44
Een secretaris voor gemeente en OCMW Het Toreke als complementaire munt Watertoets: voeten droog Perverse effecten van te veel regels Kleur de grijze zone Lokaal Nr 7 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal 7 - 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

VVSG-magazine voor lokale besturen

Citation preview

Page 1: Lokaal 7 - 2011

Een secretaris voor gemeente en OCMW

Het Toreke als complementaire munt

Watertoets: voeten droog

Perverse effecten van te veel regels

Kleur de grijze zone

Lokaal N

r 7 |

Loka

al is

het

mag

azin

e va

n de

loka

le b

estu

ren

en v

ersc

hijn

t 2 x

per

maa

nd 2

0 x

per j

aar |

VV

SG v

zw, P

avilj

oens

traa

t 9, 1

030

Brus

sel |

Afg

ifte

kant

oor K

ortr

ijk M

assp

ost |

P2A

9746

Page 2: Lokaal 7 - 2011

In de Ardennen

tussen Durbuy en La Roche

Fonds européen agricole pour le développement rural :

l’Europe investit dans les zones rurales.

StudioBreak

fast.be

TARIef: vanaf 16 € / pers.

OpTIe: STReek pRODucTen pIcknIck vAnAf 12 € / pers.

Centre d’Interprétation de la Rivière

Natuur en rivier als rode draad!Aquaria / Tentoonstelling / Minigolf & Tuinen /  Activiteiten Natuur & Vissen

www.riveo.beRue  Haute,  4 • 6990  Hotton

T +32 (0) 84 /41 35 71

F   +32  (0) 84 /41  35  79

[email protected]

Programma:

•   Bezoek aan de aquaria

van RIVEO

•   Met de voeten in het water, 

ontdekking van de kleine 

fauna van de rivier

•  Streek producten picknick

•   Initiatie in het vissen 

met de vaste hengel

In Hotton

N atuurdag langs de Ourthe

RIVEO stelt zijn natuur & vissen programma’s voor

Page 3: Lokaal 7 - 2011

kort lokaal 5 opinie – Het Witboek Interne Staatshervorming

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht 12 Kleur In De Grijze Zone Lokale besturen zijn het object van Vlaamse regelgeving en ze

creëren zelf regelgeving, intern en in de relatie met de maatschap-pij. Filip De Rynck en Geertrui Vanloo houden een pleidooi voor meer begeestering in plaats van deze regeldrang.

17 Een secretaris voor gemeente en OCMW

20 Volksraadpleging brengt opnieuw verkeer over markt in Tielt

21 Lokale raad – Hoe kunnen OCMW-raadsleden de OCMW-verenigingen controleren?

22 De raad van Middelkerke – Toch paasijsjes op de dijk

werkveld 24 Interview –

Alain Winants, Robin Libert en Bjorn Verschaeve Lokale besturen en de Veiligheid van de Staat ‘Omdat lokale besturen het dichtst bij de burger staan, merken ze

als eerste feiten en gedragingen op die voor ons waarde hebben omdat we deze informatie kunnen samenbrengen met andere inlichtingen,’ zegt Alain Winants, administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat.

28 Tussen jeugdbeweging en jeugdzorg Mechelen zoekt een weg

30 Lokale raad – Hebben niet-begeleide minderjarigen die een Lokaal Opvanginitiatief verlaten, recht op financiële steun en een installatiepremie?

31 Praktijk in Knesselare – Alle onthaalouders verenigen in contactgroep

32 Een Toreke voor klusjes in Gentse Rabotwijk

34 Voeten droog, dankzij de watertoets De watertoets is een goed juridisch instrument, al kan het niet

alle wateroverlast oplossen. In elk geval staan overheden veel explicieter stil bij mogelijk risico en kunnen ze potentiële kopers hiervoor ook beter waarschuwen.

37 Praktijk in Retie – Tien gemeenten bestrijden onkruid pesticidenvrij

38 Achter de schermen – Containerparkwachter

geregeld 40 wetmatig – berichten

41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen

42 column – Johan Ackaert

inhoud

12

28

34Op de cover In het Gentse stadsmuseum School van Toen krijgen leerlingen van nu les over het onderwijs van vroeger zoals de straffen van toen voor wie de regels niet volgde zoals de langetong en het ezelsoor. Wie linkshandig was, werd met de regel op de vingers getikt.

Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 [email protected] www.vvsg.be

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, [email protected] T 02-211 55 46

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02-211 55 44

Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos

Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)

Vormgeving Ties Bekaert

Drukwerk Schaubroeck (Nazareth)

Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92, [email protected]

Regie vacatures Nicole Van Wichelen, [email protected] T 02-211 55 43

Abonnementen Nicole Van Wichelen, [email protected] T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro

VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

Ondertekende artikels verbin-den alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gerepro-duceerd en/of openbaar ge-maakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

BA

RT

LASu

ys

TeFa

n d

ew

ick

ere

WA

TER

ING

SIN

T-TR

uID

EN

Lokaal I 16 april 2011 I 3

Page 4: Lokaal 7 - 2011

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: [email protected]

Ja, ik bestel ….. ex. van het Handboek Werkgelegenheidsmaatregelen in lokale besturen*, 79 euro**

HANDBOEK WERKGELEGENHEIDS-MAATREGELEN

Drie overzichtelijke en gebruiksvriendelijke delenIn Deel 1 – Werkgelegenheidsmaatregelen ten gunste van ‘ocmw-cliënteel’ ligt de focus op de rol van de sociale dienst of tewerkstel-

lingsdienst van het OCMW in het kader van tewerkstelling. De Wet van

26 mei 2002 met betrekking tot het recht op maatschappelijke inte-

gratie heeft aan het OCMW uitdrukkelijk een tewerkstellingsopdracht

gegeven. De maatregelen zoals ze kunnen toegepast worden op RMI-

gerechtigden komen hier aan bod. De voorwaarden waaraan deze

OCMW-cliënten moeten voldoen om in te stappen in artikel zestig

§ 7 OCMW-wet, Activa, Sine en Werkervaring worden in detail bespro-

ken. Vervolgens komen de effectieve toepassing en de administratieve

afhandeling van deze tewerkstellingsmaatregelen aan bod. Verder wordt

ook aandacht besteed aan de socioprofessionele balans als instrument

om OCMW-cliënten te screenen en te begeleiden op weg naar of tijdens

een tewerkstelling.

In Deel 2 – Werkgelegenheidsmaatregelen inzetbaar door de lokale besturen worden het OCMW en de gemeente als werkgevers beke-

ken. U krijgt een antwoord op de vraag welke tewerkstellingsmaat-

regelen het lokaal bestuur zelf als werkgever van eigen personeel kan

gebruiken en welke (fi nanciële) voordelen hieraan verbonden zijn.

Komen in dit deel aan bod: dienstencheques, gesco, startbanen, de

beroepsinlevingsovereenkomst…

Deel 3 – Jongeren is een houvast voor stage- en leerwerkaanbieders

bij een overheidsdienst. Bij de overheidsdiensten op de verschillende

niveaus bestaat er grote onduidelijkheid over wat een stage- of leer-

werkplaats nu precies inhoudt, welke regelgeving van toepassing is,

in welke mate een fi nanciële tegemoetkoming mogelijk is, wie moet

worden gecontacteerd enzovoort. Deze tekst bundelt al die informatie

en poogt concrete adviezen aan te bieden.

Het Handboek Werkgelegenheidsmaatregelen vervangt het oude

handboek ‘Lokale besturen en werk’. Abonnees van ‘Lokale

besturen en werk’ kregen het nieuwe handboek al in de bus.

In Deel 2 – Werkgelegenheidsmaatregelen inzetbaar door de lokale

in lokale besturen

NIEUW!

Het handboek geeft een volledig overzicht van alle werk-gelegenheidsmaatregelen die de lokale besturen (OCMW én gemeente) kunnen inzetten zowel voor hun eigen perso-neel als voor de activering van OCMW-cliënten.

De maatregelen worden zowel technisch, juridisch als fi nancieel uiteengezet en u krijgt heel wat praktische infor-matie over het inzetten van en het werken met de maatre-gelen (modelformulieren, documenten, FAQ’s…).

Bestuur/Organisatie: ...........................................................................................................................Naam: .................................................................................................................................................Functie: ...............................................................................................................................................E-mail: .................................................................................................................................................Tel. : ....................................................................................................................................................Adres: .................................................................................................................................................BTW: ...................................................................................................................................................

Datum en handtekening

* Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,49 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten.

** Prijzen geldig tot 31.05.2011. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Page 5: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 5

kort lokaal opinie

Witboek Interne Staatshervorming

“Sterke besturen zijn de enige juiste weg om het

vertrouwen van de burger in het overheidsfunctioneren te

behouden en te versterken.

Mark Suykens is directeur van de VVSG

De Vlaamse regering legt een paasgeschenk neer: het Witboek Interne Staatshervorming.Verder bouwend op de analyse van het Groenboek worden vijf uit-voeringslijnen naar voor geschoven. Er is aandacht voor de versterking van de bestuurskracht van ge-

meenten: de vrijwillige fusie, meer intergemeentelijke samenwerking, een sterkere samenwerking tussen de gemeente en het OCMW en de versterking van de demo-cratische legitimatie van de intergemeen-telijke samenwerking. Een tweede lijn bestaat uit meer autono-mie en bevoegdheden voor de lokale be-sturen: zoals een drastische planlastver-

mindering, het afschaffen van specifieke toezichtsvormen, meer bevoegdheden in-zake kinderopvang, maar ook in ruimtelijke

ordening, mobiliteit, waterbeheer, werk-gelegenheid en sociale economie.

Volgens het Witboek wil de regering minder interveniërende bestuurs-niveaus en wil ze bureaucratische procedures in ruimtelijke ordening, milieu en mobiliteit versnellen.De vierde lijn is de afgebakende provinciale taakstelling.Ten slotte moet een regioscreening leiden tot het vereenvoudigen van de vele tussenstructuren en tot het stroomlijnen van streeksamenwerking of de stadsregionale samenwerking.

Het Witboek bevat zeker mogelijkheden om tot een efficiëntere organisatie van de overheid in Vlaanderen te komen. Echte harde keuzes zijn (nog?) niet gemaakt. Er blijft ook veel weerstand bij sectorale departementen, intermediaire besturen en een deel van het maatschappelijk middenveld om resoluut te kiezen voor meer subsidiariteit. Nochtans zijn sterke lokale besturen zowel vanuit democratisch oogpunt als vanuit doelmatigheid de enige juiste weg om het vertrouwen van de burger in het overheidsfunctioneren van de overheid ten gronde te behouden en te versterken. Wie is er bang van meer subsidiariteit?

Page 6: Lokaal 7 - 2011

69,4 In het Vlaams gewest zijn er 2,7 miljoen mensen die werken. Het hoogste aantal werkenden vinden we in Antwerpen (180.258), het laagste aantal in Herstappe (39). Om gemeenten onderling beter te kunnen vergelijken berekenen we in procenten de werkzaamheidsgraad, dat is het aantal werkenden ten opzichte van de bevolking tussen 18 en 64 jaar. Voor het Vlaams gewest bedraagt de werkzaamheidsgraad 69,4. Er zijn grote verschillen tussen gemeenten. In Kraainem, Wezembeek-Oppem, Maasmechelen en Genk ligt de werkzaamheidsgraad onder de 60. In Opwijk, Wingene, Lo-Reninge, Herstappe en Ruiselede boven de 77.www.lokalestatistieken.be

6 I 16 april 2011 I Lokaal

Enkele jaren terug probeerde de fe-derale overheid al eens om publieke mandatarissen als zelfstandige in bij-beroep te beschouwen voor mandaten die ze namens hun bestuur opnemen, bijvoorbeeld als afgevaardigde in een intergemeentelijk samenwerkingsver-band of een huisvestingsmaatschap-pij. Ze zouden op de presentiegelden die ze er verdienen, ook sociale bijdra-gen moeten betalen. Uiteindelijk ging dit niet door omdat sommige manda-tarissen door zelfstandige te worden ook hun sociale uitkering (bijvoorbeeld een werkloosheidsvergoeding) zouden verliezen. In de plaats kwam er een heffing op de uitbetalende instellingen zelf. De vraag blijft tot vandaag over-eind wat die met de financiering van de sociale zekerheid van zelfstandigen te maken hebben.Sinds enkele maanden hanteert het RSVZ een nieuwe tactiek. De niet-stemgerechtigde leden van de raden van bestuur van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden krijgen nu de vraag om zich aan te sluiten bij een

socialezekerheidskas voor zelfstandi-gen en bijdragen te betalen. Volgens het RSVZ vallen de presentiegelden die bestuurders verdienen buiten de vrijstelling in de wetgeving. Nochtans zijn de niet-stemgerechtigde bestuur-ders er gekomen in uitvoering van een verplichting die het (weliswaar alleen in Vlaanderen bestaande) decreet op de intergemeentelijke samenwer-king oplegt voor dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen. Die moeten een aantal zitjes in de raad van bestuur voorbehouden voor raads-leden die in hun eigen gemeente in de oppositie zitten. De VVSG heeft sinds oktober 2010 herhaaldelijk geprobeerd om telefonisch en via e-mail het RSVZ hierover aan te spreken. Daarop kwam tot nu toe niet de minste inhoudelijke reactie. Het RSVZ reageert niet op de

door de VVSG ontwikkelde argumen-ten en laat de vragen gewoon onbe-antwoord.Daarom vertrok er op 28 maart een brief naar ontslagnemend federaal minister van zelfstandigen Sabine Laruelle. Daarin klagen we niet alleen de volgens ons onrechtmatige heffing van de bijdragen aan, maar ook het to-tale gebrek aan klantvriendelijkheid bij het RSVZ. jan leroy

www.vvsg.be, knop werking & organisatie, statuut lokale mandatarissen

kort lokaal nieuws

Geen sociale bijdragen op presentiegelden mandatarissen

Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) vindt dat niet-stemge-rechtigde bestuurders in een intergemeentelijk samenwerkingsverband sociale bijdragen moe-ten betalen. De VVSG heeft zich hiertegen in een brief aan ontslagnemend federaal minister van zelfstandigen Sabine Laruelle verzet.

Volgens de RSVZ moet op de presentie-gelden die raadsleden krijgen als bestuurder van een intergemeentelijk samenwerkings-verband een sociale bijdrage betaald worden. De VVSG is het hier niet mee eens.

sTe

Fan

de

wic

ker

e

Page 7: Lokaal 7 - 2011

Biodiversiteit@bedrijvenNatuurpunt startte vorig jaar met het proefproject Biodiversiteit@bedrijven, dat bedrijven en bedrijventerreinen wil inspireren om mee(r) te investeren in biodiversiteit. Sindsdien werden onder meer al 90 positieve bedrijfsvoorbeel-

den verzameld. Een website, handleiding en praktische fi-ches ontsluiten nu het concrete materiaal dat werd uitge-werkt. Ook voor de gemeenten

zijn dit handige tools om bedrijven in de gemeente te stimuleren positieve natuuracties te ondernemen, en daar-mee aantrekkelijke bedrijventerreinen te creëren die beter geapprecieerd zullen worden door de buurtbewoners. Bovendien hebben al heel wat ge-meenten het Charter voor Biodiversi-teit ondertekend en kunnen ze dankzij deze nieuwe informatie dit charter ook concreet maken.

www.natuurpunt.be/bedrijven

Eén website over sociaal huren in LimburgDe negen Limburgse huisvestings-maatschappijen hebben een gemeen-schappelijke website ontwikkeld, die alle informatie over het huren van een sociale woning in de provincie bundelt. Huurders of kandidaat-huurders vinden er voor hun gemeente het antwoord op al hun vragen. In eenvoudige taal worden regelgeving, procedures en voorwaarden voor sociaal huren toege-licht. De website is het verlengstuk van de samenwerking tussen de negen so-cialehuisvestingsmaatschappijen. De samenwerking moet leiden tot meer efficiëntie en een betere dienstverle-ning voor de huurders.

www.woonplatformlimburg.be

Wereldwijd gaat de biodiversiteit van dieren en planten achteruit en worden initiatieven genomen om deze

achteruitgang een halt toe te roepen. Ook bedrijven kunnen hun steentje bijdragen, niet alleen door minder

te vervuilen, maar ook door positieve acties. Deze brochure biedt inspiratie voor de meest toekomstgerichte

ondernemingen die de economische waarde van natuur

erkennen en maatschappelijk verantwoord ondernemen

in de praktijk willen omzetten.

Bedrijfsleven en natuur vinden elkaar

Biodiversiteit @

bedrijven.comBiodiversiteit

@ bedrijven.com

Lokaal I 16 april 2011 I 7

print & web

Tekort gemeenten lijkt overschotDe Vlaamse gemeenten realiseerden in 2009 een positief resultaat van 875 miljoen euro. Van een tekort is dus helemaal geen sprake, zelfs niet met de Europese rekenregels.

