Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
KLPD
Jaarverslag 2006
Jaarverslag 2006
© Juni 2007
Bureau CommunicatieKorps landelijke politiedienstenPostbus 1003970 AC Driebergen
Telefoon: (0343) 535 [email protected]/klpdwervingssite: www.werkenbijhetklpd.nl
2J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Inhoud 4 Voorwoord
Organisatie
9 KLPD in het kort 10 Korpschef Peter van Zunderd:
„Het KLPD groeit door: van een optelsom van diensten naar één bedrijf’’ 14 Gemandateerd korpsbeheerder Dick Schoof:
„Het besef groeit dat het KLPD meer is dan de som der delen’’ 16 Hoofdofficier Bart Nieuwenhuizen:
„Het korps heeft veel laten zien en bijna alle doelen gehaald’’ 17 Organogram
Opsporing nationaal en internationaal
21 Opsporing en vervolging 24 Plaatsvervangend korpschef Fred Westerbeke:
„Van achterstand naar voorsprong’’ 30 Programma Versterking Opsporing en Vervolging 32 Plaatsvervangend korpschef Haaglanden Frank Paauw:
„Unit Landelijke Interceptie levert wat is afgesproken’’ 33 Specialistische ondersteuning in de opsporing 34 Korpschef Rotterdam-Rijnmond Aad Meijboom:
„Richt je op je toegevoegde waarde’’ 38 Directeur Democratische Rechtsorde AIVD Wil van Gemert:
„We hebben een compleet andere manier van kijken’’ 39 Terrorismebestrijding 40 Voorzitter Strategische Beleidsgroep en plaatsvervangend korpschef
Brabant-Noord Wilbert Paulissen: „De DNRI moet voortrekkersrol krijgen en pakken’’
41 Bewaken en beveiligen
Internationale samenwerking
49 Grenzen verleggen 50 Burgemeester Dordrecht en lid Stuurgroep internationale
politiesamenwerking Ronald Bandell: „Voor mij is een oude wens in vervulling gegaan’’
53 Europese politienetwerken
3 I N H O U D
Veiligheid verkeer en vervoer
59 Gericht op samenwerking 60 Directeur Concernveiligheid NS Frank Reitsma:
„Blij met Blue Train’’ 62 Hoofdinspecteur toezichteenheid Goederenvervoer Inspectie
voor Verkeer en Waterstaat Tamis Kwikkers: „Samenwerking voorkomt overlap’’
64 Europarlementariër en lid van de Transportcommissie Corien Wortmann: „Meer eenheid in uitvoering en handhaving van Europese regels’’
66 Resultaten
Ontwikkelingen
75 Centralisatie, standaardisatie en schaalvergroting 77 Intensieve contacten met de buitenwereld 78 Bob Scharloo, Adviescommissie Kleding en secretaris Adviescommissie
Bewapening en Uitrusting van BZK: „De gebruiker speelt een belangrijke rol’’
80 Diensthoofd Verkeerspolitie Peter van de Beek: „Blijven uitleggen wat we doen’’
Personeel
85 Formatie 85 Werven en binden 88 KLPD prestatieprijzen
KLPD in cijfers
93 Kerncijfers 95 Jaarrekening
100 Colofon
Afkortingen: achterflap omslag
4J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Voorwoord
5 V O O R W O O R D
Ook in 2006 werkte het KLPD hard aan het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in ons land. Het korps heeft op dit gebied zijn eigen, zelfstandige taken, maar werkt ook veel samen met regiokorpsen en andere organisaties. Een geslaagd voorbeeld van samenwerking vind ik Blue Train, waarbij Spoorwegpolitie en onder meer NS de krachten bundelen in de strijd tegen agressie en geweld op overlastgevende spoorlijnen.
Een ander mooi staaltje van samenwerking was het WK-voetbal in Duitsland. Veel KLPD-diensten waren betrokken en werkten samen met onder andere regiokorpsen, de Bundespolizei, KMar, Rijkswaterstaat en brancheorganisaties.
Het afgelopen jaar maakte het KLPD een enorme groei door. We kregen er meerdere werkzaamheden en organisatieonderdelen bij. Ik noem het Team High Tech Crime, de Financial Intelligence Unit-Nederland, de Groep Opsporing Onttrekkingen, ook wel het TBS-team, en de vorming van de Dienst Internationale Politiesamenwerking. Het korps kreeg er ruim zeshonderd nieuwe medewerkers bij. We konden deze groei alleen maar doormaken dankzij een enorme inspanning van onze ondersteunende diensten. Zij haalden de juiste mensen binnen en zorgden voor werkplekken, voertuigen, kleding enzovoort. Een enorme prestatie.
2006 is ook het jaar waarin de plannen voor een nationale politie voorlopig naar achteren werden geschoven. Dat neemt niet weg dat het KLPD zich moet blijven beraden op zijn positie binnen het Nederlands politiebestel. Ook in dit opzicht maakte het korps het afgelopen jaar een positieve ontwikkeling door. We profileren ons steeds meer als een veelzijdig politiespecialist met nationale en internationale taken die we uitvoeren met regiokorpsen en andere partners in de veiligheidsketen.
Ik hoop en verwacht dat het korps in staat is deze positie de komende jaren vast te houden en verder uit te bouwen.
Peter van ZunderdKorpschef van het Korps landelijke politiediensten
Verkeers-specialisten Rail
Negen senior politiemedewerkers en een
operationeel chef werken samen als Verkeers-
specialisten Rail. Zij beschikken over een op-
leiding tot verkeersongevallenanalist, aan-
gevuld met opleidingen bij Rail Intra Beheer.
Inzet gebeurt op verzoek van de Dienst Spoorweg-
politie en de verkeersongevallendiensten van
de regio voor het onderzoeken van aanrijdingen
waarbij treinen zijn betrokken. In 2006 kwamen
de Verkeersspecialisten 113 keer in actie.
Organisatie
9 O R G A N I S AT I E
KLPD in het kort
Aanpakken van de zware, georganiseerde criminaliteit.
Verlenen van luchtsteun. Bestrijden van grof geweld en
terrorisme. Toezicht houden op de Nederlandse hoofd-
transportassen, informatie analyseren, bewerken en als
intelligence weer beschikbaar stellen. Trainen van politie-
paarden en africhten van speurhonden. Beveiligen van
leden van het Koninklijk Huis. Het KLPD voert politietaken
uit die een specialistisch karakter hebben of een bijzondere
organisatie vergen. Taken die een landelijk of internationaal
belang hebben.
Het KLPD heeft zelfstandige, specifieke politietaken en ondersteunt de regio-nale politiekorpsen bij de uitvoering van de politiezorg in de regio. Het korps is veelzijdig, specialistisch, nationaal en internationaal georiënteerd en gericht op samenwerking. De organisatie telt ruim vijfduizend medewerkers die allemaal vanuit hun eigen specialisme en expertise bijdragen aan de veilig- heid van de samenleving. Het KLPD is politiepartner. Voor burger en politie.
Zware criminaliteitOngeveer de helft van de KLPD’ers werkt bij een rechercheonderdeel. De aanpak van de zware, georganiseerde criminaliteit en de terrorismebestrijding staan dan ook hoog op de agenda. Alle onderzoeken op dit gebied vinden plaats onder gezag van het Landelijk Parket. Voor het beveiligen van bedreigde personen beschikt het korps over persoonsbeveiligers. Daarnaast heeft het korps een coördinerende rol in het inwinnen en veredelen van recherche-informatie en is het KLPD het loket voor internationale politiesamenwerking. Ook het voor de recherche toepasbaar maken van ultramoderne technologie, het inzetten van technische hulpmiddelen en het tappen van alle wettelijk aftapbare telecommunicatie, is KLPD-werk.
Toezicht
Door toe te zien op de mobiliteit draagt het KLPD op een andere manier bij aan een veilige samenleving. Het KLPD doet dit onder meer op het spoor en in de treinen, op de hoofdvaarwegen, de grote wateroppervlakten en op auto-snelwegen. De medewerkers beschikken hiervoor over specifieke branche-kennis, bijvoorbeeld op het gebied van het analyseren van grootschalige en ingewikkelde ongevallen.
10J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
„Veel meer dan in de voorgaande jaren heeft het KLPD zich het afgelopen jaar gepresen-teerd als entiteit: het korps als merk.” Dat zegt Peter van Zunderd, chef van het korps tot juli 2007. „Hiermee is het korps een betrouwbare partner geworden voor ministers, regiokorp-sen en binnen- en buitenlandse partners. Natuurlijk mogen de verschillende diensten van het korps hierbij wel hun eigen gezicht behouden. We zijn allemaal anders. Maar, het accent ligt op wat we als diensten alle-maal gemeenschappelijk hebben”, aldus Van Zunderd.
Of het nu ging om het ontruimen van De Vinkenslag
of ondersteuning bij de rellen in de Utrechtse wijk
Ondiep: het KLPD stond er. „Het KLPD moet
ondersteuningsvragen direct kunnen beantwoor-
den”, vindt Van Zunderd. „We zijn een flexibel korps
dat zich houdt aan de afspraken.” Daarbij kan het
zowel gaan om de zelfstandige taken van het korps,
zoals het uitvoeren van zware rechercheonderzoe-
ken, als om ondersteunende taken, zoals het ‘uit-
lenen’ van honden, paarden en helikopters. Het
KLPD groeit door: van een optelsom van diensten
naar één bedrijf. Vooruitkijkend wil dit zeggen dat
het korps zich dit jaar moet richten op het verder
ontwikkelen van expertise en het uitbouwen van de
(inter)nationale samenwerking. Exptertise betekent
hierbij in de woorden van Van Zunderd onder andere
dat het korps een innovatieplatform moet zijn.
„Een platform dat veel kennis in huis heeft of weet
waar het die kan halen. Daarbij draait het in 2007
om kennis publiceren: kennis bekendmaken aan
de regio’s of andere partners die deze kennis nodig
hebben.”
Internationale samenwerkingAls het over het uitbouwen van de samenwerking
gaat, heeft Van Zunderd het onder andere over
partnerships en operationele samenwerking:
gezamenlijke surveillance op de Route du Soleil
(Transport Safety) bijvoorbeeld. Gezamenlijke
vredesmissies. Of gezamenlijk criminelen aan-
of tegenhouden die zich steeds makkelijker bewegen
in een Europa zonder grenzen. Met het programma
Transport Security wil het korps zicht krijgen op
transportstromen en alle spelers in het veld. Hierbij
krijgt het korps een beeld van de ‘normale’ situatie
en kan het ook afwijkingen beter zien: mogelijke
criminele en terroristische activiteiten. Met dit soort
informatie kan het korps gericht aan de slag:
informatiegestuurd werken. Daarnaast draait het bij
intensieve samenwerking ook om het tegenhouden
van drugs in de bronlanden en dus partnerships
aangaan met landen als Venezuela en Colombia.
En het gaat om gezamenlijke onderzoeksteams:
Joint Investigation Teams (JIT’s). „Want”, vervolgt
Van Zunderd, „internationale politiesamenwerking
is véél meer dan je eigen zaak rond krijgen.”
Een mooi voorbeeld hiervan is het Europese project
Synthetische Drugs: een initiatief van Europese
politiechefs om de handel in grondstoffen voor xtc
en de productie ervan te bestrijden. Dit wordt bereikt
door het delen van informatie en best practices met
verschillende landen. Daarnaast spelen de
Nederlandse liaisons een belangrijke rol bij het
uitwisselen van informatie met het buitenland.
„Het KLPD groeit door: van een
optelsom van diensten naar één bedrijf”
Peter van Zunderd, korpschef KLPD
tot juli 2007
11 O R G A N I S AT I E
Interview„Ons korps heeft op dit moment 21 liaisons.
De Koninklijke Marechaussee plaatste daar het
afgelopen jaar 13 liaisons bij.
Goede herinneringen heeft Van Zunderd aan
zijn bezoek aan China samen met gemandateerd
korpsbeheerder Dick Schoof en hoofdofficier van
Justitie Landelijk Parket Bart Nieuwenhuizen. „We
hebben er onze liaison gepresenteerd en afspraken
gemaakt over samenwerking bij het bestrijden van
precursoren- en mensenhandel. Daarbij is het voor
ons belangrijk dat veroordelingen niet kunnen
leiden tot de doodstraf in China.”
Interne samenwerkingDie nadruk op samenwerking geldt overigens niet
alleen nationaal of internationaal. Het gaat ook om
intensieve samenwerking tussen de diensten van
het korps onderling. Medewerkers uitwisselen.
Van Zunderd: „Zodra er ergens een treinstaking is,
kan de Spoorwegpolitie de Verkeerspolitie gaan
helpen. Of, zoals het afgelopen jaar regelmatig
gebeurd is, medewerkers van de Verkeers- en
Waterpolitie helpen de Dienst Koninklijke en
Diplomatieke Beveiliging bij hun drukke taak.”
LeiderschapVan Zunderd is trots op innovaties zoals het inzetten
van de waterscooter bij surveillances op het water en
de nieuwe trainingsmethoden bij de Dienst Levende
Have Politie. Aangegrepen hebben me tragische
gebeurtenissen het afgelopen jaar, zoals het over-
lijden van een aantal medewerkers. Daarnaast vond
ik het jammer dat het medewerkerstevredenheids-
onderzoek geen goede cijfers liet zien. We zijn dan
ook hard aan de slag met verbeteringen, bijvoor-
beeld op het gebied van leiderschap. De vraag is hoe
je communiceert in een grote organisatie waarin
zowel medewerkers als leidinggevenden regelmatig
opgeslokt worden door de waan van de dag.
In verband hiermee heeft de korpsleiding het aantal
vergaderingen in elk geval teruggebracht van eens
per week naar eens per drie weken. „Hoewel
agenda’s natuurlijk snel vollopen, blijft er op deze
manier meer tijd over voor persoonlijke communi-
catie, gesprekken en werkbezoeken”, aldus Van
Zunderd. Voor de leidinggevenden en medewerkers
van het korps gaat het erom bewust te blijven kiezen
voor communicatie. „Vooral aandacht besteden aan
de core business. Alle andere zaken moeten diensten
vooral laten regelen door staf- en concerndiensten.”
Trots is Van Zunderd op de manier waarop het korps
er het afgelopen jaar zo’n zeshonderd mensen bij
wist te krijgen. „Dit is de verdienste van het project
Werven & Binden, maar ook van de staf- en concern-
diensten die bijvoorbeeld auto’s, opleidingen,
computers en werkplekken moesten zien te regelen.”
Het korps heeft een megaprestatie geleverd. Vier
nieuwe diensten binnen gehaald, een Team High
Tech Crime ingericht, alle afspraken gehaald.
En het idee om het korps in tweeën te knippen?
„Dat moeten we niet doen”, meent Van Zunderd.
„Een gerechtelijke politie leidt tot verdeling, niet
tot integratie. En dat is niet waar we naar toe willen.
Het gaat erom dat we het korps in balans houden.”
12J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Mensen en middelenHet KLPD levert mensen en middelen die het politieoptreden tijdens groot-schalige evenementen of rampen ondersteunen. Zo leveren een helikopterview, luchtfoto’s en een live videoverbinding een schat aan informatie. Politiepaarden dragen bij aan het in bedwang houden van grote groepen mensen, bijvoor-beeld bij een voetbalwedstrijd of tijdens een manifestatie. Tot slot is het KLPD de facilitaire dienst voor de Nederlandse politie en levert het korps onder meer de kleding, uitrusting, wapens en munitie.
Het KLPD heeft dertien uitvoerende diensten. Voor de bedrijfsvoering heeft het korps vijf concerndiensten en twee stafbureaus.
BeheerHet KLPD is een agentschap van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Als onderdeel van het ministerie valt het KLPD rechtstreeks onder de minister, die ook de beheerder is.Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de KLPD-driehoek, die bestaat uit de gemandateerd korpsbeheerder (directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van BZK), de hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket (OM) en de korpschef van het KLPD. De hoofdofficier vervult de gezagsrol in de zware rechercheonderzoeken. Het lokale gezag is bevoegd voor de bijstand van KLPD-onderdelen aan de regiokorpsen.
Meer informatie over het KLPD: www.politie.nl/klpd
Koers en visie
Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarden van de rechtsstaat. Dat is de missie van de Nederlandse politie. De strategische visie van het KLPD geeft aan hoe het korps hieraan invulling geeft, vanuit zijn unieke positie binnen het politiebestel. De Nederlandse politie is traditioneel gebiedsgebonden georganiseerd en sterk georiënteerd op plaatsen. Maar (inter)nationale stromen van mensen, goede-ren, geld en vooral informatie hebben steeds meer invloed op de sociale processen. Het werkgebied van het KLPD ligt vooral bij deze stromen. Het is de zelfstandige taak van het KLPD om de handhaving en opsporing in deze stromen vorm te geven. In het verlengde van deze nationale taak ligt een internationale opdracht: het korps is voor de gehele Nederlandse politie het loket in de internationale politiesamenwerking. Het KLPD vertegenwoordigt de Nederlandse politie in contacten met buitenlandse opsporingsorganisaties en coördineert de inzet van Nederlandse politiemedewerkers binnen inter-nationale verbanden.
13 O R G A N I S AT I E
Het KLPD is een veelzijdig politiespecialist met nationale en internationale taken die in zijn werk nadrukkelijk de samenwerking zoekt met regionale politiekorpsen en andere partners in de veiligheidsketen.
Speerpunten
Op basis van zijn strategische visie heeft het KLPD drie speerpunten benoemd. Invulling van deze punten is in 2006 in gang gezet. In 2007 krijgen ze een vervolg. • Positionering en identiteit • Leiderschap • Bedrijfsvoering
Voor de uitvoering van deze speerpunten zijn diverse programma’s ontwikkeld:
Positionering en identiteit • Informatie en intelligence • Internationaal werkprogramma • Innovatie en kennismanagement • Transport Security
Leiderschap • Het versterken van de rol van leidinggevenden in relatie
tot de medewerkers • Focus op het gedrag en concreet operationeel werk
Bedrijfsvoering • Het oplossen van actuele zorgen en het op orde brengen
van de basissystemen • De doorontwikkeling van het proces ondersteunen
14J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
,,Meer nog dan in het afgelopen jaar, moet het KLPD dit jaar een eigen gezicht krijgen”, vindt Dick Schoof. ,,Het korps is daarbij geen stand alone. Het is een korps dat de regionale politiekorpsen aanvult, met een eigen en een landelijk takenpakket.”
Het KLPD moet nog helderder maken wat het doet.
Spelregels afspreken en resultaten neerzetten.
Programmatisch acteren. Dat is waar het dit jaar
op neerkomt als het aan Schoof ligt. Het korps staat
hierbij voor vier grote uitdagingen: het verbeteren
van de samenwerking, vooral op het operationele
vlak, het verder ontwikkelen van de recherche-
diensten, het op orde krijgen van de bedrijfsvoering
en het positioneren van bijzondere diensten zoals
de DKDB en de DSI. Daarbij geeft Schoof aan dat
het afgelopen jaar wél voor de recherchediensten
helder is geworden wie welk deel van het werk op
zich neemt: ,,Zo zijn er goede afspraken over de
taken en verantwoordelijkheden van de regio’s,
de bovenregionale rechercheteams en de DNR.
De blauwe diensten – de Spoorwegpolitie, de
Waterpolitie en de Verkeerspolitie – hebben
inmiddels vergelijkbare afspraken. Maar inter-
nationaal gezien moet het KLPD nog beter laten
zien dat het hét loket is geworden voor alle vragen
en verzoeken vanuit het buitenland. Niet omdat
het niet werkt, maar omdat het voorheen anders
georganiseerd was. Het is een kwestie van wennen
en stroomlijnen.”
Medewerkers Schoof is trots op de personeelstoename van het
korps in 2006. Er waren veel nieuwe medewerkers
nodig. Diensten zijn samengevoegd. De DSI kwam
erbij. ,,En toch heeft het korps geen roofbouw
gepleegd op de andere korpsen. Natuurlijk zijn daar
wel mensen vandaan gekomen. Maar het is niet ten
koste gegaan van de kwaliteit van de korpsen. En
ook niet van de kwaliteit van het KLPD, trouwens.
Het korps functioneerde gewoon door, ondanks de
hectiek van werven, selecteren, binden en opleiden.”
Trots is Schoof ook op de resultaten van de Groep
Opsporing Onttrekkingen (GOO): ,,Deze resultaten
dragen direct bij aan het veiligheidsgevoel binnen
Nederland.”
EvenwichtWaar het de korpsbeheerder om gaat als hij het
over samenwerking heeft, is het inzetten van
medewerkers op het juiste moment. Mensen van
de Waterpolitie inzetten als de DKDB het druk heeft
en andersom. Het is slechts een voorbeeld. ,,Het
besef groeit dat het KLPD meer is dan de som der
delen”, aldus Schoof. ,,Eén geheel maken van die
schijnbaar onverenigbare kolommen bij het KLPD,
daar draait het om. Grijs en blauw moeten daarbij
in evenwicht blijven binnen het KLPD.”
Dat de Dienst Logistiek dit jaar ondergebracht
wordt bij de Voorziening tot Samenwerking Politie
Nederland (VtS) heeft een andere oorzaak.
,,Deze dienst was sinds de vorige politiereorganisatie
gewoon nog nergens logisch ondergebracht.
,,Het besef groeit dat het KLPD meer is
dan de som der delen”
Dick Schoof, directeur-generaal Veiligheid
van het Ministerie van BZK en gemandateerd
korpsbeheerder van het KLPD
Daarnaast wordt gebouwd aan het ‘sharen’ van de
beheertaken van de Nederlandse Politie. De Dienst
Logistiek kan daarin een mooie stap betekenen,
verder aangevuld met de inkooptaken van de
korpsen.”
Geld,,De minister van BZK is voorlopig afgestapt van de
plannen voor een nationale politie. Dat staat in het
regeerakkoord van dit kabinet. Maar het is natuurlijk
wel zo dat alle 26 korpsen deze regeringsperiode
moeten laten zien hoe ze efficiënter en effectiever
kunnen samenwerken”, benadrukt Schoof. ,,Als dat
niet zichtbaar wordt, zou het wel eens zo kunnen
zijn dat deze regering de plannen voor een nationale
politie gewoon weer uit de kast pakt.” Nog één ding
om op te letten dit jaar en deze regeringsperiode: het
geld. ,,Hoewel het korps het afgelopen jaar een
normale goedkeurende accountantsverklaring kreeg,
is de bedrijfsvoering nog wel iets waar het korps mee
aan de slag moet blijven”, waarschuwt Schoof. De
bedrijfsvoering van het korps is immers lang niet op
orde geweest en het evenwicht is nog wankel. ,,Als
korpsbeheerder wil ik bijvoorbeeld geen financiële
uitschieters naar boven of beneden zien in de laatste
maanden van het jaar. Het korps moet blijven sturen
op financieel evenwicht. Deze discussie zal ik blijven
aanzwengelen.”
15 O R G A N I S AT I E
Interview
16J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
„Het KLPD heeft me het afgelopen jaar op een aantal fronten verrast”, vertelt Bart Nieuwenhuizen. „Het korps heeft veel laten zien en bijna alle doelen gehaald. Maar er zijn ook dingen die beter of anders kunnen.”
