39
BASIL WALDMANN

Voorlichting op maat - Wikiwijs · 2015. 11. 25. · Voorlichting op maat. In het derde hoofdstuk wordt een stappenplan uitgewerkt hoe Voorlichting op maat op een zorgeenheid geïmplementeerd

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • BASIL WALDMANN

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 2 van 39

    Auteur:

    Basil Waldmann

    Teamleider

    Zorgeenheid neurologie

    Tel.: 020-4442220

    E-mail: [email protected]

    VU medisch centrum

    De Boelelaan 1117

    1081 HV Amsterdam

    www.vumc.nl

    januari 2008

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 3 van 39

    Inhoud

    Samenvatting ...............................................................................................................pag. 5

    Inleiding .......................................................................................................................pag. 7

    Aanleiding ....................................................................................................................pag. 7

    Opbouw........................................................................................................................pag. 7

    Hoofdstuk 1: huidige situatie

    Inleiding .......................................................................................................................pag. 9

    Overheid.......................................................................................................................pag. 9

    1.2 VUmc ..................................................................................................................pag. 10

    1.3 Patiënt ................................................................................................................pag. 11

    1.4 Verpleegkundige................................................................................................pag. 12

    1.5 Effecten van voorlichting ..................................................................................pag. 13

    1.6 Best Practices .....................................................................................................pag. 15

    Hoofdstuk 2: gewenste situatie

    Inleiding .......................................................................................................................pag. 17

    2.1 Definitie..............................................................................................................pag. 17

    2.2 Voorlichting als verpleegkundige interventie..................................................pag. 18

    2.3 Voorlichtingsproces...........................................................................................pag. 19

    2.4 Voorlichtingsvormen .........................................................................................pag. 20

    2.5 Voorlichtingsmodel ...........................................................................................pag. 20

    2.5.1 Wie kan het beste de informatie overbrengen?..............................................pag. 21

    2.5.2 Om welke informatie gaat het? .......................................................................pag. 21

    2.5.3 Hoe kan de informatie het beste overgebracht worden? ..............................pag. 21

    2.5.4 Welk hulpmiddel is het meest geschikt? .......................................................pag. 23

    Hoofdstuk 3: stappenplan

    Inleiding .......................................................................................................................pag. 25

    3.1 Overzichtstabel..................................................................................................pag. 25

    3.2 Stappen ..............................................................................................................pag. 26

    Hoofdstuk 4:

    Inleiding .......................................................................................................................pag. 33

    4.1 Conclusie..............................................................................................................pag. 33

    4.1 Aanbevelingen .....................................................................................................pag. 33

    Literatuurlijst ...............................................................................................................pag. 35

    Bijlage:

    1: Checklist voor de beoordeling van schriftelijk voorlichtingsmateriaal...............pag. 37

    2: Checklist voor de beoordeling van audiovisueel voorlichtingsmateriaal ...........pag. 38

    3: Checklist voor de beoordeling van multimediaal voorlichtingsmateriaal ..........pag. 39

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 4 van 39

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 5 van 39

    Samenvatting: Voorlichting op maat

    Voorlichting geven aan patiënten heeft talloze aspecten: de behoefte aan informatie van de

    patiënten en hun naasten, het belang van nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden, de

    verschillende manieren in het geven van voorlichting, de diverse modellen en methoden, de

    hulpmiddelen en bronnen.

    Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de effecten van voorlichting positief zijn. De

    patiënten zijn meer tevreden en ervaren minder angst en pijn. Hun zelfzorg en therapietrouw

    neemt daardoor toe. Daarbij vermindert een goede voorlichting de ligduur van een patiënt in

    het ziekenhuis. Onderzocht is ook welke informatie de patiënten en zijn naasten belangrijk

    vinden.

    In praktijk zijn veel goede initiatieven te vinden. Deze hebben vaak te maken met het

    ontwikkelen en gebruik van middelen zoals folders, brochures, kaarten, films,

    informatiepakketten, patiëntgebonden informatiedossiers, etc. Vaak gaat het om bepaalde

    modellen zoals communicatie-, participatie- of gedragsveranderingmodellen en om het

    gebruik van bepaalde methodes zoals groepsbijeenkomsten of following-up gesprekken.

    Met Voorlichting op maat geven wij een methode aan waarop de verschillende hulpverleners,

    die bij de behandeling van één patiënt betrokken zijn, het beste voorlichting kunnen geven.

    De verpleegkundige heeft hierbij een belangrijke rol omdat voorlichting als een

    verpleegkundige interventie beschouwd wordt.

    Op basis van een evidence based analyse stellen wij de voorlichtingsbehoefte van de patiënt

    en zijn naasten vast. Vervolgens wordt gedefinieerd welke hulpverlener verantwoordelijk is

    om bepaalde informatie op het juiste moment te verstrekken. Het meest geschikte

    hulpmiddel, dat de voorlichting ondersteunt, wordt ingezet. De voorlichting wordt op één en

    dezelfde methode gegeven door alle betrokken hulpverleners. Het is van belang dat de

    patiënt openstaat voor het ontvangen van informatie en de boodschap begrijpt. Vervolgens

    moet de patiënt met de informatie iets willen en kunnen doen. Pas dan is hij in staat om

    daadwerkelijk iets te doen en het te blijven doen. De patiënt ontvangt een verzamelmap met

    tabbladen geordend volgens het primaire proces en de informatiebehoefte van de patiënt.

    Per behandeld onderwerp kan de patiënt daarin informatie in de vorm van een folder,

    brochure, aantekeningen, foto’s, etc. verzamelen. Op deze manier kan hij informatie nalezen

    en zich voorbereiden op het volgende voorlichtingsgesprek.

    De sleutel van Voorlichting op maat is om de patiënt en zijn naasten de juiste informatie op

    het juiste moment door de juiste hulpverlener, ondersteund met het juiste hulmiddel en op

    de juiste manier te geven.

    Dit verbeterplan biedt een theoretisch en praktisch kader. Het is gebaseerd op uitgebreid

    literatuur- en praktijkonderzoek en biedt innovatieve ideeën om op elke zorgeenheid

    Voorlichting op maat te implementeren.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 6 van 39

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 7 van 39

    Inleiding

    Aanleiding

    “Zorg op maat” is een slogan van het VUmc. (www.vumc.nl) Bij vernieuwingen en

    veranderingen in de zorg moet de patiënt een centrale plaats krijgen. De positie van de

    patiënt wordt door wet en regelgeving versterkt. De Wet op de Geneeskundige

    Behandelovereenkomst (WGBO) van 1995 regelt o.a. het recht op informatie over onderzoek,

    behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt. (Beumer e.a. 2002) De

    verpleegkundige heeft hierbij een belangrijke rol en taak als zorgdrager en regisseur. Zij

    helpt de patiënt bij het leren omgaan met een ziekte of aandoening en deze in te passen in

    zijn leven. Daarnaast is de verpleegkundige ook verantwoordelijk voor het hele zorgproces

    ten behoeve van de patiënt. (Pool e.a., 2001)

    Uit bovenstaande blijkt hoe belangrijk het geven van voorlichting is. De patiënt staat centraal

    in het zorgproces en de verpleegkundige heeft hierbij een regisserende rol. Dit is de

    aanleiding voor het project Voorlichting op maat, het winnende project voor de

    verpleegkundeprijs 2006 van het VUmc.

    Opbouw

    Het verbeterplan is opgebouwd uit vier hoofdstukken.

    � Het eerste hoofdstuk beschrijft de huidige situatie vanuit het perspectief van de

    overheid, het VUmc, de patiënt en de verpleegkundige. Verder wordt ingegaan op de

    effecten van voorlichting. Bij de analyse is gebruik gemaakt van literatuurstudie en

    uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek. Met de beschrijving van best practices

    wordt dit hoofdstuk afgerond.

    � In het tweede hoofdstuk wordt de gewenste situatie beschreven. Voorlichting is een

    verpleegkundige interventie. Een beschrijving van het voorlichtingsproces, de

    voorlichtingsvormen en het voorlichtingsmodel is de theoretische onderbouwing van

    Voorlichting op maat.

    � In het derde hoofdstuk wordt een stappenplan uitgewerkt hoe Voorlichting op maat

    op een zorgeenheid geïmplementeerd kan worden.

    � In het vierde hoofdstuk wordt er een conclusie uit dit verbeterplan getrokken en

    worden aanbevelingen ten aanzien van de implementatie gedaan.

    Tenslotte zijn de literatuurlijst en bijlagen toegevoegd.

    Opmerking van de schrijver: Voor het leesgemak mag waar ‘hij’ staat ook ‘zij’ gelezen

    worden en vice versa. Voor de duidelijkheid staat in dit verbeterplan ‘hij’ voor patiënt en ‘zij’

    voor verpleegkundige.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 8 van 39

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 9 van 39

    Hoofdstuk 1: Huidige situatie

    In dit hoofdstuk wordt het belang van voorlichting uit verschillende invalshoeken

    gemotiveerd: de overheid, het VUmc, de patiënt en de verpleegkundige. Hierdoor ontstaat

    een goed beeld over de context van patiëntenvoorlichting in het algemeen. Verder zijn de

    effecten van voorlichting onderzocht en beschreven. Afgesloten wordt met de beschrijving

    van twee best practices, die het meest aansluiten bij Voorlichting op maat.

    1.1 Overheid

    De overheid heeft door middel van wetgeving vastgelegd welke rechten en plichten de

    patiënt heeft. De overheid benadrukt het standpunt dat een patiënt op voorlichting mag

    rekenen die op zijn behoeften, mogelijkheden en beperkingen afgestemd is.

