Upload
izb-passie-voor-missie
View
216
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
ECHO, hulpmiddel voor het missionaire gesprek, uitgave IZB, www.izb.nl
Citation preview
Valt er wat te
vieren?
E c h o
2 3
Kán dat wel, Kerstfeest vieren,
dit jaar?Lukt het je eigenlijk wel, Kerstfeest vieren, terwijl elders in de wereld massa’s mensen ten prooi vallen aan barbarij, of op de vlucht slaan om het vege lijf te redden? Goed, we doen de gordijnen dicht, maar niet alles laat zich buitensluiten. Het komt slecht uit, zoveel ellende op het Journaal. Er is altijd wel wat, maar nu, met Kerst, is het erger, vind ik.Natuurlijk is Kerst gezellig. Een paar dagen vrij, lekker eten, aandacht voor elkaar, een presentje. Iedereen is toch net even wat vriendelijker. Belangrijk! Niet iets om je schouders over op te halen. Laten we ons best doen, zeker met Kerst, om deze wereld er een beetje beter uit te laten zien. Tja. Ik weet het niet. Ik geloof dat het veel erger is dan we denken. Het zit gewoon heel diep. We, en dan bedoel ik echt iedereen, redden het niet. Het lukt gewoon niet om deze wereld naar een hoger plan te trekken. Ik geloof niet in voor-uitgang. Ik krijg graag gelijk, maar hierin niet. Wen er maar aan: het wordt eerder erger dan beter.Als ik mijn ogen dichtdoe, kan ik mijn ogen van binnen niet sluiten. Op de billboards van mijn ziel zie ik beelden geprojecteerd die te gruwelijk voor woorden
zijn. Ik wil dat het stopt, ik wil vrede. Ik wil dat iedereen gelukkig wordt. Ik kan daar van dromen, hoe absurd het ook lijkt.Toch is dat voor mij wel de echt-feestelijke betekenis van Kerst: in een wereld, zeker niet veel beter dan de onze, vol onrecht en grof geweld, werd in een uithoek, een jochie geboren. Op dat moment kantelde de we-reldgeschiedenis.Zeg nou zelf, waarom zijn we 2000 jaar later nog in de weer met zijn geboorte? Denk je dat het toeval is dat het Glazen Huis (Serious Request) vlak voor Kerst wordt neergezet? Dat komt doordat met de komst van dat kind de mensheid aan het veranderen is. Je merkt er weinig van? Ik ook. Veel te weinig. Maar ik merk wel iets. Ik kom mensen tegen die, soms
tegen beter weten in, het verschil proberen te ma-ken. Bij een aantal van hen heeft het te maken met het geloof in dat kind: Jezus. Hij heeft de mens-heid een geweldig perspectief laten zien. Hij geloofde er zelf in. Dat moet wel, anders laat
je je niet aan een kruis nagelen. Daardoor is er altijd hoop, al vieren we
Kerst tussen de brandhaarden van de wereld.
Het mag nu erger zijn dan we denken, het wordt beter
dan we ooit voor mogelijk houden. Ik geloof het.
Joha
n Ti
mm
er
Bloedbad in BethlehemVan onze verslaggever in Jeruzalem
JERUZALEM - Verschillende bron-
nen melden dat troepen van ko-
ning Herodes gisteren rond mid-
dernacht het plaatsje Bethlehem
zijn binnengevallen. Ooggetuigen
beweren dat soldaten het stad-
je hebben uitgekamd, naar eigen
zeggen op zoek naar jongetjes
van twee jaar of jonger. De mees-
te kinderen werden ter plekke
door de soldaten gedood. Een
aantal van hen werd pas later op
het dorpsplein omgebracht. Dor-
pelingen zijn in diepe rouw. Een
jonge vader: ‘Mijn leven heeft
geen zin meer. Mijn oudste kind
is voor mijn ogen afgeslacht met
een Romeins zwaard. Mijn vrouw
heeft nog uren met het ontzielde
lichaampje in haar armen gezeten.
Waar ze nu is, weet ik niet.’ ‘Mijn broer is beide handen kwijt-
geraakt toen hij met alle macht de
moordenaars wilde weerhouden
van de moord op zijn kind. Ik ben
bang dat hij het niet overleeft.
