96
een praktijkgericht onderzoek naar KUNSTEDUCATIE OP LOCATIE Anja Lofvers, 2011 begeleiders: Ben Boog en Elodie van Steenhoven

Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

een praktijkgericht onderzoek naar

K U N S T E D U C A T I E O P L O C A T I E

Anja Lofvers, 2011

begeleiders: Ben Boog en Elodie van Steenhoven

Page 2: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

2

Alle foto‟s voor dit onderzoek zijn gemaakt door Anja Lofvers, tenzij anders vermeld.

Page 3: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

3

V O O RW OOR D

K u n s t m a a k t k i n d e r e n b l i j e n d e w e r e l d e e n s t u k j e m o o i e r … Eén van de dingen die ik het liefst zou bereiken met kunsteducatie, is kinderen anders naar de wereld om zich heen te laten kijken. Dat ze met plezier kunst maken en beleven, dat ik ze kan laten verwonderen en verrassen en ze met meer oog voor detail naar gewone dingen kijken. Nooit vergeet ik de uitspraak van een kennis van mijn ouders die zei: “Een bos is maar saai, alleen maar bomen.” Ik was verbijsterd, maar vond dat ook heel zielig voor hem! Van huis uit kregen wij namelijk een heel andere kijk op de wereld mee. We leerden van jongs af aan kijken naar de schoonheid van alles om ons heen, met oog voor de kleinste details. Voor mij bestaat een bos dan ook niet alleen uit allerlei verschillende soorten bomen, maar heeft elke tak een andere vorm, elke bast een andere structuur en in het voorjaar, fris in de knop, ziet een boom er heel anders uit dan in de herfst, wanneer het blad prachtig verkleurt. Ook het veranderende licht dat door de bladeren speelt is overal en in elk bos weer anders. De bewuste uitspraak van die man is lang blijven hangen en later vond ik het niet alleen saai voor hem, maar ook voor zijn kinderen! Want als je zoiets niet meekrijgt in je opvoeding, dan zul je waarschijnlijk nooit weet hebben van alle prachtige dingen in de wereld. En als iemand op die manier naar een bos kijkt, hoe ziet hij de rest van de wereld dan? Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken. In de wereld van de kunsten gaat het om meer dan alleen maar kijken en zien, het kan ook gaan om andere manieren van denken en doen. Daar heeft iedere kunstenaar zijn eigen ideeën over. En hoe ik kijk, wat ik zelf als vanzelfsprekend zie, beleef en vind, daar heeft natuurlijk lang niet iedereen oog voor!

Doordat ik zelf intens kan genieten van de wereld om mij heen, veel plezier beleef aan het maken, zien en beleven van kunst en ik dat graag met anderen wil delen, ben ik als professioneel kunstenaar de Bik-opleiding gaan volgen. In deze opleiding leer je namelijk hoe je jouw kunstenaarschap kan inzetten om kinderen te inspireren en hen bewust te maken van de wereld van de kunsten. Aangezien ik zelf van huis uit, dus vanaf jonge leeftijd goed heb leren kijken naar de wereld om mij heen, de vrijheid heb gehad om mijn eigen talenten te ontwikkelen en ben meegenomen in het creatieve proces, wil ik dit graag met kinderen delen en overbrengen.

I e t s m o o i s m a k e n e n i e t s m o o i s m e e m a k e n Uiteindelijk gaat het me niet zozeer om het eindresultaat van de kunsteducatieve activiteit, hoewel je daar meestal de complimenten voor krijgt. Want hoe mooi of indrukwekkend het resultaat ook kan zijn, wat me het meest bij blijft is de impact die het op kinderen heeft. Dat je aan hun reacties kan zien dat ze er plezier aan beleven of dat ze verwonderd zijn. Soms merk je dat een kind geraakt is en dat je iets bij ze teweeg hebt gebracht. Soms heel duidelijk door een uitspraak, maar meestal zie je gewoon het plezier of de concentratie als ze ergens mee bezig zijn, of is het een blik van herkenning, iets ongrijpbaars. Voor mij is dit voldoende om met een voldaan gevoel naar huis te gaan. Het gaat mij erom dat ze geïnspireerd bezig zijn en nieuwe dingen ontdekken, dat ze hun creativiteit kunnen ontplooien, verschillende technieken leren of samen aan iets kunnen bouwen. Dat ze zodoende met elkaar iets bereiken waar ze allemaal trots op zijn en met plezier op kunnen terugkijken! Ik denk dat als je dit allemaal met een kunstproject weet te bereiken, je blij en trots mag zijn dat je er als kunstenaar aan hebt bijgedragen! Hopelijk kan ik met soortgelijke projecten, steeds andere kinderen een blijvende ervaring mee geven, waar ze met plezier op kunnen terugkijken en waardoor ze in de toekomst misschien iets anders naar de wereld om zich heen zullen kijken. Niemand hoeft wat mij betreft kunstenaar te worden, maar ik hoop wel dat ze plezier ervaren als ze bezig zijn met een kunstproject of workshop. Ik hoop dat ze af en toe verrast zijn door wat ze allemaal kunnen maken of bereiken, samen met anderen, maar ook alleen! Om dit te bereiken wil ik het liefst op zoveel mogelijk verschillende plekken, met zoveel mogelijk verschillende kunstenaars, kinderen in aanraking laten komen met kunst. En natuurlijk hoop ik dat iedereen na afloop het unieke van die enkele boom in het bos weet te herkennen! Dit onderzoek naar kunsteducatie op locatie sluit zo aan bij mijn eigen beleving en is voor mij zó persoonlijk, dat ik het niet in de derde persoon wil schrijven, maar voor de ik-vorm heb gekozen.

Page 4: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

4

Kinderactiviteiten op festival Into the Great Wide Open - project „Zie ze Vliegen‟ van Anja Lofvers en Hilda Top (bik‟ers)

creativiteit is het vermogen naar dingen te kijken alsof je ze voor het eerst ziet

Olaf Hoenson

Page 5: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

5

INLEIDING 7

DOEL EN BELANG VAN HET ONDERZOEK - ONDERZOEKSVRAAG 9

WERKWIJZE 11

1 KUNST, KUNSTEDUCATIE EN KWALITEIT: 15 1.1 Kunst in de wereld 15 1.2 Wat kinderen kunnen leren van kunst 17 1.3 Kunsteducatie 19 1.4 Kwaliteit van Kunsteducatie 19 1.5 Een aantal voorwaarden voor kwaliteit 21 1.6 Kwaliteit en visie 23 1.7 Conclusies 25

2 LEEROMGEVING EN INFORMEEL LEREN 27 2.1 Formeel leren 27 2.2 Informeel leren 29 2.3 Krachtige leeromgeving 31 2.4 Beleving en ervaring 33 2.5 Activiteit of educatie? 33 2.6 Conclusies 35

3 BIK, COMPETENTIES EN PASSIE 37 Competenties en vaardigheden van bik‟ers 39 3.1 Meningen over de Bik 41 3.2 (BIK) Kunstenaar, geen vakdocent 41 3.3 Passie voor kunst delen met kinderen 45 3.4 Extra kwaliteiten op locatie 49 3.5 Conclusies 51

4 OP LOCATIE 53 4.1 Kunsteducatie op locatie 53 4.2 Organisatie van kunsteducatie op festivals 55 4.3 Organisatie van kunsteducatie in musea 59 - Martena Museum 59 - Museum de Buitenplaats 61 - Groninger Museum 63 4.4 Conclusies (voor festivals en musea) 65

5 RESULTATEN EN CONCLUSIES 67 5.1 Literatuur over kwaliteit in kunsteducatie 67 5.2 Bik‟ers over kwaliteit in kusteducatie 67 5.3 Organisatoren over kwaliteit in kusteducatie 69 5.4 Samenvatting literatuur en interviews 69

CHECKLIST 73-74

NABESCHOUWING 75

SAMENVATTING 77

SUMMARY 79

LITERATUURLIJST 81

BIJLAGE Interviews van bemiddelaars, organisatoren en bik‟ers 83

SLOTWOORD 95

DANKWOORD 96

I N H O U D S O P G A V E

Page 6: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

6

project naar aanleiding van Christo - inpakken en kijken naar vormen - gewone voorwerpen krijgen een andere betekenis

I

B I K = b e r o e p s k u n s t e n a a r s i n d e k l a s

B i k ’ e r o f b ik k e r ( < n ie u w ) d e ( m/ v ) : - s , e e n p r o f e s s io n e e l k u n s t e n a a r d i e z i j n k u n s t e n a a r s c h a p

i n d i e n s t s t e l t v a n h e t b a s i s o n d e r w i j s e n d a a r e e n d e e l v a n z i jn i n s p i r a t i e u i t h a a l t .

(uit: BEROEPSKUNSTENAARS IN DE KLAS - de brochure – juli 2003)

Page 7: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

7

I N L E ID IN G

In het onderzoek „Kunsteducatie op Locatie‟ heb ik de voorwaarden voor kwaliteit in buitenschoolse kunsteducatieve activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar onderzocht. Het gaat hierbij om eenmalige of kortdurende activiteiten die speciaal voor een evenement ontwikkeld zijn.

Steeds meer beroepskunstenaars in de klas (bik‟ers) in mijn directe omgeving, ontwikkelen de meest fantastische kunstprojecten buiten het basisonderwijs. Je ziet steeds meer bik‟ers actief in de wijken, ze ontwikkelen educatieve lessen voor musea en festivals en ze werken steeds meer samen met culturele instellingen zoals bibliotheken en de centra voor de Kunsten. In dit onderzoek heb ik mij gericht op de rol van bik‟ers, omdat bemiddelaars en organisaties, positief reageerden op de kwaliteit en eigenheid van hun projecten, het organiseren daarvan en hoe deze bik‟ers omgaan en werken met kinderen. Op verschillende evenementen zie je steeds vaker kinderactiviteiten waar kinderen zelf iets kunnen maken, waar ze een bijzondere ervaring kunnen meekrijgen en waar ze uitgedaagd worden om zelf dingen te ontdekken en te beleven. Waar ik nieuwsgierig naar ben is: - Welke afwegingen maken organisatoren van instellingen/festivals en evenementen om activiteiten in

samenwerking met (bik)kunstenaars te ontwikkelen? - Kiest een organisatie bij voorkeur bik‟ers met een kant-en-klaar project, of spelen er ook andere

factoren een rol als het gaat om de keuze voor een activiteit op locatie? Het lijkt erop dat veel van deze kunstenaars een eigen visie en een eigen specifieke aanpak hebben ontwikkeld op kunsteducatie en zich ook steeds meer buiten het basisonderwijs begeven. Wat ik wil weten is: - Wat voor specifieke kwaliteiten deze kunstenaars hebben ontwikkeld om zich niet alleen in het

basisonderwijs staande te houden. Dus wat heb je nodig om zelfstandig kunsteducatieve projecten uit te voeren?

- Wat drijft deze kunstenaars (wat is hun missie en passie) - Wat heeft cultureel ondernemerschap en de drang om kinderen mee te nemen in het artistieke

proces te maken met succes. - Wat willen bik‟ers (ook buitenschools) bewerkstelligen door middel van kunsteducatie? Kortom waarin schuilt de kwaliteit van een kunsteducatief project op locatie? Om dit te onderzoeken heb ik informatie uit de literatuur en via interviews uit de praktijk gehaald over kunsteducatie, informeel leren en kwaliteit.

