92
VREDESEILANDEN vzw JAARVERSLAG 2010

Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het jaarverslag van Vredeseilanden voor het jaar 2010 opgesteld volgens de GRI-normen.

Citation preview

Page 1: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VREDESEILANDEN vzwJAARVERSLAG 2010

Page 2: Vredeseilanden Jaarverslag 2010
Page 3: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

1

VREDESEILANDEN VZW

JAARVERSLAG 2010

Boerenverdienen

meer

Page 4: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

2

Inleiding .................................................................................................................... 3

1 Hoogtepunten uit 2010 ............................................................................................ 5

2 Strategie Vredeseilanden ............................................................................................ 7

3 Vredeseilanden en duurzaamheid ................................................................................ 9

4 Vredeseilanden in het Zuiden ...................................................................................... 11

5 Vredeseilanden in Vlaanderen .................................................................................... 43

6 De sociale balans van Vredeseilanden .......................................................................... 51

7 Milieubeleid van Vredeseilanden .................................................................................. 57

8 Fondsenwerving binnen Vredeseilanden ........................................................................ 61

9 Vredeseilanden vzw – Financieel jaarverslag 2010 .......................................................... 63

Inho

ud

Page 5: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

In januari deed ik mee aan de Senegal Classic, het mountainbike-avontuur onder leiding vanvoormalig wereldkampioen Filip Meirhaeghe. De onvergetelijke tocht eindigde in een stoffig dorp aande Gambia-rivier. De meeste boeren van Nguène gebruiken de vruchtbare grond aan de oevers ombananen te telen. Kleine, kromme Afrikaanse banaantjes die zo overdonderend lekker zijn alsof je pasvoor het eerst in je leven écht een banaan eet. De meer dan 1.200 boeren in de streek zijn allemaallid van Aprovag, de boerenorganisatie die vorming aanbiedt en de verkoop van de bananen in de steden van Senegal organiseert.

Nadat ik mijn fietstenue omgeruild heb voor degelijker kledij ben ik te gast op de AlgemeneVergadering van Aprovag. De sfeer is er nerveus. Vreemd, want de 23-jarige geschiedenis van deboeren organisatie is een succesverhaal dat de levensomstandigheden voor iedereen in de streekaanzien lijk verbeterde, mede dankzij de steun van Vredeseilanden van de afgelopen jaren. Maar minder armoede is nog altijd armoede. Daarom discussieert de AV vandaag over een ambitieus project: de stichting van een bananenplantage in joint venture met een Europees bedrijf. Doel?Bananen van topkwaliteit exporteren naar Europa. Het debat gaat er geanimeerd aan toe, want hetproject zou niet alleen meer geld in het laatje brengen, maar ook de bananenteelt en de organisatieeen enorme impuls geven. Alleen, zo’n project is nog nooit vertoond in Senegal en de risico’s ervanzijn gemakkelijk te bedenken.

Voor- en tegenstanders wisselen elkaar af. Het gesprek draait in rondjes en duurt langer en langer.Vermoeide gezichten alom. Dan neemt er achterin de zaal een jonge vrouw het woord: “Ik wil vooruit in het leven. Of dit project gaat lukken weet ik niet, maar van de 2 hectare die ik heb, wilik er één in die joint venture investeren”. Het blijft even stil. Haar woorden bezinken. Dan zegt eenandere jonge boer dat hij ook mee wil doen, en de één na de ander volgt. “OK,” zegt Ibrahim, diehet Vredeseilandenprogramma in Senegal coördineert. “Laten we dan al jullie vragen verzamelen overhet project, als leidraad voor het gesprek met de vertegenwoordigers van het Europees bedrijf. Daarnaorganiseren we opnieuw een vergadering om een besluit te nemen.”

Was dat nu zo’n palaver waar Afrika bekend voor staat? Hoe dan ook kom ik behoorlijk geëmotioneerdbuiten, met het gevoel dat ik een sleutelmoment beleefde in de ontwikkeling van de boeren -organisatie... misschien wel van de hele streek.

Ondertussen is tijdens een tweede Algemene Vergadering besloten om de joint venture effectief opte starten. Misschien zal u dus binnen enkele jaren Senegalese bananen in uw supermarkt vinden.

Voor Vredeseilanden is dit soort werk met boerenorganisaties maar één puzzelstuk. Onze partner -organisaties proberen het veldwerk te verbinden met wetten, handelsregels, administratie. Want watbleek in Senegal? Door massale vervalsing van importvergunningen overspoelden Ivoriaanse bananentegen kunstmatig lage prijzen de Senegalese markt. Inmiddels nam de overheid maatregelen tegende vervalsing en hebben de tienduizenden Senegalese bananenboeren het perspectief van een betere markt en een beter inkomen.

Toch blijft er dan nog een probleem. Want wat als de Senegalese stedelingen de geïmporteerde bananen beter vinden dan binnenlandse bananen? Om dat vooroordeel te bestrijden ontwikkeltVredeseilanden met de horeca-opleiding van Dakar een vormingsprogramma opdat de aankomenderestaurateurs, chefs van kantines en hotels lokale producten leren waarderen en promoten.

Het werk rond bananen in Senegal is een mooi voorbeeld van onze drieledige strategie: concretesteun aan boeren en hun organisaties, steun aan het lobbywerk van regionale of nationaleboerenorganisaties zodat veranderingen voor een veel grotere groep boeren mogelijk zijn, en hetpromoten van duurzame en lokale voeding.

3

Inle

idin

g

Page 6: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Na drie jaar ervaring met deze strategie maakten we begin dit jaar een eerste balans op. Zijnboerenfamilies meer gaan verdienen? Hebben zij meer invloed op de omstandigheden waarin ze hunproducten op de markt brengen? Grijpen consumenten vaker naar hun producten? Werd het milieu erbeter van? Droegen zij bij aan vermindering van de honger in de wereld? En wat kunnen we leren uitonze ervaringen om voortaan nog doeltreffender te zijn? In dit jaarverslag leest u de antwoorden.Die zijn overwegend positief. Onze concrete steun aan bijna 60.000 boeren en 63.000 boerinnenleidde bij de overgrote meerderheid tot aanzienlijke en duurzame verbeteringen van hun leefomstan -digheden. Vrouwen in Benin zagen hun inkomen zelfs verdriedubbelen (zie blz. 23).

Welke lessen trekken we uit de afgelopen jaren? De belangrijkste is wellicht dat we meer bereiken alswe de concrete steun aan boeren, de ondersteuning van hun politiek werk, de inzet op duurzameconsumptie en ons campagnewerk in Vlaanderen nóg sterker aan elkaar koppelen. Integratie,coherentie en synergie zijn dan ook de sleutelwoorden voor de komende jaren.We willen daarnaast ook nog intensiever gaan samenwerken met andere organisaties, in het Zuidenen in België. Niet alleen met NGO’s, maar vooral met bedrijven en onderzoeksinstellingen. Conse -quent blijven innoveren blijft een eigenschap die verankerd is in het DNA van Vredeseilanden.

Tot slot mijn hartelijke dank aan alle vrijwilligers, gulle gevers, sympathisanten en alle anderen dieVredeseilanden het voorbije jaar in staat stelden om haar werk te doen. U motiveert ons – en draagtbij aan een beter leven van diegenen in de wereld die het zoveel moeilijker hebben dan wij.

Luuk Zonneveld, Algemeen Directeur

PS: Kreeg u ook zin om mee te doen aan de Senegal Classic? De volgende editie gaat door innovember 2011. www.senegalclassic.be.

4

Page 7: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

LAOS: EEN AFSCHEID IN MAJEUR

Ontwikkelingsorganisaties krijgen nogal eens de kritiek dat ze mensen weliswaar helpen, maar henook van die hulp afhankelijk maken. Dat is inderdaad een risico. We proberen daarom onze steun opeconomisch vlak aan duidelijke doelstellingen en een exit-scenario te verbinden. Toen Vredeseilandenin Laos in 2002 met haar steun aan boerenfamilies in 53 bergdorpjes begon, waren veel inwonersverslaafd aan opium en hadden de meesten honger. Negen jaar later zijn de boeren georganiseerd,hebben ze ondernemingen opgezet om de verwerking en het op de markt brengen van hun productenmogelijk te maken. Hun inkomen is fors gestegen en er is in de dorpen bijna geen honger meer. In2010 konden we dus onze steun stopzetten – en een deel van onze activiteiten overdragen aan eenlokale organisatie die vooral de vrouwen in de streek zal blijven steunen.

Ÿ Meer op blz. 37

EXPEDITIE BENIN

Acht jaar geleden begon Vredeseilanden in te zetten op rijstteelt in Benin. De laatste jaren slaagden5000 rijstboeren erin om de kwaliteit van hun rijst te verbeteren. In 2010 exporteerden twee boeren -organisaties voor het eerst een symbolisch deel van hun rijst onder fairtrade voorwaarden. De rijstis ondertussen te vinden in uw Colruyt, Okay of Spar. Om te zoeken naar de valkuilen en kansen diezo’n project biedt voor boerenfamilies trok een Belgische delegatie naar Benin: Jef Colruyt (voor -zitter Groep Colruyt), Rik Van Cauwelaert (directeur Knack), Marianne Thyssen (Europarlementslid),Piet Vanthemsche (voorzitter Boerenbond) en Lut De Clercq (Backstage Kitchen). Hun verhalen warente lezen en te horen in verschillende media en tijdens een event dat we samen met Groep Colruytorganiseerden.

Ÿ Meer op blz. 24

PRIJS VOOR MEEST BRILJANTE MISLUKKING IN DE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Geen succes zonder mislukking en zonder mislukkingen geen vooruitgang. Zo luidt het uitgangspuntvan het Nederlandse Instituut voor Briljante Mislukkingen. Het Instituut vindt dat de angst om metmislukkingen te worden geassocieerd het lerend vermogen in de ontwikkelingssector teveel blokkeert.Om openheid te stimuleren en het delen van mislukkingen te belonen, werd in september 2010 deeerste award voor de meest Briljante Mislukking in de Ontwikkelingssamenwerking ingesteld. Vredeseilanden nam de eerste prijs voor Briljantste Mislukking in de Ontwikkelingssamenwerking trotsin ontvangst. In onze inzending beschreven we hoe een vernuftig kredietsysteem van de boeren -coöperatieve Coocenki in Congo tot stand kwam dankzij twee mislukte tussenstappen.

Ÿ Meer op blz. 33

5

Hoo

gtep

unte

n ui

t 20

10

1

Page 8: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

CONGO: 50 JAAR ONAFHANKELIJK

Niemand in Vlaanderen kon ontsnappen aan de grote hoeveelheid artikels, boeken en tentoon -stellingen over Congo. Vredeseilanden wou vooral het nostalgisch discours doorprikken en bracht eenaantal sleutelfiguren samen om een toekomst voor Congo te verbeelden. Ook fotograaf Jimmy Ketstrok naar Noord-Kivu om er het werk van onze partnerorganisaties in een fotoreeks te vatten.Vredeseilanden speelde daarnaast een voortrekkersrol bij de uitbouw van een samenwerkingsverbandtussen Belgische ngo’s en Congolese boerenorganisaties: AgriCongo. Dit netwerk zorgde door sterklobbywerk voor de goedkeuring van een nationale kaderwet voor landbouw die “gezinslandbouw” alsde hoeksteen van de Congolese landbouw beschouwt.

MEER AANDACHT VOOR DUURZAME VOEDING

In België blijft de campagne FairTradeGemeenten een uitschieter. In 2010 werd de 100ste FairTrade -Gemeente titel uitgereikt en ging er extra aandacht naar het zesde criterium: het promoten van lokaleduurzame voeding. In het Zuiden zetten we eveneens mooie campagnes op om gezond en lekker etente promoten: in samenwerking met Zuiddag vzw kon bijvoorbeeld een pilootproject op het eiland Baliin Indonesië doorgaan. Volledig ontwikkeld en uitgevoerd door jongeren.

Ÿ Meer op blz. 44 en 46

6

Page 9: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

BOEREN VERDIENEN MEER

Een beter leven voor boerenfamilies. Boeren een plaats geven op de markt zodat ze eindelijk de kansenkrijgen die ze verdienen. Dat is het objectief van Vredeseilanden.

Wij willen graag lekker en betrouwbaar voedsel op ons bord. Wij willen graag zorg dragen voor denatuur, voor de volgende generaties.Boeren in het Zuiden en bij ons willen een leefbaar inkomen verdienen met hun werk op het land.

Met Vredeseilanden bewijzen we dat beide perfect hand in hand kunnen gaan. Onze duurzamelandbouwprogramma’s tonen hoe kwalitatief voedsel kan geteeld én verhandeld worden met respectvoor de natuur en loon naar werken voor de boeren.

Niet alleen Vredeseilanden gelooft daarin. Iedereen zegt het nu. De Wereldbank. De VN. Wetenschap -pers van overal. De miljoenen boerenfamilies wereldwijd zijn een oplossing. Voor de voedselcrisis enhet hongerprobleem. Maar ook voor het armoedeprobleem – de meeste armen zijn tenslotte boerenen boerinnen. En bovendien respecteren hun familiebedrijven veel beter de ecologische balans vanonze planeet.

Makkelijk gezegd, maar hoe begin je daar aan? Het begin van de oplossing brengt ons een nieuw probleem. Hoe zorgen we ervoor dat boeren en boerinnen hun producten bij de consumenten krijgenen daar een leefbaar inkomen aan verdienen?

Precies dat zoekt Vredeseilanden uit. Met onze partners: boerenorganisaties, bedrijven, universi -teiten, overheden. Bescheiden, maar ambitieus. Want het is een lastige weg. Marktstudies uitvoeren,overleg organiseren, coöperatieven opstarten, nieuwe kennis opbouwen.

Het gaat over zoveel meer dan mensen die zich uit de armoede bevrijden. Uiteindelijk gaat het ookover ons. Het volstaat tenslotte niet dat we solidair zijn door mensen elders in de wereld te helpen.Echte solidariteit vraagt een wereldwijde transitie naar een duurzame economie. Met een duurzamevoedselproductie én -consumptie. Daarom werkt Vredeseilanden ook in België om van duurzame producten dagelijkse kost te maken. In scholen, bedrijfsrestaurants, in de sportclub,...

Dankzij de inzet van duizenden vrijwilligers en de keuzes van geëngageerde consumenten, blijft hetniet bij woorden.

7

Stra

tegi

e Vr

edes

eila

nden

2

HONDURASNICARAGUA

ECUADORPERU

BELGIË

SENEGALGAMBIA

BURKINA-FASOTOGOBENINNIGER

CONGOUGANDA

TANZANIA

LAOS

VIETNAM

INDONESIË

Page 10: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

8

Page 11: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

There are no passengers on Spaceship Earth. We are all crew.Marshall McLuhan, 1964

Al verschillende jaren is duurzaamheid dé leidraad voor de werking van Vredeseilanden. Niet enkelop programmaniveau, maar ook op organisatieniveau. We schreven in het vorige jaarverslag hoeeconomische, sociale en milieuaspecten vervlochten zijn in onze werking. In de volgende hoofd -stukken rapporteren we daarover. Maar Vredeseilanden wil verder gaan dan haar eigen activiteiten.We willen ook bijdragen aan het verduurzamen van de hele samenleving in Noord en Zuid, meerbepaald op het terrein van landbouw en voeding.

Transitie naar meer duurzame landbouw en voedingEen duurzamere samenleving vraagt een hele omschakeling van ons denken en doen – een transitiedus. Op lange termijn staat het landbouw- en voedselsysteem wereldwijd voor uitdagingen die enkelmet systeemveranderingen kunnen aangepakt worden. We hebben het over schaarste van natuurlijkehulpbronnen zoals energie en water, de klimaatproblematiek, de band tussen stad en platteland,de organisatie van de voedselketen, de afvalproblematiek, gezonde voedingspatronen, en meeralgemeen: het uitroeien van de honger in de wereld, streven naar een rechtvaardige duurzamesamenleving met voldoende levenskwaliteit.

We weten dat dit bij lange na niet zal lukken als we de lopende praktijken van productie enconsumptie gewoon verder zetten. Dan zouden we immers twee planeten nodig hebben voor degeschatte bevolking tegen het jaar 2050. Elke regio zal haar specifieke troeven moeten inzetten omoplossingen te zoeken voor de uitdagingen die ons de komende decennia te wachten staan. In 2010zochten en vonden we alvast bondgenoten om een transitieproces op te zetten naar meer duurzamelandbouw en voeding in Vlaanderen.

De toekomst verbeeldenEind 2010 hebben alle partners van het transitienetwerk landbouw en voeding in Vlaanderen eenuitdagend transitieproject voorbereid. De bedoeling is om als eerste stap krachtige toekomstbeeldente ontwikkelen over een ‘ideaal’ voedselsysteem in het jaar 2050. Tegen eind volgend jaar moet dittoekomstbeeld (of toekomstbeelden) gevormd zijn om te kunnen dienen als inspirerend doel. Zokunnen landbouwbedrijven, de voedingsindustrie, de retailsector, socio-culturele organisaties, land -bouwfaculteiten, overheden, etc. nieuwe experimenten beginnen uitwerken of beslissingen nemendie toewerken naar dit ‘ideaal’ toekomstbeeld.

DuurzaamheidsverslaggevingDit rapport is volgens GRI, Global Reporting Initiative, criteria opgesteld. Een groeiend aantal grotebedrijven en organisaties van over de hele wereld engageerden zich om volgens dit duurzaamheids -kader te rapporteren. www.globalreporting.org.In 2010 publiceerde GRI haar bijkomende criteria voor de NGO-sector. Het vraagt enig voorberei -dingswerk om daarover te kunnen rapporteren, vandaar dat we deze criteria pas in ons volgendjaarverslag systematisch zullen opnemen.Het volledig overzicht van de indicatoren is achteraan dit verslag volgens de GRI logica overzichte -lijk opgenomen (blz. 86-87).

9

Vred

esei

land

en e

n du

urza

amhe

id

3

Page 12: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

10

Page 13: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

INLEIDING

In de verslaggeving over onze Zuidwerking op de volgende pagina’s leggen we de nadruk op de impactvan ons programma van de afgelopen drie jaar. In welke mate slaagt Vredeseilanden erin om hetinkomen en de positie van boerenfamilies substantieel en duurzaam te verbeteren, zoals in onzemissie staat? En in hoeverre lukt het om onze succesvolle directe steun aan boerenfamilies te ‘gebrui -ken’ om anderen ervan te overtuigen om onze ervaringen op veel grotere schaal over te nemen?

Om deze vragen te beantwoorden lieten we eind 2010 meerdere evaluaties uitvoeren van onzeprogramma’s die door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD) ondersteund worden1. Daarbijwerd onze impact beoordeeld op vijf indicatoren:– Verhoogd inkomen en verbeterde inkomenszekerheid van boerenfamilies;– Verhoogde invloed van boerenorganisaties, met name op de handel in hun producten;– Meer mogelijkheden om te vermijden dat externe gebeurtenissen als mislukte oogsten, natuur -

catastrofes enz. hun situatie verslechtert (veerkracht);– Meer duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen als grond, water en energie;– Verhoogde zekerheid om altijd voldoende te eten te hebben.

Aantal landbouwketens waarin Vredeseilanden actief bijgedragen heeft aan positieve veranderingen in het leven van boerenfamilies. Totaal 38 landbouwketens.

Bovenstaand diagram vat samen wat de impact was van het Vredeseilandenprogramma op de boeren -families die we direct ondersteunen. Dit toont aan dat in de meeste gevallen op alle vlakken vooruit -gang geboekt werd. Alleen wat inkomen betreft valt de impact enigszins tegen, waarschijnlijk omdathet inkomen van boeren aan veel externe factoren onderhevig is waar zij en wij kennelijk nog teweinig invloed op hebben.

11

Vred

esei

land

en i

n he

t Zu

iden

4

inkomens/inkomenszekerheid

voedselzekerheid macht/positie

duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen kwetsbaarheid, veerkracht

duidelijke positieve veranderingen

positieve veranderingen

0

25

34 33

3433

10

10

13

19

9

1 Ons volledig programma in Congo, en deelprogramma’s in Tanzania, Oeganda en Benin worden ondersteund viaandere financieringsbronnen en vallen buiten de evaluaties waarover we hier spreken.

Page 14: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Op de volgende pagina’s wordt per land iets meer informatie over de impact van onze werkinggegeven. Geïnteresseerden sturen wij graag het complete evaluatieverslag toe.Merk op dat we onderzocht hebben of en hoe de situatie van boeren en boerinnen er is op vooruit -gegaan. De uitgangssituatie waarop die was gebaseerd, kan zeer verschillend zijn geweest. Zeer armeboeren bijvoorbeeld blijven na de verdubbeling van inkomen nog altijd arm. Om meer zicht te krijgenop de levenssituatie van boerenfamilies in cijfers, doen we in de zomer van 2011 enquêtes.

Ook al tonen de impactcijfers aan dat er bijna overal vooruitgang is op het vlak van ecologischeduurzaamheid, toch vermoeden we dat op dit vlak nog een lange weg te gaan is. Vanzelfsprekendblijft dit dus één van onze prioriteiten in de komende jaren, samen met de economische en sociaal-culturele duur zaamheid. Landbouw is immers de motor van de ontwikkeling van het leven op hetplatteland.

Hoe kunnen we onze effectiviteit nog verhogen, afgaande op de impactevaluaties?In de koppeling tussen de concrete steun aan mensen, het politieke werk en de bevordering vanduurzame consumptie. Want daar waar boerenorganisaties hun eigen werking gebruiken om politicite vertellen hoe zij de familiale landbouw kunnen ondersteunen, wordt er beter naar hen geluisterd.Hetzelfde geldt voor consumenten: velen zéggen weliswaar dat zij graag duurzame producten kopen,maar het is alleen door die effectief te kopen dat ze boerenfamilies ondersteunen.

Ook moet de samenwerking met bedrijven intensiever. Boerenorganisaties en andere partners kunnenveel leren van hun expertise en ervaring. Bedrijven kunnen boeren een markt bieden tegen goedevoorwaarden. En met succesvolle voorbeelden kunnen bedrijven overtuigd worden om in hun bedrijfs -voering meer ruimte te creëren voor duurzame familiale landbouw.

Tenslotte een paar cijfers. In 2010 ondersteunden wij 142 organisaties in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Ongeveer 63.000 vrouwen en 59.200 mannen kregen directe steun van Vredeseilanden.Samen met hun gezinsleden hielpen wij dus ca. 600.000 mensen om hun levensomstandigheden teverbeteren.

Dit is echter maar de helft van het verhaal. De andere helft is de mate waarin boerenorganisaties enwijzelf erin slagen om andere organisaties en overheden ertoe aan te zetten om onze succesvolleervaringen op veel grotere schaal te repliceren, opdat een veelvoud aan boerenfamilies ook een kanskrijgt op een beter leven. Een mooi voorbeeld daarvan is het feit dat BTC, de Belgische overheids -organisatie voor ontwikkelingssamenwerking, een meerjarig programma ter ondersteuning van rijst -boeren in Benin startte dat ons eigen programma in Benin grotendeels repliceert – op een schaal enmet een budget dat tot 10 keer zo groot is als dat van ons. Andere organisaties overtuigen om onzesuccesvolle experimenten over te nemen, is één van de belangrijkste doelstellingen van onze Zuid -werking voor de komende jaren.

12

Page 15: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

In 2010 ondersteunde Vredeseilanden boerenfamilies in landbouwketens van de volgendeproducten:

13

Ecuador Koffie, Bananen, GroentenPeru KoffieNicaragua Groenten, Bonen, Suiker Honduras Groenten, Bonen, Suiker, Cashewnoten Senegal Bananen, Fonio, SesamGambia SesamBenin Rijst, ManiokTogo MaïsBurkina Faso NiébéNiger RijstUganda Pindanoten, Maïs, Geiten, ManiokTanzania Maniok, Kippen, Uien, Geiten, ZonnebloemenCongo Geen specifieke productketenIndonesië Cacao, Cashewnoten, Pindanoten, Biologische Rijst, Koffie Laos Maïs, TheeVietnam Varkens, Veilige groenten, Verse thee

Page 16: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO ANDINO

In de Andesregio ligt de focus op koffie-en groenteteelt. Na succesvolle experi -menten met de verwerking van bananentot o.a. chips, breiden we die activiteitenook verder uit. In 2009 sloten we nieuwesamenwerkingsakkoorden af met partnersin Peru. In 2010 begon de uitvoering vande eerste concrete activiteiten.

