Upload
hadiep
View
220
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
LEREN LEREN OVER KUNST,
KERNCONCEPTEN & FLOW M.T. A. van de Kamp, MA, MSc – EXPERTISECENTRUM-KUNSTTHEORIE/ILO-UvA
1
DE HERZIENE TAXONOMIE VAN DE LEERDOELEN VAN BLOOM
2
Feiten uit je
hoofd leren Memoriseren, onthouden,
herinneren
Concepten begrijpen Als je de kern van het concept
begrijpt kun je daarna veel
informatie/kennis beredeneren
Kennis toepassen op
nieuwe voorbeelden Als je kennis kunt toepassen op nieuwe
voorbeelden heb je meer inzicht in de
kennis, dan wanneer je alleen feiten leert
onthouden. Echter: sommige feiten moet
je leren om een trap hoger te komen.
Weten hoe je kennis
kunt gebruiken Bijv: Weten hoe je informatie
kunt vinden op internet of in je
boek; weten hoe je met
trefwoorden kunt zoeken.
Analyseren Verschillen zien in concepten,
verbanden zien, structureren.
Evalueren Beoordelen, bekritiseren van
feiten
Creëren Veel verschillende ideeën
bedenken; hypothese maken;
ontwerpen.
Strategische kennis: kennis van
de verschillende manieren van leren;
kennis van samenvatten als een manier
om de structuur van een onderwerp in
een boek te kunnen vastleggen; kennis
van het toetsen van de eigen kennis, door
zelftesten en vragen formuleren;
Zelfkennis, kennis over
taken
Model: http://www.celt.iastate.edu/teaching/RevisedBlooms1.html
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
HERZIENE TAXONOMIE VAN BLOOM
(Anderson & Krathwohl, 2001)
DENKVAARDIGHEDEN (herziene taxonomie van Bloom -
Anderson, Krathwohl, 2001)
CREEREN
EVALUEREN
ANALYSEREN
TOEPASSEN
BEGRIJPEN
ONTHOUDEN
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
VERSCHUIVEN VAN ACCENTEN IN DE KENNISDIMENSIE
Concrete kennis abstracte kennis
feitelijk conceptueel procedureel metacognitief
- kennis van termen en begrippen - kennis van specifieke details en elementen
- kennis van classificaties en categorieën - kennis van principes en generalisaties - kennis van theorieën, modellen en structuren
- kennis van vakspecifieke vaardigheden en algoritmes - kennis van vakspecifieke technieken en methoden - kennis van criteria voor determinatie en wanneer welke procedures gebruikt moeten worden
- kennis van leerstrategieën - kennis van leertaken, inclusief contextuele en conditionele kennis - zelfkennis
(Anderson & Krathwohl, 2001) Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
CONCEPTMAP Een grafische manier om concepten (en kennis) te structureren en relateren (verbanden leggen)
5
Novak,J.: http://cmap.ihmc.us/publications/researchpapers/theorycmaps/theoryunderlyingconceptmaps.htm
WERKEN MET KERNCONCEPTEN
Concepten beklijven beter en sneller dan afzonderlijke feiten.
Kernconcepten vatten heel compact en kernachtig de koers van
een bepaalde periode samen.
Het zijn de grote denkbeelden die een periode en/of stroming
kleuren.
Wanneer leerlingen deze kernconcepten en het waarom ervan echt
inhoudelijk begrijpen, kunnen zij actiever meedenken over
specifieke voorbeelden en het waarom daarvan.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
KERNCONCEPTEN: Cultuur van het Moderne
MODERN - MODERNITEIT – MODERNISME:
BREKEN MET HET VERLEDEN & VOORUITGANG (AVANT GARDE)
ORIGINALITEIT - UNICITEIT
GRONDSLAGEN VAN ELKE KUNSTDISCIPLINE: ABSTRACTIE;
ATONALITEIT
AUTONOMIE VAN DE KUNST (VAN DE VORM)
EXPRESSIE: ANGST & VERVREEMDING
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
KERNCONCEPT: Het breukvlak in de moderne kunst
Functie van hoge fluency Functie van disfluency Voorbeelden van disfluency
Expressie of representatie van Kunstenaars en bewegingen
Orde; organisatie Chaos; wanorde; ongeordendheid; Turner
Harmonie; akkoorden; balans Strijd; disharmonie;
onevenwichtigheid
Delacroix, Rubens
Kalmte; traagheid Beweging; energie Boccioni, Marinetti
Herkenbaarheid; gewoonheid Vervreemding; eigenaardigheid Dada, Surrealisme
Zekerheid; controle Ambiguïteit; onzekerheid;
veranderlijkheid;
Immendorff
Voorspelbaarheid;
determinisme
Toeval; onbepaaldheid Cage
Betekenisvolheid; teleologie Absurditeit; betekenisloosheid Baselitz; Beckett
Het veroorzaken van Kunstenaars
Identificatie van inhoud;
identificatie met personen in
voorstellingen
Analytisch denken; vervreemding;
meta-representatie
Shklovsky; Brecht
Aandacht voor opvallende,
bekende, navolgbare attributen
Aandacht voor onopvallende of
nagenoeg genegeerde
verwijzingen en/of verwijzingen
met een culturele lading
Malevich; Mondriaan;
Giacometti
Het model van Bullot & Reber (2013).
