Tilburg University Jaarverslag · op de website van Tilburg University geplaatste profielschets twee nieuwe leden benoemd: per 1 augustus 2015 prof. dr. ir. Wil van der Aalst en per

2015

TilburgUniversityJaarverslag

TilburgUniversityJaarverslag 2015

TilburgUniversityJaarverslag 2015

De beelden in dit jaarverslag komen uit de corporate film

‘Understanding Society’ van Tilburg University. Deze film laat

zien hoe we onderzoek en onderwijs inzetten om bij te dragen

aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.

Bekijk de film via: www.tilburguniversity.edu/corporate-movie

In dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over onze activiteiten in 2015. Het gaat daarbij om het werk waarvoor de rijksbijdrage door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verleend. Deze verantwoording gebeurt mede in het licht van ons instellingsbeleid en kwaliteitsbeleid. Uw vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van dit jaarverslag zijn van harte welkom. Hiervoor kunt u contact met ons opnemen via [email protected]

Tilburg University Jaarverslag 20152

Inhoud

Verslag van het Stichtingsbestuur 4

Voorwoord van het College van Bestuur 6

In dit jaarverslag staan interviews met mensen uit onze

academische gemeenschap:

Mohammed Adam 8

Rianne Letschert 34

Menno van Zaanen 48

Bo Backbier 68

Ronald Leenes 80

Ryan van der Aa 106

Jaarverslag hoofdstuk 1 t/m 51 Tilburg University 11

1.1 Over onze universiteit 12

1.2 Kengetallen 2015 17

1.3 Organisatie 18

1.4 Strategie 20

1.5 Verantwoording Prestatieafspraken 21

1.5.1 Inleiding 21

1.5.2 Verplichte indicatoren 21

1.5.2.1 Studiesucces 21

1.5.2.2 Kwaliteit 21

1.5.2.3 Maatregelen 21

1.5.3 Prestatieafspraken onderwijs 23

1.5.3.1 Onderwijskwaliteit 23

1.5.3.2 Differentiatie en excellentie 26

1.5.3.3 Opleidingsaanbod 27

1.5.3.4 Versterken internationalisering 27

1.5.3.5 Verbeteren aansluiting onderwijs

– arbeidsmarkt 29

1.5.4 Zwaartepuntvorming 30

1.5.4.1 Hoge wetenschappelijke kwaliteit 30

1.5.4.2 Scherp onderzoeksprofiel 31

1.5.5 Valorisatie 33

2 Onderzoek 37

2.1 Het verschil maken 38

2.2 Rankings 39

2.3 Onderzoeksprogramma’s en -instituten 40

2.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 40

2.3.2 Centers of Excellence 44

2.3.3 Kwaliteitszorg onderzoek 46

2.3.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen 47

3 Onderwijs 51


3.2 Rankings 54

3.3 Onderwijsprogramma’s 57

3.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 57

3.3.2 Accreditatie 61

3.4 Internationalisering 62

3.5 Verslag procedures klachten, beroepen

en bezwaren 64

3.5.1 Centraal Klachtenloket 65

3.5.2 College van Beroep voor de Examens 66

3.5.3 Commissie van Advies voor de

Bezwaar- en Beroepschriften 67

3

Inhoudsopgave

Bijlagen 141

A Samenstelling en nevenfuncties

Stichtingsbestuur 142

B Samenstelling en nevenfuncties

College van Bestuur 144

C Kerncijfers 145

C1 Kerncijfers onderzoek 145

C2 Kerncijfers onderwijs 147

C3 Kerncijfers personeel

(exclusief verbonden partijen) 152

D Lijst van afkortingen 159

4 Valorisatie 71

4.1 Tilburg University in de regio 72

4.2 Valorisatieactiviteiten 75

4.3 Valorisatie indicatoren 78

5 Bedrijfsvoering 83


5.1.1 Human Resources 86

5.1.2 Corporate Social Responsibility 88

5.2 Financiën 92

5.2.1 Hoofdlijnen jaarrekening 92

5.2.2 Continuïteitsparagraaf 94

5.2.3 Risicobeheersing 97

5.2.4 Treasurybeleid 100

5.2.5 Tegemoetkomingen Profileringsfonds 101

5.2.6 Helderheidsaspecten 102

5.2.7 Declaraties College van Bestuur 103

5.2.8 Bezoldigingen College van Bestuur 104

5.2.9 Voorinvesteringen studievoorschot 105

Jaarrekening paragraaf 6.1 t/m 6.10

6 Jaarrekening 2015 109

6.1 Kengetallen 110

6.2 Geconsolideerde balans 111

6.3 Geconsolideerde staat van baten en lasten 112

6.4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 113

6.5 Algemene toelichting op de jaarrekening 114

6.6 Waarderingsgrondslagen activa en passiva 116

6.7 Grondslagen voor de resultaatbepaling 119

6.8 Toelichting op de onderscheiden posten van

de geconsolideerde balans 120

6.9 Toelichting op de onderscheiden posten van

de staat van baten en lasten 126

6.10 Enkelvoudige Jaarrekening 2015,

inclusief toelichting 132

6.11 Overige gegevens 138


Het Stichtingsbestuur bestaat uit vijf

leden die worden benoemd door de

Nederlandse Bisschoppenconferentie.

De leden van het Stichtingsbestuur

hebben zitting op persoonlijke titel en

oefenen hun functie uit zonder last of

ruggespraak. In 2015 zijn op basis van de

op de website van Tilburg University

geplaatste profielschets twee nieuwe

leden benoemd: per 1 augustus 2015

prof. dr. ir. Wil van der Aalst en per

1 november 2015 prof. dr. Elies van

Sliedregt. Met de benoeming van deze

twee wetenschappers start bovendien de

commissie Onderwijs en Onderzoek van

het Stichtingsbestuur. Per 1 november

2015 liep de benoemingstermijn van mr.

Ella Kalsbeek af, onder dankzegging voor

haar jarenlange kritische inzet.

TakenHet bestuur van de Stichting vervult aan

de universiteit twee hoofdtaken. Het

bestuur functioneert als Raad van

Toezicht voor Tilburg University, in de zin

van de Wet op het Hoger Onderwijs en

Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) en

als Stichtingsbestuur op basis van de

Stichtingsstatuten en de

Structuurregeling van Tilburg University.

Het Stichtingsbestuur ziet toe op de

kwaliteitszorg van de universiteit en de

doelmatige en rechtmatige bestemming

van middelen en draagt zorg voor de

bewaking van de bijzondere signatuur

van de instelling.

In het kader van haar toezichthoudende

taken ziet het Stichtingsbestuur erop toe

dat het College van Bestuur bij de

uitoefening van zijn bevoegdheden de op

de universiteit betrekking hebbende

wetten, regelingen en richtlijnen, alsmede

de Code Goed Bestuur Universiteiten

2014 naleeft. Daarnaast adviseert het

Stichtingsbestuur gevraagd en

ongevraagd het College van Bestuur.

Voor de uitoefening van zijn taken en

bevoegdheden onderhoudt het

Stichtingsbestuur nauwe banden met de

universiteit. Onder meer via veelvuldig

contact met het College van Bestuur en

het medezeggenschapsorgaan en door

het bijwonen van academische zittingen

en evenementen.

De overige taken van het Stichtings bestuur

zijn het vastleggen van zijn bevoegdheden

in de Structuurregeling, het besluiten over

de inrichting van de Medezeggenschap

bij Tilburg University en het vaststellen van

het Hooglerarenbeleid.

Terugblik 2015In 2015 vergaderde het Stichtingsbestuur

diverse malen waarbij het bestuur zijn

eigen functioneren, het optreden van het

College van Bestuur en de samenwerking

met de Bisschoppenconferentie

beoordeelde.

Daarnaast vergaderde het Stichtings-

bestuur vijf maal in aanwezigheid van

het College van Bestuur. Tijdens de

vergaderingen besprak het Stichtings-

bestuur strategische beleidsthema’s,

de daaruit voortvloeiende financiële

consequenties en het toezicht op de

realisering daarvan. De toepassing van

relevante weten regelgeving werd

getoetst en indien nodig zijn interne

regelingen aangepast, waaronder de

vaststelling van de nieuwe Structuur-

regeling en de goedkeuring van het

Bestuurs- en Beheersreglement.

Het Stichtingsbestuur boog zich met

name over het reorganisatieplan BEST,

de Governance en het Benoemingsbeleid

Bestuursleden, het aanbestedingstraject

Verslag van het Stichtingsbestuur

5

Verslag

resulterend in het aanwijzen van Deloitte

als de nieuwe externe accountant, het

behoud van het marktaandeel Instroom

Studenten, de Data Science-samen-

werkings plannen met de Technische

Universiteit Eindhoven, de gemeente

’s-Hertogenbosch en de Provincie

Noord-Brabant, het Vastgoedbeleid,

het debat over de Nieuwe Universiteit,

het Benoemingenbeleid en de

Kwaliteits beoordeling van Hoogleraren,

TIAS, de interne controle en beheersing

van administratieve processen en

de relatie met de Nederlandse

Bisschoppenconferentie.

Voorbereid door de remuneratie/

benoemingencommissie uit het Stichtings-

bestuur is bovendien het functioneren van

de leden van het College van Bestuur en

hun neven functies getoetst en

goedgekeurd. Ook is het ‘Reglement

Kosten vergoedingen Leden College van

Bestuur’ vastgesteld. Bij de beloning van

de leden van het College van Bestuur

worden de normen zoals gesteld in de Wet

Normering Top inkomens nageleefd.

Na een intensief selectietraject en

geadviseerd door een benoemings-

adviescommissie onder voorzitterschap

van de Voorzitter van het College van

Bestuur en in afstemming met decanen,

hoogleraren en het medezeggenschaps-

orgaan benoemde het Stichtingsbestuur

per 1 juni 2015 prof. dr. Emile Aarts tot

rector magnificus als opvolger van prof.

dr. Philip Eijlander. Het Stichtingsbestuur

dankt prof. dr. Eijlander voor zijn

verdiensten voor de universiteit.

Het Stichtingsbestuur heeft goedkeuring

verleend aan de Begroting 2016, het

Taken en Middelen Plan 2016-2019, het

Reservebeleid, het Jaarverslag 2014 en de

Jaarrekening 2014. Daarnaast is de

jaarlijkse Management Letter besproken

en het Accountantsverslag. De besluit-

vorming hiertoe werd voorbereid door

de Auditcommissie uit het Stichtings-

bestuur, die in 2015 vijf maal

bijeenkwam.

Naast de reguliere twee bijeenkomsten

van het Stichtingsbestuur en het centrale

medezeggenschapsorgaan over de

algemene gang van zaken heeft het

Stichtingsbestuur regelmatig en intensief

afgestemd met het dagelijks bestuur van

de Universiteitsraad betreffende de

Bestuursbenoemingen, het Reorganisatie-

plan BEST, de plannen met betrekking tot

Data Science en het Vastgoed.

Het Stichtingsbestuur heeft grote

waardering voor het College van Bestuur

en de medewerkers van de universiteit

voor hun grote inzet en betrokkenheid en

de behaalde resultaten. Met name vallen

de stijgingen in de universitaire nationale

en internationale rankings, het behoud

van het marktaandeel bij de instroom

studenten, de doorvoering van het

BEST-programma en de initiatieven in

het kader van Data Science in

samenwerking met de Technische

Universiteit Eindhoven en gemeente en

provincie op.

Tilburg, januari 2016

Namens het Stichtingsbestuur,

Jan Hommenvoorzitter


Understanding Society en impact hebben op de samenleving

De maatschappij verandert in hoog

tempo in veel verschillende dimensies.

Het motto Understanding Society van

Tilburg University is daarmee actueler

dan ooit. Het geeft onverminderd

richting aan de ontwikkelingen binnen de

universiteit. Het is onze missie om de

maatschappij te begrijpen; om weten-

schappelijke inzichten te verwerven in

wat er speelt vanuit de economie, sociale

en geesteswetenschappen, theologie en

recht. Daarnaast willen wij deze

inzichten inzetten voor de grote

uitdagingen waarvoor de samenleving

zich gesteld ziet.

Tilburg University stelt zich ten doel om

de samenleving weerbaarder te maken

en bij te dragen aan de ontwikkeling van

een maatschappij waar mensen een goed

leven leiden. Dat is geheel in de geest

van Martinus Cobbenhagen, de stichter

van onze universiteit. Deze visie en

missie bepaalt ons onderwijsprofiel en

geeft richting aan ons onderzoek. We

zien het als onze verantwoordelijkheid

om deze doelstelling te realiseren in

samenwerking met onze partners,

waaronder de provincie Noord-Brabant,

Brabantse gemeentes, regionale

kennisinstellingen en vele bedrijven.

De wereld is ons laboratorium. Samen

streven we ernaar impact te hebben op

de samenleving en deze te verbeteren.

Highlights In 2015 kreeg de positionering van de

universiteit meer scherpte, een proces

dat komend jaar met de start van een

nieuw strategisch plan wordt geïntensi-

veerd. Zo kwam er een nieuw onder-

wijsprofiel met vier sterke kenmerken:

ontdekken, verbinden, betrekken en

activeren. De komende twee jaar is dit

onderwijsprofiel de leidraad voor de

ontwikkeling van nieuwe onderwijs-

concepten. Bepalend daarbij zijn een

centrale positie van de student en

kleinschaligheid van het onderwijs.

Docenten gaan in onderwijsteams

werken en meer voorbeelden uit de

dagelijkse praktijk opnemen in hun

colleges. Studenten gaan een workshop

‘academisch leren’ volgen en het

individuele e-portfolio wordt geïntrodu-

ceerd, o.a. ter voorbereiding op de

arbeidsmarkt. Bovendien worden 21st

Century Skills aangeboden: vaardighe-

den zoals samenwerken, creativiteit,

kritisch denken, communicatie,

ict-geletterdheid, probleemoplossend

vermogen en sociaalvaardig handelen.

De ontwikkeling van deze vaardigheden

wordt door onze studenten zeer

op prijs gesteld, omdat ze daarmee

beter hun weg kunnen vinden in de

maatschappij.

Voorwoord van het College van Bestuur

In 2015 heeft het DAF Technology Lab

zijn poorten geopend op de campus. Dit

laboratorium is opgericht met een

donatie van de Packard Foundation en

biedt hightech-faciliteiten aan studenten,

onderzoekers en bedrijven. Tilburg

University zet deze virtual and mixed

reality omgeving in om met nieuwe

partners in Brabant samen te werken. De

combinatie van visualisatietechnieken en

kennis op het gebied van cognitieve

wetenschappen schept bovendien unieke

mogelijkheden voor innovatief onderwijs

en onderzoek.

De samenwerking met de Technische

Universiteit Eindhoven op het gebied van

onderwijs en data science kreeg in 2015

vorm door de ontwikkeling van een

Grand Initiative waarin een brede

bachelor en drie masteropleidingen zijn

opgenomen. De nieuwe masteropleiding

Data Science and Entrepreneurship

wordt aangeboden in ’s-Hertogenbosch.

Daarmee krijgt deze stad in 2016 een

universitaire dependance. Dit grootscha-

lig initiatief had niet tot stand kunnen

komen zonder de steun van de Provincie

Noord-Brabant en de gemeente

’s-Hertogenbosch.

Gedurende 2015 zijn de voorbereidingen

getroffen om het University College

Tilburg vorm te geven. Dit universiteits-

brede initiatief behelst een brede

Algemeen

7

internationale opleiding op het gebied

van Liberal Arts and Sciences en

verwelkomt met ingang van het college-

jaar 2016-2017 haar eerste studenten.

Met dit initiatief versterkt Tilburg

University haar positie op het gebied van

multi-disciplinaire opleidingen.

Op 4 juni 2015 nam de universiteit

afscheid van prof. dr. Philip Eijlander als

rector magnificus na een succesvolle

periode van bijna zeven jaar. Prof. dr.

Emile Aarts nam de functie van hem

over.

Tot slot verdient de ontwikkeling en

uitvoering van het programma Building

Excellent Support at Tilburg University

(BEST) een vermelding. Dit reorganisa-

tieprogramma heeft als doel om de

ondersteunende diensten van de

universiteit efficiënter en slagvaardiger te

organiseren. De implementatie van BEST

verloopt voorspoedig en zal de beoogde

doelstellingen behalen.

GroeiHet jaar 2015 kenmerkt zich ook als een

jaar waarin hernieuwde groei zijn intrede

deed. Zo nam de instroom van het aantal

bachelorstudenten toe met ruim 5% ten

opzichte van 2014. Daarmee was Tilburg

University de snelst groeiende universiteit

van Nederland. Ook ontvingen we voor

het tweede jaar op rij de Toffe Peer-Award

van Nederlandse studentenorganisaties,

als universiteit waar de medezeggenschap

het beste geregeld is. We mogen stellen

dat de rol van medezeggenschap binnen

de universiteit is toegenomen. Bovendien

is Tilburg University voor de derde keer

op rij uitgeroepen tot de Best

Communicerende Universiteit van

Nederland.

Tilburg University is geklommen in

een groot aantal rankings, zowel

nationaal als internationaal. Wij worden

inmiddels erkend als een van de beste

specialistische universiteiten van

Nederland, door studenten en door

collega-hoogleraren van andere universi-

teiten. Daarnaast is onze reputatie op het

gebied van wetenschapsbeoefening

toegenomen als gevolg van de vele

excellente publicaties van onze

hoogleraren.

Uit de jaarlijkse Nationale Studenten

Enquête (NSE) bleek dat onze studenten

in 2015 bijna alle aspecten van hun

opleiding beter beoordeelden dan in 2014.

De algehele tevredenheid over de studie

- op een schaal van 1 tot 5 - steeg van 4,00

in 2014 naar 4,09 in 2015. Hiermee scoort

Tilburg University qua algehele tevreden-

heid hoger dan het landelijk gemiddelde

(4,04) en stijgen we van een zesde plaats

in 2014 naar de gedeelde derde plaats in

2015.

VooruitblikWe mogen trots zijn op de positie die

Tilburg University verworven heeft. De

universiteit staat er goed voor: we zijn

financieel gezond, het elan is groot en we

hebben ambitie. We worden erkend als

een belangrijke speler door onze

strategische partners en onze positie in

het Brabantse ecosysteem is versterkt.

De toekomst ziet er goed uit. We kunnen

in 2016 verder groeien in omvang met

behoud van kleinschaligheid in het

onderwijs. We kunnen ons wetenschap-

pelijk profiel versterken door onze

competentiebasis te verbreden. We

kunnen meer impact op de samenleving

realiseren door nieuwe samenwerkings-

verbanden aan te gaan en strategische

investeringen te doen. Op deze wijze

kunnen we onze bijdrage aan het

weerbaar maken van de samenleving

meer tot uitdrukking brengen. Werken

aan Tilburg University is een privilege;

wij zijn een topuniversiteit!

Koen BeckingVoorzitter College van Bestuur

Emile AartsRector magnificus


‘Na vrede en vrijheid is onderwijs het belangrijkste

wat er is. Het is de pijler onder beschaafde samenlevingen

zoals Nederland.’

Interview

9

“Na een onbezorgde en eenvoudige jeugd

in Al-Malamm in de regio Darfur in Sudan

heb ik vreselijke dingen meegemaakt.

Toen ik studeerde in het Sudanese

Khartoum brak de Darfur-crisis uit: een

oorlog waarbij honderdduizenden

mensen werden vermoord en dorpen

geplunderd. Als studenten uit Darfur

vertelden wij andere studenten over onze

regio. Dat viel niet in goede aarde. Ik

kreeg geen diploma, werd opgesloten en

op alle mogelijke wijzen gefolterd. Na een

jaar opsluiting werd ik in 2006 vrijgelaten

en vluchtte naar Egypte. Na een tijdje

keerde ik weer terug naar mijn geboorte-

land en kreeg een normale baan bij een

sociale ontwikkelingsorganisatie. Maar

het conflict bleef voortduren. Ik ben

opnieuw opgesloten. Vervolgens werd ik

ziek in de gevangenis, ging in honger-

staking en draaide bijna door. Opnieuw

moest ik vluchten, dit keer te voet naar

Zuid-Soedan en Kenia.”

Moeilijk genieten “Dankzij vluchtelingenorganisatie UAF

kon ik een studie in Nederland volgen.

Toen ik hier kwam, was dat een volledige

verrassing. De situatie in Nederland waar

ik in terecht ben gekomen heeft voor mij

iets surrealistisch. Ik woon in Sneek, in

een huis waarvan ik nooit had kunnen

dromen. Mijn studie Global Law bevalt

goed. De hoge kwaliteit van het onderwijs

is ook iets ongelooflijks voor mij. Ik

verbaas mij over de geweldige materia-

len, maar ook over het strakke program-

ma en de gestructureerde wijze waarop

alles verloopt. Verder voelt het vreemd

dat mijn studie voor mij wordt betaald. Ik

vind het moeilijk van mijn situatie te

genieten. Vanwege mijn nare ervaringen

is het lastig zomaar op dingen te

vertrouwen.”

Onderwijs als pijler“Na vrede en vrijheid is onderwijs het

belangrijkste wat er is. Het is de pijler

onder beschaafde samenlevingen zoals

Nederland. In Afrikaanse landen schiet dit

vaak tekort. Ik ben er van overtuigd dat

meer investeren in onderwijs het

vluchtelingenprobleem kan oplossen. Het

kan de ontwikkeling van landen versnellen.

Ook was het beter geweest als Afrikaanse

presidenten goed onderwijs genoten

hadden. Dat hebben ze nu niet of

nauwelijks. Je kunt je afvragen of het goed

is zulke mensen het land te laten leiden.

Zij zien in ieder geval niet het belang van

investeren in scholen. Het onderwijs heeft

ook een lage sociale status. Onderwijzer

zijn is bijna gelijk aan arm zijn. Als je snel

wilt opklimmen op de ladder en rijk wilt

worden kun je het beste politicus worden.”

Mensenrechten niet vanzelfsprekend“Ik wil graag benadrukken hoe belangrijk

internationaal recht is. Dat ik hier als

vluchteling gevestigd ben, dank ik

daaraan. Het is voor mij dus een groot

goed, waarvan de waarde bijna niet is uit

te drukken. Maar mijn indruk is dat niet

iedereen dat zo vanzelfsprekend voelt.

Het lijkt er eerder op dat de waarde van

mensenrechten minder hoog wordt

ingeschat dan vroeger.”

“Ik wil bijdragen aan meer vrijheid en

vrede. Wekelijks op zondag werk ik als

journalist bij Free Press Unlimited in

Amsterdam en maak radioprogramma’s

over Darfur. Ook met wat ik in Tilburg

leer, wil ik een bijdrage leveren. Of ik

streef naar een belangrijke positie waarin

ik de wereld kan veranderen? Zo hoog leg

ik de lat niet. Een normaal leven, een

aardige baan en enkele vredige jaren in

mijn leven is voorlopig alles wat ik wens.”

‘Onderwijs is dé oplossing voor het vluchtelingen-probleem’

Mohammed Elgizoly Adam studeert Global law in Tilburg, woont in Sneek en doet vrijwilligerswerk voor Free Press Unlimited in Amsterdam. De vluchteling uit Darfur kan dit doen dankzij een programma van de VN-organisatie UAF. ‘Een normaal leven, een aardige baan en enkele vredige jaren in mijn leven is voorlopig alles wat ik wens.’

De maatschappij, de universiteit en ik...

Mohammed Adam

1 Tilburg University 2 Onderzoek 3 Onderwijs 4 Valorisatie 5 Bedrijfsvoering 6 Jaarrekening 2015


11

1. Tilburg University



1.1 Over onze universiteit

De samenleving wordt steeds complexer. Dat vraagt om

oplossingen, niet alleen op technisch, maar ook op sociaal

gebied: Social Innovation. Tilburg University draagt bij aan het

oplossen van maatschappelijke vraagstukken door het

ontwikkelen en overdragen van kennis. Onze disciplines zijn

economie, recht, katholieke theologie, sociale en

gedragswetenschappen en geesteswetenschappen.

Fundamenteel en hoogwaardig onderzoek staan aan de basis

van toegepast onderzoek. De universiteit brengt bovendien

mensen uit verschillende vakgebieden en organisaties samen.

We nodigen bedrijven, organisaties, overheden en burgers uit

om samen met ons te werken aan nieuwe inzichten en

waardevolle antwoorden voor maatschappelijke vraagstukken.

Innovatie vinden we door te onderzoeken, te leren en te

begrijpen. Onze missie: Understanding Society. Dit motto is

een actuele vertaling van het gedachtegoed van founding father

Martinus Cobbenhagen en reflecteert de christelijke en

humanistische tradities waarin Tilburg University wortelt. Het

begrijpen van die maatschappij staat centraal in alles wat we

doen, ook in het onderwijs aan onze studenten. We leiden hen

op om verantwoordelijkheid te dragen in onze maatschappij en

duurzame oplossingen te bevorderen. De groene campus biedt

een mooie basis voor het versterken van de internationale

gemeenschap waarin studenten en medewerkers elkaar

stimuleren en uitdagen en kennis opdoen.

13

De Kinderuniversiteit lanceert op 29 januari het boek

‘Mijn toekomst. Hoe ziet die eruit?’.

Over robots en oud worden.

Het jaar 2015 in beeld DE HOOGTEPUNTEN EN SUCCESSEN VAN EEN ENERVEREND JAAR

Rianne Letschert is

benoemd tot voorzitter

van De Jonge Akademie

van de KNAW.

De Tilburg center for Cognition and Communication

(TiCC) ontvangt de status van Center of Excellence.

Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties geeft op 23 maart een gastcollege

over lokale democratie op onze campus. De Zorgsalon staat op

26 maart in het teken

van Big Data: van

bedreiging naar bijdrage

(aan een betere

gezondheidszorg).

Journalist Joris

Luyendijk geeft op

9 april een masterclass

over de Londense

financiële wereld. Drie onderzoekers van Tilburg University ontvangen in mei

een Vidi-beurs voor vijf jaar van maximaal € 800.000 van

de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk

Onderzoek ter ondersteuning van hun onderzoek.

Joris

Mer

lijn

Doo

mer

nik

Studenten laten hun stem horen en zijn wederom tevreden

over Tilburg University. Uit de jaarlijkse Nederlandse

Studenten Enquête blijkt dat de tevredenheid boven het

landelijk gemiddelde gestegen is (zie pag. 54).



Prof. dr. Philip Eijlander neemt op 4 juni afscheid

als rector van Tilburg University.

Prof. dr. Emile Aarts is benoemd tot nieuwe rector. Tilburg University richt in juli

University College Tilburg op.

Bij dit college volgen studenten de

opleiding Liberal Arts and Sciences.

Eurocommissaris

Frans Timmermans

opent het academisch

jaar 2015-2016 op

31 augustus binnen

het thema ‘advancing

society’. Hij spreekt

over de ‘Rule of Law

in Europe’.

Op 1 september start het Tilburg Cobbenhagen Center.

Hier denken wetenschappers, studenten, docenten

en partners van de universiteit na over de betekenis

van religie, recht, economie en verantwoordelijkheid

in onze laatmoderne samenleving.

Voorafgaand aan het Koningshoeve evenement op

4 september 2015 ondertekenen Provincie Noord-Brabant,

gemeente ’s-Hertogenbosch, Technische Universiteit

Eindhoven en Tilburg University de intentieverklaring voor

een groot data science initiatief in Brabant.

Dit vormt de basis voor de oprichting van een Graduate

School in ’s-Hertogenbosch op het gebied van data science

en entrepreneurship. De Jheronymus Academy of Data

Science zal op drie locaties onderwijs en onderzoek op het

gebied van Big Data en data science aanbieden. Daarnaast

wordt vanuit het initiatief samen met het Brabantse

bedrijfsleven een ecosysteem rondom data science

gerealiseerd.


Tranzo viert haar vijftienjarige bestaan op

14 september met het symposium ‘Together we care’ over

sociale innovatie en co-creatie.

15

Elsevier roept op 24 september tien opleidingen van Tilburg

University uit tot topleiding: Bachelors Communicatie- en

Informatiewetenschappen, Economie, Fiscale Economie,

International Business Administration, Psychologie en

Liberal Arts and Sciences en Masters Strategic

Management, Rechtsgeleerdheid (gedeeld), Fiscale

Economie en International and European Law.

Prof. Peter Achterberg verzorgt eind september vijf colleges

voor de Universiteit van Nederland over ‘de

eigenaardigheden van de Nederlandse maatschappij’.

Tilburg University wordt op 1 oktober druk bezocht tijdens

de Breinkermis van Night University. Verspreid over de

campus zijn meer dan veertig programmaonderdelen te

bezoeken. Hierin worden thematisch diverse aspecten van

ons brein belicht: het creatieve, het doorgedraaide, het

ervarende en het buitengewone aspect van onze hersenen.

Tijdens Night University starten bovendien vijf

studentenlabs die stedelijke vraagstukken vanuit meerdere

disciplines gaan bestuderen. Thema’s zijn kennisintensief

ondernemerschap, Big Data en criminaliteit, E-culture,

duurzaamheid en het principe van garantie-inkomens.

Het DAF Technology Lab opent zijn deuren op 2 oktober.

Het lab levert virtual reality ervaringen voor aansprekend

onderwijs, innovatief onderzoek en samenwerkingen met

het bedrijfsleven.

Tilburg University wint voor het tweede jaar op rij de

Toffe Peer-Award van Nederlandse studentenorganisaties

en is daarmee de Nederlandse onderwijsinstelling

die het beste omgaat met haar medezeggenschap.




Het conciliedocument Nostre Aetate bestaat vijftig jaar.

Dit wordt gevierd met een conferentie over

interreligieuze dialoog op 28 oktober.

De bachelorscriptie

An Instrument of exclusion:

How migration law affects

statelessness van Liberal

Arts and Sciences

studente Veronica Perozo

Alberti van Tilburg

University is bekroond

met een UNHCR Award.

Bijzonder hoogleraar

ouderenzorg bij Tranzo

Katrien Luijkx is door het

Promovendi Netwerk

Nederland benoemd tot

beste promotor van 2015.

Om het denken en leven van Willem Witteveen, die

omkwam bij de ramp met vlucht MH17, blijvend te

herinneren, organiseren het Erasmusfestival en Tilburg

University op 26 november de Willem Witteveenlezing.

De Willem Witteveenlezing wordt uitgesproken door

Klaas de Vries, voormalig minister van Binnenlandse

Zaken en collega van Witteveen in de Eerste kamer.

Voorafgaand vindt ’s middags een symposium plaats. Tilburg University wordt voor de derde keer door

Elsevier uitgeroepen tot Best Communicerende

Universiteit van Nederland.

Het Tilburg Law and Economics Center (TILEC) organiseert

op 10 en 11 december een conferentie over ‘Competition,

Standardization, and Innovation’ in Amsterdam.

Nobelprijswinnaar Jean Tirole is een van de sprekers.


Wat is de invloed van emoties op ons mentale en

fysieke functioneren? Dat staat centraal tijdens het

wereldcongres Emotions dat eind oktober

gehouden is.

12.399studenten

totaal 4.299diploma’s

bachelorprogramma’s masterprogramma’s

budget

197 mln.

promoties

165

21 48 6937 Engelstalig

programma's totaal

publicaties

1.734

nationaliteiten

internationalestudenten

1.563

master-studenten

4.588bachelor-studenten

6.402

staf

waarvan 890 fte wetenschappelijke staf

waarvan internationaal 4.194

1.514 fte

1927 2015

61.049alumni promovendi

272

47% internationaal

onderzoeksgroepen34

102

17

1.2 Kengetallen 2015



1.3 Organisatie

Tilburg University is een bijzondere instelling voor wetenschap-

pelijk onderwijs die uitgaat van een privaatrechtelijke rechtsper-

soon, de Stichting Katholieke Universiteit Brabant. Het doel van

de stichting is om het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek

met een open katholieke signatuur te bevorderen en in stand te

houden. Dit doel en de regels van de stichting zijn vastgelegd in

de statuten. De stichting wordt bestuurd door een Stichtings-

bestuur, dat bovendien functioneert als Raad van Toezicht. De

leden van het bestuur worden door de Nederlandse Bisschop-

penconferentie benoemd.

De universiteit heeft een eigen bestuur: het College van Bestuur.

De bevoegdheden van dit college zijn vastgelegd in de statuten.

De Collegevoorzitter heeft een algemene volmacht om voor de

universiteit op te treden ‘in en buiten rechte’. Het College van

Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtings-

bestuur. Het bestuur, de inrichting van de universiteit en de

medezeggenschap worden geregeld in de Structuurregeling. Dit

is vastgelegd in artikel 9.51 van de Wet op het Hoger onderwijs

en Wetenschappelijk onderzoek. Het Bestuurs- en beheersregle-

ment bevat de toedeling van bestuurs- en beheersbevoegd-

heden naar organen binnen de universiteit. De mandatering van

bevoegdheden is verder geregeld in de Mandaatregeling.

19

Executive Board

Schools

Tilburg School of Social and Behavioral Sciences

Tilburg School of Economics and Management

Tilburg School of Humanities

Tilburg Law School

Tilburg School of Catholic Theology

Services

Library & ITServices

General Services

Facility Services

Student Services

Univers

Secretary General

University Council University Labor & Representation Board

Board of Governors

Corporate Staff



1.4 Strategie

1 Kwaliteit In al onze keuzes staat kwaliteit boven kwantiteit. Of het nu

gaat om onderzoek, onderwijs of valorisatie; het is onze

ambitie om in alles aan de hoogste standaarden te voldoen.

Daarvoor is niet alleen een duidelijk portfolio aan opleiding-

en en onderzoekslijnen belangrijk. Ook een consistente set

kernwaarden voor onderzoek en onderwijs en een werkzame

visie op het verspreiden en toepassen van kennis in onze

samenleving, zorgen voor het in stand houden en vergroten

van kwaliteit.

2 Innovatie De universiteit bundelt haar innovatieve krachten met die

van andere, regionale, landelijke en internationale organisa-

ties om oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstuk-

ken te ontwikkelen. Gezamenlijk nemen we het initiatief

voor nieuwe strategieën, concepten, ideeën, producten,

diensten en modellen die in behoeften van burgers

voorzien. Zo voegen we maatschappelijke waarde toe.

3 Verbinding We versterken de samenwerking met onze partners en onze

rol in verschillende netwerken en bouwen deze rol verder

uit. We willen intensiever en gerichter samenwerken met

andere universiteiten, het hoger beroepsonderwijs,

maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, overheden,

studentenorganisaties en alumni.

4 Internationaal In onze internationale relaties kiezen we voor een scherpe

profilering. Dit aangezien internationale onderzoeks- en

onderwijsactiviteiten steeds vaker plaatsvinden binnen een

select aantal samenwerkingsverbanden. Bovendien nemen

we actief deel aan internationale netwerken gericht op

kennisdeling en belangenbehartiging.

5 Slagvaardigheid Om goed in te kunnen spelen op uitdagingen in de

toekomst, is slagvaardigheid nodig. Doel is een eenvoudige,

meer wendbare, transparante en bestuurbare organisatie te

zijn, waar medewerkers zich één voelen en de krachten

bundelen. We willen Tilburg University meer tot een eenheid

smeden: één gezamenlijke organisatie.

BestuursagendaElk jaar stellen wij een Bestuursagenda op. Daarin leggen we

vast welke resultaten we dat jaar willen behalen passend binnen

de ambities in het Strategisch Plan. Het verslag over de

voortgang van de Bestuursagenda vormt in dit Jaarverslag de

rode draad bij de resultaten op het vlak van onderzoek,

onderwijs, valorisatie en bedrijfsvoering.

In het Strategisch Plan 2014-2017 ‘Het verschil maken’ heeft Tilburg University de ambities en doelstellingen voor de komende vier jaar vastgelegd. Dat verschil willen we maken om samen verder te bewegen: moving forward. Vijf aandachtspunten komen naar voren.

21

75,7%

Target: 70%

Bachelorrendement 2015

Nulmeting: 59,7%

10,1%

Target: 11%

Switch 2015

Nulmeting: 13%

15,5%

Target: 22%

Uitval 2015

Nulmeting: 24,4%

86,5%

Target: 80,5%

Nulmeting: 80,5%

Studentoordeel 2015

48,4%

Target: 30%

BKO 2015

Nulmeting: 4,5%

0%

Target: 0%

Contacturen 2015

Nulmeting: 35%

19,5%

Target: 21%

Nulmeting: 21,8%

Overhead 2015

1.5 Verantwoording Prestatieafspraken

1.5.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk rapporteert Tilburg University over de realisatie

van de gehele prestatieafspraken. We geven aan welke acties

Tilburg University heeft ondernomen en welke stappen zijn

gezet. We doen dit in aparte paragrafen: verplichte indicatoren,

profilering (onderwijsdifferentiatie, herordening onderwijs-

aanbod en zwaartepuntvorming onderzoek) en valorisatie.

1.5.2 VERPLICHTE INDICATOREN

1.5.2.1 Studiesucces (uitval, switch, bachelorrendement)

Tilburg University heeft afgelopen jaar alle targets voor het

aspect studiesucces gerealiseerd. Het bachelorrendement ligt

met 75,7% ruim boven de target van 70%. De uitval en de switch

in het eerste jaar is eveneens met respectievelijk 15,5% en 10,1%

ruim onder de ambitie van 22% (uitval) en 11% (switch)

uitgekomen. In 2015 zijn, met uitzondering van switch, deze

studiesuccesprestaties verbeterd ten opzichte van het voorgaan-

de jaar.

1.5.2.2 Kwaliteit (studentenoordeel)Afgerond heeft 87% van de studenten een goed of zeer goed

algemeen oordeel over hun bacheloropleiding gegeven. Ruim

boven de afgesproken norm van 80,5%. Het oordeel in 2015

is eveneens verbeterd ten opzichte van 2014.

1.5.2.3 Maatregelen (docentkwaliteit, onderwijsintensiteit, indirecte kosten)

Van de (universitair) docenten bezit 48,4% een basis kwalificatie

onderwijs (BKO) bij een norm van 30%. Alle bachelor-

opleidingen bieden in hun eerste jaar minimaal gemiddeld

twaalf contacturen per onderwijsweek aan. De generieke

overhead bedraagt in 2015 19,5% en blijft daarmee onder

de streefwaarde van 21%.

De Prestatieafspraken in beeld



Tabel 1: omschrijving, bron en methode verplichte indicatoren

Nr. Definitie / Methode Databron Peilmoment

WO1b Kwaliteit/excellentieHet aandeel voltijd bachelorstudenten dat in de NSE met score 4 (tevre-den) of 5 (zeer tevreden) een algemeen oordeel aan hun opleiding geeft.

Databestand Nationale Studenten Enquête (NSE)

Realisatie cijfer gebaseerd op enquêtegegevens van studiejaar 2014/2015.

WO2 Studiesucces: uitvalHet aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar studie niet meer bij dezelfde instelling staat ingeschreven.

DUO, databestand 1 cijfer HO

Realisatie cijfer gebaseerd op gegevens van cohort 2014/2015 met herschrijving in 2015/2016.

WO3 Studiesucces: switchHet aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar studie overstapt naar een andere opleiding bij dezelfde instelling.


Realisatie cijfer gebaseerd op gegevens van cohort 2014/2015 met herschrijving in 2015/2016.

WO4 Studiesucces: bachelorrendement Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijft (herinschrijvers) dat in de nominale studietijd plus één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het bachelordiploma haalt.


Realisatie cijfer gebaseerd op gegevens van cohort 2011/2012 met diploma behaald in 2014/2015.

WO5 Maatregelen: docentkwaliteitHet aandeel (universitair) docenten met een basiskwalificatie onderwijs (BKO) van het totaal aantal (universitair) docenten.

Het personeelsregistratiesysteem is de databron voor zowel de telling van docenten (noemer) als voor de telling docenten met een BKO. De teller is het aantal personen met de functie universitair docent (UD) en docent dat op 31 december van een kalenderjaar een BKO-certificaat bezit en de noemer betreft het aantal personen per 31 december van het overeenkomstige jaar met de functie universitair docent (UD) en docent.

Personeelsregistratie-systeem SAP/HR

Realisatie cijfer gebaseerd op het aandeel (universitair) docenten met een basiskwalificatie onderwijs ten opzichte van het totaal aantal (universitair) docenten per 31 december 2015.

WO6 Maatregelen: onderwijsintensiteitHet aandeel van voltijd bacheloropleidingen met minder dan 12 geprogrammeerde contacturen en overige gestructureerde uren (klokuren per week) in het eerste jaar van de voltijd bachelor opleiding, conform de op 30 juni 2015 met het ministerie van OCW overeengeko-men berekeningswijze (brief met kenmerk 740244).

Roosterbestand Syllabus+ en Elektroni-sche Studiegids (ESG)

Realisatie cijfer gebaseerd op de geprogrammeerde contacturen van studiejaar 2015/2016.

WO7 Maatregelen: indirecte kostenGenerieke overheadformatie als percentage van de totale formatie, conform de met het ministerie van OCW overeengekomen berekenings-wijze (brief met kenmerk 893162).

Personeelsregistratie-systeem SAP/HR

Realisatie cijfer gebaseerd op het aantal fte van personeel in loondienst, inclusief buitenpromo-vendi, per 31 december 2015.

23

Prestatieafspraak: Betere studievoorlichting en studiekeuzegesprekken

Tilburg University kiest voor een goede en realistische studievoorlichting en strakker verwachtingenmanagement vooraf, zodat

studenten goed voorbereid en weloverwogen aan de studie beginnen. Hierbij wordt voor iedere studie een digitale

zelfselectietest ontwikkeld. Onderdeel van de voorlichtingsactiviteiten zijn verder studiekeuzegesprekken. Tilburg University

maakt een keus voor op de opleidingen toegespitste modellen van studiekeuzegesprekken. Met alle studenten die zich

aanmelden wordt een studiekeuzegesprek gevoerd. In september 2014 is het pakket studiekeuzegesprekken dat Tilburg

University aanbiedt gereed.

1.5.3 PRESTATIEAFSPRAKEN ONDERWIJS

Prestatieafspraak: Numerus fixus en decentrale selectie

Met ingang van het collegejaar 2013-2014 gelden numerus fixus en decentrale selectie ook voor de opleidingen in het

rechtendomein.

Prestatieafspraak: Voorbereidende Summer Schools

Voor de studies met de hoogste uitvalpercentages worden voorbereidende Summer School-classes ontwikkeld.

Eindrapportage

Voor alle bacheloropleidingen, met uitzondering van een

aantal opleidingen waarvoor een selectieprocedure geldt, is

een studiekeuzecheck beschikbaar. Verder ontwikkelde Tilburg

University een aantal producten voor heroriëntatie van

middelbare scholieren. Ook is een workshop ‘studiekeuze-

hulp’ voor ouders ontwikkeld, die vanaf september 2014

wordt aangeboden.

1.5.3.1 Onderwijskwaliteit

Eindrapportage

In 2013 is voor het eerst met een landelijk overeengekomen

numerus fixus gewerkt voor de bacheloropleidingen Rechtsge-

leerdheid, Fiscaal recht en Ondernemingsrecht. Daarbij is

decentrale selectie ingezet om de ambities met het rendement

van de opleidingen (minder negatief bindend studieadvies,

sneller afstuderen) en het niveau van de opleidingen te

vergroten. Tilburg University heeft onder meer vanwege

teruglopende aanmeldingscijfers besloten om voor de

aanmeldingen voor het schooljaar 2014-2015 matchingsactivi-

teiten te organiseren in plaats van decentrale selectie.

