Upload
patch
View
38
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Politieke mobilisatie en nieuwe communicatietechnologie Een multi-level studie van de Digital Divide Stefaan Walgrave Marc Hooghe Lance Bennett Dietlind Stolle. Betoelaagd door Federaal Wetenschapsbeleid in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Samenleving en Toekomst’. - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
Politieke mobilisatie en nieuwe communicatietechnologie
Een multi-level studie van de Digital Divide
Stefaan WalgraveMarc HoogheLance BennettDietlind Stolle
Betoelaagd door Federaal Wetenschapsbeleid in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Samenleving en Toekomst’
ALGEMENE SCHETS PROJECT
Participatie/mobilisatie = cruciaal voor democratie
•Preferenties meedelen
•Attitudes wijzigen (‘leerschool’)
+ ICT revolutie
Welke rol spelen nieuwe communicatietechnologieën?
•Bevorderen of verhinderen ze participatie?
•Leiden ze tot gewenste participatie?
Concreet• Vraag word beantwoord op 3 niveaus
– Micro – individuele participant– Meso – organisaties (partijen - bewegingen)– Macro – politiek systeem
• Meeste onderzoek slechts één niveau• Drie onderzoeksvragen
– Door ICT bestaande micro-ongelijkheid versterkt?– Door ICT lagere drempel voor mobiliserende
organisaties?– Door ICT betere interactie burger-overheid?
Operationalisering
• ZES werkpakketen1. Politiek gebruik internet (micro)
2. Internet en politiek protest (micro-meso) – US
3. Websites en verkiezingscampagnes (meso)
4. Websites van sociale bewegingen (meso) – CANADA
5. ICT en coördinatie van bewegingen (meso)
6. ICT en overheid-burgers (macro) - CANADA
(+ coördinatie en eindrapport)
TUSSEN VERGADERCULTUUR EN VIRTUEEL BESTUUR: HET (E-)COMMUNICATIEWEB VAN DE SCHONE KLEREN
CAMPAGNE
WORKING PAPER 3: WP2 – Internet en Sociaal Protest
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
Ruud Wouters
(Werktitel)
Inleiding
• Vraag: in welke mate hebben moderne communicatie-technologieën een impact op het interne functioneren van het platform?
• Methode:
kwalitatieve diepte-interviews met betrokkenen (n=14)
- Coördinator Frieda De Koninck (verkennend en besluitend)
- Stuurgroepleden- passief lid, medewerkers, Europese Coördinator
korte, gesloten vragenlijst (= kwantitatief)
Vlaanderen: - 1995 - 25-tal organisaties
- zeer divers
Schone Kleren Campagne
• Wat?- Internationale Campagne- arbeidsomstandigheden- kledingindustrie
Organisatietype Actief lid Passief lid Geen lid ABVV J ongeren Vakbond ABVV TKD Vakbond ABVV Vakbond ACV Vakbond ACV Textura Vakbond BBTK Vakbond Broederlijk Delen NGO Culturele Centrale NGO Fair Trade Org. NGO FOS NGO KAV Vakbond KWB Vakbond LBC/ NVK Vakbond Mensenbroeders NGO 11.11.11 NGO NBV Consumentenorg KAJ Vakbond OIVO Consumentenorg Oxfam solidariteit NGO Oxfam Wereldwinkels NGO Sjamma NGO SVV NGO Testaankoop Consumentenorg Unicef NGO Verbruikersateljee Consumentenorg Wereldsolidariteit NGO
Evolutie: van sensibiliseren naar controleren
• … als een netwerk van organisaties- thema als bindmiddel - diversiteit en breuklijnen- gedecentraliseerd én gecentraliseerd
• Verwantschap netwerkstructuur en natuur ICT- communicatie als organiserende kracht- ICT uiterst geschikt: effectieve informatieoverdracht
collectieve identiteit, banden onder-onderhouden,democratiserend …
- SKC als een ‘Virtual Team’- Belang van de context: ICT zowel agent als object of
change
Schone Kleren Campagne
Context
• Schone Kleren-leden en ICT: - vakbonden: structuur, cultuur en achterban- NGOs: internationale component- NBV: vreemde eend in de bijt
ouder, groter, rijker jonger, kleiner, armer
moderniseringsscenario: effectiviteitswinsten
• Context = voedingsbodem virtueel interageren in het netwerk
Impact ICT op stuurgroep
• Communicatieritme:
- ICT zorgt voor meer continue communicatie- functieverdeling F2F en ICT- ICT als weak tie instrument bij uitstek (effectief en non-intrusive)
Impact ICT op stuurgroep
• Communicatieverloop:
- spinnenweb? Gebrek aan concentrische communicatie- oorzaken: vertrouwdheid, informatie overkill en tijd- DUS: ICT en interactiviteit? Belang F2F communicatie: hartslag van de campagne
Informatiedoorstroming
• SKC sluit aan bij core, maar is niet hoofddoel• Bekommernis coördinator ICT als oplossing?
