122
CULTUUR COMMUNICATIE EN DIVERSITEIT EVA VAN WILGEN INHOUD Week 1............................................................. 2 Hoorcollege 1 ........................................... 8-9-2015. 2 Werkcollege 1.....................................................6 Werkcollege 2....................................................15 Week 2............................................................ 20 Hoorcollege 2 (zelfde dag als hoorcollege 1).....................20 Werkcollege 3....................................................24 Werkcollege 4....................................................31 Week 3............................................................ 35 Hoorcollege 3....................................................35 Werkcollege 5....................................................41 Week 4............................................................ 51 Hoorcollege 4....................................................51 Werkcollege 7....................................................59 Werkcollege 8....................................................59 Week 5............................................................ 68 Hoorcollege 5....................................................68 Werkcollege 9....................................................84 1

week 1 ccd

Embed Size (px)

DESCRIPTION

hoor + werkcolleges week 1

Citation preview

Page 1: week 1 ccd

CULTUUR COMMUNICATIE EN DIVERSITEIT EVA VAN WILGEN

INHOUD

Week 1...................................................................................................................................................2

Hoorcollege 1 8-9-2015.................................................................................................................2

Werkcollege 1.....................................................................................................................................6

Werkcollege 2...................................................................................................................................15

Week 2.................................................................................................................................................20

Hoorcollege 2 (zelfde dag als hoorcollege 1)....................................................................................20

Werkcollege 3...................................................................................................................................24

Werkcollege 4...................................................................................................................................31

Week 3.................................................................................................................................................35

Hoorcollege 3....................................................................................................................................35

Werkcollege 5...................................................................................................................................41

Week 4.................................................................................................................................................51

Hoorcollege 4....................................................................................................................................51

Werkcollege 7...................................................................................................................................59

Werkcollege 8...................................................................................................................................59

Week 5.................................................................................................................................................68

Hoorcollege 5....................................................................................................................................68

Werkcollege 9...................................................................................................................................84

1

Page 2: week 1 ccd

WEEK 1

HOORCOLLEGE 1 8-9-2015.

Opzet hoorcollege 1. Beeldvorming & identiteit 1.1 Beeldvorming in het onderwijs en de media 1.2 Casus Charlie Hebdo 2. Contrastieve analyse 2.1 (G)localisatie in het bedrijfsleven 2.2 Contrastieve benadering Tertium comparationis en functionele equivalentie

3. Eigen onderzoek

VN: Nederland doet te weinig tegen racismekritiekpunten:

- Discriminatie en negatieve stereotypes van mensen van Afrikaanse afkomst

- Racisme en xenofobe uitspraken van politici

- Racistische discourse in de media

- Kritiek op opvang asielzoekers en vluchtelingen (detentiecentra)

- Kritiek op inburgeringexamen en onderwijs

“het zou goed zijn als ons land meer bezig zou zijn met positieve punten belichten”.

1.1 beeldvorming in het onderwijs: lesmethode maatschappijleer VMBO Voorbeeld: een toets van het VMBO. Er wordt de vraag gesteld over Marokkaanse jongens. Het is een illustratie van wat beeldvorming doet. In de lesmethode worden alleen maar negatieve stereotypes genoemd.

“the State party develop public education programmes and promote positive images of ethnic minorities, asylum-seekers and migrants, (…) VN 2015

Beeldvorming in de media (Shadid)

- media leveren een significante bijdrage aan negatieve beeldvorming over allochtonen en hun discriminatie in de samenleving

- grote rol bij het ontstaan en verspreiden van stereotypen over sociale groepen- - ondervertegenwoordiging in de media- Selectieve weergave- Stereotype presentatie

De media spreekt vaak maar de halve waarheid

“If you don’t read the newspaper, you’re uninformed. If you do read the newspaper, you’re misinformed”

2

Page 3: week 1 ccd

Tekortkomingen van de westerse media

1. We krijgen te weinig informatie. Simplificatie en afstandelijke presentatie van de islam2. Problematiseren en stigmatiseren van groepen in kwestie: “de dreiging van de islam”. (de

hele groep wordt aangekeken voor het probleem dat door 1 iemand wordt veroorzaakt) 3. De deling van de samenleving in ‘wij ; en ; zij ; 4. De verwaarlozing van hun participatie in de media en het ontbreken van hun visie daarin

Stereotyperen is ‘simplifying judgement which occur in situations characterized bij little information..’ dit geeft aan dat doordat wij weinig informative hebben, we genoodzaakt zijn om stereotyperingen te maken.

Wij-zij-deling

•Social identity theory (Tajfel & Turner) –Ingroup vs outgroup (we presenteren ons positiever dan de rest. Us vs them is hetzelfde–Us versus them De deling van de samenleving in ‘wij’ en ‘zij’ •Negatieve representatie van ‘de ander’ in combinatie met een positieve representatie van de eigen groep.

Binaire opposities: us vs themvoorbeeld: dag nacht, man vrouw, zwak, sterk, mooi lelijk)binaire posities zijn paren van tegengestelde begrippen of categorieën, ze kunnen niet samen voorkomen, maar ze hebben elkaar ook nodig.- één van de begrippen of categorieën krijgt de voorkeur (us vs them, maar ook wit en zwart)

risico: het privilegiëren van de ene groep boven de andere. Je begint al ongelijk, en die afstand zal alleen meer groter worden.

dicotomieën van cultuur (shadid)dichotomie = opdeling in twee niet overlappede structuren of begrippen. Ook dat sluit elkaar dus niet uit- westen is creatief, islamitische wereld is beperkt“zo komt dan een statische, ondemocratische en achterlijke islam tegenover een moderne dynamische en democratische wereld te staan”zoals wij de cultuur beschrijven, is een relatie te zien over dat wij maar weinig informatie hebben. Wij hebben niet de kennis om het op een andere manier weer te geven. Stereotypes

1.2 Media: Charlie Hebdo - wie zijn wij?

o zelf identitficatie (self orientation)- wij zijn zij?

o Ander - identification (ascription by others)

Wat we zagen bij het debat, is dat er veel identificatie hadden. Het meeste dat voorkwam is ‘je suis Charlie’, de vraag is dan waar ze zich mee identificeren.

3

Page 4: week 1 ccd

in het filmpje zag je een wij zij. Zij zijn de cartoonisten. Er worden verschillende citaten laten zien. De eerste laat zien dat mensen ook van islamitische afkomst kunnen zijn, en toch tegen de daden die bij Charlie Hebdo aangedaan zijn.

Wie zijn wij, zijn zij?

Zelf identificatie•“If Charlie stands for the journalists and the others murdered, yes, then I can indeed identify with and proudly defend Charlie, just as I could say Je suis Ahmed.”

•“If Charlie stands for the right and license to provoke, to offend, to denigrate, in the name of free speech seen as universal, absolute and unilateral human right without corresponding duty and obligation to respect the Other then I would not like to be seen with this sign in my hands.”

Aboutaleb, burgermeester van Rotterdam, verteld in een filmpje dat hij het er niet mee eens was.pauw: 15 miljoen Nederlanders zijn bang voor 1 miljoen islamitische Nederlands (“die andere groep)Aboutaleb “niet de andere groep, lieden in zo’n samenleving.” “goedwillende moslims, alle moslims in Nederland”

Hij vind dus niet dat dat het twee gescheiden groepen zijn. Hij wil hun bij de wij samenleving betrekken.

er is ene plaatje wat voor incidenten (vandalisme, aanslagen) er hebben plaatsgevonden op willekeurige plaatsen in Frankrijk van de mensen uit een moslimgemeenschap. - er wordt een scheiding gemaakt tussen moslim en niet moslim. Het plaatje laat zien, wij Europeanen, en zij Moslims. Zij zijn alle moslims. Een hee groep wordt verantwoordelijk gehouden.

Aboutaleb heeft ene bordje ontworpen. ‘not in my name’. Hier laat hij zien dat hij niet achter de aanslagen staat die er gepleegd zijn. Hier was niet iedereen blij mee, omdat ze vinden dat moslims zich niet hoeven te verantwoorden.

Is verantwoorden identificatie? Er wordt een artikel laten zien dat heet: Dwing mij niet om afstand te nemen van de Islamitische Staat.. De schrijver voelt zich een Nederlander. Zo wil hij ook behandeld worden. Hij is een agnostische Nederlander, de allochtoon die maar op een paar details verschilt. Hij vindt zichzelf geen buitelander, maar een doorsnee Nederlander, maar dan met een licht afwijkende versie. Geert Wilders duwt hem in de richting van een terrorist.

Merit Cerit zegt dat als je de Islam navolgt, je geen terrorist kan zijn. Ze sluiten elkaar dus uit volgens haar. Wij denken vaak dat dit toch zo is, omdat de vrijheidsstrijders (terroristen) zeggen dat ze het namens de Islam doen. Hier worden de allochtonen de dupe van.

moslimextrimsime: oneerlijke term. Nu worden moslims aan extremisten gekoppeld

4

Page 5: week 1 ccd

Wie zijn wij, wij zijn zij. Actoren in de dialoogJournalisten:

- Faciliteerde en Enscendeers van het debat

- Wij potentiële slachtoffers, zo potentiële daden

Politici:

- Wilders- niet de PVV maar de islam is ongrondwettelijk

- Wij Nederlanders, zij Islam

- Aboutaleb- ik ben ook islam maar ik distanteer mij

Dit valt uit het volgende stukje te halen:

- 1.2 Wie is hij, wie zijn zij? Özcan Akyol, NRC, 26/09/2014- Ik: Agnostische Nederlander, de allochtoon die slechts op een paar details verschilt van de

doorsnee Nederlander, mijn Nederlanderschap, geen buitenlander, licht afwijkende versie (van de gemiddelde burger)

- Zij: Doorsnee Nederlander, de gemiddelde burger - Zij: Nederlandse politicus, Geert Wilders, rechtse populisten - Zij: Islamitische terreurbeweging in het Midden-Oosten, barbaarse baardmannen in de

woestijn, boosaardige islam

- Bijval krijgt Akyol van Merit Cerit, hoofdredacteur van Zaman. Die is er moe van dat moslims “keer op keer uit moeten leggen dat een moslim geen terrorist kan zijn en een terrorist geen moslim”.

Andere actoren in het dialoog:Vrijheidsstrijders (terroristen): “Wij doen dit namens de Islam.” •(Wij islamieten - zij goddelozen)

Allochtonen: “Wie zegt mij dat ik mij moet distantiëren? Ik heb niets met hen gemeen.” •(Wij Nederlanders, al dan niet praktiserend moslim - zij terroristen)

Nederlanders (de man op de straat): “53 procent is bang voor een terroristische aanslag van de moslimextremisten.” •(Wij Nederlanders, zij moslimextremisten)

1.3 Conclusies: beeldvorming in de media

- Zelf en ander identificatie leidt tot wij- zij denken

- Door Charlei Hebdo ontstaan nieuwe wij-zij opposities

o Toont meervoudige identificaties

- Interactie met het publiek als derde partij

- Taalhandelingen

o Verontschuldiging

o Zich moeten distantiëren / desidentificatie

o Verantwoordelijkheid nemen.

5

Page 6: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 1

1.2 Benaderingen en domeinen •Week 1: Beeldvorming & identiteit •Week 2: Contrastieve analyse •Week 3: Interactie-analyse •Week 4: Interlanguage-analyse •Week 5: Interculturele competenties •Week 1: Onderwijs •Week 2: Bedrijfsleven, advertenties •Week 3: Werkvloer, vergaderingen, small talk, humor •Week 4: Meertalige families, migratie •Week 5: Internationalisering, uitwisseling en toerisme

Zhu (2014) H1 + 12 Exploring Intercultural Communication

Jackson H7 (2014) Introducing language and intercultural communication

Cultuur =

- Culture is that complex whole which include knowledge, belief, art, morals, law, costume, and any other capabilities and habit acquired by man as a member of society

Cultuur zit in het individu, maar wel het individu dat tot een groep behoord.

Edward Burnett Tylor

- Culture is the depots of knowledge, experience, beliefs, value, actions, attitude, meanings, hierarchies, religions, notions of time, roles, spatial relations, concepts of the universe, and artifacts acquired by a groep of people’

Samovar

- A collective programming of the mind which distinguishes the member of one human group from another

Hofstede.

Hij heft een onderzoek gedan waar hij landen indeelde. De vragen die hij voorlegde had hij zelf bedacht. Daarnaast zag hij hele landen als 1 cultuur. Daarnaast ziet hij cultuur als iets heel statisch. “jij woont in Zweden dus jij….”. Er zijn dus 3 kritiek punten. Hij laat zien dat een human group gelijk staat aan een land.

- Culture is a fuzzy set of attitudes, beliefs, behavioral norms, and basic assumptions an values….

Cultuur = toolbox

- Dit zegt Wittgenstein.

Het gevaar bestaat dat je cultuur gelijk stelt aan een land.

6

Page 7: week 1 ccd

Wat is cultuur

- Cultuur is niet natuur

- Cultuur is niet aangeboren

- Cultuur is materie, in handelingen en in kennis

- Cultuur is altijd groepsgebonden. (anders hebben we het over identiteit)

2.2 Wat is cultuur? Zhu 2014, p.187 “Culture is that complex whole which includes knowledge, belief, art, morals, law, custom, and any other capabilities and habits acquired by man as a member of society” ~Edward Burnett Tylor

“Culture is the deposit of knowledge, experience, beliefs, value, actions, attitudes, meanings, hierarchies, religion, notions of time, roles, spatial relations, concepts of the universe, and artifacts acquired by a group of people” ~ Samovar et al., 1998

“Culture is a fuzzy set of attitudes, beliefs, behavioural norms, and basic assumptions and values that are shared by a group of people, and that influence each member’s behaviour and his/her interpretations of the “meaning” of other people’s behaviour” ~Spencer-Oatey

Cultuur = toolbox Ludwig Wittgenstein, 1889-1951, filosoof

Complexiteit van “cultuur” “Culture is that complex whole which includes knowledge, belief, art, morals, law, custom, and any other capabilities and habits acquired by man as a member of society” ~Edward Burnett Tylor

“Mijn moeder is half Grieks en heeft elementen uit haar (Griekse) opvoeding overgebracht naar mijn opvoeding. Daarnaast woon ik al mijn hele leven in Rotterdam, een stad waarin veel verschillende culturen samenleven. Mijn vriendenkring bestaat voornamelijk uit mensen met een andere etniciteit en culturele achtergrond. Tot slot is mijn vriendin Turks en heeft ook een andere culturele achtergrond.”

Interculturele communicatie = communicatie dat plaatsvindt tussen mensen met verschillende culturele achtergronden.

Het is geen interculturele situatie wanneer de verschillende achtergronden niet tot uiting komen

Intercultural communicate = is often difned as he study of how people from different cultural backgrounds communicate with each other, and is udes as an umbrella term to refer to bth the study of…

Wat is interculturele communicatie? - “Interculturele communicatie: communicatie tussen groepen met verschillende

internationale achtergronden / tussen verschillende soorten culturen” - “het contact tussen personen van twee of meerdere verschillende culturen.” - “Interculturele communicatie: Het overbrengen van een boodschap tussen personen van

verschillende afkomst.” - “Interculturele communicatie wordt gebruikt om de verschillen te verkleinen en te zorgen

dat beide partijen de communicatie begrijpen en dat er evenredig begrip ontstaat tussen beide partijen.”

- “Interculturele communicatie is communicatie in de breedste zin tussen verschillende culturen. Hoe mensen elkaar begrijpen zonder dat ze dezelfde taal hoeven te spreken en op

7

Page 8: week 1 ccd

wat voor manier mensen het dan van elkaar interpreteren. dat het soms ongewoon is hoe mensen vanuit een andere cultuur met bepaalde dingen omgaan.”

- “Cultuur kan dus naast een beschouwing op macro niveau ook benaderd worden op een kleiner (micro) niveau. Hierbij kun je denken aan de skate-cultuur, surf-cultuur, sociaal economische klasse, of mensen die een bepaalde kledingstijl hebben met daarbij horende gebruiken. Vanuit dit standpunt stel ik dat bijna iedere vorm van communicatie te scharen valt onder interculturele communicatie.”

- “communication between people with different linguistic and/or cultural backgrounds” (ten Thije, fc)

- “An intercultural situation is one in which cultural distance between participants is significant enough to have an effect on interaction/communication that is noticeable to at least one of the parties.” (Spencer-Oatey & Franklin 2009, p.3 in ten Thije fc)

- “… is often defined as the study of how people from different cultural backgrounds communicate with each other, and is used as an umbrella term to refer to both the study of interaction between people of different cultures and comparative studies of communication patterns across cultures.”

- (Zhu, 2013:198)- It is “things” shared by “groups”. Compositional approach Zhu 2014

Wat is identiteit? Ik ben: …… Drie paradigmes (Zhu 2014, p. 203-204): •Identity as a project of the self •Identity as a product of the social •Identity as constituted in discourse –Identiteit wordt geconstrueerd en onderhandeld in interactie (interculturality) –Identiteit wordt gepresenteerd in dominante discourse en ideologie (culturele representaties)

(Jacobs & Maier, 1998) “In any proper sense, the concept of identity can only be used with respect to individuals. However, individuals do not live on their own, they associate in groups and communities and this association will have consequences for their identities.”

Interculturality Zhu 2014 Interculturality neemt afstand van benaderingen tot interculturele communicatie waarbij culturele verschillen een gegeven zijn en waarbij die verschillen als bron gezien worden van misverstanden in interactie. (Zhu 2014, p.211) Van cultuur hebben naar cultuur doen en identiteit: “(Interculturality) recognises culture as a problematic concept and turns to terms such as identity as a postmodernist alternative to traditional approaches to culture.”

(Zhu 2014, p.208)

Identiteit = Zhu: drie paradigm’s

- Identity as constitudes in discours

- Identity as a project of the self

- Identity as a product of the social

o Identeit wordt geconstrueerd en onderhandeld in interactie (interculturality)

8

Page 9: week 1 ccd

o identiteit wordt gepresenteerd in dominante discourse en ideologie (culturele representatie)

identiteit gaat dus over het idnividu, maar tegelijk heb je de gemeenschap nodig. Dat bepaald hoe jij jouw identeit op dat moment uit.

Interculturality = hoe jij jouw identiteit vormgeeft in een groep in een interactie. Het gaat er ook om dat het een bepaalde manier van onderzoek is. Vroeger had je hee lerg crosscltureele onderzoek. Dat is dat ze twee culturen gaan vergelijken. Dat is vaak zo dat de cultuur wordt gekoppeld aan een land. Nu is het dus anders. Wanneer cultuur betekenis krijgt in een interactie, spreek je van de interculturality approach. Hoe maken mensen duidelijk waar ze vandaan komen. Hoe verantwoorden ze dingen uit hun eigen cultuur? Dat zijn vragen die je je kan stellen.

‘as an emerging research paradigm, interculturality represents a line of investigation that departs from traditions of seeing cultural memberships or cultural diffirences, largely of not always, as something ‘given;…

Hofstede manier van denken: je komt uit een land dus je hebt een cultuur.

Generaliseren is niet slecht. Stereotyperen kan soms ook positief zijn. Als je doorslaat naar prejudice (dus dat je doorslaat, en dat je mensen in een hokje plaatst) dan is het wel slecht. Dat slaat snel door naar discriminatie. Vooroordelen kunnen schadelijk zijn voor interculturele relaties.

Sociale categoisatie=

- : social categorization refers to the way we group people into conceptual categories in order to make sense of our …..

Stereotypes =

a. Wat is volgens Jackson (2014) sociale categorisatie? Welke uitwerkingen hiervan kunnen volgens haar schadelijk zijn voor interculturele communicatie?

Dit gaat over verschillende cues.

Culturele identiteit gaat niet alleen over etniciteit en ras, maar deze staan wel centraal in culturele identiteit. Dit zijn twee elementen die tijdens het eerste contact met iemand gecategoriseerd worden. Hiervoor worden audibe, visible en readable cues gebruikt.

- Audible gaat over hoe je klinkt. De manier waarop je talen spreekt, welk accent heb je, en ben je vloeiend?

- Visible gaat over hoe je eruit ziet. Link met audible: accent kan gehoord en ‘ingebeeld’ zijn door de manier waarop iemand eruit ziet.