Eindrapportage

In 2012 en 2013 is in het kader van de Tilburg Summer School

een brugcursus Wiskunde en Statistiek georganiseerd voor

aanstaande studenten Economie en Bedrijfskunde. Aan de

eerste en tweede cursus hebben respectievelijk dertien en

tweeëntwintig aanstaande studenten deelgenomen.

De deelname was laag, gezien de potentiële doelgroep van

negenhonderdvijftig aanstaande studenten. Gezien de lage

deelname en kosten/baten is er voor gekozen om de

brugcursus in deze vorm niet voort te zetten.



Prestatieafspraak: Ophogen BSA-norm

De BSA-norm wordt verder verhoogd naar 48 ECTS in het studiejaar 2013-2014. De evaluatie, voorafgaand aan de

besluitvorming hiertoe, loopt nog.

Eindrapportage

Het College van Bestuur heeft besloten het BSA niet te

verhogen van 42 naar 48 ECTS. Uit jaarlijkse monitoring van de

studievoortgang in 2013 en eind 2014 bleek die stap nog te

groot. In de toekomst bekijkt het bestuur opnieuw of de

BSA-norm wordt verhoogd naar 48 ECTS.

Prestatieafspraak: Hbo-instromers

Tilburg University werkt voorstellen uit om de rendementen en de selecterende werking van schakelprogramma’s voor

hbo-instromers te versterken, afhankelijk van ontwikkelingen in wetgeving.

Eindrapportage

Binnen TiSEM en TLS zijn aanvullende toelatingscriteria

ingesteld. Voor TiSEM waren de aanvullende criteria een

cijfergemiddelde van minimaal een 7.0 en een goed afgelegde

Engelse taaltoets. Voor de schakelprogramma’s van het

rechtendomein gold een toelatingstoets (de honderdtien

studenten met de hoogste score kregen toegang tot het

pre-master programma). Na de evaluatie van beide selec-

tie-instrumenten is besloten om het cijfergemiddelde (bij

TiSEM) en de toelatingstoets (bij TLS) weer los te laten.

25

Prestatieafspraak: Studievoortgangsgesprekken

De studieprestaties van studenten worden -ook in het tweede en derde jaar- nauwkeurig gevolgd. Wanneer studenten onder de

norm presteren (minder dan 20 ECTS in het eerste semester), is dit reden voor een oproep voor een gesprek.

Prestatieafspraak: Onderwijskwaliteit docenten

Het beleid ten aanzien van basiskwalificatie onderwijs wordt voortgezet. Tilburg University stemt deze benadering af op de eisen

van haar onderwijsvisie. Verder werkt de universiteit aan modules voor een seniorkwalificatie.

Prestatieafspraak: Onderzoeks gedreven en activerend onderwijs

De diverse onderwijsintensiveringsprojecten worden de komende jaren voortgezet en waar nodig uitgebreid.

Eindrapportage

In 2015 is het breed gedragen Tilburg University Onderwijs-

profiel vastgesteld (zie hoofdstuk 3.1). Dit wordt vanaf 2016

geïmplementeerd bij alle faculteiten. De belangrijkste

kenmerken zijn kleinschaligheid, een actieve houding van de

studenten, de vorming van docententeams en aandacht voor

21st Century Skills. De verdere ontwikkelingen per faculteit in

2015 zijn terug te vinden in hoofdstuk 3.3.1.

Eindrapportage

Bij TLS heeft een pilot gedraaid waarbij studenten gericht

begeleid worden. Dit gebeurt evidence based met behulp van

gecombineerde databestanden. De pilot was succesvol en

wordt breder uitgerold. De studieadviseurs richten zich

steeds meer op een proactieve benadering van de student,

om zo in een vroeg stadium bij te sturen wanneer een student

studievertraging dreigt op te lopen. Naast individuele

begeleiding worden regelmatig trainingen voor studenten met

problemen rond de studiediscipline georganiseerd, zoals

opjutgroepen en back-on-track-trainingen.

Eindrapportage

In 2015 is een extra impuls gegeven aan de Basiskwalificatie

Onderwijs. Het beleid om in duizend dagen te realiseren dat

100% van de docenten de Basiskwalificatie Onderwijs heeft

behaald, wordt uitgewerkt. In december 2012 heeft het

College van Bestuur het beleid met betrekking tot de senior

kwalificatie onderwijs vastgesteld. In januari 2013 zijn de

eerste Senior Kwalificatie Onderwijscertificaten uitgereikt.



1.5.3.2 Differentiatie en excellentie

Prestatieafspraak: Aanvullende programma’s

Tilburg University wil uit al haar studenten het beste halen en erkent tegelijkertijd dat studenten verschillen qua niveau,

belangstelling, leerstijl en ambitie. Tilburg University houdt rekening met deze verschillen. Voor gemotiveerde studenten die

meer uit hun studie willen halen, ontwikkelt Tilburg University aanvullende programma’s.

Eindrapportage

Het tweejarig Engelstalige Outreaching Honors Program voor

bachelorstudenten kreeg vanaf het jaar 2014-2015 scherpere

doelen (me, we en WE-principe). De instroom van vijftig

studenten per jaar bleef ongewijzigd vanwege kwaliteitsoverwe-

gingen en beschikbaar budget. Mede op basis van een zeer

positieve eindevaluatie is de tijdelijke subsidie van Sirius eind

2014 afgerond. Voor de komende jaren is de financiering van het

programma door Tilburg University in samenwerking met de

Vrienden van Cobbenhagen gewaarborgd.

De bachelor Liberal Arts and Sciences wordt momenteel

omgebouwd tot University College Tilburg.

In het Strategisch plan is voorgenomen om een Honors

College op te richten, waarin het op-top-of-onderwijs wordt

gebundeld. Dit gebeurt al dan niet in samenhang met

University College Tilburg.

27

1.5.3.3 Opleidingsaanbod

Prestatieafspraak: Brede bachelors

Er worden stappen gezet voor het samenvoegen van twee (facultaire) bacheloropleidingen om te komen tot een bredere

multidisciplinaire bachelor. Verder onderzoekt Tilburg University of het haalbaar is kleinere en enigszins verwante

bacheloropleidingen te integreren tot bredere bachelors.

Prestatieafspraak: Bijzonder kwaliteitskenmerk internationalisering

Tilburg University vraagt bij de heraccreditatie van haar internationale opleidingen het bijzondere kwaliteitskenmerk Internatio-

nalisering op programmaniveau aan. In 2018 vraagt het bovendien bij de tweede instellingstoets kwaliteitszorg het bijzonder

kenmerk Internationalisering op instellingsniveau aan.

Eindrapportage

Een eerste poging het kenmerk te behalen voor de opleiding

International Business Administration is niet succesvol

gebleken. Op opleidingsniveau zijn twee pilots uitgezet voor

het ontwikkelen van nieuwe onderwijsmethoden die studen-

ten in staat stellen om internationale en interculturele

competenties te verwerven. De ervaring uit deze pilots wordt

toegepast in de opleidingen die het kenmerk in de toekomst

aanvragen. Een projectmedewerker begeleidt de invoering van

het kenmerk in 2016-2018.

In 2015 heeft een universiteitsbrede werkgroep de strategie

internationalisering geformuleerd. Aanvullend is het taalbe-

leid opgesteld. Deze documenten geven richting voor de

wijze waarop globalisering een plek krijgt in het onderwijs,

onderzoek en dienstverlening van onze universiteit.

Eindrapportage

Het initiatief uit 2013 om te komen tot een internationale

bachelor(variant) op het gebied van de maatschappijweten-

schappen heeft geleid tot de brede track Global Management

of Social Issues, waarin Organisatiewetenschappen, Perso-

neelswetenschappen en Sociologie samenkomen.

1.5.3.4 Versterken internationalisering

Prestatieafspraak: Internationaal netwerk

Tilburg University bouwt en versterkt de netwerken van topinstellingen rond haar specialismen. Deze netwerken worden benut

voor intensieve samenwerking op zowel onderwijs als onderzoek. Binnen de hechte samenwerkingsverbanden zijn staf- en

studentenmobiliteit vanzelfsprekend.

Eindrapportage

Het institutional preferred partnerbeleid is geëvalueerd. Het

blijkt dat Tilburg University samenwerkt met veel goede

internationale partners, maar dat veel van deze relaties beter

benut kunnen worden. In het aangaan van nieuwe institutio-

nele samenwerkingsverbanden is de universiteit terughou-

dend. In de buitenlandse missies ligt het accent op het

verdiepen van bestaande relaties om zodoende te komen tot

strategische allianties.



Ontwikkeling niet-verplichte indicatoren internationalisering

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 ambitie

Onderwijsportfolio - internationalisering

Aantal bachelorprogramma’s aangeboden in het Engels 4 4 5 5 6

Aantal masterprogramma’s aangeboden in het Engels 37 37 31 32 37

Onderwijs - inkomende buitenlandse studenten

Percentage inkomende buitenlandse uitwisselingsstudenten 4,0% 3,8% 3,4% 4,1% 4,0%

Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige bacheloropleidingen 31,0% 32,0% 25,0% 38,0% 34,0%

Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige masteropleidingen 22,0% 25,6% 27,0% 29,0% 30,0%

Onderwijs - output

Percentage bachelors met buitenlandervaring 14,9% 16,1% 16,5% 24,3% 18,0%

Percentage masters met buitenlandervaring 7,8% 7,7% 7,1% 9,6% 10,0%

Prestatieafspraak: Joint en dual/double degree programma’s

Tilburg University biedt meer internationale joint dan wel dual/double degree programs aan in samenwerking met goede

buitenlandse partnerinstellingen.

Eindrapportage

De universiteit heeft in de periode van 2009-2013 project-

subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap ontvangen voor het stimuleren van internationa-

le joint programs. De subsidie is besteed aan voorstellen die

zijn aangedragen en uitgevoerd door de faculteiten. Door

deze werkwijze zijn veel mensen zich bewust geworden van

de kracht van joint programs. Ervaring is opgedaan met de

complexiteit van het opzetten van dergelijke programma’s.

Samenwerking in een joint program vormt nu een van de

mogelijke activiteiten binnen een internationaal partnerschap.

Prestatieafspraak: Studeren in het buitenland

Iedere opleiding biedt studenten de mogelijkheid om een deel van de studietijd in het buitenland door te brengen. De periode in

het buitenland is een volwaardig onderdeel van het curriculum, waarvoor minstens gelijke kwaliteitseisen gelden als voor de

opleidingen van Tilburg University. In de onderwijsvormen krijgt de samenwerking tussen Nederlandse en niet-Nederlandse

studenten extra aandacht. Ook studenten die niet naar het buitenland gaan, verwerven zo internationale competenties.

Eindrapportage

In het Strategisch Plan 2014-2017 is de doelstelling geformu-

leerd dat alle bacheloropleidingen in 2017 een ‘mobility

window’ hebben. Het verwerven van dit mobility window en

van interculturele competenties is onderdeel van het nieuwe

onderwijsprofiel. Studenten worden intensiever voorbereid op

het verblijf in het buitenland met een module ‘intercultural

awareness’. Na terugkeer krijgt de verbinding van de

buitenlandervaring met de toekomstige arbeidsmarkt extra

aandacht.

29

Prestatieafspraak: Extended masters

Het experiment met extended masters wordt voortgezet en uitgebreid.

1.5.3.5 Verbeteren aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt

Tilburg University vindt het belangrijk dat studenten tijdens hun opleiding mogelijkheden krijgen om zich voor te bereiden op de stap

naar de arbeidsmarkt en op hun latere positie in de samenleving.

Eindrapportage

In 2008 is het departement Organization Studies van TSB

gestart met een Extended Master. Hierin wordt de masterop-

leiding gecombineerd met een traineeship in een organisatie.

De Extended Master duurt anderhalf jaar. Het experiment is

in 2013 geëvalueerd, waarna is besloten de Extended Master

een vaste plaats te geven in het aanbod van Organization

Studies. Inmiddels kennen ook de TSB-masteropleidingen

Human Resource Studies en Sociology een Extended Master.

De Extended Master Sociology is opgezet naar het model bij

Organization Studies. De Extended Master bij Human

Resource Studies kent drie varianten: International Compara-

tive Human Resources (een internationale variant), Professio-

nal Traineeship (een professionele variant, vergelijkbaar met

die van Organization Studies en Sociology) en Human

Resource Analytics (een onderzoeks variant).

Prestatieafspraak: Career services

Om een goede koppeling met de arbeidsmarkt te realiseren professionaliseert Tilburg University haar eenheid Career Services

verder met als doel afgestudeerden op (nog) betere plekken op de banenmarkt onder te brengen.

Eindrapportage

De werkgroep Arbeidsmarktoriëntatie heeft vier adviezen

gegeven op basis waarvan het beleid wordt uitgezet:

- In alle door Tilburg University aangeboden curricula wordt

arbeidsmarktoriëntatie via heldere leerlijnen bevorderd

- Activiteiten en vaardigheidstrainingen gericht op verster-

king van de arbeidsmarktoriëntatie van studenten, worden

geïntegreerd in de door de faculteiten aangeboden

inhoudelijke processen binnen het curriculum

- Opleidingen creëren de mogelijkheid stage te lopen

gedurende het curriculum en besteden aandacht aan

ondernemerschap

- De samenwerking tussen alle betrokkenen (centrale dienst,

faculteiten en studieverenigingen voor carrière-evenemen-

ten) en de afstemming van alle activiteiten die zijn gericht

op de versterking van de arbeidsmarktoriëntatie worden

verbeterd.



Prestatieafspraak: Centers of Excellence

Tilburg University zet het beleid rondom Centers of Excellence de komende periode voort. Het is niet de verwachting dat alle

huidige multidisciplinaire onderzoekscentra kunnen doorgroeien tot een Center of Excellence. Tilburg University verwacht dat

nog maximaal drie instituten deze status kunnen verwerven, wat het totaal op vijf brengt.

Eindrapportage

In 2011 en 2012 hebben onderzoeksinstituten INTERVICT en

Netspar de status van Center of Excellence aan Tilburg

University verkregen. In 2013 is daar het Tilburg Law and

Economics Center (TILEC) bijgekomen. In 2014 heeft het

Center of Research on Psychology in Somatic Diseases

(CoRPS) de status van Center of Excellence verkregen. Begin

2015 besloot het College van Bestuur om aan het Tilburg

Center for Cognition and Communication (TiCC) de status van

Center of Excellence te geven.

1.5.4.1 Hoge wetenschappelijke kwaliteit

1.5.4 ZWAARTEPUNTVORMING

Eindrapportage

Zowel in 2012 als 2013 telde Tilburg University 132 promoties.

In 2014 en 2015 werden er respectievelijk 160 en 165 promoties

afgerond. Alle promovendi worden door minimaal twee

(co-)promoters bijgestaan. Bij alle Graduate Schools van Tilburg

University is er in toenemende mate aandacht voor buitenpro-

movendi en hun betrokkenheid bij de universiteit. Zo nemen alle

buitenpromovendi van TiSEM deel aan het PhD Program for

Professionals en worden buitenpromovendi van TLS in staat

gesteld om zogenaamde Summer en Winter Schools te volgen

met daarin extra aandacht voor onderzoeksmethoden en

schrijfstijl. Buitenpromovendi van TSB hebben de mogelijkheid

gekregen om deel te nemen aan het uitgebreide TSB PhD

Onderwijsaanbod.

Prestatieafspraak: Promoties en promotiebeleid

Om de voorgenomen honderveertig promoties te realiseren zet Tilburg University de komende jaren in op verbetering van

de begeleiding van promovendi. Dit krijgt onder meer vorm door de afspraak om altijd te werken met twee begeleiders.

Ook worden buitenpromovendi ondanks hun externe status nauwer betrokken bij de activiteiten in de Graduate Schools.

31

1.5.4.2 Scherp onderzoeksprofiel

Prestatieafspraak: Aansluiting op topsectorenbeleid

Het topsectorenbeleid is sterk gericht op de bèta- en medische wetenschappen, waarbij Tilburg University vanuit haar onder-

zoeksprofiel beperkt aansluiting heeft. Wel onderzoekt Tilburg University mogelijkheden om, met name via de aanpak van de

Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek, te participeren in de topsectoren. Ook steunt Tilburg University in

dat kader de nationale Sociale Infrastructuur Agenda. Door social innovation kunnen de alpha- en gammawetenschappen een

onmisbare bijdrage leveren aan alle sectoren van het topsectorenbeleid. De bijdragen vanuit deze wetenschappen acht Tilburg

University essentieel voor het slagen van veel van de technische innovaties. Tilburg University heeft daarom op dat punt een

concreet aanbod gedaan aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie om deze visie in te brengen in de

topsectorenaanpak.

Eindrapportage

Tilburg University is nog steeds voorstander van een

horizontale verbreding van het topsectorenbeleid, waardoor

cross-sectorale thema’s als human capital/arbeidsmarktvraag-

stukken, nieuwe business modellen en nieuwe vormen van

samenwerking (bijvoorbeeld coöperaties) een meer structure-

le positie krijgen binnen het beleid.

Het Tilburgse Maatschappelijk Topinstituut Netspar is een

van de initiatiefnemers voor samenwerking met de Neder-

landse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek aan

uitvoering van de Sociale Infrastructuur Agenda, onderdeel

van Sociale Zekerheid. De Sociale Infrastructuur Agenda

bundelt onderzoek op het terrein van human capital, slimme

sturing, duurzaamheid, sociale zekerheid, veiligheid,

maatschappelijk verantwoord innoveren en veiligheid. Op die

manier levert de Agenda een bijdrage aan de oplossing van

maatschappelijke opgaven die voor alle individuele topsecto-

ren relevant zijn.



Prestatieafspraak: Aansluiting op Grand Challenges

In 2014 gaat het nieuwe Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 van start. Tot die tijd blijft Tilburg University actief parti-

ciperen in het Zevende Kaderprogramma KP7. Tilburg University wil met haar onderzoek zwaartepunten, Centers of Excellence

en multidisciplinaire onderzoekscentra aansluiten bij de Grand Challenges. Voor Tilburg University zijn twee Grand Challenges

in het bijzonder relevant: ‘The health, demographic change and well-being challenge’ en ‘Inclusive, innovative and secure

societies’. Tilburg University zet actief in op verwerving van subsidies binnen deze Grand Challenges. Doelstelling is dat alle

multidisciplinaire onderzoekscentra en Centers of Excellence in 2015 actief zijn in minstens een van deze challenges of serieuze

pogingen hebben gedaan hieraan een bijdrage te leveren. Om de aansluiting zo groot mogelijk te maken, wil Tilburg University

actief participeren in de groepen die de Calls for Proposals voorbereiden.

Ontwikkeling niet-verplichte indicatoren onderzoek

Realisatie 2007-2011

Voortgang 2012-2015 Ambitie 2012-2015

Aantal talentsubsidies nationaal (NWO VI)

Veni 19 16 15

Vidi 8 8 7

Vici 5 1 4

Aantal talentsubsidies Europa (ERC)

Starting Grants 1 2 4

Advanced Grants 1 0 2

Contracten en deelname Grand Challenges

Aantal gesloten contracten KP7 en Horizon 2020 31 24 35

Deelname multidisciplinaire onderzoeksinstituten in Grand Challenges - 40 voorstellen ingediend; 9 toekenningen

Alle in ten minste 1 GC

Eindrapportage

Binnen KP7 en Horizon 2020 heeft Tilburg University een

flink aantal successen geboekt. In de laatste twee jaar van KP7

zijn veertien projecten door de Europese Commissie

gehonoreerd. Binnen Horizon 2020 zijn elf projecten

gehonoreerd, waaronder twee ERC Grants, een grant binnen

de Societal Challenge 7: Secure Societies: protecting freedom

and security of Europe and its citizens. De multidisciplinaire

onderzoekscentra hebben vrijwel allemaal serieuze pogingen

gedaan om een bijdrage te leveren aan de Europese Grand

Challenges. De vijf Centers of Excellence hebben allemaal één

of meerdere voorstellen ingediend binnen KP7 / Horizon

2020, wat tot negen toekenningen heeft geleid.

Om het indienen van subsidieaanvragen in Horizon 2020 te

stimuleren liep van 2013 tot 2015 het project ‘Stimulering

onderzoekssubsidies’. Incentives, een interne adviescommis-

sie en ondersteuning in de vorm van voorlichtingsactiviteiten

en trainingen maakten deel uit van dit project. In 2015 is een

start gemaakt met Go for Grants, een geconsolideerde

strategie om het aantal succesvolle subsidieaanvragen

substantieel te vergroten. Het voorgestelde beleid bevat drie

onderdelen:

1. Een focus op strategische thema’s en persoonlijke

subsidies

2. Het ontwikkelen van een multi-level subsidieacquisi-

tiestrategie, op het niveau van de universiteit, de

faculteiten en de departementen

3. Het stroomlijnen van de ondersteuning voor subsidie-

acquisitie.

33

1.5.5 VALORISATIE

Prestatieafspraak: Investeren in individuen

Tilburg University draagt bij aan verankering van wetenschappelijke kennis in de maatschappij. Daartoe investeert Tilburg University

in de ontwikkeling van individuen en faciliteert zij individuen die als ‘linking pin’ tussen wetenschap en maatschappij fungeren.

Prestatieafspraak: Investeren in netwerken

Tilburg University wil graag bijdragen aan verankering van wetenschappelijke kennis in de maatschappij. Daartoe investeert de

universiteit in (regionale) netwerken, waarin het langlopende relaties aangaat met andere kennisinstellingen, bedrijven,

organisaties en overheden. Deze netwerken hebben tot doel gezamenlijke kennisontwikkeling en uitwisseling tot stand te

brengen.

Eindrapportage

In Noord-Brabant zijn er verschillende netwerkorganisaties

die ieder vanuit hun eigen thematische focus, gericht zijn op

het versterken van de innovatiekracht van de regio. Deze

organisaties hebben ofwel een strategische functie (Brainport

Network en de Strategic Board Delta Region), ofwel een meer

operationele rol waarbij er wordt gewerkt aan de realisatie van

programma’s en projecten (Midpoint Brabant en Brainport

Development). Waar mogelijk en opportuun werken deze

organisaties ook samen in wisselende coalities om hun

doelstellingen te realiseren. Tilburg University is bij alle vier

de organisaties betrokken om zo verder vorm te geven aan de

valorisatiedoelstelling van de universiteit.

Eindrapportage

In 2010 heeft de Stichting Starterslift voor Tilburg University,

Avans Hogeschool en de NHTV internationale hogeschool

Breda het Valorisatieplan West- en Midden-Brabant (VPW-

MB) ontwikkeld en gefinancierd. Het programma kent

verschillende lijnen; het stimuleren van ondernemerschap

(ondernemerschapsonderwijs), begeleiden van startende

ondernemingen (Starterslift), realiseren van nieuwe

bedrijvigheid en het ondersteunen van groeiende onder-

nemingen. Eind 2015 zijn er vanuit Tilburg University

49 studentondernemers tot het programma toegelaten. De

inzet van Pre-seed en Proof-of Concept-Fondsen staat voor

deze ondernemers op € 353.000. Bovendien is Tilburg

University Ventures opgericht. Hier ligt de nadruk op het

duurzaam benutten van wetenschappelijke kennis in de

Social Sciences en Humanities door het daadwerkelijk in

gebruik nemen van kennistoepassingen in de praktijk.

Inmiddels zijn er twee spin-offs gerealiseerd aan Tilburg

University en zit er een aantal in de pijplijn.


‘Geweldig als je studenten ziet ontpoppen tot krachtige

persoonlijkheden.’

Interview

35

“Toen ik die advertentie op de voorpagina

van de NRC zag waarin de universiteit mij

feliciteerde vanwege mijn benoeming als

voorzitter van De Jonge Akademie, voelde

dat als een enorme waardering. Ik was

trots op wat ik samen met anderen heb

bereikt. Mede ook dankzij kansen die ik

heb gekregen, kan ik doen wat ik doe. Ik

mag nu zelf ook mensen mooie kansen

geven. Mijn drijfveer is: jonge mensen

stimuleren. Geweldig als je studenten ziet

ontpoppen tot krachtige persoonlijkhe-

den. Een psychologe die hier in septem-

ber nog schuchter binnenkwam, gaat nu

voor haar master een onderzoek doen

naar slachtoffers van de burgeroorlog in

Liberia.”

Crimineel verleden“Een ander fantastisch voorbeeld daarvan

is de Zuidafrikaan Vusi Kweyama. Als

student in een cursus in Zuid-Afrika stelde

hij mij zo’n scherpe vraag dat ik hem

aanraadde: kom naar Tilburg en doe onze

master Victimology. Dat is via een

alumnibeurs geregeld. Vusi heeft een

crimineel verleden, maar rehabiliteerde.

Door de openheid over zijn achtergrond,

heeft hij een enorme impact in onze

opleiding gehad en nog steeds. In

Zuid-Afrika, waar hij tegenwoordig onder

onze begeleiding werkt aan zijn proef-

schrift, komt hij nu op voor mensenrech-

ten. Hij gaf onlangs een research clinic

aan studenten van onze rechtenfaculteit.

Studenten vonden dit een life transfor-

ming experience.”

“Een universiteit moet mensen vormen

tot maatschappijbewuste en kritische

burgers. Ik werk graag met toppers, maar

pleit ook voor diversiteit. Wij moeten ook

tijd vrij maken voor de studenten die met

heel hard werken en extra begeleiding

maximaal misschien een zeven halen.

Studenten uit ontwikkelingslanden – zij

hebben vaak een minder sterke basis –

zijn hier ook van harte welkom.

Kritische burgers kweken“Het kweken van kritische burgers blijft

onverminderd belangrijk. Onze open en

tolerante samenleving met ruimte voor

verschillende meningen, staat onder druk.

Ik maak mij ernstige zorgen over de

toenemende angst voor vluchtelingen. Ik

vind het onbegrijpelijk dat wij als Europea-

nen accepteren dat mensen en masse

sterven op zee. We kunnen niet toekijken

en moeten iets doen. Vanuit De Jonge

Akademie zijn we een initiatief gestart

waarbij onderzoekers een buddy van een

vluchteling kunnen worden.”

“De universiteit heeft een unieke positie

in het kweken van kritische burgers,

dankzij de combinatie van onderwijs en

onderzoek. Studenten beseffen dat niet

altijd. We moeten studenten veel vaker

vertellen over ons onderzoek. Op mijn

vakgebied wemelt het van onbeantwoor-

de vragen. Hoe kun je een samenleving

het beste opbouwen na een conflict? Je

kunt wel beweren dat het geweldig is dat

we oorlogstribunalen hebben, maar is

dat wel zo? Ik mag dit nu – mede dankzij

een Vidi-subsidie van € 800.000 – uit-

zoeken.”

“Soms zie je dat op de universiteit het

onderzoek nog te veel voor het onderwijs

gaat. Dat is jammer. Op universiteiten

mag van mij meer waardering komen

voor onderwijs. Je kunt hier nog geen

hoogleraar worden op basis van je

excellente onderwijskwaliteiten. Van mij

zou dat wel mogen, in combinatie met

een sterk onderzoeksdossier.”

“Ik maak mij ook hard voor diversiteit:

meer vrouwen en meer mensen van

verschillende afkomst. Ik vind het

onbegrijpelijk dat vrouwen nog steeds

gemiddeld € 400 minder verdienen dan

mannen. Dat is niet meer van deze tijd.

Divers leiderschap maakt een organisatie

sterker. Ik hoop dat meer vrouwen mijn

voorbeeld volgen.”

‘Kritische burgers kweken is meer dan ooit nodig’

Rianne Letschert is beslist een topper te noemen. Al op jonge leeftijd werd ze hoogleraar Victimology en internationaal recht. Verder is ze directeur van het interdisciplinair onderzoeksinstituut Intervict en voorzitter van De Jonge Akademie van de KNAW, het platform voor jonge wetenschappers. Toch relativeert Letschert het streven naar excellentie. Het gaat haar om het beste uit mensen halen.

De universiteit, de maatschappij en ik…

Rianne Letschert



37

2. Onderzoek



Go for Grants

Go for Grants draait om het onder-

steunen van onderzoekers bij het

schrijven van innovatieve onderzoeks-

voorstellen en het behouden van een

sterk selectiemechanisme. Door zelf een

strenge selectie te maken is de kans op

het succesvol binnenhalen van subsidies

groter. Het doel: dankzij kansrijke

onderzoeksaanvragen aanspraak maken

op (internationale) onderzoekssubsidies.

Go for Grants heeft opnieuw

geresulteerd in een groot aantal

aanvragen binnen Horizon 2020, het

programma van de Europese Commissie

en andere subsidieverstrekkers. Binnen

de divisie Academic Support is in het

kader van de interne reorganisatie BEST

een team gevormd dat zich specifiek

bezighoudt met de ondersteuning van

onderzoekers bij het verwerven van

onderzoekssubsidies. In 2016 wordt

verdere invulling gegeven aan dit team.

Strategisch beleid en het stroomlijnen

van de ondersteuning vormen hierbij het

uitgangspunt.

2.1 Het verschil makenTilburg University stelt ieder jaar een bestuursagenda op, afgeleid van het Strategisch plan ‘Het verschil maken’. Gedurende de looptijd staat centraal hoe we ons ontwikkelen: moving forward. Aandachtspunt voor onderzoek was in 2015 ‘Go for Grants’.

39

2.2 Rankings

Tilburg University heeft als gespecia-

liseerde universiteit in 2015 goede

posities weten te behalen in de top

van diverse internationale rankings.

Wat valt er op?

Volgens US News staat de universi-

teit voor Economics en Business op

plaats 18 in de wereld. De Sjanghai

(ARWU) ranking plaatst ons op

positie 51-75. In de QS Ranking heeft

Tilburg University met plaats 37 haar

positie voor Economics en Econo-

metrics in de top 50 verstevigd. In

de UT Dallas World Ranking

Business Research bevindt de

universiteit zich in de top 30. Voor

Social Sciences en Humanities staat

de universiteit volgens de Leiden

ranking op plaats 58. Bij de Times

Higher Education prijkt Social

Sciences op plaats 65 en bij Sjanghai

ranking op plaats 76-100.

Wetenschappers van Tilburg

University schrijven hun publicaties

vaak in samenwerking met buiten-

landse wetenschappers of onderzoe-

kers uit de regio. Volgens de Leiden

Ranking staat Tilburg University wat

betreft internationale samenwerking

voor alle wetenschappen op plaats

248 in de wereld. Voor Social

Sciences en Humanities is dit plek

58. Voor regionale samenwerking

staan we op plaats 22 voor alle

wetenschappen en op nummer 2

voor Biomedical en Health Sciences.

Tilburg University positie in de wereld

2015 2014 2013

US News Best Global Universities Ranking1

Economics en Business 18 24 -

Overall 489 473 -

Sjanghai (ARWU)

Economics & Business 51-75 45 47

Social sciences 76-100 76-100 86

Times Higher Education

Social Sciences 65 63 68

Overall 201-250 275-300 225-250

Leiden ranking impact (PP, top 10%)

Social Sciences en Humanities 125 200

Overall 263 252

Leiden ranking international collaboration (PP)

Social Sciences en Humanities 58 - -

Overall 248 246 -

Leiden ranking regional collaboration (PP, < 100 km)

Biomedical and Health Sciences 2 2 -

Overall 15 17 -

Social Sciences en Humanities 22 26 -

Mathematics en Computer Science 66 139 -

Taiwan

Social sciences 114 114 106

QS

Economics en Econometrics 37 50 42

Accounting en Finance 51-100 51-100 52

Sociology 151-200 151-200 171

Social sciences en Management 115 103 108

Statistics en Operational research 101-150 151-200 167

Psychology 51-100 51-100 70

Philosophy 200+ 101-150 162

Law 51-100 51-100 200+

Overall 293 367 373

UT Dallas World Ranking Business Research 29 32 34

1 ranking is in 2014 voor het eerst gepubliceerd

- betekent dat er geen ranking gepubliceerd is




NWO-subsidiesDe faculteit is ook in 2015 succesvol

geweest bij de Nederlandse Organisatie

voor Wetenschappelijk Onderzoek

(NWO). Oliver Spalt (Finance) ontving

een Vidi-subsidie voor zijn project

‘Teaming-Up: The Impact of Biases in

Top Management Teams on Corporate

Actions’. Daarnaast ontving Anne Klesse

(Marketing) een Veni-subsidie voor haar

onderzoeksvoorstel ‘The impact of

expression modalities - speaking versus

manual activities - on decision making’.

Verder heeft de faculteit Onderzoeks-

talentsubsidies binnengehaald voor

promotieonderzoeken van Ekaterina

Neretina (Finance, begeleid door Alberto

Manconi ) en Yeqiu Zheng (Econometrie,

begeleid door Arthur van Soest).

Hoge positie in wereldwijde rankings gehandhaafdGemeten naar het aantal papers in top

journals neemt de faculteit op het gebied

van Economics onderzoek al jaren een

positie in de wereldwijde top 25 in. De

UT Dallas Ranking plaatste de faculteit

op het gebied van Business onderzoek

op een 29e plaats. De Marketing

onderzoeksgroep staat zelfs op de

dertiende positie, en laat daarbij diverse

vooraanstaande Amerikaanse universitei-

ten achter zich. Vermeldenswaardig is

ook dat de Research Masters studenten

Richard Haans en Constant Pieters al

zeer vroeg in hun carrière hebben

gepubliceerd in het gerenommeerde

Strategic Management Journal. Tilburg

University is met deze positie de best

presterende Nederlandse universiteit op

het gebied van Business onderzoek. In

de Europese competitie moet de faculteit

alleen INSEAD (Frankrijk) en London

Business School voor laten gaan.

Wereldwijd staat de University of

Pennsylvania (The Wharton School) op

nummer 1. De UT Dallas Ranking is

gebaseerd op het aantal publicaties in

24 wetenschappelijke toptijdschriften.

Onderzoeksgroepen kunnen deze

ranking gebruiken als een indicatie van

hun productiviteit en excellentie.

Economentop 40: vier Tilburgse hoogleraren in top 10In december stelde Economisch

Statistische Berichten een top 40 samen

van in Nederland werkzame economen,

gerangschikt naar hun bijdrage aan het

vakgebied. De faculteit was in de top tien

2.3 Onderzoeksprogramma’s en -instituten

Tilburg Cobbenhagen CenterMet de steun van alle faculteitsdecanen besloot het College van Bestuur tot de oprichting van het Tilburg Cobbenhagen Center per 1 september 2015. De School of Humanities (penvoerder) en de School of Theology namen hiervoor het initiatief. Het Tilburg Cobbenhagen Center geeft een nieuwe impuls aan het debat over de waarde van en de waarden in de wetenschap op de campus. Waarom is wetenschap van belang en wat betekent het om op een verantwoordelijke wijze wetenschapper te zijn? Het Tilburg Cobbenhagen Center doet dit door de inspiratie vanuit de christelijke en humanistische tradities te cultiveren en deze te verbinden met vragen rond identiteit en betekenis die in de huidige samenleving spelen. Door de naamgeving plaatst het centrum zich in de lijn van Martinus Cobbenhagen, de geestelijk vader van de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool waaruit Tilburg University voortkomt.

2.3.1 RELEVANTE ONTWIKKELINGEN PER FACULTEIT

41

vertegenwoordigd. Bovendien was

Tilburg University nummer één in de ESB

Institutentop. Deze ranglijst telt de totale

impactscore van de artikelen die in de

afgelopen jaren uit de Nederlandse

faculteiten economie voortkwamen.

Tilburg Law School

NWO-subsidieProf. Rianne Letschert heeft een

Vidi-subsidie van NWO binnengehaald.

Letschert en haar team ontvangen de

subsidie voor voorgesteld onderzoek

naar de impact van internationale

juridische procedures op het recht op

herstel. Een van de uitgangspunten van

het recht op herstel is dat het bijdraagt

aan het rechtvaardigheidsgevoel van

slachtoffers en de heropbouw van

samenlevingen die te maken hebben

gehad met internationale misdaden of

ernstige mensenrechtenschendingen.

Letschert gaat achterhalen of - en zo ja -

op welke manier internationale juridische

procedures hieraan bijdragen.

Fellowship voor onderzoek naar slimme landbouw Prof. Jonathan Verschuuren heeft een

tweejarig fellowship toegekend gekregen

binnen het Europese subsidieprogram-

ma Horizon 2020, Marie-Curie. Het

fellowship stelt hem in staat om

onderzoek te verrichten naar Climate

Smart landbouw bij het Australische

Centre for Climate and Environmental

Law aan de universiteit van Sydney.

Tussen nu en 2050 zal de vraag naar

landbouwproducten sterk toenemen.

Deze stijging heeft veel invloed op het

milieu. Het project van Verschuuren

probeert de belangrijkste elementen in

het raamwerk van regelingen vast te

stellen. Deze regelingen moeten de

overgang van traditionele landbouw naar

slimme landbouw mogelijk maken,

faciliteren en stimuleren.

Raamwerk service contract over data protectie Europese Commissie Het Tilburg Institute for Law, Technology,

and Society (TILT) neemt deel aan een

consortium dat het ‘Framework service

contract concerning Research Services in

relation to issues pertaining to the

Protection of Personal Data’ (FWC)

geworven heeft. FWC valt onder het

directoraat-generaal Justitie van de

Europese Commissie. Het consortium

gaat het directoraat-generaal Justitie

ondersteunen met diensten die verband

houden met de bescherming van

persoonsgegevens. Het FWC duurt

twaalf maanden. Daarnaast bestaat drie

keer de mogelijkheid tot automatische

verlenging wat leidt tot een project van

maximaal vier jaar. Het totale budget is 3

miljoen euro. Het consortium bestaat

naast TILT uit Civic Consulting, Spark,

TNO en Time.lex.

Europese Commissie prijst de Europese Joint Doctorate in Recht en Ontwikkeling (EDOLAD) De Europese Commissie heeft de

Europese Joint Doctorate in Recht en

Ontwikkeling geselecteerd als één van de

succesverhalen van 2015. Professor

Morag Goodwin is projectleider van dit

samenwerkingsverband tussen de

universiteiten van Tilburg, Edinburgh,

Oslo, Tartu, Deusto en North West

University. Volgens de Commissie zijn de

succesverhalen afgeronde projecten die

zich onderscheiden door hun invloed,

bijdrage aan beleidsvorming, innovatieve

resultaten en/of creatieve benadering. Zij

vormen daardoor een bron van inspiratie

voor andere projecten. De ontwikkeling

van het project werd gefinancierd uit een

subsidie van het Erasmus Mundus

programma.

2.3 Onderzoeksprogramma’s en -instituten




Audits Wetenschapscommissie In 2012 heeft het management team van

de faculteit de Wetenschapscommissie

TSB ingesteld. Deze commissie heeft als

taak om het management team en

onderzoekers van de faculteit te

adviseren met betrekking tot zaken als

dataopslag, volledigheid

onderzoeksgegevens, nakoming van

regels die te maken hebben met privacy

van proefpersonen, toegankelijkheid van

gegevens en het ter beschikking stellen

van gegevens aan derden. De commissie

heeft een ‘Richtlijn Data Handling en

Methods Reporting’ opgesteld. Deze

richtlijn is als best practice overgenomen

door een aantal zusterfaculteiten. Ter

controle van de kwaliteit van de opslag

van onderzoeksdata en bekendheid met

de richtlijn van de onderzoekers van de

faculteit heeft de commissie in 2015 een

twintigtal audits verricht. Er is een

aselecte steekproef getrokken uit alle

publicaties die in 2014 zijn verschenen

en in PURE geregistreerd. Met de

auteurs van deze publicaties is aan de

hand van een checklist een gesprek

gevoerd over de dataopslag. De

conclusie van de auditcommissie was

dat de richtlijn bekend is en dat

dataopslag over het algemeen correct

wordt uitgevoerd.

Verworven subsidiesIn 2015 is TSB in staat geweest om 4,5

miljoen euro aan tweede en derde

geldstroom subsidies te verwerven. Dr.

Theo Klimstra heeft een Vidi-beurs

ontvangen voor zijn onderzoek naar

identiteitsproblematiek en

persoonlijkheidsstoornissen bij jongeren.

Dr. Marco Giletta onderzoekt of jongeren

ziek kunnen worden van andere jongeren

en heeft hiervoor een Veni-beurs

toegewezen gekregen. Met twee NWO

Onderzoekstalent beurzen zijn de

promovendi Hilde Augusteijn (begeleider

prof. Marcel van Assen) en Sara van Erp

(begeleider dr. Joris Mulder) aangesteld.

Verder zijn twee grote beurzen

ontvangen, één uit het NWO programma

Zwaartekracht (prof. Jean Vroomen) en

één uit Violence against psychiatric

patients (prof. Stefan Bogaerts).

Tenslotte is het mooie aantal van zes

beurzen verworven van ZonMw voor

verschillende projecten in de zorgsector.

Research Master Individual Differences and AssessmentDe Nederlands-Vlaamse accreditatieorga-

nisatie (NVAO) heeft in augustus 2015

zijn goedkeuring verleend aan de

Research Master Individual Differences

and Assessment. Met deze Research Mas-

ter wordt, volgens de KNAW-commissie

die de Toets Nieuwe Opleiding van deze

Research Master heeft beoordeeld, een

klassiek onderdeel van de Psychologie

onderwezen dat tot nu toe bij de Research

Master opleidingen op het terrein van de

psychologie in Nederland onderbelicht is

gebleven. In september 2016 gaat de

opleiding van start.

Beleid externe promovendiOm de kwaliteit van de dissertaties van

externe promovendi te bevorderen heeft

het management team een aantal

beleidsmaatregelen vastgesteld. Centraal

staat het verhogen van het rendement

door het faciliteren van externe promo-

vendi en het verbeteren van de procedu-

res. Er zijn onder meer voorwaarden

benoemd waaraan externe promovendi

moeten voldoen voordat zij worden

toegelaten tot een promotietraject. Ook

wordt de registratie bij de Graduate

School verbeterd, is er de mogelijkheid

om deel te nemen aan het promoven-

di-opleidingsprogramma en worden

faciliteiten aangeboden als toegang tot

de bibliotheek, voortgangsgesprekken en

het aanbieden van weblectures.


Visie op humanitiesProf. dr. Willem B. Drees trad op 1 januari

2015 aan als nieuwe decaan van de

43

School of Humanities. Zijn komst en

inaugurele oratie vormden een stimulans

voor het faculteitsbestuur om de visie op

de faculteit en het te voeren beleid op de

terreinen van onderwijs, onderzoek,

valorisatie en de daarvoor noodzakelijke

randvoorwaarden aan te scherpen en te

vernieuwen. De nieuwe visienota

2016-2019 is mede dankzij de input van

medewerkers en studenten tot stand

gekomen en werd begin januari 2016

gepresenteerd.

Data Science CenterTilburg School of Humanities heeft zich

geschaard achter het initiatief om te

investeren in het Grand Initiative on Data

Science (GRIDS). Dit is een verreikend

initiatief waarbij de universiteit samen-

werkt met de Technische Universiteit

Eindhoven, de Provincie Noord-Brabant

en de gemeente ‘s-Hertogenbosch.


