72
Ar1A020 Technical Studies I 22-10-2009 Hans Culp 1238345 Sjan van Engelenhoven 1402668 Bas Lewerissa 1317415 Docent: Ir. Frank Koopman Dr. Regina Bokel Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie.

Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De opdracht (of probleemstelling) is om binnen het kader van de architectonische waarde van het gebouw en haar omgeving de gevel van het gebouw aan te passen aan de huidige eisen van bouwfysica in relatie tot een toekomstige functie als kantoorgebouw. Hierbij speelt op de achtergrond het feit dat gezien het enorme volume van het gebouw (44m x 60,5m) het pand qua daglichttoetreding zonder andere fysieke ingrepen ongeschikt is als kantoorpand. Hiervoor zijn drie voorstellen gemaakt en met elkaar vergeleken: - Lokale verbeteringen. - Tweede huidfacade. - Klimaatgevel.

Citation preview

Page 1: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Dr. Regina Bokel

Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie.

Page 2: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

2

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

VoorwoordDe opgave van Technical Studies I, om een verbetering te maken voor de gevel van de ‘Tweede Citroën garage’ van architect Jan Wils, is een combinatie geworden van zeer diverse werkzaamheden. Zo is er door ons in verband met de waardestelling een kort historisch onderzoek gedaan, en een analyse op locatie. Vervolgens is product onderzoek gecombineerd met het werken met het computerprogramma Trisco en de toepassing van kennis uit hoorcolleges. Dit alles vormt de basis voor ontwerpideeën voor de architect.

Voor Trisco is er gewerkt met één standaard model op basis van de huidige gevel. Deze is vervolgens binnen de drie varianten bewerkt. Hierdoor kon er tijd bespaard worden op de tijdrovende invoerprocedure van gegevens in Trisco en kunnen de varianten onderling zo goed mogelijk met elkaar vergeleken worden op bouwfysische aspecten.

Weliswaar zijn de drie varianten individueel ontworpen en doorgerekend in Trisco, er heeft continue een kruisbestuiving plaatsgevonden in de uitwisseling van ontwerpideeën.

Delft, oktober 2009.

Page 3: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

3

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Inhoudsopgave1. Inleiding 4. 2. De citroen garage 5.3. Waardestelling 6.4. Analyse van de huidige façade 8.5. Lokale verbeteringen 10.- Principe- De drie varianten- Trisco- Vergelijking en conclusies6. Tweede huid façade. 17.- Principe- De drie varianten- Trisco- Vergelijking en conclusies7. Klimaatgevel 23.- Principe- De drie varianten- Trisco- Vergelijking en conclusies8. Vergelijking van de drie varianten en conclusies. 299. Literatuur 3010. Bijlagen 31

Page 4: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

4

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

1. InleidingHet door Jan Wils ontworpen gebouw van de ‘tweede Citroën garage’ dat tussen 1958 – 1960 werd gerealiseerd, is één van de laatste realisaties van het nieuwe bouwen in Ned-erland. Het gebouw is feitelijk een architectonisch antwoord op de door Wils al voor de oorlog gebouwde eerste Citroën garage en vormt hiermee samen de afsluiting van het Stadionplein aan de Westzijde en gelijkertijd de toegang tot het Olympisch Stadion.

De Citroën garages vormen heden ten dage qua functie een opmerkelijke rol in de verder door de Zuid-as gedomineerde kantooromgeving. Er is in dit gebied sprake van zeer hoge grond waarde. De meeste merkgarages en autodealers in Amsterdam bevinden zich vooral in Amsterdam Zuid-Oost in de omgeving van de Amsterdam Arena. De ‘tweede Citroën garage gebouwd in samenwerking met F. Ottenhof (Tummers, 2000; 3) is vormgegeven en ontworpen conform de destijds gestelde eisen van een ‘industrieel gebouw’. Het gebouw herbergt echter nog steeds de oorspronkelijke gecombineerde functie van garage en verkoop.

De opdracht (of probleemstelling) is om binnen het kader van de architectonische waarde van het gebouw en haar omgeving de gevel van het gebouw aan te passen aan de huidige eisen van bouwfysica in relatie tot een toekomstige functie als kantoorgebouw. Hierbij speelt op de achtergrond het feit dat gezien het enorme volume van het gebouw (44m x 60,5m) het pand qua daglichttoetreding zonder andere fysieke ingrepen ongeschikt is als kantoorpand.

Op welke wijze kan bij een architectonische ingreep die heden ten dage uitgevoerd zou worden er een balans gevonden worden, waarbij zowel recht gedaan kan worden aan de architectonische waardestelling als ook voldaan wordt aan de moderne bouwfysische eisen van een kantoorpand op een toplocatie in Amsterdam. Om tot een (gevel)ontwerp te komen dat aan deze voorwaarden voldoet, is het noodzake-lijk om eerst een architectonische waardestelling toe te passen. Deze waardestelling wordt in verband met het streven naar objectiviteit, in de praktijk formeel gedaan door een onafhankelijk bouwhistorisch bureau. In deze ontwerpopdracht is deze uitgevoerd door het ontwerpteam zelf. Een streven naar een zekere mate van objectiviteit is bereikt door de waardestelling (locatie- en bronnenonderzoek) voorafgaande aan de ontwerpopdracht uit te voeren. Door de uitvoering van de waardestelling kan worden nagegaan welke on-derdelen van het gebouw in architectonisch opzicht van belang en waarde zijn en die bij eventuele bouwkundige ingrepen een rol spelen. Deze waardestelling kan richtinggevend zijn in het zoeken naar oplossingen op bouwfysisch gebied.

Vervolgens is het huidige gebouw bouwfysisch onderzocht. Hiervoor is het afgelegde bezoek aan de locatie ook van belang geweest. Daarnaast is het computerprogramma Trisco gebruikt om de huidige problemen en knelpunten op bouwfysisch gebied te analy-seren. Aan de hand van deze uitkomsten zijn per variant (lokale verbeteringen, tweede huid façade en de klimaatgevel), drie subvarianten ontwikkeld. Deze subvarianten zijn aan de hand van Trisco onderling vergeleken. Daarnaast zijn deze subvarainten met elkaar vergeleken op grond van: perceptie of architectonische (gevoels)waarde en prestaties en gebruik. Architectonische waarde is vervolgens onderverdeeld in: a) aanzicht van binnen, b) aanzicht van buiten en c) uiterlijk t.o.v. originele concept. Prestatie en gebruik is onder-verdeeld in: a) bouwfysische prestaties, b) functionaliteit, c) comfort, d) kosten/complex-iteit ingreep, e) reversibiliteit. Hierbij stond voorop dat alle subvarianten een relatieve beoordeling t.o.v. elkaar zouden krijgen. Er is met opzet geen vergelijking gemaakt ten opzichte van de basisvariant, omdat in dat geval de bouwfysische prestaties altijd beter

zullen uitvallen, terwijl de perceptie en architectonische waarde juist minder zal zijn. Op basis van door ons opgestelde criteria is uiteindelijk per variant één subvariant gekozen. Uiteindelijk is hieruit een defi nitieve variant gekozen.

Page 5: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

5

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

2. De ‘Tweede Citroën garage’Ondanks uitbreiding van de Eerste Citroën garage in 1959 was door een stijgende verkoop behoefte aan een tweede pand in Amsterdam. Dit tweede gebouw deed zowel dienst als garage maar ook als productielijn voor de assemblage van de HY 1500. Deze tweede garage werd als een pendant ontworpen door de toen reeds zeventigjarige architect Wils. In tegenstelling tot de eerste garage (staalskelet en baksteen) werd deze uitgevoerd in beton.

De locatie voor de Eerste Citroën garage (1929-31) was al door het hoofdkantoor van Citroën in Parijs met zorg uitgezocht. Men wilde een representatieve (top)locatie om tegemoet te komen aan de toenemende verkoop van auto’s voor het te kleine onder-komen op de Weteringsschans. Het is de nadrukkelijke voorwaarde van het gemeente-bestuur dat de garage wordt ontworpen door Jan Wils, tevens architect van het erachter gelegen Olympisch stadion. Men streeft naar een zekere stijleenheid.

De ‘Tweede Citroën garage’ van Jan Wils is in bepaalde opzichten te zien in een lijn van ontwerpen die hij reeds voor de Tweede Wereldoorlog realiseerde, zoals het Kantoorgebouw voor de Centrale Onderlinge Bedrijfsvereniging voor Ziekteverzekering in Den Haag (1933-1935) en het LVEH-kantoor in Den Haag (1930-1932, afgebroken 1969). Ook hier gaat het om ontwerpen op basis van eenvoudige geometrische vormen met een heldere structuur (Fanelli, 1978; 143). Verder wordt ook hier gebruikt gemaakt van de combinatie van lichte stalen kozijnen en grote glasvlakken. Eigenlijk wordt de strakke rechthoekige vorm binnen in het gebouw alleen doorbroken door de hellingbaan die van de begane grond naar de eerste verdieping loopt. Het exterieur wordt gedomineerd door de horizontale lijnen van de vensterzone en de transparantie van het glas, waardoor er een schitterend uitzicht ontstaat op het stadionplein. Dit uitzicht werd ook ten volle benut, door de plaatsing van een restaurant op de bovenste verdieping van de garage (Architectenweb, 2009). Hiermee ontstond een unieke combinatie van functies.

Aan de buitenzijde is er dus heel nadrukkelijk sprake van een gevel die wordt gedomineerd door het gebruik van glas in combinatie met stalen profi elen. De trans-parantie van het gebouw is zelfs van die mate dat er onder bepaalde hoeken ‘door’ het gebouw heen gekeken kan worden (zie fi guur 1a/b).