- Readable gaat over wie je bent op papier. Categorisatie van etniciteit kan plaatsvinden

o You are how you sound (accent) audible. Hij probeert het accent al een muziekje te laten klinken, zodat het Italiaans klinkt.

o You are how you look (huidskleur) visible. Hier hoort dus ook kleding bij.

o You are what you are on paper (naam) readable

9

Page 10: week 1 ccd

Audible, visible and readible cues (Zhu, 2014, p.205) •You are how you sound (accent) •You are how you look (huidskleur) •You are what you are on paper (naam)

Audible cues Buongiorno (2:48), Grazie (3:04), si, correcto (3:11) arrivederci (3:18), Gorlomi (3:18-3:29) Margareeeeti (3:43) Visible cues Godfather, Handgebaren (2:35 & 2:42) Hakenkruis, oorlogsuniform, haarkleur Readible cues Enzo Gorlomi, Antonio Margheriti,

Domenick DeCocco

Is stereotyperen slecht? “het benoemen van dingen is het versimpelen van dingen. Het is onmogelijk om ieder blaadje aan iedere boom een eigen naam te geven, ook al is geen enkel blaadje en geen enkele boom hetzelfde.” ~ Friedrich Nietzsche (Wijnberg, 2013) “Social categorization refers to the way we group people into conceptual categories in order to make sense of our increasingly complex environment.”

Jackson, 2004, p.158

Sociale categorisatie Opdracht 1B “Social categorization refers to the way we group people into conceptual categories in order to make sense of our increasingly complex environment.” “This entails the act of perception, that is, ‘becoming aware of, knowing, or identifying by means of the senses’ through a three-step process involving selection, organisation and interpretation (Jandt 2007:433).”

Jackson, 2004, p.158

Stereotyping “Stereotyping has three characteristics: the categorization of persons, a consensus on attributed traits, and a discrepancy between attributed traits and actual traits.” (Secord and Backman 1964: 66; In Spencer-Oatey, Franklin, p140) Prejudice: “an attitude, usually negative, towards members of a group”. (Smith and Bond 1998, 184-185) Discrimination: “… the treatment of a person or a group of people unfairly or differently because of their membership of a particular social group.” (Chryssochoou 2004, 36)

Vooroordelen en discriminatie“Whereas prejudice represents the affective or emotional reaction to social groups, stereotypes are the cognitive manifestation of prejudice, and discrimination is the behavioural manifestion of prejudice.”

10

Page 11: week 1 ccd

(Jones 2002, 4)

Stereotypes Schneider 2004, In Shadid (2005, p. 337-338) 1.… beïnvloeden hoe mensen omgaan met informatie: mensen zijn eerder geneigd positieve informatie over de eigen groep en negatieve informatie over andere groepen te onthouden.

2.… zorgen voor verwachtingen van gedrag van de andere groepen en fungeren als filters bij het waarnemen en interpreteren van dat gedrag.

3.… kunnen leiden tot ‘self-fulfilling prophecies’: mensen zien in gedrag van anderen wat ze vanuit hun vooroordelen verwachten.

4.… kunnen leiden tot verkeerde voorspellingen van het gedrag van anderen, omdat vooroordelen, althans gedeeltelijk, foutief zijn.

b. Zhu (2014) bespreekt hoe audible, visible en readible cues kunnen leiden tot categorisatie van anderen op basis van etniciteit en ras. Bekijk het volgende fragment uit de film Inglorious Bastards en benoem de cues die te zien zijn: https ://www.youtube.com/watch? v=rq7qm3T3cPE, minuut 2:17-eind. (laatst bezocht op 25-8-2015).

c. Jackson (2014) bespreekt hoe we stereotypes leren vanuit de omgeving. Kies een land dat jij goed kent, en benoem vijf stereotypen die je over dat land kent. Zoek daarbij één voorbeeld uit een reclame of een krantenartikel waar dat stereotype beeld in voorkomt.

a. In paragraaf 12.3 bespreekt Zhu (2014) de relatief nieuwe aanpak interculturality. Leg uit wat deze term inhoudt en hoe je dit kunt onderzoeken.

Het is een interactie tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond. Ieder individu kan tot verschillende groepen behoren, en iedereen heeft wel zijn eigen waarden. Het is niet vooraf voorgelegt. De belangen van een cultuur ontstaan in een interactie.

Cultuur is niet meer statisch (volgens Hofstede wel). Maar cultuur is opkomend, stijgend (zie dia)

Docent: Interculturality (Zhu 2014, § 12.3) - Cultuur = statisch, een gegeven, “iets dat je hebt” -> cultuur is opkomend, discursief en tijdelijk Analyse van internationale praktijken en gesproken interacties -> interpreteren hoe individuen culturele identiteiten relevant of irrelevant maken in interactie. – Zelf-oriëntatie en “ascription by others”

Wat is daarbinnen haar visie op cultural identities en memberships?

Er is een onderzoeker die zegt dat we hokjesdenken al in ons hebben. Als we zien dat er een jong kind met een vrouw loopt, dan denken we al dat het de moeder is. De moeder wordt dan in de categorie moeder gezet. Dit is de categorie memberships.

Docent: - Een individu heeft meerdere identiteiten en behoort tot meerdere categorieën - Relevantie van deze identiteiten is niet vanzelfsprekend en kan in interactie relevant worden

gemaakt - “It takes cultural identities as a process and outcome of negotiation, rather than something a

priori.”

11

Page 12: week 1 ccd

- (Zhu 2014, p.218)

b. Kies twee van de vier punten uit de opsomming van Zhu “How do participants do cultural identities?” om te verklaren waarom de communicatie schijnbaar moeizaam verloopt in het filmpje “But we’re speaking Japanese”: https://www.youtube.com/watch?v=oLt5qSm9U80 (laatst geraadpleegd op 25-8-2015).

1. Membership categorisiation as a prerequisite

2. Making culturale membership relevant locally through moments of identification by participants in interaction.

3. The paradox of identification on the spur of the moment

4. Indexical and symbolic cues of relevant category- bound activities an features.

Mijn antwoord:

De 4 punten:

- Om te kunnen categoriseren, moet je een identiteit hebben, en als individu wordt er verwacht dat je daar aan voldoet

- Je behoord tot meerdere categorieën, en die komen niet tegelijk tot uiting. De ene categorie komt tot uiting wanneer dat nodig is.

- Men gedraagt zich zoals ze denken dat dat hoort. Dat is gebaseerd op de kennis

- Het is een combinatie van symbolische tekens die daarbij geassocieerd worden.

In het filmpje komt het vierde punt duidelijk naar voren. Wanneer ze een Japanner zien, wordt er verwacht dat er Japans wordt gesproken. Daarnaast komt naar mijn weten zowel het tweede als het vierde punt wel aar voren.

Punt 2 komt naar voren. Ze plaatst iemand gelijk bij nationaliteiten. Ze kijkt puur naar het uiterlijk, om te bepalen of ze iemand verstaat. Audible en visible zijn dus niet altijd te scheiden van elkaar.

Wat doen mensen met het culturele membership in gesprekken:

- Dismissing the relevance of the category

- Minimizing the supposed ‘difference’ between categories

- Reconstituting the category

- Etherifying theethnifyer

- Actively….

Docent: How do participants do cultural identities? (Zhu 2014, §12.3) https://www.youtube.com/watch?v=oLt5qSm9U80 1. Membership categorisation as a prerequisite. 2. Making cultural membership relevant locally through moments of identification by participants in interaction. 3. The paradox of identification on the spur of the moment. 4. Indexical and symbolic cues of relevant category-bound activities and features.

(Zhu 2014, § 12.3)

12

Page 13: week 1 ccd

1.“If someone displays a certain set of features associated with a category, she would be cast as a member of the category.” 2.“A person can belong to several categories at the same time, but not all of them will be relevant at the same time – hierarchy” 3.“Participants need to pick up ‘cues’ of identification, assess options of identification available at that particular moment, (…) 4.“It is through these indexical and symbolic cues that participants make demonstrably relevant certain aspects of their own cultural identities or those of others (…) they may misread or fail to pick uo the cues, which leads to misunderstanding.”

What do participants do with cultural memberships? (Zhu 2014, p.211-212) • dismissing the relevance of the category; • minimising the supposed ‘difference’ between categories; • reconstituting the category; • ethnifying the ethnifyer; • actively avoiding it.

(Day, 1998)

c. Bekijk de video “What kind of Asian are you?” https://www.youtube.com/watch?v=DWynJkN5HbQ (laatst geraadpleegd op 25-8-2015). Beschrijf aan de hand van het transcript waar er sprake is van “ascription by others” en “self-orientation”. Is er sprake van alignment of misalignment?

ascription by others = tenaamstelling door anderen

self-orientation = zelf oriëntatie

alignment = richtlijn

What kind of Asian are you?

1 MAN: Where are you from? Your English is perfect alignment?

2 WOMAN: San Diego we speak English there

3 MAN: No erg where are you from?

4 WOMAN: Well I was born in Orange county but I never actually lived there

5 MAN: No I mean before that

6 WOMAN: Before I was born?

7 MAN: Yeah where are your people from? ascription by others

8 WOMAN: Well my great-grandma was from Seoul

9 MAN: Korean I knew it I was like she is either Japanese or Korean but I was leaning more towards Korean ascription by others

10 WOMAN: Amazing

11 MAN: (Bows and says hello in Korean)

12 There is a really good teriyaki barbecue place near my apartment so actually I really like kimchi

(Uit: Dervin, F. (2012). Discourses of Othering. International Encyclopedia of Language and Social Interaction. p. 4).

13

Page 14: week 1 ccd

Beeldvorming: welk beeld wordt er gevormd in het onderstaande artikel?Er wordt een negatief beeld gevormd, omdat de mensen uit de moe landen banen inpakken en overlast veroorzaken. Er worden alleen negatieve verschijnselen genoemd.

Bij een tekstanalyse zou je kunnen kijken naar alle negatieve woorden in een tekst.

Shadid:

1. Simplificatie en afstandelijke presentatie van de islam

2. Problematiseren en stigmatiseren van de groepen in kwestie

3. Deling van de samenleving in ‘wij’ en ‘zij’

4. Verwaarlozing van hun participatie in de media en het ontbreken van hun visie daarin.

14

Page 15: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 2

Etnocentrisme = je eigen cultuur aanhouden.

1: Culture as content. Bij deze benadering ligt de nadruk op het leren kennen van de taalgemeenschap en het ontwikkelen van cultureel bewustzijn. Cultuur wordt gebruikt als een pedagogisch middel om de interesse van de student te wekken. Brooks onderscheidde Culture with a Capital C en culture with a small c. De eerste refereert naar kunst, muziek, literatuur, politiek enz.. De tweede refereert naar de behavioural patterns and lifestyles of everyday people. Er zijn 4 lestechnieken waarmee het culturele bewustzijn van studenten verhoogd kan worden.

- Culture capsule. Hierbij vinden expliciete discussies plaats over de verschillen tussen de eigen en de andere cultuur.

- Culture assimilators. Hierbij worden scenario-based vragen en antwoorden behandeld.

- Culture island. Hierbij wordt het bewustzijn over culturele verschillen verhoogd door het ophangen van posters, foto’s enz..

- Drama. Hierbij spelen studenten interculturele interacties uit.

Docent: Taal en cultuur zijn gescheiden dingen. Je leert de taal, de cultuur ect. Maar los daarvan leer je van de cultuur. Cultuur en taal worden dus als gescheiden gezien!

2: Teaching language-and-culture: an integrated approach. Deze benadering gaat uit van het feit dat cultuur een andere dimensie van het leren van een taal is. Is dus niet hetzelfde als het leren van uitspraak, vocabulaire of grammatica. Er zijn verschillende benaderingen over wat geïntegreerd moet worden in de lessen, en hoe dit geïntegreerd moet worden.

- The need to integrate the learner’s native culture and language into language and culture learning. Er is dus meer aandacht voor de achtergrond van de student, en er wordt ook gekeken naar de motivatie. The need to integrate culture at all levels of language teaching. Deze benadering is beïnvloed door het idee dat de kennis over hoe een taal te gebruiken en interpreteren in een contextgevoelige en cultureel verantwoorde manier essentieel is voor succesvolle communicatie. Ondanks het feit dat cultuur onzichtbaar is, zie je het toch terug in alle aspecten van taalgebruik.

- The need to make cultural awareness an essential and integrated component of communicative competence. Cultuur moet centraal staan in taal- en cultuurpedagogiek.

Docent: Het centraal zetten van de cultuur bij het leren van een taal. ER wordt veel belang gehecht aan de taal bij de cultuur. Je kan het dus niet los van elkaar zien. Taal en cultuur horen bij elkaar. In de onderwijsboeken zit dat dus geïntegreerd.

3: Teaching culture through language: an intercultural approach. Deze benadering gelooft niet dat het doel van het leren van een taal is om simpelweg perfecte taalvaardigheden te ontwikkelen, maar om een intercultural speaker te worden. Er zijn verschillende representatieve argumenten met betrekking tot het leren en lesgeven van taal en cultuur:

- ‘Received’ view of culture. Culturen zijn geografische distinct entities die relatief onveranderbaar een homogeen zijn, en zijn allesomvattende systemen van regels of normen die gedrag bepalen.

- ‘Received-but-critical’ view. Hierbij kritiek op de vorige benadering, maar ziet cultuur nog steeds als een verzameling van gedeelde, normatieve waarden.

- Cultuur is een problematisch concept, bij deze benadering worden termen als identiteit gebruikt

15

Page 16: week 1 ccd

Docent: je gaat verschillende opvatting van de cultuur leren. Het is minder gericht op de taal en meer gericht op de cultuur. Het doel is niet meer om die taal volledig te beheersen. Een derde cultuur is een cultuur die begrepen worden dor beide mensen in een interactie. Zij kunnen zich er dan beide in vinden.

Hoe verandert de opvatting van cultuur in deze drie benaderingen?

De opvatting van cultuur wordt steeds belangrijker (van 1 naar 2). Het wordt persoonlijker gericht op het land. Het is niet meer los, maar het is helemaal geïntegreerd.

- Van apart genomeen naast taal (grammatica, leesvaardigheid, etc.) of als onlsmakelijk verbonden met taal (cultuur beïnvloed grammatica, idiomen ect. Zie dia)

Wat er in de journalistiek gebeurt heeft gevaren. Het worden als groepen benoemd. Je gaat zo automatischkenmerken aan culturen voorschrijven.

Us vs them groep. Uw dat zijn wij, them dat zijn zij.

Marginalisatie = klein / onbelangrijk maken (van groepen)

Social identity theory

- Ingroep vs outgroep

- Us v them

Intercultureel = mensen die interacteren met elkaar en die een verschillende achtergrond hebben.

Multicultureel = samenleving waar allerlei culturen samenleven. Niet geïntegreerd (

Er is een discussie over wat moet worden nagestreefd, een interculturele samenleving of een multiculturele samenleving.

Docent: Culture as content Integrated approach Intercultural approach Hoe verandert de opvatting van cultuur in deze drie benaderingen? - Van apart fenomeen naast taal (grammatica, leesvaardigheid, etc.) of als onlosmakelijk verbonden met taal (cultuur beïnvloedt grammatica, idiomen en vocabulaire). - Van een statisch fenomeen en het leren van feiten en symbolen, naar een dynamisch, deels onzichtbaar fenomeen waarbij cultuur van invloed is op alle aspecten van taal.

- Van het worden van een native speaker als hoofddoel tot het streven naar succesvol kunnen communiceren met mensen die anders denken: intercultural speaker.

Voor je eigen onderzoek heb je heel veel voorbeeld nota’s die in de sheet staan.

16

Page 17: week 1 ccd

De vijf onderzoek benaderingen- imagological approaches

beeldvorming en identiteit- contratieve approaches

constratief- Interactive approaches

interactie- inter en multilingual approach

interlanguage- transfer approaches

interculturele competenties

imagological approaches (beeldvorming en identiteit)Je kijkt naar stereotypes. Je kijkt kritisch naar hoe andere groepen worden ingedeeld. Dit is de benadering.Het bestaat al heel lang. Als sinds de verlichting. Patronen worden al heel lang bij verschillende landen en culturen onderzocht. Je kan kijken hoe de beeldvorming van een andere groep wordt bepaald. Een voorbeeldvraag: hoe kijkt de pvv aan tegen de moe landen? Je maakt van een tekstanalyse of een gespreksanalyse dat is een onderzoeksmodel dat erbij hoort.

Het is redelijk talig, maar er wordt ook naar de media gekekn. Je doet dus vaak een corpus onderzoek. Hoe culturele identiteiten worden geconstrueerd in teksten en hoe identiteiten in interactie kunnen worden teogekent. DIAAAAAAAAAAAAAAAS (van allemaa)

contratieve approaches (constratief)Er wordt gekeken naar het effect van talige en culturele verschillen tussen verschillende culturen. Twee culturen worden tegen over elkaar gezet en er wordt een vergelijk gemaakt.

Interactive approaches (interactie)Je kjikt naar hoe de interactie tussen 2 culturen verloopt. Ook kijk je naar de menselijke interactie, je kunt gaan kijken naar de werkvloer. Het is het belangrijkste dat ze succesvol culturen willen laten integreren.

Je gaat kijken naar succesvolle of minder succesvolle benaderingen. Ook kan je bijvoorbeeld kijken naar stiltes in de rechtbank.

inter en multilingual approach (interlanguage)het is een hele talige studie. Als je een nieuwe taal gaat leren zijn er meerdere dingen die je moet leren. Bijvoorbeeld gramatica. Er zijn linguistic norms. Zo wordt er in Engeland heel beleeft gepraat, en in Frankrijk spreek je mensen met U aan. Er is een test, de discours completion test. Hiermee kan je dan de analyse doen. Het is een vragenlijst die mensen moeten invullen. Je gaat kijken in welk statia een eprsoon zich bevind die een taal leert. Voorbeeldvraag: in welk stadium leert iemand iets leren ver de linguistic norms.

transfer approaches (interculturele competenties)het is de vraag om te bepalen om te vinden welke dingen uit andere culturen belangrijk zijn, en hoe deze wordt overgebracht naar andere culturen. Het komt uit de psychologie en de

17

Page 18: week 1 ccd

communicatiekunde en het onderwijs. ER zijn vijf verschillende modellen die je toe kan passenWelke aspecten van de Islam zijn belangrijk, en hoe kunnen deze worden overgedragen of begrepen door de Christenen?

Welke vier componenten bestaan:Je kunt 5 verschillende modellen toepassen: - compositional models: zorgen ervoor dat relevante kenmerken, skills en mogelijkheden naar voren komen op een lijst. Dit is handig om potentie te kenmerken maar het model geeft geen onderlinge relaties aan of ranglijsten. Co-orientational models: focussen zich meer op de criteria van competentie. Houden zich bezig met het bereiken van een basislevel van co-orientatie.Developmental models: compromiseren specifieke stadia van voortgang. Focussen zich op en beschrijven de interdependence van deelnemers in het proces van cultureel leren. Adaptational models: lijken op developmental models maar focussen zich ook op interculturele progressie.

Representatie Stuart Hall (1997)

“Representations are the totality of semiotic means by which items and categories, individuals and social groups, along with their attributes and values, are identified, thematised, focused, shaped and made intelligible.” (Coupland 2001, 3)

Beeldvorming & identiteit (Cursushandleiding CCD, p. 33) Hoe culturele identiteiten worden geconstrueerd in teksten en hoe identiteiten in interactie kunnen worden toegekend of ontkend. •Corpusonderzoek: je verzamelt teksten (krantenartikelen, reclames, talkshows, reisgidsen). •Je analyseert hoe en welk soort beeld in deze teksten gevormd worden.

Of •Corpusonderzoek: Je analyseert (online) gesprekken waarin categorisatie plaatsvindt. •Je onderzoekt of deze categorisatie leidt tot (on)begrip, erkenning of ontkenning en wat de functie ervan is.

Contrastieve benadering Ten Thije, forthcoming •‘Cross-cultural communication’ •“In order to investigate the effect of cultural and linguistic differences on intercultural understanding, contrastive studies started by comparing two or more languages and cultures.”