Internationaal congres Thomas InstituutHet Thomas Instituut te Utrecht (Tilburg

University) vierde zijn 25-jarig bestaan in

december met een vierdaags internatio-

naal congres in Utrecht. Dit instituut

wijdt zich aan de bestudering van het

werk van Thomas van Aquino (1224/5-

1274). Het thema van het congres was de

(geschonken en verworven) morele

deugden.

Boekencollectie Augustijns InstituutDe faculteit mag de boekencollectie van

het Augustijns Instituut overnemen. Dit

is overeengekomen met het Eindhovens

Augustijns Instituut en de Nederlandse

provincie van de Orde der Augustijnen.

De unieke collectie op het terrein van

theologie en patristiek krijgt een plek in

de Tilburgse universiteitsbibliotheek.

TIAS School for Business and Society

Co-creatie wetenschap en praktijkVoor de faculteit stond 2015 in het teken

van co-creatie tussen wetenschap en

praktijk. De Knowledge LABs - Vastgoed-

LAB, FinanceLAB, HealthLAB en

GovernanceLAB - lieten overtuigende

voortgang zien. De LABs hebben hard

gewerkt aan de voortgang van een aantal

aansprekende en prestigieuze

onderzoeksprojecten, zoals ‘VGM

Benchmark’, het EU project ‘RentalCAL’

en het door NWO gesubsidieerde project

‘Zicht op Sturingsdynamiek’. Bovendien

hebben de LABs gewerkt aan het

binnenhalen van nog meer prestigieuze

onderzoeksprojecten zoals ‘Quick scan

integrale bekostiging en governance’,

uitgevoerd voor het ministerie van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De

bij de LABs betrokken onderzoekers

hebben veelvuldig op eigen onderzoek

geïnspireerde artikelen gepubliceerd.

Deze artikelen verschaffen op

kernachtige wijze nieuwe academische

inzichten. De binnen de LABs gestarte

corporate samenwerkingen hebben

onder meer geleid tot een aantal

(gesponsorde) bijzondere leerstoelen,

zoals de bijzondere leerstoel Innovatieve

Samenwerkingsverbanden, gesponsord

door Van Spaendonck, en de bijzondere

leerstoel Innovatie van Organisatie en

Bestuur van Langdurende Integrale Zorg,

gesponsord door Vilans.



INTERVICT

Het eerste Center of Excellence van

Tilburg University heeft een goed jaar

gehad. In juni vierde INTERVICT haar

tweede lustrum met een symposium

waarin een aantal van de externe collega’s

reflecteerden op wat in de afgelopen tien

jaar bereikt is. Het jaar 2015 was ook

succesvol op het gebied van fondsenwer-

ving. Zo kreeg Rianne Letschert een NWO

Vidi-beurs en ontving Eva Mulder een

NWO Research Talentbeurs voor haar

promotieonderzoek. Rianne Letschert

werd daarnaast gekozen als voorzitter van

De Jonge Akademie van de KNAW.

In 2015 stonden maar liefst zes promo-

vendi van INTERVICT in de aula van de

universiteit. Een eerste cum laude werd

behaald door Lorena Sosa, die ook de

Max van der Stoel Human Rights Awards

voor haar dissertatie kreeg uitgereikt.

Daarnaast eindigden een aantal

onderzoeksprojecten, waaronder het

onderzoek naar de evaluatie van

mediation in het strafrecht, en een

onderzoek naar terrorisme en (de-)

radicalisering onder leiding van het

Centre for the Study of Terrorism and

Political Violence van de University of

St Andrews in Schotland. De Master

Victimology and Criminal Justice is

nationaal en internationaal gegroeid

qua studentenaantallen. Inmiddels is

de drempel van honderd afgestudeerde

studenten gepasseerd. Het jaar 2015

kende ook twee benoemingen. Conny

Rijken is benoemd tot hoogleraar

Human Trafficking and Globalization,

en Suzan van der Aa is benoemd tot

universitair hoofddocent. Aan het eind

van het jaar hield Antony Pemberton zijn

inaugurele rede ter bekrachtiging van zijn

hoogleraarschap.

Netspar

De oude dag heeft toekomstIn 2015 bestond Netspar tien jaar. Dit

jubileum is gevierd tijdens een congres

met als motto ‘De oude dag heeft

toekomst, een vooruitblik op het

Nederlandse pensioen’.

Onderzoek Netspar voert een Werkprogramma

2015-2019 uit. Hierin werkt de universi-

teit samen met overheid en toezichthou-

ders, pensioenen verzekeringssector en

een aantal Nederlandse universiteiten.

Het pensioenstelsel staat volop in de

aandacht. Verschillende

maatschappelijke ontwikkelingen leiden

tot een fundamentele bezinning op het

stelsel en, breder nog, op de financiering

van de oude dag. Dat vraagt om een

meer integrale benadering met het

2.3.2 CENTERS OF EXCELLENCE

45

individu als uitgangspunt. Het levert

belangrijke, nieuwe kennisvragen op. Er

is gekozen voor verbreding van het

onderzoek naar pensioen, werk, zorg en

wonen. In het toegepast onderzoek vindt

er een verbreding van disciplines plaats

(sociologie, recht, psychologie,

communicatie). In 2015 is er 1 miljoen

euro besteed aan langlopend onderzoek

op het gebied van pensioen, zorg en

wonen (EUR), communicatie (MU) en

eigendomsrechten (RUN). Daarnaast

zijn er negen kortlopende projecten voor

beleidsgericht onderzoek gestart,

waarvan vijf in samenwerking met de

faculteiten TiSEM en TLS. Ook werd

onderzoek uitgevoerd met financiering

vanuit Instituut Gak, CEPAR (Australië)

en MOPACT (EU).

Kennis delenNetspar richt zich nadrukkelijk op

valorisatie. In 2015 lag de nadruk op het

delen van kennis met de sector. Hoe

kunnen we onderzoeksresultaten

laagdrempelig toegankelijk maken voor

pensioenprofessionals? Hiervoor

ontwikkelden Netspar de Netspar Brief,

waarin recent onderzoek op een actueel

thema wordt samengevat en aandacht in

de media krijgt. De Netspar Brief wordt

door de doelgroep gewaardeerd met en

7,5; actueel, overzicht, toegankelijk,

betrouwbaar en ‘extra bagage voor

discussie’.

Naast publicaties in de Academic en in

Industry Series waren er 34

werkgroepbijeenkomsten waar 626

deelnemers vanuit de wetenschap en

pensioensector gezamenlijk kennis

ontwikkelden en deelden. Ook

organiseerde Netspar zeven

evenementen met in totaal 725

deelnemers. Eén van de evenementen

voor pensioenfondsbestuurders ging

over het SER-advies voor de toekomst

van pensioenen.

In het academische jaar 2014-2015

volgden 59 studenten de Netspar Tilburg

University-mastertracks, inclusief het

Netspar community programma

(bedrijfsbezoeken, stages, intervisie).

Zeventien van hen ontvingen het

certificaat voor succesvolle afronding.

Daarnaast volgden 68 professionals één

of meerdere masterclasses aan de

Netspar-TIAS Academy

Pensioeninnovatie. Veertien deelnemers

rondden de opleiding inclusief

eindopdracht af.

TILEC: Tilburg Law and Economics Center

Het Tilburg Law and Economics Center

(TILEC), Center of Excellence van Tilburg

University, is in 2015 gestart met het

vijfjarig onderzoeksprogramma op het

gebied van standaardisering, innovatie,

octrooi- en mededingingsbeleid. Hierbij

zijn twintig juridische en economische

onderzoekers betrokken. Mede dankzij

een subsidie van Qualcomm

Incorporated, wereldleider op het gebied

van draadloze technologie, behoudt

TILEC zijn positie als Europees

middelpunt voor onderzoek naar

innovatie en mededingingsrecht. Het

eerste onderzoeksjaar is afgesloten met

een internationale academische

conferentie op het gebied van

standaardisatie, mededinging en

innovatie. Belangrijke spreker was Jean

Tirole, 2014 Nobelprijs laureaat, van de

Toulouse School of Economics.

In 2015 heeft TILEC nog twee

toonaangevende internationale

evenementen georganiseerd: Shifting

Preferences, in samenwerking met de

KNAW, en de derde TILEC Economic

Governance Workshop. TILEC heeft ook

de andere leden van CLEEN

(Competition Law and Economics

European Network) voor hun jaarlijkse

conferentie in Tilburg verwelkomd.

Daarnaast zetten de TILEC-onderzoekers

stappen in het onderzoek naar de rol die

juridische instituten en het

marktontwerp spelen in de ontwikkeling

van economisch welzijn. Dit leidde tot

publicaties in verschillende

internationale toonaangevende

tijdschriften zoals het Journal of Legal

Studies, RAND Journal of Economics

European Law Review en European

Competition Journal.

TILEC bood, naast het onderwijs in

verschillende bachelor, master en

PhD-programma’s, in 2015 opnieuw de

summerschool Global Business Law and

Economics aan. De tweede editie van

deze summerschool is door de

deelnemers zeer enthousiast ontvangen.

CoRPS: Center of Research on Psychology in Somatic Diseases

Promoties, congressen en subsidies In 2015 waren er tien promoties op het

gebied van onder meer diabetes bij

kinderen, kwaliteit van leven bij

orthopedische ingrepen, stressfactoren

bij acute hartaandoeningen, cognitieve

factoren bij sociale stress en

persoonlijkheidsstoornissen.

Emotiecongres 2015Van 25 oktober tot en met 27 oktober

2015 vond in Tilburg het zesde, interna-



tionale congres ‘Emotions, Well-Being,

and Health’ plaats. Dit drukbezochte

congres organiseerde CoRPS samen met

het departement Medische en Klinische

Psychologie. Het was met deelnemers uit

meer dan twintig verschillende landen en

vijf toonaangevende keynote sprekers erg

succesvol.

Verworven subsidiesCoRPS-medewerkers verworven

subsidies bij de EORTC (Van de Poll), het

VCVGZ-fonds (Bekker) en het CZ Fonds

(De Vries/Roukema).

Nieuwe inzichten voor de klinische praktijk Het onderzoek van CoRPS heeft geleid

tot een groot aantal publicaties in

internationale vaktijdschriften, verschei-

dene presentaties op internationale en

nationale congressen, en nieuwe

inzichten die onmiddellijk relevant zijn

voor de klinische praktijk.

Onderzoeksprogramma Medische Psychologie en Klinische Psychologie en onderwijsHet onderzoeksprogramma van CoRPS

is geïntegreerd in de masteropleiding

Medische Psychologie en de master-

opleiding Klinische Psychologie. In 2015

behaalden 63 masterstudenten Medische

Psychologie en 45 masterstudenten

Klinische Psychologie hun diploma.

TiCC: Tilburg Center for Cognition and Communication

Status Center of ExcellenceTiCC is een multidisciplinair onder-

zoeksinstituut met ongeveer tachtig

medewerkers, onder wie dertig promo-

vendi uit twaalf verschillende landen. In

2015 kreeg TiCC de status van Center of

Excellence, als vijfde en laatste onder-

zoeksinstituut van Tilburg University.

De toekenning van deze status vormt het

sluitstuk van de investeringen die het

Departement voor Communicatie- en

Informatiewetenschappen en het

Faculteitsbestuur in de voorgaande vijf

jaren hebben gedaan in excellent

onderzoek. Het besluit is gebaseerd op

een lovend advies van een externe en

internationaal samengestelde beoorde-

lingscommissie. Op grond van de

verworven status doet het TiCC de

komende jaren extra investeringen in de

aanstelling van promovendi, de

voorbereiding van extern te bekostigen

onderzoekvoorstellen, de externe

presentatie van het onderzoekscentrum,

de organisatie van wetenschappelijke

conferenties en het aantrekken van

externe onderzoekers als onderzoeks-

partners.

2.3.3 KWALITEITSZORG ONDERZOEK

Tilburg University hecht grote waarde aan

de kwaliteit van het wetenschappelijk

onderzoek. Het College van Bestuur streeft

ernaar dat alle onderzoeks programma’s

elke zes jaar een onderzoeks visitatie

ondergaan. Tilburg University hanteert een

vier-uit-vijf kwaliteitsbeleid. Onderzoeks-

programma’s die niet aan deze eis

voldoen, dienen op korte termijn een

actieplan te vormen om de kwaliteit op het

vereiste niveau te brengen, anders wordt

het programma beëindigd. In 2014 is

besloten om met de ingang van het

Standaard Evaluatie Protocol (SEP)

2015-2021 geen midterm reviews meer

uit te voeren tenzij hier aanleiding toe is

(score van 4 of minder en in geval van

transitie, reorganisatie of start nieuwe

onderzoeksgroep). In plaats van de

midterm review is in 2015 besloten dat

iedere faculteit een jaarlijks

onderzoeksjaarverslag opstelt gebaseerd

op de gegevens die het SEP vraagt.

Tevens worden faculteiten gevraagd te

reflecteren op de resultaten en de

jaarlijks te bepalen (inter)nationale en

universitaire strategische thema’s op het

gebied van onderzoek.

47

Jaarverslag Stichting Bijzondere leerstoelen 2015Per 31 december 2014 waren er 53 bijzondere leerstoelen. In de

loop van 2015 zijn vier nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd

en zijn zes bijzondere leerstoelen beëindigd.

De Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) hield zich dit jaar

voornamelijk bezig met de voorbereiding van de vestiging van

bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hooglera-

ren, en het sluiten van overeenkomsten met de zich gevestigde

instanties. Ook zijn bijzondere leerstoelen geëvalueerd en

verlengd. In april 2015 voerde SBL gesprekken met de contact-

personen van de faculteiten over de voortgang van de bijzonde-

re leerstoelen en de eventuele acties voor 2015 in verband met

mogelijke verlenging van de leerstoelperiode.

Overzicht nieuwe en beëindigde bijzondere leerstoelen in 2015:

Nieuwe bijzondere leerstoelen:

TiSEM

Titel Organisatie van de Ketenzorg

Initiatiefnemer Jeroen Bosch Ziekenhuis

TSB

Titel Methoden van technieken van Leisure studies

Initiatiefnemer NHTV

Titel Translantionele en transdiagnostische interventies in de (geestelijke) gezondheidszorg (geestelijke) gezondheidszorg

Initiatiefnemer Parnassia Groep

TIAS

Titel Innovatieve samenwerking

Initiatiefnemer Van Spaendonck Fundatie

TST

Titel Levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid met bijzondere aandacht voor de maatschappelijke aspecten

Initiatiefnemer Katholiek Studiecentrum voor de Geestelijke Volksgezondheid

Beëindigde bijzondere leerstoelen:

TiSEM

Titel Duurzaamheidsbeleid in Internationaal perspectief

Initiatiefnemer Stichting Triodos Foundation

Titel Supply Network Dynamics

Initiatiefnemer Gemeente Tilburg

TLS

Titel Goed bestuur bij publiek-private arrangementen

Initiatiefnemer Algemene Rekenkamer

TSB

Titel Forensische Geestelijke Gezondheidszorg

Initiatiefnemer GGZ Eindhoven en de Kempen

TSH

Titel Presentie en Geestelijke gezondheidszorg

Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering

Titel Maatschappelijk verantwoord handelen vanuit de Katholieke sociale traditie

Initiatiefnemer Marga Klompé Stichting

TIAS

Titel Organisatie van de onderneming, met bijzondere aandacht voor de maatschappelijke onderneming en coöperatief ondernemerschap

Initiatiefnemer ZLTO

2.3.4 STICHTING BIJZONDERE LEERSTOELEN


‘Met mijn systeem voor het herkennen van muziek kun je playlisten maken van vrolijke liedjes of een tool die liedjes

voor crematies aanraadt.’

Interview

49

‘Cool om de computer taal te leren begrijpen’

Liedjes die populair zijn tijdens crematies en teksten in het Nederlands of Afrikaans: de onderzoeksobjecten van Menno van Zaanen zijn universeel. Bij Tilburg University vindt hij een vruchtbare multidisciplinaire voedingsbodem voor zijn passie voor het ontdekken. Zijn door Horizon 2020 gefinancierde onderzoek naar het vertalen van MOOC-cursussen is mogelijk van groot maatschappelijk nut. ‘Zo maken we het onderwijs veel breder toegankelijk.’


Menno van Zaanen

“Toen ik kleuter was, wilde ik al alles al

begrijpen. Ik wilde ontdekken wat er

achter dingen zit. Daar heb ik mijn werk

van gemaakt. Als wetenschapper ben ik

als het ware een ontdekkingsreiziger die

via computerprogramma’s zoekt naar

patronen in data. Wat ik eigenlijk wil is

de ‘onderliggende codes’ kraken van

talen, muziek, opeenvolgende gebaren,

klikgedrag op internet en andere

sequenties.”

“Het eerste serieuze onderzoeksobject

waar ik door werd gegrepen, was taal. Ik

wilde de computer talen leren begrijpen

alsof deze een baby is. Dat kan door heel

veel natuurlijke taal in een database te

stoppen en een computerprogramma te

schrijven dat structuren in die taal kan

vinden en daarvan kan leren. Inmiddels

heb ik naar structuren in verschillende

talen gekeken. Taal fascineert mij.

Ondanks jaren onderzoek kennen we de

volledige structuur die achter natuurlijke

taal zit nog steeds niet. Mensen houden

van structuren, maar maken daar

bijzonder flexibel gebruik van. Die

flexibiliteit kunnen wiskundigen moeilijk

beschrijven. Reden waarom de computer

er ook zoveel moeite mee heeft.”

Patronen in muziek“Tegenwoordig onderzoek ik ook muziek.

Zo werk ik samen met religiewetenschap-

pen in Tilburg aan een studie naar liedjes

tijdens crematies. Wat ik wil weten is:

welke patronen in liedjes maken dat we

in een bepaalde stemming raken? We

gebruiken databases van alle hits die in

de Top 40 hebben gestaan en ontdekken

inderdaad patronen. Ook gebruiken we

een database met een half miljoen

liedteksten.”

“Mijn onderzoeksresultaten zijn praktisch

toepasbaar. Met mijn systeem voor het

herkennen van muziek kun je playlisten

maken van vrolijke liedjes of een tool die

liedjes voor crematies aanraadt. Dat kan

commercieel aantrekkelijk zijn. Dit geldt

ook voor een systeem dat ik ontwikkel met

Accounting in Tilburg. Dit kan helpen om

te beoordelen of er in een tekst veel

politieke taal staat.”

Europese Horizon 2020-subsidie“In 2015 heb ik – als onderdeel van een

consortium met elf partners - een

Europese Horizon 2020-subsidie

gekregen voor het project TraMOOC:

Translation for Massive Open Online

Courses. Het gaat om de ontwikkeling van

een Europees machinaal vertaal systeem à

la Google Translate. We ontwikkelen een

systeem dat online cursussen, MOOC’s,

van het Engels in andere talen kan

vertalen. De papierwinkel rond deze

subsidies is fors. Er mag nog wel wat

meer ondersteuning komen bij het

aanboren van deze steeds belangrijkere

geldstroom. Gelukkig is het informele

netwerk bij deze universiteit sterk.”

“Het onderzoek naar MOOC’s kan groot

maatschappelijk belang hebben. Het

maakt het onderwijs toegankelijker voor

grote groepen mensen. Mijn onderzoeken

hebben soms ook een mooi maatschap-

pelijk effect dat ik niet had verwacht. Zo is

mijn systeem dat structuur in natuurlijke

taal kan leren – je kunt dat gewoon

downloaden van mijn website – gebruikt

bij onderzoek naar sequenties van

gezichtsuitdrukkingen. Daarmee kun

je nagaan of iemand die dat niet meer

kan zeggen, bijvoorbeeld iemand die

dement is, pijn heeft.”

“Dat maatschappelijk nut is machtig

mooi, maar het blijft mij persoonlijk gaan

om dingen ontdekken die nog niemand

heeft ontdekt. Zoals patronen in taal die

steeds terugkomen. Wat zou het cool zijn

als ik de computer kan leren om taal veel

beter te begrijpen.”



51

3. Onderwijs



Het Tilburg University OnderwijsprofielHet Tilburgse Onderwijsprofiel (TOP) is

in maart 2015 vastgesteld. De vier

kenmerken zijn uitgangspunt bij de

vormgeving van elke opleiding aan

Tilburg University.

I. Exploring: academisch en onderzoe-

kend

II. Connecting: maatschappelijk en

internationaal georiënteerd

III. Engaging: kleinschalig en betrokken-

heid stimuleren

IV. Activating: interactief en divers

Deze vier kenmerken zijn verder uitge-

werkt in actiepunten. Kenmerkend voor

het onderwijsprofiel is dat Tilburgse

studenten:

• getraind zijn in het combineren van

een hoog kennisniveau van hun

vakgebied met de samenwerking met

mensen uit andere vakgebieden en uit

andere culturen

• kleinschalig onderwijs genieten: zij

delen in het campusgevoel

• deel uitmaken van een kleine groep

waarin zij gedurende de hele opleiding

begeleid worden door een vast

opleidingsteam

• bij naam gekend worden en zeker geen

nummer zijn

• een actieve inbreng, grote betrokken-

heid en inzet hebben

• keurslijf-vrij onderwijs volgen: er wordt

niet uitgegaan van een vast format van

dertien hoorcolleges

• niet alleen persoonlijk contact hebben

met andere studenten maar ook met

docenten en het opleidingsteam

• in een semester kunnen kiezen voor

een minor in het buitenland (internati-

onaal-accent), een minor aan één van

de andere faculteiten of andere

universiteit (multidisciplinair-accent)

of het volgen van een stage (werk-

veld-accent)

• getraind zijn in de ontwikkeling van

21st Century Skills

• de arbeidsmarkt betreden met een

E-portfolio waarin de eigen ontwikke-

ling omschreven staat

In het najaar van 2015 is een implemen-

tatieplan ontwikkeld. In 2016 en 2017

worden de verschillende onderdelen

uitgewerkt en ontwikkeld zodat in

september 2017 alle eerstejaars bachelor

studenten onderwijs ontvangen volgens

het Tilburgse Onderwijsprofiel.

3.1 Het verschil makenTilburg University stelt ieder jaar een bestuursagenda op, afgeleid van het Strategisch plan ‘Het verschil maken’. Gedurende de looptijd staat centraal hoe we ons ontwikkelen: moving forward. Aandachtspunt voor onderwijs in 2015 was het onderwijsprofiel van Tilburg University en de nieuwe opleidingen van Data Science.

53

Graduate School Data ScienceTilburg University en de Technische

Universiteit Eindhoven hebben in 2015

definitief de handen ineengeslagen om

gezamenlijk bij te dragen aan de

academische vorming van data science.

Samen beschikken de twee instellingen

over de diversiteit aan competenties die

hiervoor nodig is. Het samenwerkings-

verband tussen beide universiteiten, het

Grand Initiative on Data Science

(GRIDS), is het unieke antwoord van

Tilburg University en Technische

Universiteit Eindhoven op de weten-

schappelijke en maatschappelijke

uitdagingen van data science. Data

science is een sterk opkomend, interdis-

ciplinair vakgebied waar een grote

maatschappelijke behoefte aan is. Het is

een combinatie van technische discipli-

nes (zoals informatica, wiskunde,

statistiek), generieke disciplines (zoals

rechten, ethiek) en specifieke domein-

kennis (zoals marketing). Alleen als deze

drie competenties samengaan, voegt

data science maatschappelijke en

economische waarde toe.

GRIDS omvat vijf opleidingen, onderzoek

en kennisvalorisatie en is gevestigd in de

drie steden Tilburg, ’s-Hertogenbosch en

Eindhoven. Het is een clusterinitiatief

waarin de provincie Noord-Brabant, de

gemeente ’s-Hertogenbosch, Tilburg

University, Technische Universiteit

Eindhoven en omringende belangheb-

benden samenwerken. GRIDS wil in

Zuid-Nederland een economisch en

academisch zwaartepunt tot stand

brengen met internationale uitstraling.

De genoemde vier partijen investeren de

komende jaren gezamenlijk 40 miljoen

euro in het initiatief. Adviesbureau

Deloitte heeft becijferd dat de jaarlijkse

economische toegevoegde waarde

oploopt tot bijna 1 miljard euro per jaar

in Noord-Brabant. Kortom: GRIDS gaat

verder dan academische opleidingen en

wetenschappelijk onderzoek. Van het

totaal aan investeringen van 40 miljoen

euro over tien jaar neemt Tilburg

University 10 miljoen euro voor zijn

rekening. Dit is verspreid over onderwijs

(3,6 miljoen euro) en onderzoek (6,4

miljoen euro). Het budget wordt

opgebracht door vier faculteiten: TiSEM,

TLS, TSB en TSH.

Het palet aan academische opleidingen

binnen GRIDS ziet er als volgt uit:

1. Joint Bachelor Data Science (Tilburg

en Eindhoven)

2. Joint Master Data Science and

Entrepeneurschip (’s-Hertogenbosch)

3. Master Data Science in Engineering

(Eindhoven, momenteel gestart als

track van de masteropleidingen

Industrial and Applied Mathematics en

Computer Science and Engineering)

4. Master Data Science Business en

Society (Tilburg, momenteel gestart

als twee tracks van de masteropleiding

Communicatie- en

Informatiewetenschappen)

5. PDEng-programma Data Science

(‘s-Hertogenbosch)

6. PhD-programma Data Science

(Tilburg, Eindhoven,

’s-Hertogenbosch)

Opstarten in 2015In 2015 is gewerkt aan het opstarten van

de Tilburgse en Eindhovense tracks

(3 en 4). Beide zijn succesvol van start

gegaan op 1 september 2015, met ieder

enkele tientallen studenten.

Daarnaast is 2015 gebruikt om de twee

gezamenlijke opleidingen, de BSc Data

Science en de MSc Data Science and

Entrepreneurship geaccrediteerd te

krijgen. De minister van OCW heeft in

het najaar van 2015 positief beslist over

de aanvraag van beide opleidingen. In

januari 2016 is er vervolgens een

accreditatiepanel, ingesteld door de

NVAO, op bezoek geweest in Tilburg en

Eindhoven. Een definitief besluit wordt in

maart 2016 verwacht. De signalen zijn

positief. Daarmee ligt Data Science op

schema om het doel (start van de twee

opleidingen op 1 september 2016) te

halen. De volgende fase is een succes-

volle implementatie van de twee

gezamen lijke opleidingen. In 2015 zijn er

verschillende heidagen gehouden om de

community die gezamenlijk werkt aan de

opleidingen verder vorm te geven.

Verbouwing nieuwe locatieTegelijkertijd wordt er gewerkt aan de

verbouwing van de beoogde locatie van

GRIDS in ’s-Hertogenbosch in het

voormalig klooster Mariënburg. Hier

komt een gezamenlijk locatie van Tilburg

University en Technische Universiteit

Eindhoven, met voorzieningen voor

vaste staf, master-, PhD- en PDEng-

studenten en bezoekende staf vanuit de

twee instellingen. Er komen onder meer

onderwijsruimtes voor verschillende

doeleinden. Op 1 september 2016 gaat

de gezamenlijke master in ’s-Hertogen-

bosch van start. Dan wordt een deel van

het gebouw in gebruik genomen.

Ondertussen wordt de toekomstige staf

voor de locatie Mariënburg samenge-

steld. Het PDEng-programma en het

PhD-programma zijn nog in de planfase

en worden in de loop van 2016 verder

ontwikkeld. Begin februari 2016 is bericht

ontvangen van de Certificatie Commissie

voor opleidingen tot Technologisch

Ontwerper dat de CCTO voorwaardelijke

certificatie voor drie jaar toekent aan de

nieuwe PDEng-opleiding Data Science.



3.2 Rankings

Keuzegids Masters 2015 (verschenen maart 2015)De Keuzegids Masters vergelijkt en

beoordeelt alle masteropleidingen. Over

alle studies gemeten wordt Tilburg

University beoordeeld met 61,5 punten.

In 2014 behaalde Tilburg University een

totaalscore van 59, in de twee jaren

daarvoor bedroeg de totaalscore 60

punten. Van de dertien beoordeelde

universiteiten staat Tilburg University

hiermee op de zesde plaats, een stijging

van vier plaatsen ten opzichte van 2014

en 2013.

De niet-unieke masters, die studenten

als beste beoordelen, zijn Econometrics

en Mathematical Economics,

Quantitative Finance en Actuarial

Science, Strategic Management en

Accounting. Hetzelfde geldt voor de

Research Masters in Law en in

Business. Ook Rechtsgeleerdheid,

Fiscaal Recht, International en

European Law, Ondernemingsrecht,

Economics en Marketing Management

scoren relatief goed ten opzichte van

de concurrentie.

In vergelijking met studenten aan andere

Nederlandse universiteiten oordelen de

studenten van Tilburg University

positiever over:

• Inhoud

• Het opdoen van wetenschappelijke

vaardigheden (Tilburg University in de

top drie)

• Docenten

• Toetsing en beoordeling (Tilburg

University in top drie)

• Informatievoorziening (Tilburg

University in top drie)

• Het studierooster

• Studielast

• Studiefaciliteiten (Tilburg University in

top drie)

• Kwaliteitszorg

• Studieomgeving

• Huisvesting (Tilburg University best

scorende universiteit)

Voor de volgende aspecten geldt dat

Tilburg University duidelijk lager scoort

dan het gemiddelde van alle Nederlandse

universiteiten op:

• Voorbereiding op de beroepsloopbaan

• Groepsgrootte

• Stage en opleiding

Ten opzichte van 2014 is er een stijging

van de studenttevredenheid op vijftien

van de zeventien hoofdthema’s die in de

NSE aan bod komen.

Elsevier Beste Studies 2015 (verschenen september 2015)Weekblad Elsevier vergelijkt opleidingen

in het hoger onderwijs. Het onderzoek is

in de eerste plaats gebaseerd op

oordelen van studenten en hoogleraren.

De Research Master Social en Behavorial

Sciences en de Research Master in

Business behoren volgens de normen

van het Centrum Hoger Onderwijs

Informatie (C.H.O.I.) tot de top van het

Nederlandse masteronderwijs. Aan deze

masters is daarom het kwaliteitszegel

‘topopleiding’ toegekend.

De Nationale Studentenenquête 2015 (verschenen mei 2015)De Nationale Studentenenquête (NSE) is

een grootschalig landelijk onderzoek

waarin jaarlijks alle studenten aan

hogescholen en universiteiten worden

uitgenodigd om hun mening te geven

over hun opleiding. In het voorjaar van

2015 hebben 4.283 studenten van Tilburg

University de NSE ingevuld.

Studenten van Tilburg University geven

gemiddeld een 4,09 (schaal van 1-5) op de

vraag naar de algemene tevredenheid over

de studie. Deze tevredenheid ligt daarmee

duidelijk hoger dan in 2014 (4,00) en 2013

(3,92) en hoger dan het landelijke

gemiddelde voor universiteiten (4,04).

Van de dertien Nederlandse universiteiten

behaalt Tilburg University in 2015 qua

algemene tevredenheid een gedeelde

derde positie. In 2014 was dit nog een

zesde en in 2013 een tiende positie.

Keuzegids Masters 2015

60

2012

60

2013

61,5

2015

59

2014

De Nationale Studentenenquête 2015

3,92

2013

4,09

2015

4,00

2014

55

University masters zijn vergeleken met

masters elders. Nummer één posities

zijn er voor de masters Strategic

Management, Rechtsgeleerdheid

(gedeeld), Fiscale Economie en Internati-

onal en European Law.

Het gemiddelde tevredenheidpercentage

over de negentien in 2015 beoordeelde

bachelors van Tilburg University is

66,9%. Dit is een stijging ten opzichte

van 2014 (65,2%), 2013 (60,4%) en 2012

(59,0%). Het gemiddelde tevredenheid-

percentage over de vierendertig in 2015

beoordeelde masters van Tilburg

University is 67,2%. Dit is een stijging

ten opzichte van 2014 (66,1%), 2013

(62,3%) en 2012 (63,6%).

Keuzegids Universiteiten 2016 (verschenen november 2015)De Keuzegids Universiteiten vergelijkt en

beoordeelt alle wo-bacheloropleidingen.

Tilburg University wordt, over alle studies

gezien, gemiddeld beoordeeld met 64

punten. Dit is hoger dan in 2015 (63),

2014 (61,5) en 2013 (58,5) en ook hoger

dan het landelijke gemiddelde (61,9).

Tilburg University bekleedt van de

veertien universiteiten een vierde plaats.

In 2015 was dit een zesde plaats, in 2014

een negende plaats en in 2013 een elfde

plaats.

De bachelors Economics en Liberal Arts

en Sciences behoren volgens de normen

van het C.H.O.I. tot de top van het

Nederlandse wetenschappelijk

onderwijs. Aan deze bachelors is het

kwaliteitszegel ‘topopleiding’ toegekend.

Van de niet-unieke bachelors van Tilburg

University behalen Online Culture,

Communicatie- en Informatie-

wetenschappen, Liberal Arts en Sciences

(gedeeld), Economics, International

Business Administration, Fiscale

Naast deze oordelen geeft Elsevier extra

kwaliteits- en achtergrondinformatie per

opleiding.

Volgens hooglerarenTilburg University wordt in 2015 evenals

de voorgaande jaren het best beoordeeld

door hoogleraren van de specialistische

universiteiten. Tilburg University heeft

volgens de hoogleraren de beste

opleiding in liefst vier van de zes

vakgebieden bij Economie en Recht:

Accountancy, Economie, Econometrie en

Operationele Research en Fiscaal Recht.

Verder heeft Tilburg University ook nog

de beste opleiding in het vakgebied

Communicatie- en Informatieweten-

schappen.

Volgens studentenVolgens de studenten behaalt Tilburg

University een tweede plek op de

ranglijst van beste specialistische

universiteiten. In 2014 was dit nog een

eerste plaats. Deze daling wordt

veroorzaakt doordat Wageningen

University dit jaar voor het eerst is

meegerekend in deze categorie. Deze

universiteit prijkt op nummer één. Op de

totale ranglijst van universiteiten scoort

Tilburg University in 2015 een vijfde

plaats. Dit was in 2014 nog een tweede

plaats en in 2013 een 10e plaats (volgens

studenten).

Elsevier Beste Studies 2015Zes van de niet-unieke bachelors van

Tilburg University worden door studen-

ten als beste van Nederland beoordeeld:

Communicatie- en Informatieweten-

schappen, Economie, Fiscale Economie,

International Business Administration

(In Elsevier International Business),

Psychologie (gedeeld) en Liberal Arts en

Sciences (in Elsevier niet vergeleken met

University Colleges).Veertien Tilburg

Economie, Global Law (gedeeld) en

Bestuurskunde (gedeeld) een nummer

één positie. Ook Economie en Bedrijfs-

economie scoort met een tweede positie

erg goed en moet alleen de bachelor

Economics van Tilburg University (in

dezelfde ranking) voor laten gaan.

Van de negentien beoordeelde bachelors

scoren er negen beter en zes slechter

dan een jaar eerder. Voor twee bachelors

bleef de beoordeling gelijk en voor twee

bachelors is geen vergelijking mogelijk.

Elsevier Beste Studies 2015.Gemiddelde tevredenheidspercentage over de bachelors

59

2012

60,4

2013

66,9

2015

65,2

2014

Keuzegids Universiteiten 2016

58,5

2013

61,5

2014

63

2015

64

2016

Elsevier Beste Studies 2015. Gemiddelde tevredenheidspercentage over de masters

63,6

2012

62,3

2013

66,1

2014

67,2

2015



In 2015 kregen vijf opleidingen van TIAS

het predicaat ‘topopleiding’ in de

Keuzegids Masters: de Executive Master

of Public and Non-profit Management,

de Executive Master of Management in

Education, de Executive Master of

Management en Organization, de

International MSc in Business

Administration (voltijd en deeltijd) en de

Executive Master of Operations and

Supply Chain Excellence. De Executive

Master of Real Estate en de Executive

Master of Finance and Control behoren

eveneens tot de top van Nederland.

Daarnaast geeft het Beste Studies

onderzoek 2015, uitgevoerd door

Elsevier, de TIAS fulltime International

Master in Business Administration

(MScBA) de hoogste score van alle

Nederlandse MSc in Business

Administration aan de universiteiten.

Studenten geven vooral een hoge score

aan de hoogleraren. Ook het onderzoek

en de kwaliteit van het onderwijs van

deze opleiding worden door de

studenten gewaardeerd. De ranglijsten

van Elsevier zijn gebaseerd op de

resultaten van de Nationale Studenten

Enquête (NSE).

Positie van TIAS op Financial Times ranglijsten in 2015

Ranglijst Programma Wereld Europa Nederland

European Business School Ranking Alle programma’s - 23 2

EMBA Ranking EMBA 73 18 2

Masters in Management International MSc in Business Administration 65 55 4

Executive Education – Customized CSP programma’s 66 28 1

Executive Education – Open Open programma’s 71 29 2

Global MBA International Full-time MBA 97 27 2

57

3.3 Onderwijsprogramma’s

3.3.1 RELEVANTE ONTWIKKELINGEN PER FACULTEIT

Outreaching Honors ProgramHet Outreaching Honors Program bereidt talentvolle studenten voor op een leiderschapsfunctie in de maatschappij. Dankzij een unieke en succesvolle belcampagne onder alumni en de Vrienden van Cobbenhagen en de betrokkenheid van het College van Bestuur is de uitvoering van het programma ook voor de komende jaren gewaarborgd. Het accent in het programma ligt op het nemen van verantwoordelijkheid en regie voor het eigen handelen, bij samenwerking en in de maatschappij. Het afgelopen jaar verschoof het accent naar activering en bewustwording rond de sociale, ecologische problemen in de maatschappij en het vergroten van het vermogen om bij te dragen aan oplossingen.

Tilburg School of Econo-mics and Management

Hogere instroom van studentenIn september 2014 werd de faculteit

geconfronteerd met een veel lager aantal

inschrijvingen dan in voorgaande jaren.

Reden voor het management team om

samen met de opleidingsdirecteuren,

opleidingscoördinatoren, docenten en de

medewerkers van Education and Research

Marketing een tandje bij te zetten in de

werving. Met resultaat: in september 2015

steeg het aantal eerstejaars bachelorstu-

denten (‘eerstejaars instelling’) van 780

naar 885, het aantal pre-masterstudenten

verdrievoudigde naar meer dan 750, en de

instroom in de masterprogramma’s

groeide van 797 naar 978.

Nieuw ontwerp voor Economie en BedrijfseconomieGewaarschuwd door de lagere instroom

in 2014 is het proces opgestart om het

bachelorprogramma Economie en

Bedrijfseconomie grondig door te

lichten. Na uitvoerige consultatie bij

studenten en stakeholders hebben de

opleidingsdirecteuren een nieuw ontwerp

opgeleverd. Onderdelen van dit ontwerp

zijn een brede oriëntatie in het eerste

jaar, een leerlijn die studenten voorbe-

reidt op het omgaan met multidiscipli-

naire maatschappelijke uitdagingen en

de mogelijkheid om stage te lopen en op

uitwisseling te gaan. Het programma

nieuwe stijl gaat in september 2016 van

start.

Toename aantal uitwisselingsstudentenDe faculteit heeft internationalisering van

opleidingsprogramma’s en studenten-

populatie hoog in het vaandel staan.

Onderdeel van de internationaliserings-

strategie van de faculteit is het

stimuleren en faciliteren van studenten-

uitwisseling. Om een groei van deze

uitwisseling mogelijk te maken, zijn

zogenoemde ‘mobility windows’ in alle

bachelorprogramma’s gecreëerd.

Daarnaast is gericht geïnvesteerd in

professionele ondersteuning. In het voor-

jaar van 2015 bleek dat het aantal

exchange studenten van de faculteit in

vijf jaar tijd meer dan verdubbeld is, met

een groei van 177% van het aantal

studenten dat buiten Europa op

uitwisseling gaat.

Samenwerking met buitenlandse partnerinstitutenIn 2015 was de faculteit zeer actief in het

aangaan en versterken van relaties met

buitenlandse partnerinstituten. Er zijn

bezoeken gebracht aan een groot aantal

universiteiten, business schools, centrale

banken, ondernemingen en alumni

chapters in diverse landen, waaronder

China, Colombia, Finland, Singapore en

Turkije. Op de agenda stonden samen-

werkingsmogelijkheden rondom ‘double

degree programs’, studentenuitwisseling,

joint PhD-doctorates en onderzoeks-

samenwerking.

ReputatieIn 2015 heeft de faculteit uitstekend

gescoord in de Elsevier Ranking 2015 en

de Keuzegids Universiteiten 2016. Van

beide hebben studenten drie

bacheloropleidingen (Economics, Fiscale

Economie en International Business



Administration) als beste in hun soort in

Nederland beoordeeld. De Keuzegids

kende voor het derde jaar op rij het label

Topprogramma toe aan het

bachelorprogramma Economics. De

Elsevier Ranking en de Keuzegids

baseren hun score voor een belangrijk

deel op de Nationale Studenten Enquête,

die jaarlijks wordt afgenomen onder

studenten van alle hogescholen en

universiteiten.

Tilburg Law School

Law clinicsDe faculteit heeft dit jaar met veel succes

het onderwijsconcept van de law clinics

geïnitieerd. Deze clinics zijn een mooi

voorbeeld van de nieuwe onderwijsvisie

van de universiteit, waarin kleinschalig

onderwijs en het toepassen van

verworven academische kennis bij het

oplossen van maatschappelijke

vraagstukken belangrijke pijlers vormen.

Instanties en bedrijven als BMW, het EU

Asylum Agency, ASML en de gemeente

Tilburg hebben inmiddels vragen waar zij

in de praktijk mee worstelen neergelegd

bij groepjes masterstudenten. Onder

begeleiding van docenten en in

samenwerking met de opdrachtgevers

werken de studenten de vragen uit tot

een onderzoeksopdracht. Na een

intensieve periode presenteert de groep

het eindresultaat. Veel indruk op

studenten en docenten maakte dit

voorjaar de op Malta georganiseerde law

clinic bij het European Asylum Agency.

De clinic bood hen de unieke kans de

hier in Tilburg verworven kennis in te

zetten bij de aanpak van het actuele

vluchteling drama.

M20: de Digital Global ClassroomIn maart 2015 is de op maat ingerichte

conference zaal van de rechtenfaculteit

officieel geopend. De Digital Global

Classroom geeft docenten de

mogelijkheid om videoconferencing in te

zetten in het onderwijs. Studenten en

docenten zijn enthousiast over de

stabiliteit en kwaliteit van de

verbindingen. In de collegezaal leverden

exclusieve gastdocenten op afstand hun

bijdrage aan het onderwijs. Ook

verdedigden studenten die niet in

Nederland waren bijvoorbeeld hun

scriptie. Voor de internationale studenten

bleek de Digital Global Classroom

eveneens een meerwaarde te hebben:

hun familie kon inbellen om zo toch in

beeld en geluid aanwezig te zijn bij de

verdediging van hun scriptie.

De Digital Global Classroom trok zelfs

koninklijke aandacht: tijdens het

staatsbezoek van de koning en koningin

aan Canada is de Digital Global

Classroom aan hen gepresenteerd.

