20
Academiejaar 2015-2016 Lesgever: Fanny Dumarey | Door: Delfien Vansteelandt SAMENVATTING PRACTICA GEDRAGSTHERAPIE

PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

Academiejaar 2015-2016

Lesgever: Fanny Dumarey | Door: Delfien Vansteelandt

SAMENVATTING PRACTICA

GEDRAGSTHERAPIE

Page 2: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet
Page 3: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

INHOUD

INLEIDING 1

GEDRAGSTHERAPIE: INTRODUCTIE 1

DOEL OEFENINGEN 1

HET GEDRAGSTHERAPEUTISCH PROCES 2

HET EERSTE CONTACT 2

De aanmelding 2

Het intakegesprek 2

De therapeutische relatie 2

HET MODEL VOOR PROBLEEMIDENTIFICATIE 3

DE AANMELDING 3

MET WAT: ANALYSE VAN DE AANMELDINGSKLACHT 3

MET WAT: CONCRETISERING VAN DE KLACHTEN IN DE RUIMERE CONTEXT 4

DE KLACHTENANALYSE 4

I. ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS EN VERLOOP VAN DE KLACHTEN 4

II. HANTERINGSGEDRAG & SOCIALE ONDERSTEUNING 4

III. ZIEKTETHEORIE EN ATTRIBUTIES 5

IV. GEZONDHEIDSTHEORIE EN GENEZINGSTHEORIE 5

PROBLEEMSAMENHANG 5

1. VOORLOPIGE PROBLEEMSAMENHANG (VPS) 5

2. HOLISTISCHE THEORIE (HT) 5

DE VOORLOPIGE PROBLEEMSAMENHANG 6

OPBOUW 6

Aandachtspunten VPS 7

BESPREKING VPS 7

Cruciaal 7

PROBLEEMANALYSE (ONDERZOEKSVRAGEN) EN DIAGNOSESTELLING: HET HYPOTHESETOETSEND MODEL 8

ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESEN 8

De empirische cyclus 8

Onderkenning en verklaring 8

OPERATIONALISEREN VAN ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESEN 9

Vragenlijsten 9

Metingen en opdrachten 9

Topografische analyse 10

THERAPIESPECIFIEKE ANALYSES ZIJN ONDERDEEL VAN VERKLARENDE DIAGNOSTIEK 10

ALLE GEDRAG IS AANGELEERD 10

FUNCTIONELE ANALYSES: COMBINATIE VAN DE KLASSIEKE EN OPERANTE COMPONENT 11

Klassieke conditionering (Pavlov) 11

Van experiment naar klinische casusconceptualisatie 11

INDICATIESTELLING – ADVIES 13

HOLISTISCHE THEORIE 13

DOELSTELLINGEN EN THERAPIEPLAN 14

I. Keuze van het eerste te bewerken probleem 14

II. Opstellen algemene en intermediaire doelstellingen 15

III. Indicatiestelling 15

IV. Opstellen therapieplan: koppelen componenten, intermediaire doelen en interventies 16

Page 4: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet
Page 5: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

Inle

idin

g

1

INLEIDING

Sequentie: situatie gedachten gevoelens gedrag

Moraal: het is niet zozeer de situatie die een bepaald gedrag gaat uitlokken!

o Als je het gedrag wilt veranderen omdat de gevolgen ervan te zwaar doorwegen,

ga je iets moeten doen met de gedachten

Tweede stap: dat verhaal ga je nooit helemaal begrijpen, als je de

achtergrond en geschiedenis errond niet kent en eraan werkt

Gedragstherapie is omvattend: wat zit er onder het gedrag, en waar heeft

iemand de bijhorende ideeën vandaan gehaald?

o Het gebruiken van die sequens (5 G’s) is een goede tool om te gebruiken

o Kijken: waar in die keten kan ik het makkelijkst gaan ingrijpen?

