24
Over big data, cybercrimes en virtual reality NL DIGITAAL Herbert Blankesteijn NL DIGIT

NL Digitaal

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: NL Digitaal

Jongeren van 13 tot 16 jaar gebruiken smartphones en sociale

media intensief, maar hoe die dingen werken, of wat hun invloed

is op de maatschappij, kan ze weinig schelen. En dat terwijl

informatietechnologie tegenwoordig een spilfunctie in elk

bedrijf en elke opleiding. Je kunt er maar beter wél iets van

weten, al was het maar voor je kansen op de arbeidsmarkt.

NL Digitaal wil jonge mensen dat voorhouden maar we doen dat

liever door ze te vermaken dan door met het vingertje te zwaaien.

We maken 40 of 50 essentiële zaken uit de online wereld tastbaar.

Niet door er gewichtig over te doen en ingewikkelde termen te

gebruiken (zoals ‘Cloud’, ‘Big Data’ of ‘Internet of Things’), wel door

te laten zien wat hun plaats is in de jeugdige belevingswereld.

Behalve een boek komen er online elementen zoals video’s, info-

graphics en games om alles extra inzichtelijk en verteerbaar te

maken.

Auteur Herbert Blankesteijn heeft voor zoiets de perfecte achter-

grond. Opgeleid als natuurkundige maakte hij radioprogramma’s

voor kinderen bij de VPRO. Hij was tien jaar lang tv-regisseur bij Het

Klokhuis − geliefd bij kinderen én volwassenen − en schreef en

presenteerde computercursussen voor Teleac. Nu maakt hij bij BNR

radio over ict voor ondernemers. Hij schrijft over techniek, zowel

voor KIJK als voor het vakblad De Ingenieur. Geknipt dus voor NL

Digitaal: speels genoeg om jongeren aan te spreken en verant-

woord genoeg om ook voor ondernemers ‘in het vak’ te boeien.

NL DIGITAAL Over big data, cybercrimes en virtual reality

NL DIGITAALHerbert Blankesteijn

Herb

ert Blan

kesteijnNL DIGITAAL

Over big data, cybercrimes en virtual reality

over big data, cybercrimes

en virtual reality NL DIGITAALHerbert Blankesteijn

NL DIGITAALJongeren van 13 tot 16 jaar gebruiken smartphones en sociale

media intensief, maar hoe die dingen werken, of wat hun invloed

is op de maatschappij, kan ze weinig schelen. En dat terwijl

informatietechnologie tegenwoordig een spilfunctie in elk

bedrijf en elke opleiding. Je kunt er maar beter wél iets van

weten, al was het maar voor je kansen op de arbeidsmarkt.

NL Digitaal wil jonge mensen dat voorhouden maar we doen dat

liever door ze te vermaken dan door met het vingertje te zwaaien.

We maken 40 of 50 essentiële zaken uit de online wereld tastbaar.

Niet door er gewichtig over te doen en ingewikkelde termen te

gebruiken (zoals ‘Cloud’, ‘Big Data’ of ‘Internet of Things’), wel door

te laten zien wat hun plaats is in de jeugdige belevingswereld.

Behalve een boek komen er online elementen zoals video’s, info-

graphics en games om alles extra inzichtelijk en verteerbaar te

maken.

Auteur Herbert Blankesteijn heeft voor zoiets de perfecte achter-

grond. Opgeleid als natuurkundige maakte hij radioprogramma’s

voor kinderen bij de VPRO. Hij was tien jaar lang tv-regisseur bij Het

Klokhuis − geliefd bij kinderen én volwassenen − en schreef en

presenteerde computercursussen voor Teleac. Nu maakt hij bij BNR

radio over ict voor ondernemers. Hij schrijft over techniek, zowel

voor KIJK als voor het vakblad De Ingenieur. Geknipt dus voor NL

Digitaal: speels genoeg om jongeren aan te spreken en verant-

woord genoeg om ook voor ondernemers ‘in het vak’ te boeien.

