58
Wat is de meerwaarde van het namaken van tweedimensionale beelden voor volwassenen in Studio Xplo tijdens hun schilder- en tekencursussen in 2015? Naam student: Verelien Geerts Vak: Onderwijstheorie Begeleiders: Jan Plasman & Patrick Verhoeven

verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Wat is de meerwaarde van het namaken van tweedimensionale beelden voor volwassenen in

Studio Xplo tijdens hun schilder- en tekencursussen in 2015?

Naam student: Verelien Geerts

Vak: Onderwijstheorie

Begeleiders: Jan Plasman & Patrick Verhoeven

Inleverdatum: 19-02-2016

School: Fontys Hogeschool voor de Kunsten – Academie voor Beeldende Vorming

Page 2: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Voorwoord

Dit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar. Ik wil me niet beperkt voelen in mijn ideeën door alle bestaande kunst en ze zeker niet namaken. Als ik weet dat een idee al bestaat, dan wil ik dat idee niet meer uitvoeren omdat ik dan het gevoel heb dat ik het na-aap. Daarom wilde ik graag onderzoeken binnen mijn stageplek of er een meerwaarde zat aan het kopiëren. Op mijn stageplek werd vooral tweedimensionale kunst na gemaakt daarom heb ik er voor gekozen dat te onderzoeken. Ook was ik gewend om in cursusverband opdrachten te krijgen en hierbinnen vrij aan de gang te mogen gaan en dat is niet het geval bij Studio Xplo. Daardoor werd mijn nieuwsgierigheid gewekt.

Ik heb mijn onderzoek bij Studio Xplo uit mogen voeren en daar wil ik Jofke van Loon voor bedanken. Ook wil ik Dorothé van de Wiel, Sofia Ramselaar en de cursisten van Studio Xplo bedanken voor hun medewerking. In het speciaal ben ik heel dankbaar voor de goede begeleiders op school, Jan Plasman en Patrick Verhoeven. Bedankt voor het geduld en de extra tijd die jullie aan mij besteed hebben.

Foto kaft: een foto van een cursist door Verelien Geerts

2

Page 3: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Inhoudsopgave

Inleiding 4 Hoofstuk 1: Theoretisch Kader 5

- §1. Het kopiëren van beeldende kunst vroeger en nu 5- §2. Motivaties om tweedimensionale beelden te kopiëren 8- §3. De didactische meerwaarde van het kopiëren van bestaande kunst of foto’s 14

Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek 17 Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethode 19 Hoofdstuk 4: Onderzoeksresultaten 20

- §1. Kopiëren van tweedimensionale beelden door cursisten 20- §2. Motivaties van de cursisten om te kopiëren 21- §3. Didactische meerwaarde van het kopiëren van tweedimensionale beelden 22

Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie 23- §1. Hoe kan de vrije opdracht op de cursus zo ingericht worden dat kopiëren

waardevol wordt? 23- §2. Conclusie 24

Hoofdstuk 6: Product – Aanbevelingen 25 Literatuurlijst 26 Bijlagen 28

3

Page 4: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Inleiding

“De moed om zekerheden los te laten is een vereiste voor creativiteit.” Erich Fromm1

Ik vind het een hele mooie uitspraak van Erich Fromm. Zijn uitspraak zegt alles; het belangrijkste wat nodig is voor creativiteit. Om creatief te zijn, moeten we ons ‘normale’ pad verlaten, onze kaders loslaten en vooral niet bang zijn om fouten te maken. Het opgeven van onze vaste manier van denken en doen, geeft ons de kans om nieuwe ontdekkingen te maken en onze creativiteit te stimuleren.

In mijn afstudeerjaar wilde ik graag een buitenschoolse stage lopen. Het liefste binnen een tak waar ik mezelf ook in zie werken. Het begeleiden van mensen ligt me heel goed en zo kwam ik bij Jofke terecht. Jofke van Loon is kunstenares en eigenares van Studio Xplo. Ze maakt beeldend werk en geeft schilder- en tekencursussen aan kinderen en volwassenen. Toen ik bij Jofke stage kwam lopen, was er een kindercursus die op dat moment uit besteed werd aan Dorothé van de Wiel. Dorothé geeft zelf ook schilder- en tekencursussen, werkt daarnaast ook op het Willem II College en maakt ook beeldend werk. Het was heel interessant om te zien hoe ze allebei hun eigen manier hebben om de cursisten te begeleiden.

Dankzij mijn stageplek ben ik op het thema voor mijn onderzoek gekomen. Op stage moest een praktisch onderzoek plaats vinden en een van mijn fascinaties is het kopiëren van kunst; waarom dit steeds weer terug keert in de kunstgeschiedenis en waarom het zo veelvuldig gedaan werd op mijn stageplek. Zelf roept kopiëren van kunst voor mij juist een blokkade op en dat maakt het alleen maar interessanter om uit te zoeken wat de drijfveer van de cursisten was. Dit heb ik uitgezocht door achttien cursisten een enquête in te laten vullen en ze goed te observeren.

Het lastige van het onderzoek was dat er weinig theorie aanwezig is over beeldende cursussen. Daarom heb ik naast het interviewen van Jofke en Dorothé nog naar andere cursusleiders gezocht. Zo vond ik Sofia Ramselaar die graag mijn vragen wilde beantwoorden en weer een heel ander perspectief bood voor het onderzoek. Sofia geeft in haar eigen atelier ook schilder- en tekencursussen en maakt beeldende kunst. Verder geeft ze op meerdere plekken les en is ze onder andere docente Kalligrafie.

Het was een interessante zoektocht door de kunstgeschiedenis, motivatietheorieën, creatieve processen en het praktische onderzoek waardoor mijn beeld over kopiëren veranderd is. Ik zie het nu als een goede en educatieve manier om cursisten die zichzelf nog niet creatief vinden technische vaardigheden en beeldende aspecten te leren. Beheerst een cursist het creatieve proces echter al goed dan is kopiëren niet de beste manier om een cursist te prikkelen en nieuwe dingen te leren. Het is belangrijk om aan te sluiten bij het kunnen en de behoeften van de cursist.

1 Erich Fromm was een pyscholoog en socioloog.

4

Page 5: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 1: Theoretisch Kader

§1. Het kopiëren van beeldende kunst vroeger en nu

Het namaken of kopiëren van kunst is iets wat al eeuwen gebeurt. Een goed voorbeeld hiervan zijn de Romeinen. De oude Grieken hadden ontdekt hoe zij losstaande beelden konden maken. De bronzen beelden van de Grieken konden blijven staan op de benen van het beeld en hadden geen ander steunpunt nodig om dit te kunnen doen. Helaas zijn deze beelden bijna allemaal verloren gegaan. Dit komt doordat de bronzen beelden omgesmolten zijn of door schipbreuk op de bodem van de zee beland zijn. Er bestaan er nog een aantal. Daardoor weten we ook dat het de Grieken echt gelukt is. De Romeinen hebben de Griekse beelden nagemaakt in marmer. Het is echter opvallend dat de Romeinse beelden wel een steunpunt hebben, vaak in de vorm van een boomstam. Op de kwetsbare plekken van de beelden zitten nog extra steunen bijvoorbeeld tussen de pols en de romp. De Romeinen probeerden de Grieken te evenaren op bepaalde gebieden en veel rijke Romeinen wilden de prachtige Griekse beelden ook voor zichzelf hebben. Door deze rijke Romeinen gingen kunstenaars de Griekse beelden namaken. Het kopiëren van klassieke beeldhouwwerken werd niet alleen door de Romeinen gedaan, maar ook in de Renaissance en Barok werd dit veelvuldig gedaan. In de 19e eeuw wordt kopiëren als techniek gebruikt om studenten op te leiden in de beeldende kunst. Het kopiëren van klassieke werken blijft terug keren in de kunstgeschiedenis.

Het is echter niet de enige periode waarin gekopieerd werd, maar dan wel vooral vanaf de 19 e eeuw. Met de komst van de klassieke academies werden de studenten opgeleid in bepaalde technieken en richtlijnen en hiervoor moesten ze onder andere veel bestaande kunst kopiëren. De studenten moesten vooral veel klassieke beeldhouwwerken kopiëren. De reden dat de studenten de beeldhouwwerken moesten kopiëren was om zo de basistechnieken onder de knie te krijgen. Ook leerden ze op deze manier hoe een kunstenaar het kunstwerk had opgebouwd. De studenten leerden beter kijken en leerden om meer details te zien, maar ook om bijvoorbeeld contouren te tekenen en te leren werken met licht en schaduw.

Een voorbeeld van onze huidige tijd is de afgietselwerkplaats van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. Deze is ontstaan in de 19e eeuw. Hier hebben ze vierduizend gietvormen, die zij gebruiken om oude kunstvormen na te maken. De afgietselwerkplaats is vrij toegankelijk om zo het oude productieproces te laten zien, waardoor het een educatieve functie heeft. Ze geven ook rondleidingen. Daarnaast verkopen ze ook de nagemaakte beelden. Zo willen ze kunst promoten. Door het na te maken wordt het goedkoper en is het voor een groter deel van de bevolking toegankelijker. (kmkg-mrah, 2015)

Halverwege de jaren ’50 ontstond de Popart. In de popart werden onder andere strips, reclame, pin-ups en alledaagse producten gebruikt. De kunstenaars maakten gebruik van de clichés uit de consumptiemaatschappij. Zo maakten de kunstenaars collages van bestaande beelden, maar gebruikten zij ook bekende beelden die ze vervreemden door deze bijvoorbeeld op te blazen, te herhalen of in felle kleuren om te zetten. Veelal gebruikten de kunstenaars verschillende druktechnieken voor hun werken. Zo werden zeefdrukken en drukken met rasters veel gebruikt. Hierdoor werd het ook makkelijker om hetzelfde beeld meerdere keren te maken en/of in andere kleuren te zetten.