Misschien is het wel beter dat hij
sterft. Wie kan zoiets verdragen?
Waarom?’De bevolking van Bethlehem werd
in de slaap verrast door de inval.
Er waren vooraf geen troepenbe-
wegingen gesignaleerd. De inwo-
ners verkeren in shock. ‘Ik heb God wel eens verweten dat
Hij me alleen dochters heeft gege-
ven. Nu zou ik blij moeten zijn dat
hun levens gespaard zijn. Maar ik
voel me schuldig. God moge Her-
odes halen!’ kermt een vrouw op
het dorpsplein.Bewoners uit omringende dorpen
zijn door de troepen hardhandig
teruggestuurd. Voor vandaag staan
tal van begrafenissen gepland,
maar openbaar rouwbeklag is niet
toegestaan.Een ooggetuige beweert dat er on-
der de soldaten niemand uit Juda
of omringende gebieden te vinden
was. Het waren allemaal vreem-
delingen, hard en getraind om
snel en zonder aarzeling te doden.
Weer anderen beweren dat het He-
rodes’ doodseskaders waren, die
altijd het vuile werk voor hem op-
knappen. Anonieme bronnen uit kringen
rond het paleis melden dat de op-
dracht tot de goed voorbereide ac-
tie samenhing met een bezoek van
magiërs, veel eerder dit jaar. In Je-
ruzalem gonsde het van de geruch-
ten dat er een Joodse kroonpreten-
dent was opgestaan. Sindsdien is
de koning voortdurend alert op
ontwikkelingen die zijn positie
mogelijk kunnen bedreigen. Bethlehem en omgeving zijn her-
metisch van de buitenwereld afge-
sloten, zodat het verschrikkelijke
nieuws maar mondjesmaat naar
buiten komt. Herders in Efratha
hebben kort voor de moordpartij
een man, vrouw en kind richting
Egypte zien vertrekken. Van de
magiërs ontbreekt sinds hun ver-
trek uit Bethlehem elk spoor.
Buitenland
4 5
Kijken met je hart
Anneke, een nicht van me, werkt samen met haar man, Mambu, in Liberia.
Via Facebook volg ik hoe ze zich onvermoeibaar inzetten in de strijd tegen de ebola- epidemie.
Even simpel als effectief werk: emmers uitdelen en de bevolking informeren over hygiëne.
Wat bezielt iemand om zich dagelijks in dat risico gebied te begeven,
terwijl ze ieder moment een vlucht zou kunnen boeken naar het veilige Nederland?
Ik besluit haar te mailen. Prompt krijg ik een reactie: ’Elke
dag is het een wonder als je gezond wakker wordt. Doe
iets met je leven. Hier zijn zoveel mensen die moeten
rondkomen voor minder dan een dollar per dag. Wat zou
ik kunnen doen om te proberen hun levensomstandig-
heden te verbeteren? Weggaan? Dat komt niet in mijn
hoofd op. Dit is mijn thuis.’
Soms hoor ik haar via de Nederlandse radio verslag doen.
Een nieuwsflits van een andere planeet, lijkt het wel.
Lastig om me te realiseren dat het parallelle werelden
zijn: haar werkelijkheid en de mijne. Ik lees de berichten
uit haar dagboek op internet. Een paar fragmenten:
‘De situatie in Liberia is zeer zorgelijk. Al vier dagen lang zijn we emmers met flessen chloor aan het distribueren op Peace Island. We moeten nog honderden huizen en winkeltjes langs op het eiland. Vlakbij ons huis wordt nu een ebola-centrum gebouwd. Alle overige centra zijn vol en patiënten liggen daar doodziek voor de ingangen te wachten.’
‘Honderden mensen in dorpen langs de bushroad in Dewoin hoorden gisteren over ebola. Gebruikmakend van een poster met tekeningetjes vertelde Mambu in simpel Engels wat je wel, of juist niet moet doen. Waar nodig vertaalde Hamidou de boodschap in de lokale talen Vai en Gola. De bewoners zijn zó dankbaar, dat we hen ook in deze moeilijke tijd niet vergeten.’
Hoeveel jaar is het ge-
leden dat Anneke zelf
een geregeld bestaan
had? Ze begon als ver-
koopster in een luxe
kledingwinkel, in haar
geboortedorp. ‘Het be-
gon me tegen te staan;
het hele leven draaide
om kleding’, zegt ze.
