Upload
vuanh
View
223
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Toolkit Werken aan toegankelijkheid
Praktische instrumenten voor gemeenten om te werken aan
een toegankelijke leefomgeving
AuteursNienke BlijhamJudith van Lier
RedactieMonique Vernoy
Colofon
© 2011 Vilans
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Als kenniscentrum
langdurende zorg implementeert en verspreidt Vilans actief kennis en neemt daarom verzoeken om teksten over
te mogen nemen welwillend in overweging.
Deze publicatie werd mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.
Foto pagina 37: Fotografie Lena van der Wal, Groningen
Vilans
Postbus 8228, 3503 RE Utrecht
Telefoon: (030) 789 2525, e-mail: [email protected]
Website: www.vilans.nl
Inhoudsopgave
Inleiding 4Voor wie? 4Waarom gebruiken? 4Waaruit bestaat de toolkit en hoe is deze te gebruiken? 4Opzet toolkit 5Meer informatie over toegankelijkheid of ondersteuning nodig? 6
Eenoverzichtvandetools 7Bewustwording 7Meten van de huidige situatie 8Verbeteren van toegankelijkheid 9
DetoolsErvaringsparcours 12Opzet startbijeenkomst toegankelijkheid bouw- of verbouwtraject 23Stappenplan toegankelijkheidsschouw 33Werken met persona’s 35Visuele prikkelmethode 41Geeltjesmethode 46Collage ideeën leefomgeving 49Plattegrond ideale leefomgeving 52Stappenplan en schema voor opstellen programma van eisen 55Toegankelijkheid per bouwfase 60
4
Inleiding
Deze toolkit bevat praktische instrumenten (tools) die u ondersteunen bij het werken aan toegankelijkheid. Het is een bundeling van instrumenten die Vilans de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en ingezet om organisaties en bedrijven te stimuleren en te helpen bijdragen aan een toegankelijke samenleving.
De tools richten zich op verschillende aspecten die bij het werken aan toegankelijkheid een rol spelen: bewustwording, een visie vormen, de huidige situatie inventariseren, in kaart brengen van eisen en wensen en het beoordelen van plannen.
Voor wie?
De tools zijn voor leidinggevenden van gemeentelijke afdelingen Wmo, Ruimtelijke ordening en stedenbouw die betrokken zijn bij de bouw of verbouw van (openbare) gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte.
Waarom gebruiken?
De toegankelijkheid van de gebouwde omgeving wordt belangrijker. Er is een groter wordende groep ouderen en mensen met beperkingen die zo lang mogelijk mee willen doen in de samenleving. Toegankelijkheid ktijgt steeds meer een belangrijke plaats in het bouwproces. Ook nieuwe ontwikkelingen in (Europese) wet- en regelgeving vragen nu inspanning om voorbereid te zijn op de toekomst.
Waaruit bestaat de toolkit en hoe is deze te gebruiken?
Met de tools in deze toolkit kunt u zelf aan de slag gaan met toegankelijkheid. Sommige tools zijn geschikt om wensen van ervaringsdeskundigen (afgevaardigden van een Wmo-raad bijvoorbeeld) in kaart te brengen. Andere tools helpen om bewustwording te realiseren, bijvoorbeeld het zelf ervaren van belemmeringen die de omgeving kan vormen als je een beperking hebt.
In dit document worden de tools op twee manieren beschreven. 1. Introductie van de tool. Op basis van deze beschrijving bepaalt u of de tool voor uw
gemeente nu of wellicht in de toekomst interessant is.2 Uitgebreide uitleg van de tool. Deze uitleg is aangevuld met werkmethoden en -bladen.
5
Opzet toolkit
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tools in deze toolkit. De tools zijn verdeeld in drie categorieën:• Bewustwording van toegankelijkheid• Meten van de huidige situatie• Verbeteren van toegankelijkheid
Tabel: Overzicht tools in deze toolkit
Tool Kortetoelichting Categorie Voorwie
Motivatiefilm toegankelijk-
heid
Geeft goed beeld van toegan-
kelijkheid en stimuleert tot
actie
Bewustwording
van toegankelijk-
heid
Ondernemers, gemeenten
Ervaringsparcours Ervaren hoe het aanvoelt
om een hulpmiddel zoals
een rollator of rolstoel te
gebruiken
Bewustwording
van toegankelijk-
heid
Wethouders, ambtenaren
Opzet startbijeenkomst
toegankelijkheid bij bouw- of
verbouwtraject
Gezamenlijk startpunt betreft
toegankelijkheid, definitie
en plan
Bewustwording
van toegankelijk-
heid
Projectleider bouw of
inrichting
Stappenplan toegankelijk-
heidsschouw
Organisatie van uitvoering
van een goede schouw van
een gebouw of de omgeving
Meten van de
huidige situatie
Projectleider bouw of
inrichting
Werken met persona’s Plannen maken en beoor-
delen, rekening houdend met
kwetsbare doelgroepen
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting, architect
Visuele prikkelmethode In kaart brengen van de erva-
ringen en wensen van burgers
in hun leefomgeving
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Geeltjesmethode Op eenvoudige manier
verschillende ideeën of waar-
nemingen inzichtelijk maken
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Voorzitter van vergade-
ringen
Collage ideale leefomgeving De wensen en ideeën van
burgers van hun leefomgeving
inventariseren
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Architect
Ontwerper
Plattegrond ideale leefom-
geving
De wensen en ideeën van
burgers van het beoogd
gebruik van hun leefomgeving
inventariseren
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Architect
Ontwerper
Stappenplan en schema voor
opstellen programma van
eisen
Op overzichtelijke manier
de eisen voor een gebouw
opstellen
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Toegankelijkheid per bouw-
fase
Aandacht voor toegankelijk-
heid op juiste momenten in
het bouwproces
Verbeteren van
toegankelijkheid
Projectleider bouw of
inrichting
Ambtenaar Wmo
6
Meer informatie over toegankelijkheid of ondersteuning nodig?
Deze toolkit bevat praktische instrumenten (tools) van Vilans. Heeft u behoefte aan informatie over wet- en regelgeving en beleid op toegankelijkheid? Wij verwijzen u naar andere producten en websites van onder andere Vilans.
Kijk bijvoorbeeld verder op/in:• www.AllesToegankelijk.nl• Handreiking ‘Werken aan Toegankelijkheid’ van Vilans (gratis te downloaden via www.
vilans.nl) • Publicaties met toegankelijkheidseisen (NEN Norm 1814, Handboek voor Toegankelijkheid,
ITS-normen)• Almanak ‘De wereld van toegankelijkheid’ van Vilans (te bestellen via www.vilans.nl)• www.vilans.nl, bij het onderwerp ‘toegankelijkheidsbeleid vormgeven’
Heeft u zelf niet de tijd of menskracht om de tools te gebruiken of wilt u daarbij advies of ondersteuning, dan kunnen deskundige medewerkers van Vilans u helpen. Neem hiervoor contact op via de website (www.vilans.nl), bij het onderwerp ‘toegankelijkheidsbeleid vormgeven’.
7
Een overzicht van de tools
Om u op weg te helpen volgen hier korte omschrijvingen van de tools. U kunt zo beslissen welke tools interessant zijn voor u, op dit moment of wellicht in de toekomst. De categorieën uit de inleiding ziet u terug:• Bewustwording van toegankelijkheid• Meten van de huidige situatie• Verbeteren van toegankelijkheid
De tools zijn los van elkaar te gebruiken en niet opvolgend. Bedenk waar u aan wilt werken en bepaal welke tools u daarbij kunnen helpen!
Bewustwording
De tools voor bewustwording zijn gericht op het onderschrijven van de noodzaak van werken aan toegankelijkheid. Wat is toegankelijkheid? Waar hebben we het dan over? Waar werken we naartoe en waarom? Allemaal onderdelen van een bewustwordingsproces.
MotivatiefilmtoegankelijkheidAllesToegankelijk heeft een filmpje ontwikkeld waarin de voorzitter Otwin van Dijk, wethouder gemeente Doetinchem, vertelt waarom 25 landelijke partijen samen de toegankelijkheid in Nederland willen verbeteren. Het filmpje is een pleidooi voor de winst (maatschappelijke voordelen en meer omzet) die je met eenvoudige maatregelen al kan bereiken.
Een toegankelijke samenleving is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. In het filmpje ligt de focus op de ondernemers, maar ook op de kracht van goed burgerschap van gemeenten en burgerparticipatie (dienstverlenende sector) komt aan de orde. De meerwaarde en het commercieel belang van werken aan toegankelijkheid staat centraal.Doel is dat de kijker zich bewust is van het feit dat hij iets aan toegankelijkheid kan doen en liefst natuurlijk dat hij het ook gaat doen. Niet alleen om het gemakkelijker te maken voor ouderen en mensen met een beperking, maar ook omdat dit voordelen oplevert voor de ondernemingen en organisaties zelf. Dat kan vaak al met kleine en praktische oplossingen. Het filmpje toont veel verschillende voorbeelden van toegankelijkheid.
Het filmpje is in te zetten tijdens een bijeenkomst, bijvoorbeeld bij de start van een bouwtraject. Het geeft de kijker in enkele minuten een goed beeld van toegankelijkheid en stimuleert tot actie. Ook voor mensen met beperkingen is het filmpje te bekijken, want het voldoet aan de eisen van toegankelijkheid. Het filmpje is te zien op www.AllesToegankelijk.nl en youtube.
8
ErvaringsparcoursEen ervaringsparcours laat deelnemers ervaren hoe het aanvoelt om een hulpmiddel als een rollator of rolstoel te moeten gebruiken. Lopend achter een rollator of zittend in een rolstoel doorlopen zij een route met allerlei obstakels. Deze actieve methode versterkt het bewustzijn en begrip voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Deelnemers ervaren hoe de omgeving invloed heeft op de toegankelijkheid voor mensen die minder goed ter been zijn.
Het ervaringsparcours is te gebruiken door gemeenteambtenaren en raadsleden die betrokken zijn bij de inrichting van de openbare ruimte. U kunt het inzetten als middel om wethouders en ambtenaren bewust te maken van de wereld van mensen met een beperking. De uitvoering van een ervaringsparcours kan op allerlei manieren. Een voorbeeld hiervan vindt u in de bijlage.
Opzetstartbijeenkomsttoegankelijkheidbijbouw-ofverbouwtrajectWerken aan toegankelijkheid doet u bij de gemeente niet alleen. Het is juist een onderwerp om met meerdere mensen, disciplines en organisaties samen op te pakken. Hierbij is het belangrijk ervaringsdeskundigen, de burgers voor wie toegankelijkheid van extra groot belang is, in te schakelen.
Een bouw- of verbouwtraject begint dikwijls met een startbijeenkomst. Daar vindt een toelichting plaats op het traject en de activiteiten. Bij een dergelijk overleg is het van belang dat helder is wat onder toegankelijkheid wordt verstaan. De tool uit deze toolkit helpt bij het organiseren van een startbijeenkomst. Een handig hulpmiddel daarbij is de bijgevoegde presentatie met definities en voorbeelden van toegankelijkheid.
Meten van de huidige situatie
In deze toolkit is één tool opgenomen voor het in kaart brengen van toegankelijkheid. Door te meten kunnen verbeterpunten worden geformuleerd.
