Protestantse Kerk in Nederland - PKN De Lier€¦ · met de Rooms Katholieke Parochie en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt zijn van groot belang om onze eenheid in Christus te benadrukken

Beleidsplan 2014-2018 Hervormde Gemeente te De Lier Pagina 1

Protestantse Kerk in Nederland

Hervormde Gemeente te De Lier

BELEIDSPLAN 2014 – 2018

VASTGESTELD DOOR ALGEMENE KERKENRAAD 12 FEBRUARI 2014


HOOFDSTUK 1 - IDENTITEIT

De Nederlands Hervormde Gemeente in De Lier is een gemeenschap die Christus belijdt en weet zichdeel van de Protestantse Kerk in Nederland. De Heilige Schrift aanvaardt ze als enige regel voor haargeloof. Ze weet zich verbonden met de reformatorische (gereformeerde) traditie en het klassiekebelijden van de kerk. Van Christus legt ze getuigenis af in woord en daad.

Binnen de brede Protestantse Kerk in Nederland omschrijft onze gemeente zich als “openconfessioneel”. Dit komt met name tot uiting in haar belangrijkste activiteit: de zondagse eredienst.De liturgie hierin kent een redelijk sober karakter waarin de Tien Geboden en de Geloofsbelijdenismet regelmaat te horen zijn. Overigens hecht de gemeente aan een zekere ruimte in de praktischeuitwerking van de liturgie.Confessioneel is staan in een traditie van eeuwen, die zelfs in het kerkgebouw de Domkerk voelbaaris. De gemeente hecht aan een warme brede rand om de vierende gemeenschap heen. Daarom voeltze zich thuis bij de oude volkskerkgedachte, die een ruimhartige dooppraktijk, ditohuwelijksinzegeningen kent. Iedereen hoort erbij. Daarom zijn er van tijd tot tijd laagdrempeligevieringen, bijvoorbeeld kerk-en-schooldiensten, doopgezins-diensten en kerkdiensten voor jongeren.Ook hechten wij belang aan de Jeugdkerk voor jongeren in het middelbaar onderwijs.Het begrip “open” in open confessioneel wil zeggen, dat er vanuit de kerk een open blik is naar desamenleving, naar de wereld en de cultuur waarin wij leven. We proberen daarom ook verbindingente leggen tussen kerk en maatschappij.

De gemeente is gebonden aan de kerkorde van de PKN, die een presbyteriaanse structuur heeft, ditbetekent een opbouw van onder af. Wezenlijk hierbij zijn de ambten van predikant, ouderling endiaken. Wij achten het van belang dat ook in een veranderende kerk de ambten blijven functioneren.Daarom is het een vereiste dat bij eventueel nieuw te vormen wijken/secties in elke sectie minimaaléén ouderling deel uit maakt van het wijkteam.

De gemeente aanvaardt de uitdaging kerk van Christus te zijn. Ze beseft dat dit, in deze tijd, steedsminder geaccepteerd wordt. Ze mag echter leven vanuit de drieslag geloof, hoop en liefde, die haardoor God geschonken is. De grootste hiervan is de LIEFDE.

1.1. Praktische vertaling:1. We werken van harte samen met de Vredekerk (Gereformeerde Kerk) in ons dorp. Met oog voor

de eigen identiteit moeten we de samenwerking stimuleren en waar mogelijk versterken. Erwordt gekozen voor een samenwerking die vorm krijgt van onder af. Gecompliceerde processenmoeten niet worden overhaast, toch is het doel op termijn te komen tot een volledig samengaanvan de beide PKN-kerken tot één Protestantse Gemeente De Lier.

2. De goede samenwerking binnen de Raad van Kerken stemt tot grote tevredenheid. De contactenmet de Rooms Katholieke Parochie en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt zijn van groot belangom onze eenheid in Christus te benadrukken.

3. We willen een gastvrije, open gemeente zijn. Daarom streven we er naar de Domkerktoegankelijk te laten zijn voor de hele Lierse gemeenschap. De kerk kan beschikbaar gesteldworden voor tentoonstellingen en concerten, gegeven door de diverse culturele verenigingen. Bijbijzondere activiteiten in het dorp trachten we ook de kerkdeuren te openen. Gemeenteledenzetten zich dan in om op die momenten, met een passende invulling, mensen kennis te latenmaken met de binnenkant van het kerkgebouw. Op deze manier hopen we eventueel aanwezigegevoelsmatige drempelvrees weg te nemen.

4. Als gemeente van Christus treden we gasten open en zonder vooroordeel tegemoet, in de hoopdat wat ons beweegt ook anderen raakt. We geloven in de kracht van Zijn LIEFDE.


HOOFDSTUK 2 - JEUGDWERK

2.1 InleidingOnder het motto “Als de jeugd de toekomst heeft en zelfs de toekomst van de kerk is, dan is het demoeite waard om daar ‘werk’ van te maken” hebben de jeugdambtsdragers van de Dom- en deVredekerk het beleidsplan “Jeugdwerk PKN De Lier” opgesteld. Het beleidsplan, voor zover het doorde kerkenraad is geaccordeerd, wordt in dit hoofdstuk samengevat weergegeven.

2.2 Missie en visieDe missie van het jeugdwerk is: “Het (door)vertellen en uitdragen van het woord van God. Waarbijde basis is: heb God lief en heb je naaste lief als jezelf”.De visie van het jeugdwerk is:“Een geloofsomgeving creëren waar jongeren zich thuis voelen en betrokken zijn, waardoor erruimte is voor het woord van God”.

2.3 Huidige situatieIn het JAD (de jeugdraad van de Dom- en Vredekerk) hebben 4 jeugdouderlingen van beide kerkenzitting, alsmede een jeugddiaken / penningmeester. Iedere jeugdouderling heeft zitting in een(aantal) commissie(s) die vallen onder de verantwoordelijkheid van het JAD. Zij brengen verslag uitaan het JAD en in het JAD wordt verder het beleid bepaald. De beide voorzitters hebben ieder zittingin het Moderamen van hun kerk en brengen daar verslag uit van de gang van zaken.De doelgroep van het JAD is de jeugd en jongeren van 0 – 25 jaar. Afhankelijk van de activiteitenworden ook de ouders erbij betrokken.

De taakvelden van het JAD zijn: oppasdienst, zondagsschool, kindernevendienst, jeugdkerk,catechese-/jeugdgroepen, vakantiebijbelweek, jongerendienst, sirkelslag, evangelisatie knutselclub,startweekend kinderen en jongeren, examenactie.

2.3.1 ActiviteitenDe activiteiten per leeftijdsgroep zijn onder te verdelen in 3 categorieën: diensten, leerzaam & leuken fun. Onder het kopje ‘leerzaam & leuk’ worden de activiteiten genoemd, waarbij de verkondigingvan Gods woord het hoofdbestanddeel vormt. Dit wordt gebracht op een wijze die jongerenaanspreekt.Het kopje ‘fun’ vermeldt de activiteiten die georganiseerd worden vanuit de kerk, waarbij naastaandacht voor God en de bijbel, vooral de nadruk gelegd wordt op het sociale aspect, het samenplezier maken.