In Lokaal 6 kon u al lezen dat er steeds meer twijfels rijzen bij de betrouwbaarheid van de cijfers die de federale overheid, het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) en de Hoge Raad van Financiën presenteren over het vorderingensaldo of tekort van de lokale besturen.Ook Eurostat, de instantie die vanuit Europa de cijfers van de lidstaten verzamelt en bestudeert, uitte al zware kritiek op de rekenmethode.Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) heeft nu een eigen berekening ge-maakt. Die vertrekt wél van de werke-lijke gegevens, namelijk de begrotings-rekeningen van zo goed als alle Vlaamse gemeenten voor het jaar 2009. De enke-le cijfers die ontbreken, kunnen de uit-komst niet fundamenteel beïnvloeden. Het resultaat van de gewone dienst be-droeg 926 miljoen euro. Daarop moes-ten enkele correcties gebeuren, zoals het weglaten van de aflossingen van de le-ningen (ca. 560 miljoen euro), want die spelen volgens de Europese regels van ESR 95 (Europees systeem van nationale en regionale rekengingen) niet mee om het vorderingensaldo te bepalen. De bui-tengewone dienst eindigde in 2009 met een tekort van 580 miljoen euro, weliswaar na aftrek van de nieuwe leningen, die evenmin mee-tellen voor ESR 95. Samen met nog enkele andere correcties om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de Europese definitie, komt men uit bij een overschot voor 2009 van 875 miljoen euro. Het ABB wijst er terecht op dat dit saldo uitzonderlijk groot was, vooral door de snellere inkohiering van de aanvullende personenbelasting. Daarom maakte het ABB ook een raming voor 2010 en 2011, wat een verwacht overschot van respectievelijk 305 en 267 miljoen euro oplevert.Opgelet, ook met deze gegevens is niet bewezen dat de federaal gepresenteerde cijfers (niet) juist zijn. Die gaan immers over de volledige sector (dus ook OCMW’s, politiezones en provin-cies) in de drie gewesten. Als de INR-gegevens kloppen (met stelselmatig een tekort voor de lokale sector), dan weten we nu zeker dat dit niet te wijten is aan de Vlaamse gemeenten. Het is nu aan het INR om aan te geven waar de oorzaak van de problemen wel ligt, als er al een tekort is wel te verstaan.jan leroy

ESR-saldo Vlaamse gemeenten (in miljoen euro)1999 348,3

2000 165,9

2001 57,4

2002 125,6

2003 297,1

2004 653,6

2005 1.126,6

2006 524,3

2007 558,8

2008 253,6

2009 875,2

2010 305,9*

2011 267,3** Ramingen

Bron: Agentschap Binnenlands Bestuur

sTe

Fan

de

wic

ker

e

Page 8: Lokaal 7 - 2011

kort lokaal nieuws

Tot 24 mei Managers van Diversiteit Lokale besturen en verenigingen die willen instappen in deze nieuwe methodiek kunnen via de projectoproep Managers van Diversiteit subsidiëring aanvragen. Deze subsidiëring loopt vanaf januari 2012 voor een periode van drie jaar.Over dit project en de projectoproep organiseren het Agentschap Binnenlands Bestuur en Vormingplus regio Antwerpen informatiesessies in Antwerpen (28 april), Leuven (29 april) en Gent (4 mei).

www.sameninburgeren.be

8 I 16 april 2011 I Lokaal

‘Aan de basis van het model samen in-burgeren liggen een resem gelijkaardige projecten in binnen- en buitenland. Toen de Vlaamse overheid naar een middel zocht om een soortgelijk initiatief hier te stimuleren, vormde een studie van al die modellen onze leidraad om met het Ant-werpse onthaalbureau een proefproject te starten,’ zegt Majida Bellaji van Vorming-plus regio Antwerpen. Een inburgeraar en een inburgeringscoach ontmoeten elkaar minstens tweeweke-lijks om samen iets te doen tijdens een vooraf bepaalde periode. ‘Van de inbur-geringscoach verwachten we dat hij of zij iemand is die ‘thuis’ is in de lokale samenleving en goed Nederlands spreekt en die de inburgeraar ondersteunt zodat zijn inburgeringsproces sneller en vlotter verloopt. Van de inburgeraar verwachten we dan weer dat die zich kan uitdrukken

in het Nederlands. Tijdens de ontmoetin-gen heeft de inburgeraar de kans om zijn Nederlands te oefenen. Zowel de inzet van de inburgeraar als de inburgerings-coach gebeurt onbezoldigd en op vrijwil-lige basis.’Om tot succesvolle duo’s te komen is een coördinator een noodzakelijke voor-

waarde. Majida Bellaji: ‘Kandidaat-deelne-mers maken eerst kennis met de coör-

dinator van het initiatief, die de deelnemers informeert over het parcours terwijl hij peilt naar hun hobby’s en verwachtingen over geslacht, leeftijd, woonplaats en gedeelde interesses. De rol van de coördinator stopt niet bij het mat-chen van de duo’s. De coördinator volgt de duo’s op, ondersteunt ze en blikt samen met hen terug op het afgelegde parcours. Idealiter organiseert de coördinator ook uitwisselingsmomenten waarop de

deelnemers van elkaar kunnen leren.’Samen Inburgeren is een aanvulling op het individuele inburgeringstraject. Het concept is ook complementair aan groep-sinitiatieven zoals praatcafés. Zowel lokale besturen als verenigingen kunnen met dit concept aan de slag. Voor Majida Bellaji is lokaal maatwerk zeker mogelijk: ‘Een lokale organisator kan ook kiezen om het initiatief te richten op een speci-fieke doelgroep, zoals vrouwen of ouders van schoolgaande kinderen. Ook een jeugdhuis kan jongeren samenbrengen. Lokale organisatoren kiezen zelf welke invulling ze geven aan het parcours. Op het einde van het parcours houden de ontmoetingen op of komen de duo’s samen als vrienden zonder verdere op-volging van de coördinator. De informele sfeer is een rode draad doorheen het initiatief.’De twee proefprojecten in Antwerpen en Liedekerke waren alvast veelbelovend. ‘Op korte tijd toonden veel Antwerpena-ren interesse om een nieuwe stadsge-noot te leren kennen en ook een vijftigtal inburgeraars wilden meedoen. In Liede-kerke zijn er vijftien duo’s gevormd. Niet alleen de inburgeraars gaven aan op zoek te zijn naar contacten met Vlamingen, omgekeerd zijn de nieuwsgierigheid en openheid even groot.’sabine van cauwenberge

Diversiteit managen door samen in te burgerenOm ontmoetingsinitiatieven te bevorderen tussen nieuwe en oude Vlamingen ontwikkelden Vormingplus en het Onthaalbureau van de stad Antwerpen op vraag van de Vlaamse overheid het concept inburgeringscoaching. Inburgeringscoaches zijn vrijwilligers die zich engageren om nieuwkomers te ondersteunen bij hun inburgeringsproces. Ook Liedekerke ging met dit concept aan de slag.

Twee duo’s die in Antwerpen werden gevormd, om de twee weken spreken ze met elkaar af om samen iets te ondernemen en veel te praten.g

Fs

Page 9: Lokaal 7 - 2011

Participatie van kinderen en jongeren in armoedeKinderen en jongeren die in armoede opgroeien, zijn als ‘expert van hun eigen levensverhaal’ een onuitput-telijke bron van informatie voor beleidsmakers. Hun een stem geven is een belangrijke hefboom voor posi-tieve veranderingen. Onder dit motto

steunden de Koning Boudewijnstichting en unicef België ze-ventien projecten, waarbij kinderen en jongeren op uiteen-lopende manieren uitdrukking gaven

aan hun leefwereld (minidebatten, fo-toreportages, video’s, radio-interviews, graffiti, enzovoort). De ervaringen van die projecten zijn nu gebundeld in één publicatie, Participatie van kinderen en jongeren in armoede: lessen uit de praktijk. Met de lessen uit deze prak-tijken wil de publicatie een leidraad en ideeën bieden voor initiatiefnemers en beleidsmakers.

www.kbs-frb.be, knop ‘publicaties’

Lokale besturen: dichtbij en EU-nabijMinstens twee derde van de Euro-pese regelgeving houdt rechtstreeks verband met lokale bevoegdheden, gaande van normering voor speeltui-gen over zwembadwaterrichtlijnen

tot de organisatie en gunning van diensten en werken. De Europese unie bepaalt de parame-ters waarbinnen een overheid haar dien-sten van algemeen

belang mag financieren. Europese regelgeving over overheidsopdrachten en de organisatie van publiek-private partnerschappen heeft eveneens onmiddellijke gevolgen voor de lokale besturen. Dit boek biedt inzicht in de manieren waarop Europa en Europees recht al dan niet zichtbaar aanwezig zijn in het dagelijkse lokale leven. L. Hoornaert, G. Straetmans, A.-M. Van den Bossche (eds.), Lokale be-sturen: dichtbij en EU-nabij, uitgeverij Intersentia, Antwerpen – Cambridge, 37 euro

print & web

Participatie van kinderen en jongeren in armoedeLessen uit de praktijk

Lokaal I 16 april 2011 I 9

Van 7 april tot 28 mei lanceert het Departe-ment Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid enOnroerend Erfgoed (RWO) van de Vlaamse Overheid een cam-pagnewebsite waarop de bur-ger zijn mening kan geven over de ruimtelijke toekomst van Vlaanderen. Op www.ruimte-voormorgen.be kan iedereen meedenken. Om deze burger-bevraging af te sluiten zullen honderd burgers worden uit-genodigd voor een brainstorm in het Vlaams Parlement op28 mei. Op de website kunt u zich daarvoor inschrijven. Bovendien zul-len enkele partners specifiek worden on-dervraagd. Deze input en de resultaten uit

wetenschappelijk onderzoek vormen samen de bouwstenen voor het nieuwe Beleidsplan

Ruimte Vlaanderen. Eind 2011 wordt een schrifte-lijke neerslag hiervan in een Groenboek aan de Vlaamse Regering voorgelegd. De vi-sie uit het groenboek zal de basis van een ruim maat-schappelijk debat worden. In 2013 worden vervolgens de gemaakte keuzes en enga-gementen neergeschreven in een ontwerp van beleidsplan dat er, als het goed is, tegen

het eind van de Vlaamse legislatuur is. xavier buijs

www.beleidsplanruimte.be

Het aantal sociale woningen moet flink omhoog. Het Decreet Grond- en Panden-beleid biedt daarvoor een aantal instrumenten. De Vlaamse regering werkt momenteel aan een uitvoe-ringsbesluit dat regelt hoe de voortgang van de reali-satie van sociale woningen wordt gemeten. Daarvoor

is een tool ontwikkeld. Van gemeenten wordt verwacht dat zij via dat instrument het Departement RWO op de hoogte brengen van de vergunningen waarbij een zogenaamde ‘sociale last’ is opgelegd of als een vergun-ning is verleend aan een socialehuisvestingsmaat-schappij. Dat gemeenten

deze taak moeten gaan doen, is raar. De Vlaamse overheid hééft deze infor-matie namelijk al: op basis van artikel 4.7.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moeten gemeen-ten alle beslissingen over een vergunningsaanvraag en het bijbehorende dossier aan de gewestelijke steden-bouwkundig ambtenaar opsturen. De VVSG is van mening dat informatie die al bij de over-heid bekend is, niet nog eens kan worden opgevraagd. In een gesprek met het kabinet van Vlaams minister voor Wonen Freya Van den Bos-sche pleitten we ervoor om dit aan te passen.xavier buijs

Campagne Beleidsplan Ruimte Vlaanderen van start

Sociale woningbouw: Vlaamse regering vraagt zelfde informatie twee keer

veNetië vaN het NoordeN?

Om het aantal nieuwe sociale woningen te tellen, moeten

gemeenten twee keer de stand van zaken doorgeven.D

AN

IEL

GEE

RA

ERTS

Page 10: Lokaal 7 - 2011

10 I 16 april 2011 I Lokaal

“De hertekening van de provincie-grenzen ligt niét op de regeringsta-fel. De provinciegrenzen wijzigen niét.”De woordvoerder van Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA), n.a.v. een afgevoerde Vlabest-nota over negen Vlaamse provincies — Het Nieuwsblad 23/3

“We lopen niet warm voor de denk-piste van stadsgewesten in plaats van provincies want een landelijke gemeente als Zulte zal altijd het onderspit delven in een stadsgewest. Bovendien mag je de taken en de ver-antwoordelijkheden van de provincie niet onderschatten. Wat doe je dan met het provinciaal onderwijs en met de provinciale subsidies?”Burgemeester van Zulte Henk Heye-rick (CD&V) n.a.v. dezelfde Vlabest-nota – Het Nieuwsblad 23/3

“Rijke stedelingen in België leven voor een deel op de kap van de armen: ze wonen in villawijken net buiten de stad, maar profiteren ook van het stadcentrum, waar de arme bevolking woont. Ze betalen echter geen belastingen voor die stadsfaciliteiten. Armen moeten beter ondersteund worden. Laat ons de condities in de stedelijke arbeiderswijken waarin ze wonen verbeteren, op het gebied van huisvesting, opleiding en tewerkstelling.” Sociaal geograaf Chris Kesteloot (KU Leuven) – Metro 25/3

“De vergoeding woon-werkverkeer afschaffen zou onnodige vertra-gingen op de weg tegengaan. Het moedigt mensen aan om in hun eigen streek een job te zoeken, en kan bedrijven stimuleren om vesti-gingen in de regio op te zetten. Het zal ervoor zorgen dat meer mensen in de stad gaan wonen. Daar worden huizen dan duurder, waardoor de overheid het woningaanbod moet vergroten.”Econoom Stef Proost, onderzoeks-leider van denktank Metaforum (KU Leuven) – De Morgen 25/3

“Het is een toenemend probleem dat politici naar stemmenwinst kijken, terwijl problemen op lange termijn moeten worden opgelost. Laat ambtenaren dus het beleid uitzetten.”Mobiliteitsexpert Chris Tampère – De Morgen 25/3

kort lokaal perspiraat

Prijs Publieke Ruimte voor Turnhoutse Markt

De stad Turnhout is de winnaar van de prijs Publieke Ruimte 2011 in de categorie

geplande projecten. De plannen voor de herinrichting van de Grote Markt maakten indruk

op de jury. In 2012, als Turnhout 800 jaar stadsrechten viert en Cultuurstad van Vlaanderen wordt, zal de Grote Markt grondig vernieuwd en autovrij zijn. Turnhout haalde het van vier andere genomineerde projecten: het Markt-plein van Assenede, het sportpark Oude landen in Ekeren, de Londenstraat/Amsterdamstraat in Antwerpen en de Clementwijk in Sint-Niklaas. In de categorie gerealiseerde projecten ging de prijs naar het Dierenpark van het Provinciaal Domein in Huizingen. De andere genomineerde projecten waren het Pierkespark in Gent, het Raadsplein in Anderlecht, de begraafplaats Centrum in Lommel en de Geelhandplaats in Antwerpen.bart van moerkerke

www.steunpuntstraten.be, www.dagvandeopenbareruimte.be

Verdubbeling sociale media bij gemeentenVorig jaar had amper een op de vijf Vlaamse gemeenten een officieel account geregis-treerd op Facebook, hooguit 15% was aan-wezig op Twitter. Die tendens is gekenterd. In maart 2011 werd op elk sociaal netwerk (Facebook, NetLog, LinkedIn en Twitter) gezocht naar pagina’s die gerelateerd kun-nen worden aan een stad of gemeente. Dubbel zoveel socialenetwerkaccounts werden opgetekend in vergelijking met 2010. Facebook is veruit het populairst: de helft van alle Vlaamse gemeenten is actief op Facebook. Maar ook Netlog doet het niet slecht met 30% van het totale aantal accounts. Twitter is de sterkste stijger en tekent vijf maal meer volgers op dan vorig jaar. Een signaal aan de lokale overheden

om ook met Twitter actief aan de slag te gaan. Het professionele netwerk LinkedIn eist eveneens zijn deel op: met bijna 7000 leden in totaal brengen gemeenten hun personeel goed in kaart.Was vorig jaar Oostende de stad die het meest actief gebruik maakte van de sociale media, nu is dat onbetwistbaar Mechelen, gevolgd door Hasselt en Leuven. Harelbeke sluit de top vijf en is daarmee één van de snelste groeiers. Gent prijkt net als vorig jaar op nummer één wat betreft het totale aantal fans en leden (bijna 100.000) op de diverse socialenetwerksites samen.marlies van bouwel

www.socialmediavlaanderen.be

Tot 9 meiPrijs vrijwilligerswerk 2011Voor de derde maal beloont de Vlaamse Gemeenschap in samenwerking met de Verenigde Verenigingen een vernieuwende, opvallende of in- spirerende vrijwilligerswerking in verenigingen en/of projecten. De laureaat ontvangt 2500 euro en een gepersonaliseerd kunstwerk.www.prijsvrijwilligerswerk.be

De grote Markt van Turnhout wordt grondig vernieuwd tegen volgend jaar.

sTe

Fan

de

wic

ker

e

Page 11: Lokaal 7 - 2011

nix

Lokaal I 16 april 2011 I 11

nieuws

Van godshuis tot Sociaal Huis, OCMW’s gooien hun troeven op tafel

Op zondag 1 mei viert de erfgoeddag haar tiende verjaardag. Omwille van hun rijk patrimonium en cultureel erfgoed zijn OCMW’s sinds jaar en dag belangrijke spelers in het erfgoedgebeuren. In heel wat gemeenten maken OCMW’s dankbaar gebruik van het jaarthema armoe troef om hun hedendaagse werking over armoedebestrijding in de verf te zetten.

Met de tentoonstelling Een nieuw recept voor den disch toont de sociale dienst van het OCMW van Brugge haar hedendaagse werk tegen armoede-bestrijding aan een ruim publiek. Ann Bursens, hoofdmaatschappelijk werker sociale dienst legt uit: ‘Een OCMW heeft vandaag de dag nog weinig

te maken met armentafels of distafels van weleer. Deze editie van de erfgoeddag vormt een mooie gelegenheid om onze bredere werking kenbaar te maken. Op onze opendeurda-gen bereiken we mensen met een specifieke vraag, op de erfgoeddag krijgen we mensen over de vloer die komen kijken naar het mooie patrimonium dat ze vaak niet associëren met een OCMW-werking. Met de tentoonstelling in de historische kapel van het godshuis O.-L.-Vrouw van Blindekens maakt de bezoeker zowel kennis met de intrigerende geschie-denis van de openbare dienstverlening in Brugge als met de nieuwste initiatieven van het OCMW. Het OCMW koos bewust om zijn alternatieve projecten rond armoedebestrijding over diverse thema’s als energiebesparing en schuldbemiddeling en haar jongerenproject te presenteren. Dat het OCMW ook meer doet dan individuele dienstverlening, illustreert de groepswerking rond uitstraling. Dit groepswerk wil mensen in armoede meer assertief maken onder het motto zeker van je binnenkant, stralen aan je buitenkant. Onze culturele activiteiten vindt de bezoeker terug onder de titel Niet willen deelnemen is een keuze, niet kunnen is uitsluiting.’ Een tentoonstelling en/of rondleiding over de geschiedenis van het OCMW met een link naar zijn veel ruimere hedendaagse werking vindt u ondermeer ook in Deinze, Dendermon-de, Erpe-Mere, Harelbeke, Hove, Kontich, Kortrijk, Lier, Opwijk, Ternat en Sint-Truiden.sabine van cauwenberge

www.erfgoeddag.be

Tot 13 meiImpulsoproep migrantenbeleidMet het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid (FIM) steunt de federale regering projecten die een gunstig kader bieden voor de maatschappelijke integratie van personen van vreemde oorsprong, voor de preventie van discrimina-tie en de interculturele dialoog. De ondersteunde projecten over werkgelegenheid, vrije tijd, oplei-ding, gezondheid en bijstand aan personen moeten leiden tot de verbetering van het levenskader en tot gelijke kansen in actie-zones die als prioritair werden beschouwd. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding verzorgt het secretariaat van het FIM.www.fim-fipi.be

Page 12: Lokaal 7 - 2011

12 I 16 april 2011 I Lokaal

bestuurskracht management

Page 13: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 13

De Vlaamse Regering wijzigt diverse bepalingen in de Schoolfruitregeling. Zo kunnen de onderwijs-instellingen vanaf het volgende schooljaar bijkomende leerlingen inschrijven voor de Schoolfruitrege-ling. Zo kunnen ook leerlingen die na de erkenningsaanvraag zijn ingeschreven nog deelnemen aan de actie. Dat is vooral noodzakelijk voor de kleuterklassen. Daarnaast kunnen de steunaanvragen vanaf het volgende schooljaar enkel nog trimestrieel worden ingediend en valt de verplichting weg een be-zwaarschrift tegen een beslissing van schorsing via een aangetekende brief te sturen. Beide wijzigin-gen betekenen een administratieve vereenvoudiging voor scholen. Besluit van 18 februari 2011

De Vlaamse overheid rekent het tot haar plicht om de verdeling van schoolfruit te reguleren. Bij uit-breiding regelt ze de werking, de taken en het beleid van lokale besturen via planverplichtingen, uit-voeringsbesluiten, subsidievoorwaarden, projectoproepen en toezicht. De lokale besturen zelf regelen, in het zog van het gemeentedecreet, het gedrag van hun diensten. Ondersteunende beheersdiensten (zoals personeel, financiën of kwaliteitszorg) ontwerpen systemen van aansturing en controle en rol-len die over de organisatie uit. De lokale besturen regelen het gedrag van het lokale middenveld: in ruil voor enige steun moeten verenigingen en burgerinitiatieven aan voorwaarden in reglementen vol-doen. Lokale besturen zijn het object van Vlaamse regelgeving en ze creëren zelf regelgeving, intern en in de relatie met de maatschappij: regeldrang op drie niveaus.

