Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Resultaten enquête bij overheden, experts en
verenigingen
1
Resultaten enquête bij overheden, experts en
verenigingen
September 2011
Afdeling Ruimtelijke Planning,
Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
2
Inhoudsopgave
I Leeswijzer ........................................................................................................................... 3
II Inleiding en situering van de enquête................................................................................ 4
III Algemene conclusies .......................................................................................................... 5
1) Verwachtingen van de overheid ............................................................................................................ 5
2) Toekomstbeeld en uitdagingen voor Vlaanderen in 2050 ..................................................................... 5
3) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ..................................................................... 6
4) Strategische doelen op lange termijn .................................................................................................... 7
5) Strategische acties op korte termijn ...................................................................................................... 7
6) Strategische regio’s ............................................................................................................................... 7
IV Conclusies overheden ........................................................................................................ 9
1) Profiel van de respondenten.................................................................................................................. 9
2) Verwachtingen van de overheid ............................................................................................................ 9
3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 10
4) Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050............................................................. 11
5) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 12
6) Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 14
7) Strategische regio’s ............................................................................................................................. 17
8) Ideeën .................................................................................................................................................. 17
9) Bijlagen bij conclusies overheden ........................................................................................................ 18
V Conclusies experts............................................................................................................ 28
1) Profiel van de respondenten................................................................................................................ 28
2) Verwachtingen van de overheid .......................................................................................................... 28
3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 29
4) Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050............................................................. 30
5) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 32
6) Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 34
7) Strategische regio’s ............................................................................................................................. 38
8) Ideeën .................................................................................................................................................. 39
9) Bijlagen bij conclusies experts ............................................................................................................. 40
VI Conclusies verenigingen en organisaties ......................................................................... 54
1) Profiel van de respondenten................................................................................................................ 54
2) Ruimtegebruik van de respondenten................................................................................................... 54
3) Verwachtingen van de overheid .......................................................................................................... 56
4) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 58
5) Toekomstbeeld: wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 ............................................................. 60
6) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 62
7) Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 65
8) Strategische regio’s ............................................................................................................................. 69
9) Ideeën .................................................................................................................................................. 70
10) Bijlagen bij conclusie verenigingen en organisaties ............................................................................ 71
VII Nawoord........................................................................................................................... 91
VIII Bijlagen ............................................................................................................................. 92
3
I Leeswijzer
Beste lezer,
In dit rapport vindt u de resultaten van een diepgaande enquête, afgenomen bij drie
doelgroepen (overheden – experts – verenigingen). Het document bestaat uit drie grote
delen:
- Inleiding en situering van de enquête
- Algemene conclusies.
Dit zijn de conclusies die gegenereerd werden door samenvoeging van de
analyse van de drie afzonderlijk enquêtes (bij de drie doelgroepen).
- Resultaten per respondentengroep.
Ook de resultaten van de drie afzonderlijke enquêtes zijn opgenomen. In deze
bespreking van de resultaten van de afzonderlijke enquêtes vindt u enkel de
conclusies terug. Als u graag de antwoorden naleest, vindt u die steeds na
elke resultatensectie.
- Nawoord en bijlagen.
Als laatste is er een nawoord en de algemene bijlagen bij dit document zijn
ook helemaal achteraan gebundeld.
Veel leesplezier!
4
II Inleiding en situering van de enquête
In het kader van de opmaak van een nieuwe Beleidsplan Ruimte nodigde het Departement
RWO verenigingen, experts en overheden uit voor het invullen van een diepgaande enquête
die peilde naar ruimteverwachtingen en –behoeften. De enquête werd via de website
aangeboden en liep vanaf begin april tot eind juli 2011. De vragenlijst van de verschillende
enquêtes vindt u in bijlage 1, 2 en 3 op het einde van het rapport. Er werd via verschillende
kanalen gecommuniceerd over de bevraging. Zo werd een uitnodiging gestuurd naar de
Verenigde Verenigingen, het VVSG en het VRP. Ook een tweehonderdtal partners uit
verschillende achtergronden werden aangeschreven.
Er kwam reactie van 30 verenigingen en organisaties, 24 experts en 15 overheden. Vanuit
deze opkomst zijn enkele lessen te trekken voor de toekomst. De 30 verenigingen en
organisaties zijn weinig divers. Concreet waren 18 van de 30 organisaties bezig met het
beschermen van natuur en open ruimte. De vooropgestelde brede waaier aan verenigingen
werd niet bereikt. Daarnaast lijkt een opkomst van 15 overheden eerder zwak. Voor een
volgende bevraging zullen dan ook extra inspanningen geleverd worden om meer respons te
krijgen van overheden. Met de antwoorden van 24 experts waren we zeer tevreden. Het is
belangrijk dat deze positieve tendens behouden blijft.
Vanaf 1 augustus werd gestart met de analyse van de resultaten. Voor elke vraag werden de
antwoorden kort samengevat. De samengevatte antwoorden vindt u voor elke vraag telkens
in bijlage bij de bespreking van de resultaten per respondentgroep (overheden, experts en
organisaties of verenigingen). In het rapport zelf vindt u steeds het besluit bij elke vraag
terug. De resultaten van de drie respondentengroepen werden samengegoten in het rapport
dat nu voor u ligt. In hoofdstuk III leest u de algemene conclusies. Als u interesse hebt in één
van de drie respondentengroepen in het bijzonder, kan u in hoofdstuk IV, V of VI de
conclusies per respondentengroep terugvinden.
5
III Algemene conclusies
De conclusies die u hier terugvindt werden geformuleerd door samenvoeging van de
resultaten van de drie enquêtes afzonderlijk (overheden, verenigingen en organisaties,
experts). U kunt de resultaten van elke afzonderlijke enquête nalezen in hoofdstukken IV, V
en VI.
1) Verwachtingen van de overheid
Over het algemeen kan gezegd worden dat overheden, experts en verenigingen
gelijklopende verwachtingen hebben van de Vlaamse overheid betreffende het ruimtelijk
beleid. Zij hebben concrete verwachtingen rond wat het beleid moet inhouden maar
verwachten ook een bepaalde houding en visie van de overheid.
In verband met de concrete verwachtingen komen drie zaken voor bij de drie groepen van
respondenten. Ten eerste verwachten zij dat versnippering tegengegaan wordt en dat
stedelijke ontwikkeling zo veel mogelijk geconcentreerd wordt. Als tweede verwachting
halen de drie groepen van respondenten aan dat de open ruimte die vandaag nog overblijft
zo veel mogelijk behouden dient te worden. Een opvallend verschil was wel dat experts
vooral de nadruk leggen op het behoud van de open ruimte in de stad, terwijl de
verenigingen en organisaties meer oog hebben voor de open ruimte in het buitengebied. Als
laatste haalt een minderheid van de respondenten uit elke groep ook mobiliteit en
bereikbaarheid aan als een belangrijke taak van de overheid.
Over de houding en visie van de overheid werd veel neergeschreven. Eén van de elementen
die bij alle groepen aan bod kwam, was de inspraak die nodig is in het beleid. Ook dient het
beleid consequent en duidelijk te zijn. Daarnaast gaven experts en overheden aan dat
daadkracht een heel belangrijk element moet zijn van het ruimtelijk beleid.
2) Toekomstbeeld en uitdagingen voor Vlaanderen in 2050
De aangebrachte uitdagingen centreren zich rond vijf thema’s: mobiliteit, geconcentreerde
steden, open ruimte, landschap en klimaatsverandering.
Zes van de dertig verenigingen, zestien van de vierentwintig experts en vijf van de vijftien
overheden haalden mobiliteit en bereikbaarheid aan als een belangrijke uitdaging voor het
ruimtelijk beleid op lange termijn. De auto dient ontraden te worden en de meest gebruikte
vervoersmiddelen in de toekomst moeten de fiets, het openbaar vervoer of te voet worden.
Ook de steden krijgen bij elk van de respondentengroepen veel aandacht. Waar vooral op
gedrukt wordt is het verhogen van de densiteit in de steden maar steeds met aandacht voor
de leefbaarheid. Experts en overheden halen aan dat hierbij ook aandacht moet zijn voor de
aankomende demografische veranderingen en groene ruimte in de stad Niet alleen in de
stad maar ook op industrieterreinen moet de verbouwing verdicht worden.
Alle respondenten groepen halen de open ruimte aan als een te behouden onderdeel van de
ruimte. Vooral de verenigingen vestigen hier zeer sterk de aandacht op (wat in lijn is met het
groot aandeel natuurorganisaties bij de respondenten).
6
Ook wordt door de drie respondentengroepen een duurzaam antwoord gevraagd op de
klimaatsverandering. Wateroverlast moet vermeden worden volgens verenigingen en
overheden.
Door de verenigingen en de experts werd ook het behoud van het landschap aangehaald.
3) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
Ruimtelijke kwaliteit
Over het algemeen zijn de drie respondentengroepen het eens over een omschrijving van
ruimtelijke kwaliteit als de harmonieuze balans tussen verschillende functies om de ruimte
in te vullen. Bij de verenigingen antwoordden 9 van de 30 respondenten dat ruimtelijke
kwaliteit steeds samengaat met veel open ruimte.
Functies ruimtelijk scheiden
Meer dan de helft van elk van de drie respondentengroepen vindt ruimtelijk scheiden enkel
een goed idee om overlast of hinder te voorkomen. Als functies elkaar niet storen, is
verweven de beste oplossing.
Functies ruimtelijk verweven
De overgrote meerderheid van de respondenten vindt ruimtelijk verweven een na te streven
doel.
Stad
Uit elk van de drie respondentengroepen kwam dat de stad een plaats is waar bebouwing zo
veel mogelijk geconcentreerd dient voor te komen. Daarnaast gaven de respondenten vooral
een woon- en groenfunctie aan de stad, en in mindere mate haalden respondenten aan dat
de stad ook een werkplek of schoolplek kan zijn.
Platteland
De meeste van de respondenten waren het erover eens dat het platteland open moest
blijven en bebouwing zo veel mogelijk geclusterd dient te worden.
Daarnaast gaven respondenten verschillende functies aan het platteland: vooral natuur,
duurzame landbouw en recreatie moeten aanwezig zijn en in mindere mate mag er ook
bewoning, recreatie, energiewinning en landschap voorkomen.
Dorp
De meeste respondenten uit de drie groepen zijn het erover eens dat het dorp niet
uitgebreid dient te worden. Het dient voornamelijk om te wonen en verder dient alle
bebouwing gereduceerd te worden tot de basisbehoeften. Verenigingen en experts
benadrukken de aanwezigheid van sterke sociale netwerken in het dorp, die op andere
plaatsen verloren zijn gegaan.
Buurt/wijk
De buurt of wijk is een deel van een stad met een eigen karakter. Het is de directe
leefomgeving van mensen en moet zo aangenaam mogelijk zijn. Daarnaast halen
7
respondenten uit alle respondentengroepen aan dat in de buurt of de wijk de sociale
contacten tussen mensen heel sterk zijn.
Woning
De respondenten zijn het erover eens dat een woning een ruimte is waarin één of meer
families leven. Ze dient vooral ecologisch, compact en energiezuinig te zijn, maar daarnaast
ook voldoende comfort en privacy te geven.
Onderweg
Algemeen kan gezegd worden dat de respondenten het eens waren over de nood aan
verandering in het mobiliteitspatroon van vandaag. Vooral vervoer per openbaar vervoer,
met de fiets en te voet dient aangemoedigd te worden. Over de auto zeggen sommige
respondenten dat die afgeraden moet worden, andere leggen dan weer de nadruk op het
verminderen van de files.
4) Strategische doelen op lange termijn
Eén van de strategische doelen moet het behoud van de open ruimte zijn. Dit werd
aangehaald bij elk van de drie respondentengroepen. Daarnaast deden de verenigingen een
oproep om zo veel mogelijk ruimte voor natuur te reserveren.
Naast de open ruimte moet ook de ontwikkeling van de steden steeds in de belangstelling
staan. Buiten de stad moet bebouwing zo veel mogelijk vermeden worden, steden mogen
wel geconcentreerder worden.
Ook mobiliteit blijft belangrijk. Er moet een goed antwoord komen op het
mobiliteitsvraagstuk van vandaag.
Een ander vraagstuk dat om een oplossing vraagt is de klimaatsverandering.
Ruimte voor de economie wordt genoemd door experts en overheden, voor de verenigingen
was dit geen prioriteit.
Voor het ruimtelijk beleid kwamen ook veel suggesties vanuit alle respondentengroepen.
Deze zijn zo divers dat ze hier niet opgenomen worden. U kan ze nalezen in de afzonderlijke
dossiers per respondentengroep.
5) Strategische acties op korte termijn
Bij de strategische acties op korte termijn komen opnieuw veel van de eerder aangehaalde
elementen terug, met op kop: mobiliteit, zuinig ruimtegebruik, open ruimte en
klimaatsverandering.
Op korte termijn worden ook doelen geformuleerd voor het ruimtelijk beleid. Daar springen
drie aanbevelingen uit: het realiseren van vooraf gemaakte plannen, een strikte handhaving
van de regelgeving en het ontwikkelen van een duidelijke visie.
Er kwamen nog vele andere suggesties aan bod die hier niet zijn opgenomen omwille van de
diversiteit ervan (ze zijn wel terug te vinden in de bespreking van de resultaten van de drie
enquêtes afzonderlijk).
6) Strategische regio’s
De strategische regio die het meest genoemd werd door respondenten uit de drie
respondentengroepen is de open ruimte. Bij dit resultaat moet wel in het achterhoofd
gehouden worden dat het grote aantal natuurverenigingen voor een vertekening kan
hebben gezorgd.
8
Daarnaast worden de havens in totaal vijftien maal genoemd.
Een derde plaats wordt gedeeld door Antwerpen, Brussel, de Kust, de Vlaamse ruit en de
steden in het algemeen. Zij werden elk veertien maal genoemd.
9
IV Conclusies overheden
1) Profiel van de respondenten
Voor tabel met profiel per respondent: zie bijlage IV.1
Respondenten antwoordden vanuit diverse overheden. Antwoorden werden vooral
toegestuurd vanuit de Vlaamse overheid, namelijk acht van de vijftien. Daarnaast bezorgden
twee gemeentelijke en drie provinciale overheden hun antwoorden. Ook kregen we
antwoord van een district en een politicus.
Vijf van de enquêtes werden ingevuld vanuit een bestuurlijk oogpunt. Negen werden
ingevuld vanuit een ambtelijk of administratief oogpunt.
2) Verwachtingen van de overheid
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.2
- Democratisering
Democratisering van het beleid betreffende ruimtelijke ordening vinden de respondenten
heel belangrijk. Drie van hen onderlijnen dat alle stakeholders gehoord dienen te worden,
twee van hen geven aan dat het maatschappelijk belang steeds boven het particulier belang
moet staan en er wordt ook aangegeven door één respondent dat het belangrijk is
informatie te verstrekken aan andere overheden en aan burgers.
- Visie
Vier van de vijftien respondenten geven aan dat de visie overkoepelend dient te zijn. Dit
geldt zowel in de tijd als in de ruimte. Het is belangrijk dat de ruimtelijke ordening op de
verschillende bestuursniveaus op elkaar afgestemd is. De visie op ruimtelijke ordening moet
concreet zijn en dient daadkrachtig nagestreefd te worden (telkens aangegeven door twee
respondenten). Daarnaast zou een visie op ruimtelijke ordening duurzaam moeten zijn (2
respondenten), rekening moeten houden met hedendaagse ontwikkelingen (2
respondenten), zuinig (2x), ethisch verantwoord (1x) en efficiënt (1x) moeten zijn.
- Suggesties
Ook inhoudelijk deden de respondenten enkele suggesties.
De suggestie die het meest aan bod kwam is het tegengaan van versnippering (5
respondenten) en het concentreren van de stedelijke ontwikkeling (4x). Dit hangt samen
met een grote nadruk die wordt gelegd op het behoud van de open ruimte (3x). Andere
suggesties zijn het bundelen van verschillende functies binnen eenzelfde ruimte (2x) en het
verzekeren van een duurzame bereikbaarheid (2x). Suggesties die door één enkele
respondent genoemd werden zijn een blijvende aandacht voor vaste waarden zoals het
recht op een volwaardige woning en ruimte voor water, een verbetering van de
leefomgeving, een duurzame voedselvoorziening, uniformiteit en rechtszekerheid,
duidelijkheid en het gebruik van gezond verstand. Ook geeft een respondent aan dat de
individuele mobiliteit afgebouwd dient te worden ten voordele van de collectieve mobiliteit.
10
- Te vermijden aspecten
De respondenten gaven ook enkele pijnpunten aan die in de toekomst beter vermeden
worden. Zo gaf één van de respondenten aan dat het voor de overheid belangrijk is te
faciliteren en niet te beperken. Ook is het belangrijk dat de overheid vermijdt dat er een
schaarste in het aanbod ontstaat.
3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn
De respondenten formuleerden de voor hen belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk
beleid op lange termijn.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.3
- Hedendaagse ontwikkelingen
Een uitdaging die vijf van de vijftien respondenten naar voor halen is het aanpassen van de
ruimtelijke ordening aan hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen. Drie ontwikkelingen
worden door de respondenten concreet aangehaald: namelijk de demografische
ontwikkelingen (5x), klimaatsverandering (4x) en gezondheidsschadelijke milieufactoren
(1x). Aansluitend hierbij is de vraag naar voldoende ruimte voor water (3x) en een duurzaam
energieverbruik (1x). Ook de lokale voedselproductie (2x) en watervoorziening (1x) dient op
lange termijn verzekerd te worden. De economie dient voldoende ruimte te krijgen maar dit
op een gecontroleerde manier, zodat bedrijvigheid verzekerd is maar niet overheersend (2x).
- Steden
Vier respondenten wijzen op de concentratie in steden als grote uitdaging. Hierbij is een
zuinig en efficiënt ruimtegebruik (2x) noodzakelijk en multifunctioneel ruimtegebruik (3x)
dient aangemoedigd te worden. Dit moet een mogelijkheid bieden de stilstaande auto uit
het straatbeeld te weren (1x) en winkelcomplexen te clusteren (1x). Daarnaast geven
eveneens zeven respondenten aan zich over de kwaliteit van de steden zorgen te maken;
vier daarvan hebben het specifiek over het vrijwaren van een kwalitatieve en duurzame
woonomgeving in de stad. Eén respondent heeft het over verarming. De groene open ruimte
(5x) speelt hierbij een belangrijke rol en in de stad mag deze niet verder teruggeschroefd
worden. Leven in de stad dient gepromoot te worden, de provinciesteden moeten een
nieuwe impuls krijgen (1x) en de groei van dorpen en gemeenten dient afgeremd te worden
(1x).
- Ontspanning
Voor de belevingseconomie is het uitermate belangrijk een kwalitatief ruimtegebruik te
verzekeren. Daarnaast dient de infrastructurele dreiging voor een aantal sporten opgeheven
te worden. Een andere respondent noemt sport dan weer een oplossing voor sociaal-
maatschappelijke en ruimtelijke problemen.
- Mobiliteit
Ook mobiliteit en bereikbaarheid vereist de nodige aandacht. Duurzaamheid is hierbij heel
belangrijk (5x). Eén van de respondenten geeft de praktische tip om de fiets als basismiddel
te promoten in een straal van 5 km.
11
- Landbouw
Oneigenlijk gebruik van landbouwgrond moet ten allen tijde vermeden worden (1x).
Daarnaast is het belangrijk de bodemvruchtbaarheid te vrijwaren (1x). De landbouw moet
voldoende ruimte krijgen om bedrijvig te blijven in de toekomst (1x).
- Ruimtelijk beleid
Twee respondenten pleiten voor meer inspraak van de burger in de vorming van publieke
ruimte en een andere stelt dat het maatschappelijk belang centraal moet staan.
Andere respondenten dagen uit het debat aan te gaan met de burger (2x) maar erkennen
ook de grote druk door het grote aantal stakeholders (1x). Er moet op een efficiënte manier
met de burger gecommuniceerd worden bijvoorbeeld door een e-loket (1x).
Regels moeten hiervoor eenduidig opgesteld worden om zo efficiënt en respectvol mogelijk
te kunnen functioneren. Ook is het belangrijk dat er een bewustwording komt bij de burger.
Het integraal watergebruik dient geïntegreerd te worden in de RO (1x). Een geïntegreerde
visie op alle niveaus is nodig (1x). Daarnaast moedigt telkens één respondent aan om niet
enkel te plannen maar ook te realiseren, om te zorgen voor een zinvolle herbestemming van
de ruimte, om het nemen van verantwoorde beslissingen, om fouten uit het verleden te
herstellen en om goede geopolitieke beslissingen te nemen.
4) Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Er is een grote eenheid in het wensbeeld voor Vlaanderen bij de verschillende
respondenten.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.4
- Stad
De stad moet sterk geconcentreerd worden (vijf van de vijftien respondenten) en voorzien
worden van voldoende open ruimte om de leefbaarheid te verhogen (4x). Die vrije ruimte
dient multifunctioneel te zijn en efficiënt gebruikt te worden (3x). Daarnaast dienen steden
opgewaardeerd te worden tot stijlvolle centra (2x). In de steden moet een kwalitatief,
duurzaam en zuinig woonaanbod ontstaan (1x). Er moet een evenwicht gevonden worden
tussen scheiding en concentratie van verschillende functies (1x).
- Open ruimte
Buiten de stad moeten er grote open ruimtes komen (7x). Deze moeten meer
aaneengesloten (1x) worden dan vandaag en mogen niet doorkruist worden door spoor- of
andere wegen (1x). De open ruimte moet ook een buffer vormen tegen wateroverlast (1x).
- Bedrijvigheid
Eén van de respondenten ziet Vlaanderen graag uitgroeien tot een transnationale
megalopolis met een sterke economische positie. Het aandeel van landbouwgrond dient af
te nemen (2x). Anderszijds moet er wel over gewaakt worden dat deze ruimte flexibel terug
inzetbaar kan worden voor voedselproductie als dat nodig blijkt in de toekomst (1x). Er moet
een slimme wisselwerking tussen stad en platteland ontstaan (1x).
Ook de bedrijventerreinen dienen compact te zijn (1x). De invulling van de ruimte voor
bedrijvigheid moet afhangen van de lokale noden (1x).
12
- Mobiliteit
Er moet een efficiënte mobiliteit bestaan tussen steden (3x) dat daarnaast ook duurzaam is.
Twee van de respondenten strijden voor betere fiets en wandelwegen en één respondent
werpt het vervoer over water op als vervoersmiddel van de toekomst omdat het duurzaam
is en files zal verminderen. Geparkeerde auto’s moeten uit het straatbeeld geweerd worden.
Er moet gebruik gemaakt worden van duurzame energie, en dit niet enkel voor mobiliteit
maar voor alle aspecten van het leven.
- Ruimtelijk beleid
Eén respondent suggereert dat de natuurlijke structuur en infrastructuur als uitgangspunt
moet genomen worden van de planning.
Ook wordt aangehaald dat het beleid zuiniger moet worden.
Steeds weer moet het maatschappelijk belang centraal staan en particuliere belangen
mogen een beslissing niet beïnvloeden.
5) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
In wat volgt komt de visie aan bod die gegeven is op verschillende aspecten van de
ruimtelijke ordening in het licht van 2050.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.5
- Ruimtelijke kwaliteit
De ruimtelijke kwaliteit is uiterst belangrijk, het werkt immers door in alle aspecten van de
maatschappij (1x). Dit verhoogt de waardering van de ruimte en de leefbaarheid (6x). De
ruimtelijke kwaliteit wordt door verschillende respondenten anders gedefiniëerd. Ze is hoog
als een ruimte aangenaam is voor alle functies (1x), als het ruimtegebruik logisch aanvoelt
(1x), als er een aanvaardbare en leefbare integratie van mens en ruimte plaatsvindt (1x), bij
verwevenheid van functies en evenwichtigheid, als verspreide bebouwing zo veel mogelijk
vermeden wordt (1x) of als de eigenschappen van gebieden matchen met hun functie (1x).
Eén respondent merkt op dat er aan ruimtelijke kwaliteit te laat en te ondoortastend is
gewerkt.
- Functies ruimtelijk scheiden
Tien van de vijftien respondenten vindt het ruimtelijk scheiden van functies geen goed idee.
Wel geven ze aan dat het soms nodig is om hinder te voorkomen. Een nadeel van functies
ruimtelijk te scheiden is dat er meer nood zal ontstaan aan mobiliteit (1x).
Toch zijn er ook vier respondenten die positief staan tegenover het ruimtelijk scheiden van
functies. De redenen die ze daarvoor aangeven zijn divers: het voorkomen van conflicten
(1x), het is nodig voor betekenisgeving (1x) en het is een manier om elke functie te
optimaliseren (1x).
- Functies ruimtelijk verweven
Alle respondenten (14x) die geantwoord hebben op deze vraag vinden het verweven van
verschillende functies een goed idee. Ze geven daarvoor verscheidene redenen: het brengt
rust (1x), het vermindert de mobiliteit (1x), functies vormen een meerwaarde voor elkaar
(1x), het zorgt voor een efficiënt ruimtegebruik (1x) en het creëert mogelijkheden (1x).
Toch geven verschillende respondenten ook aan dat het succesvol verweven van functies
zijn grenzen heeft. Zo moet de ruimte voor alle gebruikers bruikbaar blijven (1x), de
13
draagkracht van een ruimte mag niet overschreden worden en sommige functies zijn
onverenigbaar en moeten dus gescheiden worden (2x). Daarnaast dient op strategische
plaatsen één functie geconcentreerd te worden, dit is bijvoorbeeld het geval bij havens. (1x)
- Stad
Acht van de vijftien respondenten zien de stad als een knooppunt, een multifunctionele (3x)
ontmoetingsplaats voor verschillende mensen. Het wordt gezien als de woonplaats van de
toekomst (2x) en moet uitgebreid worden en leefbaar gehouden worden met voldoende
groene ruimtes (4x). De stad moet ook geconcentreerd zijn (3x).Daarnaast moet ze
uitnodigend (2x) zijn om verschillende redenen zoals toerisme en zelfbedruipend in energie
(1x).
- Platteland
Het platteland wordt door drie respondenten gedefinieerd als ten dienste van de stad. Het
wonen op het platteland moet afgeraden worden en de bewoning moet zoveel mogelijk
geclusterd worden (5x). Een functie die is weggelegd voor het platte land is open ruimte (5x).
Die open ruimte kan verschillende gebruiken hebben: recreatie (4x), natuur (3x), groene
energie (2x) en landbouw (4x). Landbouw zou volgens twee van de respondenten een groter
aandeel moeten krijgen omwille van het belang van de voedselproductie. Eén van de
respondenten suggereert de functie van het platteland te laten afhangen van de locatie.
Twee van de respondenten zien het platteland verdwijnen. Een andere respondent is van
mening dat het platteland hersteld zou moeten worden.
- Dorp
Het dorp is een geconcentreerde kern in het platteland (6x). Het dorp dient hoofdzakelijk om
te wonen met daarnaast basisvoorzieningen (2x). Het is belangrijk de bereikbaarheid ervan
te waarborgen.(2x). Twee van de respondenten zijn ervan overtuigd dat het dorp op lange
termijn zal verdwijnen (2x); een andere respondent zegt dan weer dat de capaciteit van
dorpen verhoogd moet worden.
Eén van de respondenten zegt dat deze samenlevingsvorm minder belangrijk is geworden
dan de stad (2x).
De bewoners worden gezien als de beheerders van de open ruimte (1x) en dienen geen
subsidies te ontvangen voor het bouwen van hun woning(1x).
Anderen benadrukken de voordelen van het platteland. Namelijk dat men er kan
herbronnen (1x), dat er groene energie geproduceerd wordt (1x) of dat de gemeenschappen
er veel hechter zijn dan in de stad (1x).
- Buurt of wijk
De buurt is een deel van een groter geheel (3x) en functioneert in wisselwerking met de stad
(1x), één van de respondenten noemt het een dorp in een stad. Het is onze directe
leefomgeving (2x).
Sociaal contact is heel belangrijk in de buurt (2x), dit contact kan een bron zijn voor
duurzame woningbouwprojecten. De ruimtelijke ordening moet ervoor zorgen dat er een
gezonde mix van mensen woont (1x). Er wordt nadruk gelegd op kwaliteit en leefbaarheid
(3x). Sommige vinden dat de buurt versterkt moet worden (2x), een andere respondent
vindt het dan weer niet belangrijk (1x).