Diensten Leerzaam & leuk Fun0-12 jaar Kinderpaasdienst

KinderkerstdienstZondagsschoolKindernevendienstKindercatechese(avondmaal)

OppasVakantiebijbelweekKnutselclubSirkelslag kidsKindermiddagstartweekend

12-16 jaar Jongerendiensten JeugdkerkCatechese-/jeugdgroepen

Sirkelslag YoungJeugdactiviteit(startweekend)

16-25 jaar UitslaapdienstenJongerendiensten

Gespreksgroepen (nuniet)Jeugdgroep 16+(catechese)


Naast de activiteiten die onder de verantwoording van het JAD vallen, worden er ook nog andereactiviteiten voor de jeugd georganiseerd.Hierbij te denken aan de school-kerkdiensten (3 keer per jaar), jeugdalpha (streven is 1 keer per2 jaar een nieuwe groep te starten), workshops voor de jeugd tijdens winterwonderland en deKids praise dienst.Ook zijn er eenmalig georganiseerde activiteiten, zoals Nacht zonder dak.

2.4 Evaluatie 2008 - 2012

2.4.1. Evaluatie van de kernpuntenIn het jeugdbeleidsplan 2008-2012 werden 4 kernpunten opgesteld waar het JAD zich op wildefocussen om de missie en visie te verwezenlijken. Evaluatie van die periode van de 4 kernpuntengeeft het volgende beeld:

I. Kwaliteit verbeteren van jongerendiensten en uitslaapdienstenEvaluatie van de jongerendiensten:o het aantal jongeren dat de jongerendiensten bezoekt loopt sterk terug;o de Domkerk is niet de meest geschikte kerk voor het gebruik van een beamer, opvoeren van

sketches etc. De beamer wordt sporadisch ingezet;o weinig animo onder jeugd om mee te denken en te werken aan de jongerendienst;o jongerendiensten zijn niet verplaatst naar de Rank;o doelgroep was de jeugd van 12 – 16 jaar, maar is inmiddels verschoven naar (jonge) gezinnen;o na afloop van de dienst is er altijd koffie, thee of fris. Hier wordt goed gebruik van gemaakt.

Evaluatie van de uitslaapdiensten:o terugloop aantal jongeren dat de uitslaapdiensten bezoekt;o de Uitslaapband is gestopt, de muzikale leiding wordt nu verzorgd door 2 zangeressen en een

pianist;o doelgroep was de 16+ jeugd, maar is inmiddels verschoven naar (jonge) gezinnen.

II. Opstarten van jeugdgroepenEvaluatie:o het jeugdhonk is niet gerealiseerd;o voor het slagen van de opzet van een jeugdhonk ziet het JAD een jeugdwerker als een onmisbare

schakel.

III. PR- aanpakEvaluatie:o er is een nieuw logo ontwikkeld. Dit wordt gebruikt voor correspondentie e.d.;o de site is aangepast en wordt elk jaar geactualiseerd. Toch is het nog geen site ‘voor en door’

jongeren. Het is voornamelijk een nieuwsberichtensite;o er is een facebook-, hyves- en twitteraccount aangemaakt. Dit zou echter beter gecoördineerd en

professioneler aangepakt moeten worden;o er wordt geprobeerd zoveel mogelijk e-mail adressen van de jeugd te verzamelen en veel

uitnodigingen worden via de mail verstuurd.

IV. Jeugdwerker & JeugdpastoraatEvaluatie:o van 2009 tot mei 2010 is er een jeugdwerker actief geweest voor 15 uur in de week. Daarna is er

geen jeugdwerker meer benoemd.


Toch blijft de noodzaak om het jeugdwerk nieuwe impulsen te geven bestaan door iemand dieals kartrekker en vertrouwenspersoon kan fungeren. Het JAD merkt dat het steeds moeilijkerwordt om vrijwilligers te krijgen die activiteiten willen organiseren en te begeleiden.

2.4.2. Evaluatie van de activiteiteno Oppas, zondagsschool, kindernevendienst, vakantiebijbelweek, knutselclub: deze activiteiten

voor de groep 0 t/m 12 jaar lopen goed. Wel is er een daling in de opkomst te zien. Het wordtmoeilijker om vrijwilligers te vinden.

o De kindernevendienst XXL in de Vredekerk is een succes. Dit is op de eerste zondag van demaand, waarbij ze samen in hun eigen ruimtes beginnen en voor de zegen terugkomen in dekerk.

o Jeugdgroepen (catechese): opkomst is de afgelopen jaren teruggelopen, maar is de laatste 2 jaarredelijk stabiel. Er is geprobeerd om de methode te actualiseren, maar nog niet met hetgewenste resultaat. Voor de 14, 15, 16- jarigen lijkt de aangeboden stof minder goed aan teslaan.

o Jeugdkerk: draait goed, ook de opkomst is goed.o Sirkelslag, nacht zonder dak, winterwonderland zijn mooie aanvullingen op het aanbod voor de

jeugd.o Er is een te gering aanbod van activiteiten voor de groep 16+. Er zijn op dit moment geen

gespreksgroepen meer (bedoeld voor jongeren die belijdenis hebben gedaan). Al jaren was ergeen nieuwe aanwas van (deelnemers aan) gespreksgroepen. Oorzaak is o.a. dat er steedsminder jongeren belijdenis doen.

2.5 Beleid 2014-2018Als kerk moet je investeren in de jeugd. Dit kost veel tijd, geld en energie.

Goed jeugdwerk begint met goed kinderwerk. Daarbij gaat het om de doorgaande lijn. Een relatiemet de jeugd opbouwen heeft tijd nodig, je moet elkaar geregeld zien. Dat lukt niet met enkeleprikacties. Het succes van jongerenwerk hangt af van de kwaliteit van de relaties met de jeugd.

Actiepunten:1. Nader onderzoeken of het aantrekken van een jeugdwerker wenselijk c.q. noodzakelijk is.

De jeugdwerker is een identificatiefiguur, die relaties met jongeren en anderen kan opbouwen,de relaties kan ondersteunen en richting kan geven bij het ontdekken en de groei van degeloofsontwikkeling van de jongeren, dit in samenwerking met de predikanten en dekerkenraden.Gedacht wordt aan iemand met nieuwe, frisse ideeën, die de kar m.b.t. het jeugdwerk kantrekken en die een klik heeft met de jeugd.

2. Nader onderzoeken of het realiseren van een jeugdhonk wenselijk c.q. noodzakelijk is.De visie van het jeugdwerk is een geloofsomgeving te creëren waar jongeren zich thuis voelen enbetrokken zijn. Een belangrijke aanzet hiertoe zou die eigen plek kunnen zijn. Een plek waar dejeugd terecht kan voor gezelligheid, ontspanning en diepgang. Hier kan het groepsgevoel wordenontwikkeld.

3. PR uitbreiden; meer gebruik maken van social media.4. Jeugdgroepen: door nieuwe vormen en onderling gesprek de jongeren begeleiden bij hun

geloofsontwikkeling.5. Jeugdkerk: nader onderzoeken om diensten in deze vorm voor de 16+ te organiseren.6. Nieuwe ideeën creëren om jongeren weer enthousiast te krijgen voor diensten -in welke vorm

dan ook- waarin zij zich thuis voelen en waar ze zich ook voor in willen zetten.7. Uitslaapdiensten en jongerendiensten: kijken welke opzet nodig is, om de beoogde doelgroep

weer te bereiken.8. Het JAD moet een goed contact onderhouden met de diverse commissies.