Redesign Master RechtsgeleerdheidMet ingang van 1 september 2015 is de

grootste masteropleiding, de master

Rechtsgeleerdheid volledig in een nieuw

jasje gestoken. De opleiding leidt

59

studenten op tot specialistische

generalisten. Bij de Tilburgse aanpak

wordt de brede multidisciplinaire basis,

bestaande uit drie verdiepende vakken

(Privaatrecht, Strafrecht en Staats- en

Bestuursrecht), aangevuld met een

specialisatie naar keuze. Ook leren de

studenten oog te hebben voor de

internationale, maatschappelijke en

tegelijkertijd multi-/interdisciplinaire

context waarin het recht en de jurist zich

bevinden. Met de invoering van de

redesign is het scriptietraject eveneens

herzien. De scriptie vormt een rode

draad door de opleiding en het traject

kent duidelijke deadlines. De faculteit

hoopt dat de scriptie hierdoor minder

problemen oplevert.


Bachelorprogramma Global Management of Social IssuesHet nieuwe bachelorprogramma Global

Management of Social Issues ging in

september 2015 van start met een boven

verwachting hoge instroom van ongeveer

zestig studenten afkomstig uit bijna

twintig verschillende landen. De

totstandkoming van het programma was

het resultaat van nauwe samenwerking

tussen diverse TSB-departementen:

Organization Studies, Human Resource

Studies, Sociology en Methodology and

Statistics. Het programma heeft een

sterke, internationale focus. Inhoudelijk

staat de aanpak van complexe, moeilijk

oplosbare maatschappelijke

vraagstukken centraal, die relevant zijn

voor de hedendaagse samenleving,

zogenaamde ‘wicked problems’.

Voorbeelden zijn klimaatverandering,

vergrijzing of werkloosheid.

Resultaatgericht BKO-beleidDe faculteit wil dat onderwijsgevende

staf, inclusief universitaire hoofddocen-

ten en hoogleraren, de basiskwalificatie

onderwijs (BKO) behaalt. Het ‘BKO-re-

sultaat’ is regelmatig onderwerp van

gesprek tussen management team en

departementsvoorzitters die periodiek

vergelijkende overzichten tussen de

departementen ontvangen. Nieuwe

stafleden zijn verplicht de BKO te

behalen, zoals ook aangegeven is in hun

aanstellingsbrief. Uitreiking van de

certificaten vindt plaats door de

vicedecaan onderwijs tijdens feestelijke,

facultaire bijeenkomsten. Dankzij deze

gerichte aandacht heeft ongeveer 85%

van alle stafleden die ervoor in aanmer-

king kwam per 31 december 2015 de BKO

behaald. Van de resterende docenten is

de verwachting dat zij de BKO begin

2016 behalen.

Accreditatie Research Master Individual Differences and AssessmentDe tweede TSB-Research Master

Individual Differences and Assessment

(IDA) ontving haar accreditatie van de

KNAW over de Toets Nieuwe Opleiding

halverwege 2015. Deze tweejarige

opleiding start in het studiejaar 2016-2017.

De werving voor studenten is sindsdien

in volle gang. De Research Masteroplei-

ding is uniek in het Nederlandse

psychologisch domein. Departementen

Developmental Psychology, Medical and

Clinical Psychology, Human Resource

Studies en Methodology and Statistics

werken er inhoudelijk samen.

Voorbereiding curriculum-herziening Bachelor PsychologieSinds de invoering van het bachelor-mas-

tersysteem is het curriculum van de

bachelor Psychologie nauwelijks

gewijzigd. Wat wel veranderd is, zijn de

studentenpopulatie, de inrichting van de

aansluitende masterprogramma’s aan

Tilburg University en de maatschappelijke

wensen van wetenschappelijke opleidin-

gen in de psychologie. Daarom volgt er

een herprofilering van de opleiding. Die

heeft als doel de opleiding beter te laten

aansluiten bij de nieuwe situatie.

Daarnaast is het doel om, ondanks goede

externe en interne beoordelingen, het

afnemende aantal studenten te keren,

door de opleiding aantrekkelijker te

maken voor een grotere groep studenten.

Sterke punten worden uiteraard behou-

den en/of uitgebreid. Ook is besloten om

vanaf 2016-2017 een Engelstalige variant

van de bacheloropleiding Psychologie te

ontwikkelen. Hiermee wil de faculteit

meer buitenlandse studenten aantrekken

en zo de diversiteit van de studenten-

populatie vergroten.

Het nieuwe curriculum wordt vanaf de

start van studiejaar 2016-2017 geleidelijk,

dat wil zeggen vanaf het eerste bachelor-

jaar, ingevoerd. Vanaf dit studiejaar is

ook de numerus fixus die nog gold voor

de instroom in 2015-2016 afgeschaft.


University College TilburgLiberal Arts and Sciences wordt de

opleiding van University College Tilburg.

Dit is besloten door de faculteit en het

College van Bestuur. De beslissing doet

recht aan wat de bestaande opleiding

van meet af aan beoogde. De opleiding

kan met de nieuwe naam sterker

bijdragen aan de reputatie van Tilburg

University, in Nederland en daarbuiten.

De nieuwe naam moet bijdragen aan

substantiële groei. Het doel is om van



minder dan honderd studenten per jaar

te groeien naar een instroom van

tweehonderd studenten per jaar. Om de

doorontwikkeling naar een University

College mogelijk te maken worden

onderdelen science op het vlak van

neurowetenschappen aan het curriculum

toegevoegd. Ook krijgt de opleiding een

duidelijker en meer geconcentreerde

locatie op de campus. Studenten die

daarvoor kiezen kunnen vanaf september

2016 dichtbij de campus wonen. Een

groot deel van de investeringen wordt

ingezet op het gebied van kleinschaligere

onderwijswerkvormen en intensivering

van de onderwijskwaliteit in de vorm van

multidisciplinaire teamteaching.

Vernieuwing onderwijs cultuurwetenschappenHet bacheloronderwijs Algemene

Cultuurwetenschappen (ACW) en het

masteronderwijs Kunst- en Cultuurwe-

tenschappen (KCW) zijn volledig

vernieuwd. Sinds september 2015

worden de opleidingen in de vernieuwde

vorm aangeboden. Doel van vernieuwing

is het vergroten van de aantrekkings-

kracht voor studenten en een duidelijkere

profilering ten opzichte van andere

Nederlandse opleidingen. De bachelor-

opleiding ACW heeft als titel ‘Online

Culture: arts, media en society’ en bevat

vier profilerende tracks, waaruit de

student er één kiest. Daarnaast is er een

gemeenschappelijk deel met als

verbindend thema de bestudering van

een cultuur die in toenemende mate

wordt gekenmerkt door virtuele werkelijk-

heden en online verlopende processen.

De vier profilerende bachelortracks zijn:

A. Digital Media

B. Arts in the Public Sphere

C. Global Communication

D. Het bachelordeel van de universitaire

lerarenopleiding Nederlands

In de masteropleiding heeft de student

de keuze uit vijf tracks:

A. Art, Media and Society

B. Global Communication

C. Jeugdliteratuur

D. Management of Cultural Diversity

E. Ritual in Society


Start Master Universitaire Lerarenopleiding Godsdienst en Levensbeschouwing De nieuwe tweejarige lerarenopleiding

Godsdienst en Levensbeschouwing is

geaccrediteerd. De commissie die de

opleiding toetste was zeer positief over

de verbinding tussen de theologisch

inhoudelijke en de didactische lijn in het

curriculum. De opleiding is in september

2015 van start gegaan met in totaal

veertien studenten.

Blended learningDe faculteit investeert in onderwijs-

innovatie. We doen dit onder meer

door onderwijs in de talen Grieks en

Hebreeuws, in wijsbegeerte, de

systematische theologie en in de

bijbel wetenschappen op een intensieve

manier digitaal te ondersteunen en soms

zelfs geheel online aan te bieden. Docent

Hebreeuws Piet van Midden, pionier op

61

dit gebied, kreeg in december de

Tilburgse onderwijsinnovatieprijs voor

zijn verdiensten op dit gebied.

TIAS School for Business and Society

OntwikkelingenIn 2015 heeft TIAS ingezet op de verdere

implementatie van de School for

Business and Society. Zo is er een

Business and Society Competency

Framework ontwikkeld (in plaats van een

stand-alone module of colloquium) waar-

mee de vier gebieden Responsible

Leadership, Collaboration, Business

Modeling en Sustainable Innovation een

plaats krijgen binnen iedere opleiding of

programma, maar waarbij er ruimte is

voor maatwerk. Daarnaast is er verder

ingezet op een leven lang leren door de

inrichting van een afdeling Career

Development and Alumni Relations, en

blijft de faculteit aandacht besteden aan

de veranderende vorm van het onderwijs

door in meer programma’s gebruik te

maken van blended learning. Alle

beschreven ontwikkelingen zijn opgeno-

men in de onderwijsvisie van TIAS die in

2015 is uitgewerkt.

KwaliteitDe kwaliteit van TIAS werd in 2015

bevestigd door de positieve NVAO-be-

oordeling van enkele masterprogram-

ma’s, de accreditatie van de

specialisatietrack Investment Manage-

ment van de part-time en full-time

MScBA-opleidingen door het Chartered

Financial Analyst Institute (CFA), de

accreditatie van de accountancy

programma’s door CEDEO en de accredi-

tatie van de Executive Master of Real

Estate door RICS. Daarnaast kregen vijf

opleidingen van TIAS het predicaat

topopleiding in de Keuzegids Masters en

geeft het Beste Studies onderzoek 2015,

uitgevoerd door Elsevier, de TIAS

full-time MScBA de hoogste score van

alle Nederlandse MSc in Business

Administration aan de universiteiten.

3.3.2 ACCREDITATIE

In 2015 zijn de volgende (leraren)

opleidingen geaccrediteerd:

• Master LVHO in Nederlands

• Master LVHO in Filosofie

• Master LVHO in Maatschappijleer en

Maatschappijwetenschappen

• Master LVHO in Algemene Economie

• Master LVHO in Management en

Organisatie

Daarnaast is de NVAO tot een positief

advies gekomen ten aanzien van de

educatieve minoren binnen de opleidin-

gen:

• Algemene Cultuurwetenschappen

• Communicatie- en Informatieweten-

schappen

• Wijsbegeerte

Voor een volledige lijst met opleidingen

en de vervaldatum van de accreditaties,

zie bijlage C.2.12



De visie internationaalWat is de internationale visie van Tilburg

University? Over die vraag heeft een

werkgroep onder leiding van de decaan

van TiSEM zich gebogen. Uitgangspunt

is dat internationalisering onlosmakelijk

is verbonden met onderwijs, onderzoek

en dienstverlening. De werkgroep

formuleerde de volgende aandachtspun-

ten: het bevorderen van internationale

mobiliteit, internationalisering van het

curriculum en campus en het participe-

ren in internationale strategische

allianties. De afronding en implementa-

tie van de strategie vindt plaats in 2016.

Samenwerking in programma’s en brandingDe universiteit heeft in de periode van

2009-2013 projectsubsidie van OCW

ontvangen voor het stimuleren van

internationale joint programs. Uit de

evaluatie in 2015 bleek dat het opzetten

van een gezamenlijk programma met

een buitenlandse partner een complex

traject is.

Wanneer Nederlandse universiteiten meer

samenwerken vergroten zij de kans op

een betere positie in de ‘international war

for talent’. De Collegevoorzitter heeft in

2015 deelgenomen aan de OCW-missie

naar Canada. Ook participeerde Tilburg

University in diverse landelijke beurzen-

programma’s gericht op het aantrekken

van internationaal talent, zoals het

Liberation scholarship, het Orange Tulip

Scholarship en het nieuwe Holland

Scholarship program.

China officeTilburg University heeft sinds 2012 een

permanente vertegenwoordiging in

Beijing. Het kantoor speelde een

belangrijke rol in de positionering van

Tilburg University op de Chinese hoger

onderwijsmarkt. Dit heeft geleid tot

3.4 Internationalisering

63

Beurzen en samenwerkings-verbanden Tilburg University participeert sinds 2014

in Eurosa: een Europees- Zuid-Afrikaans

samenwerkingsverband. Via dit beurzen-

programma volgden elf Zuid-Afrikaanse

studenten een masteropleiding in

Tilburg. Verder ontvingen we één

promovendus en drie stafleden. Vanuit

Tilburg vertrokken twee stafleden voor

een kort verblijf in Zuid-Afrika. Het

JoinEU-SEE richt zich op mobiliteit van

en naar de West-Balkan. De universiteit

leverde één promovendus, vier exchange

studenten, zeven masterstudenten en

een stafmedewerker voor het program-

ma. Drie van de medewerkers hebben

een beurs ontvangen voor een verblijf

van een maand bij een partnerinstelling

in de West-Balkan.

In 2015 nam Tilburg University deel aan

het ULISES programma met Zuid-

Amerika. Dit project onder coördinatie

van de Universidad de Barcelona richtte

zich op expertise-uitwisseling rond

mobiliteit en inzetbaarheid tussen

Europese en Zuid-Amerikaanse universi-

teiten.

Volgend op het eredoctoraat in 2012 voor

mevr. Ellen Johnson Sirleaf, Nobel

prijswinnaar en president van Liberia, is

een samenwerkingsverband gesloten met

de University of Liberia. De afgelopen

drie jaar hebben vijf Liberiaanse studen-

ten een beurs ontvangen voor het volgen

van een masteropleiding in Tilburg.

Professors for Development, een initiatief

van emeriti hoogleraren, ondersteunde

hun Liberiaanse collega’s in het ontwikke-

len van een nieuwe minor Entrepreneur-

ship. Deze minor is in 2015 van start

gegaan aan de University of Liberia.

intensieve partnerschappen met een

tiental instellingen, een sterke toename

van het aantal promovendi vanuit het

Chinese Scholarship Council en een

actieve alumnivereniging in China. Op

basis van deze resultaten is besloten de

aanwezigheid in China de komende jaren

voort te zetten.

Erasmus Plus non-EUHet nieuwe Erasmus Plus programma

biedt een nieuwe subsidie voor mogelijk-

heden buiten Europa. Tilburg University

heeft samen met haar buitenlandse

partners projectvoorstellen ingediend. Zes

aanvragen waren succesvol. Hierdoor is

de komende jaren subsidie beschikbaar

voor de uitwisseling van studenten en staf

met partnerinstellingen in China,

Zuid-Afrika, Peru, Singapore, Rusland en

de Verenigde Staten.

Internationale mobiliteit Van de afgestudeerde bachelorstudenten

volgde bijna 25% een deel van de studie

in het buitenland: dat is een stijging van

4%. Tilburg University verwelkomde 515

uitwisselingsstudenten op de campus.

Deze groep buitenlandse studenten

leverde een belangrijke bijdrage aan het

realiseren van een ‘international

classroom’ waarin studenten door

samenwerking hun internationale en

interculturele vaardigheden ontwikkelen.

Daarnaast was er aandacht voor virtuele

mogelijkheden. In het project Link Class

van TSB werkten studenten van TSB en

ESAN (Peru) samen in virtuele teams.

TLS ontwikkelde met haar partners

Windsor (Canada) en Stanford

(Verenigde Staten) een Mobile Digital

Classroom.



3.5 Verslag procedures klachten, beroepen en bezwaren

Tilburg University doet er alles aan om klachten te voorkomen. Toch kan het zijn dat niet iedereen tevreden is met onze dienstverlening.

Studenten kunnen conform artikel 7.59a van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) op één plek klachten, bezwaar- en beroepschriften indienen en informatie en advies inwinnen over deze procedures. Dit kan online via de website van de universiteit bij het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK). Betrokkenen die geen administratienummer van de universiteit hebben kunnen hun klacht, bezwaar- of beroepschrift schriftelijk indienen. Op de genoemde website is ook het uitgebreide jaarverslag van het CLGK te raadplegen.

65

In 2015 is er een toename van elf

klachten ten opzichte van 2014,

voornamelijk door studenten van TiSEM.

Studenten van TSH hebben minder

klachten ingediend. Bij de afhandeling

van klachten is een toename te zien bij

TiSEM en TSB. Facility Services en

General Services hebben beduidend

minder klachten afgehandeld. Ook

Student Services heeft minder klachten

afgehandeld. Wel is een toename te zien

bij de klachten afgehandeld door de

Tentamenorganisatie (2015: 11; 2014: 5).

Er zijn in 2015 meer klachten over

tentamens (2015: 68; 2014: 45). Deze

toename is met name te zien bij de

klachten over de bekendmaking van de

uitslag van tentamens (2015: 27; 2014:

11). Er is een lichte toename van klachten

over onderwijs, vooral te zien bij het

onderwerp onderwijsorganisatie (2015:

11; 2014: 7). Er is een afname van

klachten over voorzieningen van Tilburg

University (2015: 3; 2014: 12).

Faculteit/dienst studenten van afhandeling door

2015 2014 2015 2014

TiSEM 52 30 38 15

TSH 6 12 2 5

TST 0 0 0 0

TLS 22 26 16 19

TSB 26 27 20 12

FS/GS 2 11

CS 1 0

LIS 3 5

StS 24 28

Totaal 106 95 106 95

Klachten over 2015 2014

Diversen 7 12

Scriptie 3 2

Onderwijs 17 13

Tentamens 68 45

Voorlichting 0 1

Examencommissie 0 5

Medewerkers TiU 8 5

Voorzieningen TiU 3 12

Totaal 2015 106 95

3.5.1 CENTRAAL KLACHTENLOKET



3.5.2 COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Op grond van de WHW kunnen studenten beroep instellen bij

het College van Beroep voor Examens (CBE) tegen bijvoorbeeld

beslissingen van examencommissies, beslissingen omtrent het

Bindend Studie Advies en toelating tot een masteropleiding.

In 2015 zijn er in totaal 151 beroepen bij het CBE ingediend

(2014: 160; 2013: 152). In onderstaande tabel is te zien hoe de

beroepen zijn afgehandeld.

Beroepen per faculteit

Totaal Door-gezonden

Minnelijke schikking

Ingetrokken Uitspraak Gegrond Ongegrond Niet- ontvankelijk

TiSEM 66 0 31 25 10 0 9 1

TLS 46 2 24 10 10 0 8 2

TSB 24 1 11 9 3 0 3 0

TSH 14 3 7 3 1 0 1 0

TST 1 0 1 0 0 0 0 0

Totaal 2015 151 6 74 47 24 0 21 3

Totaal 2014 160 7 55 75 23 2 20 1

In 2015 heeft één student hoger beroep ingesteld bij het College

van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) tegen een

uitspraak van het CBE. Dit beroep werd ongegrond verklaard.

De beroepen die ter zitting werden behandeld hadden

betrekking op:

• Tentamenbeoordeling (3)

• Extra tentamengelegenheid/vervangend tentamen (6)

• Fraude (2)

• Toelating (4)

• Legitimatie tentamen (1)

• Vrijstelling (1)

• BSA (1)

• Uitsluiting deelname tentamen (1)

• Uitstel thesis (1)

• Exchange (1)

67

Bezwaren Doorgezonden Minnelijke schikking Ingetrokken Advies van de CABB Besluit College van Bestuur

Totaal 2015

25 6 12 3 4 4

Gegrond: 0 Gegrond: 0

Ongegrond: 4 Ongegrond: 4

Totaal 2014

60 5 35 16 4 4

Gegrond: 0 Gegrond: 0

Ongegrond: 3 Ongegrond: 3

Kennelijk niet- ontvankelijk:

1 Kennelijk niet- ontvankelijk:

1

3.5.3 COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN

Indien een student het niet eens is met een besluit dat door of

namens het instellingsbestuur is genomen, kan hij of zij

hiertegen bezwaar aantekenen. Het gaat hier bijvoorbeeld om

inschrijving, inschrijving met terugwerkende kracht, uitschrij-

ving en restitutie of de hoogte van het collegegeld. Tilburg

University heeft een geschillenadviescommissie (CABB) die aan

het College van Bestuur advies uitbrengt over deze bezwaren. In

2015 zijn er in totaal vijfentwintig bezwaren ingediend (2014: 60,

2013: 58). In onderstaande tabel is te zien hoe de bezwaren zijn

afgehandeld.

De bezwaren die ter zitting zijn behandeld hadden betrekking op:

• toekenning van een beurs (3)

• tarief collegegeld (instellingscollegegeld) (1)

In 2015 heeft er geen student beroep ingesteld tegen het besluit van het College van Bestuur bij het CBHO.


‘Studenten weten helaas te weinig over de

medezeggenschap en beseffen onvoldoende het

belang ervan.’

Interview

69

‘De universiteit moet, net als de student, presteren’

De maatschappij, de universiteit en ik

“De academische vrijheid spreekt mij erg

aan en ik heb iets met recht en onrecht.

Dat was de reden voor mij om, na een

jaar hbo-hotelmanagement in Breda,

toch een andere weg in te slaan. Ik

schakelde over op Nederlands Recht in

Tilburg. Bij de studievereniging Magister

kwam ik in 2014 in aanraking met het

medezeggenschapsorgaan Vrijspraak.

Daar kon ik echt mijn ei kwijt. Vanaf het

begin vond ik het heerlijk om mee te

mogen praten, onder meer als coördina-

tor van de opleidingscommissie van de

fractie Vrijspraak.”

“Tijdens bijeenkomsten hebben we het

over onderwerpen die ons directe

onderwijs betreffen. Denk aan het

verbeteren van syllabi, de redesign van

een masteropleiding of de criteria voor

een mondeling tentamen. Je kunt dan

echt bijdragen aan de kwaliteit van de

besluiten. De kunst is niet alleen tegen te

zijn, maar ook oplossingen aan te dragen

en daaraan bij te dragen. Zo hebben we

duidelijk meegedacht over de eisen

waaraan moet worden voldaan voor een

mondeling tentamen. Ook verbeteren we

via een boekje de communicatie over de

regels rond examinering.”

Medezeggenschap moet zichtbaarder“Studenten weten helaas te weinig over

de medezeggenschap en beseffen

onvoldoende het belang ervan. Dat is

jammer. Onderwijs gaat namelijk over je

vorming en de kansen die je later hebt.

De medezeggenschap moet daarom

zichtbaarder worden. We moeten niet

alleen tijdens verkiezingscampagnes

zichtbaar zijn voor studenten, ook op

andere momenten. Om die reden heeft

Fractie Front (studentenfractie in

Universiteitsraad) de Medezeggen-

schapsvereniging Front opgericht, de

eerste in zijn soort ooit. Leuk dat ik

daarbij betrokken ben. Net als bij een

politieke partij gaan we onze ledenach-

terban regelmatig polsen over onderwer-

pen die studenten aangaan.”

“Door het oprichten van de vereniging

ben ik nu ook zijdelings betrokken bij de

Universiteitsraad. Front en SAM

verdedigen daar de studentenbelangen.

Daar spelen op dit moment mooie

thema’s, zoals de verplichte aanwezig-

heid bij hoorcolleges. Is dat eenrichtings-

verkeer nog wel van deze tijd?”

Toffe Peer-award“De medezeggenschap is goed geregeld

in Tilburg. De universiteit won niet voor

niets twee keer de Toffe Peer-award, de

prijs voor het Nederlandse universiteits-

bestuur dat het beste omgaat met de

medezeggenschap. Volgens mij komt dit

doordat er daadwerkelijk geluisterd

wordt. Het is te merken dat voorstellen

serieus worden genomen en vaak

daadwerkelijk worden overgenomen. De

tijden van de Universiteitsbibliotheek zijn

bijvoorbeeld aangepast en er is een

intensievere pasjescontrole gekomen.

Ook zijn er buiten bij gebouw W

werkplekken gekomen.”

“Ik zie het als mijn missie om het

onderwijs te verbeteren. Dat is juist nu

bijzonder belangrijk. Studenten moeten

in steeds kortere tijd hun prestaties

leveren. En ze maken, als gevolg van het

nu ingevoerde leenstelsel, serieuze

schulden. Dan mogen ze verwachten dat

ze voor dat geld ook hoge kwaliteit

geleverd krijgen. De universiteit mag bij

elke student incasseren, maar moet, net

als de student, ook presteren.”

“Wat ik in de toekomst ga doen, weet ik

nog niet precies. Ik zie mijzelf in dienst

bij een organisatie met een ideaal.”

Medezeggenschap is het helemaal voor Bo Backbier, studente Nederlands Recht, omdat ze de kwaliteit van het onderwijs wil verbeteren. Ze is erg te spreken over de mate waarin de universiteit luistert, maar ze blijft kritisch. ‘Nieuwe studenten maken als gevolg van het nu ingevoerde leenstelsel serieuze schulden. Zij mogen wat verwachten van de universiteit.’

Bo Backbier



71

4. Valorisatie



Noord-Brabant is een innovatieve provincie. Zowel op het gebied van technologische ontwikkelingen als op het gebied van social innovation is er veel beweging. In Brabant bestaan diverse netwerkorganisaties die ieder vanuit hun eigen thematische focus gericht zijn op het versterken van de innovatiekracht van de regio. Deze organisaties hebben een strategische functie (Brainport Network en de Strategic Board Delta Region) of een meer operationele rol waarbij er wordt gewerkt aan de realisatie van programma’s en projecten (Midpoint Brabant en Brainport Development). Tilburg University is bij alle vier de organisaties betrokken om zo vorm te geven aan de valorisatiedoelstelling van de universiteit: Understanding Society.

Brainport NetworkTilburg University is vertegenwoordigd in

Brainport Network (voorheen Brainport

2020). In 2015 is gekozen voor een sterke

focus op drie bovenregionale thema’s: de

aanpak van de arbeidsmarkt, het

stimuleren van snel groeiend, innovatief

ondernemerschap door een sluitende

kapitaalstructuur en de ‘Marsroute EU’

(lobby, EU programma’s en samenwer-

king). Voor ieder bovenregionaal thema

is een bestuurlijk trekker benoemd, die

lid is van de Brainport Network commis-

sie. Voor het programma Arbeidsmarkt

is dat prof. Ton Wilthagen van Tilburg

University. Hij vervult deze rol mede

vanuit Midpoint Brabant. Het is de

ambitie om Zuidoost-Nederland als

Europese innovatieregio verder uit te

bouwen en te versterken. De werkwijze is

bottom-up en gericht op kennisdeling en

het behalen van concrete resultaten. Zo

is op het gebied van de arbeidsmarkt een

Brainport Arbeidsmarkt Dashboard

ontwikkeld (zie ook Brainport Develop-

ment). Die wordt de komende tijd verder

ingericht en is op een interessante

manier te verbinden met de initiatieven

rond data science.

4.1 Tilburg University in de regio

73

Brainport DevelopmentBrainport Development is een economi-

sche ontwikkelingsorganisatie die samen

met partners uit bedrijfsleven, kennisinstel-

lingen en overheid werkt aan het versterken

van Brainport Regio Eindhoven. De

organisatie ondersteunt innovatieve

initiatieven uit de markt door het samen-

brengen van de juiste partijen. De

voorzitter van het College van Bestuur

vertegenwoordigt Tilburg University in het

bestuur van Brainport Development.

In 2015 droeg de universiteit rondom het

thema arbeidsmarkt bij aan projecten als

Brabant Talents en het Arbeidsmarkt-

dashboard (ook in samenwerking met

Midpoint Brabant onder de vlag van

Brainport Network). Op het gebied van

zorg en technologie is de proeftuin

E-health in voorbereiding op het snijvlak

van zorg en technology. Tranzo is hierbij

aangesloten. Op het gebied van

veiligheid neemt de universiteit deel aan

het Dutch Institute for Safety and

Security (DITSS). Onder die vlag heeft

het Tilburg Institute for Law en Techno-

logy een bijdrage geleverd aan de Dutch

Technology Week.

Delta RegionDe Strategic Board Delta Region is

gericht op de transitie van een lineaire

naar een circulaire economie. Zwaarte-

punt daarbij ligt op de sectoren Bio-

based, Logistiek en Maintenance. De

Strategic Board heeft daarbij als

doelstelling de bovenregionale triple

helix samenwerking te stimuleren,

grensoverschrijdende netwerkverbin-

dingen aan te leggen en te komen tot één

gemeenschappelijke innovatieagenda

voor de regio West-Brabant en Zeeland.

Daarnaast streven zij naar één gemeen-

schappelijke EU-agenda. Het actief

maken van deze verbindingen in triple

helix verband is de rode draad binnen de

Strategische Agenda. De secretaris van

de universiteit vertegenwoordigt Tilburg

University in het kenniscluster van de

Delta Region waaraan kennis- en

beroepsonderwijsinstellingen in

Zuid-Nederland deelnemen. Daarnaast is

een medewerker gedetacheerd in het

programmateam van de Strategic Board.

Sinds 2015 neemt de universiteit deel

aan het Campione project. Daarin

worden proefopstellingen geïmplemen-

teerd, fysiek on site, remote en virtueel.

Hierop worden geavanceerde Conditio-

ned Based Maintenace oplossingen

toegepast. Het DAF Technology Lab (een

virtual en mixed reality lab, ondergebracht

bij de Tilburg School for Humanities)

maakt deel uit van het Campione project.

Campione en DAF TechnologyLab zijn tot

stand gekomen dankzij ondersteuning

van de Strategic Board Delta Region.

Midpoint BrabantTilburg University geeft op diverse

manieren vorm aan de samenwerking

met Midpoint Brabant. Een aantal

hoogleraren heeft zitting in de stuurgroe-

pen van de programma’s van Midpoint

Brabant. Zowel op het gebied van

duurzaamheid, zorg en het arbeids-

marktprogramma draagt de universiteit

bij aan de realisatie van de regionale

doelstellingen. De rector magnificus

heeft zitting in het dagelijks bestuur van

Midpoint en is daarbinnen portefeuille-

houder voor social innovation. Daarnaast

heeft Tilburg University een medewerker

voor 0,4 fte gedetacheerd in Midpoint als

programmamanager Social Innovation.

De grote regionale projecten die in 2014

zijn gestart in het kader van de Alliantie

van Brabant kregen in 2015 hun vervolg.

De negen Hart van Brabant gemeenten

werken mee aan de Jeugdwerkloosheid-

vrije zone (JWL). Er is een programma-

manager aangesteld voor de verdere

implementatie en uitrol van het program-

ma (zie ook valorisatie bij TLS). De

proeftuin Dementie is in 2015 doorge-

groeid naar twintig ‘communities of

practice’. Tranzo draagt bij aan het

daarbij behorende onderzoek. Een

experiment rondom het toepassen van

nudging bij het scheiden van afval is

afgerond en krijgt in 2016 een vervolg.

Het Tilburg Center for Sustainability

werkt hierin samen met de Gemeente

Tilburg, BAT en Midpoint Brabant (zie

ook valorisatie TiSEM).

Valorisatieplan West- en Midden- BrabantTilburg University is één van de

partners in het Valorisatieplan West- en

Midden-Brabant. In dit plan wordt het tot

waarde brengen van kennis en innovatie

voor de samenleving centraal gesteld.

Het is een samenwerking tussen Tilburg

University, Avans Hogeschool en NHTV

Breda, waarbij Fontys ook is aangesloten.

Met deze partners delen wij de overtui-

ging dat innovatie de motor van de

economie is en dat we samen waardevol-

le steun kunnen geven aan het vormen

van vernieuwende ideeën en weten-

schappelijke kennis tot baanbrekende en

kansrijke ondernemingen. Om onderne-

merschap te stimuleren worden

structurele ketens gebouwd en veran-

kerd, dit gebeurd op de volgende drie

manieren:

1. Ondernemerschapsonderwijs in de

vorm van bachelor en mastervakken

2. Het begeleiden en faciliteren van

start-ups (studentondernemers) door

Starterslift

3. Het economisch vermarkten van

wetenschappelijke kennis, door

middel van Tilburg University

Ventures



Starterslift heeft als doel om kansrijke

startende ondernemers op weg te helpen

om hen te laten slagen in de markt en

daardoor een optimale bijdrage te

leveren aan de economie en werkgele-

genheid in de regio West- en Mid-

den-Brabant. Studenten, medewerkers en

alumni van Tilburg University die een

goed business idee hebben of recentelijk

een onderneming zijn gestart, kunnen

van Starterslift ondersteuning krijgen.

Een team van specialisten met ervaring

in ondernemerschap stelt alles in het

werk om ervoor te zorgen dat deze

veelbelovende bedrijven de beste start

kunnen maken. De pragmatische

aanpak, gecombineerd met een hands-

on mentaliteit, ondersteunt, spoort aan

en wijst de weg naar succes. Een breed

pakket aan dienstverlening waaronder

eigen fondsen staat hiervoor ter

beschikking. Het ondernemerscentrum

biedt kantoorruimte aan de starters en

vormt de spil voor de ondernemers van

Tilburg University.

De bij Starterslift aangesloten onderne-

mers behaalden een gezamenlijk omzet

van ruim 50 miljoen euro en realiseerden

625 full-time banen. Hiermee zijn de

economische resultaten voor 2015

ruimschoots gehaald.

Tilburg University VenturesTilburg University Ventures (TiUV) heeft

als doel om wetenschappelijke kennis

maatschappelijk en economisch te laten

benutten. Daarvoor worden vanuit

kennisposities producten, diensten of

spin-offs (ventures) ontwikkeld. Een

speciaal ingestelde Raad van Selectie

bestaande uit externe ondernemers en

bestuurders beoordeelt de ingebrachte

business cases op relevantie en

kansrijkheid.

In 2015 is de spin-off van logistieke

dienstverlener L-LogiC B.V. van start

gegaan. TiUV heeft verder gewerkt aan

een joint venture, waarin de universiteit

en CBusineZ samen participeren. Deze

spin-off start in 2016 en introduceert de

cognitieve app Remind op de markt.

TiUV stimuleert samenwerking met

maatschappelijke instellingen en

(regionaal) bedrijfsleven.

In 2015 zijn onder meer thematische

sessies georganiseerd met Midpoint, de

gemeente Tilburg en bedrijfsleven

rondom de arbeidsmarktinstrumenten

van ReflecT en met de Brabantse

Ontwikkelings Maatschappij over virtual

reality.

75

Field lab CampioneIn juli heeft OP Zuid 6 miljoen euro

toegekend aan het Field Lab Campione.

Dit project is gericht op het voorspellen

van onderhoud in de procesindustrie

die gebruik maakt van conditioneel

onderhoud en Big Data. Het Campione-

consortium, geleid door Henk Akkermans

(Departement Management), bestaat uit

organisaties als DAF, Delta, DOW Benelux,

Ericsson, FUJIFILM, Technische Universi-

teit Eindhoven, Tilburg University, en Avans

Hogeschool. Campione maakt gebruik van

het nieuwe DAF Technology Lab, en kan

bijdragen aan de start van nieuwe

bedrijvigheid en spin-offs in Brabant.

TSC helpt gemeente Tilburg met afvalreductieDe gemeente Tilburg heeft in samenwer-

king met het Tilburg Sustainability Center

een proef gedaan met verschillende

manieren om mensen aan te sporen meer

aan afvalscheiding te doen, waarbij

gekeken werd naar het effect op korte en

lange termijn van verschillende interven-

ties. Hebben ze geleid tot een permanente

gedragsverandering of niet? De voorlopige

resultaten lieten een afvalreductiepotenti-

eel van 15% zien. Dit onderzoek laat zien

hoe intensieve samenwerking tussen

overheid en kennisinstellingen leidt tot het

verwerven van nieuwe kennis over

manieren om hardnekkige problemen op

te lossen. Het vormt daarmee een mooi

voorbeeld van social innovation.

H2020 project ‘DOSSIER-Cloud’Mike Papazoglou en Willem-Jan van den

Heuvel (Department Management)

nemen deel aan het project DOSSIER-

Cloud. Zij werken hierbij samen met de

Technische Universiteit Milaan en Cyprus

University of Technology. Met het project

helpen zij organisaties om zogenoemde

‘application and delivery cycles in the

cloud’ te versnellen. Het project heeft

een budget van € 520.000, wordt

gesubsidieerd door de Europese

Commissie en start op 1 januari 2016.

Tilburg Law School

Kennisoverdracht en uitbreiding van netwerken: Innovation without BloopersTijdens de Dutch Technology Week in

juni 2015 is de allereerste master class

‘Innovation without Bloopers’ gehouden.

De Dutch Technology Week was een

initiatief van het samenwerkings verband

Brainport. Namens Tilburg Institute for

Law Technology (TILT) hebben de

onderzoekers Colette Cuijpers, Maša

Savic en Maurice Schellekens bijgedra-

gen aan deze masterclass voor

professionals. TILT werkte samen met

BCTL (Brainport Centre for Technology

en Law) en DITTS (Dutch Institute for

Technology, Safety en Security). Twee

andere partners in dit project waren

Louwers IP |Technology Advocaten en

Brabantse Ontwikkelings Maatschappij.

De masterclass stond in het teken van

de verschillende aspecten met betrek-

king tot privacy en intellectueel

eigendom in innovatie. De middag

bracht deelnemers met verschillende

achtergronden bij elkaar.

ReflecT draagt bij aan een regio zonder jeugdwerkeloosheidReflecT heeft in opdracht van Midpoint

een omvangrijk onderzoek uitgevoerd

naar jeugdwerkeloosheid en ‘moeilijk

bereikbare’ jongeren. Midpoint werkt

samen met het economisch bestuur van

de regio Midden-Brabant en de gemeen-

te Tilburg. Het onderzoek vormt de

empirische en wetenschappelijke basis

voor een breed regionaal programma dat

geïnitieerd is door prof. Wilthagen. Het

doel is om dankzij structurele hervormin-

gen de komende drie jaar een regio

zonder jeugdwerkeloosheid te vormen.

Deze aanpak wordt beschreven in de

EU-overeenkomst over de ‘Jongerenga-

rantie’, een regeling die jongeren aan

werk of verdere scholing helpt binnen de

vier maanden nadat zij werkeloos zijn

geworden of het onderwijs verlaten

hebben. ReflecT neemt actief deel aan

het monitoren van dit project via onder

andere een PhD-onderzoek.


Universiteit van NederlandPeter Achterberg, verbonden als

hoogleraar aan Tilburg University en een

van de Sociologen des Vaderlands, heeft

in de week van 28 september 2015 een

vijftal colleges verzorgd voor de

Universiteit van Nederland. Deze digitale

4.2 Valorisatieactiviteiten




universiteit biedt gratis online colleges

van de beste hoogleraren van Nederland.

Prof. Achterberg ging in zijn collegereeks

in op culturele dynamiek. Hoger- en

lageropgeleiden kijken anders aan tegen

wat belangrijk cultureel erfgoed is. Hij

ging in op ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur,

bijgeloof, hokjes denken, stereotypen en

de discussie over Zwarte Piet. Elk college

is tussen de 6.000 en 18.000 keer

bekeken.

Trauma- en Neuro-onderzoekDe departementen Cognitive Neuropsy-

chology (CNP) en Medische en Klinische

Psychologie (MKP) participeren in het

dertig miljoen Topzorg-project van

ZonMW. In samenwerking met het

Tilburgse Elisabeth-TweeStedenzieken-

huis wordt er wetenschappelijk onder-

zoek gedaan op het terrein van zeer

specialistische zorg. Negen promovendi

werken in dit kader aan een promotieon-

derzoek, vijf bij MKP in samenwerking

met Elisabeth Trauma en vier bij CNP in

samenwerking met Elisabeth Neuro. Het

trauma-onderzoek focust zich voorname-

lijk op de vraag welke patiënten na een

ongeval verhoogd risico lopen op een

slechtere uitkomst op korte en lange

termijn. Bij het neuro-onderzoek ligt de

nadruk op het verbeteren van diagnos-

tiek en behandeling van klachten of

stoornissen van geheugen en gedrag na

een hersenaandoening.

People Management CenterHet People Management Center (PMC)

is het platform voor co-creatie en

kennisdeling van de nieuwste weten-

schappelijke HRM kennis. Stafleden van

het departement Human Resource

Studies en negen bedrijven of netwerken

werken nauw samen op het gebied van

onderzoek en onderwijs. De negen

samenwerkende partners van het PMC

zijn TIAS, het netwerk van P&O directeu-

ren van STZ ziekenhuizen, Shell,

Rabobank, het POGG netwerk (HR

directeuren van de 24 100.000+

gemeenten), DLL, ING, Capgemini

Consulting en AON. Er zijn in 2015 weer

vier Roundtables georganiseerd rondom

de thema’s Engagement surveys, HR

Analytics, Inclusief HRM en de Participa-

tiewet en Robotisering, waarbij telkens

ongeveer veertig deelnemers aanwezig

waren. Bij de Roundtable over HR

analytics zelfs bijna zestig. Sinds 2015

worden deze Roundtables wisselend in

Tilburg en Utrecht gehouden om groter

bereik te creëren voor partners. Het PMC

verzorgt Executive training op HRM

gebied (zoals Advanced Human

Resource Program, het MMO, Master-

class HRM, en Strategisch HRM in VO),

voor HR professionals, lijnmanagers en

schoolbestuurders en levert inhoudelijke

bijdragen tijdens studiedagen van de

partners. In 2015 zijn acht excellente

studenten geselecteerd en geplaatst in

het extended master programma bij

partners of relaties van het PMC, te

weten Rabobank (2x), ING, DLL, AON,

TIAS, Mars en Heineken.


Globalization, Ageing, Innovation and Care (GAIC)Onder leiding van prof. dr. Mirjam van

Reisen werkte de faculteit samen met

internationale partners uit het bedrijfsle-

ven, niet-overheidsorganisaties en

universiteiten in het onderzoeksnetwerk

Globalization, Ageing, Innovation and

Care (GAIC). Het internationale netwerk

brengt stakeholders bijeen die werkzaam

zijn op het vlak van dienstverlening,

competentieontwikkeling en technologi-

sche innovatie in de wereld van de zorg.

De deelnemers zijn afkomstig uit rijke,

ontwikkelde landen en ontwikkelingslan-

77

den (met name Afrika). Tijdens netwerkbij-

eenkomsten wisselen deelnemers

informatie uit en is er de mogelijkheid om

nieuwe samenwerkingsvormen te smeden.

Tijdens één van de GAIC-bijeenkomsten

maakte de aanwezige minister van Liberia

bekend dat Liberia ebola-vrij was.

Vluchtelingen, migratie, integratie, mensensmokkelDiverse onderzoekers van TSH hebben in

2015 vanuit hun onderzoek regelmatig

bijgedragen aan het publieke debat over

de problematiek van migratie en

integratie als gevolg van de toenemende

vluchtelingenstroom naar Europa.

Bijvoorbeeld onderzoek van hoogleraar

Europese Studies prof. dr. Paul Scheffer

en arabist dr. Jan Jaap de Ruijter. Prof. dr.

Mirjam van Reisen heeft in 2015 door

haar publicaties en mediaoptredens de

aandacht gevraagd van politici in

Nederland, Europa en de VN voor het

structurele patroon van mensensmokkel

achter de problematiek van de Eritrese

vluchtelingenstroom.

Schilderijen van Vincent van Gogh Prof. dr. Eric Postma en promovendus

Nanne van Noord werkten samen met

de Rijksdienst voor het Cultureel

Erfgoed, het Van Gogh Museum in

Amsterdam en de Technische Universi-

teit Delft in een onderzoek (Scien-

ce4Arts) naar het kleurengebruik door de

schilder Vincent van Gogh. De door de

jaren heen ontstane verkleuring van zijn

schilderijen roept de vraag op hoe het

kleurengebruik van Van Gogh oorspron-

kelijk was bedoeld. Digitale reconstruc-

tietechnieken maken studies van het

oorspronkelijke kleurengebruik mogelijk.

