9
© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 1 / 1 TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 5, LES 1 | GROEP 7-8 ACHTERGRONDINFORMATIE Uitleg In deze les oefenen de kinderen met de leesstrategie Vragen stellen. Het onderwerp van de tekst is minder vliegverkeer. Benodigdheden de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken INTRODUCTIE 5 MIN Foto Praat samen met je kind over deze foto. Wat zie je? (Vertrekborden op Schiphol en een bord dat waarschuwt dat mensen 1,5 meter afstand moeten houden.) Wat valt je op aan de vertrekborden? (Er staan helemaal geen vluchten genoemd.) Hoe komt dat? (Door de coronacrisis is er veel minder vliegverkeer.) INSTRUCTIE 15 MIN Bekijk de informatie in het kader bij Wat moet je weten? Lees dit samen door. WH-vragen zijn vragen met Wie, Wat, Waar, Wanneer, Welke, Hoe en Waarom. Teksten Verken samen kort de teksten. Bekijk de moeilijke woorden. Lees de titels en de tussenkopjes en bekijk de foto’s. TOELICHTING OP VRAGEN DIE MOGELIJK PROBLEMEN GEVEN 20 MIN Vraag 1 Als je kind er niet uitkomt, help hem of haar dan. Bij 1a: ‘Met tekst 1 wil de schrijver me iets leren over de gevolgen van minder vliegverkeer. Het is een informatieve tekst. Hetzelfde geldt voor tekst 2.’ Bij 1b: ‘Als je teksten met elkaar wilt vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen, moeten het dezelfde tekstsoorten zijn. Tekst 1 en 2 zijn dezelfde tekstsoort, allebei informatieve teksten. In de theorie staat dat je daar de vraag bij kunt stellen: wat leer ik?’ Vraag 2 Bij 2a: ‘Tekst 1 en 2 zijn allebei informatieve teksten. Een van de vaste WH-vragen bij deze tekstsoort is: wat is het onderwerp?’ Bij 2b: ‘Tekst 1 gaat over de gevolgen van minder vliegverkeer, dat zie ik aan de titel. De titel van tekst 2 is “Door minder vliegverkeer minder vraag naar kerosine.” Dat betekent dat er minder kerosine wordt verkocht. Dat komt doordat er minder vliegverkeer is, dus dat is óók een gevolg. Beide teksten gaan dus over de gevolgen van minder vliegverkeer.’ Vraag 3 ‘Door het coronavirus’ in r. 3 geeft aan hoe het komt dat er minder vliegverkeer is. Vraag 4 Bij 4a maakt ‘Geef drie voorbeelden’ deel uit van de toetsvraag. Daarom hoeft je kind bij 4b ook maar drie beroepen op te schrijven. Meer mag natuurlijk ook. Vraag 5 Op alle vier de vragen bij 5a is het antwoord in de tekst te vinden of uit de tekst af te leiden. Het gaat erom welke vraag het meest waarschijnlijk is als toetsvraag. Vraag 6 Je kind mag zelf een andere vraag met bijbehorend antwoord bedenken. Vraag 9 Help je kind zo nodig op weg: ‘Wat vervoeren die vliegtuigen en auto’s, denk je? Wat zou er gebeuren als dat verkeer ook bijna helemaal stil kwam te liggen?’ Vraag 10 Help je kind zo nodig op weg: ‘Waarom moet er nog steeds schoongemaakt worden? Wat zou er met de vliegtuigen gebeuren als ze heel lang stilstaan?’ Vraag 11 Laat je kind de toets eventueel per mail uitwisselen met een klasgenoot.

TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 1 / 1 ❯

TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 5, LES 1 | GROEP 7-8

achtergrondinformatie

Uitleg

In deze les oefenen de kinderen met de leesstrategie Vragen stellen. Het onderwerp van de tekst is minder vliegverkeer.

Benodigdheden

• de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk• de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken

introductie 5 MIN

Foto Praat samen met je kind over deze foto. Wat zie je? (Vertrekborden op Schiphol en een bord dat waarschuwt dat mensen 1,5 meter afstand moeten houden.) Wat valt je op aan de vertrekborden? (Er staan helemaal geen vluchten genoemd.) Hoe komt dat? (Door de coronacrisis is er veel minder vliegverkeer.)

instructie 15 MIN

Bekijk de informatie in het kader bij Wat moet je weten? Lees dit samen door. WH-vragen zijn vragen met Wie, Wat, Waar, Wanneer, Welke, Hoe en Waarom.