Ze gaf haar loopbaan een avontuurlijke doorstart. Werkte
met militairen in voormalig Joegoslavië, woonde tussen
Hamas-aanhang in Israël. Als hulpverleenster trok ze jaren
geleden naar het West-Afrikaanse Liberia, het land dat ik
slechts associeerde met een meedogenloze burgeroorlog.
Ze leerde er Mambu kennen. Anneke: ‘Toen hij mij vroeg
zijn vrouw te worden, heb ik vijf maanden de tijd geno-
men om mezelf af te vragen of ik genoeg van hem hield
om voor de rest van mijn leven in Liberia te wonen.’
Vred
e op
aar
deHet was ergens op een schoolplein in Zeeland.
Een paar jongens hadden ruzie.
Ik stond er bij en keek er naar.
Harde woorden, rake klappen, al vechtend rolden ze over de grond.
De kinderen er omheen begonnen te zingen: ‘Vrede op aarde’.
Woorden die herders ooit hoorden in de velden buiten Bethlehem.
Woorden die in de christelijke traditie een belangrijke plaats kregen.
Ongemakkelijke woorden in een wereld vol strijd.
Vrede, wie verlangt er niet naar?
In alle talen worden er mooie woorden aan gewijd.
Miljoenen mensen zetten zich er voor in.
Hoe bestaat het dat we er niet in slagen om alle mensen in vrede te laten leven?
De Bijbel geeft een ongemakkelijk antwoord.
Wij mensen vormen het probleem.
Van nature zijn we op onszelf en ons eigen belang gericht.
Ik merk het dagelijks.
Dat ik geneigd ben om eerst aan mezelf, mijn eigen belangen en ego te denken.
We hebben verlossing nodig.
Het probleem zit zo diep, dat ook mensen die naar God luisteren in de fout gaan.
Bewust of onbewust leggen we elkaar onze gedachten op.
Onze verlangens zijn soms sterker dan de woorden van Jezus en het belang van de ander.
We hebben verlossing nodig.
Vrede is een diepe wens en een geweldige opdracht.
Vrede is ook de groet waarmee God ons tegemoet treedt.
Hij wil ons de vrede geven, die wij zelf niet tot stand kunnen brengen.
Een overwinning op strijd en gebrokenheid.
Vrede is thuiskomen bij God.Ds.
Leo
Buijs
6 7
Ze trouwden, begonnen een stichting voor de hulp aan
allerarmsten. Waterputten graven in afgelegen gebie-
den waar geen andere hulporganisaties kwamen. ‘Onze
stichting was te klein om in aanmerking te komen voor
VN-donaties. We vroegen een te klein bedrag om daar
alle administratieve rompslomp voor overhoop te halen…’
Via particulier initiatief haalden ze geld op, dankzij een
actieve supportersgroep in Nederland.
Toen brak de epidemie uit. Blijven of weggaan? Ze zagen
andere buitenlanders de koffers pakken. Maar zij bleven.
Nu ze bekenden waren van de bevolking in afgelegen
dorpen, gaf hen dat een goede ingang voor gezondheids-
preventieprogramma’s. ‘We wilden niet werkloos toezien
hoe mensen in onze omgeving zouden overlijden aan
ebola. Maar wat moesten we doen? We konden moeilijk
de waterputten gaan chlorineren, omdat er allerlei ver-
halen de ronde deden dat onbekenden vergif in de putten
gooiden. Ondertussen zagen we de situatie uit de hand
lopen. De ziekenhuizen raakten overvol, ook malaria-
patiënten konden nergens meer terecht, omdat de hele
infra structuur van de gezondheidszorg was ontwricht.
Mambu kwam op het idee om emmers uit te delen. Te
beginnen bij onze buren, een gezin met zes personen. Dat
bleek effectief, want zelfs in de hoofdstad hebben maar
heel weinig mensen de beschikking over stromend water
in huis.’
‘Alle gedoneerde emmers voor Peace Island zijn uitgedeeld over een periode van vijf dagen. Echter, we komen er nog zo’n 200 emmers te kort om iedereen te voorzien.’
Een emmer kan dus het verschil maken tussen leven en
dood. Dagelijks is er de dreiging. Veel inwoners van Liberia
snappen niet welke ramp zich voltrekt.
