68
Resultaten Scoren 2009 Resultaten Scoren Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid Handleiding 2009

Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

Resultaten S

coren 2009

Resultaten Scoren

Medicam

enteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheidMedicamenteuze terugvalpreventiebij alcoholafhankelijkheid

Handleiding

2009

Page 2: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

Colofon Deze publicatie is uitgebracht door Jellinek/Arkin in opdracht van

het project Resultaten Scoren, GGZ Nederland

Auteur M. Boonstra, senior verslavingsarts

Nadere informatie R. Buntjer, Arkin, hoofd Innovatie, [email protected]

Werkgroep eerste M. Boonstra , P.J. Geerlings, M. Nieuwenhuy, M.H. Schramade,

druk (2009) J. Weijers

Werkgroep tweede M. Boonstra , R. Eschweiler, R. Buntjer

druk (2009)

Uitgever GGZ Nederland, project Resultaten Scoren,

Postbus 830, 3800 AV Amersfoort

Ontwerp www.taluut.nl

Publicatienummer 2009 - 356

Prijs: voor leden van GGZ Nederland, eerste exemplaar gratis; elk volgend exemplaar

10,- inclusief verzendkosten

Gratis downloaden via www.ggzkennisnet.nl

© Copyright 2009 Jellinek/Arkin, GGZ Nederland project Resultaten Scoren

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, zonder

voorafgaande toestemming van de uitgever GGZ Nederland

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-OMSL 2 2 26-10-2009 12:29:43

Page 3: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

HANDLEIDING

MEDICAMENTEUZE TERUGVALPREVENTIE

BIJ ALCOHOLAFHANKELIJKHEID

Resultaten Scoren 2009

M. Boonstra, senior verslavingsarts

Tweede, herziene versie

Februari 2009

© 2009 Jellinek, Arkin Amsterdam

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 21 1 26-10-2009 12:25:25

Page 4: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

1

2

2.1

2.2

2.3

2.3.1

2.3.2

2.4

2.4.1

2.4.2

2.4.3

2.5

3

3.1

3.1.1

3.1.2

3.2

3.2.1

3.2.2

3.2.3

3.2.4

3.2.5

3.3

3.3.1

3.3.2

3.3.3

4

4.1

4.2

4.3

4.4

Inhoud

Deel I IntroDuctIe 4

1: Inleiding 5

1.1. Inleiding 5

1.2. Methodiek 6

�: Terugvalpreventie in de literatuur 9

2.1. Inleiding 9

2.2. Medicatie 9

2.2.1. Anti-cravingmiddelen 9

2.2.2. Aversiemiddelen 10

2.2.3. Overigemiddelen 10

2.2.4. Combinatievanmiddelen 11

2.2.5. Veiligheidenbijwerkingen 12

2.2.6. Welketherapievoorwelkepatiënt 13

2.3. Psychosociale behandeling 14

3: Overwegingen 17

3.1. Inleiding 17

3.2. Medicatie 17

3.3. Psychosociale interventies 18

3.4. Therapietrouw 19

3.5. Laboratoriumonderzoek 19

3.6. Behandelduur 20

3.7. Nieuwe toedieningsvormen 20

3.8. Comorbiditeit 20

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 22 2 26-10-2009 12:25:25

Page 5: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

4.5

4.2

5.1.3

5.2

5.2.1

5.2.2

5.2.3

5.3

5.3.1

5.3.2

5.3.3

5.3.4

5.3.5

5.3.6

5.3.7

5.3.8

5.3.9

5.3.10

BIjlage 1.

3

Deel II BehanDelIng 22

4: Overzicht �3

4.1. Doelen 23

4.2. Instroomcriteria 23

4.3. Duur behandeling en aantal consulten 23

4.4. Stroomdiagram medicatie 24

4.5. Overzicht consulten en controles 26

5: Medicatie �9

5.1. Acamprosaat 29

5.2. Naltrexon 30

5.3. Disulfiram 32

6: Consulten 37

6.1. Inleiding BRENDA 37

6.2. Consult medisch onderzoek t.b.v. intake 39

6.3. Consult start behandeling 42

6.4. Consult monitoring 44

6.5. Consult afsluiten behandeling 46

7: Therapietrouw bevorderen 47

7.1. Belangrijke redenen waarom men 47

stopt met het innemen van medicatie

7.2. Hulpmiddelen om therapietrouw te bevorderen 47

7.3. Inname onder toezicht 47

Deel III lIteratuur 50

Deel IV BIjlagen 56

1 Medical Alert 58

2 Zelfregistratie Craving 60

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 23 3 26-10-2009 12:25:25

Page 6: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

4

Deel I IntroDuctIe

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 24 4 26-10-2009 12:25:25

Page 7: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

5

1 INLEIDING

1.1. InleIDIng

De handleiding die voor u ligt is ontstaan in opdracht van de stuur-

groep Resultaten Scoren van GGZ Nederland. Het is een bewerking en

update van de Module die in 2004 tot stand kwam binnen de Jellinek te

Amsterdam. De schrijver tezamen met de werkgroep heeft zich ten doel

gesteld een praktische handleiding tot stand te brengen, die uitnodigt

tot dagelijks gebruik en waarin de meest recente onderzoeksgegevens

worden gecombineerd met de landelijke en internationale inzichten ten

aanzien van “best practice”.

De farmacologische behandeling van alcoholafhankelijkheid is te verde-

len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze

handleiding betreft de fase terugvalpreventie.

Cruciaal voor het slagen van deze medicamenteuze behandeling is the-

rapietrouw. In de handleiding is daar veel aandacht voor. De vorm en

inhoud van de medische consulten zijn gebaseerd op de door Volpicelli

e.a. (2001) ontwikkelde biopsychosociale behandelmethode “BRENDA”

(zie hoofdstuk 6). Deze methode is gericht op het combineren van medi-

catie met psychosociale interventies en sluit daarmee goed aan op de

behandelpraktijk in de Nederlandse verslavingszorg.

Alcoholafhankelijkheid is een aandoening die de leeftijdsgebonden

mortaliteit verdrievoudigt en moet derhalve als een ernstige aandoening

worden beschouwd.

De handleiding is geschreven vanuit de overtuiging dat elke patiënt

die hulp zoekt bij de verslavingszorg voor de aandoening alcoholaf-

hankelijkheid, recht heeft op voorlichting over en indien hij dat wenst,

verstrekking van medicatie om terugval te voorkomen.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 25 5 26-10-2009 12:25:25

Page 8: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

6

1.2. MethoDIek

Basis voor de handleiding is de module “Medicamenteuze behandeling

van alcoholverslaving” van Boonstra M., Geerlings P. et al 2004, Jellinek

en de bijbehorende literatuurstudie van Sigrid Wittenberg. Aanvullend

werd met medewerking van Ronald Eschweiler, arts een literatuurstudie

gedaan van 2005 tot heden:

Gezocht werd naar meta-analyses, reviews en randomized controlled

trials (RCT’s) en er werd gebruik gemaakt van de volgende databases:

EBM Reviews - Cochrane Database of Systematic Reviews 2nd Quarter

2008, EBM Reviews - All Reviews en Ovid MEDLINE(R) 1996 to July Week

4 2008.

Teneinde zoveel mogelijk aan te sluiten op de praktijk werd de

tekst afgestemd op de Evidence Based Guidelines van de British

Association for Psychopharmacology (2004), op de guidelines van de

American Psychiatric Association (2007) en de Multidisciplinaire richtlijn

Stoornissen in het gebruik van alcohol van de Nederlandse Vereniging

voor Psychiatrie (2007).

De handleiding werd ter externe toetsing voorgelegd aan collega versla-

vingsartsen en eerste geneeskundigen van zeven verslavingsinstellingen

en aan de Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde Nederland:

• M. Bongaerts, verslavingsarts. Mondriaan Zorggroep, Limburg

• F. Himmelmann, psychiater. Eerste Geneesheer De Meerkanten,

Almere

• W. van Loon, eindverantwoordelijk psychiater, VNN, Groningen

• H. Luijkx, verslavingsarts Brijder Verslavingszorg. Hoofddocent

Masteropleiding Addiction Medicine.

• H. Sigling, psychiater. Eerste Geneesheer Brijder Verslavingszorg.

• Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde Nederland, contactpersoon

P. Geerlings, psychiater, voorzitter VVGN

• P. Vossenberg, verslavingsarts Tactus

• J. Werkman, verslavingsarts VNN, Groningen

• B. v.d. Wetering, psychiater, Eerste Geneeskundige Bouman GGZ,

Rotterdam

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 26 6 26-10-2009 12:25:25

Page 9: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

7

Hun feedback is verwerkt in het eindproduct. Prof. Dr. W. v.d. Brink,

hoogleraar verslavingsgeneeskunde aan de UvA las de versie kritisch

door mede in verband met de afstemming van de tekst op de definitieve

versie van de “Multidisciplinaire Richtlijn Stoornissen in het gebruik van

alcohol” van NVVP en CBO. Voor het zorgvuldig lezen, de doorgaans

snelle respons en de enthousiaste en soms kritische feedback, willen wij

hen hartelijk bedanken.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 27 7 26-10-2009 12:25:25

Page 10: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 28 8 26-10-2009 12:25:25

Page 11: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

9

2 TERUGVALPREVENTIE IN DE LITERATUUR

2.1. InleIDIng

Alcoholafhankelijkheid is een aandoening waarbij in de hersenen een

ernstige verstoring van diverse neurotransmittersystemen is aangetoond.

De behandeling van alcoholafhankelijkheid bestaat uit twee fasen. Voor

de eerste fase, het bestrijden van acute ontwenningsverschijnselen en

het voorkómen van insulten en delirium tremens zijn benzodiazepinen

al gedurende meerdere decennia overduidelijk de middelen van eerste

keus. Voor de tweede fase, de terugvalpreventie, zijn acamprosaat,

disulfiram en naltrexon beschikbaar, maar deze hebben alle slechts een

bescheiden werkzaamheid. Onderstaand volgt een korte samenvatting

van de belangrijkste uitkomsten van het literatuuronderzoek (versie 2004

en versie 2008), als basis dienend voor de inhoud van de richtlijn.