NL DIGITAAL Over big data, cybercrimes en virtual reality

0605 Banderol 1.1.indd 1 20-04-16 15:31

Page 2: NL Digitaal

0605 Opzet 2.1.indd 1 20-04-16 15:38

Page 3: NL Digitaal

NL DIGITAAL

0605 Opzet 2.1.indd 1 20-04-16 15:38

Page 4: NL Digitaal

© 2016 Fontaine Uitgevers/Herbert Blankesteijn

ISBN 978 90 5956 1010 1

Boekverzorging: Yolanda Huntelaar, Werkplaats Amsterdam

Zakelijke leiding en fondsenwerving: Henk Leenaers, Lijn43, Utrecht

Projectcoördinatie: María Camarasa, Lijn43, Utrecht

Deze uitgave is onderdeel van een cross-mediale productie.

De bijbehorende digitale publicatie bevat – in aanvulling op tekst en

beeld uit dit boek – vele interacties, animaties en audio- en vide-

ofragementen.

De bijbehorende themapagina op Kennislink.nl biedt extra verdie-

ping en zorgt voor aansluiting bij het onderwijs.

Inhoudelijke adviezen:

Mathieu Andriessen, NLkabel

Erik Barendsen, Radboud Universiteit Nijmegen en

Open Universiteit

Arie van Bellen, ECP, Platform voor de Informatiesamenleving

Lotte de Bruijn, Nederland ICT

Thomas de Haan, Ministerie van Economische Zaken

Mark van Heck, Uitleg & Tekst

Roelof Meijer, SIDN

Remco Pijpers, Kennisnet

Maarten van Steen, ICT-onderzoek Platform Nederland en

Universiteit Twente

Michiel Steltman, Stichting Digitale Infrastructuur Nederland

Giovanni Stijnen, Science Center NEMO

Ronald Verbeek, CIO Platform Nederland

Deze uitgave is mede mogelijke gemaakt door:

Hoofdsponsors

SIDN

Ziggo

Ministerie van Economische Zaken

Partners

Amsterdam Internet Exchange

CIO Platform Nederland

ECP, Platform voor de Informatiesamenleving

Nederland ICT

NLkabel

NLnet Foundation

Stichting Digitale Infrastructuur Nederland

0605 Opzet 2.1.indd 2 20-04-16 15:38

Page 5: NL Digitaal

Over big data, cybercrimes en virtual reality

NL DIGITAALHerbert Blankesteijn

0605 Opzet 2.1.indd 3 20-04-16 15:38

Page 6: NL Digitaal

Inhoudsopgave

1. ARPAnet. Toen er nog geen internet was 2. Auteursrecht. Muziek is toch gratis? 3. Big Data. Speld nodig? Dan eerst een hooiberg 4. Bitcoin. Stiekem betalen 5. Ik facebook dus ik besta

6. Breedband. Nooit meer wachten 7. Burgerjournalistiek. Wie brengt het nieuws? 8. Chatten. Dat heb ik je nog zo geappt! 9. Cloud. De handigste plek voor je foto’s: Amerika 10. Cybercrime. Klik, u bent beroofd. 11. Cyberpesten. Pesten was nog nooit zo makkelijk 12. Deep web. De achterbuurt van internet 13. Delen. Eerlijk zullen we alles vermenigvuldigen 14. Domeinnamen. Punt.nl, dot.com en kijk.tv 15. Dotcom-crash. Iedereen zou rijk worden 16. Draadloos. Oma, waarom heb jij draden in je

huis? 17. E-mail. Jonge mensen mailen niet 18. E-Privacy. Ik heb niks te verbergen 19. Gaming. Een spel, dat is net zoiets als een game

20. Hoaxes. Het staat online dus het is waar 21. Informatiestress. Teveel tekst, teveel video’s 22. Infrastructuur. Als het maar werkt 23. Integratie. Appen over filmpjes, facebooken over

muziek 24. Interactiviteit. Kop dicht en luisteren! 25. Internet Hall of Fame. Deze meneer is een BI-er 26. Internet of Things. Zegt de auto tegen de verwar-

ming: We zijn onderweg! 27. Internetbankieren. Mamma, wat zijn dat, centjes? 28. Netneutraliteit . Voorrang? Dat doen we niet op

internet 29. Offline. Wat is erger dan geen eten? Precies 30. Online dating. Vlinders in je smartphone 31. Online kaarten. U bevindt zich hier 32. Open source. Kopiëren en downloaden zoveel als

je wilt 33. Peer-to-peer. Eerlijk duurt het langst, illegaal het

kortst 34. Providers. Mag ik van u tien kilo internet?