StappenplantoegankelijkheidsschouwEen toegankelijkheidsschouw van gebouwen en openbare ruimten brengt knelpunten in kaart op het gebied van toegankelijkheid. Dit kan op verschillende manieren: van heel uitgebreid met een complete checklijst inclusief maatgeving tot het in kaart brengen van de belangrijkste knelpunten met fotomateriaal. Met de tool ‘Stappenplan toegankelijkheidsschouw’ brengt u de belangrijkste knelpunten in kaart.Gemeenten die verantwoordelijk zijn voor openbare gebouwen en ruimten en die willen weten hoe toegankelijk de situatie is, doen er goed aan een schouw te laten uitvoeren. Ook bij nieuwbouw is een schouw zeer goed toepasbaar. Is het gebouw of de openbare ruimte zo toegankelijk als van tevoren bedacht? Om dit op een goede manier te organiseren heeft Vilans een stappenplan ontwikkeld. Het volgen van de stappen maakt het u gemakkelijk om een goede schouw uit te voeren.
9
Verbeteren van toegankelijkheid
De tools ter verbetering van toegankelijkheid zijn vooral gericht op het verzamelen van informatie over eisen en wensen voor goede toegankelijkheid. Dit kan gebruikt worden bij het maken van een Programma van Eisen (PvE), plannen en tekeningen. De tools helpen om op het juiste moment en een goede manier hier invulling aan te geven, waardoor de toegankelijkheid wordt geborgd.
Werkenmetpersona’sHet definiëren van persona’s is een effectieve methode om de verscheidenheid aan mensen, de gebruikers van een gebouw of ruimte meer tastbaar te maken. Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker. Met persona’s voor ogen kunnen leidinggevenden, ontwerpers, maar ook de burgers die betrokken zijn bij een (ver)bouwtraject (Wmo-raad bijvoorbeeld) zich beter inleven in de verscheidenheid aan doelgroepen, hun verschillende beperkingen en wensen en behoeften. Persona’s komen van pas in het ontwerpproces, bij het beoordelen van de plannen en tekeningen op toegankelijkheid voor verschillende type gebruikers. Eventuele problemen komen daarmee tijdig aan de oppervlakte.In deze toolkit zijn vier algemene persona’s opgenomen. Een algemene persona beschrijft de persoon; leeftijd, achtergrond, leefsituatie, interesses en beperkingen. Deze zijn eenvoudig uit te breiden, zodat ze passen bij een specifieke situatie. Een voorbeeld hiervan is gegeven van bezoekers van een theater. De uitbreiding geeft informatie over hoe de persoon het gebouw (in het voorbeeld het theater) gebruikt.
VisueleprikkelmethodeDe Visuele prikkelmethode brengt de ervaringen en wensen van mensen in hun leefomgeving in kaart. Dit gebeurt door het maken van foto’s. Een opdracht ‘maak foto’s van plekken waar u zich veilig of onveilig voelt’ boort meer emotionele en intuïtieve dimensies aan dan alleen het voeren van een gesprek hierover. Door een gesprek te voeren over de gemaakte foto’s worden deze emotionele en intuïtieve dimensies duidelijk. U kunt als projectleider van een bouw/verbouwtraject van de leefomgeving deze tool gebruiken met burgers in de gemeente.
GeeltjesmethodeMet de geeltjesmethode maakt u op eenvoudige manier verschillende ideeën of waarnemingen inzichtelijk. Handig voor een projectleider die verantwoordelijk is voor het verwerken van klachten over toegankelijkheid. Of voor de voorzitter van bijeenkomsten waarbij toegankelijkheid van gebouwen of gebouwde omgeving aan de orde komt. Het kan gaan over de inventarisatie van knelpunten in een bepaalde tijd: bijvoorbeeld het aantal keren dat er een klacht binnenkomt over toegankelijkheid. Elke klacht komt op een memovelletje te staan. De methode volstaat ook om de ideeën van burgers te inventariseren voor een toegankelijker en prettiger ontwerp van een deel van de openbare ruimte. Het plakken van de geeltjes op een poster maakt het voor iedereen inzichtelijk.
CollageidealeleefomgevingHoe zien burgers hun ideale leefomgeving? Wat vinden zij belangrijk? Een groep burgers beeldt hun wensen en ideeën uit met collages van een verzameling plaatjes. Met hun uitleg erbij
10
krijgt u goed inzicht in wat mensen willen. Dit geeft u als projectleider, architect of ontwerper handvatten voor het ontwerp van gebouwen en de leefomgeving. De tool geeft uitleg over deze methode en de te volgen werkwijze om tot een goed resultaat te komen.
PlattegrondidealeleefomgevingEen methode om wensen en eisen aan gebouwen en de leefomgeving in kaart te brengen is burgers zelf een ideaal gebouw of ideale omgeving laten tekenen. Een schets van een plattegrond kan het ideale beoogde gebruik van de ruimte inzichtelijk maken. Met de uitleg die mensen erbij geven, ontstaat een goed inzicht in wat mensen willen. Dit geeft een projectleider handvatten voor het ontwerp van gebouwen en de leefomgeving. In de bijlage vindt u een uitleg van deze methode en de te volgen werkwijze.
StappenplanenschemavooropstellenprogrammavaneisenMet deze tool kunt u zelf een programma van eisen opstellen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw en verbouw). Als vertegenwoordiger vanuit de gemeente doet u dit bij voorkeur samen met gebruikersgroepen en deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Een programma van eisen stelt u op aan het begin van een bouwtraject, met als uiteindelijk resultaat een toegankelijk gebouw voor iedereen: mensen met én zonder beperking!
ToegankelijkheidperbouwfaseDe tool ‘Toegankelijkheid per bouwfase’ geeft per bouwfase aandachtspunten voor toegankelijkheid en is een houvast tijdens het bouwproject. Wanneer moet u wat doen? Hoe ziet het proces van een bouwtraject er uit en op welke wijze past toegankelijkheid hierin? Ontwerpeisen staan er niet in.Deze tool is vooral bedoeld voor leidinggevende medewerkers van de afdeling Wmo en medewerkers van afdelingen Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, die betrokken zijn bij de bouw van (openbare) gebouwen en openbare ruimte. Hiermee kunt u het proces goed in de gaten houden en zorgen voor inzicht in het proces voor alle betrokkenen.
11
De Tools
12
Ervaringsparcours
Inleiding
Watishet?Een ervaringsparcours laat deelnemers ervaren hoe het aanvoelt om een hulpmiddel als een rollator of rolstoel te gebruiken. Ze leggen een route af waarbij ze allerlei obstakels tegenkomen. Op een actieve wijze versterkt het ervaringsparcours het bewustzijn en het begrip voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking.
Voorwie?Gemeenteambtenaren en wethouders die betrokken zijn bij de inrichting van de openbare ruimte. Bijvoorbeeld: Een ambtenaar belast met toegankelijkheid of van participatie van kwetsbare burgers kan het initiëren voor collega’s.
LocatieEen ervaringsparcours is op iedere locatie uit te voeren, mits er een (buiten)ruimte is, bijvoorbeeld een lange gang, centrale entree, aula, of buitenruimte waar een parcours uitgezet kan worden. Een locatie buiten heeft als nadeel dat het weergevoelig is.
DuurDe duur hangt af van het aantal deelnemers en de ruimte die beschikbaar is. Het afleggen van het parcours zal snel een minuut of drie per persoon duren. Reken voor teams van vier personen daarom op een kwartier.
Hoewerkthet?Het parcours bestaat uit twee delen: een deel dat de deelnemers lopen met een rollator en een deel waarin deelnemers zich voortbewegen door middel van een rolstoel. Met beide hulpmiddelen brengen zij attributen naar de overkant over. Ook het nemen van drempels (letterlijk en figuurlijk) vormt een onderdeel van het parcours. Het parcours wordt afgelegd in estafettevorm door verschillende teams die om de snelste tijd strijden. Het team dat de snelste tijd klokt, wint een prijs. Om extra spanning in te bouwen, kunnen twee teams tegelijkertijd strijden, naast elkaar.
Opzet parcours
Maak gebruik van een ruimte van ongeveer 20 meter lang. 10 Meter voor deel 1 (met de rolstoel) en 10 meter voor deel 2 (met de rollator). Breng verschillende hindernissen aan in het parcours, zoals een slalom en een drempel en maak het extra realistisch door een bal mee te moeten nemen op schoot of boeken in het mandje van de rollator.
13
Deel 1: Met de rolstoel. Plastic bal op schoot. Slalom door een pylonenrij. Markeer met dozen een vak waarbinnen deelnemers net met de rolstoel kunnen rijden.
Deel 2: Met de rollator. Boeken ophalen en in mandje van rollator leggen. Drempel nemen. Boeken weer wegleggen.
Het parcours wordt door teams van 4 personen afgelegd (achter elkaar als een estafette). Onderscheidt de teams door kleuren. Alle teamleden krijgen een stoffen lint in een kleur uitgereikt om de arm te strikken.
Hetparcours• De eerste teamdeelnemer neemt plaats in de rolstoel en ontvangt een plastic bal voor op
schoot.• Deelnemer gaat klaar staan aan de startlijn. • Op startsignaal hoepelt (zelf met de handen voortbewegen van de rolstoel) hij of zij naar de
pylonen, zigzagt er doorheen en parkeert de rolstoel aan het einde van de rit achteruit in, in de daarvoor bestemde vakken.
• Hierna pakt de deelnemer de gereedstaande rollator en loopt hiermee naar de eerste tafel om de stapelboeken op te halen.
• Hij of zij legt de boeken op de zitting van de rollator en vervolgt zijn weg over het parcours, waarbij de drempel genomen moet worden.
• Daarna levert de deelnemer de boeken af bij de tweede tafel en loopt door naar de finish, parkeert de rollator in het daarvoor bestemde vak en tikt de volgende teamgenoot af.
• De volgende teamgenoot loopt en hoepelt daarna hetzelfde traject heen en terug, tikt weer de volgende teamgenoot af en dit herhaalt zich totdat alle teamleden aan de beurt zijn geweest.
• De laatste deelnemer uit een team wordt geklokt zodra hij/zij over de eindstreep komt. • De gezamenlijke teamtijd telt. Winnaar is het team dat de snelste gezamenlijke teamtijd
neerzet.
ExTra:WErKbLaDMaTErIaLEnOVErzICHT
ErVarInGSParCOurS
Voor het ervaringsparcours zijn verschillende materialen nodig. Gebruik de materialenlijst om te weten of u alles heeft geregeld.
ExTra:WErKbLaDEnMETVErKEErSbOrDEnVOOrInHET
ParCOurS
Bij het opzetten van het parcours kunt u gebruikmaken van de verkeersborden uit deze toolkit. Print ze en hang ze op in het parcours! Een rolstoel achteruit in een lift
rijden is niet eenvoudig!
14
Spelregels
Opnieuwbeginnenals:• een deelnemer de route van het parcours fout aflegt; • als een deelnemer de bal of de telefoonboeken vergeet;• als de bal of boeken vallen.
Vijfstrafsecondenvoor:• botsen (tegen elkaar of tegen muren, tafels, plantenpotten of
andere objecten);• oneigenlijk gebruik van materialen;• niet correct inparkeren van rolstoel of rollator;• bij onsportief gedrag.
Uitvoer parcours
aftrapBegin het ervaringsparcours met een korte inleiding, zodat de deelnemers weten wat er gaat gebeuren en wat het doel ervan is. Zorg ook voor een duidelijke uitleg van de praktische zaken, zoals:• estafette; wie de snelste teamtijd klokt is de winnaar• teamsamenstelling• spelregelsHet is natuurlijk belangrijk dat iedereen weet wat de deelnemers moeten doen. Dit kan door middel van een uitleg. Een proefrondje om het te laten zien werkt ook erg goed.
