2
13 NR10 LOOFBLAD 12 EEN NIEUWE BAAN. EEN VASTE RELATIE. EEN EINDE AAN DIE SLOPENDE ZIEKTE. EEN ONBEANTWOORDE KINDERWENS. EEN STUDIEKEUZE. EEN BESLISSING DIE JE NIET ALLEEN WILT MAKEN, MAAR IN AFHANKELIJKHEID VAN GOD. AFHANKELIJK VAN GODS INGRIJPEN. MAAR WAT ALS GOD NIET LIJKT TE ANTWOORDEN? STILTE. OP Zijn TIJD Tekst Wieteke van der Ven Beeld Lars van der Ven ‘Hij heeft alles op Zijn tijd mooi gemaakt.’ - Prediker 3:11 Dagboekfragment: december 2014. Ik ben boos. Ik schreeuw tegen je, maar eigenlijk wil ik huilen. Ik ben niet boos. Niet echt. Niet op jou. Niet op Hem. Misschien wel op mijzelf. Op mijn onvermogen mijn ware gedachten en gevoelens de ruimte te geven. Schaamte. Onzekerheid. Frustratie. Verdriet. Hoop? Boos ben ik. Op het gebrek aan geduld en écht vertrouwen. Boos op het ontbreken van het talent om echt los te laten. Los te willen laten. Los te kunnen laten. Dagboekfragment: maart 2015. Het afgelopen jaar zijn er geregeld zowel mannen als vrouwen - ja, zelfs mannen - geweest die vroegen wanneer Sara grote zus zou worden. Een terechte vraag. Ik zou zelf mijn nieuwsgierigheid als buitenstaander ook niet kunnen bedwingen. Sara is een prachtig, lief meisje en het zou toch jammer - zonde! - zijn als er maar een van haar zou zijn. Dat vraagt gewoonweg om meer. Die vraag heb ik God ook gesteld. November 2013. Heer, als U vindt dat wij nog een kindje mogen ontvangen, wilt U dan dat verlangen in ons hart leggen? Eind november was dat verlangen er. Althans, bij mij wel. Manlief is vrij nuchter daarin. Gelukkig maar. Dat helpt. Ik stond bij God in de wacht LOOFBLAD 12

OP Zijn TIJD - mamamazzeltov.files.wordpress.comDagboekfragment: maart 2015. ‘Hoewel ik dacht de situatie al maanden daarvoor los te hebben gelaten, bedacht ik mij dat het nu dan

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: OP Zijn TIJD - mamamazzeltov.files.wordpress.comDagboekfragment: maart 2015. ‘Hoewel ik dacht de situatie al maanden daarvoor los te hebben gelaten, bedacht ik mij dat het nu dan

13NR10LOOFBLAD12

EEN NIEUWE BAAN. EEN VASTE RELATIE. EEN EINDE AAN DIE SLOPENDE ZIEKTE. EEN ONBEANTWOORDE KINDERWENS. EEN STUDIEKEUZE. EEN BESLISSING DIE JE NIET ALLEEN WILT MAKEN, MAAR IN AFHANKELIJKHEID VAN GOD. AFHANKELIJK VAN GODS INGRIJPEN. MAAR WAT ALS GOD NIET LIJKT TE ANTWOORDEN? STILTE.

OP Zijn TIJD

Tekst Wieteke van der Ven Beeld Lars van der Ven

‘Hij heeft alles op Zijn tijd mooi gemaakt.’

- Prediker 3:11

Dagboekfragment: december 2014. ‘Ik ben boos. Ik schreeuw tegen je, maar eigenlijk wil ik huilen. Ik ben niet boos. Niet echt. Niet op jou. Niet op Hem. Misschien wel op mijzelf. Op mijn onvermogen mijn ware gedachten en gevoelens de ruimte te geven. Schaamte. Onzekerheid. Frustratie. Verdriet. Hoop? Boos ben ik. Op het gebrek aan geduld en écht vertrouwen. Boos op het ontbreken van het talent om echt los te laten. Los te willen laten. Los te kunnen laten.’ Dagboekfragment: maart 2015. ‘Het afgelopen jaar zijn er geregeld zowel mannen als vrouwen - ja, zelfs mannen - geweest die vroegen wanneer Sara grote zus zou worden. Een terechte vraag. Ik zou zelf mijn nieuwsgierigheid als buitenstaander ook niet kunnen bedwingen. Sara is een prachtig, lief meisje en het zou toch jammer - zonde! - zijn als er maar een van haar zou zijn. Dat vraagt gewoonweg om meer. Die vraag heb ik God ook gesteld. November 2013. ‘Heer, als U vindt dat wij nog een kindje mogen ontvangen, wilt U dan dat verlangen in ons hart leggen?’ Eind november was dat verlangen er. Althans, bij mij wel. Manlief is vrij nuchter daarin. Gelukkig maar. Dat helpt.’