GEDRAGSTHERAPIE: INTRODUCTIE

Centraal:

o Opstellen individueel behandelplan o.b.v. een gedetailleerde probleemanalyse

Model voor probleemidentificatie

DOEL OEFENINGEN

Het model voor probleemidentificatie TOEPASSEN op papier en in gesprekken

Page 6: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

Inle

idin

g

2

HET GEDRAGSTHERAPEUTISCH PROCES

HET EERSTE CONTACT

DE AANMELDING

Over wie gaat het?

Wat is de aard van de problemen?

Waar woont de persoon?

+ informatie over het eerste gesprek + financiële informatie + contactgegevens

+ wie komt er mee naar het eerste gesprek?

Wie heb ik nodig? Met wie moet ik een therapeutische relatie gaan vormen?

HET INTAKEGESPREK

Duur: 2 tot 3 gesprekken

Doel:

o Informatie verzamelen

o Opbouwen therapeutische relatie

o Taxatie van aangewezen zijn van behandeling

o Bijstellen verkeerde verwachtingen

o Motiveren cliënt voor verdere behandeling

o Remoraliseren van de cliënt, cf. inspanningsverbintenis

DE THERAPEUTISCHE RELATIE

= een werkrelatie: wederzijds engagement

o Taakgericht team

o CL is een actief, autonoom persoon CL (ervaring) en TH (kennis) zijn = partners

o Beslissingen worden expliciet genomen

o Moeilijkheden worden samen besproken (cliënt ook laten feedback geven)

= een demystificerende relatie

o Transparantie

o Therapeut is een adequaat model, geen superman

o Therapeutische relatie zonder vooroordelen (!!): openheid

= een empathische vertrouwensrelatie

o Vertrouwen is heel belangrijk

o Beleving: erkenning voor lijdensdruk

o Empathie

o Bewaking confidentialiteit

= een noodzakelijke voorwaarde (maar niet voldoende)

Basisvaardigheden zoals empathie, respect & echtheid zijn cruciaal

4 soorten posities: samen, onder, tegen, boven

Model voor probleem-

identificatie

Page 7: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

3

HET MODEL VOOR PROBLEEMIDENTIFICATIE

Het bieden van een gedragstherapeutisch handvat om de complexe aangelegenheid van de

probleemidentificatie te structureren om zo op een efficiënte manier tot een indicatiestelling

te komen casusconceptualisatie

DE AANMELDING

Wie komt

o Wie is de cliënt? Wie is de aanmelder?

o Wie draagt de klachten? Wie ervaart het probleem?

met wat

o = aanmeldingsklacht

net nu

o Waarom nu?

o Wat is de directe aanleiding voor de raadpleging?

o Is er sprake van een crisis?

naar hier?

o Waarom komt de cliënt precies naar dit centrum?

o Hoe is de verwijzer betrokken?

o Wat zijn de verwachtingen?

MET WAT: ANALYSE VAN DE AANMELDINGSKLACHT

Wat is de inhoud van het probleem?

o Wat verstaat de cliënt onder de klacht? Wat bedoelt hij daarmee?

o Wat is de frequentie van het probleem? Hoe vaak komt dat voor? (~ ernst)

Page 8: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

4

o Wat zijn de emotionele, fysiologische, cognitieve en gedragsmatige componenten

van de klachtengebieden?

Denken

Voelen

Doen

Gevolgen

Sinds wanneer is het probleem aanwezig?

Wat is de ernst van het probleem? Hoeveel levensgebieden onderbreekt dat probleem?

Wat zijn de uitlokkende/inhiberende factoren?

MET WAT: CONCRETISERING VAN DE KLACHTEN IN DE RUIMERE CONTEXT

Welke klachten worden naast de aanmeldingsklacht nog aangegeven door de CL?

o Inventariseer moeilijkheden, klachten, problematisch gedrag

o Klacht = Omgeving x Persoon

Hoe tevreden is men op verschillende levensterreinen?

DE KLACHTENANALYSE

I. ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS EN VERLOOP VAN DE KLACHTEN

Omtrent klacht

o Begin en interpunctie

o Variabiliteit qua intensiteit en frequentie

o Escalerend verloop, …

Omtrent persoonlijke ontwikkeling

o Diverse levensterreinen

o Tijdslijn (kan een hele sessie duren)

II. HANTERINGSGEDRAG & SOCIALE ONDERSTEUNING

Hanteringsgedrag:

o Gedrag gericht op de situatie: confrontatie versus vermijding

o Perceptie en evaluatie van het probleem: optimisme versus pessimisme

o Reductie van spanning + uiten van emoties

Op welke manier is men er in het verleden mee omgegaan?