ExTra:WErKbLaDInSTruCTIETEKSTErVarInGSParCOurS
Gebruik de instructietekst voor een duidelijke uitleg van het ervaringsparcours.
ExTra:WErKbLaDSPELrEGELSErVarInGSParCOurS
Hang dit vel met de spelregels op een goed zichtbare plek. Iedereen kan tijdens het ervaringsparcours de spelregels goed zien. Print het bijgevoegde vel met spelregels op A3 formaat.
DaadwerkelijkeuitvoeringervaringsparcoursDe deelnemers voeren het ervaringsparcours uit. Tijdens het parcours houdt u in de gaten of alles goed verloopt, legt u eventueel extra uit en klokt u de teamtijden.
ExTra:WErKbLaDfOrMuLIErTEaMTIjDEnErVarInGSParCOurS
Gebruik het invulformulier voor de teamtijden om tijdens het spel de teamtijden op te schrijven.
afrondingAls iedereen het ervaringsparcours heeft afgelegd, maakt u bekend welk team de snelste tijd heeft geklokt en dus de winnaar is.
Een rollator over een
drempel krijgen is niet
zo eenvoudig!
WERKblad
© 2011 Vilans
Materialenoverzicht ervaringsparcours
Parcourspapieren
❏ Instructietekst
❏ Formulier teamtijden
❏ Spelregels
Parcoursbegeleiding
❏ Megafoon
❏ 2 stopwatches
❏ Scheidsrechtersfluit (startsein)
❏ Gekleurde textielbanden als herkenning teams
❏ Stiften/pennen
❏ Scharen
❏ Prijzen (taart)
Parcoursmaterialen
❏ 2 rolstoelen (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve, oefenrolstoel of bij simultane uitvoering van het parcours)
❏ 2 rollator (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve, om te oefenen of bij simultane uitvoering van het parcours)
❏ Schilderstape (opstelplaatsen + parcourspijlen)
❏ Rood/wit afzetlint
❏ Kartonnen dozen als beschermingsmateriaal wanden etc.
❏ Ducktape (vastzetten kartonnen beschermingsmateriaal)
❏ Bolletje touw (reserve)
❏ Oranje pylonen
❏ Stenen drempels of stoeptegels
❏ (telefoon)boeken (rollatorlading)
❏ 2 plastic ballen (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve)
❏ Aantal benodigde stoelen
❏ Aantal benodigde tafels
❏ EHBO-materialen
WERKblad
© 2011 Vilans
Verkeersbord ‘let op drempels’
LET OP: DREMPELS%
WERKblad
© 2011 Vilans
Verkeersbord ‘slalom’
%
WERKblad
© 2011 Vilans
Verkeersbord ‘parkeerplek’
P%
WERKblad
© 2011 Vilans
Instructietekst ervaringsparcours
InleidingWelkom bij het ervaringsparcours. Jullie zijn uitgenodigd deel te nemen aan deze activiteit. Jullie gaan ervaren hoe het is om hulpmiddelen te moeten gebruiken bij alledaagse handelingen. Je zit in een rolstoel en jezelf voortbewegen en een rollator gebruiken. Doel van deze activiteit is bewustwording creëren voor een grote groep burgers die in meer of mindere mate beperkingen hebben. En dat we meer rekening houden met deze burgers bij de inrichting van onze openbare ruimte, gebouwen, maar ook bij het aanbieden van diensten. Belangrijk om te vermelden is dat bij deze activiteit niet alle beperkingen aan de orde komen die mensen kunnen hebben.
Watgaanwedoen?We maken teams van 4 personen. Elk team zal in estafettevorm het parcours afleggen. Eerst nummer 1 van de groep, dan 2, 3 en 4. De tijd wordt gestart als deelnemer 1 start en stopgezet als nummer 4 over de finish komt. Het team dat het parcours als snelste aflegt heeft gewonnen.
Een deel van het parcours leggen jullie af met de rolstoel, het tweede deel van het parcours met de rollator. Er zijn een aantal hindernissen in het parcours; hindernissen uit het dagelijks leven. En als je op pad gaat heb je vaak een tas bij je, dit bootsen we na. Jullie nemen zittend in de rolstoel een bal mee en met de rollator neem je boeken mee. Als deze vallen begin je opnieuw.
Een uitgezet parcours Rolstoel parkeert achteruit
WERKblad
© 2011 Vilans
uitlegparcoursWe zullen nu demonstreren hoe het parcours wordt afgelegd.
Uitleg bij de demonstratie:• De eerste teamdeelnemer neemt plaats in de rolstoel en ontvangt een plastic bal voor op
schoot.• Deelnemer gaat klaar staan aan de startlijn. • Op startsignaal hoepelt (zelf met de handen voortbewegen van de rolstoel) hij of zij naar de
pylonen, zigzagt er doorheen en parkeert de rolstoel aan het einde van de rit achteruit in, in de daarvoor bestemde vakken.
• Hierna pakt de deelnemer de gereedstaande rollator en loopt hiermee naar de eerste tafel om de stapel (telefoon)boeken op te halen.
• Hij of zij legt de boeken op de zitting van de rollator en vervolgt zijn weg over het parcours, waarbij de drempel genomen moet worden.
• Daarna levert de deelnemer de boeken af bij de tweede tafel en loopt door naar de finish, parkeert de rollator in het daarvoor bestemde vak en tikt de volgende teamgenoot af.
• De volgende teamgenoot loopt en hoepelt daarna hetzelfde traject heen en terug, tikt weer de volgende teamgenoot af en dit herhaalt zich totdat alle teamleden aan de beurt zijn geweest.
• De laatste deelnemer uit een team wordt geklokt zodra hij/zij over de eindstreep komt. • De gezamenlijke teamtijd telt. Winnaar is het team dat de snelste gezamenlijke teamtijd
neerzet.
De spelregels hebben we op papier gezet, zodat jullie deze allemaal kunnen zien.
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Spel
rege
ls e
rvar
ings
parc
ours
O
pnie
uw b
egin
nen
als:
• d
e ro
ute
van
het
par
cour
s fo
ut w
ord
t af
gel
egd
• d
e b
al o
f de
boe
ken
ver
get
en w
ord
en•
de
bal
of b
oeke
n v
alle
n
5 St
rafs
econ
den
voor
:•
bot
sen
(te
gen
elk
aar
of t
egen
mur
en, t
afel
s of
an
der
e ob
ject
en)
• o
nei
gen
lijk
geb
ruik
van
mat
eria
len
• n
iet
corr
ect
inp
arke
ren
van
rol
stoe
l of r
olla
tor
• o
nsp
orti
ef g
edra
g
WERKblad
© 2011 Vilans
Formulier teamtijden ervaringsparcours
Teamnummer Teamkleur Tijd
1 Rood Min. Sec.
2 Wit Min. Sec.
3 Bruin Min. Sec.
4 Roze Min. Sec.
5 Lichtblauw Min. Sec.
6 Donkerblauw Min. Sec.
7 Paars Min. Sec.
8 Zwart Min. Sec.
9 Groen Min. Sec.
10 Oranje Min. Sec.
23
Opzet startbijeenkomst toegankelijkheid bouw- of verbouwtraject
Inleiding
Watishet?Een startbijeenkomst toegankelijkheid is bedoeld om samen met collega’s, samenwerkingspartners en ervaringsdeskundigen een start te maken met het werken aan toegankelijkheid. Het is specifiek geschikt bij de start van een nieuw- of verbouwtraject. Wat zijn de doelen voor toegankelijkheid en aan welke eisen moet het gebouw of de gebouwde omgeving voldoen?
Voorwie?Deze tool is bedoeld voor de voorzitter van een startbijeenkomst. Vaak zal dit degene zijn die vanuit een gemeente leiding geeft aan een bouw- of verbouwproject.
Opzet bijeenkomst
De bijeenkomst heeft de volgende doelen:• kennis maken met elkaar;• alle belanghebbende partijen over toegankelijkheid informeren, bij elkaar brengen en een
stem geven;• gezamenlijk doel bepalen en stappen van het proces vastleggen (op welke momenten bij
elkaar komen en inbreng over toegankelijkheid).
GenodigdenHet is van belang om bij de start alle belanghebbende partijen uit te nodigen. Denk hierbij aan de architect, projectontwikkelaar, collega’s van de afdeling bouw, ruimtelijke ontwikkeling en Wmo en de uiteindelijke doelgroep (in de vorm van de wmo-raad). Vraag een expert op het gebied van toegankelijkheid.
VoorbeeldopzetbijeenkomstTotale tijdsduur: 105 minuten, 1 uur en 45 minuten.
10 minuten Welkom en voorstellen;20 minuten Inleiding opdrachtgever over bouwproject;20 minuten Inleiding over toegankelijkheid, wat is het?10 minuten Pauze;30 minuten Gezamenlijk doel bepalen en uitwisselen van de belangrijkste discussiepunten;15 minuten Afspraken maken.
24
Presentatie
Als inleiding op toegankelijkheid heeft Vilans een presentatie ontwikkeld die goed bruikbaar is voor een bijeenkomst over toegankelijkheid. Hierin staan definities en voorbeelden van goede en slechte toegankelijkheid.
ExTra:WErKbLaDPrESEnTaTIETOEGanKELIjKHEID
Deze kan gebruikt worden voor een inleiding op toegankelijkheid.
Aandachtspunten toegankelijke bijeenkomst
Aandacht voor toegankelijkheid bij bouwprojecten is belangrijk. Zorgen dat de bijeenkomsten waarbij toegankelijkheid van de bouw op de agenda staat ook toegankelijk zijn, is net zo belangrijk. De volgende aandachtspunten voor toegankelijk werken zijn in het bijzonder te gebruiken in de voorbereiding en uitvoering van bijeenkomsten en vergaderingen. Ook bij werkzaamheden die niet te maken hebben met een bouwtraject, is het handig om deze aandachtspunten bij de hand te hebben. Hang dit lijstje op een zichtbare plek, zodat u er altijd aan denkt.
Toegankelijk werken:
• Organiseerbijeenkomstenopeentoegankelijklocatie. Door vooraf contact op te nemen en te vragen naar de toegankelijkheid van de locatie en de
ruimte waarin de bijeenkomst plaatsvindt, voorkomt u problemen.
• Vraagdeelnemersindeuitnodigingnaarspecifiekewensen. Als u op de hoogte bent van specifieke wensen, kunt u daaraan ook tegemoet komen.
Een voorbeeld hiervan is het regelen van de aanwezigheid van een doventolk of het plaatsen van een rolstoeloprijplaat bij de ingang.
• zorgdatuitnodigingenofanderedocumententoegankelijkzijngeschreven. Lettertype en lettergrootte zijn hierbij van belang, maar ook het taalgebruik. Kijk voor tips
over toegankelijk communiceren op www.AllesToegankelijk.nl.
• Stuuruitnodigingenenanderedocumentenookpermailop. Mensen die slechtziend of blind zijn krijgen zo makkelijker toegang tot de informatie.
Zij kunnen met speciale leesapparatuur de gewenste vorm kiezen.
• Laatbijpresentatiesdeslideseenondersteuningzijnenniethetcentralepunt. Om toegankelijkheid duidelijk te maken zijn plaatjes en foto’s voor een grote groep mensen
erg verduidelijkend, maar zorg ervoor dat het verhaal van de foto goed mondeling wordt toegelicht zodat blinden en slechtzienden het ook begrijpen.
