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht van een
maatschappelijke organisatie.
• De heer H. (Henk) Wokke uit Hoorn, 1966, eerste
benoeming in 2009, huidige eerste zittingsperiode tot
10 februari 2012. Voorzitter Auditcommissie.
Hoofdberoep: Organisatieadviseur, geassocieerd
partner Rijnconsult B.V.
Nevenfuncties: lid raad van commissarissen/ toezicht
van drie maatschappelijke organisaties. Tevens lid
rekenkamercommissie gemeente Opmeer.
• De heer A. (Aad) de Wit uit Castricum, 1956, eerste
benoeming 2009, huidige eerste zittingsperiode tot 14
december 2012.
Hoofdberoep: Voorzitter van Bestuur van ROC Kop
van Noord-Holland.
Nevenfuncties: lid raad van toezicht van drie
maatschappelijke organisaties.
• De heer K. (Koos) Parie uit Amsterdam, 1950, eerste
benoeming 2010, huidige eerste zittingsperiode tot 8
februari 2013.
Hoofdberoep: Zelfstandig adviseur en interim
managerbestuurder, verbonden aan ORKA advies.
Nevenfuncties: geen
De heer Han Quick en de heer Aad de Wit hebben op
voordracht van de huurdersorganisaties zitting in de Raad.
Bezoldiging leden van de Raad in 2010
De leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden
een vaste honorering. De vergoeding van de leden van de
Raad is gebaseerd op de Adviesregeling ‘Honorering
toezichthouders in woningcorporaties’.
De jaarlijkse aanpassing is gekoppeld aan de aanpassing
van de salarissen van medewerkers in dienst van
corporaties, per 1 januari. Eenmaal per vier jaar vindt een
benchmark onderzoek plaats. Het honorarium van de
Commissarissen is niet gekoppeld aan de financiële
prestaties van Wooncompagnie.
- 9 -
In 2010 bedroeg de honorering van de leden van de Raad:
€ 8.080 (2009: € 8.000). Voor de voorzitter: € 10.100
(2009: € 10.000). De leden van de auditcommissie
ontvangen een jaarlijkse toeslag van € 1.010. Er is geen
vaste onkostenvergoeding. De totale bezoldiging over 2010
bedroeg € 43.420.
Deskundigheidsbevordering
De vele ontwikkelingen in de corporatiesector, de
veranderende wet–, en regelgeving, de economie en de
regionale ontwikkelingen op termijn leiden tot een
complexer toezicht. De Raad is zich hiervan terdege
bewust. Daarom hebben de leden van de Raad er in 2010
voor gekozen zich in vier speciale avondsessies extra te
laten adviseren door externe adviseurs. Thema’s hierbij
waren o.a. maatschappelijk ondernemen in de toekomst,
identiteit, positionering en legitimering van de corporatie.
Deze sessies worden doorgezet in 2011, met aandacht voor
marktwerking en bedrijfsvoering. Daarnaast blijft de Raad
op de hoogte van actuele ontwikkelingen die belangrijk
zijn voor het toezicht via publicaties van VTW,
Aedesmagazine en Media Select. Nieuw benoemde leden
volgen een korte kennismaking met de organisatie,
inclusief kennismaking met de OR.
Zelfevaluatie
De zelfevaluatie over het verslagjaar 2010 is wegens
gladheid in december 2010 uitgesteld tot 10 januari 2011.
Tijdens deze aparte vergadering, zonder de aanwezigheid
van de bestuurder, hebben de leden van de Raad het eigen
functioneren besproken. De leden hanteren hierbij zes
invalshoeken, zijnde:
• de RvC als toezichthouder
• de RvC als werkgever
• de RvC als adviseur
• het functioneren van de RvC als team
• de kwaliteit van de verantwoording
• de positie van de individuele commissaris
Uit de evaluatie zijn de volgende conclusies getrokken: de
Raad stelt een remuneratiecommissie in; de Raad wil
doelgericht en efficiënt opereren; de auditcommissie ziet
toe op het opstellen van een verbindingenstatuut. Voor
2011 was reeds afgesproken dat de zelfevaluatie met
begeleiding van een externe adviseur zal plaatsvinden.
Kerncommissies
Binnen de Raad zijn twee commissies met bijzondere
taken. Zij bereiden de besluitvorming van de Raad voor
betreffende financiële aspecten en de beoordeling en
honorering van de directeurbestuurder.
De auditcommissie bestaat uit twee leden van de Raad van
Commissarissen. De leden schenken hun aandacht met
name aan:
• het functioneren van de interne risicobeheersing– en
controlesystemen;
• de financiële informatievoorziening door
Wooncompagnie en derden;
• de naleving van de aanbevelingen van de externe
accountant;
• de treasury–activiteiten.
De leden van de auditcommisie spraken in 2010 in vier
vergaderingen met de directeurbestuurder, de manager
finance, planning en control en de treasurydeskundigen. In
deze gesprekken kwamen de volgende onderwerpen aan de
orde:
• jaarrekening en jaarverslag 2009, alsmede het rapport
van bevindingen PWC
• treasurystatuut, treasury jaarplan 2010, treasury
rapportage 2009
• nevenstructuur Wooncompagnie
• Trevin
• risicomanagement
• evaluatie dienstverlening externe accountant
• evaluatie functioneren auditcommissie
• audit Governance Code
• jaarplan 2011 en begroting
• audit jaarrapportage, audit agenda
De reguliere onderwerpen zoals in control informatie en
viermaandsrapportages stonden periodiek op de agenda
van de auditcommissie.
De beoordelings– en doelstellingsgesprekken met de
directeurbestuurder worden namens de Raad door twee
vaste leden voorbereid en gevoerd te weten de voorzitter
en vicevoorzitter. De leden van de Raad van
Commissarissen geven met behulp van vragenlijsten hun
individuele oordeel over het functioneren van de
directeurbestuurder, de uitkomst wordt met de
directeurbestuurder besproken. In 2010 zijn het
- 10 -
beoordelingsgesprek, het doelstellingengesprek en het
voortgangsgesprek in drie bijeenkomsten verdeeld over het
kalenderjaar gevoerd. In het kader van de uitkomsten van
de zelfevaluatie zullen deze gesprekken in 2011 door een
door de Raad in te stellen Remuneratiecommissie worden
gevoerd.
Integriteit
Wooncompagnie kent sedert 2008 een integriteitscode.
Deze gedragscode geeft richting aan de afwegingen die
medewerkers dagelijks moeten maken in hun relatie met de
huurders van Wooncompagnie, leveranciers,
belanghouders, bedrijfseigendommen en met elkaar.
Daarnaast beschikt Wooncompagnie over een
klokkenluidersregeling. Over de werkzaamheden van de
klachtencommissie heeft het bestuur bij bespreking van het
jaarverslag, verslag gedaan.
De Raad stelt vast dat gedurende het verslagjaar het
toezicht is uitgevoerd volgens de regels die daarvoor
gelden. De eigen onafhankelijkheid is daarbij immer
gewaarborgd. Er is in 2010 geen sprake geweest van
situaties van tegenstrijdig belang tussen de leden van de
Raad van Commissarissen en Wooncompagnie.
De werkwijze van de Raad
Binnen de Raad zijn juridische, financiële,
volkshuisvestelijke en maatschappelijke expertises
vertegenwoordigd; de leden zijn zowel in de private als in
de publieke sector werkzaam. De leden van de Raad
kennen het werkgebied van de corporatie en opereren als
team. De sfeer binnen de Raad is collegiaal en constructief,
waarbij ieder van de commissarissen de ruimte krijgt én
neemt die voor een goede uitoefening van de toezichtrol
vereist is.
Op de website is het door de Raad gehanteerde
toezichtkader te vinden. Dit toezichtkader is op 14 juni
2010 wederom voor één jaar vastgesteld. Op 22 juli 2010
is in het kader van risicomanagement een interne audit
uitgevoerd gericht op de naleving van de Governance Code
Woningcorporaties door Wooncompagnie. De audit heeft
zich toegespitst op het beoordelen van de opzet, het
bestaan en de werking van de Governance Code en het
vaststellen dat de Governance Code wordt nageleefd. De
huidige Governance Code is in 2008 geïmplementeerd. Op
basis van de bestaande documenten, waaronder onder
andere: governance code woningcorporaties,
governancestructuur Wooncompagnie, ‘van der Laanbrief’,
managementletter 2009 van de externe accountant en het
visitatierapport worden de volgende aanbevelingen aan de
Raad van Commissarissen gerapporteerd:
• Stel een Governance agenda op.
• Benoem een secretaris om de agenda te monitoren.
• Leg uit hoe de zelfevaluatie van de Raad van
Commissarissen plaatsvindt.
• Betrek bij deze zelfevaluatie een externe.
• Beoordeel of de waarborgen in het kader van de
tekenbevoegdheden en de drempelbedragen voldoende
zijn.
De Raad heeft de aanbevelingen overgenomen en ten dele
in 2010 reeds uitgevoerd. De Governance agenda en de
externe begeleiding bij de zelfevaluatie wordt in 2011 ter
hand genomen.
De werkzaamheden van de Raad
De Raad is in 2010 in zes reguliere vergaderingen met de
directeurbestuurder bijeengekomen. Vaste onderwerpen
werden gevormd door:
• jaarstukken over 2009
• meerjarenplanning en begroting 2010
• activiteiten auditcommissie
• viermaandsrapportages
• Trevin
In aanwezigheid van de accountant werd op 14 juni 2010
de jaarrekening 2009 goedgekeurd.
Buiten de vaste onderwerpen is tijdens de bijeenkomsten
gesproken over diverse bouwprojecten, inwerkprogramma
Raad van Commissarissen, ontwikkelingen in de
corporatiesector, doorontwikkeling Wooncompagnie,
bedrijfsplan Bouwcompagnie, Governance Code,
medewerkerstevredenheidsonderzoek, participatielabel en
ontwikkelingen in de regio.
Behalve de directeurbestuurder waren leden van het
management aanwezig voor zover onderwerpen op hun
terrein geagendeerd waren.
Daarnaast is de Raad bijeengekomen voor
themabijeenkomsten in het kader van
deskundigheidsbevordering, ontmoeting met andere leden
van de Raden van Commissarissen van Woonwaard en
- 11 -
Intermarishoeksteen en fusieverkennende gesprekken met
Wherestad. Een delegatie van de Raad is aanwezig geweest
bij overleggen met de ondernemingsraad en de
huurdersorganisaties en bij de bijeenkomst voor de
belanghouders en de personeelsbijeenkomst.
De Raad wordt mondeling en schriftelijk geïnformeerd. De
informatie bestaat onder andere uit externe rapportages en
correspondentie van WSW, CFV, het ministerie, de
accountant en de fiscaal adviseur. Verder worden interne
notities en onderzoeken, waaronder audits, die voor het
functioneren van Wooncompagnie relevant zijn in de
informatievoorziening betrokken.
De Raad stelt vast dat zij haar toezichthoudende taak in
onafhankelijkheid heeft kunnen vervullen en dat zij zonder
terughoudendheid de daartoe benodigde informatie
verkreeg. De Raad wordt door de directeurbestuurder
proactief geïnformeerd en waardeert de kritische opstelling
van de directeurbestuurder daarbij.
Algemene indrukken
De Raad is in 2010 wederom onder de indruk geraakt van
de actieve wijze waarop Wooncompagnie haar
maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
In 2010 is Wooncompagnie door één extern onderzoek
getoetst, namelijk het KWH–participatielabel. Dit
belangrijke label mocht gelijk in het eerste jaar van
onderzoek in ontvangst genomen worden. De uitkomsten
van de visitatie uit 2009 zijn ter hand genomen en waar
nodig in verbeterplannen voor 2010 omgezet. Onverlet de
goede resultaten uit voornoemde onderzoeken blijft
Wooncompagnie werken aan verbeteringen. De Raad
spreekt hier haar waardering voor uit.
Een scherpe kijk op de doelstellingen uit het
ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 - 2012’ heeft
in 2010 vaak centraal gestaan in de gesprekken tussen de
Raad en de directeurbestuurder. Het verzoek van
Wherestad om samen een fusietraject serieus op te pakken
heeft veel van de organisatie en medewerkers gevraagd.
Toen uiteindelijk bleek dat het gewenste fusiemodel door
Wherestad niet geaccepteerd kon worden restte er een
duidelijk leermoment voor Wooncompagnie: nog beter
focussen. Voor 2011 is de verwachting dat de
omstandigheden zoals ook al beschreven in de inleiding
alleen maar complexer zullen worden. De kritische kijk op
het eigen functioneren blijft onze grote aandacht houden
alsmede het focussen op de eigen kracht van de
organisatie.
Organisatieontwikkeling
In het verslagjaar is de coöperatie ten behoeve van de
samenwerking met de woningcorporaties
IntermarisHoeksteen en Woonwaard Noord–
Kennemerland, bekend als Trevin, verder uitgebouwd. De
Raad volgt de ontwikkelingen in Trevinverband
nauwlettend. Daarbij onderschrijft de Raad haar
uitgangspunten uit het verslag van 2009: samenwerken
moet bijdragen aan de doelstellingen en het resultaat van
Wooncompagnie.
Het interne doorontwikkelingstraject binnen
Wooncompagnie vindt de Raad een positieve ontwikkeling
waarbij de wijzigende omstandigheden tijdig worden
vertaald in organisatie aanpassingen. Bestuurder,
medewerkers en ondernemingsraad hebben zich
slagvaardig getoond.
Honorering directeurbestuurder
De honorering van de directeurbestuurder, de heer J.W.
(John) Hendriks, 1951, werkzaam bij Wooncompagnie
sinds 1998), bedraagt € 155.947 (periodiek betaalde
beloningen) en € 41.754 (pensioendeel). (2009: € 146.636
resp. € 39.932). De stijging ten opzichte van 2009 komt
voort uit de jaarlijkse salarisstijging en een eenmalige
jubileumuitkering in verband met het 12,5 jarig
dienstverband. De beloningsstructuur (met een vast salaris
en een beoordelingsafhankelijke stijging van (2% of 4%) is
in het verslagjaar ongewijzigd gebleven. De jaarlijkse
salarisstijging wordt door de volledige Raad vastgesteld na
een beoordelingsgesprek met een tweetal leden van de
RvC. De directeurbestuurder heeft een arbeidscontract
voor onbepaalde tijd. Daarbij zijn geen bijzondere
aanvullende voorwaarden van kracht met betrekking tot
bijvoorbeeld ontslag, pensioen of variabele beloningen. De
RvC heeft besloten in 2011 een remuneratiecommissie in
te stellen.
In 2010 is de honorering van de directeurbestuurder
getoetst aan de nieuwe beloningscode voor bestuurders van
woningcorporaties. Hierbij is geconcludeerd dat de huidige
beloning van de directeurbestuurder in overeenstemming is
- 12 -
met de functiezwaarte en past binnen de herziene
beloningscode.
Tot slot
Het jaar 2010 stond in het teken van adequaat reageren en
anticiperen op de snel veranderende omstandigheden.
Bedreigingen en kansen, fusieonderzoeken en
samenwerkingsinitiatieven hebben veel van de organisatie
en haar medewerkers gevraagd. De relatief nieuwe Raad
heeft met waardering de processen en de uitkomsten
getoetst en beoordeeld. Met het oog op de toekomst en de
uitdagingen die daarin nog in het verschiet liggen herkent
de Raad een vitale en veerkrachtige organisatie die bereid
is het nieuwe te ontdekken zonder het oude te verliezen.
Het verkrijgen van het participatielabel past geheel in deze
visie. De waardering over de inzet en de prestaties die de
directeurbestuurder naar de medewerkers hierover heeft
kenbaar gemaakt onderschrijft de Raad van
Commissarissen van harte.
Namens de Raad van Commissarissen,
J.F.T. Quick, voorzitter
- 13 -
Maatschappelijk presteren
Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
1. Een kader op basis waarvan we bepalen hoe ver we gaan bij het investeren in leefbaarheid en het oppakken van zaken die anderen laten liggen. Dit op basis van onze definiëring van ‘vitale buurten’ en onze kernexpertise: wonen en vastgoed.
2. Inzicht in de maatschappelijke opgaven in de wijken en buurten waar wij woningbezit
hebben, op basis van een ‘scan’, uit te voeren in samenwerking met onze partners. Prioriteiten vastgesteld, de meest urgente kernen en buurten bepaald, en gedefinieerd wat onze bijdrage (onze ‘taartpunt’) is.
3. Relaties met gemeenten en andere duurzame partners die passen bij de wederzijdse
verwachtingen en die gebaseerd zijn op vertrouwen en afspraken. Transparante prestatieafspraken waarin de wederzijdse ambities erkend en gedragen zijn. Structurele monitoring van de naleving van prestatieafspraken, intern en extern.
4. Nieuwe vormen van participatie, ontwikkeld samen met onze huurders. Waardoor die
huurders meer dan nu meedoen, meedenken en meebeslissen in hun woongebied. En Wooncompagnie een representatief beeld opbouwt van wat er speelt en nodig is in ‘onze’ kernen en buurten.
5. Herkenbaar zijn en blijven als investeerder in maatschappelijk vastgoed, in die gebieden
waar wij bezit hebben, dan wel bezit willen creëren.
6. Transparantie over onze inzet van mensen en financiële middelen. In ons maatschappelijk jaarverslag geven wij duidelijkheid over de samenstelling, hoogte en besteding van de maatschappelijke budgetten. Vooraf én achteraf.
- 14 -
4. Maatschappelijk presteren
Als woningcorporatie hebben we een belangrijke
maatschappelijke taak. Wooncompagnie meent dat
optimaal maatschappelijk presteren kan worden
gerealiseerd door je te richten op zowel het proces als
op de inhoud.
Wat betreft het proces vindt Wooncompagnie het erg
belangrijk om helder te maken welke relatie wij hebben
en willen hebben met onze belanghouders. Daarmee
wordt duidelijk wat we voor elkaar willen en kunnen
betekenen. Op basis daarvan kunnen we heldere,
concrete en resultaatgerichte afspraken maken met
gemeenten en andere maatschappelijke partners en deze
vastleggen in (prestatie)afspraken en samenwerkings- of
intentieovereenkomsten. Als de relaties helder zijn, is
ook duidelijk waar sprake zal zijn van informeren,
afstemmen dan wel samenwerken. Daarnaast zal
Wooncompagnie uiteraard ook tussentijds en achteraf
verantwoording afleggen. Over de wijze en frequentie
daarvan kunnen concrete afspraken worden gemaakt in
de overeenkomsten.
Ook de bewoner wordt door Wooncompagnie gezien als
een belanghouder. Immers: Mensen maken wonen, de
bewoners weten wat nodig is in buurten en wijken. We
willen onze bewoners dan ook meer invloed geven op
onze keuzes en waar mogelijk ook meer eigen
verantwoordelijkheid.
Wat betreft de inhoud wil Wooncompagnie met de
bewoners, maatschappelijke partners en gemeenten in
beeld brengen wat er nodig is in buurten en wijken.
Duidelijk moet zijn wat Wooncompagnie reeds doet en
wat onze partners van ons mogen verwachten. Dit
bepaalt de door ons gedefinieerde rol en kaders met
betrekking tot het maatschappelijk investeren,
bijvoorbeeld in maatschappelijk vastgoed.
4.1.4.1.4.1.4.1. Missie en beleid
De woningvoorraad van Wooncompagnie is verspreid
over de Kop van Noord-Holland, West-Friesland,
Noord-Kennemerland en Stadsregio-Noord. We hebben
daarom twee vestigingen, één in Schagen en één in
Purmerend.
De vestiging Purmerend heeft haar werkgebied in de
gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Graft-de Rijp,
Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Schermer, Waterland
en Zeevang. De vestiging Schagen is actief in de
gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Hoorn
(Blokker), Medemblik, Niedorp, Opmeer (Hoogwoud),
Schagen, Wieringermeer en Zijpe.
- 15 -
Wooncompagnie staat voor goed en betaalbaar wonen
voor iedereen. Met de invoering van de ministeriële
regeling per 1 januari 2011 hebben wij heroverwogen wie
wij zien als onze doelgroepen van beleid.
Wooncompagnie is voornemens zich aan de regeling te
houden en wijst 90% van de leegkomende sociale
huurwoningen toe aan huishoudens met een inkomen tot
€ 33.614. Wel heeft de heroverweging ertoe geleid dat wij
ons naast huishoudens met een laag inkomen, ook richten
op de lage middeninkomens (tot € 43.000) voor wie de
koopmarkt onbereikbaar lijkt. Concreet betekent dit dat
wij het resterende deel van de 10% ‘ruimte’ dat over blijft
na huisvesting van bijzondere groepen, in de toewijzing
zullen benutten voor de lage middeninkomens. Daarnaast
verhuren wij een (nog) bescheiden aanbod in de vrije
sector en bieden wij huishoudens met een inkomen tot
€ 43.000 de mogelijkheid om met Koopzeker (vanaf 2011
Koopgarant) een woning te kopen. Tevens behoren
specifieke groepen zoals gehandicapten, mensen met een
zorgvraag, statushouders, enzovoort uiteraard tot onze
doelgroepen van beleid. Wooncompagnie vindt dat
kwetsbare groepen gelijke toegang tot de woningmarkt
moeten hebben.
Wooncompagnie ziet haar klanten en hun vraag als de
reden van haar bestaan. Onze missie luidt dan ook:
Wooncompagnie biedt haar klanten woningen en woondiensten, draagt actief bij aan vitale kernen en buurten en is betrouwbaar, open, duidelijk en vernieuwend.
Wooncompagnie is een plattelandscorporatie. In die
traditie is Wooncompagnie gevormd. We hebben
affiniteit met het platteland en de plattelandscultuur.
Bovendien ligt onze professionaliteit op dit terrein.
Onze structuur, cultuur en onze kennis zijn hierop
toegesneden. Wij hebben veel aandacht voor de
identiteit, kleinschaligheid en kwaliteit van de dorpen
en kernen. Ook omdat wij daar vaak de enige aanbieder
zijn. Wooncompagnie speelt in op de ontwikkelingen op
het platteland, zoals de veranderende samenstelling van
huishoudens (met name naar grootte en leeftijd), de
stabiliserende omvang van de bevolking en de
groeiende vraag naar onze investeringen in
leefbaarheid. Wij werken dan ook nauw samen met
bewoners, gemeenten en andere aanbieders van diensten
op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Die positie
van plattelandscorporatie veronderstelt dat ons aanbod
van woonproducten breed, toegankelijk, kwalitatief
goed en herkenbaar is, zodat we zoveel mogelijk
kunnen beantwoorden aan de vraag van verschillende
groepen mensen.
Wooncompagnie zoekt voortdurend naar de meest
optimale invulling van het maatschappelijk
ondernemerschap om vorm te kunnen blijven geven aan
haar bestaansrecht. De organisatie opereert daarbij
binnen een netwerk van verschillende belanghouders
om haar missie te realiseren.
Onze missie realiseren en daartoe succesvol opereren
binnen ons netwerk vraagt enerzijds om een opstelling
naar buiten toe die het functioneren binnen dat netwerk
ondersteunt, en anderzijds een interne organisatie en
besturing die dit faciliteren. De lijn die Wooncompagnie
hierbij zoekt is die van samenwerking, waarbij de sterke
punten van elkaar worden opgezocht daar waar dit
meerwaarde biedt: het is de lijn van een
netwerkorganisatie, zowel extern als intern (zie 7.4.1 en
7.4.2).
De missie geeft aan waartoe ‘we op aarde zijn’ en geeft
richting aan onze activiteiten. Maar gezien de
gesignaleerde ontwikkelingen hebben wij er behoefte
aan om op een nog scherpere manier positie te kiezen.
We zijn ons bewust van onze belangrijke betekenis in
ons werkgebied. Omdat Wooncompagnie in veel kernen
en buurten de enige sociale verhuurder is, moeten we
onze verantwoordelijkheid kennen en nemen. Wij staan
voor onze maatschappelijke opgaven en voor onze
klanten. De thema’s waar we ons in de looptijd van het
ondernemingsplan in het bijzonder op richten zijn:
‘maatschappelijk presteren’, ‘duurzaam investeren’ en
‘innovatief ondernemen’ (zie 4.1.1). Dat vraagt een
ondernemende en waar nodig tegendraadse instelling.
Daarom willen we voor de komende jaren nadrukkelijk
het volgende toevoegen:
We varen onze eigen koers, zoeken binnen het bestel de grenzen op van het ondernemerschap en gaan inhoudelijk de discussie aan.
- 16 -
4.1.1. Ondernemingsplan 2009 – 2012
In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ heeft Wooncompagnie voor een periode van vier
jaar keuzes gemaakt en een koers uitgezet. Zo duidelijk
en transparant mogelijk. We hebben dat meetbaar
gemaakt en gerangschikt op een drietal belangrijke
thema’s. Daarnaast is naar binnen gekeken, naar onze
eigen organisatie. Want het zijn tenslotte onze
medewerkers die de ingezette koers moeten waarmaken.
In de zomer van 2010 is een aantal strategische sessies
gehouden om te anticiperen op de Europese beschikking
en de te verwachten koers van het kabinet Rutte ten
aanzien van het wonen. Tijdens deze sessies zijn keuzes
gemaakt die nodig waren om de Europese beschikking
–vertaald in de ministeriële regeling– voor 1 januari
2011 te kunnen implementeren. Zo is bijvoorbeeld
benoemd wie wij blijven zien als onze doelgroepen van
beleid (zie subparagraaf 5.4.4) en hoe wij omgaan met
maatschappelijk vastgoed. Het laatste kwartaal van
2010 is met succes de hoogste prioriteit gegeven aan het
volbrengen van de implementatie van de ministeriële
regeling.
Inmiddels wordt de in te zetten koers van het kabinet
Rutte ten aanzien van het wonen iets duidelijker. In de
loop van 2011 zullen wij dan ook ons
ondernemingsplan herijken om te bezien of onze
strategische koers en de gemaakte keuzes nog actueel
zijn en/of de juiste prioriteiten zijn toegekend.
Het ondernemingsplan stoelt op vier thema’s:
Maatschappelijk presteren
Wooncompagnie is een verhuurder met een sterk
sociale inslag die zich in grote mate verbonden voelt
met het platteland. Wij willen onze maatschappelijke
prestaties dan ook op een nog hoger plan brengen. Dit
gaan we realiseren door te blijven investeren in
maatschappelijk vastgoed, door de samenwerking met
duurzame partners te intensiveren en door nieuwe
vormen te ontwikkelen van huurdersparticipatie.
Duurzaam investeren
Onze woningvoorraad dient in de pas te blijven lopen
met de vraag vanuit onze doelgroepen. Met behulp van
ons strategisch portefeuillebeleid (SPB) houden we de
vinger aan de pols en bepalen we in welke richting ons
woningbestand zich moet ontwikkelen. We blijven
daarbij speciale en gespecialiseerde aandacht schenken
aan kwetsbare groepen zoals mensen met lage
inkomens, mensen met beperkingen, dak– en
thuislozen, (ex-) verslaafden, slachtoffers van huiselijk
geweld en ex-gedetineerden. Ook nemen we nog meer
onze verantwoordelijkheid op het gebied van energie en
duurzaamheid. We sluiten ons daarom aan bij de
opgave van de corporatiesector als geheel om tot 2025
een vermindering van 20% van het energieverbruik in
onze woningen te realiseren. We doen dit niet alleen om
energie te besparen en de CO2–uitstoot te verminderen,
maar zeker ook om de totale woonlasten van onze
huurders te verlagen.
Innovatief ondernemen
Wooncompagnie wil met haar woonaanbod en diensten
zo goed mogelijk inspelen op vragen uit de
samenleving. Op een creatieve, innovatieve manier.
Daarom willen we onze klanten en maatschappelijke
partners nog beter leren kennen en op een andere
manier met ze communiceren. Langs die weg werken
we aan verbeteringen, productontwikkeling en
uitbreiding van ons productenpakket. Zo zetten we een
klantregistratiesysteem op en ontwikkelen we een
digitale woonwinkel. We zetten een denktank op voor
milieu en gaan onze mogelijkheden uitnutten om
middels het huur–, investerings– en onderhoudsbeleid
de totale woonquote van onze klanten te beheersen.
Van plan naar actie: onze organisatie
Wooncompagnie zet in het ondernemingsplan een koers
uit voor de komende jaren. Maar de medewerkers die
samen Wooncompagnie vormen moeten het uiteindelijk
doen! Motiverend leiderschap, netwerkdenken, heldere
communicatie en gezond financieel beleid zijn daarbij
de belangrijkste uitgangspunten.
Voor– en achteraf verantwoording afleggen, heldere
communicatie en transparantie zijn belangrijke
begrippen in het ondernemingsplan. Om hier vorm aan
te geven is er voor wat betreft het jaarverslag evenals in
2009 gekozen voor een inrichting conform de structuur
van het ondernemingsplan. Dit draagt bij aan de
herkenbaarheid en laat de relatie zien tussen onze rol
- 17 -
als. toegelaten instelling vanuit het BBSH bezien en de
door ons ingezette koers
Het volledige ondernemingsplan is te downloaden van
onze website.
4.2.4.2.4.2.4.2. Relatie met belanghouders
Als woningcorporatie hebben we een belangrijke
maatschappelijke taak. Wooncompagnie meent dat
optimaal maatschappelijk presteren kan worden
gerealiseerd door constructief samen te werken met
onze belanghouders. Helder moet zijn welke relatie wij
hebben en willen hebben met onze belanghouders. Op
basis daarvan kunnen we concrete en resultaatgerichte
afspraken maken met gemeenten en maatschappelijke
partners en deze vastleggen in (prestatie)afspraken en
samenwerkings– of intentieovereenkomsten.
Ook de bewoner wordt door Wooncompagnie gezien als
een belanghouder. Immers: Mensen maken wonen, de
bewoners weten wat nodig is in buurten en wijken.
4.2.1. KWH-maatschappijlabel en Visitatie
Wooncompagnie heeft in 2009 onderzoek laten doen
naar de kwaliteit van haar maatschappelijk
ondernemerschap. Dit is een kwaliteitskeurmerk van het
Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector
(KWH) dat staat voor goed maatschappelijk
ondernemerschap. Aan de hand van uitkomsten van
enquêtes en interviews met relaties van
Wooncompagnie zoals gemeenten en maatschappelijke
organisaties, documentenanalyse en onderzoek bepaalt
het Kwaliteitscentrum een rapportcijfer voor vier
onderdelen van maatschappelijk ondernemerschap:
open beleid, vertrouwengevend beleid, gewaardeerde
prestaties en een goede reputatie. Wooncompagnie
voldoet met een gemiddelde score van een 7,4 voor alle
onderdelen ruimschoots aan de eisen van het
Kwaliteitscentrum: minimaal een zeven voor twee
onderdelen en minimaal een zes voor de resterende
twee. Wij hebben daarmee niet alleen onszelf verbeterd
ten opzichte van de vorige meting in 2006, maar we
hebben nu ook in vergelijking met andere corporaties in
Nederland de hoogste score voor goed maatschappelijk
ondernemerschap. Het in 2009 behaalde label is geldig
tot 28 september 2012. Het volledige rapport is te
downloaden van onze website.
Wooncompagnie heeft in 2009 tevens een
maatschappelijke visitatie laten uitvoeren door Raeflex.
De visitatie is een belangrijk instrument om op
transparante en objectieve wijze inzicht te krijgen in de
prestaties die wij als woningcorporatie leveren. In de
visitatie wordt de prestatie van de corporatie vanuit vier
invalshoeken beoordeeld:
• presteren naar eigen ambities en doelen;
• presteren naar opgaven;
• presteren naar vermogen;
• presteren volgens stakeholders;
Ook de governance wordt onderzocht.
Samenvattend heeft de visitatiecommissie gesteld dat
Wooncompagnie is te typeren als een rolbewuste
maatschappelijke onderneming met een duidelijke
ambitie, die zich vertaalt in prestaties. Deze prestaties
zijn zichtbaar op de verschillende werkvelden.
Wooncompagnie heeft dan ook een brede oriëntatie op
de opgave in zowel de Kop van Noord–Holland als de
streek rond Purmerend. Door haar intensieve contacten
met stakeholders en haar uitgewerkte
communicatiebeleid is de corporatie goed verankerd in
haar werkgebied. Ze werkt met stakeholders aan tal van
initiatieven op het gebied van leefbaarheid, wonen, zorg
en welzijn en dorpsvernieuwing. Stakeholders vinden in
Wooncompagnie een bereidwillige en enthousiaste
samenwerkingspartner. De corporatie stelt zich open en
communicatief op en opereert transparant. Stakeholders
waarderen dat zeer. De hoge waardering voor het
KWH-maatschappijlabel is daar een illustratie van. Tot
slot heeft de commissie geconstateerd dat
Wooncompagnie doelmatig met haar middelen om gaat
en deze naar vermogen in zet. De visitatiecommissie
heeft het presteren van Wooncompagnie met een acht
gewaardeerd. Ook het visitatierapport is te downloaden
van onze website.
Met de uitkomsten van beide rapportages willen we ons
verantwoorden over onze prestaties aan allen die daarbij
belang hebben, zoals huurders, gemeenten en
maatschappelijke partners. Maar bovenal willen we
leren hoe we onze prestaties verder kunnen verbeteren.
Daarom is begin 2010 een verbeterplan opgesteld naar
aanleiding van de aanbevelingen die zijn opgenomen in
- 18 -
de rapportages. Na het opstellen van het verbeterplan is
gestart met de uitvoering.
De voortgang daarvan is opgenomen bij de betreffende
paragrafen in dit jaarverslag.
Aanbeveling Verbeteractiviteit(en) Verantwoordelijkheden binnen decentrale besturingsmodel expliciteren.
Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, ontwikkelen leiderschap binnen Wooncompagnie en P&O instrumentarium.
Kaders afronden om intern en extern duidelijkheid te creëren.
Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern en financiële informatie op internet.
Afstemmen interne procedures en regisseursrol t.b.v. verbetering bouwproductie.
Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, regulier acquisitieoverleg en kwartaaloverleg over projectenportefeuille.
Alternatieven zoeken die kunnen bijdragen aan een betere rentedekkingsgraad.
Implementatie nieuw huurbeleid en stimuleren verkoop woningen.
Controlemechanismes verder perfectioneren. Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, herijken belangrijkste processen, uitvoeren audits, risicomanagement op projectniveau en rearisk implementeren.
Onderscheid aanbrengen in onderhoudskosten en twee soorten activeren.
Onderhoudsdefinitie.
Meer draagvlak voor beleid t.a.v. starters en gemeenten woonruimteverdelingsregels laten herzien.
Plan van aanpak inspanningen woonruimteverdeling.
Meer inzage geven in financiële resultaten. Financiële informatie op internet. Adequaat tegenspel naar directeurbestuurder binnen de organisatie en continueren kwaliteit in de RvC.
Implementeren Opdrachtgeverschap - Opdrachtnemerschap, implementeren en vervolmaken PA-matrix, ontwikkelen leiderschap binnen Wooncompagnie en P&O instrumentarium en bevorderen/continueren kwaliteit nieuwe RvC–leden.
Met belanghouders overleggen over gewenst contact.
Inbeddingsladder maatschappelijke partners vaststellen en uitwerken belanghoudersparticipatie
Zorg voor goede overdracht bij vertrek van directeurbestuurder en/of vestigingsmanagers.
Geen: er is op dit moment geen aanleiding voor concrete actie en een goede overdracht bij vertrek is een vanzelfsprekend onderdeel van een goede functie-uitoefening.
Onderzoeken met belanghouders of communicatiemiddelen aansluiten bij verwachtingen.
Inbeddingsladder maatschappelijke partners vaststellen, uitwerken belanghoudersparticipatie en maatschappelijk jaarverslag apart uitbrengen.
Geef inzicht in afwegingskaders zodat belanghouders weten wat zij kunnen verwachten van Wooncompagnie en waarom.
Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern, financiële informatie op internet en maatschappelijk jaarverslag apart uitbrengen
Geef duidelijke kaders en grenzen aan. Durf ‘nee’ te zeggen.
Uitwerken kaders Kosten Kwaliteit, vaststellen bijdrage aan maatschappelijke opgave, communicatie intern en extern, financiële informatie op internet.
Breng gerealiseerde activiteiten gestructureerd in verband met de doelstellingen.
Verantwoording van gerealiseerde doelstellingen.
- 19 -
4.2.2. KWH-participatielabel
Als maatschappelijk ondernemer wordt van ons
verwacht dat wij onze bewoners en
bewonersorganisaties actief betrekken bij het beleid en
hen zeggenschap en een rol geven in de uitvoering
daarvan. Onze bewoners verwachten van ons dat wij
integer, open en aanspreekbaar zijn en dat wij ze
betrekken bij beleidsmatige zaken.
Met het KWH-participatielabel hebben wij een
instrument om de kwaliteit van onze
bewonersparticipatie te meten en inzichtelijk te krijgen
op welke onderdelen verbeterslagen kunnen worden
gemaakt. Daarom hebben we in 2010 voor het eerst
onderzoek laten doen naar de kwaliteit van onze
participatie. Gemeten is hoe wij onze bewoners en
bewonersorganisaties betrekken bij het beleid, bewoners
en bewonersorganisaties invloed laten hebben op zaken
die gaan over wonen, woonomgeving en leefbaarheid en
of deze organisaties voldoende middelen en
ondersteuning krijgen. Om het label te behalen dienen
minimaal twee cijfers boven een 7 te zijn en maximaal
twee cijfers daaronder, maar wel boven de 6.
Wooncompagnie is er trots op dat wij in 2010 het
KWH-participatielabel ruimschoots hebben gehaald:
Scores Wooncompagnie 2010
Visie 7,3
Randvoorwaarden 7,0
Samenwerking 6,9
Rendement 6,8
Daarmee liggen alle cijfers boven het landelijk
gemiddelde. Met het KWH-label is Wooncompagnie de
trotse eigenaar van drie KWH-labels. Het KWH-
participatielabel is drie jaar geldig.
4.2.3. Stakeholdersbijeenkomst
Op 17 maart 2010 heeft Wooncompagnie een
bijeenkomst georganiseerd voor al haar belanghouders.
Wij hebben tot ons genoegen 65 genodigden mogen
ontvangen van heel diverse organisaties. Doel van de
bijeenkomst was vooral gericht op het beargumenteerd
laten zien wat wij doen en wat we niet doen. Leidraad
daarbij was ons ondernemingsplan ‘Thuis in de kern’2009 - 2012’ en de brede context waarin wij als
woningcorporatie opereren.
Naast onze eigen presentatie over de stand van zaken
van het ondernemingsplan waren drie gastsprekers
uitgenodigd om vanuit hun expertise een bijdrage te
leveren aan de bijeenkomst. Mevrouw A. van Damme,
voorzitter van onze Raad van Commissarissen (RvC) in
2010, heeft een en ander verteld over de rol van de RvC
en de wijze waarop deze toezicht houdt. Prof. dr. P.
Hooimeijer, hoogleraar Sociale Geografie en Planologie
aan de Universiteit van Utrecht en voorzitter van de
onafhankelijke visitatiecommissie van Raeflex, heeft
een presentatie gehouden over ons maatschappelijk
presteren aan de hand van de visitatie die wij in 2009
hebben laten uitvoeren. Tevens is hij dieper ingegaan op
het instrument visitatie.
- 20 -
Als laatste heeft Prof. dr. J. Conijn, hoogleraar aan de
Amsterdam School of Real Estate (ASRE) en directeur
van Ortec, de aanwezigen meegenomen in bredere
context waarbinnen corporaties operen. Effecten van het
huidige economische en politieke klimaat en Europese
en landelijke wet- en regelgeving zijn daarbij aan de
orde gekomen.
Tijdens het diner zijn rondetafelgesprekken gehouden,
waarbij de thema’s maatschappelijk vastgoed en
doelgroepen aan de orde zijn gekomen. Uiteraard is
tevens nagepraat over de presentaties.
Ter afsluiting hebben wij de genodigden verzocht een
evaluatieformulier in te vullen. De resultaten van de
evaluatie waren zeer positief. De aanwezigen waren
zeer enthousiast over de bijeenkomst. Het inzicht in de
corporatiesector is in brede zin vergroot en het werd
zeer gewaardeerd dat Wooncompagnie een stand van
zaken heeft gegeven van het ondernemingsplan.
De presentaties van de sprekers, de notitie over de stand
van zaken van het ondernemingsplan en de
enquêteresultaten hebben wij in een boekje verwerkt en
aan de uitgenodigde belanghouders toegezonden.
4.3.4.3.4.3.4.3. Relatie met onze bewoners
Wooncompagnie betrekt haar bewoners zoveel als
mogelijk bij het beleid. Veelal gebeurt dit via
vertegenwoordigers. Dit zijn huurdersorganisaties zoals
de huurdersverenigingen en bewonerscommissies. Het
is nu eenmaal onmogelijk elke individuele bewoner bij
de beleidscyclus te betrekken. De meeste bewoners
zouden dat bovendien niet eens willen. Individuele
huurders die wél graag betrokken willen worden bij
onze beleidsvorming, kunnen bijvoorbeeld deelnemen
aan het klantenpanel (zie hoofdstuk 6).
4.3.1. Samenwerkende Huurders Organisaties (SHO)
De SHO voert overleg met de directeurbestuurder. De
SHO is het officiële orgaan waaraan Wooncompagnie
(gekwalificeerd) advies vraagt conform de
samenwerkingsovereenkomst en de overlegwet.
De SHO is een samenwerkingsverband tussen de
Huurderskoepel Schagen en Omstreken, en
Huurdersvereniging De Vijfhoek. In 2010 heeft
Wooncompagnie onder andere de volgende
onderwerpen besproken met de SHO dan wel ter
advisering voorgelegd:
• jaarplan en begroting 2010
• energiebeleid
• voortgang Trevin
• kleine kernenbeleid en buurtanalyses
• samenwerkingsovereenkomst
Met een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers
van de SHO en Wooncompagnie is in 2010 gewerkt aan
een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Deze is begin
2011 ondertekend. De samenwerkingsovereenkomst is
aangepast aan nieuwe wet– en regelgeving en
afgestemd op de bestaande werkwijze. Daarnaast is met
de SHO op 31 mei 2010 een overeenkomst afgesloten
over het energiebeleid.
Op 21 januari 2010 heeft huurdersvereniging De
Vijfhoek gevierd dat zij 15 jaar bestaan. Tijdens een
gezellig samenzijn met een diner in de Beemster
Hofstee in Noordbeemster hebben zij hier bij
stilgestaan. Ook hun collega’s van de Huurderskoepel
Schagen en omstreken waren aanwezig evenals een
aantal mensen van Wooncompagnie dat regelmatig dan
wel vaak met De Vijfhoek te maken heeft. De Vijfhoek
heeft ook de huurders niet vergeten. Zij konden een idee
aandragen voor de verbetering van hun woonomgeving.
Het beste idee zal door De Vijfhoek financieel worden
gesteund.
4.3.2. Huurdersvereniging De Vijfhoek
In 2010 is met het bestuur van huurdersvereniging De
Vijfhoek 4 keer overleg geweest. De Vijfhoek
vertegenwoordigt haar leden in het gebied van de
vestiging Purmerend. Aan de orde kwamen onder
andere:
• jaarplan vestiging Purmerend 2011
• klachtenafhandeling
• prestatieafspraken gemeenten
• KWH huurlabel
• activiteitenplannen gemeenten
• samenstelling bestuur de Vijfhoek
• leefbaarheidprojecten
De vestigingsmanager heeft diverse malen overleg
gevoerd met de voorzitter van De Vijfhoek. Dit is een
gestructureerd overleg waarbij kleine zaken aan de orde
- 21 -
komen die niet hoeven te wachten op de vergaderingen
met het voltallige bestuur.