14
- Woning
In een woning moet men op zoek gaan naar een evenwicht tussen voldoende comfort en
een lage impact (6x). Daarnaast is er in een woning ruimte voor een eigen inbreng, uiteraard
volgens de geldende regelgeving (3x). Een woning is een plaats waar men in alle privacy tot
rust kan komen (3x). Een woning dient volgens één van de respondenten
levensloopbestendig te zijn (1x) en moet in de toekomst kleiner worden dan op heden (1x).
Ook kunnen er meerdere generaties samenleven (1x).
- Onderweg
In functie van mobiliteit moet het STOP-principe centraal staan. Daarin wordt de nadruk
gelegd op het belang van openbaar vervoer (8x). Verplaatsen mogen we enkel nog doen als
het echt nodig is (6x), en vooral de auto moet ontmoedigd worden als vervoersmiddel. Door
ruimtelijke functies meer te concentreren (2x) en de verregaande impact van
telecommunicatie (1x) wordt mobiliteit minder belangrijk.
Als we ons dan toch verplaatsen moet dat zo comfortabel (2x), snel (1x) en duurzaam (3x)
mogelijk gebeuren. De open ruimte mag niet het slachtoffer worden van nog meer
mobiliteitsinfrastructuur (1x), het bestaande wegennet moet goed onderhouden worden
(1x) en het vervoer over water wordt aangevoerd als alternatief (1x).
6) Prioriteiten op lange en korte termijn
6.1) Strategische doelen op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.6
- Concentratie
Een belangrijk strategisch doel voor het ruimtelijk beleid van vandaag moet het
concentreren van verschillende ruimtelijke functies zijn (7x). Lintbebouwing moet
tegengegaan en eventueel afgebroken worden (1x). Het ruimtegebruik moet ook zuinig zijn
(3x), want ruimte is schaars.
- Mobiliteit
Mobiliteit moet zo veel mogelijk beheerst worden (8x), met het aanmoedigen van openbaar
vervoer als belangrijkste pijler. Het aantal verplaatsingen zou beperkt moeten worden (1x),
er moet een doordacht locatie- en parkeerbeleid gevoerd worden (1x), stationsomgevingen
moeten aangenamer worden (1x),
- Veranderingen
Er dient gestreefd te worden naar een klimaatneutrale maatschappij (7x).Er moet een
antwoord komen op de dreigende klimaatsverandering, met voldoende ruimte voor water
(6x).
Ook moet er rekening gehouden worden met toekomstige demografische ontwikkelingen
(1x).
Er moet ook voldoende ruimte voor voedselproductie gereserveerd blijven (1x).
Ook wijst een respondent erop dat het nodig zal zijn soberder te wonen in de toekomst (1x).
De burger moet hiervan en van andere ontwikkelingen bewustgemaakt worden (1x).
15
- Stad
De leefbaarheid in de stad moet gewaarborgd blijven (4x). Het imago van de stad moet
hersteld worden (1x) en men moet er groener wonen (1x).
- Open ruimte
De bestaande open ruimte dient beschermd te worden (4x). Ze moet goed bereikbaar (1x),
duurzaam recreatief (1x) en functioneel gedifferentieerd (1x) zijn.
- Bedrijvigheid
Er moet een duurzame economie ontstaan die veel groeikansen heeft (1x). De
bedrijventerreinen dienen beter georganiseerd te worden (1x) en er moeten groeikansen
blijven voor recreatieve functies op marktconforme plekken (1x). De economie mag bloeien,
maar dit mag niet ten koste gaan van de volksgezondheid (1x).
- Ruimtelijk beleid
De fouten uit het verleden moeten rechtgezet worden (1x). Er moet een meer kwaliteitsvolle
planning komen door het aanbod af te stemmen op de vraag (1x), het ruimtegebruik af te
stemmen op de natuurlijke structuur en infrastructuur (1x) en dit alles zo efficiënt mogelijk
wetgevend in te plannen (2x). Er moet gestreefd worden naar een gepaste prijs voor ruimte,
aangezien ruimte schaars is (1x). Daarnaast is het ook belangrijk meer in te zetten op
transnationaal beheer (2x).
6.2) Strategische acties op korte termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.7
- Mobiliteit
Drie respondenten raden aan zo snel mogelijk te starten met het verbeteren en promoten
van openbaar vervoer (3x). Een andere legt de nadruk op het belang van de nabijheid van
het werk (1x). Dit alles omwille van de klimaats- en bereikbaarheidscrisis, vervoer moet in de
toekomst meer duurzaam zijn dan vandaag. Concreet wordt ook gevraagd naar een
opwaardering van de waterwegen (1x) en het promoten van de fiets (2x) als
vervoermiddelen.
- Wonen
Daarnaast is het belangrijk dat we in de toekomst nog meer aandacht besteden aan de
inplanting van woningen. Zo vragen drie respondenten zich af of kwaliteitsvol en betaalbaar
wonen in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn. Om ruimtegebrek te voorkomen moet
verhuizen gemakkelijker gemaakt worden (1x) en moet leegstand of het pas laat bebouwen
van percelen ontmoedigd worden (1x). Daarnaast moet er rekening gehouden worden met
de gevolgen van de vergrijzing en de vraag die dit zal stellen aan de woningmarkt.
- Klimaat
Drie respondenten zijn van mening dat groene energie nog meer aangemoedigd zou moeten
worden. Daarnaast zijn er drie anderen die het concreet hebben over het creëren van ruimte
voor water. Ook moet men de watertoets meer in het achterhoofd houden bij het plannen
(1x).
16
- Stad
Vier respondenten vestigen de aandacht over het ontwikkelen en organiseren van de ruimte
in steden. Eén van hen raadt aan absoluut te gaan voor het creëren van lobbensteden.
De nadruk dient gelegd te worden op zuinig ruimtegebruik (4x), zonevreemde elementen
moeten streng geweerd worden (2x), inbreidingsprojecten moeten gestimuleerd worden
(1x), de stadsrand dient uitgebreid te worden (1x) en groene zones moeten beschermd
worden (1x).
- Multifunctionele gebieden
Drie respondenten leggen de nadruk op het delen van eenzelfde ruimte door verschillende
functies. Op deze manier kunnen nieuwe ruimtes voor recreatie gecreëerd worden (2x) en
ook bij het water kunnen multifunctionele bedrijventerreinen opgericht worden. Niet
aangepaste ruimtes, zoals verouderde industrie, dienen gesaneerd te worden (1x).
Naast multifunctioneel dienen deze ruimtes ook flexibel te zijn, om snel te kunnen inspelen
op een veranderlijke vraag (1x). Daarnaast maakt men zich ook zorgen over de
bereikbaarheid van recreatiedomeinen (1x). Dit probleem kan ook een oplossing vinden in
de multifunctionele ruimtes.
- Ruimtelijk beleid
Er zijn heel wat suggesties voor het ruimtelijk beleid. Zo suggereren twee respondenten om
een deel van de planning over te laten aan lokale overheden. Een andere respondent legt de
nadruk op het actualiseren van de bestaande plannen. Daarnaast moeten de procedures
vereenvoudigd worden om zo meer rechtszekerheid te garanderen aan de burger (2x). Het
beleid moet meer afgestemd worden op de noden van vandaag (1x). Zo wordt er concreet
gesuggereerd meer aandacht te hebben voor gezondheid in het beleid van de RO (2x). Ook
vindt één van de respondenten dat er te weinig rekening wordt gehouden met de
watertoets. Daarnaast moet de tijd genomen worden om het ruimere plaatje te evalueren
(1x) en is er nood aan een groter budget (1x) en een versterkte deskundigheid (1x).
Het ruimtelijk beleid moet eerlijk zijn naar de burgers toe (3x). Deze moeten gesensibiliseerd
en geïnformeerd worden (1x) en er moet een eerlijk debat gevoerd worden (1x),
bijvoorbeeld over Vlaanderen als logistieke draaischijf (1x). Ook de plannen moeten
eenvoudiger beschikbaar gesteld worden (1x).
17
7) Strategische regio’s
Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht
een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.8
Aantal keer gekozen Strategische regio’s
5
Kust
Verstedelijkt gebied
Open ruimte
4
Vlaamse Ruit
Poorten
Stedelijke rand rond Brussel
3 Hasselt- Genk of MHAL (Maastricht-Hasselt-Aken-Luik)
2
Antwerpen met haven
Platteland
Kempen
1
Gent met kanaalzone
Zeebrugge met haven en hinterland
Vlaamse Ardennen
Kortrijk-Lille
Westhoek
Brugge-Oostende
ENA
Daarnaast hebben een aantal respondenten in eerder algemene termen op deze vraag
geantwoord. Zo zijn er respondenten die aandacht vragen voor regio’s kwetsbaar voor
klimaatsveranderingen (1x), de publieke ruimte (1x), industrie (1x) en waterwegen (1x).
8) Ideeën
Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse Ruimte in 2050. Deze vindt u
hier opgelijst:
- Lokale voedselproductie vrijwaren.
- Ruimte is schaars en moet zijn ware prijs krijgen.
- Transport over de weg en in de lucht vermijden.
- herziening bevoegdheidsverdeling
- te lange behandelingstermijnen
- nadruk op rol van Vlaanderen in Europese ruimte
- verdichtingsbeleid voeren dat rekening houdt met krimpscenario
- doorwerking van planning tot op laagste niveau
- eenvoudiger en vlotter ruimtelijk planningsnistrumentarium
- afschaffen plancompensatie
- duidelijke visie in functie van leefkwaliteit (met oog voor sport, recreatie en vrije tijd)
- sterke visie in plaats van strakke afbakening
- herkenningspunten (betekenis plaatsen) en verdichting
- streven naar verweving, uitzonderlijk scheiden
- efficiënt gebruik van schaarse ruimte
- rekening houden met alle niveaus (van internationaal tot zeer lokaal)
- brede maatschappelijke steun vanuit de burger nodig
18
9) Bijlagen bij conclusies overheden
Bijlage IV.1 Profiel respondenten
Respondent Benaming Type overheid Oogpunt
1 District Deurne District Bestuurlijk
2 Gewestelijke Stedenbouwkundig Ambtenaar Vlaamse overheid Ambtelijk of administratief
3 Dept. LV afd. Duurzame Landbouwontwikkeling Limburg Vlaamse overheid Ambtelijk of administratief
4 Afdelingshoofd ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid, gemeentelijk
stedenbouwkundig ambtenaar
Gemeente Ambtelijk of administratief
5 Bestuurslid Open VLD Veurne Politicus Bestuurlijk
6 Adjunct van de directeur Vlaamse overheid Bestuurlijk
7 Waterwegen en Zeekanaal NV Vlaamse overheid Ambtelijk of administratief
8 Provincie Limburg Provincie Ambtelijk of administratief (directie ruimte en directie mens)
9 Departement Landbouw en Visserij Vlaamse overheid Bestuurlijk
10 Toerisme Vlaanderen Vlaamse overheid Ambtelijk of administratief
11 Interprovinciaal Sportdienstenoverleg Provincie Ambtelijk of administratief
12 Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, team milieugezondheidszorg Vlaamse overheid Bestuurlijk
13 Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Provincie Bestuurlijk én administratief
14 Gemeente Evergem – dienst prom-patrimonium Gemeente Ambtelijk of administratief
15 Consulent Vergunnen Vlaamse overheid Ambtelijk of administratief
19
Bijlage IV.2 Verwachtingen over de overheid
Respondent Verwachtingen
1 - Overkoepelende visie (zowel in tijd als in ruimte)
- Maatschappelijk belang boven particulier belang
- Verbetering leefwereld
2 - blijvende aandacht voor vaste waarden (open ruimte en recht op volwaardige woning)
- Maatschappelijk belang boven particulier belang
3 - behoud open ruimte
- duurzame voedselvoorziening
4 - geconcentreerde stedelijke ontwikkeling
- duurzame bereikbaarheid
5 - bereikbaarheid
- geconcentreerde stedelijke ontwikkeling
6 - duurzaam, ethisch en hedendaags beheer
- respect voor verschillende stakeholders
- spaarzaamheid met regels, mensen en middelen
7 - informatie naar andere overheden en burgers
- visie concreet maken
8 - Efficiënt, zuinig en duurzaam beleid
- Synergie tussen verschillende functies
- Blijvende aandacht voor vaste waarden (tegen versnippering, ruimte voor water)
- Overkoepelende visie
9 - overkoepelende visie
- uniformiteit en rechtszekerheid (vermijden conflicten)
10 - Overkoepelende visie
- Hedendaags
- Faciliterend, niet beperkend
11 - alle sectoren stem geven
- Daadkrachtig (beslissingen zonder 100 % draagkracht toch nemen)
12 - duidelijke scheiding verschillend ruimtegebruik
- geconcentreerde stedelijke ontwikkeling
- afbouw individuele mobiliteit
13 - uitbouw en nastreven van visie
14 - synergie tussen verschillende functies
- behoud open ruimte
- geconcentreerde stedelijke ontwikkeling
- garanderen van aanbod
15 - iedereen moet gehoord worden
- gezond verstand
20
Bijlage IV.3 5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Uitdagingen
1 Visie op alle niveaus Maatschappelijk belang
primeert
Verantwoorde beslissingen
nemen
Auto’s uit het straatbeeld Fiets binnen straal van 5 km
2 Klimaatverandering Zinvolle herbestemming ruimte Duurzame bereikbaarheid / /
3 Geen oneigenlijk gebruik
landbouwgrond
Vrijwaren bodemvruchtbaarheid Duurzame voedselproductie watervoorziening Fouten verleden herstellen
4 Geconcentreerde steden +
duurzame bereikbaarheid
Aanpassen aan hedendaagse
ontwikkelingen
Debat aangaan over compact
wonen, werken en ontspannen
Debat aangaan over open
ruimte voor voedsel, water en
natuur
Niet enkel plannen maar ook
realiseren
5 Geconcentreerde steden Meer groen in stad Ontwikkelen provinciesteden Afremmen groei gemeenten clusteren winkelcomplexen
6 Zuinig ruimtegebruik Aanpassen aan hedendaagse
ontwikkelingen
Administratieve efficiëntie Respectvolle maar consequente
toepassing
Kwalitatief (maar zuinig)
ruimtegebruik
7 Ruimte voor water Duurzame mobiliteit Kwalitatief ruimtegebruik in
steden
Integreren integraal waterbeleid
in RO
Eenduidig en toegankelijk e-
loket van RO voor publiek
8 klimaatsverandering Inspelen op demografische
veranderingen
Duurzaam wonen voor iedereen Kwalitatief wonen in de stad Inspraak in vorming publieke
ruimte
9 Lokale voedselvoorziening
verzekeren
Efficiënt en zuinig ruimtegebruik Stimuleren multifunctioneel
ruimtegebruik
Aanpassen aan hedendaagse
ontwikkelingen
Geconcentreerde, kwalitatieve
steden
10 Behouden groene en blauwe
open ruimte
Duurzame bereikbaarheid Voldoende maar gecontroleerde
ruimte aan economie
Kwalitatief ruimtegebruik
(belevingseconomie, recreatie)
Druk door groot aantal
stakeholders in debat over RO
11 Klimaatsverandering en
demografische ontwikkelingen
Aanpassen aan hedendaagse
ontwikkelingen
Sport als oplossing voor sociale
en ruimtelijke problemen
Verweven van verschillende
functies (ontspanning met bv.
natuur)
Infrastructurele dreiging van een
aantal sporten in Vlaanderen
opheffen
12 Bescherming tegen
gezondheidsschadelijke
milieufactoren
/ / / /
13 klimaatsverandering Demografische veranderingen verarming Geopolitieke beslissingen Duurzaam energiegebruik
14 Kwalitatieve woonomgeving Stimuleren multifunctioneel
ruimtegebruik
Behouden open ruimte Duurzame bedrijvigheid
(bedrijven en landbouw)
Duurzame mobiliteit
15 Behouden open ruimte Ruimte voor water Geconcentreerde, kwalitatieve
steden
Leefbare woonomgeving Participatie en bewustwording
van de burger
21
Bijlage IV.4 Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Respondent Verwachtingen
1 - minder landbouwgrond
- meer open ruimte
- kwaliteitsvolle fietspaden
- geen geparkeerde auto’s op straat
- opgewaardeerde, stijlvolle steden
2 - geconcentreerde steden
- open ruimte
3 - maximale oppervlakte opnieuw inschakelbaar voor voedselproductie
4 - geconcentreerde steden
- efficiënte mobiliteit
- multifunctionele open ruimte
5 - meer open ruimte
- meer groen in stad
- geconcentreerde steden
6 - als basis de natuurlijke structuur en infrastructuur
- efficiënt en ecologisch verantwoorde mobiliteit
- concentratie verschillende functies
7 - Bescherming tegen wateroverlast (Sigmaplan)
- Groei van watergebonden transport (duurzamer en fileleed verzacht)
8 - Wisselwerking en uitwisseling tussen stad en platteland
- Harmonieuze omgeving in de stad
- Duurzame energie
9 - leven centreren in de stad
- meer open ruimte voor verschillende functies
- ruimte voor ondernemen laten afhangen van lokale noden
- evenwicht tussen scheiding en verweving van functies
10 - grote mobiliteit tussen steden
- stijlvolle steden
- voldoende open ruimte voor recreatie in de stad
- buiten de stad grote aaneengesloten recreatieruimten
- aangename fiets en wandelwegen
11 - sterk verstedelijkt
- grote open ruimten tussen steden
- ook open ruimte in de stad � leefbaarheid
- multifunctionaliteit om voldoende ruimte voor recreatie te creëren
12 /
22
13 - groeiende transnationale megalopolis
- grote aaneengesloten open ruimten (zonder spoorwegen of autowegen erdoorheen)
- ook open ruimte in de stad � leefbaarheid
- streven naar sterke economische positie
14 - multifunctioneel ruimtegebruik in de steden
- compacte bedrijventerreinen
- kwalitatief, duurzaam, zuinig woonaanbod
15 - zuiniger beleid
- denken in het belang van maatschappij, geen particuliere beslissingen
23
Bijlage IV.5 Betekenis begrippen
Respondent Ruimtelijke
kwaliteit
Functies
scheiden
Functies
verweven
Stad Platteland Dorp Buurt /wijk woning onderweg
1 Te laat en
weinig
doortastend
Geen goed idee
want werkt te veel
mobiliteit in de
hand
Goed idee want
brengt rust.
Veel activiteit,
recreatie,
ontmoeting tussen
mensen
Verdwijnt stilaan Uit isolement
halen
Verfijning van
groter geheel
Rust Zo aangenaam
mogelijk maken
2 Belangrijk voor
beleving
Goed idee om
hinder te
voorkomen
Goed idee want
creëert
mogelijkheden.
Ontmoetingsplaats Noodzakelijk om
tot rust te komen
Nodig om te
herbronnen
Sociaal contact Rust Comfortabel en
snel
3 Verspreide
bebouwing
vermijden
Goed idee Goed idee maar
enkel als ruimte
voor alle functies
bruikbaar blijft.
Moet ontwikkeld
worden en
leefbaar gemaakt
worden
Geen goede plaats
om te wonen
Door bewoners
gefinancierd, geen
subsidies
Goede mix van
leeftijdsklassen
nodig
Moet kleiner
worden
Openbaar vervoer
is norm, privé
vervoer is
uitzondering
4 Als logisch
ruimtegebruik
Geen goed idee,
enkel verantwoord
als strikt
noodzakelijk
Goed idee, maar
toch moeten
bepaalde functies
uiteen gehouden
worden.
Meest duurzame
samenlevingsvorm,
moet
gecombineerd
worden met open
ruimte
Moet stad
ondersteunen,
meer belang
hechten aan
voedselproductie
Zal verdwijnen Versterken als
basis van
samenleving
Evenwicht:
comfort en
minimale impact
Verplaatsen enkel
als nodig en
openbaar vervoer
5 Belangrijk Geen goed idee,
verweven in stad
Goed idee,
toepassen in de
stad
Knooppunt
voorzieningen,
heel belangrijk
Lintbebouwing
vermijden
Uitbreiden van
capaciteit. Enkel
voor wonen en
basisvoorzieningen
Wonen Kwalitatief,
energiebewust,
eigen inbreng
Beperken door ook
meer functies naar
provinciesteden,
openbaar vervoer
in centrasteden
6 Aangename
ruimte voor alle
functies
Geen goed idee,
enkel als nodig
Goed idee want
vermindert
mobiliteit
Geconcentreerd,
knooppunt,
aangenaam
Natuur, landbouw,
recreatie
Minder belangrijk Niet belangrijk Wonen Beperken en zo
ecologisch
mogelijk maken
7 Werkt door in
alle aspecten
van leven
Geen goed idee,
enkel als hinderlijk
Goed idee voor
wonen, werken,
groen, recreatie en
water.
Multifunctioneel,
menselijke schaal,
groene en blauwe
open ruimtes
Open ruimte,
recreatie,
landbouw, groene
energie
Groene energie,
geconcentreerd,
bereikbaarheid
waarborgen
Kwaliteitsvolle
publieke ruimte
Energiezuinig en
ecologisch
Duurzaam en
openbaar vervoer,
vervoer over water
stimuleren
8 Waardering van
ruimte
Geen goed idee,
enkel waar nodig
Goed idee want
functies vormen
een meerwaarde
voor elkaar.
Knooppunt Geclusterde
bebouwing,
voedselproductie,
groene energie,
open ruimte,
recreatie
Hechte
leefgemeenschapp
en, kernen van
platteland
Hechte
gemeenschappen,
ideaal voor
duurzame
woningbouwprojec
ten
Levensloopbesten
dig,
meergeneratie,
energiezuinig,
privaat
Beperken,
duurzaam, door
telecommunicatie
minder van belang
9 Eigenschappen
gebied matchen
functie
Optimalisering van
één bepaalde
functie
In
overeenstemming
brengen van
verschillende
functies
Knooppunt Open ruimte,
woon- en
werkclusters,
landbouw en
natuur,
Geclusterd midden
in de open ruimte
Geheel, kwalitatief
wonen en leven
Huisvesting Beperken door
concentratie
woon/werk/winkel
, open ruimte mag
niet slachtoffer
worden
24
10 Hogere
belevings- en
gebruikswaarde
Steeds moeilijker
toepasbaar
Heel belangrijk
vandaag.
Belangrijk voor
toerisme en
recreatie
Open ruimte +
kleine dorpen
Geclusterde kern
op platteland
/ Tweede verblijf? /
11 Aanvaardbare
en leefbare
integratie van
mens in ruimte
Geen goed idee,
enkel waarnodig
Goed idee, als het
niet anders kan
scheiden
Woonplaats bij
uitstek,
multifunctioneel
Open ruimte, in
functie van stad,
vermindert
Geclusterde kern
op platteland
Directe
leefomgeving
Eigen inbreng in
woonst binnen
reglementering
Vooral openbaar
vervoer, fiets en
trage wegen
12 / / / / / / / / /
13 Leefbare
stedelijkheid,
thuisvoelen,
beleving
Goed idee want
nodig voor
betekenisgeving
Goed idee op
lagere schaal, op
strategische
plaatsen (bv.
havens) wel
scheiden.
Woonplaats,
geconcentreerd,
leefbaar houden
Openruimte ten
dienste van de
steden
Zal verdwijnen,
beheerders van de
groene ruimte
Direct
leefomgeving
Eigen inbreng in
woonst binnen
regelementering
STOP-principe
(voetgangers,
fietsers, openbaar
vervoer)
14 Verwevenheid
van functies en
evenwichtigheid
Geen goed idee,
enkel waar nodig
Goed idee als
draagkracht niet
overschreden
wordt
Uitnodigend,
multifunctioneel
Open ruimte,
functie afhankelijk
van locatie
(landbouw, natuur,
groen)
Functie is wonen +
basisvoorzieningen
Deel van groot
geheel,
wisselwerking met
stad
Evenwicht tussen
confort en
duurzaamheid
Goed
onderhouden
wegennet,
openbaar vervoer
op maat
15 Belangrijk voor
leefbaarheid
Goed idee om
conflicten te
voorkomen
Goed idee want
nood aan efficiënt
ruimtegebruik
Zelfbedruipend in
energie, compact,
kwalitatief
ingericht
Open ruimte moet
hersteld worden
concentratie Dorp binnen een
stad, kwaliteit en
leefbaarheid
Evenwicht tussen
comfort en
duurzaamheid
Openbaar vervoer,
auto ontmoedigen
25
Bijlage IV.6 Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Belangrijkste strategische doelen op lange termijn
1 / / / / /
2 Leefbaarheid steden Kwaliteitsvolle open ruimte Ruimte voor water Mobiliteit /
3 Fouten uit verleden rechtzetten Concentreren functies Realistische prijs ruimtegebruik Energiezuinige bebouwing Soberder wonen
4 Energiezuinig wonen, werken en
vervoer
Optimaliseren gebruik schaarse
ruimte
Reductie verplaatsings-
behoeften
Aanpassing aan klimaats-
verandering
Bewustmaking bevolking
5 Concentreren functies Optimaliseren openbaar vervoer Kwalitatieve stations-
omgevingen
Imago steden herstellen Lintbebouwing tegengaan en ev.
afbreken
6 Aanbod afstemmen op vraag Zuinig ruimtegebruik Ruimtegebruik afstemmen op
natuurlijke (infra)structuur
Beperkte maar efficiënte
regelgeving
Ruimtelijke kwaliteit
7 Duurzame mobiliteit Aanpassing aan klimaats-
verandering
Concentreren functies Stimuleren openbaar vervoer Leefomgeving vergroenen
8 Klimaatneutraliteit Optimaliseren openbaar vervoer Aanpassen aan demografische
veranderingen
Controle stromen (energie, wa-
ter, afval, grondstoffen, verkeer
Beperkte maar efficiënte
regelgeving
9 Ruimte voor voedselproductie Efficiënt ruimtegebruik
wetgevend inplannen
Concentreren functies Zuinig ruimtegebruik Geconcentreerde functies
10 Bereikbaar en duurzaam
recreatief gebruik open ruimte
Doordacht locatiebeleid en
parkeerbeleid
Groeikansen geven aan recreatie
op marktconforme plekken
Kwaliteitsvol ruimtegebruik Concentreren functies
11 Oog voor mobiliteit,
leefkwaliteit en recreatie op alle
niveaus
Concentreren van functies Verbeteren transnationaal
beheer
Ruimte voor water Groene energieproductie
12 Verminderen ge-
zondheidsschadelijke
milieufactoren
/ / / /
13 Beschermen groene zones Ecologisch beheren van
mobiliteit en levenskwaliteit in
de stad
Transnationaal beheer Ruimte voor water Groene energieproductie
14 Leefbaarheid in steden Betere organisatie
bedrijventerreinen
Aanmoedigen gebruik openbaar
vervoer
Gedifferentieerd gebruik open
ruimte
Groeimogelijkheden voor be-
drijvigheid
15 Beheersing mobiliteit Aanpassing klimaatsverandering Leefbaarheid steden Duurzame economie /
26
Bijlage IV.7 Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken
Respondent Belangrijke acties op korte termijn
1 / / / / /
2 Eerlijk beleid Consequent rekening houden
met watertoets
Meer mogelijkheden
alternatieve energie
/ /
3 Betaalbare woning voor
jongeren
Aangepaste woning voor
ouderen
Nabijheid van werk Leegstand en onbebouwde
percelen ontmoedigen
Verhuizen vergemakkelijken
4 Eerlijk debat aangaan met
burgers
decentraliseren beslissingen en
stimuleren beslissingen door
lagere overheden
Debat voeren over Vlaanderen
als logistieke draaischijf
Ruimer plaatje evalueren /
5 Budget voorzien Geen vergunning voor
ongewenste bebouwing
Stadsrand uitbreiden Inbreidingprojecten stimuleren Uitbreiding openbaar vervoer
6 Actualiseren RSV Rest structuurplannen
actualiseren
Ruimtelijke uitvoeringsplannen
opmaken
Administratieve efficiëntie Procedures integreren
7 Hoofdwaterwegennet beter
uitbouwen in beleidsplan
ruimtelijk Vlaanderen
Plannen eenvoudig beschikbaar
stellen
Duurzame mobiliteit Ruimte voor water creëren Multifunctionele
watergebonden
bedrijventerreinen
8 Decentraliseren van deel van
planning
Onderzoek naar aanpassingen
ivm klimaatsverandering
Woonomgevingen inkrimpen
maar kwaliteit behouden
Vraagstuk mobiliteit en klimaat Vraagstuk groene energie
9 Zonevreemde elementen weren Sanering van niet aangepaste
industriële sites
Opwaardering wijken +
beperking woningen in open
ruimte
Zuinig ruimteverbruik afdwingen /
10 Toegankelijke en duurzame
recreatie
Oplossingen voor parkeer-
problematiek rond recreatie-
attracties
Instrumenten om snel in te
spelen op recreatieve vraag
Opmaken van ruimtelijke
kwaliteitstoets
Flexibele en multifunctioneel
invulbare ruimtes
11 Multifunctionele locaties vinden
waar recreatie een plaats kan
krijgen
Beleid afstemmen op noden van
vandaag
Ruimte voor water voorzien Meer aandacht voor de fiets Groene energieproductie
12 Integratie gezondheid in
ruimtelijk beleid
Gezondheid betrekken bij RSV
en beleid RO
/ / /
13 Groene zones beschermen Ruimte voor water voorzien Promoten openbaar vervoer en
fiets
Verdere uitbouw
kwaliteitselementen
Beleid afstemmen op realiteit +
creatie lobbenstad
14 Stad- en dorpsvernieuwing Strategische projecten en keuzes Versterken deskundigheid RO Draagvlak creëren door sensibili-
sering en informatie
Rechtszekerheid
15 Vervoerswijzen van de toekomst
klaarstomen
Inspelen op maatschappelijke
tendensen: vergrijzing,
betaalbaar wonen
/ / /
27
Bijlage IV.8 Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden
Respondent Belangrijkste strategische regio’s
1 / / / / /
2 Vlaamse ruit Regiosteden buiten Vlaamse ruit Kust Open Ruimte in de Kempen Vlaamse Ardennen
3 Kwaliteitsvolle mobiliteit Minder mobiliteit Maatschappelijk oogpunt Afromen particulieren meer-
waarde bij investeringen
Vermogensbelasting op
onroerend kapitaal (cfr. GB)
4 Poorten Open ruimte Krijtlijnen uitzetten en bewaken / /
5 Vlaamse ruit Kortrijk-Lille Westhoek Hasselt-Genk Brugge-Oostende
6 Economische poorten Vlaamse ruit Platteland Steden /
7 Steden Industrie Havengebieden Multifunctionele publieke
ruimte
Multifunctionele waterwegen
8 Stedelijke rand rond Brussel Mobiliteit Regio’s kwetsbaar voor klimaats-
verandering
MHAL ENA
9 Agrarisch gebied enkel voor
voedselproductie
Vlaamse Ruit Vlaamse rand rond Brussel / /
10 Kust Kempen Kunststeden Aaneengesloten grote groene
ruimte
/
11 Kust Open Ruimte Gebieden Verstedelijkte gebieden Lobben van Brussel /
12 / / / / /
13 Kust Lobben van Brussel opvullen
met stedelijke ontwikkelingen
Onderzoek naar verleggen
luchthaven (Zaventem)
/ /
14 Gent en Gentse kanaalzone Antwerpen en haven Antwerpen Brussel-Vlaams stedelijk gebied Zeehaven Zeebrugge en
hinterland
Hasselt-Genk
15 Haven van Antwerpen Kust Rand rond Brussel Antwerpen als grootstad met
rand
/
28
V Conclusies experts
1) Profiel van de respondenten
Respondenten voor de expertenenquête hebben verschillende achtergronden. Vijftien van
de vierentwintig zijn professioneel met Ruimtelijke Ordening bezig. Daarnaast zijn er ook
vakbondsmensen en onderzoekers. Als laatste zijn ook een gepensioneerde en een lagere
schoolleerling opgenomen.