    Patiëntenvoorlichting moet een vast onderdeel van de totale zorgverlening worden. Door

    subsidies en regelgeving probeert de overheid de voorlichting te verbeteren. Sinds eind jaren

    zeventig is in toenemende mate aandacht besteed aan de versterking van de rechtspositie

    van de patiënt. Dit gebeurt onder andere door het stimuleren van voorlichting en informatie

    geven. De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) schrijft voor dat de

    patiënt recht heeft op informatie en op inzage van zijn dossier; tevens is voor het uitvoeren

    van een behandelingsovereenkomst de toestemming van de patiënt vereist. (Kedzierski e.a.,

    2001) De patiënt heeft het fundamentele recht om volledig over zijn gezondheidstoestand te

    worden geïnformeerd. De hulpverlener dient de patiënt te informeren over de aard en het

    doel van zijn onderzoeken, de gevolgen, risico’s, vooruitzichten en eventuele alternatieven.

    Wanneer de patiënt om schriftelijke informatie vraagt dan moet dit gegeven worden.

    Informatie is van wezenlijke betekenis voor de toestemming die de patiënt voor onderzoek

    en behandeling moet geven (informed consent). Om deze toestemming te kunnen geven

    dient de patiënt optimaal op de hoogte te zijn van de aard en de context van wat te

    gebeuren staat. (Verbogt, 1998) Het behoort primair tot de taak en de verantwoordelijkheid

    van de arts om de patiënt te informeren. De coördinatie van informatie, instructie en

    begeleiding van de individuele patiënt ligt echter op het terrein van de verpleegkundige.

    (Beumer e.a., 2002)

    Het advies van de commissie Dekker (1987) wordt sindsdien door de achtereenvolgende

    kabinetten opgevolgd: de rol van de patiënt moet belangrijker worden. Vraagsturing en

    vraaggerichtheid zijn daarbij veel gehanteerde begrippen. Op de website

    www.vraaggestuurdezorg.nl worden verschillende richtingen van de zorgverlening

    beschreven. Bij vraaggestuurde zorg geeft de patiënt niet alleen richting aan het

    zorgaanbod, maar hij bepaalt ook het aanbod. Cliëntgerichte zorg kan worden beschouwd

    als voorloper van vraaggerichte zorg en is vergelijkbaar met de betekenis van zorg op maat.

    Bij vraaggerichte zorg doet de zorgaanbieder nadrukkelijk moeite om de bestaande

    zorgverlening aan te passen aan de specifieke behoeften en wensen van de individuele

    cliënt. Dit komt vooral tot uiting in het streven naar mondigheid van de patiënt en de

    verhoging van diens autonomie: de patiënt wil zelf mee kunnen beslissen over maatregelen

    met betrekking tot zijn gezondheid.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 10 van 39

    1.2 VUmc

    Het VUmc staat voor excellente patiëntenzorg. (www.vumc.nl) Sinds 2003 participeert het

    VUmc aan het driejaarlijkse landelijke patiënten tevredenheidonderzoek van de Vereniging

    Academische Ziekenhuizen (VAZ). (VUmc, 2003) Dit onderzoek is een graadmeter voor de

    kwaliteit van geleverde zorg. Kwaliteitszorg is gericht op het continu verbeteren van de

    patiëntenzorg. Van zorgverleners en instellingen wordt gevraagd zorg te leveren die

    doeltreffend en doelmatig is, die voldoet aan behoeften van de patiënt en die

    patiëntvriendelijk wordt verleend. (Grol en Wensing, 2001)

    In het landelijke patiënten tevredenheidsonderzoek worden zes aspecten van zorg

    onderzocht. (Prismant, 2006) Als een rode draad loopt het onderwerp ‘voorlichting’ door elk

    aspect. De zes aspecten met de daarbij voor dit project relevante vragen zijn hieronder

    benoemd:

    1. Ontvangst bij opname � Hoe tevreden bent u over het opnamegesprek door de verpleegkundige?

    2. Bejegening en verzorging door verpleegkundigen � Hoe tevreden bent u over de deskundigheid waarmee u door de verpleegkundige

    werd geholpen?

    3. Bejegening en behandeling door artsen � Hoe tevreden bent u over de deskundigheid waarmee u door de artsen werd

    geholpen?

    4. Informatie � Hoe tevreden bent u over de duidelijkheid van de door de verpleegkundige

    gegeven informatie (over bijvoorbeeld ziekteverloop, medicijngebruik, verloop

    van de behandeling)?

    � Hoe tevreden bent u over de duidelijkheid van de door artsen gegeven informatie

    (over ziekte, medicijnen, behandeling, onderzoek en de uitslag ervan)?

    5. Zelfstandigheid/respect � Hoe tevreden bent u over de mate waarin u kon meebeslissen over uw

    behandeling?

    6. Het vertrek en nazorg � Hoe tevreden bent u over de informatie over de verdere behandeling (zoals regels

    voor leefstijl, rust en werken, het gebruik van medicijnen of van hulpmiddelen)?

    In het VUmc is men zich bewust dat patiëntenvoorlichting een belangrijk aspect is van

    kwaliteit van zorg. Dit is aanleiding voor uiteenlopende activiteiten op verschillenden

    terreinen. Hieronder enkele voorbeelden:

    � Bij de afdeling patiëntenvoorlichting kunnen patiënten terecht voor informatie,

    vragen, klachten en suggesties.

    � Er zijn talloze voorlichtingsfolders en brochures beschikbaar met algemene

    informatie over praktische tips, b.v. een goed verblijf in het ziekenhuis, over

    faciliteiten, rechten en plichten en over specifieke informatie b.v. ziektebeelden,

    gezondheidsklachten en onderzoeken.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 11 van 39

    � Er worden regelmatige voorlichtingsbijeenkomsten gehouden b.v. informatieavonden

    met een medisch onderwerp of spiegelbijeenkomsten om te ervaren hoe patiënten

    het verblijf in het ziekenhuis ervaren hebben.

    � Er werken specialistische verpleegkundigen zoals diabetes- en

    stomaverpleegkundigen die tot taak hebben de zorg en de voorlichting voor speciale

    groepen patiënten te verbeteren.

    1.3 Patiënt

    De patiënt krijgt veel informatie via verpleegkundigen. Net als de steun, die

    verpleegkundigen bieden, ervaart de patiënt de voorlichting over het algemeen als positief.

    Hij beschouwt de verpleegkundigen vaak als eerste aanspreekpunt voor informatie. Hij laat

    aan de verpleegkundige vaak meer van zijn angst, twijfel en onzekerheid zien dan aan de

    arts. De patiënt vindt de opbouw van een vertrouwensrelatie belangrijk. Vriendelijkheid,

    persoonlijke belangstelling, serieus genomen worden, zich gehoord en gesteund voelen

    scoren daarbij hoog.

    Knelpunten in de voorlichting kunnen van praktische aard zijn, zoals gebrek aan privacy

    tijdens een gesprek. De beschikbare tijd kan tekortschieten en soms is de voorlichting niet

    goed afgestemd tussen verschillende hulpverleners. Informatie is dan tegenstrijdig of

    relevante informatie ontbreekt. De informatie is deels ongevraagd en niet altijd afgestemd

    op de persoonlijke situatie. Tot slot bestaat het probleem van een te grote hoeveelheid aan

    informatie. De patiënt kan niet altijd alle informatie opnemen. Hij kan met vragen blijven

    zitten die niet gesteld of niet beantwoord zijn. Dit realiseert de patiënt zich pas na afloop

    van een gesprek of als hij weer thuis is na een verblijf in het ziekenhuis. (Terra, 2000)

    Ook al biedt de verpleegkundige naar redelijke, objectieve maatstaven goede informatie en

    doet zij haar uiterste best om die informatie effectief aan de patiënt over te dragen, toch is

    er een behoorlijke kans dat de informatie onvoldoende overkomt. Een patiënt moet aan

    bepaalde voorwaarden voldoen om communicatie mogelijk te maken. Hij moet informatie

    willen. Het niet de bedoeling dat de patiënt tegen zijn wil informatie opgedrongen krijgt. De

    informatieplicht schrijft ook voor dat de patiënt informatie móet krijgen, omdat anders

    gevaar dreigt voor zijn eigen welzijn of dat van anderen. Uit patiëntenenquêtes komt naar

    voren dat een meerderheid van de patiënten informatie wenst.

    Naast de principevraag óf de patiënt überhaupt informatie wenst, bestaat de vraag welk

    sóórt informatie de patiënt wenst. Dit blijkt uit een onderzoek van Dodge (1972), die de

    informatiebehoefte bij een steekproef van ziekenhuispatiënten inventariseerde. De

    categorieën informatie waaraan patiënten volgens dit onderzoek behoefte hebben zijn

    onderverdeeld in:

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 12 van 39

    Zeer belangrijk:

    � welke ziekte is geconstateerd, wat is er aan de hand en hoe ernstig is de toestand

    � hoe lang kan de ziekte duren

    � hoe kan de patiënt zelf meewerken aan de genezing

    � de uitslag van onderzoeken of operatie

    � kans dat de ziekte terugkomt

    Belangrijk:

    � wat zijn de oorzaken van de ziekte

    � welke verschijnselen kunnen zich voordoen

    � welk soort therapie zal nodig zijn

    Betrekkelijk belangrijk:

    � gedetailleerde informatie over de gang van zaken bij behandelingen en onderzoeken

    � naam en werking van voorgeschreven medicijnen

    Niet zo belangrijk:

    � informatie over financiële consequenties

    Mantelzorgers en andere familieleden hebben deels dezelfde, deels andere behoeften.

    Partners van een patiënt willen weten hoe ze de zelfstandigheid van hun partner kunnen

    behouden. Partners van mensen met chronische ziekten willen weten hoe ze hun eigen leven

    kunnen inrichten, zodat de ziekte niet een centrale plaats gaat innemen. Bovendien willen ze

    weten welke reacties iemand kan tonen als gevolg van een ziekte en hoe ze daarmee om

    kunnen gaan. Ze willen hun leven zo gewoon mogelijk voortzetten.

