116
Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr. Torsten Feys; copromotor: prof. Dr. Jan Tolleneer Commissaris: Sven van Melkebeke Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar 2014-2015

Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse

gevalstudie

Yannick Collewaert

Promotor: prof. Dr. Torsten Feys; copromotor: prof. Dr. Jan Tolleneer

Commissaris: Sven van Melkebeke

Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis

Academiejaar 2014-2015

Page 2: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

2

Verklaring

De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie

beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen

van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk

te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie.

Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor(en).

Het auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het

onderwerp heeft benaderd en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het

oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende

documentatie, zoals tabellen en figuren. De auteur en de promotor(en) zijn niet

verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd

en beschreven zijn.

Page 3: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

3

Woord vooraf

Allereerst zou ik van de mogelijkheid gebruik willen maken om enkele mensen te bedanken

voor de hulp die ze mij geboden hebben gedurende het maken van deze masterproef.

Ten eerste wil ik mijn promotor, prof. Dr. Torsten Feys, van harte bedanken voor de tips die

hij me gegeven heeft en voor het bijsturen waar nodig. Daarnaast ook een dankwoord voor

de copromotor van deze masterproef, prof. Dr. Jan Tolleneer. Het vinden van een thema

voor deze scriptie liep niet van een leien dakje, maar dankzij zijn niet aflatende inspanningen

kwam ik uiteindelijk bij prof. Dr. Feys terecht om over het huidige onderwerp te schrijven.

Daarenboven bracht hij mij en mijn drie studiegenoten waardevolle kennis en vaardigheden

bij via de lessen ‘Sportgeschiedenis en vergelijkende lichamelijke opvoeding’ in het eerste

semester.

In dit werk werd gebruikt gemaakt van twee niet-geïnventariseerde archieven. Zonder hulp

zou de kans groot geweest zijn dat ik de weg in deze archieven kwijtraakte. Daarom wil ik

ook Filip Strubbe, medewerker van het Algemeen Rijksarchief, en Yves Van Ackeleyen,

supporter en duivel-doet-al bij Union Sint-Gillis, bedanken voor hun hulp bij deze lastige

taak.

Ten slotte zou ik zeker ook mijn ouders en mijn zus willen bedanken voor hun steun en hulp

gedurende het schrijfproces.

Page 4: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

4

Inhoudsopgave Verklaring ................................................................................................................................................ 2

Woord vooraf .......................................................................................................................................... 3

Overzicht van illustraties ......................................................................................................................... 6

1 Inleiding ........................................................................................................................................... 7

1.1 Probleemstelling en bronnen .................................................................................................. 8

1.2 Sport en integratie ................................................................................................................. 13

1.2.1 Definities ........................................................................................................................ 13

1.2.1.1 Migranten .................................................................................................................. 13

1.2.1.2 Integratie ................................................................................................................... 15

1.2.2 Helpt sport bij integratie van migranten? ..................................................................... 18

1.2.3 De rol van etnisch gescheiden clubs in de integratie van migranten ............................ 22

1.3 Migratie algemeen ................................................................................................................ 24

1.3.1 Migratie naar België ...................................................................................................... 24

1.3.2 Migratie naar en migranten in Brussel doorheen de geschiedenis............................... 28

1.3.3 Spaanse immigranten .................................................................................................... 32

1.3.4 Griekse immigranten ..................................................................................................... 33

1.3.5 Noord-Afrikaanse immigranten ..................................................................................... 33

1.3.6 Migratie en migranten in Brussel vandaag .................................................................... 33

2 Structurele integratie in sport ....................................................................................................... 36

2.1 Bronnen: Fiches KBVB ........................................................................................................... 36

2.2 Daring Club de Bruxelles........................................................................................................ 38

2.3 Royal Léopold Football Club .................................................................................................. 40

2.4 Royal Racing Club de Bruxelles/KFC Rhodienne .................................................................... 43

2.5 Union Sint-Gillis ..................................................................................................................... 45

2.6 Royal Uccle Sport ................................................................................................................... 50

2.7 Royal Sporting Club Anderlecht ............................................................................................. 51

2.8 Ixelles SC ................................................................................................................................ 54

2.9 White Star/Racing White/Racing White Daring Molenbeek (RWDM) .................................. 55

2.10 RCS Vorst ............................................................................................................................... 56

2.11 Royal Club Sportif de Schaerbeek / Royal Crossing Club de Schaerbeek/ KVVC Elewijt ....... 58

2.12 RCS Saint-Josse ...................................................................................................................... 61

2.13 Royal Union Sportive de Laeken/ Stade de Bruxelles ........................................................... 62

2.14 Crossing Ganshoren/Molenbeek ........................................................................................... 63

Page 5: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

5

2.15 KFC Strombeek ...................................................................................................................... 65

2.16 Woluwe SC ............................................................................................................................. 66

2.17 RUS de Schaerbeek / Crossing Schaerbeek ........................................................................... 67

2.18 Racing Club de Jette / Racing Jet de Bruxelles ...................................................................... 69

2.19 (White Star) Woluwe FC ........................................................................................................ 70

2.20 CS Racing Uccle ...................................................................................................................... 72

2.21 Ritterklub Jette ...................................................................................................................... 73

2.22 Tussentijdse conclusie ........................................................................................................... 75

3 Structurele integratie door sport .................................................................................................. 76

4 Sociaal-culturele integratie ........................................................................................................... 88

5 Sociaal-affectieve integratie .......................................................................................................... 93

5.1 Straatvoetbal ......................................................................................................................... 94

5.2 Etnisch gescheiden clubs in Brussel ...................................................................................... 98

6 Conclusie ..................................................................................................................................... 102

7 Bijlagen ........................................................................................................................................ 105

8 Bibliografie................................................................................................................................... 106

8.1 Onuitgegeven bronnen ....................................................................................................... 106

8.1.1 Brussel, Algemeen Rijksarchief .................................................................................... 106

8.1.1.1 Archief KBVB (niet geïnventariseerd) ...................................................................... 106

8.1.2 In privébezit van dhr. Yves van Ackeleyen .................................................................. 107

8.1.2.1 Archief Union Sint-Gillis (niet geïnventariseerd) ..................................................... 107

8.2 Boeken en monografieën .................................................................................................... 107

8.3 Artikels ................................................................................................................................. 108

8.4 Websites en online artikels ................................................................................................. 110

8.5 Televisieprogramma’s ......................................................................................................... 116

Page 6: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

6

Overzicht van illustraties

Afbeelding 1: Schema van Loobuyck, p. 15

Afbeelding 2: Schema van De Knop en Elling over sociale integratie, p. 17

Afbeelding 3: Schema van Engbersen en Gabriëls over sociale integratie, p. 18

Afbeelding 4: Grafiek migratiebewegingen in België van 1948-2004, p. 24

Afbeelding 5: Tabel over migranten in Brussel, p. 29

Afbeelding 6: Evolutie van de vreemde bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

p. 31

Afbeelding 7: Grafiek over inwoners met vreemde nationaliteit, p. 34

Afbeelding 8: Tabel en grafiek over inwoners van vreemde herkomst in België, p. 35

Afbeelding 9: Grafiek van de verdeling van de leeftijd van migranten bij Daring Club de

Bruxelles (1963-1974), p. 40

Afbeelding 10: Grafiek van de leeftijdsstructuur van migranten bij Léopold Club (1907-1983),

p. 42

Afbeelding 11: Grafiek van de leeftijdsstructuur van personen van buitenlandse origine bij

Union Sint-Gillis (1907-1983), p. 48

Afbeelding 12: Grafiek van de leeftijdsstructuur van de personen van vreemde herkomst bij

RSC Anderlecht (1959-1984), p. 53

Afbeelding 13: Grafiek van de verdeling van de leeftijd van leden met een buitenlandse

origine bij RCS Vorst (1964-1981), p. 58

Afbeelding 14: André “Assassin” Assaka (onder, midden) en Max Mayunga (onder, 2de van

rechts) op de ploegfoto met Daring Club de Bruxelles, p. 77

Page 7: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

7

1 Inleiding

“België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons!” Met deze gevleugelde

woorden parodieerde Rode Duivels-aanvoerder Vincent Kompany de overwinningsspeech

van Bart De Wever na de verkiezingen van mei 20141. Daarmee verwees hij naar de

verbindende kracht waarover onze nationale voetbalploeg beschikt. Sport in het algemeen

wordt vaak beschouwd als een ideaal middel om meer cohesie in de samenleving te

brengen, mede en zelfs vooral door beleidsmakers2. Over de werkelijke impact van sport op

sociale integratie bestaat onder academici behoorlijk wat discussie3. Migratie, discriminatie

en racisme zijn enkele onderwerpen die in de huidige samenleving druk besproken worden.

In België heeft vooral Brussel het imago van een sterk multiculturele stad. Helaas kan niet

iedereen even goed overweg met de multiculturele samenleving zoals die vandaag bestaat,

ook niet in het voetbal. Er zijn de laatste jaren dan ook enkele keren rellen ontstaan. Zo

kwamen supporters van Club Brugge dit jaar nog onzacht in aanraking met de aanhang van

het Turkse Besiktas. Zowel politie als politici waren ervan overtuigd dat het motief van de

Clubsupporters racistisch was4. De ironie wil dat Club Brugge net voor deze wedstrijden

tegen Besiktas als eerste club ooit met de boodschap ‘No To Racism’ vooraan op de truitjes

speelde5. Hieruit bleek meteen dat er een groot verschil is tussen het officiële discours van

een club en het gedrag van haar supporters.

De multiculturele samenleving zorgt dus nog geregeld voor problemen. Sport zou er volgens

sommige academici en politici voor kunnen zorgen dat deze problemen in de toekomst

verleden tijd zijn of toch minder vaak zouden voorkomen. Ook sporters zelf lijken hiervan

steeds meer overtuigd. Zo kocht diezelfde Vincent Kompany vorig jaar een voetbalclub op

1 Het Nieuwsblad, Kompany: 'België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons!, in:

<http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20121016_128>, geraadpleegd op 17.12.2014 2 M. Theeboom , H. Schaillée & Z. Nols, « Social capital development among ethnic minorities in mixed and

separate sport clubs », in : International Journal of Sport Policy and Politics, 4 (2012), 1, pp. 8-9 ; 3 Ibidem, pp. 1-2; P. De Knop, A. Elling & A. Knoppers, “The Social Integrative Meaning of Sport: A Critical and

Comparative Analysis of Policy and Practice in the Netherlands”, in: Sociology of Sport Journal, 18 (2001), p. 415 4 T. Lescrauwaet, Brugse korpschef: ‘Club-supporters gingen als primaten tekeer’, in: <

http://www.standaard.be/cnt/dmf20150314_01579600>, geraadpleegd op 22.05.2015 5 Club Brugge, Club zorgt voor Europese primeur: ‘No To Racism’ op de borst tegen Besiktas, in: <

http://clubbrugge.be/nl/foundation/nieuws/19865/club-zorgt-voor-europese-primeur-no-to-racism-op-de-borst-tegen-besiktas?category=clubnieuws>, geraadpleegd op 22.05.2015

Page 8: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

8

om ze te hervormen tot een sportief en sociaal project6. Deze club heeft een “social

manager” die zich enkel en alleen met het sociale bezighoudt. De medewerkers van BX

Brussels zien de club zelfs eerder als een sociale onderneming, waarbij de sportieve

resultaten minder van belang zijn7. Het feit dat zo’n project opgestart werd, toont aan dat er

in Brussel nog steeds nood is aan meer sociale integratie (zowel van etnische als sociaal

zwakkere groepen). Die nood zal er wellicht altijd blijven, aangezien migratie en

multiculturaliteit nog moeilijk weg te denken zijn uit onze samenleving. Velen vinden sport,

en meer bepaald voetbal, daarvoor blijkbaar een geschikt middel. Opvallend is dat Kompany

een zoon is van een Congolese vader8. Hij kon dus zelf via het voetbal integreren en

opklimmen. De opbrengsten van zijn carrière in het voetbal investeert hij nu dus deels in een

project om andere jongeren met buitenlandse origine dezelfde kans te geven.

1.1 Probleemstelling en bronnen

In dit werk zal gefocust worden op de integratie van mensen van allochtone afkomst binnen

Brusselse voetbalclubs. Bij onze analyse zal gebruik gemaakt worden van een geschikt

analytisch model van De Knop en Elling9. Zij maken een onderscheid tussen structurele,

sociaal-culturele en sociaal-affectieve integratie. Structurele integratie omvat de participatie

van personen met buitenlandse origine binnen een samenleving in het algemeen en in de

sport in het bijzonder. Enkele vragen die aan bod zullen komen, zijn: Wanneer sloten de

eerste immigranten zich aan bij Brusselse voetbalclubs? Hoe evolueerde het aantal

aansluitingen doorheen de tijd? Tot welke leeftijdscategorie behoorden de meeste

aangeslotenen van buitenlandse origine? Deze vragen zullen in de mate van het mogelijke

beantwoord worden met behulp van het archief van de Koninklijke Belgische Voetbalbond

(KBVB). Dat werd onlangs overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief en bevat volgens de

catalogus de ideale bronnen om clubgeschiedenissen te reconstrueren. Zo bevat het archief

6 Anoniem, BX Brussels stelt zich voor: 'We spelen een beetje overal', in:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/bx-brussels-stelt-zich-voor-we-spelen-een-beetje-overal>, geraadpleegd op 17.12.2014 7 Anoniem, Social Manager BX Brussels: 'We hopen op vaste stek', in:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/social-manager-bx-brussels-we-hopen-op-vaste-stek>, geraadpleegd op 17.12.2014 8 K. De Ryck en C. Vandenabeele, Zwarte Duivels, in: <http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2010/34/5EdLzSnuFoVj5s5YV%252FcQ3ahSmgqUqqVOWlWX3X8SrJjUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2560883.PDF>, geraadpleegd op 20.3.2015 9 P. De Knop & A. Elling, Gelijkheid van kansen en sport, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2000, pp. 9-24

Page 9: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

9

statuten van de clubs, aansluitingsgegevens, spelersfiches (tot 1984) en alle uitgaves van

Sportleven (de officiële publicatie van de KBVB, met wedstrijduitslagen, schorsingen, etc.)10.

Daarnaast leek het archief van de club Union Sint-Gillis zeer interessant om specifiek rond

deze club te werken. Dit archief beschikt over statuten, ledenlijsten, spelersfiches en -

dossiers, etc. Het probleem bij raadpleging van dit archief was echter dat het noch

geïnventariseerd noch in een archief gedeponeerd is. De verzameling van de archieven is

immers het werk van twee supporters die geen archivalische opleiding genoten hebben11.

Hoewel Yves van Ackelyen zich zeer behulpzaam en bereidwillig tot medewerking toonde,

bleef het aandeel van het archief dat gebruikt kon worden toch zeer beperkt. Het bleek

simpelweg niet mogelijk om in het ongeordende archief voldoende bruikbaar materiaal te

vinden. Toch werden er enkele dossiers gebruikt in dit onderzoek, met name om de

structurele integratie door sport te onderzoeken. De situatie van het archief van Union Sint-

Gillis is uitzonderlijk en tegelijk toch typerend voor de toestand van het sporterfgoed in

België. Vaak wordt er te weinig aandacht besteed aan de archieven van clubs en

verenigingen en gaan daardoor zeer waardevolle stukken verloren. Daarom besteedt

Archiefbank Vlaanderen sinds kort meer aandacht aan het verzamelen en inventariseren van

sportarchieven en –erfgoed12. Het archief van Union bestaat dan weer wel nog, maar er

wordt zo weinig zorg voor gedragen dat het nauwelijks bruikbaar is. De club zelf heeft er

weinig interesse in en indien de twee supporters zich niet zouden bekommeren om het

archief zouden ook deze waardevolle stukken verloren gaan.

Een tweede dimensie van integratie, de sociaal-culturele integratie, omvat de acceptatie van

migranten in de sport. Om dit te onderzoeken kunnen onder meer kranten- en

tijdschriftartikels en interviews gebruikt worden waarin spelers hierover getuigen. Ten slotte

zien De Knop en Elling een derde vorm van integratie in en door sport in de sociaal-

affectieve integratie. Waar de eerste dimensie eerder institutioneel was en de tweede te

maken had met acceptatie door anderen, draait deze derde dimensie van integratie om de

persoonlijke gevoelens van de spelers. Vormen er zich vriendschappen via de sport?

10

G. Elaut, Goaaal! Een eeuw Belgisch voetbal, in: <http://goaaal.arch.be/docs/catalogus_goaaal_een_eeuw_belgisch_voetbal.pdf>, geraadpleegd op 17.12.2014 11

Y. Van Ackeleyen & F. Basano, « Les archives de l’Union Saint-Gilloise », in : Archives et bibliothèques de Belgique, 79 (2008), pp. 69-80 12

Archiefbank Vlaanderen, Sporterfgoed gezocht, in: http://www.archiefbank.be/?q=node/372, geraadpleegd op 22.05.2015

Page 10: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

10

Genieten de geïmmigreerde personen dankzij het voetbal ook daarbuiten bepaalde

voordelen? Ook hier werd vooral gebruik gemaakt van tijdschriftartikels en interviews.

Verder kan om deze vorm van integratie te bestuderen de theorie van het “sociaal kapitaal”

van Putnam gebruikt worden. Putnam stelt dat sociale netwerken waarde hebben, net als

andere vormen van kapitaal. Ook sportclubs kunnen ervoor zorgen dat mensen sociaal

kapitaal opbouwen en zo beter in de samenleving geïntegreerd worden13. Het belang van de

theorie van Putnam is dat ze een kader biedt waarin kan bestudeerd worden hoe mensen

binnen verenigingen en clubs banden en sociale netwerken opbouwen. Deze theorie wordt

onder meer vaak gebruikt in artikels die het verschil tussen gemengde en etnisch gescheiden

sportclubs onderzoeken14. Deze laatste vorm van clubs zien we ook in Brussel verschijnen

(zie bijvoorbeeld F.C. Kosova Schaerbeek15 en F.C. Irlande Auderghem16). De oprichting

ervan levert enkele vragen op. Vanaf wanneer zien we dit soort aparte clubs verschijnen?

Waarom worden deze clubs opgericht? En hoe verhouden ze zich ten opzichte van

gemengde clubs op het vlak van integratie(mogelijkheden)? Over dit onderwerp is vooral

sociologisch onderzoek gevoerd (cf. supra), de historische component bleef tot nu toe wat

onderbelicht. Ten derde moet in het achterhoofd gehouden worden dat clubvoetbal alleen

niet het hele voetbalgebeuren in en rond Brussel omvat. Vaak beginnen jongeren in de

hoofdstad niet te voetballen in clubverband, maar eerder informeel op pleintjes en op

straat. De banden die daar ontstaan blijken vaak zeer sterk. Ook hierop kan de theorie van

sociaal kapitaal toegepast worden. Daarnaast bestaan er veel kranten- en tijdschriftartikels

die hierover berichten17.

Naast de problemen en maatschappelijke discussies die de multiculturele samenleving

oplevert, kent men in Brussel natuurlijk ook de taalproblematiek. Hoe ging men daarmee om

in voetbalclubs? Zijn er eventueel evoluties te zien, en zo ja, vertonen zij gelijkenissen met

politieke evoluties in België (federalisering, staatshervormingen, etc.)?

13

R. Putnam, Bowling Alone. The Collapse and Revival of American Community. New York, Simon and Schuster, 2000, p. 19 & 109-115 14

M. Theeboom, H. Schaillée & Z. Nols, art. cit., pp. 1-21 ; J. Janssens and P. Verweel, “The significance of sports clubs within multicultural society. On the accumulation of social capital by migrants in culturally “mixed” and “separate” sports clubs », in : European Journal for Sport and Society, 11 (2014), 1, pp. 35-58 15

Anoniem, FC Kosova Schaerbeek, in: < http://www.fckosova.be/>, geraadpleegd op 17.12.2014 16

Anoniem, FC Irlande, in: < http://fcirlande.org/front/>, geraadpleegd op 17.12.2014 17

Vooral Sport/Voetbalmagazine blijkt hierin bijzonder productief te zijn (cf. bibliografie)

Page 11: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

11

Aan de hand van dit model zullen de drie dimensies van integratie (structurele, sociaal-

culturele en sociaal-affectieve) besproken worden vanuit een historisch oogpunt en met de

focus op Brussel. Zoals gezegd werden tot nu toe vooral de mogelijkheden van sport als

integratiemiddel vanuit sociologisch oogpunt bestudeerd. Onderzoeken als die van De Knop

en Elling en eerdere onderzoeken die De Knop met enkele andere collega’s uitgevoerd heeft,

hadden als doel de mogelijke rol van sport in de sociale integratie te onderzoeken en

eventuele beleidsaanbevelingen te geven18. Andere onderzoeken gebruikten de theorie van

sociaal kapitaal om de effecten van gemengde en etnisch gescheiden clubs op de integratie

van migranten te vergelijken19. Ook op internationaal vlak zijn het vooral sociologen die over

dit onderwerp geschreven hebben20. Onderzoeken met een historische invalshoek zijn vrij

beperkt. In Duitsland werden wel enkele onderzoeken gedaan in de sportgeschiedenis21 en

in België besteedt Tolleneer geregeld aandacht aan hoe sport integratie van maatschappelijk

zwakkere groepen bevorderd heeft vanuit een historische invalshoek22. Toch zijn ook dit

vaak algemene studies die vooral op zoek gaan naar de mogelijkheden die sport kan bieden

of in het verleden geboden heeft. In de migratiegeschiedenis en andere studies rond

migratie wordt sport niet vaak besproken als eventuele integrerende factor. Onderzoeken

als die van Morelli23, Swyngedouw, Phalet en Deschouwer24 en Swyngedouw, Delwit en

18

P. De Knop & A. Elling, op. cit., 96 p. ; P. De Knop, K. De Martelaer, M. Theeboom e.a., Sport als integratie voor migrantenjongeren, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 1994, 60 p. 19

J. Janssens en P. Verweel, “The significance of sports clubs within multicultural society. On the accumulation of social capital by migrants in culturally "mixed" and "separate" sports clubs”, in: European Journal for Sport and Society, 11 (2014), 1, pp. 35-58; M. Theeboom, H. Schaillée en Z. Nols, art. cit., pp. 1-21 20

J. H. Frey en D. Eitzen, “Sport and Society”, in: Annual Review of Sociology, 17 (1991) , pp. 503-522; R. Vilhjalmsson en T. Thorlindsson, “The Integrative and Physiological Effects of Sport Participation: A Study of Adolescents”, in: The Sociological Quarterly, 33 (1992), 4, pp. 637-647; A. Trémoulinas, « Sport et relations raciales. Le cas des sports américains », in : Revue française de sociologie, 49 (2008), 1, pp. 169-196 ; Ø. Seippel, « Sport and Social Capital », in : Acta Sociologica, 49 (2006), 2, pp. 169-183 21

D. Blecking, “Sport and Immigration in Germany”, in: International Journal of the History of Sport, 25 (2008), 8, pp. 955-973.; M. Kruger, “The History of German Sports Clubs: Between Integration and Emigration”, in: International Journal of the History of Sport, 30 (2013), 14, pp. 1586-1603 22

J. Tolleneer, “Sport als bruggenhoofd: in het complexe veld van sociale verandering is sport een actieve speler”, in: Karakter: Tijdschrift van Wetenschap, 13 (2006), pp. 25-27; J. Tolleneer, B. Vanreusel en R. Renson, “Kansen in de sport. Herbronning en hertekening”, in: B. Pattyn, B. Raymaekers et. Al., (eds.), Wegen van hoop. Universitaire perspectieven. Bundel aangeboden aan Rector Roger Dillemans, Leuven, Universitaire Pers Leuven, pp. 395-411 23

A. Morelli (red.), Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de prehistorie tot nu, Leuven, Kritak, 1993, 340 p. 24

M. Swyngedouw, K. Phalet en K. Deschouwer (red.), Minderheden in Brussel. Sociopolitieke houdingen en gedragingen, Brussel VUBPress, 199, 285 p.

Page 12: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

12

Rea25 reppen met geen woord over sport. Dit onderzoek kan een aanvulling zijn op deze

studies door de twee disciplines te combineren en na te gaan hoe sport, en meer bepaald

voetbal, in Brussel in de laatste decennia al dan niet geleid heeft tot integratie van

migranten. De stad Brussel is een interessante case study, aangezien ze als hoofdstad van

Europa veel migranten aantrok en nog steeds aantrekt. Bovendien kent Brussel een aantal

voetbalclubs met een lange geschiedenis en een groot palmares. Volgens mij kan een

gevalstudie van deze stad dan ook dienen als voorbeeld voor andere steden, waar migranten

in mindere getale aanwezig zijn. In deze studie komen enkele andere Belgische steden,

omwille van het occasionele gebrek aan bronnenmateriaal in verband met Brussel, trouwens

al aan bod. De periode die in deze studie aan bod zal komen, loopt vanaf het einde van de

Tweede Wereldoorlog tot en met de zeer recente geschiedenis, met hier en daar nog enkele

kleine uitschieters naar tijdstippen vóór (interbellum) en na (de huidige situatie) de

extremen van deze afbakening. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de migratie naar België

voor het eerst echt massaal op gang, waardoor dit een geschikt beginpunt is voor de

afbakening in de tijd. Een eindpunt is moeilijker te bepalen, maar er werd gekozen om zo ver

mogelijk in de tijd door te gaan, zodat een zo volledig mogelijk overzicht mogelijk was.

25

M. Swyngedouw, P. Delwit en A. Rea (red.), Culturele diversiteit en samenleven in Brussel en België, Leuven, Acco, 2005, 229 p.

Page 13: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

13

1.2 Sport en integratie

1.2.1 Definities

In een onderzoek dat gaat over de rol die voetbalclubs spelen of speelden in de integratie

van migranten of mensen met vreemde origine is het natuurlijk nodig om eerst een aantal

begrippen duidelijker af te bakenen. Vaak bestaat er immers discussie over termen als

‘migranten’, ‘allochtonen’ en ‘integratie’, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de

bredere samenleving, de media, etc. Daarom zullen hierna de termen ‘migranten’ en

‘integratie’ van naderbij bekeken worden.

1.2.1.1 Migranten

Aan de Vrije Universiteit Brussel werden al enkele onderzoeken gevoerd in verband met dit

thema. Deze vertrokken echter vanuit een sociologisch kader en richtten zich vooral op het

formuleren van beleidsaanbevelingen. Deze onderzoeken bevatten echter wel interessante

pogingen tot het formuleren van een definitie van de term ‘migranten’. De Knop, De

Martelaer, Theeboom e.a. geven de volgende definitie: “Migranten zijn buitenlanders die in

het kader van de bilaterale akkoorden tussen België en de respectieve landen van herkomst

naar België zijn gekomen om er arbeid te verrichten. Het zijn mensen met een andere socio-

culturele herkomst, bij wie zich vaak een problematiek van maatschappelijke achterstelling

voordoet.26”. Daarnaast hanteren ze een specifieke definitie voor migrantenjongeren: “[…]

jongeren die voor de immigratiestop van 1974 samen met hun ouders emigreerden, ofwel

jongeren die in het kader van de gezinshereniging naar België zijn gekomen […] ook jongeren

die in België uit migranten geboren zijn.27”. Deze definities zijn echter vrij beperkt. Er was

immers ook al migratie naar België vóór het afsluiten van de bilaterale akkoorden en toen

die akkoorden afgesloten waren, kwamen er ook veel migranten buiten die officiële

kaders28. Enkele jaren later was De Knop al veel voorzichtiger geworden in het duidelijk

afbakenen van bepaalde groepen in de samenleving. In een nieuw rapport schreef hij toen

het volgende:

“Wij zullen in dit rapport afzien van nauwkeurig omschreven definities en

classificaties van de verschillende achterstandsgroepen, vanwege de complexiteit van

26

P. De Knop, K. De Martelaer, M. Theeboom e.a., op. cit., p. 11 27

Ibidem, p. 11 28

A. Morelli (red.), op. cit., passim

Page 14: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

14

een dergelijke onderneming. Binnen het doelgroepenbeleid is er sprake van een

differentiatieproces, waarbij steeds meer oog is voor de heterogeniteit binnen de

doelgroepen zelf. […]Kortom, dé vrouw, dé gehandicapte, dé allochtoon of dé

homoseksueel bestaan niet. Belangrijk hierbij is tevens de constatering dat het niet

alleen gaat om een objectieve toekenning van een persoon tot een bepaalde

categorie of doelgroep. Enerzijds gaat het om hoe bepaalde mensen door anderen

worden gezien en anderzijds spelen ook de eigen belevingen van de persoon in

kwestie hierbij een rol. De mate waarin bijvoorbeeld etniciteit, validiteit of sekse

betekenis verleent aan het construeren en beleven van een sociale identiteit is voor

ieder persoon verschillend.29”.

Hieruit blijkt dat het niet zo eenvoudig is om een goede definitie te formuleren, en dat het

‘migrant zijn’ slechts een (klein) deel van de identiteit van een persoon uitmaakt. Er zijn dan

ook veel verschillende definities te bedenken. Morelli e.a. gebruiken bijvoorbeeld als

aanknopingspunt “al diegenen die van elders gekomen zijn en waarvan de nakomelingen

zonder enige twijfel het merendeel van de huidige bevolking van ons land uitmaken30”.Dit is

een veel ruimere definitie, die niet enkel de migranten omvat die in het kader van de

bilaterale akkoorden gekomen zijn, maar werkelijk iedereen die ergens een oorsprong in het

buitenland heeft. Voor dit onderzoek was het belangrijk om een afbakening te vormen,

aangezien tijdens het archiefwerk beslist moest worden hoe en wie geselecteerd zou

worden. Aangezien in de archieven van de KBVB geen melding werd gemaakt van de

geboorteplaats van de aangeslotenen van een club, kon er enkel en alleen gebruik gemaakt

worden van de familienamen om af te leiden of een persoon van vreemde origine was.

Wanneer er in dit onderzoek verwezen wordt naar ‘migranten’ of ‘personen van vreemde

origine’, worden niet enkel degenen bedoeld die naar België migreerden in het kader van

bilaterale akkoorden. Ook hun kinderen, die misschien zelf in België geboren zijn, worden

meegerekend. Bovendien kunnen ook vluchtelingen in aanmerking komen voor ons

onderzoek. In dat opzicht toont deze afbakening grote overeenkomsten met de definitie die

Morelli gebruikte, met dat verschil dat de nadruk vooral zal liggen op de personen en

groepen die na de Tweede Wereldoorlog naar België kwamen. De definitie die hier gebruikt

29

P. De Knop & A. Elling, op. cit., p. 11 30

A. Morelli (red.), op. cit., p. 12

Page 15: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

15

wordt, houdt dus ongeveer het midden tussen de beide definities die hierboven vermeld

werden.

1.2.1.2 Integratie

Om integratie te kunnen bestuderen, moeten we ook hiervan een duidelijk concept vormen.

Integratie is slechts één optie die migranten hebben wanneer ze in een nieuwe omgeving

terechtkomen. Loobuyck onderscheidde vier vormen van aanpassing: integratie, assimilatie,

segregatie en marginalisering. Dat deed hij op basis van twee criteria: enerzijds de mate van

contact met de ontvangende samenleving, anderzijds het behoud van de eigen cultuur31.

Afbeelding 1: Schema van Loobuyck32

De meeste landen zijn het erover eens dat beleidsmatig integratie de beste optie is.

Integratie kan dan omschreven worden als “participatie aan de samenleving zonder als

gemeenschap apart te worden gesteld (segregatie) en zonder verplichte doorgedreven

conformering aan de socio-culturele kenmerken van de meerderheid (assimilatie)33”.

Engbersen en Gabriëls definiëren sociale integratie dan weer als een proces waarin “van

diverse sociale eenheden een eenheid is of wordt gesmeed, en wel zo dat individuen op een

volwaardige wijze deel kunnen uitmaken van deze eenheden34”. Om dit doel te bereiken is de

medewerking van alle groepen in de maatschappij vereist. Zowel de migranten als de

31

P. Loobuyck, Multicultureel burgerschap. Voorbij integratie, assimilatie, segregatie en marginalisatie, in: <http://www.cie.ugent.be/CIE/loobuyck2.htm>, geraadpleegd op 13.05.2015 32

P. Loobuyck, Multicultureel burgerschap. Voorbij integratie, assimilatie, segregatie en marginalisatie, in: <http://www.cie.ugent.be/CIE/loobuyck2.htm>, geraadpleegd op 13.05.2015 33

P. Loobuyck, Multicultureel burgerschap. Voorbij integratie, assimilatie, segregatie en marginalisatie, in: <http://www.cie.ugent.be/CIE/loobuyck2.htm>, geraadpleegd op 13.05.2015 34

G. Engbersen en R. Gabriëls (red.), Sferen van integratie. Naar een gedifferentieerd allochtonenbeleid, Boom, Meppel, 1995, p. 19

Page 16: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

16

ontvangende samenleving moeten dus openstaan voor integratie om het te kunnen laten

slagen35.

Omdat integratie in het beleid als ideaal vooropgesteld wordt, zal op dit concept gefocust

worden in dit onderzoek. Zoals reeds beschreven onderscheiden De Knop en Elling

verschillende dimensies van integratie. Zij zien drie dimensies van integratie in en door

sport. Ten eerste beschrijven ze de structurele integratie. Deze draait vooral om het principe

van gelijke kansen. De sport moet voor iedereen in gelijke mate toegankelijk zijn. De

structurele integratie wordt nog onderverdeeld in vijf subcategorieën: formele,

competitieve, organisatorische, directe (of participatorische) en omgekeerde integratie. In

dit onderzoek zal vooral gefocust worden op de directe vorm van structurele integratie, die

inhoudt “dat individuen van bepaalde achterstandsgroepen binnen ‘regulier’ verband

meedoen aan training en sportwedstrijden, waarbij alleen categorieën bestaan die

gebaseerd zijn op wedstrijdintrinsieke principes36”. De auteurs bekijken niet enkel integratie

in de sport (met andere woorden, participeren migranten in min of meer gelijke mate aan

sport, of krijgen ze daar ten minste de kans toe), maar ook integratie door sport. Sport kan

volgens hen namelijk ook minderheden helpen om in de bredere maatschappij meer kansen

te verwerven. Zo zouden ze via (contacten gelegd tijdens) hun sportieve activiteiten

bijvoorbeeld aan huisvesting of werk kunnen geraken. De tweede dimensie van integratie

die besproken wordt, is de sociaal-culturele integratie. Hierbij staat vooral de beeldvorming

van migranten in de sport centraal. Verschillen in waarden en normen die meer

gerespecteerd worden, kunnen wijzen op een grotere sociaal-culturele integratie. Ook hier

geldt er een onderverdeling in integratie in (acceptatie van migranten op het sportveld) en

integratie door sport (integratie van migranten buiten de sport, maar wel met dank aan hun

sportieve activiteiten). Ten slotte nemen ze in hun werk ook de sociaal-affectieve integratie

op. Deze vorm van integratie houdt in dat migranten (gemengde) sociale contacten,

vriendschappen, relaties en huwelijken aangaan. Hiervoor is dikwijls al een gevorderde vorm

van de andere twee dimensies van integratie nodig. Er is echter geenszins een noodzakelijk

verband. Zoals De Knop en Elling ook aangeven, hoeft samen sporten niet altijd te leiden tot

hechte vriendschappen. Vaak is de sociaal-affectieve integratie ook moeilijker te

35

M. De Sterck, Bij nader inzien. Mensen uit andere culturen onder ons, Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1992, pp. 142-143 36

P. De Knop & A. Elling, op. cit., pp. 13-17

Page 17: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

17

onderzoeken, zeker in historisch opzicht. Vriendschappen worden immers zelden of nooit in

de bronnen weergegeven, en egodocumenten zijn als bron zelden voorhanden. Net als bij de

eerste twee dimensies van integratie geldt ook hier dat men zowel in als door sport een

grotere integratie kan bekomen. In het onderstaande schema wordt het bovenstaande nog

eens kort en bondig voorgesteld37.

Afbeelding 2: Schema van De Knop en Elling over sociale integratie38

Ook in andere onderzoeken naar integratie worden dergelijke opdelingen gemaakt. Dagevos

gebruikte bijvoorbeeld het concept van sociaal-culturele integratie om de samenhang ervan

met armoede te bestuderen39.

