19 april WO april verkeer fiets.docx 1/6 !

UC Leuven Limburg Departement Lerarenopleiding Professioneel gerichte bachelor in het onderwijs- flexibel traject: lager onderwijs Campus Heverlee Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee Tel. 016 37 56 00 – Fax 016 37 56 99

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS – flexibel traject

LESONTWERP Naam:Ingrid Ghyselinck

Studietrajectbegeleider: Hilde van Dael

Mentor:Sophie Roosens

Feedback op lesvoorbereiding � in orde � kleine aanpassingen nodig � te herwerken en opnieuw indienen

� Aanvraag materiaal en voortaken: …………………………………………………….

Vul de gevraagde informatie in

school : Blokbos – Gemeentelijke basisschool Lot leergebied : WO

klas en leerjaar : 6S onderdeel : verkeer

aantal leerlingen : 17 lesonderwerp : Met de fiets veilig door het verkeer.

datum (data) : April 2016 lestijden : van 9.20 tot 10.10 uur

van tot uur

1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN

Vink aan. � Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap) � Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies)

� Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op privé-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, …)

� Privéscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen)

Noteer en geef een nummer. ET:

WO-VKR-10.1 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze de veilige uitrusting van de fiets kennen.

WO-VKR-10.4 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze verkeerstekens voor fietsers begrijpen.

WO-VKR-10.5 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze de algemene voorrangsregel kennen.

WO-VKR-10.6 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze de voorrangsregels op een kruispunt met voorzieningen kennen.

WO-VKR-10.7 De leerlingen kennen de verkeersregels voor fietsers. Dit betekent dat ze weten hoe ze een kruispunt met de fiets moeten oversteken.

2. BEGINSITUATIE Algemene beginsituatie: zie infowijzer Specifieke beginsituatie relevant voor deze les. Wat moeten de lln. kennen en kunnen om de lesdoelen te bereiken? Op welke manier kregen de lln. dit reeds aangereikt?

•! De leerlingen hebben in november deelgenomen aan de actie ‘helm op, fluo-top’. De school kwam zelfs voor een de nieuwsreportage van VTM. Ze weten dus wat ze moeten dragen om veilig door het verkeer te fietsen.

•! Vanaf volgend jaar gaan de leerlingen naar een middelbare school op enkele kilometers van hun woonplaats. Velen zullen daarvoor de fiets gebruiken.

•! Het wiel en de fiets staan centraal in het thema WO.

Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les Differentiatievorm 1

� tempo

� begeleiding � instructie

19 april WO april verkeer fiets.docx 2/6 !

� materiaal

� moeilijkheidsgraad � …

2

� tempo

� begeleiding

� instructie � materiaal

� moeilijkheidsgraad

� …

3 � tempo � begeleiding

� instructie

� materiaal � moeilijkheidsgraad

� …

3. BRONNEN Welke handleidingen, naslagwerken, websites, bestaande praktijkvoorbeelden, … heb je geraadpleegd om deze les voor te bereiden? Formuleer volgens de APA-methode. •! http://nieuws.vtm.be/binnenland/165886-zichtbaar-verkeer-helm-op-fluo-top •! http://www.lokalepolitie.be/sites/5415/images/stories/pdf/trap%20veilig%20en%20knap.pdf •! http://www.hetgrotefietsexamen.be/scholen/lesmateriaal •!

19 april WO april verkeer fiets.docx 3/6 !

4. Bordschema Welke kernwoorden, schema’s, geheugensteuntjes, … bied je aan ter visuele ondersteuning? Welke borden zijn beschikbaar? (krijtbord, magneetbord, … ) Indien je een digibord gebruikt, druk je het bordplan af. Powerpoint ‘Ken je de verkeersregels? ‘

Pdf: fietsreglement lokale politie Tekeningen van vijf verkeerssituaties

19 april WO april verkeer fiets.docx 4/6 !

TIJD DOELEN Wat wil je dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van deze les/lesfase? Noteer in observeerbaar gedrag. Vermeld het nummer van het leerplandoel (voor instroom én uitstroom deel 1). Noteer het differentiatiedoel indien je in een lesfase differentieert.

LEERPROCESBEGELEIDING (lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden)

WERKVORM MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE KLASSCHIKKING

intr

o

‘15

De leerkracht heeft op de site van vtm een filmpje gevonden uit november waar de school een rol speelt bij de campagne ‘Helm op en fluo top’. “Ik heb op internet een leuk filmpje gevonden. Gaan we eens kijken’. Na het filmpje:

-! Wat was de bedoeling van die actie? -! Hebben jullie dat ook gedaan? Een helm gedragen en een fluo-vest

in het donker? “Over hoe je zelf veilig door het verkeer gaan, moeten we het dus niet meer hebben. Laten eens kijken wat er verplicht is aan de fiets. Op het bord zien de leerlingen de fiche waar opstaat wat verplicht is aan een fiets. Een leerling leest het tekstje voor. We halen er een fiets bij en de leerlingen controleren of de fiets voldoet aan de reglementen. Wat weten de leerlingen van de verkeersregels voor fietsers? De leerlingen krijgen een powerpoint te zien met vijf vragen en telkens drie mogelijke antwoorden. De leerlingen noteren individueel wat ze denken dat het antwoord is. Daarna overlopen we de antwoorden. Hebben de leerlingen alles juist? Of hebben ze toch nog wat fouten gemaakt.

