Upload
others
View
7
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
28-2-2014
1
Nieuwe NHG-Standaard diabetes mellitus type 2
Derde herziening 2013
Uw docenten vanavond
• Monique Leclercq, internist Bernhoven ZKHS
• Hester van Doorninck, Kaderhuisarts DM i.o.
2
Vragen?
3
28-2-2014
2
Wat is nieuw in de standaard
• Diagnostiek: rol nuchter glucose in laboratorium en
HbA1c
• Individualiseren zorg : Streefwaarden HbA1c
• Behandelstrategie glucoseverlaging
• Kort nieuws
vit B12 screening, fundusscreening,
zwangerschapsdiabetes
• Voetonderzoek
4
Wat is nieuw in de standaard
• Diagnostiek: rol nuchter glucose in laboratorium en HbA1c
• Streefwaarden HbA1c
• Behandelstrategie glucoseverlaging
• Voetonderzoek
• Individualiseren zorg
• Kort nieuws (vit B12 screening, fundusscreening, mondzorg,
zwangerschapsdiabetes)
5
Nuchter glucose te hoog?
• Mw. Blauw, 73 jaar
• Tijdens actieweek apotheek
gluNN 10,1 en een dag later
op de praktijk gluN 7,3
• Diabetes?
6
28-2-2014
3
Veneus plasma
Normaal Glucose nuchter (gluN) Glucose niet nuchter (gluNN)
< 6,1 < 7,8
Gestoord nuchtere glucose Glucose nuchter Glucose niet nuchter
≥ 6,1 en < 7,0 en < 7,8
Gestoorde glucosetolerantie Glucose nuchter Glucose niet nuchter
< 6,1 en ≥ 7,8 en < 11,1
Diabetes mellitus Glucose nuchter Glucose niet nuchter
≥ 7,0 ≥ 11,1
Referentiewaarden
Hoe betrouwbaar is de meter?
• Glucosemeters meetfout
tot 15 %
• Dus 2 x nuchter glucose
in laboratorium
8
HbA1c als diagnosticum?
9
28-2-2014
4
Bij HbA1c > 48 mmol/mol (6,5%)
stijgt het voorkomen van retinopathie snel
Afkappunt :
48 mmol/mol
Relatie HbA1c en complicaties
10
Stellen van de diagnose
HbA1c niet aanbevolen voor diagnostiek
Diabetes staat vast bij:
• 2x gluN ≥ 7 mmol/l in laboratorium
Of
• 1x gluN ≥ 7 mmol/l of gluNN ≥ 11,1 mmol/l in laboratorium bij klachten
11
Wanneer aan DM2 denken ?
Meestal geen klachten
• dorst
• polyurie
• vermagering
• pruritus vulvae op oudere leeftijd
• recidiverende UWI’s en balanitis
• mononeuropathie
• neurogene pijnen
• sensibiliteitsstoornissen
12
28-2-2014
5
Wanneer glucose controle?
• 3-jaarlijks bij personen > 45 jaar met:
– BMI ≥ 27 kg/m²
– T2DM bij ouders, broers of zussen – Hypertensie(systolisch >140 mmHg of
behandeling hypertensie)
– Vetstofwisselingsstoornissen (HDL ≤ 0,90 mmol/l, triglyceride > 2,8 mmol/l)
– (Verhoogd risico op) hart- en vaatziekten
– Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst
• Hindoestaanse afkomst idem maar vanaf 35 jaar
13
Controle na zwangerschapsdiabetes
• 1e controle gluN na 6 wk
• Dan 5 jaar jaarlijks
• Dan om de 3 jaar
• Zwangerschapswens? jaarlijks controleren
14
Pathofysiologie
Diabetes mellitus type 2
28-2-2014
6
Verdenking insulinedeficiëntie
Let op bij:
Combinatie van hoge glucosewaarden tijdens diagnose (> 20 mmol/l) en:
• Leeftijd < 55 jaar
• Hyperglycemische klachten
• Normale BMI
• Voorgeschiedenis auto-immuun ziekte
Kan wijzen op LADA en dan doorgaans sneller over op insuline
16
Wat is nieuw in de standaard
• Diagnostiek: rol nuchter glucose in laboratorium en HbA1c
• Streefwaarden HbA1c
• Behandelstrategie glucoseverlaging
• Voetonderzoek
• Individualiseren zorg
• Kort nieuws (vit B12 screening, fundusscreening, mondzorg,
zwangerschapsdiabetes)
17
Oplopend HbA1c
• Dhr. Plasman, 83 jaar, nu 2 jaar DM2
• Vitaal, geen medicatie.
• Voeding aangepast, 3 kg afgevallen
• Beweegt bij bejaarden-gymnastiek en wandelt elke dag bij droog weer.
18
HbA1c is gestegen naar 55 mmol/mol (7,2%)
Wat is uw advies?
28-2-2014
7
Wat is nieuw?
• Na de vorige Standaard (2006) veel studies
met belangrijke resultaten
• De tijd van ‘HbA1c: hoe lager, hoe beter’ is
echt voorbij
• Er moet maatwerk worden geleverd!
