207
Strategisch Beleidsplan Toerisme en Recreatie Groene Gordel 2003-2007 In opdracht van Toerisme Vlaams-Brabant vzw met steun van Toerisme Vlaanderen met steun van Europa in het kader van het Project SOS Groene Gordel

SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan Toerisme en Recreatie

Groene Gordel 2003-2007

In opdracht van Toerisme Vlaams-Brabant vzw met steun van Toerisme Vlaanderen

met steun van Europa in het kader van het Project SOS Groene Gordel

Page 2: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

2

INHOUD

Fout! Geen inhoudsopgavegegevens gevonden.

Page 3: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

3

INLEIDING

De regio Groene Gordel is een relatief nieuwe toeristische regio in Vlaanderen. Het is in de eerste plaats een marketingconcept dat diverse streken rond Brussel samenbrengt die op zichzelf te klein zijn om met succes een marketingcampagne voor uit te werken. Toerisme Vlaams-Brabant leverde in de laatste twee jaar inspanningen om deze nieuwe regio te promoten. Niettemin is het noodzakelijk om deze inspanningen te versterken en om het toeristisch-recreatieve product verder uit te bouwen en te structureren. Een actiegericht strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie is een aangewezen middel om acties en projecten op een planmatige wijze op elkaar af te stemmen en effectief te realiseren. Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de periode 2003-2007. Dit gebeurde ook voor de andere Vlaams-Brabantse toeristische entiteiten Leuven en het Hageland. De strategische planning voor deze drie entiteiten kadert in de provinciale beleidsnota voor toerisme voor de legislatuur 2001-2006. Het is de bedoeling van het voorliggende plan om op een kritische manier de stand van zaken m.b.t. toerisme en recreatie in de Groene Gordel en zijn subregio’s door te lichten en de verdere ontwikkelingsperspectieven voor de periode 2003-2007 uit te werken. Na een procedure van openbare aanbesteding werd Westtoer aangewezen als studiebureau om het actiegericht strategisch beleidsplan uit te werken voor de Groene Gordel. De opmaak van het plan wordt gesubsidieerd door Toerisme Vlaanderen dat strategische planning voor toeristische bestemmingen in Vlaanderen wil aanmoedigen. Ook werd steun verkregen van Europa binnen het project SOS Groene Gordel. Een strategisch beleidsplan voor een toeristische bestemming is belangrijk om diverse redenen: • het integreren van diverse aspecten van het toeristisch beleid waarbij niet enkel de

marketingaspecten aan bod komen, maar tevens de toeristisch-recreatieve productontwikkeling en elementen van organisatie en marktonderzoek worden geïntegreerd;

• het stimuleren van de wil tot samenwerking tussen de diverse toeristische actoren in de Groene Gordel: het organiseren van overleg maakt wezenlijk deel uit van het strategisch planningsproces;

• het richting geven op middellange termijn zowel voor private als publieke actoren en verzekeren van een continuïteit in het beleid;

• het aangeven van strategische objectieven die meetbaar zijn waarbij de performantie van het beleid voor de toeristische bestemming in haar geheel kan worden nagegaan;

• een basis aangeven voor het opzetten van structuurbepalende toeristisch-recreatieve projecten in de Groene Gordel en een kader geven voor investeringssteun van bovenlokaal niveau. Toerisme Vlaanderen onderschrijft het belang van de strategische planning in haar investeringstoelagen voor toeristisch-recreatieve projecten die kaderen in een strategisch plan voor de regio.

• een basis bieden en richtinggevend zijn voor de profilering van de Groene Gordel binnen het project SOS Groene Gordel.

Het beleidsplan werd opgemaakt op basis van diverse plaatsbezoeken en gesprekken met toeristische actoren in de Groene Gordel en op basis van gegevens die door Toerisme Vlaams-Brabant via een bevraging bij de gemeenten werden verzameld. Wat betreft het verblijfstoerisme werden vooral overnachtingsgegevens verstrekt door het Nationaal Instituut voor Statistiek. Hierbij willen we onze speciale dank betuigen tegenover Mevrouw

Page 4: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

4

Katheleen Van Cauter en Mevrouw Françoise Fossé, medewerkers van het NIS, die steeds klaar stonden om ons deze cijfers in de door ons gewenste vorm aan te leveren. Het beleidsplan werd verder opgemaakt in nauwe samenwerking met diverse medewerkers van Toerisme Vlaams-Brabant: we denken hierbij aan Ed Goris, diensthoofd Toerisme Vlaams-Brabant, Marleen Vandenplas en Astrid Clymans, de twee regiocoördinatoren voor de Groene Gordel, Hilde Peleman, de verantwoordelijke voor onderzoek en planning en Guido Jansen, de verantwoordelijke voor recreatief toerisme. We houden er dan ook aan om deze personen te bedanken voor het aanleveren van de vele ideeën en voor hun volgehouden en bereidwillige inzet voor het formuleren van dit plan. Het proces van opmaak van dit plan werd tevens ondersteund door overleg met een ruimer forum waar de diverse lokale actoren en vertegenwoordigers van andere sectoren werden samengebracht om over de belangrijke strategische keuzes te overleggen. Ook van hen werd heel wat feedback verkregen waarvoor onze dank. Het eerste overlegmoment werd opgesplitst per subregio en vond plaats op volgende data: • dinsdag 25 maart 2003 in Londerzeel voor het Noordwesten • donderdag 27 maart 2003 in Kortenberg voor het Dijleland • vrijdag 28 maart 2003 in Sint-Pieters-Leeuw voor het Pajottenland-Zennevallei. Het tweede en het derde overlegmoment werden georganiseerd in het provinciehuis in Leuven voor de gehele regio van de Groene Gordel op donderdag 26 juni 2003 en donderdag 9 oktober 2003. De actoren en gemeenten konden telkens nog schriftelijk reageren. Deze opmerkingen werden, na de nodige afweging, meegenomen in dit rapport. Het voorliggende rapport vangt aan met stap 1 waarbinnen de uitgangspunten en een visie op lange termijn wordt vastgelegd voor het toeristisch-recreatieve beleid in de Groene Gordel. Het is belangrijk dat over deze uitgangspunten en visie in het begin van het proces een consensus wordt verkregen zodat ook de evaluatie van de actuele situatie op deze basis kan beoordeeld worden. In stap 2 volgt de situatieanalyse die resulteert in een diagnose in sterkten/zwakten en opportuniteiten/bedreigingen en een probleemformulering die de belangrijkste uitdagingen voor de Groene Gordel als toeristisch-recreatieve regio samenvat. Op basis van de situatieanalyse en de probleemformulering worden in stap 3 strategische doelstellingen vastgelegd die op middellange termijn moeten gehaald worden en die zoveel als mogelijk in meetbare indicatoren worden vertaald. In stap 4 worden binnen de marktstrategie prioriteiten toegekend aan de diverse product-marktcombinaties die bepalend zijn voor de actiegerichte strategieën die verder per beleidsveld worden gedefinieerd in stap 5. Ook wordt in deze stap de positionering van de Groene Gordel als toeristische bestemming bekeken. De diverse actiegerichte strategieën per beleidsveld worden in stap 5 in detail uitgewerkt. Het gaat over volgende beleidsvelden: • productontwikkeling • marketing • managementinformatie • organisatie.

Page 5: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

5

STAP 1 WAT WILLEN WE MET TOERISME EN RECREATIE IN DE GROENE GORDEL?

Bij het begin van dit strategisch planningsproces is het aangewezen om even stil te staan bij de belangrijke, principiële uitgangspunten voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in de Groene Gordel en over de algemene langetermijndoelstellingen binnen deze sector. Binnen het strategisch beleidsplan zullen deze algemene doelstellingen een concrete vertaling krijgen naar strategische beleidslijnen op korte en middellange termijn.

UITGANGSPUNTEN

• De toeristische sector is een stuwende sector en zorgt voor een verplaatsing van koop-kracht van buitenaf naar de Groene Gordel waarbij omzet en werkgelegenheid worden gecreëerd. Niet alleen via inkomend dag- en verblijfstoerisme worden bestedingen aangetrokken. Een kwalitatief aanbod aan recreatieve activiteiten in de eigen woon-omgeving stimuleert ook het aanwenden van de koopkracht binnen de eigen regio.

• Een evenwichtige en verantwoorde uitbouw van toerisme en recreatie draagt bij tot het

behoud en de valorisatie van waardevolle natuur- en landschapselementen en cultuur-historisch en industrieel erfgoed. Op deze manier wordt dit basiskapitaal ook gevrij-waard voor de komende generaties en werken we mee aan ‘duurzaam’ toerisme.

• Omwille van de grote bevolkingsconcentraties in de Groene Gordel zelf en in de Brusselse agglomeraties is het verder ontwikkelen van omgevingsrecreatieve elementen van groot belang voor deze regio. De omgevingsrecreatie draagt immers in aanzienlijke mate bij tot de kwaliteit van de leefomgeving. De toeristisch-recreatieve voorzieningen in een regio zijn ook een determinerende factor voor de algemene attractiviteit en het globale imago van een regio. Dit is van belang voor de algemene socio-economische ontwikkeling van de Groene Gordel en kan tevens ondersteunend zijn voor de creatie van nieuwe werkgelegenheid in andere sectoren.

• De Groene Gordel wordt gekenmerkt door een sterke diversiteit van diverse elementen

zoals kleinere stadjes, sterk verstedelijkte gemeenten in de rand rond Brussel, en kleinere landelijke dorpen die wat meer perifeer gelegen zijn ten opzichte van de hoofd-stad. Er zijn ook tal van diverse landschapstypes en cultuurhistorische elementen. De Groene Gordel is dan ook, zoals reeds in de inleiding gesteld, als een marketingconcept te begrijpen die de diverse subregio’s rond Brussel samenbrengt. De subregio’s hebben op zichzelf onvoldoende schaalgrootte om zelf met succes een marketingcampagne op te zetten. Zij vormen echter wel een geschikte basis voor toeristisch-recreatieve productontwikkeling en voor de ontwikkeling van een professioneel onthaal.

• Toerisme Vlaams-Brabant opteerde na overleg met de diverse gemeenten en actoren

voor een structurering van de Groene Gordel in drie subregio’s: Pajottenland-Zennevallei, het Noordwesten en het Dijleland. Omwille van de schaalgrootte werd geopteerd voor drie in plaats van voor vier subregio’s zoals in eerder overleg binnen het kader van dit strategisch beleidsplan werd voorgesteld.

Page 6: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

6

• Via het uitzetten van een algemene beleidsvisie voor toerisme en recreatie in de Groene Gordel kan de samenhang tussen de drie deelregio’s en de samenwerking tussen de diverse private en publieke toeristische actoren gestimuleerd worden.

• Tevens is het nodig om de ontwikkeling van toerisme en recreatie in een geïntegreerd

perspectief te bekijken samen met andere sectoren. Het voorliggende beleidsplan vormt dus een belangrijke en noodzakelijke stap in de verdere uitbouw van de toeristisch-recreatieve regio Groene Gordel.

VISIE

De visie is een uitdrukking van de ambitie die alle betrokken actoren van de Groene Gordel vooropstellen op lange termijn. Op basis van de beleidsdocumenten, de gesprekken met de diverse beleidsverantwoordelijken, toeristische-recreatieve actoren en bevoorrechte getuigen, en op basis van het ruimer overleg kunnen volgende lange termijn doelstellingen voor de Groene Gordel naar voren geschoven worden.

De fundamentele ambitie is het verder ontwikkelen en bekendmaken van de Groene Gordel als toeristisch-recreatieve regio met aandacht voor het structureren en verbinden van de bestaande toeristisch-recreatieve subentiteiten, voor de eigenheid van deze subentiteiten en voor de ruimtelijke draagkracht.

Hierbinnen kunnen we volgende prioriteiten aflijnen: 1. Het beter spreiden van de diverse noden op het vlak van omgevingsrecreatie door het

recreatief ontsluiten van nieuwe mogelijkheden, door het beter bekend maken van bestaande, maar minder ontsloten, gebieden en door het verder ontwikkelen van de diverse vormen van routegebonden recreatie;

2. Het sterker bekend maken van de Groene Gordel als bestemming voor dagtoerisme en

dit aan de hand van enkele bestaande sterke attracties in de drie subregio’s. Hieraan kan de rest van het rijke dagtoeristische aanbod in de respectievelijke subregio’s verbonden worden;

3. Het ontwikkelen van kleinschalige verblijfsinfrastructuur om verblijfstoerisme aan te

trekken: kamers met ontbijt, vakantiewoningen en familiale hotels in de meer landelijke delen en kleinere centra van de Groene Gordel;

4. Het beter inschakelen van unieke sites en cultureel erfgoed voor seminaries,

vergaderingen en incentives en het beter bekend maken van de bestaande infrastructuur op dit vlak;

5. Het positioneren op een positieve manier van een regio die meestal als problematisch

wordt onderkend;

Page 7: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

7

6. Het versterken van de identiteit en de samenwerking binnen de sterk gediversifieerde Groene Gordel om de diversiteit van de regio op een gecoördineerde manier uit te spelen als een troef voor het aantrekken van dag- en verblijfstoerisme.

7. Het opbouwen van duurzame structuren voor toeristische en recreatieve ontwikkeling

in de Groene Gordel en het aantrekken van middelen hiervoor. Deze uitgangspunten en visie op lange termijn zullen het strategisch beleidsplan richten zowel naar situatieanalyse toe als naar doelstellingen en prioriteitsstellingen.

Page 8: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

8

Page 9: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

9

STAP 2 WAAR STAAN WE EN WAAR KUNNEN WE NAARTOE?

DEEL 1 SITUATIEANALYSE

Bij de situatieanalyse worden enerzijds aspecten geanalyseerd die te maken hebben met de Groene Gordel als toeristisch-recreatieve bestemming op zich - de interne analyse - en anderzijds aspecten die invloed hebben van buitenaf op toerisme en recreatie in de Groene Gordel- de externe analyse. De interne analyse heeft volgende onderdelen: • beschrijving en evaluatie van het toeristisch-recreatief product van de Groene Gordel

tegenover de uitgangspunten en de visie; • beschrijving en evaluatie van de actuele toeristische vraag in de Groene Gordel; • het aangeven van het sociaal-economisch belang van toerisme in de Groene Gordel; • een evaluatie van het toeristisch beleid. De externe analyse gaat in op: • ontwikkelingen in andere sectoren relevant voor toerisme en recreatie in de Groene

Gordel; • algemene tendensen in de toeristisch-recreatieve vraag; • trends binnen de belangrijke doelmarkten voor de Groene Gordel; • de concurrenten.

Page 10: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

10

1 INTERNE ANALYSE

Vooraleer in te gaan op de evaluatie van het toeristisch-recreatief product van de Groene Gordel vanuit de perceptie van de toerist en vanuit de diverse componenten van de toeristisch-recreatieve beleving, geven we een algemene situering van de karakteristieken van de Groene Gordel. Daarna gaan we in op de diverse activiteiten die een toerist-recreant in de Groene Gordel kan ondernemen en die uiteindelijk bepalend zijn voor de globale aantrekkelijkheid van de Groene Gordel als toeristisch-recreatieve regio.

1.1 Algemene situering van de Groene Gordel

De Groene Gordel vormt samen met de kunststad Leuven en het Hageland één van de drie toeristisch-recreatieve entiteiten van de provincie Vlaams-Brabant. De Groene Gordel omvat het volledige gebied dat rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt (zie figuur 1). Dit gebied wordt verder aan de buitenzijde begrensd door: • de provincie Oost-Vlaanderen met de Vlaamse Ardennen en de Dender-en Schelde-

streek (o.a. met Ninove, Denderleeuw en Aalst in het westen); • door de provincie Antwerpen met de Antwerpse Kempen, Rivierenland en Mechelen in

het noorden; • door Leuven en het Hageland in het oosten; • door de provincie Henegouwen met Edingen en de provincie Waals-Brabant met

Waterloo, Waver en Nijvel in het zuiden. Het betreft een vrij groot gebied met in totaal 44 gemeenten met 685 000 inwoners. Aangezien de Groene Gordel de Brusselse agglomeratie volledig omsluit zijn er heel wat gemeenten die zich in de onmiddellijke nabijheid van Brussel bevinden en die dus de facto tot de Brusselse invloedssfeer behoren zoals Dilbeek, Wemmel, Vilvoorde, Machelen, Zaventem, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Tervuren, Hoeilaart, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw. Zes van deze gemeenten zijn faciliteiten-gemeenten: Wemmel, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Drogenbos. Daartegenover staat dat de gemeenten die zich meer aan de buitenzijde van de Groene Gordel bevinden vaak een meer landelijk karakter hebben. We denken hier ondermeer aan Opwijk, Londerzeel, Zemst, Keerbergen, Haacht, Herent, Bertem, Huldenberg en de diverse gemeenten van het Pajottenland. Sommige gemeenten hebben zowel een sterk stedelijk als een ruraal karakter. De ligging rond de hoofdstad brengt verder met zich mee dat het gebied doorkruist wordt door verkeersinfrastructuur die van nationaal en internationaal belang is. • Voor het wegverkeer betreft het de autowegen E19, E40, E411, E429 en A12 en de

talrijke steenwegen die vanuit Brussel naar de diverse omliggende steden leiden; • Voor het spoorverkeer zijn dit ondermeer de lijnen Oostende-Brussel-Luik, Parijs-

Brussel-Antwerpen en de lijnen naar Namen-Luxemburg, Charleroi, Dendermonde, Aalst, Geraardsbergen en Kortrijk;

• Verder zijn er de kanalen met het kanaal Brussel-Charleroi, het Zeekanaal Brussel-Schelde en het kanaal Leuven-Dijle;

• Ten slotte dienen we hier ook de aanwezigheid van de Nationale Luchthaven van Zaventem te vermelden.

Page 11: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

11

Maar het gebied vertoont ook de typische kenmerken van het ‘buitengoed’ van een grotere stad, zoals de aanwezigheid van bossen, parken, landgoederen en kastelen. Ten slotte zijn het reliëf en de natuurlijke waterlopen belangrijke structurerende elementen binnen het gebied. Het zuiden van de Groene Gordel met het Pajottenland, het gebied tussen Zenne en Zoniën, het Zoniënwoud zelf en het gebied van de Boven-Dijle met de Druivenstreek bevinden zich op het Brabants Plateau en zijn sterk heuvelachtig van karakter. Deze heuvelrij ligt in het verlengde van de West-Vlaamse Heuvels en de Vlaamse Ardennen en deint verder uit naar de Hagelandse heuvelrij en de Voerstreek. Dit hoger gelegen gebied wordt doorsneden door diepe dalen die gevormd worden door de Mark, zijrivier van de Dender, de Zenne en haar zijrivier de Zuun en de Dijle met als zijriviertjes de IJse, de Laan en de Voer. Het noorden van de Groene Gordel is licht glooiend tot vlak en wordt gekenmerkt door typische veldgebieden of kouters, de groenteteelt, meer bepaald asperges en witloof en kleinere landschapselementen. Het verval op de rivieren Zenne en Dijle is hier veel beperkter. De toeristisch-recreatieve regio Groene Gordel is dus zeer verscheiden van aard en is zoals reeds gesteld vooral te begrijpen als een marketingconcept dat omwille van marketing-technische redenen zoals schaalgrootte diverse deelgebieden onder één noemer samenbrengt. In de Groene Gordel kunnen drie belangrijke subregio’s worden onderscheiden: • Pajottenland-Zennevallei; • Dijleland; • Noordwest Brabant. Pajottenland-Zennevallei Het deelgebied Pajottenland-Zennevallei omvat in het noorden de gemeente Dilbeek (circa 38 000 inwoners), die omwille van haar ligging bij Brussel sterk verstedelijkt is, en de gemeenten Affligem, Ternat en Liedekerke. Deze drie gemeenten hebben tussen de 10 000 en 15 000 inwoners en bevinden zich langs de E40. Liedekerke en Affligem sluiten op landschappelijk vlak aan bij de Oost-Vlaamse Dendervallei. De kern van het eigenlijke Pajottenland zelf bestaat uit negen gemeenten die verenigd zijn in ‘Breedbeeld’ een samenwerkingsverband opgezet door de provincie Vlaams-Brabant rond cultureel erfgoed en landschap. Enkel Roosdaal (circa 10 600 inwoners) dat grenst aan het Oost-Vlaamse Ninove, Sint-Pieters-Leeuw (circa 30 000 inwoners) dat aan de rand van Brusselse agglomeratie ligt en de Stad Halle (circa 34 000 inwoners) hebben meer dan 10 000 inwoners. De zes overige gemeenten Bever, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik en Pepingen hebben een inwonersaantal dat kleiner is dan 10.000 en vertonen een uitgesproken homogeen landelijk karakter dat op de schilderijen van Bruegel terug te vinden is. Het Pajottenland is gekenmerkt door het heuvelachtig reliëf met de Kesterheide als hoogste punt, het relatief gave landschap weliswaar doorsneden door een drietal steenwegen, de vele kleine dorpjes, kleinere bos- en parkgebieden zoals de domeinen van Gaasbeek en Groenenberg, Ter Rijst en het Hallerbos en kleine landschapselementen zoals hagen, houtkanten, beekvalleitjes en holle wegen.

Page 12: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

12

Het Pajottenland kent ook diverse kleinere cultuurhistorische elementen zoals wind- en watermolens, kerken en kapelletjes, vierkantshoeven en kastelen. Het Pajottenland is ook het land van de bieren geuze en kriek. Het kasteel van Gaasbeek, de Rozentuin Coloma in Sint-Pieters-Leeuw en de cultuurhistorische stad Halle vormen de belangrijkste toeristische aantrekkingspolen. De Zennevallei bestaat uit de eigenlijke riviervallei met de stad Halle en ook de gemeenten tussen de Zenne het het Zoniënwoud (Drogenbos, Linkebeek, Beersel en Sint-Genesius-Rode). Hier treffen we een verwevenheid aan van meer verstedelijkte kernen enerzijds, en een aantrekkelijk, heuvelachtig landschap met diverse bos- en natuurgebieden, beken en holle wegen anderzijds. Ook hier vinden we diverse cultuurhistorische elementen zoals watermolens en kastelen. Op het recreatieve vlak is het provinciedomein van Huizingen een belangrijk element. Dijleland Het Dijleland omvat grosso modo het gebied dat tussen Brussel en Leuven is gelegen in het midden van Vlaams-Brabant. De Dijle doorkruist slechts gedeeltelijk het gebied: het bovendal van de Dijle vinden we terug op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Bertem. In het noorden van het gebied vinden we de Dijle terug als gemeentegrens tussen Haacht en Keerbergen. Daartussen bevindt het traject van de Dijle zich op het grondgebied van de stad Leuven en de gemeente Rotselaar die behoort tot het Hageland. Het Dijleland omvat een drietal onderdelen: het gebied van de Boven-Dijle, het Noordoosten van de Groene Gordel of de Witloofstreek en ten slotte een drietal gemeenten die zich binnen de invloedssfeer van Brussel situeren: Zaventem, Kraainem en Wezembeek-Oppem. Tot het gebied van de Boven-Dijle behoren de drie gemeenten van wat tot nog toe de Druivenstreek werd genoemd, Tervuren, Overijse en Hoeilaart, en verder de gemeenten Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee. Dit gebied wordt gekenmerkt door een sterk heuvelachtig reliëf met de typische holle wegen, door de drie zijriviertjes van de Dijle, met name de IJse, de Voer en de Laan en door diverse bos- en natuurgebieden zoals Zoniënwoud (4 000 ha), Meerdalwoud, Heverleebos, het Park van Tervuren en het natuurgebied de Dode Beemde. In Overijse en Hoeilaart worden nog steeds druiven onder glas gekweekt en vinden we ook de typische serristenvilla’s. Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren vormt het belangrijkste toeristische attractiepunt. Het Zoet-waterpark in Oud-Heverlee vormt een belangrijk recreatief attractiepunt. De Witloofstreek situeert zich in de driehoek tussen Brussel, Mechelen en Leuven; volgende gemeenten horen bij de Witloofstreek: Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Kampenhout, Keerbergen, Kortenberg en Steenokkerzeel. Het landschap is hier eerder vlak en er zijn enkele kleinere, relatief geïsoleerde, bosgebieden en kasteelparken. Naast de witloofteelt vormt het kanaal Leuven-Dijle een structurerend element in het gebied. Dit kanaal is ook drager van een duidelijke toeristisch-recreatieve potentie. Tot het Dijleland worden tenslotte de gemeente Zaventem met de Nationale Luchthaven en de faciliteitengemeenten Kraainem en Wezenbeek-Oppem gerekend. Deze drie gemeenten hebben omwille van hun ligging een eerder verstedelijkt karakter.

Page 13: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

13

Kaart 1: Situering van de toeristische regio Groene Gordel binnen Vlaanderen

Page 14: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

14

Kaart 2 De drie subregio’s en gemeenten van de Groene Gordel 1: Dijleland 2: Pajottenland/Zennevallei 3: Noordwest Brabant

Noordwest Brabant Deze regio omvat de gemeenten Asse, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Vilvoorde, Wemmel en Zemst. Dit gebied is gekenmerkt door een verwevenheid van diverse elementen: • verstedelijkte kernen zoals Wemmel, Machelen, Vilvoorde; • industriegebieden vooral aan de rand van de Brusselse ring; • open kouterlandschap in het noorden van de regio vooral rond Londerzeel en Opwijk; • diverse kleinere landschap- en natuurelementen; • diverse kasteelparken, zoals het Kasteel van Bouchout, dat geïntegreerd is de Nationale

Plantentuin van Meise, meteen de belangrijkste toeristische attractie in dit gebied. Daarnaast vormen ook het centrum van Grimbergen en Vilvoorde en het Huis van de Toekomst in Vilvoorde belangrijke toeristische attractiepunten. Op het recreatieve vlak vermelden we ten slotte het BLOSO-domein van Hofstade. In dit gebied biedt ook het Zeekanaal Brussel-Schelde vooral in Vilvoorde toeristisch-recreatief potentieel.

Page 15: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

15

1.2 Het toeristisch-recreatief product

Bij de analyse wordt de nadruk gelegd op de aanbodelementen met een bovenlokale uitstraling. Dit neemt niet weg dat daarnaast in de Groene Gordel ook vele, kleinere initiatieven voorkomen, die vooral belangrijk zijn voor de lokale bevolking. Voor de evaluatie van het toeristisch-recreatief product van de Groene Gordel gaan we uit van de perceptie van de toerist-recreant over de toeristische bestemming en maken we een onderscheid binnen de globale toeristische beleving van de Groene Gordel en de sub-regio’s naar de diverse componenten, zoals de toerist-recreant deze ervaart. De diverse belevingsaspecten kunnen natuurlijk niet los van elkaar gezien worden en maken samen de aantrekkelijkheid van het toeristisch-recreatief product uit.

1.2.1 Recreatief wandelen

Binnen het recreatief wandelen kan een onderscheid gemaakt worden tussen het recreatief wandelen in daarvoor aangelegde groene wandeldomeinen, wandelen in kasteelparken, recreatief wandelen in bossen en natuurgebieden en wandelen als recreatief medegebruik van het landelijk gebied.

1.2.1.1 Recreatief wandelen en recreëren in recreatiedomeinen

De toeristische kaart van de Provincie Vlaams-Brabant vermeldt drie recreatieparken: • Provinciedomein Huizingen; • Zoetwaterpark in Oud-Heverlee; • BLOSO-domein in Hofstade. Het provinciedomein Huizingen De Provincie beschikt sinds 1938 over het domein van Huizingen. Dit provinciedomein heeft een oppervlakte van 91 ha en is ingericht als een Engels kasteelpark: naast het kasteel, de weiden en waterpartijen is er ook een bosgedeelte van ca. 55 ha. Reeds in de jaren vijftig werd ervoor geopteerd om hier zeer intensieve vormen van recreatie te ontwikkelen. Naast de diverse wandelmogelijkheden zijn er tal van andere recreatieve faciliteiten zoals: • speelplein; • minigolf; • petanque; • vis- en roeivijver; • dierenpark; • rotstuin; • blindentuin; • fit-o-meter; • klimmuur; • treintje; • cafetaria; • diverse sportvelden (voetbal, basket, volley, atletiek); • openluchtzwembad.

Page 16: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

16

Er werd dan ook in het verleden geopteerd om een toegangsprijs te vragen. Voor volwas-senen gaat het om 2,5 euro, kinderen betalen 1,5 euro. Voor diverse andere sport-faciliteiten en attractie-elementen dient nog eens extra te worden betaald. Voor het zwembad bedraagt de toegangsprijs 2,00 euro, voor kinderen 1,5 euro. In het domein is er ook een jeugdherberg ‘’t Golvend Brabant’ met 58 bedden. Daarnaast werd het jeugdverblijfcentrum Hanenbos met 110 bedden uitgebouwd en geopend in september 2003. Plannen om een camping op het domein in te planten werden in het midden van de jaren negentig niet weerhouden door de Bestendige Deputatie omdat een dergelijke camping niet rendabel zou zijn. Het globale bezoekersaantal op jaarbasis bedraagt circa 400 000. Het domein is duidelijk het slachtoffer van zijn eigen succes: op topdagen in weekends en vakantieperiodes trekt het domein meerdere duizenden bezoekers aan. Gevolg daarvan zijn: overdruk, criminaliteit, problemen met bendes allochtone jongeren. Dit dient echter gerelativeerd te worden gezien buiten de piekweekends hier wel mogelijkheden bestaan om dagtoeristen op te vangen zonder problemen. Het is duidelijk dat de Provincie zich dient te beraden over de toekomst van dit domein. Om de overdruk tegen te gaan moet geopteerd worden voor een sterker spreiden van de bezoekers in de tijd (niet in weekends en topperiodes). Qua concept kan gedacht worden aan: • het verder uitbreiden van het wandeldomein op een meer extensieve wijze met de

natuur als achtergrond. Dit deel zou eventueel gratis toegankelijk kunnen zijn. • een openluchtzwembad: betalend en tegen een hogere prijs dan nu het geval is. • logies: verdere uitbouw van het jeugdtoerisme en oprichting van een modelcamping

(eventueel uit te baten door derden, bijvoorbeeld een organisatie voor sociaal toerisme) • het bezoek van dit domein door groepen binnen het kader van de kanaaltochten. Het BLOSO-domein Hofstade Het BLOSO-domein van Hofstade heeft een oppervlakte van 160 ha en is naast het wandelen vooral gericht op zuivere omgevingsrecreatie, namelijk zonnen op het ruime zandstrand en zwemmen in de zeer ruime vijver. Verder is er een kinderspeeltuin en behoren ook waterfietsen en hengelen tot de mogelijkheden. Het jaarlijks aantal bezoekers varieert tussen de 600 000 en de 800 000. Het domein ligt aan de rand van de provincie Vlaams-Brabant en richt zich vooral op Mechelen. De ontsluiting met het openbaar vervoer is ontoereikend. Er zijn weinig mogelijkheden op het vlak van fietsen en wandelen. De algemene aanblik van het domein is niet erg positief: de infrastructuur en de inrichting lijkt op vele punten sterk verouderd. In het oude Badhuis werd geopteerd voor de inplanting van een attractie, met name Sportimonium, een museum over de geschiedenis van de sport, sport in Vlaanderen en de diverse volkssporten. Hoewel Sportimonium zeker kan bijdragen tot een opwaardering van het imago van Hofstade, zal dit geen oplossing bieden voor de problemen van overdruk die zich stellen op een vergelijkbare manier als in Huizingen. In ieder geval dienen er enkele miljoenen euro’s geïnvesteerd te worden om het domein te vernieuwen en aantrekkelijk te maken. Ook hier is een herpositionering te overwegen naar meer extensieve vormen van recreatie zoals fietsen en wandelen met behoud van het openluchtzwemmen.

Page 17: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

17

Het Zoetwaterpark Het Zoetwaterpark (in Oud-Heverlee) van 4 ha richt zich voornamelijk op kinderen: er zijn dan ook tientallen attracties die zich op deze doelgroep richten. Om het product minder weersafhankelijk te maken zijn er plannen om een binnenspeeltuin in dit park te realiseren. Er wordt ook aan een overdekt zwembad gedacht.

1.2.1.2 Wandelen in kasteelparken

Het recreatief wandelen wordt ook beoefend in de talrijke parken en kasteelparken. De toeristische kaart van Vlaams-Brabant vermeldt onder de rubriek tuinen volgende voor het publiek toegankelijke (kasteel)parken: • Kasteelpark van Gaasbeek (42 ha) (zie verder: Kasteel van Gaasbeek); • Kasteelpark van Groenenberg in Vlezenbeek (46 ha); • Kasteelpark Ter Rijst in Heikruis (49 ha); • Kasteelpark Coloma in Sint-Pieters-Leeuw met de beroemde rozentuin (15 ha); • Park van Tervuren (205 ha) nabij het Koninklijk Museum voor Midden Afrika; • Domein Drie Fonteinen in Vilvoorde (140 ha); • Nationale Plantentuin in Meise met het Kasteel van Bouchout (92 ha). Deze parken en kasteelparken oefenen nu reeds een aantrekkingskracht uit op vele recreanten. De recreatieve basisvoorzieningen zoals parking, infoborden, zitbanken en vuilnisbakken zijn aanwezig en voornamelijk gericht op het recreatief wandelen en het genieten van de natuur. De overdruk op deze parken is relatief beperkt, wellicht met uitzondering van het Park van Tervuren dat in de weekends heel druk bezocht wordt. Een aantal van deze parken kunnen nog beter ontsloten en gepromoot worden, bijv. Domein Drie Fonteinen in Vilvoorde. In het kader van het Bruegelproject van de Vlaamse Regering wordt gepoogd om een zo sluitend mogelijk groene hoofdstructuur rond de hoofdstad te creëren. De voornoemde parken vormen belangrijke onderdelen binnen deze gordel van bossen en parken. Het is de bedoeling dat deze gordel een fysische en mentale buffer vanuit Vlaanderen vormt ten opzichte van Brussel. De Nationale Plantentuin in Meise, met het kasteel van Boechout, bekleedt een specifieke positie en profileert zich steeds meer als een attractiepunt rond het deels vernieuwde plantenpaleis en als wetenschappelijk centrum (zie verder).

1.2.1.3 Recreatief wandelen in bossen en natuurgerichte recreatie

Het Zoniënwoud (circa 4 000 ha) gelegen ten Zuiden van Brussel is als Groene Long van de hoofdstad het grootste en het meest bekende bos. Het bos is gesitueerd in de drie landsdelen: • Vlaanderen (Provincie Vlaams-Brabant): 2 314 ha in Hoeilaart, Tervuren, Sint-Genesius-

Rode en Overijse. Dit deel behoort tot het Bruegelproject; • Brussels Gewest: 1 654 ha; • Wallonië (Provincie Waals-Brabant): 275 ha.

Page 18: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

18

Het Zoniënwoud vormt tevens de overgang tussen het Pajottenland-Zennevallei en het Dijleland. Het woud is gekenmerkt door de aanwezigheid van beuken en andere loofbomen en is een restant van het prehistorische Kolenwoud. Midden in het bos vinden we ook het Bosmuseum Jan van Ruusbroec in Groenendaal (Hoeilaart), dat de bezoeker een globale inleiding aanbiedt op fauna en flora van het Zoniënwoud. Het recreatief wandelen is ook mogelijk in een hele reeks andere bossen en natuur-gebieden. We geven hier - zonder volledigheid na te streven - een overzicht per deelgebied van de belangrijkste bossen en natuurgebieden. Niet-toegankelijke terreinen in handen van privé-personen worden niet vermeld. Pajottenland-Zennevallei Pajottenland • het park- en Natuurgebied Sint-Annakasteel in Dilbeek; • het natuurreservaat Wolfsputten (44 ha) in Dilbeek; • het Hertigembos (12 ha) in Ternat; • de kleinere Natuurreservaten van Natuurpunt in Steenvoorde en Dronkenborre in

Ternat; • het Liedekerkebos in Liedekerke; • het Koetshuispark (4 ha), het Bergenbos en het Huisbroekbos in Roosdaal; • het stiltegebied Dender-Mark tussen Galmaarden, Ninove en Geraardsbergen (Oost-

Vlaanderen) met als bekendste punt de Congoberg; • het Neigembos in Gooik op de grens met Oost-Vlaanderen; • de vredestuin (4 ha) in Pepingen; • het natuurgebied aan de Zuun in Sint-Pieters-Leeuw; • de Bruegelvallei (275 ha): natuurgebied in ontwikkeling langs Laarbeek, Molenbeek en

Pede gelegen tussen het park-en natuurgebied Sint-Annakasteel in Dilbeek tot aan de domeinen van Gaasbeek en Groenenberg (zie verder);

• het kasteeldomein Neufcour in Eizeringen (Lennik); • de Kesterheide in Gooik;

Zennevallei • het Park Schaveys in Beersel en Linkebeek; • het Dwersbos (21 ha) in Beersel; • het Gasthuisbos (43 ha) in Beersel; • de Meigemheide (28 ha)in Beersel • het Begijnenbos (28 ha) in Beersel; • het Park Frankveld (7 ha) in Beersel; • het Domein Zevenbronnen (19 ha): bos- en natuurreservaat in Halle en Sint-Genesius-

Rode; • het Lembeekbos in Halle bekend omwille van de boshyacinten; • het Hallerbos (520 ha) in Halle. De Bruegelvallei, het kasteeldomein Neufcour, de Kesterheide, alsook alle bovenstaande elementen van de Zennevallei vormen onderdelen of stapstenen binnen het Bruegelproject. Daarnaast zijn er ook nog: • het Wijnbrondal in Linkebeek; • het kasteelpark van Beersel (2 ha); • diverse kleinere natuurreservaten in Beersel: De Duling (4 ha), Kesterbeekmoeras

Page 19: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

19

(2 ha), De Weikes (11 ha), Rilroheidebos (11 ha); • de Kwadebeekvallei in Sint-Genesius-Rode; • het Domein Revelingen in Sint-Genesius-Rode.

Dijleland • het Park Ter Meeren (30 ha) in Sterrebeek (Zaventem); • het Margijsbos (34 ha) in Loonbeek (Huldenberg) (enkel toegankelijk op openbare

wegen); • de Hippodroom van Groenendaal in Hoeilaart. De drie bovenstaande elementen vormen onderdelen of stapstenen binnen het Bruegelproject. Daarnaast zijn er ook nog: • het Kapucijnenbos in Tervuren met Geografisch Arboretum (100 ha) in bezit van de

Koninklijke Schenking; • het Meer van Genval in Overijse (in bezit van de brouwerij Martins Pale Ale); • het Jan Van Ruusbroecpark (2 ha) in Hoeilaart; • het natuurreservaat De Doode Beemde (140 ha) in Neerijse (Huldenberg) met twee

vogelkijkhutten • het Bos van Sint-Agatha-Rode (90 ha); • het Wolfsbos (21 ha) in Ottenburg; • het Bertembos en het Eikenbos (150 ha) in Bertem; • het natuurgebied Koeheide (40 ha) in Bertem; • 14 ha bossen en 5 vijvers (Zoet Water) in Oud Heverlee; • het boscomplex van circa 3 000 ha gevormd door het Heverleebos en het Meerdaalwoud

in Oud-Heverlee; • het Park Jourdain (5 ha) in Kraainem; • het Warandepark en kasteelparken De Grunne en De Burbure in Wezembeek-Oppem; • het Centrumpark, Mariadalpark, ravotpark “De bombazijnen”, Feldheimpark,

Liekendaelpark, park Derscheid en het Nossegemboske in Zaventem; • het natuurgebied Pikhakendonk in Boortmeerbeek; • het Schiplakenbos en Steentjesbos in Boortmeerbeek; • het Broek in Hever (Boortmeerbeek); • het Arboretum (in uitbouw) in Domein de Spoelberch in Wespelaar (Haacht); • het Haachts Broek in Haacht; • de Leibeek en de Dijlevallei in Haacht; • het Schorisgat (bos) tussen Wespelaar (Haacht) en Haacht; • het park Breugels Gasthof en het OCMW-park in Haacht; • het Kastanjebos, de Molenbeekvallei en de Mollekensberg in Herent; • de natuurreservaten Hellebos (10 ha), het Silsembos (50 ha) en de Torfbroek (31 ha) in

Kampenhout; • het natuurreservaat De Broekelei (100 ha) in Keerbergen; • de gemeentelijke groendomeinen Kuisheide (5 ha) en de Pievensbossen (5 ha) in

Keerbergen; • het Pommelsven (5 ha) in Keerbergen; • de natuurgebieden van Natuurpunt in Kortenberg: De Warande, het Silsombos, de

Molenbeekvallei; • de vijvers van Florival (50 ha) in Sint-Agatha-Rode (in beheer van AMINAL) met

uitbouw van parking, wandelpaden, infoborden en vogelkijkhutten; • het natuurleerpad De Kronkel (educatief natuurgebied van de gemeente Huldenberg)

(1,4 ha).

Page 20: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

20

Noordwest Brabant • het Prinsenbos-Guldendalpark in Grimbergen; • het Tangebeekbos en de Tangebeekvallei (85 ha) in Grimbergen; • het domein en park van Borcht (26 ha) in Grimbergen; • een nieuw aan te leggen bos op het oude vliegveld van Grimbergen (68 ha); • het Bos van Aa (138 ha) in Zemst; • de Vijver van Weerde (Zemst) (12 ha). De zes bovenstaande elementen vormen eveneens onderdelen of stapstenen binnen het Bruegelproject. Daarnaast zijn er ook nog: • het Kravaalbos (150 ha) in Asse en Opwijk; • het Kartelobos (11 ha) in Asse; • het Waalborrepark (5 ha) in Asse; • de parken De Piereman en Van Waeyenberg in Grimbergen; • het Lippelobos in Malderen (Londerzeel); • de oude spoorweg Leireken in Steenhuffel (Londerzeel); • de Molenbeekvallei en het kouterlandschap in Londerzeel; • het Floordambos in Machelen; • de gemeentelijke parken in Machelen en Diegem (Machelen); • het Neromhof (20 ha) en Velaertbos in Meise; • de Molenbeekvallei in Meise; • het OCMW-park in Merchtem; • het natuurgebied Bruevink in Opwijk; • het Floordambos in Steenokkerzeel en Vilvoorde; • het Hanssenspark in Vilvoorde; • het natuurreservaat Beverbos (20 ha) in Wemmel; • het natuurgebied Dorent-Nelebroek (80 ha) in Zemst; • Schom (14 ha), het Kollintenbos (32 ha) en de Vriezenbroek in Zemst.

1.2.1.4 Routegebonden wandelrecreatie in het landelijk gebied

De Groene Gordel beschikt, door zijn diverse landschapstypes, over belangrijke troeven als wandelgebied. Deze worden gevaloriseerd door wandelroutes, GR-paden en wandel-netwerken. Wandelroutes Toerisme Vlaams-Brabant speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van lusvormige wandelroutes. Toerisme Vlaams-Brabant verdeelde de Groene Gordel in een zevental wandelgebieden: • de Kanaalstreek of de Beneden-Dijle (komt grosso modo overeen met de vroegere

Witloofstreek); • het Dijleland (enkel Bertem, Huldenberg en Oud-Heverlee); • het Zoniënwoud (Tervuren, Hoeilaart en Overijse); • Zenne en Zoniën (Halle, Drogenbos, Beersel, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode; • het Pajottenland (Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Halle, Lennik, Pepingen en Sint-

Pieters-Leeuw); • de Dendervallei (Affligem, Liedekerke, Ternat en Roosdaal); • Noordwest Brabant.

Page 21: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

21

Voor elk van deze gebieden werd een aparte wandelgids uitgegeven met uitzondering van de Kanaalstreek (of Beneden-Dijle) en de Dendervallei, die nog zullen verschijnen. Voor het Pajottenland werd vroeger geopteerd voor twee wandelgidsen Oost- en West-Pajottenland, die echter in de toekomst tot één enkele gids zullen samengevoegd worden. De gidsjes worden ook op geregelde tijdstippen aangepast en heruitgeven: zo is er een heruitgave gepland van de wandelgids Noordwest Brabant die een uitbreiding van het aantal wandellussen en het aantal betrokken gemeenten zal impliceren. De wandelgidsen zijn te koop voor een prijs die varieert tussen 5 euro en 9,20 euro. De publicaties zijn zeer goed verzorgd en getuigen van een hoge kwaliteit. Het is echter van belang de kostprijs niet boven de psychologische grens van 10 euro te laten evolueren om de potentiële kopers niet af te schrikken. Bij de selectie van de wandelroutes die in de wandelgidsen worden opgenomen pleegt Toerisme Vlaams-Brabant overleg met diverse lokale partners zoals gemeentebesturen en verenigingen zoals Vakantiegenoegens. Belangrijke voorwaarde is wel dat de opgenomen wandelroutes voldoen aan de criteria van Toerisme Vlaanderen. Zo moet het traject van een wandelroute voor minstens 50 % over onverharde wegen verlopen. Voor de geselecteerde wandelroutes staat Toerisme Vlaams-Brabant in voor de bewegwijzering, de infopanelen en voor de realisatie, promotie en distributie van de wandelgidsen. Bovendien zorgt de provincie voor een controlesysteem op de kwaliteit van de trajecten en de bewegwijzering met peters en meters, en staat zij in voor het onderhoud van de bewegwijzering. Wegeniswerken en straatmeubilair worden evenwel niet door de provincie Vlaams-Brabant gefinancierd. Essentieel onderdeel van het wandelbeleid van Toerisme Vlaams-Brabant is het behoud van kerk- en voetwegels die dan ook zoveel mogelijk in de voornoemde provinciale wandelroutes worden opgenomen. Naast het behoud pleit Toerisme Vlaams-Brabant ook voor het herstel van bepaalde kerk- en voetwegels in functie van de leefbaarheid van de diverse woonomgevingen in de regio en in functie van de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid. Volgens Toerisme Vlaams-Brabant dringt een inventarisatie en bescherming van de te behouden kerk- en voetwegels zich dan ook op. Dit houdt ook in dat de buurtwegen in principe onverharde wegen moeten blijven. Het wandelen dient hier dan ook te primeren op de eventuele aanleg van verharde fietspaden op de tracés van de buurtwegen. Enkel in uitzonderingsgevallen kan van de algemene principes worden afgeweken en overgegaan worden tot afschaffing of verharding van de kerk- en voetwegels. Naast de initiatieven van Toerisme Vlaams-Brabant zijn er ook andere initiatiefnemers zoals gemeentebesturen, verenigingen en bedrijven die wandelroutes bewegwijzeren en wandelfolders uitgeven. Deze wandelroutes zijn divers in kwaliteit en het onderhoud ervan is niet steeds verzekerd. Een volledig overzicht geven van deze routes zou ons te ver leiden. GR-paden Er zijn vier GR-paden die de Groene Gordel doorkruisen: • De GR 512 Diest-Beersel-Geraardsbergen doorkruist in het zuiden van de Groene Gordel

het Pajottenland en het Zoniënwoud; • De GR 579 loopt vanuit Aalst naar Affligem en doorkruist het noorden van de Groene

Gordel om in Rotselaar het De Groene Gordel te bereiken;

Page 22: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

22

• De GR 12 loopt vanuit Brussel via Beersel tot in Destelheide; • GR 126 loopt vanuit Brussel naar Sint-Genesius-Rode door het Zoniënwoud. Wandelnetwerken Op dit ogenblik werden nog geen wandelnetwerken ontwikkeld in de Groene Gordel. Het concept ‘wandelnetwerk’ kan het best verstaan worden als een structuur van paden, wegen en dreven. De invulling van elk wandelnetwerk kan sterk verschillen van gebied tot gebied en is afhankelijk van de kwaliteiten van het gebied. De onderliggende structuur is evenwel altijd dezelfde: in een bepaald gebied worden paden, dreven of wegen geselecteerd die aan de criteria van wandelwegen voldoen. Op het punt waar ten minste twee van dergelijke assen elkaar kruisen, ontstaat een knooppunt. De structuur die zo ontstaat, moet een gesloten geheel vormen. De recreant kan dan, door in te pikken op het wandelnetwerk, autonoom een route uitstippelen langs de door hem/haar geselecteerde assen en knooppunten. Dit concept is vergelijkbaar met het knooppuntensysteem voor de fietsnetwerken. Bij de uitbouw van een wandelnetwerk moet gestreefd worden naar 50% onverharde wandelwegen. In tweede instantie wordt geopteerd voor verkeersluwe of verkeersvrije wegen. Er zijn plannen om in het Regionaal Landschap Dijleland en het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën wandelnetwerken te ontwikkelen omdat zich hier voldoende landschappelijke kwaliteit aandient. Ook is er nog het wandelgebied Dender en Lombeek dat evenwel niet beantwoordt aan de criteria voor een wandelnetwerk. Conclusies over recreatief wandelen in de Groene Gordel • Het aantal specifieke recreatie- en wandeldomeinen is in de Groene Gordel beperkt tot

twee grote domeinen (Huizingen en Hofstade) die beide gebukt gaan onder een sterke overdruk op topdagen. Gezien het belang van deze domeinen moet hier op een continue manier geïnvesteerd worden. Beide recreatie- en wandeldomeinen dienen wellicht ook geherpositioneerd te worden in de richting van het recreatief wandelen in een aangename en natuurrijke omgeving wat een meer extensieve vorm van recreatie is. Andere meer intensieve vormen worden steeds meer opgenomen door de privé-sector (minigolf, klimmuur, e.a.) of door gemeentebesturen (sportinfrastructuur). Deze zouden kunnen afgebouwd worden. Een uitzondering dient gemaakt voor het recreatief zwemmen in openlucht omdat de mogelijkheden op dit vlak overal erg beperkt zijn.

• Het belangrijkste globale initiatief rond wandelen in groene omgevingen is zonder enige

twijfel het Bruegelproject van de Vlaamse Regering dat uitgewerkt wordt door AMINAL, de Administratie Cultuur en de VZW De Rand. De missie van het Bruegelproject is de individuele kastelen, parken, tuinen, bossen, natuurgebieden, die eigendom zijn van het Vlaamse Gewest en Gemeenschap, uit te bouwen tot één collectieve gordel van patrimonium- en groenbezit. De communicatie rond het Breugelproject gebeurt nu in verspreide slagorde: de provincie geeft brochures uit alsook het Vlaamse Gewest. Een betere coördinatie moet mogelijk zijn.

• Het beleid van de Vlaamse Gemeenschap om in het kader van het Bruegelproject (zie

verder) zoveel mogelijk kasteelparken open te stellen en in te richten voor wandel-recreatie dient zeker te worden verder gezet. Een ruimere maar voorzichtige promotie van de recreatieve mogelijkheden in kasteelparken is aangewezen. Ook hier is voorzichtigheid geboden om een te sterke druk op deze parken te vermijden.

Page 23: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

23

• Zoals blijkt uit de opsomming hierboven is de Groene Gordel rijk aan een grote diversiteit van bossen, kleinere parkgebieden, natuurgebieden en natuurreservaten. Een hele reeks van deze gebieden kent echter maar een minieme recreatieve ontsluiting die resulteert in een eerder beperkte onthaalinfrastructuur. Bovendien zijn ze bij het publiek amper bekend. Zo vinden we ze amper terug in de publicaties van Toerisme Vlaams-Brabant.

• Op het vlak van de natuurreservaten is er de jongste jaren een kentering opgetreden in

het beleid van Natuurpunt VZW in de richting van een grotere openstelling van hun gebieden onder het motto ‘Natuur voor iedereen’.

• Het beleid van Toerisme Vlaams-Brabant m.b.t. wandellussen en m.b.t. kerk- en voet-

wegels is in alle opzichten voorbeeldig. Er doen zich echter nog lacunes voor in de Witloofstreek en de Dendervallei.

• Er zijn vele lokale initiatiefnemers die wandelproducten ontwikkelen die evenwel niet

beantwoorden aan minimum kwaliteitscriteria en die leiden tot een wildgroei van het aanbod. Een selectie en eventueel een sanering zijn noodzakelijk.

• De kostprijs van de wandelgidsen vormt misschien wel een klein probleem. Een

occasionele dag- of verblijfstoerist zal immers niet snel 10 euro neertellen voor een wandelgids als hij maar één wandelroute nodig heeft. Hiervoor zijn er eventueel twee oplossingen: - ofwel worden de gidsjes verkocht aan een gereduceerde kostprijs; - ofwel worden er naast de gidsjes ook aparte wandelfiches of folders verkocht per

wandelroute.

• Naast het ontwikkelen van wandellussen bieden zich ook mogelijkheden aan om wandelnetwerken uit te bouwen in de Regionale Landschappen van het Dijleland en van Zenne, Zuun en Zoniën. De initiatieven die hiertoe door de Regionale Landschappen worden genomen dienen dan ook te worden ondersteund.

• In de Groene Gordel zijn diverse actoren actief die te maken hebben met

openluchtrecreatie. Een globale, gecoördineerde aanpak dringt zich op. Deze taak moet worden opgenomen door de provincie hoewel de provincie Vlaams-Brabant zelf maar een relatief kleine partner is wat betreft investeringen.

1.2.2 Recreatief fietsen

In de Groene Gordel bestaan diverse mogelijkheden om te fietsen via uitgestippelde routes of lussen, fietstrajecten, doorgaande fietsroutes en een reeds bestaand fietsnetwerk in het Dijleland.

1.2.2.1 Lusvormige fietsroutes

Provinciale fietsroutes Toerisme Vlaams-Brabant realiseerde en bewegwijzerde in het verleden een twaalftal lusvormige fietsroutes in de Groene Gordel. Zes van de twaalf routes situeren zich in het Pajottenland-Zennevallei:

Page 24: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

24

• de Boerenkrijgroute (45 km); traject langs Affligem, Liedekerke, Roosdaal en Ternat; • de Herman Teirlinckroute (45 km) traject langs Halle, Beersel met de Alsemberg en

Sint-Genesius-Rode; • de Markroute (45 km); traject langs Galmaarden, Viane, Bever, Sint-Pieters-Kapelle,

Herne, Tollembeek en Vollezele; • de Ter Rijstroute (39 km) traject langs Heikruis, Bogaarden, Bellingen, Herfelingen en

Herne; • de Valleitjesroute (31 km); traject langs O.-L.-Vrouw-Lombeek, Gooik en Oetingen; • de Zuunbeekroute (25 km); traject langs Gaasbeek, Elingen, Bellingen, Beert,

Breedhout en Sint-Pieters-Leeuw. Vier routes situeren zich in Noordwest Brabant: • de Eddy Merckxroute (37 km): traject langs Sint-Brixius-Rode, Meise, Wemmel,

Merchtem, Kapelle-op-den-Bos en Grimbergen; • de Molenbeekroute (31 km); traject langs de valleigebieden van de Grote en de Kleine

Molenbeek via Steenhuffel, Londerzeel en Merchtem; • de Kanaalroute (39 km); traject langs Zenne en Zeekanaal via Vilvoorde, Grimbergen

en Zemst; • de Land van Asseroute (39 km); traject langs Asse, Merchtem en Essene. Het Dijleland moet het stellen met slechts drie fietslussen: • de Witloofroute (39 km); traject langs Hofstade, Kampenhout, Boortmeerbeek, Perk en

Steenokkerzeel; • de Zoniënwoudroute (42 km); traject doorheen Zoniënwoud en IJsevallei via Hoeilaart

en Overijse, niet bewegwijzerd; • de Dijlelandroute (die evenwel zal worden afgebouwd binnen het kader van het Dijle

fietsnetwerk). De Gordelroute Een heel specifieke fietsroute is de Gordelroute (100 km) die werd ontwikkeld door de Vlaamse Gemeenschap met de medewerking van de provincie Vlaams-Brabant en BLOSO. Het tracé is permanent bewegwijzerd en is geïnspireerd op het parcours van de Gordel. De Gordelroute maakt een volledige lus rond Brussel en doet op het traject de belangrijkste onderdelen en stapstenen van het Bruegelproject aan. Het enige probleem is er wellicht één qua verkeersveiligheid. Hier en daar dienen drukke steenwegen gekruist en moeten fietsers door verstedelijkte gebieden. Ook zijn nog geen concrete afspraken gemaakt over het onderhoud van de bewegwijzering. Lokale fietsroutes Naast de provinciale fietsroutes en de Gordelroute zijn er ook een hele reeks fietsroutes van andere initiatiefnemers (zie verder: wandelroutes). Ook hier wagen we ons niet aan een opsomming. Indien deze routes niet bewegwijzerd zijn, dan vormen zij in feite geen probleem. Indien ze wel bewegwijzerd worden dan moeten ze conform zijn aan de richtlijnen van Toerisme Vlaanderen. Het is aangewezen dat gemeenten hierover advies inwinnen bij Toerisme Vlaams-Brabant om de lokale routes te laten inpassen in het ruimer provinciaal fietsrouteplan en dat deze worden getoetst aan een minimum van kwaliteits-eisen.

Page 25: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

25

1.2.2.2 Fietstrajecten

Het aantal vrijliggende fietspaden in de Groene Gordel is vrij beperkt. Enkel langs de kanalen, met name het Zeekanaal, het kanaal Brussel-Charleroi en het kanaal Leuven-Dijle vinden we aangename en vrijliggende fietspaden. Ook werd vrij recent een fietspad aangelegd langs de TGV Leuven-Brussel dat door vrij veel recreanten wordt gebruikt.

1.2.2.3 Doorgaande fietsroutes

In het zuiden van de Groene Gordel doorkruist de Vlaanderenfietsroute, een initiatief van Toerisme Vlaanderen, het Pajottenland, het gebied tussen Zenne en Zoniën en het gebied van de Boven-Dijle. Van daar vervolgt de route haar weg in de richting van het Hageland. De Vlaanderenfietsroute heeft ook diverse dwarsverbindingen: één ervan wordt voor een stukje in de Groene Gordel gesitueerd: de Stedenroute (LF2) die Brussel via Overijse met Leuven verbindt en verder in de richting van Mechelen gaat langs het kanaal Leuven-Dijle. De Vlaanderenfietsroute is in het verleden vrij succesvol gebleken en heeft reeds menige fietsliefhebber uit Vlaanderen en Nederland aangetrokken.

1.2.2.4 Fietsnetwerken

In het kader van het Interreg II-project Dijleland-Meierij (Nederland) werd in de periode 1999-2001 onder impuls van IGO-Leuven een fietsnetwerk in het Dijleland uitgebouwd. Het is een 300 km lang gesloten netwerk over het grondgebied van 14 gemeenten. Het landschap van het Dijleland is bijzonder interessant dankzij de holle wegen, de akkers en weilanden en de valleigebieden van de Dijle, de Voer en de IJse. Er is een gedetailleerde kaart beschikbaar en in elke gemeente staan er infoborden, picknicksets en randinfrastructuur. De bewegwijzering, die door Toerisme Vlaanderen werd verzorgd, is een zogenaamde doelenbewegwijzering. De fietspaddestoelen die aanvankelijk werden ingeplant leidden tot vele klachten van de fietsers, wat vroeger ook al het geval was in het Heuvelland (West-Vlaanderen). De bewegwijzering werd door Toerisme Vlaanderen in overleg met IGO Leuven en Toerisme Vlaams-Brabant dan ook aangepast. Naast de paddestoelen vindt de fietser nu overal meerkeuzeborden en meer tussenborden. Niettemin is het fietsnetwerk geen groot succes in tegenstelling tot het knooppunten-systeem dat in Limburg en de Antwerpse Kempen is ontwikkeld. Het lijkt dan ook aangewezen dat men in Vlaams-Brabant op termijn naar een gelijkaardig systeem van Limburg en Antwerpse Kempen zou overschakelen. Bijkomend probleem van het fietsnetwerk Dijleland is de gebiedsafbakening: enerzijds zijn de kunststad Leuven en de drie gemeenten Rotselaar, Tremelo en Begijnendijk in het netwerk opgenomen die niet behoren tot de Groene Gordel, anderzijds konden enkele gemeenten zoals Hoeilaart en Overijse niet tot het netwerk toetreden omdat zij niet in het administratief arrondissement Leuven gelegen zijn en dus niet konden meespelen in het voornoemde Interreg II-project. Naast dit fietsnetwerk zijn vooralsnog geen andere fietsnetwerken ontwikkeld in de Groene Gordel. Er zijn wel plannen hiervoor vanuit de dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit van

Page 26: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

26

de provincie Vlaams-Brabant die zowel gericht zijn op functioneel als op recreatief fiets-verkeer.

1.2.2.5 Onthaalvoorzieningen voor recreatieve fietsers

In Kortenberg is de VZW Bike-Events actief. Deze VZW organiseert fietstochten op maat voor groepen en heeft zijn thuisbasis in een voormalig hotel in Kortenberg. Het is de bedoeling om dit gebouw op termijn uit te bouwen als een fietscentrum, fietshotel of inrijpunt. In Steenhuffel vinden we de herberg ‘Leireken’: dit café is gelegen langs een oude spoorwegbedding die leidt naar Oost-Vlaanderen en die de Leirekensroute wordt genoemd. Leireken is op zich een belangrijk knooppunt tussen de provinciale fietsroute Molenbeekroute en diverse andere lokale routes en trajecten. Dit café profileert zich sterk als fietscafé.

1.2.2.6 Mountainbiken

De vraag naar mountainbikeroutes is, zoals overal in Vlaanderen, vrij groot. De Groene Gordel leent zich goed voor dergelijke activiteit omwille van het heuvelachtig landschap vooral in de zuidelijke kant ervan en ook omwille van het groot aantal bossen. Om aan deze behoefte te voldoen zijn slechts een beperkt aantal mountainbikeroutes uitgebouwd. Zij werden meestal ontwikkeld werden door de gemeentelijke sportdiensten i.s.m. BLOSO en dit ondermeer in Oud-Heverlee, Huldenberg, Affligem, Galmaarden, Haacht, Lennik, Bierbeek, Gooik, Overijse en Sint-Pieters-Leeuw. Deze routes zijn bewegwijzerd en gaan vergezeld van een kaartje met het circuit. Daarnaast wordt door de Dienst Sport van de provincie een kalender uitgewerkt voor mountainbike-evenementen die echter periodiek plaats vinden en op deze wijze geen opmerkelijke schade aanbrengen aan het natuurlijk systeem. De vraag stelt zich of nog nieuwe mountainbikeroutes moeten worden ontwikkeld. Indien onvoldoende aanbod gecreëerd wordt voor mountainbikerecreanten gaan deze zich op een onbeheerste manier gedragen. Daarom is het wellicht wel aangewezen om nog nieuwe circuits te zoeken waardoor het conflict met de wandelaars vermeden wordt. Toerisme Vlaams-Brabant is vooralsnog niet betrokken bij het ontwikkelen van moun-tainbikeroutes. Er moet onderzocht worden of het niet nodig is op te treden om de wild-fietsers te kanaliseren eventueel via nieuwe circuits met specifieke parcours (met bijv. aangelegde hindernissen) als alternatieven. Conclusies over recreatief fietsen in de Groene Gordel • Het huidige aanbod aan fietslussen situeert zich op dit ogenblik vooral in het

Pajottenland-Zennevallei. Vooral in Noordwest Brabant en in het Dijleland kan het aanbod aan fietsroutes nog worden uitgebreid. Fietslussen kunnen overigens perfect gecombineerd worden met fietsnetwerken. Minder ervaren of occasionele fietsers kunnen een bepaalde regio voor de eerste keer via een fietsroute ontdekken. Meer ervaren fietsers en bezoekers die de regio beter willen leren kennen zullen liever een fietsnetwerk gebruiken.

Page 27: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

27

• In de Groene Gordel is het fietsproduct nog onvoldoende als een totaalproduct

ontwikkeld. Er doen zich grote problemen voor van verkeersveiligheid vooral wat betreft veilige fietsoversteekplaatsen en vrijliggende fietspaden. Ook de ondersteunende voorzieningen (inrijpunten met parking, fietsenstalling- en berging, infoborden, picknickinfrastructuur en eventueel douches) zijn slecht zeer beperkt ontwikkeld.

• Om het fenomeen van het mountainbiken in goede banen te leiden is het aangewezen

om een beperkt aantal nieuwe mounbikeroutes uit te bouwen, evenwel liefst op gescheiden tracés en met respect voor de aanwezige natuurwaarden.

1.2.3 Recreatief zwemmen

De recreatieve zwemmogelijkheden zijn enerzijds een ondersteunend element voor het verblijfstoerisme maar zijn, in regio’s die verder gelegen zijn van de Kust, op de eerste plaats infrastructuren die essentieel zijn voor omgevingsrecreatie. Het zwemmen in openlucht is in de Groene Gordel mogelijk in twee grote recreatiedomeinen: • het BLOSO-domein in Hofstade; • het provinciedomein in Huizingen. Het BlOSO-domein in Hofstade Het 160 ha grote domein wordt gedomineerd door een grote waterplas met breed zandstrand. Op zomerse topdagen komen hier vaak duizenden mensen verkoeling zoeken. Het oude Badhuis verwijst naar dit zwemgebeuren maar wordt nu toch heringericht als sportmuseum. Het provinciedomein in Huizingen Het provinciedomein beschikt naast vele andere recreatieve en sportieve faciliteiten ook over een drukbezocht openluchtzwembad. De toegangsprijs van 2 euro voor volwassenen en 1,5 euro voor kinderen blijft erg democratisch in vergelijking met andere zwembaden. Dit zwembad, dat op een continue wijze zware investerings- en onderhoudskosten met zich mee brengt, vervult een belangrijke sociale functie. Minpunten zijn de weersafhankelijkheid van een dergelijke infrastructuur en het té grote succes op topdagen wat tot gevaarlijke situaties kan leiden. Het subtropisch recreatiebad in Londerzeel Het overdekt zwemmen is mogelijk in diverse gemeentelijke zwembaden (ondermeer in Ternat, Hofstade, e.a.) die voornamelijk een lokale functie hebben. Het subtropisch recreatiebad van Londerzeel wordt eveneens geëxploiteerd door de gemeente maar heeft met zo’n 300 000 bezoekers per jaar toch een uitgesproken bovenlokale functie: 75% van de bezoekers komen uit andere gemeenten. Het recreatiebad trekt vooral jonge gezinnen aan.

