85
Neuroanatomie Mark Reybrouck

Neuroanatomie 1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Neuroanatomie 1

Neuroanatomie

Mark Reybrouck

Page 2: Neuroanatomie 1

Inleiding stelsels van het bewegingsapparaat:

osteologie, arthrologie, myologie zenuwstelsel: neuroanatomie, soort

bovenbouw neuroanatomie neurologie van structuur naar functie nieuwe inzichten: medische beeldvorming neuromotorische programmatie,

neuromotoriek

Page 3: Neuroanatomie 1

Inhoud

begrip adaptatie (cf. sensorimotoriek) bouw en functie van het zenuwstelsel indeling van het zenuwstelsel detailbespreking

Page 4: Neuroanatomie 1

Adaptatie als uitgangspunt leven: aanpassing aan verandering in

omgeving functioneel: opname, verwerking, afgeven

van informatie anatomisch: receptoren, centrale

zenuwstelsel, effectoren causale reeks regelkring belang van feedback

Page 5: Neuroanatomie 1

Functioneel en anatomisch

Page 6: Neuroanatomie 1

Bouw en functie van het zenuwstelsel

twee soorten weefsels: zenuwweefsel en steunweefsel (glia) zenuwcel of neuron

geleidingsbanen en centra centrale zenuwstelsel perifere zenuwstelsel

Page 7: Neuroanatomie 1

Zenuwcel of neuron zenuwcel:

kleinste eenheid van zenuwweefsel verwerking en geleiding van informatie

verschillende elementen: cellichaam perikaryon dendrieten neuriet of axon mergschede (myeline) gliacellen

Page 8: Neuroanatomie 1

- kern- perikaryon- dendrieten- axon of neuriet- mergschede

Page 9: Neuroanatomie 1

Neuronen: classificatie neuron:

prikkelbare cel: excitabiliteit receptie, integratie, transformatie, transmissie

structurele classificatie: unipolair, bipolair en multipolair

functionele classificatie: motorisch, sensibel en schakelneuron

Page 10: Neuroanatomie 1
Page 11: Neuroanatomie 1

Structurele classificatie

- unipolair (A)- bipolair (B)- multipolair (C)

Page 12: Neuroanatomie 1

Functionele classificatie

- motorisch of effectief neuron- sensibel of receptief neuron- T-cel, unipolair

Page 13: Neuroanatomie 1

Synaps

verbinding tussern neuronen: synaps axon maakt contact met dendriet

eindknopje of eindvoetje synaptische spleet impulsoverdracht: neurotransmitters

eigenschappen

Page 14: Neuroanatomie 1

Synaps

Page 15: Neuroanatomie 1

Synaps: eindvoetjes

Page 16: Neuroanatomie 1

Synaps: eigenschappen

convergentie en divergentie eenrichtingsverkeer prikkelingsdrempel poly-/monosynaptisch: vertraging subliminale impulsen: additie

Page 17: Neuroanatomie 1

Convergentie/divergentie

Page 18: Neuroanatomie 1

Geleidingsbanen en centra

grijze en witte stof: grijs: opeenhoping van cellichamen en dendrieten wit: axonen met myeline

geleidingsbanen door RM en hersenen: opeenhoping van axonen

centra: opeenhoping van cellichamen

Page 19: Neuroanatomie 1

Ruggenmerg: grijze en witte stof

- grijze stof: letter H- voorste en achterste hoorn- witte stof omringt grijze stof- ascenderende en descenderende banen

Page 20: Neuroanatomie 1

Hersenen:

- grijze stof: cortex en kernen- witte stof: axonen van cellichamen

Page 21: Neuroanatomie 1

Zenuwen en zenuwvezels

informatie van receptoren naar CZS impulsen van CZS naar effectoren doorseining via axonen classificatie:

geleidingssnelheid doorsnede

Page 22: Neuroanatomie 1

Classificatie van zenuwvezels

Page 23: Neuroanatomie 1

Cerebrospinaal vocht

in holten van de hersenen in centraal kanaal van RM tussen 2 vliezen van hersenen en RM:

dura mater en arachnoidea subarachnoidale ruimte

Page 24: Neuroanatomie 1

Cerebrospinaal vocht (2)

komt voor op twee plaatsen subarachnoidale ruimte:

onder arachnoidea smalle ruimte met uitbreidingen: cisternen lumbale cistern, cauda equina

ventriculair systeem: hersenkamers of ventrikels centraal kanaal in RM

Page 25: Neuroanatomie 1

Vliezen of meninges

Page 26: Neuroanatomie 1

Lumbale cisterne

Page 27: Neuroanatomie 1

Hersenkamers

Page 28: Neuroanatomie 1

Hersenkamers

vier ventrikels: twee laterale ventrikels (grote hersenen) derde ventrikel (tussenhersenen) vierde ventrikel (hersenstam)

verbinding tussen 3de en 4de: aquaeductus cerebri of aquaeductus Silvii

4de ventrikel gaat over in centrale kanaal (RM)