Waartoe hebben de verschillende hanteringen geleid?

Sociale ondersteuning: partner, sociaal netwerk, …

Page 9: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

5

III. ZIEKTETHEORIE EN ATTRIBUTIES

Ziektetheorie

o Wat is de subjectieve toewijzing van oorzaak van de CL over zijn klachten? Hoe denkt

de cliënt zelf dat die klacht er gekomen is?

o Kanaal:

Gedragsmatig

Cognitief

Emotioneel / fysiologisch

Attributies

Oorzaken die mensen toeschrijven aan eigen en andermans gedrag

o Causaliteitsoorsprong: intern of extern

o Stabiliteit: fluctuaties in tijd: stabiel of onstabiel

o Globaliteit: fluctuaties over ruimte: globaal of specifiek

o Controleerbaarheid: controleerbaar of oncontroleerbaar

Ziektetheorie en attributies

o Cliënt zoekt informatie die attributies confirmeert

o Therapeut zoekt informatie die attributies disconfirmeert

→ belangrijk dat de therapeut de attributies herkadert/herstructureert

IV. GEZONDHEIDSTHEORIE EN GENEZINGSTHEORIE

Gezondheidstheorie

o Wat wil men bereiken als men klachtenvrij is?

o Wat zijn verwachtingen naar de toekomst?

Genezingstheorie

o = op welke manier denkt de cliënt dat er verbetering zal komen?

o Wat verwacht de cliënt van de therapie?

Wat is de hulpvraag van de cliënt?

PROBLEEMSAMENHANG

1. VOORLOPIGE PROBLEEMSAMENHANG (VPS)

= inventarisatie, ordening en samenhang van problemen op basis van beschikbare gegevens

uit aanmelding en klachtenanalyse

De VPS is een hypothese (onderkennend – verklarend) → moet worden getoetst

2. HOLISTISCHE THEORIE (HT)

= aanpassing van de voorlopige probleemsamenhang op basis van gegevens uit

diagnosestelling, metingen en opdrachten

→ dus na toetsing en het doorlopen van de empirische cyclus

Page 10: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

6

DE VOORLOPIGE PROBLEEMSAMENHANG

OPBOUW

Opbouw op grond van gegevens van de CL (aanmelding en klachtenanalyse): je somt alles op

Aangevuld met therapeutische veronderstellingen: HYPOTHESEN

o Die beargumenteerbaar zijn

o Die operationaliseerbaar zijn

o Die in therapie verder moeten onderzocht worden

Werkwijze:

o Opstellen lijst met klachten, probleemgebieden, determinerende variabelen

o Probleemgebieden clusteren

Samenbrengen functioneel identiek / syndromaal verwant gedrag onder

algemene noemer (bv. ‘depressieve klachten’)

Geen syndromen !!

o Chronologisch schematisch verloop (van links rechts en van boven onder)

o Causaliteitsrelaties aangeven door pijlen

Causaal pad: A → B

Mediërende variabele: A → B → C (vaak persoonsvariabelen: P)

Modererende variabele: A → B

↑ C

Ook belangrijk in leergeschiedenis: opgroeien in een bepaalde omgeving, zorgt ervoor dat je

bepaalde leefregels krijgt (interessant!)