Page 28: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

28

Conclusies over recreatief zwemmen • Het openluchtzwemmen blijft een aandachtspunt binnen het geheel van de openlucht-

recreatie. Het is dan ook belangrijk dat de bestaande mogelijkheden op bovenlokaal vlak in Hofstade en in Huizingen zouden behouden blijven en kwalitatief verbeterd worden.

• Voor ontwikkelingen van overdekt zwemmen zijn voldoende mogelijkheden binnen de

Brussels rand (Océade, Aqualibi) of kunnen tevens nieuwe infrastructuren worden ontwikkeld in die rand.

1.2.4 Wandelruiterij

In tegenstelling tot het fietsen en het wandelen zijn er relatief weinig routegebonden structuren voor paardrijden van bovenlokaal belang met uitzondering van het ruiter-netwerk in het Pajottenland. Het ruiternetwerk Pajottenland dat ontwikkeld werd door het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën in samenwerking met Toerisme Vlaams-Brabant situeert zich ten zuiden van de N8 Brussel-Ninove en bestrijkt het grondgebied van de gemeenten Gooik, Halle, Herne, Lennik, Pepingen en Sint-Pieters-Leeuw. Het netwerk is een aaneenschakeling van een reeks lussen die zoveel als mogelijk onverharde wegen volgen en bijgevolg uitermate geschikt zijn voor wandelruiters. De lussen zijn tussen 13 en 24 km lang en kunnen onderling gecombineerd worden zodat ook langere trajecten mogelijk zijn. Elke route is bewegwijzerd en elk routenummer heeft een eigen kleur. Het netwerk is ook toegankelijk voor koetsen. Daar waar nodig wordt voorzien in een alternatief om de passage van koetsen mogelijk te maken. Op het netwerk bevinden zich een tiental maneges die dankzij de aanwezige infrastructuur uitstekend als startpunt kunnen dienen. Verder is er ook overnachtingsmogelijkheid voor ruiters en paarden langs het parcours. Het ruiternetwerk Pajottenland beschikt over een topogids met gedetailleerde kaart, beschrijving van de maneges en andere nuttige informatie. De kostprijs bedraagt 3,75 euro. In diverse gemeenten zijn er ook lokale ruiterroutes vaak vertrekkend vanuit de bestaande maneges. In Asse bestaan er plannen om een ruiternetwerk te realiseren op het grondgebied van de gemeente. Het zou evenwel aangewezen zijn om dit netwerk uit te breiden over het grondgebied van de gemeenten heen naar de subregio Noordwest Brabant. Ook worden ruiterpaden vermeld op de NGI-kaart van het Zoniënwoud en van het Meerdalwoud. Conclusies over de wandelruiterij • Hoewel in deze regio kan verwacht worden dat er een belangrijke behoefte bestaat aan

voorzieningen voor recreatief paardrijden zijn slechts beperkt ruiterroutes aanwezig voornamelijk in het Pajottenland. Het lijkt ons bijgevolg noodzakelijk dat ook ruiterroutes worden voorzien in een aantal andere delen van de Groene Gordel,

Page 29: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

29

bijvoorbeeld rond Tervuren, Huldenberg, Hoeilaart en Overijse, rond de Stoeterij Diepensteyn in Steenhuffel en in de Witloofstreek.

• Bij het uitstippelen van deze routes dient rekening gehouden met de aanwezigheid van

maneges en kunnen bestaande gemeentelijke routes geïntegreerd worden in het provinciale ruiteraanbod. Het is aangewezen om eerst een bevraging te doen bij de gebruikers en uitbaters van de maneges over de behoeften en de verwachtingen voor dergelijk ruiteraanbod.

1.2.5 Kanaaltochten en pleziervaart

Kanaaltochten Het Zeekanaal, het kanaal Brussel-Charleroi en in mindere mate het kanaal Leuven-Dijle hebben nog steeds in de eerste plaats een economische functie en situeren zich eerder in een industriële, en dus minder mooie omgeving. Daarnaast verbinden ze echter ook diverse toeristische steden met elkaar over de provinciegrenzen heen: in de eerste plaats Antwerpen, Brussel en Charleroi (ABC) en in de tweede plaats Leuven, Mechelen, Halle en Vilvoorde. Omwille van hun karakter en hun ligging lenen deze kanalen zich dan ook uitstekend tot passagiersvaart met grotere schepen die perfect kunnen varen naast grotere vrachtschepen. Daarnaast biedt vooral het kanaal Leuven-Dijle ook ruimte voor de ontwikkeling van de individuele pleziervaart, omdat er op dit kanaal veel minder vrachtschepen varen en het eindpunt Leuven een aantrekkelijke bestemming is en nog meer zal worden bij de recreatieve herinrichting van de Vaartkom. Kanaaltochten Brabant vzw, een samenwerkingsverband tussen Scaldis als nautische partner, de provincie Vlaams-Brabant, de betrokken gemeenten, de NV Zeekanaal en een aantal streekverenigingen, biedt tussen 1 mei en 30 september boottochten aan op vaste dagen en uren volgens een vast weekschema. Hiervoor wordt samengewerkt met Brussels by Water en Croisières Brabant-Hainaut. Volgende trajecten worden voorgesteld: • vanuit Willebroek/Kapelle-op-den-Bos naar Grimbergen en Brussel; • vanuit Brussel naar Vilvoorde en Zemst; • vanuit Halle naar Anderlecht; • vanuit Anderlecht naar Brussel en Vilvoorde; • vanuit Leuven naar Mechelen; • vanuit Halle naar Ronquières en de nieuwe scheepslift van Strépy Thieu. Langs deze trajecten zijn diverse attractiepunten te bezoeken ook in het Vlaams-Brabants gedeelte. Er zijn ook diverse combinaties mogelijk tussen varen en fietsen. De kanalen beschikken over ruime jaagpaden vaak op de twee oevers. Naast de vaste trajecten kunnen groepen ook boottochten op maat boeken voor familiefeesten, bedrijfshappenings en uitstapjes met de vereniging. Om de onthaalinfrastructuur verder uit te bouwen worden twee ‘shipping halls’ vooropgesteld in Halle en Vilvoorde.

Page 30: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

30

Individuele pleziervaart De individuele pleziervaart is reeds in belangrijke mate aanwezig op het kanaal Leuven-Dijle. In Leuven werd een plezierhaven uitgebouwd die in de toekomst zal uitgebreid en vernieuwd worden binnen het kader van de recreatieve inrichting van de Vaartkom. In de Groene Gordel zelf is er op dit kanaal infrastructuur nabij Wijgmaal Brug, Kampenhout-Sas en Tildonk (Haacht). Ook hier zijn er plannen om deze infrastructuur uit te breiden. In Kampenhout-Sas wordt de jachthaven uitgebouwd. In Tildonk denkt men aan een zogenaamd ‘point bleu’. Conclusies over kanaaltochten en individuele pleziervaart • De kanalen in de Groene Gordel bieden heel wat mogelijkheden voor verdere

ontwikkeling van de passagiersvaart. Nadeel is wel dat de bestemming van de kanaaltochten veelal buiten de Groene Gordel liggen. Het is dan ook aangewezen om de uit te bouwen shipping halls in Halle en Vilvoorde niet alleen te concipiëren als vertrekpunten voor de boottochten maar ook als toeristische infopunten van de Groene Gordel met een sterke nadruk op de combinatie varen-fietsen (fietsinfrastructuur en fietsverhuur zouden hier dan ook op hun plaats zijn) en op het bezoeken van de centra Halle en Vilvoorde met hun diverse attractiepunten.

• Er zijn potenties voor de ontwikkeling van infrastructuur voor de individuele pleziervaart

op het kanaal Leuven-Dijle, meer bepaald in Kampenhout-Sas en Tildonk.

1.2.6 Kano en kajak

Kajak- en kanovaren behoren tot de nieuwe vormen van vrijetijdsbeoefening. Het is echter een feit dat niet alle rivieren hiervoor geschikt zijn omwille van de intrinsieke natuurwaarden van hun omgeving. Kano en kajak zijn slechts in beperkte mate mogelijk in de Groene Gordel op de rivieren Dijle en Zenne. In het gebied van de Boven-Dijle kunnen zich conflicten voordoen tussen natuurbehoud en recreatie. Bijvoorbeeld is het Dijletraject door de Dode Beemde afgesloten voor kano en kajak. Vanuit Korbeek-Dijle is de organisatie ‘Natur-Natur’ actief die kanoafvaarten en vlottentochten op de Dijle organiseert. Vanuit Pécrot (Waals-Brabant) tot in Sint-Joris Weert is het ook mogelijk om met ‘dinkis’ (ronde rubberen bootjes) te varen. Kano- en kajakvaren is ook mogelijk op het kanaal Leuven-Dijle, op het Zeekanaal en op het kanaal Brussel-Charleroi tussen Anderlecht en Sint-Pieters-Leeuw. De NV Zeekanaal voert een studie uit om de verdere evolutie van kano en kajak op dit laatste kanaal te bestuderen. Ten slotte is kano en kajak ook mogelijk op het BLOSO-domein van Hofstade en het Meer van Genval (jachtclub). Conclusie over kano en kajak Het ontwikkelen van mogelijkheden voor kano en kajak betekent zeker een toegevoegde waarde voor het toerisme. De Groene Gordel biedt hier nog mogelijkheden. Er moet evenwel gestreefd worden naar een goede afstemming met andere sectoren zoals natuurbehoud en scheepvaart op de kanalen.

Page 31: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

31

1.2.7 Hengelen

Het hengelen is mogelijk langs het Zeekanaal, het kanaal Brussel-Charleroi en het kanaal Leuven-Dijle, langs de natuurlijke waterlopen Dijle, Zenne, Zuun en Mark en in de recreatiedomeinen van Huizingen en Hofstade. Daarnaast is hengelen ook mogelijk op volgende plaatsen die vermeld worden naar subregio. Pajottenland en Zennevallei • de Dender en de visvijver van de Pastorie Hekelgem in Affligem; • het park en de visvijver van de Renbaakwijk in Dilbeek; • het Kasteelpark Ter Rijst in Heikruis in Pepingen; • de vijvers aan Zevenbronnen in Sint-Genesius-Rode; • de vijver in Domein Coloma in Sint-Pieters-Leeuw; • het wachtbekken van de Zuun, bij de Spaanse Weg en ‘Zonnig Leven’ in Sint-Pieters-

Leeuw; • de visvijvers Kruikenburg en St. Anneken in Ternat. Dijleland • de gemeentevijver en Koningsvijvers in Hoeilaart; • het Meer van Genval en Mariëndal in Overijse; • de Hertvijver en Zoet Water in Oud-Heverlee; • de Vossemvijver in het Warandepark in Tervuren; • het Park Jourdain in Kraainem; • de Warandevijver in Wezembeek-Oppem; • Holaken in Haacht; • de Molenvijvers in Herent; • Neerstraat in Kampenhout. Noordwest Brabant • ‘Roobaert’, Asbeekstraat en Terlindenweg in Asse; • de vijver Donjon en vijver aan kasteel Margot in Machelen; • ‘De Dokkene’ in Opwijk; • het Prinsenbos, Piereman, Borgt, Tommenmolen en Schaapsput in Grimbergen; • het Kanaal, de Kruisput, de vijver gemeenschapscentrum in Kapelle-op-den-Bos; • de Palmvelden en de Camping Diepvennen in Londerzeel; • het Neromhof in Meise; • de OCMW-vijver in Merchtem; • de vijver in Hanssenspark, Driefonteinen en het Tangebeekbos in Vilvoorde; • twee visvijvers in Wemmel; • de vaartdijk, de Weerdse visvijver, het Zeekanaal en de Schranshoeve in Zemst. Conclusie over hengelen Er is in de Groene Gordel blijkbaar geen gebrek aan hengelplaatsen. Wellicht kan er iets gedaan worden op het vlak van communicatie om de bestaande hengelplaatsen beter bij de doelgroep van de hengelaars bekend te maken.

Page 32: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

32

1.2.8 Auto- en mototoeren

Omwille van de grote mobiliteitsproblemen die het autoverkeer met zich meebrengt in Vlaams-Brabant (zie verder) kant de provincie Vlaams-Brabant zich tegen de ontwikkeling van bewegwijzerde autoroutes. Er zijn dan ook in het gebied geen bewegwijzerde autoroutes of motorroutes aanwezig tenzij enkele routes aan de rand die vanuit andere provincies getraceerd zijn en voor een kort traject doorheen de Groene Gordel lopen zoals: • de Dendervalleiroute uit Oost-Vlaanderen; • de Groentenstreekroute vanuit de Provincie Antwerpen.

In het Pajottenland-Zennevallei is er op het terrein nog bewegwijzering van de Bruegel-route en de Geuzeroute aanwezig die evenwel in onbruik zijn geraakt. Vanuit de subregio Pajottenland en Zennevallei wordt de wens geuit om toch dergelijk product te behouden of in stand te houden omdat hier vele kleinere attracties aanwezig zijn die niet door het openbaar vervoer worden bediend. Conclusies over auto-en mototoeren • Het standpunt van de Provincie om geen bewegwijzerde autoroutes te ontwikkelen is

begrijpbaar en wordt ook gevolgd door Toerisme Vlaanderen. • Vanuit subregio Pajottenland en Zennevallei wordt gepleit voor het behouden van

bewegwijzerde autoroutes gezien zij mogelijkheden bieden voor minder mobiele doelgroepen zoals ouderen en personen met een handicap om de streek te bezoeken. Een oplossing kan wellicht gevonden worden in het ontwikkelen van niet-bewegwijzerde autotochten die dan in de streekgids worden opgenomen.

1.2.9 Beoefenen van andere recreatieve en sportactiviteiten

In de Groene Gordel zijn er een ruim aantal golfterreinen: • de Golf Club Overijse; • de Golf Club Kampenhout; • de Keerbergen Golf Club; • de Duisburg Militaire Golf Club (Tervuren); • de Royale Golf Club Belgique (Tervuren) ; • de Steenpoel Golfclub en Golfschool in Dilbeek; • de Brabantse Golf in Steenokkerzeel; • de Golf Practice in Sint-Genesius-Rode. Er zijn twee vliegvelden waar recreatief vliegen mogelijk is: • het vliegveld in Wezembeek-Oppem; • het recreatief vliegveld in Grimbergen. Vermeldenswaard als bovenlokale recreatieve infrastructuren zijn verder: • de IJsschaatsbaan in Liedekerke; • de kaats- en skatebaan in Pepingen; • de rolschaatspiste in Zemst; • de wielerpiste in Zemst; • het trainingscentrum van de Rode Duivels in Kraainem; • de Fit-o-meter in Hoeilaart.

Page 33: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

33

Daarnaast is er verder nog de hippodroom van Sterrebeek waar slechts sporadisch nog wedrennen worden georganiseerd. Aan deze hippodroom zou verder een functie kunnen gegeven worden die te maken heeft met paarden: bijv. paardensportkampen voor jeugd. Conclusies over andere recreatieve en sportactiviteiten • Er zijn heel wat sportmogelijkheden, waaronder golfterreinen, aanwezig in de Groene

Gordel. Deze zouden beter kunnen worden aangewend voor ‘incentive’-toerisme. Er moet voor gezorgd worden dat deze golfterreinen niet in vraag gesteld worden vanuit ruimtelijke planning. Voor bijkomende golfterreinen wordt niet onmiddellijk geopteerd. Enkel indien de behoeften voor een nieuw golfterrein duidelijk kunnen worden aangetoond en moet een afweging gebeuren met andere sectoren (vnl. landbouw) en moeten ook bepaalde randvoorwaarden van toegankelijkheid worden opgelegd.

• Voor ontwikkeling van nieuwe, meer intensieve recreatieve en sportactiviteiten wordt

het best geopteerd om deze aan de rand van de Brusselse ring te ontwikkelen. • Voor de hippodroom van Sterrebeek moet worden gezocht naar nieuwe activiteiten die

in de lijn liggen van het paardenthema.

1.2.10 Bezoeken van attractiepunten

De Groene Gordel beschikt over een viertal topattracties: • het Kasteel van Gaasbeek in Lennik; • de Nationale Plantentuin in Meise; • het Huis van de Toekomst in Vilvoorde; • het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Daarnaast zijn er een hele reeks kleinere attractiepunten en attracties die enkel in groep toegankelijk zijn. We bespreken eerst de topattracties en daarna per deelregio de kleinere attracties en de punten die in groep te bezoeken zijn.

1.2.10.1 Topattracties

a) Het Kasteel van Gaasbeek Volgens de brochure ‘Fietsen, wandelen en genieten’ is het kasteel van Gaasbeek het pronkstuk van de Groene Gordel. De geschiedenis van dit kasteel gaat terug tot de 13e eeuw toen Godfried van Leuven een eerste stenen versterking optrok om Brussel te beschermen tegen mogelijke invallen uit Henegouwen en Vlaanderen. In 1388 waren het nochtans de Brusselaars die het bouwwerk vernielden uit wraak voor de moord op de Brusselse schepen Everard ’t Serclaes. In de zestiende eeuw behoorde het meermaals heropgebouwde kasteel toe aan de Graaf van Egmond, die samen met graaf Horne onthoofd werd op de Brusselse Grote Markt in 1568. In de tweede helft van de 19e eeuw werden domein en gebouwencomplex uitvoerig gerestaureerd door de laatste adellijke bewoner van het kasteel, de Franse Marie Peyrat die gehuwd was met Gianmartino Arconati Visconti, een adellijke familie uit Milaan die het kasteel bezat sinds het einde van de 18e eeuw. Bij de dood van haar man erfde Peyrat de titel markiezin Arconati Visconti, het kasteel Gaasbeek en diverse andere eigendommen. Het middeleeuwse karakter van

Page 34: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

34

het bouwwerk werd bewaard terwijl het interieur werd ingericht in 16e eeuwse Vlaamse renaissancestijl. In 1922 schonk markiezin Arconati Visconti het kasteeldomein aan de Belgische Staat die het in 1924 openstelde voor het publiek. Het domein werd in 1991 overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap. Vandaag is het kasteel een interessant museum terwijl het domein vele duizenden wandelaars aantrekt. De bezoeker vindt in het kasteel niet minder dan zestien zalen rijkelijk gevuld met kunstwerken zoals beelden, Doornikse tapijten en schilderijen en diverse historische gebruiksvoorwerpen zoals zilveren schotels, aardewerk, albasten en porselein. Het pronkstuk is het schilderij de Toren van Babel van Maarten van Valckenborch, een tijdgenoot van Pieter Bruegel de Oude. In het archief zijn er verder tal van Rubensarchivalia. De binnenplaats van het Kasteel is opgesmukt met een tuin in Italiaanse renaissancestijl. Op het kasteeldomein treffen we tenslotte ook een museumtuin aan. Deze museumtuin is een ode aan de Vlaamse hovenierskunst die in de 19de eeuw en tot half de twintigste eeuw tot de wereldtop behoorde en wereldvermaard was. De museumtuin is vandaag internationaal bekend om zijn traditionele snoeivormen, zijn traditionele fruitvariëteiten, zijn uitgebreid assortiment van groentesoorten en variëteiten. De museumtuin kan enkel gezocht worden na reservering. De toegang en de rondleiding zijn gratis en gebeurt door gespecialiseerde tuiniers die instaan voor het onderhoud. Bij elk bezoek kan de bezoeker een evaluatieformulier invullen die een quotering geeft over de reservatie en onthaal, het concept en de invulling van de tuin en de rondleiding. Het kasteel zelf is toegankelijk op dinsdag, woensdag, donderdag, zaterdag en zondag van 1 april tot 31 oktober. Tijdens de zomermaanden is het kasteel ook open op maandag, maar op vrijdag blijft het dicht. Een bezoek kost 4 euro. De museumtuin is niet toeganke-lijk voor individuele bezoekers tenzij op zondag om 14.00 u. Hiervoor moet men wel vooraf toegangskaarten aanvragen bij de diensten van AMINAL Bos en Groen in Leuven. Groepen kunnen ook op afspraak de museumtuin bezoeken. Het kasteel van Gaasbeek is het vlaggenschip van het culturele luik van het Bruegelproject en fungeert als decorum voor de strip ‘De val der blinden’ genoemd naar het gelijknamige schilderij van Bruegel. In de maand juli 2003 werden er op zondag historische evocaties georganiseerd met telkens een afsluitend klank-en lichtspel. Evaluatie van het kasteel van Gaasbeek Het kasteel van Gaasbeek kan zeker de vergelijking met de beroemde Engelse kastelen van Leeds Castle en Hever Castle doorstaan die meerdere honderdduizenden bezoekers per jaar aantrekken. Het aantal bezoekers aan het kasteel van Gaasbeek viel de laatste jaren terug tot circa 25 000 bezoekers per jaar. Het park van het Kasteel van Gaasbeek haalt echter ruim 100 000 tot 170 000 bezoekers en is heel het jaar toegankelijk voor het publiek. Enkele oorzaken van de terugval van het aantal bezoekers aan het kasteel zijn onzes inziens ondermeer: • het gebrekkige management wat betreft het kasteel als bezoekersattractie; • het gebrek aan afstemming en samenwerking tussen de Vlaamse Administratie Bos en

Groen (AMINAL) en de Administratie Cultuur; • de beperkte en onduidelijke openingsperiodes: tijdens de zomermaanden is het kasteel

bijvoorbeeld gesloten op vrijdag en op de middagen, in de winter is het kasteel helemaal niet open;

• het gebrek aan moderne informatiedragers bij het bezoek aan het kasteel;

Page 35: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

35

• het gebrek aan investeringen in het bezoekerscomfort; • de onduidelijke toestand in het eng behuisde onthaalpaviljoen met enerzijds de balie

bemand door personeel van DAB van het kasteel van Gaasbeek en anderzijds de balie van de VVV Pajottenland en Zennevallei;

• de moeilijke toegankelijkheid van de museumtuin voor individuele bezoekers (slechts na reservatie);

• het gebrek aan communicatie en promotie in de voorbije jaren rond het complex ondanks enkele recente goede aanzetten (Knack-special, folder en strip) in het kader van het Bruegelproject.

b) De Nationale Plantentuin van Meise De Nationale Plantentuin van België is een federale instelling met een drievoudige doelstelling: • botanisch onderzoek; • bewaren en beheren van collecties van planten, zaden of plantenweefsels; • informatie en vorming verstrekken aan een breed publiek. De Plantentuin heeft reeds een lange geschiedenis achter de rug die teruggaat tot 1826 toen de ‘Koninklijke maatschappij van kruid-, bloem- en boomkwekerijen der Nederlanden’ werd opgericht. Deze maatschappij legde een botanische tuin aan in Brussel tussen het Rogierplein en de Schaarbeekse Poort. Na de onafhankelijkheid veranderde de naam in ‘Société Royale d’Horticulture de Belgique’. In 1870 werd de Belgische Staat eigenaar en de naam veranderde opnieuw in ‘Jardin Botanique de l’Etat’. In 1938 werd het domein van Bouchout in Meise (92 ha) aangekocht en sinds 1939 werden de collecties naar Meise overgebracht. Het grote serrencomplex, het Plantenpaleis, werd gebouwd tussen 1947 en 1959. In 1967 veranderde de naam nogmaals in ‘Nationale Plantentuin van België’. Het gebouw in Brussel werd later herbestemd als cultureel centrum van de Franse gemeenschap. Het derde onderdeel van de missie, ‘informatie en vorming verstrekken aan een breed publiek’, is in het kader van voorliggende studieopdracht van groot belang. De Plantentuin, het park en het plantenpaleis, is in de loop der jaren effectief uitgegroeid tot een belangrijke betalende attractie. Sinds 2000 dient de bezoeker een toegangsprijs te betalen van 4 euro. De Plantentuin wil dus niet langer als een recreatiepark of een wandeldomein fungeren, maar wel als een volwaardig bezoeksobject of thema-attractie met een educatieve inslag. We kunnen hier dan ook spreken van edu-toerisme of ‘edutainment’. Recreanten en wandelaars die het domein toch regelmatig willen bezoeken kunnen gebruik maken van de abonnementsformule. De nieuwe aanpak maakt een betere bezoekerspolitiek mogelijk en slaat blijkbaar ook aan bij publiek: het totale aantal bezoekers steeg van 41 166 in 2000 naar 103 125 personen in 2002. De Plantentuin is elke dag open behalve op Kerstmis en op 1 januari. De belangrijkste en meest interessante onderdelen voor het publiek zijn: • het Plantenpaleis, een serrencomplex met in totaal 13 serres met een overzicht van alle

belangrijke plantensoorten in de wereld. Vooral de gigantische waterlelies in de Victoria kas zijn bekend. Het Plantenpaleis dateert uit de jaren ’50 en is nu voor ongeveer 1/3 gerestaureerd.

• het Kasteel van Bouchout met de Kasteeltuin: in het kasteel worden geregeld tentoon-stellingen of congressen georganiseerd.

• het Pachthof en de Plantentuinwinkel; • de Balatkast;

Page 36: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

36

• het Fructicetum; • het Herbetum: de collectie vaste planten; • het Coniferetum; • de Oranjerie waar de cafetaria is gevestigd; • het Herbarium en de bibliotheek, of het wetenschappelijke hart van de Plantentuin. Er zijn grootse investeringen gepland om de Plantentuin te vernieuwen en meer publieks-vriendelijk te maken: • de verdere restauratie van het Plantenpaleis; • het lokaliseren van het bezoekersonthaal in de Vlaamse Hoeve; • het ombouwen van het Pachthof tot cafetaria (enkel voor de zomer); • het uitbouwen van een Botanisch Museum rond mensen en planten in de tuin van de

Orangerie; • een nieuwe interne bewegwijzering. De totale kostprijs van de geplande investeringen wordt geraamd op circa 20 miljoen euro. Gezien de ligging en toeristisch belang wordt een overdracht van het federale niveau naar het Vlaamse Gewest overwogen. Evaluatie van de Nationale Plantentuin • De Nationale Plantentuin is in de eerste plaats een wetenschappelijke instelling die

evenwel een belangrijke toeristische component heeft. De Plantentuin behoort samen met Londen, Edinburgh en Berlijn tot de 20 belangrijkste ter wereld en herbergt niet minder dan 18 000 plantensoorten. Sinds 2000 wordt een actieve bezoekerspolitiek gevoerd op basis van een eenheidstarief voor de volledige de tuin: deze nieuwe aanpak werpt duidelijk vruchten af. Hoewel de Plantentuin heel wat exotische plantensoorten herbergt in het plantenpaleis, is dit tevens een complex met een zeer mooi park en Kasteel dat volledig kadert binnen het concept ‘Groen en Kastelen’ van de Groene Gordel.

• Minpunten op dit ogenblik zijn:

- het bezoekersonthaal dat vanuit een container gebeurt; - de niet gerestaureerde delen van het Plantenpaleis waar nog geen interpretatieve

borden aangebracht worden zodat de belevingswaarde er minimaal is; - de minder goede ligging van de cafetaria: de cafetaria ligt te ver van de ingang en

van de belangrijkste attractie; - het beperkt personeelsbestand zeker op het vlak van bezoekerspolitiek, marketing

en educatie; - het ontoereikende marketingbudget; - een niet heldere bewegwijzering voor de bezoeker binnen het domein.

Deze minpunten worden door de directie onderkend en de nodige investeringen zijn voorzien. c) Het Huis van de Toekomst in Vilvoorde In het Huis van de Toekomst in Vilvoorde kan de bezoeker kennis maken hoe wonen en leven kan gebeuren in de nabije toekomst. Het eerste huis kwam er in 1995 en had als thema het wonen in de toekomst met integratie van technologie. In 2000 werd een tweede huis opgericht: hier ligt de nadruk meer op trends, evoluties, life style en architectuur. In 2005 komt er een derde huis.

Page 37: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

37

Het Huis van de Toekomst richt zich tot drie doelgroepen: • individueel publiek (30%); • scholen/groepen (30%); • professionelen/MICE (40%). Op jaarbasis haalt het Huis zo’n 100 000 à 150 000 bezoekers. De individuele bezoeker betaalt een toegangsprijs van 10 euro. Het Huis van de Toekomst werkt in principe zonder overheidssubsidies. Er zijn een dertigtal mensen werkzaam: 7 personen zijn tewerkgesteld in de uitbating (balie, marketing en verkoop), de rest verzorgt het algemeen beleid, de ICT en de ontwikkeling van nieuwe producten. Binnenkort komt er overigens ook een Huis van de Toekomst in Amsterdam. Evaluatie van het Huis van de Toekomst • Het Huis van de Toekomst ademt een zelden geziene sfeer van professionalisme uit en

kan dus ondermeer ook dankzij het grote bezoekersaantal als een topattractie beschouwd worden.

• Deze attractie sluit qua concept iets minder goed aan bij het geheel van de Groene

Gordel (groen en kastelen) omwille van de ligging in de Brusselse invloedssfeer en omwille van het thema.

• Problemen of minpunten zijn:

- de minder goede ligging tegenover het eigenlijke product van de Groene Gordel (op grondgebied Vilvoorde maar binnen de Brusselse ring), maar deze attractie is anderzijds wel goed bewegwijzerd.

- het relatief beperkte marketingbudget. d) Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika kan bogen op een lange geschiedenis. Het dankt zijn ontstaan aan een tijdelijke tentoonstelling die het koloniale luik vormde van de Erelidtentoonstelling in Brussel van 1897. Koning Leopold II liet hiervoor in het Park van Tervuren het Koloniënpaleis optrekken dat via een brede dubbele laan met de hoofdstad werd verbonden. Een jaar later kreeg de tentoonstelling een permanent karakter onder de naam ‘Musée du Congo’. In 1902 besliste de koning om een groter museum te bouwen, een opdracht die werd toevertrouwd aan de Franse architect Charles Girault. In 1910, één jaar na de dood van Leopold II, huldigde Albert I het Museum in als ‘Musée du Congo Belge’ en later ook het ‘Museum voor Belgisch Congo’. Na de onafhankelijkheid van Congo in 1960 veranderde de naam in ‘Koninklijk Museum voor Midden-Afrika’. Vandaag is het nog steeds één van de tien koninklijke musea en federale wetenschappelijke instellingen. Het Museum, dat tot de belangrijkste musea over Afrika ter wereld wordt gerekend, beschikt over een indrukwekkende etnografische collectie met maskers, beeldjes, rituele en gebruiksvoorwerpen bestemt voor jacht, visvangst of muziek. Er is ook een uitgebreide collectie aan insecten, vissen en amfibieën, reptielen, vogels en opgezette zoogdieren. Daarnaast is er ook uitgebreid aandacht voor historische aspecten zoals de ontdekking van Midden-Afrika, de figuur van Stanley en de Belgische aanwezigheid in de vroegere kolonie. Het Museum heeft als kennis- en documentatiecentrum ook nog steeds een zeer belangrijke wetenschappelijke opdracht en wordt ook daarvoor wereldwijd erkend.

Page 38: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

38

Sinds enkele jaren heeft het Museum zijn wat stoffige imago uit het ‘Belgique à papa’ omgeruild voor een veel dynamischer aanpak met tal van publieksactiviteiten zoals tijdelijke tentoonstellingen, evenementenweekends, voordrachten, concerten en andere culturele activiteiten en met een wervende promotiecampagne rond het eigen logo, de eigen huisstijl en de modernisering die op gang is. Het Museum haalt dan ook jaarlijks een bezoekersaantal tussen de 130 000 en 250 000 bezoekers afhankelijk van het aanbod aan tijdelijke tentoonstellingen. Het Museum is het ganse jaar open behalve op maandagen, 1 mei, Kerstmis en Nieuwjaar. Evaluatie van het Koninklijk Museum voor Midden Afrika • Dit Museum heeft enorme potenties en kan uitgroeien tot een absolute topper die nog

meer toeristen uit binnen- en buitenland zal aantrekken. • Bovendien situeert het Museum zich in een groene parkomgeving die uitstekend

aansluit bij het algemene imago van de Groene Gordel (groen en kastelen). Het is bijgevolg vanzelfsprekend dat Toerisme Vlaams-Brabant deze belangrijke opportuniteit moet aangrijpen om dit museum als attractie- en dispatchingpunt aan te wenden voor het toerisme in het Dijleland.

• Een probleem blijft actueel de ietwat verouderde museale inrichting die niet langer

beantwoordt aan de noden van een hedendaags museum.

1.2.10.2 Kleinere en middelgrote attracties en musea

Naast deze vier topattracties zijn er in elke subregio diverse kleinere en middelgrote musea en attractiepunten van diverse aard en kwaliteit die we hier kort opsommen per deelregio (niet exhaustief). We vermelden ook telkens de attracties die enkel voor groepen toegankelijk zijn. Deze attracties samen vormen de aantrekkelijkheid van de diverse subregio’s en zijn complementair aan de hierboven vermelde sterattracties. Pajottenland-Zennevallei In Pajottenland en Zennevallei zijn volgende attracties te bezoeken: • het Kasteel van Beersel, waterburcht uit de 15e eeuw heropgebouwd begin van de 20e

eeuw; • de Herisemmolen in Alsemberg (Beersel), gerestaureerde watermolen heringericht als

educatief museum voor papier-, karton- en aandrijftechnieken. Leuk café-restaurant. • het Herman Teirlinckmuseum in Beersel in de villa die de schrijver bewoonde van 1936

tot 1967 met een tentoonstellingszaal voor hedendaagse kunst; • het Felix De Boeckmuseum in Drogenbos met 275 schilderijen en 25 tekeningen van de

schilder. Er zijn plannen van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Vlaams-Brabant om te investeren in dit museum.

• het Volksinstrumentenmuseum in het Ontmoetingscentrum De Cam in Gooik, collectie van Herman De Wit van ’t Kliekske;

• het Zuidwest-Brabants museum in Halle, collectie met archeologische vondsten, folkloristische en heemkundige voorwerpen;

• het Trammuseum in Schepdaal (Dilbeek): collectie van 35 locomotieven en buurttrams; • het heemkundig Museum in de voormalige pastorie van Gaasbeek (Lennik): huisraad en

landbouwwerktuigen; • het Museum van het Hallerbos in Halle: tentoonstelling over geologie, geschiedenis,

fauna en flora van het Hallerbos;

Page 39: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

39

• het Museum van het Brabants Trekpaard in Vollezele (Galmaarden). Enkel voor groepen: • diverse kleinere ambachtelijke brouwerijen; • de Provinciale Proeftuinen in Pamel (Roosdaal); • de Wijnkelder Blijenberg. Evaluatie van de kleinere en middelgrote attractiepunten in Pajottenland en Zennevallei • Het Pajottenland en de Zennevallei bieden een grote verscheidenheid aan kleine en

middelgrote attractiepunten en musea. • Deze projecten beschikken vaak over te weinig budgettaire en personele middelen, een

verouderde museale presentatie en een beperkt promotiebudget. Niettemin hebben enkele van deze punten ongetwijfeld potenties om tot belangrijkere hefboomprojecten uit te groeien. We denken hierbij ondermeer aan het Felix De Boeckmuseum in Drogenbos, het Kasteel van Beersel, de Herisemmolen in Alsemberg en het volksinstrumentenmuseum in de Cam in Gooik.

• Een drietal themata kunnen verder uitgebouwd worden zoals de volksmuziek, de

streekbieren lambiek, geuze en kriek en de figuur van Bruegel de Oude, die met uitzondering van Gaasbeek opvallend afwezig blijft uit zijn eigen regio.

Dijleland In het Dijleland kunnen volgende attracties worden bezocht: • het Druivenmuseum in Overijse, overzicht van de Druiventeelt in het gebouw De Bonten

Os. Er zijn plannen om het museum onder te brengen op een andere locatie. • het Bosmuseum Jan van Ruusbroec in Hoeilaart over de geschiedenis, flora, fauna en

bosbeheer van het Zoniënwoud; • het Museum Het Schaakbord: verzameling van meer dan 40 schilderijen van de School

van Tervuren; • het Witloofmuseum in Kampenhout-Sas: in uitbouw in het kader van een PDPO-project; • het Heemkundig Museum in Keerbergen: huisraad, landbouwinstrumenten en meubilair; • het Heemkundig Museum in Zaventem.

Enkel voor groepen: • de Nationale Luchthaven van Zaventem;

De Nationale Luchthaven van Zaventem trekt jaarlijks ongeveer 20 000 bezoekers aan in groepsverband. De luchthaven is succesvol als groepsbestemming. In de toekomst zal men zich ook meer richten tot de individuele bezoeker: hiervoor plant men een bezoekerscentrum rond luchtvaart en rond de luchthaven. De luchthaven heeft ook een potentie voor ‘plane spotters’ die naar de landende vliegtuigen komen kijken. In de toekomst wordt hiervoor een specifieke parking gepland.

• de brouwerij Primus in Haacht; • het Arboretum in Wespelaar in Haacht; • de wijnkelder ‘Soniën’ in Overijse.

Page 40: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

40

Evaluatie van de kleinere en middelgrote attractiepunten in het Dijleland • Het aantal attractiepunten is een stuk beperkter dan in Pajottenland en Zennevallei.

Ook hier zijn er diverse aanzetten om de kwaliteit van een aantal projecten op te waarderen.

• De Nationale Luchthaven biedt toekomstperspectieven voor het aantrekken van zowel

groepen als individuelen die dit bezoek kunnen combineren met andere attracties in de streek.

• Belangrijke aanknopingspunten voor een toeristische strategie zijn: het te vernieuwen

Druivenmuseum in Overijse en het Witloofmuseum in Kampenhout. Ook het Arboretum in Wespelaar biedt perspectieven. Ten slotte zijn er in Sint-Agatha-Rode en Bertem plannen voor de uitbouw van een kleinschalig attractiepunt in de oude pastorij.

Noordwest Brabant Noordwest Brabant biedt volgende attracties aan: • het Museum voor Oude Technieken (MOT) in Grimbergen: erkend als regionaal

museum. De verzameling werktuigen is opgesteld in drie gebouwen: het Guldendal, de Liermolen en de Tommenmolen.

• de Volkssterrenwacht MIRA in Grimbergen; • het Sportimonium in Hofstade (Zemst): museum in uitbouw op het BLOSO-domein. Enkel voor groepen: • de brouwerij Palm in Steenhuffel (Londerzeel); • de Stoeterij Diepensteyn in Steenhuffel. Evaluatie van de kleinere en middelgrote attractiepunten in Noordwest Brabant • Naast Meise vormt ook Grimbergen een sterke attractiepool met de volkssterrenwacht

en het MOT. Ook de Brouwerij Palm in Steenhuffel, die nu reeds 20 000 bezoekers in groepsverband aantrekt, heeft potenties voor een verdere toeristische ontwikkeling. Ook de Stoeterij zou hier een rol kunnen spelen. Voorwaarde is wel de toegankelijkheid voor individuele bezoekers.

• In de rest van de regio vinden we veel minder bezoekersattracties. Conclusies over het bezoeken van attractiepunten in de Groene Gordel • De Groene Gordel beschikt over vier sterke attractiepunten op hoog niveau die in de

toekomst potenties hebben om zich nog sterker te ontwikkelen. Deze attracties kunnen echte speerpunten in het toeristisch beleid vormen. Bijzondere aandacht dient te gaan naar de verdere toeristische ontsluiting van het Kasteel van Gaasbeek.

• Met betrekking tot de kleinere en middelgrote musea en attractiepunten dient een

verantwoorde keuze gemaakt te worden om een aantal van deze punten uit te bouwen tot subregionale hefboomprojecten met een eigen toeristische aantrekkingskracht.

• Een specifiek aandachtspunt - daar waar mogelijk - is de ontsluiting voor individuele

bezoekers van attractiepunten die nu enkel voor groepen toegankelijk zijn. Naast de nationale luchthaven bieden het bierthema of de Brabantse Gotiek hier ongetwijfeld opportuniteiten.

Page 41: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

41

1.2.11 Beleven van sfeer in cultuurhistorische steden en dorpen

Het aantal kleinere cultuurhistorische steden is in de Groene Gordel beperkt tot Halle en Vilvoorde. Dit heeft uiteraard te maken met de aanwezigheid van Brussel en Leuven. Halle, dat gelegen is aan de Zenne, heeft het grootste toeristische potentieel: van oudsher is dit een bedevaartsstad waar een miraculeus Mariabeeld, de zogenaamde Zwarte Madonna, wordt vereerd. De stad beschikt dan ook over de statige Sint-Martinusbasiliek, een toonbeeld van Brabantse hooggotiek, waar het beeld is ondergebracht. In de kerk vindt de bezoeker ook een crypte met schatkamer en een klein torenmuseum. Beeldbepalend voor Halle is ook het historische Stadhuis op de stemmige Grote Markt. Halle is een gezellige stad met diverse pleintjes en gezellige winkelstraatjes. Binnenkort fungeert deze stad als achtergronddecor voor een nieuwe televisieserie van de VRT, Witse, met muziek van Toots Thielemans. In tegenstelling tot Halle maakt Vilvoorde de facto deel uit van het verstedelijkte gebied rond Brussel. Een belangrijke verkeersader met diverse ronde punten wringt zich doorheen de stad. Niettemin hebben de Markt en enkele winkelstraten toch een zekere aantrekkingskracht. Minpunt zijn de vele auto’s op, het nochtans mooie, marktplein. Daarnaast zijn er ook nog Asse en Tervuren die als kleinere toeristische centra fungeren. De Groene Gordel heeft ook diverse kleine dorpjes vaak met typische dorpskerkjes, en andere historische gebouwen en kleine lieftallige dorpspleinen. Deze worden besproken volgens subregio. Pajottenland en Zennevallei Deze dorpjes vinden we in de eerste plaats terug in de landelijke gemeenten van het Pajottenland. Enkele voorbeelden: • Gooik met het ontmoetingscentrum de Cam; • Galmaarden met het Baljuwhuis en zijn unieke tuin, een stukje erfgoed dat door de

Provincie werd overgelaten aan de gemeente Galmaarden; • Eizeringen met het kasteeldomein Neufcour; • Sint-Anna-Pede met het kerkje dat Bruegel afbeeldde op ‘De Val der Blinden’; • Onze-Lieve-Vrouw Lombeek (Roosdaal) met het laatgotische retabel in de kerk; • Strijtem met de helletaferelen in de Sint-Maartenskerk; • Diverse andere dorpjes met sprekende namen zoals Oetingen, Herfelingen, Pepingen,

Wambeek, Tollembeek, Sint-Pieterskapelle, Bever, Herne, Heikruis, Vollezele, Elingen, Lembeek, e.a.

De grotere kernen in de Zennevallei worden gekenmerkt door hun kerken met Brabantse gotiek zoals de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Alsemberg en de Sint-Niklaaskerk in Drogenbod. Ook Beersel is een bezoekje waard en is sinds oudsher een bekende pleisterplaats voor dagtoeristen. Belangrijke cultuurhistorische gebouwen vinden we ook buiten de kernen zoals: • windmolens (Zepposmolen in Onze-Lieve-Vrouw Lombeek); • watermolens (Herisemmolen in Alsemberg); • kastelen zoals het kasteel van Ter Rijst in Heikruis en uiteraard het kasteel van

Gaasbeek; • imposante vierkantshoeven zoals de hoeve Bree-Eik.

Page 42: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

42

Opmerkelijk is het feit dat het toerisme en meer bepaald het kleinschalig verblijfstoerisme in tegenstelling tot andere landelijke regio’s in Vlaanderen zoals de Kempen, de Vlaamse Ardennen en de Westhoek grotendeels is voorbijgegaan aan het Pajottenland. Het hoeve-toerisme is beperkt tot één aanbieder in Oetingen en er zijn ook slechts enkele ‘bed and breakfast’ uitbatingen. Een eventuele toekomstige ontwikkeling van het toerisme in dit gebied moet dan ook met omzichtigheid gebeuren zonder de eigenheid van dit homogeen landelijke gebied in het gedrang te brengen. Dijleland Het Dijleland kent enerzijds een aantal grotere entiteiten met een zeker karakter zoals Hoeilaart, Overijse en Tervuren in het Zuiden, en Haacht en Kortenberg in het Noorden. In Kortenberg is er een Benedictinessenabdij. Ook Keerbergen dat aan de rand van het gebied ligt straalt een aangename sfeer uit en kan bogen op een langdurige toeristische traditie. Bertem heeft ondanks zijn ligging langs de autoweg E40 en de steenweg Leuven-Brussel een vrij rustige dorpskern met een unieke pastorij (die op termijn tot cultuurtoeristisch centrum wordt uitgebouwd), de Veronicakapel en de Romaanse Sint-Pieterskerk. In het zuiden vinden we ook kleinere dorpjes zoals Duisburg, Vossem, Korbeek-Dijle en Leefdaal met de Sint-Veronakapel alsook Huldenberg met de deelgemeenten Ottenburg, Neerijse en Sint-Agatha-Rode waar we de reeds vermelde pastorij terugvinden. Ook deze dorpjes getuigen van een landelijke charme en rust. Deze rust contrasteert scherp met de onverwachte drukte in het gehuchtje Jezus-Eik (Overijse) gelegen midden in het Zoniënwoud rond een kapel dat in de loop der jaren uitgegroeid is tot een druk dagtoeristisch knooppunt met tal van restaurants en cafés. In het noorden kunnen we de dorpjes Buken, Erps-Kwerps, Hever, Evergem, Humelgem, Tildonk, Wespelaar en Wakkerzeel vermelden. In dit laatste dorp is er ook een merkwaardige pastorij. Ook in het Dijleland is er erfgoed aanwezig buiten de kernen meer bepaald: • kastelen (ondermeer in Leefdaal, Neerijse, Everberg, Huldenberg, Sterrebeek, Oud-

Heverlee, Steenokkerzeel en Haacht); • watermolens (ondermeer in Loonbeek en Overijse); • vierkanthoeven (ondermeer het Lindenhof in Neerijse, het Hof ter Vaeren in Huldenberg

en het Pachthof Oudevoorde in Vossem). Noordwest Brabant De kern van Grimbergen beschikt duidelijk over toeristische potenties: naast de reeds vermelde attracties van het MOT en de volkssterrenwacht MIRA is ook het centrale plein erg aantrekkelijk. Beeldbepalend is hier de imposante kerk van de Norbertijnenabdij. Ook Vilvoorde heeft met de markt en enkele bezienswaardigheden mogelijkheden voor het aantrekken van bezoekers. Daarnaast stralen de kernen van Londerzeel, Asse en Meise een zekere gezelligheid uit. Kleinere dorpjes zijn hier minder talrijk: we vermelden toch Steenhuffel, Mollem en Humbeek.

Page 43: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

43

Conclusies over het beleven van de sfeer in cultuurhistorische steden en dorpen • Ondanks het feit dat enkel Halle als kleinere cultuurhistorische stad kan gecatalogeerd

worden, beschikt de Groene Gordel toch over enkele interessante kernen zoals Grimbergen, Vilvoorde, Asse, Beersel, Tervuren, Hoeilaart, Overijse en Haacht. Vooral in het Dijleland en het Pajottenland vinden we ook kleinere dorpjes terug met een zekere charme. Ten slotte is ook het landelijk erfgoed niet onbelangrijk.

• Het charmante karakter van een aantal dorpskernen kan nog versterkt worden door een

aangepaste inrichting van straten en pleinen. Op het beleidsmatige vlak dient ook aandacht te gaan naar de bescherming van het landelijke erfgoed. Hoevetoerisme is zeker een opportuniteit voor een eventuele herbestemming van leegstaande vierkant-hoeves. Deze mogelijkheid dient dan ook te worden voorzien in het provinciaal ruimtelijk structuurplan.

1.2.12 Beleven van evenementen

1.2.12.1 Infrastructuur voor evenementen

In het algemeen kan gesteld worden dat voldoende infrastructuur aanwezig is in de Groene Gordel voor het organiseren van evenementen. Brusselse infrastructuren en de Brabanthal in Leuven zijn belangrijke infrastructuren waarmee de Groene Gordel niet moet concurreren. Er zijn ook voldoende culturele centra ontwikkeld die middelgrote en kleine evenementen kunnen ontvangen.

1.2.12.2 Type van evenementen

De Gordel De Gordel is meteen ook het belangrijkste evenement van de Groene Gordel. Dit wandel- en fietsevenement wordt reeds 20 jaar georganiseerd in alle Vlaamse gemeenten rond Brussel op de eerste zondag van september. Doelstelling is nog steeds het Vlaamse karakter van de groene rand rond Brussel te benadrukken. ‘Gordelen’ is nog steeds in en trekt ieder jaar circa 100 000 Vlamingen aan. De Gordel wordt ieder jaar sterk door de media ondersteund en speelt ook in op jongeren en kinderen, ondermeer met het populaire Gordellied. In juni van elk jaar wordt tevens door BLOSO in samenwerking met gemeenten en scholen een evenement (twee maal twee dagen in twee opeenvolgende weken) georganiseerd voor scholen uit gans Vlaanderen om een stukje van de gordel te doen (Overijse en Tervuren). Evenementen verbonden aan de topattracties De vier voornoemde topattracties hebben de jongste jaren belangrijke inspanningen geleverd op het vlak van evenementen: • het Kasteel van Gaasbeek met de historische evocaties in 2002 en 2003; • de Nationale Plantentuin met tuindagen; • het Koninklijk Museum voor Midden Afrika met grote tijdelijke tentoonstellingen; • het Huis van de Toekomst met diverse publieksacties.

Page 44: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

44

Dag van het Pajottenland en van het Dijleland De Dag van het Pajottenland wordt sinds een tweetal jaar georganiseerd door het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën in samenwerking met de gemeenten en verschillende organisatoren. De dag van het Dijleland werd vrij recent ingevoerd door de VVV Dijleland en betrekt de diverse toeristische diensten hiermee. Deze beide evenementen zijn vooral gericht op de regionale bewoners. Muzikale evenementen De Groene Gordel heeft in dit segment geen echt topfestival zoals Werchter of Dranouter. Er zijn wel enkele kleinere festivals en concerten: • Rock Affligem; • Rock Ternat; • Folk en jazz rally in Roosdaal; • Soirée Tropicale in Zemst; • Jazz Contest Belgium in Overijse; • Vilvoorde Pop; • Country en Western Festival in Haacht; • Het Bluesfestival in Wespelaar. Op het vlak van de klassieke muziek kunnen we het Festival van Vlaanderen vermelden dat 10 concerten aanbiedt in het kader van het Bruegelproject in tien gemeenten van de Groene Gordel. Gooik heeft in het verleden met de volksmuziekgilde een flinke reputatie opgebouwd op het vlak van volksmuziek met het instrumentenmuseum en het jaarlijkse volksmuziekfestival. Sinds kort is het initiatief omgevormd in Muziekmozaïek, impulscentrum voor folk en jazz. Het volksmuziekfestival noemt nu ‘Avondfeestival Gooik’ 2003. Sportevenementen Ook enkele sportevenementen kunnen bijdragen tot de bekendheid van de regio. In dit verband kunnen we volgende evenementen vermelden: • de Brabantse Pijl (Alsemberg); • de Vlaamse Druivenveldrit in Overijse; • de Power Horse Competition in Vollezele; • de Feryn Pijl in Kapelle-op-den-Bos; • de triatlon in Vilvoorde; • de Veldrijden Superprestige in Machelen. Lokale evenementen Hieronder een selectie van kleinere evenementen van subregionaal en lokaal belang met wortels in kunst, folklore en lokale geschiedenis. Een aantal van deze evenementen hebben ongetwijfeld potenties om bij te dragen tot de imagovorming van de Groene Gordel en de subregio’s. Op dit ogenblik is dit evenwel niet het geval. Een selectie van dergelijke evenementen die kunnen aangewend worden voor inkomend toerisme moet worden gemaakt op basis van objectieve criteria. Het is daarom aangewezen om dat de provincie

Page 45: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

45

Vlaams-Brabant een waarderings-schaal uitwerkt (zie Strategisch Beleidsplan Hageland) om deze evenementen te selecteren. Bij de beoordeling moet zeker ook aandacht gaan naar het authentieke van de evenementen en het gedragen zijn door de basis. De evenementen worden hieronder gegroepeerd naar subregio. Pajottenland-Zennevallei • Sint-Antoniusviering in Essene (Affligem); • Beerselse Kasteelfeesten; • Heksenproces en heksenwandeling in Bever; • Processie van Groot-Bijgaarden; • Pauwelviering in Galmaarden; • Openluchttheaterfestival in Baljuwhuis in Galmaarden; • Oogstfeesten in Gooik; • Karnaval, Mariaprocessie en St-Veroonsmars in Halle; • Sneukeltocht en Dag van de Aardbei in Roosdaal; • Rozenweekend in Sint-Pieters-Leeuw; • Midzomer van Wambeek; • Bloemenstoet in Ternat. Dijleland • de Koningsschieting (Jefkesschieting) in Bertem; • Kiezen voor Kunst in Bertem; • de Huldenbergse feesten en Sint-Rochusommegang in Huldenberg; • het Druivenfestival in Hoeilaart; • de Druivenfeesten in Overijse; • de Zoetwaterprocessie in Oud-Heverlee; • de Reuzenfeesten en pompoenweging in Tervuren; • Steenokkerzeel: Wing+Motodag in Steenokkerzeel; • St-Maartenvuur in Steenokkerzeel; • het Karnaval en kerstmarkt in Zaventem; • de Jan Primusfeesten in Haacht; • Bloemendorp en vlottentocht in Tildonk; • de Parkfeesten in Kampenhout; • de Molenfeesten in Keerbergen; • de Kortenbergse Kunstkabinneten; • de Artiestentoer in Tervuren; • de Halloweenwandeling in Tervuren; • de Sint-Hubertuswandeling in Tervuren; • de Kroegentocht in Tervuren. Noordwest Brabant • de Hopduvelfeesten, St. Hubertusdierenwijding en Carnalvalstoet in Asse; • Van Stof tot Asse in Asse; • de St. Paulus-paardenprocessie, carnaval en ambachtenmarkt in Opwijk; • de St. Servaesommegang en Kasteelfeesten in Grimbergen; • de beiaardfeesten in Meise kroegentocht; • de kerstmarkt in Grimbergen.

Page 46: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

46

Daarnaast zijn er ook de kermissen en de talrijke jaarmarkten ondermeer in Dilbeek, Gooik, Herne, Affligem, Pepingen, Ternat, Zellik, Mollem, Opwijk, Grimbergen, Wemmel, Zemst, Zaventem en Boortmeerbeek. Ten slotte zorgen ook de wekelijkse markten en de diverse boerenmarken (Halle, Dilbeek, Oud-Heverlee, Gaasbeek en Pamel) voor kleur en sfeer in de regio. Conclusies over evenementen • Het evenement ‘de Gordel’ is erg belangrijk voor het imago van de volledige Groene

Gordel. Niettemin wordt het evenement teveel op zich gepromoot en wordt de relatie met de ruimere regio onvoldoende gelegd. Naast de Gordel dienen de evenementen gekoppeld aan de topattracties verder te worden ondersteund. Het evenementenbeleid van deze attracties dient verder uitgebreid en gepromoot. Ook hier is de link tussen de toekomstige regiocampagne en deze publieksactiviteiten van groot belang. Het komt er immers op aan om de potentiële dagtoeristen uit Vlaanderen een effectieve aanleiding te geven om naar de Groene Gordel te komen.

• De volksmuziektraditie en de aanwezigheid van Muziekmozaïek is een belangrijke troef

voor Gooik, het Pajottenland en de Groene Gordel. Volksmuziek heet nu immers folk en dankzij Laïs, Kadril en Folk Dranouter is folk opnieuw in en trendy. Men dient dus deze toeristische potentie verder uit te bouwen, weliswaar met respect voor de draagkracht van Gooik en het Pajottenland. Ook het instrumentenmuseum dient in dit perspectief herbekeken.

• Ten slotte kan een beperkte selectie van lokale evenementen met imagoversterkende

potenties voor de Groene Gordel op een hoger niveau getild worden en meegenomen in de algemene communicatie rond de Groene Gordel. Om een objectieve selectie te kunnen maken is het aangewezen voor Toerisme Vlaams-Brabant om een objectieve waarderingsschaal voor evenementen op te stellen.

1.2.13 Recreatief winkelen

Het recreatief winkelen is mogelijk in de stadjes Halle en Vilvoorde en in beperkte mate in de kleinere centra Dilbeek, Tervuren en Asse. Vooral in Halle en Vilvoorde is het van belang om verder te werken aan een eigentijdse aanpak van het publieke domein wat kan bijdragen tot een positief winkelklimaat. Conclusies over recreatief winkelen • Er zijn voldoende mogelijkheden voor funshopping in Brussel en in andere steden in de

onmiddellijke omgeving zoals Mechelen, Leuven en Aalst. De Groene Gordel dient zich bijgevolg niet echt als shoppingregio te profileren.

• Enkel Halle en Vilvoorde kunnen als kleinere winkelcentra worden ondersteund.

Page 47: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

47

1.2.14 Tafelen/drinken en ‘couleur locale’

Verder kunnen nog andere typische elementen inhoud geven aan de beleving van de diverse subregio’s van de Groene Gordel. Restaurants en cafés Het aanbod op het vlak van cafés en restaurants is in de eerste plaats afgestemd op de plaatselijke bevolking. De kwaliteit kan over het algemeen als goed tot zeer goed bestempeld worden. Enkele zaken met een typisch karakter hebben een (dag)toeristische traditie of hebben potenties om een grotere toeristische uitstraling te ontwikkelen. Opnieuw geven we een kleine selectie per deelregio die niet pretendeert om exhaustief te zijn. Pajottenland en Zennevallei • Lindenhove in Hekelgem; • Mie Katoen en het Oud Zandtapijt in Affligem; • Driefonteinen in Beersel; • De Cam, Zwart Schaap, Krekelhof, Richelieu en de Verleiding in Gooik; • Het Klosken in Lennik; • De voet van Keizer Karel in Wambeek; • ’t Kelderke in Liederkerke; • De Kroon in Onze-Lieve-Vrouw Lombeek. Dijleland • Hof ter Varen in Huldenberg; • Nerocafé en Bij Victoria in Hoeilaart; • Lipsius, Istas en Barbizon in Overijse; • ’t Savoorke en de Gambrinus in Tervuren; • De Ton en de Kam in Wezembeek-Oppem; • De Wilg in Boortmeerbeek; • Café Maritime in Tildonk; • Brouwershof in Haacht; • ’t Veilinghof en Den Ast in Kampenhout; • de horecazaken bij het Zoet Water in Oud-Heverlee. Noordwest Brabant • de Tommenmolen in Grimbergen; • de Heidemolen in Malderen; • Leireken fietscafé in Steenhuffel; • de Passerelle en Siccard in Merchtem; • de Lindenhoeve in Hamme; • de Met en de Brasserie Drie Fonteinen in Vilvoorde; • de Cam, la Roseraie, Oliartes, Op ’t Hoeksken, ’t Hoog Huys in Wemmel; • de Leigen Assembak in Zemst; • de Drie Fonteinen in Vilvoorde.

Page 48: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

48

Streekproducten De diverse bieren voeren zonder twijfel de lijst van de streekproducten aan. Enerzijds zijn er de grote brouwerijen Palm met de bieren Palm, en Steendonk en Haacht met de bieren Primus en Witbier. Anderzijds zijn er de kleinere ambachtelijke brouwerijen in het Pajotten-land en de Zennevallei die lambiek brouwen, het basisproduct voor het bereiden van geuze en kriek. Ten slotte zijn er de abdijbieren Grimbergen en Affligem. Geuze wordt bereid door het vermengen van enkele verschillende soorten lambiek. Na het vermengen, wat vaak in stekerijen gebeurt, moet de geuze enkele maanden of liefst twee à drie jaar rijpen eerst in eiken vaten, nadien in flessen. Kriek wordt volgens hetzelfde principe als geuze bereid maar bij het vermengen van de lambieksoorten worden Schaarbeekse krieken toegevoegd. Geuze heeft een verfrissende, licht zurige smaak, terwijl kriek een fruitige maar zeker geen zoete smaak heeft. Belangrijk probleem is het artisanaal karakter van deze bieren. Industriële versies van geuze en kriek benaderen geenszins de authentieke smaak van de ambachtelijke varianten. Een smakelijke combinatie is een glas geuze met een boterham met plattekaas en radijzen. Ook de plattekaas is een echte specialiteit van het Pajottenland en wordt enkel ambachtelijk bereid. De plattekaas wordt op de boterham geschept en mag niet worden opengesmeerd. Er zijn ook andere sterkere varianten zoals mandjeskaas en de zogenaamde ‘ettekaas’. In het Pajottenland en in het zuiden van het Dijleland vinden we ook diverse hoeve-producten, ondermeer appelsap, boerenham, boerenbrood en diverse zuivelproducten zoals melk, kaas en hoeve-ijs. Deze producten worden aangeboden op de talrijke boeren-markten die in de twee subregio’s georganiseerd worden. Het zuiden van het Dijleland geniet grote bekendheid voor zijn druiven: het betreft hier voornamelijk zoete tafeldruiven die in de typische glazen serres worden gekweekt. In een aantal gevallen worden ook varianten gekweekt waarvan wijn wordt geproduceerd zoals in het Hageland of likeur. De Chardonnay variant groeit op de zuidflanken van het Kasteel van Gaasbeek terwijl deze zelfde druivensoort in Oud-Heverlee ook aan de basis ligt van lekkere schuimwijnen, de Chardonnay Meerdaal en de Soniën (Overijse). Het noorden van het Dijleland is dan weer bekend omwille van de groenteteelt, meer bepaald witloof en in mindere mate asperges. Het beste witloof is grondwitloof dat hier en daar nog in het Dijleland wordt gekweekt. Het witloof kent een aantal specifieke toepas-singen zoals witloofconfituur en witloofjenever. Nabij de veiling van Kampenhout zijn er ook restaurants die witloofmenus aanbieden. Huldenberg in het zuiden van het Dijleland is bekend om zijn waterkers en om zijn druivenconfituur. Om het lijstje van de bekende streekproducten te vervolledigen vermelden we nog volgende producten: • de mattentaarten uit Galmaarden; • de paardenbiefstuk uit Vilvoorde; • de Hopscheuten uit Asse en Affligem; • de aardbeien uit Roosdaal; • de Schaarbeekse krieken. Ten slotte zijn er nog een hele reeks minder bekende, maar niettemin tot de verbeelding sprekende, streekproducten die hierna per regio worden vermeld.

Page 49: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

49

Pajottenland en Zennevallei • Kriekewijn uit Affligem; • Dilbeekse konijntjes (koekjes); • Het Dikke van Pamel bier uit Roosdaal, arjaun bier, aardbeien; • Assekoeken uit Asse. Dijleland

• Teusserbier en ‘Veronneke’ taartjes uit Bertem; • Kaastaarten uit Hoeilaart; • Overijse: druivenwijn en likeur; • Keizerkarelbier en Heverbrood uit Boortmeerbeek; • Herent: Blond Bieke en Trek (scoutsbieren), hoeveproducten; • Jenever uit Tervuren Noordwest Brabant

• Appelflappen en Elixir de Vilvorde uit Vilvoorde; • Machelse tripel; • Paardevijgen uit Opwijk; • Op-Ale bier en ‘Affligem’ uit Opwijk; • Jenever uit Grimbergen; • ‘Ne Nele’ bier uit Zemst. De stad Halle beschikt over een heuse streekproductenwinkel met productie en verkoop van fruitwijnen, aperitieven, likeuren en graanjenever. In Vlaams-Brabant worden de streekproducten gepromoot door de Stichting Streek-producten Vlaams-Brabant. Deze Stichting werd in 1998 opgericht op initiatief van UNIZO, in nauwe samenwerking met de Dienst Economie en Middenstand van de provincie Vlaams-Brabant. De doelstelling van deze Stichting Streekproducten Vlaams-Brabant is om door het ont-wikkelen, professionaliseren, vermarkten, controleren en promoten van authentieke producten uit de Groene Gordel, de regionale economie te stimuleren en te ondersteunen. De uitbouw van streekproducten en -gerechten is een belangrijke ondersteuningsfactor bij een toeristisch beleid, waarbij de streekgebonden producten inhoud kunnen geven aan de identiteit van de Groene Gordel. De Stichting streekproducten Vlaams-Brabant opereert niet als een eiland. Netwerking met personen, organisaties en instellingen als relevante streekactoren versterkt immers het draagvlak en het actiebereik. Deze Stichting werkte criteria uit in 1999 waaraan producten moeten beantwoorden om de label ‘Streekproduct’ te verkrijgen als bijv. ambachtelijke bereiding, traditionele bekendheid, e.a. Op basis van deze criteria werd een streekproducteninventaris uitgewerkt. Ook werd een consumentenonderzoek opgezet. In de werking van de Stichting zijn volgende twee aandachtspunten van groot belang: • het bewustmaken van de producenten rond de streekidentiteit van de eigen producten • het bewustmaken van de bevolking van de Groene Gordel rond de eigen

streekproducten in relatie tot de eigenheid van de streek.