19
Het “legacy” effect
De eerste klap is een daalder waard
Overdaad schaadt
4 belangrijke studies
20
Iedere 4 maanden controle n=5123
Om de 2 mnd controle: n=5128
Streefw. 7.0-7.9%
ACCORD
N=10.251
62 jaar
10 jaar DM
V 39%
35 % HVZ
HbA1c 8.1%
35% insuline
STOP
Als voorbeeld
the ACCORD-study
DiHAG-Langerhans 21
28-2-2014
8
Optimaal HbA1c: Metformine +SU ?
DiHAG-Langerhans 22
‘Standaard’ rekening houden met
1. Leeftijd patiënt
2. Diabetesduur
3. Intensiteit behandeling
4. Comorbiditeit
5. Aanwezigheid cardiovasculaire complicaties
6. Wens patiënt
Wat is nieuw in Standaard 2013?
23
Hoe bepaal je de streefwaarde?
• Dhr. Plasman, 83 jaar, nu 2 jaar DM2
• Vitaal, geen medicatie.
• Voeding aangepast, 3 kg afgevallen
• Beweegt bij bejaarden-gymnastiek en wandelt elke dag bij droog weer.
24
HbA1c is gestegen naar 55 mmol/mol (7,2%)
Wat is uw advies?
28-2-2014
9
Leeftijd < 70 jaar
Alleen leefstijladvisering of
metformine monotherapie
Diabetesduur < 10 jaar
≤ 64 mmol/mol (8,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 58 mmol/mol (7,5%)
ja
nee
nee
nee
ja
ja
Algoritme voor het bepalen van
de HbA1c streefwaarde
Bij kwetsbare ouderen en mensen met een verkorte
levensverwachting op klachten varen en niet op HbA1c
DiHAG-Langerhans 25
Streefwaarden HbA1c
Leeftijd < 70 jaar
Ongeacht diabetes duur
≤ 53 mmol/mol
26
Leeftijd ≥ 70 jaar Diabetes duur < 10 jaar
Diabetes duur ≥ 10 jaar
Leefstijladvisering of metformine monotherapie ≤ 53 mmol/mol
≤ 53 mmol/mol
Andere middelen ≤ 58 mmol/mol ≤ 64 mmol/mol
Hoe bepaal je de streefwaarde?
• Dhr. Plasman, 83 jaar, nu 2 jaar DM2
• Vitaal, geen medicatie.
• Voeding aangepast, 3 kg afgevallen
• Beweegt bij bejaarden-gymnastiek en wandelt elke dag bij droog weer.
27
HbA1c is gestegen naar 55 mmol/mol (7,2%)
Wat is uw advies?
28-2-2014
10
Leeftijd < 70 jaar
Alleen leefstijladvisering of
metformine monotherapie
Diabetesduur < 10 jaar
≤ 64 mmol/mol (8,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 58 mmol/mol (7,5%)
ja
nee
nee
nee
ja
ja
Streefwaarde Dhr. Plasman
Bij kwetsbare ouderen en mensen met een verkorte
levensverwachting op klachten varen en niet op HbA1c
DiHAG-Langerhans 28
Wat is nieuw in de standaard
• Diagnostiek: rol nuchter glucose in laboratorium en HbA1c
• Streefwaarden HbA1c
• Behandelstrategie glucoseverlaging
• Voetonderzoek
• Individualiseren zorg
• Kort nieuws (vit B12 screening, fundusscreening, mondzorg,
zwangerschapsdiabetes)
29
Behandeling Mw. Groeneveld
• Leeftijd 76 jaar
• DM2 sinds 4 jaar
• BMI 29
• Metformine 2dd 1000 mg
• HbA1c 60 mmol/mol (7,6%) (vorig jaar 57 mmol/mol)
• Wat te doen? 30
28-2-2014
11
Leeftijd < 70 jaar
Alleen leefstijladvisering of
metformine monotherapie
Diabetesduur < 10 jaar
≤ 64 mmol/mol (8,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 58 mmol/mol (7,5%)
ja
nee
nee
nee
ja
ja
Streefwaarde Mw. Groeneveld
Bij kwetsbare ouderen en mensen met een verkorte
levensverwachting op klachten varen en niet op HbA1c
DiHAG-Langerhans 31
32
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen (Bij een BMI < 27 kg/m² moet het stappenplan soms versneld worden doorlopen)
33
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
Stap 1 Start met metformine
28-2-2014
12
34
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
Stap 1 Start met metformine
Stap 2 Voeg een SU-derivaat, voorkeur gliclazide, aan metformine toe
NIEUW
Werking SU-derivaten
• Effect op KATP-kanalen
• Verschil in selectiviteit:
– Gliclazide is bètacel selectief
– andere SU’s
• Remmend effect op cardiale KATP-kanalen
• Theoretisch nadelig tijdens myocardischemie
35 Abdelmoneim. Diab Obesity Met 2012
Denemarken 1997-2006: 108.000 ptn
DiHAG-Langerhans 36
28-2-2014
13
Hazard ratios (95% CI) for different endpoints in relation to monotherapies with different glucose-lowering agents according to previous myocardial infarction.