WELKE VERBANDEN?
1: EVOLUTIETHEORIE (Darwin);
2: PSYCHO-ANALYSE (Freud);
3: RELATIVITEITSTHEORIE EN KWANTUMMECHANICA (Einstein)
A: EXPRESSIE – ANGST, VERVREEMDING
B: ABSTRACTIE – GRONDSLAGEN, ESSENTIE
C: VERNIEUWING - VOORUITGANGSDENKEN
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
WAT LEER JE VAN KUNST ?
VOELEN, ERVAREN, INLEVINGSVERMOGEN
GOED KIJKEN, OBSERVEREN
KUNST BEGRIJPEN
CREATIEF DENKEN
REFLECTEREN, GOED NADENKEN
MET ANDEREN SAMENWERKEN
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
KUNST = WEINIG GESTRUCTUREERD/ COMPLEX DOMEIN
Weinig gestructureerd: vanwege breedte, complexiteit en
onregelmatigheid
Kunst domein: kennis via individuele casussen
Kunst domein: veel verschillende mogelijkheden tot interpreteren, vanuit
veel verschillende perspectieven
Kunst vergt vakspecifieke taalvaardigheden voor het benoemen van wat je
ziet en hoort.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
FLOW & INTRINSIEKE MOTIVATIE
1 Apathie
2 Verveling
3 Ontspanning
4 Ongerustheid
5 Angst
6 Controle
7 Opwinding
8 Flow
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
MEER FLOW DOOR:
1. Duidelijkheid – doelen en feedback zijn eenduidig & onmiddellijk.
2. Focus – belangstelling en aandacht voor wat je nu doet (gefocust zijn).
3. Keuze –Je hebt het gevoel dat je kunt kiezen (consequenties aanvaarden).
4. Vertrouwen – gevoel van vertrouwen zodat je je‘niet-zelfbewust’ aan
interesses kunt wijden.
5. Uitdaging – de inspanning om steeds complexere mogelijkheden tot
handelen te zoeken.
Csikszentmihalyi, M. (1999). Flow. Amsterdam: Boom.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
B: Mogelijkheden voor betrokkenheid Mindfulness Gefocuste aandacht:
ZINTUIGLIJK EMOTIONEEL INTELLECTUEEL visueel empathie rationeel
auditief zelfreflectie wetenschappelijk kinesthetisch historisch
FLOW A: the Hook
NIEUWSGIERIGHEID INTERESSE Stimuli in de omgeving Stimuli die een verband leggen tussen die de zintuigen prikkelen persoonlijke interesse en leerstof.
C: Voorwaarden voor Flow Intrinsieke beloning door de optimale ervaring
UITDAGINGEN = VAARDIGHEDEN
D: Groei van complexiteit van het bewustzijn: Als de betrokkenheid intrinsieke beloning oplevert, wil je
deze beloning vasthouden. Dit leidt tot groei = toename in de complexiteit van het leren/ervaren op zintuiglijk, intellectueel en emotioneel gebied.
Csikszentmihaly, M., & Hermanson, K. (2004). Intrinsic motivation in the museum: Why does one want to learn?
EMOTIES EN DENKEN
Zelfs de meest droge, concrete feitenkennis over de wereld,
wordt krachtiger wanneer deze verbonden is aan sociale en
emotionele waarden.
(Immordino-Yang, M. H., 2011)
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
KENNIS OVER KUNST: Het model van Bullot & Reber (2013).
kunsthandel -
kunstmarkt.
Geestestoestand
van de kunstenaar
en zijn/haar
handelingen.
kunst instituties.
historische
processen.
Productie van
een
kunstwerk;
artistieke
handelingen
kunstobject;
functies en
waarden;
causale
informatie
Basale
waarneming.
Aandacht voor de
kunstzinnige
vormgeving.
Kunstzinnig inzicht.
Waarnemings-
sensitiviteit
Sensitiviteit voor causale geschiedenis
Sensitiviteit voor de kunsthistorische context
Kunsthistorische context
van het werk.
Waardering van het werk.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Stadia van de waardering.
Basale waarneming van het kunstwerk:
Aandacht voor de kunstzinnige vormgeving van het kunstwerk en de context:
Kunstzinnig inzicht het kunstwerk:
Het model van Bullot & Reber (2013).
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Basale
waarneming.
Aandacht voor de
kunstzinnige
vormgeving.
Kunstzinnig inzicht.
Stadia van de waardering.
Basale waarneming van het kunstwerk .
Aandacht voor de kunstzinnige vormgeving van het kunstwerk en de context .
Kunstzinnig inzicht het kunstwerk .