D it artikel waarschuwt voor de perverse effecten van deze doorhollende systeem- en regeldwang. Ze schaden de kracht en creativiteit in onze samenleving die we als lokaal bestuur steeds meer nodig hebben om complexe problematieken in een globaliserende wereld aan te pakken. De teneur van dit

artikel is dat regelgeving ondergeschikt en ondersteunend moet zijn voor praktijkoplossingen en voor de noden van het netwerkende lokaal bestuur. Dat is de rode draad doorheen actuele thema’s: de planlast, de omvorming van toezicht, de bestuurskracht van lokale besturen. We waarschuwen voor de systemen van beheersing die zich in het zog van het gemeentede-creet aan het ontwikkelen zijn. We wijzen lokale besturen op hun verant-woordelijkheid om wat ze bij de Vlaamse overheid aanklagen, ondertussen niet zelf en in veelvoud in hun eigen organisatie en in de verhouding met de lokale maatschappij en haar burgers toe te passen.

tekst filip de rynck en geertrui vanloo

beeld bart lasuy

Page 14: Lokaal 7 - 2011

14 I 16 april 2011 I Lokaal

In het laatste decennium kregen de lo-kale besturen op veel beleidsdomei-nen de rol van stimulator, regisseur

of netwerkmakelaar. Dat is een andere invulling van goed bestuur dan deze voor klassieke uitvoeringstaken. Voor uitvoeringstaken zijn hiërarchische aan-sturing, planning en controle vervat in regelsystemen bruikbaar, maar dat zijn ze niet voor die nieuwe profielen. Die vergen andere competenties en een an-dere bestuursstijl die aangepast zijn aan complexe velden met autonome en soms argwanende actoren. Net terwijl die om-slag zich voordoet, rukken klassieke re-gelsystemen steeds meer op.

De grijze zone: laveren tussen zwart en witDe sterkte van lokale democratie en van lokale initiatieven is dat gemeenten, diensten en burgers praktijkoplossingen zoeken voor de problemen waarmee ze te maken krijgen. Regels daarentegen heb-ben het kenmerk dat ze uniform zijn om-dat ze vanuit een systeemdenken worden bedacht. Om de praktijkaanpak te be-schermen speelt zich een krachtmeting af in een grijze zone: de ruimte tussen het bewaren van de eigen praktijkoplos-singen en het formeel in orde zijn met de opgelegde regels.

Gemeenten staan onder het gedetailleerde toezicht van Vlaamse ambtenaren voor de toepassing van de rechtspositierege-ling. De gemeenten spelen dat spel mee terwijl ze de eigen praktijken en inter-pretaties van de rechtspositie ondertus-sen beschermen.

Beheersdiensten van gemeenten ont-werpen regels vanuit hun interne toe-zichtstaak, waarbij ze het gedrag van de beleidsdiensten betreffende personeel,

financieel beheer of kwaliteitszorg zoveel mogelijk uniform proberen te sturen. Be-leidsdiensten moeten dat spel meespelen maar proberen toch de vrijheid te be-waren om de eigen praktijkoplossingen te beschermen die het bestuur van hen ook verwacht.

Gemeenten maken reglementen voor ondersteuning van burgerinitiatief. Ter-wille van die voorwaarden dienen bur-gerinitiatieven dossiers in, die perfect passen in de opgelegde criteria maar die maar voor een deel weergeven wat er echt gebeurt. Of ze dienen helemaal geen dos-siers in en zetten toch initiatief op, in de grijze zone.

In de ruimte van de grijze zone vinden we het zuchten en foeteren; het brico-leren met cijfers, teksten en documen-ten om miserie te vermijden. Cynisme is de verzamelterm voor het gedrag van gemeenten, diensten en burgers die we-ten dat ze een spel met de regels spelen. Cynisme kenmerkt gemeenten in hun houding ten opzichte van de Vlaamse administraties; cynisme kenmerkt ge-meentelijke diensten die proberen om overeind te blijven in de stortvloed van interne regels; cynisme kenmerkt bur-gerinitiatieven in hun verhouding met regels van gemeenten. Lokale besturen zijn zelf cynisch maar zijn intern en ex-tern ook voorwerp van cynisme.

Cynisch spelen met regels en desondanks voortwerken, dat is een Belgische hobby en was op veel vlakken een sterkte. Het effect van de oprukkende regeldwang is echter zorgelijk. Uniforme regelsyste-men stimuleren conservatisme en ver-dragen zich slecht tot innovatie. Als de grijze zone door steeds meer regels wordt

bezet dan komt er een kantelpunt. Als beheerslogica op de drie niveaus domi-neert, dan komt er een moment waarop mensen afhaken. Verenigingen en bur-gerinitiatieven gooien na het zoveel-ste gevecht met reglementen vermoeid de handdoek in de ring of zoeken geen contact meer met het bestuur. Mensen brengen niet meer de moed op om oplos-singen te zoeken voor praktijken maar leggen er zich bij neer dat het regelsys-teem dicteert wat er nog kan gebeuren. Dan spreken we letterlijk over een grijze zone: gemeenten vernieuwen niet meer; politici en beleidsdiensten geven het op; burgers nemen geen initiatief meer. Alles is geregeld, het systeem krijgt zijn voe-ding – maar er beweegt niets meer.

Het belangrijkste gevaar is dat onderne-mende politici en ambtenaren niet eens meer kandideren. Net nu we mensen no-dig hebben die zich willen engageren om met complexiteit om te kunnen, motive-ren we ze niet meer. Of, als ze in huis zijn, stoten we ze op die manier af, mentaal of fysiek: ze verlaten de gemeenten en de publieke sector. Vervolgens trekken we nog minder dan nu mensen aan die het verschil maken. Zo versterkt dit perfide systeem zichzelf: de veiligheid van de re-gels gaat dan nog meer domineren. Alles is onder controle, op de zelf gecreëerde vierkante centimeter.

Minder beheer, meer begeesteren Om talent te motiveren moet de vrijheid van de Metis centraal staan. De metis (of het métier) van Aristoteles is de kunst van de begeesterde en op maat bedachte praktijken, de praktijkintelligentie van gemeenten, gemeentelijke diensten, lo-kale belangenbehartigers en burgers. Die gedifferentieerde organische actielogica van die ‘every day makers’ moet boven de beheerslogica van de uniformiserende systemen staan. Die ‘every day makers’ zijn de gemeenten in de verhouding met Vlaanderen, dan weer de diensten in hun onderlinge verhouding en ook het lokale middenveld, economische groepen en de individuele burgers in hun verhouding met gemeenten. Goed management ge-bruikt die innovatieve kracht. Bedrij-

bestuurskracht management

“Voldoende wit blad laat innovatieve mensen die ruimte benutten. Belicht het wit en je krijgt potentieel alle kleuren van de regenboog.

Page 15: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 15

ven verlaten de strakke meerjarenplan-ning die achterhaald is terwijl ze nog nat op de tekentafel ligt. Dat is het belang van het verminderen van planlasten; dit geeft ons de voeding voor een kritische analyse van de effecten van het gemeen-tedecreet, en straks van de nieuwe Be-leids- en Beheerscyclus; daarom pleiten we voor discussie over de manier waarop gemeentebesturen met burgerinitiatie-ven omgaan, bijvoorbeeld in gebiedsge-richte of wijkprogramma’s.

De grijze zone is het toneel van een soms cynische omgang met regels om praktijk-arrangementen te behouden of mogelijk te maken. Als het perspectief kantelt en die praktijken als uitgangspunt dienen, kijken we naar regels, en niet vanuit re-gels. Hoe kunnen die de begeestering van gemeenten, diensten, lokale groepen of burgers ondersteunen? Wat zich voor-

heen als een grijze zone vermomde, in het denkkader van zwart-op-wit, wordt dan een kleurrijke zone. Voldoende wit blad laat innovatieve mensen die ruimte benutten. Belicht het wit en je krijgt po-tentieel alle kleuren van de regenboog. Beheers dan de kunst van het begeeste-ren om die potentie te realiseren.

Gemeenten vragen in de verhouding met de Vlaamse overheid terecht veel meer ruimte voor maatwerk. De plan-lastvermindering zou een boeiende stap kunnen zijn. Het kan de kracht van ge-meenten als laboratoria voor vernieu-wing stimuleren. Tegelijk leidt dat nu al in sommige gemeenten tot verlatings-angst: de zekerheid van de opgelegde re-gels vervalt en er moet zelf nagedacht worden. De valse zekerheid van dan toch minstens formeel ‘in orde te zijn’ is niet meer de norm en dat zorgt voor onrust.

Het onderscheid tussen defensieve en in-novatieve gemeenten zal op die manier bovendrijven en zorgen voor een kleur-rijker Vlaanderen.

Gemeenten zullen in hun interne or-ganisatie hetzelfde principe van diffe-rentiatie moeten volhouden. Beleids-diensten die dagelijks rechtstreeks met de burgermaatschappij aan de slag gaan, proberen kleur te geven aan praktijken. Zij bevinden zich op snijvlakken van or-ganisaties en culturen. Daar ontstaan de innovatieve praktijken die zich niet la-ten vangen in traditionele op beheersta-ken gerichte managementtechnieken. Die technieken lijken echter wel steeds meer de gemeente aan te sturen. Het lijkt wel op de achterbouw die menig Vlaams huis siert: er komen steeds meer kotjes of regeltjes bij, tot elke vierkante cen-timeter met regels is dichtgetimmerd. De beleids- en beheerscyclus, het woord

info? [email protected]

PRIJSTIMING

KWALITEIT

COMPETENTIES

DUURZAAMHEID

BELEVINGSWAARDE

RISICOMANAGEMENT

...

GUNNENOP

WAARDE13 MEILAMOTSYMPOSIUM

bouwen is oplossingen aanbieden

advertentie

Page 16: Lokaal 7 - 2011

16 I 16 april 2011 I Lokaal

beheer staat er niet toevallig, kan die controledrang nog stimuleren. Het ge-klaag weerklinkt overal maar de regel-systemen lijken de onwrikbaarheid van een natuurwet te hebben. Schepenen, leidende ambtenaren en management-teams lijken op dit vlak tot nu toe vooral geparalyseerd toe te kijken.

Waar burgers begeesterd door het samenwerken met anderen eigen ini-

tiatieven willen nemen en zo de lokale gemeenschap kleur geven, zullen ge-meenten ook die differentiatie kansen moeten geven. De subsidiariteit van burgers die zelf initiatief nemen ver-draagt zich al even slecht met uniforme gemeentelijke managementsystemen en met uniforme gemeentelijke reglemen-ten. Bovendien zijn die middenklasse- reglementen vaak niet geschikt voor nieuwe Belgen en voor zwakkere groe-pen. Overal moet alles en voor alle groe-pen gelijk zijn; uitzonderingen kunnen niet de regel worden. Wij vinden dat uitzonderingen de nieuwe regel moeten worden. Op maat ontwikkelde initiatie-ven zijn net exceptioneel uitzonderlijk, anders werken ze niet.

Van toezicht naar onderhandelenRegels zijn altijd gekoppeld aan vormen van opvolging en toezicht. Toezicht leidt tot interpretaties van regels en zo tot nog meer regels om de verschillen in inter-pretatie dicht te rijden. Dat wordt on-dersteund door meetsystemen met een semireligieuze status. Meten is weten, u kent het wel. Het is de wereld van indi-catoren, van monitoren. De meters zijn gerustgesteld zolang er maar iets ge-meten wordt. Meetsystemen verdragen zich heel slecht met maatwerk en door de praktijk geïnspireerde verschillen.

De kracht van de kleurrijke praktij-ken erkennen en stimuleren vergt een andere vorm van interactie. Die moet op onderhandelen gebaseerd zijn, vertrek-kend vanuit begrip en respect voor de werkers in de praktijk en gericht op een context die hen daarin zo veel mogelijk ondersteunt.

Gemeentebesturen klagen terecht over het betuttelende toezicht dat zich vaak in

de donkere krochten van de Vlaamse re-gels schuilhoudt of zich manifesteert in de heldere landschapsbureaus van een Vlaamse administratie. Ze vragen een andere, meer interactieve dialoog met de Vlaamse overheid die zich beperkt tot kaders, toetst op kwaliteit en resul-taten. Het kantelen van de visie op toe-zicht in de richting van ruimte geven en onderhandelen, kan ertoe leiden dat ge-meenten van elkaar leren en dat zo ge-meenschappelijke praktijken ontstaan. In plaats van opgelegde regels zoeken gemeenten dan via leerprocessen onder-ling de best aangepaste manier om be-paalde praktijken vorm te geven.

Gemeentebesturen moeten dat prin-cipe van onderhandelend regelen dan ook toepassen in de eigen organisatie. Nu evolueren we naar de toestand waar-bij beleidsdiensten de systemen van de beheersdiensten ondersteunen. Beheers-diensten moeten ondersteunend zijn voor beleidsdiensten. Hun voornaamste taak is voor de praktijken en noden van beleidsdiensten de gepaste ondersteu-nende oplossingen te zoeken. Ook dan kan tussen diensten interactie ontstaan die leidt tot nieuwe gemeenschappelijke afspraken. Het verschil is dan dat deze vanuit de praktijken groeien.

Onderhandelend regelen betekent dat gemeenten in de relatie met burgerini-

tiatief kritisch naar hun regelgeving en het toezicht daarop kijken. De gemeen-te kijkt dan door de ogen van externen naar de eigen organisatie. Wat willen burgerinitiatieven doen en bereiken en hoe kan het gemeentebestuur dat het best ondersteunen of dat eventueel be-ter niet ondersteunen?

Regelsystemen steunen op wantrouwen, op achterdocht. Vanuit praktijken den-ken betekent een omslag naar relaties die op vertrouwen zijn gebaseerd, op het er-kennen van het belang van vrijheid bin-nen een kader dat gebaseerd is op prin-cipes van integer en behoorlijk bestuur. Het is vanuit die filosofie dat we het ge-meentedecreet van driehonderd tot vier artikelen hebben herleid.

Art 1 • Elke gemeente regelt de eigen huishouding en respecteert daarbij de regels van behoorlijk bestuur.

Art 2 • De Vlaamse overheid neemt met belangstelling kennis van innova-tieve aanpak bij lokale besturen en gaat na hoe ze die zonder regelgeving kan belonen.

Art 3 • De gemeentelijke administratie organiseert zich zo dat initiatief en de praktijkbehoeften van de beleidsdien-sten en de lokale maatschappij centraal staan. De organisatie helpt deze zo goed mogelijk.

Art 4 • Burgerinitiatieven zijn de moei-te. Het gemeentebestuur bekijkt geval per geval of ze iets voor lokale groepen en burgers kan, moet en wil doen.

En we stellen ook voor dat de Vlaamse overheid de scholen zelf laat beslissen hoe ze dat fruit verdelen.

Filip De Rynck is hoogleraar bestuurskunde

aan de Hogeschool Gent en Geertrui Vanloo is

directeur sociale zaken van de stad Leuven.

Voor deze bijdrage haalden we inspiratie uit

publicaties van Herman Van Gunsteren,

Paul Frissen, Steven Toulmin, Pieter Tops,

Eva Sorensen en Vivien Lowndes.

bestuurskracht management

“Regelsystemen steunen op wantrouwen, op achterdocht. Vanuit praktijken denken betekent een omslag naar relaties die op vertrouwen zijn gebaseerd.

Page 17: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 17

Een nauwere samenwerking tus-sen gemeenten en OCMW’s is een trend die de laatste jaren bij tal van

lokale besturen opduikt. Vaak slaan ze de handen in elkaar bij de organisatie van ondersteunende diensten zoals ICT, secretariaat of personeelszaken. Daar-naast hebben al behoorlijk wat OCMW-voorzitters een plaatsje gekregen in het college van burgemeester en schepenen. De hechtere samenwerking tussen bei-de besturen komt eveneens sterk tot ui-ting bij een tiental Vlaamse gemeenten en OCMW’s die eenzelfde secretaris in dienst hebben. Ook ontvangers worden steeds vaker door beide besturen ge-deeld.

Het belang van de contextHet aftreden van de secretaris van een van beide besturen was in de meeste ge-meenten een directe aanleiding om de gemeenschappelijke functie te creëren. Maar bijvoorbeeld in Spiere-Helkijn is zo’n gedeelde secretaris geen nieuwig-heid. ‘Ik nam deze functies over van mijn voorganger, die ook voor beide be-sturen werkte. Volgens mij is dat hier in Spiere-Helkijn altijd zo geweest. Met onze 2100 inwoners zijn we immers maar een heel kleine gemeente,’ zegt Wout Lefebvre, gemeente- en OCMW-secretaris. In Neerpelt, Lendelede en Baarle-Hertog is de OCMW-secretaris enkele jaren geleden weggevallen om-

wille van ontslag, ziekte of pensioen. De functie werd er overgenomen door de gemeentesecretaris. Oorspronkelijk gaat het vaak om een tijdelijke vervan-ging, maar deze ‘dubbele baan’ bevalt de meeste secretarissen wel, waardoor ze de functies uiteindelijk blijven com-bineren. De reden waarom gemeenten en OCMW’s deze gemeenschappelijke functie creëren, verschilt erg. In Lende-lede lagen het vernieuwde Gemeente- en OCMW-decreet deels aan de oorsprong van de beslissing. ‘Het vernieuwde de-creet stelt dat onze OCMW-secretaris nog maar voor maximaal 70% in dienst mag zijn. Toen de OCMW-secreta-ris wegviel, werd er besloten dat ik de functie erbij zou nemen,’ zegt Christop-he Vandecasteele. Baarle-Hertog heeft gekozen voor een gemeenschappelijke secretaris om de samenwerking tussen beide besturen te verstevigen. ‘Er was al een verregaande samenwerking tussen gemeente en OCMW toen de OCMW-secretaris acht jaar geleden wegviel. Er werd mij gevraagd de functie erbij te nemen om verdere samenwerking tus-sen beide besturen te stimuleren,’ zegt Jan Vervoort. Het OCMW Neerpelt wou aanvankelijk wel een nieuwe secretaris aanwerven, ‘maar er is geen geschikte kandidaat uit de bus gekomen, dus werd er beslist dat ik de functie erbij zou ne-men,’ vertelt Hilde Vandervelden. Het feit dat zij kon bouwen op een jarenlange

ervaring als secretaris van het OCMW heeft zeker een invloed gehad op deze beslissing. Ook in Lendelede was het OCMW niet onbekend voor de gemeen-tesecretaris. ‘Vroeger was ik ontvanger voor gemeente en OCMW. Ik was dus al goed op de hoogte van de werking van dit bestuur.’ Wanneer de secretaris in

de loop van zijn carrière een grondige kennis heeft verworven over beide be-sturen, vergemakkelijkt dit uiteraard de overstap naar een gemeenschappelijke aanstelling.

Het is opvallend dat in de gemeenten die de beslissing nemen om een secreta-ris te delen, er vooraf al een samenwer-kingscultuur heerst. De geconsulteer-de gemeenten en OCMW’s bundelden

bestuurskracht samenwerking OCMW’s en gemeenten

“In de gemeenten die beslissen om een secretaris te delen, is er al een samenwerkingscultuur tussen gemeente en OCMW.

