127
OVERZICHT BIJLAGEN 1 PERSOONSGERICHTE VOORLICHTING 2 GESPREKSTECHNIEKEN 3 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 4 CHECKLIST (INVULFORMULIER) 5 UITNODIGINGSBRIEF TEAMPRESENTATIE 6 KENNISTEST 7 ANTWOORDEN KENNISTEST 8 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP DIGITALE MODULES 9 TECHNISCHE SPECIFICATIES 10 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP E-LEARNING 11 HET MAKEN VAN EEN KLAS EN MODULECODE 12 DE DOCENTENOMGEVING VERKENNEN 13 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP E-LEARNING 14 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES 15 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES 16 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES 17 OPDRACHT MIDDELENPROBLEMATIEK 18 OPDRACHT VOORLICHTINGSBENADERINGEN 19 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP OIO 20 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP OIO 21 DOCENTENOMGEVING VERKENNEN 22 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP OIO 23 UITNODIGINGSBRIEF OUDERAVOND 24 EVALUATIEFORMULIER 25 TIEN VEELGESTELDE VRAGEN 26 TIPS EN ADVIEZEN 27 VOORBEELDBRIEF OUDERS (PAS) 28 VOORBEELD E-MAIL OUDERS (PAS)

Web view•Binnen de schoolgebouwen: onder andere kluisjes (zie hierboven), garderobes, toiletruimten, stille hoekjes, trappenhuizen. •Op het schoolterrein:

  • Upload
    votuong

  • View
    212

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

OVERZICHT BIJLAGEN

1 PERSOONSGERICHTE VOORLICHTING

2 GESPREKSTECHNIEKEN

3 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

4 CHECKLIST (INVULFORMULIER)

5 UITNODIGINGSBRIEF TEAMPRESENTATIE

6 KENNISTEST

7 ANTWOORDEN KENNISTEST

8 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP DIGITALE MODULES

9 TECHNISCHE SPECIFICATIES

10 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP E-LEARNING

11 HET MAKEN VAN EEN KLAS EN MODULECODE

12 DE DOCENTENOMGEVING VERKENNEN

13 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP E-LEARNING

14 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES

15 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES

16 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP LESBOEKJES

17 OPDRACHT MIDDELENPROBLEMATIEK

18 OPDRACHT VOORLICHTINGSBENADERINGEN

19 UITNODIGING DOCENTENWORKSHOP OIO

20 PROGRAMMA DOCENTENWORKSHOP OIO

21 DOCENTENOMGEVING VERKENNEN

22 EVALUATIEFORMULIER DOCENTENWORKSHOP OIO

23 UITNODIGINGSBRIEF OUDERAVOND

24 EVALUATIEFORMULIER

25 TIEN VEELGESTELDE VRAGEN

26 TIPS EN ADVIEZEN

27 VOORBEELDBRIEF OUDERS (PAS)

28 VOORBEELD E-MAIL OUDERS (PAS)

29 VOORBEELDTEKST WEBSITE (PAS)

30 VOORBEELDBRIEF OVER VERDIEPINGSLES (PAS)

31 OPDRACHT REGELS

32 OPDRACHT BELEID OP SCHOOL

33 DRUGS, DEALEN EN DE WET

34 DRUGS, DEALEN EN DE SCHOOL

35 BETRAPT, WAT NU?

36 VOORBEELDREGLEMENT GENOTMIDDELEN

37 ENKELE UITGAANSDRUGS

38 LES NO DEAL!

39 LEERLINGENBLAD

40 AFLEVERINGEN FIND OUT

1 Persoonsgerichte voorlichtingBij voorlichting over genotmiddelen kunnen verschillende benaderingen gebruikt worden. Drie veel gehanteerde zijn: de waarschuwende benadering, de informatieve benadering en de persoonsgerichte benadering.

Waarschuwende benaderingIn de waarschuwende benadering gaat de voorlichting vooral in op de gevaren van genotmiddelen. Leerlingen worden gewaarschuwd om niet met de middelen te beginnen. Het komt ook voor dat een appèl wordt gedaan op angstgevoelens. Deze vorm van voorlichting kan emotioneel zeer aangrijpend zijn. Een bekend voorbeeld is het uitnodigen van een ex-verslaafde in de klas.

De waarschuwende benadering maakt vaak veel indruk op leerlingen. Voor een klein deel van de leerlingen werken de waarschuwingen echter uitdagend. Genotmiddelen hebben tenslotte een bepaalde aantrekkingskracht. Bovendien: alles wat verboden is, is extra interessant, vooral in een leeftijdsfase waarin jongeren het leven en hun eigen grenzen willen ontdekken, en graag ook volwassen willen lijken.

De benadering kan ook een averechts effect hebben als de boodschap niet aansluit op de ervaringen van jongeren, en daardoor ongeloofwaardig wordt. Er zitten dus risico’s aan de waarschuwende benadering die eenzijdig elk gebruik van genotmiddelen afkeurt. Een genuanceerde en realistische benadering werkt vaak beter.

Informatieve benaderingBij de informatieve benadering beperkt de voorlichting zich voornamelijk tot informatieoverdracht. De kennis neemt op korte termijn toe, maar verdwijnt op de lange termijn. Het effect op gedragsverandering is niet aangetoond. Vandaar dat alleen de informatieve benadering niet voldoende is bij de voorlichting over genotmiddelen.

Persoonsgerichte benaderingDe persoongerichte benaderingswijze gaat in op kennis, meningsvorming, vergroten van eigenwaarde, keuzes maken en weerstand bieden aan groepsdruk.Aandachtspunten bij deze benadering zijn:

leerlingen krijgen objectieve informatie, zodat zij beschikken over feitelijke kennis over het onderwerp;

de leerlingen worden zich bewust van de invloed van componenten in hun sociale omgeving die tot riskante gewoonten kunnen leiden;

de leerling staat centraal en niet het middel; leerlingen praten met elkaar over opvattingen en (sociale normen rondom)

gewoonten en corrigeren elkaar indien dit nodig is. Leerlingen vormen een mening over de opvattingen en gewoonten en bepalen

hun gedrag.

De persoonsgerichte benadering leent zich heel goed voor werkvormen waarbij veel interactie is: discussie, groepsopdrachten, rollenspellen, klassengesprekken et cetera*.

* Tekst is gedeeltelijk overgenomen uit de Docentenhandleiding Roken, Alcohol en Drugs?!

2 GesprekstechniekenIn een wervingsgesprek gaat het om het systematisch overtuigen van een ander. In het gesprek moet je duidelijk maken wat er zo aantrekkelijk is aan het ‘product' dat je verkoopt. Dit kan tegenwerpingen oproepen en daar moet je inhoudelijk en strategisch op kunnen inspelen. Hoe beter je de inhoud van je product kent, des te beter kun je op tegenwerpingen reageren.

De uitkomst van elk gesprek met een directielid of docent moet zijn dat de ander iets onderneemt. Hij of zij moet het gedrag veranderen, want deelname aan het programma betekent het uitvoeren van nieuwe en extra activiteiten. Om de ander dat te laten doen, moet er aan vier voorwaarden worden voldaan: De ander moet de informatie die je overdraagt begrijpen. De ander moet een (door jou gewenste) mening vormen. De ander moet gevoelsmatig worden betrokken (het moet voor de ander

belangrijk zijn en zijn of haar 'eigendom' worden). De ander moet met relatief weinig moeite actie kunnen ondernemen.

Voor een duurzame verandering is het noodzakelijk dat aan elk van de vier voorwaarden wordt voldaan. In een gesprek is het ook belangrijk jezelf steeds de volgende vragen te stellen: ‘In hoeverre zit de directeur of docent al in mijn richting?’, ‘Wat is het belang van de directeur of docent om te vinden of te doen wat ik wil?’ en ‘Wat levert het hem/haar op?’

Ja, maar…De meeste tegenwerpingen die je tegenkomt, kunnen worden herleid tot vier no's: no need geen behoefte no time geen tijd no pay geen geld no cure geen effect

Bij elk van de vier no's is een tegenoverweging mogelijk. Als je deze paraat hebt, kun je adequaat reageren op je gesprekspartner. Een paar voorbeelden:

No need‘Ik kan me voorstellen dat u zich afvraagt of lessen over tabak en alcohol al in de brugklas moeten plaatsvinden. Ze gebruiken de middelen immers nog niet veel. Uit onderzoek blijkt dat jongeren juist tussen het 13e en 14e levensjaar leerlingen beginnen met roken en alcohol drinken. Vanuit preventief oogpunt is het belangrijk daar dan nét voor te zitten.’

No time‘Ik begrijp dat u het druk heeft. Dit programma is daarom zo ontwikkeld dat u er nauwelijks extra tijd aan kwijt bent. Het sluit nauw aan bij bestaande lesmethoden en kan delen daaruit vervangen. Verder voorkomt het vervelende incidenten, die anders ook weer tijd zouden kosten.'

No pay‘Ik kan me voorstellen dat de kosten voor u een belangrijke factor zijn. De gemeente is echter zo enthousiast over dit programma dat zij alle financiële kosten op zich heeft genomen’ of ‘We kunnen een subsidieaanvraag doen.'

No cure‘Ik vind het logisch dat u het belangrijk vindt dat het programma effect heeft. De uitgangspunten van het programma zijn gebaseerd op de succesvolle elementen uit andere preventieprogramma’s. Deze zijn in dit programma verwerkt.'

Het kan zijn dat tegenargumenten van een school niet direct te herleiden zijn tot de vier no's. Je kunt dan met de gesprekstechnieken ‘samenvatten’, ‘doorvragen’ en ‘reflecteren’ meer duidelijkheid over de argumenten proberen te krijgen.

SamenvattenIn het kort weergeven van wat de ander gezegd heeft. Zo kun je erachter komen of je elkaar goed begrepen hebt. Tegelijk zet je alles op een rijtje voor jezelf en de ander. Je kunt het gesprek nu een andere wending geven.

DoorvragenHet in vragende vorm stellen van jouw interpretatie van een opmerking of gedachte van de ander. Je probeert op deze manier meer diepgang in het gesprek te krijgen.

ReflecterenHet bespreekbaar maken van de gevoelens door ze te benoemen en te checken. Op deze wijze beperk je je niet tot de inhoud van het gesprek, maar betrek je ook de gevoelsmatige kant ervan.

De relatie tussen twee gesprekspartners is van groot belang voor het verloop van het gesprek. Het is belangrijk de ander een positie te geven waarin hij of zij zich prettig voelt en die formeel gezien juist is.

Ten slotte nog een paar tips: Het is belangrijk om bij elk gesprek materialen mee te nemen. Een aantal van

deze materialen kun je na het gesprek achterlaten, bijvoorbeeld een ouderbrochure of een leerlingenboekje. Overhandig vooral ook je visitekaartje.

Vergeet niet om de school op www.dgsg.nl te wijzen. Op deze sites staat relevante informatie, plus een demo van de digitale lesmodules.

Leg in eerste instantie de nadruk op lesgeven en het betrekken van ouders. De training Signaleren & Begeleiden en de werkgroep Regels & Dealen hoeven in het eerste jaar nog niet per sé uitgevoerd te worden. Die kunnen ook in het jaar daarop plaatsvinden. Verdoezel de onderdelen echter niet, want dan komt de school later voor verrassingen te staan.

Laat je niet verleiden om onderdelen weg te laten omdat de school er niet aan wil. Het programma heeft alleen effect als er op een systematische manier mee

wordt gewerkt. In de praktijk zul je meemaken dat sommige scholen alleen de lessen willen doen. Maar als een school alleen lesgeeft over genotmiddelen, bereikt ze niet het potentiële effect van het programma. De ervaring leert helaas dat de volgende optimistische redenering vrijwel nooit opgaat: ‘Als ik eenmaal binnen ben, dan worden ze vanzelf enthousiast, en wil de school ook de andere onderdelen wel.’ Wees dus eerlijk en duidelijk over het programma.

3 SamenwerkingsovereenkomstGGD <naam>

en

Instelling voor Verslavingszorg <naam>

en

School <naam>

Partijen spreken de intentie uit om structureel en duurzaam te werken aan de uitvoering van het genotmiddelenpreventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen. De school <naam> ontwikkelt hiermee een samenhangend beleid ten aanzien van alcohol, roken en drugs. De GGD <naam> en de instelling voor verslavingszorg <naam> ondersteunen de school <naam> hierbij.

Partijen spreken jaarlijks af welke activiteiten in het kader van De gezonde school en genotmiddelen worden uitgevoerd. Hiertoe komen zij jaarlijks bijeen om aan de hand van een checklist afspraken te maken over de activiteiten voor het komende schooljaar. In de bijlage bij deze overeenkomst is deze checklist opgenomen.

Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. In overleg kan de overeenkomst worden ontbonden.

Aldus overeengekomen in drievoud,

School GGD IVZNaaminstellingNaammedewerkerFunctie

Datum

Handtekening

ChecklistOnderdeel InhoudChecklistgesprek Jaarlijks gesprek tussen de contactpersoon van de school en

de preventiefunctionaris.Teampresentatie Presentatie aan de start van het programma.

Bijscholing om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van leerkrachten.

Lesgeven Training aan docenten over de lesboekjes/e-learning modules.

Als start van het onderdeel lesgeven. Jaarlijks bijscholing voor nieuwe docenten.

Eventueel: Lessen bovenbouw : Onder invloed onderweg?

Aanvullende lesmaterialen : No Deal!! Alcohol,Nuchtere Programma’s Roken?! Find Out Roes

Ouders Jaarlijkse* ouderavond. Keuze uit: RAC ouderavond over roken, drinken en blowen Algemene ouderavond over alcohol, tabak en drugs PAS-presentatie op 1e

ouderavond nieuwe schooljaar

*Evt. 1x per 2 jaar. Voorwaarde is wel dat de ouderavond voor zowel ouders van klas 1 als klas 2 is.

Overige ouderactiviteiten (bijv. informatie via schoolgids, website, nieuwsbrieven, etc).

Regels & Dealen Opzetten werkgroep voor het opzetten, communiceren en handhaven van duidelijke regels over genotmiddelen.

Eenmalig in de eerste drie jaar vanaf de start van het programma. Daarna om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van docenten.

Signaleren & Begeleiden

Opstellen protocol en training Signaleren & Begeleiden.

Eenmalig in de eerste drie jaar vanaf de start van het programma. Daarna om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van docenten.

Andere activiteiten Informatie via PGO Theatervoorstelling Rookvrije school Projectweek

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

4 Checklist (invulformulier)Onderdeel Inhoud Wanneer Beschrijving ContactpersoonChecklistgesprek Jaarlijks gesprek tussen de

contactpersoon van de school en de preventiefunctionaris.

Teampresentatie Presentatie aan de start van het programma.

Bijscholing om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van leerkrachten.

Lesgeven Training aan docenten over de

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

lesboekjes/e-learning modules.

Als start van het onderdeel lesgeven. Jaarlijks bijscholing voor nieuwe docenten.

Eventueel: Lessen bovenbouw : Onder invloed onderweg?

Aanvullende lesmaterialen : No Deal!! Alcohol,Nuchtere

Programma’s Roken?! Find Out Roes

Ouders Jaarlijkse* ouderavond. Keuze uit: RAC ouderavond over roken,

drinken en blowen Algemene ouderavond over alcohol, tabak en drugs PAS-presentatie op 1e

ouderavond nieuwe schooljaar

*Evt. 1x per 2 jaar. Voorwaarde is wel dat de ouderavond voor ouders van zowel klas 1 als klas 2 is.

Overige ouderactiviteiten

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

(bijv. informatie via schoolgids, website, nieuwsbrieven, etc).

Regels & Dealen Opzetten werkgroep voor het opzetten, communiceren en handhaven van duidelijke regels over genotmiddelen.

Eenmalig in de eerste drie jaar vanaf de start van het programma. Daarna om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van docenten.

Signaleren & Begeleiden

Opstellen protocol en training Signaleren & Begeleiden.

Eenmalig in de eerste drie jaar vanaf de start van het programma. Daarna om de paar jaar, afhankelijk van urgentie en doorstroom van docenten.

Andere activiteiten

Informatie via PGO Theatervoorstelling Rookvrije school

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Projectweek

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

5 Uitnodigingsbrief teampresentatieBeste docent,

Uw school heeft ervoor gekozen om het preventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen in te voeren. Graag nodigen we u uit voor de bijbehorende teampresentatie.

De presentatie vindt plaats op: DatumTijdAdresPlaats

De presentatie gaat in op het genotmiddelengebruik onder jongeren, de verschillende onderdelen van De gezonde school en genotmiddelen en op uw rol binnen het preventieprogramma.

Het programma van de bijeenkomst is:Onderdeel Minute

n1 Welkom 102 Het programma De gezonde school en genotmiddelen 103 Achtergronden van gebruik 204 Effecten van De gezonde school en genotmiddelen 55 Kennistoets over middelen 10

Pauze 156 Genotmiddelen 207 Signaleren & Begeleiden / Regels & Dealen 208 Vraag en antwoord 209 Afsluiting 10

Totaal 140 We zien u graag op de bijeenkomst!

Wanneer u vragen heeft, kunt u contact op nemen met <contact gegevens>

Met vriendelijke groet,<afzender>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

6 Kennistest

Kennistest

1 Hasj en wiet zijn verslavend. juist / onjuist / weet niet

2 Alcohol is ook een drug. juist / onjuist / weet niet

3 Heroïne is de drug die de meeste slachtoffers eist in Nederland.

juist / onjuist / weet niet

4 Slaap- en kalmeringsmiddelen kunnen geen kwaad.

juist / onjuist / weet niet

5 In een glas bier zit minder alcohol dan in een glas jenever.

juist / onjuist / weet niet

6 Het toegestane alcoholpromillage in het bloed van autobestuurders is 0,5 promille. Hoeveel glazen alcohol kan men drinken zonder deze grens te overschrijden?

1 2 3 4 5 6

7 8 9 10 11 12

7 Sommige jongeren drinken de ochtend na een feest koffie om de kater tegen te gaan. Koffie gaat de werking van alcohol tegen en helpt dus tegen een kater.

juist / onjuist / weet niet

8 Hoeveel procent van de mensen in Nederland ondervinden problemen door hun alcoholgebruik?

3% 5% 8% 10% 15% 20%

9 'Stoned' is een ander woord voor verslaafd. juist / onjuist / weet niet

10

Speed is een ander woord voor LSD. juist / onjuist / weet niet

11

Van heroïne heb je telkens meer nodig. juist / onjuist / weet niet

12

Bij XTC zie je aan de vorm en de kleur van de pil hoe die is samengesteld.

juist / onjuist / weet niet

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

7 Antwoorden kennistestVoor de antwoorden is gebruik gemaakt van het ‘Nationale Drug Monitor, Jaarbericht 2009’ (Van Laar, 2010) en www.drugsinfo.nl.

1 JuistBij regelmatig gebruik kan iemand controle over het gebruik verliezen. Het verlangen om te cannabis te gebruiken wordt dan zo sterk dat andere zaken minder belangrijk worden. Mensen die veel en vaak cannabis gebruiken, kunnen bij stoppen last krijgen van slapeloosheid, somberheid, concentratieproblemen en andere klachten.

2 JuistAlcohol is in Nederland een maatschappelijk geaccepteerde drug. Eén standaardglas alcohol per dag voor volwassen vrouwen en twee glazen per dag voor volwassen mannen veroorzaken weinig risico's voor de gezondheid. Wie meer drinkt, loopt meer risico op een hoge bloeddruk, een hersenbloeding, kanker en andere gezondheidsklachten.

In Nederland was in 2008 10 procent van de bevolking van twaalf jaar en ouder een ‘zware drinker’. Het CBS spreekt van ‘zwaar drinken’ als iemand op één of meer dagen in de week minstens zes glazen alcohol drinkt.

3 OnjuistNederland telt zo’n 18.000 probleemgebruikers van opiaten (heroïne is een opiaat). Per jaar overlijden ongeveer 52 mensen aan de gevolgen van opiaten (door overdosering). Ter vergelijking: in Nederland is roken de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte. Jaarlijks sterven er direct ongeveer 20.000 mensen aan de gevolgen van roken, en daarnaast sterft nog een groep indirect aan roken (dus aan de gevolgen van meeroken).

4 OnjuistHet gebruik van benzodiazepines leidt tot lichamelijke afhankelijkheid. Een ander lichamelijk verschijnsel dat bij gebruik van benzodiazepines optreedt is tolerantie: het lichaam went er aan. Na verloop van tijd is een hogere dosis nodig voor hetzelfde effect.