„Wat me verrast heeft, is de manier waarop het
LVBT het steigerongeval in de Amercentrale van
Essent in 2006 in beeld heeft gebracht. Dat vond
ik innovatief.” Dit ongeval gebeurde in 2003 in
Geertruidenberg. In een ketel van de elektriciteits-
centrale stortte een grote industriële steiger in.
Vijf personen vonden de dood, drie raakten gewond.
Hoewel dit ongeval een zaak van het arrondisse-
mentsparket in Breda was, gingen de werkzaam-
heden van het LVBT niet ongemerkt voorbij aan
Nieuwenhuizen. „Mooi om te zien welke technieken
het LVBT allemaal in huis heeft om complexe on-
gevallen in kaart te brengen.
Zoals ik al zei: bijna alle doelen zijn gehaald. Alleen
het aantal staandehoudingen in het verkeer viel lager
uit dan afgesproken. Dit had een verklaarbare oor-
zaak. De Verkeerspolitie werd veel vaker dan gepland
ingeroepen om te helpen bij ernstige ongelukken op
de snelweg. Hierdoor moest de dienst zijn capaciteit
anders inzetten.”
Belangrijk in 2006 was een uitspraak van de
rechtbank in Den Bosch over een opsporings-
techniek. Het KLPD hoefde die techniek niet prijs te
geven. Nieuwenhuizen: „Het ging om een methode
waarmee xtc-laboratoria makkelijker te vinden zijn.
We zijn transparant geweest door de rechter op de
hoogte te brengen van de manier waarop de DNR
en de DSRT dit hebben gedaan. Door de uitspraak
kunnen we de methode nog een paar maal inzetten,
voordat hij uitgeput raakt. Dit is zeker een stap
vooruit.” Wat Nieuwenhuizen ook opviel, was dat
het korps inmiddels goed te vinden is voor zijn
internationale partners. „Hierin heeft Van Zunderd
als ambassadeur van het korps een belangrijke rol
gespeeld. Ook sterk was de GOO, het kleine team
dat het afgelopen jaar op een slimme manier
99 procent van de voortvluchtigen weer ‘binnen’
wist te krijgen.”
KnippenVoor de toekomst heeft Nieuwenhuizen een eigen
visie. „Het KLPD wordt zonder twijfel steeds groter.
Steeds vaker komen zaken die de korpsen met elkaar
moeten regelen, op het bordje van het KLPD terecht.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de toevoeging van de
DSI aan het korps. Een logische zaak. Maar dit zorgt
er wel voor dat je steeds moeilijker kunt sturen.
Daarom pleit ik voor het in tweeën knippen van het
korps. Géén knip in blauwe en grijze diensten, maar
in de diensten die louter ter ondersteuning van de
totale Nederlandse politie bij het KLPD zijn onder-
gebracht. Mocht ooit de discussie over één nationale
politie gevoerd gaan worden, dan zou je dergelijke
diensten in een shared services centre kunnen
plaatsen. Om welke diensten het dan gaat, moet
tegen die tijd nog worden bekeken. Hoewel het
nog lang niet zover is – dit kabinet heeft de vorming
van een nationale politie voorlopig in de ijskast
gezet – zou zo’n ‘knip’ het KLPD een stuk hanteer-
baarder maken”, aldus Nieuwenhuizen.
„Het korps heeft veel laten zien
en bijna alle doelen gehaald”
InterviewBart Nieuwenhuizen, hoofdofficier
van Justitie Landelijk Parket
17 O R G A N I S AT I E
KORPSLEIDING
KorpschefDirecteur Recherche en plaatsvervangend korpschef
Directeur PolitieDirecteur Strategie en Bedrijfsvoering
DIENSTEN
• Dienst Nationale Recherche• Dienst Nationale Recherche Informatie• Dienst Internationale Politiesamenwerking• Dienst Specialistische Recherche Toepassingen• Dienst Speciale Interventies• Dienst Verkeerspolitie• Dienst Waterpolitie• Dienst Spoorwegpolitie• Dienst Luchtvaartpolitie• Dienst Levende Have Politie• Dienst operationele Ondersteuning
en Coördinatie • Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging• Dienst Logistiek
CONCERNDIENSTEN
• Concerndienst Beleidsondersteuning & Control• Concerndienst Personeel & Organisatie• Concerndienst Financieel Economische Zaken• Concerndienst Informatievoorziening• Concerndienst Facilitair Bedrijf
STAFBUREAUS
• Bureau Veiligheid en Integriteit• Bureau Communicatie
Organogram
Persoons-beveiliging
Net als voorgaande jaren steeg ook in 2006 het
aantal beveiligingsopdrachten. Van 110 in 2005
naar 145 in 2006. De belangrijkste oorzaak hiervan
was de extra vraag naar beveiliging tijdens de
Tweede-Kamerverkiezingen. In 2006 besteedde
de dienst 284.000 uur aan persoonsbeveiliging.
In 2005 was dat nog 277.000 uur. Ook het staats-
bezoek naar Australië in oktober vroeg intensieve
inzet van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke
Beveiliging.
Opsporing nationaal en internationaal
21 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Opsporing en vervolging
Zware (internationale) opsporingsonderzoeken. Expertise-
ontwikkelling. Internationale informatieuitwisseling.
Analyses van bovenregionale criminele samenwerkings-
verbanden. Nationaal dreigingsbeeld zware, georganiseerde
criminaliteit. Landelijke interceptie. Infiltratie. Getuigen-
bescherming.
Zo’n tweeduizend KLPD’ers zetten zich iedere dag opnieuw
in voor de bestrijding van de zware, georganiseerde inter-
nationale criminaliteit. In de feitelijke opsporingsonderzoeken
van de Dienst Nationale Recherche, of met ondersteunende
bijdragen aan het rechercheproces.
Criminele organisaties zien er vandaag de dag zó anders uit dat de bestrijding ervan ook vraagt om een andere aanpak. Criminele samenwerkingsverbanden houden zich niet meer bezig met één onderwerp. Ze werken samen over de hele wereld. Dit heeft gevolgen voor de opsporing, zowel nationaal als internationaal.Het gaat niet meer om bewijzen en aanhouden alleen. Focussen op effect van het politieoptreden. Dat is waar het om draait, nu en in de toekomst.
Het KLPD is op weg naar zóveel inzicht dat het korps van tevoren het effect van zijn handelingen optimaal kan inschatten. Zo zit straks niet alleen die top-crimineel achter de tralies, maar bestaat de hele criminele organisatie niet meer. Of is het delict te onaantrekkelijk om er geld mee te willen verdienen. Het heeft immers geen zin een topcrimineel achter de tralies te zetten, die de boel vanuit de gevangenis draaiende weet te houden. De kunst van het bestrijden van de zware, georganiseerde criminaliteit begint bij monitoren. Inzicht en analyse van geld, goederen, mensen en informatie. Het gaat dan niet alleen over aantallen zaken en opgepakte verdachten. Het gaat over de kwaliteit van het recherchewerk: over precies en zeker weten hoe het zit op het gebied van de zware, georganiseerde criminaliteit en vervolgens de meest effectieve strategie uitstippelen. Wat het KLPD graag wil om de zware, geor-ganiseerde criminaliteit aan te pakken, is ‘de kraan dicht draaien’. Niet alleen, maar samen met alle (keten)partners. Voor de DNR betekent dit onder andere werken met één informatiehuishouding en één sturingsmodel.
22J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Centrale intake
De minister van BZK stelt de aandachtsgebieden voor het KLPD vast op het gebied van de zware, georganiseerde criminaliteit, zoals heroïne, witwassen en xtc. Dit doet de minister eens in de vier jaar op grond van het Nationaal Dreigingsbeeld, een product van de DNRI. Er moeten bruggen geslagen worden tussen de verschillende aandachtsgebieden. Op deze manier wil de DNR vanuit samenhang en samenwerking komen tot volledige informatie. Concreet betekent dit dat de DNR in 2006 onder andere werkte aan een betere informatiepositie. Hoewel de recherchediensten samen met de Taskforce Recherchesystemen grote stappen namen, is informatie voor een deel nog versnipperd. Nog niet alle KLPD-(recherche)informatie zit in één systeem. Daarom heeft de DNR vanaf de zomer 2007 bijvoorbeeld een centraal intake-bureau. Dit levert zoveel inzicht en overzicht op dat het KLPD precies weet welke informatie waar te krijgen is. Voordeel hiervan is niet alleen de snelle beschikbaarheid, maar ook de betere sturingsmogelijkheden. In verband met zijn nieuwe werkwijze onderzocht de DNR het afgelopen jaar ook hoe de Criminele Inlichtingen Eenheid beter kan samenwerken met de DSRT op het gebied van infiltratie en getuigenbescherming. Daarnaast stelde de DNR criteria vast voor een Top 100 van criminelen en criminele samenwerkingsverbanden. De DNR beschreef de optimale rechercheprocessen, gebaseerd op nationale en internationale taken. Vraag die daarbij hoorde, was hoe een optimale en volledig toegeruste tactische recherche-eenheid er organisatorisch uit zou moeten zien. De voor een deel al ingezette veranderingen moeten de recherchediensten van het KLPD efficiency- en effectiviteitswinst opleveren en een betere borging van deskundigheid.
Taskforce Recherchesystemen
Een crimineel opsporen zonder gebruik te maken van klassieke recherche-middelen, zoals afluisteren en observeren. Het is mogelijk. Als de Nederlandse politie zijn recherchesystemen op orde heeft, kan ze op basis van de informatie uit die systemen strafbaar gedrag aantonen. Het KLPD doet het goed als het om de herstructurering van de informatiehuishouding gaat. De informatie-systemen van de recherchediensten van het KLPD zijn het afgelopen jaar onder handen genomen en aan elkaar gesmeed. Het recherchebasissysteem, RBS, is sinds vorig jaar eenvoudig te bedienen met de muis. De belangrijkste rechercheformulieren en -documenten zitten nu in één systeem. Blueview is een zoeksysteem vergelijkbaar met Google, waardoor gegevens makkelijk te vinden zijn. De rechercheurs van het KLPD hebben veel meer informatie tot hun beschikking. Hiermee is het KLPD een van de koplopers geworden binnen de Nederlandse politie. De recherchediensten van het KLPD hebben de afgelopen jaren samen met de CDI heel hard gewerkt aan het op orde krijgen van de informatiehuishouding.
23 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Zaken
Het afgelopen jaar boekte de DNR een groot aantal successen. Daar zaten complexe zaken en opmerkelijke veroordelingen tussen. Bijvoorbeeld de zaak Holleeder, een onderzoek waarbij de dienst nauw samenwerkte met het regiokorps Amsterdam-Amstelland. Het Piranhaonderzoek met in december de veroordeling van Samir A. en zijn groep. Meerdere onderzoeken mensen-handel en mensensmokkel en bijvoorbeeld het witwasonderzoek Bosboom. Denk hierbij ook aan de verbeterde samenwerking met bijvoorbeeld de FIOD bij het ontnemen van crimineel vermogen. Samenwerking met gemeenten, douane en bedrijven bij het inzetten van ondersteunende en aanvullende strategieën. Daarnaast zet de DNR steeds meer in op het verzamelen van technisch bewijs: forensische expertise.
Team High Tech Crime
Het Team High Tech Crime (THTC) bestrijdt criminaliteit op en via het internet. In het team bundelen digitale en tactische rechercheurs en financiële en juridische experts van de DNR hun krachten. Het team is op 1 januari 2007 opgericht en opereert onder het gezag van het Landelijk Parket.Cybercrime kan enorm veel schade toebrengen aan de economie en levert dan ook een groot veiligheidsrisico op voor Nederland. Dit bleek uit het eindrapport van het project National High Tech Crime Center, een initiatief van het KLPD en enkele departementen. Ook was behoefte aan een team dat voldoende is uitgerust om computergerelateerde criminaliteit aan te pakken die regio- overschrijdend is. Het THTC pakt zaken aan die serieus georganiseerd zijn, complex en inter-nationaal. Zaken die vragen om innovatie en landelijke coördinatie. Deze zaken worden high tech crime genoemd. Zeker als het om vormen van cybercrime gaat die gerelateerd zijn aan georganiseerde misdaad. Samenwerken is de sleutel tot succes. Goede informatie-uitwisseling met (keten)partners is nodig om samen de puzzelstukjes bij elkaar te leggen. Bij de opsporing van cybercrime heb je naast de traditionele partners, zoals politie-partners in binnen- en buitenland, te maken met Internet Service Providers en bedrijven. In de korte tijd dat het team operationeel is, vanaf 1 februari 2007, zijn er al diverse resultaten behaald. Zo zijn er naast een aantal rechtshulpver-zoeken en een onderzoek naar de hacking van een softwarebedrijf al twee reguliere onderzoeken gestart. Duidelijk is dat er een enorme vraag is naar onderzoeken naar computercriminaliteit.
Enkele cijfers
De DNR heeft vorig jaar circa 500 verdachten aangehouden waarvan 170 in het buitenland. Tijdens de onderzoeken werden circa 4.000 kilo cocaïne, 1.750 kilo heroïne en 8.900 kilo softdrugs in beslag genomen. Ook nam de
24J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Informatie en informatiebeheer zijn een steeds belangrijker onderdeel van het politiewerk. Om misdaden te bestrijden én te voorkomen. Het KLPD werkt actief mee aan een goede informatiehuishouding voor de Nederlandse politie. De CDI, de DNRI en de Taskforce Recherchesystemen spelen hierbij een belang-rijke rol. In 2006 zijn verschillende mijlpalen bereikt. Fred Westerbeke blikt terug.
„Voor de politie is goede informatie onmisbaar.
Informatie is van belang om goede onderzoeken
te doen en goede keuzes te kunnen maken. Hier-
voor zijn tools nodig. Die moeten beschikbaar zijn en
goed werken. Doordat er in de loop der jaren nieuwe
diensten toegevoegd zijn aan het korps en vanwege
de geschiedenis van het korps bestond er bij het
KLPD een lappendeken aan systemen en gegevens-
verzamelingen. Er is hard gewerkt om die achter-
stand in te lopen.”
Regie„Een belangrijke stap is de succesvolle overdracht
van de beheerapplicaties van de CDI naar het
ISC. Hierbij was sturing vanuit de lijn, het plaats-
vervangend hoofd van de DNR, essentieel. De
CDI is nu georganiseerd als een regieorganisatie
en vormt de koppeling tussen de klanten bij het
KLPD en de externe leveranciers. De CDI regisseert
de inventarisatie van de vraag.
Om de samenhang tussen de processen en de
informatiesystemen te vergroten, is in 2006 een
verbeterde opzet gemaakt van het korpsinformatie-
plan. Hierin staan concrete plannen over hoe we
de landelijke ontwikkelingen invoeren en welke extra
voorzieningen nodig zijn om de specialisaties binnen
ons korps te ondersteunen. Want ook landelijk werkt
de politie hard aan een betere informatiehuis-
houding. De Raad van Hoofdcommissarissen heeft
begin 2006 een nieuwe strategische visie vastgesteld
over informatiemanagement en de bijbehorende
technologie, het Wenkend Perspectief.”
Samen delen„De Taskforce Recherchesystemen heeft in 2006 het
recherchebasissysteem ingevoerd. Dit basissysteem
wordt ook de Basisvoorziening Opsporing voor de
hele Nederlandse politie. Verder zitten de belangrijk-
ste rechercheformulieren en -documenten in
SummIT. En door Blueview, een zoeksysteem
vergelijkbaar met Google, zijn gegevens makkelijk
te vinden.”
Een ander informatieknooppunt dat zijn diensten
bewezen heeft in 2006, is het NIK-RIK-kanaal.
Deze structuur regelt, stroomlijnt en versnelt het
inwinnen, veredelen en weer ter beschikking stellen
van politie-informatie. Tijdens het WK voetbal en
de Tweede Kamerverkiezingen was het berichten-
centrum permanent bezet. We zijn dus al heel ver
in het gezamenlijk gebruiken van systemen en
het delen van kennis en ervaring.”
„Van achterstand
naar voorsprong”
InterviewFred Westerbeke, plaatsvervangend
korpschef, directeur Recherche en portefeuillehouder
Informatievoorziening
25 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
DNR 8 miljoen euro aan contanten in beslag, voor 1 miljoen euro roerend goed en voor 86 miljoen euro onroerend goed.
RST op sterkte
Het RST is een recherchesamenwerkingsverband tussen Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen. Een team dat zich inzet voor de bestrijding van terrorisme en overige, grensoverschrijdende, zware, georganiseerde misdaad, vooral drugsgerelateerd. In het belang van de landen afzonderlijk en van het koninkrijk als geheel. Het team opereert onder gezag van de lokale Openbare Ministeries en bestaat uit politiemensen uit het Korps Politie Aruba (KPA), het Korps Politie Nederlandse Antillen (KPNA), uitgezonden politiemensen van diverse Nederlandse regiokorpsen en het KLPD. De ministers van Justitie van de landen en de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties nemen de belangrijkste beheersbeslissingen. In onderlinge overeenstemming. Het beheer is in handen van het KLPD. In 2006 is de formatie op volledige sterkte ge-bracht: 102 FTE.
Evaluatie RSTHet protocol dat is ondertekend op 30 november 2001 beschrijft de gespecia-liseerde recherchesamenwerking tussen de landen van het koninkrijk. Daarin staat ook een evaluatie door het Ministerie van BKZ in 2006. Die heeft plaats-gevonden. Conclusie: het RST functioneert naar tevredenheid en bewijst zijn bestaansrecht. In de evaluatie staan twee aanbevelingen: optimaliseren van de informatiehuishouding en vereenvoudiging van de sturing op het RST. De ministers van Justitie van de betrokken landen bepalen in juni 2007 hoe zij deze aanbevelingen oppakken.
AtrakoteamHet KLPD heeft ook het beheer over de Nederlandse politiemensen die op Curaçao bijstand leveren. Bijstand in het kader van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen. Dit gebeurt vanuit een gespecialiseerd overvallenteam, het Atrakoteam. Dit team bestaat uit 20 politiemensen en 11 mensen van de KMar uit Nederland en 21 agenten van het Korps Curaçao. Doelstelling: op 1 juli 2007 het aantal overvallen op Curaçao met 50 procent terugbrengen. Dit resultaat is al eind 2006 behaald! Deze ontwikkeling zette zich begin 2007 voort.
Dienst Nationale Recherche Informatie
Organisatie en doelstelling van de DNRI werden in 2006 steeds concreter. Eerder was niet altijd helder wie behoefte had aan de aanwezige expertise- of informatieproducten. Nu werkt de DNRI duidelijker naar de wens van opdracht-gevers en positioneert zich steeds nadrukkelijker binnen de Nederlandse politie. De DNRI is een professioneler landelijk informatiekanaal geworden, mede
26J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
dankzij de doorontwikkeling van het NIK en producten, zoals het Nationaal Dreigingsbeeld en de monitoren op de diverse criminaliteitsterreinen, bijvoor-beeld de tactische monitor. Verder is met succes geïnvesteerd in betere relaties met justitie en de vreemdelingenketen en zijn grote stappen gezet in het vervangen van de vingerafdrukkendatabank HAVANK.
Tactische monitorActuele over- en inzichtinformatieproducten voor de sturing van de opsporing en de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Daar draait het om bij een tactische monitor. Doorlopende informatieanalyse, interpretatie met experts en gevraagd en ongevraagd informatieproducten leveren. Binnen de DNRI is een tactisch monitorteam bezig op het rijksdomein van het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Het team brengt de dreiging in beeld op personen, objecten en diensten die door de centrale overheid beschermd moeten worden. Een tweede tactisch monitorteam op terrorisme is in ontwikkeling. Een derde monitorteam is gericht op vormen van bovenregionale criminaliteit in opdracht van het Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO). Doel van de monitor is het ondersteunen van de tactische besluitvorming op nationaal niveau over de voorbereiding van de opsporing. Voor elk BRO wordt een monitorbericht samengesteld. Dit bericht geeft overzicht van criminele zaken waarvan de burger last heeft en aangifte doet. Bijvoorbeeld woninginbraken, overvallen en ramkraken. Daarnaast werkt deze tactische monitor constant aan series van delicten of slachtoffergroepen, hot spots, dadergroepen en inzichten in criminele werkwijzen. In de vorm van tactische analyses en preweeg-documenten worden resultaten aangeboden ter voorbereiding van de opsporing bij met name de Bovenregionale Recherche. Informatie analyseren en uitwisselen, zowel nationaal als internationaal. De DNRI en de DINPOL hebben veel raakvlakken. Voorbereidingen tot het samensmelten van beide diensten startten in 2006 en worden in 2007 verder uitgewerkt. De planning is dat in 2008 een nieuw organisatie- onderdeel van het KLPD gestalte krijgt dat in 2009 formeel wordt ingericht.
Intelligenceproducten in de opsporing
Met intelligenceproducten helpt de DNRI de partners in de opsporings- en veiligheidsketen de criminaliteit te bestrijden. De monitor van het Nationaal Dreigingsbeeld, de Landelijke Criminaliteitskaart en andere analyses die ontwikkelingen schetsen op crimineel gebied; allemaal producten die het KLPD zelf en de collega’s in binnen- en buitenland voeden met informatie. Enkele voorbeelden: • informatie op verschillende ciminaliteitsvelden binnen Europa is te vinden
in het eerste Europese Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit, het Organised Crime Threat Assesment (OCTA) van Europol. De DNRI leverde de Nederlandse bijdrage aan dit Europese dreigingsbeeld dat medio 2006 verscheen. Het rapport van de Nederlandse bijdrage aan het Europese dreigingsbeeld bevat een analyse van criminele activiteiten en criminele samenwerkingsverbanden;
27 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
• het vingerafdrukkensysteem HAVANK van de DNRI beheert voor de opsporingsdiensten in Nederland miljoenen sporen die gebruikt worden bij het oplossen van misdrijven;
• gedragsdeskundigen van de DNRI ondersteunen andere opsporings-diensten bij grote, ingrijpende misdrijven. Bijvoorbeeld de dierenbeul in Twente;
• de DNRI coördineert opsporingsberichten in de landelijke media. Bijvoorbeeld voor het tv-programma Opsporing Verzocht, Arbeidsvitaminen op de radio of de ochtendkrant Spits. In 2006 kwamen daarbij de Gay Krant en de tv-zender SBS-6;
• de bestrijding van internationale kinderpornozaken – en dat zijn ze bijna allemaal – wordt ondersteund en soms geïnitieerd door de DNRI;
• de opsporing van landelijk spelende zaken verloopt steeds meer met behulp van het RIK-NIK-kanaal: regionale informatieknooppunten die in verbinding staan met het Nationale Informatie Knooppunt van de DNRI. Bijvoorbeeld volop gebruikt tijdens het WK-voetbal in juni en de lande-lijke verkiezingen in november 2006;
• de ict-tool EdisonTravel Document herkent valse documenten en wordt wereldwijd gebruikt. De DNRI onderhoudt dit systeem en vult het met een constante stroom van nieuwe documenten. Ook brengt de dienst dit systeem onder de aandacht bij nog niet aangesloten landen. De DNRI participeert in het nieuwe Expertisecentrum voor Identiteitsfraude en documenten (ECID) dat onder leiding staat van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. Dit nieuwe informatiepunt ondersteunt en coördineert ten behoeve van de gehele opsporingsketen;
• De DNRI coördineert informatie om gewelddadige ontsnappingen uit gevangenissen te voorkomen;
• De DNRI helpt de Bovenregionale Recherche Teams bij de keuze van te onderzoeken misdrijven. Hiervoor maakt de DNRI analyses van verzamelde gegevens.