2.2. MeDIcatIe

2.2.1. antI-craVIng MIDDelen

Uit empirisch onderzoek blijkt dat naltrexon en acamprosaat effectieve

farmaca zijn voor terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid. De evi-

dentie hiervoor is overvloedig, maar de resultaten zijn bescheiden. De

onderzoeken zijn slecht vergelijkbaar door verschillende uitkomstmaten

zoals: abstinentie (totaal en cumulatief), tijd tot terugval, aantal dagen

dat er minder gedronken wordt, hoogte van het GGT(gamma-glutamyl-

transpeptidase)-gehalte, therapietrouw en craving. Ook verschilt de

ernst van de verslaving tussen de verschillende onderzoekspopulaties,

evenals het aantal dagen abstinentie alvorens met de behandeling werd

gestart. Bij acamprosaat werd veelal gekeken naar blijvende abstinen-

tie. Numbers Needed to Treat (NNT) liggen daarbij tussen de 8 en 12.

Onderzoeken naar naltrexon zijn meestal korter van duur en hebben

sterk variërende uitkomstmaten waarbij de NNT eveneens liggen tussen

8 en 12. Opvallend is een verschil tussen Europese en Amerikaanse stu-

dies, waarbij de Europese studies positiever zijn over acamprosaat dan de

Amerikaanse. In de COMBINE studie (Anton 2006) kwam acamprosaat

niet effectiever naar voren dan placebo. Voorafgaande aan deze studie

vond echter een enorme patiëntenselectie plaats en werd langdurige

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 29 9 26-10-2009 12:25:26

Page 12: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

10

deelname aan de studie dusdanig gefaciliteerd, dat het onderzoek niet

representatief lijkt voor Europese omstandigheden en de door ons

beoogde patiëntenpopulatie (Kiefer, Mann 2006). Rösner bekeek een

groot aantal eerdere onderzoekgegevens opnieuw (Rösner et al 2008) en

keek daarbij naar het gebruik van een eerste consumptie en terugval in

zwaar drinken. Daaruit werd geconcludeerd dat naltrexon een significant

effect heeft op zowel abstinent blijven als op het voorkomen van zwaar

drinken (= “relapse”). Acamprosaat ondersteunt volgens Rösner alleen

abstinentie en beïnvloedt niet de alcoholconsumptie na de eerste dronk.

Acamprosaat bleek effectiever dan naltrexon in het voorkomen van het

gebruik van een eerste consumptie (“lapse”), naltrexon blijkt beter te

voorkomen dat een “lapse” uitmondt in een “relapse”.

Andere middelen dan bovenstaande zijn in Nederland niet geregistreerd

als anti-cravingmedicatie.

2.2.2. aVersIeMIDDelen

Minder empirische evidentie bestaat voor het aversiemiddel disulfiram.

Een middel met een lange historie, dat door de aard van de werking min-

der geschikt is voor dubbelblind onderzoek. De studie van Fuller (Fuller

e.a.1986) gaf geen aantoonbare werking te zien. Belangrijke factor bij

onderzoek naar disulfiram was echter het grote aantal patiënten dat de

medicatie niet innam en/of afhaakte tijdens de studie. Wordt de factor

therapietrouw ingebouwd middels inname onder toezicht, dan blijkt er

een positief effect op het aantal dagen dat niet gedronken wordt en op

de hoeveelheid geconsumeerde alcohol (Chick e.a. 1992, Hughes en Cook

1997, Chick 1999). Bij een open-label studie die onderzoek deed naar

een combinatie van gesuperviseerde inname van acamprosaat, naltrexon

of disulfiram met gestructureerde cognitieve gedragsinterventie bleek

disulfiram superieur betreffende o.a. de hoeveelheid gebruikte alcohol,

het aantal dagen abstinentie en de kwaliteit van leven (Laakonen 2008).

2.2.3. oVerIge MIDDelen

Voor effectiviteit van medicatie die het serotonerge systeem beïnvloedt

en voor lithium is onvoldoende bewijs aanwezig (Garbutt e.a.,1999).

Wel is topiramaat, een anti-epilepticum, in twee onafhankelijke RCT’s

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 210 10 26-10-2009 12:25:26

Page 13: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

11

(Johnson e.a. 2003, Johnson e.a. 2007) in hoge doseringen (300 mg/

dag) effectiever gebleken dan placebo als medicatie ten behoeve van

terugvalpreventie. Er werd een positief effect gevonden op het aantal

dagen dat zwaar werd gedronken, op het aantal consumpties per dag en

op het beloop van de GGT. Twee studies in 2008 vergeleken topiramaat

met naltrexon (Baltieri 2008, Florez 2008) en concludeerden dat topira-

maat even effectief was als naltrexon bij de behandeling van alcoholaf-

hankelijkheid.

Nalmefeen, net als naltrexon een opiaatantagonist, heeft geleid tot wis-

selende resultaten (Mason et al., 1999; Anton et al., 2004). Nalmefeen

is nog niet geregistreerd en is in Nederland niet beschikbaar.

2.2.4. coMBInatIe Van MIDDelen

Gezien de verschillende aangrijpingspunten van bovengenoemde mid-

delen en het bescheiden effect ervan, ligt een combinatie van middelen

voor de hand. Onderzoeken naar de combinatie van acamprosaat en

naltrexon leveren echter slechts hooguit in geringe mate een verbetering

van de behandelresultaten.

De studie van Kiefer (Kiefer e.a. 2003) toonde een grotere effectivi-

teit wanneer naltrexon werd toegevoegd aan acamprosaat, andersom

bleek dit effect niet aantoonbaar. De COMBINE-studie (Anton 2006)

kon deze bevindingen niet bekrachtigen. Feeney (Feeney et al 2006)

vond een enigszins beter resultaat bij een combinatie van Cognitieve

Gedragstherapie met een combinatie van acamprosaat en naltrexon dan

Cognitieve Gedragstherapie met slechts één van deze beide middelen.

Een combinatie van acamprosaat met disulfiram bleek effectiever dan elk

van de twee middelen afzonderlijk (Besson 1998).

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 211 11 26-10-2009 12:25:26

Page 14: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

1�

2.2.5. VeIlIgheID en BIjwerkIngen

a. acaMprosaat

De meest voorkomende bijwerking is diarree, 17 % van de proefpersonen

tegenover 11 % in de placebogroep (Bouza 2004). Deze is doorgaans

mild en voorbijgaand van aard. Dit geldt ook voor de overige bijwerkin-

gen als jeuk, hoofdpijn en duizeligheid. Proefpersonen lijken tijdens de

studies niet vaker af te haken dan de gebruikers van placebo (Carmen

e.a. 2004). Er is weinig interactie met andere medicatie en het kan reeds

tijdens de ontwenning veilig worden toegepast. Ook kan het veilig wor-

den voorgeschreven bij leverinsufficiëntie, wat bij alcoholafhankelijkheid

uiteraard een voordeel is. Acamprosaat is gecontraïndiceerd bij nierinsuf-

ficiëntie.

B. naltrexon

Meerdere studies geven aan dat gebruik van naltrexon tot meer bijwer-

kingen en meer uitval leidt, dan gebruik van placebo (Carmen e.a. 2004,

Swift 1999, Moncrieff en Drummond 1997). Het betreft met name hepa-

totoxische effecten, misselijkheid, hoofdpijn, angst. Effecten worden als

acceptabel en te verdragen benoemd, hepatotoxische effecten treden

met name op bij doses hoger dan de hier voorgeschreven 50 mg p.d. De

veiligheid van het middel is aangetoond (Carmen e.a. 2004; Swift 1999).

Naltrexon kan niet gecombineerd worden met een opioïd-onderhouds-

behandeling of met pijnstilling met behulp van opiaten.

c. DIsulfIraM

Disulfiram heeft, ook wanneer het niet tegelijk wordt gebruikt met

alcohol, meerdere bijwerkingen. Gevaarlijke bijwerkingen kunnen zijn

hepatitis, neuropathie of psychose. Kans op fatale hepatotoxiciteit is

1:30.000. De hepatitis uit zich in geelzucht, vaak voorafgegaan door

koorts. Goede voorlichting van de patiënt is derhalve noodzakelijk.

Psychose en neuropathie zijn andere ernstige potentiële bijwerkingen,

die echter met name voorkomen bij hogere doses (500 mg p/d of

meer). Frequentie van de neuropathie: 1 per 15.000 patiëntjaren. Vaak

wordt vermoeidheid, hoofdpijn, slaperigheid en knoflooksmaak gemeld,

evenals huidklachten met name in het begin van de behandeling (Chick

1999). Er zijn interacties met medicijnen die worden afgebroken via het

CYP 450 enzym systeem. Tenslotte kan de disulfiram-ethanolreactie ern-

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 212 12 26-10-2009 12:25:26

Page 15: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

13

stige hypotensie veroorzaken. Disulfiram is daarom gecontraïndiceerd bij

ischaemische hart- en hersenaandoeningen. Disulfiram is dus zeker geen

onschadelijk middel. De risico’s zijn klein maar reëel.

D. topIraMaat

Topiramaat heeft een fors scala aan bijwerkingen, waarvan paraesthe-

sieën (50,3 vs 18,7% bij placebo), gewichtsverlies (54,7 vs 26,7 %),

trage psychomotoriek (26,7 vs 12,0 %) en afnemen van geheugen

en concentratie ( 18,7 vs 5, %) de belangrijkste zijn. In 2006 en 2007

werd melding gemaakt van suïcidaliteit die werd toegeschreven aan het

gebruik van topiramaat. Topiramaat is geregistreerd als anti-epilepticum.

Over veiligheid bij aan alcohol verslaafde patiënten: in de twee onder-

zoeken van Johnson (Johnson e.a. 2003, Johnson e.a. 2007) vonden bij

75, respectievelijk 183 gebruikers van topiramaat geen “adverse events”

plaats.