Video VTM: Helm op en fluo top Fietsreglement lokale politie ‘Trap veilig en knap’ Fiets Lln: blad papier en pen/werkschrift Powerpoint: test fietsregels Filmpje Birsen

Ker

n

‘30

Basisdoel: De leerlingen kunnen in bepaalde verkeerssituaties de voorrangregels voor fietsers herkennen.

Doornemen en herkennen van de voorrangregels voor fietsers. Een aantal leerlingen gaan volgend schooljaar met de fiets naar school gaan, sommigen doen het misschien nu al. We gaan in deze les eens kijken naar de voorrangsregels voor fietsers, hoe je in bepaalde situaties moet reageren en we gaan het toepassen op de omgeving waar we in wonen en volgend jaar naar school moeten. Wat weten de leerlingen van voorrang verlenen? We testen de situatie uit tussen de banken in de klas. Wie moet er voorrang verlenen aan wie. Belangrijk: je krijgt voorrang van rechts. We bekijken de fiche van de politie waarop uitleg staat over verschillende situaties. We lezen de fiches:

-! Waar fiets ik? -! Een kruispunt wat doe ik? -! Links afslaan op een kruispunt -! De rotonde. Wat doe ik? -! Verboden richting. Wat doe ik? -! De verkeersborden in verband met voorrangssituaties.

Daarna krijgend de leerlingen elk een werkbundel met voorrangssituaties.

Per twee: fiche lokale politie fietsregels ‘Trap veilig en knap’ Elke leerlng: werkbundel Zonneland voorrangsregels. Werkvorm: klassikaal en partnerwerk

19 april WO april verkeer fiets.docx 5/6 !

We bespreken de voorrangssituaties. Per twee krijgen ze ook de fiche van de lokale politie. De eerste vraag lossen we samen op: Wat is voorrang. Net als de vraag over de verkeerstrap. De leerlingen analyseren de verkeerstrap en leggen het principe uit. We overlopen samen de woorden die ingevuld moeten worden. Begrijpen de leerlingen alle woorden? Verkeersregels, bevoegde personen, verkeersborden, verkeerslichten. Als test nemen we er een foto bij van een agent die het verkeer regelt aan een verkeerlicht. Ik wil rechtdoor: wat doe ik? Vanaf dan gaan de leerlingen per twee aan het werk. Ze krijgen de fiche van de lokale politie ter beschikking om extra informatie op te zoeken. De oefeningen zijn concrete situaties op de voorrangsregels. De leerlingen moeten de juiste oplossing selecteren.

Differentiatiedoel: De leerlingen kunnen bij voorrang in bijzondere situaties de juiste oplossing herkennen.

De leerlingen die snel klaar zijn, proberen in bijzondere situaties de juiste voorrangsregel te selecteren.

‘40

Basisdoel: De leerlingen kunnen de verschillende stappen bij de basisvaardigheden verwoorden

Doornemen van de verschilende stappen in bepaalde verkeerssituaties en ze in eigen woorden uitleggen. De leerlingen krijgen een fiche met de vier basisvaardigheden voor een fietser + extra over een rotonde zonder fietspaden. De leerlingen nemen samen de fiche door en proberen in eigen woorden uit te leggen wat de verschillende stappen zijn. Ze gebruiken ook de tekening om te kijken waar ze wat doen. De leerlingen testen de situaties uit in de klas tussen de banken. Vaardigheden:

-! Rechts afslaan -! Links afslaan -! Langs een hindernis rijden -! Op een rotonde zonder fietsbaan -! Voorrang verlenen op een kruispunt.

Nadat de leerlingen alle vaardigheden hebben doorgenomen draaien ze hun fiches om. De leerkracht toont de verschillende vaardigheden door elkaar. Kunnen de leerlingen de verschillende stappen herhalen?

Elke leerling: fiche met de vijf vaardigheden.

verw

erki

ng

‘10 Basisdoel: De leerlingen kunnen de verkeersregels voor fietsers geven in concrete situaties.

Antwoorden op vragen in verband met de verkeerssituaties in de omgeving. Om af te sluiten bekijken we 10 foto’s met verkeerssituaties uit de omgeving. De leerlingen geven antwoord op de vraag. Als hulpmiddel kunnen ze gebruik maken van de verkeersfiche van de lokale politie .

Powerpoints met google street map met concrete situaties uit de omgeving.

19 april WO april verkeer fiets.docx 6/6 !

leso

verg

ang