9. Nadenken over nieuwe activiteiten die opgezet kunnen worden voor de 16+ groep.10. Structureel aanbieden van activiteiten als Nacht zonder Dak.11. Organiseren en begeleiden van jongeren naar activiteiten buiten De Lier, zoals de

EO-jongerendag en bijvoorbeeld werkvakanties. Hiervoor zijn vrijwilligers nodig en eenorganisator die dit op zich kan en wil nemen.

2.6 Conclusie1. Het JAD is onverminderd druk bezig zijn met het organiseren van activiteiten voor de jeugd. De

meeste lopende activiteiten tot 12 jaar worden redelijk goed bezocht door de doelgroepen, maarbij sommige activiteiten loopt de animo van de jeugd sterk terug.Om de jeugd te blijven boeien, zul je met nieuwe, frisse ideeën moeten komen. En we moetenopen blijven staan om ideeën, die vanuit de jeugd komen, te ondersteunen en te faciliteren.

2. Het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden die activiteiten willen organiseren enbegeleiden. Het aantrekken van (een) betaalde kracht(en) kan een oplossing zijn.

3. Er is van 2009 tot mei 2010 een jeugdwerker op parttime basis werkzaam geweest die een aantalnieuwe activiteiten heeft opgezet in samenwerking met de jongeren (de sing-in, dePaasnachtactiviteiten, winterwonderland).

4. Het JAD heeft het vertrouwen, begrip en de middelen van de PKN-gemeente nodig om goed tekunnen functioneren en het beleid om te zetten in actief en goed lopend jeugdwerk.

5. Om het voortbestaan van de kerk in De Lier te waarborgen, zal er geïnvesteerd moeten wordenin de jeugd. Want de jeugd heeft de toekomst, de jeugd is de toekomst en zonder jeugd geentoekomst.


HOOFDSTUK 3 - EREDIENSTEN

3.1 InleidingDe eredienst, waarin we samen bij-Een zijn, is het hart van het gemeente-zijn. De eredienst is de accuen de aanjager van het geloofsleven, zowel voor het individu als voor de gemeente als geheel. Dekerkdienst – als samenkomst rondom Woord en Sacrament, de gebeden en lofprijzing – is onmisbaarvoor de gemeente van Christus.Hierbij is het gebouw waarin we samenkomen geen neutrale plek. De mogelijkheden van hetkerkgebouw bepalen mede wat liturgisch kan en wenselijk is. We willen dan ook vieren met respectvoor het kerkgebouw.

3.2 Orde van dienstIn de eredienst staat de verkondiging van de Schrift centraal. Heel de liturgie staat in het teken vandeze verkondiging. De keuze van de liederen is niet willekeurig maar dienstbaar aan het geheel vande viering.De liturgie is tamelijk traditioneel waarbij waarde wordt gehecht aan geloofsbelijdenis en wetlezing.In de ochtenddienst wordt als regel de schriftlezing gekozen volgens het oecumenisch leesroosterdat ook in de kindernevendienst wordt gebruikt. Voor de avonddienst is de predikant vrij in detekstkeuze. In deze viering hebben de aspecten “leren” en “verdiepen” een nadrukkelijke plaats.De eredienst moet een belevenis zijn, toegankelijk voor iedereen. Er is aandacht voor de kinderen dienaar de nevendienst gaan.Sinds 1 december 2013 wordt in de kerkdiensten gezongen uit het (nieuwe) Liedboek – Zingen enbidden in huis en kerk. Ook wordt de Evangelische Liedbundel (ELB) gebruikt. In bijzondere dienstenworden ook liederen gezongen uit andere bundelsIn bijzondere diensten is er afwisseling van mensen die meewerken aan de dienst: schriftlezing,gebed, gedicht, e.d..Betrokkenheid van de gemeente kan worden vergroot door enige keren per jaar na een dienst eennabespreking te houden. Ook het regelmatig in de kerkenraad evalueren van een kerkdienst is zinvol.Er zal een nieuw boekje met formulieren voor doop, Heilig Avondmaal, huwelijk, etc. wordensamengesteld met de formulieren die reeds in de betreffende diensten worden gebruikt

3.3 Bediening van de DoopEr is gelegenheid om kinderen te laten dopen tijdens de morgendienst op ca. zes zondagen per jaar.De doopouders worden bij de voorbereiding van de dienst betrokken en leveren in de dienst eenbijdrage.Een doopcatechese zal worden ingesteld waarbij de doopouders, vóór er gedoopt wordt, twee maalmet de predikant bij elkaar komen: één keer om de dienst voor te bereiden en één keer om metelkaar in gesprek te zijn over geloofsopvoeding.Om de betrokkenheid van de gemeente en de ouders te bevorderen wordt er na afloop van de dienstgelegenheid gegeven om de doopouders te feliciteren.

3.4 Viering van het Heilig AvondmaalHet Heilig Avondmaal wordt vijf maal per jaar gevierd zowel tijdens de morgendienst als tijdens deavonddienst.Op de zondag voorafgaande aan de viering wordt er tijdens de avonddienst aandacht besteed aan devoorbereiding en zo mogelijk ook in de ochtenddienst.Van het Censura Morum wordt al jaren geen gebruik gemaakt. Een gesprek met een predikant tervoorbereiding op het Avondmaal blijft uiteraard mogelijk.Tot deelname aan het Heilig Avondmaal worden alle belijdende leden uitgenodigd. Het Avondmaalstaat ook open voor doopleden vanaf de leeftijd van zeven jaar. Voor kinderen van debasisschoolleeftijd beslissen de ouders, met inachtneming van de minimumleeftijd, wanneer hunkinderen voor het eerst aan het Avondmaal deelnemen. Er wordt elk najaar een voorbereidende


catechese aangeboden, waarbij er van wordt uitgegaan dat de kinderen die voor het eerstdeelnemen, deze volgen.Gasten die in hun thuisgemeente het Avondmaal meevieren zijn ook in de Domkerk van hartewelkom.Gezocht zal worden naar een vorm waarbij zij die veel waarde hechten aan een bewustevoorbereiding en beleving van het Avondmaal (het aan tafel gaan) enerzijds en zij die minder waardehechten aan de traditionele vorm anderzijds, zich thuis voelen. Een gemeenschapsmaal voor jong enoud kan deelname bevorderen. De gemeente zal nadrukkelijk worden gehoord bij het uitwerken vande plannen.Er is ook de mogelijkheid het Heilig Avondmaal in de Triangel dan wel thuis te vieren.

3.5 Bijzondere dienstenEr is een verscheidenheid aan bijzondere diensten waarvoor een afnemende belangstellingwaarneembaar is. Deze diensten hebben dezelfde basis als ‘gewone’ diensten, maar er is een andereinvulling/presentatie. Er zal worden gestreefd naar een bezinning over de wijze waarop dezediensten moeten worden ingevuld. Ook zal worden onderzocht of het gebruik van een beamer zinvolis.Er wordt vooraf publiciteit aan bijzondere diensten gegeven. Meer participatie vanuit de gemeentevoor de invulling van bijzondere diensten moet worden gestimuleerd.