Hoe vergelijk je discourse/tekst in verschillende talen? Hoe interpreteer je verschillen en overeenkomsten tussen talen en culturen? •Corpusonderzoek: je verzamelt in twee talen functioneel equivalente teksten. •Je vergelijkt de talige uitdrukking van cultuurverschillen (bijvoorbeeld vergelijking van IKEA catalogussen uit twee verschillende talen). •Je onderzoekt hoe de teksten worden aangepast aan de betreffende talen en culturen. •Effectonderzoek: je meet de waardering van teksten in de betreffende talen en culturen

Interactiebenadering (cursushandleiding CCD, p. 34) Wat is de uitwerking van talige & culturele verschillen op het interactieverloop? Welke tussenstadia zijn er in het leren van een tweede of vreemde taal & cultuur en hoe bepalen deze intercultureel begrip? -Transcriptanalyse van telefoongesprekken, vergaderingen, verkoopgesprekken (bestaand materiaal is beschikbaar)

18

Page 19: week 1 ccd

-Je analyseert hoe succesvolle communicatie, of juist onbegrip, tot stand komt in (ELF-)gesprekken. -Je analyseert een interactieverschijnsel: beurtverdeling, gespreksopening, taalhandelingspatroon, misverstanden, etc. -Identiteitsconstructies in gesprekken.

Transcripten voor eigen onderzoek •Telefoongesprekken (Bubel 1996) •Humor in vergaderingen (Koedijker 2013) •Tafelgesprekken internationale studenten (Messelink 2011) •Discussies Nederlandse en internationale studenten (ELF) (ten Thije) •Getolkte toast (ten Thije 2002) •Luistertaal in Nederlands/Duitse vergaderingen (Beerkens 2010) •Klasinteractie (Halevi 2011) •Tafelgesprekken in tweetalige gezinnen (NL/Dts) (Korevaar 2009)

“Interlanguage is used to refer to learner language as a system in its own right and having its own rules. This set of rules is considered as a continuum between L1 and L2.”

Interlanguage •Hoe speelt beperkte taalvaardigheid in een tweede taal een rol in het ontstaan van intercultureel onbegrip of begrip ? –uitspraak (fonologie) –woordvorming (morfologie) –betekenis (semantiek) –handelingskarakter (pragmatiek)

Bijvoorbeeld: De invloed van de moedertaal van Louis van Gaal op zijn Engelse spreekvaardigheid. •Discourse Completion Test •(Dis)identificatie in discourse

Voorbeeldvragen Spaanse emotie & Nederlandse nuchterheid In hoeverre is er verschil in het accepteren en afslaan van een aanbod tussen Spanjaarden en Nederlanders?

Discourse Completion Test: Proefpersonen moesten in de verschillende situaties het aanbod aannemen of afslaan (enthousiaste uitnodigingen of aanboden en situaties waarin de

19

Page 20: week 1 ccd

WEEK 2

HOORCOLLEGE 2 (ZELFDE DAG ALS HOORCOLLEGE 1)

2.1 contrastief: Businesswanneer je zaken doet met het buiteland, moet je rekening houden met hun cultuur. Ook moet je rekening houden met de wetgeving, gebruiken en gewoontes.

Contrastief: Business (Zhu 2014, p. 220) “(…) intercultural communication was derided as a means of selling things to people who weren’t the same as you (…) intercultural communication issues may have an increasingly strong and visible presence in the business world because of the trend of globalisation and the international nature of many businesses” “If I’m selling to you, I speak your language. If I’m buying, dann müssen Sie Deutsch sprechen!” – Willy Brandt

2.1 (g) localisatiething global, act local of think local, act global- globalisering: wereldwijde afzetmarkt

- lokalisering uit zich in de behoefte aan en aandacht voor een eigen taal en cultuur. De toepassing van de plaatsing van de producten passen zich aan aan de grenzen

- globale producten en reclamemakers houden rekening met lokale smaak en gebruiken regionale imago’s

- HSBC-reclame speelt in op globalisering

Speelt in op culturele “do’s en don’ts”

2.1 zoek het verschilIKEA had de vrouw uit een plaatje geschrapt, zodat het in het buitenland zou verkopen. Andere landen vonden dat niet oké, omdat het niet aan zou sluiten bij de identiteit van de IKEA. Uiteindelijk heeft de identiteit van de IKEA wel gewonnen.

Ikea zegt in een verklaring dat het bedrijf zich had moeten realiseren "dat het weglaten van vrouwen uit de Saudische versie van de catalogus strijdig is met de waarden van Ikea". Volgens een woordvoerder staat in de gedragscode van Ikea onder meer dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn.

2.2 Costratieve benaderling (zhu h6)in welke taal, met welke begrippen en met welke onderzoeksmethode beschrijf je de verschillen en overeenkomsten tussen talen en culturen?

Contrastieve analyse (Hofstede)- IBM medewerkers uit 53 landen (onderzoek hier gedaan)- met vragenlijsten achterhalen hoe de cultuur er was5 dimensies:

- Machtsafstand

- Collectivisme vs individualisme

- Masculiniteit vs feminiteit

- Onzekerheidsvermeiding

- Lange vs korte termijn oriëntatie

20

Page 21: week 1 ccd

Universele categorieën die verschillen en overeenkomsten tussen talen en culturen beschrijven. Mayer is in zijn voetsporen gaan staan. Hij heeft een culture map gemaakt. Zo’n kaartje geeft aan waar je rekening mee moet houden

Kritiek HofstedeEssentialisme. Culturen zijn afgebakende systemen dit kunnen wij gaan denken

- Essentialisme

- Je gaat generaliseren naar een groep.

- Je kan van buitenaf gaan beslissen wat belangrijk is voor een cultuur.

Hier gaat het individualisme en relationisme op in Kan het framwork gebruikt woorden voor elke groep of heeft elke groep een eigen framework nodig?

Je kan kijken wat er in een cultuur relevant is.

Dan krijg je de discussie tussen etic en emic

Kritiek Hofstede ten Thije (fc) “His dimensions are used as an essentialist explanatory framework to clarify intercultural misunderstandings.” (Leerssen 2007, p. 25)

- Essentialist view of culture: “presuming that there is a universal essence, homogeneity and unity in a particular culture.” (Holliday 2012, p. 1)

Universalism versus relativism

- Kan het framework gebruikt worden voor elke groep of heeft elke groep een eigen framework nodig?

Etic en Emic:

- Emic : we gaan vanuit de binnenkant kijken. We gaan vanuit de local en de nativ kijken wat de cultuur is. Je gebruikt ook locale culturele termen

- Etic: outsides view. Culture general construcs wordt gebruikt.

Etic & Emic

- Etic:

o “comparing one culture with another using culture-general constructs.” (Zhu 2014)

o Scientists’ observations -> Outsider’s view

- Emic:

o “a researcher uses local cultural terms to interpret a cultural phenomenon.” (Zhu 2014)

o Local/native observations -> Insider’s view

Not contradictory, but complementary: “To develop ‘scientific’ generalizations about relationships among variables, we must use etics. However, if we are going to understand a culture, we must use emics.” (Triandis 1994 in Spencer-Oatey & Franklin 2009, p. 16)

21

Page 22: week 1 ccd

2.2 House

Er staat een lijstje. Hier worden de verschillen tussen Duitsland en Engeland. De ene cultuur valt het ene veel meer op dan dat een andere cultuur dat opvalt.

Wat is belangrijk bij het onderzoek? Tertium ComparationsFunctionele equivalentie

- Een tekst die een andere taal of cultuur dezelfde functie dient en behoudt

- “the application or use which the text has in the particular context of a situation” (House 1997, 37)

- wat is het doel van de tekst, en wat moeten we veranderen om hetzelfde effect bij een ander land te hebben?

Termtium comparationis

- Latin = het derde (deel) van een (op overeenkomsten in verschillen gerichte) vergelijking

- Tertium comparationis betreft de kwaliteit van die twee zaken, die met elkaar vergeleken worden, gemeenschappelijk hebben (Bij Hofstede: IBM)

- IKEA meubels over de hele wereld zijn hetzelfde: vergelijking van IKEA catalogussen in verschillende talen.

Het gaat er om dat als je twee dingen vergelijkt, en je wil er een effect van vinden, moet je zorgen dat al het overige gelijk is. Dat is vooral bij termtion comparationis van belang. Het is datgene dat ze gemeenschappelijk hebben (allebei jongeren).

Marketingstrategie van IKEA

- Het heeft veel filialen in 43 landen.

- Eenduidig concept. Zelfde design ect.

- Standaardisatie: wereldwijd hetzelfde assortiment

- Differentiatie: de catalogussen verschillen bij verschillende culturen.

o De aanpassingen worden dus gedaan op basis van de cultuur.

Anna was de hulpgids van de IKEA. Je kon allerlei verschillen zien tussen de antwoorden in Nederland en Vlaanderen.

22

Page 23: week 1 ccd

Eigen onderzoekcontrastieve benadering Hoe vergelijk je discourse / tekst in verschillende talen? Hoe interpreteer je verschillen en overeenkomsten tussen talen en culturen?

- corpusonderzoek: je verzamelt in twee talen functionele equivalente teksten

- Je vergelijkt de talige uitdrukkingen van cultuur verschillen (bijvoorbeeld vergelijking van IKEA catalogussen uit twee verschillende talen)

- Bijv. Du vs Sie – Je onderzoekt hoe de teksten worden aangepast aan de betreffende talen en culturen.

- Effectonderzoek: je meet de waardering van teksten in de betreffende talen en culturen.

Corpus onderzoekidentiteit, beeldvorming en contrastieve analyse- identiteit constructies in teksten of interactie

- Identificatie en de reactie op identificatie

-beeldvorming in een vergelijkende analysede correspondent “zelfs de Duitse schandaalpers schaamt zich voor ons vluchtelingenbeleid’

- verschil verslaglegging NL en Dui / Telegraaf en Volkskrant / Pauw en RTL Late Night / NL eb Kurdi.

Conclusie

- Beeldvorming & identiteit:

o Analyseren van het beeld van ‘de zelf’ en ‘de ander’

o Identificatie en disidentificatie van ‘zelf’ en ‘ander’

- Contrastieve analyse

o Beschrijven van verschillen en overeenkomsten tussen talen en culturen.

23

Page 24: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 3

Culture is.. “A collective programming of the mind which distinguishes the member of one human group from another” ~G.H. Hofstede

Opdracht 2

Opdracht 2-A:

a. Welke relatie tussen beleefdheid en een directe of indirecte communicatiestijl bespreekt Zhu (2014) aan de hand van Lakoff (1973). Leg uit hoe de tekst over dugri talk (Ibid., p. 103-104) een voorbeeld van is van directe en indirecte communicatiestijl.

b. Leg uit, aan de hand van House (1996) en de vijf dimensies die ze bespreekt, waarom haar Angelsaksische respondenten aangeven Duitsers onvriendelijk te vinden.

c. Analyseer in onderstaand fragment de verschillen tussen het Nederlands, het Duits en het Engels. Beargumenteer je analyse door aan te geven aan welke kant van het continuüm van dimensies van House (1996) je de zinnen plaatst en welke formuleringen je daarvoor kunt aanwijzen.

Nederlands Duits EngelsToets dan nummer 200 in geben Sie bitte die Nummer

200 einEnter 200

Beneden tonen we u wat de Gouden Eeuw historisch betekent.

Im Erdgeschoss geht es um die historische Bedeutung des 17. Jahrhunderts

On the ground floor we shall show you something of the century’s history.

Kijkt u naar de twee gezichten en de handen: ze zijn glad en ingehouden geschilderd, met dunne laagjes verf.

Betrachten Sie einmal die beiden Gesichtspartien und die Hände: Rembrandt malte sie glatt und verhalten in dünnen Farbschichten.

Look at the couple’s face and hands: they are smooth and rendered with restrained thin layers of paint.

(Uit: Tempel, 2008)

Opdracht 2-B:

Lees onderstaand fragment en beantwoord dan de vragen. Mr. Martinez is de Spaanse baas van de Koreaanse Mr. Wu. Hij vraagt hem op zaterdag te komen werken. Na dit gesprek komt Mr. Wu zaterdag niet naar werk en Mr. Martinez is daar zeer ontstemd over.

(L1) Mr. Martinez: Can you come in on Saturday?

(L2) Mr. Wu: Yes, well, I think so.

(L1) Mr. Martinez: Good, that’ll be a great help.

(L2) Mr. Wu: Yes, Saturday’s a special day, did you know?

(L1) Mr. Martinez: What do you mean?

(L2) Mr. Wu: It’s my son’s birthday.

(L1) Mr. Martinez: How nice. I hope you all enjoy it very much.

(L2) Mr. Wu: Thank you. I appreciate your understanding.

24

Page 25: week 1 ccd

a. Leg uit wat high-context en low-context (Zhu, 2014, paragraaf 6.1) culturen zijn.

Wh komt uit een high context, Martinez komt uit een low context. Dat kan je vergelijken met een meer directe communicatie.

b. Leg aan de hand van deze begrippen uit wat er in dit fragment fout kan zijn gegaan. c. Probeer in onderstaande tabel per uitspraak te bedenken wat deze zou kunnen betekenen

voor beide gesprekspersonen. Vul in de linkerkolom de betekenis in die Mr. Martinez mogelijk aan zijn uitingen zou toekennen en in de rechterkolom wat Mr. Wu mogelijk bedoelt met zijn uitingen. De eerste regel is al ingevuld.

Betekenis L1 (Mr. Martinez) Letterlijke uiting Betekenis L2 (Mr. Wu)Yes Yes Yes, well, I think so. No

It’s my son’s birthdayHow nice. I hope you all enjoy it very much. Thank you. I appreciate your understanding.

Hofstede Cultuur = Culture is a collective programming of the mind which distinguishes the member of one human group from another.

Volgens hem is het dus aangeleerd. Je bent er niet perse mee geboren. Door de sociale context leer je dingen.

Hofstede stelt cultuur gelijk aan land

1.3 individualisme / collectivisme

- individualistische culturen”(Persoonlijke) doelen zijn belangrijker dan het beschermen van de ander of het netwerk

- Collectivistische culturen: de ander of het netwerk beschermen is belangrijker dan (persoonlijke) doelen

- Hoog (individualistisch): identiteit, eigen meningen en privéleven zijn belangrijk Autonoom werken en initiatief zijn belangrijk. Losse en contextuele relaties

- Laat (collectivistisch) : initiatief en individualisme worden niet gewaardeerd. ‘Persoonlijkheid; bestaat niet in China (taal). Nauwe relaties en sterke netwerken.

Nl: 80 punten, 4e plaats. Wij zijn dus redelijk individualistisch.

Amerika is heel individualistisch.

Dia: Koreaanse linguïstist Ho-min Sohn welke dimensie? machtsafstand

25

Page 26: week 1 ccd

1.4 machtsafstand

De mate waarin de baas zeggenschap heeft over het gedrag van zijn werknemers en vice versa. De mate waarin ongelijkheid in organisaties of landen geaccepteerd is.

Nederland heeft een kleine machtsafstand. - Hoog; autoriteit, weinig tolerantie voor individuen, welvaart ongelijk verdeeld- Laag: minder angst voor confrontatie, hiërarchie = ongelijkheid of voorbehouden aan

experts.

Nederland: 40e plaats / Malaise schoort het hoogst.

1.5 Onzekerheidsvermijding

Ga je door problemen heen, of vermijd je ze.

De mate van ambiguïteit (onzekerheid) die een samenleving kan verdragen- Hoog: meer regels en structuur , vastere hiërarchische structuren. Minder vatbaar voor

verandering maar theoretische insteen- Laag: pragmatische houding, toleranter voor afwijkende en innovatieve ideeën of gedrag, tijd

is een ‘oriëntatie’.

Nederland: 35e plaats/ OVI: 35

1.6 Masculiniteit / fermiteit

Mate waarin een samenleving waarde hecht aan traditioneel mannelijke eigenschappen. - Hoog: concurrentie, competitiviteit, succes en prestaties. Behoefte: uitdaging, vooruitgang,

erkenning en verdiensten- Laag: passiviteit, bescheidenheid, zorgzaam, en aansluiting. Behoeften: samenwerking,

baanzekerheid en een wenselijke omgeving.

Nederland: 52 plaats (goed). Japan staat op de eerste plaats.

1.6 Lange termijn vs Korte termijn oriëntatie (LTG)

De mate aan waarin de maatschappij gericht is op de toekomst of juist op het heden kijkt men naar de winst / voordelen op korte of juist op lange termijn.?

(dit kan je zien in het onderwijs). - Hoog: plannen, sparen, zorgen maken. Doorzettingsvermogen- Laag (korte termijn) Carpe Dien en tradities, leven met de dag, samenzijn met familie, waarin

tradities dan een grotere rol spelen.

Nederland: 10e plaats / LTG: 44

De cultuuralgemene (etic) benadering kijkt naar universele patronen die bij culturen verschillen. Universele en niet twee specifieke culturen. Je vergelijkt culturen met elkaar. Er wordt dan voornamelijk gekeken naar patronen van waarde en gedrag. Dit is de benadering die Hofstede gebruikt. Je kijkt vaak van buitenaf

De cultuurspecifieke (emic) benadering kijkt naar de verschillen en gelijkenissen tussen meerdere specifieke culturen. Specifieke culturen. Je kijkt vaak van binnenuit. Dit doen cultuurantropologen.

26

Page 27: week 1 ccd

Opdracht 2-C:

a. Wat is volgens Bell Ross en Faulkner (1998) het verschil tussen de cultuuralgemene (etic) en de cultuurspecifieke (emic) benadering? Voor welke aanpak pleiten zij?

De cultuuralgemene (etic) benadering kijkt naar universele patronen die bij culturen verschillen. Er wordt dan voornamelijk gekeken naar patronen van waarde en gedrag. Dit is de benadering die Hofstede gebruikt.

De cultuurspecifieke (emic) benadering kijkt naar de verschillen en gelijkenissen tussen meerdere specifieke culturen.

Etics

- Cultuuralgemeen: universele patronen van waarden en gedrag.

- Studied outside the system in more than one culture.

- Used to generalize about relationships between cultures.

- Helpful to discover emic-frameworks.

Emics

- Cultuurspecifiek: gelijkenissen en verschillen tussen twee of meer specifieke culturen

- Studied within the system of a culture and not useful for comparison of cultures

- Used to understand one culture.

- Helpful to expand etic-frameworks.

b. Geef een korte omschrijving van twee dimensies van Hofstede en bedenk daarbij een voorbeeld voor culturen die hoog of laag op de index van deze dimensies scoren.

De 4 dimensies van Hofstede zijn: power distance, unvertainty acoidance, indivualisme, masculinity- Machtsafstand: De mate waarin een werknemer zich beïnvloed voelt, of de macht voelt van

zijn werknemer. Laag: Engeland en VS. Hoog: Uganda - Individualism: mensen hechten belang aan hun eigen hachje, Nederland. Collectivisme:

mensen leven in groepen, Sportcultuur.

c. Bespreek de 4 belangrijkste beperkingen van het onderzoek van Hofstede die Bell Ross en Faulkner (1998) benoemen.

Vier belangrijkste beperkingen van het onderzoek van Hofstede die Bell Ross en Faulkner (Ibid.) benoemen.

1. Generalisatie van dimensies naar de (nationale) cultuur. Stelt cultuur gelijk aan een land2. IBM-medewerkers (hoogopgeleide mannen) niet representatief voor de gehele populatie.

het gaat meer om bedrijfscultuur dan cultuur van het land.3. Genderverschillen genegeerd. 4. Gedateerd, culturen veranderen in de loop der jaren. En door politieke veranderingen

achterhaald. 34 jaar oud.

Dit had ik uit samenvatting, maar is niet in de klas gezegd.

27

Page 28: week 1 ccd

De methode zou niet goed zijn. Hofstede heeft een sample, maar deze is niet representatief omdat zijn sample alleen betrekking heeft op mensen die zich in de setting van een organisatie bevinden. De cultuur waar zijn onderzoek betrekking op heeft is dus de cultuur uit een organisatie- of bedrijfscultuur, en niet een algemene cultuur. Hofstede generaliseerd dus onterecht naar de algemene cultuur.

De mensen uit zijn sample lijken erg op elkaar. Zo zijn alle mensen uit zijn sample hoog opgeleid, en is het overgrote deel mannelijk. Hierdoor wordt niet de gehele bevolking vertegenwoordigd.