    1.4 Verpleegkundige

    Voorlichting maakt een aanzienlijk deel uit van het verpleegkundig handelen. De

    verpleegkundige vindt voorlichting geven belangrijk. Voorlichtingsactiviteiten dragen bij aan

    het bereiken van verpleegdoelen bij de patiënt zoals kennisvermeerdering, angstreductie en

    vaardigheid om bepaalde handelingen uit te voeren. Ze bieden de patiënt emotionele

    ondersteuning en helpen hem greep te krijgen op zijn gezondheidsproblemen. De

    verpleegkundige hecht grote waarde aan de relatie met de patiënt. Zij streeft naar een

    samenwerkingsrelatie met de patiënt omdat zijn medewerking essentieel is in de

    zorgverlening.

    De verpleegkundige ervaart ook knelpunten bij het geven van voorlichting. Het kan gaan om

    een afwachtende, passieve opstelling van de patiënt of om teleurstellende resultaten van

    haar eigen gegeven voorlichting. Het komt voor dat een patiënt de gegeven informatie niet

    goed heeft begrepen of heeft onthouden. Ook volgt een patiënt niet altijd het advies van de

    verpleegkundige op. Vaak ervaart de verpleegkundige problemen in de onderlinge

    afstemming van voorlichting wanneer er meerdere hulpverleners bij de zorg betrokken zijn.

    Het is vaak onduidelijk wie verantwoordelijk is voor welk deel van de informatie. Vooral de

    taakafbakening tussen artsen en verpleegkundigen is in de praktijk vaak onduidelijk. (Terra,

    2000) Niet alle verpleegkundigen hechten evenveel belang aan het geven van voorlichting.

    Dit bepaald deels of de voorlichting al dan niet gegeven wordt. Bovendien hebben veel

    verpleegkundigen onvoldoende kennis en inzicht in het geven van voorlichting. Zij

    beschikken niet of onvoldoende vaardigheden om voor te lichten en kunnen zich moeilijk in

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 13 van 39

    de situatie van de patiënt inleven. (Maertens e.a., 2000) De verpleegkundige mist soms

    goede voorlichtingsmaterialen en/of een ruimte die voldoende privacy biedt om ongestoord

    voorlichting te kunnen geven.

    In de praktijk wordt een groot deel van de patiëntenvoorlichting vrij willekeurig en zelfs min

    of meer onbewust gegeven via een soort hardop denken. Het idee dat voorlichting door

    verpleegkundigen kan worden gegeven tijdens de lichamelijke verzorging behoort tot het

    domein der fabels en rituelen. Het gevaar bestaat dat het technisch deel van de

    zorgverlening voorrang krijgt en voorlichting naar de marge verdwijnt. De aandacht van de

    patiënt is dan niet op de voorlichting gericht. (VWR, 1995)

    1.5 Effecten van voorlichting

    Afhankelijk van de ziekte of aandoening, de situatie en de manier waarop aan de

    voorlichting gestalte is gegeven, verschillen de doelen van de patiëntenvoorlichting en

    vervolgens ook de effecten. Voorbeelden van verschillende doelen zijn: kennis,

    therapietrouw, zelfzorg of geruststelling. Het Nederlandse effectonderzoek is nog schaars,

    maar komt vooralsnog tot overeenkomstige bevindingen met het Engelse en Amerikaanse

    onderzoek. Het beschikbare effectonderzoek richt zich vooral op operatieve voorlichting,

    voorlichting aan hypertensie- en diabetespatiënten en op de rol van angst in de voorlichting.

    De meeste interventies bestaan uit een combinatie van schriftelijke en mondelinge

    voorlichtingsmethoden. De resultaten zijn over het algemeen gunstig. Patiënten die voor een

    operatieve ingreep voorlichting ontvangen liggen gemiddeld korter in het ziekenhuis, wat

    een gunstige kostenbaten verhouding oplevert. Voorwaarde is echter dat er een zeker

    minimum investering en een systematisch geplande interventie aan ten grondslag ligt.

    Succesvolle programma’s kenmerken zich bovendien door een optimale integratie in de

    zorgverlening en een follow-up in de uitvoering. Ineffectieve programma’s blijven vaak

    beperkt van opzet, doordat ze alleen op kennisoverdracht gericht zijn. Bij

    hypertensiepatiënten is vastgesteld dat de therapietrouw aanzienlijk kan verbeteren door

    programma’s waarin voorwaarden worden gecreëerd voor goede voorlichting zoals

    frequentere nacontroles door de huisarts of het afleggen van een huisbezoek door een

    verpleegkundige. Voorlichtingsprogramma’s waarin de patiënt leert wat hij zelf kan doen om

    zijn bloeddruk te verminderen blijken effectief. Instructie en educatie aan diabetespatiënten,

    teneinde de zelfzorg te vergroten, leidt tot een reductie van het aantal ziekenhuisopnamen

    en een kortere ligduur. Patiënten die voorgelicht zijn over een ingreep, ervaren over het

    algemeen minder angst en pijn. Procedurele informatie heeft hierop echter geen effect.

    Sensorische informatie (informatie over hoe de ingreep aanvoelt, wat voor gewaarwordingen

    deze geeft etc.) en voorlichting door mondeling en gedragsmatige technieken (leren van

    oefeningen, relaxatietrainingen etc.) lijkt wel effectief. (Maertens e.a., 2000)

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 14 van 39

    Wat herinnert een patiënt zich van een voorlichtingsgesprek of een consult?

    Mensen herinneren zich 10% van wat zij lezen in b.v. een voorlichtingsbrochure,

    20% van wat b.v. een verpleegkundige hen vertelt in een opnamegesprek,

    35% van wat zij zien,

    55% als horen en zien gecombineerd wordt en

    80% als zij zelf herhalen wat gezegd is.

    Het beste resultaat verkrijg je als een persoon de informatie in zijn eigen worden herhaalt én

    het geleerde tegelijkertijd demonstreert: 90% juiste herinnering. (Sassen, 1997)

    Voorlichting heeft het meeste effect als er meerdere zintuigen van de patiënt tegelijk

    geprikkeld worden. Hoe meer de patiënt bij de voorlichting betrokken is, des te effectiever is

    de overdracht. In onderstaande afbeelding (Afb.1) komt dat nog eens duidelijk naar voren.

    meer actieve participatie

    =

    effectieve overdracht

    ‘repeated planned experiences’

    op vaste tijden zelf actief met de materie bezig zijn

    demonstratie gevolgd door zelf oefenen

    horen, voelen, zien, proeven, beleven

    demonstraties

    zien, horen, voelen

    films, video, televisie

    zien, horen

    afbeeldingen, plaatjes

    zien

    schriftelijk materiaal

    zien

    lezing

    horen

    weinig participatie

    =

    slechte overdracht van informatie

    Afb. 1: Mate van participatie (Maertens e.a., 2000)

    Het is bevorderlijk voor het effect van de informatieverstrekking als de belangrijkste

    informatie op schrift worden vastgelegd en aan de patiënt worden meegegeven. Dat biedt de

    volgende voordelen:

    � De patiënt kan de informatie nog eens nalezen.

    � Hij kan de informatie nog eens tot zich laten doordringen op een moment dat hij

    daarvoor in de stemming is.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 15 van 39

    � De informatie kan in het gesprek met familie en kennissen minder gemakkelijk een

    eigen leven gaan leiden.

    � De op schrift gestelde informatie kan vaak beter geëvalueerd worden.

    � Geschreven informatie is zowel voor de rechtspositie van de patiënt als die van de

    hulpverlener bewijsrechtelijk beter hanteerbaar.

    � Door tekst en instructieve tekeningen kunnen bepaalde zaken verduidelijkt worden.

    Schriftelijke voorlichting alleen is slechts in beperkte mate effectief. Voor zover er positieve

    effecten werden gemeten, had dat mogelijk te maken met de vorm van voorlichting. Een

    specifieke folder lijkt effectiever dan een algemene folder. Ook het vooraf testen van het

    schriftelijk voorlichtingsmateriaal op leesbaarheid zou invloed kunnen hebben op de

    effectiviteit. Praktijkfolders zijn vaak in een te moeilijke taal geschreven en worden niet door

    alle patiënten begrepen. Ook de uiterlijke vorm van het materiaal is mogelijk van invloed op

    het effect; zo zou het gebruik van illustraties de kennisoverdracht kunnen versterken.

    (Adamo e.a., 2000) Uit een evaluatie betreffende het gebruik van een cd-rom voor patiënten

    met hartfalen bleek dat het programma gebruiksvriendelijk was, ook voor oudere patienten,

    en dat het voldoende informatie gaf over hartfalen. De deelnemers aan het onderzoek waren

    van mening dat ze via de cd-rom betere informatie ontvingen dan via het lezen van een

    folder of het bekijken van een video. (Strömberg e.a., 2002) Bij de introductie van een nieuw

    geneesmiddel, dat invloed heeft op het de ernst van de verslechtering bij Multiple Sclerose,

    is gebruik gemaakt van een mix van interventies: een brochure, voorlichtingsbijeenkomsten

    en de MS-telefoon. De waardering voor deze manier van voorlichten bleek zeer hoog.

    (Coolen, 1997)

    1.6 Best Practices

    Hieronder worden twee best practices beschreven, waarbij nieuwe voorlichtingssystemen

    gebruikt worden. Deze gaan uit van de behoeften van de patiënt en geven informatie op

    maat over de persoonlijke situatie.

    Het idee van een patiënteninformatie dossier is afkomstig uit het Wilhelmina

    Kinderziekenhuis in Utrecht. In het VUmc heeft Carola MacDonald, verpleegkundig consulent

    en spina bifida coördinator kindergeneeskunde een vergelijkbaar concept ontwikkelt om

    voorlichting te geven aan ouders van kinderen met spina bifida. Het dossier biedt allerhande

    informatie, gerangschikt op onderwerp. Er is een medisch deel over het ontstaan van de

    ziekte, de erfelijkheid, de behandeling en mogelijke complicaties. In een ander deel zijn

    praktische aspecten opgenomen over patiëntenverenigingen, persoonsgebonden budget,

    etc. Naast deze informatieve delen is er in het dossier ook ruimte voor aantekeningen en

    vragen van de patiënt en/of zijn familie. Bovendien is er een checklist opgenomen, waarop

    wordt aangegeven welke bespreekpunten aan de orde zijn geweest. Het dossier is een

    losbladig systeem. Hierdoor kan per patiënt beslist worden welke informatie op welk

    moment relevant is om toe te voegen. Informatie die bij een patiënt niet van toepassing is

    kan zo weggelaten worden. Voor het dossier is een handzaam A5 formaat gekozen, zodat

    het makkelijk mee te nemen is. Bij elke fase van het gezondheidsproces en bij elk polikliniek

    bezoek wordt het dossier bijgewerkt en aangevuld.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 16 van 39

    The Health Agency (www.thehealthagency.com) wint met InfoDoc® de Best Practice Award

    2005 in de categorie voorlichting. Deze prijs is een initiatief van de NPCF (Nederlandse

    Patiënten Consumenten Federatie) en het CBO (Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg).

