22
Kernprogramma ‘Media: Markt & Innovatie’ Strategisch ondernemerschap en samenwerking Magazine media voor vak & wetenschap 2e jaargang nr. 5 | juli 2012 | losse nummers 5,75 1

MVW Magazine nr. 5

Embed Size (px)

DESCRIPTION

MVW digitaal magazine

Citation preview

Kernprogramma ‘Media: Markt & Innovatie’

Strategisch ondernemerschap en samenwerkingMagazine

m e d i a v o o r v a k & w e t e n s c h a p

2e jaargang nr. 5 | juli 2012 | losse nummers €5,75

1

juli 2012MVW Magazine

MVW Magazine voor uitgevers voor vak

en wetenschap is een uitgave van Media

voor Vak & Wetenschap (MVW) van het

Nederlands Uitgeversverbond,

Postbus 12040, 1100 AA Amsterdam

Zuidoost, telefoon 020 - 430 91 50;

website: nuv.nl

MVW Magazine voor uitgevers voor vak

en wetenschap wordt vervaardigd door

Fotografi e: Portfolio Fotografi e, Den Haag,

tenzij anders vermeld

Vormgeving NG Productions, Zandvoort

Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand

of openbaar gemaakt in enige vorm

of op enige wijze, hetzij elektronisch,

mechanisch, in fotokopie of anderszins,

zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.

8

16

12

2

INHOUD

juli 2012 MVW Magazine

4

1516

4 Kernprogramma ‘Media: Markt & Innovatie’; positieve feedback op het allereerste MVW Innovatienetwerk.

8 In de themabijeenkomst ‘Proces & Innovatie’ stond de impact van het gebruik van nieuwe technologieën centraal.

12 Bijeenkomst: Hoe kun je meer resultaat halen uit verhuur en verkoop van (e)boeken?

15 MVW verwelkomt Uitgeverij PS: bv, uitgever van Hospitality Management, als nieuw lid.

15 LOF Prijs 2013: De eerste inschrijvingen zijn binnen.

16 Bijeenkomst: Uitgevers worden gevraagd om hun metadata op orde te brengen.

19 HOI-aansluiting niet langer verplicht voor leden.

20 International Standaard Text Code (ISTC): de link tussen search en sale

3

juli 2012MVW Magazine

Kracht door strategisch ondernemerschap en samenwerking

Media voor Vak & Wetenschap nodigde voor zijn allereerste

MVW Innovatienetwerk de top van de ledenbedrijven en executives uit

media-gerelateerde branches uit voor een netwerkbijeenkomst. Strategie en

adviesbureau Thaesis faciliteerde de netwerkdiscussie en presenteerde deze

avond de jaarlijkse trendmonitor van de uitgeefbranche: De uitgever aan het

woord, editie 2012. Het thema van dit jaar is ‘strategic entrepreneurship’.

Tekst: Peter Jan Haas | Foto’s: Anna Green

Kernprogramma ‘Media: Markt & Innovatie’:

Corinne van Rodenburg, adjunct directeur Koninklijke van Gorcum BV, Peter Adrichem, algemeen directeur Endemol, Sandra Kroon, directeur Business Unit Legal Tax Regulatory.

4

juli 2012 MVW Magazine

De deelnemers aan de netwerk-duscussie werden aan de hand van een aantal thema’s uitgeno-

digd om losse groepen in de ruimte te formeren en actief met elkaar in discus-sie te gaan. Tijdens de netwerkdiscussie draaide het om de vraag hoe uitgevers om kun-nen gaan met disruptieve innovaties en nieuwe sociale technologieën. Na een welkomstwoord van Sylvester Nieuwe Weme, voorzitter MVW, vatte Theo Huibers van adviesbureau Thaesis de centrale vraag samen: “Wat zijn de kansen op samenwerking en waar zijn de bedreigingen?” Het thema van de negende trendmonitor van de uitgeef-branche liep daarbij als rode draad door de avond heen: hoe word ik als uitgever strategisch ondernemer? De

bijeenkomst kreeg de vorm van een multiloog.

Positive tipping pointsDe transitie van print naar online verloopt minder transparant en voor-spelbaar dan gedacht. Henk Hagoort, voorzitter Raad van Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), verwoorde het als volgt: “Een innova-tiestrategie betekent het laveren tussen profeten en pessimisten. Optimisten zeggen: ‘Wij kijken straks geen televi-sie meer, maar kijken op de tablet’”. Tijdens het televisie kijken hanteert een meerderheid van het publiek een ‘second screen’, maar daarmee wordt volgens Hagoort vooral gekeken op Fa-cebook of Marktplaats. Moet je dan veel geld investeren in een tablet-strategie?Dit dilemma blijkt herkenbaar. Hoewel nieuwe mediavormen, nieuwe scher-men (zoals de tablet) en nieuwe inkom-sten als positive tipping points worden gezien, is er ook sprake van disruptie. Klaasjan Tukker, business manager Adobe: “De stap naar een nieuw me-dium is de stap naar een ander kanaal. Je moet dit opnieuw balanceren in de content-strategie”. “Een nieuw medium is geen doel op zich,” stelt Maarten Korz, innovatiemanager, Rabobank, “maar een nieuw distributie- en com-municatiekanaal”. Afgelopen week waren er bij de Rabobank voor het eerst meer mobiele bankiersessies dan ses-sies internetbankieren. En internetban-kieren verdringt al decennia de transac-ties bij de lokale bank. Deze disruptie

heeft tot vandaag gevolgen. Korz: “We zitten nu nog met een groot aantal lege bankkantoren waar niemand meer komt”.

Personalisatie“Is personalisatie een oplossing?”, voert Huibers aan. Philip Alberdingk Thijm, ceo, Sky Radio: “Personalisatie werkt heel goed in de consumenten-markt. Wij hebben een music director die goed weet welke muziek bij welke doelgroep hoort. Wij noemen dat uit-geven. Wij kunnen playlists bouwen die gekoppeld zijn aan social media. Wanneer je een track liked, disliked of overslaat past het algoritme de playlist direct aan je smaak aan.” Op het mo-ment dat de luisteraar iets doet wordt de programmering persoonlijk. Niet iedereen is overtuigd van het succes van personalisatie. Kun je een businessplan baseren op smaak? “Mensen willen de ene dag dit, de andere dag dat,” zo klinkt het in de zaal.

Grote woorden, kleine dadenTheo Huibers schetst een wat somber beeld van de uitgeversbranche: “Inten-ties worden gevolgd door nieuwe in-tenties. Is er een workshop gepersona-liseerd uitgeven, dan zul je zien dat het jaar daarop heel veel uitgevers aangeven dat gepersonaliseerd uitgeven een trend is”. Huibers: “Ik zie daarnaast nog een andere trend. De discussie rond de economie. Hoe gaan uitgevers om met dalende omzet en stijgende kos-

Hoe word ik als uitgever strategic entrepreneur?

Ouke Arts, strategy consultant bij Thaesis.

Hans Janssen, ceo Woodwing Software, Michel Schuuring, managing director NT Publishers.

Frank Vrancken Peeters, managing director Legal & Regulatory

Northern Europe & ceo Kluwer Nederland.

5

juli 2012MVW Magazine

ten? Veel uitgevers en mediabedrijven denken: Hoe krijgen we de kosten naar beneden?” Philip Alberdingk Thijm: “Kranten zijn als een gek bezig in de kosten te snijden, terwijl de kwaliteit daardoor daalt. Geen wonder dat Nu.nl wint.” Snijden in de kosten is dus geen strategie. Huibers stelt dat juist strate-gisch ondernemerschap kan inspelen op disrupties in de markt.

Strategisch ondernemerschapPeter Adrichem, algemeen directeur, Endemol Nederland, noemt een prak-tijkvoorbeeld: “Endemol is aandeel-houder van Eredivisie geworden om Eredivisie Live te kunnen realiseren. Het aandeelhouderschap was een stra-tegische beslissing om een kanaal van de grond te krijgen en om dat deel van de portfolio veilig te stellen. Endemol

is hierdoor de grootste sportproducent van Nederland geworden.” De vraag is hoe je om moet gaan met exploitatie (van bestaande markten) versus explo-ratie (van nieuwe markten). Huibers: “Dat is een valkuil; bouwen aan nieuwe kanalen terwijl je de oude business wilt behouden.”

Open AccessHuibers stelt de aanwezigen de volgen-de vraag: “Welk aandeel van de weten-schappelijke publicaties komt volgens SURF in Nederland door Open Access beschikbaar? Antwoord A: 20-25%, antwoord B: 30-35%, of antwoord C: meer dan 40%?” Het juiste antwoord blijkt A te zijn. Maar de ambitie is om de komende jaren bijna driekwart van de wetenschappelijke publicaties be-schikbaar te stellen als Open Access. Vormt Open Access een bedreiging? Alle user generated content is uiteinde-lijk Open Access, zo wordt geopperd. Peter Adrichem stelt dat voor unieke content altijd betaald moet worden. Er is immers geld nodig om de industrie overeind te houden. Maar dat scheelt per sector. In de televisiewereld is begonnen met Open Access omdat de belastingbetaler of de adverteerder betaalde, maar de eindgebruiker niet. “Open Access moet een verdienmodel hebben.” Maar welk verdienmodel?