3.6 Actieplannen1. Betrokkenheid van de gemeente vergroten door enige keren per jaar na een dienst een

nabespreking te houden.2. Regelmatig in de kerkenraad een kerkdienst evalueren.3. Doopcatechese instellen waarbij de doopouders, vóór er gedoopt wordt, twee maal met de

predikant bij elkaar komen: één keer om de dienst voor te bereiden en één keer om met elkaar ingesprek te zijn over geloofsopvoeding.

4. Zoeken naar een vorm van Avondmaalsviering waarbij zij die veel waarde hechten aan eenbewuste voorbereiding en beleving van het Avondmaal (het aan tafel gaan) en zij die minderwaarde hechten aan de traditionele vorm zich thuis voelen. De gemeente zal nadrukkelijkmoeten worden gehoord bij het uitwerken van de plannen.

5. Een nieuw boekje samenstellen met formulieren voor doop, Heilig Avondmaal, huwelijk, etc. metde formulieren die reeds in de betreffende diensten worden gebruikt.

6. Onderzoek doen naar de wijze waarop bijzondere diensten moeten worden ingevuld en ofgebruik van een beamer zinvol is.

7. De gemeente stimuleren om meer te participeren bij de invulling van bijzondere diensten.


HOOFDSTUK 4 - VORMING EN TOERUSTING

4.1 InleidingDe kerkenraad acht het van belang dat binnen de gemeente haar leden – zowel individueel alsgezamenlijk – zodanig gevormd en toegerust worden, dat zij hun plaats als christen resp. alschristelijke gemeente in de samenleving kunnen innemen.Daartoe dienen gemeenteleden gestimuleerd te worden om met elkaar kennis te verzamelen danwel meningen en/of ervaringen uit te wisselen over aspecten die met geloof te maken hebben.Uitgangspunt is hierbij de Bijbelse opdracht die onder andere verwoord wordt in Efeziërs 4: 11-16.Deze brief schenkt ons een basis om als gemeente met elkaar te blijven leren en delen.Om de gemeente op dit gebied te ondersteunen heeft de kerkenraad samen met de kerkenraad vande Vredekerk een taakgroep vorming en toerusting ingesteld. De kerkenraad zorgt daarbij voor denodige faciliteiten.

4.2 Vormen van vorming en toerusting

4.2.1 JongerenDe toerusting van jongeren vindt o.a. plaats via kindernevendienst, jeugdkerk, (evangelisatie)club encatechese.De kerkenraad is zich er van bewust dat de toerusting en vorming van jongeren de komende jarenveel aandacht vraagt. Niet in de laatste plaats omdat de leefwereld van de jongeren als gevolg vansocial media (twitter, facebook, etc.) sterk wordt beïnvloed. Maar jongeren communiceren ook vaakmakkelijk en vrij via deze moderne communicatiemiddelen en leggen op deze manier eenvoudig ensnel contact met andere jongeren. Hier liggen ook kansen om het contact tussen kerk en jongeren teverstevigen. De kerkenraad wil deze mogelijkheid niet uitsluiten en deze zelfs faciliteren, maar heeftdaarbij wel de jongeren zelf nodig.Naast aansluiting bij de leefwereld van de jongeren is het i.v.m. geloofstoerusting belangrijk om dekwaliteit van de inhoud te bewaken.Een apart aspect is de aandacht voor jongeren in de gewenning aan een ‘normale’ kerkdienst.Een punt van aandacht zijn ook de gespreksgroepen voor oudere jongeren, deze zullen meergestimuleerd moeten worden.

4.2.2 TussengeneratieDe generatie mensen tussen de pakweg 25 en 45 jaar missen we vaak in de kerk. Het gaat ommensen die in een levensfase verkeren waarin veel dingen bij elkaar komen en om een keuze vragen.Het is verheugend dat er voor deze groep gemeenteleden activiteiten zijn ontwikkeld om deonderlinge band te versterken en hen te stimuleren deel te nemen aan het gemeenteleven.Omdat in deze generatie veel gemeenteleden met jonge kinderen voorkomen verdienttoerusting op het gebied van geloofsopvoeding van kinderen in deze groep bijzondere aandacht.

4.2.3 Ouderlingen en wijkmedewerkersDe vorming en toerusting van ouderlingen en wijkmedewerkers geschiedt door middel vanconsistorievergaderingen en voor ouderlingen tijdens de bespreking van inhoudelijke onderwerpenin de vergaderingen van de wijkkerkenraden. Onderling circuleert er ook kerkelijke lectuur.Vanuit de landelijke kerk is er cursusaanbod voor beginnende ambtsdragers, maar het is ooknoodzakelijk in de eigen gemeente nieuwe ambtsdragers en wijkmedewerkers praktisch (mentoraat)en pastoraal te begeleiden.Met het oog op komende ontwikkelingen verdient het prioriteit ambtsdragers en wijkmedewerkerste ondersteunen om samen met de vertegenwoordigers van de Vredekerk na te denken over anderevormen van gemeentecontact dan het persoonlijke huisbezoek. (zie ook Hoofdstuk 5 – Pastoraat)


4.2.4 JaarthemaIeder kerkelijk jaar biedt de landelijke PKN materiaal aan voor een jaarthema. Dejaarthemacommissie kan het materiaal nader uitwerken voor ambtsdragers en wijkmedewerkers vande Lierse kerken. Deze kunnen de handreiking dan als toerustingmateriaal gebruiken op(groot)huisbezoek, in gesprekskringen en wijkavonden en zo de gemeenteopbouw bevorderen.Deelname van alle plaatselijke kerkgenootschappen – o.a. de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) - iszeer wenselijk c.q. noodzakelijk.

4.2.5 Bijbel- en gesprekskringenEr zijn in de gemeente enkele bijbel- en gespreksgroepen. Ze bevorderen de omgang met het Woorden met elkaar, versterken het geloofsgesprek en werken als onderling pastoraat. Het huidige aantalgroepen is beperkt en gericht op een vaste groep gemeenteleden. Het is belangrijk dat ambtsdragersen predikanten gemeenteleden stimuleren aan een bijbel- en gesprekskring of een oriëntatiecursuschristelijk geloof (bijv. de alpha-cursus) deel te nemen. Het is wenselijk om groepen na 2 jaar tesplitsen, zodat er “buitenstaanders” bij kunnen komen.

4.2.6 Thema-avondenDe taakgroep vorming en toerusting organiseert ieder kerkelijk seizoen enkele avonden waarop eenbepaald geloofsthema centraal staat. De bedoeling is dat deze thema’s voor een brede groepgemeenteleden toegankelijk zijn, waarbij naar verschillende doelgroepen gekeken wordt. Eenuitdaging is avonden te verzorgen die interessant zijn voor een breder publiek dan kerkmensenalleen.