Page 29: Neuroanatomie 1

Functie van cerebrospinaal vocht

mechanische buffer thermische buffer transportsysteem voor metabolieten

Page 30: Neuroanatomie 1

Indeling van het ZS

dubbele indeling: anatomisch en functioneel anatomisch: centraal en perifeer

gescheiden maar toch verbonden centraal: controlesysteem perifeer: verbindende schakel

functioneel: animaal en autonoom animaal: informatie, spieren, cognitie autonoom: vegetatieve functies

Page 31: Neuroanatomie 1

Indeling van het zenuwstelsel

Page 32: Neuroanatomie 1

Centraal ZS

zeer complexe structuur uitgebreide terminologie:

namen plaatsbepaling functies

relatief eenvoudige principes

Page 33: Neuroanatomie 1

Axiale organisatie van RM

Page 34: Neuroanatomie 1

Axiale organisatie

rostraal-caudale as: van snavel naar staart dorsaal-ventrale as: van voor naar achter cephalische buiging: wijziging in oriëntatie

Page 35: Neuroanatomie 1

Anatomische verdeling

- grote hersenen- tussenhersenen- hersenstam- ruggenmerg

Page 36: Neuroanatomie 1

Anatomische verdeling

- grote hersenen- tussenhersenen- hersenstam: - medulla oblongata - pons - middenhersenen- ruggenmerg

Page 37: Neuroanatomie 1

Voornaamste divisies

Page 38: Neuroanatomie 1
Page 39: Neuroanatomie 1

Het ruggenmerg (medulla spinalis)

meest caudaal deel van CZS ontvangt informatie van lichaam en periferie schakelplaats voor motorische commando’s motorische en sensorische kernen afferente en efferente banen systeem van sensorimotorische circuits

(automatisch)

Page 40: Neuroanatomie 1

De hersenstam (truncus cerebri)

rostrale uitbreiding van RM draagt de kleine hersenen anatomisch: verzamelnaam voor drie

structuren: verlengde merg brug van Varol middenhersenen

functioneel: doorgaande verbindingen oorsprong van zenuwen en centra

Page 41: Neuroanatomie 1

Het verlengde merg (medulla oblongata)

directe rostrale uitbreiding van RM organisatie analoog aan RM:

grijze en witte stof voorzijde: piramidebanen (motorisch) piramidekruising: kruising van motoriek kernen en functionele centra: ademcentrum,

hoestcentrum, braakcentrum, vasomotorcentrum

Page 42: Neuroanatomie 1
Page 43: Neuroanatomie 1
Page 44: Neuroanatomie 1
Page 45: Neuroanatomie 1
Page 46: Neuroanatomie 1

Brug van Varol (NK)

Page 47: Neuroanatomie 1

Middenhersenen(mesencephalon) (NK)

zeer kleine structuur oorsprong van hersenstelen schakelstation

Page 48: Neuroanatomie 1

Hersenstam

Page 49: Neuroanatomie 1

Algemene kenmerken van de hersenstam

motorische en sensorische kernen: niet verbonden met ledematen en romp verbonden met hoofd en nek: huid, skeletspieren,

bloedvaten en klieren ook verbonden met ingewanden

bemiddelende structuren (horen, tastzin), stijgende en dalende banen

reticulaire formatie

Page 50: Neuroanatomie 1

De reticulaire formatie

netvormige structuur (reticulair) verspreid over hele herstenstam anatomisch erg complex, vertakt functioneel:

algemene activatie, alertheid modificatie van spinale reflexen filter voor binnenkomende impulsen (> 100 miljoen

per seconde)