    De patiënt en/of zijn familie krijgen een persoonlijke webpagina, die alle relevante

    (medische) voorlichting bevat. Deze pagina is onderdeel van de website van het ziekenhuis

    en staat dus ook in de huisstijl van het ziekenhuis. Met een code kan de patiënt de pagina

    bekijken. De informatie is ook uit te printen. De patiënt heeft op ieder moment in het

    zorgproces een goed inzicht in diagnose, mogelijke behandelingen, leefregels en nazorg. Hij

    wordt tijdens het behandelingstraject een waardevolle gesprekspartner die samen met de

    behandelaar tot de juiste keuzes kan komen. De medisch specialist krijgt te maken met

    patiënten die goed geïnformeerd zijn. Hiermee verbeteren niet alleen doelmatigheid en

    kwaliteit van zorg, de arts voldoet meteen ook aan de Wet Geneeskundige

    Behandelovereenkomst (WGBO) doordat hij de patiënt informeert over de te leveren zorg.

    Alle beschikbare informatie bevindt zich in een database. De behandelaar beslist welke

    informatie op welk moment in het zorgproces voor de patiënt relevant is. Voor het

    daadwerkelijk plaatsen van de informatie op de persoonlijke webpagina klikt te behandelaar

    bepaalde gegevens aan op zijn scherm. Wanneer hij dit doet, geeft hij het systeem de

    opdracht de gewenste informatie uit de database te verzamelen en op maat samen te stellen

    voor de patiënt op zijn persoonlijke pagina. Een medisch wetenschappelijke redactie stelt de

    voorlichting in de database samen. Wanneer de redactie een wijziging in de informatie heeft

    goedgekeurd dan kan deze direct worden doorgevoerd. Verouderde teksten komen niet

    voor. Er bestaat één versie van alle informatie. Elke keer als de patiënt zijn persoonlijke

    webpagina bekijkt, haalt het systeem de inhoud van de pagina opnieuw uit de database. Zo

    is de informatie altijd actueel.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 17 van 39

    Hoofdstuk 2: Gewenste situatie

    Dit hoofdstuk presenteert het voorstel Voorlichting op maat. Na de definitie volgt de

    beschrijving van voorlichting als een verpleegkundige interventie, gevolgd door de

    theoretische onderbouwing van het voorlichtingsproces, de vier voorlichtingsvormen en

    de het voorlichtingsmodel.

    2.1 Definitie

    “Patiëntenvoorlichting is een planmatig leer- en/of communicatieproces met een gericht doel

    dat in samenspraak met de patiënt wordt geformuleerd om zodanige veranderingen in

    kennis, inzicht, vaardigheden, attitude en gedrag te bewerkstelligen dat een gunstige invloed

    op het genezingsproces en het omgaan met ziekte verwacht mag worden.” (Damoiseaux e.a.,

    1988)

    De belangrijkste elementen uit deze definitie in verband met Voorlichting op maat zijn:

    planmatig leer- en/of communicatieproces

    Indien Voorlichting op maat efficiënt wil zijn dan houdt dat in dat patiënt en

    verpleegkundige actief betrokken zijn bij het gehele zorgproces. De informatieverschaffing

    is het meest effectief als het gefaseerd plaatsvindt in een wisselwerking tussen

    informatieverstrekker en de ontvanger. Zowel de patiënt als de verpleegkundige zijn

    deskundig, informatiegevend én informatieontvangend.

    doel dat in samenspraak met de patiënt wordt geformuleerd

    De doelstelling van voorlichting wordt gezamenlijk met de patiënt geformuleerd. Deze dient

    aan te sluiten bij zijn behoefte. Om deze doelstelling te bereiken wordt een

    voorlichtingsvorm gekozen: patiënteninformatie, patiënteninstructie, patiënteneducatie of

    patiëntenbegeleiding.

    verandering in kennis, inzicht, vaardigheden, attitude en gedrag

    Naast kennis en inzicht als voorlichtingsboodschap kan een vaardigheid, attitude of

    gedragsverandering ook het doel van voorlichting zijn. Verandering van gedrag kan echter

    pas tot stand komen wanneer er eerst een aantal achtereenvolgende stappen doorlopen zijn,

    te weten: openstaan voor de boodschap, begrijpen, willen, kunnen, doen en blijven doen.

    gunstige invloed op het genezingsproces en het omgaan met ziekte

    De effecten van voorlichting zijn over het algemeen gunstig. Door Voorlichting op maat

    neemt de zelfzorg en zelfstandigheid van de patiënt toe. Hij weet waar hij zich in het

    zorgproces bevindt. Voorlichting heeft tevens een gunstig effect op therapietrouw,

    vermindering van angst en pijn en op de tevredenheid van de patiënt.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 18 van 39

    2.2 Voorlichting als verpleegkundige interventie

    Goede en efficiënte voorlichting geven is een verpleegkundige interventie. Deze dient op een

    gestructureerde wijze uitgevoerd te worden en toegespitst te zijn op de individuele patiënt

    en zijn familie. (VWR, 1995) De verpleegkundige moet zich ervan bewust zijn dat de beleving

    van een patiënt in een ziekenhuis anders is dan voor zichzelf. Zij moet in staat zijn zich in de

    rol van de patiënt in te leven. Volgens Kanters en Zonnenveld (1992) is het belangrijk om

    rekening te houden met de eigen belevingswereld en de eigen interpretatie van informatie.

    Patiëntenvoorlichting is een interactief proces. Verpleegkundigen dienen bij het

    voorlichtingsproces aandacht te hebben voor zowel het eigen gedrag als ook voor het

    gedrag van de patiënt. Kanters en Zonneveld onderstrepen een goede verstandhouding met

    de patiënt. De patiënt moet de verpleegkundige kunnen vertrouwen. De verpleegkundige

    moet op haar beurt de patiënt leren kennen door te observeren, te luisteren en vooral ook

    vragen te stellen. Dit vraagt een ander referentiekader dan gebruikelijk: in plaats van “Wat is

    nodig vanuit het oogpunt van de verpleegkundige zorg?” vraagt zij zichzelf eerst af, “Wie is

    deze patiënt? Wat wil en kan hij op dit moment? Wat betekent dat voor de te geven

    voorlichting?” De patiënt stelt het op prijs dat hij niet alleen informatie krijgt over de

    disciplines waarmee hij te maken krijgt, maar ook de namen weet van b.v. de verzorgende

    verpleegkundige of de behandelende arts. Het opheffen van anonimiteit kan worden gezien

    als een belangrijke voorwaarde voor het scheppen van een goede verstandshouding.

    Uitgaande van de verpleegkundige eindtermen (OCW/VWS, 1996) beschrijven de

    deelkwalificaties Preventie en GVO 1 en 2 het toepassen van primaire, secundaire en tertiaire

    preventie:

    � De verpleegkundige geeft informatie over het gezondheidsprobleem, de zorginstelling,

    de rechten en plichten van een zorgvrager, de te verlenen zorg, de mogelijkheden voor

    klachtenopvang en –behandeling, hulpmiddelen en hulpverleningsmogelijkheden.

    � Zij geeft voorlichting als zij bij patiënten reacties signaleert op stoornissen, beperkingen

    of handicap. In de rol van belangenbehartiger kan de verpleegkundige patiënten

    stimuleren hun voorlichtingsbehoeften kenbaar te maken.

    � Het is van belang dat de verpleegkundige aan zowel zorgvragers als naasten voorlichting

    geeft.

    � De verpleegkundige geeft instructies bij het aanleren van vaardigheden en/of hanteren

    van gedragsregels en hulpmiddelen.

    � Zij geeft voorlichting gericht op gedragverandering en behoud. Het gaat om de

    begeleiding bij het accepteren van een advies, het stellen van haalbare doelen, het

    aanleren van vaardigheden en het begeleiden van het gedragsveranderingsproces.

    � Indien meerdere disciplines bij de hulpverlening betrokken zijn bewaakt de

    verpleegkundige de coördinatie en continuïteit van de voorlichting. De verpleegkundige

    vervult hierbinnen een centrale rol. Op de eerste plaats geeft zij natuurlijk zelf

    verpleegkundige voorlichting (uitvoerende rol). Maar door haar dagelijkse contact met

    patiënten heeft zij ten aanzien van de (medische) voorlichting een coördinerende of

    aanvullende rol.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 19 van 39

    2.3 Voorlichtingsproces

    Voorlichting heeft meer kans van slagen als deze weloverwogen en op een systematische

    wijze wordt aangepakt. De systematiek van voorlichten komt in feite overeen met de vier

    fasen in het verpleegkundige proces: diagnose, planning, uitvoering en evaluatie van de

    verpleegkundige zorg. (Maertens e.a., 2000, Mc Van, 1991, Deenen e.a., 2000 )

    Diagnose

    Doel van deze fase is dat de verpleegkundige meer zicht krijgt op…

    � … de patiënt. Wil voorlichting effect hebben, dan moet de patiënt open staan voor

    voorlichting, de voorlichting begrijpen, het persoonlijke belang ervan inzien, er iets

    mee kunnen en blijven doen.

    � … de eigen mogelijkheden en beperkingen wat betreft de inhoud en uitvoering van

    de voorlichting.