0605 Opzet 2.1.indd 6 20-04-16 15:38

Page 7: NL Digitaal

Inhoudsopgave

35. RSS en andere webfeeds. Een krant, een zender, speciaal voor jou

36. SEO. Vechten om bezoekers 37. Skype. Tien cent per minuut? Om te práten? 38. Smartphones & tablets. Hoe internet draagbaar

werd 39. Emoticons. Smile! 40. Snowden. Wie kijkt er over je schouder mee? 41. Sociale netwerken. Als jij mij volgt, dan like ik jou 42. Spam. Deze kop werd mogelijk gemaakt door... 43. Streaming. Weet je nog? Radio en televisie? 44. Techgiganten. De grote vijf van het internet 45. Virtual reality. De echte wereld is maar saai 46. Wearables. Aan mijn lijf geen internet 47. Webwinkels. Kopen, kopen, niet kijken 48. Wet van Moore. De wet van Méér, steeds Méér 49. Wikipedia. Hoe weet Wikipedia dat? 50. World Wide Web. Hoe internet bruikbaar werd 51. Zoekmachines. Zoeker zoekt zoekmachine

0605 Opzet 2.1.indd 7 20-04-16 15:39

Page 8: NL Digitaal

Ze noemen het The Internet of Things (IoT) en deskundigen mogen graag zeggen dat dat héél belangrijk wordt voor de economie. Net als andere modebegrippen, zoals The Cloud en Big Data. Car-rièreadvies: gebruik deze drie begrippen in één zin en je maakt diepe indruk. Bijvoorbeeld: ‘Het Inter-net of Things brengt Big Data naar The Cloud.’

Zonder gekheid, het is wel degelijk een trend dat voorwerpen op eigen houtje internet gebruiken. De tijd dat alleen computers een verbinding hadden en dat mensen met die computers elkaar zaten te e-mailen, ligt ver achter ons. Het is niet eens erg nieuw, want al eind jaren ‘90 kon je via internet door camera’s kijken en deze camera’s soms ook bestu-ren. Je zou kunnen zeggen dat de mobiele telefoon een van de eerste ‘dingen’ is geweest die een eigen internetaansluiting kregen. Al vinden sommige

Internet verbindt mensen, bijvoorbeeld via Facebook, maar waarom zou het daarbij blijven? Internet verbindt ook mensen met dingen. Zo kun je al heel wat apparaten bedienen vanaf je smartphone: bewakingscamera’s, lampen, een thermostaat. Maar waarom zou het dáárbij blijven?

Zegt de auto tegende verwarming: We zijn onderweg!

The Internet of ThingsThe Internet of ThingsThe Internet of ThingsThe Internet of ThingsThe Internet of ThingsThe Internet of ThingsThe Internet of Things (IoT) en (IoT) en

belangrijk wordt voor de economie. Net als andere belangrijk wordt voor de economie. Net als andere belangrijk wordt voor de economie. Net als andere modebegrippen, zoals modebegrippen, zoals The CloudThe CloudThe CloudThe Cloud en en belangrijk wordt voor de economie. Net als andere belangrijk wordt voor de economie. Net als andere

Big DataBig DataBig Data. Car-. Car-

0605 Opzet 2.1.indd 8 20-04-16 15:39

Page 9: NL Digitaal

mensen juist dat een smartphone niets anders is dan een klein uitgevallen computer. Maakt niet uit; er zijn veel meer voorbeelden.

In diezelfde jaren ‘90 liep het enthousiasme over internet en wat je ermee kon doen een beetje uit de hand. Makers van consumentenapparatuur riepen dat je koelkasten op inter-net kon aansluiten, dat een koelkast zijn eigen inhoud kon bijhouden en op eigen gezag via internet melk kon bijbestel-len als die dreigde op te raken.

Het kan zeker, maar uitgerekend die koelkast is er nooit gekomen. Waarschijnlijk omdat niet alles wat kan, in een echte behoefte voorziet. Het is bijvoorbeeld best lastig om alles wat in en uit de koelkast gaat langs een scanner te halen voor het voorraadbeheer, als je ook zelf kunt zien dat de melk bijna op is.