Nieuwe toetredersHans Janssen (Woodwing Software): “Eén van onze klanten is TRVL-zine. Deze jongens (Jochem Wijnands en Mi-chel Elings) besloten uitgever te worden op de zolderkamer.” TRVL is een gratis tweewekelijks reismagazine voor de iPad én een community van reisfotogra-fen en schrijvers. Een editie van TRVL wordt zo’n 80.000 keer gedownload. Janssen: “Die jongens eten markt af van de bestaande reisbladen en ze zijn pas een jaar bezig.” De drempel tot toetre-ding is lager dan ooit. Nieuwe toetre-ders herken je vaak pas als ze er zijn. De grootste belemmering voor innovatie komt vaak van binnenuit. Moet een uitgever alle boeken aanbieden als e-boek? Maar wat als hierdoor de verkoop van het papieren boek terug loopt? Dan kannibaliseer je je eigen markt.

Samenwerken, maar met wie?Huibers: “De keten is complex; met wie moet je samenwerken en hoe kun je samenwerken als je elkaar niet kent?” Peter Adrichem: “Maar het gebeurt. Op corperate niveau kruipen uitgevers en broadcasters dicht op elkaar. Denk aan Sanoma en SBS. En Voetbal Internatio-nal is een voorbeeld hoe tijdschriften en televisie-producten samenwerken.” Corinne Rodenburg, adjunct directeur, Koninklijke Van Gorcum: “Kijk ook naar LinkedIn-communities. Voor uitgevers liggen kansen om daar aan-sluiting bij te vinden. Facebook en Lin-kedIn zijn geen bedreigingen, daar kun je gebruik van maken.”Er worden ook kansen gezien in tech-nologie-platforms. Iedereen is verward over het e-boek en de verschillende standaarden en softwareversies van het e-boek. “En dan haakt de klant af.” Om tot standaarden te komen, is samen-werking nodig. Maar zo eenvoudig ligt het niet altijd. Je hebt per onderneming individuele P&L en shareholders value en dan creëer je met elkaar nooit toege-voegde waarde in een dienst of product.

Ingrediënten van het Kernprogramma Media: Markt & InnovatieHet MVW wil leden een omgeving bieden die de mogelijkheid om te innoveren vergroot, door:• te werken aan innovatieve oplossingen op

het raakvlak van content, context, software en telecommunicatie;

• succesvolle nieuwe business- en verdienmodellen en best practices binnen en buiten de sector met elkaar te verbinden;

• de creatie van een netwerk waar leden allianties aan kunnen gaan met andere mediaexploitanten, uitgeverijen of met branchevreemde organisaties.

De drie pijlers voor strategic entrepreneurship:1: ondernemende cultuur creëren en leiderschap tonen;2: adaptief inzetten van beschikbare middelen;3: innovaties realiseren en vermarkten.

6

juli 2012 MVW Magazine

Sylvester Nieuwe Weme, voorzitter MVW:Om relevant te blijven voor onze doelgroep willen wij een platform creëren waar we ook partijen uitnodigen buiten onze directe kring. In die context hebben we de naam van onze vereniging dit jaar gewijzigd in Media voor Vak en Wetenschap. Tijdens de Algemene Ledenvergadering in juni 2011 introduceerden we daartoe twee kernprogramma’s. Eén van de kernprogramma’s die we ontwikkelen is ‘Media: Markt & Innovatie’ met als doel kennistransfer, samenwerken aan innovatie en samen optrekken bij gemeenschappelijke belangen. In dat kader organiseerden we deze eerste MVW Innovatienetwerk bijeenkomst. De eerste feed back van de deelnemers was positief. Om te kunnen samenwerken met partijen buiten de eigen sector, moet je elkaar kennen. In die zin waren de MVW-deelnemers het er over eens dat dit initiatief zeker een vervolg moet krijgen. Daar voor vormt deze eerste bijeenkomst een goed uitgangspunt. Om in één keer de stap te zetten naar concrete samenwerkingsideeën bleek deze avond nog

knap lastig. Misschien kwam dat ook doordat de uitgenodigde sectoren relatief ver afstaan van media voor vak en wetenschap. De aanwezige MVW-leden gaven duidelijk de wens te kennen om partijen uit te nodigen die dichter bij onze business staan, zoals Google of Facebook, en partijen die over veel data beschikken, zoals CBS of software bedrijven. Daarnaast werd de suggestie gedaan om binnen NUV-verband een vervolg te organiseren omdat er dicht bij huis vermoedelijk de nodige aanknopingspunten zijn te vinden voor samenwerking.

Business unit structuren staan in feite cocreatie en innoveren over de eigen bedrijfsgrenzen heen, in de weg. Dat betekent dat samenwerking vooral kans van slagen heeft bij procompetatieve en preconcurrentiële activiteiten en processen. Denk bijvoorbeeld aan is-sues als standaardisatie. Straks betaalt iedereen met Facebook Credits en wat betekent dat voor de rol van banken? Hoe gaan zij samenwerken met dit soort nieuwe partijen ten einde een rol te behouden in het mobiele betalings-verkeer?

Andere mindsetTheo Huibers: “Moeten we het zoeken in samenwerking rond thema’s, zoals het eerder genoemde Open Access?” Hagoort: “Ik denk dat we echt iets aan de keten kunnen toevoegen. Er gaat in de publieke sector veel geld om dat ook voor anderen kan renderen. Over een jaar zal er tussen publieke en commerci-ele omroepen heel veel zijn gebeurd. Dat komt omdat we met een andere mindset naar elkaar aan het kijken zijn. Het helpt mij als een commerciële partij in Den Haag zegt: ‘Eigenlijk een schande dat

gratis uitzending gemist’. Dat vind ik helemaal niet erg. Als daar een model uitkomt waarbij we samen het publiek kunnen aanwennen dat niet alles gratis is, dan helpen wij elkaar. En daar kan dan ook weer wat tegenover staan.”Huibers: “Is er op samenwerkingsge-bied iets te categoriseren of is samen-werking een opportunistisch gegeven?” Philip Alberdingk Thijm: “Wat je kunt doen is de groep prikkelen en met dit soort bijeenkomsten mensen facili-teren, maar er moet een intrinsieke prikkel zijn om na te denken over sa-menwerking. Als je een goed netwerk hebt, steek je over en ga je eens koffie drinken.” Sandra Kroon, directeur business Unit Legal Tax Regulatory, Sdu Uitgevers, stemt in: “Dit is inderdaad de manier. Mensen leren kennen en vooral buiten de branche kijken, maar het begint met elkaar kennen.” n

Programma:18:00 Welkomstwoord door Sylvester

Nieuwe Weme, voorzitter van MVW. Presentatie van Ouke Arts en Theo Huibers (Thaesis) over relevante en actuele ontwikkelingen in diverse media-gerelateerde sectoren.

18:30 Door Thaesis gefaciliteerde netwerkdiscussie over de centrale thema’s: visies op de snel veranderende media-arena; succesfactoren bij het sturen op succesvol innoveren en verkenning van mogelijkheden tot samenwerking.

19:30 Wrap-up door Thaesis.

Deelnemers InnovatienetwerkMaarten Korz, innovatiemanager, RabobankGeert Noorman, algemeen directeur, Nederlands UitgeversverbondErik Kroeze, communicatieadviseur, Nederlandse Publieke OmroepHenk Hagoort, voorzitter Raad van Bestuur, Nederlandse Publieke OmroepHans Janssen, ceo, Woodwing SoftwareDerk-Jan Brand, algemeen directeur, AdobeKlaasjan Tukker, business manager, AdobePeter Adrichem, algemeen directeur, EndemolJeroen van Waardenberg, manager communicatie, EndemolPhilip Alberdingk Thijm, ceo, Sky Radio

Theo Huibers, managing partner bij Thaesis.

7

juli 2012MVW Magazine

De impact van innovatie op het interne proces

In de themabijeenkomst ‘Proces & Innovatie’ stond de impact

van het gebruik van nieuwe technologieën en de koppeling van

creativiteit en techniek in bestaande organisaties centraal.

Middagvoorzitter Wim van der Stelt merkte in zijn wel-komstwoord op dat de bran-

che er naar neigt de nadruk te leggen op de moeilijkheden die uitgeverijen nu doormaken. Het verbaast hem dat er weinig wordt benadrukt dat we net zo goed in een branche werken waarin de innovatie zo ontzettend hard gaat dat we het zelf haast niet meer merken. De sector evolueerde in twintig jaar tijd van een totaal ‘papieren’ branche naar een

branche waarbij internet een centrale rol speelt, zo stelde hij.Dat was zijn ‘bruggetje’ naar het pro-gramma van deze middagbijeenkomst: innovatie was immers het centrale thema waarover de sprekers, ieder van-uit de eigen professionele invalshoek, hun licht lieten schijnen.