Page 50: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

50

Streekpakketten kunnen op bestelling bekomen worden bij de Stichting Streekproducten Vlaams-Brabant. Ook wordt binnen het kader van het project SOS Groene Gordel gewerkt aan de uitbouw van ‘Groenegordelhoekjes’ waar streekproducten zullen kunnen worden aangekocht. ‘Couleur locale’ De typische horecazaken en het rijke aanbod aan streekproducten, meer in het bepaald de bieren, vormen belangrijke onderdelen van de couleur locale van de Groene Gordel. Ook bepaalde evenementen dragen hiertoe bij. Andere belangrijke elementen zijn de volksmuziek uit het Pajottenland en het Brabants trekpaard dat we op diverse plaatsen terugvinden, ondermeer in Vilvoorde, Steenhuffel en Vollezele. Conclusies over tafelen/drinken en ‘couleur locale’ • Aan streekproducten geen gebrek in de Groene Gordel. Een aantal vaste waarden zoals

de bieren Palm, Primus, geuze en kriek, de plattekaas, de druiven en het witloof hebben reeds hun toeristische meerwaarde bewezen. Ook de andere producten kunnen bijdragen tot het eigen imago en de bekendheid van de diverse subregio’s in de Groene Gordel. Hiervoor kan gedacht worden aan de specifieke label ‘Groene Gordel’- product of streekproduct uit de Groene Gordel. Op enkele toeristische plaatsen zou er ook op permanente basis een assortiment streekproducten moeten te koop zijn.

• De Stichting Streekproducten Vlaams-Brabant is zeer actief in de regio wat betreft het

stimuleren van streekproducten (o.a. de recente werking rond Groenegordelhoekjes en de streekproductenwinkel in Halle). Er kan echter nog meer gewerkt worden rond het aanbieden van streekmenu’s.

• Er zijn voldoende elementen op het vlak van ‘couleur locale’ aanwezig, vooral in het

Pajottenland. Deze elementen worden evenwel onvoldoende uitgespeeld op het toeristische vlak. De creatie van een streekgidsje kan alvast bijdragen tot een ruimere bekendheid van de ‘couleur locale’ van de Groene Gordel.

1.2.15 Overnachten in de Groene Gordel

De logiescapaciteit in de Groene Gordel is vrij groot en bedraagt 16 402 bedden in 2002 en dit tegenover een totaal van circa 25 000 bedden in de provincie Vlaams-Brabant.

1.2.15.1 Structuur en evolutie van het logiesaanbod naar subregio en naar gemeente

De structuur van het logiesaanbod naar gemeente wordt weergegeven in tabel 1. Voor het aangeven van de regionale differentiatie maken we een onderscheid tussen de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse rand (= LH-ZWVR) waar het logiesaanbod vooral gericht is op de luchthaven en op Brussel en ‘de rest van de Groene Gordel’, die we opdelen naar subregio.

Page 51: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

51

Tabel 1 Structuur van het logiesaanbod in de Groene Gordel naar subregio’s en gemeente, 2002 Subregio’s/Gemeenten Beddencapaciteit %

Wezembeek-Oppem 340 2,1

Zaventem 758 4,6

Beersel 999 6,1

Linkebeek 42 0,3

Drogenbos 154 0,9

Sint-Pieters-Leeuw 504 3,1

Dilbeek 368 2,2

Ternat 49 0,3

Machelen 2 457 15,0

Vilvoorde 254 1,5

Grimbergen 813 5,0

Subregio LH-ZWVR 6 738 41,1

Hoeilaart 22 0,1

Overijse 1 072 6,5

Oud-Heverlee 554 3,4

Huldenberg 2 000 12,2

Keerbergen 10 0,1

Boortmeerbeek 575 3,5

Haacht 10 0,1

Kampenhout 312 1,9

Kortenberg 52 0,3

Bertem 212 1,3

Tervuren 5 0,0

Rest Dijleland 4 824 29,4

Affligem 186 1,1

Galmaarden 1 072 6,5

Gooik 146 0,9

Pepingen 36 0,2

Herne 206 1,3

Halle 261 1,6

Roosdaal 70 0,4

Sint-Genesius-Rode 180 1,1

Rest Pajottenland & Zennevallei 2 157 13,2

Meise 74 0,5

Asse 20 0,1

Wemmel 34 0,2

Londerzeel 1 450 8,8

Zemst 1 091 6,7

Merchtem 14 0,1

Rest Noord-West Brabant 2 683 16,4

Rest Groene Gordel 9 664 58,9

Totaal Groene Gordel 16 402 100,0 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

We kunnen vaststellen dat 41% van de beddencapaciteit te situeren is in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand. De rest van het Dijleland is goed voor 29% van de capaciteit, de rest van Noordwest Brabant voor 16% en de rest van Pajottenland/ Zenne-vallei slechts voor 13%.

Page 52: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

52

Hierbij moet worden vermeld dat de bivakplaatsen die slechts in de zomer ter beschikking staan voor jeugd (bijv. de Kluis in Oud-Heverlee) niet zijn opgenomen. De grootste concentraties doen zich voor in: • Machelen (3 463 bedden) • Huldenberg (1 819 bedden). Voor Machelen gaat het hier vooral om hotelcapaciteit. In Huldenberg heeft de grote capaciteit te maken met de aanwezigheid van campings. Om de evolutie in het logiesaanbod na te gaan doen we een beroep op de NIS-cijfers van het logiesaanbod. Uit deze cijfers kunnen de tendensen worden afgeleid. Deze evolutie wordt weergegeven in tabel 2. De beddencapaciteit in de Groene Gordel steeg in de periode 1992-2001, volgens de NIS- statistieken, met 14%. De grootste groei deed zich voor in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand waar de capaciteit in bedden/personen steeg met 52% in de periode 1992-2001. Ook moet worden vermeld dat de logiescapaciteit verder zal stijgen bij de opening van het hotel Crown Plaza in Zaventem op 1 december 2003 met 315 kamers. In ‘de rest van de Groene Gordel’ kunnen we eerder spreken van een stagnatie die het resultaat is van een daling van de capaciteit in de rest van Dijleland en een toename in de rest van Noordwest Brabant (vooral in Affligem). De capaciteit in bedden is in de rest van Pajottenland en Zennevallei gelijk gebleven. Een grote toename in capaciteit wordt genoteerd in de gemeenten Affligem, Vilvoorde, Machelen en Dilbeek.

1.2.15.2 Structuur en evolutie van het logiesaanbod naar logiestype

Tabel 3 toont de structuur van het logiesaanbod naar logiestype en regio. De residentiële standplaatsen op kampeerterreinen of kampeerverblijfparken vertegen-woordigen meer dan de helft van de totale beddencapaciteit in de Groene Gordel. Dergelijk logies wordt niet voor kortere perioden op de toeristische markt aangeboden en is eigenlijk een vorm van tweede verblijfstoerisme. Dit betekent dat de Groene Gordel eigenlijk slechts over 9 496 bedden beschikt die in het echte toeristische circuit terecht komen. De hotels zijn sterk vertegenwoordigd met 35% van de beddencapaciteit. De logieseen-heden voor specifieke doelgroepen zijn goed voor 10%. De toeristische standplaatsen dragen bij voor 12% van de beddencapaciteit. Er zijn geen vakantiecentra en vakantie-dorpen in de Groene Gordel.

Page 53: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

53

Tabel 2 Evolutie van het logiesaanbod (in bedden) in de Groene Gordel naar subregio’s en gemeente, 1992-2001

Subregio’s/Gemeenten 1992 1995 1998 2001 Index

tov 1992

Wezembeek-Oppem 353 340 353 353 100,0

Zaventem 722 722 722 800 110,8

Beersel 842 846 720 720 85,5

Drogenbos 0 0 181 181 -

Sint-Pieters-Leeuw 443 485 505 505 114,0

Dilbeek 250 280 280 421 168,4

Ternat 12 12 42 42 350,0

Machelen 1 703 3 263 3 457 3 463 203,3

Vilvoorde 58 58 58 228 393,1

Grimbergen 394 461 650 570 144,5

Subregio LH-ZWVR 4 777 6 467 6 968 7 283 152,4

Hoeilaart 18 0 16 16 88,9

Overijse 923 920 932 913 98,9

Oud-Heverlee 3 438 3 494 3 498 3 498 101,7

Huldenberg 2 073 2 073 2 073 1 819 87,7

Keerbergen 30 30 30 30 100,0

Boortmeerbeek 1 066 1 066 942 953 89,4

Kortenberg 479 479 479 440 91,9

Haacht 80 0 0 0 -

Rest Dijleland 8 107 8 062 7 970 7 669 94,6

Affligem 28 28 173 178 635,7

Bever 100 87 0 0 -

Galmaarden 555 595 595 595 107,2

Gooik 0 0 160 160 -

Pepingen 30 68 68 128 426,7

Herne 293 0 0 0 -

Linkebeek 0 40 40 40 -

Halle 294 308 320 338 115,0

Sint-Genesius-Rode 172 172 172 172 100,0

Rest Pajottenland & Zennevallei 1 472 1 298 1 528 1 611 109,4

Meise 0 64 64 0 -

Asse 19 19 12 12 63,9

Wemmel 16 6 0 17 106,3

Londerzeel 1 090 1 180 1 180 1 180 108,3

Zemst 1 030 950 1 034 1 035 100,5

Opwijk 3 15 0 0 -

Rest Noord-West Brabant 2 157 2 233 2 289 2 244 104,0

Rest Groene Gordel 11 737 11 593 11 787 11 524 98,2

Totaal Groene Gordel 16 514 18 060 18 755 18 807 113,9 Bron: NIS-Statistieken

Page 54: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

54

Tabel 3 Structuur van het logiesaanbod (in bedden) in de Groene Gordel naar subregio’s en logiestype, juli 2002

Subregio LH-

ZWVRLH-ZWVR

Rest

Groene Gordel

Totaal

Groene Gordel Logiesvorm

Aantal % Aantal % Aantal %

Hotels 5 048 74,9 761 7,9 5 809 35,4

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 1 110 16,5 7 691 79,6 8 801 53,7

- Toeristische standplaatsen 372 5,5 1 523 15,8 1 895 11,6

- Residentiële standplaatsen 738 11,0 6 168 63,8 6 906 42,1

Vakantiewoningen 0 0,0 28 0,3 28 0,2

Gastenkamers 22 0,3 106 1,1 128 0,8

Doelgroepen 558 8,3 1 078 11,2 1 636 10,0

TOTAAL 6 738 100,0 9 664 100,0 16 402 100,0 Bron: STER en Toerisme Vlaams Brabant

Er is een differentiatie vast te stellen naar subregio’s. In de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand is de logiescapaciteit voor drie vierden te situeren in hotels. In ‘de rest van de Groene Gordel’ vormen de hotels slecht 8% van de capaciteit en is de capaciteit vooral geconcentreerd op campings (voor 80%) waarvan echter de residentiële standplaatsen het leeuwenaandeel vormen. De kampeersector is sterk vertegenwoordigd in het Dijleland terwijl het Pajottenland/ Zennevallei gekenmerkt wordt door een relatief hoge capaciteit in logies voor doelgroepen. De evolutie in het logiesaanbod naar logiestype is weergegeven in tabel 4 op basis van de NIS-cijfers van het logiesaanbod. Bij het nader bekijken van de evolutie in de beddencapaciteit zien we dat de grootste groei zich voordoet in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand met 53%. De groei doet zich hier zeer sterk voor in logieseenheden voor doelgroepen (+ 133%) maar tevens in de hotelcapaciteit (+78%). In ‘de rest van de Groene Gordel’ daalde de capaciteit een weinig. Het aanbod is er gedaald op campings (-8%), maar er zit een stijging in de capaciteit van hotels (+10%) en in het logies voor doelgroepen (+7%). Binnen deze subregio stijgen de subregio’s ‘rest Pajottenland en Zennevallei’ (+7%) en ‘rest van Noordwest Brabant’ (+4%) in capaciteit. In de rest van het Dijleland is een zekere daling in capaciteit te observeren.

Page 55: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

55

Tabel 4 Evolutie in de structuur van het logiesaanbod (in bedden) naar subregio en logiestype, 1992-2001

Subregio's/Gemeenten 1992 1995 1998 2001

Index

t.o.v.

1992

Hotels 3 425 5 179 5 766 6 081 177,5

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 1 094 1 080 642 642 58,7

Logieseenheden voor doelgroepen 258 248 600 600 232,6

Subregio LH-ZWVR 4 777 6 507 7 008 7 323 153,3

Hotels 282 329 349 302 106,9

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 4 185 4 173 4 061 3 807 91,0

Logieseenheden voor doelgroepen 3 640 3 560 3 560 3 560 97,8

Rest Dijleland 8 107 8 062 7 970 7 669 94,6

Hotels 224 238 250 268 119,6

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 773 480 480 480 62,1

Logieseenheden voor doelgroepen 475 540 758 823 0,0

Rest Pajottenland & Zennevallei 1 472 1 258 1 488 1 571 106,7

Hotels 38 39 12 29 77,0

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 1 998 2 088 2 088 2 088 104,5

Logieseenheden voor doelgroepen 122 106 190 127 104,4

Rest Noord West Brabant 2 157 2 233 2 289 2 244 104,0

Hotels 544 606 611 599 110,1

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 6 956 6 741 6 629 6 375 91,6

Logieseenheden voor doelgroepen 4 237 4 206 4 508 4 510 106,5

Rest Groene Gordel 11 737 11 553 11 747 11 484 97,8

Hotels 3 970 5 785 6 376 6 680 168,3

Kampeerterreinen/kampeerverblijfparken 8 050 7 821 7 271 7 017 87,2

Logieseenheden voor doelgroepen 4 495 4 454 5 108 5 110 113,7

Totaal Groene Gordel 16 514 18 060 18 755 18 807 113,9 Bron: NIS-statistieken

1.2.15.3 Specifieke kenmerken van de diverse logiestypes

a) Hotels Spreiding van de hotels De Groene Gordel is een complexe regio met een belangrijk verstedelijkt gedeelte en daar-naast ook meer landelijke gemeenten. In de hierna volgende tabel maken we een onder-scheid naar de subregio’s maar we vinden het tevens zinvol om ook de luchthavenregio af te zonderen. Volgens cijfers verzameld door Toerisme Vlaams-Brabant in het kader van het Vlaams Steunpunt Toerisme en Recreatie zijn er in totaal 51 hotels in Vlaams-Brabant. De verdeling van deze hotels naar regio’s wordt aangegeven in tabel 5.

Page 56: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

56

Tabel 5 Spreiding van de hotels naar subregio’s en gemeenten, juli 2002

Subregio’s/Gemeenten Aantal

Hotels %

Aantal

Kamers %

Gemiddeld

aantal

kamers

Wezembeek-Oppem 1 2,0 20 0,8 20

Zaventem 3 5,9 379 14,7 126

Beersel 2 3,9 43 1,7 22

Drogenbos 1 2,0 77 3,0 77

Sint-Pieters-Leeuw 4 7,8 192 7,4 48

Dilbeek 7 13,7 180 7,0 26

Ternat 1 2,0 21 0,8 21

Machelen 7 13,7 977 37,8 140

Vilvoorde 2 3,9 121 4,7 61

Grimbergen 6 11,8 198 7,7 33

Subregio LH-ZWVR 34 66,7 2 208 85,5 65

Hoeilaart 1 2,0 8 0,3 8

Overijse 3 5,9 104 4,0 35

Oud-Heverlee 2 3,9 38 1,5 19

Keerbergen 1 2,0 5 0,2 5

Boortmeerbeek 1 2,0 6 0,2 6

Kortenberg 1 2,0 24 0,9 24

Rest van Dijleland 9 17,6 185 7,2 21

Affligem 1 2,0 20 0,8 20

Gooik 1 2,0 4 0,2 4

Halle 2 3,9 24 0,9 12

Sint-Genesius-Rode 1 2,0 86 3,3 86

Pajottenland en Zennevallei 5 9,8 134 5,2 27

Asse 1 2,0 6 0,2 6

Wemmel 1 2,0 8 0,3 8

Zemst 1 2,0 42 1,6 42

Rest van Noord-West Brabant 3 5,9 56 2,2 19

Rest Groene Gordel 17 33,3 375 14,5 22

Totaal Groene Gordel 51 100,0 2 583 100,0 51 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

34 van de 51 hotels situeren zich in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand. Samen staan zij in voor 86% van alle kamers. Het op het eerste gezicht relatief grote aanbod aan hotels in de Groene Gordel is dus in de eerste plaats een fenomeen dat verband houdt met de aanwezigheid van de luchthaven van Zaventem. Op 1 december 2003 wordt nog een nieuw hotel geopend Crown Plaza Brussels Airport met 315 kamers. Anderzijds zijn er ook gemeenten die sterke invloed ondervinden van Brussel als hoofdstad. In Grimbergen zijn er 6 hotels met in totaal 198 kamers: 3 van deze hotels zijn gesitueerd in de deelgemeente Strombeek-Bever die in de schaduw van de Heizel ligt en nemen 140 van de 198 kamers voor hun rekening. In Dilbeek zijn er 7 hotels met 180 kamers: 4 van de 7 hotels liggen in Groot-Bijgaarden nabij de verkeerswissel E40-Ring en hebben samen 138 kamers; de overige drie hotels zijn goed voor 43 kamers.

Page 57: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

57

Grootteklasse van hotels In tabel 6 worden de hotels naar grootteklasse aangegeven voor de Groene Gordel en de subregio’s. Globaal hebben 31% van alle hotels in de Groene Gordel meer dan 50 kamers. De kleinere hotels van minder dan 20 kamers goed voor 41% van de hotels of 21 hotels. De tussen-categorie van 21 tot en met 50 kamers vertegenwoordigt 28%. Tabel 6 Structuur van de hotels naar grootte in de Groene Gordel, 2002

Subregio

LH-ZWVR

Rest

Groene Gordel

Totaal

Groene Gordel Aantal kamers

Aantal % Aantal % Aantal %

1-10 3 8,8 8 21,1 11 21,6

11-20 7 20,6 3 26,3 10 19,6

21-50 10 29,4 4 31,6 14 27,5

≥ 51 14 41,2 2 21,1 16 31,4

Totaal aantal hotels 34 100,0 17 100,0 51 100,0

Totaal aantal kamers 2 208 375 2 583

% in totaal aantal kamers 85,5 14,5 100,0

Gemiddeld aantal kamers 64,9 22,1 50,6 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

De gemiddelde grootte van de hotels ligt merkelijk hoger (65 kamers) in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand dan in ‘ de rest van de Groene Gordel’ waar het eerder om kleinschalige hotels gaat (22 kamers). Kwaliteit van de hotels Hoewel de kwaliteit van de hotels niet enkel te meten is aan de classificatie maar ook te maken heeft met omgeving, gastvrijheid en dienstverlening, geeft de classificatie toch enige benadering ervan. Tabel 7 geeft een overzicht van de classificatie van de hotelkamers naar subregio. In totaal voor de Groene Gordel hebben bijna de helft van de hotelkamers drie sterren. De hoge categorieën (vier sterren en meer) zijn echter ook zeer sterk vertegenwoordigd met 33%. Ook hier is de regionale differentiatie duidelijk: • de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand heeft 5 hoog geklasseerde

hotels (4 sterren en meer) die 35% van het aantal kamers uitmaken. 44% van de kamers vallen in de categorie van drie sterren.

• de ‘rest van de Groene Gordel’ heeft 10 hotels met 227 kamers die 61% van de hotelkamers vertegenwoordigen. Er is slechts 1 viersterrenhotel van 86 kamers.

Page 58: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

58

Tabel 7 Classificatie van hotels naar subregio’s in de Groene Gordel, 2002

Subregio LH-ZWVR Rest Groene Gordel Totaal Groene Gordel

Classificatie Aantal Inr.

Aantal kamers

% van kamers

Aantal Inr.

Aantal kamers

% van kamers

Aantal Inr.

Aantal kamers

% van kamers

***** 1 294 13,3 0 0 0,0 1 294 11,4

**** 4 481 21,8 1 86 22,9 5 567 22,0

*** 18 961 43,5 10 227 60,5 28 1 188 46,0

** 8 305 13,8 3 26 6,9 11 331 12,8

* 2 115 5,2 3 36 9,6 5 151 5,8

0 1 52 2,4 0 0 0,0 1 52 2,0

TOTAAL 34 2 208 100,0 17 375 100,0 51 2 583 100,0 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant Bezettingsgraden van hotels De bruto bezettingsgraad berekent het aantal nachten dat een kamer werd verhuurd over het totale aantal nachten in een jaar. De netto kamerbezettingsgraad echter houdt rekening met de sluitingsdagen van het hotel en zet het aantal bezette nachten uit tegen-over het aantal nachten dat het hotel geopend was in datzelfde jaar. De netto bezettings-graad ligt meestal hoger dan de bruto bezettingsgraad omdat de sluitingsperiodes buiten de berekeningen worden gehouden. Een bevraging werd uitgevoerd door Toerisme Vlaams-Brabant bij 23 hotels. Op basis van deze hotels werden volgende bezettingsgraden genoteerd voor 2002. Tabel 8 Bezettingsgraden van de hotels in de Groene Gordel, per maand, 2002 (op basis van een steekproef van 23 hotels) Maand Bruto bezettingsgraad Netto bezettingsgraad

Januari 51,7 52,2

Februari 58,1 58,2

Maart 60,7 60,8

April 63,3 63,4

Mei 62,9 62,9

Juni 62,0 62,1

Juli 50,4 51,8

Augustus 50,7 51,2

September 67,1 67,2

Oktober 60,7 60,7

November 56,5 56,5

December 45,3 46,2

Totaal voor 2002 57,4 57,8

Bron: Bevraging Toerisme Vlaams-Brabant

Voor de ganse steekproef van de hotels in de Groene Gordel ligt de bruto en netto bezettingsgraad bijna op dezelfde hoogte namelijk circa 57,5%. Dit betekent dat de

Page 59: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

59

meeste hotels het ganse jaar open blijven. Dergelijke bezettingsgraad is zeer hoog binnen een Vlaamse en Belgische context. Gezien heel wat hotels ketenhotels zijn die sterk op de zakelijke markt georiënteerd zijn maken we een onderscheid wat betreft bezettingsgraden tussen ketenhotels en niet-ketenhotels zoals opgenomen in tabel 9 en 10. De bezettingsgraad van de ketenhotels in de Groene Gordel (waarvan velen geconcen-treerd zijn in de luchthavenzone) ligt hoger dan de niet-ketenhotels, wat vrij normaal is gezien deze werken met eigen marketingbudgetten en -netwerken. Deze hotels sluiten ook niet en hebben dus een identieke bruto en netto bezettingsgraad. Tabel 9 Bezettingsgraden van de ketenhotels in de Groene Gordel, per maand, 2002 (op basis van een steekproef van 8 hotels) Maand Bruto bezettingsgraad Netto bezettingsgraad

Januari 53,2 53,2

Februari 59,4 59,4

Maart 61,9 61,9

April 65,1 65,1

Mei 64,8 64,8

Juni 64,2 64,2

Juli 54,3 54,3

Augustus 52,4 52,4

September 69,5 69,5

Oktober 61,3 61,3

November 57,7 57,7

December 47,4 47,4

Totaal voor 2002 59,2 59,2

Bron: Bevraging Toerisme Vlaams-Brabant

De bezettingsgraad bij de niet-ketenhotels ligt iets lager dan die van de ketenhotels, maar is nog steeds hoog. In de zomermaanden (juli en augustus) zit duidelijk nog wat ruimte die zou kunnen aangevuld worden door toeristen die op korte vakantie naar de Groene Gordel komen. Recreatieve verblijven kunnen dus deze niet-ketenhotels ten goede komen vooral in de zomerperiodes. Deze hotels kunnen dus best door specifieke arrangementen of aanbiedingen hierop inspelen.

Page 60: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

60

Tabel 10 Bezettingsgraden van de niet-ketenhotels in de Groene Gordel, per maand (op basis van een steekproef van 15 hotels) Maand Bruto bezettingsgraad Netto bezettingsgraad

Januari 47,0 48,8

Februari 53,9 54,4

Maart 56,9 57,1

April 57,3 57,7

Mei 56,7 56,8

Juni 54,9 55,1

Juli 37,6 42,2

Augustus 45,3 47,1

September 59,2 59,3

Oktober 58,8 59,0

November 52,5 52,7

December 38,5 42,1

Totaal voor 2002 51,5 52,8

Bron: Bevraging Toerisme Vlaams-Brabant

b) Kamers met ontbijt (gastenkamers) en huurvakantiewoningen Het aanbod op het vlak van gastenkamers is eerder beperkt maar toch niet onbestaande: in totaal zijn er 27 aanbieders met in totaal 58 kamers die een beddencapaciteit vertegen-woordigen van 128 eenheden. De kwaliteit van deze aanbiedingen kan zeer divers zijn zoals we uit eigen ervaring konden vaststellen. Tabel 11 Aantal kamers met ontbijt in de Groene Gordel, 2002 Kamers met ontbijt

Aantal inrichtingen 27

Aantal kamers 58

Aantal bedden 128 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

In tegenstelling tot andere gebieden in Vlaanderen is het gegeven van de vakantie-woningen zo goed als onbestaande (tabel 12). Er zijn slechts drie huurvakantiewoningen met in totaal 9 kamers. Nochtans kunnen zowel gastenkamers als individuele huur-vakantiewoningen ook een bijdrage leveren tot een kwalitatief verblijfstoerisme vooral in meer landelijke gebieden.

Tabel 12 Aantal huurvakantiewoningen in de Groene Gordel, 2002 Kleinschalige vakantiewoningen

Aantal inrichtingen 3

Aantal woningen 3

Aantal kamers 9 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant c) Campings

Page 61: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

61

Tabel 13 geeft de capaciteit weer van de campings (kampeerterreinen en de kampeer-verblijfparken) in de Groene Gordel. De Groene Gordel beschikt over 23 campings met in totaal 2 086 standplaatsen. 14% van deze standplaatsen zijn toeristische standplaatsen (voor minder dan 31 nachten). In de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand zijn vier campings met slechts 293 stand-plaatsen waarvan 93 toeristische standplaatsen. De rest van het Dijleland beschikt over het grootste aantal campings: 14 terreinen met een grote concentratie in Huldenberg. In deze regio zijn in totaal echter slechts 139 toeristische standplaatsen ter beschikking. De subregio rest van het Pajottenland en Zennevallei heeft 2 terreinen en slechts 20 toeristische standplaatsen. De rest van Noordwest Brabant heeft drie terreinen maar slechts 39 toeristische standplaatsen. Op de campings van Londerzeel en Zemst gaat het vooral om residentiële standplaatsen, en heel vaak om permanente bewoning. Tabel 13 De capaciteit van de kampeerterreinen/kampeerverblijfparken in de Groene Gordel, 2002

Aantal

terreinen

Vaste

standplaatsen

Toeristische

standplaatsen

Totaal

standplaatsen Gemeente/Regio

Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %

Wezembeek-Oppem 1 4,3 63 3,5 12 4,1 75 3,6

Beersel 2 8,7 57 3,2 81 27,8 138 6,6

Grimbergen 1 4,3 80 4,5 0 0,0 80 3,8

Subregio LH-ZWVR 4 17,4 200 11,1 93 32,0 293 14,0

Overijse 2 8,7 163 9,1 68 23,4 231 11,1

Oud-Heverlee 1 4,3 81 4,5 1 0,3 82 3,9

Huldenberg(a) 7 30,4 439 24,5 64 22,0 503 24,1

Boortmeerbeek 2 8,7 118 6,6 1 0,3 119 5,7

Kampenhout 1 4,3 74 4,1 4 1,4 78 3,7

Bertem 1 4,3 52 2,9 1 0,3 53 2,5

Rest Dijleland 14 60,9 927 51,6 139 47,8 1 066 51,1

Galmaarden (b) 1 4,3 95 5,3 15 5,2 110 5,3

Herne 1 4,3 45 2,5 5 1,7 50 2,4

Rest Pajottenland & Zennevallei 2 8,7 140 7,8 20 6,9 160 7,7

Londerzeel 1 4,3 304 16,9 37 12,7 341 16,3

Zemst 2 8,7 224 12,5 2 0,7 226 10,8

Rest Noordwest Brabant 3 13,0 528 29,4 39 13,4 567 27,2

Rest Groene Gordel 19 82,6 1 595 88,9 198 68,0 1 793 86,0

Totaal Groene Gordel 23 100,0 1 795 100,0 291 100,0 2 086 100,0 (a) Camping Den Berg is niet opgenomen in deze tabel, geen gegevens beschikbaar (b) Van het Recreatiedomein De Pajot zijn geen gegevens beschikbaar Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

Page 62: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

62

De campings in de Groene Gordel vertonen volgende knelpunten: • De mogelijkheden voor het toeristisch kamperen zijn in alle subregio’s relatief beperkt,

hoewel dergelijke accommodatie ondersteunend is voor het groene toerisme en vooral voor Nederlanders belangrijk is.

• Op de kampeerterreinen/kampeerverblijfparken worden we geconfronteerd met een

grote aanwezigheid van permanente bewoning. Volgens de nieuwe uitvoeringsbesluiten van het Decreet op de Terreinen voor Openluchtrecreatieve Verblijven wordt een overgangsperiode vastgesteld tot 31 december 2005 indien het gemeentebestuur een goedgekeurd begeleidingsplan heeft. Tegen die periode moeten alle permanente bewoners een onderdak gevonden hebben. Het probleem van permanente bewoning doet zich vooral voor in Londerzeel en Zemst.

d) Logies voor doelgroepen

In totaal zijn er 24 inrichtingen met een totale beddencapaciteit van 1 636 bedden/ personen (tabel 14). Hierbij zijn evenwel niet de kampeermogelijkheden geteld voor zomerjeugdkampen. Tabel 14 De capaciteit van de logiesvormen voor specifieke doelgroepen in de Groene Gordel, 2002

Inrichtingen Beddencapaciteit Gemeente/Regio

Aantal % Aantal %

Beersel 5 20,8 358 21,9

Grimbergen 2 8,3 160 9,8

Subregio LH-ZWVR 7 29,2 518 31,7

Oud-Heverlee 1 4,2 136 8,3

Boortmeerbeek 1 4,2 55 3,4

Rest Dijleland 2 8,3 191 11,7

Affligem 2 8,3 146 8,9

Galmaarden 2 8,3 152 9,3

Gooik 2 8,3 120 7,3

Halle 2 8,3 200 12,2

Linkebeek 1 4,2 40 2,4

Pepingen 1 4,2 30 1,8

Roosdaal 2 8,3 70 4,3

Rest Pajottenland & Zennevallei 12 50,0 758 46,3

Meise 1 4,2 70 4,3

Zemst 2 8,3 99 6,1

Rest Noord West Brabant 3 12,5 169 10,3

Rest Groene Gordel 17 70,8 1 118 68,3

Totaal Groene Gordel 24 100,0 1 636 100,0 Bron: STER en Toerisme Vlaams-Brabant

De logiesvorm voor doelgroepen is het best vertegenwoordigd in de rest van het Pajotten-land en de Zennevallei met 12 inrichtingen en een globaal aantal van 758 bedden. Wellicht is nog een uitbreiding mogelijk in het Dijleland dat zich daar, door de aanwezig-heid van bossen, goed voor leent. Zo bijvoorbeeld is het vrijgekomen sanatorium in Overijse hier een geschikte locatie voor. Er moet echter afgewogen worden of dit geen conflicten met de bovenlokale recreanten met zich meebrengt.

Page 63: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

63

De regio Noordwest Brabant is minder geschikt voor logies voor doelgroepen, vooral voor jeugdgroepen, door de beperkte aanwezigheid van grotere boscomplexen. Conclusies over overnachtingsmogelijkheden • De totale logiescapaciteit (met zowat 16 402 bedden) is vrij groot voor een Vlaamse

toeristische regio. Een groot deel van deze capaciteit, 40%, is echter toe te schrijven aan de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand die een heel aparte entiteit vormt binnen deze toeristische regio.

• De totale echte toeristische capaciteit is nog beperkter gezien twee vijfden van de

logiescapaciteit uitgedrukt in bedden, bestaat uit residentiële standplaatsen op campings en niet gericht is op toeristische, korte termijn verhuur. Om als verblijfs-toeristische regio enige betekenis te krijgen is er voor het ogenblik onvoldoende kwalitatief logiesaanbod in de Groene Gordel aanwezig hoewel vooral in het zuiden heel wat vierkanthoeven zouden kunnen worden ingericht voor vakantiewoningen al of niet gecombineerd met gastenkamers. Ook gastenkamers in de kleine stadjes of dorpen kunnen een aantrekkelijk aanbod vormen.

• De grote hotelcapaciteit in de Groene Gordel is een fenomeen dat te verklaren is door

de aanzuigkracht op hotels van de Nationale Luchthaven en van Brussel. Het belang van deze ‘luchthaven- en agglomeratiehotels’, die het leeuwenaandeel van de bedden-capaciteit voor hun rekening nemen, is dus sterk te relativeren wanneer gedacht wordt in functie van het ontwikkelen van een autonoom verblijfstoerisme in de Groene Gordel. Wie de Groene Gordel wil ontdekken als een groene regio met bossen, parken en kastelen (wat we hier verder noemen ‘het generiek toeristisch product van de Groene Gordel) logeert liever niet in het Motel Rest Inn op de E40 autoweg in Groot-Bijgaarden of in het Ibis Brussels Expo hotel in Strombeek-Bever, maar verkiest wellicht een familiaal charmant hotel in het rustige Pajottenland of in het Zuiden van Dijleland. Wil men komen tot een regioaanpak voor de Groene Gordel op het vlak van hotels dan zal men moeten duidelijk maken welke hotels qua imago aansluiten bij de Groene Gordel en welke niet. Een algemene benadering van de hotels heeft weinig zin en zou een vertekend beeld geven gezien de grote diversiteit aan hotels. Er is immers een groot verschil tussen een charmant en familiaal uitgebaat hoevehotel met 4 kamers in Oetingen (Gooik) en het 5-sterren Sheraton hotel met 297 kamers nabij de luchthaven Vooralsnog is de recente groei in hotels vooral toe te schrijven aan de ‘luchthaven- en agglomeratiehotels’.

• In de zomermaanden (juli en augustus) zit duidelijk nog wat ruimte die zou kunnen

aangevuld worden door recreatief toerisme vooral in de niet-ketenhotels die meer aansluiten bij het concept van de Groene Gordel. Deze hotels kunnen dus best door specifieke arrangementen of aanbiedingen hierop inspelen.

• Gastenkamers, individuele huurvakantiewoningen of plattelandstoerisme zijn in de

Groene Gordel zeer beperkt hoewel hiervoor een toenemende vraag bestaat. • De logiesvormen voor doelgroepen en meer specifiek voor jeugd zijn in Pajottenland en

Zennevallei goed vertegenwoordigd waaronder enkele instellingen die zeer recent werden uitgebouwd. De vraag stelt zich of de meest geschikte regio voor jeugdlogies van Vlaams-Brabant, het Dijleland, niet onder reeds voldoende recreatieve druk staat om nog bijkomend jeugdtoerisme op te vangen, dat ook vooral in bosgebieden aan zijn trekken komt. Wellicht moet ook hier eerder gedacht worden aan kwaliteitsverbetering dan aan nog verdere uitbreiding.

Page 64: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

64

1.2.16 De Groene Gordel als MICE–bestemming (Meetings, Incentives, Conferences, Exhibitions)

De Groene Gordel is nu reeds een belangrijke MICE-bestemming dankzij de aanwezigheid van diverse hotels nabij de Nationale Luchthaven van Zaventem en in de onmiddellijke rand rond Brussel, ondermeer in Strombeek-Bever (Grimbergen), Groot-Bijgaarden (Dilbeek) en Zaventem. Bovendien zijn 16 zalen voor seminariemogelijkheden voorzien in het Crown Plaza Zaventem hotel dat open gaat op 1 december 2003. Maar ook in de rest van de Groene Gordel zijn er hotels die vergaderfaciliteiten aanbieden: • de Bremberg in Haasrode (Oud-Heverlee); • hotel Kasteel Gravenhof in Dworp (Beersel); • hotel Campanile in Drogenbos; • hotel Lienzana in Schepdaal (Dilbeek); • hotel Abbey en Hotel Thermae in Grimbergen; • hotel Les Eleveurs in Halle; • hotel Alsput in Halle; • hotel Restaurant Groenendaal; • Axis Hotel in Kortenberg; • hotels Panorama, Sorret en Avalon in Overijse; • Auberge de Waterloo in Sint-Genesius-Rode; • hotel Greenpark, Motel Ruisbroek en Formule 1 in Sint-Pieters-Leeuw; • Hostellerie ’t Fornuis in Ternat; • Hotel La Roseraie in Wemmel; • Hotel La Vignette in Wezembeek-Oppem; • Elewijt Center in Zemst; Ten slotte zijn er nog een beperkt aantal ‘special venues’ of specifieke locaties met uitstraling en prestige, maar zonder overnachtingsmogelijkheden: • de Stoeterij Diepensteyn en de Brouwerij Palm in Steenhuffel (Londerzeel); • het Koloniënpaleis in Tervuren; • het Huis van de Toekomst in Vilvoorde; • het Rosenberg Centrum nabij het Zoetwaterpark in Oud-Heverlee. In de regio zijn ook heel wat kastelen te vinden die zouden kunnen gebruikt worden in het kader van unieke events als tuinbeurs, antiekbeurs, glasbeurs, e.a. Daarnaast zijn er ook golfterreinen en andere soorten sportactiviteiten (bijv. karting in Groot-Bijgaarden) die zouden ingezet kunnen worden voor incentives (bijv. opkopen van ‘green fees’ en in arrangementen combineren voor de incentive-markt). Ook is er steeds meer vraag naar activiteiten op het water. De Kanaaltochten kunnen hier op inspelen. De aanwezigheid van de oude tram tussen Brussel en Tervuren zou eveneens meer kunnen aangewend worden voor incentives. Conclusies over het MICE-product Naast de sterke MICE-producten nabij de luchthaven en in de onmiddellijke rand rond Brussel, is het ook mogelijk om een eigen MICE-profiel uit te bouwen in de Provincie Vlaams-Brabant dat dan eerder te situeren is in de markt van vergaderingen en kleinschalige seminaries en incentives (bijv. team building) op unieke locaties.

Page 65: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

65

1.2.17 Toeristisch onthaal

De Groene Gordel heeft voor het ogenblik 9 erkende toeristische infokantoren: • de VVV Markvallei in Galmaarden; • de VVV Pajottenland en Zennevallei in Halle met tevens een kantoor in het

bezoekerspaviljoen in het Kasteel van Gaasbeek; • de Dienst voor Toerisme Huldenberg; • de Dienst voor Toerisme Kortenberg; • de Dienst voor Toerisme Overijse; • de Dienst voor Toerisme Tervuren; • de Dienst voor Toerisme Grimbergen; • de Dienst voor Toerisme Sint-Pieters-Leeuw. Enkel het kantoor van de VVV Pajottenland en Zennevallei en het kantoor van de Dienst voor Toerisme in Tervuren zijn erkend als regionaal infokantoor. De Dienst voor Toerisme van Grimbergen heeft plannen om eveneens te evolueren naar een regionale erkenning. Voor het Pajottenland-Zennevallei wordt het toeristisch onthaal volledig verzorgd door de VVV Pajottenland en Zennevallei, die hiervoor beschikt over zeven deeltijds personeels-leden in DAC-statuut die vier voltijdse equivalenten vertegenwoordigen. Deze bestaffing is evenwel onvoldoende om op een continue manier het onthaal en de dienstverlening te verzekeren. Naast de erkende toeristische infokantoren zijn er nog heel wat kleinere diensten voor toerisme die zich vaak in de gemeentehuizen situeren zoals in Beersel, Kampenhout, Bertem, Hoeilaart en Zemst. Een aantal van deze kantoren, zoals dat van Zemst, komt in aanmerking voor lokale erkenning. De Dienst voor Toerisme van Kampenhout wordt binnenkort geïntegreerd in het Witloofmuseum nabij Kampenhout-Sas. Ook in Haacht zijn er plannen om de Dienst voor Toerisme verder uit te bouwen op de locatie van het nieuwe cultuurcentrum. In Hoeilaart zijn er ook plannen voor erkenning als lokaal infokantoor. In de zes faciliteitengemeenten rond Brussel (Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, Kraainem, Linkebeek, Wemmel en Drogenbos) is er geen toeristisch infopunt. Een mogelijkheid voor de toekomst is dat toeristische info verstrekt wordt vanuit de gemeen-schapscentra van de VZW de Rand. Conclusies over het toeristisch onthaal • De rol die de VVV Pajottenland-Zennevallei speelt voor het toeristisch onthaal dient

zeker te worden onderkend. Niettemin dient men in overleg tussen de VVV, Toerisme Vlaams-Brabant en de betrokken gemeenten te onderzoeken hoe deze onthaalfunctie nog verder kan uitgebouwd worden, vooral op het vlak van personeel. Dat de gemeenten en de VVV hiervoor op vrijwilligerspersoneel moeten rekenen vormt hier een probleem. Dit probleem moet aangekaart worden bij Toerisme Vlaanderen dat de erkenningvoorwaarden voor toeristisch infokantoor aan het herzien is. Er moet gepleit worden voor een subsidiëring van het personeel zoals dit ook gebeurd door de Vlaamse Gemeenschap voor Jeugd en Cultuur.

• In de twee overige subregio’s dienen een aantal gemeenten met een centrumfunctie

gestimuleerd te worden om het toeristisch onthaal verder uit te bouwen op een hoger niveau namelijk regionaal infokantoor.

Page 66: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

66

• De openingsuren van de Diensten voor Toerisme en de VVV-kantoren zijn onvoldoende afgestemd op de toeristische realiteit: een Dienst voor Toerisme die enkel tijdens de kantooruren open is van maandag tot vrijdag beantwoordt niet langer aan de behoefte van de toeristen en de recreanten.

• Naar het voorbeeld van Gaasbeek moet er ook naar gestreefd worden om met

toeristische informatie over de Groene Gordel aanwezig te zijn in de onthaalpunten van de voornaamste toeristische attractiepunten. Dit kan door het ontwerpen van een informatiemodule met folderbakjes en touch screen. Het kan ook met een eenvoudige display waarin het streekgidsje wordt geplaatst.

• Het toeristisch onthaal is nog niet gebiedsdekkend: vooral in Noordwest Brabant doet

zich een sterke lacune voor. • Een ander belangrijk aandachtspunt vormt klantvriendelijkheid en kennis van de regio.

Gezien de Groene Gordel een vrij nieuwe creatie is, is de kennis van het onthaal-personeel over alle onderdelen van de Groene Gordel eerder miniem.

1.2.18 De Groene Gordel en mobiliteit

Externe mobiliteit Op weekend- en feestdagen en buiten de spitsuren is de Groene Gordel vrij goed bereikbaar voor het autoverkeer. Tijdens de spitsuren is de bereikbaarheid veel slechter omwille van de files die zich op alle grote snelwegen voordoen in de richting van de Brusselse ring. Op de Brusselse ring zelf zijn files meer de regel dan de uitzondering tijdens de spitsuren. Naast het effectieve of fysieke probleem is er dan ook vaak een mentaal probleem bij de potentiële bezoeker. Wie graag files vermijdt, zal immers ook geneigd zijn om de Groene Gordel als bestemming helemaal te vermijden, zelfs buiten de spitsuren. Het spoorverkeer is er vooral op gericht om de mensen zo snel mogelijk naar Brussel te brengen. De bereikbaarheid van de Groene Gordel zelf met de trein is een heel stuk minder. Interne mobiliteit De interne mobiliteit binnen elke subregio is vrij behoorlijk, maar wie aan de andere kant van de Groene Gordel wil zijn moet opnieuw de Brusselse Ring nemen en dat neemt meestal behoorlijk wat tijd in beslag. Wie hiervoor het openbaar vervoer wil nemen heeft het behoorlijk moeilijk. Zo is het erg moeilijk om met de bussen van De Lijn bepaalde attractiepunten zoals het Kasteel van Gaasbeek of de Nationale Plantentuin te bereiken. Uitzondering hierop is het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren dat vanuit Brussel gemakkelijk met de tram is te bereiken. Helemaal moeilijk wordt om de kleine dorpskernen van het Pajottenland met het openbaar vervoer te verkennen. Op dit punt wordt er wel verbetering in het vooruitzicht gesteld met de plannen voor het Regionet Brabant-Brussel.

Page 67: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

67

Conclusies rond mobiliteit De Groene Gordel heeft te kampen met diverse problemen van bereikbaarheid. Een drietal zaken is dan ook noodzakelijk: • het benadrukken van de vlotte bereikbaarheid buiten de spitsuren en weekend- en

feestdagen; • het realiseren van het Regionet Brabant-Brussel; • het verder organiseren van specifieke vormen van openbaar vervoer zoals belbussen in

de meer landelijk gelegen gedeelten van de Groene Gordel.

1.3 De actuele toeristische vraag

1.3.1 Dagtoerisme

In Vlaanderen zijn heel weinig gegevens over dagtoerisme en omgevingsrecreatie voor-handen. Ook voor de Groene Gordel is het moeilijk om de grootteorde van het dagtoerisme en de omgevingsrecreatie in te schatten. Daarom pogen wij het dagtoerisme en de omgevingsrecreatie te benaderen op basis van een aantal indicatoren als: • de bezoekersaantallen in musea en attracties in de Groene Gordel; • de bezoekersaantallen in de recreatiedomeinen; • geleide groepsbezoeken. Ook wensen wij erop te wijzen dat rond deze indicatoren vooralsnog geen systematische verzameling van gegevens gebeurt. Binnen het kader van het Vlaams Steunpunt voor Toerisme wordt dergelijke verzameling op korte termijn voorzien en zal deze lacune in de informatieverzameling worden opgevangen.

1.3.1.1 Bezoekers aan attractiepunten

Uit de beschikbare gegevens, die niet volledig zijn, kunnen we volgende vaststellingen maken. De grootste trekkers in de Groene Gordel met meer dan 100 000 bezoekers op jaarbasis zijn: • het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren (circa 250 000 bezoekers); • het Huis van de Toekomst in Vilvoorde (circa 120 000 bezoekers); • de Nationale Plantentuin in Meise (circa 100 000 bezoekers).

Het Kasteel van Gaasbeek haalt een opmerkelijk laag aantal bezoekers van iets meer dan 20 000. Het is duidelijk dat deze attractie ondergevaloriseerd is en hier meer bezoekers kunnen gehaald worden. Er zijn daarnaast een aantal middelgrote attracties (met bezoekers tussen 10 000 en 50 000) waarvan de belangrijkste zijn: • het Kasteel van Beersel (circa 30 000 bezoekers); • het Kasteelpark Coloma met de Rozentuin (Sint-Pieters-Leeuw) (circa 25 000

bezoekers); • de luchthaven in Zaventem (circa 20 000 bezoekers in groepsverband); • de Herisemmolen in Alsemberg (circa 11 000 bezoekers);

Page 68: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

68

• het Museum voor Oudere Technieken in Grimbergen (circa 10 000 bezoekers). Er zijn ook tal van kleinere attracties met minder dan 10 000 bezoekers die een belangrijk onderdeel vormen van het toeristisch product van de Groene Gordel. In Pajottenland en Zennevallei gaat het om: • het Felix De Boeckmuseum (Drogenbos); • het Hallerbosmuseum (Halle); • het Volksinstrumentenmuseum (Gooik); • het Zuidwest Brabants Landbouwmuseum (Halle). In Noordwest Brabant valt de volksterrenwacht van Grimbergen hieronder. In het Dijleland gaat het om: • het Museum van de Druiventeelt (Overijse); • het Bosmuseum Groenendaal (Hoeilaart); • de Botermolen in Keerbergen; • het Schaakbord in Tervuren. Daarnaast zijn er een aantal bezoekobjecten waarover we geen indicatie over de bezoekerscijfers hebben: • de tuinbouwveiling in Kampenhout; • de luchtvaartbasis in Melsbroek.

1.3.1.2 Bezoekers aan parken en recreatiedomeinen

Ook rond deze parken en recreatiedomeinen zijn geen accurate, systematische gegevens beschikbaar. De hieronder aangegeven bezoekerscijfers geven dan ook enkel een grootte-orde. De belangrijkste recreatie- en groendomeinen met meer dan 100 000 bezoekers zijn: • het Zoniënwoud (Tervuren, Hoeilaart, Overijse) (circa 350 000 bezoekers); • het BLOSO recreatiedomein van Hofstade (circa 300 000 bezoekers); • het provinciedomein Huizingen (circa 240 000 bezoekers); • het Domein van Gaasbeek-Groenenberg (Lennik, Sint-Pieters-Leeuw) (circa 170 000

bezoekers); • het Hallerbos (Halle) (circa 100 000 bezoekers); • het Meerdal- en Heverleebos (circa 120 000 bezoekers). Kleinere recreatie-en groendomeinen van minder dan 100 000 bezoekers zijn: • het recreatiepark Zoet Water (Heverlee) (circa 45 000 bezoekers); • het Liedekerkebos (Liedekerke) (circa 35 000 bezoekers); • het Schaveyspark (Linkebeek) (circa 20 000 bezoekers); • het Zevenbronnenpark (Sint-Genesius-Rode) (circa 15 000 bezoekers). Daarnaast zijn nog tal van parken aanwezig in de diverse subregio’s die minder bezoekers aantrekken. Zoals reeds bij de evaluatie van het toeristisch-recreatief product werd aangegeven, wordt in de grotere recreatiedomeinen en parken een grote druk van recreanten waargenomen vooral vanuit het verstedelijkte Brusselse Gewest.

Page 69: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

69

1.3.1.3 Toeristische rondleidingen in de Groene Gordel

In tabel 15 wordt de evolutie weergegeven in de toeristische rondleidingen in de Groene Gordel over de periode 1995-2001. De toeristische rondleidingen georganiseerd door toeristische diensten zijn vooral een indicator van de daguitstappen in groep. Tabel 15 Evolutie van de toeristische rondleidingen (hele en halvedag) in de Groene Gordel, in aantal groepen, 1995-2001 Dienst voor Toerisme of VVV

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001

Pajottenland/Zennevallei VVV Halle 148 236 234 234 n.b. 265 236 DvT Beersel 100 69 47 34 33 35 33 DvT Schepdaal-Dilbeek 73 n.b. n.b. 170 n.b. n.b. n.b. VVV Zenne, Zuun en Zoniën n.b. 6 41 38 71 165 95 VVV Markvallei 58 48 53 50 43 44 41 Noordwest Brabant DvT Grimbergen 159 150 109 122 122 122 111 Dijleland DvT Overijse 95 83 79 53 60 79 91 DvT Hoeilaart n.b. 25 13 7 19 20 18 DvT Tervuren 36 29 26 25 28 30 47 DvT Huldenberg - - - - 2 3 DvT Kampenhout 24 30 25 27 20 29 48 DvT Kortenberg 12 11 11 17 n.b. 11 73

Bron: Toerisme Vlaams-Brabant Volgende vaststellingen kunnen worden gemaakt: • Het hoogste aantal gegidste rondleidingen wordt opgetekend bij de VVV Halle (236

rondleidingen). Hierbij dient echter opgemerkt dat dit gaat om rondleidingen over gans het Pajottenland en de Zennevallei gezien de VVV als streek-VVV optreedt;

• Ook de rondleidingen georganiseerd door de Dienst voor Toerisme van Grimbergen (111 rondleidingen) en Overijse (91 rondleidingen) zijn belangrijk;

• De Diensten voor Toerisme in Kampenhout en Kortenberg hebben de laatste jaar opmerkelijk veel inspanningen gedaan op dit vlak en kennen een grote stijging: tot 73 rondleidingen in Kortenberg en tot 48 rondleidingen in Kampenhout;

• Er doet zich eerder een stagnatie voor in het Pajottenland/Zennevallei, een lichte daling in Noordwest Brabant en een stijging in het Dijleland.

Conclusies over dagtoerisme • Er wordt vooralsnog geen volledige set van jaarlijkse bezoekersaantallen van de

attracties en recreatiedomeinen bijgehouden door Toerisme Vlaams-Brabant. Nochtans is dit belangrijke beleidsrelevante informatie om evoluties op te volgen. Hieraan zal verholpen worden binnen de activiteiten van het Vlaams Steunpunt Toerisme waar de grotere attractiepunten zullen bevraagd worden over hun bezoekersaantallen. Het gaat hier evenwel enkel om bezoekerspunten van meer dan 5 000 bezoekers.

Page 70: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

70

• Er zijn in de volledige Groene Gordel drie grote trekkers met meer dan 100 000 bezoekers: de Nationale Plantentuin in Meise, het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren en het Huis van de Toekomst in Vilvoorde. Het Kasteel van Gaasbeek heeft grote potenties maar trekt vooralsnog een zeer laag aantal bezoekers aan (circa 20 000 bezoekers).

• De Groene Gordel beschikt over een ruim aantal kleinere attractiepunten die mogelijk-heden bieden om thematisch gecombineerd te worden binnen de subregio’s en ook over de Groene Gordel heen.

• De Groene Gordel heeft belangrijke recreatie- en groendomeinen waar de druk vanuit

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op piekmomenten heel groot is. • De toeristische rondleidingen tonen aan dat er rond toeristische werking een grote

dynamiek op gang gekomen is in het Dijleland. De toeristische rondleidingen in Pajottenland en Zennevallei waren reeds een tijdje populair en stagneren. Er is een lichte daling te observeren in de toeristische rondleidingen in Noordwest Brabant.

1.3.2 Verblijfstoerisme

Wat betreft het verblijfstoerisme doen we een beroep op de overnachtingscijfers van het NIS.

1.3.2.1 Structuur en evolutie van de verblijfsvraag naar subregio en clusters van gemeenten

Het totale aantal overnachtingen in de Groene Gordel bedraagt 922 666 in 2002 (tabel 16). Deze worden gegenereerd door 522 619 aankomsten. De gemiddelde verblijfsduur ligt opvallend laag met 1,8 overnachtingen. Tabel 16 geeft de spreiding weer naar regio’s en gemeenten, of clusters van gemeenten. Hierbij maken we, zoals we dit deden voor het logiesaanbod, een onderscheid tussen de gemeenten en clusters die behoren tot de rand van Brussel en tot de luchthavenzone

die we onderbrengen in één subregio ‘Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand (=LH-ZWVR)’;

de andere gemeenten en clusters groeperen we naar de subregio’s die hiervoor reeds voorgesteld werden, namelijk rest van Dijleland, rest van Pajottenland, rest van Noordwest Brabant.

Deze opdeling wordt geïllustreerd op kaart 3 waar de afbakening van de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand is op aangeduid. Uit de verdere analyse zal duidelijk blijken dat deze opdeling heel structureel is voor de verblijfsvraag in de Groene Gordel.

Page 71: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

71

Kaart 3 Afbakening van subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand voor verwerking van vraaggegevens

Page 72: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

72

Tabel 16 Structuur van de overnachtingen, aankomsten en gemiddelde verblijfsduur naar subregio en clusters van gemeenten, 2002

Aankomsten Overnachtingen

Aantal % Aantal %

Gemiddelde

verblijfsduur

Wezembeek-Oppem/Zaventem 70 774 13,5 104 142 11,3 1,5

Beersel/Linkebeek/Drogenbos/St.Pieters-Leeuw 100 664 19,3 180 856 19,6 1,8

Dilbeek/Ternat 28 783 5,5 46 361 5,0 1,6

Machelen/Vilvoorde 234 757 44,9 382 285 41,4 1,6

Grimbergen 30 899 5,9 59 907 6,5 1,9

Subregio LH-ZWVR 465 877 89,1 773 551 83,8 1,7

Rest Dijleland 24 143 4,6 65 987 7,2 2,7

Rest Pajottenland/Zennevallei 22 537 4,3 58 239 6,3 2,6

Rest Noordwest Brabant 10 062 1,9 24 889 2,7 2,5

Rest Groene Gordel 56 742 10,9 149 115 16,2 2,6

Totaal Groene Gordel 522 619 100,0 922 666 100,0 1,8

Bron: NIS-statistieken 84% van de overnachtingen en 89% van de aankomsten wordt gerealiseerd in de cluster LH-ZWVR. Het gaat hier vooral om grotere ketenhotels. Slechts 149 115 overnachtingen of 16% vindt plaats buiten deze regio. Opvallend is dat de gemid-delde verblijfsduur in de rest van de Groene Gordel een stuk hoger ligt met 2,6 overnach-tingen dan in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand. Dit wijst op een ander soort toerisme. Binnen ‘de rest van de Groene Gordel’ is de rest van het Dijleland het belangrijkst als toeristische verblijfsregio met 65 987 overnachtingen, op de voet gevolgd door de rest van Pajottenland /Zennevallei met 58 239 overnachtingen. De rest van Noordwest Brabant stelt niet veel voor wat betreft verblijfstoerisme. In deze drie restregio’s ligt de gemiddelde verblijfsduur ongeveer op dezelfde hoogte. Een iets langere verblijfsduur wordt vastgesteld in de landelijke gemeenten van Pajottenland (3,6 nachten), in Halle (3,6 nachten) en in Affligem (3,3 nachten). Ook in de meeste gemeenten van de rest van het Dijleland ligt de duur van het verblijf langer dan gemiddeld in de Groene Gordel (van 2,3 tot 2,8 nachten). In tabel 17 wordt de evolutie aangegeven in de overnachtingen, aankomsten en gemid-delde verblijfsduur en dit voor de diverse subregio’s voor 2002. In totaal stegen in de periode 1992-2002 de overnachtingen in de Groene Gordel met 52%, hoewel de aankomsten maar met 36% stegen. Dit wijst op een verlenging van de verblijfsduur in de Groene Gordel van 1,6 naar 1,8 nachten en wellicht een kleine verschuiving naar meer recreatieve overnachtingen (zie verder). De stijging in overnachtingen deed zich meer uitgesproken voor in de cluster Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand met 56% tegenover een groei van 36% in ‘de rest van de Groene Gordel’. De rest van Noordwest Brabant en van Pajottenland/Zennevallei halen een grotere groei van respectievelijk 48% en 43% in overnachtingen. De rest van het Dijleland nam toe met een lager percentage van 26%.

Page 73: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

73

Tabel 17 Evolutie van de overnachtingen en de gemiddelde verblijfsduur naar subregio en clusters van gemeenten, 1992-2002

Overnachtingen Gemiddelde

verblijfsduur 1992 2002 Index 1992 2002

Wezembeek-Oppem/Zaventem 116 901 104 142 89,1 1,2 1,5

Beersel/Linkebeek/Drogenbos/St.Pieters-Leeuw 108 512 180 856 166,7 1,5 1,8

Dilbeek/Ternat 35 639 46 361 130,1 1,4 1,6

Machelen/Vilvoorde 211 173 382 285 181,0 1,5 1,6

Grimbergen 24 056 59 907 249,0 1,9 1,9

Subregio LH-ZWVR 496 281 773 551 155,9 1,5 1,7

Rest Dijleland 52 460 65 987 125,8 2,5 2,7

Rest Pajottenland/Zennevallei 40 631 58 239 143,3 2,6 2,6

Rest Noordwest Brabant 16 957 24 889 146,8 1,9 2,5

Rest Groene Gordel 110 048 149 115 135,5 2,4 2,6

Totaal Groene Gordel 606 329 922 666 152,2 1,6 1,8

Bron: NIS-statistieken

1.3.2.2 Structuur en evolutie van de verblijfsvraag naar doel

Tabel 18 geeft het doel aan van het verblijf in de Groene Gordel en de subregio’s. De Groene Gordel tekent 412 718 recreatieve overnachtingen op of 45% van de totale overnachtingen. 30% van de overnachtingen of 269 687 heeft te maken met puur zakentoerisme. Het aandeel van de overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries is opvallend groot met 21% en 194 063 overnachtingen. Wanneer we dit vergelijken met het Hoofdstedelijk Gewest Brussel, kunnen we vaststellen dat Brussel een zeer sterke bestemming is voor congressen en seminaries. Voor Brussel zijn 33% van de totale overnachtingen toe te wijzen aan congressen en seminaries en de totale overnachtingen bedragen er 1 550 907 nachten. De recreatieve vraag situeert zich op 37% van de overnachtingen en het pure zakentoerisme is goed voor 24%. De differentiatie die zich voordeed in het logiesaanbod naar subregio verklaart grotendeels de differentiatie in de vraag. De cluster LH-ZWVR met zijn grote ketenhotels wordt gekenmerkt door een hoog aandeel van zakelijke overnachtingen voor beroepsdoeleinden (31%). In totaal worden daar 242 984 overnachtingen voor puur zakentoerisme genoteerd, of 84% van dergelijke overnachtingen in het geheel van de Groene Gordel. De recreatieve over-nachtingen zijn er echter ook opmerkelijk vertegenwoordigd en zijn goed voor 74% van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel. Wellicht heeft dit te maken met de grote promoties die ketenhotels in deze subregio voeren om te logeren vóór vertrek uit de luchthaven, om een weekend in Brussel door te brengen met verblijf in deze hotels, of om touroperators aan te trekken die Brussel willen aandoen met goedkopere tarieven dan de hotels in Brussel. De overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries hebben een aandeel van 23% in het totaal van de overnachtingen in deze cluster en bedragen 179 699 overnachtingen. De structuur van de overnachtingen naar doel voor de cluster LH-ZWVR ligt in de lijn van de structuur voor het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Proportioneel heeft het Brussels Gewest evenwel nog een groter aandeel van congres- en

Page 74: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

74

seminarietoerisme in het totaal van de overnachtingen in vergelijking met deze cluster. Het aandeel van recreatieve overnachtingen ligt op een gelijkaardig niveau: 40% voor de cluster LH-ZWVR en 37% voor het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest. Ook binnen deze cluster LH-ZWVR rand doet zich een differentiatie voor. Het pure zakentoerisme situeert zich meest uitgesproken in Grimbergen (Strombeek-Bever) en Machelen/Vilvoorde. De congressen en seminaries zijn dan weer het sterkst aanwezig in Wezembeek-Oppem/Zaventem, maar zijn ook meer dan gemiddeld vertegen-woordigd in de cluster in de Zennevallei: Beersel/Linkebeek/Drogenbos/St. Pieters-Leeuw. In deze laatste cluster worden ook relatief veel recreatieve overnachtingen opgetekend en zijn de overnachtingen voor puur zakentoerisme veel lager. In totaal stelt ‘de rest van de Groene Gordel’ voor recreatieve overnachtingen niet zoveel voor met een totaal van 105 616 overnachtingen of 26% van de totale recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel. De ‘rest van de Groene Gordel’ heeft een tegenover-gestelde structuur aan deze van de cluster LH-ZWVR: 71% van de overnachtingen worden gemaakt naar aanleiding van een vakantie, 18% heeft te maken met een verblijf voor puur zakentoerisme en slechts 10% wordt gegenereerd door congressen en seminaries. Binnen deze restregio is een zekere differentiatie te observeren tussen de drie subregio’s. In de rest van het Dijleland ligt het aandeel van de recreatieve overnachtingen hoogst met 91% en 59 864 overnachtingen die echter slechts voor 15% van de totale recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel bedragen. In de rest van Pajottenland/Zennevallei is er meer zakentoerisme aanwezig en iets meer congres-en seminarietoerisme. De recreatieve overnachtingen bedragen er slechts 29 003 overnachtingen of slechts 7% van de totale recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel. De rest van Noord-Brabant genereert nog minder recreatieve overnachtingen met 16 659 overnachtingen of slechts 4% van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel. Het congres- en seminarietoerisme liggen in absolute termen iets hoger dan dat van de rest van Dijleland. Tabel 19 geeft de evolutie weer van de overnachtingen in de Groene Gordel en de sub-regio’s naar doel. In de periode 1992-2002 steeg het totale aantal overnachtingen in de Groene Gordel met 52%. Deze groei ligt in dezelfde grootteorde als deze van het Hoofdstedelijk Gewest Brussel (47%). Een opmerkelijke groei van 477% deed zich voor in het aantal overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries, wat er op wijst dat de Groene Gordel hier duidelijk profiteert van de nabijheid van de belangrijke internationale congresstad Brussel en de luchthaven. Het Hoofdstedelijk Gewest Brussel tekent eveneens een belangrijke groei op (+205%), maar deze is duidelijk lager dan deze van de Groene Gordel. Het gaat hier echter om een veel belangrijker absolute groei. In het pure zakentoerisme is een stijging van 65% te observeren voor de ganse Groene Gordel waar een lichte daling is vast te stellen voor het Hoofdstedelijk Gewest Brussel.