Page 8: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

8

kinderen komen niet om te leren ze verwachten gewoon een leuke activiteit

Nynke Oele (kinderactiviteiten festival Noorderzon)

Page 9: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

9

D O E L V A N H ET O N D E R ZO E K Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van bruikbare richtlijnen voor kwaliteit in buitenschoolse Kunsteducatie, dat wil zeggen: voor kortlopende beeldende kunstprojecten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Om dit te bereiken wil ik uitgaan van de competenties en vaardigheden van bik‟ers (in theorie en praktijk) en dit koppelen aan de ervaring van de bemiddelaars, en organisatoren van buitenschoolse kunsteducatieve activiteiten. Samen met richtlijnen voor kwaliteit uit de literatuur met betrekking tot kunsteducatie, kunnen zij bijdragen in het omschrijven van richtlijnen en aandachtspunten voor de kwaliteit van kunsteducatie op locatie. Gemotiveerd door mijn eigen ervaring en de ervaring van diverse deskundigen wordt getracht richtlijnen voor kwaliteit te ontwikkelen voor beeldende kunsteducatie voor bijvoorbeeld festivals en musea. Het gaat om de volgende deskundigen: - bik‟ers met ervaring in buitenschoolse kunsteducatie. - evenementorganisatoren en kunstinstellingen die met (bik)kunstenaars werken. - bemiddelaars (tussen kunstenaars en scholen/locaties) en aanbieders van kunsteducatief aanbod. Deze ervaringsdeskundigen hebben geleerd van de praktijk. In de interviews voor dit onderzoek vraag ik naar hun mening als het gaat om de kwaliteit van bik‟ers en kunsteducatieve activiteiten op locatie. Hiermee wil ik organisaties op locatie een mogelijkheid bieden om een weloverwogen keuze te maken voor speciaal op het evenement gerichte kinderactiviteiten, (dus speciaal voor de locatie ontwikkelde, of op maat gemaakte workshops), met enthousiaste, vakbekwame, dus kwalitatief goede workshopdocenten.

V O O R W IE ( h e t b e l a n g v a n h e t o n d e r z o e k ) : De uitkomsten van het onderzoek en de geformuleerde richtlijnen zijn van praktisch belang voor: - kunstenaars en kunst- en cultuurbemiddelaars, als handleiding en inspiratie. - organisatoren van kunsteducatieve activiteiten ten behoeve van festivals, musea en evenementen,

zodat ze handvaten hebben om tot een afgewogen keuze te komen en zodoende een hele nieuwe generatie festival/museumbezoekers iets blijvends kunnen meegeven, zodat kinderen waarschijnlijk ook in de toekomst in kunst geïnteresseerd zullen blijven.

- bemiddelaars in kunsteducatief aanbod, omdat zij een cruciale rol spelen in het bemiddelen tussen kunstenaars en locaties en zo kunnen kijken waar kunstenaars en locaties aan moeten voldoen.

Indirect is dit onderzoek van belang voor de ontvangers van het kunsteducatieve aanbod, vanwege betere leerervaringen krijgen op het gebied van kunsteducatie. Dus van belang voor: - ouders en (kunstvak-)docenten die kinderen /leerlingen willen stimuleren in hun creatieve proces,

om ze te motiveren om kinderen ook op een informele manier iets wezenlijks bij te brengen over kunst en cultuur.

- kinderen, omdat ze op deze manier een bijzondere ervaring beleven en omdat ze spelenderwijs hun creativiteit ontwikkelen en daar veel plezier aan beleven.

Algemeen, omdat het interessant is om te lezen waar de verschillen liggen tussen:

- formeel en informeel leren; - kunstenaars en kunstvakdocenten; - kunsteducatie in de klas en op locatie; - ter inspiratie.

O N D ER Z OE K S VR A A G Welke kwaliteiten en vaardigheden heeft een beeldend kunstenaar nodig om kinderen van 4 tot 12 jaar mee te nemen in een artistiek en creatief proces door middel van buitenschoolse kunsteducatie.

Page 10: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

10

BK050 en Stedelijke Muziekschool Groningen - project Anja Lofvers en Hilda Top

je wilt wat teweeg brengen, niet zomaar een leuke activiteit, je wilt dat de ervaring betekenis krijgt

er moet iets met ze gebeuren, dat ze iets nieuws ontdekken, ervaren en beleven

Hilda Top (bik‟er)

Muziekproject - samenwerking Kunstencentrum

Page 11: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

11

W ER KW IJZE

Het uitgangspunt is praktijkgericht onderzoek, door middel van literatuur en open interviews met experts. De experts zijn onder te verdelen in (bik)kunstenaars, organisatoren van festivals en musea en experts in kunst- en cultuureducatie (bemiddelaars). De interviews zijn vooral gericht op buitenschoolse, vaak eenmalig aangeboden kunsteducatieve activiteiten, aan jonge kinderen van 4 tot 12 jaar. Dit onderzoek resulteert in een checklist en is aangevuld met beeldmateriaal. De foto‟s illustreren mijns inziens waar het bij kunsteducatie om gaat: ze verbeelden passie en plezier, vakmanschap en betrokkenheid en ze laten de achterliggende competenties en vaardigheden zien.

1. Het eerste hoofdstuk bestaat uit literatuurstudies over kwaliteit in kunsteducatie. In de literatuur heb ik gefocust op kenmerken voor kwaliteit in kunsteducatie die ook van toepassing zijn buiten het onderwijs. Het gaat in dus niet om doorlopende leerlijnen en continuïteit, maar vooral om wat er in de literatuur gezegd wordt over voorwaarden, vaardigheden en aspecten van kwaliteit zoals: passie, vakmanschap en sleutelervaringen.

2. In het tweede hoofdstuk onderzoek ik in de literatuur de begrippen formeel en informeel leren.

Als het gaat over didactisch, pedagogisch en inspirerend vermogen, dan heeft de literatuur vooral betrekking op het onderwijs en formeel leren. Op locatie gaat het ook om informeel leren, de leeromgeving en flow. In de literatuur heb ik gekeken hoe je deze begrippen kunt toepassen om een ideale leeromgeving te creëren.

3. In het derde hoofdstuk maak ik onderscheid tussen kunstvakdocenten en bik‟ers. Aangezien

er nog niet veel literatuur over de BIK te vinden is, haal ik informatie daarover voornamelijk uit interviews. In interviews met bik‟ers gaan de vragen over hoe zij denken over kwaliteit in de buitenschoolse kunsteducatie en wordt er gevraagd naar hun missie en passie. Uit trots op hun projecten hebben de geïnterviewden toestemming gegeven om hun namen volledig te gebruiken.

4. Het vierde hoofdstuk richt zich op kunsteducatie op locatie. In dit hoofdstuk onderscheid ik

kortlopende kunsteducatieve activiteiten op festivals en in musea. In het geval van organisatoren focust het interview zich op de vraag wat zij relevant vinden als het gaat om kwaliteit en waarop zij hun keuze baseren als ze moeten kiezen uit een groot aanbod van kunsteducatieve activiteiten en hoe zij toetsen op kwaliteit. Aan bemiddelaars en aanbieders (organisatoren op locatie) van kunsteducatief aanbod is gevraagd naar kwaliteit in kunsteducatieve projecten. Er is gevraagd naar hun ervaring met verschillende kunstenaars en projecten en naar voorbeelden van good practice. De ervaringen van kinderen zijn meegenomen in de uitspraken van de experts

5. In hoofdstuk vijf kijk ik in hoeverre de conclusies en voorbeelden van good practice die naar

voren komen uit de interviews, overeenkomen met de voorwaarden van kwaliteit zoals gesteld in literatuur en voorgaand onderzoek over kunsteducatie. De interviews worden geanalyseerd op thema‟s als: waar letten “bemiddelaars” op bij het zoeken naar goede projecten, kunstenaars/workshopdocenten, wat vinden zij belangrijk en wat voor richtlijnen hanteren ze op het gebied van kunsteducatie. Op grond van deze analyse wordt een overzicht gemaakt. Dat overzicht is getoetst door het ter beoordeling aan de betreffende bemiddelaars, kunstenaars en opdrachtgever (organisatie) voor te leggen.

6. Uit het aldus verbeterde overzicht is ten slotte een opzet gemaakt van voorwaarden en bruikbare richtlijnen, als een handleiding/checklist, voor de verschillende doelgroepen voor kwaliteit in buitenschoolse kunsteducatie.

7. In de nabeschouwing worden aanbevelingen genoemd voor mogelijk vervolgonderzoek.

Page 12: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

12

Kunst is Waarnemen met een hoofdletter W. Kunst kan je bl ik veranderen en daarmee je leven

Merlijn Twaalfhoven

Page 13: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

13

1 K U N ST , K U N ST E D U C A T I E E N KW A L IT E I T

Er is de laatste jaren in toenemende mate onderzoek gedaan naar de kwaliteit en het effect van kunsteducatie. In dit hoofdstuk beschrijf ik de kenmerken van kwaliteit van kunsteducatie voor kinderen zoals genoemd in literatuur en voor zover van toepassing op kortlopende kunsteducatieve projecten. Ik heb ervoor gekozen onderzoekers te bestuderen vanwege hun onderzoek naar buitenschoolse educatie en omdat hun ideeën mij inspireren in mijn kunsteducatiepraktijk. Om iets over de kwaliteit van kunsteducatie te kunnen zeggen, wil ik beginnen met hedendaagse opvattingen over het begrip kunst.

1 . 1 K u n s t i n d e w e r e l d

In het grote kunsteducatie kijk- en leesboek „Kijk ik kan zilver maken‟ zegt Dirk Monsma1

over kunst:

Om studenten en kunstenaars, evenals het publiek aan te sporen de gebaande paden te verlaten en de wereld in te gaan met kunst, schreef componist Merlijn Twaalfhoven

2 het boekje Kunst in de

Wereld. In dit boekje zegt hij over kunst (pp.17):

1

Monsma, D. (2008), Kijk ik kan zilver maken, (pp. 10, 14). Uitgave SKVR i.s.m. Lemniscaat 2e druk 2009

2 Twaalfhoven, M. (2009), Kunst in de Wereld (ArtEZ Press d‟jongeHond)

Kunst is van altijd en overal (pp. 10)

“Kunst maakt deel uit van ons leven. Van ieders leven. En dat doet kunst al heel lang. Uit alle grote beschavingen van duizenden jaren geleden zijn voorwerpen bekend die we nu als kunst bewonderen. Kunst is terug te vinden in ieder cultuur. Overal nemen mensen deel aan kunstuitingen door verhalen te vertellen, poëzie te schrijven, muziek, dans en theater te maken. Overal op de wereld vinden we tekeningen, schilderkunst, beelden of mozaïek. Veel culturen hebben specifieke kunstuitingen. Dat kan batikken, haarvlechten, steltlopen of nagel en hand versieren zijn. Digitale technieken creëren nieuwe vormen voor beeld en geluid. Met digitale middelen zijn er de afgelopen 20 jaar nieuwe vormen van kunst ontstaan die daarvóór ondenkbaar waren. Digitale technieken vernieuwen onze traditionele kunstdisciplines. Tekst, beeld en geluid verschijnen in nieuwe vormen op internet, chat, sms en msn. Kunst is niet langer van de kunstenaar. Kunst maken doe je zelf. Over welke kunst het ook gaat, steeds weer wordt kunst overgedragen op nieuwe generaties. En steeds weer zoekt de creatie een nieuwe vorm. Media komen, maar verdwijnen niet. Nieuwe media bepalen de nieuwe rol van de oude. Hoe media en kunstvormen evolueren, valt niet te voorspellen, maar dat kunst een blijvend essentieel element is van de beschaving valt niet te ontkennen.”

Noem het geen kunst (pp. 14) Sinds de tijd van Duchamp is de plaats van de kunst in de maatschappij sterk veranderd. Door de globalisering kunnen wij kennisnemen van culturen en kunst uit de hele wereld. Kunst is toegankelijk voor een brede groep, voor iedereen die ermee vertrouwd wil raken. Het gevolg is dat het verschil vervaagd tussen professional en amateur, tussen de verschillende kunstdisciplines, tussen kunst en amusement. Jonge mensen geven vaak aan dat ze met het begrip kunst niks kunnen. Tegelijkertijd maken ze muziek, fotograferen met hun mobieltje, dansen op een podium en produceren een eigen clip

op partyflock.nl of YouTube. Ze noemen het liever geen kunst, maar ze maken het wel.

Kunst is de taal van het gevoel, en gevoel is essentieel in ieder mens, in iedere situatie. Kunst is communicatie zonder woorden. Met alleen woorden begrijpen mensen elkaar maar half. Kunst is Waarnemen met een hoofdletter W. Kunst kan je blik verruimen en daarmee je leven.