2.2.6. welke therapIe Voor welke patIënt

Er is uitgebreid getheoretiseerd over de juiste patient-treatment mat-

ching. Craving zou kunnen worden onderscheiden in reward- en relief-

craving (Verheul e.a. 1999), waarbij de ene vorm van craving beter zou

passen bij naltrexon en de andere bij acamprosaat. Er is tot nu toe geen

bevestiging voor deze hypothese gevonden. De meeste alcoholafhan-

kelijke patiënten lijken beide elementen als oorzaak van de craving te

ervaren (Kiefer 2003, Ooteman 2006). Verheul et al. hebben aannemelijk

gemaakt dat er geen klinische voorspellers zijn voor een gunstige reactie

op acamprosaat (Verheul et al., 2005).

Monterosso e.a. (2001) maakten aannemelijk dat het gebruik van nal-

trexon meer kans van slagen heeft bij familiaire alcoholafhankelijkheid en

bij heftige trek. Deze laatste conclusie werd bekrachtigd door Richardson

(Richardson 2008).

Voor de patiënt waarbij geen abstinentie wordt nagestreefd kan in het

kader van een harm-reduction behandeling eveneens gedacht worden

aan het voorschrijven van naltrexon (Rösner 2008).

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 213 13 26-10-2009 12:25:26

Page 16: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

14

Disulfiram bleek weliswaar in de studie van Fuller (Fuller e.a. 1986) niet

effectief, maar in een subpopulatie werd een afname geconstateerd van

het aantal dagen dat gedronken werd. Deze populatie betreft iets oudere

mannen, intelligent, gemotiveerd en sociaal beter geïntegreerd. (Fuller

2004, Suh e.a. 2006).

2.3. psychosocIale BehanDelIng

Vrijwel alle RCT’s hebben plaatsgevonden binnen een setting waar medicatie

werd gecombineerd met een vorm van psychosociale behandeling. De

positieve resultaten van de onderzoeken gelden dus met name voor de

combinatie van beiden. Inmiddels is in een aantal onderzoeken aange-

toond dat acamprosaat ook werkzaam is onafhankelijk van de aard en

de intensiteit van de psychosociale begeleiding (de Wildt e.a. 2002; Reid

e.a. 2005).

Veel gebruikte en effectieve psychosociale behandelmethoden, waarvoor

ruim evidentie bestaat zijn cognitieve gedragstherapie, motivatieverho-

gende technieken, 12 stappen benadering, gestructureerde psychody-

namische behandeling, partner- en gezinstherapie. Resultaten van de

verschillende behandelvormen ontlopen elkaar niet veel. (Berglund e.a.

2003). De Community Reinforcement Approach (CRA) is een bewezen

effectieve behandelwijze, waarvan inname van medicatie onder toezicht

van een “significante ander” een wezenlijk onderdeel is (Azrin 1982,

Roozen 2004) .

Ook wat betreft psychosociale interventies lijkt patient-treatment mat-

ching niet te leiden tot een substantiële verbetering van de behandelre-

sultaten (MATCH 1998, UKATT 2008).

Vaak wordt geconstateerd dat retentie in de studie en therapietrouw

t.a.v. medicatie cruciale factoren zijn in het welslagen van een behande-

ling. Een simpele combinatie met inname onder toezicht kan zeker bij

disulfiram, maar ook bij naltrexon een sterk positief effect hebben op de

behandeling.

Reid (Reid 2005) deed onderzoek naar compliance therapie bij alcohol-

verslaafde patiënten, welke werd geboden naast de gebruikelijke medi-

sche consulten en toonde aan dat dit op zich een effectieve interventie

is. Interessant in dit kader is het onderzoek van Weiss (Weiss 2008), die

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 214 14 26-10-2009 12:25:26

Page 17: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

15

bij de populatie van de COMBINE-studie concludeerde dat het innemen

van placebo en het contact met een arts een significant beter effect had

dan gedragstherapie, maar ook dat gedragstherapie met placebo en

artscontact beter resultaat opleverde dan gedragstherapie alleen.

Het behandelmodel BRENDA werd ontwikkeld door Volpicelli e.a.

(Volpicelli, 2001) en is een combinatie van medicamenteuze en psycho-

sociale interventies. Het is niet getest op werkzaamheid volgens de stan-

daard wetenschappelijke methodes maar wel zeer succesvol gebleken in

de praktijk van de groep die veel onderzoek deed naar de werkzaamheid

van naltrexon.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 215 15 26-10-2009 12:25:26

Page 18: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

16

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 216 16 26-10-2009 12:25:26

Page 19: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

17

3 OVERwEGINGEN EN VERANTwOORDING VAN DE GEMAAKTE KEUZEs.

3.1. InleIDIng

Wat we weten uit wetenschappelijk onderzoek is een aantal feiten.

Toepassing van wetenschappelijke conclusies is een proces dat ligt bij de

behandelaar en is het een combinatie van wetenschap met pragmatische

overwegingen.

De keuzes die zijn gemaakt in deze richtlijn zijn gebaseerd op weten-

schappelijk onderzoek, op richtlijnen van Amerikaanse, Britse en

Nederlandse specialistengenootschappen, alsmede op jarenlange erva-

ring van de auteurs. Behandelaars met een andere achtergrond kunnen

andere keuzes maken die evenzeer evidence based genoemd kunnen

worden.

3.2. MeDIcatIe

Voor het toepassen van zowel acamprosaat als naltrexon bestaat ruim

voldoende evidentie. De middelen ontlopen elkaar weinig in werkzaam-

heid, maar over welk middel voor wie gebruikt zou moeten worden is

nog onvoldoende helderheid.

Acamprosaat heeft als voordelen dat het veilig is wat betreft interacties

en bijwerkingen; er zijn weinig contra-indicaties. De werkzaamheid lijkt

met name gebaseerd op een demping van het overactieve glutamaat-

systeem in het brein na het staken van langdurig alcoholgebruik. Daaruit

kan men concluderen dat het gebruik van acamprosaat pas zin heeft

na ontgifting. Het ondersteunt abstinentie, maar niet het minderen van

gebruik (Rösner, 2008)

Naltrexon heeft wat meer bijwerkingen, meer interacties en meer risico’s

op ernstige complicaties dan acamprosaat. Het blokkeert de beloning

van alcoholgebruik via het endorfinesysteem. Detoxificatie voorafgaande

aan het gebruik van naltrexon is dus geen vereiste. Bij de groep waarbij

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 217 17 26-10-2009 12:25:26

Page 20: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

1�

het beter lijkt te werken: de groep met familiaire belasting en met ern-

stige craving, lijkt naltrexon een goede eerste keuze. Bingedrinken is aan

deze indicaties toegevoegd, omdat dit vaak samengaat met familiaire

belasting.

Wanneer abstinentie geen haalbaar doel lijkt, omdat de patiënt telkens

terugvalt of onvoldoende gemotiveerd is tot stoppen met gebruik, kan

men trachten met behulp van naltrexon het aantal consumpties te ver-

minderen (Rösner et al, 2008). Disulfiram is gezien de mogelijk ernstige

bijwerkingen en de diverse contra-indicaties, slechts geïndiceerd voor

een selecte patiëntengroep en derhalve een middel van tweede of derde

keuze.

Wij spreken daarbij een voorkeur uit voor het gebruik van Antabus®

(disulfiram 400 mg in de vorm van een bruistablet), omdat dit het beste

te combineren is met de gewenste inname onder toezicht. De verzeke-

raars hebben helaas besloten dat de patiënt moet bijbetalen voor het

gebruik van deze iets duurdere tablet.

Wat betreft topiramaat: Veel Nederlandse verslavingsartsen werken al

met topiramaat als anticravingmedicatie. Hoewel wetenschappers en

de recente richtlijnen een slag om de arm houden in verband met de

nog magere evidentie en het niet geringe aantal bijwerkingen, blijft de

praktijk dat er een grote groep patiënten onvoldoende baat blijkt te

hebben bij de geregistreerde middelen. In dat geval kan men uiteraard

overwegen “off label” topiramaat voor te schrijven. Op dit moment kan

dat echter niet vallen binnen de officiële kaders van deze richtlijn.

3.3. psychosocIale InterVentIes

Het biopsychosociale behandelmodel BRENDA (Volpicelli e.a., 2001) is

een integratieve aanpak van medicatie en psychosociale interventies.

Deze methode brengt een aantal wetenschappelijk bewezen interventies

in de behandeling van verslaving samen; is mede gebaseerd op het sta-

dia-van-gedragsveranderingsmodel van Prochaska & DiClemente (1983)

en op de motiverende gespreksvoering (Miller, 1998). In de praktijk

betekent dit dat arts en patiënt samen de behoeften en problemen van

de patiënt identificeren. Het advies aan de patiënt concentreert zich op

diens behoeften en op datgene wat de patiënt stimuleert om zijn doel

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 218 18 26-10-2009 12:25:27

Page 21: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

19

te bereiken. Gedurende een periode van vijf jaar werd met het BRENDA

behandelprogramma een succesvolle behandeling bereikt bij meer dan

80% van de patiënten (Pettinati e.a., 2000). Hier is voor dit model geko-

zen op pragmatische gronden: de elementen waaruit het is opgebouwd

hebben een wetenschappelijke basis en worden al gebruikt in veel

verslavingsklinieken in Nederland. Het is één van de weinige modellen

die zich expliciet richt op de combinatie van medicatie en psychosociale

interventies.

3.4. therapIetrouw

Het lijkt een schot voor open doel: een behandeling heeft meer succes

als men de behandeling daadwerkelijk volgt. Toch wordt er zelden aan-

dacht besteed aan de redenen waarom iemand stopt met bijvoorbeeld

het gebruik van medicatie. Hulpmiddelen om therapietrouw te bevorde-

ren zijn vaak simpel, maar zeker niet simplistisch en lijken te vaak over

het hoofd te worden gezien. Hoofdstuk 7 is aan dit onderwerp gewijd.