4.3.3. Huurdersbelangenverenigingen regio Schagen
In 2010 is vijf keer overleg geweest met de
Huurderskoepel waarin de verschillende
huurdersverenigingen vertegenwoordigd zijn. Daarnaast
is er een voor– en najaarsoverleg geweest waaraan alle
besturen van de verenigingen hebben deelgenomen. Het
najaarsoverleg was gekoppeld aan een excursie naar
Zeewolde waar een alternatief energieproject werd
bezocht.
De huurdersverenigingen hebben regelmatig contact
met meewerkers van de vestiging. Bij planmatig
onderhoudsprojecten is goed overleg en afstemming
geweest tussen de huurdersvereniging en
Wooncompagnie. De vestiging Schagen zet bij grote
planmatig onderhoudsprojecten tijdelijke
bewonerscommissies op. Deze worden ondersteund
door de huurdersvereniging. Bij de herstructurering
Middenmeer is de bewonerscommissie actief in de
projectgroep.
De huurdersverenigingen in Schagen hebben een eigen
budget voor leefbaarheidprojecten. De projecten worden
begeleid door medewerkers van Wooncompagnie. Ook
in 2010 is hier op verschillende wijze en in overleg met
Wooncompagnie invulling aangegeven.
4.4.4.4.4.4.4.4. Relatie met gemeenten
Om onze relaties met gemeenten in beeld te brengen,
maken wij gebruik van ‘de inbeddingsladder’. Deze
inbeddingsladder geeft de verschillende niveaus aan
waarop Wooncompagnie relaties kan onderhouden met
andere partijen. Per niveau geeft de ladder de intensiteit,
het karakter en de afspraken met partijen aan. De ladder
is een hulpmiddel bij het ontwikkelen van relaties die
passen bij de wederzijdse verwachtingen en die
gebaseerd zijn op de lokale situatie en het wederzijds
vertrouwen. In 2010 is de inbeddingsladder herijkt en
de uitkomst is tijdens het bestuurlijk overleg met de
verschillende gemeenten besproken.
In 2009 heeft Wooncompagnie een kadernotie opgesteld
wanneer, waar en onder welke condities wij investeren
in maatschappelijk vastgoed. Niet alleen voor onszelf
maar zeker ook voor onze maatschappelijke partners
schept de kadernotie duidelijkheid wat men wel en niet
van ons kan verwachten op het gebied van
maatschappelijk vastgoed. Het maken van concrete
afspraken wordt daardoor vergemakkelijkt. De focus
kan direct worden gelegd op waar wij wél bereid zijn
inspanningen te plegen en in welke mate, waardoor wij
uiteindelijk herkenbaar kunnen zijn en blijven als
investeerder in maatschappelijk vastgoed, in die
gebieden waar wij bezit hebben dan wel bezit willen
creëren. In 2010 heeft Wooncompagnie in
Trevinverband (zie paragraaf 7.3) een kadernotitie voor
maatschappelijk vastgoed opgesteld waarbij ook de
ministeriële regeling een prominente plaats heeft
gekregen (zie subparagraaf 5.5.5). In 2011 zullen we de
kadernotitie van Wooncompagnie herijken en bepalen
welke elementen we overnemen uit de kadernotitie van
Trevin.
Prestatieafspraken
Passend bij een netwerkorganisatie, zoekt
Wooncompagnie de afstemming en samenwerking met
gemeenten actief op. We hebben elkaar nodig om onze
doelen te bereiken. Met alle gemeenten is in het voor-
en het najaar dan ook op bestuurlijk niveau overleg
gevoerd. Gezien de uitslagen van de
gemeenteraadsverkiezingen in 2010, die in veel
gemeenten heeft geleid tot een wezenlijke wijziging in
- 22 -
de samenstelling van de raad, was het kennismaken met
elkaar een belangrijk onderdeel van de overleggen.
Wooncompagnie is voorstander van het maken van
concrete afspraken. Bij voorkeur leggen we intenties en
inhoudelijke en procesmatige afspraken vast in een
convenant of prestatieafspraak. Door de economische
crisis is wel gebleken dat gemeenten en corporaties
terughoudend moeten zijn in het verder concretiseren
van afspraken. De polstok lijkt minder lang te zijn dan
voorheen.
Ondanks de gemeenteraadsverkiezingen en de
aanhoudende crisis is het in 2010 gelukt om met een
aantal gemeenten de afspraken te herijken en nieuwe
afspraken te maken. Met de gemeente Anna Paulowna
zijn in 2010 de prestatieafspraken herijkt. De
prestatieovereenkomst met de gemeente Wieringermeer
is in 2010 afgerond en ondertekend. Ook met de
gemeente Harenkarspel is het gelukt om tot
prestatieafspraken te komen. Daarmee heeft
Wooncompagnie ultimo 2010 prestatieafspraken met
alle gemeenten waar de vestiging Schagen positie van
enige omvang heeft.
Voor het werkgebied van vestiging Purmerend zijn in
2010 nieuwe prestatieovereenkomsten afgesloten met
de gemeente Edam-Volendam. Wooncompagnie heeft
ultimo 2010 prestatieafspraken gemaakt met alle
gemeenten waar vestiging Purmerend positie van enige
omvang heeft, behoudens de gemeente Schermer. Met
de gemeente Schermer zijn ultimo 2010 nog geen
afspraken gemaakt. Er heeft een aantal bijeenkomsten
plaatsgevonden in 2010. Echter, mede door de uitslag
en effecten van de gemeenteraadsverkiezingen was het
traject vanuit gemeentezijde tijdelijk stilgelegd. In
december 2010 is het traject weer opgepakt en heeft
Wooncompagnie het eerste concept prestatieafspraken
aan de Gemeente Schermer gestuurd. Behandeling zal
in het 1e kwartaal van 2011 plaatsvinden.
Wel is met de gemeente Schermer in 2009 een
convenant afgesloten over de toewijzing van
seniorenwoningen. De verwachting is dat in de loop van
2011 met de gemeente Schermer afspraken zijn
gemaakt.
- 23 -
Gemeente Inhoud Gereed/Verwacht
Anna Paulowna Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad:
betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad: ontwikkelingen in en van de
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, schuldhulpverlening en ontruiming,
energiebeleid, investeringsafspraken.
����
Beemster Doelgroepen (met name starters en mantelzorgers), samenstelling
woningvoorraad: betaalbaarheid en kernvoorraad, grondprijs, rollende voorraad
(nieuwbouw, kwaliteit op peil houden van de bestaande voorraad, verkoop),
duurzaamheid en energie, samenwerking en overleg.
����
Edam-
Volendam
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en veiligheid, betaalbaarheid,
kernvoorraad, ontwikkelingen woningvoorraad, verkoop, woonruimteverdeling,
maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening, ontruimingen en 2e kansbeleid,
onderzoek en monitoring woningmarkt.
����
Harenkarspel Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad,
betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad, ontwikkelingen in en van de
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, energiebeleid, investeringsafspraken.
����
Medemblik Beleid ten aanzien van ouderen en starters, voorraad betaalbare huurwoningen,
toewijzing van woningen, huurbeleid, verkoop van woningen, overleg met en
inspraak van huurders.
���� Purmerend Doelgroepen, voorraadontwikkeling, kwaliteit van de leefomgeving, wonen, zorg
en welzijn, monitoring en overleg, begrip sociale huurwoning, sociale grondprijs,
onvoorziene omstandigheden.
����
Schagen
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en veiligheid, samenstelling
woningvoorraad: betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad (nieuwbouw,
bestaande voorraad - kwaliteit op peil houden, verkoop), huurbeleid,
woonruimteverdeling, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en
ontruiming.
����
Niedorp
Aandachtsgroepen, wonen zorg en welzijn, leefbaarheid, ontwikkeling van de
woningvoorraad, woonruimteverdeling, samenwerking en overleg. ���� Schermer - In december 2010 weer
opgestart.
Ondertekening 2e
kwartaal 2011.
Waterland Betaalbaarheid, aanpak schaarste, oplossingen bieden in de woonbehoefte van
speciale doelgroepen , samenwerking en overleg. ���� Wieringer-
meer
Doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid, samenstelling woningvoorraad,
betaalbaarheid en kernvoorraad, rollende voorraad, ontwikkelingen in en van de
voorraad, huurbeleid, woonruimteverdeling, energiebeleid, investeringsafspraken.
����
Zeevang Onderzoek en monitoring, doelgroepen, wonen en zorg, leefbaarheid en
bewonersparticipatie, sociale woningvoorraad / kernvoorraad, nieuwbouw,
woonruimteverdeling.
���� Zijpe Kernvoorraad, huurbeleid, ontwikkeling van de woningvoorraad, wonen met zorg
en welzijn, woonruimteverdeling, leefbaarheid, samenwerking en overleg. ����
- 24 -
Open dag gemeenten
Eens per twee jaar wordt voor de raden en colleges van
de gemeenten waar wij actief zijn, een bijeenkomst
georganiseerd. Doel is het versterken van de relatie
tussen de gemeenten en Wooncompagnie. In verband
met de raadsverkiezingen in 2010 is in september 2009
een extra bijeenkomst georganiseerd voor alle
gemeenten en alle politieke partijen waar
Wooncompagnie actief is. Het doel was om nog input te
kunnen leveren voor de verkiezingsprogramma’s. Zo`n
60 raadsleden en wethouders zijn op de open dag af
gekomen. De bijeenkomst was een groot succes en heeft
een positief effect gehad op de onderlinge relaties.
Het geplande vervolg op deze bijeenkomst in de zomer
van 2010, is uitgesteld naar 2011 in verband met de op
stapel staande herijking van het ondernemingsplan.
In november 2010 zijn de gezamenlijke corporaties in
Purmerend met de gemeenteraad op excursie geweest
langs een aantal bijzondere projecten in Purmerend.
Met de gemeenteraad van Waterland heeft in 2010 een
informatieavond plaatsgevonden.
4.5.4.5.4.5.4.5. Relatie met maatschappelijke partners
Ook met de maatschappelijke partners zoekt
Wooncompagnie de samenwerking actief op. We
hebben elkaars kennis en kunde hard nodig om onze
doelen te bereiken. Informeren, afstemmen en
samenwerking is daarbij hard nodig. Per
maatschappelijke partner kunnen de wederzijdse
verwachtingen –gebaseerd op de lokale situatie en
wederzijds vertrouwen– anders zijn. Om dit goed in
beeld te krijgen en daar transparant in te kunnen zijn, is
Wooncompagnie in 2010 gestart met het opstellen van
een inbeddingsladder voor maatschappelijke partners,
net zoals we voor gemeenten hebben gedaan. De
afronding daarvan zal in 2011 plaatsvinden.
De inbeddingsladder kan als hulpmiddel fungeren bij
het komen tot concrete afspraken. Net als met
gemeenten, legt Wooncompagnie bij voorkeur intenties
en inhoudelijke en procesmatige afspraken vast in een
convenant of samenwerkingsovereenkomst. Ook in
2010 zijn diverse afspraken op deze wijze bekrachtigd
en vastgelegd:
Raamovereenkomst Mulder Obdam
Naar aanleiding van aanhoudende slechte resultaten met
betrekking tot het klachtenonderhoud en
mutatieonderhoud voor de vestiging Purmerend en de
24-uursdienst voor het gehele werkgebied, is besloten
om een nieuwe partij in te zetten voor de genoemde
werkzaamheden, te weten Mulder Obdam. Een en ander
is het gevolg van de jaarlijkse leveranciersbeoordeling.
Hierbij wordt een grote groep medewerkers gevraagd
een leveranciersbeoordeling in te vullen. Door deze
aanpak houden we de markt scherp en stellen we ons in
staat om met de beste partijen voor Wooncompagnie te
werken. Op 28 januari 2010 heeft de ondertekening
plaatsgevonden van de raamovereenkomst met Mulder
Obdam.
Samenwerkingsovereenkomst vastgoedbeheer
Raphaëlstichting
Op 7 januari 2010 is een samenwerkingsovereenkomst
getekend voor het vastgoedbeheer van Midgard.
Midgard is een zorginstelling in Tuitjenhorn en
onderdeel van de Raphaëlstichting. Het is de eerste keer
dat Wooncompagnie een beheercontract heeft
afgesloten met derden.
Administratief en technisch beheer De Grondslag
In 2010 zijn gesprekken opgestart met Stichting De
Grondslag (onderdeel van de Raphaëlstichting) om het
administratief en technisch beheer van woningen van
Stichting De Grondslag over te nemen van Kennemer
Wonen en Stichting Bureau Organisatie Bouwwezen.
Per 1 januari 2011 heeft Wooncompagnie het
administratief en technisch beheer overgenomen.
Overeenkomst Meerwijk bibliotheek Edam
Op 27 oktober 2010 hebben de gemeente Edam-
Volendam, De Zorgcirkel, Openbare Bibliotheek
Waterland, Regionale Stichting WonenPlus Noord-
Holland Midden en Wooncompagnie een visiedocument
ondertekend. In dit document is vastgelegd hoe de
partijen samenwerken om van Meerdijk Bibliotheek in
Edam een bruisend wijksteunpunt te maken. De
doestelling is:
• Mensen betrekken bij de lokale samenleving en hun
actieve participatie bevorderen.
- 25 -
• Een bijdrage leveren aan een goed woon– en
leefklimaat in de gemeente.
• De sociaal-culturele en educatieve functie van de
bibliotheek optimaal vormgeven.
• Zorg dragen voor een goede informatie– en
adviesfunctie.
• Ruimte bieden aan activiteiten voor alle bewoners
van de gemeente, met of zonder beperking.
Wooncompagnie is eigenaar van het gebouw en draagt
zorg voor het onderhoud aan het casco. De
hoofdhuurder is Meerdijk Bibliotheek en is als zodanig
verantwoordelijk voor het gebouwbeheer. Jaarlijks
stellen alle partners in gezamenlijkheid een
jaarprogramma op met betrekking tot de kaders voor de
activiteiten in Meerdijk Bibliotheek. Dit bevat de te
ondernemen activiteitsoorten, de inzet van
medewerkers, te betrekken overige partijen en
openingstijden.
De Verbinding
De Verbinding is een samenwerkingsverband van
Wooncompagnie, de gemeenten Beemster, Graft-De
Rijp, Schermer, Zeevang en de Zorgcirkel om de
dienstverlening op het gebied van wonen, zorg en
welzijn te verbeteren voor mensen die dit nodig hebben.
In dit kader is er een project in voorbereiding genomen
om een mobiele mantelzorgwoning te plaatsen (zie
subparagraaf 5.7.2). Het betreft hier een pilot.
Het bestemmingsplan en de RO procedure zijn
voorbereid. In 2011 zal daadwerkelijke plaatsing
plaatsvinden.
Een ander project is het werken met
domoticatoepassingen in zelfstandige woningen met als
doel mensen langer thuis te laten wonen. Ook hiervan
zal de uitvoering in 2011 plaatsvinden.
In het kader van De Verbinding is onderzocht of de
wijksteunpunten in het gebied functioneel kunnen
worden verbeterd. De eindrapportage is opgeleverd en
zal met alle betrokkenen worden besproken. Eventuele
maatregelen zullen worden uitgevoerd.
De Verbinding is in 2009 door de Stuurgroep
Experimenten Volkshuisvesting (SEV) aangewezen als
‘proeftuin woonservicegebied’. Dit project loopt in
twaalf provincies en heeft als doel evaluatie,
doorontwikkeling en verankering van
woonservicegebieden. De onderzoeken lopen, de
aanbevelingen zullen worden besproken en zo nodig
worden overgenomen. Bovenstaande projecten kunnen
worden uitgevoerd door een subsidie van de Provincie.
Ook de deelnemende partijen betalen mee aan de
projecten.
- 26 -
4.6.4.6.4.6.4.6. Relatie met collega-corporaties
Het speelveld van de corporaties is voortdurend in
beweging. Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller
op en dit heeft een groot effect op ons denken en
handelen. Corporaties zijn meer en meer markt- en
klantgericht gaan denken en werken. Het merendeel van
de corporaties verlegt de focus van vastgoed naar
mensen en de maatschappij. Als een reactie op alle
ontwikkelingen in de sector, zien we een duidelijke
trend van schaalvergroting onder woningcorporaties.
Ook de afspraken over het toekennen van staatssteun
die de voormalig minister van der Laan met de EU in
december 2009 heeft gemaakt hebben een grote invloed
op de woningcorporaties. Met name de afspraak rondom
de toewijzing van sociale huurwoningen heeft een grote
impact op de corporaties. Daarnaast worden de
financiële mogelijkheden van corporaties niet alleen
door de EU beperkt, maar heeft ook het Rijk een grote
impact op de investeringsruimte door maatregelen als
het heffen van vennootschapsbelasting en de
Vogelaarheffing. Tegelijkertijd doet de maatschappij
een beroep op corporaties om juist in deze economisch
barre tijden anticyclisch te investeren en worden
veelvuldig posities en projecten aan corporaties
aangeboden. Corporaties komen dus klem te zitten
tussen ‘willen’ en ‘kunnen’.
Brancheorganisatie
Wooncompagnie is lid van Aedes, de vereniging van
woningcorporaties. Aedes maakt zich sterk voor de
condities waaronder corporaties als maatschappelijke
ondernemingen hun werk kunnen doen, geeft
voorlichting en informatie en initieert onderzoek en
productontwikkeling. Aedes is ook de
werkgeversvereniging van de corporatiebranche.
Aedes heeft begin 2011 aangegeven zich te
concentreren op de kerntaken belangenbehartiging,
ledenbinding en professionalisering. Het bestuur en de
directie willen daarvoor extra specialisten op het gebied
van de belangenbehartiging aantrekken.
Tegelijkertijd is de inzet de personeelsomvang terug te
brengen van 120 volledige arbeidsplaatsen naar
maximaal 75. Wooncompagnie is blij met deze
koerswijziging. De drie kerntaken zijn waar het
Wooncompagnie om gaat en wat voor ons de
meerwaarde geeft van het hebben van een
brancheorganisatie.
Trevin
In 2008 hebben IntermarisHoeksteen, Woonwaard en
Wooncompagnie met elkaar gesproken over
bovenstaande ontwikkelingen en geconstateerd dat we
op dezelfde manier tegen grenzen, vraagstukken en
ontwikkelingen aankijken en aanlopen.
De grenzen zien wij op het gebied van:
• professionalisering
• marktmacht & coalitievorming
• invloed en rol in het debat
IntermarisHoeksteen, Woonwaard en Wooncompagnie
hebben in 2009 besloten om door middel van
samenwerking beter hun ambities waar te maken en een
sterke positie in te nemen in een steeds veranderend
speelveld. Het betreft een samenwerking tussen partners
met dezelfde ambities, eenzelfde organisatorische
omvang en een focus op lokale verankering. Met name
dit laatste is een belangrijke reden om te kiezen voor de
netwerkorganisatie als samenwerkingsvorm. Op deze
wijze is het mogelijk om als grotere partij te opereren
terwijl lokaal de gewenste kleinschaligheid in stand kan
blijven. Daarnaast kan de ‘coleur locale’ van de
individuele corporaties in dit verband gewoon blijven
bestaan. In 2009 is een samenwerkingsovereenkomst
getekend. Het samenwerkingsverband heeft de vorm
van een coöperatie gekregen, genaamd Trevin (zie ook
paragraaf 7.3).
2010 stond in het teken van het opbouwen van het
bedrijf Trevin. Naast reguliere werkzaamheden ten
aanzien van denkkracht en daadkracht is eind 2010 hard
gewerkt aan het realiseren van het jaarplan en de
waardering voor inbreng en output voor 2011; het eerste
jaar waarin Trevin volledig zal draaien. Voorts is
besloten om in het eerste kwartaal 2011 een grondige
evaluatie van Trevin uit te voeren.
Inmiddels is het duidelijk dat bij Shared Service Center
(SSC) ICT meer meldingen binnen komen dan er
afgehandeld kunnen worden. Dit heeft tot een aantal
veranderingen geleid. Zo heeft een verschuiving
plaatsgevonden van database-beheertaken naar
- 27 -
systeembeheertaken en is extra inzet gepleegd om de
werkvoorraad te verkleinen.
Ten aanzien van SSC-Inkoop blijkt het lastig om alle
budgethouders gecommitteerd te houden aan de
besparingsdoelstellingen, waardoor de doorlooptijd en
het succes van de inkooptrajecten nadelig worden
beïnvloed. In Trevinverband is hard gewerkt aan het
project om gezamenlijk keukens in te kopen. Doel was
te kijken of door gezamenlijk in te kopen bij één
leverancier betere en dus voordeligere afspraken
gemaakt kunnen worden. Maar ook onderdelen als
service, transport, garantie en dergelijke zijn onderdelen
die in dit beoordelingstraject zijn meegenomen. Dit
traject is januari 2011 afgerond.
Wat betreft de bundeling van denkkracht zijn diverse
werkgroepen gestart met het uitwerken van de
onderwerpen van het jaarplan 2011 in een projectplan,
dat in het bestuur zal worden besproken.
De werkgroep maatschappelijk vastgoed heeft het
advies over de kaders voor maatschappelijk vastgoed
opgeleverd. Wooncompagnie heeft het advies inmiddels
in behandeling genomen en besluit begin 2011 over hoe
met dit advies zal worden om gegaan. De werkgroep
huur&koop heeft een oriënterende notitie opgeleverd
met betrekking tot koopvarianten. Tevens heeft de
werkgroep aanbevelingen gedaan ter stimulering van de
verkoop.
In het kader van kennismaken, kennis delen en
inspireren is in het najaar van 2010 een (intern) Trevin
symposium georganiseerd met als thema woonfraude.
De kennis van de betrokken professionals is door
middel van twee workshops vergroot en de onderlinge
contacten zijn verder versterkt.
Kracht door Verbinding
Wooncompagnie voelt zich sterk betrokken bij de
toekomst van Noord-Holland en neemt hier haar
verantwoordelijkheid in. Veel ontwikkelingen
overstijgen de grenzen van steden en dorpen, en zelfs
die van de subregio’s. Zaken als krimp en
bereikbaarheid zijn geen lokale onderwerpen, maar
kunnen slechts in een breder verband begrepen en
aangepakt worden. Zo kan het voor een individuele
gemeente, woonkern of buurt verleidelijk zijn om ieder
voor zich zoveel mogelijk voorzieningen en woningen
binnen te halen. Dat zijn we wel zo gewend. We komen
uit een tijd waarin ‘groei’ gemeengoed was, overal.
Maar we weten dat naast ‘groei’ ook ‘stabilisatie’ en
zelfs ‘krimp’ bestaat. Dat is een nieuw fenomeen. Deze
ontwikkelingen kunnen zich soms in één en dezelfde
regio voordoen. Op dat moment kan het ‘ieder voor
zich’ scenario contraproductief of zelfs ‘kannibalistisch’
uitpakken. Het risico is groot dat woningen deels voor
de leegstand worden gebouwd, en voorzieningen het
uiteindelijk niet redden door gebrek aan draagvlak.
Voor een regio als geheel kan het dan beter zijn dat
partijen in buurten en woonkernen in samenhang gericht
investeren in een beperkt aantal voorzieningen, maar die
goed en kwalitatief van niveau zijn. Wij willen de
uitdaging aangaan om met een gezamenlijke, gerichte
inzet te werken aan een krachtig en toekomstgericht
Noord-Holland.
Daarom zijn wij in 2009 het samenwerkingsverband
‘Kracht door Verbinding’ aangegaan met vijf andere
corporaties: Woningstichting Den Helder,
IntermarisHoeksteen, Parteon, De Woonschakel en
- 28 -
Woonwaard. De corporaties hebben naast hun
volkshuisvestelijke taak ook te maken met de
ontwikkeling van de regio op het gebied van
bijvoorbeeld wonen, leefbaarheid of duurzaamheid. Het
is in hun belang om te investeren op een manier die het
meest optimaal is voor de regio en de mensen die er
wonen. Daarbij is het werken aan de woningvoorraad of
het meedenken over voorzieningen niet altijd genoeg.
Wij hebben daarom als initiatiefnemers Berenschot
gevraagd om het perspectief van de Noord-Hollandse
corporaties in een regionaal kader te schetsen. Dat heeft
geresulteerd in het rapport ‘Kracht door verbinding’.
Hierin staan zes thema’s centraal: wonen,
bereikbaarheid, duurzaamheid & energie, leefbaarheid
& voorzieningen, leisure en kenniseconomie & agri-
business. Uit de analyse blijkt dat Noord-Holland er
zeker niet slecht voorstaat. Uit het onderzoek komt
duidelijk naar voren dat Noord-Holland zijn kracht
ontleent aan het feit dat de verschillende kernen
onderling hun eigen karakter en pluspunten hebben, en
dat die kernen in hun samenhang een aantrekkelijk
geheel vormen waar collectief het totale palet aan
functies op een aantrekkelijke manier voorhanden is.
Maar er is naast groei in bepaalde regio’s en kernen,
ook een tendens naar krimp; van de bevolking, de
arbeidsmarkt, voorzieningen, leefbaarheid en ook van
de woningmarkt. Alleen met een integrale benadering,
zo blijkt, is het mogelijk de regionale opgaven aan te
gaan. Daarbij moeten naast de woningmarkt onder
andere ook voorzieningen, economie en onderwijs
worden betrokken.
In het rapport doen we een voorzet hoe we de
samenwerking zien, en hoe die samenwerking zich
verhoudt tot andere verbanden binnen onze branche.
Daarbij gaan wij ook in op de partners buiten onze
sector die we uitnodigen voor samenwerking. Wij
zoeken dialoog en samenwerking met partijen van
binnen en buiten onze sector. De discussies rondom de
totstandkoming van dit rapport hebben ons geholpen om
tot een scherper beeld te komen van wat die
samenwerking zou kunnen inhouden.
Zoals gezegd is de visie een uitnodiging aan gemeenten,
(belangen)organisaties en maatschappelijke groepen om
regionaal samen te werken. Dit heeft in 2010 de vorm
gekregen van regioscans en daarop volgende
‘Alliantiefabrieken’. De Alliantiefabrieken zijn een
manier om op de gekozen thema’s concrete
uitvoeringallianties te smeden tussen de deelnemers.
Wooncompagnie is partner in verschillende allianties en
zal hier in 2011 verder invulling aan gaan geven.
Samenwerkende Waterlandse Woningcorporaties
(SWW)
De Samenwerkende Waterlandse Woningcorporaties
(SWW) vormen samen met de Federatie van Zaanse
woningcorporaties de Samenwerkende
Woningcorporaties Zaanstreek-Waterland (SWZW). De
vestigingsmanager neemt deel aan het
directeurenoverleg van het SWW dat in 2010 zes keer
heeft plaatsgevonden. Belangrijke onderwerpen in 2010
waren:
• huisvestingswet
• staatssteundossier
• beleid voorkomen dakloosheid
• bijeenkomst met gemeenteraad Purmerend
• bijeenkomst met gemeenteraad Waterland
• onderzoek rekenkamercommissie Waterland
• voorbereiding bestuurlijke overleggen
• problematiek stadsverwarming
• nieuwe woonvisie Purmerend
Woningcorporaties Noordvleugel Randstad
Het Platform Woningcorporaties Noordvleugel
Randstad is een samenwerking tussen corporaties in de
Stadsregio Amsterdam. Wooncompagnie wordt
vertegenwoordigd door de directeurbestuurder. In 2010
is onder andere aan de orde gekomen:
• Europese beschikking en de gevolgen voor de
woningmarkt
• begroting 2010
• gevolgen ontwerphuisvestingswet
• dienstverleningsovereenkomst
• versneld aanbieden
• inschrijf– en verlengingskosten voor
woningzoekenden in de Stadsregio
• afschaffen huur-inkomenstabel
- 29 -
Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland
Het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland is
een samenwerking van woningcorporaties in Noord-
Kennemerland (SVNK). Wij participeren in dit overleg
vanwege ons woningbezit in Schermer.
Wooncompagnie wordt vertegenwoordigd door de
directeurbestuurder. In 2010 is onder andere aan de orde
gekomen:
• provinciale & regionale woonvisie
• woonlastendiscussie
• begroting
• woningmarktontwikkeling
• toekomstvisie
• grondprijsbeleid en erfpachtregeling met gemeente
Alkmaar
• protocol huiselijk geweld
• Kracht door Verbinding
• Europese beschikking en de gevolgen voor de
woningmarkt
• herijking Regionale huisvestingsverordening
Platform Woningcorporaties West-Friesland
In verband met het woningbezit in de gemeente
Medemblik is Wooncompagnie aangesloten bij
Platform Woningcorporaties West-Friesland.
Wooncompagnie wordt vertegenwoordigd door de
directeurbestuurder. In 2010 is onder andere aan de orde
gekomen:
• Vogelaarheffing
• buitenlandse werknemers
• geschillencommissie
• huisvestingsverordening gemeenschappelijk
woonruimteverdeelsysteem (Woningmatch)
Stichting Morene
Wooncompagnie is één van de vijf woningcorporaties
die Stichting Morene hebben opgericht. Deze stichting
stelt zich ten doel uitsluitend op het gebied van
huisvesting van dak– en thuislozen werkzaam te zijn in
de gemeenten Andijk, Drechterland, Enkhuizen, Hoorn,
Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec en
Wervershoof. In 2010 heeft Stichting Morene geen
activiteiten ondernomen.
Kop van Noord-Holland
De corporaties in de Kop van Noord-Holland vormen
formeel geen samenwerkingsverband, anders dan een
gezamenlijke geschillencommissie. Wooncompagnie
heeft het initiatief genomen tot afstemming over de
aanstaande ministeriële regelgeving als gevolg van
staatssteundiscussie. Het overleg heeft niet geleid tot
concrete afspraken, maar er is wel bereidheid om de
regionale samenwerking te versterken.
4.7.4.7.4.7.4.7. Leefbaarheid, zorg en welzijn
Leefbaarheid is voor Wooncompagnie de mate waarin
bewoners zich prettig voelen in hun woonomgeving en
de beschikbaarheid van voorzieningen. De
woonomgeving moet schoon en veilig zijn. Wat defect
is moet snel gemaakt worden. Kinderen van
verschillende leeftijden moeten er kunnen spelen.
Ouderen moeten zich op hun gemak voelen. Winkels,
scholen en openbaar vervoer moeten goed bereikbaar
zijn. De beschikbaarheid van kinderopvang,
gezondheidszorg, mogelijkheden voor sport en
recreatie: Het zijn allemaal onderdelen van een goed
woon– en leefklimaat. Voor oudere bewoners is een
combinatie van goed wonen en de nabijheid van zorg–
en welzijnsvoorzieningen van extra groot belang.
Vooral op het platteland staat de aanwezigheid van
voorzieningen onder druk. De trend is dat
voorzieningen vooral worden geconcentreerd in de
hoofdkernen.
In de wijken en buurten waar wij woningen hebben,
leveren we een passende bijdrage aan de leefbaarheid.
Om inzicht te krijgen in de leefbaarheid in een wijk of
buurt maken we onder andere gebruik van de
zogenoemde leefbaarheidsmonitor Lemon. Lemon
maakt verschillende aspecten van leefbaarheid op
buurt–, wijk– of gemeenteniveau inzichtelijk. Het
onderzoek wordt tweejaarlijks uitgevoerd en bekostigd
door Wooncompagnie en de betreffende gemeente. In
2010 is Lemon opnieuw uitgevoerd. De resultaten
daarvan zullen in de loop van 2011 bekend zijn. Voor
de prioritering van leefbaarheidprojecten en bij de
wijkpanels in Schagen in 2010 zijn de resultaten van de
in 2008 uitgevoerde metingen gebruikt.
- 30 -
Naast de term ‘leefbaarheid’ heeft Wooncompagnie in
het ondernemingsplan het bredere begrip ‘vitaliteit’
geïntroduceerd, vanuit het besef dat ook andere thema’s
belangrijk zijn: de sociale samenhang, een actieve
dorpsraad, een florerend verenigingsleven, rust, ruimte
en (het gevoel van) veiligheid. Vitaliteit is veel meer
dan alleen wonen, werken en voorzieningen. Vitaliteit is
een regionaal of lokaal wisselende mix van deze
elementen en hoe burgers deze ervaren en waarderen.
De inhoud van het begrip vitaliteit is in de tijd aan
verandering onderhevig en kan voor elk individu anders
zijn. Wat de één vitaal vindt, kan de ander niet vitaal
vinden; wat iemand op een bepaald moment vitaal
vindt, kan op een ander moment niet vitaal zijn. Een
eenduidige definitie voor vitaliteit is er daarom niet.
Toch bestond de behoefte aan een definitie wel zodat
intern en extern helder is wat we bedoelen als we praten
over vitaliteit. Daarom heeft Wooncompagnie in 2009
vitaliteit in het Strategisch Portefeuillebeleid (zie
subparagraaf 5.5.1) als volgt gedefinieerd.
Vitaliteit van een kern of buurt wordt bepaald door een wisselende mix van wonen, werken, voorzieningen, sociale samenhang, een actieve dorpsraad, een florerend verenigingsleven, rust en ruimte en hoe burgers deze ervaren en waarderen. Rode draad daarbij is steeds een adequate combinatie van sociaal en fysiek, integraal en afgestemd op de lokale situatie. De mate waarin de sociale en fysieke leefomgeving voldoen aan de normen en waarden van onze klanten en andere gebruikers, is uiteindelijk bepalend voor de mate van vitaliteit.
Het realiseren en behouden van vitale kernen raakt veel
onderwerpen en beleidsterreinen en vraagt daarom om
een integrale aanpak, op lokaal en regionaal niveau.
Provincies, gemeenten, corporaties, zorg– en
welzijnsinstellingen en bewoners zijn daarmee de
aangewezen partijen in het realiseren en behouden van
vitale kernen en buurten. De beleidsvelden leefbaarheid,
zorg en welzijn dienen daarbij in samenhang te worden
bezien.
- 31 -
Dit sluit naadloos aan bij onze visie dat
Wooncompagnie een netwerkorganisatie moet zijn. Per
onderdeel kan de rol en verantwoordelijkheid per partij
verschillen. Dat verandert niet door een integrale
aanpak dus rollen, taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden moeten helder zijn en blijven. Een goede
afstemming tussen partijen is gewenst, maar de
afzonderlijke partijen moeten ook met hun eigen
problematiek en maatregelen de ruimte krijgen om zich
te onderscheiden. Naast rollen, taken en
verantwoordelijkheden is het van belang om vooraf
helder te hebben waar in het proces en op welke
onderwerpen informeren voldoende is en waar
afstemming dan wel samenwerking noodzakelijk is.
Met het opstellen van buurtanalyses in 2009 is in beeld
gebracht waar volgens Wooncompagnie de
maatschappelijke en volkshuisvestelijke opgaven
liggen. Met een aantal gemeenten zijn nieuwe
prestatieafspraken gemaakt waarin ook afspraken zijn
gemaakt over deze maatschappelijke opgaven. Naast de
inbeddingsladder met betrekking tot gemeenten, is
Wooncompagnie in 2010 ook gestart met het opstellen
van een inbeddingsladder voor maatschappelijke
partners. Doel hiervan is om ook ten opzichte van de
maatschappelijke partners vooraf helderheid te creëren
over rollen, taken en verantwoordelijkheden en de wijze
van samenwerking. De inbeddingsladder zal in 2011
zijn afgerond en met de verschillende partners worden
besproken.
Onderstaand een aantal voorbeelden van projecten die
Wooncompagnie in 2010 in het kader van vitale kernen
en buurten heeft uitgevoerd. Fysiek maatschappelijke
projecten zijn weergegeven in paragraaf 5.5. De
projecten behoren tot de beleidsvelden leefbaarheid,
zorg en/of welzijn.
Dag van de Dialoog
Landelijk wordt sinds 2002 de dag van de dialoog
georganiseerd. Sinds 2008 is dit initiatief ook in
Purmerend opgepakt. Op deze dag kunnen mensen die
wonen of werken in Purmerend elkaar ontmoeten
tijdens een maaltijd. De tafels worden gedekt door
allerlei organisaties op hun eigen locatie. Dat kan een
wijkcentrum zijn, een supermarkt, een
vrijwilligersorganisatie, een kerk of moskee en zo ook
onze woonwinkel van vestiging Purmerend. Het thema
van 2010 was ‘Vriendschap’. Vijf gasten en drie
medewerkers van Wooncompagnie wisselden van
gedachten over hoe een ieder vriendschap ervaart en
wat vriendschap is. Maar ook hoe het komt en hoe het
zou zijn wanneer je helemaal geen vriendschappen hebt
in je leven.
De bijeenkomst werd afgesloten in wijkcentrum
‘Vooruit’. Alle gasten van de diverse tafels kwamen bij
elkaar om ervaringen uit te wisselen met de andere
deelnemers. De avond werd afgesloten met een
volksdansgroep die allerlei Europese dansen vertoonde.
Een prachtig initiatief waarbij veel leuke contacten zijn
gelegd tussen mensen van verschillende culturen en met
diverse gewoonten en ideeën.
Themamiddag Woonconsulenten
Op 22 april 2010 hebben de vestigingen Purmerend en
Schagen voor de eerste keer een themamiddag
georganiseerd voor alle woonconsulenten en hoofden
van Wooncompagnie. In het Heerenhuis in
Middenbeemster is het Thema Leefbaarheid behandeld.
Vanuit beide vestigingen zijn cases ingebracht en deze
zijn besproken. Er zijn films bekeken over leefbaarheid
en hier is met elkaar van gedachten over gewisseld. Een
inspirerende middag die ook in 2011 met een nieuw
thema georganiseerd zal worden.
Dorpsraden
In de maanden februari, maart en april heeft een
afvaardiging van de vestiging Purmerend een bezoek
gebracht aan zes dorpsraden. Deze dorpsraden uit
Stompetoren, Ilpendam, Marken, Middelie, Broek in
Waterland en Kwadijk hadden gereageerd naar
aanleiding van ons verzoek om nader met elkaar kennis
te maken. Naast kennismaken was het doel van onze
bezoeken om te komen tot een gestructureerd overleg.
Het streven is om door intensievere samenwerking
uiteindelijk de leefbaarheid in de kernen te verbeteren.
De ontmoetingen met de dorpsraden zijn zeer positief
verlopen. Ideeën over leefbaarheid en vitaliteit zijn
uitgewisseld en de eerste stap is gezet in het helder
krijgen van rollen en ambities en het benoemen van
onderwerpen waarbij samenwerken een meerwaarde
- 32 -
oplevert. Voortaan zullen de dorpsraden jaarlijks door
ons worden bezocht.
Schoonmaakcontracten
In 2010 heeft een projectgroep in Trevinverband alle
lopende schoonmaakcontracten van de Trevin-
corporaties onder de loep genomen. De projectgroep
heeft de betreffende complexen geïnventariseerd,
waarbij digitale tekeningen en plattegronden van de
complexen zijn verzameld en eenduidige
schoonmaakprogramma`s zijn ontwikkeld. Deze
informatie is vervolgens in de markt getoetst op
marktconformiteit. Het huidige prijsniveau en
bijbehorende kwaliteit zijn daarbij inzichtelijk gemaakt.
Dit komt de kwaliteit van de
schoonmaakwerkzaamheden ten goede. Van ruim 40
schoonmaakbedrijven zijn zeventien
schoonmaakbedrijven geselecteerd om op onze
complexen in te schrijven. Volgens is bepaald welke
schoonmaakbedrijven gecontracteerd worden. De
verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2011 met
de gecontracteerde partijen wordt gestart. Naast het
realiseren van een betere prijs/kwaliteitverhouding is
het uiteindelijke doel een toename van de tevredenheid
van onze huurders en een verbeterde leefomgeving.
Leefbaarheid op Marken
Op het Minnehof op Marken heeft Wooncompagnie in
het kader van leefbaarheid het binnenterrein opgeknapt.
In overleg met de gemeente zijn aan de straatkant
ondergrondse vuilcontainers geplaatst waardoor alle
containers op het binnenplein weg konden. Vervolgens
is het straatwerk opgehoogd met een hinkelbaan en is
een barbecue geplaatst voor gemeenschappelijk gebruik.
Ook zijn twee plantenbakken geplaatst om het geheel op
te fleuren.
Feestelijke aftrap herstructurering Middenmeer
29 september 2010 was het feest in Middenmeer om de
start van de herstructurering van Middenmeer te vieren.
Een kille loods was omgetoverd tot een gezellige ruimte
met bar, podium en diverse eetgelegenheden. De dagen
zorgde voor het installeren van het geluid, de ander voor
de bar en ook aan de aankleding werd hard gewerkt
voor het feest was iedereen druk in de weer.
De een. Voor de kinderen was een speurtocht
georganiseerd. Het officiële gedeelte vond plaats in de
Brugstraat. De burgemeester en de directeurbestuurder
van Wooncompagnie spraken de bewoners en de pers
toe. Vervolgens onthulden zij de steen ‘Middenmeer
leeft’. In de feestzaal werd verdere informatie verschaft
over de herstructurering en werden verschillende
activiteiten en workshops gehouden. Zo was er een
streetdanceworkshop voor kinderen en was er live
muziek. De sfeer was gemoedelijk en de opkomst groot.
Kortom: Een geslaagde start voor de herstructurering in
Middenmeer.
De Woonwens 2010
Sinds 2007 schrijft Wooncompagnie jaarlijks de
prijsvraag ‘De Woonwens’ uit onder haar huurders. Met
de prijsvraag is in totaal € 10.000 gemoeid; € 5.000
voor de winnende Woonwens in het werkgebied
Schagen en € 5.000 voor de winnaar in het werkgebied
Purmerend. Het idee achter De Woonwens is huurders
direct te vragen wat ze willen veranderen in of
toevoegen aan hun wijk.
De winnaars van De Woonwens 2010 van de vestiging
Purmerend zijn bewoners van het Borghesepark. Zij
willen een visplaats gecreëerd hebben aan het Noord-
Hollands Kanaal, waar zij op uitkijken.
Wooncompagnie is langdurig in conclaaf geweest met
gemeente Purmerend, die toestemming moest geven
voor de uitvoering. Na toestemming van de gemeente
moest ook een vergunning bij het Hoogheemraadschap
worden aangevraagd. Bij een positieve beslissing kan
begin 2011 tot uitvoering worden overgegaan.
In de vestiging Schagen is De Woonwens gewonnen
door een huurder van het Juffrouw van Harlingenhof in
Slootdorp. Het hofje ligt om een gazon met daarop
een grote beukenboom. De boom is prachtig,
maar het gazon was een rommeltje. Met het winnen van
De Woonwens is het hofje dan ook opgeknapt.
- 33 -
Afsluiten portieken in Schagen
Wooncompagnie vindt het belangrijk om te weten wat
bewoners vinden van hun woning én woonomgeving. In
dat kader is begin 2010 een enquête gehouden onder
bewoners van de A. Mauvestraat en het Regioplein in
Schagen. Uit de enquête bleek dat de bewoners een
groot gevoel van onveiligheid ervoeren omdat de
portieken niet afsluitbaar zijn. Daardoor vertoefden met
enige regelmaat onbevoegden in de portalen. Naast het
afsluiten van de portieken heeft Wooncompagnie naar
aanleiding van de enquête enkele andere zaken
aangepakt die het woongenot in de buurt moeten
vergroten. Als gevolg van het afsluiten van de portieken
zijn aan de buitenzijde van het complex brievenbussen
en een bellentableau geplaatst. In elke woning is een
intercominstallatie aangebracht. Uit de enquête is verder
naar voren gekomen dat de bewoners het complex
aantrekkelijk vinden en er prettig wonen. Ook zijn de
bewoners tevreden over de verlichting rond het
complex.
