Upload
merkske
View
213
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Het doel van de inventarisatie is inzicht krijgen in de sprinkhanenfauna en de actuele verspreiding van soorten in het dal van ’t Merkske. De nadruk ligt daarbij op de soorten van vochtige tot natte habitats. Daarnaast worden aanbevelingen opgesteld voor het beheer ten behoeve van sprinkhanen en krekels.
Citation preview
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Radboud Universiteit, Toernooiveld 1 [email protected]
Postbus 6508, 6503 GA Nijmegen T (024) 352 88 01 www.natuurbalans.nl
SPRINKHANEN VAN ‘T MERKSKE
Inventarisatie 2013
Douwe Schut
In opdracht van: Staatsbosbeheer
9 oktober 2013
Colofon
2013 Natuurbalans - Limes Divergens BV / Staatsbosbeheer
Tekst en samenstelling: Douwe Schut
Projectleiding: Douwe Schut
Eindverantwoordelijk: René Krekels
Met medewerking van: Romke Aukema
Projectnummer: 13-015
In opdracht van: Staatsbosbeheer
Foto’s omslag: ‘t Merkske (Douwe Schut); inzet: Zompsprinkhaan (Rene Krekels)
Wijze van citeren: Schut, D., 2013. Sprinkhanen van ’t Merkske. Inventarisatie 2013. Natuurbalans - Limes
Divergens BV, Nijmegen.
Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van scanning, internet, druk, fotokopie,microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegevenen Natuurbalans-Limes Divergens BV noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk danwaarvoor het is vervaardigd.
Natuurbalans-Limes Divergens BV is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van deresultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Natuurbalans-Limes Divergens BV. De opdrachtgever vrijwaartNatuurbalans-Limes Divergens BV voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing.
Natuurbalans-Limes Divergens BV is lid van het Netwerk Groene Bureaus, brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering enbelangenbehartiging.
INHOUD
1 INLEIDING ...............................................................................................................................................5
2 METHODE ...............................................................................................................................................6
2.1 Gebiedsbeschrijving.......................................................................................................................6
2.2 Inventarisatie .................................................................................................................................9
3 RESULTATEN .........................................................................................................................................10
3.1 Karakterisering sprinkhanenfauna .............................................................................................10
3.2 Soortbespreking...........................................................................................................................14
3.2.1 Zompsprinkhaan..................................................................................................................14
3.2.2 Moerassprinkhaan...............................................................................................................15
3.2.3 Overige schaarse soorten....................................................................................................16
3.3 Niet aangetroffen soorten ..........................................................................................................17
4 DISCUSSIE EN CONCLUSIE....................................................................................................................18
5 AANBEVELINGEN VOOR BEHEER.........................................................................................................19
LITERATUUR .................................................................................................................................................22
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 5
1 INLEIDING
Aanleiding
Staatsbosbeheer beheert het natuurgebied ’t Merkske in het zuiden van Brabant. Van
sprinkhanen en krekels in het gebied is nog relatief weinig bekend. In 2011 is zompsprinkhaan
in het gebied ontdekt en er zijn aanwijzingen dat veenmol hier voorkomt. De inventarisatie
moet inzicht geven in welke soorten aanwezig zijn en wat de actuele verspreiding is. De
gegevens worden gebruikt voor het beheer van het gebied.
Opdrachtformulering
Staatsbosbeheer heeft Natuurbalans-Limes Divergens verzocht in het voorjaar en de zomer van
2013 een inventarisatie naar de verspreiding van sprinkhanen en krekels in het Nederlandse
deel van het beekdal van ’t Merkske uit te voeren. De inventarisatie is gefinancierd door de
provincie Noord-Brabant.