Allerlei andere zaken kwamen er wel. Zo brengt Philips lampen op de markt van het merk Hue, die je via een app kunt in- en uitschakelen, dimmen en programmeren. Google maakt de thermostaten van Nest waarvoor hetzelf-de geldt. De auto’s van Tesla hebben internet. In deze auto’s zit meer software dan staal, en ze worden ‘s nachts geüp-date. Zo kan het gebeuren dat op een ochtend je auto meer features heeft dan de vorige dag, zuiniger omgaat met de accu, of dat er een bug is verholpen. Hetzelfde kan tegen-woordig met nieuwe modellen van de robotstofzuigers van Roomba want ook die zijn voorzien van een internet-verbinding.

Grappig is dat de lampen van Hue en de thermostaten van Nest bediend worden door mensen, terwijl er bij de updates van Tesla en Roomba geen mens meer te pas komt. Daar communiceren apparaten met elkáár. Je kunt erop wachten dat op een dag je auto zelf contact opneemt met de verwar-ming zodat het huis op temperatuur is als je aankomt.

Zegt de auto tegende verwarming: We zijn onderweg!

features heeft dan de vorige dag, zuiniger omgaat met de

0605 Opzet 2.1.indd 9 20-04-16 15:39

Page 10: NL Digitaal

0605 Opzet 2.1.indd 10 20-04-16 15:39

Page 11: NL Digitaal

Sommige ‘dingen’ zijn altijd binnen het bereik van de huis-wifi. Andere hebben meer aan een mobiele verbin-ding, denk aan een halsband met gps die aan het baasje doorgeeft waar de hond of de kat uithangt. Nou zit niet iedereen erop te wachten om voor hond of kat een duur mobiel data-abo af te sluiten. En dat houdt het Internet of Things een beetje tegen.

Gelukkig is daarvoor sinds kort een oplossing in de maak. Of eigenlijk twee. In september 2015 had Amster-dam een wereldprimeur: The Things Network. Een soort apart draadloos internet, speciaal geschikt voor ‘din-gen.’ Dingen kijken namelijk geen video en hebben dus aan vrij langzame verbindingen vaak genoeg. The Things Network is gratis en heeft dekking in heel Amsterdam via ruim tien toegangspunten, die worden aangeboden door (internet-) bedrijven. Het is langzaam maar voor typische IoT-toepassingen geeft dat dus niet. Als jouw ding meer snelheid nodig heeft (een hd-bewa-kingscamera bijvoorbeeld) dan neem je maar wél dat dure abonnement bij een echte provider.

Intussen zijn in verschillende steden in bijvoorbeeld de VS, Engeland, Australië, India, Brazilië en Zuid-Afrika

soortgelijke Things Networks van de grond gekomen. De initiatiefnemer, de Nederlandse ondernemer Wienke Giezeman, verwacht dat met een gratis netwerk een lawine van interessante toepassingen zal ontstaan. Een voorbeeld is een bal met een vocht-sensor, die Amsterdamse booteigenaren op de bodem van hun vaartuig kunnen achterlaten. Ze krijgen dan automatisch een digitaal bericht als hun bootje water maakt.

En de tweede oplossing is van kpn. Het voormalige staatsbedrijf legt in Nederland net zo’n netwerk aan, maar dan direct landelijk dekkend en betaald - voor mensen en bedrijven die niet kunnen wachten. Bijvoor-beeld boeren en dierenartsen, die van plan zijn koeien op internet aan te sluiten om hun gezondheid op afstand in de gaten te houden: ‘the connected cow.’

Zijn koeien ook dingen? Misschien niet. Hoe dan ook, internetten zullen ze.

?

11 Zegt de auto tegen de verwarming: we zijn onderweg!

The Things Network. Een soort

Hetzelfde kan tegenwoordig met nieuwe modellen van de robotstofzuigers van Roomba want ook die zijn voorzien van een internet verbinding.

