Upload
mauricebv
View
221
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Waarom is FIM van belang?
• Betere keuzes maken / beslissingen nemen
• Meeste beslissingen van een ondernemer
hebben financiële consequenties
• Verantwoording afleggen naar:
- bank, financiers, aandeelhouders
- belastingdienst
- familie, partner
- personeel (OR)
- andere stake-holders
Opgave Schoenenwinkel
• Iemand heeft een schoenenwinkel in Apeldoorn.
• Zijn boekhouder / accountant heeft net de jaarrekening klaar.
• Hij vraagt om advies op basis van de jaarrekening.
Vraag: Welke infomatie/gegevens gaat u als adviseur
analyseren of uitzoeken?
Noem minimaal 5 aspecten.
Goederen en geldstromen par 1.6
I
N
K
O
O
P
V
E
R
K
O
O
P
PRIMAIRE
PROCES
LIQUIDE
MIDDELEN
VERMOGENSMARKT
Ondernemingsvormen par 1.7
Let op:
- VOF en huwelijkse voorwaarden
- AVA, RcB, RvC
- Fiscale zaken (VpB, LB, IB, Div.bel. etc.)
- Soorten B.V.’s (bijv. persoonlijke holding)
- ZZP en VAR t.o.v. loondienst
- Nieuwe wetgeving oprichting BV (artikel KvK)
N.B. basiskennis ondernemingsvormen is zelfstudie
Onderzoek starters CvO 2003
Hoogte startkapitaal
• 69% minder dan € 20.000,=
• 17% € 20.000,= tot € 40.000,=
• 14% meer dan € 40.000,=
Geslacht ondernemers:
• 76% man
• 24% vrouw
Vervolg CvO-onderzoek
Opleiding:
• 13% LBO
• 28% MBO
• 30% HBO
• 19% WO
• 11% overig
Eigendom:
• 75% enig eigenaar
• 24% meerdere eigenaren
Ondernemingsvormen
• Natuurlijke personen: emz, vof, cv, maatschap
• Rechtspersonen: BV, NV, coöperatieve vereniging
stichting, vereniging
Verdeling KAN-gebied starters:
66% emz
16% vof
15% BV
3% overig
Bron: onderzoek netwerken CvO 2003
Man-vrouw-firma
Mogelijkheden
• 1. Meewerken zonder vergoeding (fiscaal
wel meewerkaftrek)
• 2. Vof (man-vrouw vof) beide ondernemer
met diverse fiscale aftrekposten
Let op: huwelijkse voorwaarden !!
• 3. Reële beloning (komt weinig voor)
Vaak fiscaal M-V-vof meest aantrekkelijk
Overige onderwerpen B.V.’s
• Holdingconstructies
• Personnal holding
• Pensioen BV
• Management BV
• Consolidaties
Belastingen par 1.9
• Omzetbelasting (BTW)
• Inkomstenbelasting (IB)
• Vennootschapsbelasting (VPB)
• Loonbelasting (LB), premies
volksverzekeringen
• Overig (o.a. dividendbelasting)
2. Financiële verslaggeving
Functies:
- Beslissen
- Beheersing / sturing
- Verantwoording
Verschil emz/ vof met de BV
Publicatieplicht
Contante waardeberekening
Administratie
• Jaarrekening (financieel verslag)
1. Balans (bezit /schulden)
2. Winst- en verliesrekening (omzet-kosten-winst)
3. Kasstroomoverzicht (niet altijd aanwezig)
4. Toelichting
Basis: boekhouding / administratie met o.a.
- Kas-bank-giroboek
- Inkoopboek (facturen)
- Verkoopboek (facturen)
- Overige bewijs-/boekingsstukken
De balans
Waarvoor kunt u een balans gebruiken?