5

Page 6: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Maar we zien het ook terug in de copy-paste cultuur2 die nu gaande is. Het is tegenwoordig gemakkelijk om te kopiëren en te plakken. Men hoeft alleen bij google een trefwoord in te typen en zo krijgt men duizenden en soms zelfs miljoenen hits. Niet alle kunstenaars gebruiken dit. Als ze dat doen, wil het niet zeggen dat ze er niets van zichzelf aan toevoegen. Er zijn kunstenaars die ervoor kiezen om letterlijk te kopiëren en te plakken, maar er zijn ook kunstenaars die met knippen en plakken een eigen werk maken. Kunstenaar Richard Prince kopieert en plakt. Hij maakt screenshots van andermans foto’s en reacties op Instagram, laat deze groot afdrukken, hangt ze in een galerie om ze vervolgens voor honderdduizend dollar per stuk te verkopen. Hij maakt wel kleine veranderingen aan de foto’s om zo het auteursrecht te omzeilen. Dit is niet de eerste keer dat hij zoiets doet en hij heeft zich hiervoor al eerder moeten verantwoorden in de rechtbank. De rechter vond echter dat hij geen auteursrechten schond dus hij mocht er gewoon mee doorgaan. (Bright, 2015)

Luc Tuymans is een van de vele kunstenaars die vaak schildert naar aanleiding van foto’s. In het geval van Tuymans gebruikt hij hiervoor vaak gepubliceerde foto’s, maar ook zelfgemaakte foto’s. Hij vindt het noodzakelijk dat de kunst de vrijheid heeft om persbeelden kritisch te bevragen. Maar dat is niet de enige reden waarom hij fotografische bronnen gebruikt. Tuymans vindt dat wij niets origineels meer toe kunnen voegen aan de ontelbare afbeeldingen die wij van onze wereld hebben. Daarom gebruikt hij deze om zijn werkelijkheid te schilderen. Hij onderzoekt deze beelden kritisch, herinterpreteert ze en geeft ze zijn betekenis. Hij kan op deze manier de werkelijkheid manipuleren, uitvergroten en omzetten naar zijn fascinaties. Op deze manier kan hij ook een dubbele interpretatie aan het schilderij geven. Door de subjectiviteit van een foto wordt de boodschap van een schilderij van een foto nog sterker. Voor Tuymans is het gebruik van foto’s voor zijn schilderijen dus erg belangrijk. Hij ziet dit niet als kopiëren, omdat hij de foto’s niet precies naschildert, maar zijn eigen technieken gebruikt en de foto bijvoorbeeld wat waziger naschildert of juist heel erg vergroot. Toch is niet iedereen het daarmee eens. Zo heeft Tuymans voor zijn ‘A Belgian politician’3 een foto van fotografe Katrijn van Giel gebruikt. Zij heeft hier geen toestemming voor gegeven en is een plagiaatzaak begonnen tegen hem. De rechter stelde haar in haar gelijk en Tuymans verloor. Het is een kwestie die lastig ligt in de kunstwereld. Volgens Tuymans was het een parodie op het werk van van Giel, maar daar was de rechtbank het niet mee eens. Sommige fotografen zijn dus niet blij met het gebruik van hun foto’s voor het maken van schilderijen, maar er zijn ook fotografen die het juist zien als een eer. (Cohen, 2014)

Zo gebruikte Marlene Dumas een foto van André van Noord voor haar schilderij ‘Nuclear Family’. In tegenstelling tot Tuymans heeft Dumas geen problemen om haar inspiratiebronnen bekend te maken. Dumas kwam de foto tegen en liet André van Noord weten dat ze bezig was met een schilderij naar zijn foto. Marlene Dumas gebruikt nooit modellen, maar schildert naar aanleiding van openbare foto’s en snapshots. Ze gebruikt ook veel foto’s die zijzelf of haar dochter hebben gemaakt. Dumas schildert ook niet naar een foto. Ze gebruikt de foto als uitgangspunt, ze dienen als inspiratie. Ze probeert de foto’s die ze gebruikt op een andere manier neer te zetten en deze vanuit een ander perspectief te belichten. Haar werk gaat meestal over verdriet, schaamte en seksualiteit, maar refereren ook vaak aan politieke thema’s. Veel mensen vinden dat ze niks toevoegt, ze schildert in hun ogen foto’s na. Maar Dumas verandert de foto. Ze gebruikt haar eigen kleurenpalet waar ze mee schildert, de foto’s worden afgesneden of net iets veranderd. Dumas gebruikt een grovere schildertechniek en haalt delen uit de foto, zodanig dat er afgeleid kan worden welke foto als 2 Het hergebruik van beelden, teksten en objecten in de kunst.3 Zie bijlage één figuur 1

6

Page 7: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

inspiratie gediend heeft, maar het niet een exacte kopie is. Haar schilderijen roepen ook compleet andere gevoelens op dan de foto’s. Maar het gaat niet alleen om het onderwerp van het schilderij. Het gaat ook om de manier van schilderen, over de verf, over het kijken, maar ook over actualiteiten. Vaak kiest zij voor beladen maatschappelijke onderwerpen. (Cohen, 2014) (Knepper, 2014) (Reijnders, 2003)

7

Page 8: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

§2. Motivaties om tweedimensionale beelden te kopiëren

§2.1 Hoe beslissen wij?

Keuzes zijn niet alleen gebaseerd op ratio maar emotie speelt ook een rol. Mensen kunnen de emotie bij een keuze ook niet uitschakelen doordat ons onderbewustzijn overal al labels van positieve of negatieve gevoelens aanhangt, ook al hebben we er nog geen oordeel over geveld. Het onderbewustzijn is vaak bepalend bij het maken van keuzes.

Men heeft verliesaversie; dit houdt in dat wat slecht is, zwaarder gewogen wordt dan wat goed is. Hierdoor worden onze keuzes ook beïnvloed. Als er gedacht wordt dat een keuze misschien goed uit kan pakken maar waarschijnlijker slecht uitpakt dan zijn we niet erg gemotiveerd om toch die keuze te kiezen. Ook al zou de uitkomst mogelijk beter zijn dan bij een andere keuze. We zijn veel meer georiënteerd op het hier en nu, dan op de toekomst. Mensen houden ervan zo snel mogelijk de grootste verleiding te krijgen en baseren hun keuze hierop. Ze kiezen liever voor hetgeen wat meteen beloont dan een keuze die dat op de lange termijn doet. Daardoor stellen we dingen liever uit dan ze meteen te doen. Juist omdat ze niet meteen belonen of het werk te groot is voor de beloning.

Ook wordt ons gedrag door de primes in onze omgeving beïnvloed. Zo roepen bepaalde woorden, beelden en geuren bepaalde mentale concepten op waardoor we ons gedrag aanpassen. Zo verloopt veel van ons gedrag automatisch. Dit wil niet zeggen dat we geen vrije wil hebben, want dat is niet bewijsbaar. Maar veel van ons gedrag wordt wel door ons onderbewuste in gang gezet. Zo kunnen we ons gedrag via het bewuste nog corrigeren of tegenhouden tot op een bepaalde hoogte. Als we teveel verleidende prikkels krijgen, kan onze energiebron voor zelfcontrole uitgeput raken waardoor we ons gedrag via het bewuste ook niet meer kunnen corrigeren en/of tegenhouden.

Mensen zijn gevoeliger voor het immanente4 dan voor keuzes van het transcendente5. Framing6 is hierin een belangrijk begrip, door framing worden keuzes onbewust beïnvloed. Daardoor kan men als zij dezelfde keuzes gepresenteerd krijgen, maar de tweede keer op een andere manier, toch anders kiezen. Bijvoorbeeld als men bij optie 1 moet kiezen tussen het volgen van behandeling A; er worden 200 mensen levens gered. Of behandeling B, er is een kans van een derde dat alle 600 mensen het leven wordt gered en een kans van tweederde dat niemand het overleeft. Bij optie 2 zullen bij behandeling A 400 mensen sterven. Bij behandeling B is er een kans van een derde dat alle 600 mensen gered worden en een kans van tweederde dat van niemand het leven gered wordt. Bij Optie 1 kiezen de meeste mensen voor behandeling A, maar bij optie 2 kiezen de meesten behandeling B. Het vreemde is dat de kans op overleving bij optie 1 en 2 hetzelfde is. 7 Alleen door de manier van formulering kiezen mensen anders. Zeker omdat hierbij wordt ingespeeld op de verliesaversie. Mensen nemen eerder risico bij een vooruitzicht op slechte uitkomsten dan bij positieve uitkomsten. (Tiemeijer, 2011)

4 Hier bedoeld: Van de concrete en zintuiglijk waarneembare realiteit van het hier en nu. (Tiemeijer, 2011)5 Hier bedoeld: Denkbeeldige werkelijkheden voorbij de horizon van het hier en nu, die we slechts voor ogen kunnen brengen door een beroep te doen op ons voorstellingsvermogen. (Tiemeijer, 2011)6 Framing is een overtuigingstechniek in de communicatie, het stuurt ons interpretatievermogen, zodat we meegaan in de werkelijkheid van degene die ons probeert te overtuigen. (Fresen, 2014)(Gagestein, 2015)7 Voorbeeld is overgenomen uit ‘Hoe mensen keuzes maken’ van Tiemeijer.

8

Page 9: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Door etikettering en categorisatie beïnvloeden we ook onze manier van denken. We vormen na tien minuten al een beeld van iemand, ook al weet men eigenlijk niks van die persoon. Als men bij de eerste ontmoeting allerlei eigenschappen aan een persoon toe gaat schrijven, waarvan men niet weet of hij/zij deze ook daadwerkelijk heeft, noemen we dat etikettering. Plaatsen we iemand meteen in een bepaalde (sociale) groep of categorie waarvan ze dan ook de eigenschappen hebben, zoals ‘laaggeschoolden’ of ‘kakkers’, dan spreken we van categorisatie. Hierdoor wordt ons beeld van een persoon die we niet kennen, meteen beïnvloed. Dit nemen we mee als we een keuze moeten maken om bijvoorbeeld bij die persoon een tekencursus te volgen. Als men na de eerste ontmoeting bepaalde eigenschappen zoals hooghartig, afstandelijk en streng aan diegene hangen, zullen we minder snel geneigd zijn bij diegene op tekencursus te gaan dan als we er de eigenschappen vriendelijk, geduldig en eerlijk aanhangen.

Het nadeel van etiketteren en categoriseren is dat we, doordat wij denken dat iemand bepaalde eigenschappen heeft, we ook meer op die eigenschappen gaan letten en dan uiteindelijk vooral de eigenschappen zien die we al aan hem hebben gekoppeld. Maar het kan ook zijn dat bijvoorbeeld in de klas als een leerling als vervelend bestempeld is, dat deze uiteindelijk zich ook vervelend gaat gedragen omdat hij/zij steeds zo behandeld wordt. Als dit gebeurt, spreken we van selffulfilling prophecy. Het is daarom belangrijk om niet te snel een beeld te vormen en mensen een kans te geven om zich anders te tonen dan men verwacht. Hierdoor kan de selffulfilling prophecy voorkomen worden. (Alblas, 2011)

§2.2 Motivatie theorieën

De volgende drie motivatie theorieën worden hieronder besproken:

1. Prestatiemotivatie2. Intrinsieke motivatie3. Doeloriëntatie

§2.2.1 Prestatiemotivatie

Prestatiemotivatie wordt ook wel extrinsieke motivatie genoemd. Ex is Latijn voor uit. Extrinsieke motivatie houdt in dat, in dit geval, cursisten van buitenaf gemotiveerd worden. In deze motivatietheorie worden de cursisten door het instellen van een beloning gestimuleerd om inspanning te leveren. De inspanning komt niet uit henzelf; dit wordt alleen door externe factoren gemotiveerd bijvoorbeeld door inzet en goede prestaties te belonen. Dit houdt in dat cursisten doen wat er gevraagd wordt. Het heeft te maken met de opbrengsten die voortkomt uit het leveren van een bepaalde inspanning.

In deze motivatietheorie worden door de cursisten vaak bepaalde handelingen gekoppeld aan bepaalde gevolgen en het daar bijhorende affect (gevoel). Als de cursusleider zich alleen maar focust op de tekortkoming van een cursist bij een bepaalde handeling, krijgt de cursist een negatief affect bij die handeling. Als dit herhaaldelijk verkeerd gaat, krijgt hij/zij een negatieve houding naar die bepaalde handeling. Dit kan leiden tot vermijdingsgedrag en zelfs tot agressie naar de betreffende handeling toe. Ligt de focus van de cursusleider echter op het aanleren van handigheidjes bij een handeling, dan ontwikkelt de cursusleider een bepaalde behoefte/drang bij de cursisten om deze

9

Page 10: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

handigheidjes te leren. De boodschap die je op deze manier mee kan geven, is dat de cursisten met minimale inspanning en goed kijken een handeling goed zouden kunnen afhandelen.