37

Ibidem, pp. 17-23 38

P. De Knop en A. Elling, op. cit., p. 15 39

J. Dagevos, “Minderheden, armoede en sociaal-culturele integratie”, in: Migrantenstudies, 21 (2005), 3, pp. 135-154

Page 18: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

18

Er zijn echter auteurs die het begrip ‘sociale integratie’ op een andere manier indelen.

Engbersen en Gabriëls onderscheiden een functionele, een morele en een expressieve

dimensie van integratie, die elk met een specifiek probleem in de samenleving

gecombineerd worden40. Onderstaand schema brengt die problemen en de verschillende

dimensies in kaart.

Afbeelding 3: Schema van Engbersen en Gabriëls over sociale integratie41

Er bestaan dus verschillende modellen om het begrip ‘sociale integratie’ in te passen in het

wetenschappelijk onderzoek. Hier zal geopteerd worden voor het model van De Knop en

Elling omwille van twee redenen. Ten eerste valt met hun model meer informatie uit

historische bronnen te halen, wat een noodzaak is voor deze scriptie. Ten tweede is het

model van De Knop en Elling bedoeld om gebruikt te worden in een sportgerelateerde

context, in tegenstelling tot andere modellen zoals het bovenstaande van Engbersen en

Gabriëls. Dat maakt het schema van De Knop en Elling beter geschikt om in dit onderzoek te

gebruiken.

1.2.2 Helpt sport bij integratie van migranten?

Zoals duidelijk blijkt uit de vorige paragraaf, geloven De Knop en Elling zeer sterk in de

positieve sociale functie die sport heeft of kan hebben. Naast de verschillende dimensies van

integratie die in en door de sport tot stand kunnen komen, zien ze nog een andere reden om

meer in te zetten op sport als middel om de sociale integratie van minderheden te

verbeteren. Omdat sport steeds meer actief dan wel passief beoefend wordt en sterker

40

E. Prooi, Meedoen met een handicap. Sociale integratie van gehandicapten, Rotterdam (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Erasmus Universiteit Rotterdam), 2007, (promotor: dr. Alfons Fermin), pp. 22-23 41

Ibidem, p. 23

Page 19: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

19

verbonden is met andere delen van het openbare leven, wordt sport ook steeds belangrijker

in die samenleving. Hierin zien zij een bewijs dat via sport veel mensen te bereiken zijn en

dat er een positieve rol voor is weggelegd in de samenleving. Dit speelt ook een rol in het

politieke discours, waarin sport meer en meer als instrument wordt gezien, en niet louter

meer als tijdverdrijf42. Een theorie die ook vaak gebruikt wordt om deze inherente positieve

rol van sportbeoefening te verantwoorden, is die van het sociaal kapitaal. De grondlegger en

tevens belangrijkste vertegenwoordiger van deze theorie is de Amerikaan Robert Putnam.

Met sociaal kapitaal worden de relaties tussen verschillende individuen in een gemeenschap

of samenleving bedoeld. Deze relaties kunnen zowel voor deze individuen als voor de

samenleving in het geheel positieve effecten opleveren. In die zin kan sociaal kapitaal

vergeleken worden met andere vormen van kapitaal, zoals menselijk of financieel kapitaal.

De ontstane sociale banden brengen tegelijkertijd ook een geheel van sociale codes en

gedragsregels met zich mee die het leven binnen een gemeenschap in de goede richting

kunnen sturen43. Een meer gedetailleerde bespreking van deze theorie zal gegeven worden

bij het bespreken van etnisch gescheiden clubs in het Brusselse, aangezien deze theorie vaak

gebruikt wordt voor het bestuderen van dit fenomeen. Tolleneer is een belangrijk

voorvechter van sport als actieve medespeler in de maatschappij. Zo gebruikt hij

Mohammed Ali en het Zuid-Afrikaanse rugbyteam van 1995 als voorbeelden waarbij

minderheden zich in de sport toch een grote status konden aanmeten en op die manier ook

de situatie voor die minderheid in de bredere maatschappij konden veranderen. Sport wordt

voorgesteld als bruggenhoofd, waarop de traditionele waarden zowel verdedigd (door

mannen, blanken, etc.) als aangevallen (door vrouwen, migranten, etc.) worden44.

Vele wetenschappers en onderzoekers geloven rotsvast in de positieve resultaten die sport

kan hebben op het vlak van integratie van minderheden. Enkele onder hen nuanceren dit

beeld echter ook en waarschuwen dat sport niet noodzakelijk leidt tot meer en betere

integratie. Zo geven De Knop en Elling zelf weer dat er wel degelijk kritische noten te

plaatsen vallen bij het sprookjesachtige huwelijk tussen sport en integratie45. Elling zelf

voerde in Nederland een ander onderzoek bij verschillende sporters en sportclubs. Daaruit

42

P. De Knop en A. Elling, op. cit., p. 7 43

R. Putnam, op. cit., pp. 19-20 44

J. Tolleneer, art. cit., pp. 25-27. 45

P. De Knop & A. Elling, op. cit., p. 14

Page 20: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

20

bleek ook dat het beeld van sport als integratiemiddel bij uitstek grotendeels een

theoretisch ideaal was. Sport kan volgens haar onderzoek wel degelijk tot betere banden

tussen autochtonen en allochtonen leiden, maar die verbeterde relaties zijn vaak zeer

oppervlakkig. Meestal verdwijnen ze dan ook snel na het beoefenen van de sport. Bovendien

zijn de effecten van sport op integratie volgens Elling erg afhankelijk van de betrokken clubs

en personen46. Tolleneer, Vanreusel en Renson wijzen erop dat sport de mogelijkheden

heeft om hiertoe bij te dragen, maar dat dit niet vanzelf gaat en dat we deze effecten ook

niet mogen overschatten47. Gasparini en zijn medeauteurs zijn dezelfde mening toegedaan48.

Onderzoek in verband met de Amsterdam World Cup, een project dat moest dienen om via

voetbal de sociale integratie in de Nederlandse hoofdstad te bevorderen, toonde zelfs aan

dat dergelijke initiatieven de bestaande machtsrelaties kunnen bevestigen of versterken49.

Er zijn onderzoekers die zelfs ronduit negatief zijn over de rol van sport in de sociale

integratie van migranten. Sport kan immers niet enkel mensen samenbrengen, maar ze ook

verdelen. Zo kunnen nationalistische tendensen in de sport een ‘wij tegen zij’-gevoel

opwekken en zo leiden tot een groeiend racisme50. Ook spelers van etnisch gescheiden clubs

(cf. infra) hebben vaak een gevoel dat ze met deze dichotomie van ‘wij tegen de anderen’ te

kampen hebben51. Bovendien zijn er op voetbalwedstrijden vaak openlijke uitingen van

racisme waar te nemen die in geen enkele andere sector van de maatschappij of op geen

enkele andere plaats getolereerd zouden worden52. Bovendien kunnen bepaalde racistische

of discriminerende opvattingen en gedachten versterkt worden. Aanhangers van de

conflicttheorie wijzen op dat gevaar53. Een voorbeeld hiervan is wat ‘racial stacking’

genoemd wordt en vooral in het American football voorkomt. Daarbij worden zwarte spelers

46

A. Elling, “‘We zijn vrienden in het veld’. Grenzen aan sociale binding en ‘verbroedering’ door sport”, in: Pedagogiek, 24 (2004), 4, pp. 342-360 47

. Tolleneer, B. Vanreusel en R. Renson, art. cit., pp. 402-403 48

W. Gasparini, A. Cometti (red.), Sport Facing the Test of Cultural Diversity: Integration and Intercultural Dialogue in Europe, Analysis and Practical Examples, Straatsburg, Raad van Europa, 2010, pp. 5-6 49

F. Müller, L. van Zoonen, and L. de Roode, “The Integrative Power of Sport: Imagined and Real Effects of Sport Events on Multicultural Integration”, in: Sociology of Sport Journal, 25 (2008), pp. 387-401 50

M. D. Alleyne (red.), Anti-Racism and Multiculturalism: Studies in International Communication, Brunswick, Transaction Publishers, 2011, p. 230 51

P. ’t Kint, ’Belgen houden van dingen die ze kennen’, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2005/19/Rl0wMsFWBBjteJ21knkUzpRhdkbirQE2eUVCyBRTrzk%253D/PDF/463694.PDF>, geraadpleegd op 23.4.2015 52 J. Steenbergen, P. De Knop en A. Elling, Values and Norms in Sport: Critical Reflections on the Position and

Meanings of Sport in Society, Oxford, Meyer & Meyer, 2001, p. 74

53 M. Theeboom , H. Schaillée & Z. Nols, art. cit., p. 3

Page 21: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

21

op posities geplaatst waarbij er vooral veel moet gelopen worden en weinig technische en

mentale vaardigheden vereist zijn. Zo worden stereotiepen en clichés via de sport bevestigd

en zelfs versterkt54. In de (recente) geschiedenis zijn er genoeg voorbeelden te vinden

waarbij sport een negatieve rol speelde. Zo woedt er in Italië een hevig debat over het al dan

niet opnemen van zogenaamde “Oriundi” in de nationale selectie. “Oriundi” zijn spelers die

Italiaanse voorouders hebben, maar niet in Italië geboren zijn. Bekende coaches als Roberto

Mancini en Marcello Lippi hebben zich al tegen het opnemen van deze spelers uitgesproken.

Zij willen een Italiaans elftal van volbloed Italianen55. Ook in het Nederlandse elftal van 1996,

dat in de jaren ervoor lang beschouwd werd als een voorbeeld van vergevorderde integratie

in het voetbal, kwamen spanningen en onderlinge ongelijkheid aan de oppervlakte tijdens

het Europees kampioenschap56. Een recente interland tussen de Verenigde Staten en

Zwitserland, twee elftallen met veel migranten en personen van buitenlandse origine,

zorgde voor gemengde reacties bij zowel spelers als supporters57. Het zijn echter niet alleen

de nationale ploegen die voor een toename of heropleving van racisme en discriminatie in

het voetbal zorgen. Onlangs begon een team in de Tsjechische vierde klasse aan een

opmerkelijke reeks van overwinningen. Veel reden tot blijdschap was er echter niet,

aangezien hun tegenstanders simpelweg niet kwamen opdagen omdat de ploeg volledig uit

Roma-zigeuners bestond58. Ook dichter bij huis zien we dergelijke problemen opduiken.

54

R. Lewis Jr., « Racial Position Segregation: A Case Study of Southwest Conference Football, 1978 and 1989 », in : Journal of Black Studies, 25 (1995), 4, pp. 431-446 55

B. Homewood & T. Jimenez, Another 'oriundi' row kicks off in Italy, in: < http://uk.reuters.com/article/2015/03/25/uk-soccer-italy-foreigners-idUKKBN0ML23X20150325>, geraadpleegd op 23.05.2015; Football Italia, Mancini: ‘No oriundi for Italy’, in: http://www.football-italia.net/64246/mancini-%E2%80%98no-oriundi-italy%E2%80%99, geraadpleegd op 23.05.2015 ; T. Filippone en K. Bolongaro, Between Football and Citizenship: The Strange Case of the Oriundi, in : < http://www.cafebabel.co.uk/society/article/between-football-and-citizenship-the-strange-case-of-the-oriundi.html>, geraadpleegd op 23.05.2015 ; G. Lea, Arrigo Sacchi and Italian football's ethical dilemma about foreign players, in : < http://www.theguardian.com/football/these-football-times/2015/feb/18/arrigo-sacchi-italy-football-ethical-dilemma-racism-foreign-players>, geraadpleegd op 23.05.2015 56

Algemeen Dagblad, Een kabel is een dik touw, meer niet, in: http://www.ad.nl/ad/nl/1049/Oranje/article/detail/2118290/2008/05/24/Een-kabel-is-een-dik-touw-meer-niet.dhtml?cw_agreed=1, geraadpleegd op 23.05.2015 57

J. Kerr, USA v Switzerland exposed the hostility towards foreign-born internationals, in: < http://www.theguardian.com/football/2015/apr/09/usa-v-switzerland-exposed-the-hostility-towards-foreign-born-internationals>, geraadpleegd op 23.05.2015 58

H. Op de Beeck, Voetbalploeg met Roma blijft winnen, omdat tegenstanders niet durven op te dagen, in: < http://www.hln.be/hln/nl/950/Buitenlands-Voetbal/article/detail/2119958/2014/11/14/Voetbalploeg-met-Roma-blijft-winnen-omdat-tegenstanders-niet-durven-op-te-dagen.dhtml>, geraadpleegd op 23.05.2015

Page 22: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

22

Zo kloeg Elimane Coulibaly, speler van KV Oostende, onlangs nog het racisme in het

Belgische voetbal aan59.

We kunnen besluiten dat sport zeker over de mogelijkheden beschikt om bij te dragen aan

een grotere integratie, maar dat deze positieve gevolgen zeker niet vanzelfsprekend zijn. Een

mooi citaat om doorheen deze masterproef in het achterhoofd te houden, vinden we

opnieuw bij Tolleneer: “Sport doesn’t build character, people do”60. Met andere woorden, als

de mensen die de sport beoefenen niet willen meewerken aan een grotere integratie, moet

men van sport als middel daartoe geen mirakels verwachten.

1.2.3 De rol van etnisch gescheiden clubs in de integratie van migranten

Een speciaal type clubs zijn de etnisch gescheiden voetbalteams. Dit soort teams zagen we in

de jaren na de migratie overal opduiken. Men kan zich vragen stellen bij de waarde van deze

clubs voor de integratie van migranten. Er is dan ook al wel wat sociologisch onderzoek

gedaan naar het effect van deze etnisch gescheiden clubs. Daarin werd onderzocht of het

voetballen in dit soort clubs leidt tot meer integratie of eerder aanleiding geeft tot een

grotere segregatie. In deze onderzoeken wordt vooral gebruik gemaakt van de theorie van

het sociaal kapitaal zoals die door Robert Putnam uitgewerkt werd. De term ‘sociaal kapitaal’

verwijst naar de sociale netwerken waarin sociale kennis, contacten en vaardigheden en

gevoelens van vertrouwen opgebouwd worden. In deze studies wordt dit concept gebruikt

om na te gaan hoe en in welke mate personen met buitenlandse origine sociaal kapitaal

opbouwen in de sportclub en zich al dan niet via deze netwerken kunnen integreren.

Bovendien is de theorie van Putnam zeer geschikt om gemengde en etnisch gescheiden

clubs te onderzoeken. Hij maakte namelijk onderscheid tussen ‘bridging’ en ‘bonding’.

‘Bonding’ staat voor het versterken van de eigen identiteit en de identiteit van de eigen

groep, wat eerder past bij etnisch gescheiden clubs. ‘Bridging’ betekent omgaan met

mensen die een andere achtergrond hebben en met die mensen netwerken opbouwen.

Deze vorm lijkt meer bij gemengde voetbalclubs te passen. Deze opvattingen zijn ook terug

te vinden in het beleid in België en Nederland. Politici promoten vaak het sporten in

59

Sporza, « Coulibaly: Racisme is nog steeds een probleem in eerste klasse", in: < http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/Jupiler_Pro_League/1.2084955>, geraadpleegd op 23.05.2015 60

J. Tolleneer, « Sport and international relations: a comparative-historical approach», in: Comparative Studies on Urban Cultures: compilation of papers and seminar proceedings, International School Intensive Class, 2008, Comparative Studies on Urban Cultures. Osaka, 17-19 September 2008, Osaka: The International School Office, Graduate School of Literature and Human Sciences, 2009, p. 10

Page 23: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

23

gemengde clubs, omdat ze geloven dat dit de weg is naar grotere sociale integratie van

migranten. Etnisch gescheiden clubs daarentegen zouden voor isolatie en segregatie zorgen.

De conclusies van deze onderzoeken tonen echter aan dat die visie niet helemaal klopt61. J.

Janssens en P. Verweel stellen vast dat in beide soorten clubs zowel ‘bridging’- als ‘bonding’-

sociaal kapitaal opgebouwd wordt. Ze vinden dan ook dat beleidsmakers gemengde clubs

niet zouden moeten bevoordelen, maar op gelijke voet behandelen met etnisch gescheiden

clubs62. Theeboom, Schaillée en Nols komen tot een gelijkaardig besluit. Ook zij zien dat

leden van een gescheiden sportclub niet minder geïntegreerd zijn dan leden van een

gemengde club. Ze vinden eveneens dat politici zich niet mogen laten leiden door een

ideaalbeeld van de gemengde club als perfect integratiemiddel. Bovendien verwijzen ze naar

de vaststelling van Elling dat ook attitudes en personen belangrijk zijn voor de integratie (cf.

supra). Bovendien hebben andere domeinen van het leven van migranten meer invloed op

hun sociale netwerk dan sport63. Beide onderzoeken tonen dus aan dat etnisch gescheiden

clubs wel degelijk een rol kunnen spelen in de integratie van personen met buitenlandse

origine. Tegelijkertijd zijn zowel de Nederlandse als de Belgische onderzoekers genuanceerd

over de rol van sport in het algemeen en beschouwen ze sportclubs niet als wondermiddelen

voor meer sociale integratie.

61

J. Janssens en P. Verweel, art. cit., pp. 35-38; M. Theeboom, H. Schaillée en Z. Nols, art. cit., pp. 1-9 62

J. Janssens en P. Verweel, art. cit., pp. 54-55 63

M. Theeboom, H. Schaillée en Z. Nols, art. cit., pp. 17-18

Page 24: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

24

1.3 Migratie algemeen

1.3.1 Migratie naar België

Afbeelding 4: Grafiek migratiebewegingen in België van 1948-200464

Op de bovenstaande grafiek kunnen we duidelijk enkele fases in de geschiedenis van de

migratie van en naar België aflezen. Net na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een

immigratiegolf, waarna de inkomende migratie voor een aantal jaren meer normale

proporties aannam. Ook in het interbellum was er in België echter al sprake van

economische immigratie. Vooral voor de mijnbouw werden arbeidskrachten uit het

buitenland gehaald. Deze verbleven hier echter dikwijls slechts tijdelijk, tot ze voldoende

geld verdiend hadden om terug te keren naar hun land van oorsprong65. Na de Tweede

Wereldoorlog waren er vooral veel Italianen die naar België kwamen. In 1946 werd dit

geofficialiseerd in de vorm van een verdrag. Daarin werd vastgelegd dat Italië, in ruil voor

64

Anoniem, Overzichtsrapport arbeidsmigratie, in: <http://www.werk.be/sites/default/files/Overzichtsrapport_Arbeidsmigratie.pdf>, geraadpleegd op 13.04.2015 65

M. Kint, A comparative study of immigration in Australia en Belgium, in : <http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/027/029/RUG01-002027029_2013_0001_AC.pdf>, geraadpleegd op 14.04.2015

Page 25: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

25

een bepaalde hoeveelheid steenkool vanuit België, arbeiders zou sturen. Vanaf de jaren

vijftig kwamen ook steeds meer Spanjaarden en Grieken naar België, zowel omwille van

economische als politieke factoren66. De Belgische overheid en werkgevers gingen in deze

gebieden zelf echter ook actief op zoek naar nieuwe werkkrachten. Zo stuurden ze

aanwervingszendingen naar Spanje en Griekenland om actief nieuwe arbeiders te

rekruteren. Een van de voornaamste oorzaken hiervan was dat de Italiaanse overheid veel

terughoudender geworden was in het laten emigreren van hun bevolking na de mijnrampen

in Quaregnon en Marcinelle van 195667.

Vanaf het begin van de jaren zestig zien we echter dat er opnieuw een opmerkelijke stijging

in de grafiek komt. In dit decennium maakte België, net als de meeste andere Europese

landen, een ongekende economische groei door. Daardoor had het land ook steeds meer

nood aan arbeiders van buiten de eigen landsgrenzen. Er bleven Italianen, Spanjaarden en

Grieken immigreren, maar dit was niet voldoende voor een land dat zich volop in de “golden

sixties” bevond. Onder andere Marokkaanse arbeiders kwamen hun geluk zoeken in België.

In 1964 legden de Belgische en de Marokkaanse regeringen deze uitwisseling vast in een

verdrag, net zoals België deed met Italië achttien jaar eerder. In de jaren daarop gebeurde

hetzelfde met Algerije en Tunesië, en ook vanuit Turkije nam de migratie naar België steeds

grotere proporties aan. In 1973 werd de hele wereld echter opgeschrikt door de oliecrisis.

De gevolgen daarvan werden ook in België stevig gevoeld68. Zo waren er in 1985 al een half

miljoen werklozen, wat zes keer meer was dan twaalf jaar ervoor69. Door deze economische

crisis en de toenemende werkloosheid was er natuurlijk geen nood meer aan nieuwe

gastarbeiders uit andere landen, aangezien er zelfs voor de Belgische bevolking en de al

aanwezige gastarbeiders niet meer voldoende werk voorhanden was. In 1974 werd er dan

66

M. Kint, A comparative study of immigration in Australia en Belgium, in : http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/027/029/RUG01-002027029_2013_0001_AC.pdf, geraadpleegd op 14.04.2015; J.-P. Grimmeau, “De immigratiegolven en de spreiding van de vreemdelingen in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit., p. 118 67

A. Martens, “25 jaar wegwerparbeiders: het Belgisch immigratiebeleid na 1945”, in: De gids op maatschappelijk gebied, 64 (1973), 9, p. 682; J.-P. Grimmeau, “De immigratiegolven en de spreiding van de vreemdelingen in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit.. De vreemdeling in België van de prehistorie tot nu, Leuven, Kritak, 1993, p. 118-119 68

M. Kint, A comparative study of immigration in Australia en Belgium, in : http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/027/029/RUG01-002027029_2013_0001_AC.pdf, geraadpleegd op 14.04.2015; J.-P. Grimmeau, “De immigratiegolven en de spreiding van de vreemdelingen in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit., p. 118 69

G. Deneckere, T. De Paepe & B. De Wever, Een geschiedenis van België, Gent, Academia Press, 2012, p. 210

Page 26: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

26

ook een immigratiestop afgekondigd, zodat er geen nieuwe arbeiders uit niet-EU-landen

naar België konden migreren. Enkel politieke vluchtelingen en familieleden die voor

familiehereniging met een gastarbeider naar België kwamen, waren nog welkom70. We zien

dan ook aan de grafiek dat er veel minder immigratie naar België voorkwam. Rond 1974 en

1975 begon er een daling van het aantal immigranten, waarna de immigratie gedurende de

gehele jaren 1980 op een relatief laag niveau bleef. Het feit dat ze mochten blijven en dat

hun familie hen mocht vervoegen in België, betekende echter niet dat de oliecrisis voor de

gastarbeiders geen gevolgen had. Ten eerste valt het aan te nemen dat zij niet gespaard

bleven van de snel groeiende werkloosheid en dus een deel van hen eveneens hun job

verloor. Voor de gastarbeiders die wel aan het werk konden blijven, was het ook niet

allemaal rozengeur en maneschijn. Zij wekten immers gevoelens van afgunst en jaloezie op

bij de Belgische bevolking die werkloos geworden was. Door het verminderde aanbod aan

werk was er immers een grote concurrentiestrijd ontstaan. De autochtone bevolking kreeg

steeds meer het gevoel dat de geïmmigreerde arbeiders hun jobs kwamen inpikken71.

Bovendien werd het door de familieherenigingen duidelijk dat de gastarbeiders niet van plan

waren om op korte termijn opnieuw te vertrekken naar hun land van oorsprong. Voordien

leefde bij de autochtone bevolking, en ook bij de geïmmigreerde gastarbeiders zelf, het

gevoel dat hun verblijf in België slechts tijdelijk was. Dit wordt onder meer duidelijk wanneer

we de bijdrage van A. Berten aan het Arbeidsblad van december 1966 doornemen. Hierin

vermeldde hij “dat het arbeidscontract voor één jaar wordt gesloten en dat bij de afloop van

dit contract de ondertekenaar volkomen vrij is om naar zijn land terug te keren72”.

Daarenboven maakte hij ook duidelijk dat velen van plan waren van deze mogelijkheid

gebruik te maken,

“want veel inwijkelingen maken er geen geheim van, dat het hun doel is om zo vlug

mogelijk een bepaalde som geld bijeen te garen b.v. voor de aankoop van een

landbouwmachine, […] Daar komt nog bij, dat ongeveer 30% van de nieuw

aangekomenen hun eerste contract niet geheel nakomen; er zijn er die heimwee

hebben […] Anderen laten zich verleiden door arbeidsaanbiedingen van werkgevers

70

M. Kint, A comparative study of immigration in Australia en Belgium, in : http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/027/029/RUG01-002027029_2013_0001_AC.pdf, geraadpleegd op 14.04.2015 71

G. Deneckere, T. De Paepe & B. De Wever, op. cit., p. 210 72

A. Berten, “De vestiging van gastarbeiders en hun gezinnen in België”, in: Arbeidsblad, 57 (1966), p. 1532

Page 27: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

27

uit de nabuurlanden. […] De arbeider daarentegen die zijn echtgenote en kinderen

laat komen, vindt een normaal milieu terug; hij werkt regelmatig; zijn vrouw brengt

geleidelijk aan de veelvuldige contacten van het dagelijkse leven tot stand; de

kinderen gaan naar school, leren snel de taal en vinden vriendjes73”.

Berten schetste hier dus een zeer rooskleurig beeld van de gezinshereniging van

gastarbeiders, die volgens hem zelfs hielp om hen beter te laten integreren. Bij de

autochtone bevolking zorgde het besef van het permanente verblijf van de gastarbeiders

echter voor een opkomst van xenofobe en racistische gevoelens. Het is ook in deze periode

en omwille van deze spanningen tussen de autochtone bevolking enerzijds en de

gastarbeiders anderzijds dat het Vlaams Blok werd opgericht74. Een gelijkaardige evolutie

viel doorheen de jaren verschillende keren op te merken in het immigratiebeleid van de

Belgische overheid. Dit beleid vertoonde verschillende fases die al in september 1973 (en

dus net aan de vooravond van de wereldwijde oliecrisis) werden opgemerkt door Martens.

In een eerste fase merkte men in België op dat men onder de eigen bevolking niet genoeg

arbeidskrachten kon vinden voor het te leveren werk. De vraag naar arbeiders oversteeg in

deze fase dus het binnenlandse aanbod. Daarom werd in deze fase over de landsgrenzen

heen gekeken om vanuit het buitenland de nodige arbeiders naar België te halen. Wanneer

de economie begon te slabakken, zorgde deze politiek echter voor kritische reacties.

Aangezien er toen minder werk was, was het in de eerste plaats nodig om de Belgische

bevolking te beschermen en werk te gunnen. Men pleitte in deze tweede fase dan ook vaak

voor het stoppen van arbeidsimmigratie en/of voor het uitwijzen van de reeds aanwezige

buitenlandse arbeiders. Tijdens de derde fase werden er ook daadwerkelijk maatregelen

genomen om deze zorgen van de Belgische bevolking en arbeiders weg te nemen. Wanneer

de economie weer aanzwengelde, moesten deze wetten en/of decreten steeds weer

ingetrokken worden om weer een maximale groei te kunnen verwezenlijken75.

73

Ibidem, pp. 1532-1533 74

G. Deneckere, T. De Paepe & B. De Wever, op. cit., p. 210 75

A. Martens, art. cit., pp. 675-677

Page 28: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

28

1.3.2 Migratie naar en migranten in Brussel doorheen de geschiedenis

Ook de hoofdstad van België kreeg doorheen de jaren te maken met een grote immigratie.

Over de migratie naar Brussel voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog is vrij weinig

bekend. Vanaf de jaren vijftig lijkt de immigratie er echter meteen stevig op gang gekomen

te zijn. Meer dan 25 procent van alle buitenlandse arbeiders die naar België kwamen, kozen

Brussel als nieuwe verblijfplaats. Deze gastarbeiders werden vooral ingezet in de

bouwsector. Vaak was het de overheid die hen via openbare werken de mogelijkheid gaf om

de kost te verdienen. In de jaren zestig werd er immers stevig geïnvesteerd in nieuwe

infrastructuur zoals autosnelwegen en metrolijnen. Ook in andere sectoren vonden de

gastarbeiders echter vlot werk. Zowel in de horeca, in de dienstensector als in fabrieken

bestond een aanzienlijk deel van het totale aantal werknemers uit migranten. Qua

levensomstandigheden hadden ze echter niet de hoofdvogel afgeschoten. Ze geraakten dan

wel gemakkelijk aan werk, het thuiskomen na een lange werkdag moet niet altijd even

aangenaam geweest zijn. De gastarbeiders leefden immers in de armste wijken, vaak in

krotwoningen tegen hoge huurprijzen. Meestal zochten verschillende nationaliteiten elkaar

op en vormden zo een soort van “nationale wijken”. Deze versterkte cohesie binnen de

groep kon de nare levensomstandigheden toch in zekere mate verzachten.

Ook de joodse gemeenschap in Brussel kreeg doorheen de afgelopen decennia een flinke

buitenlandse injectie. Op de vlucht voor antisemitisme, vooral onder het nazibewind in

Duitsland en tijdens de Tweede Wereldoorlog, verspreidden joden zich over de hele wereld.

Er waren echter ook veel joden die uit economische overwegingen naar België kwamen76.

Ook in Brussel ontstond een joodse wijk77.

76

J.-P. Schreiber, “De Joodse immigratie in België van de middeleeuwen tot onze tijd”, in: A. Morelli (red.), op. cit., p. 228 77

E. Witte, Immigraties in Brussel. Historische perspectieven. 1815-1975, in: < http://www.briobrussel.be/assets/brusselse%20themas/bruselse_thema%27s_14.pdf>, geraadpleegd op 7.04.2015

Page 29: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

29

Afbeelding 5: Tabel over migranten in Brussel78

Uit deze cijfers wordt duidelijk dat er ook net na de Tweede Wereldoorlog al behoorlijk wat

migranten in België én in Brussel verbleven. Relatief gezien waren ze zelfs

oververtegenwoordigd in Brussel. Opvallend is ook dat er in 1947 zelfs meer allochtonen in

Brussel woonden dan in 1961, wanneer de arbeidsmigratie toch weer op gang kwam. Deslé

merkt ook op dat er tussen 1947 en 1961 behoorlijk wat veranderingen plaatsvonden in de

nationaliteit van de immigranten in Brussel. Het relatieve aandeel van nieuwkomers uit de

aangrenzende landen daalde aanzienlijk en er kwamen vooral opvallend veel mensen uit

Zuid-Europa naar de Belgische hoofdstad. Het aantal Italianen, Grieken en Portugezen in het

arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde verdubbelde, terwijl er zelfs vier keer meer

Spanjaarden verbleven in 1961 dan in 1947. Het is ook in deze periode dat deze immigranten

voornamelijk arbeider werden in de primaire en secundaire sector79. De cijfers van 1961

kunnen vergeleken worden met die van 9 jaar later, wanneer er opnieuw een volkstelling

gehouden werd. Meeus verwerkte deze cijfers in 1975 in een artikel voor het tijdschrift

“Bevolking en Gezin”. Daarin stelde hij vast dat het aantal vreemdelingen in de

hoofdstedelijke agglomeratie met maar liefst 150 procent was toegenomen. In

bovenstaande tabel zien we dat er in 1961 68.989 ‘vreemdelingen’ in Brussel woonden. In

1970 waren dit er maar liefst 173.50480. Hier viel dus een enorme stijging op te merken in

een tijdspanne van slechts negen jaar. Ook Vandecandelaere geeft die spectaculaire groei

78

E. Deslé, “BOUWEN EN WONEN TE BRUSSEL (1945-1958). De moeizame uitbouw van de keynesiaanse welvaartsstaat en de rol van de mediterrane gastarbeiders”, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 21 (1990), pp. 413-482 79

Ibidem, pp. 413-419 80

B. Meeus, “De immigratie in de Brusselse agglomeratie”, in: Bevolking en Gezin, 1975, 3, p. 427

Page 30: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

30

weer. Hij vermeldt in zijn boek “In Brussel. Een reis door de wereld” dat in 1962 al 12,5

procent van de nieuwgeborenen in de hoofdstad van vreemde afkomst was. In 1970 was dat

percentage reeds gestegen tot net geen 30 procent81. Er valt ook uit deze cijfers op te maken

dat de jaren zestig van de vorige eeuw het hoogtepunt vormden van de arbeidsmigratie,

zowel in België in het algemeen als specifiek in de nationale hoofdstad. Meeus merkte

bovendien ook een bijzonderheid op in verband met de geografische spreiding van de

allochtone bevolking in de agglomeratie. Ze vestigden zich vooral in armere buurten in en

rond Brussel, zoals Sint-Gillis, Sint-Joost-ten-Node en rond de stations van Brussel-Noord en

Brussel-Zuid82.

De volkstelling van 1981 deelde inwoners in op gemeentelijk, gewestelijk als nationaal

niveau en onderscheidde mensen met de Belgische nationaliteit enerzijds en mensen met

een vreemde nationaliteit anderzijds. Dit maakt deze volkstelling ideaal geschikt om te

onderzoeken hoe groot het aantal mensen met een niet-Belgische nationaliteit op dat

moment was, zowel in absolute als in relatieve cijfers. Een bijkomend voordeel is dat deze

volkstelling de situatie weergeeft in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. De

fiches met de aansluitingen van de Koninklijke Belgische Voetbalbond zijn namelijk meestal

beschikbaar tot deze periode, waardoor we een vergelijking kunnen maken tussen deze

fiches en de telling. Aan de hand van die vergelijking kunnen we later in deze masterproef

dan afleiden of immigranten in gelijke mate vertegenwoordigd werden in voetbalclubs ten

opzichte van hun relatieve aanwezigheid in de maatschappij. Uit de volkstelling blijkt dat er

in totaal 9.848.547 mensen in België woonden in het jaar 1981. Hieronder bevonden er zich

878.577 ‘van vreemde nationaliteit’, zoals het in het rapport beschreven wordt. Dit komt

neer op 8,92 procent van de totale bevolking. Op dat moment beschikte dus net geen tiende

van de gehele bevolking over een andere nationaliteit dan de Belgische. Het rapport van de

volkstelling geeft echter ook specifieke cijfers weer over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Daar bedroeg de totale bevolking net geen miljoen mensen, meer bepaald 997.293

personen. Daarvan waren er 237.875 personen met een ‘vreemde nationaliteit’, wat

neerkomt op 23,85 procent van het totale bevolkingsaantal. In het Vlaams Gewest was de

verhouding ‘mensen met een vreemde nationaliteit/totale bevolking’ 232.544/5.630.129

81

H. Vandecandelaere, In Brussel. Een reis door de wereld, Berchem, EPO, 2012, p. 23 82

Ibidem, p. 443

Page 31: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

31

ofwel 4,13 procent, in het Waals Gewest 408.158/3.221.225 of 12,67%83. Het is dus duidelijk

dat mensen met een andere nationaliteit in 1981 in het Brusselse gewest veel sterker

vertegenwoordigd waren dan in de andere gewesten. Een overzicht doorheen de jaren is te

vinden in een document van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Directie

Studiën en Regionale Statistiek. Hierin wordt een analyse gemaakt van de demografie in het

Hoofdstedelijk Gewest in de laatste jaren, maar er wordt ook verwezen naar vroegere

decennia. Onderstaande tabel geeft een beeld van het absolute en relatieve aantal

vreemdelingen in en rond onze hoofdstad84.

Afbeelding 6: Evolutie van de vreemde bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest85

Uit het onderzoek van Grimmeau blijkt dat de meeste Spaanse en Griekse immigranten die

in België verblijven zich in Brussel bevinden. Ook de Marokkanen zijn sterk

vertegenwoordigd in de hoofdstad86. Daarom zullen deze bevolkingsgroepen (in het geval

van de Marokkanen zal een uitbreiding gemaakt worden naar Noord-Afrikanen) hier elk kort

even besproken worden.