0605 Opzet 2.1.indd 11 20-04-16 15:39

Page 12: NL Digitaal

0605 Opzet 2.1.indd 12 20-04-16 15:39

Page 13: NL Digitaal

Artikelen van luie journalisten beginnen nog wel eens met ‘Internet valt niet meer weg te denken’ of zoiets. Maar dat kan wel degelijk. Je kunt internet zelfs wegdoen: gewoon door je telefoon uit te zetten (of alleen de data, als je zin hebt in de instellingen te duiken, dan kun je in elk geval nog bel-len). Geen Facebook. Geen Snapchat. Geen Tinder. Geen Whatsapp. Geen Wikipedia, geen Google en ga zo maar door. Kijken hoe lang je dat volhoudt. Maar je gaat er niet dood van, dat ook weer niet.

Er is een leuke serie op YouTube, Kids React, waarin kinde-ren reageren op oude apparaten die ze onder ogen krijgen. Bijvoorbeeld een oer-pc die nog geen internet had. ‘Hoe wist je dan wat voor huiswerk je had?’ vraagt een van die kin-deren verbijsterd. Nou simpel, dat werd je verteld in de klas en dat schreef je dan op in een a-gen-da van papier. Iets opzoeken deed je in boeken, soms zelfs in een bibliotheek. Als je iets wilde kopiëren naar je werkstuk, moest je het woord voor woord overschrijven. Mensen die elkaar wat te melden hadden zochten elkaar op, ze belden elkaar of ze schreven brieven. Wat een tijd. Twintig jaar en een beetje geleden.

Toen er nog geen internet wasHier volgt een test. Hoe lang is het geleden, denk je, dat burgers van Nederland geen internet hadden? Even denkpauze, dan komt hier het antwoord: net iets meer dan twintig jaar. Rond 1995 kwam internet beschikbaar voor gewone mensen – eerst nog alleen op de pc, want smartphones bestonden nog niet.

Evolutie van de PC

13 Toen er nog geen internet was

YouTube, Kids React, waarin kinde-

0605 Opzet 2.1.indd 13 20-04-16 15:39

Page 14: NL Digitaal

In 2015 pingde Reddit gebruiker Achilean 5 uur lang alle IP-adressen op internet. Van alle adressen die een reactie gaven, genereerde zijn computer deze kaart.

0605 Opzet 2.1.indd 14 20-04-16 15:39

Page 15: NL Digitaal

0605 Opzet 2.1.indd 15 20-04-16 15:39

Page 16: NL Digitaal

arpanet was een groot succes en groeide razendsnel, totdat het 20 jaar later internet heette en zo ongeveer alle universi-teiten ter wereld omvatte, en vele bedrijven daarbij. Maar als je een privépersoon was, had je daar niks aan. Tot halverwe-ge de jaren ‘70 had je ook zeker geen computer trouwens. Apple introduceerde computers voor consumenten in 1977. Blijkbaar was het volkomen vanzelfsprekend dat computers met elkaar verbonden gingen worden want de eerste moge-lijkheid daarvoor werd in 1978 in het leven geroepen. Dat was het Bulletin Board System (BBS) en je mond zal waar-schijnlijk openvallen van verbazing als we uitleggen hoe dat werkte.

Een bbS was een computer die was aangesloten op een of meer telefoonlijnen. Je kon met jouw computer dat bbS

1995 dus. Eigenlijk is de eerste internetprovider voor het publiek in Nederland, Xs4all, opgericht in 1993 in Amster-dam. Maar het duurde even voordat dit bedrijf en de con-currenten die later kwamen, het hele land bestreken. Was er vóór die tijd dan helemaal geen internet? Jawel, eerder had je al NLnet, dat sinds 1989 internet aanbood aan bedrijven. Dáárvoor had je weer...

Om een lang verhaal kort te maken, het allereerste stukje van wat nu internet is, werd in 1969 tot stand gebracht, bijna vijftig jaar geleden. In Amerika werden op initiatief van het Pentagon (het ministerie van Defensie) computers van vier verschillende universiteiten met elkaar verbonden in een soort ruitvorm. Sommige mensen zeggen dat het erom ging een systeem van verbindingen te ontwikkelen dat een aanval met atoombommen kon overleven. Maar in ieder geval kon-den nu wetenschappers die op grote afstand van elkaar zaten, toch makkelijk data uitwisselen, elkaar berichten stu-ren, en dus beter samenwerken. De naam van dat netwerk was in eerste instantie ARPAnet. arpa (Advanced Research Projects Agency) was en is het onderdeel van het Pentagon dat, nou ja, geavanceerd onderzoek doet.

