23
Bahia de las Salinas (Puerto Rico) - Mona Passage (Puerto Rico) 40

Scheepsjournaal week 40

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Mare Liberum

Citation preview

Bahia de las Salinas (Puerto Rico)

-

Mona Passage (Puerto Rico)

40

Week 40 31 mrt— 6 apr

Met veel moeite nemen we aan het einde van deze week afscheid van Puerto Rico. Wat een heerlijk eiland is dit zeg! Aan deze levensstijl kun-nen wij wel wennen. Heerlijk! We werden welkom geheten en we hebben ons thuis gevoeld bij deze uiterst vriendelijke mensen.

Bahia de Salinas is een mooi vertrekpunt om de boot achter te laten en de hort op te gaan. In deze baai zwemmen zeekoeien, weer eens iets an-ders dan dolfijnen zullen we maar zeggen. Vanuit hier zeilen we west-waarts. Ongelofelijk hoeveel mooie ankerplekjes we “moeten” overslaan. We zeilen naar Pargueras. We varen over de banken naar binnen en we moeten heel goed opletten.

Na Parguera vertrekken we richting Boqueron. Hèt bruisende stadje aan de zuidwestkust. Veel mensen uit het noorden komen hier in het week-end naartoe om te recreëren. Dat kunnen wij ons goed voorstellen, want de stranden zijn zo mooi. Vanaf hier zijn we de beruchte Mona Passage, die bekend staat als de moeilijkste passage in de Carieb, ingestoken op weg naar het volgende avontuur. Schip Ahoy Maatje!

Bahia de las Salinas — Mona Passage

Zondag 31 maart

Eerste paasdag. De meisjes hebben gelukkig uitgeslapen. Het is al half acht als ze naar ons komen. Ze kleden zich helemaal mooi aan met hun nieuwe schouderjurkjes. Wat zijn ze hier trots op. We dekken ge-zellig de tafel en koken eieren. We maken een echt paasontbijt. Zelfs de chocolade eitjes ontbreken niet. We nemen de tijd voor het ontbijt. Zulke ontbijttaferelen zijn heerlijk. Als ik iets met de wrap van Liedewij niet goed doe, zegt Frederique heel bijdehand “zo zijn mannen nu een-maal!”. Het weer is er ook naar om geen haast te hebben. Voor de ver-andering ook eens fijn na de intensieve dagen van de afgelopen week. Rond half elf varen we naar de kant. We gaan vandaag naar Bosque Estatal de Guanica. Dit is een zogenaamd remote desert forest. Vol-gens de geleerde is dit een van de beste voorbeelden van een dry-forest. Hier regent het bijna nooit. Ik vind het een welkome verande-ring. Tot dusver zijn we in elk regenwoud nat geregend dit wordt voor de verandering een droge wandeling. Het bos bevindt zich aan de westkant van Ponce. Eigenlijk ligt het bijna tegen de westkust aan. Het is wel weer anderhalf uur rijden, maar dat is het op dit eiland toch al snel.

We rijden, als we er bijna zijn, nog een keer verkeerd, maar na de weg gevraagd te hebben rijden we het park in. Het is een heel ander bos dan een tropisch regenwoud. Veel minder groen, meer loofbomen en lagere struiken. Het hele bos is ook niet zo hoog qua begroeiing. We stoppen bij de parkeerplaats waar ook het informatiecentrum is. Daar vragen we of we hier trails kunnen lopen die geschikt zijn voor ons en de kinderen. Oh ja, en we hebben alleen maar onze slippers aan. De park ranger geeft ons een route met wat uitleg en dan trekken we er op uit. Na 0 meter zegt Ka-thelijn dat ze moet poepen. Tja hoe doen we dat. Ik loop terug met Kathelijn om pa-pier te halen. Dan bedenk ik me dat die ranger ook wel af en toe naar de wc moet gaan.

Hij wijst ons de weg. 10 meter vanwaar wij stonden, nauwelijks aan het oog onttrokken, staat een toiletgebouw. Nadat iedereen naar de wc is geweest gaan we er op uit. Na een 200 meter begint het wat te druppelen. Nou ja, gelukkig worden we hier eigenlijk niet nat van. We lopen over een pad wat met stenen bezaaid is. Het loopt wat onhandig met onze slippers.

We horen heel veel vogels. Opeens zit er een klein groen vogeltje dicht-bij. Het heeft een rode kleur onder de snavel en op de borst. Zou het een Puerto Ricaans roodborstje zijn? Dat gaan we straks vragen aan de ranger. Ondertussen heeft Frederique al blaren van haar slippers. Ze ruilt met die van Kathelijn en opgewekt vervolgen we onze weg. Het druppelt weer wat, maar nu gaat het wat harder. Het kan nooit erg lang duren, want we zijn in het droge bos. Toch wel het gaat steeds harder druppelen. Na een minuut of tien is het gewoon aan het regenen. We bergen de camera maar op en lopen zo goed en kwaad als het gaat verder. Ondertussen krijgt Kathelijn ook al blaren van de slippers. Het pad is gelukkig al overgegaan naar harde grond in plaats van stenen. Van tijd tot tijd glibberen we op het pad. Worden we verdorie weer klets-nat in een bos. Nog wel in een droog bos. Eindelijk bereiken we de weg. Op het asfalt kunnen Frederique en Kathelijn op blote voeten lopen. Vijf minuten later zijn we weer bij het huisje van de ranger. Drijfnat.