WERKblad
© 2011 Vilans
Presentatie toegankelijkheid
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
33
Stappenplan toegankelijkheidsschouw
Inleiding
Watishet?Een toegankelijkheidsschouw van gebouwen en openbare ruimten brengt knelpunten op het gebied van toegankelijkheid in kaart. Dit is toepasbaar bij bestaande- en nieuwbouw. Dit stappenplan helpt u een goede schouw te organiseren.
Voorwie?Dit stappenplan is te gebruiken voor gemeenteambtenaren die verantwoordelijk zijn voor openbare gebouwen en ruimten (projectleider bouw of inrichting). Hoewerkthet?Laat een schouw bij voorkeur uitvoeren door ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen (mensen met verschillende beperkingen) in samenwerking met deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Aan de hand van een vooraf opgestelde (check)lijst beoordelen zij de verschillende aspecten van toegankelijkheid. Hieruit volgt een verslag met aanbevelingen en oplossingsrichtingen voor het toegankelijker en gebruiksvriendelijker maken van het gebouw of de ruimte voor iedereen: mensen met én zonder beperking! Als u het stappenplan volgt, weet u zeker dat u niets vergeet om tot goede aanbevelingen en oplossingsrichtingen te komen.
Stappenplan
1. SamenstellingwerkgroepStel een werkgroep samen met een vertegenwoordiger van de gemeente en ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen. Nodig bij voorkeur ook een deskundige uit op het terrein van toegankelijkheid.
2. Soortgebouwenen/ofopenbareruimteBeschrijf zo exact mogelijk welke gebouwen en/of openbare ruimten, inclusief hun functie, u gaat schouwen en stel dat in de werkgroep vast.
3. DoelgroepenBepaal met de werkgroep de doelgroepen die gebruik maken van de bij punt 2 beschreven gebouwen en/of openbare ruimten. Ga bij voorkeur uit van het principe ‘toegankelijkheid voor iedereen’, maar stel zonodig prioriteiten.
34
4. routeLeg vooraf zoveel mogelijk de routes vast in de gebouwen en/of openbare ruimten die worden geschouwd. Dat maakt het in de uitvoering makkelijker. Gebruik daarbij een tekening van het gebouw en/of een kaart van de openbare ruimte.
5. (Check)lijstBespreek in de werkgroep welke onderdelen of inrichtingselementen van de gebouwen en/of openbare ruimte de groep gaat schouwen en bepaal op welk detailniveau. Er zijn diverse checklijsten via internet beschikbaar. Bij een globale schouw maakt u alleen foto’s van de belangrijkste knelpunten en maakt u daarbij een korte beschrijving.
6. SchouwenDe werkgroep gaat daadwerkelijk schouwen aan de hand van de route en de checklijst. Zorg dat u een fotocamera bij u heeft om foto’s te maken van de knelpunten. Een foto zegt soms meer dan een uitleg.
7. besprekingknelpuntenenprioriteitenstellenBespreek de gevonden knelpunten met de werkgroep. Bepaal welke knelpunten de meeste prioriteit moeten krijgen en waar de gemeente uitvoering aan moet geven.
8. VerslagleggingDe werkgroep maakt een verslag met aanbevelingen en oplossingsrichtingen en legt dit voor aan de gemeente.
35
Werken met persona’s
Inleiding
Watishet?Het definiëren van persona’s is een effectieve methode om doelgroepen meer tastbaar te maken. Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker. Op deze manier is het inleven in de doelgroep, hun wensen en behoeften makkelijker. Het in kaart brengen van persona’s helpt om verder te kijken dan de eigen wensen en behoeften. U kunt de persona’s goed gebruiken bij de beoordeling van een voorlopig ontwerp.
Voorwie?Projectleider bouw of inrichting, ontwerpers en gebruikers die betrokken zijn bij de toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimte in de gemeente.
Hoewerkthet?Persona’s zijn in te zetten in het ontwerpproces, bij het beoordelen van de plannen. Bijvoorbeeld bij het checken van de tekeningen op toegankelijkheid voor verschillende typen gebruikers. Eventuele problemen komen daarmee tijdig aan de oppervlakte en worden zo voorkomen. De ontwerper van het plan kan ze zelf gebruiken om de plannen direct aan te toetsen. U kunt persona’s ook gebruiken tijdens bijeenkomsten met collega’s of met een klankbordgroep met ervaringsdeskundigen.
Stappenplan
Hieronder volgt een korte uitleg over hoe u de persona’s inzet tijdens een bijeenkomst met een klankbordgroep van bijvoorbeeld burgers of specifiek ervaringsdeskundigen.
Voorbereiding:
1. Ontwikkelenpersona’sZorg voor passende persona’s die de verscheidenheid in toekomstige gebruikers weergeven. Ken de persona’s beperkingen toe die van invloed zijn op de toegankelijkheid.
ExTra:WErKbLaDVIEraLGEMEnEPErSOna’S
Vilans heeft vier persona’s ontwikkeld. Een algemene persona beschrijft de persoon; leeftijd, achtergrond, leefsituatie, interesses en beperkingen.
36
ExTra:WErKbLaDVOOrbEELDVanuITbrEIDInGEnVanDEaLGEMEnEPErSOna’S
De algemene persona’s zijn eenvoudig uit te breiden, zodat ze passen bij een specifieke situatie. Een voorbeeld hiervan is gegeven van bezoekers van een theater. De uitbreiding geeft informatie over hoe de persoon het gebouw (in het voorbeeld het theater) gebruikt.
2. VoorlopigontwerpalsbasisPrint de tekeningen van het voorlopig ontwerp op groot vel. Zorg voor voldoende exemplaren.
Tijdens bijeenkomst:
3. Maakgroepjesvanongeveerdrieàvierpersonen
4. InstructiedeelnemersGeef uitleg aan de deelnemers: a. Lezen van de persona.b. Beoordelen van de tekening op basis van de persona. Welke mogelijke knelpunten komen
ze tegen? Hoe kan het wellicht beter?c. Kort opschrijven van de knelpunten en mogelijke oplossingen.
5. Deeldepersona’sentekeningenuitaandegroepjes
6. aandeslagDe deelnemers gaan aan de slag en krijgen ongeveer dertig minuten de tijd voor het beoordelen van de tekeningen.
7. PlenaireterugkoppelingElke groep vertelt kort wat ze is tegengekomen; in welk opzicht heeft het voorstel verbetering nodig?
8. DiscussieDiscussieer met de hele groep. Wat zijn de belangrijkste knelpunten van het voorstel? Maak een lijstje van prioriteiten. De geeltjesmethode (ook in deze toolkit omschreven) kan hierbij helpen. Het prioriteren kan ook in een volgende bijeenkomst plaatsvinden.
9. Verzameldeopmerkingenvandegroepen
Pers
oon
1: M
evro
uw J
anse
n, 7
8 ja
ar
Mev
rouw
Jan
sen
is 7
8. Z
ij is
w
eduw
e. H
aar
zus
en d
ocht
er
won
en in
dez
elfd
e pl
aats
als
m
evro
uw J
anse
n. Z
e w
oont
ze
lfst
andi
g in
een
won
ing
waa
r ze
al 4
0 ja
ar w
oont
. Mev
rouw
Ja
nsen
gaa
t ni
et v
eel a
lleen
op
pad.
Ze
is n
amel
ijk b
lind.
Als
ze
op
pad
gaat
nee
mt
ze h
aar
zus
of d
ocht
er m
ee a
ls g
ids.
Ze
heef
t ge
en h
ulph
ond
of s
tok
als
hulp
mid
del.
Als
mev
rouw
Jan
sen
met
haa
r zu
s op
pad
gaa
t, n
emen
ze
het
ope
nbaa
r ve
rvoe
r. D
e zu
s va
n m
evro
uw J
anse
n he
eft
nam
elijk
gee
n ri
jbew
ijs.
Foto
: Fot
ogra
fie
Lena
van
der
W
al, G
roni
ngen
%
Pers
oon
2: C
iano
, 5 ja
ar
Cia
no is
een
jong
en v
an 5
met
ee
n er
nsti
ge li
cham
elijk
e be
perk
ing.
Hij
maa
kt d
aaro
m
gebr
uik
van
een
rols
toel
. Zijn
ou
ders
Mar
ieke
en
Min
ggus
zijn
he
el b
elan
grijk
in h
et le
ven
van
Cia
no, n
et a
ls z
ijn z
us M
alei
ka
van
7. C
iano
gaa
t na
ar e
en
spec
iale
sch
ool i
n de
sta
d 25
ki
lom
eter
van
hui
s va
ndaa
n. H
ij ga
at h
ier
met
spe
ciaa
l ver
voer
na
ar to
e. V
rien
den
heef
t hi
j in
de
stra
at e
n op
sch
ool.
Spo
rten
doe
t hi
j nog
nie
t. C
iano
wil
graa
g op
ho
ckey
.
Cia
no v
indt
het
last
ig o
m in
dr
ukke
ruim
ten
te z
ijn. H
et
maa
kt h
em o
nrus
tig
en d
it u
it
zich
in g
edra
gspr
oble
men
. M
arie
ke e
n M
ingg
us p
robe
ren
daar
door
dru
ktes
te v
erm
ijden
, m
aar
prob
eren
toch
ook
zo
veel
m
ogel
ijk ‘n
orm
aal’
te le
ven.
Dat
is
bela
ngri
jk v
oor
Cia
no e
n vo
or h
un
doch
ter
Mal
eika
.
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Pers
oon
3: M
enee
r de
Gro
ot, 7
1 ja
ar
Men
eer
de G
root
is e
en m
an o
p le
efti
jd d
ie z
ijn le
ven
niet
ach
ter
de g
eran
ium
s w
il sl
ijten
, maa
r er
op u
it w
il. H
ij ga
at e
r da
arom
vaa
k op
uit
. Men
eer
de G
root
he
eft
inm
idde
ls w
el w
at p
robl
emen
met
zijn
gez
ondh
eid.
Hij
hoor
t ni
et m
eer
zo h
eel e
rg g
oed
en g
ebru
ikt
daar
om g
ehoo
rapp
arat
en. O
ok z
iet
hij w
at m
inde
r en
loop
t hi
j nie
t zo
gem
akke
lijk
mee
r. Vo
or la
nger
e af
stan
den
gebr
uikt
men
eer
de G
root
een
sco
otm
obie
l, vo
or k
lein
ere
afst
ande
n ge
brui
kt h
ij ee
n st
ok.
Pers
oon
4: B
ea, 4
7 ja
ar
Bea
is e
en a
mbi
tieu
ze v
rouw
die
ee
n m
ooie
car
rièr
e in
de
cult
urel
e se
ctor
hee
ft. Z
e is
get
rouw
d en
ge
niet
van
het
leve
n. Z
e ga
at
veel
op
reis
, bez
oekt
mus
ea, fi
lm
en t
heat
er m
aand
elijk
s. D
it is
no
gal e
ens
een
uitd
agin
g om
dat
Bea
een
spi
erzi
ekte
hee
ft e
n in
mid
dels
per
man
ent
gebr
uik
maa
kt v
an e
en h
andb
ewog
en
rols
toel
. Ze
legt
zic
h ni
et z
omaa
r ne
er b
ij ha
ar z
iekt
e, m
aar
wil
zo
lang
mog
elijk
zel
fsta
ndig
zijn
. H
et g
evoe
l van
ona
fhan
kelij
khei
d is
voo
r B
ea e
rg b
elan
grijk
.