83

Nationaal Instituut voor de Statistiek, Algemene volks- en woningstelling op 1 maart 1981, in: <http://statbel.fgov.be/nl/binaries/01_nl%5B1%5D_tcm325-33744.pdf>, geraadpleegd op 1.04.2015 84

A. Henau, DE RECENTE DEMOGRAFIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, in: < http://www.bisa.irisnet.be/bestanden/publicaties/statistische-dossiers/SD38_de_recente_demografie_van_het_brussels_hoofdstedelijk_gewest.pdf>, geraadpleegd op 1.5.2015 85

Ibidem 86

J.-P. Grimmeau, “De immigratiegolven en de spreiding van de vreemdelingen in België”, in: A. Morelli (red.), op. cit.,, p. 123

Page 32: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

32

1.3.3 Spaanse immigranten

De migratie van Spanjaarden naar België kan opgedeeld worden in drie golven: een zeer

beperkte immigratie in de jaren dertig van de twintigste eeuw, een tweede, eveneens vrij

beperkte politieke migratie ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog en een laatste fase van

economische arbeidsmigratie. De laatste fase paste in het beleid van Franco waarin

emigratie bevorderd werd, onder andere door het Spaanse Emigratie-Instituut. Vanaf 1958

sloten België en Spanje een akkoord over de migratie van arbeidskrachten. In 1961 woonde

35 procent van de geïmmigreerde Spanjaarden in Brussel. In de tweede helft van de jaren

zestig kende de immigratie van Spanjaarden ongekende hoogtes87. In 1989 was het aantal

Spanjaarden in Brussel ten opzichte van het totale aantal al gestegen tot 50,3 procent88.Het

grootste deel van de Spaanse immigranten was tussen de 20 en de 64 jaar. In 1970 maakte

deze leeftijdsgroep 53,4 procent van het totale aantal uit, in 1981 60,6 procent. De op één

na grootste leeftijdsgroep was de 0- tot en met 14-jarigen, waartoe in 1970 36,5 procent

behoorde en in 1981 25 procent. De 15- tot en met 19-jarigen vormden in 1970 8,3 procent

van het totale aantal, in 1981 12 procent. Sanchez baseerde haar indeling van de

leeftijdsstructuur op de arbeidsleeftijd en kwam zo tot vier groepen: 0-14 jaar, 15-19 jaar,

20-64 jaar en ouder dan 65 jaar89. Voor dit onderzoek is deze indeling echter niet zeer

praktisch. Voetbal is immers een actieve sport die slechts tot een bepaalde leeftijd op hoog

niveau gespeeld kan worden. Van de groep tussen 20 en 64 jaar was er daarom slechts een

klein deel dat in aanmerking kwam om te voetballen. Het is dus niet omdat zij in de

maatschappij groter waren in aantal dat ze dat in de voetbalclubs ook automatisch zouden

zijn. Integendeel, op basis van deze cijfers kunnen we aannemen dat de groep tussen 0 en 14

jaar beter vertegenwoordigd geweest zal zijn in de Brusselse voetbalclubs, aangezien een

groter deel van die groep in aanmerking kwam om te voetballen. Het lijkt erop dat zij samen

met de 15- tot en met 19-jarigen het grootste deel van de voetbalclubs zullen uitmaken.

87

M.-J. Sanchez, “De Spanjaarden in België in de 20ste eeuw”, in: A. Morelli (red.), op. cit., pp. 261-265 88

R. Attar, De geschiedenis van de Maghrebijnse immigratie in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit.., p. 305 89

M.-J. Sanchez, De Spanjaarden in België in de 20ste eeuw, in: A. Morelli (red.), Op. cit., pp. 261-265

Page 33: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

33

1.3.4 Griekse immigranten

De Griekse immigratie kwam vooral op gang vanaf 1955, hoewel er in de decennia ervoor

ook al een beperkte inwijking plaatsvond. Na de institutionalisering van deze migratie via het

Belgisch-Hellenistisch akkoord steeg de immigratie van Griekenland naar België gestaag.

Zowel politieke (burgeroorlog) als economische (hoge werkloosheid, economische

achterstand) factoren lagen aan de basis van de Griekse migraties. In 1970 woonden er al

22.354 Grieken in België, een aantal dat in de decennia erna nagenoeg gelijk bleef90. In 1989

woonde 51,8 procent van alle ingeweken Grieken in Brussel91. Over de leeftijdsstructuur van

de Griekse inwijkelingen is weinig bekend92.

1.3.5 Noord-Afrikaanse immigranten

Tijdens het interbellum woonde er al een kleine groep Noord-Afrikaanse arbeiders in België,

maar deze groep was vrij klein. Ook voor deze bevolkingsgroep kwam de immigratie pas na

de Tweede Wereldoorlog volop op gang. In Noord-Afrika richtte de Belgische regering

verschillende wervingsbureaus op in de steden. Zo probeerde men de stedelingen te

overtuigen om in België te gaan werken. Er werd dus echt actief op zoek gegaan naar

arbeidskrachten. In 1964 werd met Marokko een bilateraal verdrag gesloten zoals dat ook

met Spanje en Griekenland gebeurde (cf. supra). Ook met Tunesie (1969) en met Algerije

(1970) werden soortgelijke verdragen afgesloten. In 1989 woonde 55,4 procent van alle

geïmmigreerde Marokkanen in Brussel. Zij woonden voornamelijk in Molenbeek,

Schaarbeek, Brussel-hoofdstad en Anderlecht. Deze bevolkingsgroep bestond vooral uit

jongeren. Maar liefst 47,64 procent van het totale aantal was jonger dan 15 jaar93.

1.3.6 Migratie en migranten in Brussel vandaag

Wanneer verderop in deze paper de ledenlijsten van voetbalclubs en het aantal mensen van

vreemde origine daarop geanalyseerd worden, tellen niet enkel de personen mee die naar

België of Brussel geïmmigreerd zijn. Ook hun nakomelingen zullen in de statistische analyse

meegerekend worden. Aangezien op die lijsten de geboorteplaats niet vermeld werd, moest

het onderzoek gebaseerd worden op de familienamen die erop voorkwamen. Om een beter

begrip te krijgen van enkele cijfers die daarnet gegeven werden in verband met het aantal

90

A. Alexiou, De Griekse immigratie in België, in: A. Morelli (red.), Op. cit., pp. 279-284 91

R. Attar, De geschiedenis van de Maghrebijnse immigratie in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit., p. 305 92

A. Alexiou, De Griekse immigratie in België, in: A. Morelli (red.), Op. cit., pp. 279-284 93

R. Attar, De geschiedenis van de Maghrebijnse immigratie in België”, in: A. Morelli (red.), Op. cit., pp. 297-306

Page 34: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

34

migranten in vorige decennia, kunnen we deze ook vergelijken met de huidige statistieken.

Daarom is het interessant om eens te kijken hoeveel mensen van vreemde origine er de dag

van vandaag in Brussel en de Brusselse rand leven.

Afbeelding 7: Grafiek over inwoners met vreemde nationaliteit94

Op de grafiek is te zien dat de mensen met een vreemde nationaliteit in het Brussels gewest

sterk oververtegenwoordigd zijn. Qua regio van origine blijken er geen al te grote verschillen

te zijn. De buurlanden en Zuid-Europa blijven nog steeds de belangrijkste leveranciers van

nieuwe inwoners van België, maar in het algemeen zien we dat de tabel vrij gelijkmatig

verdeeld is. In de Vlaamse Rand zien we min of meer hetzelfde patroon, weliswaar met een

iets groter overwicht van de buurlanden en Zuid-Europa. In het Vlaams en Waals Gewest

daarentegen zien we een behoorlijk overwicht van één bepaalde groep, respectievelijk de

buurlanden en Zuid-Europa.

94

D. Willaert, Internationalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand, in: <http://www.briobrussel.be/ned/webpage.asp?WebpageId=1225>, geraadpleegd op 7.04.2015

Page 35: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

35

Afbeelding 8: Tabel en grafiek over inwoners van vreemde herkomst in België95

Zoals van de bovenstaande tabel af te lezen valt, is de internationalisering in het Brussels

gewest in de afgelopen jaren spectaculair toegenomen. In 2011 had bijna twee derde van

alle inwoners van het hoofdstedelijk Gewest wortels in een ander land dan België. Ook in de

Vlaamse Rand zien we een aanzienlijke toename. In het Vlaams Gewest blijken het minste

mensen met buitenlandse origine te verblijven. Het valt dus op dat er in het Brussels Gewest

nog steeds veel meer mensen met een andere nationaliteit en van een vreemde origine

wonen dan in de andere Belgische gewesten.

95

D. Willaert, Internationalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand, in: http://www.briobrussel.be/ned/webpage.asp?WebpageId=1225, geraadpleegd op 7.04.2015

Page 36: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

36

2 Structurele integratie in sport

2.1 Bronnen: Fiches KBVB

De structurele integratie is de eerste dimensie van sociale integratie die besproken wordt.

Een interessante bron om de structurele integratie van migranten in voetbalclubs in het

Brusselse doorheen de jaren te bestuderen, zijn de fiches met leden in het archief van de

Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). Hierop zijn alle aangesloten leden bij een

bepaalde voetbalclub terug te vinden, met vermelding van hun aansluitings- en

geboortedatum. Er bestaan twee soorten fiches. Enerzijds zijn er de rode, die gebruikt

werden vanaf het ontstaan van de KBVB en de clubs tot en met begin de jaren zeventig.

Daarna schakelde men over op witte fiches, die vanaf circa 1984 in onbruik raakten. Vanaf

dan werden de aansluitingslijsten geëncodeerd. Aangezien het archief enkel deze fiches

bevat, zijn de gegevens in dit onderzoek dan ook allemaal van vóór dit jaartal. De fiches

bestonden uit vijf kolommen: familienaam, voornaam, aansluitingsdatum, geboortedatum

en eventuele veranderingen. Op elke zijde van een fiche was er plaats voor twintig namen.

Dit was het geval bij zowel de rode als de witte fiches. Helaas voor dit onderzoek werd de

geboorteplaats van de aangeslotenen niet weergegeven op de fiches, waardoor het

onmogelijk is om af te leiden of ze al dan niet in België geboren waren. Aan de hand van hun

namen kan echter wel een buitenlandse origine afgeleid worden. Natuurlijk zal er hierdoor

een bepaalde foutenmarge optreden. Nederlanders, Fransen of Duitsers die naar België

gemigreerd waren, kunnen bijvoorbeeld niet altijd duidelijk onderscheiden worden van

respectievelijk Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige Belgen. Maar zoals Johan Cruijff

in zijn onnavolgbare stijl al jaren geleden zei: “Elk nadeel heb z’n voordeel”. Aangezien we

genoodzaakt waren om ons op de familienamen te baseren, werden ook mensen van

buitenlandse origine die in België geboren waren, meegeteld. Indien de geboorteplaats wel

gekend was geweest, zou het gevaar bestaan hebben dat de focus te hard daarop zou

gelegen hebben. Dan zouden enkel de personen van de eerste generatie meegeteld zijn in

dit onderzoek, terwijl ook de tweede en de derde generatie vaak nog problemen kennen in

hun integratie. Wat de clubs betreft, werd er gekozen voor twintig Brusselse clubs. Op die

manier is er een voldoende ruime steekproef, zodat de kans op toevallige statistische

Page 37: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

37

verschijnselen sterk afneemt en de resultaten representatiever worden. De criteria die bij

deze keuze meespeelden, waren vooral de datum van oprichting (hoe langer de club bestaat,

hoe meer gegevens), de ligging (dichtbij het Brusselse centrum en wijken met veel

migranten) en de prestaties in de geschiedenis van een club (hoe succesvoller de club, hoe

groter de aantrekkingskracht voor nieuwe spelers. Dit betekent dus opnieuw meer

gegevens). Van elke club zal eerst een korte geschiedenis gegeven worden. Sommige

Brusselse clubs hebben immers een woelig verleden met behoorlijk wat fusies en

faillissementen. Daarom kan het nuttig zijn om het overzicht te bewaren en telkens goed te

weten welke club op welk moment waar speelde en eventueel afstamde van andere clubs.

Daarenboven kan het ook interessant zijn om de achtergrond en de geschiedenis van een

club te kennen om van daaruit hun omgang met en openheid ten opzichte van migranten te

bestuderen. Vinden we bijvoorbeeld bij zogenaamde ‘clubs van het volk’ meer migranten

terug dan bij clubs die hun wortels hadden in de hogere maatschappelijke regionen? Voor

dit gedeelte werd zoveel mogelijk gebruik gemaakt van officiële websites en

supporterswebsites over de clubs in kwestie. Vaak gaan clubs echter slordig met hun

geschiedenis om, zoals ook al blijkt uit de toestand van de archieven (cf. supra). Daarom zijn

er niet altijd dergelijke websites te vinden. Dan moest de toevlucht genomen worden tot

Wikipediapagina’s over de clubs. De meeste clubs beschikken over pagina’s waarop de

geschiedenis uitgebreid aan bod komt. Helaas is de bronvermelding niet altijd even goed of

duidelijk. De kwaliteit van de artikels op Wikipedia is er in de afgelopen jaren echter sterk op

vooruitgegaan door peer review en controle van bovenaf. Daarom werd hier gekozen om

deze artikels toch te gebruiken, vooral omdat ze dienen om context te bieden. Toch moet de

informatie uit de artikels nog steeds kritisch benaderd worden. Na een kort overzicht van de

clubgeschiedenis volgt per club een analyse van de gegevens die uit de fiches uit het archief

van de KBVB gehaald konden worden. Ten eerste zal hierbij bekeken worden wat precies de

verhouding was tussen het aantal personen met buitenlandse origine en het aantal

aangeslotenen in het algemeen. Daarna zal geanalyseerd worden op welke leeftijd de

mensen met een buitenlandse afkomst zich bij een club aansloten. Dit is mogelijk omdat we

dankzij de fiches zowel beschikken over de datum van aansluiting bij een club als over de

geboortedatum van de persoon in kwestie. Een hypothese daarbij is dat de aangesloten

personen van buitenlandse origine in het algemeen een jonge gemiddelde leeftijd had. De

overwegende groepen immigranten in Brussel, namelijk Spanjaarden en Maghrebijnen,

Page 38: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

38

hadden namelijk een leeftijdsstructuur waarin de jongeren een groot deel van het totale

aantal personen uitmaakten (cf. supra). Een analyse van de relatieve aantallen per

nationaliteit is helaas dan weer niet mogelijk, aangezien we niet weten waar de opgelijste

personen geboren zijn of in welk land zij hun wortels hebben. Enkel over het Spaanse

legioen in de Brusselse clubs kan met enige terughoudendheid uitspraken gedaan worden,

aangezien dubbele achternamen vaak wijzen op een Spaanse afkomst. Ten slotte zullen er

enkele algemene conclusies getrokken worden over eventuele gelijkenissen en verschillen

tussen de clubs.

2.2 Daring Club de Bruxelles

Daring Club de Bruxelles werd in 1897 lid van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, toen

nog Union Belge des Sociétés de Sports Athlétiques (UBSSA) genaamd. Na een fusie met

Brussels Football Club, de op één na oudste club van het land, in 1900 kreeg Daring het

stamnummer 2 toegewezen. Vanaf 1920 speelde de volksclub haar wedstrijden in Sint-Jans-

Molenbeek. De club kende een bestaan met hoogtes en laagtes. Men ging van

kampioenstitels en Europees voetbal naar degradatie naar de tweede klasse. In 1973 ging

men over tot een fusie met Racing White, waardoor de fusieclub RWDM het levenslicht zag.

De laatste twee letters van deze afkorting stonden voor Daring Molenbeek, zoals de club

vanaf 1970 heette. Met de fusie verdween meteen het stamnummer 2, aangezien RWDM

verder ging onder het stamnummer 47 van Racing White96.

Het archief bevatte voor Daring Club de Bruxelles slechts fiches voor de periode tussen 1964

en 1973. De reden voor de late begindatum van de gegevens is onbekend. Het eindjaar laat

zich verklaren door de bovenvermelde fusie met Racing White. Na 1973 ging de club immers

verder onder het stamnummer 47, dat later in deze analyse zal behandeld worden. Van de

rode fiches (van november 1963 tot en met november 1971) bevonden er zich nog 93

ingevulde zijden in het archief. Aangezien er op elke zijde 20 namen konden ingevuld

worden, betekent dit dat er in totaal 1860 namen terug te vinden waren op deze fiches.

Daarvan waren er 200 met een familienaam die wees op een buitenlandse afkomst.

96

Anoniem, Daring Club de Bruxelles, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Daring_Club_de_Bruxelles>, geraadpleegd op 28.04.2015; Anoniem, Racing White Daring Molenbeek, in: http://nl.wikipedia.org/wiki/Racing_White_Daring_Molenbeek, geraadpleegd op 28.04.2015

Page 39: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

39

Dit komt neer op 10,75% van het totale aantal. Op de witte fiches (van november 1971 tot

en met juli 1973) verschenen 52 buitenlandse namen op een totaal van 404.

Omgerekend is dat 12,87%. Wanneer we deze twee periodes samentellen, krijgen we voor

de gehele periode 1963-1971 een percentage van 12,2%97. Deze cijfers kunnen we

vergelijken met het aantal vreemdelingen dat in die periode in het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest verbleef. In 1961 was het relatieve aandeel van vreemdelingen in de Brusselse

bevolking 6,8%. In de jaren erop steeg dit aandeel tot 16,1% in 197098. We kunnen dus

stellen dat de cijfers van Daring Club de Bruxelles niet zeer veel afwijken van de algemene

aantallen, en dat er dus een vrij normale vertegenwoordiging van mensen met buitenlandse

origine was in deze club. Wanneer we kijken naar de leeftijd van de aangeslotenen met een

migratieachtergrond, dan zien we dat vooral jonge kinderen begonnen te voetballen bij

Daring Brussel. Onder de 252 personen met een buitenlandse origine die zich in de periode

1963-1974 aansloten bij de club, bevonden zich maar liefst 55 10-jarigen. Daarenboven

bleek maar liefst 92,3% van deze mensen jonger dan 18 jaar te zijn. We zien tussen de

bestudeerde namen ook 53 namen die vermoedelijk wijzen op een Spaanse afkomst.

Ongeveer één vijfde van alle migranten die in deze tijdspanne bij Daring Club de Bruxelles

speelden, blijken dus Spaanse familiebanden gehad te hebben.

97

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 2 98

A. Henau, DE RECENTE DEMOGRAFIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, in: < http://www.bisa.irisnet.be/bestanden/publicaties/statistische-dossiers/SD38_de_recente_demografie_van_het_brussels_hoofdstedelijk_gewest.pdf>, geraadpleegd op 1.5.2015

Page 40: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

40

Afbeelding 9: Grafiek van de verdeling van de leeftijd van migranten bij Daring Club de Bruxelles

(1963-1974)99

2.3 Royal Léopold Football Club

Royal Leopold Football Club werd in 1893 opgericht en vernoemd naar koning Leopold II. Als

één van de eerste voetbalclubs in België was Leopold FC, met stamnummer 5, stichtend lid

van de UBSSA en nam ze deel aan het allereerste Belgische kampioenschap. In tegenstelling

tot Daring Club de Bruxelles werd Leopold FC beschouwd als een club van en voor de elite.

Na enkele naamsveranderingen fusioneerde Royal Léopold Football Club Bruxelles, zoals de

club toen heette, in 1982 met Cercle Sporting Racing Uccle om samen Royal Léopold Football

Club d’Uccle te vormen. Later volgden ook nog fusies met Royal Uccle Sport, RCS La

Forestoise en RCS Saint-Josse, wat gepaard ging met bijhorende naamsveranderingen.

Vandaag gaat de club door het leven als Royal Léopold Uccle Woluwe Football Club. De club

verhuisde in 2013 immers van Ukkel naar de andere kant van Brussel en speelt nu haar

thuiswedstrijden in het Fallonstadion in Sint-Lambrechts-Woluwe. Het stamnummer werd

wel behouden, de club speelt namelijk nog steeds onder het stamnummer 5100. In het

archief vonden we 115 bladzijden van de rode fiches terug. Wanneer we dit

vermenigvuldigen met de twintig namen die per zijde te vinden zijn, komen we aan 2300

99

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 2 100

Anoniem, Royal Léopold Uccle-Woluwe Football Club, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_L%C3%A9opold_Uccle-Woluwe_Football_Club>, geraadpleegd op 1.05.2015; Anoniem, Royal Léopold Uccle FC. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/41/jaC99f9bOTOdFPxS0SE4voePVqKOIkPMifu7iuz%252BTVPUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1956900.PDF>, geraadpleegd op 1.05.2015

Page 41: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

41

namen in totaal. Hiervan waren er 90 namen die leken te wijzen op een buitenlandse

afkomst. Dit komt neer op een schamele 3,91% van het totale aantal namen. Een verklaring

hiervoor is dat de lijst van Léopold Club al begon vanaf 1907. In deze vroege periode, tijdens

de twee Wereldoorlogen en het interbellum, komen er slechts sporadisch mensen met een

buitenlandse origine voor op de lijsten. Pas vanaf de jaren vijftig en vooral vanaf de jaren

zestig neemt dit aantal toe. De toenemende arbeidsmigratie die hierboven werd

beschreven, wordt dus ook weerspiegeld in de aansluitingsfiches van de club. De witte

fiches, waarop vanaf juli 1972 de namen geregistreerd werden, tonen deze evolutie ook aan.

In de periode juli 1972-december 1983 sloten er zich 128 mensen met een vreemde origine

aan bij Léopold FC, op een totaal van 680 personen. Dat wil zeggen dat gedurende deze elf

jaar 18,82%, dus bijna één vijfde, van de nieuwe ingeschrevenen een migratieachtergrond

had. Als we weten dat in 1970 het relatieve aandeel van vreemdelingen in Brussel 16,1% was

en in 1981 23,9% (cf. supra: afbeelding 6), dan lijkt het percentage van Léopold een vrij

goede weerspiegeling van de bredere maatschappij, ook al neigt het naar een kleine

ondervertegenwoordiging. We moeten echter telkens in het achterhoofd houden dat het bij

deze voetbalclubs enkel om (jonge) mannen gaat, terwijl in de algemene volkstellingen ook

baby’s, vrouwen en ouderen meegeteld werden. Daarom valt het te verwachten dat deze

volkstellingen altijd iets hogere percentages zullen weergeven. Wanneer we de leeftijden

van de aangeslotenen gaan bekijken, zien we een gelijkaardig fenomeen als bij Daring

Brussel. Vooral jongeren met buitenlandse origine lijken zich ingeschreven te hebben bij de

club. Maar liefst 75,9 procent van de allochtonen bij Léopold FC was jonger dan 16 jaar op

het moment van hun aansluiting bij de club, terwijl slechts één tiende ouder was dan 24. De

gemiddelde leeftijd van de aangeslotenen bedroeg 14,89 jaar. Wanneer we weten dat er ook

twee 41-jarigen en zelfs een 50-jarige aangesloten waren in deze periode, toont dit ook aan

dat de rest zeer jong was op het moment van hun inschrijving101. Deze drie oudere personen

schotelen ons een interessante situatie voor. Naar alle waarschijnlijkheid mogen we

aannemen dat deze personen niet meer zelf gevoetbald zullen hebben. Daaruit kunnen we

dus afleiden dat zij een begeleidende functie zullen uitgeoefend hebben. Mensen van een

buitenlandse origine speelden dus blijkbaar niet enkel zelf voetbal, maar ze bevonden zich

ook in de omkadering van de teams, hetzij zeer sporadisch. Vaak hangt er met deze functies

(trainer, afgevaardigde, eventueel zelfs bestuurslid) toch enige macht en aanzien samen. Het 101

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 5

Page 42: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

42

feit dat migranten deze posities konden bekleden, wijst toch ook op een zekere mate van

integratie.

Afbeelding 10: Grafiek van de leeftijdsstructuur van migranten bij Léopold Club (1907-1983)102

Wanneer we de gegevens van Royal Léopold Football Club vergelijken met die van Daring

Club de Bruxelles, zien we dus een gelijkaardig patroon tevoorschijn komen. Vooral jonge

kinderen en jongvolwassenen met een migratieachtergrond zetten bij deze clubs hun eerste

passen in de voetbalwereld. Opvallend is ook dat de verschillende ontstaansgeschiedenis en

achtergrond van beide clubs weinig of geen invloed gehad lijkt te hebben op het aantal

allochtonen dat zich inschreef. Zoals hierboven al vermeld werd, was Daring de club van het

volk, terwijl Léopold meer gezien werd als de club van de adel en later in meer algemene zin

van de elite. Immigranten behoorden natuurlijk zelden of nooit tot die hogere klasse, vaak

oefenden ze zelfs beroepen uit waar weinig scholing voor nodig was en die slecht betaald

werden (cf. supra). Toch zien we dat er ook bij Royal Léopold FC plaats was voor mensen met

buitenlandse roots, en dat al vanaf de jaren vijftig en zestig, de beginperiode van de massale

arbeidsmigratie. Het lijkt er dus op dat ook de clubs die hun oorsprong vonden in de hoogste

klassen van de maatschappij (zie bijvoorbeeld ook de band met koning Leopold II, aan wie de 102

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 5

Page 43: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

43

club haar naam aan te danken heeft) al zeer vroeg openstonden voor mensen uit andere

culturen103.

2.4 Royal Racing Club de Bruxelles/KFC Rhodienne

Royal Racing Club de Bruxelles ontstond in 1890 als atletiekvereniging. Vier jaar later werd er

ook een voetbalclub opgericht onder dezelfde naam. Aanvankelijk speelde men de

wedstrijden op de plaats waar nu de basiliek van Koekelberg staat, maar later vond men

onderdak in een stadion aan de Ganzenvijver in Ukkel. In dit stadion werd zelfs de allereerste

interland op het Europese vasteland gespeeld tussen België en Frankrijk. Net als Royal

Léopold FC behoorde Racing Club tot de stichtende leden van de UBSSA. De club was

meteen ook zeer succesvol in de eerste seizoenen van het Belgisch kampioenschap, met

maar liefst zes titels in de eerste dertien seizoenen en bekerwinst bij de eerste editie. Na de

Eerste Wereldoorlog verdween het succes echter als sneeuw voor de zon en vertoefde

Racing geregeld in de lagere afdelingen. De grandeur van de club ging echter nooit verloren.

Dat bleek uit de bouw van een nieuw stadion in 1948, het zogenaamde Drie Linden Stadion.

Op dat moment was dit stadion het derde grootste van België, na de Heizel en de Bosuil. Het

bood plaats aan maar liefst 40.000 toeschouwers. Torino, in die periode een absoluut

topteam, kwam het stadion met een wedstrijd inhuldigen. In dat stadion, de dag van

vandaag erkend als Beschermd Monument, nam RC de Bruxelles dus haar intrek. De

resultaten verbeterden echter niet, en door administratieve problemen moest men ook al

snel het prestigieuze stadion achterlaten. In 1963 ging men uiteindelijk over tot een fusie

met White Star. Om het stamnummer 6 te beschermen, wisselde Racing Club de Bruxelles

van stamnummer met R. FC La Rhodienne (later K. Sport Sint-Genesius-Rode, stamnummer

1274). Op die manier ging laatstgenoemde club verder onder het stamnummer 6, terwijl de

nieuwe club, Racing White, het stamnummer 47 van White Star behield104.

De fiches die zich in het archief van de KBVB bevinden, zijn gerangschikt op stamnummer.

Hier worden dus de data van Racing Club de Bruxelles tot en met 1963 besproken, na dat

103

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 5 104

Anoniem, Royal Racing Club de Bruxelles (football), in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Racing_Club_de_Bruxelles_(football)>, geraadpleegd op 2.05.2015; Anoniem, Racing Brussel, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2008/03/CbS%252FSEzB1n5vQmRdm88NLcW2fzuj4Dq0mwDjSxcevNXUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2021656.PDF>, geraadpleegd op 2.05.2015

Page 44: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

44

jaartal begint de reeks van K. Sport Sint-Genesius-Rode. De fusie bezorgt ons een

interessante piste om te onderzoeken. Zoals hierboven beschreven wordt, speelde Racing

Brussel tot 1948 in Ukkel, om daarna naar het Drie Linden Stadion in Watermaal-Bosvoorde

te verhuizen. Na de fusie met White Star ging het stamnummer 6 echter over naar een club

uit de Vlaamse Rand rond Brussel, K. Sport Sint-Genesius-Rode. Zo kunnen we vergelijken

hoe deze andere locatie eventueel het aantal aangeslotenen met een buitenlandse origine

beïnvloedde. Wanneer we het totale aantal migranten in het ledenbestand van Racing Club

de Bruxelles bekijken, zien we dat dit een schamele zestig personen zijn, op een totaal van

6740 aangesloten leden. Dit komt overeen met 0,89 procent. Als we deze cijfers opsplitsen

aan het jaar 1950, wanneer de arbeidsmigratie naar België op gang begon te komen, zien we

dat er vóór dat jaartal slechts 28 van de 5220 ingeschreven personen, of 0,53%, een

buitenlandse afkomst hebben. Tussen 1950 en 1963 stijgt dit relatieve aandeel licht tot 32

migranten op een totaal van 1520 personen. Dit blijft nog steeds een

ondervertegenwoordiging wanneer we in ogenschouw nemen dat in 1961 het totale aandeel

vreemdelingen in het volledige Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 6,8 procent lag (cf. supra,

afbeelding 6). Het lijkt er dus op dat Racing Brussel bijzonder weinig migranten in hun

gelederen had. Hetzelfde geldt ook voor het stamnummer 6 na de fusie van 1963. Van de

560 leden die tussen 1963 en november 1971 bij K. Sport Sint-Genesius-Rode ingeschreven

werden, waren er slechts 11 die een niet-Belgische afkomst hadden. Dat komt neer op 1,96

procent van het totale aantal. Van december 1971 tot en met december 1983 (met andere

woorden, de periode van de witte fiches) zien we het aandeel van de migranten toch een

beetje stijgen. In die tijdspanne werden er 56 aangesloten op een totaal van 844.

Omgerekend is dit 6,63 procent. In vergelijking met de cijfers van de volledige maatschappij

in de hoofdstad en de omgeving is dit echter nog steeds bedroevend weinig. In 1970 was het

percentage allochtonen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 16,1 procent en in 1981 zelfs

maar liefst 23,9 ten honderd. Het lijkt dus duidelijk dat de migratie in de rand rond Brussel

en in (faciliteiten)gemeenten als Sint-Genesius-Rode er zich veel minder immigranten

vestigden, of dat die migratie alleszins later op gang kwam. De reden voor het lage

percentage van mensen met buitenlandse origine bij Racing Brussel is minder duidelijk.

Kijken we naar de leeftijd van de aangeslotenen met een vreemde afkomst, dan zien we

gelijkaardige patronen als bij de vorige twee clubs. In de periode voor de fusie was de

Page 45: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

45

gemiddelde leeftijd bij Racing Club de Bruxelles net geen 15 jaar en was bijna 89 procent van

de allochtone leden jonger dan 19. K. Sport Sint-Genesius-Rode kende een gelijkaardige

situatie, waarbij de helft jonger was dan 13 jaar en drie vierde jonger dan 18. Ook hier waren

het dus vooral kinderen en jongvolwassenen die zich aansloten bij de club, ondanks het

kleinere aantal migranten in de club105.

2.5 Union Sint-Gillis

Eén van de allergrootste en meest roemrijke clubs uit Brussel en uit het bestaan van het

gehele Belgische voetbal is zonder twijfel Union Saint-Gilloise. De club werd in 1897

opgericht en sloot zich een jaar later aan bij de UBSSA. Na een paar jaar in tweede klasse

verbleven te hebben, mocht Union zich vanaf 1901 meten met de grote jongens in de eerste

klasse. Vrijwel meteen speelde de club mee om de prijzen en tussen 1904 en 1911 werden

maar liefst zes titels binnengehaald. Daarenboven won Union in 1913 en 1914 ook de

Belgische beker. De dominantie was zo groot dat men Union beschuldigde van

professionalisme en het betalen van premies aan hun spelers, wat in die tijd uit den boze

was. Na de Eerste Wereldoorlog werd op hetzelfde elan doorgegaan met enkele titels in het

begin van de jaren ‘20, mede voortgedreven door een nieuw stadion. Het Dudenpark,

genoemd naar het gelijknamige park waarin het stadion zich bevond, werd het toneel voor

nog meer successen van Union Sint-Gillis. Het feit dat de club in dat park een stadion kon

neerplanten, was trouwens te danken aan de koninklijke familie, die het park in zijn bezit

had. Toen Union zonder stadion zat en op zoek was naar een geschikte plaats om te spelen,

schonk het koningshuis een deel van het park aan de club, zodat ze op die plek een nieuwe

voetbaltempel konden laten verrijzen. In het midden van de ‘roaring twenties’ presteerde

Union even iets minder goed en werd zelfs maar nipt de degradatie ontlopen. In het

volgende decennium verrees de club echter als een feniks uit zijn as. Union Royale Saint-

Gilloise, zoals het sinds 1922 officieel luidde, domineerde de competitie als nooit tevoren.

Tussen januari 1933 en februari 1935 bleef men maar liefst 60 competitiewedstrijden

ongeslagen, een record dat nog steeds standhoudt. Het was uitgerekend stadsgenoot Daring

Brussel die deze onwaarschijnlijke reeks beëindigde. Ook vandaag leeft de herinnering aan

de uitzonderlijke prestatie nog door. Zo is de bijnaam van de club nog steeds ‘Union 60’ en

105

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 6

Page 46: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

46

wordt jaarlijks de Jules Pappaert-beker (genoemd naar de toenmalige aanvoerder van

Union) uitgereikt aan de Belgische club die het langst ongeslagen bleef. Na dit exploot

verdween het grote succes echter uit het Joseph Mariën-stadion, zoals het Dudenpark

ondertussen heette. Na enkele degradaties naar tweede klasse kon Union wel nog

terugkeren naar eerste klasse en zelfs een paar keer Europees spelen tegen grote ploegen

als AS Roma, Juventus en Olympique Marseille, maar prijzen werden er niet meer gepakt.

Het bleef voor Union Royale Saint-Gilloise bij 11 titels. Daarmee moet de club wel nog steeds

enkel Anderlecht en Club Brugge voor zich dulden wat het aantal titels betreft. Ironisch

genoeg (na de beschuldigingen van professionalisme in 1913) was het onvermogen om mee

te gaan in een steeds meer professionele voetbalwereld een belangrijke oorzaak van het

wegzakken van het stamnummer 10. In 1973 speelde Union voor de laatste maal in de

hoogste afdeling, waarna een hobbelig parcours in de lagere reeksen volgde. Momenteel

speelt de club in derde klasse, maar toch blijft de droom om naar het hoogste niveau terug

te keren bestaan. Als rasechte volksclub trekt Union naast gelegenheidssupporters en

zogenaamde ‘groundhoppers’ die het stadion komen bewonderen vooral Brusselaars uit de

armere gedeelten van de stad aan106.

Wanneer we de gegevens van de leden van deze gigant van het Belgische voetbal gaan

bekijken, valt op dat er helaas een enorme lacune in het archiefbestand zit. De fiches van de

periode 1933-1969 zijn niet terug te vinden. Wel zijn er fiches beschikbaar voor de periodes

1907-1932 en 1970-1983. Opvallend is dat er in het begin van de jaren dertig toch al enkele

immigranten (zes om precies te zijn) deel uitmaakten van de club. Met namen als Puckow,

Antonoff, Loitzanski en Voeikoff lijken dit vooral Oost-Europeanen geweest te zijn, hoewel er

met Tony Antonio Jardini ook een zuiders tintje aanwezig was binnen Union. De rest van de

aanwezige gegevens dateren dus allemaal van 1970 of later. Op de rode fiches die opgesteld

werden tussen september 1970 en juni 1972 staan in totaal 240 namen. Daarvan zijn er 51

namen die een buitenlandse afkomst doen vermoeden. Dat wil zeggen dat in deze periode

106

Anoniem, Royale Union Saint-Gilloise, in : <http://nl.wikipedia.org/wiki/Royale_Union_Saint-Gilloise>, geraadpleegd op 30.04.2015; Anoniem, Royale Union Saint-Gilloise, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/39/GoEcMTxlVAGOy4gYUiX2C%252FJfKTLzYSPGceO%252Br45fefDUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1946514.PDF>, geraadpleegd op 30.04.2015 ; G. Foutré, Union blijft Union, in : < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/44/MfGbqdw0EKHntn1en8WL3NrXPVHnMvZpPYRZEJ%252FnG3nUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1971167.PDF>, geraadpleegd op 30.04.2015

Page 47: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

47

maar liefst 21,25 procent, of meer dan één vijfde, van alle aangeslotenen een niet-Belgische

origine hadden. Vergeleken met de bovenstaande cijfers in verband met het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest (cf. afbeelding 6) is dit een zeer hoog cijfer. Voor het gehele Gewest

lag het aandeel van vreemdelingen in 1970 slechts op 16,1 procent. Aangezien de steekproef

in dit geval slechts vrij klein is, kan het echter zijn dat dit een vertekend resultaat is. Om dit

te onderzoeken zijn de witte fiches van groot belang. Op deze fiches staan nog enkele

aansluitingen uit de jaren ’60, maar zijn voornamelijk alle namen van aangesloten leden

tussen augustus 1972 tot en met januari 1984 terug te vinden. In totaal bevinden er zich 83

witte fiches van Union in het archief, met daarop een totaal van 1655 namen. 420 van die

namen wijzen op een vreemde origine. Opnieuw is dit een bijzonder hoog percentage, maar

liefst 25,38 procent van het totale aantal107. Ter vergelijking, in 1981 was dit aandeel voor

het gehele Brussels Hoofdstedelijk Gewest 23,9 percent. Ook in deze langere periode blijkt

er bij Union Sint-Gillis dus een lichte oververtegenwoordiging van migranten geweest te zijn,

in vergelijking met de cijfers van het hele Gewest. Wanneer we echter de cijfers op een lager

niveau gaan bekijken, zien we dat Sint-Gillis in de jaren ’70 van de vorige eeuw de gemeente

was met het hoogste percentage vreemdelingen in de bevolking. In 1973 was het aandeel

van migranten in Sint-Gillis 39 procent en vijf jaar later maar liefst 43 procent108. Met deze

cijfers in het achterhoofd lijkt de 25 procent van de leden die we bij Union terugzien geen

uitzonderlijk hoog percentage te zijn.