2) Verwachtingen van de overheid
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.1
- Duurzaamheid
Zeven van de vierentwintig respondenten halen duurzaamheid als een belangrijk deel van
een goede ruimtelijke ordening. Het is nodig dat die duurzaamheid in het RSV geïntegreerd
wordt (1x), hierbij is het belangrijk dat rekening gehouden wordt met hedendaagse en
toekomstige ontwikkelingen (2x). Ten slotte stelt een respondent dat planning duurzamer
zou zijn wanneer het om een organische, natuurlijke ontwikkeling gaat.
- Open ruimte
Zes respondenten leggen de nadruk op de open ruimtes die ons resten. Het is belangrijk dat
deze voor iedereen bereikbaar zijn (niet enkel voor welgestelde mensen (1x)) en dat deze tot
diep in de stad reiken (1x). In de stad moet plaats gelaten worden voor een goed ingerichte
publieke ruimte met meer gemeenschappelijke voorzieningen dan vandaag (2x).
- Concentreren
Ruimte is schaars geworden in Vlaanderen. Daarom is het belangrijk verschillende functies
zo veel mogelijk te concentreren en steden meer dichtbevolkt maar toch kwaliteitsvol en
betaalbaar te maken (7x). Groepswoningbouw in plaats van lintbebouwing dient
bijvoorbeeld aangemoedigd te worden (1x). Er moet hierbij natuurlijk wel de nodige ruimte
voorzien worden voor de noodzakelijke infrastructuur (1x). Het is belangrijk functies te
bundelen in multifunctionele ruimtes (2x); zo kan bijkomende mobiliteitsinfrastructuur
bijvoorbeeld onder de grond komen (1x).
- Rekening houden met minderheidsstandpunten
Naast het plannen van de grote lijnen die voor iedereen belangrijk zijn, mogen ook functies
voor specifieke ruimtegebruikers niet vergeten worden. Het gaat onder andere om:
volksgezondheid (1x), cultuur (1x), plaats om te spelen (1x), identiteit (1x) en esthetiek (1x).
- Mobiliteit
Slechts weinig respondenten hebben mobiliteit expliciet vernoemd. Die respondenten die dit
wel hebben gedaan stellen dat er minder transport moet komen (1x). Andere respondenten
vragen aandacht voor het aspect verkeersveiligheid (2x).
29
- Ruimtelijk beleid
Voor het ruimtelijk beleid is het van belang consequentie, correctheid en duidelijkheid na te
streven in alle activiteiten (8x). De planning dient niet alleen op papier gezet maar ook
uitgevoerd te worden (1x) en het maatschappelijk belang moet boven individuele
verzuchtingen staan (1x). Er is nood aan een definitieve bepaling van het grondgebruik met
zekerheid op lange termijn (1x).
Hiervoor zijn competente mensen nodig met visie (1x) en ook de burger (2x) en het weten-
schappelijk onderzoek (1x) moeten betrokken worden in dit proces.
3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.2
- Open ruimte
Eén op drie respondenten ziet het beschermen van open ruimten als een belangrijke
uitdaging. Twee van hen eisen absolute nultolerantie ten opzichte van ontbossing. Ook in de
stad moet de overblijvende open ruimte goed ingevuld worden (2x). Eén van de
respondenten stelt dat er een balans dient te worden gevonden tussen steeds groenere
steden en steeds grijzer buitengebied. Ook op het platteland moet er een kwalitatief
ruimtegebruik zijn en landbouw en landbouwbodems moeten duurzaam beheerd en
beschermd worden (3x).
- Mobiliteit
Zestien respondenten vernoemden mobiliteit expliciet als uitdaging. De ene zegt dat
economisch transport moet afnemen (1x) terwijl de andere van mening is dat privévervoer
moet afnemen (1x). Nog twee andere respondenten geven aan te denken dat het openbaar
vervoer moet herdacht worden. Twee doen de suggestie ondergrondse mogelijkheden te
verkennen, bijvoorbeeld voor openbaar vervoer (1x) of buisleidingen voor de mobiliteit van
goederen (1x). Er moet nagedacht worden over Vlaanderen als logistieke draaischijf (2x).
- Steden
Vijf respondenten benadrukken dat de stad aantrekkelijker gemaakt moet worden. De stad
is de schaal van de toekomst voor het ruimtelijk beleid (2x). Daarnaast is het belangrijk dat
de stad zelfvoorzienend is (1x), de impact van verstedelijking op de volksgezondheid moet
nauwlettend in het oog gehouden worden (1x).
- Concentratie
Ruimte is een schaars goed. Het is dus nodig de ruimte die er is zo efficiënt mogelijk te
gebruiken (7x). Eenzelfde gebied kan verschillende functies hebben en zo een ander gebied
sparen voor een ander doel (3x). Lintbebouwing moet zo veel mogelijk vermeden worden
(1x) en één respondent stelt dat ook de groei van dorpen afgeremd moet worden.
Om dit duurzaam te kunnen doen is het belangrijk om voor elke regio rekening te houden
met de draagkracht (1x).
Andere respondenten wijzen op spreiding van de bebouwing als een typisch Vlaams
landschap (4x) en willen het behoud van de eigenheid van elke regio aanmoedigen (1x).
Daarnaast moet ook het culturele erfgoed bewaard blijven (1x).
30
- Demografische veranderingen
Twaalf respondenten waarschuwen voor de aankomende demografische veranderingen.
Door vergrijzing en migratie zal er nood zijn aan andere en meer woningen. Dit
gecombineerd met de schaarse ruimte in Vlaanderen mondt uit in de nood aan meer
geconcentreerd en efficiënt wonen. Woningen zullen kleiner (1x) worden en er zal een
inbreiding van de wooncentra (1x) moeten gebeuren. Toch mag het recht op wonen niet
aangetast worden (1x) en mogen deze ontwikkelingen niet leiden tot exclusie van bepaalde
groepen in de samenleving (2x).
- Klimaatsveranderingen
Acht respondenten trekken de aandacht naar de klimaatsverandering. Eén van hen zegt dat
het belangrijk is de ecologische voetafdruk niet naar het buitenland te exporteren.
Milieukosten moeten in eigen land vereffend worden (1x). Daarnaast zijn er twee
respondenten die vragen naar de creatie van ruimte voor windenergie. Drie respondenten
vragen om een duidelijke aanpak van de energiecrisis. Twee van de respondenten dringen
aan op een goed waterbeleid.
- Economie
De economie moet vanuit het ruimtelijk beleid gesteund worden (3x). Er moet plaats
gemaakt worden voor industriële sites (1x). Industrie kan in meerdere lagen gebeuren (1x).
- Ruimtelijk beleid
Het ruimtelijk beleid moet efficiënter (3x). Eén van de respondenten geeft concreet aan dat
de vergunningsverlening efficiënter kan. Daarnaast moeten de burgers meer betrokken
worden bij het beleid (5x) en moet informatie gemakkelijker beschikbaar gesteld worden
(1x). Er is nood aan een duidelijke visie die flexibel in praktijk wordt omgezet (5x), deze moet
toekomstgericht, duurzaam en op lange termijn bedacht worden. Eén van de respondenten
denkt dat een meer internationale kijk op de zaak belangrijk is (1x).
4) Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.3
Volgens één van de respondenten is 2050 een te verre horizon om wensbeelden op te
projecteren.
- Vlaanderen als regio in de wereld
Vlaanderen zal in 2050 een verstedelijkte netwerkstad zijn (1x) met een duidelijke plaats in
het Europese geheel (1x). Het is een plaats waar het aangenaam vertoeven is (1x) met veel
open ruimte zowel in als buiten de stad. Eén respondent stelt zelfs dat Vlaanderen de
Europese topregio in publieke ruimte zou kunnen worden.
- Stad
Acht respondenten hechten veel belang aan openbare open ruimte in de stad. Deze publieke
open ruimte moet groen zijn (4x) en voorgaan op de private open ruimte (1x).
De woningen moeten geconcentreerd zijn in de stad (7x). Ze moeten compact, betaalbaar,
efficiënt en kwaliteitsvol zijn. De overheid moet streven naar het plaatsen van passieve-,
31
meergezins- en zorgwoningen (1x). Niet alleen grote steden maar ook de suburbane
gebieden dienen te beschikken over een goed volwaardig stedelijk apparaat (1x).
Daarnaast moet de stad zelf voorzien in haar energie- en voedselproductie (2x). Iedereen
moet de mogelijkheid hebben een eigendom te kopen (1x). Het is belangrijk dat de stad
duidelijke grenzen heeft (3x) en de combinatie van functies gebeurt zonder chaos te creëren
(1x).
- Open ruimte
De open ruimte krijgt van verschillende respondenten een andere invulling. Vijf
respondenten zien de open ruimte als een onmisbaar stukje groen, twee respondenten
vinden het belangrijk dat het voor recreatie gebruikt wordt en twee respondenten zien in de
open ruimte de energieproductie van 2050. Hierbij moet steeds in het achterhoofd
gehouden worden dat de open ruimte niet chaotisch mag worden met een wirwar aan
verschillende functies (1x).
De natuurlijke processen dienen hersteld en benut te worden (1x) en er moet meer
aandacht gaan naar landschapsintegratie (2x). Er is een slim waterbeleid nodig dat sommige
problemen van de subsidiariteit overstijgt (1x).
- Mobiliteit
Drie respondenten leggen de nadruk op slimme en efficiënte mobiliteitsinfrastructuur. Er is
nood aan een wijziging in de modal split (2x). Met voorrang voor een goed werkend
openbaar vervoer op andere vervoersmiddelen.
- Klimaatsverandering
Zes respondenten dromen van een Vlaanderen dat klimaatsneutraal is. Het cradle to cradle-
principe moet toegepast worden (1x). Sommige zijn van mening dat ruimte voorzien moet
worden buiten de stad voor ecologisch verantwoorde energieproductie (2x), anderen zien
die energieproductie liever geïntegreerd in de stad (1x). Het Vlaanderen van 2050 moet ook
een Vlaanderen zijn zonder kernenergie (1x). Om de welvaart voor de toekomst te
garanderen zullen ook de burgers keuzes moeten maken om de impact op onze planeet te
verminderen (1x).
- Ruimtelijk beleid
Het beleid moet getuigen van een professionele aanpak (1x) en uitgaan van de principes van
het RSV 1 (1x).
Er moeten duidelijke grenzen worden getrokken in het beleid (3x) en het beleid moet de
daadkracht hebben projecten die niet in de visie passen te weigeren (1x). Volgens één
respondent is er nood aan een totaal en alles overkoepelend beleid. Volgens een andere
moet het beleid gebiedsgericht (1x) zijn en rekening houden met de eigenheid van elke
streek (1x). De fouten uit het verleden moeten worden rechtgezet (1x) en er moet een
flexibeler vergunningssysteem komen (1x).
Vijf respondenten leggen de nadruk op het belang van burgerparticipatie in het beleid.
Daarnaast moeten burgers ook gewezen worden op hun verantwoordelijkheid (1x). Er moet
ruimte zijn voor initiatief (1x) maar daarbij moet het maatschappelijk belang wel boven het
individueel belang staan (1x).
32
5) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.4
- Ruimtelijke kwaliteit
Twee respondenten vinden het een belangrijk begrip, twee vinden het een te ruim begrip
dat inhoudsloos dreigt te worden.
Zes van de vierentwintig respondenten definiëren ruimtelijke kwaliteit als het harmonieus
integreren van verschillende functies. Het is een langdurige (1x) zoektocht naar evenwicht
tussen de verschillende stakeholders (2x). Twee respondenten zien ruimtelijke kwaliteit als
het multifunctioneel gebruiken van de ruimte.
Het is belangrijk dat er geen landschappelijke verrommeling groeit (1x) en dat er aandacht is
voor zowel open ruimte als voor gezonde steden (1x). Ruimtelijke kwaliteit moet
maatschappelijk en ruimtelijk vernieuwend zijn (1x) en economische, sociale en ecologische
voordelen creëren (1x).
Bij het streven naar ruimtelijke kwaliteit wordt gezocht naar aandacht voor verschillende
aspecten van het leven zoals groen, erfgoed, esthetiek en leefbaarheid (1x). De ene denkt
dat het moet vertrekken vanuit de woonkwaliteit en –kwantiteit (1x), de andere vanuit het
schaalniveau van de wijken (1x).
Een andere respondent stelt dat ruimtelijke kwaliteit te maken heeft met de gemiddelde
afstand tot een goede openbare ruimte.
- Functies ruimtelijk scheiden
Veertien respondenten zijn van mening dat het ruimtelijk scheiden van functies wenselijk is
waar nodig maar clusteren de beste oplossing is waar mogelijk. Hierdoor moeten negatieve
effecten van de harde functies op de zachte functies vermeden worden. Deze respondenten
zijn het eens over het scheiden van industrie van de rest. Eén respondent zegt een aantal
kleine industriezones te verkiezen boven een te immense geclusterde industriezone.
Daarnaast stelt één respondent voor om ook de natuur te scheiden van andere functies,
twee andere stellen voor wonen te scheiden.
Volgens anderen zou het scheiden van functies onmogelijk zijn door de hedendaagse druk
op de ruimte (1x). Als functies gescheiden worden is het belangrijk een efficiënte
infrastructuur voor verplaatsingen te creëren en die mobiliteitsinfrastructuur moet dan weer
gescheiden worden van verblijfsactiviteiten.
- Functies ruimtelijk verweven
Achttien respondenten schatten het verweven van ruimtelijke functies positief in. Twee van
de respondenten wijzen erop dat clustering zelfs een meerwaarde kan opleveren. Over
welke functies juist verweven moeten worden bestaat geen eenduidigheid. De ene zegt
landbouw, natuur en recreatie, de andere zegt groen-blauwe netwerken, nog een andere
wonen, winkelen en school en een laatste zegt wonen, natuur, KMO, landbouw en industrie.
De ene is van mening dat het verweven van functies vanzelf gebeurt (1x) terwijl een andere
respondent zegt dat het een gebiedsgerichte sturing vraagt.
- Stad
Vijf respondenten definiëren de stad als de hedendaagse woonplaats bij uitstek, daarnaast
dient er plaats te zijn voor niet-hinderlijke werkplekken (3x), schoolgaande jeugd (2x) en
33
recreatie door cultuur (1x) of groene zones (3x). In de stad dienen mensen zich te
verplaatsen met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer (1x).
Een stad is de motor van de kenniseconomie (3x) en is de bundeling van verschillende
functies (4x). De ene stelt dat de stad duidelijk afgescheiden is van het platteland (1x). Een
andere respondent zegt dat sprawl onvermijdelijk is en dat hierop geanticipeerd moet
worden door het ontwikkelen van een duurzame, groene stad.
- Platteland
Drie respondenten stellen dat platteland niet meer bestaat in Vlaanderen. Het platteland is
een open ruimte rondom de stedelijke kernen (4x). Het platteland heeft verschillende
functies zoals natuur (8x), recreatie (7x), landbouw (5x), landschap (4x), wonen en
energiewinning (1x). Sommigen strijden voor het vermijden van lintbebouwing (2x), terwijl
een andere respondent stelt dat wonen op het platteland noodzakelijk is voor plaatselijke
activiteiten en dat de bestaande situatie gerespecteerd moet worden.
Eén respondent stelt dat men niet uit het oog mag verliezen dat het platteland de
ecologische standaard is. Het moet gevrijwaard blijven van grote ontwikkelingen (1x). Een
andere respondent zou er in de toekomst graag nationale parken zien (1x). Nog een andere
respondent gelooft dat het platteland toe is aan herdefiniëring en de zoektocht naar nieuwe
mogelijkheden.
- Dorp
Zes respondenten omschrijven een dorp als een hechte, kleine gemeenschap met veel
sociale controle. Drie respondenten zijn van mening dat het dorp een waardevolle
samenlevingsvorm is die behouden dient te worden en inspirerend kan werken, ook voor
stad en suburbane gebieden (1x). Het dorp verzamelt enkele eigenschappen die op andere
plaatsen verloren zijn gegaan: het streekeigen karakter (1x), verkeersarm (1x), functioneel
fietsverkeer (1x) en aandacht voor beeldkwaliteit (1x).
Eén respondent vraagt uitdrukkelijk om het dorp leefbaar te houden. Zes respondenten
geloven dat het dorp aan een herdefiniëring toe is en dat zeker lintbebouwing in de
toekomst vermeden moet worden. Vijf respondenten zien het dorp als niets meer dan een
uitloper van de stad, een echt dorp bestaat volgens hen niet meer.
- Buurt / wijk
Negen van de respondenten zien de buurt of de wijk als een plaats waar aandacht is voor
sociale netwerken tussen mensen. Het is de thuis, de basis of de directe omgeving van
mensen (6x). Het is een plek om te genieten (2x), waar de basisvoorzieningen aanwezig zijn
(1x).
Het is de schaal bij uitstek om burgers te laten participeren (4x), het is de kleinste ruimtelijke
eenheid dus beheersbaar (4x). Drie respondenten geven aan dat het gelijkend is op een
dorp. Eén respondent stelt dat ook de wijk of de buurt, net als het dorp, heropwaardering
nodig heeft.
Er is aandacht voor diversiteit, solidariteit en duurzame ontwikkeling (3x). Eén van de
respondenten raadt aan op dit niveau wadi’s aan te leggen.
- Woning
Een woning is een ruimte waarin geleefd wordt en die gedeeld wordt met één of meer
families (5x). Het is de plaats waar men steeds met een goed gevoel naar terugkeert en een
34
gezin grootbrengt (3x). Het is belangrijk dat een woning een thuis is, een kwaliteitsvolle
ruimte die comfortabel is en privacy biedt (6x). Het huis moet betaalbaar en functioneel zijn
en mag niet langer gezien worden als een statussymbool (1x).
Een woning moet aangepast zijn aan de situatie waarin mensen leven. Ze moet zo compact
mogelijk zijn en in een dorp of stad gelegen zijn (3x). Eén van de respondenten dringt aan op
nieuwe concepten en mogelijkheden want zegt dat Vlaanderen achterloopt op de realiteit
van vandaag. Ook moet een woning duurzaam zijn, energiezuinig - hoewel er nu veel energie
verbruikt wordt (1x) - en klimaatsneutraal (5x). Eén van de respondenten raadt aan
afvalwater te scheiden.
Afgezien van al deze aspecten moeten mensen de vrijheid krijgen te wonen waar ze willen,
in de woning die ze willen (1x).
- Onderweg
Volgens vier respondenten zal mobiliteit in de toekomst belangrijk blijven (4x). Dit om de
economische ontwikkeling te stimuleren (1x), om de mogelijkheden voor volgende
generaties maximaal te openen (1x), als ontmoetingsruimte met de wereld (1x) en omdat
het noodzakelijk is voor de menselijke groei (1x).
Vijf respondenten stellen echter dat het onderweg-zijn geminimaliseerd moet worden. Als
het toch nodig is moet de verplaatsing zo kort (1x), aangenaam (2x), duurzaam (2x) en
energiezuinig (2x) mogelijk zijn. De vervoerswijzen die uitgebouwd en gepromoot dienen te
worden zijn het openbaar vervoer (6x), de fiets (2x), te voet (2x), sporen (1x) en varen (1x).
Volgens sommige respondenten moet gezorgd worden voor een voldoende capaciteit van de
wegeninfrastructuur (3x) terwijl een andere respondent het gebruik van de auto geboycot
willen zien (1x) en nog een andere firmawagens voor privaat gebruik wil blokkeren ten
voordele van het openbaar vervoer (1x). Er moeten minder verharde wegen komen en
lintbebouwing dient afgebouwd te worden (1x). Middellange afstanden zullen op termijn
wegvallen, dus moet er vooral gefocust worden op vervoer voor korte en lange afstanden
(1x).
6) Prioriteiten op lange en korte termijn
6.1) Strategische doelen op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.5
- Open ruimte
Zes respondenten pleiten voor het behoud van de open ruimte die vandaag bestaat.
Daarnaast zijn er drie die de open ruimte graag uitgebreid zouden zien. De open ruimte is
belangrijk omwille van de ecosysteemdiensten die ze verzorgt (1x), het belang van open
ruimte in kwalitatieve landschappen (1x), ruimte die voorbehouden dient te worden voor
landbouw (2x) en platteland (1x) en de ruimte voor water (2x). De verweving van natuur in
steden moet uitgebouwd worden (1x).
De natuurlijke waterkringloop dient hersteld te worden (1x) en er is een eerlijke
communicatie nodig over het overstromingsgevaar in veel steden (1x).
De ene zegt dat we een versnippering van het landschap moeten tegengaan, de ander zegt
dat de versnippering een opportuniteit vormt. Lintbebouwing moet afgebroken worden (1x),
basisfuncties moeten geconcentreerd worden (1x).
35
- Mobiliteit
Twaalf respondenten geven mobiliteit aan als belangrijke uitdaging. Dat transport moet
gereduceerd worden (3x), één respondent suggereert dit te bereiken door meer
tewerkstelling nabij de woning. Mobiliteit moet ook duurzaam (3x), comfortabel (1x) en vlot
(1x) zijn maar betaalbaar voor iedereen (1x). Het dient herdacht te worden met meer
aandacht voor openbaar vervoer, fiets en voetgangers en met auto’s als een secundaire zorg
(2x). Bijkomende verhardingen (asfalt en beton) moeten vermeden worden (1x).
Volgens één respondent moet het aantal luchthavens gereduceerd worden en volgens een
andere moet vooral het spoorvervoer van zowel personen als goederen gestimuleerd
worden. Het mobiliteitssysteem moet geüpgraded worden, bijvoorbeeld met de invoering
van een light rail.
- Steden
Zes respondenten noemen de steden als belangrijk strategisch doel op lange termijn. Ze
moeten versterkt worden (1x), bijkomende verstedelijking moet gebeuren in de goede
richting (1x) en steden moeten aantrekkelijk gemaakt worden voor gezinnen en bedrijven
(2x). De nabijheid en dichtheid in steden moet verhoogd worden (1x) en het patrimonium
heeft opwaardering nodig (1x). Ook moeten steden zelfvoorzienend (1x), duurzaam (1x) en
energiezuinig (1x) zijn.
- Wonen
Vijf respondenten geven aan dat betaalbaar en kwaliteitsvol wonen ook in de toekomst
verzekerd moet worden, de groeiende bevolking heeft recht op een eigen woning. De
woonvraag moet goed gestuurd worden. Dit heeft voor verschillende respondenten een
verschillende betekenis. Zo zegt de ene dat wonen op het platteland gestimuleerd moet
worden (1x), de andere heeft het over wonen in de eigen streek (1x), nog een andere wil
wonen in de nabijheid van het werk (1x) en nog iemand anders wil een inbreiding van de
woonkernen. Zonevreemde woningen moeten weggewerkt worden (2x).
De leefkwaliteit moet centraal staan (1x) en er moet een soepele benadering bestaan ten
opzichte van wonen (1x). Daarnaast moeten woningen verbeterd en gerationaliseerd
worden (1x) en er moet nagedacht worden over andere woonvormen (1x).
- Verweving
Vier respondenten vragen expliciet om het verweven van verschillende functies. Efficiënt
ruimtegebruik moet steeds het doel zijn (2x).
- Klimaatsverandering
Het ruimtelijk beleid moet zorgen voor voldoende veerkracht tegen de klimaatsverandering
(5x). De ecologische voetafdruk moet opnieuw realistisch worden (1x) en ecologische kosten
moeten doorgerekend worden aan de vervuiler (1x). Personen die het klimaat proberen te
sparen moeten hiervoor beloond worden (1x). De mens moet opnieuw gezien worden als
een deel van de natuur (1x).
- Maatschappelijke veranderingen
Daarnaast moet Vlaanderen durven experimenteren in functie van de maatschappelijke
veranderingen, dit is niet enkel de klimaatsverandering maar ook de toenemende diversiteit
in onze samenleving (1x).
36
- Economie
Zeven respondenten geven aan dat de Vlaamse ruimte aantrekkelijk moet blijven voor de
economie. Daarvoor moet een duidelijke visie ontwikkeld worden. Eén respondent doet de
suggestie de ruimte voor economie te begrenzen in oppervlakte en niet langer in hoogte.
Twee andere respondenten stellen dat Vlaanderen groei moet durven in vraag stellen.
- Ruimtelijk beleid
Er moet een duidelijke visie voor Vlaanderen uitgedacht worden (2x), die moet
fundamenteel anders zijn dan de visie vandaag (1x). Vlaanderen moet meer dan vandaag in
een internationaal plaatje worden gezien (2x).
Er moet een debat geopend worden over het verspillend ruimtegebruik waarin burgers ook
kunnen participeren en verantwoordelijkheid nemen (3x). Twee respondenten geven aan
dat nieuwe concepten moeten uitgedacht worden (1x) en hiervoor kunnen zoekcellen
opgericht worden (1x). Ook moet er ruime en grondige informatie aangeboden worden (2x).
Vlaanderen heeft nood aan een versterkt, actief grondbeleid (2x) met aandacht voor de
omgevingskwaliteit in het algemeen (1x) en op het platteland (1x) specifiek.