De cursist zelf hecht ook waarde aan interne en externe factoren aan zijn resultaten. Zo zijn er succesgemotiveerde cursisten en mislukkingsgemotiveerde cursisten. Succesgemotiveerd houdt in dat men goede resultaten aan interne factoren koppelt, dat wil zeggen aan aanleg en/of inzet. Men heeft hierdoor overwegend positieve gevoelens bij succes. Daarentegen koppelen ze het bij slechte resultaten aan externe factoren, dus aan de moeilijkheidsgraad van de taak en/of aan kans; hebben ze pech of geluk. Hierdoor minimaliseren ze negatieve gevoelens bij falen. Mislukkingsgemotiveerde cursisten doen het andersom. Ze koppelen positieve resultaten aan externe factoren en negatieve resultaten aan interne factoren. Hierdoor minimaliseren ze positieve gevoelens bij succes en ze maximaliseren negatieve gevoelens bij falen.

Het model van het systeem voor zelfbekrachtiging in taaksituaties van De Bruyn en Bergen bevatten nog meer elementen. Met het systeem kan de cursusleider de twee toeschrijvingsstijlen (succes- en mislukkingsgemotiveerd) identificeren. Het systeem staat in de bijlage twee figuur 2. In het systeem is te zien wat hierboven bij de twee toeschrijvingsstijlen is geschreven, maar is ook zichtbaar dat succesgemotiveerde cursisten een realistisch beeld hebben van hun eigen kwaliteiten. Door dit realistische beeld van hun eigen kwaliteiten en de hoop op succes is de uitvoering voor hen toegankelijk om mee te starten. De mislukkingsgemotiveerde cursisten daarentegen hebben een onrealistisch beeld van hun kwaliteiten. Deze cursisten denken dat hun niveau van hun kwaliteiten hoger of lager ligt dan hun eigenlijke niveau. Door hun onrealistische beeld en de vrees voor mislukking uit vroegere ervaring proberen ze de uitvoering liever te vermijden.

Extrinsieke motivatie kan ervoor zorgen dat de mislukkingsgemotiveerde cursisten last krijgen van aangeleerde hulpeloosheid. Dit houdt in dat zij heel gemakkelijk zeggen dat ze het niet kunnen, dat het buiten hun capaciteiten ligt en dat ze het gevoel hebben geen controle meer te hebben over de situatie. Meestal is de eerste reactie op moeilijkheden dat cursisten zich meer inspannen om tot beheersing van de moeilijkheidsgraad te komen. Falen zij hier herhaaldelijk in of komen ze vaak in situaties die zij niet aan kunnen, dan kan het leiden tot passiviteit en aan gebrek aan controle. Hierdoor voelen de cursisten zich dan gerechtvaardigd om hun inzet voor de moeilijkheden te stoppen omdat ze vinden dat ze geen schuld hebben aan het hebben van te weinig capaciteiten. Het probleem is dat dit zich hardnekkig nestelt in een negatief zelfbeeld en dat dit moeilijk aan te passen is, maar wel noodzakelijk is om ze uit die aangeleerde hulpeloosheid te halen. (Nelis, Plasman, 2015)

§2.2.2 Intrinsieke motivatie

Intrinsieke motivatie houdt in dat de motivatie uit de persoon zelf komt, in dit geval, uit de cursist zelf. Ze beleven plezier aan eigen competentie en vrijheid van handelen. Als de cursusleider de opdrachten laat aansluiten op de persoonlijke behoeften, komt de motivatie uit henzelf. Er zijn drie basisprincipes binnen de intrinsieke motivatie.

1. IncongruïteitsprincipeHet incongruïteitsprincipe is gebaseerd op het spontane leren van jonge kinderen. De natuurlijke behoefte om de omgeving te ontdekken en zo de onzekerheid te verminderen. Maddi (1970) stelde dat mensen zich het fijnste voelen als er een bepaalde balans is tussen de onzekerheid en de uitdagingskracht van een situatie. In cursusverband zou de cursusleider

10

Page 11: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

de cursisten om intrinsieke motivatie in te bouwen in de lessen de cursisten zelf iets nieuws kunnen laten ontdekken zonder er een prestatie van te maken.

2. CompetentieprincipeHet competentieprincipe is gebaseerd op een natuurlijke behoefte van de mens om zich efficiënt en competent te voelen. Zo herhalen kinderen vaak dezelfde handeling. Ze leren bij dit principe dat niet alleen het resultaat een goed gevoel geeft, maar ook de handeling zelf. Het laat ook zien dat niet alleen het resultaat van de handeling, maar ook de handeling zelf intrinsiek motiverend werkt. Doordat ze er achter komen dat zijzelf door een bepaalde handeling een interessant resultaat kunnen krijgen waardoor ze ook plezier beleven aan het uitvoeren van de handeling. Hierdoor beleven ze zowel plezier aan de competentie, als aan het resultaat. Het is alleen wel zo dat zodra de handeling vlot uitgevoerd kan worden het zijn aantrekkelijkheid kwijt raakt. In cursusverband zou de cursusleider in kunnen spelen op wat de cursisten graag willen en ze zo aantrekkelijke vaardigheden kunt helpen ontwikkelen, maar belangrijk is wel om er geen druk op te leggen. Ze moeten het zelf graag willen doen.

3. CausaliteitsprincipeHet causaliteitsprincipe verwijst naar het ervaren van de vrijheid van het handelen ook wel genoemd als ‘zelfbepaling’. Het gaat erom dat er ervaren wordt dat men zelf gekozen heeft voor iets en niet dat het van bovenaf is opgelegd. Zo maakt DeCharms (1968) onderscheid tussen pionnen (pawns) en iniatiefnemers (origins). Dit is belangrijk bij dit principe, leerlingen maken namelijk onmiddellijk onderscheid bij een taak tussen ‘verplichte’ en ‘vrij gekozen’ taak. Zo kunnen ze de aanzet van hun handeling zien als een resultaat van hun eigen keuze of als ‘afgedwongen’ door sociaal belangrijke personen. Ze kunnen de taak beoordelen als was ik een pion of was ik een iniatiefnemer? Zo is een pion-ervaring volgens DeCharms een ervaring waarin een persoon zich gedreven of gestuurd voelt door iemand anders. Een origin-ervaring houdt in dat zijzelf iniatief namen of het hele leerproces hebben gestuurd, bewaakt of gecontroleerd. Hierbij beleven ze vrijheid van handelen of zelfbepaling. Door dit principe in te bouwen in de cursussen behoud je het plezier van de cursisten dat ze krijgen van het uitvoeren van opdrachten.

Het is echter wel zo dat niet alle handelingen aan extrinsiek en intrinsieke motivatie opgehangen kunnen worden. Vooral de handelingen die verworven zijn in sociale context. Handelingen verworven door imitatie, identificatie of met behulp van sociale ondersteuning wordt er door Harter (1982) liever gesproken van geïnternaliseerde motivatie. Hier wordt niet verder op ingegaan. (Nelis, Plasman, 2015)

§2.2.3 Doeloriëntatie

Intrinsiek en extrinsieke motivatie hebben lange tijd naast elkaar geleefd. Extrinsiek vooral gericht op prestatie situaties. Ze zijn alleen gemotiveerd om te handelen om te presteren en te excelleren. De verwachtingen en affecten hebben dus vooral met slagen en falen te maken. In intrinsieke motivatietheorieën gaat het vooral om de inhoud van de taak die aan bod komt en de mate waarin men zich aangespoord voelt om hun competentie te verhogen, plezier te beleven en hun zelfwaarde te verhogen.

11

Page 12: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Nicholls (1984) en Dweck (1986) maakten onderscheid tussen actuele doelen gericht op prestatie (ego- of prestatieoriëntatie) en actuele doelen gericht op het bereiken van beheersing (taak- of leeroriëntatie). Als, in dit onderzoek betreft het leerlingen, leerlingen de schooltaken als prestatie georiënteerd zien, zullen ze overwegend hun competentie willen bewijzen. Maar ook heel erg hun fouten, inzet en onzekerheid willen verbergen. Hierdoor beleven ze bij een bepaald prestatieniveau positieve gevoelens als ze waardering van zichzelf en van belangrijke personen krijgen. Ze krijgen negatieve gevoelens bij signalen van kritiek, een te hoog risico, gebrek aan waardering en verlies van controle of status. Leerlingen die prestatie georiënteerd zijn zullen vaak negatief reageren op feedback en leren hierdoor weinig van hun fouten. Ze willen alleen het goede horen en verbloemen de negatieve dingen zoveel mogelijk. Als leerlingen leeractiviteiten zien als een gelegenheid of kans om een bepaald leerdoel te bereiken, hebben ze leergeoriënteerde doelen en blijven zij vrijheid van handelen ervaren. Bij deze leerlingen is inzet geen blijk van lage bekwaamheid maar juist als bezig zijn met en plezier beleven aan een zinvolle handeling die inzet kost. Ze gaan dan ook liever voor uitdagende taken en zien het niet als een bedreiging zoals leerlingen die prestatie georiënteerd zijn wel doen. De leergeoriënteerde leerlingen maken fouten, zoeken hulp en zijn onzeker, maar dit zien ze niet als onbekwaamheid, maar als dat ze een inefficiënte leerstrategie hebben gekozen. Deze moeten ze dus aanpassen. Hierdoor ervaren ze veel voldoening, trots door hun inzet omdat zij zelf een doel hebben bereikt of een hindernis hebben overwonnen. Zij krijgen negatieve gevoelens als zij dwang ondervinden. In de bijlage drie is in tabel 1 een overzicht van doeloriëntatie te vinden waarin prestatieoriëntatie en leeroriëntatie overzichtelijk te zien zijn met doel, negatieve gevoelens en de effecten. Wat ook opvalt, is dat men de prestatieoriëntatie kan zien als pionervaring, het doel is een prestatie die gevraagd wordt door anderen. Terwijl bij de leeroriëntatie het doel vanuit jezelf komt omdat je het graag doet en er plezier aan beleeft dus een origin-ervaring heeft.

Als docent kan men de klas beïnvloeden om ego- of prestatiegeoriënteerd te zijn of juist taak- of leergeoriënteerd te zijn. Dat is ook toepasbaar in cursusverband. Bij de eerste krijgt de klas meer vermijdingsgedrag bij een voor hun ‘bedreigende’ leertaak. Ze proberen hun inzet te verbergen en zowel de docent als het systeem te misleiden. Dit wordt door veel leerlingen gezien als het meest doeltreffend. Terwijl de taak- of leer georiënteerde klas een hoge leerbereidheid en voorkeur voor uitdagende taken heeft, hebben ze vaak ook een positieve houding naar het leerproces, de docent en het vak. Deze klas heeft meer besef van het effect van leerstrategieën en gebruiken deze ook veel meer.