3.5. laBoratorIuMonDerzoek

De belangrijkste contra-indicatie voor acamprosaat is een nierfunctie-

stoornis. Deze dient dus voorafgaand aan het gebruik te worden uitge-

sloten.

Zowel bij naltrexon als bij disulfiram is het zinvol de leverfunctie te

controleren door middel van bepaling van ASAT, ALAT en GGT. Dit zal

men vaker doen wanneer deze waarden verhoogd waren bij start van

de medicatie (doorgaans wordt 4x de normaalwaarde aangehouden als

grens voor het voorschrijven van deze middelen).

Er zijn geen harde feiten die de frequentie van deze controles dicteren.

Ook bij de patiënt met een goed functionerende lever kan disulfiram

leiden tot het ontstaan van een fatale hepatitis. Als dit voorkomt is het

meestal in de eerste twee maanden van het gebruik. Controle van de

transaminasen is derhalve wenselijk, maar kan een schijnzekerheid cre-

eren. Gezien het zeer acute karakter van deze toxische hepatitis is het

met name belangrijk de patiënt hierover goed voor te lichten en hem te

adviseren bij het optreden van geelzucht de medicatie direct te staken

(Chick, 1999)

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 219 19 26-10-2009 12:25:27

Page 22: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�0

3.6. BehanDelDuur

Acamprosaat wordt doorgaans gestart nadat de patiënt ontgift is en

voorgeschreven voor de duur van een jaar. Inmiddels is aangetoond dat

acamprosaat zonder schadelijke effecten kan worden gebruikt tijdens de

detoxificatie (Gual en Lehert 2001).

Doorgaans wordt het gedurende een jaar voorgeschreven en meerdere

onderzoeken wijzen erop dat het effect van de behandeling aanhoudt

wanneer het gebruik van acamprosaat daarna wordt gestopt.

Dit laatste lijkt niet het geval bij naltrexon. Overeenkomstig de duur

van de onderzoeken waarin het gebruik van naltrexon effectief bleek

wordt het doorgaans tot een periode van 6 maanden voorgeschreven.

Naltrexon kan worden gestart terwijl de patiënt nog drinkt.

3.7. nIeuwe toeDIenIngsVorMen

Het gebruik van depotpreparaten zal wellicht in de nabije toekomst ons

keuzemenu verrijken. Met de therapietrouw als belangrijk aandachts-

punt is het gebruik van depotinjecties of implantaten een logische stap.

Zij zijn dan ook volop in ontwikkeling. Op dit moment is van vergoeding

door de verzekeraars echter nog geen sprake en van evidentie betref-

fende de meerwaarde ervan evenmin (Roozen et al, 2007).

3.8. coMorBIDIteIt

Alcoholafhankelijkheid gaat vaak gepaard met psychiatrische comor-

biditeit. Deze kan voorafgaan aan het alcoholprobleem, maar is er in

veel gevallen een gevolg van. Primaire psychiatrische problematiek dient

uiteraard behandeld te worden wanneer de alcohol, die vaak als een

(niet effectieve) vorm van zelfmedicatie dient, wegvalt. Bij angststoor-

nissen en depressieve klachten die tijdens het gebruik zijn ontstaan, is

het advies: wacht met behandeling tot vier weken na het stoppen met

drinken. Vaak zijn deze aandoeningen een gevolg van het verslavingspro-

bleem en verdwijnen ze bij abstinentie.

Een dieper ingaan op deze materie valt buiten het kader van deze richt-

lijn.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 220 20 26-10-2009 12:25:27

Page 23: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�1

Een deel van de patiënten dat gestopt is met het chronisch gebruik van

alcohol krijgt te kampen met een slaapprobleem, wat de kans op terug-

val vergroot (Brower 1998). Er bestaan op dit moment geen oplossingen

voor dit probleem welke evidence based zijn. Voor de behandeling gaat

de voorkeur uit naar niet verslavende medicatie, bijvoorbeeld een laag

gedoseerd antidepressivum of anti-epilepticum met een sederend effect,

uiteraard in combinatie met slaapeducatie. Het gebruik van benzodiaze-

pinen wordt ontraden, onder meer omdat de kans op een afhankelijk-

heid aan sedativa bij deze patiëntengroep groot is.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 221 21 26-10-2009 12:25:27

Page 24: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

��

Deel II BehanDelIng

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 222 22 26-10-2009 12:25:27

Page 25: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�3

4 Overzicht

4.1. Doel

Het voorkomen van terugval in alcoholgebruik bij de alcoholafhankelijke

cliënt.

4.2. InstrooMcrIterIa

• Diagnose alcoholafhankelijkheid.

• Cliënt neemt tevens deel aan een of meerdere psychosociale

behandelmodules. Dit kan zowel ambulant als klinisch zijn.

4.3. Duur BehanDelIng en aantal consulten

De behandelduur is 6 tot 12 maanden. Na het starten van de medicatie is

een contact met de arts aan te bevelen na 1, 3 en 6 weken en vervolgens

elke 4 tot 6 weken.

4.4. strooMDIagraM MeDIcatIe

Zie pagina 24

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 223 23 26-10-2009 12:25:27

Page 26: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�4

4.4.BeslIsBooM MeDIcaMenteuze BehanDelIng alcohol

Einde

Behandel-

overeenkomst

Medischescreening

Realistische wens

tot abstinentie

Detox

klinisch/ ambulant

Realistische wens

tot abstinentie +

• Familiair gebruik

• Zeer heftige

craving

• Bingedrinken

Minder realistische

wens tot abstinen-

tie of wens tot

minderen ihkv

harm reduction

Wens tot minderen

(overwegingsfase)

Detox

klinisch/ ambulant

Geen medicatie

contra-indicatieAcamprosaat

contra-indicatieNaltrexon

contra-indicatieNaltrexon

optioneel

nee

ja

ja

ja

ja

ja

nee

ja

© 2009 Copyright Jellinek, Arkin Amsterdam

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 224 24 26-10-2009 12:25:27

Page 27: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�5

R/acamprosaat

R/naltrexon

Overweeg

R/naltrexon

Sluit uit: • Co-morbiditeit

• Slaapproblemen

Evalueer behandelplan

R/bv topiramaat

Informed consent

Regel inname

onder toezicht

R/disulfiram

Behandeling

niet succesvol?

contra-indicatieAcamprosaat

contra-indicatieNaltrexon

ja

nee

ja

ja

nee

ja

nee

nee

Overweeg off-

label medicatie

Overweeg disulfiram

(evt. toevoegen)

contra-indicatievoor off label

contra-indicatieDisulfiram

Natrexonwerkt onvoldoende

of niet

Acamprosaatwerkt onvoldoende

of niet

ja

ja

ja

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 225 25 26-10-2009 12:25:28

Page 28: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�6

4.5. oVerzIcht consulten en controles

Consult Week Hoofddoel Acamprosaat Naltrexon Disulfiram

Medisch onderzoek en diagnostiek Assessment/Biopsychosociale evaluatie

Opstellen behandelplan

Ontgifting

Zie protocol detoxificatie

Start behandeling Start medicatie Zie medicatierichtlijn Medical alert uitreiken Inname onder toezicht starten

Monitoring 1 Therapietrouw

Bijwerkingen

Monitoring 3 Therapietrouw Controleer leverfunctie in Controleer leverfunctie in

Evaluatie cravinglijst week 4 week 4

Monitoring 6 Therapietrouw bevorderen en Controleer leverfunctie in

vooruitgang bekrachtigen week 8

Monitoring elke 4 of Therapietrouw bevorderen en Controleer leverfunctie in

6 weken vooruitgang bekrachtigen week 12 en 24

Afsluiten behandeling 24 of later Afsluiten behandeling

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 226 26 26-10-2009 12:25:28

Page 29: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�7

Consult Week Hoofddoel Acamprosaat Naltrexon Disulfiram

Medisch onderzoek en diagnostiek Assessment/Biopsychosociale evaluatie

Opstellen behandelplan

Ontgifting

Zie protocol detoxificatie

Start behandeling Start medicatie Zie medicatierichtlijn Medical alert uitreiken Inname onder toezicht starten

Monitoring 1 Therapietrouw

Bijwerkingen

Monitoring 3 Therapietrouw Controleer leverfunctie in Controleer leverfunctie in

Evaluatie cravinglijst week 4 week 4

Monitoring 6 Therapietrouw bevorderen en Controleer leverfunctie in

vooruitgang bekrachtigen week 8

Monitoring elke 4 of Therapietrouw bevorderen en Controleer leverfunctie in

6 weken vooruitgang bekrachtigen week 12 en 24

Afsluiten behandeling 24 of later Afsluiten behandeling

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 227 27 26-10-2009 12:25:28

Page 30: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

��

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 228 28 26-10-2009 12:25:28

Page 31: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

�9

5 MEDICATIE

5.1. acaMprosaat

INDIcAtIE

Medicamenteuze ondersteuning in het kader van terugvalpreventie alco-

holgebruik.

toELIcHtING

Acamprosaat bestrijdt de craving bij ca 30-40% van de patiënten en ver-

dubbelt daarmee de kans op langdurige abstinentie (Sass-Soyka, 1996).

Het heeft een remmende werking op glutamaat, een excitatoire neuro-

transmitter welke ontregeld is bij de ontwenning en vroege abstinentie

van alcohol. Acamprosaat werkt als terugvalpreventie alleen tijdens peri-

odes van abstinentie (Rösner, 2008) en wordt derhalve pas gestart nadat

ontgifting heeft plaatsgevonden.