We vragen nog wat voor vogeltje we hebben gezien (het is een San Pe-drito de Puerto Rico) en dan gaan we weer de auto in. Als we nu terug rijden kunnen de kinderen misschien nog lekker in het zwembad op de haven.

Als we de snelweg op rijden gaan we al bijna meteen de file in. De file duurt en duurt. De kinderen hebben gelukkig luisterboeken bij zich op de Ipad. We gaan echt heel lang heel langzaam. Tegen de tijd dat we in Salinas terug zijn is het al best laat. We kopen nog wat vers brood in een supermarkt en dan rijden we door naar de haven. Zwemmen zit er helaas niet meer in, het is al donker aan het worden. We varen met de dinghy naar onze boot en daar maken we alles snel klaar voor de kaas-fondue. Dat is zoals gewoonlijk weer heel gezellig. En zoals hier gebrui-kelijk gaan de kinderen weer te laat naar bed. Marieke en ik doen het-zelfde.

Kathelijn is al om5.30u wakker. Ze heeft een missie. Zij mag vandaag de paaseitjes verstoppen. Wij hebben een schaaltje voor haar klaargezet en zij gaat ze verstoppen. Wat een plezier heeft ze toch. Ze geniet er echt van. Daarna kruipt ze even terug haar bed in. Een uurtje later hoor ik Frederique en Liedewij al. Ze zijn druk aan het speculeren waar de eitjes verstopt liggen. Wij komen er snel uit om te helpen zoeken. Bas heeft 12 eitjes voor Lijn in het bakje gedaan, maar als we alle eitjes gevonden hebben, zitten er 13 in het bakje, bijzonder! We zijn al rond 7.30u weg. We gaan via het zuiden naar de oostkust. We willen naar El Yunque, Fajardo, de vuurtoren, WestMarine en naar het strand. Wederom een heel programma dus! We nemen onze gasfles mee, want een van de twee flessen is leeg. Dat vullen gaat hier nog een hele onderneming worden, want wij hebben een Europese aansluiting en hier hebben ze echt alleen Amerikaanse. Nie-mand kan dus vullen. Wie weet dat we het met verlopen kunnen oplos-sen. Als dat niet is, dan verkopen we onze onder de roest zittende fles en kopen we hier een volle Amerikaanse. Het zal ons niet gebeuren dat

we midden op de oceaan zonder gas zitten. Als Bas bij de ferreteria is, zeggen ze dat Linde (een wereldwij-de gasleverancier) hier in de buurt zit. Misschien kunnen ze daar vullen. Die verloopjes wordt geen succes.

Dat gas zit ons de hele dag in de weg en het lukt ook de hele ochtend niet. Wij kunnen ons daar dan ook wel een beetje (veel) in verliezen. We balen ontzettend en vinden dit een echte Murphy. Wat ontzettend irritant. We vragen het op verschil-lende plaatsen. Het is een wonder dat de meiden nog zo lief zijn.

Maandag 1 april

Ik krijg er echt het balen van, want nu zijn we nog niet aan het vliegeren en daar heb-ben de meiden zo veel zin in. We gaan naar een Wallmart en naar diverse lokale gasbedrijfjes, maar nergens is onze fles te vullen. Ze hebben geen nippels voor de Eu-ropese variant. Zo ontzettend irritant.

Ik krijg er hoofdpijn van. Het is warm en we willen ook nog naar West Marine. Het is al 13u. Ik zie een McDonalds en ga daar met de meiden naartoe. Niet om te eten, nee daar hebben ze een speelplek, dan kun-nen zij zich even uitleven. Ik drink een kop koffie en Bas is naar West Marine. Als Bas terug is willen de meiden eigenlijk niet mee, maar het vooruitzicht van een strandje en vliegeren is toch ook wel aanlokkelijk. Dus wij weer op pad. We willen naar de vuurtoren in het noordoosten. Op de plaatjes is het daar schitterend. Ook heb je daar grote open vlakten om te vliegeren. Na 1000 keer fout gereden te zijn, oohh het is echt zo'n dag, ben ik zo ontzettend chagrijnig dat ik het bijna opgeef. Bas vraagt het voor de ze-kerheid nog een keer en we zijn er bijna. Dus wij erop af. Komen we er-aan, zijn ze alleen van woensdag tot zondag open en alleen als je ge-reserveerd hebt. Zijn we daarom helemaal hierheen gereden? Wat ont-zettend klote. Het strand ligt er gelukkig naast, dus wij parkeren de au-to, pakken alle spullen en gaan naar het strand. Adembenemend mooi. Heerlijk om weer even op het strand te zijn. Ik heb het gemist. We gaan vliegeren. Er staat niet zo heel veel wind, maar wij kunnen de vlieger goed omhoog houden.