TekstenVerken samen kort de teksten. Bekijk de moeilijke woorden. Lees de titels en de tussenkopjes en bekijk de foto’s.

toelichting op vragen die mogelijk problemen geven 20 MIN

Vraag 1Als je kind er niet uitkomt, help hem of haar dan. Bij 1a: ‘Met tekst 1 wil de schrijver me iets leren over de gevolgen van minder vliegverkeer. Het is een informatieve tekst. Hetzelfde geldt voor tekst 2.’ Bij 1b: ‘Als je teksten met elkaar wilt vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen, moeten het dezelfde tekstsoorten zijn. Tekst 1 en 2 zijn dezelfde tekstsoort, allebei informatieve teksten. In de theorie staat dat je daar de vraag bij kunt stellen: wat leer ik?’

Vraag 2Bij 2a: ‘Tekst 1 en 2 zijn allebei informatieve teksten. Een van de vaste WH-vragen bij deze tekstsoort is: wat is het onderwerp?’ Bij 2b: ‘Tekst 1 gaat over de gevolgen van minder vliegverkeer, dat zie ik aan de titel. De titel van tekst 2 is “Door minder vliegverkeer minder vraag naar kerosine.” Dat betekent dat er minder kerosine wordt verkocht. Dat komt doordat er minder vliegverkeer is, dus dat is óók een gevolg. Beide teksten gaan dus over de gevolgen van minder vliegverkeer.’

Vraag 3‘Door het coronavirus’ in r. 3 geeft aan hoe het komt dat er minder vliegverkeer is.

Vraag 4Bij 4a maakt ‘Geef drie voorbeelden’ deel uit van de toetsvraag. Daarom hoeft je kind bij 4b ook maar drie beroepen op te schrijven. Meer mag natuurlijk ook.

Vraag 5Op alle vier de vragen bij 5a is het antwoord in de tekst te vinden of uit de tekst af te leiden. Het gaat erom welke vraag het meest waarschijnlijk is als toetsvraag.

Vraag 6Je kind mag zelf een andere vraag met bijbehorend antwoord bedenken.

Vraag 9Help je kind zo nodig op weg: ‘Wat vervoeren die vliegtuigen en auto’s, denk je? Wat zou er gebeuren als dat verkeer ook bijna helemaal stil kwam te liggen?’

Vraag 10Help je kind zo nodig op weg: ‘Waarom moet er nog steeds schoongemaakt worden? Wat zou er met de vliegtuigen gebeuren als ze heel lang stilstaan?’

Vraag 11Laat je kind de toets eventueel per mail uitwisselen met een klasgenoot.

Page 2: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

Vragen stellen

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• teksten vergelijken door WH-vragen te stellen• WH-vragen voorspellen

Wat ga je doen?

Je gaat twee teksten lezen die te maken hebben met de vermindering van het vliegverkeer. Lees de uitleg hierna en lees de teksten. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Je weet al dat bij bepaalde tekstsoorten altijd dezelfde WH-vragen passen. Dat is handig als je teksten van dezelfde tekstsoort met elkaar wilt vergelijken. Aan de antwoorden kun je zien op welke manier de teksten verschillen. Bijvoorbeeld:

Tekstsoorten WH-vrageninformatieve teksten • Wat leer ik?fictieteksten • Welke tekst past het best bij mijn smaak?meningteksten • Welke schrijver gebruikt de beste argumenten?reclameteksten • Welke tekst haalt mij over?instructieve teksten • In welke tekst staat de beste uitleg?

Weet jij nog meer vragen?

Als je een tekst wilt leren voor een toets, moet je studerend lezen. Je weet al dat je dat doet door WH-vragen te stellen. Tijdens het lezen kun je zelfs de WH-vragen voorspellen die belangrijk zijn voor de toets.

Je leest bijvoorbeeld:Julius wordt door zijn eigen slaaf Titus naar school gebracht. De Romeinen hadden slaven: dienaren die hun eigendom waren. Ze werden overal voor ingezet. Titus was een soort oppas. Hij woonde bij zijn meester in huis, zoals de meeste slaven die huishoudelijk werk deden of voor de kinderen zorgden.