“Ik stond bij God in de wacht”

LOOFBLAD12

Page 2: OP Zijn TIJD - mamamazzeltov.files.wordpress.comDagboekfragment: maart 2015. ‘Hoewel ik dacht de situatie al maanden daarvoor los te hebben gelaten, bedacht ik mij dat het nu dan

LOOFBLAD14 NR10 15

VREDE Heb jij vrede met jouw situatie? Soms lijkt het wel alsof God aan je voorbijgaat. Alsof Hij eerst nog even druk is met een ander. Zo heb ik dat wel ervaren. Om mij heen zag ik anderen worstelen met hun verlangens. Hopend op een einde aan de depressie. Uitkijkend naar die ene speciale persoon om je leven mee te delen. En die ene vriendin die al jaren verlangde naar een kindje. Wie ben ik dan om te klagen, Hem – misschien wel een beetje – ter verantwoording te roepen?

Het verhaal van Hanna opende mijn ogen. God is erbij. Hij laat mij niet los. Hij laat het toe. Hij heeft de situatie volledig onder controle. Ik sta alleen even in de wacht. God houdt mijn schoot gesloten. Mijn gebed blijft onbeantwoord. Maar God ziet mij. God is met mij. Niet mijn wil, maar Zijn wil. Niet mijn tijd, maar Zijn tijd. En dat is goed. Dat geeft rust. Vrede. Laat. Het. Los. […] Ik. Laat. Los. GENADE God is trouw. Op een lentedag in 2015 werd ik daar aan herinnerd. Lopend naar de stad pronkte er een duidelijke regenboog in de lucht. Beloofd is beloofd. God doet wat Hij belooft. In de ‘wachttijd’ heb ik enorm veel steun gehad aan liederen, Bijbelteksten en kleine knipogen pronkend in de lucht. Mijn vertrouwen en geduld werden op de proef gesteld. Vertrouw ik Hem, ook nu er weken voorbijgaan zonder antwoord? Zit er genoeg geduld in mijn lijf om vol te houden tot Zijn tijd? Zomer 2015. Een warme dag in augustus. De vieze borden staan buiten op de tafel. Het eten hebben we net achter de kiezen. Nog even en Sara gaat naar bed. Impulsief als ik zijn kan, spring ik op. In de kast – ergens weggestopt, maar goed vindbaar – ligt nog een laatste doosje. Ik waag het erop. Sara komt bij me. Of het wel goed gaat met mij. Ik slik. “Haal papa maar even”, zeg ik. Lars staat verbaasd in de keuken. Het begint hem nog niet te dagen. De tranen staan in mijn ogen. Een brok in mijn keel. “Ik ben met z’n tweeën.”

Op 6 april zijn wij ouders geworden van Hanna van der Ven. Hanna. God is genadig. God is trouw. ‘I prayed for this child and the Lord has granted me what I asked of Him.’ – 1 Samuel 1:27 Heb jij ook het idee dat je in de wacht staat bij God? Wacht je op een antwoord van God? Weerhoudt iets je ervan om je hart uit te storten bij Hem? Luister dan de preek van Jacques Brunt terug via de website: www.evangelischegemeente.org/beluister, scroll op de website naar beneden voor de preken van 2015. Het verhaal van Hanna lees je terug in 1 Samuel 1:1-19.

Zij is vaak uit het veld geslagen, maar ondanks tegenslagen,

put zij uit de kracht die Hij haar geeft. Natuurlijk heeft ze vragen,

maar toch voelt ze zich gedragen, door Degene die alles gedragen heeft.

Zij inspireert mij, zij intrigeert mij,

want zij zingt elke dag weer: ‘Groot is Uw trouw o Heer, groot is Uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw o Heer aan mij betoond.’