Het ruimtelijk beleid zou een geïntegreerd beleidsdomein moeten worden (1x) en er zou
samengewerkt moeten worden met andere beleidsniveaus (1x). Een andere respondent stelt
dat er een ondersteuning moet plaatsvinden van andere niveaus en dat het
subsidiariteitsbeginsel gehanteerd dient te worden in functie van de noodzaak (1x).
6.2) Strategische acties op korte termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.6
- Economie
De economische visie moet geactualiseerd worden (1x). De ene zegt dat het belangrijk is om
economische actoren aan te trekken (2x) terwijl de andere de bedrijven wil sensibiliseren
(1x) of bedrijventerreinmanagement wil verplichten (1x).
- Mobiliteit
Er moet een hedendaagse visie op mobiliteit uitgewerkt worden (3x). Daarbij moet
wetenschappelijk studiewerk gebeuren in de zoektocht naar oplossingen voor het
mobiliteitsprobleem (1x).
Vijf respondenten pleiten voor investeringen in een spoornet. Daarbij moet zo veel mogelijk
ondergronds gebouwd worden, met luchtzuiveringssystemen voor de volksgezondheid (1x).
Vooral het woon-werkverkeer moet hierbij als uitgangspunt genomen worden (1x).
Privévervoer moet vervangen worden door openbaar vervoer (4x). Bij privévervoer moeten
de externe kosten doorgerekend worden aan de verbruiker (1x). Er moet daarbij ook een
beperking van 30 km/u worden ingevoerd in plaats van de huidige, 50, 70 en 90 km/u.
De mobiliteitsstromen moeten een voldoende capaciteit hebben (3x) en vooral de mobiliteit
rond Antwerpen (1x) en rond Brussel (1x) heeft dringend een oplossing nodig.
- Wonen
Woongebieden moeten zo veel mogelijk geconcentreerd zijn in de steden of bij stations (4x).
De woningen moeten aangepast zijn aan hun bewoners (1x) en er moeten voldoende sociale
woningen voorhanden zijn (2x). Er moet een reconversie gebeuren voor kwalitatief slechte
37
woningen (2x). Onbebouwd woongebied en woonuitbreidingsgebieden in afgelegen
gemeenten dienen geschrapt te worden (2x).
Er moet ingegrepen worden op de vastgoedmarkt om een eigen woning voor iedereen
mogelijk te houden (1x).
Het is de bedoeling kwaliteitsvolle, kindvriendelijke en samenhorige wijken te verkrijgen (1x)
en men moet kwantitatieve modellen ontwikkelen om verschillende woonlocatiescenario’s
te kunnen simuleren (1x).
- Steden
Een collectief stadsvernieuwingsbeleid dient opgestart te worden. Daarbij moet er meer
geïnvesteerd worden in de publieke ruimte (2x). Ook dorpskernen dienen opgewaardeerd
te worden (1x).
- Open ruimte
Drie respondenten zijn van mening dat er nieuwe open ruimte gecreëerd moet worden. Vijf
houden het bij het afbakenen en beschermen van de huidige open ruimte. De open ruimte
mag niet gefragmenteerd worden door lijninfrastructuren (1x) en de visuele en auditieve
kwaliteit in de open ruimte moet bewaard blijven (1x).
Daarnaast is er de suggestie om ecoducten en ecotunnels voor faunamigratie aan te leggen
(1x) en ruimte te maken voor overstromingsgebieden met een strikt bouwverbod (1x).
- Klimaatsverandering
Vijf respondenten leggen de nadruk op de duurzaamheid van toekomstige projecten en
toekomstig beleid. Daarbij moeten er aanpassingen gebeuren om de klimaatsverandering op
te vangen (1x). Er worden ook enkele concrete voorstellen gedaan: het verplichten van
energieneutraal bouwen (1x), het verbieden van zware energieverspilling (1x) en het
verduurzamen van de financiering (1x) door het betalen voor ecosysteemdiensten en het
afschaffen van “perverse subsidies”.
- Ruimtelijk beleid
Er moet een duidelijke en ruime visie ontwikkeld worden (5x). Die moet consistent zijn op de
verschillende bestuursniveaus (1x) en moet vooruitziend zijn (2x).
De visie moet meetbare doelstellingen hebben (2x). Deze visie moet het algemeen belang
weerspiegelen en mag niet aangepast worden door lokale bestuurders (2x) of voor de voet
gelopen worden door huidige verworven rechten (1x) of zwakke gebieden (1x). Het beleid
moet het roer durven omgooien en knelpunten durven wegwerken (2x). Een andere
respondent zegt dan weer dat het bestaande geherwaardeerd moet worden (2x) en
leegstaande gebouwen en gemeenteverloederende locaties dienen gesaneerd te worden
(2x).
De visie kan tot stand komen op goed voorbereide kernvergaderingen met een werkgroep
van competente mensen uit diverse disciplines (2x). Zes respondenten raden aan burgers en
andere stakeholders zo veel mogelijk te laten participeren (1x) en de Vlaamse overheid zou
meer moeten overleggen met buurlanden voor een bredere visie (1x). Men moet zich vragen
durven stellen bij de planning (1x) en men zou experimentele proefopstellingen moeten
uitbouwen om zo meer kennis te vergaren (1x).
Twee respondenten raden aan fouten uit het verleden te corrigeren. Daarnaast is er ook een
vereenvoudiging nodig van de wetgeving (3x) en de fiscaliteit (3x). Zo moet bijvoorbeeld een
38
systeem ontwikkeld worden om de waarde van bouwrecht af te romen (1x). Ook het grond-
en pandenbeleid moeten in de toekomst gevoerd worden door de overheid (1x).
Anderen zeggen dan weer dat er enkel bijgestuurd mag worden als dat hoogstnoodzakelijk is
(3x).
7) Strategische regio’s
Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht
een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.7
- Open ruimte (9x)
- Antwerpen met haven (7x)
- Vlaamse ruit (7x)
- Poorten (6x)
- Brussel en Brusselse rand (6x)
- Kust (5x)
- As Antwerpen-Brussel (5x)
- Vlaanderen als één regio (4x)
- Gent (4x)
- Regio nationale luchthaven (3x)
- Steden (3x)
- Kortrijk-Lille-Roubaix (3x)
- Albertkanaal (3x)
- West-Vlaanderen (2x)
- MHAL-gebied (2x)
- Scheldevalei (2x)
- Grensoverschrijdende gebieden (2x)
- Regiokernen (2x)
- Limburg (2x)
- Leuven (1x)
- Landbouwgebied (1x)
- Kempen (1x)
- Denderland (1x)
- Hasselt (1x)
- Zeebrugge (1x)
- Glastuinbouwzones (1x)
39
8) Ideeën
Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse Ruimte in 2050, deze vindt u
hier opgelijst.
- durven keuzes maken (privé of openbaar vervoer?)
- Het ruimtelijk beleid moet het lokale overstijgen
- Informeer je wereldwijd over successen en falen
- exploitatievergunningen voor alle lijninfrastructuren nodig
- voor strategische regio’s: zie Vlaams bouwmeester
- vooruit denken: leren leven met veel minder grondstoffen
- durven veranderen
- gezond milieu voor bewoners
- gezonde en duurzame tewerkstelling in eigen streek
- plaatselijke economie, middenstand en landbouw moeten bevorderd worden
- burgers eerlijk informeren
- invoeren watertaxi’s voor Albertkanaal, Antwerpen en as Antwerpen-Brussel
- duurzame ontwikkeling!
- krijtlijnen en richtlijnen in plaats van plannen
- participatie burgers
- publiek leesboek met input om maatschappelijk debat te stofferen
- variatie in ruimte als cultureel erfgoed koesteren
- biodiversiteit optimaal door versnippering in natuurlijke corridors
- denken op lange termijn en niet in functie van één legislatuur
- wees voorbereid op steeds mondigere burgers
- concrete veranderingen binnen lange termijnperspectief nodig
- meer geïntegreerde initiatieven nodig
- planning en uitvoering meer koppelen
- omgaan met verandering, onzekerheid en complexiteit
- geen ad hoc beleid maar een beleid gebaseerd op kennisontwikkeling, moitoring,
management en evaluatie
- integratie RSV met andere beleidsplannen en acties
- meer erfpacht (overheid eigenaar)
- onteigeningen voor algemeen nut gemakkelijker maken
- efficiënter planbatenheffingen
40
9) Bijlagen bij conclusies experts
Bijlage V.1 Verwachtingen over de overheid
Respondent Verwachtingen
1 - Ruimtelijke condities creëren voor duurzame ontwikkeling
2 - coherentie en duidelijke keuzes
- op weg naar een duurzame, sociale en verantwoorde maatschappij
3 - Duurzaam beleid van natuur en natuurlijke hulpbronnen
- Versterken ruimtelijke kwaliteit leefomgeving
- Eerlijke verdeling schaarse ruimte
4 - beheren van groei in schaarse ruimte
- meervoudige functietoewijzing
5 - ruimte om te spelen
- goed ingerichte publieke ruimte
- veilige mobiliteit
6 - ruimte creëren voor noodzakelijke infrastructuur
- concentreren en denser maken van bebouwing
7 - duurzame recreatieve gebiedsontwikkeling
- ook aandacht voor identiteit, ecologie en esthetiek
8 - duurzame ontwikkelingsmogelijkheden creëren
- groenzones beschermen en uitbreiden
9 - faciliteren: vertalen van lokale wensen
- stimuleren van gewenste ontwikkelingen
- registreren: ontwikkelingen in gewenste banen leiden
10 - duurzaam beleid
- ruimtelijk en sociaal versterkend beleid voor steden
11 - rechtszekere ruimtelijke ordening
12 - ruimtelijke kwaliteit voor dichtbebouwd Vlaanderen
13 - sterke langetermijnvisie
- aandacht voor groene en blauwe netwerken
14 - Inplanten van functies in de ruimte
- Bescherming van open ruimte
- Op basis van overlegprocessen en wetenschappelijk onderzoek
15 - rekening houden met reeds dichtbevolkte Vlaanderen
- bijkomende verkeersinfrastructuur ondergronds
- open ruimte voor iedereen
- minder mobiliteit
- participatie maar ook verantwoordelijkheid voor burgers
41
16 - Duurzaamheid in techniek (duza & duwobo) in RUP’s inwerken
- Sbk verordeningen
- Open ruimte tot diep in de stad trekken
- Stimuleren decentrale netwerken
17 - bijsturing RSV
- minder planbureaus en meer natuurlijke, organische ontwikkeling
18 - proactief planningbeleid gericht op de toekomst
- regelen van grondmarkt via vergunningen en bestemmingen
19 - krijtlijnen uittekenen voor gebruik ruimte
- met oog voor volksgezondheid, cultuur en welzijn
20 - duidelijk beleid
- visie
- competentie
- rekening houden met hedendaagse en toekomstige noden
- openingen voor nieuwe projecten (bv. niet lintbebouwing maar groepswoningbouw)
21 - duidelijke en langetermijn bepaling van gebruik van gronden
22 /
23 - ruimtelijke kwaliteit
24 - duurzame samenleving en ontwikkeling mogelijk maken
- beperking van individuele rechten
- meer gemeenschappelijke voorzieningen creëren
- uitvoeren van de planning
42
Bijlage V.2 5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Uitdagingen
1 Klimaatsverandering Mobiliteit Demografische veranderingen Administratieve efficiëntie Open ruimte behouden
2 Open ruimte behouden Meerlagen industrie Transport voor industrie
beperken
Betaalbaar en kwaliteitsvol
wonen
Steden aantrekkelijk houden
3 Bescherming en verduurzaming
lokale landbouw en bodems
Natuurlijke hydrologie herstellen Export ecologische voetafdruk
naar buitenland tegengaan
Balans steeds groenere steden
en grijzer buitengebied
Efficiënter transport en
infrastructuur
4 Ruimte als schaars goed
beheren
Grenswaarden draagkracht
determineren
Ruimtelijke kwaliteit voor zo
veel mogelijk vragen
Gebieden met meervoudige
functies
Lijninfrastructuren en
knooppunten als bindmiddel
5 Participatie burgers,
leefbaarheid voor iedereen
Zorg en voortzetting van
culturele erfgoed
Kwaliteit, niet kwantiteit Mobiliteit die niet verstikkend is Duidelijke keuzes maken rond
open ruimte
6 Stad terug aantrekkelijk maken Beperken van mobiliteitsvraag Ruimte vinden voor windenergie Geconcentreerd en
gecontroleerd wonen
Plaats voor bosbouw vinden
7 Verwevenheid van functies Behoud van open ruimte Ruimte vinden voor windenergie Landbouw en natuur Mmobiliteit
8 Zelfvoorzienende steden Efficiënt ruimtegebruik Rekening houden met
demografische veranderingen
Toegankelijke info rond
ruimtelijke ordening
Duurzaamheid toepasbaar
maken
9 Mobiliteit Economische ontwikkeling Woningbehoefte Groenstructuren Flexibiliteit en inspraak
10 Mobiliteit Woningkwaliteit Vergrijzing Diversiteit en migratie /
11 Vaste beleidslijn Duurzame regelgeving Duidelijke regelgeving Regelgeving afgestemd op regels
RO
Meer aandacht microniveau
12 Leefbare grootsteden Mobiliteit Verandering systeem
vergunningsverlening
Ruimtelijke kwaliteit op het
platteland
Participatie en uitvoeren van
projecten met draagvlak
13 Visie hard maken Durven de bestemming bij te
stellen
Goed waterbeleid Bos mag niet afnemen /
14 Demografische veranderingen Klimaatsverandering Energievoorziening Bereikbaarheid Sociale segregatie
15 Lintbebouwing mijden Nultolerantie t.o.v. ontbossing Demografische veranderingen
(migratie en wonen)
Privé-vervoer ontmoedigen ten
voordele van handelsvervoer
Ook milieukosten bij prijzen
rekenen
16 Ecologie en duurzaamheid Vooruitzien op maatschappelijke
trends + afremmen mobiliteit
Prioriteit leggen bij
duurzaamheid
Creëren van multifunctionele
gebieden
Herwaardering steden, herzien
van bestaande planning, open
ruimtes
17 Plannen flexibel uitvoeren Groei dorpen afremmen Deconcentratie als deel van
Vlaamse cultuur
Recht op wonen Recht op wonen
18 Demografische veranderingen Klimaatsveranderingen Energiecrisis Verstedelijking Vlaanderen Impact verstedelijking op
gezondheid en milieu
19 Klimaatsveranderingen Behoud van eigenheid van elke
regio
Optimaliseren mobiliteit Europese doelstellingen halen Zoeken naar positie Vlaanderen
in de wereld
20 Goede invulling open ruimten in
stad
Respecteren regionale schaal
(niet overal hoogbouw)
Goede verhouding bebouwing
en groen
Mobiliteit Openbaar vervoer herzien
43
21 Draagvlak creëren bij kiezen
bestemming
Draagvlak creëren bij grote
projecten
Definitief vastleggen van
bestemming en ruimtegebruik
/ /
22 Efficiënt maken mobiliteit +
onder de grond
Buisleidingen voor Vlaanderen
als logistieke draaischijf van
goederen
Ondergrondse mogelijkheden
verkennen
Aanmoedigen ontwikkelen
industriële sites
/
23 Klimaatverandering en
energiecrisis
Inclusie, demografische
veranderingen
Stedelijke regio’s als nieuwe
schaal
Strategische en vooruitziende
planning
Ontwikkelen van lange termijn
visie
24 Open ruimte behouden Aangepaste land- en tuinbouw Kleinere en meer aangepaste
woning
Inbreiding woon- en
industriegebieden
Stimuleren openbaar vervoer
44
Bijlage V.3 Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Respondent Wensbeeld
1 - aangenaam vertoeven in Vlaanderen
2 - ruimte om te leven
- energiezuinig en ecologisch neutraal
3 - verrommeling is gestopt en waar nodig opgeruimd
- natuurlijke processen herstelt en benut
4 - gebundelde deconcentratie beter afgebakend en hersteld
5 - verstedelijkte netwerkstad Vlaanderen
- recreatieve en ecologische open ruimte
- sterk openbaar vervoer
- voorrang voor openbaar vervoer
- geen kernenergie
- duurzame energie krijgt ruimte
- participatie burgers zorgt voor draagvlak
- overheden streven naar kwal. passieve woningen/meergezinswoningen/zorgwonen
6 - geconcentreerde woonkernen
- open ruimte buiten kernen deels benut voor industrie en hernieuwbare energie
- maatschappelijke boven individuele noden
7 - groen zowel op platteland als in stad
- meer aandacht voor omgevingskwaliteit en landschappelijke integratie
8 - synergie open ruimten en nieuwe woonvormen
- zelfvoorzienende steden (actieve energieontwikkeling en stedelijke landbouw)
- wijziging in modal split
- slimme mobiliteit
- Vlaanderen (België) op de Europese kaart
9 - ruimte voor initiatieven met nodige eisen
- helder kader voor verdere ontwikkelingen
- ruimte voor flexibiliteit en inspraak
10 - Feiburg in plaats van LA
11 - rechtzetting anomalieën uit het verleden
- verder toekomstgericht beleid
12 - stop verrommeling van de open ruimte
- garantie ruimtelijke kwaliteit
- combinatie van functies zonder chaos
- ruimte voor ondernemen maar met grenzen
- flexibel vergunningssysteem
- nee zeggen tegen ongewenste projecten
- gebiedsgericht en participatief beleid
45
13 - sterker geordend landschap
- aandacht voor leefkwaliteit
- biodiversiteit in de groenstructuren
- slim waterbeleid, zonder subsidiariteitsbeginsel
14 - efficiënte en compacte woningen
- meer belang publieke open ruimte dan private open ruimte
- steden en suburbane gebieden beschikken over volwaardig stedelijk apparaat
15 - verantwoordelijke burgers
- welvaart behouden door minder belangrijke dingen te laten vallen
16 - levende kernen en échte rustgebieden
- strikte grenzen aan stedelijke zones
17 - harmonisch samenleven voor iedereen
- garantie eigendomsrecht
- behoud eigen karakter
18 - 2050 is te veraf om een wensbeeld te formuleren
19 - klimaatneutraal
- groen
- lokale voedselproductie
- cradle to cradle principe
- Europese topregio in publieke ruimte
20 - professionele aanpak
- totale aanpak
- bewaakte evolutie van wonen, werken, verkeer, industrie en groen
21 - groen
- kwaliteitsvol en betaalbaar wonen
- bereikbaarheid
22 /
23 - zie principes RSV 1
24 - geconcentreerd maar kwaliteitsvol wonen
- ruime natuurlijke omgeving
46
Bijlage V.4 Betekenis begrippen
Respondent Ruimtelijke
kwaliteit
Functies
ruimtelijk
scheiden
Functies
ruimtelijk
verweven
Stad Platteland Dorp Buurt/
wijk
Woning Onderweg
1 Optimaal gebruik
ruimte
Enkel als
noodzakelijk
Als synergie
mogelijk
Natuurlijke habitat
mens
Bestaat niet meer
in Vlaanderen
Gesloten
gemeenschap
Directe omgeving Thuis Minimaliseren,
anders kort en
aangenaam
2 Lang proces van
verbetering
Slechts in beperkte
gevallen
Als mogelijk Motor van
economie en
samenleving
Vrij van
grootschalige ont-
wikkelingen
Opvangen
maatschappelijke
tendensen zonder
grootstad te
worden
Verenigingsleven,
sociaal gebeuren
Kwaliteit, klimaats-
neutraal, energie-
voorzienend
Minimaliseren,
anders duurzaam
en energiezuinig
3 Evenwicht zoeken
tussen verschil-
lende stakeholders
en ecologie
Liever multifunc-
tioneel ruimte-
gebruik
Als mogelijk Afgescheiden van
platteland
Niet uit het oog
verliezen dat dit
de ecologische
standaard is
Buitengebied
moet leefbaar
gehouden worden
Potentieel voor
verbetering,
leefomgeving
Grote consumptie
natuurlijke
hulpbronnen,
belangrijk in stad
Kwaliteit, reizen
noodzakelijk voor
menselijke groei,
evenwicht
noodzaak en luxe
4 Integratie en
multifunc-
tionaliteit
Wel voor harde,
niet voor zachte
functies
Nodig door
schaarse ruimte
Grootste
bundeling
Open ruimte rond
nederzettingen
Enkel nog in
compacte,
verstedelijkte
vorm wenselijk
Kleinste
collectieve
eenheid
Unitaire, private
woongelegenheid,
ev. Gelegen in
woongebouw,
altijd in wijk, dorp
of stad
Sporen en varen
uitbreiden, andere
lijninfrastructuren
optimaliseren
5 Evenwicht door
participatie
burger- en stake-
holders
Om ademruimte
te verzekeren,
compatibele
functies verweven
Meerwaarde aan
schaarse ruimte
Grote en kleinere
steden als knopen
Bestaat niet meer
in Vlaanderen
/ Kleine ruimtelijke
entiteit
Woonentiteit Te voet
6 Ruimte voor alle
functies zonder
verstoring
Woningen
scheiden
Als mogelijk Woonplaats Landbouw,
energiewinning,
bos en natuur
Secundaire
woonplaats niet
uitbreiden
Basis Rustplaats voor
één of meer
families
Minimaliseren
7 Aandacht groen,
erfgoed, esthetiek
en leefbaarheid
Enkel voor
intensieve functies
(industrie en
wonen)
Voor landbouw,
natuur, recreatie
(incl. horeca)
Groener, vrijer,
aangenamer
Natuur, landbouw
en recreatie
Aandacht
beeldkwaliteit,
ruimte voor
functioneel fiets-
verkeer
Plek om te
genieten
Energiezuinig Fiets en openbaar
vervoer promoten
8 Genereren
economische,
sociale en
ecologische
voordelen
Enkel als
noodzakelijk
Als mogelijk Epicentrum
maatschappij
Herdefiniëring en
nieuwe
mogelijkheden
nodig
Herdefiniëring
nodig, na te
streven sfeer in
plaats van
ruimtelijk afgeba-
kend begrip
Essentiële
bouwsteen in
woonbeleid,
gelijkend op dorp
Vraagt nieuwe
concepten en
mogelijkheden,
Vlaanderen loopt
achter!
Vaag begrip
9 Belangrijk Enkel als nood-
zakelijk
Belangrijk door
schaarse ruimte
Economische
motor kennis-
economie
Natuur, landbouw
en recreatie
Lokale sociale
gemeenschappen
Sociale cohesie,
voorzieningen
toekomstbesten-
dig
Belangrijk Mobiliteit om
economische
ontwikkeling te
stimuleren
47
10 Ondefinieerbaar
begrip
Afhankelijk van
functies
Afhankelijk van
functies
Wonen, werken,
leven
Goed voor korte
vakantie
Verstikkende
sociale controle
Rust Privacy Minimaliseren
maar soms nodig
11 Belangrijk,
vertrekkend vanuit
woonkwaliteit en
-kwantiteit
Enkel in bepaalde
omstandigheden
Als mogelijk Verweving van
functies
Soepele verhou-
ding met zachte
functies (wonen,
natuur)
Vermijden verdere
lintbebouwing,
soepele
benadering van
wonen en andere
zachte functies
Diversiteit,
solidariteits-
gebonden
ruimtegebruik
Vrije keuze van
wonen
Openbaar vervoer
en voldoende
capaciteit andere
vervoersmiddelen
12 Integratie functies
en omgeving
Onrealistisch bij
hedendaagse druk
op ruimte
Cruciaal maar
moet
gebiedsgericht
gebeuren
Combinatie van
mogelijkheden
Natuur, landbouw,
landschap en
recreatie
Verstedelijkt Sociale cohesie,
vertrouwdheid
Duurzaam, zuinig,
comfortabel
Duurzaam,
comfortabel
transport is een
hele uitdaging!
13 Geen
landschappelijke
verrommeling
Harde functies en
natuur clusteren
Groene en blauwe
netwerken
Anticiperen op
onvermijdelijke
sprawl
Landschap, open
ruimte, ecologie,
fauna en flora
Streekeigen
karakter,
verkeersarm
Sociale cohesie,
ontmoetingsplaat-
sen, wadi’s
Passief, geschei-
den afvalwater
Openbaar vervoer,
boycot auto’s
14 Schaalniveau van
wijk, nadruk op
woonfunctie
Hinderlijke- en
verblijfsactivitei-
ten scheiden
Toename van
afstanden
vermijden
Agglomeratie van
verschillende
wijken
Dient beschermd
te worden i.f.v.
landschap, natuur,
recreatie en
landbouw
Deel van
suburbane
structuur, niet
meer van vandaag
Sociale cohesie,
lokale voorzie-
ningen
Functioneel, niet
als statussymbool,
zuinig, compact
Concentreren op
openbaar vervoer,
fiets en te voet
15 Open ruimte en
gezonde steden
Verkeer scheiden
van verblijfs-
activiteiten, beter
# kleine industrie-
zones dan te groot
Wonen, winkelen
en school opnieuw
verweven
Groene open ruim-
te, wonen,
werken, winkelen,
schoolgaan, te
voet, met de fiets,
met openbaar
vervoer
Kleine
woonkernen,
vermijden lintbe-
bouwing, grote
open ruimten
Bewaren zoals ze
vandaag zijn
Duurzame
ontwikkeling,
burgerparticipatie
Duurzame
ontwikkeling,
ruimte om te leven
Minder en minder
vervuilend
verkeer,
firmawagens niet
voor privaat ge-
bruik, dan
openbaar vervoer
16 Deel van
duurzaam
ruimtegebruik
Enkel voor zware
industrie
Als mogelijk Kritische massa,
combinatie van
functies,
kindvriendelijk
Natuur, recreatie,
vermijden van
lintbebouwing
Grenzen aan uit-
breiding, aandacht
potentieel van
kernen, lokale
voorzieningen
Sociaal kapitaal,
herwaardering
nodig, participatie
bewoners
Woongemeen-
schappen,
compact, buurt-
en wijkleven
Openheid en
transparantie,
minder verharde
wegen,
lintbebouwing
afbouwen
17 Ruimte benutten
in harmonie en
zonder conflict
Scheiden waar
nodig, integreren
waar mogelijk
Wonen, natuur,
landbouw,
industrie en KMO
verweven
Woongebied met
nood aan werk- en
ontspannings-
structuren
Landschap wonen
en werken
Verstedelijkt Thuis Nest van goed
gevoel, gezin
grootbrengen
Ontmoetingsruim-
te met
buitenwereld
18 Inhoudsloos Enkel als
noodzakelijk
Komt vanzelf 21ste
eeuw is eeuw
van de stad
Bestaat niet meer
in Vlaanderen
Herdefiniëring no-
dig, zinvol sociaal
economisch kader
Verliest traditione-
le betekenis, nog
steeds sociaal-
economisch zinvol
/ /
19 Goede openbare
ruimte binnen 5’
wandelafstand
Efficiënte
infrastructuur voor
verre
verplaatsingen
Efficiënte publieke
ruimte voor korte
verplaatsingen
Vlaamse Ruit Moeten nationale
parken worden
Onder de
kerktoren
Bouwsteen van
groter geheel, met
basisvoorzieningen
Private entiteit,
deel van wijk of
buurt
Wegvallen middel-
lange afstanden
48
20 Belangrijk Conflicten voorko-
men
Goede oplossing
voor samenleven
en –leving
Leefvriendelijke,
evenwichtige op-
lossingen
Bestaande
situaties moeten
gerespecteerd
worden
Eigenheid en
schaal behouden
Integratie van ver-
schillende
leefgroepen
Compact,
betaalbaar
Aanpassingen
dringend nodig!