Je denkt: welke WH-vragen zouden er in de toets gesteld kunnen worden?•Watishetkenmerkvanslaven?•WaarwoondendeslavenvandeRomeinen?•Welketakenhaddenslaven?

Moeilijke woorden

de marechaussee = iemand die werkt bij de Koninklijke Marechaussee, de militaire politie. Deze organisatie bewaakt de veiligheid op luchthavens. de omwonenden = de mensen die in de buurt van een bepaalde plek wonende olieraffinaderij = een fabriek die van ruwe aardolie andere producten maakt, zoals benzine, diesel en kerosine

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 3: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

1

5

10

15

20

25

30

35

1

5

10

15

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

1 Gevolgen minder vliegverkeer: positief of negatief?

Door het coronavirus is er niet alleen minder verkeer op straat. Ook in de lucht is het een stuk rustiger. Want wie stapt er nou nog in een vliegtuig? Voor de een is die rust heerlijk, voor de ander een ramp.

Minder werkIn Nederland hebben tienduizenden mensen werk dankzij de luchtvaart. Piloten en stewardessen natuurlijk, maar ook personeel op de grond. Denk bijvoorbeeld aan luchtverkeersleiders, grond- stewardessen, bagageafhandelaars, beveiligers en marechaussees. Plus het personeel van winkels, cafés en restaurants op de luchthavens. Al die mensen hebben nu minder of zelfs géén werk.

Minder lawaaiOmwonendenvandeluchthavensbijAmsterdam,EindhovenenRotterdamvinden het heerlijk dat er minder vliegverkeer is. Ze slapen beter en ze horen de vogels weer fluiten. Ook kunnen ze weer zonder onderbreking een gesprek voeren. De vliegtuigen zorgen normaal voor veel geluidsoverlast.

Minder luchtvervuiling en CO2

Het vliegverkeer is in Nederland niet de grootste boosdoener als het gaat om luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Dat zijn namelijk het wegverkeer en de industrie. Maar het vliegverkeer speelt wel een rol. Minder vliegen zorgt dus voor schonere lucht en minder CO2. En die knalblauwe hemel die we de afgelopen maanden zo vaak zagen? Dat ligt voornamelijk aan de windrichting. Maar het helpt wel dat er minder vliegtuigstrepen zijn. Dat maakt de lucht nog net een tikje blauwer.

Minder spottenVoor vliegtuigspotters, de mensen die naar de luchthaven komen om naar vliegtuigen te kijken, is er natuurlijk niet veel meer aan. Gelukkig voor hen vliegen er nog wel vrachtvliegtuigen. Is er toch iets te spotten ...

2 Door minder vliegverkeer minder vraag naar kerosineVan onze verslaggever Hamid MakasROTTERDAM - De daling van het vliegverkeer heeft niet alleen gevolgen voor vliegmaatschappijen en luchthavens. Ook de olieraffinaderijen voelen het in hun portemonnee. In maart is er 23 procent minder kerosine verbruikt dan in januari. Kerosine is de brandstof voor vliegtuigen.

Er is in maart 213 miljoen kilogram kerosine geleverd. Dat is de kleinste hoeveelheid in twintig jaar. Ook andere olieproducten, zoals benzine, werden minder verkocht. Mensen bleven thuis en lieten hun auto staan. De vraag naar diesel veranderde weinig, doordat er nog wel veel vrachtauto’s bleven rijden.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 4: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 3 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

Maak de vragen

1 Je hebt tekst 1 en 2 gelezen. a Welke tekstsoorten zijn het? Markeer de goede antwoorden.

Tekst 1 is een fictietekst / informatieve tekst / meningtekst / reclametekst.Tekst 2 is een fictietekst / informatieve tekst / meningtekst / reclametekst.

b Kun je tekst 1 en 2 met elkaar vergelijken door dezelfde WH-vraag te stellen? Kruis aan.

Ja, met de WH-vraag: wat leer ik? Ja, met de WH-vraag: welke tekst haalt mij over? Ja, met de WH-vraag: welke tekst past het best bij mijn smaak? Nee, want het zijn verschillende tekstsoorten.

2 Bekijk de teksten.a Welke vaste WH-vraag kun je bij beide teksten stellen? Kruis aan.

Hoe moet ik het aanpakken? Waar kan ik het kopen? Wat is het onderwerp? Welke mening heeft de schrijver?

b Wat is voor beide teksten het antwoord op deze WH-vraag? Schrijf op.