107

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 10 108

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27

Page 48: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

48

De leeftijd van de aangeslotenen met buitenlandse origine in de onderzochte periode

vertoont veel gelijkenissen met het patroon dat zich bij de hierboven besproken clubs

aftekende. Van de 470 geanalyseerde personen (van zeven personen werd de

geboortedatum niet weergegeven waardoor er ook geen leeftijd kon afgeleid worden) was

de overgrote meerderheid nog zeer jong op het moment dat ze begonnen te voetballen bij

Union Sint-Gillis. De gemiddelde leeftijd van alle aangeslotenen was 13 jaar. Dit getal wordt

echter nog licht omhooggetrokken door enkele uitschieters met een hogere leeftijd. Daarom

is de mediaan een betere graadmeter om de leeftijd van de meeste leden aan te duiden.

Deze ligt nog iets lager dan de gemiddelde leeftijd, namelijk op 12 jaar. Tien jaar lijkt de

leeftijd bij uitstek om te beginnen voetballen bij deze club. Maar liefst 80 personen sloten

zich op 10-jarige leeftijd aan bij Union, wat neerkomt op 17 procent van het totale aantal.

90,4 procent van het totale aantal aangeslotenen was 18 jaar of jonger109.

Afbeelding 11: Grafiek van de leeftijdsstructuur van personen van buitenlandse origine bij Union Sint-

Gillis (1907-1983)110

Zoals gezegd bevonden er zich ook twee uitschieters onder de leden van Union Royale Saint-

Gilloise. Op de bovenstaande grafiek zien we dat er één 44-jarige en één 51-jarige

aangesloten werden bij de club. Net als bij Léopold Club lijkt het er dus op dat ook bij Union

mensen met een buitenlandse origine ingeschakeld werden in andere posities dan die van

speler, waarschijnlijk als trainer of als afgevaardigde van een team. Hoewel dit blijkbaar

109

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 10 110

Ibidem

Page 49: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

49

zelden gebeurde, is het feit dat het wel mogelijk was voor migranten om deze posities te

bekleden toch een aanduiding van een grotere integratie. In een hogere positie krijgt men

immers ook meer macht, wat voor mensen met buitenlandse origine integrerend kan

werken. Zo konden zij immers mee het beleid en de werking van de club beïnvloeden en hun

visie verspreiden.

Een opvallend feit wanneer we de namen van migranten in de gelederen van Union Sint-

Gillis bestuderen, is dat er bijzonder veel dubbele achternamen met een Spaanse bijklank

voorkomen in het ledenbestand. Maar liefst een honderdtal van de 477 migranten in deze

hele periode bij Union hebben een Spaanstalige naam111. Op zich is dit niet verwonderlijk,

aangezien de Spanjaarden in 1970 nog de grootste groep allochtonen vormden in Brussel.

Wel opvallend is dat het aantal Spaanse leden of leden met Spaanse roots bij Union veel

hoger lijkt te liggen dan bij andere clubs. Daarenboven zijn er ook behoorlijk wat Italiaanse

en Griekse namen terug te vinden op de ledenlijsten van Union Sint-Gillis. Dit fenomeen lijkt

samen te hangen met de geografische verspreiding van migranten en gastarbeiders. Volgens

Vandecandelaere woonden de Zuid-Europese inwijkelingen, waaronder dus Spanjaarden,

Italianen en Grieken, voornamelijk in Sint-Gillis112. Bovendien blijkt uit een studie van

Stallaert over Spaanse immigranten dat er velen daarvan in de Marollen woonden. Toen

Belgische inwoners deze armere buurten ontvluchtten en naar de rand rond Brussel trokken,

vulden onder meer Spaanse en andere migranten de ontstane ruimte op113. Ook vandaag is

de Spaanse invloed in de buurt van het Brussels Zuidstation nog duidelijk aanwezig114. Een

artikel uit Sport/Voetbalmagazine van oktober 2007 geeft weer dat de traditionele aanhang

van Union Royale Saint-Gilloise net uit deze buurt afkomstig was. Als echte volksclub haalde

Union haar supporters vooral uit de armere delen van de stad Brussel en voornamelijk zelfs

uit de Marollen115. De sterke aanwezigheid van Zuid-Europeanen, met vooral Spanjaarden, in

deze wijken en gemeenten lijkt ervoor gezorgd te hebben dat deze bevolkingsgroepen hun

voetbalcarrière begonnen bij Union.

111

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 10 112

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 42 113

C. Stallaert, “Spaanse immigranten te Brussel belicht vanuit een Vlaams-Spaans bicultureel project”, in: Cultuur en Migratie, 1 (1987), p. 97 114

J. De Smet en H. Vandecandelaere, Midi del Sur, in: <http://www.caldenberga.be/sites/default/files/midi%20del%20sur.pdf>, geraadpleegd op 5.05.2015 115

G. Foutré, Union blijft Union, in : < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/44/MfGbqdw0EKHntn1en8WL3NrXPVHnMvZpPYRZEJ%252FnG3nUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1971167.PDF>, geraadpleegd op 30.04.2015

Page 50: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

50

2.6 Royal Uccle Sport

Uccle Sport werd in 1901 opgericht in Ukkel. Vier jaar later werd de club lid van de UBSSA.

Het stamnummer 15 kreeg bij haar 25-jarig bestaan de koninklijke eretitel en werd zo Royal

Uccle Sport. In haar beginjaren verbleef de club vooral in tweede klasse, met als uitzondering

enkele seizoenen net na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog waarin ze promoveerde naar

het hoogste niveau. In de jaren zestig en zeventig ging het echter stevig bergaf, en na enkele

jaren in derde en vierde klasse belandde Royal Uccle Sport in de provinciale reeksen. In 1990

werd dan ook geopteerd voor een fusie met Royal Léopold FC d’Uccle om samen Royal Uccle

Léopold FC te vormen (cf. supra)116.

De rode fiches van deze club beginnen vanaf september 1938 en lopen tot en met februari

1972. In totaal bevonden er zich 124 rode fiches in het archief oftewel 2480 namen. Daarvan

waren er 146 die wezen op een vreemde afkomst. Omgerekend in procenten komt dat neer

op 5,89%. We zien echter dat er van 1938 tot 1950 slechts 2 migranten voorkomen onder de

leden. Als we 1950 als vertrekpunt nemen en rekenen voor een periode vanaf 1950 tot en

met 1972, tellen we 144 migranten op 1720 leden. We zien dat dit meteen voor een stijging

zorgt van de ratio aantal migranten/totaal aantal leden tot 8,37 procent. De witte fiches

behandelen de periode maart 1972-februari 1984. In deze periode sloten er zich in totaal

1122 personen aan bij Royal Uccle Sport. Daarvan hadden er 274 een buitenlandse origine.

Dat komt neer op maar liefst 24,42 procent van het totale aantal leden. Bijna één vierde van

alle ingeschrevenen van de club had dus een niet-Belgische afkomst, een vrij indrukwekkend

cijfer. Qua leeftijd zien we het stilaan vertrouwde patroon verschijnen. Vooral jonge

kinderen sloten zich aan bij de club, al waren het bij Royal Uccle Sport vooral 13- en 14-

jarigen. De beginleeftijd van de kinderen lag hier dus net iets hoger dan bij de vorige

besproken clubs. Er is wel nog steeds 90 procent van de aangeslotenen met een

buitenlandse origine jonger dan 21117.

116

Anoniem, Royal Uccle Sport, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Royal_Uccle_Sport>, geraadpleegd op 5.05.2015 117

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 15

Page 51: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

51

2.7 Royal Sporting Club Anderlecht

Sporting Club Anderlecht werd opgericht op 27 mei 1908 en sloot zich enkele maanden later

aan bij de UBSSA. Daarbij kreeg de club het stamnummer 35 toegewezen. In 1921

debuteerde Anderlecht in eerste klasse. In 1933 veranderde de club van naam toen ze de

koninklijke titel had gekregen ter ere van haar 25-jarige bestaan. Vanaf dan stond de ploeg

bekend als Royal Sporting Club Anderlecht. Net na de Tweede Wereldoorlog haalde RSCA de

eerste landstitel binnen. Vanaf dan ging het snel. In 1965, nauwelijks 18 jaar na het behalen

van die eerste titel, had Anderlecht al de rivaal uit de hoofdstad, Union Sint-Gillis,

overtroffen wat het aantal landstitels betrof door voor de twaalfde maal het kampioenschap

op haar naam te schrijven. Niet alleen in het Belgische voetbal was RSCA dominant, ook op

het Europese toneel reeg men de successen aan elkaar. In 1970 was Arsenal nog te sterk in

de finale van de Europabeker, maar in 1976 en 1978 werd de Beker voor Bekerwinnaars

binnengehaald. Anderlecht bleef de meest succesvolle ploeg van België en behaalde zowel

op nationaal als op Europees vlak nog verschillende prijzen. Vandaag is RSCA recordhouder

wat het aantal landstitels betreft met maar liefst 33 overwinningen118. Anderlecht wordt

vaak gezien als een niet-Brusselse club in Brussel. Vooral supporters van andere Brusselse

clubs als Union Sint-Gillis wijzen op het feit dat vele spelers en supporters van RSC

Anderlecht afkomstig zijn van buiten Brussel, voornamelijk uit het Pajottenland119.

Anderlecht is dus zonder twijfel de grootste club van Brussel, zelfs de grootste van België.

Maar hoe was het gesteld met het aantal personen van buitenlandse afkomst die zich bij

RSCA aansloten? De onderzochte fiches uit het archief van de KBVB beginnen vanaf oktober

1959 tot en met februari 1984. Zoals steeds zijn deze onderverdeeld in rode en witte fiches.

De rode fiches behandelen in dit geval de periode oktober 1959-november 1971. Gedurende

die periode werden er 256 rode fiches geproduceerd bij RSC Anderlecht, goed voor 5120

namen van personen die bij de club waren aangesloten. Onder die 5120 bevonden er zich

583 migranten. Met andere woorden, tussen oktober 1959 en november 1971 had 11,39

procent van alle leden van RSCA een buitenlandse afkomst. De witte fiches geven alle namen

van personen weer die zich tussen december 1971 en februari 1984 inschreven bij RSC

118

RSCA, Geschiedenis van Royal Sporting Club Anderlecht, in: <http://www.rsca.be/nl/club/geschiedenis>, geraadpleegd op 6.05.2015 119

Stadion, Union Saint-Gilloise-Hoei, in: < http://nieuws.vtm.be/stadion/79065-union-saint-gilloise-hoei>, geraadpleegd op 25.3.2015

Page 52: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

52

Anderlecht. Er zijn 4218 namen terug te vinden voor deze tijdspanne, waarvan er 880 een

vreemde origine hadden. Het aandeel van migranten in het totale ledenaantal van RSCA was

met andere woorden 20,86 procent of ongeveer één vijfde120. Vergeleken met de cijfers van

de gehele bevolking van Anderlecht lijkt dit vrij goed overeen te komen. In 1973 bedroeg het

aandeel van vreemdelingen in deze gemeente namelijk 17 procent, vijf jaar later was het

gestegen tot 19 procent121. Het percentage van mensen met buitenlandse origine bij RSC

Anderlecht is dus een vrij goede weerspiegeling van de toenmalige toestand in de gemeente.

120

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 35 121

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27

Page 53: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

53

Het leeftijdspatroon van aangeslotenen bij RSCA met een buitenlandse origine verschilt niet

veel van het patroon bij de clubs die hierboven besproken werden. Opnieuw zijn het vooral

jonge kinderen van buitenlandse afkomst die bij Anderlecht ingeschreven werden. 10 jaar

lijkt de leeftijd bij uitstek geweest te zijn om een voetbalcarrière bij RSCA aan te vatten. Niet

minder dan 282 van de 1460 onderzochte personen, oftewel 19,3 procent, waren 10 jaar

oud toen ze ingeschreven werden bij RSC Anderlecht. Daarenboven was nog eens 19 procent

één jaar ouder bij het begin van hun voetballoopbaan bij RSCA. Dat alles zorgde ervoor dat

maar liefst 90,9 procent van alle aangeslotenen op het moment van hun inschrijving 15 jaar

of jonger was. Slechts 3,6 procent van de leden met buitenlandse origine was bij de

aansluiting 20 jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd van alle aangeslotenen met buitenlandse

origine gedurende deze periode lag dan ook laag, namelijk op net geen 12 jaar122.

Afbeelding 12: Grafiek van de leeftijdsstructuur van de personen van vreemde herkomst bij RSC

Anderlecht (1959-1984)123

122

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 35 123

Ibidem

Page 54: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

54

2.8 Ixelles SC

In 1909 werd in Elsene een nieuwe voetbalclub opgericht onder de naam Club Athlétique

Corpore Sana d'Ixelles. In 1926 verkreeg deze club van de KBVB het stamnummer 42

toegewezen. Het was ook op dat moment dat de club besloot om van naam te veranderen.

Vanaf dan stond de club bekend als Ixelles Sporting Club. Grote successen kende de club

echter niet, onder welke naam dan ook. Hun geschiedenis speelde zich louter af in de lagere

reeksen van het voetbal, nu eens nationaal, dan weer provinciaal124.

Het archief beschikt voor Ixelles SC over fiches vanaf juli 1912. De rode fiches lopen vanaf

dat tijdstip tot en met februari 1972. Over deze gehele periode waren 160 van de in totaal

4260 aangesloten personen van niet-Belgische afkomst. Relatief gezien is dat gelijk aan 3,76

procent. Slechts acht van deze 160 migranten waren echter aangesloten in de decennia voor

1950. Daarom kan het nuttig zijn om dat jaartal opnieuw als een breekpunt te beschouwen,

net zoals dat hierboven bij Racing Brussel gebeurde. Tussen 1950 en 1972 sloten er zich in

totaal 1560 personen aan bij Ixelles SC. Daarvan waren er 152 van vreemde origine, wat

overeenkomt met 9,74%. Dit percentage ligt dus duidelijk hoger dan wanneer we de

gegevens voorafgaand aan 1950 meenemen in de berekening. De witte fiches van deze club

bestrijken de periode vanaf eind januari 1972 tot en met het einde van dezelfde maand in

1984. Hierop zijn in totaal 1282 namen terug te vinden. 363 van die namen wijzen op een

buitenlandse komaf. Omgerekend komt dit neer op 28,32 procent, opnieuw een zeer hoog

percentage.

Op het gebied van de leeftijd van de aangesloten migranten vallen er geen grote

verrassingen te noteren bij Ixelles SC. Opnieuw zijn het vooral jongeren die lid werden van

de club. Wel valt op dat er een grotere verspreiding is qua leeftijd dan het geval is bij andere

clubs. Waar bij RSC Anderlecht bijvoorbeeld slechts negen procent van de leden met

buitenlandse origine ouder was dan vijftien jaar, lag bij Ixelles SC die grens rond de 24 jaar.

Het lijkt er dus op dat, hoewel de jongeren toch het grootste deel van het aantal migranten

in de club uitmaakte, er toch een gelijkmatigere verspreiding was qua leeftijd125.

124

Royal Ixelles Sporting Club, Historique, in: <http://royalixellessportingclub.e-monsite.com/pages/le-club/historique.html>, geraadpleegd op 6.05.2015; Anoniem, Ixelles SC, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Ixelles_SC>, geraadpleegd op 6.05.2015 125

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 42

Page 55: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

55

2.9 White Star/Racing White/Racing White Daring Molenbeek (RWDM)

White Star werd opgericht in 1909 als White Star Club de Bruxelles. Op het moment van de

aansluiting bij de UBSSA veranderde de naam naar White Star Athletic Club. De club kreeg

op dat moment stamnummer 47 toegewezen. Vanaf de stichting kende men een wisselvallig

bestaan, met verblijven in eerste klasse afgewisseld met periodes in de lagere klassen. In

1963 ging men de fusie aan met Racing Brussel (cf. supra), waardoor de club verderging

onder de naam Royal Racing White. Enkele bescheiden successen werden behaald, zoals een

(verloren) bekerfinale en Europees voetbal. De aandacht van supporters bleef echter uit en

daarom kwam het in 1973 tot een nieuwe fusie, ditmaal met Daring Molenbeek. Daarbij

leverde Racing White het leeuwendeel van de spelers, terwijl de aanhang grotendeels van

Daring overkwam. Daarnaast werd ook het stadion van Daring gebruikt en ging men dus in

Molenbeek spelen. Het stadion werd ter gelegenheid van de fusie omgedoopt in het

Edmond Machtensstadion, ter ere van de burgemeester van Molenbeek. De nieuwe

fusieclub gooide meteen hoge ogen. In haar tweede seizoen werd RWDM meteen kampioen

van België. Ook op het Europese toneel toonde men zich, met een halve finale in de UEFA

Cup als hoogtepunt. Vanaf de jaren tachtig begon het echter bergaf te gaan, met enkele

degradaties tot gevolg. Ook financieel kwam men in de problemen en in 2002 verdween de

club definitief126.

De rode fiches van White Star lopen vanaf 1912 tot en met begin november 1971. Op deze

fiches vinden we in totaal de namen van 5060 personen terug. Daartussen bevinden zich 147

namen van personen met buitenlandse afkomst. Dat komt neer op 2,90 procent van het

totale aantal. Dit zeer lage relatieve aantal valt opnieuw te verklaren vanuit het lage aantal

migranten dat in de periode vóór 1950 op de ledenlijsten terugkomt. Daarom kunnen we

opnieuw een cesuur plaatsen op dat jaartal en de gegevens vanaf 1950 tot en met 1971

bekijken. In deze periode zijn er 125 migranten terug te vinden op de lijsten. Op een totaal

aantal aangeslotenen van 3060 is dat relatief gezien gelijk aan 4,08%. Het verschil is dus niet

126

Anoniem, Racing White Daring Molenbeek, in: http://nl.wikipedia.org/wiki/Racing_White_Daring_Molenbeek, geraadpleegd op 5.05.2015; G. Foutré, Wat hebben ze met mijn clubje gedaan? De teloorgang van RWDM, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/30/qPLfp0a%252FV2yQkikBrzTUYStMUxhfmRu%252FNGxz3UsNUu3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3740439.PDF>, geraadpleegd op 5.05.2015

Page 56: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

56

zo groot als verwacht had kunnen worden. Het lijkt er dus op dat de instroom van migranten

bij White Star en Racing White minder snel op gang gekomen is dan bij andere clubs in het

Brusselse. De witte fiches pikten de draad op in november 1971 en liepen door tot en met

begin februari 1984. Het grootste deel van deze gegevens komt dus van de fusieclub RWDM.

Van de in totaal 3862 aangesloten leden bij deze club waren er 633 van buitenlandse

afkomst. In relatieve cijfers is dat gelijk aan 16,39 procent127. In 1973 lag het percentage

vreemdelingen in Molenbeek, waar de fusieclub gevestigd was, op 21 procent. Vijf jaar later

was dat al 25 procent geworden128. In vergelijking met deze cijfers lag het aantal migranten

bij RWDM vrij laag.

Wat de leeftijd van de leden met buitenlandse origine betreft, beantwoordt het

stamnummer 47 wel aan het patroon dat bij de vorige clubs duidelijk naar voor kwam.

Opnieuw blijken het vooral jonge kinderen met een buitenlandse afkomst geweest te zijn die

zich bij de club aansloten. 16 procent van de personen met buitenlandse origine die zich

inschreven bij RWDM was pas 10 jaar op het moment van die inschrijving. 56 procent van

het totale aantal inschrijvingen van personen van buitenlandse komaf was tussen de tien en

de dertien jaar toen ze begonnen met voetballen bij de club. Dat alles zorgde ervoor dat

maar liefst 92 procent van de migranten bij RWDM 16 jaar of jonger was bij de inschrijving.

Tegelijkertijd zien we opnieuw dat er een 42-jarige en een 51-jarige aangesloten werden bij

de fusieclub. Ook bij RWDM kregen migranten dus (in beperkte mate) passieve functies

binnen de club129.

2.10 RCS Vorst

Cercle Sportif La Forestoise werd in 1910 opgericht en sloot zich een jaar daarna aan bij de

UBSSA. Doorheen haar geschiedenis bereikte de club enkele keren de hoogste afdeling,

maar nooit kon ze daar een vaste stek bemachtigen. Het overgrote deel van haar bestaan

bracht de club dan ook door in de lagere reeksen van het nationale voetbal. In 1926 kreeg

men van de KBVB het stamnummer 51 toegewezen. Negen jaar later mocht de club zich ter

ere van haar 25-jarige bestaan de koninklijke titel aanmeten, vanaf dan stond ze bekend als

Royal Cercle Sportif La Forestoise (of Koninklijke Sportkring Vorst). In de jaren negentig zakte

127

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 47 128

H. Vandecandelaere, op. cit, p. 27 129

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 47

Page 57: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

57

RCS weg naar de provinciale reeksen. Daarom besloot men een fusie aan te gaan met Royal

Léopold Uccle FC, op zijn beurt ook al een fusieclub (cf. supra). Deze clubs vormden samen

Royal Uccle Forestoise Léopold FC. De fusie betekende meteen ook het einde van

stamnummer 51130.

De rode fiches van RCS Vorst lopen vanaf september 1964 tot en met november 1971. Op

deze periode van zeven jaar werden er 64 fiches ingevuld waarop in totaal 1280 namen

terug te vinden waren. Daarvan waren er 130 namen die een buitenlandse afkomst lieten

vermoeden. Er was met andere woorden 10,16 procent van de leden van de club niet van

Belgische origine. De witte fiches gaan verder van november 1971 tot en met januari 1984.

Van de 1492 personen die op deze fiches terug te vinden zijn, waren er 473 migranten. Dat

betekent dat 31,70 procent van het totale aantal leden van buitenlandse afkomst was131.

Vergeleken met de cijfers van de gehele gemeente Vorst in die periode is dat een vrij hoog

cijfer. In 1973 was het percentage vreemdelingen in de gemeente namelijk 20 procent, in

1978 24 procent132. De personen met buitenlandse origine bij RCS Vorst waren, net als bij de

andere Brusselse club, vooral jongeren. De 11- en 12-jarigen maakten elk 16 procent van het

totale aantal aangeslotenen met vreemde afkomst uit. Het waren dus vooral jeugdspelers,

die hun loopbaan in het voetbal begonnen, die bij RCS Vorst kwamen spelen133.

130

Anoniem, RCS La Forestoise, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/RCS_La_Forestoise>, geraadpleegd op 7.05.2015; Anoniem, Royal Cercle Sportif La Forestoise, in : <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Cercle_Sportif_La_Forestoise>, geraadpleegd op 7.05.2015 131

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 51 132

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27 133

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 51

Page 58: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

58

Afbeelding 13: Grafiek van de verdeling van de leeftijd van leden met een buitenlandse origine bij RCS

Vorst (1964-1981)134

Zeer opvallend is dat we tussen de rode fiches van RCS Vorst ook twee fiches vinden waarop

vrouwennamen opgelijst werden. Deze dames sloten zich aan bij de club tussen september

1971 en november 1973. In totaal werden er 32 vrouwen ingeschreven bij RCS Vorst. Tussen

deze 32 namen bevonden zich ook twee namen van dames die van Spaanse afkomst lijken te

zijn, namelijk Julia Gonzalez-Carrasco en Rosa Perillo. Zij waren op het moment van hun

aansluiting respectievelijk 13 en 28 jaar oud. Blijkbaar had RCS Vorst al sinds de jaren ’70 ook

een damesteam waarin jongedames speelden met een buitenlandse afkomst135. Op die

manier droeg de club op twee gebieden bij aan de sociale integratie van groepen die ook

vandaag nog vaak benadeeld worden in de maatschappij, namelijk vrouwen en migranten.

2.11 Royal Club Sportif de Schaerbeek / Royal Crossing Club de Schaerbeek/ KVVC Elewijt

Op 29 mei 1912 werd een nieuwe club opgericht in Schaarbeek, namelijk de Club Sportif de

Schaerbeek. Het stamnummer 55 bracht de meeste seizoenen vanaf dan wel door in de

nationale reeksen, maar nooit in eerste klasse. In 1936 kreeg de club de koninklijke eretitel.

Het gebrek aan succes werd uit het niets opgelost door een andere club uit de buurt. RCS de

Schaerbeek was in 1969 net op een dieptepunt in haar geschiedenis aanbeland qua

sportieve prestaties, met de degradatie uit de nationale reeksen naar eerste provinciale als

exponent. De stadsgenoten van Crossing de Molenbeek (cf. infra) gingen net op datzelfde

134

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 51 135

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 51

Page 59: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

59

moment de andere kant op in hun evolutie met een promotie naar eerste klasse. De club

beschikte echter niet over de nodige infrastructuur om op het hoogste niveau te spelen. RCS

de Schaerbeek had wel een groot stadion aan de rand van het Josaphatpark. Daarom gingen

de twee clubs over tot een fusie. De fusieclub zou bekend komen te staan als Royal Crossing

Club de Schaerbeek en verder spelen onder het stamnummer 55. Na 4 seizoenen zakte de

fusieclub opnieuw weg uit de hoogste afdeling, samen met Union Sint-Gillis. Deze degradatie

was het begin van het einde van de club in Schaarbeek. De verhouding met het

gemeentebestuur was niet om over naar huis te schrijven en het stadion verkommerde.

Amper 10 jaar na de degradatie uit eerste klasse degradeerde men al naar eerste

provinciale. Dit was het sein om in 1983 te verhuizen naar het Vlaams-Brabantse Elewijt bij

Zemst. Door de verhuis veranderde ook de naam van de club in Royal Crossing Elewijt.

Vandaag speelt de club nog steeds, weliswaar onder de naam Koninklijke Crossing VV

Elewijt. De “Crossing” in de naam van deze club is het enige dat nog herinnert aan de

glorieperiode van het stamnummer 55 in Schaarbeek136.

Op de rode fiches van deze club zijn enkele personen opgenomen die zich aansloten bij de

club in de jaren net voor en net na de Eerste Wereldoorlog. Dan gaapt er echter een gat in

de gegevens tot 1956. De personen die hier besproken worden, sloten zich dus voornamelijk

aan in of na dit jaartal. Het einde van de rode fiches kwam ook bij deze club in november

1971. In deze periode werden er in totaal 2300 personen ingeschreven bij stamnummer 55

(aanvankelijk RCS de Schaerbeek en vanaf 1969 Royal Crossing Club de Schaerbeek). Van dat

totale aantal van 2300 waren er 313 personen met een migratieachtergrond. Dat betekent

dat 13,61 procent van de nieuw ingeschreven leden in deze periode wortels in het

buitenland had. De witte fiches starten terug vanaf 1971, met nog enkele voorlopers uit de

jaren ’60. Het einde van de reeks witte fiches valt in 1983, net na de verhuis van de club naar

136

Anoniem, KVV Crossing Elewijt, in: >http://fr.wikipedia.org/wiki/KVV_Crossing_Elewijt>, geraadpleegd op 7.05.2015; S. Van Loock, Exotische sfeer, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/420521/article>, geraadpleegd op 7.05.2015; G. Foutré, RC Schaarbeek, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2006/03/S%252B5rD8waEqlSILA%252BOihmB6cN7lCsHoh%252Bj4S%252Bpmclm2I%253D/PDF/325635.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015; Anoniem, Crossing Schaarbeek, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/42/k%252FGOm0GhiLmr2js3qqMypztz%252FiCDlalFO6JtQSDoWfrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1960948.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015; D. Goyvaerts, Het vergeten elftal: Crossing Schaarbeek 1970, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2009/44/nnaX3YzH7bKpO1FfiLOj4O4B5Tm%252FWnqOaItsnNDNzDDUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2398931.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 60: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

60

Elewijt. De impact van deze verhuis op het aantal migranten in de club zal in deze fiches dus

niet of nauwelijks te zien zijn, aangezien de spelers in 1983 nog grotendeels de spelers

waren die ook in Schaarbeek bij de club speelden. In de jaren tussen november 1971 en

september 1983 sloten er zich 2498 personen aan bij deze club. Onder die 2498 mensen

bevonden er zich 604 met een niet-Belgische achtergrond. Er was met andere woorden

24,18 procent of bijna één vijfde van alle aangeslotenen van vreemde origine137. Het aandeel

van vreemdelingen in de gemeente Schaarbeek was in 1973 24 en in 1978 29 procent138.

Vergeleken met deze cijfers van de algemene bevolking valt er bij de plaatselijke voetbalclub

een lichte ondervertegenwoordiging te merken, maar toch was een groot deel van de leden

van de club van buitenlandse komaf. Ook in de perceptie en beeldvorming in de pers en in

de herinnering van enkele ex-spelers leeft de idee van Royal Crossing Club Schaarbeek als

multiculturele club bij uitstek nog volop voort. Zo kreeg een artikel uit november 2002 over

de club nog de titel “Exotische Sfeer” mee. In het artikel wordt enkele keren verwezen naar

het multiculturele karakter van de gemeente Schaarbeek. Daarenboven kwam ook ex-speler

Georges Leekens aan het woord. Hij sprak de volgende woorden over zijn tijd bij Crossing

Schaarbeek: “Het multiculturele van de supporters weerspiegelde zich ook op het veld. Wij

waren werkelijk een smeltkroes van diverse nationaliteiten: Marokkanen, Brazilianen,

Hongaren, Italianen, Nederlanders en Belgen. En secretaris Swaelens was de man die alles

samenhield, hij zorgde voor de ambiance in de club.139".

Ook bij Royal Crossing Club de Schaarbeek waren het vooral jonge kinderen die zich

aansloten in de besproken periode. 60,7 procent van alle nieuwe inschrijvingen van

personen met buitenlandse origine waren 10- tot 13-jarigen. 91,1 procent van diezelfde

groep was dan ook 18 jaar of jonger. Crossing Schaarbeek beschikte eveneens over een

damesploeg. Daartoe behoorden er vier meisjes met een buitenlandse origine op een totaal

van 41 ingeschreven speelsters. Samen met RCS Vorst was Royal Crossing Club de

Schaerbeek dus een voorloper op het vlak van integratie van vrouwen in het voetbal140.

137

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 55 138

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27 139

S. Van Loock, Exotische sfeer, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/420521/article>, geraadpleegd op 7.05.2015 140

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 55

Page 61: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

61

2.12 RCS Saint-Josse

Op 15 maart 1915 werd in Sint-Joost-ten-Node een nieuwe voetbalclub opgericht, namelijk

Royal Cercle Sportif Saint-Josse. Vier jaar later al sloot de club zich aan bij de UBSSA. Vanaf

1926 ging de club door het leven met stamnummer 83. De geschiedenis van RCS Saint-Josse

speelde zich vooral af in de provinciale reeksen van het Belgische voetbal. In 1933 trad de

club aan in tweede klasse, maar na één seizoen was dat avontuur alweer afgelopen. Hoewel

de club in Sint-Joost-ten-Node werd opgericht en ook naar die gemeente vernoemd werd,

werden de wedstrijden afgewerkt in Evere. Na een fusie met FC Arsenal Evere in 1988

fusioneerde de club in 2001 met Royal Uccle Forestoise Léopold FC tot Royal Léopold Uccle

Forestoise, waardoor het stamnummer 83 voorgoed van de bondslijsten geschrapt werd141.

Van RCS Saint-Josse zijn er helaas slechts 6 rode fiches overgebleven in het archief. Dat wil

zeggen dat er enkel voor de periode tussen november 1967 en juli 1972 gegevens

beschikbaar zijn via deze rode aansluitingsfiches. Van de 120 personen die zich in deze korte

tijdspanne inschreven bij de club, waren er maar liefst 47 met een buitenlandse

achtergrond. Dat komt overeen met 39,17 procent van het totale aantal leden. Het aantal

witte fiches dat zich nog in het archief bevindt, is gelukkig iets groter dan het aantal rode

fiches. Daardoor kunnen we een iets uitgebreidere steekproef doen om te zien of het hoge

aantal migranten dat uit het analyseren van de rode fiches van deze club naar voor komt wel

een realistisch beeld geeft van de reële situatie. In totaal zijn er 33 witte fiches beschikbaar

in het archief, waarop 659 namen van leden ingevuld zijn. Deze namen zijn van personen die

zich bij de club aansloten tussen juni 1972 en december 1983. Van die 659 personen hadden

er 242 een migratieachtergrond. Omgerekend in percenten is dat gelijk aan 36,72%142. Dit is

iets minder dan de 39,17 procent die uit de analyse van de rode fiches naar voor gekomen

was, maar het blijft toch een zeer hoog percentage. Daarom kunnen we concluderen dat de

rode fiches ondanks hun beperkte aantal toch ook een vrij realistisch beeld geven van de

toenmalige situatie binnen de club. Het hoge percentage allochtonen binnen RCS Saint-Josse

valt te verklaren wanneer we naar de cijfers van de gehele gemeente Sint-Joost-ten-Node

kijken. Die gemeente had namelijk het op één na hoogste percentage vreemdelingen in haar

141

Anoniem, Royal Cercle Sportif Saint-Josse, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Cercle_Sportif_Saint-Josse>, geraadpleegd op 7.05.2015 142

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 83

Page 62: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

62

gelederen, enkel in Sint-Gillis woonden er (althans zeker in relatieve cijfers) meer migranten.

In 1973 waren er maar liefst 33 op 100 inwoners van Sint-Joost-ten-Node migranten, 5 jaar

later was dat aantal zelfs al gestegen tot 40 op 100143. In dat opzicht is het helemaal niet zo

abnormaal dat de ratio migranten/totaal aantal leden bij RCS Saint-Josse zo hoog ligt.

Met veel waren ze zeker, maar hoe was het gesteld met de leeftijd van de migranten die zich

aansloten bij deze club? Opnieuw is de leeftijd bij inschrijving zeer ongelijk verdeeld. De

aansluitingen van 10-, 11-, 12-, 13-, 14- en 15- jarigen schommelen elk rond de 10 procent.

Dat betekent dat iets meer dan 60 procent van de ingeschreven leden bij RCS Saint-Josse

tussen de tien en de vijftien jaar oud was op het moment van hun aansluiting. Het is dan ook

niet verwonderlijk dat de gemiddelde leeftijd bij de inschrijving slechts 14,43 jaar was.

Bovendien wordt dit gemiddelde nog naar omhoog getrokken door enkele uitschieters aan

de andere kant van het spectrum, zoals de inschrijving van een 39-jarige en een 43-jarige144.

Daarom geeft de mediaan een nog duidelijker beeld van hoe jong de meeste leden van deze

club waren toen ze lid werden. De mediaan, of de middelste waarneming in een volgens

grootte gerangschikte reeks145, ligt in dit geval op 13 jaar. Meer dan de helft van de

personen met buitenlandse origine die bij RCS Saint-Josse gingen voetballen, was dus 13 jaar

of jonger146.

2.13 Royal Union Sportive de Laeken/ Stade de Bruxelles

In 1907 ontstond Union Sportive de Laeken. In 1926 kreeg deze club stamnummer 281 mee

van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Zes jaar later mocht men zich een Koninklijke

Vereniging noemen. Na behoorlijk wat seizoenen doorgebracht te hebben in de lagere

afdelingen, vond men in 1964 de tijd rijp voor een fusie met Union Sportive du Centenaire.

De nieuwe fusieclub zou dan Royal Stade de Bruxelles gaan heten. Amper 6 jaar later

verdween deze club echter al opnieuw, net als het stamnummer 281. Door een fusie met

Racing Club de Jette ging men verder onder het stamnummer van die club147.