Acamprosaat werkt tevens op de NMDA-receptoren die de calciuminflux

van de hersencellen regelen. Een verhoogde calciuminflux kan ernstige

schade aanrichten. Onderzoek naar een mogelijk neuroprotectief effect

van acamprosaat is nog gaande.

coNtrA-INDIcAtIEs

• Gestoorde nierfunctie (kreatinine > 120 umol/L)

• Overgevoeligheid voor het middel

• Zwangerschap

• Lactatie

rELAtIEvE coNtrA-INDIcAtIEs

Patiënten bij wie geringe therapietrouw te verwachten valt, of met wie

niet tot een goede behandelovereenkomst te komen is.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 229 29 26-10-2009 12:25:28

Page 32: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

30

BELANGrIjkstE BIjwErkINGEN1

•· Diarree

•· Jeuk

DosErING

•· Bij gewicht > 60 kg: 3 dd 666 mg = 3 dd 2 tabletten, bij de maaltijden

• Bij gewicht < 60 kg: 1 dd 666 mg + 2 dd 333 mg, dus 2-1-1 tablet, bij

de maaltijden

AANDAcHtspuNtEN

• Voordat men voorschrijft dient de nierfunctie gecheckt.

• Start nadat ontgifting heeft plaatsgevonden.

• Dosering is afhankelijk van gewicht.

• Werkzaamheid wordt pas na 2-3 weken duidelijk. Goede registratie

en evaluatie van trek noodzakelijk na 3-4 weken. (zie formulier voor

zelfregistratie in de bijlage). Indien niet werkzaam: voorschrift staken.

Indien onvoldoende werkzaam: overweeg combinatie met naltrexon of

disulfiram.

• Als men veel last van diarree heeft in de eerste weken: dosering tijdelijk

halveren.

• Advies behandelduur: 1 jaar.

5.2. naltrexon

INDIcAtIE

Medicamenteuze ondersteuning in het kader van terugvalpreventie bij

alcohol- en opiaatverslaving.

toELIcHtING

Naltrexon, een opiaatantagonist, blokkeert de beloning via de endorfine-

receptor, welke normaal gesproken het gevolg is van alcoholgebruik.

Het gebruik van alcohol wordt hierdoor minder aantrekkelijk en ook de

respons op cues welke verbonden zijn aan het gebruik van alcohol neemt

waarschijnlijk af door het gebruik van naltrexon.

Denk aan het voorschrijven van naltrexon bij familiair belast alcoholisme,

bij ernstige craving in het begin van de behandeling en bij bingedrin-

ken.

1 Vooreenvolledigelijstvanbijwerkingen:zieFarmacotherapeutischKompas

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 230 30 26-10-2009 12:25:28

Page 33: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

31

Daarnaast valt het gebruik van naltrexon te overwegen wanneer men het

aantal consumpties wil verminderen, maar abstinentie niet het doel van

de behandeling is. Naltrexon kan worden gestart bij de nog drinkende

patiënt, een voorafgaande detoxificatie is niet persé noodzakelijk.

coNtrA-INDIcAtIEs

• Acute hepatitis

• Leverinsufficiëntie

• Recent opioïdgebruik

• Overgevoeligheid voor het middel

• Te verwachten medische interventies, waarbij behandeling van pijnklach-

ten met opioïden geïndiceerd is

• Zwangerschap

• Lactatie

rELAtIEvE coNtrA-INDIcAtIEs

Patiënten bij wie geringe therapietrouw te verwachten valt, of met wie

niet tot een goede behandelovereenkomst te komen is.

BELANGrIjkstE BIjwErkINGEN

• Misselijkheid, braakneiging

• Hoofdpijn

ovErIGE BIjwErkINGEN2

• Slaapstoornissen

• Onrust, angst en nervositeit

• Buikpijn en -krampen

• Futloosheid

• Gewrichts- en spierpijn

DosErING:

Eerste week 1dd 25 mg (= 1dd ½ tablet), bij het uitblijven van bijwerkin-

gen daarna overgaan op 1dd 50 mg.

2 Vooreenvolledigelijstvanbijwerkingen:zieFarmacotherapeutischKompas

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 231 31 26-10-2009 12:25:28

Page 34: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

3�

AANDAcHtspuNtEN

• Naltrexon kan leverschade veroorzaken. Dit is vooral het geval bij hogere

doseringen (> 50 mg per dag)

•· Controle van de leverfunctie vóór de start van de medicatie is nood-

zakelijk. Tijdens gebruik evalueren na 1 maand en vervolgens elke 3

maanden.

• Behandeling kan eventueel reeds gestart worden terwijl de patiënt nog

drinkt.

• Bij aanvang van de therapie moet de patiënt een “medical alert” mee-

krijgen.

• Het is belangrijk dat patiënt weet dat hij bij pijnstilling altijd de behan-

delend arts moet vertellen over het gebruik van naltrexon.

• Patiënt dient bij aanvang minimaal 7 dagen abstinent te zijn van heroïne

en 10 dagen van methadon. Doe bij de geringste twijfel urineonderzoek

voorafgaand aan de behandeling.

• Na staken van de naltrexon is men gevoeliger voor het gebruik van opi-

aten dan daarvoor (dus: kans op overdosering).

• De therapietrouw bij naltrexon kan worden bevorderd door inname

onder toezicht.

• Behandelduur: 6 maanden, indien goed effect zonodig langer.

5.3. DIsulfIraM (antaBus®, refusal®)

INDIcAtIE

Hulpmiddel bij psychosociale begeleiding in verband met alcoholversla-

ving.

Disulfiram moet gezien worden als een additief middel, wat wordt inge-

zet voor de goed gemotiveerde patiënt met heftige craving.

toELIcHtING

Disulfiram is een aversiemiddel. Het blokkeert de afbraak van alcohol

waardoor een stapeling van aceetaldehyde ontstaat, met onaangename

gevolgen als: uitzetting van de bloedvaten (rood gelaat, bonzende

hoofdpijn), tachycardie, benauwdheid, misselijkheid en mogelijk circu-

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 232 32 26-10-2009 12:25:28

Page 35: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

33

latoire collaps. Disulfiram heeft geen effect op de craving, de werking

berust op een psychologisch mechanisme: namelijk angst voor de disul-

firam-ethanolreactie. De werkzaamheid van disulfiram is alleen bewezen

wanneer inname onder supervisie plaatsvindt (Berglund, 2003)

coNtrA-INDIcAtIEs

• Ischaemische hart- en hersenaandoeningen

• Schizofrenie

• Overgevoeligheid voor het middel (vaak samengaand met nikkelallergie)

• Recent gebruik van alcohol of alcoholbevattende producten

• Zwangerschap

• Lactatie

• De patiënt heeft zelf geen inzicht in het gevaar van de disulfiram-etha-

nolreactie (bijvoorbeeld in het geval van M. Korsakoff)

• De patiënt is bekend met autodestructief gedrag (de Jong, 2000)

rELAtIEvE coNtrA-INDIcAtIEs

• Patiënten bij wie geringe therapietrouw te verwachten valt, of met wie

niet tot een goede behandelovereenkomst te komen is.

• Ernstige leverfunctiestoornissen en leverinsufficiëntie

• Diabetes mellitus

• Hypothyreoïdie

• Epilepsie

• Chronische of acute nephritis

• Ernstig hersenletsel

• Ernstige longfunctiestoornissen

BIjwErkINGEN3

•· Vermoeidheid, slaperigheid

• Hoofdpijn

• Maag-darmstoornissen

• Acne-achtige huiduitslag

• Allergische dermatitis

·

3 Vooreenvolledigelijstvanbijwerkingen:zieFarmacotherapeutischKompas

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 233 33 26-10-2009 12:25:28

Page 36: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

34

• Metaalachtige of knoflooksmaak (vooral in eerste 2 weken)

• Afnemende libido of verminderde potentie

• Bij hoge doses: psychotische verschijnselen, insulten, polyneuropathie en

hepatotoxiciteit en neuritis optica.

DosErING

Een goede standaarddosering is 1dd 200 mg (= ½ tablet Antabus®)

opgelost in water. Opstarten gedurende 1 week met 400 mg p.d. voor

het opbouwen van een bloedspiegel.

Als de patiënt “door de standaarddosering van 200 mg heen drinkt”,

kan de onderhoudsdosering eventueel worden opgehoogd tot 400

mg p.d. Hogere doseringen worden in de V.S. veel toegepast, doch in

Nederland stelt met zich terughoudend op in verband met de mogelijke

ernstige bijwerkingen.

Uit praktische overwegingen (met name het onder toezicht innemen)

kan ook gekozen worden voor een dosering van driemaal per week

400mg of één van tweemaal per week 600-800mg zonder dat er meer

bijwerkingen optreden of dat er sprake is van een hogere uitval. (Suh

e.a.2006)

AANDAcHtspuNtEN

• Start na minimaal 24 uur abstinentie.

• Controleer bij twijfel de Bloed-Alcohol-Concentratie (BAC)

• Patiënten dienen goed op de hoogte te zijn van het feit dat het gebruik

van alcohol na inname van disulfiram gevaarlijk kan zijn.

• Zorg daarom dat de patiënt de informatie ook op schrift mee naar huis

krijgt.

• De effectiviteit van disulfiram verbetert sterk bij inname onder toezicht.

Het betrekken van een “belangrijke andere” bij het voorschrijven van dit

middel wordt als essentieel beschouwd voor het slagen van de behande-

ling (zie ook hoofdstuk 7: Therapietrouw bevorderen).

· In verband met de inname onder toezicht verdient het gebruik van de

oplosbare tabletvorm (Antabus®) de voorkeur. (Kristensen, 1995) Deze

wordt echter momenteel slechts gedeeltelijk vergoed door de verzeke-

raars.

• Een positief effect van het gebruik van disulfiram kan met name worden

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 234 34 26-10-2009 12:25:29

Page 37: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

35

verwacht bij de wat oudere, mannelijke patiënt, intelligent, gemotiveerd

en sociaal beter geïntegreerd.

• Beschadiging van de lever door disulfiram komt zelden voor, maar kan

zeer ernstig zijn. Controle van de leverfunctie na 1 en eventueel 2 maan-

den inname is daarom belangrijk, maar een gevoel van schijnzekerheid

hierdoor moet vermeden worden. Bij langdurige inname bloedonderzoek

elk half jaar herhalen.

• Toxische hepatitis door disulfiram is doorgaans een zeer acuut beeld.