37
• Even effectief als andere SU’s
• Minder hypo’s dan
glimepiride/glibenclamide
• Bij nierfunctiestoornissen door te gebruiken
Andere voordelen gliclazide
38
Gliclazide mga 30 mg of mga 80 mg
• Gliclazide mga 30 mg tot 120 mg 1dd (wel 4
tabl van 30 mg), bij voorkeur tijdens het ontbijt
• gliclazide mga 80 mg1dd tot 3dd.
– Tabletten mga 30 mg kleinere hoeveelheid
werkzame stof, maar hebben betere kinetische eigenschappen dan tabletten mga 80 mg.
– 1 tablet mga 80 mg = 1 tablet mga 30 mg.
=> mga 30 mg tab onze voorkeur 1x dgs dosering
39
of
28-2-2014
14
Terug naar Mw. Groeneveld
• Leeftijd 76 jaar
• DM2 sinds 4 jaar
• BMI 29
• Metformine 2dd 1000 mg
• HbA1c 60 mmol/mol (7,6%) (vorig jaar 57 mmol/mol)
• Wat te doen? 40
Ophogen orale medicatie
• Voeg gliclazide toe aan behandeling
• In deze casus is gekozen voor 30 mg
gliclazide
• Nuchter glucose was 2 weken later gezakt
van 11,2 naar 9,8. Er waren geen hypo’s
• Wat nu?
DiHAG-Langerhans 41
3 jaar later …
• Leeftijd 79 jaar
• DM2 sinds 7 jaar
• BMI 28
• Metformine 2dd 1000 mg • Gliclazide 1dd 4 tab van 30 mg
• HbA1c 62 mmol/mol
(vorig jaar 54 mmol/mol)
• Wat te doen?
42
28-2-2014
15
Leeftijd < 70 jaar
Alleen leefstijladvisering of
metformine monotherapie
Diabetesduur < 10 jaar
≤ 64 mmol/mol (8,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 53 mmol/mol (7,0%)
≤ 58 mmol/mol (7,5%)
ja
nee
nee
nee
ja
ja
Streefwaarde Mw. Groeneveld
Bij kwetsbare ouderen en mensen met een verkorte
levensverwachting op klachten varen en niet op HbA1c
DiHAG-Langerhans 43
44
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
Stap 1 Start met metformine
Stap 2 Voeg een SU-derivaat b.v.k. gliclazide aan metformine toe
Stap 3a Voeg NPH-insuline eenmaal daags toe aan orale medicatie* * Bij nachtelijke hypoglykemieën kan worden overgestapt op een langwerkend analoog (detemir of glargine)
45
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
Stap 1 Start met metformine
Stap 2 Voeg een SU-derivaat b.v.k. gliclazide aan metformine toe
Stap 3a Voeg NPH-insuline eenmaal daags toe aan orale medicatie* * Bij nachtelijke hypoglykemieën kan worden overgestapt op een langwerkend analoog (detemir of glargine)
Stap 3b Schakel over op twee maal daags mix-insuline of op basaal-bolus regime
28-2-2014
16
46
Stappenplan NHG-standaard 2013
Start educatie met nadruk op lifestyle bewegen, voeding, gewicht
Stappenplan bloedglucoseverlagende middelen
Stap 1 Start met metformine
Stap 2 Voeg een SU-derivaat b.v.k. gliclazide aan metformine toe
Stap 3a Voeg NPH-insuline eenmaal daags toe aan orale medicatie* * Bij nachtelijke hypoglykemieën kan worden overgestapt op een langwerkend analoog (detemir of glargine)
Stap 3b Schakel over op twee maal daags mix-insuline of op basaal-bolus regime
Van de overige middelen ontbreekt direct bewijs voor effectiviteit op (diabetes gerelateerde) mortaliteit en
morbiditeit
Andere Middelen
HbA1c daling
tov placebo
Kans op
hypoglycaemie
Effect op
gewicht
Lange termijn
veiligheid
Kosten
Repaglinide 11 mmol/mol Gering Toename Goed Goedkoop
Acarbose 8-9 mmol/mol Geen Geen Goed Goedkoop
DPP-4
remmers
7-9 mmol/mol Geen Geringe
toename
Onbekend Duur
GLP-1
analogen
11 mmol/mol Geen Afname Onbekend Duur
Pioglitazon 11 mmol/mol Geen Toename Slecht Goedkoop
SGLT-2-
remmers
6-9 mmol/l Geen Afname Onbekend Duur
r
Omzet DPP-4 en GLP-1
34 miljoen in 2013
48
28-2-2014
17
Geen controle Vitamine-B12 bij metformine
• Onduidelijkheid – afkappunt indicatie suppletie
– over frequentie van de bepaling
– duur eventuele suppletie
• Lage serumspiegels Vit B12 ≠tekort in weefsels
• Methylmalonzuur bepaling is duur en
intra/inter- individuele variaties
• Geen bewijs voor gezondheidswinst en
kosten effectiviteit 49
Minder funduscontroles
Eerste screening binnen 3
maanden na stellen
diagnose T2DM
Indien geen retinopathie
2-jaarlijkse screening
50
Individualiseren diabeteszorg
28-2-2014
18
• Meneer Veen, 46 jaar
• DM2 sinds 6 jaar • BMI 40,5
• Leefstijlverbetering lukt niet
• Metformine en gliclazide maximaal
• HbA1c 62 mmol/mol (7,8%)
• Krantenartikel over nieuw middel GLP1-analoog
Casus morbide obesitas: wat is uw advies?