143

H. Vandecandelaere, op. Cit., p. 27 144

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 83 145

B. Blondé, I. Devos, e.a., Trend en toeval. Inleiding tot de kwantitatieve methoden voor historici, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2012, p. 58 146

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 83 147

Anoniem, Royal Stade de Bruxelles, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Stade_de_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 63: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

63

De fiches die voor Stade de Bruxelles voorhanden zijn, lopen vanaf juli 1964 tot en met juli

1970. Dat is dan ook meteen de hele periode dat de club bestond, zoals hierboven wordt

beschreven. De fiches voor Union Sportive de Laeken zijn helaas niet terug te vinden in het

archief. In deze zesjarige periode werden er 320 personen ingeschreven bij Stade de

Bruxelles. 26 daarvan waren van buitenlandse komaf, wat overeenkomt met 8,12 procent.

Het aantal migranten bij deze club lijkt dus vrij laag gelegen te hebben, zowel in vergelijking

met andere clubs als met het aandeel van buitenlanders in de gehele bevolking van de

hoofdstad en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hoewel er dus minder migranten

waren bij deze club, zowel in absolute als in relatieve cijfers, valt er ook hier toch een

patroon af te lezen uit de analyse van de leeftijden. Er sloten zich in de besproken 6 jaar 4

11-jarigen, 4 12-jarigen en 8 13-jarigen aan bij Stade de Bruxelles. Dat wil zeggen dat meer

dan 60 procent van de aangesloten leden van de club tussen de 11 en de 13 jaar oud waren

op het moment dat ze zich inschreven. Op deze kleine schaal kan er natuurlijk sprake zijn van

toeval, maar aangezien hetzelfde fenomeen ook duidelijk te zien is bij alle vorige behandelde

clubs, lijkt het toch eerder om een structureel verschijnsel te gaan148.

2.14 Crossing Ganshoren/Molenbeek

In 1913 werd FC Ganshoren opgericht. Elf jaar later veranderde de club van naam naar

Crossing Football Club Ganshoren, en vanaf 1938 stond het stamnummer 451 bekend als

Royal Crossing FC Ganshoren. Na enkele successen in de lagere afdelingen verhuisde de club

in 1959 naar Molenbeek. Dat bracht ook een naamsverandering met zich mee. Vanaf de

verhuis heette de club Royal Crossing Club Molenbeek. Op tien jaar tijd steeg de club van

derde naar eerste klasse, waarop men opnieuw verhuisde, deze keer naar Schaarbeek. Daar

vormde men via de fusie met RCS de Schaerbeek Royal Crossing Club de Schaerbeek (cf.

supra)149.

148

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 281 149

Anoniem, Royal Crossing Club de Molenbeek, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Crossing_Club_de_Molenbeek>, geraadpleegd op 7.05.2015; Anoniem, Crossing Schaarbeek, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2007/42/k%252FGOm0GhiLmr2js3qqMypztz%252FiCDlalFO6JtQSDoWfrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1960948.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 64: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

64

De fiches van Crossing Ganshoren lopen vanaf december 1924 tot en met de verhuis naar

Molenbeek in september 1959. In totaal werden er in die periode 620 personen

ingeschreven, waaronder zich slechts 10 migranten bevonden. Dat komt neer op een

schamele 1,61 procent. De mensen met buitenlandse origine werden echter bijna allemaal

ingeschreven na 1950. Daarom kan het opnieuw nuttig zijn om een breukpunt te maken van

dat jaartal en alleen de fiches van 1950 en later te analyseren. Tussen januari 1950 en

september 1959 sloten er zich in totaal 460 mensen aan bij Crossing Ganshoren. De 9

migranten die zich in diezelfde periode inschreven, vormen daarvan 1,95 procent. Dat is nog

steeds een laag percentage in vergelijking met de andere clubs. Vanaf oktober 1959 (het

moment van de verhuis naar Molenbeek) tot en met juli 1969 (het moment van de fusie met

RCS de Schaerbeek) zijn er in het archief van de KBVB ook fiches beschikbaar voor Royal

Crossing Club Molenbeek. Er zijn op die fiches 79 personen met buitenlandse origine terug te

vinden, op een totaal van 974 ingeschrevenen. Dat komt overeen met 8,11 procent. Het

percentage vreemdelingen binnen de club lag dus hoger dan in het decennium ervoor, maar

het valt niet met zekerheid te zeggen of dat ligt aan de verhuis naar Molenbeek of

simpelweg aan de algemene groei van migratie naar België en specifiek naar Brussel.

Over de leeftijd van de 10 migranten bij Crossing Ganshoren valt weinig te zeggen. Op een

dergelijke kleine groep gegevens kan moeilijk een statistische analyse uitgevoerd worden.

Daarenboven is van één van de tien de geboortedatum niet bekend, waardoor ook de

leeftijd niet berekend kon worden. Toch valt op dat er van alle leeftijden slechts één leeftijd

is waarvan er 2 personen werden ingeschreven en dat is 10 jaar. Dit ligt in de lijn van de

vorige clubs die onderzocht werden, waarbij tien jaar eveneens de leeftijd bij uitstek leek

voor migrantenjongeren om aan voetbal te beginnen. Zoals hierboven beschreven werd, lag

het aantal personen met buitenlandse origine ook niet enorm hoog bij Royal Crossing Club

Molenbeek. Toch kunnen de gegevens van deze club iets meer geanalyseerd worden. Van de

74 personen van buitenlandse komaf in de club waren er bijna 15 procent 13 jaar op het

moment van hun aansluiting. Daarbij komt nog eens dat 10 procent 15 jaar was toen ze zich

aansloten bij Crossing Molenbeek. Ook hier waren het dus vooral jongeren van buitenlandse

Page 65: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

65

afkomst, al waren ze bij Molenbeek toch iets ouder dan bij andere clubs. Zo was de

gemiddelde leeftijd van buitenlanders bij de club 17,16 jaar en de mediaan 15 jaar150.

2.15 KFC Strombeek

FC Strombeek ontstond in 1932 en sloot een jaar later aan bij de KBVB onder het

stamnummer 1936. In 1958 werd de naam veranderd naar KFC Strombeek na het verkrijgen

van de koninklijke titel. Tot in de jaren tachtig speelde de club in de provinciale reeksen. Het

hoogste niveau dat de club haalde was de tweede klasse in het jaar 1999. In 2002, na het

verdwijnen van RWDM, verhuisde Strombeek naar het Edmond Machtensstadion in

Molenbeek. In principe behoort Strombeek niet tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wel

tot het Vlaams Gewest en de provincie Vlaams-Brabant. Toch kan het interessant zijn om

deze club ook in deze studie te betrekken. Zo kunnen we vergelijken hoe het met het aantal

migranten in een club net buiten Brussel gesteld was. Daarenboven was de band van

Strombeek met Brussel toch sterk genoeg om in 2002 een fusie aan te gaan met RWDM151.

Van KFC Strombeek waren er 62 rode fiches terug te vinden in het archief, die lopen vanaf

maart 1933 tot en met december 1971. Migranten of mensen met buitenlandse origine

komen echter slechts voor vanaf de jaren 50. Daarom zullen ook enkel de fiches vanaf dat

jaartal geanalyseerd worden. Tussen januari 1950 en december 1971 werden er in het

algemeen 720 personen ingeschreven bij KFC Strombeek. Daaronder bevonden er zich 14

van buitenlandse komaf. Dat komt neer op 1,94 procent van het totale aantal. De witte

fiches van de club lopen verder vanaf midden december 1971 tot en met april 1984. In deze

periode sloten er zich 1058 personen aan bij deze club. Op dat totaal waren er 58 personen

met buitenlandse origine. Er was met andere woorden 5,48 procent van het totale aantal

ingeschreven leden van buitenlandse komaf152. Het is dus wel duidelijk dat de geografische

positie van een club, in dit geval in een gemeente buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

een grote impact had op het aantal migranten binnen een club. Het percentage personen

met buitenlandse origine lag bij KFC Strombeek duidelijk lager dan bij andere clubs die in en

rond Brussel speelden.

150

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 451 151

Anoniem, RWDM Brussels FC, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/RWDM_Brussels_FC>, geraadpleegd op 12.05.2015 152

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 1936

Page 66: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

66

Er mogen dan wel minder migranten bij KFC Strombeek gespeeld hebben dan bij andere

clubs uit het Brusselse, qua leeftijd beantwoordden ze wel degelijk aan het intussen

vertrouwde patroon. Vooral kinderen en jongeren van buitenlandse komaf vonden in

Strombeek onderdak voor de uitoefening van hun sport. Zo was 82,9 procent op het

moment van hun aansluiting bij de club 15 jaar of jonger. De gemiddelde leeftijd was 13,06

jaar, de mediaan 12 jaar153.

2.16 Woluwe SC

In 1938 kregen twee broederparen het idee om een nieuw voetbalteam op te richten onder

de naam Sporting Club Woluwe Voetbalvereniging. Drie jaar later, op het moment van de

aansluiting bij de KBVB, veranderde men de naam van de club in Woluwe Sporting Club.

Meteen kreeg men ook het stamnummer 3197 toegewezen. Doorheen de geschiedenis

speelde men in de lagere reeksen van het nationale voetbal. In 1991 veranderde de club

nogmaals van naam omwille van de koninklijke eretitel die ze verkregen had. Vanaf dan

heette de club officieel Woluwe Royal Sporting Club. Twee jaar later, in 1993, werd dit na

een fusie Koninklijke Voetbalclub Wosjot Woluwe. Tien jaar daarna volgde een nieuwe fusie,

deze keer met KVK Zaventem. Hieraan dankt de club ook haar huidige naam Koninklijke

Voetbalvereniging Woluwe-Zaventem154. De fusies legden de club geen windeieren, want

momenteel werkt KV Woluwe-Zaventem haar wedstrijden af in de tweede klasse van het

Belgische voetbal.

Bij Woluwe SC lijkt het aantal migranten net als bij KFC Strombeek eerder aan de lage kant

geweest te zijn. In totaal werden er tussen juli 1941 en begin februari 1972 (de periode die

wordt bestreken door de rode fiches) 440 personen ingeschreven bij de club. Daarvan

hadden er 10 hun wortels in het buitenland. Dat komt overeen met 2,27 procent. De witte

fiches registreerden tussen februari 1972 en september 1984 429 nieuw aangesloten leden,

waaronder er zich 24 migranten bevonden. Het percentage van personen met buitenlandse

origine op het totale aantal nieuwe leden was in die periode dus gestegen tot 5,59 procent.

153

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 1936 154

Anoniem, KV Woluwe-Zaventem, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/KV_Woluwe-Zaventem>, geraadpleegd op 7.05.2015; KV Woluwe Zaventem, De geschiedenis van KVW Zaventem, in: <http://kvwzaventem.be/index.php?option=com_k2&view=item&id=238:de-geschiedenis-van-kvw-zaventem&Itemid=55>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 67: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

67

Ook bij Woluwe SC lag de leeftijd van de meeste nieuwe leden met buitenlandse origine vrij

laag. Hoewel er slechts weinig migranten waren bij deze club en er dus maar een kleine

steekproef is om statistisch onderzoek op te doen, valt het toch op dat er 6 van de 34, of

17,6 procent, 11 jaar was op het moment van de aansluiting. Toch was er ook één 45-jarige

van buitenlandse komaf die zich bij Woluwe SC aansloot, wat erop wijst dat ook bij deze club

op hogere niveaus migranten (of toch zeker één) aanwezig waren. Op het lagere niveau

waarop Woluwe SC gedurende de besproken periode speelde, kan het echter ook zijn dat

deze veteraan nog zelf meespeelde. Dat valt echter helaas niet uit de bronnen af te leiden155.

2.17 RUS de Schaerbeek / Crossing Schaerbeek

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog sloot Union Sportive Albert Schaerbeek zich aan

bij de KBVB onder het stamnummer 4070. De lagere reeksen waren doorheen de hele

geschiedenis de natuurlijke habitat van deze club. In 2011 werd de naam na een fusie met

RFC Evere veranderd van Royal Union Sportive Albert de Schaerbeek in Crossing Schaerbeek

Evere. De dag van vandaag staat de club gewoon bekend als Crossing Schaerbeek156.

De periode waarvoor er rode fiches beschikbaar zijn in het Rijksarchief loopt vanaf april 1944

tot en met september 1970. In deze 26-jarige periode werden er 700 personen ingeschreven

bij RUS Schaerbeek. 53 van deze 700 mannen waren niet van Belgische afkomst. Dat komt

overeen met 7,57 procent van het totale aantal. Voor de periode tussen september 1970 en

juli 1984 zijn er 47 witte fiches ingevuld, met daarop in totaal 911 namen van nieuw

ingeschreven leden. Daartoe behoorden maar liefst 406 personen van buitenlandse komaf.

Omgerekend is dat een spectaculaire 44,57 procent van het totale aantal van 911. Bijna de

helft van alle aangesloten leden in de jaren ’70 en de eerste helft van de jaren ’80 van de

vorige eeuw waren met andere woorden migranten of kinderen van migranten157. De

vreemdelingenscore, zoals Vandecandelaere het uitdrukt, van de gemeente Schaarbeek was

in 1973 24 procent en in 1978 29 procent158. Vergeleken met die cijfers wordt het

percentage van mensen met buitenlandse origine bij RUS de Schaerbeek nog

155

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 3197 156

Anoniem, Crossing Schaerbeek (4070), in:< http://nl.wikipedia.org/wiki/Crossing_Schaerbeek_(4070)>, geraadpleegd op 7.05.2015; KRC Gent-Zeehaven, Voorbeschouwing bekerduel : KRC Gent-Zeehaven - Crossing Schaerbeek, in: <http://www.krcgent.be/nieuws.php?n_id=824>, geraadpleegd op 7.05.2015 157

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 4070 158

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27

Page 68: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

68

indrukwekkender. Het lijkt erop alsof er bij deze club sprake was van een vrij grote

oververtegenwoordiging van migranten ten opzichte van hun aanwezigheid in de volledige

maatschappij. Wanneer we dit vergelijken met de gegevens uit de witte fiches van de andere

club uit dezelfde gemeente, Royal Crossing Club Schaarbeek (cf. supra), zien we dat het

aantal migranten bij RUS de Schaerbeek ook in vergelijking daarmee een stuk hoger lag. De

24,18 procent vreemdelingen bij Crossing Schaarbeek verdwijnt in het niets wanneer men ze

vergelijkt met de 44,57 procent die we bij RUS de Schaerbeek terugvinden. Het is dan ook

opvallend dat de eerstgenoemde club in bovenvermeld artikel wordt beschreven als “een

multiculturele club met een exotische sfeer159”. Het valt wel degelijk te begrijpen dat ex-

spelers zich dat zo herinnerden, aangezien ook bij Royal Crossing Club Schaarbeek ongeveer

één vierde van alle leden van buitenlandse afkomst was, en een groot deel van de

supporters een andere origine had. Toch lijkt deze beeldvorming van Crossing Schaarbeek als

de multiculturele club bij uitstek in Brussel vooral geënt te zijn op het feit dat de club in haar

eerste elftal veel buitenlandse spelers had, en op de positie die ze kortstondig in eerste

klasse bezette. Het eerste elftal krijgt natuurlijk meer aandacht dan de jeugdploegen, zeker

als dat fanionteam ook nog eens in de hoogste afdeling speelt. Daarom schrijven

tijdschriften artikels zoals het bovenvermelde, waarin bekende oud-spelers als ex-

bondscoach Georges Leekens geïnterviewd worden over hun tijd bij de club en het

multiculturele karakter van het team sterk benadrukt wordt. Uit dit onderzoek blijkt echter

dat er zich in de jeugd, de basis van een club waarop de hele werking steunt, veel meer

personen van buitenlandse afkomst bevonden bij RUS de Schaerbeek dan bij Royal Crossing

Club Schaarbeek. Eerstgenoemde was wat het aantal leden in de volledige club betreft dus

eigenlijk de multiculturele club bij uitstek. Crossing Schaarbeek was hierin dus zeker geen

uitzondering, zoals het in het artikel wel min of meer naar voor wordt gebracht.

159

S. Van Loock, Exotische sfeer, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/420521/article>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 69: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

69

Wat de leeftijd van de aangesloten personen van buitenlandse origine betreft, zijn er geen

grote verrassingen in vergelijking met de vorige besproken clubs. Ook bij RUS de Schaerbeek

waren het vooral kinderen en jongeren van buitenlandse komaf die zich bij de club

inschreven. De gemiddelde leeftijd van de migranten bij deze club was 14,83 jaar, de

mediaan 13 jaar. Daarenboven was maar liefst 89,5 procent 21 jaar of jonger. Er waren

echter ook bij deze club enkele uitzonderingen die de regel bevestigden. Zo werden er één

43-jarige, één 46-jarige en één 49-jarige ingeschreven bij RUS de Schaerbeek. Het ziet er dus

naar uit dat personen van vreemde origine in de club posities konden verwerven als niet-

speler, wat zoals reeds gezegd kan wijzen op een zekere machtspositie160.

2.18 Racing Club de Jette / Racing Jet de Bruxelles

In 1944 werd Racing Club de Jette opgericht, een club die zich een jaar later aansloot bij de

KBVB. Bij die aansluiting kregen ze het stamnummer 4549 toebedeeld. De club speelde in de

lagere reeksen, tot het in 1970 tot een fusie kwam met Royal Stade de Bruxelles (cf. supra).

De nieuwe fusieclub ging door het leven onder de naam Racing Jet de Bruxelles. Na een

moeilijke start ging het in stijgende lijn voor de jonge club en in 1984 bereikte men zelfs de

hoogste afdeling van het Belgische voetbal. Lang duurde dat verblijf in eerste klasse echter

niet. In 1988 verdween Racing Jet de Bruxelles definitief van het hoogste niveau. In datzelfde

jaar zocht men ook een nieuwe verblijfplaats in Waver, waardoor de naam van de club

veranderd werd in Racing Jet Wavre. Tot op de dag van vandaag bestaat de club onder deze

benaming161.

De rode fiches van Racing Club de Jette bestrijken de periode van augustus 1946 tot en met

januari 1972. In totaal werden er in die jaren 40 fiches ingevuld, met daarop 800 namen van

leden van de club. Daarop zijn 32 migranten terug te vinden, goed voor 4 procent van het

totaal. De witte fiches namen het zoals gewoonlijk over vanaf het moment dat de rode fiches

ophielden te bestaan. In dit geval was dit vanaf februari 1972 en liepen de fiches door tot en

met oktober 1975. Op deze witte fiches staan 720 personen opgelijst. Daarvan waren er 81

160

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 4070 161

Anoniem, Racing Jet Wavre, in: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Racing_Jet_Wavre>, geraadpleegd op 7.05.2015; Anoniem, Racing Jet Wavre, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Racing_Jet_Wavre>, geraadpleegd op 7.05.2015; RJ Wavre, Les origines- Historique- Articles, in: <http://www.rjwavre.be/modules/news/article.php?storyid=569>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 70: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

70

met buitenlandse origine. Dat is gelijk aan 11,25 procent van het totale aantal162. Helaas

geeft Vandecandelaere geen gegevens voor Jette wat het relatieve aantal vreemdelingen

betreft, maar aangezien de percentages tussen 15 en 39 procent voor 1973 en tussen 16 en

43 procent voor 1978 liggen163, valt het aan te nemen dat de cijfers van Jette ergens daar

tussenin gelegen zullen hebben. Het lijkt er dan ook op dat er bij Racing Club de Jette sprake

was van een lichte ondervertegenwoordiging. Ook tegenover de meeste andere clubs lag het

percentage migranten relatief laag, zeker voor de periode van de witte fiches. Hierboven

stond echter beschreven dat de witte fiches voor deze club slechts beschikbaar waren voor

de jaren 1972 tot en met 1975. De tweede helft van de jaren ’70 en de eerste helft van de

jaren ’80 blijven hier dus buiten beschouwing. Dit was de periode waarin het aantal

personen van buitenlandse origine in Brussel sterk toenam (cf. afbeelding 6), en waarin ook

bij de vorige besproken clubs vaak steeds meer migranten zich inschreven. Het is dus niet

onlogisch dat de verhouding aantal personen van vreemde afkomst op het totale aantal

ingeschreven leden hier lager lijkt te liggen dan bij de hierboven geanalyseerde clubs.

De meeste aangeslotenen met buitenlandse origine bij Racing Club de Jette waren opnieuw

vrij jong. 75,7 procent van alle ingeschreven migranten was 18 jaar of jonger. De gemiddelde

leeftijd was 15,75 jaar, de mediaan van alle leeftijden lag op 14 jaar. Net als bij de andere

Brusselse clubs lijken het dus vooral kinderen en jongeren geweest te zijn die zich aansloten

bij Racing Club de Jette om te beginnen voetballen164.

2.19 (White Star) Woluwe FC

In 1950 ontstond Woluwe FC om vier jaar later bij de KBVB aan te sluiten. Na de fusie van

White Star AC met Racing Club de Bruxelles nam Woluwe FC de witte ster uit het logo van

White Star over. De naam van de club werd op dat moment ook veranderd in White Star

Woluwe FC. Vanaf 1972 speelde men op het tweede terrein van het Fallonstadion, waar ook

Racing White hun thuiswedstrijden afwerkte. Op dat moment speelde Woluwe in de laagste

reeks, namelijk vierde provinciale. Vanaf de terugkeer naar het Fallonstadion (de club

speelde er ook in haar begindagen) ging het echter gestaag bergop. Momenteel bevindt de

162

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 4549 163

H. Vandecandelaere, op. cit., p. 27 164

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 4549

Page 71: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

71

club zich zelfs in tweede klasse. Het doet dat echter wel opnieuw onder een andere naam,

namelijk White Star Bruxelles165.

De rode fiches van Woluwe FC registreerden de nieuwe inschrijvingen vanaf juli 1954 (het

moment van de aansluiting bij de Koninklijke Belgische Voetbalbond, cf. supra) tot en met

juli 1972. Gedurende deze periode van exact 18 jaar kreeg de club er 480 nieuwe leden bij.

Daarvan waren er 27 van buitenlandse origine. 5,62 procent van het totale aantal leden had

dus zijn wortels in het buitenland. De witte fiches bevatten 1436 namen van leden voor de

periode vanaf juli 1972 tot en met februari 1984. Van dat totale aantal waren er 240

personen van buitenlandse afkomst. Dat komt overeen met 16,71 procent. Wanneer we dit

percentage vergelijken met het relatieve aandeel van migranten bij Woluwe SC, zien we dat

er bij Woluwe FC toch een veel groter deel van het totale aantal leden van vreemde origine

was. De 16,71 procent die we hier zien verschijnen, laat de 5,59 procent die we bij Woluwe

SC zagen in vrijwel dezelfde periode ver achter zich. Hieruit komt naar voor dat niet enkel de

geografische positie een invloed had op het aantal personen van buitenlandse komaf in een

club, maar dat er ook andere factoren meespeelden die niet uit de bronnen kunnen afgeleid

worden, zoals de attitudes van mensen binnen een club, eventueel een hoger lidgeld dat

betaald moest worden, et cetera.

Het is weinig verrassend dat ook bij White Star Woluwe de aangesloten migranten vooral

jonge kinderen en jongvolwassenen waren. De gemiddelde leeftijd van migranten bij deze

club tussen 1954 en 1984 was 14,45 jaar, de mediaan van alle leeftijden was 12 jaar. 17

procent van alle ingeschrevenen met buitenlandse origine was 11 jaar op het moment van

de aansluiting. Toch was de verspreiding qua leeftijd bij deze club iets groter dan bij andere

clubs. Zo was 90 procent van de ingeschreven leden met buitenlandse roots 24 jaar of

jonger. Bij de meeste clubs die hiervoor besproken werden, lag de grens van 90 procent op

lagere leeftijd166.

165

Anoniem, Royal White Star Bruxelles, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_White_Star_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015;Anoniem, R. White Star Bruxelles, in: < http://nl.wikipedia.org/wiki/R._White_Star_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015 166

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 5750

Page 72: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

72

2.20 CS Racing Uccle

Deze club werd in 1973 gesticht en sloot zich in datzelfde jaar meteen ook aan bij de KBVB.

Na enkele jaren in de provinciale reeksen gespeeld te hebben, verdween de club al terug in

1982 na een fusie met Royal Léopold FC de Bruxelles (cf. supra). Het stamnummer 7949

verdween daarmee uit het voetbal167.

Voor CS Racing Uccle zijn er logischerwijze enkel witte fiches voorhanden, aangezien de club

pas in 1973 werd opgericht. Deze witte fiches geven dan ook de inschrijvingen weer van het

gehele bestaan van deze club, vanaf juni 1973 tot en met juli 1982. Gedurende deze periode

sloten er zich 331 personen aan bij CS Racing Uccle. Daarvan hadden er 108 buitenlandse

origine, wat gelijk is aan 32,63 procent van het totale aantal. Wanneer we dit vergelijken

met de cijfers voor dezelfde periode van Royal Uccle Sport, een andere club uit dezelfde

gemeente, is te zien dat CS Racing Uccle ondanks het korte bestaan relatief gezien toch nog

meer migranten in hun gelederen had.

De gemiddelde leeftijd van de mannen van buitenlandse komaf bij CS Racing Uccle lag vrij

hoog in vergelijking met de gemiddelden van andere clubs. Daaruit zou geconcludeerd

kunnen worden dat hier het patroon dat vooral jonge kinderen van migranten zich aansloten

bij Brusselse clubs doorbroken wordt. Deze gevolgtrekking klopt gedeeltelijk. Zo ligt de grens

van 90 procent, die al enkele keren aan bod gekomen is, in dit geval op 27 jaar. Dat is

aanzienlijk hoger dan bij de meeste clubs die hierboven bestudeerd werden. De leeftijd van

de leden met buitenlandse afkomst lag in het algemeen dus wel degelijk iets hoger dan bij

de andere clubs. Toch was nog steeds meer dan de helft van de aangeslotenen met vreemde

origine 15 jaar of jonger. Bovendien werd de gemiddelde leeftijd fiks naar boven getrokken

door één uitschieter, namelijk een lid van 52 jaar. Blijkbaar konden migranten dus ook bij

deze club een rol als niet-speler krijgen. De mediaan, een maatstaf die minder wordt

beïnvloed door extremen langs beide kanten dan het gemiddelde, toont aan dat de leden

van CS Racing Uccle toch niet zo veel ouder waren dan die van andere clubs. De mediaan ligt

hier namelijk op 15 jaar, wat dus nog steeds heel jong is168.

167

Anoniem, Royal Léopold Uccle-Woluwe Football Club, in: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_L%C3%A9opold_Uccle-Woluwe_Football_Club>, geraadpleegd op 1.05.2015 168

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 7949

Page 73: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

73

2.21 Ritterklub Jette

Deze club werd gesticht in 1956 met stamnummer 8104. Ze speelde steeds in de lagere

provinciale reeksen. De club werd echter opgericht met een specifiek doel voor ogen. Enkele

Nederlandstalige inwoners van Jette vonden dat ze niet voldoende mogelijkheid hadden om

in hun eigen moedertaal aan sport te doen. Daarom richtten zij zelf een club op waarin de

voertaal Nederlands was. Dat is vandaag trouwens nog steeds het geval. Ritterklub Jette

profileert zich graag als de Nederlandstalige voetbalclub in Brussel bij uitstek169. Dat

Nederlandstalige karakter van de club doet de vraag rijzen of dit een invloed had en heeft op

het (relatieve) aantal migranten of mensen met een buitenlandse origine binnen Ritterklub

Jette. Migranten van de eerste en tweede generatie spraken en/of spreken immers dikwijls

Frans, omdat dit dichter bij hun moedertaal aanleunt. Stallaert stelde in 1987 bijvoorbeeld

dat Spaanse migranten van de tweede generatie vaak problemen ondervonden om een job

te vinden omdat hun kennis van het Nederlands te wensen overliet170.

Voor Ritterklub Jette zijn er enkel witte fiches voorhanden in het archief. Deze fiches

bestrijken de periode vanaf mei 1974 tot en met september 1984. In die 10 jaar werden er in

totaal 696 personen ingeschreven. Een schamele 15 daarvan hadden hun origine in het

buitenland, wat overeenkomt met slechts 2,15 procent van het totale aantal171. Dat is een

zeer laag percentage, zeker indien het vergeleken wordt met de percentages van min of

meer gelijke periodes bij de andere besproken clubs. In dezelfde gemeente was ook Racing

Club de Jette actief (cf. supra). Daar lag het percentage migranten ook iets lager dan in

andere clubs. Een mogelijke verklaring zou dus kunnen zijn dat er in Jette simpelweg niet

veel migranten waren, of dat ze alleszins niet massaal gingen voetballen. Toch is het verschil

ook tussen de twee clubs uit Jette onderling nog opmerkelijk. Het percentage personen met

vreemde origine bij Ritterklub Jette lag toch wel uitzonderlijk laag. Het lijkt er dus op dat de

hypothese dat hier minder buitenlanders zouden kunnen geweest zijn omwille van het

uitgesproken Nederlandstalige karakter van de club niet uit de lucht gegrepen was. Hoewel 169

T. Schoonjans, Ritterklub Jette: Voetballen met een strijdershart, in: <http://www.brusselnieuws.be/nl/nieuws/ritterklub-jette-voetballen-met-een-strijdershart, geraadpleegd op 8.05.2015; G. Foutré en M. Stockmans, Voetbal in Brussel. Er zijn geen ketjes meer, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2008/06/dDaGthFP5oP75KIwcdcrIVB9m5VNKNVJTp%252FjA%252BmtjxrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2030856.PDF>, geraadpleegd op 27.04.2015 170

C. Stallaert, art. cit., p. 101 171

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 8104

Page 74: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

74

correlatie zeker niet altijd gelijk is aan causatie, lijkt het verschil tussen Ritterklub Jette en

alle andere clubs te groot om de invloed van het Nederlandstalige karakter van de club niet

als oorzaak voor het aanzienlijk lagere aantal migranten te beschouwen. Daarnaast kunnen

er evenwel nog andere redenen geweest zijn die dit mee in de hand werkten en niet in de

bronnen of elders teruggevonden kunnen worden.

Omwille van het geringe aantal personen met buitenlandse origine bij Ritterklub Jette, valt

er ook weinig te analyseren in verband met hun leeftijden. Toch zien we ook hier dat de

jonge garde dominant was onder de leden van vreemde afkomst. Zo waren de 15 leden van

buitenlandse komaf allen tussen de 8 en de 19 jaar oud op het moment van hun

inschrijving172.

172

Algemeen Rijksarchief, Archief KBVB, Aansluitingsfiches stamnummer 8104

Page 75: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

75

2.22 Tussentijdse conclusie

Uit de analyse van de besproken clubs komen enkele opvallende gelijkenissen en patronen

naar voor. Een eerste punt betreft de procentuele vertegenwoordiging van personen met

buitenlandse origine. In zo goed als elke club waren zij goed vertegenwoordigd, zeker in

vergelijking met de aanwezigheid van personen van buitenlandse komaf in de gehele

maatschappij. Soms was er een ondervertegenwoordiging, maar bij sommige clubs waren er

zelfs meer migranten dan men zou verwachten op basis van cijfers van de gemeente waar de

club speelde. Het meest opvallende geval van ondervertegenwoordiging was te zien bij

Ritterklub Jette, de enige uitgesproken Nederlandstalige club in het onderzoek. Blijkbaar had

deze keuze voor het Nederlands een grote invloed op het aantal personen van vreemde

origine binnen de club. Een andere factor die vooral van belang lijkt geweest te zijn is de

geografische ligging van een club. Clubs in een gemeente waar veel migranten woonden,

bleken ook hogere percentages te kennen. Bovendien had de geografie ook invloed op de

nationaliteit van de migranten binnen de club. In Sint-Gillis woonden en wonen bijvoorbeeld

vooral veel Spanjaarden, wat ook terug te zien was in het ledenbestand van Union Sint-Gillis.

De ligging en de taal lijken de belangrijkste invloed gehad te hebben op het aantal migranten

binnen een club. Het imago en de ontstaansgeschiedenis van een club lijken minder van

belang geweest te zijn. Zowel in volksclubs (Union Sint-Gillis, Daring), in clubs met hun

oorsprong in de adellijke kringen (Léopold Club) en clubs met stevige verankering buiten

Brussel (RSC Anderlecht) waren migranten in relatief grote aantallen aanwezig.

De personen van vreemde komaf waren in vrijwel alle clubs van zeer jonge leeftijd. De

gemiddelde leeftijd lag bij alle clubs laag en de verdeling van de leeftijden was meestal vrij

scheef, wat ook op de grafieken te zien valt. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat er bij

de meeste clubs behoorlijk wat Spanjaarden voetbalden. De hypothese dat de Spanjaarden

in de voetbalclubs vooral (jonge) kinderen zouden zijn (cf. supra), lijkt dus bevestigd te

worden. Daarenboven was dezelfde leeftijdsstructuur ook terug te vinden bij de andere

nationaliteiten, aangezien de algemene leeftijd in alle clubs laag lag, niet enkel die van de

leden met Spaanse achtergrond. Opvallend is dat er bij enkele clubs een klein aantal

personen een aanzienlijk hogere leeftijd hadden en waarschijnlijk niet meer zelf voetbalden.

Dat kan wijzen op een vertegenwoordiging van personen met buitenlandse origine in hogere

functies die een bepaald aanzien en een zekere macht met zich meebrengen.

Page 76: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

76

3 Structurele integratie door sport

De structurele integratie in de sport lijkt alvast ook in de vorige decennia al sterk op gang

gekomen te zijn. We zagen echter hierboven dat De Knop en Elling ook structurele integratie

door sport onderscheidden. Structurele integratie door sport betekent dat migranten via

hun sport ook in de bredere maatschappij meer kansen krijgen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld

aan een job geraken via contacten gelegd in de sport, een huis vinden, et cetera173 (cf.

supra). Daarom kunnen we ook onderzoeken hoe het gesteld was met die structurele

integratie door sport, en meer bepaald door voetbal, in Brussel enkele decennia geleden.

Een probleem daarbij is dat er weinig bruikbare bronnen te vinden zijn om deze specifieke

vorm van integratie te onderzoeken. In het archief van Union Sint-Gillis, dat zoals hierboven

al beschreven werd niet geïnventariseerd en zeer uitgebreid is, en daardoor moeilijk te

gebruiken, werden er toch vier behoorlijk interessante dossiers teruggevonden. Deze

dossiers bevatten voornamelijk brieven in verband met Congolese spelers die vanuit hun

vaderland naar België gehaald werden om bij Union te voetballen. Dat gebeurde vooral in de

jaren net nadat Congo in 1960 onafhankelijk geworden was van België. Deze voetballers

werden dus weggehaald uit hun land om in het land van de voormalige kolonisator hun sport

uit te oefenen174. Niet enkel bij Union doken er Congolese spelers op, ook bij andere

Brusselse clubs en clubs buiten Brussel werden er Congolezen gehaald. Enkele voorbeelden

zijn André “Assassin” Assaka bij Daring Brussel, Paul Bonga Bonga bij Standard Luik en Leon

“Trouet” Mokuna bij La Gantoise (nu AA Gent). Zij kwamen zelfs al naar België vóór de

onafhankelijkheid van Congo. Het voetbal was in Afrika binnengebracht door de kolonialen.

In Belgisch Congo speelde vooral de priester Raphaël de la Kethulle een belangrijke rol. Hij

richtte in 1919 de Association Royale Sportive Congolaise op175. Bovendien moedigde hij het

spelen van voetbal op school aan. Omwille van zijn grote impact op het voetbal in Congo

werd het nationale stadion in Kinshasa naar hem genoemd176.

173

P. De Knop & A. Elling, op. cit., pp. 14-18 174

Archief Union Sint-Gillis, dossiers 175

P. Martin, Leisure and society in colonial Brazzaville, Cambridge (New York), Cambridge University Press, 1995, p. 101 176

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007

Page 77: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

77

In 1957 kwam een selectie van de beste Congolese spelers naar België voor een tournee. In

de 5 wedstrijden die ze speelden, werden enkele van de topspelers opgemerkt door

Belgische ploegen en overtuigd om bij die teams te komen voetballen177.