Nieuw product, nieuwe marktHet proces van de creatie van een nieuw

product voor een nieuwe markt werd gepresenteerd door Peter de Jong, Di-rector Product Development EMEA&LA bij Elsevier, en Rens Meyer, Account Di-rector bij Lost Boys international (LBi).Peter de Jong schetste een aantal trends in de marketingcommunicatie van de farma-industrie. De verkoopafdelingen van de farma-industrie krijgen steeds minder de kans om rechtstreeks met klanten in contact te komen. Zieken-huizen blijken steeds minder bereid

Sprekers en middagvoorzitter van de bijeenkomst ‘Proces & Innovatie’. V.l.n.r.: Karin Zwiggelaar, partner bij M&I Partners, een adviesbureau op het gebied van informatiemanagement; Antoon van Luxemburg, Senior Adviseur bij M&I Partners; Rens Meyer, van Lost Boys International; Peter de Jong, Director Product Development EMEA&LA bij Elsevier en Wim van der Stelt, Executive Vice President Corporate Strategy Springer Science + Business Media

Tekst: Eric Ravestijn

8

Sander Tacx, van Lost Boys International en Meine van der Bijl, Financial Director bij Geomares Publishing

Peter Both en Eric van Trigt,

directeur van Koggeschip Vakbladen,

met in hun midden Gerro Sanders

van Abonnementenland, het bedrijf

dat deze middagbijeenkomst

sponsorde

Jeroen Loos, Thijs VerLoren van Themaat, directeur van Uitgeverij Verloren, en Max du Moulin, Director Academic Segment Marketing bij Elsevier

juli 2012 MVW Magazine

om tijd vrij te maken voor de artsenbe-zoekers. Tegelijkertijd verschuift het accent in de marketingcommunicatie van de farma-industrie van traditioneel adverteren naar educatie en sponsoring van wetenschappelijke publicaties. Daarnaast proberen farmaceuten be-reik te realiseren bij hun doelgroepen via het online kanaal. Daaraan wordt een groeiend deel van het budget aan besteed.Online treffen zij ook de medisch specialisten die besluiten nemen over welke medicijnen worden voorge-schreven. Ook medisch specialisten kampen met een afnemende hoeveel-heid beschikbare tijd. Dat gaat ten kos-ten van tijdschriften en boeken en de al genoemde behoefte om met verte-genwoordigers van de farma-industrie te praten. Online verwachten medisch specialisten: informatieproducten, online educatie, workfl ow support, guidelines, clinical decision support, e-books, en e-journals te vinden. Zij vormen in toenemende mate resource centres waarbij al het bronmateriaal rondom één therapie of vakgebied is georganiseerd. Hierdoor veranderde het medialandschap voor Elsevier: tra-ditioneel vroeg de farma-industrie om content van medisch specialisten om daarmee autoriteit in te kopen en ver-volgens uit te stralen. Nu biedt Elsevier de farma-industrie een combinatie van content en bereik. “We own the con-tent and we know the doctor”, is nu het devies van Elsevier. Anders gezegd: Elsevier kent de klanten van Elseviers

klanten: de farma-industrie.Om dat ook in de praktijk te kun-nen brengen moest met name de werkwijze van de verkoopafdelingen veranderen. Zij moesten overschake-len van het verkopen van producten naar het verkopen van oplossingen en consulting. Daarmee kwamen ook een aantal belangrijke mispercepties binnen de organisatie aan het licht. Zo bleek de waarde van de eigen database danig onderschat te zijn. Vooral omdat er te weinig aandacht was voor het webgedrag van de Elsevier-klanten. De uitgeverij was vooral bezig met het verkopen van informatieproducten aan afnemers als (wetenschappelijke)

bibliotheken en ziekenhuizen; er was weinig aandacht voor de individuele gebruikers van deze producten. Naderhand bleek dat de farma-industrie juist wel op de individuele gebruiker wilde inzetten.

ToolkitRens Meijer lichtte de oplossing toe die Lost Boys international voor Elsevier bedacht: de Toolkit. De Toolkit is een upload-faciliteit waarmee sites kunnen worden gemaakt en onder-houden. De maker kan met de Toolkit content beheren en functionaliteiten als e-learning-modules en accreditatie toevoegen. De gebruiker van met de

Toolkit gemaakte sites kan persoon-lijke notities toevoegen aan de content op de site en de site gebruiken voor het onderhouden van contacten met col-lega’s. Inmiddels zijn met de Toolkit 130 sites, verspreid over 13 landen, gemaakt.

BusinessmodelDe Toolkit-sites worden geheel ge-sponsord door de farma-industrie. Dat wil niet zeggen dat zij bepalen welke content op de site te vinden zal zijn. Het inhoudelijk beheer van de content wordt verzorgd door een guest editor, een autoriteit op het vakgebied waarover de Toolkit-site handelt. Het

laatste wat zowel Elsevier als de farma-industrie wil, is dat de Toolkit-sites het gevoel geven een advertentievehikel te zijn. Als er al sprake is van bijvoorbeeld banners, dan is dat om gebruikers te verleiden dieper in de contentstructuur van de site af te dalen. Overigens kan ook Elsevier zelf besluiten een Toolkit-site over een bepaald medisch vakge-bied of behandelwijze te publiceren.

Cocreatie en crowd sourcingKarin Zwiggelaar, partner bij M&I Part-ners, een adviesbureau op het gebied van informatiemanagement, en Antoon van Luxemburg, senior adviseur bij M&I Partners spraken over cocreatie en

Om optimaal cocreatie in te zetten zal de organisatie moeten kantelen

9

juli 2012MVW Magazine

crowd sourcing als stuwende krachten achter innovatie. Voor cocreëren is, volgens Zwiggelaar, een langdurige relatie met de klant vereist. Zonder die relatie is het moeilijk te doorgronden wat de klant wil, en kan moeilijk van hem geleerd worden. Die kennis is no-dig om daarop (innovatieve) producten en diensten op te kunnen afstemmen. Cocreëren vergt daarom tijd.

Crowd sourcingExterne input vragen en opdiepen voor interne (innovatie)problemen, is één van de defi nities die zij gaf van ‘crowd sourcing’. Het aanspreken van ‘the wisdom of the crowd’, is een andere. Als voorbeeld noemde zij een bekende

chips fabrikant die de hulp van de klan-ten inriep voor het bedenken van nieu-we smaken. Vanuit het publiek werden andere voorbeelden aangedragen. Sanoma-titel Libelle cocreëerde samen met de lezeressen en koffi ebrander Douwe Egberts nieuwe smaken voor de bekende Senseo-pads.

InnovatietrechterNa de proces-theoretische inleiding van Zwiggelaar kreeg Antoon van Luxemburg het woord. Hij sprak on-der andere over de innovatietrechter.

Bovenin die trechter gaan de ideeën die in het innovatieve bedrijf ontstaan. Lang niet alle ideeën zijn echter levens-vatbaar en daarom halen zij het niet tot het eind van de trechter. Cocreë-ren hoeft niet gedurende het gehele doorloopproces van ideeën door de trechter, maar kan ook slechts worden ingezet in delen van het gehele innova-tieproces.

Scenario’sVan Luxemburg hield de toehoorders voor dat het van belang is van tevoren goed na te denken over mogelijke scenario’s en hoe die de interne orga-nisatie kunnen beïnvloeden. Wat te doen bijvoorbeeld, als er online – door

de crowd – minder positief gereageerd wordt op het genomen initiatief als was voorzien? Het is daarom van belang bij de scenario-ontwikkeling vooral ook de eigen medewerkers te betrekken.Van Luxemburg stelde dat de uitgeverij zich naar een kantelpunt beweegt: veel content is weliswaar digitaal, maar de organisaties zijn vaak nog ingericht op de productie van papieren producten. Om structureel en optimaal cocreatie, crowd sourcing en het gebruik van ‘user generated content’ te kunnen inzetten, zal de uitgeeforganisatie

moeten veranderen, moeten kantelen. De eigen cultuur zal aangepast moeten worden en herdefi nitie van het busi-nessmodel zal onvermijdelijk blijken. Een vraag die beantwoord zal moeten worden, is bijvoorbeeld of die kante-ling in eigen huis moet plaatsvinden of bij een apart bedrijf. En wordt dat aparte bedrijf dan zelf opgebouwd of is het verstandiger een succesvolle ‘start up’ over te nemen? Dat zijn vragen die alleen door de top van de organisatie beantwoord kunnen worden. Boven-dien zouden alle partijen die een rol spelen in het businessmodel – eindge-bruikers, adverteerders, investeerders – betrokken moeten worden bij het herinrichten van de organisatie.