De meiden zijn echter snel verveeld en uiteindelijk zijn wij aan het vliegeren zij aan het spelen met de emmertjes en schepjes. Even op adem komen, want wat een irritante dag is dit. Zo ontzettend vervelend. Ik ga even zwemmen, maar word door visjes gebeten. Eerst denk ik dat Liedewij met haar nageltjes schampt,

maar dat is niet. Ohhh dat is niks voor mij, ik ben dan maar een ban-gerd hoor. Bas kletst wat met onze buren. Twee mannen en een vrouw zitten op opklapbare stoeltjes te genieten van het uitzicht en hun Heine-ken. Eerst bieden ze Bas een Heineken aan en daarna vragen ze aan Bas of het in onze cultuur normaal is dat meisjes geen bovenstukje aanhebben. Nou zegt Bas "bij ons lopen de meeste dames zelfs zonder bovenstukje!". Wij komen bij van ons "mislukte" avontuur en hebben plezier. Er komt een mevrouw langs en zij biedt ons cakes aan. Wij slaan netjes af. Al die zoetigheden. Beter van niet. 5 minuten later krijgen we van onze bu-ren een hele cake. Zij hebben er twee gekocht om het goede doel (ik wist niet dat dat erachter zat) te steunen. Zij eten het alleen niet, want ze drinken liever iets. Wat een land is dit toch? Het is toch niet normaal meer. Zo ontzettend aardige, vriendelijke mensen. Dit hebben we echt nog in geen een land meegemaakt. Tuurlijk zijn we veel aardige lokale tegengekomen, maar de meeste willen dan iets van je. Ze willen je iets verkopen, je een rondleiding geven, iets voor je charteren, een klusje voor je opknappen of weet ik het wat. In dit land is dat echt anders. Ie-dereen groet je, vraagt belangstellend hoe het met je gaat, waar je van-daan komen, of je hier voor de eerste keer bent en heet je nadrukkelijk welkom in Puerto Rico. Nou zo voelen wij het ook. Rond een uur of half zes breiden we er een eind aan. We moeten nog anderhalf uur terug en willen met de meiden ergens een hapje gaan eten. We kleden ons bij de auto om. Het is druk op de weg en we doen er, zoals verwacht, weer veel langer over dan gedacht om terug bij de boot te komen. Dat uiteten moet maar even wachten tot morgen. Nu lekker op tijd naar bed allemaal.

Dinsdag 2 april

Met een hoop pijn word ik al vroeg wakker. Verdomme, het is erger ge-worden. Wat baal ik hiervan. Marieke ook want ook zij hoopt op beter-schap. Het duurt nu ook wel erg lang. We gaan uit bed. We hebben wel wat te doen. Marieke gaat boodschappen doen voor de komende drie maanden. We hebben dus een aardige lijst met spullen. Waar we naar toe gaan is niet zoveel te krijgen of voor drie keer deze prijs. Ik breng Marieke naar de kant en ik ga straks met de meiden naar de Papytoa. Daar krijg ik mijn eerste behandeling met acupunctuur. Vol verwachting klopt mijn hart. Ik bel nog even met Ellen om te weten waar de kalk zich in mijn pees zich bevindt. In de supra spinatus, dat is van belang voor de acupunctuur. Met de kinderen vaar ik naar de Canadezen. We worden al vol enthousiasme ontvangen door de dochters Louvia en Malia. Die meisjes zijn blij dat er eindelijk weer kinderen zijn, want zij hadden al een maand lang geen kinderen meer gezien. We stappen aan boord en Jero-me begint meteen met de behandeling. Eerst onderzoek en al vrij snel gaan de naalden mijn huid. Heel apart, ik hoop dat het gaat werken. Je-rome heeft voor acupunctuur gekozen omdat het een wetenschap is van meer dan 5000 jaar oud. Dan heeft het zich ondertussen wel bewezen vindt hij. We gaan het merken. Als er een naald of 10 in mijn huid staan roep ik de kinderen om te komen kijken. Ze waren in het achteronder aan het spelen en nu komen ze voorzichtig kijken. Ze vinden het helemaal niks, snel gaan ze weer weg. Als alle naalden eenmaal staan zet Jerome op een paar naalden stroom. Dit voelt als fysiotherapie. Na de behande-ling hebben we het nog over de Bahama's en elkaars reizen. Ik ga met de kinderen terug naar de Mare Liberum. Het is de hoogste tijd voor school. Ze vinden het wel erg jammer, want het was toch wel leuk om met die meisjes te spelen. Aan boord gaat Frederique rekenen en ik doe

taal met Kathelijn en Liedewij. Als het na elf uur is varen we naar de haven om te kijken of Marieke er al is. Ze is er nog niet, dus wij va-ren weer terug en gaan verder met school. Tien minuten later roept Marieke ons op. De kinderen gaan even door met school terwijl ik naar de kant vaar. Als ik bij het dock aankom is Marieke de auto al aan het uitladen. Het ziet er zeer naar uit dat we niets te kort gaan ko-men. Wat een weelde.