Slaap- en kalmeringsmiddelen geven een grote kans op geestelijke verslaving. Als een gebruiker na een lange tijd stopt met slikken, voelt hij of zij zich ellendig. De problemen die met de medicijnen waren weggedrukt, komen immers weer in alle hevigheid naar boven. Doordat zowel lichamelijke als geestelijke ontwenningsverschijnselen hevig zijn, is de neiging opnieuw te beginnen groot.

5 OnjuistPer standaardglas alcoholhoudende drank krijg je vrijwel dezelfde hoeveelheid pure alcohol binnen. Uitzondering zijn de zogeheten mixdrankjes, die relatief veel alcohol bevatten. Als je alcohol in het juiste glas schenkt, zit overal evenveel pure alcohol in, ongeveer 12,5 ml.

Een paar rekenvoorbeelden: ‘Gewoon’ bier heeft een alcoholgehalte van 5 procent. Daarom bevat 1 glas bier

van 250 ml zo'n 12,4 ml pure alcohol. Wijnen hebben meestal een alcoholpercentage van 12,5 procent. Een glas wijn

van 100 ml bevat dan ook 12,5 ml pure alcohol.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Gedistilleerde dranken hebben over het algemeen een alcoholgehalte van rond de 35 procent. Een borrelglaasje van 35 ml bevat dus 12,5 ml pure alcohol.

Een ‘gemiddeld’ mixdrankje van 275 ml heeft een alcoholpercentage van 5,6. Dat is 15,4 ml pure alcohol per consumptie. In een mixdrankje zit dus meer alcohol dan in een standaardglas alcoholhoudende drank.

6 Eén, twee of drie glazenVolgens de wettelijke norm ben je onder invloed van alcohol als je adem meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bevat. Dat is hetzelfde als 0,5 promille in het bloed. Afhankelijk van je gewicht (en of je man of vrouw bent), bereik je die grens na één, twee of drie glazen alcohol.

Voor wie zijn rijbewijs korter dan 5 jaar heeft, gelden strengere regels. De grens ligt dan bij maximaal 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Dat is hetzelfde als maximaal 0,2 promille in het bloed. Eén drankje kan dan al teveel zijn. Dit geldt ook voor bestuurders van een bromfiets die jonger dan 24 jaar zijn.

7 Onjuist(Zwarte) koffie zorgt niet voor het sneller afbreken van alcohol in je lichaam. De lever breekt bijna alle alcohol af. De rest verdwijnt uit het lichaam via urine, transpiratie en ademhaling. Het afbraakproces is een proces dat je niet kunt versnellen. Ook veel transpireren door lichamelijke inspanning (sporten) of in de sauna helpt niet. Het enige dat helpt is tijd: anderhalf uur per consumptie.

8 700.000 - 1 miljoenIn 2008 was tien procent van de Nederlandse bevolking van 16-69 jaar een probleemdrinker. Meer mannen (17%) dan vrouwen (4%) zijn probleemdrinker. Probleem drinken komt het meest voor in de leeftijd van 18-24 jaar (37% mannen, 12% vrouwen).

9 OnjuistIemand die hasj of wiet gebruikt is stoned. Dit woord verwijst naar het ‘zwaar aanvoelen’ van met name armen en benen.

10OnjuistSpeed is een andere naam voor wekamine. Wekaminen zijn chemische stoffen met een stimulerende werking. Het zijn drugs. LSD is ook een chemische drug, maar met een hallucinerend effect.

11 JuistLichamelijke afhankelijkheid ontstaat bij heroïne snel. Dit betekent overigens niet dat iemand er na één keer aan vastzit. Maar bij intensiever gebruik wordt de lichamelijke afhankelijkheid snel groot. Dat intensievere gebruik wordt in de hand gewerkt omdat het lichaam snel went aan heroïne.

12OnjuistEen als XTC verkochte pil kan van alles bevatten. Het uiterlijk van een tablet zegt niets over de stoffen die erin zitten, laat staan over de hoeveelheid.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

8 Uitnodiging docentenworkshop digitale modules

Beste docent,

Uw school heeft ervoor gekozen om met de e-learning modules alcohol, roken en/of blowen te gaan werken. Deze digitale lesmodules maken deel uit van het preventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen. Graag nodigen we u uit voor de bijbehorende workshop.

Tijdens de workshop maakt u kennis met de mogelijkheden van de modules en leert u hoe de docentenomgeving werkt. En natuurlijk krijgt u inzicht in alle facetten van de leerlingenomgeving. Het helpt u bij de voorbereiding van de lessen over genotmiddelen in de klas.

De workshop vindt plaats: DatumTijdAdresPlaats

Het programma van de bijeenkomst is:Programma Minuten

1 Welkom en uitleg over de workshop 52 Over voorlichting en genotmiddelen 153 Introductie van de e-learning modules 204 Zelf werken met de leerlingenomgeving 205 Zelf werken met de docentenomgeving 206 Evaluatieformulier, afsluiting en vervolgafspraken 10

Totaal 90

Ter voorbereiding op de workshop vragen wij u om alvast de demoversie van de e-learning modules te bekijken. Deze duurt ongeveer 5 minuten. U vindt de demo op www.dgsg.nl. Veel plezier!

Wanneer u vragen heeft, kunt u contact opnemen met <contactgegevens>

Met vriendelijke groet,<afzender>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

9 Technische specificatiesMinimale systeemeisen/instellingen:

Explorer 5.5 en hoger Resolutie 1024 bij 768 pixels Breedbandverbinding Geluidskaart (on board) en luidsprekers Flash 8 (kan automatisch geïnstalleerd worden indien afwezig) Java (idem)

Let op: - Flash 8 en Java wordt uitsluitend automatisch geïnstalleerd indien het

systeem waarop u werkt Active X-onderdelen mag installeren. - Het kan voorkomen dat u Flash 8 al op de computers heeft, maar dat de

filmpjes en animaties toch niet werken. Dit is eenvoudig te verhelpen door Flash 8 opnieuw te installeren.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

10 Programma docentenworkshop e-learning

Programma Minuten1 Welkom en uitleg over de workshop 52 Over voorlichting en genotmiddelen 153 Introductie van de e-learning modules 204 Zelf werken met de leerlingenomgeving 205 Zelf werken met de docentenomgeving 206 Evaluatieformulier, afsluiting en vervolgafspraken 10

Totaal 90

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

11 Het maken van een klas en modulecodeInleidingJe hebt van het Trimbos-instituut een gebruikersnaam en wachtwoord ontvangen voor een oefenomgeving op www.rokendrinkendrugs.nl. Als je de gebruikersnaam en het wachtwoord op www.rokendrinkendrugs.nl invult, kom je in de docentenomgeving. Je kunt deze omgeving gebruiken tijdens de workshop. In de docentenomgeving heb je namelijk de mogelijkheid om docenten toe te voegen, klassen aan te maken en modulecodes te genereren.

Eén van die modulecodes geef je aan de docenten. Met deze modulecode kunnen de docenten vervolgens inloggen als leerling en de modules doorlopen.

StappenHet aanmaken van de klas en modulecode:

1) Ga naar www.rokendrinkendrugs.nl.2) Log in met de gebruikersnaam en het wachtwoord die je van het Trimbos-

instituut hebt gekregen.3) Je bent nu in de docentenomgeving. Je kunt hier een modulecode genereren

door: a. een docent aan te maken en vervolgensb. een klas toe te voegen aan deze docent.

4) Vervolgens verschijnt er een modulecode.5) Deze modulecode geef je aan de docenten.6) De docenten registreren zich als een leerling op www.rokendrinkendrugs.nl.

Hun gebruikersnaam en wachtwoord verzinnen zij zelf.

Deze procedure staat uitgebreider beschreven in de docentenhandleiding.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

12 De docentenomgeving verkennenDeze opdracht is bedoeld om de docentenomgeving te verkennen. U werkt hierbij in de docentenomgeving van uw eigen school. Hiervoor heeft u het wachtwoord en de gebruikersnaam nodig die u van de workshopleider krijgt. U kunt in deze docentenomgeving alle docenten en klassen aanmaken die het komende jaar met de e-learning modules werken. Na het aanmaken, worden automatisch modulecodes gegenereerd. Deze hebben uw leerlingen nodig om in te loggen.

Stap 1 a. Ga naar www.rokendrinkendrugs.nl en voer de gebruikersnaam en het

wachtwoord in die u van de workshopleider ontvangt.

b. Voeg de docenten toe die komend jaar aan de modules gaan werken.

Resultaat van stap 1U heeft nu een lijst met leerkrachten die gaan werken met de e-learning modules.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Stap 2c. Voeg nu de juiste klassen toe aan de docenten. U kunt dit doen door op een

docent te klikken en vervolgens op ‘klas toevoegen’.

d. Vul de naam van de klas in en selecteer één van de modules. Klik op ‘opslaan’.

e. Herhaal stap b totdat alle modules aan een leerkracht gekoppeld zijn en u voor elke klas een modulecode heeft gegenereerd. U kunt meerdere klassen aan dezelfde docent koppelen.

f. Heeft u per abuis een verkeerde docent aan bepaalde klas gekoppeld, dan kunt u deze weer ontkoppelen.

Resultaat van stap 2Deze docenten zijn gekoppeld aan de klassen waar zij les aan geven. Bij elke klas staat een modulecode.

Belangrijk om te weten is dat docenten en klassen ‘ontkoppeld’ kunnen worden, zolang er nog geen leerlingen ingelogd zijn. De modulecode verdwijnt vervolgens weer. Op het moment dat er een leerling ingelogd is op een modulecode, is dit ontkoppelen niet meer mogelijk!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

13 Evaluatieformulier docentenworkshop e-learning

We willen graag weten hoe u deze workshop heeft ervaren. Wat vond u goed en wat heeft u gemist? Op basis van uw ervaringen kan de workshop worden aangepast om optimaal aan te sluiten bij de wensen van u en uw collega’s.

1. Welk vak geeft u?

2. Hoe vaak gebruikt u de computer in uw eigen lessen. 0 meerdere malen per week0 wekelijks0 maandelijks0 nooit – een aantal keer per jaar

3. Heeft u eerder met De gezonde school en genotmiddelen gewerkt?0 ja0 nee

4. Hoe heeft u het niveau van de workshop ervaren?0 te laag0 goed0 te hoog

4a. Indien te laag of te hoog, kunt u hier uw antwoord motiveren?

5. Wat vond u van de tijdsduur van de workshop0 te kort0 goed0 te lang

5a. Indien te lang of te kort, kunt u hier uw antwoord motiveren?

6. Denkt u dat u na het volgen van de workshop uw leerlingen kunt registreren?0 ja, dat lukt wel0 nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden0 nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

7. Denkt u dat u na het volgen van de workshop groepen kunt maken?0 ja, dat lukt wel0 nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

0 nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen.

8. Denkt u dat u na het volgen van de workshop kunt werken met het docentendeel, bijvoorbeeld het nakijken van opdrachten en het uitzetten van Discuz?

0 ja, dat lukt wel0 nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden0 nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

9. Denkt u dat u na het volgen van de workshop leerlingen kunt begeleiden in de leerlingenomgeving?

0 ja, dat lukt wel0 nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden0 nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

10. Miste u iets in de workshop0 nee0 ja, namelijk…

11. Hoe staat u na het volgen van de workshop tegenover het gebruik van de lesmodules?

0 het lijkt me geen probleem om met de modules te werken0 het lijkt me moeilijk om met de modules te werken, maar het lijkt me leuke

ervaring0 het lijkt me moeilijk om met de modules te werken, ik zie er wel tegen op0 anders, namelijk…

12. Welk cijfer tussen de 1 en de 10 geeft u de workshop?

Ruimte voor opmerkingen

Hartelijk dank voor het invullen!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

14 Uitnodiging docentenworkshop lesboekjesBeste docent,

Uw school heeft ervoor gekozen om het preventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen in te voeren. Graag nodigen we u uit voor de bijbehorende docentenworkshop, die gaat over het lespakket 'Wat je kunt verwachten van Alcohol/Roken/Blowen'.

Tijdens de workshop komt de didactische opbouw van de lesboekjes en docentenhandleidingen aan bod en wordt ingegaan op de rol van de docent bij middelenvoorlichting.

De bijeenkomst vindt plaats: DatumTijdAdresPlaats

Het programma van de bijeenkomst is:Programma Minuten

1 Welkom en uitleg over programma 52 Over voorlichting en genotmiddelen 403 Het lesmateriaal 254 Evaluatieformulier, afsluiting en vervolgafspraken 5

Totaal 75

Ter voorbereiding op de workshop vragen wij u om alvast de lesboekjes door te nemen. Veel plezier!

Wanneer u vragen heeft, kunt u contact opnemen met <contactgegevens>

Met vriendelijke groet,<afzender>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

15 Programma docentenworkshop lesboekjes

Programma Minuten1 Welkom en uitleg over programma 52 Over voorlichting en genotmiddelen 403 Het lesmateriaal 254 Evaluatieformulier, afsluiting en vervolgafspraken 5

Totaal 75

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

16 Evaluatieformulier docentenworkshop lesboekjes

We willen graag weten hoe u deze workshop heeft ervaren. Wat vond u goed en wat heeft u gemist? Op basis van uw ervaringen kan de workshop worden aangepast om optimaal aan te sluiten bij de wensen van u en uw collega’s.

1. Welk vak geeft u?

2. Heeft u eerder met De gezonde school en genotmiddelen gewerkt?a. jab. nee

3. Hoe heeft u het niveau van de workshop ervaren?c. te laagd. goede. te hoog

3a. Indien te laag of te hoog,kunt u hier uw antwoord motiveren?

4. Wat vond u van de tijdsduur van de workshopf. te kortg. goedh. te lang

4a. Indien te lang of te kort, kunt u hier uw antwoord motiveren?

5. Miste u iets in de workshop0 nee0 ja, namelijk…

6. Welk cijfer tussen de 1 en de 10 geeft u de workshop?

Ruimte voor opmerkingen

Hartelijk dank voor het invullen!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

17 Opdracht MiddelenproblematiekBij deze opdracht is het de bedoeling dat de docenten in groepjes inzicht verwerven in de cijfers en problematiek rond het middel waarover zij gaan lesgeven (alcohol, tabak of cannabis). Voor deze opdracht zijn daarom drie informatiepakketten met cijfers over roken, alcohol en blowen samengesteld. Je kunt eventueel ook zelf pakketjes samenstellen van folders, factsheets, et cetera.

Stap 1Maak een groep voor ieder middel waarover les wordt gegeven. Wanneer op een school alleen lessen over alcohol uitgevoerd worden, maak dan ook alleen een groep ‘alcohol’. Als zowel lessen roken, alcohol als blowen uitgevoerd worden, dan zijn er drie groepen.

Wanneer een groep groter wordt dan vier deelnemers, is het handig om deze te splitsen. Er zijn dan meerdere groepen met hetzelfde middel. Het kan zijn dat een docent lessen over meerdere middelen uitvoert. Laat hem of haar dan kiezen voor een van de middelen.

Stap 2 Iedere groep krijgt informatiepakketjes die horen bij het middel en flip-overpapier met stiften. Bij het informatiepakket zitten een aantal vragen. De vragen dienen als leidraad, maar zijn zeker niet dwingend.

Stap 3De deelnemers bespreken de informatie in het pakket aan de hand van de vragen. De belangrijkste punten worden op het flip-overpapier geschreven.

Stap 4Alle groepen geven een korte samenvatting van de cijfers en de belangrijkste punten uit hun discussie. Hierbij kunnen ze gebruik maken van de flip-over. Je kunt hierbij samenvatten door vragen te stellen als: Welk middel wordt het meest gebruikt? Welke problematiek ziet u op uw eigen school het meest? Op welke manier kan dit probleem aangepakt worden? Wat kan de school hier aan bijdragen?

Stap 5Sluit dit onderdeel af met dia's, waarbij je iets vertelt over het huidige middelengebruik van jongeren.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Opdracht en informatie roken

Om de lessen over genotmiddelen goed te kunnen geven, is het belangrijk om een beeld te hebben van het aantal rokende jongeren en van de gevolgen van roken voor jongeren. Een deel van de informatie in deze bijlage zal u niet nieuw in de oren klinken, maar het kan in ieder geval geen kwaad om een aantal zaken aan te scherpen en na te denken over roken op school.

Bekijk en bespreek samen de informatie, die gebaseerd is op onderzoek (Jeugd en Riskant Gedrag 2011, Monshouwer et al., Utrecht 2012). Het is de bedoeling dat elke groep een korte samenvatting van 1 à 2 minuten geeft over, in uw geval, roken. Van de workshopleider krijgt u flip-overpapier en stiften.

De volgende vragen kunnen een leidraad zijn:1. Hoeveel jongeren roken er? Is dat (te) veel?2. Hoe denkt u dat dit bij u op school is?3. Wordt roken bij u op school als een probleem gezien?4. Hoe heeft het rookgedrag onder jongeren zich de afgelopen jaren

ontwikkeld? 5. Wat zijn de effecten van roken?6. Hoe zou het komen dat er tegenwoordig minder wordt gerookt?

Deze vragen zijn een hulpmiddel. Als u in uw groep iets ander wilt bespreken, staat dit uiteraard vrij.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Roken

Tussen 1999 en 2007 was sprake van een dalende trend in het aantal scholieren dat ooit heeft gerookt. In 2011 lijkt het percentage scholieren dat ervaring heeft met roken zich te stabiliseren (36%). Bijna één op de vijf scholieren in het voortgezet onderwijs heeft de afgelopen maand gerookt (19%). Hoe hoger het schoolniveau, hoe minder het aantal sigaretten dat wordt gerookt. Onder de rokers op het VMBO-b zijn aanzienlijk meer zware rokers dan onder de rokers op het VWO of HAVO.

De meeste jongeren beginnen met roken tussen de 12 en 16 jaar. Jongeren die op hun 16e nog niet roken, zullen over het algemeen ook niet meer beginnen.

Er zijn niet veel verschillen tussen jongens en meisjes. De enige groep die beduidend minder rookt zijn Marokkaanse jongeren. Hier rookte slechts 5 procent in de laatste maand (tegenover 19 procent landelijk).

Percentage scholieren dat ooit heeft gerookt (naar leeftijd en geslacht)

BO 12 jr 13 jr 14 jr 15 jr 16 jr 17-18 jr

Tot VO0

10

20

30

40

50

60

JongensMeisje

Percentage scholieren 12-16 dat de laatste maand rookte (naar schoolniveau)

VMBO-b VMBO-tl HAVO VWO0

5

10

15

20

25

JongensMeisjes

Risico’sBij het roken van tabak krijgt een gebruiker verschillende schadelijke stoffen binnen. De belangrijkste daarvan zijn nicotine, koolmonoxide en teer. Nicotine verruwt de wanden van de bloedvaten, waardoor vettige stoffen als

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

cholesterol blijven kleven. De vaten vernauwen en het bloed stroomt minder goed, waardoor de hartslag moet versnellen om het lichaam van voldoende zuurstof te voorzien. Hierdoor stijgt de bloeddruk. Hart- en vaatziekten als een beroerte of een hartinfarct kunnen het gevolg zijn. Rokers hebben 70 procent meer kans om te overlijden aan een ziekte aan een van de kransslagaders van het hart. Naast hart en bloedvaten reageren ook de maag, de darmen en de nieren op nicotine.

Koolmonoxide ontstaat bij de verbranding van tabak. Het zorgt ervoor dat zuurstof minder goed aan rode bloedcellen gebonden wordt, met een verminderd zuurstoftransport als gevolg. Teer zorgt ervoor dat de trilhaartjes in de luchtwegen minder bewegen. Hierdoor vermindert het zelfreinigend vermogen van de longen en luchtwegen. Bij de verbranding van tabak worden honderden chemische verbindingen gevormd. Minstens veertig van deze stoffen zijn kankerverwekkend, sommige in zeer hoge mate. Daarbij komt dat sommige stoffen die op zichzelf niet kankerverwekkend zijn, in verbinding met andere stoffen wel kankerverwekkend zijn. Op deze manier draagt roken bij aan het ontstaan van longkanker, kanker in de slokdarm, alvleesklier, strottenhoofd, mondholte, keel, blaas, nieren en de baarmoederhals.

Tabak

Nicotine is de werkzame stof in tabak.

Verslavend?  Lichamelijk matig, geestelijk zeer groot.

Steeds meer nodig voor zelfde effect?

Ja.

Effecten korte termijn

Opwekkend, trillende handen, snelle hartslag, hoesten, koude vingers en tenen, irritaties aan de ogen.

Gevolgen lange termijn

Slechte conditie, hart- en vaatziekten, bronchitis, kanker.

VoorlichtingJongeren zijn vooral gevoelig voor de risico’s op korte termijn. Ze ervaren de mogelijkheid dat zij kanker, een hartinfarct of vaatziekten krijgen niet als reëel. Een grauwere huid, puistjes, stinken, conditie, hoesten en hoge kosten, dat zijn argumenten die gelden. Tegenwoordig hoef je niet meer per se te roken om ‘erbij te horen’. De meeste jongeren roken immers niet.