• traditionele kanalen troef: stuurgroepleden als filter vergadering = engagement
• MAAR: gestaag ICT: website website als katalysator
Besluit
• Geëigendheid ICT voor netwerkstructuren- efficiënt organisatieoverschrijdend- meer continue communicatie- zwakke banden onderhouden en activeren- website als katalysator voor informele communicatie
• Maar: belang context- ICT-gebruik sterk in het verlengde van traditionele kanalen- concentrische e-communicatie is verwaarloosbaar
• Gevolg: belang stuurgroepvergaderingen
ICT of F2F?
THE POTENTIAL OF POLITICAL MOBILIZATION. AN EXPERIMENT ON INTERNET AND FACE-TO-FACE MOBILIZATION EFFORTS
WORKING PAPER 4: WP4 – Websites van sociale bewegingen
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
Marc Hooghe, Valérie-Anne Mahéo, Dietlind Stolle en Sara Vissers
(Werktitel)
Inhoud
• Onderzoeksvragen
• Methodologie
• Presentatie Belgische data
• Presentatie Canadese data
• Conclusie
Theorie
• Conventionele vs. Online politieke mobilisatie
F2F: -arbeids- en tijdsintensief Web: - informatiesnelweg - horizontale karakter - reikwijdte
Onderzoeksvragen
• Welke mobilisatie strategie, web-gebaseerde communicatie of face-to-face communicatie, is het meest doeltreffend in het mobiliseren van politieke participatie?
• Welke mobilisatie strategie, web-gebaseerde
communicatie of face-to-face communicatie, is het meest doeltreffend in het genereren van politieke kennis?
Methodologie
• Pre-Post Control Group Design
• Deelnemers
N = 1000
• Doelgroep: Jeugd– studenten (universiteit)– deelnemers lagere socio-economische status
België
Canada
Tijdsschema experimentenGOLF I Rekrutering
Invullen pre-test
Week 1
(zelfde dag)
GOLF II Activiteit experiment
Invullen post-test I
Week 2 tot 3 (zelfde dag)
GOLF III Versturen vragenlijsten post-test II Week 16 tot 19
Debriefing Debriefing onderzoeksproject Week 20
Voorlopige resultaten
Variabelen
• Kennis m.b.t. de opwarming van de aarde
• Participatie m.b.t. de opwarming van de aarde (intentie)
• Politieke participatie (intentie)
BELGIË
• Resultaten Universiteitsstudenten
• N = 247
– N web = 74– N face-to-face = 69– N controle = 42
Leereffect kennis mbt opwarming van de aarde - Universiteitsstudenten (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 10.799 0.000 0.108
Within subjects
Time 1 75.721 0.000 0.297
Time*Group 2 37.473 0.000 0.295
Within group error 179
Verschil gemiddelde in kennis:-Kennisschaal 0 - 5-Universiteitsstudenten (België)
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
Pre-Test Post-Test
WebFace-to-faceControle
Verandering gemiddelde in kennisschaal m.b.t. opwarmingVan de aarde (6-p schaal) - Universiteitsstudenten (oneway anova verschilscores)
KennisPre-testGem.