Ook in de gemeenten Waterland en Edam zijn bij twee
complexen de portieken afgesloten in verband met
aanhoudende overlast van hangjongeren. In de
gemeente Purmerend is naar aanleiding van overlast van
hangjongeren de overkapping bij de entree dichtgezet.
Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de
nieuw ontstane ruimte te benutten als opstelplaats voor
scootmobiels. De gemeente Purmerend heeft hiertoe
subsidie verstrekt in het kader van de WMO.
Verlichting achterpaden
Uit het LEMON onderzoek komt geregeld naar voren
dat het gevoel van veiligheid in de avond nadelig wordt
beïnvloed door onvoldoende verlichte achterpaden. Bij
diverse complexen heeft Wooncompagnie dan ook in
2010 de verlichting bij de achterpaden aangebracht dan
wel verbeterd. Veelal gebeurt dit in samenspraak met de
gemeente: Wooncompagnie investeert in het verbeteren
van de verlichting, het stroomverbruik komt vervolgens
ten laste van de gemeente.
Plaatsing fietsenrekken
Een veel voorkomende klacht van onze bewoners is het
stallen van fietsen door derden tegen de gevel van de
woning of het complex. In 2010 heeft Wooncompagnie
op diverse plaatsen fietsenrekken geplaatst.
Social Sofa in Wieringerwaard
Leerlingen van basisschool De Tweewegen onthulden
op 26 mei 2010 officieel een zogeheten Social Sofa bij
een speelterrein in Wieringerwaard. De met mozaïek
versierde bank, gemaakt op basis van tekeningen van de
scholieren, is door Wooncompagnie ter beschikking
gesteld ter gelegenheid van het vierhonderdjarig bestaan
van de polder Wieringerwaard. De kinderen hebben zelf
een deel van de mozaïeken op de bank aangebracht. De
kleurrijke Social Sofa fleurt de wijk op en komt de
leefbaarheid ten goede. De bank is namelijk een ideale
ontmoetingsplaats voor de inwoners van
Wieringerwaard; jong en oud.
Wooncompagnie heeft de totale kosten van de
mozaïekbank voor haar rekening genomen. Daarnaast
heeft Wooncompagnie de hoofdprijs ter beschikking
gesteld voor de mooist versierde straat. De winnende
straat krijgt een bedrag van € 500 waarmee een
straatbarbecue kan worden georganiseerd.
- 34 -
IJsbaanterrein Middenbeemster geopend
Op maandag 26 juli is door wethouder J. Klaver het
opnieuw ingerichte ijsbaanterrein te Middenbeemster
geopend. Wooncompagnie heeft tezamen met de
buurtbewoners, politiek en sponsors gezamenlijk
besloten hoe de nieuwe inrichting eruit moest komen te
zien. Het voetbalveld is opnieuw ingelegd en ingezaaid,
er zijn nieuwe doelen geplaatst en op de kop staan
buiten-fitnesstoestellen. Tevens zijn panna-doelen en
een aantal banken geplaatst. Het veld ligt te midden van
onze huurwoningen en met onze bijdrage zijn we dus
ook onze huurders op een leuke manier van dienst.
Maatschappelijk betrokken ondernemers
Voor het derde achtereenvolgende jaar is de vestiging
Purmerend actief betrokken bij de werkgroep
‘betrokken maatschappelijk ondernemers’. Op 29
september 2010 is een diner georganiseerd waarbij
bedrijven in contact werden gebracht met vrijwilligers–
en non-profit organisaties om met elkaar diensten te
ruilen. De diensten worden uitgevoerd met een gesloten
beurs. Meer informatie over dit project is te vinden op
www.betrokkenondernemerspurmerend.nl.
Intentieverklaring Centrum Jeugd en Gezin
De toekomstige fusiegemeente Hollands Kroon (Anna
Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer) is
gestart met de totstandkoming van een Centrum Jeugd
en Gezin (CJG). Donderdag 20 mei 2010 ondertekenden
zij en alle partners de intentieverklaringen. Informatie,
advies en ondersteuning op het gebied van opvoeden,
opgroeien en gezondheid is wat het CJG gaat bieden.
Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals
kunnen hier terecht met al hun vragen en problemen
over opgroeien en opvoeden. Deze ontwikkeling is
landelijk in volle gang.
Het is de bedoeling dat in iedere voormalige gemeente
tenminste een inlooppunt CJG wordt gerealiseerd. Het
inlooppunt maakt deel uit van het basismodel CJG,
zoals wettelijk wordt voorgeschreven. Wooncompagnie
is betrokken bij het inloopput in Middenmeer. De
getekende intentieverklaring betreft de samenwerking
tussen de gemeente Wieringermeer, de GGD als
centrale huurder van het gezondheidscentrum en
Wooncompagnie als verhuurder. Plannen voor een
gezondheidscentrum in Middenmeer zijn er al een paar
jaar. In dit gezondheidscentrum wordt onder andere het
CJG gevestigd. Eind 2010 is de bouw gestart.
Buurtfeest Purmerend
Eén van de oudste bewoners van seniorencomplex De
Botterhoek in Purmerend ontstak zaterdag 12 december
om 17.00 uur een grote kerstboom op het veld voor het
complex. Wooncompagnie hecht grote waarde aan de
leefbaarheid in wijken. Het samenbrengen van
buurtbewoners die elkaar anders nooit of weinig
spreken past in dit plaatje. Op initiatief van
Wooncompagnie, hoveniersbedrijf Lageveen en de
activiteiten- en bewonerscommissie van De Botterhoek
werd dit jaar het ontsteken van de lichtjes van de
kerstboom op feestelijke wijze gedaan. Inzet is het
verbeteren van de contacten tussen jong en oud in de
buurt. De jongere bewoners van de wijk zijn overdag
veelal niet thuis omdat ze werken en de bewoners van
het seniorencomplex hebben op hun beurt weinig
contact met de bewoners van de wijk.
Alle buurtbewoners hadden een uitnodiging voor het
feestelijke samenzijn gekregen. Na het ontsteken van de
lichtjes stond in de algemene ruimte een snertmaaltijd
met brood klaar. Mensen uit de wijk die hulp nodig
hadden om bij het feest aanwezig te kunnen zijn,
konden dit aangeven. Wooncompagnie heeft ervoor
gezorgd dat zij werden opgehaald.
- 35 -
- 36 -
4.8.4.8.4.8.4.8. Sponsoring en donaties
Iedereen wil in een fijne buurt wonen waar hij of zij
zich thuis voelt. Daarnaast moet de stad of het dorp
waar je woont iets extra’s bieden zoals
sportevenementen, cultuur of een actief
verenigingsleven. Door lokale initiatieven te sponsoren
tonen wij onze maatschappelijke betrokkenheid. Als een
sponsorverzoek wordt ingediend bij Wooncompagnie,
toetsen wij het voorstel aan de hand van de volgende
criteria:
• het brengt mensen samen;
• de activiteit is toegankelijk voor de lokale mensen in
het werkgebied van Wooncompagnie
• het versterkt de leefbaarheid in de kleine kernen
(o.a. het verenigingsleven);
• het zijn bij voorkeur maatschappelijke projecten;
• het zijn eenmalige evenementen of projecten;
• het valt in principe binnen ons verzorgingsgebied;
• het is geen landelijk project of stichting;
• het sponsorobject is geen individu
Maatschappelijk project Ethiopië
In 2010 heeft Wooncompagnie € 20.000 beschikbaar
gesteld voor de realisatie van een maatschappelijk
project in het buitenland. De medewerkers konden zelf
ideeën aanleveren. Er zijn voorstellen gedaan voor
allerlei soorten projecten. De projecten zijn aan de hand
van verschillende criteria beoordeeld:
• gelegen in een derdewereldland of Oost Europa;
• niet gelegen in een oorlogsgebied;
• kleinschalig van aard;
• een structuur waarbij de ontwikkelingen en het
effect van onze deelname goed gevolgd kunnen
worden;
• een meerjarige relatie met een vooraf bepaald
einddoel;
• een project waarbij de eigen organisatie een rol kan
spelen.
Een aantal projecten viel af, omdat zij niet werden
geaccepteerd door het ministerie van VROM.
Uiteindelijk zijn er twee organisaties overgebleven,
waar de medewerkers op konden stemmen. Het project
dat uiteindelijk heeft gewonnen, betreft de bouw van
extra klaslokalen en een bibliotheek in een klein dorpje
in Ethiopië. Daar krijgt 44% van de kinderen geen
onderwijs. Ontwikkelingsorganisatie Edukans gelooft in
scholing als de meest duurzame vorm van
ontwikkelingssamenwerking. Met de uitbreiding van de
school kunnen meer kinderen leren lezen en schrijven.
Maar ook krijgen zij belangrijke voorlichting om de
gemeenschap na te laten denken over hiv/aids,
meisjesbesnijdenis en kinderrechten.
Donatie via digitaal jaarverslag 2009
Belanghouders en relaties van Wooncompagnie konden
een goed doel steunen door via het digitale jaarverslag
2009 een cheque van tien euro te verzilveren.
Wooncompagnie heeft de opbrengst verdubbeld.
Stichting Dupla in Nieuwe Niedorp ontving een bedrag
van € 1.080. De stichting stelt zich ten doel om kinderen
en volwassenen die meervoudig gehandicapt zijn, toch
de sensatie van huifbedpaardrijden te laten beleven. In
de manege van de stichting is ook een ruime
snoezelkamer ingericht. De donatie is gebruikt om de
snoezelkamer te moderniseren.
De vestigingen en Bouwcompagnie ontvangen jaarlijks
een budget dat zij kunnen inzetten voor
sponsoractiviteiten. Sponsoring is daarbij altijd in het
belang van de lokale gemeenschap en het betreft veelal
een eenmalig evenement of activiteit. In totaal hebben
de vestigingen en Bouwcompagnie € 24.093 besteed
aan sponsoractiviteiten.
- 37 -
Overzicht sponsoractiviteiten Wooncompagnie 2010
organisatie gemeente doel bedrag
Stichting 400 jaar Polder Wieringerwaard Anna Paulowna Dansproject O.B.S. de Tweewegen € 1.000
Kolfclub Wieringerwaard Anna Paulowna Nederlandse Kampioenschap Kolven € 500
St. Beemster Werelderfgoed Beemster Muziek aan de Middenweg € 500
Protestantse gemeente Beemster Beemster Historische dag Beemster € 750
Stichting Singelfestival Edam Diverse activiteiten tijdens festival € 1.000
Stichting Sinterklaasintocht Warmenhuizen Harenkarspel Intocht Sinterklaas € 200
Stichting Harenkarspel Pop Harenkarspel Springpop € 350
Stichting Verenigingsgebouw 't Centrum Harenkarspel Aanschaf stoelen € 800
Architectuurcentrum Hoorn Hoorn € 1.000
Mulder Obdam Koggenland Festiviteiten 75 jarig bestaan € 500
Kees Klaver Niedorp Kinderhuis Samuël € 100
Trim- en atletiekvereniging '80 't Veld Niedorp Loopshirts € 1.000
Voetbalvereniging VZV Niedorp Vernieuwen balvangers € 500
Stichting Tentoonstelling Opmeer Opmeer Algemene donatie € 2.500
Reuring Purmerend Festival € 1.000
Ziekenomroep PRO Purmerend Purmerend 50 jarig bestaan € 750
Odion Purmerend Advertentie in brochure € 250
Gors Live Purmerend Evenement voor wijk De Gors € 250
Waterlandziekenhuis Purmerend Beterboek voor kinderen € 180
Purra Skillz Purmerend Jongerendebat over de stad € 150
Stichting Villa Purmerend Purmerend Bouw huis begeleid wonen € 920
Harddraverij Prins Bernhard Purmerend Algemene donatie evenement € 1.300
TAS Schagen Schagen Jubileumloop Den Helder/Schagen € 500
Historische Vereniging Schagen Jubileumuitgave Kakelepost € 250
Voetbalvereniging SRC Schagen Keepersdag € 300
Stichting Kunstplein Schagen Kunstplein 2010 € 200
Woonzorgroep Samen Schagen Alzheimertuin € 500
Stichting Promotie Petanque Schagen Jeu de Boules toernooi € 100
Arthouse Oudesluis Schagen / 6 gemeenten Tentoonstelling Read, Eat and Art € 900
Wonen Plus Welzijn Schagen / Niedorp Bokroute € 35
Basisschool De Wiekslag Schermer Fancy Fair € 150
Turnlust Wieringermeer Nederlands Kampioenschap turnen € 250
Voetbalvereniging DWOW Wieringermeer Kleding € 200
Oranjevereniging Middenmeer Wieringermeer Zeskamp € 500
ANBO Wieringerwerf Wieringermeer Renovatie biljarts en biljartoernooi € 450
OTC Sluis 1 Wieringermeer Tennistoernooi € 150
Huttendorp Middenmeer Wieringermeer Bouw huttendorp € 300
Midlake American Cars Meet Middenmeer Wieringermeer Algemene donatie evenement € 200
Havenfeest Middenmeer Wieringermeer Havenfeest € 1.000
Stichting DPJ Zeevang Drugsinformatiepakket voor scholen € 300
Jeugdsportpromotie Oudesluis Zijpe 12,5 jaar jubileum € 500
Stichting Innovatief Zijpe Zijpe Sipen (4 kaartspellen met info over Zijpe) € 1.000
Parochiekerk 't Zand Zijpe Restauratie Ypma orgel € 500 Evenementencommissie Burgerbrug Zijpe Dorpsfeest Burgerbrug € 308
Totaal € 24.093
- 38 -
- 39 -
Stichting Odion over vliegende start Eetcafé De Andere Oever: ‘Het concept werkt twee kanten op’
‘De ene keer kloppen wij met een vraag aan bij
Wooncompagnie, de andere keer vragen zij ons of er
interesse bestaat in deelname aan een project’, vertelt
Gerard Fokke van stichting Odion. De directeur
Vastgoed demonstreert hiermee opzettelijk de hechte
relatie tussen beide partijen. Een treffend voortvloeisel
hieruit is eetcafé De Andere Oever in Purmerend, waar
mensen met een beperking leren en werken.
Met zorg het gewone leven ondersteunen, luidt het
credo van Odion. De stichting wil mensen met een
lichamelijke of verstandelijke beperking een zo normaal
mogelijk leven laten leiden. Met een fijn thuis en leuk
werk bijvoorbeeld. De meeste benodigde woon- en
werklocaties houdt de stichting echter liever zorgvuldig
buiten haar bezit. ‘Wij zijn goed in zorg en
dienstverlening, niet in zelfstandig panden bouwen en
volledig onderhouden. Dat laten we dus graag over aan
een corporatie als Wooncompagnie en wij huren het
terug’, licht Fokke toe.
Extra wensen Volgens deze constructie worden al jarenlang projecten
voor Odion gerealiseerd. Zo opende eetcafé De Andere
Oever, voorheen De Gulle Waard, vorig jaar haar
deuren in de Purmerendse wijk De Oeverlanden. Het
was verhuisd naar het pas opgeleverde
appartementengebouw, waarin bovendien 15 van de 58
woningen bestemd zijn voor cliënten van stichting
Odion. Fokke: ‘Het initiatief kwam van
Wooncompagnie, dat op de hoogte was van de
woningbehoefte van onze cliënten. Vervolgens hebben
wij onze extra wensen met betrekking tot dagbesteding
en leer-werkbedrijf kenbaar gemaakt. En moet je zien
wat voor moois er nu staat!’
Vol overgave In het eetcafé werken cliënten van Odion in twee shifts.
De dagploeg maakt verse friet, wast groenten, bakt
koekjes en verzorgt de huishoudelijke taken. De
avondploeg werkt in de keuken en in de bediening.
Teamleider Maria de Ruiter vertelt enthousiast: ‘Er
wordt vol overgave gewerkt en enorm genoten.
Ondertussen leren ze veel. We gaan altijd uit van wat
mensen wél kunnen en streven naar zo veel mogelijk
zelfstandigheid. We bieden nu ook officiële opleiding
aan. Sommige cliënten stromen zelfs door naar een
ander bedrijf.’
Linda Bijl geeft Gerard uitleg bij de menukaart, terwijl
Yvonne van Gorkum alvast netjes het glas van Maria
vult. Martin Schaap kijkt goedkeurend toe.
- 40 -
Buurtcontact Het eerste jaar op de nieuwe locatie was meteen
succesvol voor het etablissement. Niet alleen qua
bezoekersaantallen en ontwikkeling van de cliënten,
maar ook qua maatschappelijke functie in de buurt. De
Ruiter: ‘Cliënten moeten worden gezien als gewone
buren; burgers die participeren in onze maatschappij.
De woon-werksituatie in De Oeverlanden schept ideale
omstandigheden. We zitten ook in de
bewonerscommissie van het complex, wat het contact
merkbaar bevordert. Elke avond krijgen we wel gasten
uit de buurt. En iedereen komt graag terug! Het concept
werkt twee kanten op.’
‘Wooncompagnie denkt in de mogelijkheden. Wat dat betreft delen we elkaars visie’
groepsoverleg
Londenhaven Gerard Fokke krijgt nog een kopje koffie ingeschonken.
De zorgvuldige serveerster verklapt ‘speciaal voor de
foto’s’ gisteren naar de kapper te zijn geweest. Lachend
geeft Gerard haar gelijk en blikt alweer vooruit. ‘In
2012 wordt in de wijk Weidevenne project
Londenhaven met 24 zorgwoningen opgeleverd. Ook
door Wooncompagnie. Van alle ontwikkelpartijen
waarmee wij samenwerken, toont Wooncompagnie zich
het meest stabiel, zowel in nieuwbouw als in
onderhoud. Zelfs in deze crisisjaren. Wooncompagnie
benadert haar maatschappelijke taken serieus en denkt
in mogelijkheden. Wat dat betreft delen we elkaars
visie. Een hele goede zaak, voor iedereen. Ontdek het
zelf en kom eens lekker eten bij De Andere Oever, zou
ik zeggen. Wel eerst reserveren hoor!’
- 41 -
Duurzaam investeren
Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
7. Strategisch portefeuillebeleid maakt vanaf 2009 structureel onderdeel uit van de beleidscyclus.
8. Strategisch portefeuillebeleid is continu actueel en marktgericht.
9. Onze woningvoorraad is rollend (wordt voortdurend ververst) en blijft qua volume gelijk.
10. Uitgangspunten over de gewenste strategische positie in de kernen opnieuw bediscussieerd en herijkt.
11. Gemiddeld 8% besparing op het (theoretisch) energieverbruik in onze woningen.
12. Een stimuleringsregeling voor het toepassen van energiebesparende maatregelen, om onze bewoners te motiveren deze actie onder regie van Wooncompagnie uit te voeren.
13. Minimaal twee inspirerende en tot de verbeelding sprekende projecten realiseren in
nieuwbouw en bestaand bezit op het gebied van energie en milieu. 14. Het FSC Convenant ondertekend en in de bedrijfsvoering geïntegreerd.
- 42 -
5. Duurzaam investeren
Het ondernemingsplan richt zich wat betreft duurzaam
investeren op twee onderdelen. Het gaat enerzijds om
de bedrijfsmatig strategische inzet van middelen en
anderzijds om de zorg voor het milieu.
Voor wat betreft de strategische inzet van middelen zal
de woningportefeuille aansluiting moeten houden met
de behoefte vanuit de markt. Onze woningvoorraad
moet in de pas lopen met de vraag vanuit onze
doelgroepen. Nu en in de toekomst, getalsmatig en
kwalitatief. Zowel de vrager als de vraag verandert
daarbij voortdurend. De toekomstige vragers zullen
vaker senioren en iets minder dan nu jonge gezinnen
zijn. De vraag van starters blijft groot. Daarbij zal met
name in de Noordkop de vraag naar kwaliteit sterker
toenemen dan de vraag naar kwantiteit.
Een ander belangrijk aspect van duurzaamheid is het
milieu. Als maatschappelijke organisatie willen we
verantwoord omgaan met energie en grondstoffen. Méér
nog dan we nu al doen. Wooncompagnie onderzoekt
daarom alle mogelijke extra inspanningen op het vlak
van energiebesparing en duurzaamheid bij het bouwen
en aanpassen van onze woningen (zie 5.5.6).
5.1.5.1.5.1.5.1. Passende woonruimte voor alle klanten
Wooncompagnie staat voor goed en betaalbaar wonen
voor iedereen. We richten ons op huishoudens met een
laag inkomen, de lagere middeninkomens voor wie de
koopmarkt onbereikbaar is, en specifieke groepen zoals
gehandicapten, mensen met een zorgvraag,
statushouders, enzovoort. Wooncompagnie vindt dat
kwetsbare groepen gelijke toegang tot de woningmarkt
moeten hebben. We zoeken samenwerking met andere
partijen om die toegang te kunnen bieden. Wij willen
continu een gevarieerd woningaanbod, met
verschillende woningtypes, kwaliteit– en huurniveaus
aan kunnen bieden. Dat bereiken we door nieuwbouw,
woningverbetering, aan– en verkoop van woonruimte
en door ons huurbeleid. Onze huidige woningvoorraad
is van goede kwaliteit. Om ook op termijn te voldoen
aan de wensen van onze klanten is het noodzakelijk dat
we de toekomstige vraag helder voor ogen hebben en
voortdurend investeren. Dat betekent bijvoorbeeld dat
we een complex uit exploitatie nemen als
kwaliteitsverbetering niet verantwoord is. Het
alternatief is meestal sloop en vervangende nieuwbouw.
5.2.5.2.5.2.5.2. Het bezit
5.2.1. Omvang van de voorraad
Het totaal aantal verhuureenheden in eigendom per 31
december 2010 was 13.175. Het verloop in 2010 is
hieronder weergegeven. Tevens is het bezit per 31
december 2010 weergegeven per gemeente en naar
huurklasse, inclusief de overige woongelegenheden en
het aantal eenheden in een verzorgingshuis.
Mutaties in het bezit 31-12-2009 Nieuw-
bouw
Aankoop Sloop Verkoop Overige
mutaties
31-12-2010
Woningen 12.903 131 0 -30 -115 0 12.889
Overige woongelegenheden 156 21 0 0 0 0 177
Subtotaal woongelegenheden 13.059 152 0 -30 -115 0 13.066
Overige verhuureenheden 104 6 0 0 -1 0 109
Totaal verhuureenheden in eigendom 13.163 158 0 -30 -116 0 13.175
Verhuureenheden in beheer voor derden 11 0 0 0 0 11 22
Totaal aantal verhuureenheden 13.174 158 0 -30 -116 11 13.197
- 43 -
5.2.2. Nieuwbouwproductie ten behoeve van eigen verhuur
In 2010 hebben wij totaal 152 woongelegenheden en
zes niet-woongelegenheden gerealiseerd. In onderstaand
overzicht is een specificatie opgenomen van de
opgeleverde projecten. Project het Hoefje betreft de
realisatie van twaalf startersappartementen. Het project
was begroot voor 2010. Echter, door enige vertraging in
verband met een onderzoek van incidentele vervuiling
van grond van de gesloopte opstallen is de oplevering
eind maart 2011 gepland.
Ook het project Hoep Centrum was begroot voor 2010.
Het project betreft jongerenhuisvesting voor Parlan. Het
project heeft enige vertraging opgelopen. De gemaakte
bezwaren zijn inmiddels ingetrokken en de financiering
is rond. Op 16 september 2010 is gestart met de bouw.
Dit verloopt voorspoedig.
Gemeente Goedkoop Betaalbaar Tot
huurtoeslag
grens
Boven
huurtoeslag
grens
Eenheden
verzorgings-
huis
Overige
woon-
gelegenheid
Anna Paulowna 39 211
Beemster 74 484 42 12 13
Edam-Volendam 163 586 91
Harenkarspel 97 838 8 2
Hoorn 16
Langedijk 14
Medemblik 64 381 9 16
Niedorp 250 595 42 1
Opmeer 9
Purmerend 183 2416 435 38 49
Schagen 299 1893 139 18
Schermer 92 257 13
Waterland 171 302 27
Wieringermeer 436 973 13 55 7
Zeevang 69 378 14 12
Zijpe 71 622 26 2 9
Totaal 2008 9952 868 61 125 52
- 44 -
Specificatie
nieuwbouw
2010
Begroot
2010
Huur-
woningen
Overige woon
gelegenheden
Overige
verhuur
eenheden
Stichtings-
Kosten
(SK)
Onrendabele
investering
SK
(in euro's
per vhe)
Onrendabele
investering
(in euro's
per vhe)
Achtervang
trambaan
5 5 935.626 261.992 187.125 52.398
Wooncompagnie heeft 5 woningen afgenomen van Bouwfonds Ontwikkeling. De afname maakt onderdeel uit van een serie van 51 woningen
welke door Bouwfonds zijn ontwikkeld en in drie fases zijn gebouwd. Het project maakt deel uit van de gezamenlijke ontwikkelingen op de
locatie Trambaan te Nieuwe Niedorp. Deze woningen zijn overgenomen met een korting van € 30.000,- per eenheid. Wij hebben ze in de
verhuur ondergebracht net onder de huurtoeslaggrens.
Weidevenne
fase III
42 14 3.448.457
824.417 246.318
58.887
Het project Weidevenne Kanaalzone 3 is verworven via prijsaanvraagindiening. In totaal worden er 42 appartementen opgeleverd in de
duurdere en huurtoeslag huur. In 2010 zijn er reeds 14 duurdere huurappartementen opgeleverd.
Oeverlanden 59 58 4
huurwoningen 43 7.954.22 3.264.548 184.982 75.920
woningen
Odion en alg.
ruimten
15 2 2.768.742
1.300.843 162.867 76.520
eetcafé en
dagbesteding
2 1.466.15 -335.829 733.076 -167.915
In samenwerking met Linden Groep heeft Wooncompagnie op de locatie Oeverlanden 43 driekamerwoningen gerealiseerd, bestemd voor
starters en doorstromers. Daarnaast zijn er 15 woningen, ruimte voor dagbesteding, twee algemene ruimtes en een restaurant ten behoeve van
de stichting Odion gebouwd. De woningen van Odion zijn door Stichting Odion toegewezen.
Brede school 17 16 1
miva-woningen 3.541.749 1.503.809 221.359 93.988
dagopvang 3.457.16 -2.194.356 3.457.165 -2.194.356
In Purmerend hebben wij geparticipeerd in het Brede School project. Er zijn 16 miva-woningen opgeleverd en een gehandicapten dagopvang.
Onderdelen worden door stichting Odion geëxploiteerd.
Trefpunt Trefpunt Trefpunt Trefpunt
MarkenMarkenMarkenMarken
1 1 1.204.650
181.880 1.204.650 181.880
Wijksteunpunt op Marken, genaamd 't Trefpunt. Wooncompagnie heeft bijgedragen aan de financiering van de verbouw cq. aanpassing.
Trambaan 26 24 4.181.53 1.201.430 174.231 50.060
In Nieuwe Niedorp zijn 24 levensloopbestendige woningen opgeleverd, die deel uitmaken van het project Trambaan fase 3 met appartementen,
huisartsenpost, wijksteunpunt en zorgwoningen.
Grote Sloot 9 9 1.317.223
17.417 146.358
1.935
Deze zorgboerderij is gebouwd in Burgerbrug en bestaat uit 8 onzelfstandige woningen voor cliënten van de Raphaëlstichting en 1
beheerderswoning.
Leeghwater III 44 14 12 3.560.960 665.189 136.960 25.584
Dit project in de Beemster maakt onderdeel uit van een project van totaal 100 koop– en huurwoningen. Wij hebben 12 appartementen gebouwd
die zijn bestemd voor dove cliënten van stichting Odion. De overige 14 woningen zijn bestemd voor de sociale verhuur.
- 45 -
5.2.3. Aan- en verkoop
In 2010 zijn in totaal 132 woningen verkocht. Het
betreft 115 verkopen aan zittende huurders dan wel
verkoop bij mutatie. In het kader van de terugkoopplicht
zijn in 2010 achttien woningen teruggekocht. Tien
woningen zijn zonder bijzondere voorwaarden
doorverkocht en zeven woningen zijn verkocht onder de
Koopzekerconstructie. Ultimo 2010 staat een woning
van de teruggekochte woningen nog te koop. Van de in
totaal 132 verkochte woningen zijn 63 woningen aan
huurders van Wooncompagnie verkocht en 65 aan
overige natuurlijke personen. Voor een toelichting op de
verkopen wordt verwezen naar subparagraaf 5.3.3.
5.2.4. Sloop
Waar noodzakelijk, vindt in herstructureringsgebieden
sloop van sociale huurwoningen plaats. Veelal worden
op deze locaties nieuwe sociale huurwoningen
ontwikkeld. In 2010 zijn 30 woningen gesloopt; vijftien
in de gemeente Beemster en vijftien in de gemeente
Wieringermeer. Vooruitlopend op herstructurering
worden vrijkomende woningen in beheer gegeven bij
Interim Vastgoed. Ultimo 2010 waren 174 woningen in
beheer bij Interim Vastgoed.
5.3.5.3.5.3.5.3. Bevordering eigen woningbezit
Om het woon– en leefklimaat te verbeteren, stimuleert
Wooncompagnie het eigenwoningbezit. Een deel van
het woningbezit van Wooncompagnie is dan ook
aangewezen voor verkoop. In 2010 is op basis van ons
strategisch portefeuillebeleid de verkooplijst
geactualiseerd. Bestaande woningen die worden
verkocht, zijn uiteraard goed onderhouden, maar (op
enkele uitzonderingen na) minimaal 30 jaar oud.
Daarnaast is het aantal te slopen en verkopen woningen
in evenwicht met de nieuwbouwproductie. Hiermee
wordt het effect van een rollende voorraad versterkt.
5.3.1. Verkoop onder voorwaarden
In 2010 is uitgebreid onderzoek gedaan naar de
verschillende vormen die bestaan tussen huur en koop.
De aanleiding daartoe ligt in het feit dat Koopzeker een
eigen product is dat we zelf moeten onderhouden en een
beperkte naamsbekendheid heeft. Daarnaast kent
Koopzeker in financiële zin een grens wat betreft de
inzetbaarheid door de terugkooplicht. Op basis van dit
onderzoek is besloten om in 2011 te gaan werken met
het product Koopgarant in plaats van Koopzeker. Eind
2010 is de licentie van Koopgarant aangekocht. De
producten zijn redelijk vergelijkbaar: Een ‘te
verrekenen korting’ wordt verstrekt op de taxatieprijs.
Bij verhuizing koopt Wooncompagnie de woning terug
en wordt deze renteloze korting weer verrekend. Een
eventuele waardestijging of waardedaling wordt
gedeeld op basis van het Fair Value model. Door de
korting hoeft de klant minder te financieren zodat de
maandlasten betaalbaar blijven. Bovendien heeft hij de
zekerheid dat Wooncompagnie bij verhuizing de
woning binnen drie maanden terugkoopt.
Koopgarant kent ten opzichte van Koopzeker echter
enkele belangrijke voordelen, zoals de verrekening van
de zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV’s), de
naamsbekendheid voor de klant en het externe
onderhoud van dit ver doorontwikkelde product door
stichting OpMaat. Het product heeft zijn succes
bewezen.
Doordat Koopgarant ook een terugkoopplicht heeft, is
het probleem met betrekking tot de mate van
inzetbaarheid echter niet opgelost. Terwijl we juist meer
koopwoningen bereikbaar willen maken voor de lage
middeninkomens. Daarom is ook positief besloten over
het product Startersrenteregeling. Daar waar
Koopgarant geschikter lijkt voor verkoop van bestaande
bouw en voor huishoudens die geen significante
inkomensgroei meer verwachten, lijkt de
Startersrenteregeling met name passend voor
huishoudens die wel een inkomensgroei verwachten.
Daarnaast is de Startersrenteregeling goed inzetbaar bij
nieuwbouw door de relatief lage voorfinanciering. De
verwachting is dat we door beide producten naast elkaar
in te zetten, zowel in nieuwbouw als bestaande bouw
meer huishoudens met een laag middeninkomen in staat
kunnen stellen een woning te kopen. Daarnaast
bevordert dit de uitstroom uit de sociale huursector wat
uiteindelijk meer kansen biedt voor in- en doorstroom
binnen de sociale huursector. Begin 2011 wordt de
implementatie van Koopgarant opgepakt en zullen de
mogelijkheden van de Startersrenteregeling nader
worden onderzocht.
Wat betreft Koopzeker is in de loop van 2010, mede op
basis van de uitkomsten van de staatssteundiscussie,
- 46 -
besloten dit product alleen aan te bieden aan
huishoudens met een inkomen tot € 43.000 (onze
doelgroep van beleid) om er voor te zorgen dat het
product alleen wordt gehanteerd voor de huishoudens
die het nodig hebben om de stap naar de koopmarkt te
kunnen maken. Bij de implementatie van Koopgarant
wordt deze beleidslijn gecontinueerd.
5.3.2. Nieuwbouw koopwoningen
Wooncompagnie heeft in 2010 ook middels nieuwbouw
koopwoningen in de markt gezet. Een deel daarvan is
als Koopzeker verkocht, waardoor ook een
nieuwbouwwoning bereikbaar wordt voor huishoudens
die net niet voldoende inkomen hebben om een woning
te kopen.
Gemeente Totaal
Opgeleverd 2010 7
Verkocht Koopzeker 3
Verkocht regulier 0
Niet verkocht
Schermer
4
Gem. prijs koopzeker €169.750
Gem. prijs regulier -
Aantal verkopen per gemeente naar huurklasse
(exclusief teruggekochte Koopzekerwoningen)
5.3.3. Verkochte huurwoningen
Huurders die een woning kopen van Wooncompagnie,
krijgen 5% korting op de taxatieprijs. Ter bevordering
van de verkoop en met name ter bevordering van de
reguliere verkoop, is in 2010 is besloten om de korting
tijdelijk (tot 1 januari 2011) te verhogen naar 10%. De
actie is succesvol te noemen: De verkoopdoelstelling in
aantallen woningen is in 2010 dan ook bijna gehaald.
Gezien het succes van deze tijdelijke actie, is eind 2010
besloten deze te verlengen tot 1 april 2011.
We hebben in 2010 132 woningen overgedragen aan
een nieuwe eigenaar; 115 huurwoningen en zeventien
teruggekochte Koopzekerwoningen. Van de verkochte
woningen ging 46% (71 stuks) naar huurders van
Wooncompagnie, waarvan 34 aan zittende huurders.
Van de 132 verkochte woningen zijn 22 verkocht onder
de Koopzekerconstructie. De Koopzekerkorting
bedroeg daarbij 25% en Wooncompagnie deelt voor
50% mee in de waardeontwikkeling (conform Fair
Value). De gemiddelde Koopzekerprijs bedroeg
€ 136.063 en de gemiddelde koopprijs waarbij zonder
voorwaarden is verkocht, bedroeg € 156.540.
De opbrengst van verkopen wordt gebruikt om nieuwe
huurwoningen en maatschappelijk vastgoed te
realiseren. De verkoopdoelstelling voor 2011 is
wederom op 150 woningen gesteld.
Gemeente Goedkoop Betaalbaar Duur tot
huurtoeslagrens Duur boven
huurtoeslaggrens Totaal
Anna Paulowna 9 9 Beemster 1 1 Broek in Waterland 1 1 Edam-Volendam 7 7 Harenkarspel 6 6 Medemblik 8 1 9 Niedorp 15 15 Purmerend 1 17 5 23 Schagen 1 9 4 14 Waterland 1 1 Wieringermeer 1 15 16 Zijpe 13 13
Totaal 3 101 10 1 115 Totaal % 2% 88% 9% 1% 100%
- 47 -
Echter, gezien het huidige klimaat is in de begroting
rekening gehouden met 100 te verkopen woningen in
2011.
Aantal verkopen per gemeente naar type koper
(inclusief teruggekochte Koopzekerwoningen)
Verkoop
aan
zittende
huurder
Verkoop
aan
huurder
Verkoop
aan
derden
Totaal
Anna Paulowna 1 2 9 12
Beemster 2 2
Edam-Volendam 6 2 8
Harenkarspel 4 1 1 6
Medemblik 3 3 3 9
Niedorp 7 2 8 17
Purmerend 2 2 25 29
Schagen 6 7 4 17
Waterland 1 1 2
Wieringermeer 1 7 9 17
Zijpe 3 3 7 13
Totaal 34 27 71 132
Totaal % 26% 20% 54% 100%
5.4.5.4.5.4.5.4. Het aanbieden en verhuren van de woningen
5.4.1. KWH-huurlabel
Wooncompagnie is naast houder van het KWH-
maatschappijlabel, ook houder van het KWH-huurlabel.
Elk jaar worden vijf van de tien onderdelen van het
KWH-huurlabel gemeten. De resultaten van het
onderzoek door KWH worden uitgedrukt in een
rapportcijfer. Om in aanmerking te komen voor dit
huurlabel moet het eindcijfer van elk onderdeel
minimaal een 7 zijn. Dit geldt niet voor het onderdeel
‘klachten afhandelen’. Hiervoor geldt een minimaal
eindcijfer van 6,5.
In 2010 zijn net als in 2008 de volgende onderdelen
gemeten:
Onderdeel 2010 2008
Corporatie bezoeken 7,9 7,8
Huur betalen 7,8 8,2
Reparatie uitvoeren 8,2 8,0
Woning betrekken 8,0 8,1
Woning bezoeken 7,3 7,6
Gemiddeld 7,7 7,7
Net als in 2008 scoren we ook nu gemiddeld een 7,7.
Daarmee heeft Wooncompagnie het KWH-huurlabel
behouden. We zijn dan ook bijzonder trots op dit goede
resultaat. In de periode september tot en met december
2010 is de volledige rapportage geanalyseerd en is een
verbeterplan gemaakt op basis van de aanbevelingen
zoals die staan aangegeven in de rapportage. Veel acties
naar aanleiding van het verbeterplan zijn inmiddels
uitgezet bij de proceseigenaren. Een greep uit de
opmerkingen / aanbevelingen van KWH naar aanleiding
van de meting in 2010:
• De routebeschrijving naar kantoor Purmerend op
internet is te summier.
• Op de website is te weinig informatie aanwezig over
het woningbezit / prijsklasse.
• Op de website is niet van alle woningen een
plattegrond en/of foto aanwezig.
• Op de website is niet van alle beschikbare woningen
inzichtelijk of huurtoeslag ontvangen kan worden of
niet.
• In de ontvangstruimte van de woonwinkels moet
meer aandacht besteed worden aan de omvang van
het bezit en de samenstelling ervan.
• Onderdelen van het mutatieproces, waaronder het
vastleggen van de technische staat van de woning,
zijn voor verbetering vatbaar.
Gelijktijdig met de meting zijn in 2010 ook twee
nieuwe onderdelen gemeten, te weten:
• kwaliteit van de dienstverlening rond de woning
• kwaliteit van de dienstverlening rond het kopen van
een woning
Voor deze onderdelen hebben we respectievelijk een 6,8
en 6,9 gescoord. Deze meting betrof een pilot en tevens
nulmeting. Deze cijfers hadden dan ook dit keer geen
invloed op het behouden of verliezen van het KWH-
huurlabel. Ook uit deze rapportage zullen we lering
- 48 -
trekken en verbeteringen in onze dienstverlening gaan
aanbrengen.
Meer informatie over het KHW-huurlabel is te vinden
op onze website.
Nieuwe meldkamer
In 2010 is het besluit genomen om over te stappen naar
een nieuwe meldkamer. Met ingang van 1 januari 2011
zullen de meldkamerwerkzaamheden (spoedeisende
reparatieverzoeken buiten kantoortijden) door De
Service Meldkamer in Hoorn worden verzorgd. De
Service Meldkamer Hoorn is een bekende speler binnen
corporatieland op het gebied van
meldkamerwerkzaamheden. Zo hebben zij meer dan
100 corporaties als klant. Wij hebben er vertrouwen in
dat deze nieuwe meldkamer er toe zal bijdragen dat wij
onze dienstverlening richting onze klanten naar een
hoger niveau brengen.
Continue meting telefonische bereikbaarheid
Naast de meting van de jaarlijkse KWH huurlabel, is
ook gestart met het continu meten van de telefonische
bereikbaarheid. Over drie perioden van elk zestien
weken zal onze telefonische bereikbaarheid gemeten
worden. Medio augustus 2010 is gestart met de eerste
periode van zestien weken. Deze eerste meetperiode
liep tot begin december 2010.
De rapportage ten aanzien van deze eerste meetperiode
is eind december verschenen.
Afdeling 2010 2009
Front Office (TIP) 7,1 7,0
Back Office (excl. Hoorn) 5,5 6,6
Totaal (gewogen score) 6,8 6,8
De resultaten en aanbevelingen van de rapportage van
de eerste meetperiode zullen in het eerste kwartaal van
2011 worden geanalyseerd en omgezet in een concreet
verbeterplan.
5.4.2. Mutatiegraad
De mutatiegraad is ten opzichte van 2009 met 1,2%
gestegen tot 6,5%. In het werkgebied van de vestiging
Schagen bleef de mutatiegraad met 7,8% nagenoeg
gelijk aan vorig jaar (7,9%). De mutatiegraad in het
werkgebied van de vestiging steeg van 4,9% in 2009
naar 5,3% in 2010. Hoewel dit een licht herstel is ten
opzichte van 2009, is de mutatiegraad nog steeds erg
laag. De lage mutatiegraad is een effect van de
stagnerende huizenmarkt dat in het gehele spectrum van
de woningmarkt zijn weerslag heeft. Mede door de lage
mutatiegraad zijn zowel doorstromende als startende
woningzoekenden minder goed in staat een passende
woning te vinden. Daarnaast is het door de lage
mutatiegraad lastig om de verkoopdoelstelling te halen
omdat het merendeel van de woningen wordt verkocht
bij mutatie.
Onze verwachting is dat de mutatiegraad in 2011 weer
zal dalen en de doorstroming verder zal stagneren. Door
de effecten van de ministeriële regeling zullen
huishoudens die meer verdienen dan € 33.614 minder
snel geneigd zijn om te verhuizen omdat zij niet meer in
aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Dat
geldt zeker de huishoudens met een inkomen tussen
€ 33.614 en € 43.000, die een koopwoning of een
huurwoning in de vrije sector veelal niet kunnen
betalen. In 2011 monitoren wij de mutatiegraad en de
toewijzingen heel strikt om –binnen de mogelijkheden–
tijdig te kunnen bijsturen als bepaalde groepen
onevenredig in de knel komen.
5.4.3. Woonruimteverdeling
Omdat Wooncompagnie woningen in verschillende
regio’s heeft, wordt er gewerkt met drie verschillende
woonruimteverdelingsmodellen.
Aanpassing woonruimteverdeelsystemen
Vanaf 1 november 2010 is in de regio West-Friesland
een nieuw woonruimteverdeelsysteem geïntroduceerd.
Meerdere corporaties en gemeentelijke woningbedrijven
in West-Friesland gaan met elkaar invulling geven aan
de Regionale Huisvestingsverordening. Om dit goed te
kunnen doen, is gekozen voor een systeem waarin alle
woningzoekenden en woningen staan van de
aangesloten organisaties.
De nieuwe samenwerking bestaat uit: Woningstichting
Het Grootslag, Welwonen, IntermarisHoeksteen, De
Woonschakel, Gemeente Opmeer en Gemeente
Koggenland. Wooncompagnie zal deelnemen voor het
woningbezit in West-Friesland. In de toekomst kunnen
- 49 -
ook andere verhuurders uit West-Friesland zich
aansluiten.