21 / / / / / / / / Vlot, kwaliteitsvol
en betaalbaar
openbaar vervoer,
voldoende en
kwaliteitsvolle we-
geninfrastructuur
22 / / / / / / / / /
23 Maatschappelijk
en ruimtelijk
vernieuwend
/ / Motor van
ontwikkeling en
cultuur
Openheid en rust Leefgemeenschap Leefgemeenschap Ruimte waar
huisgezin
samenleeft
Beweging,
mobiliteit
24 Harmonisch inte-
greren van cultuur
en natuur
Vermijden
negatieve
beïnvloeding
Onderlinge bereik-
baarheid maximaal
houden
Wonen, culturele
activiteiten en niet
hinderlijke
werkplekken
Wonen noodzake-
lijk voor
plaatsgebonden
activiteiten
Verstedelijkt Deel van stad of
dorp met eigen
gezicht
Aangepast aan
situatie,
beschermde
verblijfsplaats
Maximale
mogelijkheden
volgende
generaties openen
49
Bijlage V.5 Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Belangrijkste strategische doelen op lange termijn
1 Steden aantrekkelijk maken voor
gezinnen en bedrijven
Open ruimte voor
ecosysteemdiensten
Infrastructuur Verweving Veerkracht tegen
klimaatverandering
2 Ruimte voor economie
begrenzen in opp., niet in
hoogte
Natuurverweving uitbouwen Minder transport door lokale
economie
Betaalbaar wonen voor iedereen Actief grondbeheer
3 Biodiversiteit behouden Ecologische voetafdruk opnieuw
realistisch
Natuurlijke waterkringloop
herstellen
Ecologische kosten doorrekenen
aan vervuiler
Publieke goederen voor
iedereen
4 Ruimte uit marktwerking
houden
Ruimteregulering versterken Kwaliteitsvolle steden: nabijheid
en dichtheid
Meer ruimteconcepten
ontwikkelen
Duurzame mobiliteit realiseren
5 Patrimonium in netwerkstad
opwaarderen
Mobiliteit herdenken: openbaar
vervoer, fiets, te voet
Participatie operationaliseren Kwaliteitsvolle leefomgeving
voor iedereen
Nadenken over geen verdere
economische groei
6 Hernieuwbare energie Zonevreemde woningen
wegwerken
Inbreiding woonkernen Geen groei asfalt en beton Hoeveelheid luchthavens
reduceren
7 Visie voor leefbaar Vlaanderen Concentratie basisfuncties Aandacht omgevingskwaliteit Versnippering landschap
tegengaan
Bescherming landschap
8 Zelfvoorzienende steden Efficiënt ruimtegebruik Stimuleren experimenten i.f.v.
maatschappelijke veranderingen
Eenvoudige toegang tot
informatie
Zoekcellen vernieuwende
concepten
9 Mobiliteit Visie op economische
kerngebieden ontwikkelen
Samenwerken met andere
beleidsniveaus
Strategische opgaven definiëren
en ontwikkelen
Duurzaamheid
10 Steden versterken Beheersen mobiliteit Betaalbare woningen voor
iedereen
Ruimte voor water Afbouwen lintbebouwing
11 Soepelere benadering wonen Voldoende aanbod industriële
nederzettingen
Functies verweven Wonen op platteland stimuleren Optimaliseren mobiliteitsaanbod
12 Duurzame en comfortabele
mobiliteit
Ruimtelijke kwaliteit op
platteland
Duurzame grootsteden Werkbare participatie /
13 Groene netwerken Blauwe netwerken Vrijwaren open ruimte Kwalitatieve landschappen /
14 Woonvraag goed sturen Woon- en omgevingskwaliteit
steden
Werken in nabijheid van wonen Stimuleren spoorvervoer
(goederen en mensen)
Beschermen open ruimte
15 Minder en gezonder transport Einde lintbebouwing Betaalbare duurzaamheid Meer open ruimte Participatie en
verantwoordelijkheid burgers
16 Fundamenteel andere
gedachtegang voor RO
Groei in vraag stellen Leefkwaliteit centraal Debat openen over verspillend
ruimtegebruik
Mobiliteit herzien, auto’s niet
meer eerste zorg
17 Eigen woning voor groeiende
bevolking
Versnippering van landschap als
opportuniteit
Mens als deel van natuur Andere woonvormen Eerlijk communiceren over
ruimte voor water
18 Bijkomende verstedelijking in
goede richting
Upgrade van mobiliteitssysteem
(light rail)
Behoud en uitbouw van
natuureenheden
Behoud economische slagkracht Milieu en gezondheid
19 Duurzame ontwikkeling RO als geïntegreerd
beleidsdomein
Vlaanderen oriënteren op
bovenregionale context
Ondersteuning andere niveaus,
subsidiariteit i.f.v. noodzaak
Overstijgen Europese
milieudoelstellingen
50
20 Ruime en grondige info / / / /
21 Betaalbaar wonen in eigen
streek
Ruimte voor economische
ontwikkeling
Vergroening van Vlaanderen Vlotte mobiliteit Ruimte voor landbouw en
platteland
22 / / / / /
23 Energie- en ruimtezuinigheid Samenleven in diversiteit Verdichting en verweving Lokale sociaal-ruimtelijke
kwaliteit
Snelle veranderingen
24 Open ruimte behouden Woningen verbeteren en
rationaliseren
Industrie mogelijk maken Landbouw mogelijk maken Vlaanderen in breder
perspectief
51
Bijlage V.6 Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken
Respondent Belangrijkste acties op korte termijn
1 Fouten uit verleden corrigeren Administratieve hervorming Fiscale hervorming / /
2 Grond- en pandenbeleid door
overheid
Voldoende sociale woningen Beleid voor havens en
aantrekken economische
actoren
Actieve grondverwerving voor
natuur
Bedrijventerreinmanagement
verplichten
3 Goede kennisbasis, opvullen
hiaten, goede kennis
toekomstige conflicten
Verduurzamen financiering: be-
talen voor ecosysteemdiensten
en afschaffen perverse subsidies
Realistische visie met meetbare
doelstellingen
Publieke participatie serieus
nemen
Consistente plannen op
gewestelijk, provinciaal en
gemeentelijk niveau
4 Versterkte operationele
randvoorwaarden vastleggen
voor IC-IR-cargospoornet
Fietsroutenetwerk op
stadsgewestelijk niveau
Groene, blauwe en open ruimte
vergroten en verbinden
Fragmentatie door
lijninfrastructuren wegwerken
Kwaliteitsvolle en samenhorige
wijken
5 Ingrijpen op vastgoedmarkt Verdere uitbouw openbaar
vervoer, 30 km/u i.p.v. 50, 70 en
90
Zware energieverspilling
verbieden
Publieke ruimte herorganiseren,
veilige omgeving voor
voetgangers en fietsers
Participatie stakeholders en
burgers
6 Beperking lokale beslissingen
die tegen strategische doelen
ingaan
Fouten uit verleden rechtzetten Echte noden onafhankelijk van
lokale bestuurders in kaart
brengen
Verworven rechten herzien in
functie van maatschappelijk
belang
Dynamisch beleid voor stabiel
klimaat dat knelpunten durft
wegwerken
7 RUP’s Sensibiliseren van bedrijven en
lokale overheden
Implementatie duurzaamheid-
principe
Herbevestiging en ankerplaatsen Mobiliteitsvisie uitwerken
8 / / / / /
9 Actuele visie op mobiliteit Actualiseren economische visie Structuurvisie ruim opstellen Definiëren Vlaamse opgaven Mogelijkheden duurzaamheid
verbreden
10 Bevriezen woonuitbreidings-
gebieden
Woninguitbreiding bij stations
(ook buiten stad)
Vertrammen van Vlaanderen Afbakenen open ruimte Opstarten collectief
stadvernieuwingsbeleid
11 Zwakke gebieden die initiatieven
in de weg staan geen voorrang
geven
Voldoende capaciteit
mobiliteitsstromen
Opwaardering dorpskernen Stimuleren van wonen in de stad Sociaal woonaanbod promoten
en stimuleren
12 Uitbouwen experimentele
proefopstellingen
Studiewerk naar oplossingen
mobiliteitsprobleem
Alternatief vergunningenbeleid Experimenteren met participatie /
13 Groenstructuren in groene
gewestplanbestemmingen
Overstromingsgebieden ruimte
geven en strikt bouwverbod
Open ruimte met ecoducten en
ecotunnels voor faunamigratie
Visuele en auditieve kwaliteit in
landschappen
/
14 Ontwikkelen kwantitatief model
inschatten
woonlocatiescenario’s
Schrappen onbebouwd woon-
gebied en
woonuitbreidingsgebieden in
afgelegen gemeenten
Investeren in woon- werk
spoorinfrastructuur
Reconversie voor clusters
kwalitatief slechte woningen
Ontwikkelen systeem waarde
van bouwrecht afromen
15 Ruimte voor bos laten Geen nieuwe
verkeersinfrastructuur behalve
gezond ondergronds
Openbaar vervoer i.p.v.
privévervoer, externe kosten
doorrekenen aan verbruiker
Eigen duurzame energie Vereenvoudigen wetgeving
52
16 Kindvriendelijkheid in alle
kernen
Duurzame projecten steunen Vragen stellen bij opmaak
planning
Burgers betrekken Herwaardering van het
bestaande
17 Het roer om durven gooien Halt aan macht van planbureaus Participatie burgers Organisch laten evolueren als
mogelijk
Enkel bijsturen als noodzakelijk
18 GEN netwerk uitbreiden
(lightrail)
Bijkomende grote Vlaamse
parken ontwikkelen
Aanpassen aan
klimaatsverandering
Strategische Vlaamse
bedrijventerreinen
Ruimtelijk-logistiek netwerk
19 Verhogen investeringen
publieke ruimte
Afbouwen behoefte individueel
gemotoriseerd vervoer
Verplichten energieneutraal
bouwen
Vrijwaren aaneengesloten open
ruimte
Mentaliteitswijziging voor
duurzaamheid
20 Goed voorbereide
kernvergaderingen met
werkgroep van competente
mensen uit diverse disciplines
/ / / /
21 Mobiliteit rond Antwerpen
verbeteren
Mobiliteit rond Brussel
verbeteren
Sanering brownfields en
gemeenteverloederende
locaties
Aanpakken van leegstand /
22 / / / / /
23 Geïntegreerd strategisch beleid Onderzoek en actie rond
bouwblokrenovatie in steden
Ontwikkeling toekomstvisie en
organiseren maatschappelijk
debat
Concentratie, geen spreiding Bescherming open ruimte
24 Zonevreemde activiteiten
beperken
Aangepaste woningen ter
beschikking stellen
Toezichten bij milieu- en
bouwvergunning
/ Overleg met buurlanden
53
Bijlage V.7 Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden
Respondent Belangrijkste strategische regio’s
1 Scheldevallei ABC-as Haven van Antwerpen / /
2 Vlaanderen als één regio West-Vlaanderen en Limburg
als aparte dynamiek
Vlaamse Ruit Meer interactie met Brussel en
Wallonië
Havengebieden
3 Grenzen: Brusselse rand,
Waalse en Nederlandse
grensoverschrijdende projecten
Intensieve en vergrijzende
landbouwgebieden
Grote steden Ruimte voor water Kust
4 Vlaamse Ruit Kust en Brugge Kempische as Kortrijk-Lille Open ruimte
5 Netwerkstad / / / /
6 West-Vlaams binnenland Denderland Albertkanaal Antwerpse haven Zaventem
7 Vlaamse Ruit Groene rand rond Brussel
beschermen
Scheldegebied Maasland Kust
8 / / / / /
9 Brussel Antwerpen Leuven Brugge-Gent Hasselt
10 Antwerpen-Brussel-Leuven Gent en omgeving Kust autosnelwegen Opletten voor congestie
11 Brusselse rand Vlaanderen als transitgebied Gent en omgeving Antwerpen Limburg
12 Vlaamse Ruit Open ruimte / / /
13 Kust Rand rond Brussel Vlaamse Ruit / /
14 Brusselse rand Antwerpen-Mechelen-Brussel Open ruimte mag niet
versnipperd worden
poorten /
15 Antwerpen met haven As Antwerpen-Brussel Albertkanaal Haven moeten transnationaal
samenwerken
Open ruimten
16 Vlaamse Ruit Regionale landschappen havens / /
17 Alle regio’s / / / /
18 Vlaamse Ruit Kortrijk-Lille-Roubaix MHAL-gebied / /
19 Vlaanderen is één regio steden Regiokernen Open ruimte Van volgend naar sturend beleid
20 Brussel Antwerpen Gent Kortrijk Kust + Brugge
21 Antwerpen Zaventem Zeebrugge As Antwerpen-Brussel Albertkanaal
22 / / / / /
23 poorten Steenweg- en riviersteden Open ruimte Openbaar vervoer Steun voor stedelijk- en
plattelandsbeleid
24 havens Zaventem steden Verkeersinfrastructuur Glastuinbouwzones
54
VI Conclusies verenigingen en organisaties
1) Profiel van de respondenten
Voor tabel: zie bijlage VI.1
Dertig verenigingen en organisaties hebben deelgenomen aan de enquête. Elf daarvan zijn
verbonden aan natuurpunt vzw. Zowel de koepelorganisatie als tien lokale organisaties
vulden de enquête in. Ook zijn er zes organisaties die het behoud van open ruimte en bos als
doelstelling hebben.
Daarnaast deed de koepelorganisatie van de fietsersbond mee, samen met een lokale
afdeling van de bond uit Antwerpen. Twee organisaties ijveren voor de belangen van de
jeugd. Twee organisaties vragen de promotie van trage wegen, daarnaast was er een
vereniging die de recreatieve luchtvaart in de verf zet, een organisatie voor range- en
landrovers en een organisatie voor pitbiking. Ook vulden de gezinsbond, het algemeen
boerensyndicaat, een federatie voor transporteurs door middel van pijpleidingen en het vzw
leven in Vlaanderen en Europa de enquête in.
Zevenentwintig van de dertig verenigingen definiëren zichzelf als middenveld of
belangenvereniging en drie als hobby- of sportvereniging. Het ledenaantal varieert van 16
tot 290.000. Zes verenigingen tellen minder dan 250 leden, dertien verenigingen hebben een
ledental tussen 250 en 2.500 en acht hebben meer dan 2.500 leden. De profielen van de
verenigingen lopen zeer sterk uiteen. Een algemene conclusie trekken is dan ook moeilijk.
Tegenstellingen tussen de verenigingen zullen ook verder naar voren komen.
2) Ruimtegebruik van de respondenten
2.1) Ruimtegebruik
- inrichting van de ruimte voor vereniging of organisatie
Elf van de dertig respondenten hebben de ruimte voor hun vereniging of organisatie zelf
ingericht. Negen respondenten hebben de inrichting samen medegebruikers gedaan en
zeven met de overheid of een privépartner. Geen enkele vereniging of organisatie
functioneert in een ruimte die voor een ander doel werd ingericht. Daarnaast zijn er ook drie
respondenten die geen antwoord gaven op deze vraag.
- inrichting van de ruimte voor leden
De ruimte voor de leden werd in vijf organisaties door de organisatie ingericht, bij vijf andere
organisaties gebeurde dat door de organisatie samen met medegebruikers. De ruimte voor
leden werd bij 11 organisaties door de overheid of een privépartner ingericht, bij vier
organisaties werd die eigenlijk voor een ander doel ingericht. Vier respondenten weten het
niet.
- ruimte ingericht voor type activiteit
Achtien respondenten beschikken over een buitenruimte van meer dan vijf hectare zonder
gebouw voor hun activiteiten. Bij twee respondenten is die buitenruimte kleiner dan één
hectare.
55
De grond rondom een gebouw varieert ook in grootte. Zo zijn er drie respondenten die over
zo’n grond beschikken die meer dan vijf hectare groot is, drie waarvan de grond meer dan
2000 m² groot is en één waarvan de grond kleiner is dan 2000m².
Zeven organisaties beschikken over een geheel gebouw. De grootte daarvan varieert van
minder dan 100 m² (1x), over meer dan 100 m² (4x) tot meer dan 1500 m² (2x).
Tien organisaties beschikken over een deel van een gebouw. Vijf van hen beschikken over
één lokaal, vier over meer dan één lokaal en één over meer dan zes lokalen.
- ruimte niet specifiek ingericht voor type activiteit
Naast ruimten specifiek ingericht voor de activiteiten van de vereniging of organisatie,
gebruiken verenigingen en organisaties ook ruimten die niet specifiek ingericht zijn voor hun
activiteiten. Deze ruimten zijn: een buitenruimte zonder gebouw (13x), een grond zonder
gebouw (5x), een deel van een gebouw (4x) een geheel gebouw (1x), paden (12x), een straat
(5x), een buurt (6x), een stad (5x) of het platteland (16x). Ook zijn er vier organisaties die
aangeven geen gebruik te maken van ruimten die niet specifiek zijn ingericht voor hun
activiteiten.
Vijf respondenten gaven aan ruimten te gebruiken die niet waren opgenomen in de lijst. Dit
waren de brede kust (1x), het luchtruim (1x), de Kalkense Meersen (1x), natuurreservaten
(1x), natuurgebieden (1x), bron en valleigebieden (1x), weiden (1x), bossen (1x) en openbare
vergaderzalen (1x).
- evolutie ruimtegebruik op lange termijn
Zestien respondenten verwachten dat hun ruimtegebruik op lange termijn zal toenemen.
Daarnaast zijn er acht die verwachten dat het ruimtegebruik zal gelijk blijven en vier die
verwachten dat het zal afnemen.
2.2) Belangrijke elementen voor het ruimtegebruik
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.2
- Natuurbehoud
Vier respondenten stellen dat het behoud van de biodiversiteit heel belangrijk is voor de
ruimte die zij gebruiken. Ook het behoud van de natuur als geheel wordt belangrijk geacht
(4x). Een oppervlakte van 250m² bos per Vlaming zou ideaal zijn volgens één van de
respondenten.
- Klimaatverandering
Er is ook nood aan aangepaste ruimte voor klimaat en adaptatie (o.a. erosie en
waterbuffering) (3x). Er wordt verder gesproken over het beschermen van zuiver water (1x),
zuivere lucht (2x), zuivere bodems (2x) en oog voor reliëf (1x)
- Toegankelijkheid en recreatief medegebruik
Daarnaast moeten natuurgebieden en bossen toegankelijker gemaakt worden voor het
brede publiek (3x). Er moet een maximale variatie aan onverharde wegen worden gecreëerd
waarvan iedereen gebruik kan maken (1x). Een andere respondent legt de nadruk op veilig
fietsers- en voetgangersverkeer.
Twee respondenten drukken op de bruikbaarheid van de ruimte voor recreatie. Vijf
respondenten halen concreet aan dat de ruimte ingericht dient te zijn om te wandelen.
56
- Ruimte gebruikt door de vereniging
Vier respondenten hebben het over het gebruik van een ruimte in een gebouw. Deze moet
verwarmd zijn (1x), er moet een opbergruimte beschikbaar zijn (1x), het moet goed
bereikbaar zijn met het openbaar vervoer (1x), een binnentuin geldt als een pluspunt (1x), er
moet voldoende natuurlijke lichtinval zijn (1x), het verkeer mag niet te druk en te vervuilend
zijn (1x) en er moet de mogelijkheid zijn demonstraties te geven (1x).
- Concrete suggesties
Zes respondenten doen concrete suggesties die in de lijn van de missie van hun vereniging of
organisatie liggen.
Eén van hen spreekt over het kwalitatief ruimtegebruik voor en door jongeren. Er is een
kwalitiatieve inplanting nodig van recreatieruimte met een strategische ligging in het
jongerenweefsel. Een andere respondent wil meer ruimte voor landbouwproductie met
gronden die landbouwkundig waardig zijn. Een volgende respondent ijvert voor een rustige-
en groene buitenruimte voor jeugdverenigingen. Er zou ook een genenbank en zaadgaard
van planten uit de Vlaamse Ardennen aangelegd moeten worden. Tenslotte ijvert een
respondent voor het opleggen en communiceren over servitudes i.v.m. hoogteobstakels en
gevaarlijke inrichtingen voor een vliegveld.
- Ruimtelijk beleid
De druk op de ruimte zal in de toekomst in negatieve zin toenemen (1x). Daarom lijkt
multifunctioneel ruimtegebruik voor één respondent een heel goed idee (1x). Het
Beleidsplan Ruimte Vlaanderen moet verder uitgewerkt en geconcretiseerd worden (1x).
Daarnaast moet er een belangenbehartiging zijn in naam van de burgers in ruimtelijke
ordening en milieu (1x).
3) Verwachtingen van de overheid
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.3
- Mobiliteit
De mobiliteit in Vlaanderen is een belangrijke verantwoordelijkheid van de Vlaamse
overheid (5x). De ruimtelijke sturing moet het autogebruik terugdringen (1x), een veilige,
vlotte, gezonde en duurzame mobiliteit voor fietsers garanderen (1x) en conflicten tussen
verschillende verkeersstromen voorkomen (1x). Vrachtverkeer dient verminderd te worden
ten voordele van de trein, het schip en de camionet (1x). Er moet daarnaast een juridische
bescherming komen van de ‘kleine wegenis’ (1x).
Twee respondenten pleiten voor de toegankelijkheid voor recreatief gemotoriseerd verkeer.
Zo moeten de onverharde wegen toegankelijk gehouden worden voor recreatief
gemotoriseerd verkeer (1x). Er moeten terreinen ter beschikking gesteld worden voor het
gebruik van motorvoertuigen geschikt voor onverharde wegen (1x) en voor een mini-
crossparcours (1x).
- Open ruimte
Er moet meer ruimte gemaakt worden voor natuur (7x). De basis van de ruimtelijke ordening
zou de natuurlijke en ecologische structuur moeten zijn (1x). Daarnaast drukken drie
respondenten op de realisatie van de 48.000 hectare natuurgebied die vooropgesteld
57
werden in het RSV. De open ruimte moet zo gesitueerd worden dat ze geen geluidsoverlast
ondervindt van het verkeer (1x). De biodiversiteit in Vlaanderen dient beschermd en
hersteld te worden (1x). Het landbouwgebied moet kunnen rekenen op een basis natuur- en
milieukwaliteit (1x). Daarnaast moeten overgangszones tussen natuur- en landbouwgebied
ingepland worden om de gebieden leefbaar te houden (1x). De subsidies voor de aankoop en
het beheer van natuurgebieden moeten behouden blijven (1x).
- Steden
Vijf respondenten vragen aandacht voor de stad aan de hand van verschillende suggesties. In
de stad is het belangrijk verschillende functies te verweven (2x). Daarnaast moeten de in
onbruik geraakte panden, eerst hergebruikt worden voordat nieuwe gebieden als
woongebied worden aangesneden (1x).
Ecologische tuinen en huizen in woonzones moeten gesteund worden (1x). Er dient een
afschaffing te zijn van de regelgeving van zonevreemde woningen en nieuwe
woontypologieën dienen uitgedacht te worden (1x). Stadsrandbossen (1x) en voldoende
publieke ruimte (1x) moeten zorgen voor leefbare steden. Er moet ruimte voorzien worden
om te spelen in de woonomgeving (1x). Jongeren moeten actief en op maat betrokken
worden bij woonontwikkelingen (1x) en knooppunten in het ‘tiener- en jongerenweefsel’
dienen minstens impliciet afgestemd te worden op jongeren.
- Concrete suggesties
Enkele organisaties geven concrete aanbevelingen die in lijn liggen met de visie van hun
vereniging. Zo vraagt één vereniging een ruimtelijk kader voor de kustzone. Een andere
vraagt dat de regelgeving van het luchtruim gebeurt volgens de internationaal geldende
regels. Een volgende vereniging vraagt om een reservatie van gronden voor kapitaalarme
functies. Eigenaars zouden gestimuleerd moeten worden ruimte te voorzien voor
bijvoorbeeld jeugdbewegingen. Er is ook een gedetailleerde inventaris nodig van de
jeugdlokalen.
Een andere respondent ijvert voor een ruimtelijke reservering voor leidingen in ruimtelijke
uitvoeringsplannen en een aangepast vergunningenbeleid in bestaande reserveringsstroken.
Tenslotte legt een laatste organisatie de nadruk op een integratie van cultuurhistorie en
erfgoed in de ruimtelijke plannen. Er moeten dwingende maatregelen komen om esthetiek
van ruimte te bewaren en herstellen.
- Ruimtelijk beleid
Zeven respondenten pleiten voor een consequente handhaving van de regelgeving. De
handhaving mag niet afhangen van persoonlijke betrokkenheid (1x) maar moet gebaseerd
zijn op een sterke, duurzame visie (1x). Daarnaast moet ze zorgen voor een rechtzetten van
vroeger gegroeide wanorde (2x). Het ruimtelijk beleid moet een inhaalbeweging maken in
de behandeling van erkenningsdossiers (1x). Tenslotte moet de afbakening van gebieden
samen met lokale actoren gebeuren (1x).
58
4) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.4
- Mobiliteit
Zes respondenten zien mobiliteit als een belangrijke uitdaging op lange termijn. Eén van hen
pleit voor het oplossen van het mobiliteitsprobleem zonder de aanleg van nieuwe wegen. Er
wordt ook een auto-ontradende planning gesuggereerd (2x), voldoende ruimte voor fietsers
(4x) en openbaar vervoer (2x).
- Stad
Veertien respondenten halen concentratie in de stad aan als belangrijke uitdaging op lange
termijn. Zuinig ruimtegebruik is noodzakelijk voor vijf respondenten omwille van een open
en stedelijk Vlaanderen (2x) en het behoud van de open ruimte (1x). Dit zuinig ruimtegebruik
moet vooral in de industriegebieden (2x) en steden (4x) in het achterhoofd worden
gehouden. Verder moet een multifunctioneel gebruik van de ruimte aangemoedigd worden
(3x).
In de stad mag de densiteit echter niet worden overdreven (1x) want de kwantiteit en
kwaliteit van de publieke ruimte mag niet in het gedrang komen (1x). De leefbaarheid in de
steden moet gewaarborgd blijven (1x). Zo moet er voldoende groen in de steden aanwezig
zijn (4x) en moeten steden gezins- (1x) en jongerenvriendelijk (2x) zijn. Aan de rand van de
stad dienen bossen gecreëerd te worden (3x). Ook moeten we in de toekomst
geconcentreerd, milieuvriendelijk en zongericht gaan bouwen (1x).
In de stad moeten autoluwe woonwijken gevormd worden (1x) en woningen en tuinen die
biodiversiteit bevorderen dienen gestimuleerd te worden (1x). Er moet ruimte genoeg zijn
om te wonen (2x). Zo waarschuwen twee respondenten voor demografische veranderingen.
Eén van hen stelt voor om het samenleven van verschillende leeftijden mogelijk te maken en
aan te moedigen.
- Open ruimte
Negen respondenten gaan voor het behoud van de open ruimte als uitdaging op lange
termijn. Ook de kwaliteit van de open ruimte moet bewaakt worden (1x). Eén van de
respondenten stelt dat de open ruimte gereserveerd dient te worden voor natuur en
landbouw. Lintbebouwing dient weggewerkt te worden om versnippering te stoppen (4x),
de ruimtelijke ordening moet zo compact mogelijk zijn: met het verweven en het creëren
van een grote densiteit aan verschillende functies (1x).
Twee respondenten raden aan de verschillende functies aanwezig in het buitengebied
(landbouw, industrie, bebouwing, recreatie en natuur) te verzoenen. Er moet een zuinig en
duurzaam ruimtegebruik nagestreefd worden (1x). Zo moet het landbouwgebied
bijvoorbeeld aan een minimum van natuur- en milieukwaliteit voldoen (3x).
- Natuur en bos
Elf van de organisaties vragen ruimte voor de natuur. Er moet een duidelijke juridische
bescherming komen van de natuur (1x), aandacht voor cultuurhistorische, waardevolle
natuurlandschappen (1x) en meer natuur in agrarische zones (1x). Er is een aaneensluiting
nodig van vallei- en natuurgebieden (2x) en natuurgebieden moeten ontsnipperd worden.
Zes respondenten vinden het herstel en behoud van de biodiversiteit heel belangrijk. Eén
59
van de respondenten klaagt aan dat mobiliteit en verstedelijking steeds boven natuur staan
en nooit andersom.
Vier respondenten willen meer bos in de open ruimte. Die bossen moeten toegankelijk zijn
(2x) en de zonevreemde bossen moeten echte bossen worden (1x).
- Landschap, toerisme en landbouw
Er moet een afbakening en bescherming van authentieke landschappen komen (4x). Er moet
ruimte zijn voor hernieuwbare energie zonder dat het landschap schade oploopt (3x). Kleine
landschapselementen moeten beschermd worden (1x) en het landschap moet toegankelijk
blijven door middel van trage wegen (1x).
Volgens één van de respondenten moet ook voldoende aandacht uitgaan naar toerisme.
Er moet een minimum aan natuur- en milieukwaliteit in agrarisch gebied verzekerd worden
(3x).
- Klimaatsverandering en waterbeheer
Drie respondenten waarschuwen voor de impact van de klimaatsverandering en de gevolgen
die dit meebrengt voor het ruimtelijk beleid.
Water moet voldoende ruimte krijgen (5x). Alle waterlopen moeten hersteld worden (1x) en
er moet een anticiperend waterbeheer gevoerd worden (3x). Bufferzones dienen aangelegd
te worden tussen natuurgebieden, bron- en valleigebieden. Ook moet hemel- en afvalwater
in de toekomst gescheiden worden en dienen er meer waterzuiveringsinstallaties te komen
(1x).