Dit zijn onze partners in Ecuador:

• Federación Regional de Asociaciones de Pequeños Cafetaleros del Sur (FAPECAFES)• Federación de Asociaciones artesanales de Producción Cafetalera Ecológica de Manabí

(FECAFEM)• Servicio para un desarrollo alternativo del Sur (SENDAS)• Chuya Mikuna• El Movemiento de Economía Social y Solidaria del Ecuador (MESSE)• Coordinadora Ecuatoriana de Pequeños Productores de Commercio Justo (CECJ)• Corporación Ecuatoriana de agricultores biológicos (Probio)• Colectivo Agroecológico

Dit zijn onze partners in Peru en Bolivië:

• Asociación Nacional de Productores Ecológicos (ANPE) in Peru• Asociación de Organizaciones de Productores Ecológicos de Bolivia (AOPEB)• Centro de Información e Intercambio para la Agricultura Ecológica (AGRECOL) in Peru en

Bolivië• Satipo in Peru • Junta Nacional de Café (JNC) in Peru

Ook MAELA, de Latijns-Amerikaanse agro-ecologische beweging, kreeg onze steun.

14

ECUADORPERU

Page 17: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO ANDINO

In Ecuador zijn boeren en boerinnen hun productie meer beginnen diversifiëren waardoor hun inko -men steeg. Bij FAPECAFES werd een verhoging van gemiddeld 18% uit de bananenchips geconstateerd(als diversificatie voor de koffie). Bij Chuya Mikuna steeg het inkomen met 30%. Bij FECAFEM steeghet totale inkomen van hun leden met 83%, het inkomen uit koffie met 64%. De biologische koffie(certifiëring en keurmerk verkregen dankzij de steun van VECO) veroorzaakt een zekere stabiliteitin de prijzen. Verder hebben ze nu ook meer middellange termijn handelsrelaties met afnemers uitCanada en Europa waardoor er ook meer inkomenszekerheid is.

De positie van de boeren is versterkt door een grotere deelname in de verwerkingsfase en een sterkeredeelname in de export. FECAFEM heeft zijn export geconsolideerd. FAPECAFES verwerkt bananen totbananenchips en exporteert nu ook. FECAFEM is ook een duidelijke vertolker van de noden van hunleden naar de overheden toe en Chuya Mikuna is erkend op provinciaal en nationaal niveau voor hunagro-ecologische ervaring en hun systeem van groentepakketten die ze verkopen aan consumenten -groepen in de grote steden. Zowel FECAFEM als FAPECAFES ontvangen leningen van o.m. Alterfin.

Boeren staan sterker tegenover opkopers omdat ze samen analyses van de hele keten uitvoerden. Zeverwerven inzicht in de keten (problemen, bottlenecks en opportuniteiten, kennis over de kostenvan productie en verwerking,...) en kunnen nu in hun contacten en overleg meer gefundeerde engedocumenteerde informatie verstrekken.

97,6% van de leden van FECAFEM (koffie) gebruiken geen chemische meststoffen, 90,5% heeft eenbiolabel. Bij FAPECAFES zien we dat de producenten niet afhankelijk zijn van het gebruik van detechnologische/chemische inputs, de biodiversiteit in de koffieboerderijen is behouden en het wateris niet gecontamineerd. Chuya Mikuna is heel sterk gefocust op voedselzekerheid. De productie isvooral gericht op de lokale en familiale consumptie. 40% van de groenteproductie is voor eigengebruik.

15

We bereikten met ons programma rechtstreeks 3.179 mannen, 1.532 vrouwen

Page 18: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Peru: Naar een nieuwe alliantie tussen boeren en chef-koks

De gastronomische beurs van Mistura staat symbool voor de ‘boom’ van de Peruaanse keuken.Niet alleen is het de belangrijkste beurs van het land, het evenement helpt ook om gerechtenen producten in het buitenland te promoten. Dit festival van smaak, kleur en aroma's ver -zamelt al drie jaar chef-koks, boeren, de voedingsindustrie, gastronomische educatieve centraen vele anderen die oude en nieuwe producten komen voorstellen. Dit jaar wilden ze specialeaandacht besteden aan de rol die kleinschalige boeren spelen in de Peruaanse keuken. Want70% van het voedsel dat op de borden van de Peruanen komt, is afkomstig van hen.

Ook ANPE, de Nationale Vereniging van Biologische Landbouwers, is ieder jaar op de beursaanwezig om promotie te voeren. ANPE wil de bioboeren in contact brengen met chef-koks enhen ervan overtuigen om hun producten te gebruiken bij het klaarmaken van exquise schotels.De voor zitter van ANPE, Silverio Trejo, vertelt dat ze elk jaar proberen hun aanwezigheid opMistura te verbeteren: een betere presentatie, meer diversifiëren in hun producten, verbeterenvan de groepsverkoop. Elk jaar promoten ze met meer enthousiasme en zelfzekerheid hunproducten. Een lid van ANPE vertelt verbaasd: “ik moest de voordelen van bioproducten uit -leggen aan iemand... hij had nog nooit van dergelijke producten gehoord!” Dat wordt bevestigddoor een enquête van het Netwerk voor Biolandbouw (RAE), dat bezoekers van Mistura onder -vroeg over de bekendheid van bio. Ongeveer 75% van de ondervraagden wist niets van dieproducten af en had nog nooit van ze gehoord. Nu beseffen de boeren en boerinnen dat zeveel energie moeten steken om de voordelen van bio uit te leggen aan hun potentiële klanten.

De bezoekers van de beurs zijn soms verbaasd bij het ontdekken van de verscheidenheidaan bioproducten. Dikwijls komen ze op de beurs voedsel tegen dat ze nog gegeten hebbentoen ze jong waren, maar dat ze niet vinden in supermarkten. Gezonde, verse en natuurlijkeproducten die ze op de Mistura kunnen kopen. De klanten vertellen aan de boeren wat voorkwaliteit ze wensen, en de boeren kunnen nieuwe producten voorstellen aan de bezoekers vande beurs. VECO Andino blijft dit soort ontmoetingen tussen boeren en chef-koks ondersteunenen hoopt de banden jaar na jaar te verstevigen.

16

© He

nry

Silv

a

Page 19: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO MESOAMÉRICA

In Centraal-Amerika beperken we onze werkingsinds vorig jaar tot Nicaragua en Honduras. Vierproducten staan centraal: bonen, suiker, groenten,en cashewnoten.

Dit zijn onze partners in Nicaragua:

• NICARAOCOOP• UNAG nationaal en regionaal, de nationale unie van landbouwers en veetelers. Met de afdeling

van UNAG in Nueva Segovia ondersteunen we coöperatieven van suikerboeren.• FENACOOP• FEMUPROCAN• Alianza Agroecológica de Carazo/COOPAD• De Groep voor de Promotie van de Biolandbouw (GPAE)• De Liga voor de Verdediging van de Rechten van de Consument in Nicaragua (LIDECONIC)• De Nationale Vereniging ter Verdediging van de Consumenten (RNDC)• Movimiento de Agricultura Orgánica (MAONIC)

Dit zijn onze partners in Honduras:

• Conglomerado de marañon. Dit is een coöperatieve die cashewnoten verwerkt en exporteert, ooknaar Europa.

• Coördinatieraad van Boerenorganisaties van Honduras (COCOCH)• Regionale Vereniging Landbouwdiensten in het Oosten (ARSAGRO)• Netwerk voor Alternatieve Gemeenschappelijke Vermarkting (RED COMAL)• Het Comité voor de Verdediging van de rechten van de Hondurese Consument (CODECOH)• La coalición Hondurena de accion ciudadana (CHAAC)• Asociación Campesina Nacional (ACAN)• Asociación de Productores agropecuarios de Oriente (APAO)• Unión de Trabajadores del Campo (UTC)

Over de landsgrenzen heen, ondersteunt VECO Mesoamérica ook CDC, een consumentenorganisatie.Daarnaast is de expertise van FETRAF, een grote Braziliaanse boerenorganisatie, ingeschakeld in onsprogramma.

We ondersteunen samen met de Nederlandse ngo Hivos twee Centraal-Amerikaanse structuren die desamenwerking tussen verschillende coöperatieven, boerenorganisaties en verwerkingsbedrijvenbevorderen.• PECOSOL heeft 35 leden in vijf landen. Nicaraocoop, Red Comal, UNAG en andere van onze partner -

organisaties zijn lid.• PROAMO is een samenwerking tussen zeven organisaties, waaronder Nicaraocoop uit Nicaragua.

17

HONDURASNICARAGUA

Page 20: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO MESOAMERICA

In Centraal-Amerika verdienen de suikerboeren in Nicaragua 20% meer sinds de start van hetprogramma. In Honduras verdienen ze zelfs 135% meer, omdat ze overschakelden naar meer duurzameteeltwijzen en door de verbetering van de verwerkingstechnieken. Voor de boerinnen die groententelen, noteerden we een inkomensstijging van 50%. Deze stijging had o.m. te maken met deinvesteringen in microtunnels bij groenten (zodat de regen minder invloed heeft op de productie),vormingen over hoe je biologische meststof maakt (wat kostenbesparend werkt), het experimenterenmet nieuwe meer rendabele variëteiten (suikerriet) en technische assistentie voor de aanmaak vannieuwe derivaten. Door het aantrekken van andere afnemers dan tussenhandelaren – een proces datVECO faciliteerde – ligt het inkomen van de vrouwen van Femuprocan uit de verkoop van groentenin 2010 gemiddeld 21% hoger dan in 2008.

De boeren staan sterker op de markt omdat ze meer investeerden in verwerking van hun ruwe pro -ducten. Bijvoor beeld door de verwerking van rietsuiker tot kristalsuiker (Red Comal), het verwerkenvan bonen tot vacuüm verpakte bonenpuree (Nicarocoop) en een sterkere deelname in de export,zoals de export van zwarte bonen naar Venezuela (UNAG). Boeren zijn nu ook in staat om via hunorganisaties andere spelers rond de onderhandelingstafel te krijgen op nationaal en departements -niveau. Voor de bonenhandel en de suikerhandel zijn permanente overlegorganen geïnstalleerdtussen boeren, handelaars, transporteurs, etc. Boeren verkrijgen hierdoor betere toegang tot infor -matie over het product en worden meer en meer erkend als belangrijke spelers door de overheid,andere NGO’s en consumenten. Sommige partners kregen ook gemakkelijker toegang tot financiering,zoals ARSAGRO dat ondermeer financiering van de overheid krijgt voor investeringen in irrigatie.

In Centraal-Amerika wordt in de ketenontwikkeling sterk ingezet op het aanwenden van duurzamelandbouwpraktijken. ARSAGRO (Honduras) focust op het biologisch telen van bonen, een beter water -beheer en herbebossing. NICARAOCOOP experimenteert om 35 ha bonen op een duurzame manier teverbouwen i.s.m. een technisch instituut. Red Comal beschikt nu over 36,4 ha biologisch gecertifi -ceerde suikerriet terwijl er in 2008 nog helemaal niet op biologische wijze werd geteeld. ACAN, RedComal en UNAG Nueva Segovia werken nu met ecologische ovens waarbij gestookt wordt met afvalvan suikerriet i.p.v. hout. Zo is de houtkap aanzienlijk verminderd.

18

We bereikten met ons programma rechtstreeks 6.967 mannen, 5.495 vrouwen

Page 21: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Nicaragua: “Banco Produzcamos”: een bank in Nicaragua die landbouwkredietenverstrekt aan boerenfamilies

UNAG, de nationale unie van landbouwers en veetelers in Nicaragua, is erin geslaagd de topvan de Nicaraguaanse politiek te beïnvloeden. De vraag voor de oprichting van een bank voorkleine producenten kwam van verschillende regionale afdelingen van de organisatie. Na ver -schillende consultatierondes formuleerde UNAG een concreet voorstel en een plan van aanpakom tot een oprichting van een bank te komen. VECO Mesoamérica ondersteunde UNAG metadviezen en gaf hen de mogelijkheid om regelmatig met hun leden aan de basis te overleggen.

UNAG legde dit jaar haar concreet voorstel op tafel in het parlement. Hier gingen een reeksvan debatten, vergaderingen met belangengroepen, verklaringen in de pers, optochten,discussies met verschillende politieke fracties en het verzamelen van 38.000 handtekeningenaan vooraf. UNAG maakte ook aan andere boerengroepen duidelijk dat ze een gezamenlijkfront met gemeenschappelijke standpunten moesten vormen om de aanvraag te ondersteunen.Door lobbywerk bij de “Bancada Sandinista” is een voorontwerp van de wet op de topagendavan het Nationaal Congres terechtgekomen. Met de fracties van andere politieke partijen isook verschillende keren overleg gepleegd. De Bankwet is uiteindelijk goedgekeurd in deCommissie van Productie, Economie en Begroting.

UNAG is er dus in geslaagd de wet die de bank “Produzcamos” (letterlijk: laten we produceren)opricht, goed te laten keuren. Momenteel zijn twee vertegenwoordigers van UNAG lid van deRaad van Bestuur. Dit laat toe op een directe manier het krediet- en regelgevingsbeleid tebeïnvloeden. Hiervoor is op een systematische manier over leg gepleegd met de verschillendebelangengroepen.In juli 2009 werd de Wet goedgekeurd en een jaar later kon de bank effectief van start gaan.Vandaag de dag betekent deze bank een alternatief voor kleine producenten. De bank begonte opereren met een totaalsom van $110.559.078 waarvan $50.691.224 bestemd is voorinvesteringen in productie. De rentevoeten liggen tussen de 10,5% en 12% op korte en langetermijn.

Minder dan een jaar na zijn opening is het effect van de Bank “Produzcamos” al duidelijkzichtbaar: er zijn al leningen verstrekt aan 1.700 boeren, waarvan 20% aangesloten is bijde UNAG. Dit staat gelijk met een kredietportefeuille van $14.516.129. Voor het jaar 2011verwacht men dat dit bedrag zal stijgen naar $55.299.539.

19

Page 22: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO SÉNÉGAL/GAMBIA

Onze werking in Senegal en Gambia is opgebouwd ronddrie producten: sesam, bananen en fonio (een lokalegraansoort). De Senegalese organisatie ASCOSEN bleekniet de juiste partner om een consumentenwerking meeop te zetten rond voeding. Vandaar dat de samenwerkingis stopgezet. We zoeken naar een nieuwe manier omlokale, Senegalese producten te promoten, o.a. viascholen die horeca-opleidingen aanbieden.

Dit zijn onze partners in Senegal:

• Association des Producteurs de la Vallée du Fleuve Gambie (APROVAG) – www.aprovag.org• Fédération des Unions des Groupements Associés du Niombato (UGAN)• Union des producteurs et productrices de fonio dans la région de Sédhiou (URPROFOS)• Union National de la filière de banane au Sénégal (UNAFIBS)

Dit zijn onze partners in Gambia:

• National Farmers’ Platform, The Gambia (NFPG)• National Women Farmers in Agriculture (NAWFA)

IMPACT VECO SENEGAL/GAMBIA

Boeren en boerinnen die sesam en fonio telen verdubbelden hun inkomen mede dankzij het VECOprogramma. Dit is te danken aan een verbeterde productiviteit door de gerichte vormingen doorde partners en VECO, het verkrijgen van betere prijzen door collectieve vermarkting en het aangaanvan contractuele verbintenissen met handelaars – een proces dat door VECO gefaciliteerd werd. Inde bananenketen werd een beperkte verhoging van het inkomen bekomen (15%) en een betereinkomenszekerheid dankzij het nieuwe vermarktingsysteem met een betere planning en cash -betalingen, wat wanbetalers afschrikt.

Met hun organisaties hebben de boeren en boerinnen hun invloed kunnen verhogen. Vooral APROVAGin Senegal en NAWFA in Gambia hebben hun naamsbekendheid en reputatie versterkt en wordenregelmatig geraadpleegd door de regeringen als het gaat over de bananen- of sesamhandel. Deuitstraling van UGAN en URPROFOS situeert zich nog eerder op lokaal en regionaal niveau, maar huninvloed is groeiend en ze breiden hun contacten uit over de grenzen met andere sesam- en fonio-organisaties en -klanten. Vooral in de sesamketen slaagden de boerenorganisaties erin om eenminimumprijs te garanderen. Tijdens de evaluatie gaven de boeren aan dat het programma sterk heeftbijgedragen tot het versterken van hun zelfvertrouwen en aan de solidariteit.

De keuze voor biologische productie heeft de afhankelijkheid van ingevoerde inputs geminimaliseerd.Door de diversificatie van de inkomstenbronnen en het creëren van meerwaarde door verwerking (olievan sesam, voorgekookte fonio, azijn van banaan,...) verminderde de kwetsbaarheid van de boeren.Voor sesam laat het beschikbaar stellen van zaden de producenten toe om te herzaaien als het nietgenoeg regent. Door de gunstigere betalingswijzen voor banaan en door het beter plannen van deproductie van bananen hoeven de producenten hun graangewassen niet langer te verkopen, waar doorze minder in een precaire situatie van voedseltekort terecht komen.

20

SENEGALGAMBIA

We bereikten met ons programma rechtstreeks 1.412 mannen, 2.947 vrouwen

Page 23: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Sesam: match maker tussen landbouwers en veetelers

Tot in de jaren ’70 leefden de landbouwers en de veetelers in harmonie met elkaar inNiombato, Senegal. In het droge seizoen deden de velden dienst als weide. De mest die dedieren achterlieten, verrijkte de bodem, wat een betere opbrengst voor de landbouwergarandeerde. Tijdens de winter hadden de veetelers genoeg plaats om hun dieren te latengrazen. Conflicten tussen landbouwers en veetelers waren er bijna nooit.

De mechanisatie van de landbouw in de jaren ’70 zorgde ervoor dat landbouwers grotereoppervlakten konden bewerken. Bijgevolg bleef er minder weiland over. Landbouwers enveetelers vochten soms felle conflicten uit om die gronden. De lokale administratie en degemeenschappen probeerden de gronden te verdelen, zodat er weiden overbleven om het veete laten grazen. Maar de afspraken losten de conflicten niet volledig op.

Het sesam-programma van UGAN heeft er niet alleen voor gezorgd dat de boeren een beterinkomen hebben, maar verminderde ook de spanningen tussen landbouwers en veetelers. Dedieren vinden de sesamplanten namelijk niet lekker. Als het vee over de sesamvelden trekt,moeten de boeren dus geen schrik hebben dat ze de planten zullen opeten. De veetelerszorgen ervoor dat hun dieren bij de sesamvelden blijven, en niet gaan grazen op anderevelden.

Omdat sesam een plant is die gemakkelijk groeit, kweken de boerenfamilies nu ook sesam opde gronden dichtbij hun huizen. Ook daar moeten ze geen schrik hebben dat de geiten enschapen de planten zullen oppeuzelen. De opbrengst van die velden dichtbij de huizen is zelfsheel goed, omdat het huiselijk afval zorgt voor de nodige humus.

21

Page 24: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO WEST AFRICA

Vredeseilanden werkt al lang in Togo en Benin. Webreidden de vorige jaren onze werking uit naarBurkina Faso en Niger. De vier landen delen immersbelangrijke grensmarkten. Dit weerspiegelt zich ookin de structuur. Het regionaal kantoor is gevestigdin Cotonou. De projectverantwoordelijken werkenvanuit twee antennes in Togo en Benin. Later komter nog een antenne in Burkina Faso bij. In de heleWest-Afrikaanse regio werken we voor het politiekewerk samen met de boerenorganisatie ROPPA(Réseau des Organisations Paysannes et deProducteurs en Afrique de l’Ouest).

In Benin specialiseren onze partners zich vooral inrijst en maniok. Dit zijn ze:

• 6 Unions Communales des Riziculteurs (in Glazoue, Dassa, Save, Savalou, Banté en Ouessé)• Union des Riziculteurs du Centre (UNIRIZ-C)• Conseil de Concertation des Riziculteurs du Bénin (CCR-B)• Fédération des Unions de Producteurs du Bénin (FUPRO-Bénin)• Centre d’information, de recherche et d’action pour la promotion des initiatives paysannes

(CIRAPIP)• Centre d’initiation et de recherche-action pour un développement durable (CEIRAD) • Ligue de Défense des Consommateurs du Bénin (LDCB)• Plateforme nationale des organisations paysannes et de producteurs agricoles (PNOPPA)

In Noord-Togo werken onze partnerorganisaties vooral in de maïsteelt.

• Réseau des Centrales d’Auto promotion paysanne (RECAP)• Fédération des Organisations Paysannes de la Région des Savanes (FOPAS)• Coordination Togolaise des Organisations Paysannes et des Producteurs Agricoles (CTOP)• Organisation d’Appui à la Démocratie et au Développement Local (OADEL)

In Burkina Faso specialiseren onze partnerorganisaties zich in de commerciali satie van niébé, eenpopulaire lokale bonensoort.

• Association Sons-Kouadba (ASK)• UPPA Boulgou• FEPAB• La Confédération Paysanne du Faso (CPF)

Onze partners in Niger specialiseren zich in rijstteelt:

• Unions des producteurs du riz hors périmètre de Dosso et Birnie• Plateforme Paysanne du Niger (PFPN)

22

BURKINA-FASOTOGOBENINNIGER

Page 25: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO WEST AFRICA (Benin, Togo, Burkina Faso en Niger)

De producenten van rijst en niébé konden hun inkomens verhogen met 33 tot 43%, vooral dankzijgegroepeerde verkoop aan betere prijzen en betere opslagpraktijken; voor maïs is de inkomenstijgingminder dan 15%. Een uitschieter was de export naar Colruyt van 24 ton gepelde rijst waarvoor eenprijs van 570 F/kg verkregen werd waarvan 78 F/kg als fairtrade premie. De grootste verhoging wasechter voor de vrouwen die de rijst voorkoken (parboiled rijst). Zij zagen hun inkomen toenemen met186%, doordat ze konden beschikken over beter materieel, maar vooral doordat VECO hen kon linkenmet markten in het oosten van Benin en in Nigeria. De leefomstandigheden van de meest kwetsbarelaag van de bevolking zijn duidelijk verbeterd omdat ze een betere prijs voor hun paddy rijst krijgenen omdat ze grotere oppervlaktes in gebruik hebben genomen om rijst te telen. De rijstcultuur heeftboeren in staat gesteld om het inkomensverlies door de achteruitgang van de katoenketen ruim tecompenseren. De inkomsten uit rijst staan nu in voor de dagelijkse uitgaven in de familie. In BurkinaFaso hebben de niébé-producenten (dit zijn vooral vrouwen) hun levensstandaard ook verhoogd (ziekader hieronder).

De boeren hebben via hun ledenorganisaties een meer actieve rol in de diverse schakels van delandbouwketens. Ze voegen meerwaarde toe aan hun producten en zijn meer betrokken bij hetbeheer. In Togo wordt de boerenorganisatie geconsulteerd door de overheid voor het verdelen vanlandbouwinputs aan hun leden. In Benin is UNIRIZ-C een sleutelactor geworden in de rijstketen. Deorganisatie is inmiddels ook lid van de Kamer van Landbouw. UNIRIZ-C wordt geraadpleegd voor het“project d’aménagement” van de EU en is betrokken bij de beslissingen. Twee van haar leden, deboerenorganisaties van Tchetti en van Kpataba hebben een FLO Fair Trade certificering gekregen enzijn lid van ‘le Réseau Béninois des Acteurs du Commerce Equitable’ (RBACE). In Benin en BurkinaFaso hebben de boerenorganisaties de prijsvorming kunnen beïnvloeden door meer te overleggen metgroothandelaars, transporteurs en consumenten – een proces dat gefaciliteerd wordt door VECO.

Burkina Faso: Aangename kennismaking

Het was een toevallige kennismaking. VECO West Africa organiseerde in 2008 een conferentieover de grensmarkt in Tenkodogo. Eén van de aanwezigen was een vertegenwoordiger van eenboerenorganisatie uit Boulgou, Burkina Faso. Ze hadden een federatie van boeren die allemaalniébé telen, een bonensoort die bij de mensen in de streek erg in de smaak valt. De federatiewas er, maar veel bracht dat voor de boeren niet op: ze kregen geen vorming en hun grondenwaren uitgeput, met magere oogsten tot gevolg. Ieder jaar waren ze verplicht om aan lageprijzen te verkopen.

VECO West Africa besliste de organisatie op te nemen in haar programma. Producentenvolgden intensieve opleidingen in de niébé-teelt. Hoe slaan ze hun bonen het best op? Welkeverwerkingsmogelijkheden zijn er? Tegelijkertijd werden performante zaden en aangepastebemestingstechnieken in gebruik genomen.