Een secretaris voor gemeente en OCMWEen tiental Vlaamse gemeenten heeft het voorbije decennium de functie van gemeente- en OCMW-secretaris verenigd in één persoon. Het zijn vaak kleinere gemeenten met maar enkele duizenden inwoners. Maar ook enkele grotere steden besloten één secretaris aan te stellen voor beide besturen. tekst dorien baens beeld bart lasuy

Page 18: Lokaal 7 - 2011

18 I 16 april 2011 I Lokaal

hun krachten al voor verschillende of alle ondersteunende diensten. Er wer-den ook samenwerkingsplannen voor de toekomst gemaakt. Ten slotte hebben de meeste al langere tijd eenzelfde ont-vanger in dienst. Het is dus niet zo dat er sinds de aanstelling van de secretaris in beide besturen plots een samenwer-kingsgolf op gang kwam. ‘Het heeft de samenwerking wel in een stroomver-snelling gebracht,’ zegt Hilde Vander-velden. Christophe Vandecasteele heeft ondervonden dat zo’n functie ‘de sa-menwerking bestendigt en intensiever maakt’.

‘Intensieve samenwerking tussen ge-meente en OCMW is echter ook perfect mogelijk wanneer ze elk een secretaris hebben,’ merkt Wout Lefebvre terecht op. Volgens de secretarissen van Lende-lede en Baarle-Hertog is het belangrijk dat beide besturen toch hun eigenheid kunnen bewaren in die samenwerking. ‘Sociale hulpverlening aan individuen moet bijvoorbeeld een zaak blijven van het OCMW. Die dossiers moeten en mo-gen ook niet in het college besproken worden,’ zegt Jan Vervoort. Christophe Vandecasteele beaamt dat het belang-rijk is om rekening te houden met de eigenheid van de besturen. ‘Gemeen-te en OCMW hebben beide hun eigen problematiek, dat mag je niet vergeten. Maar ze kunnen elkaar perfect helpen en ondersteunen zonder hun eigenheid te verliezen.’

Schaalvoordelen of pure noodzaak?Aangezien Neerpelt met zijn 16.000 in-woners de grootste gemeente is waar beide functies door eenzelfde persoon worden ingevuld, heeft Hilde Vander-velden haar handen meer dan vol. ‘Sa-men is het zeker meer dan een fulltime betrekking, maar het is nog combineer-baar.’ De keuze voor een gemeenschap-pelijke secretaris ligt bij gemeenten van deze omvang uiteraard minder voor de hand dan bij kleinere gemeenten, waar-bij samenwerking volgens Jan Vervoort vaak een ‘pure noodzaak’ is. ‘Schaal-voordelen zijn vooral voor kleinere ge-meenten een belangrijke drijfveer om samen te werken. Wij hebben vaak ge-

woonweg de middelen niet om alle be-trekkingen in beide besturen fulltime in te vullen. De samenwerking wordt in deze gemeenten dan ook vergemak-kelijkt doordat beide besturen vragende partij zijn.’ Wout Lefebvre begrijpt het voorbehoud van andere, vaak grote of middelgrote gemeenten tegenover een

gemeenschappelijke secretaris wel: ‘Het komt er dan dikwijls op neer dat de se-cretaris van de gemeente de functie van OCMW-secretaris er zomaar moet bij-nemen. Maar een groot of middelgroot OCMW kan, in tegenstelling tot klei-nere OCMW’s, niet geleid worden zon-der een manager aan het hoofd.’ Volgens Vervoort kan de secretaris het ook in een kleine gemeente trouwens niet al-leen aan: ‘Het is cruciaal dat je op goede beleidsmedewerkers kunt vertrouwen.’ Ook Christophe Vandecasteele hecht veel belang aan zijn stafmedewerkers: ‘Ik heb in beide organisaties een stafme-dewerker die me kan vervangen als dat nodig is. Het is belangrijk dat je iemand hebt aan wie je de meer uitvoerende za-ken kunt toevertrouwen.’ Wanneer de secretaris tijdelijk wegvalt, is het uiter-aard belangrijk dat beide besturen op zulke personen kunnen rekenen. ‘Het grootste nadeel aan zo’n gemeenschap-pelijke functie is dat beide besturen in

moeilijkheden komen wanneer de secre-taris om welke reden dan ook wegvalt,’ vertelt Hilde Vandervelden.

Natuurlijk zijn er niet alleen schaal-voordelen verbonden aan zo’n gemeen-schappelijke functie. Ten eerste maakt ze een betere afstemming op beleidsni-veau mogelijk. ‘Die betere afstemming is niet beperkt tot het sociale beleid, het is ruimer dan dat,’ aldus Jan Vervoort. De opname van de OCMW-voorzitter in het college van burgemeester en sche-penen is daar volgens Vervoort en Van-decasteele ook een belangrijk element in. De Neerpeltse secretaris merkt op dat gemeenten en OCMW’s, vanwege die gemeenschappelijke secretaris, be-ter kunnen anticiperen op dingen die ze samen kunnen doen. ‘Er is immers een betere informatiedoorstroming. Bei-de besturen blijven op de hoogte van mekaars initiatieven en toekomstplan-nen.’ Wout Lefebvre ziet het verplicht opnemen van OCMW-voorzitters in het college van burgemeester en schepenen als een vorm van verplichte informatie-doorstroming: ‘Wat uiteraard een goede zaak is voor het bestuur.’ Los van sa-menwerking kunnen diensten ook ge-woonweg van elkaar leren. ‘Er staat een iemand aan het roer, die persoon heeft een overzicht. Daardoor kunnen we positieve projecten of initiatieven over-brengen van het ene op het andere be-stuur,’ vertelt Christophe Vandecasteele. Wout Lefebvre merkt op dat er ook spe-cifiek voor kleinere gemeenten voorde-len aan een gemeenschappelijke secre-taris verbonden zijn. ‘In Spiere-Helkijn is de functie van secretaris in beide be-sturen maar een deeltijdse aanstelling. Maar doordat de functies uitgeoefend worden door één persoon wordt het een voltijdse betrekking. Daardoor ben ik permanent aanspreekbaar. Ik heb dus een grote beschikbaarheid. Daarnaast staan er natuurlijk ook wel dubbel zo-veel vergaderingen in mijn agenda.’ Het bestaan van een gemeenschappelijke se-cretaris is dus toch niet een en al rozen-geur en maneschijn!

Dorien Baens is redacteur stagiaire

van Lokaal

“Wanneer de secretaris in de loop van zijn carrière een grondige kennis heeft verworven over beide besturen, vergemakkelijkt dit uiteraard de overstap naar een gemeenschappelijke aanstelling.

bestuurskracht samenwerking OCMW’s en gemeenten

Page 19: Lokaal 7 - 2011
Page 20: Lokaal 7 - 2011

20 I 16 april 2011 I Lokaal

S inds de Markt van Tielt in 2008 was heraangelegd, werd ze dan weer eens opengesteld en dan

weer afgesloten voor het verkeer. Er heerste een blijvende onenigheid over de kwestie. Het actiecomité Spel op de markt dat vóór de verkeersvrije markt was, verzamelde in 2009 iets meer dan 3000 handtekeningen om zo een volks-raadpleging af te dwingen, maar slechts 2973 bleken geldig. Dat was onvoldoen-de maar het signaal werd opgevangen, de markt zou weer verkeersvrij worden tegen volgende zomer. Een maand na het verkeersvrij maken, besloot het bestuur om toch een volksraadpleging te orga-niseren.

Ultieme vorm van democratie?Een volksraadpleging over de markt in Tielt is volgens sommigen een teken van zwak lokaal bestuur, volgens anderen de ultieme vorm van democratie. De lo-kale media pikten gretig in op de ver-schillende meningen en lieten ook en-kele bekende Tieltenaars aan het woord. Tielt en omstreken leefden mee naar dit moment. Zouden er genoeg stemmers komen opdagen? Wat zou het bestuur doen met het advies van de uitslag? Van bij het begin verzekerde het bestuur de niet-bindende uitslag van de volksraad-pleging te respecteren.

Informeren en mobiliserenHet bestuur informeerde de inwoners met een overzichtelijke brochure over de gestelde vraag. Een visuele voorstelling illustreerde het resultaat van de ja- en de nee-stem. Klanten van de plaatselijke supermarkt ontvingen een gratis bood-schappentas met de neutrale boodschap uw stem is belangrijk. Ook op www.tielt.be/volksraadpleging stond alle relevante informatie. In se gaat de volksraadpleging niet over een verkeersvrije markt maar over een doorgang van enkele meter. Biedt het verkeersvrij maken van deze doorgang zo’n grote voordelen of heeft het zo’n ne-gatieve gevolgen? De twee kampen pro-beerden inwoners te overtuigen om te gaan stemmen en probeerden de stem-mers te beïnvloeden. Het stem ja-kamp had vele gezichten, de vele gedupeerde handelaars. Het kamp stem neen, alias het actiecomité Spel op de Markt, verloor zijn roerganger na bedreigingen en was sinds eind 2010 herleid tot de monumen-ten op de markt (Olivier De Duivel en kompanen) die trots waren op hun mooi-ste, verkeersvrije markt. Menig argument wordt in beide kampen aangehaald: eco-nomische en ecologische argumenten, korte- en langetermijnperspectieven… Biedt een verkeersvrije markt zuurstof en verkeersveiligheid of deelt het de stad

in twee met nare gevolgen: veel omrijden en het doodbloeden van de markt? Niet iedereen was vóór of tegen. Sommigen hadden er ook gewoon ‘geen last van’, of gewoon ‘geen mening’. Afgaand op de resultaten van een voorafgaande online peiling van een krant was voorspeld dat 90% van de inwoners zou gaan stem-men en dat 60% neen zou stemmen. De uitslag is enigszins anders uitgedraaid.

D-day De dag zelf: volksraadpleging zondag 20 maart 2011. Stemrecht tussen 8 en 13 uur, 17 stembureaus in Tielt en in de drie deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle. Stemrecht vanaf 16 jaar, 16.502 stemgerechtigden. Het was afwachten of de nodige 3000 stemmen zouden gehaald worden. De terrasjes op de verkeersvrije markt liepen goed vol, het was er een gezellige drukte. Een af- en aanrijden van vele auto’s naar het stadcentrum. Wat een mix van stem-mers, jong en oud, met uitgesproken me-ning of zonder. Ook enkele bewoners van het woonzorgcentrum werden aan-gereden om hun stem uit brengen, som-migen voortgeduwd in hun rolwagen door hun verzorgers. Een gemoedelijke democratische sfeer, geëngageerde men-sen. Voor de vele voor- en bijzitters kon het bestuur rekenen op 110 vrijwilligers.

Volksraadpleging brengt opnieuw verkeer over markt

Op 20 maart 2011 organiseerde het stadsbestuur van Tielt een volksraadpleging met als vraag of er vanuit de Bruggestraat en de Kortrijkstraat opnieuw verkeer richting Nieuwstraat wordt toegelaten.tekst nadja desmet beeld brochure volksraadpleging tielt

bestuurskracht referendum

Het bestuur informeerde de inwoners met een overzichtelijke brochure. Een visuele voorstelling illustreerde het resultaat van de ja- en de nee-stem.

Page 21: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 21

lokale raad

Hoe kunnen OCMW-raadsleden de OCMW-verenigingen controleren?Door bepaalde OCMW-diensten of -activiteiten te verzelfstandigen in een OCMW-vereniging titel VIII, Hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet (de vroegere vereniging Hoofdstuk XII van de OCMW-wet), zorgt de OCMW-raad voor meer onafhankelijkheid van die diensten of activiteiten. Door de onafhankelijkheid kan de vereniging beslissingen nemen zonder ze telkens ter bespreking voor te leggen aan de OCMW-raad. Dat betekent niet dat de OCMW-raadsleden geen enkele verantwoordelijkheid meer hebben ten aanzien van deze verzelfstan-digde diensten of activiteiten. De raadsleden blijven verantwoordelijk voor de democratische controle op de OCMW-vereniging, ook al is dat niet altijd even ge-makkelijk. De decreetgever heeft enkele waarborgen voorzien.

Afvaardiging van raadsleden Als belangrijkste vorm van controle heeft de decreetgever ingeschreven dat OCMW-raadsleden het OCMW vertegen-woordigen in de vereniging. Voor een vereniging titel VIII, Hoofdstuk 1 die geen ziekenhuizen beheert, kunnen enkel raadsleden afgevaardigd worden. Voor alle duidelijkheid: dus ook de voorzitter of de leden van het vast bureau kunnen af-gevaardigd worden, want ook zij zijn raadsleden. We beperken ons in dit artikel tot de niet-ziekenhuis-verenigingen.

Belangrijke beslissingen van de vereniging De statuten van de ver-eniging moeten onder meer bepalen wat de bevoegdheid is van de algemene vergadering, hoe die bijeengeroepen wordt, en hoe de besluiten ter kennis gebracht worden aan de leden van de vereniging. Verder is expliciet voorzien dat bepaalde beslissingen van de vereniging enkel genomen kunnen worden wanneer de leden hier vooraf mee instemmen. Het gaat hier over een statuut-wijziging die meer plichten of minder rechten van de leden meebrengt, de toelating van nieuwe leden en de verlenging en ontbinding van de vereniging. Ook is voorzien dat als de vereniging haar doel verandert, de leden zich kunnen terugtrekken. Dit zijn allemaal belangrijke waarborgen om als OCMW-raad de democratische controle te behouden.

Agenda en andere beslissingen De OCMW-raad moet in het huishoudelijk reglement de wijze bepalen waarop de bestuursorganen van de verenigingen hun agenda en hun beslissingen ter kennis moeten brengen aan de OCMW-raad. De VVSG neemt in het model van huishoudelijk reglement voor de OCMW-raad een voorbeeldprocedure op. In dat voorbeeld wordt de OCMW-vereniging opge-legd om iemand aan te duiden die er voor zorgt dat de agenda van de vergade-ringen van de bestuurs- en beheersorganen ten laatste acht dagen (of andere termijn) voor de vergadering bezorgd wordt aan de OCMW-secretaris, die deze agenda bezorgt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. De voorzitter stelt deze agenda vast, en kan de OCMW-secretaris gelasten om deze agenda meteen ter info mee te delen aan de OCMW-raadsleden, zodat er indien nodig nog een vergadering van de OCMW-raad kan plaatsvinden bij spoedei-sendheid. Voor de beslissingen van de bestuurs- en de beheersorganen van de OCMW-verenigingen kan een gelijkaardige procedure uitgewerkt worden. Uiter-aard zijn er ook andere mogelijkheden dan het model van de VVSG.

Art. 49, 9° en Titel VIII, Hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Model van huishoudelijk reglement OCMW-raad (6) op www.vvsg.be, knop sociaal beleid,

ocmw-decreet

Voor alle informatie over de werking van de OCMW-raad mail naar [email protected]

Eindelijk duidelijkheidDaarna was het wachten op het resultaat dat tussen 16u en 17u verwacht werd. De uitslag zou op www.tielt.be bekendge-maakt en aan het stadhuis aangeplakt worden. Al snel kwam het bericht dat 8213 inwoners hun stem hadden uitge-bracht en dat de telling kon beginnen. Twee uren vóór het officiële verdict ston-den mensen van het stem ja-kamp al te feesten op het verkeersvrije deel van de markt, nu dat nog kon. De website van de stad, die was intussen gecrasht of al-thans offline. Dan maar alternatieven zoeken op zoek naar het verdict. Op Twitter deelden enkele journalisten van de regionale pers de officieuze tussen-standen en uiteindelijk ook de officië-le uitslag mee. Toen het nieuws overal doorgesijpeld was, stond de uitslag van de volksraadpleging ook officieel te lezen op de website van de stad: 5681 perso-nen of 69,17% stemden ja, 2473 personen of 30,11% brachten een nee-stem uit en 59 personen of 0,72% stemden ongeldig.

Volgens de handelaars toont de over-duidelijke meerderheid van ja-stemmers dat het probleem dieper zat dan alleen bij een handvol handelaars en horeca-uitba-ters. Waren de nee-stemmers minder ge-mobiliseerd of hadden ze een gebrek aan boegbeeld-gezicht(en)? Wat is de invloed van de vraagstelling op de uitslag? Hoe-veel mensen met ‘geen mening/geen last’ kwamen opdagen en wat was hun stem? Vijgen na Pasen, het volk heeft beslist en alle partijen lijken het advies van de volksraadpleging te respecteren. Einde-lijk duidelijkheid, klinkt het opgelucht. De markt – de doorgang van enkele me-ter – gaat nog in april terug open voor het verkeer.

Zou de uitslag anders geweest zijn als de discussie over een echte verkeers-vrije markt zou gegaan zijn inclusief toe-komstgericht mobiliteitsplan rekening houdend met toekomstvisies over mo-biliteit, duurzaamheid, economische be-langen, stadsontwikkeling en de rol van de publieke ruimte? Of is dit voer voor de komende gemeenteraadsverkiezingen?

Nadja Desmet, VVSG-stafmedewerker en

inwoner van Tielt

Page 22: Lokaal 7 - 2011

22 I 16 april 2011 I Lokaal

de raad van Middelkerke

tekst bart van moerkerke

beeld stefan dewickere

De gemeenteraad van Mid-delkerke vergadert op de eerste verdieping van het statige gemeentehuis. Er zijn behoorlijk wat toeschouwers komen opdagen, alle stoel-tjes voor het publiek zijn in-genomen. Om acht uur opent burgemeester en gemeente-raadsvoorzitter Michel Lan-duyt de zitting. Het tempo ligt meteen hoog. De goed-keuring van het verslag van de raad van februari, enkele beslissingen in verband met de Intercommunale Maat-schappij voor Watervoorzie-ning in Vlaanderen en over de protestantse baptisten-kerk Bethel passeren zonder discussie, ook al onthouden enkele oppositieraadsleden zich op sommige punten. De aanleg van een speelterrein aan de Loskaaistraat wordt unaniem goedgekeurd.

Pas bij het zevende agenda-punt gebeurt er iets. De con-cessie voor de verkoop van ijs op de zeedijk liep eind 2010 af. Voor de nieuwe concessie wordt voorgesteld de zeedijk

in twee stukken te verdelen en twee loten toe te wijzen. De minimumprijs per lot wordt vastgelegd op 15.000 euro. De procedure is die van openbare inschrijving met recht van opbod. De conces-sies zouden lopen van 1 juli 2011 tot 31 december 2020, zo zegt het voorstel aan de ge-meenteraad. De burgemeester ziet zelf het probleem. ‘Ik stel voor de begindatum van de concessie te vervroegen naar 9 april, de start van de paas-vakantie, want anders kan er tot 1 juli geen ijs verkocht worden op de dijk.’ Tegen dat amendement valt niets in te brengen, een zomerse zee-dijk zonder ijs is nu eenmaal ondenkbaar, maar raadslid Liliane Pylyser-Dewulf wijst niet onterecht op de kalender. ‘Het is vandaag 10 maart, u wilt de concessie uitschrijven en toewijzen in amper een maand tijd. Hoe wilt u in die korte periode nog kandidaten bereiken? Zeker voor een pro-cedure met recht op opbod bent u eigenlijk te laat.’ De

burgemeester geeft toe dat dit punt laat op de agenda komt maar niet te laat. De toewij-zing is gepland voor het col-lege van 4 april. ‘En de kan-didaten die belust zijn op de concessie zijn al op de hoogte, maakt u zich daar maar geen zorgen over.’ Uiteindelijk worden het amendement en het punt zelf unaniem goed-gekeurd. In dezelfde stemron-de wordt ook punt acht mee-genomen, het bestek voor de uitbating van waterscooters op de dijk.