    � … de randvoorwaarden op de zorgeenheid en in het ziekenhuis.

    Planning

    Een goede diagnose is nodig om de vervolgstap te kunnen plannen. Samen met de patiënt en

    betrokken hulpverlener bepaalt de verpleegkundige welke voorlichting wenselijk en nodig is:

    � Wie? Is de verpleegkundige de aangewezen persoon om de patiënt over een

    bepaald onderwerp voor te lichten.

    � Wat? De inhoud en het doel die zij over wil brengen.

    � Hoe? Welke methode en welke voorlichtingsmaterialen gaat zij gebruiken.

    Uitvoering

    Een goede uitvoering stelt eisen aan de voorlichtingsvaardigheden van de verpleegkundige

    en andere hulpverleners, hun discipline om afspraken na te komen en de kwaliteit van de

    communicatie onderling. Om de continuïteit van de zorg te waarborgen is een zorgvuldige

    verslaglegging van groot belang. Uit de rapportage moet duidelijk worden welke voorlichting

    gepland is, welke voorlichting gegeven is en wat de patiënt daarvan heeft geleerd. Het

    vastleggen van dergelijke gegevens werkt tijdbesparend en voorkomt overlappingen in

    voorlichtingsactiviteiten. Dankzij de rapportage kunnen andere teamleden de activiteiten in

    het voorlichtingsproces voortzetten.

    Evaluatie

    Het is belangrijk om te weten, wat voor effect de voorlichting gehad heeft en wat eventueel

    verbeterd moet worden. Er zijn verschillende manieren om te evalueren: een gericht

    vraaggesprek met open vragen, observatie, een schriftelijke enquête etc. Hierdoor wordt

    duidelijk of de patiënt zich de vereiste informatie en vaardigheden eigen heeft gemaakt en of

    de voorlichter de juiste methode en middelen heeft gebruikt. De evaluatie levert

    aanwijzingen op voor noodzakelijke aanpassingen in eerdere stappen zodat de patiënt de

    doelstellingen kan verwezenlijken. Verder kan aan hand van de evaluatieresultaten de

    kundigheid van de voorlichter verbeterd worden.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 20 van 39

    2.4 Voorlichtingsvormen

    Dekkers (1981) maakt een onderscheid in vier vormen van patiëntvoorlichting:

    patiënteninformatie, patiënteninstructie, patiënteneducatie en patiëntenbegeleiding.

    Afhankelijk van de doelstelling van voorlichting wordt binnen Voorlichting op maat een

    voorlichtingsvorm gekozen:

    Patiënteninformatie

    Het accent ligt op het inhoudsaspect: het geven van feitelijke informatie die relevant en/of

    effectief is voor de patiënt en betrekking heeft op de ziekte, de behandeling of de

    verzorging b.v. de uitslag van een bloedonderzoek. Tevens gaat het om informatie over de

    rechten van de patiënt en over het behandelingsplan.

    Patiënteninstructie

    Het accent ligt op het overdrachtsaspect: het geven van concrete richtlijnen en voorschriften

    die de patiënt moet opvolgen ten behoeve van onderzoek, de behandeling en het

    genezingsproces b.v. voorschriften voor het medicijngebruik en preoperatieve instructies.

    Patiënteneducatie

    Het accent ligt op het leerproces: het zodanig uitleg geven over de ziekte en behandeling dat

    de patiënt de achtergronden en gevolgen leert te begrijpen en gaat inzien wat hij zelf kan

    doen om beter te worden of met zijn ziekte leert te leven b.v. patiënten leren omgaan met

    chronische aandoeningen (goede voetverzorging bij diabetes) en voorlichting geven over

    alternatieve behandelingen.

    Patiëntenbegeleiding

    Het accent ligt op de humanitaire doelstelling: het emotioneel steunen en opvangen van de

    patiënt, zodat hij zijn ziekte en de gevolgen daarvan zo goed mogelijk kan accepteren en

    verwerken, b.v. slechtnieuws gesprekken, het verminderen van angst voor pijn en het geven

    van stervensbegeleiding.

    2.5 Voorlichtingsmodel

    Voor het systematiseren en organiseren van activiteiten op het gebied van patiënten

    informatie is antwoord op de volgende vier vragen nodig: (VWR, 1995)

    � wie kan het beste de informatie overbrengen? (distributie)

    � om welke informatie gaat het? (inhoud)

    � hoe kan de informatie het beste overgebracht worden? (overdracht)

    � welk hulpmiddel is het meest geschikt? (ondersteuning)

    Deze vragen worden voor Voorlichting op maat in de volgende paragrafen behandeld.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 21 van 39

    2.5.1 Wie kan het beste de informatie overbrengen?

    Bij patiënteninformatie kunnen verscheidene mensen uit diverse beroepsgroepen betrokken

    zijn. Die betrokkenheid kan voortvloeien uit een teamverband (specialist, arts-assistenten,

    verpleegkundigen, paramedici, etc), of uit meerdere onafhankelijke hulpverleners met de

    patiënt (huisarts, specialist op de polikliniek, diëtiste, etc). Het is belangrijk dat voor de

    patiënt een consistent en compleet informatiepakket samengesteld is. Hierbij is het nodig

    dat de verschillende hulpverleners afspraken maken over de informatie wie welke informatie

    overdraagt. Bij complexe informatie zijn timing en fasering kernelementen voor het

    resultaat.

    Binnen het project Voorlichting op maat wordt er in eerste instantie van uitgegaan dat de

    verpleegkundige informatie verstrekt. Er wordt rekening gehouden met de voorlichting van

    andere beroepsgroepen. Soms kan directe samenwerking zelfs vereist zijn. Bij taal- en

    begripsstoornissen kan het b.v. zinvol zijn om een logopediste te betrekken.

    2.5.2 Om welke informatie gaat het?

    De inhoud van informatie dient per ziekte en per behandeling gestandaardiseerd te zijn. Bij

    iedere nieuwe situatie in het genezingsproces hoort een bepaalde hoeveelheid relevante

    informatie. De elementen van die informatie zijn steeds verschillend, maar ze berusten op

    een zeker algemeen stramien. Een informatiepakket met de meest relevante elementen is

    dan de oplossing. Een informatiepakket is, eenvoudig geformuleerd, een zorgvuldig

    samengesteld pakket van wat de patiënt moet weten. Hieraan zijn drie standaardcriteria

    gesteld. (Bolt, 1992) Uit de professionele standaard komt voort dat een verpleegkundige

    aansluit bij datgene wat onder beroepsgenoten gebruikelijk is. De redelijke standaard

    verlangt dat de verpleegkundige informatie verschaft waarvan verwacht kan worden dat een

    ‘standaard’ patiënt deze informatie wenst te ontvangen. De individuele standaard vraagt de

    verpleegkundige informatie te verstrekken over wat van belang is voor de patiënt en voor

    zijn besluitvorming. Dit geeft de patiënt de mogelijkheid om een volwaardige gesprekpartner

    te zijn.

    2.5.3 Hoe kan de informatie het beste overgebracht worden?

    Vanuit de sociale wetenschappen, de medische psychologie en de medische sociologie

    worden regelmatig denkmodellen aangereikt, waarmee de effectiviteit en de hanteerbaarheid

    van de informatieoverdracht bevorderd kunnen worden. Het participatiemodel gaat ervan uit

    dat de verpleegkundige bij de overdracht van informatie zoveel mogelijk aansluiting zoekt

    bij de belevingswereld en de problematiek van de patiënt. Een gesprek biedt de mogelijkheid

    tot uitwisseling van ideeën en informatie tussen de verpleegkundige en patiënt.

    Uitgangspunt is dat de patiënt en de verpleegkundige beiden actief deelnemen aan het

    gesprek. De patiënt stelt vragen en maakt opmerkingen en raakt hierdoor actief betrokken

    bij het probleemoplossende proces. (Mc Van, 1991) De communicatie mag daarbij geen

    eenrichtingsverkeer zijn. De verpleegkundige hoeft ook niet op alle vragen direct een

    antwoord te hebben. De informatieverschaffing is het meest effectief als het gefaseerd

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 22 van 39

    plaatsvindt in een wisselwerking tussen de informatieverstrekker en de ontvanger. Zowel de

    patiënt als de verpleegkundige zijn deskundig, informatiegevend én informatieontvangend.

    De verpleegkundige richt haar communicatie op de behoeften van de patiënt, op zijn wijze

    en fase van informatieverwerking.

    Kennis – het weten ‘wat’ en ‘hoe’ – is één van de factoren die het adequaat omgaan met

    gezondheidsproblemen bevordert. Naast kennis als voorlichtingsboodschap kan ook het

    gedrag of een vaardigheid het doel van voorlichting zijn: de patiënt moet dan iets met de

    informatie doen. De stappenreeks van Van der Burgt en Verhulst (1996) in de voorlichting

    laat zien dat verandering van (zelfzorg)gedrag echter pas tot stand komt wanneer eerst een

    aantal achtereenvolgende stappen doorlopen zijn: openstaan, begrijpen, willen, kunnen,

    doen, blijven doen. Bij Voorlichting op maat wordt tijdens alle stappen rekening gehouden

    met emoties en oplossingsstrategieën (copings –stijlen) van de patiënt. Met behulp van de

    stappenreeks gaat de verpleegkundige na welke factoren een rol spelen in de verschillende

    stappen. Zij kiest voor de voorlichtingsinterventie, of het nu gaat om informatieoverdracht

    (begrijpen) of het uitvoeren van zelfzorg en zelfmanagement (doen en blijven doen):

    Openstaan

    De stap openstaan verwijst naar het vermogen van de patiënt om informatie tot zich door te

    laten dringen. Voor de verpleegkundige betekent dit dat zij ingaat op de beleving,

    verwachtingen, vragen en zorgen van de patiënt. De verpleegkundige gaat na welke

    belemmeringen er zijn voor effectieve communicatie (b.v. ten aanzien van tijdstip, plaats of

    omstandigheden). Er moet ruimte zijn voor emoties. Non-verbale signalen kunnen in dit

    verband veel zeggen. De patiënt moet weten welke informatie de verpleegkundige heeft, ook

    al speelt het probleem op dat moment (nog) niet.