%
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Mev
rouw
Jan
sen,
bez
oek
aan
thea
ter
Mev
rouw
Jan
sen
gaat
een
avo
ndje
naa
r he
t th
eate
r; e
en o
pera
. Ze
maa
kt e
r ee
n ec
ht a
vond
je u
it v
an. Z
o va
ak g
aat
ze n
iet
naar
de
oper
a! Z
e he
eft
haar
zu
s m
eege
vraa
gd, o
mda
t da
t ge
zelli
g is
, maa
r oo
k al
s gi
ds. M
evro
uw J
anse
n is
na
mel
ijk b
lind
en is
nog
nie
t ee
rder
in h
et n
ieuw
e th
eate
r ge
wee
st.
De
voor
stel
ling
begi
nt o
m h
alf 9
, dus
mev
rouw
Jan
sen
en h
aar
zus
will
en o
m
kwar
t vo
or 8
aan
kom
en o
m ru
stig
de
tijd
te h
ebbe
n om
een
kop
je k
offi
e te
dr
inke
n en
te to
ilett
eren
. Daa
rna
zulle
n ze
naa
r de
zaa
l gaa
n w
aar
ze k
aart
jes
voor
het
bal
kon
hebb
en.
Na
de v
oors
telli
ng w
illen
mev
rouw
Jan
sen
en h
aar
zus
nog
napr
aten
, eve
n na
geni
eten
. En
dan
daar
na w
eer,
met
waa
rsch
ijnlij
k de
laat
ste
bus,
naa
r hu
is.
i H
oe b
eweg
en m
evro
uw J
anse
n en
haa
r zu
s zi
ch d
oor
de ru
imte
en
erva
ren
zij z
ich
de ru
imte
? W
elke
mog
elijk
e ob
stak
els
kom
en z
e te
gen
en h
oe
kunn
en d
ie m
ogel
ijk w
egge
nom
en w
orde
n?
i E
n al
s m
evro
uw J
anse
n de
vol
gend
e ke
er a
lleen
kom
t; h
oe m
oet
dat
dan?
%
Cia
no, n
aar
mid
dagv
oors
telli
ng in
th
eate
r
Mar
ieke
en
Min
ggus
gaa
n m
et h
un z
oon
Cia
no n
aar
een
kind
ervo
orst
ellin
g in
he
t th
eate
r in
Sne
ek. C
iano
zit
in e
en e
lekt
risc
he ro
lsto
el e
n vi
nd h
et la
stig
om
in
dru
kke
ruim
ten
te z
ijn, d
us d
it is
bes
t sp
anne
nd a
llem
aal.
Ze g
aan
expr
es
vroe
g na
ar h
et t
heat
er to
e om
in a
lle ru
st d
e ja
s op
te b
erge
n en
naa
r he
t to
ilet
te g
aan
en d
aarn
a ee
n ru
stig
ple
kje
op te
zoe
ken
om te
wac
hten
totd
at z
e na
ar
binn
en k
unne
n.
Tijd
ens
de p
auze
ste
ken
Min
ggus
en
Mar
ieke
een
sig
aret
je o
p. N
a de
vo
orst
ellin
g w
acht
en z
e m
et d
e ja
s op
hale
n om
uit
de
druk
te te
blij
ven.
Dan
ha
alt
Min
ggus
de
auto
op
om v
oor
de d
eur
Cia
no in
te k
unne
n la
ten
stap
pen.
i H
oe b
ewee
gt h
et g
ezin
doo
r de
ruim
te e
n er
vare
n ze
de
ruim
te?
Wel
ke
mog
elijk
e ob
stak
els
kom
en z
e te
gen
en h
oe k
unne
n di
e m
ogel
ijk
weg
geno
men
wor
den?
Ext
ra v
rage
n:
i W
aar
zoud
en d
e pl
ekke
n vo
or ro
lsto
eler
s he
t be
ste
kunn
en z
ijn?
i W
aar
is p
lek
voor
de
rook
pauz
e?
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Men
eer
de G
root
, vas
te b
ezoe
ker
thea
ter
Men
eer
de G
root
gaa
t ge
rege
ld n
aar
thea
ter.
Hij
gaat
gra
ag n
aar
tone
elvo
orst
ellin
gen
en n
aar
oper
a’s
of k
lass
ieke
muz
iek
toe.
Gel
uid
is e
en
bela
ngri
jk e
lem
ent
in d
eze
voor
stel
linge
n en
voo
r m
enee
r de
Gro
ot ie
ts w
aar
hij e
xtra
op
moe
t le
tten
om
dat
hij n
iet
mee
r zo
goe
d ho
ort.
O
ok z
iet
hij w
at m
inde
r en
loop
t hi
j nie
t zo
gem
akke
lijk
mee
r. Vo
or la
nger
e af
stan
den
gebr
uikt
Men
eer d
e G
root
een
sco
otm
obie
l, vo
or k
lein
ere
afst
ande
n ge
brui
kt h
ij ee
n st
ok.
i H
oe b
ewee
gt m
enee
r de
Gro
ot z
ich
door
de
ruim
te e
n er
vaar
t hi
j de
ruim
te?
Wel
ke m
ogel
ijke
obst
akel
s ko
mt
hij t
egen
en
hoe
kunn
en d
ie m
ogel
ijk
weg
geno
men
wor
den?
%
Bea
, dir
ectr
ice
van
thea
ter
Bea
is d
e ni
euw
e di
rect
rice
van
het
the
ater
. Dit
was
een
gro
te d
room
van
ha
ar. Z
ij zi
t pe
rman
ent
in e
en h
andb
ewog
en ro
lsto
el. N
u er
een
nie
uw t
heat
er
wor
dt g
ebou
wd
is e
r de
mog
elijk
heid
om
goe
d op
te le
tten
dat
zij
zelf
op
alle
no
dige
ple
kken
kan
kom
en e
n op
een
pre
ttig
e m
anie
r ha
ar w
erk
kan
doen
. Zij
bew
eegt
zic
h vo
oral
vee
l tus
sen
het
kant
oor
van
de c
onci
ërge
, de
foye
r vo
or
arti
este
n, d
e gr
ote
foye
r en
de
klee
dkam
ers
van
de a
rtie
sten
.
i H
oe b
ewee
gt z
ij zi
ch d
oor
de ru
imte
? W
elke
mog
elijk
e ob
stak
els
kom
t ze
te
gen
en h
oe k
unne
n di
e m
ogel
ijk w
egge
nom
en w
orde
n?
i E
n w
at k
omen
art
iest
en m
et b
eper
king
en te
gen?
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
41
Visuele prikkelmethode
Inleiding
Watishet?De Visuele prikkelmethode is een methode voor het in kaart brengen van de ervaringen en wensen van doelgroepen voor hun leefomgeving. Dit gebeurt door het maken van foto’s. Hiermee brengen zij zowel belevingsaspecten in kaart, als ook ergonomische punten en praktische knelpunten. Bijvoorbeeld de obstakels die de doelgroepen tegenkomen in hun leefomgeving.
Voorwie?De methode is bedoeld voor projectleiders Wonen of Leefbaarheid of voor andere professionals bij gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van gebouwen en buitenruimten.
Wanneergebruiken?De methode brengt informatie in kaart over behoeften, gevoelens, verwachtingen, wensen en welbevinden van burgers.
Hoewerkthet?Een aantal burgers (denk aan bewoners uit een bepaalde wijk of leden van de Wmo-raad) krijgt een camera om een aantal foto’s te maken. De deelnemers kunnen ook, in plaats van foto’s maken of aanvullend op de foto’s, bestaande foto’s of plaatjes uitzoeken. Geef vooraf duidelijk uitleg over het onderwerp van de foto’s. Bekijk de foto’s gezamenlijk. Daarbij geeft de fotograaf uitleg bij de door hem of haar gemaakte foto’s. Waarom is deze plek of deze situatie gefotografeerd? Zo ontstaat een beeld van de ervaringen en wensen van burgers.
Stappenplan
De methode bestaat uit zes stappen.
1. OpdrachtbepalenBepaal wat de foto’s en plaatjes inzichtelijk moeten maken. Met welk doel worden de foto’s gemaakt? Het is belangrijk om deelnemers met een duidelijke opdracht op pad te sturen. Bijvoorbeeld: ‘voorbeelden van niet toegankelijke gebouwen’.
2. Organisatievoorafa. Selecteer deelnemers: hoeveel mensen doen er mee en wie? Het kan een groep mensen
zijn die als klankbordgroep fungeert voor de gemeente, een groep burgers uit een bepaalde wijk of de Wmo-raad.
42
b. Regel fotocamera’s: voor het maken van foto’s zijn camera’s nodig. Het is belangrijk dat de camera’s goed en gemakkelijk te gebruiken zijn. Deelnemers kunnen hun eigen camera’s gebruiken of er worden camera’s uitgeleend.
c. Verzamel tijdschriften als u gebruik wilt maken van bestaande plaatjes of verzamel adressen van sites waarop deelnemers relevante plaatjes kunnen vinden.
3. uitlegaandedeelnemersa. Opdracht op papier: Voor de deelnemers is het prettig om de opdracht op papier te
ontvangen en te kunnen lezen. Stel ook een deadline, zodat duidelijk is wanneer de foto’s gemaakt moeten zijn.
b. Schriftje of opschrijfformulier voor uitleg bij de foto’s/plaatjes: Onderdeel van de methode is dat de deelnemers uitleggen wat ze gefotografeerd hebben. Voor een uitleg op papier is een opschrijfschriftje waar foto’s ingeplakt kunnen worden met ruimte voor opmerkingen een optie.
ExTra:WErKbLaDOPSCHrIjffOrMuLIErVISuELEPrIKKELMETHODE
Gebruik het opschrijfformulier voor het verzamelen van de foto’s en plaatjes. Elke deelnemer vult het in.
4. Verzameldefoto’seninterviewdedeelnemersAls de foto’s allemaal gemaakt zijn, kunt u ze bekijken en toelichting vragen aan de deelnemers over de gemaakte foto’s. De vragen zorgen voor extra toelichting. Voorbeeldvraag: ‘Waarom heeft u dit gefotografeerd?’, ‘Wat vind u hier ontoegankelijk aan?’, ‘Hoe zou u dit graag anders zien?’.
ExTra:WErKbLaDInTErVIEWVraGEnVISuELEPrIKKELMETHODE
Deze vragenlijst dient ter ondersteuning van de interviews met de deelnemers.
5. abstraherenvanwensenUit de foto’s en motivatie erbij formuleert u wensen of juist kenmerken van hoe het niet moet. Bijvoorbeeld: kenmerken van onveilige ruimtes of ontoegankelijke gebouwen.
6. ToetseventueeldeuitsprakenineenpanelsessieDe uitspraken en de kenmerken die uit de foto’s naar voren komen, toetst u aan de ideen van andere burgers. Zijn alle belangrijke onderdelen genoemd? Of zijn er nog aanvullingen?
Meer informatie over de achtergrond van de visuele prikkelmethode, voorbeelden van hoe de methode is ingezet en gebruikt, zijn te vinden in de publicatie ‘Beleving in Beeld’ (te bestellen via www.vilans.nl).
Om de visuele prikkelmethode gemakkelijk te gebruiken vindt u in deze toolkit twee instrumenten Dat zijn een voorbeeldformulier voor het verzamelen van de foto’s met aantekeningen en een vragenlijst met de vragen die u stelt om achterliggende gedachten bij de foto’s nog beter in kaart te brengen.