Ng en Bereiter (1992) gaven aan dat er een sterk verband bestaat tussen de doeloriëntatie van volwassenen en de cognitieve activiteiten en strategieën die ze hanteren. Op grond van deze bevindingen hebben ze drie taak opvattingen onderscheiden.

1. De taak afronden. Dit is puur gericht op het uitvoeren van de gebruikelijke of voorgenomen activiteiten. Is de handeling uitgevoerd dan stoppen ze ermee ongeacht de uitkomst.

2. De geformuleerde leerdoelen bereiken. Dan zijn ze tevreden en beëindigen de handeling als ze de vaardigheden die in het instructieproces aan bod kwamen, voldoende beheersen. Ze doen geen extra werk en interpreteren de vaardigheden die ze moeten kunnen op hun manier. Zo zouden ze kunnen vinden als ze een huis moeten kunnen tekenen dat ze hiervan alleen de voor- en de zijkant moeten kunnen tekenen. Zodra ze dit kunnen, stoppen ze met hun taak, maar de cursusleider zou ook kunnen vragen om het huis van de achterkant of bovenkant te kunnen tekenen en daar hebben de cursisten dan niet aan gedacht.

12

Page 13: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

3. Eigen kennis en vaardigheden uitbreiden. Ze gaan niet alleen na of de voorkennis overeenkomt met de nieuwe informatie, maar proberen het ook functioneel uit te breiden. Deze cursisten zouden wel bedenken dat ze het huis niet alleen van voor en opzij moeten kunnen tekenen, maar ook van achter en boven.

De eerste en tweede taakopvatting hebben met extrinsieke motivatie te maken, terwijl de derde met intrinsieke motivatie te maken heeft. Onderzocht is dat mensen op taakopvatting 1 niet minder tijd aan de opdrachten besteden, maar wel lager scoren op kennis- en vaardigheidtoetsen. (Nelis, Plasman, 2015)

13

Page 14: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

§3. De didactische meerwaarde van het kopiëren van bestaande kunst of foto’s

Uit hoofdstuk één paragraaf één blijkt dat er in de kunstgeschiedenis veelvuldig gekopieerd werd en dat dat nog steeds gebeurt. Daar komt al duidelijk in naar voren dat het kopiëren bijdraagt aan het beheersen van bepaalde technieken en de basisprincipes van beeldende aspecten. De cursisten kunnen door het namaken zich focussen op de verschillende technieken zoals perspectief tekenen, het gebruik van een grove toets of juist heel gedetailleerd schilderen, het mengen van kleuren, omgaan met verschillende materialen en verschillende dragers. Ze leren hoe ze met contrasten, schaduwwerking, mengen op het doek of op het palet en de opbouw van een schilderij moeten omgaan. De cursisten leren niet alleen verschillende technieken, beeldende aspecten en beter schilderen/tekenen. Ze leren door het kopiëren van bestaande kunst ook beter te kijken. De cursisten gaan meer details zien omdat ze zich juist heel erg op de details in het kunstwerk moeten verdiepen om hem zo goed mogelijk na te schilderen. Hierdoor verandert hun manier van kijken en gaan ze zich ook steeds meer focussen op de kleine details en niet alleen op het geheel. Dit is een vaardigheid die niet alleen leert om anders naar kunst te kijken, maar die ook leert om de omgeving om hen heen anders te bekijken.

§ 3.1 Creatief proces tegenover creativiteit

Didactisch gezien willen we graag naast het leren en verbeteren van verschillende technieken, beeldende aspecten en de manier van kijken, de creativiteit bevorderen. Creativiteit is voor de meeste mensen een heel ongrijpbaar begrip. Al sinds de Romantiek zien we creativiteit als iets mysterieus. Het is voor velen een onverklaarbaar proces dat zich onbewust afspeelt. Veel kunstenaars dragen ook bij aan dit beeld door te verklaren dat een idee spontaan is ontstaan of in een flits naar ze toekwam. De vraag is of creativiteit wel echt zo onbewust en spontaan komt. De wetenschap is het daar namelijk niet mee eens. Sawyer(2006) en Plucker, Beghetto & Dow (2004) zeggen dat creativiteit ontstaat uit hard werken en alledaagse cognitieve processen. Originaliteit en inzicht kunnen worden verklaard door het begrijpen van de complexe processen die leiden naar het moment van inzicht. Spontane inspiratie is volgens hen een hardnekkige misvatting: scholing, omgeving, training en bewuste overwegingen zijn de basis voor creativiteit. Ook laten ze in hun onderzoek zien dat creativiteit te ontwikkelen is door scholing, doorzettingsvermogen, geïnvesteerde tijd, aandacht en achtergrond (ouders, omgeving, kennis). (Admiraal, van de Kamp, Rijlaarsdam, 2012)

Vanuit de psychologie zijn er verschillende verklaringen voor het creatieve proces. Creativiteit, gebaseerd op de ideeën van Freud over de topografie en werking van de menselijke geest, “is de beheersing van de spanning tussen de primaire/irrationele en de secundaire/rationele domeinen van de geest. Een creatief iemand kan toegeven aan zijn dromen, dagdromen en fantasieën die uit de primaire, onbewuste of voorbewuste laag van zijn geest voorkomen.”8 Een andere theorie is gebaseerd op de cognitieve psychologie. In deze theorie wordt er vanuit gegaan dat creativiteit een vorm van associëren (associatief denken) is. Hier zien ze het creatieve proces als een eindeloze variatie op één gegeven of als het combineren van twee ver uit elkaar liggende gegevens. (Herzog, 2009)

Om de cursist zo goed mogelijk te begeleiden in hun creatieve proces moeten we inzicht kunnen krijgen in dat proces. Vandaar dat ik hier het schema van het creatieve proces van Wallas (1962) ga 8 Citaat van Herzog, K. uit ‘Creativiteit in theorie en praktijk’, 2009

14

Page 15: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

uitleggen. Het schema is terug te vinden in de bijlage vier figuur 3. Wallas heeft een overzichtelijk creatief proces omschreven wat uitgaat van vier fases. De eerste fase is de voorbereidingsfase en bevat problemfinding.9 In deze fase is brainstormen over het onderwerp de basis. Men gaat associëren en divergent denken maar ook actief op zoek naar de probleemstelling en analyseert deze. In deze fase draait het om de hoeveelheid. Hier moeten zoveel mogelijk ideeën verzameld worden zonder deze te beoordelen. In de tweede fase ga je het probleem eigen maken en uitvogelen. Ook deze fase bevat problemfinding. Nu gaat men alle mogelijke ideeën vastleggen op de manier die het best bij de persoon past. Men moet actief bezig zijn en op zoek gaan naar inspiratie omdat deze volgens Wallas niet komt aanwaaien. Het is belangrijk om in deze fase hard te werken en gemotiveerd te zijn omdat het een heel belangrijke fase is in het proces. De derde fase is inzicht, het beeldend werkproces wat niet alleen problemfinding bevat maar zich afwisselt met problemsolving. 10 In fase drie wordt geselecteerd uit alle ideeën die men had en worden de beste ideeën gekozen. Deze ideeën worden vervolgens onderzocht door snelle proeven. Zo kan men schetsen maken maar ook materiaal, techniek en kleurenonderzoek doen. Door het doen van deze proeven krijgt men inzicht in wat voor mogelijkheden er zijn met deze ideeën en blijven zo zoeken naar de beste manier voor het idee. Fase vier is verificatie en elaboratie en is problemsolving. Het gaat om het beste ontwerp in deze fase. Dit ontwerp gaat men uitwerken en toetsen aan mogelijk gestelde eisen of op basis van eigen argumenten bekijken of het ontwerp nog verbeterd kan worden. (Wallas, 1926)

De vraag is of dit proces zich ook afspeelt bij het namaken van bestaande kunst. Hier wordt verder op ingegaan in hoofdstuk vier paragraaf drie.

§ 3.2 Creativiteit is eng

Spontane creativiteit bestaat niet zoals hierboven ook al beschreven werd. Alle ideeën die we zogenaamd spontaan krijgen, bestaan uit elementen die we eerder geleerd of opgepikt hebben. Onze hersenen combineren verschillende ideeën tot nieuwe ideeën. Omdat we vaak langere tijd erover doen voordat zo’n idee ontstaan is in het hoofd, denken we dat we deze ideeën spontaan krijgen. (Bots, Galjaard, Huynh, 2007)

Humor is belangrijk voor creativiteit. Humor is het anders kijken naar de dingen doordat men andere verbindingen legt dan ‘normaal’. Out-of-the-box denken is ook erg belangrijk. Dit houdt in dat men buiten de kaders die men zichzelf opgelegd heeft, gaat denken. Dit is anders dan men normaal doet en wordt daarom vaak als eng ervaren. Mensen houden van hun kaders en hun gewone manier van denken en durven er vaak niet buiten te treden omdat ze dan niet meer weten wat ze moeten doen. Omdat het probleem niet op de normale manier wordt opgelost, moeten we zelf een oplossing bedenken. Dat is moeilijker en anders en daarom geven we dat makkelijker op en we blijven het liever op de normale manier doen. Mensen hebben angst voor verandering. (Bakker, 2003)

Kinderen hebben hier nog geen last van. Ze zoeken vaak naar vernieuwende en fantasierijke oplossingen. Kinderen trekken zich vaak niets aan van bestaande obstakels en leren door vallen en opstaan. Ze zijn dan ook nog niet bang om fouten te maken omdat ze het niet zien als fouten. Bij het

9 Problemfinding is divergent denken met als indicatoren veelheid, originaliteit en veel verschillende soorten. Volgens Lee & Cho (2007, p 114) kan Problemfinding gedefinieerd worden als “de vaardigheid om vragen of probleemstellingen te bedenken, te initiëren en te formuleren binnen een weinig gestructureerde probleemsituatie.”10 Problemsolving is oplossingsgericht ofwel convergent denken.

15

Page 16: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

opgroeien, verdwijnt deze manier van denken bij kinderen doordat we ze dwingen in regels en de structuur van school. We leren de kinderen dat ze zich aan de regels moeten houden en er niet buiten mogen komen. De kinderen wordt het out-of-the-box denken afgeleerd. Belangrijk om nieuwe dingen te creëren is om de patronen en regels te doorbreken. Het voordeel van pasgeleerde regels is dat men deze nog gemakkelijk kan doorbreken, in plaats van vastgeroeste regels. We hebben vrijheid nodig om nieuwe ideeën te bedenken. (Thorpe, 2001)

Doordat onze samenleving zo gehecht is aan regels, durven mensen er bijna niet meer buiten te gaan. Mensen zijn bang om een negatief label te krijgen of om buiten de samenleving te vallen als we ergens anders over denken. We lopen mee omdat we bang zijn er niet bij te horen. Juist door dit te doorbreken ontstaan creatieve nieuwe ideeën. In principe moeten we onze angst overwinnen om creatief te zijn. Hoe vaker men buiten de standaardgedachtegang denkt hoe gemakkelijker het wordt.