    Begrijpen

    De stap begrijpen heeft betrekking op het opnemen en verwerken van informatie. De

    verpleegkundige brengt samen met de patiënt in kaart welke informatie (gezien de

    voorkennis en de behoefte van de patiënt) belangrijk is, en vraagt zich af of de patiënt de

    informatie kan gebruiken. Vervolgens gaat zij na welke informatie specifiek is voor déze

    patiënt in déze situatie: maatwerk dus. Informatie moet belangrijk, bruikbaar en begrijpelijk

    zijn en informatie moet blijven hangen. De verpleegkundige kan nagaan of zij de informatie

    goed heeft uitgelegd door de patiënt de belangrijkste dingen zelf te laten samenvatten.

    Willen

    In de stap willen gaat het om een, al dan niet rationeel, afwegingsproces. Drie factoren

    spelen een rol bij het totstandkomen van de motivatie om ‘iets te doen’: attitude, sociale

    invloed en eigen effectiviteit. Attitude verwijst naar opvattingen, verwachtingen en de

    afweging van voor- en nadelen. De sociale invloed heeft betrekking op opvattingen van

    mensen uit de nabije omgeving. Bij de eigen effectiviteit gaat het om het gevoel invloed te

    kunnen uitoefenen op de eigen situatie. Deze drie factoren bepalen samen of de bereidheid

    om ‘iets te doen’ ook daadwerkelijk tot stand komt.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 23 van 39

    Kunnen

    In de stap kunnen gaat het om vaardigheden, het gevraagde of beoogde gedrag uit te voeren

    en problemen op te lossen. De verpleegkundige gaat na of de patiënt praktische problemen

    verwacht. Ze vormt zich een beeld hoe de patiënt in het verleden (soortgelijke) problemen

    heeft opgelost. Verder inventariseert zij of de patiënt over de nodige motorische, cognitieve

    en sociale vaardigheden beschikt en welke belemmeringen zij ziet. De patiënt wordt

    geïnformeerd over problemen die zich daarbij kunnen voordoen, en samen wordt nagegaan

    hoe deze opgelost kunnen worden. De adviezen sluiten aan bij de manier van oplossen die

    bij de patiënt past.

    Doen

    In de stap doen staat de daadwerkelijke uitvoering centraal, in het bijzonder de uitvoering

    buiten het gezichtsveld van de verpleegkundige. De verpleegkundige gaat na welke

    afspraken er gemaakt zijn, of die helder zijn en bespreekt met de patiënt wat wel en niet

    goed gaat.

    Blijven Doen

    In de stap blijven doen gaat het erom dat de patiënt het geleerde gedrag in zijn dagelijks

    leven volhoudt. Het gedrag moet de patiënt min of meer ‘eigen’ worden. Het is van groot

    belang dat de verpleegkundige deze stap in haar begeleiding voorbereidt. Het is belangrijk,

    stil te staan bij de vraag wat het de patiënt nodig heeft om vol te houden. Een follow-up

    contact in de vorm van een afspraak of een telefonisch contact na enkele weken blijkt

    effectief.

    2.5.4 Welk hulpmiddel is het meest geschikt?

    Een verpleegkundige heeft verschillende hulpmiddelen ter beschikking om haar voorlichting

    te ondersteunen. Het kan daarbij gaan om tekst op schrift, illustraties, audiovisuele

    producten en informatietechnologie. Dit kunnen bestaande hulpmiddelen zijn die door

    anderen ontwikkeld zijn of hulpmiddelen die de verpleegkundige zelf kan ontwerpen of

    aanpassen. Elk middel kent zijn voor- en nadelen. Het effect is echter sterk afhankelijk van

    de manier waarop het middel gehanteerd wordt. De verpleegkundige kiest afhankelijk van de

    situatie, de patiënt en het doel van voorlichten een geschikt middel ter ondersteuning van

    haar mondelinge voorlichting. Wanneer er over een onderwerp maar één hulpmiddel

    beschikbaar is, meestal een folder, is de vraag belangrijk of juist dit hulpmiddel geschikt is

    voor deze individuele patiënt in deze specifieke situatie. Daarnaast bespreekt zij met de

    patiënt in hoeverre hij interesse heeft in de informatie en of hij overweg kan met het

    aangeboden hulpmiddel.

    Het is essentieel dat alle hulpmiddelen vóór gebruik grondig worden beoordeeld. In bijlage 1

    t/m 3 zijn criteria opgenomen waaraan schriftelijk, audiovisueel of multimediaal

    voorlichtingsmateriaal minimaal moeten voldoen.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 24 van 39

    Er zijn zes categorieën van voorlichtingsmateriaal te onderscheiden (Pos e.a., 2003):

    1. Schriftelijk materiaal zoals folders, brochures, boeken, informatiekaarten en pamfletten

    zijn gericht op een groot publiek. Folders, brochures en boeken bieden

    achtergrondinformatie. Afbeeldingen en tekeningen hebben een gunstig effect op het

    onthouden van de boodschap.

    2. Demonstratiemateriaal zoals prothesen, modellen van bepaalde organen en materialen,

    die bij de behandeling van een bepaalde aandoening horen, zoals zelfcontrole- en

    spuitmaterialen.

    Tip: de farmaceutische industrie stelt vaak modellen gratis ter beschikking.

    3. Spelmaterialen zoals een doktersetje, kwartetspelen en computerspelletjes.

    4. (Audio)visueel materiaal zoals film, video, DVD, televisie, dia’s, tekeningen, fotoboeken,

    geluidscassettes/Cd’s en telefoon brengen hun boodschap vooral over door beelden

    en/of geluid. D.m.v. fotoboeken kunnen patiënten een betere voorstelling krijgen van

    b.v. een verpleeghuis. Cd’s zijn vooral nuttig voor het aanleren van vaardigheden die een

    beroep doen op het gehoor. Ouders van een astmatisch kind zouden b.v. erg geholpen

    zijn met een CD met het geluid van een normale en een piepende ademhaling.

    TIP: Voor patiënten, die niet (goed) kunnen lezen, kan informatie ingesproken worden op

    een bandje.

    Een telefonische informatielijn biedt maatwerk. Patiënten leggen allerlei vragen voor en

    krijgen deskundig advies. Het anonieme aspect kan voor patiënten stimulerend werken.

    Vragen die ze aan niemand anders durven te stellen, kunnen ze daar kwijt. De aids-

    infolijn en de drugsinfolijn van de Rijksoverheid zijn hiervan een goed voorbeeld. De

    tolkentelefoon wordt gebruikt bij voorlichting van allochtone patiënten.

    5. Multimediaal materiaal, zoals cd-rom’s, interactieve cd’s en Internet biedt de

    mogelijkheid tot communicatie over en weer en feedback. Internet stelt de gebruiker in

    staat om in eigen tempo toegang te krijgen tot informatie op een tijdstip waarop dat

    uitkomt, in de privacy van hun eigen huis. Veel websites bevatten nieuwspagina’s waarin

    nieuwe ideeën en technologieën worden uitgelegd. In toenemende mate zijn er ook

    databases van online tijdschriften en onderzoek beschikbaar. Websites maken het voor

    patiënten mogelijk om met zelfhulp- en steungroepen contact te leggen.

    6. Massamedia materiaal zoals (lokale/regionale) kranten, huis-aan-huisbladen,

    tijdschriften, (lokale/regionale) radio, tv, affiches en posters. Affiches en posters zijn

    vaak blikvangers en “wakkerschudders” en worden regelmatig ingezet bij

    gezondheidsvoorlichtingscampagnes.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 25 van 39

    Hoofdstuk 3: Stappenplan

    In dit hoofdstuk is het gedetailleerde stappenplan voor de implementatie van Voorlichting op

    maat op een zorgeenheid beschreven. Dit plan is gebaseerd op effectieve stappen volgens

    Grol en Wensing (2001) en Hulscher (2000).

    Implementatie wordt gezien als ‘een procesmatige en planmatige invoering van

    vernieuwingen en/of veranderingen van bewezen waarde met als doel dat deze een

    structurele plaats krijgen in het (beroepsmatig) handelen, in het functioneren van

    organisatie(s) of in de structuur van de gezondheidszorg’ (ZON, 1997)

    Hieronder wordt eerst een overzicht van het hele stappenplan gegeven. Er wordt aangegeven

    wie welke stap dient uit te voeren en wie de verantwoordelijkheid hiervoor draagt. Het

    tijdsplan geeft een schatting van de benodigde tijd. Onder de overzichtstabel worden

    vervolgens de stappen afzonderlijk beschreven.

    3.1 Overzichtstabel

    stap uitvoering verantwoordelijkheid tijdsplan

    1 oriëntatie projectgroep stuurgroep 1e maand

    2 projectgroep projectgroep projectgroep

    3 werkgroep werkgroep projectleider

    4 ‘aftrap’ voor de

    doelgroep werkgroep en projectgroep projectleider 2e maand

    5 impactanalyse werkgroep projectleider 3e maand

    6 theoretisch

    voorlichtingsproces

    werkgroep projectleider

    7 procesanalyse werkgroep projectleider

    8 doelstellingen werkgroep projectleider 5e maand

    9 indicatoren werkgroep projectleider

    10 voormeting projectgroep projectleider

    11 scholing projectleider projectgroep en

    projectleider 6e maand

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 26 van 39

    stap uitvoering verantwoordelijkheid tijdsplan

    12 praktisch

    voorlichtingsproces

    werkgroep projectleider 7e maand

    13 middelen werkgroep projectgroep en

    projectleider

    14 testperiode werkgroep projectleider 8e maand

    15 registratie van

    afwijkingen werkgroep projectleider

    16 aanpassingen werkgroep projectleider 9e maand

    17 registratie van

    indicatorengegevens werkgroep projectleider 10e maand

    18 feedbackloop werkgroep projectgroep en

    projectleider

    19 borging werkgroep projectleider

    20 afsluiting met

    de doelgroep werkgroep en projectgroep projectleider 12e maand

    3.2 Stappen

    Hieronder worden de stappen beschreven. Het is geen standing order en kan omgevormd

    worden tot een draaiboek dat rekening houdt met de specifieke belangen van de

    desbetreffende zorgeenheid. Een aantal stappen kunnen samengevat en/of gelijktijdig

    genomen worden. Sommige stappen zijn nader toegelicht en/of geïllustreerd met

    voorbeelden.