Page 11: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

7

Maak een onderscheid tussen ‘need to know’ en ‘nice to know’ in je VPS

AANDACHTSPUNTEN VPS

Dekt het schema inhoudelijk de lading?

o Let op met waardeoordelen in je VPS (niet: goede/slechte)

o Voordat je een VPS maakt, moet je eerst een ordening maken:

Leergeschiedenis: vroegere milieufactoren, life-events, huidige leefsituatie

Biologische factoren

Aanleg

Kernovertuigingen

Hanteringsgedrag

Klachten

o Je moet bundelen waar je kan (bv. in depressieve symptomen)

Chronologie

Circulariteit

Overzichtelijkheid

o Let ook op verticale lijnen! (modererende en mediërende variabelen)

BESPREKING VPS

De therapeut geeft de probleemsamenhang schematisch weer

o Aanknopen bij wat de CL heeft gezegd

Ga zoeken naar ‘hoe vertaalt deze persoon dit?’ (ook belangrijk om naar

cultuur te vragen: wat betekent dat voor jou? + geloof moet ook een

plaats krijgen!)

o Eenvoudig kort en duidelijk

o Leeftijd en cognitieve capaciteiten CL

o Mening van de CL

→ DOEL: consensus over VPS

T en CL zijn het eens

o Verdergaan in het model voor probleemsamenhang

→ heeft implicaties voor

Indicatiestelling en behandelplan

Selectie van interventies

Voorspelling & evaluatie: wat zal er veranderen?

T en CL zijn het oneens

o T volgt CL

o Geen weerstandsanalyse vanuit T (geen consensus = geen connectie!)

o Diagnostische functie: waar kunnen we elkaar terugvinden?

o Therapeutische relatie - vertrouwen durven bevragen

CRUCIAAL

Functies voor de T

o Relaties tussen probleemgebieden samenvatten in schema

Page 12: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

8

o Overzichtelijkheid

o Basis voor opdrachten, vragenlijsten, tests en vragen

o Met CL op eenzelfde manier naar problemen te kijken

Functies voor de CL

o Eerste vorm van cognitieve herstructurering en re-attributie

o Klacht wordt oplosbaar (benoem dat ook!)

o Minder hulpeloosheid

o Theoretisch inzicht in zichzelf (metaperspectief)

o Wijze van denken (model leren)

PROBLEEMANALYSE (ONDERZOEKSVRAGEN) EN DIAGNOSESTELLING: HET

HYPOTHESETOETSEND MODEL

ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESEN

Belangrijk voor examen! (hypothesetoetsing: onderkennend en verklarend) + testen die hier

besproken zijn kennen + topografische analyses (gedachten – gevoelens – gedrag)

DE EMPIRISCHE CYCLUS

ONDERKENNING EN VERKLARING

Onderkenning = probleemanalyse

o = toetsen van de aanwezigheid en de ernst van een variabele

o Uit welke elementen bestaat het probleem?

o Hokjes (onderkennend)

Verklaring = diagnosestelling

o = verduidelijking van de relatie tussen variabelen

o Pijlen (verklarend)

Page 13: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

9

OPERATIONALISEREN VAN ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESEN

VRAGENLIJSTEN

Onderkennend: vragenlijsten + klinische interviews SCID I en II

Plaatsen met vragenlijsten: testotheek database, website COTAN, Tijdschrift voor Psychiatrie

Onderkennende onderzoeksvraag: goed nadenken over welke normen je kiest

Belangrijk: kritieke items bij vragenlijsten = zaken die je extra in de gaten moet houden

Als we geen vragenlijsten beschikbaar hebben, gebruiken we de 5 G’s onderkennend +

verklarend

Voorbeelden:

o BDI (depressie)

o IOA (relaties)

o UCL (coping)

o SCL (brede screening)

o OQ 42 (interpersoonlijk contact + rollen)

o Maudsley Marital Questionnaire (bij beide partners afnemen!)

METINGEN EN OPDRACHTEN

Opstellen

o Let op hypothese!

o Elementen:

Antecedenten en consequenten

Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag

Algemene waardering (spanningsthermometer)

o Niet te lang

o Taal & stijl

Meegeven

o Aansluiten

o Opbouw in sessie

o Elke vraag overlopen

o Geheugensteun

o Motiveren

Verwerking

o Bespreken: altijd terugkoppeling!