Het gebouw bestaat uit een grid (6m hart op hart) van betonnen kolommen die samen met de betonnen liggers de draagconstructie vormen en een vrije verdiepingsplattegrond mogelijk maakt. Alleen in de kern van het gebouw en aan de rand is ruimte beschikbaar gemaakt voor kantoren of facilitaire ruimten zoals toiletten en trappen. De betonconstructie geeft aan de buitenzijde het karakter van betonnen gevelbanden. Deze zijn uiteindelijk bekleed met verticaal geprofi leerde stalen platen. Binnen het stramien van het betonnen grid is een stramien (2m hart op hart) van stalen kozijnen geplaatst, waarbij gesloten glasvlakken worden afgewisseld met vensters.

Figuur 1.a/b De Tweede Citroen Garage. Bron: Hans Culp.

Page 6: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

6

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

3. WaardestellingDe ingreep of ingrepen die moeten plaatsvinden in zijn weliswaar lokaal van aard (de gevelzone), echter om tegemoet te komen aan nieuwe bouwfysische eisen, hebben deze ingrepen mogelijk ook consequenties op het niveau van het gehele gebouw. Hiervoor is het noodzakelijk om vooraf d.m.v. een waardestelling voor het gebouw en omgeving na te gaan wat de karakteristieke waarden zijn en welke waarden van belang zijn om te behoud-en of een rol te laten spelen bij bouwkundige ingrepen. Daarom is er vanaf macro niveau langzaam ingezoomd op het gebouw en haar details.

Hiervoor zijn een aantal criteria opgesteld en deze zijn gekoppeld aan de schaal niveau’s tussen context en detail. Op basis van dit schema (zie bijlage 1.) zijn een aantal waarde-volle en karakteristieke elementen naar voren gehaald. Hieruit blijkt dat de waarde van het gebouw en omgeving voornamelijk ligt tussen de schaal niveau’s van de locatie tot en met het detail. Enerzijds vormt het gebouw op het niveau van de locatie een composito-rische eenheid met de eerste Citroën garage en het Olympisch stadion. Anderzijds vormt het ook een stilistische eenheid met de er naast gelegen Eerste Citroën garage (Figuur 2). Weliswaar is van de Eerste Citroën garage het oorspronkelijke bakstenen materiaal en de kleur niet meer zichtbaar, als gevolg van een witte muurbehandeling, de architectuur is slechts in beperkte mate over de decennia veranderd. Vervolgens is op de schaal van het gebouw sprake van kenmerkende horizontal betonnen witte banden, afgewisseld met glazen puien, waarbij de achtergelegen ruimte volledig vrij indeelbaar is (Figuur 3.). Als gebruiker is er met name sprake van een heel open beleving van, en zicht op het er voor gelegen Stadionplein. Op het niveau van het element en het detail is sprake van een bij-zondere architectonische waarde. Dergelijke gevels zijn weliswaar in diverse andere voor-beelden in een eerder stadium gerealiseerd. Voorbeelden hiervan zijn Sanatorium Zon-nestraal; Duiker, 1928 en De Openluchtschool in Amsterdam-Zuid; Duiker 1929-1930. Ook binnen het oeuvre van Wils zelf zijn dergelijke eerdere voorbeelden te vinden: Centrale Onderlinge Bedrijfsvereniging voor Ziekteverzekering, in Den Haag (1933-1935) en het LVEH-kantoor, in Den Haag (1930-1932). Dit laatste gebouw is echter afgebroken in 1969. De gave staat van deze details in het oorspronkelijke gebouw en de zichtbaarheid binnen de vrijwel geheel onaangetaste locatie, maakt het mogelijk ook nu nog het transparante karakter van het gebouw te beleven binnen een hoogstedelijk gebied. (Zie fi guur 3.).

Deze opbouw had ook een belangrijke functie voor het tentoonstellen/uitstallen van de auto’s. Letterlijk en fi guurlijk staan ze in de etalage. De door Wils van oorsprong bedachte ritmiek van de kozijnen (de afwisseling tussen gesloten en open vensters is ook nu volle-dig in takt (Figuur 4). De mechaniek van de klapramen is van een zelfde elegantie als de minimaal gedimensioneerde stalen kozijnen. De huidige gebruiker kan deze klapraampjes zelf bedienen (Figuur 5). In Figuur 6 is een samenvatting van deze waarden gemaakt. Deze dienen als uitgangspunt voor de beoordeling van de verschillende ontwerpvarianten wan-neer deze op waardestelling worden beoordeeld.

Figuur 3: Locatiefoto ‘Tweede Citroën garage. Bron Sjan van Engelenhoven.

Figuur 2: Vogelvlucht locatie. Bron: n.b.

Figuur 4: Oostgevel. Ritmiek van de kozijnen. Bron: Jan Wils

Figuur 5: Kozijn detail. Bron: Hans Culp.

Page 7: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

7

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

3. Waardestelling

Niveau

Locatie Element/Detail

1. Stilistische aansluiting bij het Plan Zuid van Berlage. Nieuwe zakelijk-heid. Industriële karakter van het gebouw strookt niet erg met de woon- en recreatiefunctie van de omgeving. Bedrijven die zich in de buurt bevinden zijn verder vooral gericht op zakelijke dienstverlening. Afwijkende functie zorgt wel voor de nodige diversificatie.

2. De garage vormt een compositio-nele en stilitische eenheid met de er naast gelegen Citroën garage (Jan Wils 1929-32). Gezamenlijk vormen ze de centrale toegang tot het ter-rein van het olympisch stadion. Tevens vormen de twee garages de afsluiting van de westzijde van het ervoor gelegen stadionplein. Voor het ontwerp van de eerste Citroën-garage was destijds door de ge-meente Amsterdam als voorwaarde gesteld dat het gebouw door de zelfde architect als het Olympisch stadion moest worden ontworpen (stijleenheid).

1. De detaillering wordt gekenmerkt door de zeer slanke vormgeving van de profielen. Het zijn venster van een groot formaat met naar binnen toe te openen klapraampjes. Het glas wordt vanaf de buitenzijde aangebracht en met stopverf afgedicht.

2. Originele kozijnen zijn nog aan-wezig. Verhouding tussen de zeer slanke kozijnen en de en de er achter gelegen betonnen kolommen. Het mechanische sluitsysteem van de klapvensters vormt een wezenlijk onderdeel van de fysieke (3d) belev-ing van de facade

3. Ritmiek van de kozijnen. Composi-tie van het basis kozijn dat opgedeeld is in een aantal vlakken en dat een aantal varianten kent.

1. Het gebouw is eigenlijk een par-keergarage waarbij de verschil-lende niveau's aan de buitenzijde zijn afgesloten door een vliesgevel.

2. Heldere verticale indeling d.m.v. afwisseling van witte "betonnen" vloerzones en de er tussen gelegen transparante gevels. Alleen in de zone van de begane grond bestaat er een gedeelte met een afwijkend bakstenen karakter. De indivudele zones zijn volledig vlak. De eerste en tweede verdieping vormen een vrijwel volledig vlakke facade. Alleen de er onder gelegen begane grond is ±300mm teruggelegen. In de oorspronkelijke tekeningen zijn in ieder geval geen lucht in/uitlaten zichtbaar. Wel al in de eerste foto's.

3. Als gebruiker is er met name sprake van een heel open beleving van, en zicht op het er voor gele-gen Stadionplein.

Gebouw

Belangrijke waarden van de ‘Tweede Citroën Garage.

Figuur 6: Samenvatting belangrijkste waarden van de Tweede Citroën garage. Bron: auteurs.

Page 8: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

8

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

4. Bouwfysische analyse van de huidige façade

§4.1. Opbouw huidige façade.

De huidige façade van het gebouw wordt gekenmerkt door stalen kozijnen in combinatie met enkel glas. Aangezien het gebouw zijn stabiliteit ontleent aan een betonconstructie, waarbij de plaatsing van de (niet dragende) gevel vrij gepositioneerd kan worden, konden de profi elen van het staal tot een minimum gedimensioneerd worden, waarbij de kritische factoren het eigen gewicht van het kozijn en de winddruk waren. Zo is de diepte van het oorspronkelijke kozijn evenals de hoogte van de profi elen ongeveer 40mm.

De kozijnen zijn geplaatst tussen het plafond van de verdieping en een opstaande beton-nen rand van de vloer.

§4.2. Problematiek huidige gevel.

De keuze en de dimensionering van het oorspronkelijke materiaal vormen de bron voor bouwfysische problemen. Daarnaast ontstaan er mogelijk aanvullende problemen indien het gebouw getransformeerd moet worden naar de functie van kantoorpand.

De huidige glasdikte (4mm) in combinatie met het enorme glas oppervlak (± 600m2 per verdieping), zorgt voor een zeer lage rgevel-waarde en een laag isolerend vermogen en derhalve voor enorm energieverlies tijdens het stookseizoen. Anderzijds werkt de zuidgev-el tijdens de zomer als broeikas, waardoor eventuele werkplekken langs deze gevel in deze situatie uiterst oncomfortabel zijn. Op een koude winterdag zal met name de noordgevel bij afwezigheid van direct zonlicht, ten gevolge van koudeval ook een onprettig werk-klimaat veroorzaken. Bovendien ontstaat er condens op de ramen en het staal (zie ook de uitkomsten van TRISCO ), waardoor de kans op corrosie aan het staal en schimmelwerking op aansluitende gevelonderdelen, zoals plafond te verwachten is.

