36
THEATERMAGAZINE JEROEN 1 THEATERMAGAZINE JEROEN JAARGANG 1 NUMMER 1 SEPTEMBER 2015 DIT IS ‘N ZUIDERLUCHTPRODUCTIE TIEN JAAR C MINE THEATER ZONDER WOORDEN MICHA WERTHEIM DE PUZZEL ROND GUIDO VAN WAVEREN VIA ZUID WEKT HAAGSE INTERESSE THAISE SOEP IS NIET ONSCHULDIG BEETHOVEN ON DRUGS

Jeroen #1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Gratis theatermagazine voor Zuid-Nederland en Belgisch Limburg. In deze editie: Tien jaar c-mine, theater zonder woorden, Micha Wertheim, De puzzel rond Guido van Waveren, Via Zuid wekt Haagse interesse, Thaise soep is niet onschuldig en Beethoven on drugs

Citation preview

Page 1: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 1

THEATERMAGAZINE JEROEN JAARGANG 1 NUMMER 1 SEPTEMBER 2015 DIT IS ‘N ZUIDERLUCHTPRODUCTIE

TIEN JAAR C!MINE THEATER ZONDER WOORDEN MICHA WERTHEIM DE PUZZEL ROND GUIDO VAN WAVEREN VIA ZUID WEKT HAAGSE INTERESSE THAISE SOEP IS NIET ONSCHULDIG BEETHOVEN ON DRUGS

Page 2: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 2

www.philharmoniezuidnederland.nl

Bestel nu

de nieuwe

seizoensbrochure

15|16

PZN advertentie Zuiderlucht 228x325 .indd 1 17-07-15 09:56

Page 3: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 3

6

10

14

18

22

26

32

5

8

9

12

13

17

21

25

28

29

30

31

34

C!MINE LAAT NIEMAND KOUD Tien jaar na de opening mikt cultuursite op voormalig Genks mijncomplex op een miljoen bezoekers per jaar

THEATER ZONDER WOORDENVrijwel vergeten genre gaat op zoek naar een tweede leven

DE PUZZEL GUIDO VAN WAVERENNa de documentaire is er nu een toneelstuk over de familie van de mysterieuze malloot LA BONNE NUIT Maastrichtse ervaringen van gastcolumnist Micha Wertheim

MAKELAARS IN TALENTProefproject Via Zuid wekt Haagse interesse

THAISE SOEP IS NIET ONSCHULDIG Theu Boermans komt met het Nationale Toneel acht keer naar Heerlen

BEETHOVEN ON DRUGS Hedendaagse componisten vertimmeren maar wat graag het werk van hun grote voorgangers

HIER IS… JEROEN

FRANSE REBELDanstalent Martin Harriague doet ervaring op bij Project Sally

GEKRUID KLASSIEKPhilharmonie wil klinken als Nirvana Unplugged

THUIS OP HET PODIUMSnarky Puppy houdt van Nederland

STOMME FILM OP MUZIEK Film over Jeanne d’Arc met live muziek

ITALIANEN IN DE HAVENKlassieker van Arthur Miller in Genkse haven

KNIPPEN EN PLAKKENLucas van Woerkum monteert film in concert

MARIKEN, DE OPERASchoolklassieker, nu met muziek en zang

ZIE JEZELFFamilietheater over de DSM-ramp van 1975

HOE TRAAG VLIEGT DE TIJD Mariël Vaartjes in het verzorgingstehuis

DE FAMILIE PERFECTIEHet bruist en kolkt het bij het Hagen Kwartet

MEER DAN EEN PODIUM Makers kunnen terecht bij De Domijnen

OP EN NEER Rosas herneemt Erklärte Nacht van Schönberg

Cover: Jeroen Willems. foto Felix Kalkman Colofon: Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door C-Mine Cultuurcentrum, De Domijnen, Parkstad Limburg Theaters, philharmonie zuidnederland, Theater a/h Vrijthof en Via Zuid | Concept: Wido Smeets | Eindredactie: Lean Hodselmans en Emile Hollman | Teksten: Lean Hodselmans, Emile Hollman, Duncan Liefferink, Wido Smeets, Annemarie Staaks, Paul van der Steen | Vormgeving: Obidesign/Annebeth Nies

EN VERDER

THEATERMAGAZINE JEROEN JAARGANG 1 NUMMER 1 SEPTEMBER 2015

DEZE KEER IN JEROEN

Page 4: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 4

Page 5: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 5

Hedwig Verhoeven, sinds kort de baas van de Nederlandse schouwburgdirecties, was van 2005 tot 2010 directeur van het Munttheater in Weert. Voor een toneelstuk waar in eigen stad te weinig animo voor was, regelde ze kort na haar aantreden een busreis naar Den Bosch. Op de terugweg vroeg ze aan de enthousiaste inzittenden of ze ervoor konden zorgen dat bij een volgende ‘moeilijke’ toneelvoorstelling in eigen zaal 250 mensen zouden zitten. Het lukte. De anekdote stond afgelopen voorjaar in een interview met Verhoeven in De Volkskrant, waarin ze nog een mooi verhaal vertelt. Theater De Poorterij in Zaltbommel werd jarenlang geleid door een directeur die ondanks alle bezuinigingen een bovengemiddelde programmering neerzette en daarmee bovengemiddeld veel bezoekers trok. Tot de gemeente het theater verkocht aan een commerciële partij en de directeur vertrok. Er kwam een andere programmering, van de zaalbezetting bleef nog maar een kwart over, begin dit jaar trok de nieuwe eigenaar de stekker eruit. Het lijken bijbelse parabels, het zijn herkenbare berichten uit de samenleving. We kunnen ervan opsteken dat theater een publieke zaak is, dat je ook met toneel goed gevulde zalen kunt trekken, hetgeen door recente cijfers wordt bevestigd, en dat het helpt wanneer je enthousiaste theaterdirecteuren hebt. Dit is het eerste editorial van wat, naar we hopen, uitgroeit tot het eerste internationale theatermagazine van Nederland - in plaats van ‘internationaal’ tikte ik eerst ‘euregionaal’, maar dat begrip kennen ze in Amsterdam en Brussel niet. Een magazine dat er kon komen dankzij een groepje enthousiaste theaterdirecteuren. Niet dat het vanzelf ging. We hebben er samen zo’n twee jaar aan getrokken, het maakt de tevredenheid over wat we nu in handen hebben alleen maar groter. Wanneer we er voor het tweede nummer in slagen ook Cultureel Centrum Hasselt binnenboord te halen, en wellicht ook nog De Velinx in Tongeren, is het succes van dit grensoverschrijdend project compleet. Waarom we het magazine ‘Jeroen’ hebben gedoopt, heeft u bij het zien van de cover al begrepen. Het is genoemd naar Jeroen Willems (1962-2012), naar ons idee de grootste theaterpersoonlijkheid die Limburg heeft voortgebracht. Vandaar dat het eerste nummer van Jeroen naar zijn in Heerlen wonende moeder is gegaan. Ze was er, net als wij, erg blij mee. Op naar de volgende nummers!

WIDO SMEETS [email protected]

het lijken

parabels,

het zijn

herkenbare

berichten

uit de

samenleving

een publieke zaak

Page 6: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 6

C-mine laat

niemand koud

Het labyrint van Gijs Van Vaerenbergh tussen de schatgebouwen op C-mine in Genk. foto Filip Dujardin

THEATERMAGAZINE JEROEN 6

Page 7: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 7

C-mine in Genk bestaat tien jaar en trakteert de gemeenschap op een nieuw kunstwerk. Zodat het aantal bezoekers boven een miljoen uit kan komen. “Als we dit waren begonnen vanuit nieuwbouw, was het nooit zo succesvol geweest.” DOOR EMILE HOLLMAN

De stemming bij schepen Anniek Nagels (cultuur) en directeur Veerle Van Bun van cultuurcentrum C-mine is opperbest. Tien jaar geleden was Europscoop de eerste nieuwkomer op de voormalige mijnsite Winterslag. Vijf jaar geleden volgde het cultuurcentrum - een gewaagde stap, op meer dan een kilometer buiten het centrum van de stad. Twee verjaardagen dus. Vandaar dat de Stad Genk de gemeenschap een groot cadeau aanbiedt: een stalen labyrint van 37,5 meter bij 37,5 meter en vijf meter hoog, ontworpen door Gijs Van Vaerenbergh, een samenwerking van twee architecten/kunstenaars uit Leuven, Pieterjan Gijs en Arnout Van Vaerenbergh. Het kunstwerk maakt aan alle kanten leep contact met het industriële erfgoed eromheen. Drie ton kostte het cadeau dat werd betaald door Genk, een royaal geschenk voor een stad met 65.000 inwoners. “Om te laten zien dat we geloven in C-mine als aanjager van cultuur en economische bedrijvigheid”, zegt Anniek Nagels. Ook al heeft Genk een enorme opdonder gekregen door de sluiting van de Ford-fabriek eind 2014: meer dan 5.000 mensen verloren er hun baan. Om die aderlating te pareren, moest C-mine, net als alle andere stedelijke afdelingen, tien procent van hun begroting inleveren. Desondanks is C-mine in tien jaar tijd een kwaliteitskeurmerk geworden, vindt Van Bun. Voormalig Vlaams bouwmeester Peter Swinnen renoveerde de gebouwen en de technische installaties. De kroon op dat werk was de toekenning van de Vlaamse Monumentenprijs in 2013, aan de gevel hangt nog steeds een banier waarop gepocht wordt met deze prijs. “We zijn er fier op”, zegt Nagels. Op het voormalige mijncomplex zijn tal van functies samengebracht. Behalve

twee podia en een expositieruimte is er een ondergronds belevingsparcours dat eindigt in de lucht: in de top van een van de schachtblokken. Op de site zijn ook de Luca School of Visual Arts gevestigd, cinema Euroscoop, een fitnesscenter, een restaurant, het atelier van keramist Piet Stockmans en C-mine Crib, een verzamelgebouw voor startende creatieve bedrijven. Het ontwikkelen van de site kostte 75 miljoen euro, de Stad Genk nam daarvan een derde deel voor haar rekening. De culturele programmering, waar de stad jaarlijks een miljoen euro in steekt, is één van de pijlers van C-mine. De site, waar in totaal 338 mensen hun brood verdienen, moet een kruisbestuiving vormen tussen alle ‘bewoners’ en tegelijkertijd uitstraling hebben naar de Stad Genk. Het project Vollebak Vennestraat is een mooi voorbeeld. De winkelstraat vlakbij C-mine is opgeknapt en baadt in geuren, kleuren en culturen. Sinds kort lopen er gele lijnen vanaf de site om bezoekers de wijk in te sturen. Het succes van C-mine komt deels door de uitstraling van de plek, daar zijn Nagels en Van Bun het over eens. Van Bun: “Als we dit waren gestart vanuit nieuwbouw, was het nooit zo succesvol geweest. Dit complex is niet neutraal, in elke Genkse familie is wel iemand die hier heeft gewerkt. Het laat niemand koud.” “Voor toerisme, educatie, erfgoed en creatieve economie is deze omgeving heel vruchtbaar en inspirerend gebleken. Maar we zijn er nog lang niet”, zegt Anniek Nagels. “Het cultuurcentrum trekt 60.000 bezoekers per jaar, dat kan altijd beter.”