SpringerWim van der Stelt, verantwoordelijk voor strategieontwikkeling bij Springer Science + Business Media vervulde een dubbelrol: niet alleen was hij middag-voorzitter maar hij verzorgde ook een presentatie over de impact van digitaal op de strategie en interne processen van Springer Science + Business Media (verder: Springer).‘E’ bleek een zegening voor de boe-kendivisie van Springer, vertelde Van der Stelt. Het e-boek vergt minder distributie- en transportkosten zodat zij betaalbaar zijn voor, onder andere, (wetenschappelijke) bibliotheken; kan in voldoende aantallen geproduceerd worden hetgeen hun vindbaarheid

Antoon van Luxemburg, senior adviseur bij M&I Partners, Rens Meyer, van Lost Boys International en Karin Zwiggelaar, partner bij M&I Partners

Roel Langelaar, Uitgeefmanager

bij Sdu Uitgevers, Carola van

Duijn, accountmanager bij

Abonnementenland, en Casper

Heijendael

Aan belangstelling geen gebrek!

Het e-boek vereist een heel andere sales force

10

juli 2012 MVW Magazine

en zichtbaarheid vergroot, en levert de uitgeverij ook nog eens meer ver-diensten op. De genoemde voordelen van e-boeken boven papieren boeken zorgen ervoor dat zij dieper in markten, vakgebieden, kunnen penetreren.

Digitale boekenuitgeverGeen wonder dus dat Springer, voor wat de boekendivisie betreft, ervoor koos een digitale boekenuitgever te worden. Van der Stelt gaf aan dat deze ingrijpende beslissingen door de top van het bedrijf genomen werd om te voorkomen dat op lagere manage-mentniveaus allerlei uitzonderingen bedongen zouden worden.De beslissing vergde ook dat de in-terne processen danig veranderden. Auteurs dienden er vooraf van over-tuigd te worden dat e-boeken ook hen veel voordelen biedt: het grotere ‘bereik’, de diepere penetratie bij-voorbeeld.Metadatering van de content werd een nieuw fenomeen in het productie-proces. Het e-boek vereist een andere sales force. De noodzakelijke interne ondersteuning daarvoor zorgde voor een verschuiving van het accent in de interne organisatie van marketing naar sales. Voorraadbeheer werd samen met de fysieke productie uit-besteed aan een serviceverlener op het gebied van printing on demand. Ten slotte veranderde ook de after sales als gevolg van de veel grotere aantal-len sales data die digitale producten genereren. Ook de diepte van de data,

tot op hoofdstukniveau, bieden extra mogelijkheden. Vanzelfsprekend vormen de uitgebreide sales data ook ammunitie in het overtuigingsproces van auteurs.

Open accessEen tweede disruptieve beweging, zoals Van der Stelt dat noemde, die Springer trof was de toenemende vraag naar ‘open access’. Vooral een issue dat journals, wetenschappelijke tijdschriften, betreft.Springer is met de vraag naar open access pragmatisch omgegaan. “Als

wetenschappers dat willen, moeten wij manieren verzinnen om die behoefte te vervullen”, zei Van der Stelt. Van der Stelt legde uit dat de praktijk natuur-lijk weerbarstiger is dan de theorie. Bij open access verdwijnt bijvoorbeeld de ‘pre-funding’ waar het traditionele abonnement voor zorgt. Voor Springer is dat inmiddels een gegeven. Daar tegenover staat dat in het open access-model de auteur de uitgeverij betaalt om gepubliceerd te worden. Daarmee veranderde de rol van de auteur in het uitgeverijproces ingrijpend. Auteurs vormden voortaan een belangrijke doelgroep voor marketeers van Springer. Springer moet immers aan hen bewijzen de juiste partij te zijn voor een samenwerking.

Biomed CentralZoals gezegd koos Springer voor een pragmatische oplossing: Biomed Cen-tral werd ingelijfd.De uitgeverij Biomed Central kwam als het ware voort uit het open access-gedachtengoed. Deze uitgeverij was actief met journals voor de ‘life scien-ces’, een vakgebied waarop Springer nog geen toonaangevende publicaties bracht. In plaats van Biomed Central vanaf het begin te integreren in Sprin-ger, bleef het min of meer zelfstandig voortbestaan als open access outlet van Springer. Dat gaf het manage-ment van Springer de gelegenheid nader te onderzoeken hoe een open access uitgeverij functioneert, zonder direct de eigen succesvolle uitgeverij aan mogelijke onverwachte negatieve aspecten van het open access-model

bloot te stellen. Gaandeweg werd wèl de cultuur van Biomed Central samen-gebracht met de kennis van Springer. Daaruit ontstond Springer Open, de open access-tak van Springer.Van der Stelt gaf aan dat ook bij deze innovatie de top van het bedrijf de beslissingen nam. De bestaande or-ganisatie werd bij de innovatie wel betrokken, maar bepaalde niet de voorwaarden voor de innovatie.Waar uitgeverijen zich nu nog richten op individuele auteurs, als het gaat om het zichtbaar maken van hun toege-voegde waarde, voorziet Van der Stelt een toekomst waarin uitgeverijen hun toegevoegde waarde verbreden naar het aanbieden van platformen voor het bedienen van markten. n

Voldoende stof tot napraten en

nadenken op het zonovergoten

terras van het Regardz

Planetarium onder het genot van

eten en drinken

Judith van Wijk, bureauredacteur, en Danielle Chi, beiden van Sdu Uitgevers

“We own the content and we know the doctor.”

11

juli 2012MVW Magazine

Hoe haal je meer resultaat uit verhuur en verkoop van (e)boeken?In de muziekbranche zal binnen enkele jaren de verkoop van muziek ingehaald worden door de verhuur. Er is

geen reden aan te nemen dat in de boekenmarkt dit ook niet op korte termijn zal gebeuren. Er staat een nieuwe

generatie lezers op die meer geïnteresseerd is in toegang tot boeken dan in het bezit ervan. Vooral het e-boek

blijkt bij uitstek geschikt voor tijdelijke toegang. We doen verslag van een bijeenkomst van de Groep Algemene

Uitgevers (GAU) over de vraag hoe er meer resultaat uit verhuur en verkoop van (e)boeken kan worden gehaald,

omdat dit ook aanknopingspunten biedt voor MVW-uitgevers. De nadruk lag op de verhuur van e-boeken.

Het bezit van boeken gaat ver-anderen naar toegang tot boe-ken,” zo opende Paula Vrolijk,

secretaris van de GAU, de bijeenkomst. In het onlangs verschenen rapport ‘Glo-bal Entertainment and Media Outlook: 2012 - 2016’ van PWC wordt voorspeld dat in 2014 meer muziek verhuurd wordt dan dat er cd’s en dvd’s worden verkocht. In 2016 zal zo’n 55 procent van de muziek digitaal verhuurd wor-den, stelt PWC. Vrolijk riep de aanwe-zigen op om vaart te maken met het uitgeven van e-boeken. De eerste cijfers zijn hoopvol. In januari van dit jaar wa-ren een kleine 12.000 titels als e-boek beschikbaar. In april was dit aantal al gegroeid tot 14.000 titels.Digitalisering van de backlist van Nederlandstalig werk gaat echter nog niet hard.

Geen collectieve prijsafsprakenAan het verhuren van e-boeken zitten nogal wat juridische haken en ogen. Michiel Kramer, hoofd economische en juridische zaken van het NUV, schetst de huidige situatie. Op de uitleen van het papieren boek is artikel 15c van de Auteurswet van toepassing, de zoge-naamde uitleenexceptie. Artikel 15c is echter niet van toepassing op het

e-boek. Dat heeft als consequentie dat er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. Is het mogelijk om hierover tot collectieve afspraken te komen? Het mededingingsrecht is hier heel duidelijk in: collectieve prijsafspraken, en andere afspraken die de markt kun-nen verstoren, zijn niet toegestaan.

Dit geldt voor zowel uitgevers als voor bibliotheken. Dat betekent dat uitgevers en bibliotheken tot individuele overeen-komsten moeten komen. Afstemming tussen uitgevers is uit den boze, waar-schuwt Kramer, en zal leiden tot on-derzoek en boetes door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa).

Gebruikslicentie e-boekenDe uitgever kan een contract aangaan met een bibliotheek of een directe leenrelatie met de lezer. Een contract moet aan een aantal minimale voor-waarden voldoen. Zo moet onder meer de definitie van de uitgave vermeld worden, op welke manier het e-boek ter beschikking gesteld wordt, wie het ter beschikking krijgt, de reikwijdte van het gebruiksrecht en het aantal toegestane

downloads. Ook moet gedacht worden aan de auteursrechten en eventuele naburige rechten, zoals databankrech-ten en intellectuele eigendomsrechten. Sluit een uitgever een overeenkomst met een bibliotheek, dan moet deze bibliotheek deze voorwaarden ook weer opnemen in zijn leveringsvoorwaar-

den. Uitgevers die lid zijn kunnen voor vragen over uitleencontracten, contact opnemen met NUV.