Page 75: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

75

Tabel 18 Structuur van de overnachtingen in de Groene Gordel, naar subregio en naar doel, 2002

Ontspanning % Congressen/ seminaries

% Andere

beroeps- doeleinden

% Totaal(a) %

Wezembeek-Oppem/Zaventem 18 144 17,4 60 751 58,3 23 987 23,0 104 142 100,0 Beersel/Linkebeek/Drogenbos/St. Pieters-Leeuw 114 224 63,2 50 017 27,7 10 353 5,7 180 856 100,0 Dilbeek/Ternat 18 852 40,7 7 798 16,8 8 627 18,6 46 361 100,0 Machelen/Vilvoorde 133 566 34,9 60 250 15,8 163 309 42,7 382 285 100,0 Grimbergen 22 316 37,3 883 1,5 36 708 61,3 59 907 100,0 Subregio LH-ZWVR 307 102 39,7 179 699 23,2 242 984 31,4 773 551 100,0 Rest Dijleland 59 864 90,7 3 608 5,5 2 513 3,8 65 987 100,0 Rest Pajottenland/Zennevallei 29 093 50,0 6 272 10,8 20 815 35,7 58 239 100,0 Rest Noordwest Brabant 16 659 66,9 4 484 18,0 3 375 13,6 24 889 100,0 Rest Groene Gordel 105 616 70,8 14 364 9,6 26 703 17,9 149 115 100,0 Totaal Groene Gordel 412 718 44,7 194 063 21,0 269 687 29,2 922 666 100,0 Hoofdstedelijk Gewest Brussel 1 742 399 37,2 1 550 907 33,1 1 142 840 24,4 4 686 350 100,0

(a)Inclusief overnachtingen waarvan het doel niet gekend is

Tabel 19 Evolutie van de overnachtingen in de Groene Gordel, naar subregio en naar doel, 1992-2002

Ontspanning Congressen/ seminaries

Andere beroeps-

doeleinden Totaal(a)

1992 2002 Index 1992 2002 index 1992 2002 index 1992 2002 index Wezembeek-Oppem/Zaventem 35 681 18 144 50,9 10 205 60 751 595,3 48 479 23 987 49,5 116 901 104 142 89,1 Beersel/Linkebeek/Drogenbos/ St. Pieters-Leeuw 85 435 114 224 133,7 5 836 50 017 857,0 15 799 10 353 65,5 108 512 180 856 166,7 Dilbeek/Ternat 19 932 18 852 94,6 7 279 7 798 107,1 4 903 8 627 176,0 35 639 46 361 130,1 Machelen/Vilvoorde 72 053 133 566 185,4 5 768 60 250 1 044,6 62 390 163 309 261,8 211 173 382 285 181,0 Grimbergen 18 027 22 316 123,8 425 883 207,8 5 600 36 708 655,5 24 056 59 907 249,0 Subregio LH-ZWVR 231 128 307 102 132,9 29 513 179 699 608,9 137 171 242 984 177,1 496 281 773 551 155,9 Rest Dijleland 42 966 59 864 139,3 3 993 3 608 90,4 4 521 2 513 55,6 52 460 65 987 125,8 Rest Pajottenland/Zennevallei 22 318 29 093 130,4 75 6 272 8 362,7 18 238 20 815 114,1 40 631 58 239 143,3 Rest Noordwest Brabant 13 549 16 659 123,0 69 4 484 6 498,6 3 339 3 375 101,1 16 957 24 889 146,8 Rest Groene Gordel 78 833 105 616 134,0 4 137 14 364 347,2 26 098 26703 102,3 110 048 149 115 135,5 Totaal Groene Gordel 309 961 412 718 133,2 33 650 194 063 576,7 163 269 269 687 165,2 606 329 922 666 152,2 Hoofdstedelijk Gewest Brussel 1 056 173 1 742 399 165,0 508 506 1 550 907 305,0 1 195 453 1 142 840 95,6 3 182 236 4 686 350 147,3

(a) Inclusief overnachtingen waarvan het doel niet gekend is

Bron: NIS-statistieken

Page 76: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

76

In de cluster LH-ZWVR is de relatieve stijging in congres- en seminarietoerisme opmerkelijk met 509%. Deze toename is vooral te situeren in Machelen/Vilvoorde (+945%), in de cluster in de Zennevallei (+757%) en in Wezembeek-Oppem/Zaventem (+495%). De stijging in puur zakentoerisme is toe te wijzen aan de cluster LH-ZWVR (+77%) en meer specifiek aan Grimbergen (Strombeek-Bever), Machelen/Vilvoorde en Dilbeek/Ternat. In de rest van de Groene Gordel doet zich een stagnering voor in de overnachtingen voor zakentoerisme. Wat het recreatief verblijfstoerisme betreft, zien we een gelijkmatige toename in de cluster LH-ZWVR (+33%) als in de rest van de Groene Gordel (+34%). Deze groei is vooral een resultante van de toename in recreatieve overnachtingen in Machelen/Vilvoorde (+ 85%), in de cluster Beersel/Linkebeek/Drogenbos/Sint Pietersleeuw (+34%) en in Grimbergen (+24%). In de rest van de Groene Gordel doet zich overal een groei voor in recreatieve overnachtingen met de hoogste toename in de rest van Dijleland (+ 39%), gevolgd door Pajottenland/Zennevallei (+30%) en Noordwest Brabant (+23%).

1.3.2.3 Structuur en evolutie van de recreatieve verblijfsvraag naar herkomst

Voor het toeristisch beleid is de ‘promotable business’ belangrijk. Deze bestaat uit de vakantiemarkt en de MICE-markt. Van de MICE-markt is slechts een gedeelte bekend uit de NIS-statistieken namelijk deze van de overnachtingen naar aanleiding van een congres of seminarie. We bespreken eerst de vakantiemarkt en daarna de markt voor congressen en seminaries. Tabel 20 heeft de herkomstlanden aan van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel en de subregio’s in vergelijking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Globaal voor gans de Groene Gordel is de binnenlandse markt de belangrijkste wat betreft de recreatieve overnachtingen, met 38%. Daarna volgen op dezelfde voet het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk met 14%. Nederland haalt een aandeel van 9% en Duitsland van 4%. Ook op de recreatieve markt zijn de niet-buurlanden heel belangrijk en vertegen-woordigen deze 22%. De gegevens worden pas echt interessant wanneer we de subregionale differentiatie bestuderen. In de subregio Luchthaven/Brussels Gewest worden drie vierden van de overnachtingen gegenereerd door buitenlanders en slechts een vierde door Belgen. In ‘de rest van de Groene Gordel’ is dit precies het spiegelbeeld: 75% van de overnachtingen kunnen toegeschreven worden aan Belgen en slechts 25% aan buitenlanders. De subregio LH-ZWVR nijgt qua herkomstlanden eerder naar de structuur van de recreatieve verblijfstoeristische vraag in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Toch zijn hier meer Belgen aanwezig. Wellicht heeft dit te maken met promotio-nele prijzen voor een verblijf vóór vertrek uit de luchthaven en heeft dit weinig te maken met het recreatief product van de Groene Gordel op zich. Er zijn relatief veel Britten en Fransen vertegenwoordigd zoals dit ook het geval is in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Deze buitenlanders komen wellicht in deze subregio omwille van goedkope tarieven voor Britse touroperators (vooral in de Noordoostelijke kant van deze subregio) of omwille van de goedkope tarieven in de cluster van de Brusselse Rand gelegen in de Zennevallei (vooral voor de Fransen).

Page 77: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

77

Wanneer we meer in detail ‘de rest van de Groene Gordel’ bekijken dan valt het op dat de rest van Pajottenland/Zennevallei bijna alle overnachtingen (92%) haalt op de binnen-landse markt. Dit percentage is wat lager voor de rest van Noordwest Brabant (76%) en nog lager voor de rest van het Dijleland (66%). In de rest van het Dijleland zijn de Nederlanders reeds goed vertegenwoordigd. In tabel 21 wordt de evolutie weergegeven wat betreft de herkomstlanden voor de recreatieve overnachtingen. De belangrijkste conclusies die we kunnen maken zijn: dat de belangrijkste groeimarkten voor de subregio LH-ZWVR in volgorde van belang

zijn: de Britten, de Fransen, de Nederlanders en de Belgen; dat de belangrijkste groeimarkten voor ‘de rest van de Groene Gordel’ de Belgen en de

Nederlanders zijn.

1.3.2.4 Structuur en evolutie van de verblijfsvraag naar aanleiding van congressen en seminaries naar herkomst

In tabel 22 wordt de structuur van de overnachtingen in de Groene Gordel aangegeven naar aanleiding van congressen en seminaries naar herkomst. Voor de ganse Groene Gordel maakt de binnenlandse markt voor congressen en seminaries 31% van het totaal uit. Dit betekent dat een zeer belangrijk deel van de deelnemers aan congressen en seminaries van buitenlandse herkomst zijn. Opnieuw valt het belangrijke aandeel op van niet-buurlanden (33%) en van de Britse markt (15%). Frankrijk is goed voor 9% en Nederland en Duitsland volgen met respectievelijk 7% en 6%. Er doet zich opnieuw een ietwat ander patroon voor wanneer we de subregio’s bekijken. In de subregio LH-ZWVR is 30% van het congres-en seminarie-toerisme toe te wijzen aan het verblijf van Belgen. In de rest van de Groene Gordel is dit 40%, waarbij vooral de rest van het Dijleland en de rest van Noordwest Brabant een groot aandeel binnenlandse overnachtingen optekenen. De rest van Pajottenland/ Zennevallei is meer georiënteerd op buitenlanders en dan nog vooral op niet-buurlanden. Tabel 23 geeft de evolutie weer van de overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries in de Groene Gordel en de subregio’s. Hieruit blijkt dat de Groene Gordel erin slaagde om een grotere groei (+477%) in over-nachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries te realiseren dan het Hoofd-stedelijk Gewest Brussel (+205%). Hier moet wel vermeld worden dat deze groei binnen het Hoofdstedelijk Gewest in absolute termen heel groot was. Opmerkelijk daarbij is dat de groei op deze markt in de Groene Gordel zich uitgesproken situeert op de binnenlandse markt (+1 115%). Maar ook de andere markten zijn allen groeimarkten waarbij de niet-buurlanden en de Britse markt de belangrijkste rol spelen (respectievelijk +636% en +578%). De subregio LH-ZWVR kende een relatief veel grotere stijging in de binnenlandse overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries dan de rest van de Groene Gordel. Andere belangrijke groeimarkten zijn daar: de Britse markt en de niet-buurlanden. In de rest van de Groene Gordel zijn de groeimarkten meer verspreid.

Page 78: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

78

Tabel 20 Structuur van de recreatieve overnachtingen naar land van herkomst in de Groene Gordel en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel, 2002

Subregio LH-ZWVR

Rest Dijleland Rest

Pajottenland/ Zennevallei

Rest Noordwest Brabant

Rest Groene Gordel

Totaal Groene Gordel

Hoofdstedelijk Gewest Brussel

Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal %

België 78 380 25,5 39 506 66,0 26 698 91,8 12 692 76,2 78 896 74,7 157 276 38,1 124 270 7,1 Buitenland 228 722 74,5 20 358 34,0 2 395 8,2 3 967 23,8 26 720 25,3 255 442 61,9 1618 129 92,9 Ver.Koninkrijk 51 370 16,7 5 360 9,0 123 0,4 88 0,5 5 571 5,3 56 941 13,8 324 633 18,6 Nederland 23 499 7,7 9 843 16,4 1 103 3,8 861 5,2 11 807 11,2 35 306 8,6 132 594 7,6 Frankrijk 53 677 17,5 1 058 1,8 261 0,9 2 066 12,4 3 385 3,2 57 062 13,8 178 259 10,2 Duitsland 15 627 5,1 1 073 1,8 191 0,7 333 2,0 1 597 1,5 17 224 4,2 142 840 8,2 Andere 84 549 27,5 3 024 5,1 717 2,5 619 3,7 4 360 4,1 88 909 21,5 839 803 48,2 TOTAAL 307 102 100,0 59 864 100,0 29 093 100,0 16 659 100,0 105 616 100,0 412 718 100,0 1 742 399 100,0

Bron: NIS-statistieken

Tabel 21 Evolutie van de recreatieve overnachtingen naar land van herkomst in de Groene Gordel en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel, 1992-2002

Subregio Luchthaven & Brusselse Rand

Rest Dijleland Rest Pajottenland/

Zennevallei Rest Noordwest

Brabant Rest

Groene Gordel Totaal

Groene Gordel

1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index

België 63666 78380 123,1 26498 39506 149,1 21066 26698 126,7 2444 12692 519,3 50008 78896 157,8 113674 157276 138,4 Buitenland 167462 228722 136,6 16468 20358 123,6 1252 2395 191,3 11105 3967 35,7 28825 26720 92,7 196287 255442 130,1 Ver. Koninkrijk 26757 51370 192,0 965 5360 555,4 191 123 64,4 360 88 24,4 1516 5571 367,5 28273 56941 201,4 Nederland 16424 23499 143,1 6166 9843 159,6 760 1103 145,1 1969 861 43,7 8895 11807 132,7 25319 35306 139,4 Frankrijk 29052 53677 184,8 3987 1058 26,5 65 261 401,5 3815 2066 54,2 7867 3385 43,0 36919 57062 154,6 Duitsland 18292 15627 85,4 2094 1073 51,2 32 191 596,9 913 333 36,5 3039 1597 52,6 21331 17224 80,7 Andere 76937 84549 109,9 3256 3024 92,9 204 717 351,5 4048 619 15,3 7508 4360 58,1 84445 88909 105,3 TOTAAL 231128 307102 132,9 42966 59864 139,3 22318 29093 130,4 13549 16659 123,0 78833 105616 134,0 309961 412718 133,2

Bron: NIS-statistieken

Page 79: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

79

Tabel 22 Structuur van de overnachtingen n.a.v. congressen en seminaries naar land van herkomst in de Groene Gordel en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel, 2002

Subregio Luchthaven

& Brusselse Rand Rest Dijleland

Rest Pajottenland/ Zennevallei

Rest Noordwest Brabant

Rest Groene Gordel

Totaal Groene Gordel

Hoofdstedelijk Gewest Brussel

Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal % Totaal %

België 53 455 29,7 2 290 63,5 691 11,0 2 791 62,2 5 772 40,2 59 227 30,5 110 696 7,1 Buitenland 126 244 70,3 1 318 36,5 5 581 89,0 1 693 37,8 8 592 59,8 134 836 69,5 1 440 211 92,9 Ver. Koninkrijk 27 189 15,1 112 3,1 1 029 16,4 266 5,9 1 407 9,8 28 596 14,7 303 466 19,6 Nederland 11 688 6,5 145 4,0 488 7,8 208 4,6 841 5,9 12 529 6,5 81 781 5,3 Frankrijk 16 161 9,0 182 5,0 742 11,8 259 5,8 1 183 8,2 17 344 8,9 118 844 7,7 Duitsland 11 215 6,2 246 6,8 666 10,6 337 7,5 1 249 8,7 12 464 6,4 123 200 7,9 Andere 59 991 33,4 633 17,5 2 656 42,3 623 13,9 3 912 27,2 63 903 32,9 812 920 52,4 TOTAAL 179 699 100,0 3 608 100,0 6 272 100,0 4 484 100,0 14 364 100,0 194 063 100,0 1 550 907 100,0

Bron: NIS-statistieken Tabel 23 Evolutie van de overnachtingen n.a.v. congressen en seminaries naar land van herkomst in de Groene Gordel en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel, 1992-2002

Subregio Luchthaven & Brusselse Rand

Rest Dijleland Rest Pajottenland/

Zennevallei Rest Noordwest

Brabant Rest

Groene Gordel Totaal

Groene Gordel

1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index België 3541 53455 1509,6 1239 2290 184,8 75 691 921,3 20 2791 13955,0 1334 5772 432,7 4875 59227 1214,9 Buitenland 25972 126244 486,1 2754 1318 47,9 0 5581 - 49 1693 3455,1 2803 8592 306,5 28775 134836 468,6 Ver. Koninkrijk 3868 27189 702,9 351 112 31,9 0 1029 - 0 266 - 351 1407 400,9 4219 28596 677,8 Nederland 3546 11688 329,6 731 145 19,8 0 488 - 10 208 2080,0 741 841 113,5 4287 12529 292,3 Frankrijk 7692 16161 210,1 567 182 32,1 0 742 - 3 259 8633,3 570 1183 207,5 8262 17344 209,9 Duitsland 3011 11215 372,5 301 246 81,7 0 666 - 12 337 2808,3 313 1249 399,0 3324 12464 375,0 Andere 7855 59991 763,7 804 633 78,7 0 2656 - 24 623 2595,8 828 3912 472,5 8683 63903 736,0 TOTAAL 29513 179699 608,9 3993 3608 90,4 75 6272 8362,7 69 4484 6498,6 4137 14364 347,2 33650 194063 576,7

Bron: NIS-statistieken

Page 80: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

80

1.3.2.5 Structuur en evolutie van de recreatieve verblijfsvraag naar logiestype

We bekijken enkel de recreatieve overnachtingen naar logiestype gezien congressen en seminaries veelal plaats vinden in hotels. Uit tabel 24 stellen we vast dat 67% van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel plaats vinden in hotels, 23% in logies voor specifieke doelgroepen en 10% op campings. In de subregio Luchthaven & Brusselse Rand zijn de recreatieve overnachtingen in hotels nog veel sterker vertegenwoordigd met 88% en is het aandeel van campings en logies voor specifieke doelgroepen vrij beperkt tot 6%. In ‘de rest van de Groene Gordel’ zijn de recreatieve overnachtingen in logies voor specifieke doelgroepen opvallend sterk aanwezig met 73%. De campings zijn er goed voor 20% van de recreatieve overnachtingen en de hotels staan hier maar voor 7%. Tabel 25 geeft de evolutie weer van de recreatieve overnachtingen naar logiesvorm in de Groene Gordel voor de periode 1992-2002. Voor de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand zijn de recreatieve hotelovernachtingen opvallend gestegen met 64%. Het recreatieve vraag voor logies voor specifieke doel-groepen is er ook gestegen maar met 34%, maar de recreatieve vraag voor campings is opvallend sterk gedaald met min 64%. In ‘de rest van de Groene Gordel’ is vooral de recreatieve vraag naar logies voor specifieke doelgroepen sterk gestegen (+ 55%). De vraag bij de hotels is gestagneerd en de vraag voor campings is lichtjes gedaald (-3%).

Page 81: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

81

Tabel 24 Structuur van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel en subregio’s naar logiestype, 2002

Hotels Campings Spec. Doelgroepen Totaal

Regio

Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %

Subregio Luchthaven & Brusselse Rand 269 698 87,8 18 842 6,1 18 562 6,0 307 102 100,0

Rest Groene Gordel 7 599 7,2 20 839 19,7 77 178 73,1 105 616 100,0

Totaal Groene Gordel 277 297 67,2 39 681 9,6 95 740 23,2 412 718 100,0 Bron: NIS-statistieken Tabel 25 Evolutie van de recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel, naar logiestype en subregio, 1992- 2002

Hotels Campings Spec.Doelgroepen Totaal Regio 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index 1992 2002 Index

Subregio Luchthaven & Brusselse Rand

164 364 269 698 164,1 52 887 18 842 35,6 13 877 18 562 133,8 231 128 307 102 132,9

Rest Groene Gordel 7 486 7 599 101,5 21 566 20 839 96,6 49 781 77 178 155,0 78 833 105 616 134,0 Totaal Groene Gordel 171 850 277 297 161,4 74 453 39 681 53,3 63 658 95 740 150,4 309 961 412 718 133,2

Bron: NIS-statistieken

Page 82: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

82

Gezien we geïnteresseerd zijn in de recreatieve markt van de Belgen en Nederlanders voor de rest van de Groene Gordel splitsen we de recreatieve vraag in deze subregio op naar Belgen en Nederlanders en dit doen we in tabel 26. Tabel 26 Structuur van de recreatieve overnachtingen van de Belgen en Nederlanders in de Rest van de Groene Gordel, naar logiestype, 2002

Rest Groene Gordel België Nederland Logiestype

Aantal % Aantal % Aantal % Hotels 7 599 7,2 2 957 3,7 753 6,4 Campings 20 839 19,7 7 545 9,6 7 426 62,9 Logies voor doelgroepen 77 178 73,1 68 394 86,7 3 628 30,7 Totaal 105 616 100,0 78 896 100,0 11 807 100,0

Bron: NIS-statistieken De resultaten zijn heel relevant voor het beleid in ‘de rest van de Groene Gordel’, de subregio die het generieke product van de Groene Gordel vertegenwoordigt. We zien bij de Belgen een overconcentratie van recreatieve overnachtingen in logies voor specifieke doelgroepen (73%). Eén vijfde van de Belgische recreatieve overnachtingen situeren zich op campings en slechts 7% gaat door op hotel. Het is duidelijk dat hier meer gewerkt moet worden om Belgen aan te trekken in een meer divers aanbod van logies-accommodatie. Daarvoor moet die ook aanwezig zijn. Voor de Nederlanders zit de concentratie vooral in de campings, maar toch ook voor een deel in logiesvormen voor specifieke doelgroepen. Hotels scoren ook hier zeer laag. Voor de Nederlanders is het belangrijk om kwalitatieve toeristische standplaatsen aan te bieden en moet eveneens gestreefd worden naar een ruimer aanbod van hotels, gastenkamers en vakantiewoningen. Conclusies over de verblijfstoeristische vraag in de Groene Gordel • Het totale aantal overnachtingen in de Groene Gordel is vrij belangrijk met 922 666. • Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden naar structuur en evoluties

tussen enerzijds, de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand, en anderzijds ‘de rest van de Groene Gordel’.

Het belangrijkste deel van de logiesaccommodatie in de subregio LH-ZWVR heeft weinig te maken met het generieke product van de Groene Gordel, maar alles met de ligging tegenover de luchthaven en de relatief goedkopere tarieven voor een verblijf dat gericht is op Brussel. 84% van alle overnachtingen vinden plaats in deze subregio. De ‘rest van de Groene Gordel’ is qua overnachtingen beperkt (149 115 over-nachtingen) en ligt in de grootteorde van deze van het Hageland (138 887 over-nachtingen).

• Hoewel de overnachtingen voor ‘de rest van de Groene Gordel’ beperkt zijn, is vooral

de vakantiemarkt er belangrijk, en deze wordt vooral gegenereerd door Belgen en in minder mate door Nederlanders die ook groeimarkten vormen. De Nederlandse markt is echter nog ondervertegenwoordigd in vergelijking met andere Vlaamse toeristische regio’s. Het is duidelijk dat op deze markt veel harder moet worden gewerkt. De

Page 83: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

83

congres-en seminariemarkt is in deze subregio, vooral in de rest van het Dijleland en de rest van Noordwest Brabant, sterk gericht op de binnenlandse markt. Toch is er ook een belangrijk deel van de overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries toe te schrijven aan niet-buurlanden.

• De subregio LH-ZWVR is sterk gericht op de congres-en seminariemarkt en op het pure

zakentoerisme. Toch neemt het recreatieve toerisme daar ook sterk toe. Deze groei heeft echter niet zoveel te maken met het eigenlijke product van de Groene Gordel en is vooral gerelateerd aan Brussel en de luchthaven.

• De recreatieve overnachtingen in de Groene Gordel zijn sterk verschillend naar logies-

vorm naargelang de subregio. De subregio LH-ZWVRzone kent vooral een recreatief verblijfstoerisme in hotels. De recreatieve vraag in ‘de rest van de Groene Gordel’ situeert zich vooral in logiesvormen voor specifieke doelgroepen en in veel mindere mate op campings.

• De Belgen genereren in de ‘rest van de Groene Gordel’ vooral recreatieve over-

nachtingen in logies voor specifieke doelgroepen (jeugdtoerisme). De Nederlanders logeren er meer op camping.

1.4 De sociaal-economische betekenis van toerisme en recreatie in de Groene Gordel

De sociaal-economische betekenis van de sector toerisme en recreatie in een streek kan worden benaderd via enerzijds de geraamde bestedingen en omzet en anderzijds via de werkgelegenheid die door de sector wordt gegenereerd.

1.4.1 Bestedingen en omzet

Inzake de bestedingen van recreanten, dagtoeristen en verblijfstoeristen in de Groene Gordel zijn weinig gegevens voorhanden. Naar Toerisme Vlaanderen toe is het belangrijk om aan te dringen op onderzoek naar dagtoerisme in de Vlaamse regio’s zodat hieromtrent ook uitspraken kunnen worden gemaakt. Enkel rond het verblijfstoerisme kunnen we een ruwe raming maken van de omzet. Opnieuw maken we een onderscheid tussen de cluster Luchthaven en Brussels Gewest en de rest van de Groene Gordel, in de veronderstelling dat: • de uitgaven in de cluster LH-ZWVR zich meestal voordoen in ketenhotels en heel wat

hoger liggen dan het gemiddelde van de recreatieve verblijfs-toerist voor de Vlaamse regio’s. Het lijkt ons dan ook meer aannemelijk om hier eerder te kijken naar de bestedingen in Kunststeden in Vlaanderen per persoon, per over-nachting. Deze bestedingen liggen op 119 euro in 2000 (onderzoek Toerisme Vlaan-deren bij recreatieve verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen in kunststeden). Voor de cluster LH-ZWVR nemen we iets lagere bestedingen (80,00 euro) omdat het hier vooral gaat om goedkopere ketenhotels en wellicht ook soms om touroperatorgroepen. Dit is eerder een minimale inschatting.

• de uitgaven van de recreatieve verblijfsrecreant in commerciële logiesvormen in ‘de rest

van de Groene Gordel’ eerder zullen aansluiten bij het niveau dat werd vastgesteld in

Page 84: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

84

een onderzoek verricht voor de Vlaamse regio’s. In dit onderzoek zijn 899 van de 1 826 steekproefeenheden in vakantiedorpen bevraagd en 927 in andere logiesvormen (geen jeugdlogies), en dit over heel Vlaanderen met een hoog aantal van 1 087 steekproef-eenheden uit Limburg. Gezien ‘de rest van de Groene Gordel’ geen vakantiedorpen heeft, kunnen we de gemiddelde bestedingen per persoon per overnachting inschatten op basis van de 927 steekproefeenheden in ander logiesvormen dan de vakantiedorpen, die gemiddeld komen op 29,00 euro. Wellicht wordt ook in ‘de rest van de Groene Gordel’ iets meer op hotel gelogeerd dan in de andere Vlaamse regio’s en kunnen we aannemen dat de gemiddelde bestedingen hoger liggen. We schatten deze voorlopig in op 35,00 euro.

• de uitgaven van de congres- en seminarieganger geschat kunnen worden op gemiddeld

170,00 euro per persoon per overnachting. Dit is ook een eerder minimalistische inschatting. Toerisme Vlaanderen is van plan om in 2004 hieromtrent in Vlaanderen en Brussel een bestedingsonderzoek te doen waardoor deze inschatting zal kunnen worden verfijnd. Wellicht zit hier een overschatting in van de bestedingen van congres-en seminarie-gangers in ‘de rest van de Groene Gordel’.

• de uitgaven van de echte zakentoerist geraamd kunnen worden op 100,00 euro op basis

van de veronderstelling dat hij/zij minder uitgeeft dan de congres/seminarieganger maar toch wel meer dan de recreatieve verblijfstoerist. Dit is een hypothese die in realiteit enkel door onderzoek kan worden geverifieerd.

In tabel 27 wordt de omzet van het verblijfstoerisme geraamd op basis van de hierboven beschreven hypothesen. Tabel 27 Geraamde omzet in de Groene Gordel en subregio’s voor 2002 (in euro)

Overnachtingen

Gemiddelde

bestedingen per

overnachting

Geraamde omzet

(in euro)

Aandeel in de

omzet Groene

Gordel

Recreatieve

overnachtingen 307 102 50,00 15 355 100 19,4

Congressen/seminaries 179 699 170,00 30 548 830 38,7

Puur zakentoerisme 242 984 100,00 24 298 400 30,8

Subregio LH-ZWVR 70 202 330 88,9

Recreatieve

overnachtingen 105 616 35,00 3 696 560 4,7

Congressen/seminaries 14 364 170,00 2 441 880 3,1

Puur zakentoerisme 26 703 100,00 2 670 300 3,3

Rest van Groene Gordel 8 808 740 11,1

Totaal Groene Gordel 79 011 070 100,0

In totaal genereert het verblijfstoerisme in de Groene Gordel circa 79 miljoen euro in 2002. Het leeuwenaandeel (88%) kan echter toegeschreven worden aan de subregio Luchthaven en Brusselse rand. De rest van de Groene Gordel is slechts goed voor circa 9 miljoen euro of 11% van de totale omzet uit verblijfstoerisme. Het congres-en seminarietoerisme is heel belangrijk voor de omzet en vertegenwoordigt 42% van de geraamde omzet. Op de tweede plaats komt het pure zakentoerisme met een aandeel in de totale omzet van 34%. Het recreatief verblijfstoerisme heeft slechts een

Page 85: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

85

aandeel van 24%.

1.4.2 Werkgelegenheid

Er zijn diverse methodes om de werkgelegenheid in toerisme te meten. De beste methode is te werken via de toeristische bestedingen, waarbij de omzet per omzetcategorie wordt berekend, en via een ratio per sector wordt omgerekend naar voltijdse werkplaatsen. Gezien de raming voor de bestedingen voor het toerisme (dag- én verblijfstoerisme) in de Groene Gordel en de omzetcategorieën niet voldoende correct kunnen worden geschat, en gezien ook nog geen onderzoek werd uitgevoerd naar de ratio omzet/voltijdse werkplaats per sector is het de Groene Gordel niet mogelijk om op deze manier de voltijdse werkgelegenheid in te schatten. Daarom doen we een beroep op de werkgelegen heidscijfers zoals die door het RSZ voor de bezoldigde werkgelegenheid worden verzameld hoewel die wellicht een onderschatting inhouden van de totale werkgelegenheid gegenereerd door het toerisme. Hiermee kan evenwel de evolutie worden gevolgd. Tabel 28 geeft zowel de verdeling als de evolutie weer in de directe werkgelegenheid binnen de Groene Gordel naar subregio. Hierbij nemen we volgende NACE-codes op: • logies: 55.1 en 55.2; • restaurants, cafés: 55.3 en 55.4; • recreatie: 92.5 en 92.7. Deze cijfers worden elk jaar geregistreerd op 30 juni zodat vakantiejobs tijdens de zomer, bijvoorbeeld in de horeca, niet zijn opgenomen. In totaal stelt de toeristisch-recreatieve sector van de Groene Gordel 5 649 bezoldigde werknemers te werk (deeltijds of voltijds). Iets meer dan de helft vindt werk in de rest van de Groene Gordel, de andere helft in de subregio Luchthaven/Brusselse rand. De restaurants en cafés zijn opvallend goed vertegenwoordigd met 72% van de totale bezoldigde werknemers in de Groene Gordel. Dit is nog meer het geval in de rest van de Groene Gordel. De logiessector draagt 18% bij in de directe werkgelegenheid en de recreatiesector 10% maar deze werkgelegenheid zit vooral geconcentreerd in de subregio Luchthaven/Brusselse rand (91% van de totale werkgelegenheid in logies in de Groene Gordel). Tabel 28 Structuur van de bezoldigde directe werkgelegenheid in toerisme in de Groene Gordel naar subregio en naar categorie, 2001 Jaar Logies Reca Recreatie Totaal Aandeel (in %) Subregio Luchthaven/Brusselse Rand 869 1 732 160 2 761 48,9 Rest Dijleland 43 1 019 304 1 366 24,2 Rest Pajottenland/Zennevallei 31 574 54 659 11,7 Rest Noordwest Brabant 43 755 65 863 15,3 Rest Groene Gordel 117 2 348 423 2 888 51,1 Totaal Groene Gordel 986 4 080 583 5 649 100,0 Aandeel (in %) 17,5 72,2 10,3 100,0

Bron: RSZ

Tabel 29 geeft een evolutie aan in de bezoldigde werkgelegenheid. De bezoldigde werk-gelegenheid in de Groene Gordel steeg in de periode 1993-2001 met 24%. De stijging is

Page 86: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

86

vooral te noteren bij de recreatieve activiteiten (+41%). De logies-sector nam in werk-gelegenheid toe in deze periode met 26% en de restaurant- en cafésector met 21%. De bezoldigde werkgelegenheid kende de grootste groei in ‘de rest van de Groene Gordel’ waar vooral de recreatieve activiteiten een sterke groei kenden. Deze groei situeert zich echter vooral in de rest van het Dijleland. Daar was ook de globale groei in bezoldigde werkgelegenheid het hoogst. Tabel 29 Evolutie van de bezoldigde directe werkgelegenheid in toerisme in de Groene Gordel naar subregio en naar categorie, 1993-2001 Jaar Logies Reca Recreatie Totaal 1993 696 1 446 224 2 366 1995 618 1 723 229 2 570 1998 711 1 548 115 2 374 2001 869 1 732 160 2 761 Index t.o.v. 1993 Subregio Luchthaven/Brusselse Rand

124,9 119,8 71,4 116,7

1993 29 843 72 944 1995 41 941 159 1 141 1998 47 984 133 1 164 2001 43 1 019 304 1 366

Index t.o.v. 1993 Rest Dijleland

148,3 120,9 422,2 144,7

1993 37 378 68 483 1995 13 305 69 387 1998 31 446 27 504 2001 31 574 54 659 Index t.o.v. 1993 Rest Pajottenland/Zennevallei

83,8 151,9 79,4 136,4

1993 19 703 50 772 1995 18 722 53 793 1998 24 804 45 873 2001 43 755 65 863 Index t.o.v. 1993 Rest Noordwest Brabant

226,3 107,4 130,0 111,8

1993 85 1 924 190 2 199 1995 72 1 968 281 2 321 1998 102 2 234 205 2 541 2001 117 2 348 423 2 888 Index t.o.v. 1993 Rest Groene Gordel

137,6 122,0 222,6 131,3

1993 781 3 370 414 4 565 1995 690 3 691 510 4 891 1998 813 3 782 320 4 915 2001 986 4 080 583 5 649 Index t.o.v. 1993 Totaal Groene Gordel

126,2 121,1 140,8 123,7

Bron: RSZ

Deze werkgelegenheid doet zich vooral voor in restaurants en cafés (72%) met 4 080 tewerkgestelden. De logiessector is goed voor 17% met 986 werknemers en de recreatie met 10% met 583 werknemers. In de Groene Gordel zijn daarnaast 2 433 zelfstandigen tewerkgesteld in 2001 in de toeristische sector (horeca en ondernemingen voor vermakelijkheden). Er is een lichte daling in deze tewerkstelling vast te stellen tegenover 1995 (-4%).

Page 87: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

87

Conclusies over de sociaal-economische betekenis van toerisme en recreatie • Er zijn onvoldoende gegevens voorhanden om een realistische raming te kunnen maken

van de totale omzet gegenereerd door toerisme en recreatie in de Groene Gordel. Naast de directe omzet moet immers ook de indirecte en geïnduceerde omzet meegerekend worden. Hiervoor zijn echter geen indicatoren ter beschikking. In de hierboven gemaakte raming hebben we het enkel over de directe omzet in het verblijfstoerisme die op een 79 miljoen euro geraamd wordt voor 2002. Verder onderzoek moet dit deel van de omzet realistischer gaan inschatten.

• In totaal worden 5 649 mensen bezoldigd tewerkgesteld in toerisme en recreatie in de

Groene Gordel in 2001, waarvan bijna de helft in de subregio LH-ZWVR, waar niet alleen de logiescapaciteit geconcentreerd is, maar ook het restaurant- en caféwezen sterk vertegenwoordigd is. Globaal voor de Groene Gordel draagt het restaurant- en caféwezen voor 72% bij van de bezoldigde werkgelegenheid in toerisme en recreatie. Daarnaast zijn ook nog 2 433 zelfstandigen tewerkgesteld in de toeristisch-recreatieve sector in de Groene Gordel.

1.5 Beleid voor toerisme en recreatie

Bij het beleid rond toerisme en recreatie worden vooreerst de organisatiestructuren onder de loep genomen. Daarna wordt ingegaan op het specifieke beleid voor toeristische en recreatieve productontwikkeling, gevolgd door een kritisch doorlichting van het marketingbeleid.

1.5.1 Organisatiestructuren

In de Groene Gordel kunnen diverse toeristische instanties worden onderkend waaronder: • Toerisme Vlaams-Brabant; • de VVV Pajottenland en Zennevallei; • de VVV Dijleland; • de gemeenten en lokale diensten voor toerisme.

1.5.1.1 Toerisme Vlaams-Brabant

De provincie Vlaams-Brabant heeft binnen de administratie een dienst toerisme en daarnaast ook een vzw Toerisme Vlaams-Brabant die als provinciale toeristische federatie optreedt. De personeelsleden zijn provincieambtenaren vallen dus onder de loonlast van de provincie. In de beleidsorganen zijn diverse partners vertegenwoordigd zoals de provincie, steden en gemeenten, regionale VVV’s, diverse erkende organisaties en Toerisme Vlaanderen. Waar vroeger het takenpakket van de provincie rond toerisme en recreatie vooral gericht was op het uitwerken van kwalitatieve wandelroutes en fietslussen en het uitgeven van publicaties hieromtrent, werd het beleid begin 2000 kritisch herzien op basis van het ‘Ontwikkelingsplan Toerisme en Recreatie in Vlaams-Brabant’.

Page 88: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

88

In de beleidsnota toerisme 2001-2006 werd duidelijk gesteld dat de provincie het takenpakket van de provinciale dienst toerisme en van de provinciale vzw Toerisme Vlaams-Brabant wil heroriënteren en verruimen. Om dit te realiseren werden essentiële wijzigingen aangebracht in de werking van de dienst toerisme met verregaande consequenties qua budget en personeelsformatie. Het is duidelijk dat een inhaalbeweging wordt gemaakt. In concreto heeft dit als gevolgen dat twee regiocoördinatoren werden aangetrokken voor het begeleiden van de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in de Groene Gordel met de bedoeling de diverse initiatieven te stroomlijnen en nieuwe ideeën te initiëren. Ook nam de provincie het initiatief voor het opstellen van dit strategisch beleidsplan. De provincie ondersteunt verder de bovengemeentelijke werking voor toerisme door het verlenen van een subsidie aan de VVV Dijleland en de VVV Pajottenland/Zennevallei en dit voor concrete acties en op bepaalde voorwaarden. Daarnaast zijn ook nog andere diensten binnen de provincie belangrijk voor het ontwikkelen van het toeristisch-recreatief product namelijk de diensten: • cultuur; • leefmilieu; • economie; • ruimtelijke ordening en mobiliteit.

1.5.1.2 De VVV Pajottenland en Zennevallei

Deze VVV werd opgericht in 1970. De toenmalige Minister van Verkeer Bertrand beperkte het verlenen van subsidies aan VVV’s tot gewestelijke VVV’s. Deze VVV houdt zich vooral bezig met volgende onderwerpen: • toeristisch onthaal: in Halle, Gaasbeek en Galmaarden; • dagtrips voor groepen; • gidsenwerking en -vorming; • uitwerken van fiets- en wandelroutes. De te beperkte budgetten laten geen dure marketingcampagnes toe (zie verder). De ledengemeenten betalen 0,05 euro per inwoner. Maar in het werkingsgebied participeren maar 50 % van de gemeenten. De gemeente Halle zelf betaalt 1,25 euro per inwoner, stelt een kantoor ter beschikking, en verleent logistieke ondersteuning.

1.5.1.3 De VVV Dijleland

Deze VVV werd pas opgericht in 2001 n.a.v. de creatie van het fietsroutenetwerk Dijleland. Van de 16 gemeenten die volgens de indeling van Toerisme Vlaams-Brabant tot het Dijleland behoren zijn er slechts 7 lid: Bertem, Kortenberg, Herent, Haacht, Keerbergen, Boortmeerbeek en Huldenberg. De bijdrage van de gemeenten bedraagt 0,50 euro per inwoner. In tegenstelling tot het Pajottenland is er hier geen echt Dijlelandgevoel. De identiteit van het Dijleland is immers minder uitgesproken.

Page 89: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

89

Het personeelsbestand is beperkt tot één voltijds equivalent, weliswaar gesplist over drie personen. Het personeel zijn DAC-medewerkers van IGO-Leuven waarvoor de gemeenten de loon- en werkingskosten vergoeden. Volgende taken worden uitgevoerd: • overleg met de toeristische medewerkers in de gemeenten; • regionale promotie; • productontwikkeling; • vrijwilligerscoördinatie voor peters en meters van routestructuren; • gidsenopleiding; • animatie: wandelingen, vertelavonden, zomerzoektocht, Dijlelanddag, e.a. De VVV heeft in het verleden vooral een meerwaarde meegebracht op het vlak van productontwikkeling. IGO Leuven speelde immers een belangrijke rol in het ontwikkelen van Europese projectvoorstellen. Zo werd een actieve werking opgestart om te zoeken naar Europese middelen voor de Regio Leuven, o.m. Interreg IIIA en B, Cultura 2000 en werden heel wat inspanningen geleverd bij het uitbouwen van het netwerk tussen de regio Leuven en de Meierij in Noord- Brabant (om Interregprojecten tussen beide regio's helpen tot stand komen). IGO Leuven is ook de initiator van vele toeristisch-recreatieve initiatieven binnen het kader van de werking van de VVV Dijleland. Vooral wat betreft het onderhoud van fietsen wandelroutes is de technische know how en het contact met de gemeenten voor deze intercommunale een grote troef. Toerisme Vlaams-Brabant heeft nu de rol wat betreft het aantrekken van Europese projecten grotendeels overgenomen en betrekt de VVV Dijleland bij volgende Europese projecten: • Interreg IIIa-project rond toeristisch onthaal; • PDPO: betrokkenheid van de VVV bij het project rond het Witloofmuseum; • Interreg IIIb-project: ‘Sustainable Open Space’.

1.5.1.4 De gemeenten

Bij de gemeenten is er een duidelijke evolutie merkbaar: toerisme wordt er steeds meer een belangrijke beleidsprioriteit. Er is dan ook een grotere bereidheid om te investeren in toeristische projecten, om het toeristisch onthaal op gemeentelijk niveau te organiseren en om te participeren in promotie-initiatieven.

Conclusies over de organisatiestructuren

• Er is geen gebiedsdekkende subregionale structuur wat betreft toeristisch beleid. Zo is er in Noordwest Brabant geen bovenlokale organisatie zoals dit het geval is in Pajottenland en Zennevallei en in het Dijleland, hoewel ook daar hiaten zijn wat betreft de gemeenten die behoren tot het arrondissement Halle-Vilvoorde.

• Het is duidelijk dat Toerisme Vlaams-Brabant de coördinatie van het toeristisch-

recreatief gebeuren in de regio Groene Gordel nog meer naar zich moet toehalen. Dit betekent evenwel niet dat Toerisme Vlaams-Brabant alles zelf moet uitvoeren: op het vlak van het toeristisch onthaal en de productontwikkeling moeten duidelijke taakafspraken gemaakt worden met de gemeenten en de twee VVV’s die hiervoor beter geschikt zijn door hun ervaring in het veld en de vele contacten met de actoren.

Page 90: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

90

1.5.2 Het beleid voor toeristische productontwikkeling

Naast de hierboven vermelde toeristische instanties is er een veelheid van actoren, vanuit diverse overheden, en vanuit diverse invalshoeken, die zich bezighouden met projecten die een toeristische meerwaarde hebben. In tabel 30 wordt hiervan een overzicht gegeven. Naast deze reeks overheidsactoren zijn er nog private actoren of vzw-structuren als: • de VVV-Dijleland: diverse toeristische projecten (zie verder); • de VVV-Pajottenland en Zennevallei: groepsuitstappen, onthaalinfrastructuur en fiets-

en wandelroutes; • Natuurpunt VZW: beheer en recreatieve ontsluiting van natuurgebieden; • Muziekmozaïek: Volksinstrumentenmuseum Gooik; • de horecasector: uitbating van hotels, campings, restaurants en cafésector, e.a. Tabel 30 Overzicht van de diverse projecten en betrokken instanties, die te maken hebben met projecten met een toeristische meerwaarde in de Groene Gordel in 2003 Niveau Instelling/Dienst Product

Europa • Europees Fonds voor Regionale

Ontwikkeling (EFRO)

• Europees Oriëntatie- en

Garantiefonds voor de

Landbouw (EOGFL)

• Interreg IIIa-programma Benelux

Middengebied

• Interreg IIIb-programma

• Plattelandsontwikkelingsprogramma

voor Vlaanderen

• Leader Plus voor Pajottenland

Federaal Min. van wetenschapsbeleid • Koninklijk Museum voor Midden Afrika

• Nationale Plantentuin

Vlaams • AMINAL: Bos en Groen

• AWZ en NV Zeekanaal

• AMINAL: Natuur

• Bruegelproject

• Beheer van bosgebieden

• Uitbouw infrastructuur voor

watergebonden recreatie

Vlaams • Administratie Cultuur

• VZW De Rand

• Kasteel van Gaasbeek

• Bruegelproject

Vlaams • BLOSO

• Toerisme Vlaanderen

• Domein van Hofstade

• Investeringssubsidies KB ‘67

• Bivakhuizen: Vollezele

Vlaams • Regionale landschappen

Dijleland & Zenne, Zuun en

Zoniën

• VLM

• Ruiternetwerk Pajottenland

• Wandelnetwerken Dijleland

• en Pajottenland

• Landinrichtingsprojecten Brabants

Plateau

Provincie • Dienst Domeinen

• Dienst Jeugd

• Dienst Cultuur

• Museumconsulente

• Dienst Leefmilieu

• Domein van Huizingen

• Verblijfsinfrastructuur voor jongeren

• Breedbeeld-project

• Museumprojecten

• Groene Corridor

Provincie Toerisme Vlaams-Brabant • Recreatieve infrastructuur

• Marketing

Gemeenten Diverse diensten • Onthaalinfrastructuur

• Projecten: Druivenmuseum,

Witloofmuseum e.a.

Page 91: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

91

Conclusies over het beleid voor toeristische productontwikkeling • Zoals reeds vroeger gesteld in dit rapport onder het onderwerp natuurgerichte recreatie,

is er gezien de veelheid aan actoren, gebrek aan coördinatie en overleg. Dit dient opgevangen te worden en moet niet alleen te gebeuren in functie van het probleem van omgevingsrecreatieve noden, maar ook op het vlak van de toeristische product-ontwikkeling. Toerisme Vlaams-Brabant is de aangewezen instantie om de coördinatie van de recreatieve en toeristische productonwikkeling op zich te nemen. Dit plan kan daartoe een eerste aanzet zijn.

• Toerisme Vlaams-Brabant kan ook zelf meer initiatief nemen op het vlak van

toeristische productontwikkeling. Zo lijkt de aanwerving van een specialist voor het begeleiden van toeristische projecten over gans Vlaams-Brabant noodzakelijk. Daarnaast zou het ook goed zijn indien Toerisme Vlaams-Brabant zou kunnen beschikken over een eigen financieringsinstrument om toeristische projecten te cofinanciering. Dit zou de positie van deze organisatie kunnen verstevigen t.o.v. andere financiers zoals Vlaanderen, de gemeenten, Toerisme Vlaanderen en de privé-sector.

1.5.3 Marketingbeleid

De marketing voor de toeristisch-recreatieve regio de Groene Gordel gebeurt in verspreide slagorde. De belangrijkste ‘marketeer’ van de Groene Gordel voor het ogenblik is Toerisme Vlaams-Brabant. Daarnaast zijn ook nog actief: het Breugelproject, de VVV Dijleland, de VVV Pajottenland en Zennevallei en de gemeenten.

1.5.3.1 Toerisme Vlaams-Brabant

De provincie neemt via de vzw Toerisme Vlaams-Brabant heel wat marketinginitiatieven die rechtstreeks ten goede komen aan het inkomend toerisme. In tabel 31 wordt een overzicht gegeven van de uitgaven die door Toerisme Vlaams-Brabant gepland worden voor promotionele acties in 2003. Er moet evenwel worden beklemtoond dat bij deze uitgaven geen personeelskosten zijn gerekend, gezien deze volledig op de loonrekening van de provincie Vlaams-Brabant komen te liggen. De uitgaven die gemeenschappelijk ten goede komen van de drie toeristische producten van Vlaams-Brabant zijn opgenomen waarbij een redelijke omslag wordt gemaakt voor de Groene Gordel en de uitgaven die specifiek voor de groene Gordel zullen worden gemaakt (streekgids) ook worden verrekend. Deze streekgids Groene Gordel wordt door Toerisme Vlaams-Brabant geïnitieerd voor 2004 en is een pilootproject. Toerisme Vlaams-Brabant draagt in de pool van de Vlaamse regio’s op de Vlaamse en Nederlandse markt voor eenzelfde bedrag bij als de andere Vlaamse regio’s. Toerisme Vlaanderen levert via deze pool een belangrijke bijdrage in de bekendmaking van het begrip Groene Gordel, ondermeer via de arrangementenbrochure Vlaanderen Vakantieland. Spijtig genoeg zijn er slechts vier pagina’s gewijd aan de Groene Gordel omdat te weinig logiesverstrekkers hierin participeren. Het verblijfstoerisme (waarop deze campagnes vooral gericht zijn) in Vlaams-Brabant staat immers nog in zijn kinderschoenen. De deal van Toerisme Vlaanderen naar Vlaams-Brabant zou rechtvaardiger zijn indien ook rekening gehouden zou worden met de verblijfstoeristische voordelen die kunnen worden

Page 92: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

92

gegenereerd door de campagne van Toerisme Vlaanderen in Vlaanderen en Nederland (bijv. verdeelsleutel volgens logiescapaciteit). De bijdrage aan de pool Vlaamse regio’s in het binnenland en Nederland wordt gedeeld door twee gezien het hier gaat om 2 regio’s (de Groene Gordel en Hageland). De andere posten worden gedeeld door drie (Leuven wel inbegrepen). In totaal kan gesteld worden dat Toerisme Vlaams-Brabant in 2003 uit haar gemeen-schappelijke acties een bedrag van circa 167 000 euro uitgeeft dat kan toegerekend worden aan de subregio de Groene Gordel. Tabel 31 Promotionele uitgaven van Toerisme Vlaams-Brabant voor de Groene Gordel binnen de globale marketing van Vlaams-Brabant in de begroting 2003

Uitgavenpost

Globaal (in euro)

Omslag naar de Groene Gordel

(in euro) voor 2003

Campagnes

Bijdrage pool Vlaamse regio’s voor

de binnenlandse markt (gedeeld

door 2)

75 000,00 37 500,00

Bijdrage pool Vlaamse regio’s voor

de Nederlandse markt (gedeeld

door 2)

50 000,00 25 000,00

Presentaties

TV-reportages & mediaspots 47 000,00 15 666,66

Beurzen, salons en workshops 20.000 6 666,60

Persbewerking 2 500 833,33

Brochures

Streekgids Groene Gordel - 50 000

Werfbrochure ‘Wandelen, fietsen

en genieten in Vlaams-Brabant’

(gedeeld door 3)

27 843,59 9 281,20

Logiesbrochure (gedeeld door 3) 6 607,55 2 202,52

Toeristische kaart (gedeeld door 3) 12 445,56 4 148,52

Daguitstappen voor groepen

(gedeeld door 3) 11 981,61 3 993,87

Trip tips 35 339,00 11 779,70

Totaal van promotiekosten door

Toerisme Vlaams-Brabant

uitgegeven

167 072,40

Bijdrage in promotiekosten VVV

Dijleland (50% van begroting

2003) indien deze kosten effectief

gerealiseerd worden

10 890,92

Bijdrage in promotiekosten VVV

Pajottenland/Zennevallei 4 070,00

Totaal van promotiekosten door

Toerisme Vlaams-Brabant

uitgegeven of door hen

gesubsidieerd

182 033,32

Bron: Toerisme Vlaams-Brabant

Page 93: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

93

In de verschillende publicaties van Toerisme Vlaams-Brabant wordt op een consequente manier het onderscheid gemaakt tussen de drie entiteiten Groene Gordel, De Groene Gordel en Leuven. Het betreft volgende publicaties: • Brochure ‘Wandelen, fietsen en genieten’ (150 000 ex., 20 blz., quadri)

De titel is hier ietwat misleidend omdat het in feite een algemene werfbrochure is voor Vlaams-Brabant met de nadruk op fietsen en wandelen en dat tevens het vaarproduct opneemt. Deze brochure heeft een duidelijk wervend karakter met een goede fotografie. Vier pagina’s zijn volledig gewijd aan de Groene Gordel.

• Brochure ‘Logeren in Vlaams-Brabant’ (20 000 ex., 24 blz., twee kleuren) Deze logiesbrochure is duidelijk opgesplitst is in drie delen. Het is vooral een logieslijst met adresgegevens en pictogrammen. De brochure oogt nogal saai omwille van het opsommende karakter en de twee kleurendruk, in tegenstelling tot de aantrekkelijke cover in quadri.

• Toeristische kaart voor Vlaams-Brabant (50 000 exemplaren) Een overzichtelijke kaart met tal van nuttige info op achterzijde. Is wel minder goed te gebruiken als wegenkaart.

• Brochure ‘Uitstappen voor groepen in Vlaams-Brabant’ (20 000 ex., 44 blz., quadri) Deze klassieke groepsbrochure beschrijft uitvoerig de daguitstappen in Vlaams-Brabant onder een mooie lay-out. Niet minder dan 16 blz. zijn gewijd aan de Groene Gordel. Het is niet duidelijk hoe de selectie gemaakt wordt van welke dagtrips hierin komen.

• ‘Trip Tips’ (exemplaren variëren naargelang het seizoen van 15 000 naar 30 000, twee kleuren) Het gaat hier om een evenementen- en wandelkalender die vier maal per jaar verschijnt.

Naast brochures zijn er ook nog tal van andere marketingacties die Toerisme Vlaams-Brabant onderneemt zoals pers- en PR-activiteiten, aanwezigheid op publieksbeurzen, advertenties en mailing en televisie-uitzendingen in het programma Vlaanderen Vakantieland. De algemene marketinguitgaven van Toerisme Vlaams-Brabant van circa 167 000 euro dragen dus al in belangrijke mate bij tot de bekendmaking van de Groene Gordel. De tijd is echter stilaan rijp om een aparte campagne op te zetten voor de Groene Gordel. Daarnaast subsidieert Toerisme Vlaams-Brabant ook de promotionele werking van de VVV Dijleland en de VVV Pajottenland en Zennevallei met 50%. In 2002 was dit beperkt tot een subsidie voor VVV Dijleland van 2 656 euro en voor de VVV Pajottenland en Zennevallei van 3 921 euro. Voor 2003 staat in de begroting van de VVV Dijleland een opmerkelijk groter bedrag ingeschreven namelijk 21 781,83 waarvan Toerisme Vlaams-Brabant de helft zal subsidiëren (10 890,92 euro) indien deze kosten effectief worden uitgevoerd. Voor de VVV Pajottenland en Zennevallei staan 8 140 euro ingeschreven op de begroting 2003 als promotiekosten. Hiervan zal Toerisme Vlaams-Brabant ook de helft subsidiëren of 4 070 euro. Het totale bedrag dat Toerisme Vlaams-Brabant uitgeeft aan promotie die ten goede komt aan de Groene Gordel bedraagt daarmee iets meer dan 180 000 euro.

Page 94: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

94

1.5.3.2 Het Bruegelproject

In 2002 en 2003 verscheen er telkens een boeiende Knack-special over de culturele activiteiten die elke zomer in het kader van het Bruegelproject worden georganiseerd. Eén pagina is gewijd aan een beschrijving van de Groene Gordel in zijn geheel. In 2002 werd in het kader van het Bruegelproject (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) ook een strip uitgegeven ‘De Val der Blinden’, die zich afspeelt op diverse locaties van de Groene Gordel. Een specifieke folder werd in het kader van het Bruegelproject ontwikkeld over het Kasteel van Gaasbeek onder de titel ‘Gaasbeek, Heerlijk erfgoed in het hart van het Pajottenland’. Ten slotte publiceerde AMINAL vier langwerpige brochures over de belangrijkste kasteel-parken onder het logo ‘Vlaanderen zuurstof geven’: • Gaasbeek-Groenenberg, de Groene Ziel van Vlaams-Brabant; • Gaasbeek, de Museumtuin; • Coloma, de Rozentuin; • Ter Rijst, het park tussen hemel en aarde. Al deze initiatieven van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn op zich bijzonder waardevol en dragen bij tot de bekendmaking van diverse elementen van de Groene Gordel. Opvallend voor een groots opgezet project zoals het Bruegelproject zijn niettemin volgende elementen: • het ontbreken van een duidelijke huisstijl wat resulteert in het door elkaar gebruiken

van verschillende logo’s; • de beperkte samenwerking met de Provincie Vlaams-Brabant; • het niet integreren van het concept ‘Groene Gordel’ in de algemene communicatie. Grote afwezige in het hele Bruegelverhaal is Toerisme Vlaanderen. Conclusie betreft marketing van het Bruegelproject Naast het ecologische en het culturele luik, dient er dringend een toeristisch luik te worden ontwikkeld binnen het Bruegelproject. Dit dient in overleg te gebeuren met Toerisme Vlaanderen, Toerisme Vlaams-Brabant en de twee reeds betrokken administraties van de Vlaamse Gemeenschap maar in afstemming met en onder de coördinatie van de provincie (Toerisme Vlaams-Brabant).

1.5.3.3 De VVV Dijleland

Sinds een tweetal jaar neemt de VVV Dijleland diverse initiatieven op het vlak van promotie: • Brochure ‘Het Dijleland, een verrassend stukje Groene Gordel’ met als logo ‘in de

voetsporen van Hertog Jan’ (8 blz., quadri) Deze brochure is bedoeld als werfbrochure en werd gesubsidieerd door Toerisme Vlaams-Brabant. Deze brochure geeft een algemeen beeld van het Dijleland maar is toch niet erg overtuigend om de potentiële toerist aan te zetten tot een bezoek. De foto op de cover is een vrij droevig en grijs beeld van een geërodeerde Dijle-oever met daarbij drie witte koeien. De diverse foto’s binnenin zijn te klein en van diverse

Page 95: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

95

kwaliteit. De grotere beelden op blz. 3 en 5 zijn ook weer grijs. Het logo van Hertog Jan is wel leuk, maar de lezer vindt in de brochure geen enkel verband tussen het Dijleland en Hertog Jan. Naast deze bedenkingen op de brochure zelf kunnen we ons ook afvragen hoe de distributie van deze brochure gebeurt.

• Advertentie in de arrangementenbrochure Vlaanderen Vakantieland Ook hier wordt weer de droevige foto van de geërodeerde Dijle-oever gebruikt.

• Het Dijlelandmagazine

Dit is een mooi uitgegeven magazine met een leuke lay-out. Het richt zich evenwel enkel tot de bewoner van het Dijleland.

• Brochure ‘Toeristische gids voor het Dijleland’ Dit is een encyclopedisch werkje over alle bezienswaardigheden, fiets- en wandelroutes, evenementen, e.a. Zeer veel nuttige info wordt op een onaantrekkelijke manier gepresenteerd.

Deze promotie-initiatieven worden gefinancierd vanuit de bijdragen van de gemeenten (0,50 euro per inwoner) en vanuit de inbreng van de Provincie. Uit de gegevens van de rekeningen van de VVV Dijleland voor 2002 werd in totaal 5 312 euro uitgegeven voor promotie waarvan 50% werd gesubsidieerd door Toerisme Vlaams-Brabant. In de de begroting 2003 blijkt dat 21 781,83 euro wordt voorzien voor kosten drukwerk en promotie-uitgaven van een totaal budget van 68 708,83 euro wat neerkomt op 32% van het totale budget. Bijna het volledige bedrag van de rest van het budget wordt gespendeerd aan personeels- en administratiekosten die betaald worden aan IGO. Van de marketinguitgaven wordt dan nog de helft gesubsidieerd door Toerisme Vlaams-Brabant (zie eerder). Het is duidelijk dat dergelijk bedrag veel te beperkt is om op een effectieve manier een regio te vermarkten en bovendien is de professionaliteit niet aanwezig om een campagne met succes op dit niveau uit te werken. De promotiecampagne voor de Groene Gordel mag dus niet opgesplitst worden in mini-campagnes voor de drie subregio’s maar dient over-koepelend te gebeuren voor de Groene Gordel in zijn geheel, weliswaar met grote aandacht voor de identiteit van de subregio’s.

1.5.3.4 De VVV Pajottenland en Zennevallei

Zoals hierboven reeds aangehaald is de VVV Pajottenland en Zennevallei vooral actief rond toeristische werking op het vlak van onthaal en van het uitwerken van dagtrips voor groepen. Aan promotie worden slechts beperkte bedragen besteed. In 2002 lag dit op 7 842 euro waarvan 50% werd gesubsidieerd door Toerisme Vlaams-Brabant. Dezelfde opmerking geldt hier als voor de marketingacties van de VVV Dijleland: de budgetten zijn te gering en er is te weinig professionaliteit op vlak van marketing op dit niveau.

Page 96: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

96

1.5.3.5 Gemeenten

Ook de gemeenten nemen af en toe initiatieven op het vlak van promotie: meestal gaat het dan over het uitgeven van een promotiefolder voor de eigen gemeente. Uit bevraging bij de gemeenten blijkt dat slechts 10 gemeenten een apart budget hebben voor toeristische promotie. Deze budgetten zijn over het algemeen vrij beperkt behalve voor Beersel, Tervuren en Grimbergen. • Beersel: 40 000 euro • Tervuren: 17 605 euro • Grimbergen: 10 000 euro • Hoeilaart: 5 000 euro • Keerbergen: 5 000 euro • Halle: 5 000 euro • Kortenberg: 3 750 euro • Herent: 2 500 euro • Gooik: 2 500 euro • Londerzeel: 2 500 euro In totaal besteden de gemeenten 93 855 euro aan eigen initiatieven op het vlak van promotie. Enkele gemeenten verwijzen naar hun bijdrage aan de VVV Dijleland en aan de VVV Pajottenland-Zennevallei. Een aantal gemeenten zijn zich reeds bewust van het belang van toeristische promotie. Meestal werken zij echter met vrij kleine budgetten die marketingtechnisch van weinig betekenis zijn. Conclusies over het marketingbeleid • Gezien de veelheid aan actoren treedt er een belangrijke versnippering op van de

beperkte, beschikbare promotiebudgetten. Vele, ongetwijfeld waardevolle, initiatieven hebben daardoor een te éénmalig karakter, verwijzen onvoldoende naar de Groene Gordel als geheel of bereiken hun doelpubliek niet.

• Gezien het grote belang van de Groene Gordel als buffer rond Brussel voor Vlaams-

Brabant en voor Vlaanderen in zijn geheel, dient ook het niveau Vlaanderen al dan niet via Toerisme Vlaanderen te participeren in een gemeenschappelijke campagne voor de Groene Gordel. Dit zou een belangrijke eenheid van stijl en boodschap kunnen creëren over de diverse initiatieven en administraties heen die met een grotere effectiviteit het Vlaamse doelpubliek zou kunnen bereiken. Het is dus nodig dat er naast een specifieke culturele en ecologische aanpak via het Bruegelproject en VZW De Rand ook een specifieke toeristische aanpak moet komen vanuit de Vlaamse Gemeenschap maar in afstemming en onder coördinatie van de provincie (Toerisme Vlaams-Brabant).

Hierbij dient ook verwezen naar de steun die vanuit Vlaanderen gaat naar andere toeristische gebieden die hun eigen specifieke kenmerken en noden hebben: - het kustactieplan; - specifieke initiatieven in West-en Oost-Vlaanderen: het Westhoek Vredespark en het

Leie-actieplan; - de reconversiefondsen voor Limburg die via de LRM (Limburgse Reconversie

Maatschappij) aangewend worden voor toeristische projecten.

Page 97: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

97

2 EXTERNE ANALYSE

2.1 Ontwikkelingen buiten het toerisme in de Groene Gordel

Naast de diverse evoluties op het vlak van toerisme zijn er een hele reeks actoren en instanties actief in de Groene Gordel die rechtstreeks of onrechtstreeks een invloed hebben op toerisme en recreatie. We bespreken hier kort de belangrijkste initiatieven en projecten.

2.1.1 Het Bruegelproject

Het Bruegelproject kwam reeds herhaalde malen aan bod doorheen dit rapport. Het Bruegelproject is dan ook één van de belangrijkste initiatieven in deze regio en het heeft uiteraard grote invloed op toerisme en recreatie in de Groene Gordel. Het Bruegelproject is een initiatief van de Vlaamse Regering. Het is een samenwerkings-project van de Administraties Cultuur en Leefmilieu (AMINAL) en andere afdelingen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, samen met partners als VZW De Rand, de Provincie Vlaams-Brabant, lokale besturen en verenigingen. Het Bruegelproject werd opgestart als een actieprogramma in de groene rand rond Brussel om vanuit één globale visie de behoeften van mens en natuur, verleden en heden, ecologie en cultuur op een duurzame wijze met elkaar te verbinden en naar een ruimer publiek te ontsluiten. De belangrijkste missie van het Bruegelproject is de individuele bouwstenen van kastelen, parken, tuinen, bossen, natuurgebieden en cultuurcentra die eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, tot één collectieve gordel van patrimonium- en groenbezit uit te bouwen en er tezelfdertijd een culturele, cultuur-historische, educatieve, ecologische, recreatieve en Europese dimensie aan te geven. De belangrijkste partner binnen het project is AMINAL, Afdeling Bos en Groen. De belangrijkste doelstelling van het project is de authenticiteit van de Vlaamse groene rand te waarborgen om een actief natuurontwikkelingsbeleid te voeren. De realisatie van doelgerichte aankopen gericht op het behoud van de authenticiteit van de Groene Gordel is daar een essentieel onderdeel van. In het kader van het Bruegelproject ontwikkelt Bos en Groen drie grote netwerken, deel uitmakend van het Vlaams Ecologisch Netwerk: • de Bruegelvallei: van Gaasbeek-Groenenberg tot het Sint-Annakasteel in Dilbeek.

Grootte: ca. 275 ha; • de Groene Zone tussen Zennevallei en Zoniënwoud: aaneengesloten netwerk van bos-

en natuurgebieden van 25 km lang; • de zone Grimbergen-Vilvoorde met de Tangebeekvallei, het domein Borgt, de

Maalbeekvallei, het oude vliegveld en het gemeentelijk park Prinsenbos. Talrijke kleinere groengebieden worden gezien als stapstenen binnen het Bruegelproject, ook wanneer zij geen eigendom zijn van het Vlaamse Gewest of Gemeenschap, zoals het park Ter Meeren in Sterrebeek, het Margijsbos in Loonbeek, het bos van Aa en de Visput in Weerde, de Nationale Plantentuin in Meise, de kasteeldomeinen Neufcour in Eizeringen en Oplombeek in Gooik, de Kesterheide en domein Ter Rijst.