52
Casus Dhr. Veen
• Insuline geen absolute contra-indicatie bij morbide obesitas: proefbehandeling met 1dd insuline
• Bespreek optie bariatrische chirurgie
• Bijwerkingen op lange termijn nog onvoldoende bekend van nieuwe middelen
• Informed consent bij inzet nieuwe middelen
• Leefstijl blijft belangrijkste onderdeel: psychiater/psycholoog inschakelen?
DiHAG-Langerhans 53
• Mevrouw van Leusden, 76 jaar
• DM2 sinds 8 jaar
• HbA1c, RR, lipiden binnen
streefwaarden al langere
tijd
• Geen complicaties
• Ziet nut van 4 controles
per jaar niet
Casus perfect ingesteld: wat is uw advies?
54
28-2-2014
19
Casus mw. van Leusden
• EFFIMODI-studie in meer dan 100 Nederlandse huisartspraktijken
• Bij patiënten die zowel: – Goede glycemische instelling
– EN goed lipidenspectrum
– EN goede bloeddruk
hebben kan in principe worden volstaan met een 6-maandelijkse controle
DiHAG-Langerhans 55
• Meneer den Oudste, 62 jaar
• DM2 sinds 9 jaar
• Onregelmatige leefstijl als
vertegenwoordiger
• Metformine, gliclazide en
NPH insuline 52 E
• HbA1c 63 mmol/mol (7,9%)
• Nuchter glucose 5,4
Casus onregelmatige leefstijl: wat is uw advies?
56
Koffie?
57
28-2-2014
20
LTA
Tussen
de lijnen
DOELEN RTA
– Goede zorg, op juiste moment, op juiste plaats
– Patiënt ervaart continuïteit en coördinatie in de zorg
INHOUD RTA
– Wat kan de huisarts zelf doen
– Wat is de waarde van aanvullend onderzoek
– Wanneer is consultatie / verwijzing zinvol, naar wie en waarom
– Hoe zijn consultatie en verwijzing georganiseerd
– Wanneer is terugverwijzing zinvol en waarom
– Welke controles, door wie, zijn gewenst
28-2-2014
21
CONSULTATIE, VERWIJS- EN TERUGVERWIJS-
AFSPRAKEN Consultatie of verwijzing
– Twijfel over de diagnose
– Problemen bij:
• glykemische instelling
• behandeling risicofactoren
• behandeling complicaties
– Zwangerschap (wens)
Terugverwijzing
– Vraag van de huisarts is beantwoord
– Diagnostiek is afgerond
– Bereiken van de (individuele) streefwaarden
– Comorbiditeit optimaal behandeld
CONSULTATIE, VERWIJS- EN TERUGVERWIJS-
AFSPRAKEN Terugverwijzing
– Vraag van de huisarts is beantwoord
– Diagnostiek is afgerond
– Bereiken van de (individuele) streefwaarden
– Comorbiditeit optimaal behandeld
Huisarts formuleert duidelijke
vraag aan internist
Verstrekt relevante gegevens
m.b.t.:
Ziektebeloop, voorgeschiedenis,
comorbiditeit, complicaties,
sociale inbedding, lab-uitslagen
en behandeling
RTA
63
28-2-2014
22
MENEER OP
DE WEEGH
– Man 58 jaar BMI: 26 Duur DM: 1 jaar
– Medicatie: glimepiride 2, metformine 3x1000, asacol
– HbA1c 73 HbA1c 64 6 mnd terug
HbA1c 59 9 mnd terug Nuchtere glucose 12,1
– Comorbiditeit: colitis ulcerosa
– Wat is er aan de hand? – Wat is je plan van aanpak?
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige regionale transmurale afspraak m.b.t. diagnostiek?
HUISARTS
Overweegt consultatie bij:
1. BMI < 27
2. Leeftijd < 25 jaar
3. Vroegtijdig falen orale medicatie
Bij verwijzing vermelden van:
– BMI
– Familie-anamnese
– etniciteit
28-2-2014
23
HOE ONDERSCHEID
JE LADA VAN DM2
DM2 LADA
BMI > 27 BMI < 27 (meestal, maar niet altijd)
Meestal > 40ste jaar Meestal <40ste (kan tot 60 jaar). 60% van de
gevallen van DM1 ontstaan na het 20ste jaar
Kenmerken van metabool syndroom:
dyslipidemie, hypertensie, grote
buikomvang
Geen kenmerken van metbool syndroom
DM2 in familie anamnese DM1 of andere auto-immuunziekten in familie
anamnese
Anti-GAD negatief Anti-GAD positief (bij ongeveer 80% van DM1,
minder op hogere leeftijd)
Geen verhoogde kans op auto-immuun
ziekte
Verhoogde kans op andere auto-
immuunziekten zoals schildklieraandoeningen,
coeliakie, adrenalitis, myasthenia gravis,
prematuur ovarium falen
Relatief hoge insuline behoefte Relatief lage insuline behoefte
MATURITY-ONSET
DIABETES OF THE YOUNG (MODY)
– Ontstaat op jonge leeftijd (< 25 jaar)
– Autosomaal dominant
– Ongeveer één op twee kinderen die zich
presenteren met beeld van DM2 heeft vorm van MODY
INTERNIST
– De internist kan nader onderzoek instellen naar
de etiologie van diabetes (denk onder andere aan
congenitale syndromen en onderliggende ziekten als hemochromatose, pancreasfalen, acromegalie, M. Cushing) en de
therapeutische consequenties daarvan
– Adviseert over (consequenties van) aanvullende diagnostiek
28-2-2014
24
70
MENEER KASLANDER
– Man 68 jaar, heeft een dalende nierfunctie
• 5 jr geleden: eGFR > 60
• 1 jr geleden: eGFR 52
• ½ jr geleden:eGFR 46
• nu: eGFR 42
• bij herhaling: eGFR 43
– Wat is je advies?