‘Twee dagen geleden is onze Guineese vriend Moses Mamy vermoord. Met een team was hij op pad om de lokale bevolking voor te lichten over ebola.’
En iedere dag is er het risico zelf slachtoffer te worden.
‘Je kunt soms niet slapen van de zere keel, de hoofdpijn, de zere spieren. Het zouden de eerste symptomen kunnen zijn van besmetting met het ebola-virus. Naar welke kliniek kunnen we nog, als we ziek worden?’
Met kleine teams, zijn huis-aan-huis ruim 5000 emmers
uitgedeeld samen met informatie over ebola-preventie.
Wat betekenen die emmers als de krant meldt dat moge-
lijk honderdduizenden zullen sneuvelen.
‘Als God met een paar vissen en broden duizenden mensen kan voeden, kan Hij dan geen wonderen verrichten met het geringe aantal emmers dat wij uitdelen?’
‘Mijn geloof in God is de reden dat ik het werk hier kan
doen. In onze kamer hangt de spreuk:
Faith - seeing the light with your heart when your eyes
only see darkness. Geloof: het licht zien met je hart,
terwijl je ogen slechts duisternis waarnemen.’
Op Facebook lees ik later die dag:
Afgelopen week kwam een imam ons bedanken voor de drie emmers die nu bij de ingangen
van zijn moskee staan. In de vijf minuten dat we met elkaar spraken, mochten we getuigen over het wonder dat er steeds geld op het juiste moment binnenkomt om emmers te kopen. God vraagt ons om dit werk te doen. We geloven en ervaren ook dat Hij dagelijks voor ons zorgt. We vertelden de imam de geschiedenis van de vijf broden en twee vissen, die de Here Jezus vermenigvuldigde zodat duizenden mensen genoeg konden eten en er zelfs nog eten over bleef. We namen afscheid van elkaar en opeens was daar die vraag. ‘Zou u op een vrijdag onze moskee willen bezoeken en ook daar het verhaal van de broden en vissen willen komen vertellen?’
Volg Anneke via Facebook: manneka.org
Koos
van
Nop
pen,
24
sept
embe
r 20
14
8 9
Bij veel kerstvieringen ziet het er allemaal vrolijk
uit: De stal met z’n dieren, Jozef en Maria, het
kindje Jezus, de herders, en natuurlijk ook die
wijzen uit het Oosten.
De tekst van de Bijbel is minder romantisch. Dat begint
al met die aanduiding van de wijzen: magiërs uit het
oosten. Zij hielden zich bezig met dingen die God in de
Bijbel verboden had. Het is heel opvallend dat uitge-
rekend deze mensen door God in hun eigen ‘taal’ zijn
aangesproken. De Joodse geleerden wisten natuurlijk
precies te vertellen waar de beloofde messias ter wereld
zou komen. Maar niemand van hen neemt deze astrolo-
gen serieus.
Koning Herodes vat het bericht van de astrologen wel
serieus op. We weten van deze koning dat hij verschil-
lende van zijn eigen zonen heeft gedood uit angst dat
ze de macht zouden grijpen. De kille kindermoord past
helemaal bij zijn manier van optreden. Herodes was een
voormalige generaal, die door de Romeinen beloond
was voor zijn militaire successen. Als koning presteerde
hij zoveel, dat hij in de geschiedenisboeken ‘Herodes de
Grote’ genoemd wordt. Maar er kleefde veel bloed aan
zijn handen.
God redt zijn zoon. Jozef en Maria vluchten op tijd. Je
zou willen dat de Here God overal en bij iedereen zou
ingrijpen. Dat er nergens meer een moord gepleegd zou
worden. De kindermoord van Betlehem roept bij ons
vragen op. God, waarom?
De Bijbel geeft geen pasklare antwoorden. We horen wel
over de diepte van het kwaad. Dat mensen over lijken
kunnen gaan. Dat wij geneigd zijn eerst ons eigen hachje
te redden. Dat het belang van de ander ondergeschikt is
aan wat we zelf willen.
Jezus was anders. Hij gaf zijn leven om mensen te red-
den. Hij bestreed het kwaad door goed te doen. Hij bad
voor degenen die hem aan het kruis spijkerden en hun
opdrachtgevers. Hij riep ons op Hem te volgen in het
bewijzen van liefde aan alle mensen, zelfs ten opzichte
van onze vijanden.