Blauwe zoneNu de ijsjes verteerd zijn, wordt het tempo weer op-geschroefd. Agendapunten over trottoirs en laad- en los-

zones krijgen iets meer aan-dacht van de raad maar in-teressant wordt het pas als de aanvullende politieregle-menten op het parkeren op diverse gewestwegen en op diverse gemeentewegen aan bod komen. Onder het Mid-delkerkse Marktplein wordt momenteel een parkeerga-rage gebouwd. Burgemeester Landuyt: ‘De garage zal op 1 juli af zijn. Als we willen dat mensen hun auto daar parke-ren, moeten we flankerende maatregelen nemen in de om-geving. De mobiliteitsambte-naar en de technische dienst hebben een voorstel uitge-werkt dat door het college is aanvaard. Rond het Markt-plein en in de zone rond het

Toch paasijsjes op de dijk

Ligt het aan de krokusvakantie? Aan de gure wind die iedereen naar huiselijke warmte doet verlangen? Feit is dat de Middelkerkse gemeenteraad bijzonder slapjes verloopt. De agenda wordt op een drafje afgewerkt, slechts over enkele punten is er een begin van discussie.

Page 23: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 23

gemeentehuis willen we een blauwe zone invoeren, zodat er maximaal twee uren ge-parkeerd kan worden. Dat is voldoende om boodschap-pen te doen of naar de biblio-theek te gaan, maar lang-parkeerders verwijzen we zo naar de ondergrondse garage. Ook het toeristische zoekver-keer zal sterk afnemen. Voor de bewoners van de straten in de blauwe zone zal er een bewonerskaart komen. We moeten dat systeem nog ver-der uitwerken, we zullen het later aan de gemeenteraad voorleggen. We denken aan een gratis kaart voor de eerste twee voertuigen van een ge-zin, vanaf de derde auto zou betaald worden. Hoeveel?

Dat moeten we nog bekijken.’Alle raadsleden hebben

een plattegrondje gekregen waarop de betrokken stra-ten blauw zijn ingekleurd. Er komen hopen vragen: waar-om worden sommige stra-ten blauwe zone en andere niet? Schepen Lode Maesen geeft aan dat bijvoorbeeld de villawijk in de blauwe zone valt omdat er daar nogal wat zoekverkeer is. Sommi-ge raadsleden zijn het daar helemaal niet mee eens. Bo-vendien stellen ze: ‘De inwo-ners daar hebben een gara-ge bij hun woning. Waarom moeten zij dan ook nog eens een bewonerskaart krijgen? Ze moeten hun auto in hun garage zetten.’ De regeling

met de bewonerskaarten roept wel meer vragen op. Raadslid Alfons Deley vindt één bewonerskaart per ge-zin voldoende: ‘Je kunt toch niet onbeperkt kaarten toe-staan?’ Francine Ampe-Du-ron vindt het een oneerlijk systeem: ‘Mensen met een bewonerskaart zullen over-al in het centrum onbeperkt kunnen parkeren, de andere inwoners niet.’ Burgemeester Landuyt sluit de discussie af en beklemtoont dat het plan later nog altijd bijgestuurd kan worden. ‘Ik stel voor dat we nu het advies van de spe-cialisten volgen. Het is ui-teraard de bedoeling om het ingevoerde systeem later te evalueren en indien nodig

aan te passen.’ Twee van de drie oppositiepartijen stem-men tegen het plan.

Luisteren, niet meepratenDe gemeenteraad is amper een uur aan de gang als de ne-gentien punten van de open-bare zitting afgewerkt zijn. Tijd voor het vragenkwar-tiertje. Raadslid Henk Die-rendonck wil weten hoe ver het staat met het probleem van de weekendverblijfpar-ken in de gemeente en de mensen die daar hun domi-cilie hebben. Omdat de par-ken niet in een woongebied liggen, mag daar niet perma-nent gewoond worden. Bur-gemeester Landuyt verwijst naar de beslissing van de Vlaamse regering om woon-recht te geven aan wie vóór 1 september 2008 in een week-endverblijf trok. Wie daarna kwam, zal een ander domici-lieadres moeten zoeken. ‘Per-soonlijk vind ik dat het beter was geweest de regeling te la-ten ingaan vanaf de dag dat de wetgeving goedgekeurd was in plaats van retroactief te werken vanaf 1 september 2008. Als college hebben we die opmerking overgemaakt aan de ministers van Ruim-telijke Ordening en Huisves-ting, maar ik weet niet hoe de zaken nu staan.’ Iemand in het publiek steekt de hand op en vraagt het woord. De bur-gemeester moet de man ont-goochelen: tijdens de raads-zitting mag het publiek niet mee discussiëren.

Bart Van Moerkerke is redacteur

van Lokaal

Page 24: Lokaal 7 - 2011

24 I 16 april 2011 I Lokaal

werkveld interview Alain Winants, Robin Libert en Bjorn Verschaeve

Het filmpje met

Alain Winants vindt u op

www.vvsg.be.

Lokale besturen en de Veiligheid van de Staat

‘Neen, we willen geen informanten aanwerven. Neen, we willen lokale ambtenaren niet aanzetten tot verklikking. We willen wel beter samenwerken met lokale besturen omdat we daar beide voordeel kunnen bij hebben.’ Aan het woord is Alain Winants, administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat.tekst koen van heddeghem, bart van moerkerke beeld stefan dewickere

O p 3 en 6 december 2010 organiseerde Politeia een colloquium onder de provo-cerende titel ‘De veiligheid van de staat begint bij een sterk lokaal bestuur’. Doel: de mythes over de Belgische inlichtin-

gendienst ophelderen en de samenwerking tussen de Veiligheid van de Staat en de lokale besturen verbete-ren. Het colloquium veroorzaakte grote commotie bij gemeenten en OCMW’s en bij hun medewerkers. Wil de Veiligheid van de Staat de lokale besturen active-ren als vooruitgeschoven inlichtingenposten? Wil ze medewerkers van gemeenten en OCMW’s rekruteren? De boodschap die de Staatsveiligheid met het collo-quium wilde brengen, was zeker voor niet-aanwezigen onduidelijk. Dat beseft de top van de dienst ook. In een gesprek met Lokaal lichten administrateur-generaal Alain Winants, directeur van de analyse Robin Libert en jurist Bjorn Verschaeve hun visie toe.

Tot voor kort trad de Veiligheid van de Staat niet of amper naar buiten. Nu gebeurt dat almaar meer, onder meer via het colloquium voor lokale besturen. Vanwaar die openheid?Alain Winants: ‘Het is in het belang van de dienst zelf en in het belang van de bevolking dat we meer naar buiten treden, rekening houdend met de grenzen die inherent zijn aan de werking van een inlichtingen- en veiligheidsdienst. We zullen nooit een transparante organisatie worden, dat kan niet, maar we willen meer laten weten waarmee we bezig zijn en waarmee we niet bezig zijn. We willen stereotiepe gedachten over de

dienst, mythes en fantasmes uit de wereld helpen. We willen onder andere aan de lokale besturen uitleggen wat wij doen, wat wij van hen verwachten en omge-keerd welke informatie zij aan ons kunnen vragen.’

Wat kan een lokaal bestuur voor jullie betekenen?Alain Winants: ‘De lokale besturen staan het dichtst bij de burger. Ze zouden als eerste bepaalde feiten en ge-dragingen kunnen opmerken die voor hen op het eerste gezicht niet van essentieel belang zijn, maar die voor ons wel een zekere waarde kunnen hebben omdat wij dat stukje informatie misschien kunnen samenbrengen met elementen en inlichtingen waarover we al beschikken.’

Waar moet een personeelslid van een lokaal bestuur oog voor hebben?Alain Winants: ‘Als iemand op korte tijd enkele keren het verlies van zijn identiteitskaart komt melden bij de burgerlijke stand van de gemeente, dan hoeft dat in se geen verdacht gedrag te zijn. Maar in combinatie met andere informatie in ons bezit kan het ons misschien wel een vollediger beeld geven.’

Robin Libert: ‘Uit gesprekken met mensen van lokale besturen blijkt dat medewerkers vaak wel aanvoelen dat er iets niet klopt. Als zij die aanwijzingen aan ons bezorgen, kunnen wij daarop voortwerken.’

U sprak over mythes en fantasmes. Wat bedoelt u?Alain Winants: ‘U hoeft alleen maar te kijken naar de organisatie van het colloquium om er enkele bloot

Page 25: Lokaal 7 - 2011

Alain Winants, Robin Libert en Bjorn Verschaeve: ‘We zullen nooit

een transparante organisatie worden, dat kan niet, maar we willen meer

laten weten waarmee we bezig zijn en waarmee niet. We willen stereotiepe gedachten over de dienst, mythes en

fantasmes uit de wereld helpen.’

Page 26: Lokaal 7 - 2011

26 I 16 april 2011 I Lokaal

werkveld interview Alain Winants, Robin Libert en Bjorn Verschaeve

Alain Winants: ‘De recente BIM-wet heeft onze bevoegdheden niet uitgebreid, maar wel de manieren om inlichtingen te verzamelen.’

Robin Libert: ‘We werken beleids-voorbereidend en vestigen de aandacht op wat er in de maatschappij gebeurt.’

te leggen. De bijeenkomst is door bepaalde instanties ervaren als een demarche van de Staatsveiligheid om bronnen te rekruteren. Dat op een openbare bijeen-komst doen zou toch wel van zeer weinig professiona-lisme getuigen. Sommigen dachten dat het colloquium de bedoeling had mensen aan te zetten om anderen te verklikken. Neen, wij wilden sensibiliseren, afspraken maken met lokale besturen. De Veiligheid van de Staat is niet goed gekend. Zo wisten nogal wat deelnemers

aan het colloquium niet dat wij gedecentraliseerde af-delingen hebben. In elke provinciehoofdplaats heb-ben we een kantoor waarop lokale besturen een beroep kunnen doen. Dat houdt zich bezig met alle wettelijke opdrachten van de Veiligheid van de Staat. Elk kantoor heeft een netwerk van informanten en bezorgt de inge-zamelde informatie aan het hoofdkantoor in Brussel. De analyse van de informatie gebeurt hier.’

Welke zijn die wettelijke opdrachten van de Staatsveiligheid?Alain Winants: ‘Die liggen vast in de organieke wet van 1998. Een eerste opdracht is de bescherming van personaliteiten. Een tweede zijn de veiligheidsonder-zoeken en -verificaties. Veiligheidsonderzoeken hebben betrekking op personen die toegang moeten hebben tot geclassificeerde informatie. Bij veiligheidsverificaties gaan we na of bepaalde personen bij ons gekend zijn: hotel- en cateringpersoneel tijdens een EU-top, mensen die toegang hebben tot kerncentrales of mensen die een erkenning aanvragen als privédetective. Onze derde

grote opdracht is inlichtingenwerk op verschillende do-meinen: spionage, terrorisme, extremisme, proliferatie van nucleair, bacteriologisch, chemisch en radiologisch materiaal, schadelijke sektarische organisaties, crimi-nele organisaties, inmenging in beslissingsprocessen, vrijwaring van het wetenschappelijk en economisch potentieel. Het is onze opdracht om over die fenomenen informatie te verzamelen. Ons inlichtingenwerk is geen politiewerk. De Veiligheid van de Staat heeft geen straf-rechtelijke finaliteit, wij zijn niet op zoek naar strafbare

feiten. De recente BIM-wet, de wet op de bijzondere inlichtingenmethodes, heeft aan onze opdrachten niets veranderd. Ze heeft onze bevoegdheden niet uitgebreid, maar wel de manieren om inlichtingen te verzamelen.’

Werkt de Veiligheid van de Staat nu al samen met lokale besturen?Robin Libert: ‘Bij veiligheidsonderzoeken vragen wij de basisinformatie over personen op bij de gemeente-besturen. Bij het inlichtingenwerk kunnen wij besturen vragen om ons informatie te bezorgen als ze iets op-merken dat nuttig voor ons kan zijn.’

Omgekeerd kunt u de gemeentebesturen ook informatie bezorgen.Alain Winants: ‘Als wij weet hebben van een skinhead-concert in een gemeente zullen we de burgemeester op de hoogte brengen. Een ander voorbeeld is dat van het gratis aanbod van boeken aan openbare bibliotheken. De geleverde boeken bleken afkomstig van een sektari-sche organisatie. Dan is het onze taak de lokale bestu-ren daarvan op de hoogte te brengen.’

Kan een lokaal bestuur ook informatie opvragen bij de Staatsveiligheid, bijvoorbeeld als iemand plots alle vastgoed in de gemeente opkoopt en er een vermoeden is dat die zaak niet koosjer is? Alain Winants: ‘Dat is binnen de regels die voor geclas-sificeerde informatie gelden, inderdaad informatie die wij kunnen aanleveren.’

Wie zijn de belangrijkste contactpersonen binnen een lokaal bestuur?Robin Libert: ‘De belangrijkste aanspreekpunten zijn de burgemeester, de lokale politie en diensten als Bevolking en Burgerlijke Stand vanuit de opdracht veiligheidsonderzoeken.’

Alain Winants: ‘Maar het is niet onze bedoeling om elk individueel lid van een lokaal bestuur ertoe aan te zet-ten naar ons te telefoneren of te schrijven. Ik denk dat het aangewezen is dat de informatie de hiërarchische weg volgt om tot bij ons te komen. We zijn niet op zoek naar de lokale roddels, wel naar de inlichtingen die passen binnen onze opdrachten.’

Robin Libert: ‘In onze relatie met ministeriële depar-tementen stellen we vast dat het makkelijk werken is via liaisonofficieren of points of contact. Daarom is het ook zo belangrijk dat de lokale besturen onze provinci-ale secties leren kennen.’

De politie of de wijkagent kunnen wel de context duiden waarin de Veiligheid van de Staat werkt.

Page 27: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 27

Bjorn Verschaeve: ‘De lokale ambtenaar kan zijn beroepsgeheim

niet inroepen om te weigeren informatie te geven.’

Voor een OCMW en zijn medewerkers ligt dat veel moeilijker.Robin Libert: ‘We beseffen dat dit onderwerp daar veel delicater ligt. Een OCMW moet voor zichzelf uitma-ken wat het wil en kan doen, maar er zijn voorbeelden van een goede samenwerking. De OCMW’s kunnen er ook hun voordeel mee doen. Ze hebben er alle belang bij te weten waar de eventuele steun die ze verlenen naartoe gaat. Die moet niet dienen voor bepaalde be-wegingen in het buitenland maar voor de behoeftige cliënt hier.’

Als de Veiligheid van de Staat informatie vraagt aan een lokaal bestuur, is dat dan verplicht die te verschaffen? Er zijn ook wettelijke sancties als het bestuur dat niet doet.Alain Winants: ‘Het is niet onze bedoeling met sancties te zwaaien. We willen een wisselwerking tot stand bren-gen. De eerste vereiste daarvoor is dat we ons als Staats-veiligheid meer profileren naar de lokale besturen.’

Bjorn Verschaeve: ‘De organieke wet van 1998 geeft ons de wettelijke mogelijkheid informatie te vragen aan een lokaal bestuur. De ambtenaar kan die informatie geven zonder zijn beroepsgeheim te schenden. Omdat die sa-menwerking niet altijd liep zoals gewenst, heeft de wet-gever het dwingend verzoek ingevoerd. Belangrijk is dat zo’n verzoek altijd verband moet houden met een van de wettelijk vastgelegde domeinen van het inlichtingen-werk. Er zijn drie gevallen waarin iemand kan weigeren informatie te leveren, namelijk als de informatie strijdig is met een lopend strafonderzoek of met een onderzoek naar het witwassen van geld door de Cel voor Financi-ele Informatieverwerking, of als ze de persoonlijke en fysieke integriteit van een persoon kan schenden. De lokale ambtenaar kan dus nooit zijn beroepsgeheim in-roepen om te weigeren informatie te geven.’

Alain Winants: ‘Maar nog eens, het is nooit onze be-doeling in termen van gezag te spreken, we willen sa-menwerking.’

U haalde zo-even het voorbeeld aan van een concert van skinheads. Burgemeesters zijn dat soort manifestaties liever kwijt dan rijk maar verbieden blijkt zeer moeilijk.Robin Libert: ‘Er is vrijheid van vereniging, dus dat is inderdaad zeer moeilijk.’

Alain Winants: ‘Het is niet onze taak zaken te verbie-den. Voor ons is het vanuit inlichtingenoogpunt van belang te weten wat er gebeurt, waar iets gebeurt en wie aanwezig is. Als wij strafrechtelijke feiten vaststel-len, dan zullen we die uiteraard melden aan de bevoeg-

de instanties maar dat is niet ónze finaliteit. Dat is toch wel heel belangrijk. Het idee leeft nog heel sterk dat wij werken naar een gerechtelijk eindpunt. Dat is absoluut fout. Onze belangrijkste cliënten zijn de politieke en bestuurlijke overheden, de ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken, ambassadeurs en consuls en de douane. Wij zijn geen hulpofficieren van de procureur des Konings of het federale parket, we gaan niet gericht op zoek naar misdrijven. Als we bij het verzamelen van inlichtingen op een strafrechtelijk feit botsen, dan de-len we dat mee. We zijn daar wettelijk toe verplicht.’

Robin Libert: ‘Een inlichtingendienst werkt op mid-dellange en lange termijn om tendensen te ontdekken en te bestuderen. De informatie die we binnenkrijgen, leidt doorgaans niet onmiddellijk tot resultaat. We wer-ken niet repressief maar beleidsvoorbereidend, door de aandacht van beleidsmakers te vestigen op wat er in de maatschappij gebeurt.’

Alain Winants: ‘Als blijkt dat achter een evenement een sektarische organisatie zit, dan zit daar niets in dat strafrechtelijk verboden is. Die informatie heeft geen gerechtelijk gevolg maar ze is voor ons wel belangrijk om te weten wat de bedoeling is of wie het aanspreek-punt is.’

Was het colloquium een op zich staand initiatief of komt er nog meer?Alain Winants: ‘We hebben afspraken gemaakt met enkele gouverneurs, zij zullen bij onze samenkomsten de burgemeesters uit hun provincie uitnodigen. Onze verantwoordelijken uit de provinciale secties zullen daar zijn. We willen de burgemeesters duidelijk maken wat we voor elkaar kunnen betekenen, we willen een vertrouwensrelatie tot stand brengen.’

Bent u geschrokken door de reacties op het colloquium?Alain Winants: ‘Eigenlijk wel. Wie aanwezig was, heeft goed begrepen waar we heen willen. Ik heb de indruk dat de commotie vooral kwam van wie er niet was. Ik denk dat het probleem een beetje opgeklopt is. Het is blijkbaar niet eenvoudig om open te zijn.’

Koen Van Heddeghem is VVSG-stafmedewerker lokale politie

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Page 28: Lokaal 7 - 2011

28 I 16 april 2011 I Lokaal

werkveld jeugdbeleid

De zorg voor de maatschappelij-ke en de civiele veiligheid is een kernfunctie van de gemeenten.