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak m.b.t. CNS?
28-2-2014
25
MDRD EN LEEFTIJD
MENEER KASLANDER
Consultatie bij:
• < 65 jaar en eGFR 45-60 ml/min;
• > 65 jaar en eGFR 30-45 ml/min
Verwijzing bij:
• < 65 jaar en eGFR 30-45 ml/min;
• altijd bij eGFR < 30
NB als daling eGFR van > 3 ml/min/1,73m² in een jr
Bij lft > 80 jr daling eGFR 5 ml/min/1,73m² per jr
MENEER KASLANDER
– Man 68 jaar, heeft een dalende nierfunctie
• 5 jr geleden: eGFR > 60
• 1 jr geleden: eGFR 52
• ½ jr geleden:eGFR 46
• nu: eGFR 42
• bij herhaling: eGFR 43
– Wat is je advies?
28-2-2014
26
INDICATIES VOOR
OVERLEG EN/OF VERWIJZING
Patiënten > 65 jaar Normo/micro-
albuminurie
Macro-
albuminurie
eGFR > 60 ml/min./1,73m²
eGFR 45 tot 60 ml/min./1,73m²
eGFR 30 tot 45 ml/min./1,73m²
eGFR < 30 ml/min./1,73m²
Patiënten < 65 jaar Normo/micro-
albuminurie
Macro-
albuminurie
eGFR > 60 ml/min./1,73m²
eGFR 45 tot 60 ml/min./1,73m²
eGFR 30 tot 45 ml/min./1,73m²
eGFR < 30 ml/min./1,73m²
begeleiding
1e lijn
consultatie
nefroloog
verwijzing
2e lijn
HUISARTS
– Onderzoek sediment
– Aanvullend laboratorium onderzoek
Hb, Kalium, calcium, PTH, fosfaat,
serumalbumine en albuminurie
– Echografie nieren bij cystenieren in familie of
aanwijzingen voor postrenale obstructie
– Algemene adviezen en maatregelen(zout, gewicht, roken, medicatie, voorkomen
dehydratie)
– Ras remmer bij microalbuminurie
NEFROLOOG
– Overweegt andere diagnose dan diabetische
nefropathie
– Aanpassing medicatie
– Aanvullende diagnostiek
– Maatregelen ter voorkoming van verslechtering
nierfunctie en late complicaties.
– Behandeling van symptomen zoals oedeem.
28-2-2014
27
79
CASUS MENEER PIETERSEN
Gegevens:
– 70 jaar
– Diabetes Mellitus, type 2, sinds 1997
– HbA1c 68 mmol/mol
– Insuline 2x/daags
– BMI 28, buikomvang 105 cm
Bevindingen:
– Rode verkleuring van de huid
– Droge, atrofische huid
– Pulsaties niet palpabel
– Verlies protectieve sensibiliteit
– Laesies t.h.v. de apex van digitus 2 en digitus 3
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak
m.b.t. diabetisch voetulcus?
28-2-2014
28
Huisarts
1. Huisarts behandelt uitsluitend een niet plantair, oppervlakkig, neuropathisch ulcus zonder tekenen van arterieel vaatlijden. Behandeling iom podotherapeut.
2. Beperkte cellulitis, dan antibiotica
3. Indien het ulcus na 2 weken niet verbeterd is, dan verwijzen.
INTERNIST
Behandeling van de patiënt door de internist vindt bij
voorkeur plaats in samenspraak met het voetenteam van het Ziekenhuis.
Is er een voetenteam aanwezig in de regio:
– welke afspraken zijn er gemaakt
– wie is er eindverantwoordelijk voor de diabeteszorg in dat voetenteam?