Afbeelding 14: André “Assassin” Assaka (onder, midden) en Max Mayunga (onder, 2de van

rechts) op de ploegfoto met Daring Club de Bruxelles178

Een vraag die hierbij gesteld kan worden: Hoe werd in het levensonderhoud van deze spelers

voorzien? Ze konden geen profvoetballer worden en met hun sport hun brood verdienen. In

België werd het profvoetbal immers slechts ingevoerd in 1974179, ongeveer een decennium

nadat de Congolese spelers naar Union gehaald werden. Naast het voetbal moesten alle

spelers dus nog een job hebben waarmee ze in hun levensonderhoud konden voorzien. Dat

gold zowel voor Belgische als voor buitenlandse spelers, maar die laatsten hadden natuurlijk

geen contacten in België om zomaar aan werk te raken. De voornaamste vraag is aldus of de

clubs hen daarbij hielpen, hetzij door de spelers een job aan te bieden, hetzij door hen op

andere manieren van inkomsten te voorzien. In het archief van Union Sint-Gillis werden

zoals gezegd 4 dossiers van Congolese spelers opgediept. Deze spelers waren Julien

Kialunda, Daniël Kiziki, Augustin Magolu en Joseph Basanga Elenge. Kialunda zou later ook

177

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 178

Anoniem, 1960 – Daring de Bruxelles, in: <http://www.rwdm-fcbrussels.be/11-FICHES/fiche-galeriephotos1960-1965.html>, geraadpleegd op 19.05.2015 179

C. Tetaert, Gecamoufleerd amateurisme, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2015/02/Xk76LlqCN2AQ2%252B1uHbUJOFnxCGZmZMTXihiw918TfGrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3915661.PDF>, geraadpleegd op 29.04.2015

Page 78: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

78

nog bij Anderlecht180 en bij Léopold Uccle181 spelen. In zijn transferovereenkomst werd

opgenomen dat Union Sint-Gillis de reis vanuit Congo van zowel de speler zelf als van zijn

familie (waarschijnlijk enkel zijn gezin) zou betalen. Door zijn familie met hem te laten

overkomen, werd zijn integratie in België al een stukje makkelijker gemaakt. In datzelfde

contract staat ook zwart op wit dat Kialunda de premies van het eerste elftal zou krijgen

nadat hij drie wedstrijden van hetzelfde seizoen bij dat eerste elftal gespeeld had. Zo

verdiende hij dus wel wat geld rechtstreeks via het voetbal. Er werd ook geen onderscheid

gemaakt tussen hem en zijn Belgische ploeggenoten, hij kreeg immers dezelfde premies182.

Niet alle financiële zaken liepen echter even vlot tussen club en speler. In december 1964

schreef Kialunda een brief naar de voorzitter van Union Sint-Gillis waarin hij zijn deel van de

transfersom opeiste. Blijkbaar had hij recht op 10 procent van de betaalde som, wat

neerkwam op 30.000 Belgische frank. Hij eiste in de brief dan ook dat die som binnen de

vijftien dagen aan hem overgemaakt zou worden. Indien dat niet gebeurd was, zou hij

terugkeren naar Congo om opnieuw bij zijn vorige club, Daring Club Léopoldville, te gaan

spelen183. Dat dreigement voerde hij blijkbaar niet uit, aangezien hij op 20 juli 1965 opnieuw

een brief richtte tot de voorzitter van zijn club met hetzelfde verzoek. Hij dreigde er zelfs

mee naar hogere instanties te stappen indien hij het geld niet binnen de week zou gekregen

hebben184. Het was niet duidelijk of de achterstallige betaling van de club aan Kialunda iets

te maken had met een sluimerend racisme bij het bestuur van de club, dat misschien een

kans zag om geld te besparen op de rug van een volgens hen onwetende Congolees. Als dat

het geval was, mislukte het alleszins flagrant. Blijkbaar had de voorzitter Kialunda tussen het

schrijven van de twee brieven door wel al voorgesteld om professioneel voetballer te

worden. Dit werd door Kialunda zelf vermeld in een brief waarin hij zijn voorwaarden

bekendmaakte: een éénjarig contract met 8.000 dollar tekengeld en daar bovenop nog eens

een maandelijks salaris van 500 dollar per maand, wedstrijdpremies exclusief185. Eisen die de

bestuurders van Union blijkbaar excessief vonden, getuige zijn transfer naar RSC Anderlecht

180

RSCA, RETRO : PAARS-WIT SPEELT EERSTE EUROPESE FINALE TEGEN ARSENAL, in: < http://www.rsca.be/nl/nieuws/retro-paars-wit-speelt-eerste-europese-finale-tegen-arsenal>, geraadpleegd op 16.05.2015 181

La Dernière Heure, Une star d’Anderlecht à Uccle, in : <http://www.dhnet.be/regions/bruxelles/une-star-d-anderlecht-a-uccle-51b73f9ee4b0de6db976e428>, geraadpleegd op 16.05.2015 182

Archief Union, in privébezit, Dossier Kialunda, “Convention” 183

Archief Union, in privébezit, Dossier Kialunda, Brief Kialunda aan voorzitter Union, 2 december 1964 184

Archief Union, in privébezit, Dossier Kialunda, Brief Kialunda aan voorzitter Union, 20 juli 1965 185

Archief Union, in privébezit, Dossier Kialunda, Brief Kialunda aan voorzitter Union, 29 april 1965

Page 79: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

79

enkele maanden later. Of Kialunda uiteindelijk zijn deel van de transfersom gekregen heeft,

komt uit de bronnen niet naar voor.

Een andere Congolese speler, Daniël Kiziki, kwam in oktober 1962 over naar Union Sint-Gillis.

Op 6 november van datzelfde jaar richtte hij zich per brief tot het bestuur van de club. In

deze brief vermeldt hij dat zijn financiële situatie van die aard was dat hij beroep moest

doen op enkele vrienden om te kunnen overleven. Daarom vroeg hij het bestuur van Union

of zij hem aan een job konden helpen, zodat hij geld kon verdienen en een eigen woonst zou

kunnen vinden. Om de leden van het bestuur een idee te geven van zijn capaciteiten, gaf hij

hen ook nog mee dat hij vier jaar lang gestudeerd had aan de “École Professionelle” in

Léopoldville, meer bepaald in de afdeling Machines/ Werktuigen en daarenboven ook nog

eens 2 jaar in de afdeling Elektriciteit. Indien er in die branches geen werkgelegenheid voor

hem te vinden was, zou hij echter eender welke job met twee handen aannemen186. Dit

voorbeeld geeft aan dat de Congolese spelers zoals Kiziki echt rekenden op de club en haar

leden om aan werk te geraken in België, waar zij voor de rest weinig of geen contacten

hadden. In het geval van Kiziki werd dit later zelfs contractueel vastgelegd. Bij zijn

contractverlenging in 1963 kreeg Union Sint-Gillis een brief van de Association Royale

Sportive Congolaise et du Ruanda-Urundi (ARSCRU), waarin vastgesteld werd dat er een

clausule in het opgestelde contract ontbreekt. Via die clausule zou Union zich garant gesteld

hebben voor het sociale leven van de speler. Er werd dan ook letterlijk geschreven dat Union

verondersteld werd « de supporter les études du joueur ou de lui procurer du travail à un

salaire normal, en Belgique187 ». De ARSCRU vroeg Union dan ook om het contract te herzien

en opnieuw aan hen over te maken. Enkele jaren later krijgen we een interessante blik op

het professionele leven en de financiële situatie van Kiziki op dat moment. Op 16 augustus

1968 verzond het Office des Étrangers een brief naar Union Sint-Gillis. Daarin vermelden zij

dat ze op het moment van de transfer van de speler hem toelating gegeven hadden om

zowel te voetballen als nog een bijkomend beroep uit te oefenen. Daarna wordt beschreven

wat Kiziki tot dan toe gedaan had om in zijn levensonderhoud te voorzien. Aanvankelijk

werkte hij in ondergeschikt verband, maar er wordt niet gespecifieerd welk soort werk dat

precies was. Daarna hield Kiziki een café open in Sint-Jans-Molenbeek188. Cafébaas was

186

Archief Union, in privébezit, Dossier Kiziki, Brief Kiziki aan de Raad van Bestuur, 6 november 1962 187

Archief Union, in privébezit, Dossier Kiziki, Brief ARSCRU aan Union, 26 mei 1963 188

Archief Union, in privébezit, Dossier Kiziki, Brief Office des Étrangers aan Union, 16 augustus 1968

Page 80: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

80

blijkbaar een populair beroep bij de Congolese voetballers, aangezien Julien Kialunda ook

een café/discotheek had in Matongé189 en Henri Erumba eveneens over een bar beschikte

met de naam Nganda Erumba190. Het café van Kiziki ging echter op de fles en daardoor zat

hij zonder werk. Hij leefde volgens de Dienst Vreemdelingenzaken dan ook op kosten van

een vrouw. Omwille van zijn werkloosheid schreef men Union aan om te informeren of Kiziki

nog steeds actief was als voetballer bij de club. Indien dat niet het geval was, zou hij het land

uitgezet worden aangezien er in België geen buitenlanders mochten verblijven die over geen

enkele bron van inkomsten beschikten191. Dat wil zeggen dat Kiziki dus volledig afhankelijk

was van het voetbal en Union Sint-Gillis om in België te kunnen blijven. Een beter voorbeeld

van structurele integratie door sport valt moeilijk te bedenken. Dit geval toont aan dat de

sociale rol van clubs in het verleden soms enorm groot kon zijn. Omdat deze brief het laatste

document is dat zich in het dossier van Kiziki bevindt, is niet bekend hoe dit verhaal

afgelopen is. In het derde dossier dat teruggevonden werd in het archief van Union, dat van

Augustin Magolu, kwam eveneens een voorbeeld van structurele integratie door sport voor.

Ook in zijn transferovereenkomst werd vastgelegd dat de club hem een job in België moest

bezorgen192.

Het laatste dossier in het archief van Union Sint-Gillis was dat van Joseph Basanga Elenge.

Ook voor hem beloofde de club werk te zoeken. Daarenboven zou hij de premies van het

elftal waarvoor hij speelde krijgen. Deze premies hielden op dat moment (in mei 1960) in:

1.200 frank bij winst, 1.000 frank bij een gelijkspel en 700 frank bij verlies voor het eerste

elftal, en respectievelijk 600, 500 en 400 frank voor het tweede elftal. Bovenop die

wedstrijdpremies kreeg Elenge ook nog eens wekelijks een trainingspremie van 300 frank193.

Elenge verbleef in een gehuurd appartement in Sint-Gillis zelf, waarvan de inventaris van de

inboedel zich ook in het dossier bevindt194. Vanaf oktober 1960 moest de speler wel zelf de

huur betalen en onttrok de club zich van elke verantwoordelijkheid die ze in verband

daarmee had gehad195. Niet veel later lijkt de relatie tussen Union Sint-Gillis en Basanga

Elenge echter al veel slechter geworden te zijn. In een niet gedateerde brief van Elenge aan

189

P. Van Himst, Confidences, Brussel, Éditions Luc Pire, 2010, s.p. 190

Anoniem, Henri Erumba, in : <http://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Erumba>, geraadpleegd op 19.05.2015 191

Archief Union, in privébezit, Dossier Kiziki, Brief Office des Étrangers aan Union, 16 augustus 1968 192

Archief Union, in privébezit, Dossier Magolu, Convention de transfert, s.d. 193

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan voorzitter V. Club, 11 mei 1960 194

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Inventaris appartement 195

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Vloebergh, 14 oktober 1960

Page 81: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

81

de voorzitter van de club vermeldt hij dat hij niet meer zou opgesteld worden, in het eerste

elftal noch bij de reserveploeg. Om die reden had het bestuur hem dan ook een vliegticket

ter beschikking gesteld om terug te keren naar Congo. Elenge vroeg in de brief om toch nog

te mogen meetrainen (wat hij blijkbaar niet meer mocht op het moment van schrijven) tot

mei 1961 om in vorm te blijven. Indien dat niet mogelijk was, vroeg hij of hij mocht

meetrainen met White Star of Crossing, twee andere Brusselse ploegen (cf. supra)196. Als

antwoord kreeg Elenge op 17 mei 1961 een bief van de clubsecretaris, waarin bevestigd

werd dat hij niet meer zou opgesteld worden in het volgende seizoen en dat hij omwille van

die reden een nieuwe club mocht zoeken. Die moest dan tussen 16 mei en 30 juni (de

transferperiode) contact opnemen met Union over een mogelijke overgang197. Dat was

slechts het begin van een enorme saga rond de terugkeer van Elenge naar zijn vaderland.

Begin juli 1961 ontving Maurice Lams, secretaris bij Union Sint-Gillis, een brief van een

kennis van hem die een hoge functie bij Sabena uitoefende. In die brief komt aan het licht

dat Elenge al enkele keren geprobeerd had om zijn vliegticket naar Léopoldville, dat betaald

was door de club, terug in te leveren in ruil voor de terugbetaling ervan. Hij was dus niet

vertrokken op de dag waarop dat gepland was. Daarenboven bleek het onmogelijk om een

adres van Elenge terug te vinden, waardoor hij niet te bereiken was. De persoon van Sabena

stelde voor om de datum van het vertrek aan te passen en de speler zo op een latere datum

te laten terugkeren198. Dan volgt een zeer opmerkelijke zinsnede:

“[…] nous le ferions conduire à l’aérodrome. S’il se dérobe, il me semble qu’il faut,

après que son club aura été averti, en aviser la police belge parce que nous ne

pouvons pas courir le risque d’être moralement impliqués dans des agissements

ultérieurs de l’intéressé, surtout si, pour se défendre – et d’un pareil bonhomme on

doit s’attendre à tout – il invoquait que l’Union Saint Gilloise l’a laissé à l’abandon ,

qu’elle devait le rapatrier, qu’elle ne s’est plus occupée de lui, contrairement au

contrat, etc.., etc..199 »

Men ging er bij Sabena dus al vanuit dat Elenge zou vluchten en dat hij excuses zou

gebruiken om niet te moeten terugkeren. Hij zou zelfs de schuld op Union Sint-Gillis

196

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Elenge aan Union, s.d. 197

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Elenge, 17 mei 1961 198

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Sabena aan Lams, 3 juli 1961 199

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Sabena aan Lams, 3 juli 1961

Page 82: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

82

afschuiven, de club die hem slecht behandelde. Op geen enkel moment hield de persoon van

Sabena er rekening mee dat deze zogenaamde excuses van Elenge wel eens gebaseerd

zouden kunnen geweest zijn op waargebeurde feiten. Het gebruik van de woorden “un

pareil bonhomme” laten er ook geen twijfel over bestaan hoe de Sabena-man over de

voetballer denkt. Hier zien we toch wel een racistische ondertoon verschijnen in de

briefwisseling. De beslissing om de politie er meteen bij te halen in plaats van met Elenge

zelf te proberen praten over zijn mogelijke problemen, lijkt wel erg voorbarig geweest te

zijn. Na dit voorval stuurde de secretaris van de club op 26 juli 1961 een aangetekend

schrijven aan Elenge om hem te melden dat Union Sint-Gillis al haar verplichtingen

tegenover zijn persoon opzegde200. Een dag later al antwoordde Elenge dat hij hiermee

akkoord ging, maar dat hij toch graag het vliegticket aan hem terugbetaald zou gezien

hebben. Hij had namelijk schulden die hij moest afbetalen en indien hij dat niet deed voor

zijn terugkeer naar Congo, zouden de mensen die borg stonden voor hem aansprakelijk

gesteld worden. Bovendien zou het goed uitkomen als hij pas na zijn studies terugkeerde,

aangezien zijn reis dan betaald zou worden door het Ministerie van Onderwijs als een vorm

van studiebeurs201. De Raad van Bestuur deelde hem echter mee dat zijn vliegticket niet kon

terugbetaald worden aan hem en dat hun enige verplichting was om hem te laten

terugkeren naar Congo. Daarenboven maakten ze hem erop attent dat de speler nog geld

schuldig was aan de club en dat hij dus nog 6.879 Belgische frank moest betalen. Dat geld

had hij gekregen als voorschot op zijn premies202. De volgende brief die zich in het dossier

bevindt, dateert van 25 oktober 1961. In de brief laat Maurice Lams, de clubsecretaris,

weten aan Basanga Elenge dat de club niet op zijn verzoek ingaat en dat hij dus niet mag

meetrainen. Ze gaven hem echter wel de toestemming om mee te spelen met CS

Prévoyance in de Association Belge des Sports du Samedi Amateurs (ABSSA). Het is niet

duidelijk op welke brief dit een antwoord is. Er wordt wel vermeld dat de brief een reactie

was op een brief van Elenge aan de voorzitter van de club203. Deze brief bevindt zich helaas

niet in het dossier. Voor de volgende brief van de speler is dat wel het geval. Spijtig genoeg

werd opnieuw niet vermeld op welke datum de brief geschreven werd. Aangezien hij

200

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Elenge, 26 juli 1961 201

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Elenge aan Lams, 27 juli 1961 202

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Elenge, 12 augustus 1961 203

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Elenge, 25 oktober 1961; Anoniem, Royale A.B.S.S.A, in: <http://www.abssa.be/wd180awp/wd180awp.exe/connect/abssasite>, geraadpleegd op 18.05.2015

Page 83: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

83

geklasseerd zit tussen een brief van oktober 1961 en één van februari 1962, moet hij tussen

die twee tijdstippen opgesteld zijn. In de brief zelf liet Elenge echter weinig aan de

verbeelding over. Hij ging volop de emotionele toer op en probeerde de bestuurders van

Union Sint-Gillis een schuldgevoel aan te praten. Elenge begreep zelf dat dit riskant was,

aangezien hij in het begin van de brief schreef dat de leiders van de club omwille van de brief

misschien zouden denken dat hij zijn boekje te buiten ging. Hij voegde er echter meteen aan

toe dat hij geen andere opties meer had. Een eerste probleem waar hij mee kampte, was de

toenmalige situatie in Congo. Er was geen werkgelegenheid en geen ordehandhaving,

waardoor hij bij een terugkeer in een hopeloze situatie zou terechtkomen. Later in de brief

schreef hij ook nog dat hij minder als landgenoot beschouwd zou worden omdat hij een

tijdje in België had gewoond. Daardoor zouden zijn kansen op werk nog sterker afgenomen

geweest zijn. In België daarentegen zou hij zijn opleiding aan het Institut des Sciences

Commerciales verdergezet hebben. Deze studies wou hij graag afmaken aangezien hij

volgens zichzelf steeds zeer goede resultaten haalde. Hij verwees de Raad van Bestuur van

Union zelfs door naar de directeur van de school voor bevestiging. Vervolgens klaagde hij

aan hoe de club hem afgestoten had. Hij had al drie keer per brief om vergiffenis gevraagd

(ook deze brieven bevinden zich niet in het dossier), maar de situatie was nog steeds niet

veranderd. Daarom smeekte hij de club om hem bij de KBVB te laten schrappen als speler

van Union Sint-Gillis. Hij was immers nog steeds bij de club aangesloten, waardoor hij geen

andere club kon vinden om bij te voetballen. Op dat punt in de brief ging Elenge echt

helemaal de emotionele toer op. Hij vroeg zich af of ze hem bij Union soms wilden

vermoorden, waarbij het woord “tuer” enkele keren onderstreept werd. Hij schreef dat hij

verzwakt en ziek was, omdat hij bijna niet meer at. Over geld om eten te kopen beschikte hij

namelijk ook nauwelijks204. Wanneer hij zou sterven, zou het zelfs rechtstreeks de schuld zijn

van de bestuurders van de club: “Je vous en prie n’attendez pas que je meure parce que vous

n’en aurez pas la conscience tranquille.205”. Hij hoopte dan ook dat de club hem zou laten

gaan naar een kleinere club waar hij opnieuw iets kon verdienen. Hij kon immers niet in

België leven zonder te voetballen, aangezien hij nog naar school ging en geen andere

inkomsten had. Hij hoopte bovendien dat de club hem gratis zou laten gaan, aangezien

kleinere clubs niet konden betalen wat Union voor hem aan zijn ex-club in Léopoldville

204

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Elenge aan Raad van Bestuur Union, s. d. 205

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Elenge aan Raad van Bestuur Union, s. d.

Page 84: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

84

betaald had. Nog steeds de emotionele kaart uitspelend, verwoordde Basanga Elenge het als

volgt: « J’espère que vous serez toutefois magnanimes et que vous n’allez pas laisser ma vie

se briser sous le poids de la maladie, la famine et la fatigue pour une somme d’argent. Ma vie

ne vaut peut-être pas grand-chose mais enfin c’est tout de même la vie d’un être humain. J’ai

besoin de vivre et étudier comme tous les êtres humains206». Dit emotionele betoog van

Joseph Basanga Elenge toont opnieuw aan dat de clubs een grote rol speelden in het leven

van de Congolese spelers die naar België kwamen. Meteen is het echter ook een voorbeeld

van de negatieve gevolgen die daaruit konden voortkomen. Wanneer de club de speler niet

meer nodig had, stuurde men hem gewoon terug naar Congo. Net na de onafhankelijkheid

was er in dat land echter een zeer onstabiele situatie, waarin België niet altijd een even

positieve rol speelde207. Het was dus niet onbegrijpelijk dat Elenge niet wou terugkeren en

liever zijn studies afwerkte in België. De club had echter zo veel macht over hem dat ze hem

gewoon konden weigeren op trainingen en hem tegelijkertijd toch als lid van de club kon

behouden. Ook al overdreef Elenge in deze brief waarschijnlijk in zekere mate, zijn verhaal

toont toch aan dat voetbalclubs in de jaren ’60 een zeer grote negatieve impact konden

hebben op het leven van hun buitenlandse spelers. De smeekbede van Elenge lijkt zijn effect

trouwens niet gemist te hebben. Op 28 februari 1962 stuurde secretaris Lams hem een brief

waarin stond dat hij in de zomer naar een andere club mocht indien die club de kosten van

een eventuele terugkeer naar Congo overnam van Union en de schulden van Elenge aan

Union afbetaalde208. In mei 1962 kwam er dan ook een aanbod binnen van een andere

Brusselse club, namelijk Royal Uccle Sport209. Wanneer men de voorwaarden voor een

transfer bekendmaakte, was er zelfs geen sprake meer van het afbetalen van de schulden

die Elenge nog had bij Union210. Royal Uccle Sport ging akkoord met de voorwaarden van

Union Sint-Gillis en de transfer ging door211. Dat was echter niet het einde van de

strubbelingen tussen de Brusselse club en Joseph Basanga Elenge. Blijkbaar had hij tegen het

begin van 1964 zelfs de hulp ingeschakeld van provinciaal raadslid en kantonaal BSP-

secretaris Staf Reviers. Die schreef namelijk op 11 februari 1964 een brief naar Maurice

206

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Elenge aan Raad van Bestuur Union, s. d. 207

R. Coolsaet, België en zijn buitenlandse politiek, Leuven, Van Halewyck, 2014, passim 208

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Elenge, 28 februari 1962 209

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Dupond aan Lams, 26 mei 1962 210

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Dupond, 29 mei 1962 211

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Dupond aan Lams, 1 juni 1962; Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Dupond, 2 juni 1962

Page 85: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

85

Lams. Hij vermeldt daarin dat hij in het bezit is van een kopie van het contract dat Elenge bij

Union getekend had en dat de club het contract, en meer bepaald de clausule waarin Union

zich ertoe bond Elenge een job te bezorgen, niet naleefde. Volgens Reviers maakte het

weinig uit dat Basanga Elenge ondertussen bij Royal Uccle Sport speelde en moest Union

zich nog steeds aan die belofte houden. Aangezien dat al meer dan een jaar niet meer het

geval was, vroeg het raadslid een oplossing met terugwerkende kracht, waardoor Elenge dus

een bedrag zou uitbetaald krijgen voor het afgelopen jaar212. Bij Union was men niet opgezet

met deze tussenkomst en men liet dat ook in duidelijke bewoordingen aan Reviers weten. Ze

deden het gehele verhaal, dat hier ook aan bod gekomen is, uit de doeken en verwezen

Reviers door naar Royal Uccle Sport, de club waarbij Elenge toen speelde213. Daarmee

eindigde ook het dossier van Elenge, dus het lijkt erop dat de brief van Reviers verder geen

gevolgen gekend heeft.

De Brusselse clubs speelden dus wel degelijk een rol in de structurele integratie door sport,

alleszins toch in de integratie van hun Congolese spelers die naar België kwamen om te

voetballen. Dat gebeurde meestal op een positieve manier, bijvoorbeeld door een job te

vinden voor de Congolese spelers. Het geval van Joseph Basanga Elenge toonde echter aan

dat de rol van de clubs ook zeer negatief kon uitdraaien. Ook buiten Brussel speelden de

clubs een rol in deze vorm van integratie. Zoals reeds gezegd speelden Congolese spelers in

de jaren ’50 en ’60 niet enkel in Brussel. Léon “Trouet” Mokuna was de allereerste

Congolese speler die in België kwam spelen. Hij speelde voor La Gantoise, hoewel hij ook bij

Anderlecht of Union Sint-Gillis had kunnen terechtkomen. Ook in Gent speelde de

voetbalclub een belangrijke rol in de integratie van de Congolese speler in kwestie. Mokuna

had voordien in Portugal enkele jaren bij Sporting Lissabon gespeeld als profvoetballer, maar

in Belgie kon dat niet (cf. supra). Mokuna zelf stelde in een interview voor Knack dat hij

dankzij La Gantoise vlot integreerde: “Ik werd goed opgevangen. Overdag werkte ik bij de

krant Het Volk. Die bracht wekelijks een Franstalig magazine op de markt, Samedi, een kopie

van Zondagsblad. Ik zat in de directie – klanten bezoeken, het blad rendabel maken – en ’s

avonds trainde ik.214”. Daarnaast waren er natuurlijk ook nog de wedstrijdpremies. Die

bedroegen in het geval van Mokuna 3.000 frank voor een overwinning, 1.000 voor een

212

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Reviers aan Lams, 11 februari 1964 213

Archief Union, in privébezit, Dossier Elenge, Brief Lams aan Reviers, 24 februari 1964 214

J. Sys, “Ik was een soort circusattractie”, in: Knack Extra: Congo 50 jaar onafhankelijk, 2 (2010), 8, p.42

Page 86: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

86

gelijkspel en 500 voor een nederlaag. Een peulschil met wat hij verdiende als prof bij

Sporting Lissabon, waar hij 5.000 frank per overwinning kreeg bovenop een maandelijks

salaris van omgerekend 5.000 Belgische frank215. Naast Mokuna werd ook Bonga Bonga in

Luik aan werk geholpen door zijn club Standard. Hij werkte in een fabriek van een

medewerker van de club en woonde ook 2 maanden lang tegenover diezelfde fabriek.

Daarna verhuisde hij naar het centrum van Luik. Bovendien verdiende hij via

wedstrijdpremies (1.000 frank per punt), trainingspremies en extra premies van de

voorzitter nog eens geld bovenop het salaris van zijn job. In 1963 liet men hem echter per

post weten dat hij de club moest verlaten, waarop hij naar Charleroi getransfereerd werd en

in Brussel ging wonen. De persoon die zijn transfer regelde, vond via een vriend ook een job

voor Bonga Bonga bij een Brussels verzekeringskantoor. Daar bleef hij werken toen hij bij

Tubeke speler-trainer werd, omdat hij wist dat hij de job nog nodig zou hebben na zijn

voetbalcarrière. Zo ging hij als agent van dat verzekeringskantoor terug naar Kinshasa, waar

hij later nog coach zou worden van de nationale ploeg216.

De Congolese spelers vonden niet enkel onderdak in de Belgische grootsteden. Zo trok

Racing Lokeren, toen een club uit de lagere reeksen, in 1958 eveneens een speler uit Congo

aan, als derde Belgische club ooit. Dat had de club te danken aan Piet Van Neer, een

industrieel uit Lokeren die in Katanga actief was en eveneens in het bestuur van de

voetbalclub zetelde. De naam van deze speler was Jean Mbuyu. Velen die met hem speelden

of hem zagen spelen, waaronder ex-bondscoach Aimé Antheunis, beweren dat hij beter was

dan Mokuna en Bonga Bonga, en dat deze twee dat ook zelf toegaven. Toch zou hij zijn hele

carrière bij Racing Lokeren blijven spelen. De club had natuurlijk minder middelen dan de

grootmachten uit pakweg Brussel, Gent en Luik, maar men probeerde Mbuyu toch zo goed

mogelijk te helpen bij zijn integratie. Hij woonde in een klein huisje samen met zijn vrouw en

dochter. Dat huis bevond zich dichtbij de wasserij van de voorzitter van de club, waar Mbuyu

werkte. Ook hier zorgde de club dus voor werk en huisvesting217.

215

Ibidem, pp. 42-43 216

G. Akindes, Entre le Congo et la Belgique, La carriere de footballeur de Paul Bonga Bonga, in: <https://www.youtube.com/watch?v=wm5-ErN-SiM>, geraadpleegd op 17.05.2015 217

B. Bartolomivis, Hij was een voetballende Caruso, in : < http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015

Page 87: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

87

Qua structurele integratie door sport, in aspecten zoals het vinden van een job en

huisvesting, speelden de clubs voor spelers die van Congo kwamen dus een zeer belangrijke

rol. De rol van de club was zelfs zo sterk dat het uiteindelijk negatief kon uitdraaien voor de

spelers in kwestie (cf. het verhaal van Joseph Basanga Elenge). De clubs speelden ook niet

alleen een rechtstreekse rol in de structurele integratie. Het voetbal in het algemeen gaf de

spelers en hun familie de kans op een beter bestaan. Zo nam Henri Erumba zich toen hij in

1957 voor het eerst in België kwam meteen voor dat hij er zou blijven wonen en dat zijn

kinderen er later zouden gaan studeren. Zijn droom kwam uit en na een carrière bij RSC

Anderlecht, Crossing Molenbeek en RCS de Schaerbeek overleed hij in 2012 in Molenbeek.

Hij bleef dus tot zijn dood in Brussel wonen218. Over de Congolese spelers zijn er nog

behoorlijk wat bronnen te vinden. Over de andere buitenlandse spelers die zich in de

gelederen van de club bevonden, valt er heel wat minder informatie te vinden. Het is aan te

nemen dat ook voor spelers van andere nationaliteiten die getransfereerd werden om in het

eerste elftal te spelen dezelfde regelingen getroffen werden. Dat valt bijvoorbeeld af te

leiden uit het verhaal van Jan Mulder, die zelfs zijn zoons op de wereld zag gezet worden

door de clubdokter van Anderlecht toen hij daar in de jaren ’60 aan de slag was219. Voor de

spelers in de jeugdelftallen, die zoals voordien al duidelijk werd de overgrote meerderheid

van de migranten in de clubs vormden, was dit niet echt nodig. Hun ouders waren immers

vaak speciaal naar België gekomen om te werken als gastarbeider (cf. supra).

218

Anoniem, Henri Erumba, in : <http://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Erumba>, geraadpleegd op 19.05.2015 219

E. Goens, “Jan Mulder”, in: Kroost, VIER, 4 mei 2015

Page 88: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

88

4 Sociaal-culturele integratie

De structurele integratie viel al bij al behoorlijk goed af te leiden uit de beschikbare bronnen

en het is duidelijk dat de clubs zowel in Brussel als in andere steden een aanzienlijke rol

speelden bij de structurele integratie van de Congolese spelers. De sociaal-culturele

integratie valt minder uit archiefstukken af te leiden. Deze vorm van integratie omvat

immers aspecten als beeldvorming over en acceptatie van migranten, dingen die niet

zomaar op papier afgelezen kunnen worden. Daarvoor zijn dus getuigenissen nodig van

spelers met buitenlandse origine, die zelf ervaren hebben hoe ze bekeken en behandeld

werden toen ze in België kwamen spelen. Opnieuw zijn de eerste Congolese spelers in België

daarvoor een interessante case. Zij kwamen immers in België voetballen in een periode

waarin er nog maar weinig buitenlanders dat deden op het hoogste niveau. Bovendien

sprongen zij met hun donkere huidskleur meteen in het oog van de Belgische bevolking.

Helaas zijn er van de Congolese spelers bij Brusselse clubs geen getuigenissen terug te

vinden. Daarom zal even een uitstapje gemaakt worden naar Gent en Luik, naar

respectievelijk Léon Mokuna en Paul Bonga Bonga. Zo kan toch een beeld gevormd worden

van hoe de Congolezen ontvangen werden in België, zowel op en naast het veld.

Mokuna en Bonga Bonga kwamen voor het eerst naar België in 1957 voor een tournee met

een Congolees elftal (cf. supra). Toen ze een toeristische rondrit deden door België, werden

ze door de mensen op straat vreemd bekeken. Mokuna verbaasde zich er zelfs over dat de

Belgische bevolking niet leek te weten dat de mensen uit hun kolonie niet dezelfde

huidskleur hadden. Ze kregen dan ook te maken met openlijk racisme. In het hotel waar ze

verbleven, gooiden mensen bananenschillen naar de Congolese spelers en noemden hen

apen. In het interview bij Belga Sport werd Mokuna nog steeds emotioneel toen hij daarover

sprak220. De Congolezen werden dus vooral gezien als een attractie en dat was ook nog het

geval toen Mokuna bij La Gantoise ging spelen. Mokuna zelf zegt dat mensen van heinde en

verre naar Gent kwamen om hem te zien spelen, soms moesten er zelfs stoelen bijgeplaatst

worden221. “Trouet” werd dan ook al snel een echte publiekslieveling. De supporters van La

220

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 221

J. Sys, art. cit., p. 42

Page 89: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

89

Gantoise waren fier dat zij een zwarte speler in hun rangen hadden222 en ze zorgden er zelfs

voor dat Mokuna van de reserven naar het eerste elftal werd overgeheveld door zijn naam

te scanderen na een verloren wedstrijd. Ook op zijn werk gebruikte men hem als attractie

voor sportavonden van de krant Het Volk, waar mensen speciaal voor hem naartoe

kwamen223. Mokuna was trouwens niet de enige buitenlander die bij het publiek in de

bovenste schuif lag. Ook Freddy Chaves d’Aguilar, woonachtig op de Muide maar wel van

buitenlandse afkomst, en Moïse Dos Santos, ex-speler van Crossing Schaarbeek, groeiden uit

tot absolute sterren in het Jules Otten-stadion224. De populariteit van Mokuna bleef echter

niet beperkt tot Gent alleen. In een telefonische enquête voor televisie kon het publiek

kiezen tussen vijf verschillende spelers om de beste Belgische spits aan te duiden. Mokuna

kwam afgetekend als winnaar uit de rondvraag. Een oproep voor de nationale ploeg liet dan

ook niet op zich wachten, maar uiteindelijk bleek dat de Congolees bij de B-ploeg

ondergebracht werd. Mokuna zelf is er nog steeds van overtuigd dat dit enkel te wijten was

aan racisme, samen met het feit dat hij niet in Brussel of Wallonië speelde225. Hier leidde een

gebrekkige sociaal-culturele integratie dus mee tot een afwezigheid van structurele

integratie. Het was niet de enige keer dat Mokuna met racisme te maken kreeg. Vooral op

het veld kreeg hij te maken met heel wat verwijten en vernederingen. Er werden bananen

gegooid en oerwoudgeluiden gemaakt, vooral in Wallonië226. Toen hij vroeg of hij eens

mocht drinken van de fles water van een geblesseerde Anderlechtspeler, weigerde die

dat227. Het ergste voorval vond plaats in een wedstrijd tegen Sint-Truiden. De kapitein van

die ploeg, Jan van Oirbeeck, maakte Mokuna het leven zuur tijdens de match. Hij pakte de 222

G. Foutré en F. Vanheule, Vaarwel, Bruiloftstraat. Jules Otten vertelt, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2013/20/F57muV5E%252F0tFANXjmCgJ7GWR3ihI89nwdZEN%252BPLPfAvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3219159.PDF>, geraadpleegd op 15.05.2015 223

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 224

G. Foutré en F. Vanheule, Vaarwel, Bruiloftstraat. Jules Otten vertelt, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2013/20/F57muV5E%252F0tFANXjmCgJ7GWR3ihI89nwdZEN%252BPLPfAvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3219159.PDF>, geraadpleegd op 15.05.2015 225

Anoniem, Symbool, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/402752/article>, geraadpleegd op 16.05.2015.; P. Bilic en R. De Groote, Gelukkig kon ik voetballen, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/464263/article>, geraadpleegd op 16.05.2015; J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 226

J. Sys, art. cit., p. 42 227

Ibidem, p. 42; P. Bilic en R. De Groote, Gelukkig kon ik voetballen, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/464263/article>, geraadpleegd op 16.05.2015

Page 90: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

90

Congolees bijzonder hard aan en als Mokuna hem daarop attent maakte, zei hij enkel: “Hou

je mond, zwarte.” Toen de Gent-speler opnieuw onderuit gehaald werd, stond hij op en gaf

van Oirbeeck een oplawaai waardoor de STVV-kapitein zijn kaakbeen brak. Mokuna kreeg

enkele weken schorsing (4 tot 6, afhankelijk van de bron)228. Soms hing het racisme ook af

van de politieke ontwikkelingen tussen België en Congo en dan kon het zelfs vrij grote

proporties aannemen. Net na de onafhankelijkheid van Congo in 1960 braken er rellen uit in

de voormalige Belgische kolonie. Veel Belgen die er nog verbleven moesten vluchten voor

hun leven. In België zorgde dit voor meer racisme tegenover de in het land aanwezige

Congolezen. Daarom kreeg Mokuna politiebescherming en die wierp zijn vruchten af. Op een

dag werden zes personen met automatische wapens in hun bezit tegengehouden toen ze op

weg waren naar het huis van de voetballer. Ze waren van plan hem te vermoorden, met als

reden dat de Congolezen in Congo Belgische vrouwen verkrachtten en ze dat niet zomaar

konden laten gebeuren. Ook Bonga Bonga, die in Luik verbleef, kreeg in die periode vaak

met racisme te maken. Zo kreeg hij te horen: “Wat doe je hier, Kasavubu? Ga naar huis!”229

Bonga Bonga was nochtans snel goed geïntegreerd in Luik, waar hij naar eigen zeggen meer

last had op het veld, met de zware ondergrond, dan met discriminatie ernaast. Toch kreeg

ook hij af en toe te maken met racisme. Zo had hij bij zijn verhuis naar Brussel, die bij zijn

transfer naar Charleroi kwam kijken, moeite om een woonst te vinden vanwege zijn

huidskleur. Daarom moest hij eerst een tijdje bij blanke vrienden in Brussel intrekken die

later voor hem een appartement regelden. Daarnaast moest hij in Luik ook eens bemiddelen

in een caféruzie tussen een dokter en een Congolese student. De dokter kende Bonga Bonga

als voetballer en sprak tegen hem in racistische bewoordingen over de student, maar

verzekerde hem dat hij niks tegen de voetballer had omwille van zijn huidskleur. Daarop

negeerde Bonga Bonga de dokter volledig en kalmeerde hij zijn landgenoot. De dokter in

kwestie maakte dus een onderscheid tussen twee mensen van dezelfde huidskleur, enkel

omdat Bonga Bonga een bekend voetballer was bij Standard Luik230. Dit voorval toont

meteen ook het probleem aan van het bestuderen van sociaal-culturele integratie in en door

sport met een historische invalshoek. Vaak zijn er enkel (kwalitatieve) bronnen overgebleven

228

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007; J. Sys, art. cit., p. 42 229

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 230

G. Akindes, Entre le Congo et la Belgique, La carriere de footballeur de Paul Bonga Bonga, <https://www.youtube.com/watch?v=wm5-ErN-SiM>, geraadpleegd op 17.05.2015

Page 91: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

91

over spelers die in eerste klasse actief waren. Deze spelers waren bekend over het hele land.