16

Page 17: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

Bij de start van mijn onderzoek heb ik veel literatuur, artikelen en internetbronnen gevonden:

- Kunstzone met een artikel over de remixcultuur- Hoe wij beslissen, verstand en gevoel optimaal gebruiken- Reader beeldend onderwijs, een onderwijskundige benadering van de beeldende vakken- Laat maar zien: een didactische handleiding beeldend onderwijs- Hoe mensen keuzes maken: De psychologie van het beslissen- Pieter Lastman: leermeester van Rembrandt- Het menselijk teveel: Over de kunst van het leven en de waarde van kunst- Déjà Vu: Herhaling in culturen wereldwijd- Original und Kopie

Helaas bleek toen ik de bronnen ging analyseren dat de meeste niet geschikt waren voor mijn onderzoek. Doordat ik een heel specifiek onderwerp heb gekozen, namelijk het kopiëren van tweedimensionale kunst binnen cursusverband, zijn er weinig literaire bronnen te vinden. Gaandeweg het onderzoek moest ik dus andere bronnen zoeken om te zorgen dat ik een theoretische basis van mijn onderzoek kon opbouwen. Er zijn veel didactische boeken over beeldende kunst binnen het basis- en middelbaaronderwijs geschreven. Omdat sommige boeken niet op gaan voor buitenschools, moet ik daarvoor afgaan op mijn praktisch onderzoek, zeker op het gebied van het namaken van kunst. In de kunstgeschiedenis komt dit wel voor en daar zijn wel bronnen van te vinden. Wel kan ik de motivatietheorieën die ik besproken heb, toepassen op de cursisten. De onderzoeken voor de motivatietheorieën waren dan wel vooral op leerlingen uitgevoerd, maar het is bruikbaar voor meerdere leeftijdscategorieën binnen het didactische gebied. De psychologische boeken over het maken van keuzes zijn beide over de mens in het algemeen geschreven en niet specifiek op leerlingen of studenten.

Ik heb in de mediatheek op de Fontys Hogeschool voor de Kunsten naar literatuur gezocht, maar ook op de online catalogus van alle Fontys scholen. Ik heb meerdere bibliotheken geprobeerd en heel veel artikelen en internetbronnen via Google, JSTOR, Kunstzone en Oxford Art Online gezocht.

Ik heb daar later nog een aantal meer bronnen bij gevonden, zoals:

- http://www.ahk.nl/uploads/tx_ahklichtingen/m.valkering-scriptie.pdf- http://www.ivpp.nl/keuzes-maken/- http://kurtpeys.blogspot.nl/2011/07/boekbespreking-hoe-mensen-keuzes-maken.html- http://tedx.amsterdam/2011/06/close-up-on-culture-copy-paste-culture/- http://www.henkblanken.nl/de-copy-paste-cultuur/- http://www.bosch500educatie.nl/home/copypaste- http://www.gonzocircus.com/impakt-2012-mondiale-cultuur-ctrl-c-ctrl-v/- http://www.demorgen.be/nieuws/fotograaf-michiel-hendryckx-luc-tuymans-loopt-naast-

zijn-schoenen-b91ef104/- http://www.gemeentemuseum.nl/tentoonstellingen/luc-tuymans- http://www.volkskrant.nl/beeldende-kunst/schilder-tuymans-veroordeeld-voor-

plagiaat~a3833770/- http://www.saatchigallery.com/artists/luc_tuymans.htm

17

Page 18: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

- http://www.kunstbus.nl/kunst/pop-art.html- http://www.gertjanschop.com/praktijkcaseveranderen/2.1.4.-motivatietheorieen.html- https://www.vn.nl/fotos-schilderen-plagiaat-of-fair-use/- http://www.kunstbeeld.nl/nl/artikel/41355/de-ongrijpbare-dumas.html- http://www.kunstbeeld.nl/nl/nieuws/22467/marlene-dumas-stedelijk-museum.html- https://www.groene.nl/artikel/zelfportret-van-het-kwaad- http://www.marlenedumas.nl/marlene-dumas-image-burden/- http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/kunstenaar-verdient-grof-geld-met-andermans-

instagram-fotos- http://www.rtvnoord.nl/nieuws/156591/Kunstenaar-tekent-selfies-na-voor-kunstproject- http://nos.nl/artikel/2011130-het-jaar-van-de-framing.html- http://taalstrategie.nl/framing/- www.kmkg-mrah.be/nl/node/858- Praktische psychologie voor het leren en onderwijzen

De nieuwe bronnen ben ik ook weer streng gaan analyseren en heb ik alleen gekozen voor degene die betrouwbaar en nuttig waren voor mijn onderzoek. Ook hier vielen er redelijk wat bronnen af.

18

Page 19: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethode

§1. De gebruikte onderzoeksmethodes

- Bureau-onderzoek: Inhoudsanalyse Zoeksystemen

- Veld-onderzoek Ondervraging Observatie Directe meting

§2. Aanpak van de methodes

Voor dit onderzoek heb ik bovenstaande onderzoeksmethodes gebruikt. Voor het theoretisch kader heb ik vrijwel alleen maar bureau-onderzoek gedaan. Dat houdt in dat ik veel literatuur, artikelen, video’s en internetbronnen gezocht en geanalyseerd heb.

Voor het praktijkonderzoek heb ik op mijn stageplek veldonderzoek gedaan. Om te ontdekken of het namaken van tweedimensionale kunst een meerwaarde heeft, heb ik de cursisten tijdens de cursussen geobserveerd. Tijdens het observeren heb ik ook foto’s gemaakt van de schilderijen die de cursisten maakten met het voorbeeld of de inspiratiebron erbij. Omdat ik ook graag wilde weten of de cursisten zelf liever kunst na maakten tijdens de cursus of juist liever met hun eigen creativiteit aan de gang gingen of juist een middenweg tussen de twee, heb ik bij hen enquêtes afgenomen. Daarin heb ik ze ook gevraagd als ze kozen voor het namaken waarom ze dit graag doen. Ook heb ik foto’s genomen van hun schilderijen om aan te tonen dat ze kopiëren. Verder heb ik om meer informatie te vergaren over hoe er door cursusleiders over het namaken van tweedimensionale kunst gedacht wordt en hoe ze daarmee omgaan binnen hun cursussen, interviews afgenomen onder drie verschillende cursusleiders.

§3. Extra toelichting

De keuze voor de enquêtes was om zoveel mogelijk antwoorden te verkrijgen. Daarom heb ik gekozen voor enquêtes en niet voor interviews bij de cursisten.

Ik had ook graag een test willen doen door een opdracht te maken voor de cursus die meer sturing zou geven, maar aangezien de cursisten door hun vrije opdrachten allemaal op verschillende snelheden werkten en de ene cursist tijdens de cursus vijf schilderijen maakte, terwijl de ander er slechts één maakte. Omdat het een betaalde cursus was met vrije opdrachten was het niet mogelijk om een sturende opdracht in de cursus geven. Vandaar dat ik ervoor gekozen heb om de cursisten goed te observeren en foto’s te maken van hun werken.

19

Page 20: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 4: Onderzoeksresultaten

§1. Kopiëren van tweedimensionale beelden

Uit eigen onderzoek is gebleken dat binnen Studio Xplo door de cursisten veel wordt gekopieerd. Dit was iets wat me tijdens het observeren van de cursisten opviel, maar wat ook terugkwam in de enquêtes. In bijlage vijf figuur 4 t/m 7 zitten een aantal foto’s van schilderijen van verschillende cursisten die nagemaakt zijn; de foto van het bestaande werk is aanwezig in diezelfde foto. Maar er waren ook cursisten die niet letterlijk iets namaakten. Een aantal van hen combineerden verschillende beelden tot een nieuw beeld en een enkeling liet zijn fantasie de vrije loop, wat zich in sommige gevallen tot abstracte werken ontpopte. Maar vaak bleven de beelden wel figuratief.

De cursisten schilderden en tekenden meestal foto’s na en enkelen schilderden of tekenden een schilderij of tekening na. De foto’s waren bijna nooit door de cursist zelf genomen. Ze kopiëren dus vooral andermans werk. Bij de cursisten van Dorothé van de Wiel blijkt dat ze haar cursisten die graag een foto willen naschilderen, probeert te porren om zelf foto’s te gaan maken. Hierdoor leren ze omgaan met composities, leren ze anders kijken en hebben ze een eigen gemaakte foto die ze om kunnen gaan zetten in een schilderij. Hierdoor denken ze over andere dingen na dan wanneer ze klakkeloos een bestaande foto naschilderen.

Hetgeen dat het meeste opviel was de meeste cursisten schilderend tweedimensionale kunst na maakten. Meerdere cursisten lieten in de enquêtes zien dat ze graag tekenen en schilderen, maar tijdens mijn observaties bleek het merendeel van de groepen meestal te schilderen. De cursisten van Studio Xplo die meestal tekenden, tekenden meestal portretten na van foto’s.

20

Page 21: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

§2. Motivaties van de cursisten om te kopiëren

Uit de enquêtes is gebleken dat er een aantal overeenkomstige redenen zijn waarom cursisten graag kopiëren. De eerste reden is omdat het volgens hen gemakkelijker is dan zelf iets te bedenken, ze wijten het vaak aan gebrek aan ervaring. De tweede reden voor ze is om hun hoofd leeg te krijgen. De derde reden is om vaardigheden, technieken en beeldende aspecten te leren. De vierde reden is omdat het een veilige keuze is en houvast biedt. Er is een duidelijk eindproduct waar de cursist naartoe kan werken. Nieuwe dingen zijn vaak eng en onduidelijk en maakt cursisten daarom onzeker over het eindproduct. De laatste reden is dat ze het leuk vinden om te doen. Ze zijn intrinsiek gemotiveerd om naar de cursus te komen.

Extrinsieke motivatie is niet ideaal om te zorgen dat cursisten goed gemotiveerd zijn en vanuit zichzelf dingen willen ontdekken, omdat alle prikkels voor motivatie van buitenaf moet komen. Ze gaan dan alleen dingen doen vanwege een beloning en vergeten dat ze het leuk vonden om te doen omdat ze dat vanuit zichzelf wilde doen. Cursisten die mislukkingsgemotiveerd zijn kunnen ook nog in passiviteit voor de opdrachten raken. Het is belangrijk dat de cursisten het leuk en gezellig hebben en dat ze ook nog nieuwe vaardigheden of technieken leren. Het is dus geen ideale motivatietheorie om het optimale uit cursisten te halen.

Intrinsieke motivatie is een motivatie die dus vanuit de persoon zelf komt en hierdoor zijn de positieve gevoelens vaak groot bij het goed uitvoeren van een taak. Ook ervaart de persoon veel meer vrijheid en plezier in het leren en ontdekken van handelingen die de persoon zelf graag wil leren en stijgt hun zelfwaarde. Hier kan dus goed op ingespeeld worden door de cursusleider om er voor te zorgen dat de cursisten zich vrij voelen en kunnen leren wat zijzelf graag willen. Het is dan de kunst van de cursusleider om de sturing zo te geven dat ze inspelen op wat de cursist graag uit zichzelf wil leren en het zo in te richten dat de cursist het gevoel heeft dat ze zelf de opdracht hebben bedacht.