3 Lees in tekst 1 de eerste, vetgedrukte alinea.a Welke WH-vraag zou hierover in een toets gesteld kunnen worden? Vul in.

Hoe komt het dat er

b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 3a? Schrijf op.

4 Lees in tekst 1 de alinea Minder werk.a Welke WH-vraag zou hierover in een toets gesteld kunnen worden? Vul in.

Welke

Geef drie voorbeelden.

b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 4a? Schrijf op.

5 Lees in tekst 1 de alinea Minder lawaai.a Stel, je krijgt één toetsvraag over deze alinea. Welke WH-vraag is het

belangrijkst? Kruis het beste antwoord aan.

Hoe noem je mensen die in de buurt van een bepaalde plek wonen? Waardoor sliepen de omwonenden eerst niet goed? Waarom vinden omwonenden het fijn dat er minder vliegverkeer is? Welke Nederlandse steden hebben een luchthaven?

b Kijk naar de WH-vraag die je hebt aangekruist bij 5a. Wat is het antwoord op deze WH-vraag? Markeer het in de tekst. Het zijn twee zinnen.

Page 5: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

6 Lees in tekst 1 de alinea Minder luchtvervuiling en CO2.a Bedenk een WH-vraag die je bij een toets over deze alinea kunt krijgen.

Schrijf op.

b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 6a? Schrijf op.

7 Lees tekst 2.In de tabel staan drie antwoorden. Welke WH-vragen horen erbij? Vul in. Je mag je eigen woorden gebruiken.

Vraag Antwoord

De brandstof voor vliegtuigen.

23 procent minder dan in januari.

Doordat er nog wel veel vrachtauto’s bleven rijden.

8 Je hebt twee teksten gelezen over ongeveer hetzelfde onderwerp. Van welke tekst heb jij het meest geleerd? Waarom? Markeer en vul in.

Van tekst 1 / 2, omdat

Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje.

9 Lees in tekst 1 de alinea Minder spotten. Lees in tekst 2 de laatste zin.Mensen reizen minder, maar er is dus nog wel steeds veel vrachtverkeer.Hoe komt dat, denk je?

10 Veel mensen die in de luchtvaart werken, hebben minder werk.Er zijn ook mensen voor wie het werk gewoon doorgaat: schoonmakers op de luchthavens en monteurs die vliegtuigen onderhouden. Waarom gaat hun werk gewoon door, denk je?

11 Maak een toets over tekst 1 en 2.a Doe het zo:

•BedenkvijfWH-vragendieindezelesnognietzijngesteld.•Vanviervragenmoetendeantwoordentevindenzijnindeteksten.•BedenkéénHoe-ofWaarom-vraagdielastigertebeantwoordenis.

b Ruiljeblaadjemeteenanderkind.Maakelkaarstoets.

Wat heb je geleerd?

Je weet nu dat je teksten van dezelfde tekstsoort kunt vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen. Ook weet je dat je tijdens het lezen belangrijke WH-vragen kunt voorspellen.

Page 6: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

Vragen stellen

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• teksten vergelijken door WH-vragen te stellen• WH-vragen voorspellen

Wat ga je doen?

Je gaat twee teksten lezen die te maken hebben met de vermindering van het vliegverkeer. Lees de uitleg hierna en lees de teksten. Maak dan de vragen.

Wat moet je weten?

Je weet al dat bij bepaalde tekstsoorten altijd dezelfde WH-vragen passen. Dat is handig als je teksten van dezelfde tekstsoort met elkaar wilt vergelijken. Aan de antwoorden kun je zien op welke manier de teksten verschillen. Bijvoorbeeld:

Tekstsoorten WH-vrageninformatieve teksten • Wat leer ik?fictieteksten • Welke tekst past het best bij mijn smaak?meningteksten • Welke schrijver gebruikt de beste argumenten?reclameteksten • Welke tekst haalt mij over?instructieve teksten • In welke tekst staat de beste uitleg?

Weet jij nog meer vragen?

Als je een tekst wilt leren voor een toets, moet je studerend lezen. Je weet al dat je dat doet door WH-vragen te stellen. Tijdens het lezen kun je zelfs de WH-vragen voorspellen die belangrijk zijn voor de toets.