28J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
HAVANK ondergaat verjongingskuur
De nationale vingerafdrukkendatabank HAVANK, gehuisvest bij de DNRI, is aan vervanging toe. De huidige hardware nadert de uiterste houdbaarheidsdatum en, belangrijker nog, de wereld rondom HAVANK is enorm veranderd. In 2006 startte een vervangings- en moderniseringsoperatie die moet leiden tot een systeem waarmee de Nederlandse politie weer jaren vooruit kan.Een slordige 1,6 miljoen vinger- en handpalmafdrukken telt HAVANK momenteel. Daarmee is het een goudmijn aan informatie voor de hele straf-rechtsketen. Of het nu gaat om de politie of om de bureaus Vreemdelingen-zaken. Allemaal zitten ze te springen om deugdelijke identiteitsvaststellingen. Het nieuwe HAVANK kan straks, deels volautomatisch, voor zijn partners meer identiteitsvaststellingen realiseren in minder tijd. Bij snelle identiteitsvaststellin-gen kunnen politie en justitie straks, misschien zelfs op locatie, werken met een gevalideerde naam. Een gevalideerde naam is de naam die is vastgesteld na identiteitsonderzoek volgens het nieuwe protocol identiteitsvaststelling. Dit protocol wordt in de loop van 2007 geïmplementeerd.De moderniseringsoperatie maakt HAVANK ook gereed voor de eisen die de nieuwste forensische opsporingstechnieken aan het systeem stellen. Zo is het straks mogelijk ook handpalmsporen geautomatiseerd te zoeken. Op basis van een spoor kan de hele handpalmverzameling van ongeveer 600.000 stuks doorzocht worden. Tot nu toe gebeurt dit handmatig en kan alleen als een mogelijke verdachte bekend is. Naar verwachting geeft dit een extra impuls aan het oplossen van een aantal ‘cold-case’ zaken. Ook in de internationale strijd tegen het terrorisme spelen identiteitsvaststellingen en andere forensische identificaties een belangrijke rol. Biometrie en forensische opsporing zijn bovendien een belangrijk opsporings-middel gebleken binnen IGP. Het nieuwe HAVANK maakt ook de uitwisseling van signalementen met Europese partners makkelijker. In het verdrag van Prüm hebben Europese lidstaten hierover afspraken gemaakt.
DigitaliserenHet eerste wapenfeit in de moderniseringsoperatie is het digitaliseren van alle vingerafdrukken. Een omvangrijke klus. Bijna twee miljoen vingerafdrukbladen, handpalmbladen en bijlagen zijn als digitaal beeld opgeslagen. Omdat de operationele bedrijfsvoering niet kan en mag worden verstoord, is hiervoor een afzonderlijk traject gestart. Dagelijks zullen een kleine 50.000 dossiers in beweging zijn, die uiteraard de gebouwen van de DNRI niet mogen verlaten. De volgende grote stap is de verwerving van het nieuwe Automated Fingerprint Identification System, de nieuwe hardware. De specificaties voor dit nieuwe systeem worden samen met de diverse partners opgesteld.Als alles volgens planning verloopt, is de nieuwe machine in het najaar van 2008 volledig operationeel. Dan zijn ook de werkprocessen binnen de Eenheid Dactyloscopie afgestemd op de mogelijkheden van de nieuwe technologie. De komst van de nieuwe apparatuur en de aangepaste werkprocessen, zullen ook aan de mensen van de afdeling niet ongemerkt voorbijgaan.
29 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Financial Intelligence Unit-Nederland
De financiële recherche in Nederland wint aan slagkracht met de samen-fivoeging van justitiële capaciteit en recherche-expertise van het KLPD. In denieuwe Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland) zijn de twee belangrijkste pijlers van de bestrijding van financiële criminaliteit in Nederland fisamengevoegd: het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties van Justitie en hetBureau ter ondersteuning van de Landelijk Offi cier betreffende MOT-meldingen fivan het KLPD. De FIU-Nederland richt zich op het bestrijden van witwassen en de financieringfivan terrorisme. De informatie van melders als banken, grenswisselkantoren,makelaars, accountants en notarissen vormt, gekoppeld aan informatie uit politieregisters, een uitstekende uitgangspositie voor onderzoeken.De nieuwe organisatie moet zich meer richten op de kwaliteit van de door-meldingen aan de diverse veiligheids- en opsporingsdiensten, en niet langerpuur op de kwantiteit. De FIU-Nederland werkt projectmatig, zodat de aan-wezige kennis en expertise maximaal kan worden ingezet.
In 2006 bezocht de FIU-Nederland diverse regiokorpsen om deze aan te sporen meer gebruik te maken van fi nanciële transactie-informatie bij het starten en/offiverrijken van onderzoeken. De bezoeken zijn goed ontvangen.
WeerberichtenDe FIU-Nederland informeert de (keten)partners over veranderingen viazogenoemde weerberichten. Bijvoorbeeld over onverklaarbare verschuivingenin fi nanciële transacties in een bepaalde politieregio. Deze weerberichten fiworden een belangrijk product van de FIU-Nederland.Naast het voorkomen en bestrijden van witwassen, houdt de organisatie zich ook bezig met het voorkomen en bestrijden van terrorismefinanciering. fiDe FIU-Nederland participeert in de CT-infobox. De unit heeft ook eenterrorismeteam dat nauw samenwerkt met de relevante veiligheidsdiensten.Het KLPD verrichtte meerdere onderzoeken naar witwaspraktijken. Een voorbeeld is het Air Holland-onderzoek van de DNR. Begin december werdende topmannen van deze luchtvaartmaatschappij veroordeeld voor het wit-wassen van miljoenen euro’s drugsgeld.
30J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Programma Versterking Opsporing en Vervolging
In de Schiedammer Parkmoord werd een onschuldige veroordeeld door een opeenstapeling van elkaar versterkende onzorgvuldigheden en beoordelings-fouten bij zowel politie, OM als NFI. Naar aanleiding van het evaluatie-onderzoek van de Commissie Posthumus gaf de minister van Justitie de politie en het OM opdracht de aanbevelingen van die commissie uit te werken in een landelijk programma Versterking Opsporing en Vervolging. Resultaat: ruim tweehonderd verplicht in te voeren maatregelen. Met als doel het opsporings-proces zo transparant mogelijk te maken. Zowel tijdens als achteraf moet het opsporingsproces controleerbaar zijn voor alle betrokkenen.
In 2006 ging het programma Versterking Opsporing en Vervolging ook binnen het KLPD van start. Het programma zal de komende jaren grote impact heb-ben. Het werkterrein loopt dwars door het KLPD. Grijze diensten, blauwe en ondersteunende; ze krijgen er allemaal mee te maken. Aandachtspunt in dit programma is forensische opsporing. In opsporings-onderzoeken komt steeds meer aandacht voor forensisch, dat wil zeggen technisch, bewijs. De komende jaren gaat het KLPD het aantal forensisch coördinatoren uitbreiden en moeten er ook forensische experts, sporen-coördinatoren, sporenzoekers en -analisten komen.
Landelijk Team Forensische Opsporing
Halverwege oktober startte het KLPD, voor en met de Nederlandse politie, met de oprichting van een Landelijk Team Forensische Opsporing. Een team dat bestaat uit deskundigen die ieder moment vanuit hun korps of organisatie oproepbaar zijn. Het is de bedoeling dat dit team wordt ingezet bij omvangrijke en gecom-pliceerde zaken, rampen en terroristische aanslagen waarbij coördinatie en afstemming van de totale forensische opsporing essentieel zijn. Er is op dit moment in Nederland geen team dat in een dergelijke situatie de forensische opsporing op gecoördineerde en gestructureerde wijze kan verzorgen. Iedere regio werkt hierin afzonderlijk.
Andere maatregelen Een greep uit de andere KLPD-maatregelen die voortkomen uit het programma Versterking Opsporing en Vervolging: • in hiertoe aangewezen onderzoeken is inmiddels tegenspraak ingevoerd.
De organisatie hiervan – met directe betrokkenheid van het strategische management – leidt tot een cultuur van vanzelfsprekende reflectie en transparantie;
• voor bepaalde aangewezen zeer ernstige delicten worden zowel binnen de DNR als binnen de blauwe diensten (DOC) TGO’s ingericht.
31 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
De rechercheurs en leidinggevenden binnen zo’n TGO worden benoemd en moeten door functiegerichte opleidingen een certificaat behalen.
• bij bepaalde aangewezen misdrijven worden de verhoren van zowel verdachten als getuigen/slachtoffers auditief danwel audiovisueel geregistreerd. Het KLPD bouwt een eigen verhoorstudio in het huis van bewaring in Scheveningen.
• in het kader van het programma Versterking Opsporing en Vervolging zoekt het KLPD de samenwerking met de KMar, de Rijksrecherche en verschillende regiokorpsen.
32J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Interceptie. Hét voorbeeld van een uniforme werkwijze voor de hele Nederlandse politie. Vroeger heette het de tapkamer. Nu zijn het als het ware 26 tapkamers in één. Ondergebracht in een unit bij de DSRT. Frank Paauw, plaats-vervangend korpschef in Haaglanden, is waarnemend portefeuillehouder Landelijke Interceptie. Hoe zit dat? Iemand uit Haaglanden en een unit van het KLPD?
Eind 2003 gaven de ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie de
Nederlandse politie de opdracht te komen tot een
landelijke tapkamerfaciliteit. De toenmalige korps-
chef van Haaglanden werd portefeuillehouder
Landelijke Interceptie.
Na zijn vertrek nam plaatsvervangend korpschef
Frank Paauw de portefeuille over. Samen met KLPD-
directeur Fred Westerbeke gaf hij het startsein voor
de inrichting van de ULI.
VerzekeringspolisFrank Paauw: „Het was prettig zakendoen. Ook
met Robert van Bosbeek, het hoofd van de ULI en
mijn operationele contactpersoon. De unit is nu
ingericht. Voor de zomer van 2007 zijn alle korpsen
aangesloten. Maar daarmee ligt niet ineens alles op
het bordje van het KLPD. De 26 korpsen, een aantal
BOD’en en de KMar zijn allemaal klant. En ze betalen
allemaal mee. Daarom blijft ook een Commissie
Interceptie bestaan. Een soort verzekeringspolis
voor de deelnemende organisaties.
Deze commissie kijkt – op hoofdlijnen – naar de
performance van de unit. Hoe snel zijn storingen
verholpen? Hoe functioneren de klantenraden?
In welk richting ontwikkelt de ULI zich? Alle vragen
die te maken hebben met kwaliteitsbewaking en
financiën.”
Het landelijk organiseren van het onderscheppen van
telefonie, internet en satelliet had wel wat voeten in
de aarde. Paauw: „Na de aanloopproblemen zijn we
nu in rustiger vaarwater beland. Het draait. Het is
stabiel. Het levert wat is afgesproken. En tegen de
vastgestelde prijs.” Hoewel alle korpsen nu zonder
vrees kunnen en zullen overstappen, heeft de
aansluiting bij de ULI geen vrijblijvend karakter.
Paauw: „Als we met elkaar een echte shared service
willen opzetten, zul je de deelname verplicht moeten
stellen. Dat is hier ook het geval. En zeg nou zelf:
als ieder korps, iedere klant, iets van zijn autonomie
opgeeft en dat in dienst stelt van het grotere geheel,
komen we veel verder dan als we het allemaal voor
onszelf regelen.”
Kenniscentrum„Tot nu toe hebben we veel tijd gestoken in de
techniek. Het moest werken én stabiel zijn. Nu
dat gelukt is, krijgen we tijd voor andere belangrijke
dingen. Bijvoorbeeld voor het opbouwen van een
kenniscentrum binnen de ULI. Binnen de interceptie
gaan de technische ontwikkelingen zo ontzettend
snel; dat kun je met z’n zesentwintigen niet bij-
houden. Maar wel als je alles concentreert op één
punt. Daarnaast is een kenniscentrum ook handig
als aanspreekpunt voor klanten en leveranciers.
En voor het aangaan van strategische allianties.
Bijvoorbeeld met het NFI. Genoeg te doen dus.”
InterviewFrank Paauw, plaatsvervangend korpschef
Haaglanden
„Unit Landelijke Interceptie levert
wat is afgesproken”
33 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Specialistische ondersteuning in de opsporing
DSRT: van alle markten thuis
Op het gebied van techniek en tactiek is de DSRT specialist. De DSRT onder-steunt de opsporingsketen met hoogwaardige technieken en grensverleggende tactieken. Bijvoorbeeld met het recherche toepasbaar maken van nieuwe technologie, het inzetten van technische hulpmiddelen of het tappen van alle wettelijke aftapbare telecommunicatie. Specialistische technieken en methoden die, toegepast in een afgeschermde omgeving, vaak van doorslaggevend belang zijn in de bewijsvoering van zware opsporingsonderzoeken. Op de achtergrond ondersteunde de dienst talloze onderzoeken op cruciale wijze. Bijvoorbeeld met getuigenbescherming, infiltratie of de bijdragen van het tactisch team. De DSRT is van alle markten thuis, maar kan dat zelden laten zien aan het publiek, omdat de dienst anders technieken en methoden prijsgeeft. De Einsteins, de klimmers, de ‘tappers’, de plaatsers, infiltranten, getuigenbeschermers, de duikers en nog veel meer ontvingen in 2006 de interne KLPD-prestatieprijs voor beste dienst van het jaar.
Vier inzetconcepten Bij elke inzetvraag past een best practice. De dienst werkt daarom met vier inzetconcepten. Bij een enkelvoudige inzetvraag krijgt de klant een enkel product of dienst geleverd. Bij een meervoudige inzet, grootschalig heimelijk optreden of een grootschalig openlijk optreden werkt de dienst met integrale inzetconcepten. Immers, bijzonder opsporingsmethodieken als tappen, afluisteren en infiltreren zijn niet alleen bruikbaar voor de bewijsvoering van een zaak. In een eerder stadium toegepast leveren deze methodieken ook sturingsinformatie op. En daarmee kan effectiever worden opgespoord. De DSRT overlegt met zijn klanten, vooral de DNR en de DSI, de AIVD en de grote regiokorpsen, over wat de mogelijkheden zijn en hoe een en ander op elkaar afgestemd kan worden. De teamleiders van de diverse DSRT-teams maken een plan van aanpak. Bijvoorbeeld over het in beeld brengen van een gedrags- en bewegingspatroon. De diverse specialistische teams werken vervolgens samen in een inzetconcept. En één contactpersoon verbindt de DSRT-teams met het onderzoekende team, de klant. De output van de een is de input voor de ander. Deze werkwijze biedt de DSRT overigens ook meer zicht op de beschikbare inzetcapaciteit.
Nieuw plaatsbepalingsysteemIn 2006 maakte de DSRT een nieuw plaatsbepalingsysteem toepasbaar voor de opsporing. Ook ontwikkelde de Unit Landelijke Interceptie zich verder. Bijna alle regio’s zijn inmiddels aangesloten. De technische interceptiefaciliteit is verbeterd. De unit faciliteert de Nederlandse politie in interceptie door het tappen van alle wettelijk aftapbare telecommunicatie. De unit vangt signalen op en geeft die door. Het feitelijk uitluisteren van gesprekken gebeurt door
34J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Samenwerken heet in Rotterdam Samen-werkingsgerichte aanpak. Klinkt knap in-gewikkeld voor een stad die niet aan woorden, maar aan daden doet. Korpschef Aad Meijboom over de kunst van het samen-werken.
Systematisch met alle partners in de stad werken aan
urgente problemen. Dat is waar Meijboom het over
heeft als hij praat over ‘zijn’ samenwerkingsgerichte
aanpak. „Daarbij kan het zo zijn”, legt hij uit, „dat
je dingen doet in het belang van een andere partij.
Gewoon omdat je ziet welke bijdrage je daarmee
levert aan het geheel.” Meijboom richtte zijn korps
in op deze manier van samenwerken. Zijn districts-
chefs zijn niet alleen verantwoordelijk voor het
leidinggeven aan hun district. Ze zijn ook nog eens
verantwoordelijk voor één van de processen in de
organisatie. Daarbij kijken ze of een proces, zoals
opsporing, op de juiste manier vorm krijgt. Niet
alleen in hun eigen district, maar ook bij hun
collegadistricten.
TBS’ersVolgens Meijboom is het belangrijk goed na te
denken over welke specialismen je als Nederlandse
politie of als Ministerie van Justitie bij het KLPD wilt
wegzetten en welke niet. Hij geeft het voorbeeld van
de Groep Opsporing Onttrekkingen (GOO): het
KLPD-team dat onder andere TBS’ers oppakt die
tijdens een verlof aan hun begeleiders ontsnappen.
Ongeacht de kwaliteit van dit team, vindt Meijboom
dat het Ministerie van BZK het verkeerd aangepakt
heeft met het instellen van het team. „Waar ik altijd
mee werk, is de methode van richten, inrichten en
verrichten”, legt Meijboom uit. „Dit betekent dat
je eerst kijkt naar het probleem en de interventie-
mogelijkheden, voordat je beslist hoe en waar je
een team inricht en aan het werk zet. In het geval
van het zogenoemde TBS-team is dit niet gebeurd.
Het probleem leidde gelijk tot de inrichting van een
team, waarmee het ministerie voorbij gegaan is aan
de vraag hoe je het probleem het beste kunt aan-
pakken. Daarmee komen we terecht in een systeem
van suboptimaliseren: een systeem waarmee je
telkens bekijkt hoe het team het beter kan doen,
gegeven de situatie. Dit wil niet zeggen dat de
methode past bij het probleem en het proces.
Het team is succesvol. Maar wie zegt dat andere
methoden en organisatievormen niet sneller
en efficiënter waren geweest?
GemakzuchtHet direct inrichten van het TBS-team brengt
namelijk nog een risico met zich mee: het team
focust, de andere partijen leunen achterover.”
Dat is sowieso het risico van het huidige politiebestel,
vindt Meijboom. Specialismen bij een korps als het
KLPD kunnen leiden tot gemakzucht bij andere
korpsen. Desondanks of misschien wel dankzij
dit motto, is Meijbooms devies voor het KLPD:
„Ga zitten op je vak, op toegevoegde waarde
en niet op invloed en macht.”
InterviewAad Meijboom, korpschef Rotterdam-
Rijnmond
„Richt je op je toegevoegde waarde”
35 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
het korps waar het betreffende onderzoek loopt. De ULI is misschien wel hét voorbeeld van uniforme werkwijze binnen de politie.
Luchtsteun in de opsporing
Luchtfoto’s van een olievlek in de Rotterdamse Haven. In een duingebied zoeken naar een vermiste vrouw. Een vluchtauto vanuit de lucht achtervolgen. Toezicht en overzicht vanuit de lucht zijn onmisbaar in het politiewerk. De Dienst Luchtvaartpolitie van het KLPD levert dit. Achtervolgingen of onder-steuning bij observaties zijn ook een goede reden om de hulp van de DLVP in te roepen. Met de huidige technieken kan een kenteken al gelezen worden zonder dat de helikopter opvalt. Met specialistische observatietechnieken of technische hulpmiddelen ondersteunt de dienst specialistische rechercheteams, van het KLPD en van de regio.
Bijstand door specialistische honden
In 2006 leverde de Unit Specialistische Honden van de Dienst Levende Have Politie bijstand aan nagenoeg alle politieregio’s. Explosievenspeurhonden deden in de verkiezingstijd vele preventieve zoekingen ter voorbereiding van bezoeken van bedreigde politici. Met dezelfde honden werd in diverse groot-schalige rechercheonderzoeken, onder andere in de zaak rond de Hells Angels, gezocht naar vuurwapens en explosieven. Ter ondersteuning van het regio-korps Amsterdam-Amstelland zochten lijkenhonden naar de vermiste Angelique Leijenhorst. Haar stoffelijk overschot vonden zij in een bos nabij Amstelveen. De ontdekking van het lichaam maakte een eind aan een spraak-makend misdrijf, de ‘zaak zonder lijk’. Ook werden de lijkenhonden ingezet op verzoek van de DNR bij het zoeken naar het lichaam van Natalie Holoway. Bij deze zoekactie op het eiland Aruba werd nauw samengewerkt met de DSRT, het NFI en de politie Aruba. Een brand in een groot bedrijfscomplex in Lelystad, met een bedrijfsschade van tientallen miljoenen euro’s, werd opgelost doordat een DLHP-speurhond brand-versnellende middelen ontdekte. Mede daardoor kon een verdachte worden veroordeeld.Bij de aanslagen in Madrid en Londen werd de tot dan toe vrij onbekende en zeer instabiele springstof Triacetontriperoxyde (TATP) gebruikt. De Unit Specialistische Honden ontwikkelde, in samenwerking met de Universiteit Twente, een procédé en een protocol, om deze springstof aan te kunnen leren aan alle operationele explosievenspeurhonden. De ontwikkeling van het protocol en het aanleren van de stof TATP bij de speurhonden is in 2006 afgerond. Research en Development is ook binnen de Unit Specialistische Honden een kwestie. De unit werkte in 2006, samen met andere KLPD-diensten, aan de ontwikkeling van innovatieve toepassingen voor de opsporing.
36J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Informatie voor de opsporing
Het KIC ontsluit voor het korps alle politie-informatiesystemen (databases) in Nederland. Deze unit werd opgericht in 2005 en kreeg in 2006 meer vorm. Het KIC is in feite het RIC van het KLPD: vraagbaak en aanspreekpunt van en voor het korps voor het ontsluiten, makelen en coördineren van operationele informatie. De medewerkers van het KIC werken centraal vanuit het informa-tiecentrum voor het KLPD, de regiokorpsen en BOD’en. Het LVBT levert op verzoek ondersteuning bij het nauwkeurig vastleggen, reconstrueren en visualiseren van complexe plaatsen delict. Waar nodig wordt een digitale 3D-weergave verzorgd, zoals destijds van het clubhuis voor de zaak rond de Hell’s Angels. In deze weergave was de technische bewijslast verwerkt. Hierdoor ontstond een compleet beeld.
37 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Ontsnapte TBS’ers weer binnen Op 4 december 2006 hield het KLPD samen met de recherche van de politie Heerlen de 30-jarige TBS’er Hendrik M. aan in een woning van een familielid in Brunssum. De aanhouding vond plaats op basis van het opsporingsonderzoek naar de verblijfplaats van de TBS’er.