Page 51: Neuroanatomie 1

Reticulaire formatie

Page 52: Neuroanatomie 1

Tussenhersenen (diencephalon)

voortzetting van middenhersenen twee structuren: thalamus en hypothalamus thalamus:

symmetrisch en gepaard doorschakeling van informatie naar hersenschors impulsen vanuit hersenschors (+ en -)

hypothalamus: controle van autonome ZS hormonale secretie van hypofyse

Page 53: Neuroanatomie 1

Thalami dorsales

Page 54: Neuroanatomie 1

Coronale snede

Page 55: Neuroanatomie 1

Grote hersenen (telencephalon)

twee hersenhelften: cerebrale hemisferen verbonden door hersenbalk: corpus callosum hersenschors of cortex basale ganglia

Page 56: Neuroanatomie 1

Basale ganglia

grijze kerncomplexen (ganglia) in de diepte van de hemisferen (basaal) lensvormige kern: nucleus lentiformis

putamen globus pallidus

staartvormige kern: nucleus caudatus

Page 57: Neuroanatomie 1

Basale ganglia

Page 58: Neuroanatomie 1

Basale ganglia

Page 59: Neuroanatomie 1
Page 60: Neuroanatomie 1

Coronale snede

Page 61: Neuroanatomie 1

Capsula interna

band van vezels tussen lensvormige kern en staartkern gestreept karakter: corpus striatum onderste deel: twee hersenstelen of

pedunculi cerebri

Page 62: Neuroanatomie 1
Page 63: Neuroanatomie 1
Page 64: Neuroanatomie 1

Pyramidebanen

Page 65: Neuroanatomie 1

Basale ganglia

zeer complexe terminologie corpus striatum:

nucleus caudatus putamen

nucleus lentiformis: putamen globus pallidus

andere kernen

Page 66: Neuroanatomie 1

Kleine hersenen (cerebellum)

niet in serie met RM, wel parallel structuur analoog aan grote hersenen:

twee hemisferen grijze en witte stof

aan weerszijden drie stelen: kleine hersenstelen of pedunculi cerebelli

functie: coördineren van houding en beweging

Page 67: Neuroanatomie 1

Cerebellum

Page 68: Neuroanatomie 1

Cerebellum

Page 69: Neuroanatomie 1

Het ruggenmerg

medulla spinalis gelegen binnen wervelkanaal lange streng met uittredende vezels longitudinale en segmentale organisatie

Page 70: Neuroanatomie 1

Longitudinale organisatie

van achterhoofdsgat tot L2 ascensus van RM massief losse vezels: cauda equina streng met 2 spoelvormige verbredingen cervicaal, thoracaal en lumbaal gedeelte specifieke opbouw

Page 71: Neuroanatomie 1
Page 72: Neuroanatomie 1
Page 73: Neuroanatomie 1

Grijze stof

voorhoorn: motoneuronen achterhoorn: sensibele banen,

schakelneuronen zijhoorn: oorsprong autonome vezels

Page 74: Neuroanatomie 1
Page 75: Neuroanatomie 1

Witte stof

myelinehoudende vezels stijgende banen:

gevoelskwaliteiten achterste streng en voorzijstreng

dalende banen: motorische banen naar voorhoorncellen piramide- en extrapiramidale banen

Page 76: Neuroanatomie 1
Page 77: Neuroanatomie 1
Page 78: Neuroanatomie 1

Piramidebaan

rechtstreekse verbinding van hersenschors naar motoneuron

kruising in onderste deel van verlengde merg verloopt via zijstreng naar beneden einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale merg onrechtsreekse verbinding met motoneuron:

schakelneuron

Page 79: Neuroanatomie 1

Piramide- (L) en extrapiramidale (R) banen

Page 80: Neuroanatomie 1

Extrapiramidale baan

afdalende banen uit hersenstam einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale RM polysynaptisch: verbindingen vanuit basale

ganglia en hersenschors

Page 81: Neuroanatomie 1

Segmentaire organisatie

zenuwvezels: tussen 2 wervels quasi-segmentaire opbouw wortels van ruggemergzenuwen:

voorwortel: motorisch achterwortel: sensibel

voor- en achterwortel spinale zenuw ganglia:

cellichamen van sensibele vezels gelegen buiten CZS

Page 82: Neuroanatomie 1

Witte stof

Page 83: Neuroanatomie 1
Page 84: Neuroanatomie 1

Segmentaire organisatie (2)

voorwortel: 6000 efferente vezels (cellichamen)

achterwortel: 12000 afferente vezels verbinding: 350000 cellen netwerk van interneuronen verband tussen longitudinale en segmentaire

organisatie

Page 85: Neuroanatomie 1