43
Extra uitleg methode
Deze methode is ontwikkeld voor renovatie of herbouw van verzorgingsinstellingen. Doel is in kaart te brengen wat bewoners vinden van hun woonplek en wat aan de hand van hun beleving ervan, moet blijven dan wel anders gebouwd of ingericht moet worden. De methode is ook in andere situaties toe te passen. De methode is een combinatie van enkele kwalitatieve methoden en technieken die in onderling verband met elkaar zijn gebracht. De methode bestaat uit individuele en groepsinterviews over leefomgeving. Bij de interviews maakt u gebruik van visuele prikkels (foto´s en andere afbeeldingen) die door de ondervraagden zelf zijn vervaardigd of uitgezocht. Door het gebruik van fotomateriaal worden emotionele en intuïtieve dimensies aangeboord.
De gebruikers wordt gevraagd van tevoren foto’s/beelden te maken en mee te nemen om in klein verband aan te geven wat ze als prettig ervaren en wat juist niet. Dit hoeft niet te gaan over een zelfde soort gebouw of ruimte, maar het gaat meer om het gevoel van rust, geborgenheid of juist openheid waar we naar zoeken. Deze methode is vooral geschikt als men ervaringen van respondenten over een langere periode wil registreren. De deelnemers krijgen de tijd om verschillende foto’s en andere afbeeldingen te verzamelen. Zo kunnen verschillende ervaringen worden meegenomen. Als bijvoorbeeld positieve en minder positieve elementen van een buurt worden verzameld, kunnen gebeurtenissen in de tijd (hangjeugd, stoep vol fietsen als de school uit gaat, vuil op straat als vuilnis is opgehaald) worden vastgelegd. Dergelijke ervaringen worden niet verzameld als de deelnemers 1 dag krijgen om foto’s te maken. In plaats van foto’s kunt u de deelnemers ook videobeelden laten maken.
Verder lezen
• Dam van, Sandra, Ree de, Liesbeth, Royers Theo, Veen van der Roelf, Coevorden: inzicht in toekomstige vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg, NIZW 2003.
• Royers, Theo en Ree de, Liesbeth: De visuele prikkelmethode, uit: Kwalon, p. 127-137.• Royers, Theo, Ree de, Liesbeth en Stephan, C.: Beleving in beeld. Bewoners van
verzorgingshuizen fotograferen hun wereld, NIZW (2001) Utrecht.• Sannen, H., Ree de, L. en Royers, T.: Hoe wij senioren willen leven en wonen. Handleiding
VPM: Een methode om met behulp van foto´s de visie van senioren op hun woonplaats in beeld te brengen, KBO-Brabant en NIZW (2002) Den Bosch/Utrecht.
WERKblad
© 2011 Vilans
Opschrijfformulier visuele prikkelmethode
Foto/plaatje
Motivatie
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
WERKblad
© 2011 Vilans
Interviewvragen visuele prikkelmethode
Vragen voor individueel interview met een deelnemer over de gemaakte foto’s.
Vragenperfoto1. Wat is het belangrijkste onderdeel van de foto?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
2. Waarom heeft u deze foto gemaakt?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Wat voor gevoel roept de foto bij u op?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Wat vindt u hier (on)toegankelijk aan?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Hoe kan het beter?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
EindvraagTe stellen nadat alle foto’s zijn besproken.
6. Wat heeft voor u de meeste prioriteit?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
46
Geeltjesmethode
Inleiding
Watishet?De geeltjesmethode is een methode voor het verzamelen van waarnemingen, wensen en ideeën van verschillende mensen tijdens bijeenkomsten. Hiervoor maken de deelnemers gebruik van zelfklevende memoblaadjes; ook wel geeltjes genoemd. Zij beschrijven geeltjes met hun ideeën en wensen en categoriseren de geeltjes.
Voorwie?Een projectleider van een project over toegankelijkheid kan de methode inzetten. Bij bijeenkomsten met burgers kan de voorzitter deze methode hanteren.
Hoewerkthet?Bepaal eerst het thema waarover u de waarnemingen of wensen wilt inventariseren. Voorbeelden zijn:• Klachten over toegankelijkheid in de gemeente. • Ideeën voor een toegankelijk nieuw gebouw.• Eisen aan de leefomgeving waar mensen elkaar ontmoeten.• Vragen over toegankelijkheid.Alle deelnemers krijgen geeltjes om te beschrijven en te plakken op een afgesproken plek. Gebruik daarvoor een grote poster of flap-over. Per geeltje schrijft elke deelnemer een nieuwe klacht, idee of eis op en plakt deze op gedurende een afgesproken tijdsperiode. Daarna verzamelt u de geeltjes in categorieën of per onderwerp. U analyseert ze en gebruikt ze voor discussie met de deelnemers.
Werkwijze
Er zijn veel verschillende variaties op de geeltjesmethode. Hieronder zijn er twee uitgewerkt met een voorbeeld van de gebruikswijze.
GeeltjesvoorklachtenofwaarnemingenDe geeltjesmethode is een manier om inzichtelijk te krijgen hoeveel klachten er binnenkomen en waarover ze gaan. Ook is de methode geschikt om te kijken naar vragen over toegankelijkheid. De geeltjes geven een overzicht van aantallen en inhoud.
• Maak afspraken over wat er op de geeltjes komt. Anoniem of juist niet. Met datum en tijdstip of juist niet?
• Spreek af wat de registratieperiode is. • Plak de geeltjes op een flap-over op een zichtbare plek, zodat iedereen de voortgang ziet.• Het aantal geeltjes laat zien hoeveel klachten of vragen er zijn en waarover ze gaan.
47
• Cluster de geeltjes aan het einde van de registratieperiode naar onderwerp. U krijgt inzicht in de belangrijkste onderwerpen om mee aan de slag te gaan.
Als u in een oogopslag wilt zien of er in een week veel of weinig klachten binnenkomen, kunt u de poster met de opgeplakte geeltjes indelen in vlakken die weken voorstellen (zie de foto van een voorbeeld).
Flap-over met opgeplakte geeltjes, ingedeeld per week
GeeltjesvoorideeënofeisenDe geeltjesmethode kunt u ook gebruiken om ideeën van verschillende mensen in kaart te brengen en in een groep te bespreken, te ordenen en bepalen wat belangrijk is en wat niet. Hieronder gaan we in op het gebruik van geeltjes voor de verzameling van ideeën/eisen tijdens een bijeenkomst.
• Bepaal als voorzitter van de bijeenkomst wat u wilt weten. Stel een duidelijke vraag op waarmee de deelnemers geeltjes kunnen vullen.
• Deel geeltjes (ongeveer 10 per persoon) en stiften uit aan de deelnemers.• De deelnemers schrijven individueel de geeltjes. Per geeltje één antwoord.• Neem de geeltjes in. Vraag eventueel toelichting bij de geeltjes om achterliggende
gedachten te ontdekken.• Plak de geeltjes op de flap-over en structureer ze. Plak dubbelen bij elkaar en groepeer
waar dat mogelijk is. Doe dit samen met de deelnemers van de bijeenkomst. Zie de foto voor een voorbeeld.
48
Flap-over met geeltjes. Gegroepeerd waar dat mogelijk is.
OpzetgebruikvandemethodetijdensbijeenkomstTotale tijdsduur: 45 minuten
5 minuten Uitleg geeltjesmethode en thema; 15 minuten Deelnemers vullen de geeltjes met ideeën of antwoorden;5 minuten Opplakken van de geeltjes;5 minuten Structureren/groeperen van de geeltjes;15 minuten Discussie over de antwoorden op de geeltjes + conclusie.
49
Collage ideeën leefomgeving
Inleiding
Watishet?Deze methode laat burgers belangrijke kenmerken van een ideale omgeving of gebouw (bijvoorbeeld een theater) ontwerpen en geeft inzicht in de wensen en eisen die zij stellen aan de omgeving. Hierbij krijgt de creativiteit van mensen de vrije loop en geven zij los van voorbeelden een ideale situatie vorm. Deze methode is bruikbaar bij planvorming.
Voorwie?Ontwerpers of projectleiders van bouwprojecten, leidinggevenden kunnen deze methode inzetten voor het in kaart brengen van wensen van de gebruikers voor de omgeving.
Hoewerkthet?Met collages maken de deelnemers elementen van een ideale leefomgeving of ideaal gebouw inzichtelijk.De deelnemers zoeken plaatjes met: • producten die ze mooi of prettig vinden (stijl van meubels bijvoorbeeld);• kleuren die zij aansprekend vinden;• elementen waarvan ze houden (planten bijvoorbeeld);• et cetera.Mensen gaan zelf vrij nadenken over hoe zij het willen, en brengen zo belevingsaspecten naar voren. Als je zelf iets maakt komt daar meer gevoel bij kijken dan bij het voeren van een gesprek. Een gesprek is bij deze methode wel noodzakelijk voor achterliggende verhalen bij de collage.
Werkwijze
Zelf ontwerpen van een ideale situatie kan ieder voor zich doen. Toch is een bijeenkomst handig om dat de uitwisseling van gedachten, het achterhalen van de achterliggende verhalen bij de collages, ook een belangrijk onderdeel is van deze methode.
Tijdens de bijeenkomst krijgen de deelnemers de opdracht uitgelegd en gaan ze in het eerste deel zelf aan de slag met het maken van de collage. Ze gebruiken plaatjes, bijvoorbeeld uit tijdschriften, om sferen neer te zetten of voorbeelden te geven van ruimtes of gebouwen die ze prettig vinden of juist onprettig. In de uitleg kunt u randvoorwaarden geven. Deze methode is echter juist bedoeld om mensen vrij te laten denken, dus zorg ervoor dat u niet teveel beperkende voorwaarden meegeeft. De meerwaarde zit in de nieuwe en vrije ideeën.
50
Voorbeeld van een collage met als opdracht ‘toegankelijk park’
In het tweede deel van de bijeenkomst staat de toelichting op de collages centraal en een discussie waarin de deelnemers de verschillende collages met elkaar vergelijken en u belangrijke kenmerken voor een gebouw of de leefomgeving abstraheert. Noteer tijdens discussie belangrijke kenmerken op een flapover. Maak eventueel een tweedeling: wat het NIET moet zijn/hebben en wat het WEL moet zijn/hebben.
DeelnemersHet is prettig om de bijeenkomst met zes tot maximaal tien personen te doen. Met dit aantal kunt u een discussie voeren zonder dat het onoverzichtelijk wordt. De deelnemers zijn mensen die in de toekomst te maken krijgen met de nieuw ontworpen leefomgeving of gebouw. Bijvoorbeeld burgers van een bepaalde wijk binnen de gemeente. Om zo veel mogelijk verschillende wensen in kaart te brengen, vraagt u specifieke deelnemers. Als het over bruikbaarheid en toegankelijkheid gaat, nodigt u mensen met verschillende beperkingen uit om zo zoveel mogelijk problemen van tevoren te tackelen. Selectie deelnemers: • Zes tot tien personen.• Deelnemers hebben te maken met te (ver)bouwen gebouw of leefomgeving.• Deelnemers met verwachte verschillende inbreng; mensen met verschillende beperkingen.
benodigdematerialenVoor de bijeenkomst heeft u de volgende materialen nodig:• Vellen groot papier A3 of zelfs A2 formaat • Potloden, kleurpotloden, pennen, stiften
51
• Plakband om de vellen op te kunnen hangen en plaatjes te kunnen plakken op de vellen• Lijm• Scharen• Tijdschriften • Flap-over • Fototoestel
VoorbeeldopzetbijeenkomstTotale tijdsduur: 105 minuten, 1 uur en 45 minuten
15 minuten Welkom en inleiding met uitleg opdracht;30 minuten Maken van de collage;10 minuten Pauze;20 minuten Toelichting op de collages;20 minuten Discussie met abstraheren belangrijke kenmerken;10 minuten Afsluiting.