Is kunst iets dat alleen relevant is voor kunstpubliek? Iets voor „hoger opgeleiden‟ die een kunstwerk kunnen plaatsen in de juiste context en begrijpen waarom het ene werk revolutionair is en het andere een goedkope imitatie? Of is kunst iets dat in ieders leven een rol zou moeten spelen? Er is geen mens zonder binnenwereld, zonder gevoel. En wie niet rondloopt met vragen over het leven, wie niet verbaasd is over de wereld, leeft niet echt. Kunst verwoordt het onzegbare, communiceert de irrationaliteit. Zonder kunst blijft je gevoel hangen in clichés. Zonder kunst is de wereld plat. Veel kunstenaars zijn geïnteresseerd in de wereld om hen heen. Kunst komt voort uit mensen, hun verhalen en emoties - het gaat over alles waar de mens een relatie mee heeft - de hele wereld dus,

inclusief heden verleden en toekomst, fantasie en droom.

Page 14: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

14

zonder kunst is de wereld plat

Merlijn Twaalfhoven (Kunst in de Wereld)

Page 15: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

15

Dirk Monsma3 noemt verschillende visies op kunst die op de een of andere wijze een reden vormen

waarom hij kunst centraal stelt in zijn leven, maar volgens hem is kunst vooral belangrijk omdat het een drijfveer is die alle andere drijfveren overstijgt. Kunst vervult. En waarom anderen zich ook met kunst moeten bezighouden? “Omdat kunst de wereld onvoorspelbaarder maakt. Spannender, boeiender, kleurrijker. Rijker.” Hij zegt: “Elk individu is anders en door middel van kunst kan ik dat anders-zijn zichtbaar maken voor mijzelf en voor anderen. Kunst verrast. Dat is de boodschap van kunsteducatie.” (pp. 21)

“Kunst maken is een proces waarin we uiting kunnen geven aan wat in ons leeft, aan wat we menen te zien en te begrijpen. Zo kunnen we onszelf verrassen en anderen stimuleren dat ook te doen. Als we kunst beleven (ook een vorm van maken), verandert er iets in onze hersenen dat ons even bevrijdt van het geharrewar dat zich normaal in ons brein afspeelt. Het maken of beleven van kunst geeft plezier, voldoening en een groter zelfvertrouwen. Leerkrachten van scholen die recent kunstonderwijs hebben ingevoerd, vertellen dat zij verrast zijn door de prestaties van hun leerlingen en het zelfvertrouwen dat ze daarbij uitstralen. That‟s all. En dat is belangrijk.” (pp. 24)

1 . 2 W a t k i n d e r e n k u n n e n l e r e n v a n k u n s t

Elliot Eisner4 zegt hierover het volgende:

3

Monsma, D. (2008), Kijk ik kan zilver maken, (pp. 21, 24 en 32). Uitgave SKVR i.s.m. Lemniscaat 2e druk 2009

4 Eisner, E. (2002), The Arts and the Creation of Mind. Hoofdstuk 4, „What the Art Teach an How it Shows.‟

(pp. 70-92). Yale University Press.

Tien lessen die de kunsten ons leren:

1. Van kunst leren kinderen om tot een afgewogen te oordeel te komen over kwalitatieve relaties.

Het gaat niet om juiste antwoorden of vaste regels, bij de kunsten gaat het eerder om het onderbouwen van oordelen dan om het toepassen van regels.

2. Van kunst leren kinderen dat problemen meer dan één oplossing kunnen hebben en dat op

vragen meer dan één antwoord mogelijk is.

3. Bij kunst gaat het om verschillende gezichtspunten. Eén van de belangrijke lessen is dat er

meer dan één manier is om de wereld te bekijken en interpreteren.

4. Van kunst leren kinderen dat complexe vormen van probleem oplossen zelden op één,

vaststaand doel zijn gericht, maar veranderen door de omstandigheden en de mogelijkheden die zich aandienen. Een leerproces in de kunsten vraagt om de instelling om je te kunnen en willen overgeven aan de onverwachte mogelijkheden van het werk dat zich voor je oog ontvouwt. / dat zich steeds meer prijsgeeft.

5. Door kunst realiseren we ons dat onze kennis niet volledig kan worden uitgedrukt in woorden

en cijfers. De grenzen van onze taal bepalen niet de grenzen van onze kennis.

6. Van kunst leren kinderen dat kleine verschillen grote gevolgen kunnen hebben.

Subtiliteiten zijn het handelsmerk van kunst.

7. Van kunst leren kinderen te denken door middel van en binnen de mogelijkheden van

materiaal. Alle vormen van kunst maken gebruik van middelen waardoor beelden tot werkelijkheid worden.

8. Kunst helpt kinderen te uiten wat niet onder woorden gebracht kan worden. Als kinderen

worden uitgenodigd om duidelijk te maken welke gevoelens kunst bij hen losmaakt, zullen zij hun poëtische vermogens aan moeten spreken om de juiste woorden te vinden.

9. Kunst geeft ons ervaringen die geen enkele andere bron ons kan geven en door die ervaringen

ontdekken we de reikwijdte en de veelvormigheid van onze gevoelens.

10. Voor kinderen symboliseert de positie van de kunstvakken binnen de scholen het belang dat

volwassenen aan kunst hechten.

Page 16: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

16

als kunstenaar moet je steeds weer terugkeren bi j de bron

Anne Stoer (docent Bik-opleiding)

Page 17: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

17

1 . 3 K u n s t e d u c a t i e Cultuurnetwerk omschrijft het begrip kunsteducatie als volgt: De ruimste omschrijving van het begrip kunsteducatie is: alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Strikter gedefinieerd is kunsteducatie doelgericht leren omgaan met kunst, als persoonlijk uitdrukkingsmiddel en als cultureel fenomeen. "Het doel van kunsteducatie is niet enkel het verwerven van kennis van kunstobjecten en kunstprocessen, maar tevens het bestuderen van wat deze objecten en processen bij de beschouwer bewerkstelligen: een proces van reflectie op de werkelijkheid. (Onderwijsraad, Onderwijs in Cultuur, 2006,

pp. 17). Kunsteducatie is niet alleen studie en reflectie maar ook kunstbeoefening. Kunstbeoefening, kunstbezoek en het verbinden daarvan (respectievelijk de actieve, receptieve en reflectieve vormen van kunsteducatie) leveren in combinatie de effectiefste vorm van kunsteducatie op.”

Monsma omschrijft kunsteducatie als volgt: “Kunsteducatie is letterlijk kunst onderwijzen. Kunsteducatie is leren over, van en met kunst. Het is een of meer kunstdisciplines aanleren door ze actief te beoefenen en het resultaat te presenteren. Kunsteducatie levert een unieke bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen. Kinderen leren een symbooltaal om uitdrukking te geven aan gevoelens en denkbeelden. Kinderen leren zich in te leven. Kunsteducatie leert kinderen te observeren, te verbeelden en te reflecteren; ze beleven er ongelofelijk veel plezier aan. De scholen die kunstonderwijs een plek geven in de dagelijkse schooldag, bieden kinderen een extra mogelijkheid om de wereld te ontdekken.” (pp 32)

In dit onderzoek vormen deze beide omschrijvingen het vertrekpunt voor de invulling van kunsteducatie.

1 . 4 K w a l i t e i t v a n k u n s t e d u c a t i e En wat is dan kwaliteit van kunsteducatie?

De Australische onderzoekster en hoogleraar Ann Bamford5 verstaat onder kwaliteit in de

kunsteducatie „kunsteducatievoorzieningen die van erkende hoge waarde zijn en vaardigheden, een goede houding en voordrachten voortbrengen‟. (2006: pp. 86) Aansluitend heeft Bamford onderzoek in Nederland gedaan. Culturele netwerken vormen volgens haar de echte succesverhalen binnen de Nederlandse kunsteducatie. Zij stelt dat de wisselwerking tussen de verschillende componenten leidt tot goede kunsteducatie op hoog niveau. Bamford stelt daarnaast dat kwaliteit doelt op iets dat succesvol bereikt is. Maar ze zegt ook

6: “Als je

kinderen écht in het hart wilt raken, gaat het vooral om betrokkenheid: luisteren naar kinderen, ze aanmoedigen en ze verder zélf aan het werk zetten. De juiste balans is te vinden in een combinatie van receptieve en actieve kunstbeoefening.” Hans van Maanen

7 geeft aan dat het begrip kwaliteit mogelijkheden biedt om kunsteducatie te

beoordelen op zijn waarde. Kwaliteit staat niet los van succes. Toch kunnen kwaliteit en succes niet als equivalenten gezien worden. Als kunsteducatie als succesvol beoordeeld wordt zou dit kunnen betekenen dat het ook een hoge kwaliteit heeft, maar dit geeft geen garantie. Uit een onderzoek van Annemarie Timmermans

8 is gebleken dat er voor leerlingen een grotere kans

op succes is wanneer een project leerzaam is, interessant is, de tijdsduur goed is en er voorafgaand aan het project op school aandacht wordt besteed aan het project. Voor de scholen en culturele instellingen zijn voorwaarden van succes dat de leerlingen een positieve ervaring hebben en dat de projecten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Daarnaast zijn voor scholen voorwaarden van succes dat de leerlingen door het kunstproject kennismaken met verschillende kunstdisciplines en hun cultuurparticipatie wordt vergroot. Voor de culturele instellingen zijn andere belangrijke voorwaarden van succes dat leerlingen goed voorbereid zijn door de scholen op de projecten, de organisatie soepel verloopt en dat scholen een

5

Bamford, A. (2006), The WowFactor: Global research compendium on the impact of the art in education. Waxmann Verlag: Münster 6

Bamford, A, (2008), “Cultuur en School” 2007 uit Bulletin Cultuur&School nr. 50 - januari ‟08 (pp. 40) 7

Maanen, H. van. (1999), Over het kwaliteitsbegrip in de kunsteducatie. Kunst en Educatie (5) (pp. 3-7) 8

Timmermans, A. (2009), Pas op… SUCCES! Een onderzoek naar de voorwaarden van succes voor het Cultuurtraject van de SKVR) (pp. 72-77)

Page 18: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

18

zorg dat de activiteit spannend en bi jzonder is dat kinderen iets anders doen dan thuis of op school

Anja Lofvers (bik‟er)

Page 19: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

19

positieve houding hebben ten opzichte van het project. Ook is het volgens de instellingen belangrijk dat de receptieve en actieve onderdelen van de projecten één geheel vormen. Kunstprojecten zijn een succes wanneer ze interessant en leerzaam zijn. Niet alleen voor autochtone kinderen uit gezinnen met een hoog cultureel kapitaal, maar voor alle jongeren. Het maakt dan niet uit of je autochtoon of allochtoon bent en naar welke school je gaat. Ook maakt het niet uit of de projecten zich richten op populaire kunst of highbrow kunst of het nu receptieve of actieve kunsteducatie is. Als kunstenaar moet je vooral zorgen dat de projecten aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, inzet tonen en tijd nemen om de leerlingen enthousiast te maken voor kunst. “Het maakt dus niet uit met voor wie de kunsteducatie is en waarover de kunsteducatie gaat, het is van immens belang hoe de kunsteducatie gegeven wordt.” (A. Timmermans pp. 77)

Het project Critical Friends

9 is een volgende interessante bron als het gaat om kwaliteit in

kunsteducatieve projecten. In dit project hebben scholen, kunstenaars en cultuurproducenten (bijvoorbeeld: museum, CBK, theater, erfgoedinstelling) kritisch naar zichzelf gekeken en als „kritische vrienden‟ naar elkaar. Zij stellen de vraag: ‟Wat is een goede culturele school en wat is een goede educatieve cultuurproducent?‟ Om hier antwoord op te krijgen, zijn tien verschillende activiteiten in het primair onderwijs gevolgd en geobserveerd. Onder het mom van: “We moeten wel blijven kijken naar de kwaliteit van cultuureducatie. Uit enthousiasme vinden betrokken partijen het cultuurproduct snel „geweldig‟. De passie van degene die het overdraagt is van essentieel belang, maar waar is de behoefte om het volgende keer beter te doen?” is er gekeken naar activiteiten die met kunst- erfgoed- of media-educatie te maken hebben. Na de observatie gingen de school en de cultuurproducent als kritische vrienden om de tafel en keken terug op het verloop van de activiteit. Wat ging goed en wat niet? Het doel was om op deze manier bouwstenen voor de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs naar boven te halen. Naar aanleiding van het project Critical Friends zijn cultuurproducenten met kunstvakdocenten en kunstenaars in gesprek gegaan aan de hand van een aantal kunsteducatieve activiteiten. Hun gedachten zijn gebundeld en tot kritische reflecties gedoopt, met als aanbeveling om dit reflectieproces standaard uit te voeren bij kunsteducatieve projecten. Voor dit onderzoek heb ik bij „school‟ alleen gekeken naar voorwaarden voor kwaliteit die ook op locatie zouden kunnen gelden en heb ik het brede terrein van de cultuureducatie, inclusief bijvoorbeeld erfgoededucatie, beperkt tot de kunsteducatie.