In het onderzoek worden data verzameld

die afkomstig zijn vanuit kunsthistorisch

onderzoek, röntgenonderzoek en

onderzoek van verfmonsters. Postma en

Van Noord ontwikkelen een computer-

programma dat door middel van

simulaties in staat is te berekenen hoe

kleurelementen zich onder verschillende

omstandigheden hebben ontwikkeld en

zich in de toekomst naar verwachting

zullen ontwikkelen. De resultaten van het

onderzoek zijn bijvoorbeeld van belang

voor musea bij het beheer van schilderij-

en en de toepassing van museale

verlichtingstechnieken.

Taal en cultuur in BrabantHet College van Bestuur besloot de

bijzondere leerstoel ‘Diversiteit in taal en

cultuur in Brabant’, bekleed door prof. dr.

Jos Swanenberg, voor een nieuwe periode

van vijf jaar te verlengen. Deze bijzondere

leerstoel, gevestigd aan Tilburg University

door de Stichting Erfgoed Brabant,

wordt financieel ondersteund door een

meer jarige subsidie van de provincie

Noord-Brabant. De leerstoel geeft advies

en ondersteuning aan lokale en provincia-

le initiatieven en publieksactiviteiten op

het gebied van de talige en culturele

diversiteit in Brabant, en voor informatie-

verstrekking, direct door middel van

lezingen, voordrachten en publicaties

(ook voor het onderwijs) en indirect

door aanwezigheid in de gesproken en

geschreven media (regionaal en landelijk).


PublieksevenementenIn 2015 organiseerde de faculteit

themadagen, congressen, open colle-

ge-avonden en publieksactiviteiten.

Diverse evenementen werden met

partners georganiseerd, zoals een

ontvangst van alle studieverenigingen

van Tilburg University samen met

Museum Catharijneconvent. De

themadag over barmhartigheid met de

seminaries en Fontys Hogeschool

Theologie Levensbeschouwing leverde

een inspirerende bijdrage aan ontmoe-

ting en samenwerking tussen staf en

studenten.

Ook de themadag Preken met Klassie-

kers trok veel belangstelling. Onder

andere van collega’s uit de protestantse

traditie. De Faculteitsdag werd dit jaar in

de Tilburg gehouden. De dag werd

afgesloten met de inaugurele rede van de

nieuwe hoogleraar Praktische Theologie,

prof. dr. Johannus Först.

Luce CRCIn 2015 liepen drie postinitiële pastorale

leergangen: Spiritualiteit en palliatieve

zorg, Geestelijke zorg en dementie en

Geestelijke leiding aan ouderen. Bij het

open aanbod trokken de Conferentie

Nostra Aetate 50 jaar en de studiemiddag

over Woestijnvaders een breed publiek.

Datzelfde gold voor de studiemiddagen

rond het thema Religie en Geweld en de

middag rond de veranderende rol van de

kerk in de westerse samenleving. Deze

laatste middag, over het boek A Catholic

Minority Church in a World of Seekers,

werd het onderzoek van de hoogleraren

Staf Hellemans en Peter Jonkers

gepresenteerd. De publicatie maakt deel

uit van het facultaire programma

Laatmoderne transformatie van religie en

is onderdeel van het internationale

onderzoeksprogramma Research in

Values and Philosophy.

Naar aanleiding van de in 2015 georgani-

seerde collegereeks Katholieke literatoren

verschijnt een bundel met de tot artikel

omgewerkte inleidingen en aanvullende

essays in de reeks Annalen van het

Thijmgenootschap.



4.3 Valorisatie indicatoren

Professionals als bijzonder hoogleraar Professionals die van buiten de

universiteit een significante bijdrage

leveren aan het wetenschappelijk debat

kunnen als bijzonder hoogleraar worden

aangesteld om hun inzichten uit te

wisselen met wetenschappers en

studenten. In de afgelopen jaren

bedraagt het aandeel bijzonder

hoogleraren tussen de 4% en 5% van het

totaal aan wetenschappelijk

medewerkers. Het is een substantiële

bijdrage aan de werkzaamheden van

reguliere hoogleraren dat 20% van het

totaal aantal wetenschappers betreft.

Buitenpromovendi zijn personen die,

zonder arbeidscontract met de

universiteit, worden begeleid met het

schrijven en verdedigen van hun

proefschrift. Het aandeel

buitenpromovendi is de afgelopen jaren

toegenomen tot bijna 60% van het

aantal wetenschappelijk medewerkers.

De afgelopen vijf jaar is ongeveer de helft

van de promoties aan de universiteit het

resultaat van de inspanningen van

buitenpromovendi.

Wetenschappelijke medewerkers hebben

de mogelijkheid om nevenfuncties te

vervullen en stellen daarmee hun kennis

en ervaring in dienst van de samenleving.

In 2015 vervult 39% van de

wetenschappers een nevenfunctie.

Dit is een daling ten opzichte van het

voorgaande jaar. In 2011 bedroeg het

ruim 37%.

Publiceren over valorisatieMet contractonderwijs biedt de

universiteit professionals de gelegenheid

om hun kennis en vaardigheden op peil

te houden. In de afgelopen jaren

bedroegen de inkomsten voor

contractonderwijs tussen de 11% en 13%

van de totale baten. Het aandeel is in

2015 teruggelopen naar circa 11%.

Publieke en private partijen doen een

Wat wil Tilburg University bereiken op het gebied van valorisatie? De universiteit heeft zelf indicatoren opgesteld om antwoord te geven op die vraag. Van de voortgang volgt hier een verslag.

79

Tabel 4.1: valorisatie indicatoren

2011 2012 2013 2014 2015

Bijzonder hoogleraren 5,0% 4,7% 4,4% 4,5% 4,0%

Buitenpromovendi 26,1% 33,4% 43,4% 48,4% 58,3%

Nevenfuncties Wetenschappelijk Personeel 37,4% 37,4% 38,3% 41,3% 38,6%

Baten contractonderwijs 11,6% 11,1% 10,8% 10,7% 11,3%

Baten contractonderzoek 13,4% 11,6% 10,5% 10,7% 10,1%

Vakpublicaties 1,2 1,4 1,0 1,1 1,2

Media optredens en populaire publicaties 1 - - - 6,8 4,9

1 vanaf 2014 is de registratie gewijzigd en is er geen betrouwbare langjarige reeks beschikbaar

Het aandeel van 3,5% van de publieke middelen voor onderzoek

(K€ 54.239) in 2015 als investering voor valorisatie is gebaseerd

op de werkzaamheden van onderzoekinstituten, personele

ondersteuning en activiteiten gerelateerd aan de indicatoren

buitenpromovendi, vakpublicaties, mediaoptredens en

nevenfuncties. De indicatoren zijn in samenwerking met de

VSNU vastgesteld.

beroep op de expertise van

wetenschappers door middel van

contractonderzoek. Het aandeel

contractonderzoek ligt tussen de 10% en

13%. Het aandeel bedraagt in 2015,

10,7%.

Om beroepsbeoefenaren te informeren

over de laatste wetenschappelijke

inzichten schrijven wetenschappers

vakpublicaties. Per fte onderzoeksinzet

worden er de afgelopen jaren tussen de 1

tot 1,4 vakpublicaties geschreven en in

2015 zijn er per 5 fte onderzoeksinzet zes

vakpublicaties verschenen. Om het

publiek te informeren over de (laatste)

wetenschappelijke inzichten verschijnen

onze wetenschappers regelmatig in de

media of schrijven zij zelf

krantenartikelen. Per fte onderzoeksinzet

zijn er in 2015 vijf mediaoptredens

geweest of krantenartikelen verschenen.


‘Dat je een begrafenisstoet niet mag doorkruisen is

voor een zelfrijdende auto een opgave.’

Interview

81

De universiteit, de maatschappij en ik...

Ronald Leenes

“Een eerste telg van een nieuwe

techgeneratie, zo kun je mij wel noemen.

Ik wilde van alles zelf maken zoals

raketten, hovercrafts en een 3D-freesma-

chine. Ik was vroeg gefascineerd door

computers, programmeren en het

internet. Ik wilde altijd bovenop het

nieuwste zitten. Als student en weten-

schapper aan de Universiteit Twente

wijdde ik mij aan de implicaties van ICT

voor bestuur en maatschappij.”

“Mijn onderzoek bewoog zich in de

richting van recht en ICT. Echt de diepte

in gaan op dit thema, kon eigenlijk alleen

bij de onderzoeksgroep van Corien Prins

in Tilburg. Eigenlijk pas bij deze

universiteit – waar ik sinds 2004 werk

- zag ik hoe zeer technologie gevolgen

heeft voor grondrechten, eerlijke

behandeling en privacy.”

Technologie stuurt gedrag“Ik specialiseerde mij hier in techno-re-

gulering. Met die term bedoelen we dat

fabrikanten technologie zo kunnen

maken dat het gedrag stuurt. Een

voorbeeld is regiocode op een dvd-spe-

ler, waardoor je in Europa geen Ameri-

kaanse dvd’s kunt afspelen. Zo kunnen

fabrikanten van alles dwingend bepalen.

Je kunt je afvragen of daar niet meer

democratische controle bij zou moeten

plaatsvinden. Aan de andere kant kan

techno-regulering nuttig zijn. De robots

die straks overal in het straatbeeld te

zien zullen zijn, moeten zich aan regels

houden. Dat valt niet mee voor machi-

nes. Dat je een begrafenisstoet niet mag

doorkruisen is voor een zelfrijdende auto

een opgave.”

“Het in balans brengen van recht en

technologie is een collectieve ambitie

van de onderzoeksgroep van TILT. Ik ben

erg verknocht aan die groep mensen.

Het is een smeltkroes van disciplines,

zoals recht, filosofie en computerweten-

schap. Dat multidisciplinaire is noodza-

kelijk voor het oplossen van complexe

moderne maatschappelijke problemen,

net als samenwerking met andere

universiteiten. TILT werkt bijvoorbeeld

samen met de cryptografen van de

Radboud Universiteit. Met hun kennis

vormen onze juristen zich een opinie

over kwesties zoals over het kraken van

de iPhone van de terrorist die in San

Bernardino een bloedbad aanrichtte.”

Data science“Een nieuw hoofdstuk is de samenwer-

king met Technische Universiteit

Eindhoven rond het thema Data Science,

waaraan ik meewerk. Big Data is een

fenomeen met werkgelegenheidskansen

en een groot maatschappelijk nut,

bijvoorbeeld in de medische wetenschap.

Tegelijk zijn er ook grote maatschappelij-

ke risico’s aan verbonden, zoals

discriminatie en schending van privacy.

Je zou willen dat bedrijven maatschappe-

lijk verantwoord innoveren, maar ze

worden in de verleiding gebracht om dat

niet te doen. Omdat ze met data als

gratis grondstof een geldmachine in

handen hebben. Het nieuwe van Big

Data is spannend en biedt kansen.

Tegelijk zie ik risico’s waarvoor ik de

samenleving wil behoeden.”

“Zowel in Tilburg als in Eindhoven drong

de potentie van Big Data en de grote

maatschappelijke uitdaging door. Vandaar

de drive om de krachten te bundelen.

Door ons enthousiasme hadden we

snel een gezamenlijke richting. In de

Jheronimus Academy of Data Science in

Den Bosch komt dat straks fysiek samen.

We brengen talent bijeen in een bijenkorf:

studenten, startups, PhD-studenten en

medewerkers van bedrijven. Daar wil ik

straks graag een dag in de week naartoe.

Dat bovenop het nieuwste willen zitten,

heb ik nog steeds.”

‘We brengen talent bijeen in een bijenkorf’

Ronald Leenes beweegt zich op het snijvlak van recht en technologie. De hoogleraar en vakgroepvoorzitter bij onderzoeksinstituut Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) ziet het als een opdracht om die twee in balans te houden. ‘Big Data is spannend en biedt enorme kansen. Tegelijk zie ik risico’s waarvoor ik de samenleving wil behoeden.’



83

5. Bedrijfsvoering



Verbindend leiderschapWij streven naar verbindende leiders. Zij

zorgen voor een optimale koppeling

tussen de doelen van de organisatie en die

van individuele medewerkers. En zij

stimuleren de ontwikkeling en mobiliteit

van medewerkers.

LeiderschapsprogrammaHet College van Bestuur, de decanen en

directeuren hebben het afgelopen jaar

deelgenomen aan een leiderschapspro-

gramma. Dit programma is verzorgd

door TIAS School for Business and

Society. Het nieuwe programma traint in

het zogeheten T-shaped leiderschap.

Hierin staat het belang centraal dat

leiders (op een bepaald niveau in de

organisatie) niet alleen de kennis en

ervaring nodig hebben die hen in staat

stelt om leiding te geven aan hun eigen

afdeling(en), maar zich ook bewust

moeten zijn van de belangen van de

gehele organisatie. Daarbij dienen ze

bovendien in staat en bereid te zijn om

dit gedeelde, gezamenlijke belang van de

organisatie te bewaken en in samenwer-

king met collega’s verder vorm te geven.

Academisch LeiderschapDe jaarlijkse leergang Academisch

Leiderschap voor universitair

hoofddocenten en hoogleraren bestaat

sinds 2006. Deelnemers krijgen

ondersteuning in het vormgeven van hun

leiderschapsrol en maken daarbij direct

5.1 Het verschil maken Tilburg University stelt ieder jaar een bestuursagenda op, afgeleid van het Strategisch Plan ‘Het verschil maken’. Gedurende de looptijd staat centraal hoe we ons ontwikkelen: moving forward. Aandachtspunt voor bedrijfsvoering was in 2015 verbindend leiderschap en de reorganisatie BEST.

85

verbinding met de dagelijkse werkpraktijk

en hun persoonlijke leerdoelen. De

leergang vormt een belangrijk instrument

voor de ontwikkeling van wetenschappers

tot academische leiders en het verbeteren

van de dagelijkse werkpraktijk. Ook levert

de leergang een belangrijke bijdrage in het

leggen van verbindingen tussen

wetenschappers onderling. De leergang is

in 2015 met het gemiddelde rapportcijfer

8 beoordeeld. Universitair docenten

kunnen de training Effectief begeleiden en

managen volgen. In 2015 namen vijftien

medewerkers deel. De training is gericht

op communicatievaardigheden, operatio-

neel leidinggeven en verander management

in de praktijk. De training is beoordeeld

met het gemiddeld rapportcijfer 8.

BEST: Building Excellent Support at Tilburg UniversityTilburg University koos in het

strategisch plan 2014-2017 voor een

wezenlijk anders ingerichte

ondersteunende organisatie. Doel

is één slagvaardige en flexibele

organisatie, die ondersteuning

biedt aan het gezamenlijk gedragen

strategische beleid binnen de missie

Understanding Society. Door de

reorganisatie van de ondersteunende

diensten maken we middelen vrij om

te investeren in het primaire proces:

onderwijs, onderzoek en valorisatie.

Dit betekent dat er ruimte komt voor

80 fte aan (universitair) docenten en

promovendi. De kwaliteit van de

nieuwe organisatie groeit door betere

samenwerking tussen medewerkers en

harmonisatie van processen. Ook

bevordert de universiteit de samen-

werking tussen het wetenschappelijk

en het onder steunend personeel.

Tilburg University zorgt er daarom

voor dat ondersteuners dicht bij het

primaire proces werken, waar dat

gewenst is (onderwijs, onderzoek,

valorisatie).

Om dit te bereiken is begin 2014 het

zogenaamde BEST-programma gestart:

Building Excellent Support at Tilburg

University. In de eerste fase van dit

programma hebben dertien werkgroepen

de bestaande ondersteunende structuren

en processen geanalyseerd en verbeter-

voorstellen opgesteld. Uit de rapporten

van deze BEST-werkgroepen bleek dat er

op tal van terreinen winst te halen viel,

zowel qua effectiviteit en kwaliteit als op

het gebied van efficiëntie. Daarop besloot

het College van Bestuur tot een reorgani-

satie van de ondersteunende organisatie,

waarbij één dienst University Services

wordt gevormd. Daarnaast streven zij

naar een besparing tussen 4 en 5,5

miljoen euro. Dit budget is bedoeld om

te investeren in het aanstellen van

(universitair) docenten en promovendi.

Ontwikkelingen in 2015De Universiteitsraad adviseerde unaniem

positief op 13 februari 2015 over het

voornemen om de ondersteuningsorga-

nisatie te reorganiseren. In de tweede

fase van het BEST-programma is

vervolgens in samenwerking met vele

betrokkenen een hoofdontwerp voor de

nieuwe ondersteuningsorganisatie

uitgewerkt. Dit ontwerp is in maart 2015

gepresenteerd en kreeg de steun van het

Overleg College en Decanen (OCD), het

Directeurenoverleg (DO) en de Universi-

teitsraad. In de periode april t/m juli

2015 is het hoofdontwerp van de nieuwe

organisatie verder geoperationaliseerd.

Dat resulteerde in het Reorganisatieplan

Ondersteunende Diensten. Op 9 oktober

2015 heeft de Universiteitsraad unaniem

positief geadviseerd over dit reorganisa-

tieplan. De nieuwe ondersteunende

organisatie is per 1 januari 2016

ingevoerd.

In nieuwe ondersteunende organisatie

ligt de nadruk van de ondersteuning op

het primaire proces van de universiteit:

onderwijs, onderzoek en valorisatie. Voor

de directe ondersteuning van deze

primaire processen is een Academic

Support Office in het leven geroepen.

Hierdoor is versnipperde inzet van

middelen, zowel qua geld als personeel,

veel minder aan de orde. Daarnaast

sturen faculteiten en diensten Academic

Support Office gezamenlijk aan, doordat

de hoofden van de facultaire teams

zitting nemen in het management team

van een dienst. Belangrijkste taak van dit

team is om de kwaliteitsverbetering van

de ondersteunende processen structu-

reel aan te pakken en verder te harmoni-

seren. Capaciteit en middelen zijn

gebundeld en best practices dienen

worden universiteitsbreed in de praktijk

gebracht.



5.1.1 HUMAN RESOURCES

Strategisch HR beleidsplan In 2015 is het Strategisch HR beleidsplan

2014-2017 gepresenteerd. Het beleids-

plan is in samenwerking met onder

andere de directeuren, decanen en het

Lokaal Overleg tot stand gekomen. Het

plan beschrijft de vier thema’s: één

organisatie, vitaal personeel van hoge

kwaliteit en een divers samengestelde

organisatie. Per thema wordt beschreven

wat we afgelopen jaar gerealiseerd

hebben.

Eén organisatieTilburg University wil slagvaardiger en

flexibeler zijn, zodat het beter is

toegerust op de veranderende realiteit.

Zo concentreert de universiteit zich op

de werkelijke missie, wordt besluitvor-

ming doorzichtiger en worden processen

niet onnodig vertraagd.

BEST

In 2015 is het programma Building

Excellent Support at Tilburg University

(BEST) ingevoerd. Het uitgangspunt is te

komen tot één University Services waarin

alle dienstverlening is gebundeld.

Hierdoor kunnen processen en systemen

beter worden gestroomlijnd en geharmo-

niseerd. Ook wordt dezelfde dienstverle-

ning niet meer op verschillende manieren

verleend. Zo wordt University Services

efficiënter én is het mogelijk om mensen

en middelen flexibeler in te zetten

waardoor de slagvaardigheid verbetert.

Om dit te realiseren was een reorganisa-

tie nodig. Het BEST-programma is een

ingrijpend proces voor alle medewerkers.

Om het proces zo goed mogelijk te

begeleiden en het aantal met ontslag

bedreigde medewerkers zo klein mogelijk

te houden, is gewerkt met een plaat-

singsadviescommissie onder leiding van

een onafhankelijke voorzitter en een

sociaal plan. Zowel de plaatsingsproce-

dure als het sociaal plan is in goed

onderling overleg met de vakbonden tot

stand gekomen. Het resultaat is dat de

overgrote meerderheid van de medewer-

kers binnen de ondersteunende staf in

de nieuwe universiteitsdienst hun functie

heeft behouden of op een andere functie

is geplaatst. Voor een tiental medewer-

kers is dat niet gelukt. Zij worden door

een professioneel team begeleid van

werk naar werk.

Project e-HRMUit een doorlichting van Human

Resources (HR) is duidelijk naar voren

gekomen dat de processen rondom

personeel en organisatie binnen Tilburg

University nog te ambachtelijk zijn

georganiseerd. Hierdoor zijn ze te

tijdrovend. Besloten is om de HR-proces-

sen te uniformeren en te digitaliseren. Dit

gebeurt gefaseerd in de periode 2013-2017

onder de noemer: e-HRM. Met het project

e-HRM wil Tilburg University bijdragen aan

de volgende doelen:

• Een kwalitatief hoogwaardige, efficiënte

en eigentijdse HR-dienstverlening

• Een flexibele en slagvaardige

organisatie

• Een duurzame en milieuvriendelijke

bedrijfsvoering

In 2015 zijn de volgende processen

succesvol ingericht en/of opgeleverd:

• Oplevering van SuccessFactors

Recruiting als vervanging voor het

verouderde SAP e-Recruitment

• Inrichting van de nieuwe salarisverwer-

king in SAP Payroll

• Inrichting van de nieuwe personeels- en

verlofadministratie in SuccessFactors

Employee Central

• Inrichting van My Employee Portal,

waarmee medewerkers en leidinggeven-

den vanaf januari 2016 toegang hebben

tot de volgende online Self Services:

- Inzien en wijzigen persoon- en

dienstverbandgegevens

• Raadplegen van de loonstrook en

jaaropgave

• Verlofkaart en verlofoverzicht

(vervanging van de huidige

eVa-verlofkaart)

• Aanvragen en goedkeuren bijzonder

verlof

• Ziek en beter melden

• Raadplegen actuele waarde

faciliteitenbudget en waarde van

een verlofuur t.b.v. keuzemodel

aanvragen

• Registratie en wijziging van

nevenwerkzaamheden

Personeel van hoge kwaliteit Hooggekwalificeerd personeel is een

belangrijke voorwaarde om ambities te

realiseren. We richten ons daarom op het

werven van mensen van hoge kwaliteit.

We zetten in op duurzame inzetbaarheid.

En we focussen op continue ontwikkeling

van medewerkers.

87

TrainingenHet afgelopen jaar hebben we onder

meer de loopbaantrainingen Career

Pitstop en Career Counseling en de Train

Je Collega week voor medewerkers

georganiseerd. Aan derde en vierde jaar

promovendi is de training Career

Counseling gegeven. In 2015 namen 27

promovendi verspreid over drie trainin-

gen deel. Zij beoordeelden de training

met een gemiddelde rapportcijfer van 7,6.

Train Je Collega

De eerste editie van de Train Je Collega

week vond plaats van 1 tot en met 5 juni.

Tijdens deze week organiseerden

collega’s verschillende workshops voor

elkaar. In totaal waren er 437 aanmeldin-

gen. Uiteindelijk namen 327 collega’s

deel aan de workshops. Zij waardeerden

de week met het gemiddelde rapport-

cijfer 8,2 en vonden het ‘laagdrempelig,

nuttig en inspirerend’.

Vitaliteit

Om de gezondheid en vitaliteit van

medewerkers verder te bevorderen is de

health check gemoderniseerd. Doel is

medewerkers meer mogelijkheden te

bieden om naar aanleiding van de health

check aan hun fysieke én mentale

gezondheid te werken. Hiervoor is onder

meer voedingsadvies, bewegingsadvies,

op maat-training of fysiotherapie

beschikbaar. Daarnaast zijn er trainingen

stressmanagement en het verhogen van

de belastbaarheid. Ook is er een

uitgebreid sportprogramma voor

personeel.

In 2015 waren er de volgende activiteiten:

• Looptraining in aanloop naar de

Warandeloop en de Tilburg Ten Miles

• Deelname door personeelsteams aan

Warandeloop

• Deelname door personeelsteams aan

Tilburg Ten Miles

• Bewegen op de werkplek: in vijftien

minuten schouder-, nek- en rugspieren

rekken en strekken, zonder de

sportkleren aan te hoeven trekken

• Stressmanagementprogramma:

laagdrempelige bijeenkomsten om te

werken aan stressreductie en het

verhogen van de belastbaarheid

Daarnaast is gewerkt aan de

voorbereiding van de Gezondheidsweek

en een sporttoernooi die in 2016

plaatsvinden. Tijdens de Gezondheids-

week wordt extra aandacht besteed aan

vitaliteit en wat de universiteit op dit

gebied te bieden heeft.

Divers samengestelde organisatieWe streven naar een divers samengesteld

personeelsbestand in de breedst

mogelijke zin. Hiermee dienen wij het

maatschappelijk belang, het belang van

het individu en dat van de organisatie.

Gender diversity

Een zo divers mogelijk personeels-

bestand, dat wil Tilburg University

bereiken. Daarom zijn met het Overleg

College en Decanen (OCD) doelen

afgesproken voor de faculteiten. Zo zijn

er bijvoorbeeld streefpercentages

bepaald voor het aandeel vrouwelijke

hoogleraren en universitaire docenten.

Salarisongelijkheid op basis van geslacht

mag in 2017 niet meer voorkomen.

Het percentage vrouwelijke hoogleraren

dient in 2017 25% te zijn, en het aandeel

vrouwelijke universitaire docenten 40%.

Momenteel (peiling september 2015)

heeft de universiteit 14,5% vrouwelijke

hoogleraren en 27,1% universitaire

docentes in dienst. Tilburg Law School

voldoet als enige faculteit aan het doel

voor aantal vrouwelijke universitaire

docentes. Er ligt dus een behoorlijke

uitdaging. Alle faculteiten dienen een

behoorlijke inspanning te leveren, om

ervoor te zorgen dat de universiteit de

streefcijfers haalt.

De routemap Gender diversity 2014-2017

is vorig jaar vastgesteld. Hierin is een

uitgebreid projectplan opgesteld om het

aandeel vrouwen binnen de universiteit

te vergroten. Een aantal trajecten is al

concreet uitgewerkt en in het voorjaar

van 2014 van start gegaan. In 2015 is

vooral aandacht besteed aan de

voorbereiding van beleidsinitiatieven als

het Fellowship, Group Model Building en

het salarisonderzoek.

Fellowship

In 2015 is veel tijd besteed aan het

opstarten van een universitair fellowship

programma. Dit prestigieuze programma

is bedoeld voor excellente vrouwelijke

onderzoekers die niet alleen de positie

van vrouwen op de universiteit versterken,

maar die ook de ambitie van excellentie

en valorisatie ondersteunen. Het

programma start in het voorjaar van 2016.

Group Model Building

De faculteiten zijn zelf verantwoordelijk

voor de werving en selectie en de

bevordering van personeel. Ze zijn aan

de hand van het instrument Group

Model Building gestart met het in kaart

brengen van genderongelijkheid. Zo

kunnen ze oplossingen bepalen en

uitwerken.

Beloningsongelijkheid

Zijn er beloningsverschillen binnen de

universiteit? Er is gestart met een

onderzoek naar deze vraag. Bij het

uitvoeren van dit salarisonderzoek wordt

ook gekeken welke maatregelen nodig

zijn om gender gebaseerde salarisver-

schillen te verkleinen.



ParticipatiewetVanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet

van kracht. Het doel van de Participatie-

wet is om mensen met een arbeids-

beperking naar werk toe te leiden, bij

voorkeur regulier werk. Tilburg University

neemt haar verplichtingen als maat-

schappe lijk verantwoord ondernemer

serieus en spant zich in om de

doelstellingen van de Participatiewet te

behalen. Voor Tilburg University is

berekend dat er jaarlijks gemiddeld ruim

4,5 aan banen bij moet komen, tot 45

banen per einde 2023.

Een werkgroep Participatiewet richtte

zich het afgelopen jaar op het opbouwen

van kennis over weten regelgeving, best

practices ten aanzien van het scheppen

en aanpassen van werk, en de opbouw

van netwerk met gemeente, UWV,

WSW-organisaties, universiteiten en

bedrijven in de regio.

Naast drie medewerkers met een

arbeidsbeperking bij het weten-

schappelijk personeel hebben we voor

2015 kostenneutraal arbeidsplaatsen

gecreëerd voor de rol van gastheer/

gastvrouw in de bibliotheek. Daarmee

willen we meer ervaring opdoen. Dit

betekent dat we voor 2015 met 6,72

banen voldoen aan de quotumwet.

Op de langere termijn is meer tijd en

geld noodzakelijk om aan de

Participatiewet te voldoen.

Garantiebanen kunnen niet alleen bij de

meer uitvoerende eenheden gerealiseerd

worden. Dit vergt een inspanning van de

universiteit als geheel. In 2016 wordt

door een projectgroep gewerkt aan plan

van aanpak voor de periode 2016-2023.

5.1.2 CORPORATE SOCIAL RESPONSIBILITY

In het kader van Corporate Social

Responsiblity (CSR) wordt verslag

gedaan van het energie-, waterverbruik,

de CO2 uitstoot en afvalverwerking. Na

een daling in 2014 tot onder het niveau

van 2005, is het elektriciteitsverbruik per

m2 in 2015 gestegen naar 85 kWh. Het

gasverbruik is in 2015 ten opzichte van

2014 gelijk gebleven. Als gevolg daarvan

is de CO2 uitstoot van de huisvesting in

2015 gestegen van 42 naar 44 kg per m2.

Het warmteverbruik (stadsverwarming)

is in 2015 gelijk gebleven en bedraagt

0,3Gj per m2. Het water verbruik is na

een daling in 2014 gestegen naar 0,3 m3

per m2.

Tabel 5.1: elektriciteit-, warmte-, gas-, waterverbruik en CO2 emissie

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Electriciteit (kWh/m2) 82,5 84,0 85,5 91,5 92,6 89,4 90,2 90,8 87,0 80,8 84,7

Warmte (Gj/m2) 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

Gas (m3/m2) 1,1 1,0 1,7 1,2 0,9 1,1 0,9 1,1 1,1 0,8 0,8

CO2 emissie (kg/m2) 1) 44 44 46 48 48 47 47 48 46 42 44

Water (m3/m2) 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,2 0,3

1) exclusief zakelijk en woon-werkverkeer

89

Grafiek 5.1 elektriciteitsverbruik in kWh per m2

Grafiek 5.2 gasverbruik in kWh per m2

2005

74

76

78

80

82 82,584

85,5

91,5

92,6

89,4

Elektricity use in kWh/m2

90,2

90,8

80,8

84,7

87,0

84

86

88

90

92

94

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005

0,7

0,9

1,1

1,3

1,5

Gas use in m3/m21,7

1,9

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015



Grafiek 5.3 warmte- en waterverbruik in m2

Grafiek 5.4: CO2 uitstoot

2005

0,20

0,25

0,30

0,35

0,40

Heat and water use per m2

2006

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,2

0,270,26

0,27

0,27

0,330,32

0,33

0,36

0,35

0,3

0,25

0,31

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Heat (Gj/m2)

Water (m3/m2)

2005

30

35

40

44

44

46 46

4244

48

484847

4745

50

CO2 emission of housing in kg/m2

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

91

In 2015 is het rest- en papierafval met 13% afgenomen. Tussen 2008 en 2015 is het

restafval met 35% afgenomen en is de hoeveelheid papierafval gehalveerd.

Grafiek 5.5: Afval per medewerker/student

Tabel 5.2: afval in kg per medewerker (fte)/student 1)

Totaal Restafval Papier

2008 37,8 22,6 15,2

2009 43,9 28,7 15,2

2010 34,6 22,7 11,9

2011 29,4 18,9 10,5

2012 26,8 16,5 10,3

2013 26,6 14,1 12,5

2014 25,4 16,9 8,6

2015 22,1 14,8 7,4

1) exclusief GFT afval, glasafval en gevaarlijk afval

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

kg/f

te. s

tude

nt

Restafval

Papier

* Exclusief GFT-afval, glas

2015

14,8

2008

22,6

25,2

2009

28,7

15,2

2010

22,7

11,9

2011

18,9

10,5

2012

16,5

10,3

2013

14,1

12,5

2014

16,9

8,6

7,4



5.2 Financiën

5.2.1 HOOFDLIJNEN JAARREKENING

Deze paragraaf bevat een toelichting op de jaarcijfers van Tilburg University en de financiële positie per ultimo 2015. Dit is gebaseerd op de jaarrekening 2015 zoals opgenomen in paragraaf 6 van dit jaarverslag. Het betreft de geconsolideerde cijfers inclusief de verbonden partijen Stichting Universiteitsfonds, Stichting IVO, TIAS School for Business and Society BV, UvT-Holding BV en L-Logic BV. De volgende tabel geeft de ontwikkeling op hoofdlijnen in vergelijking met 2014 en de begroting 2015.

Tabel 5.1 Vergelijking begroting en realisatie (in euro’s)

2015 Begroting 2015 2014

Rijksbijdragen OC&W 114.988.380 112.940.000 117.864.623

Collegegelden 24.716.721 23.023.000 24.530.520

Baten werk in opdracht van derden 43.865.217 46.804.000 43.780.057

Overige baten 13.753.189 15.039.000 11.875.246

Baten totaal 197.323.507 197.806.000 198.050.446

Personele lasten 139.846.823 141.395.000 143.467.784

Overige lasten 51.557.638 55.624.000 48.929.997

Lasten totaal 191.404.461 197.019.000 192.397.781

Saldo baten en lasten 5.919.046 787.000 5.652.666

Saldo financiële baten en lasten -617.871 -562.000 -376.226

Buitengewone baten 0 0 0

Belasting resultaat 130.513 0 -21.081

Aandeel derden -11.340 0 -50.672

Exploitatieresulaat 5.159.322 225.000 5.246.848

93

Tilburg University heeft in 2015 voor een

bedrag van M€ 197,3 aan baten gereali-

seerd. Dit komt nagenoeg overeen met

de begroting en ook met de realisatie

2014. De verschillende onderdelen

uitgelicht:

• De rijksbijdrage ligt M€ 2,9 lager dan

in 2014, maar is hoger dan begroot.

Dit hangt samen met diverse

compensaties in de loop van het jaar

waaronder voor de gestegen

studentenaantallen, het najaarsak-

koord voor de rijksambtenaren

waarvan de ABP-brede pensioenaf-

spraken doorwerken in het hoger

onderwijs en geoormerkte project-

subsidies. De piek in de rijksbijdrage

2014 hangt samen met de diploma-

bekostiging van langstudeerders die

twee jaar daarvoor hun diploma

hebben behaald.

• Vanwege de tegenvallende vooraan-

meldingscijfers is de opbrengst uit

wettelijke collegegelden voorzichtig

begroot op M€ 18,8 maar uiteindelijk

viel de instroom per 1 september

2015 mee. Daarbij werden de lagere

wettelijke collegegelden ruimschoots

gecompenseerd door hogere

instellings collegegelden, door de

groeiende instroom van niet

EER-studenten en hogere instel-

lingstarieven. Per saldo liggen de

totale collegegelden bijna € 200.000

hoger dan in 2014.

De baten uit werkzaamheden in opdracht

van derden zijn iets hoger dan in 2014

maar lager dan begroot. Dit betreft vooral

NWO-projecten, werkzaamheden voor het

bedrijfsleven en contractonderwijs. Ook

de overige baten liggen onder de

begroting maar ruimschoots boven de

realisatie in de voorgaande jaren. De

faculteiten hebben dit tijdig zien aanko-

men en hierop via de lasten bijgestuurd.

Voor een gespecialiseerde universiteit in

de mensen maatschappijwetenschap-

pen als Tilburg University zijn human

resources de allerbelangrijkste productie-

factor. Bijna driekwart van de lasten

hangt samen met personeel. De totale

personeelskosten zijn uitgekomen op

M€ 140. Dit is bijna M€ 3,5 minder dan

in 2014 en ruim M€ 1 minder dan

begroot. Weliswaar zijn de brutoloon-

kosten door de CAO-aanpassingen met

M€ 1 toegenomen, maar daar staat een

daling van de pensioenpremies van ruim

M€ 2 tegenover. In de afgelopen jaren is

het personeel in loondienst inclusief

verbonden partijen qua volume gekrom-

pen van 1.906 fte in 2010 tot 1.636 fte in

2014. In 2015 is het personeelsvolume

weer iets gegroeid naar 1.641 fte.

Belangrijk is dat de WP-formatie groeit.

Door de BEST-operatie is de OBP-forma-

tie met 25 fte verder gedaald. Voor de

reorganisatiekosten is in 2015 een

voorziening getroffen van M€ 4,2. De

totale OBP-formatie krimpt uiteindelijk

met bijna 10% tot ruim 600 fte. Dit

betreft zowel personeel in loondienst als

personeel niet in loondienst. De

besparing wordt ingezet voor extra WP,

met name meer handen aan het

onderwijsbord. Tegenover de reorganisa-

tiekosten van BEST staat in 2015 een

vrijval van M€ 1,5 uit de voorziening voor

de reorganisatie bij het departement

Cultuurwetenschappen van Tilburg

School of Humanities.

In 2015 is een begin gemaakt met de

geleidelijke invoering van de componen-

tenmethode voor de waardering van de

materiële vaste activa gebouwen. De

waardering van de in het verleden

geactiveerde investeringen in gebouwen

blijft gebaseerd op een uniforme

economische levensduur van 30 jaar

totdat die boekwaarde volledig is

afgeschreven. Nieuwe investeringen

vanaf 2015 worden opgesplitst in vier

componenten met gedifferentieerde

afschrijvingstermijnen in aansluiting op

de verwachte economische levensduur.

Hierbij wordt de volgende indeling

gehanteerd:

• Casco: 60 jaar

• Afbouw: 30 jaar

• Technische installaties, inbouw en

terreinvoorzieningen: 20 jaar

• Vaste inrichting: 10 jaar

Door de invoering van de componenten-

methode zullen de afschrijvingen in de

toekomst beter aansluiten bij de

liquiditeitsbehoefte in verband met

renovaties van bestaande gebouwen.

Omdat het overgrote deel van de

technische vervangingen de levensduur

van de gebouwen verlengt, worden de

uitgaven hiervoor met ingang van 2015

ook geactiveerd op basis van de

componentenmethode.

De binnenzijde van het Koopmansge-

bouw wordt in 2017 volledig gestript en

gerenoveerd. In verband daarmee wordt

in 2015 en 2016 jaarlijks M€ 2,7 versneld

afgeschreven. De afschrijvingen liggen

daardoor hoger dan in 2014. De

installaties zullen volledig worden

vervangen. In navolging van het medio

2016 volledig gerenoveerde Simonge-

bouw zal in het Koopmansgebouw ook

een flexibel en efficiënt huisvestingscon-

cept kunnen worden ingevoerd.

De overige lasten zijn enkele miljoenen

lager dan begroot. Dit hangt onder

andere samen met de lager dan begrote

baten uit werkzaamheden in opdracht

van derden. De faculteiten hebben de

overige lasten in de loop van het jaar

daarop aangepast.



De waarde van de financiële vaste activa

is door expiratie van obligaties in de

portefeuille gedaald tot M€ 6,5. Hier

stonden geen nieuwe aankopen

tegenover omdat het effectief rendement

gezien de huidige marktomstandigheden

niet aantrekkelijk is. De liquide middelen

zijn met M€ 16 toegenomen tot ruim

M€ 122. Hiervan wordt M€ 106 in de

vorm van deposito’s aangehouden. Alle

deposito’s hebben een looptijd korter

dan 12 maanden.

De voorzieningen zijn per saldo gedaald.

Tegenover de nieuw gevormde reorgani-

satievoorziening in verband met BEST

staat een vrijval van de voorziening

wachtgelden. De langlopende schulden

zijn als gevolg van reguliere aflossingen

van M€ 2 gedaald tot M€ 34. De

kortlopende schulden (stand per ultimo

2015 bijna M€ 81) zijn gestegen. Deze

toename wordt vooral veroorzaakt door

vooruit ontvangen collegegelden en

vooruit ontvangen subsidies.

De netto kasstroom was ruim M€ 16

positief (2014: M€ 10). De kasstroom uit

operationele activiteiten is vergelijkbaar

met 2014 M€ 22 positief. De kasstroom

uit investeringsactiviteiten was bijna

M€ 4 negatief (2014: −M€ 9) en de

kasstroom uit financieringsactiviteiten

ligt met M€ 2 op hetzelfde niveau als

het voorgaande jaar.

Eind 2015 bedroeg het eigen vermogen

bijna M€ 144 op een balanstotaal van

M€ 269. De solvabiliteit (eigen ver-

mogen/totaal vermogen) is nagenoeg

gelijk gebleven. De current-ratio

(vlottende activa/kortlopende schulden)

is licht gestegen.

5.2.2 CONTINUÏTEITSPARAGRAAF

Tilburg University dringt de overhead

terug ten gunste van het primaire proces

en gaat een deel van de facultaire

reserves investeren in nieuwe initiatieven

op het gebied van onderwijs en onder-

zoek. Er zijn concrete plannen voor de

campusontwikkeling waaronder een

nieuw Onderwijs- en Zelfstudiecentrum

in Tilburg en voor Data Science - samen

met de Technische Universiteit Eindho-

ven - in voormalig klooster Mariënburg

in het centrum van Den Bosch. De

Tilburgse campus wordt gerenoveerd om

een efficiënter ruimtegebruik op een

kleiner vloeroppervlak en een lagere

milieubelasting vanuit CSR mogelijk te

maken.

Deze plannen vloeien voort uit het

Strategisch Plan 2014-2017 en sluiten

naadloos aan op het Tilburgs Onderwijs-

profiel. Het marktaandeel groeit en dit

geldt ook voor het aantal ingeschreven

studenten. De financiële ratio’s worden

bij de verdere ontwikkeling en uitvoering

van de plannen scherp gemonitord.

Tilburg University is en blijft in alle

opzichten - dus ook financieel - een

gezonde universiteit.

Tilburg University heeft de verplichte

indicatoren in het kader van de prestatie

afspraken ruimschoots gehaald.

Realisatie in 2015 van de afspraken voor

de verplichte prestatie indicatoren voor

onderwijskwaliteit en studiesucces is

voorwaarde voor de continuering van de

middelen in een volgende tijdvak tot en

met 2020.

De meerjarenprognose in deze continuï-

teitsparagraaf voor de studentenaan-

tallen, de personele bezetting, de balans

en de financiële exploitatie is gebaseerd

op de eind 2015 goedgekeurde meerja-

renbegroting 2016-2019. Het BEST-pro-

gramma voor de herstructurering van de

ondersteunende dienstverlening wordt in

2016 uitgevoerd. De ondersteuning van

het primaire proces wordt verder

afgeslankt en gebundeld waardoor

enerzijds de kwaliteit toeneemt en

anderzijds ruimte ontstaat voor

structurele investeringen in WP ten

behoeve van onderwijs en onderzoek. De

investeringsplannen voor onderwijs en

onderzoek ten laste van de facultaire

reserves worden nader uitgewerkt. De

reeds goedgekeurde plannen zijn

verwerkt in de meerjarencijfers.

95

Tabel 5.2 Prognose aantal studenten en personele bezetting

2015 2016 2017 2018

Aantal studenten 12.399 12.112 12.170 12.302

Personele bezetting in fte

- Bestuur / Management 26 26 26 26

- Personeel primair proces 874 964 999 1015

- Ondersteunend personeel 614 616 609 599

Tabel 5.2 is exclusief verbonden partijen.

De daling van het aantal studenten in

2016 is het na-ijl effect van de lagere

instroom in de jaren 2012 tot en met

2014. Het aantal studenten zal daarna

weer groeien. De strategische doelstel-

ling is om de komende jaren marktaan-

deel terug te winnen. De mate waarin dit

vertaald kan worden in absolute

aantallen is afhankelijk van de

ontwikkeling van de totale markt.