Hendrik M. was slechts één van de ontsnapte TBS’ers die de Groep Opsporing Onttrekkingen (GOO) van het KLPD het afgelopen jaar weer binnenbracht. Hiermee was het zogenoemde TBS-team erg succesvol. Dit operationele team is sinds het begin van dit jaar op volle sterkte en wist in 2006 alle ontsnapte TBS’ers weer in een instelling te krijgen. Een uitzonderlijk hoog percentage, dat onder andere haalbaar werd door uitstekend samen te werken met andere diensten van het KLPD, zoals de DNRI en de DOC, en met de regiokorpsen. Dat was ook korpschef Peter van Zunderd niet ontgaan en het team ontving dan ook de KLPD-prestatieprijs 2006. Door de druk die het team uitoefent op de betrokkene en zijn omgeving, is aanhouding in sommige gevallen zelfs niet meer nodig. Betrokkenen geven zich regelmatig vrijwillig weer aan. In het geval van een ontsnapte TBS’er in Rotterdam vorig jaar, zocht het team naar de verblijfplaats op drie verschillende plaatsen in het land. Dat dit niet mogelijk is zonder goede samenwerking met de politieregio’s is duidelijk. Vooral de samenwerking met wijkagenten is essentieel. Zij zijn de ogen en oren van de politie in het opsporingsproces. Korpschef Van Zunderd pleit voor een elektronisch volgsysteem ter bevordering van de opsporing. „Op dit moment moet de politie een grote inspanning leveren om voortvluchtigen op te sporen en terug te brengen. Echter, de techniek staat niet stil. Ik denk dat het de moeite waard is om te onderzoeken op welke manier we bijvoorbeeld een systeem op basis van GPS-techniek of een stroomslot zouden kunnen inzetten. Voorkomen is immers beter dan genezen.”
Welke personen spoort de GOO op? • TBS’ers; • Pij’ers (Plaatsing in Inrichting voor Jeugdigen); • Volwassenen en jeugdigen die van hun vrijheid zijn beroofd en in een
inrichting zijn geplaatst, naar aanleiding van een bevel tot voorlopige hechtenis of een veroordeling, en die zich aan de tenuitvoerlegging van dat vonnis hebben onttrokken door middel van geweld, hulp van buitenaf of op andere wijze; • Personen tegen wie een rechterlijke machtiging is afgegeven in het kader van de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen; • Naar het buitenland uitgeweken personen uit de bovenstaande categorieën.
38J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
De rechtbank in Amsterdam veroordeelde op 1 december 2006 Samir A. en vier andere leden van de Hofstadgroep voor het voorbereiden van een terroristische aanslag. Het onderzoek in deze Piranhazaak was in handen van de UCTA van de DNR. Een belangrijke partner in het onderzoek was de AIVD. Wil van Gemert, directeur Democratische Rechtsorde van de AIVD, vindt het een mooi resultaat. Vooral omdat hieruit blijkt dat er over en weer steeds meer helderheid is over de positie en de taken van het KLPD en de AIVD.
„We hebben de laatste jaren steeds meer met elkaar
te maken gekregen. Hierdoor is het vertrouwen in
elkaar sterker geworden. Dat hebben we ook nodig,
want in het werk staan we eigenlijk met de ruggen
tegen elkaar: we hebben een compleet andere
manier van kijken. Maar dat verschil moet er ook zijn.
Dat is juist heel waardevol. De verschillende taken
vullen elkaar aan. Als we van elkaar weten wat de
ander kan en moet, geeft dat vertrouwen en beter
begrip. Dat leidt tot goede resultaten, zo blijkt uit
de Piranhazaak.”
Wij en zij„Wij kijken in de toekomst. Welke dreiging komt
er aan? De politie pakt een zichtbare dreiging aan.
De politie kijkt terug; wat is er gebeurd? Wij kijken
naar de lange termijn, de politie naar de korte. Wij
hebben geen opsporingsbevoegdheid. We kunnen
niemand arresteren en verhoren. De politie wel.
Die is actiegericht. De inzet van onze middelen is
geheim, voor de burger onzichtbaar. Het resultaat
van het strafrechtelijk onderzoek is openbaar
en transparant. Kortom, er zijn veel verschillen.
De AIVD stelt zoveel mogelijk analyses en beelden
ter beschikking die van belang zijn voor de opspo-
ring. Die informatie staat in rapporten en soms in
ambtsberichten. Maar niet alle informatie mag en
kan naar buiten. Willen wij onze taak blijven uit-
voeren, dus dreigingen in beeld blijven brengen,
dan moeten we terughoudend zijn in het geven
van informatie. In eerste instantie vanwege de
bescherming van de mensen die meewerken aan
een onderzoek van de AIVD. Wij maken nooit
bekend wie informatie aan de AIVD heeft verstrekt.
Bronbescherming dus. Verder houden we gegevens
geheim om te voorkomen dat de actuele kennis van
de AIVD over een persoon of organisatie die een
veiligheidsrisico vormt, in de openbaarheid komt.
En onze methoden en technieken moeten ook
geheim blijven.”
Visie op terrorisme„We werken hard om de twee verschillende
‘systemen’ zo goed mogelijk in elkaar te schuiven.
De CT-Infobox is zo’n bijzonder samenwerkings-
verband: een centraal punt voor het bij elkaar
brengen en het vergelijken van informatie over
netwerken en personen die betrokken zijn bij
terrorisme. Hierbij werken de MIVD, de IND, het
OM en het KLPD samen. Ook werken we gezamenlijk
met het OM en het KLPD aan een visie op terrorisme.
De vraag wie doet nou wat wordt daarmee steeds
beter beantwoord. Dat heeft ook tijd nodig. Ten-
slotte staat terrorisme pas sinds kort hoog op de
agenda.”
InterviewWil van Gemert, directeur Democratische
Rechtsorde AIVD
„We hebben een compleet andere
manier van kijken”
39 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Terrorismebestrijding
De laatste jaren zijn we wereldwijd regelmatig geconfronteerd met agressieve vormen van terrorisme. Was terrorisme eerst vooral gericht op de verwezen-lijking van concrete veranderingen door gerichte acties tegen personen of vitale doelen, tegenwoordig hebben terroristen de bedoeling zoveel mogelijk burger-slachtoffers te maken en zo de samenleving te ontwrichten. Terroristen zijn ook steeds vaker bereid zichzelf op te offeren. Deze vorm van geweld, het catastro-faal terrorisme, is ook nieuw voor Nederland. En dat vraagt een andere manier van interventie en een andere organisatie van het stelsel van speciale een-heden.
De oprichting van de DSI op 1 juli 2006, is een antwoord op de toenemende dreiging van terrorisme en grof geweld. De dienst maakt deel uit van het nieuwe stelsel van speciale eenheden, samen met de Unit Interventie Mariniers (UIM) van Defensie en de Arrestatie- en Ondersteuningseenheden (AOE’n) van de politie en de KMar.
Bundeling van krachtenDe DSI is een overkoepelende organisatie binnen het stelsel. Als één of meer speciale eenheden worden ingezet voor terrorismebestrijding of de aanpak van grof geweld, dan gebeurt dat onder de vlag van de DSI én onder centrale bevelvoering. Dat is de kracht van het nieuwe stelsel. Binnen de gedecentrali-seerde Nederlandse verhoudingen is dit een grote stap. Nog niet eerder vond op nationaal niveau een dergelijke bundeling van krachten plaats. Om de samenwerking en aansturing optimaal te laten functioneren, moet iedereen goed op elkaar zijn ingespeeld. Hiervoor oefenen de eenheden regelmatig met elkaar. Ook zijn de bewapening en de procedures goed op elkaar afgestemd. De besluitvorming over interventies kan snel. De keuze of en welke eenheden
40J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Informatieknooppunten die werken volgens heldere afspraken en vaste standaarden, zodat overal op dezelfde manier informatie wordt uitgewisseld en analyses worden gemaakt. Zo ziet de ideale informatiehuishouding voor de Nederlandse politie eruit als het aan Wilbert Paulissen ligt. Zover is het nog niet, maar van-uit zijn rol als voorzitter van de Strategische Beleidsgroep Intelligence (SBGI), zet hij dit ideaalbeeld om in de praktijk. De DNRI maakt ook deel uit van deze beleidsgroep.
„Kortgezegd voert de SBGI de regie op alle ontwik-
kelingen op het gebied van intelligence voor de
Nederlandse politie”, steek Paulissen van wal.
„De groep, die valt onder de Board Opsporing van de
Raad van Hoofdcommissarissen, doet beleidsvoorstel-
len aan de raad en toetst beleidsstukken op landelijk
niveau. Zo werkt de groep momenteel aan het NIM,
het Nationaal Intelligence Model. In dit plan komt de
Nederlandse politie voor het eerst met een gezamen-
lijke visie op intelligence.
De SBGI bestaat uit de voorzitters van de expert-
groepen op verschillende deelterreinen van intel-
ligence, vertegenwoordigers van de RID’en, de AIVD,
het voormalige ABRIO-bureau en het hoofd DNRI
(waarnemend). Binnenkort schuift ook iemand uit
een van de BOD’en aan. Informatie-uitwisseling is
enorm in ontwikkeling. Willen we daarin kunnen
meegaan, moeten we regelmatig de samenstelling
van de beleidsgroep tegen het licht houden. Bredere
vertegenwoordiging is noodzakelijk. We denken ook
aan toevoeging van technologische kennis, bijvoor-
beeld vanuit het voormalig ConcernInformatie-
management Politie.
In 2006 bogen we ons onder meer over het verbete-
ren van de informatie-uitwisseling tussen de RID’en
en de rest van de politie. We ontwikkelden een
nieuw, vereenvoudigd analysemodel en scherpten
de eisen waaraan analyseproducten en analisten
moeten voldoen aan. Het Platform Landelijke
Informatiecoördinatie kwam tot stand, kortweg
PLIC. Hierin zitten vertegenwoordigers van het NIK,
onderdeel van de DNRI, en de RIK’s. Vanuit het PLIC
proberen we de informatie-uitwisseling via het NIK-
RIK-kanaal te optimaliseren. We werkten ook aan
standaardafspraken ter bevordering van Informatie
Gestuurde Politie. Standaarden over hoe je infor-
matie veredelt. Hoe binnen een regio een crimina-
liteitsbeeldanalyse over bijvoorbeeld heroïne eruitziet.
Deze standaarden zorgen ervoor dat criminaliteits-
beelden van verschillende regio’s met elkaar ver-
gelijkbaar zijn en samen een landelijk beeld vormen.
Gezien zijn landelijke positie verwacht ik dat de DNRI
een voortrekkersrol pakt binnen de beleidsgroep.
De dienst moet zijn kennis en ervaring inzetten om
de regionale korpsen te ondersteunen en sturen,
bijvoorbeeld door aan te geven aan welke voorwaar-
den een inwinplan moet voldoen. Ik vind dat waar-
nemend DNRI-hoofd Jan ter Mors die rol op een
prettige manier pakt. De vraag wat het beste is voor
de Nederlandse politie staat centraal in zijn handelen.
In de toekomst zullen we kritisch volgen of de DNRI
die vootrekkersrol goed blijft invullen. Op hun beurt
moeten de regiokorpsen de DNRI die rol ook geven.”
InterviewWilbert Paulissen, voorzitter Strategische
Beleidsgroep Intelligence en plaatsvervangend
korpschef Brabant-Noord
„De DNRI moet voortrekkersrol
krijgen en pakken”
41 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
moeten worden ingezet, maakt het OM, het bevoegde gezag, op basis van vooraf gedefinieerde criteria en inzetscenario’s. Ook de opschaling van het reguliere naar het nationale niveau vindt plaats op basis van vooraf gefor-muleerde inzetcriteria.
Slimmer geweldDe DSI voert zelf ook offensieve, kleinschalige high risk operaties uit. Deze operaties overstijgen aan de ene kant het geweldsniveau van de AOE’n, maar bereiken aan de andere kant het massieve geweldsniveau van de UIM niet. De DSI zoekt het niet in de toepassing van méér geweld maar van slimmer geweld. De dienst kan snel en flexibel op- en afschalen en is zeven dagen per week 24 uur per dag inzetbaar. In 2006 is de DSI voor 11 verschil-lende zaken in totaal 26 keer ingezet. Onder meer bij interventies rond de Hofstadgroep.
SpecialismenUiteraard houden ook andere KLPD-diensten zich bezig met de bestrijding van terrorisme. De DNR, de DNRI, de DSRT, de DINPOL en de DKDB, dragen allemaal vanuit hun eigen specialisme een steentje bij aan de terrorisme-bestrijding. Zo boekte de UCTA, onderdeel van de DNR, een mooi resultaat. De rechtbank in Amsterdam veroordeelde op 1 december 2006 Samir A. en vier anderen voor het voorbereiden van een terroristische aanslag. Deze verdachten maakten deel uit van de Hofstadgroep. Het onderzoek in deze Piranhazaak was in handen van de UCTA.
Technologische innovatiesDe DSRT werkte in 2006, samen met DSI, DNR en de NCTb, aan techno-logische innovaties. Er is een Command, Control and Decisionmaking-systeem opgeleverd dat de bevelvoering en informatie-uitwisseling regelt bij anti-terrorisme onderzoeken en -acties. Ook leverde de DSRT een bijdrage aan een innovatief EU-project waarin een systeem wordt ontwikkeld om in en door muren te kijken. Verder is er een nieuw cameraobservatie- en trans-missiesysteem voor snelle antiterrorismeoptredens opgeleverd.
Bewaken en beveiligen
BeveiligingsopdrachtenDe Dienst Koninklijke en Diplomatiek Beveiliging levert persoonsbeveiliging en geeft veiligheidsadviezen. Net als voorgaande jaren nam het aantal beveiligingsopdrachten toe. Van 110 in 2005 tot 145 in 2006. De belangrijk-ste oorzaak hiervan was de extra vraag naar beveiliging tijdens de Tweede-Kamerverkiezingen in november. Naast de politici die al beveiligd werden, kregen bijna alle lijsttrekkers tijdens de verkiezingscampagne persoons-begeleiding. In 2006 besteedde de dienst 284.000 uur aan persoons-beveiliging. In 2005 was dat nog 277.000 uur. Ook vergde het staats- bezoek naar Australië in oktober 2006 intensieve inzet van de DKDB.
42J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
VeiligheidsverkenningBeveiligen op maat was voor de dienst een belangrijk speerpunt in 2006. Centrale vraag: hoe kunnen we adequaat weerstand bieden en inspelen op de veranderende behoefte aan beveiliging. Allereerst bepalen het dreigings-risico en de activiteit van de te beveiligen persoon de inzet van medewerkers en middelen. Verder werkt de DKDB voortdurend aan de ontwikkeling en aanpassing van beveiligingsproducten. Een nieuw product is veiligheids-verkenning. Als er vanuit het NIK en de AIVD geen inlichtingen zijn over een mogelijke dreiging tegen een persoon, maar er is wel sprake is van maatschappelijke commotie dan kan de DKDB een veiligheidverkenning uitvoeren. De NCTb verleent die opdracht. De DKDB zet persoonsbeveiligers in om de persoon in kwestie te observeren en mogelijke bewegingen of verdachte personen waar te nemen. Op basis hiervan maakt de DKDB een rapport. Dit geeft de NCTb de mogelijkheid een afgewogen beslissing te nemen over de vraag of er wel of geen persoonsbeveiliging nodig is. In 2006 is twee keer een veiligheidsverkenning uitgevoerd.
WervingOm de toenemende vraag naar beveiliging aan te kunnen, heeft de DKDB vanzelfsprekend voldoende gekwalificeerd personeel nodig. Voor de werving van nieuwe medewerkers, ook uit de minder traditionele (politie)hoek, zijn in 2006 verschillende acties ondernomen.Voor medewerkers van de DKDB die bijvoorbeeld vanuit defensieonderdelen instromen, startte de initiële politieopleiding. Deze ‘in home’ duale opleiding biedt mensen de kans zich te bekwamen in het politievak om uiteindelijk op het niveau te komen van allround politiemedewerker.
43 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Vrouwen De DKDB vindt het belangrijk dat ook vrouwen als beveiliger bij de dienst werken. Voor deze doelgroep organiseert de dienst daarom regelmatig speciale voorlichtingsdagen en sportbegeleidingsdagen. Onder leiding van een sport-docent kunnen vrouwen proeven aan de intest, de driedaagse sporttest die alle nieuwe DKDB’ers moeten halen. Ook doet de DKDB mee aan het project De Glazen Muur, een project van het Ministerie van Sociale Zaken. Het doel ervan is het (beter) benutten van talenten en vaardigheden van vrouwen voor opleidingen en beroepen met een mannelijk imago. De website www.het6dezintuig.nl geeft een beeld van vrouwelijke beveiligers bij de DKDB. Helaas blijken nog steeds veel vrouwen toch niet aan de fysieke eisen te voldoen. Ook de combinatie met een gezin blijkt voor veel vrouwen een drempel om als beveiliger aan de slag te gaan. Toch blijven de speciale voor-lichtingsdagen en de Glazen Muurcampagne voorlopig doorgaan. De DKDB ziet dat als langetermijninvestering.
Dreigingen inzichtelijk De DNRI heeft een belangrijke adviserende rol als het gaat om bewaken en beveiligen. Samen met de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD is de DNRI leverancier van informatie in de vorm van dreigingsmeldingen, dreigings-inschattingen en dreigingsanalyses. Om deze producten te kunnen maken, gebruikt de DNRI informatie die de andere KLPD-diensten en de regiokorpsen aanleveren. In 2006 was de DNRI actief betrokken bij de veiligheid rond de Tweede-Kamerverkiezingen. Verder maakte de DNRI in 2006 veel dreigingsinschat-tingen die hoofdofficieren van justitie gebruiken om te kunnen besluiten of er veiligheidmaatregelen nodig zijn bij grote rechtszaken. Bijvoorbeeld bij de zittingen over de Hofstadgroep.
44J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Informatie & Intelligence binnen het KLPD
Vertalen en verbindenHet leveren van goede informatieproducten en expertise, zoals bijvoorbeeld dreigingsbeelden en analyserapporten, is één van de kerntaken van het KLPD. Dat is nu al zo en zal in de toekomst zeker zo blijven, zowel voor de ‘eigen’, zelfstandige KLPD-werkzaamheden als voor de regiokorpsen en andere opsporingsinstanties. Kennis en inzicht stellen de politie in staat haar werk gerichter te doen. Eind 2006 startte het KLPD-brede programma Informatie en Intelligence-proces. Met dit programma spant het korps zich in voor verbete-ring van zijn informatieproducten en de manier waarop ze tot stand komen.
Het I&I-programma stelt voortdurend de vraag: doen we de juiste dingen en doen we die dingen goed? Verzamelen en verwerken we de juiste veiligheids-informatie en doen we dat ook op de handigste manier? Kortom: leveren we daadwerkelijk die informatieproducten waaraan de Nederlandse politie behoef-te heeft? Het programma richt zich op het verbeteren van de informatiehuis-houding binnen het KLPD zelf. Dat wil zeggen op de informatieprocessen binnen de diensten en de informatie-uitwisseling tussen de verschillende KLPD-diensten onderling. Maar, aangezien het KLPD deel uitmaakt van het Concern Nederlandse politie en de DNRI in huis heeft, is aansluiting met de regionale korpsen cruciaal. Een optimaal informatieproces binnen het KLPD komt uiteindelijk de hele Nederlandse politie en andere partners in veiligheid ten goede.
Wie doet wat?Proceseigenaar Informatie- en Intelligenceproces is het hoofd van de DNRI. Hij wordt bijgestaan door een procesteam en een ondersteuningsgroep. Het procesteam bestaat uit KLPD-sleutelfiguren en vertegenwoordigers uit andere korpsen om zo de inbreng van gebruikers te waarborgen. De ondersteunings-groep beschikt over kennis en ervaring en ondersteunt de diensthoofden. De diensthoofden zijn en blijven verantwoordelijk voor de informatiehuishouding binnen hun dienst.
KLPD-brede productenportfolioHet verbeteren van het informatieproces gebeurt in vier stappen. Allereerst inventariseren verantwoordelijken binnen de diensten samen met de onder-steuningsgroep de bestaande I&I-producten en toetsten ze aan de ABRIO-kaders. Waar nodig passen ze producten, beschrijvingen en namen aan. Ook wordt gekeken of de huidige producten ook de juiste producten zijn. Dat kan leiden tot aanpassen, samenvoegen en afstoten van producten. Ook kunnen nieuwe producten worden vastgesteld. Dan worden de informa-tieprocessen vergeleken met het ABRIO-proces en eventueel daarop aangepast.
45 O P S P O R I N G N AT I O N A A L E N I N T E R N AT I O N A A L
Voorgaande stappen leiden tot het vaststellen van een KLPD-brede producten-portfolio. Een portfolio en intelligenceproces waarin: • een eenduidig begrippenkader wordt gehanteerd; • gelijksoortige informatieproducten die gemaakt zijn binnen verschillende
diensten met elkaar te vergelijken zijn en betrouwbare input vormen voor een landelijk beeld;
• de producten op elkaar zijn afgestemd en voldoen aan de wensen van de KLPD-klant;
• de producten en processen aansluiten bij de bestaande, geaccepteerde modellen en werkwijzen, zoals ABRIO en OMP;
• ruimte is voor het evalueren en doorontwikkelen van producten; • aandacht is voor politieke ontwikkelingen en proactiviteit door
bijvoorbeeld trendwatching en ketendenken.
Volgens planning is die productenportfolio in de loop van 2008 een feit.
HAVANK De Dienst Nationale Recherche Informatie levert
intelligenceproducten die helpen de criminaliteit
te bestrijden. Zo beheert de dienst bijvoorbeeld
het vingerafdrukkensysteem HAVANK. Hierin zijn
miljoenen sporen opgeslagen die gebruikt worden
bij het oplossen van misdrijven. HAVANK is daar-
mee een goudmijn aan informatie voor de hele
strafrechtsketen. In 2006 startte een vervangings-
en moderniseringsoperatie die moet leiden tot
een systeem waarmee de Nederlandse politie
weer jaren vooruit kan.
HAVANK
Internationale samenwerking
49 I N T E R N AT I O N A L E S A M E N W E R K I N G
Grenzen verleggen
Een speerpunt van het KLPD is het versterken van de inter-
nationale politiesamenwerking. Leren denken: what’s in it
for all of us? Niet alleen je eigen zaken rond willen krijgen.
De globaliserende maatschappij vereist die aandacht ook.
Afstemming en samenwerking zijn hierbij de sleutel-
woorden. Zowel op grijs als op blauw gebied, heeft het
KLPD in 2006 heel wat grenzen verlegd.
Het KLPD was al verantwoordelijk voor de operationele politiesamenwerking met en in het buitenland. In 2006 kreeg het korps daar de verantwoordelijk-heid voor de niet-operationele politiesamenwerking bij. Sinds 1 juli 2006 heeft het KLPD hiervoor één loket in huis in de vorm van de DINPOL. In deze dienst is de voormalige KLPD-dienst Internationale Netwerken (DIN) samengegaan met het NCIPS. Het NCIPS was voorheen ondergebracht bij het NPI. Met de komst van de DINPOL is het KLPD het loket voor alle vormen van internationale politiesamenwerking.