Over de draagwijdte van dit beleid, de concrete invulling en de organisatie er-van heersen vandaag allerlei opvattingen en lopen de lokale praktijken sterk uit-een. Wat de maatschappelijke veiligheid betreft wordt vanuit de preventiedien-

sten, vanwege de eventuele coördinato-ren integrale veiligheid en vanuit de ge-meenschapsgerichte politie gefocust op aspecten van leefbaarheid. Daarbij wordt dikwijls ingezet op het bevorderen van de sociale cohesie, op sociale, technische en situationele preventie. Ook vormen van verscherpt toezicht en gewapend bestuur, onder meer via de administra-

tieve sancties, maken almaar meer deel uit van het instrumentarium van het veiligheidsbeleid. Het bevorderen van veiligheid hoeft echter niet aan een strikt afgeperkte beleidsruimte gebonden te zijn. Maatschappelijke factoren of pro-blemen kunnen ertoe leiden dat de ho-rizon wordt verruimd en dat de omgang ermee evolueert in de richting van pro-

Een bijzondere voorziening voor jongeren met een ernstige gedragsproblematiekOmdat in Mechelen minderjarigen bij herhaling ernstige misdrijven plegen, zet de stad een project op stapel op het snijvlak van de jeugdbescherming of de bijzondere jeugdzorg en het lokale veiligheidsbeleid.tekst stef christiaensen beeld daniel geeraerts

Een stadsbestuur moet voor meer veiligheid op straat zorgen maar kan voor minderjarigen die balanceren op de rand van een criminele loopbaan de negatieve spiraal doorbreken door in te zetten op jeugdbescherming.

Page 29: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 29Lokaal I 16 april 2011 I 29

jecten die de vertrouwde contouren van een gemeentelijk beleid overstijgen. Een dergelijke ontwikkeling doet zich voor in Mechelen.

Leemte in de jeugdbeschermingIn de Dijlestad komen de politie en de gerechtelijke instanties voortdurend in aanraking met minderjarigen die rela-tief ernstige misdrijven plegen: inbraak met verzwarende omstandigheden of af-persing met bedreiging. Het gaat om een zeventigtal jongeren. Zorgwekkend is dat ze dikwijls hervallen. Tegelijkertijd zijn er de leemten en de knelpunten in de bij-zondere jeugdzorg. Er zijn de wachtlijsten en de overbelasting van de voorzieningen in de sector. De wettelijke jeugdbescher-mingsmaatregel huisarrest die sinds 2005 in Mechelen wordt toegepast, voorziet wel in politionele controle, maar schiet tekort op het gebied van sociale begelei-ding van deze jongeren en ondersteuning van de ouders. Als minderjarigen hun termijn hebben uitgedaan in een geslo-ten gemeenschapsinstelling, is opvolging bij terugkeer niet altijd verzekerd. Het is om al deze redenen dat vanaf het einde van 2009 het stadsbestuur initiatieven nam om de haalbaarheid van een nieuwe voorziening te onderzoeken. Omdat deze jongeren vaak al een traject in de jeugd-bescherming achter de rug hebben en dit weinig schijnt te helpen, werd uitgekeken naar programma’s of methodieken waar-van – na vooral buitenlandse evaluaties – is gebleken dat ze efficiënt en effectief zijn. Het stadsbestuur kan hierbij noch-tans geen cavalier seul spelen. Het sloot een partnerschap met de minister van Welzijn, Gezondheid en Gezin en met de vzw Emmaüs Jongerenwerking. Deze laatste organisatie heeft een traditie in de bijzondere jeugdzorg en was snel bereid om mee vorm en inhoud te geven aan een innovatief project. De drie instanties vonden elkaar in een bijzondere vorm van publiek-private samenwerking.

Vernieuwende combinatieIn de loop van 2010 overwoog een werk-groep, waaronder telkens een jeugdrech-ter en een parketmagistraat, deskundigen van de vzw Emmaüs en de adviseur inte-graal veiligheidsbeleid van de stad, wat

qua concept en methodieken voor een nieuwe voorziening in Mechelen aange-wezen is. Overleg met medewerkers van de bevoegde minister en met het Agent-schap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap leidden tot een voldra-gen canvas. Innovatief aan dit opzet is de voor het land unieke combinatie van verschillende wetenschappelijk onder-bouwde methoden of programma’s. Het gaat namelijk om het groepstherapeuti-sche EQUIP-programma, het nazorgpro-gramma Nieuwe Perspectieven bij Terug-keer (NPT) na verblijf in een (gesloten)

jeugdinstelling en de Multi-Systeem The-rapie (MST) als intensieve ambulante be-geleidingsmethode in de thuissituatie. Kenmerkend voor het geheel is de flexi-biliteit en combineerbaarheid van de pro-gramma’s of modules, hetzij residentieel of ambulant, en dit afhankelijk van de sociale omstandigheden en de persoon-lijkheid van de minderjarige.

Het totaalproject is ingegeven vanuit twee complementaire dimensies, name-lijk welzijn of jeugdbescherming ener-zijds en veiligheid of maatschappelijke bescherming anderzijds. De dimensies komen samen in de globale doelstelling om voor minderjarigen die balanceren op de rand van een criminele loopbaan, de negatieve spiraal te doorbreken, een U-bocht met hen te bewerkstelligen en hun gunstiger perspectieven te bieden. Nog concreter komt het erop aan deze jongeren uit instellingen en – voor hun toekomst – uit de gevangenis te houden, daardoor het aantal plegers van delicten in te perken en dus de maatschappelij-ke veiligheid te bevorderen. De twee di-mensies kunnen worden afgeleid uit de kenmerken en de doelstellingen van de methodieken. Zo is EQUIP als residen-tieel, sterk gestructureerd programma

in kleine settings, gericht op het door-breken van een negatieve groepscultuur, van egocentrisme waarbij onder meer wordt getraind omtrent morele dilem-ma’s. NPT is in de eerste plaats bedoeld om de jongeren die in een (gesloten) in-stelling hebben verbleven, weer in hun leefomgeving te integreren, meer be-paald door de relatie met de ouders te bevorderen, hen weer aansluiting te doen vinden met de school, eventueel met een professionele leercontext en met de rui-mere leefomgeving waarbij ook aandacht naar een positieve tijdsbesteding gaat.

Vooral het ambulante MST is vernieu-wend voor Vlaanderen. Deze methodiek focust op het exploreren en doen toene-men van de eigen kracht van het gezin en van de onmiddellijke sociale omgeving van de jongere. De gezinsleden wordt ge-leerd zelf of met de hulp van steunfigu-ren uit hun nabijheid hun situatie in het algemeen en de problemen met de betref-fende jongere doelmatiger aan te pakken. Kenmerkend voor het totale project is de intensiviteit ervan die tot uiting komt in de begeleiding van telkens kleine groe-pen jongeren, de uiterst beperkte case-load van de begeleiders en de frequente contacten met de cliënteel. Met de jon-geren wordt aanklampend omgegaan en tijdens de ambulante begeleidingsperi-ode wordt drie tot vier maal per week gewerkt in het gezin.De eerste fase van het project is medio januari van dit jaar begonnen met de re-sidentiële opvang van jongeren komen-de uit een gemeenschapsvoorziening en de verdere mobiele toepassing op deze jongeren van de NPT-methodiek. Vanaf april wordt gestart met het ambulante MST-programma. Hiervoor werd extra personeel aangetrokken dat zal worden gecoacht door MST-deskundigen uit Ne-

“Door zorgtrajecten te combineren met een gesloten voorziening toont Mechelen aan dat een stadsbestuur gelijktijdig kan bijdragen tot de jeugdbescherming en tot het ruimere maatschappelijke belang.

Page 30: Lokaal 7 - 2011

30 I 16 april 2011 I Lokaal

werkveld jeugdbeleidlokale raad

Hebben niet-begeleide minderjarigen die een Lokaal Opvanginitiatief verlaten, recht op financiële steun en een installatiepremie?Niet-begeleide minderjarigen met een verblijfsrecht die een LOI verlaten, hebben recht op maatschappelijke dienstver-lening, ongeacht het type verblijfsrecht: erkenning, subsidi-aire bescherming, (tijdelijke) regularisatie, verblijfsrecht in toepassing van de regeling voor minderjarigen… Minderjarige erkende vluchtelingen vallen ook onder de OCMW-wet omdat zij als minderjarigen geen recht hebben op maatschappelijke integratie (RMI-wet). De dossiers voor niet-begeleide min-derjarigen worden op dezelfde manier behandeld als die voor volwassenen. Dat geldt ook voor het ten laste nemen van de toegekende hulpverlening door de Programmatorische Over-heidsdienst Maatschappelijke Integratie.

De maatschappelijke dienstverlening moet de menselijke waardigheid van de niet-begeleide minderjarigen waarbor-gen. Elk OCMW beslist autonoom, onder uiteindelijke contro-le door de arbeidsrechter, welke hulp in een individueel geval nodig is om de menselijke waardigheid te waarborgen. Het OCMW moet deze beslissing motiveren. In de praktijk wordt er meestal financiële steun gelijk aan het leefloon toege-kend, eventueel aangevuld met andere vormen van dienst-verlening zoals huurwaarborg, installatiepremie, ten laste nemen van remgeld of bepaalde schoolkosten. Deze niet-begeleide minderjarigen kunnen zelf een huurovereenkomst afsluiten. De handelingsonbekwaamheid van een minderja-rige dient immers om hem te beschermen en kan enkel tot de vernietiging van een rechtshandeling leiden indien de belan-gen van de niet-begeleide minderjarige geschaad worden. Zo kan een huurovereenkomst van een niet-begeleide minderja-rige vernietigd worden als blijkt dat de huurprijs te hoog is.

Door de toekenning van het verblijfsrecht gelden de al-gemene bevoegdheidsregels en niet langer de regels voor asielzoekers. Dus is het uitgangspunt dat het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats op het moment van de hulpvraag bevoegd is. Voor de huurwaarborg geldt wel dat het OCMW van de plaats waar de woning ligt, bevoegd is indien de hulp gevraagd wordt voor het vertrek uit het LOI (art. 2, §8 wet 2 april 1965). Ook voor de installatiepremie is het OCMW van de plaats waar de woning ligt, bevoegd omdat het recht pas ontstaat nadat de niet-begeleide minderjarige zijn hoedanig-heid van dakloze verloren heeft door zijn nieuwe woning te betrekken.

art. 57bis OCMW-wet en KB van 21 september 2004, gewijzigd door

KB van 18 januari 2005, www.mi-is.be

Mail uw vragen over vreemdelingenbeleid naar [email protected].

derland. Er is ook evaluatie gepland door Engelse experts. Het programma garandeert resultaten, op voorwaarde dat de methodiek consequent wordt toegepast conform het we-tenschappelijk uitgewerkte protocol. Vandaar dus het belang van de deskundige opvolging, inbegrepen de kwantitatieve en kwalitatieve evaluaties. In een tweede fase wordt het to-taalproject vanaf 2013 vervolledigd met een nieuwe besloten voorziening, een zogenaamde proeftuin waarin gedurende een aantal maanden wordt gewerkt met de EQUIP-metho-diek, gevolgd door een ambulante fase.

Engagementen en uitdagingenDe stad Mechelen heeft de eerste voorbereidende stappen ge-zet. Verder subsidieert het stadsbestuur, boven op de actuele en de komende investeringen van de Vlaamse overheid, een deel van het personeelsbestand en de extra beveiliging van de besloten voorziening. Bovendien stelt de stad bij wijze van erfpacht een grond ter beschikking.

Het is nu de opdracht de samenwerking tussen de drie partners verder gestalte te geven en de kwaliteit van het pro-ject te waarborgen. Hieraan wordt al in belangrijke mate tegemoetgekomen door de aanwending van methoden waarvan in het buitenland is aangetoond dat ze werken. Nu moet erover gewaakt worden dat het project in al zijn as-pecten deskundig opgevolgd en zo nodig bijgestuurd wordt. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor een pluriform samengestelde adviescommissie, met participatie van het stadsbestuur. Het is tevens geregeld dat verantwoordelijken voor de maatregelen, in de eerste plaats de jeugdrechters en daarnaast het parket en de sociale dienst van de jeugdrecht-bank, bij de implementatie en de verdere ontwikkelingen betrokken worden.

Een belangrijke uitdaging is dat reëel aansluiting wordt gevonden bij de ouders en de sociale omgevingen van de jongeren van diverse allochtone origines. Bij de begelei-dingen zullen hinderpalen op taalgebied en eventueel et-nisch-culturele drempels moeten worden overwonnen. Er weliswaar van uitgaand dat ouders het beste willen voor hun kinderen blijkt namelijk dat er binnen de betrokken gezinnen specifieke opvattingen bestaan over bijvoorbeeld school en onderwijs, over de gezagsverhoudingen van de ouders jegens de kinderen, over hoe normoverschrijdend gedrag moet worden aangepakt, over de rollen en posities van jongens en meisjes in een gezin of de invloed van de al-lochtone omringende gemeenschap.

Met het gecombineerde project van de zorgtrajecten en de gesloten voorziening wordt in Mechelen aangetoond dat een stadsbestuur, vanuit een doordacht integraal veiligheidsbe-leid, gelijktijdig kan bijdragen tot de jeugdbescherming en tot het ruimere maatschappelijke belang. Een open beleids-visie kan leiden tot zinvolle verbindingen en partnerschap-pen met, zoals verwacht, een meervoudige maatschappelijke winst.

Stef Christiaensen is adviseur Integraal Veiligheidsbeleid Mechelen

Page 31: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 31

’Tijdens de opmaak van het beleidsplan spraken enkele onthaalouders mij aan over hun behoefte aan vorming ter plaatse,’ vertelt Herlinde Tren-son, schepen Kinderopvang van Knesselare. ‘Na een werkdag van twaalf uur hebben ze geen zin om nog naar Gent of Brugge te rijden en er met allemaal onbekenden vorming te vol-gen. De onthaalouders formu-leerden ook hun behoefte aan ondersteuning betreffende de regelgeving. Door de vele wet-telijke bepalingen en de fre-quente wijzigingen weten veel onthaalouders amper nog hoe zij alles wettelijk in orde moe-ten houden. Anderzijds stelde ik ook vast dat veel ouders niet op de hoogte zijn van het hele aanbod aan opvangvoorzienin-gen.’

Zo ontstond het idee om alle onthaalouders samen te bren-gen. Het enthousiasme van de onthaalouders voor de contact-groepvergaderingen was heel groot. Omdat de samenkom-sten door een professional uit de praktijk begeleid moeten

worden, stelde de gemeente Ann Colpaert als coördinator van de contactgroep onthaal-ouders aan. Ze is verantwoor-delijke van het gemeentelijke kinderdagverblijf. De start van de Contactgroep Onthaalouders kwam in een stroomversnelling, onder meer door de steun en de medewer-king van VoorZet, een door Vlaanderen gesubsidieerd ini-tiatief dat de opdracht heeft zelfstandige kinderopvang-voorzieningen te begeleiden.

De gemeente vervult bij de Contactgroep Onthaalouders een faciliterende en coördi-nerende rol. Het bestuur zet middelen opzij voor de opmaak

van een brochure over ont-haalouders, de gemeentelijke communicatiedienst maakt de website voor de kinderopvang. Tijdens de opstartfase blijft de schepen de Contactgroep nauwgezet opvolgen en on-dersteunen. Vanaf september neemt de groep zelf de touw-tjes in handen en gaat ze aan de slag onder de deskundige leiding van Ann Colpaert die al vijftien jaar verantwoordelijk is voor een dynamische gemeen-telijke kinderopvang. Op dit ogenblik werken de onthaalou-ders samen om hun visie op de kwaliteit van de gepresteerde kinderopvang te formuleren. ann lobijn

Alle onthaalouders verenigen in contactgroep

KNESSELARE – Zelfstandige onthaalouders, onthaalouders die aangesloten zijn bij een dienst of die samenwerken met andere onthaalouders binnen een groter initiatief komen regelmatig samen voor overleg en vorming, ze nemen de nieuwste richtlijnen van Kind en Gezin door en formuleren voorstellen voor het lokaal overleg kinder-opvang. Bovendien leren ze elkaar beter kennen en ondersteunen ze elkaar met tips.

Zoek of zet inspirerende projecten, doeltreffende maatregelen of efficiënte methodes voor lokale besturen op www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Door de vele wettelijke bepalingen die frequent wijzigen, weten veel onthaalouders amper nog hoe ze alles wettelijk in orde moeten houden.

praktijk

Herlinde Trenson, schepen kinderopvang gemeente Knesselare, T 0473-64 80 67, [email protected] Ann Colpaert, verantwoordelijke Contactgroep Onthaalouders gemeente Knesselare, T 09-325 74 70, [email protected]

gF

Page 32: Lokaal 7 - 2011

32 I 16 april 2011 I Lokaal

werkveld sociaal beleid

Gent 29 april 2011

Studiedag: de complementaire munt als beleidsinstrument

Naar aanleiding van de succesvolle start van twee proefprojecten in Gent

organiseert Netwerk Vlaanderen vzw in samenwerking met de Stad Gent

een studiedag over de complementaire munt als beleidsinstrument

op vrijdag 29 april van 13u30 tot 17u30 in het buurtcentrum Rabot te Gent.

u moet zich minstens een week op voorhand inschrijven via

[email protected] Wanner, stafmedewerker

Netwerk Vlaanderen vzwT 02-201 07 70,

www.torekes.be

B egin 2009 schakelde Vlaams minister van Sociale Economie Kathleen Van Brempt Netwerk

Vlaanderen vzw in om de mogelijkhe-den voor complementaire munten in Vlaanderen af te tasten. Een comple-mentaire munt is een munt die bestaat naast de euro en vaak een sociale func-tie vervult. De vzw stapte daarop naar de stad Gent, die graag haar medewer-king verleende aan het project. Ook Sa-menlevingsopbouw en verschillende buurtpartners sprongen op de kar. Er werd gekozen om een eerste proefpro-ject op te starten in de wijk Rabot-Blai-santvest, omdat daar momenteel een stadsvernieuwingsproject loopt. ‘Het is een van de armste wijken van Gent, met een aantal werkpunten die ook door de

bewoners zelf opgepakt kunnen wor-den,’ vertelt Stefaan Vervaet van de Dienst Gebiedsgerichte Werking van de stad Gent. ‘Momenteel zitten we in een proefperiode van twee jaar. We hopen hierna het project voort te zetten en uit te breiden naar andere wijken.’

Een prettige groene buurt‘Via de Torekes willen we de buurt- en milieuzorg in de wijk stimuleren en de lokale consumptie van duurzame en ge-zonde producten bevorderen,’ zegt Ma-thias Bienstman van Netwerk Vlaande-ren. ‘Ook proberen we door dit project meer personen aan te sporen om een vrijwilligerstaak op te nemen. We wil-len eveneens komen tot een duurzamere vrijwilligerswerking in de wijk.’

Een klusje voor een TorekeSinds een half jaar heeft de Gentse Rabotwijk haar eigen munt: het Toreke. De bewoners van de wijk kunnen Torekes verdienen door een klusje op te knappen in hun buurt. Met de verdiende biljetten kunnen ze terecht bij een aantal lokale handelaren of bij verschillende stedelijke diensten. tekst dorien baens beeld gfs

De inwoners van de wijk kunnen de huur van een volkstuintje enkel met Torekes betalen, een jaar gratis tuinieren in ruil voor zes uur gemeenschapsdienst.

Page 33: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 33

‘Vrijwilligers haken na een bepaalde tijd vaak af. Door hen extra te belonen met de Torekes hopen we op 80 procent minder uitval, zoals buitenlandse stu-dies hebben aangetoond,’ vertelt Ste-faan Vervaet. Met de biljetten kunnen ze terecht in verschillende buurtwinkels, waardoor ook de lokale handel onder-steund wordt.

Buurtorganisaties en -bewoners le-veren in principe zelf ideeën aan voor

activiteiten waarvoor je beloond wordt met Torekes. De stad zorgt enkel voor de opstart, financiering en omkadering van het project. ‘Het gaat over vrijwilligers-taken die meestal niet spontaan gebeu-ren, maar iedereen in de buurt ten goede komen,’ legt Mathias Bienstman uit.