Doelstelling
Het doel van de inventarisatie is inzicht krijgen in de sprinkhanenfauna en de actuele
verspreiding van soorten in het dal van ’t Merkske. De nadruk ligt daarbij op de soorten van
vochtige tot natte habitats. Daarnaast worden aanbevelingen opgesteld voor het beheer ten
behoeve van sprinkhanen en krekels.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
6 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
2 METHODE
2.1 GEBIEDSBESCHRIJVING
Het natuurgebied Beekdal van ’t Merkske ligt ten zuiden van Baarle-Nassau (Figuur 1). Het gebied
staat bekend om z’n flora van natte terreinen; onder andere moeraskartelblad, moesdistel en
knolsteenbreek komen er voor.
In het gebied komen veel verschillende habitats voor. Naast de beek zijn vennen en poelen
aanwezig. De graslanden variëren van nat en voedselarm tot droog en voedselrijk. Plaatselijk zijn
schralere, recent afgeplagde terreindelen aanwezig.
Op de grens tussen de percelen zijn braamstruwelen, bosjes en ruigten aanwezig. De
braamstruwelen zijn ontwikkeld voor de enige jaren geleden geherintroduceerde boomkikker. Ook
knoflookpad is in het gebied geherintroduceerd. De beekbegeleidende bossen hebben een rijke
ondergroei, onder andere met kamperfoelie. Hoger in het beekdal zijn dennen- en eikenbossen
aanwezig.
Figuur 1. Onderzoeksgebied ’t Merkske (rood omlijnd) met de onderscheidden deelgebieden.
DeelgebiedenOnderstaande deelgebieden zijn tijdens de inventarisatie onderscheiden. Deze toponiemenkomen in de tekst terug.
Manke GorenDe Manke Goren bestaat uit een groot aantal poelen, natte en droge graslanden,braamstruweel en plaatselijk vochtig bos.
De BroskensWestelijk van de Manke Goren gelegen ligt het deelgebied De Broskens, heeft hetzelfdekarakter. Extensief beheerde akkers zijn aanwezig aan de westzijde van het terrein.
Castelresche heideEen voormalige landbouwgebied waar vennen hersteld zijn. Plaatselijk is de bovenlaagafgeschraapt, elders is de bodem nog relatief voedselrijk en droog. De graslanden vertonenweinig structuur in de vegatie.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 7
LangvenOok liggen hier poelen en braamstruwelen. De graslanden zijn overwegend droog. Hetdeelgebied wordt begraasd met runderen.
Halsche beemdenDe Halsche beemden bestaan uit moerasbos met plaatselijk kamperfoelie. De beemdem zijngoed ontwikkelde natte en schrale graslanden. Door achterstallig beheer dreigt verruiging metriet.
HuisvenOnder dit deelgebied wordt zowel het ven als de graslanden er omheen verstaan. Het Huisvenzelf is een voedselrijk ven met een weelderige begroeiing. De graslanden zijn droog en schraal.
Kromme HoekGelegen ten noorden van ’t Merkske. Dit zijn goed ontwikkelde natte graslanden met onderandere moesdistel, helaas rukt het riet op
Hoek beemdenHet meest westelijk gelegen deelgebied. Bestaande uit voedselrijke tot schrale vochtige endroge graslanden.
BaarlebrugVoedselrijke beekbegeleidende graslanden. In de winter overstromen de graslanden regelmatigwaardoor de trofiegraad hoog is. Dit maakt ze voor sprinkhanen en krekels minder interessant.
Voster Schoor / Raijkens SchoorDit deelgebied bestaat uit goed ontwikkelde natte, schrale graslanden.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
8 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
Foto 1. Impressies van het gebied. Met de klok mee: afgeschraapte bodem met haarmosvegetatie bij de Castelresche heide, nat
graslanden in de Manke Goren, rietverruiging in de Kromme Hoek, nat schraalgrasland in de Halsche beemden.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 9
2.2 INVENTARISATIE
Uitgangspunt voor de inventarisatie is de SNL-methodiek. Vanwege de grootte van het gebied en de
vraag van de opdrachtgever is hier plaatselijk van afgeweken; de natte terreinen zijn grotendeels
vlakdekkend afgezocht. De drogere terreinen, zoals de Castelresche heide, zijn met een
representatieve steekproef onderzocht. Van dergelijke droge graslanden zijn de voor sprinkhanen
meest kansrijke terreindelen bezocht zodat een goed beeld is verkregen van de verspreiding van
soorten in het gebied en de aanwezigheid van soorten per perceel.