4.3 Beleid voor de komende jarenHet voorgaande geeft aan wat er op het gebied van vorming en toerusting gebeurt en welkeonderdelen in de komende jaren extra aandacht verdienen. Uitgangspunt van dit beleid is dat hetwerk binnen vorming en toerusting geen vrijblijvende zaak is, maar een onderdeel vormt van hetgeheel van activiteiten die de christelijke gemeente ondersteunen in een geseculariseerdesamenleving.


HOOFDSTUK 5 - PASTORAAT

5.1 Algemene uitgangspunten1. Pastoraat is de herderlijke verzorging van de gemeente. We kunnen het ook omschrijven als

“het omzien naar elkaar in het licht van Gods betrokkenheid bij mensen”.

2. Pastoraat is dus niet alleen wat wij vaak verstaan onder regulier bezoekwerk. Ook leiding gevenaan de gemeente kan een belangrijk aspect van het pastoraat zijn. Zoals de herder voor dekudde uit trekt, haar voorgaat en op goede paden leidt zo is de kerkenraad geroepen om leidingte geven aan de gemeente.

3. Pastoraat gebeurt niet enkel en alleen tijdens het pastorale werk van gemeenteleden. Het vindtin feite plaats in alle facetten van het gemeentewerk. Tijdens de erediensten en op kringen,catechesegroepen en zelfs tijdens vergaderingen kan er (veel) “pastoraal werk” worden gedaan.

4. “Omzien naar elkaar” als facet van het pastoraat in de gemeente is niet alleen de taak van deouderlingen, maar van de hele gemeente: alle gemeenteleden zijn geroepen om naar elkaar omte zien.

5. De taak van de kerkenraad – en in het bijzonder van de ouderlingen - is om de gehele gemeentetot dit omzien te stimuleren en verder de gemeente – waar mogelijk en nodig – te coördineren.

6. In de kerkorde van de PKN lezen we over de taakverdeling van het pastoraat het volgende:De gemeente volbrengt haar pastorale taak in de herderlijke zorg aan de leden en anderen diedeze zorg behoeven, opdat zij elkaar opbouwen in geloof, hoop en liefde. (Hoofdartikel X lid 3).Tot opbouw van de gemeenten is aan de predikanten toevertrouwd om tezamen met deouderlingen zorg te dragen voor de herderlijke zorg, onder meer door het bezoeken van de ledenvan de gemeente.(Ordinantie II artikel 9 lid 1 alsmede artikel 10 lid 1)

7. Het is aanbevelenswaardig om “gaven- en mogelijkhedengericht” te werken bij het werven vanambtsdragers en wijkmedewerkers.

5.2 Huidig pastoraatHet pastoraat in de gemeente vindt thans plaats door de beide predikanten, de pastoraleouderlingen en wijkmedewerkers, alsmede door de diakenen en de vele bejaardenbezoek(st)ers vande H.V.D..

5.2.1 PredikantenBij het pastorale werk van de predikanten ligt het accent op het crisispastoraat, pastoraat aan ernstigzieken en hulp bij rouwverwerking. De predikanten zijn verantwoordelijk voor het pastoraat rondomde bediening van de Heilige doop en huwelijksbevestiging alsmede desgewenst bij huwelijksjubilea.

Tevens dragen de predikanten zorg voor de coaching van de ouderlingen en wijkmedewerkers, o.a.door het houden van zgn. consistorievergaderingen. Dat zijn bijeenkomsten met de pastoraleouderlingen en de wijkmedewerkers in de desbetreffende sectie (zoals een wijk van een ouderling ofwijkmedewerker heet in het kerkelijk jargon).

5.2.2 Pastorale ouderlingen en wijkmedewerkersOnder pastorale ouderlingen wordt verstaan: de wijkouderlingen en de ouderlingen belast metpastorale zorg in de Bleijenhof, de Ruyterhof en de Triangel.


De pastorale ouderlingen en wijkmedewerkers dragen zorg voor het reguliere bezoek aan degemeenteleden.

5.2.3 H.V.D.Het bestuur van de H.V.D. draagt zorg voor het bezoeken van alle gemeenteleden vanaf 75 jaar,hetzij tenminste één keer per jaar, hetzij met een hogere frequentie.

5.2.4 DiakenenDe diakenen zijn betrokken bij de pastorale zorg aan gemeenteleden, die permanent in eenverpleeghuis of andere instelling zijn opgenomen.

5.2.5 OpmerkingenEen redelijk goed punt in de gemeente is de onderlinge betrokkenheid.Veel gemeenteleden kennen elkaar en kunnen dus bepaalde signalen aan elkaar doorgeven en ookaandacht besteden aan anderen, die te maken hebben met lief en leed.Vele oudere gemeenteleden stellen het op prijs als er regelmatig contact is met andere leden van degemeente en met iemand (van of) namens de kerkenraad. Dit geldt met name voor de ouderen.Er vindt een tamelijk intensief bezoekwerk onder de ouderen plaats, in het bijzonder bij degemeenteleden in de Bleijenhof, de Ruyterhof en de Triangel. Daarnaast zijn er enkele straten waarrelatief veel ouderen wonen, zoals Oranjeplein, Irenestraat, Hoofdstraat, Ambachtswerf en Leeoeveralsmede in ‘Villa Fresco’ aan het Jan Vermeerplein.Gemeenteleden van middelbare leeftijd en jongeren stellen in het algemeen veel minder prijs op eenregelmatig bezoek van de kerk. Zij stellen het overigens vaak wel op prijs als er aandacht wordtbesteed in het geval dat “lief en leed” henzelf, hun familieleden of anderen in hun directe omgevingtreft.

5.3 ProblematiekIn de huidige situatie doen zich de volgende problemen voor:1. het verwachtingspatroon binnen de gemeente is zeer verschillend;2. de werkdruk voor de predikanten is in het algemeen dermate groot, dat men uitsluitendvoldoende aandacht aan het bezoekwerk kan besteden als beide predikanten daadwerkelijkbeschikbaar zijn;3. het wordt steeds moeilijker om voldoende pastorale ouderlingen en wijkmedewerkers tevinden;4. omdat er – zeker in bepaalde secties – veel gemeenteleden geen prijs stellen op regulierbezoek, werkt dit onderdeel van het werk voor de pastorale ouderlingen en de wijkmedewerkersnogal eens frustrerend.

5.4 Toekomstige ontwikkelingen1. Naar verwachting zal het aantal gemeenteleden en het aantal adressen, waar deze

gemeenteleden wonen (= pastorale eenheden) de komende jaren verder afnemen;2. Het aantal pastorale eenheden, dat prijs stelt op regulier bezoek zal de komende jaren verder

dalen;3. Hoewel zowel het aantal gemeenteleden als het aantal pastorale eenheden, waar deze

gemeenteleden wonen, zal dalen moet toch rekening worden gehouden met een stabilisatiedan wel een toename van het aantal ouderen in de gemeente:Dit heeft 2 oorzaken:a. de mensen worden in het algemeen ouder;b. een relatief grote groep personen geboren tussen 1946 en 1950 hoopt de

komende jaren 70 jaar en ouder te worden;4. Omdat er de komende jaren slechts vervangende nieuwbouw en dus geen uitbreiding van

woningen specifiek voor ouderen zal worden gerealiseerd moet er rekening mee worden


gehouden, dat ouderen langer in hun woning elders in en rond het dorp blijven wonen;5. Er moet rekening worden gehouden met een afnemende inzet van de overheid en de daaraan

verbonden organisaties op sociaal gebied;6. Het zal moeilijk worden om nog voldoende personen te vinden, die regulier en ander

bezoekwerk wensen af te leggen.