In het oorspronkelijke gebouw kon condens worden voorkomen door het bij het optreden van condens openzetten van de klapramen. Doordat het pand vrijwel één aaneengeslo-ten ruimte vormde en door de aanwezigheid van deze klapramen in alle gevels, was het mogelijk om een in een bepaalde mate een stabiel binnenklimaat te realiseren. Anderzi-jds lijkt het moeilijk om het binnenklimaat te reguleren op basis van gebruikers eisen en wensen. Op dit moment heeft men in een aantal geveldelen een aantal doorvoeren gerea-liseerd voor de klimaatinstallatie. Deze zijn noodzakelijk in verband met Arbo-technische eisen.

Afgezien van de architectonische waarde van de gevel (zie hiervoor), speelt ook de mate van lichttoetreding een rol bij de transformatie naar een kantoorpand. Weliswaar zijn dan voldoende gevelopeningen om bij een standaard kantoordiepte te voldoen aan de minimale lichttoetreding, het feit dat het gebouw zeer diep is (44m), zal een uitkerning of atrium noodzakelijk maken. Door de huidige lichtkwantiteit in het gevelontwerp te handhaven zou een eventuele uitkerning beperkt kunnen blijven. Bij het zoeken naar een oplossing voor de gevel problematiek speelt dit dus een rol (weliswaar binnen deze studie op de achtergrond en niet kwantifi ceerbaar).

Figuur 7: doorsnede huidige facadeschaal 1:20

Page 9: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

9

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

§4.3. De huidige geanalyseerd d.m.v. TRISCO.

Als basis voor de tests van de verschillende varianten in Trisco wordt eerst het basismodel van de bestaande situatie doorgerekend. Het belangrijkste toetsingscriterium wordt nu vastgesteld: de condensatie. De aanname is gedaan dat de luchtvochtigheid in het kan-toorgebouw rond de 54 % zal liggen. Nu kan worden berekend dat er condensatie in de gevel en constructie optreedt waar de temperatuur lager is dan 11º C.

Wanneer de weergave in Trisco zo wordt aangepast dat alleen de delen kleuren waar con-densatie optreedt geeft dit een goed beeld van de probleemgebieden. In deze test lijken de enkele beglazing en de stalen kozijnen als een geheel te werken. Er vindt hier zeer veel warmtetransport plaats doordat het enkele glas en het staal geen isolerende werking heb-ben. Verder is te zien dat in het beton tot een diepte van ongeveer 15 centimeter van de gevel condensatie kan optreden. Vermoedelijk ligt op deze diepte al wapening en boven-dien kan het vocht verder het beton in trekken.

Het is belangrijk om aan te merken dat Trisco slechts een beperkte nauwkeurigheid heeft en bovendien niet alle problemen behandeld. Factoren als zoninstraling, verwarming, ventilatie etc., hebben minstens zoveel invloed op het comfort en de werking van het gebouw als de isolatiewaarde van de gevel. Het is dus goed dit in gedachten te houden en Trisco slechts als hulpmiddel te gebruiken voor een deel van de probleemstelling.

4. Bouwfysische analyse van de huidige façade

Figuur 9a/b: Output Trisco basismodel. a. Volledig temperatuur bereik. b. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

Figuur 8a/b/c: Detaillering van de kozijnen. Posities waar condensatie op treedt. Bron: Hans Culp.

Page 10: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

10

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringen§5.1 Het principe.

Kleine aanpassingen aan de gevel ter verbetering van de bouwfysische eigenschappen kunnen een ideale middenweg zijn voor renovatie. De kosten bij dergelijke ingrepen zijn namelijk relatief laag en de gevolgen voor de uitstraling van het gebouw zijn gemakkelijk te beperken. Verschillende wijzen van ingrijpen kunnen tegen elkaar worden afgewogen totdat een goede combinatie van interventies is gevonden. De volgende instrumenten zijn hierbij toegepast:

Aanbrengen van isolatiefolie tussen constructie en gevelbeplating.

Het aanbrengen van standaard dikke isolatiematerialen in de gevel zou in het geval van de Citroëngarage een grote impact hebben op de uitstraling van het gebouw. De veel dunnere isolatiefolies zijn in dit geval een uitkomst. De folies bestaan in allerlei dikten en variaties en zijn altijd opgebouwd uit meerdere materialen. Lagen van watten of schuim zorgen voor een barrière tegen warmtetransport. De externe en tussenliggende refl ecterende folies zorgen daarbij voor weerkaatsing van de thermische straling. Ook zit aan de binnenzijde nog een kunststof verstevigingsraster.

Traditioneel dikker isolatiemateriaal zoals glaswol of steenwol zit vaak tegen de construc-tie aan en gaat vooral warmteverlies door geleiding tegen. Door het dunne isolatiefolie zo te bevestigen dat aan beide zijden een luchtspouw (minimaal 25 mm) zit wordt de energie vooral via straling doorgegeven en niet meer zozeer door geleiding of convectie. Dankzij de meerdere lagen refl ecterende folie wordt daarom een hoge isolatiewaarde bereikt met een geringe materiaaldikte. Het is hierbij dus essentieel dat de isolatie niet in contact komt met de constructie. Hiertoe kan een houten stijl- en regelwerk in de gevel worden aange-bracht waartussen de het materiaal uitgerold en vastgeniet wordt.

Een van de grootste fabrikanten van dun, refl ecterend meerlaags isolatiemateriaal is Actis, gevestigd te Limoux, Frankrijk. Zij produceren verschillende typen materiaal waarbij de best isolerende – triso-super 10 - bestaat uit 19 lagen en (mits goed bevestigd) een iso-latiewaarde heeft die gelijk staat aan 210 mm glaswol. Dit bij een dikte van van slechts 30 mm. Omdat dit mogelijk een overbodig goede thermische isolatie tot gevolg heeft (tegen-over andere delen van de gevel) wordt dit materiaal vergeleken met de dunnere triso-murs+.

Figuur 10: Actis Triso Super 10 isolatie

Figuur 11: Actis Triso Murs+ isolatie

Page 11: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

11

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringenVervangen van enkel glas door dun hr++ glas.

Wanneer de bestaande enkele beglazing vervangen zou worden door dubbel glas – een reële mogelijkheid gezien de diepte van de kozijnen – tast dit ook weer het uiterlijk van het gebouw aan. Met name de transparantie van de gevel zou hier erg onder te leiden hebben. Toepassing van isolerend enkel glas schaad het uiterlijk echter in het geheel niet. De glasdikte is veel kleiner dan die van dubbel glas, slechts 8,5 mm. In werkelijkheid bestaat de ruit uit twee glaslagen met daartussen een folie dat zorgt voor de isolatie en refl ectie van warmte naar binnen toe.

Van Ruysdael glas en venstertechniek, gevestigd te Delft, produceert dit type ruit: VR 12.05 isolerend++ glas. Dit glas is speciaal bedoelt voor restauratieprojecten, ter vervanging van enkel glas in stalen kozijnen.

Vervangen van de stalen kozijnen door aluminium kozijnen met hr++ glas.

Een derde ingreep kan bestaan uit de complete vervanging van de stalen kozijnen door aluminium kozijnen met dubbel glas. Standaard aluminium kozijnen zijn echter veel zwaarder gedimensioneerd dan stalen kozijnen. Om dit probleem op de vangen hebben verscheidene kozijnfabrikanten slanker gedimensioneerde aluminium profi elen op de markt gebracht.

Het bedrijf Blyweert Aluminium, gevestigd te Hamme, België, produceert het kozijntype ‘Isonal Artemis’, speciaal ontwikkeld ter vervanging van oude stalen kozijnen.

Subtitel

Figuur 13: Van Ruysdael VR 12.05 isolerend++ enkel glas

Figuur 14: Blyweert Isonal Artemis aluminium renovatie kozijnFiguur 12: Blyweert Isonal Artemis aluminium renovatie kozijnversus origineel stalen kozijnschaal 1:2

Page 12: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

12

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringen§5.2 De drie varianten.

Basisaanpassingen

Eerst worden er enkele basisaanpassingen aan het gebouw gedaan die vrij voor de hand liggend zijn. Hier wordt verder niet dieper op ingegaan omdat dit niet de kern van het onderzoek is:Bij alledrie de varianten wordt een zonnescherm aan de binnenzijde van het raam gep-laatst. De bakken voor de oude zonwering aan de buitenzijde kunnen nu van de gevel worden afgehaald. Verder wordt er centrale verwarming geplaatst in de betonnen bakken als hier genoeg ruimte voor is. Anders wordt gekozen voor vloerverwarming.

Nu is het zaak om de isolatiewaarde van de gevel te verbeteren. Daartoe worden de drie onderstaande varianten onderzocht.

Variant A. Triso Super-10 isolatie en van Ruysdael isolerend++ glas.

Bij deze eerste variant gaat de bestaande stalen gevelbeplating iets naar buiten toe waar-door er ruimte vrijkomt voor een stijl- en regelwerk met de Triso super-10 isolatiefolie. In totaal zal er 8 centimeter extra ruimte nodig zijn tussen de platen en de betonconstructie. In de bestaande stalen kozijnen wordt het enkele glas vervangen door het van Ruysdael isolerend++ glas. Dit behoeft verder geen speciale aanpassingen; de ramen worden met fl exibele stopverf in de profi elen vastgezet.

Variant B. Triso Murs+ isolatie en Isonal Artemis kozijnen.