Waarbij ook wordt gelonkt naar een Nederlands publiek. Dat de site jaarlijks 800.000 bezoekers trekt, komt voor meer dan de helft op conto van Euroscoop. De Genkse gemeenschap is behalve klein ook jong, zeer multicultureel en niet bijzonder kapitaalkrachtig. “Genk is geen eenvoudige opgave”, zegt Van Bun. Ze doelt vooral op de verschillende hechte gemeenschappen zoals de Griekse, de Italiaanse en de Turkse. “We steken er veel energie in om ze naar hier te halen. Om dat voor elkaar te krijgen, benaderen we sleutelfiguren binnen die

gemeenschappen.” Ze wijst op successen als Muntagna Nera, muzikaal theater over een Italiaans/Genkse muziekgroep, en Marina, de film over de Genkse mijnwerkerszoon Rocco Granata. Om de drempel zo laag mogelijk te houden, probeert C-mine in te spelen op dat multiculturele DNA van de stad. Komend jaar is er een groot project rond Europalia Turkije

en zal C-mine 360 Istanbul, een festival rond hedendaagse populaire Turkse muziek presenteren. Veerle Van Bun: “Tegelijk mikken we in de programmering op jonge makers die inhoudelijk goed zijn, hun nek durven uitsteken en die hun stempel drukken op het Vlaamse cultuurlandschap.” Intussen laat schepen Anniek Nagels zich niet gek maken door de malheur rond de gesloten Ford-fabriek. “We mogen niet berusten. Daarom zijn we volop bezig met het stimuleren van creatief ondernemerschap, zoals in C-mine Crib en het nieuwe Thor park op de voormalige mijnsite van Waterschei.”

De Genkse gemeenschap is behalve klein ook jong, zeer multicultureel en niet bijzonder kapitaal-krachtig.

Page 8: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 8

Martin Harriague. “Daarmee verbinden we hem aan een stuk dat hier wordt gemaakt.” Harriague is de vierde choreograaf in residence. Sinds zijn entree bij Fashion Clash schaaft de Fransman in de dansstudio van AINSI aan zijn eigen ontwikkeling. Een beginneling is hij bepaald niet. In Frankrijk heeft hij een eigen gezelschap, verder is hij verbonden aan de Kibbutz Contemporary Dance Company in Israël. Wintjens: “Martin heeft potentie. Zijn choreografieën zijn inventief en humoristisch. Daarnaast heeft hij een rebelse kant, die nu nog niet altijd goed uit de verf komt. Wij helpen hem bij het verfijnen van zijn ambacht en bieden hem de kans om meters te maken.”

Project Sally - Revolt. Op 18/9 in Maastricht, op

13/10 in Heerlen, op 2, 3 en 4/10 in Maastricht.

projectsally.nl

Spectrum, op 12/9 PAS Festival Maastricht,

Kapoenstraat 2.

Zijn duet ging in juni de wereld over nadat de Italiaanse Vogue en tientallen mode-bloggers zijn choreografie voor de presentatie van Fashion Clash Maastricht oppikten. Martin Harriague (29), choreograaf in residence in Maastricht, was amper geland toen hij door Project Sally werd gevraagd om een choreografie te maken voor het Maastrichtse mode-event.

Een mooie cross-over en een goed voorbeeld van hoe dans kan wortelen in Maastricht, vindt Ronald Wintjens. Hij is samen met Stefan Ernst leider van Project Sally, een dansgezelschap dat sinds 2014 samen met Via Zuid dansers en choreografen begeleidt. Wintjens: “Het aantrekken van internationaal talent is één van de manieren om dans aan de regio te binden en te bouwen aan een beter dansklimaat.” Van een dansklimaat was in Limburg tot voor kort nauwelijks sprake. Behalve twee choreografen (Joost Vrouenraets en Elsa van der Heijden), de Nederlandse Dansdagen en twee vooropleidingen was er weinig. Toch besloot Wintjens om Project Sally van Den Bosch naar Maastricht te verhuizen: “Ik heb Limburgse roots en wilde graag terug. Toen ik bij de gemeente Maastricht aanklopte, reageerde die enthousiast. In veel andere steden moet je concurreren. Hier kunnen we een leegte opvullen: de markt is allesbehalve verzadigd.” Het internationale karakter van de grensstreek is wat hem betreft een ideale voedingsbodem: “Dansen doe je met je lijf, het is een universele taal.” De nieuwste voorstelling van Project Sally heet Revolt, een stormachtig optreden over protest. Niet door te schreeuwen, maar als een revolte van binnenuit.” In de voorstelling zit naast choreografie van grootheden als Itzik Galili en Stephen Shropshire ook repertoire van

Franse rebel

Van een dansklimaat was in Limburg tot voor kort nauwelijks sprake.

Project Sally wil dansers binden aan de regio. Zoals het Franse talent Martin Harriague. “Zijn rebelse kant komt niet altijd even goed uit de verf.” DOOR ANNEMARIE STAAKS

Spectrum tijdens Fashion Clash Maastricht in een choreografie van Martin Harriague. foto Mieke Kockelkorn

Page 9: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 9

Hoe maak je studenten warm voor een klassiek concert? Met het programma Spicy Classics, denken ze bij philharmonie zuidnederland. Het idee is om klassieke muziek te koppelen aan andere kunstvormen. “Het gevoel van Nirvana Unplugged.” DOOR LEAN HODSELMANS

gaaf om bij instrumentale voorstellingen beeld toe te voegen. Al moet je iets wat heel goed is niet te grabbel gooien door het op te leuken, oftewel geen cocktails maken met dure whisky.” Bosgraaf wil niet tornen aan de tijdloze kwaliteit van muziek maar deze in een verrassende context plaatsen. “Je kunt alle Rembrandts op een rijtje hangen, maar met een Picasso ernaast, zie je pas het unieke van beiden.” Met dat idee in zijn achterhoofd haalde hij de filmmakers Paul en Menno de Nooijer en sounddesigner Jorrit Tamminga erbij. “Die laatste legt door toevoeging van elektronica een vergrootglas op de akoestische klank waardoor het juist super-akoestisch klinkt.” En dat met Vivaldi’s Jaargetijden. “Inderdaad, de spaghetti bolognese van de klassieke muziek. Bij een bekend stuk hoor je meteen waar de variatie zit.” Zo worden er meer drempels geslecht. Er is een hapje vooraf en een slokje achteraf met de artiesten aan de bar. Een vlakke vloer zorgt voor direct contact tussen musici en publiek. “Het gevoel van Nirvana Unplugged”, noemt Erik Bosgraaf dat. “Ruiken, zien en horen in alle dimensies, zodat de bezoeker na een uur prettig door elkaar geschud naar buiten gaat”, vult Masa Spaan aan.

Spicy Classics door philharmonie zuidnederland op 14 oktober

in de Muziekgieterij Maastricht. philharmoniezuidnederland.nl

Jongeren die niet zijn opgegroeid met klassieke muziek, en dat zijn er steeds meer, herkennen zich niet in de 19e eeuwse opbouw van een concertopbouw die vaak nog steeds wordt gehanteerd. “Een orkest op een hoog podium is voor hen te afstandelijk”, zegt Masa Spaan van de philharmonie zuidnederland. Vandaar het concept

Spicy Classics dat speciaal voor studenten werd ontwikkeld en drie keer per seizoen wordt opgevoerd.

Levendigheid en intimiteit van de muziek komen er in de klassieke concertvorm bekaaid van af. Tegelijkertijd is onze beleving van kunst veranderd, meent

Spaan. “Bezoekers zijn omnivoren geworden die zich surfend door de wereld van nu bewegen. Vandaar dat we klassieke muziek verbinden met andere kunstdisciplines.” Ze benadrukt dat de muziek centraal blijft staan, want “het publiek laat zich niet bedonderen”. Zo wordt het Spicy Concert met De vier jaargetijden van Vivaldi uitgevoerd door een 15-koppig ensemble van de philharmonie onder leiding van de á la Kyteman meespelende en dirigerende blokfluitist Erik Bosgraaf.Ook hij realiseert zich dat de klassieke opvoering niet werkt als je een nieuw publiek wil aanspreken. “Bij hedendaagse popmuziek draait alles om beeldcultuur. Bij klassiek is dat alleen bij opera het geval. Het leek mij

Vivaldi’s Jaargetijden, “inderdaad, de spaghetti bolognese van de klassieke muziek.”

Spicy Classics in Eindhoven. foto Stijn van der Loo

GEKRUID KLASSIEK

Page 10: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 10

Theater zonder woorden

In de stomme film toverden sterren als Charlie Chaplin en Buster Keaton een wereld aan expressie tevoorschijn.

Thomas Monckton als pianist. foto Sanne Peper

Page 11: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 11

Meer nog dan met zijn woorden wond Toon Hermans het publiek om zijn vinger met zijn mimiek en houding. Tekstloos theater is tegenwoordig een genre. “Deze performers gebruiken alles, van hun enkels tot hun oogleden.” DOOR PAUL VAN DER STEEN

Theater zonder woordenFascineren zonder woorden. Dat gaat

volgens Hilde Scholten geregeld

gebeuren bij het tekstloos theater dat

schouwburg De Domijnen in Sittard-

Geleen komend seizoen aanbiedt.

“Deze performers gebruiken alles, van

hun enkels tot hun oogleden en vaak

nog veel meer. Er is veel innovatie in

het genre. Je ziet sommige artiesten

bijvoorbeeld technologie, zoals nieuwe

media inzetten.”

Tekstloos theater komt voort uit een lange traditie en heeft links met historisch gewortelde vormen als de Italiaanse commedia dell’arte en de eind negentiende eeuw ontstane vaudeville en clownerie. Er liggen duidelijke lijnen met de stomme film, waarin sterren als Charlie Chaplin en Buster Keaton met hun elastieken lijf en rubberen gezicht een wereld aan expressie tevoorschijn toverden. Nauw definiëren van het genre is lastig, geeft Scholten toe. Al geeft de term tekstloos theater al een behoorlijke hint. “Een deel is beeldend theater. Sommige voorstellingen hebben ook duidelijke raakvlakken met andere genres zoals toneel, muziek, dans, show en variété. Zo raakt het aan heel veel.” De makers zijn niet eenkennig. De veel geprezen Jakop Ahlbom, een in Nederland woonachtige Zweed die komend seizoen ook te zien is in Sittard (zie kader), regisseerde ook opera in Berlijn en toneel (zoals een podiumbewerking van Het proces van Franz Kafka) in Mainz. Scholten (47) heeft diverse boeken over toneel, cabaret en musical op haar naam staan. De vonk van tekstloos theater sloeg lang geleden al over. “Dat gebeurde bij het kijken naar Mini & Maxi, ik was nog heel jong. Wat zij allemaal wisten op te roepen zonder tekst. Veel later beleefde ik een soortgelijke sensatie bij de Ashton Brothers, die elementen van tekstloos

theater op een heel eigentijdse wijze in hun shows verwerken.” Cabaret, met zijn nadruk op het woord, mag dan een typisch Nederlands genre zijn, ook daar laten de invloeden van tekstloos theater zich gelden. “Meer nog dan met wat hij te zeggen had, wond Toon Hermans het publiek om zijn vinger met zijn mimiek en houding. Een cabaretgroep als Lurelei is met mensen als Eric Herfst en Aart Staartjes begonnen als pantomime-act. Toen Lurelei in de jaren zestig met tekst succesvol werd, hadden ze nog steeds tekstloze nummers. Zoals Tango mortale, waarin Herfst met Sylvia de Leur danste en haar uiteindelijk levenloos over de vloer sleepte.” Scholten is maar tijdelijk actief voor de Sittardse schouwburg. Ze kwam in februari van dit jaar en is komende maand mogelijk weer weg. Toch hoopt ze dat tekstloos theater er een blijvertje wordt. “Omdat het publiek er nog niet heel erg bekend mee is, blijft de programmering in dit eerste seizoen nog aan de veilige kant. Het is vooral een dwarsdoorsnede uit het aanbod met gerenommeerde acts uit binnen- en buitenland, voorstellingen. Met een doorlopende programmalijn over meerdere seizoenen bouw je een vast publiek op dat op den duur ook avontuurlijke keuzes durft te maken. Al zal je hier altijd anders blijven programmeren dan in Amsterdam of andere grote steden. Voor niches in de theatermarkt is hier nu eenmaal net iets minder publiek.”