Bespreek dit met de patiënt en adviseer bij icterus het gebruik van de

medicatie direct te staken en contact op te nemen met een arts.

• Disulfiram werkt niet op de craving. Combinatie met een anti-craving

middel is aan te bevelen.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 235 35 26-10-2009 12:25:29

Page 38: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

36

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 236 36 26-10-2009 12:25:29

Page 39: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

37

6 CONsULTEN

6.1. InleIDIng BrenDa

In hun boek ‘Combining Medication and Psychosocial treatments for

Addictions’ beschrijven Volpicelli e.a. (2001) de BRENDA benadering voor

behandeling van alcoholproblematiek. Naast het BRENDA concept wor-

den handvatten en gevalsbeschrijvingen aangereikt, waardoor men een

goed inzicht krijgt in de verschillende stadia van de behandelmethode.

BRENDA is een integratieve behandelmethode, een gecombineerde aan-

pak van medicatie en psychosociale behandeling. De zes BRENDA stadia

zoals hieronder beschreven, zijn gebaseerd op het bekende concept van

de stadia van gedragsverandering (o.a. Prochaska & Diclemente, 1983)

en de succesvol gebleken technieken van motiverende gespreksvoering

(Miller, 1995).

het BrenDa concept

De naam BRENDA is een acroniem, een letterwoord, waarmee de behan-

deling van de arts die in 6 stappen plaatsvindt, wordt aangegeven. De

inhoud van de stappen kan als volgt worden omschreven:

B= Bio-psychosocial evaluation. De bio-psychosociale evaluatie geeft

informatie over de biologische, psychologische en sociale status van de

patiënt die kenmerkend is voor het alcoholmisbruik.

R=Report. Rapport wordt gemaakt aan de hand van de bio-psychosociale

evaluatie en wordt door de arts gebruikt om de patiënt ‘feedback’ te

geven. Het concentreert zich op de negatieve gevolgen van alcoholmis-

bruik zoals leverziektes, scheidingen enzovoort.

E=Empathy. Empathie, ofwel het – niet veroordelend - volgen van het

beleven van de patiënt en hoe de patiënt het probleem ervaart, is nodig

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 237 37 26-10-2009 12:25:29

Page 40: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

3�

voor de behandelaar wanneer hij of zij luistert naar de patiënt en wan-

neer hij of zij het gemaakte rapport gaat uitleggen. Empatie is ook

belangrijk wanneer de patiënt weerstand toont.

N=Needs. De unieke behoeften en de problemen van de patiënt zijn door

de arts en de patiënt samen geïdentificeerd. Deze leiden tot de behan-

deldoelen van de patiënt.

D=Direct advice. Het directe advies wordt verzorgd door de arts aan de

patiënt. Het concentreert zich op datgene wat de patiënt stimuleert om

zijn doel te bereiken.

A=Assessment. De formele beoordeling van de reactie van de patiënt

op het advies wordt gemaakt door de behandelaar. Wanneer de patiënt

moeilijkheden heeft gehad met het accepteren van het advies, reëvalu-

eert de arts de bio-psychosociale complicaties van de patiënt die samen-

hangen met het alcoholmisbruik, de doelen van de behandeling en

probeert hij of zij de redenen voor het tegenwerken van de behandeling

te begrijpen.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 238 38 26-10-2009 12:25:29

Page 41: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

39

6.2. consult MeDIsch onDerzoek en DIagnostIek ten BehoeVe Van De

Intake (In BrenDa: BIopschosocIal eValuatIon)

DoEL

• Het in kaart brengen van de medische toestand van patiënt (assess-

ment)

• Het voorlichten van de cliënt over de medische behandelmogelijkheden

• Het formuleren van het medisch behandelplan

• Het vastleggen van het geneeskundig deel van het behandelplan.

uItvoErENDE

De verslavingsarts

MAtErIALEN

• Artsenkamer welke voldoet aan landelijke normen betreffende privacy en

uitrusting

• Dossier

• Voorlichtingsmateriaal medicatie

• Zelfregistratieformulieren craving

• Aanvraagformulieren laboratoriumonderzoek

Duur

• Consult: 30-45 minuten

• Administratieve afhandeling: 15 minuten

PLAATS IN DE BEHANDELING

Medisch onderzoek en diagnostiek is een onderdeel van de intakeproce-

dure.

INHouDELIjkE BEscHrIjvING vAN HEt coNsuLt

• Beschrijf doel en inhoud van het consult

• Neem een anamnese af, waarbij middelengebruik, somatiek en psychia-

trie in beeld worden gebracht en doe lichamelijk onderzoek.

• Observeer eventuele intoxicatie of ontwenning, verslavingsgedrag en

globaal psychiatrisch toestandsbeeld.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 239 39 26-10-2009 12:25:29

Page 42: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

40

• Geef verslag van uw bevindingen aan de patiënt en leg de relatie uit

tussen uw bevindingen en het middelengebruik.

• Observeer de reactie van patiënt en noteer deze (maak daarbij een

inschatting van de fase van gedragsverandering waarin cliënt verkeert).

• Leg uit wat de mogelijkheden van de medische behandeling zijn.

• Maak eventuele weerstanden of twijfels bespreekbaar en stel een plan op.

• Vraag laboratoriumonderzoek aan.

• Vraag bij vermoeden van ernstige psychiatrische comorbiditeit een psy-

chiatrisch consult aan.

• Vraag indien nodig aanvullende informatie aan van derden (Er dient een

ondertekend toestemmingsformulier meegezonden te worden).

suggestIe Voor laBoratorIuMonDerzoek:

• Bloedbeeld (inclusief trombocyten), ASAT, ALAT, AF en GGT, kreatinine,

glucose.

• Op indicatie aanvullend onderzoek: bijv. hepatitisserologie, HIV-antistof-

fen, electrolyten, amylase. (Denk bij aanvraag van HIV-, HBV- of HCV-

serologie aan de informed consentverplichting en reik voorlichtingsma-

teriaal uit.)

• Het is een goede standaardprocedure om bij de afhankelijke patiënt

tijdens de intake ook urine-onderzoek te doen naar gebruik van andere

verslavende middelen.

BelangrIjke aanDachtspunten:

a) Is De patIënt in crisis of In een DerMate slechte MeDIsche toe-

stanD Dat DIrecte opnaMe nooDzakelIjk Is?

• Maak een keuze tussen opname op de crisisafdeling van de verslavings-

kliniek, een psychiatrische crisisafdeling of een verwijzing naar een alge-

meen ziekenhuis.

B) InDIen géén crisis:

• Is er medische begeleiding nodig bij de ontwenning en is hiervoor een

opname op een detoxafdeling noodzakelijk

• Wat zijn de verwachtingen van de patiënt

• Is het behandeldoel volledige abstinentie, gedeeltelijke abstinentie of

schadebeperking. Maak hierover duidelijke afspraken met de patiënt en

leg deze afspraken schriftelijk vast.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 240 40 26-10-2009 12:25:29

Page 43: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

41

AfsLuItEN coNsuLt

• Indien de diagnostiek is afgerond: Leg uw behandelplan voor aan de

patiënt.

• Als de patiënt akkoord gaat met behandelplan: leg dit vast in het dossier.

• Indien de diagnostiek niet is afgerond of het niet mogelijk is tot overeen-

stemming te komen over het behandelplan: spreek een vervolgconsult af.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 241 41 26-10-2009 12:25:29

Page 44: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

4�

6.3. consult start BehanDelIng

DoEL

• Het rapporteren aan de patiënt over de medische diagnostiek

• Het formuleren van persoonlijke behandeldoelen van patiënt

• Het adviseren omtrent de behandeling

• Het starten met de medicatie

Duur

• 30 minuten

• Administratieve afhandeling: 10 minuten

INHouDELIjkE BEscHrIjvING

• Bespreek de bevindingen van de medische diagnostiek (Report betref-

fende Biopsychosocial Evaluation) zoals deze is verricht ten behoeve van

de intake

• Maak gevoelens van de patiënt hierover bespreekbaar (Empathy)

• Formuleer samen met patiënt zijn/haar persoonlijke behandeldoelen en

behoeftes (Needs)

• Bespreek welke medicatie u wilt voorschrijven en geef uitleg hierover

(Direct Advice)

• Geef goede voorlichting over mogelijke bijwerkingen (zie hoofdstuk 5,

Medicatie)

• Inventariseer de mogelijkheid voor supervisie bij inname van de medicatie

• Beoordeel de reactie van patiënt op bovenstaande (Assessment) Registreer

daarbij de fase van gedragsverandering waarin patiënt zich bevindt.

AfroNDEN coNsuLt

• Indien er nog geen medisch behandelplan is, dient dit nu te worden

opgesteld en bij voorkeur ondertekend door patiënt

• Indien supervisie bij inname is afgesproken: vraag of de “belangrijke

ander” die de supervisie gaat doen, mee kan komen bij de volgende

afspraak

• Geef de patient een recept en een “medical alert” indien naltrexon

wordt voorgeschreven

• Wanneer de patiënt de medicatie verstrekt krijgt via de kliniek (en dus

geen bijsluiter krijgt): Reik een bijsluiter of andere voorlichting op schrift

over het voorgeschreven middel uit

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 242 42 26-10-2009 12:25:29

Page 45: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

43

• Reik een zelfregistratieformulier uit voor de craving en licht dit toe.

· Maak een nieuwe afspraak met de patient.

