Upload
volcano
View
233
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Tijdschrift over het gebruik van beton in de bouw
Citation preview
0Rondom
BETONB
uitgave 0 | november 2011
Hanzespoorlijn nadert voltooiing
#
Keuze voor prefabvermindert verkeershinder
‘Health Enviroment’rondom gezondheidszorggebouwen
I
3 Voorwoord
6 TechniekHet gedrag van Prefab gevelelementen
11 Column
12 Balkon van Helmond
14 Keuze energieconcept overvleugelt keuze bouwsysteem
21 Sneller en goedkoperBouwen met RFID
25 Stijlvol en robust Sandwichgevelelementen
Inhoud
I
28 Groenwand + grondkering
30 Warmte route
34 Meervoudige oplossingen dankzij Prefab oplossingen
36 Keuze voor prefabvermindert verkeershinder
38 Actualiteiten“CO2 Footprint woningbouw.”
42 Interview Hugo Gastkemper - Stichting Rioned
44 ‘Health Enviroment’rondom gezondheidszorggebouwen
12
21
42
342 | RONDOM BETON - november 2011
We hebben het vanzelfsprekend vaak over producten en elementen in prefab beton. Dat is nu eenmaal de rode draad in datgene wat wij de markt bieden. We zijn enthousiast bij elke succesvolle oplossing in prefab beton. We zijn ook reuze trots als er wederom een zeer vooruitstrevende innovatie in onze sector in de prakti-jk wordt toegepast. Laat ik er eentje specifiek noemen die in deze uitgave wordt beschreven: sluisdeuren in zeer hoge sterkte beton, een unicum in de wereld.
Zo kan ik vele innovatieve producten en toepassingen
aankaarten. U vindt een groot aantal voorbeelden in deze uit-
gave. Ik wil juist bij dit soort ontwikkelingen nog eens benadruk-
ken dat het om prefab beton gaat, maar dat daar altijd mensen
achter zitten, die dit materiaal verder brengen. Mensen die zich
verdiepen in het verleggen van grenzen van het materiaal beton,
mensen die een idee hebben voor een nieuw product als bijdrage
in een (latente) marktvraag en mensen die allemaal rekenen en
tekenen aan dat nieuwe idee of die nieuwe toepassing om die
ook verantwoord en succesvol te maken. Het barst van de Willie
Wortels in onze prefab betonsector.
Het mooie is dat er ook buiten onze kring veel, heel veel mensen
zijn met ideeën, met visie, met durf. Opdrachtgevers, architecten,
constructeurs, aannemers, adviseurs, in feite iedereen die voor
een vraagstuk waarvoor hij of zij zich geplaatst ziet, de blik wil
verruimen om voor dit vraagstuk tot een vernieuwende oplossing
te komen. Dan komen twee werelden samen en krijgen ideeën
als een fietscaisson, vernieuwende brugliggers, secundaire
grondstoffen in duurzaam beton en slimme verbindingstech-
nieken voor prefab beton opeens een gezonde voedingsbodem.
Natuurlijk zijn er nog vele obstakels te overwinnen zoals angst
voor risico’s, duidelijkheid over afspraken en verantwoordeli-
jkheden en soms een hogere investering waarbij de lange termijn
geld oplevert. Allemaal obstakels voor innovaties. Daarbij komt
het aan op doorzettingsvermogen en overtuigingskracht. En dat
zijn nu juist de sterke eigenschappen van diezelfde innovatie-
mensen…
Ir. J.P.G. (Hans) Ramler
Voorzitter - Betonvereniging
Voorwoord“Succesvolle
oplossingen
in prefab”
RONDOM bEtON - november 2011 | 3
Keuze voor prefabvermindert verkeershinder
Het is even aanschuiven op de A2 tussen
Utrecht en Amsterdam nu daar nog files
staan. Maar er wordt volop gebouwd
om hier de files te voorkomen. Neem
het project A2 Hooggelegen. Dit project
bestrijkt 1,7 kilometer snelweg tussen
de nieuwe Leidsche Rijn tunnel en het
knooppunt Oudenrijn, waar een tiental
grote bouwwerken wordt gerealiseerd.