Om vervolgens een lichtere vorm van isolatie te testen wordt de Super-10 vervangen door Triso Murs+. De bevestiging van deze folie geschied op dezelfde manier als de dikkere variant. Daarbij wordt de meest rigoureuze oplossing voor de kozijnen toegepast: algehele vervanging door aluminium met dubbel hr++ glas. De nieuwe profi elen zijn op zich niet hoger dan de oude stalen kozijnen, maar wel dieper. Dit is het gevolg van een tweeledige opbouw met daartussen een kunststof koudebrug-onderbreking. Daar waar de ramen open kunnen zijn de profi elen extra hoog en diep.

Variant C. Triso murs+ isolatie, van Ruysdael isolerend++ glas en houten regel onder/boven kozijnen.

Deze variant is bedacht ten gevolge van de uitkomsten van varianten A en B in Trisco. Dit wordt verder besproken in de volgende paragraaf maar de essentie is dat in de hoe-ken waar de kozijnen op de betonconstructie aansluiten een vrij grote koudebrug blijft bestaan. Nu wordt er een houten regel in het beton geplaatst om de aansluiting tussen de stalen kozijnen en het beton te onderbreken. De vraag is of dit de koudebrug (gedeeltelijk) kan wegnemen.

fi guur: 15a/b: Hoek volgens variant A.a) huidge b) na aanpassing van variant A.

Page 13: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

13

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringen§5.3 Trisco.

De Triso Super-10 isolatie en het isolerend++ glas in variant A doen lokaal goed hun werk. Alleen t.p.v. de aansluiting met de stalen kozijnen kan nog condensatie optreden op het glas. Het isolatiemateriaal in de dichte gevel neemt grotendeels de koudebrug naar het beton weg. Wel kan er nog condensatie optreden waar de stalen kozijnen op het beton aansluiten. Algemeen geldt ook dat de stalen kozijnen een koudebrug blijven.

Variant A

AB

CD

EF

G

Figuur 16a/b:/c Output Trisco voor Triso super-10 isolatie. a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

Page 14: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

14

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringenWanneer de Super-10 isolatie wordt vervangen door Murs+ blijkt dat de dunnere variant eveneens toereikend is als isolatiemateriaal. Als hierbij ook de stalen kozijnen vervangen worden door aluminium blijkt dit een zeer positief resultaat te hebben. Alleen op de binnenzijde van de aluminium kozijnen kan nog (een zeer kleine hoeveelheid) condensatie optreden.

Variant B

Figuur. 17a/b/c/ Variant B2.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

Page 15: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

15

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringenVoortkomend uit varianten A en B wordt nu gekeken of de warmteoverdracht tussen de stalen kozijnen naar de betonconstructie kan worden verhinderd. De toevoeging van een houten regel, in het beton gefreesd, blijkt hier (warmte-technisch gezien) een goed resul-taat te geven. In het beton kan nagenoeg nergens meer condensatie optreden.

Variant C

Figuur. 18a/b/c/ Variant B2.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepuntd. Detail lat en temperatuur.

Page 16: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

16

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

5. Lokale verbeteringen§5.3 Conclusies.

De plaatsing van isolatie achter de gevelbeplating lijkt sowieso een goede oplossing te zijn. De gevel komt hier iets naar buiten maar dit heeft maar weinig gevolgen voor de architectuur van het gebouw. Het is zelfs heel goed mogelijk dat het een iets versterkend eff ect heeft door een extra accent te leggen op de horizontale dichte banen. Bij de afweg-ing tussen de verschillende typen isolatiefolie valt de keuze automatisch op Triso Murs+ aangezien dit de dunste en goedkoopste variant is en een voldoende isolerende werking heeft.

Wanneer gekeken wordt naar de kozijnen blijkt algehele vervanging van het staal door aluminium het beste eff ect te hebben. Wel schaadt dit in hoge mate de architectuur; die alleen is de uitstraling van het oorspronkelijke staal heel anders, ook ogen de aluminium profi elen veel massiever dan de slanke staalprofi eljes. Bovendien zal de bijzondere con-structie om de ramen te openen verdwijnen en vervangen worden door een standaard aluminium kiepmechanisme. Een ander nadeel van gehele vervanging door aluminium zijn de hoge kosten. Dit alles megenomen in de afweging blijkt het behoudt van de stalen profi elen de beste oplossing en moet een kleine hoeveelheid condensatie (op een on-schuldige plaats) voor lief worden genomen.

Wel zou plaatsing van de nieuwe isolerende beglazing van Van Ruysdael in de originele stalen kozijenen een gunstig eff ect hebben met een minimum van invloed op de architec-tuur van het gebouw. De ramen blijven even helder en lichtdoorlatend maar ze zullen niet beslaan aan de binnenzijde wanneer zich daar een kantoorfunctie bevindt.

Toevoeging van een houten stijl in de betonconstructie voorkomt condensatie in de hoeken. Wel is het een zware ingreep waarbij de kozijnen geheel uit de gevel moeten worden genomen. Het frezen in beton is ook een vrij onnauwkeurige bezigheid. Mogelijke condensatie in de hoeken van het beton is bovendien niet heel ernstig omdat zich aan het oppervlak geen wapening bevindt.

Kort samengevat blijkt variant A de beste optie te zijn voor lokale aanpassingen.

Lokale verbeteringen Variant 1 Variant 2 Variant 3

Perceptie (architectonische waarde) Aanzicht vanuit binnen ++ - ++ Aanzicht vanuit buiten ++ +/- ++ Uiterlijk t.o.v. originele concept + - +

Prestaties en gebruik Bouwfysische prestaties +/- + + Functionaliteit + + + Comfort +/- + +/- Kosten/complexiteit ingreep ++ +/- -- Reversibiliteit ++ - --

Figuur. 19: vegelijkingstable loakle aanpassingen.

Figuur. 20: 3d render loakle aanpassingen .

Page 17: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

17

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

6. Tweede huidfaçade§6.1 Het principe.

Het principe van een tweede huidfaçade is een ongeïsoleerde buitengevel en een geï-soleerde binnengevel die geventileerd wordt met buitenlucht. In beginsel kan er voor gekozen worden om de geïsoleerde binnengevel aan de binnenzijde van de oorspronkeli-jke (ongeïsoleerde) buitengevel te plaatsen. Daarnaast zou er een volledig nieuwe tweede huid façade kunnen worden geplaatst aan de buitenzijde van de oorspronkelijke gevel. Beiden hebben een totaal andere invloed op de visualisatie van het gebouw (afhankelijk of het beeld van binnen of van buiten prevaleert).

De luchtspouw funtioneert als buff er tussen het binnen- en buitenklimaat. Het principe van de tweede huidfaçade is sterk afhankelijk van de mate van de ventilatiesnelheid en het juiste gebruik en positie van zonwering (De Bruin Hordijk, Van Voorden, Delft; 23-24.). De zonwering doet dienst ter voorkoming van de opwarming van de spouw en de er achtergelegen ruimte (zie fi guur 21)

In alle gevallen dient de luchtspouw in zekere mate bereikbaar te zijn voor gevelreiniging (dit vereist een minimale breedte) en de mogelijkheid om natuurlijk te kunnen ventileren (een raampje openzetten).

§6.2 De drie varianten van de tweede huidfaçade.

Variant A. De geïsoleerde gevel geplaatst tussen de kolommen.Het principe van deze variant is om de huidige kolommen en vloeren te gebruiken als kader voor de nieuwe geïsoleerde gevel. Door de gevel aan de zijde van de buitengevel tussen de kolommen te plaatsen ontstaat er ter hoogte van de kozijnen een ruim 700mm brede luchtspouw. Door nu in de vloeren van deze luchtspouw luchtopeningen te maken kunnen de luchtrooster vrijwel onzichtbaar weg worden gewerkt in de gevel, aangezien de eerste verdieping oversteekt ten opzichte van de begane grond.

Deze vloeropeningen kunnen doorgetrokken worden in de bovenliggende vloeren waar-door er van de façade één gevelsysteem gemaakt kan worden. De positie van de vloero-peningen kan zodanig worden gekozen dat de plaatsing van zonwering aan de voorzijde van de luchtspouw nog mogelijk is terwijl de bestaande ramen gebruikt kunnen worden. Op deze wijze kan maximaal gebruik worden gemaakt van de zonwering. In de zomer-situatie kan de combinatie van zonwering en een geventileerde spouw (in de regel wordt een luchtsnelheid van 1m/s aangehouden), zorgen voor een substantiële afname van de binnenkomende warmte. Door de enorme hoeveelheid glas in het gebouw zal echter aan-vullende koeling noodzakelijk zijn. De eff ectiviteit van de zonwering is maximaal wanneer deze extern is, echter een dergelijk systeem vereist windbestendigheid en heeft een grote mate van invloed op het visuele aspect van de gevel. De gekozen zonwering kan in de luchtspouw in ongebruikte toestand vrijwel volledig onzichtbaar vanaf de straat worden weggewerkt.

Binnen deze variant is geëxperimenteerd met de noodzakelijk hoeveelheid isolatie. Er is onderzocht hoeveel vloerisolatie er nodig is dan wel isolatie aan de voorzijde van de dragende liggers.

Subtitel

Roostervloer

Zonwering

Buitenblad

Binnenblad

Verwarming

Figuur 21: Principe systeem van een tweede huidfaçade. Bron: Rentier, Reymers, Salden.

Page 18: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

18

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Variant B. De geïsoleerde gevel wordt aan de binnenzijde van de kolommen geplaatst.