bij ulcera (plantair, diep, of geïnfecteerd)
naar het voetenteam
DiHAG-Langerhans 84
28-2-2014
29
Wat is nieuw in de standaard
• Diagnostiek: rol nuchter glucose in laboratorium en HbA1c
• Streefwaarden HbA1c
• Behandelstrategie glucoseverlaging
• Voetonderzoek
• Individualiseren zorg
• Kort nieuws (vit B12 screening, fundusscreening, mondzorg,
zwangerschapsdiabetes)
85
De voet snel en effectief ter hand
genomen, alles draait om de Simm’s classificatie
Classificatie Risicoprofiel
Simm’s 0
Geen verlies PS* of PAV**
Simm’s 1
Verlies PS of PAV, zonder tekenen van lokaal verhoogde druk
Simm’s 2
Verlies PS in combinatie met en/of PAV en/of tekenen van lokaal verhoogde druk
Simm’s 3
Ulcus of amputatie in de voorgeschiedenis
* PS = protectieve (beschermende) sensibiliteit ** PAV = perifeer arterieel vaatlijden
DiHAG-Langerhans 86
Bepaling Simm’s classificatie
1. Bepalen beschermend gevoel
2. Bepalen tekenen van vaatlijden
3. Vaststellen tekenen van
verhoogde druk
DiHAG-Langerhans 87
28-2-2014
30
Interpretatie palpatie pulsaties
• Op elke voet dient tenminste 1 arterie palpabel te zijn
• Is dit niet het geval:
• Luister met de hand Doppler naar de tonen van de vaten: – Tri- of Bifasisch = normaal
– Monofasisch = afwijkend
DiHAG-Langerhans 88
Bifasisch = goed
DiHAG-Langerhans 89
Trifasisch = goed
DiHAG-Langerhans 90
28-2-2014
31
Monofasisch = afwijkend
DiHAG-Langerhans 91
Bij een monofasische toon enkel-arm index
Mönckeberg sclerose
> 1.15
Ischemie < 0.9
Normaal 0.9 – 1.15
DiHAG-Langerhans 92
De voet snel en effectief ter hand
genomen, alles draait om de Simm’s classificatie
Classificatie Risicoprofiel Controlefrequentie
Simm’s 0
Geen verlies PS* of PAV** 1x per 12 maanden HA/POH
Simm’s 1
Verlies PS of PAV, zonder tekenen van lokaal verhoogde druk
1x per 6 maanden HA/POH pedicure
Simm’s 2
Verlies PS in combinatie met en/of PAV en/of tekenen van lokaal verhoogde druk
1x per 3 maanden podotherapeut
Simm’s 3
Ulcus of amputatie in de voorgeschiedenis 1x per 1-3 maanden podotherapeut
* PS = protectieve (beschermende) sensibiliteit ** PAV = perifeer arterieel vaatlijden
DiHAG-Langerhans 93
28-2-2014
32
94
MENEER VAN WIJK
– Man 68 jaar diabetes type 2 sinds 2001, gebruikt
metformine 2 x 1000
– Omeprazol i.v.m. reflux oesofagitis
– Sinds paar maanden pijn in de voeten
– Waar denkt u aan?
– Welk plan stelt u op?
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak
m.b.t. neuropathie?
28-2-2014
33
Neuropathie
Alleen bij twijfel over
diagnose
Consult of verwijzing
neuroloog
97
Huisarts is alert op :
1. andere neuropathieën: B12 deficiëntie, Alcoholabusus.
2. Autonome neuropathie: Maagontledigingstn, erectieklachten,
mictieklachten, orthostase 3. huisarts zorgt voor: preventieve maatregelen
adequate pijnstilling
98
NIET IEDERE
NEUROPATHIE BIJ DM2 IS DIABETISCHE NEUROPATHIE
Denk bij aan
Ouderen maligniteit
LADA hypothyreoïdie
Nierfunctiestoornissen nitrofurantoïne
Vitamine B12 deficiëntie metformine, PPI
Allen alcoholmisbruik
28-2-2014
34
NEUROLOOG
– Nadere diagnostiek
– Behandeling
Nog een patiënt?
Hr Fritsen: Slechte glycemische instelling
Mw Pietersen: Koorts en braken
Mw nagtegaal: Hypercholesterolemie
Mw B.Dipositas: BMI > 40
101
TAKE-HOME MESSAGE LTA
- Huisarts en internist zijn complementair bij de diabeteszorg
- Niet iedere DM is DM2
- Niet iedere nefropathie bij DM is diabetische nefropathie
- Alleen bij twijfel over oorzaak neuropathie verwijzing nodig
- Preventieve voetzorg doe je samen met pedicure en
podotherapeut
HUISARTS KAN NIET GEHELE DIABETESZORG DELEGEREN AAN POH
28-2-2014
35
De Uitsmijter
Wat is de beste behandeling van DM type-2?
Zorgen dat je het niet krijgt 103
MENEER FRITSEN
– Leeftijd 52 jaar, BMI 32
– Diabetes sinds: 2008
– OAD: metformine 2 dd 1000 mg glimeperide 1 dd 6 mg
– HbA1c: 88,0 mmol/mol, nGlu: 14,5 mmol/l ( oktober 2012)
– RR: 128/76 mm Hg, lipiden: LDL: 3.23 mmol/l, eGFR: 86 ml/min
– Overige medicatie: simvastatine 40 mg 1 dd 1
– Problemen: stress, moe, erg druk, werkt in volcontinue
– Dagcurves voor overschakeling op insulinetherapie maart 2012
Meneer fritsen
N NO VM NM VA NA VS O S
9.1 10.2 8.3 7.8 Insulatard
10 E
Maart
11.4 11.1 10.5 10.4 18 Mei
6.7 7.4 5.3 7.3 18 Juni
9.0 10.7 7.7 11.4 22 Aug
14.8 13.5 10.1 12.4 26 Okt-09
11.3 14.4 17.1 17.2 10.0 16.9 9.9 30 Okt-13
7.7 10.2 7.3 14.4 3.6 8.2 7.2 30 Okt-31
28-2-2014
36
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak m.b.t.
glykemische instelling?