- Concrete suggesties
Twee organisaties leggen de nadruk op het belang van kinderen en jongeren. Zo zouden
kind- en jeugdvoorzieningen met elkaar en de wijk verbonden moeten worden door
kindlinten. Er dient een open, rustige en groene speel- en ontmoetingsruimte te komen en
er zijn voldoende jeugdlokalen in elke woonomgeving nodig. Daarnaast dienen ook de
plattelandskernen aantrekkelijk gehouden te worden voor jongeren.
Twee andere organisaties streven dan weer voor de aanvaardig van gemotoriseerde
sportvoertuigen in het cultureel landschap. Onverharde wegen moeten ervoor toegankelijk
gemaakt worden en er dient een evenwichtig maatschappelijk draagvlak voor het beoefenen
van recreatieve gemotoriseerde sporten gevonden te worden. Eén van deze organisaties
vraagt om een eigen ruimte voor elke organisatie.
Een andere organisatie vraagt om meer aandacht voor cultuurhistorie en esthetiek in het
ruimtelijk beleid.
Ten slotte streeft een organisatie naar een ruimtelijke reservering voor pijpleidingen. Die
zouden volgens hen gelijkwaardig moeten worden aan het spoor, het water of de weg.
- Ruimtelijk beleid
Voor het ruimtelijk beleid is er sensibilisering (1x) en participatie (1x) van de burgers nodig.
Ook moet er efficiënt gecommuniceerd worden met belanghebbenden alvorens een
beslissing te nemen (1x). Er moet tolerantie zijn en wederzijds respect (1x) en er moet actief
gezocht worden naar een oplossing voor het NIMBY-syndroom (1x).
De chaotische regelgeving van vandaag dient gestroomlijnd en transparanter te worden. Het
ruimtelijk beleid moet ook een beleid zijn zonder vrees dat doelbewust is en onmiddellijk
60
zijn doelen realiseert (2x). Er mogen geen achterpoortjes geduld worden in de ruimtelijke
regelgeving (2x).
5) Toekomstbeeld: wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.5
- Mobiliteit
Acht respondenten zien de mobiliteit in 2050 anders gebeuren dan vandaag. Vier
respondenten pleiten voor een autoluw Vlaanderen en dit zeker in de steden (1x). De auto
moet vervangen worden door de fiets (2x) of het openbaar vervoer (2x). Een andere
respondent pleit ervoor vaker thuis te werken (1x). Met dit veranderend mobiliteitspatroon
moet ook de wegeninfrastructuur herdacht worden en moeten te brede wegen vernauwd
worden (1x).
Het vervoer van goederen moet ook herdacht worden. Zo kan goederenvervoer in de
toekomst beter gebeuren met kleinere voertuigen (1x), via waterlopen (2x), het spoor (1x) of
pijpleidingen (1x).
- Densiteit bebouwing
Zes respondenten vragen een meer compacte woonbebouwing voornamelijk in de stad. Dit
kan gerealiseerd worden door leegstaande bebouwing opnieuw in gebruik te nemen (3x).
Een andere methode is dat gezinnen waarvan de kinderen het huis uit zijn verhuizen van een
te grote woning naar een kleiner optrekje (1x).
- Industrie
Ook industrieterreinen moeten zo dens mogelijk zijn, ze kunnen opgebouwd worden onder
de grond en in de hoogte (1x). Robuuste groene en blauwe infrastructuren kunnen als drager
gezien worden voor de inplanting en inrichting van economische functies (1x).
- Stad
Zeven respondenten hebben suggesties voor de stad. Vijf respondenten willen graag meer
groen en natuur in de stad. Twee van hen wijzen daarbij op het belang van een
kwaliteitsvolle, groene speelruimte voor kinderen. In de stad moeten functies zo veel
mogelijk gemengd voorkomen (1x).
Er moet voldoende publieke ruimte op wandelafstand bewaard blijven (2x) en er moeten
kwaliteitsvolle, duurzame verbindingen ontstaan tussen de stad en wijken (1x). Wonen in de
stad moet duurzaam (1x) en leefbaar (1x) zijn.
- Landbouw
Vier respondenten hebben plannen voor de landbouw in 2050. Die zou natuurlijker en
duurzamer moeten worden met veel minder veeteelt en meer biologische landbouw (1x).
Daarnaast zal er ook ruimte gecreëerd moeten worden voor biodiversiteit in
landbouwgebieden (1x). Het agrarisch gebied van 750.000 ha dient bewaard te worden (2x).
- Landschap
Twee respondenten zouden graag het landschap behouden zien voor 2050. Eén van hen
meent dat het ruimtegebruik geënt moet zijn op het fysische en natuurlijke systeem van het
landschap.
61
- Natuur
Twaalf respondenten dromen van een groener Vlaanderen in 2050. De 150.000 ha
natuurgebied uit het RSV dienen gerealiseerd te worden (1x), het VEN dient gerealiseerd te
worden (1x) en ook de doelstellingen voor de Natura-2000 gebieden dienen nog steeds
nagestreefd te worden (1x).
Ook het bosgebied van 53.000 ha uit het RSV moet gerealiseerd worden en één respondent
vraagt concreet om de realisatie van stadsbossen en dit ook in het Gentse.
Vier respondenten drukken op het belang van voldoende biodiversiteit. Eén van hen ziet de
doelstellingen rond habitat en vogelrichtlijnen graag verder uitgebouwd. Een andere
respondent zegt dat hiermee ook een boeiende leefomgeving voor de mens gecreëerd zou
worden (1x).
De overblijvende open ruimte dient beschermd te worden (5x). Eén respondent suggereert
het fiscaal belonen van buitengebiedgemeenten voor het openhouden van de open ruimte.
Tenslotte is er één respondent die een samengaan aanraadt van kustbescherming en
recreatie.
- Water
De waterkwaliteit dient verbeterd te worden (2x). Daarnaast zou er een duidelijk
waterbeheer moeten komen dat zowel water, als lucht en aarde maximaal beschermt (3x).
- Duurzame ontwikkeling
Drie respondenten zien Vlaanderen in 2050 graag meer ecologisch. Zo moeten woonzones
ecologisch verantwoord zijn (1x), moet er groene stroom in plaats van kerncentrales komen
(1x) en dient er een ecologisch netwerk ondersteund door verbindings- en
verwevingsgebieden te komen (1x). Ook kringloopprocessen moeten vaker gebruikt worden
(1x).
- Concrete suggesties
Twee respondenten ijveren voor de belangen van gemotoriseerde sporten. Ze willen
geschikte, aangename en veilige terreinen (2x), dat er rekening gehouden wordt met alle
disciplines van gemotoriseerde sporten (1x) en dat er gereglementeerde en toegankelijke
onverharde wegen op het Vlaamse platteland en in het bos (1x) gecreëerd worden.
Een andere vereniging ijvert voor het afstemmen van ruimtes voor jongeren op enkele
cruciale punten. Daarnaast gaat een vereniging voor meer respect voor cultuurhistorie en
esthetiek.
- Ruimtelijk beleid
Vijf respondenten dragen ideeën aan rond het ruimtelijk beleid. Zo moet er een duidelijke
visie geformuleerd worden rond ruimtegebruik (1x) en is er een integrale (1x) en duurzame
(2x) aanpak nodig. Het doel moet een gezond evenwicht tussen gebieden met verschillende
bestemmingen zijn (1x). Er moet een betere coördinatie komen tussen de verschillende
beleidsvelden (natuur, water, milieu, landbouw, infrastructuur en ruimtelijke ordening) (1x)
en ook moet het RSV zoals het vandaag bestaat uitgevoerd worden (1x).
62
6) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.6
- Ruimtelijke kwaliteit
Voor negen respondenten hangt de ruimtelijke kwaliteit sterk samen met voldoende en
duurzame open ruimte. Die open ruimte moet zorgen voor een prettig gevoel (1x), veel
biodiversiteit (1x) en voldoende spelimpulsen (1x). Een deel van die open ruimte moet
ingericht worden als publieke ruimte (3x). Voor die ruimte is het belangrijk dat ze
kwaliteitsvol, rustig en verkeersveilig is (2x). De inplanting van gebouwen moet gebeuren
met het oog op de publieke ruimte (1x).
Voor zeven respondenten is ruimtelijke kwaliteit de balans tussen verschillende ruimtelijke
functies. Een mogelijke balans is bijvoorbeeld een geconcentreerde stad (2x) en een open en
rustig buitengebied voor landschap en natuur (3x).
De invulling van de ruimte dient kwaliteitsvol (1x), duurzaam (1x), zuinig (1x), overzichtelijk
(1x) en ordelijk (1x) te zijn. Er moet aandacht zijn voor architectuur (1x) en het goed
functioneren van sectoren (1x).
Verder vulden respondenten ruimtelijke kwaliteit in als een sterke daling van de lucht-,
water- en grondverontreiniging (1x), aandacht voor cultuurhistorie en esthetiek (1x) of het
handhaven van 15 woningen per hectare (1x).
- Ruimtelijk scheiden van functies
Tien respondenten raden het ruimtelijk scheiden van functies aan voor die functies die
onverenigbaar zijn, bijvoorbeeld omwille van overlast of hinder (1x). Voor twee
respondenten hoeft het ruimtelijk scheiden van functies niet noodzakelijk. Zeven
respondenten geven concrete suggesties over welke functies gescheiden moeten worden.
Wonen moet gescheiden worden van natuur (1x), de stad moet gescheiden worden van het
buitengebied (2x), industrie, wonen en harde natuur moet gescheiden worden van
landbouw (1x), sport, natuur, recreatie en wonen moeten gescheiden worden van industrie
(2x), grote wegen moeten gescheiden worden van woonomgevingen (1x) en vervuilende
landbouw moet gescheiden worden van natuurgebieden (1x).
Lintbebouwing dient tegengegaan te worden (1x), er moet een geclusterd ruimtegebruik zijn
(1x) en bufferzones dienen aangelegd te worden met zachte recreatie, weiden of parken
(1x).
- Ruimtelijk verweven van functies
Tien respondenten vinden het ruimtelijk verweven van functies een goed idee. Zelfs waar
het ogenschijnlijk onmogelijk lijkt, moet men het toch proberen (1x). Eén respondent vindt
het ruimtelijke verweven van functies onbelangrijk.
Duurzame mobiliteit kan enkel gerealiseerd worden door het verweven van functies (2x).
Verweving is ook een absolute noodzaak om de open ruimte te vrijwaren (1x).
Zeven respondenten geven concrete suggesties over welke functies het best verweven
worden. Er kan lineaire begroeiing langs waterlopen en secundaire wegen komen (1x),
ecologische industriegebieden (1x) en wandel- en sportbossen kunnen gecreëerd worden
(1x), recreatie, natuur en landbouw kunnen verweven worden (2x), vergroening en
bebouwing kunnen verweven worden (1x), wonen, studeren, werken en winkelen kunnen
verweven worden (1x). Om slaapdorpen en –steden te voorkomen, dient wonen en werken
verweven te worden (1x).
63
Bij het verweven van functies mag niet nagelaten worden een blijvende economische
landbouwactiviteit te stimuleren (1x). In dit gebied moet er een minimale basis natuur- en
milieukwaliteit nagestreefd worden (1x).
- Stad
Een stad dient vooral gebruikt te worden als woon- (3x) en werkplaats (1x) en
handelscentrum (1x). De woonfunctie mag niet opgedrongen worden, wonen in de stad is
enkel voor zij die er willen wonen (1x). In de stad moet compact wonen aangemoedigd
worden (7x). Dit kan door inbreiding (1x), leegstand te vermijden (1x) en meer in de hoogte
te concentreren (1x).
Er moet voldoende open ruimte aanwezig zijn in de stad (10x). Die open ruimte moet
toegankelijk zijn, op loopafstand voor iedereen (2x). Ook moet er ruimte zijn voor recreatie
(1x).
Vijf respondenten doen suggesties voor de mobiliteit in de steden. Die moet autoluw zijn
(4x), en zo veel mogelijk per fiets (1x), te voet (1x) of met gratis (1x) openbaar vervoer (2x).
Ook moeten functies zo dicht mogelijk bij elkaar gesitueerd worden zodat vervoer niet nodig
is (1x).
Vier respondenten geven aan dat steden zo gezinsvriendelijk mogelijk moeten zijn, vier
zeggen dat de leefbaarheid in de steden verzekerd dient te worden. Verder dient een stad
duurzaam (1x), ecologisch (1x), rustig (1x), goed bereikbaar (2x) en veilig (1x) te zijn. De
publieke ruimte dient kwaliteitsvol te zijn en moet in de toekomst gegarandeerd worden
(2x). Er moet ook rekening gehouden worden met cultuurhistorische gelaagdheden (1x).
Eén respondent haalt aan dat de stad de place to be is voor jongeren. Terwijl een andere
zegt dat de stad een te vermijden plaats is (1x).
- Platteland
Het platteland is een gebied waar ruimte is voor bos (1x), duurzame landbouw (7x),
compacte en leefbare woonkernen (4x), recreatie (3x), natuur (7x) en landschap (1x). De
woonkernen moeten goed ontsloten zijn en verbonden worden met de stad en moeten
beschikken over voldoende basisvoorzieningen (1x). Het buitengebied is een plaats waar
open ruimte gevrijwaard moet blijven (2x) en niet mag verstedelijkt worden (1x). Er moet
steeds rekening gehouden worden met het milieu (1x), de bedrijvigheid van landbouw (1x)
en kleine landschapselementen moeten behouden en uitgebreid worden (1x). Er moet een
striktere scheiding komen tussen harde functies en de open ruimte (1x).
Er mag geen lintbebouwing (1x) bijkomen, evenmin als bijkomende verkavelingen (2x). Drie
respondenten gaven aan dat het platteland voor hen reeds te verstedelijkt is. Volgens een
andere respondent is de herwaardering van het platteland nodig want rurale gebieden
bestaan nog steeds (2x).
Enkele van de respondenten kennen aan het platteland een grote waarde toe. Ze noemen
het prachtig (1x), zorgeloos (1x), de bestemming bij uitstek (1x). Het platteland moet voor
iedereen bereikbaar zijn, vandaar dat trage wegen niet afgesloten mogen worden.
- Dorp
Tien respondenten zijn het erover eens dat een dorp een kleine, compacte woonkern is die
best niet uitbreidt. Deze woonkern is gelegen in het platteland en de bewoners dragen zorg
voor het platteland (9x). Het dorp is zelfstandig en voorziet in zijn basisbehoeften (3x).
Leefbaarheid (2x) en kwaliteit (1x) zijn heel belangrijk. De sociale netwerken zijn heel sterk in
64
een dorp (2x). Dit is één van de redenen waarom jongeren zich met hun dorp blijven
identificeren (1x). Volgens één respondent komt een dorp overeen met een gehucht. Het
dorp moet gevrijwaard worden van verstedelijking en te grote transportstromen (1x).
- Buurt/wijk
Een buurt of wijk is een deel van een stad met een eigen karakter (5x). Het dient er autoluw
(5x) en rustig (1x) te zijn. Doordat alles dichtbij is zijn verplaatsingen met de fiets of te voet
eenvoudig (2x). Het openbaar vervoer kan gebruikt worden om zich buiten de buurt of wijk
te verplaatsen (1x). In de buurt of de wijk bestaat er veel contact tussen de bewoners (5x) en
is er veel groen (2x) en speelruimte (4x) aanwezig. Op deze manier blijft de buurt en wijk
leefbaar (2x). Toch vreest één respondent dat dit in de toekomst verloren zal gaan. Twee
respondenten dringen er dan ook op aan het buurtleven te versterken. Een andere
respondent vraagt de intergenerationele mix te bevorderen, nog een andere vraagt om
gettovorming tegen te gaan en een laatste vraagt jongeren niet te isoleren op één plek.
- Woning
Een woning dient duurzaam (3x), ecologisch (7x), gezond (1x), energiezuinig (3x) en compact
(5x) te zijn. Renovatie van oude woningen moet voorgaan op het bouwen van nieuwe (1x).
Het is een thuis (1x), een plaats om kinderen op te voeden (1x), oud te worden (1x) en moet
dan ook voldoende groot zijn voor het hele gezin (1x). Eén respondent haalt aan dat nieuwe
woontypologieën uitgewerkt moeten worden op maat van nieuw samengestelde gezinnen
en ander gemeenschapsleven. Er dient ook aandacht te gaan naar de relaties tussen
verschillende leeftijdsgroepen bij het nadenken over wonen (1x). Een woning is noodzakelijk
(1x), privaat (1x) en moet betaalbaar blijven (1x). Eén respondent zegt dat wonen in de stad
en in het dorp verschillend is. Een andere wil lintbebouwing zo veel mogelijk tegengaan. Ten
slotte is er een respondent die zegt dat een woning onbelangrijk is.
- Onderweg
Er moet een heroriëntatie komen van de mobiliteit zoals die vandaag is (1x). Fiets en te voet
onderweg zijn moet gestimuleerd worden voor korte afstanden (5x), het openbaar vervoer
moet de beste optie worden voor lange afstanden (6x). Openbaar vervoer zou gratis
georganiseerd moeten worden (1x). De rol van de auto dient gereduceerd te worden (3x).
Andere respondenten sturen dan weer aan op een efficiënte vermindering van files (5x). Eén
respondent betwijfelt of mobiliteit in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn. Twee
respondenten zeggen dat onderweg zijn een mengeling van allerhande vervoerswijzen mag
inhouden waarbij veiligheid altijd prioritair is.
Het openbaar vervoer moet duurzaam (2x), aangenaam (1x) en degelijk (1x) zijn. Daarnaast
moet het ook zuinig met ruimte omspringen (1x). Eén respondent vraagt om minder
vrachtvervoer via de weg. Een andere wil meer aandacht voor ontmoetingen onderweg.
65
7) Prioriteiten op lange en korte termijn
7.1) Strategische doelen op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.7
- Densiteit en verweving
Tien respondenten drukken op zuinig ruimtegebruik. Zo moet er een inbreiding van wonen
en industrie komen (2x). Om de densiteit te verhogen moet bestaande ruimte eerst volledig
benut worden voor nieuwe ruimte wordt aangesneden (1x).
Vier respondenten vragen om een zo efficiënt en doorgedreven mogelijke verweving van
functies.
- Steden
Zes respondenten vragen aandacht voor de steden. Deze moeten leefbaar (2x) en
aantrekkelijk blijven voor alle gezinnen (2x). De macht van de immobilieënsector moet in
vraag gesteld kunnen worden (1x). Het aantal inwoners in de stad zou het best stabiel
gehouden moeten worden (1x). In de stad moet de publieke ruimte de ontwikkeling van
woonvelden sturen, dit mag niet andersom gebeuren (1x). Bij het inrichten van de publieke
ruimte moet ook oog zijn voor de belangen van jongeren (1x).
- Bebouwing buiten de stad
Buiten de stad moet verstedelijking zo veel mogelijk tegengegaan worden (2x). Enkel in de
kernen kan bebouwing nog groeien (1x). Het buitengebied moet zo veel mogelijk
opengehouden worden (2x). Zo moet ook lintbebouwing afgebouwd (1x) of toch minstens
afgeremd (1x) worden. Een andere respondent pleit dan weer voor dezelfde rechten voor
zonevreemde woningen en woningen in alle kwetsbare gebieden (1x).
- Open ruimte
Tien respondenten pleiten voor het behoud van open ruimte. Een verdere versnippering van
bossen, natuurgebieden en woongebieden moet tegengegaan worden. In de open ruimte
moet er voldoende ruimte voor landbouw blijven en deze moet economisch rendabel zijn
(1x). In dat landbouwgebied moet een minimum aan natuur- en milieukwaliteit
gegarandeerd zijn (1x). Daarnaast moet in de open ruimte voldoende en diverse landelijke
ruimte beschikbaar zijn voor recreatie (1x).
Eventueel kunnen er bufferzones gesitueerd worden tussen gebieden met verschillende
functies (1x). Een andere is dan weer van mening dat er een evenwicht tussen groen en rood
gevonden moet worden in functie van het behoud van natuurlijke landschappelijke en
culturele entiteiten (1x).
Ook moet er aandacht zijn voor culturele planologie (1x) en landschapsontwerp (1x).
Open ruimte en landschap moeten beschermd worden (1x).
- Ruimte voor natuur
Zeventien respondenten ijveren voor meer ruimte voor natuur en voor het behoud van de
natuur die nu rest. Eén van hen dringt aan op een realisatie van het VEN. Natuur moet aan
bod komen in het buitengebied, maar moet ook zijn plaats krijgen in de stad (2x).
Natuurgebieden moeten aaneengesloten worden (3x). Eventueel moet er overgegaan
66
worden tot de aankoop van natuurgebieden om de versnippering van de natuur te
voorkomen (2x).
Naast ruimte voor natuur moet er ook ruimte voor water komen (5x). We moeten een
voorbeeld nemen aan de delta-commissie en het kappa-plan, en het principe van ‘werken
met de natuur’ ook in Vlaanderen introduceren en faciliteren (1x). De ruimte die voorzien
wordt voor water kan nu best ingericht worden als natuurgebied (1x).
- Mobiliteit
Negen respondenten doen suggesties op het gebied van mobiliteit. Er moet een
omwenteling komen in het mobiliteitsvraagstuk (2x). Drie respondenten leggen de nadruk
op nabijheid en bereikbaarheid. Eén van hen stelt dat compacter leven een voorwaarde is
om te leven zonder auto.
Mobiliteit moet duurzaam zijn (2x). Anderzijds zijn er anderen die opteren voor de aanleg
van meer wegen als die noodzakelijk zijn (1x) en het ordenen van de verkeerschaos (1x).
- Klimaatsverandering
Twee respondenten vragen aandacht voor de aanpassing aan het veranderende klimaat. Ook
zuivere lucht, water en grond is belangrijk (2x). Ook is er een goed afvalbeheer nodig (1x).
Het energieverbruik moet ook zo duurzaam mogelijk gehouden worden (5x). Dit kan door de
afbouw van fossiele brandstoffen (1x), de afbouw van kernenergie (1x) en het inplanten van
windmolens (1x). Ook is er nood aan een robuuste kustverdediging (1x).
- Concrete suggesties
Drie organisaties doen concrete suggesties op lange termijn die hun organisaties ten goede
komen.
Een eerste organisatie streeft naar een erkenning van pijpleidingen als een gelijkwaardige
transportmodus. Ook is het nodig ruimte te reserveren voor leidingen.
Twee andere streven naar het meer toegankelijk maken van onverharde wegen voor
recreatieve en gemotoriseerde sporten en pleiten voor meer respect en verdraagzaamheid
tussen de verschillende gebruikers van de landelijke ruimte.
- Ruimtelijk beleid
Het ruimtelijk beleid moet zich bezighouden met het realiseren van de krachtlijnen van het
RSV (1x) en het moet fouten uit het verleden aanpassen waar het nog kan (1x). Er moet een
integrale aanpak komen die leidt tot een eerlijke verdeling van de openbare ruimte (1x) en
een ondubbelzinnig en eenvormig beleid (2x).
Daarnaast moet er aandacht gaan naar inspraak (3x). Er moet een doelgerichte
communicatie zijn met de belanghebbenden (1x).
Acht respondenten benadrukken het belang van duurzaamheid in het beleid. Die
duurzaamheid moet er zijn voor de open ruimte (1x), de energiebronnen (1x), landbouw (3x)
en bebouwing (3x).
67
6.2) Strategische doelen op korte termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.8
- Mobiliteit
Een heroriëntatie van het mobiliteitsvraagstuk is nodig (1x). Zeven respondenten halen
mobiliteit aan als één van de belangrijkste strategische doelen op korte termijn. Autoverkeer
dient zo veel mogelijk vermeden te worden (4x), fietsvervoer moet aangemoedigd worden
(3x) en ook het openbaar vervoer is toe aan verbetering (2x). Daarnaast moeten goede
intermodale knooppunten ontwikkeld worden (1x), er mogen geen verkeersaantrekkende
functies meer ingepland worden waar deze niet bereikbaar zijn met de fiets, te voet of met
het openbaar vervoer. Kindlinten kunnen een kans zijn om verplaatsingen nog veiliger en
duurzamer te maken (1x). De bestaande infrastructuur dient slim gebruikt te worden. Er is
geen verdere ontwikkeling van het wegennet gewenst (1x).
- Zuinig ruimtegebruik
Acht respondenten raden een zuinig ruimtegebruik aan. Vooral in de stad is inbreiding
gewenst maar steeds met het oog op leefbaarheid en plaats voor open ruimte (3x).
Daarnaast is het beter onbenutte gebouwen en gebieden een nieuwe functie te geven dan
nieuwe ruimte aan te spreken (4x). De infrastructuur en bebouwing moeten gebundeld zijn
(3x). Zo moet lintbebouwing (2x) en versnippering (1x) stopgezet worden. Via dit zuinig
ruimtegebruik kunnen dan de natuurdoelstellingen gehaald worden (1x).
Daarnaast raden twee respondenten aan buffers te behouden tussen verschillende functies.
Eén respondent raadt aan maatregelen te nemen om de bevolkingsgroei af te remmen.
- Natuur
Tien respondenten leggen de nadruk op het beleid betreffende natuur en bossen. Vier
respondenten halen de doelstellingen uit het RSV aan en dringen aan deze te realiseren.
Daarnaast moeten de negatieve invloeden op natuurfunctie vermeden worden (1x). Drie
respondenten vragen meer groen in en rond de steden.
Ook via het ruimtelijk beleid dient de natuur gesteund te worden. Zo moet er een duidelijke
afbakening komen van natuurlijke structuren (1x). Streekeigen landschappen dienen
behouden of uitgebreid te worden (1x). Er dient een actieve natuurbeschermings- en
ontwikkelingspolitiek te komen (3x).
- Klimaatsverandering
Zes respondenten halen aan dat de tijd rijp is een klimaatadaptatieplan op te maken. De kust
heeft daarbij een specifiek plan nodig (3x). Daarnaast moet er een absoluut bouwverbod
komen in overstromingsgebieden (3x). Ook moet men over de waterkwaliteit waken (2x).
Hemel- en afvalwater dienen gescheiden te worden. Daarnaast moet er een juridische
bescherming komen van de waterfunctie (1x).
Kerncentrales moeten gesloten worden (1x) en kringloopprocessen moeten verder
ontwikkeld worden (1x).
68
- Landbouw
Zes respondenten vragen aandacht voor landbouw. Drie respondenten geven aan dat er
genoeg ruimte verzekerd moet zijn voor landbouw in de toekomst. Daarnaast leggen vier
respondenten de nadruk op duurzaamheid. De subsidies voor onduurzame landbouw dienen
stopgezet te worden (1x). Er moet een minimale basis- en natuurkwaliteit zijn in alle
agrarische gebieden (1x). Natuurverwevingsgebieden kunnen dienen als ruggengraat van
duurzame landbouw (1x).
- Steden
Drie respondenten gaan in op de rol van steden. Die dienen gescheiden te blijven van het
buitengebied (1x). Het stedelijk weefsel moet hersteld worden (1x). Een verluchting van de
19de
eeuwse gordel is nodig met aandacht voor jongeren (1x) en ook nieuwe
woningprojecten moeten oog hebben voor de belangen van de jeugd (1x). In woonzones
dient ecologie en duurzaamheid hoog in het vaandel gedragen te worden (1x).
- Concrete suggesties
Drie organisaties suggereerden maatregelen die de concrete wensen van hun organisatie ten
goede zouden komen. Zo wil één organisatie de omvorming van militaire domeinen naar
recreatiegebied. Een ander wil meer ruimte voor de hobby van zijn leden (terreinwagens) en
een derde wil de opmaak van een RUP voor leidingstraten.
- Ruimtelijk beleid
Zestien respondenten doen suggesties voor het ruimtelijk beleid. Het ruimtelijk beleid moet
breed uitgedacht worden (1x) in interdisciplinaire teams (1x). Er moet geleerd worden uit de
fouten van het verleden (1x). Op die manier dient er een nieuw ruimtelijk plan voor de
toekomst te komen (1x). Vijf respondenten geven aan de realisatie af te wachten van
voordien opgemaakte plannen (RSV, MIRA-S) (5x). Eén respondent zou graag een
schoonheidscommissie (nu welstandscommissie) opgericht zien worden naar het Nederlands
model.
De regelgeving dient strikt gehandhaafd te worden (5x). Er mogen niet te veel regels
gecreëerd worden (2x) en de regelgeving dient doorzichtig en eenvoudig te zijn (1x).