Ik red het niet, die hoge morele standaard van God. De
lat ligt hoog. Het kan nooit goed komen als ook maar
het geringste kwaad door de vingers wordt gezien. Zero
tolerance! Maar dan gaan u en ik ook voor de bijl. Dan
blijft er geen mens meer over. Jezus treedt voor mij in
het krijt. Daarom ben ik zo blij met Jezus. Dat Hij, Gods
zoon, mens wilde worden. Hij vangt de straf op. En tege-
lijkertijd laat Hij zien: zo sterk is de liefde. Dat je tot het
einde wil gaan. De deur naar een nieuwe toekomst gaat
open. Hij is met Kerst alvast op een kier gezet.
De
deur
op
een
kier
…
De wijzen uit het oosten
Toen nu Jezus geboren was in Bethlehem,
in Judea, in de dagen van koning Hero-
des, zie, wijzen uit het oosten kwamen in
Jeruzalem aan, en zeiden: Waar is de pas-
geboren Koning van de Joden? Want wij
hebben Zijn ster in het oosten gezien en
zijn gekomen om Hem te aanbidden.
Toen koning Herodes dit hoorde, raakte
hij in verwarring en heel Jeruzalem met
hem.
En nadat hij alle overpriesters en schrift-
geleerden van het volk bijeen had laten
komen, wilde hij van hen weten waar de
Christus geboren zou worden. Zij zeiden
tegen hem: In Bethlehem, in Judea, want
zo staat het geschreven door de profeet:
En u, Bethlehem, land van Juda, bent be-
slist niet de minste onder de vorsten van
Juda, want uit u zal de Leidsman voortko-
men Die Mijn volk Israël weiden zal. Toen
riep Herodes de wijzen onopgemerkt bij
zich en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd
dat de ster verschenen was; en hij stuurde
hen naar Bethlehem en zei: Ga erheen en
doe nauwkeurig onderzoek naar dat Kind,
en als u het gevonden hebt, bericht het
mij, zodat ook ik kom om het te aanbid-
den. En nadat zij de koning aangehoord
hadden, gingen zij op weg. En zie, de
ster die zij in het oosten gezien hadden,
ging hun voor, totdat hij boven de plaats
kwam te staan waar het Kind was. Toen
zij de ster zagen, verheugden zij zich met
zeer grote vreugde. En toen zij in het huis
kwamen, vonden zij het Kind met Maria,
Zijn moeder, en zij vielen neer en aan-
baden het. Zij openden hun schatkisten
en brachten Hem geschenken: goud en
wierook en mirre. En nadat zij door een
aanwijzing van God in een droom ge-
waarschuwd waren om niet terug te ke-
ren naar Herodes, keerden zij langs een
andere weg terug naar hun land.
Naar Egypte
Nadat zij vertrokken waren, zie, een engel
van de Here verschijnt Jozef in een droom
en zegt: Sta op, en neem het kind en zijn
moeder met u mee, en vlucht naar Egyp-
te, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen,
want Herodes zal het kind zoeken om het
om te brengen.
Hij stond dan op, nam het kind en zijn
moeder in de nacht met zich mee en
vertrok naar Egypte. En hij bleef daar
tot de dood van Herodes, opdat vervuld
werd wat door de Here gesproken is door
de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon
geroepen.
De kindermoord in Bethlehem
Toen werd Herodes, die zag dat hij door
de wijzen bedrogen was, verschrikkelijk
kwaad. Hij stuurde er soldaten op uit en
bracht al de jongetjes om die er binnen
Bethlehem en in heel dat gebied waren,
van twee jaar oud en daaronder, in over-
eenstemming met de tijd die hij bij de
wijzen nauwkeurig nagevraagd had.
Toen is vervuld wat gesproken is door
de profeet Jeremia: Een stem is in Rama
gehoord, geklaag, gejammer en veel ge-
kerm; Rachel huilde over haar kinderen,
en wilde niet vertroost worden, omdat zij
er niet meer zijn.