MOEILIJK TE
REGULEREN DIABETES MELLITUS TYPE 2
– Van een moeilijk instelbare bloedsuikerspiegel
wordt gesproken wanneer de glucose langere tijd niet goed geregeld is
– Bij alle diabetespatiënten kunnen na verloop
van tijd ontregelingen ontstaan van het glucosemetabolisme door:
• onderliggend lichamelijk lijden
• door de fouten die de patiënten zelf maken.
– Welke vragen moet je aan de patiënt stellen?
VRAGEN DIE JE MOET STELLEN
– Heeft u zelf een idee waardoor de ontregeling is ontstaan?
– Bent u ziek geweest?
– Bent u onlangs in het buitenland geweest?
– Bent u anders gaan eten?
– Heeft u een dieet gevolgd?
– Bent u meer gaan bewegen, of juist minder?
– Bent u andere medicijnen gaan gebruiken? (denk ook aan prednisongebruik!)
– Gebruikt u voor de zelfcontrole strips die nog goed zijn en niet verlopen?
– Hoe oud is uw glucosemeter?
– Is de glucosemeter die u gebruikt onlangs geijkt?
– Wast u uw handen voordat u gaat meten?
– Heeft u stress op uw werk of in uw privéleven?
– Is uw thuissituatie veranderd?
28-2-2014
37
HUISARTS
OVERWEEGT CONSULTATIE BIJ
1. Problemen bij het gebruik van (orale) bloedglucose verlagende middelen (comorbiditeit, niet verdragen medicatie en hypoglykemieën)
2. Onvoldoende correctie postprandiale waarden
Bij verwijzing vermelden van:
– medicatie, voorgeschiedenis, bijwerkingen/interacties
– beloop HbA1c
– eventuele motivatieproblematiek
INTERNIST
De internist zal nagaan of er sprake is van
– maag motiliteitsstoornissen,
– interfererende comorbiditeit
– motivatieproblematiek
– excessieve gewichtstoename, kan de huisarts adviseren over mogelijk verdere behandelopties.
Bij hypo-unawareness problematiek, kan de internist specifieke strategieën toepassen ter voorkoming van hypoglykemieën zoals continue glucosemeting en groepstrainingen.
111
28-2-2014
38
MEVROUW PIETERSEN
– Mevrouw Pietersen 78 jaar
– Woont in verzorgingstehuis
– Analoge mix 30/70: 32 - 18 E
– Verzorging belt naar de HAP om
19.00 uur
– Temp 39,6 C
– Braken
– Glucose 21.1 mmol/l
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak m.b.t.
dreigende dehydratie?
IK GEEF HET
VOLGENDE ADVIES
a. 2 liter water drinken, 2 uur afwachten en nogmaals
de bloedglucose bepalen
b. Ik maak een spoedvisite en laat de patiënt opnemen
c. 2 liter water drinken en bijregelen met de 2-4-6 regel
28-2-2014
39
MISSELIJKHEID/
BRAKEN
– Snel tekort aan vocht
– DM 1: keto-acidotisch coma
– DM 2: non-ketotisch hyperosmolair
coma
– BRAKEN = BELLEN!
– Toedienen extra vocht
– Toedienen extra insuline
m.b.v. 2-4-6 regel
DE HUISARTS
1. Staakt bij dreigende dehydratie metformine en zn.
diuretica, RAAS remmers
2. Extra vochtinname
3. Bij insulinegebruik: zo nodig extra kortwerkend insuline
(2-4-6-regel)
4. Wanneer desondanks dehydratie optreedt of niet goed te
corrigeren hyperglykemie, verwijst de huisarts
DE INTERNIST
Klinische observatie met zo nodig:
– i.v.-vochttoediening
– insulinetoediening
– kaliumsuppletie
Diagnostiek en therapie luxerende ziekte
28-2-2014
40
118
MEVROUW
NAGTEGAAL
– Vrouw 56 jaar, diabetes recent ontdekt
– Wat doe je indien triglyceriden > 6
– Totaal cholesterol > 8
– LDL met medicatie > 2,4
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak
m.b.t. hyperlipidemie
28-2-2014
41
Totaal cholesterol >8mmol/l
- TC/HDL ratio > 8 - LDL > 5mmol/l
1. Uitsluiten sec. oorzaken:
ontregeling DM, nefrotisch syndroom,
leverziekten, hypothyreoïdie, alcoholisme
2. Bepaal: Kansscore op FH (indien > 6
genetisch onderzoek of verwijzen naar
internist)
121
FH-SCORELIJST
Kenmerk:
onbehandeld LDL-cholesterolwaarde (mmol/l)
>8 8
6,5-8,4 5
5,0-6,4 3
4,0-4,9 1
medische voorgeschiedenis