TIP: MaaKfOTO’SVanDEOnTWErPEn,zODaTuzEOPKunTSLaanEnbEWarEn.
52
Plattegrond ideale leefomgeving
Inleiding
Watishet?Om ideeën van burgers over een nieuw te bouwen stadskantoor of in te richten stadspark te inventariseren vraagt u hen een plattegrond te schetsen. Door het zelf laten schetsen van een plattegrond maakt u wensen en eisen over het gebruik van het gebouw of de ruimte inzichtelijk. Dit is een manier om de creativiteit van mensen de vrije loop te geven en los van voorbeelden een ideale situatie vorm te geven. Deze methode is bruikbaar bij planvorming.
Voorwie?Ontwerpers of projectleiders van bouwprojecten, leidinggevenden kunnen deze methode inzetten voor het in kaart brengen van wensen van de gebruikers met betrekking tot de omgeving.
Hoewerkthet?Met het maken van plattegronden maken de deelnemers de elementen van een voor hen ideale leefomgeving of ideaal gebouw inzichtelijk, vooral voor tot het gebruik van de ruimte. Zij geven de indeling van een ruimte vorm. Doordat mensen zelf vrij gaan nadenken over hoe zij het willen, komen belevingsaspecten naar voren. Als je zelf iets maakt komt daar meer gevoel bij kijken dan bij het voeren van een gesprek. Een gesprek is bij deze methode wel noodzakelijk voor een toelichting op de plattegrond.
Werkwijze
Zelf ontwerpen van een ideale situatie kan ieder voor zich doen. Toch is een bijeenkomst een handige vorm, omdat de uitwisseling van gedachten ook een belangrijk onderdeel is van deze methode.
Tijdens de bijeenkomst krijgen de deelnemers de opdracht uitgelegd en gaan ze in het eerste deel zelf aan de slag met het ontwerpen. In de uitleg kunt u randvoorwaarden geven. Deze methode is echter juist bedoeld om mensen vrij te laten denken, dus zorg ervoor dat u niet teveel beperkende voorwaarden meegeeft. De meerwaarde zit het hem in de nieuwe en vrije ideeën.
In het tweede deel van de bijeenkomst staat de toelichting op de ontwerpen centraal en een discussie waarbij deelnemers de verschillende ontwerpen met elkaar vergelijken en belangrijke kenmerken voor een gebouw of de leefomgeving abstraheren.
53
Voorbeeld van een plattegrond met als opdracht ‘toegankelijk park’
DeelnemersHet is prettig om de bijeenkomst met zes tot maximaal tien personen te doen. Met dit aantal kunt u een discussie voeren zonder dat het onoverzichtelijk wordt. De deelnemers zijn mensen die in de toekomst te maken krijgen met de nieuw ontworpen leefomgeving of gebouw. Bijvoorbeeld burgers van een bepaalde wijk binnen de gemeente. Om zo veel mogelijk verschillende wensen in kaart te brengen, kunt u gericht deelnemers vragen. Als het over bruikbaarheid en toegankelijkheid gaat nodigt u mensen met verschillende beperkingen uit om zo zoveel mogelijk problemen van tevoren te tackelen. Selectie deelnemers:• Zes tot tien deelnemers;• Deelnemers hebben te maken met te (ver)bouwen gebouw of leefomgeving;• Deelnemers met verwachte verschillende inbreng; mensen met verschillende beperkingen.
benodigdematerialenVoor de bijeenkomst heeft u de volgende materialen nodig:• Vellen groot papier A3 formaat• Potloden, kleurpotloden, pennen, stiften• Plakband om de vellen op te kunnen hangen• Flap-over • Fototoestel
54
VoorbeeldopzetbijeenkomstTotale tijdsduur: 105 minuten; 1 uur en 45 minuten.
15 minuten Welkom en inleiding met uitleg opdracht;30 minuten Plattegrond tekenen;10 minuten Pauze;20 minuten Toelichting op de plattegronden;20 minuten Discussie met abstraheren belangrijke kenmerken;10 minuten Afsluiting.
TIP:MaaKfOTO’SVanDEOnTWErPEn,zODaTuzEOPKunTSLaanEnbEWarEn
55
Stappenplan en schema voor opstellen programma van eisen
Inleiding
Watishet?Met dit stappenplan en het schema kunt u zelf een programma van eisen opstellen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw en verbouw). Deze activiteit is het begin van een bouw- of verbouwtraject, met als uiteindelijk resultaat een toegankelijk gebouw voor iedereen: mensen met én zonder beperking!
Voorwie?Projectleiders bouw of inrichting bij de gemeente die verantwoordelijk zijn voor de openbare gebouwen van de gemeente.
Hoewerkthet?Bij voorkeur stelt een vertegenwoordiger van de gemeente een programma van eisen op in samenwerking met ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen en deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Deze werkgroep maakt een overzicht van inrichtingselementen van het gebouw en zoekt daar de beschikbare toegankelijkheidseisen bij, aangevuld met eventuele eisen en wensen vanuit de gebruikersgroepen. Volg het stappenplan en gebruik het voorbeeldschema om het programma van eisen op een overzichtelijke manier vorm te geven.
Stappenplan
Hieronder vindt u de stappen om tot een goed programma van eisen te komen voor toegankelijkheid van een gebouw.
ExTra:WErKbLaDSCHEMaVOOrHETOPSTELLEnVanEEnPrOGraMMaVanEISEn
Hanteer het schema om het programma van eisen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw of verbouw) op te stellen.
1. SamenstellingwerkgroepStel een werkgroep samen met een vertegenwoordiger van de gemeente en ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen. Nodig bij voorkeur ook een deskundige uit op het terrein van toegankelijkheid.
2. InrichtingselementenvanhetgebouwBeschrijf zo exact mogelijk uit welke inrichtingselementen het nieuwe gebouw bestaat, inclusief de functies van de verschillende onderdelen en stel dat in de werkgroep vast.
56
3. DoelgroepenBepaal met de werkgroep de doelgroepen die gebruikmaken van het gebouw en de bij punt 2 beschreven inrichtingselementen. Ga bij voorkeur uit van het principe ‘toegankelijkheid voor iedereen’, maar stel zo nodig prioriteiten.
4. bronnenZoek via beschikbare bronnen de bijbehorende toegankelijkheidseisen van de verschillende inrichtingselementen en zet deze in een tabel. Voor een theater zijn de inrichtingselementen benoemd en zijn de aanbevelingen voor de trap als voorbeeld uitgewerkt. Zorg dat de eisen zoveel mogelijk zijn voorzien van bron en argumentatie. Dat geeft verduidelijking voor bouwers en uitvoerders.
5. aanvullendeeisenenwensenBespreek in de werkgroep de tabel met toegankelijkheidseisen en vul zo nodig aan met aanvullende (specifieke) eisen en wensen vanuit de gebruikersgroepen.
6. PrioriteitenstellenenkeuzesmakenBepaal samen met de werkgroep welke toegankelijkheidseisen de meeste prioriteit moeten krijgen en waarom. Bij het maken van eventuele keuzes (bijvoorbeeld bij beperkt budget) bestaat hier dan helderheid over.
7. ProgrammavaneisenMaak het programma van eisen definitief en informeer alle betrokkenen hierover.
Voorbeeldschema
Het schema is voor het opstellen van het programma van eisen voor een theater in Sneek. Het schema bevat de onderdelen die in het stappenplan naar voren komen:• inrichtingselement;• minimale eis;• aanbeveling;• aanvullende eisen en wensen vanuit gebruikersgroepen; eventuele extra eisen; • bronnen;• argumenten/opmerkingen.
Van een van de inrichtingselementen is het schema ingevuld. Dit is een voorbeeld, zodat u ziet hoe het werkt. Pas deze informatie aan voor uw specifieke situatie.
Prog
ram
ma
van
eise
n (v
oorb
eeld
) In
rich
tin
gsel
e-
men
t
Min
imal
e
eis
aan
bev
elin
ga
anvu
l-
len
de
eise
n
enw
ense
n
van
uit
geb
ruik
ers-
groe
pen
bro
nn
ena
rgu
men
ten
/op
mer
kin
gen
Rui
mte
alg
emee
nB
alie
Entr
ee
Hoo
gtev
ersc
hil
over
brug
gen
Lift
Trap
Zie
voor
mee
r
info
rmat
ie:
Han
dboe
k, 6
e
druk
, pag
. 72
Of
Men
s en
Maa
t,
2010
.
Pag.
60
Ste
vige
tra
pleu
ning
:
§di
amet
er t
usse
n 30
en
50 m
m
§ho
ogte
tus
sen
850
en 9
50 m
m b
oven
tre
de
§ru
imte
om
de
leun
ing
heen
50
mm
(50
mm
van
de w
and)
.
Han
dig
om d
ubbe
le le
unin
g te
geb
ruik
en; é
én
op h
oogt
e vo
or k
inde
ren
en k
lein
e m
ense
n (≤
1.50
m) e
n éé
n vo
or m
ense
n m
et g
emid
deld
e
licha
amsl
engt
e en
mee
r.
Trap
leun
ing
aan
begi
n en
ein
d do
or la
ten
lope
n
over
de
leng
te v
an e
en a
antr
ede
(als
of e
r éé
n
trap
tred
e ex
tra
bij z
it).
Trap
leun
ing
cont
rast
eren
de k
leur
met
de
wan
d
waa
rteg
en d
e le
unin
g is
bev
esti
gd (V
izir
is).
Han
dboe
k
Toeg
anke
-
lijkh
eid
pag.
72/5
4
NE
N n
orm
1814
pag
.
31/3
2
CR
OW
ric
ht-
lijn
pag.
21
Ric
htlij
n
Vizi
ris
pag.
8
Den
k er
om d
at o
ok m
ense
n m
et b
eper
kte
hand
func
tie
(reu
ma)
de t
rapl
euni
ng m
oete
n ku
nnen
vas
tpak
ken.
Daa
rom
nie
t te
kle
ine
diam
eter
.
Men
sen
met
mob
ilite
its-
en/
of e
venw
icht
spro
blem
en h
ebbe
n oo
k
aan
het
begi
n én
aan
het
ein
de v
an d
e tr
ap o
nder
steu
ning
nod
ig
om d
e ba
lans
te h
erst
elle
n. D
at is
de
rede
n va
n he
t aa
n be
gin
en
eind
doo
r la
ten
lope
n va
n de
tra
pleu
ning
.
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Trap
pen
met
‘nor
mal
e’ t
rede
n (g
een
luie
tred
en) v
olge
n va
n no
rmal
e tr
ed: p
asgr
oott
e
van
600
mm
(Han
dboe
k).
Goe
de o
ptre
de, a
antr
ede
en d
e ve
rhou
ding
daar
tuss
en (H
andb
oek)
.
Na
1800
mm
hoo
gteo
verb
rugg
ing
een
bord
es
(tus
sens
tuk)
om
uit
te k
unne
n ru
sten
(Han
d-
boek
).
Han
dboe
k
Toeg
anke
-
lijkh
eid
pag.
50/7
2
Bij
bred
e tr
ap, i
n m
idde
n va
n de
tra
p ee
n
dubb
ele
leun
ing
plaa
tsen
voo
r ex
tra
grip
.