Stoppen met roken

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Ongeveer de helft van de jongeren die ooit wel eens heeft gerookt, stopt daar weer mee. Van de jongeren die niet stoppen, heeft ruim de helft dit wel geprobeerd.

Meer informatie over roken:www.stivoro.nl www.drugsinfo.nl

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Opdracht en informatie alcohol

Om de lessen over genotmiddelen goed te kunnen geven, is het belangrijk om een beeld te hebben van het aantal jongeren dat alcohol drinkt en van de gevolgen van alcohol voor jongeren. Een deel van de informatie in deze bijlage zal u niet nieuw in de oren klinken, maar het kan in ieder geval geen kwaad om een aantal zaken aan te scherpen en na te denken over alcohol en school.

Bekijk en bespreek samen de informatie, die gebaseerd is op onderzoek (Jeugd en Riskant Gedrag, Monshouwer et al., Utrecht 2012). Het is de bedoeling dat elke groep een korte samenvatting van 1 à 2 minuten geeft over, in uw geval, alcohol. Van de workshopleider krijgt u flip-overpapier en stiften.

De volgende vragen kunnen een leidraad zijn:1. Hoeveel jongeren drinken alcohol?2. Is dat (te) veel?3. Hoe denkt u dat dit bij u op school is?4. Wordt alcoholgebruik bij u op school als een probleem gezien?5. Hoe heeft het drinkgedrag onder jongeren zich de afgelopen jaren

ontwikkeld? 6. Wat zijn de effecten van alcohol?7. Hoe zou het komen dat er tegenwoordig meer wordt gedronken?

Deze vragen zijn een hulpmiddel. Als u in uw groep iets ander wilt bespreken, staat dit uiteraard vrij.

Alcohol

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Nederlandse jongeren drinken nog steeds te vaak en te veel. Er was een enorme piek in gebruik in 2003, maar de cijfers over 2011 laten een daling zien t.o.v. 2007, zowel bij jongens als meisjes. Dit geldt met name bij de jongste leeftijdgroepen (12-15 jaar). In de oudere leeftijdcategorieën is nauwelijks een daling zichtbaar van het aantal scholieren dat ooit alcohol heeft gedronken.

Percentage scholieren VO dat ooit alcohol heeft gebruikt in 2011

BO 12 jr 13 jr 14 jr 15 jr 16 jr 17-18 jr

Tot VO

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

JongensMeisjesTotaal

Vier op de tien leerlingen van het voortgezet onderwijs hebben in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken (43%) en ruim een vijfde is de afgelopen maand dronken of aangeschoten geweest. Het aantal glazen dat in het weekend gedronken wordt door scholieren die alcohol drinken, neemt sterk toe met het stijgen van de leeftijd. Op 14-jarige leeftijd drinkt al 33% van de alcoholgebruikers 5 glazen of meer in het weekend en op 16-jarige leeftijd is dit gestegen tot 67%.

Nederland staat nog steeds in de top 5 wat betreft het alcoholgebruik van haar jongeren. Vergeleken met andere landen in Europa zijn de Nederlandse jongeren vaker dronken. Dit geldt voor alle schoolniveaus. Alleen het binge drinken komt wat vaker voor bij de actuele drinkers op het VMBO-b. Alcoholgebruik komt beduidend minder voor onder scholieren met een Marokkaanse, Turkse of overige niet-

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

westerse etnische achtergrond.

Risico’sAlcoholgebruik in grotere mate heeft een aantal risico’s: Het kan beschadigingen veroorzaken aan het maagslijmvlies, de lever en de

hersenen. Als iemand veel heeft gedronken neemt de kans op ongelukken toe. Mensen

worden bovendien sneller agressief met een flinke slok op. Mensen die zeer regelmatig veel alcohol drinken, lopen op wat langere termijn

meer risico op leveraandoeningen en op diverse vormen van kanker aan onder meer mond, keel, slokdarm, maag, lever en darmen.

Alcohol kan voor sociale problemen zorgen. Ontremd gedrag tegenover partner, vrienden of collega's kan leiden tot irritaties en ruzies, met als gevolg relatiebreuken en soms zelfs het verlies van werk of woning.

Het korte termijngeheugen kan aangetast worden. Dit kan leiden tot het Korsakov syndroom of tot alcoholdementie.

Alcohol

Alcohol is na koffie en thee de meest gebruikte drug in Nederland.

Verslavend?  Bij sociaal gebruik kan er sprake zijn van matige geestelijke afhankelijkheid, bij intensief gebruik van grote geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid.

Steeds meer nodig voor zelfde effect?

Ja.

Effecten korte termijn

Verdovend en ontremmend, aantasting beoordelingsvermogen en reactievermogen, sentimentaliteit, agressie, zelfoverschatting, onverschilligheid, aantasting van motoriek en spraak.

Gevolgen lange termijn

Ernstige schade aan de lever, hersenen, hart en maag bij overmatig gebruik.

Belangrijk Gevaar bij combinatie met andere middelen (slaapmiddelen en opiaten).

Voor jongeren is alcohol altijd schadelijk!Veel jongeren drinken meer dan twee glazen alcohol op een weekendavond. Deze hoeveelheid is schadelijk voor volwassenen, maar voor jongeren in hun ontwikkeling zitten er nog grotere risico’s aan. Er wordt steeds meer bekend over de schadelijke gevolgen van alcohol op de ontwikkeling van jongeren. Met name de ontwikkeling

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

van de hersenen wordt verstoord door alcohol. De ontwikkeling van de hersenen gaat door tot ongeveer 24 jaar. Het drinken van alcohol op jonge leeftijd heeft al snel effect op de ontwikkeling van het geheugen en concentratie. Het volume van bepaalde hersengebieden blijft ook achter bij jongeren die al vroeg zijn begonnen met drinken. Daarnaast is alcohol ook schadelijk voor de ontwikkeling van de organen en de groei in het algemeen.

Het blijkt dat jongeren die op vroege leeftijd beginnen met drinken gevoeliger zijn om op latere leeftijd verslaafd te raken aan alcohol of andere middelen. Bij jongeren die al op vroege leeftijd dronken, zie je op latere leeftijd vier keer zo veel alcoholverslavingen.

Meer informatie over alcohol.www.alcoholinfo.nl www.drugsinfo.nl

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Opdracht en informatie blowen

Om de lessen over genotmiddelen goed te kunnen geven, is het belangrijk om een beeld te hebben van het aantal blowende jongeren en van de gevolgen van blowen voor jongeren. Een deel van de informatie in deze bijlage zal u niet nieuw in de oren klinken, maar het kan in ieder geval geen kwaad om een aantal zaken aan te scherpen en na te denken over blowen en school.

Bekijk en bespreek samen de informatie, die gebaseerd is op onderzoek (Jeugd en Riskant Gedrag, Monshouwer et al., Utrecht 2011). Het is de bedoeling dat elke groep een korte samenvatting van 1 à 2 minuten geeft over, in uw geval, cannabisgebruik. Van de workshopleider krijgt u flip-overpapier en stiften.

De volgende vragen kunnen een leidraad zijn:1. Hoeveel jongeren blowen er?2. Is dat (te) veel?3. Hoe denkt u dat dit bij u op school is?4. Wordt blowen bij u op school als een probleem gezien?5. Hoe heeft het blowgedrag onder jongeren zich de afgelopen jaren

ontwikkeld? 6. Wat zijn de effecten van blowen?7. Hoe komen jongeren onder de 18 jaar aan hasj of wiet?

Deze vragen zijn een hulpmiddel. Als u in uw groep iets ander wilt bespreken, staat dit uiteraard vrij.

Blowen

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Het aantal jongeren dat de laatste maand heeft geblowd, ligt de laatste jaren op ongeveer 8 procent. Toch valt te zien dat van de jongeren van 17-18 jaar bijna de helft wel eens geblowd heeft. Over het algemeen blowen er meer jongens dan meisjes. Er zijn minder Marokkaanse (en Turkse) jongeren die blowen, maar verder is er geen sterke samenhang tussen etnische afkomst en het gebruik van cannabis. Het percentage blowers verschilt weinig per schoolniveau. Wel lijken de gebruikers op het VWO minder vaak te blowen en gebruiken ze minder joints per keer dan de leerlingen van de andere schoolniveaus.

Percentage scholieren VO dat ooit cannabis heeft gebruikt (2011)

BO 12 jr 13 jr 14 jr 15 jr 16 jr 17-18 jr

Tot VO

0

10

20

30

40

50

60

JongensMeisjesTotaal

BlowenHasj en wiet zijn afkomstig van een plant met de Latijnse naam Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands noemen we de plant hennep. Hasj en wiet worden meestal vermengd met tabak en dan met één of meer vloeitjes tot een shaggie gerold tot een stickie of joint. Er zijn ook mensen die hasj en wiet in het eten verwerken, meestal in taart of 'spacecake'.

Risico’sWie niet lekker in zijn vel zit, kan beter helemaal geen hasj of wiet gebruiken. De kans is groot dat het er alleen maar erger van wordt.

Een te hoge dosis kan heftige angstgevoelens of neerslachtigheid veroorzaken. Lichamelijk kan het heel onbehaaglijke gevoelens veroorzaken (duizeligheid, misselijkheid), tot paniek en flauwvallen toe. Dit wordt 'flippen' genoemd. Wachten tot het over gaat, is het enige wat je dan kunt doen. Wel kan een ander proberen je te kalmeren. Het 'flippen' door een te grote dosis komt vooral voor bij onervaren gebruikers (jongeren, of buitenlandse toeristen bijvoorbeeld). Dit risico is een stuk groter wanneer hasj gegeten wordt, omdat de gebruiker dan minder goed in de gaten heeft hoeveel hij of zij heeft binnengekregen.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Hasj en wiet

De werkzame stof in hasj en wiet is THC (9 delta-9-tetrahydrocannabinol)

Verslavend?  Afhankelijkheid van cannabis kan optreden.

Steeds meer nodig voor zelfde effect?

Nee.

Effecten korte termijn

Ontspannend, versterkt gevoelens, vermindering concentratie- en reactievermogen, verandering zintuiglijke waarneming. Bij hogere dosering angst, paniek en soms bewustzijnsverlies.

Gevolgen lange termijn

Schade aan ademhalingsorganen, kanker (bij roken).

Belangrijk Bij combinatie met alcohol worden effecten van alcohol versterkt. Kans op een te hoge dosering bij het eten van 'spacecake'.

THC vermindert het concentratievermogen, het reactievermogen en het korte termijngeheugen. Logisch nadenken wordt moeilijker, en je verliest de draad van een gesprek uit het oog. THC en werken, huiswerk maken of studeren gaan dan ook niet samen. Deelname aan het verkeer onder invloed van THC is gevaarlijk en is daarom verboden. Mensen die veel en vaak THC gebruiken, kunnen geremd worden in hun ontwikkeling. In plaats van problemen op te lossen en daarvan te leren, 'blowen' ze hun problemen en onvrede weg. Ze lopen bovendien het risico in een sociaal isolement terecht te komen.

Er zijn aanwijzingen dat er een relatie is tussen cannabisgebruik en het ontstaan van psychische stoornissen als schizofrenie, depressie en angst. Mensen die kampen met onderliggende psychische problemen of die aanleg hebben voor psychische stoornissen vormen een risicogroep. Het gebruik van hasj kan deze problemen verergeren en wordt daarom afgeraden.

Voor meer informatie:www.drugsinfo.nl

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

18 Opdracht VoorlichtingsbenaderingenBij deze opdracht werken docenten in een groep een kort lesje uit volgens een waarschuwende, informatieve of persoonlijke benadering. Op deze manier verdiepen de docenten zich op een concrete manier in een van de benaderingen. Vervolgens presenteert iedere groep kort haar les, waardoor de deelnemers een concreet beeld krijgen van de verschillende benaderingen.

Stap 1Maak groepen van twee tot vier docenten. De groepen gaan aan de slag met een waarschuwende, informatieve of persoonsgerichte benadering. Je kunt de groepen een benadering toedelen, of ze zelf een benadering laten kiezen. Zorg er wel voor dat alle benaderingen aan bod komen.

Stap 2Deel de opdrachten, de informatie en het flip-overpapier met de stiften uit. De docenten werken aan de opdracht en kunnen de belangrijkste punten op het flip-overpapier schrijven.

Stap 3Bespreek de opdracht plenair na. De vragen die aan bod kunnen komen:

Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende benaderingen? Welke benadering zou het beste werken bij pubers?

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Verdiepingsopdracht voorlichtingsbenaderingen

Er zijn grofweg drie soorten voorlichting te onderscheiden: de waarschuwende, de informatieve en de persoonsgerichte. Tijdens de teampresentatie op school is hier al aandacht aan besteed. Een samenvatting van die informatie vindt u achter deze opdracht.

Deze opdracht is bedoeld om dieper in te gaan op de benaderingen en na te denken over de gevolgen die de keuze voor een bepaalde benadering heeft op de invulling van uw les. Bij de opdracht kunt u samenwerken in groepen. Iedere groep kiest één van de benaderingen: waarschuwend, informatief of persoonlijk.

Hieronder staat een lesonderwerp over alcohol. Bespreek samen hoe een les over dit onderwerp er uit zou zien volgens de gekozen benadering. Het is de bedoeling dat elke groep een korte samenvatting van 1 à 2 minuten geeft over de benadering. Van de workshopleider krijgt u flip-overpapier en stiften.

De volgende vragen kunnen een leidraad zijn: Welke informatie geeft u de leerlingen? Wat voor soort werkvormen passen hierbij? Denk aan: open vragen, opdrachten,

gesloten vragen, samenwerkingsopdrachten, et cetera. Wat is de rol van de docent?

De benaderingen

LesonderwerpEffecten van alcohol per glas1-3 glazen (0 - 0,5 promille): Ontspannen - ontremd - vrolijkJe polsslag en ademhaling versnellen. Je krijgt een warm gevoel. Smaak, reuk en gezichtsvermogen gaan achteruit en je voelt minder pijn. Je eetlust neemt toe en je moet vaker plassen.

3-7 glazen (0,5 tot 1,5 promille): Aangeschoten - tipsyStemming en gedrag veranderen duidelijk. Je overschat jezelf. Je geheugen, reactiesnelheid en coördinatie verminderen en het beoordelen van situaties gaat moeilijker. Links en rechts van je gezichtsas neem je steeds minder waar (tunneleffect).

7-15 glazen (1,5 tot 3 promille): Zat - dronkenAlle eerder genoemde effecten worden versterkt. Ook ga je je overdreven emotioneel gedragen en je zelfkritiek verdwijnt. Je gezicht wordt rood, zwelt op en je pupillen vergroten. Je kan misselijk worden en braken.

15-20 glazen (3 tot 4 promille): LaveloosJe zintuigen verdoven en je bent in de war en afwezig; wat je hoort en ziet dringt nauwelijks tot je door.

20-25+ glazen (4 promille en hoger): Knock-outJe ademhaling en polsslag vertragen zo sterk dat je in coma kunt raken en zelfs kunt doodgaan; je ademhaling stopt of je krijgt een hartstilstand. 

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

In de waarschuwende benadering gaat de voorlichting vooral in op de gevaren van drugsgebruik. De leerlingen worden gewaarschuwd niet met drugs te beginnen. Het komt ook voor dat een appél wordt gedaan op angstgevoelens. Deze vorm van voorlichting kan emotioneel zeer aangrijpend zijn. Een bekend voorbeeld is het uitnodigen van een ex-verslaafde in de klas.

De waarschuwende benadering maakt vaak veel indruk op leerlingen. Bovendien bevestigt deze benadering het merendeel van de leerlingen in hun (al aanwezige) negatieve houding ten aanzien van drugs. Voor een klein deel van de leerlingen werken de waarschuwingen echter uitdagend. Drugs zijn tenslotte genotmiddelen met een bepaalde aantrekkingskracht. Bovendien: alles wat verboden is, is extra interessant, vooral in een leeftijdsfase waarin jongeren het leven en hun eigen grenzen willen ontdekken, en graag ook volwassen willen lijken.

Er zitten dus risico’s aan de waarschuwende benadering die eenzijdig elk drugsgebruik afkeurt. Deze benadering kan een averechts effect hebben. Dat kan ook gebeuren omdat de boodschap vaak niet aansluit op de ervaringen van jongeren, en daardoor ongeloofwaardig wordt. Wanneer een groep jongeren goede ervaringen heeft met softdrugsgebruik, terwijl een docent soft- en harddrugs over één kam scheert en afkeurt, dan zal het vertrouwen in de voorlichting van die docent maar heel klein zijn. Leerlingen zullen zijn mening over harddrugs snel als onbetrouwbaar bestempelen.

Een genuanceerde en realistische benadering werkt vaak beter. De Nederlandse wetgeving, die een duidelijk onderscheid maakt tussen softdrugs en harddrugs, maakt zo'n genuanceerde benadering mogelijk. In landen waar dit niet het geval is (en dat zijn bijna alle andere landen!) ligt dit veel moeilijker.

Ook bij de informatieve benadering staan drugs en drugsgebruik centraal. Hierbij komen allerlei aspecten, waaronder voor- en nadelen van gebruik, op een nuchtere en zakelijke manier aan bod. De informatieve benadering heeft veelal een toename van kennis tot gevolg. Dit is dan wel op korte termijn; op lange termijn verdwijnt dit effect over het algemeen. Op het gedrag van de leerlingen heeft deze benadering geen of slechts een zeer geringe invloed. Leerlingen die informatieve voorlichting hebben gehad, gebruiken niet meer of minder dan vergelijkbare leerlingen die geen voorlichting kregen.

Een derde benadering is de persoonsgerichte. Hierin wordt vooral aandacht besteed aan de jongere zelf en in mindere mate aan de middelen. Daarbij gaat het om het maken van keuzes, het vormen van een mening en het omgaan met groepsdruk. Het is een combinatie van het geven van informatie en het werken aan persoonlijke en sociale vaardigheden.

Deze benadering, die wordt gebruikt in De gezonde school en genotmiddelen, is het meest effectief op kennis, houding en gedrag. Uit de resultaten van effectonderzoek naar het programma komt dit ook naar voren. Bij de persoonsgerichte benadering gaat het om de sociale en emotionele ontwikkeling in algemene zin. Ze is dan ook inzetbaar voor meerdere gezondheidsonderwerpen.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

19 Uitnodiging docentenworkshop OIOBeste docent,

Uw school heeft ervoor gekozen om met de e-learning module Onder invloed onderweg te gaan werken. Dit is een nieuwe lesmodule over alcohol, drugs en verkeer, die deel uitmaakt van het preventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen. Graag nodigen we u uit voor de bijbehorende workshop.

De workshop vindt plaats: DatumTijdAdresPlaats

Tijdens de workshop maakt u kennis met de mogelijkheden van de e-learning module en kunt u zien hoe de docentenomgeving werkt. En natuurlijk krijgt u inzicht in alle facetten van de leerlingenomgeving.

Het programma van de bijeenkomst is:Programma Minuten

1 Welkom en uitleg over de workshop 52 Over voorlichting en genotmiddelen 153 Introductie e-learning module Onder invloed onderweg 204 Zelf werken met de leerlingenomgeving 205 Zelf werken met de docentenomgeving 206 Evaluatie en afsluiting 10

Totaal 90

Wanneer u vragen heeft, kunt u contact opnemen met <contactgegevens>

Met vriendelijke groet,<afzender>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

20 Programma docentenworkshop OIO

Programma Minuten1 Welkom en uitleg over de workshop 52 Over voorlichting en genotmiddelen 153 Introductie e-learning module Onder invloed onderweg 204 Zelf werken met de leerlingenomgeving 205 Zelf werken met de docentenomgeving 206 Evaluatie en afsluiting 10

Totaal 90

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

21 Docentenomgeving verkennenDeze opdracht is bedoeld om de docentenomgeving te verkennen. U werkt hierbij in de docentenomgeving van uw eigen school. Hiervoor heeft u het wachtwoord en de gebruikersnaam nodig die u van de workshopleider krijgt. U kunt in deze docentenomgeving alle docenten en klassen aanmaken die het komende jaar met de e-learning module Onder invloed onderweg werken. Bij het aanmaken worden modulecodes gegenereerd die uw leerlingen nodig hebben om in te loggen.

Stap 1 g. Ga naar www.rokendrinkendrugs.nl en voer de gebruikersnaam en het

wachtwoord in die u van de workshopleider ontvangt.

h. Voeg de docenten toe die komend jaar aan de modules gaan werken.

Resultaat van stap 1U heeft nu een lijst met leerkrachten die gaan werken met rokendrinkendrugs.nl.