De inventarisatie vindt plaats door goed te luisteren naar roepende dieren. De soorten die geen
geluid maken (zoals doornsprinkhanen) worden op zicht geïnventariseerd en wanneer nodig
gevangen met behulp van een insectennet.
Naast de sprinkhanen en krekels zijn ook waarnemingen van andere wettelijk beschermde, landelijk
zeldzame of karakteristieke planten- en diersoorten genoteerd. Deze waarnemingen zijn opgenomen
in het databestand.
Per waarneming is genoteerd:
Amersfoortse coördinaten (ingetekend met GPS, tot op 5 meter nauwkeurig)
Datum
Waarnemer
Geslacht
Stadium
Aantal
De inventarisatie is uitgevoerd op dagen met goed sprinkhanen weer. Conform de eisen van de SNL
zijn sprinkhanen alleen geïnventariseerd zijn op dagen met temperaturen boven de 20 °C, maximaal
50% bewolking en maximaal windkracht 4 Beaufort.
Bezoekdata
Vooraf was weinig bekend van de soorten die in het gebied aanwezig zijn. De aanwezigheid van de
zeldzame zompsprinkhaan en moerassprinkhaan is bekend, het vermoeden bestaat dat eveneens
veenmol aanwezig is. Veldkrekel is in aangrenzend Vlaanderen aanwezig. De inventarisatiedata zijn
afgestemd op deze soorten.
Het natuurgebied ’t Merkske is in de zomer van 2013 in twee ronden van twee dagen
geïnventariseerd op de aanwezigheid van sprinkhanen en krekels. De bezoeken hebben
plaatsgevonden op 19 en 20 augustus voor ronde 1. Ronde 2 is uitgevoerd op 28 en 29 augustus
2013.
Omdat de vroeger in het jaar actieve veenmol mogelijk in het gebied aanwezig is, heeft een bezoek
plaatsgevonden op 5 juni 2013 in de deelgebieden Manke Goren en De Broskens. Tijdens deze ronde
is ook aandacht besteed aan de veldkrekel.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
10 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
3 RESULTATEN
3.1 KARAKTERISERING SPRINKHANENFAUNA
In totaal zijn veertien soorten sprinkhanen waargenomen in ’t Merkske (Tabel 1). De meest
voorkomende soorten zijn ratelaar en gewoon spitskopje. Van zanddoorntje zijn slechts twee
individuen waargenomen.
De sprinkhanenfauna laat de grote diversiteit aan habitats binnen het gebied zien. Zoals te
verwachten in een beekdal is een groot aantal van de soorten te vinden in natte tot vochtige
habitats. Moerassprinkhaan en zompsprinkhaan zijn de topsoorten van goed ontwikkelde natte
graslanden (Schut et al. 2011). Gewoon spitskopje komt voor in de wat ruigere natte graslanden.
Doornsprinkhanen hebben een sterke voorkeur voor open- vochtige bodem.
Ratelaar, snortikker, bruine sprinkhaan, kustsprinkhaan en krasser komen voor in droge tot vochtige,
schrale en voedselrijke graslanden. Grote groene sabelsprinkhaan, zuidelijk spitskopje en
sikkelsprinkhaan zijn kenmerkend voor ruigte.
Het merendeel van de soorten is landelijk gezien algemeen. Uitzonderingen zijn moerassprinkhaan,
zompsprinkhaan en zanddoorntje. Zeker voor de zompsprinkhaan (de enige aangetroffen Rode Lijst-
soort) heeft ’t Merkske een grote waarde voor Noord-Brabant, waar de soort op slechts zeven
locaties voorkomt. ’t Merkske herbergt één van de grotere populaties.