5.4.1 Voortzetting van de huidige werkwijzeHoewel de huidige wijze van werken de voorkeur verdient, moeten we ook realistisch zijn en erernstig rekening mee houden, dat er op niet al te lange termijn helaas onvoldoende mensenbeschikbaar zullen zijn om het pastorale werk te doen op de wijze, zoals dit thans plaats vindt.

Het is raadzaam om ter zake een alternatief plan te ontwikkelen, dat direct kan ingaan zodra dehuidige wijze van werken niet meer haalbaar blijkt.

5.4.2 Alternatieve wijze van werkenTeneinde de hiervoor beschreven problematiek enigszins te beperken wordt geadviseerd over tegaan tot de volgende wijze van werken.

Het pastorale werk wordt in een sectie in 3 onderdelen verdeeld:

5.4.2.1 Regulier bezoek aan ouderenHet regulier bezoekwerk vindt als volgt plaats:- ieder gemeentelid van 70 jaar of ouder wordt tenminste één keer per twee jaar bezocht door een

pastorale ouderling of wijkmedewerker;- ieder gemeentelid van 75 jaar of ouder wordt tenminste één keer per jaar tevens bezocht door

een lid van de H.V.D.- ieder gemeentelid wordt rondom zijn/haar 80ste verjaardag – dan wel als men op hogere leeftijd in

de gemeente komt wonen in het eerste jaar daarna – tenminste één keer bezocht door dewijkpredikant.

Opmerkingen:a. de wijkpredikant bezoekt bovendien tijdens de eerste 12 maanden van zijn/haar werkzaamhedenin De Lier alle gemeenteleden boven de 80 jaar in zijn/haar wijk.

b. de hiervoor geschetste werkwijze vergt voor de predikanten overigens wel een herindeling van dewijken noord en zuid om de aantallen te bezoeken gemeenteleden meer gelijk te krijgen.

Teneinde enig inzicht te krijgen in de omvang van het bezoekwerk van mensen van 70 jaar of ouder ishet volgende overzicht opgesteld van het aantal gemeenteleden in een bepaalde leeftijdscategorie:

Leeftijd. Aantal leden70 tot en met 74 jaar 15275 tot en met 79 jaar 9880 tot en met 84 jaar 6985 tot en met 89 jaar 4390 tot en met 94 jaar 19Ouder dan 95 jaar 7

---Totaal: 388 leden.

5.4.2.2 Incidenteel bezoek in geval van lief en leedNaast het hiervoor beschreven bezoekwerk wordt er de nadruk gelegd op incidentele bezoeken ingeval van lief en leed bij gemeenteleden. Dit bezoekwerk geldt dan voor alle gemeenteleden


ongeacht hun leeftijd. Er kan hierbij worden gedacht aan een huwelijk, geboorte en doop van eenkind, huwelijksjubilea, maar ook aan ziekte, rouw en ander lief en leed.

5.4.2.3 Aanvullende activiteitenNaast het hiervoor onder 5.4.2.1 en 5.4.2.2. vermelde pastorale werk wordt het verdere pastoralecontact geheel aan de pastorale ouderling of wijkmedewerker overgelaten.Er kan hierbij worden gedacht aan de volgende mogelijkheden, al dan niet in combinatie met elkaar:1. het – eventueel in samenwerking met de leden van de Vredekerk – organiseren

van een groothuisbezoek, waarbij alle gemeenteleden van de desbetreffendesectie of buurt worden uitgenodigd;

2. het persoonlijk uitnodigen voor thema-avonden, die worden georganiseerd doorde commissie jaarthema en/of de taakgoep vorming- en toerusting;

3. het zoveel mogelijk bezoeken van de individuele gemeenteleden, waarbij vorm,frequentie e.d. geheel aan de desbetreffende persoon wordt overgelaten.

5.5 Toelichting op de verschillende activiteiten

5.5.1 Pastorale ouderlingen of wijkmedewerkersDe praktijk leert, dat het voor gemeenteleden, die bezoek op prijs stellen meestal niets uitmaakt ofer een pastorale ouderling of een wijkmedewerker op bezoek komt.Gelet op het voorgaande is het niet zo belangrijk of er voldoende pastorale ouderlingen beschikbaarzijn voor het pastorale werk, mits er binnen het pastorale wijkteam maar voldoende medewerkerszijn.Voor de continuïteit van het kerkenraadswerk is het echter wel noodzakelijk, dat er voldoendepastorale ouderlingen binnen de kerkenraad beschikbaar zijn.

Gelet op de specifieke aandacht voor ouderen wordt het wel raadzaam geacht, dat er primairpastorale ouderlingen gezocht worden, die actief zijn in de wijken waarin relatief veel ouderenwonen: de Triangel, de Bleijenhof, de Hoofdstraat incl. Ambachtswerf en Leeoever, de Ruyterhof,de Irenestraat, het Oranjeplein en ‘Villa Fresco’ (Jan Vermeerplein);

5.5.2 Aandacht voor lief en leedEen probleem bij het aandacht besteden aan lief en leed in de sectie vormt het gegeven, dat menniet altijd op de hoogte is van de diverse situaties van gemeenteleden.Dit probleem zal bij de nieuwe wijze van werken eerder toe dan afnemen omdat men niet (altijd)meer regelmatig op bezoek gaat bij (jongere) gemeenteleden.Teneinde dit probleem zo veel mogelijk te beperken is het raadzaam, dat iedere pastorale ouderlingof wijkmedewerker aan enkele personen in zijn/haar sectie vraagt om als contactpersoon voor eenbepaalde straat of buurt te fungeren. Deze contactpersonen geven dan lief en leed uit hun straat ofbuurt door aan de pastorale ouderling of wijkmedewerker.Eventueel kunnen deze personen ook assisteren bij andere activiteiten in de sectie: Zie onder“Vacatures”.

5.5.3 Sectie- indelingenVerder kan er per geografisch gebied iemand worden benoemd, die daarin als pastorale ouderling ofwijkmedewerker actief wil zijn. Het lijkt daarbij raadzaam om bij de wijkindeling minder te kijkennaar het aantal adressen in een bepaalde sectie, maar meer naar de geografische eenheid van desectie en het aantal ouderen, dat in die sectie woont.Voorbeelden: één persoon voor de Vogelwijk, één persoon voor de Bloemenwijk, enz., enz.Een en ander kan ook de samenvoeging van de secties met de sectie-indeling van de Vredekerkbevorderen.


5.5.4 Pastorale zorg gemeenteleden buiten De Lier1. De wijze van pastorale zorg van gemeenteleden, die buiten De Lier wonen, maar op grond van deregeling voorkeursleden toch bij de Domkerkgemeente behoren, vraagt om nadere bezinning.Van deze leden wordt in ieder geval meer eigen initiatief verwacht dan van leden, die binnen degeografische gemeentegrenzen wonen.