Stap 2

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

i. Voeg nu de juiste klassen toe aan de docenten. U kunt dit doen door op een docent te klikken en vervolgens op ‘klas toevoegen’.

j. Vul de naam van de klas in en selecteer één van de modules. Klik op ‘opslaan’.

k. Herhaal stap b totdat alle modules aan een leerkracht gekoppeld zijn en u voor elke klas een modulecode heeft gegenereerd. U kunt meerdere klassen aan dezelfde docent koppelen.

l. Heeft u per abuis een verkeerde docent aan bepaalde klas gekoppeld, dan kunt u deze weer ontkoppelen.

Resultaat van stap 2Deze docenten zijn gekoppeld aan de klassen waar zij les aan geven. Bij elke klas staat een modulecode.

Modulecode

Ontkoppelen

Belangrijk om te weten is dat docenten en klassen ‘ontkoppeld’ kunnen worden, zolang er nog geen leerlingen ingelogd zijn. De modulecode verdwijnt vervolgens weer. Op het moment dat er een leerling ingelogd is op een modulecode, is dit ontkoppelen niet meer mogelijk!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

22 Evaluatieformulier docentenworkshop OIOWe willen graag weten hoe u deze workshop heeft ervaren. Wat vond u goed en wat heeft u gemist? Op basis van uw ervaringen kan de workshop worden aangepast om optimaal aan te sluiten bij de wensen van u en uw collega’s.

1. Welk vak geeft u?

2. Hoe vaak gebruikt u de computer in uw eigen lessen. a. meerdere malen per weekb. wekelijksc. maandelijksd. nooit – een aantal keer per jaar

3. Heeft u eerder met De gezonde school en genotmiddelen gewerkt?a. jab. nee

4. Hoe heeft u het niveau van de workshop ervaren?a. te laagb. goedc. te hoog

4a. Indien te laag of te hoog, kunt u hier uw antwoord motiveren?

5. Wat vond u van de tijdsduur van de workshopa. te kortb. goedc. te lang

5a. Indien te lang of te kort, kunt u hier uw antwoord motiveren?

6. Denkt u dat u na het volgen van de workshop uw leerlingen kunt registreren?a. ja, dat lukt welb. nee, maar ik kan het verder zelf voorbereidenc. nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

7. Denkt u dat u na het volgen van de workshop groepen kunt maken?a. ja, dat lukt welb. nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden.c. nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

8. Denkt u dat u na het volgen van de workshop kunt werken met het docentendeel, bijvoorbeeld het nakijken van opdrachten en het uitzetten van Discuz?

a. ja, dat lukt welb. nee, maar ik kan het verder zelf voorbereidenc. nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

9. Denkt u dat u na het volgen van de workshop leerlingen kunt begeleiden in de leerlingenomgeving?

0 ja, dat lukt wel0 nee, maar ik kan het verder zelf voorbereiden0 nee, ik zou hier graag nog extra instructie over krijgen

10. Miste u iets in de workshop0 nee0 ja, namelijk…

11. Hoe staat u na het volgen van de workshop tegenover het gebruik van de e-learning module?

a. het lijkt me geen probleem om met de module te werkenb. het lijkt me moeilijk om met de module te werken, maar het lijkt me

leuke ervaringc. het lijkt me moeilijk om met de module te werken, ik zie er wel tegen

opd. anders, namelijk…

12. Welk cijfer tussen de 1 en de 10 geeft u de workshop?

Ruimte voor opmerkingen

Hartelijk dank voor het invullen!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

23 Uitnodigingsbrief ouderavond Aan de ouders/verzorgers van<naam leerling><postcode + plaats>

Datum: Contactpersoon:

Betreft: ouderavond De gezonde school en genotmiddelen

Geachte ouders en verzorgers,

Zoals u misschien weet, voeren we op onze school het programma De gezonde school en genotmiddelen uit. Dit programma heeft als doel om leerlingen voor te lichten over de risico's van alcohol drinken, roken en blowen. De gezonde school en genotmiddelen wordt in heel Nederland uitgevoerd op scholen. In onze regio werken we samen met <naam GGD/IVZ>.

In het kader van De gezonde school en genotmiddelen volgen de klassen in het <eerste/tweede/derde> jaar in <periode/maanden> lessen over <alcohol/ roken/blowen>. Daarnaast heeft onze school een reglement over genotmiddelen opgesteld. Als het nodig is, zorgen we voor hulp voor leerlingen die (te) veel roken, drinken of blowen. En we vinden het belangrijk dat de ouders ook betrokken zijn bij het programma. Daarom organiseren we een ouderavond over <thema>. <Korte toelichting op het thema.>

U wordt van harte uitgenodigd voor deze ouderavond, op <dag, datum, tijd> in <gebouw, adres>.

Bij deze brief vindt u een programma en een routebeschrijving. Wilt u op de antwoordstrook aankruisen of u wel of niet komt? Graag de antwoordstrook vóór <datum> aan uw kind mee naar school geven. <U kunt zich ook opgeven via de website>. Voor meer informatie over de ouderavond of over De gezonde school en genotmiddelen kunt u contact opnemen met <naam contactpersoon school en/of GGD/IVZ>. Hij/zij is bereikbaar op <dagen en tijdstippen> op <telefoonnummer> en <mailadres>.

Met vriendelijke groet,

<naam>

………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Naam:

□ Komt WEL naar de ouderavond□ Komt NIET naar de ouderavond

Aantal personen:

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

24 EvaluatieformulierDatum:Schoollocatie:

1. Heeft u vanavond iets nieuws geleerd? Ja Nee

2. Kon u zelf vragen stellen of uw ervaringen vertellen? Ja Nee

3. Bent u van plan om met uw kind te praten over deze ouderavond? Ja Nee

4. Weet u bij wie u op school terecht kunt met vragen over alcohol, roken en drugs? Ja Nee

5. Welk rapportcijfer geeft u de ouderavond?1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

6. Welk onderdeel vond u het meest interessant?

7. Over welk onderwerp wilt u het de volgende ouderavond hebben?

8. Heeft u nog tips om de ouderavonden te verbeteren?

Ruimte voor overige opmerkingen

Bedankt voor het invullen!

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

25 Tien veelgestelde vragen1. Wat zijn de risico’s van alcoholgebruik op jonge leeftijd? Alcoholgebruik door jongeren hangt samen met meer risicovol seksueel gedrag, een grotere kans op ongevallen en verwondingen én op agressief gedrag. Alcohol werkt namelijk ontremmend en leidt tot een vermindering in cognitief functioneren. Bij fors gebruik van alcohol is er een grotere kans op schade aan de hersenen (leren, geheugen, aandacht, plannen en beslissen). In de puberteit groeien de botten en spieren snel. Hormonen beïnvloeden deze groeiprocessen. Alcohol verstoort de balans tussen deze hormonen. Alcohol verlaagt onder andere de hoeveelheden mannelijk hormoon en groeihormoon. Van jongens is het bekend dat alcohol de botontwikkeling remt (zie ook de folder Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind, via www.alcoholinfo.nl). Daarnaast lopen jongeren die al vroeg beginnen met drinken een groter risico om op latere leeftijd problemen te krijgen met alcohol.

2. Wat is er bekend over de schade aan de hersenen?Alcoholgebruik is voor jongeren schadelijker dan voor volwassenen, omdat de hersenen van jongeren nog in de groei zijn. De hersenen van jongeren groeien door tot ze ongeveer 24 jaar zijn. In de loop van de adolescentie treden groeispurts op in verschillende delen van de hersenen. Alcohol kan hierop een verstorende werking hebben met verstrekkende gevolgen. Onderzoek naar de schadelijke effecten van alcohol op de hersenen is meestal dierexperimenteel onderzoek, dus zijn er methodologische beperkingen. Maar alles wijst erop dat schade aan de hersenen (leren, geheugen, aandacht) toeneemt bij fors gebruik van alcohol op jonge leeftijd.

3. Is experimenteren met alcohol niet gewoon een onderdeel van de puberteit?Ja, maar pas later in de puberteit en zeker niet vóór 16 jaar. Ook eenmalig gebruik kan leiden tot ongelukken, een overdosis, geweld of risicovol seksueel gedrag. Daarnaast kunnen de effecten van alcohol verder gebruik versterken. Sommige pubers gebruiken een enkele keer, en besluiten dan dat alcohol niets voor ze is. Voor anderen kan het gebruik van alcohol echter verslavend werken. Hoe langer deze eerste ervaring met alcohol uitgesteld kan worden, hoe groter de kans dat pubers alternatieve manieren hebben ontwikkeld waarop zij plezier kunnen maken, én met de uitdagingen van de puberteit om kunnen gaan.

4. Is één glas alcohol echt zo slecht voor een kind?Eén glas alcohol is niet per se slecht voor de hersenen. Maar wie een kind toestaat één glas te drinken, geeft het signaal af dat het voor kinderen niet erg is om alcohol te drinken. Bovendien: als kinderen eenmaal drinken, is de kans groter dat ze ook meer gaan drinken. Ook neemt de invloed van ouders op het alcoholgebruik af als kinderen eenmaal begonnen zijn met drinken. En er is een relatie tussen een vroege beginleeftijd en de kans op alcoholmisbruik op latere leeftijd.

5. Waarom moeten ouders regels stellen over alcoholgebruik?Pubers hebben grenzen nodig. Ouders moeten daarom duidelijke regels stellen. Regels kunnen een kind helpen om geen alcohol te gebruiken. Maar regels werken alleen als het kind begrijpt wat de bedoeling is. Het is ook belangrijk om de regels te handhaven, door ook te bespreken welke sancties er volgen als het kind de regels niet naleeft.

Voorbeeldregels: Kinderen mogen niet drinken tot ze 16 zijn.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Oudere kinderen en volwassenen in het gezin geven geen alcohol aan kinderen onder de 16 jaar.

Oudere kinderen en volwassenen in het gezin ontmoedigen het gebruik van alcohol door jongere kinderen.

Tijdens feestjes in huis van volwassenen zijn altijd alcoholvrije drankjes en versnaperingen aanwezig wanneer alcohol geschonken wordt.

Kinderen mogen niet naar feestjes waar alcohol geschonken wordt. Kinderen hebben geen toegang tot de drank van hun ouders.

6. Moedigt het stellen van regels over alcoholgebruik niet juist aan om tegen de regels aan te schoppen?Tijdens de puberteit is de balans tussen regels stellen en afspraken maken van belang. Probeer zoveel mogelijk afspraken te maken in plaats van eenzijdig regels te stellen. Bij het stellen van een regel is het gebruikelijk dat een kind protesteert, maar dit protest betekent niet dat hij of zij de regel niet zal respecteren. Het schoppen tegen regels hoort bij pubers. Zij zoeken de grenzen op en gaan een conflict niet uit de weg. Het is belangrijk dat u grenzen blijft stellen en bij uw standpunt blijft. Daarnaast is het belangrijk dat u uw waardering laat merken, wanneer een kind zich aan de gestelde regels of afspraak houdt.

7. Houdt het vaststellen van straffen niet in dat ouders hun kind niet vertrouwen?Belonen kan heel motiverend zijn om regels te volgen. Maar wanneer een regel na overtreding de eerste keer niet bestraft wordt, kan dit een kind het idee geven dat hij of zij er makkelijk mee weg komt. Het straffen zonder waarschuwing geeft een kind aanleiding om te denken dat zijn of haar ouders onredelijk zijn.

8. Hoe zit het met ouders die zelf veel drinken of veel dronken toen zij jong waren?Ouders die vroeger zelf veel dronken, kunnen tegen hun kind dit zeggen: ‘Ik heb inderdaad als puber alcohol gedronken en ik wou dat ik dat niet gedaan had. Tegenwoordig is veel meer bekend over de risico's van alcoholgebruik op jonge leeftijd.’Hoe ouders nú met alcohol omgaan, is ook belangrijk voor jongeren. Kinderen zijn gevoelig voor het gedrag van personen voor wie ze respect hebben. Veel van het gedrag dat ze vertonen, hebben ze geleerd van anderen. Het is ook goed om het eigen gedrag te bespreken, vooral als ouders zelf moeite hebben om hun alcoholgebruik te matigen. Ten slotte geldt natuurlijk wel dat ouders een andere positie hebben dan kinderen. Aan sommige zaken zijn leeftijdsgrenzen verbonden: aan autorijden, trouwen en alcohol drinken.

9. Wat kunnen ouders doen als hun kind al drinkt?Zij kunnen afspraken maken om het drinken zoveel mogelijk te beperken: Drink zo min mogelijk. Het alcoholgebruik beperken tot het weekend, dus hooguit één of twee avonden

per week. Niet drinken op zondagavond, want de volgende dag moet je weer naar school. Geen alcohol voor het sporten of voordat het kind de weg op gaat.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

10. Het is moeilijk om streng te zijn als andere kinderen wel alcohol mogen drinken van hun ouders. Veel ouders willen niet dat hun kind een uitzonderingspositie heeft. Daarom staan ze soms gedrag toe dat ze eigenlijk afkeuren. Waarschijnlijk zitten de andere ouders met hetzelfde probleem. Ouders kunnen dan contact met andere ouders opnemen en de situatie bespreken. Begin met de ouders van de beste vrienden van het kind. Of juist de ouders waarvan bekend is dat ze wel eens alcohol schenken aan hun kinderen. Ouders kunnen uitleggen dat zij eigenlijk niet willen dat hun kind alcohol drinkt, en proberen samen tot afspraken te komen.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

26 Tips en adviezenTips voor een goed gesprek met uw kind Kies een rustig moment, als u alleen bent met uw kind. Naar aanleiding van iets wat u samen ziet op tv, of hoort in de omgeving. Liever één keer duidelijke afspraken maken dan er steeds weer over beginnen. Zorg voor een prettige sfeer. Wees eerlijk en open. Stel regels resoluut en vriendelijk. Vertel welk gedrag u van uw kind verwacht. Controleer of uw kind de regels begrijpt. Leg uit waarom u regels stelt.

Redenen om alcoholgebruik door uw zo lang mogelijk uit te stellen Alcoholschade aan de hersenen. Slechtere leerprestaties. Onder invloed van alcohol kan iemand dingen doen waar hij/zij zich later voor

schaamt. Meer kans op geweld en risicovolle seksuele contacten.

Regels stellen Stel eenvoudige regels. Regel 1: Geen alcohol voor een kind in de groei. In ieder geval niet voor het 16e

jaar. Regel 2: Ouders, gezinsleden of vrienden geven geen alcohol aan kinderen

onder de 16 jaar. Regel 3: Niet naar feestjes van vrienden waar alcohol wordt geschonken. Vraag na of het kind de regels begrijpt en herhaal de regels. De regels gelden in alle situaties, dus ook op familiefeestjes waar andere

kinderen wel drinken, tijdens vakanties of op momenten dat de ouders er niet bij zijn.

Voorbeelden van beloningen Een compliment geven. Een keer langer opblijven. Een week langer gamen of op de computer. Iets leuks doen (bijvoorbeeld naar de film) met (een van) de ouders.

Voorbeelden van sancties Eerder moeten thuiskomen. Eén of twee weken minder of geen tv kijken/ internetten/msn‘en/gamen/dvd

huren Een week huisarrest. Een week of weekend geen afspraken met vrienden.

Voorbeeldgedrag van ouders

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Een ouder die zelf drinkt kan het zijn/haar kind wel degelijk verbieden. Voor volwassenen gelden immers andere regels dan voor kinderen. Vergelijk het met een brommer- of autorijbewijs.

Ouders drinken matig in het bijzijn van hun kinderen. Als ouders zelf moeite hebben met matig alcoholgebruik, kunnen ze daar het

best eerlijk over zijn. Ouders kopen natuurlijk geen alcohol voor hun kinderen, ook niet voor feestjes. Het advies van vroeger dat kinderen het best thuis kunnen leren drinken, geldt

niet meer. Uit onderzoek blijkt dat dit averechts werkt. Het huidige advies is: stel alcoholgebruik zo lang mogelijk uit.

Afspraken maken met ouders van klasgenoten of vrienden De meeste ouders willen eigenlijk niet dat hun kind drinkt, maar willen ook niet

dat hun kind als enige van de vriendengroep niet mag drinken. Ouders van kinderen in een bepaalde vriendengroep of klas kunnen contact met

elkaar opnemen en onderling afspreken dat hun kinderen allemaal geen alcohol mogen drinken. Ze schenken ook geen alcohol op feestjes van hun kinderen.

De ouderavond is een goede gelegenheid voor ouders om met elkaar deze afspraken te maken.

27 Voorbeeldbrief ouders (PAS)

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Aan de ouders/verzorgers van<naam leerling><postcode + plaats>

Datum: Contactpersoon:

Betreft: De gezonde school en genotmiddelen – preventie van alcoholgebruik

Geachte heer/mevrouw,

De school van uw kind, <naam school>, werkt met het programma De gezonde school en genotmiddelen. Dit preventieprogramma heeft als doel om een goed alcohol-, roken en drugsbeleid op school op te zetten.Op <datum ouderavond> heeft de eerste ouderavond van het nieuwe schooljaar op <naam school> plaatsgevonden. In het kader van De gezonde school en genotmiddelen is er op de ouderavond aandacht besteed aan preventie van alcoholgebruik onder scholieren. Deze brief zal kort ingaan op wat er is besproken. Ook als u niet bij de ouderavond aanwezig kon zijn, bent u dan op de hoogte.

Op de ouderavond is een presentatie gegeven over de nieuwste ontwikkelingen rondom het alcoholgebruik onder jongeren. Daarbij is ingegaan op wat ouders kunnen doen om te zorgen dat hun kinderen niet te jong gaan drinken. In de bijgesloten folder ‘Alcohol en opvoeding' kunt u nalezen wat er in de presentatie is verteld.

De <naam GGD/IVZ> is blij dat veel ouders aanwezig waren. We hopen u volgend schooljaar (weer) op de ouderavond te zien. Mocht u in de tussentijd vragen hebben over alcohol en opvoeden dan verwijs ik u graag door naar www.uwkindenalcohol.nl en www.alcoholinfo.nl. Uiteraard kunt u ook met de <naam GGD/IVZ> contact opnemen. Meer informatie over De gezonde school en genotmiddelen vindt u op www.dgsg.nl.

Met vriendelijke groet,

<naam contactpersoon GGD/IVZ>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

28 Voorbeeld e-mail ouders (PAS)E-mail

Onderwerp: De gezonde school en genotmiddelen – preventie alcoholgebruik Geachte heer/mevrouw,

De school van uw kind, <naam school>, werkt met het programma De gezonde school en genotmiddelen. Dit preventieprogramma heeft als doel om een goed alcohol-, roken en drugsbeleid op school op te zetten.Op <datum ouderavond> heeft de eerste ouderavond van het nieuwe schooljaar op <naam school> plaatsgevonden. In het kader van De gezonde school en genotmiddelen is er op de ouderavond aandacht besteed aan preventie van alcoholgebruik onder scholieren. In de brief in de bijlage kunt u lezen wat er is besproken. Ook als u niet bij de ouderavond aanwezig kon zijn, bent u dan op de hoogte. In de bijlage vindt u verder de folder ‘Alcohol en opvoeding’.

Met vriendelijke groet,

<naam contactpersoon en contactgegevens GGD/IVZ>

Bijlage - brief

Op de ouderavond op <datum ouderavond> op <naam school> is een presentatie gegeven over de nieuwste ontwikkelingen rondom het alcoholgebruik onder jongeren. Daarbij is ingegaan op wat ouders kunnen doen om te zorgen dat hun kinderen niet te jong gaan drinken. In de folder ‘Alcohol en opvoeding’ kunt u nalezen wat er in de presentatie is verteld.

De <naam GGD/IVZ> is blij dat veel ouders met elkaar in gesprek zijn gegaan. We hopen u volgend schooljaar (weer) op de ouderavond te zien. Mocht u in de tussentijd vragen hebben over alcohol en opvoeden dan verwijs ik u graag door naar www.uwkindenalcohol.nl en www.alcoholinfo.nl. Uiteraard kunt u ook met de <naam GGD/IVZ> contact opnemen. Meer informatie over De gezonde school en genotmiddelen vindt u op www.dgsg.nl.

Met vriendelijke groet,

<naam contactpersoon>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

29 Voorbeeldtekst website (PAS)

Tekst website

<naam school> werkt met het programma De gezonde school en genotmiddelen (DGSG) (linken naar www.dgsg.nl). Dit preventieprogramma heeft als doel om een goed alcohol-, roken en drugsbeleid op school op te zetten.Op <datum ouderavond> heeft de eerste ouderavond van het nieuwe schooljaar plaatsgevonden. In het kader van DGSG is er op de ouderavond aandacht besteed aan preventie van alcoholgebruik onder scholieren. In de brief (download maken) kunt u lezen wat er is besproken. Ook als u niet bij de ouderavond aanwezig kon zijn, bent u dan op de hoogte. Meer informatie over alcohol vindt u in de folder ‘Alcohol en opvoeding' (linken naar www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzicht-webwinkel?bestellijsten=%7bB55BE3A7-8F90-475A-BCB7-31C4B523E599%7d&pagnr=1).