Moerassprinkhaan is al jaren bezig met een opmars en is van de Rode Lijst verdwenen (Reemer,
2012). Ook zanddoorntje neemt de laatste jaren toe.
Foto 2. Sikkelsprinkhaan is kenmerkend voor ruigte (R. Krekels).
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 11
Tabel 1. Overzicht met de waargenomen sprinkhanensoorten in ’t dal van ’t Merkske, per deelgebied en debeleidsstatus (Rode Lijst; Reemer 2012). Soorten met de voorkeur voor natte en vochtige habitats zijn blauwgemarkeerd. Door externen is struiksprinkhaan ook waargenomen.
Soort RL SNL Ba
arl
eB
rug
Ca
stel
resc
he
hei
de
De
Bro
kske
ns
Ha
lse
Bee
md
en
Ho
ekb
eem
den
Hu
isve
n
Kro
mm
eH
oek
Lan
gven
Man
keG
oren
Vo
ster
Scho
or/
Ra
ijken
s
Tota
al
bruine sprinkhaan 43 4 4 1 13 5 8 78
gewoon doorntje 5 7 2 2 1 17
gewoon spitskopje 25 207 304 357 64 138 16 55 723 1889
grote groene sabelsprinkhaan 5 1 2 2 4 1 2 17
krasser 156 158 207 112 942 92 12 15 111 21 1826
kustsprinkhaan 4 47 82 6 2 2 9 42 21 215
moerassprinkhaan Vochtige heide 49 11 2 62
ratelaar 1 456 630 38 4 650 4 12 89 987 2671
sikkelsprinkhaan 4 4
snortikker 3 1 4
zanddoorntje 2 2
zeggedoorntje 2 3 16 2 11 34
zompsprinkhaan KW Vochtige heide 745 97 268 375 1483
zuidelijk spitskopje 71 34 39 2 17 8 441 75 687
Aantal soorten 7 11 11 9 7 5 4 8 9 10 14
Deelgebieden
In de deelgebieden Castelresche heide, De Broskens en Voster Schoor/Raijkens Schoor zijn het
meest soortenrijk. In elk val de gebieden zijn elf soorten sprinkhanen aangetroffen.
De Castelresche heide is een gevarieerd terrein waar alle algemene soorten zijn waargenomen.
De soorten van droge habitats zijn daar gevonden op de voormalige landbouwpercelen, de
“natte” soorten op de venoevers (
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
12 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
Foto 3).
De Broskens herbergt een karakteristieke sprinkhanenfauna van natte terreinen. Door de grote
variatie in hoogte en het reliëf komen soorten met een voorkeur voor natte en droge biotopen
soms op korte afstand van elkaar voor. Een goed voorbeeld zijn zompsprinkhaan en krasser. De
krasser is beperkt tot de hogere terreindelen, terwijl zompsprinkhaan beperkt is tot de natste
delen.
Het Voster Schoor en Raijkens Schoor bestaan uit goed ontwikkelde natte graslanden en ruigte. Vrij
recent is in Raijkens Schoor nog een deel van de bodem geplagd waardoor een pioniersituatie is
ontstaan. Deze variatie zorgt voor veel verschillende habitats.
Baarle Brug herbergt relatief weinig soorten, waarschijnlijk omdat het gebied voedselrijker is
dan de andere natte graslanden en in de winter onder water staat. Soorten van open bodem en
slecht tegen overstroming kunnen, hebben daardoor minder kans.
De Halsche Beemden lijkt qua soortsamenstelling sterk op de Broskens. Het gebied is relatief
klein en rietverruiging maakt het terrein plaatselijk minder geschikt voor sprinkhanen. Dat
verklaart het lagere aantal soorten. Ook het Langven is een relatief klein gebied. De Manke
Goren zijn gevarieerd (natte graslanden, maar ook droge terreindelen). Het verschil met het
aangrenzende De Broskens zijn de aanwezigheid van bruine sprinkhaan en gewoon doorntje.