De DINPOL fungeert als de centrale en coördinerende autoriteit op het gebied van informatie- en expertise-uitwisseling tussen de Nederlandse en buitenland-se korpsen. Ook het tot stand brengen van internationale netwerken is een taak van de DINPOL. De netwerken zijn een belangrijk middel om te komen tot beleid- en regelgeving. Naast de informatiekanalen als Schengen, Europol en Interpol spelen ook de Nederlandse liaisons een belangrijke rol bij het uitwisse-len van informatie met het buitenland. Het KLPD heeft momenteel 21 mensen als liaison officer in het buitenland. Een doorbraak op dit terrein is de nauwere samenwerking met de KMar. De liaisons van beide organisaties werken voor zowel het KLPD als de KMar. Met de 13 liaisons van de Marechaussee erbij ontstaat een netwerk van 34 aanspreekpunten. Ook de buitenlandse liaison officers in Nederland zijn een belangrijke informatiebron.Daarnaast coördineert de DINPOL de inzet voor vredesmissies. Dit betekent dat Nederlandse politiemensen worden uitgezonden om de lokale politie te helpen bij de opbouw van een politieorganisatie in een democratische staat. De DINPOL is verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van iedere uitzending.
Van de wijk naar de wereldMet de DINPOL zet het KLPD een nieuwe Nederlandse koers uit op het gebied van internationale politiesamenwerking. Natuurlijk heeft het samengaan van de twee diensten een praktische meerwaarde, maar ook inhoudelijk levert het winst op. Het brengt de internationale taken van de Nederlandse politie op een
50J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Het NCIPS werd dit jaar onderdeel van het KLPD. Het NCIPS ging op in DINPOL. Samen met de DIN. Ronald Bandell maakt, namens de korpsbeheerders, deel uit van de Stuurgroep internationale politiesamenwerking (STIPS). Wat vindt hij van deze samensmelting?
„Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we
eerst even terugkijken. Begin 2000 werd het NCIPS in
het leven geroepen. Het beleid van de verschillende
korpsen op internationaal terrein moest beter
‘sporen’. Ook de STIPS werd toen samengesteld.
Daarin zitten vertegenwoordigers van de ministeries
van Binnenlandse Zaken, Justitie en Buitenlandse
Zaken, het OM, de politiekorpsen, het LSOP en de
korpsbeheerders. De rol die de STIPS voor het NCIPS
vervulde, is blijven bestaan. Ook nu het NICPS
onderdeel is van DINPOL. De stuurgroep adviseert
over de niet-operationele, internationale politie-
samenwerking en stelt het beleid voor de samen-
werking vast. Dit gaat vooral over het uitvoeren
van verschillende politieprojecten en het uitzenden
van Nederlandse politiemensen naar missies in
crisisgebieden.”
Oubollig „Het KLPD was eigenlijk toen al logischerwijs de
organisatie om het NCIPS onder te brengen. Maar
het was er niet het juiste klimaat voor om dat te
doen. In die tijd, begin 2000, was het KLPD nog
niet helemaal up-to-date. Het korps was een beetje
oubollig. En de verhouding met de regio’s was nog
niet goed op orde. Ook in de stuurgroep was het
wennen. De departementen zaten niet als vanzelf-
sprekend op één lijn. Er speelden competentie-
kwesties op rijksniveau. De vraag wie is waar
verantwoordelijk voor moest eerst beantwoord
worden. Daarom werd het NCIPS ondergebracht bij
het NPI. De laatste jaren heeft het KLPD een enorme
slag gemaakt. Het korps heeft nu veel elan. Een goed
imago. Ook in de STIPS is veel winst geboekt. Wat
mij betreft is een oude wens in vervulling gegaan.
Het is een logische stap. Het NCIPS is nu ingebed
in een grote organisatie met een duidelijke inter-
nationale oriëntatie. Dat is goed voor de door-
ontwikkeling van de internationale politie-
samenwerking.”
Waarmaken„Maar er is nog wel een wereld te winnen. Letterlijk.
We moeten veel prominenter in Brussel aanwezig
zijn. Proactiever ook. Niet wachten tot de wekker
afgaat. Dat geldt overigens niet alleen voor het KLPD.
Ieder korps heeft ook nog een eigen rol en verant-
woordelijkheid in het buitenland. Die moeten we
goed benutten. Door meer aan elkaar bekend te
maken waar je als korps mee bezig bent. ‘Be good
and tell it’. Dan worden het niet van die clubjes.
Verder kunnen de Ambassaderaden beter over en
weer van elkaar gebruikmaken. En de positionering
van DINPOL binnen het KLPD én binnen de
Nederlandse politie is heel belangrijk. Internationale
samenwerking raakt veel belangen. Goede samen-
werking is daarom extra belangrijk. We hebben dus
wel wat waar te maken. Dat heeft tijd nodig. Daar
moeten we ook rekening mee houden. Een plant
groeit nooit harder door aan de bladeren te trekken.”
„Voor mij is een oude wens
in vervulling gegaan”
InterviewRonald Bandell, burgemeester van
Dordrecht en lid van de Stuurgroep internationale
politiesamenwerking
51 I N T E R N AT I O N A L E S A M E N W E R K I N G
hoger niveau. Criminaliteit houdt tenslotte niet op bij de grenzen. Het dagelijks politiewerk in wijk, dorp of stad heeft vrijwel altijd een internationale dimensie. Als handelsnatie die mondiaal meetelt, heeft ons land alle belang bij een goed internationaal functioneren van de politie. Het gaat om de veiligheid in Nederland als deel van de EU en de mondiale gemeenschap. Wie spreekt over internationale politiesamenwerking spreekt dus over meer dan alleen maar Nederlands belang. De DINPOL geeft invulling aan die samenwerking ‘van de wijk naar de wereld’ en andersom. Bijvoorbeeld door een optimale, inter-nationale uitwisseling van politie-informatie. En het beschikbaar stellen van die informatie aan iedere politiemedewerker die deze nodig heeft, waar ook in Europa en de rest van de wereld.
In 2007 krijgt het versterken van de internationale politiesamenwerking verder vorm. Het KLPD komt met een visienota op dit gebied. Op basis daarvan stelt de Raad van Hoofdcommissarissen een internationaal werkprogramma op.
Naast de DINPOL is ook de DNRI druk met informatie. De eerste internationaal en de laatste nationaal. Dat overlapt elkaar. In 2006 is daarom de opdracht gekomen om deze diensten te laten samensmelten. De voorbereidingen zijn in gang gezet en worden in 2007 verder uitgewerkt. De planning is dat in 2008 een nieuw organisatieonderdeel van het KLPD gestalte krijgt dat in 2009 formeel ingericht wordt.
Criminelen nergens veilig
Internationale operationele samenwerking komt steeds vaker voor, want voor criminelen zijn grenzen slechts een klein beletsel. Criminele groeperingen hebben over de hele wereld hun contacten en belangen. Internationaal samenwerken, wil zeggen dat de crimineel zich nergens meer veilig waant, omdat hij getraceerd kan worden en zich voor de rechter moet verantwoorden. Op alle gebieden van zware criminaliteit behaalt het KLPD successen, omdat internationaal samenwerken heel gewoon, maar ook noodzakelijk is gewor-den. Zo kon in 2006 op de Balkan een crimineel netwerk van mensen-handelaren worden opgerold door nauwe samenwerking met de Nederlandse en buitenlandse opsporingsdiensten. En in Zuid-Amerika werd bijna maande-lijks drugs onderschept. De Nederlandse liaison officers speelden bij deze zaken een belangrijke verbindende rol.
52J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Programma EU
Op het gebied van operationele politiesamenwerking is sinds 2001 ook het programma EU (PEU) actief. Het programma bevordert de internationale samenwerking binnen de EU van Verkeerspolitie, Waterpolitie en Spoorweg-politie. Dat doet het PEU door het opbouwen en onderhouden van netwerken en door het initiëren en organiseren van EU-projecten. Het PEU is actief in de Europese politienetwerken TISPOL (verkeer), AQUAPOL (water) en RAILPOL (spoor). Ook zijn er intensieve contacten met een aantal organisaties van de EU en met Europese branche- en overheidsorganisaties op transportgebied. Via deze netwerken en relaties is het mogelijk te volgen wat zich binnen het omvangrijke Europese werkproces afspeelt. In 2007 gaat het PEU zijn Europese netwerken gebruiken om het onderwerp transport security, het beveiligen van transport tegen criminaliteit en terrorisme, internationaal op de agenda te krijgen. Ook een goede samenwerking en afstemming met de DINPOL staat op de agenda.
ProjectenAanbevelingen van projectgroepen bepalen voor en groot deel het beleid en de regelgeving van de Europese Commissie. Om hierop invloed te kunnen uitoefenen, neemt het programma EU deel aan verschillende projecten: • in 2006 is het project VERA III van start gegaan. Dit gaat om het incas-
seren van boetes van buitenlandse weggebruikers. In dit project test de projectgroep de werkwijze en het systeem om dit proces te regelen;
• er zijn voorbereidingen getroffen voor de uitbouw van het TDS-systeem, de database voor documenten van het wegtransport. Er komt in 2007 ook een module voor documenten uit de binnenvaart in het systeem;
• het project DRUID ging van start. Dit omvangrijke wetenschappelijk project gaat over het rijden onder invloed van drugs en medicijnen. Het project neemt de bestaande testapparatuur onder de loep in een groot internationaal testprogramma. Het KLPD leidt dit testdeel. Uiteindelijk moeten er EU-gebruikerseisen komen voor dit soort apparatuur;
• een ander groot, wetenschappelijk onderzoeksprogramma is het PEPPER-project. Dit gaat over de effecten van verkeershandhaving op veiligheid. Vooral het gebruik van technologie staat centraal. Namens TISPOL heeft het PEU hierin een belangrijke rol. Het project bouwt onder meer aan een kennisdatabase. Deze komt in 2007 op de TISPOL-website;
• REMOVE, het project voor het elektronisch controleren van rijdende vrachtauto’s op overbelading, is in 2006 succesvol afgerond. Op basis van de uitkomsten van REMOVE worden in 2007 Europese standaards vastgelegd.
53 I N T E R N AT I O N A L E S A M E N W E R K I N G
Europese politienetwerken
WegTISPOL is opgericht om Europese politiesamenwerking en kennisuitwisseling op het terrein van verkeersveiligheid te bevorderen. Door de verbeterde verkeers-handhaving is het aantal verkeersdoden in Europa al met vijftienduizend gedaald. TISPOL verwacht dat deze daling doorzet. In 2006 is in ons land een TISPOL-conferentie gehouden. Aan het congres is meegewerkt door het Technoteam van de Unit O&TI. Er waren twaalf landen vertegenwoordigd, waaronder Japan. Twee landen sloten zich in 2006 aan bij TISPOL: Roemenië en Hongarije waarmee het aantal deelnemende landen nu 27 bedraagt. TISPOL blijft werken aan verbetering van de verkeershandhaving in Europa.
WaterAQUAPOL is een Europees samenwerkingsverband van waterpolitiekorpsen en inspectiediensten. Het streeft enerzijds naar hoge kwaliteit in de onder- linge samenwerking en het wil een goede gesprekspartner zijn voor de EU. AQUAPOL werd in 2002 opgericht door Nederland en Duitsland. Negen politiekorpsen en drie inspectiediensten zijn inmiddels bij AQUAPOL aan-gesloten. Een belangrijke partner van het KLPD binnen dit samenwerkings-verband is de Rotterdamse Zeehavenpolitie. Inmiddels voert AQUAPOL gesprekken met de Rijnvaart- en de Donau-Commissie. Deze commissies zijn verantwoordelijk voor de regelgeving op de Rijn en de Donau. AQUAPOL wil hen graag adviseren over de voorgenomen nieuwe regelgeving.
54J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
SpoorWat TISPOL is voor de weg, is RAILPOL voor het spoor. De Nederlandse inspanningen in de spoorsecurity hebben het afgelopen jaar een hoog niveau bereikt. Allereerst is het project AGIS in 2006 afgerond. Dit programma van de Europese Commissie heeft tot doel te komen tot een intensievere samen-werking tussen politie en justitie en verstrekt subsidies aan instanties die zich hier voor inspannen. Zowel de Dienst Luchtvaartpolitie als de Dienst Spoorwegpolitie – en dan in het bijzonder RAILPOL – kwamen voor deze subsidie in aanmerking. Door de AGIS subsidie was RAILPOL in staat het netwerk op te bouwen en het proces van samenwerking op gang te brengen. Daarmee is RAILPOL een officieel Europees netwerk geworden, met elf leden en vijf kandidaat-leden. Centraal staan: best practises en best information uitwisselen, streven naar harmonisering van regelgeving en daadwerkelijk samenwerken. Voor de komende vier jaar berust het voorzitterschap en het secretariaat bij Nederland. Het doel is vooral het uitwisselen van expertise en informatie.
Vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties – de strategic core-group – treffen elkaar drie keer per jaar. Ze bespreken onder andere de noodzaak van werk- of expertisegroepen. De core-group laat zich adviseren door meer operationeel gerichte werk- en expertisegroepen. De werkgroep Terrorisme bijvoorbeeld. Deze bekijkt hoe de Spoorwegpolitie repressief en preventief omgaat met signalen van terrorisme. Of de werkgroep Openbare Orde. Die zich vooral richt op de vraag hoe je optreedt tegen hooliganisme. De werkgroep Groepscriminaliteit gaat strafbaar groepsgedrag tegen. Zakkenrollerij, happy slapping en onder andere drugsgerelateerde zaken. Dan is er een expertisegroep die zich richt op de afhandeling van spoorweg-ongevallen. Daarin wordt onder andere samengewerkt met het LVBT en de Verkeersspecialisten Rail die specialist zijn in het achterhalen van oorzaak en gevolg. Een laatste expertgroep richt zich op het fenomeen koperdiefstal. In 2006 is hierop een Europese analyse uitgevoerd.
LuchtPolice Air Support Units Networking Centre Europe (PACE), opgericht in 1999, is een platform van Europese politievliegdiensten. Sinds 2004 vervult de Dienst Luchtvaartpolitie de voorzittersrol. Effectieve en efficiënte luchtsteun door kennisuitwisseling, best practices en daar waar mogelijk procedures om te komen tot Europese harmonisatie zijn de belangrijkste doelen. Leden ontmoeten elkaar tijdens de jaarlijkse conferentie. Daarnaast is er ook een speciaal ontwikkelde website waar ze elkaar virtueel kunnen ontmoeten.Ook binnen de DLVP stond 2006 in het teken van het AGIS Project. Dit project heeft tot doel inzicht te krijgen in de verschillende soorten van regelgeving, knelpunten en best practices voor grensoverschrijdend politievliegen. Bijvoorbeeld in het geval van een achtervolging of in situaties van een gecom-bineerde inzet. In de zomer van 2007 wordt de AGIS rapportage afgerond.
55 I N T E R N AT I O N A L E S A M E N W E R K I N G
DrugsDan is er nog het Europese project Synthetische Drugs. Nederland trekt dit project. Het is een initiatief van de Europese politiechefs. Doel? De handel in grondstoffen en de productie van xtc en amfetamine bestrijden. Enerzijds door de informatiestromen via Europol te versterken. En anderzijds door best practices te delen met België, Frankrijk, Duitsland, Litouwen, Finland, Zweden en Polen.
Dienst SpecialeInterventies
Een antwoord op de toenemende dreiging van
terrorisme en grof geweld, dat is de oprichting
van de Dienst Speciale Interventies op 1 juli 2006.
De dienst maakt deel uit van het nieuwe stelsel
van speciale eenheden, samen met de Unit Inter-
ventie Mariniers van defensie en de Arrestatie-
en Ondersteunigseenheden van de politie en de
KMar. In 2006 is de DSI voor 11 verschillende zaken
in totaal 26 keer ingezet, onder meer bij inter-
venties rond de Hofstadgroep.
Veiligheid verkeer en vervoer
59 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
Gericht op samenwerking
Dit hoofdstuk staat in het teken van veiligheid, verkeer en
vervoer. Maar eigenlijk ook in het teken van samenwerking.
Want veiligheid ‘maakt’ het KLPD niet alleen. Daaraan
werken we samen met andere diensten, korpsen en
organisaties. Intern en extern dus.
Een mooi staaltje van samenwerking in 2006: het WK-voetbal in Duitsland. Supporters veilig en rustig ´verwerken´. Intermediair zijn. Het korps zocht samenwerking met de Bundespolizei. Maar ook met de KMar, Rijkswaterstaat, regiokorpsen en brancheorganisaties Transport en Logistiek. Ook intern waren heel wat diensten betrokken. Weg, water, spoor én lucht bijvoorbeeld. Om supporters te begeleiden. Of om calamiteiten vanuit de lucht te bekijken. En de KLPD-honden en -paarden stonden paraat voor eventuele onlusten in eigen land. Het korps had een groot aandeel in de informatiestromen rond het evenement.
Dat werkt als een trein
Binnen verkeer en vervoer zijn veel partners van het KLPD actief. Soms treffen de partijen elkaar vooral aan de overlegtafel. Andere keren staan ze samen op straat of in de trein. Feit is dat daar waar wordt samengewerkt, ook de beste resultaten worden behaald. Dat heeft ook te maken met informatiegestuurd
60J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
„Vandaag geconstateerd, morgen aangepakt”, is het credo van Frank Reitsma. Het beleid voor sociale veiligheid pakt goed uit. Steeds meer reizigers voelen zich veiliger op stations en in treinen. Maar achterover leunen, doet hij niet. Daarvoor is er nog teveel te doen. In 2006 haakte hij – met succes – aan bij een project van het KLPD: Blue Train. Een aanpak die hij wel op meer plekken zou willen inzetten.
„Blue Train is een goed voorbeeld van informatie-
gestuurde inzet”, vertelt Reitsma enthousiast.
„Het is een project van het KLPD, maar de inzet vindt
ook plaats op onze eigen informatie. Onze conduc-
teurs registreren in hun railpocket wat onderweg
gebeurt. Een analyse van die informatie levert een
top 5 of top 10 op van stations of lijnen waarop we
extra moeten investeren. Blue Train was een pilot op
de lijn Schiphol – Roosendaal. Een overlastgevende
lijn. Zakkenrollers, drugs, agressie. Klanten voelden
zich niet veilig. Op die lijn stappen nu regelmatig
gecombineerde teams in: politie en mensen van ons.
Deels in burger, deels in uniform. En altijd op basis
van informatie. Heel effectief! In drie maanden tijd
daalde het aantal incidenten op deze lijn met maar
liefst 33 procent. De samenwerking met de Spoor-
wegpolitie is heel goed. We kijken ieder naar onze
eigen speerpunten. Voor ons zijn dat de vervoers-
bewijzen. Voor de politie onder andere zakkenrollerij
en overlast. En als er bij ons doorgepakt moet
worden, doet de Spoorwegpolitie dat. Eigenlijk is
er maar één nadeel. Na een aanhouding stapt het
politiekoppel van de trein. Dat gat tussen de hand-
having van de bedrijfsorde en de openbare orde
willen we nog opvullen. Daarom leiden we bijna
zeshonderd NS-medewerkers op voor Toezicht
& Veiligheid.”
File op het spoorReitsma is blij dat Blue Train in 2007 landelijk wordt
ingevoerd. Hij zou de werkwijze graag inzetten in
combinatie met een NS-target. „Ieder station heeft
een klantwaardering. Komt die bijvoorbeeld onder
de 8, dan stellen wij daar een pakket maatregelen
tegenover. Compleet met Blue Train of de meer
incidentgerichte inzet van de Unit Probleemgerichte
Inzet.” Natuurlijk weet hij dat dit afhankelijk is van
de capaciteit van de Spoorwegpolitie. „Voor een
spoorwegnet van 2.800 kilometer lengte, zo’n 5.500
treinritten per dag en zestig opstelterreinen, is maar
weinig gekwalificeerd politiepersoneel beschikbaar.
Terwijl de veiligheidsvraagstukken er niet om liegen.
Graffitischade die in de miljoenen loopt, gevaarlijk
vandalisme, zo’n tweehonderd suïcides per jaar.
Vrijwel alleen de mensen van het KLPD realiseren
zich het effect van een stilstaande trein op een
baanvak dat wegens een incident is afgesloten.
Op het drukst bereden spoorwegnet van Europa
staan dan binnen een uur tien of twintig treinen
stil met misschien wel tienduizend passagiers.
Op stations tot in de wijde omgeving wachten nog
eens duizenden anderen op treinen die niet komen.
Bij een flinke file op de snelweg toetert iedereen en
is de druk voelbaar. Op het spoor niet en daardoor
zien de regiokorpsen niet altijd meteen de urgentie.
Dat moet wel verbeteren.”
„Blij met Blue Train”
InterviewFrank Reitsma, directeur Concernveiligheid
bij de NS
61 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
werken. Het KLPD denkt steeds meer nodaal. Vanuit lijnen en knooppunten. Wat gebeurt waar, wanneer? Dan dáár surveilleren. Dus minder traditioneel vanuit een unit met unitgrenzen. Bij het project Blue Train zijn KLPD’ers op overlastgevende trajecten meer gaan surveilleren in de trein. Met succes. Op het traject Schiphol – Roosendaal was de overlast na drie maanden al met eenderde afgenomen. De proef wordt komend jaar uitgebreid.Ook heeft het KLPD de spoorkubus. Een goedwerkende database met alle relevante gegevens die nodig zijn voor tactisch en operationeel optreden op en rond het spoor. Bij spoorwegongevallen komt het team Verkeersspecialisten Rail in actie. Deze specialisten hebben kennis van zowel de technische als de procesmatige kant van het spoorbedrijf. Met het oog op de schuldvraag maken zij een inschatting van mogelijke oorzaken en gevolgen. Ook bekijken ze de noodzaak van nader technisch feitenonderzoek door specialisten.
Dat werkt op de weg
Het KLPD zoekt niet alleen afstemming met inspectiediensten. Klantenraden zijn voor het korps ook erg belangrijk. Voor de ‘weg’ kennen we bijvoorbeeld klantenraden voor besloten busvervoer en voor beroepsgoederenvervoer. Daarin draait alles om meedenken, afstemmen en samenwerken. Afstemming is er ook op de Ruit van Rotterdam. Met ingang van 1 januari 2007 zijn deze snelwegen het werkterrein van het KLPD. De samenwerking met de Verkeerspolitie Rotterdam-Rijnmond is prima. Ze dienen als back-up. Daarbij assisteert de Rijnmondse technische ongevallendienst bij dodelijke aanrijdingen. Ongevalafhandeling is een zelfstandige taak geworden van het KLPD. Met de regiokorpsen is overleg gevoerd over de manier waarop het korps dat gaat invullen. De afspraak is dat het KLPD de ongevallen afhandelt die plaatsvinden tussen 06.00 en 22.00 uur. Buiten die uren vindt per ongeval afstemming plaats tussen de betrokken korpsen. In 2007 zullen de eerste convenanten ondertekend worden.Rijkswaterstaat is een belangrijke partner. Zijn weginspecteurs zijn inmiddels een gewaardeerd fenomeen. In het voor- en najaar van 2006 zijn gezamenlijke veiligheidsdagen georganiseerd. Op het programma stond de Richtlijn Eerste Veiligheidsmaatregelen bij Incidenten, REVI.
Dat werkt op het water
Het KLPD is ook thuis op het water. 2006 begon goed met de aanbesteding voor de bouw van tien grote patrouillevaartuigen. Ook op het gebied van samenwerking was er nieuws. Het KLPD sloot in september een convenant af met de Zeehavenpolitie van de regio Rotterdam-Rijnmond. Ze werken op vijf gebieden samen: delen van informatie, opzetten gezamenlijke klantenraad, gezamenlijke controles, terrorisme en opleidingen. Verder ging het landelijk dregteam eind vorig jaar officieel van start. Als vervolg op de succesvolle werkwijze bij de Unit IJsselmeer/Friese Wateren. Het team
62J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Partner van alle blauwe diensten. Samen een combinatie van toezicht en opsporing: de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat (IVW). Sinds 2006 is Tamis Kwikkers ook verantwoor-delijk voor het opzetten van het zogeheten frontoffice Wegvervoer. Een strategisch samenwerkingsverband van inspectiediensten dat onnodige overlap in inspectieactiviteiten moet voorkomen.