Brief (als download)

Op de ouderavond op <datum ouderavond> op <naam school> is een presentatie gegeven over de nieuwste ontwikkelingen rondom het alcoholgebruik onder jongeren. Daarbij is ingegaan op wat ouders kunnen doen om te zorgen dat hun kinderen niet te jong gaan drinken. In de folder ‘Alcohol en opvoeding' kunt u nalezen wat er in de presentatie is verteld.

De <naam GGD/IVZ> is blij dat veel ouders met elkaar in gesprek zijn gegaan. We hopen u volgend schooljaar (weer) op de ouderavond te zien. Mocht u in de tussentijd vragen hebben over alcohol en opvoeden dan verwijs ik u graag door naar www.uwkindenalcohol.nl en www.alcoholinfo.nl. Uiteraard kunt u ook met de <naam GGD/IVZ> contact opnemen. Meer informatie over De gezonde school en genotmiddelen vindt u op www.dgsg.nl.

Met vriendelijke groet,

<naam contactpersoon>

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

30 Voorbeeldbrief over verdiepingsles (PAS)

Beste <naam contactpersoon op school>,

Hierbij stuur ik u informatie toe die nodig is voor de uitvoering van de alcoholles van De gezonde school en genotmiddelen. Docenten zijn vrij om zelf de uitvoering van de les te plannen, zo lang de les plaatsvindt vóór de afgesproken datum van <datum>.

Deze nieuwe verdiepingsles sluit aan bij het verhaal van Anouk, dat in de digitale lessen in klas 1 is behandeld. De verdiepingsles kunnen leerlingen gewoon op papier maken, er is geen computer voor nodig. De les is ontwikkeld voor de leerlingen die op dit moment in leerjaar 2 zitten. De docenten kunnen zelfstandig, zonder training, de les uitvoeren.

In dit pakket vindt u: - ... verdiepingslessen (aantal leerlingen in het tweede jaar + extra); - ... korte instructiebrieven voor docenten (aantal tweede klassen + extra);

Ik wil u vragen het juiste aantal verdiepingslessen met de korte instructie aan de betreffende docenten uit te delen. Ik zal nog contact met u opnemen om te vragen of het gelukt is de lessen in te plannen. Na afloop verneem ik graag van u wat de reacties waren van de docenten over het verloop van de lessen.

Mocht u na het lezen vragen hebben, belt of mailt u dan gerust!

Vriendelijke groet,

<naam en contactgegevens GGD/IVZ)

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

31 Opdracht regelsWelke afspraken/regels zijn er op school over genotmiddelen? Geef per middel aan welke regels er zijn, voor wie ze van toepassing zijn en wat er gebeurt bij overtreding (sanctie) van de regel.

1a. TABAK Welke regels?

Voor wie bedoeld?

Sanctie op overtreding?

1b. ALCOHOL Welke regels?

Voor wie bedoeld?

Sanctie op overtreding?

1c. CANNABIS Welke regels?

Voor wie bedoeld?

Sanctie op overtreding?

2. Hoe zijn deze regels tot stand gekomen (welke geledingen zijn er bijbetrokken geweest)?

3. Hoe worden de verschillende geledingen geïnformeerd ? 3a. DOCENTEN

3b. OUDERS

3c. ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL

3d. LEERLINGEN

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

32 Opdracht beleid op schoolCasusLeerlingen van HAVO 3 hebben een klassenfeest. Vooraf heeft u de leerlingen in een mentorles gewezen op het schoolreglement waarin staat dat gebruik van alcohol tijdens een klassenfeest verboden is. Tijdens de klassenavond blijkt dat zes leerlingen alcohol bij zich hebben en waarschijnlijk gedronken hebben.

Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat zou u doen wanneer u tijdens de avond ziet dat de leerlingen gedronken hebben?

2. Zou u achteraf (bijvoorbeeld de volgende dag) nog iets ondernemen naar deze leerlingen?

3. Wat moet de school doen naar uw mening? U kunt meerdere mogelijkheden aankruisen:O NietsO Leerlingen begeleidenO Een gesprek voeren met de leerlingenO De hele groep van school verwijderenO Ouders informerenO Op school een discussie over beleid rond genotmiddelen startenO Op een andere wijze straffen, namelijk…

O Andere maatregelen nemen, namelijk…

4. Wat zou u doen als de jongeren in plaats van alcohol cannabis gebruikt hadden?

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

33 Drugs, dealen en de wetInleidingDe afspraken in het genotmiddelenreglement mogen niet in strijd zijn met de algemeen geldende wet- en regelgeving. Daarom is het handig dat de school weet wat er over genotmiddelen in de verschillende wetten geformuleerd is.

DefinitiesOm het dealen of handelen in drugs goed te kunnen definiëren, is het belangrijk te weten wat er nu precies wordt verstaan onder drugs. Het zijn immers de drugs die maken dat dealen strafbaar is. Wanneer je uitgaat van de werking van middelen, zijn alcohol, koffie en tabak ook drugs. Volgens de wet zijn dit echter geen drugs. In de Opiumwet, waarin alle middelen zijn opgenomen die door de overheid als 'drugs' worden beschouwd, komen deze middelen niet voor. De Opiumwet noemt wél de illegale middelen waar de meeste mensen aan denken bij het woord 'drugs', én veel middelen die worden toegepast in de geneeskunde.

Op lijst I van de Opiumwet staan middelen die een onaanvaardbaar groot risico voor de volksgezondheid met zich meebrengen. Dat zijn bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en XTC.

Op lijst II staan hennepproducten (hasj en wiet) en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta. Ook dit zijn geen onschuldige middelen, maar de risico's zijn minder groot dan bij lijst I.

Harddrugs en softdrugsMiddelen op lijst I worden 'harddrugs' genoemd. Harddrugs zijn volgens de overheid gevaarlijker dan softdrugs. Hasj en wiet staan bekend als 'softdrugs' en staan dus op lijst II. In werkelijkheid is de grens tussen 'harddrugs' en 'softdrugs' niet zo makkelijk te trekken. Er zijn gebruikers van softdrugs die zoveel gebruiken dat het 'hard' gebruik genoemd zou kunnen worden. Het omgekeerde komt ook voor, hoewel 'soft' gebruiken van harddrugs voor de meeste mensen moeilijk vol te houden is.

Slaap- en kalmeringsmiddelen vallen over het algemeen buiten de indeling in hard- en softdrugs. Ze nemen een uitzonderingspositie in omdat ze meestal op recept, als geneesmiddel, worden uitgeschreven.

Alcohol en tabak doen in schadelijkheid en risico's niet onder voor harddrugs, maar worden niet als harddrugs aangemerkt, omdat ze maatschappelijk min of meer geaccepteerd zijn.

Handel en productieHet is in Nederland verboden drugs te produceren, te verhandelen of te bezitten. Grootschalige productie en (grensoverschrijdende) handel wordt hard aangepakt. Daarbij gelden voor middelen op lijst I van de Opiumwet (harddrugs) zwaardere straffen dan voor die op lijst II (softdrugs en slaap- en kalmeringsmiddelen). Het politiebeleid richt zich vooral op het opsporen van de productie van en handel in drugs.

De politie is minder bezig met de opsporing van kleine hoeveelheden drugs die bedoeld zijn voor eigen gebruik, zelfs als het om harddrugs gaat. Dit omdat streng

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

optreden tegen drugsverslaafden de problematiek eerder vergroot dan verkleint. De opiumwet is te vinden op wetten.overheid.nl.(Bron: www.drugsinfo.nl)

Dealen?Wanneer is er sprake van dealen?

Pieter overhandigt in de pauze op het schoolplein een zakje wiet aan Marco. De heer Schaafsma, docent Natuurkunde, heeft die dag pleindienst en ziet het gebeuren. Hij vraagt de twee jongens onmiddellijk met hem mee te lopen naar de rector. Daar vertelt Pieter dat het een vriendendienst is en dat Marco niet hoeft te betalen voor het zakje wiet. Niets aan de hand dus, volgens Pieter. Is hier nu sprake van dealen?

De Franse les is ten einde. Suzanne staat nog even na te praten met een paar meiden uit haar klas. Als ze haar pakje shag uit haar tas haalt om alvast een shagje te draaien, vallen er een paar zakjes hasj op de grond. Mevrouw Dubois, docent Frans, maakt er een opmerking over. Suzanne antwoordt dat de hasj voor eigen gebruik is en dat mevrouw Dubois er dus niets mee te maken heeft. Is hier sprake van dealen?

Volgens de ‘Richtlijnen opsporings- en strafvorderingsbeleid strafbare feiten Opiumwet’ is het opzettelijk aanwezig hebben, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en vervaardigen van alle drugs strafbaar. Een uitzondering geldt voor medische, veterinaire, instructieve en wetenschappelijke doeleinden. Hiervoor moet dan echter wel door het ministerie van Justitie toestemming zijn verleend.

Gebruik van drugs is niet strafbaar (niet van softdrugs zoals hasj en ook niet van een harddrug zoals cocaïne). Bezit van en handel in drugs – dus formeel ook van softdrugs! – is dat wel. Het is daarom van belang vast te stellen wat onder een gebruikershoeveelheid verstaan wordt. Hieronder wordt de gebruikelijke indeling aangegeven.

Gebruiker DealerLijst 1 Harddrugs Een gebruikershoeveelheid;

één bolletje, wikkel, pil dosis of halve gram.

Hoeveelheden die boven de gebruikershoeveelheden liggen.

Lijst 2 Softdrugs Een hoeveelheid van maximaal 30 gram.

Een hoeveelheid van meer dan 30 gram.

Als de politie iemand met een gebruikershoeveelheid aantreft en het vermoeden bestaat dat men te maken heeft met een dealer, wordt er uiteraard wel een onderzoek ingesteld. Wanneer iemand meer op zak heeft dan een gebruikershoeveelheid, loopt hij of zij het risico om vervolgd te worden wegens dealen.

De school kan op grond van het voorgaande de volgende definitie voor dealen hanteren:

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Onder dealen verstaan we het in het bezit hebben van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs en het al dan niet gratis verstrekken, verkopen, kopen, vervoeren en afleveren (koerieren) van alle drugs (soft- en harddrugs).

Volgens deze definitie en volgens de Opiumwet geldt dat zowel Pieter, Marco als Suzanne in principe strafbaar zijn. Als de hoeveelheid hasj die Suzanne bij zich heeft kleiner is dan 30 gram, zal zij over het algemeen niet vervolgd worden. Zit zij daarboven, dan wordt zij in strafrechtelijke zin aangemerkt als dealer. In het geval van Marco en Pieter ligt het ingewikkelder. Er is sprake van verstrekking, dus van dealen. De kans dat een van beiden vervolgd zal worden is groter dan bij Suzanne. Wat er verder met de jongens gebeurt, hangt mede af van hun leeftijd en van het eventueel doen van aangifte door de school.

De school kan ervoor kiezen om strengere regels te formuleren en toe te passen dan wat de wet voorschrijft. Minder strenge regels hanteren kan uiteraard niet, omdat de school de wet niet mag overtreden. De volgende regel bijvoorbeeld is strenger dan de wet, omdat zij ook het gebruik van drugs verbiedt: ‘Op school gebruik je geen drugs en heb je ze ook niet bij je. De hoeveelheid en de soort drugs speelt daarbij geen rol.’

CoffeeshopsHoewel het volgens de Opiumwet strafbaar is, is het toch mogelijk om in Nederland openlijk softdrugs te kopen via een aantal gecontroleerde verkooppunten, de zogenoemde coffeeshops. Hier wordt de verkoop van softdrugs onder bepaalde voorwaarden toegestaan (‘gedoogd’). Dat betekent dat de verkoop over het algemeen niet strafrechtelijk wordt vervolgd. De beslissing hierover ligt bij het Openbaar Ministerie van de betreffende regio. De reden om de verkoop in de coffeeshop te gedogen, is dat de overheid een scheiding wil handhaven tussen de hard- en softdrugsmarkt. Dit om te voorkomen dat de softdrugsgebruiker aangewezen is op verkooppunten waar meer soorten drugs worden aangeboden, en waar de kans bestaat dat hij in aanraking komt met een crimineel circuit.

De huidige coffeeshops zijn voornamelijk kleinschalige, caféachtige ondernemingen voor een divers publiek. Het beleid is erop gericht om geen alcoholverkoop in de coffeeshop toe te staan. De beslissing hierover ligt bij het lokale bestuur van een stad of gemeente. De meeste coffeeshops bieden een grote variatie aan hasj en marihuana, afkomstig uit verschillende landen en van uiteenlopende kwaliteit.

Landelijk gelden voor gedoogde coffeeshops minimaal de zogenoemde AHOJG-criteria. Ze gelden voor alle coffeeshops in Nederland. Het is niet mogelijk om als gemeente van deze voorwaarden af te wijken. Dat betekent dat het verboden is:

te Afficheren  (reclame maken voor hasj en wiet). Harddrugs te verhandelen. Overlast te veroorzaken. Jeugdigen onder de 18 jaar in de coffeeshop toe te laten of aan hen te

verkopen. Grote hoeveelheden te verhandelen (niet meer dan 5 gram per keer

verkopen) of op voorraad te hebben (niet meer dan 500 gram).Naast de AHOJG-criteria kunnen gemeenten aanvullende voorwaarden vastleggen. Deze zijn onderdeel van het lokale coffeeshopbeleid. Meer informatie over coffeeshopbeleid is te vinden op www.hetccv.nl.

Leeftijd, strafmaat en drugs

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Als een leerling op school betrapt wordt op dealen en de school doet aangifte bij de politie, dan speelt de leeftijd van de leerling een rol. In het Nederlandse strafrecht wordt onderscheid gemaakt naar leeftijd van de dader ten tijde van het begaan van het strafbare feit. Dit heeft gevolgen voor de rechtsgang.

1. Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit jonger zijn dan 12 jaar, worden niet strafrechtelijk vervolgd. Zij krijgen geen strafblad. Wel kunnen er andere maatregelen genomen worden. Bijvoorbeeld de zogeheten ‘STOP-reactie’. Deze geldt voor kinderen onder de twaalf jaar die alleen of samen met anderen (al dan niet ouder dan twaalf jaar) kleine strafbare feiten hebben gepleegd, bijvoorbeeld vernieling en een ‘fikkie stoken’. Kinderen die zwaardere feiten hebben begaan komen hiervoor niet in aanmerking. De STOP-reactie is een opvoedkundige maatregel van maximaal tien uur, bijvoorbeeld een aantal gesprekken, het maken van een opstel, een invuloefening, het uitvoeren van een groepsopdracht of het aanbieden van excuses aan het slachtoffer. Het kind mag geen werkzaamheden verrichten.

2. Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit ouder zijn dan 12, maar nog geen 18 jaar zijn, vallen onder het jeugdstrafrecht. Zij kunnen een strafblad krijgen. Dit is afhankelijk van de ernst van de overtreding. Wanneer het een licht vergrijp betreft, zoals beschadiging uit baldadigheid of een kleine diefstal, kan de jongere een alternatief voor een strafrechtelijke vervolging aangeboden krijgen: de HALT-maatregel (Het ALTernatief). De jongere komt dan niet voor de rechter en krijgt geen strafblad. Hij of zij wordt in staat gesteld om de gevolgen van het gedrag op te heffen, onder meer door het verrichten van werk dat zoveel mogelijk te maken heeft met het strafbare feit waarvoor de jongere is opgepakt. Wanneer de jongere echter in gebreke blijft, wordt hij of zij alsnog voorgeleid aan de rechter en is een strafblad het gevolg.

Dealen is een dusdanig zwaar vergrijp dat een jongere die zich daaraan schuldig maakt niet in aanmerking komt voor een HALT-traject. Deze jongere wordt door de politie verhoord, krijgt een proces-verbaal en wordt voorgeleid aan de rechter.

Het strafblad van jongeren in deze leeftijdscategorie vervalt op het moment dat zij 18 jaar worden. Met twee uitzonderingen:• Als de jongere vlak voor zijn 18e verjaardag een geldboete krijgt

opgelegd. Hiervoor staat een termijn van twee jaar voordat deze vervalt. In dit geval duurt deze termijn tot vlak voor de 20e verjaardag.

• Als de jongere jeugddetentie krijgt opgelegd, geldt een termijn van vier jaar na het begaan van het delict.

3. Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit 16 jaar of ouder, maar jonger dan 18 jaar zijn, vallen onder het jeugdstrafrecht. Zij kunnen echter veroordeeld worden via het volwassenenstrafrecht indien daartoe grond bestaat op basis van de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.

4 Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit 18 jaar of ouder zijn, worden berecht via het volwassenenstrafrecht. Personen die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit jonger zijn dan 21 jaar, kunnen echter

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

toch veroordeeld worden via het jeugdstrafrecht als de ernst van het delict daar aanleiding toe geeft en indien daartoe grond bestaat in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.

Definities van overtreding en misdrijfMisdrijf: Rechtsdelict, ernstig strafbaar feit – in vergelijking met een

overtreding – waarop, in de regel, als hoofdstraf gevangenisstraf is gesteld en waarvan de berechting in eerste instantie aan de arrondissementsrechtbanken is opgedragen. Onder misdrijf wordt in de wet medeplichtigheid aan en poging tot misdrijf begrepen; voorts zijn diverse misdrijven strafbaar gesteld in bijzondere wetten.

Overtreding: Wetsdelict, minder ernstig strafbaar feit – in vergelijking met een misdrijf – in de regel slechts strafbaar met hechtenis en/of geldboete, en in beginsel in eerste aanleg berecht door de kantonrechter. Ook wel gebruikt in meer algemene zin: elke strafbare normoverschrijding.

Zoals in deze definities van het ministerie van Justitie te lezen valt, wordt onderscheid gemaakt tussen een misdrijf en een overtreding. Ook de straf die een jongere krijgt, houdt rekening met dit onderscheid.• In het geval van een overtreding geldt dat de jongere als straf een geldboete

krijgt of in aanmerking komt voor de HALT-maatregel.• In het geval van een misdrijf kan de jongeren een geldboete krijgen, maar

komt hij of zij niet in aanmerking voor de HALT-maatregel. Ook kan de jongere in jeugddetentie genomen worden.

StrafsoortenIn plaats van deze straffen kunnen één of meer van de volgende alternatieve sancties worden opgelegd: 1. Het verrichten van onbetaalde arbeid voor het algemeen nut.2. Het verrichten van arbeid tot herstel van de door het strafbare feit

aangerichte schade.3. Het volgen van een leerproject.

Strafmaat en drugsDealen van drugs, is strafbaar. Het is niet een overtreding maar een misdrijf. Het wordt echter niet altijd even zwaar bestraft. In het Nederlandse strafrecht is het zogeheten opportuniteitsbeginsel opgenomen. Dit houdt in dat het Openbaar Ministerie (OM) de bevoegdheid heeft om af te zien van vervolging van strafbare feiten als hiermee het algemeen maatschappelijk belang gediend is. Op 1 oktober 1996 zijn de richtlijnen voor de opsporing en vervolging van Opiumwetdelicten bijgesteld. Er is daardoor sprake van strafdifferentiatie. Zo zijn de straffen voor softdrugsdelicten milder dan die voor harddrugsdelicten, en hebben de opsporingsactiviteiten rond import en export van harddrugs de hoogste prioriteit. Daar staan de hoogste straffen op. Het gebruik van drugs op zichzelf is – zoals eerder aangegeven – niet strafbaar.

PrioriteitstellingDe ernst van het strafbare feit is het criterium bij de prioriteitstelling door het OM. We kunnen de volgende groepen onderscheiden (in volgorde van prioriteit):1. Strafbare feiten met betrekking tot de middelen op lijst 1 (harddrugs),

anders dan het gebruik, hebben de hoogste prioriteit.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

2. Strafbare feiten met betrekking tot de middelen op lijst 2 (softdrugs), anders dan het gebruik.

3. Opsporing en vervolging van het bezit van harddrugs voor eigen gebruik (in het algemeen 0,5 gram) en ten hoogste 5 gram softdrugs hebben de laagste prioriteit.

Deze drie groepen zijn onderverdeeld in categorieën daders. De prioriteit van de opsporing wordt mede bepaald door de categorie waarom het gaat:1. Handelaren (georganiseerde criminaliteit).2. Koeriers die geen handelaren zijn.3. Kleinhandelaren.4. Gebruikers.