coronaire hartziekte < 60 jaar 2
CVA of PAV < 60 jaar 1
lichamelijk onderzoek
peesxanthomen 6
arcus lipoides < 45 jaar 4
familie anamnese
eerstegraads familielid met hart- of vaatziekte < 60 jaar 1
eerstegraads familielid met LDL-cholesterol > 5 mmol 1
eerstegraads familielid met peesxanthomen of arcus lipoides < 45 jaar 2
kinderen < 18 jaar met LDL-cholesterolwaarde > 3,5 mmol/l 2
KENMERKEN F(C)H
– Onbehandelde LDL-cholesterolwaarde hoog
– Pees-xanthomen
– Arcus lipoides < 45 jaar
– Positieve familie anamnese
28-2-2014
42
DE HUISARTS
– Herhalen onderzoek
– Evalueert therapietrouw
– Leefstijlfactoren
– Sluit uit: alcoholisme, nefrotisch syndroom, hypothyreoïdie
– Bepaal kansscore familiaire hypercholesterolemie
– Verwijzing diëtiste
– Start statine
INTERNIST
– Kansscore > 6 verwijzing richtlijn STOEH
– Genetisch onderzoek
– Advies aanvullende behandeling o.a. bij
triglyceriden > 6 i.v.m. risico op pancreatitis
126
28-2-2014
43
MW. B. DI POSITAS
– 54 jaar, 132 kg, BMI 44
– RR: 152/88, eGFR: > 90 ml/min
– HbA1c 74 mmol/mol (8,9%), nGlu 10,9 mmol/ml
– Metformine 2 dd 1000 mg
– Novorapid 3 dd 56 E, Levemir 1 dd 96 E
– Doseringen insuline lopen op
– Valsartan 1 dd 80 mg, rosuvastatine 1 dd 10 mg
– Wat voor interventie kan voor Mw. B. di Positas nog van nut zijn?
REGIONALE
AFSPRAAK
Wat is de huidige
regionale transmurale
afspraak m.b.t. morbide
obesitas?
ernstige Obesitas
Verwijzen voor beoordeling indicatie
GLP1-analoog of bariatrische chirurgie:
1. BMI >40
OF
2. BMI >35 én gangbare niet chirurgische
behandeling heeft niet gewenste effect
129
28-2-2014
44
BARIATRISCHE
CHIRURGISCHE TECHNIEKEN
BEHANDELCRITERIA
– Leeftijd tussen de 18 en 60 jaar;
– Beheersing van de Nederlandse of Engelse taal
– Body Mass Index (BMI)
> 35 met bijkomende medische klachten ( DM2, HVZ of artrose)
> 40
– Overgewicht bestaat langer dan vijf jaar
– Meerdere serieuze pogingen gedaan om af te vallen
– Onderzoek door een internist en medisch psycholoog
– Bereidheid tot verandering van eet- en beweegpatroon
– Levenslange controle bij de internist
– Eventueel deelname aan groepsbijeenkomsten na de operatie
EFFECTEN MAAG-
VERKLEININGSOPERATIES
Gewichtsverlies
(EWL%)
Na één jaar Na twee jaar Na drie jaar
Sleeve resectie 50 – 65% 50 – 60% 45 – 60%
Gastric bypass 60 – 65% 60 – 65% 55 – 65%
28-2-2014
45
MW. B. DI POSITAS
– 54 jaar, 132 kg, BMI 44
– RR: 152/88, eGFR: > 90 ml/min
– HbA1c 74 mmol/mol (8,9%), nGlu 10,9 mmol/ml
– Metformine 2 dd 1000 mg
– Novorapid 3 dd 56 E,
– Levemir 1 dd 96 E
– Valsartan 1 dd 80 mg,
– Rosuvastatine 1 dd 10 mg
– 55 jaar, 92 kg, BMI 31
– RR: 136/72, eGFR: > 90 ml/min
– HbA1c 51 mmol/mol (6,8%), nGlu 7,2 mmol/ml
– Metformine 2 dd 1000 mg
– Novorapid 3 dd 6 E,
– Levemir 1 dd 14 E
– Valsartan 1 dd 80 mg,
– Rosuvastatine 1 dd 10 mg
EFFECT BARIATRISCHE
CHIRURGIE VS. CONVENTIONELE THERAPIE OP REMISSIE DM
Studie / review Remissie DM
door chirurgie
Remissie DM door
medicatie / leefstijl
Dixon 62% bij 6 maanden
Review maagband 55% bij 12–24 maanden
38% bij > 24 maanden
Dixon
Maagband 73% 13%
Schauer
Gastric bypass 42% 12%
Schauer
Sleeve gastrectomy 37% 12%
Mingrone
biliopancreatic diversion 95% 0%
Mingrone
Gastric Bypass 75% 0%
Dixon JB. Obesity Reviews 2012, Dixon JB. JAMA 2008, Schauer PR.N Engl J Med 2012, Mingrone G.N Engl J Med 2012
TAKE-HOME MESSAGE LTA
- Huisarts en internist zijn complementair bij de diabeteszorg
- Niet iedere DM is DM2
- Niet iedere nefropathie bij DM is diabetische nefropathie
- Alleen bij twijfel over oorzaak neuropathieverwijzing nodig
- Preventieve voetzorg doe je samen met pedicure en
podotherapeut
HUISARTS KAN NIET GEHELE DIABETESZORG DELEGEREN AAN POH