Voorwaarden voor kwaliteit in kunst- en cultuureducatie benoemd volgens het project Critical Friends: vanuit

Bouwstenen beiden

9 http://www.cultuurplein.nl/ci/praktijk/handreikingen/criticalfriends

Vanuit cultuurproducent (organisator):

Cultuureducatie wordt beter door: • een visie te hebben en te tonen waar vanuit het

eigen product wordt ontwikkeld • een visie te hebben op kinderen • een ervaring te creëren die een andere wereld opent door beleving die oproept tot verwondering. • authenticiteit te tonen • didactische kwaliteiten te hebben • zelfreflectie • systematische reflectie op de activiteit

Vanuit school: Cultuureducatie wordt beter door: • een activiteit die op maat is voor deze kinderen • aan te sluiten bij ontwikkelingsniveau van kinderen • een leerkracht die culturele potentie bij kinderen herkent en erkent • een zelfbewuste en authentieke leerkracht • een leerkracht die in staat is tot zelfreflectie • een leerkracht die een kunstvak beoefent • systematische reflectie op de activiteit

• …

Vanuit beide (als kritische vrienden): Cultuureducatie wordt beter door: • onderscheid te maken tussen korte en lange termijndoelen van cultuureducatie • visies uit te wisselen en te reflecteren op elkaar • aan te kunnen geven wanneer en waardoor het leerproces in beweging wordt gebracht • het optreden als partners die verantwoordelijkheid delen • de kinderen de juiste gedragscodes mee te geven • openheid en vertrouwen • overdracht en evaluatie mogelijk te maken door materiaal te verzamelen • reflectie op het leerproces en het cultuurproduct en de relatie tussen die twee • leerervaringen van kinderen te benoemen

Page 20: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

20

beschilderde panelen voor OBS de Huifkar in Ten Boer bikproject en foto‟s van Sandra Vermanen

meestal heb je een project gedaan wat ze hun hele leven bij blijft!

je zorgt alti jd dat kinderen trots zijn op wat ze hebben gemaakt

Sandra Vermanen (bik‟er)

Page 21: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

21

Critical Friends stelt ook dat er over de kwantiteit van cultuureducatie in het primair onderwijs al vrij veel bekend is maar dat er over de kwaliteit nog genoeg te bespreken is. “Succes kan je meten, maar niet met aantallen alleen. Een volle zaal kinderen is niet per definitie een geslaagd project. Over de kwaliteit weten we nog te weinig.” Volgens Critical Friends moeten de bouwstenen die als een van de resultaten uit dit traject zijn voortgekomen dan ook zeker niet opgevat worden als dé handvatten voor goede cultuureducatie. De zoektocht naar de beste cultuureducatie is een continu proces en kwaliteitsverbetering stopt nooit. Tot zover Critical Friends.

In mijn onderzoek gaat het om kunsteducatie op locatie. Toch zijn er raakvlakken als het gaat om de kwaliteit van en de visie op kunsteducatie en om het lesgeven aan kinderen. Als het om de kwaliteit van een kunsteducatieve activiteit gaat, zou je kunnen concluderen dat een goede (bik)kunstenaar net als de cultuurproducent (organisator) en net als een kunstvakdocent op de hoogte moet zijn van de ontwikkeling van het kind en zijn belevingswereld, en de manier waarop je kinderen aan kunt spreken. Bij aanvang van een activiteit worden alle kinderen voorbereid op de activiteit zodat zij weten wat er van hen verwacht kan worden en wat zij kunnen verwachten. Begrippen die hierbij horen zijn sleutelervaring en professionaliteit. “Onder sleutelervaring verstaan we de ervaring die een andere wereld oproept door beleving; die oproept tot verwondering.” (Critical Friends pp. 19 - pdf bestand pp. 21) Voor het overbrengen van kunsteducatieve activiteiten is het belangrijk dat je zelf een kunstvak uitoefent en creatieve vaardigheden goed op kinderen kan overbrengen.

1.5 Een aantal voorwaarden voor kwaliteit

Een aantal voorwaarden voor kwaliteit gelden op een locatie net als op een school. Uitgaande van het project Critical Friends kun je de volgende lijst samenstellen:

Organisator - Heeft een visie op kunsteducatie. - Sluit aan bij de gewenste doelgroep (op maat maken en specifiek aansluiten bij kinderen). - Schakelt een vakdocent in en let op professionaliteit en authenticiteit workshopdocent (kijkt naar

de rol van een docent; zelfbewustzijn en zelfreflectie) als cultuurdrager en cultuuroverdrager. De kunstenaar/workshopdocent herkent culturele potentie bij kinderen en kan hierbij aansluiten. - Draagvlak creëren. Kunsteducatie is een fundamenteel onderdeel van de activiteiten op locatie. - Evalueren en reflecteren. Systematische reflectie op de activiteit en reacties van kinderen. - In hoeverre wordt het beleid in de praktijk gerealiseerd.

Kunstenaar

- Probeert een sleutelervaring bij kinderen te creëren. Ervaring die een andere wereld opent door beleving die oproept tot verwondering.

- Zorgt voor ervaringen die de activiteit zelf oproept, aanvullende ervaringen die organisator oproept door programma voor of na activiteiten, aanvullende ervaringen die je als kunstenaar oproept door programma waarbij kinderen zelf actief zijn.

- Heeft een visie op kunsteducatie. Vanuit welke visie op eigen product (kunst) en op kinderen en hun culturele ontwikkeling werk je als kunstenaar.

- Is professioneel, authentiek (autonoom, oprecht en echt), pedagogisch/didactisch bekwaam: weet hoe te handelen, zelfreflectie. Beoefent zelf actief een kunstvak. - Reflecteert op de activiteit en op zijn eigen visie

Bemiddelaar - Treedt als kritische vriend op. Uitwisseling van visies, reflecteren op elkaar. - Ondersteunt continuïteit. - Maakt onderscheid in korte en lange termijndoelen van kunsteducatie in relatie tot de locatie.

In gezamenlijkheid - Vastleggen proces en product. Volgen van de activiteit en het proces. - Overdracht en evaluatie mogelijk maken door materiaal te verzamelen waarop gereflecteerd kan

worden. - Leerervaringen van kinderen benoemen. Wanneer en waardoor wordt het leerproces in beweging

gebracht. - Samenwerken. Gedeelde verantwoordelijkheid, openheid en vertrouwen. - Kinderen voorbereiden op de activiteit zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij

kunnen verwachten.

Page 22: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

22

1 . 6 K w a l i t e i t e n v i s i e

Kinderactiviteiten op de “Duurzaamheidmarkt “(BK050 / Berger&de Vries) project Anja Lofvers en Hilda Top

zo‟n project gaat veel verder dan het resultaat al leen

Hilda Top (bik‟er)

Wist u dat vooral ouders invloed hebben op de culturele houding van kinderen: hoe meer aandacht er thuis voor cultuur is, hoe groter het positieve effect op de cultuurbeleving van leerlingen? En dat meisjes veel meer zijn geïnteresseerd in cultuur dan jongens?

M. Prieckaerts (2005).

Page 23: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

23

1 . 6 K w a l i t e i t e n v i s i e

Als het gaat om kwaliteit en visie op kunsteducatie buiten het basisonderwijs, is Villa Zebra een interessante instelling omdat ze een eigen visie op kunsteducatie hebben. Net als Critical Friends en Ann Bamford (in haar boek „the WowFactor‟), gebruiken zij het begrip sleutelervaring en wow-moment. Zo‟n sleutelervaring geeft precies het kunsteducatieve moment weer waarin ontdekking en euforie samenkomen: de intense beleving die kunst veroorzaakt. Ann Bamford noemt dit moment de Wow-factor. Villa Zebra gaat het, evenals alle eerder genoemde onderzoekers, om de belevingswereld van kinderen en ook Villa Zebra stelt het kind centraal. Hieronder staat het gedeelte uit het jaarverslag van Villa Zebra waarin iets over hun werkwijze en visie:

In een presentatie naar aanleiding van een inspiratiedag over cultuureducatie in het Fries museum zegt Fred Wartna

10 directeur van Villa Zebra het volgende:

10 http://www.friesmuseum.nl/index.php?id=2994 doorklikken op onderwijs > Inspiratiedag Cultuureducatie

>'Kijken naar Kunst' op 3-3-2010 11

Uyttenbroek, E en Versluis, A (1998), Grannies, (Exactitude), Rotterdam.

Villa Zebra is een kunstlaboratorium voor kinderen en organiseert tentoonstellingen en workshops. Steeds is het doel kinderen actief te betrekken bij kunst, bij kunstwerken en kunstenaars en ze stimuleren tot kunstzinnige activiteiten. Uitgaande van de principes van ontdekkend leren zijn de activiteiten geen doel op zich; veeleer gaat het er om kinderen zich te laten ontplooien, hun creativiteit te ontwikkelen, een denkproces op gang te brengen en een bijdrage te leveren aan hun algemene ontwikkeling. Meer concreet gaat het erom kinderen ontdekkingen te laten doen over kunstwerken, over het onderwerp, de wereld en zichzelf. Kinderen staan daarbij centaal, hun leefwereld vormt het uitgangspunt en kunst het belangrijkste middel. Door de combinatie van tentoonstellingen en workshops en door de combinatie van kijken, vragen stellen, nadenken en zelf doen is Villa Zebra als kunsteducatieve instelling uniek. In de werkwijze van Villa Zebra staat nieuwsgierigheid, creativiteit en verbeelding centraal. Fred Wartna (directeur van Villa Zebra): “Je moet kunst niet aan kinderen uitleggen. Waar het om gaat is dat je kinderen kunst laat ontdekken door hen vragen te stellen. Met thema‟s die dicht bij henzelf staan. Wij hebben exposities gehouden over onderwerpen zoals huis, kapotgaan of Roodkapje. Rondom die thema‟s zijn we met kunstenaars aan de slag gegaan om daar verder invulling aan te geven.” (jaarverslag 2010)

Nieuwsgierigheid brengt je overal

Medewerkers van Villa Zebra communiceren met kinderen over kunst door het stellen van vragen bij de kunstwerken, zoals de vraag „Wie is de oma van roodkapje‟ bij „Grannies‟ van Ellie Uyttenbroek en Ari Versluis