Eind 2010 is veel energie gestoken in het aanpassen van
de woonruimteverdeelsystemen om per 1 januari 2011
te kunnen voldoen aan de ministeriële regeling om
maximaal 90% van het vrijkomende aanbod toe te
wijzen aan huishoudens met een belastbaar jaarinkomen
van maximaal € 33.614.Wooncompagnie heeft daarbij
te maken met drie verschillende systemen. Binnen het
werkgebied van de vestiging Schagen heeft
Wooncompagnie de mogelijkheid om de aanpassing van
het systeem zelf te bepalen. De vestiging Schagen heeft
op basis van ervaringscijfers ingeschat op welke manier
we de groep woningzoekenden met een inkomen van €
33.614 tot € 43.000 toch kunnen bedienen en tevens
90% van het vrijkomende aanbod kunnen toewijzen aan
huishoudens met een inkomen tot € 33.614. Concreet
heeft dit ertoe geleid dat huishoudens met een inkomen
van € 33.614 tot € 43.000 kunnen reageren op het
aanbod met een huurprijs vanaf € 575.
De vestiging Purmerend participeert met betrekking tot
de woonruimteverdeling in twee
samenwerkingsverbanden, te weten Woningnet (de
Stadsregio) en de woonruimteverdeling Noord-
Kennemerland voor het bezit in de gemeente Schermer.
Of en op welke manier de woonruimteverdeling wordt
aangepast naar aanleiding van de ministeriële regeling,
is dan ook in samenspraak met de betrokken partijen
bepaald. Voor de Stadsregio heeft dit ertoe geleid dat de
regeling ‘strak in de leer’ wordt toegepast. Vrijkomende
sociale huurwoningen worden allemaal toegewezen aan
huishoudens met een inkomen tot € 33.614. Daarnaast
zijn specifieke groepen aangewezen die met een hoger
inkomen ook mogen reageren (zoals sociaal-medisch
urgenten, stadsvernieuwingsurgenten).
Binnen de Stadsregio zullen ‘gewone’
woningzoekenden met een inkomen boven € 33.614 dus
niet meer in aanmerking komen voor een sociale
huurwoning. Wooncompagnie had liever gezien dat de
resterende ruimte binnen de 10% ruimte volledig benut
zou worden ten gunste van deze huishoudens. Echter,
eenduidige regels binnen hetzelfde gebied hebben we
ook hoog in het vaandel staan. Dit geeft optimale
duidelijkheid aan de klant.
In Noord-Kennemerland is wel naar mogelijkheden
gezocht om huishoudens met een inkomen net boven
€ 33.614 toch te kunnen bedienen. Op basis van
ervaringscijfers is bepaald dat de resterende ruimte
binnen de 10% kan worden ingezet door huishoudens
met een inkomen tot € 38.500 te kunnen laten reageren
op het aanbod met een huurprijs vanaf € 518.
- 50 -
Ultimo 2010 zijn alle systemen aangepast, de interne
procedures met betrekking tot de inkomenstoets
geïmplementeerd en de (toekomstige) huurders
geïnformeerd over de wijzigingen.
Gemeente Schermer: Regionaal aanbodmodel Stichting
Sociale Verhuurders Noord-Kennemerland (SVNK).
Onze woningen in de gemeente Schermer behoren tot
de regio Noord-Kennemerland. Jaarlijks wordt de
Rapportage Woonruimteverdeling Noord-
Kennemerland opgesteld.
Met het beschikbaar komen van DOMIS (Digitaal
Online Management Informatie Systeem) is het
mogelijk een grote hoeveelheid cijfers op eenvoudige
wijze uit dit systeem te halen, evenals gegevens per
corporatie. Om dit systeem te raadplegen is één
medewerker geautoriseerd.
De laatste rapportageperioden (2006 - 2010) neemt het
aantal woningzoekenden sterk toe. In 2010 is 82% van
de woningzoekenden uit de regio afkomstig. Hogere
inkomens vormen een zeer kleine groep
woningzoekenden. De grootste groep naar leeftijd
vormt de groep van 30-55 jarigen. Het aantal jongere
woningzoekenden neemt af. Het aantal actief
woningzoekenden neemt relatief het sterkst toe in
Schermer en Bergen, maar daalt in Heiloo en Graft-de
Rijp. 83% maakt deel uit van een één– of tweepersoons
huishouden.
Het aantal verhuringen neemt in 2010 weer toe ten
opzichte van 2009, maar is nog niet op het niveau van
de jaren ervoor. Het aandeel van de woningen dat is
verhuurd aan reguliere woningzoekenden neemt iets af.
Aan de hoogste inkomensgroepen worden weinig
woningen verhuurd. Het aandeel verhuringen aan de
laagste inkomensgroepen neemt toe. De meeste
woningen worden verhuurd aan 23 tot 29 jarigen. Het
aandeel goedkope en betaalbare woningen daalt van
73% tot 63%. Het grootste aandeel van de vrijgekomen
woningen heeft drie kamers.
Het aantal verhuringen stijgt sterker dan het aantal
actief woningzoekenden wat resulteert in een lichte
toename van de slaagkans. De slaagkans naar inkomen
is het sterkst toegenomen voor de woningzoekenden
met een inkomen tussen de grens van de doelgroep en
de grens zelfredzaamheid. Ondanks een daling van het
aantal woningzoekenden in de leeftijd 18 tot en met 22
jaar, neemt de slaagkans voor deze leeftijdgroep af.
Meest genoteerde reden van het weigeren van een
woning is geen reactie van de woningzoekende.
Opvallend is de relatief sterke toename van de
weigeringen omdat de kwaliteit van de woning niet
voldoet. Met ingang van 20 april 2010 verschijnt de
krant wekelijks en kan via internet wekelijks op
woningaanbod worden gereageerd.
Van alle woningzoekenden die in Schermer op een
woning hebben gereageerd, komen 843 (2009: 448) uit
de regio en 243 (2009: 135) van buiten de regio.
Schermer is vooral populair bij woningzoekenden uit
Langedijk en Heerhugowaard. De gemeenten Graft-de
Rijp en Schermer trekken meer woningzoekenden van
buiten de regio. Het lijkt erop dat de gemeenten die het
dichtst bij de stedelijke woningmarkt van de Zaanstreek
liggen, relatief veel woningzoekenden van buiten de
regio trekken. De groei van het aantal actief
woningzoekenden uit Schermer is opvallend te noemen:
van 85 in 2006 tot 154 in 2010. Zeker ten opzichte van
2009 is het een forse toename (101). In Schermer was
sprake van een instroom van 14 huishoudens uit
Alkmaar en van 8 binnengemeentelijke verhuizingen.
Gemeente Beemster, Edam-Volendam, Purmerend,
Waterland en Zeevang: Regionaal aanbodmodel
(Stadsregio) via WoningNet
Jaarlijks wordt een rapportage Woonruimteverdeling
voor de Stadsregio opgesteld. Daarnaast laat
Wooncompagnie specifiek voor de verdeling van het
eigen bezit een jaarrapportage opstellen.
In het jaar 2010 zijn in de Stadsregio 13.797 woningen
verhuurd. Dat is 5% minder dan in 2009. Het aantal
verhuurde woningen is daarmee op het laagste punt uit
gekomen. De grootste daling is te zien in de verhuur
van nieuwbouw. Het afgelopen jaar daalde het aantal
verhuringen van nieuwbouwwoningen met meer dan
een kwart.
Afgelopen jaar was er sprake van een toename van het
aanbiedingsresultaat in de hele Stadsregio. De toename
- 51 -
was het grootst in Amsterdam en ons deel van de
Stadsregio (Noord). Dat betekent dat woningen vaker
aangeboden moesten worden om ze verhuurd te krijgen.
In ons deel van de regio hadden doorstromers die een
woning hebben gekregen gemiddeld een woonduur van
18,5 jaar en stonden starters die een woning hebben
gekregen gemiddeld 8,2 jaar ingeschreven. Per
gemeente zijn echter grote verschillen te constateren:
Gemiddelde woonduur van doorstromers naar gemeente
van de woning:
Gemeente Woonduur
Beemster en Zeevang < 15 jaar
Edam > 25 jaar
Purmerend en Waterland 20 – 25 jaar
Gemiddelde inschrijfduur van starters naar gemeente
van de woning:
Gemeente Inschrijfduur
Edam > 8 jaar
Zeevang 5 – 6,5 jaar
Waterland 6,5 – 8 jaar
Ultimo 2010 stonden 446.387 woningzoekenden
ingeschreven. Van dit aantal waren gedurende het
afgelopen jaar 89.225 woningzoekenden actief. In 2009
waren dit er nog 91.151. In 2010 is het gemiddeld aantal
reacties van 146 in 2009 gestegen naar 155 reacties per
woning. Er was in 2010 minder aanbod, maar er waren
ook minder actief woningzoekenden. Omdat het aanbod
sneller is gedaald dan het woningzoekendenaantal is de
druk wat toegenomen en daardoor is het gemiddeld
aantal reacties gestegen.
De mutatiegraad voor de gehele regio is uitgekomen op
5,1%. In ons deel van de Stadsregio was de
mutatiegraad 6,4%. De mutatiegraad van de vestiging
Purmerend lag met 5,3% beduidend lager. Wellicht is
dit voor een deel te verklaren door het relatief hoge
aandeel eengezinswoningen in ons aanbod (39%) ten
opzichte van de collega-corporaties die actief zijn in de
Stadsregio Noord (21%).
Gemeente Harenkarspel, Niedorp, Schagen,
Wieringermeer en Zijpe, de kern Wieringerwaard in de
gemeente Anna Paulowna en de kern Blokker in de
gemeente Hoorn, de kern Hoogwoud in de gemeente
Opmeer en de kernen Wognum, Nibbixwoud en
Zwaagdijk-West in de gemeente Medemblik:
Aanbodmodel regio Schagen
Wooncompagnie stelt jaarlijks zelf een rapportage op
over woonruimteverdeling van vestiging Schagen.
In 2010 zijn 397 woningen aangeboden. Ten opzichte
van 2009 is dit een daling van 17%. Dit is grotendeels te
verklaren door ons verkoopprogramma. Het aantal
verkochte woningen is in dit deel van ons werkgebied
dan ook hoger dan in 2010. Andere oorzaken zijn een
lagere mutatiegraad en een hoger aantal woningen dat
niet meer beschikbaar is wegens herstructurering.
Aanbod naar woningtype:
Type 2010 2009
Eengezinswoning 175 (44%) 248 (52%)
Etage- of galerijwoning 88 (22%) 135 (28%)
Senioren /geschikt voor zorg 86 (22%) 57 (12%)
Duplex / HAT/
maisonnette/standplaats
48 (12%) 38 (8%)
Totaal 397 (100%) 478 (100%)
Het aantal woonpashouders (actief woningzoekenden)
is met 9 % gestegen naar 3.869 (2009: 3.539). De
toename betreft in absolute zin alle leeftijdscategorieën.
Hoewel de gegevens per gemeente verschillen is de
gemiddelde stijging in de categorie tot 30 jaar 9%, in de
categorie 30-55 jaar 14% en in de categorie boven de 55
jaar 5%.
Als het gaat om de huishoudgrootte van de
woningzoekenden, is met name de groep
eenpersoonshuishoudens toegenomen van 51% in 2009
naar 56% in 2010. Maar liefst 85% van de
woningzoekenden betreft een een– of tweepersoons
huishouden.
Het aanbod betrof in 2010 voor 64% drie- of vierkamer
woningen (2009: 62%). De huurprijs lag bij 89% onder
de € 535 (2009: 93%). De stijging ten opzichte van
- 52 -
2009 in het aanbod met een huurprijs boven € 535 komt
met name door nieuwbouw.
Aanbod naar kamertal:
Kamertal 2010 2009
1 4 (1%) 8 (2%)
2 87 (22%) 113 (24%)
3 138 (35%) 167 (35%)
4 115 (29%) 130 (27%)
5 53 (13%) 60 (13%)
Totaal 397 (100%) 478 (100%)
Aanbod naar huurprijs:
Huurprijs 2010 2009
< € 425 (31%) (36%)
€ 425 - € 535 (58%) (57%)
> € 535 (11%) (7%)
Totaal 397 (100%) 478 (100%)
Het gemiddeld aantal reacties is aanzienlijk gestegen
van 80 in 2009 naar 103 in 2010. De stijging is absoluut
bezien in Schagen het grootst, van 180 in 2009 naar 262
reacties gemiddeld in 2010. In Anna Paulowna is de
stijging met 62% procentueel bezien het grootst. Het
gemiddeld aantal reacties is daar gestegen van 21 naar
34. In de gemeente Zijpe is het gemiddeld aantal
reacties met 8% het minst toegenomen. Ook absoluut
bezien is het gemiddeld aantal reacties in Zijpe met 38
ten opzichte van het totale gemiddelde van 96 laag.
Steeds meer reacties komen via internet binnen. In 2009
was dat 76%; in 2010 is dit gestegen tot 83%.
Trend gemiddeld aantal reacties:
Gemiddeld aantal reacties
2006 49
2007 50
2008 66
2009 80
2010 103
Door de toename van het aantal woningzoekenden en de
vermindering van het aantal beschikbare woningen is de
theoretische wachttijd gestegen tot 10,9 jaar (2009: 8,0).
De stijging van de werkelijke wachttijd is beperkt van
1,9 jaar in 2009 tot 2,0 jaar in 2010. De gemiddelde
acceptatiegraad (eerste acceptatie) is gestegen van 42%
in 2009 naar 46% in 2010. In de gemeenten Zijpe en
Niedorp was daarbij de acceptatiegraad het hoogst met
76% respectievelijk 68%.
Woningruil
In 2010 hebben in de regio Purmerend tien
woningruilen plaatsgevonden. In de regio Schagen
betrof het aantal woningruilen twaalf.
5.4.4. Aandachtsgroepen
Wooncompagnie is er om betaalbare en kwalitatief
goede woonruimte te verschaffen. Dat kunnen
zelfstandige woningen zijn, of woonvormen in de sfeer
van beschermd wonen. We schenken hierbij speciale en
gespecialiseerde aandacht aan kwetsbare groepen zoals
mensen met de allerlaagste inkomens, mensen met een
beperking of zorgvraag, dak– en thuislozen, (ex-)
verslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld en ex-
gedetineerden. Kwetsbare groepen hebben recht op een
gelijke toegang tot de woningmarkt. Voor hen blijven
wij het vangnet.
Daarnaast zijn huishoudens met een inkomen tot
€ 33.614 onze primaire doelgroep van beleid conform
de ministeriële regeling. De lage middeninkomens (tot
€ 43.000) zien wij als onze secundaire doelgroep van
beleid, omdat zij veel moeite hebben bij het vinden van
een bereikbare koopwoning of een woning in de vrije
sector. En als de doorstroming van deze groep stagneert
(en dus de uitstroom uit de sociale sector), hebben de
lagere inkomensgroepen daar direct last van.
Statushouders
Vanzelfsprekend willen we bijdragen aan de
taakstelling die elke gemeente heeft voor het huisvesten
van statushouders. Dit zijn asielzoekers met een
verblijfsvergunning. Vanaf 2010 hoeven gemeenten
geen pardonners meer te huisvesten. Eventuele tekorten
of overschotten uit 2009 worden niet verrekend. In 2010
heeft Wooncompagnie in de regio Purmerend in totaal
vijftien woningen verhuurd aan statushouders. Er is
voldaan aan de taakstelling van Purmerend.
De vestiging Schagen fungeert als coördinator voor het
huisvesten van statushouders voor de gemeenten waar
vestiging Schagen actief is. In de regio Schagen zijn
door Wooncompagnie 35 woningen verhuurd aan 50
statushouders. Met uitzondering van de gemeenten
- 53 -
Niedorp (drie) en Wieringermeer (een) hebben de
gemeenten voldaan aan hun taakstelling.
Opvallend is de verdere daling van de gemiddelde
gezinsgrootte van 2,5 in 2008 naar 1,7 in 2009 en 1,4 in
2010. Statushouders betreffen steeds vaker
eenpersoonshuishoudens.
Urgente woningzoekenden
Soms hebben mensen dringend woonruimte nodig en
kunnen deze zelf op korte termijn niet vinden. Zij
kunnen in dat geval een urgentieverklaring aanvragen.
Urgente woningzoekenden krijgen voorrang bij het
toewijzen van een vrijgekomen huurwoning. In de regio
Purmerend kan een urgentieverklaring bij de
desbetreffende gemeente worden aangevraagd. In de
regio Schagen kan dit bij de Regionale
Adviescommissie Beoordeling Sociale en Medische
urgentie. Voor urgentieaanvragen in de gemeente
Medemblik geldt de procedure uit de Regionale
Huisvestingsverordening in West-Friesland.
In 2010 heeft Wooncompagnie in totaal 59
woningzoekenden met een sociaal medische
urgentieverklaring gehuisvest. Daarnaast zijn 29
woningzoekenden geherhuisvest met een
urgentieverklaring op basis van stadsvernieuwing. Deze
kwamen vooral uit Middenmeer, Niedorp, Schagen en
Schermer.
In Purmerend, Zeevang en Edam zijn in totaal zeven
woningen toegewezen op basis van de lokale 5%
beleidsruimte van corporaties. Deze ruimte is bedoeld
voor woningzoekenden die acuut woonruimte nodig
hebben maar niet binnen bestaande urgentieregelingen
geholpen kunnen worden. De corporaties leggen
achteraf verantwoording af over het gebruik van de 5%-
regeling.
Beperkt budget
Wij streven ernaar dat huurders van onze doelgroep zo
min mogelijk een beroep hoeven te doen op
huurtoeslag. Bewoners zijn echter vrij om buiten ons
om huurtoeslag aan te vragen. Op deze aantallen hebben
wij geen zicht. Onderstaand een weergave van het
aantal huurders dat hun aanvraag voor huurtoeslag via
Wooncompagnie heeft laten lopen. Het toeslagjaar loopt
van januari tot december; in januari heeft een aantal
aanvragers nog geen toekenning gehad.
5.4.5. Betaalbare huren
Bij nieuwbouw beperkten wij ons vrijwel altijd tot de
aftoppingsgrenzen die gelden voor huurtoeslag. Deze
beleidslijn is eind 2010 genuanceerd. Voortaan wordt de
maximale grens van de huurtoeslag als bovengrens
gedefinieerd. Allereerst speelt de financiële
haalbaarheid van projecten daarbij een rol. Daarnaast
spelen in onze toewijzingsregels de aftoppingsgrenzen
geen rol meer in de zin dat lage inkomens boven die
grenzen worden uitgesloten om te reageren.
Op dit moment heeft ca. 95% van ons bezit een
huurprijs onder de aftoppingsgrenzen. De behoefte
bestaat om meer differentiatie aan te brengen in de
huurniveaus. Met name voor woningen van zeer goede
woontechnische en energetische kwaliteit zullen wij
vaker een huurprijs vragen die ligt tussen de
Huurtoeslag per 31-12-2009 Huurtoeslag per 1-1-2010
Totaal toegekend 2482 2102
Vertrokken huurders -15 -16
Totaal actieve huurders 2467 2086
Totaal toegekend € 444.382 € 385.489
Gemiddeld per huishouden €180 € 185
Huurtoeslag per 31-12-2010 Huurtoeslag per 1-1-2011
Totaal toegekend 2309 2126
Vertrokken huurders -13 -5
Totaal actieve huurders 2296 2121
Totaal toegekend € 421.294 € 386.724
Gemiddeld per huishouden €183 € 182
- 54 -
aftoppingsgrens en de maximale huurgrens van de
huurtoeslag. Dit kan nieuwbouw betreffen, maar ook
bestaande bouw. Eind 2010 is daarom de beleidslijn
losgelaten om bij harmonisatie de geharmoniseerde
huurprijs af te toppen op de aftoppingsgrens. We
harmoniseren op basis van het voor de woning
vastgestelde streefhuurpercentage en toppen zo nodig af
op de maximale huurgrens van de huurtoeslag. Mogelijk
verhogen we in de toekomst bij mutatie in beperkte
mate ook huurprijzen naar de vrije sector. Echter, het in
2011 uit te voeren marktonderzoek zal eerst de behoefte
daaraan moeten aantonen. Daarnaast moeten wij ook
eerst meer duidelijkheid hebben over de consequenties
van het overhevelen van DEAB (Dienst van Algemeen
Economisch Belang) naar niet DEAB-bezit.
Wooncompagnie blijft vanzelfsprekend bereid een
vangnetfunctie te vervullen voor kwetsbare groepen van
huurders door een substantieel deel van de huren
kunstmatig laag te houden, zowel bij nieuwbouw als
bestaande bouw.
Dit doen we door minder huur te vragen dan het
woningwaarderingsysteem toelaat. Ook al houdt dit in
dat we verlies moeten nemen. Een sociale woning kan
niet worden gebouwd zonder een onrendabele
investering. De huurinkomsten zijn –over de hele
levensduur van de woning gezien– onvoldoende om de
investering en het beheer van de woning te betalen.
Alle woningen hebben in 2010 een inflatievolgende
huurverhoging gekregen van 1,2% met uitzondering
van:
• woningen die in 2010 zijn opgeleverd;
• woningen die worden gesloopt;
• woningen waar een sociaal plan van kracht was.
5.4.6. Huurachterstand
Met ons incassobeleid anticiperen we op slechte
betalers en huurders die elke maand te laat betalen. We
begrijpen dat financiële problemen vaak niet op zichzelf
staan. Bij een problematische schuld kunnen ook andere
problemen een rol spelen. We nodigen daarom huurders
met (beginnende) betalingsproblemen uit om over hun
situatie te komen praten. Het doel is om zo tot een
betalingsafspraak te komen en eventueel door te
verwijzen naar hulpinstanties. Wij streven naar een
oplossing van de problemen zodat we voor de toekomst
weer kunnen rekenen op correcte betaling van de huur.
Ondanks de aanhoudende gevolgen van de recessie
heeft Wooncompagnie het huurachterstandpercentage
ten opzichte van 2009 gelijk kunnen houden op 0,5%
van de bruto jaarhuur.
5.4.7. Ontruimingen
In 2010 zijn 34 ontruimingen aangezegd en 14
woningen daadwerkelijk ontruimd. Dat zijn 7
ontruimingen meer dan in 2009. Bij 2 ontruimingen was
het proces echter al in 2009 gestart. Een aantal
ontruimingen had betrekking op huurachterstand. Het
lukt Wooncompagnie om het aantal ontruimingen op
basis van huurschuld beperkt te houden, door direct in
actie te komen bij een huurachterstand. Door direct te
handelen en te komen tot een betalingsafspraak,
voorkomen we dat de financiële problemen dusdanig
groot worden dat ontruimen onontkoombaar is.
Om vroegtijdig in contact te komen met huurders die
betalingsproblemen hebben, is de vestiging Schagen in
2010 als proef gestart met huisbezoeken. De
verwachting daarbij is dat deze persoonlijke manier van
benaderen bevorderend werkt bij het komen tot een
oplossing. Bij een positieve evaluatie zal dit worden
omgezet in regulier beleid.
In Purmerend hebben de corporaties en de gemeente
convenanten afgesloten met betrekking tot het Tweede
Kansbeleid en voorkoming van dakloosheid (zie
subparagraaf 5.4.8). In 2010 zijn twee tweedekans
huishoudens toch alsnog ontruimd door (drugs)overlast
en onrechtmatige bewoning. In totaal lag bij vier
ontruimingen de oorzaak bij (drugs)overlast of
onrechtmatige bewoning.
5.4.8. Tweede Kansbeleid
Ter voorkoming van dakloosheid hebben vijf
corporaties en de gemeente Purmerend in 2007 een
convenant gesloten waarin afspraken over een Tweede
Kansbeleid staan beschreven.
In 2009 hebben de gezamenlijke corporaties een
voorstel voor verlenging van het Tweede Kansbeleid
gedaan naar aanleiding van de resultaten van een
evaluatie die eind 2008 is uitgevoerd. Daarbij heeft de
gemeente geen sturende rol meer maar een
controlerende rol met als doel de resultaten te
optimaliseren. Voor het casemanagement werkt
- 55 -
Wooncompagnie samen met het RIBW. In 2010 is
name veel aandacht besteed aan het voorkomen van
huurschuld, zodat het traject van het Tweede Kans
Beleid niet hoeft worden ingezet. Daar waar dat wel
nodig was, heeft het Tweede Kans Beleid naar
tevredenheid gefunctioneerd.
5.4.9. Klachten en Geschillen
De klachten over onze dienstverlening worden per
vestiging op één centraal punt bijgehouden. De
medewerkers werken volgens een vaste procedure
wanneer ze een klacht ontvangen. Als er een klacht
wordt ingediend, ontvangt de huurder zo spoedig
mogelijk een ontvangstbevestiging. We geven daarbij
aan hoe lang het duurt voordat Wooncompagnie actie
onderneemt. Tussentijds houden we de huurder op de
hoogte van wat er met de klacht gebeurt. De status van
de klacht kan op elk gewenst moment bekeken worden.
Na afhandeling van een klacht nemen wij contact op om
te vragen of de huurder tevreden is over de manier
waarop Wooncompagnie de klacht heeft afgehandeld.
Op deze manier krijgen we goed zicht op de klachten en
kunnen we de totale dienstverlening verbeteren.
Als we er niet uitkomen met de huurder, dan kan deze
een beroep doen op een Geschillencommissie. De
samenstelling en de werkwijze van elke commissie is
vastgelegd in een reglement. Wij stellen de huurder na
de uitspraak schriftelijk op de hoogte van de eventueel
te nemen maatregelen. Op onze website is de werkwijze
omtrent klachten en geschillen weergegeven en is de
wegwijzer voor klachten en geschillen te downloaden.
In 2010 heeft de vestiging Schagen zeventien klachten
ontvangen over onze dienstverlening. De aard van de
klachten heeft te maken met:
• miscommunicatie over de betaling van de
Woonkrant;
• niet reageren op brieven van de klant;
• geen duidelijkheid verschaffen over termijn
afhandeling reparatieverzoeken;
• niet nakomen van afspraken;
• gedrag tijdens huisbezoek;
• niet reageren op melding reparatieverzoek;
• niet tevreden met standpunt Wooncompagnie;
• niet reageren op telefonische melding reparatie.
De vestiging Purmerend heeft in 2010 negentien
klachten over onze dienstverlening ontvangen. De aard
van de klachten had te maken met:
• niet nakomen van afspraken door derden;
• afhandelen van reparatieverzoek;
• ontevreden over uitvoering en communicatie van
planmatig onderhoud;
• niet eens met beslissing opzichter;
• hoogte factuur mutatiekosten;
• ontevreden over kwaliteit uitgevoerde
werkzaamheden;
• ontevreden over telefonisch contact met medewerker
Wooncompagnie.
Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling
(regio Schagen)
In het werkgebied Schagen is een Regionale
Klachtencommissie Woonruimteverdeling actief voor
alle gemeenten in dit werkgebied. Ook inwoners van de
gemeente Medemblik kunnen klachten over de
woonruimteverdeling aan deze commissie sturen.
Klachten over woonruimteverdeling in de overige
- 56 -
gemeenten in West-Friesland worden behandeld door de
Regionale Klachtencommissie Woningtoewijzing West-
Friesland. De klachtencommissie regio Schagen heeft in
2010 twee klachten ontvangen. Eén klager is door de
commissie in het gelijk gesteld.
Geschillenadviescommissie Kop van Noord-Holland
Geschillen uit het werkgebied van de vestiging Schagen
die niet over de woonruimteverdeling gaan, worden
behandeld door de Geschillenadviescommissie Kop van
Noord-Holland. Er zijn in 2010 vijf klachten ingediend
over Wooncompagnie. Daarvan zijn vier klachten in
goed overleg opgelost. Eén klacht is niet ontvankelijk
verklaard omdat deze al bij de Huurcommissie liep. De
onderwerpen van de geschillen zijn divers. Zo was een
huurder het niet eens met de informatie op de
verhuurdersverklaring, een huurder was niet tevreden
over de hoogte van een schadevergoeding en de duur
van de afhandeling bij overlastklachten heeft tweemaal
geleid tot een geschil.
Geschillencommissie Samenwerkende
Woningcorporaties Waterland (SWW)
In de zes gemeenten van het werkgebied van de
vestiging Purmerend worden de geschillen behandeld
door de geschillencommissie SWW. Deze werkt
–behalve voor Wooncompagnie– ook voor De
Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam en
met ingang van 2009 ook voor Stichting Woningbeheer
De Vooruitgang in Volendam. De geschillencommissie
heeft in 2010 twee klachten over Wooncompagnie
behandeld. Een daarvan is ongegrond verklaard. De
tweede klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard en in
goed overleg opgelost.
Huurcommissie
Naar aanleiding van de huurverhoging in 2010 zijn drie
bezwaarschriften tegen de huurverhoging ingediend.
Twee uitspraken van de Huurcommissie zijn ten gunste
van Wooncompagnie uitgevallen omdat de
bezwaarschriften ten onrechte waren ingediend. Een
bezwaarschrift is gehonoreerd en betrof een
huurverhoging ondanks een reeds genomen
sloopbesluit.
5.5.5.5.5.5.5.5. De kwaliteit en ontwikkeling van vastgoed
5.5.1. Strategisch Portefeuillebeleid
Het Strategisch Portefeuillebeleid (SPB) wordt in de
corporatiesector steeds meer gezien als een
noodzakelijk instrument dat leidend is in de uitvoering
van de primaire taakstelling van een corporatie. Dit is
bij Wooncompagnie niet anders. Immers, in het SPB
komen demografie en marktontwikkelingen, de
passendheid van de woningvoorraad voor nu en in de
toekomst en de verwachte ontwikkeling van de
woonlasten samen. Al deze punten hebben betrekking
op de kernactiviteiten van Wooncompagnie, namelijk
het realiseren, verhuren en beheren van woningen met
een aanbod dat aansluit bij wat de maatschappij van ons
vraagt. In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’ is opgenomen dat het SPB vanaf 2009
structureel onderdeel uitmaakt van de beleidscyclus van
Wooncompagnie, waarmee aangegeven wordt dat het
SPB een belangrijk onderdeel is van de bedrijfssturing
van Wooncompagnie.
Voor het ontwikkelen en uitvoeren van het SPB hanteert
Wooncompagnie de beleidsachtbaan van Rigo Research
en Advies BV. Het strategische en het operationele
niveau raken elkaar op het tactisch niveau in de vorm
van de buurtanalyses.
In 2009 heeft Wooncompagnie een meerjarenplanning
voor de cyclus van het SPB opgesteld. De planning
omvat het actualiseren van de strategische kaders, de
buurtanalyses, de complexbeheerplannen en het
marktonderzoek en heeft een logische aansluiting met
de vierjaarlijkse cyclus van het ondernemingsplan.
In de tweede helft van 2009 zijn de buurtanalyses
opgesteld. Op basis daarvan is voor alle kernen
aangevuld of de positie gehandhaafd moeten blijven, en
zo ja, of de positie dan kleiner, gelijk of verstevigd moet
worden. Omdat vanuit de buurtanalyses op basis van
andere criteria dan bij de kleine kernendiscussie is
gekeken naar de kernen, heeft dat voor sommige kernen
geleid tot een aangepast advies.
Begin 2010 is het SPB besproken met de SHO en ter
advisering aan hen voorgelegd. Met name de
voorgestelde koers in de kleine kernen waar
- 57 -
Wooncompagnie zeer weinig bezit heeft, gaf veel
aanleiding tot discussie. Eind 2010 zijn de grootste
knelpunten opgelost. Begin 2011 heeft de SHO een
positief advies afgegeven waarna de buurtanalyses en
de geactualiseerde verkooplijst is vastgesteld.
Tweede helft 2010 zijn de complexbeheerplannen
geactualiseerd op basis van de buurtanalyses en het in
april 2010 vastgestelde energiebeleid. Voor de komende
vier jaar zijn de strategieën doorberekend (inclusief
energetische maatregelen en terugverdiencapaciteit) en
in de begroting opgenomen. Begin 2011 zijn na het
vaststellen van de buurtanalyses en de geactualiseerde
verkooplijst, de laatste complexbeheerplannen afgerond
en vastgesteld.
Tevens is in december 2010 een start gemaakt met het
actualiseren van het marktonderzoek. Besloten is dit
onderzoek wederom door het Rigo te laten uitvoeren.
Om trends en ontwikkelingen goed zichtbaar te krijgen,
is de vraagstelling voor een belangrijk deel hetzelfde als
in het vorige marktonderzoek. Wel is nu heel expliciet
de ontwikkeling, woonsituatie en woonwensen van
huishoudens met een inkomen tot € 33.614 en
huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en
€ 43.000 meegenomen. Deze informatie is essentieel
voor het maken van de juiste beleidskeuzes als reactie
op de ministeriële regeling en de definiëring van onze
doelgroepen van beleid; in 2011 zal de strategische
beleidsnotitie van het SPB worden geactualiseerd.
5.5.2. Onderhoud en kwaliteit bestaande woningvoorraad
Wooncompagnie onderhoudt haar woningen conform
haar portefeuillebeleid. We onderhouden ze niet alleen,
de kwaliteit wordt ook verbeterd. We gaan mee met de
ontwikkelingen op het gebied van duurzaam bouwen,
veiligheid en energiebesparing. De kosten om de
woningen naar standaardkwaliteit te brengen komen
voor onze rekening. Waar mogelijk bieden we op
individuele basis, tegen huurverhoging of eenmalige
bijdrage, een aantal aanpassingen in de woning aan.
In 2010 is het Functioneel Programma van Eisen (PvE)
opgesteld, het Technisch PvE aangescherpt en
samengevoegd tot één PvE. Het Functioneel PvE is
opgesteld om gebruiksvriendelijke woningen te
realiseren, die in de toekomst hun functionele
eigenschappen behouden of makkelijk aanpasbaar zijn
aan de toekomstige eisen en wensen van onze huurders.
Het Functioneel PvE is bedoeld voor de nieuwbouw van
eengezins–, meergezins– en nultrapswoningen. De
overige typen zijn buiten dit PvE gelaten. Voor de
bestaande bouw is het Functioneel PvE ook van
toepassing, al zal daar in alle redelijkheid gekeken
moeten worden welke eisen haalbaar zijn.
Het Technisch PvE is bedoeld voor de nieuwbouw en
het onderhoud met betrekking tot doorexploitatie.
In principe dient bij elk project het PvE gebruikt te
worden. Het is mogelijk om van delen van het PvE af te
wijken, zij het goed beargumenteerd. Indien blijkt dat in
de praktijk consequent van een onderdeel van het PvE
wordt afgeweken, zal dit aangepast dienen te worden.
Het voornemen is één keer per half jaar het PvE te
herzien.
In 2010 zijn de volgende onderhoudsprojecten
uitgevoerd:
Project groep
Eindrapportage Werkgroep SPB
Complexbeheerplannen
Buurtanalyses
Strategisch Portefeuille Beleid
Opdracht
- 58 -
Edam
In het seniorencomplex het Ye zijn op verzoek van
bewoners een lift en nieuwe bergingen geplaatst.
Purmerend
In Purmerend is in 2010 een aantal grote projecten
uitgevoerd. Zowel aan de Castorstraat/Polluxstraat als
aan de Diligencehof zijn kozijnen vervangen. In de
Diligencehof zijn daarbij ook de goten vervangen. Voor
de Castorstraat is volstaan met het opknappen van de
goten omdat daar over een aantal jaar dakvervanging
gepland staat. Aan het Beatrixplein zijn naast
schilderwerkzaamheden ook werkzaamheden aan de
gevel uitgevoerd.
Schagen
In Schagen is onderhoud gepleegd aan de 108 woningen
in onder andere de G. Breitnerstraat en J. Marisstraat.
De onderhoudswerkzaamheden omvatten het vervangen
van de bergingskozijnen, het aanbrengen van nieuwe
draaiende delen, het vervangen van de bestaande
beglazing door isolatiebeglazing en het saneren van de
asbestpanelen. De woningen van dit project scoren na
het onderhoud twee energielabels hoger.
Schagerbrug
Bij twee woningen in Schagerbrug is een pilot
uitgevoerd op het gebied van energiebesparing. Naast
geclusterde onderhoudswerkzaamheden is extra
geïsoleerd en zijn energiebesparende installaties
aangebracht. Deze woningen zijn van een F en G-label
naar een B-label gegaan.
Schilderwerk algemeen
In 2010 is bij ongeveer 2400 woningen schilderwerk en
houtrotherstel uitgevoerd.
Veiligheidskeuringen
In 2010 zijn voor 400 woningen veiligheidskeuringen
uitgevoerd, en zijn de gevonden gebreken opgelost of is
de bewoner verzocht deze op te lossen. De pilot is
positief verlopen en zal voor de komende jaren worden
voortgezet.
HR Combiketels
In 2010 zijn ruim 500 cv-ketels vervangen door nieuwe,
energiezuinige HR-combiketels. Ongeveer 95% van de
CV ketels in het bezit van Wooncompagnie beschikt
inmiddels over een hoog rendement. Dit levert de
huurders een energiebesparing op.
Mechanische ventilatie
In 2010 is gestart met planmatig onderhoud van de
mechanische ventilatiesystemen in onze woningen. Er
zijn ongeveer 780 onderhoudsbeurten uitgevoerd en 380
vervangingen.
Badkamers en toiletten
Na een uitgebreid inkooptraject zijn we in 2010 van
start gegaan met het planmatig vervangen van
badkamers en toiletten.
Hiervoor zijn drie aannemers geselecteerd die ieder
gemiddeld drie badkamers en toiletten per week
uitvoeren. Er zijn planmatig 200 badkamers vervangen
en 300 toiletten, naast de individuele vervangingen bij
lekkages.
Preventief onderhoud
Huurders hebben al langere tijd de mogelijkheid om
gebruik te maken van preventief onderhoud. In de
praktijk bleek echter dat niet meer dan 30% van de
aangeschreven bewoners zich aanmelden. Als proef is
eind 2009 in Schagen gestart met een andere aanpak
waarbij preventief onderhoud wordt ingepland. Dit
blijkt zeer succesvol want meer dan 85% van de
huurders hebben gebruik gemaakt van deze
dienstverlening. De reacties van de huurders zijn zeer
positief en de verwachting is dat dit een positief effect
zal hebben op het serviceonderhoud door een
vermindering van het aantal serviceverzoeken.
- 59 -
5.6.5.6.5.6.5.6. Energiebeleid en milieu
Als maatschappelijke organisatie willen we
verantwoord omgaan met energie en grondstoffen. Méér
nog dan we nu al doen. We sluiten ons daarom aan bij
de opgave van de corporatiesector als geheel om tot
2025 een vermindering van 20% van het
energieverbruik in onze woningen te realiseren. Wij
hebben onszelf als doel gesteld om gedurende de
looptijd van het ondernemingsplan gemiddeld 8% te
besparen op het theoretisch energieverbruik van onze
woningen. Het slopen van woningen met een slecht
energielabel en het toevoegen van energetisch
hoogwaardige nieuwbouw wordt daarbij overigens
buiten beschouwing gelaten. Wooncompagnie heeft
haar bijdrage daarvoor bepaald op netto € 8 miljoen
euro voor vier jaar. Om aan deze doelstelling invulling
te kunnen geven, is eind 2009 het energiebeleid van
Wooncompagnie intern afgerond. Begin 2010 is deze
beleidsnota ter advisering voorgelegd aan de SHO, wat
heeft geleid tot een positief advies. In de beleidsnota
zijn de kaders vastgelegd wanneer we welke
maatregelen treffen en hoe de prioritering tot stand
komt.
Wooncompagnie vraagt bij extra maatregelen een
bijdrage door middel van een huurverhoging ter hoogte
van maximaal 60% van de theoretische besparing aan
energielasten. Ook de wijze van berekenen van de
huurverhoging is overeengekomen met de SHO.
Uitgangspunt van het energiebeleid is om
energiebesparende maatregelen zoveel mogelijk
gelijktijdig uit te voeren met (planmatig)
onderhoudsmaatregelen. In de meerjaren
onderhoudsbegroting zijn reeds maatregelen
opgenomen die leiden tot energiebesparing. Bij
ketelvervanging wordt standaard een HR-ketel geplaatst
ter vervanging van de oude, meestal minder
energiezuinige, ketel. Hierdoor wordt, door het grote
aantal vervangingen, een substantiële energiebesparing
geboekt. Ook bij kozijnvervanging wordt het bestaande
glas (meestal enkelglas of oud isolatieglas) standaard
vervangen door HR++-glas. Dat is in 2010 grootschalig
gebeurd bij de complexen Diligencehof en Castorstraat
in Purmerend.
Omdat dit standaard onderhoudsmaatregelen zijn,
vragen wij de huurders hiervoor geen huurverhoging.
Daarnaast wordt op verzoek van bewoners HR++-glas
geplaatst in individuele gevallen. Hier betalen huurders
wel een huurverhoging voor.
Met het actualiseren van de complexbeheerplannen is in
2010 de koppeling gelegd tussen energetische
maatregelen ingegeven vanuit het energiebeleid en
reeds geplande onderhoudsmaatregelen. Doorrekening
- 60 -
van de complexbeheerplannen heeft laten zien dat de
doelstelling van 8% besparing op het energieverbruik
met de totaal geplande energetische maatregelen wordt
gehaald.
In de looptijd van het ondernemingsplan willen we vier
inspirerende en tot de verbeelding sprekende projecten
realiseren op het gebied van energie en milieu. Het gaat
om twee projecten in de nieuwbouw en twee in het
bestaand bezit. Begin 2010 zijn twee
nieuwbouwprojecten aangewezen als inspirerend
project op het gebied van energie en milieu. Het betreft
het project Dijkgatshoeve in Wieringermeer (zie
subparagraaf 5.6.3). Het tweede nieuwbouwproject
betreft de bouw van tien koopwoningen en acht
huurwoningen in Middenmeer. Alle woningen hebben
een warmtepomp en een meer duurzame Rc. De
huurwoningen worden voorzien van PV-cellen. Voor de
kopers is dat een optie. De huurwoningen bereiken
daarmee een EPC van 0,48. Ten tijde van de
bouwaanvraag was de eis 0,8 (is inmiddels 0,6).
Het project start als 70% van de koopwoningen is
verkocht is (naar verwachting eind 2011).
In 2010 zijn ook voor de bestaande bouw twee
projecten aangewezen. In Schagen worden zes identieke
woonblokken energetisch opgewaardeerd. Daarbij
zullen drie verschillende innovatieve systemen worden
gebruikt, zodat het mogelijk is om goed te evalueren
welk systeem zowel in besparing als in wooncomfort
het beste resultaat levert. De uitvoering zal eind 2012 /
begin 2013 starten. Het tweede project in de bestaande
bouw dat is aangewezen als inspirerend project, betreft
de opwaardering van seniorencomplex het Ye in Edam.
Dit project bevindt zich in de initiatieffase.
Tevens is in 2010 een tweetal (pilot)projecten
uitgevoerd in de bestaande bouw waarbij
energiebesparende maatregelen gecombineerd zijn met
onderhoudsingrepen. Het gaat om in totaal 110
woningen, 108 in Schagen en twee in Schagerbrug. Van
beide projecten is de uitvoering gestart vóór vaststelling
van het energiebeleid. Hier is dus geen huurverhoging
doorberekend. Wel is in beide projecten sprake van een
levensduurverlenging.
Vanuit het thema ‘Duurzaam investeren’ is de
doelstelling geformuleerd dat wij een
stimuleringsregeling willen inrichten voor het toepassen
van energiebesparende maatregelen, om onze bewoners
te motiveren deze actie onder regie van
Wooncompagnie uit te voeren. In het vastgestelde
energiebeleid is omschreven hoe wij de bewoners
kunnen motiveren om energiebesparende maatregelen te
treffen. Dit zijn met name faciliterende en financiële
maatregelen. In 2011 zullen wij dit nader concretiseren
door een actualisatie van het beleid met betrekking tot
zelf aangebrachte voorzieningen.