Circo Aero - The Pianist. Op 25 november in

De Domijnen. Jack Ahlblom – Horror. Op 19

januari in De Domijnen. uitbalie.nl

HORROR

Horror van Jakop Ahlbom is een ode aan

het griezelverhaal. Ahlbom is een Zweed

die in Nederland zijn mimeopleiding

volgde en in de afgelopen jaren een

flinke reputatie opbouwde. Volgens

Hilde Scholten is Horror een innovatieve

cross-over: “Mime, dans, en muziek

zijn tot één geheel gesmeed. De

voorstelling is geënt op de stomme film,

maar transformeert die vorm naar het

heden.” Ahlbom maakte de voorstelling

ook als eerbetoon aan het genre.

Recensenten loven behalve alleen het

angstaanjagende karakter ook de humor

van Ahlboms toneelthriller.

THE PIANIST

Alle ingrediënten voor een

gedenkwaardige muziekuitvoering zijn

er: een concertvleugel, een voorbeeldig

geklede pianist en daarboven

een schitterende kroonluchter.

Gedenkwaardig wordt de voorstelling

The pianist van Circo Aero zeker,

maar het komt tot alles behalve een

muziekuitvoering. Het stuk had succes

op het theaterfestival van Edinburgh

en trok volle zalen in diverse landen.

Volgens Hilde Scholten is het stuk een

voorbeeld van tekstloos theater dat

geraffineerd voortborduurt op klassieke

successen. “In de setting van een

klassiek concert gaat het plotseling

een heel cartooneske kant op, met

Thomas Monckton met zijn mimiek en

expressieve gezicht in een glansrol als

pianist.”

Page 12: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 12

Jazz-ensemble Snarky Puppy uit Brooklyn was tien jaar lang een best bewaard geheim. Na de Grammy Award is er geen houden meer aan. Sinds vorig jaar heeft de band een connectie met Nederland. DOOR ANNEMARIE STAAKS

Snarky Puppy laat zich muzikaal gezien moeilijk in een hokje stoppen. Recensenten typeren de optredens als swingend, verrassend, eclectisch, en - wat verrassend is voor de technisch geschoolde musici – niet te moeilijk. Hoewel, volgens hun Europese booker Mike Bindraban ligt dat net ietsje anders: “Wie goed luistert, hoort dat de muziek vrij ingewikkeld in elkaar zit, maar toch klinkt het toegankelijk. Ze spelen voor een breed publiek. Het is jazz maar ze staan ook in de pop charts.” Tijdens de Europese clubtour dit najaar staat Snarky Puppy met tien man op het podium en spelen ze naast bestaande nummers ook nieuw materiaal. Zo ook composities uit de documentaire over de bloeiende jazz en R&B-scene in Texas, waar Michael League momenteel aan werkt. Over wat de bezoekers van de show in Heerlen kunnen verwachten, is Mike Bindraban kort en duidelijk. “Snarky Puppy zal hard uitpakken. Het wordt één groot, energiek feest.” Zelf zag hij Snarky voor het eerst in 2010 in New York en wist meteen: deze band heeft ‘t. Nergens voelen ze zich beter thuis dan op het podium. “Het zijn jeugdvrienden die al sinds high school samen rondreizen en muziek maken. Dat zorgt voor een unieke energie. Zoiets kom je maar zelden tegen.”

Snarky Puppy, op 17 oktober in Parkstad Limburg Theaters in

Heerlen. parkstadlimburgtheaters.nl

“I neeeeed to go see these guys before I die!” luidt een hartenkreet van een fan op YouTube. Hij hoeft niet te wanhopen, Snarky Puppy staat bekend om zijn overvolle touragenda. Vorig jaar had de band maar liefst 250 gigs, en ook dit jaar zijn ze veel onderweg. Kansen genoeg dus om ze live te zien spelen.

De jazzformatie heeft iets met Nederland. In 2014 nam ze hier twee live-albums op: Sylva met het Metropole Orkest en We Like it Here in Kytopia, de Utrechtse studio van Kyteman. Nu komen ze naar Heerlen. Snarky Puppy is geformeerd rond bassist en bandleider Michael

League en speelt in wisselende samenstelling. De leden speelden met grootheden als Prince, Kirk Franklin en Marcus Miller. Drummer Robert Searight tourt dit jaar met rapper Jay Z. Vorig jaar won de band een Grammy voor hun project met Lalah Hathaway. League richtte zijn band op in 2004 in Texas, waar een groot deel van de leden samen studeerde aan de University of North Texas of Music. Nu maken ze zichzelf hard voor muziekeducatie en combineren ze hun concerten waar mogelijk met masterclasses op lokale scholen en conservatoria. Jazz, funk, soul, rock, experimenteel, innovatief…

‘Ze spelen voor een breed publiek. Het is jazz maar ze staan ook in de pop charts.’

Snarky Puppy zal flink uitpakken in Heerlen. foto Joke Schot

THUIS OP HET PODIUM

Page 13: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 13

THUIS OP HET PODIUM

Binchois, Dufay en Salinis die in combinatie met de filmbeelden een welhaast esoterische sfeer oproepen. Orlando bestaat sinds 1988 en geldt als een van ’s werelds beste vocale gezelschappen in het repertoire uit de jaren 1050-1550. Orlando Consort toerde afgelopen zomer door het Verenigd Koninkrijk, nu is Heerlen aan de beurt. Daarna volgen Amsterdam en Rotterdam, en reist het gezelschap door naar de Verenigde Staten.

La Passion de Jeanne d’Arc door The Orlando Consort. Op 1 december in

Theater Heerlen. parkstadlimburgtheaters.nl theorlandoconsort.com

Liefst 25 keer werd er tussen 1895 en 2011 een film opgenomen over het leven van Jeanne d’Arc, ook wel de maagd van Orléans genoemd. De jonge vrouw speelde een rol in de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland en moest die in 1431 bekopen met een plek op de brandstapel in Rouen. Ze werd postuum vrijgesproken en geldt sedertdien als een heldin. Een van de meest besproken films, stamt uit 1928, en is een van de laatste stomme films.De film zoomt niet in op de oorlog, maar op berechting, gevangenschap, marteling en terechtstelling. Een allegorie op het passiespel. De film werd een flop, niet in de laatste plaats omdat er al geluidsfilms waren - maar voor geluid was het budget niet toereikend. Inmiddels geldt de film als heel bijzonder, juist omdát het een van de laatste stomme films was. De Deense regisseur Carl Theodor Dreyer maakte van de nood een deugd en beweerde dat “het gezicht de toegang van de ziel is”. Vandaar dat we het markante hoofd van actrice Renée Jeanne Falconetti, haar rechters en beulen voortdurend close up in beeld krijgen, een fascinerende portrettengalerij – de film staat integraal op YouTube. Bij deze filmbeelden (negentig minuten) zocht het Britse Orlando Consort vocale muziek, van middeleeuwse componisten en tijdgenoten van Jeanne d’ Arc als

STOMME FILM OP MUZIEK

Muziek en film roepen een welhaast esoterische sfeer op.

Filmpje pikken met live muziek van een Brits top-ensemble? Een absoluut experiment, vinden ze bij Theater Heerlen. Bijvoorbeeld omdat de film over Jeanne d’ Arc gaat en in 1928 in première ging. DOOR EMILE HOLLMAN

Still uit de film La Passion de Jeanne ‘Arc uit 1928.

Page 14: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 14

De familie Van Waveren met vooraan links Sanne

den Hartogh. foto Rene Castelijn

THEATERMAGAZINE JEROEN 14

Page 15: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 15

Na de documentaire De Van Waveren tapes is er nu ook een toneelstuk over de familie van de mysterieuze malloot Guido van Waveren. Hij was voorbestemd om de wereld te redden, maar eindigde in de Prinsengracht. DOOR PAUL VAN DER STEEN

De puzzel rondGuido van Waveren Het begon met een vondst op de markt aan het Amsterdamse Waterlooplein in 1996. Regisseur en reclamemaker Wim van der Aar kocht er op goed geluk een doos met zestig uur aan geluidsopnames voorzien van curieuze opschriften als Tape vol geouwehoer, Nel communezinnig en Ma goed gek.

Zo kwam Wim van der Aar terecht in de desolate wereld van een man, zoekend naar een doel in het Amsterdam van de jaren zestig en zeventig. Iemand met de merkwaardige gewoonte om doodgewone telefoongesprekken op te nemen. Na een zoektocht wist hij de identiteit van de man te achterhalen. Het ging om Guido van Waveren (1944-2006). Met de geluidsbanden probeerde Van der Aar in de documentaire De Van Waveren tapes (2012) de puzzel van Van Waverens leven te leggen. Hij spoorde contacten van toen op, en reconstrueerde met een decorontwerper de woonkamer van Van Waveren. Toch bleef de hoofdrolspeler voor een deel een mysterie. Na voltooiing van de documentaire had Van der Aar al het idee nog niet klaar te zijn met Van Waveren. Er was nog familie. En wat voor familie! Guido van Waveren bleek te behoren tot een roemrijk Aerdenhouts bollentelersgeslacht. Er was materiaal voor een Nederlandse versie van Heimat, de beroemde Duitse tv-serie, zo ver kwam het niet. Wel tot een voorstelling door het Ro Theater, geschreven door Rik van den Bos en Don Duyns, onder de titel Van Waveren. Ook het stuk gaat uit van Guido, een derde generatie Van Waveren die wordt

gespeeld door acteur Sanne den Hartogh (Harderwijk, 1981). “Ik reis met een bus vol Japanners richting Bollenstreek. Dan neemt het verhaal een surrealistische wending en ontmoet ik mijn dode vader en diens ook al overleden broers”, vertelt hij. Pakweg een halve eeuw geschiedenis wordt in het stuk gegoten. Guido’s grootvader maakte fortuin, waarna zijn vier zoons naar diverse kanten uitwaaien. Guido’s vader leek een bekwaam uitvinder, maar verzuimde om octrooien aan te vragen. Een broer stond mee aan de basis van De Keukenhof. Een derde vertrok voor zaken naar de VS, kwam daar in contact met Carl Gustav Jung en was de rest van zijn leven druk met het onderbewuste. De vierde broer wierp zich tijdens de oorlog op als redder van zijn broers, maar bleek ze later te hebben opgelicht. Dramatisch materiaal voor het opscheppen dus. En Guido van Waveren zelf? “De man heeft een moeizaam leven gehad”, concludeert Den Hartogh. “Hij had een haat-liefdeverhouding met zijn moeder die hem grotendeels alleen opvoedde, op een verstikkende manier. Ze prentte hem het idee in dat hij was voorbestemd om de wereld te redden. Na vier jaar les haalde ze hem van de basisschool. Tot zijn dertiende sliep hij bij zijn moeder in bed.” Die jeugd liet duidelijke sporen na.