Daarnaast moeten de regels voor iedereen gelden, het algemeen belang moet daarbij boven
het lokale of persoonlijke belang staan (4x). Ook moet er een aangepast vergunningenbeleid
komen (2x) en gemakkelijkere procedures (1x). De RUP’s dienen vooral opgesteld te worden
om concrete lokale opportuniteiten of problemen te behandelen (1x). Burgers moeten
gesensibiliseerd worden (1x) en gesolliciteerd voor beslissingen (2x).
Concreet dient de wetgeving van de raad van state veranderd te worden (1x). De respondent
die dit aanhaalt verwijst naar de problemen bij de aanleg van de tramlijn in Wijnegem. Een
andere respondent zou graag een aanpassing zien van de wetgeving inzake de verlegging
van leidingen ten gevolge van grote infrastructuurwerken. Ook is er een respondent die
vraagt om meer subsidies voor natuurverenigingen en een andere die zijn organisatie
betrokken wil zien in alle relevante overlegorganen.
69
8) Strategische regio’s
Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht
een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s.
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.9
Aantal keer gekozen Strategische regio’s
6
Steden
Landbouwgebied
Natuurgebieden
5
Havens
Vlaams-Brabant
Antwerpen
4
Brussel
Waterwegen
Het buitengebied
Kust
3
Vlaamse ruit
Gent
Limburg
Kempen
2
Westhoek
Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen
Woongebieden
1
Toeristische centra
Regio’s geschikt voor hernieuwbare energie
Vlaamse Ardennen
Militaire domeinen
Luchthavens
Vlaanderen als geheel
Zeebrugge
Hasselt
70
9) Ideeën
Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse ruimte in 2050, deze vindt u
hier opgelijst.
- het ontwikkelen van internationale klimaatcorridors om biodiversiteit te beschermen
(bv. langsheen de kust)
- voorbeelden uit het buitenland
- geen landschapsverstorende projecten
- inefficiënte inspraak zorgt ervoor dat mensen zich achteraf bedrogen voelen
- slimme combinaties tussen bijkomende bebouwing en vergroening kunnen zorgen
voor meer publiek groen
- BRV mag geen afbreuk doen aan RSV
- Renovatie, verdichting en stimulering van onderbenutte terreinen voor woon- en
industriegebieden
- Strategische regio’s moeten overleggen en samenwerken in plaats van concurreren
- Duidelijke vragenlijsten
- “op weg naar een kindnorm” te verkrijgen bij [email protected] (vooral de
hoofdstukken “een kindnorm inzake ruimte” en “een kindnorm in het verkeer”)
- Geboortebeperking stimuleren en immigratie beperken om overbevolking
Vlaanderen te beperken
- Vrijwaring van de open ruimte in het kader van voedselvoorziening voor de
groeiende bevolking
- Tewerkstelling op- en afwaarts de agro-voedingsketen
- Middenveld betrekken om de knoop te dichten tussen de bevolking en de overheid
- Aansluiting zoeken bij economisch niet-dominante sectoren
- Burgerparticipatie stimuleren
- Stimuleren van opleidingen en vormingen
- www.vzwlive.be
71
10) Bijlagen bij conclusie verenigingen en organisaties
Bijlage VI.1 Profiel respondenten
Respondent Naam vereniging Soort vereniging Missie Ledenaantal
1 Fietsersbond Middenveld of
belangenvereniging
Fietsgebruik promoten en ondersteunen 22.000
2 Natuurpunt Hoegaarden Middenveld of
belangenvereniging
Natuur, landschap en biodiversiteit vrijwaren, educatie en studie 150
3 Kustwerkgroep van
natuurpunt
Middenveld of
belangenvereniging
Meer, betere en toegankelijke natuur aan Vlaamse kust 6.000
4 Fietsersbond afdeling
Antwerpen
Middenveld of
belangenvereniging
Aanzetten tot aanleg van infrastructuur voor fietsers, fietsers opleiden, fietsen
stimuleren
3.000
5 Natuurpunt Aulenteer Middenveld of
belangenvereniging
Beheer natuurgebieden regio Sint-Truiden 300
6 Recreatief Vliegveld
Grimbergen vzw
Middenveld of
belangenvereniging
Betaalbare toegang tot luchtvaart 300
7 Natuurpunt Tremelo Middenveld of
belangenvereniging
Behoud van natuur en landschap van Tremelo 215
8 Natuurpunt Geel-Meerhout Middenveld of
belangenvereniging
Natuurbehoud, -beheer, -beleving, -studie en -educatie 760
9 Deinze plus Middenveld of
belangenvereniging
Herstel natuureenheden Deinze en Zulte 900
10 KOLENA vzw Middenveld of
belangenvereniging
Beschermen fauna en flora, duurzaam ontwikkelen, aanmoedigen vrijetijdsbesteding
studie en creativiteit
143
11 Invertebraten Werk Groep
Lampyris
Middenveld of
belangenvereniging
Studie en bescherming van ongewervelden in regio Vlaamse Ardennen 50
12 Natuurpunt vzw Middenveld of
belangenvereniging
Bescherming van belangrijke biotopen, soorten en landschappen 90.000
13 Natuurpunt Voorkempen Middenveld of
belangenvereniging
Ontwikkelen natuur, natuurstudie en educatie, betrokkenheid burger bij natuurbeleid,
duurzame ontwikkeling en verbetering levenskwaliteit
800
14 Natuurpunt Brugge Middenveld of
belangenvereniging
Natuurbehoud, sensibilisatie, inventarisatie en studie van fauna en flora 2150
15 Natuurpunt Boortmeerbeek Middenveld of
belangenvereniging
Complementariteit, bijvoorbeeld vernieuwing vanuit traditie 350
16 Natuurpunt Boven-Schelde Middenveld of
belangenvereniging
Natuurstudie, -behoud, -beheer, -educatie en –beleving 980
17 Vzw Trage Wegen Middenveld of
belangenvereniging
Behoud, herstel en aanleg van trage wegen, duurzame ontwikkeling 400
72
18 Natuurkoepel vzw Middenveld of
belangenvereniging
Natuur en milieuzorg in Zuid-West Vlaanderen 4.000
19 Gezinsbond vzw Middenveld of
belangenvereniging
Maximale ontplooiingskansen voor alle gezinnen, versterken van draagkracht gezinnen 290.000
20 Codegroen vzw Middenveld of
belangenvereniging
Vrijetijdsbesteding in natuur promoten, advies in kader van trage wegen 995
21 Vzw crossrover Hobby,
sportvereniging
Land- en rangeroverrijders laten genieten 180
22 Pitking Hobby,
sportvereniging
Aanleg pitbike-parcours in België ?
23 Natuurpunt Oudenaarde Middenveld of
belangenvereniging
Aankoop, beheer en onderhoud van gronden met natuurwaarden 700
24 Algemeen Boerensyndicaat
vzw
Middenveld of
belangenvereniging
Familiale landbouw ondersteunen en belangen verdedigen 4.500
25 Vereniging voor Bos in
Vlaanderen
Middenveld of
belangenvereniging
Bewustzijn van belang bos en bomen voor mens, plant en dier verhogen 2.000
26 Katholieke Landelijke Jeugd Hobby,
sportvereniging
Samenbrengen van jonge mensen en hen vormen 21.500
27 Hangman Middenveld of
belangenvereniging
Rondhangen als fenomeen, niet als probleem, stimuleren praten over en met
rondhangende jongeren
10 organisaties
28 Vereniging voor Natuur- &
Stedenschoon vzw
Middenveld of
belangenvereniging
De esthetiek van het landschap 500
29 FETRAPI vzw (Federatie van
Transporteurs d.m.v. Pipeline)
Middenveld of
belangenvereniging
Belangenbehartiging van eigenaars of uitbaters van leidingen in België 16
30 Vzw leven in Vlaanderen &
Europa
Middenveld of
belangenvereniging
Informeren, ondersteunen en behartigen van belangen inwoners van Vlaanderen op
gebied van RO, leefmilieu, natuur, landbouw en erfgoed
Actief in gans
Vlaanderen
73
Bijlage VI.2 Omschrijving ruimtegebruik en belangrijke elementen voor dit ruimtegebruik
Respondent Ruimtegebruik
1 /
2 - Netwerk van aaneengesloten natuurgebieden voor erosie, waterbuffering, biodiversiteit en recreatie
3 - druk op de ruimte zal in negatieve zin toenemen (meer activiteiten op zee als aan land)
4 - slechts af en toe gebruik van vergaderruimte of kleine ruimte voor debat of presentatie
5 - natuurbeheer, wandelingen, geleide wandelingen
6 - rond vliegveld: luchtruim tot 300m hoogte
- opleggen van en communiceren over servitudes i.v.m. hoogteobstakels en gevaarlijke inrichtingen
7 /
8 - biodiversiteit, natuurbehoud voor geleide wandelingen en realisatie wandelpaden
9 - wandelen en genieten in en van de natuur
10 - wandelen
11 - voldoende biodiverse natuur
12 - biodiversiteit
- ruimte voor klimaat en adaptatie (overstromingen, kustverdediging)
- toegankelijkheid voor derden en zachte recreatie
- zuiver water, lucht en bodem
13 - verwarmbaar lokaal met projectiemogelijkheid
- opbergruimte
14 - natuurgebieden optimaal inrichten voor natuurbehoud
- natuurgebieden openstellen voor brede publiek
15 - concretiseren en verder uitwerken van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
16 - inrichten en beheren van natuurterrein (inclusief bos)
17 - multifunctioneel ruimtegebruik
18 /
19 - hoofdgebouw (=kantoorruimte voor centrale diensten)
- moet goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer
- groene binnentuin is pluspunt
- voldoende natuurlijke lichtinval nodig
- verkeer veel te druk en lucht te vervuild
20 - respectvol gebruik van onverharde wegen
- maximale variatie in onverharde wegen
- reliëf
- bodemgesteldheid
74
21 - demonstraties geven
22 /
23 - aanleg wandelpaden met bewijzering en infoborden
- aanleg genenbank en zaadgaard van planten uit Vlaamse Ardennen
- Aanleg bufferzones met gebieden met andere bestemming
24 - ruimte voor productie
- gronden moeten landbouwkundig waardig zijn
25 - voldoende toegankelijk bos
- 250m² per Vlaming
26 - eigen lokaal voor jeugdverenigingen
- rustige/groene buitenruimte voor jeugdverenigingen
- veilig fiets/voetgangersverkeer
27 - kwalitatieve inplanting, nl. strategische ligging in het jongerenweefsel
- ingericht met inbreng van jongeren
- ingericht met jongeren voor ogen
28 /
29 - alle zones behalve woongebieden en gevoelige natuurlijke zones
30 - belangenbehartiging van burgers in ruimtelijke ordening en milieu
75
Bijlage VI.3 Verwachtingen van de overheid
Respondent Verwachtingen
1 - Mobiliteitssturing
- verweven van functies
2 - ruimtelijke ordening baseren op natuurlijke en ecologische structuren
- middelen voor efficiënte implementatie
- ontsnippering
- handhaving en ondersteuning
3 - ruimtelijk kader voor kustzone
- strikte handhaving
4 - veilige, vlotte, gezonde en duurzame mobiliteit voor fietsers
- terugdringen van autogebruik
- voorkomen van conflicten tussen diverse verkeersstromen geconcentreerde stedelijke ontwikkeling
5 - behoud subsidies aankoop en beheer van natuurgebieden
6 - regelgeving luchtruim volgens international geldende regels
- regelgeving niet à la tête du client
7 /
8 - meer ruimte voor natuur
- 48 000 hectare natuur- en bosgebieden zoals voorzien in het RSV realiseren
- realisatie van een basis natuur- en milieukwaliteit in het landbouwgebied
9 - betere bescherming van natuur
10 - handhaving van regelgeving
11 - biodiversiteit in Vlaanderen beschermen en herstellen
12 - duurzaam beleid
- vanuit een sterke, duidelijke visie
- daadkrachtig en vooruitziend vergunningen- en handhavingsbeleid
- aandacht voor natuur, open ruimte, duurzame landbouw en klimaatsverandering
13 - orde brengen in de historisch gegroeide ruimtelijke wanorde
14 - 48 000 hectare natuur- en bosgebieden zoals voorzien in het RSV realiseren
15 /
16 - betere handhaving en bescherming
- inrichten van open ruimte voor beter natuurbehoud en natuurontwikkeling
17 - juridische bescherming van de ‘kleine wegenis’
18 /
19 - slimme verweving van functies
- open ruimte maximaal behouden
- hergebruik van in onbruik geraakte panden voor nieuw gebied aan te snijden
- duurzame mobilitietskeuzes
76
20 - openhouden van onverharde wegen voor gemotoriseerd verkeer
- ter beschikking stellen van terreinen specifiek voor gebruik van motorvoertuigen geschikt voor onverharde wegen
21 - Afgelegen ruimte zonder geluidsoverlast van het verkeer
22 - toelating om een mini-crossparcours aan te leggen
23 - aankoop gronden (ev. via onteigening) en stimulering VEN
- inhalen behandeling erkenningsdossiers
- steun aan ecologische tuinen en huizen in woonzones
- verminderen vrachtverkeer ten voordele van trein, schip en camionetten
24 - afbakening gebieden samen met lokale actoren
- overgangszones om gebieden leefbaar te houden
- resterende open ruimte open houden
25 - 10.000 ha ecologische bosuitbreiding
- Rechtmatige bestemming aan bestaande bossen
- Stadsrandbossen voor leefbaarheid steden
26 - Reservatie van gronden voor kapitaalarme functies
- Eigenaars stimuleren ruimte te voorzien
- Gedetailleerde inventaris jeugdlokalen
- Stimuleren speelruimte in woonomgeving
27 - voldoende en goed gelegen publieke ruimte
- jongeren actief en op maat betrekken bij woonontwikkelingen
- nieuwe woontypologieën
- knooppunten ‘tiener- en jongerenweefsel’ minstens impliciet afstemmen op jongeren
28 - integratie cultuurhistorie en erfgoed
- dwingende maatregelen om esthetiek of schoonheid van ruimte te bewaren en herstellen
29 - ruimtelijke reservering voor leidingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen
- aangepast vergunningenbeleid in bestaande reserveringsstroken
30 - afschaffing van regelgeving van zonevreemde woningen
77
Bijlage VI.4 5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Uitdagingen
1 Verweven van functies concentratie Functionele densiteit Bereikbaarheid (fiets en
openbaar vervoer)
Auto-ontradende planning
2 Behoud van open ruimte Ruimte voor natuur en water Kwaliteitsvolle woonomgeving Bos voor iedereen Afbakening en bescherming van
authentieke landschappen
3 klimaatadaptatie biodiversiteit toerisme Ruimte creëren voor wonen Anticiperend waterbeheer
4 Auto-ontradende planning Ruimte voor fietsers Compacte RO, verweven en
densiteit functies
Wegwerken van lintbebouwing Beschermen open ruimte en natuur
5 Landbouw, industrie,
bebouwing vs natuur
Open houden van open ruimte Kwaliteit open ruimte Leefbaarheid in steden Uitbreiding concentreren in steden,
geen bebouwing in open ruimte
6 Behoud van open ruimte Densiteit steden niet te ver
doordrijven
mobiliteit Tolerantie en wederzijds
respect
Oplossing voor NIMBY-syndroom
7 Aaneensluiting van vallei- en
natuurgebieden
Cultuurhistorische, waardevolle
natuurlandschappen
Kleine landschapselementen Herstel alle waterlopen Mobiliteit en verstedelijking gaat
altijd boven natuur, nooit andersom
8 Meer ruimte voor natuur Openbaar groen in en rond
steden
Natuur in agrarische zones Oplossen mobiliteit zonder
aanleg nieuwe wegen
Ruimte voor hernieuwbare energie
zonder schade aan landschap
9 Meer ruimte voor natuur Duidelijke juridische
bescherming van natuur
/ / /
10 Versnippering beperken Chaotische regelgeving
stroomlijnen en transparanter
maken
Regelgeving doelbewust en
onmiddellijk realiseren
Steden stedelijk en
buitengebied
Zonevreemde bossen moeten echte
bossen worden
11 Ruimte voor natuur Effectieve maatregelen voor
herstel biodiversiteit
Sensibilisering bevolking / /
12 Behoud biodiversiteit Zuinig ruimtegebruik voor
behoud open ruimte
Minimum natuur- en
milieukwaliteit in agrarisch
gebied
Adaptatie aan klimaats-
verandering
Ruimte voor hernieuwbare energie
13 Meer ruimte voor natuur,
behoud biodiversiteit
Creatie van stadsrandbossen Zuinig ruimtegebruik industrie Geconcentreerd,
milieuvriendelijk en zongericht
bouwen
Bouwen verbieden in overstromings-
gebied
14 Meer ruimte voor natuur,
behoud biodiversiteit
Zuinig ruimtegebruik voor open
en stedelijk Vlaanderen
Impact veranderend klimaat in
ruimtelijk beleid
Bescherming van open ruimte Minimum aan natuur- en
milieukwaliteit in landbouwgebied
15 Meer ruimte voor natuur,
behoud biodiversiteit
(Standsrand)bossen Zuinig gebruik voor open en
stedelijk Vlaanderen
Minimum basis natuur- en
milieukwaliteit in
landbouwgebied
Ruimte voor hernieuwbare energie
16 Vraag afstemmen op beperkte
ruimte
Natuur- en milieugerichte
kwaliteit van ruimte handhaven
Recreatie, landbouw en natuur
verzoenen
Bebouwing beperken, kwaliteit
verbeteren
Fietspaden en voetwegels in stand
houden en verbeteren
17 Behoud open ruimte voor
natuur en landbouw
Ruimtelijke ordening zonder
achterpoortjes
Multifunctioneel ruimtegebruik Ruimte voor water Toegankelijkheid van het landschap
(d.m.v. trage wegen)
78
18 / / / / /
19 Bewoning en vergroening
verzoenen
Kind- en jeugdvoorzieningen in
woonwijken
Kind-en jeugdvoorzieningen
met elkaar en wijk verbinden
door kindlinten
Autoluwe woonwijken, veilige
fietspaden en openbaar
vervoer
Minder versnippering en gelijkere
spreiding groene ruimten
20 Toegankelijk maken en houden
van onverharde wegen voor
recreatieve gemotoriseerde
sporten
Draagvlak voor het beoefenen
van recreatieve gemotoriseerde
sporten op onverharde wegen
Voldoende en gediversifieerde
landelijke ruimte
Ontwikkelen van
ondubbelzinnig en eenvormig
beleid (zie Nl.)
Efficiënte communicatie met
belanghebbenden
21 Eigen ruimte voor iedere
vereniging
Aangepaste infrastructuur Aanvaarding van terreinwagens
in het cultureel landschap
/ /
22 / / / / /
23 Verbinding natuurgebieden
met lineaire elementen langs
waterlopen en secundaire
wegen
Ontsnippering van
natuurgebieden
Bufferzones tussen
natuurgebieden, bron- en
valleigebieden
Stimuleren om met woning en
tuin biodiversiteit te verhogen
Scheiding hemel- en afvalwater,
meer waterzuiveringsinstallaties
24 Resterend buitengebied
vrijwaren voor landbouw
Behoud en goed beheer en
zuinig ruimtegebruik van
natuurgebieden
Inbreiding in plaats van
uitbreiding steden
Ruimtelijk beleid zonder vrees Zuinig ruimtegebruik in nieuwe
industriegebieden
25 Bescherming en behoud van
resterende open ruimte, natuur
en bossen
Uitbreiding natuur- en
bosgebieden + realisatie
stadsrandbossen
Slimme combinatie van wonen
en groen, zuinig en duurzaam
ruimtegebruik
Gezinsvriendelijke gemeenten
met voldoende groen
Minimum bos-, natuur- en
milieukwaliteit in landbouwgebied
26 Open-, rustige- en groene
speel- en ontmoetingsruimte
Voldoende jeugdlokalen in elke
woonomgeving
Toegankelijke speel- en
ravotbossen
Veilige mobiliteit met fiets of te
voet
Resterende open/groene ruimte
behouden
27 Woonomgeving stad inrichten
naar samenleven van alle
leeftijden
Vooruitziend beleid i.v.m.