• bewaken liquiditeit
• ontwikkeling eigen vermogen
• bepalen waarde bedrijf
• ontdekken problemen (bijv. debiteuren, voorraad)
• buffer vaststellen (solvabiliteit, EV)
• t.b.v. berekening kengetallen
Voorbeeld Balans bloemenzaak “Klimop”
Activa Balans per 31-12-2006 Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Onroerend goed 231.074 Kapitaal 81.939
Inventaris 7.541 Vreemd vermogen lang
Vlottende activa Hypotheek A 36.302
Voorraad 8.505 Hypotheek B 78.958
Debiteuren 0 Lening K. de Jonge 29.496
Kas 3.505 Vreemd vermogen kort
Giro 4.758 Crediteuren 3.398
Nog te betalen BTW 1.740
Bank, rekening courant 23.550
255.383 255.383
KSO (kasstroomoverzicht). par 2.7
Omzet 400.000
Inkoopwaarde -/- 280.000
Brutowinstmarge 120.000 (30%)
Diverse kosten -/- 65.000
EBITDA 55.000
Afschrijvingen -/- 20.000
EBIT 35.000
Interestkosten -/- 10.000
Fiscaal resultaat 25.000
Waarop sturen als ondernemer?
• 1. Winst : Omzet -/- kosten = winst
• 2. Kasstroom : inkomsten -/- uitgaven
(ook: liquiditeit / cash flow)
• 3. Eigen vermogen (EV):
Begin EV + winst -/- privé-opnamen = eind EV
(bij Emz of vof)
Managementinformatie
Wie? Wat?
• Ondernemer Winst, omzet, rek. courant
• Aandeelhouder Rendement (dividend)
• Commissaris Ontwikkelingen, EV, strategie
• Medewerker Projectinformatie, omzet
• Partner Winst (privé-uitgaven), EV
• Fiscus Winst IB of Vpb
Loon LB, afdrachten
Kapitaalsvergelijking (link balans en W&V), par 3.2.
Eigen vermogen begin 5.000
Fiscaal resultaat(winst) 78.000
Privé opnamen -/- 38.000
Eigen vermogen eind 45.000
N.B. - op fiscale basis
- bij een levensvatbaar bedrijf zijn de privé-
opnamen zijn lager dan de winst
Bedrijfseconomisch resultaat (par 3.3)
Waarom?
- vergelijken van bedrijven, rekening houdend met:
- verschil in ondernemingsvorm (emz – BV)
- eigen vermogen / financieringsvorm
- bepalen verkoopbaarheid (en goodwill)
Probleem: vaak bij het kleinbedrijf:
Fiscaal resultaat voldoende voor privé, maar door veel eigen
vermogen en stille reserves (bijv. in onroerend goed)
bedrijfseconomisch negatief vaak onverkoopbaar!!
Economisch resultaat (ER)
• Basis: fiscale jaarrekening
• Let op ondernemingsvorm
• Voorbeeld Emz (eenmanszaak)
• Doel: “werkelijk” resultaat berekenen
• Nodig voor: - bepalen goodwill (bij verkoop)
- rentabiliteit vaststellen
- bedrijfsvergelijking
Gewaardeerd ondernemersloon (GOL)
• Voorbeeld HBO-er met veel relevante ervaring
• Basis: vergelijkbaar salaris in loondienst
• Maandsalaris bruto € 2.700,=
• Per jaar € 32.400,=
• Vakantiegeld 8% (afgerond) € 2.592,=
• Subtotaal € 34.992,=
• Werkgeverslasten (stelpost) € 5.008,=
• Gewaardeerd ondernemersloon € 40.000,=
• Zie ook extra theorie syllabus
Voorbeeld berekening ER
• Fiscaal resultaat 85
• Minus:
- gewaardeerd ondernemersloon -/- 40
- rente eigen vermogen (EV)
stel 10% over EV van € 100.000,= -/- 10
• (Bedrijf-) economisch resultaat 35
• Indicatie goodwill: 105 á 175
(factor 3, 4 of 5 maal bedrijfseconomisch resultaat
dit is een vuistregel, zie ook hoofdstuk 8 boek )
Nodig bij o.a. verkoop of omzetting in een BV
Aandachtspunten Economisch resultaat
• Stille reserves (overwaarde gebouwen)
• Winkeldochters (erg oude voorraad)
• Lijken in de kast (oude debiteuren, niet uit de balans blijkende
schulden, bijv. vuile grond)
• Bij BV verschil tussen reëel en werkelijk salaris
• Inzet familieleden (onbetaald, bijv. partner)
• Latente belastingverplichtingen (bijv. over stille reserves,
voorzieningen e.d.)