We laden de rubberboot vol met spullen en varen naar de boot terug. Daar aan-gekomen laden we alles uit en zetten het in de kuip. Dan varen we weer te-rug, want er is meer. De rubberboot gaat nog een keer vol en even later staat alles aan boord. Ik ga met de kin-deren naar het zwembad en Marieke gaat alles opruimen. Het is oneerlijk ver-deelt in deze wereld. Toch is dit beter voor mijn schouder. Ik neem een mari-foon mee, zodat Marieke mij kan oproepen om haar te halen als ze weg wil. In het zwembad geef ik Liedewij zwemles. Ze doet goed haar best, maar heeft het idee dat ze heel vlug slagen moet maken. Even la-ter maakt ze mooie slagen terwijl ze op mijn hand ligt. Dit gaat er meer op lijken. Rond half drie varen we even terug naar de boot. De hand-marifoon deed het niet en we willen weten of Marieke al klaar is. Nog niet dus we gaan nog even terug. De kinderen zijn heel lekker in het zwembad aan het spelen. Ze vinden het geweldig! Eindelijk niet meer in de auto. Op de afgesproken tijd ga ik even met de rubberboot naar de boot. Marieke staat al te wachten als ik met Fernando praat die op een boot woont naast ons. Dan haal ik Marieke op en gaan we naar de kinderen. Die hebben tijdens mijn afwezigheid in het speeltuintje ge-speeld en kunnen weer het zwembad in. Marieke gaat met de meiden zwemmen terwijl ik skype met Ellen en Jan. Als ik uitgeskyped ben, hebben de kinderen nog steeds geen zin om uit het water te gaan. Ze spelen nog een tijd en dan opperen Marieke en ik dat we ook kunnen barbecueën. Daar heeft iedereen wel trek in. We kleden ons aan en gaan naar de auto. Eerst moeten we vers vlees kopen. Net buiten het haventerrein is een restaurantje, erg lokaal. We bedenken dat we ook uit eten kunnen. We rijden nog tien minuten rond en dan gaan we toch naar dat eerste tentje. Daar gaan we eten. Het ziet er zeer lokaal uit. Niemand spreekt er Engels. We bestuderen de menukaart en met wat hulp komen we er uit. Ze maken een grote schaal met allerlei lekkers. Moeder staat in de keuken en dochter werkt in de bediening. We be-stellen empanadillas met vlees, vis en schaaldieren, zoals conch. Het is erg gezellig en de dames smullen er van. We hebben ook domplinas en anders lekkers. Wat een feestje om hier te eten. ‘s Avonds hebben we een relaxte avond in de kuip. We gaan op zoek naar de sterren.

Woensdag 3 april

Mijn schouder voelt al weer een stuk beter bij het wakker worden. Dat geeft de burger weer moed. Ik doe wat oefeningen op het achter-dek om de spieren wat losser te maken en ook dat helpt. Ondertussen is de tafel gedekt, dus we gaan eerst ontbijten. Kathelijn had al het een en ander op tafel gezet. Na het ontbijt vaar ik naar de Papytao. Kijken of Jerome me kan behandelen. Marieke gaat de kinderen al-

vast school geven. Jerome wil eigenlijk nog een dagje uitstellen, maar wij willen morgen weg uit Salinas. Hij wil me toch wel behandelen, maar dan doen we het meteen. Ze zitten nog te ontbijten, dus ik voel me wel wat opgelaten. Geen probleem, vinden ze. Even later lig ik weer op de bank met een naald of 15 in mijn schouder. Ondertussen zijn hun meis-jes slippers aan het passen die ik voor ze mee had genomen. ze vinden ze helemaal leuk. Jerome zet weer stroom op de naalden en dan maakt hij ondertussen zijn ontbijt af. We kletsen ondertussen over van alles en nog wat. Na zijn ontbijt gaat hij nog wat gerichter te werk. Er komt een andere naald aan te pas en met die naald gaat hij mijn spieren wat ont-spannen. Dat houdt in dat hij met die naald nog wat dieper in de spier gaat prikken en ondertussen maakt hij een roer-beweging. Dit voelt heel vreemd. De spier tintelt en beweegt, maar het werkt. Als ik weer van boord ga, heb ik het gevoel hier enorm veel mee te hebben gewonnen. Ik ga weer terug naar onze boot, dan kunnen deze mensen ook weer op pad. Wij gaan vandaag de verse boodschappen doen en we kijken nog of we gas kunnen vullen. De meiden willen ook nog naar de kapper. We hebben nog een Lonely Planet voor de Annalena en de Annalena heeft nog een pilot voor de Papytao. Wij hebben ook nog een pilot voor Jero-me, dus dan is hij weer een heel eind op weg. We varen naar de wal waar we de spullen aan Jerome geven. Terwijl ik met Jerome nog over de mooie plekken van de Bahama's praat, praat Marieke met een stel Amerikanen over het gas. Zij hebben nog een adres in de buurt en daar gaat het vast lukken om de fles te vullen. We stappen vol goede moed de auto in en na een kwartiertje zijn we op plaats van bestemming. De gasplant is eigenlijk dicht voor de lunch, maar we glippen naar binnen, omdat er een auto uit moet. Iemand staat ons te woord, maar hij vertelt dat zij ons niet kunnen helpen.