Page 14: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

10

o Meer gedetailleerde uitwerking: T.A.

o Grafieken

G-schema

TOPOGRAFISCHE ANALYSE

= Nauwkeurige analyse van situaties waarin het probleem zich stelt met de bedoeling

functionele analyses te kunnen opstellen

o = het verzamelen van feitelijkheden: 5 G’s

o = OBSERVATIE (geen hypothesevorming)

o Knelpunt: het gaat enkel over het moment zelf: hier en nu

o Dergelijke oefening geef je altijd mee met een stuk onderkennend en verklarend

o Ander knelpunt: mensen missen vaak van categorie

Antecedenten: door welke situaties wordt het gedrag uitgelokt?

Consequenten: wat is het gevolg van het gedrag, en houdt dus het gedrag in stand?

Voornamelijk gesprekstechnisch (maar: is ook heel interessant als huiswerkopdracht):

bespreking van een incident

o Naar aanleiding van registratie of metingen

o D.m.v. experiment of rollenspel

o In imagine terugkeren naar de situatie + laten herbeleven en hervertellen

o Directe rechtstreekse observatie (niet interpretatie!) of gedrag laten

demonstreren

→ Filmisch en schematisch verloop

→ Meerdere verschillende situaties

Resultaat : een keten van gedrag – emoties – cognities – antecedenten en consequenten

Concreet en gedetailleerd in chronologie zetten = opzetten van SRS-schema’s

Gesprekstechnisch: CONCRETISEREN, PARAFRASEREN & SAMENVATTEN

o Soms kan informatie schaamtevol of emotioneel geladen zijn, waardoor je die

niet meteen verkrijgt

o TA is belangrijk, maar niet ten koste van de therapeutische relatie

o Kijk ook naar gedrag dat zich NIET voordoet

THERAPIESPECIFIEKE ANALYSES ZIJN ONDERDEEL VAN VERKLARENDE

DIAGNOSTIEK

ALLE GEDRAG IS AANGELEERD

Page 15: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

11

KC: hoe je je gaat gedragen, wordt bepaald door de situatie passief leren (geen moeite)

OC: het gedrag wordt gedetermineerd door wat volgt intentioneel leren

FUNCTIONELE ANALYSES: COMBINATIE VAN DE KLASSIEKE EN OPERANTE COMPONENT

KLASSIEKE CONDITIONERING (PAVLOV)

= leren van BETEKENISSEN: de CS activeert de representatie van de UCS, en lokt zo de CR uit

→ een oorspronkelijk neutrale S verwerft een nieuwe betekenis door associatie met een

bepaalde (intrinsiek beladen) gebeurtenis

betekenisanalyse

3 paden naar het aanleren van betekenissen

o Directe ervaring

o Modelleren (OPM.: men kan een andere betekenis leren dan het model)

o Informatie (= belangrijk de dag van vandaag!)

Relatie CS - UCS

o Sequentieel = de CS is predictief voor de UCS (ALS … DAN …) verwachting

→ exposure als interventie

o Referentieel = de CS refereert naar de UCS, maar is niet predictief ‘denken aan’

→ exposure is niet effectief als interventie, WEL: werken aan de representatie

VAN EXPERIMENT NAAR KLINISCHE CASUSCONCEPTUALISATIE

DE KLASSIEKE COMPONENT

De geconditioneerde stimulus (CS)

o CS: activeert de representatie van de UCS/UCR

Essentiële stimuli: cruciale stimuli

Intern / extern

Algemeen / specifiek

De CS is niet intrinsiek emotioneel beladen, maar verwijst naar de

UCS/UCR (mensen hebben dat geleerd)

o CS –: inhibitorische stimulus

CS - heeft betekenis die tegengesteld is aan de betekenis van de CS +

Wanneer leidt de CS niet tot de CR?

LIJFNIVEAU !

Page 16: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

12

o Occasion setter (OS): geeft aan wanneer de CS-UCS relatie al dan niet aanwezig is

“In deze occasion geldt de situatie ‘als … dan …’ “

OS heeft zelf geen betekenis verworven

OS + / OS –

Dit zorgt ervoor dat het kernthema/de betekenis niet wakker wordt

Dit gaat meestal om heel concrete zaken!!