Page 98: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

98

Binnen het culturele luik van het Bruegelproject is het Kasteel van Gaasbeek het vlaggen-schip: in het kader van het Bruegelproject worden op het kasteeldomein van Gaasbeek historische evocaties georganiseerd. In 2003 werden er ook activiteiten georganiseerd in het kasteeldomein van Beersel in samenwerking met Ring TV. Andere culturele initiatieven in het kader van het Bruegelprojecten in 2003 zijn de tentoonstelling ‘Hemel en Aarde’ in het kasteeldomein Ter Rijst in Heikruis, de viering van 750 jaar parochie Onze Lieve Vrouw-Lombeek en een reeks van 10 klassieke concerten in samenwerking met het Festival van Vlaanderen. Conclusies over het Breugelproject • Het Bruegelproject dient alle nodige budgettaire ruimte te krijgen om zijn doelstellingen

te kunnen realiseren. Volgens diverse waarnemers is het Bruegelproject stilgevallen bij gebrek aan onderlinge afstemming tussen de actoren. Er moet evenwel worden vermeld dat de acties wat betreft het ecologische luik verder gaan en dat daarvoor voldoende middelen ter beschikking staan.

• Het Bruegelproject heeft naast een ecologisch en een cultureel luik ook behoefte aan

een toeristisch luik. Het toeristisch-recreatieve aspect zit vervat in de basisopdracht van het project. Nochtans is Toerisme Vlaanderen als Vlaams openbare instelling opvallend afwezig uit het Bruegelproject. Het toeristische luik dat door Toerisme Vlaanderen en Toerisme Vlaams-Brabant zou kunnen uitgewerkt worden, zou zich in het bijzonder moeten toeleggen op het promotionele luik.

• Het Kasteel van Gaasbeek dient binnen het Bruegelproject effectief uitgebouwd te

worden als een volwaardige bezoekersattractie. • Aangezien het Bruegelproject diverse raakpunten heeft met het toeristisch concept

Groene Gordel dient er op diverse punten gestructureerd overleg te zijn tussen het Bruegelproject, Toerisme Vlaams-Brabant en diverse andere actoren uit de regio. De provincie, als streekbestuur, kan hier een actieve rol spelen voor het afstemmen van de diverse actoren op elkaar.

2.1.2 Het Museumdecreet

Het Museumdecreet dateert uit 1996 en heeft als doelstelling de herstructurering, de kwaliteitsverhoging en de professionalisering van de musea in Vlaanderen. Het decreet gaat uit van de vier basisfuncties van een museum: • collectievorming; • conservatie; • wetenschappelijk onderzoek; • openstellen voor het publiek. Een museum dat aan deze basisfuncties voldoet en dat voldoende garanties biedt voor de continuïteit en de werking van het museum (bevoegd gezag, beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en voldoende eigen middelen) kan een erkenning krijgen als museum van de Vlaamse Gemeenschap. Naast de erkenning is er tevens een inschaling voorzien op drie niveaus: • basisniveau; • regionaal niveau; • landelijk niveau.

Page 99: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

99

Op financieel vlak is vooral de erkenning op regionaal en landelijk niveau van belang: • het regionale niveau garandeert een subsidie door de Provincie en de Vlaamse

Gemeenschap; • een landelijk erkend museum krijgt een ruime subsidie van de Vlaamse Gemeenschap.; • op basisniveau is geen subsidie meer voorzien van de hogere overheden. Het is dan ook heel belangrijk voor de vele kleinschalige musea in de Groene Gordel dat ook samenwerkingsverbanden van diverse kleinere musea als één museum kunnen erkend worden op regionaal niveau en zo subsidies kunnen krijgen. Er zijn ook projectsubsidies mogelijk voor projecten opgezet door verschillende al of niet erkende musea. Omdat de lat vrij hoog ligt, zijn er plannen om het museumdecreet aan te passen. Het museumdecreet zal overigens op termijn deel gaan uitmaken van een nieuw erfgoeddecreet. Concreet zou dit betekenen dat ook erfgoedcentra die over een minder goed uitgebouwde museale werking beschikken ook zouden kunnen erkend worden. Conclusies over het museumbeleid • Het Museumdecreet biedt heel wat mogelijkheden voor de kwaliteitsverbetering van de

bestaande musea in de Groene Gordel. Deze regeling geldt echter niet voor het Koninklijk Museum voor Midden Afrika dat onder federale bevoegdheid valt.

• Bijzonder interessant voor de vele kleinere musea is het feit dat ook samenwerkings-

verbanden kunnen erkend worden als museum.

2.1.3 De Regionale landschappen

In de Groene Gordel zijn twee Regionale Landschappen erkend en actief: • het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën (groepeert de gemeenten van het

Pajottenland en de Zennevallei); • het Regionaal Landschap Dijleland (groepeert de gemeenten van de Boven-Dijle). De opdrachten van een Regionaal Landschap zijn: • natuurbehoud zoals gedefinieerd in het decreet op het natuurbehoud; • beheer, het herstel, de aanleg en de ontwikkeling van kleine landschapselementen; • natuur- en landschapseducatie; • behoud van het streekeigen karakter; • natuurgerichte recreatie en recreatief medegebruik van het landschap. De twee Regionale Landschappen in het gebied zijn dus erg belangrijk voor het basiskapitaal van de Groene Gordel, het landschap. Ze kunnen op het terrein acties ondernemen voor de bescherming en de valorisatie van kleine landschapselementen zoals holle wegen, poelen en houtkanten en van cultuurhistorische relicten zoals molens, kastelen, hoeves en kapelletjes. De regionale landschappen beschikken hiervoor over gespecialiseerd personeel zoals de landschapsanimatoren. De Regionale Landschappen ontwikkelen ook zelf recreatieve producten: • het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën ontwikkelde in samenwerking met

Toerisme Vlaams-Brabant het ruiterroutenetwerk Pajottenland. • de twee regionale landschappen plannen de uitwerking van een wandelroutenetwerk.

Page 100: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

100

Conclusies over de Regionale Landschappen De Regionale Landschappen zijn belangrijke partners voor een duurzame toeristische ontwikkeling van twee deelgebieden binnen de Groene Gordel. Een structurele samenwerking en overleg tussen de regionale landschappen en Toerisme Vlaams-Brabant is dan ook aangewezen.

2.1.4 Het Landinrichtingsproject Brabants Plateau

Het werkgebied van het landinrichtingsproject Brabants Plateau (Vlaamse Landmaat-schappij) omvat het gebied ten oosten van Brussel gelegen tussen de N2 en de Dijlevallei ten zuiden van Leuven. In totaal behoren er 12 gemeenten tot het werkgebied. Bedoeling van een landinrichtingsproject is op termijn over te gaan tot effectieve ingrepen in het landschap met het oog op een verbetering van landbouw, landschap, bossen, ecologie, leefbaarheid, cultuurhistorie, hydrologie en recreatie. Begin 2003 werden een hele reeks studies neergelegd over bovenstaande themata. Deze studies worden nu vertaald in diverse inrichtingsvoorstellen die naderhand in een richtplan worden opgenomen. Na de goedkeuring van het richtplan worden de inrichtingsvoorstellen dan op een projectmatige manier uitgevoerd. Het gehele proces gebeurt in nauw overleg met de Provincie, de betrokken gemeenten, het Regionaal Landschap Dijleland en diverse sectorale actoren. Conclusie over het Landinrichtingproject Brabants Plateau Het landinrichtingsproject is een belangrijke opportuniteit om structurerende ingrepen in het landschap te realiseren. Er zijn projecten mogelijk voor de inrichting en de beleving van het landschap, voor het bewaren en valoriseren van het cultuurhistorisch erfgoed en voor de uitbouw van de recreatieve infrastructuur.

2.1.5 VZW De Rand

De VZW De Rand werd opgericht met als doelstelling het ondersteunen van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand rond Brussel. De VZW De Rand exploiteert de gemeenschapscentra in de zes faciliteitengemeenten en in Overijse: • de Boesdaalhoeve in Sint-Genesius-Rode; • de Kam in Wezembeek-Oppem; • de Lijsterbes in Kraainem; • de Moelie in Linkebeek; • de Zandloper in Wemmel; • het gemeenschapscentrum van Drogenbos (in oprichting); • de Bosuil in Jezus-Eik (Overijse). De gemeenschapscentra bieden een culturele programmatie aan, bieden infrastructuur voor het lokale verenigingsleven, zetten samenwerkingsprojecten op, geven informatie aan de bevolking over initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap en de Provincie Vlaams-Brabant en publiceren een gemeenschapskrant (de Randkrant, huis-aan-huis in alle randgemeenten ook aandacht voor toerisme en recreatie).

Page 101: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

101

De VZW De Rand ondersteunt en organiseert talrijke initiatieven m.b.t. jeugd, sport, huis-vesting, onthaal en integratie van anderstaligen, taalsensibilisatie en taalwetgeving. Concrete voorbeelden zijn de taallessen Nederlands, het taalloket, sensibiseringcampagnes voor het gebruik van het Nederlands, infozuilen over huisvesting, e.a. Ook werd een actieplan opgesteld waarin ook diverse ideeën rond toerisme en recreatie worden aangebracht. De VZW De Rand kreeg tijdelijk voor 2003-2004 ook de coördinatie toegewezen van het culturele luik van het Bruegelproject, in afwachting van een definitieve regeling. Conclusies over de werking van VZW De Rand • De gemeenschapscentra zijn uitermate geschikt voor de verspreiding van toeristisch-

recreatieve informatie in de zes faciliteitengemeenten of gemeenten met een bijzonder taalstatuut. Het kunnen op termijn ook ankerpunten worden voor de toeristische ontwikkeling en promotie van hun respectievelijke gemeenten en van de Groene Gordel in het algemeen.

• Vanuit de algemene doelstellingen van de VZW De Rand en vanuit de coördinatie-

opdracht voor het culturele luik van het Bruegelproject is de VZW De Rand ook een partner op het vlak van de toeristische productontwikkeling, meer bepaald inzake de verdere toeristische ontsluiting van belangrijke onderdelen van het Vlaamse cultuur-historisch erfgoed ook buiten de zes faciliteitengemeenten. We kunnen hier ondermeer denken aan het Kasteel van Gaasbeek.

2.1.6 Ruimtelijk beleid: Ontwerp Provinciaal Structuurplan

Bij het uittekenen van de gewenste toeristisch-recreatieve structuur heeft de Provincie Vlaams-Brabant volgende principes vooropgesteld: • maximale mogelijkheden voor laagdynamische voorzieningen; • het uitbouwen van recreatief medegebruik: toerisme en recreatie krijgen een

‘evenwaardige nevenrol’ naast de open ruimte sectoren natuur, bos en landbouw en naast de sectoren industrie, infrastructuur en transport;

• maximaal gebruik van de potenties en de bestaande infrastructuur en dynamisch inspelen op nieuwe mogelijkheden;

• bundelen van hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur in toeristisch-recreatieve knooppunten;

• netwerkvorming; • complementariteit. Het concreet uitwerken van de gewenste structuur voor toerisme en recreatie gebeurt volgens volgende begrippen: Toeristisch-recreatieve netwerken Geheel van toeristisch-recreatieve voorzieningen van provinciaal niveau die door hun ligging en onderlinge ruimtelijke en functionele samenhang structuurversterkend werken. In de netwerken wordt gestreefd naar: • complementariteit van de toeristisch-recreatieve voorzieningen; • maximaal recreatief medegebruik van de openruimte-elementen;

Page 102: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

102

• versterking door ontwikkeling van hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur in een beperkt aantal punten en ondersteuning door een uitgebreid aanbod aan kleinschalig lokale accommodatie.

Toeristisch-recreatieve knooppunten Zowel gelegen binnen stedelijke gebieden als in buitengebiedgemeenten. De toeristisch-recreatieve visie bepaalt hier mee de ruimtelijke ontwikkeling. In dergelijke knooppunten kunnen hoogdynamische toeristisch-recreatieve elementen worden ontwikkeld op voorwaarde dat: • de reële behoefte kan aangetoond worden; • de hoogdynamische infrastructuur aansluit bij reeds bestaande toeristisch-recreatieve

infrastructuur of eventueel bij de geselecteerde kern (stedelijke kern, hoofddorp of woonkern);

• de hoogdynamische infrastructuur goed bereikbaar is via de weg maar ook met het openbaar vervoer;

• de hoogdynamische infrastructuur wordt ingeplant rekening houdende met natuurlijke, agrarische en landschappelijke waarden en desgevallend een ruimtelijke meerwaarde geeft aan de geselecteerde kernen.

Gebundelde lijnelementen voor toerisme en recreatie Dit zijn assen die hoofddragers zijn van reeds bestaande en potentiële toeristisch-recreatieve bewegingen zoals waterlopen, oude spoorwegbeddingen, wegen, paden en ruiterroutes. Volgende gebundelde lijnelementen worden geselecteerd binnen de Groene Gordel: • het Zeekanaal, het kanaal Brussel-Charleroi en het kanaal Leuven-Dijle; • de Zenne; • de spoorweg Brussel-Leuven; • de spoorweg Dendermonde-Mechelen, over Londerzeel; • de Dender; • de verbinding tussen de Dender en Londerzeel via Opwijk en Merchtem. Geselecteerde toeristisch-recreatieve netwerken en knooppunten De Provincie selecteert binnen de Groene Gordel volgende toeristisch-recreatieve netwerken met diverse ontwikkelingsmogelijkheden. Het stedelijk toeristisch-recreatief netwerk rond Brussel Binnen dit netwerk worden volgende principes voorgesteld: • hoogdynamische infrastructuur te verbinden aan toeristisch-recreatieve knooppunten; • verblijfstoerisme met hoge kwaliteit- en comforteisen; • behoud van groen karakter, cultureel erfgoed (kasteeldomeinen en musea) met

mogelijkheden voor congres- en seminariefaciliteiten; • uitvalsbasissen: Grimbergen, Halle en Tervuren: • selectie van Asse als toeristisch-recreatief knooppunt.

Page 103: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

103

Het Vlaams-Brabants kanalen- en rivierennetwerk Binnen dit netwerk worden volgende principes voorgesteld: • hoogdynamische infrastructuur te verbinden aan toeristisch-recreatieve knooppunten:

Halle, Grimbergen en Vilvoorde; • accent op watergebonden recreatie; • ook Kampenhout en Zemst op het Kanaal Leuven-Dijle geselecteerd als knooppunt: een

plezierjachthaven behoort hier tot de mogelijkheden. De Landelijke Kamer West (valt grosso modo samen met het Pajottenland) Binnen dit netwerk worden volgende principes voorgesteld: • prioriteit voor laagdynamische toeristisch-recreatieve elementen in verweving met open

ruimtefuncties en in respect voor de draagkracht van het gebied; • het Kasteel van Gaasbeek en het Colomakasteel als belangrijkste ondersteunende

elementen; • ontwikkelingsmogelijkheden voor hoeve- en plattelandstoerisme; • ontsluiting van landschap en erfgoed via recreatieve routes; • selectie van Londerzeel als toeristisch-recreatief knooppunt.

Het Dijlenetwerk (hieronder wordt het gebied van de Boven-Dijle begrepen) Binnen dit netwerk worden volgende principes voorgesteld: • toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in functie van de natuurwaarden; • uitbouw van een fijnmazig netwerk voor wandelaars en fietsers. Stedelijke gebieden Toeristisch-recreatieve ontwikkelingen zijn steeds mogelijk in stedelijke gebieden. Volgende stedelijke gebieden en gemeenten in het buitengebied in de Groene Gordel worden geselecteerd: • het kleinstedelijk gebied Asse; • het kleinstedelijk gebied Halle; • Grimbergen; • Vilvoorde; • Tervuren; • Londerzeel; • Beersel • Zemst; • Zaventem. Bovenlokale recreatieparken- en infrastructuur Daarnaast kan hoogdynamische infrastructuur ook verder ontwikkeld worden in recreatie-parken en infrastructuur met een bezoekersaantal dat uitsteekt boven de 50 000 bezoekers. Voor de Groene Gordel zijn dit: • het Provinciedomein van Huizingen; • het BLOSO-domein van Hofstade; • het Recreatiepark Zoetwater in Oud-Heverlee; • de Nationale Plantentuin van Meise.

Page 104: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

104

Mogelijkheden voor plattelandstoerisme Met betrekking tot het plattelandstoerisme is de ontwikkeling van gastenkamers in openruimtegebieden toegelaten op voorwaarde dat: • zij gelegen zijn in een toeristisch-recreatief netwerk; • zij een herbestemming vormen van een gedesaffecteerd landbouwbedrijf; • zij de eigenheid van de streek accentueren; • zij zich beperken tot 10 kamers zoals binnen het hoevetoerisme. Met betrekking tot maneges is het mogelijk om nieuwe maneges op te richten in het openruimtegebied op voorwaarde dat: • zij gelegen zijn in een toeristisch-recreatief netwerk; • de aanwezigheid van ruiterpaden verzekerd is; • ze een herbestemming vormen van een gedesaffecteerd landbouwbedrijf; • ze de eigenheid van de streek accentueren; • er geen nieuwe constructies worden opgericht; • ze laagdynamisch blijven van karakter. Conclusies over het Ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Het Ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is een uitermate belangrijk document met het oog op de verdere toeristische ontwikkeling van de Groene Gordel. Globaal genomen biedt het voldoende mogelijkheden voor de verdere ontwikkeling van toerisme en recreatie in het gebied en getuigt het van een goede basisvisie op de ontwikkeling van een aantal deelgebieden zoals het Pajottenland. Positieve punten zijn: • de vrij ruime mogelijkheden voor het ontwikkelen van toeristisch-recreatieve

infrastructuur; • het aanduiden van de kasteeldomeinen van Gaasbeek en Coloma als ondersteunende

elementen binnen de landelijke Kamer West; • de soepele houding t.o.v. maneges in de openruimtegebieden. Merkwaardig is: • de selectie van entiteiten met een beperkte toeristische traditie en imago zoals Asse en

Londerzeel als toeristisch-recreatieve knooppunten; Negatieve punten zijn: • de restrictieve houding t.o.v. de ontwikkeling van het plattelandstoerisme in het

buitengebied: enkel 10 kamers en geen vakantiewoningen. • de restrictieve houding t.o.v. de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in het Dijleland

(Boven-Dijle).

2.1.7 Provinciaal Cultuurbeleid: Breedbeeld

‘Breedbeeld’ is een project van de Provinciale Dienst Cultuur in samenwerking met het Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG). Het heeft tot doel om negen Pajotse gemeenten (Bever, Galmaarden, Gooik, Halle, Herne, Lennik, Pepingen, Roosdaal en Sint-Pieters-Leeuw) te laten samenwerken rond cultureel erfgoed en landschap. Om dit te bereiken wordt netwerking nagestreefd. Lokale en bovenlokale initiatieven krijgen een nieuwe dynamiek en een betere kwaliteit door intensiever samen te werken over de grenzen van gemeenten en organisaties heen.

Page 105: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

105

Conclusies over het cultuurbeleid van de provincie • Breedbeeld is een boeiend project vanuit de sector cultuur. • Het verdient aanbeveling om Breedbeeld te verbreden tot andere sectoren zoals

toerisme en recreatie. • Toerisme Vlaams-Brabant zou een goede bijkomende partner kunnen zijn binnen het

Breedbeeld initiatief met afstemming binnen het project SOS Groene Gordel.

2.1.8 De Groene Corridor

De Groene Corridor is een recent initiatief van de Dienst Leefmilieu van de Provincie Vlaams-Brabant samen met 9 gemeenten (o.a. Wemmel, Meise, Kapelle-op-den-Bos, Grimbergen, Vilvoorde en Zemst) om de groene structuren aanwezig in hun gemeente te ontwikkelen en te verbinden. De Groene Corridor gaat uit van het gegeven dat er ten noordwesten van Brussel heel wat waardevolle gebieden voorkomen maar dat deze gebieden sterk geïsoleerd zijn t.o.v. elkaar en op zich niet groot genoeg om een aantal dier- en plantensoorten te huisvesten. Dit leidt tot het verdwijnen van bepaalde soorten uit het gebied. Ook de vele verkeersinfrastructuur en de oprukkende verstedelijking vanuit Brussel draagt bij tot de verdere versnippering van het natuurareaal. De Groene Corridor heeft als doelstelling het verbinden ondermeer via beekvalleien van al deze kleinere natuurelementen om zo één groot natuurgebied te bekomen. Zo wordt het landschap een stuk aangenamer voor de mensen die er wonen en recreëren. Natuur-educatie, natuurrecreatie en recreatief medegebruik staan ook uitdrukkelijk op de agenda van de Groene Corridor. Er zijn werkgroepen voorzien met vertegenwoordigers uit de diverse betrokken sectoren. Conclusies over het initiatief de Groene Corridor Ook dit is een waardevol initiatief vanuit een andere provinciale dienst. Positief is dat hier de link met toerisme en recreatie wel aanwezig is en dat hiermee een mogelijkheid wordt geboden om dit initiatief te laten resulteren in een samenwerkingsverband voor de toeristisch-recreatieve structuur van Noordwest Brabant.

2.1.9 Europese programma’s

2.1.9.1 Interreg IIIa

Binnen het Interreg IIIa programma Benelux Middengebied (provincies Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant, Noord-Brabant en Nederlands Limburg) is een bedrag beschikbaar van 7,5 miljoen euro aan middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor toeristische projecten. Voor Vlaams-Brabant komt enkel het arrondissement Leuven in aanmerking. Vlaams-Brabant kan rekenen op een bedrag van circa 850 000 euro.

Page 106: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

106

Een drietal projecten werden voorgesteld m.b.t. de Groene Gordel: • ‘Beleef het water’. Projectpartner is hier de NV Zeekanaal. De inhoud van het project is

het bouwen van een transferium in Tildonk en buiten de Groene Gordel de ontwikkeling van een milieustation in Leuven;

• Project Toeristisch onthaal; • ‘Brabantse Bouwmeesters’: dit project werd opgesteld binnen een Europese context

maar wordt uiteindelijk uitgevoerd buiten deze context.

2.1.9.2 Interreg IIIb: SOS-project

Het SOS II-project staat voor ‘Sustainable Open Spaces’ en werd in 2003 goedgekeurd. Het verenigt een aantal randgebieden van grootsteden in West-Europa zoals: • de Groene Gordel rond Brussel; • de MAHL-regio rond Maastricht, Aachen, Hasselt en Luik; • Ile de France (rond Parijs); • het Groene Hart in Nederland (nabij Utrecht); Voor de Groene Gordel staat de vermarkting van de Groene Gordel centraal. Voor de sector toerisme en recreatie zijn volgende acties voorzien: • de opmaak van het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Groene

Gordel; • de opmaak van een streekgidsje; • het onderhoud van toeristisch-recreatieve routestructuren; • toeristisch-recreatieve ontsluiting: verder ontwikkelen van combinatie fietsen/varen. Volgens een nota van Toerisme Vlaams-Brabant levert dit project een Europese toelage op van 912 792 euro voor de diverse acties. Voor de specifieke acties betreffende toerisme en recreatie is dit 91 392 euro. Het SOS-project leidde vooral tot de oprichting van een projectgroep die op termijn kan uitgroeien tot een overlegplatform tussen Toerisme Vlaams-Brabant en de diverse betrokken overheidsdiensten. Toerisme Vlaams-Brabant coördineert dit project samen met de VLM en de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit van de provincie.

2.1.9.3 Programma voor Plattelandsontwikkeling in Vlaanderen (PDPO) – Leader Plus

Naast de Interreg-programma’s zijn er ook een tweetal programma’s rond plattelands-ontwikkeling en landbouwverbreding met Europese steun van het EOGFL (Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw). Het Programma voor Plattelandsontwikkeling ondersteunt plattelandsinitiatieven in de Provincie Vlaams-Brabant. Binnen de Groene Gordel werden één toeristisch project goedgekeurd: de uitbouw van het Witloofmuseum in Kampenhout. Binnen dit programma zijn er wellicht nog andere mogelijkheden zoals blijkt uit projecten die voor het Hageland werden ingediend zoals de streekproductenwinkel in Tienen bij het Suikermuseum en het thematisch bezoekerscentrum rond de Hagelandse witte wijn in Wezemaal.

Page 107: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

107

Het Leader-programma staat voor ‘liens entre acteurs du développement rural’. Het lopende Leader Plus-programma is enkel van toepassing voor het Pajottenland. Centraal binnen dit programma staan initiatieven rond landbouwverbreding (zoals hoeveproducten, bezoekboerderijen, hoevewinkels, zorgboerderijen en hoevetoerisme) en kleinschalige economische initiatieven op het platteland. Conclusies over de Europese programma’s De diverse Europese programma’s bieden meerdere opportuniteiten en financierings-mogelijkheden voor de ontwikkeling van toeristische projecten. Toerisme Vlaams-Brabant moet deze mogelijkheden op een continue manier blijven opvolgen en daar waar nodig zelf optreden als projectleider.

2.1.10 Regionet Brabant-Brussel

Het Regionet Brabant-Brussel is een nieuw strategisch plan dat de ontwikkelingen in het openbaar vervoer in de Provincie Vlaams-Brabant en de aangrenzende provincies en gewesten wil coördineren. Het Regionet is de opvolger van het GEN (Gewestelijk Expressnet) en heeft de ambitie om automobilisten aan te zetten tot het nemen van het openbaar vervoer voor hun regionale en lokale verplaatsingen. Het Regionet maakt een onderscheid tussen het regionale openbaar vervoer (tussen 10 en 40 km afstand) en het lokale openbare vervoer (minder dan 10 km). Gedacht wordt aan volgende vervoersmodi: • Snelbussen; • lokale bus- en treinverbindingen in een hogere frequentie; • lightrail-verbindingen. Conclusies over het Regionet Het Regionet Brabant-Brussel kan op termijn leiden tot een betere externe en interne mobiliteit binnen de Groene Gordel. Voorwaarde is wel dat niet alles op Brussel is gericht en dat er ook specifieke vervoersmodi voor plattelandsgebieden worden ontwikkeld (bijv. belbussen).

2.2 Algemene trends in de markten

Vooreerst gaan we in op de algemene trends die voorkomen in de diverse markten en waarmee rekening moet gehouden worden zowel wat betreft productontwikkeling als wat betreft vermarkten van de Groene Gordel als toeristische bestemming naar de toekomst toe. Deze trends kunnen worden opgedeeld in: • de kwalitatieve trends die de actuele toeristische en recreatieve behoeften beïnvloeden; • demografische ontwikkelingen die bepalend zijn voor het definiëren van de correcte

doelgroepen; • de veranderingen in de informatiewerving en het reserveringsgedrag die van belang zijn

voor marketing.

Page 108: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

108

2.2.1 Kwalitatieve trends in de toeristische en recreatieve behoeften

Grotere behoefte aan korte vakanties Op de arbeidsmarkt doet zich een polarisatie voor tussen de groep ouderen die over meer vrije tijd beschikken enerzijds, en de tweeverdieners met een drukke baan anderzijds. Door het groeiende gebrek aan vrije tijd en vanuit een drang naar onthaasting opteren meer en meer mensen voor kortere vakanties gespreid over het jaar om even te ontsnappen aan de drukte. Het begrip vakantie werd in die zin ook verruimd. Waar vroeger verre en exotische reizen het symbool bij uitstek waren om even het alledaagse leven te ontvluchten, is er een grotere behoefte ontstaan aan kortere vakanties, ook in nabijheidbestemmingen, om dit doel te verwezenlijken. Het platteland: van agrarisch productiemilieu tot consumptieve omgeving De toerist zoekt nieuwe omgevingen op. Hij/zij wenst dan terecht te komen in omgevingen die ‘beter’ of ‘mooier’ zijn dan de eigen leefomgeving. Ervaren toeristen vormen in dit verband een kritische groep, vermits deze ook vergelijkingen kunnen maken. Deze ontwikkeling is vooral van belang voor landelijke omgevingen. Het platteland wordt in die zin een consumptieve ruimte waarbij eigenheid en profilering van kapitaal belang zijn om consumenten te blijven aantrekken. Ook de unieke identiteit van de lokale gemeenschap vormt een deel van de aantrekkingskracht van een gebied. Een permanent toezicht op landschapsbehoud en plattelandsontwikkeling is in deze context een onontbeerlijk gegeven. Als illustratie van een groeiend belang van het plattelandstoerisme kunnen we verwijzen naar het succesverhaal van de Franse ‘Gîte rural’. De ‘Gîte rural’ is een onafhankelijk logement gelegen in een landelijk gebied voorzien van het nodige comfort (keuken, sanitair, eetkamer, salon), dat voor enkele dagen, een weekend of zelfs meerdere weken verhuurd wordt. Kenmerkend voor deze ‘Gîtes ruraux’ is het uniforme kwaliteitslabel (1 tot 5 sterren). Sinds zijn ontstaan kent deze logiesvorm een ongekend succes. De recentste evoluties in Frankrijk wijzen aan dat de ‘Gîte rural’ de laatste jaren vooral in het Noorden van Frankrijk succes kent, terwijl in de zuidelijke toeristische regio’s de groei eerder gematigd is. Dit laatste zou het gevolg zijn van een toenemend aantal korte vakanties gekoppeld aan een groeiend belang van ‘nabijheidstoerisme’. Dit laatste is een voordeel voor landelijke regio’s die gekenmerkt worden door de nabijheid van dichtbevolkte steden of gebieden1. Ook een andere logiesvorm de ‘chambre d’ hôtes’ of de Franse versie van de ‘Bed & Breakfast’ kent een ongezien succes in Frankrijk. In de laatste vijftien jaar is het aanbod van de ‘chambres d’ hôtes’ dan ook vervijfvoudigd. Kenmerkend voor de evolutie is vooral de sterke toename van de meer kwaliteitsvolle ‘chambres d’ hôtes’, met minimum 3 sterren. Dit laatste is trouwens een evolutie die ook voor de ‘Gîtes ruraux’ geldt. Deze groeiende professionalisering is het gevolg van de toenemende vraag naar meer kwaliteitsvolle kamers maar evenzeer het gevolg van een groeiende professionalisering van de aanbieders.

1 Cahiers Espaces 69, Chambre d’hôtes et gîte rural, deux produits aux destines différents, 2001

Page 109: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

109

Ook in Engeland kent het rurale toerisme de laatste jaren een gestage groei. Vooral ouderen en gezinnen met kinderen zouden te vinden zijn voor het platteland.2 De vergrijzing heeft in die zin een positieve invloed voor het plattelandstoerisme. Uit onderzoek blijkt dat wandelen en fietsen de populairste activiteiten zijn bij oudere bevolkingsgroepen. Vermits dit de activiteiten bij uitstek zijn op het platteland heeft dit een gunstig vooruitzicht voor het plattelandstoerisme. Nederlands onderzoek3 ten slotte wijst er ook op dat de ‘bedrijvigen’ (jonge, druk bezette mensen die veel dingen doen in hun vrije tijd) een minder gunstig marktsegment vormen voor het plattelandstoerisme. ‘Genieten op het platteland’ ziet deze laatste groep niet zo goed zitten. Toenemende belangstelling voor cultuurtoerisme Binnen de ontwikkelingen die zich voordoen in de toeristische vraag kan een toegenomen belangstelling voor cultuursteden en voor culturele evenementen worden geobserveerd. Deze trend manifesteert zich steeds sterker sinds het begin van de jaren 1980. Dit fenomeen wordt het duidelijkst geïllustreerd aan de hand van het toenemende aantal belangstellenden voor culturele evenementen. ‘Cultuurtoerisme’ is een ruim begrip (‘elke vorm van toerisme waarbij cultuur één van de attractiefactoren is’4) en wordt binnen het kader van toeristische ontwikkeling meestal beperkt tot de zichtbare, tastbare en materiële cultuurelementen en -activiteiten die toeristen kunnen motiveren om een plaats te bezoeken. Het meest tastbare culturele element in vele Vlaamse steden is de aanwezigheid van bouwkundig erfgoed. De waarde van dit bouwkundig erfgoed wordt bepaald door de vraag en de waardering ervan als product en/of als belevingskader. Daarnaast spelen echter andere, immateriële, culturele elementen als een levendige culturele activiteit een rol. De ‘cultuurtoerist’ kan immers gedefinieerd worden als de toerist die zich verplaatst van zijn/haar woonplek naar culturele plaatsen en attracties met de bedoeling nieuwe ervaringen op te doen. Deze brede definitie omvat niet alleen het bezoek aan monumenten, historische sites, musea, maar ook een actieve participatie aan culturele activiteiten en kennismaking met de eigentijdse cultuurexpressies van een land of een volk. Cultuurevenementen zijn ten dele een erfenis uit het verleden, soms het resultaat van een lange traditie van processies, stoeten, evenementen, folklore. Soms zijn ze echter het resultaat van heel nieuwe concepten en hebben ze weinig binding met het verleden (bijv. Pep-In-Gen in het Park Ter Rijst in Heikruis Pepingen). Dergelijke evenementen kunnen evenwel heel sterk imagoversterkend werken voor toeristische bestemmingen indien zij de cohesie van het historische aanbod versterken en het juiste thema en de juiste locatie worden geselecteerd. De marktperspectieven voor cultuurtoerisme zijn gunstig5. Cultuurtoerisme biedt ook enkele voordelen tegenover andere vormen van toerisme: • Cultuurtoerisme wordt geassocieerd met kwaliteitstoerisme en gezien als een tegenpool

voor massatoerisme;

2 Haydn Morris, Holidays in the countryside, English Tourism Council 2000 3 E.M.Jokövi & N.J. Bosma, Voldoende bereikbare en gevarieerde recreatieruimte blijft nodig, Recreatie en Toerisme, 1998 4 Wil Munsters, Cultuurtoerisme, 1994, Garant 5 MJ. Jansen-Verbeke, Cultuurtoerisme en stedelijke revitalisatie, blz. 10, 2000

Page 110: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

110

• Cultuurtoerisme past in het tijdsbeeld van ‘consumptief toerisme’ waarbij telkens nieuwe producten en ervaringen (zoals evenementen) moeten worden aangeboden;

• Cultuurtoerisme is niet seizoensgebonden en kan daarom goed inspelen op de markt van korte vakanties, het jaar rond;

• Door de grensvervaging tussen werk en vrije tijd en de toenemende flexibiliteit kan cultuurtoerisme ook voor zakenreizigers en voor de congresmarkt een meerwaarde betekenen en eventueel leiden tot een verlenging van de verblijfsduur;

• Cultuurtoerisme kan bijdragen aan de perceptie van authenticiteit die verwijst naar een unieke, historische achtergrond en kan op deze manier een troef zijn voor positionering binnen een sterk concurrerende markt.

Groeiend individualisme

De hedendaagse consument wordt gekenmerkt door een toenemend individualisme dat zich ook in de vakantie- en vrijetijdsvoorkeuren manifesteert. De moderne toerist- recreant wil een impact hebben op zijn/haar vakantie en de organisatie ervan. Naast kant-en-klare pakketten met standaardprijs en standaardbestemming dienen ook flexibele modules te worden aangeboden. Deze laatste moeten de consument als het ware in staat stellen om de vakantie naar eigen wens bij te sturen. De actoren binnen het toeristische werkveld krijgen in die zin een adviserende rol toebedeeld. Ze zien er op toe dat de individuele vakantiewensen in één vakantie geïncorporeerd worden, of met andere woorden dat de vakanties op maat van de consument gemaakt zijn. Deze maatwerktrend zorgt er ook voor dat binnen één vakantie meerdere dingen worden gedaan. De nadruk op ‘beleven’

De markt is in toenemende mate gericht op belevenissen, het is de potentiële belevenis op zich die de toerist aantrekt. Er is een verbreding van de wensen op recreatief vlak, een verbreding die bovendien gedragen wordt door het groeiende en steeds wijzigende aanbod van recreatieve mogelijkheden. De onbestemde tijdsbesteding zoals praatjes maken, fietsen om te fietsen, zonnen om te zonnen maakt stilaan plaats voor een actievere beleving. De toerist gaat vanuit deze optiek planmatiger met zijn tijd om. De manier waarop musea en tentoonstellingen vandaag worden samengesteld is een antwoord op deze stijgende drang naar beleving. Het traditionele model waarbij de objecten netjes achter glazen vitrines tegen een witte achtergrond werden voorgesteld, maakt plaats voor een model waarbij de bezoeker meer betrokken wordt in het geheel. De wijzigende manier van dingen voorstellen, leidt tot een participatief model waarin de bezoeker actief ingeschakeld wordt in de totaalbeleving. Men spreekt in sommige gevallen zelfs van ‘edutainment’. Musea waarin de bezoeker zelf kan participeren in het totaalgebeuren beschikken dan ook over een belangrijke troef. Een antwoord op deze drang naar beleving dient zich echter niet te beperken tot musea alleen. Ook toeristische rondleidingen, ateliers en workshops hebben baat bij een meer participatieve aanpak. In de drang naar beleven is de interactieve culturele belevenis met integratie van de historiek van het gebouw en het verhaal van de mensen, van elitaire cultuur én volkscultuur van belang. Toenemende aandacht voor authenticiteit Er is een toenemende belangstelling voor alles wat authentiek en oprecht is. Als tegenreactie op de kunstmatige en gecommercialiseerde cultuur grijpt de consument terug naar de ‘pure’ zaken zoals natuur en traditie. Dit uit zich ook in het toerisme en de recreatie. De consument wil terug naar de natuur, de toenemende waarde die aan

Page 111: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

111

natuurgebieden wordt toegedicht is hiervan een illustratie. Uit onderzoek blijkt immers dat de helft van de Vlamingen wel eens een natuurreservaat, park, bos of duinengebied bezoekt.6 Een ander uitvloeisel van deze authenticiteitsbeweging is het benutten van cultureel en religieus erfgoed (bijv. pastorijen) voor recreatieve doeleinden. Het unieke en authentieke karakter van oudere gebouwen, bedrijfsgebouwen, kerken, oude fabriekscomplexen en landelijke boerderijen geeft de consument een sterk ‘terug in de tijd’ gevoel. Groeiende belangstelling voor een gezonde leefstijl De jaren negentig worden gekenmerkt door een groeiende interesse voor een gezonde leefstijl. De fitnessrage en de groeiende bezorgdheid om gezonde voeding zijn hiervan reeds twee illustraties. Daarnaast zorgde de groeiende bewustheid rond huidkanker ervoor dat mensen beseffen dat vakantie meer is dan zonnebaden. Aangezwengeld door de recente schandalen in de voedselindustrie ( MKZ en dioxine) heeft de consument ook meer aandacht voor biologische producten. Er dient zich met andere woorden een trend aan waarin de consument tijdens zijn dagelijkse bestaan meer aandacht besteedt aan zijn leefstijl in functie van zijn gezondheid. Een gezonde en natuurlijke voeding staat dan ook bovenaan het lijstje bij vele consumenten. Het is te verwachten dat de consument deze attitude ook tijdens zijn/haar reizen zal verder zetten. De reissector kan op verschillende manieren op deze trend inspelen. De promotie van authentieke streekproducten of ambachtelijk geproduceerde lekkernijen zal zeker in de smaak vallen bij het bewustere reispubliek. Vooral omdat deze producten vaak de tegenpool vormen voor de ongezonde dagdagelijkse leefomgeving van de consument. Meer interesse voor niet-alledaagse belevenissen en sport

Toeristische bestemmingen met een avontuurlijk of exotisch tintje liggen goed in de markt. Uiteraard leent niet iedere bestemming zich tot wildwaterkajakken of bergbeklimmen maar ook de zachte sector van het avontuurlijke toerisme biedt mogelijkheden. De essentie is het ontsnappen aan de dagelijkse leefomgeving en iets doen wat men in het dagelijkse leven niet zou ondernemen. Zo kan ook paardrijden, kajakken op rustiger waters of op zee, surfen of een avontuurlijk getinte fietstocht voor de toerist een goed alternatief zijn voor de dagelijkse sleur. Bovendien vergen vele van deze activiteiten weinig ervaring waardoor de instapdrempel behoorlijk laag is (bijvoorbeeld kano en kajak). Grotere behoefte aan omgevingsrecreatie Recreatie in de eigen woonomgeving is eigenlijk zo vanzelfsprekend dat we vaak niet beseffen hoe belangrijk het wel is. In Nederland werd hieromtrent een project opgericht “Recreatie dicht bij huis” met als doelstelling het aanbod aan recreatiemogelijkheden in de woonomgeving beter te laten aansluiten bij de behoefte. In een globaal rapport werden een aantal visies over recreatie dicht bij huis gebundeld7. Hierin werd aangetoond dat recreatiemogelijkheden dicht bij huis een niet onbelangrijke invloed uitoefenen op tal van domeinen. Op economisch vlak bijvoorbeeld leiden investeringen in openbare recreatiemogelijkheden niet enkel tot hogere bestedingen door de regionale bevolking maar ook door toeristen. Het creëren van recreatiemogelijkheden dicht bij huis fungeert in die zin dus als een soort

6 Prof. L. Bollaert, Syntheserapport: Toerisme, recreatie en vrije tijd in Vlaanderen anno 2000, 1999 7 Stichting recreatie, Recreatie dicht bij huis: bundel van samenvattingen, 1997

Page 112: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

112

economische hefboom voor de regio. Ook de waarde van woningen bijvoorbeeld wordt positief beïnvloed door recreatiemogelijkheden in de omgeving. De invloed van recreatiemogelijkheden dicht bij huis beperkt zich echter niet tot het economisch vlak. Omgevingsrecreatie oefent ook een belangrijke invloed uit op de gezondheid en het welzijn van de bewoners. Uit onderzoek is namelijk ook gebleken dat gezondheid één van de belangrijkste motivaties is voor bijvoorbeeld het recreatief (ongeorganiseerd) fietsen. Maar ook de geestelijke gezondheid blijkt gebaat te zijn bij recreatie in de omgeving. Uit een kwalitatief bewonersonderzoek bleek dat mensen door recreatieactiviteiten in de groene buitenruimte een gevoel van welbevinden krijgen, men voelt zich verfrist en beter dan voorheen. Een Vlaams onderzoek uit 1997 bevestigt het belang van de eigen streek in relatie tot recreatie. Zo blijkt dat meer dan een derde van de bevolking wel eens een daguitstap maakt in de eigen streek of regio en bovendien doet een vijfde onder hen dit meermaals per jaar. Sportcentra of -terreinen in de eigen omgeving ten slotte worden door ruim 10% van de bevolking bezocht8. Vermits het hier enkel gaat om daguitstappen in de streek of regio is er een uiteraard sprake van een onderschatting van totale recreatie in de eigen woonomgeving. Kritische en goed geïnformeerde consumenten

De ervaren toeristen vormen een groep die steeds bewuster omgaat met reizen. Het toenemende gebruik van informatie en communicatietechnologie zorgt voor een goed geïnformeerde en kritische consument. Het toenemende gebruik van internet zorgt ervoor dat de consument heel gemakkelijk prijzen en profielen kan vergelijken. Langs de aanbodzijde wordt het dan ook moeilijk om de aandacht van de consument te blijven vasthouden (zie verder over logo en baseline). De kwaliteit van de reisbeleving, gekenmerkt door zaken als een kwalitatieve bebouwde omgeving en openbaar domein, comfort, gastvrijheid en een goede keuken zijn binnen de prijs/kwaliteitsbeleving essentiële elementen. Binnen de toeristische sector dient er dan ook te worden nagedacht over kwaliteit- en servicegaranties. Het invoeren van kwaliteitslabels voor logies is hier een optie. Thematische arrangementen Het aantal vrijetijdsactiviteiten is de laatste jaren sterk toegenomen, het opdoen van ervaringen of ‘belevenissen’ is daarbij steeds belangrijker geworden. Bij de thuiskomst moet een verhaal verteld kunnen worden, het relaas van een unieke ervaring waarmee men zich kan ‘onderscheiden’. Goed uitgewerkte thematische arrangementen kunnen op deze trend inspelen. Een goede omkadering en uitwerking van deze arrangementen is echter belangrijk, een romantisch weekendje aan zee mag zich dan ook niet enkel beperken tot rozen op de hotelkamer en champagne bij het ontbijt. Eén ding is duidelijk als er één ding is dat niet tot de trends behoort dan is het wel ‘doorsnee en gewoontjes’.

2.2.2 Demografische ontwikkelingen

Vergrijzing van de bevolking en toename van de ‘jongere ouderen’ (de’ yeepies’)

Wat betreft demografische ontwikkeling is de vergrijzing van de bevolking van West-Europa het meest in het oog springende kenmerk. Uit de voorspellingen van het NIS blijkt

8 Prof. L. Bollaert, Syntheserapport: Toerisme, recreatie en vrije tijd in Vlaanderen anno 2000, 1999

Page 113: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

113

dat in België tegen 2020 circa 27% van de bevolking ouder zal zijn dan 60 jaar. Tussen 2010 en 2030, wanneer de meeste babyboomers (geboren tussen ‘46 en ‘55) de pensioenleeftijd bereiken, zal de groei in dit segment het grootst zijn. De babyboomers worden gekenschetst als de trendsettende en hedonistisch ingestelde ‘jongere ouderen’. Aangezien deze groep relatief kapitaalkrachtig is en in toenemende mate over vrije tijd beschikt, vormt een belangrijke doelgroep voor de vrijetijdsmarkt. De babyboomer is de ‘actieve’ senior van de toekomst. Men spreekt in dit verband soms van de ‘yeepies’ (young energetic elderly people into everything). Ook de senioren van vandaag zijn niet de ‘bejaarden’ van weleer. Zij verkeren in het algemeen in vergelijking met vroeger in een betere gezondheid, willen zich zo lang mogelijk jong voelen en zijn bovendien minder sedentair. Het is een groep met relatief veel geld en tijd en deze tijd wil men gebruiken om ervaringen op te doen waar men vroeger geen tijd voor had. Dus niet enkel rust en ruimte maar ook er op uittrekken en dingen beleven staan bij hen centraal. Uit onderzoek blijkt ook dat de senioren qua vakantiewensen eigenlijk gewone mensen zijn en niet zozeer van de gewone populatie verschillen. Als vakantiemotief geven de senioren dan ook vaak ontspanning, sport en verstrooiing aan. Toch blijkt dat senioren gebruiksgemak en luxe vooropstellen. In die zin zijn de senioren ook eerder geïnteresseerd in hotelvakanties en minder in kampeervakanties.

Bij 65-plussers begint de leeftijd sterker mee te spelen. Zij blijven liever in eigen land en stellen luxe, comfort en gebruiksgemak sterk op prijs terwijl de categorie 55-65 jaar, de meer actieve senior sterker is geïnteresseerd in avontuurlijke reizen die speciaal voor hem op maat zijn gemaakt. Ten slotte willen we er nog op wijzen dat ondanks de vaststelling dat ouderen qua wensen eigenlijk weinig verschillen van de gewone populatie, ze stiekem toch anders moeten en willen behandeld worden. Dit kan bijvoorbeeld door het voorzien van drempelloze hotelkamers en steunen bij het toilet. Ook het aanbieden van verkorte wandelexcursies is een optie. Daarnaast kunnen ook de menukaarten voorzien worden van ‘trendy suggesties’, die passen binnen de eetwensen van de senior. Toename van het aantal eenpersoonsgezinnen

Het aantal eenpersoonshuishoudens is sterk toegenomen zowel bij de oudere als bij de jongere leeftijdsgroepen. Bovendien kent de groep een grotere diversiteit in vergelijking tot vroeger: studenten en werkende jongeren, mensen die gescheiden zijn, weduwen en weduwnaars, LAT-relaties, singles en andere. Op deze trend kan ingespeeld worden door een aanbod te ontwikkelen dat individuen in staat stelt om op een ongedwongen manier contact te hebben met anderen, zonder dat ze zich daarbij verplicht moeten voelen om hun tijd met onbekenden door te brengen. In dit verband zijn gemeenschappelijke ruimtes en activiteiten in het logies interessant. Groter aandeel jongere koppels zonder kinderen Heel wat jongere koppels stellen kinderen uit tot op latere leeftijd. Deze categorie ‘DINKS’ (Double Income No Kids) heeft een heel intensief vakantiegedrag en vormt een belangrijke cliënteel voor tussendoorvakanties. Daarenboven ontstaat er ook een nieuwe markt van koppels die alleen of met meerdere koppels een korte vakantie willen nemen zonder de kinderen.

Page 114: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

114

2.2.3 Trends in het reserveringsgedrag en de informatie-werving

Overvloed dwingt tot eenvoudige en duidelijke boodschappen

In het gevecht om de consument, is het toeristische aanbod de laatste decennia enorm uitgebreid. Hierbij hebben niet enkel exotische oorden de lijst van bestemmingen vervoegd. Ook het platteland en de historische steden zijn geëvolueerd naar consumptieve recreatieve omgevingen. Deze evolutie in samenhang met de groeiende communicatiemogelijkheden leidde tot een wildgroei van informatie. In die zin wordt het voor de consument dan ook moeilijk, om in die informatie onderscheiden aan te brengen. Vandaar het belang van eenvoudige en goed gestructureerde boodschappen, vooral betreffende de profilering van regio’s en stedelijke bestemmingen. Eenvoudige en duidelijke boodschappen worden door de consument sneller opgemerkt en vlugger geassimileerd. In die zin moet men er dan ook naar streven om de wildgroei aan internetsites en brochures in te perken. Via éénduidige informatie-verspreiding moet het voor de consument mogelijk zijn om met een minimum aan inspanningen toch voldoende nuttige informatie te verkrijgen. Netwerkvorming waarbij aanbieders uit bepaalde regio’s samenwerken op gebieden zoals promotie en marketing kunnen bijdragen tot een uniformere en duidelijker profilering. Belang van merknamen Binnen de vrijetijdsmarkt hebben we vaak te maken met vluchtige producten. We haalden reeds aan dat binnen toerisme vooral belevenissen centraal staan. In die context zijn vooral ‘sfeerproducten’ zoals emoties, subjectieve betekenissen en ervaringen van belang. Deze sfeerproducten hebben niet enkel een hoge vluchtigheidwaarde maar ze zijn ook risicovol. Bovendien is de belevenis op zich afhankelijk van andere factoren die men als toeristisch aanbieder niet in de hand heeft, zoals het weer. Het vluchtige en risicovolle karakter van het aanbod versterkt de noodzaak om een hechte band met de consument tastbaar te maken. Om dit te verwezenlijken is een duidelijke identiteit vereist. De belevenis moet voorzien worden van een symbolische identiteit, die door positieve ervaringen versterkt en onderhouden kan worden. De merknamen moeten de potentiële klanten vertrouwen inboezemen en dienen naar buiten toe ook als een soort kwaliteitslabel te worden beschouwd. Via goede en, op een consistente manier gebruikte, merknamen kan de consument zich snel een beeld vormen van een bepaalde regio of product. Stijgend belang van betrouwbare informatiebronnen Als meest gewaardeerde en geraadpleegde informatiebronnen gelden nog steeds de eigen ervaringen en de aanbevelingen door vrienden, kennissen of familie. De verspreiding van positieve ervaringen door een tevreden klant over zijn vakantie kan dan ook beschouwd worden als een zeer krachtig marketinginstrument. Het inzetten van tevreden klanten voor het werven van nieuwe klanten kan een goedkope en efficiënte marketingstrategie zijn. Het opzetten van een communicatiestructuur is echter niet eenvoudig. Onderzoek naar innovatieve methodes dient dan ook gestimuleerd te worden. Naast de persoonlijke contacten zijn het voornamelijk de informatiebronnen met een hogere veronderstelde objectiviteitwaarde (reisgidsen, artikels in de media) die de klanten kunnen aanzetten tot het kiezen van een bestemming. Inspanningen op dit vlak zijn

Page 115: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

115

uiteraard moeilijk meetbaar, maar zullen vermoedelijk een uiterst positieve kosten-batenbalans kunnen voorleggen. Nieuwe technologieën voor informatieverwerving en reserveringsgedrag Binnen de toeristische sector worden de nieuwe media steeds belangrijker. Zo kennen hoger opgeleiden en jonge klanten zeer goed hun weg op het Internet. Een aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke website, met goed uitgezochte trefwoorden, kan een toeristische bestemming naar voren brengen. We moeten er echter wel rekening mee houden dat internetgebruikers hoofdzakelijk op zoek gaan naar informatie over reeds gekende bestemmingen. Een voldoende naambekendheid van de bestemmingen is dan ook een noodzakelijke stap voor het aantrekken van potentiële surfers. Ondanks het groeiende belang van het Internet mogen de klassieke media (kranten, weekbladen) en de werfbrochures niet over het hoofd worden gezien. Deze media, waarvan het belang niet mag worden onderschat, dienen steeds te verwijzen naar de websites die werden aangemaakt rond onder meer logiesaanbod en reservering van evenementen. Een zeer grote groep Internetgebruikers gebruikt immers dit medium voor het opzoeken van allerlei bijkomende informatie, wanneer de vakantiebestemming reeds vastligt. Het is vandaag de dag nog steeds een feit dat Internet niet meteen als het wervende medium kan worden beschouwd, maar vooralsnog veeleer als belangrijke ondersteuning voor de werving dient.

2.2.4 Conclusies voor de Groene Gordel

Uit de hierboven beschreven trends kunnen volgende conclusies worden getrokken voor de Groene Gordel: De Groene Gordel moet inspelen op de wijzigende toeristische behoeften • De Groene Gordel moet inspelen op de trend naar korte vakanties vanuit

nabijheidsmarkten, die gespreid worden over gans het jaar maar ook in de zomermaanden kunnen voorkomen, een periode waar de niet-ketenhotels in de Groene Gordel nog wat bezettingsruimte hebben.

• De Groene Gordel moet de eigenheid en de kwaliteit van zijn platteland uitspelen waar

de unieke aspecten worden geprofileerd. Landschapsbehoud en -herstel zijn hier essentiële voorwaarden voor.

• De Groene Gordel moet zijn cultuurhistorisch erfgoed (zowel landelijk als stedelijk) en

zijn typische culturele en folkloristische evenementen tot hun recht laten komen om ook cultuurtoeristen in de ruime zin van het begrip aan te trekken. Cultuurtoerisme wordt geassocieerd met kwaliteit en zo kan het imago van de Groene Gordel worden versterkt. Cultuurtoerisme is tevens minder seizoensgebonden.

• De Groene Gordel moet ervoor zorgen dat een ruime waaier van recreatieve

mogelijkheden wordt aangeboden zodat de toerist tijdens zijn/haar verblijf zelf kan kiezen uit deze mogelijkheden. Om aan het groeiende individualisme te beantwoorden is bij het uitwerken van arrangementen flexibiliteit noodzakelijk (aanbieden van modules waaruit kan worden gekozen).

• De Groene Gordel moet inspelen op de toenemende belevingsdrang van de toerist door

de attracties en de musea meer belevingsgericht in te vullen, waarbij ook meer gedacht

Page 116: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

116

moet worden aan een meer interactieve aanpak bij toeristische rondleidingen en door het organiseren van ateliers en workshops.

• Het authentieke en de natuur zijn in. De Groene Gordel moet zijn waardevolle

elementen wat betreft tradities en natuur naar voren schuiven en moet verder het cultureel erfgoed benutten voor recreatieve doeleinden.

• De Groene Gordel moet aandacht geven aan een gezonde levensstijl. Gezonde voeding

en sportieve activiteiten moeten onderdeel uitmaken van het toeristisch product. Streekproducten en gezonde menu’s spelen op deze trend in.

• De Groene Gordel moet activiteiten ontwikkelen die inspelen op de behoefte voor niet-

alledaagse belevenissen en sporten. Een tocht te paard, kano of kajakvaren, een avontuurlijke fietstocht of wandeltocht zijn hier voorbeelden van.

• Het toenemende belang van het kwalitatief recreëren in eigen streek mag niet

onderschat worden. Gezien de grote bevolkingsconcentraties in de Groene Gordel en het nabijgelegen Brusselse Gewest is dit in deze regio een prioritair aandachtspunt.

• Kwaliteit is steeds belangrijker voor de veeleisende consument. Vooral de prijs/

kwaliteitsverhouding moet in de gaten gehouden worden. Kwaliteit ligt dikwijls in een samengaan van veel diverse details die een verzorgde en gezellige sfeer creëren. Elementen van kwaliteit moeten daarom ook op een permanentere manier worden opgevolgd. Een efficiënte klachtenbehandeling vormt hier een belangrijk onderdeel van. Deze klachtenbehandeling vormt een essentieel onderdeel van een kwaliteitsbenadering en moet op een systematische manier worden georganiseerd.

• Toeristen worden aangetrokken tot thema’s die nieuwe elementen in een streek

belichten. Originele thema’s die wortelen in de tradities van de diverse subregio’s van de Groene Gordel moeten uitgewerkt worden in flexibele arrangementen.

De Groene Gordel moet aandacht hebben voor nieuwe doelgroepen • De Groene Gordel heeft met zijn subregio’s Pajottenland-Zennevallei, Dijleland en

Noordwest Brabant enerzijds, en zijn ligging rond Brussel anderzijds veel te bieden voor de toenemende markt van de ‘yeepies’, de jongere en actieve ouderen.

• De Groene Gordel biedt ook mogelijkheden voor recreatie voor de vele internationale

residenten die in en rond Brussel wonen. De Groene Gordel moet rekening houden met de nieuwe trends in de informatie-verwerving en reservering. • Bij marketing moeten vooral eenvoudige boodschappen worden gebracht. • ‘De Groene Gordel’ moet een merknaam worden met een duidelijke identiteit en een

duidelijke verwijzing naar kwaliteit. • De Groene Gordel moet met een professionele website inspelen op het toenemende

belang van het Internet voor informatiewerving. Daarnaast mogen echter de klassieke brochures nog niet worden opzij geschoven. Naar de toekomst toe zullen ook reserveringen steeds meer rechtstreeks gebeuren bij de logiesverstrekker via Internet en zal de rol van de toeristische diensten als intermediair minder belangrijk worden wat

Page 117: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

117

betreft reserveringen. Er moet meer aandacht gaan naar het faciliteren van het ‘last minute’ boeken.

2.3 Trends in de markten

Om een beeld te krijgen van het potentieel van de actuele doelmarkten is het noodzakelijk om dieper in te gaan op zowel op de socio-economische vooruitzichten als de reiskarakteristieken en trends binnen de verschillende doelmarkten. Uit de analyse van de actuele vraag konden we afleiden dat de verder te bestuderen markten voor verblijfs-toerisme in de Groene Gordel zijn: • België • Nederland • de MICE-markt. Deze markten geven immers het meeste potentieel voor het aantrekken van verblijfs-toeristen voor het generieke product de Groene Gordel. Terwijl de MICE-markt door de ligging tegenover Brussel en de luchthaven een belangrijke markt is voor de Groene Gordel, maar dan vooral voor de luchthavenzone en de Brusselse rand.

2.3.1 De Belgische markt

2.3.1.1 Sociaal-economische situatie en vooruitzichten

In België maakt de economie de laatste twee jaren moeilijke tijden mee. De voorspellingen voor de Belgische economie worden weergegeven in tabel 32. Het is duidelijk dat de heropleving zich nog niet in 2003 zal kunnen doorzetten. Het consumentenvertrouwen dat een geleidelijke daling vertoonde, kende in december 2002 plots een sterke achteruitgang. Deze achteruitgang is vooral toe te wijzen aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt die in de loop van 2003 niet verbeterd zijn. De verslechterde economische situatie kan invloed uitoefenen op de globale vakantiemarkt en Belgische potentiële toeristen naar de Groene Gordel eerder aanzetten om een dagtrip te nemen dan om een verblijf te boeken of kan het aantal dagtrips doen dalen. Tabel 32 Sociaal-economische indicatoren voor België, 1981-2004

Indicator 1981-

1998 1999 2000 2001 2002 2003(r) 2004(r)

Jaarlijkse Groeivoet

BBP 1,9 3,2 3,7 0,8 0,7 1,2 2,3

Particuliere consumptie 1,9 2,1 3,4 0,9 0,6 0,9 1,4

Niveau

Werkloosheidsgraad 9,1 8,6 6,9 6,7 7,3 7,8 7,8

Inflatie - 1,1 2,7 2,4 1,6 1,4 1,3 (r) Ramingen op basis van beschikbare gegevens tot 4 november 2002 Bron: Economic Forecasts Spring 2003.

Page 118: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

118

De drie gewesten in België verschillen grondig qua economisch profiel (tabel 33). Vlaanderen kent het meest gunstige profiel, gekenmerkt door een lagere werkloos-heidsgraad en een BBP per inwoner dat zich op niveau van de buurlanden situeert. Het bruto binnenlandse product voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is zeer hoog wat te verklaren is door de centrumfunctie die het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vervult. De werkloosheidsgraad ten slotte bedraagt zowel voor Brussel als Wallonië meer dan 10%, een niveau dat opmerkelijk hoger ligt dan dat van Vlaanderen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de internationale anderstalige gemeenschap die in en rond Brussel woont en heel kapitaalkrachtig is. Dit is een belangrijke markt voor toerisme en heel specifiek voor recreatie in de Groene Gordel. Tabel 33 BBP (2000) en werkloosheid (2001) in de drie gewesten

Vlaanderen Brussel Wallonië

BBP per capita (in euro) 23 857 49 457 17 691

Werkloosheidsgraad (in %) 3,8 11,0 10,6

Bron: Eurostat

2.3.1.2 De Belgische vakantiemarkt

Sinds midden de jaren ’60 organiseert het WES tweejaarlijks een nationaal onderzoek over het reisgedrag van de Belgen. De steekproefgrootte bedraagt 6 000 personen. Dit onderzoek behandelt zowel de daguitstappen als de vakanties. Daguitstappen9 Op vlak van het participatieniveau aan daguitstappen blijkt zich een stagnatie voor te doen. In 2000 steeg het participatieniveau lichtjes ten opzichte van 1998 (tabel 34). Het niveau daalde echter in 1998 ten opzichte van 1996. Voor het aantal daguitstappen uitgedrukt in miljoen stellen we dezelfde evolutie vast. Globaal noteren we een op en neergaande beweging van het totale aantal daguitstappen in de periode 1996-2000. Het totale aantal daguitstappen groeide lichtjes met een gemiddeld groeiritme van 0,3% tussen 1996 en 2000. Het groeiritme is in verhouding echter hoger voor de buitenlandse uitstappen (2,0%) dan voor de binnenlandse daguitstappen (0,1%).

9 Daguitstappen worden in het WES-onderzoek gedefinieerd als verblijven buiten de woning die ongeveer de

ganse dag in beslag nemen, zonder dat hiermee evenwel een overnachting gepaard gaat. Het zijn

uitstappen voor recreatieve doeleinden waarbij men minstens 20 km van huis weggaat. Uitstappen waarbij

men enkel familie en kennissen bezoekt, evenals uitstappen met een routinematig karakter werden buiten

beschouwing gelaten.

Page 119: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

119

Tabel 34 Evolutie in de netto participatie en het aantal daguitstappen van de Belgen in miljoen, 1996-2000

1996 1998 2000

Gemiddeld jaarlijks

groeiritme

( in %)

Netto participatie (in %) 61,7 57,5 60,6 -

Aantal daguitstappen (in miljoen) 29,2 32,0 29,6 0,3

Aantal binnenlandse daguitstappen

(in miljoen )

25,5 28,0 25,6 0,1

Aantal buitenlandse daguitstappen

(in miljoen)

3,7 4,0 4,0 2,0

Bron: WES, Reisgedrag van de Belgen 2000, 2001

De laatste cijfers van het WES voor 2002 wijzen op een daling van het volume van daguitstappen van de Belgen die wellicht veroorzaakt wordt door de slechte economische toestand en het afnemend consumentenvertrouwen. Vakanties10 Tabel 35 geeft de evolutie weer van de vakanties (langere Tabel 35 De netto vakantieparticipatie en het aantal lange en korte vakanties (enkel in commerciële logiesvormen) van Belgen, 1996-2000

Netto vakantieparticipatie

(in %)

Aantal vakanties

(x 1 000 000)

Gemiddeld

jaarlijks

groeiritme

( in %)

Type vakantie

1996 1998 2000 1996 1998 2000

Lange vakanties 60,8 62,6 63,4 9,8 9,8 10,1 0,8

Korte vakanties 29,6 31,0 32,2 4,5 4,7 5,1 3,1

Totaal aantal

vakanties 69,1 71,6 71,6 14,3 14,5 15,2 1,5

Bron: WES, ‘Reisgedrag van de Belgen in 2000’, 2001.

De totale netto vakantieparticipatie steeg van 69,1% tot 71,6% tussen 1996 en 2000. Tussen 1998 en 2000 stagneerde het totale participatiepeil, ondanks een stijging in de vakantieparticipatie voor zowel korte als lange vakanties. De oorzaak voor deze ogenschijnlijke tegenstelling is dat meer vakantiegangers zowel een korte als een lange vakantie nemen, terwijl het aandeel vakantiegangers dat één van beide kiest daalt. Hierdoor stijgt de participatie voor zowel korte als lange verblijven maar stagneert het totale participatieniveau.

10 In het WES- onderzoek worden volgende definities aangewend voor:

Vakanties: vakanties van 4 nachten of meer, zowel in niet commerciële logiesvormen als in tweede

verblijven of bij familie en vrienden;

Korte vakanties: vakanties van 1 tot 3 nachten enkel in commerciële logiesvormen. De steekproefgrootte

bedraagt 6 000 personen.