    Stap 1: oriëntatie

    � Nagaan op welke zorgeenheid Voorlichting op maat geïmplementeerd gaat worden.

    � Beschrijven van de patiëntenpopulatie (b.v. patiënten met dezelfde aandoening) waarbij

    Voorlichting op maat toegepast gaat worden.

    Stap 2: projectgroep

    � De projectgroep heeft als taak het hele project aan te sturen, voorwaarden te scheppen

    voor een goed verloop van de implementatie en eindbesluiten te nemen.

    � De projectgroep wijst een verantwoordelijke projectleider aan. Deze heeft de taak om

    het project te leiden. De rol is faciliterend, d.w.z. hij/zij ondersteunt het project en

    begeleidt het team aan de hand van het opgestelde stappenplan.

    � Aanbevolen wordt dat het werkplekmanagement de projectgroep vormt.

    � De projectgroep maakt afspraken.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 27 van 39

    Stap 3: werkgroep

    � De werkgroep werkt het project uit en legt verantwoording af aan de projectgroep.

    � Aanbevolen wordt de werkgroep samen te stellen uit vertegenwoordigers uit de

    beroepsgroep waarbinnen Voorlichting op maat geïmplementeerd gaat worden.

    � De werkgroep maakt afspraken.

    Stap 4: ‘aftrap’ voor de doelgroep

    � Informeren van en communiceren naar alle betrokkenen op de zorgeenheid.

    De verpleegkundigen moeten vroegtijdig geïnformeerd worden over de implementatie

    van Voorlichting op maat. Er moet een duidelijke ‘aftrap’ plaats vinden. Er dient

    voortdurend gecommuniceerd te worden vanuit de werkgroep naar de doelgroep. Dit

    vergroot het inzicht en de acceptatie en draagt op een later tijdstip bij aan het behoud

    van de veranderingen. Bestaande structuren zoals regelmatige teambijeenkomsten

    dienen hiervoor optimaal benut te worden.

    Stap 5: impactanalyse

    � Vaststellen van kenmerken van patiënten.

    Hierbij dient de patiëntengroep gekozen te worden waarbij Voorlichting op maat het

    grootste effect zal hebben. Te denken valt aan: grote voorlichtingsbehoefte, hoge

    zorgcomplexiteit, groot zorggebruik en hoge ziektekosten.

    � Beschrijven en afbakenen van de patiëntenpopulatie.

    Het moet voor alle leden van de werkgroep duidelijk zijn over welke populatie het gaat.

    Voorbeeld: Op de zorgeenheid neurologie is gekozen om Voorlichting op maat aan

    patiënten met een cerebro vasculair accident (CVA) te geven. Uit literatuuronderzoek

    komt na voren dat de CVA- patiënt en diens familie grote behoefte hebben aan

    informatie, communicatie, ondersteuning en toegankelijkheid. (Van der Smagt-Duinstee,

    2001) Indien geen wetenschappelijk onderzoek verricht is naar de zorgbehoefte van de

    gekozen patiëntenpopulatie, dan wordt onderzoek met een gevalideerde vragenlijst

    aanbevolen.

    Stap 6: theoretisch voorlichtingsproces met Voorlichting op maat

    � Uitwerken van het ‘nieuwe’ primaire zorgproces, d.w.z. het zorgproces waarin

    Voorlichting op maat wordt toegepast.

    Hierdoor moet duidelijk worden wie wat doet, wanneer op welke wijze en met welk doel.

    Stap 7: procesanalyse

    � In kaart brengen van het huidige primaire proces m.b.t. voorlichting geven.

    � Beschrijven van knelpunten in de huidige organisatie van zorg.

    � Onderzoeken van overeenstemmingen en afwijkingen met de ‘nieuwe’ werkwijze.

    � Inventariseren van de huidige rapportage van voorlichting.

    Voorbeeld: Voor dit project is door middel van een eigen ontworpen vragenlijst

    onderzocht hoe de betrokken hulpverleners voorlichting geven. De vragen zijn bepaald

    door de stappenreeks van Van der Burgt en Verhulst (1996) als basis te gebruiken. Deze

    reeks houdt in dat de patiënt een aantal stappen moet nemen, voordat de voorlichting

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 28 van 39

    bereikt is: openstaan - begrijpen - willen - kunnen - doen - blijven doen. De zorgverlener

    moet tijdens het geven van voorlichting hier rekening mee houden.

    Stap 8: doelstellingen

    � Bepalen van de doelstellingen die men nastreeft bij de beschreven patiëntenpopulatie.

    De doelstellingen moeten voldoen aan de SMART criteria: specifiek, meetbaar,

    aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden.

    Voorbeeld: De implementatie van Voorlichting op maat op de zorgeenheid neurologie

    heeft de volgende doelstellingen:

    Doelstellingen m.b.t. de patiëntenzorg

    o 80% van de patiënten zijn 1 jaar na de implementatie van Voorlichting op maat zeer tevreden over de voorlichting tijdens het verblijf op de

    zorgeenheid.

    Doelstellingen m.b.t. het proces

    o Een 1/2 jaar na start van de implementatie van Voorlichting op maat is voor de beschreven patiëntenpopulatie vastgelegd welke voorlichting wanneer

    wordt gegeven en welke hulpmiddelen gebruikt worden.

    o 1 jaar na start van de implementatie van Voorlichting op maat wordt aan alle patiënten van de beschreven patiëntenpopulatie Voorlichting op maat

    gegeven, d.w.z. de patiënt krijgt de juiste informatie op het juiste moment en

    op de juiste manier.

    o Ieder jaar wordt voor een andere patiëntenpopulatie van de zorgeenheid Voorlichting op maat gegeven, totdat patiënten met de meest voorkomende

    aandoeningen Voorlichting op maat ontvangen.

    o Ieder 1/2 jaar leert 15 % van alle verpleegkundigen op de zorgeenheid Voorlichting op maat te geven, totdat alle verpleegkundigen van de

    zorgeenheid geschoold zijn.

    Stap 9: indicatoren

    � Operationaliseren van de doelstellingen in meetbare indicatoren (proces en

    effectindicatoren).

    Voorbeeld: De indicatoren die aansluiten bij de boven beschreven doelstellingen van

    Voorlichting op maat zijn:

    Effectindicatoren:

    o Effecten op de patiëntenzorg o tevredenheid

    Procesindicatoren:

    o Implementatie (kwalitatief en kwantitatief) o afspraken over Voorlichting op maat: distributie (wie), inhoud

    (wat), overdracht (hoe en wanneer)

    o aantal patiënten per patiëntenpopulatie die Voorlichting op maat ontvangen

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 29 van 39

    o aantal patiëntenpopulaties die Voorlichting op maat ontvangen o aantal geschoolde verpleegkundigen voor Voorlichting op maat

    Stap 10: nulmeting

    � Uitvoeren van een nulmeting van effecten op de patiëntenzorg.

    De nulmeting wordt als één van de belangrijkste stappen gezien. De invoering van

    Voorlichting op maat kan hierdoor later goed geëvalueerd worden.

    Stap 11: scholing

    � Scholen en begeleiden van verpleegkundigen om met Voorlichting op maat te gaan

    werken.

    Er wordt gestart met een groep van 4 tot 6 gemotiveerde verpleegkundigen om met de

    ‘nieuwe’ methode te gaan werken.

    Stap 12: praktisch voorlichtingsproces met Voorlichting op maat

    � Beschrijven van het volledige zorgproces met Voorlichting op maat.

    Duidelijk moet worden wanneer en met welk doel voorlichting wordt gegeven en hoe dit

    wordt vastgelegd. Deze proces mapping is noodzakelijk en dient als basis voor de

    vereenvoudiging en structurering van het hele zorgproces. Knelpunten worden

    zichtbaar, b.v. problemen in de planning of bij de samenwerking tussen disciplines.

    � Integreren van Voorlichting op maat in het patiëntendossier.

    Het patiëntendossier bestaat uit een medisch en een verpleegkundig deel. De

    rapportage van de gegeven voorlichting moet eenduidig zijn.

    � Beschrijven van de procedure hoe het zorgproces wordt aangestuurd.

    Gedacht wordt aan de verpleegkundige als zorgcoördinator.

    Stap 13: middelen

    � Nagaan hoeveel en welke middelen er aanwezig moeten zijn om Voorlichting op maat te

    kunnen invoeren.

    Er dient rekening gehouden te worden met andere processen en doelstellingen binnen

    de zorgeenheid/instelling. Tijdens deze stap kan gedacht worden aan b.v. ICT

    middelen, het ontwikkelen van hulpmiddelen, folders, formulieren, handleidingen etc.

    � Inventariseren van de huidige hulpmiddelen die bij Voorlichting op maat ingezet kunnen

    worden.

    Voorbeeld: Voor de patiënt is een verzamelmap ontwikkelt, die hij ontvangt als hij

    Voorlichting op maat krijgt. De tabbladen zijn geordend volgens het primaire proces en

    de informatiebehoefte van de patiënt. Per behandeld onderwerp kan de patiënt

    informatie in de vorm van een folder, brochure, aantekeningen, foto’s, etc. verzamelen.

    Op deze manier kan de patiënt informatie nalezen en zich voorbereiden op het

    volgende voorlichtingsgesprek.