• Rente EV duidelijk hoger dan spaarrekening
4. Analyse van de financiële structuur
- Samenstelling activa
- Samenstelling EV en VV
- Rentabiliteit
- Liquiditeit
- Solvabiliteit
Vraag: Geef voor elk kengetal (volgende sheet) of het onder
een categorie van de bovenstaande 5 valt
Kengetallen FIM (voor examen januari 2008)
1 Omzetindex Omzetontwikkeling ten opzichte van een basisjaar (basisjaar = 100)
2 Brutowinstmarge Brutowinst / omzet x 100%
3 Omzet per fte Jaaromzet / aantal fte's
4 Brutowinst per fte Brutowinst / aantal fte's
5 Kosten van arbeid per fte Kosten van arbeid / aantal fte's
6 Bezettingsgraad Werkelijke productieomvang / beschikbare productiecapaciteit
7 Huur per m2 Huurkosten / aantal m2 BVO
8 Omzet per m2 VVO Jaaromzet / aantal m2 VVO
9 Rentabiliteit Resultaat / gemiddeld geïnvesteerd vermogen x 100%
10 Return on sales (ROS) Nettowinst voor belasting / jaaromzet
11 Current ratio Vlottende activa / vreemd vermogen kort
12 Quick ratio (Vlottende activa -/- voorraden) / vreemd vermogen kort
13 Solvabiliteit Eigen vermogen / totaal vermogen x 100%
14 Netto werkkapitaal Vlottende activa -/- vreemd vermogen kort
15 Cash flow Fiscaal resultaat na belasting + afschrijvingen
16 Omlooptijd voorraad Gemiddelde voorraad / inkoopwaarde van de omzet x 365 dagen
17 Debiteurentermijn Gemiddelde debiteurensaldo / jaaromzet x 365 dagen
18 Crediteurentermijn Gemiddelde crediteurensaldo / inkoopwaarde x 365 dagen
Kengetallen W&V
• Hulpmiddel bij de analyse (geen doel op zich)
• Handig bij vergelijkingen
• Geven ontwikkelingen goed weer
• Verhoudingsgetal
• Geeft relatieve positie van bedrijf
• Zie aparte lijst met kengetallen
• Wordt bij FIM-examen verstrekt!
Soorten kengetallen W&V (vooral detailhandel)
• Omzet per fte (kracht) = Omzet / fte (BTW!)
• Omzet per m² VVO en BVO (m.n. retail)
VVO = verkoopvloeroppervlak
BVO = bedrijfsvloeroppervlakte
• Huur per m² BVO (vergelijk met lokatie!)
• Return on sales: nettowinst / jaaromzet
(voor belasting)• Cashflow: Fiscaal resultaat na belasting + afschrijvingen
- Partiële en totale financiering
- Totale financiering
- Gouden balansregel
- Intensieve financiering
Vermindering vermogensbehoefte:
- Factoring
- Leasing
Financiering
Leasing
Operational lease
- opzegbaar
- geen balanspost
- leasetermijnen op W&V
Financial lease
- niet opzegbaar
- wel balanspost
- “huurder” economisch eigenaar
Rentabiliteit (par 4.6)
Let op:
- Gemiddeld vermogen nemen (indien mogelijk!)
- Hoger risico hogere rente
- Informal investors bijv. vaak 15 a 20%!!
- Voor FIM calculatie REV : 10%
- Hefboomwerking voor MKB vaak niet relevant
- omdat “schuiven” met EV en VV lastig is
- Voorbeelden: zie syllabus
Rentabiliteit
• Rentabiliteit: resultaat / gemiddeld geïnvesteerd
vermogen
• RTV = (winst + betaalde rente) / TV
• REV = winst / EV
• Norm: 10 à 15% (afhankelijk van risico’s)
• Let op:
- relatie privé (schuld–vermogen)
- mogelijke alternatieven (vaak erg beperkt)
- economisch resultaat (gewaardeerd loon)
Liquiditeit (par 4.7)
- Werkkapitaal
- Current ratio (norm ca. 1,1 a 1,5)
- Quick ratio (norm ca. 0,5 a 1,0)
Let op:
- Momentopname eind van het jaar!!
- Seizoenspatronen
- Stand en limiet rekening courant krediet
- Stille reserves (bijv. voorrraad)
Kengetallen balans liquiditeit-1
• CR = Current ratio = VLA / VVK
• CR geeft norm middellange termijn liquiditeit
• Norm: 1,1 – 1,5 (onder 1,0 mogelijk probleem)
• QR = quick ratio = (VLA-voorraden) / VVK
• QR geeft norm korte termijn liquiditeit
• Norm: 0,5 – 1,0 (onder 0,5 direct probleem!)