11. Een vraag stellen betekent namelijk dat kinderen gaan

kijken naar het kunstwerk. Ze weten dat er geen goed antwoord is, maar maken zelf het antwoord. Daarnaast worden er kunsteducatieve workshops gegeven, „knutselen op hoog niveau‟ noemt Wartna de activiteiten. Het werk dat de kinderen maken, is gebaseerd op wat ze hebben gezien en ervaren. Villa Zebra let bij het inrichten van de tentoonstellingen en het organiseren van activiteiten op een aantal punten. Zo wordt gewerkt met beelden waar kinderen hun nieuwsgierigheid op kunnen botvieren en beelden en activiteiten die leiden tot verwondering en de verbeelding prikkelen. Dat levert een sleutelervaring op, een wowfeeling, een positief schrikeffect en/of een magisch moment. Samengevat zijn de hoofdpunten van de filosofie van Villa Zebra het centraal stellen van het kind, het stellen van vragen en het creatieve proces, waarbij het van belang is dat de kinderen creëren en niet zozeer wat ze maken. Fred Wartna besluit zijn lezing met de woorden: „Nieuwsgierigheid brengt je overal en dat is

een belangrijke kerncompetentie die gekoesterd en gestimuleerd moet worden.‟

Page 24: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

24

Villa Zebra www.villazebra

je moet vooral zorgen dat de projecten aansluiten bij de belevingswereld van kinderen, inzet tonen en tijd nemen

om kinderen enthousiast te maken voor kunst

Anne Stoer (docent Bik-opleiding)

Page 25: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

25

1 . 7 C o n c l u s i e s Om tot bruikbare richtlijnen voor kwaliteit in de buitenschoolse Kunsteducatie te komen, heb ik in de literatuur gekeken naar beeldende activiteiten voor kortlopende projecten voor kinderen in de basisschoolleeftijd en kom ik tot de volgende conclusies: Kunsteducatie gaat over kunst en om alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Kunstbeoefening, kunstbezoek en het verbinden daarvan (respectievelijk de actieve, receptieve en reflectieve vormen van kunsteducatie) leveren in combinatie de effectiefste vorm van kunsteducatie op. Veel richtlijnen voor kunsteducatie zijn geformuleerd vanuit het onderwijs. In het onderwijs worden ook eenmalige kunsteducatieve activiteiten aangeboden door verschillende cultuurproducenten. Vanuit het project Critical Friends is hier onderzoek naar gedaan en het resultaat van dit onderzoek is op een aantal punten ook van toepassing buiten het onderwijs. Zowel binnen als buiten het onderwijs is het belangrijk dat je zelf een kunstvak uitoefent en creatieve vaardigheden goed op kinderen kan overbrengen. Kunsteducatieve activiteiten sluiten aan bij het ontwikkelingsniveau van kinderen en worden op maat voor deze kinderen aangeboden, het kind staat centraal. Het werk dat de kinderen maken, is gebaseerd op wat ze hebben gezien en ervaren. Bij aanvang van een activiteit worden alle kinderen voorbereid op de activiteit zodat zij weten wat er van hen verwacht kan worden en wat zij kunnen verwachten. Het gaat om het creatieve proces, waarbij het van belang is dat de kinderen creëren en niet zozeer wat ze maken. Begrippen die hierbij horen zijn sleutelervaring en professionaliteit. Het gaat erom dat je kinderen een sleutelervaring een wow-gevoel, een positief schrikeffect en/of een magisch moment wilt laten beleven. Een ervaring die ze nooit zullen vergeten. Om dit te bereiken kun je werken met beelden waar kinderen hun nieuwsgierigheid op kunnen botvieren. Als kunstenaar/ docent gaat het vooral om betrokkenheid: luisteren naar kinderen, ze aanmoedigen en ze verder zélf aan het werk zetten. De juiste balans is te vinden in een combinatie van receptieve en actieve kunstbeoefening. Meer concreet gaat het erom kinderen ontdekkingen te laten doen over kunstwerken, over het onderwerp, materialen en materiaalgebruik, de wereld en zichzelf. Hun leefwereld vormt het uitgangspunt en kunst het belangrijkste middel. Kwaliteit doelt op iets dat succesvol bereikt is. Er is een grotere kans op succes wanneer een project leerzaam is, interessant is en een passende tijdsduur heeft. Een eigen visie op kunsteducatie van zowel de opdrachtgever als de kunstenaar is belangrijk. Voor een goede samenwerking tussen kunstenaar en opdrachtgever gaat het om de uitwisseling van visies en reflecteren op elkaar. Zij hebben een gedeelde verantwoordelijkheid als het gaat om wat je met kunsteducatieve activiteiten voor kinderen wilt bereiken.

Page 26: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

26

Rondom het project 153 kinderkistjes - tentoonstelling Koetshuis Roden - interview met het jeugdjournaal - bikproject Anja Lofvers

je m oet en thous i as t z i j n en een lange adem hebben, zor g dat he t de k rant haa l t !

Anne Stoer, (docent Bik-opleiding)

Page 27: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

27

2 LEEROMGEVING, FORMEEL EN INFORMEEL LEREN In dit hoofdstuk wordt beschreven welke invloed de leeromgeving heeft op de invulling van kunsteducatie en op de voorwaarden voor kwaliteit. Er wordt een relatie gelegd tussen formeel en informeel leren, met als doel de voorwaarden voor kwaliteit van kunsteducatie ook te kunnen hanteren voor kunsteducatie op locatie. Bij kunsteducatie op een andere locatie dan de school, dus buiten het leslokaal, gaat het namelijk om vrijwillig, dus niet formeel leren. Er is geen juf of meester aanwezig, er gelden andere regels dan op school en kinderen doen vrijwillig aan een activiteit mee. De nadruk ligt op creativiteit, ze kunnen hun eigen keuzes maken, eventueel samen met leeftijdgenoten en soms ook (als ze nog erg jong zijn) met hun ouders. Kinderen leren anders in een informele situatie en onder begeleiding van een kunstenaar. Toch gaat het bij kunsteducatie op locatie wel degelijk om een leeromgeving, omdat er leerdoelen zijn.

2.1 F o r m e e l l e r e n

Onderzoek over kwaliteit in kunsteducatie gaat voornamelijk over formeel leren en in de regel over kunstvakdocenten. Volgens Ann Bamford

12 zijn het vooral de kwaliteit, het enthousiasme en de

vakbekwaamheid van een goede leerkracht die de kern vormen voor een succesvol kunstprogramma. Volgens haar zijn goede leerkrachten een sterke, onaantastbare bron voor kwaliteit bij de kunsteducatie voor kinderen. Ze zegt: “Het is van wezenlijk belang dat kunsteducatie op een hoog niveau staat.” en “Als we de geslaagde projecten onder de loep nemen, stellen we vast dat een schoolteam samenwerkt om een uitstekende kunst- en cultuureducatie op het leerprogramma te zetten. Dit gebeurt soms ook in samenwerking met culturele instellingen en kunstenaars.”

Beroepkunstenaars in de klas (bik‟ers) zijn kunstenaars die zijn opgeleid om les te geven binnen het basisonderwijs en hebben hiervoor didactische vaardigheden ontwikkeld. Projecten van deze kunstenaars hebben een kunsteducatieve functie en ook als het om eenmalige kortdurende activiteiten gaat, hebben zij als het om kwaliteit gaat dezelfde expertise, enthousiasme en vakbekwaamheid nodig als de kunstvakdocenten binnen het onderwijs.

De achterliggende visie met betrekking tot kunsteducatie is dan niet afkomstig van een school, maar van de kunstenaar zelf, die iets wil bewerkstelligen met zijn kunst. Ook de visie van een eventuele opdrachtgever (de locatie) speelt een rol, evenals de mening van ouders die het belangrijk vinden dat hun kind iets meekrijgt van kunst en cultuur. Want volgens Ganzeboom en De Graaf

13 kiezen jonge

kinderen meestal niet zelfstandig voor deelname aan de aangeboden kunsteducatieve activiteiten, daarom vormen de ouders in de regel het aanspreekpunt bij het aanbieden van deze activiteiten.

12 Bamford, A. (2006) The WowFactor: Global research compendium on the impact of the art in education.

Waxmann Verlag: Münster 13

Ganzeboom, H.B.G., en De Graaf, P.M. (1991) Culturele socialisatie en cultuurdeelname: over de invloed van het ouderlijk milieu. In: Verhoeff, René, en Harry B.G. Ganzeboom (Red.), Cultuur en Publiek: multidisciplinaire opstellen over de publieke belangstelling voor kunst en cultuur in Nederland. Amsterdam, SISWO, pp. 133-157

“Deelname aan buitenschoolse kunsteducatie in de jeugd bleek sterk afhankelijk te zijn van het ouderlijk milieu. Cultureel actieve ouders sturen hun kinderen het vaakst naar een culturele instelling of muziekschool om lessen te volgen. Zij stimuleren de cultuurdeelname van hun kinderen zodoende op twee manieren. Hun culturele activiteiten zijn een voorbeeld waaraan de kinderen zich spiegelen en de buitenschoolse kunstlessen waarheen zij hun kinderen sturen werpen hun vruchten af: jeugdige deelnemers aan buitenschoolse kunsteducatie zijn op veertienjarige leeftijd cultureel actiever dan hun leeftijdsgenoten.” “Voor kunsteducatie op jongere leeftijd moeten ook de ouders een doelgroep zijn…. Onderzoeksresultaten wijzen erop dat kunsteducatieprogramma's afstemming moeten zoeken met het ouderlijk milieu of daarop een afzonderlijke invloed moeten uitoefenen.”

Page 28: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

28

Een ontmoeting met bewoners en kinderen van scholen uit de buurt van de Noorderkerk foto‟s Anne Stoer en Sandra Vermanen In de kerk werken kinderen van verschillende scholen (BO en VO) uit de buurt, samen. De scholen ontmoeten elkaar in de kerk en werken samen aan verschillende beelden van gebruiksvoorwerpen en afvalmateriaal die ze zelf van huis meenemen. Dit alles onder leiding van docenten (bik‟ers) van de kinderwerkplaats van BK050 met als thema: verbinden.

je weet een vrijheid in het creatieve proces bij kinderen te bereiken,

maar wel zo, dat kinderen weten wat ze aan het doen zijn

Sandra Vermanen (bik‟er)

Page 29: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

29

„Hoe jonger, hoe beter‟ is het devies wanneer het gaat om de vraag wanneer kinderen het beste met kunst in aanraking kunnen komen. Want hoe jonger iemand begint met receptieve culturele activiteiten, zo bleek later ook uit onderzoek van Nagel, Ganzeboom & Haanstra

14, des te groter is zijn

deelname op latere leeftijd. Tegenwoordig is het cultuuraanbod voor jonge kinderen overweldigend. Vrijwel elk festival, museum of theatergezelschap heeft wel een speciale kinderafdeling. Daarnaast zijn er kunstuitingen die zich uitsluitend op (jonge) kinderen richten. Villa Zebra maakt tentoonstellingen met beeldende kunst voor kinderen vanaf 4 jaar.

2 . 2 I n f o r m e e l l e r e n Bij informeel leren staat het opdoen van ervaringen in alledaagse situaties op de voorgrond. Maar een festival is, evenals een museumbezoek of een activiteit in de wijk, geen alledaagse situatie. De beleving, ervaring, en impact zijn op een bijzondere locatie groter dan in het “gewone” dagelijkse leven. Of het nu gaat over community art, kunstprojecten in de wijken of over museumeducatie, op al deze locaties komen verschillende vormen van educatie voor, die ook te maken hebben met informeel leren. Om duidelijkheid te krijgen over wat er zich zoal afspeelt op het gebied van kunsteducatie op locatie, moeten we dus eerst kijken naar het begrip informeel leren. Volgens Simons

15 is dit begrip

onder te verdelen in: Zelfgestuurd leren: Een vorm van leren waarbij de lerende van tevoren de bedoeling heeft om iets te leren, en achteraf beseft hij ook dat hij iets heeft geleerd. Prof. dr. P.R.J. Simons

15 noemt deze vorm

van leren ook wel „actieleren‟: dit betreft het leren dat mensen in het kader van hun werk of hobby zelfstandig doen zonder dat er al te veel sprake is van externe sturing. Dan is er veel meer vrijheid voor lerenden om vanuit intrinsieke motivatie of vanuit een probleem te leren. Het bepalen van doelen, planning, sturing e.d. verloopt onder dit soort condities geheel anders dan onder de condities die doorgaans in formele onderwijssituatie gelden. Het actieleren verloopt vanuit eigen leerintenties en leerdoelstellingen. Incidenteel leren: Een vorm van leren waarbij de lerende vooraf niet de bedoeling heeft iets te gaan leren, maar achteraf wel beseft dat hij iets heeft geleerd. En socialisatie: (ook wel “stilzwijgend leren” genoemd) Een vorm van leren die ongepland en onbewust verloopt, de manier waarop je gedurende je hele leven leert. Informeel leren heeft een sterk flow karakter.