Veiligheid in het goederenvervoer, dat is de taak van
deze toezichteenheid. Kwikkers: „Vroeger liepen we
bij een transportonderneming binnen om de tacho-
graafschijven op te vragen. Nu lopen we binnen
voor een gesprek met de planner. Deze manier van
aanpak zint Kwikkers: „Verantwoordelijkheden
moet je bij de sector leggen. En het werkt.
Busondernemingen besloten zelf het keurmerk
BUS in te voeren. Zo willen ze zich onderscheiden
van bedrijven die het wat minder nauw nemen
met de regels.”
FrontofficeEen nieuwe ontwikkeling is het frontoffice. Een
voortvloeisel uit de eis van de Tweede Kamer dat de
inspectiediensten hun inspectiedruk met 25 procent
zouden verlagen. Het lag voor de hand waaruit het
frontoffice zou bestaan. De Inspectie Verkeer en
Waterstaat, de Arbeidsinspectie, de Algemene
Inspectie Dienst, de Belastingdienst en de douane.
Tot vanuit personen- en goederenvervoer geroepen
werd: maar onze grootste partner is het KLPD!
En dus zit nu ook directeur Politie Pim Miltenburg
in het frontoffice. En het werkt. De al van vroeger
daterende samenwerking op de werkvloer wordt
nu bevestigd van bovenaf. Kwikkers: „We werken
met risicoanalyses en combineren informatie uit
het toezicht met informatie uit staandehoudingen.
Daaruit wordt al snel duidelijk waar we moeten zijn
en wie we moeten hebben. Na overleg benoemen
we onze speerpunten. En we beslissen ook hoe
we die kunnen bereiken. Bestuursrechtelijk
of strafrechtelijk aanpakken, of beter voorlichten.
Zo kunnen we gerichter inspecteren en ondervinden
bedrijven die de regels naleven minder toezichtlast.
We verwachten dat de oude overlap dankzij het
frontoffice nog dit jaar is verdwenen.”
Informatie-uitwisselingOm goed je werk te kunnen doen, is goede infor-
matie nodig. Lang had het KLPD de indruk dat de
informatie-uitwisseling vooral eenrichtingverkeer
was. Bij de inrichting van het nieuwe TRACOPOL
werd de inspectie dan ook in eerste instantie niet
meegenomen. Kwikkers: „We realiseerden ons toen
wel dat er iets moest veranderen. Inmiddels is er een
convenant afgesloten. Toezicht en opsporing zijn
dus niet uitsluitend politietaken, maar ook inspectie-
taken. Zijn de toezichteenheden Goederenvervoer
en Personenvervoer van de IVW en de DVP daarmee
concurrenten? Kwikkers: „Op de werkvloer wordt
soms nog wel zo gedacht. En als we ons werk
niet op elkaar afstemmen, kan inderdaad overlap
ontstaan. Maar als het frontoffice zijn werk goed
doet, vullen we elkaar juist aan.”
„Samenwerking
voorkomt overlap”
InterviewTamis Kwikkers, hoofdinspecteur
toezichteenheid Goederenvervoer Inspectie voor
Verkeer en Waterstaat
63 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
bestaat uit 25 medewerkers. Zij kennen het dregprotocol tot in de puntjes en weten precies wanneer ze hulp moeten inroepen. Hulp van de drenkelingen-honden of de sonarapparatuur van het eigen korps. Of van de Stichting Opsporingsapparatuur Drenkelingen. Altijd in staat tot snelle actie. Het toezicht op de recreatievaart is de afgelopen jaren overgedragen aan de regio’s. In 2006 kwam daar toch weer verandering in. Het KLPD gaat de regio’s weer meer ondersteunen. Er is al een aantal intentieverklaringen getekend.
ActieIn 2004 was de Europese Commissie van plan de EG-verordening nummer 11 in te trekken. Schippers hoeven hierdoor geen ladingdocumenten meer aan boord te hebben. Dit levert grote onduidelijkheid op over het meeste goederenvervoer over het water. Reden voor de Waterpolitie om te lobbyen. Op verzoek van minister Peijs (Verkeer en Waterstaat) toont de Waterpolitie vervolgens aan wat de nadelige gevolgen zijn van het ontbreken van vervoers-documenten. Half juni vindt daarom een controleactie plaats bij de Kreekrak-sluizen tussen Rotterdam en Antwerpen. De DWP controleerde samen met de IVW, de Zeehavenpolitie van Rotterdam en de Scheepvaartpolitie van Antwerpen, 5.700 containerschepen. Van meer dan de helft van de schepen waren de vervoersdocumenten niet aan boord of ontbrak er informatie. Ook was de seinvoering vaak niet in orde. In sommige gevallen werden schepen aan de ketting gelegd. Dat leidde tot lange wacht-tijden, maar het resultaat is dat de minister voorlopig afziet van de intrekking van artikel 11. Het KLPD is geen voorstander van controles die de binnenvaart stremmen, maar zolang de veiligheid in het geding is, zijn ze noodzakelijk. In juni 2007 worden de controleacties herhaald om te constateren of de naleving van de regels is verbeterd. Intussen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe controlemogelijkheden. Digitale ladinginformatie, die tot stand komt bij laden van de schepen, komt waarschijnlijk nog dit jaar ter beschikking. Momenteel draait er een pilot. Alleen schepen waarvan niks bekend is, worden dan nog gecontroleerd. Slim handhaven heet dat.
64J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
De vrachtbrief voor vervoer over water blijft. Als het aan Corien Wortmann ligt tenminste. De verplichting stond in 2006 op het punt geschrapt te worden. Het zou teveel papier-werk opleveren. De beslissing is voorlopig uitgesteld, maar Wortmann ziet nieuwe mogelijkheden. Voor politie én binnenvaart.
Vorig jaar hield de Dienst Waterpolitie uitgebreide
controles in de Kreekraksluizen om aan te tonen hoe
hard ladingdocumenten nodig waren. Er werden veel
overtredingen geconstateerd. Gaf dat de doorslag bij
CDA’er Wortmann? „Nee hoor”, zegt ze. „Ik vond
al voor de controles dat we het kind niet met het
badwater moesten weggooien.
In de binnenvaart is het geen vetpot. Al dat papier-
werk kost tijd. En tijd is geld. Soms is een lading in
het ene land een afvalstof en in het andere niet.
Moeten de schippers aan de grens allemaal nieuwe
papieren overleggen. Leg dat maar eens uit. Terecht
dat de verordening op de nominatie staat om
geschrapt te worden, maar daar moet dan wel iets
voor in de plaats komen. Bij voorkeur een digitale
vrachtbrief. In alle landen geaccepteerd. Ook ter
vervanging van andere papieren. En meer eenheid
in de uitvoering van Europese regels. Zo dien je
meerdere belangen.”
Gedeeld belangVoelt ze zich dan wel gesteund door de acties in de
Kreekraksluizen? Wortmann: „Natuurlijk is het aan
de politie om regels te handhaven. Maar of het zó
moest? De binnenvaart is erg overvallen door de
controles. Ik denk niet dat je zo je doel bereikt.
Waarom geen betere voorlichting? Dat kan een
groter effect hebben. De politie en de scheepvaart-
sector zouden meer moeten investeren in samen-
werking. Op het niveau van de top van de DWP en
de brancheorganisaties van de sector. Jullie hebben
dezelfde belangen. Nu is er angst. Voor meer
controles en meer papierwerk. Wat het gedeelde
belang is? Het maatschappelijke belang. De sector
wíl veilig en duurzaam werken. Vind met elkaar
uit hoe dat het beste kan.”
Wereld te winnenVolgens Wortmann zijn politiemensen in het
Europese netwerk zeldzaam. Terwijl ze echt inbreng
zouden moeten hebben in bijvoorbeeld de Trans-
portcommissie. „Vooral over de vraag hoe regels
het best gehandhaafd kunnen worden. Er is wel
internationale samenwerking als het gaat om
terrorisme of drugs. Maar als er een concrete zaak
is op het gebied van transportcriminaliteit, zegt een
korpsbeheerder gerust: sorry, geen prioriteit hier.
Er is nog een wereld te winnen!” Wortmann is blij
met AQUAPOL en TISPOL. „Het gaat niet alleen
om lobbyen. Ook om eenheid in uitvoering en
handhaving van Europese regels. Zij doen daar op
Europees niveau veel voorwerk in. Het is hard nodig
dat de handhaving veel meer op elkaar wordt
afgestemd. Mijn hoofdboodschap is niet: kom met
hordes politiemensen naar Brussel. Maar denk wel bij
elk probleem dat je aanpakt: in hoeverre speelt het
internationaal? En is een Europese aanpak nodig?”
„Meer eenheid in uitvoering
en handhaving van Europese regels”
InterviewCorien Wortmann, Europarlementariër
en lid van de Transportcommissie
65 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
Dat werkt in de lucht
Nederland is klein. Toch is de afstand Schiphol – Limburg te groot om een helikopter effectief in te zetten. De afgelopen jaren draaide daarom al een pilot in Noord-Brabant en Limburg. De zogenoemde Zuid 5. Deze pilot is vorig jaar omgezet in een structureel partner-ship. Gewerkt wordt vanaf de lucht-machtbasis Eindhoven.
Jos van der Heijden is het hoofd Executieve Ondersteuning in Brabant-Noord. Hij is voorzitter van de stuurgroep Luchtsteun Zuid 5. Van der Heijden: „Er is niet langer een klant-leverancierrelatie. We werken gewoon sámen. Het KLPD gaat mogelijk ons vliegtuig overnemen en leidt de regiowaarnemers op. Voorlopig ligt de aansturing nog bij een stuurgroep. Straks wordt de luchtsteun ondergebracht in de lijn van elk korps. We willen van een overwegend aanbod-gestuurde naar een meer vraaggestuurde inzet. Steeds meer op basis van informatie sturen.”
Informatiecoördinatie
Het KLPD beschikt ook over een unit waar informatie uit de transportbranche samenkomt. De Unit Informatie Coördinatie. Hét expertisecentrum voor de transportbranche. Informatie komt onder andere van het LAVA-team, het LTT en het LIV. Maar de transportbranche reikt verder dan alleen de politie. Andere partners zijn bijvoorbeeld het Verbond van Verzekeraars, het Verzekerings Bureau Voertuigcriminaliteit (VBV) en de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Begin 2006 trof de hele branche elkaar op een congres dat was georganiseerd door het LIV. De Unit IC voerde ook de regie over het inmiddels afgebouwde project TDS-1 (Transport Documentatie Systeem). Met één druk op de knop is nu te zien welke documenten een bepaalde chauffeur op zak moet hebben en of hij beschikt over de juiste bevoegdheden. Aan TDS-1 doen naast Nederland ook Engeland, Duitsland, Frankrijk en Spanje mee. TDS-2 start in 2007 en streeft naar deelname van nog meer landen.
Transport Security
Niet alleen in Europa, maar overal geldt het. Mensen en goederen reizen tegenwoordig vaker en gemakkelijker van A naar B. Over weg, water, spoor en door de lucht. Ook criminelen kunnen zich steeds makkelijker anoniem
66J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
bewegen in deze grenzenloze wereld. Tijd om aandacht te besteden aan deze stromen. En vooral aan de knooppunten waar die stromen samenkomen. Hierop is het nieuwe korpsprogramma Transport Security gericht. Transport Safety was al bekend. Veiligheid in relatie tot ongevallen. Transport Security gaat over het beveiligen van transport tegen criminaliteit en terrorisme. Met goed zicht op de stromen, krijgen we een beeld van de ‘normale’ situatie. Daardoor zijn ook de afwijkingen beter zichtbaar, de mogelijke criminele activiteiten. Want voor criminele activiteiten is bijna altijd een vorm van transport nodig. Daarom is het belangrijk dat alle blauwe diensten hun controle-informatie op een eenduidige manier vastleggen. In 2007 worden X-pol en BPS vervangen door één systeem, de Basisvoorziening Handhaving (BVH). Zo zijn deze eenduidige gegevens te combineren met informatie uit onder meer onze grijze bronnen. Hierdoor ontstaat een soort intelligente trechter. Die haalt er hitmeldingen uit en signaleert trends. Transport Security sluit daarmee aan bij IGP en geeft invulling aan nodale oriëntatie: het denken vanuit lijnen en knooppunten.Het bouwen van een intelligente trechter is niet de enige taak van het pro-gramma. Er komt ook een prototype (informatiemeldkamer) Kenniscentrum Transportcriminaliteit. Hier kunnen mensen met transportinformatie of met vragen daarover terecht. Dit kenniscentrum kan zowel front- als backoffice zijn voor het KLPD, de regiokorpsen en de andere partners. Verder experimen-teert het programma met bestaande en nieuwe informatiebronnen, ideeën en technologische toepassingen.
Resultaten
De blauwe diensten van het KLPD: de DSP, de DVP, de DWP en de DLVP, bepalen met elkaar grotendeels het voor het publiek zichtbare werk van het korps. Maar ook de DOC heeft vele ‘blauwe’ taken. De resultaten op een rij.
67 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
Dienst Spoorwegpolitie
Naast de succesvolle pilot Blue Train, bereikte de DSP nog meer: • een pilot met handheld computers, pda’s, liet vorig jaar zien hoe een-
voudig het was om persoons- en andere informatie op te vragen. Zowel vanaf het perron als in de trein. Online zijn vijf registers te raadplegen: CVI, NSIS, RDW, OPS en BPS. Resultaat: personen zijn vaker nagetrokken dan toen de contacten nog via de meldkamer liepen. De meldkamer wordt alleen nog ingeschakeld als de volle aandacht nodig is voor een lastig persoon;
• de DSP was ook actief met milieucontroles op goederentreinen. Puur binnenlandse controles op afvaltransporten. Maar ook controles op afvaltransporten vanuit (of door) Nederland naar het buitenland. Dit zijn ‘EVOA-controles’, genoemd naar de Europese EVOA-verordening Afvalstoffen. Bedoeld om zicht te houden op internationale afval-transporten.
• er zijn verschillende vormen van controles. Met verschillende partners. De zogenoemde ‘honderd procentcontroles’, controles waarbij ‘alles’ wordt onderzocht, vinden plaats samen met de IVW, de douane, collega’s van de regiokorpsen en de blauwe diensten, de Verkeersspecialisten Rail en het Ministerie van VROM. De milieuspecialisten van de DSP lopen ook mee met de 24-uurscontroles van dit ministerie;
• in 2006 is gestart met het digitaal in kaart brengen van het hele rail-goederenproces. De lokale processen zijn beschreven, de toegang ertoe is duidelijk, geïnventariseerd is wie sleutelfiguren zijn, waar documenten liggen en welke bedrijven railgerelateerd zijn en welke niet;
• de DSP behandelde in 2006 414 aangiften voor zakkenrollerij (35 aanhoudingen) en verrichtte 9 aanhoudingen voor bagage- en tassenroof (36 aangiften). In totaal verrichtte de dienst 5.589 aanhoudingen (totaal 5.075 aangiften);
• het aantal aan agressie en vandalisme gerelateerde incidenten daalde van 900 in 2004 naar 600 in 2005 en naar 539 in 2006;
• in samenspraak met het OM kwam de televoorgeleiding tot stand in Utrecht, Amsterdam en Haarlem. Dat scheelt heen en weer rijden.
• regio’s nemen vaker zaken over. Zo zal de Spoorwegpolitie bijvoorbeeld geen inzet meer plegen op spoorlijnen met een sterk gebieds- of wijk-gebonden relatie. Op de Zoetermeerlijn bijvoorbeeld. En wellicht later ook op de RijnGouwelijn. Maar het rapport Posthumus beveelt nadrukke-lijk aan dat elke niet-natuurlijke dood forensisch-technisch moet worden onderzocht. Omdat bij de regiokorpsen vaak geen spoorspecialisme aanwezig is, kan dit leiden tot (te) lange wachttijden en opstoppingen. Hierover hebben DSP, NS, ProRail en vertegenwoordigers van afdelingen Forensisch Technisch Onderzoek uit twee regiokorpsen overlegd. Een stappenplan ligt inmiddels ter besluitvorming bij de RvH.
68J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Dienst Verkeerspolitie
• Controles op het vrachtverkeer hadden 178 waarschuwingen en 6.477 pv’s als resultaat;
• in november 2006 verscheen de Eindrapportage Ongevallen met vracht-auto’s op rijkswegen. Er is sprake van een lichte daling. Wel is de impact op de mobiliteit bij een vrachtauto-ongeval hoog. Naar aanleiding van de rapportage bracht de DVP, in overleg met het BVOM, de aandacht voor vrachtwagens terug naar het normale niveau;
• de DVP hield vorig jaar twee internationale buscontroles. Eén op pendel-diensten van en naar wintersportgebieden. De andere van en naar de zon. De afgelopen jaren zijn bij deze pendels vrij veel overtredingen geconstateerd van de rij- en rusttijdenwetgeving. Voornamelijk bij buitenlandse busondernemingen. De controles worden samen gehouden met de IVW;
• vanuit TISPOL worden regelmatig vervoerscontroles georganiseerd en gecoördineerd onder de naam Truck-controles. Deze controles zijn gericht op verkeersveiligheid en vervoerscriminaliteit bij internationaal goederen-vervoer. Vorig jaar zijn twee van deze controles gehouden. Ze vinden onder meer plaats bij grensovergangen. Alle TISPOL-landen doen gelijktijdig aan deze actie mee;
• TISPOL organiseerde in 2006 vijf landelijke alcohol themadagen. Plus twee Europese (grens)controles. Met name gericht op vrachtverkeer, busvervoer, alcohol, gordelgebruik en snelheid. Het aantal gecontroleerde voertuigen is gestegen. Dit in tegenstelling tot de ongevalcijfers: die blijven dalen. In Zuid-Limburg en Venlo is een aantal Euregiocontroles gehouden op vrachtverkeer. Bij deze acties wordt een thema benoemd dat gericht is op bestuurder, onderneming, voertuig en lading;
• de DVP werkte mee aan 10 acties Ochtendgloren en 5 Avondlicht. Hoofddoelstelling van deze acties is het vergroten van de verkeersveilig-heid. En dan vooral het terugdringen van het alcoholmisbruik in het verkeer. Tijdens de 10 acties Ochtendgloren zijn in totaal 7.100 personen-auto’s, 465 vrachtauto’s en 13.275 personen gecontroleerd. Per controle namen gemiddeld 96 opsporingsambtenaren deel van verschillende instanties. Onder bestuurders van de personenauto’s zijn 849 bekeurin-gen uitgeschreven. Bij de vrachtauto’s waren dat er 121. In totaal is 33.717 euro aan boetes geïnd. Ook zijn vele nog openstaande boetes geïncasseerd. 9 keer is een vonnis betekend. Ook is een aantal personen aangehouden dat nog een gevangenisstraf moest uitzitten. In totaal zijn 47 personen aangehouden voor uiteenlopende feiten. 40 van hen reden onder invloed van alcohol. De controles krijgen in 2007 een vervolg.
• tijdens 13.806 uur surveillance maakte VROS in 2006 10.243 pv’s op. Vooral afstand houden (607), links rijden (636) en snelheidsovertredingen op de snelweg (2.277) scoorden hoog. 8.335 weggebruikers werden staandegehouden. Aan 7.033 bestuurders werden de beelden vertoond.
• verder handelde de Dienst Verkeerspolitie 36 aanrijdingen met dodelijke afloop af. 771 aanrijdingen met letsel en 7.096 aanrijdingen met materiële schade;
69 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
• de DVP schreef 1.203.291 pv’s uit voor snelheidovertredingen (mobiele controles), deed 126.183 blaasproeven, schreef 732 pv’s uit voor alcohol, verrichtte 100.875 staandehoudingen en schreef 24.123 verbalen uit voor het niet dragen van autogordels. 11.356 voor bellen tijdens het rijden, 1.596 verbalen voor bumperkleven en 264 verbalen voor het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid.
Dienst Luchtvaartpolitie
• De DLVP maakte in 2006 zo’n 4.300 vlieguren ter ondersteuning van de regiokorpsen en het KLPD. Dat is een vermindering van 7 procent ten opzichte van 2005 (4.600 uur);
• de Unit Luchtwaarneming en Opsporing ondersteunde de korpsen onder andere met luchtfotografie van ernstige ongevallen. Ook voorzag de unit in beelden van een demonstratie in Oss. Tijdens het WK voetbal in Duitsland, stond de unit standby voor het geval er een calamiteit uitbrak rond het supportervervoer;
• de Unit Luchtvaarttoezicht onderzocht 128 luchtvaartongevallen en -incidenten. In totaal onderwierp de unit 418 piloten en luchtverkeers-leiders aan een alcoholcontrole. Niemand had teveel gedronken;
• twee ultralight vliegtuigen (MLA’s) en een motorzweefvliegtuig (TMG) storten in een tijdsbestek van enkele weken neer. Er vielen vier doden. De IVW betrekt het KLPD bij het onderzoek vanwege zijn specialisatie Luchtvaarttoezicht. Het KLPD draagt onder andere de factoren aan die een rol speelden bij de ongevallen. Conclusie: commerciële vluchten met MLA’s moeten stoppen, onderhoudsvoorschriften moeten voortaan aantoonbaar worden nageleefd en er moet opnieuw gekeken worden naar opleidingseisen en eisen voor instructeurs;
• de Unit Luchtvaarttoezicht stelde 14 keer een onderzoek in naar aanlei-ding van het doorkruisen van het Nederlandse luchtruim zonder radio-contact met de luchtverkeersleiding. In zo’n situatie gaan een aantal F16’s de lucht in. Dat heet een onderschepping. Na een onderschepping geeft de NCTb de Unit Luchtvaarttoezicht formeel de melding. In opdracht van de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie volgt dan een strafrechtelijk onderzoek. In de meeste gevallen is sprake van een verkeerd gekozen radiofrequentie. Dit leidt tot rechtshulpverzoeken en lange onderzoekstrajecten.
70J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Dienst Waterpolitie
De Dienst Waterpolitie verrichtte in 2006: • 3.763 beroepsvaart/transportcontroles; • 708 zeevaartcontroles; • 292 EVOA-controles (afvalstoffen).De DWP schreef: • 1.079 nautische pv’s uit; • 2.479 pv’s uit voor snelheid; • 520 pv’s uit voor het niet hebben van een klein vaarbewijs; • 338 pv’s uit voor recreatie overige; • 41 pv’s uit voor alcohol (49 in 2005); • 603 pv’s uit voor het overtreden van de vaar- en rusttijdenwetgeving; • 444 pv’s beroeps- en sportvisserij.Daarnaast waren er 71 acties vermiste personen (waaronder dreggen). • In het IJsselmeergebied zette de DWP afgelopen zomer waterscooters in.