Je leest bijvoorbeeld:Julius wordt door zijn eigen slaaf Titus naar school gebracht. De Romeinen hadden slaven: dienaren die hun eigendom waren. Ze werden overal voor ingezet. Titus was een soort oppas. Hij woonde bij zijn meester in huis, zoals de meeste slaven die huishoudelijk werk deden of voor de kinderen zorgden.

Je denkt: welke WH-vragen zouden er in de toets gesteld kunnen worden?•Watishetkenmerkvanslaven?•WaarwoondendeslavenvandeRomeinen?•Welketakenhaddenslaven?

Moeilijke woorden

de marechaussee = iemand die werkt bij de Koninklijke Marechaussee, de militaire politie. Deze organisatie bewaakt de veiligheid op luchthavens. de omwonenden = de mensen die in de buurt van een bepaalde plek wonende olieraffinaderij = een fabriek die van ruwe aardolie andere producten maakt, zoals benzine, diesel en kerosine

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 7: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

vraag 5b

1

5

10

15

20

25

30

35

1

5

10

15

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

1 Gevolgen minder vliegverkeer: positief of negatief?

Door het coronavirus is er niet alleen minder verkeer op straat. Ook in de lucht is het een stuk rustiger. Want wie stapt er nou nog in een vliegtuig? Voor de een is die rust heerlijk, voor de ander een ramp.

Minder werkIn Nederland hebben tienduizenden mensen werk dankzij de luchtvaart. Piloten en stewardessen natuurlijk, maar ook personeel op de grond. Denk bijvoorbeeld aan luchtverkeersleiders, grond- stewardessen, bagageafhandelaars, beveiligers en marechaussees. Plus het personeel van winkels, cafés en restaurants op de luchthavens. Al die mensen hebben nu minder of zelfs géén werk.

Minder lawaaiOmwonendenvandeluchthavensbijAmsterdam,EindhovenenRotterdamvinden het heerlijk dat er minder vliegverkeer is. Ze slapen beter en ze horen de vogels weer fluiten. Ook kunnen ze weer zonder onderbreking een gesprek voeren. De vliegtuigen zorgen normaal voor veel geluidsoverlast.

Minder luchtvervuiling en CO2

Het vliegverkeer is in Nederland niet de grootste boosdoener als het gaat om luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Dat zijn namelijk het wegverkeer en de industrie. Maar het vliegverkeer speelt wel een rol. Minder vliegen zorgt dus voor schonere lucht en minder CO2. En die knalblauwe hemel die we de afgelopen maanden zo vaak zagen? Dat ligt voornamelijk aan de windrichting. Maar het helpt wel dat er minder vliegtuigstrepen zijn. Dat maakt de lucht nog net een tikje blauwer.

Minder spottenVoor vliegtuigspotters, de mensen die naar de luchthaven komen om naar vliegtuigen te kijken, is er natuurlijk niet veel meer aan. Gelukkig voor hen vliegen er nog wel vrachtvliegtuigen. Is er toch iets te spotten ...

2 Door minder vliegverkeer minder vraag naar kerosineVan onze verslaggever Hamid MakasROTTERDAM - De daling van het vliegverkeer heeft niet alleen gevolgen voor vliegmaatschappijen en luchthavens. Ook de olieraffinaderijen voelen het in hun portemonnee. In maart is er 23 procent minder kerosine verbruikt dan in januari. Kerosine is de brandstof voor vliegtuigen.

Er is in maart 213 miljoen kilogram kerosine geleverd. Dat is de kleinste hoeveelheid in twintig jaar. Ook andere olieproducten, zoals benzine, werden minder verkocht. Mensen bleven thuis en lieten hun auto staan. De vraag naar diesel veranderde weinig, doordat er nog wel veel vrachtauto’s bleven rijden.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 8: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 3 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

Maak de vragen

1 Je hebt tekst 1 en 2 gelezen. a Welke tekstsoorten zijn het? Markeer de goede antwoorden.

Tekst 1 is een fictietekst / informatieve tekst / meningtekst / reclametekst.Tekst 2 is een fictietekst / informatieve tekst / meningtekst / reclametekst.

b Kun je tekst 1 en 2 met elkaar vergelijken door dezelfde WH-vraag te stellen? Kruis aan.

■ Ja, met de WH-vraag: wat leer ik? Ja, met de WH-vraag: welke tekst haalt mij over? Ja, met de WH-vraag: welke tekst past het best bij mijn smaak? Nee, want het zijn verschillende tekstsoorten.