Volgens Evelein16

zit in informeel leren, de vervulling van een psychologische basisbehoefte van de mens besloten: de behoefte aan autonomie, het kunnen maken van eigen keuzes. Twee andere behoeften die volgens de psychologie essentieel zijn voor optimale groei en succesvol leren, zijn: competentie, ofwel het ervaren van succes, en verbondenheid, het ervaren van warme relaties. Als docenten voor flow-ervaringen* kunnen zorgen, maakt het niet uit wat ze hun leerlingen laten leren, van ingewikkelde scheikundeformules tot prettig in het gehoor liggende muziekdeuntjes. Er moet bij een dergelijk leerproces in ieder geval sprake zijn van autonomie, competentie en verbondenheid, de drie basisbehoeften van de mens. * De term 'flow' is afkomstig van de Hongaars-Amerikaanse onderzoeker Mihaly Csikszentmihalyi en betekent zoiets als: je verliezen in het moment, ergens helemaal in opgaan omdat de uitdaging precies op je niveau is, niet te moeilijk en niet te makkelijk. Daardoor presteer je op de top van je kunnen. Het is tegelijk ook een vorm van heel diep leren. 14

Nagel, I., Ganzeboom, H. & Haanstra, F. (1996). Cultuurdeelname in de levensloop. De invloed van ouders, school en buitenschoolse kunsteducatie. (Katernen Kunsteducatie 12). Utrecht: LOKV. 15

Simons, P.R.J. „Krachtige leeromgevingen‟ Ontleend aan: http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2005-0622-185503/5727.pdf 16

Evelein, F (2007), Leren in flow: formeel en informeel muziekonderwijs (cultuurnetwerk )

Page 30: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

30

http://hotmamahot.nl/workshops/workshop-timmeren timmerworkshop voor festivals foto‟s gemaakt door „Hotmamahot‟

zorg dat kinderen hun eigen keuzes kunnen maken

Frits Evelein

Page 31: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

31

2 . 3 K r a c h t i g e l e e r o m g e v i n g e n

Volgens prof. dr. P.R J. Simons16

zijn krachtige leeromgevingen gericht op en sluiten aan bij de intuïtieve kennis en vaardigheden die leerlingen 'van huis uit' meebrengen. Ook zorgen ze ervoor dat onjuiste opvattingen en modellen over de wereld worden vervangen door de theorieën, modellen en vaardigheden die binnen een bepaalde cultuur, een vakgebied of een discipline als geldig of als bewijs van competentie aanvaard zijn. Simons beschrijft zes kenmerken van krachtige leeromgevingen:

Conclusie naar aanleiding van de hierboven genoemde kenmerken: De eisen die worden gesteld aan een krachtige leeromgeving zijn geformuleerd met het oog op onderwijs- of werksituaties en kun je dus niet één op één vertalen naar festivals en musea. Toch kunnen festivals en musea als locatie compleet en rijk zijn, uitnodigen tot activiteit, verwijzen naar een realistische situatie en voldoende afwisseling bieden. (punt 1,2 en 3) Ook binnen de andere vormen van leren, namelijk zelfgestuurd leren en ervaringsleren kan er op locatie veel worden geleerd, waardoor het een sterke aanzet geeft tot een krachtige leersituatie.

Als kinderen ook daadwerkelijk iets op de locatie kunnen doen (naar aanleiding van een tentoonstelling in een museum, of aansluitend op het thema van een festival) en als er sprake is van een workshopdocent die de kinderen aanstuurt, dan is dit uitdagend voor kinderen en roept het denkactiviteiten op. (punt 2 en 4) Omdat de leeractiviteit op vrijwillige basis plaatsvindt en de workshop maar van korte duur is, is er geen sprake van langdurige coaching of van een leerkracht die langzamerhand het leerproces overlaat aan de lerende. Wel kunnen kinderen in korte tijd een nieuwe vaardigheid aanleren en hun creativiteit ontwikkelen. De kunstenaars/workshopbegeleiders kunnen kinderen vertellen op welke manier de opdracht kan worden ingevuld. Wanneer leerlingen er niet uitkomen zijn zij er om ze vanuit hun expertise en didactisch oogpunt te begeleiden. (punt 5)

Wanneer kinderen gemotiveerd zijn om aan de activiteiten mee te doen, krijgen ze tijdens deze activiteit op verschillende manieren informatie toegespeeld. Door de interessante setting worden ze nieuwsgierig gemaakt om mee te doen en op die manier nieuwe dingen te weten te komen. Ook kunnen kinderen zelf selecteren wat ze interessant genoeg vinden om meer van te willen weten.

Je kunt dus stellen dat de ervaring op een locatie in combinatie met de workshops/activiteiten op festivals en evenementen, (formeel leren) hiermee voldoet aan vijf van de zes kenmerken van een krachtige leeromgeving. 16

Simons, P.R.J. (2005), „Krachtige leeromgevingen‟ http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2005-0622-185503/5727.pdf

1) Ze moeten compleet en rijk zijn. Hiermee bedoelt hij vooral dat ze uitdrukkelijk gericht zijn op begrijpen en voldoende afwisseling bieden.

2) Ze moeten uitnodigen tot activiteit. Het gaat erom dat de leerling iets met de leerstof doet, tot denkactiviteiten oproept en uitdagend is.

3) Ze moeten realistisch zijn of tenminste ergens naar verwijzen. Dat wil zeggen dat ze leerlingen laten ervaren dat leren situatie- en inhoudsgebonden is. Ook maken ze de leerling duidelijk wat ze met de verworven kennis en vaardigheden wel en niet kunnen doen

4) Ze moeten modellen bevatten en voorzien in coaching. Als model demonstreert de leerkracht of de leeromgeving welke leer- en denkactiviteiten kunnen worden ingezet. De coach biedt ondersteuning bij het selecteren en uitvoeren van deze leer- en denkactiviteiten.

5) Ze moeten de navigatie langzamerhand overlaten aan de lerende. Dat betekent dat in het begin van een leerproces veel sturing wordt gegeven en dat deze geleidelijk aan, wanneer de leerling daar aan toe is meer wordt verwacht aan en meer ruimte wordt geboden voor zelfsturing door de leerling

6) Ze moeten systematisch het besef van eigen bekwaamheid bij de leerling ontwikkelen. Door van tijd tot tijd het leren af te zetten tegen -ook zelf bepaalde - normen kan de leerling zicht krijgen op de mate waarin hij / zij competenter is geworden. Dit besef van eigen bekwaamheid kan namelijk een belangrijke motiverende rol spelen bij het leren.

Page 32: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

32

Duurzaamheidsmarkt Groningen kinderen werken met kosteloos materiaal

werken met heel veel verschi llende materialen als kunstenaar wil je iets teweeg brengen!

Hilda Top (bik‟er)

Page 33: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

33

2 . 4 B e l e v i n g e n e r v a r i n g

In het boek ” Events en beleven - het 5 wheel drive concept”, geschreven door J. Rippen en M. Bos17

, wordt dieper ingegaan op de beleving en de ervaring tijdens verschillende events. Het boek verstaat onder “event” bijvoorbeeld festivals, een bezoek brengen aan een tentoonstelling of pretpark, maar ook congressen, sportevenementen, de kermis of een optocht.

Suzanne Keurntjes

18 heeft onderzoek gedaan naar festivaleducatie. Volgens haar kan die intense

ervaring op een festival of evenement een goede start vormen voor het (in)formele leerproces dat daarop kan volgen: “Door een festivalervaring te combineren met een formeel educatietraject kan een krachtige leeromgeving ontstaan.” …. “Deze leerervaring krijgt de kracht van een ervaring en kan daardoor de leerlingen een leven lang bijblijven.” In aansluiting op het thema van een dergelijk „event‟ (festival, tentoonstelling) zou je volgens haar ook heel goed passend lesmateriaal voor kinderen kunnen ontwikkelen, zodat ze spelenderwijs in aanraking komen met kunst. Hierdoor zal die ervaring nog beter binnenkomen en kan het ze een leven lang bijblijven.

2 . 5 A c t i v i t e i t o f e d u c a t i e ?

Tijdens een festival of museumbezoek, een project in de wijk of een ander evenement, kunnen kinderen op een informele manier in aanraking met theater, muziek en dans komen. Door zelf iets te maken dat aansluit op deze gebeurtenis, raken ze nog meer betrokken. Verschillende evenementen kennen inmiddels een uitgebreide programmering voor kinderen. In 2005 hield Letty Ranshuysen

19 in samenwerking met Marije Jansen een onderzoek onder 58

festivals om te inventariseren wat podiumkunstfestivals realiseren als het gaat om cultureel ondernemerschap, talentontwikkeling en educatie. De verschillende aangeboden programma‟s lopen qua kwaliteit nogal uiteen. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat een aantal festivals educatie alleen maar op de lijst zet om op die manier subsidie te verkrijgen. In de praktijk wordt er daarna niet veel aandacht meer aan besteed. Gelukkig is dit lang niet altijd het geval en zijn er ook programma‟s die uitblinken. In dit onderzoek gaat het vooral om hoe je kwaliteit kunt waarborgen. Het gaat dan om de visie van de organisators met betrekking tot kunsteducatie en hun keuze wat betreft vaardigheden van kunstenaars op dat gebied. Indirect dus ook om de visie van de kunstenaars wat betreft kunsteducatie.

17 Rippen, J & Bos, M (2008), Events en Beleven - Het 5 Wheel Drive-Concept/ Amsterdam /ISBN:9879047300564

pp.41-59 18

Keurntjes, S. (2009), (in)formeel leren op en rond festivals, Cultuur+Educatie 27 19

Ranshuysen, L. (2005), Situatie Nederlandse festivals in 2005. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen

Een evenement, festival of museumbezoek, is een tijdelijke vlucht uit het alledaagse. Het breekt met de gewone dagorde van mensen en vestigt tegelijk een andere orde. De deelnemers van het event verkeren tijdelijk in een tweede werkelijkheid. Dit is te vergelijken met een spel, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd. Terwijl je helemaal opgaat in het spel verkeer je tijdelijk in een andere, een tweede, werkelijkheid. Toch blijf je bewust van de “echte” wereld, van de eerste werkelijkheid. Dit moet je niet zien als een voortdurend besef, maar dat dit maar een spel is. Anders zou je er niet in kunnen opgaan. Er is, hoewel op de achtergrond, sprake van een latent realiteitsbesef. Iemand of iets uit de eerste werkelijkheid is in staat om je in één keer uit de “make-believe” van de tweede werkelijkheid te halen. De ban van het spel, de ban van de tweede werkelijkheid, is fragiel.

Een event breekt met de gewone dagorde van mensen en creëert een tweede werkelijkheid, heeft eigen regels en afspraken en kent een onzekere uitkomst. Het is een speciale gelegenheid, afgezonderd in tijd en ruimte, niet gericht op productie en deelname aan events is vrijwillig. Mede doordat dit een unieke, niet alledaagse situatie is, blijft de ervaring die in deze tweede werkelijkheid wordt opgedaan beter hangen dan tijdens andere situaties het geval is.