Vandaag oogsten de producenten soms het dubbele van vóór de start van het programma engebruiken ze een nieuw soort plastiek zakken om hun bonen beter te kunnen bewaren. Inde streek zie je dat de inkomens stijgen: er worden meer fietsen aangekocht, er gaan meerkinderen naar school, de grasdaken worden vervangen door golfplaten.Binnenkort bouwen ze een opslagplaats. De boeren en boerinnen zijn er zeker van dat dit huninkomen nog zal verhogen omdat ze op die manier het geschikte moment kunnen afwachtenom hun bonen te verkopen.

23

We bereikten met ons programma rechtstreeks 13.243 mannen, 11.848 vrouwen

Page 26: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Expeditie Benin

Een paar jaar geleden begon Vredeseilanden met twee boerenorganisaties uit Benin eenpilootproject waarbij het de bedoeling was om de kwaliteit van hun rijst zo goed te krijgen,dat hij kon geëxporteerd worden naar Europa. Groep Colruyt en de firma Boost Nutritionwerden onze partners. In 2010 maakten de rijstboeren reuzensprongen. Ze pasten hun internsysteem voor kwaliteitscontrole voor het eerst toe. Met succes. Eind augustus verkregen zehun FairTrade licentie. Vanaf september 2010 kan je dus pakjes Max Havelaar gelabelde rijstvan twee boerenorganisaties uit Benin in de Colruyt, Okay en Spar supermarkten vinden. Daar -naast wou Vredeseilanden dit concreet project aangrijpen om met alle partners samen te lerenen te discussiëren over duurzame handelsrelaties.

In dat kader trok de voorzitter van Groep Colruyt, Jef Colruyt, in het gezelschap van RikVan Cauwelaert (directeur Knack), Marianne Thyssen (Europarlementslid), Piet Vanthemsche(voorzitter Boerenbond), Lut De Clercq (Backstage Kitchen) en Luuk Zonneveld (directeurVredeseilanden) naar Benin om er ondermeer de rijstboeren te ontmoeten.

Voorzitter Jef Colruyt: “Voor ons is het commerciële aspect van de Shiwa-rijst nooit op deeerste plaats gekomen, maar wel het traject, het leerproces, dat op het ritme van derijstproducenten verlopen is. Naarmate de boerenorganisaties sterker worden, zullen we definanciële steun geleidelijk aan verminderen en de middelen inzetten om nieuwe projecten engemeenschappen sterker te maken.”

“De bedoeling van het samenwerkingsproject en de reis naar Benin was om dit project vanuitverschillende perspectieven te bekijken en hieruit te leren”, zegt Luuk Zonneveld van Vredes -eilanden. “We wilden antwoorden zoeken op een aantal vragen. Wat zijn de obstakels dieboerenfamilies in Benin ondervinden om hun rijst aan een goeie prijs verkocht te krijgen? Hoekan een supermarkt uit België een duurzame handelsrelatie aanknopen met familiale boerenen boerinnen? En hoe kan zo’n handelsrelatie bijdragen tot de ontwikkeling van een gemeen -schap?” Expeditie Benin project kreeg veel weerklank in de West-Afrikaanse en Belgischemedia, en bracht het debat over handelsrelaties tussen boeren en supermarkten zo bij eenbreed publiek.

24

Page 27: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO EAST AFRICA

Oeganda, Tanzania en Kenia vormensamen één regionale markt. Ook veelproducten uit het oosten van Congokomen op de Oegandese markt terecht,en omgekeerd. Vandaar dat we ervoorkozen om onze programma’s vanOeganda, Tanzania en Congo meer opelkaar af te stemmen.

Voor het politiek werk in die regio werken we samen met de Eastern Africa Farmers Federation (EAFF).Zij verdedigen de belangen van de boerenfamilies in de Oost Afrikaanse regio.

TANZANIA

In het noordoosten van Tanzania ondersteunen we activiteiten in het gebied waar de districtenSame en Simanjiro aan elkaar grenzen. We focussen er op kippen- en geitenkweek, en uienteelt. In2010 werden 24 nieuwe commerciële boerengroepen gevormd, wat hun aantal op 89 brengt.

Dit zijn onze partners in Same en Simanjiro:

• Same District Council• Simanjiro District Council• Inyuat E Moipo• Mviwata Kilimanjaro Regional Network en Manyara Regional Network

In het district Mkuranga, op een 100-tal kilometer ten zuiden van de havenstad Dar es Salaamwerken we met boerengroepen die zich gespecialiseerd hebben in maniok. Vredeseilanden veranderdevorig jaar van strategie en koos ervoor om zelf een netwerk van commerciële boeren groepen op tezetten en te ondersteunen, wegens gebrek aan andere sterke economische boeren organisaties in deregio. Ondertussen bestaan er 10 commerciële boerengroepen.

Dit zijn onze andere partners in Mkuranga district:

• Mkuranga District Council (MDC)• Mviwata Mkuranga Regional Network

Vredeseilanden ondersteunt in het Chunya district al een paar jaar de verwerking en verkoop vanolie uit zonnebloemen. Het bleek een schot in de roos. Zonnebloemen hebben minder meststoffennodig, de teelt is minder arbeidsintensief en het levert hoge inkomsten op. De zonnebloemen blekenook positief voor de voedselzekerheid in de streek: doordat mensen genoeg inkomsten halen uitde olie, zijn ze minder genoodzaakt om hun basisvoedsel (maïs en bonen) te verkopen. Eind 2009startten we een nieuw vijfjarenprogramma in het Chunya district. We werken hiervoor nauw samenmet de districtsoverheid.

Dit zijn onze partners in Chunya:

• Chunya District Council• Mviwata Mbeya Regional Network• Chunya Sunflower Farmers Business Associations (4)

25

CONGOUGANDA

TANZANIA

Page 28: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Op nationaal niveau werken we voor het politiek werk in Tanzania vooral samen met het Network ofFarmers’ Groups in Tanzania (Mviwata), de nationale boerenbeweging in Tanzania. Zij doen aanlobbywerk en richten zich daarnaast vooral op het opstarten van netwerken van boerengroepen. Zegeven ook vorming rond verschillende thema’s.

Meer voedselzekerheid door verkoop van maniokbloem

In Mkuranga verkopen boerenfamilies op dit moment gemiddeld 400kg maniokbloem peroogst. Drie jaar geleden was dat anders: de volumes maniok waren verwaarloosbaar, en deboeren verkochten het onverwerkt en tegen slechte prijzen aan tussenhandelaars. De voorbijejaren hebben we hard gewerkt om de productie op te drijven en boeren te trainen om hunmaniok te verwerken tot bloem.

Ally Sultani Mingesi vertelt: “Maniok werd altijd gezien als voedsel voor de arme en meestkwetsbare mensen. Ik dacht dat ook. Maar geleidelijk aan is daar verandering in gekomen. Ikdenk zelfs dat er misschien een tijd zal komen dat het alleen voor rijke mensen bestemd zalzijn. Dat komt omdat de vraag naar maniok alleen maar stijgt, waardoor de prijs een hogevlucht kan nemen.

“Ik heb de voorbije jaren geleerd hoe ik meer winst kan halen uit de verkoop van maniok:door er bloem van te maken. Gemiddeld plant ik per jaar twee hectare maniok. Vorig jaar hebik de helft ‘vers’ verkocht, en van de rest heb ik bloem gemaakt. Ik heb er zoveel winst meegemaakt dat ik zelfs het dak van m’n huis heb kunnen vervangen. Maar vooral kan ik nugenoeg eten kopen voor mijn gezin. De verkoop van maniokbloem is één van de grootstesuccessen uit mijn leven.”

26

We bereikten met ons programma rechtstreeks 6.786 mannen, 10.874 vrouwen

Page 29: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

UGANDA

In Oeganda focussen onze partner -organisaties vooral op de commer -cialisering van pindanoten en maïs.Daarnaast besteden we in de meestkwetsbare districten extra aandachtaan voedselzekerheid. In die regio’swillen we de maniokteelt verbeteren enondersteuning bieden aan boeren diegeiten willen kweken.

Dit zijn onze partners:

• Lira District Farmers Association• Kumi District Farmers Association• Iganga District Farmers Association• Tororo District Farmers Association• Bugiri District Farmers Association• Pallisa District Farmers Association, en de geaffilieerde Kagumu Sub County Development

Association (KASCODA) en Kameke Farmers' Union (KAFU)• Sihubira Farmers Organisation, in het district Busia• Uganda Cooperative Alliance (UCA)

Voor het politiek werk op nationaal niveau werd samengewerkt met Uganda National Farmer’sFederation (UNFFE).

27

CONGOUGANDA

TANZANIA

We bereikten met ons programma rechtstreeks 3.012 mannen, 3.300 vrouwen

Page 30: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Boerenorganisaties in Oeganda staan steviger in hun schoenen

Na één van de Groundnut TradeBlock bijeenkomsten besloot KIVA Agro Supplies Ldt. de gok tewagen en te onderhandelen met de boeren uit Kumi en Tororo. Het bedrijf plaatste eenbestelling bij de commerciële boerenorganisatie van Kumi, maar die konden de gevraagdepindanoten niet leveren. Ze hadden niet de juiste variëteit en kwaliteit, en ze wilden zekerniet het vertrouwen van KIVA schenden door pindanoten van slechte kwaliteit te leveren.

KIVA plaatste daarop een bestelling van 38 ton bij de boerenorganisatie van Tororo(TOSACCO). Deze keer lukte het wel en begonnen de onderhandelingen. “Ik had me bijna ookteruggetrokken,” herinnert Francis, de coördinator van de boerenorganisatie, zich. “Maar wezeiden tegen elkaar: we zijn ons nu al twee jaar aan het organiseren om groepsverkoopmogelijk te maken, dus we moeten ervoor gaan en proberen de gevraagde hoeveelheid bijeente krijgen.”

“Ik was er absoluut niet zeker van dat de boerenorganisatie me alles zou kunnen leveren”,vertelt mevrouw Eve luwerekera, de manager van KIVA Agro Supplies Ldt. “Ik had er schrikvoor dat ze verschillende variëteiten zouden beginnen mengen om aan de nodige volumes tekomen. Peter van VECO East Africa had me verzekerd dat het zou lukken, maar toch twijfeldeik nog.”

Peter vertelt: “Toen ik hoorde dat KIVA een bestelling wou plaatsen, was ik eerst enthousiast,dan zenuwachtig, dan had ik schrik, en dan voelde ik de uitdaging! Met deze deal zouden deboeren 200 UGX meer ontvangen dan de prijs die ze kregen bij de opkopers. Tot nu toe haddenwe nooit genoeg geld om de business te starten, want we konden de boeren niet betalen bijontvangst. Gelukkig konden we bij KIVA een voorschot van 50% bedingen. Bovendien zou deboerenorganisatie met de verkoop een netto winst maken van 5.756.750 UGX die ze dan alswerkkapitaal konden gebruiken bij de volgende bestelling.”

Francis: “We hadden een goeie deal te pakken en we konden onze slag slaan. Toen het nieuwsde boeren bereikte, begonnen ze ons te bellen en te vragen wanneer we de pindanotenkwamen ophalen. We duidden de plaatsen aan waar ze hun producten naartoe kondenbrengen. En... na drie dagen hadden we 98% van de gevraagde hoeveelheid in een vracht -wagen geladen. Een winst van bijna 6 miljoen Shilling op drie dagen tijd, dat was ongelofe -lijk! Het was de eerste keer dat we echt business deden en we waren zo enthousiast!”“Ik was oprecht blij dat de boerenorganisatie tegen mijn verwachtingen erin geslaagd is omons de gevraagde hoeveelheden op tijd te leveren. Op vlak van kwaliteit had ik een paar kleineopmerkingen, maar algemeen is de verkoop heel goed verlopen. We blijven dus zeker samen -werken met de boerenorganisatie in Tororo,” reageert Eve.

“De deal heeft ons als boerenorganisatie sterker gemaakt”, zegt Francis. “Onze leden hebbennu meer vertrouwen in ons, en we hopen dan ook dat er meer boeren zullen aansluiten enmeedoen aan de groepsverkoop. Omdat we erin geslaagd zijn om met KIVA handel te drijven,hebben we ondertussen nieuwe bestellingen geleverd aan 3 andere handelaren. Ook die zijnsuccesvol verlopen.”

28

Page 31: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO EAST AFRICA1

In Tanzania werd bij 40% van de maniokboeren een inkomensstijging van maar liefst 527% opge -meten. Dat is te danken aan verbeterde landbouwpraktijken en het introduceren van maniokbloemom meerwaarde te creëren. Ook is VECO erin geslaagd om de lokale overheid te overtuigen om hunopleidingsprogramma’s meer aan te passen aan de noden van kleinschalige boerenfamilies. In ver -gelijking met 2008 genieten alle huishoudens van de ondersteunde boeren in 2010 driemaal per dageen maaltijd gedurende het hele jaar. In Oeganda zien we dat de verbeterde toegang tot hoogwaar -dige zaden en inputs een inkomensstijging van 30-45% heeft veroorzaakt.

In Tanzania hebben maniokboeren een verbeterde onderhandelingspositie bekomen. Door zelf deverwerking van maniok tot bloem en chips in handen te nemen heeft het product een langere bewaar -tijd dan verse maniok. In de pindahandel in Oeganda hebben boeren hun participatie verhoogd in deketen door collectieve marketing via de coöperatieven, het gebruik van weegschalen in plaats vanblikken (gologolos) voor het wegen van de pindanoten en vooral door het systematisch controlerenvan de kwaliteit van de landbouwinputs (zaden, meststoffen, ...). De versterkte onderhandelings -positie van de boeren leidde ertoe dat de boeren in 2010 betere prijzen kregen aangeboden dandeze op de open markt. Vertegenwoordigers van boerenorganisaties participeerden in overleg -structuren met handelaars, input-leverancies en de overheid (gefaciliteerd door VECO). Ze zijn sterkergeworden en hebben geijverd voor meer kwaliteitsvolle inputs (vooral zaden).

In Tanzania hebben de boeren hun kwetsbaarheid voor ziektes en marktfactoren (vooral lage prijzenna het oogsten) verminderd door toegang tot verbeterd plantmateriaal en door verbeterde ver -werkingsmogelijkheden.Natuurrampen als droogtes en hagelbuien blijven in Oeganda de oorzaak van grote problemen. Doortoegang tot verbeterde inputs – in het bijzonder hoogwaardiger zaaizaad dat droogteresistent isen een hoge opbrengst geeft – zijn boeren nu veel minder kwetsbaar voor plotse tekorten en lageopbrengsten.

29

1 Deze conclusies gelden enkel voor een deel van het Vredeseilanden programma in Oeganda (Lira, Kumi, Iganga,Tororo en Busia district) en Tanzania (Mkuranga district).

Page 32: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

DR CONGO

In Noord-Kivu sloten we in april onsProgramme d’Intensification Agricoleaf. Het eindresultaat was zeer positief.In de 13 dorpen waar onze partner -organisaties de voorbije vijf jaarwerkten, is de situatie van de boeren -families er duidelijk op vooruitgegaan. We kregen van het BelgischOverlevingsfonds extra middelen omnog enkele jaren verder te werken in de regio om de bestaande dynamiek te consolideren.

Dit zijn onze partners:

• Coopérative Centrale du Kivu (COOCENKI)• Syndicat pour la Défense des Intérêts Paysans (SYDIP)• Association des Producteurs de Vuhimba (APAV)• Ligue des Organisations des femmes Paysannes au Congo (LOFEPACO)• Fonds à l’Entrepreneuriat Féminin (FAEF)• Association des Paysans pour le Développement Rural (APADER)• Centre d’Animation à la Culture et au Développement de Kirumba (CACUDEKI)• Programme de Réhabilitation et de Protection des Pygmées (PREPPYG)• Forêt au Service des Communautés Autochtones et Locales (FOSCAL)

La Fédération des Organisations Paysannes au Congo (FOPAC) speelde een sleutelrol in hetontwerpen van de eerste nationale kaderwet voor landbouw (blz. 47).

Daarnaast werken we in Noord-Kivu en in Ituri met enkele partnerorganisaties in twee regio’s diesterk getroffen zijn door de gevolgen van de oorlog. We krikken er de landbouwproductie op,herstellen landbouwwegen en ondersteunen boerenorganisaties opdat ze via het Wereldvoedsel -programma maïs kunnen leveren aan de vluchtelingen in de streek.

• Coopérative Centrale du Kivu (COOCENKI)• Syndicat pour la Défense des Intérêts Paysans (SYDIP)• Ligue des Organisations des femmes Paysannes au Congo (LOFEPACO)• SAPIN• Ceapronut• ACIAR, in Ituri

30

CONGOUGANDA

TANZANIA

We bereikten met ons programma rechtstreeks 5.490 mannen, 6.809 vrouwen

We bereikten met ons programma rechtstreeks 3.838 mannen, 4.364 vrouwen

Page 33: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

De voortdurende oorlog in Zuid-Kivu zorgde voor een kaalslag: op sommige heuvels is nog nauwelijkseen boom te vinden. En dat terwijl hout essentieel is voor het overgrote deel van de bevolking.Zonder hout kan je immers niet koken. Samen met IFDC en lokale partners startte Vredeseilanden eenprogramma rond duurzame energie. De komende jaren zullen duizenden bomen aangeplant wordendie in de toekomst zullen zorgen voor een inkomen voor de boerenfamilies en de streek van hetnodige brandhout kunnen voorzien.

Dit zijn onze partners in Zuid-Kivu:

• Comité Anti–Bwaki (CAB)• Union Paysanne pour le Développement Intégré (UPDI)• SARCAF

31

We bereikten met ons programma rechtstreeks 2.025 mannen, 2.324 vrouwen

Page 34: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO DR CONGO

“70% van de mensen in ons dorp zijn arm, 30% kunnen goed leven, maar niemand is rijk.” Dat wasde conclusie van de dorpsvergadering in Bunyuka in 2004. Vredeseilanden had het uitgestrekte dorpBunyuka geselecteerd om de impact van het Programme d’Intensification Agricole nauw op te volgenvia enquêtes en interviews. Zouden er effectief minder mensen ondervoed zijn na zes jaar? Zoudende boerinnen meer verdienen?

Ondervoeding

Uit een uitgebreide enquête bij de start van het programma bleek dat ongeveer de helft van defamilies geen twee maaltijden per dag kon eten. Ze leefden van dag tot dag. De kindersterfte lag zeerhoog en 8% van de mensen was chronisch ondervoed. Vijf jaar later is nog slechts 3% van de mensenchronisch ondervoed, en 80% van de families eet minstens twee maaltijden per dag met de nood -zakelijke proteïnen en vitaminen. In moestuintjes rond de huizen vind je meer en meer nieuwesoorten groenten. Resultaat: een gevarieerdere voeding, als aanvulling op een eenzijdig dieet vankookbananen, bonen en maniok.

Veestapel

Tijdens de oorlog werd bijna al het kleinvee uit de streek geslacht of geroofd door rondtrekkendebendes. Vijf jaar later staat er weer af en toe vlees op het menu, noodzakelijk voor de proteïnen. Eenintensief kweekprogramma heeft ervoor gezorgd dat er geleidelijk aan weer meer en meer kippen rondde huizen scharrelen. En met de kippen hebben de omelet en het hardgekookt ei ook terug hunintrede gedaan in de gezinnen. De kippen lieten zich niet gemakkelijk tellen, maar de resultaten vanhet geitenproject werden wel goed bijgehouden. Dat ging zo. Elke vrouw krijgt één geit. Daarvanmag ze de melk houden, maar het eerste jong dient als betaling van de moedergeit en wordt aaneen volgende vrouw gegeven... Een steen die aan het rollen gaat. Tussen 2005 en 2007 kregen462 vrouwen een geitje. In november 2009 stond te teller op 1.050 vrouwen die één of meerderegezonde geitjes in een eenvoudige stal op hun erf hebben. De mest kunnen ze verkopen of gebruikenop hun velden. Als je weet dat een geit op de markt gemiddeld 60 à 80 dollar kost, betekent dit eenserieuze spaarpot voor de vrouwen. Een spaarpot die ze bovendien volledig zelf beheren, zonderinspraak van de mannen.

Inkomen

Bij de start van het programma verdiende een familie in Bunyuka gemiddeld 57 dollar per jaar. Dehuizen met een golfplaten dak waren op één hand te tellen. In 2007 bleek dit gemiddeld inkomenbijna verdubbeld tot 106 dollar per jaar. Meer recente cijfers zijn er niet, maar we weten wel datvandaag 6 op de 10 grasdaken vervangen zijn door een golfplaten dak en dat voor 16% van dekinderen het schoolgeld kan betaald worden, waar dit vroeger maar 4% was. Een verbetering, maartegelijkertijd een bewijs dat er nog veel werk aan de winkel is om de families echt uit de armoedete halen.

32

Page 35: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Voedselhulp... uit Congo

De grootste aankoper en verdeler van voedselhulp, het Wereldvoedselprogramma (WFP), koopteen groot deel van zijn voedselhulp lokaal aan, in de wijde omgeving van waar hun hulp nodigis. Cijfers tonen aan dat de aankopen vaak bij enkele grote handelaars gebeuren. Die hande -laars strijken vaak de winsten op voor zichzelf en geven de boeren daarom niet altijd eenbetere prijs. De boerenbeweging van Noord-Kivu, de Belgische Ontwikkelingssamenwerking enVredeseilanden gingen samen lobbyen tot in het hoofdkwartier van het WFP in Rome. Samenwilden ze hen ervan overtuigen om – waar mogelijk – de lokale boerenorganisaties in hun lijstvan leveranciers op te nemen. Het lukte. Maar de voorwaarden om te mogen leveren aan hetWereldvoedselprogramma zijn niet min. Het gaat altijd over grote bestellingen. Honderdentonnen. De vochtigheidsgraad van maïsmeel en de bonen mag niet te hoog zijn (wat als jegeen goede opslagplaats hebt?), de boerenorganisaties moeten zelf het transport regelen, zemoeten zelf het maïs malen (wat als er geen maalderijen in de buurt zijn?), op de verpakkingmoet het logo en de naam van het donorland staan (wat als je geen machines hebt die datlogo kunnen printen op zakken?). Bovendien moet je als boerenorganisatie genoeg geld terbeschikking hebben om een garantievoorschot van 5% van de totale waarde te betalen.

Leren door te doen De boerenorganisaties SYDIP en COOCENKI hebben in ieder geval bewezen dat ze in staat zijnaan de eisen van het WFP te voldoen. Samen hebben ze momenteel bijna 25.000 leden.Ze leveren nu regelmatig de gevraagde hoeveelheden bonen en maïsmeel van de gewenstekwaliteit. Maar het liep in het begin niet van een leien dakje. De nodige maal- en opslag -infrastructuur in de regio was nauwelijks ontwikkeld. Maar ook in de communicatie en hetbegrijpen van de kleine lettertjes liep heel wat mis. Ondanks de moeilijkheden hebben deboeren heel wat geleerd. Ze hebben geleerd hoe ze de kwaliteit van hun voedsel kunnenverbeteren en hoe ze zich beter en efficiënter kunnen organiseren. Voldoende krediet krijgenbij privé-banken is nog steeds niet evident, al hebben de bestellingen van het WFP voor meer“sérieux” gezorgd en is het vertrouwen gegroeid. Een eigen maalderij en grote opslagplaatsbleek ook onontbeerlijk. Die is er nu. Een enorme verandering. Al draait die maalderij voor -lopig nog op dure dieselgeneratoren, waardoor het maïsmeel nog niet echt competitief is methet andere meel op de markt. Met steun van o.a. het Belgische bedrijf Livios wordt een water -krachtcentrale gebouwd, die de maalderij binnenkort van waterkrachtenergie zal voorzien.

Coocenki, de Coopérative Centrale du Nord-Kivu, heeft vandaag 19 contracten lopen. Ze levertbasisvoedsel aan noodhulporganisaties, waaronder het WFP als belangrijkste klant. En zeverkoopt zaden aan boerenorganisaties in de streek. Sinds 2005 zijn 2233 ton landbouw -producten van kleinschalige boeren verkocht. 2009 werd afgesloten met een omzetcijfer van670.150 dollar. Ook het inkomen van hun leden is gestegen omdat Coocenki een goeie prijsonderhandelt, en door een ingenieus ophaalsysteem het aantal tussenhandelaars is verminderd.Coocenki is in de wijde omtrek een referentie geworden op het vlak van collectieve verkoop.

33

Page 36: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO INDONESIA

In Indonesië sluiten we meer en meerpartnerovereenkomsten af met boeren -organisaties in plaats van lokale ngo’s.De producten waarop we vandaaginzetten zijn rijst, pindanoten, koffie,cacao en cashew.