Wanneer zij zeggen dat ze weinig problemen hadden met racisme buiten het veld, had dat

waarschijnlijk daarmee te maken. Iedereen in de stad wist immers wie ze waren en waarom

ze in België verbleven. Het is echter niet duidelijk of dat op latere momenten en voor

onbekende spelers op lagere niveaus ook het geval was. Iemand die niet bekend was of is via

het voetbal, zal veel minder die positieve integrerende effecten van de sport ondervinden.

Anderzijds toont dit ook wel aan dat voetbal wel degelijk een grote rol kan spelen in de

integratie van migranten, alleen niet voor iedereen in gelijke mate.

Ook Mbuyu was een attractie in het kleinere Lokeren. Bij zijn aankomst werd hij

rondgereden in een open wagen en Racing Lokeren lokte in de eerste wedstrijd na zijn komst

3 keer meer toeschouwers dan normaal. Zelfs op training liet de club kijklustigen betalen om

de kunstjes van Mbuyu te aanschouwen. Dat was niet onlogisch, aangezien er soms 1.000

man langs de kant stond voor een doodgewone training. Jean Mbuyu moet Racing Lokeren

dus enorm veel geld opgeleverd hebben. Ook de zonen van Jean Mbuyu, Dimitri en Didier,

begonnen te voetballen231. Die eerste zou trouwens voor een primeur zorgen. Hij werd

namelijk de eerste zwarte voetballer die bij de Rode Duivels mocht aantreden. Op 4 februari

1987 viel hij in tegen Portugal232. Precies dertig jaar eerder was Mokuna in België

aangekomen. Hij mocht omwille van zijn huidskleur niet bij het nationale A-elftal aantreden.

In die dertig jaar tijd was er toch blijkbaar veel veranderd en het was symbolisch dat de zoon

van één van de eerste Congolese voetballers in België de eerste niet-blanke Rode Duivel

werd. Dat toonde aan dat migranten en mensen van buitenlandse origine ook binnen het

voetbal en de KBVB steeds meer geaccepteerd werden en dat de structurele integratie

binnen de Rode Duivels er op korte tijd sterk op vooruit gegaan is. Vandaag bestaat het elftal

van de Rode Duivels zelfs grotendeels uit voetballers die hun origine in het buitenland

hebben. Die verandering begon al enkele jaren geleden en werd in 2010 ook al opgemerkt in

de pers233. België volgt hiermee een trend die werd ingezet door enkele buurlanden.

231

B. Bartolomivis, « Hij was een voetballende Caruso », in : < http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015 232

J. Hauspie, Ik ben geen roeper, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/mcksV3TMJKC8pDmLXqx253P1QqHLf2yqeRDYn43J7c%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723782.PDF>, geraadpleegd op 17.05.2015 233

K. De Ryck en C. Vandenabeele, Zwarte Duivels, in: <http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2010/34/5EdLzSnuFoVj5s5YV%252FcQ3ahSmgqUqqVOWlWX3X8SrJjUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2560883.PDF>, geraadpleegd op 20.3.2015

Page 92: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

92

Frankrijk won bijvoorbeeld het WK van 1998 met hun zogenaamde “Black Blanc Beur”-elftal

en ook in het Duitse nationale elftal staan tegenwoordig veel spelers van andere origine234.

Het lijkt er dus op dat zwarte, Congolese voetballers vroeger eerder als een eigenaardigheid

gezien werden dan als een probleem. Dimitri Mbuyu zei trouwens ook: “Er waren nog

weinig kleurlingen in die tijd, maar omdat we goed konden voetballen waren we enorm

populair.”235 Er was wel af en toe wat racisme op het veld, maar de spelers zelf getuigden

dat ze in het algemeen weinig last hadden van racisme. Later hadden spelers als Kompany,

Vanden Borre, Dembele en Messoudi veel meer last van racistische opmerkingen. Zij

speelden ook in de jeugd in België (de eerste twee in Brussel, de andere twee in Antwerpen)

en werden daar geregeld verwenst en beledigd236. Het lijkt er dus op dat migranten in het

voetbal maar geaccepteerd worden tot op een zekere hoogte. Supporters lijken ook vooral

tolerant geweest te zijn tegenover buitenlanders in hun eigen elftal, en veel minder ten

opzichte van buitenlanders bij andere ploegen (cf. supra: Mokuna). Het lijkt wel alsof er een

onderscheid gemaakt werd en dat buitenlanders bij de eigen ploeg als “de goede”

beschouwd werden (en worden) tegenover “de slechte” bij de tegenstander.

234

P. ’t Kint, 109 jaar traditie, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2013/33/%252Bz2TP0pjdn5PbEXO5pKSYpPFtGkBI22ifwd5JWjnwXvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3305874.PDF>, geraadpleegd op 18.05.2015 235

J. Hauspie, Ik ben geen roeper, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/mcksV3TMJKC8pDmLXqx253P1QqHLf2yqeRDYn43J7c%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723782.PDF>, geraadpleegd op 17.05.2015 236

M. Stockmans, Vechten tegen vooroordelen, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2005/01/DVoHmVcgab%252F8UDGQY5%252B7B7QnZZ%252Bf9EKaQZTXDXyS%252FpM%253D/PDF/398884.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015

Page 93: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

93

5 Sociaal-affectieve integratie

De sociaal-affectieve integratie van migranten is de moeilijkste vorm om te bestuderen.

Vriendschappen en liefdesverhoudingen die door het voetbal tot stand gekomen zijn,

vertonen zich immers bijna nooit in historische bronnen. Toch zijn er enkele tijdschriften- en

krantenartikels waaruit we enkele zaken kunnen afleiden in verband met deze dimensie van

integratie. Deze gaan vooral over dezelfde spelers die in het vorige hoofdstuk naar voor

komen. Léon Mokuna voelde zich al snel en voelt zich nog steeds een echte Belg. Zijn vrouw

en kinderen wonen in België en daarom voelt hij zich daar thuis. Hij is vol lof over België, in

tegenstelling tot Congo, waar hij veel ziet mislopen. Bovendien werd Mokuna vroeger ook

als Belg beschouwd in Congo. Wanneer Mobutu in het kader van de zogenaamde Zaïrisering

alle buitenlandse bedrijven nationaliseerde, werd ook het bedrijfje van Mokuna, Congo

Shipping, door de staat overgenomen. Hoewel hij dus in Congo geboren werd en opgroeide

en zelfs een tijdje een persoonlijke vriend van Mobutu was geweest, bekeek men hem toch

als Belg237. Qua vriendschappen en relaties via het voetbal is er weinig bekend over Mokuna.

Wel gaat Mokuna nog geregeld naar wedstrijden van AA Gent kijken en blijft hij zeer geliefd

op de club. Ook in zijn tijd als voetballer hadden de supporters hem graag, ook de vrouwen,

die hij gemakkelijk rond zijn vinger wond238. Van Bonga Bonga is niets bekend over

vriendschappen of relaties die ontstonden via het voetbal. Ook hij woont echter nog steeds

in België239. Jean Mbuyu was zoals gezegd zeer populair in Lokeren, ook naast het veld.

Sommige van zijn zogezegde vrienden profiteerden van hem en troggelden hem geld af.

Voor het overgrote deel waren zijn relaties met de autochtone bevolking echter zeer

positief. Hij kwam met zijn vrouw en dochter naar België vanuit Congo. Zij verongelukten

echter in hun vaderland, waarnaar ze even teruggekeerd waren omdat ze last hadden van

heimwee. Mbuyu bleef dus alleen achter in Lokeren. De jonge weduwnaar kreeg echter zeer

237

J. Weyn, « FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België », in : Belga Sport, Canvas, 30 april 2007 238

P. Bilic en R. De Groote, Gelukkig kon ik voetballen, in: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-voetbalmagazine/printarticle/464263/article>, geraadpleegd op 16.05.2015.; G. Foutré en F. Vanheule, Vaarwel, Bruiloftstraat. Jules Otten vertelt, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2013/20/F57muV5E%252F0tFANXjmCgJ7GWR3ihI89nwdZEN%252BPLPfAvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3219159.PDF>, geraadpleegd op 15.05.2015 239

G. Akindes, Entre le Congo et la Belgique, La carriere de footballeur de Paul Bonga Bonga, <https://www.youtube.com/watch?v=wm5-ErN-SiM>, geraadpleegd op 17.05.2015

Page 94: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

94

veel aandacht van de Lokerse dames240. Fiel Laureys, clubicoon en bestuurslid van Sporting

Lokeren241, verwoordde het als volgt: "Het was een stormloop aan zijn deur. Wat wil je? Hij

was mooi, charmant, echt een voetballende Caruso. Ze zouden er van gegeten hebben met

een lepelke [sic], de vrouwtjes.242" Mbuyu hertrouwde dan ook met een blanke vrouw,

Christiane, waarmee hij twee zoons, Dimitri en Didier, kreeg. Hij voelde zich zo goed thuis in

België dat hij een aanbod van de Congolese ambassade om terug te keren naar zijn

vaderland afsloeg243. Zijn zoon Dimitri voelt zich eveneens 100 procent Belg en Lokeraar en is

zelfs nog nooit in Congo geweest244.

5.1 Straatvoetbal

Uit deze voorbeelden blijkt dat het voetbal ervoor zorgde dat de eerste Congolese

voetballers in België zich meteen helemaal thuis voelden en hier bleven tot het einde van

hun leven. Ook de spelers van buitenlandse origine die de dag van vandaag in eerste klasse

of in de nationale ploeg spelen, hebben veel vriendschappen aan het voetbal te danken. Bij

hen groeiden die vriendschappen echter meestal niet in clubverband. De laatste decennia is

het straat- en pleintjesvoetbal steeds belangrijker geworden in het leven van de allochtone

jeugd. Er zijn talloze voorbeelden bekend van topvoetballers die naast het clubvoetbal ook

op straat speelden en daar veel vrienden aan overhielden. Zo begonnen Radja Nainggolan en

Moussa Dembélé, allebei Rode Duivel, hun carrière op de Antwerpse pleintjes. Onlangs

maakte het productiehuis “Nr10” een documentaire, “De Pleintjes”, over het

pleintjesvoetbal in Antwerpen. Daarin komt heel mooi de waarde van dit soort informele

voetbal in een stad naar voren. De pleintjes voelden voor veel jongeren aan als een tweede

thuis. In de jaren ’90 bevonden er zich jongeren van zeer verschillende origine. Men vond er

Noord-Afrikanen, Belgen en Fransen, maar eveneens Italianen, Portugezen et cetera. De

jongeren leerden er niet enkel voetbaltechnisch veel bij, maar ook op het sociale vlak bracht

240

B. Bartolomivis, Hij was een voetballende Caruso, in : < http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015 241

T. Vlaeminck, Fiel Laureys wordt 90!, in: < http://www.sporting.be/site/algemeen-fiel-laureys-wordt-90>, geraadpleegd op 20.05.2015 242

B. Bartolomivis, Hij was een voetballende Caruso, in : < http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015 243

B. Bartolomivis, Hij was een voetballende Caruso, in : < http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015 244

J. Hauspie, Ik ben geen roeper, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/mcksV3TMJKC8pDmLXqx253P1QqHLf2yqeRDYn43J7c%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723782.PDF>, geraadpleegd op 17.05.2015

Page 95: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

95

het pleintje hen veel bij. De jonge voetballers vormden hun eigen set van regels en de

ouders hielden achter de schermen een oogje in het zeil. Natuurlijk bestond er ook het

gevaar dat sommige jongeren onder elkaar op het slechte pad geraakten, maar dit was zeker

niet vaak voorkomend. Matthias Schoenaerts, de acteur die een groot deel van zijn jeugd

doorbracht op de Antwerpse pleintjes, vindt dat er een verkeerd beeld hangt van de

pleintjes. Veel mensen denken dat het gevaarlijke buurten zijn, maar hij ervoer zelf het

tegendeel. Bovendien was het voetbal een redmiddel voor degenen die geen enkele

interesse hadden in school. Van racisme was er ondanks de mengelmoes van culturen geen

sprake. Het voetbal ging namelijk boven alles en overtrof alle verschillen. De vriendschappen

die op de pleintjes gevormd werden, waren van blijvende aard. Riana Nainggolan, de zus van

Radja die zelf ook voetbalt, verklaarde dat haar vrienden van het pleintje nog steeds voor

haar klaar staan als ze hen nodig heeft. Vandaag wordt het voetbal op de pleintjes ook

gebruikt in de Antwerpse jeugdwerking. Daarin zijn vaak allochtonen geëngageerd die

vroeger zelf actief waren op diezelfde pleintjes245. Ook in Brussel is het straatvoetbal en

voetbal op pleintjes zeer populair bij de jeugd, vooral bij jongeren met buitenlandse origine.

Op de pleintjes van de hoofdstad werden enkele topvoetballers gevormd. Onur Kaya, speler

bij Lokeren, zegt zelf dat hij zijn techniek te danken heeft aan het straatvoetbal in zijn jeugd.

Toch overtuigde de vader van Kaya hem om van de pleintjes weg te blijven vanaf zijn

dertiende. Dat was enerzijds om zijn carrière bij Anderlecht, waar hij in de jeugdelftallen

speelde, niet te hypothekeren, maar ook omdat zijn vader bang was dat Onur zou toegeven

aan de verleidingen en gevaren van de straat. Bij RSC Anderlecht vormden er zich twee

groepen: de Brusselse pleintjesvoetballers en de rest. Volgens Kaya kregen de anderen vaak

privileges246, dus blijkbaar konden de clubs niet altijd even goed om met de mentaliteit die

de jongeren vormden onder elkaar op de pleintjes. Vaak waren de jongeren erop gericht om

vooral technisch te spelen en te dribbelen247, terwijl clubs liever efficiënt samenspel zien.

Toch leerden de jongeren ook belangrijke waarden aan tijdens hun dagelijkse wedstrijdjes

op de pleintjes. Zo blijkt uit een interview met vijf Belgische topvoetballers uit 2014.

245

Nummer 10, De Pleintjes - Antwerp, The City Game - full documentary, in: <https://www.youtube.com/watch?v=n0bNPZ94jyY>, geraadpleegd op 20.05.2015 246

J. D’Hondt, Van de pleintjes naar eerste, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/30/th7jciLV7krpuJDseMVaTMAKbMAqYpBJ7qbrhBJASgDUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3740384.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2014 247

Nummer 10, De Pleintjes - Antwerp, The City Game - full documentary, in: <https://www.youtube.com/watch?v=n0bNPZ94jyY>, geraadpleegd op 20.05.2015

Page 96: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

96

Pelé Mboyo, Hervé Kagé, Anthony Vanden Borre, Geoffrey Mujangi Bia behoren vandaag

allemaal tot de topspelers in de Belgische eerste klasse248 en Michy Batshuayi speelt

ondertussen zelfs bij de Franse topclub Olympique Marseille249. Allen speelden ze in hun

jeugd samen voetbal in het Parc Pinsoul in Sint-Agatha-Berchem. De vriendschap die ze daar

smeedden, houdt nog steeds stand. Daarnaast behoren andere topspelers als Julien

Vercauteren, Andrea Mutombo en Vincent Kompany tot hun vrienden. Ook zij speelden in

hun jeugd vaak op de pleintjes, net als de betreurde Junior Malanda. Naast de vriendschap

draaide het natuurlijk vooral om voetbal. Het pleintjesvoetbal kende echter geheel eigen

regels. Er was geen scheidsrechter, waardoor zowat alles toegelaten was250. Toch was er een

zeker respect voor elkaar nodig om het niet uit de hand laten lopen. Soms ontstonden er wel

eens problemen, maar die werden opgelost zonder tussenkomst van volwassenen. Zo

werden de jongeren dus ook zelfstandiger251. Daarenboven speelden alle leeftijden door

elkaar. De jongere spelers moesten dus knokken om stand te houden tegen de ouderen.

Bovendien was de druk om goed te spelen en te winnen zeer groot. Wie slecht speelde,

kreeg het te horen van zowel ploegmaats als tegenstanders. Bovendien mocht de winnende

ploeg op het veld blijven voor de volgende wedstrijd, met als gevolg dat het verliezende

team erna soms uren langs de kant moest toekijken. Omwille van deze moeilijke

omstandigheden lag de druk hoog en werden de jonge voetballers mentaal en fysiek zeer

sterk. De wil om te winnen werd vanaf zeer jonge leeftijd aangeleerd en iedereen wou altijd

de beste zijn. Bovendien werden de vriendschappen zeer hecht, aangezien ploegmaats

wisten dat ze op elkaar aangewezen waren om zo veel mogelijk te winnen. Deze vriendschap

hield hen, samen met het voetbal, recht in de moeilijke omstandigheden waarin ze leefden.

De clubs speelden hier niet altijd een even positieve rol in. Ze perkten de vrijheid van de

248

T. Bricmont en R. Van der Pluym, ’Als je slecht speelt, ben je onze vriend niet.’ Brussels Street Boys in het Belgische voetbal, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/08/ctgo7cM2k37b9WD8%252FWLvLN12NvFGBdwuvKiLHecCPP3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3555203.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015 249

Olympique Marseille, Fiche Joueur. Michy Batshuayi, in : < https://www.om.net/equipes/effectifs/joueurs/15141/batshuayi-michy>, geraadpleegd op 21.05.2015 250

T. Bricmont en R. Van der Pluym, ’Als je slecht speelt, ben je onze vriend niet.’ Brussels Street Boys in het Belgische voetbal, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/08/ctgo7cM2k37b9WD8%252FWLvLN12NvFGBdwuvKiLHecCPP3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3555203.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015 251

B. Vermeulen, ’Familie, vrienden en voetbal. Dat houdt me overeind.’ De binnenkant van Ilombé Mboyo, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2010/35/J87feakOJEV3NkWtQGHrH9%252BgwlJVA9jh46lldryfLKTUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2564977.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015

Page 97: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

97

jonge voetballers in en begeleidden hen vaak niet erg goed252. De clubs speelden dus zeker

niet altijd een positieve rol in de integratie van jonge voetballers met buitenlandse origine.

Vaak betekende het straatvoetbal en de vriendschappen die daar werden opgebouwd veel

meer voor de spelers zelf. De clubs beginnen de dag van vandaag echter steeds meer de

waarde van het straatvoetbal, en van de waarden die de jongeren er aanleren, te beseffen.

Bij Anderlecht halen er bijvoorbeeld steeds meer Brusselaars, vaak met buitenlandse origine,

het eerste elftal. De club besteedt meer aandacht aan de begeleiding van deze spelers en

ziet in dat de techniek en de mentale kracht die ze van de straat meenemen van grote

waarde kunnen zijn253. Ook clubs buiten Brussel hebben ondertussen de hoofdstad als schat

aan voetbaltalent ontdekt. Club Brugge werkt bijvoorbeeld samen met de Nseth Academy,

een academie van Seth Nkandu254, een straathoekwerker en jeugdcoach die ook voor Michy

Batshuayi een mentor was255. Eén van de bedoelingen is om de jeugd van de straat te

houden en hen bepaalde waarden mee te geven die ze later ook kunnen gebruiken in het

normale leven, als ze niet zouden slagen in het voetbal256.

Het straatvoetbal speelt niet enkel rechtstreeks en op de persoonlijke schaal een rol in de

sociale integratie van personen van buitenlandse afkomst. Nu er de dag van vandaag veel

spelers met een migratieachtergrond in de nationale ploeg spelen, hebben de Rode Duivels

ook steeds meer supporters van buitenlandse origine. Zij kunnen zich identificeren met deze

spelers en zien dat het voetbal personen van buitenlandse afkomst enorme kansen kan

252

T. Bricmont en R. Van der Pluym, ’Als je slecht speelt, ben je onze vriend niet.’ Brussels Street Boys in het Belgische voetbal, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/08/ctgo7cM2k37b9WD8%252FWLvLN12NvFGBdwuvKiLHecCPP3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3555203.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015 253

T. Bricmont, ’Hoe Brusselser, hoe beter.’ De ‘verbrusseling’ van RSC Anderlecht, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/32/CC%252F6kwAUAaCFAQNWPYATKVJnlGbstfVL9VgK6naTbY%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3743735.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015 254

M. Stockmans, B. Govers, et. Al., Op zoek naar de nieuwe Kompany. De strijd om het Brusselse voetbalgoud, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2012/19/K%252FLlwcIyFXYkAJeXuTPy4yw56nBAyHEzwTzvpPEO9APUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2924976.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015 255

S. Vande Velde, Een leeuw op het veld. Batshuayi, de nieuwe lieveling van Standard, in: http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2012/06/qWoCNgaGWfupihR7%252FO5nWhCIBh3qLY%252BFl09TX%252FEQk2vUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2870096.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015 256

M. Stockmans, B. Govers, et. Al., Op zoek naar de nieuwe Kompany. De strijd om het Brusselse voetbalgoud, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2012/19/K%252FLlwcIyFXYkAJeXuTPy4yw56nBAyHEzwTzvpPEO9APUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2924976.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015

Page 98: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

98

bieden257. Een speler als Vincent Kompany is bijvoorbeeld veel meer dan een voetballer. Als

zoon van een Congolese vader is hij via de pleintjes opgeklommen tot aanvoerder van

Manchester City en de Rode Duivels. Bovendien is hij viertalig, intelligent en voelt hij zich

uitgesproken Belg. Hij staat als het ware symbool voor het feit dat ook personen met een

migratieachtergrond het (via het voetbal) kunnen maken. Spelers zoals Kompany kunnen

ervoor zorgen dat migrantenjongeren zich aan hem gaan spiegelen en zich meer Belg gaan

voelen. Hij kan als het ware een verbindende rol spelen tussen autochtonen en allochtonen

en zelfs tussen Walen en Vlamingen. Kompany beseft dit en probeert dan ook met projecten

als BX Brussels de Brusselse jeugd een betere toekomst te verschaffen258.

Straatvoetbal is voor de meeste allochtone jongeren in Brussel en andere steden dus een

zeer belangrijk onderdeel van hun leven. Uit de onderzochte artikels en interviews blijkt dat

er via het voetbal op de pleintjes ook sociale netwerken werden en worden uitgebouwd en

sociaal kapitaal opgebouwd. Het kan zeer interessant zijn om het straatvoetbal te

bestuderen vanuit deze invalshoek, zoals dat reeds gebeurd is met etnisch gescheiden clubs.

(cf. supra). Ook de invloed van straatvoetbalcompetities op het opbouwen van sociaal

kapitaal werd al onderzocht, maar de conclusies konden geen uitsluitsel geven over de

causale relatie tussen straatvoetbal en een groter sociaal kapitaal. Bovendien werden enkel

geformaliseerde competities onderzocht en niet het informele straatvoetbal zoals dat

dagelijks gespeeld wordt259. Verder onderzoek over dit onderwerp is dus nog nodig.

5.2 Etnisch gescheiden clubs in Brussel

In de inleiding kwam al naar voor dat sociologen de rol van etnisch gescheiden clubs voor de

sociale integratie van migranten vergeleken hebben met die van gemengde clubs. Uit die

onderzoeken bleek dat beiden een positieve impact konden hebben, maar dat

beleidsmakers vaak de neiging hadden of nog steeds hebben om gemengde clubs te

bevoordelen (cf. supra). Ook in Brussel werden doorheen de jaren enkele clubs opgericht

257

T. Bricmont, Duivels van de straat. Het andere WK, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/wMdHD%252BvmByP5A039bgXfeJN3Q22wlpPfHOzQiBJXt8XUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723760.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015 258

S. Vande Velde, Duivel-doet-al, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/24/ahnfWGLThMrkbuw6LLhAsM4VpsICL%252FvBQUuCPmjWqPrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3700578.PDF>, geraadpleegd op 21.05.2015 259

M. Hendriks en V. Toepoel, “Social impact of Street Soccer Leagues”, in: G. Richards, M. De Brito en L. Wilks (eds.), Exploring the Social Impacts of Events, New York, Routledge, 2013, s.p.

Page 99: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

99

door bepaalde groepen. Soms werden deze genoemd naar clubs uit het land van herkomst,

zoals bij Anderlecht-Milan (opgericht in 1989) of Trabzon Schaarbeek het geval is. De eerste

etnisch gescheiden club in Brussel werd opgericht in de jaren ’50. RAS Maccabi Brussel

ontstond al in 1953 als club voor de Joodse gemeenschap in de hoofdstad. Deze club is

echter een onderdeel van de internationale Maccabi World Union. In de jaren erna kwamen

er ook steeds meer specifieke clubs voor andere groepen in de Brusselse maatschappij.

Enkele Spaanse jongeren richtten in 1962 al Agrupación Asturiana op. In 1998 ging deze club

een fusie aan met Peña Real Oviedo om één grote Spaanse club in Brussel te vormen. In

1974 ontstond Sporting Ovetense uit een groep migranten uit het Spaanse Oviedo. Na fusies

met Racing Vorst en CD Turon Bruselas werd de club naar FC Vorst hernoemd en dus iets

minder Spaans getint. In 1982 richtten Spanjaarden in de hoofdstad nog een club op,

namelijk Sporting Helmet Schaarbeek. Deze club wil vandaag echter iedereen de kans geven

om te voetballen, niet enkel de Spanjaarden. Ook andere bevolkingsgroepen stichtten hun

eigen clubs. AS Étoile Brussel Capitale werd in 1974 opgericht door Marokkaanse migranten

als Étoile Marocaine en sloot zich in 1987 aan bij de KBVB. In 2000 ging de club een fusie aan

met Atlas Brussel. Vier jaar na de oprichting van AS Étoile ontstond in de Marokkaanse

gemeenschap ook nog Jeunesse Marocaine. Deze club sloot zich in 2000 aan bij de KBVB als

Jeunesse Molenbeek. De Turken hadden vanaf 1976 Istanbul Evere ’76 en vanaf 1979

Trabzon Schaarbeek, genoemd naar de Turkse ploeg Trabzonspor. De Armenen in Brussel

stichtten in 1981 Etterbeek Armenia, maar de club werd pas in 1997 lid van de Belgische

voetbalbond. Ook recenter werden er nog etnische clubs opgericht in Brussel. In 1991

ontstond FC Kosova Schaarbeek uit de Albanese gemeenschap, in 2002 de ploeg van Syriërs

FC Suryoyes Brussel, in 2005 FC Moreda Ukkel door Spaanse migranten en in 2006 Espoir

Molenbeek. Die laatste club heeft ook expliciet als doel om allochtone jongeren uit

probleemwijken een kans te geven260. Het is dus duidelijk dat ook Brussel voldoende

etnische clubs heeft gehad doorheen de jaren. Een groot probleem is dat deze clubs vaak

niet voldoende middelen hebben om een goede jeugdwerking op poten te zetten. Bij

Trabzon Schaarbeek verdwenen de jeugdploegen bijvoorbeeld enkele jaren geleden omdat

er niet voldoende mensen waren om deze te laten functioneren. Nochtans had de

260

G. Foutré en M. Stockmans, Voetbal in Brussel. Er zijn geen ketjes meer, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2008/06/dDaGthFP5oP75KIwcdcrIVB9m5VNKNVJTp%252FjA%252BmtjxrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2030856.PDF>, geraadpleegd op 27.04.2015

Page 100: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

100

jeugdwerking van de club al enkele successen geboekt in het helpen van jongeren die via het

voetbal op het rechte pad gekomen of gebleven waren261. Het verdwijnen van de

jeugdploegen van dergelijke clubs kan dus leiden tot een verminderde integratie van

allochtone jongeren. In de inleiding werd al beschreven hoe in het beleid vaak de gemengde

club als ideaal beschouwd werd en wordt. Daardoor zouden de etnische clubs het moeilijker

krijgen om te overleven. In 2005 kwam Bert Anciaux, toen minister van Sport, met het idee

om deze ‘zelforganisaties’, zoals hij het verwoordde, subsidies te verlenen. Daarop kwam

veel kritiek, onder andere van Bart Somers, die vreesde dat het initiatief zou leiden tot

segregatie in plaats van integratie. Opvallend was toen dat ook personen met buitenlandse

origine die in sportclubs actief waren, onder andere in Brussel, dezelfde mening toegedaan

waren262. Hoewel er in de academische wereld dus overwegend positief gekeken wordt naar

deze etnisch gescheiden clubs en vooral de voordelen belicht worden (hoewel

genuanceerd), worden er in de praktijk zowel op het vlak van beleid als bij de spelers en

trainers zelf nog heel wat vragen gesteld bij het nut van dit soort clubs. De laatste jaren

verdwijnen er dan ook heel wat gescheiden clubs in Brussel. Volgens kenners van het

Brusselse voetbal voelen mensen zich steeds meer Brusselaar en verdwijnen daarom etnisch

gescheiden clubs of krijgen ze alleszins neutralere namen263. Een opvallend geval in Brussel is

de recente fusie tussen Blue Star, het vroegere Maccabi Brussel, en Étoile de Bruxelles. De

eerste was zoals gezegd een club voor de Joodse gemeenschap, de andere club had vooral

Marokkaanse moslims in de rangen. Geen evidente combinatie gezien de spanningen tussen

de beide gemeenschappen in het Midden-Oosten. Er waren dan ook wel wat negatieve

reacties en er werden zelfs twee nieuwe clubs opgericht, Maccabi Vorst door ontevreden

Joden, FC Brussels City door de verbolgen aanhang van Étoile de Bruxelles. Toch zagen velen

na de oorspronkelijke scepsis in dat het project van Sporting Bruxelles, zoals de nieuwe

fusieclub heet, de moeite waard was. De fusie is geen politiek project, maar kwam louter

vanuit sportief en praktisch oogpunt tot stand. Toch erkennen de voorzitter, van Israëlische

origine, en de secretaris, van Marokkaanse afkomst, dat voetbal mensen bijeen kan brengen.

261

Ibidem 262

P. ’t Kint, ’Belgen houden van dingen die ze kennen’, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2005/19/Rl0wMsFWBBjteJ21knkUzpRhdkbirQE2eUVCyBRTrzk%253D/PDF/463694.PDF>, geraadpleegd op 23.4.2015 263

G. Foutré, De Ketjesclubs. Voetbal in Brussel, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/52/Hz1FFz%252F15tvFFsUn4AVzYrsPZkb3%252BL8ZUKHSH7P%252BOj%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3905140.PDF>, geraadpleegd op 21.05.2015

Page 101: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

101

Ook de supporters van beide gemeenschappen staan nu als één man achter de fusieclub264.

De secretaris verwoordde het als volgt: “In de eerste plaats zijn we allemaal Belgen265”.

Bovendien focust de club op de jeugd die ze waarden als fair play, beleefdheid en openheid

voor andere culturen wil bijbrengen266. Sporting Bruxelles lijkt dus het ultieme voorbeeld te

worden van integratie via voetbal in Brussel. De club wil niet enkel kinderen opvoeden via de

sport, maar brengt ook verschillende groepen binnen de maatschappij bij elkaar. Bovendien

voelt iedereen binnen de club zich op en top Belg, ondanks hun verschillende origines.

264

Brussel Nieuws, Sporting Bruxelles: fusieclub met multiculturele mix, in: <http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/sporting-bruxelles-fusieclub-met-multiculturele-mix>, geraadpleegd op 8 april 2015; T. Hugé, “Deux cultures pour un même futur”, in La Dernière Heure, 28 juni 2013; G. Foutré, De Ketjesclubs. Voetbal in Brussel, in: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-abonnees/makr/epaper/SN/2014/52/Hz1FFz%252F15tvFFsUn4AVzYrsPZkb3%252BL8ZUKHSH7P%252BOj%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3905140.PDF>, geraadpleegd op 21.05.2015 265

Brussel Nieuws, Sporting Bruxelles: fusieclub met multiculturele mix, in: http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/sporting-bruxelles-fusieclub-met-multiculturele-mix, geraadpleegd op 8 april 2015 266

Ibidem

Page 102: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

102

6 Conclusie

Na de analyse van de drie dimensies van integratie blijkt dat voetbal doorheen de jaren wel

degelijk een impact heeft gehad op de sociale integratie van personen van buitenlandse

origine. De structurele integratie in de sport bleek bij de meeste Brusselse voetbalclubs op

een normaal niveau gestaan te hebben vanaf de jaren ’50 tot en met de jaren ’80. Bij de

meeste clubs waren mensen van vreemde origine goed vertegenwoordigd en blijkt er geen

sprake geweest te zijn van enige discriminatie. Migranten participeerden ongeveer even veel

als autochtonen in verhouding met hun aanwezigheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Bovendien lijkt er weinig verschil geweest te zijn tussen de clubs onderling. De meeste

verschillen zijn te verklaren door de geografische positie van de clubs en de woonpatronen

van de migranten in Brussel. Bovendien speelde ook de taal een rol. Dat probleem stelde

zich echter slechts bij één club die in deze studie onderzocht werd. Het uitgesproken

Nederlandstalige karakter van Ritterklub Jette bleek een hinderpaal voor de participatie van

migranten in die club. Het relatieve aantal migranten lag er immers veel lager dan in andere

clubs in dezelfde gemeente zoals Racing Club de Jette. De leeftijdsstructuur van de personen

van buitenlandse afkomst was bij de meeste clubs vrij gelijkaardig. De gemiddelde leeftijd

lag laag en het overgrote deel van alle aangesloten migranten bij de clubs was zeer jong. Dit

opvallende patroon kunnen we koppelen aan de leeftijdsstructuur van bepaalde groepen en

nationaliteiten die naar België en Brussel migreerden. Zowel de Spaanse als de Noord-

Afrikaanse of Maghrebijnse inwijkelingen kenden een brede basis van de leeftijdspiramide,

met een grote groep jongeren tussen 0 en 19 jaar. Dat is natuurlijk ook de leeftijdsgroep die

het meest in aanmerking komt om te (beginnen) voetballen. Bovendien verbleef ongeveer

de helft van alle Spanjaarden en Noord-Afrikanen die naar België geïmmigreerd waren in

Brussel. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat de leeftijdsstructuur van deze twee groepen

grotendeels weerspiegeld werd in de leeftijdsstructuur van de migranten bij de Brusselse

voetbalclubs. Toch waren er bij enkele clubs ook een beperkt aantal uitzonderingen. We

zagen een paar keer dat een persoon ouder dan 40 of zelfs ouder dan 50 werd aangesloten

bij een club. Dat kan erop wijzen dat migranten een hogere functie konden uitoefenen

binnen een club en zo een bepaalde macht kregen. Ook dat is een teken van een grotere

sociale integratie.