    Voor de verpleegkundige is een bedside handleiding ontwikkelt met daarin beschreven

    de verantwoordelijkheden (wie licht waarover voor), de onderwerpen behorend bij het

    primaire proces en de voorlichtingsinhoud. De verpleegkundige kan zich hierdoor

    optimaal voorbereiden op de voorlichtingsgesprekken met de patiënt. Zij kan ingaan op

    de vragen van de patiënt en kent de onderwerpen, die zij met de patiënten gaat

    behandelen.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 30 van 39

    Stap 14: testperiode

    � Testen van Voorlichting op maat bij enkele patiënten.

    Alle moeilijkheden en problemen worden gedocumenteerd. Er wordt een testloop bij 5

    patienten aanbevolen.

    Stap 15: registratie van afwijkingen

    � Registreren van de afwijkingen van het beschreven zorgproces.

    Het kan gebeuren dat er afgeweken moet worden van het beschreven zorgproces. Deze

    afwijkingen kunnen zowel positief als negatief zijn. Afwijkingen worden ingedeeld in

    vier categorieën:

    o Afwijkingen die het gevolg zijn van de toestand van de patiënt of familie. o Afwijkingen die het gevolg zijn van tekortkomingen of beslissingen van de

    hulpverlener.

    o Afwijkingen die het gevolg zijn van tekortkomingen op de zorgeenheid. o Afwijkingen door overige redenen.

    Stap 16: aanpassingen

    � Aanbrengen van mogelijke aanpassingen en verbeteringen.

    Op basis van de testperiode kunnen er verbeteringen aangebracht worden in het

    operationele beleid of in het zorgproces.

    Stap 17: registratie van indicatorengegevens

    � Registeren van indicatorengegevens.

    Er dient een registratiesysteem opgesteld te worden die de relevante indicatoren meet.

    � Uitvoeren van een nameting van effecten op de patiëntenzorg

    Terugblikkend wordt de nieuwe werkwijze geëvalueerd nadat er een 1/2 jaar mee

    gewerkt is. Dit dient te gebeuren op basis van dezelfde indicatoren als bij de nulmeting.

    � Regelmatig uitvoeren van evaluaties.

    De nameting dient gedurende de eerste twee jaar na het starten met de nieuwe

    werkwijze verricht te worden. Het uitvoeren van meerdere nametingen is zinvol als het

    veranderproces geleidelijk verloopt.

    � Bij de effectevaluatie ligt de nadruk op het meten van de gewenste veranderingen m.b.t.

    de patiëntenzorg. Zijn de gestelde doelen gerealiseerd?

    � De procesevaluatie geeft gedetailleerde informatie over de veranderstrategie en over de

    ervaringen van de deelnemers in het veranderproces. Werkt de huidige strategie?

    Voorbeeld: Op de zorgeenheid neurologie worden aan de hand van de geformuleerde

    doelstelling de volgende indicatoren gemeten. Er is aangegeven waar, op welke wijze en

    wanneer de informatie verkregen wordt. (Afb. 2) In onderstaande grafieken (Afb. 3 en 4)

    is b.v. door de implementatie een duidelijke toename van de patiëntentevredenheid af

    te lezen.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 31 van 39

    indicator databron methode voor

    implementatie tijdens

    implementatie na

    implementatie

    tevredenheid patiënt tevredenheid-

    onderzoek x x

    afspraken werkgroep registratie

    zorgeenheid x

    aantal patiënten per populatie

    werkgroep registratie

    zorgeenheid x x

    aantal patiëntenpopulaties

    werkgroep registratie

    zorgeenheid x

    aantal geschoolde verpleegkundigen

    leidinggevende registratie

    zorgeenheid x x

    Afb. 2: Meting schema m.b.t. indicatoren

    patëntentevredenheid (vóór implementatie)

    010203040506070

    ontva

    ngst

    desk

    undig

    heid

    vpk

    desk

    undig

    heid

    artse

    n

    duide

    lijkhe

    id vp

    k

    duide

    lijkhe

    id ar

    tsen

    zelfs

    tandig

    heid/

    respe

    ct

    vertr

    ek en

    nazo

    rg

    % on- tevreden

    matig tevreden

    redelijk tevreden

    duidelijk tevreden

    zeer tevreden

    niet beantw oord

    Afb. 3: patiëntentevredenheid nulmeting, neurologie VUmc

    patiëntentevredenheid (na implementatie)

    010203040506070

    ontva

    ngst

    desk

    undig

    heid

    vpk

    desk

    undig

    heid

    artse

    n

    duide

    lijkhe

    id vp

    k

    duide

    lijkhe

    id ar

    tsen

    zelfs

    tandig

    heid/

    respe

    ct

    vertr

    ek en

    nazo

    rg

    % on- tevreden

    matig tevreden

    redelijk tevreden

    duidelijk tevreden

    zeer tevreden

    niet beantw oord

    Afb. 4: patiëntentevredenheid vervolgmeting, neurologie VUmc

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 32 van 39

    Stap 18: feedbackloop

    � Systematisch verzamelen en beoordelen van gegevens.

    � Regelmatig terugkoppelen van deze uitkomsten naar het betrokken team en de

    stuurgroep. Daardoor wordt eventuele bijsturing en verbetering van het zorgproces

    mogelijk.

    Stap 19: borging

    � Behouden en stabiliseren van de veranderingen.

    Nieuwe zorgprocessen worden vastgelegd. Taken, verantwoordelijkheden en

    bevoegdheden worden beschreven.

    � Integreren van Voorlichting op maat in beleids- en jaarafspraken.

    Op de lange termijn moet de nieuwe werkwijze organisatorisch en structureel verankerd

    worden op de zorgeenheid.

    � Openbaar maken van Voorlichting op maat in publicaties, op congressen etc.

    Stap 20: afsluiting met de doelgroep

    � Officieel afsluiten van de implementatiefase.

    De implementatiefase moet niet alleen een duidelijke ‘aftrap’ (stap 3) hebben maar ook

    een ‘feestelijke’ afsluiting. Men dient zich ervan bewust zijn dat de borging voortduurt.

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 33 van 39

    Hoofdstuk 4: Conclusie en aanbevelingen

    In dit laatste hoofdstuk wordt de conclusie uit het verbeterplan getrokken en worden

    aanbevelingen gedaan ten aanzien van de implementatie van Voorlichting op maat.

    4.1 Conclusie

    Bij Voorlichting op maat wordt er van uitgegaan dat voorlichting een verpleegkundige

    interventie is. Voorlichting is een essentieel deel van het hele zorgproces. Er zijn een aantal

    factoren van belang voor het al dan niet slagen van de voorlichting. Alleen de patiënt kan als

    ervaringsdeskundige aangeven wat zijn voorlichtingsbehoeften zijn. De verpleegkundige

    sluit als inhoudsdeskundige haar voorlichting aan bij wat de patiënt wenst en wat voor hem

    van belang is om te weten. Dit geeft beide de mogelijkheid om gelijkwaardige

    gesprekspartners te zijn. De informatie wordt gedoseerd en gefaseerd gegeven, dus op

    maat. Er wordt gebruik gemaakt van de bijhorende interventie: patiënteninformatie,

    patiënteninstructie, patiënteneducatie of patiëntenbegeleiding. De patiënt moet in eerste

    instantie openstaan voor het ontvangen van informatie en moet de boodschap kunnen

    begrijpen. Vervolgens moet de patiënt met de informatie iets willen en kunnen doen. Pas dan

    is hij in staat om daadwerkelijk iets te doen en het te blijven doen. De patiënt behoud met

    behulp van de verpleegkundige de grootst mogelijke zelfstandigheid.

    4.1 Aanbevelingen

    Voor de implementatie van Voorlichting op maat worden de volgende aanbevelingen gedaan:

    � Om Voorlichting op maat op een zorgeenheid te implementeren wordt aanbevolen met

    een afgebakende patiëntenpopulatie en een kleine groep van 4 á 6 gemotiveerde

    verpleegkundige (in wisseldienst en parttime) te starten. Vervolgens kunnen meer

    verpleegkundige en andere beroepsgroepen, b.v. artsen en paramedici betrokken worden

    en kan Voorlichting op maat ook voor andere patiëntengroepen toepasbaar gemaakt

    worden.

    � Voor de scholing van verpleegkundigen om Voorlichting op maat te kunnen geven zou

    een leergang ontwikkeld moeten worden. Deze leergang moet gericht op kennis en

    vaardigheden voor het geven van Voorlichting op maat. De aanbeveling is om deze

    leergang voor de medewerkers van het VUmc in het aanbod van de Amstel Academie, het

    opleidingscentrum van het VUmc, op te nemen.

    � The Health Agency heeft een ICT programma ontwikkeld voor Voorlichting op maat. Zij

    biedt ondersteuning bij het ontwikkelen en implementeren van dit programma binnen de

    instelling. Elke patiënt krijgt zijn persoonlijke website in huisstijl met alle relevante

    voorlichting. De patiënt heeft op ieder moment in het zorgproces inzicht in diagnose,

    mogelijke behandelingen, leefregels en nazorg.

    � Centrale computerfaciliteiten voor patiënten kunnen voorlichtingsactiviteiten bevorderen.

    De patiënt kan informatie opzoeken in een voor hen opgestelde database van de

    instelling: informatie over een goed verblijf in het ziekenhuis, over ziektebeelden,

    behandelingen of onderzoeken. De patiënt kan interactief vragen stellen, klachten

  • ___________________________________________________________________________ Voorlichting op maat Pagina 34 van 39

    indienen en suggesties geven. Hij krijgt toegang tot websites op Internet, die waardevolle

    informatie over zijn ziekte of aandoening geeft.

    � Voor de implementatie van Voorlichting op maat is zowel betrokkenheid van het

    management (topdown) alsook eigenaarschap aan de basis (bottom-up) van essentiële

    waarde. Het verpleegkundige team op de zorgeenheid moet overtuigd zijn van de

    positieve effecten die hun voorlichting voor de patiënt heeft en ook voor de kwaliteit van

    hun eigen werk. Het management moet voorwaarden bieden. Hiermee moet vooral aan

    het begin van het implementatieproces rekening gehouden worden