16 Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

was het Bulletin Board System (BBS) en je mond zal waar-

was in eerste instantie ARPAnet. arparen, en dus beter samenwerken. De naam van dat netwerk

0605 Opzet 2.1.indd 16 20-04-16 15:39

Page 17: NL Digitaal

bereiken als je bij je computer een modem had. Daarmee kon jouw computer het bbS opbellen en dan kon je in het bbS data achterlaten. Je had openbare gebieden, waar je bij-voorbeeld zelfgemaakte software kon neerzetten die ieder-een mocht downloaden (bijna iedereen die toen een com-puter had, kon ook programmeren). Denk niet aan muziek of foto’s. De eerste modems waren duizenden keren zo lang-zaam als het huidige internet en zouden uren nodig hebben om één foto of liedje te up- of downloaden. De computers zelf konden ook niets met beeld en geluid. De beeldscher-men bijvoorbeeld hadden meestal maar één kleur - zwart-wit of iets in groene tinten – en vertoonden alleen letters, cij-fers en andere symbolen.

Je kon op een bbS ook berichten achterlaten, geadresseerd aan andere gebruikers. Dat waren altijd mensen in de omgeving want inbellen van ver weg (zelfs in hetzelfde land) was veel te duur. Die berichten bleven dan wachten tot de geadresseerde inbelde. Er is nog wel eens een soort e-mail bedacht waarbij berichten van bbS naar bbS naar een ander werelddeel konden hoppen, maar zo’n bericht kon dagen of weken onderweg zijn - ongeveer even lang als een brief of kaart.

Er is een belangrijk verschil tussen dit dataverkeer via tele-foonlijnen en het huidige internet. Die telefoonlijn kun je je voorstellen als een spoorlijn: er rijdt één trein op heen en weer, zodat twee partijen met elkaar kunnen communice-ren. Internet lijkt veel meer op een wegennet, waar data-pakketjes, elk met hun eigen bestemming, hun weg op zoeken, invoegend en uitvoegend. De laatste manier, dat kun je je voorstellen, is veel efficiënter omdat de verbindin-gen worden gedeeld (al levert het ook wel eens files op). Vandaar dat dataverkeer tegenwoordig veel goedkoper is dan in 1980, zelfs nu we per persoon ongelooflijk veel meer data consumeren dan in die goeie ouwe tijd.

Het internet dat ruim 20 jaar geleden beschikbaar kwam, kwam voor veel mensen dus als geroepen. Xs4all hoopte binnen een jaar 500 klanten te hebben, maar had ze binnen een dag. Het was wel een heel ander internet dan nu. Geen Spotify. Geen YouTube. Dat konden de verbindingen en de apparaten nog lang niet aan. Maar ook geen malware en geen cyberpesten. Dat was allemaal nog niet uitgevonden. En ook niets mobiels; je moest ervoor in je stoel blijven. Het moest nog groot groeien. Maar de kiem was gelegd.

Die telefoonlijn kun je je voorstellen als een spoorlijn: er rijdt één trein op heen en weer, zodat twee partijen met elkaar kunnen communiceren.

17 Toen er nog geen internet was

Vandaar dat dataverkeer tegenwoordig veel goedkoper is

verbindingen en de

0605 Opzet 2.1.indd 17 20-04-16 15:39

Page 18: NL Digitaal

Verder zijn nieuwe smartphones altijd sneller. De draadloze internetverbinding kan per seconde meer data aan- en afvoeren zodat bijvoorbeeld video’s vlotter afspelen. Het toestel reageert sneller als je ergens op klikt. Het geheugen is wéér groter. Het scherm is scherper en misschien ook groter. Allemaal voor dezelfde prijs of zelfs minder.Het lijkt normaal, die razendsnelle ontwikkeling van

elektronische apparaten. We zijn niet anders gewend. Maar het was niet altijd zo. De telefoon is in 1876 uitgevon-den en veranderde honderd jaar lang nauwelijks, behalve dan van vorm. En voor alle zekerheid: de enige functie was om mensen met elkaar te laten praten... Dus wat is er

Wat maakt dat elk jaar de nieuwe gadgets meer kunnen dan de vorige? Hoe krijgen fabrikanten je zo gek om steeds weer de laatste smartphone te willen? Dat heeft te maken met de Wet van Moore. Deze ‘natuurwet’ zegt dat elk jaar weer méér elektronische onderdelen kunnen worden geperst op de chips die al die apparaatjes laten werken.