Lage Meterstanden Loterij
Om het onderwerp alvast onder de aandacht van de
klanten te brengen, is Wooncompagnie begin 2010 van
start gegaan met de Lage Meterstandenloterij. Dit
project is opgezet in samenwerking met Ressort Wonen,
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, HW
Wonen en Eneco Energie. De Lage Meterstanden
Loterij is een spel dat mensen enthousiast moet maken
om energie te besparen. Zes weken lang geven de
- 61 -
deelnemers hun meterstand door. Met de besparingen
die in de loop van de weken werd behaald, kon men
‘taartpunten’ winnen. De grootste bespaarders konden
daarnaast diverse prijzen winnen.
Wooncompagnie heeft haar huurders in
Middenbeemster, Tuitjenhorn en Warmenhuizen de
mogelijkheid gegeven om deel te nemen aan de Lage
Meterstanden Loterij. Van de 1100 huishoudens hebben
70 daadwerkelijk meegedaan. Wekelijks kon men leuke
prijzen winnen en taartpunten sparen. Aan het einde van
het spel konden zij de verdiende taartpunten
daadwerkelijk bij een lokale bakker ophalen.
De reacties van de deelnemende huurders waren
enthousiast. Ook Eneco is tevreden over het verloop van
de pilot. In 2011 zal hier dan ook een vervolg aan
worden gegeven. Op de corporatiedag van Aedes in
2011 zal aandacht worden besteed aan dit vervolg om
collega-corporaties enthousiast te maken over de Lage
Meterstanden Loterij.
FSC convenant
Sinds 2009 handelt Wooncompagnie geheel volgens het
FSC convenant. In 2009 is het briefpapier aangepast.
Het briefpapier en de enveloppen zijn van
milieuvriendelijk papier en dragen het milieukeurmerk
FSC. Per 1 januari 2010 is tevens overgestapt op het
gebruik van de enveloppen, vervaardigd van papier met
het keurmerk. Bij bouw- en onderhoudsprojecten wordt
gebruik gemaakt van hout met het FSC keurmerk.
Begin 2010 is het FSC convenant daadwerkelijk
ondertekend.
Op 25 november heeft Wooncompagnie een FSC
bijeenkomst georganiseerd. Tijdens de bijeenkomst
kwamen diverse sprekers aan het woord om onze
aannemers te overtuigen van het gebruik van FSC hout.
De aanwezigen werden geïnformeerd over de huidige
staat van het bos in Indonesië, het effect van ontbossing,
de veranderingen in de houtmarkt, het belang van de
bouwsector en welke voordelen FSC biedt. Er kwamen
enkel positieve reacties van de aannemers en zij zagen
in dat zij niet achter kunnen blijven in het gebruik van
FSC hout.
Dag van de duurzaamheid
Op 11 november 2010 is de landelijke dag van de
duurzaamheid gehouden. Om die reden heeft de
vestiging Purmerend onder het personeel een
‘weggeeftafel’ georganiseerd. Alle collega’s konden
voorafgaand aan 11 november spullen inleveren die hij
of zij zelf niet meer gebruikt. Zo ontvingen we veel
speelgoed, keukenspullen, boeken, dvd’s en ook
kleding, tuintafels en campingspullen.
In een ‘winkeltje’ gemaakt in de vergaderzaal ontvingen
we collega’s om spullen uit te zoeken en mee te nemen.
De winkel is goed bezocht! De spullen die over zijn
gebleven hebben we naar de kringloopwinkel gebracht.
De reacties op dit initiatief waren enthousiast. In 2011
zullen we het dan ook weer organiseren.
5.7.5.7.5.7.5.7. Nieuwbouw
Bouwcompagnie is de projectontwikkelingsafdeling van
Wooncompagnie Zij is verantwoordelijk voor de
ontwikkeling, realisatie en eventueel verkoop van
nieuwbouwprojecten. Ook de herstructureringsprojecten
vallen onder verantwoording van Bouwcompagnie.
Uitgebreide informatie over de projecten is te vinden op
www.bouwcompagnie.nl.
- 62 -
Uiteraard is ook Bouwcompagnie vast verankerd in
Noord-Holland. De medewerkers kennen het gebied en
voelen zich betrokken bij de ontwikkeling van de
Provincie. Bouwcompagnie zet zich in om delen van
dorpen of wijken te herontwikkelen, passend binnen de
natuurlijke elementen die de omgeving zo
karakteriseren én met respect voor de historie en haar
bewoners.
Een overzicht van de in 2010 opgeleverde nieuwbouw
ten behoeve van verhuur staat vermeld in subparagraaf
5.2.2.
5.7.1. Maatschappelijk vastgoed
Wooncompagnie heeft in 2009 een kadernotitie
opgesteld waarin is vastgelegd onder welke condities
wij bereid zijn te investeren in maatschappelijk
vastgoed. De kadernotitie gaat zowel in op financiële
als op procesmatige en inhoudelijke kaders en
randvoorwaarden. Deze kadernotitie helpt ons om onze
belanghouders (vooraf) helderheid te verschaffen
wanneer en onder welke voorwaarden Wooncompagnie
bereid is maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen en
wanneer niet. In 2010 heeft de Trevinwerkgroep
maatschappelijke huisvesting & maatschappelijk
vastgoed een kadernotitie maatschappelijk vastgoed
opgesteld. Doel van de kadernotitie is om de
Trevincorporaties beter in staat te stellen om
beargumenteerd en weloverwogen wel of niet te
participeren in een initiatief met betrekking tot
maatschappelijk vastgoed. Daarnaast schept het
uiteraard duidelijkheid voor gemeenten en onze partners
in het maatschappelijk middenveld; helder is wanneer
wij wel of niet zullen participeren, en waarom. Begin
2011 zal Wooncompagnie haar kadernotitie daar waar
nodig verbeteren, aanscherpen en aanvullen aan de hand
na de kadernotitie die is opgesteld door de
Trevinwerkgroep.
Ook in 2010 zijn nieuwe initiatieven gestart en heeft
Wooncompagnie maatschappelijk vastgoed gerealiseerd
dan wel gerenoveerd, zoals:
Brede school Purmerend
In de nieuwbouwwijk Europa in Weidevenne te
Purmerend hebben Bouwcompagnie en de gemeente
Purmerend samen onder andere een brede school,
kinderopvang, gymzaal, dagopvang en woningen voor
meervoudig gehandicapte kinderen ontwikkeld. Al deze
activiteiten zijn geconcentreerd onder één dak.
De gemeente Purmerend was verantwoordelijk voor de
bouw van de school (zestien lokalen), de gymzaal en de
kinderopvang (SKOP). Tevens hebben zij een
parkeeroplossing gebouwd met bovenop het dak een
basketbalveld. Bouwcompagnie heeft 1900 m2
dagopvang voor meervoudig gehandicapte kinderen en
zestien minder validen (miva) woningen ontwikkeld.
Daarnaast bevat het gebouw een therapeutisch
zwembad. Stichting Odion huurt zowel de dagopvang
als de woningen. In oktober 2008 is de bouw van het
complex gestart en in het eerste kwartaal van 2010 is
het project opgeleverd.
Wijksteunpunt Marken
Eind 2009 is Wooncompagnie gestart met de realisatie
van een wijksteunpunt op Marken. Het bestaande
dorpshuis ’t Trefpunt wordt uitgebreid met de functie
wijksteunpunt. Tevens wordt het bestaande dorpshuis
gedeeltelijk verbouwd en uitgebreid. In dit nieuwe
dorpshuis c.q. wijksteunpunt zullen onder andere een
bibliotheek, fysiotherapie, fitness, dagopvang,
kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang worden
ondergebracht. In 2009 is een huurovereenkomst
afgesloten met het bestuur. De officiële opening van ‘t
Trefpunt heeft in het bijzijn van de Commissaris van de
Koningin plaatsgevonden op 30 oktober 2010.
Hospice Purmerend
Met het hospice ‘In Vrijheid’ Waterland is eind 2009
een intentieovereenkomst afgesloten om een hospice te
realiseren in de wijk Overwhere in Purmerend. In 2010
is gebleken dat het project financieel niet haalbaar was.
In overleg is het ontwerp aangepast. De architectonische
kwaliteit van het eerste ontwerp heeft daarbij plaats
moeten maken voor een soberder maar doelmatig
ontwerp. Er is een nieuw directievoorstel gemaakt
gebaseerd op dit nieuwe concept. Met het bestuur van
het hospice wordt begin januari 2011 een nieuwe
intentieovereenkomst gesloten die is gebaseerd op
nieuwe uitgangspunten. De verwachting is dat eind
2011 gestart kan worden met de bouw.
- 63 -
Project Oosthuizen en Beets
Wooncompagnie heeft in 2010 veelvuldig overleg
gepleegd met de gemeente Zeevang over de diverse
wensen van de gemeente met betrekking tot
woningbouw en maatschappelijk vastgoed. Door Ortec
worden diverse scenario’s doorgerekend. Op basis
daarvan zal begin 2011 opnieuw met de gemeente
worden overlegd. Het verkopen van bestaand bezit zal
daarbij tevens een gespreksonderwerp zijn. Vooralsnog
geeft de gemeente nog geen toestemming tot verkoop
van bestaand bezit. Voor Wooncompagnie is dit wel een
absolute voorwaarde. Enerzijds omdat verkoop de
onrendabele investeringen in het maatschappelijk
vastgoed deels kan dekken. Anderzijds willen wij door
het laten rollen van de voorraad onze portefeuille beter
aan laten sluiten bij de huidige en toekomstige vraag.
Dorpshuis Uitdam
De inwoners van Uitdam zijn letterlijk en figuurlijk
weer ‘onder de pannen’. Vanaf medio februari 2011
kunnen ze voor verschillende activiteiten terecht in het
nieuwe dorpshuis na een bouwperiode van bijna een
jaar. Het dorpshuis, dat wordt beheerd door de Stichting
Dorpshuis Onder de Pannen, voldoet aan alle moderne
eisen en heeft een efficiënte indeling. Het project heeft
een karakteristieke, maar eigentijdse uitstraling. Het
Dorpshuis is belangrijk voor de gemeenschap. Het is
een plek waar verschillende activiteiten kunnen worden
gehouden en waar je elkaar kunt ontmoeten. Het project
is een samenwerking tussen de gemeente Waterland,
stichting Dorpshuis Onder de Pannen en
Wooncompagnie. De nieuwbouwplannen zijn
ontwikkeld door Bouwcompagnie.
‘De Andere Oever’ Stichting Odion Purmerend
In mei 2010 is het project Oeverlanden opgeleverd.
Wooncompagnie heeft op een bijzondere locatie aan het
water, in samenwerking met de Linden Groep, 43
sociale huurwoningen gerealiseerd. Deze zijn vooral
bestemd voor alleenstaanden en kleinere huishoudens.
Bovendien bevinden zich op de eerste en tweede
verdieping van het gebouw vijftien appartementen ten
behoeve van de stichting Odion.
Deze stichting ondersteunt volwassenen en kinderen
met een verstandelijke en/of lichamelijk beperking,
zodat ze een zo’n gewoon mogelijk leven kunnen
leiden. Naast de aangepaste woningen is op de begane
grond een ruimte voor dagbesteding ontwikkeld en
eetcafé de Andere Oever. Het is een bijzondere
eetgelegenheid omdat hier mensen met een
verstandelijke beperking werken. Samen met hun
begeleiders bereiden ze de maaltijd voor, zorgen ze
voor de bediening en zetten ze een smakelijke maaltijd
op tafel.
Kinderdagverblijf Purmerend
In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen voor de bouw
van een nieuw complex voor buitenschoolse opvang in
Purmerend. Op maandag 10 januari 2011 is de eerste
paal geslagen voor dit project. Het complex zal worden
gehuurd door Partou Kinderopvang. Het ontwerp van
- 64 -
het gebouw is geïnspireerd door de ‘open luchtschool’
van architect Jan Duiker. Binnen dat ontwerp draait
alles om het contact met de buitenwereld; de
buitenlucht. Het gebouw voor de buitenschoolse opvang
in de Weidevenne zal zes lokalen omvatten, verdeeld
over twee lagen. Alle lokalen hebben aan de zuidkant
grote schuifpuien van zeven meter breed. Via deze
puien kijken de kinderen regelrecht de wijde wereld in
én kunnen ze naar het speelterrein of het ruime balkon.
Bovendien is bewust gekozen voor meer lokalen dan
strikt noodzakelijk is.
Deze overmaat biedt de kans eenvoudig met
verschillende thema's te werken. Zo worden een
theaterlokaal, een bouwplaatslokaal en een natuurlokaal
ingericht, maar ook een heus atelier voor beeldende
vorming. Bij de bouw van het complex, dat een goede
warmte-isolatie en energiezuinige installaties krijgt,
worden duurzame materialen gebruikt. Bovenal is het
gebouw levensloopbestendig ontworpen. Het gebouw is
nu zeer geschikt als BSO, maar in de toekomst kan er
op eenvoudige wijze ook een viertal appartementen
worden gerealiseerd.
5.7.2. Maatschappelijke huisvesting
Wooncompagnie schenkt speciale en gespecialiseerde
aandacht aan kwetsbare groepen zoals mensen met een
handicap of zorgvraag. Kwetsbare groepen hebben recht
op een gelijke toegang tot de woningmarkt en voor hen
blijven wij het vangnet. Eind 2010 is de
Trevinwerkgroep maatschappelijke huisvesting &
maatschappelijk vastgoed na het gereedkomen van de
kadernotitie maatschappelijk vastgoed gestart met het
opstellen van een kadernotitie maatschappelijke
huisvesting. De doelstelling is daarbij gelijk.
Ook in 2010 zijn nieuwe initiatieven gestart en heeft
Wooncompagnie maatschappelijke huisvesting
gerealiseerd dan wel gerenoveerd, zoals:
Zorgboerderij Burgerbrug
Aan de Grote Sloot in Burgerbrug heeft
Wooncompagnie een boerderij aangekocht. Deze
boerderij is verbouwd tot een zorgboerderij annex
tuinderij voor cliënten en begeleiding van de
Raphaëlstichting, Scorlewald.
- 65 -
De voormalige koeienstal is verbouwd tot een
bloemenkas. Deze kas biedt een beschermde
werkomgeving aan de cliënten van de Raphaëlstichting.
WarmThuis Oterleek
In 2005 heeft Wooncompagnie een prachtige maar
vervallen stolpboerderij ‘de Hulst’ aangekocht. Nadat
het plan met sociale huur– en koopwoningen werd
afgeblazen, zijn wij benaderd door Stichting
WarmThuis, een organisatie van wonen en welzijn
dementie. Stichting WarmThuis zocht een locatie waar
zij hun principes vorm zouden kunnen geven in een
modelboerderij voor mensen met dementie in de
gemeente Schermer (Oterleek). WarmThuis gaat uit van
het gegeven dat mensen met dementie als gevolg van
deze ziekte, behoefte hebben aan een herkenbare en
veilige omgeving waar zij zich geborgen voelen. Naast
een kleinschalige omgeving die zoveel mogelijk voldoet
aan het archetype ‘huis’ is een rijk aanbod aan
herkenbare, zogenaamde non-cognitieve prikkels
onderdeel van dit concept. Een agrarische omgeving
heeft van nature een rijk aanbod van deze prikkels zoals
geuren, geluiden, vanzelfsprekende ervaringen van dag
en avond, weersomstandigheden en seizoenen.
De modelboerderij bestaat uit een stolpboerderij, erf,
opstallen en een agrarische omgeving. Op het erf rond
om de boerderij zullen drie of vier woningen voor elk
zes mensen met dementie gerealiseerd worden. In de
Hulst zelf zal ook ruimte worden gerealiseerd waar
activiteiten kunnen worden gehouden. De bouw is op 18
augustus 2010 van start gegaan. Het project zal naar
verwachting in het vierde kwartaal van 2011 worden
opgeleverd. Bij het project worden extra energetische
maatregelen getroffen. Zo worden een zonneboiler en
warmtepomp geplaatst. De EPC komt uit op 0,5.
Dijkgatshoeve Wieringermeer
Wooncompagnie is in Wieringerwerf in samenwerking
met de Raphaëlstichting bezig met de ontwikkeling van
een zorgboerderij waarin aan verstandelijk beperkten,
begeleiding, zorg en huisvesting zal worden geboden.
Tevens zullen er ook bedrijfsruimten ten behoeve van
die zorgverlening worden gerealiseerd. De boerderij zal
als volgt worden ingedeeld:
• twee groepswoonvoorzieningen van elk zes
wooneenheden;
• twaalf wooneenheden voor zelfstandig wonende
cliënten;
• een woonappartement voor een medewerker;
• een medewerkers eengezinswoning.
De bouw is in augustus 2010 gestart en zal naar
verwachting in het najaar van 2011 worden opgeleverd.
De wooneenheden zullen worden toegewezen aan
cliënten met indicatie door de Raphaëlstichting.
Dijkgatshoeve is tevens een nieuwbouwproject dat is
aangewezen als inspirerend project op het gebied van
energie en milieu. In het project worden vernieuwende
technieken toegepast. De zorgboerderij zal energetisch
geheel ‘self supporting’ zijn. Daarnaast raakt het ook de
dagbesteding van de bewoners. Zij zullen (zoveel als
mogelijk) zelf het hout in de omgeving zoeken dat
benodigd is voor de houtovens.
Mobiele mantelzorgwoning Beemster
Eind 2010 heeft Wooncompagnie een mobiele
mantelzorgwoning gebouwd. De mantelzorgwoning
omvat een woonkamer, keuken, slaapkamer en
- 66 -
badkamer. De woning is rolstoeltoegankelijk, heeft een
eigen ingang en kan volledig worden aangepast aan de
speciale behoeften van de gebruiker.
Het idee van een mobiele mantelzorgwoning is ontstaan
in het samenwerkingsverband ‘De Verbinding’ (zie
paragraaf 4.5). Het afgelopen jaar werd de regelgeving
voor verschillende vormen van mantelzorgwoningen in
de participerende gemeenten in De Verbinding
verruimd.
Ook is besloten een pilot te starten met een mobiele
mantelzorgwoning in de Beemster. De ervaringen
worden uitgewisseld met de gemeenten Schermer,
Graft-De Rijp en Zeevang. De woning wordt verhuurd
door Wooncompagnie.
- 67 -
‘Wonen is emotie’ Burgemeester Wieringermeer over samen werken aan woonkwaliteit
‘Duurzaamheid komt neer op handelen met aandacht
voor de toekomst’, definieert burgemeester P.F. (Peter)
Leegwater van Wieringermeer. ‘Thuis, waar je zuinig
omgaat met energie. En op gemeentelijk niveau, waar
dorpen aantrekkelijke woonplaatsen moeten zijn. Voor
huidige én toekomstige generaties.’ De burgemeester
spreekt over deze impactvolle missie en de rol van
Wooncompagnie.
Er is de afgelopen jaren in Wieringermeer veel bereikt
op het gebied van huisvesting en leefomgeving.
Leegwater, burgemeester sinds begin 2007: ‘Er staan
hier veel huurwoningen: een erfenis uit de jaren’50 en
’60 toen legio agrarische arbeiders veelal tijdelijk
gehuisvest moesten worden. Gelukkig richt
Wooncompagnie, eigenaar van veel huurhuizen, zich op
het stimuleren van eigen woningbezit. De
bewonersvoordelen zijn duidelijk. Ze kunnen hun
woning naar eigen wens inrichten en aanpassen, wat
bovendien het straatbeeld verlevendigt. Daarnaast biedt
een eigen woning op termijn meer financiële vrijheid
dan een huurhuis.’
Balans in totaalaanbod Aan de andere kant kent Leegwater ook de noodzaak
van huurwoningen. ‘Natuurlijk, bepaalde
omstandigheden laten mensen soms geen andere keus.
Daarom streven we naar een uitgebalanceerd
totaalaanbod. Wooncompagnie ziet dit als geen ander en
denkt over de hele breedte met ons mee. Ze helpt
huurders indien gewenst bij het overkopen van hun
woning of bij het doorstromen naar een andere woning.
Verouderde huurwoningen worden duurzaam opgeknapt
indien mogelijk en anders vervangen door woningen
waar vraag naar is.’
Van weerstand naar tevredenheid Klinkt gemakkelijk. Maar alsof het beleid bepalen niet
al lastig genoeg is, volgen de echte hobbels pas in de
praktijk. Leegwater: ‘Wonen is emotie. Dus als mensen
hun huizen moeten verlaten, tijdelijk of voorgoed, kan
dat weerstand opleveren. Wooncompagnie besteedt
daarom veel aandacht aan de communicatie met onze
inwoners. Met informatieavonden en
inspraakmogelijkheden wordt gedurende het hele proces
de nodige betrokkenheid gecreëerd. Het mooiste is dat
99% procent van de mensen na de ingreep enthousiast is
over de verkregen verbeteringen. De herstructurering in
Slootdorp vormt het bewijs. Hebben we toch iets moois
gebracht.’
Maatschappelijke rol Momenteel leidt Wooncompagnie een herstructurering
in Middenmeer, een ingrijpende operatie om het dorp
een toekomst als fijne woonplaats te geven. Dat gaat
verder dan alleen woningen renoveren. ‘De drie scholen
zijn verhuisd naar een hagelnieuwe en compleet
uitgeruste brede school. Een letterlijke investering in de
toekomst. Op de voormalige schoollocaties wordt
gevarieerde nieuwbouw ontwikkeld: van sociale huur
tot vrije kavels. Het winkelgebied wordt aangepakt, de
zorgsector wordt geclusterd en er komen nieuwe
jeugdvoorzieningen. Hieruit blijkt dat Wooncompagnie
haar maatschappelijke rol optimaal vervult. Ze denkt
mee en dóet mee’, stelt Leegwater tevreden.
- 68 -
Voor iedereen Wooncompagnie is de enige speler in de huursector in
Wieringermeer. Zou enige concurrentie niet beter zijn?
‘Nou, met fusie tot gemeente 'Hollands Kroon' zal die
vanzelf wel komen. Maar concurrentie is in mijn ogen
geen must hoor. Misschien gaat dat zelfs ten koste van
de kwaliteit. Wooncompagnie doet het hier uitstekend
en onze decennialange relatie is meer dan goed.
Duurzaam zou ik willen zeggen! Dat is een
basisvereiste voor succesvol woningbeleid en
gebiedsontwikkeling. Natuurlijk verschillen we soms
van mening, maar dat levert gezonde spanning en
nieuwe inzichten op. Uiteindelijk wil iedereen
hetzelfde: de leefbaarheid bevorderen en goed wonen
bereikbaar maken voor iedereen. Als men in Anna
Paulowna, Niedorp en Wieringen deze wens ook
koestert, beveel ik Wooncompagnie van harte aan.’
Burgemeester P.F. (Peter) Leegwater van
gemeente Wieringermeer
‘Wooncompagnie vervult haar maatschappelijke rol optimaal. Ze
denkt mee en dóet mee’
- 69 -
Innovatief Ondernemen
Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
15. Direct en interactief contact (tweerichtingsverkeer) met onze klanten. Zodat we onze klanten kennen en weten wat we ze moeten bieden. We registreren klantcontacten in een klantrelatiesysteem. Medewerkers informeren elkaar via dit systeem en ook persoonlijk over klantcontacten en gemaakte afspraken.
16. Een persoonlijke, digitale woonwinkel voor klanten (mijnwooncompagnie.nl), toegankelijk
via onze website. De klant kan hier persoonlijke gegevens inzien en wijzigen, opdrachten inplannen, informatie opvragen en geven, etc.
17. Twee denktanks (met interne en externe expertise): één op het gebied van milieu en één op het gebied van productontwikkeling. Beide komen minimaal één maal per jaar bijeen.
18. Kiezen welke eigendomsvormen tussen huur en koop wij – naast Koopzeker – actief gaan
aanbieden om huurders te verleiden tot een stap in hun wooncarrière.
19. Een huur-, investerings- en onderhoudsbeleid afgestemd op het beperken van de woonlasten cq. de stijging van de woonlastenquote, met bijzondere aandacht voor de huurders met de laagste inkomens (voor wie wij een vangnetfunctie vervullen).
- 70 -
6. Innovatief ondernemen
Kennis registreren
Met ons woonaanbod en onze diensten willen we zo
goed mogelijk inspelen op vragen uit de
samenleving. Om dat goed te kunnen doen is het
essentieel dat we onze klanten en
maatschappelijke partners nog beter leren kennen.
Relevante informatie zullen we daartoe op een goede
manier moeten vastleggen en op een zinnige manier
gebruiken. Wooncompagnie heeft hiertoe € 400.000
gereserveerd voor de duur van het ondernemingsplan.
In 2009 is vestiging Schagen gestart met een pilot om
de gegevens van de klant te actualiseren en
completeren. Dit wordt gedaan door schriftelijk contact
op te nemen met onze huurders. Tijdens de proef in
Niedorp bleek dat de vraagstelling aangepast moest
worden om het juiste resultaat te behalen. Het streven is
om in 2011 de proef om te zetten in een reguliere
werkwijze waarbij periodiek de gegevens ter controle
worden voorgelegd aan de huurders.
Klantcontacten
We willen ook op andere manieren met onze klanten
communiceren, en niet alleen met de klanten die ons
opzoeken maar ook met degenen die dat niet doen. Men
moet met ons in contact kunnen treden en zaken zelf
kunnen regelen wanneer dat hen het beste uitkomt.
Indien gewenst zonder tussenkomst van een
medewerker en onafhankelijk van onze openingstijden.
Wooncompagnie wil daartoe een persoonlijke, digitale
woonwinkel voor klanten opzetten die toegankelijk zal
zijn via onze website (www.mijnwooncompagnie.nl).
De klant kan hier persoonlijke gegevens inzien en
wijzigen, opdrachten inplannen, informatie opvragen en
geven, enzovoort. In 2010 is gestart met het opstellen
van een functioneel Programma van Eisen voor een
digitale woonwinkel. Begin 2011zal dit PvE gereed
zijn.
Daarnaast is in 2009 is gestart met de voorbereidingen
van een digitaal klantenpanel. In 2010 is het eerste
digitale klantenpanel gehouden. Het thema was
verkoop. Wij zijn tevreden over de resultaten van het
eerste digitale klantenpanel. Van de 129 panelleden
hebben 111 de enquête ingevuld. Dit komt neer op een
respons van 86%.
- 71 -
De uitslag geeft ons een mooi beeld hoe huurders
denken over de verkoop van huurwoningen en geeft ons
handvatten voor nader beleid. De volgende enquête is in
voorbereiding genomen en handelt over de ministeriële
regeling (toewijzingsregels).
Een heel persoonlijke methode om met individuele
huurders in contact te komen, was het project ‘Op de
koffie bij…’. In 2010 bezochten medewerkers van
Wooncompagnie in de regio Purmerend maar liefst 239
huurders voor een informeel gesprek. De
huurdersbezoeken werden afgelegd door steeds twee
wisselende medewerkers, uit alle gelederen van de
organisatie. Doel van de ‘koffiebezoeken’ was het
contact met de huurders te versterken en de
dienstverlening waar mogelijk te verbeteren. Verder
wilden we via het project de betrokkenheid van
huurders bij Wooncompagnie vergroten en het gevolgde
beleid toetsen. Tijdens de bezoeken stond een aantal
thema’s centraal. Zo werd met de huurders gepraat over
de fysieke en sociale woonomgeving, de voorzieningen
in de buurt, de persoonlijke situatie en de
verwachtingen en wensen. Veel voorkomende vragen
bij huurders betroffen het onderhoud aan de woning,
maar ook de thema’s energie en leefbaarheid kwamen
vaak aan bod. Sommige bewoners hadden veel vragen,
anderen wilden alleen laten zien hoe ze de woning
hadden opgeknapt. Of gewoon gezellig praten over de
dingen die ze bezighouden.
Via een antwoordkaart konden huurders hun reactie
geven op de huurdersbezoeken. De reacties van de
huurders waren zeer positief. De meeste bewoners
gaven aan dat ze het prettig vonden om eens persoonlijk
contact te hebben met een medewerker van
Wooncompagnie en in een informele sfeer al hun
vragen te kunnen stellen. De resultaten van de
huurdersbezoeken worden begin 2011 nader
geëvalueerd en voorgelegd aan de huurders. Verder zal
het beleid naar aanleiding van de bevindingen, waar
nodig, worden aangepast. Praktische zaken, zoals
wensen op het gebied van onderhoud, zijn naar
aanleiding van de bezoeken direct opgepakt.
In 2010 hebben we onze klanten ook bij ons op de
koffie uitgenodigd. In oktober 2010 hebben de
vestigingen een open dag georganiseerd. Beide open
dagen waren een groot succes. Het hoofddoel, extra
persoonlijk contact met klanten, is dan ook in alle
opzichten behaald. Met vele positieve reacties als
bonus. Mensen kwamen gemakkelijk binnen, genietend
van een hapje, een drankje en live muziek. En
ondertussen kregen zij antwoord op al hun vragen op
woongebied.
De open dag van de vestiging Schagen was druk,
gezellig en nuttig. Maar liefst 400 mensen bezochten de
open dag. Zowel huidige huurders van Wooncompagnie
als woningzoekenden wisten het vestigingskantoor te
vinden. Sommigen voor een vrijblijvend kijkje achter de
schermen, anderen voor antwoord op een specifieke
vraag. Bezoekers konden informatie krijgen over alles
wat te maken heeft met het huren of kopen van een
woning; van woonruimteverdeling tot
nieuwbouwprojecten. De vestiging liet zien méér te
doen dan woningen verhuren. Energiebesparende
concepten, keukenvervanging, service– en
onderhoudsdienst, leefbaarheidprojecten; over elk
onderwerp was wel een informatiestand aanwezig. Ook
de huurdersverenigingen waren van de partij. Daarnaast
was gezorgd voor de nodige afleiding. Uiteraard een
hapje en een drankje, maar ook een springkussen,
clowns en ballonnen voor de kleintjes. Voor de
volwassenen was de workshop huisnummermozaïeken
een doorslaand succes.
De open dag van vestigingskantoor Purmerend stond in
het teken van ‘gezond wonen & leven’. Ook in
Purmerend was het bezoekersaantal hoog en waren alle
standhouders erg enthousiast. Onder andere de
ongediertebestrijder, de brandweer, de zorgverzekeraar
en zelfs de sportschoolmedewerksters hadden het er
maar druk mee. Ook de stand van de plantenkenner was
erg populair. De best vertegenwoordigde doelgroep
tijdens de open dag, de senioren, stelden ook de
aanwezigheid op prijs van WonenPlus, Vereniging
Vervoer Ouderen (VVO), Stichting Spurd en Clup
Welzijnswerk. Een grote publieksbinder was de
workshop pompoenen versieren. Gezien het grote
succes zullen de vestigingen in 2011 wederom een open
dag organiseren.
- 72 -
Denktank milieu
De vraag van onze klant en relaties is geen statisch
gegeven maar ontwikkelt zich voortdurend. Naast het
nauwlettend volgen van deze ontwikkeling door
metingen en onderzoek, heeft Wooncompagnie in het
ondernemingsplan de doelstelling geformuleerd om een
denktank op te richten met interne en externe expertise,
gericht op verdieping en instigatie. Deze denktank zal
zich richten op het thema milieu, gezien het hoofdthema
duurzaam investeren. Op 8 november 2010 is de
conferentie ‘Energiebesparing maatregelen in de
bestaande bouw’ gehouden. Deze conferentie was
bedoeld voor wethouders en beleidsmakers bij
gemeenten en directie en beleidmakers van corporaties.
Doel van de conferentie was het belang van het
uitvoeren van energiebesparende maatregelen in de
bestaande bouw onder de aandacht te brengen.
Ter voorbereiding van deze conferentie heeft
Wooncompagnie deel genomen in de klankbordgroep.
In de periode van de voorbereiding heeft
Wooncompagnie het initiatief genomen om een
platform van corporaties op te richten. Wooncompagnie
is enthousiast over het opgestelde energiebeleid (zie
paragraaf 5.6) en wil dit uitdragen. Zowel naar haar
bewoners als naar collega-corporaties. Dit is voor
Wooncompagnie de drijfveer geweest voor het initiatief
van het platform. In de corporatiesector is veel kennis
over bestaande bouw en energiebesparing aanwezig. In
het platform kan deze kennis worden uitgewisseld en
gebundeld. Na een inventarisatieronde bleek dat er
voldoende interesse was om het platform daadwerkelijk
op te richten. Tijdens de conferentie op 8 november is
het ‘Eco-platform Corporaties Bestaande Bouw’ met
een deelname van veertien corporaties officieel van start
gegaan.
Het platform stelt zich tot doel een open
discussieplatform te zijn waarbij gebruik wordt gemaakt
van de ervaringen, kennis en expertise van medewerkers
in de corporatiesector en de gemeenten waarin de
corporaties actief zijn. Daarbij is het platform een
inspiratiebron en kennisbank voor de corporatiesector
en gemeenten. Het platform richt zich voornamelijk op
energiebesparing in de bestaande bouw en de daaraan
verbonden consequenties. Het platform komt eens per
kwartaal bij elkaar. De bijeenkomsten worden elke keer
bij een andere corporatie georganiseerd. De coördinatie
van het platform ligt bij Wooncompagnie. Soms worden
specialisten van buiten de sector uitgenodigd. De
onderwerpen voor het platform zijn een afgeleide van
de conferentie van 8 november 2010. Aan de orde komt
onder andere:
• woonlasten / huurconsequenties;
• afstemming gemeente en corporaties,
belemmeringen en oplossingen;
• aanpak bij huurwoningen en particuliere woningen;
• (bewoners) communicatie;
• bewonersgedrag;
• technische ontwikkelingen / toepassingen;
• themabijeenkomsten.
Productontwikkeling
Wooncompagnie wil haar productenpakket van huur–,
koopwoningen uitbreiden. Het thema
productontwikkeling is in Trevinverband verder
opgepakt. Eind 2009 is de Trevinwerkgroep huur &
koop van start gegaan. Deze werkgroep heeft in 2010
voor de Trevincorporaties een inventariserende notitie
opgesteld met betrekking tot reeds toegepaste
- 73 -
koopconstructies en financieringsvormen. Op basis van
dit onderzoek heeft Wooncompagnie besloten om in
2011 te gaan werken met het product Koopgarant in
plaats van Koopzeker. Eind 2010 is de licentie van
Koopgarant aangekocht. Tevens is positief besloten
over het product Startersrenteregeling. De verwachting
is dat we door beide producten naast elkaar toe te
passen, meer huishoudens met een laag middeninkomen
in staat kunnen stellen een woning te kopen. Daarnaast
bevordert dit de uitstroom uit de sociale huursector wat
uiteindelijk meer kansen biedt voor in- en doorstroom
binnen de sociale huursector.
Begin 2011 wordt de implementatie van Koopgarant
opgepakt en zullen de mogelijkheden van de
Startersrenteregeling nader worden onderzocht.
Woonlasten beheersbaar houden
Een laatste item van innovatief ondernemen is voor
Wooncompagnie het beheersbaar houden van de
‘woonquote’ van onze klanten. Om de woonlasten
beheersbaar te houden, is Wooncompagnie
vanzelfsprekend bereid een vangnetfunctie te vervullen
voor kwetsbare groepen van huurders. Wet– en
regelgeving maakt nu nog dat wij dat alleen kunnen
doen door alle huren over de hele linie kunstmatig laat
te houden. Redenerend vanuit een woonquote, vindt
Wooncompagnie een hogere woonlast echter
geoorloofd naarmate het inkomen van de klant hoger is.
Middelen, bedoeld om de woonlasten beheersbaar te
houden, kunnen op die manier effectiever worden
ingezet ten behoeve van diegenen die dat echt nodig
hebben. De mogelijkheden van inkomensafhankelijk
beleid zijn zoals gezegd op dit moment erg beperkt, al is
in het Regeerakkoord opgenomen dat aan huurders met
een inkomen hoger dan € 43.000 een huurverhoging van
inflatie + 5% gevraagd mag gaan worden.
Wooncompagnie is voornemens deze beleidsruimte te
gaan benutten omdat deze huishoudens niet
gedefinieerd zijn tot onze doelgroep van beleid en over
voldoende middelen beschikken om hun wooncarrière
voort te zetten in de vrije huursector dan wel in de
koopsector.
Eind 2009 is een startnotitie opgesteld over
aanpassingen van het huurbeleid bij mutatie. In deze
startnotitie wordt onder andere een koppeling gelegd
tussen de huurhoogte en het energielabel van de
woning. Hoofdlijn in deze notitie wordt gevormd door
het uitgangspunt dat de netto huurprijs als percentage
van de maximale huurprijs lager is naarmate de woning
een slechter energielabel heeft en vice versa. Door het
beleid op deze manier in te richten, versterken wij het
effect dat zal optreden als het energielabel een plek
krijgt in de woningwaardering om zo de woonlasten van
de klant beheersbaar te houden. Daarnaast vormt deze
inrichting van het beleid een extra zelfstimulans om te
investeren in energetische maatregelen.
In 2009 hebben wij in het jaarverslag gemeld dat wij
wachten op de implementatie van nieuwe wet– en
regelgeving omtrent het energielabel in de
woningwaardering en de concrete effecten daarvan,
alvorens wij hervorming van ons huurbeleid nader
zouden uitwerken en bespreken met de SHO. Deze
wetgeving heeft erg lang op zich laten wachten en zal
naar verwachting medio 2011 pas beslag krijgen.
Inmiddels is per 1 januari 2011 de ministeriële regeling
van kracht geworden. De actualisatie van ons
streefhuurbeleid moet zeker ook in samenhang met de
effecten van deze ministeriële regeling worden bezien.
Het woningmarktonderzoek dat Wooncompagnie begin
2011 laat uitvoeren, zal ons op dat punt meer inzicht
verschaffen. Actualisatie van het streefhuurbeleid is dan
ook uitgesteld naar medio 2011.
Wij kunnen ook direct invloed uitoefenen op de
woonquote met ons investeringsbeleid met betrekking
tot energetische maatregelen. Wij hebben onszelf dan
ook als doel gesteld om gedurende de looptijd van het
ondernemingsplan gemiddeld 8% te besparen op het
theoretisch energieverbruik van onze woningen.
Wooncompagnie heeft haar bijdrage daarvoor bepaald
op netto acht miljoen euro voor vier jaar. Begin 2010 is
het energiebeleid met een positief advies van de SHO
definitief vastgesteld. In de beleidsnota zijn de kaders
vastgelegd wanneer we welke maatregelen treffen, hoe
de prioritering tot stand komt en welke huurverhoging
wordt gevraagd. Omdat de huurverhoging maximaal
60% van de theoretische besparing aan energielasten
bedraagt, zal de klant te allen tijde profiteren van een
verlaging van de woonlasten.
- 74 -
De actualisatie van het onderhoudsbeleid en
investeringsbeleid op basis van het inkomensniveau is
voor 2011 en 2012 ingepland.
- 75 -
Innovatief ondernemen is ook duurzaam vooruitkijken
Oog voor de bewoners én hun woonlasten
Een half jaar leefden Bianca en Pascal de Jong met hun
twee zoons in een andere woning. ‘Het was kamperen
tussen stenen muren’, zegt Pascal, ‘maar het
eindresultaat was alle moeite meer dan waard. Hij doelt
op hun eigen woning, die ondertussen grondig werd
gerenoveerd door Wooncompagnie. ‘We wonen nu
mooier, comfortabeler én goedkoper!’
Ruim twintig jaar geleden ging het stel samenwonen
aan de J.A. de Boerstraat in Schagerbrug. De staat van
hun twee-onder-een-kapwoning, gebouwd in de jaren
vijftig, was bedenkelijk. ‘Dat merkten we goed aan onze
stookkosten: 366 euro per maand. En dan moesten we
na de afrekening vaak nóg honderden euro’s
bijbetalen!’, aldus Bianca.
Kopen of renoveren De ingrijpende plannen van Wooncompagnie kwamen
dus als geroepen. Pascal: ‘Onze buren en wij konden
kiezen: het huis overkopen of laten renoveren tot
energiezuinige testwoning. Wooncompagnie wilde ze
namelijk aanpakken om te ontdekken welke
energiebesparing verschillende maatregelen per saldo
opleveren. Met open en eerlijke hulp van
Wooncompagnie hebben we beide opties uitvoerig
vergeleken. Uiteindelijk was de keuze niet moeilijk:
optimaal woongenot zónder hypotheekschuld. ’
Eigen wensen Op 1 januari 2010 ging de operatie van start. En hoe.
Bianca: ‘Alles werd gesloopt. Alleen de buitenmuren
stonden er nog! Dat was wel even schrikken. Gelukkig
konden we met onze vragen altijd terecht bij de
woonconsulenten van Wooncompagnie. En bij
Aannemingsbedrijf Ooijevaar; een betere aannemer
hadden ze niet kunnen uitzoeken. Zonder problemen
namen ze onze wensen mee qua indeling en
aansluitingen voor de badkamer en keuken. Flexibel,
meedenkend en netjes. Zelfs met onze koikarpers werd
zorgvuldig rekening gehouden.’
Pascal en Bianca de Jong
- 76 -
Impact De zes maanden in een vreemd huis hadden meer
impact op het gezinsleven dan de familie had verwacht.
‘Het was bepaald geen vakantie. Onze zoon wilde zijn
vrienden niet eens ontvangen. Daarbij mis je gewoon
veel van je spullen, vaste plekjes en je buren.
Wooncompagnie had ons al gewaarschuwd en hielp
waar mogelijk, maar de wetenschap dat alles tijdelijk is
maakt wonen heel vreemd. Gelukkig zaten we vlakbij
ons eigen huis: de snelle bouwvorderingen gaven altijd
weer positieve energie’, beschrijft Pascal.
Volledige aanpak Het ‘kamperen’ werd rijkelijk beloond. De woning is
volledig gerenoveerd en voorzien van
energiebesparende producten: dak, spouw- en
vloerisolatie, kunststof kozijnen, vloerverwarming,
mechanisch ventilatiesysteem. ‘Maar we hebben ook
een nieuwe keuken, badkamer, toilet, álles! Zelfs de
indeling is aangepast aan onze wensen’ vertelt Bianca
enthousiast. ‘En de buitenkant is aangepakt.
Gevelbekleding, dakgoten, muurcoating en we hebben
dakpannen gekregen die mooi kleuren bij de
zonnecollectoren.’
‘Ons vernieuwde huis woont heerlijk comfortabel en bespaart ons nu al geld’
Lagere woonlasten Pascal lacht tevreden: ‘Ons vernieuwde huis woont
heerlijk comfortabel en bespaart ons nu al geld! Vorige
maand betaalden we nog maar 166 euro aan gas en
elektra. De besparing is dus veel groter dan de
huurverhoging door de verbouwing.’ Bianca vult aan:
‘Wij zijn onwijs gelukkig met het resultaat en de manier
waarop het tot stand is gekomen. Ik hoop dat de pilot
voor Wooncompagnie net zo goed uitpakt als voor ons!’
Fraaie, bescheiden radiatoren ter ondersteuning van de
vloerverwarming.
- 77 -
De organisatie
Doelstelling ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009-2012’
20. Leiderschap met de verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Dit betekent in ieder
geval dat medewerkers worden betrokken bij het bepalen van en sturen op doelstellingen. En ook dat zij worden geïnformeerd over de resultaten en hun bijdrage daaraan.
