wij wonen in een huis de woonkamer de huiskamer de slaapkamerde
badkamer de keuken het dak
Dia 7
Op het dak staat een schoorsteen.
Dia 8
de deur Door de deur ga je naar binnen.
Dia 9
de sleutel Met de sleutel maak je de deur open.
Dia 10
de muur Een huis heeft veel muren.
Dia 11
het adres Op welk adres woon jij?
Dia 12
de kapstok Aan de kapstok hangt mijn jas.
Dia 13
de gang Mama poetst de gang.
Dia 14
de trap Ik loop op de trap naar boven.
Dia 15
de huiskamer Mama is de huiskamer aan het stofzuigen.
Dia 16
de bank De hond ligt op de bank.
Dia 17
de tv Ik kijk graag naar de tv.
Dia 18
de keuken Mama kookt het eten in de keuken.
Dia 19
koken Kinderen vinden eten koken ook leuk.
Dia 20
de badkamer In de badkamer ga ik mijn tanden poetsen.
Dia 21
het bad Ik lig lekker in bad.
Dia 22
de douche Iedere ochtend ga ik douchen.
Dia 23
het water Het water is lekker warm.
Dia 24
de kraan Uit de kraan komt water.
Dia 25
de zeep Wassen doe je met zeep en water.
Dia 26
de slaapkamer In de slaapkamer slaap je in bed.
Dia 27
het bed De hond ligt op het bed.
Dia 28
slapen Sstt het meisje is aan het slapen.
Dia 29
de wc Op de wc ga je plassen.
Dia 30
plassen Op de wc ga je plassen en poepen.
Dia 31
de verwarming De poes ligt op de verwarming.
Dia 32
de klas Er zitten veel kinderen in de klas.
Dia 33
tellen Ik kan tot 20 tellen.
Dia 34
hallo Hallo oma!
Dia 35
goedemiddag Goedemiddag, zegt de juf tegen de kinderen.
Dia 36
rood
Dia 37
geel
Dia 38
blauw
Dia 39
Wit
Dia 40
Er vliegt 1 ballon. 1
Dia 41
Er vliegen 2 ballonen. 2
Dia 42
Er vliegen 3 ballonen 3
Dia 43
Er vliegen 4 ballonen 1 234 4
Dia 44
Er vliegen 5 ballonen 5
Dia 45
Er dansen 6 muizen. 1 2 3 4 5 6 6
Dia 46
Er zijn 7 bugs bunnys 1 4 3 2 5 6 7 7
Dia 47
Er zijn 8 ballen. 1 2 4 5 6 3 8 7 8
Dia 48
Er zwemmen 9 eendjes. 123456 78 9 9
Dia 49
Er vliegen 10 ballonen 1 2 3 456789 10
Dia 50
meervoud het badde baden het dakde daken de deurde deuren de
gangde gangen het huisde huizen de kapstokde kapstokken de klasde
klassen de trapde trappen
Dia 51
meervoud de badkamerde badkamers de huiskamerde huiskamers de
keukende keukens de slaapkamerde slaapkamers de sleutelde sleutels
de wcde wcs
Dia 52
de weg vragen: Waar is .
Dia 53
meervoud de bankde banken het bedde bedden de muurde muren de
tvde tvs
Dia 54
het lijf Je moet je lijf altijd goed wassen.
Dia 55
de arm Het meisje heeft haar arm gebroken.
Dia 56
de buik Ik heb pijn in mijn buik.
Dia 57
het zweet De man heeft het zweet onder zijn arm staan.
Dia 58
wassen zich wassen Na het plassen gaan we de handen
wassen.
Dia 59
aankleden Als je uit bed komt ga je je aankleden.
Dia 60
ruiken De zeep ruikt lekker.
Dia 61
wonen Wij wonen in een huis in Veghel.
Dia 62
thuis Als ik thuis ben ga ik buiten spelen.
Dia 63
waar Waar woon jij?
Dia 64
meervoud het adresde adressen de armde armen het badde baden de
bloesde bloezen de buikde buiken de kraande kranen het lijfde
lijven de verwarmingde verwarmingen de douchede douches
Dia 65
de bal Met de bal gaan we voetballen.
Dia 66
de bloes Mama heeft een witte bloes.
Dia 67
helpen De juf gaat altijd de kinderen helpen.
Dia 68
geven Zal ik jou een nieuw potlood geven.
Dia 69
gooien Met de gym gaan we de bal weg gooien.
Dia 70
pakken Ik pak geld uit mijn portemonnee.
Dia 71
vallen Ik ben gevallen met het skatebord.
Dia 72
zoeken Ik moet even mijn boek gaan zoeken.
Dia 73
kunnen- kunnen jullie mij helpen zoeken? leggen- leg de gele
bal op de tafel. snappen- ik snap er niets van. willen- wil je mij
helpen?
Dia 74
inleg de gele bal in de bak jewil je me helpen? nietjuf, ik
snap het niet niksik snap er niks van ujuf, kunt u mij helpen
Dia 75
het blad In de lente krijgen de bomen weer bladeren.
Dia 76
de gieter Met de gieter geef ik de planten water.
Dia 77
de (pot) grond Ik geef de planten nieuw potgrond.
Dia 78
de plant In ons huis staan veel planten.
Dia 79
de bloempot Mama zet de plant in een nieuwe bloempot.
Dia 80
groeien De planten gaan groeien als je ze water geeft.
Dia 81
verzorgen Je moet de planten goed verzorgen.
Dia 82
levend Deze plant is nog mooi hij is nog levend.
Dia 83
dood Deze plant leeft niet meer hij is dood.
Dia 84
water geven De planten moet je water geven.
Dia 85
donker
Dia 86
licht
Dia 87
koud De rode knop is voor warm water.
Dia 88
warm De blauwe knop is voor koud water.
Dia 89
meervoud het bladde bladeren de plantde planten de potde potten
de balde ballen