De categorie bestuur / management

betreft CvB-leden (2), (vice-)decanen (15)

en de secretaris van de universiteit en

directeuren van faculteiten en diensten

(9). De WP-prognose volgt het financiële

middelenkader voor de faculteiten en

groeit als gevolg de van de BEST-

ombuiging en de facultaire investerings-

plannen.

Tabel 5.3 Prognose balans (bedragen x € 1000)

2015 2016 2017 2018

Activa

Immateriële vaste activa 3.756 3.401 3.046 2.691

Materiële vaste activa 117.584 130.508 161.952 189.640

Financiële vaste activa 6.494 1.750 1.000 1.000

Totaal vaste activa 127.834 135.659 165.998 193.331

Vlottende activa

Voorraden 52 75 75 75

Vorderingen 18.619 56.171 28.442 12.789

Effecten & liquide middelen 122.703 60.215 51.592 47.118

Totaal vlottende activa 141.374 116.461 80.109 59.982

Totaal activa 269.208 252.120 246.107 253.313

Passiva

Eigen vermogen

- Publiek 130.547 129.874 128.699 127.770

- Privaat 13.027 13.234 13.569 14.007

Voorzieningen 10.523 6.870 7.000 7.000

Langlopende schulden 34.310 32.341 30.372 41.403

Kortlopende schulden 80.801 69.801 66.467 63.133

Totaal passiva 269.208 252.120 246.107 253.313

De tijdelijke toename van de vorderingen

in 2016 hangt samen met de nieuwbouw

van het OZC dat in de loop van 2017 zal

worden opgeleverd en waarvoor tijdens

de bouw termijnen worden betaald aan

de aannemer. De solvabiliteit zal de

eerstkomende jaren iets toenemen als

gevolg van reguliere aflossingen van

langlopende schulden. Vanaf 2019 zullen

de investeringen in onderwijsinfra-

structuur met vreemd vermogen worden

gefinancierd. Gezien de goede solvabili-

teit zal dit geen problemen opleveren.

Er wordt scherp op gelet dat de extra

rentelasten geen onnodig beslag op de

middelen voor onderwijs en onderzoek

leggen.



Tabel 5.4 Prognose baten en lasten (bedragen x € 1000)

2015 2016 2017 2018

Baten:

Rijksbijdrage 114.988 116.417 115.483 116.335

Collegegelden 24.717 24.202 24.403 24.678

Baten in opdracht van derden 43.865 48.804 49.917 48.983

Overige baten 13.753 13.327 13.784 12.894

Totaal baten 197.324 202.750 203.587 202.890

Lasten:

Personele lasten 139.847 147.827 146.446 145.496

Afschrijvingslasten 12.831 9.945 11.306 12.093

Huisvestingslasten 9.494 9.214 10.339 9.728

Overige lasten 29.232 35.521 35.584 34.852

Totaal lasten 191.404 202.507 203.675 202.169

Saldo baten en lasten 5.919 243 -88 721

Waarvan belasting resultaat en aandeel derden

130 0 0 0

Saldo financiële baten en lasten -618 -709 -752 -1.212

Saldo buitengewone baten en lasten 0 0 0 0

Aandeel derden -11 0 0 0

Totaal resultaat 5.159 -466 -840 -491

Incidentele baten en lasten in totaal resultaat

0 0 0 0

Tilburg University hanteert het uitgangspunt van de sluitende meerjarenbegroting voor

de reguliere activiteiten. Voor investeringen in onderwijs en onderzoek zijn tijdelijk

tekorten toegestaan mits er een goed doortimmerd projectplan aan ten grondslag ligt.

Meerjarig zal de current ratio geleidelijk dalen als gevolg van de investeringen uit de

beschikbare liquiditeiten. De solvabiliteit blijft stabiel op het niveau van 2016. De

financiële ratio’s blijven binnen de normatieve bandbreedtes van Tilburg University.

Tabel 5.5 Tabel financiële ratio’s (geconsolideerd)

2015 2016 2017 2018

Current ratio 1,7 1,7 1,2 1,0

Solvabiliteit 0,5 0,6 0,6 0,6

97

5.2.3 RISICOBEHEERSING

Integraal management Risicobeheersing binnen Tilburg

University sluit aan bij de governance

van de instelling. De bestuursstructuur

van de stichting is vastgelegd in de

structuurregeling en nader uitgewerkt in

het bestuurs- en beheersreglement.

Tilburg University hanteert een bestu-

ringsmodel van integraal management

op decentraal niveau. Taken, bevoegd-

heden en verantwoordelijkheden op het

gebied van onderwijs, onderzoek en

bedrijfsvoering binnen de faculteit zijn

gemandateerd aan de decanen.

Voor de interne beheersing wordt het

4 Lines of Defense Model toegepast. Het

operationele lijnmanagement vormt de

eerste lijn. De inrichting en bewaking van

de interne beheersing is in de tweede lijn

ondergebracht. De onafhankelijke

internal audit functie vormt de derde lijn.

Deze beoordeelt de kwaliteit en effectivi-

teit van de beheersing door de eerste en

tweede lijn. De vierde lijn is de externe

accountant.

Minstens twee keer per jaar voert het

College van Bestuur bilateraal overleg

met de faculteiten. In het voorjaar over

de gerealiseerde prestaties en de

jaarrekening en in het najaar over de

bestuursagenda en de begroting. De

afspraken met de decanen worden

vastgelegd in individuele management-

contracten. Alle beheerseenheden

rapporteren minimaal twee keer per jaar

over de financiële ontwikkelingen en

bijsturingsmaatregelen in de loop van

het jaar. Het College van Bestuur hecht

bij de besluitvorming over belangrijke

aangelegenheden zeer veel waarde aan

het draagvlak bij de decanen.

Als toezichthouder wordt het Stichtings-

bestuur nauw betrokken bij majeure

beleidsbeslissingen. Het Stichtings-

bestuur keurt het Strategisch Plan, de

begroting en het jaarverslag goed. In 2015

heeft het Stichtingsbestuur een nieuwe

externe accountant benoemd. Het

Stichtingsbestuur houdt via de Audit-

commissie toezicht op de aanwezigheid

en werking van systemen en processen

voor risicobeheersing, de naleving van

weten regelgeving en de financiële

ontwikkelingen. In 2015 is naast de

Auditcommissie ook een commissie

voor Onderwijs en Onderzoek ingesteld.

Stelsel interne beheersing (niet limitatief)Tilburg University hanteert een volledige

planning- en control cyclus. Voor de

financiën bestaat dit uit een intern

verdeelmodel waarin zowel de strategi-

sche doelstellingen als de externe

bekostigingsparameters doorwerken,

onderling samenhangende meerjaren-

begrotingen voor exploitatie, investe-

ringsprojecten en kasstromen,

taakstellende exploitatieresultaten voor

beheerseenheden, periodieke voort-

gangsrapportages met vier maandelijkse

en bij verscherpt toezicht twee maande-

lijkse analyses en prognoses en afsluiten-

de analyses ten behoeve van de

jaarrekening. Het intern verdeelmodel

voor de rijksbijdrage en de wettelijke

collegegelden is in 2015 geëvalueerd en

op onderdelen bijgesteld.

Tilburg University hanteert normatieve

bandbreedtes voor de omvang van de

financiële reserves op centraal en

decentraal niveau (gerelateerd aan

exploitatie omvang), de afwijking ten

opzichte van het begrote exploitatieresul-

taat, de current-ratio en de solvabiliteit.

Het reservebeleid is in 2015 geëvalueerd

en op onderdelen bijgesteld zodat sneller

kan worden bijgestuurd in geval van

afwijkingen. Om adequaat en snel te

kunnen reageren op fluctuaties in vooral

2e en 3e geldstroombaten letten de

eenheden op de flexibiliteit van de kosten.

De aansturing en coördinatie van de

planning- en controlcyclus is belegd in de

2e lijn bij de divisie Finance & Control. De

financiële controle binnen de universiteit is

belegd bij Internal Auditing. Faculteiten en

diensten beschikken over controllers die de

decaan of de directeur ondersteunen bij de

begroting, rapportages en de verantwoor-

ding aan het College van Bestuur. Het

Treasurystatuut is goedgekeurd door

het Stichtingsbestuur. Tilburg University

maakt geen gebruik van derivaten voor de

afdekking van renterisco’s en voldoet in alle

opzichten aan de Regeling beleggen en

belenen door instellingen voor onderwijs

en onderzoek 2010.

RisicomanagementTilburg University besteedt veel aandacht

aan de beheersing van risico’s die

verbonden zijn met het benutten van

kansen. In 2015 is het risicomanagement

geëvalueerd. Dit heeft geleid tot de

invoering van risicokaarten door de

beheerseenheden bij de voorbereiding van

de bestuursagenda en de begroting 2016.

De top-3 risico’s zijn besproken in het

bilateraal najaarsoverleg. De instroom in

de bacheloropleidingen, de externe

financiering van onderzoeksprojecten en

de arbeidsmarkt zijn geïdentificeerd als

factoren die een relatief hoog risico

opleveren in termen van kans maal impact.



Er zijn gerichte bijsturingsmaatregelen

getroffen. Hiermee is effectief en efficiënt

invulling gegeven aan de systematische en

gestructureerde inventarisatie van de

belangrijkste tactische risico’s en de

bijbehorende beheersingsmaatregelen.

Het risicomanagement wordt stapsgewijs

verder geëxpliciteerd door middel van een

gestructureerde risico inventarisatie van

gebeurtenissen en handelingen met een

potentieel verstorende werking op het

bereiken van de strategische doelstellin-

gen en de continuïteit van de organisatie.

Daarbij wordt vanuit efficiency overwe-

gingen zoveel mogelijk aansluiting

gezocht met bestaande processen,

structuren en systemen op strategisch,

tactisch en operationeel niveau.

De mate waarin strategische en tactische

risico’s worden genomen en onderkend

vraagt ook om een bestuurlijke afweging.

Tilburg University geeft hier concreet

invulling aan door de aanstelling van

een GRC-functionaris die op instellings-

niveau verantwoordelijk wordt voor de

regie en de coördinatie van governance,

risk en compliance.

Cultuur en effectiviteit risicomanagementRisico’s zijn inherent aan organisatorisch

handelen. Het volledig inkapselen van

alle handelingen met regels is ineffectief

en kan zelfs verlammend werken.

Risicomanagement gaat verder dan

compliance. Voor het creëren van een

effectief risicobewustzijn is het van

belang inzicht te krijgen in de drijfveren

van mensen en een cultuur te ontwikke-

len waarin fouten bespreekbaar gemaakt

worden om struisvogelgedrag te

voor komen. Het College van Bestuur ziet

voor zichzelf een belangrijke stimuleren-

de rol weggelegd in de dialoog binnen de

universiteit over het risicobewustzijn en

het creëren van een open cultuur.

Belangrijke risico’s en onzekerheden

Transparantie, reputatie en wetenschappelijke integriteitTransparantie ten aanzien van prestatie-

beloning, declaraties en nevenfuncties

vormt een belangrijke randvoorwaarde

voor het vertrouwen van de samenleving

in de integriteit van de instelling en de

medewerkers. Tilburg University legt

publiek verantwoording af over de

gemaakte afwegingen met betrekking tot

het doen en laten van medewerkers en

studenten en het effect daarvan op de

wetenschap en de samenleving. De

universiteit is doordrongen van het belang

van een sterke integriteitscultuur. In 2014

zijn er aanvullende maatregelen tegen

wetenschapsfraude getroffen, zoals de

verplichting van twee promotoren bij

iedere promotie en het instellen van de

Commissie Wetenschappelijke Integriteit.

Een kritische houding van wetenschap-

pers onderling wordt gestimuleerd en er

gelden gedragsregels voor het bewaren en

delen van onderzoeksgegevens.

Corporate Social ResponsibilityDoor middel van CSR neemt Tilburg

University verantwoordelijkheid voor en

legt het rekenschap af over de impact van

haar activiteiten en besluiten op maat-

schappij en milieu. Hierbij voldoet de

universiteit aan de wettelijke verplichtingen

en (inter-)nationale gedragsnormen

99

waarbij de belangen van stakeholders

worden gerespecteerd. CSR wordt in de

kernactiviteiten geïntegreerd. Bij de

toetsing daarvan hanteert Tilburg

University een duidelijk CSR-beleid.

Financiering Strategische beslissingen worden steeds

meer geraakt door financiële issues. Er is

druk om de eerste geldstroom in toene-

mende mate te koppelen aan prestatieaf-

spraken en rendement en het aandeel van

de 2e en 3e geldstroom in de onderzoek-

financiering neemt toe (valorisatie). Dit

gaat gepaard met toenemende regeldruk

en extra verantwoordingseisen.

Tilburg University richt zich op het

binnen halen van prestigieuze persoonsge-

bonden subsidies en andere nationale en

Europese fondsen en ontwikkelt hiervoor

een actieve wervingsstrategie die moet

leiden tot een significante verhoging van

de inkomsten.

Digitale openheid en informatiebeveiligingICT-investeringen worden steeds belangrij-

ker voor de universiteit en de digitale

openheid verandert het business model

van de universiteit ingrijpend. Door de

technische en organisatorische complexi-

teit hebben ICT-projecten een hoog

afbreuk risico. Ook de toenemende

afhankelijkheid van externe partijen en de

snelle ontwikkeling van techniek en markt

spelen daarbij een rol. Informatiebeveili-

ging is een permanent aandachtspunt voor

een open organisatie die voor de besturing

van de interne beheersingsprocessen in

hoge mate afhankelijk is van de continuï-

teit van de beschikbare ICT-systemen.

Lange termijn huisvestingDe intensivering van het bachelor

onderwijs en de ontwikkeling van de

studentenaantallen zijn van invloed op

het lange termijn huisvestingsplan.

Dit geldt ook voor de demografische

ontwikkeling die van invloed is op de

studentenaantallen op lange termijn.

Tilburg University wil slagvaardig

opereren vanuit een slanke organisatie.

Het is onzeker hoe de ruimtebehoefte

er over 10 jaar uitziet en daarom is

flexibiliteit op het gebied van huisvesting

belangrijk. Om kapitaalvernietiging te

voorkomen worden efficiënte

huisvestings concepten ontwikkeld.

Financiële risico’sValutarisico: de activiteiten van Tilburg

University vinden hoofdzakelijk binnen

de EU plaats waardoor het valutarisico

beperkt is. Een mogelijk valutarisico

betreft toekomstige transacties in US

dollars. In verband daarmee houdt

Tilburg University een US dollar

bankrekening aan met een beperkt saldo.

Prijsrisico: de vastrentende staatsobliga-

ties, onderdeel van de financiële vaste

activa, zijn gewaardeerd tegen de actuele

marktwaarde. Het mogelijk prijsrisico is

beperkt omdat de gehele portefeuille

voldoet aan de regeling belenen en

beleggen.

Kredietrisico: door de aard van de

activiteiten van Tilburg University,

onderwijs, onderzoek en valorisatie, is

het kredietrisico van onze afnemers

klein. De liquide middelen staan uit bij

banken die minimaal een A-rating

hebben. Tilburg

University heeft een rekening courant

positie met de UvT-holding waarvan

Tilburg University volledig eigenaar is.

Liquiditeitsrisico: de liquiditeiten van

Tilburg University zijn verspreid over

diverse bankrekeningen bij verschillende

Nederlandse banken. Door de goede

liquiditeitspositie van Tilburg University

zijn er geen kredietfaciliteit afspraken

met banken noodzakelijk.

Renterisico: Tilburg University heeft een

tweetal leningen waarbij sprake is van

een renteherziening in de toekomst.

Op grond van RJ 290 classificeren deze

zich als embedded derivaten, waarbij

er een nauw verband bestaat tussen de

renteherziening en de leningsovereen-

komst, hiertoe heeft er geen afsplitsing

plaatsgevonden in de waardering. Beide

renterisico’s zijn niet afgedekt door

middel van een hedge-instrument.

Derhalve loopt Tilburg University

mogelijk een toekomstig renterisico.



5.2.4 TREASURYBELEID

Het treasurybeleid van Tilburg University

is gebaseerd op het treasurystatuut dat

volledig aansluit bij de Regeling beleggen

en belenen door instellingen voor

onderwijs en onderzoek 2010. In 2016 zal

het statuut worden aangepast in verband

met de aangekondigde herziening van de

regeling beleggen en belenen. Tilburg

University hanteert een zeer defensief

beleggingsprofiel. Tijdelijk overtollige

middelen worden afhankelijk van de

liquiditeitsbehoefte conform de regeling

beleggen en belenen binnen tactische

bandbreedtes belegd in vastrentende

waarden, zoals (staat)obligaties,

deposito’s en spaarrekeningen.

Net als voorgaande jaren waren er in

2015 geen kwaliteitsobligaties beschik-

baar in de markt die in de beleggings-

portefeuille van de universiteit passen.

Er zijn geen nieuwe fondsen aan de

portefeuille toegevoegd en door verkoop

en uitloting zijn er minder obligaties in

portefeuille dan het jaar daarvoor.

De cashflow-planning voor de komende

vijf jaar is gebaseerd op de raming van

de rijksbijdrage, de collegegelden,

meerjarenbegrotingen van de eenheden,

de strategische vastgoedvisie en

historische gegevens. Investeringen in

vaste activa worden indien mogelijk uit

eigen middelen gefinancierd.

Treasury beheert actief de omvang van de

rekening-courantsaldo waarbij de

continuïteit van de bedrijfsvoering

gegarandeerd blijft. Tijdelijk overtollige

liquiditeiten worden op spaarrekeningen

en in deposito’s gestald tegen percenta-

ges hoger dan Eonia en Euribor. De

opbrengst daarvan staat al jaren onder

druk. Op spaarrekeningen en deposito’s

samen is in 2015 een totaal rendement

gerealiseerd van 0,666% (2014: 0,955%).

De liquide middelen worden uitgezet bij

Nederlandse banken met minimaal

A-rating voor deposito’s met een looptijd

korter dan 3 maanden en minimaal

AA-rating voor deposito’s met een

looptijd langer dan 3 maanden.

In de jaarrekening zijn de obligaties per

balansdatum gewaardeerd tegen de reële

waarde. Ongerealiseerde koerswijzigin-

gen sinds de aankoop (dalingen tot

aankoopkoers) worden rechtstreeks

verwerkt in de herwaarderingsreserve

effecten. Door koersdalingen is deze

reserve in 2015 afgewaardeerd. Verkoop

van obligaties heeft in 2015 een negatief

koersresultaat opgeleverd van - € 14.725.

Verwacht wordt dat in 2016 een lagere

beleggingsopbrengst zal worden behaald

dan in 2015.

101

5.2.5 TEGEMOETKOMING PROFILERINGSFONDS

Conform artikel 7.51 van de WHW

voorziet Tilburg University via het

Profileringsfonds in de financiële

ondersteuning van studenten in

bijzondere omstandigheden. Dit betreft

studenten met

• studievertraging als gevolg van

overmacht

• een erkende topsportstatus

• een bestuursfunctie in de medezeggen-

schap of een studentenorganisatie

Studenten die aan de voorwaarden

voldoen, komen in aanmerking

voor financiële ondersteuning uit het

Profilerings fonds. Via het fonds worden

ook Excellence Scholarships verstrekt

aan excellente studenten van Tilburg

University die aansluitend op hun

bachelor opleiding in Tilburg een

buitenlandse masteropleiding of een

research-masteropleiding in Tilburg

willen volgen. In de regeling Profilerings-

fonds zijn de voorwaarden voor onder-

steuning vastgelegd. Deze regeling is

goedgekeurd door de Universiteitsraad.

Het Profileringsfonds heeft het karakter

van een bestemmingsreserve. Per ultimo

2015 bevat deze reserve een bedrag van

€ 664.482. Jaarlijks is via het intern

verdeelmodel een bedrag van € 786.000

middelen beschikbaar voor het Profile-

ringsfonds. De volgende tabel geeft een

overzicht van de vergoedingen in 2015.

Van het totale bedrag was 83% bestemd

voor studenten met een bestuursfunctie.

Tabel 5.6 Vergoedingen uit het Profileringsfonds 2015

Herkomst Aantal studenten Vergoeding

EER 538 € 730.444

Niet-EER 14 € 26.645

Totaal 552 € 757.089



5.2.6 HELDERHEIDSASPECTEN

Deze paragraaf beschrijft de wijze

waarop Tilburg University omgaat

met de acht aspecten uit de notitie

‘Helderheid in de bekostiging van het

hoger onderwijs’ van het Ministerie

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

d.d. 29 augustus 2003 en de aanvulling

daarop van 27 augustus 2004.

Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingenTilburg University heeft in 2015 bij

TLS enkele geregistreerde opleidingen

uitbesteed aan private organisaties en

andere instellingen:

Investeren van publieke middelen in private activiteitenTilburg University heeft in 2015 geen

publieke middelen aangewend voor

de uitvoering van private activiteiten.

Verlenen van vrijstellingenTilburg University verleent alleen vrij -

stellingen op verzoek van de individuele

student. Vrijstellingen worden verleend

door de examencommissie; de gronden

waarop vrijstelling verleend kan worden

zijn vastgelegd in de onderwijs- en

examenregeling. Vrijstellingen worden

geregistreerd in het studentdossier.

Bekostiging van buitenlandse studentenTilburg University schrijft buitenlandse

studenten alleen in als student als zij

volledig voldoen aan de inschrijvings-

voorwaarden. Ingeschreven studenten

komen alleen dan voor bekostiging in

aanmerking als zij volledig voldoen aan

de weten regelgeving hieromtrent.

Uitwisselingsstudenten en buitenlandse

studenten die slechts een gedeelte van

een opleidingsprogramma volgen,

worden ingeschreven als contractcursist

conform de binnen Tilburg University

van toepassing zijnde regeling contract-

cursisten aanschuifonderwijs en worden

niet uitgewisseld met DUO.

Collegegeld niet betaald door student zelf en deelname eigen personeel aan opleidingen De inschrijfprocedures van Tilburg

University zijn conform de weten

regelgeving rond dit thema. Tilburg

University besteedt geen rijksbijdrage

aan het op enige manier compenseren

van het door studenten betaalde

collegegeld. Indien het collegegeld

namens een student door derden wordt

betaald, dan staat dit expliciet aangege-

Organisatie Vergoeding 2015

PWC € 12.565

Witlox Van en Boomen € 3.020

KPMG Meijburg & Co € 1.880

Sajet Telting & Partners BV € 2.768

Voorts Juridische Diensten € 10.043

Reset Partner € 3.630

Heuvel & Du Mongh advocaten € 6.958

Wagenaar Hoes € 6.000

Berenschot BV € 5.445

De Voort € 8.422

€ 60.730

103

5.2.7 DECLARATIES COLLEGE VAN BESTUUR

Het College van Bestuur van Tilburg

University bestaat uit twee personen

- de voorzitter en de rector magnificus -

met een fulltime dienstverband. Op 4

juni 2015 heeft Philip Eijlander het recto-

raat officieel overgedragen aan Emile

Aarts. De bedragen in de volgende tabel

betreffen declaraties van de door de

College van Bestuur leden zelf betaalde

onkosten, de rechtstreeks door de

universiteit betaalde rekeningen en

de onkosten die met een universitaire

creditcard betaald zijn. Tilburg

University hanteert een declaratie-

regeling voor de College van Bestuur

leden. De binnenlandse reiskosten

betreffen de kosten van een pool van

studentenchauffeurs waar incidenteel

gebruik van kan worden gemaakt en de

kosten van twee leaseauto’s (contract

plus brandstofkosten). De vaste

maandelijkse onkostenvergoeding van

€ 225 per maand is opgenomen bij de

declaraties onder representatiekosten

en overige kosten.

Tabel 5.8 Declaraties College van Bestuur (in euro’s)

Categorie Koen Becking Emile Aarts (vanaf 1/6/2015) Philip Eijlander (tot 1/6/2015)

Representatiekosten 3.066 2.126 991

Reiskosten binnenland 30.491 17.566 16.586

Reiskosten buitenland 12.598 0 0

Overige kosten 840 490 350

Totaal 46.995 20.182 17.927

ven op de door de student afgegeven

machtiging.

In 2015 hebben in totaal 318 medewerkers

ingeschreven gestaan voor het volgen van

onderwijs aan Tilburg University. Zij

hebben zelf hun collegegeldverplichting

voldaan.

Studenten volgen modulesStudenten die slechts een gedeelte van

een opleidingsprogramma volgen,

worden ingeschreven als contractcursist

conform de binnen Tilburg University van

toepassing zijnde regeling contractcursis-

ten aanschuifonderwijs. Deze studenten

worden niet uitgewisseld met DUO.

Studenten volgen een andere opleidingStudenten geven zonder tussenkomst

van Tilburg University rechtstreeks via

Studielink zelf aan voor welke oplei-

ding(en) zij zich aanmelden en zich

willen laten inschrijven. Tilburg University

schrijft studenten niet in voor andere

opleidingen dan waarvoor zij zich hebben

aangemeld.

Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisatiesEr zijn in 2015 geen maatwerktrajecten

voor bedrijven of organisaties georgani-

seerd.



5.2.8 BEZOLDIGINGEN COLLEGE VAN BESTUUR

Het bezoldigingsbeleid voor leden van

het College van Bestuur is vastgesteld

door het Stichtingsbestuur. Het salaris is

afgeleid van het maximum van salaris-

schaal 18 volgens de CAO Nederlandse

Universiteiten en bevat een bestuur-

derstoelage. De vakantie-uitkering

bedraagt 8% en de eindejaarsuitkering

8,3%. De leden van het College van

Bestuur ontvangen geen bonussen,

gratificaties en andere prestatieafhanke-

lijke beloningen. De ABP-pensioen-

regeling is van toepassing.

De bedragen in de volgende tabel zijn

gebaseerd op de bezoldigingscomponen-

ten conform de WNT-regeling van het

Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties. Een specificatie van

deze bedragen is opgenomen in de

jaarrekening paragraaf 6.9. De bezoldi-

ging ligt onder het WNT-maximum van

€ 230.474 voor topbestuurders in de

(semi) publieke sector.

Tabel 5.9 Bezoldigingen College van Bestuur (in euro’s)

Bezoldigingen Koen Becking Emile Aarts (vanaf 1/6/2015) Philip Eijlander (tot 1/6/2015)

Totaal 200.213 125.214 89.077

105

5.2.9 VOORINVESTERINGEN STUDIEVOORSCHOT

De VSNU heeft met de minister

afgesproken dat de universiteiten in de

periode 2015 - 2017 gezamenlijk M€ 67

per jaar investeren in de kwaliteit van

het onderwijs. Dit voorafgaand aan het

beschikbaar komen van de opbrengst

uit de invoering van het studievoorschot

voor het hoger onderwijs vanaf 2018.

De volgende tabel geeft de voorinveste-

ringen in 2015 van Tilburg University in

de verbetering van onderwijskwaliteit en

infrastructuur onderwijsvoorzieningen

(huisvesting en ICT).

De pilots verbeteren onderwijskwaliteit

betreft enkele universiteitsbrede

projecten ten laste van de strategische

middelen ter implementatie van het

Tilburgs Onderwijsprofiel. Met de inzet

van extra middelen WP voor onderwijs

realiseren de faculteiten meer handen

aan het onderwijsbord. Faculteiten zetten

een deel van de aan hen toegewezen

middelen voor de implementatie van het

Strategisch Plan in voor projecten ter

verbetering van de onderwijskwaliteit en

het overtreffen van de met de minister

gemaakte prestatieafspraken over

studiesucces. Bij LIS zijn in 2015

middelen ingezet voor extra toets

expertise. In 2015 is een startbedrag van

bijna 5 ton besteed aan de voorbereiding

van het Data Science initiatief met

een belangrijke onderwijscomponent

waar onder de nieuwe joint bachelor- en

masteropleidingen op het gebied van

data science samen met de Technische

Universiteit Eindhoven.

Voor de verbetering van de onderwijsin-

frastructuur trekt Tilburg University de

komende jaren aanzienlijke bedragen uit.

Zo wordt een bedrag van M€ 26

geïnvesteerd in een nieuw Onderwijs

en Zelfstudie Centrum met moderne

ICT-faciliteiten en worden bestaande

faciliteiten gemoderniseerd. Met de

investeringen in 2015 is onder meer

een Virtual Reality Lab ingericht, zijn

buitenwerkplekken voor studenten

ingericht en is een start gemaakt met de

voorbereiding van de nieuwbouw OZC.

Tabel 5.10 Voorinvesteringen studievoorschot 2015 (bedragen x € 1000)

2015

Onderwijskwaliteit

Pilots verbeteren onderwijskwaliteit/Implementatie Tilburgs Onderwijsprofiel 250

Inzet WP voor onderwijs 471

Verbeteren onderwijskwaliteit 180

Overtreffen prestatieafspraken studiesucces 544

Uitbreiding toets expertise 48

Grand Initiative on Data Science 452

Totaal exploitatie onderwijskwaliteit 1.945

Infrastructuur onderwijs

ICT 866

Huisvesting 726

Totaal investeringen Infrastructuur onderwijs 1.592


‘De studieschuld bedroeg aan het einde van mijn studietijd

33.000 gulden. Dat is achteraf gezien de beste investering

die ik ooit heb gedaan.’

Interview

107

“Als zoon van een lasser bij DAF Trucks

behoorde ik tot een nieuwe stroom

studenten, van wie de ouders nooit

hebben gestudeerd. Ik startte in 1977

tegelijk met 120 andere eerstejaars bij

rechten. De studiedruk was relatief laag,

de sfeer informeel. De universiteit was,

in vergelijking met andere universiteiten,

rijk. Het studieprogramma daagde je

bovendien uit. Ook kon ik veel naast

mijn studie doen. Zo werd ik lid van de

faculteitsraad en voorzitter van sportver-

eniging Pendragon.”

“Ik was een beursstudent. De studie-

schuld bedroeg aan het einde van mijn

studietijd 33.000 gulden. Dat is achteraf

gezien de beste investering die ik ooit

heb gedaan. Die periode heeft mij

gevormd. Met name het organiseren van

internationale sporttoernooien bij

Pendragon is zeer leerzaam geweest.”

“Die vormende studieperiode gaf mij het

zelfvertrouwen om een internationale

loopbaan te starten.”

Het internationale virusMijn eerste baan was bij Berenschot

Moret Bosboom in Tilburg. Dit internati-

onaal opererende adviesbureau zocht

iemand voor Human Resources. Al was

ik afgestudeerd als criminoloog, HR

paste beter bij mij. Berenschot deed

internationale projecten voor onder meer

ontwikkelingsorganisaties. In het tweede

jaar mocht ik naar Sanaa in Jemen. We

manageden een keten van slachthuizen

en vismarkten en trainden het personeel.

Het internationale virus heeft mij vanaf

dat moment niet meer verlaten. Mijn

loopbaan kreeg een kleurrijk internatio-

naal karakter. Zo heb ik onder meer in

Libië en Tanzania grote voedselprojecten

gedaan. En tegenwoordig werk ik in

Londen als vice president Human

Resources bij Vesuvius, toeleverancier

van verbruiksartikelen voor de staal en

gieterijindustrie. Ik heb bij dit bedrijf

dertien jaar geen eigen bureau gehad.

Mocht in allerlei landen met mensen

contacten leggen.”

Echt wat bijdragen“Ik ben bij Vesuvius eindverantwoordelijk

voor het totale Internationale Human

Resources-beleid met speciale aandacht

voor de werving en selectie van talent. Bij

managementfuncties letten we vooral op

verbale en relationele vaardigheden, niet

zozeer op de technische skills. Ik ga na

hoe goed medewerkers functioneren in

een multiculturele context. Ik raad

jongeren aan om – net als ik vroeger - tij-

dens hun studie nevenactiviteiten te

doen. Zonder dat, was ik nooit geworden

wie ik ben.”

“Omdat mijn studietijd zo vormend is

geweest, vind ik het fijn om iets terug te

geven aan de universiteit. Een studente

van de Law School die mij een paar jaar

geleden sprak tijdens een belcampagne,

wist mij te interesseren voor steun aan

een micro justice-project. Later ben ik

gaan meewerken aan een samenwerking

tussen Tilburg University en een universi-

teit in Zimbabwe. De universiteiten

wisselen kennis uit rond thema’s als

energie, milieu en landeigendom. Aan dit

project kan ik echt wat bijdragen, omdat

het gaat over het uitzenden van mensen

overzee. Ik weet hoe internationale

samenwerking werkt. Ik heb, samen met

mijn talentmanager uit Engeland,

bijvoorbeeld geholpen bij de werving en

selectie van studenten. Ik vind het mooi

om iets te mogen doen waardoor het

enorme potentieel in Afrikaanse landen

mogelijk wordt aangeboord. Ook is het

mooi om met jonge mensen te werken.

In die studenten zie ik mezelf terug. Hoe

ik een kleine veertig jaar geleden hier met

een smile rondliep.”

Alumnus Ryan van der Aa werkt voor het Engelse Vesuvius in Londen en woont – vooral in de weekenden – in Limburg. Vanwege het goede gevoel over zijn vorming in het verleden, ondersteunt hij de universiteit bij mooie maatschappelijke projecten in ontwikkelingslanden. ‘Ik vind het fijn om iets terug te geven. Ook is het mooi om met jonge mensen te werken. In hen zie ik mijzelf terug.’

‘Ik raad iedere student neven-activiteiten aan’


Ryan van der Aa



109

6. Jaarrekening 2015



6.1 Kengetallen

Kengetallen 1 2011 2012 2013 2014 2015

Studenten

Eerstejaars (WO/I) 3.649 3.273 3.235 3.089 3.729

Ingeschrevenen initiële opleidingen 13.599 12.952 12.599 12.113 12.399

Ingeschrevenen postdoctorale opleidingen 2 208 198 184 238 328

Ingeschrevenen TIASNimbas Business School 3.309 2.779 3.213 3.430 3.380

Onderwijs

Doctoraal diploma’s 2 6 0 0 0

Postdoctoraal diploma’s 52 67 16 8 8

Bachelor diploma’s 1.491 1.779 1.743 1.677 1.606

Master diploma’s 2.222 2.815 2.408 2.608 2.693

Diploma’s TIASNimbas Business School 483 559 561 546 560

Onderzoek

Promoties 3 131 132 132 160 165

Wetenschappelijke publicaties 4 2.280 2.049 2.033 1.728 1.734

Exploitatie

Rijksbijdragen (in M€) 106 110 111 118 115

College- en examengelden (in M€) 24 24 24 25 25

Overige baten (in M€) 69 65 55 56 58

Exploitatie resultaat (in M€) -2,4 -1,6 0,3 5,2 5,2

Vermogen

Eigen vermogen (in M€) 134 132 133 138 143

Vreemd vermogen (in M€) 135 126 121 123 126

Liquiditeit

Liquide middelen (in M€) 104 92 96 107 123

Netto werkkapitaal (in M€)5 42 36 41 49 61

Current ratio5 1,5 1,4 1,6 1,6 1,7

Current ratio alle universiteiten 1,0 1,3 1,3 1,4 pm

Solvabiliteit 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Solvabiliteit alle universiteiten 0,5 0,5 0,5 0,5 pm

Personeel

Wetenschappelijk personeel TiU 986 963 931 880 890

Ondersteunend beheerspersoneel TiU 675 683 663 649 624

Personeelsbestand verbonden partijen 166 146 110 107 127

Totaal personeel in loondienst 1.827 1.792 1.704 1.636 1.641

Personele lasten persoon in loondienst 131 129 129 129 126

Personele lasten uitzendkrachten 18 17 14 14 14

1 De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen. 2 Exclusief TIASNimbas Business School.3 Inclusief dubbelpromoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.4 Inclusief proefschriften, monographs en edited books. Cijfer 2014 gecorrigeerd ivm aangepaste definitie Pure.5 Exclusief waarde effecten (cijfers voorgaande jaren aangepast).

111

6.2 Geconsolideerde balans

Activa Ref 31-12-2015 31-12-2014

Vaste activa

Immateriële vaste activa 1 3.755.758 4.110.633

Materiële vaste activa 2 117.584.240 124.769.762

Financiële vaste activa 3 6.494.450 7.841.150

Totaal vaste activa 127.834.448 136.721.545

Vlottende activa

Voorraden 4 51.946 73.462

Vorderingen 5 18.619.071 17.666.135

Liquide middelen 6 122.702.891 106.581.029

Totaal vlottende activa 141.373.908 124.320.626

Totaal activa 269.208.356 261.042.171

Passiva Ref 31-12-2015 31-12-2014

Groepsvermogen

Eigen vermogen 7 142.906.504 137.846.456

Aandeel derden 8 667.354 656.014

143.573.858 138.502.470

Voorzieningen 9 10.522.757 10.905.146

Langlopende schulden 10 34.309.925 36.279.091

Kortlopende schulden 11 80.801.816 75.355.464

125.634.498 122.539.701

Totaal passiva 269.208.356 261.042.171

De balans is opgesteld na resultaatbestemming.

6.2 Geconsolideerde balans per 31-12-2015 (alle bedragen in €)



6.3 Geconsolideerde staat van baten en lasten 2015 (alle bedragen in €)

Ref 2015 Begroting 2015 2014

Baten

Rijksbijdragen OCW 12 114.988.380 112.940.000 117.864.623

Collegegelden 13 24.716.721 23.023.000 24.530.520

Baten werk i.o.v. derden 14 43.865.217 46.804.000 43.780.057

Overige baten 15 13.753.189 15.039.000 11.875.246

Totaal baten 197.323.507 197.806.000 198.050.446

Lasten

Personele lasten 16 139.846.823 141.395.000 143.467.784

Afschrijvingen 17 12.830.887 10.290.000 10.898.764

Huisvestingslasten 18 9.494.336 9.327.000 9.914.248

Overige lasten 19 29.232.415 36.007.000 28.116.985

Totaal lasten 191.404.461 197.019.000 192.397.781


Saldo financiële baten en lasten 20 -617.871 -562.000 -376.226

Resultaat uit gewone

bedrijfsvoering vóór belastingen 5.301.175 225.000 5.276.439

Belasting resultaat uit gewone

bedrijfsvoering 130.513 - -21.081

Resultaat uit gewone bedrijfs-

voering na belastingen 5.170.662 225.000 5.297.520

Resultaat uit buitengewone

bedrijfsvoering - - -

Aandeel derden 8 -11.340 - -50.672

Exploitatieresultaat 5.159.322 225.000 5.246.848

113

6.4 Geconsolideerd kasstroom-overzicht 2015 (alle bedragen in €)

2015 2014

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten 5.919.046 5.652.666

Belastingen -130.513 21.081

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 12.830.887 10.898.764

Mutaties voorzieningen -382.389 2.965.775

12.448.498 13.864.539

Veranderingen in vlottende middelen:

Voorraden 21.516 9.703

Vorderingen -1.005.390 1.258.839

Schulden 5.457.476 1.184.112

4.473.602 2.452.654

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 22.710.633 21.990.940

Ontvangen interest 987.662 1.327.157

Betaalde interest -1.564.202 -1.654.178

Buitengewoon resultaat - -

-576.540 -327.021

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 22.134.093 21.663.919

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -5.290.489 -11.291.338

Desinvesteringen in materiële vaste activa - -

Mutaties leningen -267.300 6.000

Overige investeringen in financiële vaste activa 1.614.000 1.944.098

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -3.943.789 -9.341.240

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen - -

Aflossing langlopende schulden -1.969.166 -1.969.165

Mutatie herwaarderingsreserve effecten en vermogensmutatie -99.275 -31.590

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.068.441 -2.000.755

Mutatie liquide middelen 16.121.862 10.321.924

Beginstand liquide middelen 106.581.029 96.259.105

Mutatie liquide middelen 16.121.862 10.321.924

Eindstand liquide middelen 122.702.891 106.581.029



ActiviteitenDe missie van Tilburg University wordt

geduid met Understanding Society. Door

het ontwikkelen en overdragen van kennis

en het samenbrengen van mensen uit

verschillende vakgebieden en organisaties,

wil Tilburg University een actieve bijdrage

leveren aan de samenleving en bijdragen

aan het oplossen van maatschappelijke

vraagstukken. De hoofdactiviteiten zijn

onderwijs, onderzoek en valorisatie.

ContinuïteitDe in de geconsolideerde jaarrekening

gehanteerde grondslagen van waardering

en resultaatbepaling zijn gebaseerd op

de veronderstelling van continuïteit van

de instelling.

VestigingsadresTilburg University is gevestigd op de

Warandelaan 2, 5037 AB te Tilburg.

Stelsel- en schattingswijzigingenIn 2015 hebben zich geen stelselwijzigin-

gen voorgedaan. Wel is sprake van een

schattingswijziging in verband met de

(geleidelijke) invoering van de compo-

nentenmethode voor de waardering van

vastgoed.

SchattingenBij toepassing van de grondslagen en

regels voor het opstellen van de jaarreke-

ning vormt de leiding van de Tilburg

University zich een oordeel over verschil-

lende zaken en maakt schattingen die

essentieel kunnen zijn voor de in de

jaarrekening opgenomen bedragen.

Indien het voor het geven van het in art.

2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzake-

lijk is, is de aard van deze oordelen en

schattingen inclusief

de bijbehorende veronderstellingen

opgenomen bij de toelichting op de

betreffende jaarrekeningposten.

ConsolidatieIn de consolidatie zijn de financiële

gegevens van Tilburg University

opgenomen samen met die verbonden

partijen waarbij sprake is van een

meerderheidsbelang dan wel van

beslissende zeggenschap. Indien sprake

is van een meerderheidsbelang van

minder dan 100% dan is separaat in

zowel het resultaat als in het groepsver-

mogen een aandeel derden opgenomen.

Intercompany-transacties, intercompa-

ny-winsten en onderlinge vorderingen en

schulden tussen groepsmaatschappijen

en andere in de consolidatie opgenomen

rechtspersonen worden geëlimineerd,

voor zover de resultaten niet door

transacties met derden buiten de Groep

zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde

verliezen op intercompany-transacties

worden ook geëlimineerd tenzij er sprake

is van een bijzondere waardeverminde-

ring. Waarderingsgrondslagen van

groepsmaatschappijen en andere in de

consolidatie opgenomen rechtspersonen

zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting

te krijgen bij de geldende waarderings-

grondslagen voor de Groep.

6.5 Algemene toelichting op de jaarrekening

In de consolidatie zijn de volgende

partijen betrokken:

• Tilburg University (TiU), Tilburg, 100%

• UvT Holding B.V., Tilburg, 100%

- KUB Career Services B.V.

• TIAS Business School B.V., Tilburg, 80%

- TIASNimbas Business School Utrecht

B.V.

- TIASNimbas Business School

Germany GmbH

• Stichting Instituut voor Ontwikkelings-

vraagstukken (IVO)

• Universiteitsfonds Tilburg, Tilburg,

100%

• L-LogiC B.V. 60%

Aangezien de winsten verliesrekening

over 2015 van Tilburg University in de

geconsolideerde jaarrekening is verwerkt,

is in de enkelvoudige jaarrekening

volstaan met weergave van een beknopte

winsten verliesrekening in overeenstem-

ming met artikel 2:402 BW.

115

Verbonden partijenAls verbonden partij worden aangemerkt

alle rechtspersonen waarover overheer-

sende zeggenschap, gezamenlijke

zeggenschap of invloed van betekenis

kan worden uitgeoefend. Dit betreft de

verbonden partijen die deel uitmaken

van de consolidatie. Daarnaast is sprake

van een verbonden partij waarbij sprake

is van een minderheidsbelang en geen

beslissende zeggenschap. Deze partij is

niet betrokken in de consolidatie; het

betreft hier de Stichting Bijzondere

Leerstoelen.