“Eenmaal volwassen probeerde hij alsnog de regie over zijn eigen leven te krijgen. Dat hij al die telefoongesprekken opnam, was een poging om grip te krijgen op zijn leven. Het lukte hem niet. Uiteindelijk raakte hij de weg helemaal kwijt.” In 2006 werd zijn lichaam uit de Prinsengracht in Amsterdam gevist. Kort daarvoor was de aan alcohol verslaafde Guido van Waveren nog aangesproken door de politie, die hem met hulpverlenende instanties al in de gaten hield. Maar de dolende ziel was niet

meer te redden. Als acteur voelt Den Hartogh het als zijn belangrijkste opdracht om Van Waveren neer te zetten als een gelaagd karakter. “Zodat het publiek hem niet meteen gaat zien als Malle Appie. Ook in werkelijkheid was zijn situatie niet eendimensionaal. Verschillende werelden kwamen bij hem samen. Luisterend naar zijn stem op de bandopnames in de documentaire van Van der Aar hoor je

Aerdenhout. Ondanks slechts vier jaar lagere school is er een welbespraakte, geaffecteerd sprekende man aan het woord. Tegelijkertijd rot hij wel weg in een achterkamertje in De Pijp.”

Van Waveren door het Ro Theater op 16

oktober in Theater aan het Vrijthof Maastricht.

theateraanhetvrijthof.nl

Zijn moeder, die hem grotendeels alleen opvoedde, prentte hem het idee in dat hij was voorbestemd om de wereld te redden.

Page 16: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 16

Page 17: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 17

Een stuk over Italiaanse migranten, opgevoerd in Genk, een stad met Italiaanse migranten. Toneelgroep De Roovers speelt Van de brug af gezien van Arthur Miller op locatie in de haven van Genk. “Het verhaal is nog steeds relevant.” DOOR PAUL VAN DER STEEN

actualiteitswaarde proberen we ook de schoonheid en de poëzie van dat werk te laten zien. De manier waarop bepalen we als collectief. Zelfs over de affiches spuit iedereen zijn ideeën.” Toneelgroep De Roovers voerde Van de brug af gezien voor het eerst op in februari 2002, aanvankelijk in zalen. Al spelende ontstond het idee voor locatievoorstellingen. Die kwamen er in juni en juli 2004 tijdens het festival Zomer van Antwerpen, dat zich afspeelt in en rond de haven. “Die plekken geven een extra dimensie. De kolossale terreinen, de enorme boten die passeren. Het is een omgeving die de nietigheid van de mens benadrukt. En terwijl de sfeer van het stuk duisterder en duisterder wordt, gaat de zon langzaam onder. Weer en wind spelen met de acteurs en het publiek. Als het regent, worden wij nat en de toeschouwers evengoed.” In 2013 hebben De Roovers Van de brug af gezien opnieuw op hun repertoire gezet. Ze speelden het in de havens van Oostende en, opnieuw, Antwerpen. Nu is de haven van Genk aan de beurt. “Het verhaal is nog steeds heel erg relevant. Laatst ging ik per trein naar Londen. Het spoor was geblokkeerd met vluchtelingen die naar de overkant van Het Kanaal wilden.”

Van de brug af gezien door Toneelgroep De Roovers. Op

2, 3, 4 en 5 september in de haven van Genk (Poort 7609/

Swinnerijweg). c-minecultuurcentrum.be

“Het zou mooi zijn als er ook veel mensen met Italiaanse roots komen,” zegt acteur Robby Cleiren. “Het stuk gaat over migranten in de VS. Maar de mensen die naar België kwamen, zullen er ook veel in herkennen. Zanger Rocco Granata, die we ontmoetten tijdens een radioprogramma, is een keer komen kijken, en zei: “Dat is straf, dit is ook het verhaal van mijn ouders.”

Robby Cleiren (44) vertolkt in Van de brug af gezien Eddie Carbone, een Italiaanse havenarbeider in het New York van de jaren vijftig. Hij neemt twee illegaal in

de VS verblijvende landgenoten in huis. Als een van de twee het aanlegt met Carbones nichtje, geeft hij hen aan bij de immigratiedienst. Dan zijn de rapen gaar. Cleiren: “In wezen is het een Griekse tragedie in een moderne context. Met het verschil dat de personages niet het slachtoffer worden van de wil van de

goden, maar van de sociale omstandigheden.” Een groep acteurs, onder wie Cleiren, richtte De Roovers op in 1994. Uitgangspunt: het spelen van klassieke teksten uit het toneelrepertoire, van stukken uit de Griekse Oudheid tot hedendaagse. “Als ze voor het publiek van vandaag maar iets te vertellen hebben. Het laatste dat we nastreven is museumtheater. Behalve de

‘De haven is een omgeving die de nietigheid van de mens benadrukt.’

De Roovers op locatie in de haven van Genk. foto Stef Stessel

Italianen in de haven

Page 18: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 18

column

La Bonne Nuit

De audities voor La Bonne Nuit waren op een dinsdagmiddag. Ik deelde de kleedkamer met een clown, twee meisjes op rolschaatsen en een oogverblindend donkere dame van wie mij niet helemaal duidelijk was wat haar talent was. Tot ze na haar auditie poedelnaakt de kleedkamer binnenwandelde. Na haar strip-act was ik aan de beurt. Meneer Joosten zat met een sigaar in zijn mond achter een bureau en vertelde wat hem voor ogen stond: een nachtclub met de allure van de Moulin Rouge, gecombineerd met de statuur van het Londense West End. En waar kon die nachtclub beter gedijen dan in Maastricht, het kloppend hart van de Euregio? Ik kende de term Euregio eigenlijk alleen van het kaartje op de achterkant van de kennismakingsbrochure die ik met de post ontving toen ik ging studeren aan wat toen nog de Universiteit Limburg heette. Op dat kaartje stond Maastricht met daarom heen drie rondjes getekend. In het binnenste rondje vielen Aken en Luik, in het tweede rondje lagen Brussel, Keulen en Luxemburg en in het buitenste rondje lagen Parijs, Londen, Frankfurt en Amsterdam. Eenmaal woonachtig in Maastricht merkte ik van de Euregio erg weinig. Als student ben je toch aangewezen op de fiets, en dan is een tochtje naar Smeermaas al behoorlijk ver. Maar meneer Joosten had dus grote plannen. Met La Bonne Nuit zou hij Maastricht voorgoed vestigen als epicentrum van de Euregio. Een locatie had hij al: de Bonbonnière, de oude schouwburg die sinds de bouw van het Theater aan het Vrijthof leeg was komen te staan. Toen meneer Joosten was uitgepraat, stopte hij zijn sigaar terug in zijn mond en leunde achterover, mijn auditie kon beginnen. Ik deed mijn goocheltrucs en liet mijn kunsten zien. Meneer Joosten krabbelde iets op een papiertje, daarna waren de rolschaatsmeisjes aan de beurt. Bij de eerste repetitie bleek dat ik de enige van de auditanten was die mee mocht doen aan de extravagante nachtshow van internationale allure die meneer Joosten in gedachten had. Dat kan in verband worden gebracht met mijn talent, maar waarschijnlijker is dat ik als enige akkoord was gegaan met een gage van vijftig gulden per avond. Die meneer Joosten mij iedere avond na de voorstelling in de bezemkast zou overhandigen.

Page 19: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 19

‘Als student ben

je toch aangewezen

op de fiets, en

dan is een tochtje

naar Smeermaas al

behoorlijk ver. ’

Tot de andere artiesten behoorde een band van conservatoriumstudenten met een net afgestudeerde jazz-zangeres onder leiding van pianist Glenn Corneille. De enige ervaring van de presentator met het theater was dat zijn bedrijf driehoeksborden in de stad plaatste met daarop theateraffiches. En dan was er nog een groep studenten van de Toneelacademie die als zingende obers door de zaal zouden lopen. Tijdens de repetitie werd duidelijk dat ik twee trucs moest doen. Eén met zilveren balletjes die overal vandaan kwamen, de ander met een vliegende bol. De rest van de avond zou ik van tafeltje naar tafeltje lopen om kleine goocheltrucjes te doen. De meisjes van de toneelschool zouden, tussen het bedienen door, zo nu en dan een lied zingen met de band. Er zou elke avond een gastoptreden zijn. Daarna was het tijd voor onze eerste show. Normaal noem je zoiets een try-out. Maar daar had meneer Joosten geen tijd voor, we gingen meteen in première. Maastricht moest op de kaart worden gezet en dat kon niet wachten. De burgemeester en wethouders, de commissaris van de koningin, de regionale omroep, iedereen zat in de zaal. Jacques Herb was ingevlogen als special guest. Ik deelde mijn kleedkamer met zeven meisjes van de Toneelacademie die om onverklaarbare reden voortdurend in hun blootje rondliepen. Zo nu en dan kwam meneer Joosten binnen, eerst om ons allemaal twee consumptiebonnen te geven, later vooral om de toneelschoolmeisjes die nog steeds geen kleren aan hadden, succes te wensen. De consumptiebonnen waren het enige betaalmiddel tijdens de show. Muntjes eigenlijk, waarop meneer Joosten zijn eigen portret had laten afdrukken, met sigaar en al. Toen de voorstelling begon, zag ik dat de presentator van de avond - een oude vriend van meneer Joosten - zijn teksten nog niet uit het hoofd kende. Om dat te maskeren, hield hij een krant in zijn handen waar hij alle teksten in had geschreven. Steeds als hij iets moest zeggen sloeg hij die krant open alsof hij ging lezen. Het was een noodgreep, en zo kwam het ook over. De meisjes van de Toneelacademie deden een dansje, er was muziek, Jacques Herb zong over Manuela en ik deed mijn goocheltruc. Op een gegeven moment viel de bol van het geheime stokje waarmee ik hem liet zweven, maar uit het applaus leidde ik af dat iedereen dacht dat ook dat erbij hoorde. De recensies vielen tegen. De Limburger was niet onder de indruk, de landelijke pers had het laten afweten en uit de rest van de Euregio was ook niets vernomen. De week erna zat het nog redelijk vol omdat meneer Joosten links en rechts vrijkaarten had uitgedeeld, maar daarna werd het steeds leger in de zaal. In een wanhopige poging het tij te keren, liet meneer Joosten de pakjes van de meisjes van de toneelschool steeds kleiner maken. Bij de vijfde aflevering had hij de zangeres van de jazzband overgehaald om topless en gebodypaint haar liedjes te zingen, maar we voelden aan alles dat het niet meer goed zou komen. De zesde avond stond ik met mijn goochelkoffertje bij de Bonbonnière voor een dichte deur. Er hing een briefje waarop meneer Joosten liet weten dat hij de stekker eruit had getrokken. La Bonne Nuit was dood, maar de Euregio leeft gelukkig nog.