• Op theorie gebaseerde redeneringen over de inhoud, vorm en functies van het kunstwerk en de causale informatie die in het werk opgenomen is. (Op theorie gebaseerde classificatie van stijlen.) • Emoties die ontketend worden door kennisprocessen van de beschouwer en zijn/haar ontdekkingen met betrekking tot contextuele functies en de kunsthistorische context. • Waardering van vergelijkbare werken en inzicht in vervalsingen gebaseerd op het volgen van historische sporen met betrekking tot het kunstwerk en de kunsthistorische context ervan.
Het model van Bullot & Reber (2013).
• Causaal redeneren over waarneembare kenmerken en causale verbanden (afgeleid van essentialistische aannames). • Identificatie, bepalen van plaats/tijd en genealogie van het werk en de actoren en handelingen die de productie van het werk hebben veroorzaakt. • Het zich inleven in de geestestoestand van betrokkenen in de kunsthistorische context; het opnieuw beleven van/ inleven in bepaalde mentale toestanden.
• Waarneming van de voorstelling en aandachtig bekijken van de observeerbare kenmerken van een kunstwerk ( = vorm, kleur, compositie) • Basale informatieverwerking van vormstructuren en betekenissen van symbolen en narratieve structuren ( = voorstelling, verhaal). • Impliciet leren van regelmatigheden (zoals stijlen); anticiperen op datgene wat waarschijnlijk is. • Automatisch ontketenen van emoties. • Aanzetten tot verbeelding en het zichzelf inleven of zich verplaatsen in.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
MODERNISME: ca.1860 - 1950 POSTMODERNISME: ca.1960 – 2001
Industrieel kapitalisme Consumptiemaatschappij (laatkapitalisme)
Grote verhalen
Universele idealen
Vooruitgangsdenken
Waarheid, objectiviteit
Geen grote verhalen meer
Geen geloof meer in universele idealen
Cyclische , fragmentarische visie op geschiedenis
Geconstrueerde, subjectieve waarheden (plural.)
Scheiding hoge en lage kunst
Autonomie van de kunst
Abstractie, atonaliteit
Stilistische zuiverheid:
formalisme
Functionalisme (Form Follows Function)
Accent op authenticiteit en betekenis
Gericht op eenheid, creatie:
eenvoud & eenheid (Less is more)
Uniciteit, vernieuwing, originaliteit
Expressie: angst en vervreemding
Grens tussen high art/low culture vervaagt
Autonomie verdwijnt (cultuurindustrie)
Herwaardering figuratie, herkenbaarheid
Stilistische onzuiverheid:
eclecticisme en historicisme
Fictie (Form Follows Fantasy)
Werkelijkheid is een schijnvertoning (simulacrum)
Pluralistisch, fragmentarisch, deconstructie:
complexiteit en tegenspraak (Less is a bore)
Imitatie, parodie: originaliteit bestaat niet
Nadruk op schizofrenie, fragmentering van subject
Op basis van A. van den Braembussche (2000) en D. Harvey (1990).
Maatschappij
Filosofische denkbeelden
Kunst
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
ZINTUIGLIJK – EMOTIONEEL - KUNSTINZICHT
WELKE ZOU JIJ KIEZEN OP BASIS VAN DE VORMGEVING?
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Als je denkt aan de vormgeving van bv tablets, begrijp je dit dan?
Het eenvoudigste wordt gezien als een basis: eenvoudige
basisvorm die verwijst naar pure vormgeving.
Er is sprake van monochrome kleur van het apparaat:
wit of zwart, dat is een vorm van eenvoud.
Het scherm kan gezien worden als een oneindige ruimte:
een verwijzing naar oneindige mogelijkheden.
DUS OOK MOOI?
Malevich
’Zwart
suprematistisch
vierkant’, 1915 Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
WAAROM ZO? Wat zouden de overwegingen van de kunstenaar zijn geweest?
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
MALEVICH ZELF ZEGT:
“Het zwarte vierkant op het witte veld was de uitdrukking
van de abstracte gewaarwording, de beleving zonder objecten
of voorstelling: het vierkant symboliseert die gewaarwording;
het witte veld symboliseert het ‘niets‘ buiten deze ervaring.“
Kasimir Malevich: Die Gegenstandslose Welt. Bauhausbuch 11. München, 1927, p. 74.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
KUNSTZINNIG INZICHT
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Pietà – beeldend, CE vwo kua - 2012
29
Leg aan de hand van twee aspecten uit waarom de foto op afbeelding 4 postmodern genoemd
kan worden.
Leg uit hoe het onderwerp aansluit bij de cultuur van het moderne. Geef ook aan tot welke
kunsthistorische stijl het affiche behoort.
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Expertisecentrum-kunsttheorie
M.T.A. van de Kamp
Leg uit hoe het onderwerp aansluit bij de cultuur
van het moderne. Geef ook aan tot welke
kunsthistorische stijl het affiche behoort.
Welke soort kennis heb je hiervoor nodig?
Hoe pak je het beantwoorden van deze vraag aan?
Wat weet je nog niet goed genoeg?