Dit zijn onze partners op het eiland Java, in het district Boyolali (rijst):

• Lembaga Studi Kemasyarakatan dan Bina Bakat (LSK-BB)• Asosiasi Petani Padi Organik Boyolali (APPOLI)

Dit zijn onze partners op het eiland Sulawesi (koffie en cacao):

• Yayasan Duta Pelayan Masyarakat (YDPM), in het district Mamasa• Yayasan Jaya Lestari Desa (JALESA), in het district Toraja• Asosiasi Petani Kopi Toraja (APKT), in het district Toraja• Yayasan Komunitas Indonesia (YAKOMI), in het district Mamasa• WASIAT, in het district Polman

Dit zijn onze partners op het eiland Flores (koffie, cacao, cashew en rijst):

• Jeringan Petani Wulang Gitang (JANTAN), Flores Timur• Yayasan Komodo Indonesia Lestari (Yakines), in Manggarai• Yayasan Tana Nua (YTN), in Ruteng• Delegasi Sosial (Delsos), in Manggarai• Yayasan Mitra Tani Mandiri Ngada (YMTM-Ngada), in Nagekeo• ATOM, in Nagekeo• Lembaga Advokasi Masyarakat (LAPMAS), in Ngada• Yayasan Ayu Tani (YAT), Flores Timur

Dit zijn onze partners op West-Timor (pindanoten):

• Yayasan An Feot Ana (YAFA), in het district TTU• Yayasan Mitra Tani Mandiri (YMTM), in het district TTU• Bituna, in het district TTU

Vredeseilanden werkt ook heel nauw samen met vijf privé-bedrijven. Dit zijn Mars en Armajaro (voorcacao), SBO (voor rijst) en Toarco en Indocom (voor koffie). Zij krijgen geen financiering, maar dezeverwerkingsbedrijven bieden interessante vormingsmogelijkheden en afzetmarkten voor de rijst-cacao- en koffieboeren.

34

INDONESIË

Page 37: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Daarnaast werken we voor het politiek werk en campagnes rond biologische landbouw en veiligvoedsel vooral samen met:

• People’s Coalition for Food Soverignty – Koalisi Rakyat untuk Kedaulatan Pangan (KRKP)• Aliansi Petani Indonesia (API), bekend van hun strijd rond landrechten• Bali Consortium, een consortium van consumentenverenigingen op het eiland Bali• Solo Raya consortium, wil consumentenbewustzijn creëren rond gezonde rijst samen met Serikat

Bersama Indonesia Berseru (SBIB), een netwerkorganisatie

IMPACT VECO INDONESIA

In Indonesië zien we door de focus op verbeterde productie, verwerking, collectieve vermarkting enmarkttoegang de eerste resultaten van inkomensverhoging voor biologische rijst (Java), koffie(Flores en Toraja), cacao (Flores) en pindanoten (West-Timor). De cijfers variëren tussen 10 en 28%.Daar waar de bewustmaking van consumenten rond biologische en gezonde voeding ingebouwd zitin het programma is de consument overtuigd om een meerprijs te betalen (bijvoorbeeld biologischerijst in Boyolali, Java) en zijn boeren gestimuleerd om te werken aan een kwaliteitsvol product.

Voor 4 van de 5 boerenorganisaties zien we een duidelijke stijging van hun invloed op de handels -relaties. Het systeem van collectieve vermarkting leidt tot betere prijzen. De organisaties genietenerkenning voor hun expertise bij beleidsmakers. De boerenorganisaties hebben ook contactenuitgebouwd met privé-actoren en onderhandelen voor hun leden over technische ondersteuning,prijsvoorwaarden, prijsinformatie en kwaliteitsnormen. Daar waar de ondersteuning door de boeren -organisaties in 2008 zich vooral richtte op technische aspecten, zien we in 2010 een duidelijkeverschuiving naar meer marktgerichte diensten voor de leden.

Het programma in Indonesië heeft ook bijgedragen tot een versterkte weerbaarheid van de boerenop vlak van voedselzekerheid (bijvoorbeeld door de verbeterde voedselopslagplaatsen op niveau vande dorpen), diversificatie van het inkomen (bijvoorbeeld door de introductie van een multi-croppingsystem), ecologische weerbaarheid (zo hebben duurzame productiesystemen een daling van hetwatergebruik en een verbeterde bodemvruchtbaarheid tot gevolg) en institutionele weerbaarheid(een gevolg van de goed uitgebouwde relaties met lokale beleidsmakers).

35

We bereikten met ons programma rechtstreeks 9.305 mannen, 9.305 vrouwen

Page 38: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Vredeseilandenpartner wint International Equator Prize

Yayasan Mitra Tani Mandiri (YMTM), een partner van Vredeseilanden in Timor, Indonesië, heeftde prestigieuze International Equator Prize 2010 gewonnen. De International Equator Prize iseen prijs van de Verenigde Naties die lokale initiatieven beloont waarbij armoedebestrijdingen behoud van biodiversiteit hand in hand gaan.

Op haar website noemt de jury verschillende redenen waarom YMTM deze award verdient.

Yayasan Mitra Tani Mandiri (YMTM) legt zich toe op ontwikkeling via duurzame landbouw. Insamenwerking met 40 dorpen in het district Zuid-Centraal-Timor, ondersteunt YMTM boeren bijde collectieve vermarkting van hun producten. Daarmee bekomen de boeren in het gebied nietalleen een hogere productiviteit, het creëert ook nieuwe bronnen van inkomsten en versterktde capaciteiten en de economische onafhankelijkheid van de boeren.

Meer dan 780 hectare landbouwgrond zijn overgestapt van een slash-and-burn aanpak naarduurzaam beheerde landbouwgronden. Verder werden meer dan 922.000 fruit- en anderebomen geplant.

Al deze activiteiten hebben bijzonder positieve effecten op de biodiversiteit. Agro-bosbouwcombineert immers de teelt van verschillende gewassen met het behoud van bossen.De overheid nam veel ideeën van YMTM over om ze op grotere schaal te implementeren en inde omliggende gebieden volgden andere boeren het voorbeeld van de boeren in hetwerkgebied van YMTM.

Ook de socio-economische impact van de acties van YMTM is groot. 40 dorpen zijn econo -misch onafhankelijk en het gemiddeld jaarinkomen van de gezinnen steeg er met 31 procent(van 3,8 miljoen IDR in 2007 tot 5 miljoen IDR in 2009).

YMTM ontving met de prijs een bedrag van 5.000 dollar om haar werking te versterken. Deofficiële prijsuitreiking vond plaats in New York op 20 september 2010.

36

Page 39: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO LAO

Eind 2010 nam Vredeseilanden afscheidvan Laos. Enerzijds omdat we onzeactiviteiten op minder landen willenconcentreren en omdat de context in Laosmoeilijker verzoenbaar is met de nieuwestrategie waarvoor Vredeseilanden eenpaar jaar geleden gekozen heeft. Ander -zijds omdat er nu voldoende garanties zijndat de boeren groepen op eigen krachtverder kunnen of dat ons werk verdergezetwordt.

In de jaren ’90 startte Vredeseilanden in Laos met een voedselzekerheidsprogramma in tweedistricten in het noorden van Laos. In 2007 was de honger uit de streek verdwenen en konden boerenbeginnen met de markt te verkennen.

Het begon met een eerste vergadering in november 2008. Vier dorpen uit Houanamkha vaardigdenelk 15 vrouwen en 15 mannen af naar een startvergadering. Ze kwamen overeen om samen te werkenrond maïs en rijst. Zeven boeren brachten 2500 euro kapitaal samen die ze verdienden met deverkoop van rijst. Vredeseilanden verkende met die boeren de maïsmarkt. Ze volgden de weg van demaïs op het veld, naar de verwerkingsfabrieken in buurland Thailand. Zo kwamen ze precies te wetenwaar de kansen lagen om zelf meer toegevoegde waarde te creëren.

Medewerkers van Vredeseilanden leidden de groep op om een businessplan te schrijven. Ze kochtenzaden en meststoffen, leenden die aan een 300-tal geïnteresseerde boeren en gaven hen landbouw -kundige ondersteuning. In elk dorp coördineert een productieleider het werk met de boeren. Na deoogst haalt het boerenbedrijf de maïs op en gaat de oogst per boot de Mekong rivier over. Daar staanze nu veel sterker in de onderhandelingen met Thaïse opkopers. De boeren bouwden een aardignetwerk van mensen uit in de Thaïse steden, die hen regelmatig per SMS updates sturen over deprijzen op de markt.

Zo werd het eerste boerenbedrijf geboren. Op dezelfde manier ondersteunde Vredeseilanden in totaal19 farmer group enterprises (bedrijfjes van boerengroepen) in de districten Meung, Tonpheung,Houaysay en Paktha. Zij verwerken en verhandelen maïs en thee. We werkten er ook nauw samen metde districts overheden in die vier districten.

Vier vijfde van de boerenbedrijfjes staan nu op eigen benen en kunnen alleen verder. De districts -overheden engageerden zich ook om de landbouwprogramma’s verder te zetten.En de boeren en organisaties die nog verdere ondersteuning nodig hebben? Zij krijgen ondersteuningvan MHP (Vrouwen Mobiliseren voor Ontwikkeling), een nieuwe organisatie die Stuart Ling (land -vertegenwoordiger van Vredeseilanden) en z’n vrouw Vansy samen met enkele oud-medewerkers aanhet opstarten zijn. We wensen hen veel succes.

37

LAOS

VIETNAM

INDONESIË

Page 40: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO LAOS

Een hoger inkomen voor de boeren werd verwezenlijkt door in te zetten op betere landbouw -technieken, betere bewaartechnieken en door het organiseren van boeren in business entiteiten. Demaïsboeren zagen hun inkomen met 200% stijgen: ze verkochten meer én kregen een betere prijsvoor hun maïs. Dat lukte door het landbouwareaal te vergroten, opslagplaatsen te bouwen, nieuwemanieren te zoeken om hun maïs beter te bewaren, en een verbeterde dienstverlening en ondersteu -ning door bepaalde spelers in de maïsketen (bijvoorbeeld betere kredietverlening voor de aankoopvan inputs). De theeboeren verkregen op drie jaar tijd een stijging van 100% op de verkoopprijs doorhet verbeteren van de kwaliteit, vooral door hun thee op te slaan in betere omstandigheden.

De boeren staan vandaag sterker in hun handelsrelaties, vooral omdat de boerenondernemingen veelbijgeleerd hebben over boekhouding, marketing, onderhandelen, etc. Niet alleen werden de groeps -ondernemingen van theeboeren en maïsboeren erkend door de overheid, ze verwierven ook hetopkooprecht voor de maïs en thee van alle boeren in een groot gebied. In Meung bijvoorbeeldstartten de Akha boeren een eigen verwerkingsbedrijf voor thee. Daar ging een lange strijd met deoverheid aan vooraf. Die verplichtte de boeren hun thee goedkoop en exclusief aan een Chineesbedrijf te verkopen. De boeren pleitten echter dat het opkooprecht hun onderneming toekwam. Metsucces. Ondertussen legden ze contacten met fairtrade bedrijven in het buitenland om op termijnhun thee te kunnen exporteren.

Het programma in Laos heeft de laatste drie jaar bijgedragen aan de diversificatie van de businessportfolio binnen de boerenondernemingen. Hierdoor zijn de boeren minder afhankelijk van éénproduct en vermindert hun kwetsbaarheid bij een prijsdaling van één product. De boeren van de ManMeung Thee groep zijn ook actief in het opkopen en vermarkten van vruchten van suikerpalm en rijst.Ze beschikken daarvoor over een schuur waar ze rijst kunnen opslaan. De maïsboeren hebben hunmiddelen collectief benut voor het vermarkten van een breed gamma van landbouwgewassen. Daar -naast gaan ze hun groepskapitaal inzetten om nieuwe producten te testen en lokaal te promoten.Daarvoor willen ze engagementen aangaan met Chinese of Thaise bedrijven.

38

We bereikten met ons programma rechtstreeks 3.435 mannen, 3.435 vrouwen

Page 41: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VECO VIETNAM

Vredeseilanden was in 2010 actief in denoordelijke districten Lang Son, Son Duong,Van Quan, Yen Lap, Binh Gia en Viet Tri.Voor enkele activiteiten werkten we samenmet de landbouwvoorlichtingsdienstenvan Lang Son en Yen Lap, het PlantProtection Station in Viet Tri en deWomen’s Union van Yen Lap.

Onder de slogan “Creating markets for thepoor”, wil de Vietnamese overheid hetondernemerschap bij de arme boeren -bevolking stimuleren. Dit past perfect bij de aanpak van Vredeseilanden, en de overheid steunt onswerk dan ook volledig. We werken ondertussen met 14 boerengroepen in de thee- en groenteteelt envarkenskweek. Waar dit interessant is, verbinden we hen met privé-bedrijven. Dit zijn ze:

• Tan Hoi Tea Groups (4)• Minh Thanh Pig Groups (3)• Tan Duc Farmer Groups (3)• Na Chuong Cooperatives (4)

De privébedrijven waarmee samengewerkt wordt, zijn:

• Phu Ha Tea Processing Factory• Hop Thanh Pig Farm

Daarnaast werken we op nationaal niveau nog samen met Vietnam Standards and ConsumerProtection Association (VINASTAS) en Civil Society Inclusion in Food Security and PovertyElimination Network (CIFPEN).

39

LAOS

VIETNAM

INDONESIË

Page 42: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

IMPACT VECO VIETNAM

In Vietnam hebben de boeren een meerinkomen van 20 tot 60% gerealiseerd. Aan de basis van dezevooruitgang lagen diverse interventies. Voor thee is dit te danken aan de inzet van het programmaop hogere productiviteit van de theestruiken, betere kwaliteit en grotere afzetgaranties. De varkens -boeren zagen hun inkomen stijgen na overschakeling op verbeterde rassen en door het uitbouwenvan rechtstreekse contacten met opkopers.Het inkomen uit groenteteelt steeg door het toepassen van betere teelttechnieken, uitbreiding vanhet beplante areaal en door overschakeling naar meerdere oogsten per jaar. Het consumenten -programma rond gezonde voeding en het vergroten van de herkenbaarheid van de gezonde groentenheeft hier evenzeer een bijdrage geleverd.

De boeren verworven een sterkere positie door het vormen van boerengroepen. Sommige daarvanzullen in de nabije toekomst uitgroeien tot een coöperatie of associatie. De samenwerking tussen deboeren leidde tot hechtere relaties met privé-actoren, zoals banken die hen goedkope leningenverschaffen en opkopers die gunstige prijsafspraken garanderen. Met de boerenorganisaties boektenze ook successen op politiek vlak. Kijk bijvoorbeeld naar de labeling van veilige groenten. De inter -venties van VECO droegen ook bij tot een grotere veerkracht om economische fluctuaties op tevangen. De boeren van Lang Son hebben nu heel het jaar door een gegarandeerd inkomen door hunteelt uit te breiden met rijst en meerdere variëteiten van groenten. Dankzij het programma hebbenboeren contracten op langere termijn kunnen afsluiten met opkopers waardoor ze minder afhankelijkzijn van prijsschommelingen. Door de toegang tot krediet bij lokale banken zijn boeren minder afhan -kelijk van subsidies van de overheid en beter beschermd tegen laattijdige betaling door opkopers.Groenten zijn op drie jaar tijd uitgegroeid tot een sterk marktgedreven product. De “gezondegroentewinkels”, de erkende verkopers, de verpakkingen met het trademark van de coöperatieve(Lang Son) en de verhoogde vertrouwensband met de consument zijn cruciale elementen om eencontinue afzet en inkomensgarantie op lange termijn te verzekeren.

40

We bereikten met ons programma rechtstreeks 537 mannen, 630 vrouwen

Page 43: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Vietnam: Vier nieuwe marktkramen en honderden nieuwe klanten die veilige groentenkopen

In 2010 openden vier nieuwe marktkramen op verschillende markten van Viet Tri. Vier nieuweplaatsen waar boeren hun veilige groenten kunnen verkopen. Groenten die niet bespoten zijnmet een overdosis aan pesticiden. Het lijkt een alledaagse gebeur tenis, maar de boeren -organisaties hebben heel wat obstakels moeten overwinnen om dit mogelijk te maken.

Waarom die kraampjes zo belangrijk zijn? Ze vormen een aantrekkelijke plek waar de boerenhun groenten gemakkelijk kunnen verkopen: ze ontvangen er stabiele prijzen én het is eenuitgelezen plek om hun veilige groenten te promoten. Bovendien is het een primeur datboeren kwalitatief betere producten kunnen verkopen met de uitdrukkelijke erkenning van deoverheid. In die zin zijn de marktkramen een pilootproject dat nu rijp is om te delen metandere organisaties: het kan andere boerengroepen inspireren om op een gelijkaardige manierte werk te gaan.

In juli 2010 opende het eerste kraam op de Nong Trang markt, waar al leden van de boeren -groep dagelijks hun waren op de markt brachten. Hun nieuwe kraam bestond uit enkele tafelsen een paar posters met uitleg over de veilige groenten. “Onze groenten zijn gezonder”, stondop de posters. Andere verkopers op de markt zagen dit als een bedreiging voor hun verkoopen probeerden de verkoop op alle mogelijke manieren te verhinderen: door de posters weg tenemen, door hun plaats in de nemen, enz.

Uiteindelijk kwamen ze tot een overeenkomst met de beheerder van de markt. Ze zouden hunposters weghalen en met naambadges werken. Zo zijn ze duidelijk herkenbaar als boeren dieveilige groenten telen. In ruil zijn ze verzekerd van hun plaats op de markt. Nu verkopen zedagelijks 500 kg groenten. In dezelfde maand gingen ook twee kramen op de markten vanMinh Phuong en Van Ghep van start.

In augustus was het de beurt aan de opening op de centrale markt van Viet Tri. Dat ging nietzo gemakkelijk. De marktdirectie vroeg aan de boeren een bedrag van 55 dollar per maand omer te mogen verkopen. Dat verontrustte de boeren omdat ze niet gewoon waren om op diemarkt te verkopen en dus geen enkele klantenbasis hadden. Daarenboven verkopen er veelgroothandelaars op die markt, wat maakt dat de prijzen er meestal lager zijn. Uiteindelijkhebben ze een uitzondering kunnen bedingen: het eerste jaar kunnen ze gratis verkopen.Ondertussen bemachtigden ze ook een officiële licentie voor de verkoop van groenten en fruit,en een certificaat van voedselveiligheid. Deze certificaten én de labo-uitslagen die vertellendat hun groenten geen pesticidenresten bevatten, zorgen voor een enorm vertrouwen bij deklanten. De boeren verkopen er nu 400 kg per dag en krijgen prijzen die 40 tot 60% hogerzijn dan de andere groenten op de markt.

De consumentenorganisatie VINASTAS organiseerde in september ook veldbezoeken bij deboeren van Viet Tri. 176 vrouwen gingen op het aanbod in. Eén van de vrouwen wou kolenkopen van Mevrouw Sang, maar die weigerde: “Ik heb nog maar een week geleden pesticidengebruikt, dus ik moet zeker nog drie dagen wachten om te oogsten.” De klanten waren onderde indruk dat de producenten zo strikt de regels volgen.

De mond-tot-mondreclame werkte. En de boeren... die stelden vast dat ze dezelfde hoeveel -heid groenten in veel minder tijd verkochten. Hun cliënteel groeit iedere dag. Nauwgezethouden ze alle gegevens bij om de evoluties in het klantenbestand en de verkochte volumeste kunnen opvolgen.

41

Page 44: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

42

Page 45: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VREDESEILANDEN LIET WEER VAN ZICH HOREN

Het communicatiebureau Boondoggle zorgde samen met animator-illustrator Willem Pirquinvoor een opvallende TV-spot in aanloop naar ons jaarlijks campagneweekend. Aan de hand van1 krachtig verhaal, 1 écht verhaal van kippenboer Justin uit Congo, gaf deze campagne een beeldvan waar Vredeseilanden precies voor staat, wat onze doelstellingen zijn en vooral wat het effectis van die ondersteuning van Vredeseilanden. Honderdduizenden TV kijkers zagen onze spot op Eénen Canvas. De afgeleide radiospot was 52 keer te horen op Radio 1, Radio 2, StuBru en MNM.

VRIJWILLIGERSWERKING

Jaarlijks gaan zo’n 12.000 vrijwilligers in januari de straat op om aandacht en steun te vragen voorboerenfamilies in het Zuiden. Daarnaast zijn er heel wat vrijwilligers die zich ook in 2010 het helejaar door inzetten voor Vredeseilanden:

• 351 kernvrijwilligers waren ambassadeurs van Vredeseilanden in hun gemeente.• 6 jongeren gingen op reis naar Senegal en gaven animaties in secundaire scholen; 2 vrijwilligers

gaven animaties in lagere scholen; 9 jongeren gingen op reis naar Oeganda en maakten jeugd -verenigingen warm om mee te doen met de jaarlijkse campagne.

• 13 vrijwilligers hielpen mee met vertalingen, redactiewerk en lay-out.• 5 gezinnen waren een tijdelijke thuis voor gasten uit het Zuiden.

43

Vred

esei

land

en i

n Vl

aand

eren

5

351 kernvrijwilligers

17 animators13 redacteurs

5 gastgezinnen12.000 campagnevrijwilligers

Page 46: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

VREDESEILANDEN OP SCHOOL: AANDACHT VOOR DUURZAME VOEDING EN BOERENFAMILIES INHET ZUIDEN

In 2010 kregen 68 secundaire scholen het bezoek van Vredeseilanden. We verzorgden 361 sessies enbereikten naar schatting 10.774 leerlingen die het verhaal van bananenproducente Marguerite uitSenegal hoorden. Marguerite heeft 1.361 fans op haar facebookpagina. 28 lagere scholen kregen hetbezoek van Vredeseilanden. We verzorgden 84 sessies en bereikten naar schatting 2.448 leerlingen.

Daarnaast werkten meer dan 7.000 leerlingen van het vijfde en zesde secundair één dag voorhet “Healty Food, Healthy Living”-project in Indonesië in samenwerking met Zuiddag vzw(www.zuiddag.be).

Scholen en jeugdverenigingen werken niet alleen mee met de campagne, maar maakten ook werk vanmeer duurzaamheid binnen hun werking. Door mee te doen aan de actie “Potverdorie, eet normaal”maakten ze hun engagementen concreet en konden ze een bio-frietkot winnen. 27 scholen en1 jeugdvereniging vulden een engagementsverklaring in. Nog eens 12 scholen zijn vanuit hundeelname aan het vroegere ChangetheFood nog steeds bezig met duurzame voeding op hun school.

Streekbieren en fruitsappen van een boer uit de buurt op fuiven, Donderdag Veggiedag in de school -kantine, een drankautomaat met fair trade sapjes, vegetarisch broodbeleg, een duurzame dagschotel,zorgen voor minder afval. Allemaal voorbeelden van concrete acties van leerlingen en leerkrachten.

En wat vinden de ouders daarvan? “Wij krijgen niet zo vaak de reacties van de ouders te horeneigenlijk, maar voor Donderdag Veggiedag kregen we toch vaak de opmerking dat dat een heel leukinitiatief was en dat het thuis op vraag van de leerlingen ook werd gehandhaafd” (Iris Walgraeve,Atheneum Pottelberg, Kortrijk).

44

Page 47: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Wijheizijweihij

Het kunstenproject wijheizijweihij ging over de band tussen landbouw, kunst, cultuur,ontwikkeling en duurzaamheid. Van juni tot november 2010 traden zes kunstenaars in dialoogmet evenveel boeren. Curator Edith Doove selecteerde de kunstenaars: Nathalie Hunter, KoenVanmechelen, Berlinde De Bruyckere, Johan Creten, Lucy & Jorge Orta en Koenraad Tinel. Zijwerden in contact gebracht met de bioboeren Koen en Stefaan Busschots, Koningsmolen,graanboer Dirk Draelants, melkveeboeren Luc en Krista Callemeyn, Karel Houdmont van Ouro -bouros en de families De Clerck, De Dijn en Debeuf in Leysbroek en omgeving. De opening van wijheizijweihij tijdens de bioweek 2010 lokte zo’n 600 bezoekers naar debioboerderij Busschots. Ook de volgende wijheizijweihij-momenten haalden mooie bezoekers -aantallen. Met een aantal kunstenaars wordt nagedacht over een vervolgproject in 2011.