MICHA WERTHEIM

Page 20: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 20

Page 21: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 21

Lucas van Woerkum (Goirle, 1982) lijkt een voorkeur te hebben voor het repertoire uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw. “Dat klopt”, zegt hij. “Ik zoek muziek die iets oproept. Ik houd veel van moderne muziek, maar die is toch vaak meer ‘van het hoofd’. Mijn films zijn magisch-realistisch. Ze hebben een sprookjesachtige sfeer, die ik realistischer maak door met echte acteurs te werken, in Firebird met onder meer Gijs Scholten van Aschat en Hannah Hoekstra. Het wordt zo veel makkelijker om je te identificeren met de muziek. Dat leidt tot verdieping, maar ook tot verbreding van het publiek. In Amsterdam hebben we een uitvoering om half elf ’s avonds gehad: de zaal zat vol en de gemiddelde leeftijd van het publiek was 35.” Van Woerkum kan uit de voeten met de volledige balletversie van Stravinsky’s Vuurvogel, die bijna een uur duurt, maar ook met de suite uit 1945, die zo’n twintig minuten korter is. De kortere versie staat op het programma in Eindhoven en Maastricht. Van Woerkum moest daarvoor het nodige aanpassen. “Maar Stravinsky heeft dat inkorten wel goed gedaan”, zegt hij vergoelijkend. “Ik heb geen essentiële dingen hoeven schrappen.”

Vurig voor oog en oor door philharmonie zuidnederland

o.l.v. Kees Bakels m.m.v. Roger Muraro, piano, en Lucas van

Woerkum, cineast. Op 25 september in Eindhoven en op 26

september in Maastricht. philharmoniezuidnederland.nl

Al tijdens zijn vooropleiding hoorn aan het conservatorium van Tilburg merkte Lucas van Woerkum dat hij meer geïnteresseerd was in de verhalen bij de muziek dan in de noten. Later maakte hij tv-documentaires over Arvo Pärt, Willem Jeths en Michel van der Aa, toch bleef hij het gevoel houden dat de muzikale ervaring zelf onvoldoende uit de verf kwam. Zo kwam Van Woerkum een jaar of zeven geleden

op het idee beelden te maken bij muziek en die tijdens de uitvoering te monteren. Symphonic Cinema noemde hij het nieuwe genre. “De dirigent blijft de baas”, licht hij toe. “Hij bepaalt het tempo. Ieder shot in mijn film heeft 10 tot 15 seconden overlengte en als het nodig is kan ik de beelden ook nog vertragen of versnellen. Zo kan ik me aanpassen aan elke uitvoering. Dirigenten zijn daar erg blij mee.” En dat blijkt: Van Woerkums doorbraak kwam in 2011 met The Isle of the Dead op muziek van Sergei Rachmaninov. In 2014 volgde Firebird op muziek van Igor

Stravinsky. In september gespeeld door philharmonie zuidnederland, daarna ligt een reeks van wereldwijde uitvoeringen in het verschiet. Ook voor Van Woerkums volgende productie, Daphnis et Chloë van Ravel, is al buitenlandse belangstelling.

KNIPPEN EN PLAKKEN

‘Mijn films hebben een sprookjesachtige sfeer, die ik realistischer maak door met echte acteurs te werken.’

Doorgaans is de filmmaker onzichtbaar. Lucas van Woerkum niet. Hij zit in het orkest en monteert zijn film ter plekke op het ritme van de muziek. DOOR DUNCAN LIEFFERINK

Lucas van Woerkum. foto Marcel Molle.

Page 22: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 22

Karin van Leeuwen (rechts) over

Jackie Smeets: “Ze is spannend omdat

ze andere mensen kent.”

foto Perry Schrijvers

THEATERMAGAZINE JEROEN 22

MAKELAARS

IN TALENT

MAKELAARS

IN TALENT

Page 23: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 23

Een tikkeltje bizar is het wel. Karin van Leeuwen was 22 jaar lang zakelijk leider van theaterwerkplaats Het Huis van Bourgondië in Maastricht. Daar waar bekende theatermakers als Peer Wittenbols, Rob Ligthert, Ramsey Nasr, Ilay den Boer en Hadewych Minis zichzelf mochten uitvinden toen ze net van de Toneelacademie kwamen. Totdat staatssecretaris Halbe Zijlstra grote bezuinigingen doorvoerde bij de culturele instellingen. Als dank voor bewezen diensten mocht Van Leeuwen zelf het licht uitdoen. In een doorstart zag ze niets, zei ze in januari 2013 in Zuiderlucht. “We zouden de fysieke plek kwijtraken en qua organisatie gereduceerd worden tot een artistiek en een zakelijk duo.” Tweeëneenhalf jaar later vindt ze zichzelf terug in exact die positie. Sinds enkele maanden vormt Karin van Leeuwen de zakelijke wederhelft van Jackie Smeets. Samen vormen ze Via Zuid, makelaars in theatertalent. Eerder gaven Christophe Aussems en Esther de Koning hun opdracht bij Via Zuid, dat voorjaar 2013 van start ging, terug. De stichting heeft jaarlijks vier ton te vergeven om jong theatertalent te begeleiden. “Laten we maar niet miezemuizen over het verleden”, blikt Van Leeuwen terug op de afgelopen, woelige jaren. “Het is een andere tijd, we proberen onder een andere constructie de zelfredzaamheid van makers maximaal te ondersteunen.” De bezuinigingsboodschap van Halbe Zijlstra was in 2012 nog niet uitgevaardigd of de provincie Limburg reserveerde zelf geld voor talentontwikkeling. Jarenlang waren ‘jong’ en ‘talent’ kernbegrippen in het provinciaal beleid, dus de geloofwaardigheid stond op het spel. Tot 2017 mag Via Zuid bewijzen onmisbaar te zijn om

theatertalent op weg te helpen. Aan het enthousiasme van Van Leeuwen en de in theaterland goed ingevoerde Smeets zal het niet liggen. Samen delen ze een baan, de kosten proberen ze zo laag mogelijk te houden. Ex-journaliste Jackie Smeets organiseerde de laatste jaren tal van culturele evenementen in vooral Midden-Limburg. Ze was onder meer actief bij het Limburg Festival. Zo bouwde ze een netwerk op dat naar eigen zeggen onontbeerlijk is voor een talentmakelaar. In die rol maakt ze connecties tussen opleidingen, instellingen, festivals en uiteraard de talenten zelf. Ze spreekt van een bijzondere positie. “Limburg is de enige provincie met deze constructie. Minister Bussemaker volgt ons. Misschien is Via Zuid een pilot die ook landelijk ingevoerd kan worden.” Smeets koerst vooral op intuïtie. “Ik ben geen dramaturg en ook geen artistieke coach. Ik ga me niet bemoeien met de artistieke inhoud van een voorstelling of project. Het initiatief ligt bij de makers. Samen bekijken we wat nodig is om hen verder te helpen, en stellen we doelen. Dat kan op zakelijk gebied zijn, maar we kunnen ook helpen met de productie van een voorstelling en vooral onze kennis, ervaring en ons netwerk inzetten.” Van Leeuwen: “We helpen ze hun praktijk vorm te geven, wijzen welke wegen ze kunnen bewandelen.” Wie behoefte heeft aan zulke steun, moet om te beginnen zelf een plan maken. Uiteindelijk moet de samenwerking resulteren in een voorstelling, een concert of debat in de provincie Limburg of de

Euregio. “We zijn er dus niet om een begroting sluitend te maken”, waarschuwt Van Leeuwen alvast. “De bedoeling is een bijdrage te leveren aan een goed cultureel klimaat.” Na 2016 is de proefperiode voorbij en wordt bekeken of Via Zuid door kan gaan. Van de vier ton die jaarlijks beschikbaar is, komt 50.000 euro van de gemeente Maastricht, de rest van de provincie Limburg. Elk talent dat Via Zuid omarmt, kan werken met een bedrag tussen de 2.500 euro en 25.000 euro. Sommigen kunnen langer dan een jaar op steun rekenen, anderen krijgen hulp

voor de duur van een project. Via Zuid denkt zo een kleine twintig vormgevers, dansers, musici, theatermakers, schrijvers, en performers aan te kunnen. “We richten ons op de eerste vijf jaar na hun afstuderen, maar we gaan dus niet pamperen. Ze moeten aantonen zelf

organiserend vermogen te hebben.” Volgens Smeets weten ze zelf vaak niet wat ze al in huis hebben. Dan blijken ze al een netwerk te hebben zonder dat ze zich dat realiseren.” Van Leeuwen: “Soms kun je in een uur praten al heel wat doen voor het zelfvertrouwen van zo’n jonge maker.” Van Leeuwen, gepokt en gemazeld in het Maastrichtse circuit, vindt de entree van Jackie bijzonder omdat ze een relatieve buitenstaander is. “Ze is spannend omdat ze andere mensen kent, andere contacten heeft en makkelijk kan schakelen tussen de disciplines. Ze maakt mijn blikveld en dat van vele makers daarmee in een klap meer divers. En dat is een verrijking.” viazuid.com

‘Soms kun je in een uur praten al heel wat doen voor het zelfvertrouwen van zo’n jonge maker.”

In 2012 werden de productiehuizen, gesubsidieerde broedplaatsen voor theatertalent, wegbezuinigd. Het Huis van Bourgondië verdween, na enige omwegen neemt Via Zuid een deel van die rol over. “Minister Bussemaker volgt ons.” DOOR EMILE HOLLMAN

Page 24: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 24

Page 25: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 25

Nadat Mariken van Nieumweghen het er goed van had genomen in de Tuin der Lusten, sloot ze zichzelf op in een klooster te Maastricht. Serge van Veggel maakte er een opera over. “God, de duivel en de paus. Dát zijn echte operafiguren.” DOOR LEAN HODSELMANS

ingevuld door de zangers. Aan haar hand wordt de voorstelling ook heel toegankelijk voor bezoekers die niet gewoon zijn om naar een opera te gaan.” Een zware klus voor Hannah Hoekstra – zelf ziet ze dat niet zo. “Ik heb vooral heel veel zin om te gaan spelen”, vertelt ze. ”Ik ben heel nieuwsgierig wat de combinatie tussen opera en theater gaat opleveren.” Opera2day geeft jongeren en amateurs de kans om ervaring op te doen als figuranten. Het gezelschap Opera2day geeft workshops op scholen. Leerlingen die het interessant vinden, mogen meedoen. Dat betekent in elke stad andere mensen op het toneel, die allemaal weer hun eigen publiek meenemen. Bezoekers krijgen een professionele voorstelling voorgeschoteld met acht hoofdrolspelers, vijftien musici en figuratie die er op een subtiele wijze in is verwerkt. Het Theater aan het Vrijthof is een toepasselijke locatie. In de kelders zijn de fundamenten van het Witte Vrouwenklooster, waar Mariken haar laatste levensjaren doorbracht, nog zichtbaar. Volgens de legende zou ze zijn begraven op het Vrijthof, het voormalige kerkhof van het klooster. Van Veggel: “De link met deze plek maakt de uitvoering in Maastricht extra bijzonder.”

Mariken in de tuin der lusten door Opera2day op vrijdag

30 oktober in Theater aan het Vrijthof, Maastricht.

theateraanhetvrijfhof.nl

Volgens het middeleeuwse verhaal leefde Mariken van Nieumweghen zeven jaar met de duivel. “Dit is een verhaal van alle tijden dat iedereen kent”, zegt Serge van Veggel, artistiek leider van het Haagse gezelschap Opera2day. Hij componeerde een opera getiteld Mariken in de tuin der lusten. “Het leent zich uitstekend voor opera, met God, de duivel en de paus - dat zijn echte operafiguren.”