Lessen uit de filmindustrieUitgevers kunnen veel leren van sec-toren die de boekenmarkt zijn voorge-gaan. Ruud Lamers, adviseur op gebied van media & entertainment, mocht zijn ruime ervaring bij Warner Home Video delen. De ontwikkelingen in de film-branche zijn relevant voor het e-boek. Ook de filmbranche heeft in het begin te maken gehad met concurrerende standaarden. Maar bij de ontwikkeling van de dvd nam Warner een leidende rol. De filmmaatschappij is daarbij in bezit gekomen van belangrijke patenten op de dvd-technologie. Daarmee kwam Lamers op zijn advies dat als een rode

Tekst: Peter Jan Haas

“Neem initiatief en wacht niet af!”

12

juli 2012 MVW Magazine

Hoe haal je meer resultaat uit verhuur en verkoop van (e)boeken?

draad door zijn verhaal liep: “Neem initiatief en wacht niet af !”

Neem de leidingZo’n vier jaar geleden verdiende Warner zes miljard dollar met de verkoop van dvd’s. Vrij snel na de introductie van de dvd kwam de download in opkomst. De fi lmbranche reageerde traag op het fenomeen van de onbetaalde download. De industrie probeerde de uiterst lu-cratieve dvd-markt te beschermen. Dat bleek een achterhoede gevecht. Lamers: “De toekomst is digitaal”. Warner sloot in 2006 als eerste deals met KPN, UPC, Belgacom en Telecom. Binnen vier maanden maakte Warner meer omzet bij deze vier klanten dan met alle acht-honderd videotheken die Nederland toen nog rijk was. Wie het initiatief neemt, plukt daar de vruchten van.

Gemak is één euro waardOver de prijsstelling van e-content zegt Lamers: “De prijs wordt bepaald door de propositie”. Hij stelde bij de introductie van de fi lmdownload in de Benelux dat deze 4,99 euro moest gaan kosten. De leiding van Warner in de Verenigde Staten vond deze prijs veel te hoog. Er werd gedacht aan 2,99 of zelfs 1,99 euro per download. De videotheek

Michiel Kramer: “Afstemming tussen uitgevers is uit den boze en zal leiden tot onderzoek en boetes door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)”.

13

juli 2012MVW Magazine

vroeg toen 3,99 euro voor de verhuur van een film. “Voor één extra euro krijgt de consument heel veel extra gemak,” zo beredeneerde Lamers zijn prijsvoor-stel.

Nu is de kansDe uitgeefsector bevindt zich in de unieke positie dat de eerste condities vastgesteld kunnen worden. Lamers: “Nu is de kans om de revenue share vast te stellen.”Samenhangend met de juiste prijs voor het e-boek noemde Lamers de drie G’s: gemak, gemak en gemak. Het succes van de cd was niet de superi-eure geluidskwaliteit, maar het gemak waarmee je van track naar track kunt skippen. Het succes van de streaming muziekdienst Spotify is ook direct terug te voeren op de gebruiksvriendelijkheid. Wie een e-boek wil lezen, moet dit zon-der obstakels kunnen doen. “De con-sument wil alleen toegang,” zo denkt Lamers. “Bezit interesseert jongeren niet. Als ze maar kunnen consumeren.” Lamers gaf de zaal mee dat de beste bestrijding van illegaal aanbod een goed legaal alternatief is. De uitgever moet snel met een heel breed aanbod, met een groot aantal titels, losgaan. “Anders mis je omzet.”

Yindo: een praktijkcaseHoe ziet een verhuurmodel voor e-boeken er in de praktijk uit? Bob van Duuren, directeur Van Duuren Media en Yindo, presenteerde Yindo, een streamingdienst voor e-boeken; het zogenaamde Spotify-model. Yindo is lezen ‘in de cloud’. De consument verwerft niet het e-boek maar koopt toegang tot het boek. Het rechten-management wordt in de cloud bijgehouden. Dit maakt een reeks nieuwe business-modellen mogelijk. Denk aan tijdelijke licenties (huur), bulklicenties (voor bedrijven of instel-lingen), gratis licenties (Van Duuren Media geeft tijdelijke toegang tot een e-boekversie bij aankoop van het pa-pieren boek), abonnementen (zoals het Spotity-model of bundeling van titels) en deellicenties (zo kan een boek per hoofdstuk verkocht of ver-huurd worden). Op Yindo wordt maar liefst 96 procent van de titels verhuurd via tijdelijke licenties.

Aanbod: zomerproef voor drie maandenYindo is deze zomer een proef gestart waarbij de consument met het 24Seven-abonnement drie maanden onbeperkt toegang krijgt tot bijna alle e-boeken voor 29,85 euro. Na aftrek van BTW en 25 procent marge voor Yindo blijft er ongeveer 20 euro over dat verdeeld wordt onder de uitgevers. Er wordt afgerekend op basis van daadwerkelijk gelezen e-boeken en niet op basis van het aantal boeken dat mensen op hun digitale plankje hebben gezet.De aanwezigen in de zaal kregen een gratis 24Seven-abonnement in credit-cardformaat. Met een krascode kan het abonnement op de website geactiveerd worden.

Yindo biedt momenteel zo’n tweedui-zend e-boeken aan. Dat lijkt weinig, maar Van Duuren benadrukte dat het deze zomer nog om een proef gaat. Overigens was het aanbod in 2011 nog slechts tweehonderd e-boeken; de dienst groeit snel. Na de zomer wordt bekeken of de dienst ook offline kan worden vermarkt. Uit de zaal komt de vraag wat er met de klantgegevens gebeurd. “Dat is simpel,” aldus Van Duuren. “Wat we mogen weggeven on-der de Nederlandse privacywetgeving, geven we aan de aanbieders.” Daarbij blijven er voor de uitgever genoeg inte-ressante klantgegevens over. “Wanneer de meerderheid van de lezers op blad-zijde twintig stopt met lezen, is dit ook interessant om te weten.” n

Het e-boekHet is van belang om een goede definitie te geven van de uitgave, waaronder de wijze van beschikbaarstelling van het e-boek.

De gebruikerDe gebruiker is degene die het e-boek aanschaft.

Licentie en gebruiksbevoegdheidHier wordt de reikwijdte van het gebruiksrecht omschreven en met welk doel het e-boek mag worden gebruikt.

ExclusiviteitDe gebruiker krijgt normaal gesproken een niet-overdraagbare en niet-exclusieve gebruikslicentie voor de uitgave.

Geen commercieel gebruikHet is aan te bevelen om in de licentie op te nemen dat het gebruik nooit mag leiden tot enige vorm van (commerciële) exploitatie van de uitgave.

Toegang tot het e-boekIn de licentie kan worden opgenomen op welke wijze het e-boek wordt afgeleverd.

Rechten op de uitgaveIn de licentie moet worden vermeld dat alle auteursrechten, naburige rechten en databankrechten uitsluitend toekomen aan de licentiegever.

Eigendom dragerHier kan worden opgenomen dat de gegevensdragers eigendom worden van de gebruiker.

TechniekBeschrijving van de leveringsvorm van het e-boek: bestandsformaat en via welke kanalen of platform.

BeschermingBeschrijving van de technische bescherming van de digitale bestanden

HelpdeskEen klantenservice kan afnemers helpen bij het installeren of downloaden van het e-book.

GarantieOmschrijving van gebreken en de wijze van melding van gebreken?

Checklist gebruikslicentie e-boek

14

juli 2012 MVW Magazine

Nieuw lid: Uitgeverij PS: bvMVW verwelkomt Paul Sprakel, eigenaar van Uitgeverij PS: bv en uitgever van

Hospitality Management, als nieuw MVW-lid. Tijdens zijn marketingstudie rolde Sprakel bij toeval het uitgeefvak in. Het heeft hem niet meer losgelaten.

Uitgeverij PS: bv is sinds 1995 een onafhankelijke, multimediale uitgever van vakbladen, vakkranten en specials voor de horecabranche. Met titels als Hospitality Management, Hotelbouwplannen, Lunchroom, Bed & Breakfast, De CaféKrant en De RestaurantKrant is Uitgeverij PS: bv een gerenommeerde uitgever in de horecabranche. Hospitality Management is uitgegroeid tot het best gelezen en best gewaardeerde hotelvakblad in Nederland. Naast vakbladen publiceert Uitgeverij PS: bv de specialreeks ‘Hotel & …’. Vast op de uitgeefagenda staat ‘Hotel & Food & Beverage’ met de laatste eet- en drinktrends in de hotellerie. Alle vakbladen hebben een eigen website waarop dagelijks het belangrijkste nieuws wordt gepubliceerd, aangevuld met achtergronden, dossiers en blogs. Daarnaast organiseert Uitgeverij PS: bv Hotel Exclusief en is medeorganisator van congressen en seminars, waaronder het Nationaal Food & Beverage Debat. n

Paul Sprakel, uitgever van

Hospitality

Management.

De eerste inzendingen zijn binnen

LOF Prijs 2013, de bekroning op je werkDe eerste inzendingen voor de LOF Prijs voor Vakinformatie 2013 zijn

binnen. Hoewel wij nog niet kunnen verklappen wie de inzenders zijn,

belooft dit jaar veel goeds. De LOF Prijs zou op de to-do list van iedere

uitgever moeten staan. Zowel een LOF-nominatie als de LOF Prijs voor

Vakinformatie hebben een grote impact op je uitgeefproduct of -dienst.