De nieuwste iPhone kan altijd meer dan de vorige. Zo had de iPhone 4S in 2011voor het eerst Siri, waarmee je opdrach-ten aan de iPhone kon geven door er gewoon tegen te pra-ten. De iPhone 6 (2015) heeft als nieuwtje de mogelijkheid om ‘contactloos’ te betalen, dus door het toestel vlakbij een betaalapparaat in de winkel te houden. Om allerlei redenen is dit nog even geen gemeengoed, maar de techniek ervoor zit wel in zo’n mobieltje.

De wet van Méér, steeds Méér

Evolutie van de telefoon

1900 1910 1920 1929

18 Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

0605 Opzet 2.1.indd 18 20-04-16 15:39

Page 19: NL Digitaal

opeens gebeurd, in de tweede helft van de twintigste eeuw?

Het antwoord is dat iets eerder nog, in 1947, de transistor werd bedacht. Een transistor is in feite een schakelaar zon-der bewegende onderdelen, gemaakt van een materiaal dat familie is van zand: silicium. Eén transistor werkt als schakelaar maar als je een groot aantal slim met elkaar ver-bindt, kun je daarmee de gekste dingen doen, zoals stroom versterken of verzwakken, radiosignalen ontvan-gen of uitzenden, of berekeningen uitvoeren.

De eerste transistor paste net in een jampot maar dat was vooral omdat hij met de hand was gemaakt. Het bleek niet zo moeilijk hem kleiner te maken. En nog kleiner. En nog kleiner. Radio’s hoefden niet meer zo groot te zijn als een magnetronoven - formaat pocketboek was veel handiger. Ze werden zo zuinig dat ze niet meer aan het stopcontact hoefden - ze konden daardoor op batterijen werken en je kon ze meedragen. Computers krompen van de afmetin-gen van een slaapkamer naar die van een koelkast. Was dat even handig!

Omdat in één elektronisch apparaat al snel tientallen van die transistors verdwenen, kwamen de bouwers op het idee zoveel mogelijk transistors alvast op één onderdeel aan te brengen in een zogenoemd geïntegreerd circuit. Dat lukte. Eerst met tientallen, later zelfs met honderden tegelijk.

Gordon Moore was een van de oprichters van Intel, een bedrijf dat deze geïntegreerde circuits (of chips) maakte. Hij constateerde in 1965 dat elk twee jaar het aantal transistors op een chip was verdubbeld, terwijl de kosten per chip zelfs waren gedaald. Omdat hij geen reden zag waarom deze trend zou stoppen, voorspelde hij dat dit nog wel zo’n tien jaar zou doorgaan. In 1975 verwachtte hij daarom het duizelingwekkende aantal van 65.000 transistors op één chip. Moores voorspelling heette al snel de Wet van Moore.

Gordon Moore, werkzaam bij Intel, in 1975

1960 1980 1985 2007 2010

19 De wet van méér, steeds méér

Het antwoord is dat iets eerder nog, in 1947, de transistor

aan te brengen in een zogenoemd geïntegreerd circuit.

silicium. Eén transistor werkt als

Intel, een

Wet van Moore.

0605 Opzet 2.1.indd 19 20-04-16 15:39

Page 20: NL Digitaal

De Wet van Moore bleef gelden tot 1975 en ook daarna. Inmiddels weten Intel en andere chipbedrijven miljarden transistors op een chip te krijgen. Die tweejaarlijks verdub-belingen brengen ons telkens krachtiger computers en smartphones maar ook bijvoorbeeld tv’s, camera’s, robots, satellieten en drones die tot steeds meer in staat zijn. En dat terwijl ze kleiner worden en goedkoper.