Zij intrigeert mij - Elise Mannah

‘Voor alles wat er gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel.’ - Prediker 3:1

Dagboekfragment: maart 2015. ‘Hoewel ik dacht de situatie al maanden daarvoor los te hebben gelaten, bedacht ik mij dat het nu dan uiteindelijk echt zo was. Ik had het echt los kunnen laten. Ik mag mij richten op het nu. Op dat wat ik nu heb. Ik heb een goede, getalenteerde, aantrekkelijke, lieve, trouwe, Godlievende man. Een prachtig, vrolijk, eigenwijs, lief, slim, uniek dochtertje. En volop kansen om mij nog meer te ontwikkelen als vrouw, moeder en als persoon. Om er te zijn voor anderen. Om beschikbaar te zijn voor God. Hier ben ik. Wieteke van der Ven. Bruikbaar voor Gods Koninkrijk. En wat komt dat komt. Hanna wist dat God zijn woord zou houden. Rachel moest jaren toezien hoe Lea wel kinderen kreeg van Jakob, maar haar schoot gesloten bleef. Lea leerde na vier zonen te hebben gekregen dat het draait om Hem.’ ‘Ik hoef geen medisch traject. Ik hoef geen medelijden. Ik hoef geen antwoorden. God houdt mijn schoot gesloten. En daar heb ik vrede mee. Zie Hij maakt iets heel nieuws.’

2014. Ik noem het mijn ‘Hanna-jaar’. Dat bedacht ik mij pas achteraf, na een treffende preek van Jacques Brunt. Ik was er niet die zondag. Nadat twee vriendinnen een bericht stuurden met dezelfde boodschap, wist ik dat ik iets belangrijks had gemist. ‘Deze preek is voor jou!’ Die zondag - 18 januari 2015 - sprak Jacques Brunt over Hanna (1 Samuel 1-19); wat is haar houding te midden van moeilijkheden én wat kunnen wij daarvan leren? VERGEET MIJ NIET Bam. Die kwam binnen. Hanna had het uitgeroepen naar God. Zag Hij haar wel? Zag Hij wel hoe zwaar zij het had? Zag Hij niet haar onbeantwoorde verlangen? Was Hij haar vergeten? God hield haar schoot gesloten. Arme Hanna. Wat moet zij hebben geleden. In eenzaamheid. En niemand leek haar situatie te begrijpen. Haar man Elkana niet; ‘Ik ben toch veel meer waard dan tien zonen?’ Eli niet; ‘Je bent dronken. Ga weg en zorg dat je weer nuchter wordt!’ Wat kun je je soms onbegrepen voelen in je eigen worsteling. Als je verlangt naar een kindje, een partner, als je hoopt op genezing of als je de zoveelste afwijzing hebt ontvangen op een sollicitatie. Juist wanneer je smacht naar steun, naar begrip, stuit je tegen onbegrip – het onvermogen van die ander. En dat valt die ander niet eens

te verwijten. Hoe kan de ander nu weten wat er in je leeft, als je lijdt in stilte? Een ander kan zich niet verplaatsen in jouw emoties. En kan slechts gissen naar de juiste woorden om te spreken: de kans is namelijk groot dat deze niet goed overkomen of – naar jouw idee - totaal misplaatst zijn. Hanna stortte haar hart uit bij God. Ze zweeg niet langer. Ze liet zich niet weerhouden door de woorden van Elkana, door de afwijzende blik van Eli die haar zag ‘prevelen’ in de tempel. Wanneer Eli haar confronteert met zijn vermoedens, vertelt Hanna iets van de pijn die ze ervaart. Hanna zei: “Nee, ik ben niet dronken. Ik ben erg ongelukkig, en ik heb al mijn zorgen aan de Heer verteld. Denk niet dat ik een slechte vrouw ben. Ik heb al die tijd tot God gebeden, omdat ik ongelukkig ben.” WILSBESLUIT Eli stond waarschijnlijk met het schaamrood op zijn wangen. Wat had hij een grove inschattingsfout gemaakt. Hij herstelde zich: “Ga dan nu maar rustig naar huis. De God van Israël zal je geven wat je gevraagd hebt.” En daar, op dat moment – of misschien al wel tijdens haar gebed, veranderde er iets in Hanna. ‘Hanna bedankte Eli voor zijn vriendelijke woorden. Toen ze wegging, was ze weer vrolijk.’