Onze vakjury is dit jaar op zoek naar uitgeefproducten en -diensten die binnen drie

propositiedomeinen een inspirerend ver-haal vertellen. De mediapropositie omvat bijvoorbeeld aspecten met betrekking tot het port-foliobeleid, positionering, business- en verdienmodel en de organi-satie van het mediaproces; de marketing en salespropositie omvat aspecten met betrekking tot branding, campagnevoe-ring, marketingplan, klantpropositie en marktonderzoek; en de contentpro-positie omvat bijvoorbeeld concept- en productuitvoering, creatie- en conten-tuitvoering; redactioneel proces, ge-

bruiksgemak, vormgeving, navigatie en distributie. De typering van elk van deze propositiedomeinen mag in maximaal 30 trefwoorden ingezonden worden. In-zenden kost dus altijd minder tijd dan je zou denken. Wij roepen dan ook al onze leden op om in te zenden voor de LOF Prijs voor Vakinformatie 2013. LOF Prijs voor Vakinformatie is een gezamenlijk initiatief van de Stichting Lucas-Ooms Fonds en Media voor Vak en Wetenschap (MVW) van het Nederlands Uitgevers-verbond. De jurering is in handen van een deskundige, onafhankelijke vakjury onder voorzitterschap van Alex Beishui-zen, zelfstandig media-adviseur. n

Doe mee en maak kans op € 10.000,- voor jou en je team!

Planning LOF Prijs voorVakinformatie 2013

• 19 september 2012 sluit de inschrijving.Eind september wordt de longlist bekend gemaakt.

• 29 november 2012 presenteren de inzenders van de longlist hun media-prestatie aan de vakjury.

• Begin december 2012 maakt de LOF-jury vijf nominaties bekend voor de LOF Prijs voor Vakinformatie 2013

• 21 januari 2013 is de feestelijke prijsuitreiking tijdens het vakevent Vakinformatie over de grenzen. Barry McIlheney, chief executive van de Britse Professional Publishers Association (PPA) is uitgenodigd om op dit event te spreken.

15

juli 2012MVW Magazine

Ronald Baan, directeur van Emid Consultancy, gaat in op ver-schillende zoekstrategieën. Zo

zijn er mensen die grasduinen, men-sen die diep en grondig zoeken of zich juist graag laten verrassen. De manier waarop wordt gezocht, heeft gevolgen voor de vindbaarheid van een titel. Volgens Baan kan de uitgeverswereld een voorbeeld nemen aan Google Search. Het zoeken met specifieke zoektermen werkt goed in de bekende zoekmachine, maar nog slecht in de titelcatalogus. Metadata maken een titel niet alleen goed vindbaar maar laten ook verschil-lende facetten zien van een zoekactie. Zo is het zoekresultaat weer gekop-peld aan andere stukjes informatie. Deze facetten zorgen voor een goede selectie en zijn cruciaal voor het vin-den van een titel. Baan benadrukte

Op weg naar een veel betere

titelcatalogus voor Nederlandstalige

werkenMVW-leden zijn al eerder geïnformeerd over de bouw van het Digitaal

Platform voor e-boeken, een initiatief van o.a. de Groep Algemene

Uitgevers (GAU) van het Nederlands Uitgeversverbond. Tegelijkertijd

wordt ook de titelcatalogus verbeterd. Om het platform tot een succes te

maken, is de input van uitgevers van groot belang. Tijdens de middagsessie

van een GAU-bijeenkomst op 19 juni in het Amstelveense Résidence

Fontaine Royale stond het belang van metadata voor het platform

centraal. In dit verband werd de ISTC-code, het ‘super-ISBN’, onder de

aandacht gebracht. Immers, het invullen van een ISTC-code heeft direct

voordeel voor uitgever én boekhandel. Zie ook het kader bij dit artikel.

het belang van het automatiseren van metadata. Veel data zijn al te vinden; bijvoorbeeld in teksten op het inter-net zoals: Wikipedia, boekverslagen, krantenrecensies en flapteksten. Deze kant-en-klare teksten kunnen zo ge-bruikt worden voor de verrijking van de data in de titelcatalogus, meestal zonder bijkomende kosten.

Metadata zijn verkoopinstrumentDie mening is ook Jacqueline Rem-mers (VBK uitgevers) toegedaan. Remmers ziet het belang van links en embeds naar social media-uitingen van de auteur. Ook mag ‘oud goud’ niet vergeten worden. In de praktijk blijkt vaak al een schat aan informatie aanwezig te zijn. Metadata moeten volgens Remmers gezien worden als verkoopinstrument en mag daarom

niet ontbreken op het aandachts-lijstje van de uitgever. Maar hoe kan de uitgever dit het beste aanpakken? Momenteel hangt het proces van het invoeren van titelinformatie nog vast aan het papieren boek. Is het geen tijd voor een geheel nieuw proces? Tot slot stelt Remmers de vraag of er een bo-vengrens is aan het verrijken van meta-data. Wanneer dragen meer metadata niet meer bij aan de groeiende sales? Dit zou ooit eens gemeten moeten worden, stelt Remmers.

Eenduidigheid van notatieJan van Schoot (inkoopmanager media bij Intres) ziet nog veel problemen met betrekking tot de titelcatalogus. Zo worden titels verkeerd ingevoerd en zijn er plotselinge prijswijzigingen die niet doorgevoerd worden. Dit heeft een direct effect op de budget-

Tekst & fotografie: Peter Jan Haas

16

juli 2012 MVW Magazine

tering van de detailhandel. Voor de boekverkoper is CB Online dé voeding voor het voorraadbeheersysteem en de kassa. Eenduidigheid van notatie is daarom van groot belang. Auteurs-namen komen nu bijvoorbeeld nog op verschillende manieren voor in de

catalogus, wat tot verminderde vind-baarheid leidt van titels.

Digitaal PlatformDe voorzitter van de klankbordgroep Digitaal Platform, Pieter Ruempol (Orange Swan), brengt de aanwezigen op de hoogte van de stand van zaken rond de digitale infrastructuur (DOLCI). Er is ruim een jaar geleden begonnen met het Digitaal Platform, een initiatief van brancheorganisatie KBb (boekhan-dels) en GAU (uitgevers) in samenwer-king met CB. Eén van de doelstellingen was om een betere catalogus te creëren waarmee een titel goed vindbaar wordt en de hier voor omschreven problemen worden opgelost. De Nederlandstalige catalogus valt uiteen in een drietal on-derdelen: de logistieke gegevens, de ba-siscatalogus (bibliografische gegevens) en de verrijking (catalogus+).

ISTC is ingevoerdSinds 1 mei wordt aan alle titels waarvoor in Nederland een ISBN-nummer wordt aangevraagd, een ISTC-code toegekend. Dit gebeurt door bureau ISBN in samenwerking met Meta4Books in België. De NUV boekengroepen hebben voor hun leden gezorgd dat aangesloten uitgevers in 2012 gebruik kunnen maken van een regeling voor de backlist-titels. De NUV boekengroepen (GAU, GEU en MVW) betalen hiervoor een eenmalige financiële bijdrage aan Meta4Books.De International Standard Text Code (ISTC) werd in 2009 goedgekeurd door de International Organization for Standardization (ISO). Het Internationale ISTC Agentschap is opgericht in 2008 en wordt beheerd door de oprichters: RR Bowker, Nielsen Book, CISAC en IFFRO. Het Internationale Agentschap maakt gebruik van lokale agentschappen. Meta4Books is erkend als agent voor Nederland en Vlaanderen. Bureau ISBN is dat voor Nederland.Meer over ISTC vindt u in het artikel “International Standaard Text Code (ISTC): de link tussen search en sale” in dit nummer van MVW Magazine.

Jacqueline Remmers, information manager, VBK uitgevers.

Ronald Baan, directeur van Emid Consultancy.

Jan van Schoot, inkoopmanager media bij Intres.