In beginsel is het principe hetzelfde als Variant A, echter in deze situatie is de gevel los-gekoppeld van de kolommen. Ook in deze situatie is er in Trisco onderzoek gedaan naar de noodzakelijke isolatie van vloer plafond en ligger.

Variant C. Thermische loskoppeling van het oorspronkelijke vloersysteem buiten de kolommen. In Variant C is gekeken naar een rigoreuze oplossing. Het principe is er op gebaseerd om een thermische ontkoppeling te realiseren tussen de oorspronkelijke ongeïsoleerde buitengevel en de nieuw tweede huid. Net als bij betonnen balkons die zorgen voor een koudebrug en de oorzaak zijn van energieverlies en con-dens, wordt het vloeroppervlak dat buiten het kolommenstramien ligt nu opgevat als een bouwelement met gelijksoortige bouwfysische eigenschappen. Uiteraard speelt hier de bouwtechnische mogelijkheden en bouwvolgorde een grote rol.

1. Als eerste worden bestaande stalen kozijnen uit de gevel gedemonteerd (ter grootte van het kozijnelement van 2m.). 2. Vervolgens wordt het oorspronkelijk buiten de kolommen gelegen deel van de vloeren afgezaagd m.b.v. een betonzaag. Hierbij is van belang dat de eventuele wapening, die hierbij bloot komt te liggen moet worden beschermd i.v.m. corrosiegevaar. 3. Daarna wordt een isokorf wapening aangebracht in de vloeren en afgezaagde delen d.m.v. het boren van gaten en voorzien van isolatie, waardoor een volledig thermische ontkoppeling mogelijk tussen de geïsoleerde binnenruimte en het overstek. 4. Hierna wordt het afgezaagde geveldeel opnieuw bevestigd op de isokorf wapening. 5. Dan worden de stalen kozijnen terug geplaatst op hun oorspronkelijke positie. 6. Uiteindelijk moet de tweede huidfaçade alsnog worden toegevoegd. De complexiteit van deze ingreep zal in de vergelijking en conclusies van de tweede huid-façade aan de orde komen.In deze situatie is de positie van de geïsoleerde binnengevel dezelfde als in Variant A.

Subtitel

6. Tweede huidfaçade

A1 isolatie aan de voorzijde / geen onderisolatieA2 isolatie aan de voorzijde / onderisolatie 500mmA3 isolatie aan de voorzijde / onderisolatie volledigA4 geen isolatie aan de voorzijde / geen onderisolatieA5 geen isolatie aan de voorzijde / onderisolatie 500mmA6 geen isolatie aan de voorzijde / onderisolatie volledigB1 volledige onderisolatieB2 zonder onderisolatieC Isokorf

Tweede huidfaçade - Variant -

Variant A

Variant B Variant C

1 2 3

4 5 6

1 2Figuur 22a/b: a. Schema van de varainten voor de tweede huidfaçade b. De verschillende varianten van de Tweede huidfaçade met vorm van isolatie en positie t.o.v. de kolommen. Bron: auteurs.

Page 19: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

19

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Titel§6.2 Trisco.

Variant A. De geïsoleerde gevel geplaatst tussen de kolommen.Binnen variant A is geëxperimenteerd met de verschillende mogelijkheden en posities van het isolatiemateriaal. In eerste instantie werd er vanuit gegaan dat isolatie over de gehele vloer noodzakelijk was (Variant A6). Deze isolatie is toen bleek dat er geen condensatie in het model op trad langzaam aan gereduceerd, door eerste de diepte van de isolatie achter de gevel op de vloer te reduceren (A5 en A4). Ook is gekeken naar een effi ciënte oplossing om isolatie over een strook aan de voorzijde van de ligger aan te brengen. Hiermee zou de hoeveelheid isolatie mogelijk sterk kunnen worden gereduceerd. Dit is ook gecombineerd met vloerisolatie (A1, A2, A3).

Uiteindelijk bleken alle varianten in Trisco geen condensatie te veroorzaken (minimale binnentemperatuur bleef boven de 11ºC). Ook wanneer er geen vloerisolatie en isolatie bij de ligger was aangebracht bleef condensatie uit en bleef de temperatuur van het vloer op-pervlak acceptabel (bijna 19 ºC op 0,5 m van de gevel). De uitkomsten van deze ‘minimale’ variant (A4) is gegeven in fi guur 23 . Voor de volledige uitkomsten van variant A in Trisco zie ook de Trisoco bijlage.

Variant A

BA

C

D

E

Figuur. 23a/b/c/ Variant A4.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

6. Tweede huidfaçade

Page 20: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

20

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Variant B; de geïsoleerde gevel achter de kolommen geplaatst.

Het bouwfysische principe van variant B verschilt hierin van variant A, dat de gehele thermische gevel naar achteren is geplaatst zodat de kolommen niet hoeven te worden geïsoleerd omdat deze thermisch losgekoppeld zijn van de tweede huid. Uit de uitkom-sten van Trisco blijkt dat ook in deze variant het niet noodzakelijk is om vloerisolatie aan te brengen (Variant B2). De temperaturen aan het vloer oppervlak blijven ook hier acceptabel ( op 0,5m van de gevel ongeveer 18 ºC).

Variant B

6. Tweede huidfaçade

Figuur. 24a/b/c/ Variant B2.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

BA

C

D

EB

A

C

D

Page 21: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

21

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Variant C; het gebruik van Isokorf.

Het voordeel van Variant C ten opzichte van A en B blijkt uit de uitkomsten van Trisco. Door het gebruik van Isokorf isolatie wordt de oorspronkelijke koudebrug in de betonnen vloer volledig onderbroken. Dit blijkt uit het feit dat in de output van Trisco het beton zelfs in de gevelzone nog ongeveer 19 ºC blijft. Condensatie treedt niet op.

Variant C

B

A

C

D

Figuur. 25a/b/c/ Variant Ca. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturen. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

6. Tweede huidfaçade

Page 22: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

12

Ar1A020Technical Studies I

23-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Titel

Subtitel

22

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

§6.3 Vergelijking en conclusie.

De criteria voor de vergelijking zijn verdeeld in perceptie of architectonische (gevoels)waarde en prestaties en gebruik. Wanneer de drie varianten A, B en C met elkaar worden vergeleken (zie fi guur 26) aan de hand van deze criteria dan valt op, dat met name op het gebied van prestatie, functionaliteit en comfort er weinig onderling verschil zit in de diverse varianten. Hoogstens zijn variant 1 en 2 in functionaliteit makkelijker te gebruiken dan variant 3, waarin wel de mogelijkheid bestaat om op de plaats van de kolommen een (maximaal) 200mm dikke tussenwand te plaatsen. Variant C is qua reversibiliteit echter zeer ingrijpend aangezien de betonnen vloer niet tot de oorspronkelijke toestand terug te brengen is (afgezaagd en voorzien van isolatie en nieuwe wapening). Tevens is de com-plexiteit van de ingreep dusdanig hoog dat er bijna eerder sprake is van een theoretische exercitie, dan van een ingreep die ook praktisch uitvoerbaar zal zijn.

Wat betreft het onderscheid van variant A en B is er op het gebied van de bouwfysica weinig onderscheid. Beiden voldoen met een minimum aan extra isolatie aan de gestelde eisen van condensatie. Variant B is echter duidelijk als een soort van binnenframe ontwor-pen, waarbij het oorspronkelijke beeld van buitenaf zoveel mogelijk wordt behouden, terwijl er toch een fors formaat kozijn nodig is. De panelen zijn immers 2m breed bij een volledige verdiepingshoogte. Daarom moest er in beiden gevallen voor een fors formaat kozijn gekozen worden dat een hoog gewicht kan dragen. De schuifpui CP96 van Reynaers biedt hierin een oplossing (maximum draagvermogen: 200kg, en een Uf-rekenwaarde van 3,5W/m2K). Tevens zijn de aluminium puien voor het binnenaanzicht gebruikt als een soort van frame, waarachter elementen van de oorspronkelijke constructie (de betonnen opbouw aan de onderzijde, de kolommen en de ligger) verscholen gaan. Een mogelijk probleem bij variant B zou kunnen zijn, doordat de spouw breder dan een meter is en de ventilatiegaten niet in het midden van de luchtspouw kunnen worden geplaatst er in de spouw niet goed geventileerd kan worden of dat er met zo’n hoge snelheid ingeblazen moet worden dat er turbulentie ontstaat. Dit zou nader berekend moeten worden. Tevens zou dit meer informatie geven over hoeveel ventilatiegaten er geplaatst moeten worden en van welke doorsnede. Er is gekozen voor variant B, waarbij bovenstaande problematiek in het achterhoofd wordt gehouden.

Wat betreft de zonwering is gekozen voor de Schūco 50 of een soortgelijk product. Dit zijn horizontale lamellen die zodanig gedimensioneerd zijn, dat ze tussen de ramen (in open-staande positie) en de ventilatiekanalen van de luchtspouw kunnen worden geplaatst. Tevens bezitten deze zonweringen de mogelijkheid om wanneer zij in volledig neer ge-laten zijn om delen onafhankelijk van elkaar te kantelen wat individuele gebruikers meer vrijheid en comfort biedt.

6. Tweede huidfaçade

Tweede huidfaçade Variant 1 Variant 2 Variant 3

Perceptie (architectonische waarde) Aanzicht vanuit binnen - - - Aanzicht vanuit buiten - +/- +/- Uiterlijk t.o.v. originele concept - +/- +/-

Prestaties en gebruik Bouwfysische prestaties + + + Functionaliteit + + + Comfort + + + Kosten/complexiteit ingreep +/- +/- -- Reversibiliteit +/- +/- -

Figuur 29: Schüco lamellen. Twee posi-ties van de zonwering in element.