“Feeding the Cosmopolitan Chicken, 2010” – Koen Vanmechelen

45

Page 48: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

MEER MENSEN KIEZEN VOOR FAIRTRADE, BIO EN LOKALE VOEDING

“Tweederde van de Belgische consumenten kopen af en toe duurzame en ecologischeproducten”, was de conclusie van een onderzoek van het marketingbureau C-Change. Deenquêtes werden afgenomen in 2010 en de grootste groei in bewustwording werd vastgesteldin de voedings- en financiële sector.Max Havelaar, het keurmerk voor Fairtrade, stelde in 2008 een groei van 30% vast, in 2009opnieuw een groei van 17% en in 2010 ook weer minstens 7%. De verkoop van bioproductenin België steeg tussen 2007 en 2010 met 40% van 283 miljoen euro tot 400 miljoen euro.

Heeft Vredeseilanden daarvoor gezorgd? Zeker niet alleen. Om meer duurzame producten beterbeschikbaar te maken voor meer consumenten werken we samen met andere gelijkgezindeorganisaties en bedrijven als Oxfam-Wereldwinkels, Oxfam-Fairtrade, 11.11.11, Bioforum, MaxHavelaar, Biosano, EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) en Netwerk Bewust Verbruiken.

FairTradeGemeentenOok al zijn er geen specifieke verkoopscijfers voor de Fairtradegemeenten beschikbaar, toch heeftde campagne ongetwijfeld bijgedragen aan bovenstaande resultaten. Lier mocht zich in april 2010tot 100ste FairTradeGemeente kronen. We sloten 2010 af met 101 Belgische gemeenten die de titelvan FairTradeGemeente droegen en meer dan twee derde van de Vlaamse gemeenten die actief aande campagne mee doen.

‘Shop in the Shop’Kleinere supermarkten en buurtwinkels willen graag deelnemen aan FairTradeGemeente. Ze staan ervoor open om Fairtrade- en bioproducten aan te bieden, maar het moet natuurlijk een rendabelekeuze zijn. Daarom werkte Vredeseilanden met Bioforum, Max Havelaar, Biosano en Oxfam Fairtradeeen concept uit dat moet inspelen op de noden van kleinere supermarkten en buurtwinkels: Shop inthe shop. Zoals de naam het zelf aangeeft, gaat het over een kleine winkel in een winkel. Die kleinewinkel is een winkelrek met producten van verschillende merken die zowel Fair Trade als bio zijn. Deeerste Shop in the Shop is te vinden in de Carrefour Express in Kessel-Lo bij Leuven.

Your Choice. Voor fair trade, bio en lokale voedingOok bedrijven en instellingen zetten meer en meer de stap naar duurzame voeding. Helaas vinden zeniet altijd gemakkelijk de weg naar de geschikte leveranciers. Daarom besloten Vredeseilanden,BioForum Vlaanderen en Wallonië, Max Havelaar en Ecoconso vorig jaar om samen een leveranciers -beurs voor fair trade, bio en lokale producten te organiseren. Aankopers van overheden, overheids -instellingen en bedrijven, die de stap naar meer duurzame voeding (willen) zetten, kunnen er kennis -maken met het aanbod aan fair trade, bio en lokale producten. 38 leveranciers mochten 200 bezoe -kers begroeten.

20 grootkeukens zetten de stap naar duurzame cateringVredeseilanden ging samen met een aantal grootkeukens in een pilootproject op zoek naarantwoorden op de vraag “wat is duurzaamheid in grootkeukens?”. Het project “Duurzame groot -keukens” kan van pas komen om het criterium 6 van FairTradeGemeenten te behalen. Fair trade,biologische producten, groenten uit het seizoen, streekgebonden producten, minder vlees, minderafval, duurzame vis,... Het personeelsrestaurant van de Stad Gent was de eerste om de stap naar meerduurzaamheid te zetten. De laatste drie jaren begeleidde Vredeseilanden 20 grootkeukens.

46

Page 49: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

MEER BEREIDHEID BIJ POLITICI OM FAMILIALE LANDBOUW TE ONDERSTEUNEN

Vredeseilanden wil wegen op het beleid en concrete voorstellen lanceren om duurzame fami -liale landbouw in Noord en Zuid kansen te geven. Hierbij richten we ons zowel op het beleidvan internationale instellingen, de Europese Unie, de Belgische regering als op het beleid vanprivébedrijven. Algemeen stelden we vast dat er de afgelopen jaren een steeds toenemendebereidheid is bij de politiek en het bedrijfsleven in België en Europa om familiale landbouwte ondersteunen, maar die engagementen moeten zich nu nog vertalen in concrete acties.

Naar duurzaam aankoopbeleidVredeseilanden heeft zich de voorbije jaren meer geconcentreerd op het beleid van publiekeinstellingen ten aanzien van familiale boeren, dan op privé-bedrijven. In de loop van 2010 is er watbetreft de privé-sector een sterke inhaalbeweging gemaakt. ‘Expeditie Benin’ is daar een voorbeeldvan (zie blz. 24) en we zijn een dialoog gestart met een aantal multinationals omtrent de ontwikke -ling van een aankoopbeleid dat stabiele markttoegang verschaft aan boerenfamilies.

Nieuwe strategienota over landbouw en voedselzekerheid goedgekeurdGoed nieuws, want zowel de Belgische als de Europese ontwikkelingssamenwerking beloofden in 2010meer en betere steun te bieden aan duurzame, familiale landbouw in het Zuiden. De Belgischeontwikkelingssamenwerking keurde haar nieuwe strategienota ‘Landbouw en voedselzekerheid’ goed,besteedde zoals beloofd 10% van het ontwikkelingsbudget aan de landbouwsector, en schoof ook alsvoorzitter van de Europese Unie vergelijkbare engagementen naar voor op Europees niveau. Ook deEuropese Commissie presenteerde een nieuw beleidskader om voedselonzekerheid wereldwijd aan tepakken door meer ondersteuning voor familiale landbouwproducenten. Via De Belgische Coalitietegen de Honger en de Europese European Food Security Group gaf Vredeseilanden het afgelopen jaarde nodige impulsen aan deze nieuwe beleidsteksten. Nu moeten deze beleidslijnen natuurlijk nogvertaald worden naar concrete acties op het terrein.

Zes Belgische NGO’s startten synergieproject rond landbouw op in CongoIn Congo besliste de Belgische ontwikkelingssamenwerking om van landbouw een prioritaire sectorte maken. Al verloopt de invulling van het programma vrij moeizaam, toch werd onder impuls vanVredeseilanden begin 2010 alvast de alliantie AgriCongo opgestart: zes ngo’s die samen willenbijdragen aan de structurering van boerenorganisaties in RDCongo om zwaarder te kunnen wegen opde nationale politiek. In Kinshasa werd een ‘lobbycel’ geïnstalleerd om de nieuwe landbouwwet meevorm te geven. Hun allereerste ‘Carrefour paysan’ ging door in december 2010. Na veel en heftiglobbywerk werd de wet (begin mei 2011) goedgekeurd door het parlement, waardoor er alvast eenkader is om landbouwfinanciering, -infrastructuur en grondkwesties verder aan te pakken.

Coalitie tegen de HongerVredeseilanden is lid van de stuurgroep van de Coalitie tegen de Honger. Die coalitie organiseert alvier jaar een dialoog tussen parlementsleden en de brede ontwikkelingssector rond verschillendelandbouwthema’s. Vorig jaar organiseerde de Coalitie twee Ronde Tafels:• 10 juni 2010: Landbouwontwikkeling in de Democratische Republiek Congo: welke steun bieden

Belgische actoren?• 24 november 2010: Welk soort landbouwonderzoek komt ten goede aan familiale landbouw?

De Coalitie hamert al jaren op het feit dat het handels- en landbouwbeleid van de Belgische Overheidhand in hand moet gaan met de doelstellingen die de regering in haar beleid rond Ontwikkelings -samenwerking vooropstelt. Op dat vlak zijn er nog te weinig stappen ondernomen. Ook raakteomwille van de politieke impasse de nieuwe wet die een vernieuwd Belgisch Fonds voor Voedselzeker -heid moet oprichten (nog) niet goedgekeurd.

47

Page 50: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Een cruciaal jaar voor het vernieuwd Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid2010 was ook een belangrijk jaar voor het vastleggen van de krijtlijnen van het vernieuwde EuropeesGemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020. Vredeseilanden volgde de politieke debatten op devoet. Om het Belgisch standpunt binnen Europa mee vorm te geven, werd samen met de Boerenbondeen consensustekst opgesteld die op 17 maart 2010 werd voorgesteld op een nationaal colloquiumin het Egmontpaleis. Samen met Europese organisaties verdedigde Vredeseilanden ook de ‘EuropeanFood Declaration’, waarin de lijnen voor een duurzaam Europees beleid voor landbouw en voeding–zonder negatieve effecten voor ontwikkelingslanden – staan uitgestippeld. Deze en andere positie -teksten werden op verschillende conferenties in het Europees parlement onder de aandacht gebracht.

VoedselcrisisEind 2010 zagen we de voedselprijzen opnieuw met rasse schreden stijgen, met een piek in februari2011. De voedselmarkten blijven enorm volatiel. Meer dan ooit blijven we ijveren voor evenwichtigelandbouwmarkten met correcte prijzen voor de producenten. En ook onze beleidsmakers blijvenwe aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Want zoals professor Olivier De Schutter, speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel, stelt: “Het voeden van een miljard mensen wereldwijd diehonger lijden, is een kwestie van politieke wil”. Het afgelopen jaar probeerden we via opiniestukken,advertenties, en ontmoetingen allerhande dit thema op de politieke agenda te houden. We zullen ditde komende jaren blijven doen.

Opiniestukken en lezersbrieven die verschenen in kranten en op websites:16/04/10 – Biotechbedrijven misbruiken hongerprobleem19/05/10 – Verplaetse blind voor potentieel (overlevings)landbouw21/05/10 – Parfum van nostalgie stilt de honger niet in Congo29/06/10 – Sire, vertrekt u echt met lege handen?16/10/10 – In de strijd tegen honger is meer nodig dan geld

U kan deze opiniestukken terugvinden via deze link: www.vredeseilanden.be/tag/opinie.

48

Page 51: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Publicaties

Een nieuw Europees landbouwbeleid: transitie naar duurzaamheid – Gert EngelenAls Europa niet snel handelt, dan komt onze Europese landbouw in gevaar. Wie zal onze bevolkingvoeden als er geen of te weinig landbouwers zijn? Welke ecologische en sociale ravage staat ons dante wachten? Het jaar 2010 was het jaar van een breed publiek debat om de prioriteiten van een nieuwbeleid voor landbouw en voeding te herdefiniëren. Daartoe heeft Vredeseilanden bijgedragen. Samenmet diverse organisaties uit het middenveld, met de Boerenbond en met milieu- en boerenbewe -gingen pleiten we voor een landbouw die de drie aspecten van duurzaamheid belichaamt: ecologisch,sociaal en economisch. Deze publicatie is daarvan een neerslag.

Conservation Agriculture – Johan D’hulsterTechnisch gesproken is conservation agriculture een geïntegreerde aanpak van minimale grond -bewerking, vruchtwisseling en permanente bodembedekking. Maar bovenal is conservation agri cultureeen visie op landbouw die bouwstenen aanbiedt voor het vernieuwen van landbouw met het behoudvan zijn basis. In deze publicatie verweeft bioboer Johan D'hulster zijn technische landbouw kennismet een omvattende visie op de plaats van landbouw in de maatschappij.

Rijst uit Benin. De zoektocht naar een sociale marktlogica. – Jan BosteelsSinds 2010 liggen pakjes rijst uit het West-Afrikaanse Benin te koop in de Colruyt winkels. Dit dossierbeschrijft het hoe en waarom van het partnerschap tussen Vredeseilanden, Groep Colruyt, Boost enhet Trade for Development Centre. Welke rol hebben alle partners? Welke stappen zijn gezet om derijst in de rekken van de supermarkt te krijgen?

Expeditie Benin. Op zoek naar de kracht van familiale landbouw. – Saartje BoutsenBent u overtuigd van de kracht van familiale landbouw? Kunnen boeren de wereld redden? Isinvesteren in familiale landbouw een goede manier om de landbouw in ontwikkelingslanden temoderniseren, mét respect voor mens en milieu? Of vindt u dat maar een naïeve gedachte, en moetenwe doorgaan met de verdere uitbouw van het industriële landbouwmodel?In deze publicatie nemen we u mee naar het West-Afrikaanse Benin, waar, zoals in de meesteAfrikaanse landen, landbouw een centrale plaats inneemt in de nationale economie. Op bezoek bijoverheden en het bedrijfsleven in Cotonou en bij rijstboeren op het platteland, gaan we op zoek naarde belangrijkste knopen in de voedselketen en de grootste uitdagingen waar boeren en boerinnenelke dag voor staan.

49

Page 52: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

50

Page 53: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

DE MENSEN ACHTER VREDESEILANDEN

Algemene VergaderingDe Algemene Vergadering bestaat uit 80 vertegenwoordigers van onze belangrijkste stakeholders. Ditzijn vrijwilligers, deskundigen uit verschillende organisaties of privébedrijven, leden van de Raad vanBestuur en ex-personeelsleden. Iedereen kan zich kandidaat stellen om lid te worden van onze Alge -mene Vergadering. Zijn/haar kandidatuur wordt op de eerstvolgende Algemene Vergadering voor -gelegd. De lijst van de huidige leden is opvraagbaar bij Vredeseilanden of kan je bekijken op onzewebsite www.vredeseilanden.be/mensen/algemenevergaderingDe Algemene Vergadering is het hoogste orgaan. Zij stelt de Raad van Bestuur aan en keurt de jaar -rekeningen en bijhorend verslag goed. In 2010 heeft ze de vernieuwde statuten van Vredeseilandengoedgekeurd. Daarin wordt uitdrukkelijk aangegeven hoe we de kwalificaties en de expertise van onzebestuursorganen bepalen en evalueren.

Raad van BestuurLeden: Leen Bas, André De Smedt, Patricia Grobben, Marleen Iterbeke, Roosmarijn Smits, Alfons Vaes,Jan Van Eechoute, André Van Melkebeek, Annelies Van Raemdonck en Lieven Denys. Eind 2010 namAndré De Smedt ontslag uit de Raad van bestuur, Magda Aelvoet werd op de Algemene Vergaderingvan 18 december 2010 aanvaard als nieuw lid voor de Raad van Bestuur.Voorzitter Raad van Bestuur: Alfons Vaes.Een uitgebreide voorstelling van de leden van de Raad van Bestuur is te vinden op:www.vredeseilanden.be/mensen/raadvanbestuur.

De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het algemeen beheer. De operationele verantwoordelijk -heden delegeert de Raad aan de directie van de organisatie. De voorzitter en alle andere bestuurs -leden zijn vrijwilligers. Ze ontvangen voor hun mandaat geen vergoeding en hebben evenmin eenuitvoerende functie binnen de organisatie.De Raad van Bestuur heeft de principes van goed bestuur geïntegreerd in haar statuten. Zij baseerdezich op de ‘Goede praktijken en aanbevelingen voor het besturen van Social Profit organisaties’ vande Koning Boudewijnstichting.

DirectieLuuk Zonneveld: Algemeen directeur, Marianne Vergeyle: Directeur Interne Diensten, Teopista Akoyi:Programmadirecteur Afrika, Roos Peirsegaele: Programmadirecteur Latijns-Amerika en Asië, LieveVercauteren: Programmadirecteur Vlaanderen.

Personeel HoofdkantoorDe lijst van de medewerkers van Vredeseilanden staat gepubliceerd op de website van Vredeseilanden.(www.vredeseilanden.be/mensen)

Personeel Regionale kantorenDe regionaal verantwoordelijken van onze landen zijn Amidou Diallo: Togo/Benin/Burkina Faso/Niger,Jan De Waal (nam ontslag in september 2010 en werd vervangen door Rose Adokorach in december2010): Oost Afrika en Congo, Rogier Eijkens: Indonesië, Roos De Witte: Midden Amerika, Stuart Ling:Laos, Hanneke Renckens: Andes, Eduardo Sabio: Vietnam, Ibrahim Ouedraogo: Senegal/Gambia.

General Council en workshopsIn 2010 ontmoette het personeel van de regionale kantoren en het hoofdkantoor elkaar vooruitwisseling en vorming tijdens de General Council (mei 2010). Het thema van deze General Councilwas de opmaak van een nieuw 3-jarenprogramma en het bijsturen van het huidige programma. Na deGeneral Council volgde een workshop rond ‘coachend leidinggeven’ voor alle regionale vertegen -woordigers en leidinggevenden van het hoofdkantoor. Gedurende het jaar waren er nog workshopsrond Planning, Learning and Accountability en financieel management.

51

De s

ocia

le b

alan

s va

n Vr

edes

eila

nden

6

Page 54: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Vredeseilanden is vertegenwoordigd in de volgende organisaties:• Coprogram: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur, werkgroep Financiën, werkgroep HRM,

werkgroep Mondiale vorming en werkgroep Kwaliteit• 11.11.11: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur en de Raad voor Campagnes• Kauri: Vredeseilanden is lid van de Algemene Vergadering• Alterfin : Vredeseilanden is voorzitter van de Raad van Bestuur en is lid van het kredietcomité• Mo*: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur• BioForum: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur• Acord: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur en neemt het voorzitterschap waar• FairTradeGemeenten: Vredeseilanden is lid van de Stuurgroep• Max Havelaar: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur• Youkali: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur• Coalitie tegen de Honger: Vredeseilanden is lid van de Stuurgroep• Voedselteams: Vredeseilanden is lid van de Raad van Bestuur• Banaba Internationale Samenwerking Noord-Zuid – KHLeuven: Vredeseilanden is lid van de Stuur -

groep

DE ORGANISATIESTRUCTUUR VAN VREDESEILANDEN vzw

Er gebeurden geen significante veranderingen aan de organisatiestructuur in 2010.

52

Vrijwilligers AlgemeneVergadering

InternationaalForum

(elke zes jaar)

Raad vanWijzen

Directie

Hoofdkantoor

GeneralCouncil

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

RegionaalKantoor

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

NationaleRaad

RegionaalKantoor

Raad vanBestuur

adviserende relatie

Page 55: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

DUURZAAM PERSONEELSBELEID

Vredeseilanden maakt werk van een duurzaam personeelsbeleid waarin de medewerker centraal staat.

IntroductieAlles start bij de aanwerving van een nieuwe medewerker. We pasten in 2010 de introductiemapvoor nieuwe medewerkers aan. De map werd gebruiksvriendelijker gemaakt met aandacht voor alleaspecten die te maken hebben met werken bij Vredeseilanden: van de missie en de geschiedenis overinfofiches rond de organisatiethema’s tot praktische informatie over het bestellen van broodjes voorde lunch.Het introductieprogramma werd ook op punt gesteld. Gedurende 1 tot 2 weken spreekt de nieuwemedewerker met collega’s die uitleg geven over hun dienst, werking, thema.Een goede introductie zorgt ervoor dat een nieuwe medewerker zich snel thuis voelt in de organisatieen zich op een fijne manier kan inwerken in de nieuwe job.

Loopbaan en ontwikkelingDoorheen de verdere loopbaan bij Vredeseilanden wordt blijvend aandacht besteed aan de persoon -lijke ontwikkeling van elke medewerker. Er wordt jaarlijks een functioneringsgesprek georganiseerdmet elk personeelslid en op het einde van het jaar een evaluatiegesprek. In deze gesprekken wordtook uitgebreid aandacht besteed aan algemene en functiegerelateerde competenties en aan jaar -doelen voor het volgende jaar. Telkens wordt bekeken of er eventueel opleidingen nodig zijn omcompetenties te verwerven/te versterken of om de jaardoelen te kunnen halen.

Vredeseilanden blijft ernaar streven om haar medewerkers op alle niveaus in Noord en Zuid, zowelindividueel als collectief, permanent de kans te geven zichzelf te ontwikkelen. Vredeseilanden wil eenflexibele organisatie zijn, waar mensen zich aanpassen aan nieuwe visies en lange termijndoelen vande organisatie en waar leren van elkaar gestimuleerd wordt. Daarom wordt “leren” expliciet als doel -stelling opgenomen in het strategisch plan van Vredeseilanden.Vredeseilanden spendeerde in 2010 ongeveer 43.000 euro aan vorming, opleiding en workshops voormedewerkers van het hoofdkantoor en uit het Zuiden.Het merendeel van de opleidingen zijn onder te brengen onder volgende thema’s:• workshop coachend leidinggeven• ketenontwikkeling• duurzame voeding• taalopleidingen• fondsenwerving• nieuwe media

Naast de formele opleidingen worden er doorheen het jaar regelmatig briefings over verschillendethema’s georganiseerd voor het personeel. In 2010 werden 20 briefings georganiseerd over nieuweevoluties in de programma’s in het Zuiden en in België, over de verbouwingsplannen voor het Vredes -eilanden kantoor, over projecten en beslissingen van de directie,...

Coachend leiderschapVredeseilanden kiest er bewust voor om in te zetten op coachend leiderschap. In 2010 werd eenworkshop rond dit thema georganiseerd voor alle leidinggevenden in het hoofdkantoor en voor deVredeseilanden vertegenwoordigers van alle landen.

53

Page 56: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

WelzijnVredeseilanden zet zich in om het welzijn van de werknemers tijdens het werk te garanderen.Er wordt gestreefd naar een gezond evenwicht werk – gezin. Werknemers kunnen hun uurroosterafstemmen op hun persoonlijke noden en behoeften. Ouderschapsverlof, tijdskrediet en loopbaan -vermindering worden toegekend.

Enkele jaren geleden werd een interne preventieadviseur aangesteld die zich bezig houdt met veilig -heid en bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, psychosociale belastingveroorzaakt door het werk, ergonomie, hygiëne,...

Als een werknemer te maken krijgt met geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk,kan één van de twee aangestelde vertrouwenspersonen aangesproken worden. De vertrouwenspersoonontvangt de klachten van de slachtoffers, geeft raad, biedt opvang, verleent hulp en bijstand aan hetslachtoffer en tracht te bemiddelen.

In 2010 zijn er in totaal 314 ziektedagen genoteerd. Dit redelijk hoge aantal is vooral te wijten aaneen aantal langdurige afwezigheden wegens operaties, langdurig herstel van een blessure,...Er zijn ook 6 arbeidsongevallen vastgesteld. Alle arbeidsongevallen gebeurden buiten het kantoor -gebouw en hadden geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg.

Vredeseilanden investeerde net als de voorgaande jaren in informele momenten, onder andere eenjaarlijkse personeelsuitstap, kerstfeestje, bezoek aan M museum in Leuven, smoutebollen etentijdens Leuven kermis,... Ook in het Zuiden worden personeelsevenementen georganiseerd, bijvoor -beeld teambuilding activiteiten, nieuwjaarsfeestjes,...

Sociaal overlegVredeseilanden heeft minder dan 50 werknemers in dienst in het hoofdkantoor en is bijgevolg nietverplicht een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging te installeren.Er zijn 2 officiële personeelsvertegenwoordigers aangesteld vanuit de personeelsvergadering, waarvan1 vakbondsafgevaardigde. De personeelsvertegenwoordigers organiseren de personeelsvergaderingen.Personeelsvergaderingen worden 3 tot 4 keer per jaar bijeen geroepen. In 2010 werden 3 personeels -vergaderingen georganiseerd.

BeleidIn 2010 werd hard gewerkt aan de concrete invoering van het algemene HR-beleid voor Vredes -eilanden.In het hoofdkantoor kreeg het arbeidsreglement een update. Het werd opgemaakt conform het HR-beleid. Nieuwe verplichtingen zoals een alcohol- en drugsbeleid werden opgenomen en het reglementwerd in een gebruiksvriendelijker jasje gestoken.

De arbeidsvoorwaarden voor de NGO-coöperanten werden ook herbekeken aan de hand van het HR-beleid. Daarbovenop werden alle bestaande memo’s over de regelgeving voor NGO-coöperantengebundeld in hetzelfde document en werd verwezen naar handleidingen en tips in verband met o.a.de belastingaangifte.

In onze Zuidkantoren werd het algemene HR-beleid in Rules & Regulations gegoten, aangepast aande lokale en regionale context.

54

Page 57: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

SOCIALE BALANS (per 31/12/2010)

In deze rubriek geven we een aantal cijfers en toelichtingen over het personeelsbestand van Vredes -eilanden (situatie op 31/12/2010).

Personeelsbestand

Sinds enkele jaren zetten we actief in op de aanwerving van meer lokale medewerkers. Deze trendzet zich door. Eind 2010 werd er uitdrukkelijk voor gekozen om een lokaal persoon aan te wervenvoor de vrijgekomen functie van Vredeseilanden Representative Oost-Afrika. In 2010 bestond 65%van het personeelsbestand van Vredeseilanden in het Zuiden uit lokale mede werkers. Ook binnen degroep van coöperanten is er een evolutie naar meer Zuid-coöperanten (mensen van niet-Europeseorigine). In 2010 was de helft van de coöperanten van niet-Europese origine.