Met de ene scooter de andere bestrijden. Bij zwemstranden bleef het zo een stuk veiliger. Burgemeesters en havenmeesters zagen de overlast teruglopen en waren de ‘motorrijders van het IJsselmeer’ dankbaar. Wordt vervolgd?
• De Unit Transport en Milieucontrole (TMC) stelde in 2006 zijn kennis beschikbaar in het onderzoek naar het gifschip Proba Koala;
• TMC’ers leggen controle-informatie vast en analyseren die. Hierdoor worden stromen zichtbaar. Een van die stromen betrof het vervoer van gevaarlijke stoffen naar een chemische fabriek in Noord-Holland. De schepen die de stoffen vervoerden, gingen via Amsterdam. De gevaarlijk stof was door de afzender zodanig geclassificeerd dat het in een enkel-wandige tanker vervoerd mocht worden. Een TMC’er vermoedde echter dat er iets niet klopte. Hij adviseerde een monsterneming door de IVW. Analyse van het monster wees uit dat deze classificatie onjuist was.
71 V E I L I G H E I D V E R K E E R E N V E R V O E R
De stof was zo giftig dat het in een dubbelwandige tanker vervoerd had moeten worden. Het bedrijf bezat echter geen dubbelwandige tankers omdat deze niet door Amsterdam kunnen varen. Dit alles leidde tot een Europees project dat zich richt op het ontwikkelen van een nieuw type dubbelwandige tanker, speciaal voor dit vaargebied.
Dienst operationele Ondersteuning en Coördinatie
• Alle opsporingsambtenaren van het KLPD kunnen sinds juli 2005 buiten diensttijd telefonisch melding maken van asociale verkeersovertredingen bij het Meldpunt Asociaal Verkeersgedrag. Dit meldpunt is ondergebracht bij de Unit Gericht Toezicht en Afhandeling van DOC. Met een gemid-delde van circa 6 per dag (5 in 2005) leidde het aantal meldingen in 2006 tot 1.400 zaken (828 in 2005) die zijn aangeboden aan het CJIB. De top 3 van overtredingen die het hoogst scoorden was: 1 door rood licht rijden; 2 niet links inhalen; 3 over de vluchtstrook rijden;
• de centralisten van de Unit Teleservice beantwoordden ruim 4 miljoen (4,1 miljoen in 2005) noodhulpmeldingen. Het aantal gesprekken dat binnenkwam via 0900 – 8844 was 1,5 miljoen (1,1 miljoen in 2005);
• de Unit Teleservice nam 65.000 anonieme (56.500 in 2005) meldingen aan. Een stijging van 15 procent;
• Van de circa 4 miljoen mensen die jaarlijks 1-1-2 bellen gaat het in maar liefst 75 procent van de gevallen om misbruikers, zoals pestbellers (mensen die moedwillig misbruik maken van het alarmnummer) en mensen die per ongeluk 1-1-2 bellen (broekzakbellers);
• het LVBT kwam bijna honderd keer in actie bij vastleggingen, reconstruc-ties en analyses. Voor de helft op verzoek van regio’s. Voor een kwart op verzoek van het eigen korps. En voor nog een kwart ten behoeve van organisaties als de KMar, VROM en BOD’en. Vaak ging het om dodelijke ongevallen met voer- en vaartuigen. Twee keer om een luchtvaartongeval met dodelijke afloop;
• de meeste gedenkwaardige reconstructie is die waarbij gebruik gemaakt is van speelgoed. K’nex om precies te zijn. Het ging om het ongeval met de bouwsteiger in de Amercentrale in 2003. Het LVBT werkte samen met het NFI aan deze zaak. Op zoek naar de antwoorden bouwde het LVBT de steiger na met behulp van K’nex en mensen van een sociale werkplaats.
Ochtendgloren en Avondlicht
Tien acties Ochtendgloren en vijf acties Avondlicht
vonden plaats in 2006. Hoofddoelstelling van deze
acties is het vergroten van de verkeersveiligheid
en dan vooral het terugdringen van het alcohol-
misbruik. Tijdens de10 acties Ochtendgloren zijn
in totaal 7.100 personenauto’s, 465 vrachtauto’s
en 13.275 personen gecontroleerd. De collega’s
schreven 970 bekeuringen uit en inden voor
33.717 euro aan boetes. Per controle namen
gemiddeld 96 opsporingsambtenaren deel, van
verschillende instanties uit binnen- en buitenland.
Ontwikkelingen
75 O N T W I K K E L I N G E N
Centralisatie, standaardisatie en schaalvergroting
Gecentraliseerde inkoop, distributie, informatievoorziening,
inspectie en Europese aanbestedingen op het gebied van
kleding, bewapening en uitrusting. De belangrijkste onder-
delen van het takenpakket van dé facilitaire dienst voor de
Nederlandse politie: de Dienst Logistiek. De specialistische
kennis bij inkoop van producten en diensten biedt de politie
veiligheid en bedrijfszekerheid in haar werk. Want kwaliteit
staat bovenaan. Daarnaast leveren standaardisatie en schaal-
vergroting miljoenen euro’s aan besparing op.
De juiste producten op het juiste moment op de juiste plaats. Daar draait het om. Standaardisatie is het sleutelwoord. Kwaliteit en prijstechnisch hoge resultaten staan voorop. Om dat te realiseren, besteedt de dienst veel tijd aan onderzoek, ontwikkeling en marktverkenning. In dienstverleningsovereen-komsten staan duidelijke afspraken over de te leveren dienstverlening aan alle korpsen. Klanten ontvangen via de website en E-shop uitgebreide en actuele productinformatie. Ze kunnen op een eenvoudige manier online bestellen.
Maar liefst € 20.000.000,- besparing door centrale inkoop politievoertuigen. Een wettelijk verplichte Europese aanbesteding. Eén van de meest opmerkelijke en grootschalige projecten van 2006 voor de gehele Nederlandse Politie. Uitgebreide offertevergelijkingen, rijtesten en ergonomische testen zijn succesvol afgerond. Juist de politiemensen zelf zijn daarbij betrokken. Het resultaat: voor de komende vier jaar is bekend in welke merken de politie rijdt. Voornamelijk Volkswagen en Volvo in politiekleuren zullen de wegen sieren. Geen onnodige verspilling: auto’s en motoren die nog niet zijn afgeschreven, blijven op de weg.
Nieuwe uniformen
Het Ministerie van BZK gaf de opdracht tot de inkoop van nieuwe uniformen. Er was teveel diversiteit, oftewel te weinig uniformiteit. Ook deze inkoop is centraal belegd bij de DLOG. De voorbereidingen startte al in 2005. Inmiddels zijn 600.000 nieuwe overhemden, 25.000 blousons en 25.000 veiligheids-vesten geleverd. Politiediensten die extra zichtbaar moeten zijn, zoals de motorrijders, politie te paard en de Verkeerspolitie hebben gele kleding
76J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
ontvangen. In 2007 krijgt dit project nog een vervolg met uitbreiding van het schoenenassortiment en de levering van nieuwe parka’s. De goede samen-werking met de regiokorpsen was een succesfactor. Er werd volop mede-werking verleend aan draagtesten en passessies. Mede daardoor verliep het gehele proces relatief snel.
De DLOG gaat per 1 januari 2008 op in de VtS. De VtS functioneert als shared service organisatie voor alle regiokorpsen. Ook het NPI valt nu onder de VtS. Een drukke en spannende tijd voor de Dienst Logistiek volgt. Ondanks deze ingrijpende organisatorische verandering wil de dienst in de toekomst zijn dienstverlening verder uitbreiden. Onder andere door de uitbouw van de inspectie van persoonlijke beschermingsmiddelen en centraal beheer van belangrijke en dure goederen voor de korpsen. In 2007 staat ook de ver-werving van een nieuw, modern en veilig dienstwapen voor de Nederlandse politie op de agenda.
De Dienst Logistiek is de KLPD-dienst die:
• jaarlijks minstens 20.000 wapens van de politie inspecteert en repareert; • de uniformen en uitrustingsstukken voor de politie rechtmatig verwerft
via ruim dertig Europese aanbestedingen; • voor de politie inkoopsamenwerking uitvoert, met miljoenen euro’s
aan besparing; • grote projecten aan kan als de verwerving van politievoertuigen
(ter waarde van 0,25 miljard euro) en veiligheidsvesten (30.000 stuks); • jaarlijks 125.000 postpakketten verstuurt aan 40.000 klanten; • kleding en uitrusting levert via een webwinkel maar ook via een
gewone winkel met ruim 1.000 verschillende artikelen; • via het callcenter jaarlijks 65.000 telefoontjes van agenten afhandelt; • in 2006 een omzet heeft van bijna 30 miljoen euro en een ‘overschot’
van bijna 4 miljoen euro op de begroting.
77 O N T W I K K E L I N G E N
Intensieve contacten met de buitenwereld
Het KLPD zoekt steeds vaker actief de buitenwereld op. Samen optrekken is belangrijk. Maar de context is vaak beladen. Begrip voor het optreden van de politie is er niet altijd. Helaas maken politiemensen ook fouten. Het publiek wordt steeds mondiger. Een boze e-mail is zo gestuurd. Klachten zijn onvermijdelijk. Streven van het KLPD: klachten serieus nemen, adequaat afhandelen, evalueren en ervan leren.
Klachten oplossen, evalueren en ervan leren
Klachten leveren veel werk op. En eerlijk is eerlijk, daar zit in eerste instantie niemand op te wachten. Klachtencoördinator Gert Brouwer (BV&I): „Het is best moeilijk om kritiek te ontvangen en daar op een goede manier mee om te gaan. Maar het besef groeit dat ontvangen klachten grip bieden. Als een burger zijn klacht niet uit, dan gaat het negatieve bericht van mond tot mond. Een ontvangen klacht goed afhandelen, dat heeft een positieve uitwerking. Het verstoorde contact met de klager zo snel mogelijk herstellen. Luisteren naar de klager staat voorop. Mogelijkheid bieden om frustraties te uiten. Daarmee is de klacht vaak al ‘gewonnen’.” De klacht oplossen daar waar die is ontstaan. De klacht wordt op dienstniveau behandeld. De klachtencoördinator van BV&I registreert de klacht en coör-dineert de klachtenbehandeling. De klachtenbehandelaar binnen de dienst neemt contact op met de klager. Oplossingsgericht handelen is het speerpunt. Het voorval is niet terug te draaien. Streven naar begrip over en weer. Klachtencoördinator DSP Harry Meulenbroek: „Zo snel mogelijk contact zoeken is het eerste winstpunt. Klagers zijn vaak verrast dat we de klacht serieus nemen. Klachtenbehandelaars krijgen ondersteuning en coaching. Dat heeft effect. Binnen de DSP wordt ruim 70 procent van de klachten door overleg opgelost. En proactief inspelen op organisatieveranderingen. Voorbeeld: begin 2007 zijn bij drie units binnen de DSP Competentie Ontwikkel Plaatsen voor studenten ingericht. Deze units hebben daardoor aanzienlijk meer contacten met burgers dan voorheen. De agenten zijn nog in opleiding. Fouten maken mag, daar leer je van. Maar de burger moet daar niet de dupe van worden. Mogelijk dat uit de contacten met de burger toch klachten volgen. De drie OC’s zijn daarom bij voorbaat extra getraind om eventuele klachten adequaat af te handelen.” Zorgt overleg of bemiddeling niet voor een oplossing, dan volgt een formele klachtenprocedure. Feitenonderzoek, rapportage, hoor en wederhoor en eventueel getuigenverklaringen. De korpschef vraagt advies aan de klachten-commissie KLPD, een onafhankelijke instantie. De commissie adviseert de korpschef. Basis is het klachtdossier en de resultaten van de eventuele hoor-zitting. De korpschef motiveert in een brief, namens de minister van BZK, aan
78J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
De hele Nederlandse politie voorzien van een nieuw uniform en nieuwe bewapening. Een omvangrijke klus. Voor opdrachtgever BZK reden om twee adviescommissies in te richten. Bob Scharloo, hoofdinspecteur bij de regio Rotterdam-Rijnmond en gedetacheerd bij BZK, over de stand van zaken, de samenwerking met de DLOG en de rolverdeling.
„Door uniformiteit van kleding de herkenbaarheid
voor het publiek verbeteren. Dat is een belangrijke
reden voor de grootschalige, politiebrede aanschaf
van een nieuw uniform. Maar ook veranderde arbo-
eisen en kwaliteitsverbetering van stoffen spelen
een rol”, luidt de toelichting van Scharloo.
„De adviescommissie Kleding: experts en gebruikers
samen aan tafel. Afgevaardigden uit de gehele
Nederlandse politie. Natuurlijk is de DLOG vertegen-
woordigd. Deze dienst heeft de ervaring en de
kennis van de confectie-industrie. Samenwerking is
belangrijk voor een goed eindresultaat. Veel onder-
zoek is noodzakelijk. We verkennen de markt,
bezoeken beurzen, raadplegen onderzoeksbureaus
als TNO en checken arbo-eisen.
Veiligheid staat in de keuze voorop. Look en comfort
zijn ook belangrijk. De gebruiker speelt een belang-
rijke rol in het proces. We kregen dan ook volop
medewerking voor de draagtesten. Momenteel
zijn we bezig met een nieuw en uitgebreider
schoenenassortiment. Daarvoor gaan we de grootste
draagtest ooit uitvoeren: driehonderd medewerkers.
Draagtesten dragen bij aan draagvlak. Met uitein-
delijk veertigduizend gebruikers en evenzoveel
meningen, is het onmogelijk aan ieders wensen
te voldoen. Dat blijft een lastige kwestie.”
Bijzondere kleding„De besluitvorming voor het basisuniform is af-
gerond. De minister van BZK heeft het vervolg van
het traject overgedragen aan de DLOG, die verant-
woordelijk is voor de Europese aanbesteding, inkoop
en verspreiding. De adviescommissie en de minister
zijn nog bezig met de besluitvorming over bijzondere
kleding. Europese arbowetgeving schrijft gele kleding
voor aan politiediensten die extra zichtbaar moeten
zijn, zoals motorrijders en beredenen. Ook de kleding
voor nieuwe functies, zoals bikers, volgt nog. Ook
daarvoor zal de DLOG weer het aanbestedingstraject,
de inkoop en verspreiding op zich nemen.
De opdracht van de Adviescommissie Bewapening
en Uitrusting is nog omvangrijker. Niet alleen een
ander dienstwapen, maar ook een nieuw holster
worden aangeschaft.
De opdracht voor een nieuw dienstwapen is meer
dan het lijkt: ruim 38.000 mensen moeten worden
omgeschoold. Het is verplicht (RTGP-eisen) om bij de
introductie van een nieuw wapen iedere gebruiker
te trainen. Ook de inname en uitgifte van het nieuwe
wapen is bij de commissie belegd. De keuze voor het
dienstwapen is nog niet gemaakt. Ook in dit proces
waarderen we de expertise van de DLOG.”
InterviewBob Scharloo, Adviescommissie Kleding
en de secretaris Adviescommissie Bewapening
en Uitrusting van BZK
„De gebruiker speelt een
belangrijke rol”
79 O N T W I K K E L I N G E N
de klager de bevindingen van het onderzoek en de daaraan verbonden conclusies. Bij ontevredenheid kan de klager zich wenden tot de Nationale ombudsman.
Hier eindigt de procedure niet. Het KLPD wil leren. Dat betekent: evalueren. De direct leidinggevende bespreekt de leermomenten met de beklaagde. Leermomenten worden nog niet altijd op de juiste waarde geschat, een aandachtspunt voor 2007. Net als de afhandelingtijd. Deze is nog steeds niet op gewenst niveau. De wettelijk vastgesteld termijn voor informele afhandeling is tien weken. Voor de formele procedure staat veertien weken. In 2006 is 94 procent van de informeel en 41 procent van de formeel afgehandelde klachten binnen de termijn behandeld.
In 2006 ontving de klachtencoördinator 187 brieven en e-mails van burgers. 44 klachten hadden geen betrekking op het KLPD, zijn ingetrokken of zijn niet-ontvankelijk verklaard. 143 klachten zijn daadwerkelijk in behandeling genomen. Een minimale stijging van 2 procent ten opzichte van 2005 (140). 83 (64 procent) klachten zijn informeel afgehandeld en 42 (33 procent) formeel, drie procent van de klachten is ingetrokken. 23 hoorzittingen; 14 klachten gegrond, 12 deels gegrond en 14 ongegrond. De meeste klachten betroffen de twee grootste blauwe diensten: Verkeers- en Spoorwegpolitie. Zij ontvingen respectievelijk 67 en 33 klachten. Dat zijn er minder dan in 2005: 70 en 45 klachten. Hoewel het aantal klachten over de meest klachtgevoelige diensten afneemt, lijkt het aantal klachten bij diensten met normaliter weinig klachten toe te nemen. Dit alles heeft tot gevolg dat het totale aantal klachten in 2006 licht is gestegen.
Extern onderzoek klachtenregeling
Klachtenbehandeling is bij het KLPD goed geregeld. Dat blijkt uit het rapport Klagen staat vrij (januari 2007) van de IOOV. De inspectie onderzocht hoe politiekorpsen klachten behandelen. De IOOV constateert dat de korpsen serieus omgaan met klachten van burgers. Ieder korps heeft een klachten-coördinator en er wordt veel energie gestoken in klachtbehandeling. Volgens de Inspectie scoort het KLPD positief op de punten: • publieksvriendelijke informatie over de procedures; • duidelijke opbouw van de regeling; • het uitschrijven van wetsartikelen; • publicatie van de klachten; • het omgaan met leermomenten; • het nemen van maatregelen. De IOOV komt met twee aanbevelingen voor het KLPD. Het KLPD attendeert de klager wel op de rol van de Nationale ombudsman bij ontevredenheid over de klachtafhandeling. Maar niet op de termijn waarbinnen de klager naar de ombudsman kan gaan. Dit is inmiddels aangepast. Het tweede punt betreft het overschrijden van de afhandelingtermijn van de klacht.
80J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
„Onze basis blijft altijd hetzelfde: zorgen voor veiligheid op de (snel)weg. Handhaven en hulpverlening bieden zijn onze kerntaken. Maar de accenten verschuiven. De maatschap-pij verandert, de technologie neemt een vlucht en wetgeving wijzigt. Dat heeft invloed op ons werk”, verklaart Peter van de Beek, Dienst-hoofd DVP.
„Primair hebben we als het KLPD contact met de
burgers. Voor hen doen we ons werk. Maar we
zoeken steeds actiever en intensiever contact met
andere partijen en we zijn ook actief in voorlichting
en inzicht geven. De DVP heeft drie klantenraden:
voor gesloten busvervoer (vakantiebussen), beroeps-
goederenvervoer en PAVLOV (parkeerplaatsen en
benzinepompen). Tweerichtingsverkeer daar draait
het om in die raden. Luisteren naar de verschillende
partijen en inzicht geven in werkzaamheden van de
DVP. Transparant en eerlijk communiceren over wat
we wel en niet kunnen en willen. Van elkaar leren en
met elkaar bepalen wat belangrijk is.”
„Meer contacten, meer verwachtingen. Iedere burger
en iedere partij heeft een eigen verwachtingspatroon
en prioriteit. We kunnen niet iedereen tevreden
stellen. En we treden niet altijd goed op. Hebben
ook wel eens een slechte dag of verliezen ons
geduld. Maar met een klacht kunnen we iets.
Klachten geven inzicht in wat er speelt. En daar
kunnen wij op reageren.
Een veelgehoorde klacht is bijvoorbeeld dat wij
als DVP te hard rijden met onze surveillanceauto’s.
Dan moeten wij inzicht geven waarom. Als we met
de stroom meerijden, zien we niets. Dus kunnen we
onze taak handhaven niet uitvoeren. Besef dat er
zo wordt gedacht door burgers is belangrijk. Daar
doen we ook iets mee. In 2006 is de ‘brancherichtlijn
verkeer’ geïntroduceerd. Daarin is onder andere
vastgelegd dat de snelheid op de vluchtstrook van
de DVP maximaal twintig kilometer per uur boven
de snelheid van het overige verkeer mag liggen;
met een maximum van vijftig kilometer per uur.”
„We informeren de politiek actief. Bijvoorbeeld
over gevaren van technologische ontwikkelingen.
Niemand kan meer zonder mobiele telefoon. Dvd-
speler en internetten in de auto is sterk in opkomst.
Mensen doen in de auto steeds meer dingen naast
het autorijden. Dat maakt veranderingen in wetge-
ving noodzakelijk. Onze taak om inzicht te geven in
de gevaren. Ook naar het publiek. Bijvoorbeeld door
een cameraploeg van een televisieprogramma mee
te laten rijden in een surveillanceauto. We moeten
blijven uitleggen.
Het verkeer is enorm toegenomen de laatste jaren
en daarmee ook onze werkdruk. En mensen
veranderen. Voorheen was het vooral opvoeden
en waarschuwen. Dat is niet meer voldoende.
Mensen zijn gehaaster, individualistischer en harder
geworden. Maar mijn mensen weten als geen ander
dat voorlichting belangrijk is. En dat blijft ook één
van onze prioriteiten.”
InterviewPeter van de Beek, Diensthoofd
Verkeerspolitie
„Blijven uitleggen wat we doen”
81 O N T W I K K E L I N G E N
Dit heeft organisatorische oorzaken. Er is al enige tijd aandacht voor. Met resultaat, maar het moet nog beter. Vooral de Dienst Verkeerspolitie moet klachten sneller afhandelen.
LandelijkAanbeveling van de IOOV aan de RvH en het Korpsbeheerdersraad: organiseer de klachtenregeling en -registratie landelijk. Dit in verband met rechtsgelijk-heid, herkenbaarheid en uitwisseling van kennis en ervaring.
Smartengeld en schadevergoeding voor DLHP
Ook het KLPD ondervindt een een toename van agressie en geweld. Zo kreeg het korps in april 2006 te maken met een flinke geweldsuitbarsting. Voetbalhooligans molesteerden paarden en beredenen van de DLHP na de wedstrijd NAC-Top Oss op 24 april. Hierbij raakten vijf politiemensen en vier paarden gewond. Voor het eerst is hiervan aangifte gedaan. De DLHP vond dat de verdachten de grenzen van het beroepsrisico ruimschoots hadden overschreden. De rechter was het hiermee eens. De politiemensen kregen smartengeld en het KLPD een schadevergoeding voor de gewonde paarden en het materiaal dat verloren ging.
SpeurneuzenIedere politiespeurhond heeft zijn eigen
specialisme en is getraind op het herkennen
van één specifieke geur. De Dienst Levende Have
Politie is hét opleidingsinstituut voor speurhonden
binnen de Nederlandse politie. De honden worden
onder andere ingezet voor het opsporen van ver-
dovende middelen, menselijke geur, explosieven,
brandversnellende middelen, lijken (zowel te
water als op het land) en voor geuridentificatie-
proeven. In 2006 bleek de hondenneus in vele
geruchtmakende zaken weer van onschatbare
waarde.