KennisPost-testGem.
Kennisverschil
n
Web site 1.53 3.19 1.66*** 76
Face-to-face 1.29 2.14 0.85*** 66
Controle groep 1.91 1.67 -0.28 42
Effect op Participatie m.b.t. opwarming van de aarde - Universiteitsstudenten (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 3.590 0.030 0.040
Within subjects
Time 1 441. 297 0.000 0.721
Time*Group 2 2.570 0.080 0.029
Within group error 171
Verschil gemiddelde Participatie m.b.t. de opwarming van de aarde:
-participatieschaal 0 -17 -Universiteitsstudenten (België)
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Pre-Test Post-Test
WebFace-to-faceControle
Verandering gemiddelde participatieschaal mbt Opwarming van de aarde (18-p schaal)- Universiteitsstudenten (oneway anova verschilscores)
Part.Pre-testGem.
Part.Post-testGem.
Part.verschil
n
Web site 8.99 14.38 5.39 71
Face-to-face 8.11 12.66 4.55 62
Controle groep 8.44 12.66 4.22 41
Effect op Politieke Participatie- Universiteitsstudenten (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 0.112 0.894 0.001
Within subjects
Time 1 60.623 0.000 0.256
Time*Group 2 0.361 0.697 0.004
Within group error
Verschil gemiddelde Politieke Participatie:-Politieke participatie schaal 0 - 14 -Universiteitsstudenten (België)
0
2
4
6
8
10
12
14
16
Pre-Test Post-Test
WebFace-to-faceControle
Verandering gemiddelde politieke participatieschaal (15-p schaal)- Universiteitsstudenten (oneway anova verschilscores)
Part.Pre-testGem.
Part.Post-testGem.
Part.verschil
n
Web site 6.04 7.93 1.89 74
Face-to-face 6.09 7.85 1.75 65
Controle groep 6.48 7.90 1.43 40
CANADA
• sub-sample van de respondenten met lagere socio-economische status
• N = 190
– N web = 60– N face-to-face = 93– N controle groep= 33
Leereffect kennis m.b.t. opwarming van de aarde - Respondenten lagere SES (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 6.433 0.002 0.068
Within subjects
Time 1 33.236 0.000 0.158
Time*Group 2 8.304 0.000 0.086
Within group error 177
Verschil gemiddelde in kennis:-Kennisschaal 0 to 5-respondenten lagere SES (Canada)
0
0,2
0,40,6
0,8
1
1,21,4
1,6
1,8
Pre-Test Post-Test
Web
Face-to-face
Controle
Verandering gemiddelde in kennisschaal mbt opwarmingVan de aarde (6-p schaal) – respondenten lagere SES (oneway anova verschilscores)
KennisPre-testGem.
KennisPost-testGem.
Kennisverschil
n
Web site 0.90 1.10 0.20 59
Face-to-face 0.75 1.70 0.95*** 88
Controle groep 0.45 0.88 0.43 33
Effect op Participatie m.b.t. opwarming van de aarde - Respondenten lagere SES (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 2.660 0.73 0.032
Within subjects
Time 1 360.040 0.000 0.694
Time*Group 2 0.467 0.628 0.006
Within group error 159
Verschil gemiddelde Participatie m.b.t. de opwarming van de aarde:
-participatieschaal 0 - 17 -respondenten lagere SES (Canada)
0
2
4
6
8
10
12
14
16
Pre-Test Post-Test
Web
Face-to-face
Controle
Verandering gemiddelde participatieschaal mbt Opwarming van de aarde (18-p schaal)- respondenten lagere SES (oneway anova verschilscores)
Part.Pre-testGem.
Part.Post-testGem.