Transacties van betekenis met verbonden

partijen worden toegelicht voor zover

deze niet onder normale marktvoorwaar-

den zijn aangegaan. Hiervan wordt

toegelicht de aard en de omvang van de

transactie en andere informatie die nodig

is voor het verschaffen van het inzicht.

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld

volgens de indirecte methode. De

geldmiddelen in het kasstroomoverzicht

bestaan uit de liquide middelen, met

uitzondering van deposito’s met een

looptijd langer dan drie maanden.

Kasstromen in vreemde valuta zijn

omgerekend tegen een geschatte

gemiddelde koers. Koersverschillen op

geldmiddelen worden afzonderlijk in het

kasstroomoverzicht getoond. Ontvang-

sten en uitgaven uit hoofde van interest,

ontvangen dividenden en winstbelastin-

gen zijn opgenomen onder de kasstroom

uit operationele activiteiten. Betaalde

dividenden zijn opgenomen onder de

kasstroom uit financieringsactiviteiten.

De verkrijgingsprijs van de verworven

groepsmaatschappij is opgenomen

onder de kasstroom uit investeringsacti-

viteiten, voor zover betaling in geld heeft

plaatsgevonden. De geldmiddelen die in

de verworven groepsmaatschappij

aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in

mindering gebracht. Transacties waarbij

geen instroom of uitstroom van

kasmiddelen plaatsvindt, waaronder

financiële leasing, zijn niet in het

kasstroomoverzicht opgenomen. De

betaling van de leasetermijnen uit

hoofde van het financiële leasingcontract

zijn voor het gedeelte dat betrekking

heeft op de aflossing als een uitgave uit

financieringsactiviteiten aangemerkt en

voor het gedeelte dat betrekking heeft op

de interest als een uitgave uit operatione-

le activiteiten.

Beleidsregels toepassing WNTDe Wet normering bezoldiging topfuncti-

onarissen publieke en semi-publieke

sector (WNT) is met ingang van 1 januari

2013 van kracht.



6.6 Waarderingsgrondslagen activa en passiva

AlgemeenDe geconsolideerde jaarrekening is

opgesteld in overeenstemming met de

wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2

BW en de stellige uitspraken van de

Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die

uitgegeven is door de Raad voor de

Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn

van toepassing op grond van de Regeling

Jaarverslaggeving Onderwijs. De

jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Activa en passiva (met uitzondering van

het groepsvermogen) worden in het

algemeen gewaardeerd tegen de

verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de

actuele waarde. Indien geen specifieke

waarderingsgrondslag is vermeld, vindt

waardering plaats tegen de verkrijgings-

prijs. In de balans, de staat van baten en

lasten en het kasstroomoverzicht zijn

referenties opgenomen. Met deze

referenties wordt verwezen naar de

toelichting.

Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van

waardering en van resultaatbepaling zijn

ongewijzigd ten opzichte van het

voorgaande jaar, met uitzondering van

de waardering van vastgoed door de

(geleidelijke) invoering van de compo-

nentenmethode.

Vreemde valutaDe geconsolideerde jaarrekening is

opgesteld in euro’s. Transacties in

vreemde valuta gedurende de verslagpe-

riode zijn in de jaarrekening verwerkt

tegen de koers op transactiedatum.

Immateriële vaste activaGoodwill

De goodwill is gewaardeerd tegen

historische kostprijs verminderd met

afschrijvingen. TIAS Business School BV

heeft per 1 augustus 2006 Universiteit

Nimbas BV en Nimbas Business School

Germany GmbH overgenomen waarbij

de historische kostprijs van K€ 7.322 als

goodwill is geactiveerd. De basis voor

het besluit om hierover lineair af te

schrijven gedurende de verwachte

economische levensduur van 20 jaar is

dat met de overname een gerenomeerde

full-time MBA-opleiding in huis werd

gehaald met een zorgvuldig opgebouwd

en duurzaam internationaal netwerk van

bedrijven en alumni waarmee op lange

termijn significante voordelen te behalen

zijn. De goodwill wordt jaarlijks getoetst

op mogelijke bijzondere waardevermin-

117

deringen door middel van een bereke-

ning van de realiseerbare waarde van de

eenheid. Dit is de hoogste waarde van de

opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde

ofwel de contante waarde van de

toekomstige kasstromen. Op basis

daarvan wordt vastgesteld of de

realiseerbare waarde hoger is dan de

boekwaarde van de eenheid. Tot op

heden zijn er geen aanwijzingen voor

bijzondere waardevermindering van de

goodwill

Materiële vaste activaGebouwen en terreinen

De terreinen zijn gewaardeerd tegen de

aanschafwaarde en worden niet

afgeschreven. De gebouwen inclusief

vaste installaties, alsmede de inrichting

van terreinen zijn gewaardeerd tegen de

aanschafwaarde verminderd met

afschrijvingen. Tilburg University heeft

met ingang van 2015 de componenten-

methode geleidelijk ingevoerd voor de

waardering van haar vastgoed. Alle nieuw

te activeren projecten (met ingang van

2015) worden afgeschreven volgens de

indeling casco 60 jaar, afbouw 30 jaar,

technische installaties, inbouw en

terreinvoorzieningen 20 jaar en vaste

inrichting 10 jaar. De bouwrente als

gevolg van investeringen wordt geacti-

veerd, voor zover sprake is van financie-

ring met vreemd vermogen.

Voor de toekomstige kosten van groot

onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is

geen voorziening voor groot onderhoud

gevormd. De kosten worden rechtstreeks

in het resultaat verantwoord.

Apparatuur en inventarisgoederen

Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd

voor zover de aanschafwaarde per

activum groter is dan € 11.500. Geacti-

veerde apparatuur en inventaris zijn

gewaardeerd tegen de aanschafwaarde

verminderd met afschrijvingen. De

afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd

op de aanschafwaarde en verwachte

bedrijfseconomische levensduur.

Technische vervangingen

Technische vervangingen worden niet

geactiveerd, maar in de exploitatie

verantwoord.

Bijzondere waardevermindering materiële vaste activaOp balansdatum wordt beoordeeld of er

aanwijzingen zijn dat een vast actief aan

een bijzondere waardevermindering

onderhevig kan zijn. Eventuele bijzondere

waardeverminderingsverliezen worden

direct als last verwerkt in de staat van

baten en lasten.

Financiële vaste activaDeelnemingen

Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen

de nettovermogenswaarde.

Effecten

Effecten worden bij eerste verwerking

gewaardeerd tegen reële waarde.

Vervolgens worden de onder financiële

vaste activa opgenomen effecten

gewaardeerd tegen reële waarde. Waarde-

vermeerderingen van deze effecten

worden rechtstreeks verwerkt in de

herwaarderingsreserve. Op het moment

dat de desbetreffende effecten niet

langer in de balans worden verwerkt,

wordt de cumulatieve waardevermeerde-

ring in het eigen vermogen verwerkt in

de winsten verliesrekening. Indien van

een individueel effect de reële waarde

onder de (geamortiseerde) kostprijs

komt, wordt de waardevermindering

verwerkt ten laste van de winst-en-ver-

liesrekening. Voor rentedragende

financiële activa vindt verwerking van de

rentebaten plaats tegen de effectieve-

rentemethode. Tilburg University

waardeert haar effecten tegen reële

marktwaarde omdat in beginsel geen

sprake is van de intentie om effecten tot

einde looptijd aan te houden.

VoorradenDe voorraden zijn gewaardeerd tegen

historische kostprijs.

Onderhanden projectenOnderhanden projecten in opdracht van

derden worden gewaardeerd tegen de

gerealiseerde projectopbrengsten

(bestaande uit de gerealiseerde project-

kosten). Indien van toepassing, worden

de verwerkte verliezen en reeds gedecla-

reerde termijnen hierop in mindering

gebracht. Onderhanden projecten

waarvan de gefactureerde termijnen

hoger zijn dan de gerealiseerde project-

opbrengsten worden gepresenteerd

onder de kortlopende schulden.

VorderingenDe vorderingen zijn gewaardeerd tegen

de verkrijgingsprijs. Indien nodig wordt

een voorziening voor oninbaarheid

getroffen.

Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kas,

banktegoeden en deposito’s met een

looptijd korter dan twaalf maanden.

Eigen vermogenHet eigen vermogen bestaat uit

algemene reserves en bestemmingsre-

serves en/of -fondsen. Hierin is tevens

een segmentatie opgenomen naar

publieke en private middelen.

De bestemmingsreserves zijn reserves

met een beperktere bestedingsmogelijk-

heid, welke door het bestuur is aange-

bracht.



Algemene reserve gebouwen

Deze reserve is ontstaan uit het saldo

eigen vermogen in materiële vaste activa

in het kader van de Integrale Verantwoor-

delijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per

1 januari 1995. De reserve muteert als

gevolg van desinvesteringen.

Algemene reserves

Dit zijn de vrij besteedbare middelen op

balansdatum van de exploitatiesaldi tot

en met het verslagjaar.

Bestemde reserves

Dit zijn de reeds bestemde middelen op

balansdatum van de exploitatiesaldi tot

en met het verslagjaar.

Bestemmingsfondsen

Bestemmingsfondsen betreffen dat

gedeelte van het eigen vermogen waarbij

sprake is van een beperktere bestedings-

mogelijkheid aangebracht door derden.

Niet bestede middelen worden verant-

woord als bestemmingsfonds, indien de

geldverstrekker voorwaarden stelt aan de

besteding van de verstrekte gelden, maar

geen terugbetalingsverplichting van

toepassing is.

Herwaarderingsreserve

Indien herwaarderingen in de herwaarde-

ringsreserve zijn verwerkt, worden de

gerealiseerde herwaarderingen ten

gunste van de winst-en-verliesrekening

gebracht.

Aandeel derdenHet aandeel derden als onderdeel van

het groepsvermogen wordt gewaardeerd

tegen het bedrag van het nettobelang in

de netto-activa van de betreffende

verbonden partij.

VoorzieningenVoorzieningen worden gevormd voor in

rechte afdwingbare of feitelijke verplich-

tingen die op de balansdatum bestaan,

waarbij het waarschijnlijk is dat een

uitstroom van middelen noodzakelijk is

en waarvan de omvang op betrouwbare

wijze is in te schatten. De voorzieningen

worden gewaardeerd tegen de beste

schatting van de bedragen die noodzake-

lijk zijn om de verplichtingen per

balansdatum af te wikkelen. Voorzienin-

gen worden gewaardeerd tegen nominale

waarde tenzij anders vermeld.

Wachtgelden

De wachtgeldvoorziening betreft een

voorziening voor ex-werknemers die een

beroep kunnen doen op een wachtgeld-

uitkering. Het recht op een wachtgelduit-

kering wordt getoetst aan de hand van

op balansdatum afgegeven beschikkin-

gen in het kader van wachtgeld en

(bovenwettelijke) WW-uitkeringen en /of

indien sprake is van een ondertekende

ontslagbrief/vaststellingsovereenkomst.

De voorziening is bepaald op 75% van de

berekende maximale verplichtingen.

Betaalde uitkeringen worden aan de

voorziening onttrokken.

Spaarverlof

De voorziening spaarverlof is gevormd in

verband met verplichtingen die samen-

hangen met het meerjarig sparen van

verlofdagen.

WIA/WGA Eigen Risico

Tilburg University is sinds 1 juli 2004

eigen-risicodrager voor de WIA/WGA.

De voorziening is gebaseerd op de

verplichtingen in verband met toegekende

WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk)

ontslag wegens arbeids ongeschiktheid.

Jubilea

Deze voorziening is gevormd in verband

met de verplichtingen die samenhangen

met toekomstige 25-jarige en 40-jarige

jubileumuitkeringen van het personeel.

De jubileumvoorziening wordt gewaar-

deerd tegen de contante waarde.

Reorganisatievoorziening

Tilburg University heeft ervoor gekozen

om de ondersteunende organisatie

anders in te richten. In oktober 2015 is

het Sociaal Plan BEST vastgesteld waarin

voorzieningen zijn getroffen voor

werknemers die door de reorganisatie

boventallig worden. Voor de hiermee

samenhangende lasten is een reorgani-

satievoorziening getroffen.

Overige voorzieningen

De overige voorzieningen bestaan uit

een voorziening transitievergoeding, een

voorziening in verband met een

beëindigingsovereenkomst en een

voorziening uitgestelde vennootschaps-

belasting bij TIAS. De voorziening

transitievergoeding is gevormd in

verband met de verplichtingen vanaf

2015 die samenhangen met de afloop

van de tijdelijke arbeidscontracten van

personeel in loondienst uit hoofde van

de wet Werk en Zekerheid.

Langlopende schuldenDe annuïtaire langlopende leningen zijn

gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs.

Bij twee leningen is een marktconforme

renteherziening in de toekomst van

toepassing. Het betreft hier een

embedded derivaat.

Kortlopende schuldenDe schulden zijn gewaardeerd tegen

de verkrijgingsprijs. De kortlopende

schulden hebben een looptijd korter

dan 1 jaar.

119

AlgemeenDe baten en lasten worden toegerekend

aan het boekjaar waarop ze betrekking

hebben. Winsten worden slechts

genomen voor zover zij op balansdatum

zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s

die hun oorsprong vinden voor het einde

van het verslagjaar, worden in acht

genomen, indien zij voor het vaststellen

van de jaarrekening bekend zijn

geworden.

BatenRijks- en overige bijdragen

Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de

modelmatige verdeling door de minister

is toegewezen, alsmede de toegekende

doelsubsidies.

College en examengelden

Dit betreft de ontvangen college- en

examengelden voor zover deze aan het

verslagjaar kunnen worden toegerekend.

Hieronder vallen ook de instellingscolle-

geen examengelden.

Opbrengst werk voor derden

Dit betreft opbrengsten uit contract-

onderwijs en contractonderzoek met

betrekking tot afgesloten projecten en

opbrengsten van lopende projecten tot

een bedrag van de gemaakte projectkos-

ten. Eventuele positieve resultaten

worden gerealiseerd bij afsluiting van het

project. Indien het waarschijnlijk is dat

de totale projectkosten de totale

projectopbrengsten overschrijden, dan

worden de verwachte verliezen onmid-

dellijk in de exploitatie verwerkt.

Overige opbrengsten

Dit betreft de opbrengsten uit alle andere

activiteiten voor zover deze aan het

verslagjaar kunnen worden toegerekend.

Rentebaten

De rentebaten worden toegerekend aan

het verslagjaar waarop ze betrekking

hebben.

LastenPersonele lasten

Hier zijn de lasten opgenomen in verband

met de beloning voor verrichte arbeid,

inclusief sociale lasten en pensioen-

premies, alsmede overige personeels-

kosten voor zover deze betrekking hebben

op het verslagjaar.

Tilburg University heeft voor haar mede -

werkers een toegezegd pensioenregeling

bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP,

gebaseerd op middelloonregeling. Op deze

pensioenregeling zijn de bepalingen van de

Nederlandse Pensioenwet van toepassing

en worden op verplichte, contractuele of

vrijwillige basis premies betaald door de

instelling. De premies worden verantwoord

als personeelskosten zodra deze verschul-

digd zijn. Vooruitbetaalde premies worden

opgenomen als overlopende activa indien

dit tot een terugstorting leidt of tot een

vermindering van toekomstige betalingen.

Nog niet betaalde premies worden als

verplichting op de balans opgenomen.

Afschrijvingen op immateriële en

materiële vaste activa

Immateriële vaste activa en materiële

vaste activa worden met ingang van het

jaar van ingebruikneming afgeschreven

over de verwachte toekomstige gebruiks-

duur van het actief. Over terreinen wordt

niet afgeschreven.

Indien een schattingswijziging plaats vindt

van de economische levensduur, dan

worden de toekomstige afschrijvingen

aangepast.

Overige lasten

Dit zijn alle overige lasten voor zover

deze betrekking hebben op het verslag-

jaar.

Rentebaten en rentelasten

Rentebaten en rentelasten worden

tijdsevenredig verwerkt, rekening

houdend met de effectieve rentevoet van

de betreffende activa en passiva. Bij de

verwerking van de rentelasten wordt

rekening gehouden met de verantwoorde

transactiekosten op de ontvangen

leningen.

Belastingen

De belasting over het resultaat wordt

berekend over het resultaat voor

belastingen in de staat van baten en

lasten, rekening houdend met beschik-

bare, fiscaal compensabele verliezen uit

voorgaande boekjaren en vrijgestelde

winstbestanddelen en na bijtelling van

niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt

rekening gehouden met wijzigingen die

optreden in de latente belastingvorderin-

gen en latente belastingschulden uit

hoofde van wijzigingen in het te hanteren

belastingtarief.

6.7 Grondslagen voor de resultaatbepaling



6.8 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans

Activa

1 Immateriële vaste activa Aanschafprijs t/m 2014

Afschrijvingen t/m 2014

Boekwaarde 31-12-2014

Investeringen 2015

Desinvesteringen2015 AW

Desinvesteringen 2015 AFS

Afschrijvingen 2015 Aanschafprijs t/m 2015 Afschrijvingen t/m 2015 Boekwaarde 31-12-2015

Goodwill 7.322.421 3.211.788 4.110.633 - - - 354.875 7.322.421 3.566.663 3.755.758

Totaal immateriële vaste activa 7.322.421 3.211.788 4.110.633 - - - 354.875 7.322.421 3.566.663 3.755.758

2 Materiële vaste activa Aanschafprijs t/m 2014



Investeringen 2015




Gebouwen en terreinen

Gebouwen 189.800.884 90.622.573 99.178.311 777.447 - - 7.904.418 190.578.331 98.526.991 92.051.340

Gebouwen in uitvoering 1.636.361 - 1.636.361 324.175 - - - 1.960.536 - 1.960.536

Terreinen (incl. inrichting) 13.733.186 2.451.390 11.281.796 240.257 - - 199.315 13.973.443 2.650.705 11.322.738

Terrein TFT 882.408 - 882.408 - - - - 882.408 - 882.408

206.052.839 93.073.963 112.978.876 1.341.879 - - 8.103.733 207.394.718 101.177.696 106.217.022

Inventaris en apparatuur 35.886.483 24.095.597 11.790.886 3.948.610 - - 4.372.279 39.835.093 28.467.876 11.367.218

Administratieve afboekingen - - - - - - - - - -

35.886.483 24.095.597 11.790.886 3.948.610 - - 4.372.279 39.835.093 28.467.876 11.367.218

Totaal materiële vaste activa 241.939.322 117.169.560 124.769.762 5.290.489 - - 12.476.012 247.229.811 129.645.572 117.584.240

De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend

over de aanschafwaarde en zijn gebaseerd op de volgende percentages:

Goodwill 5%

Terreinen (incl. inrichting) 0% - 5% - 10%

Gebouwen 1,7% - 3,3% - 5% - 10%*

Apparatuur en inventaris 10% - 25 %

In verband met de geplande renovatie van het Koopmans gebouw in 2017 waarbij de

gehele binnenkant wordt gestript, is besloten over te gaan tot het versneld afschrijven

van de investeringen die in het verleden hiervoor zijn gedaan in 2015 en 2016. Het bedrag

aan versnelde afschrijving over 2015 bedraagt M€ 2,7.

121

Activa

1 Immateriële vaste activa Aanschafprijs t/m 2014



Investeringen 2015




Goodwill 7.322.421 3.211.788 4.110.633 - - - 354.875 7.322.421 3.566.663 3.755.758

Totaal immateriële vaste activa 7.322.421 3.211.788 4.110.633 - - - 354.875 7.322.421 3.566.663 3.755.758

2 Materiële vaste activa Aanschafprijs t/m 2014



Investeringen 2015




Gebouwen en terreinen

Gebouwen 189.800.884 90.622.573 99.178.311 777.447 - - 7.904.418 190.578.331 98.526.991 92.051.340

Gebouwen in uitvoering 1.636.361 - 1.636.361 324.175 - - - 1.960.536 - 1.960.536

Terreinen (incl. inrichting) 13.733.186 2.451.390 11.281.796 240.257 - - 199.315 13.973.443 2.650.705 11.322.738

Terrein TFT 882.408 - 882.408 - - - - 882.408 - 882.408

206.052.839 93.073.963 112.978.876 1.341.879 - - 8.103.733 207.394.718 101.177.696 106.217.022

Inventaris en apparatuur 35.886.483 24.095.597 11.790.886 3.948.610 - - 4.372.279 39.835.093 28.467.876 11.367.218

Administratieve afboekingen - - - - - - - - - -

35.886.483 24.095.597 11.790.886 3.948.610 - - 4.372.279 39.835.093 28.467.876 11.367.218

Totaal materiële vaste activa 241.939.322 117.169.560 124.769.762 5.290.489 - - 12.476.012 247.229.811 129.645.572 117.584.240

* Tilburg University voert met ingang van 2015 de componentenmethode geleidelijk in voor de waardering van haar vastgoed. Alle

nieuw te activeren projecten (met ingang van 2015) worden afgeschreven volgens de indeling casco 60 jaar, afbouw 30 jaar,

technische installaties, inbouw en terreinvoorzieningen 20 jaar en vaste inrichting 10 jaar. In verband met het niet beschikbaar zijn

van alle relevante informatie wordt de afschrijving van reeds geactiveerd vastgoed niet aangepast (blijft gebaseerd op 30 jaar).



3 Financiële vaste activa

Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd:

Overige leningen u/g Plaats Boekwaarde31-12-2014

Verstrekkingen2015

Aflossingen2015

Boekwaarde31-12-15

Studentleningen TIAS Tilburg - 267.300 - 267.300

Totaal overige leningen u/g - 267.300 - 267.300

TIAS biedt de meest talentvolle studenten de mogelijkheid om een deel van het collegegeld te lenen. De lening dient in 10 jaar na het afstuderen te worden terugbetaald.

Effecten Boekwaarde31-12-2014

Investeringenin 2015

Desinvestering in 2015

Boekwaarde31-12-15

Obligaties 7.841.150 - 1.614.000 6.227.150

Totaal effecten 7.841.150 - 1.614.000 6.227.150

De actuele waarde van de effecten per 31-12-2015 is € 6.227.150.

Totaal financiële vaste activa 7.841.150 6.494.450

Vlottende activa

4 Voorraden 31-12-2015 31-12-2014

Gebruiksgoederen 51.946 73.462

Totaal voorraden 51.946 73.462

5 Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014

Debiteuren 12.694.059 11.643.988

OCW 20.000 -

Overige vorderingen 192.366 29.159

Overlopende activa

Vooruitbetaalde licenties 748.814 369.158

Overige vooruitbetaalde kosten 1.629.980 2.346.730

Nog te factureren kosten contractonderzoek 2.298.872 2.310.688

Verstrekte voorschotten 116.180 128.463

Nog te ontvangen rente 560.076 607.114

Nog te ontvangen subsidies/NWO 374.466 620.510

Overige overlopende activa 437.187 192.265

Totaal overlopende activa 6.165.575 6.574.928

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid -452.930 -581.940

Totaal vorderingen 18.619.070 17.666.135

De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.

6 Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014

Banken 16.622.215 13.436.690

Kasmiddelen 11.346 19.302

Deposito's 106.069.330 93.125.037

Totaal liquide middelen 122.702.891 106.581.029

Deposito’s zijn voor € 25.000.000 niet direct opeisbaar. Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden.


123

Passiva

Groepsvermogen

7 Eigen vermogen Saldo31-12-2014

Bestemmingresultaat 2015

OverigeMutaties

Saldo31-12-2015

Algemene reserve (publiek) 109.497.250 5.924.096 -4.795.664 110.625.682

Algemene reserve (privaat) 11.633.604 216.628 - 11.850.232

Bestemmingsreserve (publiek) 15.978.781 -1.044.000 4.795.664 19.730.445

Bestemmingsreserve (privaat)Eigen vermogen geconsolideerde verbonden partijen 446.545 62.598 - 509.144

Herwaarderingsreserve effecten 290.275 - -99.275 191.000

Eigen vermogen 137.846.456 5.159.322 -99.275 142.906.504

8 Minderheidsbelang derden Saldo31-12-2014

Bestemmingresultaat 2015

OverigeMutaties

Saldo31-12-2015

Minderheidsbelang derden 656.014 11.340 - 667.354

Totaal groepsvermogen 138.502.470 5.170.662 -99.275 143.573.858

De bestemde reserves worden toegelicht bij de enkelvoudige jaarrekening.

9 Voorzieningen Saldo31-12-2014

Dotaties2015

Onttrekkingen2015

Vrijval2015

Saldo31-12-2015

Wachtgelden 2.510.919 300.263 1.097.865 320.353 1.392.964

Spaarverlof 2.264.284 114.991 292.180 123.070 1.964.025

WIA/WGA eigen risico 1.231.490 227.551 213.114 435.253 810.674

Jubilea 841.162 272.269 157.720 - 955.711

Reorganisatievoorziening 2.153.297 4.196.000 - 1.499.203 4.850.094

Overige voorzieningen 1.903.994 65.442 1.092.620 327.527 549.289

Totaal voorzieningen 10.905.146 5.176.516 2.853.499 2.705.406 10.522.757

De voorziening jubilea wordt éénmaal per jaar bepaald; dotatie en/of vrijval worden daarom gesaldeerd opgenomen.

Bestedingen van het saldo per 31-12-2015 < 1 jaar 1>5 jaar > 5 jaar Totaal

Wachtgelden 637.761 744.224 10.979 1.392.964

Spaarverlof 196.403 785.610 982.012 1.964.025

WIA/WGA eigen risico 184.065 416.410 210.199 810.674

Jubilea 144.533 331.468 479.710 955.711

Reorganisatievoorziening 1.458.615 3.300.554 90.925 4.850.094

Overige voorzieningen 311.601 237.688 - 549.289

Totaal voorzieningen 2.932.978 5.815.954 1.773.825 10.522.757



10 Langlopende schulden Ingangs-datum

Saldo lenings- overeenkomst

31-12-2014

Balans 31-12-2014

Verstrekking 2015

Aflossingen 2015

Saldo lenings- overeenkomst

31-12-2015

Aflossings- verplichting

2016

Balans 31-12-2015

BNG 40.97642 (4,000%) 02-06-03 955.951 782.142 - 173.811 782.143 173.810 608.333

BNG 40.100760.01 (3,585%) 01-02-09 5.312.500 5.062.500 - 250.000 5.062.500 250.000 4.812.500

BNG 40.97636 (4,390%) 02-06-03 19.379.805 18.434.449 - 945.356 18.434.448 945.356 17.489.092

BNG 40.105893 (3,995%) 15-10-10 12.600.000 12.000.000 - 600.000 12.000.000 600.000 11.400.000

Totaal langlopende schulden 38.248.256 36.279.091 - 1.969.167 36.279.091 1.969.166 34.309.925

Van deze langlopende schulden heeft € 26.433.266 een looptijd langer dan 5 jaar. Bij een tweetal leningen is sprake van een renteherziening in de toekomst. Dit betreffen lening BNG 40.100760.01 met een looptijd van 30 jaar en een huidig rentepercentage van 3,585%, met een renteherziening per 1 februari 2026 en lening BNG 40.97636 met een looptijd van 32 jaar en een huidig rentepercentage van 4,390%, met een renteherziening per 2 juni 2023. Op grond van RJ 290 classificeren deze zich als embedded derivaten, waarbij er een nauw verband bestaat tussen de renteherziening en de leningovereenkomst, er heeft hier geen afsplitsing plaatsgevonden in de waardering. Beide renterisico’s zijn niet afgedekt door middel van een hedge-instrument. Derhalve loopt Tilburg University een toekomstig renterisico. Bij leningovereenkomst 40.105893 geldt de aanvullende zekerheid van hypotheekrecht voor de hoofdsom met als onderpand, Cobbenhagenlaan 205 te Tilburg. Bij verkoop of op andere wijze geheel of gedeeltelijk vervreemden dient voorafgaand toestemming gevraagd te worden aan BNG. De aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.

11 Kortlopende schulden 31-12-2015 31-12-2014

Vooruitontvangen termijnen OHW 12.874.074 12.429.767

Crediteuren 7.176.254 8.623.686

Loonheffing 5.104.814 4.254.635

Omzetbelasting 774.836 648.706

Premies sociale verzekeringen 1.103.547 1.045.815

Schulden terzake pensioenen 1.269.648 1.544.324

Overige kortlopende schulden

Aflossingsverplichting langlopende schulden 1.969.166 1.969.165

Penvoerderfondsen 734.637 1.045.676

Winstaanspraken derden 310.149 267.420

Overige 554.118 375.585

Totaal overige kortlopende schulden 3.568.070 3.657.846

Overlopende passiva

Vooruitontvangen collegegelden 11.232.196 9.153.262

Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs 510.449 433.058

Vooruitgefactureerde collegegelden TIAS 14.193.761 13.745.800

Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 491.869 -

Vakantiegeld 4.162.579 3.931.184

Vakantiedagen 2.914.682 3.191.991

Netspar 9.034.964 6.651.853

TIAS 2.383.411 2.910.304

Sportkaarten 374.236 389.202

SEO gelden 306.368 -

Overige vooruitontvangen baten 1.423.142 1.105.705

Compensatie boventonners 368.813 -

Nog te betalen kosten 811.496 1.072.357

Overige overlopende passiva 722.607 565.969

Totaal overlopende passiva 48.930.573 43.150.685

Totaal kortlopende schulden 80.801.816 75.355.464

125

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Geoormerkte Doelsubsidies OCW (conform model G)

Leaseverplichtingen

Tilburg University heeft een operationeel

autoleasecontract gesloten met een

maximale looptijd van 5 jaar. De jaar-

kosten bedragen € 45.718.

Huurverplichtingen

Tilburg University heeft twee huurcontrac-

ten afgesloten met de Sint Bonifacius

Stichting voor de Nieuwegracht 61 en

Nieuwegracht 65 in Utrecht.

De huurovereenkomsten lopen tot

30 november 2017. De totale verplichting

bedraagt € 384.188 waarvan € 200.446

betrekking heeft op 2016.

Daarnaast heeft TIAS Business

School B.V. een huurovereenkomt

met J. Borchert-Ansinger voor de huur

van Nieuwegracht 39 in Utrecht.

Het contract loopt tot 30 april 2017 en

betekent een verplichting van € 369.880,

waarvan € 341.040 betrekking heeft op

2016.

Investeringsverplichting

Tilburg University is voor de renovatie

van Simon Building een investerings-

verplichting aangegaan met Mertens

Bouwbedrijf B.V. De aanneemsom

bedraagt € 6.372.653. Van deze

verplichting is tot en met februari 2016

€ 1.542.750 in rekening gebracht.

Meerjarige financiële verplichtingen

Tilburg University heeft een niet uit de

balans blijkende verplichting voor

onderhouds- contracten met een

verplichting van € 4.856.520 in 2016, een

verplichting van € 2.458.193 tussen 2017

en 2020 en een verplichting van € 15.537

vanaf 2021.

ICT

Met betrekking tot de ICT is een

onderhoudscontract afgesloten met een

jaarlijkse verplichting van € 385.000 voor

een looptijd van 3 jaar.

Overig

De fiscale eenheid Stichting Katholieke

Universiteit Brabant omvat de volgende

rechtspersonen en betreft alleen

omzetbelasting:

Stichting Katholieke Universiteit Brabant

UvT Holding B.V.

TIAS B.V.

KUB Career Services B.V.

G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule

Toewijzing kenmerk

Toewijzingdatum

Bedrag vantoewijzing

Ontvangen t/m verslagjaar

Prestatie afgerond ja/nee

Subsidie Data Science voor Alfa en Gamma 705AO-3542 01-05-2015 100.000 80.000 nee

100.000 80.000

G2-B Subsidies met verrekeringsclausule, doorlopend tot in een volgend verslagjaar

Subsidie Kenmerk Toewijzingdatum

Bedrag vantoewijzing

Saldo01-01-2015

Ontvangent/m verslagjaar

Ontvangen in verslagjaar

Lasten in 2015

Totale kosten 31-12-2015

Saldo nog te besteden

31-12-2015

Professionele leergemeen-schappen

PLG 2013 15 02-12-2013 200.000 40.074 150.000 50.000 36.857 96.783 53.217

Professionele leergemeen-schappen

PLG 2013 11 02-12-2013 200.000 42.531 150.000 50.000 41.081 98.550 51.450

Beg. startende leraren

BSL 2013 03 02-12-2013 1.042.000* 268.455 842.000 326.000 207.253 454.798 387.202

1.442.000 351.060 1.142.000 426.000 285.191 650.131 491.869

*Dit betreft de toewijzing van een maximale vaste voet van K€ 800 en een flexibele deel afhankelijk van het aantal startende leraren van K€ 242

Abusievelijk zijn de ontvangen subsidies Professionele leergemeenschappen en begeleiding startende leraren niet verantwoord via model G in de jaarrekening 2013 en 2014. Als gevolg hiervan is het saldo per 1-1-2015 in 2014 niet opgenomen onder de kortlopende schulden als vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt.



Baten 2015 2014

12 Rijksbijdragen OCW

Normatieve Rijksbijdrage TiU (WO) 114.954.249 117.498.623

Overige OCW subsidies 34.131 366.000

Totaal Rijksbijdragen 114.988.380 117.864.623

De overige subsidies OCW betreft geoormerkte subsidies die verantwoord worden via model G.

13 Collegegelden 2015 2014

College- en examengelden 19.424.018 20.988.539

Instellingscollege- en examengelden 5.292.703 3.541.981

Totaal collegegelden 24.716.721 24.530.520

14 Baten werk in opdracht van derden 2015 2014

Contractonderwijs 22.292.355 21.210.003

Contractonderzoek 20.027.833 21.110.488

Overige baten in opdracht van derden 1.545.029 1.459.566

Totaal baten werk in opdracht van derden 43.865.217 43.780.057

6.9 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde staat van baten en lasten

127

15 Overige baten 2015 2014

Verhuur onroerende zaken 632.141 633.712

Detachering personeel 655.597 810.116

Subsidies/bijdragen studentactiviteiten 1.799.978 1.129.971

Overige subsidies 3.663.848 2.956.528

Dienstverlening/personele ondersteuning 1.159.050 1.080.648

Verkoop sportkaarten 811.762 736.162

Ontvangsten kopiëren/drukwerk/telefoon 548.636 609.480

Doorbelastingen congresbureau 915.982 931.351

Dictaten/cursussen/congressen 671.103 936.014

TIAS Lab partnerschappen en projecten 1.631.916 900.704

Overige inkomsten 1.263.176 1.150.559

Totaal overige baten 13.753.189 11.875.246

Lasten 2015 2014

16 Personele lasten 2015 2014

Brutolonen en salarissen 97.407.222 96.333.210

Sociale lasten 11.032.449 11.016.207

Pensioenpremies 12.416.855 14.731.587

Overige personele lasten

Uitzendkrachten 14.160.796 14.067.766

Dotatie personele voorzieningen 2.553.762 4.650.876

Overige 2.888.031 3.190.321

Totaal overige personele lasten 19.602.589 21.908.963

Uitkeringen (-/-) -612.292 -522.183

Totaal personele lasten 139.846.823 143.467.784

Naar de stand van februari 2016 is de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds 97,3% (bron: website www.abp.nl, d.d. 4-4-2016). Omdat de financiële situatie op 31-12-2015 onvoldoende is moet het ABP een herstelplan indienen bij de toezichthouder op 1-4-2016. Pas na goedkeuring door de Nederlandse Bank is bekend wat dit voor aangesloten onderwijsinstellingen betekent.Tilburg University heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies, en heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Gedurende het jaar 2015 waren gemiddeld 1641 werknemers in dienst op basis van een fulltime dienstverband, in 2014 waren dit 1636. In paragraaf 6.10 is voor Tilburg University enkelvoudig een onderverdeling opgenomen in de categoriën management/bestuur, personeel primair proces en ondersteunend personeel.

17 Afschrijvingen 2015 2014

Immateriële vaste activa 354.875 354.875

Materiële vaste activa 12.476.012 10.543.889

Totaal afschrijvingen 12.830.887 10.898.764



19 Overige lasten 2015 2014

Administratie- en beheerlasten 210.520 256.114

Accountantskosten 421.511 231.492

Inventaris en apparatuur 1.082.483 848.592

Boeken/literatuur 2.761.432 2.401.730

Subsidies/inkomensoverdrachten 2.734.292 2.612.481

Licenties 1.921.326 1.666.774

Reis- en verblijfkosten 2.794.132 2.774.112

Beurzen 3.328.522 2.856.795

Bureaukosten 971.043 1.176.112

Congressen/seminars 478.497 459.394

Restauratieve kosten/representatie 4.440.590 3.859.740

Voorlichtingskosten 1.742.022 2.279.107

Algemene kosten 1.031.076 1.136.270

Cursus- verbruiksmaterialen 1.007.646 1.047.167

Internet/onderhoud/software 2.306.756 2.303.010

Onderzoek en ontwikkeling 1.431.437 909.274

Diversen 569.130 1.298.822

Totaal overige lasten 29.232.415 28.116.985

AccountantskostenDe volgende honoraria van de accountant zijn ten laste gebracht van de organisatie en de in de consolidatie betrokken partijen,

een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW (betreft de kosten ten laste van het jaar gebracht waarin de diensten zijn verricht).

In 2015 is Tilburg University van accountant gewijzigd van PwC naar Deloitte.

Lasten 2015 2014

18 Huisvestingslasten 2015 2014

Huur 604.460 612.999

Verzekeringen 275.628 278.012

Onderhoud 1.611.793 1.607.941

Energie en water 1.858.392 1.902.451

Schoonmaakkosten 1.839.264 1.872.469

Heffingen 585.093 636.328

Overige 2.719.706 3.004.048

Totaal huisvestingslasten 9.494.336 9.914.248

129

Overzicht verbonden partijen

Meerderheids- deelneming (BV of NV)

Juridi-schevorm

Statutairezetel

Codeactiviteiten

Vermogen31-12-2015

Exploitatiesaldo in

2015

Omzet in2015

Verklaringart. 2:403

BW

Deel-name

Consoli-datie

TIAS Business School BV Tilburg 1 3.334.550 54.482 23.133.539 N 80% Ja

UvT Holding BV Tilburg 4 550.787 35.913 2.731.759 N 100% Ja

L-LogiC B.V. BV Tilburg 4 1.111 1.111 9.616 N 60% Ja

Totaal meerderheidsdeelneming 3.886.448 91.506 25.874.914

Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)

Juridi-schevorm

Statutairezetel

Codeactiviteiten

Vermogen31-12-2015

Exploitatiesaldo in

2015

Omzet in2015

Verklaringart. 2:403

BW

IVO stichting Tilburg 4 - 101.206 - N

Universiteitsfonds Tilburg stichting Tilburg 4 509.144 62.598 404.324 N

Totaal beslissende zeggenschap 509.144 163.804 404.324

Toelichting code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige.Gemiddeld aantal medewerkers: TIAS 125 (2014:106), UvT Holding 1 (2014:1), L-LogiC B.V. 1 (2014:0).

Overige verbonden partijen(minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)

Juridischevorm

Statutairezetel

Codeactiviteiten

Stichting Bijzondere Leerstoelen stichting Amsterdam 4

Accountantskosten PwC 2015 2014

Honorarium onderzoek jaarrekening 123.153 170.369

Honorarium andere controle werkzaamheden 75.479 50.339

Honorarium fiscale advisering 43.385 15.195

Honorarium andere niet-controlediensten 8.000 -

Totaal 250.018 235.903

Accountantskosten Deloitte 2015 2014

Honorarium onderzoek jaarrekening 87.621 -

Honorarium andere controle werkzaamheden 14.335 -

Honorarium fiscale advisering - -

Honorarium andere niet-controlediensten - -

Totaal 101.956 -

20 Financiële baten en lasten 2015 2014

Rentebaten 767.816 1.003.878

Waardeveranderingen financiële activa 14.438 57.807

Overige opbrengsten financiële activa 152.954 205.887

Rentelasten -1.553.079 -1.643.798

Saldo financiële baten en lasten -617.871 -376.226



BezoldigingsgegevensNaam

Voorzitter ja/nee

aanvangdienst-

verband

einde dienst-

verband

omvang(in fte)

beloning belastbareonkosten

vergoeding

voorzieningbeloning

op termijn

uitkeringbeëindiging

dienst-verband

Toezichthouders 2015

Drs. J.H.M. Hommen ja 01-01-2014 nvt nvt 11.000 nvt nvt nvt

Mevr. drs. R.I. Doerga RA nee 01-10-2009 nvt nvt 5.500 nvt nvt nvt

Dhr. W.I.I. van Beek nee 01-10-2010 nvt nvt 5.500 nvt nvt nvt

Mevr. prof. dr. E. van Sliedregt nee 01-11-2015 nvt nvt 917 nvt nvt nvt

Prof. dr. ir. W.M.P. van der Aalst nee 01-08-2015 nvt nvt 2.292 nvt nvt nvt

Mevr. mr. N.A. Kalsbeek nee 01-11-2011 01-11-2015 nvt 4.583 nvt nvt nvt

Bezoldigingsgegevens Naam

Functie aanvangdienst-

verband

einde dienst-

verband

omvang(in fte)


vergoeding

voorzieningbeloning

op termijn


dienst-verband

Overige functionarissen 2015

Nr 1 Hoogleraar 15-05-1992 nvt 1,00 235.451 nvt 18.803 nvt





Nr 6 Hoogleraar 01-05-2009 30-11-2015 0,20 17.349 nvt 2.347 82.667

Nr 7 UD 01-01-2006 30-11-2015 1,00 79.511 nvt 9.250 241.000

Nr 8 UHD 01-01-2006 30-11-2015 0,40 30.027 nvt 4.066 128.246

Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

BezoldigingsgegevensNaam

Voorzitter ja/nee

aanvangdienst-

verband

einde dienst-

verband

omvang(in fte)


vergoeding

voorzieningbeloning

op termijn


dienst-verband

Bestuurders met een dienstbetrekking 2015

Dr. K.M. Becking ja 01-10-2012 nvt 1,00 183.455 nvt 16.758 nvt

Prof. dr. Ph. Eijlander* nee 20-11-2008 31-05-2015 1,00 81.951 nvt 7.126 nvt

Prof. dr. E.H.L. Aarts nee 01-06-2015 nvt 1,00 114.936 nvt 10.278 nvt

Gewezen bestuurders met een dienstbetrekking 2015

Prof. dr. Ph. Eijlander* nee 01-06-2015 nvt 1,00 68.994 nvt 9.632 nvt

* Prof. dr. Ph. Eijlander is in dienst getreden bij Tilburg University op 01-02-1986 en is op 20-11-2008 topfunctionaris geworden in het kader van de WNT. De activiteiten als topfunctionaris zijn beëindigd per 31-05-2015; met ingang van 01-06-2015 is hij een gewezen topfunctionaris.

131

WNT-normIn 2015 bedraagt de maximale bezoldiging volgens de WNT-

norm voor de subsector Wetenschappelijk Onderwijs € 230.474

(in 2014: € 230.474). De publicatieplicht voor niet-topfunctiona-

rissen in het kader van de WNT ligt in 2015 op het maximum dat

geldt voor de sector Onderwijs € 178.000 (in 2014: € 230.474).