Het sample is homogeen, en er wordt dus niet gekeken naar subculturen. De bevolking in Amerika is uiterst divers, maar bij het bedrijf waar Hofstede zijn resultaten op gebaseerd heeft, werken hetzelfde type mensen

Tot slot omschrijven Bell Ross en Faulkner het onderzoek van Hofstede als gedateerd. Culturen zijn veranderlijk in plaats van statisch. Het is niet verstandig om uit te gaan van dimensies als men culturen wil analiseren. Wanneer je dat wel doet is het van belang om niet te generaliseren. Daarnaast is het mogelijk om het onderzoek van hofstede te combineren met cultuur specifieke benaderingen. Het is van groot belang om een cultuur in zijn context te zien.

Goede punten van Hofstede volgens de slide:

- Geen regel maar richtlijn! De resultaten moet je niet zien als een regel maar als een richtlijn!- Kan een indicatie geven van dimensies waarbinnen verschillen kunnen optreden- Kan individuen helpen bewust te worden van het bestaan ver verschillen- Biedt een goed perspectief waar vanuit onderzoekers naar culturen kunnen kijken.

In de Klas:

- Hij heeft heel grootschalig gekeken, met heel veel landen.- Goede basis voor andere cultuuronderzoekers, die dit weer als startpunt kunnen gebruiken- Individuen kan het beseft geven, hoe zijn of haar baas of bedrijf werkt. Het is daarom binnen

bedrijven wel een heel populair model.

Hij deelt een cultuur op in dimensies. / categoriseren. Zo kan hij vergelend onderzoek doen.

Opdracht communication styles the silent language, Hall

Non verbal stimuli:

- Space- Time- Touch- Gesture- Facial expressions - Turk taling

28

Page 29: week 1 ccd

Opdracht 2-D:

a. Bell Ross en Faulkner (1998) waarschuwen ervoor dat het onderzoek van Hofstede, dat veel gebruikt wordt in het bedrijfsleven, kan leiden tot generalisaties en stereotypen. Bespreek waarom zij hiervoor waarschuwen en gebruik hierbij de definities die Jackson (2014) geeft van generaliseren en stereotyperen.

- De kenmerken worden gezien als feiten en typische eigenschappen van de algehele cultuur (Nederlanders zijn direct) met het risico dat we ervanuit gaan dat een Nederlander altijd zegt wat hij denkt omdat hij direct is.

- “Allemaal hetzelfdedenkenden” in plaats van “allemaal andersdenkenden”b.c. In reclames wordt veel gebruik gemaakt van ethno-cultural stereotypes (Zhu 2014, 48). Zoek

een voorbeeld van een reclame waarin de producenten hiervan gebruik maken en beschrijf waarom jij denkt dat ze voor deze cultuur en de bijbehorende stereotypes hebben gekozen.

d. Verklaar waarom de contrastieve benadering - en daarmee de analyse van cross-culturele verschillen - nuttig kan zijn in de reclamewereld.

Wat is er goed aan Hofstede?

- Biedt een goed perspectief waar vanuit onderzoekers naar culturen kunnen kijken. - Kan individuen helpen bewust te worden van het bestaan van verschillen. - Kan een indicatie geven van dimensies waarbinnen verschillen kunnen optreden. - Geen regel, maar richtlijn. “Hofstede heeft onderzoek gedaan naar de gebruiken van mensen

met verschillende culturele achtergronden in het bedrijfsleven. Hij onderzocht aan de hand van vragenlijsten hoe de cultuur in elkaar zat. Bij dit onderzoek moest hij wel generaliseren en stereotypes beschrijven omdat het onmogelijk is om de ideeën van ieder individu mee te nemen in zijn analyses en onderzoeken.”

Opdracht Communication styles The Silent Language, Hall (1959/1973) Non-verbal stimuli:

- Space - Time - Touch - Gesture - Facial expressions - Turn-taking

29

Page 30: week 1 ccd

Beleefdheid & face Opdracht 2Aa

- Welke relatie tussen beleefdheid en een directe of indirecte communicatiestijl bespreekt Zhu (2014) aan de hand van Lakoff (1973).

Speech acts (Searle, 1975) Directe en indirecte taalhandelingen (verzoeken, verontschuldigen, uitnodigen, etc.)

“Kan je mij het zout aangeven?” In staat zijn om / Bereid zijn om

Rules of linguistic politeness, Lakoff (1973)

- Don’t impose - Give options - Make addressee feel good – be friendly Is beleefdheid universeel of cultuurspecifiek?

Politeness & face Opdracht 2Aa Face “when an individual appears before others. He [or she] will have many motives for trying to control the impression they receive of the situation.” (Goffman 1959, p.15) “The image of the self that we present to others in our interpersonal encounters are called face.” (West & Turner, 2006)

Politeness theory, Brown & Levinson (1978)

- Positive face: the desire to be approved by others - Negative face: the desire to be unimpeded (unhindered)

Face threatening act (FTA)

- Sociale afstand - Machstafstand - Mate van indringendheid van de boodschap of actie

Dugri talk Opdracht 2Aa Leg uit hoe de tekst over dugri talk (Zhu 2014, p.103- 104) een voorbeeld van is van directe en indirecte communicatiestijl.

- De spreker hoeft geen rekening te houden met face en beleefdheid.

30

Page 31: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 4

1. House dimensies gerelateerd aan politeness?

Directheid wordt door Angelsaksen ervaren als… onvriendelijk en onbeleefd “English prefer politeness to truth, Germans truth to politeness.” (House 1996, 357)

Indirectheid wordt door Duitsers ervaren als.. onbeleefd? “Ich finde es viel besser doch direkt und aufrichtig zu sein… zu sagen was man auch meint, nicht dieses HöflichFreundliche…” (Ibid.)

De dimensies van House (1996)

Directness ↔ Indirectness

Orientation towards self ↔ Orientation towards other

Orientation towards content ↔ Orientation towards persons

Explicitness ↔ Implicitness

Ad-hoc Formulation ↔ Use of verbal routines

Duits - Engels

“The descriptive goal is to seek to unravel some of the complexity underpinning misunderstandings in intercultural contacts.” (Ibid., 235)

House dimensies

“I invited German fellow for dinner and cooked far too much rice. The German friend commented: ‘Oh you shouldn’t have cooked so much rice’. I replied: Oh it doesn’t matter I’ll pay for it’. The German then said ‘No it does matter, think of the poor people starving in Africa’, and he lauched into a discussion of Third World problems.”

Content vs Addressee

“Ik zou graag het zout willen.” “Kun je mij het zout aangeven?”

Self-orientation vs other-orientation

Welke dimensie van Hofstede past hierbij?

Individualisme / collectivisme

House dimensies gerelateerd aan Hofstede

- Directness ↔ Indirectness

o Gebaseerd op dimensie ‘onzekerheidsvermijding’.

o In culturen waar meer onzekerheidsvermijding is, zijn mensen geneigd om directer te zijn.

- Orientation towards self ↔ Orientation towards other

o Gebaseerd op dimensie ‘Individualisme/ collectivisme’

o Nadruk op ‘wij vs ik’/ ‘verantwoordelijkheid naar maatschappij of verantwoordelijkheid naar mezelf’

- Orientation towards content ↔ Orientation towards persons - Explicitness ↔ Implicitness

o Beide dimensies blijken gerelateerd te zijn in onderzoek House

31

Page 32: week 1 ccd

o Communicatieve boodschap afgestemd op inhoud is vaak ook explicieter, boodschappen gericht op de ontvanger is vaak implicieter

- Ad-hoc Formulation ↔ Use of verbal routines

o (Fatische) communicatie volgens vast patroon of niet

Verschil House en Hofstede

- Hofstede dimensies zijn cultuuronafhankelijk

- House dimensies zijn gekoppeld aan Engels/Duitse taal- & cultuurverschillen

- Dimensies van House zijn voor andere contrastieve analyses te gebruiken, maar dan moet de onderzoeker zelf een hypothese formuleren het betreffende cultuurvergelijking.

Etic & Emic Opdracht 2C

Etics

- Cultuuralgemeen: universele patronen van waarden en gedrag.

- Studied outside the system in more than one culture.

- Used to generalize about relationships between cultures.

- Helpful to discover emic-frameworks.

Emics

- Cultuurspecifiek: gelijkenissen en verschillen tussen twee of meer specifieke culturen

- Studied within the system of a culture and not useful for comparison of cultures

- Used to understand one culture.

- Helpful to expand etic-frameworks.

Functionele equivalentie: “the applicaton or use which the tekst has in the particular context of a situation” (House 1977, 37) “a good translation must generate the same effect aimed by the original” (Eco 2000, 44)

Vertalingen Overt translation:

- Functie van de brontext

- Geen culturele aanpassingen

- Bijv. literaire teksten

Covert translation:

- Functie van brontext en doeltekst moeten hetzelfde zijn (functionele equivalentie)

- Vertaling en culturele aanpassingen

- Bijv. IKEA catalogus

- “Cultural filter”

Tempel’s onderzoek in 3 stappen

1. Behoefteonderzoek

32

Page 33: week 1 ccd

- Wat wil de museumbezoeker?

2. Bureauanalyse van de functie van de audiotour

- Functionele Analyse (Lentz en Pandermaat 2004)

- Contrastieve analyse (House 1997)

3. Experiment

- Talige en inhoudelijke manipulaties in de Duitse en Engelse audiotour (3 stops Rembrandt)

- Aangeboden aan 30 Duitsers en 30 Britten

- Vragenlijst om oordeel te achterhalen

Joods bruidje – Duits origineel Joods Bruidje - Engels inhoudelijke manipulatie Joods Bruidje - Nederlands inhoudelijke manipulatie

33

Page 34: week 1 ccd

Audiotour

In voorbeeld is te zien dat dimensies House juist andersom voorkomen:

- Engelse vertaling blijkt meer expliciet/direct

- Duitse vertaling heeft meer focus op personen/de ander Niet alleen verschillen:

- Laatste voorbeeld allebei directe formulering

34

Page 35: week 1 ccd

WEEK 3

HOORCOLLEGE 3

Interactieve benadering

Hoorcollege 3 15 september

Dinsdag 20 oktober van 5 tot 8 tentamen

Vandaag 1. Waar zitten we in de cursus2. Interculturality3. Interactieanalyse (hier zijn meerdere benamingen van / gespreksanalyse)

a. Geschiedenisb. Wat kun je er mee c. Voorbeeld politieverhoor

4. Membership categorization analysisa. Geschiedenisb. Wat kun je ermee?c. Voorbeeld politieverhoor

5. Analyse van online gesprekkena. Voorbeeld fora jongeren over de politie

6. Interculturele gesprekken in de rechtbank

Onderzoeksbenaderingen Ten Thije1. Contrastieve analyse2. Beeldvorming (imagological ) en identiteit3. Interlanguage analyse4. Interactie analyse 5. Interculturel competenntie

Onderzoeksdomeine van Hua:1. Onderwijs2. Business (reclame, onderhandelingen ect)3. Werkvloed4. Familie (tafelgesprekken, migranten)5. Study abroad and tourism

Interculturality = is used to refer to interaction and active engagement between different cultural groups and communities, in contrast to multicultism, which concerns organic co-existence of cultural groups and communities dit is slechts 1 benadering. Interculturality gaat over interactie.

35

Page 36: week 1 ccd

De andere benadering gaat over research paradime. Dit gaat meer over de constractieve benadering. Cultuur is statisch, dat heb je.

Zie dia zhu, 2014:209

De laatste zin is belangrijk. Cultuur ontstaat in de interactie. Het wordt in de interactie relevant gemaakt door de deelnemers zelf.

“As an emerging research paradigm, interculturality represents a line of investigation that departs from traditions of seeing cultural memberships or cultural differences, largely, if not always, as something ‘given’, ‘static’, or as something ‘one either has or does not have.’ Instead, it problematizes the notion of cultural identities and emphasises the emergent, discursive and inter- nature of interactions.” (Zhu, 2014:209)

Interactie- analyse - Authentieke gesprekken zijn altijd de basis van de analyse (video, audio matriaal) - In deze cursus: interactieve benadering van interculturele communicatie- Doel: hoe maken de gesprekspartners culturele identiteiten zelf relevant of irrelevant in het

gesprek?

Hoe is de interactie analyse ontstaanTwee stromingen

- Speech ach theory (austin, searle)- Sociologie (garfinkel, sacks, schegloff, jefferson)

Uit deze twee samen is het ontstaan

Geschiedenis interactie analyseCommunicatiemodel van Shannon en Weaver (dia plaatje)

Komt uit de informatietechnologie. Dit is een zeer lineair proces. Heel erg gedacht vanuit de zender. Die stuurt het via het kanaal.

Kritiek:- Invloed van context: Als we cultuur zien als context, wordt de context buiten beschouwing

gelaten- Communicatie is niet alleen verbaal. Non verbale communicatie wordt uitgesloten

36

Page 37: week 1 ccd

- Wederkerigheid en participanten (reciprociteit) tussen S en H

Interactie-analyse geschiedenis

Taalhandelingstheorie: Austin en Searle 1960- 1970- Locutie

o De uiting zelf (de betekenis van de woorden)- Illocultie

o De bedoeling van de spreker- Perlocutie

o Het gewenste effect dat de spreker voor ogen heeft

Vb: “brr ik heb het koud’ wat ze bedoelt te zeggen is dat het raam dicht moet (illocutie). En de perlocutie is hier dat ze wil dat ze opstaat om het raam dicht te doen.

Je hebt ook mensen om de illocutie te begrijpen en de perlocitie uit te voeren. zeggen Austin en Searle

He houd je rekening met wat niet gezegd wordt?

Interactie-analyse geschiedenis

Grice- Coöperatieprincipe

o Maak je bijdrage aan het gesprek zodanig dat het is afgestemd op hetgeen in huidige stadium van het gesprek nodig is voor het beoogde doel of voor de richting van het gesprek

- Conversationele implicatuur:o Van de hoorder wordt verwacht dat – ook als de spreker iets zegt dat in eerste

instantie in strijd is met het coöperatieprincipe – de hoorde dit principe toch als uitgangpunt moet nemen voor zijn interpretatie (er zit iets relevanties in, bijv. een afwijzing dat je meegaat naar de bios)

- Maximes van Grices 4 regels waar je je aan houdt. Je gaat er van uit dat iemand niet veel te veel informatie geeft, je gaat er van uit dat de info kwalitatief, en relevant is. Ook houden we rekening met elkaar. Dat is de basis van gesprekken. Zo gingen de wetenschappers weg van het lineaire model. Er liggen boodschappen verscholen in de communicatie. Je hebt de ander ook nodig.

Maxime van kwantiteit[bewerken]

Maak je bijdrage zo informatief mogelijk, gezien het doel of de richting van het gesprek

Zeg niet meer dan nodig is, gezien het doel of de richting van het gesprek.

Maxime van kwaliteit[bewerken]

Zeg niet iets waarvan je denkt dat het niet waar is.

Zeg niet iets waarvoor je geen evidentie hebt.

Maxime van stijl[bewerken]

Vermijd onduidelijkheden

Vermijd ambiguïteit (dubbelzinnigheid of meerduidigheid).

Wees kort.

37

Page 38: week 1 ccd

Wees ordelijk.

Maxime van relevantie[bewerken]

Zorg dat je bijdrage ter zake doet.

Interactie-analyse geschiedenis

Sociologie, Garfinkel (1967)

Sociale regels. Hoe regelen we dingen, zoals met z’n alle op een druk plein lopen, door een draaideur gaan, handen schudden ect?

Wat gebeurt er dan als je de regels doorbreekt? Daar zijn sociologie in geïnteresseerd. Wat zijn de gevolgen voor je face, je relaties, je besef van jezelf, identiteit? Bridging, dat is het doorbreken van het bedrag. Garfinkel (1967), ging expres regels doorbreken. Zo gingen ze bijvoorbeeld propjes oprapen. Het voelde alsof het niet mocht. Dat is dus een sociale regel.

Sociologie en wetenschapper Grice hebben invloed gehad op de interactieanalyse.

Interactie-analyse geschiedenis

Beurtwisselingsregels/ methodes. Welke regels hanteren we om aan de beurt te komen, om van de beurt f te komen, om andere aan te moedigen, te onderbreken ect.

Welke regels hanteren we om samen handelingen uit te voeren ins gesprekken. Hoe volgen handelingen elkaar op.

Bv. Hoe gaan we te werk om- Verzoeken te doen, verzoeken af te wijzen, te aanvaarden?- Uitnodigen te doen / te aanvaarden / af te wijzen?- Hoe vertellen we een verhaal?- etnomethodes van gespreken.

In de jaren 6- a 7- kwamen ze er dus achter dat gespreken wel degelijk georganiseerd zijn. Daarnaast waren er schijnbaar handelingen in gesprekken. Er zitten regels aan vast

Interactie-analyse geschiedenis- Sacks, Schegloff, Jefferson Pomerantz: gesprekseregels- Reflexiviteit: regels geven sociale ristuatie vorm, sturen gedrag EN tegelijkertijd produceert

gedrag de regels- Members methods: NIET onderzoekERSregels, maar regels van de deelnemer zelf. Hoe

begrijpen zij elkaar?- Lokaal georganiseerde sociale structuur; interactie komt LOKAAL, ter plekke, tot stand- Sequentiële organisatie: next turn proof procedure. Ze kijken naar handelingen die in paren

voorkomen. De betekenis zit in de interactie zelf. De deelnemers laten zien hoe zij elkaar begrijpen, en dat haal jij als onderzoeker naar boven

Interactie-analyse geschiedenis- Natuurlijk / echt materiaal (audio, video, transcript)- Inductief (niet deductief): data laten spreken, case by case, opzoek naar fenomenen,

generaliseren tot patroneren- Kwalitatief: we kijken HOE gesprekken in elkaar ziet, niet hoe vaak iets voorkomt

38

Page 39: week 1 ccd

- Descriptief (niet intentioneel of normatief): we beschrijven HOE mensen eits doen, hun werkwijzen niet WAAROM ze iets doen of hoe ze iets zouden MOETEN doen.. Pas als we weten hoe iets gebeurt, kunnen we in tweede instantie adviseren hoe het anders zou kunnen

- Voorbeeld: opening in telefoongesprekken psychiatrische hulplijn, Harvey Sacks. o wanneer de naam niet werd genoemd, ging het gesprek een stuk slechter, dan

wanneer de naam van de persoon die belde wel werd genoemd. o Zo kan je met een interactieanalyse laten zien wat er mis gaat.

Interactie-analyse geschiedenis

Validiteit- Echte gesprekken- Next turn proof procedure- Deelnemersreacties laten de geldigheid van de analyse zien

Betrouwbaarheid hoog - Opnames + transcription (niet herinnering)- Software zoals Transana of ELAN (voor systematiscche analyse)- Controleerbaar voor andere

Betrouwbaarheid kan je controleren door systemen te gebruiken, of door het door andere te laten controleren.

Interactieanalyse: wat kun je ermee vb onderzoek naar vergaderingen- Besluiten voorafgaand aan of tijdens vergaderingen (verschil China / UK)- Positie van de voorzitter – effect op besluitvorming (Marjan Huisman).. waar zit hij aan de

tafel- Incusive en exculsive ‘we’ (is het wij of zij) (Dorien van de Mieroop) - Beurtverdeling. Deelnemers met lage status worden vaker geïnterrumpeerd (Zhu) in de

meest westerse culturen is 1 sec stilte maximaal. - Humor (kan een ingroup en outgroep door ontstaan) (hua) - Stiltes (wie neemt de volgende beurt) (zhu)

Transcriptie:

Bij een vraagteken gaat de intonatie van een uiting omhoog.

Dubbele haakjes betekend additionele informatie ((zuchten))

Vanaf een halve seconden pauzes staat dat in getallen aangegeven.

Voornaam informeel

Conclusie: is kritiek op zonder- ontvanger model verwerkt?

Aandacht voor:- Wederkerigheid en anticiperen (reciprociteit) tussen S en H

o Analyse van interactie tussen S en H, member methods- Non verbale communicatie

o Analyse van no verbale handelingen (handgevaren maar ook stiltes zucht ect.)- Invloed van context

o Patronen van talige interactieo Lokale context is van groot belang

39

Page 40: week 1 ccd

Membership categorization analysis: geschiedenis- Gaat uit van empirisch perspectief van interactie – analyse- Mensen zijn geen cultural dopes - Met MCA onderzoek kan je hoe categorieën worden gebruikt in interactie voor sociale en

internationale doeleinde- Voorbeeld: als je lid bent van een jury ben je niet alleen een jurylid, maar ook een vrouw,

vriendin van, moeder, Nederlander, hardloopster, D66 stemmer ect.