Res
ulta
ten
pane
lses
sies
met
bel
an-
geng
roep
en
Als
men
sen
(oud
eren
) zic
h do
or d
rukt
e ni
et a
an d
e le
unin
g aa
n de
muu
rzijd
e ku
nnen
vas
tgri
jpen
, gee
ft e
en le
unin
g in
het
mid
den
van
de t
rap
nog
een
mog
elijk
heid
. Daa
rnaa
st k
an e
en le
unin
g
in h
et m
idde
n de
men
sen
die
omho
og lo
pen
sche
iden
van
de
men
sen
die
naar
ben
eden
lope
n.
Gee
n bo
chte
n in
een
tra
p (z
eker
nie
t al
s ve
el
men
sen
tege
lijk
van
de t
rap
gebr
uik
moe
ten
mak
en).
Gee
n op
en t
rap.
Gee
n tr
ansp
aran
te (o
pen)
tra
ptre
den.
Han
dboe
k
Toeg
anke
lijk-
heid
pag
. 72
Een
boc
ht g
eeft
een
ver
smal
ling
in d
e bi
nnen
boch
t, w
at d
oor
de
smal
lere
tre
den
onve
ilige
sit
uati
es k
an o
plev
eren
.
Een
ope
n tr
ap e
n ee
n tr
ansp
aran
te t
rap
(tra
nspa
rant
e tr
eden
)
zijn
nie
t ge
schi
kt v
oor
men
sen
met
hoo
gtev
rees
en
voor
men
sen
met
een
vis
uele
bep
erki
ng. M
ense
n m
et d
unne
naa
ldha
kken
kunn
en in
een
met
alen
tra
p m
et g
aten
(soo
rt w
erkt
rap)
blij
ven
hang
en o
f sch
eefs
tapp
en.
Trap
tred
en v
oorz
ien
van
mar
keri
ng a
an ie
dere
uite
inde
van
de
tred
e (c
ontr
aste
rend
e be
lijni
ng
over
de
gehe
le t
rede
of a
an z
ijkan
ten:
sti
ppen
,
kort
e be
lijni
ng).
Han
dboe
k
Toeg
anke
lijk-
heid
pag
. 72
Voor
men
sen
met
een
vis
uele
bep
erki
ng e
n vo
or o
uder
en m
et e
en
bifo
cale
bri
l. D
eze
laat
ste,
ste
eds
grot
er w
orde
nde
doel
groe
p
kijk
t na
ar b
ened
en d
oor
het
lees
deel
van
de
bril
en z
iet
daar
door
niet
goe
d de
uit
eind
e va
n de
tra
ptre
den.
Als
de
trap
ong
evee
r de
zelf
de k
leur
hee
ft a
ls d
e vl
oer,
dan
een
cont
rast
eren
de d
ikke
bel
ijnin
g op
de
laat
ste
trap
tred
e be
nede
n.
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
Foye
r/ha
l
Gar
dero
be
Toile
tten
Info
rmat
ie-v
oor-
zien
ing/
Bew
egw
ijzer
ing
Rin
glei
ding
of
infr
aroo
d in
stal
-
lati
e in
zaa
l en
bij
loke
tTh
eate
rzaa
l
Park
eren
Rou
te p
arke
er-
plaa
ts n
aar
gebo
uw
Veili
ghei
d/
uitg
anke
lijkh
eid
WE
RK
bla
d
© 2
011
Vila
ns
60
Toegankelijkheid per bouwfase
Inleiding
Watishet?De tool ‘Toegankelijkheid per bouwfase’ geeft aan de hand van bouwfasen aandachtspunten voor toegankelijkheid en is een houvast tijdens het bouwproject. Wanneer moet u wat doen? Hoe ziet het proces van een bouwtraject er uit en op welke wijze past toegankelijkheid hierin?
Voorwie?Projectleider bouw of inrichting, maar ook leidinggevende medewerkers van afdeling Wmo en medewerkers van afdelingen Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, die betrokken zijn bij de bouw van (openbare) gebouwen en openbare ruimte.
Hoewerkthet?De tool geeft per bouwfase aan wat in die fase van belang is, wie betrokken zijn, de kritische momenten in relatie tot toegankelijkheid en ondersteunende processen of diensten. De tool helpt om het proces goed in de gaten te houden, geeft duidelijk aan wanneer actie nodig is en biedt alle betrokkenen inzicht in het proces. Zo krijgt toegankelijkheid gedurende het gehele proces de aandacht die nodig is.Raadpleeg voor ontwerpeisen andere bronnen. Deze bronnen vindt u bij de genoemde producten in de laatste kolom van de tabel.
ExTra:WErKbLaDSCHEMaTOEGanKELIjKHEIDPErbOuWfaSE
Gebruik het schema om activiteiten die met toegankelijkheid van een gebouw te maken hebben te integreren in het bouwproces.
WERKblad
© 2011 Vilans
Schema Toegankelijkheid per bouwfase
bouwfasen uitlegbouwfase actiestoegankelijkheid Ondersteunende
producten/diensten
Initiatie Initiatief
Onderzoek
Definitie
Gezamenlijk: voorbereiding:
i omschrijving van doel
bouwproject;
i visie bij gebouw helder
met speerpunten (duur-
zaam, toegankelijk);
i uitzetten opdracht bij
architect.
Betrokken:
• gemeente
• architect
• burgers/belangenorgani-
satie
Organiseer een startbij-
eenkomst.
In deze fase is het belang-
rijk om te weten waar naar
toe gewerkt wordt en op
welke wijze (proces) dit
wordt bereikt. Denk aan
een startbijeenkomst
waarin dit aan de orde
komt.
Definieer de rol van de
gebruikersgroep en maak
afspraken.
Daarnaast is dit het
moment waarop de rol van
de gebruikersgroep in het
traject aan de orde moet
komen; wat kan de gebrui-
kersgroep en afspraken
die daar bij horen
(wanneer en hoe stukken
ontvangen, verslaglegging
et cetera).
• Advies op maat voor
trajectbegeleiding
door toegankelijk-
heidsexperts
• Informatie over
ITS (Internationaal
Toegankelijkheids
Symbool)
• Almanak Toeganke-
lijkheid
Programma van
eisen
Het programma van eisen
bestaat uit verschillende
onderdelen. Technische
eisen, aantal kamers, aantal
mensen dat het moet kunnen
‘huisvesten’, welke functies
in het gebouw moeten zitten,
maar ook toegankelijk-
heidseisen.
Betrokken:
• gemeente
• architect
• burgers/belangenorgani-
satie
Stel het programma van
eisen op.
Gebruik hierbij bronnen,
zoals Handboek Toeganke-
lijkheid, almanak Toegan-
kelijkheid.
Stel het programma
van eisen op op onder-
delen van het gebouw
(entree, hoogteverschil
overbruggen, informa-
tievoorziening, toiletten,
garderobe, parkeren en
algemeen).
• Handboek Toeganke-
lijkheid
• CROW richtlijn
toegankelijkheid
• NEN Norm 1814
• ITS richtlijn
WERKblad
© 2011 Vilans
Ontwerp Voorlopig
ontwerp
i Schetstekeningen waarbij
vorm en indeling centraal
staat.
Betrokkenen:
• gemeente
• architect
• burgers/ belangenorgani-
satie
• eventueel: externe
deskundigen
Uitleg architect over hoe
het ontwerp is opgebouwd
en wat knelpunten voor
toegankelijkheid zijn.
Check het ontwerp op het
programma van eisen.
Gemeente heeft als eind-
verantwoordelijke de
mogelijkheid het ontwerp
goed te controleren op het
programma van eisen.
Inbreng van burgers/
belangenorganisatie op
de eerste plannen. In een
zo vroeg mogelijk stadium
ontdekken van ontoegan-
kelijke situaties.
Definitief
ontwerp
i Schetstekeningen verder
uitgewerkt.
i Nog geen materialisering.
i Besluit over tekeningen;
vorm en indeling staat
vast.
Betrokkenen:
• gemeente
• architect
• burgers/belangenorgani-
satie
• eventueel: externe
deskundigen
Controleren van het defini-
tief ontwerp op toeganke-
lijkheid. Betrek gebruikers
hierbij.
Gemeente heeft als eind-
verantwoordelijke de
mogelijkheid het ontwerp
goed te checken op het
programma van eisen.
Om uitwerkingen goed
te checken op toegan-
kelijkheid:
• Handboek Toeganke-
lijkheid
• CROW richtlijn
toegankelijkheid
• NEN Norm 1814
• ITS richtlijn
Uitwerking/
bestek
i Tekeningen van alle deel-
stukken zijn gemaakt.
i Materialisering.
Betrokkenen:
• gemeente
• architect
• aannemers
• burgers/belangenorgani-
satie
Controleer de bestekteke-
ningen op toegankelijkheid
en bruikbaarheid. Gebruik
hiervoor het pve.
De invulling van materiaal,
kleuren, kleurcontrast,
hoogte van muren en
kasten zijn belangrijke
elementen voor toeganke-
lijkheid.
Om uitwerkingen goed
te checken op toegan-
kelijkheid (bijvoorbeeld
materiaal voor vloer):
• Handboek Toeganke-
lijkheid
• CROW Richtlijn
toegankelijkheid
• NEN Norm 1814
• ITS richtlijn
WERKblad
© 2011 Vilans
Realisatie Werkvoorberei-
ding
i Afspraken met onderaan-
nemers voor de bouw.
Betrokken:
• gemeente (meer op
afstand)
• architect
• aannemers/project-
ontwikkelaar
Controleer of ook de
onderaannemers goed op
de hoogte zijn van de eisen
voor toegankelijkheid.
Uitvoering i De bouw vindt daadwerke-
lijk plaats.
Betrokken:
• gemeente (meer op
afstand)
• architect (meer op
afstand)
• aannemers/project-
ontwikkelaar
Let bij afwijkingen van de
tekening op toegankelijk-
heid.
Er kunnen situaties
ontstaan waarbij men
moet afwijken van de teke-
ningen. Het is belangrijk
om deze situaties goed te
bekijken aan de hand van
de toegankelijkheidseisen.
Als er aanpassingen
uitgevoerd worden, welke
gevolgen hebben die voor
de toegankelijkheid?
Oplevering i Het gebouw wordt opgele-
verd.
i Controle van de bouw.
i Eventuele fouten noteren
en afspraken maken over
hoe dit op te lossen.
Betrokken:
• gemeente
• architect
• aannemers/project-
ontwikkelaar
• burgers/belangenorgani-
satie
• eventueel: externe
deskundigen
Check of alles goed heeft
uitgepakt door middel van
een zogenaamde ‘schouw’.
Om te schouwen:
• Het eerdere
programma van
eisen.
• Eventueel ITS als
keurmerk gewenst is.
• Openbare schouw-
lijsten gebruiken,
bijvoorbeeld van
Programma VCP.
WERKblad
© 2011 Vilans
Gebruik Het gebouw wordt in gebruik
genomen door zijn gebrui-
kers.
Houdt continu aandacht
voor toegankelijkheid.
Tijdens gebruik kunnen
kleine aanpassingen aan
een gebouw worden uitge-
voerd. Daarnaast kunnen
er obstakels ontstaan als
het gebouw wordt inge-
richt. Continue aandacht
is nodig om obstakels
te registreren en te
verhelpen.
• Eventueel ITS
• Schouwlijst die voor
specifieke gebouw
aan de hand van het
programma van eisen
is opgesteld.
• Openbare schouw-
lijsten te gebruiken,
zoals van Programma
VCP.