ADMINIstrAtIEvE AfHANDELING

• Leg uw bevindingen vast in het dossier

• Bericht de huisarts over het starten van de behandeling.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 243 43 26-10-2009 12:25:30

Page 46: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

44

6.4. consult MonItorIng (VerVolgconsulten)

DoEL

• De Biopsychosociale evaluatie

• Het bevorderen van motivatie en therapietrouw

• Het beoordelen van de craving en effectiviteit medicatie

Duur

• 20 minuten

INHouDELIjkE BEscHrIjvING·

• Bespreek voortgang en bekrachtig positieve veranderingen (Biopsycho-

social evaluation en Report)

• Bespreek eventuele klachten en bijwerkingen medicatie (Biopsychosocial

evaluation)

• Maak problemen bij de inname van de medicatie bespreekbaar

(Empathy)

• Bespreek de craving en eventuele terugvalmomenten aan de hand van de

zelfregistratie van cliënt (Report en Empathy). (Bijlage 6, Zelfregistratie

craving)

• Breng opnieuw de behoeften van cliënt (Needs) in kaart en stel eventueel

de behandeldoelen bij

• Geef advies over omgaan met de medicatie, met eventuele klachten en

met craving (Direct Advice)

• Wijzig eventueel de medicatie als er geen aanwijzingen zijn dat deze

aanslaat (Direct Advice) (zie bijlage: richtlijn medicatie)

• Overweeg indien nodig maatregelen die de therapietrouw bevorderen

(zie Deel II, 4. Richtlijn Therapietrouw bevorderen)

• Vraag hoe cliënt denkt over uw aanbevelingen (Assessment) en registreer

in welke fase van gedragsverandering patiënt zich bevindt.

tIp

Een belangrijke reden voor het mislukken van een behandeling is het niet

innemen van de medicatie. Tijdens ieder consult dient hieraan aandacht

te worden besteed en moet gedacht worden aan het inschakelen van een

“belangrijke ander”. Zie verder Hoofdstuk 7: Therapietrouw bevorderen.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 244 44 26-10-2009 12:25:30

Page 47: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

45

AfroNDEN coNsuLt

• Vat het gesprek kort samen

• Geef een recept

• Maak een nieuwe afspraak

ADMINIstrAtIEvE AfHANDELING

• Vraag eventueel laboratoriumonderzoek aan.

• Leg uw bevindingen vast in het dossier.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 245 45 26-10-2009 12:25:30

Page 48: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

46

6.5. consult afsluIten BehanDelIng

DoEL

• Het evalueren van de behandeling

• Het afsluiten van de behandeling

Duur

• 20 minuten (exclusief schrijven van de ontslagbrief)

tIjDstIp

• Het afsluitend consult door de arts vindt ideaal gesproken plaats nadat

de medicatie is gestaakt, omdat het stoppen met medicatie juist aan-

leiding kan zijn tot terugval in gebruik. Het stoppen van de medicatie

vindt doorgaans plaats tussen 6 maanden en 1 jaar na aanvang van de

behandeling.

INHouDELIjkE BEscHrIjvING

• Bespreek de voortgang die de patiënt heeft geboekt door het staken

van gebruik sinds het begin van de behandeling (Report) en bekrachtig

deze.

• Bespreek het verloop van de craving en check hoe het hiermee is na het

staken van de medicatie (Biopsychosocial Evaluation).

• Breng de bereikte doelen (Needs) van cliënt, die in de loop der tijd waar-

schijnlijk veranderd zijn, in kaart.

• Wellicht is een continueren van de behandeling bij één van de andere

behandelaars nog wel noodzakelijk of is een verwijzing naar elders nodig

(Needs). Geef hierover een advies (Direct Advice).

• Beoordeel aan de hand van de reactie van patiënt op uw advies

(Assessment) en op grond van de toekomstvisie van de cliënt of het

inderdaad het juiste moment is om de behandeling te beëindigen.

AfsLuItEN coNsuLt

• Vertel de patiënt dat het mogelijk is om in moeilijke periodes of bij even-

tuele terugval terug te komen.

ADMINIstrAtIEvE AfHANDELING

• Leg uw bevindingen vast in het dossier.

• Schrijf een ontslagbrief of een eventuele verwijzing naar de volgende

behandelaar.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 246 46 26-10-2009 12:25:30

Page 49: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

47

7 THERAPIETROUw BEVORDEREN

7.1. BelangrIjke reDenen waaroM Men stopt Met het InneMen Van

MeDIcatIe

Er zijn door Volpicelli e.a., 2001 een aantal redenen genoemd. Dit zijn:

• Ontkennen van ziekte of twijfel dat de aandoening ernstig genoeg is

• Tekort aan kennis

• Bijwerkingen

• Wens om “high” te worden

• Chaotisch leven

• Vergeten

• Verliezen recept

7.2. hulpMIDDelen oM therapIetrouw te BeVorDeren

• Kom in elk consult terug op de inname van de medicatie, zodat de

patiënt gaat begrijpen dat het kennelijk erg belangrijk is

• Geef voorlichting over de ernst van de aandoening, herinner eventueel

aan de klachten die bestonden voor het stoppen met gebruik

• Licht voor over bijwerkingen en vraag er in de eerste consulten expliciet

naar

• Vraag naar belemmeringen en obstakels

• Geef advies over hoe om te gaan met bijwerkingen

• Laat de medicatie meebrengen en tel deze tijdens het consult

• Bevorder rituelen rond inname

• Zoek naar geheugensteuntjes (eventueel aanschaf medicijnbox)

• Bevorder zelfregistratie

• Schakel een “belangrijke ander” of “coach” in ten behoeve van inname

onder toezicht.

7.3. InnaMe onDer toezIcht

• Het inschakelen van een “belangrijke ander” is een onderdeel van de

zogenaamde CRA (Community Reinforcement Approach). Men stimu-

leert de patient iemand in te schakelen, met wie de medicatie, liefst vol-

gens een vast ritueel, onder toezicht wordt ingenomen. Het is belangrijk

dat de hulpverlener een actieve rol inneemt bij de begeleiding van dit

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 247 47 26-10-2009 12:25:30

Page 50: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

4�

proces en cliënt en coach regelmatig samen uitnodigt op het spreekuur.

Men kan ervoor kiezen de rituele inname van het middel na te spelen

in het consult, waardoor weerstanden en problemen aan de oppervlakte

komen en zowel cliënt als coach gemotiveerd blijven voor deze vorm van

samenwerking.

• Ontbreekt een “belangrijke ander” in het leven van de patient, dan valt

te overwegen om inname van de medicatie plaats te laten vinden op de

polikliniek. Het regelmatig laten controleren van het alcoholpromillage

(“blazen”) en vervolgens innemen van de medicatie blijkt in de praktijk

een belangrijke steun voor veel van de patienten.

• Wordt de medicatie verstrekt aan een patient die klinische of dagbe-

handeling volgt, dan kan de medicatie worden ingenomen tijdens een

samenzijn met de groep. Ook hier geldt het belang van het instellen van

een ritueel. Bijvoorbeeld het uitspreken van een zin als: “Vandaag drink

ik niet.”

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 248 48 26-10-2009 12:25:30

Page 51: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

49

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 249 49 26-10-2009 12:25:30

Page 52: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

50

Deel III

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 250 50 26-10-2009 12:25:30

Page 53: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

51

Literatuur

Anton RF, O’Malley SS, Ciraulo, DA, et al. (2006) Pharmacotherapies and

behavioral interventions for alcoholdependence, The COMBINE study

Journal of American Medical Association, May 3, 2006—Vol 295, No.

17

Anton RF, Pettinati H, Zweben A, et al (2004) A multi-site dose ranging

study of nalmefene in the treatment of alcohol dependence. J Clin

Psychopharmacol. 2004 Aug;24(4):421-8.

Azrin NH et al, (1982). Alcoholism treatment by disulfiram and community

reïnforcement therapy. J Behav Ther Exp Psychiatry. 13(2):105-12

Baltieri DA, Daró FR, Ribeiro PL, de Andrade AG. (2008) Comparing

topiramate with naltrexone in the treatment of alcohol dependence

Addiction.2008 Oct 8

Berglund M, Thelander S, Jonsson E (2003) Treating Alcohol and Drug

Abuse. An evidence based review. Wiley-VHC Weinheim

Besson J, et al (1998) Combined efficacy of acamprosate and disulfiram

in the treatment of alcoholism. Alcoholism: Clinical and Experimental

Research, 22, 573-579

Boothby LA, Doering, PL. Acamprosate for the Treatment of Alcohol

Dependence; Clinical Therapeutics/Volume 27, Number 6, 2005

Brower KJ, Aldrich MS, Hall JM. (1998) Polysomnographic and subjective

sleep predictors of alcohol relapse. Alcohol Clin Exp Res 22:1864-71

Feeney GF, Connor JP, Young RM, et al (2006) Combined acamprosate

and naltrexone, with cognitive behavioural therapy is superior to either

medication alone for alcohol abstinence: a single centres’ experience

with pharmacotherapy. Alcohol Alcohol.41(3):321-7. Epub 2006 Feb 8.

Flórez G, García-Portilla P, Alvarez S et al, (2008) Using topiramate or

naltrexone for the treatment of alcohol-dependent patients. Alcohol Clin

Exp Res. 32(7):1251-9

Gual A, Lehert P. (�001) Acamprosate during and after acute alcohol

withdrawal: a double-blind placebo-controlled study in Spain. Alcohol

Alcohol. 36(5):413-8.

Johnson BA , Ait-Daoud N, Bowden CL, et al..( 2003) Oral topiramate for

treatment of alcohol dependence: a randomised controlled trial. Lancet

361: 1677–85

Johnson BA , Rosenthal N, Capece JA, et al.. (2007)Topiramate for

Treating Alcohol Dependence

A Randomized Controlled Trial. JAMA 298(14):1641-1651

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 251 51 26-10-2009 12:25:30

Page 54: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

5�

De Jong CAJ, Schippers GM en De Wildt W (2000) Het gebruik van farmaca bij de

behandeling van misbruik en afhankelijkheid van psychoactieve stoffen. Handboek

Verslaving, B 4336, 3-29.