Getuige doordachte (prefab) oplossin-
gen en doordachte procesorganisatie is
sprake van grote voortvarendheid. Nog
even en de automobilist zoeft over de
10 rijstroken van de A2.
Een tekenend voorbeeld van de soepele
en voortvarende aanpak op dit project
is het nieuwe V-vormige Marinus van
tyrusviaduct. Dit verbindt de kantoren-
locatie Papendorp en het toekomstige
bedrijventerrein Strijkviertel bij De Meern
met elkaar, inclusief aansluitingen met de
A2 en de nieuwe stadsweg ten westen van
de A2. behalve autoverkeer is één van de
poten van de V bestemd voor fietsers en
voetgangers en de HOV-verbinding tussen
de bestaande stad en Leidsche Rijn. Nadat
eind 2008 met de bouw is begonnen, zijn
binnen niet al te lange tijd de twee zui-
delijke rijstroken gereed, zodat auto´s en
bussen gebruik kunnen maken van het vi-
aduct. De twee noordelijke rijstroken voor
de vrije busbaan en het fiets- en voetpad
zijn naar verwachting in 2011 gereed.
CombiwandenVoor de bouw van het Marinus van tyrus-
viaduct zijn combiwanden als landhoofd
toegepast. De combiwanden bestaan uit
buispalen van ruim 20 meter lengte met
ertussenin damwanden. In het middenveld
zijn naast de hoofdrijbaan in zuidelijke
richting betonpalen geheid en is een tus-
sensteunpunt gecreëerd. Over de steun-
punten zijn voor de zomer lange en zware
betonliggers gemonteerd. Productie en
montage waren in handen van Spanbeton,
dat in de eerste nachtelijke montage 5 en
in de tweede nachtelijke montage 7 liggers
plaatste. Met een lengte van maar liefst
54,4 meter zijn het de langste betonliggers
die de prefab betonfabrikant tot nu toe
heeft gemaakt.
Geen hulpbruggenHet project A2 Hooggelegen wordt
uitgevoerd door een samenwerking in
Alliantieachtig verband. Rijkswaterstaat
en trajectum Novum (aannemerspartijen
Van Hattum en blankevoort, Mourik Groot
Ammers, boskalis, KWS Infra en Vialis) zijn
gezamenlijk verantwoordelijk voor het
ontwerp en de uitvoering van het project,
met tevens een directe samenwerking met
convenantpartner gemeente Utrecht. In
deze verregaande vorm van samenwer-
king bundelen de partners hun kennis om
complexe infrastructurele werken slim en
efficiënt uit te voeren, met zo min mogelijk
ProjectP
A2 - Marinus van tyrusviaduct
36 | RONDOM bEtON - november 2011
“Extreem
lange
betonliggers
(54,4m)”
verkeershinder. Om het verplaatsen van de
rijbanen van de A2 te minimaliseren, kwam
de oplossing in beeld van extra lange be-
tonliggers voor één van de twee poten van
de vork die de huidige snelweg in één keer
konden overspannen. Daarachter een klein
deel viaduct dat in het werk wordt gestort
bij de lastige V van de vork en daarna een
kortere overspanning met weer prefab be-
tonliggers over de huidige toerit. Met die
lange liggers hoefde de aannemerscombi-
natie geen hulpbrugconstructie te maken.
tijdens dit proces van engineering werd
door de Alliantie aan de prefab betonfabri-
kant gevraagd of zulke lange liggers wel
mogelijk waren. Dat was essentieel voor de
beoogde oplossing. Voor de reconstructie
van het iets noordelijk gelegen knoop-
punt Hooggelegen waren eerder lange
liggers van dezelfde fabrikant geplaatst,
maar circa 10 meter extra voor het Marinus
van tyrusviaduct maakt écht een groot
verschil. Ook al omdat de 54,4 m lange
liggers conform de RObK6 zijn geprodu-
ceerd, in feite gelijk aan de nieuwe zware
Europese norm voor verkeersbelasting. De
lengte leidt namelijk tot een forse hoogte
(1,80 m). Daarom zijn de liggers smaller
(1 m) gemaakt om het totale gewicht te
beperken. De architect wilde bovendien
een boogvorm voor het vorkviaduct, als
een soort poort van Utrecht. Dit is opge-
lost door de randelementen en leuningen
extra toogvorm mee te geven, zodat de
liggers vrijwel vlak konden blijven. Met
ietsje bolling om visueel juist recht te ogen
bij zo’n lengte.