Huisven en Kromme hoek zijn de soortenarmste deelgebieden. Huisven is relatief klein en
weinig gevarieerd. In de Kromme hoek liggen juist zeer goed ontwikkelde natte graslanden, het
is onduidelijk waarom hier niet meer soorten voorkomen.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 13
Foto 3. Venoever op de Castelresche heide.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
14 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
3.2 SOORTBESPREKING
Figuu
r2
.Versp
reidin
gvan
zomp
sprinkh
aanin
’tM
erkske.
Figuu
r3
.Versp
reidin
gvan
Mo
erassprinkh
aan.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 15
3.2.1 Zompsprinkhaan
Zompsprinkhaan is pas in de zomer van 2011 in het gebied ontdekt. Al vrij snel bleek de soort
algemeen aanwezig in het deelgebied Manke Goren.
De inventarisatie heeft aangetoond dat de zompsprinkhaan voorkomt in de deelgebiedenManke Goren, De Brosken, Voster Schoor / Raijkens Schoor en de Halsche beemden (Figuur 2).In de overige deelgebieden is de habitatkwaliteit niet optimaal. In de Kromme hoek was desoort op basis van de kwaliteit van de graslanden te verwachten, maar is desondanks nietaangetroffen.
De soort komt hoofdzakelijk voor in natte graslanden met een lage vegetatie. Plaatselijk is de
soort aanwezig in voedselrijkere en/of vochtige graslanden. Zodra rietverruiging optreedt komt
zompsprinkhaan niet meer voor.
Foto 4. Zompsprinkhaan (René Krekels).
Zompsprinkhaan is in Nederland een zeldzame soort. In Noord-Brabant is de soort slechts op
zeven locaties voor en is daarom aangewezen als prioritair (Schut et al. 2008). In eerste
instantie lijkt de aanwezigheid in ’t Merkske vreemd; de vindplaats ligt ver buiten het bekende
verspreidingsgebied. Wanneer echter ook naar België gekeken wordt (Figuur 4) is de
aanwezigheid in de lijn der verwachting.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
16 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
\
Figuur 4. Verspreiding van zompsprinkhaan in België (bron: www.saltabel.org). In dit licht is de aanwezigheid van desoort in ’t Merkske (rode cirkel) niet zo vreemd.
3.2.2 Moerassprinkhaan
De grootste aantallen moerassprinkhanen komen voor in De Broskens. Lagere aantallen zijn te
vinden in de Manke Goren. Door een vrijwilliger is de soort aangetroffen in het Raijkens Schoor
(Figuur 3). De habitat bestaat uit natte graslanden, soms zelfs greppels in droger percelen met
enige mate van verruiging (met name pitrus).
Mogelijk dat nog een verdere uitbreiding plaatsvindt. Bijvoorbeeld de oevers van het Langven,
Huisven, de venoevers op de Castelresche heide en het natte gebied ten zuiden van de Halsche
Beemden lijken geschikt.
Opmerkelijk is dat moerassprinkhaan samen met zompsprinkhaan voorkomt. Meestal komen
deze soorten ruimtelijk gescheiden van elkaar voor omdat eieren van zompsprinkhaan niet
bestand zijn tegen overstroming. Waarschijnlijk is dit een gevolg van de methode: door later in
de zomer te inventariseren verspreiden de adulte sprinkhanen zich over een groter terrein dan
waar de voortplanting mogelijk is.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 17
Foto 5. Vrouwtje Moerassprinkhaan (René Krekels).
3.2.3 Overige schaarse soorten
Zanddoorntje en gewoon doorntje (Figuur 5) zijn een landelijk gezien algemene soorten die
voorkomen op natte tot droge heideterreinen en venoevers. De soorten zijn aangetroffen op
een ven oever op de Castelresche heide. Omdat de soort lastig te inventariseren is, is de
verspreiding mogelijk onderschat.