Categorieën spelen verschillende rollen in communicatieve situaties. Mensen kunnen hier ook op inspelen (in de rechtszaal, jullie zijn allemaal ouder van iemand ect)

Memership Categorization Analysis kijken naar gesprekken, en alles wat lijdt tot categorieën er uit uithalen. Hoe reageren mensen daarop?

- Stokoe (2012)- - expliciet mentions of categories (japans, student, vrouww)- Membership categorization devisces (family, band member)- Category – resonant descriptions (categories that are not explicity stated, but nontheles

implied)

Zie ook stappenplan ins Stokoe en Attenbough

Memership Categorization Analysis Wat kun je ermee>- Hoe worden mensen uitgesloten in een gesprek, gecategoriseerd en hoe gaan mensen dit

tegen? - Ze creëren een heel negatief beeld over de ander- Exoticized = ‘self ‘ creates inferior ‘other ‘

Een man die had een tas gestolen, maar hij zou dat normaal nooit doen. Op een DIA zie je een verhoor ervan.

In het stuk categoriseren de politie en de gedachte elkaar. Politie bestempelt de verdachte als een dief. Zijn smoesjes worden niet geaccepteerd. Hij ziet zichtzelf niet als een boef.

Analyse van online gesprekken

Online gesprekken = interactie

Geschreven (met kenmerken van gesproken taal)

Eerste paardeel tweede paardeel (mensen verantwoorden. Lichten iets toe ect)

Handelingen

Maar:- Geen overlap (je kan niet door elkaar praten)- Geen prosodische informatie (wel … ! ect)

Interactie analyse kan je ook gebruiken bij online materiaal

40

Page 41: week 1 ccd

Voorbeeld:- Een kwantitatief onderzoek van wat jongeren nou eigenlijk vinden van de politie.- Gebruik maken van YouTube, fora, YouTube, Twitter: 50.000 woorden. - In de DIAS staan voorbeelden van topics over deze kwestie.

Als iets geen enquête is, is het al gauw authentiek materiaal.

Interculturele gesprekken in de rechtbank- Diana Eades heeft een onderzoek gedaan naar de gelijke behandeling in de rechtbank. - Aboreginals kunnen zo 15 sec. stil zijn. Dan lijken ze schuldig - Ze heet een training gemaakt voor rechters. Ze hebben donkere mensen als rechter, en de

rechters als verdachte in de rechtszaal gezet. Dan wordt ook de taal van de subcultuur gesproken. Zo snappen ze hoe het is

41

Page 42: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 5

Conversatie analyse: onderzoeken van interacties als op elkaar volgende en aan elkaar gerelateerde beurten van verschillende deelnemers. Het is de relatie tussen de gespreksbijdragen die het bestaan of ontbreken van een gedeeld referentiekader duidelijk maakt. (Houtkoop & Koole 2000, 115)

Wat is een interactie? Actie reactie

Interactiebenadering Je kijkt hoe de betekenis wordt gevormd door de deelnemers zelf. Hoe zij elkaar interpreteren en begrijpen. onderzoeken van interacties als op elkaar volgen en aan elkaar gerelateerde beurten van verschillende deelnemers. Het is de relatie tussen gespreksbijdragen die het bestaan of ontbreken van een gedeeld referentiekader duidelijk maakt. (Houtkoop en Koole 115)

Opdracht 3A

a Beschrijf de contextualiseringstheorie van Gumperz (1982, in Houtkoop en Koole, 2010) en de contextualization cues en bespreek de rol van “verwachtingen” daarbinnen.

Gumperts contextualiseringstheorie gaat er, in tegenstelling tot oudere theorieën, vanuit dat context niet de omgeving is waarin iets besproken wordt, maar dat taalgebruikers zelf de veroorzakers zijn van een context van een gesprek door de interpretatiekaders die ze relevant vinden voor de tekst. Hiermee geven communicatoren aanwijzingen over hoe hun tekst geïnterpreteerd moet worden. Dit doen ze door middel van contextualization cues, die aangeven welke frames de persoon relevant vindt doordat een bepaalde spraakactie een verwachting oproept bij de gesprekspartner. antwoord iemand anders.

b Bespreek het concept frames van Gumperz (1982) zoals uitgelegd in Houtkoop en Koole (2010) en de term schemas van Zhu (2014).

Een frame is kennis die een gespreksdeelnemer heeft van de activiteit of situatie die gaande is terwijl het gesprek gehouden wordt.

Een schema is kennis van iets dat al eerder gebeurt is, die gebruikt kan worden bij de interpretatie van de huidige gesprekssituatie. antwoord iemand anders.

DIAAAA frames is veel meer talig. Als iemand vraagt met z’n tweeën? Dat je weet dat ze bedoelen of je een tafeltje van twee wilt. Frames

42

Page 43: week 1 ccd

Schema’s en frames dia:

- Schemas (Zhu 2014) Schema are ‘generalized collections’ of knowledge pf past experiences that are organized into related knowledge groups and are used to guide our behaviour in familiar situations. (Nishida 2005, 402 cit. in Zhu 2014, 122)

o Schema: Kennis uit het verleden die ons de wereld helpt waarnemen en interpreteren - en die onze verwachtingen en begrip van deze wereld beïnvloeden.

Meer gericht op het begrijpen van de ander (contextueel).- Frames (Gumperz 1982) Voorkennis van spreker en hoorder over terugkerende (talige)

situaties die uit de herinnering geactiveerd kan worden op het moment dat vergelijkbare (talige) situaties zich weer voordoen.

o Frames: Kennis van de communicatieve situatie die ons helpt talige uitingen te interpreteren.

Meer gericht op het begrijpen van de uiting (situationeel). Er zijn specifieke aanwijzingen die naar een frame kunnen verwijzen.

Frames beïnvloeden hoe we communicatieve situaties interpreteren, schemas beïnvloeden de manier waarop we de wereld begrijpen.

- Verzameling van ervaring en kennis opgedaan in het verleden. - Schemas en frames kunnen per cultuur en situatie zeer verschillen. - Het hanteren van een verschillend schema of frame kan bron zijn voor misverstanden in

interculturele communicatie.

c In het volgende videofragment kun je door meerdere contextualisering cues opmaken dat er sprake is van een bepaald frame, zelfs zonder dat je de taal verstaat. Welk frame is dat en noem vijf non-verbale en prosodische cues waaruit je dat kunt opmaken. https://www.youtube.com/watch?v=LIHHbr1X6QQ (laatst bezocht op 27-08-2015) Minuut: 1:04:45 – 1:06:35

Het frame is hier ‘ruzie’.

De eerste non-verbale cue is het ophouden van de handen, waarmee de man zich probeert te verontschuldigen voor iets waarvan hij denkt dat de vrouw boos over is.

De volgende non-verbale cue is dat de vrouw de man slaat, hiermee laat ze al zien dat ze zijn excuses niet accepteert en boos blijft.

Een prosodische cue is dat de vrouw schreeuwt tegen de man, het is zo heel duidelijk dat ze ruzie hebben.

De man antwoord door ook te schreeuwen. Met deze prosodische cue gaat hij dus in op het frame ‘ruzie maken’.

Later in het gesprek verlaagt de vrouw de toon van haar spraak en spreekt ze op een veel dreigendere manier. Hiermee lijkt ze te laten zien hoe serieus ze de ruzie neemt.

43

Page 44: week 1 ccd

Contextualisation cues (Gumperz 1982) (DIA)

- Hoe mensen betekenis geven aan talige uitingen - Mensen geven signalen af die talige uitingen helpen interpreteren - Complexe betekenis van taaluitingen komt veelal interactief tot stand - Gespreksdeelnemers interpreteren taalhandelingen vaak in het licht van bepaalde activity

types, zoals het sollicitatiegesprek. - Wij kiezen een interpretatie die in een bepaalde context het meest waarschijnlijk lijkt, op

basis van voorgaande ervaringen (verwachtingen).

Frame: Ruzie / het huis uit sturen / uitmaken (dia)

- Non-verbale cues, o.a.: - Slaan - Omdraaien en weglopen - Gezichten dicht op elkaar - Bedreigen met mes - Gooien met zijn mobiel - Verschillende gebaren

- Prosodische cues, o.a.: -Snel praten -Schreeuwen, gillen -Fluisteren -Zuchten, hijgen -Bepaalde woorden sterk benadrukken

Opdracht 3-B:

a) Bespreek met de termen hoorder en spreker wat volgens Zhu (2014) het verschil is tussen non-understanding en misunderstanding.

misunderstanding= Is wat ingewikkelder. De hoorder snapt de spreker niet helemaal; hij heeft een andere interpretatie/opvatting van wat de spreker heeft gezegd. Dit komt pas later in het gesprek naar voren; de sprekers kúnnen merken dat er een discrepantie ontstaat en pas dan kunnen ze een gemeenschappelijke betekenis vormen. non-understanding = als de luisteraar totaal niet begrijpt wat de spreker zegt. In het gesprek komt dit direct naar boven : ‘Ik snap je niet,’ geeft de hoorder aan. Het misverstand kan gelijk verholpen worden.

Misunderstanding en non-understanding (DIA)

- Misunderstanding (betekenis) o De luisteraar denkt de uiting juist te begrijpen maar zijn/haar interpretatie komt niet

overeen met de betekenis van de spreker. - Non-understanding (taal)

o De luisteraar begrijpt de uiting van de spreker niet. Dit gaat niet over betekenis, maar over taal.

“Door het onderscheiden van de twee vormen, kunnen we makkelijker bekijken hoe en waarom misunderstandings plaatsvinden. Bij een non-understanding zal de ontvanger vaak aangeven dat hij of zij het niet begrepen heeft, maar bij een misunderstanding gaat de ontvanger ervan uit dat hij het goed begrepen heeft.”

44

Page 45: week 1 ccd

b) Wat zijn pragmalinguistic en sociopragmatic failure volgens Thomas (1993, in Zhu, 2014)?

Sociopragmatic failure volgens Thomas= In een gesprek houdt de persoon zich niet aan de sociale regels (kan met alles te maken hebben). Voorrangsregels bijv./wanneer je mag pratenPragmalinguistic = non-native speaker die zegt tegen een native speaker en de betekenis klopt niet helemaal. (door een vertalingsfout) Bijv. in het Russisch is ‘natuurlijk’ een positieve betekenis, maar in het Engels kan ‘of course’ ook als sarcastisch worden opgevat.

Pragmatlinguistic failure (taal)- De talige uiting van spreker blijken niet dezelfde betekenis en impact te hebben in een

vreemde taal

Sociopragmatic failure (cultuur) - Sprekers zijn niet in staat taalhandelingen correct uit te voeren in de vreemde taal

(beleefdheid, directheid ect) Focus op productie in plaats van interpretatie.

Transcript: van links naar rechts

C) Messelink en ten Thije (2012) spreken in hun artikel het concept beyond misunderstanding. Leg uit wat dit inhoudt en hoe de analyse van een discursieve intercultuur daarvan een uitwerking is.

(ten thije en messelink: discursieve) beyond misunderstanding – hele studie; mensen moeten veel verder kijken dan alleen de misunderstandings van een gesprek om interculturele communicatie tot een succes te maken. Dat doe je door te kijken naar een discursieve intercultuur (collectie van common discours van interactiemensen verschillende culturen…lange termijn samenwerkingsverband opgebouwd in een multiculturele omgeving AKA: mensen van versch. afkomsten (multicultuur) /mensen die lange termijn bij elkaar zijn…je vormt samen een gemeenschappelijke succesvolle communicatie cultuur, waarvan de herkomst is niet meer af te leiden van één cultuur)Je moet afstand nemen van culturele misunderstandings discursive interculture kan daarvoor zorgen.

Ook belangrijk in dit artikel: in deze communities ontstaan er drie karakteristieken:

- Mutual engagement of members- Shared reportoire- jointly negotiated enterprise

Wat betekent beyond misunderstanding en hoe is de analyse van een discursieve intercultuur daarvan een uitwerking? (DIA)

- Talige reconstructie van intercultureel succes in interactie. (Messelink & ten Thije 2012, 83)

45

Page 46: week 1 ccd

- “In order to handle differences and contradictions in intercultural groups (…) a new communicative repetoire must be formed enabling a common ground and mutual understanding.” (Ibid.)

Interactionele sociolinguistiek “De interactionele sociolinguïstiek wil weten hoe mensen elkaar duidelijk maken welke communicatieve gebeurtenis volgens hen op dat moment aan de orde is.” (Houtkoop & Koole 2000, 115) https://www.youtube.com/watch?v=80Lm5g4gANc

- . Binnen schema’s kan je frans hebben. Kleding, een hamer en een toga zijn allemaal cues.

Nonverbale cues…

Opdracht 3C (Iris’aantekeningen) Contextualization cues = met Gumperts theorie context is niet alleen ruimte/situatie… je creeert het ook zelf (intonatie, volume) daarmee geef je aanwijzingen aan de andere persoon, hoe hij jouw tekst moet interpreteren. De rol van verwachtingen daarbinnen: die verwachting kun je gebruiken om te interpreteren.

Opdracht 3- Ca) Wat is small talk en welk doel kan dit volgens Zhu (2014) dienen in vergaderingen?

Een smal talk is de taal die gebruikt wordt, en die voldoet aan de volgende structuur: - Vraag, antwoord + omgekeerde vraag, antwoord, beantwoording, 2X afsluitende beweging.

Oorspronkelijk was het een ‘phatic communion’, wat dus inhoudt dat de taal vrij is, en dat het gebruikt wordt in sociale interactie, die niet voor een uiteindelijk doel plaatsvindt. Een small talk kan dus plaatsvinden tijdens relatief doelloze interactie, maar ook op de werkvloer. Tegenwoordig hebben wij het bij een ‘small talk’ steeds vaker over een gesprek dat niet volledig over het werk gaat, en waar dus minder werk georiënteerde doelen aan hangen dan bij een business talk. Wanneer een small talk op de werkvloer plaatsvindt, zal dit gebruikt worden om de macht op de werkplaats te vertonen, en om dit te bevragen. Daarom zou je dus een small talk tijdens een vergadering kunnen voeren. Een laatste situatie waarin een small talk plaats kan vinden is de situatie waarbij de tijd gevuld moet worden om stiltes te onderbreken. Ook dit kan tijdens een vergadering het geval zijn.

Volgens Homes kan een small talk zowel niet-zakelijk, als zakelijk zijn. Voorbeelden van niet zakelijke small talks zijn bijvoorbeeld liftgesprekken en roddelen.

Small talk (DIA)

- Fatische communicatieo How things? Great concert last night?o Gespreksopeningen en sluitingen, roddelen, liftgesprekken ect.o Used in free aimless social intercourseo Non task oriented, gesprekken waarin sprekers geen expliciete doelen hebbeno Holmes: small talk kan zowel fatisch als zakelijk zijn. (werk gerelateerde gesprekken

kunnen onderdeel van small talk zijn) “hoe ging jullie tentamen gisteren?”.

46

Page 47: week 1 ccd

47

Page 48: week 1 ccd

Het doel van small talk in vergaderingen (Zhu 2014) (DIA)

- Consensus-building - Openen in positieve sfeer - Eindigen met een transactie die de positieve ‘face’ van anderen benadrukt - “Doing collegiality” (Holmes 2000a)

b) In onderstaand fragment initieert Gregory small talk aan het begin van de vergadering. Dit verloopt moeizaam. Toon aan hoe dit in het gesprek te zien valt. Gebruik hiervoor ook het schema van Holmes (2000a, p.39, in Zhu, 2014, p. 31).

Om te beginnen wordt er geen ‘reverse question’ gesteld bij het antwoord op de eerste vraag. Dat maakt dat het gesprek al stroef begint. Ook wanneer de tweede vraag gesteld wordt is dit niet het geval. Het is dus goed te zien in regel 4, en in regel 9. Tot slot is duidelijk zichtbaar dat GR geen closing move meer heeft gemaakt. Dat is dus te zien in het einde van het gesprek.

Mr Weber is the new boss of a German owned company in Chicago. He asked Mr Gregory – one of his subordinates – to come to his office for a first encounter. 1 (Mr Gregory smiling) "Hello. " 2 (Mr Weber walks towards him) 3 GR: "How are you this morning Mr. Weber?" (handshake) Question 4 WE: "Fine, thank you Mr. Gregory." answer 5 GR: "Nennen Sie mich Bob!" (just call me Bob) 6 (Pause) 7 WE: "Bitte." (please…) [offers GR a seat; GR sits down] 8 GR: "Sehr viel Wind heute." (a lot of wind today) "Mögen Sie den Wind?" (do you like the wind?) question 9 WE: (nods) answer 10 GR: "Eh, Chicago heißt 'the windy city'. (Chicago is called the windy city) Man sagt, wer das Lied des Windes versteht, er geht nie wieder von hier weg." (people say: the one who understands the song of the wind, will never leave). (Pause)

48

Page 49: week 1 ccd

11 WE: [moving forward] "Sie sind spät, Mr. Gregory." (you are late, Mr. Gregory) 12 GR: "Oh ja, paar Minuten. Tut mir leid; Harald.“ (oh yes, a few minutes, I am sorry, Harald) answer 13 WE: "Als Grundlage unserer Zusammenarbeit (as a basis for our cooperation) wünsche ich mir Pünktlichkeit (I want punctuality): 10 Uhr heißt bei mir 10 Uhr, und nicht 10 Uhr 5, okay?" (10h means in my terms 10h, and not 10:05, ok?) question 14 GR: "Also, ich schulde Ihnen 5 Minuten." (so, I owe you 5 minutes) "Ich werde sie Ihnen zurückgeben." (I will give them back) answer 15 WE: looks up to Mr. Gregory and then down to his papers: "Mr. Gregory, ich brauche von Ihnen erstens die Liste aller Anbieter hier in Chicago (Mr Gregory, first, I need a list of all providers here in Chicago), die Liste der Anbieter in Illinois, Indiana und lowa… (the list of providers in Illinois, Indiana and Iowa) closing move

Er wordt vaak niet ingegaan op de smalltalk. In zin 3 en 8 en 12 begint de small tal. Dat is dus ook waar het verkeert gaat. Het gaat vanuit een zakelijk, en vanuit een cultuur perspectief mis. Cultuur: in Duitsland ben je een small talk helemaal niet zo gewent. Niet een lange in ieder geval. Een zakelijke kwestie die mis gaat is de machtsafstand. De baas zou de smal talk moeten beginnen.

c) Geef aan de hand van paragraaf 2.2 van Zhu twee redenen te die verklaren waarom de small talk in dit fragment problematisch verloopt.

De inhoud van een small talk kan per cultuur verschillen. De stilte (nummer 6), kan te lang zijn. De lengtes van stiltes verschillen per cultuur. Het zou dus kunnen zijn dat de stiltes in de Duitse cultuur langer of korter duren dan die in Chicago. Daarnaast zegt Mr Gregory als vrij direct dat Mr weber hem ‘Bob’ mag noemen. Hier wordt niet op gereageerd. Het zou zo kunnen zijn dat het in de ene cultuur meer vanzelfsprekend is om elkaar bij de voornaam aan te spreken, dan bij de andere cultuur. Ook spreek Mr Gregory over het weer, en vraagt hij aan zijn baas wat zijn mening over het weer is. Het onderwerp van de small talk gaat hier dus over de conversatiepartner. Ook hier wordt niet op gereageerd.

49

Page 50: week 1 ccd

Waarom verloopt de small talk problematisch? (DIA)- Verklaring vanuit zakelijke relatie: “While subordinates can negotiate the direction of

conversation, it is very often the case that superiors decide the extent to which small talk can be elaborated upon…” (Zhu 2014, 34)

- Verklaring vanuit cultuur: “Lewis (2006) observed that in Spain and Italy premeeting small talk can be as long as 20-30 minutes, while in Germany meetings usually start without any small talk.” (Zhu 2014, 35)

CA & MCA Brandt & Mortensen (fc)(DIA)- Conversatie Analyse (CA):

o Inductieve methode o Analyse van sequentiele opeenvolging van uitingen en hoe deelnemers in gesprekken

betekenis geven aan het gesprek en handelingen (acties) voor elkaar krijgen. - Membership Categorization Analysis (MCA)

o Inductieve methode o Focus op hoe categorieën gebruikt worden in interactie en hoe deze categorieën in

de interactie een betekenis krijgen (relevant worden gemaakt). o huisgenoot, zusje, dochter, collega, student

Leg uit hoe CA en MCA een emisch perspectief bieden op interculturele interactie (DIA)- Sociale acties en categorieën worden niet van buitenaf opgelegd (vooraf vanuit het

perspectief van de onderzoeker). - Sociale acties en identiteiten worden geconstrueerd door de participanten, ter plekke, in en

door sociale interactie.

