2
Vertel over wat je gedaan hebt. Gebruik de woorden lui en actief. Vertel over wat je gedaan hebt. Gebruik de woorden gekeken, geluisterd en gespeeld. Vertel: Wat, waar en met wie je gegeten hebt. Vertel waar jij was. Vertel over: - de drukste plek - de stilste plek - de verste plek Vertel over wat je gedaan hebt. Gebruik de woorden pfff!, oh oh!, duhhh! en mmmm. Vertel: Wat zijn de drie leukste dingen die jij gedaan hebt? Vertel wie jij gezien hebt. Vertel over: - een jong iemand - een oud iemand Teken op een los blaadje wat je gedaan hebt. Je mag er niet bij praten of schrijven. Kunnen de anderen raden wat het is? Vertel drie dingen die jij gedaan hebt. Maar let op! Eén ding is niet echt waar. Dat verzin je maar. Kunnen de anderen raden wat niet waar is? Vertel over wat je gedaan hebt. Gebruik deze zinnen: - Ik ben er trots op dat... - Ik baalde ervan dat... Vertel: Waar heb jij het hardst om gelachen? Neem iets in je hoofd wat je gedaan hebt. De anderen stellen vragen om erachter te komen wat het was. Jij mag alleen met ja en nee antwoorden. Kunnen ze het raden?

Vertel over wat je Vertel over: - een oud iemand...- een jong iemand - een oud iemand Teken op een los blaadje wat je gedaan hebt. Je mag er niet bij praten of schrijven. Kunnen de

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Vertel over wat je Vertel over: - een oud iemand...- een jong iemand - een oud iemand Teken op een los blaadje wat je gedaan hebt. Je mag er niet bij praten of schrijven. Kunnen de

Vertel over wat je gedaan hebt.

Gebruik de woorden lui en actief.

Vertel over wat je gedaan hebt.

Gebruik de woorden gekeken, geluisterd en gespeeld.

Vertel:Wat, waar en met wie

je gegeten hebt.

Vertel waar jij was. Vertel over:

- de drukste plek- de stilste plek- de verste plek

Vertel over wat je gedaan hebt.Gebruik de woorden pfff!, oh oh!, duhhh! en mmmm.

Vertel:Wat zijn de drie leukste dingen

die jij gedaan hebt?

Vertel wie jij gezien hebt. Vertel over:

- een jong iemand- een oud iemand

Teken op een los blaadje wat je gedaan hebt. Je mag er niet bij praten of schrijven.

Kunnen de anderen raden wat het is?

Vertel drie dingen die jij gedaan hebt. Maar let op!Eén ding is niet echt waar. Dat verzin je maar. Kunnen de anderen raden wat niet waar is?

Vertel over wat je gedaan hebt. Gebruik deze zinnen:

- Ik ben er trots op dat...- Ik baalde ervan dat...

Vertel:Waar heb jij het hardst

om gelachen?

Neem iets in je hoofd wat je gedaan

hebt. De anderen stellen vragen om erachter te komen wat het was. Jij mag alleen met ja en nee antwoorden. Kunnen

ze het raden?

Page 2: Vertel over wat je Vertel over: - een oud iemand...- een jong iemand - een oud iemand Teken op een los blaadje wat je gedaan hebt. Je mag er niet bij praten of schrijven. Kunnen de