Als men naar de enquête uitslagen kijkt dan zou gezegd kunnen worden dat het niet nodig is om de cursus aan te passen, maar dan blijven de cursisten altijd in hun veilige omgeving. Jofke geeft zelf ook aan dat ze haar cursussen op de markt aanpast. Ze laat de cursisten heel vrij en geeft de cursisten tips en trucs. Voor Jofke is het ook heel erg belangrijk dat ze genoeg cursisten krijgt omdat het voor haar de bron van inkomsten is, dus is het voor haar meer noodzaak om zich ook aan de cursisten aan te passen. Dorothé en Sofia zijn niet afhankelijk van de cursussen en kunnen zich daardoor wat vrijer opstellen en hun visie meer terug laten komen in de cursus. Zo kiest Sofia ervoor om haar cursisten géén kunstwerken te laten kopiëren, maar geeft ze hen per twee/drie weken een opdracht waar binnen ze heel vrij gelaten worden. Het voordeel van het geven van verschillende opdrachten is dat de cursisten een heel divers aanbod krijgen en ook veel nieuwe en verschillende dingen leren. Hierdoor zal deze groep cursisten waarschijnlijk meer vaardigheden, technieken en andere beeldende aspecten beheersen. Dorothé geeft ook al meer sturing in haar cursussen door algemene uitleg te geven over een thema en techniek en ze vervolgens hierin vrij te laten en individueel te begeleiden.

21

Page 22: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

§3. Didactische meerwaarde van het kopiëren van tweedimensionale beelden

Hier gaan we de vraag beantwoorden waar we in hoofdstuk één paragraaf drie mee geëindigd zijn. Is er een creatief proces bij het kopiëren van bestaande kunst? Uit mijn onderzoek blijkt dat dit zich niet afspeelt bij het kopiëren van kunst omdat er bij creatieve processen iets nieuws voor het desbetreffende individu ontstaat en in enkele gevallen zelfs voor de hele wereld en dat gebeurt niet bij kopiëren. Ik denk ook dat het namaken van kunst in sommige gevallen gebeurt doordat ze het creatieve proces niet onder de knie hebben. Kopiëren is dan een gemakkelijke keuze. Als men terugdenkt aan hoofdstuk één paragraaf drie dan weten we dat kopiëren niet alleen een gemakkelijke keuze is, maar ook een veilige keuze. Het is dus heel belangrijk om de cursist uit zijn veiligheid te halen om hem/haar iets nieuws te laten leren. Sommige cursisten zullen daar meteen voor openstaan, maar anderen zullen zich echt aan die veiligheid vast willen klampen en zijn daardoor moeilijker over te halen.

Het is natuurlijk ook afhankelijk van wat de cursist wil leren zoals al beschreven is, is het kopiëren van kunst om bepaalde dingen te leren, heel nuttig. De cursisten kopiëren om verschillende redenen zo is gebleken uit mijn enquêtes; sommige zijn leerzaam, andere niet. Zo zijn er cursisten die kunst namaken omdat ze dan nergens over na hoeven te denken en hun hoofd leeg kunnen maken. Anderen doen het omdat het volgens hun gemakkelijker is en omdat ze zichzelf niet creatief genoeg vinden en weer sommige omdat ze zo gemakkelijk technieken en andere beeldende aspecten kunnen leren. Er zijn er ook die het puur doen omdat ze een foto van een schilderij hebben gevonden dat ze zo mooi vinden dat ze het precies na willen schilderen om in de woonkamer te hangen. Maar mogelijk kunnen we het namaken van tweedimensionale kunst zo aanpassen dat de cursist ook gestimuleerd wordt om zijn/haar creatieve proces te verbeteren. Voor degenen die kopiëren omdat het volgens hen gemakkelijk is, zouden met wat sturing van het namaken van kunst uiteindelijk over moeten kunnen gaan naar eigen creatieve processen waaruit voor hen nieuwe werken uit voortkomen.

Door de cursist steeds ‘gerichte’ opdrachten te geven, kunnen ze aan hun creatieve proces gaan werken. Bijvoorbeeld door de cursist het beeldende kunstwerk als uitgangspunt te nemen en daar zelf een probleemstelling bij laten te bedenken en daar de cursist allerlei ideeën bij te laten vormen en ze zo in stappen het creatieve proces van bijvoorbeeld Wallas te laten doorlopen.

De cursisten hebben in de enquête gezegd dat ze meerdere dingen leren bij Studio Xplo. De meeste cursisten leren nieuwe technieken, anders kijken, schilderijen opbouwen, schilderen en kleuren mengen. Hierbij kan wel gezegd worden dat ze dit allemaal kunnen leren door het kopiëren van een foto of schilderij. Het opvallende is dat er maar één cursist heeft geleerd om composities te maken, ik kan dus voorzichtig stellen dat dit niet geleerd wordt bij het namaken.

22

Page 23: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 5: Conclusie en discussie

§1. Hoe kan de vrije opdracht op de cursus zo ingericht worden dat kopiëren waardevol wordt?

Type 1:- Niet creatief- Geen basisvaardigheden

Type 2:- Niet creatief- Wel basisvaardigheden

Type 3:- Wel creatief- Geen basisvaardigheden

Type 4:- Wel creatief- Wel vaardigheden (basis)

Het kopiëren is nu alleen waardevol voor de cursisten die nog niet genoeg techniek en vaardigheden beheersen. De vrije opdracht zal daarom licht sturend ingericht moeten worden, zodat het voor alle cursisten leerzaam wordt.

Na mijn onderzoek kon ik de cursisten verdelen in vier typen. Door de vier typen te kunnen onderscheiden, kan men passend bij het type het lesaanbod aanpassen. Waarschijnlijk zullen binnen Studio Xplo niet veel type 4 cursisten aanwezig zijn omdat dit mensen zijn die niet op een cursus zullen komen. Let wel, er zijn altijd uitzonderingen.

In het blokkenschema in bijlage nummer 8 is te zien hoe de cursist van de verschillende types tot type 4 kunnen komen. In hoofdstuk zes worden de aanbevelingen voor de opdrachten voor de verschillende type cursisten gegeven. Door met deze opdrachten in te spelen op de verschillende typen kunnen de cursisten meer leren en wordt de didactische meerwaarde van de cursus groter. De opdrachten zullen licht sturend zijn, maar daar binnen zijn de cursisten heel vrij.

23

Page 24: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

§2 Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat kopiëren een meerwaarde heeft om technieken, vaardigheden en andere beeldende aspecten te leren beheersen. Hierdoor kunnen de cursisten een basis creëren waarop ze verder kunnen bouwen. Hiervoor is het wel nodig om uitgedaagd te worden en licht sturende opdrachten van de cursusleider te krijgen. De cursusleider moet hierbij inspelen op de cursist om hun intrinsieke motivatie te triggeren. Ik denk dat dit ook de beste manier is om de cursisten te motiveren.

Twee cursusleiders geven aan dat ze cursisten proberen af te raden om kunstwerken na te maken en de andere verbiedt het op haar cursus. Wel mogen ze eigen gemaakte foto’s na- tekenen of schilderen omdat ze dan op een andere manier ermee bezig zijn en het niet klakkeloos kopiëren. De cursisten gaan zo ook nadenken over composities en leren zo andere dingen dan ze doen tijdens het kopiëren.

Het is belangrijk om de cursisten een zetje te geven zodat ze uit hun comfortzone stappen en hun angst voor iets nieuws overwinnen. Cursisten vinden vaak een bepaalde techniek niet leuk omdat ze vinden dat ze het niet kunnen. Dit is alleen maar omdat zijzelf besloten hebben dat werk met een bepaalde techniek er op een bepaalde manier uit moet zien. Alleen door oefenen leert men een techniek beheersen. Zodra de cursisten genoeg kennis hebben van technieken, materiaal, vaardigheden en andere beeldende aspecten kunnen ze gaan werken om hun creativiteit te ontwikkelen. Hierbij is enige sturing van de cursusleiders wel heel belangrijk. Cursisten staan daar ook meer open voor als ze het gevoel hebben dat ze vaardig genoeg zijn.

Er is dus wel degelijk een didactische meerwaarde aan het kopiëren van tweedimensionale kunst binnen Studio Xplo. Technieken, vaardigheden en andere beeldende aspecten kunnen gemakkelijk en veilig geleerd en geoefend worden en is daardoor een goede manier om dit eigen te maken. Het is echter wel van belang om te zorgen dat het creatief proces niet stil komt te staan en dat de cursist stapje voor stapje hierin verder begeleid wordt zodat de cursist ook in creativiteit kan groeien.

24

Page 25: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hoofdstuk 6: Product - Aanbevelingen

Het blokkenschema is terug te vinden in bijlage acht. Hier staat uitgelegd welke stappen gevolgd moeten worden om tot type 4 te komen. Hieronder volgen aanbevelingen voor opdrachten voor de verschillende typen cursist.

Algemene aanbevelingen:

Reflectie gesprekken voeren met de cursist. Aanpassen aan de behoeften van de cursist.

Aanbevelingen type 1:

De cursist foto’s en/of schilderijen laten kopiëren met verschillende technieken zoals schilderen met acrylverf, met waterverf, tekenen met potlood, houtskool of inkt.

De cursist stillevens laten tekenen/schilderen. De cursist lessen modeltekenen geven. Techniek uitleg geven.

Aanbevelingen type 2:

Stapje voor stapje de cursist losmaken van het kopiëren. De cursist zelf een foto laten maken en deze laten namaken. De cursist een kunstwerk laten meenemen en hierin kleine veranderingen in laten

aanbrengen. De cursist twee of drie kunstwerken/foto’s laten meebrengen en deze tot één beeld

laten schilderen/tekenen. Gerichte opdrachten geven aan de hand van het creatieve proces van Wallas.

Aanbevelingen type 3:

Op een creatieve manier technieken en vaardigheden laten leren. Opdracht geven om een vrij thema in een bepaalde techniek te laten uitvoeren. Techniek uitleg geven. De cursist laten brainstormen over een thema, kan eventueel in groepjes. De cursist een moodbord/collage laten maken als uitgangspunt voor een eigen werk.

Aanbevelingen type 4:

Lichte sturing geven door goed te letten op het creatieve proces en hierbij in te springen als het nodig is.

Reflectie gesprekken voeren. Mocht het nodig zijn het creatieve proces van Wallas herhalen door middel van

gerichte opdrachten. Zit de cursist te wachten op ‘spontane’ inspiratie, geef hem dan een gerichte

opdracht zodat hij/zij begint met zijn creatieve proces.

25

Page 26: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Literatuurlijst

Literatuur:

- Alblas, G., Endeman, A., & Heinstra, R. J. (2011). Praktische psychologie voor leren en onderwijzen. Groningen: Noordhoff.

- Bakker, H. (2003). Creatief denken. Baarn: Nelissen.- Bots, H., Galjaard, S., & Huynh, T. (2007). Ideeën voor creativiteit. Den Haag: Academic

Service.- Lehrer, J., & Zijlemaker, C. (2009). Hoe wij beslissen: Verstand en gevoel optimaal gebruiken.

Amsterdam: Business Contact.- Nelis, M. & Plasman, J. (2015). Reader PPO deel 2. Tilburg: , Fontys Academie voor Beeldende

Vorming.- Thorpe, S., & Geurink, P. H. (2001). Denken als Einstein: Krachtig en creatief leren denken.