Dus: Hoe hebben de gesprekspartners elkaar begrepen, en niet: hoe interpreteer jij het als analist?

Conversation analysis (DIA)- “In CA, no references are made to participants’ internal states (e.g. goals, expectancies,

motives, etc.) The sociolinguistic variables (…) only become relevant when participants themselves pubicly display some orientation to them.” (Zhu 2014, p. 216)

- “.. in order to ensure that what informs the analysis is what is relevant to the participants in its target event, and not what is relevant in the first instance to its academic analysts by virtue of the set of analytic and theoretical commitments which they bring to work” (Schegloff, 1992 in Zhu 2014, p. 217)

Misunderstanding Opdracht 3D (DIA)

In onderstaand transcript zitten huisgenoten bij elkaar aan tafel. Het Nederlandse meisje (Df1) vraagt de Franse jongen (Fm1) of hij de cake al in de oven heeft gezet. Hierop volgt een duidelijk misverstand. Laat zien hoe dat misverstand uit het transcript is aan te wijzen en wat de kern van het misverstand is. Hoe wordt het misverstand uiteindelijk opgelost?

50

Page 51: week 1 ccd

51

Page 52: week 1 ccd

52

Page 53: week 1 ccd

WEEK 4

HOORCOLLEGE 4

Hoorcollege 4 interlanguage benadering

Vandaag

Interlanguage – analyse: Inter en multilingual wordt in het boek als 1 benadering gezien. Het doorlopen van verschillende stadia van je moeder taal naar een andere taal. Dat is interlanguage. Maar het gaat over meer, het gaat ook over communicatieproblemen.

Interculturele competentie: dat wat in de verschillende benaderingen aan de orde wordt gesteld, maar wat moet je nou kunnen omdat die vaardigheden te kunnen (competenties)

Maandag: onderzoeksplan inleveren. Tekst van 2 a 3 bladzijden.

Presenteer de definitieve onderzoeksvraag en omschrijf het geselecteerde materiaal/ corpus en het analysemodel…..

Effecten van migratie

Migratie is veel breder dan vluchtelingen- Hoeveel contact heb je met het land van herkomst- Hoeveel contact heb je met het land waar je naartoe gaat?

Contact met herkomstland Coontacten in migratieland

weinig veel

weinig Marginalisatie(geïsoleerd bestaan, hier zijn vluchtelingen bang voor)

Separatie

veel Assimilatie integratie

Dit schema zegt iets over de migrant, maar niets over het land waar je terecht komt. Marginalisatie lijkt nu alleen overgelaten aan de mensen die binnenkomen. Maar zoals je ziet bij de vluchtelingen, hangt dit ook af van het land waar je naartoe gaat. Als dat land er geen zin in heeft zal je eerder gemarginaliseerd worden.

Tiger mother any chua 2011- Amy chau schreeft een bestseller over de strenge opvoeding van haar dochters wat betreft

schoolse prestaties, muziek, sport- Hoe vindt je een balans tussen taal cultuur in het herkomstland en het migratieland?

53

Page 54: week 1 ccd

- In Chemnitz geen discussie in de familie Ten Thije over opvoeding in het Nederlands- Als ze over ‘wij’ spreekt, dan heeft ze het over Amerikanen. Toch wordt ze gezien als een

Chinese moeder. Ze vindt ook dat er bepaalde dingen heel goed zijn aan het de Chinese opvoedingsstijl. Media lijdt er tot dat je weinig tot prestaties komt, dat wil ze voorkomen. Chinese doen het in de rankings beter dan Amerikanen (die komen zelfs lager dan Europa).

Minster Lodewijk Asscher is verantwoordelijk voor vluchtelingen en opvang. Hij wil een diepgravend onderzoek naar de leefsituatie van Poosle Bulgaarse en Roemeense kinderen in Nederland. Dat bleek niet zo goed te zijn als verwacht.

Poosle en Bulgaarse Migrantenkinderen

Wanneer je het boek vergelijkt met de krant, dan zie je dat de media het altijd smeuïger maakt. In het rapport is het genuanceerder. Je kijkt wat er in de familie gebeurt, en hoe de pers hier oer spreekt.

Taalkeuze in het gezin- Meertaligheid in het gezin - Vanaf 16.12 – 18.12

Meertaligheid in allerlei vormen- Dialect – standaardtaal- Intercultureel / tweetalig huwelijk- Migrantenfamilies- One parent one language (OPOL) = elke ouder spreekt zijn eigentaal tegen de kinderen.

Kinderen kunnen hier goed mee opgaan, worden meertalig opgevoed. One language one location (OLOL) = aan tafel spreken we frans, maar als je naar bed gaat doen wij dit in een andere taal.

Ouders moeten keuzes maken over de taal die zij hun kinderen aanleren.

Kinderen die volgens OLOL in de woorden van de ouders op school hadden zij meer problemen in de woorden van de ouders dan kinderen die OPOL kenden. OPOL is heel herkenbaar. Ze leren twee talen, en het onderwijs is daar niet op ingesteld. De kinderen uit een meertalig gezin kunnen minder woorden in het Nederlands kennen, terwijl zij in andere talen veel meer woorden kennen. Wanneer en dan onderzoek gedaan wordt naar onderwijs is dus geen goede methode. Er wordt geen rekening gehouden met de taalsituatie thuis.

54

Page 55: week 1 ccd

Taalbehoud bij migrantenkinderen- Sociale status van minderheid

o Engels heeft een hoge status, dat zal je eerder handhaven, terwijl Turks Arabisch Pool of Bulgaars een minder hoge status heeft

- Hechtheid van minderheidsgroepo Griepen vs Nederlanders in Australië ( Nederlanders in het buitenlandvinden

Nederlands niet zo belangrijk)o Polen vs Bulgaren in Nederland

- Institutionele ondersteuning van taalonderwijso Poolse, Duitse, ect taalscholen die op zaterdag voor die groep taalonderwijs

aanbieden. - Taalpolitiek van overheid t.a.v. minderheidstalen

o Tweetalig onderwijs (Engels, Turks, Chinees)

Taalpolitiek en diversiteit- Taalideologie: Nederlands staat centraal, meertaligheid is een probleem- Maar:

o Onderwijs in de eigen moedertaal is goed voor de cognitieve ontwikkelingo Meertaligheid is geen nadeel, maar een voordeel

- Nederlands onderwijs nog weinig ingesteld op meertaligheid

Succesvolle interculturele communicatie

- Accomodatietheorieo Communicatiestrategieën o Reacties van natives en non- natives

- Tolken en mediation- Verstaanbaarheid in professionele en institutionele contexten

Iets kan intercultureel zijn zonder dat het misgaat succesvolle interculturele communicatie. Hoe gaan mensen om met cultuurverschillen, en elkaar wel begrijpen. Met de accomodatietheorie wordt dit verklaart. Mensen passen zich aan, en er zijn communicatiestrategirën die er toe leiden dat het goed gaat. Je kan ook gebruik maken van tolken. Mediation. Een van de deelnemers tolkt komt veel vaker voor.

Communication accomodation theory - Speakers adjust and shift their speech styles either consiously or unconsiously tot he context.

o Accent, spreeksnelheid, non verbaal gedag, houding, pauzegedrag, lengte van de uiting ect.

o Belangrijk zijn de modellen:

- Drie typeno Convergentie: aanpassing aan de hoordero Divergente: verschillen aanscherpen tegenover de hoordero Behoud: bewust handhaving van eigen spreekstijl. het handhaven van je eigen

taal terwijl iemand een andere taal spreekt, dit heet luistertaal

55

Page 56: week 1 ccd

Foreigner talk (8.1)- Aanpassing van native aan non native- Groenteboer Koot en Bie. Ze houden geen rekening met elkaar. Er zijn afgebroken zinnen.

Van de taal wordt een brabbeltaaltje gemaakt. Hij denk verstaanbaar te zijn, maar de gene me wie hij spreekt spreekt eigenlijk goed Nederlands, dus hij maakt zichzelf eigenlijk meer onverstaanbaar.

- Overaccomodatie heeft de ‘risk of being patronising and reinforcing power differences, be demotivating’. (zhu 2014, 136)

- Foreigner talk is een vorm van overaccomodatie.

Tolk als mediator (bemiddelaar)- Simultaan en sequentieel tolken (simultaan vergadering, kastje waar voortdurend wordt

gespraat. Spreker spreekt door. Sequentieel spraak, pauze, tolk, spraak, pauze tolk)- Tolk als vertaalmachine- Tolk als mediator in gesprek- Non professionele tolken in internationale projecten

Er is dus een verschil in een tolk die letterlijk vertaald, en een tolk die ook als bemiddelaar dient. Hij legt dingen uit als het niet bekend is.

Terugtreden van de tolk

- Internationaal acedmisch Temusprojecto Nijmegen, Aarhus, Chemnitz, Volgograado Tam werkte voor langere tijd samen discursieve intercultuur

- Engels als lingua francao Non professionele tolk voor Russische collega’s

- Toast bij het afscheid in Volvogrado Toast van de Russische decaan vol lofo Toast van Nederlandse partner vol steken onder water.

Non professioneel tolken

- Non professionele top draagt ibj aan succesvolle interculturele communicatie, maar:

o Tol wordt gesprekspartner in lopend gesprek

o Tolk vat samen, legt uit

o Tol moet markeren wie de spreker is en wanneer hij zelf spreker is en wanneer tolk

- Tolk kan niet zelf onderwerp van gesprek zijn, dan moet hij de taak van het tolken overdragen aan een ander persoon

Professionele communicatie- Professionele communicatie en institutionele communicatie- Terugkerende positieverschillen bij institutionele communicatie

o Agent is vertegenwoordiger van institutieo Cliënt is gebruiker van institutie

- Bijvoorbeeldo Arts – patiënt

56

Page 57: week 1 ccd

o Leerkracht – leerlingo Rachter – verdachte

- Agenten en cliënten hebben verschillende kennis en (taal)handelingsmogelijkheden in gesprekken.

Succesvolle interculturele communicatie

- When there is communication breakdown in interactions involving non-native speakers, people tend to attribute difficulties in communication to inadequate linguistic abilities of non-native speakers part. However, sometimes it is not linguistic ability, but a lack of knowledge of how the system works that leads to the undesirable outcome of interaction.

Als je in een institutionele situatie bent, en er gaat iets mis, dan wordt eigenlijk door de native speaker geweid aan het feit dat de andere niet de goede taal spreekt, terwijl het ook kan dat de ander niet goed weet dat de rol of de taak is om goed te handelen. Het fenomeen is dan dat je te maken hebt met een non native, en die zal het wel niet weten.

Als er problemen zijn, moet je dus goed kijken wat de oorzaak is. Het hoeft niet door de taal te komen

Cross cultural vs interlanguage pragmatis- Cross cultural

o Taalhandelingen in verschillende cultureno Verzoeken, uitnodigingen, beloven, cto Methode ontwikkelt om taalhandelingen te bekijken kijken hoe in het in culturen

gerealiseerd wordt. Artikel- Interlanguage:

o Gaat na wat de invloed is van de eerste taalo Wat gebeurt er als iemand een andere taal leert, en welke fases zijn ero Beschrijft opeenvolgende fases van een taalleerproces van non natives je kan hier

methodes voor gebruiken

Vervolg op interactie benadering: taalhandelingstheorie- Illocutie (handelingseffect)- Propositie (inhoud)- Uitingsakt (talige realisering)

Realisering van taalhandelingen in verschillende talen.

Discourse Completion Test

Cross culural speech act realsation project (CCSARP)- Studenten uit 7 landen / DCT in 7 talen

o (australie, us, uk, canada, denemarken, duitsland, israel)- Twee taalhandelingen in dezelfde context

o 16 verschillende situaties Setting, sociale afstand (familiarity) , status ten opzichte van elkaar (power

distance) handeling zou afhangen van deze dimensieso 8 verzoeken, 8 verontschuldigingen

- Incomplete dialoog die respondenten afmaken

57

Page 58: week 1 ccd

Doelen van het onderzoek1. Het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten in de uitvoering van taalhandelingen in

verschillende talen (cross- culturele variatie)2. Het effect onderzoeken van sociale variabelen op eht realiseren van taalhandelingen in

specifieke speech communities (situationele sociopragmatische variatie)3. Het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten in de uitvoering van taalhandelingen

tussen native en non native sprekers (interlanguage variatie)

Situatie was niet authentiek. Mensen moesten opschrijven wat ze dachten dat ze zouden doen. Dit was een relatief goede oplossing.

VANAF HIER HOORCOLLEGE TERUGKIJKEN

Discourse completion test – (Blum Kulka, House en Kasper_ Cross – culturele pragmatiek

- Pragmalinguïstiek = de manieren waarop bepaalde vormen pragmatische doelen succesvol bereiken

- Sociopragmatiek = de context waarin pragmatisch gedraag gewoonlijk is.

58

Page 59: week 1 ccd

59

Page 60: week 1 ccd

Taalhandelingen worden nader uit elkaar gehaald.

Verzoek afwijzen

Een non native kan tot een intercultureel effect leiden. Dit kan ook andersom. Dan kan je bijvoorbeeld bot worden. Interferentie. Taalhandelnig is een klein verschil, maar juist die navraag die je toevoegt of weglaat heeft bij de andere cultuur een effect.

Barron’s resultaten- Proefpersonen verwerken pragmatische kennis van moedertaal. - Ze kregen meer kennis van het engels.

Conclusie: verschillende onderzoek modellen voor ICC onderzoek. - 1 je vergelijkt, contrastieve benadering- Interlanguage benadering

60

Page 61: week 1 ccd

61

Page 62: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 7

Pitches

WERKCOLLEGE 8

Interlanguage benadering: onderzoek tussen twee talen. - Gaat na wat de invloed is van de eerste taal- Beschrijft de opeenvolgende fases van het taalleerproces van non-natives. - Gaat vooral over talen leren en spreken van een andere taal- Voorbeeld: Blum- Kulka en House (DCT)

Opdracht A

Lingua Franca communicatie wordt steeds meer bestudeerd als uitwerking van interculturele communicatie.

a. Geef aan wat volgens Zhu (2014, p.137) bijzonder is aan de taalvaardigheid en het taalgebruik van lingua franca sprekers en benoem tweeaspecten die kenmerkend zijn voor Lingua Franca communicatie.

Communicatieve efficiëntie wordt bij Lingua Franca belangrijker dan talige precisie. Daarnaast is een kenmerk van Lingua Franca dat het een samenwerking is tussen de gesprekspartners.

b. Zoek uit onderstaande fragment van Messelink (2014) drie voorbeelden waarbij je aangeeft hoe de moedertaal het gebruik van Engels beïnvloedt. 1) Ook al spreekt een Italiaan heel goed Engels, toch zal hij meer gebaren gebruiken tijdens het spreken dan mensen uit bijvoorbeeld de Finse cultuur. 2) Sommige woorden zijn niet letterlijk te vertalen, in het voorbeeld wordt mañana mañana genoemd, in het Spaans heeft dit een andere context dan de letterlijke Engelse vertaling tomorrow tomorrow.3) Going on a missions heeft in het Engels een andere betekenis dan in het Frans. Net als het woord ‘agents’.

c. In het kader van globalisering wordt Engels toenemend gebruikt als lingua franca. Leg uit waarom House (2003) beargumenteert, aan de hand van de termen identificatietaal en communicatietaal, dat dit niet ten koste hoeft te gaan van meertaligheid.Communicatietaal betekent dat je een taal (engels) gebruikt puur en alleen om te communiceren en informatie over te brengen aan je gesprekspartner die niet jouw taal spreekt. Hierbij houd je je wel vast aan je eigen cultuur. Identificatietaal betekent dat je bijvoorbeeld Engels wel spreekt, maar je je er niet meer identificeert. In feite ken je de woorden en de grammatica maar identificeer je je niet met de onderliggende cultuur. ELF is eigenlijk geen internationale taal, maar meer een tool. Het wordt dus niet gebruikt om jezelf te identificeren.

An Italian ELF speaker for example, will continue to use more gestures than a Finnish ELF speaker and they will have different accents. Southern Europeans often ‘make’ a siesta and German students were ‘drunken’ after a night out. Although we can easily translate ‘mañana, mañana’ into ‘tomorrow, tomorrow’ it is not equivalent to the Spanish concept indicating a form of procrastination. Another nice example is the Brief list of misused English terms in EU publications. This glossary explains the misuse of terms in EU communication, many of which derive from French. For example, ‘agents’ refers to commission staff and ‘go on mission’ means going on a business trip. As rightfully pointed out in the glossary though, if ‘an agent goes on mission’ this in no way refers to a James Bond film.

Uit: Messelink, A. 2014. English as a Lingua Franca boosts multilingualism. EAIE Winter Forum, p.21

62

Page 63: week 1 ccd

Leg uit wat een discourse completion test (DCT) is volgens Blum-Kulka, House en Kasper (2011).

Docent: Onderzoeken van verschillen en overeenkomsten in taalhandelingen in verschillende talen.

Antwoord klas: Je geeft mensen een situatie, dan moeten ze een stukje tekst invullen, en daarmee kan je bijvoorbeeld zien hoe ver mensen zijn in het leren van een tweede taal. Je kan er ook verschillen mee zien. Je kan zien hoe de native speaker of non native speaker anders excuses anbied.

- Wat je doet: Onderzoeken van verschillen en overeenkomst in taalhandelingen in verschillende talen.

Discourse Completion Test - Blum-Kulka, House & Kasper (2011)

- Crosss – cultural Speech actt realisation projecto Studenten uit 7 landen / DCT 7 talen

(australie us uk Canada denemarken duitsland Israelo Twee taalhandelingen in dezelfde context

16 verschillende situaties Setting, sociale afstand (familiarity), status ten opzichte van elkaar

(power distance) 8 verzoeken 8 verontschuldigingen

o Incomplete dialoog die respondenten af moeten maken.

In het dialoog staat er bijvoorbeeld ‘is alles naar wens’ ‘… blanco…’, “ik zal nog even een extra bakje cocktailsaus halen;’.

- Verschillen: de een gaat eerst in op de vraag of alles naar wens is. de ander niet

Doelen van het onderzoek

1. Het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten in de uitvoering van taalhandelingen in verschillende talen (cross-culturele variatie).

2. Het effect onderzoeken van sociale variabelen op het realiseren van taalhandelingen in specifieke speech communities (situationele/sociopragmatische variatie).

3. Het onderzoeken van verschillen en overeenkomsten in de uitvoering van taalhandelingen tussen native en non-native sprekers (interlanguage variatie).

Cross-culturele pragmatiekPragmalinguïstiek

• De manieren waarop bepaalde vormen pragmatische doelen succesvol bereiken.

Sociopragmatiek

• De context waarin pragmatisch gedrag gewoonlijk is.

63

Page 64: week 1 ccd

DCT Verzoeken

- Hoorders kunnen het interpreteren als indringend op hun vrijheid off het vertonen van macht

- Pre – event

Verontschuldigingen

- Steunen de hoorder in hun relatie tot de spreker- Post event

Face threatening acts (brown- levinson)

- Positive face: the desire to be approved of by others- Negative fase: the desire to be unimpeded in one’s actions

Face-threatening acts (Brown-Levinson):

• Positive face: the desire to be approved of by others.

• Negative face: the desire to be unimpeded in one’s actions.