17

juli 2012MVW Magazine

Wat is nu eigenlijk de basiscatalogus en wat geldt als verrijking? Naast de bibliografische gegevens (onder meer de hoofd- en ondertitel, het ISTC/ISBN-nummer en de auteursnaam) is er een verplichte basisverrijking (zo-als de cover, flaptekst). Metadata als recensies, het eerste hoofdstuk, lezers-commentaren, social media, ratings en auteursbiografieën worden voorlopig als niet-verplichte verrijking gezien. Het verschil tussen de basiscatalogus en de verrijking is een pragmatische keuze van de stuurgroep en gebaseerd op haalbaarheid.Op korte termijn is de aanpak als volgt: per uitgever wordt een overzicht ge-maakt van de inhoudelijke kwaliteit van

Nielsen White Paper: The Link Between Metadata and Sales, 25 januari 2012Het koppelen van de juiste titelinformatie aan het ISBN-nummer en de ISTC-code is essentieel geworden voor uitgever, boekhandel en klant. Onderzoeksbureau Nielsen heeft voor het eerst het effect van de juiste metadata op de verkoop gemeten. Nielsen baseerde het onderzoek op 100.000 titels uit de Britse markt, in 2011 goed voor 91 procent van het totale volume en 87 procent van de totale verkoopcijfers. Bij de meting werd uitgegaan van de Book Industry Communications (BIC) Basic Standaard. Van titels zonder complete BIC werden gemiddeld 385 exemplaren verkocht. Een incomplete BIC, maar met afbeelding, zorgde voor gemiddeld verkoopaantal van 1416 exemplaren; een stijging van maar liefst 268 procent. Een titel met complete BIC én afbeelding werd gemiddeld 2205 maal verkocht.Daarnaast werd gekeken naar verrijkte (enhanced) metadata. Wanneer een titel voorzien was van vier vormen van verrijkte metadata (een korte en lange beschrijving, recensie en biografie van de auteur) werden van deze titel gemiddeld 1000 exemplaren meer verkocht dan van een titel zonder enige vorm van verrijkte metadata. Wanneer deze cijfers worden gesplitst naar offline en online, bleek het positieve effect van verrijkte data het grootst op de online verkoopcijfers. Titels met vier vormen van verrijkte metadata zagen een boost in de online verkoopcijfers van 178 procent. Uit het onderzoek van Nielsen blijkt een zeer duidelijke relatie tussen metadata en de verkoopcijfers. Gezien de cijfers met betrekking tot de online verkoop kan de conclusie getrokken worden dat een zo compleet mogelijke titelcatalogus van nog groter belang wordt voor e-boeken.

de basistitel-metadata. Uitgevers zal de komende maanden worden gevraagd om hun basis-metadata op orde te bren-gen, zodanig dat er een sterk verbeterde basiscatalogus van Nederlandse titels beschikbaar komt.

Losse eindjesAls laatste spreker gaat Mathijs Suid-man (CB) in op de optimalisatie van de titelcatalogus onder het motto: ‘betere metadata leidt tot meer verkoop’. Dat blijkt ook uit de White Paper van Nielsen: ‘The Link Between Metadata and Sales’, 25 januari 2012 (zie kader: Nielsen White Paper). Momenteel zijn er nog een aantal losse eindjes die aan elkaar geknoopt moeten worden. Zo

zijn de bibliografische gegevens nog steeds niet altijd op orde. Daarnaast is er gebrek aan consistentie wat de au-teursnaam betreft. Dan ontbreken nog veel covers bij de titels. Voor het schap-pelijke bedrag van acht euro scant het CB ontbrekende covers in zodat deze alsnog toegevoegd kunnen worden aan de catalogus. En wanneer titelinforma-tie niet compleet is, kan dit straks aan-gegeven worden: in CB Online komt een zogenaamde ‘rode knop’.Ook wordt gewerkt aan een manier om onregelmatigheden in de titelcatalogus zichtbaar te maken. CB Online en Titel-bank zijn nooit ingericht om onregel-matigheden op te sporen. Meta4Books, een samenwerking tussen Boek.be en het CB, is daarentegen wel gericht op het verbeteren, onderhouden en flexibel ontsluiten van titelinformatie. Ook kan Meta4Books titelinformatie uitbreiden met bijvoorbeeld de Twitter-feed van een auteur of een boektrailer op YouTube. Meta4Books is erkend agent voor Nederland en Vlaanderen bij

de uitgifte van de ISTC-code, dat ver-schillende ISBN-nummers met elkaar verbindt. Deze code zal een belangrijke rol gaan spelen bij het compleet maken van de titelcatalogus. Aangesloten uit-gevers van NUV, waaronder leden van Media Vak en Wetenschap, kunnen in 2012 gebruik maken van een regeling voor hun backlisttitels. Lees meer hier over in bijgaand kader. n

Meer metadata leidt tot betere verkoopresultaten

Mathijs Suidman, manager product

management, Centraal Boekhuis.

Pieter Ruempol, voorzitter

klankbordgroep Digitaal Platform

en ceo Orange Swan.

18

juli 2012 MVW Magazine

HOI-aansluiting niet langer verplichtMVW-leden zijn vanaf 1 januari 2013 niet langer verplicht collectief

aangesloten bij HOI, Instituut voor Media Auditing. In 2003 werd besloten

tot collectieve aanmelding van de leden van de toen nog Groep Uitgevers voor

Vak en Wetenschap bij HOI, Instituut voor Media Auditing. Aansluiting bij

HOI zou zorgen voor een eerlijk speelveld en leverde daarnaast een keurmerk

op waarmee aangesloten uitgevers zich mee konden onderscheiden.

De afgelopen tien jaar bleek een HOI-aansluiting voor een groot deel van de MVW-titels

en hun adverteerders geen rol van betekenis te spelen bij de totstandko-ming van de advertentie-inkomsten. Nichemarkten met weinig tot geen concurrentie zijn niet te vergelijken met de consumentenmarkt of met volwaardig competitieve B2B-mark-ten. Een collectieve aansluiting was daarom niet langer houdbaar. Vanaf 1 januari 2013 zijn MVW-leden daarom niet langer verplicht aangesloten bij HOI, Instituut voor Media Auditing. Uitgevers kunnen zelf bepalen voor welke titels aansluiting bij HOI rele-vant is.

Het gebruik van de door MVW-gede-poneerde NSTD-kaarten blijft ook na 1 januari 2013 exclusief voorbehouden aan zijn leden. Omdat op de NSTD-kaarten 2013 cijfers worden gebruikt uit de achterliggende periode staat dat de productie van NSTD-kaarten per januari 2013 niet in de weg. In de Handleiding Nederlandse Standaard Tarief Documentatie (NSTD) voor Vaktijdschriften 2012-2013 staan uitgebreide aanwijzingen voor de voorbereiding en planning van uw NTSD-kaarten. Zie ook de tijdlijn bij dit artikel met een overzicht van de activiteiten rond HOI en NSTDl. n

19

juli 2012MVW Magazine

International Standaard Text Code (ISTC): de link tussen search en saleISTC is een unieke code voor tekstueel werk. Centraal staat hier het werk in de meest algemene zin van het

woord, zijnde een ‘vaste’ tekst die in verschillende uitgavensoorten beschikbaar is, bijvoorbeeld als

paperback, als hardback, als luisterboek, als e-boek, etcetera. Dezelfde ISTC-code wordt dus toegekend aan elke

uitvoering van een identiek werk, en dus aan elk ‘metadata record’ dat in de ISTC-database voorkomt.

Kortom, een ISTC-code is een super-ISBN.

Eén van de eisen van het digitale boekenplatform (dat momenteel wordt ontwikkeld in samenwer-

king met CB), is dat er met ISTC-codes gewerkt gaat worden. Sinds 1 mei wordt aan alle titels waarvoor in Nederland een ISBN-nummer wordt aangevraagd, een ISTC-code toegekend. Dit gebeurt door bureau ISBN in nauwe samen- werking met Meta4Books (onderdeel Boek.be) in België.

Voordeel van ISTC-codesWerken met ISTC-codes zorgt voor extra verkopen, zowel van fysieke als van digitale boeken. Het voorkomt dat een verkoper ‘nee’ moet verkopen of een internetwinkel moet aangeven dat een titel niet leverbaar is. Het komt im-mers voor dat een klant vraagt naar een bepaalde titel en dat een boekverkoper slechts bekend is met één bepaalde uitvoering van die titel, bijvoorbeeld de gebonden versie. Indien de boekverko-per constateert dat deze niet leverbaar is, wordt er ‘nee’ verkocht. Indien de verkoper aan de hand van een ISTC-code ziet dat er ook andere versies zijn verschenen, bijvoorbeeld een luisterboek, e-boek of paperback, kan de klant toch worden bediend en beter worden geïnformeerd.

Inhaalslag voor leden van MVWGAU, GEU en MVW (de boeken-groepen van het NUV) hebben voor hun leden gezorgd dat alle aangesloten

uitgevers in 2012 gebruik kunnen maken van een regeling die door NUV met bureau ISBN is gesloten voor backlist-titels. Momenteel worden ISTC-codes toegekend aan nieuwe titels. In het najaar ontvangen uitgevers een inlogcode voor de ISTC-database. Hiermee kunt u zelf rapportages uitdraaien om te zien welke titels al een ISTC hebben gekregen en deze downloaden in uw eigen systeem. Ook kunt u aangeven welke titels nog een ISTC moeten krijgen.

De boekengroepen van het NUV beta-len hiervoor een eenmalige financiële bijdrage aan Meta4Books. Per lid geldt een maximum van 4.000 titels waarvoor in 2012 een ISTC-code kan worden toegekend.