• Let op - samenstelling van de balansposten!
- limiet rekening courantkrediet
- branchekenmerken
Kengetallen balans liquiditeit-2
• Werkkapitaal: VLA – VVK
• Geen ratio maar absoluut bedrag
• Positief: CR > 1,0
• Negatief: CR < 1,0
• Geeft de financiële speelruimte aan
Verschil: inkomsten – uitgaven opbrengsten – kosten
• Van belang voor de liquiditeit: Kan het bedrijf
op tijd aan zijn betalingsverplichtingen voldoen?
Voorbeelden:
• Borg voor de huur: wel uitgaven, geen kosten
• Verkoopfactuur: wel omzet, geen inkomsten
• Betaling factuur: wel inkomsten, geen omzet
• Investeringen: wel uitgaven, geen kosten
• Afschrijvingen: wel kosten, geen uitgaven
Solvabiliteit (par 4.8)
- EV / TV x 100% (norm ca. 30%, Van Alphen 20% -
50%)
- Leencapaciteit:
mogelijkheid om nieuw VV aan te trekken
- Weerstandsvermogen
T.b.v. opvang verliezen en voorkomen faillissement
Kengetallen balans solvabiliteit
• Meest gebruikt: solvabiliteit = EV / TV x 100%
• Norm: circa 50% (andere auteurs geven ook 30% als norm)
• Let op:
- momentopname! (vaak alleen 31 december)
- waardering van de voorraad
- stille reserves (bijv. pand)
- verplichtingen die niet uit de balans blijken
- immateriële activa (bijv. goodwill)
- bij m.n. emz en vof: privé-vermogenssituatie !
H-5 Branche-analyse
Bronnen o.a.:
- RABO: cijfers en trends
- HBD: Hoofdbedrijfsschap Detailhandel
- HBA: Hoofdbedrijfsschap Ambachten
- Brancheorganisaties
- CBS: centraal bureau voor de statistiek
N.B. bij examen kan branche-info zijn toegevoegd
Zelfstudie: 5-krachten-model Porter (bekend uit de marketing)
Benchmarking
Let op:
- definities bij cijfers en kengetallen
- GOL en REV
- afwijkingen van gemiddelden of t.o.v. de beste scores
- verschil in ondernemingsvorm (emz/vof t.o.v. B.V.)
- stille reserves, bijv. in onroerend goed
- altijd bij een casus / bedrijf de kengetallen in samenhang
vergelijken met normen en andere bedrijven.
- benchmarking is hulpmiddel bij analyse en advies!
Vergelijkingsmodel
• Deze tabel kunt u gebruiken bij de analyses
KengetalNorm ofbranche
2005 2006 2007Conclusie++ + o - --
Solvabiliteit 50% (0,5)
Omzet per fte
Current ratio 1,1 – 1,5
Zelf andere kengetallentoevoegen !
Hoofdstuk 6 Inzicht in kosten en kostprijs
Begrippen
• Vaste kosten: niet afhankelijk van de omzetBijv. huur, verzekeringen, (meeste) personeel
• Variabele kosten: wel afhankelijk, bijv. inkoop
• Directe kosten: hebben op product of project betrekking
• Indirecte kosten: algemeen, overheadkosten
Aangifte BTW / omzetbelasting (par. 6.2)
• Omzet excl. BTW €
• A. BTW €
• Voorheffing:
• B. (aan u in rekening gebrachte BTW) - €
• Te betalen / te vorderen A-/- B) €
Aangifte vaak per kwartaal (soms maand / jaar)
Prijsopbouw o.a. (detail-)handel
BTW / Omzetbelasting
Brutowinst
Inkopen(variabele kosten!)
Ook: inkoopwaarde van de omzet
Omzet incl. BTW
Omzet excl. BTW
Bestemming brutowinst (BW)
• Voor:
1. Dekking overhead, vaste of bedrijfskosten
2. Winst (en dan ook privé-uitgaven)
3. Belasting (afhankelijk van de winst)
• Brutowinstmarge (BW%):
Brutowinst (excl. BTW!)