Personeelsverloop

De in- en uit-diensttredingen in België bleven in 2010 beperkt, onder andere doordat er veel mindergewerkt werd met tijdelijke schoolanimatoren en jobstudenten. Er waren 3 vervangingen wegenszwangerschapsverlof, langdurige ziekte en tijdskrediet.

3 coöperanten waren einde contract en werden niet vervangen door een nieuwe coöperant, maar weldoor een lokale medewerker.

Eind 2010 namen we afscheid van ons programma en de medewerkers in Laos (zie blz. 37).

55

aantal personeelsledenHoofdkantoor Zuiden Totaal

Coöperanten Lokale medewerkers2006 44 16 1241 1842007 45 17 1302 1922008 51 15 103 1692009 49 14 105 1682010 48 12 113 173

aantal voltijdse equivalentenHoofdkantoor Zuiden Totaal

Coöperanten Lokale medewerkers2006 34,50 16 -2007 36,96 17 1302 183,962008 42,59 15 103 160,592009 41,14 14 105 160,142010 39,69 12 113 164,69

1 Exclusief Congo en Tanzania: geen gegevens beschikbaar vanuit extern auditverslag.2 Gegevens vanuit extern auditverslag, behalve voor Congo, waar de gegevens gewoon opgevraagd zijn bij gebrek aan

auditverslag.

Hoofdkantoor ZuidenCoöperanten Lokale medewerkers

IN 5 1 25UIT 5 3 21

Page 58: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Gender evenwichtOp het hoofdkantoor zijn er veel meer vrouwen dan mannen tewerkgesteld, namelijk 62%.De vrouwen zijn ook sterk vertegenwoordigd op leidinggevend en directie niveau. 8 van de 10 lei -dinggevende functies werden ingevuld door vrouwen.

Deeltijdse tewerkstelling is veel meer bij de vrouwen terug te vinden. In 2010 waren er 4 mannendie deeltijds werkten tegenover 20 vrouwen. Deeltijdse werknemers krijgen dezelfde extralegale voor -delen als voltijdse werknemers. Er wordt geen onderscheid gemaakt.

Alle werknemers van het hoofdkantoor vallen onder het toepassingsgebied van de CollectieveArbeidsovereenkomsten (CAO‘s) van Paritair Comité 329.01. Dit is het Paritair Comité voor de Socio-Culturele sector, waarin de subsector Ontwikkelingssamenwerking is ondergebracht.

Bij de coöperanten is de man-vrouw verhouding momenteel uit evenwicht. In 2010 waren er 2 vrou -wen in dienst als coöperant, tegenover 10 mannen.

Voor de lokale medewerkers in het Zuiden zien we dat er meer mannen dan vrouwen zijn tewerk -gesteld: 61%. Hieronder vallen 69 mannen en 44 vrouwen.

De salarisgelijkheid tussen mannen en vrouwen bedraagt 100%. Mannen en vrouwen ontvangenhetzelfde loon als ze dezelfde functie uitoefenen. Dit geldt voor het hoofdkantoor, de coöperantenen de lokale medewerkers.

In het hoofdkantoor is er sprake van een gezonde loonspanning van 1 op 3, wat betekent dat hethoogste loon 3 keer groter is dan het laagste loon. De syndicale norm voor een goede loonspanningis 1 op 4.

VerjongingDe gemiddelde leeftijd van hoofdkantoor is 45 jaar. Tijd om in te zetten op verjonging. Dit nemenwe sterk mee bij nieuwe rekruteringen. Daarnaast schakelt Vredeseilanden regelmatig stagiairs in.Stagiairs zorgen voor vernieuwing en verjonging binnen de organisatie. Ze brengen nieuwe ideeën,visies, werkmethodes en actuele en up-to-date kennis binnen. Stagiairs kunnen zorgen voor acade -mische input als aanvulling op terreinkennis.Bovendien is het een goede rekruteringsbasis om personeel aan te werven. Het werken met stagiairsbiedt de mogelijkheid om jonge mensen te laten doorgroeien binnen Vredeseilanden of in de Noord-Zuid sector.

We willen nog uitgebreider gaan inzetten op onze werking met stagiairs. We willen een relatieuitbouwen met opleidingsinstellingen en zoeken naar een manier om ‘vaste’ stageplekken te creëren.We bieden stageplaatsen aan in het hoofdkantoor en in het Zuiden. In 2010 werkten we samen metstagiairs op de personeelsdienst, binnen bewegingswerk, communicatie en in onze Zuidwerking.

Sinds 2009 heeft Vredeseilanden zich ook ingeschakeld in het junior programma van BTC (BelgischeTechnische Coöperatie). Dit programma geeft jongeren de kans om een eerste beroepservaring op tedoen in de ontwikkelingssamenwerking. Deze jongeren werken minimaal 1 jaar en maximaal 2 jaar ineen project van BTC of een programma van een Belgische NGO.In 2010 zijn de eerste 2 BTC juniors aan de slag gegaan in Benin en in Senegal. Begin 2011 vertrokeen volgende junior naar Vietnam.

56

Page 59: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

NAAR EEN KLEINERE ECOLOGISCHE VOETAFDRUK

HoofdkantoorDe afgelopen jaren heeft Vredeseilanden op het hoofdkantoor sterk ingezet op een aantal aspectenvan het milieubeleid: vermindering van water-, gas- en elektriciteitsverbruik, sterke aanmoedigingvan het gebruik van openbaar vervoer, gebruik van ecologische poetsproducten, het verhogen vanhet aandeel van fair trade en bio-producten in onze eigen catering.

In 2010 beslisten we om nog een stap verder te gaan en onze volledige kantooromgeving te verduur -zamen. We kozen voor een grondige verbouwing van het pand, rekening houdend met alle mogelijkeduurzaamheidsingrepen.

• We kiezen voor een energiezuinig ontwerp door een zo groot mogelijke oppervlakte als werkruimtete creëren: door een betere indeling van het huis en een evenwichtigere bezetting wordt allebeschikbare ruimte beter gebruikt.

• We kiezen ook voor meer toegankelijkheid voor mensen met een handicap en meer flexibelekantoorplekken zodat collega’s uit het Zuiden, tijdelijke medewerkers/sters of stagiaires soepelmee kunnen aanschuiven.

• We investeren stevig in isolatie. Het Vlaams decreet legt een energienorm van E100 op. Wij strevennaar een E60 peil, omdat hier de beste verhouding ligt tussen investeringen in isolatie, energie -besparing en terugverdieneffecten. Naast isoleren is er natuurlijk ventileren. Hier kozen we vooreen gecontroleerde basisventilatie met warmteterugwinning en een hoogrendement condensatie -ketel.

• Wat betreft elektriciteitsgebruik streven we een verdere daling na door het plaatsen van zeerenergiezuinige verlichting, zelfdovend en aangepast aan de lichtsterkte buiten. Elektriciteit zalopgewekt worden door zonnepanelen.

• Waterbesparing realiseren we door het plaatsen van een regenwaterput van 7500 liter voor hetdoorspoelen van de toiletten, wat sowieso in een kantoorgebouw het meeste waterverbruik eist.Drinkwaterfonteintjes worden aangesloten op leidingwater.

• We kiezen voor een open en transparante werkomgeving. Geen volledig open landschapskantoor,maar we werken de ruimtes open zodat spontane circulatie, uitwisseling en samenwerkingontstaat. We zetten in op meer ruimtes voor kleine vergaderingen, meer mogelijkheid tot contactmet collega’s, een gezellige koffiehoek en eindelijk een douche, veel mogelijkheid tot formeel eninfomeel overleg, een flexibele ICT infrastructuur. Kortom, ruimtes die de goeie teamgeest vanVredeseilanden ondersteunen.

De verbouwing is geconceptualiseerd in 2010, is vanaf februari 2011 in uitvoering en we strevenernaar om in september 2011 in ons duurzaam kantoorgebouw terug van start te kunnen gaan1.

ZuidkantorenNadenken over de impact van ons werk op het milieu is voor veel collega’s uit het Zuiden geenautomatisme. We kozen er dan ook voor om in onze Zuidkantoren geen meetsystemen in te voerenzonder van gedachten te wisselen over hoe hun eigen gedrag (privé en op het werk) een positieveof negatieve impact heeft op het milieu. In ieder kantoor zal zo’n discussie plaatsvinden in 2011.Daarna willen we een aangepast meetsysteem invoeren, zodat we in de toekomst kunnen rapporterenover resultaten voor de hele Vredeseilanden groep. De teams van VECO Vietnam en VECO Indonesiëhebben alvast een lijst gemaakt met goede voornemens.

57

Mili

eube

leid

van

Vre

dese

iland

en

7 1 Ondertussen zijn we tijdelijk gehuisvest op de Dietstsesteenweg 49, aan de achterkant van het station.

Page 60: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Indirecte milieu-effectenDe indirecte milieueffecten van Vredeseilanden hebben voornamelijk betrekking op de effecten dievoortkomen uit de activiteiten van het Zuidprogramma. We denken dan aan het watergebruik voorirrigatie, gebruik van meststoffen, terugdringen van erosie en bodemverontreiniging en –verarming,energieverbruik voor transport en productie van landbouwproducten. Het instrument dat we samenmet de Universiteit Gent in 2009 ontwikkelden werd in 2010 in enkele landen getest, verder verfijnden geïntegreerd in een globale methode om verschillende duurzaamheidsaspecten te meten en op tevolgen. Daarmee kunnen onze medewerkers in het Zuiden in 2011 aan de slag om hun hele werkingdoor te lichten. Bijgevolg zullen we daarover in het volgende jaarverslag kunnen rapporteren.

Een voorbeeld: impact op het milieu bij de productie en verwerking van maniok inTanzania

We onderzochten de milieu-impact van de productie en verwerking van maniok in Mkuranga,Tanzania. Dit bracht zowel positieve als negatieve effecten aan het licht.Negatief is dat de boeren nog steeds dikwijls bomen omhakken en velden afbranden omnieuwe akkers in gebruik te kunnen nemen (slash&burn). Dit zorgt voor meer erosie, lucht -vervuiling, waterbronnen die uitdrogen en micro-organismen op de bodem die afsterven. Ookde huidige afstand tussen de maniokplanten werkt erosie in de hand, vooral in periodes dathet fel regent.Positief is dan weer dat het afval na de oogst (bladeren, stengels) opnieuw wordt gebruikt alsbodemverbeteraar en dat er weinig of geen pesticiden of chemische meststoffen gebruiktworden. Bij de verwerking van maniok stelde men geen negatieve effecten op het milieu vast(afgezien van de wat minder aangename geurtjes die vrijkomen tijdens het verwerkings -proces).Het is dan ook duidelijk waar onze partnerorganisaties vooral aandacht aan moeten besteden:de boeren overtuigen om geen slash&burn meer toe te passen, de plantafstand aanpassen enmeer diverse gewassen op één veld telen. Daarnaast zullen ze de mogelijkheid bestuderen omoogstafval als biobrandstof te gebruiken.

58

Page 61: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

MILIEUREALISATIES HOOFDKANTOOR

Vredeseilanden engageert zich om de CO2-uitstoot op te meten en maatregelen te nemen om deuitstoot in de toekomst te beperken.Onderstaande gegevens hebben betrekking op activiteiten van het hoofdkantoor van Vredeseilanden.

realisatie 2009 realisatie 2010PAPIER [GRI EN1]

totale aankoop A4-papier per jaar (aantal vellen) 212.500,00 180.000,00totale aankoop A4-papier per persoon per jaar (aantal vellen) 4.336,73 3.750,00aandeel gekocht gerecycleerd A4-papier tov wit papier 100% 100%totale aankoop A4-papier per jaar voor mailings (aantal vellen) 1.676.300 1.057.853

Het grootste deel van de aankoop van papier wordt gebruikt voor mailingsmet informatie aan de sympathisanten. We proberen dit te beperken.Het algemene papierverbruik op het hoofdkantoor daalt en we willen dietrend verder doorzetten.De sterke daling in het papierverbruik voor mailings heeft vooral te makenmet het verminderen van het aantal fondsenwervende brieven die we bijkranten en tijdschriften voegen.

KANTOORBENODIGDHEDEN [GRI EN2]

bedrag ecologisch kantoormateriaal tov het totaal 60% 75%

Hier zien we een sterke stijging over de voorbije jaren. In 2007 wasmaar 43% van ons kantoormateriaal ecologisch. In 2010 hebben wenog extra aandacht besteed aan het vinden van een ecologische variantvoor kantoorbenodigdheden.

VOEDINGSPRODUCTEN

bedrag aankopen voedingsproducten met label Biogarantieen/of Fair Trade 82% 97%

Als een voedingsproduct wordt aangeboden in een variant met hetlabel bio of Fair Trade, dan wordt ervoor gekozen om de variant methet label aan te kopen.Bij de aankoop van voedingsproducten voor evenementen werd vorigjaar ook veel meer aandacht besteed aan het gebruiken van Bio en/ofFair Trade producten.

ONDERHOUDSPRODUCTEN [GRI EN2]

bedrag aankopen ecologische onderhoudsproducten tov de totale aankopen 83% 85%

Alle aangekochte onderhoudsproducten zijn van Ecover, behalve enkeleproducten waarvoor moeilijk een ecologisch alternatief gevonden kanworden.We houden continu in het oog of we bepaalde producten kunnenvervangen door een ecologische variant.

WATER [GRI EN8]

jaarlijks verbruik in m3 203 149m3/persoon/jaar 4,14 3,10

59

Page 62: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

realisatie 2009 realisatie 2010ENERGIE [GRI EN3]

elektriciteit: groene stroomkwh/persoon/jaar 663 620

verwarminggj gaz/persoon/jaar 1.567 1.707

Vredeseilanden gebruikt groene stroom.Het gasverbruik voor de verwarming is in 2010 gestegen. De voor -naamste reden hiervoor lijkt de koude winter.

AFVAL [GRI EN22]

hoeveelheid restafval per persoon per jaar (in kg) 7 7hoeveelheid PMD-afval per persoon per jaar (in kg) 0,7 1,0hoeveelheid papierafval per persoon per jaar (in m3) 0,9 0,8hoeveelheid GFT-afval per persoon per jaar (in kg) 13,2 15,0hoeveelheid drankverpakking met statiegeld tov

de totale aankopen van flessen 95% 95%

MOBILITEIT [GRI EN29]

professionele werkverplaatsingen: aandeel openbaar vervoer 35% 46%woonwerkverplaatsingen: aandeel km afgelegd met trein, bus,

fiets of te voet 92,0% 94,32%vliegtuigreizen: km per jaar 372.790 639.664omzetting van vliegtuigreizen in CO2-uitstoot:

kg CO2-uitstoot per jaar 126.520 237.800

Er is een dienstfiets ter beschikking van de medewerkers.Meer en meer werknemers maken gebruik van het openbaar vervoervoor hun woon-werkverplaatsingen. In 2007 was het aandeel openbaarvervoer maar 9%.Deze positieve trend zet zich ook door in de professionele werk -verplaatsingen.

Vredeseilanden engageert zich om haar CO2 uitstoot voor vliegtuig reizen te compenseren via CO2-gift.De uitstoot van elke vlucht wordt berekend en omgezet naar een geldbedrag dat besteed wordt aanprojecten in het Zuiden die de gevolgen van de klimaatsverandering proberen op te vangen.De vele verplaatsingen van Noord naar Zuid en omgekeerd hebben voor meer uitwisseling van kennisgezorgd, maar zorgden voor een sterke toename aan CO2 uitstoot. We bekijken of we bepaalde work -shops en vergaderingen niet nog meer kunnen combineren om reizen te beperken.

60

Page 63: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

EEN VERHAAL IN BEWEGING

Vredeseilanden besliste een paar jaar geleden om extra te investeren in fondsenwerving om zo opeen structurele manier de inkomsten van particulieren, stichtingen, NGO’s en bedrijven te verhogen.Op die manier willen we op middellange termijn beduidend minder afhankelijk zijn van de subsidiesvan de Belgische federale overheid.

Vredeseilanden heeft een heel trouwe groep van donateurs. We zijn hen ongelofelijk dankbaar datze onze werking jaar na jaar blijven ondersteunen. We koesteren hen en informeren deze mensendan ook regelmatig over onze activiteiten. Want zonder hen geen Vredeseilanden. Ook ons jaarlijkscampagneweekend is zo’n vast waarde. Ook al daalden de inkomsten in 2010 licht, toch blijft ditweekend in januari erg belangrijk om Vredeseilanden zichtbaar te maken en de stem van boeren -families uit het Zuiden te laten weerklinken.

We probeerden het afgelopen jaar een nieuwe groep mensen te overtuigen om Vredeseilanden eenfinancieel duwtje in de rug te geven via sportieve evenementen. De Loop naar Afrika (20 km doorBrussel) is al jaren een succesnummer. De Vredeseilanden ploeg telde 1.638 lopers die maar liefst119.195 euro verzamelden. We liepen daarnaast ook voor het eerst Dwars door Hasselt. 89 lopersliepen met een shirt van Vredeseilanden de 5, 10 of 15 km.

In april 2010 ging de allereerste Senegal Classic door: een mountainbike avontuur van Dakar totTambacounda, waarbij onderweg partnerorganisaties van Vredeseilanden worden bezocht. De deel -nemers verzamelen minimaal 3000 euro sponsorgeld. 37 mensen namen deel aan de eerste editie inapril 2010, zij zamelden 118.717 euro sponsorgeld in bij een 1000-tal vrienden en kennissen. Detocht zelf was een intense, onvergetelijke belevenis. Een beeldverslag en meer info vind je opwww.senegalclassic.be.

Het afgelopen jaar hebben we ook meer ingezet op het zoeken naar financiering van onze activiteitenbij allerlei stichtingen en lokale overheden. We bouwden een sterkere samenwerking uit tussen decoördinatoren van ons Zuidprogramma, de dossierbeheerders en de gemeentebesturen. Met succes1.

Legaten zijn een belangrijke inkomstenbron geworden voor veel NGO’s. Ook Vredeseilanden kreeg deafgelopen jaren het vertrouwen van enkele mensen die hun nalatenschap aan de ondersteuning vanboerenfamilies in het Zuiden wensten te schenken. In 2010 ontvingen we geen enkel legaat, maarwe bleven mensen informeren over die mogelijkheid via notarissen en persoonlijke gesprekken.

Vredeseilanden wil aan al haar donateurs op een duidelijke en transparante manier communicerenover wat er met het ingezamelde geld gebeurt. Op onze website beantwoorden we een aantal veel -gestelde vragen – www.vredeseilanden.be/cijfers/faq. Daarnaast werkt Vredeseilanden mee aanonder staande initiatieven rond transparantie en rekenschap:

De Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving waarborgt de morele kwaliteit vande fondsenwerving en van doorzichtigheid van de rekeningen. Onderdeel van diecode is het recht op informatie. Dit houdt in dat schenkers, medewerkers enpersoneelsleden tenminste jaarlijks op de hoogte gebracht worden van wat met deverworven fondsen gedaan werd. Dit jaarverslag beantwoordt daaraan.

Een databank met objectieve informatie en de gecontroleerde cijfers van hulp -verlenende organisaties.

61

Fond

senw

ervi

ng b

inne

n Vr

edes

eila

nden

8 1 In bijlage e vindt u de volledige lijst.

Page 64: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Ngo-openboek is een gegevensbank over en van de Belgische ngo’s. De site geeftweer hoe de gelden uit giften en subsidies worden besteed.

Het project Filantropie.be is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting.De website wil een onmisbaar kruispunt worden voor actoren in de social profit,bijdragen tot de transparantie van de sector en uitwisselingen tussen actorenaanmoedigen.

62

Page 65: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

63

INLEIDING

Net zoals de vorige jaren presenteren we, nu al voor de 3de keer op rij, een volledig financieeloverzicht van de hele Vredeseilanden-groep. Zo kunnen we een correct en volledig beeld geven overhet geheel van onze activiteiten.

De voorbije jaren zetten we immers grote stappen om te komen tot een globale financiële verslag -geving voor de hele Vredeseilanden–groep. Daarmee bedoelen we het hoofdkantoor in Leuven en deverschillende regiokantoren in het Zuiden. Deze globale financiële verslaggeving noemen we degeïntegreerde resultatenrekening en balans. Vredeseilanden is één van de weinige ngo’s die vollediggeïntegreerde cijfers kan presenteren.

De integratie van de cijfers is een complex proces. Alle landen moeten immers op een eenvormigemanier rapporteren aan het hoofdkantoor. Deze rapportering wordt dan geverifieerd door de finan -ciële dienst op het hoofdkantoor. Daarna worden alle kantoren bezocht door de plaatselijke revisorenvan het internationale auditkantoor KPMG die van hun bevindingen een verslag maken. Uiteindelijk,nadat ook het hoofdkantoor aan een grondige controle is onderworpen, maakt het college vancommissaris-revisoren van Vredeseilanden, bestaande uit Clybouw Bedrijfsrevisoren en KPMG, hundefinitief verslag op, na een kritische lezing van alle verslagen van de verschillende kantoren.

De financiële rapportering bestaat uit 3 delen: de resultatenrekening, de balans en het verslag vande commissaris-revisor. De balans is een overzicht van alle bezittingen en schulden van Vredes -eilanden op de laatste dag van het jaar waarover gerapporteerd wordt. De resultatenrekening geefteen overzicht van alle kosten en opbrengsten die de organisatie had gedurende 1 jaar. Het verslagvan de commissaris–revisor is een onafhankelijke opinie over onze interne controlemechanismen enover hoe correct de weergegeven cijfers zijn.

Naast de geïntegreerde balans en resultatenrekening van de hele organisatie Vredeseilanden, gevenwe ook een gedetailleerd beeld van de resultatenrekening van het hoofdkantoor.

In ons vorig jaarverslag schreven we dat we in 2009 heel wat problemen ondervonden bij deuitvoering van ons programma in Tanzania. De problemen situeerden zich zowel op inhoudelijk alsadministratief vlak. In de loop van 2010 is er daarom zeer sterk geïnvesteerd in de verbetering vanhet financieel management in Tanzania. Medewerkers van de financiële dienst van het hoofdkantooren een medewerkster van de financiële dienst van het regionaal kantoor in Ecuador, investeerden heelwat tijd in de opvolging en kwaliteitsverbetering ter plekke. Daarenboven werd een financiële work -shop georganiseerd en werd een nieuwe hoog gekwalificeerde financieel verantwoordelijke voorTanzania aangeworven.

Als we nu na een aantal maanden terugkijken, kunnen we vaststellen dat er belangrijke verbeteringenin het beheer van het programma zijn, zowel op inhoudelijk als op beheersvlak. De audit door KPMGTanzania geeft overigens duidelijk aan dat heel wat van de vorig jaar gesignaleerde probleemsituatiesondertussen verholpen zijn. Ook uit deze audit blijkt zeer duidelijk een gevoelige kwaliteits -verbetering op managementvlak. We beseffen dat er in Tanzania nog heel wat werk is, maar we zienduidelijk dat we op de goede weg zijn.

Na de afsluiting van het boekjaar 2010 kunnen we opnieuw stellen dat Vredeseilanden financieel eenkerngezonde organisatie is die de toekomst vol vertrouwen tegemoet kan treden.

Vred

esei

land

en v

zw –

Fin

anci

eel j

aarv

ersl

ag 2

010

9

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 66: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

64

1. RESULTATENREKENING

1.1. Analytische resultatenrekening Hoofdkantoor

In dit hoofdstuk stellen we de kosten van het hoofdkantoor opgesplitst per dienst voor. Dit heeft alsvoordeel dat we zeer duidelijk kunnen aantonen hoeveel we effectief besteden aan het functionerenvan elke dienst en – specifieker – aan algemeen beheer, aan fondsenwerving en aan de realisatie vanonze programmadoelstellingen.

We verwijzen naar de tabellen op blz. 66 en 67. Volgens het opgemaakte budget hadden we eenresultaat van –342.796 EUR moeten halen. Dit verlies diende dan verrekend te worden met hetinvesteringsfonds waarna het resultaat volgens het budget op +10.828 EUR zou uitkomen. Echter, hetdefinitieve resultaat van het hoofdkantoor bedraagt +39.309 EUR.