Page 34: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

34

4 . 4 C o n c l u s i e

het eigene van een kind tot zijn recht laten komen

kinderen meenemen in mijn wereld als kunstenaar

de fascinatie voor dingen is mijn drijfveer

Hilda Top (bik‟er)

Page 35: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

35

De festivalprogrammering en de kinderactiviteiten die op festivals aangeboden worden, benoemen de festivals in de regel niet als kunsteducatie. Pas als er kunsteducatieve projecten aan scholen aangeboden worden, worden ze als zodanig benoemd. Bij educatie wordt direct gedacht in termen als school, schoolprojecten en lespakketten en dan met name voor schoolgaande kinderen en jongeren. Festivals die vanuit deze visie een educatietraject opzetten richten zich dan ook vaak alléén op deze doelgroep. Wanneer je op de website van festivals een knop met “educatie” vindt (dit is lang niet altijd het geval) zit daarachter bijna altijd een project voor schoolgaande jongeren. De (kunsteducatieve) activiteiten voor kinderen die nu aangeboden worden op de festivals, worden als activiteit aangeboden en niet als (kunst)educatie. Als organisator en kunstenaar heb je natuurlijk je eigen doelen en wil je kinderen ook echt iets bijbrengen door middel van kunsteducatieve activiteiten. Je bent je ervan bewust dat kinderen gewoon iets leuks willen doen, maar de achterliggende gedachte is dat je ze ook iets wilt bijbrengen of iets wilt laten ervaren. Als organisator op locatie kun je een dergelijke activiteit voor het publiek gewoon als leuke activiteit presenteren, maar ben je er bewust van dat je een activiteit met een verantwoorde inhoud en onder deskundige leiding, wel degelijk als kunsteducatie kunt benoemen. Als je gezamenlijk (organisatoren, kunstenaars en bemiddelaars) meer continuïteit brengt in het kunsteducatieve aanbod voor festivals en evenementen, dan kun je dit ook beter integreren. Dit lukt alleen maar als er ook vanuit de organisatie zelf meer aandacht wordt besteed aan goede kunsteducatie en er zorg wordt besteed aan een goede begeleiding van de kinderen. Zoals omschreven door J. Rippen en M. Bos

20, gaat het bij begeleiding om de wijze waarop en de

kwaliteit waarmee je deelnemers aanmoedigt, bemoedigt, stimuleert, verzorgt, bijstaat, coacht, ondersteunt en vergezelt.

2 . 6 C o n c l u s i e s

Of het nu gaat over community art, kunstprojecten in de wijken, festival- of museumeducatie, op al deze locaties komen verschillende vormen van educatie voor. Op locatie kiezen kinderen er zelf voor om mee te doen aan een activiteit. Kinderen leren dus niet formeel. De informele ervaring die kinderen opdoen op een locatie in combinatie met de workshops/activiteiten (formeel leren) op festivals en evenementen, zorgen voor een krachtige leeromgeving, doordat kinderen er zowel formeel als informeel kunnen leren. Een omgeving die uitdagend en prikkelend is en waar je veel kan zien en beleven, nodigt kinderen uit om mee te doen aan activiteiten waar ze ook formeel iets kunnen leren. Kinderen leren op een bijzondere locatie informeel door te kijken en nieuwe ervaringen op te doen. Mede doordat het voor hen een unieke, niet alledaagse situatie is, blijft de ervaring die op locatie wordt opgedaan beter hangen dan tijdens andere situaties het geval is. Als deze ervaring gekoppeld wordt aan een krachtige leeromgeving en een formeel leertraject dan blijf deze ervaring nog beter hangen en kan het kinderen een levenlang bijblijven. Organisatoren kunnen zorgen voor kwaliteit door een gevarieerd aanbod te leveren waar kinderen veel kunnen zien, beleven en ervaren. Waar verschillende activiteiten worden aangeboden door professionele workshopdocenten die de kinderen goed kunnen begeleiden en die kinderen aanspreken op hun eigen niveau. Als kunstenaars/docenten kunnen zorgen voor een flow-ervaring dan kunnen kinderen zich verliezen in het moment en helemaal in opgaan in de activiteit, omdat de uitdaging precies op hun niveau is; niet te moeilijk en niet te makkelijk. Daardoor presteren ze op de top van hun kunnen. 20

Rippen, J & Bos, M (2008) Events en Beleven - Het 5 Wheel Drive-Concept (pp. 159)

Page 36: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

36

samenwerking BK050 met de Muziekschool, met een veiling van schilderijen voor Warchild, project en foto‟s Hilda Top & Anja Lofvers

g o e d k u n n e n s a m e n we r k e n

en b e t r o k k e n h e i d t o n en

Anne Stoer (docent bik-opleiding en coördinator kindervakgroep)

Page 37: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

37

3 B I K , C OM PET EN T IE S E N P A S SI E

In dit hoofdstuk wil ik kijken of je competenties en vaardigheden van bik‟ers kan gebruiken als richtlijnen voor kwaliteit. Ik heb gekozen voor bik‟ers omdat zij als professionele kunstenaars worden opgeleid om eenmalige kunsteducatieve activiteiten te ontwikkelen voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Maar vooral omdat er al tijdens de opleiding aandacht is voor kunsteducatieve activiteiten op locatie. Bijvoorbeeld kunsteducatieve activiteiten voor kinderen in samenwerking met een museum. In dit hoofdstuk in het kort iets over de Bik-opleiding, een artikel over de BIK en de competenties en vaardigheden zoals omschreven in de opleiding. Dit vul ik aan met meningen van bik‟ers en docenten van de bik-opleiding om een vollediger beeld te krijgen.

Momenteel bestaan er nog geen kwaliteitsnormen voor workshopdocenten op locatie. Wel raken steeds meer locaties bekend met (gecertificeerde) bik‟ers. De bik-opleiding is een persoonlijk ontwikkeltraject en sluit aan bij zogeheten „Eerder verworven competenties‟: de (levens)ervaring en vaardigheden die je (als kunstenaar en mens) inmiddels hebt opgedaan. De opleiding is praktijkgericht en je kunt je eigen doelen stellen in relatie tot de te ontwikkelen competenties. Het gaat in de opleiding om de ontwikkeling van de volgende competenties:

Beroepskunstenaars in de Klas (Bik)

In 2002 is in opdracht van het ministerie van OCW en Kunstenaars&CO de opleiding Beroepskunstenaars in de klas (Bik) ontwikkeld. Tijdens deze eenjarige opleiding leren kunstenaars uit alle disciplines projecten te ontwikkelen en uit te voeren voor het basisonderwijs. Het werken met beroepskunstenaars is voor scholen een aanvulling op cultuureducatie door (vak)leerkrachten en het aanbod van culturele instellingen. Deelnemers die de opleiding met succes afronden, krijgen een Bik-certificaat. Dit certificaat geeft scholen de garantie dat de kunstenaar genoeg kennis, inzicht en ervaring heeft om met kinderen kunstprojecten uit te voeren. Dit kan een eigen project zijn óf maatwerk waarbij de kunstenaar samen met de school een project ontwikkelt. In januari 2008 hadden 555 kunstenaars het Bik-certificaat en werkte het merendeel hiervan regelmatig op een basisschool. De Bik-opleiding wordt vanaf het schooljaar 2009-2010 als posthbo-opleiding aangeboden door vijf kunstvakopleidingen, in samenwerking met vijf cultuurinstellingen en Kunstenaars&CO. Jaarlijks kunnen zestig kunstenaars de opleiding

volgen.

Competenties en vaardigheden van bik’ers

1. Didactisch-pedagogisch en inspirerend vermogen De bik-kunstenaar bezit het vermogen om een veilige en stimulerende leeromgeving te scheppen voor kinderen. De bik-kunstenaar bezit het vermogen om kinderen te inspireren en te prikkelen in hun creatieve proces. 2. Organisatorisch vermogen De bik-kunstenaar bezit het vermogen om het creatieve proces van basisschoolleerlingen te faciliteren 3. Visie en reflectief vermogen

De bik-kunstenaar bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen te verwerven, die te communiceren en zichtbaar te maken in activiteiten en projecten. De bik-kunstenaar bezit het vermogen om te reflecteren op het eigen handelen om tot betere prestaties te komen. 4. Vermogen tot samenwerken en communicatief vermogen

De bik-kunstenaar bezit het vermogen om samen met anderen een actieve bijdrage te leveren aan een gezamenlijk project. De bik-kunstenaar bezit het vermogen om zijn visie en handelen effectief en efficiënt over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden 5. Ondernemerschap en omgevingsgerichtheid

De bik-kunstenaar bezit het vermogen om zelfstandig en/of in partnerschap met anderen vorm te geven aan zijn functie als beroepskunstenaar in de klas. De bik-kunstenaar gebruikt zijn omgeving om zijn beroepspraktijk mogelijk te maken.

Page 38: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

38

werken naar Christo - meer dan alleen maar dingen inpakken foto Sandra Vermanen

het mag nooit een sleur worden! geen voorgekauwde lessen, geen eenheidsworst

Sandra Vermanen (bik‟er)

Page 39: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

39

Uit een evaluatieonderzoek naar de bik-opleiding, heb ik over onderwijskundige kwaliteiten van bik‟ers het volgende gevonden:

Uit een artikel van het bulletin Cultuur & School staat over de Bik het volgende:

Binnen de beperkte bronnen is dit de meest relevante informatie uit onderzoek en literatuur over de Bik.

In hoeverre resulteren de leerresultaten van de bik-opleiding ook werkelijk in effectief gedrag van kunstenaar in de werksituatie?

Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het antwoord op deze vraag in grote lijnen positief is. De meeste afgestudeerde bik‟ers vinden dat ze voldoende zijn toegerust voor de praktijk. Ze geven aan dat ze in de opleiding goede handvatten hebben gekregen voor het lesgeven aan en omgaan met kinderen, en dat ze relevante bagage hebben gekregen voor het opzetten en organiseren van een project. Hoewel de meeste basisscholen positief oordelen over het pedagogisch en didactisch handelen van de kunstenaars, is een deel van de scholen juist op dit punt iets minder tevreden. De problemen lijken zich hierbij vooral voor te doen bij de groepen met de jongste kinderen. Volgens de scholen verkijken de bik‟ers zich soms op het feit dat een groep jonge kinderen een andere aanpak vergt dan een groep oudere kinderen. Ook de kunstenaars zelf geven aan dat ze het lastig vinden om met jonge kinderen te werken. In de opleiding missen sommige kunstenaars praktijkervaring met diverse leeftijdsgroepen De interesse onder bik‟ers om met de lagere groepen (met name met kleuters) te werken is gering. Voor de bik-opleiding ligt er een kans om voldoende aandacht te besteden aan pedagogisch-didactische handelen in verschillende leeftijdsgroepen en de stages te laten uitvoeren in de verschillende leeftijdsgroepen van de basisschool.

Heeft het leerproces in de bik-opleiding voldoende onderwijskundige kwaliteit?

Het antwoord op deze vraag is overwegend positief. In deelonderzoek werd de conclusie getrokken dat de onderwijskundige kwaliteit van de bik-opleiding, zoals die wordt uitgevoerd door de acht opleidingspartners, voldoende tot goed is. Het curriculum van de opleiding zit in grote lijnen goed in elkaar. Het is logisch en consistent en sluit aan bij de eindtermen zoals die aan het begin van de pilot geformuleerd zijn. Kunstenaars worden in korte tijd (28 weken) op een doelgerichte en praktische manier toegerust om kunstzinnige projecten uit te voeren in het basisonderwijs. De ervaringsgerichte insteek van de opleiding lijkt goed aan te sluiten bij de leerbehoefte van de studenten. Studenten geven aan veel te leren van de lessen, de coaching, van elkaar en vooral ook van de stages. Studieleiders, coaches, kerndocenten, stagecoördinatoren en studenten tonen veel betrokkenheid bij de opleiding. De kernteams van de opleidingen zijn enthousiast en tonen grote verantwoordelijkheid. In de verschillende deelonderzoeken kwam naar voren en dat de opleiding meer aandacht kan besteden aan praktische pedagogisch-didactische vaardigheden en aan ondernemersvaardigheden. Tevens behoeven de leermaterialen verdere verbetering. Voor de bik-organisatie en de bik-opleidingen ligt er een kans om de opleiding Beroepskunstenaars in de klas de komende tijd verder te verbeteren en daarin zoveel mogelijk gebruik te maken van de best practices die op de verschillende locaties zijn opgedaan. Eindrapport evaluatieonderzoek beroepskunstenaars in de klas • Overall conclusies • uitgevoerd door Savant Learning Partners en Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van Kunstenaars&CO (Utrecht / Amsterdam, juli 2005)

“Kunstenaars kijken en denken anders. Ze bieden een kwaliteit die je als leerkracht niet bereikt.” Dit citaat van een schooldirecteur geeft precies de meerwaarde weer van de BIK.