Over het algemeen kunnen de gewaar-deerde klusjes onderverdeeld worden in ‘milieuzorg’ en ‘buurt- en burenzorg’. Wie overschakelt op groene stroom of een sticker tegen reclamedrukwerk op

zijn brievenbus plakt, wordt hiervoor beloond met Torekes. Ook wanneer je de buurt opfleurt door een geveltuintje aan te leggen of zwerfvuil op te ruimen in en rond bepaalde buurten en pleinen, krijg je Torekes. Je inzet als dansleraar of voetbaltrainer wordt eveneens beloond. De lijst van een 25-tal klusjes waar een bepaald aantal Torekes tegenover staan, kun je terugvinden op de website van het project. ‘Na een half jaar zien we dat

al heel wat mensen een geveltuintje heb-ben aangelegd. Ook de werknamiddagen waarop vrijwilligers klusjes opknappen op pleinen in de buurt zijn een succes. Belangrijk is dat op deze namiddagen ook mensen met een totaal ander profiel dan de klassieke vrijwilliger zich inzet-ten,’ zegt Mathias Bienstman. ‘Aan de andere kant zien we wel dat de milieu-zorgactiviteiten vooral worden uitge-voerd door jonge gezinnen, die al lan-ger milieubewust leven.’

Cadeaus Elk Toreke is tien cent waard. Per uur in-zet voor de buurt verdien je 25 Torekes. De waardering blijft symbolisch laag omdat de stad wil blijven rekenen op het vrijwillige engagement van mensen.

Op de website vind je een catalogus met alle ‘cadeaus’ die je voor Torekes kunt krijgen. Sommige producten wor-den er een stuk goedkoper mee. Zo kost een cinematicket je slechts vijftig To-rekes en voor tien Torekes krijg je een tram- of busticket.

Daarnaast zijn een aantal zaken van-af nu enkel te verkrijgen met de lokale munt. De inwoners van de wijk kunnen de huur van een volkstuintje bijvoor-beeld enkel betalen met Torekes. ‘Voor een jaar tuinieren moeten ze maar 150 Torekes neertellen, wat gelijkstaat aan zes uur gemeenschapsdienst,’ vertelt Stefaan Vervaet. Ook lokale handelaren nemen deel aan het project. In verschil-lende lokale bakkerijen en kruideniers kun je met de munt betalen.

‘We zien dat vrijwilligers zich voor-al tot de lokale kruidenier wenden met hun Torekes. Maar ook de cinematickets doen het vrij goed,’ aldus Mathias Bienstman.

Dorien Baens is redacteur stagiaire

van Lokaal

“De waardering blijft symbolisch laag omdat de stad wil blijven rekenen op het vrijwillige engagement van mensen.

Page 34: Lokaal 7 - 2011

34 I 16 april 2011 I Lokaal

I n de omgeving van de Weidestraat in Roeselare wordt ge-werkt. Hard gewerkt. Er wordt een grote kuil voor een ondergronds bufferbekken gegraven. Dat moet voortaan wateroverlast in de wijk voorkomen. Als het water door hevige regenval niet meer weg kan, wordt de regen eerst

opgevangen in het bekken en vervolgens traag afgevoerd.

Niet alleen in Roeselare worden ingrepen uitgevoerd die de voeten droog moeten houden. Ook elders in Vlaanderen wor-den grote inspanningen gedaan om het water uit huizen te houden. Dat dit hard nodig is, bleek afgelopen winter nog maar eens. Toen liepen in zowat heel Vlaanderen huizen on-der water.

Vasthouden, bergen en afvoerenIngrepen zoals in Roeselare passen in een breder spectrum van maatregelen om het water de baas te zijn. Als belangrijk principe geldt dat het water zo veel mogelijk aan de bron vast-gehouden moet worden. Dit vereist een weldoordachte in-richting van het openbaar domein met bijvoorbeeld minder en zo veel mogelijk waterdoorlatende verhardingen of open greppels in plaats van ingebuisde regenwaterleidingen. Maar evengoed moet het water op privépercelen zo veel mogelijk worden vastgehouden. Zo legt de milieuwetgeving (Vlarem II) een ‘ladder van Lansink voor het regenwater’ op: 1) herge-bruik, 2) infiltratie op eigen terrein, 3) bufferen en vertraagd lozen in een gracht/waterloop, 4) bufferen en vertraagd lozen

in een regenwaterriool. Dit geldt zowel voor milieuvergun-ningsplichtige bedrijven als voor woningen. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening over hemelwater en diverse gemeentelijke initiatieven in verband met de waterhuishou-ding volgen dit principe. Zo stelt Antwerpen sinds dit jaar bij nieuwe of te vernieuwen platte daken de aanleg van een groen-dak verplicht. Koksijde verplicht woningen al sinds 1999 het regenwater aan te sluiten op een regenwaterput en de overloop van die regenwaterput op een infiltratiebed. Ook in gemeen-ten als Bierbeek en Kampenhout zijn hergebruik en infiltratie verplicht. In Aalst moet al het regenwater op het eigen terrein gehouden worden, tenzij de eigenaar aantoont dat het niet vol-doende kan infiltreren.

Het water beter vasthouden is noodzakelijk, maar niet vol-doende. Het water heeft ook meer ruimte nodig, die het on-der andere door het toenemende ruimtegebruik kwijtgeraakt is. Op dit moment is meer dan een kwart (26 procent) van de oppervlakte van Vlaanderen bebouwd. Bovendien wordt voorspeld dat door de klimaatverandering in de winter meer en in de zomer juist minder, maar wel veel heviger regen zal vallen. De bestaande buffers zullen in de toekomst niet meer volstaan. Daarom moeten greppels aan de rand van de weg zo veel mogelijk worden geherwaardeerd, er moeten gebieden worden aangewezen die onder water mogen staan, en we moe-ten zoeken naar multifunctionele toepassingen voor ruimtes die bij hevige buien ook mogen onderlopen.

Voeten droog, dankzij de watertoetsDe watertoets is een goed juridisch instrument, maar het zal niet alle wateroverlast oplossen. Door de klimaatverandering zal het meer regenen in de winter en minder in de zomer, maar dan worden de buien feller. Om al dat water op te vangen is een ander ruimtegebruik nodig en moeten inwoners weerbaarder gemaakt worden.tekst xavier buijs en christophe claeys beeld watering sint-truiden

werkveld ruimtelijk waterbeleid

Page 35: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 35

Watertoets als deel van het integraal waterbeleidSinds eind 2003 is de watertoets ingevoerd via het decreet In-tegraal Waterbeleid. Op 1 november 2006 werden meer speci-fieke regels over de toepassing van de watertoets van kracht. De watertoets houdt in dat de overheid bij elk plan dat ze opmaakt of elke vergunning die ze aflevert, duidelijk maakt welke gevol-gen het geplande op het watersysteem heeft. Op die manier zijn de overheden genoodzaakt daar veel explicieter bij stil te staan.

VergunnenBij de opmaak van plannen adviseert de Vlaamse overheid de gemeenten over de gevolgen van hun plan voor de water-huishouding. Bij eenvoudige aanvragen voert de gemeente de watertoets volledig zelf uit, maar bij complexere stedenbouw-kundige vergunningsaanvragen verleent de waterbeheerder de gemeente advies over de gepaste maatregelen. Uit een eerste rondvraag bij de gemeenten blijkt dat in vrijwel alle gevallen het advies wordt overgenomen in de vergunning die door het college wordt verstrekt. Of er steeds advies gevraagd wordt waar dat nodig is, wordt nog verder onderzocht. Ook de kwali-teit van de adviesverlening door de waterloopbeheerders wordt onder de loep genomen.

In de media worden de gemeenten regelmatig met de vinger gewezen over de toepassing van de watertoets. Het resultaat van de watertoets is echter een aaneenschakeling van pro-cesstappen met verschillende verantwoordelijken. De VVSG pleit er dan ook voor dat de volledige ‘watertoetsketen’ (het

ontwerp, de vergunningsaanvraag, het al dan niet aanvragen van adviezen, het advies, de watertoets in de vergunning en de uiteindelijke uitvoering op het terrein), wordt geëvalueerd. Zo’n evaluatie is een leertraject voor alle betrokkenen met als doel uiteindelijk de kwaliteit te verhogen. De CIW (co-ordinatiecommissie integraal waterbeleid) startte hiermee. Enkele actiepunten die al naar voren worden geschoven zijn: een verduidelijking van de richtlijnen, blijvend investeren in de ondersteuning van gemeentelijke personeelsleden via op-leiding en helpdesk, de verplichting voor initiatiefnemers en ontwerpers om zelf al de watertoets toe te passen. Ondertussen werd ook een aanpassing van het watertoetsbesluit een eerste maal principieel goedgekeurd. Hierdoor wordt het voor de ge-meenten makkelijker om te bepalen vanaf wanneer ze al dan niet advies moeten vragen aan een waterloopbeheerder. Een goede zaak, volgens ons. Daarnaast is er in ieder geval iets dat de slagkracht van de watertoets beperkt. Ze is immers nood-zakelijkerwijs niet van toepassing op bestaande bebouwing. Voor de steeds weerkerende problemen van wateroverlast bij bestaande gebouwen bieden alleen ingrepen in de infrastruc-tuur (dijken, pompen, bufferbekkens), individuele bescher-mingsmaatregelen (zandzakjes, alles omhoog plaatsen) en in laatste instantie onteigening een oplossing.

Verhoog de weerbaarheid van de inwonersOverstromingen zul je nooit helemaal kunnen vermijden. De Vlaamse overheid maakte diverse kaarten die het risico op

In Sint-Truiden vangt bij felle regens een bekken het overtollige water op.

Page 36: Lokaal 7 - 2011

36 I 16 april 2011 I Lokaal

overstroming weergeven. De VVSG is er voorstander van dat potentiële kopers in een zo vroeg mogelijk stadium zelf kun-nen inschatten wat het overstromingsrisico is van de gronden die ze op het oog hebben. De verkoper en notaris informeren de koper of een grond in een bepaalde risicozone voor over-

stroming ligt. Daarvoor moet het kaartmateriaal dan wel op perceelsniveau (of zelfs fijner) beschikbaar zijn. Ook zal de ko-per op een overzichtelijke manier moeten kunnen achterhalen wat de consequenties zijn voor gronden die in een bepaald type risicozone liggen.

Naast het verhogen van de weerbaarheid van potentiële ko-pers zal de CIW ook onderzoeken hoe eigenaars en huurders van bestaande woningen in overstromingsgevoelig gebied be-ter preventief gewapend kunnen worden bij naderend onheil. Geraardsbergen verleent momenteel bijvoorbeeld een subsidie van 250 euro voor de aankoop van materiaal of voor werk-zaamheden die bij overstromingen kunnen helpen om het wa-ter op het niveau van de individuele woning buiten te houden.

PlannenVeel gronden werden in de jaren zeventig als bouwgrond inge-kleurd, toen er nog minder aandacht voor het water was. Als op het betreffende perceel onder geen enkele voorwaarde be-bouwing kan worden toegelaten zou de bestemming van het gebied eigenlijk moeten worden gewijzigd, bijvoorbeeld van woongebied naar natuur- of overstromingsgebied. Dat is de beste garantie dat er geen waterellende optreedt of dat mensen

geen waterzieke gronden als bouwgrond kopen. Gemeenten zijn echter niet happig om een dergelijke bestemmingswijzi-ging door te voeren. Niet alleen kost de opmaak van een ruim-telijk uitvoeringsplan veel, bovendien kunnen er planbaten verschuldigd zijn. Dan wordt het herbestemmen van percelen een dure grap.

Toch worden gebieden die kunnen overstromen nog steeds herbestemd naar woongebied, met name in de stedelijke ge-bieden. Dat lijkt onlogisch, maar helemaal onmogelijk is het niet. Zo kunnen er bijvoorbeeld dijken zijn aangelegd die er-voor zorgen dat het gebied niet meer overstroomt. Of de ste-denbouwkundige voorschriften kunnen die watergevoeligheid incalculeren, bijvoorbeeld door te bepalen dat het gebied gefa-seerd moet worden ontwikkeld, waarbij de laagst gelegen delen het laatst worden aangesneden. De watertoets bij de opmaak van het plan moet hierover uitsluitsel geven. Een probleem daarbij is wel dat vooral de ruimtelijke uitvoeringsplannen van het gewest algemeen van aard zijn en weinig gebiedsspecifieke voorschriften kennen. ‘De gemeente kan indien ze dat wenst verfijnen,’ wordt dan gezegd. Daar gaan echter veel tijd en mid-delen mee verloren. Bovendien bestaat het risico dat nog voor-dat de gemeente klaar is met de detailvoorschriften, het gebied al is ontwikkeld. Dan heeft een gemeentelijk ruimtelijk uitvoe-ringsplan nog weinig zin. Vlaanderen zou open moeten staan om in overleg met gemeenten meer detailvoorschriften op te nemen. De CIW plant een bespreking van de verschillende ty-pevoorschriften ‘water’ bij ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Algemeen kunnen we besluiten dat de watertoets een goed ju-ridisch instrument is, dat weliswaar niet alle wateroverlast zal oplossen. Ook de uitvoering van de watertoets kan verbeterd worden. Recent keurde de Vlaamse regering hiervoor een uit-voeringsbesluit principieel goed en tal van andere initiatieven zijn in voorbereiding.

Christophe Claeys is VVSG-stafmedewerker waterbeleid en Xavier Buijs

VVSG-stafmedewerker ruimtelijke ordening

www.watertoets.be

Water voor een aangename leefomgeving

werkveld ruimtelijk waterbeleid

“De watertoets houdt in dat de overheid bij elk plan dat ze opmaakt of elke vergunning die ze aflevert, duidelijk maakt welke gevolgen het geplande op het watersysteem heeft.

Water is niet alleen een bedreiging. Je kunt het ook zien als een uitstekende gelegenheid om de kwaliteit van onze leefomgeving te verhogen. Almaar meer gemeenten nemen initiatief om de ruimte zodanig in te richten dat water er uitdrukkelijk een plaats krijgt en de omgeving daarmee bestand raakt tegen extreme regenval of droogte. Nieuwe ideeën en concepten hierover bieden

ook voor de bouwsector kansen. In Vlaanderen zijn er al voorbeelden van. Ieper integreert water in zijn duurzame wijk De Vloei. Maar ook Brasschaat plant een sterke verweving van groen en water met een geplande uitbrei-ding van sociale woningen in de site ‘Het Leeg-Rietbeemden’. De zachte ruggengraat vormt de Laarsebeek, van waar groene vingers in het gebied

schuiven. Deze grote aaneengesloten groene ruimtes zijn de garantie dat elke woning in het gebied een hoge kwaliteit heeft. Kenmerkende bomenrijen en bosjes worden behouden. De wadi’s en bufferbekkens ondersteunen de landschappelijke structuur in de groene vingers. Zij sluiten aan op de vallei van de Laarsebeek.

Page 37: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 37

Retie is de pionier maar ook Grobbendonk, Hasselt en Zel-zate passen al sinds 2004 het nulgebruik toe. ‘Onkruid wieden zonder pesticiden veroorzaakt minder bodemverontreini-ging, is beter voor het milieu maar vergt meer handenar-beid en is bijgevolg duurder,’ zegt schepen Patrick Geuens. ‘In juli en augustus versterken we de groendienst met tien jobstudenten om het onkruid op pleinen, bermen en perkjes handmatig uit te trekken. We hebben onze bosmaaiers uit-gerust met stalen borstels om het onkruid op paden te ver-wijderen. Een onderaannemer helpt het onkruid mechanisch te borstelen.’ De heraanleg of inrichting van een groen gebied vergt ook een andere aanpak. Patrick Geuens: ‘In plaats van eenjarige bloemen planten we meerjarige bodembedek-kers of grassen. We plaatsen de struiken dichter bij elkaar of brengen een stevige laag houtsnippers tussen de planten aan zodat het onkruid min-der kans krijgt om te groeien. Op tussenbermen zaaien we gras dat we machinaal kunnen maaien. De begraafplaatsen zijn het moeilijkst pesticidenvrij te onderhouden. Bij de heraan-leg hebben we op de paad-

jes gras gezaaid en rechtop-staande grafstenen geplaatst. We stoten hier op het meeste onbegrip, mensen dulden er geen onkruid. Ondanks protest blijven we als gemeente onze voorbeeldfunctie uitvoeren.’

Schelle maakt sinds 2005 gebruik van een dikke laag houtsnippers, onkruidwerende doeken en onkruidbranders op gas. Bij de heraanleg van straten, stoepen en fietspa-den maakt de gemeente alle materialen voegdicht en dicht ze de sleuven met gietasfalt om de groei van onkruid tegen te gaan. ‘In Schelle primeert de volksgezondheid op de eeuwige netheid,’ verdedigt burgemees-ter Rob Mennes zijn biologi-sche aanpak. ‘We proberen een mentaliteitsverandering op

gang te brengen om toleran-ter te staan tegen een beetje onkruid. Dit is een moeizame opdracht, we moeten onze boodschap dikwijls herhalen. We wieden het onkruid op elk verhard en onverhard domein en in elke straat maar het is onmogelijk op alle plaatsen tegelijk mensen in te zetten. We communiceren over de ge-meentelijke verplichting van pesticidenvrije onkruidbestrij-ding en wijzen de inwoners ook op de noodzaak van een pesti-cidenvrij aanpak in eigen tuin.’

Midden 2009 zijn ook de gemeenten Nijlen, Gent, De-stelbergen, Drogenbos en Herstappe definitief tot nul-gebruik van pesticiden overge-gaan bij hun onkruidbestrijding.inge ruiters

Tien gemeenten bestrijden onkruid pesticidenvrij

RETIE - Een decreet van 21 december 2001 en een uitvoeringsbesluit van 19 december 2008 verplichten openbare besturen om vanaf 2015 alle openbare ruimten pesticidenvrij te beheren en te onderhouden. Sinds 2004 bant Retie chemische bestrijdingsmiddelen. Negen gemeenten volgden dit goede voorbeeld al.

Zoek of zet inspirerende projecten, doeltreffende maatregelen of efficiënte methodes voor lokale besturen op www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Patrick Geuens en de groenwerkers bij een berg houtsnippers.

praktijk

Patrick Geuens, schepen Openbare werken, Groen en Begraafplaatsen gemeente Retie, [email protected], T 014-38 92 33 en Rob Mennes, burgemeester gemeente Schelle, [email protected], T 03-871 98 57

Page 38: Lokaal 7 - 2011

38 I 16 april 2011 I Lokaal

achter de schermen

Georges Van den Abeele werkt als container-parkwachter op het containerpark van Anze-gem, waar sinds 2006 diftar van toepassing is. ‘Diftar staat voor gedifferentieerde tari-fering en dit houdt een consequente toepas-sing van het principe de vervuiler betaalt in. Hiervoor werd het containerpark opgedeeld in een betalend en een niet betalend-gedeel-te,’ vertelt Georges Van den Abeele: ‘Het be-talende gedeelte is nogmaals opgesplitst in aanvoer door personenwagens en aanvoer door lichte vrachtvoertuigen, bestelwagens, aanhangwagens of monovolumes waarbij de zetels plat liggen. De personenwagens beta-len een vast tarief van 2 euro voor de frac-ties grofvuil, bouw- en sloopafval, de andere voertuigen moeten over de weegbrug en be-talen per kilo.’‘Één van onze belangrijkste taken als contai-nerparkwachter is de mensen wegwijs maken op het containerpark. Afval is een sector in be-weging. Voor de meeste mensen die niet vaak langskomen, is het niet evident om het afval in de juiste container te werpen.’‘Een goede kennis van de afvalstromen is dus

belangrijk, daarvoor volgen we vier maal per jaar een cursus voor containerparkwachters bij onze intercommunale IMOG. Er is dan ook aandacht voor de evoluties en voor de veilig-heid. Soms gaan we op bedrijfsbezoek om de verwerking van het ingezamelde afval te zien.’Als parkwachter komt Georges Van den Abee-le met veel mensen in contact: ‘We proberen iedereen op een correcte en een klantvrien-delijke manier te helpen. Dit is niet altijd eenvoudig, sommige mensen willen gewoon van hun afval af en hebben geen oren naar al die verschillende sorteercontainers. Als ze dan nog eens voor hun afval moeten betalen, moeten we wel eens het een en ander incas-seren.’ Het is een heel gevarieerde job, ook de verkoop van huisvuilzakken en compostvaten behoort tot zijn taak.Het containerpark is 26,5 uur open per week, maar na de openingsuren moeten de contai-nerparkwachters nog opruimen, diftar regis-treren en het aantal volle containers voor op-haling doorgeven.