2. Een zelfde bezinning wordt ook noodzakelijk geacht voor gemeenteleden, die permanent in eenverpleeghuis buiten De Lier zijn opgenomen.

5.5.5 VacaturesBij deze nieuwe opzet kan bij het invullen van de vacatures meer gericht gezocht worden naarpersonen, die in een desbetreffende sectie kunnen gaan werken.Ook kan gedacht worden aan de vorming van een team binnen een bepaalde sectie, waarbij depastorale ouderling of wijkmedewerker het individuele bezoekwerk doet en enkele personen – bijvoorkeur uit de wijk zelf – zorg dragen voor de organisatie van een wijkavond of andere activiteiten.Kortom: een opzet, zoals thans reeds min of meer in de sectie Molensloot plaatsvindt.

5.6 Slotopmerkingen1. Het is van groot belang, dat een nieuwe wijze van werken aan alle gemeenteleden absoluut

duidelijk wordt gemaakt.Hoofdregel daarbij moet worden, dat als men aandacht op prijs stelt men dit beslist zelf meldtof laat melden aan de desbetreffende persoon, die actief is in de sectie of bij de wijkpredikant.Wie niets meldt moet niet (meer) rekenen op pastorale aandacht in welke vorm dan ook!

2. Binnen het pastorale team moet er blijvend gestreefd worden naar het zoveel mogelijkaandacht besteden aan gemeenteleden in geval van lief en leed.

3. Het is raadzaam, dat er een overgangsmaatregel wordt getroffen voor gemeenteleden onder de70 jaar, die de afgelopen jaren een regulier bezoek van de pastorale ouderling ofwijkmedewerker op prijs stelden.Hopelijk en mogelijk kan deze – helaas steeds kleiner wordende - groep toch nog regelmatigbezocht blijven worden.

4. Gelet op de aard en omvang van de eerder aangegeven toekomstige ontwikkelingenalsmede de mogelijkheid, dat de behoefte aan pastoraat bij de toekomstige ouderenmogelijk aanzienlijk anders kan zijn dan bij de huidige ouderen is het raadzaam om ditonderdeel van het beleidsplan beslist iedere 5 jaar grondig te bezien en eventueel teherzien.


HOOFDSTUK 6 - DIACONIE

6.1 InleidingHet werk van de diaconie is niet alleen een eigenstandige taak, maar is tevens gericht op het houdenvan overzicht in het diaconaat van de gemeente. Om hierin goede prioriteiten te stellen is diaconaalbeleid gemaakt. Het diaconale beleid wordt daarmee van de gemeente en niet alleen van dediakenen.

De diakenen nemen de diaconale taak van de gemeente niet volledig over, maar ze helpen ook degemeenteleden hun taak zo goed mogelijk uit te voeren. Zo geven diakenen sturing aan de diaconalefunctie van de kerk. Ze inventariseren gaven en noden binnen de gemeente en brengen die bij elkaar.Ze roepen alle gemeenteleden op om de liefde van Christus praktisch vorm te geven, zowel binnenals buiten de muren van de kerk.Daarnaast geven de diakenen invulling aan de diaconale taak van de kerk naar buiten toe. Waar noodis kan de gemeente – binnen haar mogelijkheden – zorg en hulp verlenen. Deze diaconale taak heeftbetrekking op de eigen omgeving van de gemeente, maar richt zich ook op nood van mensen buitenonze kerkelijke gemeente en mensen in de wijdere wereld.

Kerken worden zich steeds meer bewust van hun taak naar de omgeving. Het aantal activiteiten zaldaardoor toenemen, maar ook door de maatschappelijke ontwikkelingen neemt deze toe. Dediaconie kan haar ogen niet sluiten voor de huidige recessie en de toename van het aantalhulpaanvragen. Dit doet een extra beroep op overzicht van de diaconie om zodoende gebruik tekunnen maken van beschikbare kennis en ervaring binnen de gemeente alsmede van expertise vankerkelijke en maatschappelijke organisaties. De gedeeltelijke omslag van uitvoerend orgaan naarcoördinatiepunt wordt daarmee belangrijk. Vanuit de noodzaak van continuïteit in de activiteiten, iscoördinatie noodzakelijk.

6.2 Visie over diaconaat, diaconale opdracht, gemeentediaconaatVaste taken van de diaconie zijn die taken die behoren bij de erediensten en vertegenwoordiging inde Kerkenraad. Daarnaast ziet de diaconie ‘dienstbaarheid’ en ‘barmhartigheid’, met als belangrijkaspect het omzien naar de medemens in zijn algemeenheid, als belangrijke uitgangspunten van haartaak. Alleen al het aanbieden van een luisterend oor kan in veel gevallen veel steun geven. De armen,zieken en eenzamen in de samenleving zijn een belangrijke doelgroep als het gaat om het geven vanaandacht.Ook het werken aan gerechtigheid is een taak van de diaconie. Gerechtigheid doen is het opsporenvan, het verzet tegen en het veranderen van situaties waarin verdrukking, armoede, achteruitstellingen onmenswaardige scheefgroei ontstaan.Daarnaast valt onder de taak van de diaconie het evangelie uit te dragen binnen haar bevoegdheiden de samenleving te presenteren in de kerk.

6.3 Huidige werkzaamhedenMomenteel verricht de diaconie werkzaamheden die zij soms al langere tijd als haar taak ziet. Dediaconie onderkent hierbij het belang zichzelf steeds de vraag te stellen of deze werkzaamheden nogsteeds tot haar taak, zoals zij deze thans ziet, behoren. Niet alleen de samenleving verandert immers,maar ook kan bijvoorbeeld bij de instelling die de diaconie ondersteunt, de situatie zijn gewijzigd ofveranderingen zijn aangebracht in de doelstelling. Een kritische blik op haar eigen werk zal steedsaan de orde moeten zijn.Hetzelfde is van toepassing als het gaat om participatie in de diverse overlegvormen waarin dediaconie zitting heeft. Ook hierbij moet zij zich steeds de vraag stellen of deelname wenselijk is en ofde aan deze instelling verbonden doelstellingen tot haar taak behoren.


6.4 Werkzaamheden die de diaconie thans niet verricht, maar die wel van belang zijnDe diaconie ziet het als een gemis dat de werkzaamheden van Amnesty International in onzegemeente zijn gestopt. In de gemeente wordt hierdoor de schending van mensenrechten mindernadrukkelijk onder de aandacht gebracht. De mogelijkheden zullen worden onderzocht om dezewerkzaamheden via een buurgemeente voort te zetten.De diaconie realiseert zich dat vanuit de historie, haar aandacht vooral uitgaat naar ouderen, diedaar dikwijls ook het meest voor in aanmerking komen. Het is echter haar streven om ook, of meer,aandacht te geven aan de zieken, van welke leeftijd dan ook, en de ‘tussengeneratie’ te betrekken bijhaar werk en het geven van aandacht bij maatschappelijke kwesties.Ook is het van belang meer naar buiten te treden en informatie te geven over haar eigenwerkzaamheden en aan projecten die zij een warm hart toedraagt.