21. Het netwerkdenken is eigen gemaakt door de hele organisatie. Het handelen van medewerkers is gericht op samenwerken en het realiseren van toegevoegde waarde in de interne en externe keten.
22. Partnerorganisaties, huurders en medewerkers worden betrokken bij het maken van
keuzes op strategisch en tactisch niveau. 23. Onze informatie is op orde: helder is wat we willen weten, waar we het vandaan halen
(intern, extern, toekomstverwachtingen, bij onze partners, uit de markt, bij klanten, uit benchmarks) en waar we het terug kunnen vinden.
24. Medewerkers en belanghouders weten waar Wooncompagnie voor staat. Doelen en kaders zijn volstrekt helder (niet multi-interpretabel). Met een duidelijke focus, waar echt op gestuurd wordt. Als doelen niet gehaald worden, wordt hierover verantwoording afgelegd en waar mogelijk tijdig bijgestuurd en verbeterd (proactief).
- 78 -
7. De organisatie
Wooncompagnie heeft ambities en zet met het
ondernemingsplan de koers uit voor de komende jaren.
De mensen die de organisatie van Wooncompagnie
vormen, zullen de gestelde doelen moeten
verwezenlijken. Daartoe zal de organisatie van
Wooncompagnie optimaal moeten zijn toegerust.
Voor alles moet de uitgezette koers voor een ieder
helder zijn. De medewerkers moeten niet alleen weten
maar ook echt begrijpen wat we willen bereiken. Dat
vergt ruimte voor inbreng en discussie, gevolgd door
heldere besluitvorming en communicatie die niet voor
meerdere interpretaties vatbaar is.
Daarnaast stelt het eisen aan leiderschap: onze
leidinggevenden moeten in staat zijn om medewerkers
eigen verantwoordelijkheid te geven, hen te coachen en
te motiveren. Ze te betrekken bij het bepalen van de
doelstellingen, duidelijk te maken of de doelstellingen
worden gehaald en wat ieders bijdrage daarin is
(geweest).
Het stelt vervolgens ook eisen aan samenwerking.
Wooncompagnie werkt veel samen met andere
maatschappelijke partners. Zoals eerder geformuleerd,
willen we deze samenwerkingsverbanden meer
structureren en effectiever maken. Voor de
medewerkers van Wooncompagnie betekent dit dat zij,
intern en extern, goed moeten kunnen samenwerken en
dat het ‘netwerkdenken’ in de hele organisatie
verankerd is.
Wooncompagnie is financieel gezond en het is
noodzakelijk dat zo te houden om de geformuleerde
doelstellingen te kunnen waarmaken. Zicht op
toekomstige risico’s is daarbij belangrijk. Voor de
financiële vertaling van de beleidskeuzes uit het
ondernemingsplan staat helderheid over de reële
financiële ruimte voorop. Voor de gewenste omvang
van het weerstandsvermogen heeft Wooncompagnie een
harde ondergrens gesteld waarop actief wordt gestuurd.
Voor een gezonde operationele kasstroom hanteren we
een ICR van jaarlijks minimaal 1,4.
- 79 -
7.1.7.1.7.1.7.1. Verslag ondernemingsraad 2010
Samenstelling ondernemingsraad
Conform het reglement bestaat de ondernemingsraad
van Wooncompagnie uit zeven leden die worden
gekozen door en uit de volgende kiesgroepen:
• twee leden door en uit vestiging Schagen;
• twee leden door en uit vestiging Purmerend;
• twee leden door en uit de centrale vestiging
(hoofdkantoor Hoorn);
• één lid wordt gekozen door en uit de gehele
organisatie (in een tweede verkiezingsronde).
De leden worden benoemd voor een periode van vier
jaar. Om de twee jaar treden twee leden af, met dien
verstande dat er nooit twee leden uit dezelfde kiesgroep
tegelijk aftredend zijn. In elke derde verkiezingsperiode
zijn drie leden aftredend. De aftredende leden zijn direct
herkiesbaar.
In 2010 was het voornemen om per kiesgroep algemene
verkiezingen te houden voor twee zetels in de kiesgroep
Schagen en een zetel in de kiesgroep Purmerend.
De samenstelling van de OR per 31 december 2010
Een aftredend lid van de kiesgroep Schagen stelde
zichzelf direct herkiesbaar. Het tweede aftredend lid uit
de kiesgroep Schagen heeft besloten te stoppen met de
werkzaamheden voor de ondernemingsraad en stelde
zichzelf niet verkiesbaar. Voor de tweede zetel in
kiesgroep Schagen hadden zich geen nieuwe kandidaten
aangemeld. Het aftredend lid van de kiesgroep
Purmerend stelde zich direct herkiesbaar en een nieuwe
kandidaat heeft zich aangemeld. Voor het herkiesbare
lid was het echter om gezondheidsredenen niet mogelijk
om campagne te voeren en bestond er onduidelijkheid
over hoe lang hij uit de roulatie zou zijn. De lege zetel
in de kiesgroep Schagen en het feit dat het herkiesbare
lid uit de kiesgroep Purmerend mogelijk voor langere
tijd uit de roulatie zou zijn, heeft gemaakt dat besloten
is om, in afwijking van het reglement, geen
verkiezingen voor de kiesgroep Purmerend te houden de
plek in kiesgroep Schagen op te vullen met de kandidaat
van vestiging Purmerend. De eerst vrijkomende plek in
kiesgroep Purmerend zal daardoor worden
teruggegeven aan kiesgroep Schagen.
Functie Naam Kiesgroep Taken
Voorzitter
Peter Cornielje Hoorn Organisatie & Samenwerking
Secretaris
Ingeborg van den Bergh Hoorn Communicaite & Organisatie
Vice-voorzitter / notulist
Hanneke van Ofwegen Hoorn Personeelsbeleid / ARBO
Lid (herkozen 2010)
Silvan Wiersma Schagen Communicatie & Samenwerking
Lid (nieuw 2010)
Mariël Esser Purmerend
Lid (herkozen 2010)
Anton de Wit Purmerend ARBO
Lid
Sandra Hoffs Purmerend Personeelsbeleid
- 80 -
Tijdsbelasting
De ondernemingsraad heeft het afgelopen jaar wederom
afspraken met de directie gemaakt over de te besteden
tijd aan OR-werk. Elke week is er voor elk OR-lid vier
uur gereserveerd. Indien dit voor de eigen
functiegerelateerde werkzaamheden of de
werkzaamheden van directe collega’s leidt tot een te
grote belasting, is de leidinggevende bevoegd deze vier
uur per week opvullen.
In principe gebruiken de leden de donderdagochtend
voor OR-gerelateerde werkzaamheden, inclusief
vergaderen. Deze afspraak geeft duidelijkheid aan de
ondernemingsraad maar vooral ook duidelijkheid aan de
overige medewerkers van de organisatie.
Ongeplande tijdsbelasting
In 2010 is er door het Dagelijks Bestuur van de
ondernemingsraad extra tijd besteed aan het onderwerp
Trevin. Dit resulteerde in een bijkomende tijdsbelasting
van ca. 125 uur per persoon. Voor het jaar 2010 zijn
hier geen afspraken over gemaakt. In 2011 staat het op
de agenda om hier wel afspraken over te maken.
Cursusdagen
De volledige ondernemingsraad is in maart een dag op
cursus geweest in het kader van de CAO 2010. In
november heeft de ondernemingsraad een cursusdag
gevolgd over de werkkostenregeling en de CAO 2010.
Daarnaast is in 2010 een dag georganiseerd in het kader
van het leiderschapstraject met de directie en de twee
externe begeleiders van het leiderschapstraject. Doel
van de dag was met name bijpraten en afstemmen. De
ondernemingsraad heeft dit als een informatieve en
constructieve dag ervaren.
Vergaderstructuur en onderwerpen
De ondernemingsraad heeft in 2010 onderling twintig
keer vergaderd en acht keer formeel met de directie
overleg gevoerd. Daarbij is driemaal een afvaardiging
van de Raad van Commissarissen aanwezig geweest.
Zaken die tijdens deze drie vergaderingen aan de orde
zijn gekomen zijn onder andere:
• terugblik 2009, stand van zaken en vooruitblik 2011;
• leiderschapstraject;
• mogelijke fusie met Wherestad;
• Samenwerking binnen Trevin.
De ondernemingsraad heeft het als positief ervaren dat
in 2010 het contact met de Raad van Commissarissen
wat intensiever is geweest dan in voorgaande jaren. De
overleggen verliepen in een open en transparante sfeer.
Tijdens de overige vijf vergaderingen met de directie en
de onderlinge overleggen kwam in 2010 onder andere
aan de orde:
• samenwerking binnen Trevin;
• doorontwikkeling;
• mogelijke fusie met Wherestad;
• werkdruk;
• Plan van Aanpak, vragenlijst en evaluatie;
• medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO);
• ARBO;
• Plan van Aanpak agressiebeleid;
• collectieve vrije dagen;
• bedrijfsplan Bouwcompagnie;
• functieomschrijving Controller Bouwcompagnie;
• pilot functiedifferentiatie;
• opleiding en ontwikkeling;
• wagenparkbeheer;
• zakelijke kilometers met privéauto.
Adviezen
De ondernemingsraad heeft in 2010 twee adviezen
voorgelegd gekregen:
• doorontwikkeling (prefase en opdracht
kwartiermaker);
• pilot functiedifferentiatie.
Met betrekking tot de doorontwikkeling heeft de
ondernemingsraad een positief advies afgegeven op de
prefase na gesproken te hebben met de medewerkers
van de afdelingen Bouwcompagnie en Vastgoed. De
ondernemingsraad is tevens aanwezig geweest bij de
presentaties die de directie heeft gehouden voor alle
afdelingen. Daardoor was de Ondernemingsraad op de
hoogte van de reacties, vragen en opmerkingen van de
medewerkers.
- 81 -
Wat betreft de opdracht voor de kwartiermaker heeft de
ondernemingsraad enkele aanvullingen geadviseerd.
Deze betroffen het onderzoeken van de mogelijkheden
tot een efficiënter secretariaat, het onderzoeken van nut
en noodzaak van de functie van manager Vastgoed en
de taken, rol en positie van deze managersfunctie. Deze
aanvullingen zijn opgenomen in de opdracht voor de
kwartiermaker maar kwamen niet terug in het rapport
van de kwartiermaker. Wel komen deze punten terug in
de volgende adviestraject (2011).
Wat betreft de pilot functiedifferentiatie heeft de
ondernemingsraad ook positief geadviseerd over de
pilot. De doelstellingen van de pilot en wijze van
evalueren waren goed omschreven en SMART
gemaakt. Wel heeft de ondernemingsraad twee
aanbevelingen gedaan. Eén betrof de looptijd van de
pilot. De ondernemingsraad was van mening dat deze
met 18 weken te kort was en heeft geadviseerd dit te
verlengen naar 36 weken. De looptijd is uiteindelijk
verlengd naar 28 weken. Wat betreft de breedte van de
pilot heeft de ondernemingsraad geadviseerd de pilot bij
meer (minder procesgebonden) afdelingen in te voeren.
Dit advies is niet overgenomen omdat de urgentie bij de
voorgestelde pilotafdelingen Bedrijfsadministratie (BA)
en Finance Planning & Control (FPC) veruit de hoogste
prioriteit had. De ondernemingsraad is ten tijde van het
schrijven van dit jaarverslag nog in afwachting van de
definitieve adviesaanvraag met betrekking tot
functiedifferentiatie.
In het kader van het leiderschapstraject heeft de
Ondernemingsraad een aantal ongevraagde adviezen
afgegeven. Doordat de directie de ondernemingsraad
goed betrekt bij het leiderschapstraject, wordt de
ondernemingsraad ook in staat gesteld om een
proactieve bijdrage te kunnen leveren.
Het leiderschapstraject heeft er overigens toe geleid dat
de samenwerking tussen de ondernemingsraad en de
directie is aangepast. Daar waar voorheen alleen de
directeurbestuurder de gesprekspartner was van de
ondernemingsraad, is nu afgesproken dat de
ondernemingsraad zich voor informatie (ook) tot de
betreffende manager kan wenden. Het formele traject
wordt wel met de directeurbestuurder afgerond. De
ondernemingsraad is positief over deze aangepaste
werkwijze.
De directie heeft geen advies gevraagd met betrekking
tot het fusietraject met Wherestad: Fusie bleek in het
vooronderzoek en voordat het adviestraject nog moest
worden ingezet, geen optie.
Instemming
Eind 2010 is conform de CAO de aangepaste
opleidingsregeling van kracht geworden. De
ondernemingsraad heeft daarbij bereikt dat het
percentage vergoedingen in de zogenaamde C-categorie
opgeplust is ten opzichte van de CAO.
Tevens heeft de ondernemingsraad ingestemd met het
voorstel over de vergoeding van zakelijke kilometers
met een privéauto. De voorgestelde regeling is voor de
werknemers gunstiger dan in de CAO is bepaald, wat
voor de ondernemingsraad voldoende reden gaf om in te
stemmen.
De ondernemingsraad heeft ingestemd met het Plan van
Aanpak van de verbouwing van het kantoorpand in
Hoorn. Ook is ingestemd met het Agressiebeleid.
Als laatste heeft de ondernemingsraad ingestemd met de
opdracht tot het uitvoeren van een Taak Risico Analyse
(TRA) van het buitengebied (risico’s bezit). Na enkele
door de directie overgenomen suggesties van de
ondernemingsraad om het Plan van Aanpak (PvA) meer
SMART te maken, is ook ingestemd met het PvA.
Initiatief
De ondernemingsraad heeft in 2010 één keer gebruik
gemaakt van het initiatiefrecht. Op initiatief van de
ondernemingsraad van Wooncompagnie is namens de
ondernemingsraden van de Trevin-corporaties
voorgesteld een Pre-OR Trevin in te richten. Op dit
moment zijn alle medewerkers gedetacheerd vanuit een
van de Trevin-corporaties. Op termijn zullen
medewerkers echter in dienst zijn bij Trevin en zal dus
ook een ondernemingsraad moeten worden opgericht.
De directies van de Trevincorporaties hebben ingestemd
- 82 -
met het voorstel. De Pre-OR is dan ook eind 2010
opgericht en bestaat uit drie medewerkers van Trevin.
Trevin
Om ervoor te zorgen dat de ondernemingsraden van de
Trevin-corporaties op dezelfde wijze en op hetzelfde
moment worden geïnformeerd, zijn de Stuurgroep
(bestaande uit de directeurbestuurders van de
Trevincorporaties), de drie ondernemingsraden in 2010
vijf keer bij elkaar geweest. Daarnaast komen de drie
ondernemingsraden met regelmaat bij elkaar
om elkaar te informeren en adviesaanvragen op elkaar
af te stemmen.
Communicatie naar medewerkers
Wooncompagnie wil verantwoord omgaan met energie
en grondstoffen, zoals verwoord in het
ondernemingsplan. Ook de ondernemingsraad wil dit
credo uitdragen en haar steentje bijdragen. In 2010 is
dan ook besloten om de nieuwsbrief van de
ondernemingsraad niet meer standaard in papiervorm
bij de medewerkers thuis te laten bezorgen, maar via het
intranet digitaal beschikbaar te stellen. De medewerkers
is daarbij de mogelijkheid geboden om aan te geven dat
zij wel de nieuwsbrief op papier willen ontvangen,
bijvoorbeeld omdat zij vanuit de aard van hun functie
niet of nauwelijks het intranet kunnen raadplegen.
Vooruitblik 2011
De ondernemingsraad verwacht dat 2011 wederom een
druk jaar wordt. Uiteraard zullen de ontwikkelingen
binnen Trevin en het ondersteunen van de Pre-OR de
nodige tijd vergen. Daarnaast is de verwachting dat in
de tweede helft van 2011 de werkkostenregeling en de
secundaire arbeidsvoorwaarden van Trevin stevige
thema’s zullen zijn. Als laatste zal de ARBO-commissie
in 2011 een jaarplan opstellen en zal de werkdruk een
terugkerend agendapunt zijn.
- 83 -
7.2.7.2.7.2.7.2. Goed ondernemingsbestuur
Wooncompagnie heeft op basis van haar missie en
strategische positie en in het licht van haar
maatschappelijk ondernemerschap de volgende
hoofddoelstelling geformuleerd:
Wooncompagnie spant zich in om de verbinding met haar omgeving te behouden, te versterken en uit te bouwen en zet haar vermogen, middelen en organisatie zo optimaal mogelijk in, om haar rol als maatschappelijk ondernemer zo optimaal mogelijk te vervullen.
Een constante dialoog met de buitenwereld en met
belanghouders in het bijzonder is het logische gevolg.
Immers, bij een maatschappelijke onderneming is de
status van belanghouders ten aanzien van het goed
presteren van de onderneming van groot belang. Verder
impliceert maatschappelijk ondernemen dat het
ondernemingsbestuur integer en transparant handelt. En
dat er goed intern toezicht is op het handelen van het
ondernemingsbestuur en het afleggen van
verantwoording daarover.
Governance Code Woningcorporaties
De Governance Code Woningcorporaties is voor
Wooncompagnie leidend voor de inrichting van het
ondernemingsbestuur. Wooncompagnie onderschrijft en
volgt de ‘Governance Code Woningcorporaties’
volgens het principe ‘pas toe of leg uit’. Dat betekent
dat wij de code volgen en waar we dat niet doen, leggen
we dat uit. In het document ‘Governancestructuur
Wooncompagnie’ verantwoorden wij ons over de
toepassing van de Governance Code. Dit document is
beschikbaar via onze website.
De voornaamste punten waarop Wooncompagnie
afwijkt van de Governance Code Woningcorporaties:
• De benoeming van de directeurbestuurder voor
een (her)benoemingsperiode van maximaal
vier jaar. De Raad van Commissarissen heeft
de directeurbestuurder van Wooncompagnie
aangesteld voor onbepaalde tijd. Dat is langer
dan de aanbeveling en een bewuste afwijking.
Wooncompagnie hecht groot belang aan de
continuïteit binnen het bestuur. Daarnaast is de
huidige directeurbestuurder benoemd vóór de
invoering van de Code. Om die reden is
Wooncompagnie gebonden aan de
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
• De Raad van Commissarissen is niet voltallig
aanwezig geweest bij het overleg met de
belanghouders. Twee leden van de Raad
namen deel aan het Volkshuisvestingsplatform.
Zij hebben de andere leden van de Raad
hierover geïnformeerd.
• Er is geen selectie/remuneratiecommissie
ingesteld. Eenmaal per jaar voeren de
voorzitter en de vicevoorzitter van de Raad van
Commissarissen een functioneringsgesprek
met de directeurbestuurder. Het
bezoldigingsbeleid van de leden van de Raad
van Commissarissen en de directeurbestuurder
wordt vastgesteld door de voltallige Raad van
Commissarissen. Hetzelfde geldt voor de
selectiecriteria en de benoemingsprocedure
voor de leden van de Raad van
Commissarissen en de directeurbestuurder.
De Corporate Governance principes zoals
Wooncompagnie die hanteert zijn vastgelegd in
onderstaande separate documenten:
• governancestructuur Wooncompagnie;
• reglement Raad van Commissarissen;
• reglement Auditcommissie;
• profielschets Raad van Commissarissen;
• rooster van aftreden;
• directiebestuursreglement;
• integriteitscode;
• klokkenluidersregeling;
• toezichtskader.
Deze reglementen zijn samengesteld met inachtneming
van de code. U kunt ze vinden op de website van
Wooncompagnie onder het hoofdstuk ‘Corporate
Governance’.
Werkwijze en verantwoordelijkheid directeurbestuurder
De directeurbestuurder is verantwoordelijk voor de
realisatie van de doelstellingen, de strategie, de
financiering, het beleid, de resultaten van
Wooncompagnie, de beheersing van de risico’s en de
naleving van wet- en regelgeving. Niet in de laatste
plaats is de directeurbestuurder verantwoordelijk voor
- 84 -
de continuïteit van het bedrijf. De strategie en
doelstellingen zijn vastgelegd in het nieuwe
ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 - 2012’ dat
in 2008 is vastgesteld als opvolger van ‘Buitengewoon
in Noord-Holland’. De directeurbestuurder wordt
gesteund door de managers van de bedrijfsonderdelen
en vormt samen met hen het managementteam.
De directeurbestuurder richt zich bij de vervulling van
zijn taak op het belang van de corporatie. Dat gebeurt
vanuit de volkshuisvestelijke en maatschappelijke
doelstelling van de onderneming, waarbij rekening
wordt gehouden met de belangen van betrokkenen bij
de corporatie. De directeurbestuurder legt
verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.
Daartoe verschaft de directeurbestuurder de Raad de
benodigde informatie en bespreekt de wijze waarop de
interne controle en beheersing is ingericht. In het
bestuursreglement van 10 juni 2008 is vastgelegd
wanneer sprake is van een tegenstrijdig belang. In 2010
bekleedde de directeurbestuurder geen nevenfuncties
die strijdig waren met de statuten of het
bestuursreglement. En er was dan ook geen sprake van
tegenstrijdige belangen.
7.3.7.3.7.3.7.3. Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
heeft een overzichtelijke holdingstructuur. De directeur
van Wooncompagnie houdt invloed op de
besluitvorming en controle. Het toezicht vindt plaats
door de Raad van Commissarissen van
Wooncompagnie. Binnen de dochters vinden geen
activiteiten plaats die strijdig zijn met die van
Wooncompagnie.
Wooncompagnie Holding bv
Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie is
de oprichter en enige aandeelhouder van
Wooncompagnie Holding bv. Op 31 oktober 2003 is de
Naam: J.W. (John) Hendriks
Leeftijd: 59 jaar
Werkzaam als directeur: sinds 1 januari 1998
Nevenfuncties:
• Voorzitter Commissie opdrachtgevers
WoningNet;
• Bestuurslid Stichting Vrienden Sociaal
Logement;
• Lid bestuur Wonen Plus Welzijn Noord-Holland
Noord;
• Lid agendacommissie platform
woningcorporaties
• Noordvleugel Randstad;
• Lid Raad van Commissarissen Stichting Morene;
• Lid examencommissie Hogeschool Limburg;
• Gecommitteerde Hogeschool Zuyd;
• Voorzitter Raad van Commissarissen KWH;
- 85 -
akte van oprichting notarieel gepasseerd. De
directeurbestuurder is de heer John Hendriks. Het
maatschappelijk kapitaal van de holding bedraagt €
90.000, het geplaatste en gestorte kapitaal € 18.000. In
2010 heeft er een agiostorting door Stichting
Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
plaatsgevonden van € 503.000. Hiermee komt het
vermogen van Wooncompagnie Holding bv ultimo
2010 uit op € 18.000.
De partijen hebben een rekeningcourantovereenkomst
afgesloten met een limiet van € 3 miljoen. Over het
rekening-courantkrediet wordt een rente berekend van
het 1-jaars Euribor-tarief per 1 januari van elk boekjaar,
verhoogd met een opslag van 0,05%. De stand per 31
december 2010 bedraagt € 2.201.000.
Wooncompagnie Ontwikkeling bv
Wooncompagnie Holding bv heeft op 28 september
2005 Wooncompagnie Ontwikkeling bv opgericht. Zij
is enige aandeelhouder en bestuurder. Het
maatschappelijk kapitaal van Wooncompagnie
Ontwikkeling bv bedraagt € 90.000, het geplaatste en
gestorte kapitaal is € 18.000.
In 2010 heeft er een agiostorting door Stichting
Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie via
Wooncompagnie Holding bv plaatsgevonden van
€ 2.649.000. Hiermee komt het vermogen van
Wooncompagnie Ontwikkeling bv ultimo 2010 uit op
€ 500.000.
Wooncompagnie Ontwikkeling bv heeft een rekening-
courantovereenkomst met Stichting
Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie. De stand per
31 december 2010 bedraagt € 7.411.000.
In Wooncompagnie Ontwikkeling bv zijn enkele
grondposities ondergebracht waarvan pas op langere
termijn duidelijk wordt of die locatie een
woningbouwbestemming krijgt. Voor een specificatie
van de grondposities wordt verwezen naar paragraaf
9.2.3.
Het Leeker Woonland bv
Het Leeker Woonland bv is een samenwerking van
Scholten Holding Groep bv, Matrix bv, Dura Vermeer
en Wooncompagnie Ontwikkeling bv. Dit
samenwerkingsverband wil een gebied van 1500 hectare
tussen Wognum en Wervershoof gaan ontwikkelen. In
het plan is aandacht geschonken aan waterberging (40
ha), ecologie (40 ha) en recreatie (120 km fiets- en
vaarroutes), aangevuld met 1200 woningen van alle
types. In 2010 heeft Wooncompagnie Ontwikkeling bv
haar belang in dit samenwerkingsverband uitgebreid tot
23,3%.
Vof Polderkamer
Op 26 maart 2008 is gezamenlijk met Bouwfonds MAB
Ontwikkeling bv de vof Polderkamer opgericht. In dit
samenwerkingsverband zullen grondposities worden
verworven in de uitbreidingsgebieden waarvan
verwacht kan worden dat deze voor (her)ontwikkeling
in aanmerking zullen komen. Het werkgebied van deze
‘grondbank’ is afgestemd op het huidige bezitsgebied
van Wooncompagnie en het potentiële werkgebied.
Vof Groene Dijk.
Vof Groene Dijk is een samenwerking met USP
Vastgoed en is opgericht op 14 januari 2010. Doel van
deze samenwerking is het voor gezamenlijke rekening
uitvoeren van het bouwproject De Omloop in Sint
Maarten (gemeente Harenkarspel).
Bouwcompagnie Project bv
Wooncompagnie Holding bv heeft op 31 oktober 2003
Bouwcompagnie Project bv opgericht. Zij is enige
aandeelhouder en bestuurder. Het maatschappelijk
kapitaal van Bouwcompagnie Project bv bedraagt
€ 90.000, het geplaatste en gestorte kapitaal is € 18.000.
Bouwcompagnie Project bv heeft een rekening-
courantovereenkomst met Stichting
Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie. De stand per
31 december 2010 bedraagt € 3.638.000.
Bouwcompagnie Project bv heeft geen langlopende
schulden.
Vof Bot Bouwcompagnie
Begin 2004 heeft Bouwcompagnie Project bv samen
met een partner grond in Schagen gekocht. Hiervoor is
de vof Bot Bouwcompagnie opgericht. In 2007 werd
deze grond verkocht aan de Gemeente Schagen. Verder
vinden er geen activiteiten plaats.
- 86 -
Bestuurlijk centrum
Vof Stompetoren Noord
Bouwcompagnie Project bv en Mulder Obdam
Ontwikkeling bv hebben op 19 december 2006 de
samenwerkingsovereenkomst vof Stompetoren Noord
getekend. Het doel is de ontwikkeling en realisatie van
huur– en koopwoningen in het plan Stompetoren Noord.
Overeengekomen is dat Stichting
Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie eerste recht
van koop heeft van de negentien woningen in de sociale
sector. De onderneming is op 17 januari 2007
ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van
Koophandel. Het project in Stompetoren zat per
balansdatum nog in de voorbereidende fase.
Vof Bouw-Meester-Compagnie
Bouwcompagnie Project bv en partner hebben op 7 mei
2007 de samenwerkingsovereenkomst getekend van vof
Bouw-Meester-Compagnie. De vof is op dezelfde
datum ingeschreven in het handelsregister van de
Kamer van Koophandel. Het doel van deze vof is voor
gezamenlijke rekening en risico de exploitatie en
ontwikkeling te realiseren van registergoederen ten
behoeve van maatschappelijke vastgoedprojecten, zoals
woningbouw, in de ruimste zin van het woord.
Vof Scholtens-Project-Compagnie
Vof Scholtens-Project-Compagnie is een samenwerking
met Scholtens en is opgericht op 27 januari 2010. Doel
van deze samenwerking is het voor gezamenlijke
rekening en risico ontwikkelen van de strategische
grondpositie in Spierdijk (gemeente Koggenland).
Coöperatieve Trevin U.A.
Op 12 augustus 2009 hebben IntermarisHoeksteen,
Woonwaard Noord-Kennemerland en Wooncompagnie
een samenwerkingsovereenkomst getekend met als doel
een professionaliseringsslag te willen maken waaruit
een meerwaarde ontstaat voor de samenwerkende
partijen. Op 20 november 2009 is deze samenwerking
geformaliseerd door het gezamenlijk oprichten van
Coöperatieve Trevin U.A. (Trevin),
waarinIntermarisHoeksteen, Woonwaard Noord-
Kennemerland en Wooncompagnie als leden zijn
toegetreden.
Stichting Centraal Woningbeheer Wieringermeer en
Bouw- & Beheerstichting Wieringermeer
Van voor de fusie tussen ‘ROAC Huisvesting’ te
Purmerend en ‘Wooncompagnie’ te Wieringerwerf
stamt de bestuurlijke verbondenheid met een tweetal
stichtingen: ‘Stichting Centraal Woningbeheer
Wieringermeer’, opgericht op 1 juli 1950 en Bouw- &
‘Beheerstichting Wieringermeer’, opgericht op 28 april
1995. In beide stichtingen vinden feitelijk geen
activiteiten meer plaats. Stichting Centraal
Woningbeheer Wieringermeer heeft een woonhuis met
bedrijfsruimte en enkele terreinen in eigendom.
7.4.7.4.7.4.7.4. Interne organisatie
7.4.1. Structuur
Wooncompagnie kiest voor een strategie waarbij het
‘netwerken’ centraal staat. De relaties en interacties die
ontstaan wanneer mensen en organisaties informatie en
daarmee betekenis met elkaar uitwisselen zijn typerend
voor netwerken. De nadruk ligt op transparantie en het
sociaal construeren van betekenis (mening, visie, keuze,
beslissing, handelen). Bij deze werkwijze worden
bestaande verschillen bij de besluitvorming betrokken.
Waar mogelijk en gewenst worden zaken aan het
management overgelaten, waarbij de
directeurbestuurder vooral een completerende rol moet
spelen en er voor zorgt dat de organisatie, samengesteld
uit allerlei bedrijfseenheden, op koers blijft. Hierbij
wordt de directeurbestuurder ondersteund door het
‘bestuurlijk centrum’. Deze koers vormt het collectieve
kader waarbinnen de eenheden vervolgens vrij kunnen
handelen. Het is een besturingsfilosofie met integraal
management als uitgangspunt.
- 87 -
Ultimo 2010 was het managementteam als volgt
samengesteld:
Manager S&O
Naam A. (Annique) Bruin
Leeftijd 33 jaar
In dienst per 1 februari 2009
Nevenfuncties Geen
Manager FPC/ Concerncontroller
Naam S. J. (Stefan) van Schaik
Leeftijd 32 jaar
In dienst per 14 april 2008
Nevenfuncties • Lid Raad van Toezicht Stichting
Kinderopvang Hoorn
• Bestuurslid Stichting Hotel
Mariakapel
Manager Bouwcompagnie
Naam H.J.M. (Huub) Ostendorf
Leeftijd 57 jaar
In dienst per 1 november 2001
Nevenfuncties • Bestuurslid Stichting kunstwerk
loods 6 Amsterdam
• Bestuurslid Stichting manege de
Ruif in Amsterdam
• Lid Raad van Toezicht project
Elahuizen van Stichting
gehandicaptensport Nederland
Manager vestiging Purmerend
Naam C.W.M (Rina) van Rooij
Leeftijd 59 jaar
In dienst per 1 juli 1989
Nevenfuncties • Bestuurslid St. Sociaal
Logement Waterland
• Bestuurslid Regionale Stichting
Wonen Plus
• Bestuurslid Purmerendse
Voedselbank
• Bestuurslid St. Algemeen
Opvangcentrum Purmerend
• Lid Provinciale Staten Noord-
Holland (vanaf 18/4/2011)
Manager vestiging Schagen
Naam R. (Roeland) Gravestein
Leeftijd 47 jaar
In dienst per 1 mei 2007
Nevenfuncties • Lid Raad van Toezicht en
Stichting Welsaen Zaandam
Per 1 oktober 2010 heeft de manager Backoffice een
overstap gemaakt naar Trevin en is daarmee geen lid
meer van het managementteam van Wooncompagnie.
7.4.2. Besturingsfilosofie
De basis van alle activiteiten van Wooncompagnie ligt
in de overtuiging: dingen doen die ‘nuttig’ zijn, de
‘goede’ dingen. Als maatschappelijk ondernemer
ervaren wij daarbij zowel de rol van eigenaar als die van
beheerder. Deze dubbelrol vertaalt zich in de
besturingsfilosofie en bijbehorende structuur van de
organisatie. Om de diverse taken uit te voeren zijn
verschillende organisatie-eenheden ingericht, die binnen
de kaders van het geheel zoveel mogelijk als kleine
zelfstandige ondernemingen worden gezien. Om daarbij
de gezamenlijke koers te behouden is niet zozeer het
begrijpen van de samenstellende elementen belangrijk,
maar vooral de relatie tussen deze elementen. Voor
Wooncompagnie zijn deze relaties voorwaarden om
goed te kunnen functioneren, zowel intern als extern.
Wooncompagnie zoekt voortdurend naar de meest
optimale invulling van het maatschappelijk
ondernemerschap om vorm te geven aan haar
bestaansrecht. De organisatie opereert daarbij binnen
een netwerk van verschillende belanghouders om haar
missie te realiseren.
Dit vraagt om een interne organisatie en besturing die
dit faciliteren. De lijn die Wooncompagnie hierbij kiest
is die van samenwerking, waarbij de sterke punten van
elkaar worden opgezocht daar waar dit meerwaarde
biedt. Juist in een concurrerende markt is er behoefte
aan een krachtige, flexibele organisatie met
medewerkers die in hun voelen, denken en handelen de
klant op elk moment centraal stelt, met organisatie-
eenheden die over een voldoende vrijheid en
beslissingsruimte beschikken en die niet gehinderd
worden door te zware verticale beslissing- ,
rapportering- en controlestructuren. De kerntaak van de
- 88 -
Besturingsfilosofie Wooncompagnie Vestiging Vestiging Back Bouw- Purmerend Schagen Office compagnie
De directeurbestuurder maakt in overleg outputafspraken vanuit de overkoepelende strategie, conform de kernwaarden en normen, waarbij het operationele proces bij de managers ligt. De directeurbestuurder wordt ondersteund door de staffunctionarissen
Eenduidige processen worden centraal geregeld vanuit de BackOffice en organisatiebreed toegepast. Ze belichamen interne normen. Opgelet: De keuzes hoe je deze werkprocessen inricht en wat de samenhangende normen zijn, houden (soms) onderliggende beleidskeuzes in.
Overkoepelende kernwaarden op vlak van maatschappelijke opdracht en manier van samenwerken / medewerkerbeleid .
Overkoepelende strategie van Wooncompagnie totaal
directeurbestuurder bestaat dan niet zozeer in het
coördineren, het verzorgen en (waar nodig) het bijsturen
van de overkoepelende organisatieprocessen, maar
vooral in het creëren van de nodige ruimte waarbinnen
de dynamiek kan gedijen. Deze filosofie maakt
efficiënte besluitvorming mogelijk door een slagvaardig
lijnmanagement, waarbij een manager –binnen
vaststaande collectieve kaders en in dialoog met
anderen– zelfstandig beslissingen kan nemen, passend
bij de specifieke, lokale, omstandigheden. Op
directieniveau is behoefte aan meer ruimte om de lange
termijnkoers van de organisatie binnen het netwerk te
realiseren met minder aandacht voor de meer dagelijkse,
operationele zaken
De werkwijze combineert twee zaken. Aan de ene kant
wordt er maximale duidelijkheid verschaft over wat
bereikt moet worden. De prestaties als volkshuisvester,
zoals verwoord in de missie, moeten naar een zo hoog
mogelijk niveau worden getild. Dit vereist heldere
doelstellingen ten aanzien van prestaties, concrete
afspraken en een goed zicht op de realisatie van
prestaties. Tegelijkertijd wordt maximale vrijheid
verschaft over hoe dit bereikt moet worden, waarmee er
voldoende ruimte voor eenheden ontstaat om zelf
beslissingen en verantwoordelijkheid te kunnen nemen.
De vraag hoe zal worden geleverd is dan de eigen
verantwoordelijkheid, in goed overleg met de andere
managers. Vuistregels daarbij zijn een open
communicatie (kwetsbaar durven opstellen) en de zorg
voor het geheel.
Wooncompagnie kiest voor leiderschap dat eerder
veiligheid schept door niet alleen de ruimte van
mogelijkheden aan te geven, maar ook de grenzen en
voorwaarden waarbinnen die ruimte benut kan worden.
Deze grenzen en voorwaarden bepalen het collectieve
kader, waarbinnen met respect voor het geheel vrij kan
worden gehandeld. Het kader bestaat uit de strategische
koers van de organisatie, naleving van
gemeenschappelijke normen, het behoud van
samenhang, de minimaal vereiste uniformiteit in
werkwijze en daarmee het voorkomen van
versnippering en eilandvorming, en de maximalisering
van budgetten en investeringsruimte.
In 2009 hebben alle leidinggevenden een
leiderschapstraject doorlopen om invulling te geven aan
de besturingsfilosofie en de bijbehorende principes
zoals integraal management, ‘decentraal, tenzij…’ en de
netwerkorganisatie. Het doel van het leiderschapstraject
is het realiseren van de doelstellingen uit het
ondernemingsplan. Bij de afronding van het traject met
de leidinggevenden, die plaatsvond in februari 2010, is
afgesproken dat het thema leiderschap in 2010 zou
worden voortgezet door middel van
- 89 -
themabijeenkomsten. Hiertoe is in 2010 Rina van Rooij
(vestigingsmanager Purmerend) benoemd als
programmamanager. De programmamanager heeft als
opdracht het leiderschapstraject verder vorm te geven
en daarin competentiemanagement mee te nemen in
samenwerking met P&O. De programmamanager wordt
ondersteund door een werkgroep, bestaande uit
leidinggevenden van verschillende afdelingen binnen de
organisatie en P&O. Door de programmamanager en de
werkgroep zijn in samenwerking met P&O twee
themabijeenkomsten georganiseerd om leidinggevenden
nog meer handvatten te geven om invulling te geven
aan de besturingsfilosofie. In 2011 zal het traject
worden vervolgd, waarbij de focus zal liggen op het
eigen maken van het netwerkdenken binnen de gehele
organisatie.
7.4.3. Personeel & Organisatie
Doorontwikkeling
In de achterliggende periode hebben verschillende
ontwikkelingen aanleiding gegeven om aan de slag te
gaan met de doorontwikkeling van de organisatie.
Nieuwe regelgeving, aangescherpt toezicht en het in het
geding komen van de financierbaarheid van
investeringsplannen maken het zorgvuldig beheer van
het bestaand vastgoed nog belangrijker, waarbij
nadrukkelijk de heroverweging moet plaatsvinden om
over te gaan tot levensduurverlenging in plaats van
sloop en nieuwbouw. Als het gaat om
projectontwikkeling, dan kan gesteld worden dat de
omstandigheden waaronder projecten kunnen worden
ontwikkeld ingrijpend zijn gewijzigd. Hierdoor kan niet
meer worden vastgehouden aan het eerdere besluit om
met de projectontwikkelingsafdeling Bouwcompagnie
naam te maken als projectontwikkelaar. Dit heeft ertoe
geleid dat Wooncompagnie de huidige gang van zaken
met betrekking tot projectontwikkeling onder de loep
heeft moeten nemen om voorbereid te zijn op de
toekomst.
Tegelijkertijd is in 2010 Trevin van start gegaan.
Hierdoor moest een aantal ‘achterblijvende’ afdelingen
die deel uitmaakten van de Backoffice en niet over zijn
gegaan naar Trevin, een plek krijgen binnen
Wooncompagnie.
Eén van deze afdelingen is Vastgoed. Omwille van
eerder genoemde ontwikkelingen is besloten de
afdelingen Vastgoed en Bouwcompagnie te bundelen.
Hierdoor kan de verhouding tussen prijs en kwaliteit
beter worden geborgd, kan er een betere afstemming en
processturing plaatsvinden als het gaat om
herstructurering, maatschappelijk vastgoed en
maatschappelijke huisvesting, vindt er een betere
beheersing plaats van het lange termijn onderhoud van
de woningportefeuille en wordt kennis en kunde
rondom vastgoed bij elkaar gebracht. De nieuwe
afdeling waarbinnen Vastgoed en Bouwcompagnie
zullen worden samengevoegd zal worden aangestuurd
door een in 2011 aan te trekken manager Vastgoed.
Ook de overige afdelingen van de vroegere Backoffice
krijgen een plek binnen de organisatie. De afdeling
Bedrijfsadministratie wordt ondergebracht bij het
bedrijfsonderdeel Middelen & Bedrijfsvoering, per 1
januari 2011 de nieuwe naam van FPC. Hetzelfde geldt
voor de functies die betrekking hebben op
informatiemanagement. De afdeling Communicatie &
PR wordt ondergebracht bij het bedrijfsonderdeel
Strategie & Ontwikkeling, per 1 januari 2011 de nieuwe
naam van Strategie & Beleid. De afdeling Facilitaire
Dienst wordt onderdeel van Vastgoed.
In 2010 is Felix Beekman als adviseur aangetrokken om
als kwartiermaker in een korte periode een opzet te
maken voor de op te zetten afdeling Vastgoed.
Daarnaast is eind 2010 de adviesaanvraag aan de OR
voorbereid en ingediend. In 2011 zal dit traject worden
voortgezet en afgerond. Tevens zal het proces worden
geëvalueerd.
Ontwikkeling Telefonisch Informatie Punt (TIP)
De invoering van het TIP bij Wooncompagnie zo’n tien
jaar geleden was redelijk uniek en vooruitstrevend in
corporatieland. Klant centraal, één nummer voor alle
klantvragen. Echter, sinds de invoering is er qua
doorontwikkeling te weinig aandacht geweest voor het
TIP. De apparatuur en werkwijze is inmiddels
verouderd te noemen. Een onderdeel om dit te
verbeteren is het toepassen van de zogenaamde TAPI
applicatie. Maar ook het klantregistratie- en
volgsysteem is een zeer belangrijk. Verder is het
- 90 -
gewenst dat er snellere en betere apparatuur komt
waardoor de klant sneller, beter en efficiënter geholpen
kan worden. Dubbele monitoren op iedere werkplek is
daarbij geen overbodige luxe, maar een must. Een
overzichtelijker en beter beheersbare kennisbank is
hierbij ook noodzakelijk. Daarbij is het besluit genomen
om ook het zakelijke nummer binnen te laten komen bij
het TIP. Deze overgang is een kans om de
bereikbaarheid van Wooncompagnie nog verder te
verbeteren.
Voor de benodigde aanpassingen zijn voorbereidingen
getroffen en bedragen opgenomen in de begroting van
2011. Sommige aanpassingen zijn eenvoudig te
realiseren, andere vergen een goede en nauwkeurige
voorbereiding en uitwerking waarbij de samenhang
tussen alle projecten een groot aandachtspunt is.
Personeelsbestand
Eind 2010 waren er 151 medewerkers in dienst (126,7
fte). In december zijn bovendien veertien medewerkers
ingehuurd. Er waren geen vacatures. We hebben
afscheid genomen van vier medewerkers. In 2010 zijn
acht medewerkers in dienst getreden, is een UWV-er
een herintredingtraject gestart en hebben zeven
medewerkers binnen het bedrijf een andere functie
gekregen. De gedragsregels voor personeel zijn
vastgelegd in de huisregels van Wooncompagnie.
Stages
We vinden het belangrijk om jonge mensen kennis te
laten maken met ons bedrijf en onze sector. Daarnaast
biedt het Wooncompagnie de gelegenheid voor een
andere kijk op ons werk en doen we nieuwe kennis op.