Kristien Meurez, milieuambtenaar van Anzegem

Containerparkwachter

OpleidingVoor deze functie moet je een elementaire kennis hebben van het sorteerverhaal en bereid zijn om je te laten bijscholen, bij IMOG gebeurt dat vier keer per jaar. Daarnaast moet een containerparkwachter ook sociaalvaardig zijn. Omdat het afvalverhaal voortdurend wijzigt, maar ook de diensten aan bezoekers en de beleidskeuzes moet een parkwachter ook flexibel zijn.

GF

Page 39: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 39

Het gemeentebestuur van Aalter is een dynamische, bloeiende en groeiende organisatie. Samen met 230 personeelsleden streeft het bestuur naar een optimale en klantvriendelijke dienstverlening. Het is bovendien het eerste

Vlaamse bestuur dat het iso-kwaliteitslabel behaalde. Het organiseert meerdere wervingsexamens, met aanleg van een wervingsreserve met looptijd van een jaar, voor onderstaande functies (m/v):

Directeur Patrimonium & Evenementenvoltijds – statutair – weddeschaal A4a-A4b

Uw functie: U staat in voor het technisch onderbouwen, de organi-satie, planning, communicatie en realisatie van enerzijds de dossiers voor (renovatie- en bouw)projecten en anderzijds het onderhoud van het gemeentelijke patrimonium en domein.

Uw profiel: U beschikt over een masterdiploma en kunt terugblik-ken op minstens vier jaar relevante ervaring. U bent een peoplema-nager.

Deskundige Economische toets halftijds – contractueel – weddeschaal B1-B3

Deskundige BAB-toets halftijds – contractueel – weddeschaal B1-B3

De cel Economische toets werkt economische impulsen uit en advi-seert de beleidsmakers over de uitbouw van een sterk handelsappa-raat en het scheppen van een ondernemersvriendelijke gemeente. U bent verantwoordelijk voor het formuleren van beleidsadviezen met betrekking tot de lokale KMO’s, de grote bedrijven, de industrie en de landbouw. De cel Beroepsactieve bevolking waakt erover dat de beroepsactieve bevolking maximaal ondersteund wordt. Door het introduceren van passende beleidsinitiatieven helpt u de burger bij het zoeken naar een beter uitgebalanceerd leven.

Uw profiel: U beschikt over een bachelordiploma. De functies van deskundige kunnen gecombineerd worden.

Ons aanbod: Een aantrekkelijke en veelzijdige functie in een uitda-gende omgeving. Een verloning volgens de wettelijke barema’s geldend voor lokale besturen, aangevuld met extralegale voordelen, een gun-stige vakantieregeling en een aangename werksfeer.

Geïnteresseerd?Het inschrijvingsformulier en informatie over de toelatingsvoorwaar-den, de functiebeschrijving en de procedure vindt u in de infobundel op www.aalter.be (nieuws/vacatures), op www.assolutions/jobs of kunt u opvragen via [email protected] of T 09-389 69 93.

Solliciteren? U solliciteert door het indienen van het inschrijvings-formulier en de gevraagde bijlagen bij het selectiekantoor A&S So-lutions, t.a.v. Auralie Blauwbloeme, Kokerstraat 2A, 9750 Zingem of via [email protected]. U kunt solliciteren tot uiterlijk dinsdag 26 april 2011.

Hou je van variatie en van verantwoor-delijkheid? Heb je leidinggevende, technische en administratieve vaardig-heden? Dan ben jij misschien de geknipte persoon voor de volgende vacature

Ingenieur - Verantwoordelijke tekenbureau A1a-A3a – m/v – statutair – met aanleg werfreserve van drie jaar

Je staat o.a. in voor de coördinatie, organisatie en ondersteu-ning van de medewerkers van het tekenbureau. Je voert vak-technische en administratieve taken uit.

vereiste: je bent houder van een masterdiploma (ingenieur) – je beschikt over het attest van beëdigd landmeter of indien geen attest, te behalen binnen de twee jaar na de aanstelling op proef – je bent in het bezit van een rijbewijs B.

verdere info omtrent de functie, examenprocedure, loonvoor-waarden… kun je gerust opvragen bij de personeelsdienst van de stad Ronse, T 055-23 27 19 of 055-23 27 24 of via [email protected] De functiebeschrijving vind je te-rug op www.ronse.be

Verstuur tegen uiterlijk 29 april 2011 je schriftelijke kandida-tuur, samen met cv, diploma en uittreksel uit het strafregis-ter, aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 12, 9600 Ronse. Vermeld indien mogelijk een mobiel telefoonnummer en e-mailadres in je sollicitatie. Vermeld dui-delijk voor welke functie je solliciteert.

Stafmedewerker Sociaal Beleidm/v – niveau A1 – A2

KINA p.v. is het kenniscentrum voor 26 OCMW’s in het arrondissement Antwerpen. Als specialist staat u de OCMW’s bij in de uitvoering van hun opdrachten rond Lokaal Sociaal Beleid door proactief en flexibel in te spelen op de ontwikkelingen binnen dit vakgebied en op de wijzigende behoeften van de leden. Voornaam-ste taken zijn de ondersteuning van de besturen bij het ontwikkelen en implementeren van hun lokaal sociaal beleid, het opstellen en actualiseren van een lokaal sociaal beleidsplan en de organisatie van de bijhorende acties zoals het opnemen van de rol van welzijnscoördi-nator. Interesse in deze boeiende functie? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op!

Vacature op www.kina.be, T 03-218 72 09 of via [email protected]

Page 40: Lokaal 7 - 2011

40 I 16 april 2011 I Lokaal

geregeld wetmatig

Rondzendbrief regelt bewaking door vrijwilligers en cameratoezicht in het uitgangslevenBegin maart stuurde ontslagnemend federaal minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom via de gouverneurs een nieuwe rondzendbrief naar de lokale besturen in verband met bewaking in het uitgangsleven. Belangrijk voor de lokale jeugdsector is dat men voor de bewaking op fuiven nog steeds een beroep kan doen op vrijwilligers. Zij moeten dit onbezol-digd doen en ze moeten een band hebben met de organiseren-de vereniging. De burgemeester moet hiervoor toestemming geven na advies van de lokale politie. Bij de rondzendbrief zit een modeldocument om die toelating aan te vragen en te ge-ven. Het gebruik van deze modellen is niet verplicht. Hiermee wil de rondzendbrief schijnvrijwilligheid aanpakken.De rondzendbrief legt daarnaast extra verplichtingen op in verband met cameratoezicht. In cafés, bars, kansspelinrich-tingen en ‘gewoonlijke’ dansinrichtingen, waar bewaking is

aan de in- en uitgang, is het verplicht cameratoezicht over die bewaking te houden in volgende gevallen:

als er al een camerasysteem geïnstalleerd is op die plaats•als de oppervlakte van de inrichting toegankelijk voor het •publiek groter is dan 100 m²als de burgemeester beslist dat er een camerasysteem •geïnstalleerd moet worden.

Deze cameraverplichting geldt niet in occasionele [email protected]

Rondzendbrief van 01.03.2011 SPV05 betreffende bewaking

in het uitgangsleven,

BS van 1 maart 2011, Inforumnummer 254355

https://vigilis.ibz.be/upload/documents/spv05-nl.pd

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

inlevering advertenties voor: Lokaal 9 (16 tot 31 mei): 5 meiLokaal 10 (1 tot 15 juni 2011): 19 mei

informatie

NicoleVanWichelen•T02-2115543 [email protected]

gF

Page 41: Lokaal 7 - 2011

Lokaal I 16 april 2011 I 41

agenda

studiedagenBrussel 28 aprilInterculturele competenties in internationale samenwerkingInteractieve workshop over de basiscompetenties voor samenwerking en communicatie met partners uit het Zuiden.www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 28 aprilLeuven 29 aprilGent 4 meiManagers van DiversiteitInfosessies over het concept samen inburgeren en de projectoproep Managers van Diversiteit van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur en Vormingplus regio Antwerpen. www.sameninburgeren.be

Leuven 10 meiLekker, gezond en veilig etenStudienamiddag over lekker, gezond en veilig eten als smaakvol medicijn tegen niet ziektegerelateerde ondervoeding bij ouderen.www.centerforgastrology.com/programma.html

Brussel 21 juniErvaringsbewijs en diploma: synoniem of contradictie?Infodag over het ervaringsbewijs binnen de sector van de lokale besturen.www.vvsg.be (kalender)

opleidingenGent 28 aprilBasisvorming Riziv-financieringStudienamiddag over de actuele Riziv-regelgeving en-financiering van rusthuizen.www.vvsg.be (kalender)

Schaarbeek 6 meiDrongen 27 meiRouteplanner voor een levendige beroepsethiek - Deontologie doorgelichtTraining voor OCMW-maatschappelijk werkers.www.vvsg.be (kalender)

Brussel 10 mei, 7 en 21 juni, 6 en 27 september en 8 novemberLeadership beyond limiting beliefsZesdaagse ervaringsgerichte opleiding voor ploegbazen die hun leidinggevende vaardigheden willen ontwikkelen.www.vvsg.be (kalender) Drongen 10 en 17 meiHasselt 10 en 17 meiMechelen 12 en 19 meiOmgaan met alcohol- en andere drugproblemen bij OCMW-cliënteelInteractieve opleiding voor OCMW-maatschappelijk werkers.www.vvsg.be (kalender)

Brussel 17 meiCentaurusdatabank Klassikale praktijkgerichte opleiding over het gebruik van de Centaurustoepassing voor het administratieve beheer van taxidiensten en diensten voor het Verhuren van Voertuigen met Bestuurders.www.vvsg.be (kalender) Harelbeke 20 meiAntwerpen 21 oktoberHet ecogram - Het sociaal netwerk van mensen in kaart gebrachtPraktijkgerichte workshop voor medewerkers van de sociale dienst.www.vvsg.be (kalender) Roeselare 23 meiSint-Niklaas 17 oktoberInstrument voor berekening van aanvullende steunPraktijkgerichte vorming over het VVSG-instrument voor de berekening van aanvullende financiële steun.www.vvsg.be (kalender) Hasselt 14 en 20 juniFunctionerings- en evaluatie-gesprekken voor ploegbazenTweedaags lerend netwerk voor ploegbazen.www.vvsg.be (kalender)

evenementenMol 17 meiMigratie en integratie van Third-Country Nationals in EuropaConferentie over het immigratie- en integratiebeleid met leerrijke praktijken, een vergelijkende analyse van het beleid in België, Cyprus, Malta, Italië en het VK.www.tcnseurope.org

Gent 10 meiAan de balie van het sociaal huis… seminarie voor loketverantwoordelijkenEen klantgericht onthaal stelt hoge eisen aan de loketmedewerkers. Er moeten ook randvoorwaarden ingevuld zijn opdat loketmedewerkers hun functie naar behoren kunnen uitoefenen. We denken aan het voorzien van voldoende tijd voor de onthaal-taken (naast administratieve taken), een telefooncode, ondersteunende middelen voor de informatiefunctie, efficiënt agendabeheer, scripts voor lastige klanten en noodsituaties, toeleiders sensibiliseren over correcte doorverwijzing, voldoende openingsuren en voldoende medewerkers. Het seminarie voor loketverantwoordelij-ken gaat in op mogelijkheden om deze aspecten te verbeteren.www.vvsg.be (kalender)

Gent 7 juniTaalwetgeving voor lokale besturenDe taalwetgeving in België is het resultaat van een lan-ge evenwichtsoefening, de soms complexe basisregels voor de lokale besturen liggen al bijna vijftig jaar vast.

In deze opleiding bespreken we de regels waaraan een bestuur in het Nederlandse taalgebied zonder speciale taalregeling (zonder faciliteiten) zich moet houden. We vertrekken vanuit de praktische ervaringen van de medewerkers. We bekijken het taalgebruik aan het loket, in briefwisseling, in brochures en in contacten met andere diensten. Na deze opleiding kent u de mogelijkheden en gaat u naar huis met nieuwe inzichten en veel praktische tips die u direct in de praktijk kunt brengen.www.vvsg.be (kalender)

Page 42: Lokaal 7 - 2011

42 I 16 april 2011 I Lokaal

column Johan Ackaert

Op een rustige krokusdag vroeg het populaire Radio 1-programma Peeters & Pichal mij om de aandachtige luisteraar te onderhouden over lokaal politiek dienst-

betoon. Een vraag waarop ik graag inging, van wetenschap-pers mag worden verwacht dat ze zich ook de moeite getroos-ten om de samenleving op een bevattelijke manier te laten delen in hun bevindingen en inzichten.

Eerst wat cijfertjes opzoeken uit onderzoek van midden jaren negentig om vervolgens wat frequentietabellen van een meer recente enquête uit mijn computer te puren als voorbe-reiding en ik kon met een ge-rust gemoed naar de radiostu-dio vertrekken. En inderdaad, het resulteerde in een vlotte babbel, mooi geïllustreerd met quotes uit gesprekken die de redacteurs met dienst met een aantal burgemeesters gevoerd hadden. De grote lijnen in dit gesprek kwamen erop neer dat burgemeesters afstand lijken te nemen van de traditionele rol van parochiale burgerva-der om zich meer toe te leggen op algemene beleidsvraagstuk-ken. Mijn computer leerde mij ook dat het aandeel individuele contacten met inwoners in hun tijdsbesteding kromp, althans vergeleken met een goede vijftien jaar terug. Waarop we lus-tig konden filosoferen over oorzaak-gevolgrelaties en over die groep van burgers die ondanks onthaalloketten, klachtenma-nagement of ombudsdiensten toch de weg niet vinden om hun probleem op te lossen en dan maar soelaas zoeken bij de bur-gemeester. Het gebeurde dan ook in de dagen voor nagenoeg iedereen de wegen naar oorden des onheils als Benghazi en Fukushima feilloos op de wereldkaart kon aanwijzen. Mega- rampen en oorlogen bieden alvast een pedagogisch voordeel: de geografische kennis van de mensheid gaat erop vooruit. Het opvijzelen van bureaucratische competenties van burgers is een heel ander paar mouwen.

Toen ik een paar minuten na het einde van het programma het VRT-gebouw verliet en mijn mobieltje opende, vond ik twee berichten van journalisten met de vraag meer duiding te

geven bij mijn onderzoek. Zo ging het de rest van de voormid-dag voort. In de namiddag wilden de journalisten zelfs meer: een regionale radio-omroep vroeg mij ongegeneerd om een lijstje van het gemiddelde dienstbetoon per individuele bur-gemeester uit de betrokken provincie. Heel beleefd legde ik uit dat dit niet kon: deontologisch is het onverantwoord om gegevens uit enquêtes waarbij aan de respondenten (in casu de burgemeesters) anonimiteit wordt gegarandeerd, zomaar te grabbel te gooien. Tenzij ik bereid zou zijn een heel andere

baan te zoeken of me bij het leger der werklozen te voegen.

De volgende ochtend: het-zelfde radiostation aan de tele-foon. Dat het toch straf was, ik verschool me achter deontologi-sche redenen om die informatie niet te verspreiden en wat blijkt nu, een regionale krant waagde het wel om mijn algemene be-vindingen te illustreren met een overzicht van het dienstbetoon per burgemeester. Dan maar op-nieuw vriendelijk uitgelegd dat ik niet de oorsprong was van die gegevens, dat ik overigens met een steekproef werkte waardoor het per definitie onmogelijk zou zijn geweest dienstbetooncijfers van alle burgemeesters de wereld in de sturen. Waarop de radiore-

porter noodgedwongen moest toegeven dat de collega’s van de betrokken regionale krant harder hadden gewerkt door zelf alle burgemeesters op te bellen.

Moraal van het verhaal en tips voor de collega’s:1. Het volledige Vlaamse journaille luistert naar Peeters & Pichal.2. Beleg geen persconferenties meer of verstuur nimmer rap-porten naar de pers, dit resulteert in hooguit tien regels aan-dacht, ergens tussen de overlijdensberichten.3. Wenst u ruime media-aandacht voor uw onderzoeksresul-taten: loop voor een gezellige koffieklets langs bij Peeters & Pichal. De koffiekoeken zijn er trouwens heerlijk.4. Zie de reactie van de regionale radio-omroep. We kunnen nooit iedereen gelukkig maken. Burgemeesters zullen dat af-gaande op ervaringen met hun eigen dienstbetoon ook wel weten.

Op naar Peeters & Pichal

beel

d k

ar

oli

en v

an

der

sta

ppen

Page 43: Lokaal 7 - 2011

De openbare sector heeft zeer specifi eke eisen en die kennen we bij Ethias maar al te goed. Al sinds 1919 staan we dag en nacht klaar met de beste service, knowhow en competenties. Vandaag verzekert Ethias meer dan 5000 publieke instellingen. Zo blijft onze ervaring verder groeien.

Meer info

ethias.be

011 28 20 81

Al meer dan 90 jaar staan onze medewerkers klaar voor de openbare sector

Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik. RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Zetel voor Vlaanderen : Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt.

2010 1990 1970 1950 1919

ETHGEN20617_Secteur public_layout de base FR-NL.indd 1 12/6/10 2:30:50 PM

Page 44: Lokaal 7 - 2011

samen naar de essentie

Wanneer overweegt u uw vastgoedprojecten te realiseren? Wanneer u zelf over de nodige mensen en middelen beschikt? Of wanneer u hiervoor op een sterke partner kunt rekenen?Immo LineEen patrimonium bezitten en beheren, nieuwe vastgoedprojecten realiseren … het is tijdrovend, het vergt specifieke kennis én u hebt er ook de financiële middelen voor nodig. Met Dexia kunt u rekenen op een sterke partner die over heel wat expertise in vastgoed beschikt en u de nodige ondersteuning en knowhow biedt. Ons gamma Immo Line stelt naast standaardoplossingen ook oplossingen op maat voor, aangepast aan de specifieke behoeften van besturen en instellingen om uw projecten te beheren en uw vastgoedportefeuille uit te bouwen.

Voor meer informatie kunt u terecht bij uw bevoorrechte gesprekspartner. Raadpleeg alvast het dossier Immo Line op www.dexia.be/professioneel.

Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA nr. 19649 A – FOD Economie 4944.