Politiestopstoen vooraf werd gesteld dat de plaatsing
van zo’n prefab betonligger in maximaal
15 minuten kan, had dit invloed op het
bouwproces. bouwers moeten normaliter
lang van te voren een weekendafsluiting
en reserveweekend voor de montage
van betonliggers opgeven. Dankzij de
korte montagetijd en een slimme opstel-
ling van de kranen buiten het verkeer,
kon het monteren uiteindelijk met korte
politiestops in de nacht plaatsvinden. Dit
betekende een enorm voordeel voor het
autoverkeer, dat sowieso zo min mogelijk
hinder dient te ondervinden van de bouw-
werkzaamheden, zo beoogt Rijkswater-
staat. tijdens de korte nachtelijke politie-
stops werd stuk voor stuk een betonligger
ingereden, door twee mobiele kranen aan
weerszijden van het wegvak opgepakt
en 10 minuten later lag de ligger op z’n
plek en kon het verkeer worden vrijge-
geven. Dit proces herhaalde zich enkele
keren in de nacht totdat een weggedeelte
was overspannen. Op die manier is met
maximale snelheid en minimale verkeers-
hinder het Marinus van tyrusviaduct over
de A2 gebouwd. Een fraai vormgegeven
en technisch goed uitgewerkt viaduct, dat
één van de opvallende kunstwerken vormt
in de nieuwe A2.
RONDOM bEtON - november 2011 | 37
Keuze energieconcept overvleugelt keuze bouwsysteem
Om in 2020 een EPC 0 te kunnen realiseren, moeten meer
energiebesparende technieken in een woning worden
aangebracht. Hierdoor zal de milieubelasting door energie-
gebruik afnemen, terwijl die van bouwkundige en/of installa-
tietechnische materialen zal toenemen. Een onderzoek van
het Beton Platform biedt een indicatie van de ontwikkeling
van de CO2 footprint van woningbouw. Belangrijke conclusie:
het energieconcept is bepalend voor de CO2 footprint van
een woning. Systemen als betonkernactivering en vraagge-
stuurde ventilatie hebben daarbij een positieve invloed.
Hoe groot is de invloed van materialen in de totale CO2 footprint
van een woning? Om een antwoord op deze onderzoeksvraag
van het beton Platform te kunnen formuleren, is door Nieman
Consultancy/Adviesburo en INtRON een variantenstudie uitge-
voerd waarin de totale milieubelasting van vier bouwsystemen
en acht energieconcepten variërend van EPC 0,8 tot EPC 0,4 werd
bepaald voor de SenterNovem referentie rijwoning en hoekwo-
ning. De CO2 footprints van al deze combinaties werden bere-
kend op basis van de som van het gebouwgebonden energie- en
materiaalgebruik, vanaf productie en bouw via gebruiksfase tot
Visiev
Annemarie Weersink - Nieman Consultancy bV
38 | RONDOM bEtON - november 2011
Keuze energieconcept overvleugelt keuze bouwsysteem
met een energetische upgrading naar EPC 0,4. We gaan ervan
uit dat de stap naar EPC 0 wordt gemaakt met zonnecollectoren.
Deze stap is in deze studie niet verder uitgewerkt.