Figuur 27: Vegelijkingstabel Tweede huidfaçade

Figuur 28: 3d render Tweede huidfaçade variant B.

Page 23: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

23

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

§7.1 Het principe.

Bij de klimaatgevel is er sprake van een geïsoleerde buitengevel en een ongeïsoleerde bin-nengevel. In dit geval wordt de luchtspouw geventileerd met binnenlucht. In deze situatie wordt het binnenklimaat nadrukkelijk beheerst door de aan de façade gekoppelde instal-laties die nodig zijn voor luchtbehandeling. Via de spouw wordt in de winter warme lucht uit het vertrek afgezogen. Deze lucht kan vervolgens gebruikt worden voor de opwar-ming van het binnenspouwblad, waardoor er een zo gering mogelijk verschil is tussen de luchttemperatuur van de binnenruimte en de binnen oppervlakte temperatuur van de (geïsoleerde) buitengevel. Hierdoor kan er een zo stabiel mogelijk en aangenaam klimaat ontstaan voor de gebruiker (Rentier, Reymers, Salden, 2005; 164).

Tevens kan in de winter door de zon opgewarmde lucht d.m.v. een warmtewisselaar ge-bruikt worden voor opwarming van verse toevoer lucht. In de zomer kan juist de warmte-toetreding worden beperkt door warme spouwlucht af te voeren, waardoor er minder hoeft te worden gekoeld. Aangezien een en ander nauw met elkaar samenhangt bestaan er weinig mogelijkheden voor individuele ventilatie voor de gebruikers.

Door middel van een warmte- en koude opslag kan het luchtbehandelingsysteem als opti-maal en energiebesparende systeem worden toegepast.

§7.2 De drie varianten van de klimaatgevel.

§7.2.1 Vooronderzoek drie varianten van de klimaatgevel.

Het belangrijkste uitgangspunt voor het opstellen van klimaatgevel varianten voor dit project was; de originele gevel/uitstraling van het gebouw moet zo goed mogelijk be-houden blijven. Dit betekent dat er geen extra huid/gevel aan de buitenzijde van het gebouw geplaatst kon worden, omdat dit de originele uitstraling/gevel van het gebouw zou schaden. Als vooronderzoek naar klimaatgevel varianten die geschikt zijn voor dit project zijn er drie ‘globale’ varianten opgesteld (zie fi guur 28).

Variant 1; na-isoleren gehele bestaande gevel met ongeïsoleerde gevel binnen het ge-bouw. Dit is het ‘standaard’ principe van een klimaatgevel.

Variant 2; triple systeemBij dit systeem wordt alleen de constructie nageïsoleerd en wordt er aan de binnenzijde van het gebouw een geheel nieuwe klimaatgevel aangebracht. Deze klimaatgevel bestaat uit een geïsoleerde glasgevel net achter de originele raamkozijnen en een ongeïsoleerde glasgevel daar achter.

Variant 3; ‘Door in door’ principe (referentie Van Nelle fabriek)Deze variant is een combinatie van een tweede huidfaçade en een klimaatgevel in één systeem. Bij dit systeem wordt alleen de constructie nageïsoleerd en wordt er een ‘doos’ principe gecreëerd. Tussen de ‘doos’, met daarin de functie, en de buitengevel ontstaat er een brede gang waar de lucht wordt afgezogen.

Uit onderzoek is gebleken dat variant 2 en 3 gezien de omvang van het gebouw en de

uitstraling minder tot niet geschikt zijn voor dit project. Variant 3 valt af omdat qua indel-ing het niet gewenst is, dat de gang aan de buitenzijde langs de gevels is gepositioneerd. Het gebouw is te diep, waardoor de ruimtes die dan de kern zouden moeten vormen te diep worden voor de lichttoetreding. Deze indeling is voor dit gebouw niet functioneel. Dit gebouw vraagt om een indeling waarbij de kantoorruimte langs de gevels zijn geposi-tioneerd en de gang in de kern alle aparte ruimtes met elkaar verbind. Variant 2 geniet geen voorkeur, omdat de extra huid achter de bestaande gevel samen met de klimaat gevel de uitstraling (transparantie) zeer belemmeren. De voornaamste, praktische reden is, dat glazen gevels schoon gemaakt moeten kunnen worden en bij de ‘triple’ gevel is het niet mogelijk de buitenkant van de extra huid schoon te maken.Daarom is besloten om meerdere varianten op te stellen gebaseerd op variant 1. Deze zul-len hieronder verder besproken worden als variant A,B,C.

§7.2.2 Uitwerking drie varianten van de klimaatgevel.

Variant A. Glas na-isoleren.

Het principe van deze variant is om tussen de kolommen, vloer en balkconstructie aan de zijde van de buitengevel een enkelglazen ‘klimaat’ gevel te plaatsen. Hierdoor ontstaat er ter hoogte van de kozijnen brede luchtspouw van circa 700 mm. Door sparingen ter hoogte van deze luchtspouw te maken kan over de gehele hoogte en breedte van de gevel de luchtspouw gebruikt worden voor het luchtbehandelingsysteem. Door middel van een ringleiding langs de binnenzijde van de klimaatgevel kan de lucht worden afgezo-gen uit de ruimtes naar de luchtspouw.

De positie van de sparingen in de vloeren is zo gepositioneerd dat de plaatsing van zon-wering aan de voorzijde van de luchtspouw nog mogelijk is terwijl de bestaande ramen gebruikt kunnen worden. Op deze wijze wordt er optimaal gebruikt gemaakt van de lucht-

7. Klimaatgevel

Figuur 28 De varianten 1,2, en 3 in schetsmatige verticale doorsnede. Bron: Sjan van Engelenhoven.

Page 24: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

24

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

spouw en is de zonwering niet zichtbaar van buiten af wanneer deze niet wordt gebruikt.

Om het klimaatsysteem nog beter te laten functioneren kan er gekozen worden voor een warmte- en koude opslag. Met dit extra systeem zal de warmte van de zomer gebruikt kunnen worden in de winter door de lucht hiermee te verwarmen.

In deze variant is geëxperimenteerd wat de plaatsing van de klimaatgevel aan de bin-nenzijde van het gebouw voor eff ect heeft op het binnenklimaat. Daarnaast is er gekozen om alleen het bestaande glas te vervangen voor isolerend glas van Reynaers. Binnen deze variant zijn er twee subvarianten onderzocht. Bij variant A.1 is er alleen een klimaatgevel toegevoegd aan de bestaande situatie en bij variant A.2 is naast de klimaatgevel het bestaande glas vervangen door isolerend glas van Reynears.

Variant B. Bestaande gevel na-isoleren.

In beginsel is het principe hetzelfde als Variant A, echter in deze situatie is de gehele bestaande gevel nageïsoleerd. Voor deze variant is gekozen voor de variant A van ‘lokale verbeteringen’, zie hoofdstuk 5, in combinatie met de klimaatgevel. Variant C. Bestaande gevel na-isoleren met thermische onderbreking koude brug.

In beginsel is het principe hetzelfde als Variant A, echter in deze situatie is de gehele bestaande gevel nageïsoleerd met een thermische onderbreking van de koude brug ter plaatsen van de stalen kozijn op de betonconstructie. Voor deze variant is gekozen voor de variant C van ‘lokale verbeteringen’, zie hoofdstuk 5, in combinatie met de klimaatgevel.

7. Klimaatgevel

Page 25: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

25

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

§7.3 Trisco.

Variant A.

Binnen variant A zijn er twee opties onderzocht. In variant A1 is te zien dat de klimaatgevel geen eff ect heeft op de isolatiewaarde en de temperatuur in de constructie en ruimte. Dit was voor het onderzoek al verwacht, omdat de klimaatgevel een ongeïsoleerde gevel is. Wat wel duidelijk is dat binnen de klimaatgevel de temperatuur overal hetzelfde is en dit zorgt ervoor de het comfort binnen de ruimte goed is. Ondanks dat de klimaatgevel geen eff ect heeft de isolatiewaarde en de binnentemperatuur wordt er wel een luchtspouw gecreëerd waarin een luchtbehandelingsysteem kan functioneren en kan zorgen voor een gezonder leef/werkmilieu.

In variant A2 is te zien dat wanneer alleen het glas wordt vervangen, naast het toevoe-gen van een klimaatgevel, dat de temperatuur ter hoogte van de kozijnen verbetert. Ter hoogte van de kozijnen zit de grootste koude brug dus door het vervangen van het glas voor isolerend glas van Reynears wordt een goede stap in de richting gezet, maar is te zien dat dit nog onvoldoende is wanneer we kijken naar de condensatie in de constructie.

7. Klimaatgevel

AB

CD

EF

G

Figuur. 30a/b/c/ Variant A.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturenc. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

Variant A

Page 26: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

26

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Variant B.

In variant B wordt de gehele bestaande buitenconstructie nageïsoleerd. Uit de uitkom-sten van Trisco blijkt dat de isolatiewaarde en de temperatuur aan de binnenzijde van de constructie is verbeterd. Condensatie treedt alleen op aan de buitenzijde van de beton-constructie en ter plaatse van de aansluiting met de stalen kozijnen en de stalen kozijnen in het geheel. Hier is goed te zien dat de aansluiting van het kozijn op de betonconstructie een koude brug is.