Page 120: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

120

In totaal namen de Belgen in 2000 15,2 miljoen vakanties in commerciële logiesvormen. Het totale aantal vakanties kende daarbij een jaarlijks gemiddelde groeivoet van 1,5% in de periode 1996-2000. Een onderscheid dient te worden gemaakt naar lange en korte vakanties. In 2000 werden door alle Belgen samen zo wat 10,1 miljoen langere vakanties gerealiseerd in commerciële logiesvormen met een toename van het totale aantal van 300 000 tegenover 1998 en 1996. Het aantal lange vakanties groeide in deze periode met een jaarlijks gemiddelde groeivoet van 0,8%. De netto participatie voor lange vakanties is eveneens opgeklommen tot ruim 63% in 2000. In de laatste cijfers van het WES voor 2002 wordt een daling in het volume van het aantal langere vakanties vastgesteld. De markt van de korte vakanties bleef een groeimarkt tot 2000. De toename in korte vakanties in commerciële logiesvormen met 600 000 in de periode 1996-2000 was echter veel sterker dan deze van de lange vakanties. Het aantal korte vakanties kende tussen 1996 en 2000 een jaarlijks gemiddeld groeiritme van 3%. De korte vakanties wonnen al sinds 1985 aan populariteit. Met meer dan 5 miljoen vakanties konden de korte vakanties in 2000 een aandeel van rond de 33% realiseren in het totale aantal vakanties. Het laatste onderzoek van het WES voor 2002 wijst voor de eerste maal op een daling in de markt van de korte vakanties in 2002. De bruto vakantieparticipatie11 verschilt binnen België sterk van gewest tot gewest door het verschil in economische situatie en door de regionale verschillen in koopkracht. De gemiddelde bruto vakantieparticipatie van de Belgen voor langere vakanties bedraagt 98,6%. Vlaanderen scoort opmerkelijk boven het gemiddelde (115%), terwijl zowel Brussel (95%) maar vooral Wallonië (70%) onder het gemiddelde scoren. Bovendien nam het aantal vakanties bij de Vlamingen binnen de onderzoeksperiode toe terwijl deze in Brussel en Wallonië een sterke afname kenden. Dezelfde vaststelling geldt voor het marktverloop bij de korte vakanties. De gemiddelde bruto vakantieparticipatie van de Belgen voor korte vakanties bedraagt 49,8%. Ook voor korte vakanties scoort Vlaanderen merkelijk boven het gemiddelde (68,4%), terwijl het niveau van zowel Brussel als Wallonië (circa 23%) ruim onder het gemiddelde ligt. Bovendien blijkt het aantal korte vakanties voor Wallonië en Brussel net als voor de lange vakanties dalend of stagnerend te zijn, dit in tegenstelling tot het Vlaamse aantal korte vakanties dat tussen 1991 en 2000 steeg met 1,8 miljoen. Bij de navraag naar de bestemming werd de bevraging in het WES-onderzoek tot 2000 niet georganiseerd volgens de drie Vlaamse toeristische macroproducten: de Kust, kunststeden (Brussel inbegrepen) en Vlaamse regio’s (Vlaamse regio’s), zodat we geen evolutie kunnen geven betreffende de Vlaamse regio’s afzonderlijk van de kunststeden (de kunststeden zijn opgenomen in de regio’s). Op vlak van de langere vakanties doen zich ten opzichte van 1996 weinig verschuivingen voor (tabel 36).

11 De bruto participatie = het aantal vakanties per honderd personen van de populatie

Page 121: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

121

Tabel 36 Bestemming van de langere vakanties van de Belgen naar binnenlandse toeristische regio’s (in %), 1996-2000

Marktaandelen (in %) Aantal vakanties (x 1 000) Binnenlandse bestemmingen

1996 1998 2000 1996 1998 2000

Vlaamse Kust 53,6 56,1 56,2 1 368 1 440 1 319

Ardennen 26,8 26,7 26,3 684 686 614

Provincie Luxemburg 14,0 12,9 14,4 357 331 336

Provincie Luik 6,6 6,4 4,9 168 165 114

Provincie Namen 6,2 7,4 7,0 159 190 164

Vlaamse regio’s 14,6 13,0 13,1 372 334 292

Limburgse Kempen 6,7 6,7 6,7 170 172 151

Antwerpse Kempen 4,6 1,9 2,1 117 49 48

Westhoek - 0,9 0,7 - 23 16

Overige Vlaamse regio’s 3,3 3,5 3,6 85 90 77

Overig België 5,0 4,2 4,4 128 108 101

Totaal België 100,0 100,0 100,0 2 552 2 568 2 326

Bron: WES, ‘Reisgedrag van de Belgen in 2000’, 2001.

De Kust blijft de belangrijkste binnenlandse vakantiebestemming hoewel het aantal vakanties van de Belgen er daalt. Bij een globale dalende markt van langere vakanties blijft het marktaandeel van de Vlaamse regio’s in 2000 schommelen rond de 13%. In absolute termen echter doet zich een daling voor tussen 1996 en 2000 van 80 000 vakanties. Deze daling is groter dan deze voor de Kust. Dit betekent dat de binnenlandse bestemmingen voor langere vakanties van de Belgen steeds minder belangrijk worden en dit in uitgesproken mate in de Vlaamse regio’s. Meer interessante ontwikkelingen doen zich voor op de korte vakantiemarkt (tabel 37). Daar winnen de andere Vlaamse regio’s in de periode 1996-2000 aan belang, zowel in marktaandeel (van 17 tot 18%) als in aantal vakanties (+ 64 000 vakanties). De stijging doet zich vooral voor in de minder traditionele toeristische regio’s van Vlaanderen. De Limburgse en Antwerpse Kempen verliezen aan marktaandeel en kennen een daling van het aantal korte vakanties van Belgen. De overige Vlaamse regio’s stijgen met 65 000 vakanties.

Page 122: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

122

Tabel 37 Bestemming van de korte vakanties van de Belgen naar de Belgische toeristische regio’s (in %), 1996-2000

Marktaandelen (in %) Aantal vakanties (x 1 000) Binnenlandse bestemmingen

1996 1998 2000 1996 1998 2000

Vlaamse kust 41,2 41,8 39,0 1 075 1 125 1 098

Ardennen 35,1 34,0 35,7 916 915 1 007

Provincie Luxemburg 17,9 19,2 19,8 467 518 559

Provincie Luik 10,3 8,1 8,1 268 215 229

Provincie Namen 6,9 6,7 7,8 181 182 219

Andere Vlaamse regio’s 16,8 17,0 17,9 440 457 504

Limburgse Kempen 8,6 8,7 6,7 227 233 189

Antwerpse Kempen 3,6 3,2 2,9 95 89 81

Westhoek - 1,6 1,8 - 42 51

Overige Vlaamse

regio’s

4,6 3,5 6,5 118 93 183

Overig België 6,9 7,2 7,4 182 196 209

Totaal België 100,0 100,0 100,0 2 613 2 693 2 818

Bron: WES, ‘Reisgedrag van de Belgen in 2000’, 2001.

Bestedingen van de Belgische vakantiegangers In het WES-onderzoek wordt ook gepeild naar de bestedingen (rekening houdend met de inflatie) per persoon per nacht ongeacht de bestemming. Deze cijfers tonen aan dat de gemiddelde bestedingen per persoon per nacht opmerkelijk hoger liggen voor korte dan voor langere vakanties. Dit wijst erop dat korte vakanties niet noodzakelijk minder bestedingen met zich meebrengen gezien de vakantieganger de neiging heeft om meer te spenderen per nacht op korte vakanties. De reële bestedingen per persoon per nacht stegen in 2000 (tabel 38) zowel voor de korte als de lange vakanties ten opzichte van 1998 en 1996. Voor de langere vakanties is ten opzichte van 1996 een stijging met 6,3% te noteren en voor de korte vakanties zelfs een stijging met 8,1%. Tabel 38 Reële bestedingen van de Belgen per persoon per nacht in euro, naar type vakantie, voor 1996, 1998 en 2000

Type vakantie 1996 1998 2000

Langere vakanties 44,4 44,6 47,2

Korte vakanties 69,1 72,2 74,7

Bron: WES, Reisgedrag van de Belgen

Tal van studies wijzen uit dat Internet aan belang wint. Op basis van de cijfers van het WES is het niet mogelijk om voor België een vergelijking te maken met de vorige jaren. De vraag naar boekingen via het Internet werd immers pas voor de eerste keer bevraagd in 2000 (12).

12 Boekingen via e-mail werden als schriftelijke boekingen beschouwd.

Page 123: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

123

Globaal genomen werd 2,5% van de korte vakanties geboekt via het Internet (127 000 korte vakanties). Van de langere vakanties wordt ongeveer 2% via het Internet geboekt (201 000 vakanties). Dit gebeurt veel minder of nauwelijks voor binnenlandse boekingen. Het boeken van logies op Internet voor het binnenland gebeurt slechts voor 0,3% van de gevallen of 7 000 reizen. In de toekomst mag hier echter een stijging worden verwacht.

2.3.1.3 Het profiel van de Belgische verblijfstoerist in de Vlaamse regio’s

Uit een onderzoek in 2000 bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen in de Vlaamse regio’s (exclusief diegenen die in een vakantiedorp verblijven) kan het profiel worden afgeleid van de Belgen die in de Vlaamse regio’s op vakantie gaan. De steekproef van Belgische toeristen die hieraan beantwoordt bedraagt 600 eenheden. Dit profiel geeft indicaties over welk soort cliënteel we vooral op de Vlaamse markt moeten proberen aan te trekken. Wellicht is er nog een vertekening door het grote aantal verblijfstoeristen uit de Antwerpse Kempen en Limburg in de steekproef. Dit zijn de meest interessante profielkarakteristieken voor de Belgen: • De leeftijdsgroep van 35 tot en met 54 jaar vertegenwoordigt bijna de helft van de

aankomsten. De oudere leeftijdscategorie van meer dan 55 jaar, waar vooral de groep van 55 tot en met 64 jaar belangrijk is, is goed voor 35%. De jongere leeftijdsklassen van 18 tot en met 34 jaar hebben slechts een aandeel van 17%;

• Bedienden (38%) en gepensioneerden (25%) zijn sterk vertegenwoordigd; • 75% zijn koppels en slechts 25% gaat op vakantie in de Vlaamse regio’s (niet in

vakantiedorpen) met het gezin; • Het gemiddelde aantal personen per gezin ligt op 2,4 personen maar het reisgezelschap

is groter (4,14 personen); • 80% verblijft voor een kort verblijf van minder dan 5 nachten. 12% verblijft tussen 5 en

8 nachten en slechts 8% blijft voor 9 nachten en langer; • 91% komt met de wagen en een merkwaardige 5% is op fietsvakantie; • 91% heeft enkel het logies gereserveerd.

2.3.1.4 Enkele karakteristieken van de Belgische vakantiemarkt voor de Groene Gordel

In het onderdeel rond de actuele markt werden reeds enkele specifieke kenmerken van de actuele Belgische vakantiegangers in Groene Gordel besproken voor 2002. We herhalen hier de belangrijkste. Uit de NIS-overnachtingstatistieken kon worden afgeleid dat: • 25% van de huidige recreatieve overnachtingen in de subregio Luchthaven en Brussel-

se Rand gegenereerd worden door Belgen. In de rest van de Groene Gordel is dit 75%. In totaal zijn er 157 276 recreatieve overnachtingen van Belgen in de globale Groene Gordel en daarmee is de binnenlandse markt de belangrijkste markt voor het verblijfstoerisme naar de Groene Gordel;

• de gemiddelde verblijfsduur van de Belgische vakantieganger in de rest van de Groene Gordel ligt op 3,3 nachten;

• 7 % van de overnachtingen van de Belgen in de rest van de Groene Gordel vindt plaats in hotels, 20 % op campings en 73 % in logies voor groepen (vooral jeugdtoerisme).

Page 124: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

124

2.3.1.5 Conclusies over het potentieel van de Belgische markt voor de Groene Gordel

• De ontwikkeling van het dagtoerisme vanuit de Belgische markt is eerder stagnerend en misschien zelfs dalend. Attractieparken hebben het moeilijk omwille van demografische ontwikkelingen. Vooral attracties of bezienswaardigheden die een grote belevingswaarde voor kinderen én volwassenen hebben, kennen nog succes.

• Enkel de korte, recreatieve vakanties van Belgen naar het binnenland kennen nog een

groei. Door de economische toestand zijn deze vakanties ook de laatste twee jaar gestagneerd. Het volume, de groei én de bestedingen van de Belgische vakantiemarkt voor korte vakanties is vooral te situeren in Vlaanderen. Ook midweeks kunnen wellicht aanspreken.

• Binnen de korte vakanties van de Belgen laten de Vlaamse regio’s buiten de Kust en

buiten de traditionele bestemmingen van de Limburgse en Antwerpse Kempen groei noteren. Deze bestemmingen houden ook stand in de minder goede economische situatie van de laatste twee jaar; De Groene Gordel is één van deze Vlaamse regio’s en moet in de toekomst in deze groei kunnen delen indien een voldoende aantrekkelijk en kwalitatief verblijfstoeristisch product wordt ontwikkeld. Het is belangrijk dat hiervoor een grotere diversiteit van logiesaanbod kan worden aangeboden buiten het logies voor specifieke doelgroepen waar de meeste recreatieve overnachtingen van de Belgen nu plaats vinden.

2.3.2 De Nederlandse markt

2.3.2.1 Sociaal-economische situatie en vooruitzichten

Na jaren van sterke groei in termen van bruto binnenlands product ondervindt ook de Nederlandse economie een aanzienlijke vertraging (tabel 39). In 2000 tekenden we nog een groeipercentage op van 3,5%. Maar ook voor Nederland betekent het jaar 2001 een ommekeer. Hoewel de werkloosheid in Nederland een vrij beperkte omvang kent, zet het stijgende werkloosheidspercentage, gecombineerd met een daling in het reëel beschikbaar inkomen als gevolg van de stijgende inflatie, de Nederlanders eerder aan tot sparen dan tot consumeren. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het toerisme. Het consumentenvertrouwen is bovendien sinds 1985 niet meer zo laag geweest en ook de beoordeling van het economische klimaat is ongunstig voor 2003 in vergelijking tot de vorige jaren. De ramingen naar de toekomst voor de Nederlandse economie zijn zeer onzeker. Tabel 39 Sociaal-economische indicatoren voor Nederland, 1981-2004

Indicator 1981-

1998 1999 2000 2001 2002 2003(r) 2004(r)

Jaarlijkse groeivoet

BBP 2,5 4,0 3,3 1,3 0,3 0,5 1,7

Particuliere consumptie 1,8 4,7 3,6 1,2 1,0 0,8 1,5

Niveau

Werkloosheidsgraad 7,0 3,2 2,8 2,4 2,7 4,2 5,1

Inflatie - 2,0 2,3 5,1 3,9 2,7 1,5 (r) Ramingen op basis van beschikbare gegevens tot 4 november 2002

Bron: Economic Forecasts Spring 2003

Page 125: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

125

De belangrijkste Nederlandse herkomstregio’s voor Vlaanderen zijn West- en Zuid-Neder-land. In vergelijking met Vlaanderen bevindt het BBP per capita van Zuid-Nederland zich ongeveer op hetzelfde niveau als Vlaanderen. Het BBP voor West-Nederland ligt zo’n 4 000 euro hoger dan dat van Vlaanderen (tabel 40). Bovendien kennen beide Nederlandse herkomstregio’s een bijzonder lage werkloosheidsgraad. Tabel 40 BBP (2000) en werkloosheid (2001) in de Nederlandse doelregio’s en Vlaanderen

Vlaanderen West-Nederland Zuid-Nederland

BBP per capita ( in euro) 23 857 27 914 23 978

Werkloosheidsgraad (in %) 3,8 2,0 2,2

Bron: Eurostat

2.3.2.2 De Nederlandse vakantiemarkt

Sinds 1980 brengt het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) door middel van een panelonderzoek het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking nauwgezet in kaart. Het betreft een omvangrijk en representatief panel dat op een viertal meetmomenten wordt bevraagd13 (maart, juni, september en december). Binnen het CVO wordt ‘vakantie’ gedefinieerd als: ‘Ieder verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier waarbij men minstens één nacht niet thuis slaapt en bovendien niet verblijft op het vaste woonadres bij familie of kennissen tenzij deze zelf niet thuis zijn’. Een ‘korte vakantie’ telt binnen dit onderzoek maximaal 3 overnachtingen, een ‘langere vakantie’ 4 of meer aaneengesloten overnachtingen. Bij het bestuderen van deze markt wordt enkel het verblijfstoerisme in rekening genomen omdat het niet zo evident lijkt dat Nederlanders dagtrips naar de Groene Gordel zouden maken vanuit hun woonplaats met uitzondering van de georganiseerde groepstrips. De vakantieparticipatie van de Nederlanders Tabel 41 geeft de evolutie weer van de netto vakantieparticipatie van de Nederlanders opgesplitst naar korte en langere vakanties. Na een stijging tussen 1996 en 1998 stagneert de globale vakantieparticipatie bij de Nederlanders vanaf 1998. Desondanks ondernam nog steeds bijna 8 op 10 Nederlanders minstens éénmaal een vakantie in 2001 wat zeer hoog is tegenover andere markten als Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De stagnering in participatie is volgens het NRIT het gevolg van een tragere relatieve toename van het aantal vakantiegangers in vergelijking tot de bevolkingsgroei. De korte vakantieparticipatie kent iets grotere schommelingen dan de lange vakantie-participatie en is wellicht gevoeliger aan de economische situatie.

13 Vanaf oktober 2001 werd gebruik gemaakt van CAPI@HOME, een ondervragingsmethode die via het

Internet verloopt. Voorheen werd met schriftelijke vragenlijsten gewerkt.

Page 126: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

126

Tabel 41 De netto vakantieparticipatie naar type vakantie, 1996-2001 (in %)

1996 1998 1999 2000 2001 Korte vakanties 36,6 34,9 36,4 34,3 35,8 Lange vakanties 71,5 74,1 74,4 74,0 74,2 Alle vakanties 77,5 79,7 80,1 79,4 79,2

Bron: Continu Vakantie Onderzoek

Het aantal vakanties van de Nederlanders Na in 1999 de kaap van 30 miljoen overschreden te hebben, bedraagt het totale vakantievolume in 2001 bijna 32 miljoen vakanties. Ondanks de licht gedaalde vakantie-participatie is het totale vakantievolume met 4,6% toegenomen in 2001 tegenover 1999, dankzij een bevolkingstoename en een licht toegenomen vakantie-intensiteit, dit terwijl de toename in 2000 slechts 0,1% bedroeg. Een onderscheid tussen langere vakanties en korte vakanties dringt zich op. Tabel 42 Aantal langere vakanties (min 4 overnachtingen) in binnen- en buitenland, 1998-2001

1998 1999 2000 2001

in

mln. in %

in

mln. in %

in

mln. in %

in

mln. in %

Gemiddeld

jaarlijks

groeiritme

( in %)

Langere vakanties

Binnenland 7,72 41,0 7,59 39,0 7,49 39,0 8,05 41,0 1,4

Buitenland 11,31 59,0 11,71 61,0 11,51 61,0 11,79 59,0 1,4

Totaal 19,03 100,0 19,29 100,0 18,99 100,0 19,84 100,0 1,4

Gemiddeld aantal overnachtingen

Binnenland 9,4 9,7 10,1 9,9

Buitenland 12,7 12,7 12,5 12,4

Bron: Continu Vakantie Onderzoek

Er is een geleidelijke stijging van langere vakanties vast te stellen van 19,0 miljoen in 1998 tot 19,8 miljoen in 2001 (tabel 43) met een jaarlijkse groeivoet van 1,4%. Van alle langere vakanties werd er in 2001 bijna 60% doorgebracht in het buitenland. De globale verhouding buitenland/binnenland blijft min of meer stabiel. Het gemiddelde aantal overnachtingen ligt lager in het binnenland dan in het buitenland.

Page 127: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

127

Tabel 43 Aantal korte vakanties in binnen en buitenland, 1998-2001

1998 1999 2000 2001

in

mln. in %

in

mln. in %

in

mln. in %

in

mln. in %

Gemiddeld

jaarlijks

groeiritme

( in %)

Lange vakanties

Binnenland 8,83 79,0 8,73 78,0 9,16 79,0 9,67 80,0 5,1

Buitenland 2,25 21,0 2,48 22,0 2,39 21,0 2,43 20,0 2,6

Totaal 10,58 100,0 11,21 100,0 11,55 100,0 12,1 100,0 4,6

Gemiddeld aantal overnachtingen

Binnenland 2,1 2,1 2,1 2,0

Buitenland 2,3 2,2 2,2 2,3

Bron: Continu Vakantie Onderzoek

Van alle korte vakanties in 2001 wordt 80% in eigen land doorgebracht en 20% in het buitenland. In tegenstelling tot de lange vakanties is de verblijfsduur voor buitenlandse korte vakanties lichtjes gestegen, terwijl de verblijfsduur voor binnenlandse korte vakanties enigszins daalde. Het aantal korte vakanties steeg tussen 1998 en 2001 jaarlijks gemiddeld met zo’n 4,6%. De stijging is het sterkst voor de binnenlandse korte vakanties (5,1%) en doet zich in mindere mate voor in de buitenlandse korte vakanties (2,6%). De vakantie-intensiteit De vakantie-intensiteit geeft aan hoeveel keer een vakantieganger gemiddeld in één jaar met vakantie is geweest. Uit de tabel 44 blijkt dat de Nederlanders gemiddeld bijna 3 maal per jaar met vakantie gaan. Dergelijke vakantie-intensiteit is zeer hoog in vergelijking tot de buurlanden en het is dan ook niet te verwonderen dat de laatste jaren geen stijging in deze intensiteit kan worden waargenomen. Tabel 44 Vakantie-intensiteit van de Nederlanders voor korte en lange vakanties per vakantie-ganger, 1988-2001

Type vakantie 1996 1998 1999 2000 2001

Korte vakanties 2,1 2,0 2,1 2,3 2,2

Lange vakanties 1,8 1,7 1,7 1,7 1,8

Alle vakanties 2,7 2,5 2,6 2,6 2,7

Bron: Continu Vakantie Onderzoek

Evolutie van de langere vakanties naar buitenlandse bestemmingen Tabel 45 geeft de buitenlandse bestemmingen weer van de langere vakanties van de Nederlanders voor de periode 1998-2001.

Page 128: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

128

Tabel 45 Langere buitenlandse vakanties van Nederlanders naar bestemming14, 1998-2001

Aantal vakanties (x 1 000)

Bestemming 1998 1999 2000 2001

Aandeel in 2001 (in %)

Gemiddeld jaarlijks

groeiritme ( in %)

Frankrijk 2 198 2 222 2 226 2 169 18,4 -0,4 Spanje 1 504 1 536 1 416 1 610 13,7 2,3 Duitsland 1 193 1 234 1 258 1 233 10,5 1,1 Oostenrijk 969 981 898 995 8,4 0,9 België 739 733 719 751 6,4 0,5 Italië 601 618 608 648 5,5 2,5 Griekenland 561 582 582 570 4,8 0,5 Turkije 264 362 374 521 4,4 25,4 Zwitserland 350 346 322 334 2,8 -1,6 Tsjechië 199 226 197 284 2,4 12,6

Totaal 11 506 11 666 11 505 11 786 100,0 0,8 Bron: Continu Vakantie Onderzoek Het totale aantal langere buitenlandse vakanties van de Nederlanders steeg tussen 1998 en 2001 jaarlijks met gemiddeld 0,8%. Frankrijk blijft voor de Nederlanders de absolute nummer één wat betreft de langere buitenlandse vakanties. Daarna volgen Spanje, Duitsland en Oostenrijk. België bekleedt met 6% een opmerkelijke vijfde plaats en kent een aangroei tussen 1998 en 2001 met een jaarlijks gemiddelde groei van 0,5%. Evolutie van de korte vakanties naar bestemming Het globale aantal korte buitenlandse vakanties van de Nederlanders steeg jaarlijks gemiddeld met zo’n 0,8% in de periode 1998-2001. Uit tabel 46 blijkt dat België, op het gebied van de korte buitenlandse vakanties, de populairste vakantiebestemming is en blijft bij de Nederlanders. België staat op de eerste plaats met bijna één derde van het aantal korte vakanties. Veel van deze vakanties gaan echter richting Ardennen. België is duidelijk een groeimarkt: een stijging van de korte vakanties naar België over de periode 1998-2000 kan worden vastgesteld met een groeivoet van 2,7%. De andere belangrijke landen binnen dit segment zijn onze buurlanden Frankrijk en Duitsland, gevolgd door Groot-Brittannië. De overige landen zijn voor de korte vakanties minder van belang.

14 Voor de duidelijkheid werden niet alle landen opgenomen, de kolomtotalen geven echter wel het

algemeen totaal aan buitenlandse reizen weer

Page 129: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

129

Tabel 46 Korte buitenlandse vakanties naar bestemming, 1998-2001

Aantal korte vakanties (x 1 000)

1998 1999 2000 2001

Aandeel

in 2001

(in %)

Gemiddeld

jaarlijks

groeiritme

( in %)

België 738 761 707 800 32,9 2,7

Frankrijk 562 588 528 618 25,5 3,2

Duitsland 573 607 642 550 22,7 -1,4

Groot-Brittanië 272 246 265 217 8,9 -7,3

Luxemburg 79 71 46 78 3,2 0,4

Denemarken 9 15 6 33 1,4 54,2

Oostenrijk 32 37 65 24 1,0 -9,1

Hongarije 2 3 2 6 0,2 44,2

Ierland 8 13 4 17 0,7 28,6

Zwitserland 7 8 6 15 0,6 28,9

Totaal 2 371 2 432 2 391 2 428 100,0 0,8

Bron: Continu Vakantie Onderzoek

2.3.2.3 Het profiel van de Nederlandse verblijfstoerist in de Vlaamse regio’s

Uit het onderzoek in 2000 bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen in de Vlaamse regio’s (exclusief diegenen die in een vakantiedorp verblijven) kan ook het profiel worden afgeleid van de Nederlanders (steekproef 240) die in de Vlaamse regio’s op vakantie gaan. Door de beperkte steekproef en ook de sterke vertegenwoordiging van Nederlandse kampeertoeristen zijn de gegevens echter slechts indicatief. Dit zijn de meest interessante profielkarakteristieken: • De leeftijdscategorie 35 tot en met 55 jaar vertegenwoordigt 54% van het aantal

Nederlandse aankomsten. De groep ouder dan 55 jaar is goed voor een aandeel in het totaal van 29%. De groep jonger 18 tot en met 34 jaar heeft slechts een aandeel 16%.

• De Nederlandse cliënteel heeft een iets hoger sociaal profiel dan deze van de Belgen met een belangrijk aandeel bedienden (26%) en een even belangrijk aandeel kaderleden, ondernemers en vrije beroepen (25%).

• Twee derden zijn koppels, maar toch bestaat het reisgezelschap voor 25% uit gezinnen met kinderen.

• Het gemiddelde aantal personen per gezin ligt op 2,7 personen maar het gemiddelde aantal personen in het reisgezelschap bedraagt 3,7. Dit betekent dat men ook vaak in een kleine groep van familie, vrienden of kennissen op vakantie gaat in de Vlaamse regio’s.

• 51% verblijft in de Vlaamse regio’s voor een kort verblijf van minder dan 5 nachten. 20% verblijft tussen 5 en 8 nachten en 30% verblijft toch 9 nachten en meer (wellicht zit hier een vertekening door de sterke vertegenwoordiging van kampeertoeristen in de Antwerpse Kempen en Limburg in deze steekproef).

• 94% komt met de wagen en nog maar 2% met de fiets (wellicht zit ook hier meer potentieel).

• 34% heeft niets gereserveerd en 64% heeft enkel het logies gereserveerd.

Page 130: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

130

2.3.2.4 Enkele karakteristieken van de actuele Nederlandse markt naar de Groene Gordel

In het onderdeel rond de actuele markt werden reeds enkele specifieke kenmerken van de actuele Nederlandse verblijfstoeristen in de Groene Gordel besproken: Uit de NIS-overnachtingstatistieken kon worden afgeleid dat: • de Nederlanders slechts voor 9% bijdragen in het totaal van de recreatieve

overnachtingen in de Groene Gordel met slechts 35 306 overnachtingen. Deze markt is het best vertegenwoordigd in de subregio rest van de Groene Gordel waar de 11 807 overnachtingen een aandeel van 11% van de recreatieve overnachtingen uitmaken. Maar ook in de subregio LH-ZWVR zijn de Nederlanders niet te verwaarlozen met 23 499 overnachtingen. Daar zijn echter de Britse markt en de Franse markt dubbel zo belangrijk.

• de gemiddelde verblijfsduur van de Nederlandse vakantieganger in de rest van de Groene Gordel ligt op 3,0 nachten;

• 6% van de overnachtingen van de Nederlanders in de rest van de Groene Gordel vindt plaats in hotels, 63% op campings en 31% in logies voor groepen (wellicht meest jeugdgroepen).

2.3.2.5 Conclusies over het potentieel van de Nederlandse markt voor de Groene Gordel

• De korte vakanties van Nederlanders naar België kennen nog steeds een groei (en zelfs versterkt in 2002) en vormen duidelijk een potentiële markt voor de Groene Gordel in combinatie met een bezoek aan de hoofdstad. Ook de langere vakanties van Nederlanders naar België kennen een lichte groei.

• De Groene Gordel kan zich op de Nederlandse markt als een nieuwe bestemming in

Vlaanderen profileren. Hiervoor moet een toeristisch product uitgebouwd worden dat Nederlanders kan aantrekken: fietsnetwerk en kwalitatieve kampeermogelijkheden in het groen.

2.3.3 Trends in de MICE (Meetings, Incentives, Conferences and Exhibitions)-markt

Belang van de ‘meeting’-markt in België Over de MICE-markt zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar. Het NIS houdt statistieken bij van de overnachtingen/aankomsten naar doel, waarbij ook de categorie overnachtingen/aankomsten naar aanleiding van congressen en seminaries wordt bijgehouden. Hiermee wordt slechts een gedeelte van de MICE-markt genoteerd. Het andere deel van de MICE–markt, de overnachtingen/aankomsten naar aanleiding van incentives, evenementen en beurzen, vallen wellicht onder overnachtingen/aankomsten voor andere beroepsdoeleinden. Voor incentives zou het ook mogelijk zijn dat die ondergebracht worden door de logiesuitbater in de categorie overnachtingen/aankomsten voor ontspanning.

Page 131: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

131

Deze NIS–cijfers zijn slechts benaderend gezien het voor de logiesuitbaters niet evident is om de overnachtingen in de juiste categorie onder te brengen. Toch kunnen zekere tendensen worden afgeleid uit de evolutie van de NIS–cijfers voor overnachtingen/aankomsten naar aanleiding van congressen en seminaries. Deze evolutie wordt weergegeven in tabel 47 voor de periode 1992-2001. Marktaandelen De marktaandelen van de diverse regio’s in het totaal van de overnachtingen in België naar aanleiding van congressen en seminaries worden weergegeven in tabel 47. Tabel 47 Structuur en evolutie van de overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries, 1992-2001

Rijk/Gewest/Provincie 1992 1995 1998 2002

Index

t.o.v.

1992

Aandeel

in België

2002 (in %)

België 121 0161 159 6534 220 3822 2 988 006 246,9 100,0

Brussels Hoofdstedelijk

Gewest 50 8506 44 0799 114 5159 1 550 907 305,0 51,9

Vlaams Gewest 49 9733 96 0854 83 9562 1 073 395 214,8 35,9

Waals Gewest 23 2222 19 1881 21 9101 363 704 156,6 12,2

Provincie Vlaams Brabant 5 7788 8 0444 14 9188 224 581 388,6 7,5

Groene Gordel 3 3650 4 6882 11 8127 194 063 576,7 6,5 Bron: NIS

In België is het Hoofdstedelijke Gewest Brussel de belangrijkste bestemming voor congressen en seminaries (in volume overnachtingen). Meestal gaat het hier om grotere meerdaagse congressen van internationale professionele verenigingen. In 2002 gaat iets meer dan de helft van alle overnachtingen voor congressen en seminaries hier door. Het Vlaamse Gewest haalt een marktaandeel van 36% waarbij de provincie Vlaams-Brabant 8% vertegenwoordigt, een belangrijk aandeel dat in grote mate door de hotels rond de luchthaven en in de rand van Brussel wordt gegenereerd. De Groene Gordel heeft met 194 063 overnachtingen voor congressen en seminaries een aandeel van circa 7% in de totale Belgische markt. 74% van deze overnachtingen in België zijn gemaakt door buitenlanders. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit verhoudingsgewijs veel meer en zijn 92% van deze over-nachtingen toe te schrijven aan buitenlanders. In het Vlaams Gewest wordt slechts 61% van de overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries door buitenlanders gemaakt. In Vlaams-Brabant ligt dit percentage hoger met 70%. De Groene Gordel haalt een even groot aandeel overnachtingen naar aanleiding van congressen en seminaries van buitenlanders met 70%. Uit tabel 47 kunnen ook de evoluties worden afgeleid: • de markt van congressen en seminaries is een groeimarkt voor België met 147% groei

en een gestage toename over de periode 1992-2002; • de provincie Vlaams-Brabant kent het sterkste groeiritme met 289%;

Page 132: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

132

• ook het Hoofdstedelijk Gewest Brussel presteert beter dan gemiddeld met 105% stijging.

• de Groene Gordel kent nog de meest een opmerkelijke groei van 477%. Gemiddelde verblijfsduur Tabel 48 geeft ook de evolutie weer in de verblijfsduur van congressen en seminaries. Tabel 48 Evolutie in gemiddelde verblijfsduur (in nachten) naar aanleiding van congressen en seminaries, 2001 Rijk/Gewest/Provincie 1992 2002

België 2,4 1,9

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2,2 1,9

Vlaams Gewest 2,4 2,0

Waals Gewest 2,6 1,9

Provincie Vlaams Brabant 1,8 1,6

Groene Gordel 1,8 1,6 Bron: NIS

De gemiddelde verblijfsduur van congressen en seminaries in België is gedaald van 2,4 nachten in 1992 naar 1,9 nachten in 2002. Waar in 1992 nog een differentiatie zichtbaar was tussen de gewesten, is dit niet meer zo sterk het geval in 2001. Opvallend is de lage verblijfsduur in de provincie Vlaams-Brabant, die dezelfde is voor de Groene Gordel. Bestedingen De budgetten die voorzien worden voor niet-residentiële activiteiten bedragen gemiddeld tussen de 50 en 75 euro per persoon per dag. De budgetten voor residentiële activiteiten worden geschat op gemiddeld tussen 150 euro en 200 euro per persoon per dag. In sommige studies wordt zelfs van 250 euro gewaagd. Hieromtrent is dringend onderzoek noodzakelijk voor Vlaanderen en Brussel zodat een juistere inschatting kan worden gemaakt van het economische belang van deze markt. Toerisme Vlaanderen is van plan om dergelijke studie te laten uitvoeren in 2004. Kwalitatieve trends in de MICE-markt Uit literatuurstudie15 16 17 kunnen volgende trends in de MICE–markt worden onderkend.

15 Meetings Media Company, Meeting Trends, A survey on the corporate and associate meeting industry in Belgium, Cartim, Destelbergen, 2002 16 ISEG, GAS Toerisme Opleiding en Steunpunt voor Toerisme, Zakentoerisme in de Antwerpse Kempen, 2003 17 NRIT, Kennis van zalen 3. Ontwikkelingen in de sector van externe bijeenkomsten, Breda, 2002

Page 133: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

133

Kortere bijeenkomsten De duur van een residentiële MICE-activiteit bedraagt gemiddeld 1 à 2 overnachtingen hoewel het aantal dagen van een internationale meeting in 2000 door ICCA op 4,5 dagen werd geraamd. Omwille van de gekende huidige economische situatie stijgt het aantal niet-residentiële MICE-activiteiten ten koste van de residentiële. Op de ‘corporate’ markt (markt van de bedrijven) worden gemiddeld 2,8 ‘meetings’ per maand georganiseerd. Opvallend is echter dat hoe minder meetings een bedrijf organiseert, hoe meer dit buitenshuis gebeurt. Slechts 35% van het aantal meetings wordt ‘ex muros’ georganiseerd. Het gaat hier hoofdzakelijk over seminaries en conferenties. Momenteel worden de budgetten voor externe meetings omwille van de economische situatie teruggeschroefd. Dit laatste geldt vooral voor de ‘corporate’ of bedrijfsmarkt. Bijeenkomsten dichterbij De bereikbaarheid van de ‘meeting’-locatie is cruciaal omdat de tijd die men wil investeren voor deelname aan een meeting eerder afneemt. Locaties dichtbij huis worden daarom meer verkozen voor residentiële meetings van kortere duur. Trend naar kleinschaligheid De markt van de grootschalige congressen is teruggelopen en er treedt een verschuiving op naar kleinere conferenties. Ook vergaderingen, seminaries en trainingen worden kleinschaliger. De gemiddelde groepsgrootte van seminaries is gedaald van 100 deelnemers naar 60 deelnemers18. Naar aanleiding van deze trend neemt de vraag naar middelgrote en kleine groeps-accommodaties toe. Zalen met een capaciteit van 500 deelnemers worden de norm. Dergelijke zalen moet men bovendien kunnen opsplitsen in kleinere eenheden. Grootschalige congressen zijn meer aangetrokken tot grootstedelijke omgevingen. Opkomst van de ‘meetcentives’ Meetings en incentives gaan meer en meer samen in één formule. Zo worden meetings vaak een mengvorm van congressen, colloquia, beurzen en incentives. Het is daarom steeds belangrijker voor een bestemming om naast infrastructuren voor vergaderingen tevens een creatieve dienstverlening te ontwikkelen betreffende incentives. Het promoten van originele arrangementen met accent op ‘beleven’ en ‘genieten’ die gekoppeld kunnen worden aan meetings is daarbij een efficiënt instrument. Het is daarom belangrijk dat alle logiesverstrekkers die in deze branche actief zijn een goede kennis hebben van de mogelijkheden die zich voordoen wat betreft intenties in hun bestemming zodat zij hun vergaderfaciliteiten beter aan de man kunnen brengen. Afname van het budget Mede door economische situatie stellen bedrijven zich kostenbewuster op. Men stelt dezelfde kwaliteitsnormen maar aan een lagere kostprijs. Door het huidige (over)aanbod aan congrescentra is er een neerwaartse druk op de prijzen. Bovendien zijn congres-organisatoren beter geïnformeerd en kunnen zij gemakkelijk de prijzen en infrastructuur vergelijken om er de beste aanbiedingen uit te kiezen.

18 NRIT, Kennis van Zalen, Breda, 2002

Page 134: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

134

Nood aan meer kwaliteit Congrescentra en vergaderfaciliteiten moeten voorzien zijn van alle technologische infrastructuur om competitief te kunnen zijn. Daarnaast is er ook nood aan professionalisme van de dienstverlening. Kwaliteit wordt meer en meer een kritische succesfactor, waarbij dienstverlening en bekwaamheid van de lokale betrokken actoren belangrijk zijn. Een permanente evaluatie van de bestemming als MICE-bestemming is belangrijk waarbij tevredenheidsonderzoeken met klachten en suggesties belangrijke informatie kunnen leveren voor nog meer ‘op maat’-werk. Seizoenskenmerken De belangrijkste maanden voor meetings zijn maart, oktober en november gevolgd door april, mei, juni en september. De zomermaanden zijn minder in trek. Dergelijke meetings vinden vooral plaats tijdens de week en in de schoolperiodes. Daardoor is deze markt in belangrijke mate complementair met het recreatieve toerisme dat vooral in weekends en in de schoolvakanties plaats vindt. Bepalende factoren voor ontwikkeling van MICE–toerisme in een bestemming Volgende factoren bepalen de keuze voor een bestemming of ‘venue’ van de meeting organisator: • kwalitatieve en flexibele ‘catering’-diensten die grote groepen aankunnen; • vergader- en seminariefaciliteiten: logies- en congresfaciliteiten voor 500 personen met

break-out rooms en één plenaire zaal; • bereikbaarheid (met wagen, trein of vliegtuig) en parkingmogelijkheden; • flexibiliteit en voorwaarden voor annulering; • algemene dienstverlening; • prijs/kwaliteit; • originaliteit en aantrekkelijkheid van de bestemming of van de locatie; • randactiviteiten; • veiligheid; • één contactpersoon voor de totale organisatie; • aanbevelingen van anderen die tevreden waren over de bestemming; • efficiënte marketinginstrumenten (zie verder marketingstrategie). Conclusies over de MICE-markt voor de Groene Gordel • De Groene Gordel heeft een belangrijk aandeel in de markt van residentiële congressen

en seminaries in België: het vertegenwoordigt 6,5% van de overnachtingen in België naar aanleiding van congressen en seminaries. Zoals uit de vraaganalyse kon worden afgeleid situeren deze zich hoofdzakelijk in de zone LH-ZWVR. De internationale hotelketens daar aanwezig voeren een actieve politiek om dit soort van toerisme aan te trekken en dit op basis van de nabijheid van de Luchthaven en de nabijheid van Brussel zonder verkeersproblemen.

• Het generieke product van de Groene Gordel - bossen en kastelen - biedt

mogelijkheden voor de groeiende behoefte aan kleinschalige en middelgrote seminaries in nabije bestemmingen. De Groene Gordel ligt zeker dicht bij de grote concentratie van internationale en nationale bedrijven die zich concentreren in en rond Brussel en die een belangrijke markt kunnen vormen voor meer rustige en unieke locaties buiten Brussel maar toch nabij.

Page 135: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

135

• Het generieke product van de Groene Gordel kan inspelen op de vraag naar meetcentives, een mengvorm van seminaries en incentives. De unieke locaties en de specifieke sportvoorzieningen kunnen hier op inspelen.

2.4 Concurrentieanalyse

De concurrentieanalyse vormt een belangrijk deel van de externe analyse. Dergelijke analyse moet erop gericht zijn de specifieke sterke en zwakke punten van de Groene Gordel als toeristische bestemming bloot te leggen, gekaderd in de context van een realistische vergelijking met bestaande en potentiële toeristische concurrenten die een gelijkaardig (in dit geval groen/landelijk dicht bij een belangrijke toeristische stad) toeristisch-recreatief product aanbieden. Finaal moet een concurrentieanalyse uitmonden in een scherper inzicht in de eigen specifieke toeristisch-recreatieve mogelijkheden en beperkingen en moet zij een bijdrage leveren tot de positionering van de Groene Gordel. Voor de Groene Gordel kunnen we onderscheid maken tussen twee aspecten: • de Groene Gordel als streek voor bovenlokale recreatie van de eigen bewoners; • de Groene Gordel als bestemming voor inkomend recreatief dag- en verblijfstoerisme of

voor MICE-activiteiten. Voor de Groene Gordel als regio voor bovenlokale recreatie van eigen bewoners dient geen concurrentieanalyse gemaakt te worden. Voor de bovenlokale recreatie is de factor nabij-heid belangrijk en treedt geen onmiddellijke concurrentie met andere regio’s op. De Groene Gordel als bestemming voor recreatief dag -en verblijfstoerisme heeft wel duidelijke concurrenten op de Vlaamse en Nederlandse markt (de twee belangrijkste recreatieve markten) en meer bepaald in het segment van het dagtoerisme en de korte recreatieve verblijven (1 tot 3 nachten). In principe zijn alle Vlaamse en een aantal Nederlandse regio’s concurrent op de vakantie-markt van de Vlamingen en de Nederlanders. Wij vinden het echter binnen het kader van dit Strategisch Beleidsplan vooral belangrijk om de Groene Gordel te situeren tegenover belangrijke toeristische regio’s die een groen karakter hebben en sterk aanleunen bij een toeristische bestemming namelijk: het Brugse Ommeland (groene regio rond het toeristisch centrum Brugge) en de Antwerpse Kempen (groene regio aansluitend op de Antwerpse agglomeratie). Uit deze vergelijking kunnen we elementen halen voor de positionering van de Groene Gordel.

2.4.1 Het Brugse Ommeland (BOL)

Het Brugse Ommeland als ‘buitengoed’-regio vertoont zekere gelijkenissen met de Groene Gordel. Typerend voor het Brugse Ommeland zijn immers de bossen en kastelen van het Houtland. Het Brugse Ommeland kent daarnaast ook een grote diversiteit aan subregio’s zoals het poldergebied, de Zwinstreek en het Tieltse Molenland. Anderzijds zijn er ook grote verschillen. De kunststad Brugge is een heel andere product dan de grootstad Brussel. Het Brugse Ommeland moet niet opboksen tegen de oprukkende verstedelijking en de daarmee gepaard gaande verfransing rond Brussel en is een meer autonome regio tegenover de stad Brugge.

Page 136: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

136

Sterkten • Attractief wandellandschap met diverse wandellussen, GR-paden, diverse wandelroutes

en potentieel aan kerk- en buurtwegels; • Ruim aanbod van aantrekkelijke landschappen, kasteel- en groendomeinen; • Aanwezigheid van interessante fietslandschappen met meerdere fietsassen en ruim

aanbod van provinciale fietsroutes; • Diverse mogelijkheden voor plezier- en passagiersvaart op aantrekkelijke en bevaarbare

kanalen; • Ruim aanbod aan kleinschalige musea en attractiepunten; • Waardevolle cultuurhistorische stadjes en dorpen; • Veel kleine familiale hotels; • Sterke aanwezigheid van diverse vormen van plattelandstoerisme; • Goed uitgebouwde gemeentelijke diensten voor toerisme; • Nabijheid van Brugge en de Kust; • Goede bereikbaarheid intern en extern; • Duidelijke organisatiestructuur tussen Westtoer en de gemeenten; • Reeds ontwikkelde promotiecampagne. Zwakten • Recreatieve overdruk Damse vaart en Provinciedomein Tillegembos maar deze zijn nog

niet te vergelijken met de grote druk in sommige domeinen in de Groene Gordel (Zoniënwoud);

• Merendeel van de kasteelparken is privaat eigendom en niet of slechts occasioneel toegankelijk;

• Onvoldoend besef van de uniciteit van natuurgebieden; • Fietsen: problemen met fysische barrières; • Fietsnetwerk: nog niet gerealiseerd; • Passagiersvaart: sterke organisatie zoals kanaaltochten Brabant ontbreekt; • Geen structurerende bezoekersattracties zoals in de Groene Gordel; • Verlies van historische functies en verwaarlozing van het cultuurhistorisch patrimonium; • Geen imagoversterkend evenement zoals de Gordel; • Fileproblemen in de zomermaanden. Conclusies voor de Groene Gordel in vergelijking met het BOL • De Groene Gordel heeft een vrij sterk product met de aanwezige bossen, parken en

kastelen en kan die troef wellicht een stuk beter uitspelen dan het BOL. • De Groene Gordel beschikt over sterkere dagtoeristische attractiepunten dan het BOL,

maar dient die nog beter te promoten. • De uitbouw van diverse fietsnetwerken met knooppunten dringt zich op voor de Groene

Gordel. In het BOL wordt binnenkort overgegaan tot de realisatie. • De Groene Gordel kan wellicht nog beter dan het BOL zijn diversiteit aan subregio’s

uitspelen. • De Groene Gordel beschikt met de Gordel, het Bruegelproject en Kanaaltochten Brabant

over sterke troeven die niet aanwezig zijn in het BOL.

Page 137: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

137

• De Groene Gordel kampt met het probleem Brussel en de daarmee gepaard gaande mobiliteits- en imagoproblemen en moet hierrond specifieke antwoorden gaan ontwikkelen.

• De Groene Gordel heeft nood aan een beter georganiseerd toeristisch onthaal, aan meer

gemeentelijke diensten voor toerisme en aan een performante organisatiestructuur met Toerisme Vlaams-Brabant als centrale punt, zaken die in het BOL reeds gerealiseerd zijn.

• De Groene Gordel moet in de landelijke deelgebieden werk maken van de uitbouw van

kleinschalige vormen van plattelandstoerisme. Het plattelandstoerisme is een stuk sterker aanwezig in het BOL.

• De Groene Gordel moet werk maken van een eigen promotiecampagne zoals voor het

BOL al enkele jaren het geval is.

2.4.2 De Antwerpse Kempen

Antwerpse Kempen: sterkten • Relatief gaaf en homogeen landschap bestaande uit bos, heide en duinen; • Belangrijke attractiepolen zoals Bobbejaanland, Zilvermeer …; • Lier als interessante stadje; • Zeer performant en succesvol fietsnetwerk met knooppuntensysteem; • Goed uitgeruste en bekende vakantieparken: bijv. Mol; • Sterke werking in groepsverband van de kampeerterreinen met gemeenschappelijke

promotie en kwaliteitsgarantie tot doel; • Zeer grote naambekendheid, ook in Nederland; • Sterke investeringen vanuit toeristische sector. Antwerpse Kempen: zwakten • Monotonie in het landschap en lintbebouwing; • Weinig gevoel van “dépaysement”; weinig couleur locale; • Gesloten karakter van de Kempense bevolking; • Ontoereikende ontsluiting van de natuur voor het publiek; • Weinig samenhang tussen de vakantieparken en de omliggende aantrekkings-

elementen; • Gebrek aan een goed logo; • VVV’s niet professioneel. Conclusies voor de Groene Gordel in vergelijking met de Antwerpse Kempen • De Groene Gordel moet zijn diversiteit meer als een troef uitspelen tegenover de

monotonie van de Kempen. • De Groene Gordel beschikt over minstens even sterke attractiepolen als de Kempen.

Bovendien sluiten de attractiepolen veel beter aan bij de eigenheid van de Groene Gordel.

• De Groene Gordel moet evolueren naar een fietsnetwerk met knooppunten zoals in de

Kempen.

Page 138: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

138

• De Groene Gordel moet een gecoördineerde werking opzetten rond campings met het oog op het dynamiseren van deze bedrijven en met het oog op het creëren van een groter aandeel toeristische plaatsen. Vakantieparken vormen te vaak eilanden en zijn dus niet echt aangewezen.

• De Groene Gordel moet sterker werken aan zijn naambekendheid door een sterk logo

en een performante promotiecampagne. De Groene Gordel heeft hier een grote achterstand t.o.v. de Kempen.

• De Groene Gordel heeft veel meer troeven op het vlak van streekproducten,

gastronomie en ‘couleur locale’ dan de Kempen en moet die dan ook veel sterker uitspelen.

• Het gesloten karakter van de bevolking in het Pajottenland kan een zekere hinderpaal

vormen. • De Groene Gordel trekt weinig toeristische investeringen aan.

Page 139: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

139

DEEL 2 DIAGNOSE

1 SWOT

1.1 Sterkten en zwakten

De uitvoerige situatieanalyse kan worden samengevat en gestructureerd in: • interne sterkten en zwakten van toerisme en recreatie in de Groene Gordel; • externe opportuniteiten en bedreigingen (beperkingen) voor de toeristische en

recreatieve ontwikkeling van de Groene Gordel. De sterkten-zwaktenanalyse volgt de diverse activiteiten zoals die hierboven werden beschreven, maar gaat ook in op het beleid.

STERKTEN

ZWAKTEN

Recreatief wandelen

Wandelen in recreatiedomeinen en (kasteel)parken

• Aanbod van mogelijkheden voor intensieve

openluchtrecreatie in bovenlokale, goed

uitgebouwde multifunctionele domeinen:

- Hofstade (plannen voor vernieuwing)

- Huizingen: provinciedomein

- ‘t Zoet Water: gemeentelijk domein

(plannen voor indoorspeeltuin en

indoorzwembad)

- Meer van Genval Overijse (privé met kano

en kajak en hengelen)

Diverse aantrekkelijke wandelparken o.a.

Tervuren en domein Gaasbeek-

Groenenberg.

Veel kasteelparken waarvan enkele

toegankelijk zijn voor wandelaars (bijv.

Kasteel De Burbure in Wezembeek-Oppem,

Park Jourdain in Kraainem);

• Diverse recreatiedomeinen zijn niet meer

aangepast aan moderne recreatieve noden:

aanpassing nodig (ook plannen);

• Beperkt aanbod van domeinen voor

intensieve recreatie vooral in Noordwesten

(wel recreatief zwembad in Londerzeel);

• Meer van Genval: privaat en onvoldoende

ontsloten;

• Overdruk op topmomenten (zeker voor

recreatiedomeinen in Huizingen, Hofstade en

park van Tervuren);

• Door vragen van toegangsprijs werd de

drempel om te wandelen in de Nationale

Plantentuin verhoogd met uitzondering van

bewoners van Meise (betaling door de

gemeente).

• Veel kasteelparken niet toegankelijk voor

wandelaars (noodzaak om afspraken te

maken met eigenaars)

Page 140: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

140

STERKTEN

ZWAKTEN

Wandelen in landelijk gebied (recreatief medegebruik)

• Landschap in zuidelijk gedeelte zeer attractief

voor wandelen;

• Gecoördineerde aanpak van Toerisme

Vlaams-Brabant over het gehele gebied met

kwalitatieve luswandelingen en uitgave van

wandelgidsen

• Specifieke aanpak voor de aantrekkelijke

Dender-vallei met een wandelnetwerk

• Aanzetten tot wandelnetwerken in de

Regionale Landschappen (Dijleland en ZZZ);

• Aanwezigheid GR-paden GR512 en GR 579

• Onderhoudssysteem van routestructuren ven

Toerisme Vlaams-Brabant uitgevoerd door

IGO Leuven en Haviland

• Vlak landschap in het noorden minder

aantrekkelijk voor wandelen

• Te weinig afstemming tussen een veelheid

van actoren die wandelingen uitstippelen als:

Vakantiegenoegens, Davidsfonds, VTB-VAB,

gemeenten, brouwerijen, VIP-voettochten in

Pajottenland enerzijds en TVLB

• Deze wandelroutes zijn divers in kwaliteit en

onderhoud is niet steeds verzekerd.

• In het oosten van de Groene Gordel creëert

de veelheid van bewegwijzering van de lokale

wandelroutes een visuele pollutie;

• In het westen (Pajottenland) is slechts

beperkte bewegwijzering aanwezig.

Recreatief wandelen in bossen en natuurgerichte recreatie

Sterke aanwezigheid van waardevolle,

meestal grote boseenheden: Zoniënwoud,

Heverleebos, Meerdaalwoud, Bertembos,

Eikenbos, Hallerbos en andere

Een groot aantal kleinere bossen:

Liedekerkebos, Lembeekbos, bossen rond

Huizingen in de Zennevallei, Lintbos,

Tangebeekbos en andere;

Typische rivier-en beekvalleitjes van de Dijle,

IJse, Laan, Voer, Molenbeek, e.a.;

Vlaams beleid voor uitbreiding van bossen in

deze regio en creëren van verbindingen

tussen bestaande boseenheden

Meer aandacht vanuit Natuurpunt vzw voor

recreatieve toegankelijkheid

Inspanningen natuurontwikkeling door RL

Dijleland (o.a. natuurleerpaden) en door RL

Zenne, Zuun en Zoniën;

Project Groene Corridor voor het ontwikkelen

en verbinden van groene structuren in

Noordwest Brabant

Stiltegebied Dender-Mark: bijzonder

landschap: stiltewandelroutes;

Dijlevallei ten zuiden van Leuven met onder

meer de Doode Bemde -140 ha (Huldenberg)

Waardevolle natuurgebieden beheerd o.a.

door Natuurpunt vzw, AMINAL Bos en Groen

Natuurgebieden niet altijd toegankelijk voor

wandelaars of voor fietsers

Beperkte onthaalinfrastructuur in de

natuurgebieden: bijv. geen voetwegen

(problemen wat betreft verharding van

wegen in natuurgebieden en

ontoegankelijkheid door drassigheid);

Beperkte natuurgerichte informatie;

Nog onvoldoende verbindingen tussen

diverse beekgebieden;

Beperkt aantal natuurgebieden in Noordwest

Brabant waar geen Regionaal Landschap

actief is maar wel het Groene Corridor-

project gestart is voor verbinding van

kleinere gebieden;

Beperkt overleg tussen toerisme en natuur

betreffende toegankelijkheid.

Page 141: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

141

STERKTEN

ZWAKTEN

Recreatief fietsen

• Interessant aanbod van interessante

landschappen en cultuurhistorische

bouwwerken

• Evenement de Gordel: permanente troef

• Fietspaden langs de diverse kanalen:

- Zeekanaal

- Brussel-Charleroi

- Leuven -Dijle

• 12 kwalitatieve provinciale fietscircuits met

fietskaart

• 2 langeafstandsfietsroutes:

- LF 5a Vlaanderen Fietsroute

- LF 2 - Steden-Vlaanderen Fietsroute

• Fietsnetwerk Dijleland met omkaderende

infrastructuur: fietsstallingen, startpunten,

fietsverhuur,

• vzw Bike-events

• Plannen van provincie voor uitwerken van

een grofmazig functioneel en recreatief

fietsnetwerk

• Onderhoudssysteem van Toerisme Vlaams-

Brabant met IGO Leuven en Haviland

• Verstedelijking in de rand rond Brussel

• Verkeersdrukte, onveiligheid door vele

kruisingen met steenwegen

• Beperkte bescherming en duiding van

historisch belangrijke gebouwen in landelijk

gebied (ook belangrijk voor wandelen)

• Aantal provinciale fietsroutes is relatief

beperkt

• Onvoldoende verbinding met netwerken in

directe omgeving (Rivierenland en Klein

Brabant, RAvel)

• Inefficiënte bewegwijzering van het

fietsnetwerk Dijleland

• Niet alle gemeenten van de 19 oostelijke

gemeenten aangesloten op het Dijleland

fietnetwerk

• Weinig omkaderende infrastructuur

Beleven van de regio van op het water: kanaaltochten

• Sterke troeven met de kanalen:

- Zeekanaal

- Brussel-Charleroi

- Leuven-Dijle

• Goed functionerend samenwerkingsverband

Kanaaltochten Brabant

• Product wordt ontwikkeld met een duidelijke

visie en legt link tussen noorden en zuiden

van de Groene Gordel en betrekt er ook

Brussel bij

• Plannen voor onthaalinfrastructuur in

Vilvoorde en Halle

• Combinatie mogelijk: varen, fietsen en

wandelen

• De Kanaaltochten halen eerder bezoekers weg

uit de Groene Gordel want de belangrijke

attracties liggen buiten de provincie (Strépy

en anderen)

• De Kanaaltochten brengen te weinig

bezoekers aan wal in de Groene Gordel:

onthaalinfrastructuur nog onvoldoende

uitgebouwd en de koppeling met bestaande

attracties in Vilvoorde en Halle nog

onvoldoende uitgewerkt

• Combinatie varen-fietsen onvoldoende bekend

Beleven van de regio van op het water: pleziervaart en kano/kajak

• Reeds investeringen in aanlegsteigers langs

Kanaal Leuven-Dijle en in jachthavens

Leuven en Kampenhout

• Kano en kajak op de Dijle en op Kanaal

Leuven-Dijle (o.a. avonturenparcours)

• Nog meer onthaalinfrastructuur nodig langs

kanaal Leuven-Dijle bijv. Blauw punt in

Haacht voor individuele pleziervaarders

• Conflicten kano/kajak en natuur

Page 142: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

142

STERKTEN

ZWAKTEN

Beleven van andere openluchtrecreatieve activiteiten

• Recreatief zwembad Londerzeel

• 2 openluchtzwembaden in Huizingen en

Hofstade

• Aantrekkelijk ruiterroutenetwerk in het

Pajottenland (RL ZZZ en Toerisme Vlaams-

Brabant)

• 7 mountainbikeroutes ontwikkeld door

BLOSO

• Voldoende mogelijkheden voor hengelen

(o.a. kanaal Leuven-Dijle, Dijle en op diverse

plassen en vijvers)

• Voldoende golfterreinen in de regio

• Renbaan van Sterrebeek

• Mogelijkheden voor recreatief vliegen

(Grimbergen)

• Veel ruiters aanwezig in bestaande bossen in

de Boven-Dijle (Tervuren, Huldenberg, Oud-

Heverlee, Bertem) maar worden slechts

beperkt gekanaliseerd via ruiterroutes

• Geen ruiterroutes in het Noordwesten hoewel

wel maneges aanwezig zijn

• Onvoldoend mountainbikeparcours volgens

de vraag (tegenkanting van Administratie Bos

& Groen in bosgebieden). Behoefte aan

kanaliseren

• Golfterreinen niet toegankelijk voor toeristen

• Problematiek van reconversie renbaan

Sterrebeek

Attracties beleven

• Groot en divers aantal topattracties van

Vlaams belang:

- Koninklijk Museum voor Midden Afrika

- Huis van de Toekomst

- Plantentuin in Meise

- Kasteel van Gaasbeek

• Huis van de Toekomst: sterk vernieuwings-

gericht

• Plannen voor vernieuwing in Koninklijk

Museum voor Midden Afrika

• Sterattracties in elk van de subentiteiten

waar satellieten kunnen aan verbonden

worden

• Sterke valorisatie op vlak van evenementen

vnl. Koninklijk Museum voor Midden Afrika en

Kasteel van Gaasbeek

• Museale inrichting voor verbetering vatbaar

(Gaasbeek en Tervuren)

• Bezoekersonthaal (Gaasbeek, Tervuren en

Meise) voor verbetering vatbaar

• Verbinding van sterattracties met omliggende

regio nog onvoldoende uitgewerkt

• Evenementiële kan nog versterkt worden

Page 143: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

143

STERKTEN

ZWAKTEN

Attracties en musea beleven

• 3 van deze attracties passen in de algemene

benadering van de Groene Gordel van regio

met grootse kastelen, bossen en parken

• Ook thematische werking mogelijk naast

regionale werking

• Plantentuin van Meise kan imago rond tuinen

in de Groene Gordel versterken:

- Kasteel Coloma: rozentuin en museum

- Arboretum Tervuren

- Nog te openen Arboretum Haacht

(Wespelaar)

• Grotere brouwerijen: Palm en Haacht enkel

voor groepsbezoeken

• Gevarieerd aanbod van kleinere

attractiepunten en musea

• Geen onderlinge netwerken tussen deze

diverse punten op regioniveau

• Museale inrichting van kleinere musea voor

verbetering vatbaar

• Beperkt professionalisme vooral wat betreft

marketing (te veel heemkundig georiënteerd)

• Thema bier kan verder worden uitgewerkt al

of niet in aansluiting met Leuven: ook voor

individuele bezoekers

Beleven van het cultuurhistorisch erfgoed

• Zeer uitgesproken aanwezigheid van kastelen

verspreid over de regio

• Urbanistische concepten uit Leopold II

periode in Tervuren

• Historische vierkantshoeven in het zuiden

• Kleinere cultuurhistorische elementen

kapelletjes, serristenvilla’s, watermolens,

oude pastorijen, e.a.

• Halle als klein cultuurhistorisch centrum met

Onze Lieve Vrouwbasiliek en Stadhuis

• Waardevolle cultuurhistorische dorpen:

• Sint-Agatha-Rode, Grimbergen, Vollezele,

Neerijse, Wakkerzeel, e.a.

• Typische stijl van kerken: Romaanse stijl en

Brabantse Gotiek

• Abdijen van Grimbergen en Kortenberg

• De meeste kastelen, andere monumenten en

waardevolle gebouwen (kerken) zijn niet of

beperkt toegankelijk voor het publiek

• Geen echte cultuurhistorische stadjes buiten

Halle

• Kleiner erfgoed niet goed ontsloten (bijv.

welke functie voor oude pastorijen, molens?)

Page 144: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

144

STERKTEN

ZWAKTEN

Evenementen beleven

• Belangrijkste imagoversterkend evenement:

de Gordel

• Evenementen verbonden aan grote

sterattracties (Tervuren, Gaasbeek)

• Dag van het Dijleland en Pajottenland: voor

regionale bevolking

• Diverse muzikale evenementen bijv. Gooik

• VZW De Rand: culturele activiteiten over de

ganse regio die ook toeristisch gevaloriseerd

kunnen worden

• Diverse lokale evenementen die toeristisch

kunnen gevaloriseerd worden: bijv.

druivenfeesten, Jan Primusfeesten, e.a.

• Weinig bekendheid van evenementen buiten

de regio met uitzondering van de Gordel

• Geen groot festival rond volksmuziek zoals in

Dranouter

• Coördinatie van evenementen Dijledag op de

dag zelf voor verbetering vatbaar

Tafelen/drinken en ‘couleur locale’

• Unieke locaties voor cafés en restaurants in

de streek (kastelen, brouwerijen,

watermolens)

• Bekende cafés zoals Nerocafé,

Herisemmolen, het Leieriken, Brouwershof in

Haacht, e.a.