TarievenIn 2012 draagt Centraal Boekhuis de kosten voor de toekenning van ISTC aan nieuwe titels. Vanaf 1 januari 2013 zullen de kosten voor een ISBN stijgen in verband met de uitbreiding met het ISTC. De tariefsverhoging zal uiteraard tijdig door bureau ISBN bekend worden gemaakt.

Meer informatieTijdens de Frankfurter Buchmesse organiseren CB en Meta4Books een bijeenkomst over Titelinformatie en ISTC op woensdag 10 oktober tussen 12.30 en 14.00 uur.

20

juli 2012 MVW Magazine

International Standaard Text Code (ISTC): de link tussen search en sale

Achtergrondinformatie over metadata en ISTCMetadataUitgevers en boekverkopers hebben zich in het verleden weinig bezig-gehouden met metadata. Omdat er steeds meer via internetwinkels wordt verkocht en klanten zich ook online oriënteren voordat ze een boekhandel bezoeken, wordt vindbaarheid via me-tadata steeds belangrijker. Dat blijkt uit cijfers van GfK. Op het congres “de Staat van het Boek” in 2011 schetste GfK in een aantal cijfers de wijzigende mentaliteit:• In 2010 zocht 28 procent van de

boekenkopers naar informatie over boeken op het internet (ten opzichte van 22 procent offline).

• 63 procent daarvan zocht bovendien rechtstreeks op de website van een webshop.

Het is dus van groot belang dat boeken op het internet te vinden zijn. Ook als er wordt gezocht naar boeken die in een bepaalde versie zijn uitverkocht. Het be-lang van correcte en volledige metadata kan niet worden onderschat.

ISTC-codes kunnen een belangrijke bijdrage leveren om de vindbaarheid van boeken te verbeteren. CB zal daar-toe een ISTC-agentschap aanvragen.

De syntax van de ISTC-codeDe ISTC-code wordt als volgt gevormd:

1. Registratie element: 3 alfanumerieke karakters die verwijzen naar het ISTC-Registration Agency dat het nummer registreerde. Voor het CB is dit A14.

2. Jaarelement: 4 karakters die overeen-komen met registratiejaar ISTC.

3. Werkelement: 8 alfanumerieke karakters. Dit is een unieke code die het werk identificeert. Het wordt automatisch gegenereerd door het STRS (Standard Tekst Registration System van het Internationale ISTC Agentschap), na controle van zijn uniekheid. Het is momenteel niet mogelijk om zoals bij ISBN’s, vooraf een lijst met codes ter beschikking te stellen.

4. Check digit: 1 alfanumeriek karakter.

Een ISTC-code kan er bijvoorbeeld als volgt uit zien: ISTC A14 2012 12B4A105 7

Aanvraag en registratieDe aanvraag en de registratie in het boek verloopt op dezelfde manier als momenteel bij ISBN-aanvragen: handmatig of automatisch (op basis van ISTC-Onix).

In theorie kan iedereen een ISTC-code voor een werk aanvragen (auteur, uit-gever, Centrale Beheers Organisaties, boekhandel, bibliotheek en anderen). Het is uiteraard het meest voor de hand liggend dat de rechthebbende (auteur

of uitgever) hierin het initiatief neemt. De ISTC-code moet, net als het ISBN, gepubliceerd worden in het colofon van het werk, tenzij het nummer met te-rugwerkende kracht wordt toegekend. Een ISTC-aanvraag kan worden gecom-bineerd met een ISBN-aanvraag. Voor vragen over de aanvraag en registratie kan men zich wenden tot Lianne Gerritsen en Margot Kersaan bij het CB.

Veelgestelde vragenIs ISTC verplicht?Nee. Het Internationale ISTC Agent-schap legt uitgevers geen verplichting op om ISTC’s toe te kennen aan hun titels. Uitgevers zijn ook niet verplicht om hun backlist van ISTC’s te voorzien. De automatische koppeling van ISTC aan ISBN voor nieuwe titels is een uit-breiding van de dienstverlening rond ISBN-toekenning. Het Internationale Agentschap is bevoegd om te fungeren als centrale databank voor ISTC-codes en bijhorende metadata; bevoegde organisaties aan te sluiten als ISTC Registration Agency; procedures en richtlijnen rond ISTC op te stellen en te arbitreren in geval van conflicten rond ISTC aanvragen.

Wat als de uitgever geen ISTC aanvraagt?Momenteel is dat geen probleem. ISTC-codes zijn bedoeld om online vindbaar

21

juli 2012MVW Magazine

te blijven en te zorgen dat er geen ‘nee’-verkoop plaatsvindt. Door een ISTC te koppelen aan alle publicatievormen van één werk, kan dat ook in online shops worden gebruikt, waardoor steeds een volledig overzicht bestaat van alle publi-catievormen die van het werk bestaan, waardoor de koper een overzichtelijke ‘keuze’ kan maken. Een uitgever die geen ISTC wenst toe te kennen, zal dit (nog) niet verplicht worden. Voorals-nog is een ISTC-code een bijkomende optie die meer verkoop kan genereren en de online vindbaarheid van een werk verbetert.

Andere voordelen zijn: • ISTC als overkoepelende code voor

het volgen van verkoop- en leenstatis-tieken.

• ISTC codes omvatten zelf geen ge-gevens over de rechten van een werk, maar kunnen wel gebruikt worden om werken te identificeren. Centrale Beheer Organisaties (van rechten) hebben met ISTC de ideale code om over de landsgrenzen verschillende werken te identificeren.

Welke soorten werken komen in aanmerking voor een ISTC?De volgende type werken kunnen worden onderscheiden met een ISTC:• Proza: de tekst van een roman, strip,

naslagwerk, studieboek, etcetera.• Liedtekst: een ISTC kan enkel de

tekst omvatten, voor de notatie van de muziek moet een andere code gebruikt worden.

• Poëzie.• Audiovisuele scenario’s: scenario’s

en/of richtlijnen voor opgenomen audiovisuele prestaties, zoals films-cenario’s, tv-reeksen, documentaires, etcetera.

• Audio scenario’s: scenario’s en/of richtlijnen voor radio presentaties en andere voornamelijk niet muzikale audio prestaties.

• Podium scenario’s: scenario’s en/of richtlijnen voor “live” audiovisuele voorstellingen.

• Andere scenario’s: scenario’s die niet

onder de drie voorgaande vallen zoals preken, lezingen, speeches, etcetera.

Wat gebeurt er met een samengestelde bundel, bijvoorbeeld een wetenschap-pelijk werk met per hoofdstuk een andere auteur? Krijgt elk hoofdstuk dan een ISTC of wordt dat nummer per bundel toegekend?Er is een keuzevrijheid in het bepalen van het ISTC voor een dergelijke sa-mengestelde bundel. Het ISTC kan bij een samengestelde bundel zowel per hoofdstuk als voor het geheel van de bundel worden toegekend. Dit hangt grotendeels af van wat de uitgever op het oog heeft met de bundel. Wenst hij de afzonderlijke hoofdstukken nog op andere manier te publiceren of de rechten hiervan te verkopen? Of wenst hij het geheel verder uit te geven? Een uitgever of de ISTC-aanvrager moet zelf steeds de afweging maken over de zin van het ISTC in elk specifiek geval.

Welk doel heeft ISTC voor uitgaven waarbij er telkens een gewijzigde editie op de markt komt?Een ISTC kan ervoor zorgen dat een koper via het ISTC terechtkomt bij de meest recente versie van het werk. Voor educatieve uitgaven worden twee procedures aangeraden door het Inter-nationale Agentschap. In eerste instan-tie wordt aangeraden om een ISTC aan elke ‘gereviseerde’ editie toe te kennen, als ‘afgeleid ISTC’ van het originele werk. Daarnaast zou aan het geheel van het werk (inclusief alle gereviseerde edi-ties) één overkoepelend ISTC kunnen worden toegekend als ‘oorspronkelijk ISTC’. Een ISTC overkoepelt echter niet het geheel van handboek, werkboek of handleiding van een educatieve me-thode. Er wordt navraag gedaan bij het Internationale Agentschap of ISTC hier ook in kan voorzien.

Moet er voor elke herziene editie een nieuw ISTC aangevraagd worden?Er wordt afgeraden om voor zo’n editie een nieuw ISTC aan te vragen,

tenzij er een significante wijziging is aangebracht in de hoofdtekst. Een significante wijziging wordt door het Internationale Agentschap aangeduid als een aanpassing van de hoofdtekst. Als er daarin bijvoorbeeld verwezen wordt naar het voorwoord (of naar gewijzigde illustraties, zie hierna), dient er een nieuwe editie met een nieuw ISTC aangemaakt te worden.

De illustraties in onze publicatie wijzi-gen, maar de tekst wordt onveranderd overgenomen in de nieuwe editie. Moet ik een nieuw ISTC aanvragen?Normaal gezien hoeft er geen nieuwe ISTC code te worden aangevraagd als de illustraties in een boek wijzigen, tenzij dit inhoudt dat de rechten op het werk veranderen. Dan moet er een nieuwe code geregistreerd worden, als een afgeleide van het oorspronkelijke werk. n

22