De ongeconditioneerde stimulus / ongeconditioneerde respons (UCS/UCR)

o = een situatie die intrinsiek aversief is (lokt automatisch emotie uit)

o Kerngebeurtenis: relevant emotioneel gebeuren

o Kernthema: relevant emotioneel thema / centrale cognitie

o Het zijn de kerngedachten die in de UCS-UCR representatie zitten!

De geconditioneerde respons (CR)

o = emotionele reactie

Emotie

Psychofysiologie

Actietendens (drang om …)

Metaforen kunnen hier ook

o GEEN OPERANT GEDRAG!!!! (enkel de drang)

Waar vind je informatie over de UCS/UCR?

o Informatie over de betekenisverlening vind je vaak in:

Gedachten en interpretaties

Thema’s die terugkomen

o Bevragen door:

Metingen

Topografische analyse

Arrow down

Affect bridge: starten bij het gevoel en de brug maken met het verleden

DE OPERANTE COMPONENT

Operante conditionering: hoe komt het dat problematisch gedrag in stand gehouden wordt?

→ leren van de samenhang tussen wat organisme doet en het resultaat wat er op volgt

Positief

S+

Negatief

S –

Toedienen

+S

+ S +

Positieve bekrachtiging

+ S –

Positieve bestraffing

Wegnemen

– S

– S +

Negatieve straf

– S –

Negatieve bekrachtiging

Niet optreden

°S

° S +

Uitdoving

° S –

Negatieve bekrachtiging

De operante component:

Page 17: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

13

o Sd = discriminatieve stimulus (= die stimulus die ervoor zorgt dat dat gedrag volgt)

Een Sd haal je altijd uit de CR in de context van de CS

o Respons: meestal heb je verschillende responsen

o Sr = gevolg

Vermijdingsgedrag: heel vaak afname van de emotionele respons

Maak een onderscheid tussen KT en LT !

Conditionering: twee belangrijke factoren:

o Tijd: komt het samen voor in de tijd?

o Contingentie: ‘hoe logisch is deze band?’ je kunt het zowel zien bij je

betekenisanalyse als functie-analyse

Contingentie

o = bepaalt wat de persoon leert, wat gedrag in stand houdt

o Wat is contingent?

Afhankelijk van het verhaal van de cliënt, wat heeft de cliënt geleerd?

Wat heeft meeste waarde voor cliënt?

“Deze bekrachtiging zorgt ervoor dat het gedrag blijft bestaan”

o Bij verslaving/disfunctioneel gedrag vaak:

KT gevolgen contingent (spanningsreductie, …)

LT gevolgen niet-contingent (bibberen, …)

Operante component:

o Vanuit TA (SRS-ketens) komen tot essentiële leerwetten (= intentioneel leren)

o Doel: relatie leggen tussen problematisch gedrag en relevante antecedenten en

consequenten

o Zoeken naar essentiële terugkerende leerwetten

De R staat steeds voor het gedrag (operant) van diegene die leert

De S is de consequentie voor degene die leert

INDICATIESTELLING – ADVIES

HOLISTISCHE THEORIE

= getoetste voorlopige probleemsamenhang

Onderkennend getoetst, d.m.v. vragenlijsten, registraties, opdrachten, TA, observaties, …

Verklarend getoetst, d.m.v. TA, functionele analyse (klassieke en operante component),

registraties en opdrachten, observaties, …

Nagaan welke veranderingen er moeten aangebracht worden aan de VPS:

1. Toevoeging elementen functionele analyses

2. Syndromen vormen o.b.v. onderkennende fase

3. Wegvallen/toevoegen elementen (klachten/pijlen) o.b.v. verklaring en

onderkenning

4. Overzichtelijkheid

= uitgangspunt voor de indicatiestelling

o Welke elementen staan centraal?

o Aan welke elementen wil de cliënt werken?

Page 18: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

14

DOELSTELLINGEN EN THERAPIEPLAN

Doelstellingen: wat moet hier, bij deze persoon, veranderen?

Behandeling en interventies plannen op basis van

o Individuele diagnostiek: FUNCTIONELE ANALYSES

o Individuele bepaling voor elke cliënt: wat werkt voor wie?