6.5 Keuze volgorde van de werkzaamhedenDe diaconie kan niet alle werkzaamheden die op haar pad komen, doen. Enerzijds vanwege detijdsinvestering die het werk met zich mee brengt, anderzijds vanuit financieel oogpunt. De diaconiezal dan keuzes moeten maken.Het maken van keuzes geeft duidelijkheid aan allen die bij het diaconaat zijn betrokken en zorgt vooreen efficiënte bedrijfsvoering.

De diaconie heeft zich door deelname aan het Streekverband De Tien verbonden aan het geven vaneen substantiële bijdrage aan enkele vaste wereldwijde diaconale projecten. Voor de resterendemiddelen prioriteert de diaconie haar werk zoals hieronder staat aangegeven:

1. NOODhulpverlening1. Lokaal + individueel2. Daadwerkelijke hulp (Schuldhulpmaatje)3. Financieel

2. (Inter)nationale ondersteuning bij bijv. rampen en hongersnood3. Ondersteuning van goede doelen

1. Die investeren in de toekomst2. Streekgebonden3. Wereldwijd

4. Aandacht voor de medemens, overige activiteiten: kerstpakket, attenties, etc.

6.6 Welke mogelijkheden liggen er in de gemeente?De diaconie wil meer duidelijkheid geven over haar activiteiten en over bijvoorbeeld giften.

Samenwerking met partners kan de efficiëntie van de werkzaamheden vergroten. De diaconie denkthierbij aan het delen van kennis en/of ervaringen met andere diaconieën, zoals bijschuldhulpverlening of andere noodhulpaanvragen.Ook afstemming van gezamenlijke activiteiten, bijvoorbeeld bij de viering van het Heilig Avondmaalbuiten het kerkgebouw, kan de efficiëntie vergroten.

Door de jaren heen blijkt het lastig te zijn om aan actuele informatie te komen als het gaat om hetsignaleren van noodsituaties of andere schrijnende situaties in de eigen gemeente. Het is in ditverband van belang gebruik te maken van de kennis hiervan bij gemeenteleden.Om aan informatie te komen, gaat de diaconie meer gebruik maken van informatie die bekend is viahet Diaconaal Platform Westland en bij de sociale dienst van de gemeente Westland.

Om haar taak naar behoren te kunnen verrichten, is het van belang dat de diakenen de nodige kennisen vaardigheden bezitten. Als het wenselijk is, zullen enkele diakenen relevante cursussen volgen en


deze kennis delen binnen de diaconie. Ook het bijwonen van de jaarlijkse diaconale dagen vindt dediaconie in dit verband van belang.

6.7 Financieel beleidDe diaconie krijgt haar inkomsten middels collectes en giften. Zij legt jaarlijks verantwoordinghierover af aan de kerkenraad.Het geld dat de diaconie onder haar beheer heeft, is bestemd voor haar diaconale taak. Om deze zooptimaal mogelijk te kunnen doen, handhaaft de diaconie de huidige ‘financiële buffer’ die innoodsituaties kan worden aangesproken. Na gebruik wordt deze ‘buffer’ weer aangevuld.


HOOFDSTUK 7 - COLLEGE VAN KERKRENTMEESTERS

7.1 Personele bezetting1. Het college van kerkrentmeesters bestaat uit 6 personen, waarvan minimaal tweederde

ambtsdrager is;2. de kerkrentmeesters hebben hun taken onderling verdeeld;3. het college wordt in haar taak bijgestaan door notabelen, die in onze gemeente een

klankbordfunctie hebben;4. er worden door onze gemeente 2 standplaatsen voor 2 fulltime predikanten in stand

gehouden, terwijl er daarnaast tevens 2 organisten en 1 koster in dienst zijn;5. anderen – zoals bijv. de klokluider en de plaatsvervangende koster – ontvangen een

vergoeding.

7.2 Sterke punten1. Er kan tot nu toe zonder al te veel moeite in de vacatures van de kerkrentmeesters worden

voorzien;2. er is veelal sprake van een lange zittingsperiode van deze ambtsdragers, waardoor er een

continuering van het te voeren beleid is;3. er is een regelmatig contact met alle personen die werkzaamheden voor het college

verrichten;4. de financiële acties – zoals Actie Kerkbalans, het Solidariteitsfonds, verjaardagsfonds,

opbrengst kerkradio – verlopen, mede door de persoonlijke benadering, in het algemeengoed;

5. er is sprake van een redelijke doch stabiliserende opbrengst van de collecten;6. het onderhoud van het kerkgebouw wordt voor een deel ondersteund via de Brim-subsidie;7. er vindt een open verantwoording van de financiële situatie plaats naar de gemeente;8. het gebouw “Rank en Vleugel” voldoet alleszins aan de eisen van deze tijd;9. zowel de pastorie aan de Chrysant als de pastorie aan de Rosmolen verkeren in voldoende

goede staat van onderhoud en voldoen beide qua woongenot aan de eisen van deze tijd.

7.3 Zwakke punten1. De verdeling van het financiële draagvlak is nogal onevenwichtig. Het aantal leden dat niet

of slechts weinig bijdraagt, neemt toe;2. het kerkgebouw is een oud gebouw en heeft dus beperkingen voor wat betreft

aanpassingen, bijv. voor invaliden;3. omdat het kerkgebouw een monument is, moet voor groot onderhoud en restauratie

toestemming worden gevraagd aan de Rijksdienst voor de monumentenzorg;

7.4 Toekomstige ontwikkelingenIn het kader van de Brim-subsidie is een 6-jarig onderhoudsplan opgesteld. Grote reparaties moetenvooraf met de Brim-regioconsulente worden besproken. Kleine reparaties kunnen zonder overlegvooraf plaats vinden.Ook een 5-jarig onderhoudsplan voor het onderhoud van Rank &Vleugel en pastorieën wordtgecontinueerd.

7.5 Actiepunten1. Huidige opzet zoveel mogelijk continueren;2. in stand houden van een goede relatie met de Monumentenzorg/-wacht;3. gebruik maken van alle mogelijke subsidieregelingen (voor onderhoud e.d.), zo mogelijk

met behulp van een externe deskundige;4. een zo goed mogelijke opzet van onderhoudsplanning, waarbij alert wordt ingespeeld op de


nieuwste ontwikkelingen;5. beheer van geld en goederen met als doel kostendekkend te zijn en te blijven;6. de rentabiliteit van Rank & Vleugel op peil houden dan wel omhoog brengen;7. specifieke doelgroepen benaderen via Aktie Kerkbalans;8. financiële zorg delen met de gemeenteleden;9. na vertrek van de laatste huurder van de oude pastorie wordt deze grondig gerenoveerd en

moet nader bekeken worden op welke manier het gebruik van de pastorie ingevuld wordt;10. streven naar een goed overleg met het college van kerkrentmeesters van Gereformeerde

Kerk en de Centrumcommissie, vooral inzake verhuur van zaalruimte, Hinderwetaspectene.d.;

11. nadenken over het gebruik van een meerjarige begroting;12. in de laatste vergadering van het seizoen het beleidsplan evalueren.

Documents

Protestantse Kerk in Nederland - PKN De Lier€¦ · met de Rooms Katholieke Parochie en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt zijn van groot belang om onze eenheid in Christus te benadrukken