Kort samengevat gaat het over Mariken, een meisje dat beschermd opgroeit in de buurt van Nijmegen. Via de duivel belandt ze in Antwerpen, waar ze helemaal los

gaat. Ze krijgt berouw en trekt zich terug in het Wittevrouwenklooster in Maastricht waar ze haar laatste levensjaren geketend bidt om vergeving. Van Veggel: “In 2009 stuitte ik in mijn eigen boekenkast op het boek over Mariken, die overigens nooit bestaan heeft. Ik wilde dit stuk in 2015 op de planken hebben, precies 500 jaar na dato.” Van Veggel houdt ervan om genres te combineren. Het was voor hem meteen

duidelijk dat Mariken door een actrice vertolkt zou moeten worden. De keuze viel op Gouden Kalf-winnares Hannah Hoekstra van het Nationale Toneel. Een actrice tussen de operazangers. “Het publiek identificeert zich het meest met Mariken. Je volgt haar door een fascinerende maar duistere buitenwereld, die wordt

‘In het verhaal zou Mariken begraven zijn op het Vrijthof, het voormalige kerkhof van het Witte vrouwenklooster,’

Hannah Hoekstra als Mariken. foto Opera2Day

MARIKEN, DE OPERA

Page 26: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 26De gouden draak begint op de keukenvloer van een Aziatisch wokrestaurant. foto Barry HullegieTHEATERMAGAZINE JEROEN 26

Thaise soep is niet

onschuldig Thaise soep

is niet onschuldig

Page 27: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 27

Tragikomedie De gouden draak gaat over verbondenheid in de geglobaliseerde wereld en is één van de acht titels die het Nationale Toneel komend seizoen naar Heerlen brengt. “Wie durft, krijgt pareltjes te zien.”

DOOR ANNEMARIE STAAKS

De gouden draak begint op de keukenvloer van een Aziatisch wokrestaurant. Op de grond ligt een man te creperen vanwege een rotte kies. Hij is illegaal, dus naar de tandarts gaan is geen optie. Zijn Aziatische collega’s besluiten de tand te verwijderen met een waterpomptang, een ingreep met fatale gevolgen.

De Duitse toneelschrijver Ronald Schimmelpfennig is verantwoordelijk voor De gouden draak, een stuk over de geglobaliseerde wereld waarin iedereen met iedereen verbonden is, zonder elkaar echt te kennen. Regisseur Casper Vandeputte: “Het stuk stelt vragen over wat die verbondenheid betekent en in hoeverre we verantwoordelijk zijn voor onze medeburgers. Als ik Thaise soep eet in dat bewuste wokrestaurant, ben ik dan ook schuldig? Er zit ook een scene in met twee stewardessen die een bootje met vluchtelingen zien dobberen op zee. Ze zien het, maar zijn in de lucht en kunnen niks doen. Maar: móeten ze iets doen?” Casper Vandeputte studeerde in 2008 af aan de Toneelacademie in Maastricht en is vanaf 2013 als regisseur verbonden aan het Nationale Toneel, waar hij een vierjarige opleiding voor talentvolle theatermakers volgt. “Het geeft mij de kans om vier jaar aan producties te werken in een professioneel netwerk onder leiding van Theu Boermans.” Vandeputte heeft aan De gouden draak nog een dimensie toegevoegd. Behalve een verhaal over globalisering is het stuk onder zijn regie ook een ode aan het theater geworden. De acteurs, onder wie Anniek Pheifer en Paul R. Kooij, zijn tegelijkertijd verteller. Vandeputte: “We laten letterlijk zien hoe we een voorstelling maken en demonstreren zo hoe verbeeldingskracht in toneel werkt.” In het stuk spelen vijf acteurs achttien rollen. In zes met elkaar

verweven verhaallijnen wordt duidelijk hoe de klanten en medewerkers van het wokrestaurant meer met elkaar te maken hebben dan ze dachten. Het is een snelle voorstelling waarin de verhalen elkaar in rap tempo afwisselen. Maar ingewikkeld wordt het nergens, zegt Vandeputte. “Juist niet. Door de snelheid blijf je geboeid en met name jong publiek zal het heel gemakkelijk oppikken omdat ze deze

manier van kijken gewend zijn. Qua vertelstructuur en ritme lijkt het op de hedendaagse televisieseries die nu zo populair zijn.” “Toneel is een bijzonder genre, maar niet altijd even toegankelijk”, bekent Violien Vocks van Parkstad Limburg Theaters. Als programmeur steekt ze veel energie in manieren om het publiek kennis te laten maken met allerlei

toneelvormen. Die opstelling heeft onder meer heeft geleid tot een hechte band tussen Parkstad Limburg Theaters en het Nationale Toneel. Komend seizoen staan er acht (co-)producties van het gezelschap, voor het laatste jaar onder leiding van Theu Boermans, in Heerlen, variërend van grote producties tot kleinschalig repertoire en jeugdaanbod. Het Heerlense theater gaat verder dan het aanbieden van avondvullend theater. Vocks: “We willen ons publiek de kans geven een band op te bouwen met het gezelschap, en andersom. Als het kan, verzorgen we bij een stuk een inleiding of nagesprek.” Het theater wil het publiek laten kennismaken met een breed

scala aan toneel en stelt series samen om te helpen bij het maken van een keuze. Wie meerdere voorstellingen bezoekt, krijgt korting. De gouden draak maakt deel uit van de vlakkevloer-serie, bedoeld voor kleine tot middelgrote voorstellingen die beter tot hun recht komen in een zaal waarin het publiek zich op gelijke hoogte bevindt met de acteurs. Vocks: “Zo bieden we ruimte aan experimentele en intieme voorstellingen. Daar zitten veel pareltjes tussen, maar helaas vaak met weinig publiek. Met deze reeks willen we mensen belonen die vaker deze kleine stukken bezoeken. We richten ons op de avontuurlijke en nieuwsgierige theaterbezoeker die lef heeft, die zich wil laten verrassen en ook accepteert dat hij een keer teleurgesteld wordt. Dat hoort bij het experiment.” Die sterkere band met het publiek wordt ook door gezelschappen op prijs gesteld, zegt Casper Vandeputte: “Ik vind het een prettig gevoel om te spelen op een plek waar ik kind aan huis ben en waar het publiek me kent. In het seizoen spelen we soms elke avond in een andere stad en dat is behoorlijk pittig. Een optreden in je huistheater is anders: je kent de plek, je kent het publiek. Daar voel ik me extra verantwoordelijk om mensen een goede avond te bezorgen.” Hij is aangenaam verrast als hij hoort van de Heerlense vlakkevloer-serie en de mogelijkheid om combitickets te kopen. “Dat is inderdaad een goed idee. Ik ben heel benieuwd of het werkt, en of het publiek vaker terugkomt. Misschien denken de mensen wel: ‘Aha, weer een voorstelling van die Vandeputte. Laat ik eens gaan kijken of hij is gegroeid ten opzichte van vorige keer’.”

De gouden draak door het Nationale Toneel,

dinsdag 20 oktober in Theater Heerlen.

parkstadlimburgtheaters.nl

‘Maar ingewikkeld wordt het nergens, zegt Vandeputte. “Juist niet. Door de snelheid blijf je geboeid’

Page 28: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 28

belangrijkste, het gaat om de vorm, om de manier waarop acteurs een gelaagd verhaal overbrengen. Iets lostikken bij mensen en ze laten omdenken. We willen bezoekers aanspreken die er nog niet waren.” Het Laagland, dat ook een theaterwerkplaats voor de jeugd heeft - is sinds kort het huisgezelschap van de stadsschouwburg. “Dat is uniek in Nederland voor een jeugd- en familiegezelschap”, zegt Derksen. Groot voordeel is volgens haar dat jongeren van Jong Laagland vanaf hun achtste kind aan huis zijn. “Je staat niet alleen tijdens een voorstelling op de planken, je repeteert ook in de schouwburg. De deur staat letterlijk altijd open, voor iedereen vanaf vier jaar. De jongeren die we aan ons binden zijn de beste ambassadeurs.” De samenwerking tussen instellingen in Sittard-Geleen is volgens Derksen geen gevolg van subsidieverlagingen. “Ik geloof niet in moetjes. Die verbintenis is wat ons betreft gemaakt vanuit de inhoud. Met een gezamenlijk doel: meer bezoekers bereiken en verrijken. Publiek dat naast een voorstelling ook een gerelateerde expositie bezoekt. Het is een kwestie van wortelen, en vervolgens vlammen met elkaar.”

Zujerleech door Het Laagland. Op 4, 5 en 6 september in

Stadsschouwburg De Domijnen Sittard. Op 29 en 30 augustus in

Hanenhof Geleen. dedomijnen.nl

Verbinden. Dat is het toverwoord. Verbindingen tussen museum, bibliotheek, muziekschool en schouwburg in Sittard-Geleen, die sinds 1 januari samen cultuurorganisatie De Domijnen vormen. Inwoners van stad en regio Sittard-Geleen moeten meer binding krijgen met de cultuur. Drempels worden verlaagd door te kiezen voor makers en verhalen uit de buurt. ‘Zie jezelf’ is het motto waarmee cultuurinstellingen zich willen onderscheiden van de rest van de provincie.

Vanuit de Stedelijke Programmering heeft Schouwburg De Domijnen 03 jeugd- en familietheater als speerpunt gekozen. Dat betekent een programma met een hele serie voorstellingen voor die doelgroep. Een voorbeeld is Zujerleech van jeugd- en familietheater Het Laagland. Zujerleech gaat over vier kinderen uit de Westelijke Mijnstreek die in 1975 te maken krijgen met de ramp bij DSM. Het is geschreven door de in Sittard geboren kinderboekenschrijver Benny Lindelauf en wordt uitgevoerd in het dialect. “Het is een verhaal van hier dat we het theater inhalen”, vertelt artistiek directeur Inèz Derksen van Het Laagland. “De impact van die gebeurtenis op gezinnen en kinderen spreekt jong en oud aan. Ook nu nog, veertig jaar na dato, is dit iets dat hier nog leeft en ons verbindt. Want het gaat over onszelf.” Maar niet iedereen spreekt dialect? “Taal is nooit het

Zujerleechcast met rechts regisseur Inèz Derksen. foto Liza Zonne Zuijderland.

Zujerleech, geschreven door Benny Lindelauf, gaat over de DSM-ramp in 1975. Het staat model voor de nieuwe rol die Het Laagland speelt sinds de verhuizing naar de Sittardse schouwburg. “Het is een verhaal van hier dat we het theater inhalen.” DOOR LEAN HODSELMANS

‘Iets lostikken bij mensen en ze laten omdenken. Hiermee willen we bezoekers aanspreken die er nog niet waren.’

Zie jezelf

Page 29: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 29

dwaalt. Behalve interviewfragmenten hoor je de stem van de bejaarde Alice in Wonderland. “Dat is confronterend. Want Alice, dat is de dood als goede vriend die er altijd is en die dag zegt als je naar buiten loopt.” Bij het professionaliseren van haar bedrijfje wordt ze financieel gesteund door Via Zuid, talentontwikkelaar voor podiumkunsten. Ze ervaart het als “een enorme luxe die me in staat stelt mooie dingen te doen die uiteindelijk ook iets opleveren.” Inmiddels werkt ze, voor het eerst, in opdracht. Voor zorgverlener Sevagram maakte ze, samen Cultura Nova, het stuk De Mijne: twintig voorstellingen voor bewoners van de Sevagram zorglocaties en ouderen uit de buurt. Vaartjes speelt zelf de hoofdrol. “Het gaat over de betekenis van tijd als je oud bent. De tijd vliegt maar de dagen gaan traag. Daarbij komt nog de kracht van de herinnering en afscheid durven nemen. Ik heb gesproken met oud-mijnwerkers en ouderen. Dat proces is even belangrijk als het eindresultaat. Als je je eigen angsten onder ogen durft te komen, word je gelukkiger. Ik ben een rijk mens.”