Kranzler HR & Van Kirk J (2001) Efficacy of Naltrexone and Acamprosate for alcoho-

lism treatment: A metaanalysis. Alcoholism: clinical and experimental research, 25,

(9) 1335-1341

Kiefer F, Jahn H, Tarnaske T, et al (2003) Comparing and combining Naltrexone and

Acamprosate in Relapse prevention of alcoholism. Arch Gen Psychiatry, 60, 92-99

Kiefer F, Mann K. (2005) New achievements and pharmacotherapeutic approaches

in the treatment of alcohol dependence. European Journal of Pharmacology 526:

163–171

Kleber HD et al. (2007) American Psychiatric Association Practice Guidelines: Treatment

of Patients with Substance Use Disorders, second edition. Am. J. Psychiatry 164:,

April 2007 supplement

Kranzler HR, Gage A (2008) Acamprosate Efficacy in Alcohol-Dependent Patients:

Summary of Results from Three Pivotal Trials; American Journal on Addictions,

17:70-76

Laaksonen E, Koski-Jännes A, Salaspuro M, et al (2008) A randomized, multicen-

tre, open-label, comparative trial of disulfiram, naltrexone and acamprosate in the

treatment of alcohol dependence. Alcohol Alcohol. 43(1):53-61

Lingford-Hughes AR. (2004) Evidence Based guidelines for the pharmacological

management of substance misuse, addiction and comorbidity: recomment-

dations from the British Association for Psychopharmacology. Journal of

Psychopharmacology 18(3) 293-335 ISSN 0259-8811 Sage Publications Ltd,

London

Loenen van AC, red, (2008) Farmacotherapeutisch Kompas, 2008. Diemen: College

van Zorgverzekeringen.

Mason BJ, Salvato FR, Williams LD et al. (1999) A double-blind, placebo-control-

led study of oral nalmefene for alcohol dependence. Arch Gen Psychiatry. 1999

Aug;56(8):719-24.

Miller WR (1995) Increasing motivation to change. In Handbook of alcoholism treat-

ment: Effective alternatives (RK Hester &WR Miller, Eds.) Boston: Allyn & Bacon.

Monterosso JR, Flannery BA, Pettinati HM et al (2001) Predicting treatment res-

ponse to Naltrexone: The influence of craving and family history. American Journal

on Addictions (10) 258-268.

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, CBO(2007) Concept Multidisciplinaire

Richlijn Stoornissen in het gebruik van Alcohol

Ooteman, W, Verheul R, Koeter M et al (2006) Development and validation of the

Amsterdam Motives for Drinking Scale (AMDS): an attempt to distinguish relief and

reward drinkers. Alcohol Alcohol. 41(3):284-92.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 252 52 26-10-2009 12:25:31

Page 55: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

53

Oslin DW, Lynch KG, Pettinati HM et al (2008) A placebo-controlled

randomized clinical trial of naltrexone in the context of different levels

of psychosocial intervention Alcohol Clin Exp Res. 32(7):1299-308.

Pettinani, HM, Volpicelli JR, et al (2000) Improving naltrexone response:

An intervention for medical practitioners to enhance medication in alco-

hol dependent patients. Journal of Addictive Diseases 19: 71-83.

Pettinati HM, et al. (2006)The Status of Naltrexone in the Treatment of

Alcohol Dependence. J Clin Psychopharmacol 26:610–625

Project MATCH Research Group (1998) Matching alcoholism treatments

to cliënt heterogenity: treatment main effects and matching effects on

drinking during treatment. J Stud Alcohol 59: 202-215

Reid SC et al (2005)The efficacy of compliance therapy in pharmacotherapy

for alcohol dependence: a randomized controlled trial. J Stud Alcohol.

66(6):833-41.

Richardson K. Baillie A, Reid S et al (2008) Do acamprosate or nal-

trexone have an effect on daily drinking by reducing craving for alcohol?

Addiction 103:953-9

Roozen HG, de Waart R, van den Brink W. (2007) Efficacy and tolerability

of naltrexone in the treatment of alcohol dependence: oral versus injec-

table delivery. Eur Addict Res. 13(4):201-6.

Roozen HG, Boulogne JJ, van Tulder et al, (2004). A systematic review of

the effectiveness of the community reinforcement approach in alcohol,

cocaïne and opioid addiction. Drug Alcohol Depend. 9;74(1):1-13

Rösner S, Leucht S, Lehert P, et al(2008) Acamprosate supports abstinen-

ce, naltrexone prevents excessive drinking: evidence from a meta-analysis

with unreported outcomes. J Psychopharmacol. 22(1):11-23

Srisurapanont M, Jarusuraisin N. (2005) Opioid antagonists for alcohol

dependence. Cochrane Database of Systematic Reviews Issue 1.

Suh JJ, et al. (2006) The status of disulfiram: a half of a century later. Journal

of Clinical Psychopharmacology. 26(3):290-302.

UK Alcohol Treatment Trial (UKATT) (2008) Client-treatment matching

effects. Addiction.103(2):228-38

Verheul R, Lehert P, Geerlings PJ, et al, (2005) Predictors of acamprosate

efficacy: results from a pooled analysis of seven European trials including

1485 alcohol-dependent patients. Psychopharmacology (Berl). 178(2-

3):167-73. .

Volpicelli JR, Pettinati HM, McLellan AT, et al (2001) Combining

Medication and Psychosocial Treatment for Addictions (The BRENDA

Approach). New York: The Guilford Press.

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 253 53 26-10-2009 12:25:31

Page 56: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

54

Weiss RD, O’malley SS, Hosking JD, et al (2008). Do patients with alcohol

dependence respond to placebo? Results from the COMBINE study. J

Stud Alcohol Drugs.69(6):878-84

Wittenberg S (2005) Medicamenteuze behandeling terugvalpreventie alco-

holafhankelijkheid. Literatuurstudie Jellinek

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 254 54 26-10-2009 12:25:31

Page 57: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

55

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 255 55 26-10-2009 12:25:31

Page 58: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

56

Deel IV BIjlagen

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 256 56 26-10-2009 12:25:31

Page 59: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

57

BIjlagen

1 ‘Medical alert’

2. Zelfregistratie Craving

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 257 57 26-10-2009 12:25:31

Page 60: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

5�

BIjlage 1 MeDIcal alert

Naam en telefoonnummer van de arts die

Naltrexon HCl 50 PCH heeft voorgeschreven:

Naam arts …………………………………………………………………

Telefoonnummer arts ……………………………………………………

Naam patiënt ……………………………………………………………

Telefoonnummer patiënt ………………………………………………

Startdatum behandeling ………………………………………………

Emergency Card bestemd voor het behandelend medisch

personeel in een noodgeval:

Deze patiënt wordt behandeld met Naltrexon HCl 50 PCH

(naltrexonhydrochloride)

In noodgevallen is het aan te bevelen in plaats van opioïden,

niet opiate analgetica te gebruiken. In situaties waarbij een

opioïdenanalgesie vereist is, kan een verhoogde dosis nodig zijn.

De patiënt dient zorgvuldig bewaakt te worden door personeel

getraind in reanimatie, in verband met een verhoogde kans op

sterke respiratoire depressie en andere ongewenste bijwerkingen

(zoals zwellen van het gezicht, jeuk, erythema of broncho-

constrictie vermoedelijk door histamine afgifte).

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 258 58 26-10-2009 12:25:31

Page 61: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

59

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 259 59 26-10-2009 12:25:31

Page 62: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

60

BIjlage 2

zelfregIstratIe craVIng

Maand: …………………………..

Datum Dag Pillen Verlangen naar alcohol? Alcoholgebruik en aanleiding? Controle verlies? Bijwerkingen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

• Hoeveel pillen ingenomen vandaag? 1-2-3-4-5-6

• Verlangen naar alcohol: 0 = geen, 1 = een beetje, 2 = behoorlijk

3 = veel, 4 = heel veel

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 260 60 26-10-2009 12:25:31

Page 63: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

61

BIjlage 2

zelfregIstratIe craVIng

Maand: …………………………..

Datum Dag Pillen Verlangen naar alcohol? Alcoholgebruik en aanleiding? Controle verlies? Bijwerkingen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

• Alcoholgebruik: hoeveel alcohol en wat was de directe aanleiding?

• Controleverlies: Ja/Nee

• Hoeveel pillen ingenomen vandaag? 1-2-3-4-5-6

• Verlangen naar alcohol: 0 = geen, 1 = een beetje, 2 = behoorlijk

3 = veel, 4 = heel veel

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 261 61 26-10-2009 12:25:31

Page 64: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

6�

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 262 62 26-10-2009 12:25:32

Page 65: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

63

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 263 63 26-10-2009 12:25:32

Page 66: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

64

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-BIN 264 64 26-10-2009 12:25:32

Page 67: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

Colofon Deze publicatie is uitgebracht door Jellinek/Arkin in opdracht van

het project Resultaten Scoren, GGZ Nederland

Auteur M. Boonstra, senior verslavingsarts

Nadere informatie R. Buntjer, Arkin, hoofd Innovatie, [email protected]

Werkgroep eerste M. Boonstra , P.J. Geerlings, M. Nieuwenhuy, M.H. Schramade,

druk (2009) J. Weijers

Werkgroep tweede M. Boonstra , R. Eschweiler, R. Buntjer

druk (2009)

Uitgever GGZ Nederland, project Resultaten Scoren,

Postbus 830, 3800 AV Amersfoort

Ontwerp www.taluut.nl

Publicatienummer 2009 - 356

Prijs: voor leden van GGZ Nederland, eerste exemplaar gratis; elk volgend exemplaar

10,- inclusief verzendkosten

Gratis downloaden via www.ggzkennisnet.nl

© Copyright 2009 Jellinek/Arkin, GGZ Nederland project Resultaten Scoren

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, zonder

voorafgaande toestemming van de uitgever GGZ Nederland

GGZ-Alcoholafhankelijkheid-OMSL 2 2 26-10-2009 12:29:43

Page 68: Medicamenteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid · len in twee fasen namelijk 1) ontgifting en 2) terugvalpreventie. Deze handleiding betreft de fase terugvalpreventie

Resultaten S

coren 2009

Resultaten Scoren

Medicam

enteuze terugvalpreventie bij alcoholafhankelijkheid

Medicamenteuze terugvalpreventiebij alcoholafhankelijkheid

Handleiding

2009