BW% = x 100%
Omzet (excl. BTW)
Voorbeeld brutowinstmarge
• Inkoop TV € 770,= (excl. BTW)
• Brutowinst € 345,=
• Verkoopprijs € 1.115,= (excl. BTW)
• BTW 19% € 212,85
• Verkoopprijs € 1.327,85 (incl. BTW)
• Brutowinstmarge : 345 / 1.115 x 100% = 31%
• Opslag : 1327,85 / 770,= ca. 1,7
Break evenpunt (par 6.4)
• Break-even-analyse
• BEP: Break even point
• Wanneer quitte spelen?
Vaste kosten
BEP = ---------------------------------------------
Prijs per eenheid -/- variabele kosten
• Bij emz / vof rekening houden met
noodzakelijke privé-opnamen!!
Voorbeeld BEP-berekening
• Vaste kosten 60.000
• Privé (dit is niet de GOL!) 30.000
• 90.000
• Brutowinstmarge 42%
• Omzet excl. BTW 214.286
• Omzet incl. BTW (19%) 255.000
• Omzet per week ca. 5.000
• Omzet per dag ca. 1.000
Investeringen - afschrijvingen
• Investering balanspost (excl. BTW)
• Factuur crediteur
• Betaling bank liquiditeitseffect
• Afschrijving jaarlijkse waardevermindering
• Afschrijving kosten (W&V)
• Afschrijving geen liquiditeitseffect
• Methode vaak lineair (jaarlijks%)
• Fiscus stelt eisen m.b.t. termijn
Bezettingsgraad (extra theorie syllabus !! en par 6.4)
• = Werkelijke productieomvang /
beschikbare productiecapaciteit
• Vooral bij adviesbureaus van belang
(uurtje-factuurtje bedrijven …)
• Let op:
- seizoenspatronen
- indirecte uren
- flexibiliteit personele bezetting
- norm declarabele uren
Selectiemethoden investeringen
• TP : terugverdienperiode
• GBR : rendementsmethode of de gemiddelde
boekhoudkundige rentabiliteit
• NCW : netto contante waarde
Liquiditeit
• Activa: vast of flexibel Netto werkkapitaal NWK = VLA -/- VVK
Wat zijn mogelijke oorzaken van
stijgend of dalend NWK?
• 1.
• 2.
• 3.
• 4.
• 5.
Liquiditeitsprognose (par. 7.7)
• Voor veel bedrijven is sturen op liquiditeitvan levensbelang (starter, snelle groeier)
• Let op:- seizoenspatronen- BTW (investeringen, aangifteperiode e.d)- offerte-traject- moment van facturering en betaling- gescheiden bankrekening zaak – privé
Debiteuren - crediteuren
• Bereken termijn in maanden, weken of dagen.
• Let op BTW (beide op balans incl. BTW!)
• Goed analyseren bij (sterke) groei /daling omzet
• Ouderdomstabel geeft nuttige info (per kwartaal/jaar)
• Let op: beleid m.b.t debiteuren
- aanmaningen
- incasso
- dossiervorming
Opdracht: bereken debiteurentermijn
• Omzet € 450.000,= in 2002
• Omzet € 725.000,= in 2003
• Contant 60%, op rekening, 40%
• BTW19%
• Balans debiteuren:
31-12-2001 € 60.000,=
31-12-2002 € 100.000,=
31-12-2003 € 180.000,=
• Welke conclusies trekt u?
Voorraad – inkoopwaarde
• Voor m.n. handelsbedrijven is de omlooptijd van de voorraad erg belangrijk:
= Gemiddelde voorraad / inkoopwaarde x 365 dagen
• OS-VRD = Omloopsnelheid van de voorraad
= kostprijs omzet / gem. voorraad
• Let op:
- waardering voorraad
- demodage / afwaardering oude voorraad
- brutowinstmarge (ontwikkeling)
Voorbeeld
• Inkoopwaarde (excl. BTW !) € 1.245.080,=
• Voorraad 1-1-2003 € 640.025,=
• Voorraad 31-12-2003 € 772.333,=
1.245.080
OS-VRD : ------------------------------ = 1,76
(640.025 + 772.333)/2
• Omlooptijd voorraad:
In dagen: 365 / 1,76 = 207 dagen (bijna 30 weken)
Voorraadbeheer
• Omlooptijd: in dagen
• Omzetsnelheid OS-VRD
Aantal keren per jaar dat de gemiddelde
voorraad wordt verkocht
Aandachtspunten liquiditeit korte termijn
• Salaris: mei vakantiegeld (evt 13’maand in dec.)