Verloop van de CO2 footprint in de tijdDe verschillende fasen die de woning gedurende zijn levensduur
van 75 jaar doorloopt, zorgen voor een niet-stationair verloop
van de CO2 milieubelasting. Figuur 1 laat globaal het verloop zien
van de equivalente CO2 milieubelasting voor een woning met EPC
0,7. In de grafiek is het aandeel van materiaal, energiegebruik en
het totaal aangegeven. Initieel zien we tot de oplevering de ma-
teriaalbelasting door de productiefase (vanaf delving tot en met
fabricage van bouwmaterialen inclusief verliespercentages) en de
bouwfase als één‘startwaarde’ opgenomen voor tijdstip 0. Vanaf
tijdstip t=0 zien we het gebouwgebonden energiegebruik oplo-
pen. Het niet rechtlijnig verlopen van de materiaal- en energie-
component is het gevolg van onderhoudsingrepen. Uiteindelijk
is de totale milieubelasting circa 175.000 kg CO2 uitstoot, ofwel
circa. 2.343 kg CO2/jaar. Het energieaandeel is ongeveer zeventig
procent en het materiaalaandeel is een kleine dertig procent.
Effect van energiezuiniger bouwenDe keuze van het energieconcept heeft een grote invloed op de
totale milieubelasting. De keuze van het bouwsysteem blijkt zeer
en met de uiteindelijke sloop na 75 jaar. De gemiddelde milieu-
belasting is de totale equivalente CO2 belasting gedeeld door 75
jaar. Het gebouwgebonden energiegebruik werd berekend op
basis van de energieprestatienorm voor woningen, NEN 5128, in-
clusief de ‘correctiepost’ tO-indicatie. Dit houdt een vergelijkbare
kwaliteit van het binnenklimaat voor alle woningconcepten in.
De berekening gaat ervan uit dat overmatige warmte wordt weg-
gekoeld met (energie-inefficiënte) elektrische airco’s. Gebruiks-
gebonden energiegebruik (witgoed, computers, tv’s) is buiten
beschouwing gelaten. Dit geldt ook voor watergebruik.
Vier bouwsystemenIn de studie zijn vier bouwsystemen met elkaar vergeleken: een
gietbouwwoning, een betonnen prefab woning, een houtskelet-
bouwwoning en stapelbouw (kalkzandsteen). De CO2 milieube-
lasting van de materialen is bepaald voor de gehele levenscyclus.
Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden: de productiefase
(vanaf het delven van grondstof tot en met fabricage en transport
van bouwmaterialen inclusief verliespercentages), de bouwfase,
de gebruiksfase - die uit een cyclus van onderhouds/beheersfa-
sen bestaat en renovatie/transformatiefase - en ten slotte sloop
en recycling. Per materiaal is de milieubelasting, uitgedrukt in
equivalente CO2 uitstoot, bepaald op basis van een levenscyclus-
analyse (LCA) en conform de Handleiding Milieuprestaties Ge-
bouwen. Gebruik is gemaakt van MRPI (milieu relevante product
informatie) bladen en openbare databases. De CO2 kentallen voor
materialisatie van installaties zijn zeer globaal meegenomen in
de berekeningen. De kentallen voor installaties zijn ontleend aan
de EcoInvent 2.0 database (de installatiebranche was ten tijde
van het onderzoek nog bezig met het opstellen van een beter
model).
Acht energieconceptenPer bouwsysteem zijn acht energieconcepten doorgerekend. De
belangrijkste kenmerken van deze concepten staan in tabel 1.