De redenen voor het toch wel aanzienlijke verschil tussen budget en realisatie zijn de volgende:

• Aan de kostenzijde merken we dat enkele landen het gebudgetteerde bedrag niet vollediguitgegeven hebben. De meest opvallende zijn Tanzania en Uganda. Dit heeft vooral te maken metvertraging bij de uitvoering en goedkeuring van verschillende programma’s van het Belgisch Over -levingsfonds in deze landen. In sommige landen werden verslagen laattijdig ingediend of werdenprojecten laattijdig goedgekeurd door het BFVZ (Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid – hetvroegere Belgisch Overlevingsfonds) waardoor de activiteiten later dan gepland konden aangevatworden. Maar als we vergelijken met 2009 zien we in beide landen wel een sterke stijging van deuitgaven. Dit komt doordat de activiteiten in Tanzania na de crisis van 2009 terug op kruissnelheidkomen. Ook in Uganda liep het programma de voorbije jaren heel wat achterstand op die we nu in2010 grotendeels konden inlopen. Ook het Congo-programma kende in de loop van 2010 een sterkestijging. We slaagden er namelijk in om voor heel wat activiteiten belangrijke extra inkomsten tegenereren.In het Noorden stellen we vast dat de budgetten over het algemeen iets te optimistisch waren.Dit is vooral opvallend in het Noordprogramma, waar de geplande activiteiten vertraging opliepenen we er dus ook niet in slaagden het budget volledig uit te geven.Ook voor de kosten van algemeen beheer stellen we vast dat er minder dan gebudgetteerd uit -gegeven werd. Dat heeft voornamelijk te maken met veel lager dan verwachte uitgaven voor hetcompetence development plan, een budget dat voorzien werd in het investeringsfonds. Ook deandere uitgaven ten laste van het investeringsfonds werden maar voor iets meer dan de helftgerealiseerd; een aantal geplande activiteiten liepen vertraging op of werden uiteindelijk uit -gevoerd met reguliere middelen.

• De opbrengsten zijn globaal gezien lager dan gebudgetteerd, voornamelijk dan de opbrengstenvan NGO’s, stichtingen en bedrijven, en in mindere mate de particuliere opbrengsten. Ook desubsidies zijn aanzienlijk lager dan verwacht. Dit laatste hangt rechtstreeks samen met wat wehierboven schreven in verband met de kosten: de niet uitgegeven overheidssubsidies werden, inovereen stemming met de geldende regelgeving, integraal overgedragen naar een volgend boekjaar.

Daarenboven hadden we in het verleden ook geld opzij gezet voor een aantal risico’s in het Zuiden.Vermits deze risico’s zich uiteindelijk niet voordeden, kunnen we dit geld terug in ons resultaatopnemen. Zie hiervoor ook ‘2.4. Voorzieningen’.

Page 67: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

65

Overzicht van de uitgaven per regio

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

0 500.000 1.000.000 1.500.000 2.000.000 2.500.000

VECO West Africa

VECO Senegal/Gambia

VECO DR Congo

VECO East Africa

VECO Vietnam

VECO Laos

VECO Indonesia

VECO Mesoamérica

VECO Andino

2009

2010

Page 68: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

66

RESULTAAT 2010 ten opzichte van Budget 2010 en Resultaat 2009

KOSTEN RESULTAAT 2009 BUDGET 2010 RESULTAAT 2010 BUDGET/RES 10ALGEMEEN BEHEER

Directie en beleidsorganen 254.186 260.067 265.403 2%Personeelszaken 202.344 300.736 207.698 –31%Financiën 317.305 366.056 364.128 –1%Secretariaat 158.625 158.977 144.231 –9%Externe relaties 72.538 70.111 48.109 –31%

TOTAAL ALGEMEEN BEHEER 1.004.998 1.155.947 1.029.569 –11%

FONDSENWERVINGFondsenwerving 451.777 559.765 519.317 –7%Campagnes en Evenementen 352.331 230.478 279.605 21%

TOTAAL FONDSENWERVING 804.108 790.243 798.923 1%

PROGRAMMA’S

NOORD-PROGRAMMAProgramma Noord 403.889 510.194 435.637 –15%Draagvlak 208.165 433.522 355.277 –18%Communicatie 435.487 499.928 371.665 –26%

TOTAAL NOORD-PROGRAMMA 1.047.541 1.443.644 1.162.580 –19%

ZUID-PROGRAMMA

COORDINATIE VAN DE PROGRAMMA EXPERTISEAdvocacy 445.617 503.951 556.326 10%SACD (incl. credit) 65.683 178.930 119.251 –33%PLA (incl. Learning) 124.501 96.790 128.697 33%

TOTAAL COORDINATIE VAN DE PROGRAMA EXPERTISE 635.801 779.671 804.273 3%Programmabeheer 350.315 400.703 308.224 –23%Coöperanten 913.765 894.530 791.051 –12%

REGIO’SVECO West Africa (Togo/Benin/Burkina Faso/Niger) 536.089 965.815 895.423 –7%VECO Senegal/Gambia 340.488 656.761 637.396 –3%VECO DR Congo 375.038 908.950 1.282.785 41%VECO East Africa 847.870 2.890.662 2.312.141 –20%

Tanzania 199.728 1.441.166 1.244.964 –14%Uganda 648.142 1.449.496 1.067.177 –26%

VECO Vietnam 276.440 327.409 304.473 –7%VECO Laos 178.951 204.233 231.587 13%VECO Indonesia 892.873 1.019.943 911.088 –11%VECO Mesoamérica 908.056 1.030.045 977.094 –5%VECO Andino 509.639 666.519 531.358 –20%

TOTAAL LANDEN 4.865.444 8.670.337 8.083.346 –7%

ALGEMEEN TOTAAL ZUID-PROGRAMMA 6.765.325 10.745.241 9.986.895 –7%

ALGEMEEN TOTAAL KOSTEN 9.621.972 14.135.075 12.977.967 –8%

Page 69: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

67

OPBRENGSTEN RESULTAAT 2009 BUDGET 2010 RESULTAAT 2010 BUDGET/RES 10GOUVERNEMENTELE OPBRENGSTENEU

Projectfinanciering 0 17.496 17.496 0%

DGDNoord-Luik 996.609 1.102.387 1.102.387 0%Zuid-Luik 4.031.463 4.707.434 4.707.434 0%Overdracht saldo vorig jaar 915.797 893.775 –2%Saldo Noord-Luik –245.207Subsidie voor structuurkosten DGD 306.301 318.959 318.959 0%

BFVZ programma’s in het Noorden 72.522 0 0BFVZ programma’s in het Zuiden 846.778 1.594.981 1.102.121 –31%Voedselhulp 0 572.000

Argus 10.000 10.000 0 –100%PODDO 17.357 0 0Vlaamse Gemeenschap – VAIS 37.357 47.502 27%Vlaamse Gemeenschap – ALDO/ALT 7.712 0

PROVINCIESWest-Vlaanderen 20.203 56.290 41.290 –27%Limburg 15.000 7.500 8.000 7%Antwerpen 10.000 10.000 5.000 –50%Vlaams-Brabant 43.410 60.000 70.866 18%

GEMEENTEN EN STEDEN 74.739 70.000 84.509 21%

LOONSUBSIDIES (Maribel, Gesco, DAC) 186.584 145.971 164.571 13%

LOKAAL ONTVANGEN SUBSIDIES IN HET ZUIDEN 133.958 0 –100%

Andere subsidies 615 0

TOTAAL GOUVERNEMENTELE OPBRENGSTEN 6.639.293 9.188.130 8.890.703 –3%

OPBRENGSTEN VAN NGO’s, STICHTINGEN EN BEDRIJVEN11.11.11 287.788 285.000 265.024 –7%IFDC 764.852 645.809 –16%STICHTINGEN, VZW’s EN NGO’s 795.865 1.446.297 1.132.834 –22%BEDRIJVEN 30.000 30.000 30.000 0%

TOTAAL OPBRENGSTEN VAN NGO’s, STICHTINGEN EN BEDRIJVEN 1.113.653 2.526.149 2.073.667 –18%

PARTICULIERE OPBRENGSTENEVENEMENTEN (Loop naar Afrika, Senegal Classic,...) 156.903 350.000 323.052 –8%GIFTEN DONATEURSBESTAND 769.954 708.000 721.991 2%PROSPECTIE 23.619 45.000 34.530 –23%LEGATEN 20.000 0MAJOR DONORS PROGRAMMA 33.343 120.000 65.607 –45%ZUIDDAG 15.324 75.000 35.550 –53%CAMPAGNE 589.287 660.000 587.518 –11%DIVERSE OPBRENGSTEN FONDSENWERVING 40.296

TOTAAL PARTICULIERE OPBRENGSTEN 1.608.430 1.958.000 1.808.544 –8%

INKOMSTEN DIENSTVERLENING

FINANCIELE OPBRENGSTENINTRESTEN 135.012 80.000 101.545 27%DIVERSE OPBRENGSTEN 55.577 40.000 142.817 257%

TOTAAL FINANCIELE + DIVERSE OPBRENGSTEN 190.589 120.000 244.362 104%

TOTAAL OPBRENGSTEN 9.551.965 13.792.279 13.017.275 –6%

ALGEMEEN RESULTAAT –70.007 –342.796 39.309 111%

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 70: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

68

Analyse van de kosten en opbrengsten

t Overzicht van de kosten

Algemeen BeheerKosten van algemeen beheer zijn de werkings- en personeelskosten van de ondersteunende dienstenop het hoofdkantoor (secretariaat, personeel, financiën en externe relaties), van de directie en vande bestuursorganen. Alhoewel we dit jaar meer uitgeven aan algemeen beheer dan vorig jaar komenwe toch op een lager percentage uit doordat de kosten in zijn geheel sterker gestegen zijn dan dekosten voor algemeen beheer. We streven er naar dit percentage rond de 10 % te houden.

FondsenwervingDe kosten voor fondsenwerving zijn enerzijds de personeels- en werkingskosten van de januari-campagne en anderzijds de kosten voor de fondsenwerving doorheen het jaar. Een belangrijk deel vande kosten voor fondsenwerving (vooral dan voor vernieuwende initiatieven) wordt gefinancierdvanuit het investeringsfonds. Voor de berekening van het percentage van de kosten voor fondsen -werving worden deze kosten uiteraard ook meegerekend. Vanaf dit jaar worden de loonkosten van depersonen die de relaties met institutionele donoren en subsidieverleners onderhouden niet langermeegeteld als kosten voor fondsenwerving maar wel als kosten voor beheer van het programma, zoalsdit ook bij andere Belgische NGO’s gebruikelijk is.De organisatie besliste om gedurende enkele jaren extra te investeren in fondsenwerving om zo opeen duurzame manier de inkomsten vanwege particulieren, stichtingen, NGO’s en bedrijven te ver -hogen. Op die manier willen we op middellange termijn beduidend minder afhankelijk worden van desubsidies van de Belgische federale overheid (zie blz 61). Deze investering wordt gedeeltelijk betaalddoor het investeringsfonds maar ook gedeeltelijk vanuit de reguliere begroting. De kosten in 2010zijn in die zin bijna gelijk met de kosten van 2009 maar vermits de totale kosten van de organisatiesterk gestegen zijn ten opzichte van vorig jaar, is uiteraard het percentage van de kosten voorfondsenwerving ten opzichte van de totale kosten in belangrijke mate gedaald.

2010 2009Algemeen beheer 1.029.569 8% 1.004.998 10%

uit de reguliere begroting 955.921 917.098uit het investeringsfonds 73.648 87.900

Fondsenwerving 798.923 6% 804.109 8%uit de reguliere begroting 715.652 654.903uit het investeringsfonds 83.270 149.206

Realisatie van de doelstellingen 11.149.475 86% 7.812.865 81%uit de reguliere begroting 11.117.166 7.669.442uit het investeringsfonds 32.309 143.423

Totaal 12.977.967 9.621.972

8%6%

86% Algemeen beheer

Fondsenwerving

Realisatie van dedoelstellingen

Page 71: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

69

Kosten voor de realisatie van de doelstellingenDit is het totaal van de uitgaven na aftrek van de kosten voor algemeen beheer en voor fondsen -werving. Deze uitgaven zijn zowel voor onze Noord- als onze Zuidwerking. Onder Noordwerkingverstaan we de uitgaven van het eigenlijke Noordprogramma en de uitgaven voor de coördinatie vande programma-expertise (zie hoofdstuk 5: Vredeseilanden in Vlaanderen). Als we het hebben overZuidwerking hebben we het uiteraard over de bestedingen in de verschillende landen maar ook overde kosten verbonden aan de ondersteuning van de Zuidwerking in België en kosten voor de coöpe -ranten in het Zuiden. Voor een uitgebreid overzicht van de activiteiten in de verschillende landenverwijzen we naar hoofdstuk 4: Vredeseilanden in het Zuiden.

In 2010 zijn deze kosten sterk gestegen, zowel voor het Noord als voor het Zuidprogramma. Onsprogramma dat gefinancierd wordt door het Directoraat Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD –het vroegere DGOS) is na een aanvankelijk eerder trage start in 2008 en 2009 nu op kruissnelheidgekomen in bijna alle regio’s. De opgelopen achterstand qua uitgaven van de voorbije jaren werd voorhet DGD Zuidprogramma volledig ingelopen. Voor het Noordprogramma konden we slechts een deelvan de opgelopen achterstand inlopen en blijft er na afloop van het huidige 3-jarenprogramma nogeen belangrijk saldo over van iets meer dan 245.000 EUR.

t Overzicht van de opbrengsten

Vredeseilanden heeft vier belangrijke bronnen van inkomsten die we hieronder kort bespreken.

OverheidssubsidiesDit blijft veruit de belangrijkste inkomstenbron voor Vredeseilanden. In absolute cijfers stijgen deoverheidssubsidies als we ze vergelijken met vorig jaar, maar relatief gezien dalen ze. Hierbij spelenverschillende factoren. In eerste instantie hadden we de voorbije jaren vertraging opgelopen bij deuitvoering van een aantal programma’s in het Zuiden. Hierdoor werden een aantal verkregen over -heidssubsidies overgedragen naar dit jaar en dan ook uitgegeven in 2010. Daarnaast werd er een zeerbelangrijke subsidie goedgekeurd voor Congo vanuit de budgetlijn humanitaire hulp.In ons verslag van vorig jaar schreven we al dat we het aandeel van de overheidssubsidies onderde 70% willen terugdringen tegen 2010 om minder afhankelijk te zijn van de overheid. In 2009bereikten we voor het eerst deze doelstelling. Ook dit jaar slagen we hierin. We halen nu zelfs 68%,nog iets beter dan vorig jaar dus.

Financieringsbronnen 2010 2009Overheidssubsidies 8.890.703 68% 6.639.293 69%NGO’s, stichtingen en bedrijven 2.073.667 16% 1.113.653 12%Particuliere opbrengsten 1.808.544 14% 1.608.430 17%Financiële en diverse opbrengsten 244.362 2% 190.589 2%Totaal 13.017.275 9.551.964

14%

2%

16%

68%

Overheidssubsidies

NGO’s, stichtingenen bedrijven

Particuliereopbrengsten

Financiële en diverse opbrengsten

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 72: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

70

Bij de overheidssubsidies blijft het federale Directoraat Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD -het vroegere DGOS) veruit onze belangrijkste inkomstenbron. Het gaat dan voornamelijk over deprogrammafinanciering en financiering vanuit het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid (BFVZ - hetvroegere Belgisch Overlevingsfonds). Daarnaast ontvingen we tewerkstellingssubsidies (GESCO, DACen Sociale Maribel) en subsidies van een aantal lagere overheden in België (zie bijlage d en e).

NGO’s, stichtingen en bedrijvenIn deze rubriek vinden we de toelagen van een aantal Belgische NGO’s en stichtingen (waaronder11.11.11 zeker de belangrijkste is), toelagen van een aantal NGO’s en stichtingen uit andere Europeselanden en een bijdrage van 1 Belgisch bedrijf (zie bijlage d). Dankzij de bijdrage van IFDC, eenstichting uit de VS die een belangrijke bijdrage levert aan ons programma in de DR Congo, zien wehier een zeer aanzienlijke stijging in vergelijking met het verleden. Maar ook als we IFDC buitenbeschouwing laten, zien we een belangrijke stijging. Dit betekent dat de vorig jaar aangekondigdesterkere inzet op institutionele fondsenwerving al snel resultaat oplevert.

Particuliere opbrengsten

Dit is de derde belangrijkste inkomstenbron voor Vredeseilanden. We vinden hieronder vooral degiften die ons gedurende het jaar bereiken (permanente opdrachten, giften op mailings,...) met daar -naast de opbrengst van de jaarlijkse campagne en van de evenementen. Door de volgehoudeninvesteringen in de Loop naar Afrika en een aantal nieuwe initiatieven, verdubbelde de opbrengstvan de rubriek evenementen (zie blz 61).

In een toch nog steeds moeilijke macro-economische situatie zetten we hier toch wel een zeer sterkeprestatie neer met een stijging van 14 % ten opzichte van vorig jaar. Hierdoor komen we bijna terugop het niveau van ons recordjaar 2005.

Vanwege hun uitzonderlijk en onvoorspelbaar karakter blijven we de legaten apart vermelden. In2010 ontvingen we geen enkel legaat, maar we bleven mensen informeren over die mogelijkheid vianotarissen en persoonlijke gesprekken.

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2.000.000

2006 2007 2008 2009 2010

Campagne

Giften

Evenementen

Particuliere opbrengsten 2006 2007 2008 2009 2010Evenementen 108.650 100.507 111.063 156.903 323.052Giften 795.529 853.315 853.765 826.916 862.424Campagne 636.336 795.466 636.808 604.611 623.068Totaal 1.540.515 1.749.288 1.601.636 1.588.430 1.808.544

Legaten 402.178 53.099 232.161 20.000 0

Page 73: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

71

Financiële opbrengstenUiteraard wordt niet elke euro die binnenkomt de volgende dag uitgegeven. Daarom beleggen weregelmatig kasoverschotten op korte termijn in volstrekt risicoloze instrumenten met gegarandeerderentevoet. Daarenboven waken we er over dat deze beleggingen zo ethisch mogelijk zijn.

1.2. Geïntegreerde Resultatenrekening (zie bijlage a)

1.2.1. Kosten

Diensten en diverse goederen (61-rekeningen)Dit zijn de kosten voor de werking van zowel het hoofdkantoor als van de landenkantoren.

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (62-rekeningen)Dit is de totale loonkost van alle personeelsleden, zowel van het personeel op het hoofdkantoor inLeuven, als van de coöperanten, als van het lokaal personeel.

Afschrijvingen en voorzieningen (63-rekeningen)Onder de afschrijvingen vinden we de waardevermindering van investeringen in het lopende boekjaar.Alle investeringen in de landenkantoren worden in het jaar van aankoop volledig afgeschreven. Inhet hoofdkantoor worden investeringen over verschillende jaren afgeschreven volgens de door deRaad van Bestuur vastgelegde afschrijvingstermijnen.

Onder deze rubriek vinden we ook een aantal voorzieningen voor risico’s en kosten terug. De meestevan deze voorzieningen zijn verbonden met gebeurtenissen in onze kantoren in het Zuiden.

Andere bedrijfskosten (64-rekeningen)Het belangrijkste bestanddeel van deze rekening zijn, voor wat betreft de landenkantoren, destortingen aan de verschillende partners in het Zuiden. Voor het hoofdkantoor gaat het hier om een aantal directe stortingen aan internationale netwerken.

1.2.2. Opbrengsten

Bedrijfsopbrengsten (70-74-rekeningen)In de geïntegreerde resultatenrekening worden alle reguliere inkomsten van de organisatie samenvermeld onder deze rubriek. We maken vanaf dit jaar een opsplitsing in 3 rubrieken: “Subsidies”,“Schenkingen, legaten en lidgelden” en “Andere bedrijfsopbrengsten”. De meeste inkomsten bestemdvoor de landen lopen via het hoofdkantoor. Een aantal kleinere stortingen van stichtingen ofsubsidieverleners worden echter rechtstreeks aan het regiokantoor overgemaakt zonder via het hoofd -kantoor te passeren. Meer uitleg over de opbrengsten vindt u onder 1.1 (blz. 64).

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 74: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

72

2. BALANS

De balans van Vredeseilanden vindt u in bijlage b. De balans bestaat uit 4 grote rubrieken die wehierna één voor één kort overlopen.

2.1. Vaste Activa

Materiële vaste activaIn het hoofdkantoor vinden we onder deze rubriek voornamelijk het gebouw in de Blijde Inkomst -straat waar de kantoren van Vredeseilanden gevestigd zijn, terug. Daarnaast bevat het vast actief ooknog enkele kleinere posten, voornamelijk informatica-materiaal en meubilair.In de regiokantoren is deze rubriek leeg. Zij huren immers hun kantoorruimte. Omwille van de geldende subsidieregels worden de lokaal gedane investeringen in het jaar van aankoop volledig afgeschreven. Om die reden vinden we ze ook niet terug in deze samenvatting van de balans.

Financiële vaste activaHet voornaamste onderdeel van deze rubriek zijn onze aandelen in Alterfin cvba, een coöperatievevennootschap voor kredietverlening aan microfinancieringsinstellingen en fairtrade organisaties. Hetdividend dat we jaarlijks ontvangen van deze investering zetten we telkens om in extra aandelen.

Daarnaast vinden we hier nog een paar waarborgen voor huurcontracten terug, voornamelijk in de Zuid -landen.

2.2. Vlottende activa

VoorradenOnder deze rubriek vinden we de voorraden campagnemateriaal in het hoofdkantoor. De waarde vandeze voorraden is aanzienlijk gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Geldbeleggingen en liquide middelenHet grootste deel van de beleggingen en liquide middelen bevinden zich op rekeningen bij TriodosBank. Dit is conform met de beslissing van de Raad van Bestuur om zo veel mogelijk van onze geldenop een zo ethisch mogelijke manier te beleggen. Voor onze dagelijkse verrichtingen blijven we metBelgische grootbanken werken omdat we via Triodos Bank geen transfers naar onze Zuidlandenkunnen doen.

Ook in de regiokantoren in het Zuiden zijn er soms heel wat liquide middelen aanwezig. Vermits 2010het laatste jaar is van het DGD-driejarenprogramma, is de hoeveelheid liquide middelen in het Zuidenwel zeer sterk gedaald ten opzichte van vorig jaar.

Overlopende rekeningenDeze rubriek bevat enkele opbrengsten voor 2010 die we nog niet ontvingen op 31/12/10. Al dezeopbrengsten zijn ondertussen op onze rekening toegekomen.

Page 75: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

2.3. Eigen Vermogen

Het eigen vermogen van Vredeseilanden vzw bestaat uit verschillende onderdelen. Vermits deopdeling van de voorbije jaren verouderd was, gebruiken we sinds het vorige jaarverslag een nieuweindeling.

Sociaal fondsHet is evident dat wij als organisatie over een sociaal fonds moeten beschikken dat voldoende grootis om, in geval van een zeer ernstige crisis, op een correcte wijze afscheid te nemen van eenbelangrijk aantal personeelsleden. Het bedrag van dit sociaal fonds moet jaarlijks, bij de afsluitingvan het boekjaar en de bestemming van het resultaat, geactualiseerd worden op basis van de reëlepersoneelskost van het afgelopen jaar. Het fonds werd geactualiseerd op 31/12/2010.

Dekking materieel vast actiefIn onze balans staat op de actiefzijde een belangrijk materieel vast actief. Dit vast actief bestaatvoornamelijk uit het gebouw in Leuven waarover Vredeseilanden in volle eigendom beschikt. Datgebouw is essentieel voor de werking van de organisatie. Indien we niet over een dergelijk vast actiefzouden beschikken, zou dit onze werking beduidend bemoeilijken. Het is dan ook essentieel om ditvast actief in te dekken met eigen vermogen.

WerkkapitaalAls organisatie zijn we voor een belangrijk deel afhankelijk van subsidies. De uitbetaling van dezesubsidies laat nogal eens op zich wachten. Bij de aanvang van het huidige programma zullen we deeerste schijf van de subsidie voor de eerste 6 maanden van 2011 pas in juni of juli 2011 ontvangen,dus ongeveer 6 maanden na de aanvang van de activiteiten. Dit is weliswaar een uitzonderlijkesituatie, veroorzaakt doordat we slechts beschikken over een regering in lopende zaken, maar het isgebruikelijk dat de overheid met een vertraging van een 3-tal maanden betaalt. Dit geldt zowel voorhet DGD-programma als voor de verschillende dossiers van het BOF (Belgisch Overlevingsfonds).

Vredeseilanden moet in staat zijn voor deze periode de activiteiten voort te zetten en voor tefinancieren. Minimaal moeten het personeel en de vaste kosten betaald worden. Daarenboven moetenook de activiteiten in het Zuiden zo normaal mogelijk doorlopen tijdens een dergelijke periode. HetZuiden mag niet de dupe worden van het feit dat de Belgische overheid steeds 3 maanden na datumbetaalt.