De Opiumwet maakt verder onderscheid tussen opzettelijk gepleegde handelingen en handelingen waarbij de eis van opzet niet gesteld wordt. Bij de eerste groep gaat het om misdrijven, bij de laatste om overtredingen.

Wat kan dit nu op school betekenen? Stel dat een leerling op het schoolplein in amfetaminen dealt, ofwel in harddrugs. De leerling valt met betrekking tot de strafbare feiten in de zwaarste categorie. Als het een niet al te grote hoeveelheid drugs betreft, zal hij vallen onder de categorie kleinhandelaren. Maar omdat hij handelt in harddrugs, zal deze leerling toch betrekkelijk zwaar gestraft kunnen worden. Zeker als hij ouder is dan 18 jaar.

StraffenDe laatste jaren wordt de Nederlandse markt in toenemende mate bevoorraad door in Nederland geteelde marihuana (‘nederwiet’). Het telen van marihuana (ook hennep genoemd) is verboden, behalve (met vergunning) ten behoeve van land- en tuinbouwactiviteiten (zoals rasveredeling) en als windkering. De Opiumwet verbiedt eveneens de binnenteelt van hennep. De strafmaat voor beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt zonder vergunning is verhoogd van twee naar vier jaar.

In Nederland is het niet strafbaar om cannabis te gebruiken. Handel, verkoop en productie van cannabis is wel strafbaar. Onderstaand overzicht met straffen rondom softdrugs is niet volledig. Meer informatie hierover vindt u in de Boetebase van het Openbaar Ministerie of op www.rijksoverheid.nl. 

Feit Straf†

Maximaal 5 gram cannabis bezitten voor eigen gebruik

Bezit van maximaal 5 gram wordt toegestaan

Verkoop, vervaardiging en bezit tot 30 gram cannabis

Maximaal 1 maand gevangenisstraf en/of 2.250 euro boete

Bezit van meer dan 30 gram Maximaal 2 jaar gevangenisstraf en/of 11.250 euro boete

Op straat een joint roken Dit is in sommige (delen van) gemeentes strafbaar gesteld om overlast aan te pakken. De strafmaat is ook lokaal vastgesteld.

Invoer/uitvoer van cannabis Maximaal 4 jaar gevangenisstraf en/of 45.000 euro boete

5 of minder hennepplanten Het telen van 5 planten of minder wordt niet † Bron: www.rijksoverheid.nl

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

telen vervolgd indien bij ontdekking afstand wordt gedaan van de planten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen beroeps/bedrijfsmatige teelt en niet-beroeps/bedrijfsmatige teelt van cannabis. Bij niet meer dan 5 planten wordt er vanuit gegaan dat er sprake is van niet-beroeps/bedrijfsmatige teelt. Hoge prioriteit wordt gegeven aan de beroeps/bedrijfsmatige teelt van hennep. 

Teelt, verkoop, vervoer Maximaal 2 jaar gevangenisstraf en/of 11.250 euro boete

Bedrijfs-/beroepsmatige teelt, verkoop, vervoer

Maximaal 4 jaar gevangenisstraf en/of 45.000 euro boete

Samengevat betekent dit dat wat wel of niet strafbaar en wat wel of niet gedoogd wordt redelijk helder is. Het ligt ingewikkelder hoe iemand die de regels overtreedt vervolgd wordt. Bij al of niet vervolgen spelen verschillende zaken een rol:• De leeftijd van de dader.• De persoonlijkheid van de dader.• De omstandigheden waaronder het misdrijf plaats heeft gevonden.• De eventuele rol van de dader in een groter netwerk.• De soort drugs (soft- of harddrugs).• De hoeveelheid drugs.• Het feit of de dader al een strafblad heeft.

34 Drugs, dealen en de schoolDe school als privaat domeinHet schoolgebouw en het daarbij behorende terrein vormen privéterrein. Om deze reden kan de schoolleiding personen die er niets te zoeken hebben verwijderen uit de gebouwen en van de bijbehorende terreinen. Desnoods kan dit worden afgedwongen door de politie in te schakelen.

De schoolleiding kan in een schoolreglement regels opstellen waaraan de gebruikers van de gebouwen en pleinen zich hebben te houden, bijvoorbeeld dat het niet toegestaan is alcohol en andere drugs in bezit te hebben. Uiteraard mogen deze regels niet in strijd zijn met het algemeen geldend recht. Een regel bijvoorbeeld dat leerlingen in bepaalde omstandigheden gefouilleerd mogen worden, kan nooit worden afgedwongen omdat dat volgens het Nederlands recht niet is toegestaan.

Directie en drugs

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Het is mogelijk dat de directie in het bezit van drugs komt. Dit kan doordat er drugs in een schoollokaal of in een kluisje worden gevonden of doordat een leerling betrapt is op het bezit van drugs en deze vervolgens afstaat aan de schoolleiding.

Wanneer een leerling drugs aan een docent of directielid overhandigt, dient men zorgvuldig te werk te gaan: 1. Zorg ervoor dat overhandiging of inbeslagname gebeurt in bijzijn van een

meerderjarige getuige. Het maakt in juridische zin niet uit wie dat is. Dit voorkomt dat de persoon die de drugs in ontvangst neemt in een lastige situatie komt, wanneer de leerling hem onverhoopt zou beschuldigen van bijvoorbeeld het achterhouden van drugs.

2. Na overhandiging of inbeslagname krijgt de leerling een ontvangstbewijs. Hierop staan: de naam van de school; de naam van degene die de drugs heeft ontvangen; diens functie; de datum en de soort en hoeveelheid drugs. Het ontvangstbewijs wordt ondertekend door de persoon die de drugs heeft ontvangen. De school houdt een kopie voor zichzelf.

De directie mag de drugs niet in haar bezit houden, omdat zij in dat geval zelf schuldig is aan verboden drugsbezit. De directie is verplicht de drugs zo spoedig mogelijk te overhandigen aan de politie. Met de politie worden afspraken gemaakt over de overhandiging; wie de drugs naar het politiebureau brengt of wie de drugs juist op school komt afhalen. Wat de school in ieder geval nooit moet doen is de drugs vernietigen, bijvoorbeeld door ze door het toilet te spoelen. Ook kan ze de drugs niet gedurende een langere periode zelf bewaren, bijvoorbeeld in een lade of kluis. Dit is om te voorkomen dat de school onder verdenking komt te staan van het achterhouden van drugs voor eventueel eigen gebruik.

FouillerenDe school kan een leerling die verdacht wordt van handel in drugs ondervragen om zo te onderzoeken of de verdachtmaking terecht is. Het fouilleren van een leerling of zijn persoonlijke bagage (bijvoorbeeld de boekentas) doorzoeken, is echter niet toegestaan. Een dergelijk onderzoek is uitsluitend voorbehouden aan hen die daartoe uit hoofde van hun beroep onder bepaalde voorwaarden bevoegd zijn, bijvoorbeeld opsporingsambtenaren zoals genoemd in artikel 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.Elke fouillering van een leerling door een privépersoon – dus ook een docent – waarbij drugs worden aangetroffen, kan achteraf juridisch aangevochten worden als een niet rechtmatige methode om bewijs te verkrijgen. Fouilleren onder dwang of bedreiging is totaal uitgesloten.

Over fouillering met toestemming van de leerling lopen de meningen uiteen. Sommige juristen zeggen: ‘Een minderjarige heeft recht op privacy en kan dus zelf weigeren of toestemming geven.’ Anderen zeggen: ‘Een minderjarige heeft nog geen “oordeel des onderscheids” en kan de gevolgen van een eventuele toestemming niet inschatten.’ In elk geval moet het voor de leerling duidelijk zijn wat de mogelijke gevolgen zijn als er bij een fouillering drugs gevonden worden.

KluisjesDoorzoeken van de kluisjes van leerlingen op school is wel toegestaan. Het kluisje is weliswaar tijdelijk ter beschikking gesteld van de leerling, maar blijft eigendom van de school. Hierbij gelden twee voorwaarden:1. In een reglement moet duidelijk omschreven staan dat de school gerechtigd

is kluisjes te doorzoeken.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

2. In het kluisje aanwezige persoonlijke eigendommen (tassen, jassen, et cetera) mogen slechts worden doorzocht met toestemming van de leerling.

Bij de controle van een kluisje zijn er twee opties:• De controle wordt uitgevoerd in afwezigheid van de leerling. Het is aan te

raden dit met minimaal twee personen te doen. Mochten er nadien meningsverschillen ontstaan tussen degene die de controle uitvoert en de leerling, dan is er in ieder geval een getuige. Een leerling kan bijvoorbeeld niet meer zeggen: ‘Die docent heeft een hekel aan mij en daarom heeft hij die drugs in mijn kluis gelegd.’

• Een controle die wordt uitgevoerd in aanwezigheid van de leerling kan ook het beste door twee personen uitgevoerd worden. Als er drugs worden aangetroffen, is er in elk geval een getuige. Dat kan van belang zijn als er naderhand meningsverschillen ontstaan over de hoeveelheid aangetroffen drugs.

Leerling verdacht?Wanneer een leerling betrapt wordt op het bezit van softdrugs, al dan niet voor eigen gebruik, kan de school overwegen om zelf maatregelen te nemen. De leerling wordt dan allereerst ondervraagd door de school. Het verdient aanbeveling deze ondervraging met minimaal twee medewerkers uit te voeren. Wanneer de politie over gaat tot een nader onderzoek, worden schoolfunctionarissen (directie, docent, conciërge) namelijk soms gevraagd om als getuige op te treden. Wanneer een leerling betrapt wordt op handel in drugs, betekent dit dat hij een strafbaar feit pleegt. In dat geval moet de school de politie inschakelen.

In beide gevallen kan de school met de politie overleggen wat de meest gewenste aanpak is. Dit overleg kan leiden tot een melding of een aangifte. Bij melding is er sprake van ‘kennisgeving’. De politieagent maakt nog geen officieel rapport, maar wel een aantekening. Dat betekent dat er nog geen strafblad ontstaat voor de leerling. De melding kan wel worden meegenomen bij een mogelijk later officieel rapport of proces-verbaal.

Op school is een (meerderjarige) leerling betrapt met een zakje wiet. De leerling heeft de wiet naar eigen zeggen gekocht voor eigen gebruik. De school neemt contact op met de politie. De agent neemt het een en ander op en vermeldt het voorval in een dossier met als aantekening dat het hierbij gaat om een melding.

Bij aangifte van dealen op school is er sprake van een officieel rapport of proces-verbaal. Een aangifte is een verzoek om een onderzoek naar een mogelijk strafbaar feit. De officier van justitie wordt ingeschakeld en er volgt een procedure van onderzoek. Als er sprake van strafbare feiten kan de officier van justitie overgaan tot vervolging en mogelijk tot aanhouding. De officier van justitie kan overigens ook afzien van vervolging in het kader van algemeen belang (het opportuniteitsbeginsel, zie hiervoor bijlage 1). Op dat moment spelen de volgende aspecten een rol: is de verdachte meerder- of minderjarig, is het de eerste keer, is er sprake van in bezit hebben of is er sprake van handel?

In een gemeente wordt een aantal minderjarige jongeren aangehouden omdat zij in het bezit zijn van softdrugs. De coffeeshopeigenaar die deze middelen heeft verkocht, wordt ook aangehouden. Het Openbaar Ministerie besluit om de coffeeshopeigenaar wel te vervolgen maar de minderjarige jongeren niet. Zij hebben wel een strafbaar feit begaan, maar komen er met een waarschuwing vanaf.

Algemene preventieve maatregelen

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

De school kan preventieve maatregelen nemen om dealen op school zoveel mogelijk te voorkomen. Allereerst is een veilig schoolklimaat van belang. Dat betekent dat de leerlingen zich prettig en gerespecteerd voelen op school. Een goed leerlingbegeleidingsysteem, mentoraat en een schoolgezondheidsbeleid dragen daaraan bij.

Als er binnen de school openheid bestaat of gecreëerd wordt, kunnen genotmiddelen er een gewoon onderwerp van gesprek zijn. Die openheid kan gestimuleerd worden door leerlingen bijvoorbeeld voorlichting te geven over middelen, te discussiëren over de voors en tegens van gebruik en door begeleiding te bieden aan leerlingen die dreigen te vervallen in problematisch gebruik. Een extra les over dealen (No Deal!!) is ook een goede optie.

Belangrijk is dat tegelijkertijd de regels duidelijk zijn en ook toegepast worden. Als een en ander binnen de school goed geregeld is, zullen directie, docenten, onderwijsondersteunend personeel en leerlingen meer en eerder signalen van gebruik, misbruik en dealen oppikken en bespreekbaar maken. In sommige gevallen kan een veilig schoolklimaat onvoldoende zijn om de leerlingen te beschermen tegen het dealen door anderen. Dan behoren verdergaande preventieve maatregelen tot de mogelijkheden, zoals preventieve controles, een pleinwacht of professioneel toezicht en camerabewaking.

Preventieve controlesPreventieve controles zijn in onze samenleving een alledaags verschijnsel. Bij het inchecken op de luchthaven wordt de bagage van de passagiers gescand, bij de ingang van een discotheek moeten bezoekers door een metaaldetector en bij de spoorwegen voert men steekproefsgewijs preventieve ingangscontroles uit om te controleren of passagiers wel over een geldig plaatsbewijs beschikken.

Preventief controleren kan een bijdrage leveren aan het voorkomen van dealen op en rond de school. Zeker als voor de leerling duidelijk is wat de gevolgen kunnen zijn (schorsing, verwijdering, ontzeggen van deelname aan bepaalde activiteiten). Alleen het aankondigen van zulke controles kan al een preventieve werking hebben. Zorg er dan wel voor dat de aangekondigde controle ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Houd rekening met de juridische haken en ogen aan het controleren van, met name persoonlijke, bezittingen.

Welke ruimtes en plaatsen in en rond school lenen zich goed voor preventieve controles? • Binnen de schoolgebouwen: onder andere kluisjes (zie hierboven),

garderobes, toiletruimten, stille hoekjes, trappenhuizen.• Op het schoolterrein: fietsenhok of fietsenkelder, stille hoekjes,

parkeerterreinen, bos en struikgewas.• Schoolomgeving: omliggend straten, steegjes, plekken waar jongeren

samenkomen (in de buurt van winkels, snackbars, jongerencentra), bosjes.

Bij preventieve controle kan een onderscheid gemaakt worden tussen plaatsen die dagelijks worden gecontroleerd zoals het fietsenhok of trappenhuis en plaatsen die incidenteel aan een grondige controle worden onderworpen, bijvoorbeeld kluisjes. Wil men specifieke controles structureel invoeren, bijvoorbeeld van kluisjes, dan is het belangrijk hierover goed met leerlingen en ouders te communiceren. Neem bijvoorbeeld een passage hierover op in het schoolreglement, de leerlingenstatuten of het reglement ten aanzien van het huren van kluisjes. Preventieve controles zijn goed te koppelen aan de pleinwacht, of bijvoorbeeld aan de inspectie van toiletten

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

die sowieso al wordt uitgevoerd. Alert zijn op verdachte situaties vormt in dat geval een extra aandachtspunt.

Aangekondigd of onaangekondigd?Een controle kan worden aangekondigd door hiervan melding te maken op een centrale plaats binnen de school (mededelingenbord, lichtkrant, et cetera). De kans bestaat overigens wel dat het probleem zich na een aankondiging verplaatst. De school kan daarom ook kiezen voor een onaangekondigde controle. Deze kan bestaan uit het aanspreken van een aantal willekeurige leerlingen.

PleinwachtOp de meeste scholen hebben docenten pleinwacht of surveillance. Zij houden in de pauzes toezicht op de gang van zaken op en rond de school. Pleinwachters en surveillanten vormen een aanspreekpunt voor leerlingen en hebben een signalerende taak. Ook bij het voorkomen van dealen op en rond de school kan de pleinwacht of surveillance een belangrijke rol spelen. Enkele belangrijke aandachtspunten voor pleinwachten of surveillanten zijn:• Let op verdachte auto’s en scooters. Verdachte voertuigen zijn voertuigen

die vaak op hetzelfde tijdstip (tijdens pauzes) op een parkeerplaats op of rond de school staan. Vaak is het zo dat groepen scholieren zich ophouden in de buurt van deze voertuigen.

• Let op verdachte personen. Verdachte personen zijn personen waarvan bekend is dat ze geen deel uitmaken van de schoolpopulatie, maar die zich toch met regelmaat ophouden op of rond de school. Als het dealers betreft, zal opvallen dat scholieren zich ophouden in de buurt van deze personen.

Let op verdacht gedrag van een leerling: veel korte telefoontjes plegen; aanzien hebben, maar niet duidelijk waarom; veel geld te besteden hebben.

Let op verdachte groepjes scholieren; op een stille plek; schichtig gedrag; verspreiden zich als een surveillant naar ze toe komt.

Pleinwacht heeft wel zijn beperkingen. Vaak is er alleen pleinwacht tijdens de pauzes, terwijl het dealen zich natuurlijk niet beperkt tot dit tijdstip. Pleinwacht wordt als extra taak veelal door docenten verricht. De taakopvatting en vaardigheden, zoals motivatie, signalerings- en handelingsvaardigheden, verschillen nogal eens tussen personen.

Professioneel toezichtSommige scholen zijn simpelweg te groot om toezicht alleen als bijtaak door docenten te laten uitvoeren. Een dependance met 200 leerlingen biedt immers veel beter overzicht dan een grote scholengemeenschap met 2500 leerlingen. Sommige scholen gaan dan ook over tot het inschakelen van professionele toezichthouders of bewakingsdiensten. De school kan zelf bewakers in dienst nemen, maar kan dit ook uitbesteden aan een bewakingsbedrijf. Daar hangt uiteraard een prijskaartje aan. Voordeel kan echter zijn dat er een of meerdere mensen zijn die zich volledig kunnen richten op de veiligheid op en rond de school, in de breedste zin van het woord. Andere voordelen kunnen zijn dat er expliciet aandacht is voor handel in drugs en dat er meer toezicht in het algemeen georganiseerd kan worden, hetgeen bijdraagt tot in een groter gevoel van veiligheid van leerlingen en schoolpersoneel. Ook kan er een preventieve werking uitgaan van professionele bewaking. De school heeft bovendien meer tijd voor andere zaken.

Er zijn echter ook nadelen aan verbonden, nog los van de kosten. Het schoolpersoneel kan zich minder verantwoordelijk gaan voelen voor de algemene

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

gang van zaken in en rond de school. En het kan juist een gevoel van onveiligheid geven dat er kennelijk professionele bewaking nodig is.

Als de school kiest voor professioneel toezicht, is het van belang goed te bespreken hoe de terugkoppeling van informatie door de toezichthouders plaatsvindt. Dit om te voorkomen dat signalen van dealen, maar ook van (problematisch) gebruik, blijven hangen en niet bij de schoolleiding, leerlingbegeleiders of mentoren terechtkomt.

CameratoezichtCameratoezicht kan preventief werken tegen allerlei overtredingen, zoals diefstal, vandalisme, intimidatie, en ook dealen in en rond de school. Steeds meer scholen, met name de grotere, gaan hiertoe over. Camerasystemen kunnen incidenten voorkomen of helpen bij het opsporen van daders, maar de wet en andere maatschappelijke spelregels zorgen voor beperkingen.

Cameratoezicht is alleen toegestaan als duidelijk op de verschillende plekken in en rond de school is aangegeven dat er opnames worden gemaakt. Ook moet de school volgens de wet aantonen dat zij ‘een redelijk belang’ heeft bij de aanleg van een camerasysteem, dan wel dat zij dit voor de uitvoering van haar taken nodig heeft. Zo’n taak is bijvoorbeeld dat de school zorg moet dragen voor een veilige omgeving.

Belangrijk is duidelijk voor ogen te hebben in welke mate en vanuit welke positie de school verantwoordelijk is voor of belast is met het uitoefenen van toezicht en beveiliging. Het van belang te bespreken wat de taak is van de school en wat die van de politie, en hoe deze taken zich tot elkaar verhouden.De noodzaak of wens tot camerabewaking kan worden bepaald door ervaringen in het verleden, bijvoorbeeld incidenten rond dealen in en rond school, of van door positieve ervaringen van anderen, bijvoorbeeld scholen in de omgeving die reeds cameratoezicht hebben ingesteld. De school moet afwegen of ze de beveiliging en het toezicht niet op een minder ingrijpende wijze kan realiseren. De lokale politie kan meer vertellen over nut en noodzaak van cameratoezicht en de daaraan verbonden regels.

SchoolreisjesNog altijd nemen leerlingen drugs mee op schoolreis. Dat levert risico’s op, zowel voor de leerling als voor de school. In Nederland zijn de regels minder streng dan elders (zie bijlage 1). Andere landen kennen geen onderscheid tussen softdrugs en harddrugs. Het beleid en de strafwetgeving ten aanzien van wat wij softdrugs noemen, is in de ons omringende landen dan ook veel strenger. In België bijvoorbeeld, mogen leerlingen bij overtreding van de wet een veel harder optreden van de autoriteiten verwachten dan in Nederland.