• Cafeetjes langs Kanaal Leuven-Dijle

(ondermeer Café Maritime)

• 7 restaurants met Michelinster

• Vele artisanale biersoorten (o.a. kriek en

geuze)

• Bekende nationale biersoorten: Palm, Haacht

• Andere typische producten: witloof,

witloofjenever, asperges, druiven, platte kaas

• Druivenmenu’s in restaurants

• Druivenfeesten (20 000 bezoekers) • Producenten van streekproducten worden

ondersteund door Stichting Streekproducten

Vlaams-Brabant

• Streekproductenwinkel te Halle

• Aanwezigheid van volksmuziek rond Gooik

• Traditie rond volksmuziek (‘t Kliekske)

• Belangrijke figuren: - Bruegel: Pajottenland

- Hertog Jan I: Dijleland (bier Haacht)

- Herman Teirlinck

- Gerard Walschap

- Urbanus

- Leopold II

• Brabants trekpaard

• Nog onvoldoende toeristisch-recreatieve

valorisering van typische locaties

• Beperkte toeristische vermarkting van de

couleur locale elementen

• Beperkt aanbod van streekmenu’s in de

diverse subregio’s

Page 145: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

145

STERKTEN

ZWAKTEN

Overnachten in de Groene Gordel

• Bestaande hotels bijna uitsluitend gericht op

zakentoerisme en nog onvoldoende overtuigd

van belang van recreatief toerisme om

bezettingsgraad te verhogen in het weekend

• Slechts 8 arrangementen in Vlaanderen

Vakantieland

• Potenties voor ontwikkelen van kwalitatief

plattelandslogies o.a. in vierkanthoeven

(aantrekkelijk en voldoende groot)

• Nabijheid van Brussel

• Nabijheid van Brussel met uitgebreid

logiesaanbod

• Overal: tekort aan toeristische logiesvormen

• Groot aanbod van campings maar slechts

beperkt aantal toeristische standplaatsen

• Sommige campings hebben problemen met

permanente bewoning

• Beperkt aantal kleinschalige logiesvormen bv.

gastenkamers en vakantiewoningen met

karakter en authenticiteit (o.a.

vierkanthoeven) maar diverse nieuwe

initiatieven in opbouw

Seminaries en incentives

• Ruim aantal unieke locaties voor kleine

seminaries en vergaderingen

• Grote concentratie van ketenhotels in

Strombeek-Bever, Machelen en Zaventem die

zeer actief zijn op de MICE-markt

• Twee nieuwe projecten in het

luchthavengebied: congresinfrastructuur (aan

de ring)

• Huis van de toekomst werkt op MICE (via

sponsors) vooral vergaderingen en

gerichtheid op life style en design • Interessante mogelijkheden voor incentives

• Attracties en specifieke plaatsen o.a. in

kastelen worden onvoldoende ingezet voor

seminaries en incentives

• Beperkt logies voor residentiële seminaries in

aantrekkelijke omgevingen

• Aanbod onvoldoende gebundeld naar

vermarkting toe (nochtans is markt van

bedrijven nabij)

Onthaal in de Groene Gordel

• Onthaaldiensten in Pajottenland zijn goed

gelokaliseerd in Halle, Galmaarden, Gaasbeek

en Sint-Pieters-Leeuw

• Sommige DvT zijn zeer dynamisch en

produceren ook eigen brochures

• Halle en Tervuren: regionale infokantoren

• Grimbergen: potentie om een regionale

functie op te nemen

• Diverse gemeenten zien de meerwaarde in

van intergemeentelijke samenwerking

• Gidsenbond Midden-Brabant: bovenlokale

samenwerking: bijscholing

• Gidsenwerking en –vorming door de VVV

Pajottenland en Zennevallei en door de VVV

Dijleland

• Slechts 9 erkende infokantoren in de totale

Groene Gordel

• Veel gemeentelijke diensten of andere

organisaties verzorgen onthaal maar niet

erkend

• Problemen wat betreft personeel en

openingsuren in vele gemeenten: geen

prioriteit bij gemeenten: combiambtenaren

en in VVV Pajottenland en Zennevallei veel

beroep op vrijwilligers

• Beperkte samenwerking met privé sector

voor verdelen van informatie

• Klantvriendelijkheid voor verbetering vatbaar

• Beperkt aantal streekgidsen buiten

Pajottenland en Zennevallei

• Het globaal product van de Groene Gordel is

te weinig bekend bij lokaal onthaalpersoneel

Onvoldoende vorming voor onthaalpersoneel

Page 146: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

146

STERKTEN

ZWAKTEN

Groene Gordel en omgeving

• Leuven vormt interessante combinatie

• Link met Vlaamse Ardennen voor

Pajottenland

• Link voor Noordwest Brabant met Klein

Brabant en Rivierenland in Provincie

Antwerpen

• Link met Waals-Brabant voor Dijleland en

met Henegouwen voor Pajottenland en

Zennevallei

• Ligging rond sterke pool van Brussel: meer

aandacht voor Brussel dan voor de regio

errond

• Onvoldoende samenwerking met Brussel

• Geen aantrekkelijke verbinding voor fietsers

met fietsroutenetwerken in omgeving en met

het centrum van Brussel

De Groene Gordel en mobiliteit

Externe toegankelijkheid

• Goede bereikbaarheid via de ring gedurende

het weekend Interne toegankelijkheid

• Opportuniteiten door uitbouw van het

Regionet Brabant-Brussel

Externe toegankelijkheid • Fileprobleem op ring rond Brussel maakt

regio niet zo toegankelijk op werkdagen:

probleem voor autocars in weekdagen

• Ook niet zo toegankelijk met het openbaar

vervoer

Interne toegankelijkheid

• Zeer moeilijk gezien alle verkeer (ook

openbaar vervoer) afgestemd is op Brussel

• Verbinding tussen de zuidelijke delen Halle-

Tervuren is onmogelijk voor iemand die de

regio niet kent

Toeristisch beleid en organisatie • Het concept ‘Groene Gordel’ is op zich al een

sterkte en heeft al een zekere

acceptatiegraad bereikt

• Sterke aanwezigheid van de Vlaamse

overheid in een hele reeks projecten:

- Bruegelproject

- Beheer kasteeldomeinen

- VZW De Rand rond cultuur

- VLM: Brabants Plateau • Twee RL die sterke Vlaamse steun krijgen en

duidelijke visie hebben

• Aanzet tot overleg via het project Sustainable

Open Spaces (Interreg IIIb) • In diverse gemeenten staat men positief

t.o.v. intergemeentelijke samenwerking • Inspanningen van Toerisme Vlaams-Brabant

om de regio uit te bouwen: 2

regiocoördinatoren

• Toerisme wordt in vele gemeenten als niet

prioritair beschouwd

• Wel projectmatig, maar geen structureel

overleg tussen de diverse overheidsdiensten

en niveaus

• Geen structureel overleg onder de

gemeenten met uitzondering VVV Dijleland

• Er wordt nog te veel lokaal gedacht

• Beperkt overleg met de privé sector

• Substructuren zijn niet overal uitgebouwd en

hebben ander takenpakket: duidelijkheid is

nodig

• VVV Dijleland

- Interreg II-project fietsnetwerk is tevens

te veel gebaseerd op arrondissements-

grenzen en niet vanuit perceptie van

toerist

- slechts 9 van de 19 oostelijke gemeenten

zijn effectief lid

Page 147: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

147

STERKTEN

ZWAKTEN

Beleid rond productontwikkeling

• Grote primaire trekkers zijn reeds aanwezig

• Veel projecten worden opgezet vanuit diverse

sectoren, binnen en buiten de provincie:

Bruegelproject, Breedbeeld, PDPO

(Witloofmuseum), musea

• Toerisme Vlaams-Brabant heeft vooralsnog

adviesrecht in KB ’67

• Sterke traditie op het vlak van recreatieve

productontwikkeling, vooral wandelen en

recreatiedomeinen

• Zekere dynamiek aanwezig in sommige

gemeenten

• VZW Kanaaltochten Brabant: partner met

visie

• Mogelijkheden voor subsidies van TVL in KB

’67 onderbenut

• TVB beschikt niet over impulsfonds voor

projecten en heeft dus geen vinger in de pap

bij projecten van het Vlaamse niveau

• Weinig prospectie naar potentiële projecten

• Nieuwe impulsen nodig voor bepaalde

attracties (bijv. Gooik)

• Geen beleid van ondersteunen van de

kleinschalige logiessector

Marketingbeleid

• Sterke communicatie van Toerisme

Vlaams)Brabant: de Groene Gordel als een

derde entiteit van Vlaams-Brabant in al haar

communicatie-instrumenten

• Plan voor de uitgave van een streekgids in

2004

• De Gordel is een belangrijk imagoversterkend

evenement dat toeristisch ten volle moet

worden aangewend om de rest van de regio

bekend te maken

• Sommige gemeenten geven een

werfbrochure of brochure daguitstappen uit

• Ontbreken van een synergie betreffende een

duidelijke marketingstrategie: welke

producten, voor welke markten

• Geen aparte campagne en logo voor Groene

Gordel hoewel dit absoluut noodzakelijk is om

deze nieuwe regio in de markt te zetten

• Communicatie door vele initiatiefnemers in

gespreide slagorde, de één al verdienstelijker

dan de andere

• Grote diversiteit in gemeentelijke brochures

en weinig referentie naar Groene Gordel

Page 148: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

148

1.2 Opportuniteiten en bedreigingen

Opportuniteiten

Bedreigingen

Opportuniteiten en bedreigingen vanuit andere sectoren

Cultuur • VZW de Rand: buffer tegen de verfransing

via initiatieven om het Nederlands te

promoten

• Bruegelproject: culturele luik

• Museumdecreet; positieve evolutie binnen

nieuw erfgoeddecreet voor kleinere musea;

ondersteuning door museumconsulent

• Breedbeeld

• Geen toeristisch luik bij VZW De Rand

Eurocraten kennen zelden Nederlands en

worden amper bereikt door de initiatieven

van de Rand

• Onvoldoende middelen; aparte communicatie

• De lat ligt te hoog voor kleinere musea

binnen het museumdecreet

• Onvoldoende samenwerking met toerisme

Natuur en landschap • Bruegelproject: ecologisch luik

• Regionale landschappen: positieve ingrepen

op het vlak van natuur- en

landschapsontwikkeling en recreatie

• Landinrichtingsproject Brabants Plateau:

mogelijkheden tot concrete

inrichtingsprojecten

• Grotere bereidheid tot openstellen van

natuurgebieden

• Gebrek aan middelen om de hoge ambities te

realiseren

• Restrictieve houding t.o.v. kano en kajak op

de Boven-Dijle

Ruimtelijke ordening • Diverse mogelijkheden voor

hoogdynamische infrastructuur in

knooppunten

• Aanduiding van Gaasbeek en Coloma als

ondersteunende punten binnen het

Pajottenland

• Mogelijkheden voor ontwikkeling water-

gebonden recreatie

• Mogelijkheden voor toeristisch-recreatieve

ontwikkelingen in Asse

• Garanties op het behoud van het open

karakter van de rand rond Brussel

• Restrictieve houding op het vlak van

plattelandstoerisme

• Restrictieve houding m.b.t. ontwikkelingen in

de Boven-Dijle

Mobiliteit • Regionet Brabant-Brussel: verbetering van

het openbaar vervoer

• Openbaar vervoer in plattelandsgebieden

Landbouw • Verbreding van de landbouw staat hoog op

de Europese agenda

• Groeiende interesse voor hoevetoerisme

• Toenemend aanbod hoeveproducten

• Schaalvergroting

• Inname van buurtwegels

• Landschapsvervuiling: bedrijfsgebouwen,

vreemde teelten: maïs

• Geringe belangstelling voor natuurbehoud en

kleine landschapselementen

Europese programma’s • Diverse mogelijkheden voor projecten via

Interreg IIIa en IIIb, PDPO en Leader +

• Interreg IIIa: enkel voor gemeenten uit het

arrondissement Leuven

Page 149: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

149

Opportuniteiten

Bedreigingen

Algemene trends in de markt

• Toenemend belang van omgevingsrecreatie

• Toenemend belang van plattelandstoerisme

• Toenemend belang van cultuurtoerisme;

meer aandacht voor authenticiteit en

cultuurhistoriek

• Meer nadruk op “beleven”

• Kritisch en goed geïnformeerde

consumenten

• Vergrijzing van de bevolking (yeepies)

• Duidelijke boodschappen noodzakelijk in

communicatie

• Belang van merkvorming

• Belang van betrouwbare informatiebronnen

• Nieuwe technologieën

• De Groene Gordel is nog onvoldoende

ontwikkeld op vlak van omgevingsrecreatie

• Aanbod voor plattelandstoerisme is beperkt

en andere Vlaamse regio’s hebben hier een

voorsprong

• Andere regio’s bieden ook concurrentie op

vlak van bouwkundig erfgoed in de

openruimtegebieden en in de dorpen

• Authenticiteit maar beperkt aanwezig

• Mogelijkheden voor ontwikkelen van

belevingsaspect zijn aanwezig maar niet

voldoende uitgewerkt

• Communicatie op dit ogenblik teveel in

verspreide slagorde

• Groene Gordel: geen bekendheid als merk

• Nog geen aparte website ontwikkeld

Trends in de belangrijkste markten

Belgische markt

• Belang van korte vakanties dichtbij op de

Belgische markt

• Nieuwe bestemming voor vele Vlamingen

• Stagnerende markt voor dagtoerisme

• Concurrentie van andere Vlaamse regio’s met

nieuwe producten

Nederlandse markt

• Steeds stijgende markt voor korte vakanties

naar België

• Nieuwe bestemming voor Nederlanders te

combineren met een bezoek aan Brussel

• Veel concurrerende Vlaamse en Nederlandse

bestemmingen

MICE-markt

• Stijgende interesse van bedrijven voor

kortere seminaries dichtbij

• Stijgende interesse voor combinatie van

meetings met incentives

• Grote concentratie van internationale en

nationale bedrijven dicht bij de Groene

Gordel

• Sterke concurrentie van Brussel als dé

bestemming voor congressen

• Sterkere concurrentie van de Kust en van

andere Vlaamse regio’s die reeds op deze

markt werken.

Page 150: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

150

Opportuniteiten

Bedreigingen

Concurrentieanalyse

• Diversiteit met de onderscheiden subregio’s

van de Groene Gordel moet als troef gezien

worden

• De Groene Gordel beschikt over sterke

producten: bossen, parken en kastelen met

sterke dagtoeristische attractiepunten en

sterke partners met eigen projecten:

Bruegelproject, Kanaaltochten

• De Groene Gordel beschikt over sterkere

troeven op het vlak van streekproducten en

‘couleur locale’ dan de Kempen

• Andere regio’s zoals de Kempen, maar ook

de Westhoek en de Vlaamse Ardennen

hebben sterke naambekendheid

• Zwakke toeristische promotie t.o.v. andere

regio’s en geen imago

• Geen uitgebouwd fietsknooppuntensysteem

zoals in de Kempen en Limburg

• Toeristisch onthaal: zwakker georganiseerd

dan in andere regio’s

• Plattelandstoerisme is in een aantal regio’s

veel sterker uitgebouwd (Kempen, BOL )

• Probleem Brussel is vrij specifiek t.o.v.

andere groene regio’s in Vlaanderen

• Sterke werking op het vlak van

kampeerterreinen in de Kempen

• Couleur locale is er ook in andere regio’s:

bijv. BOL maar iets minder in de Antwerpse

Kempen

• Eerder teruggetrokken houding van de

bevolking in het Pajottenland kan een nadeel

zijn zoals in de Kempen

• In andere regio’s wordt er meer geïnvesteerd

in toerisme en recreatie: in de Groene Gordel

gebeurt dit eerder sporadisch en meestal

enkel in functie van Europese programma’s;

geen eigen financieringsmechanismen vanuit

Toerisme Vlaams-Brabant

Page 151: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

151

2 PROBLEEMFORMULERING

Een SWOT-analyse levert een reeks van sterke en zwakke punten en opportuniteiten en bedreigingen op. Een strategie dwingt echter tot het maken van keuzes. Daarom is het van belang om uit deze veelheid een aantal sleutelfactoren te bepalen waarrond de strategie zal worden opgebouwd. In deze probleemformulering pogen we om de belangrijkste knelpunten aan te geven voor de verdere toeristische en recreatieve ontwikkeling van de Groene Gordel waarvoor verdere acties moeten worden voorgesteld in de strategie. Naar onzes inziens dienen de volgende 10 thema’s het fundament te vormen waarop de strategie verder moet bouwen. Probleem 1

De Groene Gordel heeft in de eerste plaats een probleem van bekendheid en van imago.

De Groene Gordel is als toeristisch-recreatieve regio onvoldoende bekend bij de eigen bevolking, bij de Brusselse bevolking en bij de Vlamingen in het algemeen. De sterke dagtoeristische attractiepunten en de identiteit van bossen, parken en kastelen wordt onvoldoende uitgespeeld in de promotie. De bestaande promotie-initiatieven zijn fel versnipperd en dus niet erg effectief. De centrale rol voor de promotie van dit gebied wordt nog niet voldoende toevertrouwd aan Toerisme Vlaams-Brabant. Probleem 2

De Groene Gordel is nog onvoldoende gestructureerd in zinvolle deelgebieden. De diversiteit van deze subregio’s wordt nog niet gezien als een troef. Daardoor leeft er in de onderdelen van de Groene Gordel angst voor het verlies van de eigen identiteit. Probleem 3

Er is nog onvoldoende structuur en samenhang binnen de veelheid aan attractiepunten in het deelgebied zowel op het niveau van de Groene Gordel in zijn geheel, als op het niveau van de deelgebieden.

Page 152: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

152

Probleem 4

De huidige recreatieve infrastructuur en voorzieningen zijn onvoldoende om te voorzien in de grote noden op het vlak van omgevingsrecreatie. De twee enige domeinen voor intensieve recreatie hebben met overdruk te maken. De mogelijke alternatieven zijn nog onvoldoende recreatief ontsloten. De routegebonden recreatie kan ook nog verder uitgebouwd worden. Probleem 5

De logiesinfrastructuur, die weliswaar in ruime mate aanwezig is, is onvol-doende afgestemd op de noden van de Groene Gordel.

Het leeuwenaandeel van de beddencapaciteit in de hotels situeert zich rond de Nationale Luchthaven van Zaventem en heeft meestal een andere finaliteit. De campings zijn te eenzijdig gericht op het exploiteren van vaste standplaatsen. Het plattelandstoerisme maar ook de B & B’s, vakantiewoningen en charme hotels zijn slechts in heel beperkte mate ontwikkeld. Probleem 6

Het bewerken van de MICE-markt blijft te sterk beperkt tot de gemeenten die aanleunen bij Brussel en de Nationale luchthaven.

De mogelijkheden voor MICE die zich voordoen buiten de invloedssfeer zijn onvoldoende ontwikkeld en bekend. Probleem 7

Het toeristisch onthaal zowel op het vlak van de gemeentelijke diensten als op het vlak van de VVV’s is onvoldoende gestructureerd, onvoldoende professioneel en ook niet gebiedsdekkend.

Er stellen zich duidelijk problemen wat betreft onthaal en personeelskosten. Er zijn nog geen streekinfopunten op niveau van de Groene Gordel. Het onthaalpersoneel dient zich verder te ontwikkelen op het vlak van klantvriendelijkheid en productkennis van de gehele Groene Gordel.

Page 153: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

153

In bepaalde subregio’s zijn ook nog blinde vlekken aanwezig wat betreft onthaal: Noordwest Brabant en in het Noorden van het Dijleland. Probleem 8

De aanwezigheid van Brussel zorgt voor diverse problemen: enerzijds op het vlak van mobiliteit, anderzijds is er de oprukkende verstedelijking met de sluipende verfransing als gevolg.

Het probleem van de zes faciliteitengemeenten vergt een specifieke aanpak. In tegen-stelling tot andere sectoren zoals ecologie en cultuur (Bruegelproject, VZW De Rand) werd binnen de toeristische sector nog geen specifiek antwoord geformuleerd op het probleem Brussel. Probleem 9

De investeringen op vlak van toerisme en recreatie zijn relatief beperkt.

Op het vlak van investeringen staat Toerisme Vlaams-Brabant met lege handen: het heeft dringend nood aan een eigen fonds om toeristische initiatieven zowel op het niveau van de attracties als van het logies te kunnen cofinanciering samen met middelen van Vlaanderen en van Europa. Bij de gemeenten zien we ongelijke inspanningen op het vlak van toeristische investeringen: voor meerdere gemeenten is dit geen prioriteit. Probleem 10

Er zijn onvoldoende performante overlegstructuren aanwezig op het niveau van de Groene Gordel.

Het toeristisch-recreatief concept Groene Gordel, dat op dit ogenblik vooral ontwikkeld en gedragen wordt door Toerisme Vlaams-Brabant, is nog niet ondersteund door performante overlegstructuren met de gemeenten en de toeristische (ook private) actoren. Er is ook onvoldoende overleg met andere sectoren en initiatieven op de diverse niveaus.

Page 154: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

154

Page 155: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

155

STAP 3 WAT WILLEN WE BEREIKEN IN DE VOLGENDE 5 JAAR?

Om de visie te realiseren zoals deze geformuleerd werd in stap 1 moet deze vertaald worden in strategische doelstellingen en streefdoelen. Hierbij moet worden rekening gehouden met de sterkten en zwakten van de actuele situatie en met de mogelijkheden en bedreigingen voor de toekomst, zoals deze werden geïdentificeerd in de diagnose in Stap 2. De strategische doelstellingen vormen een belangrijk onderdeel van een strategisch planningsproces omdat zij als referentie dienen voor de toekomst en een uitdrukking zijn van de ambitie van de toeristisch-recreatieve regio Groene Gordel. Het omzetten van strategische doelstellingen in meetbare of verifieerbare streefdoelen is belangrijk om op geregelde tijdstippen te kunnen evalueren of het gevoerde beleid effectief de doelstellingen realiseert (tussentijds of op het einde van de planperiode). De streefdoelen worden gesteld voor 2007. Binnen het opzetten van een performant informatiesysteem is het gewenst om deze indicatoren op te volgen. De hier volgende doelstellingen gaan verder dan de toeristische sector gezien het basiskapitaal van het toerisme te maken heeft met landschap en cultuur of in het geval van de Groene Gordel ook met mobiliteit. Het is dus duidelijk dat, om deze doelstellingen te realiseren, er ook middelen uit andere sectoren zullen moeten ingezet worden. Toerisme kan wel aanbevelingen geven naar andere sectoren toe. STRATEGISCHE DOELSTELLING 1

De Groene Gordel moet via een eigen promotiecampagne haar naambekend-heid als autonoom toeristisch product verhogen om zo meer Vlamingen en Nederlanders aan te zetten om deze regio te bezoeken.

Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Uitvoeren van twee promotiecampagnes per jaar in Vlaanderen en Nederland met

bijdragen vanuit gemeenten, Provincie en Vlaamse Regering; • Creatie van eigen logo en huisstijl (voor publicaties maar ook voor onthaalkantoren)

voor Groene Gordel en lanceren van logo en huisstijl ook naar niet toeristische actoren toe.

• Intensieve campagne voor naambekendheid van de Groene Gordel. Impactindicatoren • Stijging van het aantal bezoekers uit Vlaanderen (+ 10% dagtoeristen en + 20%

verblijfstoeristen in 2007 tegenover 2003) en Nederland (+ 10 % verblijfstoeristen in 2007 tegenover 2003);

Page 156: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

156

• Verhoging van de naambekendheid (via onderzoek of specifieke response op de campagnes).

STRATEGISCHE DOELSTELLING 2

De Groene Gordel moet op een duidelijke wijze een globaal concept uitwerken met respect voor de eigenheid van de drie subregio’s. De Groene Gordel moet de eigenheid van de diverse subregio’s respecteren en zelfs als een troef uitspelen op de Vlaamse en de Nederlandse markt. Het is daarom belangrijk dat het merk ‘Groene Gordel’ op een participatieve manier ontwikkeld wordt zodat het gedragen wordt door de diverse subregio’s en alle actoren. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Invoering van een duidelijke en door iedereen geaccepteerde onderverdeling in drie

subregio’s met een eigen identiteit en een marktgerichte benaming. Impactindicatoren • Verdwijnen van gevoelens van angst en bedreiging bij de subregio’s; • Grotere valorisatie van de subregio’s door opname in het groter geheel; • Bezoekers hebben de structuur van de Groene Gordel leren kennen en begrijpen; • Bezoekers aan de Groene Gordel komen vaak terug om een ander aspect of subregio te

ontdekken (onderzoek naar herhaalbezoek). STRATEGISCHE DOELSTELLING 3 Er moet inhoud gegeven worden aan het toeristisch product door onderlinge samenhang te creëren binnen de subregio’s en ook tussen de subregio’s op Groene Gordel niveau. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Uitbouw van drie sterke dagrecreatieve attractiepunten die beeldbepalend zijn voor het

geheel van de Groene Gordel; • Ontwikkelen van minimum één ontdekkingscircuit (met de auto) in elke subregio met

daaraan gekoppeld een netwerk van attractiepunten en groene wegen die beeld-bepalend zijn voor de subregio en die op een autonome wijze dagtoeristen kunnen aantrekken;

• Ondersteunen van een netwerk van kleinere attractiepunten die ondersteunend zijn voor het imago van de subregio.

Page 157: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

157

Impactindicatoren • Stijging van het aantal dagtoeristen uit Vlaanderen met 10 % in 2007 tegenover 2003

(op basis van de bezoekersgegevens op te vragen binnen het kader van het Vlaams Steunpunt Toerisme voor attracties met meer dan 5 000 bezoekers);

• Verhoging van de belevingswaarde bij minstens 10 attractiepunten; • Verhoogde toeristische ontsluiting van het cultuurtoeristische patrimonium; STRATEGISCHE DOELSTELLING 4 De Groene Gordel moet zijn openluchtrecreatief aanbod verder ontwikkelen met het oog op de sterke noden aan omgevingsrecreatie en als ondersteunend element voor het aantrekken van verblijfstoerisme. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Onderzoek naar de mogelijkheden voor de creatie van één bijkomend domein voor

intensieve recreatie in Noordwest Brabant • Kwaliteitsverbetering en spreiding van de bezoekers over de tijd in de twee

recreatiedomeinen die af te rekenen hebben met recreatieve overdruk; • Creëren van onthaalinfrastructuur en geleiding in minstens 10 andere kasteeldomeinen,

bossen, parken en natuurgebieden; • Stapsgewijze creatie van een fietsnetwerk met knooppuntensysteem over de gehele

Groene Gordel met integratie op langere termijn van het huidige fietsnetwerk Dijleland (met uitzondering van de drie gemeenten die tot het De Groene Gordel behoren);

• Creatie van 5 bijkomende lusvormige fietsroutes; • Creatie van 3 wandelnetwerken; • Creatie van 3 bijkomende ruiterroutes of ruiterroutenetwerken nabij de bestaande

maneges; • Creatie van beperkt aantal (2 tot 3) mountainbikeroutes om beter de bestaande vraag

te kunnen kanaliseren. Impactindicatoren • Duidelijk zicht op de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een nieuw

recreatiedomein in Noordwest Brabant; • Verlaagde recreatieve druk op de twee andere domeinen op piekmomenten; • Verhoging van de belevingswaarde en de kwaliteit bij 10 kasteeldomeinen, bossen,

parken en natuurgebieden; • Stijgende verkoop van de diverse routes en netwerkbrochures; • Grotere tevredenheid bij gebruikers van de diverse vormen van recreatief medegebruik

(routes en netwerken) en een verhoogde belevingswaarde van het landschap bij de recreanten (via onderzoek).

Page 158: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

158

STRATEGISCHE DOELSTELLING 5 Creatie van een aangepaste en kwaliteitsvolle logiesinfrastructuur met het oog op het ontwikkelen van een autonoom verblijfstoerisme in de Groene Gordel. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Uitbouw van een netwerk van minstens 10 familiaal uitgebate en kleinschalige

karakterhotels met een rustige ligging die het imago van de Groene Gordel versterken (met inbegrip van hoevehotels, pastorijen);

• Verdubbeling van het aantal toeristische standplaatsen op campings en verbetering van de kwaliteit;

• 10 nieuwe aanbieders van gastenkamers; • 10 nieuwe aanbieders van vakantiewoningen. Impactindicatoren • Stijging van de overnachtingen in het recreatief verblijfstoerisme in de subregio ‘rest

van de Groene Gordel’ met 20 % in 2007 tegenover 2003 (of 127 000 in 2007 tegenover 106 000 overnachtingen in 2002).

STRATEGISCHE DOELSTELLING 6 Ontwikkelen en promoten van een specifiek MICE-product voor de Groene Gordel met nadruk op de eigen kwaliteiten van de Groene Gordel. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Ontwikkelen van een specifiek MICE-product bij minstens 10 hotels in de subregio voor

meetings en seminaries met een rustige ligging en dienstverlening op maat; • Toegankelijk maken van minstens 10 specifieke locaties die verband houden met de

eigenheid van de Groene Gordel zoals kastelen, stoeterijen of brouwerijen; • Ontwikkelen van een goed gestructureerde MICE-brochure voor Vlaams-Brabant

waarbinnen de Groene Gordel goed wordt gepositioneerd. Impactindicatoren • Stijging van het aantal MICE-overnachtingen in de subregio ‘Rest van de Groene Gordel’

met 10 %;

Page 159: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

159

STRATEGISCHE DOELSTELLING 7 De Groene Gordel moet een performante onthaalstructuur ontwikkelen met creatie van 3 streekinfopunten en een gevoelige verbetering van de kwaliteit van het onthaal. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Creatie van 3 streekinfopunten bij de belangrijkste attractiepolen; • Erkenning van 8 regionale infokantoren; • Uitbouw van kleinere infopunten bij de horeca en bij de diverse attractiepunten; • Ontwikkelen van displays voor de streekgidsjes bestemd voor de logiesverstrekkers. Impactindicatoren • Stijging met 25 % van het aantal bezoekers aan erkende infokantoren (systematisch

bijhouden van het aantal bezoekers); • Jaarlijks minstens 300 000 bezoekers die kennis maken met de Groene Gordel in de

streekinfopunten bij de drie belangrijkste attractiepolen; • Verhoogde tevredenheid bij de bezoekers aan de onthaalinfrastructuren (enquête bij

bezoekers infokantoren). STRATEGISCHE DOELSTELLING 8 De externe en interne mobiliteit moeten worden verbeterd. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Specifieke communicatieacties om de bereikbaarheid van de Groene Gordel beter te

duiden bij de potentiële toerist; • Afstemmen van het openbaar vervoer op attractiepunten; • Inzetten van kleinschalige vormen van openbaar vervoer in de meer landelijke gebieden

van de Groene Gordel;

Impactindicatoren • Beter begrip van het mobiliteitsprobleem bij de potentiële toerist; • Betere bereikbaarheid van attractiepunten en landelijke gebieden met het openbaar

vervoer;

Page 160: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

160

STRATEGISCHE DOELSTELLING 9 Er moet een sterkere financiële Vlaamse betrokkenheid bij de Groene Gordel worden gemobiliseerd en tevens moet nabijheid van Brussel als troef worden uitgespeeld.

Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Creatie van een Groene Gordelactieplan (GGAP) vanuit de Vlaamse Regering als

toeristisch luik van het Bruegelproject; • Creatie van specifieke producten vanuit de Groene Gordel maar met een Brussel-

onderdeel of betrokkenheid (via de Kanaaltochten, de figuur van Bruegel, fietstochten, musea, gastronomie, e.a.).

Impactindicatoren • Sterker financieel engagement vanuit het Vlaamse niveau voor de Groene Gordel; • Aantal toeristische producten met betrokkenheid van Brussel. STRATEGISCHE DOELSTELLING 10 Toerisme Vlaams-Brabant dient te beschikken over eigen mogelijkheden om te investeren in de toeristische ontwikkeling. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Creatie van een investeringsfonds voor cofinanciering van toeristisch-recreatieve

projecten op het vlak van attractiepunten, logiesverstrekkende bedrijven en recreatieve routestructuren

• Jaarlijkse financiële injectie vanuit het provinciale niveau met als streefdoel € 500 000 voor gans de provincie.

• Aanwerven bij Toerisme Vlaams-Brabant van één bijkomend personeelslid voor het begeleiden van investeringsprojecten (vooral financieel maar ook inhoudelijk) over gans de provincie Vlaams-Brabant.

Impactindicatoren • Stijging van het aanbod en de kwaliteit van de logiesverstrekkende bedrijven; • Via de stimuli van de provincie worden ook andere subsidies en investeringen vanuit de

privé-sector aangetrokken.

Page 161: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

161

STRATEGISCHE DOELSTELLING 11 Er moeten performante overlegstructuren komen op het niveau van de Groene Gordel en op het niveau van de subregio’s met tevens een structureel overleg tussen de sectoren Bos en Groen en Cultuur. Streefdoelen voor 2007 Inputindicatoren • Opzetten van één overlegplatform voor de globaliteit van de Groene Gordel waarin ook

de sectoren groen en natuur en cultuur vertegenwoordigd zijn; • Opzetten van drie subregionale overlegstructuren. Impactindicatoren • Een performante organisatiestructuur; • Grotere betrokkenheid van de gemeenten en de toeristische actoren bij het toeristisch

beleid voor de Groene Gordel.

Page 162: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

162

Page 163: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

163

STAP 4 HOE BEREIKEN WE DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN

De marktstrategie is een scharnierpunt in een strategisch beleidsplanningsproces waarbij de belangrijkste strategische richtingen worden gekozen wat betreft prioritaire product-marktcombinaties en positionering van de toeristische bestemming. Deze marktstrategie zal verder de actiegerichte strategieën per beleidsveld richten. De marktstrategie omvat twee belangrijke onderdelen: • de selectie van de prioritaire productmarktcombinaties; • de positionering van de bestemming de Groene Gordel tegenover de concurrenten.

DEEL 1 GEWENSTE PRODUCTMARKTCOMBINATIES

Het opmaken van een marktstrategie vereist een onderbouwde keuze van toeristische producten en van geografische markten. We bekijken eerst de prioriteiten die we willen leggen naar toeristische producten toe in een eerste punt, om daarna de selecties te maken van de productmarktcombinaties.

1 SELECTIE VAN PRODUCTTYPES

Uit de situatieanalyse blijkt duidelijk dat het toeristisch-recreatief product van de Groene Gordel, vooral wat betreft verblijfstoerisme, uiteenvalt in twee duidelijk te onderscheiden producten: • het ‘generieke product van de Groene Gordel’, waar het eerder gaat om een autonoom

product (groen, landelijk, cultuurhistorisch) dat kan ondergebracht worden onder het macroproduct Vlaamse regio’s;

• het product van het type Luchthavenzone en Brusselse Rand dat heel sterk verbonden is met het luchthavengebeuren en/of met de toeristische bestemming Brussel.

Dit zijn echter niet echt geografisch te onderscheiden karakteristieken gezien gemeenten die in de analyse werden opgenomen onder de Brusselse Rand zoals Grimbergen of Dilbeek wel degelijk elementen van het generieke product van de Groene Gordel aanbieden. In principe hebben we het bij de communicatie zoveel mogelijk over dit generieke product van bossen, kastelen en natuur. Volgende producten kunnen worden aangeboden door de Groene Gordel: Omgevingsrecreatie

De nood is hier zeer groot vanwege de nabijheid van het Hoofdstedelijke Gewest Brussel. Hier is het vooral van belang om de druk te spreiden over de Groene Gordel en overconcentratie te vermijden.

Page 164: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

164

Dagtrips voor individuelen Het is de bedoeling om deze individuele dagtoeristen naar de sterattracties te brengen, hen daar te informeren over andere toeristische mogelijkheden in de Groene Gordel en op die manier herhaalbezoek te induceren eventueel met verblijf. Het is belangrijk om het bezoek aan attracties en evenementen op een omzichtige en gerichte manier te promoten zodat de druk geleid wordt naar locaties die dit aankunnen en goed bereikbaar zijn. Dagtrips voor groepen Dagtrips voor groepen is een markt die heel gericht kan bewerkt worden wat betreft thema’s en locaties. Het is evenwel een stagnerende markt. De Groene Gordel heeft zeker mogelijkheden om deze markt naar de minder bekende attracties aan te trekken. Korte vakanties voor individuelen Om op deze markt actief te kunnen inspelen moet het generieke product van de Groene Gordel dringend sterker ontwikkeld worden (B&B, charme hotels, hoevetoerisme, toeristisch kamperen). Een verblijf in de Groene Gordel kan eventueel gecombineerd worden met een bijkomend bezoek aan Brussel. Meetings, incentives, congressen en beurzen in de Luchthavenzone en Brusselse Rand Deze markt wordt nu reeds actief bewerkt, met resultaat, door de grotere ketenhotels in deze subregio die de nabijheid van de luchthaven en de goede bereikbaarheid door de ligging langs de ring uitspelen. Meetings, incentives, seminaries (residentieel en niet residentieel) in het generieke product van de Groene Gordel Dit product moet verder ontwikkeld worden in de bestaande hotels maar ook in de vele mogelijke locaties die als ‘special venues’ kunnen worden ontwikkeld. Korte vakanties voor individuelen die Brussel willen bezoeken maar logeren in de luchthavenzone en Brusselse rand; Korte vakanties voor groepen die Brussel willen bezoeken maar logeren in de Luchthavenzone en Brusselse Rand omwille van lagere tarieven dan in centrum van Brussel. Deze laatste twee verblijfsformules hebben weinig te maken met de Groene Gordel als zodanig met uitzondering van het logies. Voor dit product kan getracht worden om, bijkomend aan het bezoek in Brussel, een andere uitstap in de Groene Gordel aan te prijzen en interesse te wekken voor het generieke product van de Groene Gordel.

Page 165: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

165

2 PRIORITAIRE PRODUCTMARKTCOMBINATIES

Bij de productmarktcombinaties (PMC’s) wordt een prioriteit toegekend aan de producten in combinatie met de markten en dit op basis van: • het algemeen maatschappelijk belang van de doelgroep (omgevingsrecreatie als

garantie voor een kwalitatieve woonomgeving en voor een aantrekkelijk klimaat voor het aantrekken van investeringen);

• het actuele volume van de markt; • het groeipotentieel van de markt; • de gemiddelde bestedingen die de markt creëert in de regio. De productmarktcombinaties rangschikken we in vier prioriteiten.

• Prioriteit 1 slaat op succesvolle productmarktcombinaties van zeer groot belang die in

de diepte moeten bewerkt worden. • Prioriteit 2 slaat op productmarktcombinaties met groeipotentieel die gericht moeten

bewerkt worden. • Prioriteit 3 slaat op productmarktcombinaties met beperkte potenties die enkel bewerkt

worden als opportuniteiten zich voordoen. • Prioriteit 4 slaat op productmarktcombinaties die meestal door de private logiesuitbaters

zelf worden vermarkt en waar het niet zo nodig is om promotie voor te voeren met overheidsmiddelen.

Uit de visie, de situatieanalyse en de strategische doelstellingen kunnen we volgende prioriteiten voor PMC’s (productmarktcombinaties) vastleggen.

PMC’s met prioriteit 1 • Omgevingsrecreatie en individueel dagtoerisme voor bewoners van de Groene Gordel

en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het is belangrijk om de omgevingsrecreatie en het bezoek aan attracties op een omzichtige en gerichte manier te promoten voor de bewoners van de Groene Gordel en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest met het oog op een betere spreiding over de diverse mogelijkheden en met het oog op een sterkere deelname aan routegebonden vormen van recreatie

• Dagtoerisme van individuelen uit de rest van Vlaanderen

Het is prioritair om dagtoerisme voor individuelen aan te trekken vanuit Vlaanderen en om hiervoor een geschikt product te ontwikkelen waarbij het bezoek aan de top-attracties maximaal dient te worden uitgespeeld.

Page 166: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

166

PMC’s met prioriteit 2 • Korte vakanties voor individuelen uit Vlaanderen

De Groene Gordel dient het korte verblijfstoerisme te promoten in de rest van Vlaanderen en dient hiervoor de nodige logiesproducten te ontwikkelen (familiale hotels in het groen, plattelandstoerisme, toeristische standplaatsen op campings).

• Dagtrips voor groepen op de markt van de groepsuitstappen in Brussel en de rest van

Vlaanderen

Dagtoerisme voor groepen moet worden gepromoot op diverse markten in Vlaanderen en in de Groene Gordel zelf met het oog op het bezoeken van de attracties en thematische bezoeken.

PMC’s met prioriteit 3 • Korte vakanties voor individuelen uit Nederland

Naast de Vlamingen kunnen Nederlanders aangetrokken voor een korte vakantie in de Groene Gordel waarbij zij een bezoek aan Brussel kunnen combineren en toch mogelijkheden hebben om de fietsen en de streek te ontdekken.

• De meetings en incentives in unieke locaties in de Groene Gordel bij bedrijven in het

Hoofdstedelijk Gewest Brussel en de Groene Gordel en in de rest van Vlaanderen; • Dagtoerisme in groep vanuit Randstad Holland en Zuid-Nederland.

Het is mogelijk om dagtoerisme voor groepen te promoten in Zuid-Nederland met het oog op thematische bezoeken en bezoeken naar de topattracties van de Groene Gordel.

PMC’s met prioriteit 4 • Korte vakanties voor Britse groepen die Brussel willen bezoeken; • Korte vakanties voor individuelen vanuit diverse buurlanden die Brussel willen

bezoeken; • De meetings, incentives, congressen en beurzen in de subregio Luchthaven en

zuidwestelijke Vlaamse Rand op een internationale markt via de PCO’s (Professional Congress Organisers) en DMC’s (Destination Management Companies) in Brussel en in Antwerpen die op deze markt werken maar ook door rechtstreekse contacten met internationale bedrijven in Brussel of in de rand van Brussel.

Page 167: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

167

Schema Prioritaire productmarktcombinaties voor de Groene Gordel

Product/markt Groene Gordel Hoofdstedelijk Gewest

Brussel Rest van Vlaanderen

Nederland (Randstad Z-N)

Britse en Franse markt

Openluchtrecreatie + bezoek attracties in de ganse Groene Gordel

1 DOEL: spreiding voor openluchtrecreatie en kennismaking van attracties in eigen regio

1 RUIM PUBLIEK ook inter-nationale gemeenschap DOEL: spreiding voor openluchtrecreatie en kennis- making met attracties

Individueel dagtoerisme in de ganse Groene Gordel

1 Doel: naar topattracties aantrekken en aanzetten tot herhaalbezoek

Dagtoerisme in groep in de ganse Groene Gordel

2 Groepen aantrekken voor thematische bezoeken

2 Groepen aantrekken voor thematische bezoeken

3 Groepen aantrekken voor thematische bezoeken

Korte vakanties voor het generieke product Groene Gordel

2 Individuelen (koppels + gezinnen)

3 Individuelen

Korte vakanties in luchthavenzone en Brussels rand voor bezoek aan Brussel

4 Te bewerken via touroperators voor Britse markt en individueel voor Franse markt

Residentiële en niet residentiële seminaries en incentives in het generieke product Groene Gordel

3 Bedrijven

3 Bedrijven

3 Bedrijven

MICE in de subregio Luchthaven en zuidwestelijke Vlaamse Rand

4 - Internationale markten te bewerken via PCO’s en DMC’s in Brussel - Internationale bedrijven in Brussel en rand van Brussel

4 Internationale markten te bewerken via PCO’s en DMC’s in Antwerpen

Page 168: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

168

DEEL 2 POSITIONERING

Een positionering is: • een managementbeslissing; • van hoe men wil gezien worden door de consument; • in het licht van de concurrentie; • rond dimensies die relevant zijn voor de consument vanuit zijn behoeftes aangaande

het product (in casu korte-vakantiebehoeftes). Het gaat dus eerder over wat het product doet voor de consument dan over technische karakteristieken van het product als dusdanig. Het is belangrijk dat de diverse actoren hiermee rekening houden.

Die positionering mondt finaal uit in een logo, een slogan en aangepaste visuals die deze positionering weergeven. Het ontwerpen van logo, slogan en visuals vormt later de specifieke opdracht van een communicatiebureau. In deze fase willen we de basisideeën aanleveren waarop de positionering moet gebaseerd worden. Belangrijke elementen waarop de positionering moet gebaseerd zijn: • de globale identiteit van bossen, parken en kastelen en de aantrekkelijke landelijke

ruimte zo dicht bij de hoofdstad (idee van ‘de tuinen van Brussel’); • drie diverse subregio’s met hun specifieke kwaliteiten:

- Pajottenland-Zennevallei: authentiek, landelijk; - Dijleland: bossen en riviervalleien in de Boven-Dijle; open ruimte met

fietsmogelijkheden in de Beneden-Dijle; - Noordwest Brabant: typische Brabantse kouterlandschappen.

Daarnaast zijn ook volgende beschouwing mee te nemen: • het feit dat veel elementen ‘latent bekend’ zijn maar toch niet echt aanzetten tot

bezoek; • het feit dat de Groene Gordel geen ‘top of mind’ is voor een daguitstap of verblijf; • het feit dat de regio zich toch erg goed leent voor dagtoerisme en op dit punt al over

sterke dagtoeristische attractiepolen beschikt: hier kan ingespeeld worden op de behoefte van de consument om te ontdekken of om er eens een dagje op uit te trekken.

• Het feit dat de term’ groene gordel’ ook aangewend wordt in andere contexten (bijv.

Brugse Ommeland, e.a.). Daarom is het belangrijk dat deze Vlaams-Brabantse regio dé Groene Gordel bij uitstek wordt waar iedereen aan denkt als men het heeft over de Groene Gordel.

Bij het uitwerken van de positionering kunnen we de bestaande sterke attractiepolen goed uitspelen bij de potentiële bezoekers: • Nationale Plantentuin van Meise: één van de 20 belangrijkste botanische tuinen in de

wereld; • Kasteel van Gaasbeek: het ‘Chambord’ van de Zennevallei;

Page 169: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

169

• Koninklijk Museum voor Midden Afrika: het meeste volledige en boeiendste museum over Afrika.

Het is dus niet langer nodig om steeds verder te trekken en het elders te gaan zoeken. Men kan topattracties ontdekken heel dicht bij. Binnen het bestek van dit strategisch beleidsplan kan het niet de bedoeling zijn om hier al een logo en baseline voor te bedenken. Dit moet overgelaten worden aan een communicatiebureau dat op basis van voorliggende briefing voorstellen moet doen. Het is belangrijk dat betreffende deze voorstellen uitgebreid overleg gepleegd wordt met de diverse actoren in de Groene Gordel gezien dit logo en deze slogan ook een duidelijke symboolwaarde hebben naar interne marketing toe en het draagvlak daarvoor best optimaal is. Daarnaast is het tevens gewenst om binnen dit concept van de Groene Gordel ook de drie subregio’s met hun eigen identiteit naar voren te laten komen. Belangrijk hierbij is dat een betere marketingtechnische benaming wordt gevonden voor de subregio Noordwest Brabant. Tijdens het overleg werden volgende voorstellen gemaakt: • Neer-Brabant of Neder-Brabant; • Kouterland; • de Brabantse Kouters. Ook deze opdracht moet worden uitgevoerd door een communicatiebureau in overleg met de actoren uit de subregio.

Page 170: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

170

Page 171: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

171

STAP 5 WELKE ACTIES MOETEN WE VOEREN?

DEEL 1 ACTIES VOOR PRODUCTONTWIKKELING

Binnen de acties voor productontwikkeling zijn volgende krachtlijnen van belang: • het ontwikkelen van subregionale netwerken van attractiepunten; • het uitbouwen van imagoversterkende evenementen; • het investeren in de nodige recreatieve voorzieningen; • aandacht voor streekproducten en ‘couleur locale’ als identiteitsversterkende

elementen; • het ontwikkelen van gepaste logiesaccommodatie; • uitbreiden van vergader- en seminariefaciliteiten gecombineerd met incentive-

mogelijkheden; • uitwerken van een professioneel en goed gestructureerd onthaal; • oprichten van een provinciaal investeringsfonds voor ondersteunen van projecten.

Krachtlijn 1

Ontwikkelen van subregionale netwerken van attractiepunten

Principe van drie niveau’s van attractiepunten

Bij de strategie rond de attractiepunten stellen we voor om de attractiepunten te structuren op drie niveau’s: • Groene Gordel hefboomprojecten • Subregionale hefboomprojecten • Kleinschalige attractiepunten. Groene Gordel hefboomprojecten Dergelijke hefboomprojecten moeten beantwoorden aan volgende voorwaarden: • het moet om topattracties gaan die structurerend zijn voor de Groene Gordel in zijn

geheel; • minimaal 50 000 (betalende) bezoekers per jaar met de ambitie om tot 100 000 of

meer uit te groeien (individueel en in groep); • de attracties houden sterk verband met de eigenheid en het imago van de Groene

Gordel; • ze hebben een sterke autonome aantrekkingskracht met daaraan gekoppeld een

spreidingsfunctie naar de rest van de Groene Gordel en naar de subregio waarin ze zich bevinden;

• ze kunnen fungeren als een centraal punt voor netwerkvorming: belangrijk hier is de integratie van een streekinfopunt voor de Groene Gordel (zie verder).

Page 172: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

172

Subregionale hefboomprojecten Dergelijke hefboomprojecten moeten beantwoorden aan volgende voorwaarden: • ze moeten structurerend zijn op het niveau van een subregio. Ze vormen

constituerende basiselementen voor het ontwikkelen van ontdekkingscircuits in de subregio’s;

• ze hebben een bezoekersaantal dat zich situeert tussen 10 000 en 50 000, bij voorkeur betalende bezoekers (individueel en in groep);

• ze ondersteunen mee het imago van de subregio, maar zorgen ook voor een zekere diversificatie binnen de subregio;

• ze hebben een zekere autonome aantrekkingskracht; • ze kunnen fungeren in een netwerk met de GG-hefboomprojecten via ontdekkings-

circuits, promotie, combitickets, e.a. Kleinschalige attractiepunten Deze attractiepunten • hebben minder dan 10 000 (betalende) bezoekers; • ondersteunen ook sterk de streekidentiteit; • zijn belangrijk voor de sfeer en ambiance van een streek: de ‘couleur locale’; • zijn vaak privé-initiatieven: themacafé, volksspelen, oude brouwerij, kleine musea,

erfgoedelementen, e.a.

Selectie van de Groene Gordel hefboomprojecten

We streven in principe naar minstens één GG-hefboomproject per subregio. Op basis van de analyse (stap 2) en de hierbovenvermelde criteria zijn de prioritaire GG-hefboomprojecten: • het Kasteel van Gaasbeek voor Pajottenland-Zennevallei; • het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren voor het Dijleland; • de Nationale Plantentuin van Meise voor Noordwest Brabant.

Het Huis van de Toekomst wordt niet geselecteerd als prioritair GG-hefboomproject omwille van de minder gunstige ligging binnen de Brusselse Ring en in een bebouwde omgeving en omwille van het thema dat minder goed aansluit bij de eigenheid van de Groene Gordel. De ontwikkeling en verdere uitbouw van de hierboven vermelde attracties moeten prioriteit krijgen. Het is evenwel mogelijk dat Toerisme Vlaams-Brabant meerdere GG-hefboomprojecten wil realiseren. Dit is uiteraard mogelijk als aan de vooropgestelde criteria wordt voldaan en de betrokken gemeenten en actoren duidelijk de wil hebben om te investeren. Het is immers steeds een meerwaarde wanneer een regio vanuit twee punten kan worden verkend.

Page 173: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

173

Hiervoor komen in aanmerking: • Halle als cultuurhistorisch stadje voor Pajottenland en Zennevallei • Grimbergen als cluster van diverse erfgoedelementen voor Noordwest Brabant • het Witloofmuseum in Kampenhout voor het Dijleland. Wat betreft de drie prioriteitsattracties zijn volgende aanbevelingen te maken. • Kasteel van Gaasbeek

Indien men het kasteel van Gaasbeek effectief wil laten uitgroeien tot het vlaggenschip van het Bruegelproject dan moet er een modern bezoekersmanagement worden toegepast met volgende accenten: - investeringen in de onthaalinfrastructuur; - ontwikkelen van moderne informatiedragers (bijv. audioguides) voor het bezoek aan

het museum; - naast een conservator ook een zakelijke leider-communicatiemanager; - een combinatieticket voor het kasteel en de museumtuin met hieraan gekoppeld het

openstellen van de museumtuin voor individuele bezoekers (bijv. op vaste uren); - ruimere en transparante openingstijden; - het ontwikkelen van een effectieve promotiecampagne. Dit laatste veronderstelt ook het creëren van een aparte beheersstructuur waarin naast het Vlaamse Gewest en Gemeenschap (Administratie AMINAL Bos en Groen en de Administratie Cultuur) ook de gemeente Lennik en de provincie moeten participeren.

• Het Koninklijk Museum voor Midden Afrika

Voor dit Museum is al een ambitieus vernieuwingsprogramma uitgewerkt dat tegen 2010 zal resulteren in een volledig vernieuwd museum met aandacht voor: - De vernieuwing van de permanente tentoonstelling; - het versterken van interactieve voorstellingen en van de belevingswaarde; - het creëren van nieuwe en grotere ruimtes voor tijdelijke tentoonstellingen; - het realiseren van een nieuwe bezoekersingang met onthaalfaciliteiten - de promotie van het museum ondermeer door het verder organiseren van tijdelijke

tentoonstellingen. Ook voor de vernieuwing van dit Museum is een nauwe samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant en de gemeente Tervuren aangewezen.

• De Nationale Plantentuin van Meise

In de Plantentuin zijn reeds vernieuwingen aangebracht en bestaan er plannen om de verdere toegankelijkheid te verbeteren. Volgende verbeteringen zijn hier aan te bevelen: - de uitbouw van het bezoekersonthaal dat nu vanuit een container gebeurt; - een duidelijker bewegwijzering voor de bezoeker binnen het domein; - het verder uitbouwen van de nog niet gerestaureerde delen van het Plantenpaleis

waar nog geen interpretatieve borden aangebracht werden zodat de belevings-waarde er nog beperkt is;

- de uitbouw van een bijkomende cafetaria gezien de bestaande cafetaria te ver ligt van de ingang en van de belangrijkste attractie;

- uitbreiden van het personeelsbestand zeker op het vlak van bezoekerspolitiek, marketing en educatie;

Page 174: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

174

- verhoging van het marketingbudget; Gezien het belang van de Plantentuin is ook hier een nauwere samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant aangewezen en dient de overdracht van het federale niveau naar het Vlaamse Gewest te worden bespoedigd, zodat ook de investeringen in versneld tempo kunnen gebeuren.

Streekinfopunten in de GG-hefboomprojecten

Voor het informeren van de toerist-recreant over de mogelijkheden binnen de diverse subregio’s en over de subregio’s heen opteren we voor streekinfopunten die gekoppeld worden aan de drie belangrijkste attracties met volgend concept: • Een streekinfopunt moet interpretatie en informatie geven over de ganse regio van de

Groene Gordel (landschappelijke opbouw, historiek, couleur locale, e.a.) en niet enkel over een deel of een deelaspect ervan. Deze interpretatieve functie kan heel sterk technologisch uitgewerkt worden (met infozuilen of interactieve elementen). Het kan ook gaan om een eenvoudiger aanpak (panelen, maquette). Het blijft nochtans steeds belangrijk dat de Groene Gordel wordt voorgesteld op een aanschouwelijke manier zodanig dat een zeker inzicht verkregen wordt in deze regio en het aanzet om er ook andere activiteiten te doen of om er opnieuw naar toe te komen.

• Een streekinfopunt moet tevens een informatieve functie hebben op het Groene Gordelniveau. Er moet dus een regionaal infokantoor volgens de huidige normen van Toerisme Vlaanderen worden ontwikkeld.

• De streekinfopunten moeten uitgebouwd worden op plaatsen waar al belangrijke toeristenstromen komen of waar mag verwacht worden dat die er zullen komen.

Dergelijk streekinfopunt kan het best gecombineerd worden met de andere onthaal-faciliteiten van de drie GG-hefboomprojecten zelf. Om deze streekinfopunten in te richten dienen middelen te worden samengebracht uit diverse bronnen: Toerisme Vlaams-Brabant, Toerisme Vlaanderen, de attracties zelf en indien mogelijk Europese middelen.

Ontdekkingscircuits

In iedere subregio kan minstens één ontdekkingscircuit voor individuele bezoekers worden uitgestippeld die de diverse attracties met elkaar verbindt. Omwille van de vele mobiliteits-problemen is een bewegwijzerde autoroute niet aangewezen. Dit kan ondervangen worden door het opnemen van niet-bewegwijzerde tochten in de streekpocket, of op de toeristische kaart van Vlaams-Brabant. Er kan gedacht worden aan één of twee tochten per subregio die de diverse kleinere attractie-elementen verbinden met de drie GG-hefboomprojecten. We verwijzen in dit verband naar diverse succesvolle circuits in Frankrijk: • Route touristique in de Champagnestreek; • Circuit des Cathares in het Departement van de Aude; • Route des Villes Fortifiées.

Page 175: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

175

Toepassing in de subregio’s van de Groene Gordel

Pajottenland-Zennevallei

GG-hefboomproject: het Kasteel van Gaasbeek Subregionale hefboomprojecten: • Halle als cultuurhistorisch stadje – ZW Brabants Museum; • Rozentuin Coloma Sint-Pieters-Leeuw; • Kasteel van Beersel; • Herisemmolen in Alsemberg; • Felix De Boeck Museum in Drogenbos; • de CAM in Gooik (volksinstrumenten, volksspelen, kriek en geuze).

Kleinere attractiepunten: • Museum Trekpaard in Vollezele; • Zepposmolen; • Herman Teirlinckhuis in Beersel; • Diverse typische cafeetjes en cultuurhistorische elementen:

- Drie-fonteinen Beersel; - kerkje van Sint-Anna Pede; - Baljuwhuis Galmaarden.

Dijleland

GG-hefboomproject: het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren Subregionale hefboomprojecten: • Druivenmuseum in Overijse; • Luchthaven van Zaventem; • Witloofmuseum in Kampenhout; • Arboretum in Wespelaar; • Zoetwaterpark in Oud-Heverlee. Kleinschalige attractiepunten: • Bosmuseum in Hoeilaart; • Museum Schaakbord in Tervuren; • Pastorijen in Bertem (cultuur) en Sint-Agatha-Rode (landschap en knooppunt in

fietsnetwerk; • Diverse typische cafeetjes, dorpjes en cultuurhistorische elementen: Brouwershof in

Haacht, Café Maritime in Tildonk, Nero-café in Hoeilaart, Wakkerzeel, Fietscentrum in Kortenberg, e.a.

Noordwest Brabant

GG-hefboomproject: de Nationale Plantentuin in Meise

Subregionale hefboomprojecten: • MOT Grimbergen + Basiliek + dorpscentrum; • Huis van de Toekomst Vilvoorde; • het centrum van Vilvoorde • Sportimonium Hofstade; • de brouwerij Palm in Steenhuffel;

Page 176: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

176

Kleinschalige attractiepunten: • MIRA in Grimbergen; • Leireken in Steenhuffel; • Asse als klein toeristisch centrum; • cultuurhistorische elementen:

- Stoeterij Diepensteyn (met recent beschermd landschap) - Rubenskasteel in Zemst, e.a.

Het spreekt voor zich dat de hierbovengemaakte keuze van de subregionale hefboom-projecten en de kleinschalige attractiepunten hier indicatief is. Bovendien dient een dergelijke indeling flexibel te worden gehanteerd zodat dynamisch kan worden ingespeeld op nieuwe evoluties en opportuniteiten.

Aanbrengen van meer kwaliteit bij alle attracties

Het is uiteraard van belang om op alle niveaus de kwaliteit te verzekeren. Het zou ons te ver leiden om aanbevelingen te formuleren voor ieder attractiepunt. Dit dient het voorwerp uit te maken van een apart beleidsplan voor ieder attractiepunt. Dit is echter de verantwoordelijkheid van de gemeenten waarbij de regiocoördinatoren of de specifieke toeristisch productbegeleider van de provincie assistentie kunnen bieden. Globaal kunnen we wel het volgende stellen: • het bezoekersonthaal met de nodige faciliteiten is prioritair; • op alle niveaus kan er streekinfo voorzien worden:

- GG-hefboomprojecten: streekinfopunten; - subregionale hefboomprojecten: kleine display met streekfolders; - kleinschalige attractiepunten: aanwezigheid van streekinfo.

• de museale inrichting, de audiovisuele presentatie kan op alle plaatsen verbeterd worden;

• specifieke aandacht dient te gaan naar de fysieke en mentale toegankelijkheid voor personen met een handicap;

• kindvriendelijkheid is een ander belangrijk aandachtspunt.

Overige aandachtspunten wat betreft het ontwikkelen van de subregionale netwerken

Het meer toegankelijk maken van attracties voor individuelen

In de Groene Gordel worden we geconfronteerd met een aantal sterke attractiepunten die enkel voor groepen toegankelijk zijn. Het vormt een belangrijk aandachtspunt om deze typische groepsbestemmingen toegankelijk te maken voor individuelen. We denken hierbij meer specifiek aan: • de Museumtuin bij het Kasteel van Gaasbeek; • de Brouwerij Palm: eventueel in combinatie met het fietscafé Leireken en/of de Stoeterij

Diepensteyn; • de Nationale Luchthaven van Zaventem: creatie van een thematisch bezoekerscentrum

voor individuelen.

Page 177: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

177

Het ontwikkelen van thema’s

Enkele thema’s die imagoversterkend zijn voor de eigen subregio dienen verder uitgewerkt te worden: • Thema Kastelen: er dient gedacht aan de ontsluiting van bijkomende kastelen:

Rubenskasteel in Zemst, Kasteel van Eizeringen, e.a.; • Thema volksmuziek: de CAM in Gooik kan verder uitgebouwd worden als een levend

muziekcentrum met een interactief museum rond volksmuziek in Vlaanderen; • Thema Bruegel: Bruegel blijft de grote afwezige in het Bruegelproject en in de

Bruegelvallei (het idee van schilderijen van Bruegel in het landschap kan hier een antwoord op bieden);

• Het Bierthema dat overal aanwezig is: misschien is hier een bierroute aangewezen met start in Haacht en einde in Beersel.

Aandacht voor kleinschalig bouwkundig erfgoed en voor het openbare domein

Het is tevens noodzakelijk om specifieke formules te ontwikkelen voor het behoud en de valorisatie van het kleinschalig bouwkundig erfgoed. Eventueel kunnen hierin culturele, toeristische of cultuurtoeristische projecten gerealiseerd worden. Er kan ook gestreefd worden naar een meerwaarde voor de leefbaarheid van de plaatselijke gemeenschap. Ten slotte moet er toenemende aandacht gaan naar de inrichting van het openbare domein in de twee stadjes Halle en Vilvoorde die hierdoor ook hun aantrekkelijkheid als kleine centra voor recreatief winkelen kunnen verhogen. In de kleinere toeristische centra Asse en Tervuren werd al heel wat inspanning hieromtrent geleverd.

Krachtlijn 2

Ontwikkelen van imagoversterkende evenementen Evenementen vormen een belangrijke aanleiding om een regio te bezoeken zowel voor dagtoeristen als voor verblijfstoeristen. Het is dan ook aangewezen om zoveel mogelijk imagoversterkende evenementen te ondersteunen en de organisatie van meerdaagse evenementen te stimuleren.

De Gordel

Het evenement ‘de Gordel’ is erg belangrijk voor het imago van de volledige Groene Gordel. Niettemin wordt het evenement teveel op zich gepromoot en wordt de relatie met de ruimere regio onvoldoende gelegd. Er wordt ook onvoldoende toeristische invulling gegeven aan dit evenement.

Page 178: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

178

Evenementen gekoppeld aan de topattracties

Naast de Gordel dienen de evenementen, gekoppeld aan de topattracties, verder te worden ontwikkeld. Het evenementenbeleid van deze attracties dient verder uitgebreid en gepromoot. Ook hier is de link tussen de toekomstige regiocampagne en deze publieks-activiteiten van groot belang zoals bijvoorbeeld de tijdelijke tentoonstellingen in het Koninklijk Museum voor Midden Afrika in Tervuren, tuindagen in Meise, historische evocaties in Gaasbeek.

Selectie van evenementen met toeristisch potentieel

Ten slotte kan een beperkte selectie van lokale evenementen met imagoversterkende potenties voor de Groene Gordel op een hoger niveau getild worden en meegenomen in de algemene communicatie rond de Groene Gordel. Om een objectieve selectie te kunnen maken is het aangewezen voor Toerisme Vlaams-Brabant om een objectieve waarderings-schaal voor evenementen op te stellen.

Krachtlijn 3

Ontwikkelen van de nodige recreatieve voorzieningen rekening houdend met de ruimtelijke draagkracht De openluchtrecreatieve vraag is erg groot in de Groene Gordel door de nabijheid van een belangrijke stedelijke bevolking in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel. Er dringt zich een globale, gecoördineerde aanpak op van de diverse initiatieven en actoren die in deze Groene Gordel projecten ontwikkelen betreffende openluchtrecreatie. Voor het uitstippelen van haar recreatiebeleid zal de provincie Vlaams-Brabant een structureel overleg moeten organiseren met de diverse andere partners zoals het Vlaamse Gewest met AMINAL en het Bruegelproject, BLOSO, de VZW De Rand, de Regionale Landschappen, Natuurpunt en de gemeenten. Een dergelijk overleg moet uitsluitsel geven over volgende vragen: • Welke gebieden hebben een uitsluitend lokaal karakter en moeten bijgevolg niet verder

meegenomen worden in een regionale aanpak? • Welke gebieden beschikken over een een dergelijk grote natuurwaarde dat ze beter niet

of gedeeltelijk recreatief ontsloten worden? • Welke gebieden hebben voldoende draagkracht om voor een groter publiek te worden

opengesteld om de druk op de domeinen van Huizingen en Hofstade weg te nemen? • Welke gebieden van het Vlaamse Gewest of van andere partners, die nu niet in het

Bruegelproject opgenomen zijn kunnen toch een belangrijke rol spelen in de bovenlokale recreatieaanpak?

• Moet er in Noordwest Brabant een zone bestemd worden voor intensieve recreatie? • In welke gebieden moeten er wandelnetwerken ontwikkeld worden? Welke is hierin de

rol van de Regionale Landschappen? • Hoe kunnen de kerk- en buurtwegels beter beschermd worden?

Page 179: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

179

• Hoe kan gereageerd worden op de groeiende vraag om deze wegen te verharden en om te vormen tot fietsroutes?

• Hoe kan gereageerd worden op de groeiende vraag naar mountainbikeroutes en –tracés en ruiterroutes?