Deze energieconcepten variëren van EPC 0,8 tot EPC 0,4 (geba-
seerd op NEN 5128). Verschillende installatietechnieken en iso-
latiegraden werden toegepast. Voor alle woningen is uitgegaan
van een standaard onderhouds/renovatiecyclus. Hierin wordt
onder andere rekening gehouden met vervanging van techni-
sche installaties per vijftien jaar en groot onderhoud in vijftig jaar,
0
50.000.000.000
100.000.000.000
150.000.000.000
200.000.000.000
-5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75
Verloop CO2 belasting van een rijwoning in 75 jaar (EPC=0,7)
CO
2 b
ela
sti
ng
do
or
ma
teri
ale
n e
n e
ne
rgie
[kg
CO
2]
JAAR (levensduur woning: van productie via onderhoud/renovatie naar sloop)
totaal CO2 belasting materialentotaal CO2 belasting energiegebruiktotaal CO2 belasting
0
50.000.000.000
100.000.000.000
150.000.000.000
200.000.000.000
-5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75
Verloop CO2 belasting van een rijwoning in 75 jaar (EPC=0,7)
CO
2 b
ela
sti
ng
do
or
ma
teri
ale
n e
n e
ne
rgie
[kg
CO
2]
JAAR (levensduur woning: van productie via onderhoud/renovatie naar sloop)
totaal CO2 belasting materialentotaal CO2 belasting energiegebruiktotaal CO2 belasting
0
50.000.000.000
100.000.000.000
150.000.000.000
200.000.000.000
-5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75
Verloop CO2 belasting van een rijwoning in 75 jaar (EPC=0,7)
CO
2 b
ela
sti
ng
do
or
ma
teri
ale
n e
n e
ne
rgie
[kg
CO
2]
JAAR (levensduur woning: van productie via onderhoud/renovatie naar sloop)
totaal CO2 belasting materialentotaal CO2 belasting energiegebruiktotaal CO2 belasting
CO2
footprint van
een woning
RONDOM bEtON - november 2011 | 39
beperkt invloed te hebben op de totale milieubelasting: het gaat
om enkele procenten verschil. Een standaard tussenwoning heeft
een milieubelasting van circa 180.000 kg CO2, ofwel circa 2.400
kg CO2/jaar. Dezelfde tussenwoning met het hoogwaardiger
energieconcept, warmtepomp en betonkernactivering heeft een
milieubelasting die zo’n twintig procent lager is. Onderling ver-
tonen de varianten voor de CO2 milieubelasting door materialen
en energie wel grote verschillen. De CO2 footprint van gebouwen
met lichte bouwmassa’s, hebben op zich een gunstiger mate-
riaalprofiel, maar scoren vanwege de berekende temperatuur-
overschrijding energetisch ongunstiger, waardoor het eindre-
sultaat in vergelijkbare orde groter was qua CO2 belasting. In de
studie zijn de ontwerpen niet aangepast aan de bouwtechniek/
comfortaspecten. In de praktijk zou daar terdege rekening mee
gehouden kunnen worden om de milieubelasting en het comfort
in lichtere woningen te verbeteren. De referentie hoekwoning
heeft een milieubelasting die circa tien procent hoger is dan de
referentie tussenwoning van SenterNovem.
Voor de acht energieconcepten is voor een woning met een
betonnen drager de footprint weergegeven in figuur 2. De EPC
staat in witte kolommen aangegeven. te zien is dat de materiaal-
component tussen de golven door een stijgende lijn vertoont bij
toename van de EPC, terwijl de energiecomponent een dalende
trend te zien geeft. Dat de materiaalcomponent steeds belang-
rijker wordt, blijkt onder andere uit het feit dat bij de concepten
a en b met een EPC van 0,7 à 0,8 tot circa 17 à 20 jaar na inge-
bruikname de CO2 uitstoot als gevolg van het materiaalaandeel
het hoogst is, en in de periode daarna het energiegebruik. Voor
de woning met EPC 0,4 wordt dit kantelpunt pas na dertig jaar
bereikt als gevolg van een lager energiegebruik en extra materi-
aalinzet.
Stabiel binnenklimaatDe studie laat zien dat combinaties van warmtepompen, beton-
kernactivering en vraaggestuurde natuurlijke ventilatie een gun-
stige combinatie zijn voor zowel materiaalinzet als energetisch.
Vermits sterke temperatuurwisselingen worden voorkomen, en
dat is bij toenemende isolatiegraden te verwachten, kan deze
techniek ook voor woningbouw gunstig zijn. De hogere isolatie-
graden van de gebouwschil leiden ook zonder nachtverlaging
slechts beperkt tot energieverlies.