• Seizoenspatroon omzet (bijv. zomerdip)
• BTW: meestal maand 1-4-7-10
• Inkoopperiode (mode: voorinkopen)
• Aflossingen, rente: vaak vaste momenten
• Betalingstermijnen / debiteurenbeheer
• Productietijd (i.v.m. grondstoffen e.d.)
• Projecten (deelbetalingen op bepaalde momenten)
• Onderhanden werk (nog niet gefactureerd)
Aandachtspunten liquiditeit lange termijn
• Investeringen (mogelijk spreiden over jaren)
• Machines, auto’s (alternatief soms lease)
• Toekomstige verbouwingen, groot onderhoud
• Vervangings- en uitbreidingsinvesteringen
• Vaak afschrijvingen nodig voor aflossingen
• Ideaal: afschrijvingen gebruiken voor
vervangingsinvesteringen
Groei (par 8.1)
GroeiFinanciering
Intern Extern
Intern
-geleidelijk-uit eigen winst
- overname- met eigen geld
Extern
-geleidelijk- Via extra vreemd vermogen
- overname- via extra eigen of vreemd vermogen
Waardering
Methoden ondernemingswaardering:
1. Tegen boekwaarde (historische gegevens)
2. Actuele waarde (op dit moment)
3. Contante waarde geldstromen
4. Liquidatiewaarde (bij faillissement)
Goodwill: verschil aankoopwaarde en intrinsieke waarde
Verschil persoonlijke en zakelijke goodwill!
Hoofdstuk 9 Financiering in het MKB
• Lange termijn: (> 1 jaar)
- investeringen, vaste activa
- vaste delen vlottende activa (vrd, deb)
• Korte termijn: (< 1 jaar)
- om tijdelijke verschillen tussen
inkomsten en uitgaven op te vangen
- liquiditeitsprognose nodig
(meestal per maand)
Publicatieplicht (par 9.2.1)
• Criteria:
1. waarde activa
2. netto-omzet
3. Aantal werknemers
Zie boek tabel 9.1
Gouden financieringsregel
• VAA financieren met EV en LVV
• Beter nog:
Ook de vaste delen VLA met
EV en LVV financieren.
Bijvoorbeeld:
- vaste deel voorraad
- vaste deel debiteuren
Financieringsvormen
• Bijzondere vormen bij BV:
• Lening van DGA aan de BV
• Participatiemaatschappijen (venture capital)
• Informal capital
• Venture capital
• Uitgifte extra aandelen
Financieringsvormen - 2
Bijzondere vormen bij emz / vof:
• Borgstelling MKB-kredieten
• Lening durfkapitaal (oude tante Agaath)
• Leverancierskrediet
• BZ, Bijstandsbesluit Zelfstandigen
• Micro krediet (Maxima maakt zich er sterk voor)
• Let op stortingen / opnamen via privé
(bij BV aan meer regels gebonden)
Hoofdstuk 10: Presentatie en beoordeling financieringsaanvraag
Let op:
• Quick scan
• GOL (zie ook theorie syllabus)
• KSO: Kasstroomoverzicht
• Criteria bank
Beoordelingscriteria bank (par 10.3)
1. ONDERNEMER / onderneming
2. Rentabiliteit
3. Cash flow
4. Solvabiliteit
5. Zekerheden (berekeningen, zie case Action)
Investeringsbegroting, financieringsplan
• Vaak meerdere jaren
• Planning nodig i.v.m.
- financiering
- kosten (afschrijvingen, rente)
- liquiditeit
• Let op BTW
• Financiering met EV-VVL-VVK
Budgettering
• Soorten budgettering
1. Input : output vaak niet meetbaar
2. Output : bijv. percentage omzet of BW
3. Zerobase: alle bestedingen op nut beoordelen
• Begrotingsbasis:
- missie-visie-doelstellingen-strategie
- marketingplan met goed omzetprognose
- in geld en evt. ook hoeveelheden / aantallen
Organisaties voor advies aan starters
• 74% Kamer van Koophandel
• 63% Accountant / boekhouder
• 60% Belastingdienst
• 45% Banken
• 16% Branche- /beroepsorganisatie
• 11% Adviesorganisatie
• Overige < 6%
• Gemiddeld 3 organisaties per bedrijf
Bron: netwerkonderzoek CvO 2003