• Welke taakverdeling kan er afgesproken worden tussen de verschillende partners? We willen dus wijzen op de dringende noodzaak om via gestructureerd overleg en een planmatige aanpak de recreatieve noden binnen het gebied op te vangen. Hierna doen we zelf enkele voorstellen wat betreft prioriteiten voor openluchtrecreatieve voorzieningen in de Groene Gordel. Recreatiedomeinen

Een nieuw recreatiedomein Het lijkt ons gewenst om een nieuw domein te ontwikkelen voor intensieve recreatie in Noordwesten Brabant. Mogelijke locaties in dit verband zijn: • de site van Ginder-Ale in Merchtem (project strand boven café); • de Asphaltco-site in Asse zoals aangegeven in het PRS; • het vliegveld van Grimbergen. Belangrijk is zich vooral te richten op wandelrecreatie en openluchtzwemmen. Meer sportieve faciliteiten worden steeds meer door de privé-sector uitgebouwd en zijn dan ook niet langer prioritair in grote recreatiedomeinen. Vooraleer hieromtrent acties worden gevoerd moet een uitvoerig onderzoek naar de behoefte voor dergelijk recreatiedomein in de subregio worden uitgevoerd. Het kwalitatief herinrichten van de bestaande recreatiedomeinen De belangrijke bestaande recreatiedomeinen in de Groene Gordel zijn aan een herinrichting toe: • het provinciedomein Huizingen: hier kan gedacht worden aan het ontwikkelen van

tuintoerisme; • het BLOSO-domein in Hofstade. Gezien het belang van deze domeinen moet op een continue manier geïnvesteerd worden in de vernieuwing ervan. Beide recreatie- en wandeldomeinen dienen wellicht geherpositioneerd te worden in de richting van meer recreatief wandelen in een aangename en natuurrijke omgeving wat een meer extensieve vorm van recreatie is. Bij deze twee domeinen moet tevens gedacht worden aan het spreiden van de bezoekers in de tijd: • deze domeinen zo weinig mogelijk promoten voor de piekperiodes maar wel voor de

minder drukke periodes (opnemen in dagtrips voor groepen); • in deze domeinen verwijzen naar andere faciliteiten en naar de mogelijkheden voor

routegebonden recreatie. Het Zoetwaterpark in Oud-Heverlee kan zich verder profileren als een kindvriendelijke attractie. Een indoorspeeltuin is hier dan ook aangewezen.

Page 180: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

180

Recreatie in parken, bossen en natuurgebieden

De recreatieve druk in het Zoniënwoud, het Hallerbos, het Meerdaalbos, het Heverleebos en het park van Tervuren, e.a. kunnen wellicht in een zekere mate opgevangen worden door beter bezoekersonthaal en betere geleiding om de recreanten beter te spreiden. Een aantal al ontsloten gebieden kan ook op een voorzichtige manier als alternatief worden geboden. We denken hier meer specifiek aan: • het kasteelpark van Gaasbeek; • het kasteelpark van Groenenberg in Vlezenbeek; • het kasteelpark Ter Rijst in Heikruis • het domein Drie Fonteinen in Vilvoorde; • de Zevenbronnen; • het Park Schaveys Linkebeek-Beersel; • het Bertembos; • het stiltegebied in Galmaarden. Daarnaast blijft het zeer belangrijk om bijkomende bosgebieden en natuurgebieden te verwerven en recreatief te onsluiten, bijvoorbeeld in het kader van het Bruegelproject en de Groene Corridor. Een ruimere maar voorzichtige promotie van de recreatieve mogelijkheden in kasteel-parken is aangewezen. Ook hier is voorzichtigheid geboden om een té sterke druk op deze parken te vermijden. Hun aantal is immers relatief beperkt. Daarom is het aan te bevelen dat de overheid nog meer kasteelparken zou opkopen en openstellen. Het Bruegelproject moet dan ook alle nodige budgettaire ruimte krijgen vanuit de Vlaamse Regering om deze groene buffer rond de hoofdstad verder uit te bouwen. Ook de realisatie van ondersteunende infrastructuur is hier verder belangrijk: • parking • informatie • picknickplaatsen • zitbanken • panoramapunten • bewegwijzering en geleiding.

Ontwikkelen van routestructuren

Recreatieve routestructuren kunnen ervoor zorgen dat de recreanten meer gespreid worden over het ganse grondgebied van de regio en beantwoorden tevens aan een steeds toenemende behoefte aan dergelijke vorm van meer actieve recreatie. Algemene kwaliteitsvoorwaarden bij het ontwikkelen van routestructuren luiden als volgt: • het valoriseren van kleine cultuurhistorische relicten; • het valoriseren van kleine landschapselementen: holle wegen, hagen, houtkanten,

beekvalleitjes, kleine bosjes; • landschapsherstel: bijv. herstel van valleigebieden; • zorgen voor visuele kwaliteit bijv. via het aanbrengen van groenschermen rond

storende elementen; • zorgen voor zoveel mogelijk gescheiden tracés tussen wandelaars, ruiters en

mountainbikers;

Page 181: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

181

• de realisatie van ondersteunende infrastructuur zoals infoborden, picknickplaatsen, zitbanken en panoramapunten.

Wandellussen en –netwerken

Wandellussen Het beleid van Toerisme Vlaams-Brabant m.b.t. wandellussen en m.b.t. kerk- en voet-wegels moet verder gezet worden om het aanbod op een kwaliteitsvolle en gebieds-dekkende wijze verder te ontwikkelen. Een verdere uitbouw van het systeem van lusvormige wandelroutes met uitgave van wandelgidsjes is gewenst, meer bepaald in de Witloofstreek en de Dendervallei. De kostprijs van de wandelgidsen vormt misschien wel een klein probleem. Hiervoor zijn er eventueel twee oplossingen: • ofwel worden de gidsjes verkocht aan een gereduceerde kostprijs en wordt de tekst wat

verminderd (veel komt nu in de streekpocket te staan); • ofwel worden er naast de gidsjes ook aparte wandelfiches of folders verkocht per

wandelroute. Een occasionele dag- of verblijfstoerist zal immers niet snel 10 euro neertellen voor een wandelgids als hij maar één wandelroute nodig heeft.

In één beweging moet ook getracht worden om de vele lokale routes van diverse initiatief-nemers zoveel als mogelijk te integreren in de provinciale wandelroutes, dit om een verdere wildgroei tegen te gaan. Het is belangrijk om te zorgen voor kwaliteitsbewaking op provinciaal niveau om de diverse producten te stroomlijnen naar concept en vermarkting toe. Een selectie en eventueel een sanering zijn noodzakelijk. Wandelnetwerken Een andere belangrijke prioriteit is de creatie van wandelnetwerken i.s.m. de twee Regionale Landschappen en de regionale VVV’s en dit in volgende deelgebieden die voldoende landschappelijke kwaliteit bieden: • het Pajottenland • het Zoniënwoud • het Dijleland (Boven-Dijle) • het Meerdaalwoud. Ook hier dient voldoende ondersteunende infrastructuur te worden ontwikkeld.

Fietsroutes en –netwerken

Het fietsen zit overal sterk in de lift. Het is dan ook aangewezen om naast de verdere uitbouw van de fietsroutes ook de fietsnetwerken uit te breiden. Dit zou kunnen in alle meer landelijke gebieden: dit betekent dus ook in Noordwest Brabant en in het Pajotten-land, waar de vele fietsroutes bewijzen dat het heuvelachtige karakter geen onover-komelijk probleem is. Fietsroutes Het verder ontwikkelen van lusvormige fietsroutes is noodzakelijk daar waar bepaalde lacunes in het aanbod optreden zoals in: • het Dijleland (Overijse, Hoeilaart en Zaventem) • in mindere mate in Noordwest Brabant.

Page 182: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

182

Fietsnetwerken Hoog op de agenda staat verder het ontwikkelen van een fietsnetwerk over de gehele Groene Gordel met knooppuntenbewegwijzering en eventueel ondersteunende doelen-bewegwijzering, maar met nadruk in een drietal verdichtingsgebieden: • Pajottenland-Zennevallei; • Noordwest Brabant; • Dijleland: omschakeling op langere termijn van het systeem met doelenbewegwijzering

naar het knooppuntensysteem. Tussen deze verdichtingsgebieden dienen diverse doorsteken te worden ontwikkeld. Hiervoor kan de nieuwe Gordelfietsroute dienen op voorwaarde dat de verkeersveiligheid is verzekerd. Het fietsnetwerk dient zoveel mogelijk te verlopen op veilige en zo mogelijk vrijliggende fietstracés. Specifieke maatregelen zoals veilige fietsoversteekplaatsen zijn hier wellicht aangewezen. Hiervoor zijn nog heel wat investeringen nodig in de Groene Gordel vanuit de gemeenten, de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit van de provincie en vooral het Vlaams Gewest. Ook kan Europese steun worden aangetrokken. Daarnaast moet geïnvesteerd worden in ondersteunende fietsinfrastructuur zoals fiets-vertrekpunten of inrijpunten met parking, fietsenstalling- en berging, infoborden, rust-, info- en picknickpunten. Om het fietsproduct te vervolledigen kunnen ook fietscafés ingericht worden en kunnen ook specifieke logiesmogelijkheden worden ontwikkeld zoals trekkershutten en fietshotels. Het is verder ook aangewezen om een beperkt aantal (2 tot 3) mountainbikeroutes in het zuiden te ontwikkelen om de bestaande vraag beter te geleiden en op te vangen. Hier kan ook gedacht worden aan een mountainbikeparcours waar een hindernissenparcours wordt uitgebouwd die aansluit bij de uit te bouwen mountainbikeparcours. Hierdoor zou de uitdaging voor de mountainbiker verhoogd worden en kan vermeden worden dat zich een té grote druk voordoet in de bossen zelf.

Ruiterroutes

Voor het recreatief paardrijden is er ongetwijfeld een beperkte, maar vrij stabiele, markt in de Groene Gordel, vooral vanuit het verstedelijkte Brusselse randgebied. Het lijkt ons bijgevolg noodzakelijk dat er ook ruiterroutes worden voorzien in een aantal andere delen van de Groene Gordel, bijvoorbeeld: • in Tervuren • in Huldenberg • in Hoeilaart en Overijse • rond de Stoeterij Diepensteyn in Steenhuffel • in de Witloofstreek. Mogelijke samenwerking met de VLM (Vlaamse Landmaatschappij) is aangewezen zoals dit gebeurd is in het Pajottenland met het Regionaal Landschap Zenne, Zuun en Zoniën. Bij het uitstippelen van deze routes dient rekening gehouden met de aanwezigheid van maneges en kunnen bestaande gemeentelijke routes geïntegreerd worden in het provinciale ruiteraanbod. Daarnaast moet er zoveel als mogelijk geopteerd worden voor gescheiden tracés om conflicten tussen wandelaars en wandelruiters te vermijden.

Page 183: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

183

Het is aangewezen om eerst een bevraging te doen bij de gebruikers en uitbaters van de maneges over de behoeften en de verwachtingen voor dergelijk ruiteraanbod. Hiervoor is het belangrijk om aandacht te geven aan het vrijwaren van onverharde paden.

Auto- en motoroutes

Er wordt niet geopteerd voor bewegwijzerde auto- en motoroutes. Niettemin dient gesteld dat autoroutes vaak interessant zijn als globale ontsluitingsroutes voor een bepaalde regio of deelregio en dat zij toerisme ook mogelijk maken voor minder mobiele doelgroepen zoals ouderen en personen met een handicap. Dit is tevens een meer weersonafhankelijke activiteit. Er moet dan ook naar gestreefd worden om per deelregio minimum één niet-beweg-wijzerde autotocht (zie hiervoor: de ontdekkingscircuits op te nemen in de streekgids voor de Groene Gordel of op de toeristische kaart van Vlaams-Brabant zonder deze op het terrein te bewegwijzeren). Ook zouden groene routes (zie Michelinkaarten) kunnen worden aangeduid op een toeristische kaart die de toerist zouden leiden naar de meer aan-trekkelijke landschappen van de regio.

Waterrecreatie op de kanalen

Kanaaltochten

De kanaaltochten dienen verder ontwikkeld te worden. De nodige infrastructuur dient dan ook voorzien te worden langs de kanalen. Om het onthaal en de opvang van de klanten beter te organiseren is de realisatie van twee shipping halls aangewezen in Halle en Vilvoorde. Deze infrastructuur kan ook dienen om bezoekers aan te zetten tot een bezoek aan de centra van Halle en Vilvoorde en aan de omliggende attracties. Ze kunnen ook dienen als fietsinrijpunten. In ieder geval dient de combinatie fietsen-varen verder ontwikkeld te worden. De verdere ontwikkeling van fietspaden en ondersteunende fietsfaciliteiten langs het water is dan ook aangewezen.

Pleziervaart

Het kanaal Leuven-Dijle kan verder worden ingericht voor de individuele pleziervaart. De mogelijkheden hiertoe kunnen worden uitgewerkt in: • Kampenhout-Sas • Tildonk (Haacht).

Kano en kajak

Het ontwikkelen van mogelijkheden voor kano en kajak betekent een toegevoegde waarde voor het toerisme. De Groene Gordel biedt hier nog mogelijkheden bijvoorbeeld op de Dijle en het kanaal Leuven-Dijle. Er moet evenwel gestreefd worden naar een goede afstemming met andere sectoren zoals natuurbehoud en scheepvaart op de kanalen. Overleg hierover is een basisvereiste.

Page 184: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

184

Andere recreatieve en sportvoorzieningen

Volgende aandachtspunten voor andere recreatieve en sportvoorzieningen zijn belangrijk: • het ontwikkelen van bovenlokale, intensieve recreatieve en sportieve voorzieningen

zoveel mogelijk aan de rand van de Brusselse ring; • zoeken naar nieuwe activiteiten die te maken hebben met paarden voor de hippodroom

van Sterrebeek bijv. paardensportkampen voor jeugd; • beter inzetten van bestaande sportvoorzieningen binnen het kader van het organiseren

van incentiveverblijven (vooral golf, maar ook karting).

Krachtlijn 4

Aandacht voor streekproducten en ‘couleur locale’ als identiteitsversterkende elementen voor de subregio’s

Streekproducten

Binnen het kader van het project SOS Groene Gordel wordt gewerkt aan de uitbouw van ‘Groenegordelhoekjes’ waar streekproducten zullen kunnen worden aangekocht. Dit initiatief moet zeker worden verder gezet. Er zou verder kunnen gedacht worden aan een specifieke label ‘Groene Gordel product’ of streekproduct uit de Groene Gordel. Per subregio kunnen ook streekmenu’s worden ontwikkeld die de eigenheid van de subregio’s in het geheel van de Groene Gordel kunnen beklemtonen.

‘Couleur locale’

De elementen van ‘couleur locale’ in de diverse subregio’s moeten sterk naar voren komen in de streekpocket die ingedeeld moet worden naar de drie vastgelegde subregio’s.

Krachtlijn 5

Stimuleren van de ontwikkeling van gepaste logiesaccommodatie

Kleinschalige familiale hotels

Voor de logiessector staat het ontwikkelen van kleinschalige familiale hotels met een streekeigen toets centraal. Belangrijk zijn hier een rustige ligging, een authentiek plattelandsgevoel, hoge kwaliteit en comfort, attente dienstverlening, architecturale

Page 185: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

185

kwaliteit en ruim uitgebouwd aanbod aan routes en activiteiten om actief de aantrekkelijke omgeving te verkennen.

Plattelandstoerisme

In tweede orde is het ontwikkelen van kleinschalige vormen van plattelandstoerisme van belang: hoevetoerisme, B & B in de dorpen, vakantiewoningen. Toerisme Vlaams-Brabant zou dit gegeven kunnen stimuleren door het organiseren van voorlichtingsavonden, het geven van advies en het verlenen van financiële stimuli. Er dient een minimum aan controle te zijn vooraleer bepaalde aanbiedingen in een brochure van de overheid worden opgenomen. Spijtig genoeg bestaat er op het niveau Vlaanderen geen enkele organisatie die zich bezighoudt met kleinschalige logiesverstrekkende bedrijven die niet onder het hoteldecreet vallen. Ook Toerisme Vlaanderen heeft deze problematiek nog steeds niet opgepakt. Er is dus dringend nood aan een instantie die zich in Vlaanderen bezighoudt met kwaliteitscontrole, labelling en promotie van de kleinschalige logies-verstrekkende bedrijven. Ondertussen is het de taak van de regiocoördinatoren om deze aanbiedingen te bezoeken en te oordelen of ze al dan niet in een provinciale logiesbrochure kunnen opgenomen worden. In ieder geval dient gesteld dat deze kleinschalige ondernemingen een belangrijke meerwaarde kunnen bieden voor het ontwikkelen van het verblijfstoerisme in meer landelijke gebieden.

Kwalitatieve toeristische standplaatsen

In derde orde is het noodzakelijk om het aantal toeristische plaatsen op de bestaande kampeerterreinen sterk te verhogen meer bepaald met het oog op de Nederlandse markt. Dit kan tevens leiden tot een globale kwaliteitsverbetering van de campings.

Jeugdlogies

Wellicht is nog een uitbreiding mogelijk in het Dijleland dat zich daar, door de aanwezig-heid van bossen, goed voor leent. Zo bijvoorbeeld is het vrijgekomen sanatorium in Overijse hier een geschikte locatie voor. Er moet echter afgewogen worden of dit geen conflicten met de bovenlokale recreanten met zich meebrengt. Om investeringen in het logies te begeleiden is het aan te bevelen dat Toerisme Vlaams-Brabant een persoon aanwerft die enkel rond toeristische productontwikkeling advies kan geven aan individuele actoren of gemeenten.

Page 186: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

186

Krachtlijn 6

Uitbreiden van unieke vergader- en seminariefaciliteiten en incentive-mogelijkheden In een aantal logiesverstrekkende bedrijven, meestal hotels, kunnen faciliteiten voor seminaries en vergaderingen in het groen verder worden uitgebouwd. Er kan ook gedacht worden aan ‘special venues’ zonder logies (stoeterijen, brouwerijen en kastelen) voor dagseminaries of voor meerdaagse activiteiten maar met logies in de onmiddellijke omgeving. Ten slotte kan ook nagedacht worden over het meer inschakelen van ‘special venues’ bijvoorbeeld in kastelen. Criteria voor dergelijke locaties kunnen zijn: • rustige ligging, liefst in het groen of op het platteland; • ondergebracht in een gebouw met architecturale kwaliteiten; • attente dienstverlening op maat; • goede keuken met streekaccenten; • gericht zijn op kleinere meetings of seminaries; • mogelijkheden tot wandelen en fietsen of andere activiteiten met een hoger incentive-

karakter (bijv. golf, kajak en kano).

Krachtlijn 7

Uitwerken van een professioneel en goed gestructureerd onthaal Het verdient aanbeveling om de problematiek van het toeristisch onthaal verder te onder-zoeken met het oog op een globaal onthaalplan voor de Groene Gordel waarbinnen dan de diverse niveaus worden afgelijnd.

Infopunten

Aangezien de topattracties in een belangrijke mate bezoekers aantrekken kunnen zij een soort dispatchingfunctie opnemen voor de gehele regio. Om die reden moet een kwalitatief bezoekersonthaal worden georganiseerd bij deze GG-hefboom-projecten (Gaasbeek, Meise en Tervuren) in de vorm van een ‘streekinfopunt’ (zie hierboven). Daarnaast dienen er een achttal regionale toeristische infokantoren te worden uitgebouwd. De classificatie ‘regionaal’ is hier echt noodzakelijk en slaat ondermeer op het feit dat de kantoren een aantal weekenddagen in het seizoen moeten open zijn. We denken hierbij aan volgende locaties voor een regionaal infokantoor naast deze in de streekinfopunten:

Page 187: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

187

• Voor het Pajottenland-Zennevallei: Halle, Gooik, Sint-Pieters-Leeuw en eventueel Galmaarden;

• Voor het Noordwesten: Grimbergen en Vilvoorde; • Voor Dijleland: Kampenhout, Tervuren, en Overijse en Haacht. Enkel Halle en Tervuren zijn nu al erkend op dit niveau. De Dienst voor Toerisme van Grimbergen wil eveneens op korte termijn een erkenning verkrijgen als regionaal infokantoor. Daarnaast kan er gedacht worden aan een beperkte uitbouw van lokale toeristische info-kantoren eventueel in het kader van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Ten slotte kunnen ook de privé-sector en de overige attractiepunten nauwer worden betrokken bij onthaal en informatieverstrekking via: • uitbouw van kleinere infopunten bij de horeca en bij de diverse attractiepunten; • ontwikkelen van displays voor de streekgidsjes bestemd voor de logiesverstrekkers.

Vorming

De Groene Gordel is een nieuwe identiteit. Het onthaalpersoneel in de diverse Diensten voor Toerisme is weinig of niet vertrouwd met het toeristisch product van de diverse subregio’s. Hierrond kunnen specifieke vormingsinitiatieven worden opgezet. Het personeel van de Diensten voor Toerisme dienen uit te groeien tot de eerste ambassadeurs van de Groene Gordel. Dit geldt niet enkel voor het personeel van de toeristische infokantoren maar voor al het onthaalpersoneel ook in attracties en logiesvoorzieningen.

Krachtlijn 8

Meer ondersteuning van de provincie voor begeleiden van projecten zowel financieel als naar personeel

Oprichten van een provinciaal investeringsfonds voor toerisme en recreatie

Koken kost geld. Toerisme Vlaams-Brabant kan moeilijk zelf optreden als initiator en coördinator van projecten indien het zelf niet kan participeren in de cofinanciering van projecten.De oprichting van een toeristisch-recreatief investeringsfonds van een grootteorde van 500 000 euro per jaar is dan ook meer dan noodzakelijk. Dit investeringsfonds kan zowel aangewend worden voor de cofinanciering van attracties en van kleinschalige logies-projecten, bijv. reglement in de provincie Limburg.

Eén extra personeelslid voor toeristisch-recreatieve productontwikkeling

Daarnaast is het sterk aan te bevelen dat Toerisme Vlaams-Brabant één personeelslid aanwerft voor toeristisch-recreatieve productontwikkeling die individuele projecten van logies maar ook van attracties of van recreatieve voorzieningen kan begeleiden.

Page 188: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

188

DEEL 2 ACTIES VOOR MARKETING

1 GLOBALE MARKETINGDOELSTELLINGEN

Als globale marketingdoelstellingen voor de Groene Gordel kunnen we stellen: • We willen de Groene Gordel op de toeristische kaart zetten door de naambekendheid te

verhogen en een sterk imago te ontwikkelen. • We willen de bezoekersaantallen doen toenemen door:

- aan te zetten tot een eerste bezoek aan de Groene Gordel via de drie belangrijke sterattracties;

- informatie te geven bij de topattracties over de andere toeristisch-recreatieve mogelijkheden in de Groene Gordel om de beleving van de regio te gaan verdiepen en om herhaalbezoek te stimuleren (streekinfopunten).

• We willen een overconcentratie van bezoekers tegengaan in bepaalde probleem-

gebieden door het spreiden van de omgevingsrecreatie.

2 BASISPRINCIPES VOOR DE COMMUNICATIE-STRATEGIE

Bij het uitwerken van de communicatiestrategie wordt uitgegaan van volgende basisprincipes: • het maximaliseren van de bestaande, beperkte budgetten en het optimaal aanwenden

ervan door het creëren van een synergie met Toerisme Vlaanderen, Toerisme Vlaams-Brabant, de gewestelijke VVV’s, de gemeenten en andere partijen (private toeristische actoren);

• het zoeken naar meer samenwerking met de pers en met de private, niet-toeristische

sector; • een duidelijke taakafbakening wat betreft marketing tussen de diverse niveaus

gebaseerd op het principe dat activiteiten die een grotere schaal en een gespecia-liseerde kennis behoeven op een hoger niveau moeten worden opgenomen;

• het concentreren van het budget in een beperkt aantal markten en ad hoc activiteiten in

functie van opportuniteiten; • aandacht voor interne marketing en communicatie naar de interne toeristische sector

toe maar ook naar andere sectoren die relevant zijn voor het toeristisch product van de Groene Gordel (nieuwsbrief binnen het project SOS Groene Gordel die informeert over de diverse projecten naar interne partners).

Page 189: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

189

3 ONTWIKKELEN VAN EEN REGIONALE PROMOTIEPOOL

De promotie van de Groene Gordel als toeristische entiteit gebeurt voorlopig enkel door Toerisme Vlaams-Brabant in haar communicatie. Daarnaast wordt nogal in verspreide slagorde gewerkt (VVV Dijleland, VVV Pajottenland en Zennevallei, gemeenten). Wij stellen voor om de verantwoordelijkheid van de promotie voor de Groene Gordel sterker bij Toerisme Vlaams-Brabant onder te brengen omwille van de schaalgrootte (zie verder: acties voor organisatie) waarbij echter door Toerisme Vlaams-Brabant gestructureerd overleg met de gemeenten wordt georganiseerd over de operationele promotieacties voor ieder jaar. Voor de financiering van de promotie voor de Groene Gordel stellen we voor om een regionale promotiepool te introduceren waarbij de helft door de provincie en de helft door de gemeenten wordt bijgedragen. De bijdrage van de gemeenten in deze pool kan worden berekend volgens hun toeristisch potentieel en hun financiële draagkracht, of kan ook per inwoner worden gerekend zoals dit nu het geval is voor de VVV Dijleland en de VVV Pajottenland/Zennevallei. Deze werkwijze zou een hele ommezwaai betekenen in de toeristisch-recreatieve promotie en uitbouw van de Groene Gordel. • Via dit systeem worden de personeels-en werkingskosten voor de promotie van de

Groene Gordel volledig door de provincie gedragen binnen de dienst toerisme van de provincie waardoor het globale promotiebudget Groene Gordel voldoende substantieel wordt om een degelijk en consistent promotiebeleid te voeren.

• Gemeenten die deel uit maken van de VVV Dijleland of de VVV Pajottenland en

Zennevallei storten geen bijdrage meer aan deze VVV’s maar storten hun bijdrage op een afzonderlijke rekening (promotiepool) van Toerisme Vlaams-Brabant. De TRAP (Toeristisch-Recreatief Actieplatform, zie verder) staat in voor het beheer van deze rekening voor de promotie van de regio.

• De VVV’s blijven beschikken over een budget 'regionale werking' doorgestort door

Toerisme Vlaams-Brabant. • Alle gemeenten zullen een duidelijk en doorzichtig overzicht verkrijgen van hun

investering en de promotionele ‘return’ zal duidelijk en gedetailleerd aangetoond worden.

4 STRATEGISCHE KRACHTLIJNEN VOOR COMMUNICATIE

In de communicatiestrategie moet een antwoord worden gevonden op volgende vragen: • Welke zijn de communicatiedoelgroepen? • Welke zijn de communicatiedoelstellingen? • Welke zijn de communicatie-instrumenten?

Page 190: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

190

Gezien we hier spreken over een periode van 4 jaar wat betreft de communicatie is het moeilijk om deze elementen in detail per jaar vast te leggen. Het is de taak van Toerisme Vlaams-Brabant om afhankelijk van de toegewezen budgetten en in overleg met de diverse actoren via het Toeristisch-Recreatief Actie Platform Groene Gordel (zie verder), elk jaar een operationeel plan uit te werken voor communicatie. De principes die hierna worden opgesomd moeten daarbij als leidraad dienen. In de hierna volgende communicatiestrategie voor de Groene Gordel worden de kracht-lijnen bepaald voor de communicatie over de Groene Gordel voor de volgende 4 jaar.

Krachtlijn 1

In alle communicatie over de Groene Gordel moet dezelfde positionering aangehouden worden met een duidelijke erkenning van de identiteit van de drie subregio’s. Het is belangrijk om rond logo en baseline een grote consensus te bereiken in de diverse subregio’s zodat dit logo ook overal en niet enkel door de toeristische sector wordt aangewend. Het is ook aan te bevelen om bij de ruimere communicatie steeds de drie entiteiten aan te houden en hun identiteit naar voren te brengen binnen het concept Groene Gordel.

Krachtlijn 2

De pers en media vormen één van de belangrijkste communicatiedoelgroepen op alle geselecteerde markten.

We willen van de pers en de media dat ze meer redactioneel/programma’s genereren met een hoge graad van geloofwaardigheid en dit zowel om het imago van de Groene Gordel uit te dragen, als ook om concrete informatie te geven die aanzet tot effectieve boekingen.

Naar communicatie-instrumenten voor pers en media opteren we voor: • een stijgend belang van een performante en interactieve website die specifieke

informatie moet bevatten voor pers/media; • een stijgend belang van de joint promotions met de media waarbij betere controle kan

gehouden worden op de inhoud van het redactioneel, en de informatie toch geloof-waardiger overkomt dan bij advertenties;

• een stijgend belang van individuele studiereizen voor journalisten; • behoud van persbrieven met effectieve nieuwswaarde; • selectieve organisatie van persconferenties (steeds minder tijd bij journalisten); • opvolgen van nieuwe communicatie-instrumenten die kunnen worden ingezet naar pers

en media.

Page 191: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

191

Krachtlijn 3

De directe communicatie met de potentiële toerist voor de Groene Gordel moet aan belang winnen.

De directe communicatie naar de toerist dient om het gewenste imago van de Groene Gordel op de diverse geselecteerde markten te creëren én om informatie te verlenen die leidt tot effectieve boekingen. Naar communicatie-instrumenten voor de potentiële toerist opteren we voor: • een interactieve website (belangrijk voor de Vlaamse regio’s); • reclamecampagnes op de binnenlandse en Nederlandse markt; • een streekpocket die de individuele toerist ertoe aanzet om de Groene Gordel te

ontdekken.

Krachtlijn 4

De communicatie samen met het niet-toeristische bedrijfsleven moet versterkt worden.

Ook het niet-toeristische bedrijfsleven uit de streek (bijv. Palm) of ook daarbuiten kan worden ingeschakeld om gezamenlijke acties te voeren naar hun potentieel cliënteel zowel wat imago-opbouw betreft als wat betreft specifieke aanbiedingen. Joint promotions zijn hiervoor een uitstekend instrument.

5 VOORSTEL VOOR COMMUNICATIEACTIES

Voor de communicatie naar inkomend toerisme stellen we voor om in de planperiode (2003-2007) de regionale promotiepool te ontwikkelen en het jaarlijkse budget op te bouwen tot een grootteorde van 270 000 euro. Deze grootteorde is indicatief maar verwijst toch naar een budget dat noodzakelijk is om dergelijke, complexe regio op de markt te brengen. Hierbij wordt voorgesteld dat: • de diverse gemeenten een bijdrage leveren voor een bedrag van 135 000 euro per jaar

(bijv. op basis van het aantal inwoners of 680 000 x 0,2 euro); • Toerisme Vlaams-Brabant een bedrag inbrengt gelijk aan dat van de gemeenten of

135 000 euro. We willen deze regionale promotiepool efficiënt aanwenden door te werken op: • het duidelijker profileren van de Groene Gordel met een eenheid van stijl en een

duidelijke communicatie rond de positionering; • het beter ontsluiten van de bestaande attracties door aangepaste communicatie en een

betere conceptualisering van het product ook naar subregio’s toe;

Page 192: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel

192

• een pakket van publicaties die op elkaar en op de prioritaire doelgroepen is afgestemd met een goed afgebakende verantwoordelijkheid voor de diverse instanties.

In tabel 49 geven we aan welke communicatie-instrumenten gewenst zijn om met de regionale promotiepool de Groene Gordel op een efficiënte manier te vermarkten. In deze tabel worden ook de prioriteiten binnen dit budget van 270 000 euro aangeduid. De budgetten zijn hier indicatief en geven een relatieve grootteorde aan. Bij lagere budgetten geven de prioriteiten aan welke activiteiten als eerste moeten worden uitgevoerd. Voor de communicatieacties moet elk jaar overleg gepleegd worden voor het opstellen van een jaarlijks operationeel marketingplan. In tabel 50 wordt aangegeven welke communicatieacties overkoepelend moeten worden georganiseerd door Toerisme Vlaams-Brabant buiten de participaties aan de regionale promotiepool.

Page 193: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 193

Tabel 49 Communicatie-instrumenten en indicatieve jaarlijkse budgettering binnen de regionale promotiepool, 2004-2007

Communicatie-instrument Communicatiedoelgroep Communicatiedoelstelling Prioriteiten

Indicatief

budget

(in euro)

Logo en baseline 25 000

Ontwikkelen van logo en baseline voor de

positionering van de Groene Gordel

Breed publiek - Bekendmaken van de Groene Gordel als toeristisch-

recreatieve entiteit

- Opbouwen van imago Groene Gordel

++++

Lanceren, actief verspreiden en integreren van

logo en nieuwe slogan en aangepaste beeld-

vorming (intensieve imagocampagne)

Breed publiek - Versterking van samenhorigheid bij de actoren van de

Groene Gordel

- Opbouwen van imago Groene Gordel

++++

On site marketingtools voor openluchtrecreanten 20 000

Infoborden in drukke recreatie- en groen-

domeinen over mogelijke alternatieven

++++

Folders met beschrijving van alternatieve

openluchtrecreatie

Recreanten die nu de

recreatiedomeinen en

bosgebieden met overdruk

opzoeken

- Bekendmaken van de alternatieve mogelijkheden voor

openluchtrecreatie

- Aanzetten om alternatieve groendomeinen op te zoeken ++++

Marketingcampagnes ter bevordering van dag-

en verblijfstoerisme

Deelname marketingcampagne Vlaamse regio’s

Toerisme Vlaanderen voor binnenlandse markt

met grotere aanwezigheid van Groene Gordel in

arrangementen en bijkomende advertenties op

de binnenlandse markt

Potentiële consumenten van

korte vakanties en dag-

toerisme in Vlaanderen en

Nederlandstalig Brussel

- Bekendmaken van de Groene Gordel als toeristisch-

recreatieve entiteit en inzicht geven in het product

- Concrete aanbiedingen waarop kan geboekt worden

++++ 50 000

Deelname marketingcampagne Vlaamse regio’s

van Toerisme Vlaanderen voor Nederland

Potentiële consumenten van

korte vakanties in

Nederland

- Bekendmaken van de Groene Gordel als toeristisch-

recreatieve entiteit en inzicht geven in het product

- Mogelijkheid bieden om meer praktische informatie te

verkrijgen als fulfillment

- Concrete aanbiedingen waarop kan geboekt worden

++ 35 000

Andere advertenties los van de Vlaanderen

Vakantielandcampagne in Vlaanderen

Potentiële consumenten van

dagtrips en korte vakanties

in Vlaanderen en

Nederlandstalig Brussel

Bekendmaken van de Groene Gordel als toeristisch-

recreatieve entiteit

+++ 10 000

Subtotaal 140 000

Page 194: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 194

Tabel 49 (vervolg): Communicatie-instrumenten en indicatieve jaarlijkse budgettering binnen de regionale promotiepool, 2004-2005

Communicatie-instrument Communicatiedoelgroep Communicatiedoelstelling Prioriteiten

Indicatief

budget

(in euro)

Subtotaal 140 000

Publicaties

Streekpocket ‘Groene Gordel’ als fulfillment van

hierboven vermelde campagnes met

ontdekkingscircuits in de drie subregio’s

Potentiële consumenten van

korte vakanties en dag-

toerisme uit Vlaanderen,

Ned. Brussel en Nederland

- Inzicht geven in het toeristisch-recreatief product van de

Groene Gordel

- Aanzetten om de Groene Gordel individueel te bezoeken

(eventueel met verblijf)

++++ 55 000

Presentaties

3 televisie-uitzendingen Vlaanderen Vakantieland Potentiële consumenten van

korte vakanties en

dagtoerisme uit Vlaanderen,

Nederlandstalig Brussel en

Nederland

- Bekend maken van het toeristisch-recreatief product

Groene Gordel

- Aanleiding geven om de Groene Gordel individueel te

bezoeken (eventueel met verblijf)

++++ 22 000

Ontwikkeling van een interactieve website

Groene Gordel en onderhoud

In het voorgestelde budget wordt verondersteld

dat de website gefaseerd wordt aangepakt en de

site constructie in fasen wordt uitgevoerd.

Er kan evenwel ook geopteerd worden om de

website Groene Gordel in één jaar (2004) te

ontwikkelen en dan kan het bedrag in 2004 veel

hoger oplopen en de volgende jaren lager zijn

gezien bij het onderhoud van de site vooral

personeelskosten belangrijk zijn.

- Potentiële consumenten

van korte vakanties en

dagtoerisme uit Vlaanderen,

Nederlandstalig Brussel en

Nederland

- Pers in Vlaanderen en

Nederland

- Bedrijven in Vlaanderen

en Brussels Hoofdstedelijk

Gewest

- Bekend maken van het toeristisch-recreatief product

Groene Gordel

- Aanleiding geven om de Groene Gordel individueel te

bezoeken (eventueel met verblijf) met aanbiedingen

- Aanzetten tot redactioneel door de pers

- Bekend maken van de Groene Gordel als MICE-bestemming

- Aanzetten tot boeken van MICE-verblijf

++++ 15 000

Geïndividualiseerde famtrips, nieuwsbrieven voor

de pers (centrale persbewerking met personeels-

kosten zit op Vlaams-Brabants niveau)

Media in Vlaanderen en

Nederland

Aanzetten tot redactioneel ++++ 8 000

Subtotaal 240 000

Page 195: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 195

Tabel 49 (vervolg): Communicatie-instrumenten en indicatieve jaarlijkse budgettering binnen de regionale promotiepool, 2004-2005

Communicatie-instrument

Communicatiedoelgroep Communicatiedoelstelling Prioriteiten

Indicatief

budget

(in euro)

Subtotaal 240 000

Joint promotions

Joint promotions met niet-toeristisch

bedrijfsleven en/of met pers

- Niet-toeristisch

bedrijfsleven

- Pers

Aanzetten tot een samenwerking voor communicatie +++ 20 000

Direct Mail

Direct Mail naar databestand TV met fulfillment

streekpocket

Specifieke doelgroepen met

duidelijke interesses

- Aanzetten tot het opvragen van de streekpocket

- Aanzetten tot dagtrip of verblijf in de Groene Gordel

10 000

Indicatief budget voor promotiepool Groene

Gordel

270 000

Page 196: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 196

Tabel 50 Communicatie-instrumenten in te zetten door Toerisme Vlaams-Brabant buiten de regionale promotiepool met eigen budget (indicatief) 2004-2007

Communicatie-instrument

Communicatiedoelgroep Communicatiedoelstelling Prioriteiten Indicatief budget

(in euro)

Publicaties 2004-2005 2005-2007

Werfbrochure Vlaams-Brabant met duidelijke

positionering van de drie toeristische entiteiten

en voorstelling van het wandel- en fietsproduct

en van het kanaalproduct

(80 000 exemplaren)

Potentiële consumenten van

korte vakanties en

dagtoerisme uit Vlaanderen,

Nederlandstalig Brussel en

Nederland

- Bekend maken van de provincie

Vlaams-Brabant met drie toeristisch-

recreatieve entiteiten

- Imago opbouwen rond toeristisch

product Vlaams-Brabant

++++ 30 000 30 000

Viertalige logiesbrochure Vlaams-Brabant

(20 000 exemplaren)

Potentiële consumenten van

korte vakanties

- Informatie over logiesmogelijkheden

- Aanzetten tot boeken

+++ 10 000 10 000

Brochure voor dagtrips voor groepen Vlaams-

Brabant (20 000 exemplaren)

Socio-culturele

verenigingen, scholen en

autocaristen

- Bekend maken van thematische

producten

- Opnemen van Vlaams-Brabant als

bestemming in hun programma’s

+++ 15 000 15 000

Gemeenschappelijke brochure Vlaams-Brabant-

MICE Groen, met verwijzing naar MICE-

brochure Leuven en liefst in dezelfde stijl (met

participatie van privé partners)

Bedrijven in Vlaanderen en

Hoofdstedelijk Gewest

Brussel

- Bekend maken van MICE-

mogelijkheden in Vlaams-Brabant

- Aanzetten tot boeken van een MICE-

verblijf

+++ - 7 000

Toeristische kaart (meer gebruiksvriendelijk)

(50 000 ex.)

Toeristen die in de Groene

Gordel aanwezig zijn

- Wegwijzer voor bezoek aan de Groene

Gordel (bijv. met groene wegen)

- Inzicht geven in het toeristisch-

recreatief product van de Groene

Gordel

++ 15 000 15 000

Persbewerking

Persbewerking voor inkomend toerisme

(bijkomend aan het budget dat hiervoor ter

beschikking is in de regionale promotiepools

voor Hageland en voor de Groene Gordel

Pers in Vlaanderen en

Nederland

Streven naar redactioneel

Aanzetten tot redactioneel +++ 5 000 5 000

Subtotaal 75 000 82 000

Page 197: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 197

Tabel 50 (vervolg) Communicatie-instrumenten in te zetten door Toerisme Vlaams-Brabant buiten de regionale promotiepool met eigen budget (indicatief) 2004-2007

Communicatie-instrument

Communicatiedoelgroep Communicatiedoelstelling Prioriteiten Indicatief budget

(in euro)

Subtotaal 75 000 82 000

Presentaties 2003-2005 2006-2007

Interactieve provinciale website met links naar

regionale websites Hageland, Groene Gordel en

Leuven

Potentiële consumenten en

de pers

Doorsturen naar meer interactieve

websites van Hageland en Groene

Gordel op eenvoudige manier

++++ p.m. p.m.

Aanwezigheid op 5 beurzen met nieuwe stand Potentiële consumenten en

reisindustrie

Bekend maken van het toeristisch-

recreatief product van Vlaams-Brabant

in zijn drie entiteiten

+++ 40 000 40 000

Direct Mailing

Aanschrijven van databestand socio-culturele

verenigingen, scholen en autocaristen

Socio-culturele

verenigingen, scholen en

autocaristen

- Bekend maken van thematische

producten

- Opnemen van Vlaams-Brabant als

bestemming in hun programma’s

+++ 8 000 8 000

Totale grootteorde van budget voor promotie-

acties Vlaams-Brabant bijkomend aan de

participatie in de regionale promotiepools

123 000 130 000

Page 198: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 198

DEEL 3 ACTIES VOOR BELEIDSRELEVANTE INFORMATIE EN ONDERZOEK

Uit de situatieanalyse blijkt de grote behoefte aan betrouwbare informatie. Het is duidelijk dat inzake essentiële onderdelen van het toerisme in de Groene Gordel sterke lacunes aan informatie bestaan. Om een efficiënt beleid te kunnen voeren is het daarom aangewezen dat Toerisme Vlaams-Brabant basisgegevens per regio bijhoudt en ook mee participeert in onderzoeken of zelf onderzoeken laat uitvoeren. Daarnaast heeft het ook een taak om deze informatie op regelmatige basis te verspreiden naar alle betrokken actoren van de Groene Gordel.

1 VERZAMELEN VAN INFORMATIE EN ONDERZOEK

Acties binnen het kader van het Vlaams Steunpunt Toerisme en Recreatie

Het in maart 2002 door de Vlaamse regering opgerichte Vlaams Steunpunt Toerisme en Recreatie fungeert als een onderzoeks- en informatiecentrum voor toeristisch-recreatieve vraagstukken op Vlaams niveau. Eén van de opdrachten van het Steunpunt is het samenstellen en actualiseren van een databestand met het volledige logiesaanbod in Vlaanderen, evenals van alle toeristische attracties met meer dan 5 000 bezoekers. In samenwerking met de provinciale toeristische federaties worden daartoe van alle logiesverstrekkende bedrijven in Vlaanderen, alsook van alle attracties, jaarlijks een tiental beleidsrelevante basisindicatoren in kaart gebracht. Daarnaast wordt door het Steunpunt ook een systeem voor de verzameling van vraag-gegevens opgezet, dat toelaat het aantal overnachtingen of het aantal bezoekers op permanente wijze te registreren. De verzamelde basisinformatie over de logiessector en de toeristische attracties moet, na verwerking, toelaten om enerzijds naar de sector toe een snelle en informatieve feedback te garanderen over de ontwikkelingen in de eigen sector, en anderzijds een met kennis onderbouwd en gericht beleid te voeren op alle niveaus binnen het toeristisch veld. Toerisme Vlaams-Brabant speelt een belangrijke rol in het verzamelen van de gegevens voor het Steunpunt en kan beleidsrelevante gegevens voor de Groene Gordel bijhouden als: • het opvolgen van het aanbod van het logies in de Groene Gordel; • de evolutie in de vraag en in de bezettingsgraden van logies in de Groene Gordel; • de evolutie van de bezoekersaantallen in de attracties met meer dan 5 000 bezoekers. Voor de twee eerstvolgende jaren zal de bevraging over de vraag bij een steekproef van logiesvormen wellicht nog niet operationeel zijn. Het is aangewezen voor Toerisme Vlaams-Brabant om voor die twee jaar (2003-2004) zelf de bezettingsgraden van de hotels op te

Page 199: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 199

vragen en te verwerken. Op deze manier kunnen de ontwikkelingen vooral in de hotelsector worden opgevolgd.

Acties betreffende het opvolgen van de ontwikkelingen in de diverse markten

Een strategisch beleidsplan is slechts zinvol indien het ook op regelmatige tijdstippen bijgestuurd wordt op basis van nieuwe ontwikkelingen in de markten. Daarom is het belangrijk dat Toerisme Vlaams-Brabant voor de Groene Gordel volgende informatie opvolgt. NIS-overnachtingsstatistieken Om de evolutie in de streefdoelen van dit beleidsplan te kunnen opvolgen zijn de over-nachtingscijfers van het NIS heel relevant. Toerisme Vlaams-Brabant kan deze gegevens bij het NIS opvragen in de maand juli van ieder jaar en zelf evoluties berekenen. Vooral voor het opvolgen van de effecten van de marketingacties op de gerealiseerde over-nachtingen in de diverse geografische markten is dit van belang. Een juiste clustering van de gemeenten zoals in dit plan gebeurde is aangewezen. Algemene ontwikkelingen in de vakantiemarkten De, in dit rapport opgenomen, trends in de diverse vakantiemarkten moeten ook worden opgevolgd. Toerisme Vlaanderen koopt deze marktstudies aan. Toerisme Vlaams-Brabant kan deze informatie bij Toerisme Vlaanderen interpreteren naar het product toe van de regio de Groene Gordel, zoals dit in de situatieanalyse gebeurde. Toerisme Vlaanderen laat ook reconversieonderzoeken uitvoeren in belangrijke markten betreffende de respons op de marketingacties. De Groene Gordel moet specifieke aandacht geven aan de cijfers die door Toerisme Vlaanderen worden vrijgegeven omtrent de informatieaanvragen voor De Groene Gordel gegenereerd door de campagne Vlaanderen Vakantieland in Vlaanderen en Nederland. Een stijging in deze aanvragen wijst op een sterkere imagovorming en profilering bij de Vlaamse en Nederlandse toerist.

Acties in verband met onderzoek

Het gaat niet enkel om het bijhouden van informatie maar ook om het financieren van specifiek onderzoek omtrent toerisme in de Groene Gordel. Hieromtrent zijn twee aanbevelingen te maken. Participeren in onderzoeken uitgevoerd door Toerisme Vlaanderen Onderzoek naar verblijfstoeristen in de Vlaamse regio’s Toerisme Vlaanderen is van plan om op regelmatige manier onderzoeken uit te schrijven omtrent het profiel, gedrag en de bestedingen van de verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen in de Vlaamse regio’s. Dergelijk onderzoek vond plaats in 2000 en zal wellicht herhaald worden in 2005. Indien dit per regio zal aangepakt worden zal Toerisme Vlaanderen wellicht in de financiering bijdragen.

Page 200: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 200

Het is belangrijk dat Toerisme Vlaams-Brabant een budget vrijmaakt om de steekproef van Toerisme Vlaams-Brabant in deze onderzoeken op te drijven om aan representatieve gegevens voor Vlaams-Brabant te komen of om zelf een bevraging te doen in 2005 op basis van een representatieve steekproef voor de Groene Gordel, met een ondersteuning van Toerisme Vlaanderen. Rond dagtoerisme Uit de situatieanalyse kwam duidelijk naar voor dat weinig of geen gegevens voorhanden zijn rond dagtoerisme in de Groene Gordel. Specifiek onderzoek naar het volume, het profiel, gedrag en bestedingen van deze dagtoeristen in de Groene Gordel is beleids-relevant, maar heel duur. Wellicht moet ook Toerisme Vlaanderen aangespoord worden om hieromtrent een uitvoerig onderzoek te financieren gezien het belang van dagtoerisme voor de diverse regio’s in Vlaanderen. Het is echter gewenst dat Toerisme Vlaams-Brabant, los daarvan, op een systematische manier cijfers bijhoudt van de toeristische rondleidingen in aanvulling op de data-verzameling bij de attracties in het kader van het Steunpunt Toerisme. Rond de MICE-markt Toerisme Vlaanderen wil in 2004 een uitgebreid onderzoek organiseren naar het profiel en de bestedingen van de MICE-markt. Het is belangrijk dat voldoende locaties in de Groene Gordel worden opgenomen in de steekproef zodat ook specifiek voor de Groene Gordel uitspraken kunnen gedaan worden betreffende profiel en bestedingen zodat ook de omzet uit dit marktsegment beter kan ingeschat worden. Zelf financieren van onderzoeken Rond de werking van de streekinfopunten Via een permanent bezoekersonderzoek kunnen heel wat interessante onderwerpen aan het licht komen en is het mogelijk om het profiel en het gedrag van de bezoekers door de jaren te volgen en te analyseren, alsook om na te gaan of dergelijk infopunt reëel beantwoordt aan de behoeften van de toeristen. Het is ook belangrijk om te polsen naar het belang van dergelijk streekinfopunt voor het promoten van de Groene Gordel als regio. Rond evenementen Het ontwikkelen van een meetsysteem voor het meten van de tevredenheid en het aantal bezoekers voor de jaarlijkse imago-ondersteunende evenementen is eveneens een belangrijk gegeven om na te gaan of evenementen effectief het inkomend toerisme ondersteunen. Rond werking van toeristisch onthaal Toerisme Vlaams-Brabant kan een standaardmethode uitwerken voor de toeristische diensten in Vlaams-Brabant voor het systematisch verzamelen van beleidsrelevante gegevens als: • het aantal bezoekers aan het infopunt; • een lijst met de onderwerpen die het meest gevraagd worden; • klachten; • een evaluatieformulier betreffende het onthaal; • aantal toeristische rondleidingen en welke.

Page 201: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 201

Het systematisch bijhouden van dergelijke gegevens moet gestimuleerd worden. Toerisme Vlaams-Brabant zou kunnen instaan voor de verwerking ervan zodat deze informatie ook op Groene Gordel niveau vergeleken kan worden. Dit is een vorm van kwaliteitsmanagement voor Diensten voor Toerisme.

2 VERSPREIDEN VAN RELEVANTE MANAGEMENT-INFORMATIE

Het is aangewezen om de samenwerking met de private toeristische sector en de gemeenten te versterken onder andere door een permanente overlegstructuur te organiseren. Om dit overleg te ondersteunen kan een jaarlijks monitoringrapport door Toerisme Vlaams-Brabant worden opgesteld waarin de bevindingen uit het verzamelen van gegevens en uit onderzoek, op een aanschouwelijke manier worden voorgesteld en gedistribueerd naar de individuele toeristische actoren om de stand van zaken toe te lichten. Dergelijke aanpak zal naar onzes inziens een mobiliserend effect hebben.

Page 202: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 202

DEEL 4 ACTIES VOOR ORGANISATIE EN FINANCIERING

De Groene Gordel heeft nood aan permanente overlegstructuren. Het volgende wordt in dit verband voorgesteld. Het voorstel voor toeristisch-recreatieve structuren is weergegeven in het hierna volgend schema en houdt enerzijds structuren in, taakafbakeningen en financiële afspraken.

1 VOORSTEL VAN STRUCTUREN

1.1 Toerisme Vlaams Brabant vzw (TVB)

Dit is het overkoepelend én sturend orgaan voor het toerismebeleid op provinciaal niveau. Het beslissingsniveau voor de grote beleidslijnen wordt gevormd door de Algemene Vergadering (AV) en de Raad van Bestuur (RvB) van de vzw. De voorzitter van de vzw is de gedeputeerde voor toerisme. De leden zijn de provincie, de gemeenten en organisaties en actoren vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur. De beleidsvoorbereiding en –uitvoering gebeurt door de provinciale dienst toerisme.

1.2 Het Toeristisch Recreatief Actie Platform (TRAP) Groene Gordel

Het TRAP of sectorcomité Groene Gordel is een platform binnen de Algemene Vergadering van Toerisme Vlaams-Brabant, met een vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van Toerisme Vlaams-Brabant vzw. De leden zijn de vertegenwoordigers van de provincie, gemeenten, de regionale VVV's en de organisaties die lid zijn van de AV en gevestigd of actief in de regio Groene Gordel (44 gemeenten). De voorzitter is een beheerder van Toerisme Vlaams-Brabant vzw en wordt verkozen door de leden van de TRAP. De TRAP Groene Gordel vergadert drie keer per jaar en bepaalt op basis van het Strategisch Beleidsplan Toerisme Groene Gordel het jaarplan, de grote acties en het promotie- en communicatieplan. Deze dienen goedgekeurd te worden door de partners die financieel bijdragen in de promotiepool. Daarnaast is de TRAP verantwoordelijk voor het beheer van de rekening van de promotiepool . De uitvoering en de opvolging van de beslissingen binnen het TRAP zijn in handen van de regiocoördinatoren Groene Gordel in overleg met de regionale toeristische diensten en actoren. De regiocoördinatoren vormen de schakel tussen de verschillende niveaus en structuren en staan garant voor een systematische feedback.

1.3 Subregionale comités

De subregionale comités voor de Groene Gordel vallen samen met respectievelijk de regionale VVV Dijleland, de regionale VVV Pajottenland en Zennevallei en voor het Noordwesten met een nog op te richten structuur, evenwel op uitdrukkelijke voorwaarden dat zij voldoen aan de hierna volgende voorwaarde wat betreft hun samenstelling en dat uit hun statuten en werking blijkt dat de gemeenten en toeristische actoren uit hun subregio effectief het beleid van de regionale VVV bepalen.

Page 203: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 203

Een subregionaal comité heeft als leden de gemeenten, Toerisme Vlaams-Brabant en de toeristisch-recreatieve organisaties en actoren, gevestigd of actief in de betreffende subregio. Het voorzitterschap wordt bepaald door de leden. De VVV heeft een hoofdzakelijk beleidsuitvoerende taak, die gerealiseerd wordt door medewerkers van de VVV, gemeenteambtenaren of uitbesteed aan een betrokken organisatie. Er zal geëvalueerd worden in welke mate de bestaande structuren beantwoorden aan de vooropgestelde doelstellingen en complementair zijn aan de acties van het TRAP Groene Gordel, waarna bijsturingen en eventuele aanpassingen van de statuten mogelijk moeten blijven. Deze subregionale comités hebben een exclusief beleidsuitvoerende taak die, afhankelijk van de betrokken regio, in handen is van de VVV, IGO en gemeenteambtenaren. De leden zijn de provincie, de betrokken gemeenten en lokale verenigingen en actoren. Het voorzitterschap zal door de leden bepaald worden. Ze kunnen een eigen rechtspersoonlijkheid aannemen maar dit is zeker niet noodzakelijk.

2 TAAKAFBAKENING

2.1 Taken uit te voeren met het budget van de provincie (werkingsbudget TVB)

Volgende taken moeten gebeuren op provinciaal niveau met eigen middelen van Toerisme Vlaams-Brabant vzw. Dit zijn taken die een grotere schaal vereisen. • algemene beleidsvoorbereiding voor het toeristisch-recreatief beleid; • implementeren en opvolgen van de strategische plannen per entiteit; • onderzoek: verzamelen van basisindicatoren omtrent toerisme en recreatie in de regio's

zowel voor dagtoerisme als voor verblijfstoerisme; • productontwikkeling:

- stimuleren en adviseren van grote toeristische hefboomprojecten (nieuwe attractiepunten, bezoekerscentra, logies en verblijfsarrangementen);

- stimuleren en adviseren van ontwikkeling van MICE-infrastructuren; - sturing en beleidsvoorbereiding rond recreatieve bovengemeentelijke product-

ontwikkeling; • marketing:

- globale marketing voor Vlaams-Brabant met zijn drie toeristische entiteiten - distributie publicaties via verdeelkanalen in provincie en daarbuiten

• vertegenwoordiging naar hoger niveau (Toerisme Vlaanderen); • vertegenwoordiging van de toeristisch-recreatieve sector in overleg met andere

sectoren op provinciaal niveau en andere provinciale diensten.

2.2 Taken uit te voeren met het budget van de regionale promotiepool voor de Groene Gordel

Promotie en vermarkting van de twee toeristische regio's zowel voor het inkomend toerisme als voor de regionale bevolking.

Het budget van de regionale promotiepool wordt beheerd op een aparte rekening in de boekhouding van Toerisme Vlaams-Brabant. De besteding van dit budget wordt in overleg met de TRAP vastgelegd in een jaarplan waarin promotieacties duidelijk omschreven en begroot zijn, en dat jaarlijks dient goedgekeurd te worden door de partners die financieel participeren in de TRAP. Dit jaarplan is gebaseerd op het Strategisch Beleidsplan Toerisme

Page 204: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 204

voor de regio Groene Gordel dat in opdracht van Toerisme Vlaams-Brabant uitgewerkt wordt in 2003. Aan de gemeenten zal een duidelijk en doorzichtig overzicht gegeven worden van hun investering en de promotionele return zal duidelijk aangetoond worden.

2.3 Taken voor subregionale comités (in overleg met provincie en de TRAP's)

De subregionale comités hebben een bijzondere taak waarvoor streekkennis en contact met de basis essentieel zijn en vervult een belangrijke rol in de uitbouw van recreatie voor de lokale bevolking. Deze taken kunnen opgenomen worden door de bestaande of op te richten regionale VVV's met verantwoordelijken en eigen personeel of uitbesteed worden, steeds in samenwerking met de gemeentelijke ambtenaren en lokale actoren. De middelen hiervoor komen uit het budget 'regiowerking' dat door de gemeenten samengebracht wordt in het kader van de promotiepool. Ook de eigen inkomsten van de VVV kunnen naar regiowerking gaan. Taken: • overleg met lokale actoren en ambtenaren (i.s.m. provinciale regiocoördinator); • onthaalfunctie voor de streek met duidelijk overleg met lokale VVV’s en DvT’s om

overlapping te vermijden; • recreatieve productontwikkeling (uitvoering in overleg met Toerisme Vlaams-Brabant

dat verantwoordelijk is voor provinciale erkenning routes en bemiddelt bij Toerisme Vlaanderen);

• ontwikkeling van gemeenteoverschrijdende dagprogramma’s voor groepen en verenigingen;

• coördinatie en vorming gidsenwerking; • specifieke publicaties gericht op de regionale bevolking (b.v. streekmagazine); • informatieverwerving en inhoudelijke aanbreng voor publicaties gericht op doelgroepen

buiten eigen regio; • werking rond streekproducten i.s.m. vzw Streekproducten Vlaams-Brabant; • organisatie van streekgebonden evenementen die de streekidentiteit versterken; • promotie voor de eigen subregio binnen de Groene Gordel.

3 FINANCIËLE MIDDELEN: DE REGIONALE PROMOTIEPOOL

Om een degelijke promotiecampagne voor het binnenland en de Nederlandse markt op te zetten is voor de regio Groene Gordel minimaal een bedrag van 270 000 euro vooropgesteld. Hiervan wordt de helft ingebracht door de gemeenten, de andere helft door de provincie (via TVB). De bijdrage van de gemeenten voor het toerisme- en recreatiebeleid wordt gebaseerd op het inwonersaantal van januari 2002, en dit voor de volledige legislatuur. Elke gemeente van de betrokken regio draagt in de regionale pool € 0,5 per inwoner bij. Dit bedrag wordt opgesplitst in promotie en regiowerking.

Page 205: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 205

Op basis van gefundeerde berekeningen en taakafbakening wordt geopteerd voor de volgende verdeling: • € 0,2 per inwoner voor promotie voor de taken van de regionale promotiepool; • € 0,3 per inwoner voor regiowerking voor de taken van het subregionale comité

(regionale VVV), inclusief de promotie voor de eigen subregio binnen de Groene Gordel waarbij over dergelijke promotieacties voorafgaand overleg met de TRAP noodzakelijk is om overlappingen te vermijden.

De gemeente stort haar jaarlijkse bijdrage op een rekening van Toerisme Vlaams-Brabant, en dit uiterlijk voor 1 april van het lopende jaar. Toerisme Vlaams-Brabant stort het aandeel voor de regiowerking (0,3 euro/inwoner) aan het subregionale comité (of regionale VVV), uiterlijk één maand na ontvangst van de gemeentelijke bijdrage. Het resterende bedrag van 0,2 euro/inwoner behoort tot de regionale promotiepool, beheerd door de TRAP Groene Gordel. In deze regionale promotiepool brengt de provincie (via TVB) eveneens € 0,2 per inwoner in voor de promotie van de regio. Bovendien worden de personeels- en werkingskosten van de dienst toerisme voor de uitvoering van de taken binnen de TRAP volledig door de provincie gedragen. Om de modaliteiten van deze financiële afspraken concreet vast te leggen wordt best een convenant tussen Toerisme Vlaams-Brabant en de gemeenten afgesloten voor de periode 2004-2006, die na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in 2006 kan verlengd worden voor de volgende legislatuur.

Page 206: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 206

TOERISME VLAAMS-BRABANT VZW (TVB) overkoepelend beleidsorgaan op provinciaal niveau • beleid: Av en RvB

TRAP Hageland: sectorcomité platform binnen de AV van TVB, vertegenwoordigd in RvB • leden: provincie, VVV, gemeenten en

organisaties uit AV van TVB • beheer rekening promotiepool • voorzitter: beheerder TVB, afkomstig uit

het Hageland

TRAP Groene Gordel: sectorcomité platform binnen de AV van TVB, vertegenwoordigd in RvB • leden: provincie, gemeenten, VVV's en

organisaties uit AV van TVB • beheer rekening promotiepool • voorzitter: beheerder TVB, afkomstig uit de

Groene Gordel • uitvoering: regiocoördinator in overleg met

regionale toer. diensten

Subregionaal comité Groene Gordel VVV Pajottenland en Zennevallei, bestaande vzw (te hervormen) • beleidsuitvoerend • leden: provincie,

betrokken gemeen-ten,verenigingen en actoren

• voorzitter: • uitvoering:

Subregionaal comité Groene Gordel Oosten, bestaande vzw Dijleland (te hervormen) • beleidsuitvoerend • leden: provincie,

betrokken gemeen-ten,verenigingen en actoren

• voorzitter: • uitvoering: personeel

VVV/IGO/gemeente-ambtenaren

Subregionaal comité Hageland VVV Hageland, bestaande vzw • beleidsuitvoerend • leden: provincie,

betrokken gemeen-ten,verenigingen en actoren

• voorzitter: • uitvoering: personeel

VVV/IGO/gemeente-ambtenaren

TOERISME LEUVEN

Overlegplatfom toerismebeleid (op te richten)

Subregionaal comité Groene Gordel Noord-Westen (nieuw op te richten vzw) • beleidsuitvoerend • leden: provincie,

betrokken gemeen-ten,verenigingen en actoren

• voorzitter: • uitvoering: personeel

VVV/gemeente-ambtenaren

Schema voorgestelde toeristische structuren voor Vlaams-Brabant

Page 207: SBP Groene Gordel - Vlaamse Rand · 2018. 12. 11. · Toerisme Vlaams-Brabant nam dan ook het initiatief om een strategisch beleidsplan op te stellen voor de Groene Gordel voor de

Strategisch Beleidsplan voor Toerisme en Recreatie voor de Groene Gordel 207

SLOTBESCHOUWINGEN De Groene Gordel is een nieuwe toeristische regio die omwille van marketingtechnische redenen als een efficiënter concept kan worden op de markt gebracht dan de drie diverse subregio’s apart die er deel van uitmaken. Het is een uitdaging voor deze regio om enerzijds een globaal Groene Gordel imago uit te bouwen en anderzijds de streekidentiteit in de subregio’s te respecteren en te valoriseren. We hopen dat de acties die we hier in dit plan voorstellen zullen bijdragen tot het realiseren van deze fundamentele ambitie. Uit de situatieanalyse is duidelijk gebleken dat de Groene Gordel over een belangrijk toeristisch-recreatief potentieel beschikt dat vooralsnog onvoldoende bekend is en eveneens onvoldoende gevaloriseerd wordt. We konden echter wel vaststellen dat de laatste jaren diverse interessante projecten zijn gestart die hieraan verhelpen. Denken we maar aan het Bruegelproject, het Groene Corridor project en andere, die zowel aandacht hebben voor het behoud en het herstel van het natuurlijk en landschappelijk patrimonium van de Groene Gordel als van het cultuurhistorisch erfgoed. Niettemin moeten de geleverde inspanningen op volle kracht worden verder gezet en dit op volgende vlakken van productontwikkeling: • ontwikkelen van subregionale netwerken van attractiepunten waarbij een structuur van

attractiepunten wordt ontwikkeld op drie niveau’s, met als prioriteit de drie topattracties die gekoppeld worden aan streekinfopunten voor de Groene Gordel, en waarbij ontdekkingscircuits worden uitgestippeld die de diverse attractiepunten van diverse niveau’s met elkaar verbinden;

• het ontwikkelen van de nodige recreatieve voorzieningen voor de behoeften aan omgevingsrecreatie die tevens rekening houden met de ruimtelijke draagkracht. De prioriteiten op dit vlak liggen op het beter ontsluiten van bestaande groene gebieden en het ontwikkelen van kwalitatieve routestructuren waardoor een spreiding van omgevingsrecreanten kan gerealiseerd worden.

• aandacht geven aan streekproducten en ‘couleur locale’ als identiteitsversterkende elementen voor de drie subregio’s;

• ondersteunen van de ontwikkeling van kleinschalige logiesaccommodatie; • uitbouwen van een professioneel en goed gestructureerd onthaal. Daarnaast moeten voor de marketing middelen worden samengebracht in een regionale promotiepool waardoor de Groene Gordel op een efficiënte manier kan vermarkt worden op de Vlaamse en Nederlandse markt met een minimumbudget van 270 000 euro waarbij duidelijke prioriteiten worden gelegd. Naast financiële middelen zijn ook goede structuren noodzakelijk met duidelijke afspraken omtrent taken en werking. Indien de Groene Gordel erin slaagt op al deze vlakken tot concrete realisaties over te gaan, zijn we ervan overtuigd dat de toeristisch-recreatieve toekomst van deze regio verzekerd is en dat ook deze regio als een volwaardige toeristisch-recreatieve regio zal kunnen meespelen binnen het Vlaams toeristisch macro-product ‘Vlaamse regio’s.