Zeggedoorntje een lijkt een schaarse soort. De inventarisatie laat zien dat slepen met een
insectennet een goede methode is om deze soort op te sporen.
Sikkelsprinkhaan is een zuidelijke soort die de laatste jaren met een opmars bezig is. In
Nederland bestaat de habitat voornamelijk uit droge heideterreinen en ruigten. In ’t Merkske is
een kleine populatie aangetroffen in natte graslanden van de Halsche Beemden (1 vrouw, 4
mannen). Vlakbij de locatie waar een vrijwilliger de soort ook heeft aangetroffen in een
verruigde houtwal.
Struiksprinkhaan is door een vrijwilliger aangetroffen in de Manke Goren.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
18 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
Figuur 5. Verspreiding van schaarse soorten in het beekdal van ’t Merkske.
3.3 NIET AANGETROFFEN SOORTEN
Vooraf bestond de kans dat veenmol (niet bevestigde waarnemingen) en veldkrekel in het
gebied aanwezig zouden zijn. Tijdens de voorjaarsronde zijn beide soorten echter niet
aangetroffen. De kans dat beide soorten het gebied op eigen kracht koloniseren is klein; de
afstand tot de meest nabij gelegen Nederlandse en Belgische populaties van de veenmol is
groot.
De afstand tot de meest nabijgelegen populatie veldkrekels is slechts enkele kilometers, het
tussenliggende gebied is echter ongeschikt (www.saltabel.org).
De habitat is potentieel geschikt voor gouden sprinkhaan. Tijdens de inventarisatie is deze soort
echter niet aangetroffen. Overigens is de soort ook nog niet bekend uit dit deel van Brabant en
aangrenzend België (www.waarneming.nl, www.saltabel.org).
Boomsprinkhaan en zuidelijke boomsprinkhaan zijn enkel te vinden door met een insectennet
door bomen en struiken te slaan. Deze soorten zijn tijdens de inventarisatie niet waargenomen.
Landelijk gezien zijn het algemene soorten die in het gebied te verwachten zijn.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 19
4 DISCUSSIE EN CONCLUSIE
Tijdens de inventarisatie zijn veertien soorten, van de in totaal 41 actueel in Nederlandaanwezige soorten (Reemer, 2012), aangetroffen in ’t Merkske. De sprinkhanenfauna bestaatuit vochtminnende soorten, op de recent uit landbouwkundig gebruik genomen percelen zittenvooral eurytopen soorten, met een voorkeur voor droge terreindelen.De inventarisatie heeft een goed beeld opgeleverd van de aanwezige soorten en deverspreiding daarvan, vaak zelfs op perceelsniveau. Plaatselijk kunnen lastig waarneembaresoorten gemist zijn.
Gebaseerd op de verspreiding in Nederland en aangrenzend België is de sprinkhanenfauna van’t Merkske grotendeels compleet. De meest kritische soorten van natte graslanden zijnaanwezig (Schut et al. 2011). Van de soortgemeenschap van natte milieus ontbreekt de goudensprinkhaan maar is op termijn wel te verwachten als de huidige uitbreiding zich doorzet. Hetbeheer van de nattere terreindelen is aangepast op sprinkhanen door het sparen van blokkentijdens het maaibeheer. Wanneer de beemden te extensief gemaaid wordt, vindt rietverruigingplaats. Onder andere in De Broskens en De Halsche Beemden is hier momenteel sprake van.Verruiging maakt de terreinen minder geschikt voor kritische sprinkhanensoorten.