Ook vanuit gezondheid geredeneerd, is betonkernactivering een
gunstig systeem. ’s Zomers levert dit systeem met hoge tem-
peratuurkoeling een positief klimaat en ’s winters door de lage
temperatuurverwarming. Stofbeweging wordt beperkt. Wel is
verhoogde aandacht voor positionering/uitvoering van de ven-
tilatievoorzieningen nodig om tochtklachten te voorkomen. Een
ander bijkomend voordeel is de toekomstwaarde van woningen
met betonkernactivering. Met de voorspelde klimaatverande-
ring, met warmere zomers en warmere winters, slaat de balans
richting betonkernactivering in vergelijking tot conventionele
systemen positief uit. Klimaatverandering levert voor woningen
met warmtepompen en betonkernactivering globaal 25 procent
reductie van de CO2 belasting op, terwijl dit in woningen zonder
geïntegreerde koeling tot een, zij het beperkte, toename van de
CO2 belasting leidt als met airco’s wordt gekoeld.
Conclusie
Door aanscherping van de EPC eisen neemt de CO2 belasting door energiegebruik af, maar veelal zal de CO2 belasting door
materiaalgebruik toenemen, als gevolg van extra energiebesparende maatregelen. Door een selectieve keuze van energiecon-
cepten is de toename van het materiaalaandeel te beperken bij verdere aanscherping van de EPC. Een concept waarbij dat het
geval is, is warmtepompen met thermische massa activering (bijvoorbeeld betonkernactivering) en vraaggestuurde ventilatie.
Deze combinatie levert een robuust systeem op dat ook voldoende comfort kan leveren bij toekomstige klimaatverandering.
Annemarie Weersink is werkzaam voor Nieman Consultancy BV. CO2 Footprint Woningbouw – CO2 uitstoot van woningen van produc-
tie tot sloop. Auteurs A.M.S. Weersink, H. Valk, M. Dunnink, J. Meijer.
bouw 0 25 50 75 sloop Figuur
Figuur 3: Globaal verloop totale milieubelasting van een woning gedurende de levensloop (75 jaar)
0
2000040000
60.000
80000100000
120.000
140000
160000180.000
200000
1 2 3 4 5 6
tijd (0 - 75 jaar)
mili
eube
last
ing
(kg
CO
2 in
75
jaar
)
energieinstallatieoverig materiaalaandeel betonBKA + WP
bouw 0 25 50 75 sloop
verloop energiegebruikBKA & WP(EPC = 0,38)
verloop energiegebruikEPC 0,7
Energieconcept 8 / EPC 0,38 BKA & WP(betonkernactivering & warmtepomp)
bouw 0 25 50 75 sloop Figuur
Figuur 3: Globaal verloop totale milieubelasting van een woning gedurende de levensloop (75 jaar)
0
2000040000
60.000
80000100000
120.000
140000
160000180.000
200000
1 2 3 4 5 6
tijd (0 - 75 jaar)
mili
eube
last
ing
(kg
CO
2 in
75
jaar
)
energieinstallatieoverig materiaalaandeel betonBKA + WP
bouw 0 25 50 75 sloop
verloop energiegebruikBKA & WP(EPC = 0,38)
verloop energiegebruikEPC 0,7
Energieconcept 8 / EPC 0,38 BKA & WP(betonkernactivering & warmtepomp)
bouw 0 25 50 75 sloop Figuur
Figuur 3: Globaal verloop totale milieubelasting van een woning gedurende de levensloop (75 jaar)
0
2000040000
60.000
80000100000
120.000
140000
160000180.000
200000
1 2 3 4 5 6
tijd (0 - 75 jaar)
mili
eube
last
ing
(kg
CO
2 in
75
jaar
)
energieinstallatieoverig materiaalaandeel betonBKA + WP
bouw 0 25 50 75 sloop
verloop energiegebruikBKA & WP(EPC = 0,38)
verloop energiegebruikEPC 0,7
Energieconcept 8 / EPC 0,38 BKA & WP(betonkernactivering & warmtepomp)
RONDOM bEtON - november 2011 | 41
Water op straat:
InterviewI
Hugo Gastkemper - directeur Stichting Rioned
“ Wen er maar aan, tenzij…”
Water op straat: wen er maar aan! Hugo
Gastkemper, directeur van Stichting
Rioned, geeft aan dat deze voorspel-
ling gebaseerd is op de klimaatvisie
van Stichting Rioned. De hevigheid
van regenbuien neemt toe en daarvoor
kunnen een aantal maatregelen wor-
den genomen. Zoals het gebruik van
grote diameter rioleringsbuizen om
meer water te kunnen bergen. “Grotere
diameters is een prima oplossing, mits
daar een visie aan ten grondslag ligt. Je
moet als gemeente een visie hebben.