Aartselaar: Deltas.- Tiemeijer, W. (2011). Hoe mensen keuzes maken: De psychologie van het beslissen.

Amsterdam: Amsterdam University Press.

Artikel:

- Bright. (2015, May 26). Kunstenaar verdient grof geld met andermans Instagram-foto's. Retrieved February 19, 2016, from http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/kunstenaar-verdient-grof-geld-met-andermans-instagram-fotos

- Cohen, M. (2014). Foto's schilderen: Plagiaat of 'fair use'? - Vrij Nederland. Retrieved November 23, 2015, from https://www.vn.nl/fotos-schilderen-plagiaat-of-fair-use/

- Herzog, K. (2009, November 21). KUNSTZAKEN. Retrieved February 6, 2016, from http://kunstzaken.blogspot.com.es/2009/11/katalin.html

- Jong, L., de (n.d.). Zicht op creatieve processen. Retrieved February 4, 2016, from http://www.avans.nl/binaries/content/assets/nextweb/bedrijven-en-instellingen/onderzoek/pabo-partner-in-kennis/zicht-op-creatieve-processen_2.pdf

- Kamp, M. T., Van de. (n.d.). Creativity. Retrieved February 6, 2016, from http://www.kunstcontext.com/ckv/creatvty.htm

- Knepper, M. (2014, September 9). Marlene Dumas @ Stedelijk Museum. Retrieved February 19, 2016, from http://www.kunstbeeld.nl/nl/nieuws/22467/marlene-dumas-stedelijk-museum.html

- Reinders, A. (2013). De Ongrijpbare Dumas. Retrieved February 19, 2016, from http://www.kunstbeeld.nl/nl/artikel/41355/de-ongrijpbare-dumas.html

- Snoeys, A. (2015, January 21). Fotograaf Michiel Hendryckx: "Luc Tuymans loopt naast zijn schoenen" Retrieved February 19, 2016, from http://www.demorgen.be/nieuws/fotograaf-michiel-hendryckx-luc-tuymans-loopt-naast-zijn-schoenen-b91ef104

- Vervaeke, L. (2015, January 20). Schilder Tuymans veroordeeld voor plagiaat. Retrieved February 19, 2016, from http://www.volkskrant.nl/beeldende-kunst/schilder-tuymans-veroordeeld-voor-plagiaat~a3833770/

-

26

Page 27: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Internet:

- Afgietselwerkplaats. (n.d.). Retrieved February 19, 2016, from http://www.kmkg-mrah.be/nl/node/858

- Gagestein, S. (2010). Wat is Framing? Retrieved February 19, 2016, from http://taalstrategie.nl/framing/

- Ramselaar, S. (n.d.). Schildercursussen in Tilburg-Zuid. Retrieved February 19, 2016, from http://www.sofiaramselaar.nl/

27

Page 28: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlagen:

Bijlage nummer 1:

Figuur 1: Boven: Originele foto van Katrijn van Giel. Onder: Schilderij 'A Belgian Politician' van Luc Tuymans. Bron: http://www.volkskrant.nl/beeldende-kunst/schilder-tuymans-veroordeeld-voor-plagiaat~a3833770/

28

Page 29: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 2:

29

Figuur 2: Model van het systeem van zelfbekrachtiging in taaksituaties (De Bruyn & Bergen, 1976)

Page 30: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 3:

Tabel 1: Prestatie-georiënteerde en leer-georiënteerde doelen

Bijlage nummer 4:

30

Page 31: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

31

Page 32: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 5:

32

Figuur 4: Schilderij van een cursist die een foto naschildert.

Figuur 5: Het schilderij van een cursist en een foto van het originele kunstwerk van Klimt.

Page 33: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 7:

33

Figuur 6: Een cursist schildert een foto na.

Figuur 7: Een cursist schildert een foto na.

Page 34: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Enquête resultaten

Ik heb de enquête bij achttien cursisten afgenomen. Vraag twee en vier zijn niet verwerkt omdat deze niet van toepassing zijn op het onderzoek. Vraag twee: Hoe bent u bij Studio Xplo terecht gekomen? Vraag 4: Wat doet u het liefste op de cursus?

Resultaat vraag 1:

Wat is uw leeftijd en geslacht?

20 - 29 30 - 39 40 - 49 50 - 59 60 + Leeftijd onbekend

Man 2Vrouw 2 4 2 3 3 2

20-29 30-39 40-49 50-59 60+ Leeftijd onbekend0

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

4.5

Leeftijd en geslacht van de cursisten

Man Vrouw

Er zijn overwegend meer vrouwen op de cursus, maar de leeftijden zijn redelijk verdeeld.

Resultaat vraag 3:

Is dit de eerste cursus die u hier volgt?

1e keer cursus 2 – 5 Meer dan 5 onbekend4 9 4 1

34

Page 35: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Aantal gevolgde cursussen bij Studio Xplo

1e keer 2 tot 5 < 6 onbekend

De meeste cursisten zijn al langer bij Jofke en blijven na één cursus terugkomen.

Resultaat vraag 5:

Wat tekent/schildert u het liefste?

A = een voorstelling schilderen (stilleven)B = Foto naschilderen/natekenenC = Bestaand kunstwerk natekenen/schilderenD = Combineren van afbeeldingen tot een nieuw beeldE = Uit het hoofd iets makenF = Zelf een voorstelling verzinnenG = Anders

A B C D E F G3 12 3 4 1 2 1

35

Page 36: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

A B C D E F G0

2

4

6

8

10

12

14

Wat de cursisten het liefste tekenen/schilderen

Aantal

Hieruit blijkt dat de meerderheid van de cursisten graag foto’s kopiëren en niet een eigen, nieuw, creatief werk maken. Dit laat zien dat er op de teken- en schildercursussen vooral tweedimensionaal werk gekopieerd wordt.

Resultaat vraag 6

Wat hebt u geleerd tijdens de cursus(sen) bij Studio Xplo? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Nieuwe technieken2. Anders kijken3. Schilderij opbouwen4. Composities maken5. Schilderen6. Schilderen met materialen7. Kleuren mengen8. Tekenen9. Anders

1 2 3 4 5 6 7 8 912 13 9 1 9 5 9 7 2

36

Page 37: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

1 2 3 4 5 6 7 8 90

2

4

6

8

10

12

14

Geleerden technieken en beeldende aspecten door de cursisten

Aantal

De uitslag hiervan laat zien dat er een link is tussen het leren van nieuwe technieken en het kopieergedrag van de cursisten. Opvallend is dat er maar één van de ondervraagde cursisten geleerd heeft hoe hij/zij composities moet maken. Dit zal de cursist waarschijnlijk niet leren door het kopiëren.

Twee cursisten die ook nog andere dingen geleerd hebben, antwoordden:

‘Dat vlakken niet gescheiden worden door een strakke lijn’

‘Verhoudingen bepalen’

Resultaat vraag 7:

Vindt u de begeleiding goed?

Ja Nee Redelijk goed18

37

Page 38: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Vinden de cursisten de begeleiding goed?

Ja Nee Redelijk goed

Resultaat vraag 8:

Wat doet u het meeste tijdens de cursussen?

Tekenen Schilderen Schilderen met materialen8 12 2

Wat de cursist het meeste doet tijdens de cursus

Tekenen Schilderen Schilderen met materialen

Resultaat vraag 9:

Waar kiest u liever voor?

38

Page 39: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

A = Een foto of bestaand kunstwerk na te makenB = Het combineren van beelden om het tot een eigen werk te makenC = Zelf iets verzinnen

A B C14 5 2

Wat de cursist het liefste doet op de cursus

Een foto of bestaand kunstwerk na te makenHet combineren van beelden om het tot een eigen werk te makenZelf iets verzinnen

Dit was een controlevraag. De cursisten laten in hun antwoorden zien dat de meerderheid nog steeds het liefste kopieert.

Resultaat vraag 10:

Wat zijn de voordelen van natekenen/naschilderen?

Hier zijn enkele uitspraken van de ondervraagde cursisten:

- ‘Houvast’ (drie keer)- ‘Je hebt een voorbeeld waar je naartoe kunt werken.’- ‘Je weet waar je naar toe wilt een duidelijk beeld van wat je wil.’- ‘Je kunt technieken oefenen en toch een leuke eindresultaat krijgen.’- ‘Veilig, prettig gevoel als iets lukt.’- ‘Vind ik makkelijker dan zelf iets verzinnen. Meer structuur bij het schilderen.’

Uit de uitspraken blijkt dat heel veel cursisten het een voordeel vinden dat ze houvast hebben en technieken kunnen oefenen maar het blijkt ook dat cursisten vaak bang zijn voor nieuwe dingen, ze voelen zich veilig bij het kopiëren en willen liever niet uit die veiligheid stappen.

Resultaat vraag 11:

Wat zijn de voordelen van uit het hoofd tekenen/schilderen?

39

Page 40: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Hier zijn enkele uitspraken van de ondervraagde cursisten:

- ‘Uiten van creativiteit.’- ‘Geen’ (twee keer)- ‘Je wordt vrijer in je werk, kan ook voor verrassingen zorgen.’- ‘Kan niet fout zijn, maar voel me er heel onprettig bij.’- ‘Geen inspiratie, doe ik nooit.’- ‘Dat heb ik nog niet gedaan. Ik denk dat het moeilijker is en ik ben nog niet ‘beeld vast’

genoeg om dat te kunnen.’- ‘Je kan het niet fout doen.- ‘Vrijheid.’- ‘Vorm loslaten denk ik.’

Uit de uitspraken van de cursisten blijkt dat ze ook voordelen zien aan het uit het hoofd tekenen en schilderen namelijk dat ze vrij zijn in wat ze maken, dat het niet fout kan zijn en hun creativiteit kunnen uiten. Echter kwamen er ook nadelen naar voren. De cursisten vinden het vaak moeilijker dan kopiëren, vinden het eng en ze vinden zichzelf niet creatief genoeg.

40

Page 41: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 7:

Interview met Dorothé van de Wiel door Verelien Geerts

1. Waarom bent u begonnen met cursussen tekenen/schilderen te geven?Het is het overbrengen van mijn passie voor het vak en de kennis hierover, zodat cursisten leren hoe zij het beste in hun werk naar boven kunnen halen. Dat geeft mij een enorme voldoening en dus een goede drijfveer om cursussen te geven. De cursisten bestaan uit allerlei mensen met diverse achtergronden, levensstijlen en eigen geschiedenissen. Zij komen om te leren en zijn veel meer gemotiveerd om te schilderen dan de gemiddelde scholier op de middelbare school. De groepen bestaan meestal uit ongeveer 8-10 personen en niet uit 32 leerlingen, zoals in een gemiddelde klas. Je haalt veel meer uit hen en ook nog veel meer uit jezelf!

2. Hoe hebt u de diverse cursussen ingericht?Ik geef de groep algemene uitleg over het thema en techniek, maar ik begeleid iedere persoon vanuit zijn beleving van het gekozen thema en de daarbij passende techniek.