Toelichting bij overschrijdingen van de WNT-norm

Bij de volgende functionarissen bedraagt de totale bezoldinging

meer dan de van toepassing zijnde WNT-norm die geldt voor

publicatieplicht, waarbij de WNT-norm zo nodig is herrekend op

basis van een dienstverband korter dan een vol jaar en/of een

dienstverband lager dan een voltijds dienstverband.

Motivering overschrijdingen WNT-norm

Functionarissen 1 t/m 5:

Enkele hoogleraren zijn door de verlaging van de WNT-norm

naar € 178.000 boven het meldingsbedrag uitgekomen.

Het beloningsbeleid ten aanzien van top-hoogleraren is

onder andere afgestemd op de internationale job-market.

De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd. Indien

mogelijk wordt het beloningsbeleid bijgesteld in overeen-

stemming met de Nederlandse normen. Het dienstverband

van functionaris nr. 6 is in 2015 beëindigd.

Functionarissen 6 t/m 8:

Betreffende functionarissen hebben een eenmalige ontslag-

vergoeding ontvangen in verband met afkoop van langdurige

ontslaguitkeringen als gevolg van een reorganisatie.



Activa 31-12-2015 31-12-2014

Vaste activa

Materiële vaste activa

Gebouwen 92.051.340 99.178.311

Terreinen 12.205.146 12.164.204

Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen 1.960.536 1.636.361

106.217.022 112.978.876

Inventaris en apparatuur 11.014.223 11.363.145

117.231.245 124.342.021

Financiële vaste activa

Deelnemingen 3.210.465 3.130.299

Overige leningen u/g - -

Effecten 6.227.150 7.841.150

9.437.615 10.971.449

Totaal vaste activa 126.668.860 135.313.470

Vlottende activa 31-12-2015 31-12-2014

Voorraden

Gebruiksgoederen 51.946 73.462

Vorderingen

Debiteuren 4.601.517 4.424.332

OCW 20.000 -

Verbonden partijen 217.795 276.829

Overige vorderingen 13.080 29.139

Nog te factureren kosten contractonderzoek 2.298.872 2.310.688

Vooruitbetaalde kosten 2.100.681 2.403.820

Verstrekte voorschotten 116.180 128.463

Nog te ontvangen bedragen 886.819 1.194.369

Overige overlopende activa 416.378 190.834

Af: voorzieningen wegens oninbaarheid - -245.816

Totaal vorderingen 10.671.322 10.712.658

Het debiteurensaldo bestaat voor € 242.787 uit vorderingen op verbonden partijen.

Liquide middelen 111.658.734 95.412.951


Totaal activa 249.050.862 241.512.541

6.10 Enkelvoudige Jaarrekening 2015, inclusief toelichting

Enkelvoudige balans per 31-12-2015 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €)

133

Passiva 31-12-2015 31-12-2014

Eigen vermogen

Algemene reserve publiek 110.625.682 109.598.456

Algemene reserve privaat 11.850.232 11.633.604

Bestemmingsreserves publiek 19.730.445 15.978.781

Herwaarderingsreserve 191.000 290.275

142.397.359 137.501.116

Voorzieningen

Wachtgeld 1.392.964 2.510.919

Overige 9.124.055 8.386.334

10.517.019 10.897.253

Langlopende schulden

Overige langlopende schulden 34.309.925 36.279.091

Kortlopende schulden

Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek 12.874.074 12.429.767

Crediteuren 6.227.089 7.997.976

Loonheffing 4.952.796 3.903.843

Omzetbelasting 663.580 617.137

Premies sociale verzekeringen 1.081.933 1.045.815

Schulden terzake pensioenen 1.269.648 1.544.324

Aflosverplichting langlopende schulden 1.969.166 1.969.165

Overige kortlopende schulden 1.098.998 1.436.950

Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 491.869 -

Vooruitontvangen collegegelden 11.742.645 9.586.320

Vakantiegeld 3.785.324 3.394.282

Vakantiedagen 2.706.773 3.002.412

Netspar 9.034.964 6.651.853

Overlopende passiva 3.927.700 3.255.237

61.826.559 56.835.081

Het crediteurensaldo bestaat voor € 427.960 uit schulden aan verbonden partijen.

Totaal passiva 249.050.862 241.512.541



Enkelvoudige staat van baten en lasten 2015 (alle bedragen in €)

Baten 2015 Begroting 2015 2014

Rijksbijdragen OCW 114.988.380 112.940.000 117.864.623

Collegegelden 24.716.721 23.023.000 24.530.520

Baten werk in opdracht van derden 23.046.792 25.233.000 23.941.767

Overige baten 13.725.297 13.984.000 12.545.075

Totaal baten 176.477.190 175.180.000 178.881.985

Lasten

Personele lasten 127.089.985 128.455.000 131.486.829

Afschrijvingen 12.343.459 9.659.000 10.410.112

Huisvestingslasten 8.889.502 9.254.000 9.318.946

Overige lasten 22.544.968 27.179.000 22.374.443

Totaal lasten 170.867.914 174.547.000 173.590.330


Saldo financiële baten en lasten -693.924 -637.000 -463.635

Resultaat 4.915.352 -4.000 4.828.020

Resultaat deelnemingen 80.166 - 269.073

Exploitatieresultaat 4.995.518 -4.000 5.097.093

Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening

Algemeen

De enkelvoudige jaarrekening is

opgesteld in overeenstemming met de

wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2

BW en de stellige uitspraken van de

Richtlijnen voor de jaarverslaglegging,

uitgegeven door de Raad voor de

Jaarverslaggeving. De grondslagen van

waardering en resultaatbepaling voor de

enkelvoudige jaarrekening en de

geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen

worden gewaardeerd volgens de

nettovermogenswaarde in overeenstem-

ming met paragraaf 6.5 van de van de

geconsolideerde jaarrekening. Voor de

grondslagen waardering van activa en

passiva en voor de bepaling van het

resultaat wordt verwezen naar de in de

geconsolideerde balans en winst- verlies-

rekening.

Gedurende het jaar 2015 waren gemid-

deld 1514 werknemers in dienst op basis

van een fulltime dienstverband: 26 fte

bestuur/management, 874 fte personeel

primair proces en 614 fte ondersteunend

personeel. In in 2014 waren dit 1529

werknemers (26 fte bestuur/manage-

ment, 864 fte personeel primair proces

en 639 fte ondersteunend personeel).

135

Eigen vermogen Saldo31-12-2015

Bestemming resultaat 2015

Overigemutaties

Saldo31-12-2015

Algemene reserve

Algemene reserve centraal (publiek) 27.780.524 3.167.433 979.850 31.927.807

Algemene reserve gebouwen (publiek) 35.869.772 - - 35.869.772

Algemene reserves decentraal (publiek) 45.948.160 2.655.457 -5.775.514 42.828.103

Algemene reserves decentraal (privaat) 8.503.305 136.462 - 8.639.767

Algemene reserve deelnemingen (privaat) 3.130.299 80.166 - 3.210.465

Totaal algemene reserve 121.232.060 6.039.518 -4.795.664 122.475.914

Bestemmingsreserve (publiek) 15.978.781 -1.044.000 4.795.664 19.730.445

Herwaarderingsreserve effecten 290.275 - -99.275 191.000

Totaal eigen vermogen 137.501.116 4.995.518 -99.275 142.397.359

UvT Holding B.V. is een door de Tilburg

University opgerichte en door haar

gefinancierde vennootschap, met een

maatschappelijk kapitaal van € 226.890,

waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756

gestort is. UvT Holding B.V. neemt voor

100% deel in KUB Career Services B.V.

TIAS Business School B.V. is een door de

Tilburg University opgerichte en door haar

gefinancierde vennootschap met een

maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000,

waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000.

De 100% deelnemingen van TIAS

Business School B.V. in TIASNimbas

Business School Utrecht B.V. en

TIASNimbas Business School Germany

GmbH zijn betrokken in de consolidatie.

Tilburg University heeft een 80%

deel neming in TIAS Business School B.V.

Tilburg University heeft een 60%

deelneming in L-LogiC B.V. als houder

van aandelen in de vennootschap. Het is

de bedoeling om dit belang in een

periode van 3 jaar af te bouwen. Het

maatschappelijk kapitaal van L-LogiC

B.V. bestaat uit 100 aandelen met een

nominale waarde van € 1,- per aandeel.

Het geplaatste en volgestorte kapitaal

bedraagt € 100,-. De deelneming is in

2014 niet verwerkt. De mutatie netto-

vermogenswaarde bestaat uit het

resultaat 2014 en 2015 tezamen.

Financiële vaste activa

Deelnemingen Plaats Boekwaarde01-01-2015

Investeringen2015

Desinves-tering 2015

Resultaat2015

Boekwaarde31-12-2015

UvT Holding B.V. Tilburg 506.246 - - 35.913 542.159

TIAS Business School B.V. Tilburg 2.624.053 - - 43.586 2.667.639

L-LogiC B.V. Tilburg - - - 667 667

Totaal deelnemingen 3.130.299 - - 80.166 3.210.465

Van de bestemde reserves is M€ 7,7 een

centrale reserve waarvan de bestem-

ming vastligt op basis van bestuursbe-

sluiten (Fonds beleidsinitiatieven,

Reorganisatiefonds, ICT, Arbo- en Milieu

en Innovatie- Knelpunten diensten); de

overige M€ 12,0 zijn decentrale

bestemde reserves waar ofwel een

bestedingsplan onder ligt ofwel

afspraken zijn gemaakt over de

besteding van de middelen.

De herwaarderingsreserve effecten

wordt aangehouden voor de waardever-

anderingen van de, onder de financiële

vaste activa opgenomen effecten, welke

rechtstreeks in het eigen vermogen zijn

verwerkt.



Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening

Vermogen 31-12-2015 31-12-2014

Eigen vermogen TiU (enkelvoudig) 142.397.359 137.501.116

Eigen vermogen IVO - -101.208

Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg 509.144 446.545

Geconsolideerd eigen vermogen 142.906.503 137.846.453

Exploitatiesaldo 2015 2014

Exploitatiesaldo UvT (enkelvoudig) 4.995.518 5.097.093

Exploitatiesaldo IVO 101.206 -

Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg 62.598 149.755

Geconsolideerd exploitatiesaldo 5.159.322 5.246.848

137

Resultaatbestemming 2015Het exploitatieresultaat 2015 bedraagt € 5.159.322 en wordt op grond van een besluit van het College van bestuur als volgt bestemd:

De resultaatbestemming is in de balans per 31 december 2015 verwerkt.

Gebeurtenissen na balansdatumEr is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen.

BestuursverklaringHet College van Bestuur heeft een uitgebreide bevestiging bij de jaarrekening 2015 afgegeven aan de onafhankelijke accountant

waarin is verklaard dat alle bij het College van Bestuur bekende informatie is verstrekt die van belang is voor de controleverklaring bij

de jaarrekening en de bekostigingsgegevens en waarin het College van Bestuur zijn verantwoordelijkheden erkent ten aanzien van de

jaarrekening en het jaarverslag en alles wat daarmee samenhangt waaronder de interne beheersing, rechtmatigheid, fraude en de

naleving van weten regelgeving. Tevens heeft het College van Bestuur een bevestiging bij de verplichte indicatoren voor onderwijs-

kwaliteit en studiesucces bekostigingsgegevens over het jaar 2015 afgegeven.

6.11 Overige gegevens

Algemene reserve

Centraal 3.268.639

Decentraal 2.791.919

Deelnemingen 80.166

Bestemmingsreserve (publiek)

Fonds beleidsinitiatieven -880.000

Reorganisatie en calamiteitenfonds -142.000

Arbo en milieu -28.000

Innovatie knelpunten diensten 6.000

-1.044.000

Bestemmingsreserve (privaat)

Reserves verbonden partijen 62.598

Totaal 5.159.322



Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan het Stichtingsbestuur van Stichting Katholieke Universiteit Brabant

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de (in dit jaarverslag 2015 in onderdeel 6.1 tot en met 6.10 opgenomen) jaarrekening 2015 van Stichting Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en de enkelvoudige balans per 31 december 2015 en de geconsolideerde en de enkelvoudige staat van baten en lasten over 2015 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur

Het College van Bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen.

Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholieke Universiteit Brabant per 31 december 2015 en van het resultaat over 2015, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 393, lid 5 onder e en f van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 is opgesteld, en of de in artikel 392, lid 1 onder b tot en met h van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Maastricht-Airport, 23 juni 2016

Deloitte Accountants B.V.

Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC

139

6.12 xxx

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan het Stichtingsbestuur van Stichting Katholieke Universiteit Brabant

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de (in dit jaarverslag 2015 in onderdeel 6.1 tot en met 6.10 opgenomen) jaarrekening 2015 van Stichting Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en de enkelvoudige balans per 31 december 2015 en de geconsolideerde en de enkelvoudige staat van baten en lasten over 2015 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur

Het College van Bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen.

Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholieke Universiteit Brabant per 31 december 2015 en van het resultaat over 2015, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 393, lid 5 onder e en f van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2015 is opgesteld, en of de in artikel 392, lid 1 onder b tot en met h van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Maastricht-Airport, 23 juni 2016

Deloitte Accountants B.V.

Was getekend: L.M.M.H. Banser RA RC EMFC


141

Bijlagen


Bijlage A Samenstelling en nevenfuncties Stichtingsbestuur

Drs. J.H.M. Hommen

Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University

(sinds 1 juni 2014)

Hoofdfunctie: CEO KPMG Nederland (tot 1 oktober 2015)

Nevenfuncties:

• President-commissaris Brabantse Ontwikkelings

Maatschappij

• Voorzitter Raad van Commissarissen Koninklijke Ahold NV

• Lid Raad van Commissarissen PSV

• Lid Raad van Toezicht Koninklijke Concertgebouw Orkest

Prof. dr. ir. W.M.P. van der Aalst

Lid Stichtingsbestuur Tilburg University

(vanaf 1 augustus 2015)

Hoofdfunctie: Hoogleraar Computer Science Technische

Universiteit Eindhoven

Nevenfuncties:

• Part-time Hoogleraar Queensland University of

Technology, Brisbane, Australië

• Lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der

Wetenschappen

• Lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van

Wetenschappen

• Lid van Academia Europaea

• Honorary guest professor aan de Tsinghua University,

Peking, China

• Ereprofessoraat aan de National Research University,

Higher School of Economics, Moskou, Rusland

Overzicht van de nevenfuncties van de leden van het Stichtingsbestuur Tilburg University

143

Bijlagen

De heer W.I.I. van Beek


Hoofdfunctie: Commissaris van de Koning van de Provincie

Utrecht

Nevenfuncties uit hoofde van het ambt:

• Voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht

• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Beheersstichting

Huis Doorn

• Voorzitter Raad van Toezicht Utrechts Landschap

• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Utrechtse

molens

• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kasteel Loenersloot

• Lid Raad van Advies Slot Zuilen

• (Vice-)Voorzitter EFRO-programma Kansen voor West I

Nevenfuncties op persoonlijke titel:

• Voorzitter Raad van Toezicht van Stichting ‘De Stilte’

(Dansschool te Breda)

• Lid Raad van Commissarissen van de Brabanthallen

’s-Hertogenbosch

• Lid Raad van Toezicht Stichting Defensie Musea

• Lid commissie integriteit VVD

Mevr. drs. R.I. Doerga RA


Hoofdfunctie: n.v.t.

Nevenfuncties:

• Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam

• Lid Raad van Commissarissen Havenbedrijf Amsterdam

• Voorzitter Ledengroep Intern en Overheidsaccountants

NBA

• Voorzitter Stichting WOW Amsterdam

• Member of the Edinburgh Group

• Lid Adviescommissie Accountants opleiding Universiteit

Maastricht

• Lid Bestuur Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer

(SPOV)

Mevr. mr. N.A. Kalsbeek


(tot 1 november 2015)

Hoofdfunctie: Voorzitter Landelijke Huisartsenvereniging

Nevenfunctie:

• Voorzitter Raad van Toezicht COA

Mevr. prof. mr. E. van Sliedregt


(vanaf 1 november 2015)

Hoofdfunctie:

Decaan / Hoogleraar straf(proces)recht i.h.b. internationaal

strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam

Nevenfuncties:

• Directeur Center for International Criminal Justice (CICJ),

Vrije Universiteit Amsterdam

• Lid Royal Holland Society of Sciences and Humanities

• Lid Committee for the Freedom of Scientific Pursuit,

Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

• Vice-chair Board of Trustees Center for International Legal

Cooperation (CILC)

• Lid General Council of the Royal Netherlands Association

of International Law (KNVIR)

• Lid Supervisory Board Hague Institute of

Internationalization of Law (HiiL)


Het College van Bestuur vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur.

Het College van Bestuur bestaat uit twee personen:

• Dr. K.M. Becking, Voorzitter

• Prof. dr. E.H.L. Aarts, Rector Magnificus

Het College van Bestuur wordt ondersteund door de Secretaris

van de Universiteit, drs. A.R.G. van der Zee.

NevenfunctiesEen overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden

van het College van Bestuur. Voor alle nevenfuncties geldt dat

deze onbezoldigd zijn. Nevenfuncties niet uit hoofde van

functie zijn aangegeven met (*).

Dr. K.M. Becking MPA

• Stellenbosch University (*)

- Bijzonder Hoogleraar

• Stichting Brainport Development

- Lid bestuur

• Stichting Starterslift

- Voorzitter bestuur

• Stichting Cobbenhagen

- Lid bestuur

• Universiteitsfonds

- Voorzitter

• VSNU (Vereniging Universiteiten)

- Lid Algemeen Bestuur

• Voorzitter Stuurgroep Governance en financiën

- Lid Bestuurlijke kerngroep Netwerk Kennissteden

- Hoofdonderhandelaar Open Access

• VVD (*)

- Voorzitter Brabantse Scoutingcommissie

- Lid Werkgroep Permanente Inhoudelijke Verdieping

Prof. dr. E.H.L. Aarts

• Lid Bestuur Rathenau Instituut

• Lid Bestuur Stichting Toekomstbeeld der Techniek

• Lid Koninklijke Hollandse Maatschappij der

Wetenschappen

• Lid Open Innovation Strategy and Policy Group

• Lid Dutch Creative Council

• Lid Raad van Advies NWO – Nationaal Initiatief Hersenen

& Cognitie

In relatie tot zijn functie:

• Lid Rectoren College Nederland VSNU

• Lid Stuurgroep Onderzoek en Valorisatie VSNU

• Voorzitter Ledenraad Vereniging Ons Middelbaar

Onderwijs

• Lid Algemeen Bestuur Midpoint Brabant

Bijlage B Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur

Bijlagen

145

2.280

2011 2012 2013 2014 2015

2.049 2.033 1.728 1.7340,70

2011 2012 2013 2014 2015

0,75 0,75 0,93 0,93

Tabel C.1.4 Specificatie baten contractonderzoek

Contractonderzoek 2015 2014

Internationale organisaties 4.431.135 3.466.786

Nationale overheden 2.167.349 1.653.134

NWO 8.123.547 10.606.285

KNAW 3.595 -27.532

Overige non-profit organisaties 2.873.422 4.269.745

Bedrijfsleven 2.428.785 1.142.070

Totaal contractonderzoek 20.027.833 21.110.488

Tabel C1.1 Aantallen promoties per hoogleraar (fte)

Na een forse stijging van het aantal promoties

in 2014 is er in het afgelopen jaar sprake van een

lichte stijging. Als gevolg daarvan is het aantal

promoties per hoogleraar gelijk gebleven.

Bijlage C KerncijfersC.1 KERNCIJFERS ONDERZOEK

Tabel C.1.2 Wetenschappelijke publicaties

Tabel C.1.3 output volgens SEP-indeling 1) 2)

2011 2012 2013 2014 2015

Academic publications In refereed journals 1.036 1.054 1.072 1.010 1.002

In other journals 161 123 115 84 109

Bookchapters 789 621 593 390 384

Monographs en edited books 164 119 121 84 74

PhD Theses (dissertaties I en II) 128 132 132 160 165

Totaal wetenschappelijke publicaties 2.280 2.049 2.033 1.728 1.734

Professional publications and products 573 633 439 472 493

1) Standard Evaluation Protocol dat wordt gebruikt bij de beoordeling van onderzoek.2) Omvang van de publicaties in Open Access is nog niet mogelijk omdat een landelijke definitie momenteel ontbreekt.


Tabel C.1.5 Gemiddelde cumulatief promotierendement (van promovendi in dienst bij

de universiteit)

Promotie binnen 5 jaar

cohort # instroom instroomjaren

2008 49% 482 2002 t/m 2008

2009 50% 520 2003 t/m 2009

2010 53% 548 2004 t/m 2010

Promotie binnen 5 jaar

cohort # instroom instroomjaren

2007 63% 432 2001 t/m 2007

2008 64% 482 2002 t/m 2008

2009 65% 520 2003 t/m 2009

In 2015 is het percentage promovendi (in loondienst) dat binnen vijf jaar promoveert

aanmerkelijk toegenomen en bedraagt 53%.

Tabel C.1.6 Onderzoeksinzet 2015

2011 2012 2013 2014 2015

Eerste geldstroom 312,0 306,1 310,1 285,2 283,9

Tweede geldstroom 87,1 91,6 92,7 89,5 87,6

Derde geldstroom 63,3 55,1 49,6 39,5 40,9

Totaal 462,4 452,8 452,4 414,2 412,4

De onderzoeksinzet is in het afgelopen jaar na een flinke daling in 2014 licht

afgenomen tot 412 fte.

Tabel C.1.7 toegekende grants (x € 1000)

2011 2012 2013 2014 2015

NWO en KNAW 3.824 9.359 8.698 9.638 7.625

EU grants 4.129 4.822 1.467 4.327 1.698

Totaal 7.953 14.181 10.165 13.965 9.323

De omvang van de toegekende grants is in 2015 fors gedaald.

Bijlagen

147

C.2 KERNCIJFERS ONDERWIJS

Tabel C.2.1 Diploma’s

2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2015/16

Bacheloropleidingen 1.491 1.779 1.743 1.677 1.606

Masteropleidingen 2.222 2.815 2.408 2.608 2.693

Doctoraalopleidingen 2 6 0 0 0

Totaal initiële opleidingen 3.340 4.600 4.151 4.285 4.299

Postdoctorale opleidingen 52 67 16 8 8

Het aantal afgegeven bachelorsdiploma’s is met 4% gedaald en het aantal masterdiploma’s is met 3% toegenomen.

Tabel C.2.2 Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I)

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

Totaal 3.649 3.273 3.235 3.089 3.729

Buitenlandse studenten 594 557 612 662 812

% Buitenlandse studenten 16,3% 17,0% 18,9% 21,4% 21,8%

Het aantal eerstejaarsstudenten is in 2015 in tegenstelling tot de twee voorafgaande jaren gestegen tot 3.729. Deze toename treft

vooral de premaster programma’s. Ruim één vijfde van de eerstejaars is in 2015 afkomstig uit het buitenland.

Tabel C.2.3 Aantal ingeschrevenen

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

13.599 12.952 12.599 12.113 12.399

Het percentage ingeschreven buitenlandse studenten is aanmerkelijk toegenomen tot boven de veertien procent.

Tabel C.2.5 Ingeschrevenen naar geslacht en naar opleidingsvorm

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

Man 7.115 6.714 6.461 6.136 6.474

Vrouw 6.484 6.238 6.138 5.977 5.927

% Vrouw 47,7% 48,2% 48,7% 49,3% 47,8%

Voltijd 13.118 12.594 12.354 11.851 12.193

Deeltijd 481 358 245 262 206

% Deeltijd 4% 3% 2% 2% 2%

Na een gestage stijging van het aandeel vrouwelijke studenten in de afgelopen jaren is dit percentage in 2015 ligt gedaald.

Tabel C.2.4 Percentage buitenlandse ingeschrevenen

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

8,8% 9,0% 9,9% 10,3% 14,4%


Tabel C.2.6 Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I)

naar fase

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

Totaal 3.649 3.273 3.262 3.089 3.729

Bachelor 2.271 1.993 1.963 1.841 1.943

Premaster 873 736 625 643 1.120

Master 505 544 674 605 666

Tabel C.2.7 Aantal contractstudenten

2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16

175 148 152 144 186

Tabel C.2.8 Aandeel studenten met positief bindend

Studieadvies

2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15

78% 74% 78% 79% 81%

In het afgelopen studiejaar heeft 81% van de eerstejaars een

positief bindend studieadvies gekregen, waarmee de stijgende

lijn vanaf 2012/2013 wordt voortgezet.

Tabel C.2.11 Masterrendement (voltijd: 1-, 2-, en 3 jarige opleidingen; start 1 september)

cohort

aantaleerste

jaars

geslaagd binnen

1 jaar

geslaagd binnen1,5 jaar

geslaagd binnen

2 jaar

geslaagd binnen2,5 jaar

geslaagd binnen

3 jaar

geslaagd binnen

4 jaar

geslaagd binnen

5 jaar

2005/06 1.071 36% 58% 78% 84% 88% 91% 92%

2006/07 1.535 29% 53% 75% 83% 88% 91% 92%

2007/08 1.756 26% 51% 73% 81% 88% 92% 94%

2008/09 1.717 24% 46% 70% 79% 87% 92% 93%

2009/10 1.913 24% 46% 71% 80% 87% 89% 90%

2010/11 2.051 27% 52% 80% 86% 90% 92% 93%

2011/12 2.168 33% 55% 76% 84% 88% 91%

2012/13 2.380 34% 55% 76% 84% 88%

2013/14 2.082 39% 61% 81%

2014/15 1.875 45%

In 2014/2015 heeft 45% van de studenten binnen een jaar een diploma behaald. Dat is opnieuw een flinke toename ten opzichte van

het voorgaande jaar. Ook het rendement na twee jaar is toegenomen. Het aantal masterstudenten dat binnen drie of meer jaren

afstudeert, blijft stabiel.

Tabel C.2.10 Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)

(frequentieverdeling behaalde studiepunten)

2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15

0 9% 12% 11% 10% 9%

1 - 11 8% 7% 7% 5% 6%

12 - 23 7% 8% 7% 7% 5%

24 - 35 7% 6% 6% 7% 5%

36 - 41 8% 4% 3% 4% 4%

42 - 47 9% 9% 9% 10% 9%

48 - 59 23% 26% 26% 25% 26%

60 of meer 29% 29% 31% 31% 35%

100% 100% 100% 100% 100%

Tabel C.2.9 Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd)

(gemiddeld aantal behaalde studiepunten 1) binnen de opleiding)

2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15

41 40 41 42 44

1) inclusief studenten met nul studiepunten

Het gemiddeld aantal studiepunten van deze eerstejaars is

toegenomen tot 44 punten.

Bijlagen

149

Opleiding Vervaldatum accreditatie


B Bedrijfseconomie 1-7-2018

B Econometrie en Operationele Research 1-7-2018

B Economie 1-7-2018

B Economie en Bedrijfseconomie 1-7-2018

B Economie en Informatica 9-2-2017

B Fiscale Economie 1-7-2018

B International Business Administration 31-12-2019

M Accountancy 1-7-2018

M Econometrics and Mathematical Economics 1-7-2018

M Economics 1-7-2018

M Finance 1-7-2018

M Fiscale Economie 1-7-2018

M Information Management 9-2-2017

M International Management 1-7-2018

M Opleiding tot leraar v.o. in Algemene Economie

30-7-2021

M Opleiding tot leraar v.o. in Management en Organisatie

30-7-2021

M Marketing Management 1-7-2018

M Marketing Research 1-7-2018

M Operations Research and Management Science

1-7-2018

M Quantitative Finance and Actuarial Science 1-7-2018

M Research Master in Business 24-8-2020

M Research Master in Economics 24-8-2020

M Strategic Management 1-7-2018

M Supply Chain Management 1-7-2018

Tilburg Law School

B Bestuurskunde 31-12-2018

B Fiscaal Recht 3-7-2018

B Global Law 3-7-2018

B Ondernemingsrecht 3-7-2018

B Rechtsgeleerdheid 3-7-2018

M Bestuurskunde 31-12-2018

M Fiscaal Recht 3-7-2018

M International and European Public Law 3-7-2018

M International Business Law 3-7-2018

M International Business Taxation 28-6-2018

M Law and Technology 3-7-2018

M Ondernemingsrecht 3-7-2018

M Rechtsgeleerdheid 3-7-2018

M Research Master in Law 29-11-2017

C.2.12 Accreditatie per faculteit

Opleiding Vervaldatum accreditatie

Tilburg Law School

M Sociaal Recht en Sociale Politiek 3-7-2018

M Victimology and Criminal Justice 3-7-2018

M Research in Public Administration and Organi-zational Science

11-4-2017


B Organisatiewetenschappen 31-12-2019

B Personeelwetenschappen 31-12-2019

B Psychologie 31-12-2019

B Sociologie 31-12-2019

M Human Resource Studies 31-12-2019

M Leisure Studies 31-12-2015

M Opleiding tot leraar v.o. in Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen

30-7-2021

M Medische Psychologie 3-7-2019

M Organisation Studies 31-12-2019

M Psychologie en Geestelijke Gezondheid 31-12-2019

M Research Master Social and Behavioural Sciences

21-12-2018

M Social Psychology 31-12-2019

M Sociology 31-12-2019


B Algemene Cultuurwetenschappen 29-6-2020

B Communicatie- en Informatiewetenschappen 1-7-2020

B Liberal Arts and Sciences 1-1-2020

B Wijsbegeerte 31-12-2018

M Communicatie- en Informatiewetenschappen 1-7-2020

M Research Master Communicatie- en Informatiewetenschappen

13-3-2017

M Filosofie 31-12-2018

M Research Master Filosofie 25-2-2016

M Kunst- en Cultuurwetenschappen 29-6-2020

M Opleiding tot leraar v.o. in Filosofie 30-7-2021

M Opleiding tot leraar v.o. in Nederlands 30-7-2021


B Theologie 29-6-2020

M Opleiding tot leraar v.o. v/d eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing

19-4-2021

M Theologie 29-6-2020

M Theologie en Religiewetenschappen: variant Christianity and Society

29-6-2016

Accreditaties van TiSEM en TIAS voor AACSB en NVAO vinden

gezamenlijk plaats. Het locatiebezoek hiervoor staat gepland

voor februari/maart 2017.


TIAS Business School

Executive Master of Actuarial Science jul-18

Executive Master of Business Valuation jul-18

Executive Master in Finance jul-18

Executive Master of Finance and Control / Register Controller apr-18

Executive Master of Health Administration jul-18

Executive Master of Information Management jul-18

Executive Master of IT-Auditing aug-18

Executive Master of Management and Organisation jul-18

Executive Master of Management in Education jul-18

Executive Master Marketing apr-20

Executive Master of Operations and Supply Chain Excellence jul-18

Executive Master of Real Estate jun-19

Executive Master in Public and Non-Profit Management jul-18

International Full-Time MBA okt-18

International MSc in Business Administration jul-18

N.B.

TIAS Business School is een aparte rechtspersoon onderwijs en valt daarom niet onder

de instellingsaccreditatie/instellingstoets voor Tilburg University. Voor de programma’s

van TIAS kan dan ook geen gebruik worden gemaakt van de beperkte opleidingsbeoor-

deling voor (her)accreditaties, maar moet de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de

NVAO worden aangehouden.

C.2.13 Instroomgegevens TIAS School for Business and Society

2010 2011 2012 2013 2014 2015

MBA programma’s 144 117 111 105 101 103

Company specific programma’s 535 921 676 1122 840 859

Executive master programma’s 326 412 293 320 299 322

Executive programma’s 535 421 441 489 767 843

MSc programma’s 89 91 65 70 105 113

Executive PhD programma 0 0 0 0 5 35

Aantal uitgegeven diploma’s 522 483 559 561 546 560

Aantal ingeschreven studenten 2640 3039 2779 3213 3430 3380

Bijlagen

151

C.2.14 Uitgaande en inkomende mobiliteit

2011 2012 2013 2014

Afgestudeerde bachelor studenten met verblijf in het buitenland 16,1% 16,5% 20,1% 24,3%

Uitgaande mobiliteit 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15

Europa 185 196 186 253

Canada/Verenigde Staten 56 54 75 68

Latijns Amerika 23 37 20 38

Afrika 14 7 9 13

Australië/Nieuw Zeeland 16 23 30 31

Azië 65 69 84 102

Midden Oosten 1 0 0 0

Totaal 360 386 404 505

Inkomende mobiliteit 2011/2012 2012/13 2013/14 2014/15

Europa 325 323 265 243

Canada/Verenigde Staten 38 28 37 58

Latijns Amerika 49 58 41 46

Afrika 4 1 1 6

Australië/Nieuw Zeeland 14 22 28 39

Azië 58 75 75 123

Midden Oosten 2 1 0 0

Totaal 490 508 447 515

C.2.15 Tilburg University Summer School

Editie Deelnemers Cursussen

2012 255 14

2013 274 17

2014 261 16

2015 262 11


C.3 KERNCIJFERS PERSONEEL (EXCLUSIEF VERBONDEN PARTIJEN)

C.3.1 Stand per 31 december 2015: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht.

2013 2014 2015

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal

Personen 992 1039 2031 932 1028 1960 925 1006 1931

Fte’s 807,6 786,4 1594,0 759,3 769,9 1529,2 758,7 755,4 1514,1

C.3.2 Personeelsbezetting in fte

(per 31 december; uitgesplitst in wetenschappelijk, ondersteunend en beheerspersoneel en in vast en tijdelijk personeel)

Jaar WP-vast WP-tijd OBP-vast OBP-tijd Totaal

2011 395,7 590,1 592,7 82,5 1661,0

2012 398,6 564,3 596,8 86,1 1645,8

2013 394,7 536,1 585,6 77,6 1594,0

2014 394,6 485,5 579,6 69,5 1529,2

2015 398,1 492,0 556,2 67,8 1514,1

De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang afgenomen (-1,0%).

C.3.3 Ontwikkeling personeelsformatie in fte

20100

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

2011 2012 2013 2014 2015

Diensten

TISEM

TLS

TSB

TST

TSH

Bijlagen

153

C.3.4 Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten

2012 2013 2014 2015

Personeelsbestand UvT(in fte’s) 1646 1594 1529 1514

Wetenschappelijk personeel 963(58,5%) 931(58,4%) 880(57,6%) 890(58,8%)

Ondersteunend beheerspersoneel 683(41,5%) 683(41,6%) 649(42,4%) 624(41,2%)

Totaal personele lasten (in M€) 131 132 131 131

C.3.5 WP, OBP en totaal in fte naar geslacht

WP OBP Totaal % WP


TISEM 206,0 78,5 284,5 21,0 62,6 83,6 227,0 141,1 368,1 77%

TLS 97,0 100,2 197,2 8,7 44,8 53,5 105,7 145,0 250,7 79%

TSB 109,5 118,9 228,4 17,5 46,2 63,7 127,0 165,1 292,1 78%

TSH 80,7 56,6 137,3 9,2 24,0 33,2 89,9 80,6 170,5 81%

TST 31,7 5,8 37,5 3,8 5,9 9,7 35,5 11,7 47,2 79%

Diensten 2,9 2,3 5,2 170,7 209,6 380,3 173,6 211,9 385,5 1%

Totaal 527,8 362,3 890,1 230,9 393,1 624,0 758,7 755,4 1514,1 59%

C.3.6 Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht

20150

20

40

60

80

100

120

140

160

180

2010 2011 2012 2013 2014

Hoogleraar m

Hoogleraar v

UHD m

UHD v

UD m

UD v


C.3.8 Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december)

2013 2014 2015


WP 47,0% 72,8% 57,6% 43,8% 71,0% 55,2% 45,8% 69,0% 55,3%

OBP 10,2% 12,6% 11,7% 9,4% 11,5% 10,7% 9,7% 11,6% 10,9%

Totaal 35,3% 41,8% 38,5% 32,7% 39,9% 36,3% 34,8% 39,1% 37,0%

C.3.9 Ontwikkeling wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst (HGL, UHD, UD) in fte (per 31 december)

HGL UHD UD


2011 12,4 3,8 16,2 3,2 4,0 7,2 60,9 43,0 103,9

2012 9,7 2,9 13,6 4,2 4,6 8,8 56,7 39,6 96,3

2013 10,9 2,4 13,3 2,8 1,0 3,8 54,8 35,8 90,6

2014 8,8 2,2 11,0 3,2 1,6 4,8 41,7 36,0 77,7

2015 9,2 2,4 11,6 3,6 3,2 6,8 37,6 25,5 63,1

C.3.7 Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht

Overig wetenschappelijk personeel zijn onder andere docenten en onderzoekers.

De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit in verhouding tot het totale personeelsbestand (onderverdeeld

naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen.

20100

20

40

60

80

100

120

140

160

180

2011 2012 2013 2014 2015

Promovendus m

Promovendus v

Overig wp m

Overig wp v

Bijlagen

155

C.3.10 Ontwikkeling wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst (promovendi en overig WP) in fte (per 31 december)

AIO OverigWP

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal

2011 135,1 160,8 295,9 50,5 81,6 132,1

2012 136,0 151,8 287,8 54,8 71,5 126,3

2013 132,5 146,7 279,2 45,5 73,6 119,1

2014 121,5 131,8 253,2 39,4 70,1 109,5

2015 124,6 131,6 256,2 54,3 66,6 120,9

C.3.11 Ontwikkeling leeftijdsopbouw in procenten (per 31 december)

20100%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2011 2012 2013 2014 2015

60+>

50_59

40_49

30_39

<30

C.3.12 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Ziekteverzuimpercentage 2,5 2,5 2,5 2,9 2,5 2,6

Meldingsfrequentie 0,87 0,82 0,78 0,79 0,74 0,79

Gemiddelde verzuimduur (in dagen) 12,8 14,4 12,7 15,2 15,4 14,7


C.3.14 Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten

2012 2013 2014 2015

TISEM 97 (19%) 131 (27%) 117 (26%) 154 (34%)

TLS 122 (37%) 104 (31%) 123 (38%) 148 (44%)

TSB 150 (35%) 165 (43%) 151 (39%) 195 (51%)

TSH 83 (31%) 92 (37%) 88 (36%) 115 (49%)

TST 14 (21%) 13 (22%) 14 (25%) 16 (27%)

Diensten 67 (13%) 99 (19%) 92 (18%) 128 (27%)

Totaal 533 (25%) 604 (30%) 585 (30%) 756 (39%)

De uitstroomcijfers worden uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal personen op 31 december van het jaar.

KCS en uitzendbureaus

C.3.15 Inhuur van derden (x € 1000) en

als percentage van de totale personele

lasten

KCS Uitzendbureaus

2010 3.307 (2,5%) 912 (0,7%)

2011 2.992 (3,2%) 2.240 (1,7%)

2012 2.465 (1,9%) 1.901 (1,4%)

2013 2.453 (1,9%) 2.232 (1,7%)

2014 3.278 (2,5%) 1.561 (1,2%)

2015 2.661 (2,0%) 1.796 (1,3%)

C.3.16 Inhuur via KCS in fte en personen

(tussen haakjes) per faculteit en diensten

onderverdeeld naar functiecategorie

WP(excl aio’s)

OBP Studentassistenten

AIO’s Totaal

TISEM 1,1 (23) 0,1 (3) 0,1 (2) 0,0 (0) 1,3 (28)

TLS 0,0 (0) 0,5 (3) 0,1 (3) 0,0 (0) 0,6 (6)

TSB 0,0 (0) 0,0 (2) 0,0 (0) 0,0 (0) 0,0 (2)

TSH 0,0 (0) 0,0 (1) 0,0 (0) 0,0 (0) 0,0 (1)

TST 0,0 (0) 0,0 (1) 0,0 (3) 0,0 (0) 0,0 (4)

Diensten 0,0 (0) 17,9 (282) 0,0 (0) 0,0 (0) 17,9 (282)

Totaal 1,1 (23) 18,5 (292) 0,2 (8) 0,0 (0) 19,8 (323)

Onder het OBP zijn 99 surveillanten opgenomen die samen 9,7 fte vertegenwoordigen.

Daarnaast zijn er 110 werkstudenten bij General Services (ERM) en Facillity Services

(Operations).

C.3.13 Instroom in personen naar faculteiten en diensten

2012 2013 2014 2015

TISEM 130 (26%) 122 (25%) 102 (23%) 159 (35%)

TLS 101 (30%) 104 (31%) 107 (33%) 156 (46%)

TSB 135 (32%) 130 (34%) 150 (39%) 182 (48%)

TSH 81 (30%) 83 (33%) 77 (31%) 97 (41%)

TST 11 (16%) 6 (10%) 10 (18%) 22 (37%)

Diensten 61 (12%) 67 (13%) 100 (20%) 103 (22%)

Totaal 519 (24%) 512 (25%) 546 (28%) 719 (37%)

De instroomcijfers worden uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal personen

op 31 december van het jaar.

Bijlagen

157


Bijlagen

159

Bijlage D Lijst van afkortingen

AIO Assistent in opleiding / Promovendus

BA Bachelor

BaMa Bachelor-Master

BEST Building Excellent Support at Tilburg University

BKO Basiskwalificatie Onderwijs

BSA Bindend Studie Advies

CABBCommissie van Advies voor de Bezwaar- en Beroepschriften

CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

CBE College van Beroep voor de Examens

CBHO College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

C.H.O.I. Centrum Hoger Onderwijs Informatie

CLEEN Competition Law and Economics European Network

CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases

CvB College van Bestuur

ECTS European Credit Transfer System

ERC European Research Council

ESB Economische Statistische Berichten

FS Facility Services

Fte Fulltime-equivalent

GRIDS Grand Initiative on Data Science

GS General Services

HBO Hoger Beroepsonderwijs

HR Human Resources

ICT Informatie en Communicatie Technologie

INTERVICT International Victimology Institute Tilburg

KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen

KP7 Zevende Kaderprogramma

LIS Library and IT Services

MBA Master of Business Administration

Netspar Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement

NSE Nationale Studenten Enquête

NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

OBP Ondersteunend en beheerspersoneel

OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

PhD Doctor of Philosophy / Promovendus

RM Rector Magnificus

SBL Stichting Bijzondere Leerstoelen

SEP Standard Evaluation Protocol

StS Student Services

TILEC Tilburg Law and Economics Center

TILT Tilburg Institute for Law, Technology and Society

TiSEM Tilburg School of Economics and Management

TiU Tilburg University

TLS Tilburg Law School

TSH Tilburg School of Humanities

TSB Tilburg School of Social and Behavioral Sciences

TSC Tilburg Sustainability Center

TST Tilburg School of Catholic Theology

UD Universitair Docent

UHD Universitair Hoofddocent

VPWMB Valorisatieplan West- en Midden-Brabant

VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten

WHWWet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

WO Wetenschappelijk Onderwijs

WP Wetenschappelijk Personeel


Colofon

Samenstelling: Strategy and Policy, Financial Administration, Planning and Control

Productie: Marketing & Communication Division

Ontwerp en vormgeving: Communicatie Team

Fotografie: Interviews: Dolph Cantrijn, overige beelden: stills uit corporate film

‘Understanding Society’ van Tilburg University

Drukwerk: Prismaprint

Juni 2016, Tilburg University


Tilburg UniversityWarandelaan 2

5037 AB Tilburg

Telefoonnummer: 013 - 466 9111

www.tilburguniversity.edu

Documents

Tilburg University Jaarverslag · op de website van Tilburg University geplaatste profielschets twee nieuwe leden benoemd: per 1 augustus 2015 prof. dr. ir. Wil van der Aalst en per