INDICATIESTELLING

=

wetenschappelijke diagnostiek

+

evidence-based behandelinzichten (Web of Science; up to date blijven!)

+

cliëntperspectief omtrent behandeling (~ ziektetheorie)

Werkwijze:

1. Keuze te bewerken problemen + bepaling volgorde behandeling

= baseren op HT

2. Opstellen algemene en intermediaire doelstellingen

= baseren op BA en FA

3. Indicatiestelling

= welke interventiestrategieën meest aangewezen

4. Opstellen therapieplan

= koppeling problemen en doelen en behandeling

I. KEUZE VAN HET EERSTE TE BEWERKEN PROBLEEM

Bepaling op basis van relevantie en volgorde vanuit de HT

Afwegingen zijn:

o Veranderbaarheid van probleemgebieden

o Ernst en urgentie problemen

o Centraliteit van probleem in HT

o Behandelbaarheid van het probleem

o Eerste indruk over interventiemogelijkheden

o Contra-indicaties

o Kans van slagen van interventie

o Motivatie van de cliënt

Marcia Linehan: volgorde van doelen

1. Levensbedreigend gedrag

2. Therapie-interfererend of belemmerend gedrag

3. Vaardigheden die we nodig hebben om ons functioneren te verbeteren en dus de

klachten te verminderen

4. Aspecten die zorgen voor een verbetering van de levenskwaliteit ziet mijn leven

eruit zoals ik wil, of wil ik toch een aantal dingen fundamenteel veranderen?

5. Doorwerken van trauma (traumatisch verleden)

Deze volgorde kun je ook aan de cliënt meegeven

Doelen: SMARTI

Page 19: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

15

II. OPSTELLEN ALGEMENE EN INTERMEDIAIRE DOELSTELLINGEN

Wat is het doel van de behandeling in het algemeen en omtrent bepaalde probleemgebieden?

Concreet en operationaliseerbaar formuleren

Realistisch formuleren + tijdselement inbouwen

Problemen met stellen van doelen:

o Geen enkel doel wordt haalbaar geacht (passiviteit)

o Probleem is afhankelijk van onveranderbare elementen

o Eén van de betrokken partijen is het niet eens met de doelbepaling

o Cliënt vindt de doelstellingen irrelevant, triviaal

Onderscheid algemeen doel en intermediaire doelstellingen

o Algemeen doel (= groot doel): wat is het doel van de

behandeling in het algemeen?

Vaak aanmeldingsvraag

Deze zijn belangrijk, maar ook groot

Extra doelstellingen therapeut

o Intermediaire doelen: welke stappen moet ik ondernemen

om het grote doel te bereiken?

Oorzakelijke/instandhoudende factoren bewerken

We kunnen op elk van de componenten van de FA

werken

Oorzakelijk: BETEKENISANALYSE

Instandhoudend: OPERANTE ANALYSE

III. INDICATIESTELLING

= Bepalen van de meest geschikte behandeling

Enerzijds nagaan vanuit expertperspectief:

o Evidence based

o Individuele diagnostiek: baseren op FA en BA

Anderzijds rekening houden met cliëntperspectief:

o Slaagkans

o Contra-indicaties

o Informeren over mogelijkheden en beperkingen interventies

Intermediaire doelstellingen betekenisanalyse

Page 20: PRACTICA - Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦ · Antecedenten en consequenten Klacht: Gedachten, Gevoelens, Gedrag Algemene waardering (spanningsthermometer) o Niet

He

t m

od

el v

oo

r p

rob

lee

mid

en

tifi

cati

e

16

Intermediaire doelstellingen operante analyse:

IV. OPSTELLEN THERAPIEPLAN: KOPPELEN COMPONENTEN, INTERMEDIAIRE DOELEN EN

INTERVENTIES

Voor onszelf een ordening maken van wat we op elk niveau doen

o Wat kan allemaal? dan keuze maken: met wat beginnen we nu?

o Hoe langer we werken, hoe minder we dit doen (want: automatisch)

o Lezen, uitzoeken (hoe giet ik dit in mijn gedragstherapeutisch model?), …