Maar in Ponce zit Home Depot en daar hebben ze vast wel flessen van 10 pond, die in onze gasbun passen. We gaan weer op pad. De meiden zijn weer de klos, maar als het gaat zoals de man heeft uitgelegd zijn we op tijd voor de kapper terug. Na een drie kwartier zijn we in Ponce. We moeten nog even zoeken, maar dan hebben we onze redding gevonden. Het Home Depot ziet er verdacht veel uit als een Hornbach. Ik zou bijna weer zin krijgen om te klussen. We zoeken kleine gasflessen maar die hebben ze niet, Ook hebben ze geen regelaar voor kleine, halve kilo, propaan flesjes. We zoeken en we zoeken totdat ik denk het verloop te hebben gevonden voor onze gasfles. We zijn zo blij als kinderen, maar even later blijkt het net niet te kloppen. We hebben 5/8 binnendraad no-dig en dat is op Puerto Rico niet te vinden voor ons. We laten deze bouwmarkt weer achter ons en gaan nu naar de Wallmart. Hier verkopen ze ook van alles en nog wat. We proberen nog het een en ander en be-sluiten toch maar uiteindelijk een Amerikaanse 20 pond fles te kopen. We zijn zo klaar met het zoeken. Dan moeten we maar een creatieve manier vinden om deze fles op de boot te kunnen gebruiken. Hij past na-melijk misschien net niet in de gasbun. We rijden terug naar Salinas. We hebben nog steeds van alles te doen en door dat rot gas schieten we niet op. We komen langs een grote mall en daar kunnen we geld wisse-len en kijken of ze slippers voor de meiden verkopen. De slippers wordt niks en het geld gaat wel. Het duurt alleen anderhalf uur om euro's te wisselen voor dollars. Er moet van alles ingevuld worden aan persoonlij-ke gegevens voordat ze het geld wisselen. De 'war on terrorism' heeft ook hier zijn sporen achtergelaten. Als er deze week maar geen aanslag komt op Amerikaanse overheidsgebouwen, anders ben ik natuurlijk zeer verdacht. We gaan snel naar Salinas, want dan is de kapper misschien nog open. Marieke gaat eerst een supermarkt in en ik ga met de kinderen even diesel in jerrycans tanken en de auto voor de verhuurder af tanken. Tegen de tijd dat we dat gedaan hebben is Marieke ook al bijna klaar. Dan gaan we kijken of de kapper nog open is. Helaas, die is dicht. Er is nog een andere, zij is tot negen uur open en knipt alleen dames en meisjes. Of we nog tien minuten kunnen wach-ten. Na een kwartier vraag ik hoe lang het nog duurt en ze zegt 20 minuten. Dus we gaan de auto in, op naar de laatste supermarkt.

We doen de laatste boodschappen en dan gaan we terug naar de boot. Eerst breng ik de kinderen naar de boot, want we kunnen er niet in met alle boodschappen. Als ik terug bij Marieke ben op de haven, komen we Gerard en Rommy tegen. We praten even over elkaars be-levenissen en dan gaan we de rubberboot vol laden. Zij helpen ons de rubberboot inladen en lenen ook nog even de auto, voor hun laatste dingen. We spreken af vanavond samen rumpunch te drinken. Marie-ke en ik varen met een volle rubberboot terug naar de Mare Liberum. We halen de rubberboot leeg en gaan dan voor het eten zorgen. We hebben lekkere gevulde soepen van Campbell gekocht en het smaakt super met vers stokbrood. Dan gaan de kinderen naar bed en ruim ik de boodschappen op. Marieke is druk met de scheepsjournalen. We zeggen de rumpunch af, we hebben veel te veel te doen. Rond tien uur komt Gerard langs met twee rumpunches. Ze vonden het zo sneu dat we zo'n mislukte dag hebben gehad. Gerard gaat direct weer te-rug want hij mag niet blijven kletsen van Rommy. Rond middernacht hebben we alles weer aan kant en gaan we lekker naar de kooi.

