49
De bouwstenen van elektrische netwerken. Topologie van netwerken. Wetten van Kirchoff. Netwerken met één bron. Superpositiestelling. Stellingen van Thevenin en Norton. Stelsel van takstromen. Netwerken V= 2 V I N =2 A R=6 R=4 R=4 R=8

Netwerken

Embed Size (px)

DESCRIPTION

I N =2 A. R= 6 . V= 2 V. R= 4 . R= 4 . R= 8 . Netwerken. De bouwstenen van elektrische netwerken. Topologie van netwerken. Wetten van Kirchoff. Netwerken met één bron. Superpositiestelling. Stellingen van Thevenin en Norton. Stelsel van takstromen. - PowerPoint PPT Presentation

Citation preview

De bouwstenen van elektrische netwerken.

Topologie van netwerken.

Wetten van Kirchoff.

Netwerken met één bron.

Superpositiestelling.

Stellingen van Thevenin en Norton.

Stelsel van takstromen.

Netwerken

V= 2 VIN =2 A

R=6

R=4 R=4

R=8

De bouwstenen van elektrische netwerken.

•De ideale spanningsbron

•De ideale stroombron

•De weerstand

De bouwstenen van elektrische netwerken.

De bouwstenen van elektrische netwerken.

De bouwstenen van elektrische netwerken.

De bouwstenen van elektrische netwerken.

Topologie van netwerken.

Wetten van Kirchoff.

Netwerken met één bron.

Superpositiestelling.

Stellingen van Thevenin en Norton.

Stelsel van takstromen.

Netwerken

Topologie van netwerken.

Tak: serieschakeling van bronnen en weerstanden Knooppunt: punt waar ten minste 3 takken samenkomen Maas : gebied tussen takken Hoofdlus: gesloten pad van takken die een maas omringen

Topologie van netwerken.

Stel: t = aantal takken n = aantal knooppunten

l = aantal lussen

Betrekking van Euler: (l-1)+(n-1) = t

t = 6n = 4l=4

De bouwstenen van elektrische netwerken.

Topologie van netwerken.

Wetten van Kirchoff.

Netwerken met één bron.

Superpositiestelling.

Stellingen van Thevenin en Norton.

Stelsel van takstromen.

Netwerken

Wetten van Kirchoff.

1e wet : Knooppuntswet

In een knooppunt : i = 0

i1

i2i3

i4

i5

i1 + i2 + i3 = i4 + i5

i1 + i2 +i3 - i4 - i5 = 0

2e wet : Luswet

In een lus : v = 0

1 1 1 2 2 2 6 6 6R i R i R i 0

1 2 6 1 1 2 2 6 6R i R i R i of

lus 1:

Wetten van Kirchoff.

De bouwstenen van elektrische netwerken.

Topologie van netwerken.

Wetten van Kirchoff.

Netwerken met één bron.Eén spanningsbron

Eén stroombron.

Ster-driehoek-transformatie

Superpositiestelling.

Stellingen van Thevenin en Norton.

Stelsel van takstromen.

Netwerken

Netwerken met één spanningsbron

V

R

Zijn steeds te herleiden tot:

Netwerken met één spanningsbron

Voorbeeld 2-1 p 2.2

R= 7

R=10

R=4

V= 20 V

R= 5

R=12

Netwerken met één spanningsbron

R= 7

R=10

R=3

V= 20 V

R= 5

Netwerken met één spanningsbron

R=10

R=10

V= 20 V

R= 5

Netwerken met één spanningsbron

R=5

V= 20 V

R= 5

Netwerken met één spanningsbron

R=10

V= 20 V

Netwerken met één spanningsbron

R=10

V= 20 V

I= 2 A

20 V

Netwerken met één spanningsbron

R=5

V= 20 V

R= 5 I= 2 A

10 V

10 V

Netwerken met één spanningsbron

R=10

R=10

V= 20 V

R= 5

10 V

I= 2 A

10 V 10 V

I= 1 A I= 1 A

Netwerken met één spanningsbron

R= 7

R=10

R=3

V= 20 V

R= 5

R=10

R= 5

10 V

I= 2 A

10 V 3 V

I= 1 A

7 V

I= 1 A

Netwerken met één spanningsbron

Voorbeeld 2-1 p 2.2

R= 7

R=10 R=

4

V= 20 V

R= 5

R=12

R=10

R= 5

R=10

R= 5

10 V

I= 2 A

10 V 3 V

I= 1 A

7 V

I= 1 A

3 V

I= 0.75 A I= 0.25 A

Oefening 1

R=2

V= 20 V R=3

R=6

R= 9

Oefening 1

R=2

V= 20 V R=3

R=6

R= 9 18 V

I= 2 A

I= 1 A

2 V

I= 0.333 A I= 0.666 A

Oefening 2

R=30

V= 126 VR=

20 R=5

R= 16

R=30

Oefening 2

R=30

V= 126 VR=

20 R=5

R= 16

28,8 V

I= 1,8 A

36 V R=30

90 V

7,2 V 7,2 V

I= 1,44 AI= 1,2 A I= 0,36 A

I= 3 A

Oefening 3

R=3,5 R=6

R=6 R=2

V= 10 V

Oefening 3

R=3,5 R=6

R=6 R=2

V= 10 V3V

7V10V

I= 2 A I= 1,667 A

I= 0,5A I= 1,5 A

I= 3,667A

Oefening 3: Vermogenbalans

R=3,5 R=6

R=6 R=2

V= 10 V3V

7V10V

I= 2 A I= 1,667 A

I= 0,5A I= 1,5 A

I= 3,667A

PB= 10x3,667 = 36,67 W

PR= 3,5x2² + 6x0,5² + 2x1,5² + 6x1,667² = 36,67 W

De bouwstenen van elektrische netwerken.

Topologie van netwerken.

Wetten van Kirchoff.

Netwerken met één bron.Eén spanningsbron

Eén stroombron.

Ster-driehoek-transformatie

Superpositiestelling.

Stellingen van Thevenin en Norton.

Stelsel van takstromen.

Netwerken

Netwerken met één stroombron.

I R

Te herleiden tot :

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R= 6

R=6

R=6

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R=6

R=12

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R=4

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R=18

I=10 A

R=9

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R=6

I=10 A

60 V

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R=18

I=10 A

R=9

60 V

6,66 A3,33 A

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R=4

60 V 26,6 V

3,33 A 6,66 A

33,4V

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R=6

R=12

R= 5

R=18

60 V 26,6 V

4,44 A

33,4V

3,33 A 2,22 A

6,66 A

26,6 V

Netwerken met één stroombron.Voorbeeld

R= 5

R=18

I=10 A

R=6

R=6

R= 5

R=18

60 V 26,6 V

4,44 A

33,4 V

3,33 A 2,22 A

6,66 A

13,3 V

R= 6 13,3 V

Netwerken met één stroombron: Oefening 1

R=1

R=7

R= 1.9

10 AR=3

Netwerken met één stroombron: Oefening 1

R=1

R=3

R=7

R= 1.9

19 V

10 V

21 V 21 V

I= 3 A I= 7A

10 A50 V

Netwerken met één stroombron: Oefening 2

R=7

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 8

R= 4 R= 4

R=7

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 3

12x43

12 4

Netwerken met één stroombron: Oefening 2

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 10

Netwerken met één stroombron: Oefening 2

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 10

I2= 6 A I1= 3 A

60 V 9 V60 V

10I1 9 3A

30

20I2 9 6A

30

69 V

Netwerken met één stroombron: Oefening 2

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 3

I2= 6 A I1= 3 A

18 V 9 V60 V

10I1 9 9A

30

20I2 9 6A

30

R=7 42 V

69 V

Netwerken met één stroombron: Oefening 2

R=7

R= 20

I =9 A

R= 1 R= 8

R= 4 R= 4

1,5 A 3 A

12 V 9 V60 V

42 V

6 A

4,5 A

6 V 18 V69 V

Netwerken met één stroombron: Oefening 2