De Mijne door Mariël Vaartjes. Op 29 en 30 augustus tijdens theaterfestival

Cultura Nova. cultura-nova.nl voor de reprise van Alice dit najaar: sevagram.nl

Arts zonder grenzen worden. Of flying doctor. Dat was de droom van Mariël Vaartjes nadat ze op de basisschool tv-beelden zag van overstromingen in Mozambique. Ze besloot geld in te zamelen, onder meer door het opvoeren van een zelf bedacht toneelstuk.

Uiteindelijk werd Mariël Vaartjes (Groningen, 1983) een sociaal betrokken theatermaakster. “Dat klinkt logischer dan het is”, vertelt ze. “Na het gymnasium zou de universiteit vanzelfsprekender zijn. Maar ik wilde op mijn sterfbed geen spijt hebben en besloot heel blue auditie te gaan doen bij de Toneelacademie Maastricht.” In 2006 studeerde ze er af als regisseur. Met twee medestudenten richtte ze Theatergroep De Bus op waarmee ze door Nederland, België en Duitsland toerde. Er volgden projecten met en voor straatkinderen in Honduras, tweede generatiejongeren met een oorlogstrauma in Bosnië en ex-kinderarbeiders in India. “Sociaal plus artistiek plus reizen is de perfecte combi”, vindt Vaartjes. “Ik wil het theater naar de mensen brengen, drempels van een donker zaaltje weghalen en de dialoog aangaan. Als een theatraal antropoloog.“ In 2014 maakte ze met Toneelgroep Maastricht de voorstelling Alice. “Alice gaat over ouder worden. Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Ik laat zien hoe het is om te leven in die glazen stolp, en hoe wij daarmee omgaan. Biotopen onderzoeken en verwerken tot een theaterervaring.” Alice is een theatrale wandeling waarbij het publiek met een koptelefoon op door het verzorgingshuis

HOE TRAAG VLIEGT DE TIJD

‘Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn.’

Mariël Vaartjes. foto Rik Engelgeer.

In een omgebouwde stadsbus toerde Mariël Vaartjes langs straten en pleinen. Nu verkiest ze een verzorgingshuis boven een podium in een donker zaaltje. “Als je je eigen angsten onder ogen durft te komen, word je gelukkiger.” DOOR LEAN HODSELMANS

Page 30: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 30

de beheersing, de stijlzuiverheid. Tegelijkertijd – er komt altijd een moment dat ik het mezelf moet toegeven – klinkt het alsof ze alles, maar dan ook werkelijk alles onder controle hebben. Dat kan heel saai zijn. En juist als dat door mijn hoofd gaat, geschiedt het wonder. Ik stel vast dat ik me ongemerkt heb laten meeslepen door het viertal. Het is onontkoombaar, het stuk is voorbij voor ik er erg in heb. Onder de precisie en het onberispelijke samenspel schuilt een ongekende felheid en intensiteit. Je zou haast gaan denken dat het Hagen Kwartet echt volmaakt is. Aan hun instrumenten zal het niet liggen. Ze werden rond 1700 gebouwd door Antonio Stradivari en waren in het begin van de negentiende eeuw alle vier in het bezit van duivelsviolist Niccolò Paganini. Sinds 2013 worden ze bespeeld door het Hagen Kwartet. Dat het kwartet naar Maastricht komt, past in het streven van het Theater aan het Vrijthof naar meer kamermuziek in de programmering: “Het is een kwestie van langzaam opbouwen. Het publiek moet weten dat het iets kan verwachten op dit terrein, maar ook bij de ensembles moet je een naam opbouwen. De stad en de mooie locaties die we gebruiken, zoals de Janskerk en de Cellebroederskapel, helpen een handje.”

Werken van Joseph Haydn, Hugo Wolf en Béla Bartók door

het Hagen Kwartet. Op 24 november 2015 in de St.Janskerk in

Maastricht. theateraanhetvrijthof.nl

Op het allereerste gezicht lijken ze misschien een beetje saai. In ganzenpas, kaarsrecht, met een vage glimlach betreden ze het podium. Ze nemen plaats, controleren de stemming van hun instrumenten. Veelbetekenende blikken worden uitgewisseld. Twee broers, een zus en een vierde man, ze kennen elkaar van haver tot gort. Dan beginnen ze te spelen. Het is loepzuiver, geen inzet is ongelijk, de vier zijn met elkaar in gesprek zonder dat er iemand overheerst. Wat hier gebeurt is – voor zover mogelijk in het ondermaanse – perfect. Het Hagen Kwartet bestaat al bijna dertig jaar uit Lukas Hagen (eerste viool), Rainer Schmidt (tweede viool), Veronika Hagen (altviool) en Clemens Hagen (cello). Zo’n lange periode is natuurlijk geen afdoende verklaring voor het tot in de puntjes verzorgde samenspel van het ensemble, maar het moet een belangrijke factor zijn. Kijk naar het Amadeus Kwartet, het Quartetto Italiano, het Melos Kwartet of het Alban Berg Kwartet, die ook decennia lang in (nagenoeg) dezelfde samenstelling optraden en steeds meer op de vier ledematen van één organisme gingen lijken. Van dit illustere rijtje is het Hagen Kwartet misschien nog wel het meest perfect. Het Amadeus of het Alban Berg wilden nog wel eens onverhoeds uithalen om je bij de les te houden. Bij het Hagen Kwartet raak ik steevast in de eerste minuten diep onder de indruk van de timing,

DE FAMILIE PERFECTIE

‘Twee broers, een zus en een vierde man, ze kennen elkaar van haver tot gort.’

Het Hagen Kwartet laat niets aan het toeval over. Maar onder de onberispelijke oppervlakte bruist en kolkt het. “Je zou haast denken dat het kwartet echt volmaakt is.”

DOOR DUNCAN LIEFFERINK

Hagen Kwartet. foto Regina Recht

Page 31: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 31

hoorde. Na mijn aanvankelijke scepsis, heb ik bij De Domijnen een heel goed gevoel. Mijn lang gekoesterde idee voor een barokfestival werd meteen omarmd en ze hebben een groot deel van de organisatie op zich genomen.” Inmiddels is duidelijk dat het festival uitgebouwd gaat worden met workshops en een biënnale zal worden. Ook het jubileumconcert van Ad Mosam in december, het orkest bestaat dan twintig jaar, gaat in samenwerking met de schouwburg. Ehlen: “Er komt zelfs een opening van het nieuwe culturele seizoen. Daar waar Heerlen zich de 20-ste en 21-ste eeuw toeëigende en Maastricht de historie voor zijn rekening nam, leek het of Sittard-Geleen het vooral van biertenten en kermissen wilden hebben. Ik voel verandering en steun voor een bredere aanpak.”

Ad Mosam - The Messiah. Op 13 december,

St Petruskerk Sittard, aanvang 14.30 uur.

dedomijnen.nl

Sinds de samensmelting van de cultuurinstellingen in Sittard-Geleen onder de verzamelnaam De Domijnen wil de plaatselijke schouwburg meer zijn dan een podium en een zaal. Ook kerken, markten, pleintjes en markante plekken zijn voortaan in beeld om muziek of theater te programmeren. Niet alleen voor het gebruikelijke aanbod, ook voor orkesten en theatermakers uit de regio, op elk niveau dus ook voor amateurs.

Daarnaast wil de schouwburg voorstellingen brengen die door regionale makers gemaakt of vertolkt worden, zoals zangeres en actrice Suzan Seegers of Xander van Vledder. Die laatste heeft komend seizoen de hoofdrol in het muziektheaterstuk over showman Willem Ruis. Uiteraard heeft het verlagen van de drempel te maken met het opbouwen van een nieuw publiek. “Wat op het toneel staat, zit ook in de zaal”, luidt het credo. Niet alleen wil de schouwburg het aantal speelplekken uitbouwen, opmerkelijk is dat ze ook de hand reikt naar regionale cultuurmakers. De schouwburg wil meedenken en faciliteren als het gaat om technische ondersteuning, logistiek, kaartverkoop en pr. Huub Ehlen van barokensemble Ad Mosam juicht het initiatief toe. “Dat dit tot beleid is gemaakt, wist ik niet, maar ik ben er blij mee”, zegt hij. Ad Mosam heeft afgelopen juni al een voorproef gekregen. Ehlen: “In het verleden heb ik bij de gemeente Sittard vaak plannen ingediend waar enthousiast op werd gereageerd en waar ik vervolgens niks meer van

Huub Ehlen, voorman van barokensemble Ad Mosam. foto Annemiek Mommers.

De Sittardse schouwburg wil een podium gaan bieden aan lokale groepen en orkesten. “Ik voel verandering en steun”, zegt Huub Ehlen van barokensemble Ad Mosam. DOOR EMILE HOLLMAN

‘Het leek alsof ze het hier vooral van biertenten en kermissen wilden hebben.’

Meer dan een podium

Page 32: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 32

BEETHOVEN ON DRUGS Als het tweede deel van Beethovens Zevende Symfonie inzette, begon mijn vader mee te zingen: “D’één houdt van zuurkool, d’ander van spek, d’één ’s niet goed wijs, d’ander is gek”.

Ik dacht dat mijn vader niet van Beethoven hield. Later begreep ik dat zijn spotternij een uiting van liefde was – voor Beethoven en voor dit deel in het bijzonder. Hij wist niet hoe hij het anders moest zeggen. Als ik het deel hoor, denk ik nog steeds aan zuurkool en spek, maar op een vreemde manier wordt de trage en toch gedreven muziek, een wonderbaarlijke treurmars met een gouden randje, er alleen maar mooier van. Oneerbiedig? Misschien, maar componisten doen het zelf ook. Waar-schijnlijk is er geen kunstvorm waarin zoveel werk van illustere collega’s wordt verzaagd en vertimmerd als de muziek. Bach ging aan de haal met de muziek van Vivaldi, Mozart bewerkte Bach, Tsjaikovski schreef een suite met de titel Mozartiana. Strawinski baseerde zijn ballet Pulcinella op barokmuziek die indertijd werd toegeschreven aan Pergolesi. Een fraai geval is ook de Sankt-Bach Passion van de Argentijns-Duitse componist Mauricio Kagel. Zo kunnen we nog even doorgaan. Soms is er sprake van persiflage. Bij iemand als Kagel moet dat niet

worden uitgesloten. Maar vaker – en vaak ook tegelijkertijd, ik denk weer aan Kagel – komt het citeren, annexeren en deformeren voort uit diepe bewondering voor het werk van de grote voorgangers. Tijdens een reeks concerten in december van de philharmonie zuidnederland onder leiding van Jamie Phillips staat de Zevende van Beethoven op het programma. Drieëntwintig is hij pas, Jamie Phillips. Hij is assistent-dirigent van het Hallé Orchestra in Manchester. De Zevende zou je zijn lijfstuk kunnen noemen. “Het is het eerste stuk dat ik ooit dirigeerde”, vertelt hij telefonisch vanuit Engeland. “Ik was een jaar of zeventien, speelde trompet in het National Youth Orchestra, maar wilde eigenlijk dirigeren. We vormden een kamerorkest en speelden op een paar avonden de Zevende door. Andere symfonieën van Beethoven, zoals de Eerste en de Vijfde,

zoeken de grenzen op. De Zevende is in zekere zin klassieker, maar het stuk heeft een geweldige ‘drive’, van begin tot eind. Zelfs het langzame deel” – zuurkool en spek – “dat sommige dirigenten echt heel langzaam nemen, zit vol hoop en energie. Met de philharmonie zuidnederland spelen we het stuk drie keer. Dat is fijn,

want het geeft de mogelijkheid nieuwe dingen te proberen. Iedere uitvoering is anders – hopelijk!” Uitvoerende musici hebben het makkelijk. Zij kunnen een stuk koesteren gewoon door het te spelen. Toch is

dat voor sommigen nog niet voldoende. Jörg Widmann is wereldberoemd als klarinettist. Hij maakte schitterende opnamen van onder meer Mozart, Brahms en diverse hedendaagse componisten. Maar hij is ook zelf een veelgevraagd componist. Tijdens de concerten in

‘Waarschijnlijk is er geen kunstvorm waar zoveel werk van illustere collega’s wordt verzaagd en vertimmerd als de muziek.