Donderdag 4 april

We zijn lekker op tijd uit de veren. We willen nog van alles vandaag en we willen vooral weg hier. We liggen voor ons gevoel hier al zo lang. We hebben nog het een en ander te doen waaronder tanken. We halen dus al vroeg het anker op en varen rustig door de baai naar de marina.

We leggen aan aan het tanksteiger. We vullen alvast de watertank op en maken de kuip schoon. Er gaat ook nog een was in de machine. We springen lekker onder de douche aan boord. Heerlijk. Ondertussen ko-men Gerard en Rommy langszij. Zij willen ook diesel en nemen ook wa-ter. Gerard belt met de US Customs om te melden dat deze twee sche-pen naar een andere baai varen. We tanken meer dan 300 liter diesel en als alles afgerekend is en de was opgehaald uit de droger kunnen we eindelijk weg. Het is ondertussen elf uur en we moeten opschieten om met daglicht in de volgende baai aan te komen. Het is 46 mijl tot aan La Parguera. We nemen afscheid van Jerome en kinderen en als we de baai uitvaren zwaaien we naar Madelinne. Wat hebben ze mij ge-holpen met mijn schouder zeg. Net voordat we de mangrove uitvaren zetten we de zeilen op.

Er staat een stevige wind, 5 tot 6 Beaufort. Met een kleine zeven kno-pen op de gps varen we met ruime wind naar de volgende bestemming. Wat loopt de boot weer snel. Zou het komen omdat we zo vol zijn. Ik ga maar niet vissen, want we hebben zo veel eten bij ons. Onderweg ma-

ken we nasi en we eten voor het eerst rond half zes. Dat is lang geleden. Ondertussen varen we het rif binnen. Ook hier is weer een uitgestrekt gebied met riffen, mangrove-eilandjes en ondiep water. Terwijl we tussen de ondieptes varen ziet Marieke de rug van een manatee, een zeekoe. De Annalena is er al en Gerard roept ons op om te zeggen waar ze lig-gen. Ze hebben onderweg een grote vis gevangen, dus of we ook een stuk er van willen hebben ?!?

Natuurlijk, altijd lekker. We varen tussen de laatste ondiepten door en dan laten we ons anker vallen naast de Annalena.

De motor uit, lekker rustig. Het is onder-tussen half zeven geworden. Gerard komt in de dinghy zijn vangst laten zien. Het is een mooie ..... Gerard snijdt de vis van zijn graat en ik geef tactische aanwijzingen. Het karkas gaat over-

boord. We hebben allebei geen ambitie voor een bouillabaisse. Gerard gaat terug naar boord om de vis te bakken en wij gaan de kinderen. Naar bed brengen. Frederique wil nog even lezen. Ze is natuurlijk ook wat ouder. Als de kinderen in bed liggen, hang ik de motor achter de rubberboot. We gaan straks op de borrel bij Gerard en Rommy. We leggen Frederique uit wat de bedoeling is en hoe ze ons kan roepen. Ook het licht in de kuip laten we aan. Dit is echt de eerste keer dat we de kinderen in de avond alleen laten op de boot. Wat is dat raar. Fre-derique vindt het niet leuk, maar ook niet erg. Rond negen uur varen we naar de Annalena die 20 meter weg lig.. Gerard maakt heerlijke rumpunch. De hoeveelheid alcohol valt wel mee, er gaat namelijk ook vruchtensap in. Ze smaken prima en het is weer erg gezellig. Rond elf uur, denken we, en drie punches verder (sommige lijken wel een up-percut) gaan we terug naar onze boot. Wat een leuke avond.

Vrijdag 5 april

Het is heel rustig in de baai. De wind waait nog nauwelijks. Dat wordt wel anders over een uur. Kathelijn was om zes uur bij ons komen lig-gen en een half uur later kwam Frederique er ook bij. Ik ben ontsnapt naar de kuip. Nog even een scheepsjournaal verder aftypen. Een kwartier later staat Kathelijn naast me, aangekleed en wel. Ze is dus ook uit bed gekomen. Om zeven uur zijn ze alle drie uit bed. Frederi-que leest, zoals gewoonlijk, Kathelijn en Liedewij beginnen met de Barbies te spelen. Ik tik nog wat en om kwart over zeven gaat het wa-ter op voor koffie en om eitjes te koken. We ontbijten en daarna is het tijd voor school. Frederique rekent en de andere twee meisjes starten met taal. Als de kinderen een uur of drie school hebben gedaan gaan we naar de kant om het stadje te zien. Als we naar het dinghy dock zoeken zien we Gerard al staan. Zij hebben schipbreuk met de dinghy geleden omdat de brandstof op was. De rubberboot ligt tegen een stei-ger even verderop. Wij laten de meiden bij hetzelfde steiger uitstappen en dan vaar ik met Gerard naar de Annalena om brandstof te halen. Als we even later terug aan de wal zijn, gaan we naar de anderen. Dan lopen we gezamenlijk verder. Er is niet zoveel te zien. Er zijn veel kroegjes die in het weekeind we vol zullen zitten. Nu is het erg rustig. Gerard en Rommy gaan samen verder, en wij ook met ons gezin. We kopen nog een Puerto Ricaanse vlag, die hadden we nog niet. Dan gaan we terug naar de boot.