Naar Nazareth
Toen Herodes gestorven was, zie, een
engel van de Here verschijnt Jozef in een
droom, in Egypte, en zegt: Sta op, neem
het kind en zijn moeder met u mee, en ga
naar het land Israël, want zij die het kind
naar het leven stonden, zijn gestorven.
Hij stond dan op, nam het kind en Zijn
moeder met zich mee, en kwam in het
land Israël.
Toen hij echter hoorde dat Archelaüs in
Judea koning was in de plaats van zijn
vader Herodes, was hij bevreesd daar-
heen te gaan. Maar nadat zij door een
aanwijzing van God in een droom ge-
waarschuwd waren, vertrok hij naar het
gebied van Galilea. En toen hij daar ge-
komen was, ging hij wonen in een stad
die Nazareth heette, zodat vervuld werd
wat door de profeten gezegd is: dat Hij
Nazarener genoemd zal worden.
Ds.
Leo
Buijs
1 0 1 1
Waarom, waarom, o God?
Het is voor mij een bekende klacht.
In de tijd dat onze zoon ziek was, heb ik Hem regelmatig
de ‘waarom-vraag’ voor de voeten geworpen. Waarom
laat U toe dat mijn kind zo’n pijn heeft? Waarom doet U
er niets aan? En toen hij ’s nachts overleden was, heb ik
het uitgeroepen: Waar was U vannacht, waarom heeft U
het niet tegengehouden?
Later kwamen er nog meer vragen bij. Waarom laat U
toe dat ik twee keer achter elkaar borstkanker krijg?
Waarom is er de dreiging dat ik niet lang zal leven? Wat
doe ik fout, wanneer houdt het nu een keer op?
Ik heb wat afgeworsteld met God. Ik wilde het begrijpen,
ik wilde dat Hij mij een reden gaf voor het lijden. Deden
ons verdriet en lijden Hem eigenlijk wel iets? Waarom
zweeg Hij…
‘Ook in de Bijbel kom je veel mensen tegen die het alle-
maal niet snappen. De bijbel is niet gevuld met mensen
die God begrijpen en geen vragen meer hebben, met
mensen die nooit boos op God kunnen zijn. Integendeel,
de bijbel staat vol aanklachten van mensen die boos zijn
op God, die worstelen met een God die soms zwijgt.’
Maar de God van het universum, de Ene, de Eeuwige is
niet bang voor de beschuldigingen van de mensen.
Waarom zwijgt God dan? Als wij God raad mochten
geven, dan zou het allemaal heel anders gaan in de we-
reld. Als Hij dan serieus genomen wil worden door een
wereld die verloren is in schuld, dan zou Hij het met alle
respect toch wel wat anders kunnen aanpakken. We zou-
den Hem bijvoorbeeld adviseren om zichtbaar te ver-
schijnen aan mensen die naar Hem op zoek zijn, zodat al
hun twijfels verdwijnen. We zouden Hem aanraden om
oprechte gebeden altijd te verhoren en met grote regel-
maat de mensen te verrassen met een wonder…’
We lezen de Bijbel soms selectief, schrijft Christa.
Dan zien we alleen de geweldige momenten dat God
duidelijk een teken van leven gaf.
Maar zelfs dan…
In de persoon van Jezus Christus is God zichtbaar aan de
mensen verschenen. We vieren het met Kerstfeest. Maar
zijn aanwezigheid leidde niet automatisch tot liefde
voor Hem.
‘Uiteindelijk maakt Gods Zoon ook mee wat wij mensen
zo vaak ondergaan. Meer dan wie ook ervaart Jezus de
nacht van de ziel als God zwijgt. Wanneer Hij worstelt
in Getsemané, komen de engelen Hem niet redden. De
aarde gaat niet open om de mensen die Jezus martelen
te verzwelgen. En als Hij bebloed aan het kruis hangt,
wordt er niet groots ingegrepen vanuit de hemel.
Uiteindelijk stelt Jezus aan het kruis ook die vraag:
‘Mijn God, mijn God, waarom… Waarom zwijgt U?
Waarom heeft U Mij de rug toegekeerd?’
Gods logica is compleet anders dan de mijne.
Ons geluk is voor de Eeuwige geen prioriteit, of mis-
schien kan ik beter zeggen dat God met geluk iets heel
anders bedoelt dan wij. Ik wil het graag goed hebben, ik
wil geen verdriet en vragen hebben.