In 2010 hebben dan ook zes studenten van
uiteenlopende opleidingen bij ons stage gelopen.
Daarnaast hebben we in totaal acht leerlingen van een
praktijkschool laten meedraaien met de servicediensten
van de vestiging Purmerend en de vestiging Schagen.
Ook in 2011 zullen we dergelijke leerlingen de kans
geven om hun stage bij de servicedienst van
Wooncompagnie in te vullen en op die manier kennis te
maken met het bedrijfsleven.
Trainees
Plateau heeft samen met Aedes het traineeprogramma
‘Talent in Huis’ ontwikkeld. Daarmee worden
corporaties bij het aantrekken en klaarstomen van jong
talent voor toekomstige managementposities en
vakspecialismen ondersteund. Wooncompagnie vindt
het belangrijk om jong talent enthousiast te maken voor
de sector en een leerplek te bieden om met de sector
kennis te maken. In Trevinverband heeft
- 91 -
Wooncompagnie daarom in 2010 aan drie startende
hoogopgeleiden een leer– en werkomgeving geboden.
De trainees doorlopen een traject van drie keer een half
jaar bij een van een de Trevincorporaties. De trainees
maken met de drie corporaties kennis en zullen
roulerend werkzaam zijn bij de projectorganisatie,
Strategie en Beleid en Woonzaken. Medio 2010 heeft
onze eerste trainee zich ingezet op de vestigingen. De
vestigingsmanager van Purmerend heeft de trainee
begeleid. Begin 2011 zal de tweede trainee de afdeling
Strategie en Beleid gaan versterken. Het traineetraject
loopt door tot eind 2011.
Trevin
Het P&O netwerk van Trevin heeft haar focus 2010
voornamelijk gehad op de plaatsing van medewerkers
binnen Trevin. Alle medewerkers hebben hun voorkeur
voor een functie kunnen uitspreken en hebben van de
plaatsingscommissie een voorstel ontvangen voor een
passende functie. Alle medewerkers hebben dit voorstel
geaccepteerd. Het P&O-netwerk geeft ondersteuning bij
het uitvoeren van het P&O-beleid. IntermarisHoeksteen
verzorgt de personeels- en salarisadministratie voor
Trevin. Eind 2010 is gestart met het ontwikkelen van
een arbeidsvoorwaardenpakket voor Trevin. Daarnaast
is het delen van kennis en het uitwisselen van
informatie binnen het P&O netwerk een belangrijk
aandachtspunt en worden vacatures worden actief
uitgewisseld.
Arbeidsomstandigheden
Aan ARBO oftewel de arbeidsomstandigheden wordt
binnen Wooncompagnie veel aandacht besteed. Het is
een breed aandachtsgebied. Een gezonde werkplek, een
veilige werkomgeving en een goede balans tussen
inspanning en ontspanning leidt tot minder verzuim,
tevreden medewerkers en betere prestaties. Er is beleid
ten aanzien van werkplekken, verzuim en agressie en
geweld. Het arbobeleid is echter nog in ontwikkeling. In
2010 zijn de volgende ARBO-activiteiten uitgevoerd:
• Er is een Risico Inventarisatie en Evaluatie
uitgevoerd op de vestigingen in Schagen en
Purmerend gericht op agressiepreventie. Op dit
moment worden de aanbevelingen uitgewerkt in
samenwerking met leidinggevenden en
preventiemedewerkers.
• In april is er een grote voorjaarsschoonmaak
geweest op alle kantoren.
• In de periode van mei t/m juli hebben de PAGO’s
plaatsgevonden. Aan dit onderzoek hebben 97
medewerkers deelgenomen. Dit is een respons van
65,5%. Alle deelnemers hebben een schriftelijke
terugkoppeling ontvangen van Mediwork met de
resultaten van zijn/ haar onderzoek en zijn
voorgelicht over mogelijke gevolgen en te nemen
maatregelen. Wooncompagnie ontvangt de
resultaten op hoofdlijnen. Wat hierin opvalt zijn de
klachten over de klimaatbeheersing (38%).
Daarnaast bestaat er bij enkele medewerkers het
gevoel van te hoge werkdruk (8%), het gevoel van
onvoldoende waardering/ beloning voor het werk
(4%) of problemen met computerwerkzaamheden
(3%). De klimaatbeheersing is op meerdere locaties
al langere tijd een punt van zorg. In de praktijk blijkt
het erg lastig om het klimaat op de kantoren goed in
te regelen en het heeft daarom nog steeds onze
aandacht. Medewerkers die klachten ondervinden
als gevolg van computerwerkzaamheden zijn
gewezen op het belang van regelmatige momenten
van ontspanning ter voorkoming van
spanningsklachten. Bovendien krijgen zij in 2011 de
mogelijkheid zich in te schrijven voor een
werkplekonderzoek. De overige punten zullen
terugkomen in het
medewerkerstevredenheidonderzoek en zullen
meegenomen worden in de uitwerking de
actiepunten die hieruit voort zullen komen.
• Het agressieprotocol is aangevuld. Alle agressie en
geweldsincidenten dienen te worden gemeld, zodat
we inzicht krijgen in de frequentie en ernst van de
incidenten.
• Voor en met de servicedienst zijn in juni en
december 2010 twee voorlichtingsbijeenkomsten
(‘toolbox’) georganiseerd met de thema's ‘Werken
in besloten ruimtes’ en ‘Werken met gevaarlijke
stoffen’.
• Alle medewerkers hebben in december 2010 de
mogelijkheid gekregen om deel te nemen aan de
herhalingsworkshop Gezond achter het
beeldscherm’.
- 92 -
- 93 -
Medewerkerstevredendheidsonderzoek (MTO)
In september is het MTO uitgevoerd. Voor de algemene
tevredenheid scoort Wooncompagnie een 8,4. In 2008
was dit nog een 7,7 dus dat is een fantastisch resultaat.
Ook de tevredenheid over leidinggevenden, de
organisatie en ontwikkelingsmogelijkheden is enorm
toegenomen. Maar liefst 88% van de medewerkers voelt
zich thuis bij de organisatie. Dankzij de goede respons
van 74,3 % kunnen we stellen dat deze score de mening
van een meerderheid van de medewerkers weergeeft.
Individueel loopbaanontwikkelingsbudget
Vanaf 1 januari 2010 kunnen medewerkers gebruik
maken van het individueel
loopbaanontwikkelingsbudget. Inmiddels maken zes
medewerkers gebruik van dit budget om zichzelf verder
te ontwikkelen.
Ondernemingsraad
In 2010 is de ontwikkeling ingezet om leidinggevenden
en de OR directer met elkaar in contact te laten komen.
Om hier vorm aan te geven heeft een gezamenlijke
bijeenkomst plaatsgevonden. Bovendien hebben alle
leidinggevenden deelgenomen aan een cursus WOR,
zodat ieder op de hoogte is van de inhoud van de WOR
en hoe hiermee in de praktijk kan worden gewerkt.
7.4.4. Betrekken van medewerkers
Uit het Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO)
2008 is naar voren gekomen dat medewerkers graag
actiever en intensiever mee wil praten over
ontwikkelingen en onderwerpen op het gebied van
volkshuisvesting in het algemeen en Wooncompagnie in
het bijzonder. Het MTO van 2008 is input geweest voor
het ondernemingsplan. Het actief betrekken van
medewerkers bij het maken van keuzes op strategisch
en tactisch niveau, is dan ook als doelstelling
opgenomen in het ondernemingsplan.
Personeelsbijeenkomst
De jaarlijkse personeelsbijeenkomst wordt gebruikt om
invulling te geven aan bovengenoemde doelstelling. Het
thema van de personeelsbijeenkomst in 2010 was
‘Werken aan de toekomst’. Er zijn vier workshops
gehouden met elk een eigen thema: integriteit,
ondernemingsplan / jaarwerkplan, Trevin /
doorontwikkeling en maatschappelijke projecten. Aan
de hand van enquêtes is gemeten wat het personeel van
de avond vond. De workshop integriteit werd als leukste
beoordeeld. Bijzonder hieraan is dat aan een serieus
onderwerp een interactieve en speelse draai is gegeven.
Het thema ondernemingsplan / jaarwerkplan was ook
succesvol. Ca. 60% van de geënquêteerden heeft
aangegeven nu een beter beeld te hebben van het
jaarwerkplan.
Volkshuisvestingscafé
Een tweede –wat luchtiger– manier om actiever en
intensiever met medewerkers te discussiëren over
volkshuisvestelijke thema’s en ontwikkelingen binnen
de sector, is het Wooncompagnie volkshuisvestingscafé.
Medewerkers konden zich daartoe opgeven. Op 2
november 2010 is het tweede volkshuisvestingscafé
georganiseerd. Circa 25 medewerkers hebben
deelgenomen. De besproken thema’s waren het
staatssteundossier en het regeerakkoord van kabinet
Rutte. Gestart werd met een inleiding over het ontstaan
en van woningcorporaties, de bruteringsoperatie en de
staatssteundiscussie tussen Nederland en de Europese
Commissie. Hierna is aan de hand van zes stellingen
gediscussieerd over deze thema’s. Iedereen was
gedreven aan het discussiëren en er werden diverse
standpunten ingenomen. Vervolgens volgde in de vorm
van het petje-op-petje-af spel een kennistoets over de
sector in het algemeen en Wooncompagnie in het
bijzonder. De winnaar ontving de Wooncompagnie
wisseltrofee. De bijeenkomst werd afgesloten met een
borrel. De deelnemers waren wederom zeer positief.
Men vond het leuk en leerzaam en het heeft het
teamgevoel verder versterkt. Een grote winst was dat de
naar voren gebrachte standpunten meer inzicht hebben
verschaft bij een ieder over de mogelijke effecten van
de ministeriële regeling en het regeerakkoord. De
uitkomst van de strategische discussie omtrent de
onderwerpen die in de zomer hebben plaatsgevonden,
werden breed gedragen.
Voor 2011 is het voornemen het volkshuisvestingscafé
twee keer per jaar te organiseren.
Inventiviteitprijs
Wooncompagnie heeft de medewerkers in 2010
gevraagd om met een idee te komen en uitwerken in het
kader van het thema Innovatief Ondernemen. Het doel
- 94 -
van de wedstrijd was om zelf onze organisatie te
verbeteren. De ideeën konden intern gericht zijn
(faciliteiten voor medewerkers, kantoor, werkplek,
beleid, organisatie) of extern (richting onze huurders en
wijken). Tijdens de personeelsbijeenkomst hebben de
deelnemers hun idee gepresenteerd en brachten de
medewerkers hun stem uit op het beste idee.
Het beste idee is beloond met een reischeque ter waarde
van € 750. Het winnende idee was‘Dag zwerfafval,
hallo leuke Buurt’. Doel van het idee is een schonere
woonomgeving, meer verantwoordelijkheidsgevoel bij
jongeren en samen doen/verantwoordelijk zijn. Met
scholen in een buurt worden opruimacties georganiseerd
in overleg met de gemeente. Hoe meer er wordt
opgeruimd, hoe groter de beloning is. De beloning
bestaat uit een geldbedrag dat door de kinderen weer in
de wijk wordt geïnvesteerd (bijvoorbeeld nieuwe
speeltoestellen of een pannaveld). In 2011 zal
Wooncompagnie in gesprek gaan met gemeenten en
scholen om uitvoering te geven aan het winnende idee.
Teambuildingsdag
Naast betrokkenheid bij de organisatie vindt
Wooncompagnie het ook belangrijk dat medewerkers
onderling betrokken zijn. Daarom wordt om in een
oneven jaar een maatschappelijke dag georganiseerd
met als doel een bijdrage te leveren aan de maatschappij
en de doelgroepen waar Wooncompagnie zich voor
inzet. Het even jaar wordt door de locaties een
teambuildingsdag georganiseerd. Op 3 juni hebben de
locaties Schagen, Purmerend en Hoorn voor de
medewerkers een teambuildingsdag georganiseerd. De
medewerkers uit Hoorn hebben in teams een
puzzeltocht gehouden door het centrum van Hoorn. Het
team dat het eerste een ring had gevonden in een café-
restaurant in het centrum had gewonnen.
De medewerkers van de vestiging Purmerend hebben
onder leiding van ‘de Frisse Blik’ in groepjes van drie
filmpjes gemaakt en gemonteerd. De filmpjes werden
gemaakt aan de hand van een meegnomen voorwerp.
De creativiteit voerde de boventoon. Het resultaat is
vele mooie, ontroerende en hilarische filmpjes. Een
prachtig eindproduct waar hard aan is gewerkt is. De
medewerkers van vestiging Schagen hebben hun
grenzen verlegd en een antislipcursus gevolgd. De
locaties hebben de dag alle afgesloten met een etentje.
Wooncompagnie Sterrenslag
In 2010 heeft de vestiging Schagen ter bevordering van
de bedrijfsbrede teambuilding de organisatie van
‘Wooncompagnie Sterrenslag’ op zich genomen waarbij
collega’s in teams op sportieve wijze de strijd met
elkaar zijn aangegaan. De opkomst was zeer groot en
onder een stralende zon zijn de grenzen verlegd en de
teamspirit verder versterkt.
- 95 -
Individueel loopbaanontwikkelingsbudget voor medewerkers Studeren met financiële steun van Wooncompagnie
Silvan Wiersma, werkplanner bij Wooncompagnie
Elf jaar geleden begon Silvan (34) als timmerman in de
servicedienst en is nu alweer vier jaar werkplanner bij
Wooncompagnie Schagen. Het bevalt hem goed, maar
op de vraag of dit nou écht is wat hij wil luidde het
antwoord nee. ‘Ik zou graag meer bezig willen zijn met
en voor mensen. Daar zijn diploma´s voor nodig. In
september 2010 ben ik daarom gestart met de vierjarige
opleiding Maatschappijleer aan de Hogeschool van
Amsterdam. In mijn geval kan ik ongeveer de helft van
de studiekosten betalen met mijn individueel
loopbaanontwikkelingsbudget,’ aldus Silvan.
- 96 -
Studie en functie Werknemers van de corporatie hebben recht op een
budget 900 euro voor loopbaanontwikkeling per
afgerond dienstjaar, tot een maximum van 4.500 euro.
Parttimers krijgen een budget naar rato. De medewerker
is vrij in de cursus- of studiekeuze, als het maar niets te
maken heeft met de huidige functie (dat zijn de kosten
voor de werkgever). De kans op een baan binnen de
corporatie die aansluit op de studie Maatschappijleer
lijkt derhalve beperkt, weet ook Silvan. ‘Ik zou aan de
slag kunnen als woonconsulent of
leefbaarheidsmedewerker. Lukt dat niet, dan kijk ik
verder. Dat is een ingecalculeerd risico voor
Wooncompagnie, maar ook een kans: er ontstaat ruimte
voor verschuivingen of gerichte versterkingen. Geen
persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden aanbieden is
overigens ook geen optie voor een werkgever: dan
stappen mensen met andere interesses zéker een keer
op.’
Verrijking Als de opdrachten en examens in juni goed resultaat
opleveren, heeft Silvan zijn propedeuse binnen. Hij
blikt terug op een pittig eerste studiejaar. ‘Ik werk vier
dagen in de week negen uur. De vijfde dag ga ik naar
school. Leren en opdrachten maken doe ik ’s avonds en
in de weekenden. Elke zaterdag sta ik op om kwart voor
zes zodat ik de hele dag aan de studie kan besteden.
Zondag van zeven tot een uur of twee.’ Een studie naast
het werk vergt dus wilskracht en discipline. Van de 26
studenten uit zijn klas zijn er nog maar zes over. Maar
Silvan is vastberaden. ‘Ik vind het leuk en ik weet waar
ik het voor doe. Deze studie geeft mij bovendien meer
dan alleen perspectief op ander werk. Ik leer anders
tegen dingen aankijken. Het nieuws bijvoorbeeld. Ik
vind het een verrijking voor mezelf dat ik vanuit
cultureel, sociologisch en politicologisch standpunt een
gefundeerde mening kan geven.’
Suggestie Van zijn collega´s krijgt Silvan regelmatig
belangstellende vragen, positieve reacties en
bewondering. ‘Dat heeft ook te maken met die aanslag
op mijn vrije tijd’, verklaart Silvan. ‘Maar ik was al van
plan deze opleiding te volgen; het
loopbaanontwikkelingsbudget was het laatste zetje in de
rug. En meer kán het ook niet zijn, want om te slagen is
motivatie vereiste nummer één. Alleen kan ik me
voorstellen dat de belasting voor sommigen een te groot
bezwaar vormt, zeker als je gewenste studie een
vierjarige HBO-opleiding is. Daarom zou het voor
Wooncompagnie een suggestie zijn om studies niet
alleen financieel maar ook in tijd te faciliteren.
Vrijstelling voor de stage- en examendagen zou al een
mooie start zijn.’
‘Deze studie geeft mij
meer dan alleen
perspectief op ander werk’
- 97 -
- 98 -
8. Toekomst De afgelopen jaren zijn turbulent geweest. En ook 2011
belooft geen jaar van ‘business as usual’ te worden. De
wereld om ons heen is significant gewijzigd ten
opzichte van het moment dat wij ons ondernemingsplan
hebben vastgesteld. Een tussentijdse herijking is dan
ook noodzakelijk en zal in de zomer van 2011
plaatsvinden. Wooncompagnie wordt gedwongen zich
meer en meer te richten op haar kerntaak: het bieden
van huisvesting aan mensen die daar zelf niet in kunnen
voorzien. Dat is ook de richting die de overheid steeds
meer voorstaat. Bezuinigingen bij de overheid hebben
hun weerslag op zowel de corporaties als op de
huurders. Ook de financiële positie van
Wooncompagnie komt mogelijk onder druk te staan.
Met ons vermogen is in de kern niets mis, maar de
ontwikkeling van de kasstromen baart ons wel zorgen.
De investeringen nemen sterk toe, terwijl de
rendementen op die investeringen steeds lager worden.
Het voornemen van de overheid om een substantieel
deel van de huurtoeslag door woningcorporaties te laten
financieren maakt dat de exploitatie verder onder druk
komt te staan. Voor Wooncompagnie betekent de
bijdrage aan de financiering van de huurtoeslag een
extra aanslag op de (meerjaren-)begroting van zo’n € 3
miljoen op jaarbasis. Het inflatievolgende huurbeleid,
dat zal gelden voor het grootste deel van onze huurders,
is ontoereikend om dat op te vangen.
Deze ontwikkeling betekent ook een verandering, in de
rol en positie, van onze huidige woningvoorraad. Een
heroverweging van de keuze tussen sloop en
vervangende nieuwbouw of het in stand houden (lees
levensduurverlenging) van de huidige woningvoorraad
is gegeven deze constatering opnieuw legitiem. Om
nieuwe woningen te bouwen en om woningen te
exploiteren is Wooncompagnie meer en meer
afhankelijk van het verkopen van bestaande
huurwoningen.
Wetgeving en ontwikkeling op de woningmarkt
Het Europadossier en het regeerakkoord zullen in 2011
belangrijke thema’s zijn voor Wooncompagnie. Begin
2011 hebben we in Trevinverband een aantal
belangrijke aankomende wetsvoorstellen geanalyseerd:
De ministeriële regeling, die zijn beslag gaat krijgen in
de Huisvestingswet, de Woningwet, de Warmtewet, het
initiatiefrecht voor huurders, het ‘right to buy’,
aanpassing van het woningwaarderingssysteem
(energielabels en schaarstepunten) en het huurbeleid.
We hebben daarbij, voor zover dat in dit stadium
mogelijk is, in kaart gebracht wat dit voor ons als
corporaties betekent, welke speelruimte er is en
vervolgens een aantal scenario’s opgesteld hoe we daar
vanuit het wonen bezien mee om kunnen en willen gaan
en welke gevolgen dat met zich meebrengt.
Uiteraard heeft de veranderende wetgeving ook in
financiële en organisatorische zin impact op onze
organisatie. Eind 2010 zijn we gestart om ook dit goed
in beeld te brengen. Op dit moment hebben we nog
onvoldoende informatie om alles tot in detail in beeld te
kunnen brengen. In ieder geval is wel het niet-DEAB
bezit in kaart gebracht. Anticiperend op de vereisten
van de EU-beschikking is begin 2011 Wooncompagnie
Beheer BV in oprichting. Mogelijk dat later in 2011
duidelijk wordt of het niet-DEAB bezit verplicht in een
aparte entiteit geplaatst moet worden; dan is de BV
alvast opgericht.
We hebben nauw contact met de accountants en leggen
al onze interpretaties van de ministeriële regeling en de
daaruit volgende keuzes aan hen voor. Met regelmaat
hebben wij daar een pioniersgevoel bij. Op congressen
en in de diverse netwerken bemerken we dat de
collega’s met dezelfde vragen en onduidelijkheden
worstelen en dat we zelfs lijken te kunnen stellen dat
wij ons ‘in de kopgroep’ bevinden.
Begin 2011 heeft Wooncompagnie conform de
beleidscyclus van het SPB opdracht gegeven om het
woningmarktonderzoek te actualiseren dat het Rigo in
1998 voor ons heeft uitgevoerd. Dit onderzoek betreft
alle gemeenten waar wij actief zijn. Het geeft inzicht in
de toekomstige vraag naar huur– en koopwoningen, de
ontwikkeling van de woningvoorraad naar type,
eigendom en prijsniveau, bevolkings– en
huishoudensontwikkeling en verhuisbewegingen.
Daarnaast hebben we nu expliciet een onderscheid
gemaakt tussen huishoudens met een inkomen tot
- 99 -
€ 33.614, huishoudens met een inkomen van € 33.614
tot € 43.000 en huishoudens met een hoger inkomen.
Daarmee krijgen we zicht op de omvang en
ontwikkeling van deze groepen, hun woonvraag en hun
(on)mogelijkheden.
Vanzelfsprekend zijn de resultaten van de strategische
sessies van medio 2010 naar aanleiding van het
Europadossier, de resultaten van het marktonderzoek en
de gemaakte analyse met betrekking tot toekomstige
wetgeving belangrijke input voor de herijking van het
ondernemingsplan.
In 2011 actualiseren we ook het strategische document
van het portefeuillebeleid waarbij nadrukkelijker wordt
ingegaan op de verschillen tussen het werkgebied van
de vestiging Schagen en dat van de vestiging
Purmerend. Per vestiging zullen daarbij wellicht op
onderwerpen andere keuzes worden gemaakt. Daarna
zal het huurbeleid worden geactualiseerd.
De geplande herijking laat onverlet dat wij in 2011
doorgaan met het realiseren van de 24 doelstellingen die
in het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ zijn opgenomen. Een aanzienlijk deel van deze
doelstellingen hebben we in 2009 en 2010 voortvarend
opgepakt. In dit jaarverslag zijn deze doelstellingen en
de voortgang daarvan opgenomen. Een aantal
doelstellingen heeft een meer continu karakter en
blijven doorlopend onze aandacht behouden.
Provincie en gemeenten
In de loop van 2011 zullen de effecten van de
verkiezingsuitslag van de Provinciale Statenverkiezing
zichtbaar worden. Hoewel de verschuivingen met
betrekking tot de zetelverdeling ten opzichte van andere
provincies in Noord-Holland is meegevallen, zal naar
verwachting de koers van de Provincie worden
bijgesteld.
Daarnaast spelen nog steeds de gemeentelijke
herindelingen. Per 1 januari 2011 is de fusiegemeente
Medemblik ontstaan uit de voormalige gemeenten
Medemblik, Wervershoof en Andijk. Het gemeentehuis
is gevestigd in Wognum in het voormalige
hoofdkantoor van de DSB Bank en DSB Beheer. Deze
kantoorpanden waren in 2010 door de te fuseren
gemeenten opgekocht. Hiermee waren
nieuwbouwplannen voor een gemeentehuis in de stad
Medemblik van de baan. De voormalige gemeente
Medemblik was slechts vier jaar eerder, op 1 januari
2007, gevormd door een fusie van de toenmalige
gemeenten Noorder-Koggenland, Wognum (met
uitzondering van een kleine strook grond die overging
naar de gemeente Hoorn) en de toenmalige
stadsgemeente Medemblik.
- 100 -
Hollands Kroon is een fusiegemeente die per 1 januari
2012 zal ontstaan. De nieuwe gemeente wordt gevormd
door een fusie van de gemeenten Wieringen,
Wieringermeer, Anna Paulowna en Niedorp.
Een derde mogelijke fusie van gemeenten in Noord-
Holland betreft een fusie tussen de gemeenten Zijpe,
Harenkarspel en Schagen. Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland hebben op 11 januari 2011 een
herindelingsadvies vastgesteld en deze aangeboden aan
de Minister voor een fusie per 1 januari 2013. De
gemeente Zijpe verzet zich echter. In 2009 is in Zijpe
een referendum gehouden waarbij 63% van de
stemmers heeft gekozen voor zelfstandigheid.
Provinciale samenwerking
2011 zal een belangrijk jaar worden voor Kracht door
Verbinding. De in 2010 gesmede Allianties zullen in
2011 verder vorm gaan krijgen. Zo verkennen
corporaties, samen met gemeenten en BZK/WWI de
mogelijkheden van broedplaatsen om bewoners te
betrekken en participatie op een geheel andere en
prikkelende manier te vergroten. Verder zitten
corporaties, gemeenten, de provincie Noord-Holland,
BZK/WWI en bouwende partijen aan tafel om
gezamenlijk een oplossing te zoeken voor Collectief
Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), dat maar niet
goed van de grond wil komen. Een ander voorbeeld
speelt zich af op het gebied van de recreatie. In West-
Friesland heerst het gevoel dat de toeristische
kwaliteiten nog onvoldoende worden benut.
Verschillende partijen bedenken nu samen manieren om
toeristen naar West-Friesland te trekken, bijvoorbeeld
door een dagkaart te ontwikkelen voor verschillende
toeristische activiteiten. Ten slotte zijn corporaties,
bedrijven, Aedes en de Woonbond voornemens om
gezamenlijk te werken aan bewustwording van
woonconsumenten op gebied van energiebesparing. Om
de contactmogelijkheden tussen de leden van de
Alliantiefabrieken te vereenvoudigen is op
www.linkedin.com de groep ‘Kracht door Verbinding’
actief.
Jaarplan 2011
In het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ heeft Wooncompagnie voor een periode van vier
jaar keuzes gemaakt en een koers uitgezet op basis van
vier thema’s waarmee in dit jaarverslag van 2010 een
duidelijke koppeling is gelegd. De uitgezette koers in
het ondernemingsplan is geconcretiseerd aan de hand
van 24 doelstellingen. Een aanzienlijk deel van deze
doelstellingen hebben we reeds opgepakt. In dit
jaarverslag zijn deze doelstellingen en de voortgang
daarvan opgenomen. Zoals eerder gezegd is helder dat
we het ondernemingsplan in 2011 moeten herijken. We
sluiten niet uit dat we onze toekomstige ambities op
basis hiervan zullen moeten bijstellen. In die
wetenschap hebben we in het Jaarplan 2011 voor onze
organisatie de volgende speerpunten benoemd:
- 101 -
Maatschappelijk presteren:
• maatschappelijke opgave in onze wijken en buurten
vaststellen;
• maatschappelijk vastgoed realiseren in
samenwerking met partners;
• een toetsingskader vaststellen met betrekking tot
leefbaarheid, dat intern en extern duidelijkheid
brengt;
• heldere relatie en afspraken met onze
maatschappelijke partners.
Duurzame voorraad:
• marktonderzoek uitvoeren en het Strategische
Portefeuillebeleid actualiseren;
• energiebeleid (ingebed in complexbeheerplannen)
uitvoeren;
• stimuleringsmaatregelen tot energie- en
kostenbesparing door bewoners verder uitbouwen en
implementeren;
• vier inspirerende projecten op het gebied van milieu
voorbereiden / opleveren.
Ondernemen:
• persoonlijke digitale woonwinkel nader uitwerken
en implementeren;
• Koopgarant en de Startersrenteregeling
implementeren;
• woonlastenbeleid vormgeven.
Organisatie:
• verkoop van woningen stimuleren en realiseren
• implementatie en evaluatie doorontwikkeling
• Ontwikkeling van medewerkers
• implementeren Persoonlijk Loopbaanplan
Samenwerking Trevin:
• Shared Service Center evalueren en optimaliseren;
• Programmanetwerk en ontwikkelplatform verder
uitbouwen;
• uitvoeren jaarplan Trevin 2011.
- 102 -
Resultaat uit verhuuractiviteiten 31 30 30
Resultaat uit financieringsactiviteiten -18 -19 -21
Resultaat uit projecten en verkopen -29 16 -40
Vennootschapsbelasting 8 -5 -4
Resultaat deelnemingen 0 0 2
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa 8 0 3
Totaal 0 22 -30
Jaarresultaat (bedragen x € 1 mln) jaarrekening 2009 jaarrekening 2010 begroting 2010
9. Financiële positie en risico-management
Wooncompagnie is financieel gezond en wil dat graag
zo houden. Het financiële beheer van Wooncompagnie
is er enerzijds op gericht inzicht te krijgen in de
toekomstige risico’s en anderzijds om solvabel en
financierbaar te blijven. Vanuit die focus worden
meerjarenbegrotingen opgesteld en
gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. Aan de hand van de
resultaten wordt het financiële beleid gemonitord en zo
nodig bijgesteld. Wooncompagnie heeft een planning-
en controlcyclus die resultaatgericht, genormeerd en
meetbaar is. Strategische doelen worden vertaald naar
operationele doelen. De in het kader van het
ondernemingsplan gemaakte keuzes krijgen uiteraard
een financiële vertaling. Dit inzicht hebben we nodig
om helderheid te krijgen over de reële financiële ruimte.
9.1.9.1.9.1.9.1. Financiële positie en continuïteit
9.1.1. Algemene uitgangspunten financieel beleid
Het financiële beleid van Wooncompagnie is gebaseerd
op de financiële pijlers solvabiliteit en het
rentedekkingsgetal. De hoogte van deze ratio’s is tevens
van belang voor de risico- en continuïteitsbeoordeling
door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en de
financieringsbeoordeling door het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW).
Voor de gewenste omvang van de solvabiliteit (op basis
van de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde) heeft
Wooncompagnie een harde ondergrens gesteld van
15%. Deze ondergrens wordt verhoogd met een risico-
opslag. Wij zijn een actieve corporatie en we zien het
als onze taak om dit in de toekomst ook te blijven. Om
deze reden wordt tevens een zachte bovengrens van het
weerstandsvermogen van 30% gemonitord.
Verder vinden wij het belangrijk om een 'gezonde'
operationele kasstroom te hebben zodat de
financierbaarheid gegarandeerd blijft. Daarom wordt
ook gestuurd op het rentedekkingsgetal. Deze ratio geeft
aan hoe vaak de per saldo verschuldigde rente uit de
operationele kasstroom kan worden betaald. Het
rentedekkingsgetal moet jaarlijks minimaal 1,4 zijn.
9.2.9.2.9.2.9.2. Jaarresultaat 2010
Het jaarresultaat van Wooncompagnie kwam in 2010
uit op € 22 miljoen positief. Dit is € 52 miljoen meer
dan begroot en € 22 miljoen meer dan in 2009 is
gerealiseerd. De verbetering van het jaarresultaat 2010
ten opzichte van 2009 en de begroting 2010 is
veroorzaakt door schattingswijzigingen in de
waardering van het bezit. Deze wijzigingen hebben een
materiële impact gehad op het resultaat uit projecten en
verkopen en de mutatie actuele waarde. Het resultaat uit
verhuuractiviteiten en financieringsactiviteiten is
vrijwel conform voorgaand jaar en de begroting.
Resultaat uit verhuuractiviteiten
Het resultaat uit verhuuractiviteiten is redelijk stabiel.
Op individuele posten zijn echter wel verschillen ten
opzichte van de begroting te onderkennen.
- 103 -
Zo zijn de planmatig onderhoudsuitgaven achter
gebleven ten opzichte van de begroting. Een deel, € 1,9
miljoen, van de planmatig onderhoudswerkzaamheden
is doorgeschoven naar 2011 (in de begroting was
rekening gehouden met een overloop van € 2 miljoen).
Daarnaast is een aantal planmatig
onderhoudswerkzaamheden komen te vervallen. Hier
staat tegenover dat de kosten van niet planmatig
onderhoud € 1 miljoen hoger uit zijn gekomen dan
begroot.
Resultaat uit financieringsactiviteiten
Het renteresultaat over 2010 was bijna € 2 miljoen
voordeliger dan begroot, voornamelijk als gevolg van
achterblijvende kasstromen uit
(des)investeringsactiviteiten. Hierdoor was het niet
nodig de volledige financieringsbehoefte uit de
begroting 2010 in te vullen. Daarnaast was er sprake
van een lagere gemiddelde rente dan verwacht. De
gewogen gemiddelde rente van de leningportefeuille per
31 december 2010 is 4,49% (per 31 december 2009 was
deze 4,19% en in de begroting was rekening gehouden
met 4,83%). De daling ten opzichte van de begroting is
gerealiseerd doordat de nieuwe en herfinancieringen
over 2010 hebben plaatsgevonden tegen een lager dan
begroot rentepercentage.
Resultaat uit projecten en verkopen
Wooncompagnie heeft zich in 2010 ook actief ingezet
in bestaande en nieuwe leefomgevingen door te
investeren in nieuwbouw en herstructurering. Dit komt
tot uiting in de onrendabele investeringen die ten laste
van het resultaat zijn gebracht. Het onrendabele deel
van een investering is het verschil tussen de investering
en de actuele waarde. Door een (schattings)wijziging in
de berekening van de actuele waarde kon in 2010 per
saldo een deel van de onrendabele investeringen terug
worden genomen. Om deze reden is een bedrag van € 5
miljoen geboekt ten gunste van het resultaat (2009:
€ 33 miljoen nadelig, begroot 2010: € 55 miljoen
nadelig), bestaande uit projecten die ‘intern zijn
geformaliseerd en extern zijn gecommuniceerd’ en
projecten die nog in voorbereiding zijn waarbij het de
verwachting is dat de uiteindelijke projectopbrengsten
lager zullen zijn dan de verwachte stichtingskosten.
Het verkoopresultaat over 2010 is bijna 5 miljoen lager
uitgevallen dan begroot. De oorzaak hiervan is dat er 35
woningen minder zijn verkocht dan begroot.
Vennootschapsbelasting
Het belastbaar bedrag over 2010 bedraagt € 11,5
miljoen. Als gevolg van een daling van de fiscale
waarde van het bestaande bezit kon er een bedrag van €
21,9 miljoen ten laste van het belastbaar bedrag worden
gebracht. Hiermee is er sprake van een acute
belastingbaat over 2010 van € 2,6 miljoen (2009: € 2,4
miljoen nadelig, begroot: € 3,8 miljoen nadelig).
Wooncompagnie heeft diverse belastinglatenties
gevormd, voor het tijdelijke verschil tussen de fiscale en
commerciële waardering van een aantal balansposten.
In 2010 is er voor een bedrag van € 7,9 miljoen aan
mutaties in deze latenties verantwoord.
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa
In 2010 zijn er enkele belangrijke schattingswijzigingen
doorgevoerd in de waarderingsgrondslagen en dan met
name ten aanzien van de waardering van het bezit. De
belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de
wijziging van de disconteringsvoet van 6% naar 5,25%
en een neerwaartse bijstelling van de restwaarde-
inschatting. Als gevolg hiervan is de mutatie actuele
waarde ten opzichte van de begroting € 3 miljoen lager
uitgevallen.
9.2.1. Financiële continuïteit en meerjarenperspectief
Zoals beschreven in subparagraaf 9.1.1. wordt op basis
van de restricties vanuit continuïteit en
financierbaarheid actief gemonitord op zowel het
weerstandsvermogen (op basis van de
volkshuisvestelijke bedrijfswaarde) als het
rentedekkingsgetal.
Vermogen
Ontwikkeling van het volkshuisvestelijke vermogen in
% van het balanstotaal blijft op grond van de
meerjarenbegroting 2011-2015 binnen de gestelde
bandbreedte. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft
bij het continuïteitsoordeel 2011 geconcludeerd dat de
voorgenomen activiteiten passend zijn bij de
vermogenspositie. Wooncompagnie blijft dan ook een
financieel gezonde A1-status corporatie. Het Centraal
Fonds Volkshuisvesting heeft het risicoprofiel (17%,
- 104 -
bestaande uit 13% risico en 4% Vpb-beklemming,
ultimo 2015) van Wooncompagnie lager ingeschat dan
de vermogenspositie op basis waarvan Wooncompagnie
in 2010 heeft gestuurd.
Een belangrijk aandachtspunt is echter wel de impact
van de mogelijke heffing voor huurtoeslag op de
financiële positie van Wooncompagnie. Indien dit
voornemen uit het regeerakkoord daadwerkelijk zal
worden geëffectueerd zal Wooncompagnie moeten
bijsturen om te kunnen blijven voldoen aan de gestelde
ondergrens van het vermogen. Dit impliceert dat er
keuzes moeten worden gemaakt in de activiteiten en dan
met name ten aanzien van de nieuwbouw– en
herstructureringsprojecten.
Financierbaarheid
Wooncompagnie heeft een zeer stabiele en gezonde
operationele kasstroom. Ten opzichte van 2009 is het
rentedekkingsgetal in 2010 toegenomen. De
belangrijkste oorzaak hiervan is de in 2009 ‘dubbel
betaalde’ vennootschapsbelasting (over 2008 en 2009).
Evenals voor het vermogen geldt dat de mogelijke
heffing voor huurtoeslag een forse impact zal hebben op
de operationele kasstroom. Desalniettemin kan op basis
van de meerjarenbegroting 2011-2015 in alle jaren
worden voldaan aan de gestelde ondergrens.
Op 12 april 2011 heeft het WSW geconcludeerd dat
Wooncompagnie kan voldoen aan de eisen van het
WSW en onverminderd kredietwaardig is. Daarnaast is
ook het faciliteringsvolume voor 2011-2013 onverkort
vrijgegeven.
Overige kengetallen
De ‘loan to value’ op basis van de WOZ-waarde is
gestegen van 19,5% ultimo 2009 naar 20,2%. Ultimo
2010. Deze ratio geeft aan in hoeverre het woningbezit
is gefinancierd met vreemd vermogen. Deze
verslechtering is het gevolg van de reeds in 2010
aangetrokken financiering voor investeringsuitgaven in
2011.
Het ‘directe rendement op basis van de WOZ-waarde’
op de exploitatie van het woningbezit is iets verbetert
van 1,0% in 2009 naar 1,3% in 2010. Deze ratio geeft
aan wat de verhouding is tussen de operationele
kasstroom (exclusief rente) en de waarde van het
vastgoed. Deze verbetering is veroorzaakt door een
toename van de operationele kasstroom doordat in 2009
voor twee jaar de vennootschapsbelasting is betaald.
Echter op grond van de hoogte van het directe
rendement kan geconcludeerd worden dat
Wooncompagnie vrijwel geen rendement maakt op het
eigen vermogen.
Het ‘indirecte rendement op basis van de WOZ-waarde’
is de waardemutatie van de bestaande
vastgoedportefeuille uitgedrukt in een percentage van
de WOZ-waarde van het bezit en is in 2010 afgenomen
van 4,0% over 2009 naar -0,4% over 2010. In 2010 was
duidelijk zichtbaar dat de vastgoedmarkt het moeilijk
heeft en dat de waarde van het vastgoed sterk onder
druk staat.
9.2.2. Treasuryactiviteiten 2010
Realisatie doelstellingen 2010
Een van de doelstellingen was het aanpassen van de
wijze van financiering van verbindingen waarbij de
aanbevelingen uit de brief van voormalig minister van
der Laan van 12 juni 2009 zouden worden
- 105 -
meegenomen. Er zijn in 2010 verkennende gesprekken
gevoerd met onder meer de ABN AMRO. Dit heeft nog
niet geresulteerd in concrete acties omdat besloten is
eerst de nieuwe Woningwet met het formele kader af te
wachten. Wel worden in 2011 acties ondernomen om de
vaste activa (met name grondposities) in de
nevenstructuur zoveel mogelijk extern te financieren.
Een andere doelstelling had betrekking op de
herstructurering van de leningportefeuille middels
derivaten. Na onderzoek in 2010 is gebleken dat het
inzetten van derivaten niet direct noodzakelijk is. Wel
wordt er onderzocht hoe de leningportefeuille
efficiënter kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld door het
samenvoegen van enkele kleine leningen.
Ook waren wij voornemens om de kredietfaciliteit te
verhogen om zo meer flexibele financieringsruimte te
creëren. In 2010 is deze faciliteit verhoogd van € 5
miljoen naar € 20 miljoen.
Ook een onderzoek naar het financieren bij alternatieve
partijen en middels alternatieve producten om hiermee
het risico op het niet beschikbaar zijn van voldoende
traditionele financiering te verkleinen, was als
doelstelling geformuleerd. Hiervoor hebben wij in 2010
verkennende gesprekken gevoerd met verschillende
partijen. Dit heeft nog niet geresulteerd in concrete
alternatieve producten. Inmiddels (in 2011) zijn in
samenwerking met een aantal corporaties in Noord-
Holland de eerste gesprekken gevoerd om te komen tot
een alternatieve financiering van het ‘commerciële
bezit’ (zogenaamde niet-DAEB).
Voorts had in 2010 de implementatie van de EU-
beschikking veel aandacht om de staatssteun te blijven
garanderen. Bij de uitvoering van het financieringsplan
2010 is rekening gehouden met de EU-beschikking
zodat eventuele toekomstige financieringsrisico’s
zoveel mogelijk zijn afgedekt. Vanaf 2011 wordt
volledig voldaan aan de voorschriften conform de
Europese beschikking.
Een andere doelstelling had betrekking op het afsluiten
van een overeenkomst met een tweede bancaire partij
om derivaten te kunnen afsluiten. Hiertoe is in 2010 met
de ABN AMRO een ISDA-contract afgesloten waarbij
is geregeld dat er geen periodieke afrekening van de
marktwaarde plaats zal vinden. Hiermee heeft
Wooncompagnie een tweetal partijen waarbij onder
gelijke voorwaarden een derivaat kan worden
afgesloten.
Het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheid
van groen financieren en het aanwenden van
alternatieve subsidiebronnen was tevens een
doelstelling uit het jaarplan. In 2010 heeft voor enkele
projecten een onderzoek plaatsgevonden naar de
mogelijkheden voor groenfinanciering en is waar
mogelijk de aanvraag in werking gezet.
Liquiditeitenbeheer
Wooncompagnie stuurt actief op kasstromen. Jaarlijks
wordt een 12-maands kasstroom opgezet vanuit de
begroting. Daarnaast wordt er wekelijks een financieel
overzicht gemaakt aan de hand van de meest actuele
informatie om de dagelijkse liquiditeit in de gaten te
houden en waar nodig actie te ondernemen.
Per juli 2010 is een voortschrijdend kasstroomoverzicht
over de eerstvolgende 12 maanden samengesteld. Per
december 2010 is getoetst hoe de realisatie over de
afgelopen 6 maanden zich verhoudt ten opzichte van de
planning. Verwacht werd dat binnen genoemde periode
€ 2,5 miljoen zou uitstromen. Totaal werd een uitstroom
van € 4,7 miljoen gerealiseerd. Voornaamste redenen
achterblijvende inkomsten uit verkoop en hogere
uitgaven onderhoud.
Faciliteringsvolume
Het WSW heeft in 2010 aan Wooncompagnie een
faciliteringsvolume van € 105,6 miljoen afgegeven.