Page 103: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

103

De structurele integratie door sport was eveneens vanaf het begin aanwezig. De gevalstudie

van de eerste Congolese voetballers in België maakte dat duidelijk. Al deze spelers konden

via hun clubs rekenen op een job (of studies) en huisvesting, bovenop de winst- en

trainingspremies die ze kregen voor hun sportieve prestaties. De grote rol die de clubs daarin

speelden kon echter ook negatief uitdraaien voor de spelers in kwestie. Het verhaal van

Joseph Basanga Elenge was een illustratie van de grote macht van de clubs en van wat er kon

gebeuren als de club besliste dat ze een speler niet meer nodig had. Hier valt op dat sport

zowel op een positieve als op een negatieve manier de integratie van migranten kon en kan

beïnvloeden, zoals dat ook in de inleiding reeds naar voor kwam. In de briefwisseling over

Elenge zagen we ook een enkele keer een uitspraak verschijnen met racistische ondertoon.

Dat brengt ons bij de acceptatie en behandeling van migranten in en door de sport, met

andere woorden de sociaal-culturele integratie. Op het veld hadden de Congolese spelers

wel eens last van racisme. Aan de sociaal-culturele integratie in de sport was dus nog wel

wat werk, maar uit de inleiding bleek dat dat vandaag nog steeds het geval is. Natuurlijk

waren het de supporters van de tegenstander die racistische uitlatingen deden tegenover de

Congolese spelers. Bij de supporters van de eigen ploeg was vaak het omgekeerde het geval.

Bij hen waren de eerste Congolezen echte publiekslievelingen en werden ze meteen in de

harten van de supporters opgenomen, ook al was dit vaak meer omdat ze trots waren op

hun primeur. Toch blijkt uit getuigenissen van onder andere Mokuna en Mbuyu dat de

spelers zelf het gevoel hadden dat ze dankzij het voetbal beter geaccepteerd werden.

De laatste dimensie van integratie in en door sport is de sociaal-affectieve integratie. Op dat

vlak bleek dat de Congolese spelers zich meestal snel thuis voelden en dat enkelen onder

hen nog steeds in België wonen. Bovendien huwden sommigen onder hen met Belgische

vrouwen. Ook hun sociale netwerken hadden dus veel te danken aan het voetbal. Voor deze

sociale netwerken werden later ook de etnisch gescheiden clubs belangrijker. Behalve in de

academische wereld werd en wordt er ook in de praktijk getwijfeld aan de waarde van deze

clubs en in Brussel verdwijnen de laatste tijd dan ook steeds meer etnisch gescheiden clubs.

Belangrijker voor het uitbouwen van vriendschappen en sociale netwerken in de laatste

decennia was het straatvoetbal. Het voetbal op de stedelijke pleintjes is enorm populair bij

de jeugd en wordt meer en meer ingezet in buurtwerking. In de academische wereld is er

echter weinig onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Net als het onderzoek naar etnisch

Page 104: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

104

gescheiden clubs kan het verder bestuderen van straatvoetbal echter nuttige inzichten

verlenen in verband met de integratie van migrantenjongeren.

Zoals blijkt uit al het bovenstaande, was er ook in het verleden in Brussel al sprake van sport

als actieve factor in de samenleving. Vaak had het voetbal een invloed op het leven en op de

integratie van vele migranten. Hoewel dat in het beleid vaak ook beseft werd en wordt,

neemt men vaak initiatieven die mensen moeten samenbrengen in de sport. Uit dit

onderzoek blijkt echter, net als uit enkele andere onderzoeken, dat de impact van sport niet

altijd positief was. Daarom zou men in het beleid meer moeten focussen op het veranderen

van de mentaliteit en de attitudes van de autochtone bevolking ten opzichte van migranten.

Alleen als daar verandering in komt en men positiever gaat aankijken tegen personen van

buitenlandse origine, zal er een mogelijkheid zijn om tot een volledige integratie te kunnen

komen. Een mentaliteitswijziging is ook nodig voor de sport om een positieve rol te kunnen

spelen, want zoals al eerder bleek: “Sport doesn’t build character, people do267”.

267

J. Tolleneer, « Sport and international relations: a comparative-historical approach», in: Comparative Studies on Urban Cultures: compilation of papers and seminar proceedings, International School Intensive Class 2008: Comparative Studies on Urban Cultures. Osaka, 17-19 September 2008, Osaka: The International School Office, Graduate School of Literature and Human Sciences, 2009, p. 10

Page 105: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

105

7 Bijlagen

Zie bijgeleverde USB-stick

Excel-bestand met gegevens van migranten in de bestudeerde Brusselse

clubs

Foto’s van aansluitingsfiches

Resultaten van de statistische verwerking van de gegevens

Page 106: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

106

8 Bibliografie

8.1 Onuitgegeven bronnen

8.1.1 Brussel, Algemeen Rijksarchief

8.1.1.1 Archief KBVB (niet geïnventariseerd)

Aansluitingsfiches stamnummer 2

Aansluitingsfiches stamnummer 5

Aansluitingsfiches stamnummer 6

Aansluitingsfiches stamnummer 10

Aansluitingsfiches stamnummer 15

Aansluitingsfiches stamnummer 35

Aansluitingsfiches stamnummer 42

Aansluitingsfiches stamnummer 47

Aansluitingsfiches stamnummer 51

Aansluitingsfiches stamnummer 55

Aansluitingsfiches stamnummer 83

Aansluitingsfiches stamnummer 281

Aansluitingsfiches stamnummer 451

Aansluitingsfiches stamnummer 1936

Aansluitingsfiches stamnummer 3197

Aansluitingsfiches stamnummer 4070

Aansluitingsfiches stamnummer 4549

Aansluitingsfiches stamnummer 5750

Aansluitingsfiches stamnummer 7949

Aansluitingsfiches stamnummer 8104

Page 107: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

107

8.1.2 In privébezit van dhr. Yves van Ackeleyen

8.1.2.1 Archief Union Sint-Gillis (niet geïnventariseerd)

Dossier Julien Kialunda

Dossier Daniël Kiziki

Dossier Augustin Magolu

Dossier Joseph Basanga Elenge

8.2 Boeken en monografieën

ALLEYNE (M. D.)(red.). Anti-Racism and Multiculturalism: Studies in International

Communication. Brunswick, Transaction Publishers, 2011, 253 p.

BLONDÉ (B.), DEVOS (I.), e.a. Trend en toeval. Inleiding tot de kwantitatieve methoden voor

historici. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2012, 240 p.

COOLSAET (R.). België en zijn buitenlandse politiek. Leuven, Van Halewyck, 2014, 811 p.

DE KNOP (P.) & ELLING (A.). Gelijkheid van kansen en sport. Brussel, Koning Boudewijnstichting,

2000, 96 p.

DE KNOP (P.), DE MARTELAER (K.), THEEBOOM (M.) e.a. Sport als integratie voor

migrantenjongeren. Brussel, Koning Boudewijnstichting, 1994, 60 p.

DE STERCK (M.). Bij nader inzien. Mensen uit andere culturen onder ons. Leuven,

Davidsfonds/Infodok, 1992, 191 p.

DENECKERE (G.), DE PAEPE (T.) & DE WEVER (B.). Een geschiedenis van België. Gent, Academia

Press, 2012, 239 p.

ENGBERSEN (G.) en GABRIËLS (R.) (red.). Sferen van integratie. Naar een gedifferentieerd

allochtonenbeleid. Boom, Meppel, 1995, 260 p.

GASPARINI (W.) en COMETTI (A.)(red.). Sport Facing the Test of Cultural Diversity: Integration

and Intercultural Dialogue in Europe, Analysis and Practical Examples. Straatsburg, Raad van

Europa, 2010, 87 p.

MARTIN (P.). Leisure and society in colonial Brazzaville. Cambridge (New York), Cambridge

University Press, 1995, 278 p.

MORELLI (A.) (red.). Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de

prehistorie tot nu. Leuven, Kritak, 1993, 340 p.

PUTNAM (R.). Bowling Alone. The Collapse and Revival of American Community. New York,

Simon and Schuster, 2000, 541 p.

STEENBERGEN (J.), DE KNOP (P.) en ELLING (A.). Values and Norms in Sport: Critical Reflections on

the Position and Meanings of Sport in Society. Oxford, Meyer & Meyer, 2001, 374 p.

SWYNGEDOUW (M.), DELWIT (P.) en REA (A.) (red.). Culturele diversiteit en samenleven in

Brussel en België. Leuven, Acco, 2005, 229 p.

SWYNGEDOUW (M.), PHALET (K.) en DESCHOUWER (K.) (red.). Minderheden in Brussel.

Sociopolitieke houdingen en gedragingen. Brussel, VUBPress, 199, 285 p.

VANDECANDELAERE (H.). In Brussel. Een reis door de wereld. Berchem, EPO, 2012, 520 p.

Page 108: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

108

PROOI (E.). Meedoen met een handicap. Sociale integratie van gehandicapten. Rotterdam

(onuitgegeven licentiaatsverhandeling Erasmus Universiteit Rotterdam), 2007, (promotor:

dr. Alfons Fermin), 57 p.

VAN HIMST (P.). Confidences. Brussel, Éditions Luc Pire, 2010, 256 p.

8.3 Artikels

ALEXIOU (A.). “De Griekse immigratie in België.” In: MORELLI (A.) (red.). Geschiedenis van het

eigen volk. De vreemdeling in België van de prehistorie tot nu. Leuven, Kritak, 1993, pp. 279-

295

ATTAR (R.). “De geschiedenis van de Maghrebijnse immigratie in België.” In: MORELLI (A.)

(red.). Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de prehistorie tot nu.

Leuven, Kritak, 1993, pp. 297-316

BERTEN (A.). “De vestiging van gastarbeiders en hun gezinnen in België.” In: Arbeidsblad, 57

(1966), pp. 1531-1554

BLECKING (D.). “Sport and Immigration in Germany.” In: International Journal of the History of

Sport, 25 (2008), 8, pp. 955-973

DAGEVOS (J.). “Minderheden, armoede en sociaal-culturele integratie.” In: Migrantenstudies,

21 (2005), 3, pp. 135-154

DE KNOP (P.), ELLING (A.) & KNOPPERS (A.). “The Social Integrative Meaning of Sport: A Critical

and Comparative Analysis of Policy and Practice in the Netherlands.” In: Sociology of Sport

Journal, 18 (2001), pp. 414-434

DESLÉ (E.). “BOUWEN EN WONEN TE BRUSSEL (1945-1958). De moeizame uitbouw van de

keynesiaanse welvaartsstaat en de rol van de mediterrane gastarbeiders.” In: Belgisch

Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 21 (1990), pp. 413-482

ELLING (A.). “‘We zijn vrienden in het veld’. Grenzen aan sociale binding en ‘verbroedering’

door sport.” In: Pedagogiek, 24 (2004), 4, pp. 342-360

FREY (J. H.) en EITZEN (D.). “Sport and Society.” In: Annual Review of Sociology, 17 (1991) , pp.

503-522

GRIMMEAU (J.-P.). “De immigratiegolven en de spreiding van de vreemdelingen in België.” In:

MORELLI (A.) (red.). Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de

prehistorie tot nu. Leuven, Kritak, 1993, pp. 115-125

HENDRIKS (M.) en TOEPOEL (V.). “Social impact of Street Soccer Leagues.” In: RICHARDS (G.), DE

BRITO (M.) en WILKS (L.)(eds.). Exploring the Social Impacts of Events, New York, Routledge,

2013, 256 p.

HUGE (T.). “Deux cultures pour un même futur.” In : La Dernière Heure, 28 juni 2013

JANSSENS (J.) and VERWEEL (P.). “The significance of sports clubs within multicultural society.

On the accumulation of social capital by migrants in culturally “mixed” and “separate” sports

clubs.» In: European Journal for Sport and Society, 11 (2014), 1, pp. 35-58

KRUGER (M.). “The History of German Sports Clubs: Between Integration and Emigration.” In:

International Journal of the History of Sport, 30 (2013), 14, pp. 1586-1603

LEWIS JR. (R.). «Racial Position Segregation: A Case Study of Southwest Conference Football,

1978 and 1989.» In : Journal of Black Studies, 25 (1995), 4, pp. 431-446

Page 109: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

109

MARTENS (A.). “25 jaar wegwerparbeiders: het Belgisch immigratiebeleid na 1945.” In: De gids

op maatschappelijk gebied, 64 (1973), 9, pp. 675-697

MEEUS (B.). “De immigratie in de Brusselse agglomeratie.” In: Bevolking en Gezin, 1975, 3, pp.

421-453

MÜLLER (F.), VAN ZOONEN (L.) en DE ROODE (L.). “The Integrative Power of Sport: Imagined and

Real Effects of Sport Events on Multicultural Integration.” In: Sociology of Sport Journal, 25

(2008), pp. 387-401

SANCHEZ (M.-J.). “De Spanjaarden in België in de 20ste eeuw.” In: MORELLI (A.) (red.).

Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de prehistorie tot nu. Leuven,

Kritak, 1993, pp. 261-278

SCHREIBER (J.-P.). “De Joodse immigratie in België van de middeleeuwen tot onze tijd.” In:

MORELLI (A.) (red.). Geschiedenis van het eigen volk. De vreemdeling in België van de

prehistorie tot nu. Leuven, Kritak, 1993, pp. 211-235

SEIPPEL (Ø.). «Sport and Social Capital.» In: Acta Sociologica, 49 (2006), 2, pp. 169-183

STALLAERT (C.). “Spaanse immigranten te Brussel belicht vanuit een Vlaams-Spaans bicultureel

project.” In: Cultuur en Migratie, 1 (1987), pp. 91-113

SYS (J.). “Ik was een soort circusattractie.” In: Knack Extra: Congo 50 jaar onafhankelijk, 2

(2010), 8, pp. 40-43

THEEBOOM (M.), SCHAILLEE (H.) & NOLS (Z.). « Social capital development among ethnic

minorities in mixed and separate sport clubs.» In : International Journal of Sport Policy and

Politics, 4 (2012), 1, pp. 1-21

TOLLENEER (J.), VANREUSEL (B.) en RENSON (R.). “Kansen in de sport. Herbronning en

hertekening.” In: PATTYN (B.), RAYMAEKERS (B.) et. Al. (eds.). Wegen van hoop. Universitaire

perspectieven. Bundel aangeboden aan Rector Roger Dillemans. Leuven, Universitaire Pers

Leuven, 1995, pp. 395-411

TOLLENEER (J.). “Sport als bruggenhoofd: in het complexe veld van sociale verandering is sport

een actieve speler.” In: Karakter: Tijdschrift van Wetenschap, 13 (2006), pp. 25-27

TOLLENEER (J.). «Sport and international relations: a comparative-historical approach.» In:

Comparative Studies on Urban Cultures: compilation of papers and seminar proceedings.

International School Intensive Class, 2008, Comparative Studies on Urban

Cultures. Osaka, 17-19 September 2008, Osaka: The International School Office, Graduate

School of Literature and Human Sciences, 2009, pp. 99-120

TREMOULINAS (A.). «Sport et relations raciales. Le cas des sports américains» In: Revue

française de sociologie, 49 (2008), 1, pp. 169-196

VAN ACKELEYEN (Y.) & BASANO (F). «Les archives de l’Union Saint-Gilloise.» In : Archives et

bibliothèques de Belgique, 79 (2008), pp. 69-80

VILHJALMSSON (R.) en THORLINDSSON (T.). “The Integrative and Physiological Effects of Sport

Participation: A Study of Adolescents.” In: The Sociological Quarterly, 33 (1992), 4, pp. 637-

647

Page 110: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

110

8.4 Websites en online artikels

’T KINT (P.). ’Belgen houden van dingen die ze kennen.’ In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2005/19/Rl0wMsFWBBjteJ21knkUzpRhdkbirQE2eUVCyBRTrzk%

253D/PDF/463694.PDF>, geraadpleegd op 23.4.2015

’T KINT (P.). 109 jaar traditie. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2013/33/%252Bz2TP0pjdn5PbEXO5pKSYpPFtGkBI22ifwd5JWjnw

XvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3305874.PDF>, geraadpleegd op 18.05.2015

AKINDES (G). Entre le Congo et la Belgique, La carriere de footballeur de Paul Bonga Bonga. In :

<https://www.youtube.com/watch?v=wm5-ErN-SiM>, geraadpleegd op 17.05.2015

ALGEMEEN DAGBLAD. Een kabel is een dik touw, meer niet. In:

http://www.ad.nl/ad/nl/1049/Oranje/article/detail/2118290/2008/05/24/Een-kabel-is-een-

dik-touw-meer-niet.dhtml?cw_agreed=1, geraadpleegd op 23.05.2015

ANONIEM, Racing Brussel. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2008/03/CbS%252FSEzB1n5vQmRdm88NLcW2fzuj4Dq0mwDjSx

cevNXUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2021656.PDF>, geraadpleegd op 2.05.2015

ANONIEM. 1960 – Daring de Bruxelles. In: <http://www.rwdm-fcbrussels.be/11-FICHES/fiche-

galeriephotos1960-1965.html>, geraadpleegd op 19.05.2015

ANONIEM. BX Brussels stelt zich voor: 'We spelen een beetje overal.’ In:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/bx-brussels-stelt-zich-voor-we-spelen-

een-beetje-overal>, geraadpleegd op 17.12.2014

ANONIEM. Crossing Schaarbeek. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2007/42/k%252FGOm0GhiLmr2js3qqMypztz%252FiCDlalFO6JtQ

SDoWfrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1960948.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Crossing Schaerbeek (4070). In: <

http://nl.wikipedia.org/wiki/Crossing_Schaerbeek_(4070)>, geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Daring Club de Bruxelles. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Daring_Club_de_Bruxelles>, geraadpleegd op 28.04.2015

ANONIEM. FC Irlande. In: < http://fcirlande.org/front/>, geraadpleegd op 17.12.2014

ANONIEM. FC Kosova Schaerbeek. In: < http://www.fckosova.be/>, geraadpleegd op

17.12.2014

ANONIEM. Henri Erumba. In : <http://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Erumba>, geraadpleegd op

19.05.2015

ANONIEM. Ixelles SC. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Ixelles_SC>, geraadpleegd op 6.05.2015

ANONIEM. KV Woluwe-Zaventem. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/KV_Woluwe-Zaventem>,

geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. KVV Crossing Elewijt. In: >http://fr.wikipedia.org/wiki/KVV_Crossing_Elewijt>,

geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Overzichtsrapport arbeidsmigratie. In:

<http://www.werk.be/sites/default/files/Overzichtsrapport_Arbeidsmigratie.pdf>,

geraadpleegd op 13.04.2015

ANONIEM. R. White Star Bruxelles. In: <

http://nl.wikipedia.org/wiki/R._White_Star_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015

Page 111: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

111

ANONIEM. Racing Jet Wavre. In: <http://fr.wikipedia.org/wiki/Racing_Jet_Wavre>,

geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Racing Jet Wavre. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Racing_Jet_Wavre>,

geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Racing White Daring Molenbeek. In:

<http://nl.wikipedia.org/wiki/Racing_White_Daring_Molenbeek>, geraadpleegd op

28.04.2015

ANONIEM. RCS La Forestoise. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/RCS_La_Forestoise>,

geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Royal Cercle Sportif La Forestoise. In :

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Cercle_Sportif_La_Forestoise>, geraadpleegd op

7.05.2015

ANONIEM. Royal Cercle Sportif Saint-Josse. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Cercle_Sportif_Saint-Josse>, geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Royal Crossing Club de Molenbeek. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Crossing_Club_de_Molenbeek>, geraadpleegd op

7.05.2015

ANONIEM. Royal Léopold Uccle FC. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2007/41/jaC99f9bOTOdFPxS0SE4voePVqKOIkPMifu7iuz%252BT

VPUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1956900.PDF>, geraadpleegd op 1.05.2015

ANONIEM. Royal Léopold Uccle-Woluwe Football Club. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_L%C3%A9opold_Uccle-Woluwe_Football_Club>,

geraadpleegd op 1.05.2015

ANONIEM. Royal Racing Club de Bruxelles (football). In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Racing_Club_de_Bruxelles_(football)>, geraadpleegd op

2.05.2015

ANONIEM. Royal Stade de Bruxelles. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_Stade_de_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Royal Uccle Sport. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Royal_Uccle_Sport>,

geraadpleegd op 5.05.2015

ANONIEM. Royal White Star Bruxelles. In:

<http://fr.wikipedia.org/wiki/Royal_White_Star_Bruxelles>, geraadpleegd op 7.05.2015

ANONIEM. Royale A.B.S.S.A. In:

<http://www.abssa.be/wd180awp/wd180awp.exe/connect/abssasite>, geraadpleegd op

18.05.2015

ANONIEM. Royale Union Saint-Gilloise. In : <http://nl.wikipedia.org/wiki/Royale_Union_Saint-

Gilloise>, geraadpleegd op 30.04.2015

ANONIEM. Royale Union Saint-Gilloise. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2007/39/GoEcMTxlVAGOy4gYUiX2C%252FJfKTLzYSPGceO%252B

r45fefDUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1946514.PDF>, geraadpleegd op 30.04.2015

ANONIEM. RWDM Brussels FC. In: <http://nl.wikipedia.org/wiki/RWDM_Brussels_FC>,

geraadpleegd op 12.05.2015

Page 112: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

112

ANONIEM. Social Manager BX Brussels: 'We hopen op vaste stek.' In:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/social-manager-bx-brussels-we-hopen-

op-vaste-stek>, geraadpleegd op 17.12.2014

ANONIEM. Symbool. In: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-

voetbalmagazine/printarticle/402752/article>, geraadpleegd op 16.05.2015

ARCHIEFBANK VLAANDEREN. Sporterfgoed gezocht. In:

<http://www.archiefbank.be/?q=node/372>, geraadpleegd op 22.05.2015

BARTOLOMIVIS (B.). Hij was een voetballende Caruso. In: < http://www.hln.be/regio/nieuws-

uit-lokeren/-hij-was-een-voetballende-caruso-a2005608/>, geraadpleegd op 19.05.2015

BILIC (P.) en DE GROOTE (R.). Gelukkig kon ik voetballen. In: <

http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-

voetbalmagazine/printarticle/464263/article>, geraadpleegd op 16.05.2015

BRICMONT (T.) en VAN DER PLUYM (R.). ’Als je slecht speelt, ben je onze vriend niet.’ Brussels

Street Boys in het Belgische voetbal. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/08/ctgo7cM2k37b9WD8%252FWLvLN12NvFGBdwuvKiLHe

cCPP3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3555203.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015

BRICMONT (T.). ’Hoe Brusselser, hoe beter.’ De ‘verbrusseling’ van RSC Anderlecht. In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/32/CC%252F6kwAUAaCFAQNWPYATKVJnlGbstfVL9VgK6na

TbY%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3743735.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015

BRICMONT (T.). Duivels van de straat. Het andere WK. In: < http://magazine.knack.be/roularta-

makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/wMdHD%252BvmByP5A039bgXfeJN3Q22wlpPfHOzQiB

JXt8XUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723760.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015

BRUSSEL NIEUWS. Sporting Bruxelles: fusieclub met multiculturele mix. In:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/video/tvbrussel/sporting-bruxelles-fusieclub-met-

multiculturele-mix>, geraadpleegd op 8 april 2015

CLUB BRUGGE. Club zorgt voor Europese primeur: ‘No To Racism’ op de borst tegen Besiktas.

Iin: < http://clubbrugge.be/nl/foundation/nieuws/19865/club-zorgt-voor-europese-primeur-

no-to-racism-op-de-borst-tegen-besiktas?category=clubnieuws>, geraadpleegd op

22.05.2015

D’HONDT (J.). Van de pleintjes naar eerste. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-

voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/30/th7jciLV7krpuJDseMVaTMAKbMAqYpBJ7qbrhBJASgDU

u2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3740384.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2014

DE RYCK (K.) en VANDENABEELE (C.). Zwarte Duivels. In: <http://magazine.knack.be/roularta-

makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2010/34/5EdLzSnuFoVj5s5YV%252FcQ3ahSmgqUqqVOWlWX3X

8SrJjUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2560883.PDF>, geraadpleegd op 20.3.2015

DE SMET (J.) en VANDECANDELAERE (H.). Midi del Sur. In:

<http://www.caldenberga.be/sites/default/files/midi%20del%20sur.pdf>, geraadpleegd op

5.05.2015

Page 113: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

113

ELAUT (G.). Goaaal! Een eeuw Belgisch voetbal. In:

<http://goaaal.arch.be/docs/catalogus_goaaal_een_eeuw_belgisch_voetbal.pdf>,

geraadpleegd op 17.12.2014

FILIPPONE (T.) en BOLONGARO (K.). Between Football and Citizenship: The Strange Case of the

Oriundi. In : < http://www.cafebabel.co.uk/society/article/between-football-and-citizenship-

the-strange-case-of-the-oriundi.html>, geraadpleegd op 23.05.2015

FOOTBALL ITALIA. Mancini: ‘No oriundi for Italy.’ In: <http://www.football-

italia.net/64246/mancini-%E2%80%98no-oriundi-italy%E2%80%99>, geraadpleegd op

23.05.2015

FOUTRÉ (G). De Ketjesclubs. Voetbal in Brussel. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-

voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/52/Hz1FFz%252F15tvFFsUn4AVzYrsPZkb3%252BL8ZUKHS

H7P%252BOj%252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3905140.PDF>, geraadpleegd op

21.05.2015

FOUTRE (G.) en STOCKMANS (M.). Voetbal in Brussel. Er zijn geen ketjes meer. In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2008/06/dDaGthFP5oP75KIwcdcrIVB9m5VNKNVJTp%252FjA%25

2BmtjxrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2030856.PDF>, geraadpleegd op 27.04.2015

FOUTRE (G.) en VANHEULE (F.). Vaarwel, Bruiloftstraat. Jules Otten vertelt. In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2013/20/F57muV5E%252F0tFANXjmCgJ7GWR3ihI89nwdZEN%2

52BPLPfAvUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3219159.PDF>, geraadpleegd op 15.05.2015

FOUTRÉ (G.). RC Schaarbeek. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2006/03/S%252B5rD8waEqlSILA%252BOihmB6cN7lCsHoh%252

Bj4S%252Bpmclm2I%253D/PDF/325635.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015

FOUTRE (G.). Union blijft Union. In : <http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2007/44/MfGbqdw0EKHntn1en8WL3NrXPVHnMvZpPYRZEJ%252

FnG3nUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/1971167.PDF>, geraadpleegd op 30.04.2015

FOUTRÉ (G.). Wat hebben ze met mijn clubje gedaan? De teloorgang van RWDM. In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/30/qPLfp0a%252FV2yQkikBrzTUYStMUxhfmRu%252FNGxz

3UsNUu3Uu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3740439.PDF>, geraadpleegd op 5.05.2015

GOYVAERTS (D.). Het vergeten elftal: Crossing Schaarbeek 1970. In: <

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2009/44/nnaX3YzH7bKpO1FfiLOj4O4B5Tm%252FWnqOaItsnND

NzDDUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2398931.PDF>, geraadpleegd op 7.05.2015

HAUSPIE (J.). Ik ben geen roeper. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/27/mcksV3TMJKC8pDmLXqx253P1QqHLf2yqeRDYn43J7c%

252FUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3723782.PDF>, geraadpleegd op 17.05.2015

HENAU (A.). DE RECENTE DEMOGRAFIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. In: <

http://www.bisa.irisnet.be/bestanden/publicaties/statistische-

dossiers/SD38_de_recente_demografie_van_het_brussels_hoofdstedelijk_gewest.pdf>,

geraadpleegd op 1.5.2015

Page 114: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

114

HET NIEUWSBLAD, Kompany: 'België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons! In:

<http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20121016_128>, geraadpleegd op

17.12.2014

HOMEWOOD (B.) & JIMENEZ (T.). Another 'oriundi' row kicks off in Italy. In: <

http://uk.reuters.com/article/2015/03/25/uk-soccer-italy-foreigners-

idUKKBN0ML23X20150325>, geraadpleegd op 23.05.2015

KERR (J.). USA v Switzerland exposed the hostility towards foreign-born internationals. In: <

http://www.theguardian.com/football/2015/apr/09/usa-v-switzerland-exposed-the-hostility-

towards-foreign-born-internationals>, geraadpleegd op 23.05.2015

KINT (M.). A comparative study of immigration in Australia en Belgium. In :

<http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/027/029/RUG01-002027029_2013_0001_AC.pdf>,

geraadpleegd op 14.04.2015

KRC GENT-ZEEHAVEN. Voorbeschouwing bekerduel : KRC Gent-Zeehaven - Crossing Schaerbeek.

In: <http://www.krcgent.be/nieuws.php?n_id=824>, geraadpleegd op 7.05.2015

KV WOLUWE ZAVENTEM. De geschiedenis van KVW Zaventem. In:

<http://kvwzaventem.be/index.php?option=com_k2&view=item&id=238:de-geschiedenis-

van-kvw-zaventem&Itemid=55>, geraadpleegd op 7.05.2015

LA DERNIERE HEURE. Une star d’Anderlecht à Uccle. In :

<http://www.dhnet.be/regions/bruxelles/une-star-d-anderlecht-a-uccle-

51b73f9ee4b0de6db976e428>, geraadpleegd op 16.05.2015

LEA (G). Arrigo Sacchi and Italian football's ethical dilemma about foreign players. In : <

http://www.theguardian.com/football/these-football-times/2015/feb/18/arrigo-sacchi-italy-

football-ethical-dilemma-racism-foreign-players>, geraadpleegd op 23.05.2015

LESCRAUWAET (T.). Brugse korpschef: ‘Club-supporters gingen als primaten tekeer.’ In: <

http://www.standaard.be/cnt/dmf20150314_01579600>, geraadpleegd op 22.05.2015

LOOBUYCK (P.). Multicultureel burgerschap. Voorbij integratie, assimilatie, segregatie en

marginalisatie. In: <http://www.cie.ugent.be/CIE/loobuyck2.htm>, geraadpleegd op

13.05.2015

NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK. Algemene volks- en woningstelling op 1 maart 1981.

In: <http://statbel.fgov.be/nl/binaries/01_nl%5B1%5D_tcm325-33744.pdf>, geraadpleegd op

1.04.2015

NUMMER 10. De Pleintjes - Antwerp, The City Game - full documentary. In:

<https://www.youtube.com/watch?v=n0bNPZ94jyY>, geraadpleegd op 20.05.2015

OLYMPIQUE MARSEILLE. Fiche Joueur. Michy Batshuayi. In: <

https://www.om.net/equipes/effectifs/joueurs/15141/batshuayi-michy>, geraadpleegd op

21.05.2015

OP DE BEECK (H.). Voetbalploeg met Roma blijft winnen, omdat tegenstanders niet durven op

te dagen. In: < http://www.hln.be/hln/nl/950/Buitenlands-

Voetbal/article/detail/2119958/2014/11/14/Voetbalploeg-met-Roma-blijft-winnen-omdat-

tegenstanders-niet-durven-op-te-dagen.dhtml>, geraadpleegd op 23.05.2015

RJ WAVRE. Les origines- Historique- Articles. In:

<http://www.rjwavre.be/modules/news/article.php?storyid=569>, geraadpleegd op

7.05.2015

Page 115: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

115

ROYAL IXELLES SPORTING CLUB. Historique. In: <http://royalixellessportingclub.e-

monsite.com/pages/le-club/historique.html>, geraadpleegd op 6.05.2015

RSCA. Geschiedenis van Royal Sporting Club Anderlecht. In:

<http://www.rsca.be/nl/club/geschiedenis>, geraadpleegd op 6.05.2015

RSCA. RETRO : PAARS-WIT SPEELT EERSTE EUROPESE FINALE TEGEN ARSENAL. In: <

http://www.rsca.be/nl/nieuws/retro-paars-wit-speelt-eerste-europese-finale-tegen-

arsenal>, geraadpleegd op 16.05.2015

SCHOONJANS (T.). Ritterklub Jette: Voetballen met een strijdershart. In:

<http://www.brusselnieuws.be/nl/nieuws/ritterklub-jette-voetballen-met-een-

strijdershart>, geraadpleegd op 8.05.2015

SPORZA. Coulibaly: “Racisme is nog steeds een probleem in eerste klasse." In: <

http://sporza.be/cm/sporza/voetbal/Jupiler_Pro_League/1.2084955>, geraadpleegd op

23.05.2015

STADION. Union Saint-Gilloise-Hoei. In: < http://nieuws.vtm.be/stadion/79065-union-saint-

gilloise-hoei>, geraadpleegd op 25.3.2015

STOCKMANS (M.), GOVERS (B.), et. Al. Op zoek naar de nieuwe Kompany. De strijd om het

Brusselse voetbalgoud. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2012/19/K%252FLlwcIyFXYkAJeXuTPy4yw56nBAyHEzwTzvpPEO9

APUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2924976.PDF>, geraadpleegd op 20.05.2015

STOCKMANS (M.). Vechten tegen vooroordelen. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-

voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2005/01/DVoHmVcgab%252F8UDGQY5%252B7B7QnZZ%252Bf9

EKaQZTXDXyS%252FpM%253D/PDF/398884.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015

TETAERT (C.). Gecamoufleerd amateurisme. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-

voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2015/02/Xk76LlqCN2AQ2%252B1uHbUJOFnxCGZmZMTXihiw91

8TfGrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3915661.PDF>, geraadpleegd op 29.04.2015

VAN LOOCK (S.). Exotische sfeer. In: < http://magazine.knack.be/makr/voor-abonnees/sport-

voetbalmagazine/printarticle/420521/article>, geraadpleegd op 7.05.2015

VANDE VELDE (S.). Duivel-doet-al. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2014/24/ahnfWGLThMrkbuw6LLhAsM4VpsICL%252FvBQUuCPm

jWqPrUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/3700578.PDF>, geraadpleegd op 21.05.2015

VANDE VELDE (S.). Een leeuw op het veld. Batshuayi, de nieuwe lieveling van Standard. In:

http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2012/06/qWoCNgaGWfupihR7%252FO5nWhCIBh3qLY%252BFl0

9TX%252FEQk2vUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2870096.PDF>, geraadpleegd op

20.05.2015

VERMEULEN (B.). ’Familie, vrienden en voetbal. Dat houdt me overeind.’ De binnenkant van

Ilombé Mboyo. In: < http://magazine.knack.be/roularta-makr-voor-

abonnees/makr/epaper/SN/2010/35/J87feakOJEV3NkWtQGHrH9%252BgwlJVA9jh46lldryfLK

TUu2eYWa0yr9xChWTv4mar/PDF/2564977.PDF>, geraadpleegd op 19.05.2015

VLAEMINCK (T.). Fiel Laureys wordt 90! In: < http://www.sporting.be/site/algemeen-fiel-

laureys-wordt-90>, geraadpleegd op 20.05.2015

Page 116: Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie · 2015-11-05 · Sociale integratie via het voetbal: een Brusselse gevalstudie Yannick Collewaert Promotor: prof. Dr

116

WILLAERT (D.). Internationalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand. In:

<http://www.briobrussel.be/ned/webpage.asp?WebpageId=1225>, geraadpleegd op

7.04.2015

WITTE (E.). Immigraties in Brussel. Historische perspectieven. 1815-1975. In: <

http://www.briobrussel.be/assets/brusselse%20themas/bruselse_thema%27s_14.pdf>,

geraadpleegd op 7.04.2015

8.5 Televisieprogramma’s

GOENS (E.). “Jan Mulder.” In: Kroost, VIER, 4 mei 2015

WEYN (J.). «FC Indépendance, De eerste Congolese voetballers veroveren België.» In : Belga

Sport, Canvas, 30 april 2007