God wil graag dat wij Hem leren kennen vertrouwen.
Vertrouwen dat niet gebaseerd is op omstandigheden,
maar op Wie Hij is.’
‘Ik heb wat afgeworsteld met God’
Kunstenares Christa Rosier (1960-2011), over dood en (toch) vertrouwen
1 31 2
Het leven van Christa Rosier (1960-2011) verliep voor-
spoedig. Ze was gelukkig getrouwd en woonde met haar man,
zoon en dochter in een romantisch vissershuisje. Wat viel er
nog te wensen?
Totdat haar zoon ernstig ziek werd. Een onbekende pijnziekte,
een aandoening aan zijn voeten.
Christa: ‘Wat heb ik in die tijd geworsteld met God, in wie ik altijd
geloofd had. Ik riep ik huilde en ik balde mijn vuisten tegen de he-
mel. Ik was zo boos op de God die onze gebeden niet verhoorde, die
de pijn niet verminderde. Zag Hij dan niet dat dit ondraaglijk was?
Toch kon ik Hem niet de rug toekeren, al begreep ik er niets van. Al
was ik nog zo boos, ik kon niet van Hem weg. Ondanks de omstan-
digheden was het alsof God mij steeds de vraag influisterde: Ver-
trouw je Mij?’ Het is een enorme uitdaging voor de ziel als Iemand
die niet doet wat je van Hem vraagt, wil dat je Hem vertrouwt.
Toen mijn zoon stierf was het alsof God mij weer vroeg: Wil je erop
vertrouwen dat Ik in deze diepte, deze donkerte van het dodenrijk
ook bij je ben. Ik verlies je niet uit het oog. Ik weet en ik zorg…’
Ik 2005 kreeg ik zelf borstkanker. Weer een donker dal waar we
doorheen moesten. Weer zo’n vreselijk ziekenhuis, weer al die
onderzoeken, uitslagen. Operatie, chemo, bestraling. Weer de
dreiging van de dood. Weer dat gevoel dat je aan de zijkant van het
leven staat. Maar aan de andere kant was er ook weer die stem die
tegen ons zei: Ik ben de God van hemel en aarde, de Almachtige.
Vertrouw je Mij? Geloof je dat Ik in deze omstandigheden van
zwakte, ontering en dreiging, mijn opstandingskracht in jou kan
laten zien?
Als je daar ja op zegt, al is het nog zo zachtjes, dan kan ik uit erva-
ring vertellen dat er wonderen gaan gebeuren. Dan wordt lijden
een plaats waar je God ontmoet.’
‘Vertrouw je Mij?’
Op 19 juni 2011 overleed Christa
op 50-jarige leeftijd. Enkele
maanden eerder openbaarde de
borstkanker zich opnieuw, dit keer
zonder kans op genezing.
Meer over Christa Rosier
en haar werk, zie
www.christarosier.nl/
Christa Rosier schreef als toelichting bij het schilderij op pagina 14: ‘Deze Cambodjaanse vrouw is gelouterd door pijn. Zij heeft veel familie zien sterven aan aids, maar in de ellende heeft ze kennisgemaakt met Jezus. Daarom heb ik behalve donkere kleuren ook bewust goudtinten gebruikt, alsof God in de duisternis op haar schijnt.’
Tekst en illustraties met toestemming overgenomen uit: ‘Lijden in Gods hand’ van Christa Rosier, uitg. Voorhoeve, Utrecht.
1 51 4
Dec14
E c h o Uitgave van IZB (www.izb.nl) en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland ISSN 0012-9119
Redactie en administratie:Joh. v. Oldenbarneveltlaan 103818 HB AmersfoortTel. 033-4611949E-mail: [email protected] 06-2014
Abonnementen:Abonnementsprijs € 10,00 per jaar bij vooruitbetaling.
Reacties:Voor reacties op de inhoud kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie.
Redactie:Ds. L.C. BuijsC. Dekker K. van NoppenN. Rietveld-de JongG. Schuurman-van EijkJ.J. Timmer
Vormgeving:Hans van Eck (Impressio Communicatie)
Foto’s:Sjaak Boot: cover, inzet pag. 3,Demontix pag. 2/3Shutterstock.com: pag. 4,5,6, 10/11Manneka: pag. 7,8,9