7. Klimaatgevel

Variant B

AB

CD

EF

G

Figuur. 31a//b/c/ Variant Ba. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturen. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

Page 27: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

27

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Variant C.

Variant C is gelijk aan variant B met een onderbreking van de koude brug tussen de stalen kozijnen en de betonconstructie door middel van een houten regel. Uit de uitkomsten van Trisco blijkt dat het condensatie ter plaatsen van de aansluiting van het kozijn op de betonconstructie is verminderd.

7. Klimaatgevel

Variant C

Figuur. 32a/b/c/ Variant C.a. Volledig temperatuur bereik +positie van de thermokoppels b. Thermokoppels met bijbehorende temperaturen. Temperatuurbereik tot 11ºC = condensatiepunt

AB

CD

EF

G

Page 28: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

28

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

§7.4 Vergelijking en conclusie klimaatgevel.

Na onderzoek en vergelijking van de verschillende klimaatgevel varianten is er gekozen voor variant B. Er is voor variant B gekozen omdat bij deze variant de perceptie en de prestaties het meest in balans zijn. Bij variant A waren de prestaties duidelijk onvoldoende voor een goed functionerende kantoorfunctie. Bij variant C is de ingreep voor het plaatsen van de extra houten regel te complex en te kostbaar ten opzichte van de toename van de prestaties. Daarnaast is de kans op houtrot in deze regel zeer groot en daarmee is het geen duurzame oplossing. Daarmee wordt met deze maatregel een onnodige inbreuk op de gaafheid van het gebouw gepleegd.

Om tegemoet te komen aan de vereiste bouwfysische prestaties is bij de keuze voor vari-ant B geaccepteerd dat in de aanzichten het originele concept, engiszins (en iets duidelijk-er zicht- en voelbaar) is veranderd dan bij variant A. Het verschil in perceptie is ons inziens echter dermate gering en in de lijn van het oorspronkelijke concept, dat dit in de keuze de doorslag heeft gegeven.

7. Klimaatgevel

Klimaatgevel Variant 1 Variant 2 Variant 3

Perceptie (architectonische waarde) Aanzicht vanuit binnen +/- +/- +/- Aanzicht vanuit buiten + + + Uiterlijk t.o.v. originele concept + +/- +/-

Prestaties en gebruik Bouwfysische prestaties -- + ++ Functionaliteit + + + Comfort -- ++ ++ Kosten/complexiteit ingreep + - -- Reversibiliteit ++ -- --

Figuur 32: Vergelijkingstabel klimaatgevel.

Figuur 33: 3d render klimaatgevel B.

Page 29: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

29

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Uit de vergelijkingen van de verschillende subvarianten zijn drie varianten naar voren gekomen. Deze zijn onderling ook in een tabel met elkaar vergeleken.

In de beoordeling is zwaar meegewogen dat er een streven moet zijn naar een zo authen-tiek mogelijke aanpassing binnen de minimum gestelde voorwaarden van optimalisatie van de gevel, op het gebied van comfort en bouwfysische prestaties. Dat wil zeggen, dat in het proces de bouwfysische prestaties wel een minimum norm vereisen, maar dat uitein-delijk de door de waardestelling bepaalde architectonische (deel)waarde leidend is. In de analyse van de mogelijkheden bij lokale verbeteringen is duidelijk geworden, dat ingrijpen in de huidige gevel m.b.v verbeterde materialen op specifi eke plaatsen deze minimale bouwfysische eisen worden gehaald. Tevens kan er door plaatsing van eindelementen op het gebied van verwarming ook het comfort verbeterd worden. De kwaliteit van een aantal van deze renovatiematerialen en een goede detaillering en toepassing in de bou-wpraktijk, is hierbij een voorwaarde. Op deze wijze kan de architectonische uitstraling en de oorspronkelijke dimensionering bijna volledig worden gehandhaafd.

In de varianten van de tweede huidfacade en de klimaatgevel is gebleken dat de bouwfy-sische prestaties enorm kunnen worden verbeterd en tot een hoger niveau worden ge-bracht dan bij lokale verbeteringen mogelijk is. Tevens kan in met name het geval van de klimaatgevel ook een directe koppeling gemaakt worden met de eveneens noodzakelijke klimaatinstallaties. Hierdoor zou een duurzaam gebouw mogelijk zijn. Nietemin wordt er, ook in de situatie van de klimaatgevel een behoorlijk inbreuk gepleegd op de aanzichten en ruimtelijke beleving van het gebouw. Juist de uitstraling en transparantie van dit ge-bouw binnen een stedelijke context zou bewaard moeten blijven. Hiermee valt de keuze op variant A van de lokale verbeteringen, waarbij isolatie in de gevel wordt verbeterd en isolerend ++ glas wordt toegepast in de huidige kozijnen. Hier-mee zullen ook de kosten van renovatie beperkt blijven, terwijl er toch een renovatie heeft plaatsgevonden voor een langere periode.

8. Conclusie

Tweede huidfaçade Lokaal 2e huid Klimaat

Perceptie (architectonische waarde) Aanzicht vanuit binnen ++ - +/- Aanzicht vanuit buiten ++ +/- + Uiterlijk t.o.v. originele concept + +/- +/-

Prestaties en gebruik Bouwfysische prestaties +/- + ++ Functionaliteit + + + Comfort +/- + ++ Kosten/complexiteit ingreep ++ +/- -- Reversibiliteit ++ +/- --

Figuur. 34: vergelijking van de drie voorkeur varianten voor de eindconclusie.

Page 30: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

30

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

9. LiteratuurlijstDe Bruin-Hordijk, G.J. Voorden M. van de, (2000), Geventileerde gevels. Delft: Technische universiteit Delft.

Evers, Marieke, ‘Een duurzame structuur; Naar een duurzaam gebruik van kantoorgebou-wen’, http://www.marieke-evers.nl/site/afstuderen/EC_ME_BijlageVoorbeeldprojecten.pdf , geraadpleegd op 29-9-9. Fanelli, Giovanni (1978), Moderne architectuur in Nederland 1900-1940. Den Haag: Staat-suitgeverij.

Hendriks, Nico (2004), ‘Form fails function’ , in: Bouwwereld #15. http://www.bouwwereld-honderd.nl/artimg/a20041818262216.PDF, bezocht op 29-9-9.

Jonge, Wessel de (2004), Van Nelle Ontwerpfabriek – gastcollege Restauratie, Bk TU Delft, http://www.wesseldejonge.nl/media/downloads/Van%20Nelle%20Ontwerpfabriek_proj-ect%20NL.pdf geraadpleegd op 29-9-9.

Ostendorf, Ruus (1998), ‘Klimaatgevel bevordert gezond binnenklimaat’, in: Cobouw tech-niek # 73, http://www.paulderuiter.nl/public/upload/publications/48732056cbe72.pdf,bezocht op 29-9-9.

Ravesloot, Christoph Maria, Faber Consulting, Novem, Videm Communicatie (1998), ‘Kli-maatgevels, stand van de techniek, http://www.senternovem.nl/utiliteitsbouw/instru-menten/technieken/techniekinventarisaties_senternovem.asp geraapleegd op 22-10-9.

Rentier, Ch., Reymers, J., Salden, M.W.R. (2005), Jellema, Hogere Bouwkunst Dl. 4b. Bouw-techniek 4 Omhulling B gevels. Utrecht: Thieme Meulenhoff . blz 164

Tummers, Tijs (2000) , Het drieluik van Wils. Het Olympisch Stadion en de Citroëngarages. Ede: Uitgeverij Bas Lubberhuizen.

Z.a. http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_ontwerpen_van_Jan_Wils bezocht op: 19-10-9.

Z.a. http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Wils_(architect) bezocht op: 19-10-9. Z.a. Portavant, glass fi tting with logic http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/ar-chipedia.asp?id=7366 bezocht op: 19-10-9.

Z.a. http://www.vitris.eu Bezocht op: 30-09-09.

Z.a. actis-isolation.com bezocht op 23-9-9

Z.a. blyweertaluminium.com, bezocht op 22-9-9

Z.a. Vanruysdael.com, bezocht op 23-9-9

Page 31: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

31

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Bijlagen

Page 32: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

Titel

Subtitel

32

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Waardestelling

"Betonnen" doos op een vlak open ruimte aan het stadionplein.

Het Kavel vormt de westelijke afsluiting van het stadionplein.

Ka

ve

l

Geen bijzonderheden. Geen bijzonderheden. N.v.t.

Exterieur: Afwisseling van "beton" en glasfacade. Vlakke face en een plat dak dat als parkeerdek functioneert.

Het interieur wordt gedomineerd door de gevel die vrij is geplaatst van de dragende kolommen. De oorspronkelijke ijzeren kozijnen zijn nog aanwezig in het gebouw.

Citroën garage, Jan Wils, Amsterdam

Detaillering is vergelijkbaar met profielen in bijvoorbeeld sanatorium Zonnestraal.

Industriële karakter van het gebouw strookt niet erg met de woon- en recreatiefunctie van de omgeving. Bedrijven die zich in de buurt bevinden zijn verder vooral gericht op zakelijke dienstverlening. Ensemble met de andere garage

Huidige afwijkende functie van het gebouw in de omgeving zorgt voor diversificatie van het gebied.

N.v.t.

Onderdeel van de de stadsuitbreiding Zuid van Berlage.

N.v.t.

Originele kozijnen zijn nog aanwezig. Verhouding tussen de zeer slanke kozijnen en de en de er achter gelegen betonnen kolommen. Het mechanische sluitsysteem van de klapvensters vormt een wezenlijk onderdeel van de fysieke (3d) beleving van de facade.