Anders zijn veel maatregelen wegge-
gooid geld!”
“Stichting Rioned is er voor iedereen die
professioneel actief is in de rioleringszorg.
Voorkeuren voor bijvoorbeeld materialen
heeft de stichting niet. Productontwik-
keling en kwaliteit van de materialen is
meer iets van de markt. Wij richten ons
vooral op het systeem als geheel.” Als
het gaat om ‘duurzame riolering’ kijkt
de Stichting vooral naar de impact op de
samenleving. “Denk bijvoorbeeld aan
de milieubelasting van overstorten, het
inzamelen van afvalwater en afkoppeling”,
aldus Gastkemper. “Duurzame materialen
ontstaan door eisen van ‘bovenaf’ en de
markt. Samen bepalen ze het tempo. Dat
geldt ook voor ontwikkelingen als duur-
zaam inkopen.” Enerzijds mogen er niet
teveel regels komen, maar de markt moet
wel worden geprikkeld, vindt Gastkem-
per. “Het blijft een spel tussen deze twee
partijen. De ene keer daagt de markt met
een duurzame innovatie de opdrachtge-
ver uit. De andere keer daagt de overheid
dezelfde markt uit tot duurzame oplos-
singen.”
Meer voor minderHet thema voor de komende jaren is vol-
gens Gastkemper: meer doen met minder
geld. “Er is eigenlijk 600 miljoen extra
nodig voor de verbetering van de kwa-
liteit van riolering, drinkwater en ‘asset-
management’, maar tegelijkertijd gaan
we bezuinigen. De milieuverbeteringen
moeten worden gerealiseerd door slimme
investeringen en doelmatig werken. Elke
beslissing moet meer dan ooit gebaseerd
zijn op: nut, noodzaak en kosteneff ecti-
viteit.” Dat betekent bijvoorbeeld kritisch
nadenken over wanneer en hoe vervan-
gen. Een andere vraag is wanneer je door
schaalvergroting effi ciënter kunt werken.
Dat is niet alleen een verhaal over geld,
maar gaat naar zijn overtuiging ook kwa-
liteitswinst opleveren.” Gastkemper heeft
daarbij wel de kanttekening dat er meer
gegevens nodig zijn. “Als de riolering 80
jaar moet kunnen blijven liggen, moeten
we weten hoe het werkt.”
Dit maakt duidelijk dat de branche meer
dan ooit het ‘kwaliteitsdenken’ hoog in
het vaandel moet hebben staan. Dat past
ook in het beleid van Stichting Rioned.
Als het aan Gastkemper ligt, worden
beslissingen niet meer genomen op basis
van dogma, verleden of vuistregels. “We
moeten meer gegevens en meer kennis
verzamelen voor het nemen van beslis-
singen. We moeten het ontwerpen meer
baseren op kennis en bijvoorbeeld ook
meer rekening houden met de toekom-
stige ontwikkelingen in het gebied. Welke
zaken kan ik verwachten? Op die manier
nemen we doordachte maatregelen.”
Doordachte maatregelenDe doordachte maatregelen kunnen
bijdragen aan de situatie van om de ha-
verklap water op straat. Stichting Rioned
maakt onderscheid tussen ‘wateroverlast’
en ‘waterschade’. De discussie richt zich
nu op het eerste aspect en wel het ‘water
op straat’. “Als we de helft van ons stelsel
willen afkoppelen kost dat al gauw 18
miljard. En dan kijk ik niet op een mil-
jard meer of minder. De overheid moet
verantwoording af kunnen leggen over de
genomen maatregelen.” Welke maatrege-
len dat zijn hangt van de eff ectiviteit af.