Het is zaak dat leerlingen geen illegale drugs meenemen op schoolreis. Een confrontatie met politie en justitie kan voor de leerling uiterst onaangename conse-quenties hebben. In de Europese Unie, dus ook in Nederland, kunnen docenten en andere begeleiders niet strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor eventueel drugsbezit van leerlingen, als ze er tenminste geen weet van hebben. Bij ontdekking van drugsbezit door buitenlandse autoriteiten zijn de consequenties dan ook direct voor de leerling. Deze zijn meestal van zeer ernstige aard.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Het is aan te raden dit vooraf met de leerlingen te bespreken en duidelijke afspraken te maken. Daarbij is het verstandig om de ouders daarover te informeren. Dat kan bijvoorbeeld met een brief met daarin de volgende tekst: 'Tijdens de voorbereidingen op de schoolreis is ook het meenemen van illegale drugs besproken. Hieronder worden ook hasj en marihuana verstaan. Daarbij is afgesproken dat het meenemen of gebruiken van illegale drugs verboden is. Voor de duidelijkheid delen wij u mee dat noch de school, noch individuele docenten verantwoordelijkheid kunnen of zullen dragen voor leerlingen die zich in strijd met de afspraken gedragen.'

35 Betrapt, wat nu? De werkgroep heeft zich bezig gehouden met het opstellen van een genotmiddelenreglement, waarin ook regels rond dealen zijn opgenomen. Wat moet er nu gebeuren als er daadwerkelijk gedeald blijkt te worden? Het is goed dat de school zich op een dergelijke situatie voorbereidt. Dat kan bijvoorbeeld door zich bepaalde fictieve situaties voor te stellen en daarover onderling te spreken. Hieronder werken we een voorbeeld uit.

Een groepje leerlingen heeft zich verzameld rond een auto die al enkele weken met enige regelmaat voor de school geparkeerd staat. Vanuit zijn raam heeft de heer Van de Wetering, conrector van de HAVO, er goed zicht op. Omdat hij het toch niet helemaal vertrouwt, besluit hij poolshoogte te nemen. Als hij dichterbij komt, gaat de auto er vandoor. Het groepje kijkt zichtbaar geschrokken. Van de Wetering ziet nog net dat Maarten iets in zijn jaszak stopt. Hij meent een zakje wit poeder te hebben herkend en sommeert het groepje van vijf leerlingen onmiddellijk bij hem te komen.

De school heeft nu, via Van de Wetering, aanwijzingen dat leerlingen een overtreding hebben begaan of daar getuige van zijn geweest. Dan volgen de onderstaande vier stappen, die we verderop nader uitwerken:

1. Inschatten van de aard en ernst van de situatie • Gesprekken met betrokkenen zoals leerlingen, ouders, leerlingbegeleiders,

leidinggevenden.

2. Nemen van maatregelen• In overleg met collega’s en directie van de school vaststellen welke

maatregelen genomen worden, zoals sanctioneren of de politie inschakelen.• Beslissen wie de ouders informeert en hoe dit gebeurt.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

• Indien de politie ingeschakeld wordt: goede afspraken maken hoe de procedure vervolgens verloopt en hoe politie en school elkaar op de hoogte houden.

• Afspreken wie de betrokken leerlingen en anderen in de school informeert en hoe dat gebeurt.

3. Opleggen van sancties • Na het definitief vaststellen van de overtreding, wordt de leerling door de

school gestraft. Deze sanctie staat los van het traject dat de leerling eventueel bij politie en justitie doorloopt.

4. Nazorg en evaluatie• De andere leerlingen op school worden over het voorval geïnformeerd door

hun mentor of leerlingbegeleider. Zij kunnen met de betrokken klassen praten over de consequenties van dealen en middelengebruik.

Stap 1 - Inschatten van de aard en ernst van de situatieAllereerst vindt er binnen de school een verhoor plaats van de betrapte leerlingen. Dit kan in het betrapte groepje, en ook per individuele leerling gebeuren. Bij het inschatten van de ernst is het belangrijk na te gaan of dit de eerste keer is dat deze leerlingen betrapt zijn, of dat het al vaker is voorgekomen. Ook moet de school bekijken of er nog andere leerlingen betrokken zijn die niet ‘op heterdaad’ betrapt zijn.

De heer Van de Wetering schakelt direct twee collega’s in: conrector mevrouw Lubbers en leerlingbegeleider De Boer. De leerlingbegeleider neemt het groepje onder zijn hoede. De heer Van de Wetering en mevrouw Lubbers voeren samen individuele gesprekken met de vijf leerlingen. Uit de gesprekken blijkt dat alle vijf leerlingen regelmatig contact hebben met een persoon die vanuit zijn auto aan hen drugs verkoopt. Zij kunnen bij hem terecht voor softdrugs, maar ook voor XTC en andere middelen. In dit geval gaat het om cocaïne. De heer van de Wetering en mevrouw Lubbers schatten de situatie in als ernstig, en besluiten de politie in te schakelen.

Stap 2 - Nemen van maatregelenDe te nemen maatregelen zijn mede afhankelijk van de feiten die blijken uit de reacties van een betrapte leerling tijdens het verhoor. Er zijn globaal vier scenario’s denkbaar:

1. Een leerling zegt dat hij geen drugs in zijn bezit heeft. De school komt tot de conclusie dat dit inderdaad niet zo is. Bijvoorbeeld doordat de leerling meewerkt aan een onderzoek door op verzoek broekzakken, jaszakken en tassen leeg te halen, of in te stemmen met een controle door de school. In dat geval zal de school moeten toegeven dat er een fout is gemaakt.

2. Een leerling bekent dat hij drugs in zijn bezit heeft of dat hij dealt. De school laat deze leerling echter ongemoeid en doet ook geen melding of aangifte bij de politie. Een meldplicht of aangifteplicht, zoals die bijvoorbeeld geldt in het geval van seksuele intimidatie, geldt niet met betrekking tot drugs.

Het is de vraag of dit een verstandige strategie is. Door geen melding of aangifte te doen, lijkt de school immers het signaal af te geven dat dealen op school is toegestaan. De kans bestaat dat het gebruik en dealen op en rond school toeneemt en dat de situatie op termijn uit de hand loopt. Soms besluit de school om politie erbuiten te laten vanwege bijzondere omstandigheden,

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

maar neemt zij wel zelf een disciplinaire maatregel. Het is van belang dat de school hier zorgvuldig mee omgaat. Daar hoort bij dat het voor leerlingen duidelijk moet zijn wanneer wel en wanneer geen aangifte wordt gedaan.

3. Een leerling geeft toe en staat de drugs vrijwillig af. De drugs worden zo snel mogelijk bij de politie bezorgd of door de politie afgehaald. De politie kan niet van de school eisen dat de identiteit van de betrokken leerling meegedeeld wordt. De school kan ervoor kiezen om zelf maatregelen te nemen of kan de leerling overdragen aan de politie.

4. De leerling geeft niet toe en staat geen drugs af. De school schakelt de politie in en draagt de leerling over voor verhoor. De politie verhoort de leerling en betrekt daarbij de ouders, zeker als de verdachte minderjarig is. Eventueel doet de politie aanvullend onderzoek en wordt een proces-verbaal opgemaakt. Tevens zal de politie actie ondernemen tegen de dealer, al dan niet in samenwerking met de school.

In de laatste twee gevallen is er sprake van contact met de politie. Het is handig als er al een vorm van samenwerking bestaat en afspraken zijn gemaakt met de politie. Spreek goed door wat verder de procedure is, wie de contactpersoon op school is naar wie alle informatie wordt teruggekoppeld.Alle betrokken op school moeten nu geïnformeerd worden over het incident, welke stappen er genomen zijn en waarom. Behalve leerlingen kunnen dit hun mentoren, de leerlingbegeleiders en andere personeelsleden zijn van wie de directie het relevant vindt dat ze op de hoogte zijn. Op een later tijdstip kan een grotere groep mensen geïnformeerd worden met betrekking tot de aanpak van dealen op de school (docenten, onderwijsondersteunend personeel en de ouders van alle leerlingen).

Maarten geeft het zakje witte poeder af aan de schoolleiding. De agent, de heer Collignon, met wie de school vaker contact heeft, haalt de drugs op en doet onderzoek. De ouders van de betrokken groep leerlingen worden gebeld en geïnformeerd. Op school is de informatie over het incident doorgegeven aan de mentoren en leerlingbegeleiders van de groep. Zij zullen met de overtreders een gesprek hebben en onderzoeken of de leerling hulp nodig heeft, bijvoorbeeld van een instelling voor verslavingszorg. In afwachting van het onderzoek van de politie beraadt de school zich op strafmaatregelen.

Omdat er in dit geval sprake is van een wetsovertreding, kan de school rechtstreeks de politie inschakelen en ervoor kiezen de ouders pas in tweede instantie in te lichten. Het is wél belangrijk om de ouders uit te leggen waarom de leerling is overgedragen aan de politie. De school kan de betreffende ouders betrekken bij de verdere afhandeling van de overtreding, bijvoorbeeld bij het vaststellen en uitvoeren van de strafmaatregelen die de school neemt (los van de maatregelen die de politie neemt). Overleg in alle gevallen goed wie de ouders inlicht; de school zelf of de politie.

Agent Collignon heeft geconstateerd dat het witte poeder cocaïne is. Omdat Maarten minderjarig is, heeft Collignon diens ouders gebeld en hen gevraagd samen met Maarten op het bureau te verschijnen. Hij heeft ze duidelijk gemaakt dat het om een strafbaar feit gaat. Na dit gesprek en na overleg met de officier van justitie, wordt afgesproken dat Maarten geen strafvervolging krijgt als hij wil meewerken aan het verstrekken van

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

gegevens over de persoon die hem de drugs verkocht. Maarten en zijn ouders stemmen hiermee in. De politie gaat meer surveilleren in de wijk waarin de school staat. Na een aantal weken wordt de eigenaar van de auto aangehouden. Hij blijkt een drugsdealer te zijn die regelmatig scholen heeft bezocht en daar soft- en harddrugs verkocht op een parkeerplaats. Op verzoek van de school informeert de contactpersoon van de politie de school regelmatig over de voortgang.

Stap 3 - Opleggen van sanctiesNaast het traject dat de leerling bij politie en justitie doorloopt, is het van belang dat de school zelf maatregelen treft tegen de leerlingen die een overtreding hebben begaan. Dit kan eventueel in overleg met politie en ouders gebeuren. Ook is het relevant te onderzoeken wat de eventuele individuele problemen van de leerlingen zijn die mogelijk verband houden met wat er is gebeurd. Indien nodig kunnen zij verwezen worden naar een hulpverleningsinstantie. Hoe een school dit kan doen is beschreven in de katern Signaleren en begeleiden.

De school kan heel verschillende sancties opleggen. Het hangt uiteraard af van de omstandigheden op de school en van de leerling, welke straf het meest wenselijk is. Enkele suggesties:

1. De leerling schrijft op wat er is gebeurd, wat hij ervan geleerd heeft en hoe hij denkt er in de toekomst mee om te gaan. Het schrijven van een opstel heeft meer effect dan het schrijven van strafregels of overschrijven van een hoofdstuk uit een boek. Met het schrijven van een opstel leert een leerling de gang van zaken en de eigen emoties daarbij onder woorden te brengen.

Laat de leerling een soort contractregel toevoegen, waarin hij uitspreekt dat deze overtreding in de toekomst niet meer zal voorkomen. Het opstel met deze belofte kan vervolgens van een datum en handtekeningen worden voorzien, bijvoorbeeld van de leerling zelf, zijn ouders en van een docent.

2. De school legt de leerling op om bijvoorbeeld een week lang elke dag na te blijven of zich in de pauzes te melden. In deze tijd moet de leerling klusjes doen, bijvoorbeeld voor de conciërge. Het is een soort ‘taakstraf’. In deze periode heeft de leerling regelmatig een gesprek met diegene die de straf heeft gegeven en hem daarbij begeleidt. De reden van de straf komt daarbij steeds aan de orde. Dit is een manier om de leerling de gevolgen van zijn gedrag te laten inzien.

3. Het groepje leerlingen dat betrapt is bij het dealen moet zich minimaal twee weken lang elke grote pauze melden bij de conciërge voor een klusje. Ze mogen het terrein van de school niet verlaten in de tussenuren. Zo kan de directie voorkomen dat er opnieuw contact plaatsvindt met de dealer. Bespreek na twee weken of er nog andere sancties nodig zijn om dit doel te bereiken.

SchorsingEen schorsing betekent dat een leerling gedurende een bepaalde tijd de toegang tot de lessen wordt ontzegd. Hij of zij blijft wel op school en doet individueel het schoolwerk. Deze tijd kan door de school worden benut om zich te bezinnen op eventuele volgende stappen. Die tijd kan nodig zijn als bijvoorbeeld niet duidelijk is hoe de leerling betrokken is bij het voorval en wat zijn aandeel is in de overtreding. Bij schorsing moeten de ouders op de hoogte worden gesteld. Een geschorste

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

leerling moet overigens wel kunnen deelnemen aan toetsen, schoolonderzoeken en examens.

De leerling kan ook indien nodig gedurende enige tijd de toegang tot de school worden ontzegd. Dit geldt voor de duur van één tot maximaal vijf dagen. De school meldt deze schorsing (inclusief verantwoording en voorgeschiedenis) schriftelijk aan de volgende personen en instanties:• De ouders/verzorgers en de leerling, die tevens worden uitgenodigd voor een

gesprek.• De onderwijsinspectie (indien de schorsing langer is dan één dag). • De leerplichtambtenaar (bijvoorbeeld door het toesturen van een kopie van

de brief die aan de ouders is gestuurd).

Na schorsing wordt de terugkeer begeleid door een contactpersoon binnen de school en eventuele andere betrokkenen, bijvoorbeeld de politie. VerwijderingVerwijdering is de zwaarste sanctie die een school kan opleggen. De leerling wordt in dat geval niet langer toegelaten op school. Een besluit tot verwijdering wordt genomen door het bevoegd gezag: het schoolbestuur. Indien een school hiertoe overgaat moet zij dit schriftelijk laten weten aan de volgende personen en instanties:• Zowel de ouders/verzorgers als de leerling.• De onderwijsinspectie.• De leerplichtambtenaar, die de kan school adviseren bij het vinden van

oplossingen voor de betreffende leerling.

Verwijdering is alleen maar mogelijk wanneer de plaatsing op een andere school geregeld is. Een andere school moet dus bereid zijn gevonden om de leerling toe te laten. Voor probleemleerlingen die verwijderd gaan worden, moeten oplossingen worden gezocht binnen het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs/voortgezet speciaal onderwijs. Ouders kunnen weigeren hun kind te laten inschrijven op de school die door de oude school is gevonden. De primaire verantwoordelijkheid voor inschrijving (en dus de keuze van school waar de leerling wordt ingeschreven) ligt nu eenmaal bij de ouders‡. Dat neemt niet de plicht van de oude school weg om te (blijven) zoeken.

Stap 4 - Nazorg en evaluatieEen situatie als dealen op school geeft vaak aanleiding tot een geruchtenstroom. Dit kan leerlingen en ouders verontrusten. In een enkel geval komt het zelfs voor dat de pers zich op de affaire stort, waarna de school mogelijk bekend komt te staan als ‘drugsschool’. Het is dan ook van belang dat de school zich voorbereid op incidenten rond drugs, en goed weet hoe ze in voorkomende gevallen de nazorg regelt.

Meestal werkt een zo open mogelijke houding van de school het beste. In een brief kan zij een nuchtere beschrijving geven van een incident en van de genomen maatregelen. In de (mentor)lessen kunnen de leerlingen geïnformeerd worden over het voorval. Dat is meteen een goede aanleiding om aandacht te besteden aan dit onderwerp en met leerlingen te praten over de consequenties van dealen en middelengebruik (zie ook de handreiking voor een voorbeeldles in paragraaf 3.3.)

‡ Bron: http://www.leerplicht.net

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Voor de school kan een incident aanleiding zijn om het genotmiddelenreglement wat het thema dealen betreft te evalueren, en eventueel te vernieuwen of aan te scherpen.

36 Voorbeeldreglement genotmiddelenOnze school wil bijdragen aan het welzijn van de leerlingen en medewerkers. Dat kan alleen wanneer de regels die we hebben opgesteld voor iedereen gelden. En wanneer iedereen zich eraan houdt: leerlingen en personeel. Ook voor het gebruik van genotmiddelen gelden regels. Ze zijn bedoeld om: • bij te dragen aan ieders gezondheid• te voorkomen dat iemand onnodig last heeft van anderen• ervoor te zorgen dat de school haar belangrijkste functie (het geven en

volgen van onderwijs) zo goed mogelijk kan uitvoeren

De genoemde regels gelden voor de dagelijkse gang van zaken op school. Een aantal regels geldt alleen voor speciale gelegenheden zoals feesten, werkweken en schoolreisjes. Wanneer er buiten school onder verantwoordelijkheid of in naam van de school (feestelijke) bijeenkomsten plaatsvinden, beschouwt de school het als haar verantwoordelijkheid om met organisatoren en exploitanten afspraken te maken over genotmiddelengebruik.

Wanneer iemand de regels rond genotmid delen overtreedt, volgt een gesprek.

Roken1. In school wordt niet gerookt.

Onze school is een openbaar gebouw. Volgens de wet mag daar binnen niet worden gerookt. Roken is alleen toegestaan op plekken die daar speciaal voor aangewezen zijn, namelijk het deel in de docentenkamer dat afsluitbaar is met een schuifwand en voorzien van afzuiging.

2. Tijdens vergaderingen, werkbijeenkomsten en andere overlegsituaties wordt niet gerookt. De aanwezigen bepalen of er gedurende de bijeenkomst een rookpauze wordt gehouden. In voorkomende gevallen wordt gebruik gemaakt van de door de vestigingsdirecteur aangewezen ruimte(n) bedoeld onder punt 1.

3. Voor iedereen geldt dat hij of zij ophoudt met roken zodra anderen daarvan hinder ondervinden. Ook passief roken is immers schadelijk voor de gezondheid.

4. Tijdens personeelsfeesten die een gezelligheidskarakter dragen, klassenavonden en andere (leerling)activiteiten voor de derde of hogere klassen die buiten de lesuren worden gehouden geldt dat de organisatoren - zo nodig in overleg met de directie - van tevoren met elkaar afspreken of, en zo ja waar er mag worden gerookt. Daarbij is punt 3 van toepassing.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

5. In gevallen die niet in de voorgaande regels worden genoemd, beslist de directie. Wanneer iemand de regels over roken overtreedt, wordt hij hierop aangesproken. Bij herhaling volgt een gesprek en kan de leerling bestraft worden met nablijven na schooltijd en het maken van een extra opdracht.

Alcohol1. Op school is tijdens lesdagen en op tijden waarop werk ten behoeve van het

onderwijs wordt verricht, niet toegestaan onder invloed van alcohol te zijn. Wanneer iemand onder invloed van alcohol verkeert, kan hij niet goed werken of leren.

2. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van de drie laagste klassen worden voor geen van de aanwezigen alcoholhoudende dranken geschonken. Volgens de wet is het verboden om alcohol te verkopen aan personen onder de 16 jaar. Bovendien wil de school voorkomen dat een automatische koppeling ontstaat tussen alcohol en feestelijkheid: als het feestelijk moet worden, dan kan dat ook zonder alcohol.

3. Op klassenavonden, feesten, werkweken en andere bijeenkomsten van klas vier en hoger kunnen op verzoek van leerlingen, ouders en docenten in beperkte mate alcoholhoudende dranken worden geschonken. De organisatoren zorgen altijd voor een aantrekkelijk aanbod van alcoholvrije dranken. Wanneer alcohol wordt geschonken, maken de organisatoren afspraken over toezicht en vervoer naar huis.

4. Het is verboden om op school, klassenavonden, feesten, werkweken en andere onder de verantwoordelijkheid van de school georganiseerde bijeenkomsten, alcoholhoudende drank bij zich te dragen.

5. Tijdens personeelsbijeenkomsten die een gezelligheidskarakter dragen, kan alcohol worden geschonken. Hierbij streeft de schoolleiding ernaar dat matigheid wordt betracht. Indien leerlingen aanwezig zijn of openlijk kunnen waarnemen wat er zich op deze bijeenkomst afspeelt, dan speelt het voorbeeldgedrag van docenten een grote rol.