Waardestelling

Garage is de grootste en belangrijkste ctroën dealer van Nederland

Gebouw doet sinds de ingebruikname (1931) dienst als garage, showroom en kantoor

Cu

lt.hist./Z

eld

za

am

he

id

Arc

h.h

ist./ga

afh

.+h

erk

en

ba

arh

eid

So

ciale

wa

ard

e/m

aa

ts. Wa

ard

e

Eco

.wa

ard

e/a

an

pa

sba

arh

eid

Industriële karakter van het gebouw strookt niet erg met de woon- en recreatiefunctie van de omgeving. Bedrijven die zich in de buurt bevinden zijn verder vooral gericht op zakelijke dienstverlening. Ensemble met de andere garage

AnalyseLaat voorbeeld van het modernise in Nederland. Niet specifiek onderschijdend.

Stilisitsche aansluiting bij het Plan Zuid van Berlage. Nieuwe zakelijkheid. Industriële karakter van het gebouw strookt niet erg met de woon- en recreatiefunctie van de omgeving. Bedrijven die zich in de buurt bevinden zijn verder vooral gericht op zakelijke dienstverlening.

Gebouw is nog in vrijwel de oorspronkelijke staat en nauwelijks in de loop der jaren aangepast. Ook huidige functie is nog dezelfde als bij de realisatie in 1962.

Stilisitsche aansluiting bij het Plan Zuid van Berlage. Nieuwe zakelijkheid. Industriële karakter van het gebouw strookt niet erg met de woon- en recreatiefunctie van de omgeving. Bedrijven die zich in de buurt bevinden zijn verder vooral gericht op zakelijke dienstverlening.

De garage vormt de pendant van de in eerste Citroën garage die door Wils was gebouwd tussen 1929-31. Het verving de na de Spelen van 1928 gesloopte bebouwing van het schermpaviljoen. De eerste Citroën garage werd uiteindelijk wit geschilderd om meer een stilistische eenheid te vormen met de tweede.

De garage vormt een compositionele en stilitische eenheid met de er naast gelegen Citroën garage (Jan Wils 1929-32). Gezamenlijk vormen ze de centrale toegang tot het terrein van het olympisch stadion. Tevens vormen de twee garage de afsluiting van de westzijde van het ervoor gelegen stadionplein. Voor het ontwerp van de eerste Citroëngarage was destijds door de gemeete Amsterdam als voorwaarde gesteld dat het gebouw door de zelfe architect als het Olympisch stadion moest worden ontworpen (stijleinheid).

Ritmiek van de kozijnen. Compositie van het basis kozijn dat opgedeeld is in een aantal vlakken en dat een aantal varianten kent. De wand heeft nog steeds de doriginele mechanisch bediende klapvensters. De gevelcomposite domineert de compositie van het gebouw. In het interieur geven de hendels en de klapraampjes een zekere mate van 3d beleving van de gevel. Vrijwel alles nog in oorsproinkelijke staat.

De gladde facades van garages vormen een contrast met de baksteen architectuur van het olympisch stadion (Jan Wils 1928).

Het gebouw is eigenlijk een parkeergarage waarbij de verschillende niveau's aan de buitenzijde zijn afgesloten door een vliesgevel. Heldere verticale indeling d.m.v. afwisseling van witte "betonnen" vloerzones en de er tussen gelegen transparante gevels. Alleen in de zone van de begane grond bestaat er een gedeelte met een afwijkend bakstenen karakter. De indivudele zones zijn volledig vlak. De eerst en tweede verdieping vormen een vrijwel volledig vlakke facade. Alleen de er onder gelegen begane grond is ±300mm teruggelegen. In de oorspronkelijke tekeningen is in ieder geval geen lucht in/uitlaten zichtbaar. Wel al in de eerste foto's.

Fy

siek

e a

spe

cten

Ge

bru

iksa

spe

cten

Co

mp

ositie

Originele vensters worden nog steeds voor de ventilatie gebruikt.

Grote ramen voor de "showroom". Ook werkruimten voor administratie en verkoop in deze ruitme van zon, licht en lucht. Showroom en kantoor ruimte is alleen afwijkend doordat er sprake is van een later aangebracht verlaagd plafond.Hellingbaan door het gebouw heen. Garage bedrijf is de eerste gebruiker.

Garage is de grootste en belangrijkste ctroën dealer van Amsterdam

De detaillering wordt gekenmerkt door de zeer slanke vormgeving van de profielen. Het zijn venster van een groot formaat met naar binnen toe te openen klapraampjes. Het glas wordt vanaf de buitenzijde aangebracht en met stopverf afgedicht.

Alg

em

ee

nC

on

tex

tL

oc

atie

De

tail

Ob

jec

t

De combinatie van "beton" en glas in de jaren 50/60. Laat voorbeeld van het modernisme in Nederland. Gemeentelijk monument. Bijzonderheid van de combinatie van de eerste oorspronkelijke gebruiker (garage) en de vorm

Vrijwel in oorspronkelijke staat. Hoge mate van gaafheid. Herkenbaar gebouw. Als gebruiker is er met name sprake van een heel open beleving van, en zicht op het er voor gelegen Stadionplein.

Beperkt zolang het object het bezit is van de eerste gebruiker .

Dure locatie binnen Amsterdam. Voor het eventueel geschikt maken van het gebouw voor kantoren zal voldaan moeten worden aan de huidge eisen van bouwfysica. Hier zijn met name de gevel en lichttoetreding t.o.v. de diepte van het gebouw andachtspunten). Ook de toegang is nu gericht op de specifieke functie van garage (Hellingbaan en beperkt aantal trappen en liften)

Garage is de grootste en belangrijkste ctroën dealer van Nederland

Garage is de grootste en belangrijkste ctroën dealer van Amsterdam. Over het algemeen zijn dergelijke bedrijven gelegen op bedrijven tereinen in Amsterdam Zuid-Oost. Locatie vertegenwoordigd een hoge economische waarde. Dat niet in verhouding staat tot de nu ondergebrachte bedrijfstak.

N.v.t.

Garage is de grootste en belangrijkste ctroën dealer van Amsterdam.

Page 33: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

33

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Trisco

Tweede huid.

A

B C

A1 isolatie aan de voorzijde / geen onderisolatie A2 isolatie aan de voorzijde / onderisolatie 500mm A3 isolatie aan de voorzijde / onderisolatie volledig

A4 geen isolatie aan de voorzijde / geen onderisolatie A5 geen isolatie aan de voorzijde / onderisolatie 500mm A6 geen isolatie aan de voorzijde / onderisolatie volledig

B1 volledige onderisolatie B2 zonder onderisolatie C Isokorf

Page 34: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

67

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

Huidige gevel

Page 35: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

68

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

Lokale verbeteringen

Page 36: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

69

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

Tweede huid- façade Variant A

Page 37: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

70

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

Tweede huid- façade Variant B

Page 38: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

71

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

KlimaatgevelVariant A

Page 39: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

72

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Render

KlimaatgevelVariant B

Page 40: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

34

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant A

verticaledoorsnede

1:20

Page 41: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

35

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant A

gevel1:20

Page 42: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

36

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant A

horizontale doorsnede

1:20

Page 43: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

37

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant A

verticaaldetail

1:5

Page 44: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

38

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant B

verticaledoorsnede

1:20

Page 45: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

39

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant B

gevel1:20

Page 46: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

40

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant B

horizontale doorsnede

1:20

Page 47: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

41

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Lokale verbeteringen

Variant C

verticaledoorsnede

1:20

Page 48: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

42

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant A

verticaledoorsnede

1:20

Page 49: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

43

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant A

gevel1:20

Page 50: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

44

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant A

horizontale doorsnede

1:20

Page 51: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

45

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant A

verticaaldetail

1:5

Page 52: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

46

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant B

verticaledoorsnede

1:20

Page 53: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

47

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant B

gevel1:20

Page 54: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

48

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant B

horizontale doorsnede

1:20

Page 55: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

49

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant B

verticaaldetail

1:5

Page 56: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

50

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant C

verticaledoorsnede

1:20

Page 57: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

51

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant C

gevel1:20

Page 58: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

52

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant C

horizontale doorsnede

1:20

Page 59: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

53

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Tweede huid façade

Variant C

verticaaldetail

1:5

Page 60: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

54

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant A1(enkel glas)

verticaledoorsnede

1:20

Page 61: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

55

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant A2

verticaledoorsnede

1:20

Page 62: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

56

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant A

gevel1:20

Page 63: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

57

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant A

horizontale doorsnede

1:20

Page 64: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

58

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant A

verticaaldetail

1:5

Page 65: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

59

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant B

verticaledoorsnede

1:20

Page 66: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

60

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant B

gevel1:20

Page 67: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

61

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant B

horizontale doorsnede

1:20

Page 68: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

62

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant B

verticaaldetail

1:5

Page 69: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

63

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant C

verticaledoorsnede

1:20

Page 70: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

64

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant C

gevel1:20

Page 71: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

65

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant C

horizontale doorsnede

1:20

Page 72: Tweede Citroën garage een voorstel voor gevelrenovatie

66

Ar1A020Technical Studies I

22-10-2009

Hans Culp 1238345

Sjan van Engelenhoven1402668

Bas Lewerissa1317415

Docent:Ir. Frank Koopman

Klimaatgevel

Variant C

verticaaldetail

1:5