Als Marieke en ik de buitenboordmotor hebben opgetakeld ziet Marie-ke ineens de rubberboot weg waaien. Ik spring er achter aan en heb het laatste stukje touw. Dan terug zwemmen naar de boot. Dat valt te-gen, het waait namelijk 25 knopen. Ik zwem en zwem, de boot is nog geen drie meter weg, maar ik kom nauwelijks vooruit. Mijn slippers blij-ven ter nauwer nood aan mijn voeten hangen. Marieke komt te hulp en reikt, vanaf de zwem trap, haar been naar mij toe. Ik pak vast en dan ben ik zo bij de zwem trap. Marieke knoopt de rubberboot weer vast.

Net voor dat de rubberboot wegdreef zei ze nog dat we de rubberboot met een extra borglijntje vast zouden moe-ten zetten.

Er worden namelijk veel rubberboten verloren onderweg. Al nadruipend vraag ik wat ze nu precies hier mee bedoelde.

Gelukkig had ik alleen de portemonnee nog in mijn zak zitten. We ma-ken de boot weer verder klaar voor vertrek. Straks gaan we waar-schijnlijk nog wel wat rollen en stampen. Als het anker boven is varen we tussen de ondiepten en mangrove eilanden door naar buiten. Een-maal buiten het rif is het andere koek. Hoog aan de wind, 25 knopen wind en een korte zee van anderhalve meter hoog. We stampen een half uur en dan gaan we halve wind zeilen. Nu kunnen we weer wat snelheid maken en we zeilen in drie uur naar Boqueron, aan de west-kust van Puerto Rico. We gaan weer door een kleine opening in het rif. Dan varen we een hele grote baai in. Een half uur later laten we het anker weer vallen voor het stadje. Omdat we nog internet willen hebben, ga ik met Frederique en Kathe-lijn naar de kant. Bij de Club Nautico de Boqueron hebben ze internet. Daar drinken we dus een drankje. Als het op is lopen we nog een rondje door het stadje. Gek, vorige week reden we nog door dit stadje heen. We kijken nog wat rond. Het is echt een toeristisch geheel, maar wel gezellig. We lopen terug naar de rubberboot want dan kun-nen de kinderen op tijd naar bed. Marieke en ik proberen nog om in de kuip te blijven zitten, maar de muggen jagen ons toch naar binnen.

Zaterdag 6 april

Als we wakker worden in de baai van Bo-queron is het nog helemaal windstil. De hele baai, of in ieder geval een groot ge-deelte er van ligt er bij als een spiegel. Dat gaat niet lang duren, want iedere dag om negen uur begint het te waaien. In een half uur tijd neemt de wind dat toe tot een windkracht 4 a 5. De ochtend is een echte rommelochtend. We ruimen wat op,

ik doe een paar klusjes en loop de watermaker weer even na. De kin-deren doen school. Rekenen, taal en lezen. Voor je het weet is het weer twaalf uur. We proberen nog te skypen met onze ouders, maar niemand neemt op. Jammer want we willen ze graag zelf vertellen dat we naar Cu-ba gaan in plaats van Ile a Vache. Als de boot een beetje aan kant is en al wat voorbereid voor onze komende tocht van vier dagen, zien we de An-nalena aan komen varen. Zij laten hun anker in de buurt vallen dus daar zullen we straks weer even mee bij kletsen. We gaan de spullen pakken om naar de kant te gaan. We willen graag nog wat eten aan de kant, wie weet vinden we een kapper en we willen het stadje ook nog graag zien. Als we bijna weg zijn, bedenkt Marieke dat we nog niet uitgeklaard zijn. Oeioei het is maar goed dat ze er aan denkt. We pakken de papieren en we varen naar de Annalena. Zij hebben een AT&T telefoon voor hier. We gaan eens vragen of we die mogen lenen. Bij de Annalena aangekomen is dat dus bijna het eerste dat ik vraag. Gelukkig kunnen we de telefoon

gebruiken, dat scheelt een hoop gezoek naar een telefoon. De man die ik aan de lijn krijg zegt dat het niet uitmaakt of we uitklaren. We hebben toch een cruisingpermit. Dit is wel al te makkelijk. Maar hoe zit dat dan met het land waar je binnen-komt? Ja die kunnen wel naar de uitklaring vragen. Tja, maar hij kan weinig voor me doen. Het kantoor is gesloten.