Requests mainly impose the hearer (negative face)

Apologies counteracts the speaker’s face wants (positive face)

64

Page 65: week 1 ccd

VERZOEK kan gerealiseerd worden door:

- Aandachttrekkers (adressering)

- Ondersteunende acties (supportive moves) om de hoorder te overtuigen X te doen (peilen van de beschikbaarheid, poging een pre-commitment te krijgen, reden en uitleg geven, beloftes en dreigementen)

- Hoofdhandeling (head act: formulering van de gewenste handeling)

- Strategie: wijze van formulering (o.a. directheid)

- Perspectief: spreker of luisteraar georiënteerd

- Downgraders/upgraders (bijv. alsjeblieft, een beetje)

- Syntactische downgraders (can/could, will/would)

VERONTSCHULDIGING kan gerealiseerd worden door:

1. Expliciete illocutionary force indicating device (IFID).

– Formulaïsche uitdrukkingen als sorry en het spijt me

– Formuleringen die refereren aan

– Verklaring van de oorzaak (mijn computer deed het niet)

– De verantwoordelijkheid van de spreker (het is mijn fout)

– De bereidheid van de spreker om het recht te zetten (ik zal het terugbetalen)

– Een belofte van de spreker dat het niet meer zal gebeuren

Cross- culturele pragmatiek

HIER GAAN ALLE DIA”S DOOR ELKAAR

Na een jaar gingen Duitsers de pragmatische manier van Engelse overnemen. Ze werden beleefder.

Verzoek kan gerealiseerd worden door:

Antwoord Pien:

De discours completion test was oorspronkelijk ontworpen om speech-acts van niet-hebreeuwse sprekers met hebreeuwse sprekers te vergelijken. In de test staan geschreven dialogen die verschillende sociale situaties representeren. Bij elke dialoog staat een korte uitleg van de situatie waardoor de omgeving van het gesprek verduidelijkt wordt en de machtsafstand tussen de sprekers wordt beschreven. Ook wordt beschreven welke relatie ze met elkaar hebben. De dialoog is incompleet. De taak is om de dialoog compleet te maken. Er wordt bijgezet om wat voor speech-act het gaat bij de in te vullen woorden/zinnen, bijvoorbeeld verontschuldigen of verzoeken. In de

65

Page 66: week 1 ccd

dialoog zijn tekstuele aanwijzingen te vinden waardoor de proefpersoon makkelijk de tekst in kan vullen.

a. Ontwerp zelf twee vragen voor een discourse completion test om in het Nederlands een verzoek te doen (zie Blum-Kulka et al., 2011). Laat minimaal twee proefpersonen jouw DCT test invullen.

A: Op de universiteitPien is vergeten een pen mee te nemen naar college en zou deze graag van Sander lenen. Pien: ______________________________Sander: Ja natuurlijk, maar volgende keer wel zelf meenemen hè!

B: In de stadPien en Brittany zijn aan het winkelen. Pien heeft haar geld thuis laten liggen en zou graag geld van Brittany lenen voor het kopen van nieuwe klerenPien: ________________________Brittany: Natuurlijk, kun je het morgen teruggeven?

b. Analyseer de uitkomsten en refereer daarbij aan de literatuur (Ibid.)

Ik heb het in laten vullen door 3 proefpersonen, 2 van de 3 proefpersonen begonnen in beide gevallen eerst met de naam van de proefpersoon, . Dit is ook het geval bij het artikel van Blum-Kulka et al. En wordt ook wel alerter genoemd. Alle drie de proefpersonen verontschuldigden zich voor zowel het vergeten van de pen als het geld. 1 proefpersoon gaf aan bij het lenen van het geld, dat ze het morgen meteen over zou maken. Dit wordt in de literatuur aangeduid als een supportive move. Het verontschuldigen valt ook onder deze supportive moves. De head act was in alle gevallen hetzelfde, namelijk: Mag ik je pen lenen? En Mag ik geld van je lenen?

In de voetbalwereld vindt veel migratie plaats. Louis van Gaal staat bekend om zijn bijzondere taalbeheersing van andere talen.

a. Zoek uit dit fragment twee voorbeelden van fouten die van Gaal maakt en verklaar hoe je in zijn Duitse taalgebruik invloeden van het Nederlands hoort: https://www.youtube.com/watch?v=pE1Z_O0ANxE (laatst bezocht op 19-8-2014).Louis van gaal gebruikt soms Nederlandse woorden wanneer hij Duits praat. Daarnaast gebruikt hij Nederlandse gezegdes en spreekwoorden die hij letterlijk naar het Duits vertaalt. Een voorbeeld van een letterlijk vertaald spreekwoord uit het filmpje, is “der Tod oder die Gladiolen” (0:54). Het spreekwoord, “de dood of de gladiolen”, bestaat niet in het Duits. Hetzelfde geld voor de uitspraak “wir schlafen Löffel an Löffel” (1:24), wat een letterlijk vertaalde versie van “we slapen lepeltje-lepeltje is”. Ook dit wordt anders verwoord in het Duits, waardoor er verwarring kan ontstaan.

b. Er zijn vele voorbeelden te vinden waarbij kenmerken van de moedertaal of culturele achtergrond worden overgenomen in een vreemde taal. Onder andere bij voetbalcoaches, in ‘chinglish’, steenkolenengels of in boekjes als ‘Lass mal sitzen’ (Wolff, 2010) en ‘I always get my sin’ (Rijkens, 2009). Zoek zelf twee voorbeelden (uitspraken, beelden of video’s) en geef daarbij aan hoe de fout daarin te herleiden is tot de moedertaal.Een voorbeeld van steenkolenengels is te vinden in dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=cvLvRE2aR0c. Hierin vertaald Rob Geus “doe normaal

66

Page 67: week 1 ccd

man” naar “do normal man” (0:09), wat natuurlijk te letterlijk vertaald is. Een tweede voorbeeld is de Eneco reclame, waarin er opzettelijk een aantal Nederlandse spreekwoorden letterlijk vertaald worden naar het Engels: https://www.youtube.com/watch?v=56nTRO2ajZw. Hoewel het hier als grap wordt gedaan, wordt wel duidelijk dat veel spreekwoorden niet letterlijk vertaald kunnen worden.

c. Steeds meer studenten gaan in het buitenland studeren en in Europa bieden steeds meer universiteiten Engelstalig onderwijs aan. Studenten vinden het vaak lastiger om colleges te begrijpen van docenten die native Engels zijn, dan van docenten die geen native Engels sprekers zijn. Leg uit aan de hand van paragraaf 8.1 van Zhu (2014) uit, wat de verklaring hiervoor kan zijn en hoe native docenten het begrip van studenten kunnen bevorderen.Zhu beschrijft dat native Engels sprekers hun Engels aanpassen wanneer ze praten met een non-native spreker, vaak omdat ze de non-native spreker onderschatten. Juist deze aanpassingen kunnen het moeilijker maken voor de non-native spreker om het Engels te begrijpen.

Inburgeringsexamen (DIA)

- Kennis van de Nederlandse samenleving- Toets van gesproken Nederland- Geletterdheid en begrijpen lezen- Er worden muren rondom Europa geplaatst en vaardigheid is het selectietool aan de grens

• Kent u de mensen? – Gebruiken – Gedrag– Milieu

• Kent u de regels? – Instellingen

• Kent u het land? – Geschiedenis – Topografie – Rechtstaat

Opdracht 4-C: Mensen die naar Nederland komen moeten inburgeren. Daarvoor moeten ze een test afleggen, de zogenaamde inburgeringstest.

Licht toe uit welke onderdelen deze inburgeringstest bestaat. Ga hierbij ook expliciet in op de rol van taal bij inburgering aan de hand van Zhu (2014). Het is van belang dat je de taal spreekt om in te burgeren. Anders zal je je buitengesloten voelen. De onderdelen van de inburgeringstest:

- Gebruiken: welke traditie is in de vorige eeuw ontstaan? - Gedrag: een collega gaat trouwen, ze geeft een klein feest, u bent niet uitgenodigd wat doet

u?- Milieu: waar gooi je frituurvet weg?- Regels / instellingen: op welke verzekering kunt u rekenen als uw huis wordt verwoest?- Geschiedenis: waarom is Willem van Oranje belangrijk geweest voor Nederland?- Topografie: hoelang reist u van Amsterdam naar Enschede ?- Rechtstaat: wat is actief kiesrecht?

67

Page 68: week 1 ccd

Het is belangrijk dat je de taal goed spreekt, zo voorkom je misverstanden. Er zijn verschillende manieren om met misverstanden om te gaan.

De rol van taal is van groot belang. Zo kan het voorkomen dat kinderen ‘language brokers’ worden. Dit houdt in dat zij teksten vertalen en interpreteren voor hun ouders of familie. Kinderen hebben vaak invloed op het proces dat de ouders doormaken als zij een taal leren.

Past bij model van Brarian (Marginalisatie, seperatie, Assimilatie, Integratie). Magirinalisatie en separatie vallen dan al af. JE kijkt dan naar Assimilatie en intergratie. Bij kennisvragen kan je veel weten van beide landen. (intergratie). Als je echt een attitude moet aannemen die gelijk is aan het migratieland, kom je bij de assimilatie terecht. De meeste vragen gaan wel over integratie.

Vaak is het gebruikelijk dat mensen de taal gaan leren die in het land waar zij wonen gesproken wordt. Piller geeft drie redenen waarom dit toch niet altijd het geval is:

1. De taal die wordt gekozen om te spreken, is niet alleen afhankelijk van het land, maar ook van de context.

2. Er hoeft niet per definitie een taal gekozen te worden3. Vaardigheid speelt ook een rol.

Beoordeel de vragen uit de inburgeringstoets in het licht van de vier niveaus die Zhu (2014, 62-63) benoemt voor culturele acculturatie.

U hoeft niet in te burgeren als (DIA)• Een Nederlands paspoort heeft;• U een onderdaan bent van een lidstaat van Europese Unie (EU), de Europese Economische

Ruimte (EER), Turkije of Zwitserland;• Jonger bent dan 18 jaar;• Ouder bent dan de pensioengerechtigde leeftijd;• 8 jaar of langer in Nederland woonde toen u leerplichtig was;• Tijdelijk naar Nederland komt voor studie of werk (zoals een expat bijvoorbeeld). Geestelijk

bedienaren zoals een imam of rabbijn zijn wel wel verplicht in te burgeren.

68

Page 69: week 1 ccd

In de voetbalwereld vindt veel migratie plaats. Louis van Gaal staat bekend om zijn bijzondere taalbeheersing van andere talen.

a. Zoek uit dit fragment twee voorbeelden van fouten die van Gaal maakt en verklaar hoe je in zijn Duitse taalgebruik invloeden van het Nederlands hoort: https://www.youtube.com/watch?v=pE1Z_O0ANxE (laatst bezocht op 19-8-2014).Louis van gaal gebruikt soms Nederlandse woorden wanneer hij Duits praat. Daarnaast gebruikt hij Nederlandse gezegdes en spreekwoorden die hij letterlijk naar het Duits vertaalt. Een voorbeeld van een letterlijk vertaald spreekwoord uit het filmpje, is “der Tod oder die Gladiolen” (0:54). Het spreekwoord, “de dood of de gladiolen”, bestaat niet in het Duits. Hetzelfde geld voor de uitspraak “wir schlafen Löffel an Löffel” (1:24), wat een letterlijk vertaalde versie van “we slapen lepeltje-lepeltje is”. Ook dit wordt anders verwoord in het Duits, waardoor er verwarring kan ontstaan.

- False frends betekent in het Nederlands iets anders dan in het Duits

Antwoord (dia):

“Gastarbeiterdeutsch” Het begin van taalverandering Idiomatische uitdrukkingen letterlijk vertalen

Der tod oder die Gladiolen, löffel an löffel, Papagaienmusik, wir sind wir und ich bin ich, Das ist auch ein Fach, Journalist, Ich bin warmbluttig

Woorden letterlijk vertalen Feierbiest, unglaublich, Kommunikator

Grammaticale fouten dicke Kuss (einen dicken Kuss), Sind Sie dabei gewesen?

Nederlandse woordvolgorde in het DuitsNederlandse uitspraak in het Duits Falsche Freunde

b. Er zijn vele voorbeelden te vinden waarbij kenmerken van de moedertaal of culturele achtergrond worden overgenomen in een vreemde taal. Onder andere bij voetbalcoaches, in ‘chinglish’, steenkolenengels of in boekjes als ‘Lass mal sitzen’ (Wolff, 2010) en ‘I always get my sin’ (Rijkens, 2009). Zoek zelf twee voorbeelden (uitspraken, beelden of video’s) en geef daarbij aan hoe de fout daarin te herleiden is tot de moedertaal.Een voorbeeld van steenkolenengels is te vinden in dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=cvLvRE2aR0c. Hierin vertaald Rob Geus “doe normaal man” naar “do normal man” (0:09), wat natuurlijk te letterlijk vertaald is. Een tweede voorbeeld is de Eneco reclame, waarin er opzettelijk een aantal Nederlandse spreekwoorden letterlijk vertaald worden naar het Engels: https://www.youtube.com/watch?v=56nTRO2ajZw. Hoewel het hier als grap wordt gedaan, wordt wel duidelijk dat veel

69

Page 70: week 1 ccd

spreekwoorden niet letterlijk vertaald kunnen worden.

c. Steeds meer studenten gaan in het buitenland studeren en in Europa bieden steeds meer universiteiten Engelstalig onderwijs aan. Studenten vinden het vaak lastiger om colleges te begrijpen van docenten die native Engels zijn, dan van docenten die geen native Engels sprekers zijn. Leg uit aan de hand van paragraaf 8.1 van Zhu (2014) uit, wat de verklaring hiervoor kan zijn en hoe native docenten het begrip van studenten kunnen bevorderen.Zhu beschrijft dat native Engels sprekers hun Engels aanpassen wanneer ze praten met een non-native spreker, vaak omdat ze de non-native spreker onderschatten. Juist deze aanpassingen kunnen het moeilijker maken voor de non-native spreker om het Engels te begrijpen.

Integratie en taal (dia)

“Another challenge comes from language and its related issues. In recent years a number of governments have adopted, or are proposing, a policy of making language tests mandatory for immigrants on the assumption that a certain level of proficiency in the official language is a prerequisite to integration into mainstream society.” (Zhu 2014, 64)

Maandag- zie dia- maak onderzoeksvraag schijf van vijf. Info in cursushandleiding- vertel precies wat je data zijn. - Dan pak je 1 deeltje van je data, die ga je analyseeren aan de hand van jou analysemodel. Dat analysemodel moet gemaakt zijn aan de hand van literatuur. Face, taalhandelingen, ect. Dit moet je uit een artikel halen.

- 2 tot 3 pagina’s. - Beter veel kleine verschijnsels dan weinig grote verschijnsels.

Helder voorbeeld, maak codeboek

- Baseer je analysemodel op literatuur! - Tegenpolen- Wie is wij wie is zij- Paritcipanten vinden- Worden er tegenstellingen gecreëerd - Je kan ook op blog niveau kijken - Definieren wat een zin een post een blog i.

Evaluatieve tweets van studenten en het effect van een interventie door docent-volgers

70

Page 71: week 1 ccd

WEEK 5

HOORCOLLEGE 5

Transfer: alles wat we tot nu toe behandeld hebben (alle kennis van interculturele communicatie), kan helpen bij het opstellen van leerdoelen voor mensen die interculturele competentie moeten krijgen.

Je kan dus al deze benaderingen gebruiken, om deze laatste benadering te regelen

Opzet:

1. At zijn interculturele competenties? moeilijk, het is nieuw2. Hoe ontwikkel / train je interculturele competenties?3. Wat is het belang van interculturele competenties?

a. Domein: study abroad4. Wat is het belang van interculturele competenties

a. Employability5. Conclusies

Interculturele competenties (DIA)

Interculturele competenties. Er zijn heel veel verschillende termen voor. (de bovenste drie komen vanuit vreemde taal onderwijs) Cross cultural meer in bedrijfslevenIntercultural interaction competenties gaat over interacties.

De meest gebruikte term: the ability to communicate effectively and appropriately in intercultural situations based on ones intercultural knowledge, skills and attitudes

- Intercultural Communicative Competence (Byram 1997) - Intercultural Communication Competence (Spitzberg & Cupach 1984, Chen & Sarosta 1998) - Intercultural Competence (Deardorff 2004, 2006) - Transcultural Communication Competence (Ting-Toomey 1999) - Cross-cultural/trans-cultural competence & Cross-cultural effectiveness - Intercultural sensitivity (Bennett 1986) - Global Competence / International competence - Intercultural interaction competence (Spencer-Oatey & Franklin 2009) “the ability to

communicate effectively and appropriately in intercultural situations based on one’s intercultural knowledge, skills and attitudes’ (Deardorff 2004, p.194 in Zhu 2014, p.156)

71

Page 72: week 1 ccd

Head, Hand, HeartHayles & Russell (1997) Grunzweig & Rinehart (1998)

- Knowledge (cognition): knowledge about how your own culture and the host culture differ and finds value in both.

- Skills (behaviour): the ability to enact appropriate communication skills (both verbal and nonverbal) in intercultural situations

- Attitudes (affect): willingness to communicate with the other and an increased sensitivity, openness, motivation and desire to communicate appropriately.

Knowledge skills attitudes vergelijkbaar head hand heart

Kennis: zowel van jezelf als van de ander. Hoe je eigen cultuur werkt is van belang, je moet ook weten hoe de andere in elkaar zit

Attitudes: motivatie, karaktereigenschappen, interesses, openheid, flexibiliteit naar andere toe

Vijf type ICC modellen

Hangt af vanaf welke discipline het is opgesteld. Hangt af van de doelen van de modellen. Wat is het doel van ICC?

72

Page 73: week 1 ccd

Voorbeelden

Compositional model Spitzberg & Changnon (2009): skills, waar bestaan de competenties uit? ICC worden is een grote uitdaging. Het geeft lijstjes van interculturele competenties

73

Page 74: week 1 ccd

Co-orientational model Byram (1997) skills knowledge, attitude. Hij refereert ook aan de interpreting relating skills (hoe kun je dingen interpreteren vanuit een andere cultuur, perspectief van de ander innemen) discorvey interactions skills (je vermogen om te leren in een interactie)

74

Page 75: week 1 ccd

Developmental model gaat over de ontwikkeling die je doormaakt. Gaat over de ethnocentric stages en de ethnorelative stages. Links is de eigen cultuur als standaard zien. Het is de bedoeling dat je jezelf ontwikkelt naar een ethnorelative stages, dan zie je beide culturen als een van de vele culturen. Dan ga je je aanpassen. Etnocentrisme :jou volk is goed, wat de ander doet is raar. Bij de intergration heb je ook een marginalisation. Mensen die zo lang weg zijn, gaan zich niet meer identificeren met eigen cultuur.

Het laat een ontwikkeling zien van het individu door intercultureel contact

75

Page 76: week 1 ccd

Adaptational model intergration, assimilation, seperation, marginalisation. Het gaat over de aanpassingen van andere culturen. Het wil vooral in kaar brengen in hoeverre er aanpassing plaats vindt met de nieuwe cultuur, maar ook wat voor invloed dat heeft op de oorspronkelijke cultuur

76

Page 77: week 1 ccd

Causal process - Deardorff (2006) zij wil aangeven hoe het en in relatie staat met het andere. Ze maakt onderscheid tussen nsesired external outcom en internal outcom. In is je persoonlijkheid, empthatie. External gaat over skills en behavour.

In al de modellen gaat iedereen er van uit dat de ICC te maken heeft met je vermogen om te leren en te veranderen door intercultureel contact. Een individu dat in contact komt met andere culturen, zal veranderen. Het gaat over hoe een individu zich ontwikkelt door intercultureel contact.

Hoe ontwikkel je interculturele competenties?hoofdvraag hoe train je effectivenss en appropriateness? Wanneer is bepaald gedrag gepast, en wanneer is het effectief. Hoe train je dat?

Intercultureel communiceren kun je leren? “the ability to communicate effectively and appropriately in intercultural situations” (Deardorff 2004: 194) Hoe train je effectiveness en appropriateness?

Intercultureel leren ten Thije (fc) “… a basic assumption underlying the above models is the ability to learn and change through intercultural contact.”

77

Page 78: week 1 ccd

Interculturele training- cultuurspecifiek- Cultuur overstijgend

o Kennisgericht (knowledge / head)

o Handelingsgericht (skills / hand)

o Houdingsgerichts (attitudes / heart)

Self awarenss bewustzijn van eigen culturele achtergrond?

cultureel specifiek training specifiek voor een bepaalde cultuur - Specific to a particular culture (triandis, 1977)

o Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië o Thailand

- Cross – cultureelo Britse studenten in… o Amerikaanse zakenmensen in Thailand

- Kennis en Handelingsgerichto Quiz (uitgaansgewoonten) o Culture assimilator

Cultuurspecifieke trainingen kunnen heel relevant zijn, maar er zijn ook problemen. - Do’s dont’s zijn niet goed. Zo moeten we niet naar een cultuur kijken.- Een ander bezwaar is dat culturen veranderen. - Daarna is de kennis over culturen wel beperkt.