Part.verschil
n
Web site 9.16 14.76 5.6 51
Face-to-face 8.37 13.84 5.47 82
Controle groep 7.97 12.86 4.89 29
Effect op Politieke Participatie- Respondenten lagere SES (Repeated measures GLM)
df F p Partial Etasquared
Between subjects
Group 2 4.146 0.018 0.050
Within subjects
Time 1 102.638 0.000 0.397
Time*Group 2 4.360 0.014 0.053
Within group error 156
Verschil gemiddelde Politieke Participatie:-Politieke participatie schaal 0 - 14
-respondenten lagere SES (Canada)
0
2
4
6
8
10
Pre-Test Post-Test
Web
Face-to-face
Controle
Verandering gemiddelde politieke participatieschaal (15-p schaal)- respondenten lagere SES (oneway anova verschilscores)
Part.Pre-testGem.
Part.Post-testGem.
Part.verschil
n
Web site 3.60 7.81 4.21* 48
Face-to-face 4.78 8.60 3.82* 80
Controle groep 4.19 5.97 1.78 31
(Voorlopige) Conclusie• Web en face-to-face mobilisatie leidt tot meer kennis.
– Studenten: Web-conditie heeft groter leereffect– Respondenten lagere SES: Enkel face-to-face leidt tot meer
kennis.
• In tegenstelling tot onze verwachtingen zien we geen effect van de experimentele condities op participatie m.b.t. de opwarming van de aarde.
• In tegenstelling tot onze verwachtingen, zien we geen effect van de experimentele condities op politieke participatie voor de studentenpopulatie.
-Respondenten lagere SES: Web en face-to-face mobilisatie leidt tot meer politieke participatie.
INTERNATIONALE COÖRDINATIE VAN WERELDWIJD PROTEST: EEN VERGELIJKENDE STUDIE VAN DE ANTI-RAKETTENBETOGINGEN IN 1983, DE BETOGINGEN TEGEN DE GOLFOORLOG IN 1991 EN TEGEN DE OORLOG IN IRAK IN 2003
WORKING PAPER 5: WP5 – ICT en coördinatie van bewegingen
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
Jeroen Van Laer
(Werktitel)
Onderzoeksvragen + Opzet (1)
• Hoe is de coordinatie van protest internationaal mogelijk?
• wat is de rol en impact van ICT’s?
• Most Similar Cases - design
• Vergelijking van internationale coordinatie in een tijdperk zonder, en met ICT’s
Onderzoeksvragen + Opzet (2)
gelijkenissen
verschillen
ICT’sinternationalesamenwerking
?
Onderzoeksvragen + Opzet (3)
• Drie cases:– anti-rakettenbetogingen ’80 (1983)– anti-golfoorlog 1991– anti-Irakoorlog 2003
• Beperkingen/problemen:– enkel vergelijken op Europees niveau– verschil context 1983 en 2003 te groot
Theoretische achtergrond (1)
• Coalitievorming op internationaal niveau– Strategische motivaties (zichtbaarheid en politieke
effectiviteit)• breder draagvlak• meer effectieve agenda-setting• betere sensibilisering
– Solidariteit– Interne factoren
• ideologische posities, prioritaire doelstellingen• beschikbare middelen• organisatie-ethos
47
Theoretische achtergrond (2)
– Externe factoren• posities/acties andere actoren (overheden,
tegenbewegingen, drukkingsgroepen, media, bondgenoten)
• triggering events• highly salient issue, waarrond mobilisatie dringend
wordt geacht
• Belang van ICT’s– leren kennen van nieuwe organisaties– oplossen/vermijden van hindernissen– meer flexibele en snellere interactie
Voorlopige hypothesen
(1) op relatief korte tijd, minder middelen, betere coordinatie
(2) samenwerking met meer en meer diverse organisaties
(3) overbruggen substantiele verschillen tussen organisaties
(4) minder top-down
(5) sterkere collectieve identiteit
Vragen/ problemen
1. welke betogingen vergelijken
2. welke landen vergelijken
3. welke mensen uit welke organisaties interviewen