3. Waarom hebt u voor deze manier gekozen? Die past uitstekend bij mij en het werkt stimulerend voor beide partijen!

4. Hoe kijkt u zelf aan tegen het feit dat cursisten graag beeldende kunst en foto’s namaken en wat is uw standpunt hierin? Als men foto's wil gebruiken dan stel ik altijd voor dat zij die zelf maken, zodat zij bewust een eigen compositie en stijl hanteren. Het namaken van kunst is van alle tijden. Ik geef aan dat het namaken saaier is, dan zelf iets te bedenken, maar dat het wel als inspiratiebron kan dienen. Waarom word je juist door dit kunstwerk geraakt? Daar ga je dan mee aan de slag. In feite wordt de cursist dan positief in zijn eigen ontwikkeling beïnvloed door het werk van de de kunstenaar. Je kan aangeven dat zij er een heel eigen draai aan kunnen geven, door op hun eigen smaak te koersen. En geloof me: er worden legio kunstenaars geïnspireerd door het werk van andere kunstenaars. Daar zijn cursisten (in jullie ogen "amateurs") echt geen uitzondering op! Als je het letterlijk kopieert is er inderdaad sprake van plagiaat, maar dan nog kan men technieken feilloos goed in de vingers krijgen. Wat is hier mis mee? Een cursist komt voor het plezier en de beleving! En niet onbelangrijk: betaalt hier ook voor! Hij/zij pretendeert niet een "echt" kunstenaar te zijn en biedt het werk niet te koop aan. Zij hoeven niet in musea of galerie een eigen concept uit te dragen. Zij bewonderen kunstenaars en gaan hiervoor naar musea. Ik moedig mijn cursisten aan als zij geraakt zijn door het werk van een kunstenaar om hierop een eigen antwoord vorm te geven. Wat doet het met je en hoe zou je zelf verbeelden zonder het na te maken? Belangrijk is dat de cursist zich uitgedaagd voelt in de les en dat het leerproces doorgaat.

5. Wat is de rol van de cursusleider en hoe stuurt deze het maakproces aan?Coach en inspirator. Ga in overleg, begeleid het proces en bied mogelijke werkwijzen aan. Laat de cursist zelf zijn keuzes bepalen. Bij vragen hulp bieden en blijven motiveren. Plezier is de belangrijkste drijfveer. Iemand tot de grond afkraken, vernietigt de motivatie en de liefde voor het vak.

6. Wat zou u willen veranderen aan de vrije cursussen die momenteel gegeven worden? Ik kan er absoluut niet tegen als men tegen cursisten zegt dat zij onvoldoende bekwaam zijn. Er is altijd iets goed te maken, die verantwoordelijkheid ligt bij de docent. Natuurlijk zijn er niveauverschillen, maar het feit dat iemand naar je toe komt om iets te creëren is ook dat

41

Page 42: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

hij/zij zich kwetsbaar op stelt. Daar heb ik juist respect voor, en je moet deze mensen leren om hun eigen keuzes en stijl te leren ontwikkelen. Belangrijk is dat men zichzelf vragen stelt waarom je iets maakt en waarom je het op deze manier maakt. Doordat mijn cursisten zichzelf durven te geven, lukt het hen ook om hun werk te verbeteren en in ontwikkeling te blijven.Dus de cursussen waarbij een docent een opdracht geeft en daarna wegloopt, terugkomt en zijn oordeel geeft... daar hoef je bij mij niet mee aan te komen! Dat mag je misschien wel van academisch geschoolde studenten verwachten, maar niet van cursisten, zij vergen een heel andere aanpak.

42

Page 43: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Interview met Jofke van Loon van Studio Xplo door Verelien Geerts

1. Waarom bent u begonnen met cursussen tekenen/schilderen te geven?Ik kreeg de vraag kort na mijn afstuderen in de winkel waar ik op dat moment werkte. Ik begon met een klein groepje en dat groeide binnen een jaar uit tot 6 groepjes.

2. Hoe hebt u de diverse cursussen ingericht?Omdat er steeds meer aanmeldingen kwamen, ben ik de lessen om de week gaan geven, zodat ik drie cursussen per week had (naast mijn werk in de winkel) en mijn autonome werk. De opzet was zoals deze nog steeds is: vrije techniek- en onderwerp keuze en individuele begeleiding. Naar verloop van tijd kwam er de vraag voor gerichte workshops en ben ik die sporadisch in het weekend gaan aanbieden.

3. Waarom hebt u voor deze manier gekozen? Ik heb steeds mijn aanbod aangepast aan de behoefte van de klant/ vraag in de maatschappij. Dat doe ik nog steeds: voelsprieten uitzetten, communiceren met de doelgroep en het aanbod en de inhoud daarop afstemmen. Zo geef ik de mensen wat zij nodig hebben en verdien ik daarmee mijn geld/ creëer ik mijn markt.

4. Hoe kijkt u zelf aan tegen het feit dat cursisten graag beeldende kunst en foto’s namaken en wat is uw standpunt hierin?Foto’s naschilderen zie ik als een goede oefening om het oog en de vaardigheden te trainen. Bestaande schilderijen na schilderen probeer ik af te raden, maar wie ben ik om de mensen iets te verplichten. Ze komen hier in hun vrije tijd om dingen te doen waar ze blij van worden. Ik help hen dan zo goed als ik kan… en ‘stiekem’ stuur ik ze langzaam aan om als volgende project een eigen thema te kiezen… óf foto’s te maken van het onderwerp dat hen boeit.

5. Wat is de rol van de cursusleider en hoe stuurt deze het maakproces aan?Ik zie mezelf meer als begeleider en soms zelfs als coach, dan als docent. Het is vaak nodig om mensen het lef te geven om te durven (experimenteren). Verder voorzie ik hen van ‘tips, tricks and tools’, zodat zij de vaardigheden ontwikkelen om hun kijk op de dingen naar eigen vermogen te leren tekenen of schilderen.

6. Wat zou u willen veranderen aan de vrije cursussen die momenteel gegeven worden?Ik heb in de afgelopen 16 jaar diverse programma’s, producten en activiteiten aangeboden omdat er behoefte aan bleek, maar toch zette dit vaak niet door. Dus ik wil niets veranderen aan de vrije lessen. Ik doe dit al 16 jaar en het blijft de beste formule. Mocht blijken dat er meer behoefte is aan iets anders, dan zal ik daarop in spelen.

43

Page 44: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Interview met Sofia Ramselaar door Verelien Geerts

1. Waarom bent u begonnen met cursussen tekenen/schilderen te geven?Ik merk dat ik het fijn vind mensen dingen te leren. Ik kan helder uitleggen en zie in werkstukken altijd positieve kanten. Ik wil ze graag leren dat ieder een bepaalde eigenheid heeft die hij kan ontwikkelen.Ik vind het leuk ze met de zeer diverse mogelijkheden van het vak te laten kennismaken.Daarnaast is het een stabielere inkomstenbron dan het verkopen van kunst.

2. Hoe hebt u de diverse cursussen ingericht?Ik geef per 2 of 3 weken een opdracht. Hebben ze zelf een idee dan kan ik dat in het programma verwerken. Ze mogen ook aan een zelfgekozen opdracht werken (geen kunst naschilderen) maar meestal doen ze graag aan de opdrachten mee.Ik streef naar een grote diversiteit, dus het uitgangspunt is steeds anders: een techniek, een stilleven, een thema, een detail van een foto, een beeldelement...

3. Waarom hebt u voor deze manier gekozen? Het is een manier om het voor mezelf steeds weer interessant te houden. Soms bied ik wel eens iets aan waar ik zelf minder ervaring mee heb, en ga ik daar ook zelf mee aan de slag!Daarnaast ben ik wel een voorstander van alle vrijheid binnen een bepaald gegeven. Cursisten alle vrijheid geven verzand meestal in plaatjes naschilderen. En alleen stillevens aanbieden, of alleen thematisch werken vind ik te beperkt en dat past ook niet bij mij.

4. Hoe kijkt u zelf aan tegen het feit dat cursisten graag beeldende kunst en foto’s namaken en wat is uw standpunt hierin? Nou ik begrijp dat wel. Het is een manier om makkelijk ogenschijnlijk resultaat te behalen waarmee je naar je omgeving toe kunt pronken.Maar ik vind het knap waardeloos kan ik je zeggen en ik kan me er eerlijk gezegd ook echt aan ergeren. Een zelfgemaakte foto natekenen vind ik alweer een ander verhaal. Een kunstwerk naschilderen vind ik het ergste.Ik vind dus dat ze lekker moeten doen wat ze niet laten kunnen maar dus niet in mijn les! Ik zie er geen meerwaarde van in.

5. Wat is de rol van de cursusleider en hoe stuurt deze het maakproces aan?Wat mij betreft draait het om eigenheid. Nadruk leggen op wat goed is in een tekening of schilderij en flink met het materiaal laten experimenteren, zodat technieken verbeteren en meer inspiratie wordt opgedaan.

6. Wat zou u willen veranderen aan de vrije cursussen die momenteel gegeven worden?Tja. Het zou eigenlijk verboden moeten worden, maar dat kan niet natuurlijk. En mensen doen dingen voor de lol. Maar louter naschilderen van kunst vind ik geen schildercursus. Noem het dan: replica's maken of zo. Want dat is de ellende: ze pretenderen een volwaardige cursus aan te bieden met "veel ruimte voor eigen inbreng". Maar door de gemakzucht en/of fantasieloosheid van de aanbieders en het gebrek aan inzicht en fantasie bij de cursisten bestaat die eigen inbreng enkel uit het zoeken naar een mooi kunstplaatje. Als het ze vervolgens niet lukt om het plaatje goed na te schilderen verontschuldigen ze zichzelf meestal met: "ja, maar het hoeft niet perfect te lijken hoor, ik doe het een beetje op mijn eigen manier". Kortom: wat mij betreft verandert de naamgeving: cursus schilderen versus cursus kunstwerken namaken of beter nog: cursus schildertechniek bestaande kunstwerken.

44

Page 45: verelien2.files.wordpress.com  · Web viewDit onderzoek naar het kopiëren van tweedimensionale kunst wilde ik graag doen omdat dit niet past in mijn visie als beeldend kunstenaar

Bijlage nummer 8:

Blokkenschema van de vier types:

45

lichte begeleiding.mogelijk genoeg hebben aan erg vrij gelaten worden en zou uitgedaagd worden. Deze kan mogelijk op creatief gebied

Deze cursist moet zoveel

Nee

Ja

Ja

Nee

Ja

vaardigheden en technieken?Beheerst de cursist genoeg

uitleg voor te geven. techniek en hier van tevoren even opdracht te geven in een bepaalde

door een vrije

leren. Bijvoorbeeldvaardigheden en technieken te Creatieve opdrachten geven om

beginnen en op gang houden?Kan de cursist zelf een creatief proces

naar een schilderij.een foto laten maken en deze vertalen ontwikkelt. Bijvoorbeeld de cursist zelf

cursist stap voor stap zijn creativiteitGericht opdrachten geven zodat de

vaardigheden en technieken?Beheerst de cursist genoeg

deze vaardig genoeg is.

verschillende technieken totdatDe cursist laten kopiëren in

Type 4

Type 3

Type 2

Type 1