Oplossing cultuur overstijgende trainingen

Cultuuroverstijgend Intercultureel communiceren kun je leren? “the ability to communicate effectively and appropriately in intercultural situations” (Deardorff 2004: 194)

- Hoe train je “effectiveness” en “appropriateness” zonder te vervallen in do’s en dont’s? - Hoe bereid je mensen voor op interculturele situaties in het algemeen, ongeacht het

doelland?

78

Page 79: week 1 ccd

79

Page 80: week 1 ccd

Describe, interprent, evaluate

- Description: What I see (only observed facts) Wat zie ik, wat neem ik waar?

De meeste mensen beginnen direct bij de interpretatie. Dat is niet goed. Een bepaald gedrag roept een bepaald gevoel op. Er wordt niet bedacht wat er daadwerkelijk gebeurt.

Dit kan helpen omdat we bij de evaluatie vast zitten.

Iceberg model er zijn veel dingen in een cultuur zichtbaar. Dat is waarneembeer, maar het meeste deel is niet waarneembaar. Daar ontstaan veel problemen in de cultuur.

Plaatje taal ect. kan je waarnemen.

Het grootste deel is niet meer zichtbaar. Dat zijn gedachten en gevoel.

Het is vergelijkbaar met omschrijving, interpretatie en evaluatie

Probleem ontstaat bij interpretatie. Dat kan per cultuur verschillen. Aan de interpretatie hang je een waarde aan. Trainingen zijn op dit proces gericht.

80

Page 81: week 1 ccd

Cultuur specifiek trainingen waargebeurde verhalen. Regels van de cultuur mekrijgen

Transformative learning je pakt een verhaal en je gaat terug. Je kijkt hoe je iets interpreteerde, en dat bekijken. Kritisch kijken naar hoe je de situatie hebt geinterpreteerd, en klopte dat?

- Self awareness is dan heel belangrijk. Je moet zien waar je zelf vandaan komt. (snappen dat ze niet over drank drinken)

- Dus: we do;nt see thins as they are we see them as we ware’ je ziet dingen vanuit je eigen perspectief, maar je kan ook dingen zien as they are

“using a prior interpretation to consture a new or revised interpretation of the meaning of one’s experience in order to guide future action” (Mezirow, 1996, p. 162 in Zhu, 2014, p. 160)

Self-awareness “We don’t see things as they are, we see them as we are” ~ Anaïs Nin

Critical incidents DIA

- Geen beschrijving van een cultuur.

- Helpt ervaringen uit een andere cultuur op de juiste manier interpreteren en te begrijpen.

- Geeft inzicht in het doen en denken van je gesprekspartner.

- Het vermogen om de context te lezen maakt je een intercultureel competent persoon.

Het gaat om het vermogen om de context te lezen. Dat maakt je competent. Je moet begrijpen dat er verschillen zijn in cognition emotion en habets.

“Not measures of cultural difference on general dimensions are important when acting, but cognition, emotion and habits, which are embedded in specific cultural orientation systems

81

Page 82: week 1 ccd

Wat kan je doen bij critical incedents: een situationele analyse- Cognitief: wat gebeurde er?- Affectief: hoe voelde dat?- Gedrag: wat deed je of wat deed de ander? (je gaat dus nadenken, wat als ik iets anders had

gedaan, wat was er dan gebeurt?) - Transfer: wat kan je hiervan leren voor toekomstige situaties?

Linguistic awareness of cultures Müller-Jacquier, 2001

- Analyse van authentieke communicatie

o “Reconstructing the original intended actions, using concrete linguistic utterances.” (p. 52)

o Talige analyse

o Interpretaties (psychologisch & cultureel?)

- Trainingprogramma:

o LAC als analysemodel van critical incidents

o Doel: “mastering the method of analysis, not the ability to reproduce knowledge”

o Analytische tools om het eigen gedrag te monitoren.

Lingquistic awareness of cultures waar culturen verschillen

- Woordbetekenis en culturele concepten- gespreksorganisatie (beurtwisseling en pauzes) - taalhandelingen (uitnodigen, vragen stellen) - gespreksthema’s (taboe’s) - (in)directheid (up- en downgraders) - register (aanduiding van leeftijd, situatie, machtspositie) - para-verbale middelen (intonatie, accent, toonhoogte en tempo) - non-verbale middelen (mimiek, gebaren, proxemics en lichaamshouding) - cultureel bepaalde talige rituelen

Pak de verhalen, en leg dit er overheen. Waardoor kan het probleem veroorzaakt zijn?

Cultuuroverstijgende training

- Doel: “mastering the method of analysis, not the ability to reproduce knowledge”

- Analytische tools om het eigen gedrag te monitoren.

We gaan aan het werk met authentieke communicatie. Je gaat de original intended actions bekijken. Je kijkt naar de uiting. Het is geen aanname dat cultuur in het spel zit. Het kan ook iets anders zijn. Cultuur algemene trainingen gaat er niet vanuit dat het altijd cultuur is. het kan ook aan het individu liggen. Het doel is niet cultuur specifieke kennis te leren. Hij biedt analytische tools om je eigen gedrag te monitoren.

Niet specifieke cultuur kennis maar snappen hoe je het kan analyseren

82

Page 83: week 1 ccd

Intercultural Competence Knapp-Potthoff (1997) in ten Thije (fc)

- Knowledge of language and culture

o Cultuurspecifieke kennis en verschil tussen eigen en andere cultuur

- Insight into general communicative principles

o Algemene kennis over culturen en communicatie

- Strategies of interaction for engaging in intercultural situations

o Zoeken naar gemeenschappelijkheden als basis voor communicatie (taal, achtergrond, ervaringen)

- (Cap)abilities to learn in and through intercultural interactions (Interculturele leergierigheid)

o Uitbreiden of aanpassen van kennis in interactie “… a basic assumption underlying the above models is the ability to learn and change through intercultural contact.” Ten Thije (fc)

Conclusies interculturele training

Cultuurspecifiek

“Culture-specific training refers to “information about a given culture and guidelines for interaction with members of that culture” (Brislin & Pederson, 1976).

- Kennis & gedrag van cultuur X (do’s en dont’s?)

- Bewustwording van verschillen tussen specifieke culturen

- Anticiperen op afwijkend gedrag van de ander van cultuur X

o Risico op essentialisme

Cultuuroverstijgend

- Bewustwording van eigen achtergrond (cultural awareness)

o Analytische tools om het eigen gedrag te monitoren.

- Besef dat culturele verschillen situationeel- en contextueelafhankelijk zijn

o Vermogen om de context te lezen

Vershcil cultuur specifiek en overstijgend- Specifiek kijkt naar de cultuur, en geeft daar informatie over. Anticiperen op gedrag.

Overtijgend: bewust worden van je eigen achtergrond. Tools aanreiken. Eigen perspectief en die van een ander innemen. Ze kunnen per persoon en context verschillen. Het vermogen om het goed te lezen maakt je een intercultureel persoon

Wat is het belang van interculturele competenties?

“The importance of intercultural competence (…) is increasingly acknowledged both in policy and (global) business” Ten Thije (fc) Beleid: Study abroad(Global) business: Employability skills

83

Page 84: week 1 ccd

Study abroad!

“Internationalisation has become a key aspect of the agenda for higher education in many parts of the world”

- “… educational activities in which students partake outside of their home countries”

- In 2025: 8 miljoen studenten die buiten hun eigen land studeren

Doelen:

- Intercultureel leren en talen leren –> “both of which have a strong pedagogical preference for ‘real’ experience.”

Waarom buitenlandstudie interculturele competenties bevordert Contact hypothesis (Allport 1954)

- Equal status

- Common goals

- Intergroup cooperation

- Institutional support

Experiential learning theory (learning by doing) Kolb (1984)

Hoe buitelandstudie interculturele competenties bevordert (Zhu 2014, p. 75) Vande Berg et al., 2009

- Alleen exposure is niet genoeg

- Interventions van ‘culturele mentoren’ of gestructureerd leren moet onderdeel zijn van de ervaring van studenten

Waarom intercultureel leren? “acquisition of intercultural competence, which is the capacity to change one's knowledge, attitudes, and behaviors so as to be open and flexible to other cultures, has become a critical issue for individuals to survive in the globalized society of the 21st century." Davis 2005, p. 4

Waarom intercultureel leren? Language competences for employability, mobility and growth (EC)

- “Research on the main obstacles to mobility in Europe confirms that poor language and intercultural skills are seriously limiting the free movement of workers in the EU.” (p20) SWD(2012) 372 final

- “(…) business leaders have repeatedly called for graduates to have ‘global competencies’, particularly communication skills and the ability to work in diverse teams.” (Diamond et al.,

84

Page 85: week 1 ccd

70 % van de docenten denken dat leerlingen goed voorbereid zijn om aan het werk te gaan. 50% van de leerlingen is het hier mee eens.

Wat gaat er fout? / bij Erasmusstudenten “While both policy makers and global employers highly value intercultural skills, students remain possibly unaware of what they have learned and fail to communicate their competences to employers.” Messelink, van Maele & Spencer-Oatey (2015)

85

Page 86: week 1 ccd

Doelen interculturele training voor studenten

- Voorbereiden op buitenlandervaring

o Taal

o Cultuurshock

o Intercultureel bewustzijn van zelf en ander

- Optimaliseren van intercultureel leren

o Reflectief leren (Kolb 1984)

o Verwerving van interculturele competenties

- Reflecteren op ervaringen en kapitaliseren van verworven competenties

o Reverse shock

o Leren benoemen van verworven (employability) skills

Conclusies

- Er zijn vele definities en modellen van interculturele competenties – afhankelijk van de discipline, de sector, de doelen en het toegekende belang.

- Cultuurspecifieke trainingen zijn slechts beperkt relevant. Een belangrijk doel is het ontwikkelen van algemene kennis & vaardigheden die communicatie en begrip mogelijk maken in ieder intercultureel contact.

- Het belang van interculturele competenties in de samenleving wordt steeds meer gevraagd en bevorderd.

- Interculturele competenties kunnen in buitenlandstudie worden opgedaan, het verwerven hiervan wordt bevorderd door training en onderwijs, dat ook gericht moet zijn op het identificeren en verwoorden van verworven competenties.

De beste manier om intercultureel te leren is door er naartoe te gaan

86

Page 87: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 9

SLIEDS VAN DIT COLLEGE STAAN NIET ONLINE

Lingua France oorspronkelijk:

- Intermediary langage used by speakers of arbic with travellers from Western Europe- Language of commerce

(het Engels) als wij een andere taal spreken. Het is dus de taal zelf

Antwoord 4a: wat is volgens Zhu bijzonder aan de taalvaardigheid van Lingua Franca sprekers en noem twee aspecten die kenmerkend zijn voor lingua Franca communicatie

- Sprekers hebben uiteenlopende taalniveaus: doorgaans non-native, non0native in plaats van native, non native

- Communicatieve efficiëntie is belangrijker dan de talige correctheid- Zeer coöperatieve instellingen van sprekers- Engels hebben heel veel mensen als tweede taal. Het meeste van de wereld.

Is ELF hetzelfde als Engels?

Communicatietaal en identificatie taal- Vietnamees is identificatie taal (voor mij Nederlands)- Engels is communicatietaal (Engels) De lingua franca is bijna altijd de communicatietaal. Toch is het heel soms de identificatietaal. Als je bijvoorbeeld bijna altijd Engels spreekt in een groep o.i.d. dan kan dat toch voorkomen.

Engels als een Lingua Franka verpest niets. Het kan ervoor zorgen dat het je identificatietaal sterker maakt. Het is niet perse iets slechts.

Als je van een Nederlander Engels krijgt is dit makkelijker dan van een Engelse. Er wordt langzamer gesproken, er worden makkelijkere woorden gebruikt. Er worden geen rara spreekwoorden gebruikt.

- Grote verschillen in taalniveau

Het Jeugdjournaal past zich aan aan Jongeren. Er wordt bijvoorbeeld over rijke mensen gesproken, en niet over mensen met een hoog inkomen.

Communication Accomodation Theory

87

Page 88: week 1 ccd

- Convergentie- Divergentie : als je heel overdreven je accent spreekt (mensen met een R) - Behoud: als je normaal spreekt, zoals je altijd doet, dus als je af en toe met een r spreekt

Afzetten van identiteit

Convergentie / foreigner talk overaccomodatie als we ons bijvoorbeeld aanpassen qua taal als we zien dat iemand een ander uiterlijk heeft.

Hoe kunnen docenten het begrip bevorderen:“simplified speech register

- Hooge frequentie woorden- Verminderde syntactische complexiteit- Duidelijkere en overdreven articuleren

Metacommunicatie : uitleggen wat je gaat doen. “Ik ga eerst uitleggen”.

Morfologische stukjes: woorden uit elkaar halen.

88

Page 89: week 1 ccd

WERKCOLLEGE 10

De modellen hoofd hand hart

w- curve het is een shock als je terugkomt. Hier worden mensen niet op voorbereid.

Als je thuiskomt, is er ineens van alles veranderd volgens Zhu.kritiek: het is een proces dat ronddraait. Het is niet 1 mooie curve.

Culture shock is the expected confrontation with the unfamiliar. Re-entry shock is the unexpected confrontation with the familiar.

89

Page 90: week 1 ccd

90

Page 91: week 1 ccd

91

Page 92: week 1 ccd

Specific Groups, Motives & Problems There are different types of culture travelers with specific motives and problems: •Tourists •International Students •Business Sojourners •Spouses & Children •Immigrants Refugees

Zhu 2014, p.

Opdracht 5-B:

92

Page 93: week 1 ccd

Studeren in het buitenland wordt sterk gestimuleerd in Europees beleid, onder andere omdat het onderling begrip en de verwerving van interculturele competenties versterkt.

a) Leg uit hoe de contact theory van Allport (1954, in Zhu 2014) en de experiential learning theory van Kolb (1984, in Zhu 2014) deze opvatting zouden kunnen bevestigen.

•Contact theory (Allport 1954) Prejudice between members of different groups may be reduced through intergroup contact under four conditions: –Equal status –Common goals –Intergroup cooperation –Institutional support

•Experiential learning theory (Kolb 1984) –“learning by doing”

Reflective learning Zhu 2014, 160 Transformative learning theory: •“Perspective transformation”: verandering in referentiekaders dat plaatsvindt door reflectie op ervaringen

“Reflection is the key to turning experience into learning.” “Reflection is also the key to many pedagogical toolkits such as critical incidents, reflective journals and ethnographic participation.”

Wat is een critical incident en waarom kan dit bijdragen aab reflectief leren? -Korte beschrijvingen van ‘kritieke’ momenten (misverstand, conflict, ongemakkelijk) in interculturele ervaringen -Leerders moeten reflecteren op deze situatie/gebeurtenis

93

Page 94: week 1 ccd

-Het kan ook gebruikt worden voor training - door realistische situaties of scenario’s van intercultureel contact te analyseren.

Critcal incedent: Beschrijf deze situatie nogmaals aan de hand van de vragen uit Task 9.2a (Zhu 2014, p. 162). -What has happened? -What is the issue/event/topic? -How do you feel about it? -What is the significance of this issue to you? -What are the implications? -Has the event made you think or act differently?

Linguistic Awareness of Cultures Welk onderdeel van het framework van Müller-Jacquier en Whitener (2001, p.229-235) kan het probleem in het volgende fragment het beste verklaren? https://www.youtube.com/watch?v=yfl6Lu3xQW0 Gespreksthema’s (taboes)

Linguistic Awareness of Cultures Müller-Jacquier & Whitener (2001) Risico’s van de “culture oriented” aanpak? •Oorzaak van misverstanden ligt in culturele waarden in plaats van communicatieconventies.

Sprekers hebben ook een “culture oriented” aanpak •“Duitsers gebruiken geen ‘please’ omdat ze onbeleefd zijn. Vs Omdat Duitsers geen ‘please’ gebruiken vinden wij ze onbeleefd.

Hoe heeft dit geleid tot het “linguistic framework” voor de analyse van interculturele communicatie? •Analyse van misverstanden moet beginnen met een talige en situationele analyse voordat cultuur als oorzaak wordt geanalyseerd.

Linguistic Awareness of Cultures Müller-Jacquier & Whitener (2001) Misverstand ontstaat bij taal? “It is the identification of these communication problems – and not their reflection of specific other-culture conventions – which is the learning objective of the analysis.” (Müller-Jacquier 2003, 54)

LAC Framework Müller-Jacquier & Whitener (2001) •woordbetekenis en culturele concepten •gespreksorganisatie (beurtwisseling en pauzes) •taalhandelingen (bijv. uitnodigen om naar de kroeg te gaan en (niet) betalen) •gespreksthema’s (taboes) •(in)directheid (up- en downgraders) •register (aanduiding van leeftijd, situatie, machtspositie en het geslacht) •para-verbale middelen (intonatie, accent, toonhoogte en tempo) •non-verbale middelen (mimiek, gebaren, proxemics en lichaamshouding) •cultureel bepaalde talige rituelen

94

Page 95: week 1 ccd

Toeristenrollen & perspectieven Opdracht 6A Typologie van toeristenrollen (Cohen 1972) -Reisschema’s -Contact met het gastland -Zoektocht naar het bekende of het onbekende -‘Environmental bubble’: mate waarin toeristen contact met nieuwe culturen verzachten door vast te houden aan routines, gewoontes of gemakken van het eigen land.

6a Welke problemen ziet Cohen (in Zhu, 2014) in de bijdrage van massatoerisme aan de promotie interculturele communicatie? Bespreek dit ook aan de hand van verschillende soorten toeristen die op pagina 82-83 omschreven worden.

Toeristenrollen & perspectieven Opdracht 6A Cultural tourism & mass tourism (Zhu 2014, 82-83) Cohen (1972) 1.De georganiseerde massatoerist

Georganiseerde reizen, grotendeels verblijven in de ‘environmental bubble’ 2.De individuele massatoerist

Maakt reisplannen van tevoren, inclusief bezichtigingen en attracties 3.De verkenner

‘Lonely planet’ reizigers, meer contact met de lokale bevolking Hosteltoerist: http://waitbutwhy.com/2013/07/12-types-of-people-youll-find-in-every.html

4.De zwerver Niet vooraf plannen, immersie in lokale culturen

5.De internationale vrijwilliger Onderwijs geven, scholen bouwen, etc. Scholte Lubberink masterscriptie ‘Go Local’

Typologie van toeristenrollen (Cohen 1972) -Reisschema’s -Contact met het gastland -Zoektocht naar het bekende of het onbekende -‘Environmental bubble’: mate waarin toeristen contact met nieuwe culturen verzachten door vast te houden aan routines, gewoontes of gemakken van het eigen land.

Toeristenrollen & perspectieven Opdracht 6A Welke problemen ziet Cohen (in Zhu, 2014) in de bijdrage van massatoerisme aan de promotie interculturele communicatie? Massatoerisme -‘controlled novelty’ -“to observe without actually experiencing” (Ibid., 170) -Beperkt intercultureel contact -Toeristische attracties verliezen authenticiteit en ondergaan verandering -Worden soms geïsoleerd of gescheiden van de lokale bevolking -“The mass tourist travels alone in a world of his own, surrounded by, but not integrated in, the host society. (…) The natives, in turn, see the mass tourist as unreal. Neither has much of an opportunity to become an individual to the other.” (Ibid., 175)

95

Page 96: week 1 ccd

Cultural tourism & mass tourism (Zhu 2014, 82-83) 1.De georganiseerde massatoerist •Georganiseerde reizen, grotendeels verblijven in de ‘environmental bubble’ 2.De individuele massatoerist •Maakt reisplannen van tevoren, inclusief bezichtigingen en attracties 3.De verkenner •‘Lonely planet’ reizigers, meer contact met de lokale bevolking •Hosteltoerist: http://waitbutwhy.com/2013/07/12-types-of-people-youll-find-in-every.html 4.De zwerver •Geen vooraf plannen, immersie in lokale culturen 5.De Airbnb-toerist -Reisschema’s? -Contact met het gastland? -Zoektocht naar het bekende of het onbekende? (Environmental bubble) -Kenmerkend voor globalisering?

96