Kan dit tot in het oneindige doorgaan? Nee en ja. Nee omdat transistors intussen weinig groter meer zijn dan de kleinste onderdeeltjes die de natuur kent: atomen. Zoals Intel zelf heeft erkend is het tempo van de Wet van Moore lager geworden sinds 2012. Het wordt moeilijker; de grens is in zicht.

Radio’s hoefden niet meer zo groot te zijn als een magnetronoven - formaat pocketboek was veel handiger.

20 Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

0605 Opzet 2.1.indd 20 20-04-16 15:39

Page 21: NL Digitaal

Ja, omdat de techniek zich zal blijven ontwikkelen. Al een aantal jaren probeert de industrie chips vooral zuiniger te krijgen. Op die manier kunnen ze hun werk doen zonder te smelten en zonder hun accu in een paar uur leeg te trek-ken. Dan stop je meer chips in één apparaat en heb je alsnog hogere prestaties voor hetzelfde geld, of minder.

Stel dat de chips niet sneller meer kunnen, dan valt er nog veel te winnen door software zuiniger en sneller te maken. Daar is de afgelopen decennia niet erg op gelet omdat de processors toch wel sneller en de geheugens toch wel groter werden. Het kan allemaal nog veel slimmer.

Bovendien zijn er rekentechnieken in ontwikkeling die op heel andere manieren snelheidswinst boeken. Quantum-computers en dna-computers doen – op heel verschillen-de manieren – vele berekeningen voor de prijs van één. Zulke nieuwe methoden worden al heel lang als veelbe-lovend gezien. De meeste deskundigen verwachten dat ‘computers’ – hoe ze ook zullen werken - nog tientallen jaren sneller zullen worden.

Hoe de iPhone 40 er in 2050 uit zal zien is niet te voor-spellen. Maar dat een iPhone 6 dan net zo meewarig zal worden bekeken als een telefoontoestel uit 1980 nu, dat staat wel vast.

21 De wet van méér, steeds méér

0605 Opzet 2.1.indd 21 20-04-16 15:39

Page 22: NL Digitaal

Quantumcomputers en dna-computers doen – op heel verschillende manieren – vele berekeningen voor de prijs van één.

0605 Opzet 2.1.indd 22 20-04-16 15:39

Page 23: NL Digitaal

Quantumcomputers en dna-computers doen – op heel verschillende manieren – vele berekeningen voor de prijs van één.

0605 Opzet 2.1.indd 23 20-04-16 15:39

Page 24: NL Digitaal

Jongeren van 13 tot 16 jaar gebruiken smartphones en sociale media intensief, maar hoe die dingen werken, of wat hun invloed is op de maatschappij, kan ze weinig schelen. En dat terwijl informatietechnologie tegenwoordig een spilfunctie in elk bedrijf en elke opleiding. Je kunt er maar beter wél iets van weten, al was het maar voor je kansen op de arbeidsmarkt.

NL Digitaal wil jonge mensen dat voorhouden maar we doen dat liever door ze te vermaken dan door met het vingertje te zwaaien. We maken 40 of 50 essentiële zaken uit de online wereld tastbaar. Niet door er gewichtig over te doen en inge-wikkelde termen te gebruiken (zoals ‘Cloud’, ‘Big Data’ of ‘Internet of Things’), wel door te laten zien wat hun plaats is in de jeugdige belevingswereld. Behalve een boek komen er online elementen zoals video’s, infographics en games om alles extra inzichtelijk en verteerbaar te maken.

Auteur Herbert Blankesteijn heeft voor zoiets de perfecte achtergrond. Opgeleid als natuurkundige maakte hij radio-programma’s voor kinderen bij de vpro. Hij was tien jaar lang tv-regisseur bij Het Klokhuis − geliefd bij kinderen én volwas-senen − en schreef en presenteerde computercursussen voor Teleac. Nu maakt hij bij bnr radio over ict voor ondernemers. Hij schrijft over techniek, zowel voor kijk als voor het vakblad De Ingenieur. Geknipt dus voor NL Digitaal: speels genoeg om jongeren aan te spreken en verantwoord genoeg om ook voor ondernemers ‘in het vak’ te boeien.

NL DIGITAALDe smartphone achterstevoren, ondersteboven en binnenstebuiten

0605 Opzet 2.1.indd 24 20-04-16 15:39