Personeel
85 O N T W I K K E L I N G E N
Formatie
Het KLPD had eind vorig jaar 4.921 medewerkers in dienst, inclusief 115 mensen in de Tijdelijke Ouderenregeling. Netto waren er 4.806 medewerkers aan het werk, waarvan 2.785 in de executieve dienst. In totaal werkten er eind december 1.161 vrouwen bij het korps. In 2006 nam de sterkte van het korps toe met 286 medewerkers. Zeshonderdrieëntwintig mensen kwamen werken bij het KLPD (instroom), 337 mensen verlieten het korps (uitstroom). De recherchediensten groeiden het sterkst. Zo groeide de DNR met 61 mensen, vooral door de vorming van de UCTA. De recherchediensten namen ook in menskracht toe door de toevoeging van de ULI aan de DSRT en de inbedding van de DSI.
VrouwenDoelstelling van het KLPD was om eind vorig jaar 347 vrouwen in executieve dienst te hebben. Het waren er 314. Het korps moet het aantal vrouwen in executieve dienst in vier jaar verdubbelen van 215 (peildatum 1-1-2005) tot 439 (op 1-1-2009).
AllochtonenHet streefcijfer om op 31 december 2006 4,3 procent allochtonen in dienst te hebben, is gehaald. Het aantal allochtonen steeg het afgelopen jaar van 170 in 2005 (4,1 procent) naar 194 eind 2006 (4,3 procent). Een toename van 24 mensen.
VerzuimHet ziekteverzuim van het korps bleef ook in 2006 dalen. In 2002 was dit nog 8,5 procent, in 2003 8,1 procent en in 2004 7,8 procent. In 2005 daalde het ziekteverzuim verder naar 7,1 procent. Dit was onder andere te danken aan het Arbo-, Verzuim- en Reïntegratiebeleid. Het KLPD kwam eind 2006 uit op een ziekteverzuimpercentage van 6,0 procent.
Werven en binden
Specialisme dat werkt! Dit is de nieuwe slogan van het KLPD voor het werven van nieuwe medewerkers. De wervingssite www.werkenbijhetklpd.nl bleek een succesvol instrument om mensen binnen te halen. In 2006 kwam het korps op de gewenste sterkte, niet alleen door het programma Werven & Binden zelf, maar ook door de katalyserende werking die er vanuit ging.Het afgelopen jaar wierf het KLPD 126 nieuwe initiële studenten voor de Water-, Verkeers- en Spoorwegpolitie. Dit waren 40 aspiranten extra (22 vrouwen, 8 allochtonen) in verband met het project Werven & Binden. Het korps plaatste 540 vacatures in KLPD Magazine en 460 vacatures in externe media.
86J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Specialisme dat werkt
„Wat we zoeken bij het KLPD”, zegt Trijn van Oijen, hoofd Concerndienst Personeel & Organisatie van het KLPD, „is specialisme dat werkt. Daarmee bedoelen we dat het korps op zoek is naar onder andere specialisten, vaak mensen met een HBO- of wetenschappelijke opleiding, die door een andere bril naar de taken van het korps kijken dan politiemensen. Het KLPD is niet voor niets een specialistisch korps. Zoals één van mijn collega’s wel eens zegt: bij het KLPD doen we het anders, beter, of niet. Deze gedachte is van invloed op de mensen die we zoeken. Afgelopen jaar ging het hierbij om zo’n 600 nieuwe mensen. In 2007 denken we een vergelijkbaar aantal nieuwe mede-werkers binnen te moeten halen. Pas het jaar daarna zwakt de instroom wat af. Belangrijk hierbij is dat we slimmer omgaan met de arbeidsmarkt. Dit betekent bijvoorbeeld dat we kandidaten die ongeschikt zijn voor de functie waarop ze solliciteren, wijzen op andere mogelijkheden binnen ons korps. Het betekent ook dat we goed kijken naar de wensen van de generatie van nu. Goed kijken naar de generatie van nu, geldt trouwens niet alleen op het gebied van werving en selectie, maar ook op het terrein van opleiden en binden. Vraag die wij en leidinggevenden ons stellen is hoe we mensen binnen kunnen houden. Want als CD P&O en als leidinggevenden werken we niet alleen met de mensen die binnenkomen, maar ook met de mensen die binnen zijn. Wat in de hectiek van 2006 trouwens een beetje is blijven liggen, is het gericht zoeken naar vrouwen en allochtonen. Dat bouwen we in 2007 weer verder uit. Talentmanagement is een ander onderwerp op de agenda van dit jaar. Daarnaast gaat het erom om verder te durven kijken dan 2007. Hoe ziet het korps er bijvoorbeeld uit in 2011. Wat voor soort mensen hebben we dan eigenlijk nodig? Dat zijn dingen waarop we nu moeten gaan sturen, om ook in de toekomst nog efficiënt en effectief te zijn.”
Leer- en ontwikkelcentrumWie werkt in een prettige omgeving waarin hij ook kan leren, kan zijn werk beter doen. Dat is de visie van het Leer- en ontwikkelcentrum (LOC) van het korps. Doel hierbij is dat medewerkers breder inzetbaar zijn, professioneler en mobieler. Het LOC ondersteunt het korps bij zijn werving en selectie. Daarnaast geeft het LOC loopbaanadvies en informatie over opleiden. Via het ontwikkelplein, een digitaal medium, krijgt elke medewerker vanaf zijn werkplek digitale ondersteuning van het LOC.
OntwikkelpleinMet je muis zelf onderzoeken welke trainings- en opleidingsmogelijkheden je hebt. Dit is het idee achter het ontwikkelplein dat op 10 mei 2006 startte. Medewerkers kunnen met een digitaal ontwikkelplein hun eigen training en ontwikkeling plannen. Ze vinden op dit ‘plein’ veel informatie waarmee ze uiteindelijk samen met hun leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan (POP) kunnen opstellen. Het aantal bezoekers van dit plein steeg in 2006 elke maand. Het gemiddeld aantal ‘hits’ per maand kwam uit op 2.300, met een
87 O N T W I K K E L I N G E N
piek in november (3.016 bezoekers). De meerwaarde van dit plein is dat veel medewerkers nu al van de juiste informatie voorzien zijn en op deze manier direct bij de juiste adviseurs terechtkomen. Naast de producten en diensten van het LOC op het ontwikkelplein, staan er ook nog andere meetinstrumen-ten op, zoals het 360 graden feedbackinstrument: een test om je eigen functioneren te meten.
LoopbaanadviesDe Afdeling Loopbaanadvies ondersteunde zowel hele diensten als mede-werkers, bij in-, door-, uitstroom en ontwikkeling. De ondersteuning bestond uit de inzet van (digitale) loopbaaninstrumenten, competentiemeting, loop-baantrajecten, matching en advisering. Zo konden medewerkers bijvoorbeeld hun talenten, vaardigheden en competenties in kaart brengen. De vraag naar loopbaanadvies nam in de loop van 2006 toe. Dit kwam vooral door de informatiebijeenkomsten over loopbaanadvies en de presentaties aan personeelsmanagementadviseurs en de managementteams van de diensten. In totaal nam de Afdeling Loopbaanadvies 100 tests af, volgden 89 mede-werkers een loopbaantraject en werden zeven herplaatsbare ambtenaren geplaatst.
Ancel Hoekstra, persoonsbeveiligerWerken op plekken waar je anders nooit komt
„Begin 2006 kreeg ik de mogelijkheid om als zij-instromer van Justitie over te stappen naar de DKDB. Bij Justitie vervoerde ik gedetineerden, maar ik was aan iets anders toe en besloot een brief te schrijven. Dat resulteerde in deze nieuwe uitdaging. Een bijzondere uitdaging. Daarvan ben ik me lang niet altijd meer bewust. Het is vaak mijn vrouw die me daar op wijst. Op reis met VIP’s. Werken op plekken waar je anders nooit komt. Een bekende persoon écht meemaken en ermee samenwerken. De eerste keer was spannend. En dat moet eigenlijk zo blijven, want dan blijf je alert.”
88J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
KLPD prestatieprijzen
Elk jaar reikt de korpsleiding van het KLPD tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst prestatieprijzen uit. Aan de medewerker van het jaar, het project of het team van het jaar en de dienst van het jaar. Het is een blijk van waardering. De winnaars ontvangen een oorkonde en een geldbedrag. De winnaars van 2006 aan het woord:
Medewerker van het jaarPatrick Wolthuis, senior specialist Informatieverwerking DNRI. Hij onder-scheidde zich op het gebied van innovatie, klantgerichtheid en resultaten. Wolthuis: „Kijken en ontdekken: dat is wat ik doe. Ik kijk naar data, verbindt deze en probeer daar clusters informatie uit te halen. De oplossing of preventie van een delict zit in de kleine dingen. Soms is dat één verdachte transactie, of een nieuw adres van een mogelijke verdachte. Door verschillende bestanden met elkaar te verbinden, krijgen we nieuwe inzichten. De kunst van mijn werk”, legt Wolthuis uit, „is contact houden met de rechercheurs. Het moti-veert mij om te weten waar ik het voor doe. En daardoor krijg ik meer inzicht in wat DNRI nodig heeft aan informatie en verbindingen.”
Groep van het jaarDe Groep Opsporing Onttrekkingen (GOO) van de DOC. Deze groep realiseer-de in een sneltreinvaart een voorziening waarmee ze in 2006 ontsnapte TBS’ers in no-time in de kraag vatte. Flexibiliteit, het aanpassen van werkprocessen, was één van de pijlers onder het succes van de groep.Wieger Nijholt, één van de coördinatoren van het team: „Het was hard werken. Wij deden met 6 tot 14 personen wat een team in 2007 met 22 man doet. Het thuisfront is behoorlijk tekortgekomen. Maar we zijn allemaal ontzettend gedreven. Belangrijk was de samenwerking met de diensten Waterpolitie, Verkeerspolitie en Spoorwegpolitie. Zij leverden onder andere capaciteit. Daarnaast was de samenwerking met de regiokorpsen waardevol voor ons.”
Dienst van het jaarDeze prijs ging naar de DSRT. De Einsteins, de klimmers, de ‘tappers’, de plaatsers, infiltranten, getuigenbeschermers, de duikers en nog veel meer. De DSRT is van alle markten thuis, maar kan dat zelden laten zien aan het publiek. Omdat de dienst anders technieken en methoden prijsgeeft. Altijd werken in de schaduw van anderen.Henny Bouwmeister, plaatsvervangend hoofd: „Wat wij doen, komt niet naar buiten. Onze kerntaak is informatie halen op plekken die voor ‘gewone’ politiemensen moeilijk bereikbaar zijn. Daarvoor moeten we innovatief zijn. Dat we nu deze prijs krijgen, is een belangrijke en bijzondere blijk van waar-dering voor het werk dat we doen. Ik ben er trots op en heb meteen iedereen een mailtje gestuurd.”
89 O N T W I K K E L I N G E N
Toezicht en overzicht
De medewerkers van de Dienst Luchtvaartpolitie
zijn onder meer verantwoordelijk voor het
algemene toezicht op de luchtvaart en controleren
bijvoorbeeld de vluchtvoorbereiding, de lucht-
waardigheid van de luchtvaartuigen en de vlieg-
brevetten. Ook doen zij onderzoek naar luchtvaart-
ongevallen en -incidenten (128 in 2006), nood-
landingen, bijna-ongelukken of onbekend
vliegverkeer. Naast de controle op de naleving
van de luchtvaartwetgeving maakte de dienst
in 2006 zo’n 4.300 vlieguren ter ondersteuning
van de regiokorpsen en het KLPD.
KLPD in cijfers
93 K L P D I N C I J F E R S
Kerncijfers
GEMIDDELDE FTE’S
5000
4500
4000
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
02001 2002 2003 2004 2005 2006
35343678
3856
43774496
4788
94J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
GEMIDDELDE FTE’S PER DIENST
����������������
���
������������������
����
����
����
����
����
����
�����������
�����������
�������
�������
�������
����
�������
����
����
������
����
������
��������
��
��������
��
��������
��
��������
��
������
����
������
����
����������
����������
���
������
��
���
������
��
������
����
������
����
���������
��
���������
��
���
������
���
����
���
�������
����
�������
����
�����
������
��
�����
������
��
���
������
��
���
������
��
��������
��
��������
��
������
���
������
���
���������
���������
95 K L P D I N C I J F E R S
Activa per 31 december 2006
Passiva per 31 december 2006
■ Eigen vermogen
■ Voorzieningen
■ Langlopende schulden
■ Kortlopende schulden
ACTIVA BEDRAGEN X € 1.000
31-12-2006 31-12-2005
Vaste activa 97.725 94.557
Vlottende activa 121.489 109.847
Totaal activa 219.214 204.404
PASSIVA BEDRAGEN X € 1.000
31-12-2006 31-12-2005
Eigen Vermogen 10.894 9.305
Voorzieningen 10.468 12.342
Langlopende schulden 49.190 65.664
Kortlopende schulden 148.662 117.093
Totaal passiva 219.214 204.404
Jaarrekening
Het jaar 2006 is afgesloten met een positief resultaat van
€ 1,6 miljoen. Dit resultaat wordt na vaststelling van de
jaarrekening ten gunste van het eigen vermogen gebracht.
Ook in het afgelopen jaar heeft toevoeging plaatsgevonden
van nieuwe taken, denk aan de DSI en de Groep Opsporing
Onttrekkingen. In 2006 verrichtte het project Werven
& Binden extra inspanningen om de instroom van nieuwe
medewerkers te bewerkstelligen. Dit leidde ertoe dat de
sterkteafspraak voor het jaar 2006 is gerealiseerd.
■ Vaste activa
■ Vlottende activa
96J A A R V E R S L A G K L P D 2 0 0 6
Personele lasten 2006
Materiële kosten 2006
Exploitatierekening
Voor het jaar 2006 geldt dat sprake is van een forse stijging van zowel de baten als de lasten ten opzichte van 2005. Oorzaken hiervan zijn de diverse uitbreidingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden waaronder de uitbreidingen in het kader van terrorisme.
EXPLOITATIEREKENING BEDRAGEN X € 1.000
Baten 2006 2005
Bijdragen BZK 463.022 415.018
Bijdragen overige ministeries 22.099 13.453
Overige baten 16.716 15.936
Totaal baten 501.837 444.407
Lasten 2006 2005
Personele kosten 334.757 298.706
Materiële kosten 126.613 103.895
Afschrijvingen 27.874 28.436
Overige lasten 11.004 11.915
Totaal lasten 500.248 442.952
Resultaat 1.589 1.455
■ Salarissen, toelagen
en sociale lasten
■ Opleiding & vorming
■ Overige personeelskosten
■ Personeel van derden
■ Huisvesting
■ Vervoermiddelen
■ Verbindingen
& automatisering
■ Geweldsmiddelen
& uitrusting
■ Operationele activiteiten
73%
15%
8%4%
34%
16%
18%
3%
23%
97 K L P D I N C I J F E R S
Kerncijfers financiële ontwikkeling
In onderstaande tabel is de financiële ontwikkeling van het korps in enkele kerncijfers weergegeven voor de periode 2002-2006.
KERNCIJFERS KLPD BEDRAGEN X € 1.000
2002 2003 2004 2005 2006
Balanstotaal 137.431 140.159 169.543 204.404 219.214
Eigen vermogen 6.306 14.198 7.850 9.305 10.894
Totaal baten 322.107 361.414 430.296 444.407 501.837
Totaal lasten 324.901 353.522 437.499 442.952 500.248
Eigen vermogen/balanstotaal 4,6% 10,1% 4,6% 4,6% 5,0%
Resultaat/totale baten -0,9% 2,2% -1,7% 0,3% 0,3%
Personele lasten/totale lasten 66,6% 70,7% 68,0% 67,4% 66,9%
Materiële lasten/totale lasten 20,6% 21,4% 21,6% 23,5% 25,3%
Afschrijvingen/totale lasten 5,9% 5,8% 5,6% 6,4% 5,6%
Overige lasten/totale lasten 6,8% 2,1% 4,9% 2,7% 2,2%
Nieuw uniformDe Dienst Logistiek leverde in 2006 600.000
nieuwe overhemden, 25.000 blousons en 25.000
veiligheidsvesten. Politiemensen die extra zicht-
baar moeten zijn, zoals de motorrijders, politie
te paard en de Verkeerspolitie, ontvingen gele
kleding. In 2007 volgt uitbreiding van het schoen-
assortiment en levering van nieuwe parka’s.
De opdracht voor de inkoop van een nieuw
uniform kwam van het Ministerie van BZK.
Reden: komen tot meer uniformiteit.
Colofon
Het jaarverslag 2006 is een uitgave van het Korps landelijke politiediensten.
Coördinatie Annemarieke Kroonstuiver
Coördinatie Marjolein Ruitenbeek vormgeving Hugo Willemse en fotografie Teksten Angélique van Campen (Totaaltekst, Stolwijk)
Claar Hellwig (Zo Claar) Marieke van der Horn Maureen Motta (De Steen)
Eindredactie Claar Hellwig (Zo Claar) Annemarieke Kroonstuiver Marjolein Ruitenbeek
Met medewerking van: Leendert Amersfoort, Guus Appels, Leen Bakker, Arend Bannink, Koert van Baren, Carel Bense, Jennifer van den Berg, Theo Bons, Koos van den Boom, Nicole Braams, Edo van den Brink, Gert Brouwer, Wim Deinum, Jolijn van Dijk, André Elissen, Miriam van de Geer, Wendy Gehrmann, Marco van Gent, Ad Hellemons, Geert Hellendoorn, Caroline Hendriks, Jan Holsappel, Alek de Jong, Jaap de Jong, Klaas de Jong, Timo Kansil, Gerdjan Keller, Jan Kirpestein, Paul de Kloet, Christiaan Koomen, Rob Kouwenhoven, Theo van der Linde, Maurice Luxembourg, Hans Markerink, Richard Nijeboer, Richard Putman, Jolanda Ton, Luc Rademakers, Leo Rooijackers, Johan Scherpenisse, Ad Smulders, Arjen Stobbe, Judith van Strien, Jan van Tellingen, Emmy Veldman, Louise Vijn, Wil Voorbij, Tjerk de Vries, Johan Wegh, Monique Wijmer, Henry Willering, Hans de Wit, Esther van Woerkom. En vele andere KLPD-medewerkers die enthousiast hun onmisbare bijdrage leverden aan dit jaarverslag.
Fotografie Omslag en paginagrote foto’s: Peter Bliek, Nijmegen Overige: Frans Vega (KLPD), foto pagina 40: Wim Hollemans
Vormgeving Het Lab – grafisch ontwerpers BNO, Arnhem
Druk Thieme MediaCenter, Rotterdam
Oplage 2.500 exemplaren Copyright Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke
toestemming van het KLPD, Bureau Communicatie, Postbus 100, 3970 AC Driebergen. Hoewel dit jaarverslag 2006 met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaardt het KLPD geen enkele vorm van aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit jaarverslag. Evenmin kunnen aan de informatie uit het jaarverslag rechten worden ontleend. Dit jaarverslag staat ook op www.politie.nl/klpd
Afkortingen
ABRIO Aanpak Bedrijfsvoering
Recherche Informatie-
huishouding en
Opleiding
AIVD Algemene Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst
AOE’n Arrestatie- en
Ondersteunings-
eenheden
AQUAPOL
Aqua Police (Europees
netwerk Waterpolitie)
BOD’en Bijzondere Opsporings
Diensten
BPS Basis Politie Systeem
BVOM Bureau Verkeers-
handhaving Openbaar
Ministerie
BZK Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
CatchKen
Catch kenteken,
kentekencontrole-
systeem
CD B&C
Concerndienst Beleids-
ondersteuning & Control
CD FB Concerndienst Facilitair
Bedrijf
CD FEZ Concerndienst Financieel
Economische Zaken
CD P&O
Concerndienst Personeel
& Organisatie
CDI Concerndienst
Informatievoorziening
CJIB Centraal Justitieel
Incasso Bureau
CT-Infobox
Contraterrorisme Infobox
CVI Centrale Verwijzings
Index (database met
bijbehorende
programmatuur ter
verzorging van de
communicatie tussen de
regionale HKS-databases
onderling)
DINPOL Dienst Internationale
Politiesamenwerking
DKDB Dienst Koninklijke en
Diplomatieke Beveiliging
DLHP Dienst Levende Have
Politie
DLOG Dienst Logistiek
DLVP Dienst Luchtvaartpolitie
DNR Dienst Nationale
Recherche
DNRI Dienst Nationale
Recherche Informatie
DOC Dienst operationele
Ondersteuning en
Coördinatie
DSI Dienst Speciale
Interventies
DSP Dienst Spoorwegpolitie
DSRT Dienst Specialistische
Recherche Toepassingen
DVP Dienst Verkeerspolitie
DWP Dienst Waterpolitie
FIOD Fiscale Inlichtingen-
en Opsporingsdienst
GOO Groep Opsporing
Onttrekkingen
(onderdeel DOC)
HAVANK
Het Automatisch Vinger
Afdrukkensysteem
Nederlandse Kollektie
(onderdeel DNRI)
IGP Informatiegestuurde
Politie
IND Immigratie- en
Naturalisatiedienst
ISC Informatie Service
Centrum
IVW Inspectie voor Verkeer
en Waterstaat
KIC (Unit) Korps Informatie
Centrum
KMar Koninklijke
Marechaussee
KTO Klanttevredenheids-
onderzoek
LAVA-team
Landelijk Vaartuigen
Team
LIV Landelijk Informatiepunt
Voertuigcriminaliteit
LP Landelijk Parket
LSOP Landelijk Selectie- en
Opleidingsinstituut
Politie
LTFO Landelijk Team
Forensische Opsporing
LTT Landelijk Team Transport-
criminaliteit
LVBT Landelijk Verkeers-
bijstandsteam
(onderdeel DOC)
MIVD Militaire Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst
MOT/BLOM
Meldpunt
Ongebruikelijke
Transacties/Bureau ter
politiële Ondersteuning
van de Officier van
Justitie voor de
Wet MOT
NCIPS Nederlands Centrum
voor Internationale
Politiesamenwerking
NCTb Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding
NFI Nederlands Forensisch
Instituut
NIK Nationaal Informatie-
knooppunt
NPI Nederlands Politie
Instituut
NSIS Nederlands Schengen
Informatie Systeem
OM Openbaar Ministerie
OMP Ordenings Methodiek
Processen
OPS Opsporings Persoons
Systeem
OT&I Unit Ongevalsexpertise &
Technologische Innovatie
(onderdeel DOC)
PV Proces-verbaal
Railpol Rail Police (Europees
netwerk spoorweg-
politiediensten)
RDW Rijksdienst voor het
Wegverkeer
RHC Raad van
Hoofdcommissarissen
RIC Regionaal Informatie
Centrum
RID Regionale inlichtingen-
dienst
RIK Regionaal Informatiepunt
RTGP Regeling Toetsing
Geweldsbepaling/
beheersing Politie
TGO Team Grootschalig
Onderzoek
TISPOL Traffic Information
System Police (European
Traffic Police Network,
Het Europese Verkeers-
politie Netwerk)
TRACOPOL
Transportcontrole Politie
(database)
UCTA Unit Contraterrorisme
en -Activisme
UIM Unit Interventie Mariniers
ULI Unit Landelijke
Interceptie
UPI Unit Probleemgerichte
Inzet (onderdeel DSP)
VBV Verzekerings Bureau
Voertuigcriminaliteit
VROM Ministerie van
Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening
en Milieu
VtSPN Voorziening tot
Samenwerking Politie
Nederland