Componisten verzagen en vertimmeren graag het werk van hun voorgangers. Jörg Widmann en Brett Dean doen het met Beethoven. Uit liefde. “Het gaat om de geest van Beethovens muziek.” DOOR DUNCAN LIEFFERINK

Page 33: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 33

december spelen Jamie Phillips en de philharmonie zuidnederland niet alleen Beethovens Zevende en het Tweede Pianoconcert (met Hannes Minnaar als solist), maar ook Widmanns concertouverture Con brio. In het stuk blijft het niet bij zagen en timmeren. Beethoven wordt volledig verbouwd. Con brio werd geschreven in 2008 in opdracht van Mariss Jansons en het orkest van de Bayerische Rundfunk, uitdrukkelijk als reflectie op Beethoven. Widmann maakt gebruik van dezelfde orkestbezetting als de symfonieën van Beethoven – wat natuurlijk zeer praktisch is voor een gecombineerde uitvoering. Je hoeft de Zevende nauwelijks te kennen om te horen dat hij naar hartenlust grasduint in de partituur. Ook in die van de Achtste trouwens. Tegelijkertijd laat hij er geen spaan van heel. Phillips, die het stuk eerder uitvoerde: “Het is een pastiche, maar eentje met respect, met liefde.” Widmann knipt motieven in stukjes, herhaalt ze, vervormt ze, stapelt ze boven

op elkaar, laat ze ontaarden in kakofonie of juist in stilte. Volgens Phillips eist het stuk veel van het orkest: “Widmann gebruikt veel extended techniques: de musici moeten allerlei rare geluiden maken met hun instrumenten. De rode draad van Con brio is het ritme. Dat is bij Beethoven ook zo, maar Widmann drijft het tot in het extreme. Dit is ‘Beethoven on drugs’!” Tenslotte staat de Pastoral Symphony van Brett Dean op het programma. Ook Dean is zowel uitvoerend musicus – altviolist bij de Berliner Philharmoniker van 1985 tot 1999, solist, dirigent – als componist. De titel van zijn werk verwijst naar Beethovens Zesde Symfonie, de Pastorale, maar de relatie is minder direct dan bij Widmann. Beethovens Zesde is een loflied op het landleven. Er komen vogelgeluiden in voor, de dorpskapel speelt en er steekt een onweer op. Dean’s Pastoral Symphony bezingt de

natuur van Australië, die de componist herontdekte na zijn terugkeer uit Europa. Dean citeert Beethoven niet letterlijk. Hij citeert eigenlijk meer de natuur zelf. In het stuk zijn opnamen van echte vogelgeluiden verwerkt. “Bij Dean”, vat Jamie Phillips samen, “gaat het om de geest van Beethovens muziek, misschien wel de ziel.”

Van Beethoven naar Beethoven door

philharmonie zuidnederland o.l.v. Jamie Phillips.

Op 10 december in muziekgebouw Eindhoven,

op 11 december in Theater aan het Vrijthof

Maastricht. philharmoniezuidnederland.nl

‘Er komen vogelgeluiden in voor, de dorpskapel speelt en er steekt een onweer op.’

Hannes Minnaar. foto Marco Borggreve.

Page 34: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 34

De choreografieën van toen dienden als basismateriaal voor de nieuwe voorstelling. Van Wissen: “Het materiaal van toen is geschikt gemaakt voor een man en een vrouw. Dat betekende vooral het nodige weglaten. Destijds diende onder meer het werk van beeldhouwer Auguste Rodin als inspiratiebron, vooral de manier waarop hij verstrengelde koppels vormgaf. Nu maken we veel gebruik van opwaartse en neerwaartse spiraalbewegingen, een manier om het diepe verlangen en een soort eeuwigheid uit te drukken.” Van Wissen werd geboren in Roermond en groeide op in Melick. Inmiddels woont en werkt ze al ruim twee decennia in België en is haar tongval volledig vervlaamst. Ze is 44, voor een danser een hoge leeftijd. “Fysiek is het dan ook een flinke uitdaging. Het betekent dat ik qua conditie in vorm moet zijn en blijven. Een voordeel is wel dat ik de voorstelling nog kende uit de tijd dat ik nog een twintiger was. Het is lang geleden, maar de bewegingen zaten nog in mijn lichaam. Ik vond ze gemakkelijk terug.” Haar leeftijd heeft ook voordelen. “Verklärte Nacht is een heel emotioneel stuk. Ik ben twintig jaar verder en kan de gevoelens er beter inleggen dan toen.”

Verklärte Nacht van Rosas, op 25/11 in C-mine Cultuurcentrum

in Genk en op 10/11 in het cultuurcentrum Maasmechelen.

c-minecultuurcentrum.be en rosas.be

Een vrouw biecht de man van wie ze houdt op dat ze zwanger is van een ander. Het is het thema van Verklärte Nacht, een strijkerssextet van de Oostenrijkse componist Schönberg uit 1899, gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Richard Dehmel. Het is een vroeg werk van Schönberg, de stap naar atonaliteit zou hij pas later maken.

Voor Verklärte Nacht maakte Schönberg weliswaar verrassende muzikale keuzes, maar zijn idioom was nog dat van de late Romantiek. Ook later, toen Schönberg al lang en breed tot de avant-garde behoorde, bleef Verklärte Nacht, tegen zijn zin, een van zijn populairste en meest uitgevoerde composities. Rosas-choreografe Anne Teresa de Keersmaecker zet tegenover de weelderigheid van de strijkers een uiterst sobere enscenering: geen decor, minimale belichting, een vrouw en een man - alleen in het begin nog vergezeld van een tweede man. Twintig jaar geleden koos De Keersmaecker voor een veel rijkere setting bij Verklärte Nacht: zes koppels en twee solisten dansten tussen boomstammen en bladeren. Ook Samantha van Wissen deed destijds mee, als een van de solisten. “Verklärte Nacht is me altijd sterk bij gebleven, omdat het zo’n doorleefd verhaal heeft. Toen ik hoorde dat Rosas het wilde hernemen, heb ik direct mijn belangstelling laten blijken.”

Open

neer

‘Het werk van Rodin diende destijds als inspiratiebron, vooral de manier waarop hij verstrengelde koppels vormgaf.’

Dansen én doseren. Dat is de opdracht voor Samantha van Wissen in de voorstelling Verklärte Nacht van de Belgische dansgroep Rosas. “De muziek van Arnold Schönberg pakt je zo, dat je al rap te ver gaat met je bewegingen.” DOOR PAUL VAN DER STEEN

Bostjan Antoncic en Nordine Benchdorf in Verklärte Nacht. foto Anne van Aerschot

Page 35: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 35

VIA ZUID lanceert gedreven jonge cultuurmakers in en vanuit Limburg. Interesse in een speeddate of zoekt u een match voor uw symposium, bedrijfsevenement, kunstroute, event, festival of podium? Neem gerust contact op met Talentmakelaar Jackie Smeets: [email protected]

VIA ZUID is pleased to launch (young) talents in performing arts in the Euregion. Interested? Please mail talent-matchmaker Jackie Smeets: [email protected]

STIJN VERVOORT

acteur, muzikant,

theatermakerRUUD HORRICHS

theatermaker,docent theater

SUZE MILIUS regisseurPIETER VAN DEN BOSCH

live-performer, beeldend kunstenaarNINA WILLEMS

theatermaker, performer PATRIZIO BUCCI danser/choreograaf

JIP VUIK theaterregisseur, schrijver, meedenker

MARIËL VAARTJES theatermakerROBIN COOPS theater- !lmregisseur,

componist, countertenorNICK STEUR

beeldend performance-kunstenaarJOKE EMMERS actrice

ELS ROOBROECK theatermaker, actrice, regisseur

STERRESOET VAN SCHOOTEN theatermaker

DERK STENVERS theatermaker, video- en fotograaf

SIMON DE VOS regisseurMARTIN HARRIAGUE choreograaf, danser

MICHIEL COX performerPETER HENDRIKX regisseur

HANNE VANDERSTEEN actrice, regisseurMAHLU MERTENS actrice/tekstschrijver

JAN JASPER DE VRIES regisseur MEREL SMITT regisseur

BREG HOREMANS architect/ruimtelijke kunst

CATOKE KRAMER regisseurANNECHIEN DE VOCHT

regisseur/schrijverLAURA WALLRAFEN scenografe

VANESSA SAGRA kostuumontwerpsterESTHER VAN DE PAS scenografe

SOPHIE VAN POL !lmregisseurSTEFAN JAKIELA performer

BRAM JANSEN regisseur

‘Ik geloof dat elk mens de mogelijkheid heeft zich te laten inspireren; een mooier mens te worden. Ik denk dat je daar soms wat hulp uit onverwachte hoek voor nodig hebt.’

‘De confrontatie met angst - die van mezelf en die van anderen - is een grote voedingsbodem voor mij om theater te maken’

IN DE ETALAGE

Nina Willems/Inslag

Patrizio Bucci/Project Sally

Page 36: Jeroen #1

THEATERMAGAZINE JEROEN 36

Kunt ú tegen ŬƌŝƟĞŬ in bed?

tŽƌĚ�ďĞŐƵŶƐƟŐĞƌ�ǀĂŶ��ƵŝĚĞƌůƵĐŚƚ�ĞŶ�ŬƌŝũŐ�ŚĞƚ�ďůĂĚ�ŵĂĂŶĚĞůŝũŬƐ�ŝŶ�ĚĞ�ďƵƐ͘�^ĐŚƌŝũĨ�Ƶ�ŝŶ�ǀŝĂ�njƵŝĚĞƌůƵĐŚƚ͘ĞƵͬďĞŐƵŶƐƟŐĞƌƐ�ĞŶ�ǁĞ�ƐƚƵƌĞŶ�Ƶ�ĚĞ�ŬƌŝƟƐĐŚĞ�ďĞĚŐĞŶŽŽƚ�ƚŚƵŝƐ�ǀŽŽƌ�ϱϳ�ĞƵƌŽ�ƉĞƌ�ũĂĂƌ͘ �