demografische veranderingen
Verdichten zonder verlies
kwantiteit en kwaliteit publieke
ruimte
Plattelandskernen aantrekkelijk
houden voor jongeren
Reconversie en ontwikkeling met
aandacht voor jongeren in sociale
woonwijken
28 Cultuurhistorie Esthetiek Burgerparticipatie / /
29 Pijpleidingvervoer gelijkwaardig
aan spoor, water, weg,…
Ruimtelijke reservering voor
pijpleidingen
/ / /
30 Discriminatie zonevreemde
woningen
Herstelverweving functies in
buitengebied
Eigentijds wooncomfort bij
bestaande woningen in
kwetsbaar gebied
/ /
79
Bijlage VI.5 Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Respondent Wensbeeld
1 - autoluwe steden
- alle functies gemengd in de stad
- hoge ruimtelijke densiteit in de stad
- goede verbindingen met openbaar vervoer
2 - visievorming rond ruimtegebruik
- integrale aanpak rond behoeften leefkwaliteit en ruimtegebruik
- enten ruimtegebruik op fysische en natuurlijke systeem van het landschap
- compacte bebouwing met publieke ruimte op wandelafstand
- mobiliteit niet steeds associëren met wagens
3 - biodiversiteit
- waterbeheer
- robuuste groene en blauwe infrastructuur als drager voor economische functies
4 - Duurzaam Vlaanderen
- Auto enkel als noodzakelijk
- Veel groen en natuur, in stad en daarbuiten
- Veel ruimte voor ontspanning, spelende kinderen, natuur, …
- Natuurlijke en duurzame landbouw met veel minder veeteelt en meer biologische landbouw
- Veel ruimte voor fietsers en voetgangers
- Vlot, gezond en veilig fietsverkeer
5 - uitvoering van het RSV: 150.000 ha natuurgebied, 53.000 ha bosgebied en 750.000 ha agrarisch gebied
6 - prioriteit moet zijn te komen tot een zinvol hergebruik van ruimte
7 - verdere uitbouw doelstellingen rond habitat en vogelrichtlijnen
- instandhoudingdoelstellingen uitbouwen voor Natura-2000 gebieden
- betere coördinatie tussen verschillende beleidsvelden (natuur, water, milieu, landbouw, infrastructuur en ruimtelijke ordening)
- behoud van landschappelijke identiteiten
- verbetering van waterkwaliteit
8 - ecologisch netwerk ondersteund door verbindings- en verwevingsgebieden
- veel groen in stad om stad aantrekkelijk te maken om te wonen
- buitengebied sparen van nieuwe aanslagen op open ruimte
9 - meer ruimte voor natuur(ontwikkeling)
10 - uitgebloeide gezinnen verlaten te grote woning voor kleiner optrekje
- realisatie stadsbossen (ook in Gentse)
- buitengebiedgemeenten fiscaal belonen voor openhouden gebieden
- leegstaande fabrieken en gebouwen na vijf jaar opengesteld voor samenwoonexperimenten
- ook administraties (kadaster, belastingen, RVA, VDAB, …) voeren zuinig ruimtebeleid
- water, lucht en aarde worden maximaal beschermd
80
11 - ruimte voor mens en natuur
- ruimte voor biodiversiteit in landbouwgebieden en steden
- creatie van een boeiende leefomgeving voor de mens
12 - open en biodivers Vlaanderen waar het aangenaam leven, wonen en werken is
- natuur- en milieukwaliteit op buitengebied verbeterd
- toegankelijke groengebieden op Europees en Vlaams niveau (ook voor overstromingen en adaptatie)
- natuurlijkere kustzones waar kustbescherming en recreatie samengaan
- groene stroom in plaats van kerncentrales
13 - goed om wonen
- voldoende respect voor schaarse natuur
- voldoende natuur en open ruimte voor ontspanning van stijgende bevolking
- voldoende biodiversiteit
14 - slimme combinaties tussen bijkomende bebouwing en vergroening door een zuinig ruimtegebruik
15 - bescherming van overblijvende open ruimte
16 /
17 - open en groen Vlaanderen
- kwalitatieve stedelijke agglomeraties en leefbare dorpen
18 /
19 - principe van de kindnormering toegepast: elk kind toegang tot kwaliteitsvolle, groene speelruimte op loopafstand van de woning
20 - voldoende geschikte terreinen voor gemotoriseerde sporten
- rekening houden met alle disciplines van gemotoriseerde sporten
- gereglementeerd toegankelijk maken van onverharde wegen op het Vlaamse platteland en in het bos
21 - aangename en veilige besteding van de ruimte beschikbaar voor de verschillende hobbyclubs
22 - 2050 is te ver om iets te wensen
23 - gezond evenwicht tussen gebieden met verschillende bestemming
- gezonde lucht, water en grond
- decentralisatie van werkgelegenheid en zoveel mogelijk thuiswerken
- goederenvervoer met kleinere voertuigen, via waterlopen of spoor
- VEN gerealiseerd
- Ecologisch verantwoorde woonzones
- Gebruik van kringloopprocessen
24 - agrarisch gebied van 750.000 ha bewaren
- zuinig ruimtegebruik bij invulling ruimte met natuur
- compacte woonkernen met maximale inzet op leegstaande huizen
- industrieterreinen opgebouwd in de grond en in de hoogte
25 - verweven Vlaanderen met voldoende groene ruimte
- geclusterd wonen
- duurzame keuzes en investeringen in degelijk openbaar vervoer
- autoluwe steden met voldoende groen
81
26 /
27 - duurzame wijken
- kwaliteitsvolle duurzame verbindingen tussen stad en wijken
- coherent netwerk van voldoende publiek domein
- ruimtes op jongeren afstemmen op cruciale punten
28 - cultuurhistorie en esthetiek
- herdenken van onze wegeninfrastructuur (vernauwen te brede wegen)
- meer gebruik van waterwegen voor vrachtvervoer
29 - erkenning van transport via pijpleidingen als volwaardige vervoerswijze voor goederen
30 - leven, wonen en werken binnen een mobiliteitsbepalend geheel
82
Bijlage VI.6 Betekenis begrippen
Respondent Ruimtelijke
kwaliteit
Functies
ruimtelijk
scheiden
Functies
ruimtelijk
verweven
Stad Platteland Dorp Buurt/
wijk
Woning Onderweg
1 / Geen goed idee Goed idee Densiteit Bos en landbouw,
geen lintbebou-
wing en verkave-
lingen
Geconcentreerd
rond een centrum
Autoluw Duurzaam Met de fiets
2 Voldoende, duur-
zame open ruimte
Enkel waar het
nodig is
Verweven is de
basis
Open ruimte op
loopafstand voor
iedereen
Compacte leefbare
kernen, scheiding
harde functies en
open ruimte
Compacte woon/
werk kernen
binnen duurzame
open ruimte
Leefbaar, fietsen,
wandelen, afbouw
mobiliteit met
auto
Compact en
energiezuinig
Afbouw
monomobiliteit
met auto,
heroriëntatie
mobiliteit
3 Halt aan urban
sprawl, buitenge-
bied moet
buitengebied
blijven
Enkel als het moet Waar het kan, ook
als het
ogenschijnlijk
onmogelijk lijkt
/ / / / / /
4 Duurzame
leefomgeving voor
prettig gevoel
Enkel als
meerwaarde
Belangrijk voor
duurzame
mobiliteit
Compact wonen,
groene ruimte en
ruimte voor
recreatie,
mobiliteit bijna
100 % te voet, met
de fiets, met OV
Ruimte voor
duurzame
landbouw,
recreatie en
natuur + weinig
bebouwing
In het platteland
geïntegreerde
plaats met gecon-
centreerde
bewoning
Zo goed als
autoloos, veel
contact tussen
bewoners
Duurzaam en
gezond
Duurzaam en aan-
genaam
5 / Enkel waar nood-
zakelijk
Als het mogelijk is Inbreiding zonder
leefbaarheid te
hypothekeren
/ / / / /
6 Diversiteit in
elegante verhou-
dingen
Afhankelijk van de
impact op de
samenleving
Zo veel mogelijk Om te wonen voor
zij die willen
Geen
verkavelingen
Bestaat dat nog? Wordt moeilijk in
de toekomst
Thuis, kinderen
opvoeden, oud
worden
Voor elk wat wils,
meer files voorko-
men
7 Evenwichtige
balans tussen
verschillende
ruimtelijke
functies
Is geen verweving Verschillende
ruimtelijke
functies zijn met
elkaar verweven
tot een zekere ver-
houding
Evenwicht tussen
menselijke,
natuur- en
recreatieve activi-
teiten
Ruimte voor land-
schapsidentiteit,
samenhang geïnte-
greerde landbouw
en natuur
Klein verstedelijkt
gebied met speci-
fieke landschap-
pelijke identiteiten
Onderdeel van
dorp of stad met
specifiek karakter
Gebouw om in te
leven
Verplaatsing
tussen twee of
meer locaties
8 Stad: aangenaam
wonen voor ieder-
een, buitengebied:
grote,
kwaliteitsvolle
natuureenheden
Geconcentreerd
wonen zodat
ruimte voor natuur
gecreëerd wordt
Wonen, studeren,
werken en winkels
verweven in
steden om zo tot
minder mobiliteit
te komen
Woongebied voor
zeer veel mensen
die er zich goed
kunnen voelen
Buitengebied waar
open ruimte ge-
vrijwaard wordt
Geconcentreerde,
kleine, nederzet-
tingen, dragen
zorg voor open
ruimte
Deel van stad of
dorp waar mensen
in harmonie
samenleven
Milieuvriendelijk
minimaal verbruik
fossiele brandstof,
minimale bijdrage
aan vervuiling
water en lucht
Werk-
woonverkeer:
zoveel mogelijk
openbaar vervoer,
school- woon-
verkeer: fiets of te
voet
83
9 Open ruimte Zo weinig mogelijk
invloed van
negatieve actoren
Waar mogelijk
andere functies
toelaten
Woon- en
werkfunctie
Ruimte voor
natuur
Combinatie natuur
en wonen
Woonfunctie in
aangename
omgeving
/ /
10 Kwaliteitsvolle en
duurzame invulling
Ja, stad en
buitengebied
duidelijk scheiden
Wonen en werken
verweven, geen
slaapdorpen en –
steden meer
Rustig ’s nachts en
in het weekend
Voor iedereen,
trage wegen niet
afsluiten
Aangename plek
om te wonen,
geen hoogbouw
als in de steden
Meer aandacht
gemeenschappe-
lijk groen en speel-
plekken
Verschillend in
dorp en stad, aan-
dacht voor relaties
tussen verschil-
lende leeftijds-
groepen
/
11 Open ruimte met
veel biodiversiteit
Grote wegen van
woonomgeving en
vervuilende
landbouw van
natuurgebied
Woon, werk en
recreatie
verweven, biolo-
gische landbouw
en natuurgebied
verweven
Open ruimte en
groen, gratis
openbaar vervoer
Biologische
landbouw
verweven met bio-
diverse natuur
Alles dichtbij en
plaats voor groen
Alles dichtbij en
plaats voor groen
Milieuvriendelijk Veilig en vlot,
gratis openbaar
vervoer
12 Zuinig ruimte-
gebruik en
aandacht voor
architectuur
Stedelijk vs buiten-
gebied
Minimale basis
natuur- en milieu-
kwaliteit in het
agrarisch gebied
Gezinsvriendelijk,
nabijgelegen
toegankelijk groen
Open, belangrijk
voor natuur en
duurzame
landbouw
Zelfvoorzienend in
basisbehoeften
Autoluw, gezins-
vriendelijk
Energiezuinig Netwerk van open-
baar vervoer als
ruggengraat
13 / Vooral lintbebou-
wing tegengaan
Ecologische
industriegebieden,
wandel- en sport-
bossen
Meer groen,
gezinsvriendelijk
Bestaat dit nog? Geconcentreerd,
inbreiding
Gezinsvriendelijke
inrichting (pleinen,
bomen en
sportterreinen)
Renovatie
(Modern comfort
en energiezuinig-
heid) boven
nieuwbouw
Files tegengaan
14 Gezonde woon-
werkomgeving
met voldoende
ruimte om te ont-
spannen
Geclusterd ruim-
tegebruik
Multifunctionele
ruimte
Gezinsvriendelijk,
autoverkeer geen
hoofdfunctie meer
Gezond veerkrach-
tig ecosysteem
met een basis aan
natuur en milieu-
kwaliteit
Kernversterking in
plaats van verdere
uitdeining
Sociale mix,
openbaar vervoer,
waar kinderen
ruimte krijgen
Ecologisch ver-
antwoord
Minder stress door
goed openbaar
vervoer, reductie
files
15 Open ruimte Sport, natuur,
recreatie, woonge-
bied en industrie
scheiden
/ / / / / / /
16 Veel Enkel als het moet
of nodig is
Als het mogelijk is Belangrijk Zeer belangrijk
maar verstedelijkt
Leefbaarheid en
kwaliteit
Ontmoeting en
geborgenheid
Noodzakelijk Als het nog
mogelijk is
17 Hoge waardering
landschap en land-
schapsontwikke-
ling
Industrie vs wonen Een streefbeeld
voor recreatie,
natuur en
landbouw
Aangenaam en
groen netwerk,
functionele
nabijheid
Woonkernen,
maar vooral
natuur en
landbouw
Zelfstandige
woonkern in
buitenruimte
Zelfstandige enti-
teit in stedelijk
netwerk
Zuinig ruimtege-
bruik, zoveel
mogelijk gegroe-
peerd
Korte verplaat-
singen: te voet of
met fiets, lange
verplaatsingen
met openbaar
vervoer, beperkte
rol auto’s
18 / / / / / / / / /
19 Overzichtelijk,
ordelijk,
kwaliteitsvolle
publieke ruimte
Enkel waar het
nodig is
Vooral vergroening
en bebouwing
verweven
Vergroenen en
verduurzamen,
autoluw,
kwaliteitsvolle
Duidelijk verschil
met stad? Minder
verkavelingen
Leefbaar, werken
aan lokale sociale
cohesie
Buurtleven ver-
sterken, intergene-
rationele mix be-
vorderen
Voldoende grote
gezinswoning
Fiets en te voet sti-
muleren, autover-
keer verminderen
84
publieke ruimte
20 Eerlijke verdeling
van openbare
ruimte voor ver-
schillende
gebruikersgroepen
Belangrijk voor
vermijden van
overlast en hinder
Onbelangrijk Woongebied Agrarisch gebied
ook toegankelijk
voor recreatief
gebruik
Geconcentreerde
woonkern op
platteland
Deel van de stad,
niet bruikbaar
Onbelangrijk Verplaatsing van
woon- naar
recreatiegebied
21 Redelijke tot
goede kwaliteit
Hoeft niet
noodzakelijk
Veel mogelijkhe-
den voor
verweven van
functies
Te vermijden Prachtig en
zorgeloos houden
Sociale netwerken Kleine intieme
gemeenschap
Privaat Mengeling van
allerhande
22 / / / / Hopelijk nog
genoeg landbouw-
land
/ / Ecologisch /
23 Sterke daling lucht,
water en
grondverontreini-
ging
Bufferzones met
zachter recreatie,
weiden of parken
Lineaire begroeiing
langs waterlopen
en secundaire
wegen
Uitbreiding be-
perken, ecologisch
aanpassen
Behoud en uit-
breiding KLE’s
Behoud cultuurhis-
torische waarden,
vermindering lint-
bebouwing
Gettovorming te-
gengaan,
buurtwerking
stimuleren
Duurzaam en
ecologisch
Vermindering
vrachtvervoer via
weg
24 Goede, kwalita-
tieve afbakening,
goed functioneren
van sectoren
Industrie, wonen
en harde natuur
strikt scheiden van
landbouw
Stimulerend beleid
voor blijvende
economische
landbouwactiviteit
Leegstand tegen-
gaan, meer in de
hoogte werken,
zuinig ruimte-
gebruik
Rekening
gehouden met
bedrijvigheid zoals
landbouw
Leef-onderdeel
van het platteland
waar gewoond kan
worden
Onderdeel van
stad, gecentra-
liseerde bebou-
wing
Zuinig ruimtege-
bruik
Hoge veiligheid en
zuinig ruimtege-
bruik
25 Voldoende en
duurzame groene
ruimte
Functies verweven
is noodzakelijk
Absolute noodzaak
om open ruimte te
vrijwaren
Geclusterd wonen,
groene omgeving,
zuinig
ruimtegebruik,
voldoende
leefbare steden,
aantrekkelijk voor
gezinnen
Moet gevrijwaard
worden van ver-
stedelijking, ideale
ontspanningsruim-
te
Moet gevrijwaard
worden van ver-
stedelijking en te
grote transport-
stromen
Gezinsvriendelijk,
voldoende speel-
ruimye en veilige
verplaatsings-
ruimte
Passief, zuinig
ruimtegebruik
Duurzaam,
degelijk,
afgestemd
openbaar vervoer,
veilige fietsroutes
en paden
26 Groene ruimte,
minder beton,
voldoende spelim-
pulsen, rustige en
verkeersveilige
openbare ruimte
/ / / / / / / /
27 Structuur door sa-
menhangend pu-
bliek ruimte-
netwerk, richten
naar publieke
ruimte
Waar er onver-
mijdbare
conflicten zijn
Zo veel mogelijk The place to be
voor jongeren,
goed bereikbaar,
publieke karakter
blijft gegarandeerd
Rustige woonom-
geving, goed
ontsloten en
verbonden met
stad, voldoende
basisvoorzieningen
Herkenbare woon-
entiteit waar
jongeren zich mee
blijven identifi-
ceren
Schaalniveau voor
ruimte voor
jongeren, jongeren
niet isoleren op
één plek
Nieuwe woontypo-
logieën op maat
van nieuw
samengestelde
gezinnen en ander
gemeenschaps-
leven
Meer aandacht
voor
ontmoetingen
onderweg
28 Cultuurhistorie en
esthetiek
/ / Rekening houdend
met cultuurhisto-
rische gelaagd-
heden
Herwaardering
platteland, rurale
gebieden bestaan
nog steeds
Gelijkend op
gehucht
/ Weg met
lintbebouwing
/
85
29 / / / / Bestemming bij
uitstek
/ / / /
30 15 woningen per
hectare handha-
ven
Liever verweven Heel belangrijk Bereikbaar, vei-
ligheid, leefbaar,
handelscentrum
Herwaardering
buitengebied
nodig
Noodzakelijke
kleine en econo-
mische activiteiten
voor lokale
bevolking
Rustige leefge-
meenschap
Betaalbaar evolue-
rend wooncomfort
Geen fileproble-
men
86
Bijlage VI.7 Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Belangrijkste strategische doelen op lange termijn
1 Hoge densiteit duurzaamheid nabijheid Gemengde functies Propere lucht
2 Behoud duurzame open ruimte Ruimte voor water en natuur Omwenteling in
mobiliteitsvraagstuk
Integrale aanpak
ontwikkelingsprojecten (harde
functies koppelen aan open
ruimte functies)
Verweving van functies
3 Principe “werken met de
natuur” introduceren en
faciliteren (delta-comm. en
kappa-plan)
Robuuste natuurgebieden
introduceren en faciliteren
Robuuste kustverdediging
introduceren en faciliteren
Robuust waterbeheer
introduceren en faciliteren
/
4 Onafhankelijkheid van
onduurzame energiebronnen
Behoud en versterken van
biodiversiteit en natuur
Compacter leven zodat
verplaatsingen zonder auto
Eerlijke verdeling van openbare
ruimte
Duurzame landbouw
5 Verweving van functies Leefbare steden Voldoende investeren in natuur / /
6 Behouden wat nog rest Aanpassen waar het nog kan Mobiliteit aanpassen aan
vervoer van de toekomst
afvalbeheer Energieverbruik
7 Evenwicht tussen groen en rood
in functie van behoud
natuurlijke, landschappelijke en
culturele entiteiten
Aaneensluiten en verder
ontwikkelen van natuur- en
valleigebieden
Grote en kleine natuur
entiteiten op platteland en in
stad
Integratie van duurzame
landbouw
Optimale waterkwaliteit en-
huishouding
8 Stabilisatie aantal inwoners Duurzame landbouwvoering Duurzame gebouwen Afbouw lintbebouwing Afbouw gebruik fossiele
brandstoffen en kernenergie
9 Meer ruimte voor natuur Negatieve actoren stoppen / / /
10 Openhouden buitengebied,
versterken kernen van steden en
dorpen
Aaneensluiten en uitbreiden
bossen en natuurgebieden
Versnippering van bossen,
natuurgebieden en
woongebieden tegengaan
Ruimtelijke plannen die rekening
houden met kwetsbaarheid
gezinnen
Grondspeculatie tegenhouden
macht immobiliënsector in vraag
stellen
11 Ruimte voor natuur Behoud open ruimte Windmolens voor lokale
energievoorziening
Bouwstop op platteland /
12 Meer ruimte voor natuur en
biodiversiteit
Bescherming open ruimte en
landschappen
Zuinig ruimtegebruik Natuurlijke kustverdediging en
adaptatie
Ruimte voor hernieuwbare
energie
13 Meer natuur Zuinig ruimtegebruik Duurzaam en ecologisch
bouwen en verbouwen
Durven wegen aanleggen waar
noodzakelijk
Ruimte voor water inrichten als
natuurgebied
14 Meer natuur en biodiversiteit Zuinig ruimtegebruik Impact veranderend klimaat en
ruimte voor hernieuwbare
energie
Multifunctioneel gebruik ruimte Minimum aan natuur- en
milieukwaliteit in
landbouwgebied garanderen
15 / / / / /
16 Open ruimte met kwaliteit Meer ruimte voor natuur Verkeerschaos ordenen Leefbare steden /
87
17 Inbreiding wonen en industrie Natuurbescherming en -
ontwikkeling
Ruimte voor landbouw Ontwarren mobiliteitsknoop Adaptatie aan
klimaatsverandering
18 / / / / /
19 Bewoning en vergroening
verzoenen
Efficiënt ruimtegebruik Duurzame mobiliteit / /
20 Onverharde wegen meer
toegankelijk maken voor
recreatieve, gemotoriseerde
sporten
Respect en verdraagzaamheid
tussen verschillende gebruikers
van landelijke ruimte
Voldoende en diverse landelijke
ruimte voor recreatie alle
belanghebbenden
Ondubbelzinnig en eenvormig
beleid
Efficiënte en doelgerichte
communicatie naar
belanghebbenden
21 Dorpen behouden, niet laten
groeien
Steden aantrekkelijker maken Vrijwaren niet bebouwde zones Meer eenheid in
stedenbouwkundige
inplantingen
/
22 / / / / /
23 Aankoop en ontsnippering
natuur
Realisatie van VEN Bufferzones tussen gebieden
met verschillende functies
Duurzame en ecologische
woonzones
Verminderen van lucht, water en
grondverontreiniging
24 Behoud open ruimte met
economische rendabele
landbouw
Verstedelijking in buitengebied
tegengaan
Sterke industrie met zuinig
ruimtegebruik
Land winnen op water Zuinig ruimtegebruik voor alles
25 Krachtlijnen RSV realiseren Bestaande ruimte opgebruiken
alvorens nieuwe ruimte aan te
snijden
Zunig en duurzaam
ruimtegebruik
Basisnorm bos en natuur voor
iedereen
Behoud en uitbreiding bestaande
waardevolle bos- en
natuurgebieden
26 / / / / /
27 Duurzame verplaatsingen en
bereikbaarheid steden
Publieke ruimte stuurt
ontwikkeling woonvelden, niet
andersom
Reconversie 19de
eeuwse gordel,
aandacht voor kwaliteit publieke
ruimte en noden jongeren
Woonkernen platteland
verbinden met stad, duurzaam
transport
Meer inspraak, ook van jongeren
28 Culturele planologie Landschapsontwerp Betrokkenheid van alle actoren / /
29 Ruimtelijke reservering voor
leidingen
Erkenning leidingen als
gelijkwaardige transportmodus
/ / /
30 Zelfde rechten voor
zonevreemde woningen
Zelfde rechten voor woningen in
alle kwetsbare gebieden
/ / /
88
Bijlage VI.8 Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken
Respondent Belangrijkste acties op korte termijn
1 Ontraden autoverkeer Renovatie huizen Herstel stedelijk weefsel Fietsverbindingen Goede intermodale knooppunten
ontwikkelelen
2 Afbakening en realisatie
natuurlijke structuur
Heroriëntatie
mobiliteitsvraagstuk
Instrumenten performante en
afdwingbare
projectontwikkeling
Dwingend beleid bij realisatie
stadsbossen
Compact en leefbare stad met open
ruimte op loopafstand
3 Opmaak klimaatadaptatieplan Opmaak plan specifiek voor
kust
Opmaak waterbalans Zandbalans om kust-
verdedigingsbeleid bijsturen
/
4 Terugdringen autoverkeer,
investeren in fietsinfrastructuur
Stopzetten subsidies
onduurzame landbouw
Stopzetten lintbebouwing Geen nieuwe autowegen
aanleggen
Geen verkeersaantrekkende functies
als niet bereikbaar met fiets, te voet
of OV
5 / / / / /
6 Breder denken Ophouden met
overreglementeren
Tirannie van ambtenaren onder
controle
Politieke corruptie bestrijden Jaarlijkse blunderboeken
doornemen en lessen leren
7 waterkwaliteit Behoud en uitbreiding streek-
eigen landschappen
Duurzame landbouw Bescherming en
instandhouding habitaten en
reservaten
Sensibilisatie
8 Realisatie natuurdoelstellingen
uit RSV
Zuiver oppervlaktewater en
lucht
Sluiting kerncentrales Verminderen aantal auto’s en
beter OV
Meer openbare parken in en rond
stad
9 Vergroting oppervlakte
waterfunctie
Juridische bescherming
waterfunctie
Negatieve invloeden op
natuurfunctie vermijden
/ /
10 Opmaak van degelijk
onderbouwde opvolger RSV
Creatie van 38.000 ha
bijkomende natuur en 10.000
ha bijkomend bos
Doorzichtige en eenvoudige
regelgeving
Handhaving regelgeving Procedures vergemakkelijken en
inspraak burger
11 Stop bevolkingsaanwas / / / /
12 Realisatie ruimtebalans RSV Minimale basis- en
natuurkwaliteit in agrarisch
gebied
Bundeling harde activiteiten via
fiscaal beleid op onbenutte
gronden en panden
Stop op verlinting en
versnippering
Realisatie van (rand)stedelijk groen
13 Meer subsidies voor
natuurverenigingen
Absoluut verbod bouwen in
overstromingsgebied
Aanpassing wetgeving raad van
state (cfr. tramlijn Wijnegem)
Algemeen belang boven lokaal
belang
Uitzonderingsregels afschaffen
14 Doelstelling natuur en bos van
RSV realiseren
Geen bebouwing in
overstromingsgebieden
Goed doordachte
kustverdediging
Natuurverwevingsgebieden als
ruggegraad van duurzame
landbouw
Renovatie, verdichting en
stimulering van onbenutte gebieden
15 / / / / /
16 Ruimtelijke bestemmings- en
inrichtingsplannen
Beter vergunningenbeleid Betere handhaving Aankopen, inrichten en
beheren van natuurgebied
Natuurrecreatie en trage wegen
89
17 Stringente ruimtelijke ordening
en handhaving
Actieve natuurbeschermings-
en ontwikkelingspolitiek
Beschermen landbouwareaal
t.o.v. wonen en industrie
Infrastructuur slim gebruiken,
geen verdere ontwikkeling
wegennet
Overstromingsgebieden bouwvrij
houden
18 / / / / /
19 Implementeren MIRA-S-
normen
Leefbare dichtbebouwde
steden
Industriezones beter ontsluiten
met openbaar vervoer
Kindlinten voor veiligheid en
duurzame verplaatsingen
Voorrang aan inbreiding, uitbreiding
na doelmatigheidsanalyse
20 Betrekken codegroen in alle
relevante overlegorganen
Objectieve en rationele
benadering van problematiek
Beloofde gereglementeerde
terreinen realiseren
Behouden van buffer tussen
functies
Omvormen militaire domeinen naar
recreatiegebied met natuurlijk
karakter voor iedereen
21 Ruimte geven voor hobby Dorpen en steden gescheiden
houden
Minder wegen, meer
veldwegen en fietswegen
/ /
22 / / / / /
23 Scheiding hemel- en afvalwater Aanplant lineaire groenbuffers
langs waterlopen en wegen
Ontwikkeling
kringloopprocessen
48.000 ha bosgebied Stimulatie duurzame en ecologische
woonzones
24 Landbouw en natuur correct
afbakenen, huidige en
toekomstige landbouw kans
geven
RUP via lokaal dialoog
uitwerken, niet via algemene
doelstellingen maar op basis
van lokale opportuniteiten
Leegstand in steden
verminderen
Natuurdoelstellingen halen via
zuinig ruimtegebruik
Buitengebied behouden, 750.000 ha
agrarisch gebied realiseren
25 Krachtlijnen RSV realiseren Afbakening buitengebied RUP’s Ruimtelijke afbakening
voltooien
/ /
26 / / / / /
27 Verluchting 19de
eeuwse gordel
met aandacht voor jongeren
Nieuwe sociale
woningprojecten met oog voor
principes van coherent
jongerenweefsel
Start met in kaart brengen
noden en wensen van
gebruikers
/ /
28 Interdisciplinaire
pilootprojecten
Methodologieontwikkeling
voor realisatie
burgerparticipatie
Oprichten
schoonheidscommissie (cfr. Nl.)
/ /
29 Opmaak RUP voor
leidingstraten
Aangepast vergunningenbeleid Aanpassing wetgeving inzake
verlegging van leidingen ten
gevolge van grote
infrastructuurwerken
Bundeling infrastructuur /
30 Aanpassing wetgeving op zeer
korte termijn
Vermijden werken met twee
maten en gewichten
/ / /
90
Bijlage VI.9 Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden
Respondent Belangrijkste strategische regio’s
1 Driehoek Antwerpen-Brussel-Gent / / / /
2 Open ruimte en platteland Natuurlijke en waterstructuur Vlaamse ruit / /
3 Kust Buitengebied / / /
4 / / / / /
5 / / / / /
6 Vlaams Brabant Scheldebedding Polders en de westhoek Limburgse bosgebieden Antwerpse kempen
7 Vlaams Brabant Regio Demer en Dijle Vallei- en riviergebieden / /
8 Buitengebied Stedelijke gebieden Netwerk van waterwegen Zandduinen van de Kempen Habitatrichtlijngebieden
9 Platteland / / / /
10 Grootsteden Havens Buitengebieden Toeristische centra Speelbossen, stadsbossen en
natuurgebieden, geen golfterreinen
11 / / / / /
12 Buitengebied Europese en Vlaamse natuur Vlaamse ruit Kust en polders Regio’s geschikt voor hernieuwbare
energie
13 Limburg Havens Steden Vlaamse ruit /
14 / / / / /
15 / / / / /
16 Kust Havens Grote natuurterreinen Gent, Antwerpen en Brussel Plattelandsgebieden
17 West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Vlaams-Brabant & Brussel Limburg
18 / / / / /
19 Steden Bos- en natuurgebieden / / /
20 Kempen Vlaamse Ardennen Haven- en industriegebieden Militaire domeinen Westhoek
21 Ruimte creëren voor vrije tijd Zonevreemde woningen legaliseren
of afbreken
Verkavelingsbeleid herzien / /
22 / / / / /
23 Kust Oost- en West-Vlaanderen Antwerpen Vlaams-Brabant Brussel
24 Havens Luchthavens Woon- en landbouwgebied Grote open landbouwgebieden Steden
25 Buitengebied / / / /
26 / / / / /
27 19de
eeuwe gordel in stad Geïsoleerde plattelandsregio’s Geïsoleerde sociale woonwijken / /
28 Vlaanderen als geheel / / / /
29 Verbinding economische clusters Grote leidingassen door het land / / /
30 Vlaams-Brabant Antwerpen Zeebrugge Gent Hasselt
91
VII Nawoord
Alhoewel de respons op deze enquête bij overheden, experts en verenigingen eerder
beperkt was, blijkt uit dit rapport dat de bevraging toch wel materiaal heeft opgeleverd.
Samen met andere partner- en burgerinitiatieven (partnerdialogen, burgerevent, online
burgerbevraging) vormt dit een waardevolle input voor het Beleidsplan Ruimte.
Daarom willen we graag iedereen die de moeite genomen heeft om de enquête in te vullen
hiervoor hartelijk bedanken!
92
VIII Bijlagen
Bijlage VIII.1 Vragenlijst voor overheden
Uw benaming*
Type overheid
gemeente
provincie
Vlaamse overheid
andere
Andere? omschrijf hier:
bestuurlijk oogpunt
ambtelijk of administratief oogpunt
Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens)
Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange
termijn (2050) (max 150 tekens)
1
2.
3.
4.
5.
Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens)
Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)? (max 150 tekens)
1. Ruimtelijke kwaliteit
2. Functies ruimtelijk scheiden
3. Functies ruimtelijk verweven
4. De stad
5. Het platteland
6. het dorp
7. De buurt/wijk
8. Een woning
9. Onderweg
93
Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150.
karakters)
1.
2.
3.
4.
5.
Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken?
(max.150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden?
(max 150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)
94
Bijlage VIII.2 Vragenlijst voor experts
Uw naam:*
uw beroep:*
Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens)
Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange
termijn (2050) (max 150 tekens)
1
2.
3.
4.
5.
Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens)
Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)? (max 150 tekens)
1. Ruimtelijke kwaliteit
2. Functies ruimtelijk scheiden
3. Functies ruimtelijk verweven
4. De stad
5. Het platteland
6. het dorp
7. De buurt/wijk
8. Een woning
9. Onderweg
Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150.
karakters)
1.
2.
3.
4.
5.
95
Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken?
(max.150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden?
(max 150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)
96
Bijlage VIII.3 Vragenlijst voor verenigingen en organisaties
Uw naam:*
Welk type vereniging vertegenwoordigt u?
middenveld of belangenvereniging
hobby, sportvereniging
buurtvereniging
politieke, ideologische of geloofsvereniging
Naam van uw organisatie/vereniging*
Missie van uw organisatie:*
Ledenaantal van uw vereniging/organisatie*
Op welke wijze werd de ruimte die UW VERENIGING OF ORGANISATIE gebruikt, specifiek ingericht voor het type activiteit
waar u mee bezig bent?
door onszelf ingericht
door onszelf en medegebruikers ingericht
door overheid of een privépartner ingericht
werd voor een ander doel ingericht
weet niet
Op welke wijze werd de ruimte die UW LEDEN gebruiken, specifiek ingericht voor het type activiteit waar u mee bezig bent?
werd door onszelf ingericht
door onszelf en medegebruikers ingericht
door overheid of privépartner ingericht
werd voor een ander doel ingericht
weet niet
97
Geef aan welke ruimte SPECIFIEK IS INGERICHT voor het type activiteit waar u mee bezig bent. (meer keuzes mogelijk)
Deel van een gebouw - maximaal 1 lokaal
Deel van een gebouw - meer dan 1 lokaal
Deel van een gebouw - meer dan 6 lokalen
Geheel gebouw - maximaal 100m²
Geheel gebouw - meer dan 100m²
Geheel gebouw - meer dan 1500m²
grond rondom een gebouw - maximaal 2000m²
grond rondom een gebouw - meer dan 2000m²
grond rondom een gebouw - meer dan 5 hectares
buitenruimte (zonder gebouw) - max 1 hectare
buitenruimte (zonder gebouw) - meer dan 1ha
buitenruimte (zonder gebouw) - meer dan 5ha
Geef aan welke ruimte u gebruikt voor uw activiteiten en die NIET SPECIFIEK IS INGERICHT voor deze activiteiten. (meer
keuzes mogelijk)
deel van een gebouw
een geheel gebouw
een grond rondom een gebouw
een buitenruimte zonder gebouw
een straat
paden
het platteland
de stad
de buurt
andere
Indien andere: omschrijf hier nader:
Duidt aan hoe u verwacht dat uw ruimtegebruik zal evolueren op lange termijn:
ons ruimtegebruik zal ongeveer gelijk blijven
ons ruimtegebruik zal toenemen
ons ruimtegebruik zal afnemen
Omschrijf op welke wijze u de ruimte gebruikt en welke kwaliteitenof kenmerken u belangrijk vindt in de omgeving waar u
uw activiteit uitoefent (max 400 tekens)
Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens)
98
Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange
termijn (2050) (max 150 tekens)
1
2.
3.
4.
5.
Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens)
Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)?
1. Ruimtelijke kwaliteit
2. Functies ruimtelijk scheiden
3. Functies ruimtelijk verweven
4. De stad
5. Het platteland
6. het dorp
7. De buurt/wijk
8. Een woning
9. Onderweg
Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150.
karakters)
1.
2.
3.
4.
5.
Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken?
(max.150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
99
Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden?
(max 150 tekens)
1.
2.
3.
4.
5.
In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)