Voor droge habitats is nog winst te boeken in de soortenrijkdom. Op korte termijn zijn kleinepopulaties van soorten te versterken door het verschralen van de recent uit productie genomenlandbouwgronden van de Castelresche heide. Door deze te ontwikkelen naar gevarieerdegraslanden, heischrale graslanden en droge heide nemen de kansen voor sprinkhanen toe. Dekans dat kritische soorten zoals veldkrekel, wrattenbijter, schavertje en zoemertje, alskenmerkende soorten van droge graslanden en heide, het gebied koloniseren is zeer klein.Minder uitgesproken soorten (bijv. snortikker, negertje, knopsprietje) kunnen zich wellichtbinnen het gebied uitbreiden of het gebied koloniseren. Mogelijk dat op de lange termijn dekritische, maar mobiele, blauwvleugelsprinkhaan het gebied kan koloniseren. Voor deCastelresche heide is dat een mooi streven.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
20 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
5 AANBEVELINGEN VOOR BEHEER
In het beheer wordt veelal rekening gehouden met de aanwezige sprinkhanen. Het is mogelijk
om ’t Merkske voor sprinkhanen nog beter geschikt te maken. Hieronder worden deze
maatregelen kort besproken.
Maaibeheer
De graslanden in het gebied worden 1 á 2 keer per jaar gemaaid. Met name in de nattere
percelen worden blokken gespaard (Foto 6) om sprinkhanen de kans te geven zich voort te
planten, dekking te bieden en voor de overwintering.
Waar mogelijk verdient het de aanbeveling de blokken dwars op de vochtgradiënt (dus van
droog naar nat) te plaatsen zodat alle op het perceel aanwezige soorten er van kunnen
profiteren.
Foto 6. Gespaarde vegetatie in het deelgebied Manke Goren.
Tegengaan rietverruiging
Op diverse plaatsen in het gebied dreigen waardevolle natte graslanden te verruigen (Foto 7).
Deze verruiging is niet alleen nadelig voor sprinkhanen, maar ook voor andere groepen zoals
planten en vlinders. De verruiging kan tegen gegaan worden door het maaibeheer te
intensiveren.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 21
Foto 7. Verruiging met riet is nadeling voor sprinkhanen.
Foto 8. Voormalige, te verschralen landbouwgrond, op de Castelresche heide.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
22 Sprinkhanen van ’t Merkske 2013
Verschralen van voormalige landbouwgrond.
Op de Castelresche heide zijn veel voormalige landbouwgronden te vinden (Foto 8). Op dit
moment zijn geen bijzondere of karakteristieke sprinkhanensoorten aanwezig. De aanbeveling
is om deze terreinen de komende jaren te verschralen door één tot drie keer per jaar te maaien
en af te voeren. Op termijn maakt een dergelijk beheer het gebied geschikt voor zeldzamere
sprinkhanensoorten. Het succes daarvan is afhankelijk van de uitgangssituatie; als veel stikstof
en fosfaat in de bodem aanwezig zijn, kan het zeer lang duren voordat de ontwikkeling de
gewenste kant op gaat. Het uitmijnen van de bodem met een gras-klaver mengsel is daarbij de
meest geëigende maatregel. Op kortere termijn zijn successen te behalen door het afschrapen
van de voedselrijke bodemlaag. Dit tast echter het natuurlijke reliëf aan.
NA TU UR BA L A NS – LI MES D I VER GE NS B V adviesbureau voor natuur & landschap
Sprinkhanen van ’t Merkske 2013 23
LITERATUUR
Reemer, M., 2012, Basisrapport Rode Lijst Sprinkhanen en krekels. EIS-Nederland, Leiden.
Schut, D., T. Bakker & R. Krekels, 2011. Sprinkhanen in het natuurbeheer. Kadervoor toepassing beheermaatregelen. Natuurbalans - Limes Divergens BV /Staatsbosbeheer regio zuid, Nijmegen / Breda.
Schut, D., R. Kleukers, R. & R. Krekels, 2008, Actieplan prioritaire sprinkhanen inNoord-Brabant. Natuurbalans-Limes Divergens B.V. & EIS-Nederland. Nijmegen/Leiden.
Schut, D., M. Reemer, R. Krekels & R. Kleukers, 2009, Prioritaire sprinkhanen in Noord-Brabant. Habitatvoorkeur en beheermaatregelen op gebiedsniveau. Natuurbalans-LimesDivergens & EIS-Nederland, Nijmegen, Leiden.