6. In alle gevallen buiten de hierboven genoemde (jubilea, afscheidsbijeenkomsten, diploma-uitreikingen, congressen en dergelijke) beslist de schoolleiding na overleg met de organisatoren over het schenken van alcohol. Alcoholvrij is in principe de norm, bij bijzondere gelegenheden kan daarvan worden afgeweken. De organisatoren zorgen altijd voor een aantrekkelijk aanbod van alcoholvrije dranken.

Wanneer iemand de alcoholregels overtreedt volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt schorsing voor maximaal twee dagen. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, volgt bovendien uitsluiting van die activiteit of van de eerstvolgende activiteit.

Cannabis

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Met cannabis wordt bedoeld: wiet, marihuana, hasj en alle andere producten waarin cannabis verwerkt is.

1. Het is volgens de wet verboden hasj, wiet of marihuana in bezit te hebben of te verhandelen. Op school is bezit en handel van cannabisproducten dus ook verboden.

2. Op school is men niet onder invloed van cannabis. Het gebruik is dus verboden. Wanneer iemand cannabis heeft gebruikt, kan hij niet goed leren of werken.

3. Op klassenavonden, feesten, werkweken, schoolreizen en andere feestelijke bijeenkomsten verkeert men niet onder invloed van cannabis.

Wanneer iemand de regels over cannabis overtreedt volgt een gesprek. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en bij herhaling volgt schorsing van maximaal twee dagen. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt, volgt uitsluiting van die activiteit of van een eerstvolgende activiteit. Wanneer er sprake is van handel (dealen) in cannabisproducten schakelt de schoolleiding de politie in.

Overige drugs1. Het is volgens de wet verboden om drugs in het bezit te hebben of te

verhandelen. Ook op school is dit niet toegestaan.

2. Op school is men niet onder invloed van drugs. Het gebruik is dus verboden. Wanneer iemand drugs heeft gebruikt, kan hij niet goed leren of werken.

Wanneer iemand de regels over drugs overtreedt volgt een gesprek en schorsing van maximaal een week. Wanneer de overtreding tijdens een buitenschoolse activiteit plaatsvindt volgt bovendien uitsluiting van die activiteit of van een eerstvolgende activiteit. Wanneer het handel van drugs betreft, schakelt de schoolleiding de politie in.

Overige bepalingenIn bepaalde gevallen kan de schoolleiding besluiten van de hierboven genoemde afspraken af te wijken of afspraken aan te vullen.

Als leerlingen vragen hebben over deze regels, kunnen zij daarvoor terecht bij hun mentor of klassenleraar.

DealenAls aanvulling en/of aanscherping op deze regels of ter vervanging van regel 1 bij ‘Cannabis’ en regel 1 ‘Andere drugs’ kunnen meer specifieke regels voor dealen worden geformuleerd, bijvoorbeeld:

Dealen is niet toegestaan, niet in en rond de school en ook niet tijdens buitenschoolse activiteiten zoals een schoolfeest of werkweek. Onder dealen wordt verstaan het al dan niet gratis verstrekken, verkopen, kopen, vervoeren en afleveren van alle drugs (soft- en harddrugs).

Wanneer aangetoond is dat iemand deze regel overtreedt, wordt altijd de politie ingeschakeld. Ook neemt de school haar eigen maatregelen. Afhankelijk van de

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

ernst van de overtreding (hoeveelheid en soort drugs) en van de leeftijd van de leerling volgt schorsing of verwijdering van de school.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

37 Enkele uitgaansdrugsCocaïne

Cocaïne is een drug in de vorm van een wit, kristalachtig poeder. Het wordt gehaald uit de bladeren van de cocaplant. Er worden veel namen voor cocaïne gebruikt. De populairste luidt kortweg 'coke'.

'Gewone' cocaïne wordt voornamelijk gesnoven. Door oplossen in water kan het ook in een ader worden geïnjecteerd. Cocaïne kan door een chemisch proces worden bewerkt tot 'crack' of 'basecoke'. Het roken van 'crack' of 'basecoke' wordt 'basen' genoemd. Bij het roken worden een waterpijp, een speciaal pijpje of folie gebruikt.

Verslavend?  Lichamelijk niet, geestelijk wel.Steeds meer nodig voor zelfde effect?

Nee.

Effecten korte termijn

Stimulerend, onderdrukking van vermoeidheid en honger.

Gevolgen lange termijn

Gewichtsverlies, slapeloosheid, angst, waanvoorstellingen, geprikkeldheid, achterdocht, agressiviteit, depressie na stoppen van intensief gebruik, uitputting van het lichaam.

Belangrijk Rookbare vorm van cocaïne heet 'crack', 'basecoke' of 'gekookte coke'.

GHB

GHB is de straatnaam voor het middel GammaHydroxyButyraat (GammaHydroxyBoterzuur). Dit werd vroeger gebruikt als inslaapmiddel bij operaties. Vanwege de trage werking en de ongewenste nawerkingen wordt GHB niet meer op die manier gebruikt.

GHB is verkrijgbaar als vloeistof, pillen en in poedervorm. Het is geurloos en smaakt een beetje zoutig.

Verslavend?

Bij intensief gebruik kan lichamelijke afhankelijkheid optreden. Geestelijke afhankelijkheid is mogelijk.

Steeds meer nodig voor zelfde effect? 

Nee.

Effecten korte termijn

Ontspannend en seksueel stimulerend. Bij hoge doseringen treden misselijkheid en duizeligheid op.

Gevolgen lange termijn 

Niet bekend.

Belangrijk Doseren is moeilijk en gaat vaak verkeerd. Combinatie met alcohol of andere drugs is gevaarlijk. Gevaarlijk voor mensen met epilepsie of hartklachten.

Paddo’s

Paddo's is de verzamelnaam voor paddenstoelen die het bewustzijn beïnvloeden. Ze

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

kunnen hallucinaties veroorzaken: de gebruiker ziet en ervaart dan dingen die er niet zijn. Ze worden daarom tot de 'tripmiddelen' gerekend. In de natuur komen meer tripmiddelen voor, zoals sommige cactussoorten en kruiden. Deze middelen worden ook wel 'ecodrugs' genoemd.

Paddenstoelen en delen ervan kunnen zowel vers als gedroogd worden gegeten. Er kan ook thee van gezet worden. Soms worden ze in gerechten verwerkt.

Verslavend?

Lichamelijk niet, geestelijk zelden.

Steeds meer nodig voor zelfde effect? 

Ja op korte termijn (wanneer het middel binnen enkele dagen opnieuw wordt gebruikt, is het effect nauwelijks merkbaar). Nee bij een langere tussenperiode.

Effecten korte termijn

Versterking van bestaande gevoelens, visuele hallucinaties, vervorming en soms complete verandering van de beleving van tijd en ruimte.

Gevolgen lange termijn 

Psychische stoornissen bij personen die daarvoor gevoelig zijn (angst, psychoses)

Belangrijk Gevaar door onjuiste beoordeling van omgeving. Door een te sterke trip kan paniek ontstaan: 'flippen'.

Speed

'Speed' en 'pep' zijn staatnamen voor 'wekaminen'. Wekaminen zijn chemische stoffen die stimulerend werken op het centrale zenuwstelsel. Er zijn verschillende soorten wekaminen. De belangrijkste zijn (dex)amfetamine en methamfetamine. Speed is te koop als pil of in poedervorm. Meestal wordt het geslikt, maar het kan ook gespoten of gesnoven worden.

Verslavend?

Lichamelijk gering. Geestelijke afhankelijkheid kan snel optreden en groot zijn.

Steeds meer nodig voor zelfde effect? 

Ja.

Effecten korte termijn

Concentratie neemt toe, vermoeidheid en slaap worden onderdrukt, eetlust verdwijnt, zelfoverschatting neemt toe.

Gevolgen lange termijn 

Rusteloosheid, geprikkeldheid, gewichtsverlies, angst, achterdocht, wanen, agressiviteit, uitputting van het lichaam.

Belangrijk Gevaarlijk voor mensen met hart- en vaatziekten. 

Tripmiddelen

Tripmiddelen veroorzaken onder andere hallucinaties. Dat betekent dat ze de waarneming van de zintuigen veranderen. De natuur maakt ook tripmiddelen. Zo zitten er tripmiddelen in sommige paddenstoelen. Er worden ook tripmiddelen in

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

laboratoria gemaakt. Het bekendste voorbeeld daarvan is LSD.

Tripmiddelen worden op verschillende manieren gebruikt. Zo is LSD te krijgen als 'papertrips' en in de vorm van tabletjes. Paddenstoelen worden gegeten of er wordt thee van getrokken.

Verslavend?

Lichamelijk niet, geestelijk zelden.

Steeds meer nodig voor zelfde effect? 

Ja op korte termijn (wanneer het middel binnen enkele dagen opnieuw wordt gebruikt, is het effect nauwelijks merkbaar). Nee bij een langere tussenperiode.

Effecten korte termijn

Versterking van bestaande gevoelens, visuele hallucinaties, vervorming en soms complete verandering van de beleving van tijd en ruimte.

Gevolgen lange termijn 

Psychische stoornissen bij personen die daarvoor gevoelig zijn (angst, psychoses).

Belangrijk Gevaar door onjuiste beoordeling van omgeving. Door een te sterke trip kan paniek ontstaan: 'flippen'.

XTC

XTC wordt verkocht in de vorm van pillen en capsules. Deze hebben verschillende kleuren en vormen, en zijn vaak voorzien van een afbeelding. De werkzame stof die in XTC zit heet MDMA. Vaak worden pillen als 'XTC' verkocht, terwijl ze het in werkelijkheid niet zijn. Dat zit er geen MDMA in, maar iets wat er op lijkt, of soms juist iets anders. Dat kunnen stoffen zijn die heel anders en onvoorspelbaar kunnen werken. Of helemaal niet.

Verslavend?

Lichamelijk niet, geestelijke afhankelijkheid komt voor.

Steeds meer nodig voor zelfde effect? 

Deels (voor het bewustzijnsveranderend effect).

Effecten korte termijn

Oppeppend/bewustzijnsveranderend. Omgeving wordt anders waargenomen; versterking van gevoelens van intimiteit met anderen.

Gevolgen lange termijn 

Vermoedelijke veroorzaakt XTC veranderingen in de hersenen; het geheugen kan worden aangetast, en de drug kan invloed hebben op de concentratie en de stemming (depressiviteit).

Belangrijk Bij het gebruik van hoge doseringen overheerst het 'speed'-effect; XTC is gevaarlijk bij hart- en vaatziekten, suikerziekte en epilepsie.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

38 Les No Deal!LesvoorbereidingBij lessen over drugs is de houding van de docent erg belangrijk. Het is verleidelijk om als docent alleen maar te zeggen hoe slecht het is en dat de jongeren er niet aan moeten beginnen. Jongeren leren hier niets van. Op sommige scholen is dealen een onderdeel van de dagelijkse gang van zaken. De leerlingen zien met eigen ogen de voordelen van dealen: je kunt gemakkelijk geld verdienen of eigen gebruik financieren en een dealer is vaak populair en stoer. Door de eigen ervaringen van de jongeren centraal te stellen in de les, kunnen ze zich identificeren met het onderwerp. Daarnaast krijgen de leerlingen objectieve informatie over de risico’s van dealen en van drugsgebruik.

Deze informatie staat in het docentenkatern over dealen van De gezonde school en genotmiddelen en de folders ‘Softdrugs?’ en ‘Drugs, wie zegt wat?’ van het Trimbos-instituut. De folders zijn te bestellen via de webwinkel op www.trimbos.nl. Op www.trimbos.nl en op www.drugsinfo.nl staat ook uitgebreide informatie over drugs en alcohol. De leerlingen kunnen kennis over cannabis verder halen uit de voorlichtingslessen van De gezonde school en genotmiddelen.

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

39 LeerlingenbladDealen, doe je het wel of doe je het niet?!

Situatie 1David zit in de tweede klas van de middelbare school. Buiten het schoolplein wordt hij aangesproken door een man die hij niet kent. ‘Wil je wat geld verdienen?’, vraagt de man. ‘Als je dit pakje voor me naar de Margrietstraat brengt, krijg je twintig euro’.

A) Wat zijn redenen voor David om ja te zeggen?

B) Wat zijn redenen om te weigeren?

C) Wat zou jij doen?

Situatie 2Dit is dezelfde situatie als bij 1. Alleen is de man geen onbekende, maar Jeroen die bij David op school zit in de vierde klas. Jeroen vraagt: ‘Wil je twintig euro verdienen? Je hoeft alleen maar dit pakje naar de Margrietstraat te brengen.’

A) Zijn er nu andere redenen David dan bij situatie 1 om toch ja te zeggen?

B) Wat zou jij doen?

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Situatie 3Iemand vraagt of David drie zakjes hasj wil verkopen aan leerlingen bij hem op school. Hij verkoopt ze voor vijftien euro en mag € 2,50 per zakje houden.

A) Wat zijn redenen voor David om ‘ja’ te zeggen?

B) Wat zijn redenen om te weigeren?

C) Maakt het wat uit of hij degene kent die hem vraagt dit te doen?

Situatie 4David rookt zelf hasj. Iemand vraagt of hij hasj wil verkopen op school. Als hij drie zakjes verkoopt, mag hij het vierde zakje zelf houden.

A) Denk je dat David nu sneller ‘ja’ zegt dan bij situatie 3? Waarom wel of niet?

B) Stel jij bent David en rookt hasj. Zou jij gaan verkopen? Waarom wel of niet?

Situatie 5

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

David rookt zelf hasj. In de pauze geeft hij zijn vriend Mimoun een zakje hasj, dat hij voor Mimoun heeft gekocht.

A) Is David aan het dealen?

B) Mag de politie hem nu aanhouden?

WeigerenSoms is het moeilijk om iets te weigeren. Bijvoorbeeld als je met een vriendengroepje bent en de anderen dringen aan. Of als je denkt dat je een watje bent als je ‘nee’ zegt.

A) Bedenk zoveel mogelijk redenen waarom David misschien toch ‘ja’ zegt terwijl hij eigenlijk niet wil.

B) Bedenk zoveel mogelijk manieren waarop David kan weigeren.

C) Welke manier van ‘nee’ zeggen vind jij de beste?

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

40 Afleveringen Find OutAlcohol

Aflevering 3 Wie is de Bob?Ga jij wel eens uit zonder alcohol te drinken? Nuchter op de dansvloer tussen allemaal aangeschoten vrienden? Een groep van vijf vriendinnen (15 en 16 jaar) nam de proef op de som. De Bob filmt hoe de rest zich vol giet en steeds kleinere oogjes krijgt. De volgende ochtend bekijken ze samen de beelden met een ontnuchterende conclusie...

Aflevering 7 De beste Anti-Kater-tipsIedereen heeft wel eens een kater. Ga je gezellig een avondje stappen, maar de volgende ochtend heb je wél een houten kop. Wat is een kater eigenlijk? En vooral, hoe kom je er weer van af? Wat zijn de beste tips? Een kok maakt een anti-kater-ontbijt, in de smartshop koop je er pilletjes tegen en op straat hebben mensen de gekste ervaringen. Uiteindelijk werkt er maar één ding...

Aflevering 10 Van alcohol word ik boosIn de krant lezen we vaak dat drank de grootste veroorzaker is van agressie tijdens het uitgaan. Tijs en Gijs lopen een nacht mee met de politie van Breukelen om met eigen ogen te zien hoe agressief jongeren worden van alcohol. De politie heeft er elk weekend een flinke klus aan om de dronken jongens, die vaak in groepsverband agressief worden, op het bureau te halen. Een ontnuchterend verhaal!

Aflevering 12 Bier, bier, bierIedereen weet het nog wel, die allereerste keer dronken... En we gaan allemaal wel eens veel te ver. Maar is het normaal om elk weekend lam te zijn? Om elke zaterdag zo'n 15 tot 20 biertjes te drinken? Weet je wel hoeveel dat is? Als je weet dat je moet stoppen met drinken, is het eigenlijk al te laat en had je al lang dat glas moeten laten staan. Hoe bepaal jij je grens?

Aflevering 15 Zonder drank geen feestAlcohol hoort er gewoon bij als je feest wil vieren, toch? Sofian vindt van niet. Hij is islamitisch en mag dus geen alcohol drinken. In het kader van de integratie bezoeken Stef en Thimo met Sofian een Marokkaans feest waar geen alcohol geschonken wordt. Een week later laten ze hem zien wat hún idee van lol is: in een eigen keet je vol laten lopen met bier... Zou Sofian toch in de verleiding komen?

Aflevering 19 Hoeveel geef jij uit?Hoeveel geld verdienen jongeren en welk deel van hun geld geven ze uit aan drank? Find Out nam de proef op de som en wat bleek: de verschillen zijn heel erg groot! De één koopt maar één keer in de drie weken een biertje, de ander zuipt zich wekelijks klem en geeft dus zo'n 50 euro per week uit. Da's 200 per maand en 2400 euro per jaar! Wat had je daar allemaal voor moois voor kunnen kopen....

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

Aflevering 20 Drink jij ook zo lekker veel?In deze aflevering gaan drie meiden die normaal gesproken 'lekker doordrinken' op zoek naar de wereld achter drank. Ze nemen hun eigen favoriete drankje mee om het te laten keuren door een paar echte alcoholdeskundigen: een '5-voudig kampioen cocktail shaken', een vinoloog (wijnkenner) en de barman van een bierkroeg. Een duiveltje en een engeltje kijken mee en geven commentaar.

Aflevering 22 Drank & VerkeerNatuurlijk mag je niet in een auto rijden als je gedronken hebt. Dat is gevaarlijk, dat weten we allemaal, maar hoe gevaarlijk? Wat doet alcohol met je als je achter het stuur zit? Er bestaat een circuit waar je je onder begeleiding vol kan laten lopen en dan maar rijden... Ook de speciale verrichtingen! Rijles met een slok op: OEPS!

Aflevering 24 Wedstrijd met een kater.Je zit op voetbal, en dan zijn de toernooien echte hoogtepunten. En er wordt natuurlijk 's avonds in de kroeg gezopen. Heel gezellig met de jongens onder elkaar, maar de volgende ochtend moet je weer vroeg uit de tent het veld op met een houten kop... Wordt het winnen of verliezen?

Drugs

Aflevering 2 Illegaal kopen We kennen de regels allemaal. Aan jongeren onder de 16 jaar mag geen alcohol verkocht worden en jongeren onder de 18 hebben niets te zoeken in een coffeeshop. Maar houden de winkels zich hieraan? Find Out nam de proef op de som en wat blijkt? Met een paar goede smoezen kunnen jongeren alles kopen: wiet, hasj, sterke drank, you name it. Als de winkeliers zich niet aan de regels houden, moeten jongeren dat dan wél doen?

Aflevering 3 Pa, Ma… ik blowVeel jongeren willen graag aan hun ouders vertellen dat ze blowen, maar ze zijn vaak bang voor heftige reacties. Ouders weten er weinig van, waardoor ze meteen denken dat je verslaafd bent of de criminaliteit in gaat. Hoe kun je open met je ouders praten over dit onderwerp? In deze aflevering is de camera erbij als Jesse zijn ouders ermee confronteert dat hij wel eens blowt. Hoe reageren zij?

Aflevering 8 Ben ik verslaafd?Kun je verslaafd raken aan cannabis? En zo ja, wanneer ben je dan eigenlijk verslaafd? Een groep van vier regelmatige blowers wisselt ervaringen uit. Heeft hun blowgedrag invloed op hun schoolprestaties? Kunnen ze nog wel zonder? Waarom blowen ze eigenlijk? Twee jongeren van de CIA (Cannabis Intelligence Amsterdam) leggen uit wanneer iemand precies verslaafd is. Maar de meeste indruk maakt de jongen die van de reclassering na zijn detentie verplicht moest afkicken van de cannabis.

Aflevering 13 Cannabis QuizHebben hasj en wiet een zuiverende werking op de longen? Hoeveel mensen blowen wel eens? Hoe lang moet je wachten na het eten van spacecake voordat je wat voelt? Wat moet je doen als je in een slechte trip zit? Wordt je zintuiglijke waarneming

Draaiboek De gezonde school en genotmiddelen (Voortgezet Onderwijs)

versterkt na een blowtje? En kun je dan nog auto rijden? Alle antwoorden haalt presentator Wrenz uit zijn grote cannabisbijbel.

Aflevering 18 Blowen crimineel?Veel volwassenen denken dat drugs in direct verband staan met criminaliteit. Je hebt immers snel veel geld nodig, en dat kun je vast niet bij elkaar verdienen met een krantenwijk. Vier jongens gaan naar jeugdgevangenis Rentray om zelf te kijken of er zo’n verband is. Daar komen ze Jeffrey tegen. Hij mag bijna naar huis en heeft tijdens zijn detentie geleerd om van het blowen af te komen.