€ 55 miljoen heeft betrekking op financiering van
nieuwbouwprojecten en herfinanciering van
contractuele aflossingen in 2010.
• € 17 miljoen heeft betrekking op de herfinanciering
van de contractuele aflossingen in 2011;
• € 33,9 miljoen heeft betrekking op de
herfinanciering van de contractuele aflossingen in
2012.
Financieringsplan 2010
Als gevolg van de Europese Beschikking van 15
december 2009 en de daarop gebaseerde ‘tijdelijke
- 106 -
regeling diensten van algemeen en economisch belang
Toegelaten Instellingen volkshuisvesting’ kunnen
bedoelde Toegelaten Instellingen per 1 januari 2011
bestaande activa, niet zijnde DAEB (Dienst van
Algemeen Economisch Belang), niet meer
herfinancieren met door het WSW geborgde leningen.
Om op deze regelgeving vooruit te lopen heeft
Wooncompagnie in augustus 2010 een
financieringsplan ontwikkeld. Op dat moment werd
verondersteld dat de regeling per 1 oktober 2010 van
kracht zou worden. Uitgangspunt voor de financiering
vormt het totaalbedrag van het faciliteringsvolume dat
door het WSW was afgegeven.
De totale financiering van € 105,6 miljoen is zo flexibel
mogelijk ingevuld. Hierbij is gebruik gemaakt van de
volgende financieringsinstrumenten:
• flexibele voorfinanciering
• rentebasis lening
• roll over lening met variabele hoofdsom
• roll over lening
• kredietfaciliteit huisbank
De contante waarde van het resultaat van het
uitgevoerde financieringsplan vergeleken met de
meerjarenbegroting 2010-2014 bedraagt € 24,8 miljoen.
Het moment van afsluiten is een gelukkige geweest.
Flexibele voorfinanciering:
Bij verschillende leningvormen is het mogelijk om een
flexibele voorfinanciering over een te komen met
geldgever. Er kan gekozen worden voor een flexibiliteit
van 1 tot 3 jaar. Over het opgenomen bedrag uit het
depot wordt op maandbasis het rentepercentage
vastgesteld op basis van 1 maands Euribor plus
risicoopslag. Tot ingangsdatum van de definitieve
lening kan maandelijks tot het totaal van de flexibele
opnamefaciliteit gebruik worden gemaakt. Twee
argumenten om gebruik te maken van flexibele
voorfinanciering:
• Wooncompagnie verwacht dat de lange rente
volgend jaar op een hoger niveau ligt dan de huidige
rente.
• Het verloop van de toekomstige kasstromen is
moeilijk in te schatten. Hierbij moet worden gedacht
aan inkomende kasstromen uit verkoop bestaand
bezit en uitgaande kasstromen zoals onderhoud en
investeringen in nieuwbouwprojecten. Externe
financiering kan door middel van flexibele
voorfinanciering worden aangewend op het moment
dat dit noodzakelijk is.
Rentebasis lening
De basisrente lening is een lening die sinds 2009
verkrijgbaar is via de NWB en BNG. In de leningsvorm
wordt het rentepercentage in twee delen geknipt:
Rentepercentage = de basisrente + de kredietopslag
De basisrente staat vast voor de contractuele looptijd en
wordt vastgesteld aan de hand van de IRS-curve plus
een marktconforme toeslag. De kredietopslag wordt
vastgezet voor een kortere periode dan de basisrente
met een minimum van twee jaar en een maximum van
tien jaar. Rekening moet worden gehouden met de
bepaling van de renterisico. Op het moment van de
wijziging van het percentage van de kredietopslag loopt
Wooncompagnie renterisico. Dit wordt in het overzicht
renterisico uit financieringsportefeuille verwerkt.
Argumenten om deze leningvariant toe te passen:
• De historisch lage rente wordt voor een lange
periode vastgezet. Met deze vorm profiteert
Wooncompagnie van de inverse rentestructuur
indien gekozen wordt voor een looptijd langer dan
20 jaar.
• De hoge kredietopslag wordt vastgezet voor een
korte periode.
Er zijn drie basisrenteleningen aangetrokken met een
totale waarde van € 55 miljoen. De looptijd varieert van
30, 40 tot 50 jaar.
Roll over lening met variabele hoofdsom
Met de roll over lening wordt een financiering met een
hoofdsom voor een bepaalde periode overeen gekomen.
De hoofdsom van de financiering staat bijvoorbeeld
vast voor tien jaar. De rente wordt periodiek per drie of
zes maanden op basis van drie maands of zes maands
Euribor plus (vooraf overeengekomen) spread
vastgesteld. Periodiek kan de hoofdsom ook naar
behoefte worden aangepast. De beperking is dat er altijd
minimaal 20% van de hoofdsom aangewend moet zijn.
Maximaal 100%.
- 107 -
Argument om deze leningvariant toe te passen:
• Op langere termijn wordt door toepassing van deze
variant flexibiliteit ingebouwd. Als er sprake is van
een liquiditeitsoverschot kan periodiek tot 20% van
de hoofdsom worden teruggestort. Is er sprake van
liquiditeitsspanning dan kan de volledige hoofdsom
worden aangewend.
• De huidige tarieven voor drie of zes maands Euribor
liggen bijzonder laag. Deze leningvariant biedt
ruimte om de rentelasten te drukken.
Er zijn meerdere roll over leningen met een variabele
hoofdsom aangetrokken. De totale waarde bedraagt
€ 30,6 miljoen. Voor de roll overs met variabele
hoofdsom worden variërende kredietopslagen berekend
omdat de looptijden en/of stortingsdata afwijken. De
opslagen bewegen zich tussen 75 en 80 basispunten.
Roll over lening op basis van drie maand Euribor
Met de roll over lening wordt een financiering met een
hoofdsom voor een bepaalde periode overeen gekomen.
De hoofdsom van de financiering staat bijvoorbeeld
vast voor tien jaar. De rente wordt periodiek per drie
maanden op basis van 3 maands Euribor plus (vooraf
overeengekomen) spread vastgesteld. Deze lening dient
onder andere per 15 oktober te worden aangetrokken.
De lening dient als onderliggende waarde voor de Swap
die per genoemde datum ingaat. Er zijn twee roll over
leningen aangetrokken met een waarde van € 20
miljoen.
Kredietfaciliteit huisbank (ING Bank)
De kredietfaciliteit van de ING Bank is in juli verhoogd
van € 5 miljoen tot € 20 miljoen. Dit biedt
Wooncompagnie de flexibiliteit om haar investeringen
etc. te financieren op het moment dat er sprake is van
liquiditeitsspanning. Er wordt geen
bereidstellingsprovisie betaald.
Derivaten
De contractuele aflossing in 2013 bedraagt € 28,8
miljoen. Het renterisico over € 15 miljoen is in
september 2010 afgedekt met een swap. De swap (ruil)
houdt in dat Wooncompagnie 1,84% betaalt en drie
maands Euribor tarief ontvangt van ABN AMRO. De
looptijd is tien jaar. Wooncompagnie moet nog een
lening afsluiten van hetzelfde bedrag en dezelfde
looptijd tegen drie maands Euribor tarief plus
kredietopslag. Per saldo betaalt Wooncompagnie dan
1,84% van de swap plus de kredietopslag van de lening.
De rente is zo laag omdat aan de swap een swaption is
gekoppeld. De swaption werkt als volgt. Als de rente op
3 juli 2023 lager is dan 2,7% dan moet Wooncompagnie
een bedrag ineens betalen aan ABN AMRO. Het bedrag
is de contante waarde van: het verschil tussen de rente
op 3 juli 2023 en 2,7% over € 15 miljoen over 30 jaar.
Is de rente hoger dan 2,7% dan betaalt Wooncompagnie
niets.
Grondpositie Jaar aankoop Oppervlakte Eigendom Samenwerkingspartner Koopprijs
x € 1 mln
Stichting Volkshuisvestingsgroep WooncompagnieStichting Volkshuisvestingsgroep WooncompagnieStichting Volkshuisvestingsgroep WooncompagnieStichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
't Zand Zuid, Zijpe 2007 243.083 m² 50% Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. 1,5
Dergmeerweg, Harenkarspel 2007 58.910 m² 100% nvt 0,8
Schapenlandje, Waterland 2007 7.090 m² 100% VOF Bouw-Meester-Compagnie 0,3
Spierdijk, Koggenland 2008 75.355 m² 100% VOF Scholtens-Project-Compagnie 1,3
Veilingweg, Warmenhuizen 2008 11.055 m² 100% nvt 0,4
Veilingweg, Warmenhuizen 2008 7.415 m² 100% nvt 0,3
Bamestraweg, Middenbeemster 2007 75.031 m² 99% HollandKwartier bv 0,8
Westerweg, Schagen 1999 5.000 m² 100% nvt 0,3
Wooncompagnie Ontwikkeling bvWooncompagnie Ontwikkeling bvWooncompagnie Ontwikkeling bvWooncompagnie Ontwikkeling bv
A.C. de graafweg, Wognum 2010 4.840 m² 100% nvt -
De Omloop, Sint Maarten 2009 22.300 m² 50% USP Vastgoed bv 0,2
nabij Kerkstraat/Westeinderweg, Wognum 2008 270.000 m² 100% nvt 0,5
Oosteinderweg Wognum, Medemblik 2008 352.380 m² 99% Het LeekerWoonland bv 4,8
Zwaagdijk, Medemblik 2008 20.720 m² 99% Het LeekerWoonland bv 0,2
VOF PolderkamerVOF PolderkamerVOF PolderkamerVOF Polderkamer
Dergmeerweg, Warmenhuizen 2009 33.630 m² 50% belang in VOF Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. 1,2
Elshof Zuid, Anna Paulowna 2009 20.579 m² 50% belang in VOF Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. 0,4
- 108 -
9.2.3. Strategische grondposities
Wooncompagnie heeft in de jaren 2007, 2008 en 2009
verschillende strategische grondposities verworven om
op middellange termijn de bouwproductie, tegen
betaalbare condities, zeker te stellen. In de tabel op de
vorige pagina is een overzicht opgenomen van de
ultimo 2010 aanwezige strategische grondposities.
In 2010 heeft er ruilverkaveling plaatsgevonden met het
Hoogheemraadschap. Wooncompagnie heeft een
perceel water geruild voor cultuurgrond langs de A.C.
de Graafweg te Medemblik. Behoudens deze transactie
zijn er in 2010 geen nieuwe strategische grondposities
ingenomen.
9.3.9.3.9.3.9.3. Risicomanagement
9.3.1. Vormgeving risicomanagementproces
De onzekerheden waarmee de corporatiesector wordt
geconfronteerd is de afgelopen periode sterk
toegenomen. Niet alleen de economische crisis, maar
ook de ontwikkelingen op het gebied van wet- en
regelgeving zorgen voor deze toename. Dit zien we
terug in de toegenomen aandacht voor
risicomanagement binnen de corporatiesector. Ook
binnen Wooncompagnie is de aandacht voor risico’s en
interne beheersing de afgelopen jaren sterk toegenomen.
Voor ons is risicomanagement een binnen de gehele
corporatie een ingebed, proactief en continu proces,
waarbij vanuit een gemeenschappelijk referentiekader
op gestructureerde wijze wordt omgegaan met het
beheersen van risico’s in relatie tot de organisatie– en
beleidsdoelstellingen. Bij het vormgeven van het
risicomanagement(proces) hebben wij gebruik gemaakt
van de regelkring1 zoals linksonder afgebeeld:
9.3.2. Risicomanagement in 2010
Waar in 2009 de risicomanagementfocus lag op het
inventariseren van de zwakke punten in de interne
beheersing en het opstellen van verbeterplannen is in
2010 daadwerkelijk een start gemaakt met het
operationaliseren van het risicomanagementproces.
Zowel vanuit een analyse van de processen en de
strategische doelstellingen (top-down) als vanuit
interviews met alle leidinggevenden binnen
Wooncompagnie (bottom-up) zijn de belangrijkste
risico’s geïnventariseerd. Deze risico’s zijn vervolgens
verder geanalyseerd, geclassificeerd (impact en
waarschijnlijkheid) en geprioriteerd (laag, middel en
hoog). Vervolgens zijn voor alle risico’s risico-
eigenaren benoemd. In overleg met de risico-eigenaren
worden de risicomanagementstrategieën ontwikkeld en
worden de huidige en gewenste beheersingsmaatregelen
in kaart gebracht.
Het risicomanagementproces is in 2010 onderdeel
geworden van de reguliere planning & controlcyclus.
Hiermee wordt geborgd dat de belangrijkste risico’s
binnen de organisatie continu afdoende worden
bewaakt.
Een ander vast onderdeel van de planning- en
controlcyclus is het uitvoeren van zogenaamde
gevoeligheids- en scenarioanalyses. Hierbij wordt
ondermeer de kans onderzocht dat niet kan worden
voldaan aan de financiële doelstellingen ten aanzien van
vermogen en financierbaarheid. Daarnaast worden
1 Uit het handboek ‘Corporatie Governance’ van Deloitte
- 109 -
voordat ingrijpende strategische beslissingen worden
genomen altijd verschillende scenario’s doorgerekend.
9.3.3. Risico’s Wooncompagnie
Onderaan deze paragraaf is een integraal overzicht van
de grootste risico’s opgenomen. In dit overzicht is
onderscheid aangebracht tussen de interne en externe
risico’s. Daarnaast zijn de risico’s gegroepeerd per
categorie. Zoals reeds aangegeven is voor ieder van
deze risico’s de kans en impact (in euro’s) en de
prioritering in kaart gebracht. In deze paragraaf vindt u
een beschrijving van de risico’s die een hoge
prioritering hebben gekregen.
Nieuwe wet- en regelgeving
‘Het risico dat de voor Wooncompagnie relevante wet-
en regelgeving aan verandering onderhevig is en dat
Wooncompagnie niet in staat is om hierop in te spelen’.
In de afgelopen jaren is de dynamiek in de wijzigingen
van de wet– en regelgeving fors toegenomen. De
monitoring van nieuwe wet– en regelgeving en de
vertaling hiervan in beleid ligt bij de afdelingen
Finance, Planning & Control en Strategie &
Ontwikkeling. Het tijdig signaleren van en inspelen op
(voorgenomen) wijzigingen in wet– en regelgeving
vraagt steeds meer tijd en aandacht. In 2011 heeft een
werkgroep binnen het samenwerkingsverband een
aantal aankomende wetsvoorstellen geanalyseerd om
daar tijdig en adequaat op te kunnen anticiperen (zie
ook hoofdstuk 8). De verantwoordelijkheid voor de
naleving van wet– en regelgeving ligt bij de
proceseigenaren. Echter, doordat voor de processen niet
bepaald is welke regelgeving van toepassing is, is het
voor de proceseigenaren niet altijd eenvoudig invulling
te geven aan deze rol. De komende jaren wordt hierin
verandering aangebracht door deze wet– en regelgeving
op te nemen in de procesbeschrijvingen.
Demografische ontwikkelingen
‘Het risico dat ontwikkelingen in de samenstelling en
opbouw van de bevolking (bijvoorbeeld krimp en
vergrijzing) leiden tot een mismatch met het
woningaanbod.’
Wooncompagnie ziet het Strategisch Portefeuillebeleid
(SPB) als een noodzakelijk instrument dat leidend is in
de uitvoering van de primaire taakstelling. Immers, in
het SPB komen demografie en marktontwikkelingen, de
passendheid van de woningvoorraad voor nu en in de
toekomst en de verwachte ontwikkeling van de
woonlasten samen. Al deze punten hebben betrekking
op de kernactiviteiten van Wooncompagnie, namelijk
het realiseren, verhuren en beheren van woningen met
een aanbod dat aansluit bij wat de maatschappij van ons
vraagt. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van het SPB
hanteert Wooncompagnie de beleidsachtbaan van Rigo
Research en Advies BV. Het strategische en het
operationele niveau raken elkaar op het tactisch niveau
in de vorm van de buurtanalyses. In 2009 heeft
Wooncompagnie een meerjarenplanning voor de cyclus
van het SPB opgesteld. De planning omvat het
actualiseren van de strategische kaders, de
buurtanalyses, de complexbeheerplannen en het
marktonderzoek en heeft een logische aansluiting met
de vierjaarlijkse cyclus van het ondernemingsplan.
Conform deze cyclus is in december 2010 een start
gemaakt met het actualiseren van het marktonderzoek.
Besloten is dit onderzoek wederom door het Rigo te
laten uitvoeren. Om trends en ontwikkelingen goed
zichtbaar te krijgen, is de vraagstelling voor een
belangrijk deel hetzelfde als in het vorige
marktonderzoek. Wel is nu heel expliciet de
ontwikkeling, woonsituatie en woonwensen van
huishoudens met een inkomen tot € 33.614 en
huishoudens met een inkomen tussen € 33.614 en
€ 43.000 meegenomen. Deze informatie is essentieel
voor het maken van de juiste beleidskeuzes als reactie
op de ministeriële regeling en de definiëring van onze
doelgroepen van beleid; in 2011 zal de strategische
beleidsnotitie van het SPB worden geactualiseerd.
- 110 -
Vernieuwing portefeuille
‘Het risico dat Wooncompagnie onvoldoende
vernieuwing of verbetering aanbrengt in het bezit in de
vorm van aankoop, nieuwbouw of herstructurering
en/of hier geen rekening mee houdt in de
bedrijfsvoering.’
Ook voor dit risico geldt het strategisch portefeuille
beleid, inclusief meerjarige financiële vertaling, als
fundament onder de vastgoedopgave. Als gevolg van
het hebben van onvoldoende financiële middelen,
vertraging in de uitvoering of inadequaat
projectmanagement kan de realisatie van de
vastgoedopgave onder druk komen te staan. In 2010
heeft het verder beheersen van de projectontwikkeling
nieuwbouw en herstructurering veel aandacht gekregen
(zie risico projectontwikkeling vastgoed). Daarnaast
vindt de behandeling van acquisitie en –
investeringsvoorstellen met ingang van december 2010
plaats in een investeringscommissie waarin de
vestigingen, Bouwcompagnie en het Bestuurlijk
Centrum zitting hebben.
Projectontwikkeling vastgoed
‘Het risico dat er geen goed (totaal)inzicht bestaat in de
lopende vastgoedprojecten binnen de corporatie en/of
dat vastgoedprojecten (zowel maatschappelijk vastgoed,
maatschappelijke huisvesting als overig vastgoed) niet
goed beheerst worden.’
Projectontwikkeling behoort tot de meest risicovolle
activiteiten van Wooncompagnie. Om het
projectontwikkelingsproces te beheersen moet inzicht
bestaan in de voortgang, de belangrijkste kengetallen en
de risico’s van een project. Wij hebben hiervoor de
beschikking over een systeem waarmee monitoring
plaatsvindt van de uitvoering van de lopende projecten
en de overeenkomst hiervan met bestuursbesluiten.
Daarbij wordt er gewerkt met een standaard proces voor
projectontwikkeling, projectmanagement en interne
verslaglegging.
Om inzicht te verkrijgen in de risico’s van een project
wordt de komende periode een
projectrisicomanagementsysteem geïmplementeerd.
Hiervoor is reeds de tool Rearisk aangeschaft, dat ons in
staat stelt projectrisico’s te kwantificeren. Daarnaast is
de formatie van Bouwcompagnie uitgebreid met een
controller. In 2010 zijn alle projecten onderworpen aan
een zogenaamde ‘paspoortcontrole’ waarbij gekeken is
naar de voortgang, de bestuursbesluiten, budgetten,
contracten, etc. Voorts is in 2010 de planning- &
controlcyclus van Bouwcompagnie verder uitgewerkt,
zijn het aantal projecten per ontwikkelaar teruggebracht
en zijn de projecten geprioriteerd.
Met deze maatregelen zijn belangrijke stappen gezet om
te komen tot een verbeterde beheersing van de
projectenportefeuille.
Grondposities
‘Het risico dat Wooncompagnie grondposities heeft
ingenomen waar substantiële verliezen uit volgen.’
Wooncompagnie heeft in de jaren 2007, 2008 en 2009
een actief grondaankoopbeleid gevoerd. Dit beleid werd
ingezet om de bouwproductie op middellange termijn
- 111 -
zeker te stellen, tegen betaalbare condities. Een
voorwaarde hierbij was dat er binnen tien jaar zou
moeten kunnen worden gestart met
ontwikkelactiviteiten. Bij het verwerven van gronden
heeft de nadruk gelegen op grondposities die tegen
agrarische waarde konden worden aangekocht. Hiermee
is het risicoprofiel beperkt gebleven. Desalniettemin
heeft Wooncompagnie geconcludeerd dat het beslag van
de grondposities op het vermogen en de
financieringsmiddelen aan de bovengrens van het
gewenste zitten. Om deze reden is in 2010 een
terughoudend aankoopbeleid van grondposities gevoerd
en zijn onderzoeken gestart naar het afstoten van enkele
van deze grondposities.
Verkoop (tussenvormen)
‘Het risico dat Wooncompagnie afhankelijk is van
woningverkopen en hieruit onvoldoende inkomsten
genereert en/of dat de verkooptussenvorm(en) niet
aansluiten bij de behoefte van de klant.’
Mede als gevolg van de ambitieuze nieuwbouwplannen
was Wooncompagnie in de afgelopen jaren sterk
afhankelijk van de verkoopopbrengsten. In het najaar
2010 heeft Wooncompagnie haar plannen bijgesteld
waardoor de verkoopafhankelijkheid ook minder groot
is geworden. De door Wooncompagnie gehanteerde
verkooptussenvorm ‘Koopzeker’ zal in 2011 worden
vervangen door de verkooptussenvorm ‘Koopgarant’.
Daarnaast wordt onderzocht of Wooncompagnie naast
‘Koopgarant’ ook de startersrenteregeling zal gaan
gebruiken (zie ook hoofdstuk 6).
Informatie en kennismanagement
‘Het risico dat de informatievoorziening en
kennismanagement niet op orde is: er is niet helder wat
we willen weten, waar we het vandaan halen en waar
we het terug kunnen vinden.’
Een van de speerpunten uit het ondernemingsplan
‘Thuis in de kern 2009 – 2012’ is dat Wooncompagnie
het kennis- en informatiemanagement verder op orde
wil krijgen. Inmiddels zijn enkele stappen gezet om
deze ambitie waar te maken. Zo is onderdeel van de
doorontwikkeling van Wooncompagnie het optuigen
van een nieuwe afdeling ‘informatiemanagement’.
(in)formele samenwerkingsverbanden
‘Het risico dat samenwerking met externe partijen,
zowel met als zonder juridische en financiële afspraken,
niet goed verloopt.’
De oorzaken van dit risico zijn te vinden in bijvoorbeeld
tegenstrijdige belangen verschillende partijen,
onvoldoende inzicht in de belangen van de betrokken
partijen, onduidelijke afspraken, ontbreken vastlegging
afspraken en ontbreken van een adequate monitoring
van de voortgang. Wooncompagnie maakt binnen de
bedrijfsvoering in beperkte mate gebruik van
verbindingen, hoofdzakelijk ingericht ten behoeve van
projectontwikkeling en grondposities. Ondanks dat het
aantal verbindingen en de activiteiten hierin beperkt zijn
is Wooncompagnie voornemens om de beheersing van
dit risico verder te verbeteren. Zo is de controllingrol
van de verbindingen centraal belegd en zijn alle
gemaakte afspraken (zoals
samenwerkingsovereenkomsten) ten aanzien van
samenwerkingsverbanden centraal verzameld.
Daarnaast is een start gemaakt met het opstellen van een
verbindingenstatuut, welke in 2011 zal worden
vastgesteld. In dit statuut zijn nadere kaders opgenomen
rondom het aangaan en ontbinden van verbindingen,
randvoorwaarden voor samenwerkingspartners,
financiering, risicomanagement en periodieke
verantwoording.
Werking infrastructuur
‘Het risico dat de IT-infrastructuur (hardware en
software) van Wooncompagnie veelvuldig buiten
werking is of niet functioneert.’
Een optimaal werkende IT-infrastructuur is voor ons
onmisbaar. Om de slagkracht op het gebied van ICT
verder te vergroten is binnen het
samenwerkingsverband Trevin een Shared Service
Centre (SSC) opgericht. Binnen het SSC is een groot
deel van de taken van ICT van de deelnemende
corporaties centraal georganiseerd. Doelstelling is om
hiermee de continuïteitsrisico’s te verminderen, de
kwaliteit te verbeteren en innovatie mogelijk te maken.
Fiscaliteiten
‘Het risico dat de afhandeling van fiscale vraagstukken
plaatsvindt op een financieel onvoordelige wijze en/of
- 112 -
dat fiscale wetgeving niet wordt gevolgd (risico op
boetes).’
De fiscale wereld van sector is in de afgelopen jaren
ingrijpend gewijzigd, bijvoorbeeld door het invoeren
van de integrale VPB-plicht en het vervallen van de
vrijstelling voor integratieheffing. Mede als gevolg
hiervan heeft Wooncompagnie verschillende
maatregelen getroffen om de fiscale risico’s te
beheersen. Zo is gewerkt aan het bouwen van een ‘Tax
Control Framework’ (raamwerk met
beheersingsmaatregelen), is per rijksbelasting een
coördinator benoemd, heeft in 2010 intensief contact
met de belastingdienst plaatsgevonden en is een BTW-
verbetertraject uitgevoerd. Dit BTW-verbetertraject
heeft onder meer geresulteerd in een teruggaafverzoek
over de jaren 2005-2009 van bijna € 4 miljoen.
Rente en flexibiliteit portefeuille
‘Het risico dat renterisico’s onvoldoende beheerst
worden (bijvoorbeeld als gevolg van onvoldoende
inzicht in de risico’s of te complexe derivaten) en/of dat
de leningportefeuille onvoldoende flexibel is.’
Wooncompagnie heeft in haar treasurystatuut
doelstellingen als het minimaliseren van de
vermogenskostenvoet en het beheersen van renterisico’s
vastgelegd. Wooncompagnie beschikt over een actief
treasurybeleid en heeft verschillende
beheersmaatregelen getroffen om de risico’s ten aanzien
van de portefeuille te beheersen. Voorbeelden hiervan
zijn de inzet van een onafhankelijke externe adviseur als
onderdeel van de treasurycommissie, de periodieke
risicoanalyse & –rapportage en het onderzoek naar de
herstructurering van de leningportefeuille dat in 2011
zal worden afgerond. Overigens maken de andere
treasuryrisico’s, zoals beschikbaarheid van middelen,
ook onderdeel uit van het risicomanagementsysteem
(risico ‘financieringspositie’).
Verwachtingsmanagement
‘Het risico dat Wooncompagnie verwachtingen schept
(door bijvoorbeeld hoog ambitieniveau) die niet kunnen
worden waargemaakt. Gevolg hiervan kan zijn dat de
relatie met stakeholders en andere partners onder druk
komt te staan.’
Dit risico heeft zich in de afgelopen jaren verschillende
malen gemanifesteerd en geresulteerd in financiële
nadelen voor Wooncompagnie. Met de aanscherping
van de projectbeheersing (zie risico
‘projectontwikkeling vastgoed’), het opstellen van
heldere en duidelijke (investerings)kaders en het
actualiseren van de taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden is dit risico verder teruggebracht.
9.3.4. Kwantificering risico’s
Onderdeel van het risicomanagementproces is het
bepalen van de totale risicosom. Ultimo 2010 bedroeg
deze risicosom bijna € 104 miljoen ofwel 14,0 % van
het balanstotaal op basis van de volkshuisvestelijke
bedrijfswaarde. Ter vergelijking heeft het Centraal
Fonds Volkshuisvesting op basis van het
continuïteitsoordeel het totale risicobedrag tot en met
2015 bepaald op 17%. Het totale vermogen op basis van
de volkshuisvestelijke bedrijfswaarde bedraagt ultimo
2015 € 135 miljoen (20,7% van het balanstotaal) en ligt
dus hoger dan de totale risicosom.
De totale risicosom bestaat uit het macro-economische
risico en de financiële vertaling van de overige
geïnventariseerde risico’s. Voor de bepaling van het
macro-economische risico maakt wooncompagnie
gebruik van een scenario-analyse in een ALM-pakket.
De financiële vertaling van de overige risico’s is voor
een belangrijk deel een subjectieve inschatting van het
management van Wooncompagnie waarbij de kans
nadrukkelijk is meegewogen.
9.3.5. Realisatie ambities risicomanagement
Het ontwikkelen van een effectief
risicomanagement(proces) was een van de speerpunten
uit het ondernemingsplan ‘Thuis in de kern 2009 – 2012’. Hierbij waren een drietal concrete activiteiten
benoemd:
- 113 -
• Per afdeling met de medewerkers inventariseren
welke mogelijke risico’s er gemoeid zijn met hun
werkzaamheden, en hierover op afdelingsniveau
afspraken maken (bijvoorbeeld gedragsregels).
Doel: medewerkers realiseren zich welke risico’s er
kleven aan hun handelen en weten hoe zij deze
kunnen en moeten beïnvloeden.
• De afspraken van alle afdelingen op
managementniveau met elkaar delen, beoordelen en
organisatiebreed vaststellen. Doel: Organisatiebreed
inzicht in de risico’s van alle afdelingen en
afspraken over hoe op risicobeheersing gestuurd
wordt.
• De afspraken communiceren naar alle medewerkers
en de naleving ervan op afdelingsniveau monitoren.
Doel: er is sprake van een organisatiebreed
risicomanagement waardoor de risico’s beheerst
worden.
Destijds was gekozen voor een bottom-up benadering
met als doel het risicobewustzijn in de hele organisatie
te vergroten. Uiteindelijk is gekozen voor een
combinatie van een top-down en bottom-up benadering
om de strategische risico’s ook goed in beeld te krijgen.
In 2011 zullen voor alle medewerkers bijeenkomsten
worden georganiseerd om de resultaten van de
inventarisatie van risico’s en beheersingsmaatregelen te
bespreken en praktisch te vertalen naar de operationele
werkvloer.
- 114 -
9.4.9.4.9.4.9.4. Verkorte jaarrekening 2010
9.4.1. Geconsolideerde balans (na voorgestelde resultaatbestemming)
ACTIEF 31-12-2010 31-12-2009x € 1.000 x € 1.000
Vaste activa
Materiële vaste activa 9.1Onroerende en roerende zaken in exploitatie 9.1.1 764.917 743.585Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 9.1.2 31.824 26.350Onroerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie 9.1.3 7.463 7.747Commercieel onroerend goed in exploitatie 9.1.4 2.730 3.092Vooruitbetaald op investeringen 9.1.5 0 1.499Woning verkocht onder voorwaarden 9.1.6 62.425 61.083
869.358 843.356Financiële vaste activa 9.2
Te vorderen BWS-subsidies 9.2.1 846 1.050Leningen u/g 9.2.2 73 574Deelnemingen in groepsmaatschappijen 9.2.3 4 2Beleggingen 9.2.4 50 50Latente belastingvorderingen 9.2.5 8.437 11.599
9.409 13.274
Subtotaal vaste activa 878.767 856.631
Vlottende activa
Voorraden 9.3Onderhoudsmaterialen 9.3.1 288 306Voorraad koopwoningen 9.3.2 2.042 1.782
2.330 2.088
Onderhanden projecten 9.4 3.885 1.676
Vorderingen 9.5Huurdebiteuren 9.5.1 620 516Gemeenten 9.5.1.1 517 583Belastingen en premies sociale verzekeringen 9.5.1.2 7.153 1.398Overige vorderingen 9.5.2 1.283 2.193Overlopende activa 9.5.3 864 524
10.438 5.214
Liquide middelen 9.6 27.871 20.964
Subtotaal vlottende activa 44.524 29.942
Totaal 923.292 886.573
- 115 -
PASSIEF 31-12-2010 31-12-2009x € 1.000 x € 1.000
Eigen vermogen 9.7Overige reserve 9.7.4 383.432 361.708
383.432 361.708
Voorzieningen 9.8Voorziening huurverlaging 9.8.1 371 193Voorziening onrendabele investeringen 9.8.2 2.191 14.046Voorziening overdracht erfpachtgronden 9.8.3 232 282Voorziening latente belastingverplichting 9.8.4 6.634 1.836Voorziening jubilea uitkeringen 9.8.5.1 92 50Voorziening loopbaanbudget 9.8.5.1.1 480 0Voorziening garantieverplichtingen projecten 9.8.5.2 46 46
10.047 16.453Schulden
Langlopende schulden 9.9Leningen overheid 9.9.1 27.011 29.843Leningen kredietinstellingen 9.9.2 419.604 403.295Verplichting verkoop onder voorwaarden 9.9.5 60.659 57.751
507.275 490.889
Kortlopende schulden 9.10Schulden aan kredietinstellingen/overheid 9.10.0.1 5.125 9Schulden aan gemeenten 9.10.0.2 13 64Schulden aan leveranciers 9.10.0.3 4.716 4.375Onderhanden projecten 9.10.1 179 356Belastingen en premies sociale verzekeringen 9.10.2 507 841Overige schulden en overlopende passiva 9.10.3 11.999 11.878
22.538 17.523
Subtotaal schulden 529.813 508.412
Totaal 923.292 886.573
- 116 -
9.4.2. Winst- en verliesrekening
2010 2009x € 1.000 x € 1.000
BedrijfsopbrengstenHuren 68.101 66.364Vergoedingen 1.053 1.037Overige bedrijfsopbrengsten 1.740 1.418
70.894 68.819
BedrijfslastenAfschrijvingen op materiële vaste activa 1.083 800Salarissen 7.033 6.188Sociale lasten 1.959 1.866Kosten onderhoud 18.895 17.123Overige bedrijfslasten 11.522 12.045
40.492 38.022
Resultaat uit verhuuractiviteiten 30.402 30.797
Resultaat uit projecten en verkopenOpbrengst verkopen bestaand bezit 10.322 2.657Opbrengst terugkoop/verkoop bestaand bezit 377 78Opbrengst verkopen overig 16 202Marge opgeleverde werken en projecten 0 247Opbrengst verkopen nieuwbouw 4.701 3.019Wijziging voorraad gereed product 1.795 0Kostprijs opgeleverde werken en projecten -6.286 -2.636Onrendabele investeringen 4.976 -32.622
Resultaat uit projecten en verkopen 15.901 -29.055
Bedrijfsresultaat 46.303 1.742
Financiële baten en lastenRentebaten 364 561Rentelasten -19.741 -18.506
Resultaat uit financieringactiviteiten -19.377 -17.945
Resultaat uit bedrijfsuitoefening voor belastingen 26.926 -16.203
Vennootschapsbelasting -5.315 7.822Resultaat deelnemingen 0 0
Resultaat na belastingen voor mutatie actuele waarde 21.611 -8.381
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa 113 8.254
Resultaat na belastingen na mutatie actuele waarde 21.724 -127
- 117 -
9.4.3. Kasstroomoverzicht (indirecte methode)
2010201020102010 2009200920092009
x € 1.000 x € 1.000Kasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 46.303 1.742
aanpassingen voor:
Afschrijvingen 1.083 800
Onrendabele investeringen -4.976 32.622
Marge opgeleverde werken en projecten -210 414
Verkoopresultaat -10.715 -2.735
Mutatie voorzieningen 5.448 -351
Mutatie fiscale latenties 7.961 -
veranderingen in werkkapitaal:
Mutatie voorraden -242 -1.336
Mutatie onderhanden projecten -2.209 194
Mutatie vorderingen -14.277 -1.309
Mutatie kortlopende schulden -109 -3.642
Mutatie BWS subsidies 204 1.737
kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen rente 364 561
Betaalde rente -19.741 -18.554
Betaalde/ontvangen vennootschapsbelasting -299 -6.678
Resultaat deelnemingen - -
Kasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteitenKasstroom uit operationele activiteiten 8.5838.5838.5838.583 3.4653.4653.4653.465
Kasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen -39.633 -43.814
Desinvesteringen 18.855 10.233
Mutatie deelnemingen -2 -
Mutatie leningen u/g 501 -
Kasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteitenKasstroom uit investeringsactiviteiten -20.279-20.279-20.279-20.279 -33.581-33.581-33.581-33.581
Kasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteiten
Verstrekte leningen - -
Aflossing verstrekte leningen - 10.000
Toename leningen 35.000 24.000
Aflossing leningen -21.522 -26.129
Kasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteitenKasstroom uit financieringsactiviteiten 13.47813.47813.47813.478 7.8717.8717.8717.871
Mutatie geldmiddelenMutatie geldmiddelenMutatie geldmiddelenMutatie geldmiddelen 1.7821.7821.7821.782 -22.245-22.245-22.245-22.245
- 118 -
9.4.4. Kengetallen op grond van de geconsolideerde jaarrekening
2010201020102010 2009200920092009
Gegevens woningbezit AantalAantalAantalAantal AantalAantalAantalAantal
Woningen in eigendomWoningen in eigendomWoningen in eigendomWoningen in eigendom
Woningen 12.889 12.903
Overige woongelegenheden 177 156
Garages 45 45
Overige objecten 64 59
Totaal aantal verhuureenheden 13.175 13.163
Mutaties in het woningbezitMutaties in het woningbezitMutaties in het woningbezitMutaties in het woningbezit
Opgeleverde nieuwbouw 158 128
Sloop 30 6
Verkoop 115 53
Overige mutaties 0 -5
Saldo 13 64
Woningen naar huurklasse Woningen naar huurklasse Woningen naar huurklasse Woningen naar huurklasse
Goedkoop (< 361,66) 2.008 2.330
Betaalbaar (>= 361,66 en < 554,76) 9.952 9.888
Duur tot huurtoeslaggrens (>= 554,76 en < 652,52) 868 638
Duur boven huurtoeslaggrens (>= 652,52) 61 47
12.889 12.903
Kwaliteit
Kosten onderhoud per woningKosten onderhoud per woningKosten onderhoud per woningKosten onderhoud per woning x x x x € 1 1 1 1 x x x x € 1 1 1 1
Niet-planmatig onderhoud 398 358
Planmatig onderhoud 1.068 970
Totaal kosten onderhoud 1.466 1.327
Maatschappelijke uitgavenMaatschappelijke uitgavenMaatschappelijke uitgavenMaatschappelijke uitgaven x x x x €1.0001.0001.0001.000 x x x x €1.0001.0001.0001.000
Bijdrage wijkenaanpak 743 695
Leefbaarheid 279 479
Maatschappelijk ondernemen 63 313
Wonen/Zorg/Welzijn 131 186
1.216 1.673
Het verhuren van woningenHet verhuren van woningenHet verhuren van woningenHet verhuren van woningen
Gerealiseerde huurverhoging 1,2% 2,5%
Huurachterstand in % van de jaarhuur 1,34% 1,11%
Huurderving in % van de jaarhuur 1,57% 1,22%
- 119 -
1 De solvabiliteit is het gepresenteerde eigen vermogen
uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. 2 De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa
uit te drukken in een percentage van de kortlopende
schulden. 3 De investerings- en financieringratio geeft aan welk
gedeelte van de investering extern wordt gefinancierd.
Deze wordt berekend door de investering in de
vastgoedportefeuille af te zetten tegen de mutatie in de
financiering. 4 De ICR bestaat uit het saldo van de
exploitatiekasstroom (exclusief rente) in verhouding tot
de totale rentelasten.
5 Bij loan to value wordt de financiering uitgedrukt in
een percentage van de waarde van het bezit. Een hoger
percentage leidt tot een hogere financieringslast.
Hierboven hebben we de financiering afgezet tegen de
woz-waarde en de bedrijfswaarde. 6 Het direct rendement is de exploitatiekasstroom
(exclusief rente) uitgedrukt in een percentage van de
waarde van het bezit, in dit geval de woz-waarde en de
bedrijfswaarde. 7 Het indirect rendement is de waardemutatie van de
bestaande vastgoedportefeuille uitgedrukt in een
percentage van de totale waarde. In dit geval hebben
we deze ook berekend op basis van de woz-waarde en
de bedrijfswaarde.
2010201020102010 2009200920092009
Personeelsbezetting einde boekjaarPersoneelsbezetting einde boekjaarPersoneelsbezetting einde boekjaarPersoneelsbezetting einde boekjaar Aantal, Aantal, Aantal, Aantal, €, %, %, %, % Aantal, Aantal, Aantal, Aantal, €, %, %, %, %Aantal FTE 126,7 124,2
Aantal vhe's per fte 104 105
Opleidingskosten 204.053 178.282
Ziekteverzuimpercentage 4,83% 4,63%
FinancierbaarheidFinancierbaarheidFinancierbaarheidFinancierbaarheid x x x x €1.0001.0001.0001.000 x x x x €1.0001.0001.0001.000
Schuldrestant leningen overheid en kredietinstellingen 446.615 431.187
Waarvan geborgd door het WSW 435.000 420.000
Gemiddelde rentepercentage 4,49% 4,19%
Financiële continuïteitFinanciële continuïteitFinanciële continuïteitFinanciële continuïteit
Solvabiliteit1
41,53% 40,80%
Liquiditeit2
198% 171%
Investerings- en financieringsratio3
35,73% -4,86%
Rentedekkingsgetal (ICR)4
1,44 1,19
WOZ-waarde 2.207.849 2.216.292
Bedrijfswaarde 764.917 743.585
Loan to value (obv WOZ-waarde)5
20,23% 19,54%
Loan to value (obv bedrijfswaarde) 58,39% 58,25%
Direct rendement (obv WOZ-waarde)6
1,3% 1,0%
Direct rendement (obv bedrijfswaarde) 3,7% 2,9%
Indirect rendement (obv WOZ-waarde)7
-0,38% 4,01%
Indirect rendement (obv bedrijfswaarde) 0,00% 2,20%
Rentabiliteit eigen vermogen 5,67% -0,04%
Rentabiliteit totaal vermogen 4,49% 2,06%
- 120 -
10. Verklaringen
10.1.10.1.10.1.10.1. Verklaring directeurbestuurder
De directeur van Stichting Volkshuisvestingsgroep
Wooncompagnie, op grond van de statuten belast met
de bestuurlijke bevoegdheden, verklaart dat alle
uitgaven in 2010 door Wooncompagnie uitsluitend in
het belang van de volkshuisvesting zijn gedaan. Alle
middelen (batige saldi daaronder begrepen) zijn
uitsluitend voor werkzaamheden op het gebied van de
volkshuisvesting bestemd. De directeur heeft het
jaarverslag en de jaarrekening vastgesteld. De
jaarrekening omvat de enkelvoudige en de
geconsolideerde jaarrekening. De Raad van
Commissarissen heeft op 30 mei 2011 de jaarstukken
2010, inclusief het volkshuisvestingsverslag 2010, heeft
goedgekeurd.
Hoorn, 30 mei 2011
ir. J.W. Hendriks, directeurbestuurder
- 121 -
10.2.10.2.10.2.10.2. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
- 122 -
- 123 -
Colofon
© Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie
Contactgegevens
Hoofdkantoor: Geldelozeweg 41, Hoorn
Vestiging Schagen: Laanplein 3, Schagen
Vestiging Purmerend: Kraggeveenstraat 5, Purmerend
Postadres: Postbus 160, 1620 AD Hoorn
Telefonisch informatie punt: 0900 20 22 373 (lokaal tarief)
www.wooncompagnie.nl
Overige gegevens
Instellingsnummer: L0478
NRV-nummer: 686
KvK-nummer: 360001723
Redactie jaarverslag
Edith Abbring
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of
openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook, zonder
schriftelijke toestemming van Wooncompagnie.
Bij het samenstellen van dit jaarverslag is de grootste zorg
besteed aan de juistheid van de hierin opgenomen
informatie. Wooncompagnie kan echter niet
verantwoordelijk worden gehouden voor enige onjuist
verstrekte informatie.