Eerder heeft hij gepleit voor hoge trottoir-
banden en een zodanig straatprofi el dat
bij wateroverlast de straat tijdelijk vol staat
en niet de woningen of winkels. Grotere
diameters buizen zouden ook een oplos-
sing kunnen zijn. We vergelijken het ver-
groten van het stelsel met de verbreding
van de A12. Dat gaat in ‘mootjes’, maar zal
uiteindelijk een positieve bijdrage leveren
aan het oplossen van het fi leprobleem.
“Dat is prima te verantwoorden. En dat
geldt ook voor de rioolstelsels.”
Een visionair beleid en doordachte
maatregelen brengen ons bij de afbrok-
kelende kennis in de branche. Natuurlijk
maakt ook Gastkemper zich daar zorgen
om. “Het vak wordt uitdagender en vraagt
steeds meer om hoogwaardige kennis.
Eerst denken en dan doen. Als naar het
verloop van kennis wordt gekeken als
statisch probleem dan is het inderdaad
een grote zorg voor de toekomst. Maar ik
bekijk het als dynamisch probleem en dan
leiden bezuinigingen en afbrokkelende
kennis tot nieuwe uitdagingen, waardoor
goede mensen worden aangetrokken, ook
uit andere vakgebieden. Het zal leiden tot
meer specialisatie. Uiteindelijk worden
we daar beter van. Het wordt alleen maar
leuker!”
“Meer doen
met minder
geld”
RONDOM bEtON - november 2011 | 43
‘Health Enviroment’rondom gezondheidszorggebouwenHet project Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch is een goed voorbeeld van de hedendaagse ‘Health Environment’
gedachten rondom gezondheidszorggebouwen.
MtD Landschapsarchitecten is verantwoordelijk voor het ontwerp
en de technische uitwerking van dit grootschalige en complexe
ziekenhuisterrein. Naast het zware functionele en logistieke pro-
gramma heeft de verblijfs- ,ontmoetings- en recreatiefunctie
van het terrein een belangrijke rol
gespeeld bij het ontwerp en de
toepassing van materialen.
Het ziekenhuisterrein
moet een gastvrij en vriendelijk karakter krijgen dat uitnodigt tot
het verblijven in de buitenruimte voor zowel bezoekers, patiënten
als personeel. binnen de relatief beperkte budgetten die gelden in
de gezondheidszorg zijn keuzes gemaakt die de gebruiks- en be-
levingswaarde van de buitenruimte versterken. Het toepassen van
natuursteen is daarbij een zeer bewuste keuze geweest en is inge-
zet als de ‘slagroom’ op de toch al bijzondere ‘ziekenhuistaart’.
De beeldbepalende onderdelen van het ontwerp, zoals de zitran-
ProjectP
Jeroen bosch Ziekenhuis - ‘s-Hertogenbosch
“Slagroom op de
bijzondere
ziekenhuistaart”
44 | RONDOM bEtON - november 2011
den van de bomeneilanden, de omranding van het verblijfsplein,
de omrandingen van de plantvakken in de patio’s, de eivormige
afzetelementen en zelfs de fontein en de busperron - banden zijn
uitgevoerd in mooie lichtgrijze graniet.
Vrijheid voor ontwerperNaast de hoogwaardige uitstraling en duurzaamheid van het
natuursteen is vooral ook de vrijheid die de ontwerper heeft om
het materiaal ‘ vorm te geven’ een belangrijke reden geweest
voor de keuze van natuursteen. Hierdoor is een uniek ontwerp
ontstaan waarmee het Jeroen bosch Ziekenhuis zich onderscheidt
en profileert als modern, gastvrij en hoogwaardig ziekenhuis van
de 21e eeuw.
RONDOM bEtON - november 2011 | 45