2 Bekijk de teksten.a Welke vaste WH-vraag kun je bij beide teksten stellen? Kruis aan.

Hoe moet ik het aanpakken? Waar kan ik het kopen?

■ Wat is het onderwerp? Welke mening heeft de schrijver?

b Wat is voor beide teksten het antwoord op deze WH-vraag? Schrijf op.

de gevolgen van minder vliegverkeer

3 Lees in tekst 1 de eerste, vetgedrukte alinea.a Welke WH-vraag zou hierover in een toets gesteld kunnen worden? Vul in.

Hoe komt het dat er minder vliegverkeer is? b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 3a? Schrijf op.

Dat komt door het coronavirus.

4 Lees in tekst 1 de alinea Minder werk.a Welke WH-vraag zou hierover in een toets gesteld kunnen worden? Vul in.

Welke mensen hebben werk dankzij de luchtvaart? Geef drie voorbeelden.

b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 4a? Schrijf op.

Bijvoorbeeld: piloten, stewardessen, beveiligers.

5 Lees in tekst 1 de alinea Minder lawaai.a Stel, je krijgt één toetsvraag over deze alinea. Welke WH-vraag is het

belangrijkst? Kruis het beste antwoord aan.

Hoe noem je mensen die in de buurt van een bepaalde plek wonen? Waardoor sliepen de omwonenden eerst niet goed?

■ Waarom vinden omwonenden het fijn dat er minder vliegverkeer is? Welke Nederlandse steden hebben een luchthaven?

b Kijk naar de WH-vraag die je hebt aangekruist bij 5a. Wat is het antwoord op deze WH-vraag? Markeer het in de tekst. Het zijn twee zinnen.

Page 9: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 1 GROEP 7-8 Uitleg … · 2021. 2. 11. · Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje. 9 Lees in tekst 1 de alinea Minder

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | blok 4, wEEk 5, lEs 1 | Groep 7-8

6 Lees in tekst 1 de alinea Minder luchtvervuiling en CO2.a Bedenk een WH-vraag die je bij een toets over deze alinea kunt krijgen.

Schrijf op.

Bijvoorbeeld: Wat is een positief gevolg van minder vliegverkeer?

b Wat is het antwoord op je WH-vraag bij 6a? Schrijf op.

Bijvoorbeeld: Schonere lucht en minder CO2.

7 Lees tekst 2.In de tabel staan drie antwoorden. Welke WH-vragen horen erbij? Vul in. Je mag je eigen woorden gebruiken.

Vraag Antwoord

Wat is kerosine? De brandstof voor vliegtuigen.

Hoeveel minder kerosine is er in maart verbruikt?

23 procent minder dan in januari.

Waardoor veranderde de vraag naar diesel weinig?

Doordat er nog wel veel vrachtauto’s bleven rijden.

8 Je hebt twee teksten gelezen over ongeveer hetzelfde onderwerp. Van welke tekst heb jij het meest geleerd? Waarom? Markeer en vul in.

Van tekst 1 / 2, omdat Bijvoorbeeld: Van tekst 1, omdat hierin meer gevolgen genoemd staan. Tekst 2 gaat alleen over brandstofverbruik.

Schrijf je antwoorden op de vragen 9, 10 en 11 op een apart blaadje.

9 Lees in tekst 1 de alinea Minder spotten. Lees in tekst 2 de laatste zin.Mensen reizen minder, maar er is dus nog wel steeds veel vrachtverkeer.Hoe komt dat, denk je?

10 Veel mensen die in de luchtvaart werken, hebben minder werk.Er zijn ook mensen voor wie het werk gewoon doorgaat: schoonmakers op de luchthavens en monteurs die vliegtuigen onderhouden. Waarom gaat hun werk gewoon door, denk je?

11 Maak een toets over tekst 1 en 2.a Doe het zo:

•BedenkvijfWH-vragendieindezelesnognietzijngesteld.•Vanviervragenmoetendeantwoordentevindenzijnindeteksten.•BedenkéénHoe-ofWaarom-vraagdielastigertebeantwoordenis.

b Ruiljeblaadjemeteenanderkind.Maakelkaarstoets.

Wat heb je geleerd?

Je weet nu dat je teksten van dezelfde tekstsoort kunt vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen. Ook weet je dat je tijdens het lezen belangrijke WH-vragen kunt voorspellen.