Het beste is als ik een taxi naar het vliegveld pak en daar mijn papier-werk in orde maak. Nee wacht, hij heeft ook een telefoonnummer voor me. De man die ik daarna aan de lijn krijg snapt mijn verhaal en zegt dat je voor Cuba beter wel de uitklaring hebt. We gaan de uitklaring via de mail doen. Ik download het 1300 formulier, print het, vul het in, scan het en mail het naar deze aardige man. Hij geeft me zijn mailadres door en daar gaat het wat moeizaam. Ergens sluipt een fout in. Als wij hem even later mailen, komt er niets door. We bellen, proberen het opnieuw en na een kwartier vragen wij of hij ons geen mail kan sturen. Wij drukken op beantwoorden en sturen het formulier door. Na een kwartier hebben wij ons ondertekend en bestempeld document binnen. Even printen en dan…. Is het al vier uur in de middag. Het is goed dat we dit wel hebben gedaan, maar wat kost dat altijd een berg tijd. De kinderen zijn weer su-perzoet geweest. Die laten het maar over zich heen komen. We gaan naar de kant. We leggen de telefoon terug op de Annalena en dan varen we naar het dinghydock. We lopen even wat rond en wie zien we binnen het kwartier? Gerard en Rommy. We praten wat op straat terwijl de kin-deren in de lantarenpalen klimmen. Dan bedenken we dat er veel vijven voorbij zijn gekomen en dat we toe zijn aan een pilsje. We gaan zitten op een terrasje en we krijgen weer alle aandacht van de locals. Ze zijn goed gemutst maar dat komt misschien omdat ze er al wat langer zaten. We zitten even te praten en vooral Liedewij zit honderd uit te praten te-gen Rommy. Gerard denkt dat het een pottentent is.

Er zitten binnen alleen maar vrouwen. Als er een van de dames even met ons komt praten laat Gerard pardoes zijn bier omvallen. Echt drankmisbruik. Als de drankjes op zijn gaan we nog even shoppen en Gerard gaat waar-schijnlijk wat droogs aandoen. We lopen nog door het stadje op zoek naar goede slippers. Als we uitgeshopt zijn gaan we terug naar de boot. Het wordt tijd dat we ons gaan klaarma-ken voor vertrek. Bij de rubberboot valt het slot in het water. Om de een of andere reden hing hij open aan de kabel. Een grote plons en weg is hij.

Ik heb geen goede vervanger voor dit slot, dus ik ga straks terug met een magneet. We varen langs de Annalena en nemen afscheid van Rommy en Gerard. Hopelijk zien we ze nog op de Bahama’s of Ber-muda. Dan gaan we naar onze boot. Ik vaar nog even naar het stei-gertje met een magneet. Binnen een minuut heb ik het slot weer terug. Dan scheur ik terug naar boord. We hangen de buitenboordmotor aan de railing en de rubberboot gaat weer aan dek. Wat is die begroeid zeg. We zetten het eten op en dan kunnen we een half uurtje later eten. Na het eten gaan de kinderen achterin liggen slapen. Hun vaste plek op zee. Marieke en ik doen nog het een en ander en sturen nog wat mails weg. We hebben gelukkig vanmiddag kunnen skypen met Emmy en mijn vader en moeder. Opa Jan hebben we nu ook nog even aan de lijn gehad. Om tien uur halen we het anker er uit. We va-ren nog even naar de Annalena en met het schepnetje geven we kruidnagels over. Het is weer windstil dus we drijven even naast hun en zwaaien elkaar uit. Dan wenden wij de steven en zetten koers de baai uit. We varen tussen wat banken door en wat verborgen rotsen onderwater. Om twaalf uur zijn we overal vrij van en varen we door de Mona Pas-sage.

Tot slot: Proviand

Vanaf het moment van de eerste vertrekkersdag zijn we er mee bezig. Iedereen heeft het er over. Je moet hier inslaan want daar is niets te krijgen. Dus de luiken gingen open en de boot laadden we vol met blik-ken en pakken. Vanaf Frankrijk hebben we onze boot goed gevuld ge-houden. Zeg maar extra gevuld. Gelukkig hebben ze hier met het ont-werp rekening gehouden. We liggen echt diep, de waterlijn is een on-derwaterlijn, maar de boot loopt nog steeds even hard. Kwaliteit loont.

Toch is er overal eten te krijgen. Waar mensen wonen is voedsel. Ellen heeft dus gelijk dat je overal eten kunt kopen. De prijs varieert wel enorm, net als het assortiment. Kip en hamburgers zijn hier wel favoriet. Om niets te kort te komen op de ‘duurdere’ plaatsen sjouwen we regel-matig de boot weer helemaal vol. Dat drukt de kosten, maar het scheelt ook in tijd dat we niet steeds boodschappen moeten doen. Maar de ver-halen dat je in het Caribisch gebied niets kan krijgen, behalve op Marti-nique, is nogal overdreven. Andere hele goede plaatsen om proviand in te slaan zijn Trinidad, Guadaloupe, Sint Maarten en Puerto Rico.