In de literatuur vinden we terug dat het gebruikelijk is dat een organisatie voorziet dat ze gedurende12 weken kan overleven zonder inkomsten en er dus een werkkapitaal ter beschikking is voordiezelfde periode. Gezien het feit dat de overheid in België standaard tussen de 10 en 12 weken naaanvang van een periode betaalt, lijkt deze marge van 12 weken iets te beperkt maar het feit datonze campagne in januari valt, compenseert deze eerder krappe marge.

We kunnen er van uit gaan dat in de feiten het sociaal fonds effectief beschikbaar is als werkkapitaalmaar het is onvoldoende groot om de volledige nood aan werkkapitaal voor een periode van 12 wekente dekken. We voorzien dus een bijkomend werkkapitaal.

Andere bestemde fondsenEventueel kan er voor andere specifieke situaties een bestemd fonds gecreëerd worden. Het investe -ringsfonds is een dergelijk instrument. Op dit moment is er geen nood om nog andere dergelijkespecifieke fondsen te creëren.

73

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 76: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Eigen vermogen zonder specifieke bestemmingHet verschil tussen het huidige eigen vermogen, het fonds dekking materieel vast actief, hetinvesteringsfonds en het werkkapitaal, is eigen vermogen zonder een specifieke bestemming. Het iseen “overige reserve”, beschikbaar voor de werking van de organisatie.

Het eigen vermogen ziet er dus nu als volgt uit:

2.3.1. Investeringsfonds

Het investeringsfonds is een belangrijk deel van het zeer aanzienlijk legaat dat Vredeseilanden enkelejaren geleden ontving en dat gereserveerd werd door de Algemene Vergadering voor specifiekeprojecten, acties en activiteiten waarvoor we niet direct financiering ter beschikking hebben en dieons moeten toelaten kwalitatief een stevige sprong vooruit te maken, zowel in onze Noord- als inonze Zuidwerking. Jaarlijks wordt een budget voorgelegd aan de algemene vergadering en eveneensjaarlijks wordt een afrekening van het voorbije jaar voorgesteld.

Het in 2010 bestede bedrag van 189.226 EUR euro wordt na goedkeuring door de algemene vergade -ring onttrokken aan het eigen vermogen.

Sommige kantoren in het Zuiden beschikken verder nog over een kleine hoeveelheid eigen vermogen.Dit eigen vermogen is afkomstig uit diverse lokale opbrengsten (geen subsidies) gecumuleerd in hetverleden.

74

INVESTERINGSFONDS Totaal Resultaat Beschik- Budget Beschik-budget 2010 baar saldo 2011 baar saldo

na 2010 na 2011

OCA 65.000 –2.101 –2.101

Competentie-ontwikkeling 180.000 9.783 147.628 147.628

Merkopbouw747.500

32.309191.398 191.398

Extra acties voor fondsenwerving 30.179

Grootwarenhuisactie 100.146 37.805 37.805

Major Donor 53.091 –86.517 14.713 –101.230

Cultuur Youkali 100.000 7.500 17.500 17.500

Innovatieproject 100.000 78.915 78.915

Zuid-Studies 127.500 32.715 32.715

Structuuraanpassingen Zuiden 217.500 0 –25.453 20.000 –45.453

Milieu-acties –10.000 -10.000

Ontwikkeling en supervisie HRmanuals RO 56.364 –82.093 –82.093

Niet toegewezen 262.354 262.354 262.354

TOTAAL UITGAVEN 1.900.000 189.226 562.151 34.713 527.438

Eigen vermogen – Na resultaatverdeling 2010 Bedragen in euroSociaal Fonds 1.616.600,92Fonds dekking materieel vast actief 412.546,93Bijkomend werkkapitaal 1.568.181,06Investeringsfonds 562.151,00Overige Reserve 1.116.216,60Totaal eigen vermogen 5.275.696,51

Page 77: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

75

2.4. Voorzieningen

Onder deze rubriek vinden we enerzijds een aantal voorzieningen voor een aantal sociale en fiscalegeschillen in enkele landen en anderzijds een belangrijke voorziening voor eventueel terug te betalensubsidies aan de Belgische federale overheid (DGD). De rubriek voorzieningen is iets gedaald tenopzichte van vorig jaar. Dit jaar konden we enkele voorzieningen voor fiscale geschillen in Senegalterugnemen. De vorig jaar aangelegde voorziening voor moeilijk inbare vorderingen in Tanzania (zieook de inleiding) werd dit jaar gehalveerd gezien de toestand in Tanzania aanzienlijk verbeterd is.Daar tegenover staat dat we een nieuwe provisie aanlegden voor een geschil met een ex-werknemerin Nicaragua.

2.5. Schulden

Als we de schulden vergelijken met het balanstotaal, zien we dat die zeer beperkt zijn. In hethoofdkantoor zijn er enkele schulden aan leveranciers en een aantal sociale schulden. Ook in delanden vinden we meestal enkele schulden aan leveranciers of sociale schulden terug. Vredeseilandenheeft geen lopende bankkredieten.

2.6. Overlopende rekeningen

Hier vinden we de subsidies die op 31 december nog niet uitgegeven werden en dus doorgeschovenworden naar 2011. Het gaat hier voornamelijk om een bedrag voor DR Congo uit de budgetlijnHumanitaire hulp.

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 78: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

76

Bijlage a: RESULTATENREKENING 2010

GEINTE- HOOFD-GREERD KANTOORTOTAAL

2010 2010

Codes Euro Euro

I Bedrijfsopbrengsten 70/74 13.584.198 12.847.034

D1. Subsidies 73 11.664.848 10.957.687

D2. Lidgelden, schenkingen, legaten 73 1.732.852 1.732.852

E. Andere bedrijfsopbrengsten 74 186.499 156.494

II Bedrijfskosten 60/64 13.672.268 12.876.444

B. Diensten en diverse goederen 61 4.302.423 1.723.343

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 62 4.800.706 3.132.109

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten,en immateriële en materiële vaste activa 630 270.119 44.012

F. Toevoegingen (+); Terugnemingen (–) in voorzieningen voor risico’s en kosten 635/8 –60.088 –88.486

G. Andere bedrijfskosten 640/8 4.359.108 8.065.466

III Bedrijfswinst (+) 70/64

Bedrijfsverlies (–) 64/70 –88.070 –29.410

IV Financiële opbrengsten 75 91.680 80.851

B. Opbrengsten uit vlottende activa 751 80.851 80.851

C. Andere financiële opbrengsten 752/9 10.829

V Financiële kosten 65 23.338 12.133

C. Andere financiële kosten 652/9 23.338 12.133

VI Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening (+) 70/65

Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening (–) 65/70 –19.728 39.309

VII Uitzonderlijke opbrengsten 76 58.090

A. Aanpassingen aan afschrijvingen en waardeverminderingenvan immateriële en materiële activa 760 0

B. Aanpassingen aan waardeverminderingen financiële vaste activa 761 0

C. Aanpassingen aan voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten 762 0

D. Winst uit verkoop van vaste activa 763 1.689

E. Andere uitzonderlijke kosten 764/9 56.401

VIII Uitzonderlijke kosten 66 1.301

E. Andere uitzonderlijke kosten 664/8 1.301

IX Winst van het boekjaar (+) 70/66 37.061 39.309

Verlies van het boekjaar (–) 66/70

Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat 72.748

Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat 9.933

Wisselkoersverschillen toe te voegen aan financieel resultaat 1.326

Winst (+) / verlies (–) van het boekjaar 121.068 39.309

Page 79: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

77

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

BENIN SENEGAL TANZANIA UGANDA DR CONGO ANDES MESO- LAOS VIETNAM INDONESIEAMERICA

2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010

Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro

1.023.637 645.716 1.230.500 1.184.878 1.183.126 608.980 1.079.686 236.916 318.541 1.178.278

1.013.712 643.429 1.230.500 1.184.878 1.176.597 608.980 1.075.318 234.986 318.538 1.173.315

9.925 2.287 6.528 4.368 1.930 3 4.963

1.008.786 645.716 1.221.977 1.169.578 1.187.267 639.385 1.114.779 223.415 313.646 1.227.075

362.821 220.393 729.035 232.817 148.482 133.425 147.151 177.979 79.935 347.042

198.655 125.291 259.952 264.736 69.867 197.167 192.722 45.437 104.833 209.936

39.412 77.154 4.168 29.080 55.621 4.132 5.417 3.392 7.730

7.142 3.224 –1.172 19.203

407.900 222.878 228.821 642.944 913.296 297.519 766.264 126.658 643.163

14.850 0 8.523 15.300 13.501 4.895

–4.141 –30.404 –35.093 –48.797

7.275 3.206 347

7.275 3.206 347

1.468 3.265 1.100 5.373

1.468 3.265 1.100 5.373

14.850 0 8.523 13.833 12.401

–4.141 –26.394 –31.887 0 –131 –48.797

56.401 1.468 5 160 56

1.468 5 160 56

56.401

1.275 27

1.275 27

13.576 56.401 8.523 15.300 12.401 3

–4.141 –26.394 –31.882 –48.741

–8.523 –15.300 4.141 24.074 31.716 –12.101 48.741

–3.119 129 701 3.876 8.345

2.320 166

13.576 56.401 –3.119 0 129 701 3.876 299 3 8.345

Page 80: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

78

Bijlage b: DE BALANS PER 31/12/2010

ACTIVA GEINTE- HOOFD-GREERD KANTOORTOTAAL

2010 2010

Codes Euro Euro

VASTE ACTIVA 20/28 481.575,96 465.128,61

III Materiële vaste activa 22/27 412.546,93 412.546,93

A. Terreinen en gebouwen 22 383.558,21 383.558,21

1. In volle eigendom 22/91 383.558,21 383.558,21

B. Installaties, machines en uitrusting 23 25.703,16 25.703,16

1. In volle eigendom 231 25.703,16 25.703,16

C. Meubilair en rollend materieel 24 3.285,56 3.285,56

1. In volle eigendom 241 3.285,56 3.285,56

IV Financiële vaste activa 28 69.029,03 52.581.68

C. Andere financiële vaste activa 284/8 69.029,03 52.581.68

1. Aandelen 284 47.031,93 47.031,93

2. Vorderingen en borgtochten in contanten 285/8 21.997,10 5.549,75

VLOTTENDE ACTIVA 29/58 8.638.723,50 7.430.845,91

V Vorderingen op meer dan één jaar 29 30.772,19

B. Overige vorderingen 291 30.772,19

VI Voorraden en bestellingen in uitvoering 30 131.895,00 131.895,00

A. Voorraden 30/36 131.895,00 131.895,00

4. Handelsgoederen 34 131.895,00 131.895,00

VII Vorderingen op ten hoogste één jaar 40/41 221.957,35 7.484,89

A. Handelsvorderingen 40 0,00

B. Overige vorderingen 41 221.957,35 7.484,89

VIII Geldbeleggingen 50/53 6.694.702,52 6.694.607,53

IX Liquide Middelen 54/58 1.416.591,64 513.020,58

X Overlopende rekeningen 490/1 142.804,80 83.837,91

TOTAAL DER ACTIVA 20/58 9.120.299,46 7.895.974,52

Page 81: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

79

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

BENIN SENEGAL TANZANIA UGANDA DR CONGO ANDES MESO- LAOS VIETNAM INDONESIEAMERICA

2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010

Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro

14.750,59 1.696,76 0,00

14.750,59 1.696,76

14.750,59

14.750,59 1.696,76

101.867,25 17.642,07 118.993,03 340.642,63 274.688,12 95.755,73 96.188,02 13.475,71 36.924,17 196.175,90

30.772,19

30.772,19

9.738,20 24.997,36 25.485,70 1.847,69 143.875,22 10.679,33 1.793,31 1.551,91 78.978,78

9.738,20 24.997,36 25.485,70 1.847,69 143.875,22 10.679,33 1.793,31 1.551,91 78.978,78

94,99

92.129,05 –7.355,29 87.151,08 326.953,28 130.812,90 49.110,84 92.633,20 13.475,71 31.856,71 86.803,58

6.356,25 11.841,66 5.098,38 1.761,51 3.515,55 30.393,54

116.617,84 19.338,82 118.993,03 340.642,63 274.688,12 95.755,73 96.188,02 13.475,71 36.924,17 196.175,90

Page 82: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

80

PASSIVA GEINTE- HOOFD-GREERD KANTOORTOTAAL

2010 2010

Codes Euro Euro

EIGEN VERMOGEN 10/15 5.275.696,51 5.052.530,78

I Fondsen van de vereniging 10 0,00

A. Beginvermogen 100 0,00

IV Bestemde fondsen 13 4.159.479,91 4.111.656,35

V Overgedragen resultaat 140 995.148,29 901.565,73

Resultaat van het boekjaar HO 121.068,31 39.308,70

VOORZIENINGEN 16 497.611,29 333.245,44

VII A. Voorzieningen voor risico’s en kosten 160/5 368.021,46 203.655,61

1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 160 131.438,33

4. Overige risico’s en kosten 163/5 236.583,13 203.655,61

B. Voorzieningen voor schenkingen en legaten met terugnemingsrecht 168 129.589,83 129.589,83

SCHULDEN 17/49 3.346.991,84 2.510.198,30

VIII Schulden op meer dan één jaar 17 0,00

A. Financiële schulden 170/4 0,00

1. Achtergestelde leningen 170 0,00

2. Niet achtergestelde obligatieleningen 171 0,00

3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 172 0,00

4. Kredietinstellingen 173 0,00

5. Overige leningen 174 0,00

B. Handelsschulden 175 0,00

IX Schulden op ten hoogste één jaar 42/48 1.126.381,81 880.912,42

C. Handelsschulden 44 440.157,33 237.823,10

1. Leveranciers 440/4 440.157,33 237.823,10

E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 424.764,23 397.882,26

1. Belastingen 450/3 71.411,39 60.981,66

2. Bezoldigingen en sociale lasten 454/9 353.352,85 336.900,60

F. Overige schulden 48 261.460,25 245.207,06

X Overlopende rekeningen 492/3 2.220.610,03 1.629.285,88

TOTAAL DER PASSIVA 10/49 9.120.299,64 7.895.974,52

Page 83: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

81

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

BENIN SENEGAL TANZANIA UGANDA DR CONGO ANDES MESO- LAOS VIETNAM INDONESIEAMERICA

2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010

Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro

14.982,11 12.708,68 66.853,58 2.226,68 9.302,36 50.569,90 299,36 1.429,31 64.793,65

22.086,12 12.069,78 13.667,66

14.982,11 –43.692,50 44.767,46 2.226,78 –2.767,42 36.902,24 299,36 1.429,31 64.793,65

56.401,18

53.725,79 27.752,30 22.784,22 60.103,54

53.725,79 27.752,30 22.784,22 60.103,54

22.953,60 25.596,97 22.784,22 60.103,54

30.772,19 2.155,33

101.635,72 6.630,14 52.139,45 340.642,63 272.459,62 32.727,57 17.865,92 13.176,35 12.710,64 71.278,72

16.626,28 695,55 11.898,45 245.941,46 609,12 9.056,53 16.315,66 13.176,35 2.610,07 13.014,96

12.577,05 11.898,45 244.988,11 8.470,01 6.680,29 2.195,36

12.577,05 11.898,45 244.988,11 8.470,01 6.680,29 2.195,36 0,00

4.049,23 695,55 0,05 64,12 9.056,53 6.105,72 6.496,06 414,71 0,00

1.573,15 695,55 4.963,51 2.782,81 414,71

2.476,09 0,05 64,12 4.093,02 3.322,91 6.496,06 0,00 0,00

953,30 545,00 1.739,93 13.014,96

85.009,44 5.934,59 40.241,00 94.701,17 271.852,32 23.671,04 1.550,26 10.100,57 58.263,76

116.617,83 19.338,82 118.993,03 340.642,63 274.688,12 95.755,72 96.188,12 13.475,71 36.924,17 196.175,91

Page 84: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

82

Bijlage c: VERSLAG VAN DE COMMISSARIS

Page 85: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

83

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2010

Page 86: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

84

Bijlage d: LIJST DONOREN*

Dankzij een schenking in natura van Cisco Systems werd het Vredeseilanden hoofdkantoor in 2010volledig uitgerust met Cisco Unified IP Communications apparatuur. Dit systeem combineert allevormen van bedrijfscommunicatie in één enkele geïntegreerde oplossing.

Daarnaast voorziet de firma Boma ons hoofdkantoor van alle schoonmaakproducten.

Donor Bedrag

11.11.11 265.023,86

Colruyt 30.000,00

Cordaid 685.000,00

DGD Belgisch Overlevingsfonds 941.910,13

DGD Programma Noord 1.102.386,78

DGD Voedselhulp 1.451.944,00

DGD Programma Zuid 4.707.434,32

DKA 30.000,00

Europese Unie 17.495,51

Gemeenten en steden 92.789,12

Gilles Stichting 64.822,00

IFDC 908.512,00

Ileia 29.177,87

Livios 10.000,00

Misereor 274.900,00

Netwerk Bewust Verbruiken 1.891,89

Ommerstein 10.000,00

Provincie Antwerpen 6.205,00

Provincie Limburg 8.000,00

Provincie Vlaams-Brabant 70.866,49

Provincie West-Vlaanderen 41.290,00

Talita Koum 50.000,00

Vais 107.539,60

* Deze lijst bevat alle bedragen die we in de loop van 2010 op onze rekening ontvingen. De totalen komen dus nietnoodzakelijk overeen met de totalen in onze resultatenrekening vermits sommige subsidies bestemd zijn voor eenvolgend of vorig boekjaar.

Page 87: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

85

Bijlage e: LIJST GEMEENTEN

Gemeente Bedrag

Aalst 5.000,00

Aartselaar 6.000,00

Bierbeek 2.000,00

De Pinte 410,00

Destelbergen 5.996,19

Diest 3.500,00

Eeklo 1.310,00

Geel 3.250,00

Genk 2.434,09

Grimbergen 3.322,00

Herent 1.976,93

Herentals 1.000,00

Holsbeek 1.200,00

Hoogstraten 819,93

Laarne 3.075,00

Lanaken 800,00

Lint 2.000,00

Lommel 1.500,00

Lubbeek 1.666,66

Maasmechelen 2.050,00

Malle 2.000,00

Mechelen 3.135,00

Mol 2.000,00

Mortsel 13.180,05

Nijlen 2.500,00

Oostende 1.086,50

Oud-Heverlee 1.482,00

Rotselaar 2.500,00

Schilde 2.320,00

Tessenderlo 1.500,00

Tienen 450,00

Vorselaar 1.650,00

Wevelgem 2.500,00

Wichelen 345,00

Wommelgem 436,00

Wijnegem 4.381,20

Zele 534,00

Zonhoven 1.428,57

Zuienkerke 50,00

Page 88: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

86

Overzicht van GRI-indicatoren waarover in dit jaarverslag wordt gerapporteerd

GRI-indicator Omschrijving Pagina

PROFIEL

1. Strategie en analyse

1.1 Visie en strategie op KT, MT en LT 3, 7

2. Organisatieprofiel

2.1 Naam van de organisatie Colofon

2.2 Voornaamste producten, merken en/of diensten 7

2.3 Operationele structuur van de organisatie incl. filialen, afdelingen... 52

2.4 Locatie van het hoofdkantoor Colofon

2.5 Aantal en naam van de landen waar de organisatie werkt 7, 13

2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm Colofon

2.7 Afzetmarkten (geografisch, sectoren,...)

2.8 Omvang van de organisatie (werknemers, omzet, eigen vermogen, hoeveelheid producten en diensten 12, 55, 72-75

2.9 Significante veranderingen aan de structuur gedurende de verslagperiode 52

2.10 Onderscheidingen ontvangen tijdens de periode 5, 36

3. Verslagparameters

3.1 Verslagperiode Colofon

3.2 Datum van het vorige verslag Colofon

3.3 Verslaggevingscyclus Colofon

3.4 Contact voor vragen ivm het rapport Colofon

3.5 Proces gevolgd voor het bepalen van de inhoud van het rapport Colofon

3.6 Aflijning van het verslag Colofon

3.7 Specifieke beperkingen voor de reikwijdte van het verslag 57, 59

3.8 Verslaggeving over samenwerkingsverbanden en filialen 46, 47, 52

3.12 GRI-Inhoudstabel 86-87

4. Goed Bestuur

4.1 Bestuursstructuur van de organisatie 51

4.2 Heeft de voorzitter ook een uitvoerende functie binnen de organisatie? 51

4.3 Aantal onafhankelijke bestuurders 51

4.4 Inspraakmogelijkheden voor werknemers, vrijwilligers en stakeholders 51

4.5 Verband tussen de vergoeding van de hoogste bestuursorganen, senior managers en uitvoerend personeel, en de performantie van de organisatie 51

4.6 Procedures binnen het hoogste bestuursorgaan om belangenconflictente vermijden 51

4.7 Proces om de kwalificaties en expertise van het hoogste bestuursorgaante bepalen 51

4.10 Proces om het hoogste bestuursorgaan te evalueren 51

4.13 Lidmaatschap van verenigingen en functies in bestuursorganen 51

4.14 Overzicht van relevante stakeholders 52, 14-41

4.15 Inventarisatie en selectie van relevante belanghebbenden 14-41

Page 89: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

87

GRI-indicator Omschrijving Pagina

PRESTATIE-INDICATOREN

Milieu-indicatoren

EN1 Gebruikte materialen/gewicht of volume 59

EN3 Direct energieverbruik per energiebron 60

EN8 Totaal waterverbruik/bron 59

EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode 60

EN29 Significante milieugevolgen van producten en het vervoer van personeelsleden 60

Economische Indicatoren

EC1 Directe economische waarde gegenereerd door de organisatie 64

EC4 Belangrijke financiële steun van overheden 67, 69

EC7 Procedures voor lokale personeelswerving, aandeel topkader afkomstig lokale gemeenschap 55

Sociale indicatoren

LA1 Totaal aantal werknemers opgesplitst volgens type werk, arbeidsovereenkomst en regio 55

LA2 Personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio 55

LA3 Voordelen voor voltijdse medewerkers die niet gelden voor tijdelijke werknemers 56

LA4 Percentage werknemers dat valt onder collectieve arbeidsovereenkomsten 56

LA7 Ongevallencijfer, absenteïsme en verloren dagen 54

LA8 Opleiding, vorming en preventie bij werknemers en hun omgeving omtrent ernstige ziektes 54

LA9 Gezondheids- en veiligheidsonderwerpen zijn in formele akkoorden gegoten met de vakbonden 54

LA10 Aantal uren vorming dat medewerkers volgen/jaar en per werknemerscategorie 53

LA11 Programma’s voor levenslang leren en hulp bij het organiseren van loopbaaneindes 53

LA12 Percentage werknemers dat regelmatig adviezen rond carrièreplanningontvangt 53

LA13 Samenstelling van bestuursorganen en onderverdeling van werknemers volgens diversiteitsindicatoren 51, 55

LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkerscategorie 56

Publiek Beleid

SO5 Standpunten tov de overheid en deelname aan standpuntbepaling van de overheid en lobbying 48

Page 90: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

88

COLOFON

Voor algemene vragen over dit jaarverslag kan je terecht bij:Nele ClaeysDiensthoofd Communicatie016/31 65 [email protected]

Voor vragen in verband met het financieel verslag kan je terecht bijKris GoossenaertsDiensthoofd Financiën016/31 65 [email protected]

Vredeseilanden vzwBlijde Inkomststraat 503000 [email protected]

Vredeseilanden is lid van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging.

Dit verslag behandelt het kalenderjaar 2010. Het vorige verslag handelde over het kalenderjaar 2009.Verslagen worden jaarlijks gemaakt en gaan over het geheel van de activiteiten van Vredeseilandenin België en de landen overzee zoals ze vermeld worden op de blz. 14-41 tenzij anders vermeld.

Dit verslag werd samengesteld door een werkgroep met vertegenwoordigers van de betrokkenafdelingen in opdracht van de directie.

Coverfoto’s: Jelle Goossens

U beschikt over een recht op informatie. Dit houdt in dat schenkers, medewerkersen personeelsleden tenminste jaarlijks op de hoogte gebracht worden van watmet de verworven fondsen van Vredeseilanden gedaan werd. Dit jaarverslagbeantwoordt daaraan.

Page 91: Vredeseilanden Jaarverslag 2010
Page 92: Vredeseilanden Jaarverslag 2010

Vredeseilanden vzw | Blijde Inkomststraat 50 | 3000 LeuvenTel. 016-31 65 80 | info@vredeseilanden | www.vredeseilanden.be