Bik‟ers kunnen projecten uitvoeren waarvoor een leerkracht doorgaans de tijd of deskundigheid niet heeft. De kunstenaars volgen daarvoor een opleiding in onderwijskundige vaardigheden. Daarmee zijn ze gecertificeerd om onder verantwoordelijkheid van een leerkracht educatieve kunstprojecten uit te voeren. De leerkracht blijft dan ook een belangrijke rol spelen.

Het uitgangspunt van de bik-opleiding is dat de kunstenaar kunstenaar moet blijven. Hij of zij is nadrukkelijk geen kunstvakdocent. De bik‟er vertaalt zijn of haar eigen discipline in een interessant aanbod voor leerlingen. Dat is de kracht van de bik‟er. Een bik‟er is een echte kunstenaar en komt in die hoedanigheid in de klas. Het is iemand met een heel andere achtergrond en uit een heel andere wereld dan de leerlingen kennen. Leerlingen vinden dat geweldig. Er gaat een heel nieuwe wereld voor hen open en ze reageren daar heel positief op. Een kunstenaar werkt b(l)ikverruimend. *Uit: Beroepskunstenaar in de klas werkt b(l)ikverruimend tekst: Yolanthe van der Ree – Hoofdartikel bulletin Cultuur & School #56 - MAART 2009

Page 40: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

40

zorg er wel voor dat je geen leraar wordt, en vertrek steeds weer vanuit je kunstenaarschap!

Anne Stoer (docent bik-opleiding)

Page 41: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

41

3 . 1 M e n i n g e n o v e r d e B i k Om meer over de Bik te weten te komen heb ik als aanvulling op de literatuur, bik‟ers en docenten van de bik-opleiding ook gevraagd naar wat de bik-opleiding tot een succes maakt en ook mijn eigen ervaringen voeg ik daaraan toe. Volgens een docent van de bik-opleiding, bestaat het succes van de bik-opleiding uit de persoonlijke aanpak: “Heel belangrijk vind ik dat de bik-opleiding een persoonlijk ontwikkeltraject is en dat iedereen een eigen coach krijgt. Doordat iedereen persoonlijk begeleid wordt, kom je er ook al vroeg achter wanneer de opleiding niet bij jou past. Iedereen krijgt de mogelijkheid om te leren, maar het kan zijn dat je na de eerste module afhaakt, omdat het toch niet jouw ding is. Je leert vanuit jouw kunstenaarschap (grote) projecten voor het basisonderwijs te ontwikkelen en uit te voeren. Je gaat uit van de eigenheid van de kunstenaars. Iedereen komt binnen met een aantal basisvaardigheden, de één heeft die al meer ontwikkeld dan de ander, maar geleidelijk wordt iedereen opgeleid voor de hierboven genoemde basiscompetenties.” De geïnterviewde bik‟ers hebben al enige tijd de opleiding afgerond en voldoen dus allemaal aan bovengenoemde basiscompetenties, maar volgens hen zijn het wel heel zakelijke begrippen die soms wat ver afstaan van wat “werken met kinderen en kunst” in de praktijk nu eigenlijk inhoudt. Tijdens de bik-opleiding, leren kunstenaars vanuit verschillende disciplines, om zich te verdiepen in de wereld van het kind. Het kind en zijn belevingswereld staan centraal in alle kunstprojecten. Eén van de lessen tijdens de opleiding, die de ondervraagde kunstenaars het meest is bijgebleven (bleek op een bik-terugkom-dag), was de les dat je iets uit je kindertijd mee moest nemen, je klein moest maken (letterlijk met zijn allen zittend op de grond) en iets dierbaars uit je kindertijd moest vertellen. Zou het zo zijn dat iedere kunstenaar de interesse in de wereld van het kind heeft weten te behouden, vroeg ik mij af. Bij alle geïnterviewde bik‟ers trof ik in ieder geval een uitgebreide boekenkast vol jeugdliteratuur, mooi vormgegeven prentenboeken en kinderboeken over kunst en filosofie.

Een docent van de bik-opleiding (als docent ben je ook coach van bik‟ers) legt uit dat je een bepaalde gekte moet hebben die te maken heeft met passie en enthousiasme, er helemaal voor gaan! Ze vertelt dat je moet kunnen bogen op je ervaring, maar dat het nooit een sleur mag worden. “Het lesgeven aan kinderen, de verwondering van kinderen, moet je altijd blijven raken, je moet betrokkenheid tonen maar ook bereid zijn om jezelf te blijven ontwikkelen. Je moet kunnen bijstellen, je durven te ontwikkelen en blijven openstaan voor nieuwe dingen. Buiten de kaders denken!” Zij denkt dat de Bik zo langzamerhand wel een soort keurmerk is geworden. Als coördinator van de kindervakgroep van BK050 (een kunstencentrum gericht op beeldende amateurkunst, waar de kindervakgroep voor een groot deel uit bik‟ers bestaat) weet ze uit ervaring welke kunstenaars het meest geschikt zijn om zelfstandig les te geven, maar ook welke discipline nog iets toe kan voegen aan het kinderaanbod. “Binnen de opleiding gaat het om mijn eigen ervaringen op het gebied van kunsteducatie en kunstenaarschap. Het leuke is dat je vertrekt vanuit gelijkwaardigheid. We zijn allemaal kunstenaars die vanuit onze eigen professie les willen geven. Voor iedereen geldt dat je de balans moet zien te vinden tussen je autonome werk en het lesgeven aan kinderen. Je moet er wel voor zorgen dat je geen leraar wordt, maar steeds weer vertrekken vanuit je kunstenaarschap!” Aldus de docent.

3 . 2 ( B I K ) K u n s t e n a a r o f k u n s t v a k d o c e n t In dit onderzoek gaat het over kunstenaars die hun passie, visie en vaardigheden inzetten voor kunsteducatie. Hoewel er grote verschillen zijn tussen bik‟ers en kunstvakdocenten, heb ik in dit onderzoek toch gemeend een vergelijking tussen deze docenten te kunnen maken en heb ik kwaliteitskenmerken over kunstonderwijs en kunstvakdocenten uit literatuur en onderzoek gebruikt. De laatste decennia is de interne kunstvakdocent verdwenen uit het primair onderwijs. Intussen is kunsteducatie verbreed naar cultuureducatie. Het gaat niet meer alleen om dichten, schilderen of het maken van muziek. Bij de scholen die nu kiezen voor een cultuurprofiel gaat het om een brede

Page 42: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

42

als de kunst in het middelpunt staat, kun je aan kunst doen

Ann Bamford

“muziek en dansen met verf” project Hilda Top en Anja Lofvers

Kinderactiviteiten op locatie bij “Op Roakeldais”

Page 43: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

43

oriëntatie: over meerdere kunstdisciplines, erfgoed en media-educatie en een kennismaking met de culturele wereld. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de kwaliteit van kunsteducatie van bik‟ers. Om de vergelijking tussen bik‟ers en kunstvakdocenten te legitimeren, heb ik een uitspraak van Sandra Vermanen (bik‟er) uit een interview gehaald, waarin ze zegt dat ze de didactiek voor voortgezet onderwijs erg handig vind om pedagogisch in te zetten als het gaat om het werken met verschillende groepen kinderen op locatie. Zij heeft zelf de BIK3 gedaan, een module voor het voortgezet onderwijs en volgens haar verdient het aanbeveling om een goede kennis van pedagogie en didactiek te hebben als je zelfstandig projecten uitvoert. Tot zover haar inbreng in dit hoofdstuk. Ik ben me ervan bewust dat er wel degelijk verschil is tussen beide docenten want: Een kunstvakdocent houdt rekening met het curriculum en een doorlopende leerlijn, terwijl een bik‟er eenmalig wordt ingezet voor een kortlopend kunstproject in het basisonderwijs (waarin hij wordt ondersteund door een aanwezige leerkracht). Een kunstvakdocent geeft meestal les in het voortgezet onderwijs, terwijl een bik‟er is opgeleid voor het basisonderwijs. Een bik‟er is zelfstandig ondernemer en heeft meerdere opdrachtgevers, terwijl een kunstvakdocent rekening heeft te houden met de doelstelling van een school.

Er zijn echter genoeg raakvlakken als het om kwaliteit in kunsteducatie gaat, want zowel binnen- als buitenschools moeten de kunstenaars/docenten beschikken over didactische vaardigheden. Dit geldt heel specifiek voor activiteiten op locatie, omdat daar geen andere docent aanwezig is. Zowel de school als de organisator op locatie (kunstencentrum, cultuurbemiddelaar) moet zorgen voor vernieuwende, gepassioneerde en toegewijde docenten. Er moet eensgezindheid bestaan over wat een goede kunstdocent moet kennen en kunnen (door middel van goede communicatie). Als het gaat om de ervaring met bik‟ers en kunstvakdocenten heb ik informatie uit een interview gehaald met Anne Stoer (docent bik-opleiding en coördinator kindervakgroep) en Gertrude Kokke (Cultuureducatie Stad). Zij leggen uit dat didactische vaardigheden van belang zijn, maar dat het vooral om de persoonlijkheid van de kunstenaar gaat en of de betreffende kunstenaar een bijzondere vaardigheid kan beheersen. Verder vinden zij dat je als bemiddelaar of coördinator uit ervaring een beetje aan kan voelen of een kunstenaar/docent creatief genoeg is om te anticiperen op bijzondere omstandigheden. Verder vinden ze het erg belangrijk hoe je als docent (bik‟er) met kinderen omgaat. Zij krijgen opmerkingen en ervaringen van de opdrachtgever (meestal zijn dat scholen) terug van de organisatie en daar zijn uitspraken en reacties van kinderen in meegenomen.

3 . 3 P a s s i e v o o r k u n s t d e l e n m e t k i n d e r e n Voor dit hoofdstuk heb ik verschillende bik‟ers gevraagd naar hun drijfveren met betrekking tot kunsteducatie. Verder heb ik organisatoren en bik‟ers gevraagd welke extra kwaliteiten bik‟ers in huis moeten hebben als ze op een (buiten)locatie met kinderen willen werken. Uit de interviews is gebleken dat naast de competenties en vaardigheden zoals benoemd in de Bik- opleiding, ook andere factoren een belangrijke rol spelen in de kwaliteit van kunsteducatie. In een interview zegt Hilda Top (bik‟er) over haar drijfveren met betrekking tot kunsteducatie: “In mijn BIK-workshops probeer ik de kinderen mee te nemen in mijn wereld als kunstenaar en hen iets te laten ervaren van mijn fascinatie voor licht, ruimte en natuur. Het is bijzonder hoe kinderen verwonderd kunnen zijn door bijvoorbeeld natuurlijk materiaal, het spel van licht en schaduw, transparant materiaal en doorschijnende licht, om vervolgens daardoor geïnspireerd prachtige werken te maken. In mijn projecten komen kinderen weer letterlijk met natuur in aanraking, leren ze het landschap en de natuur op een nieuwe manier ervaren. Ik probeer verbindingen te leggen tussen mensen onderling, en tussen natuur en cultuur. In sommige projecten werken grote groepen mensen samen en dat geeft verbondenheid. Daarnaast is gebleken dat mijn projecten verstilling en concentratie teweegbrengen. Inmiddels heb ik ruime ervaring in het doen van projecten met mensen van alle leeftijden.

Page 44: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

44

je verbinden met anderen en samenwerken, ontspannen, plezier maken en genieten.

Hilda Top (bik‟er)

Landartroject van Hilda Top en Liesbeth Takken Foto: Per de Vos

Page 45: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

45

Dat wat mijzelf inspireert wil ik graag overbrengen op kinderen. Ik wil ze een unieke, blijvende ervaring meegeven en ze anders naar de wereld laten kijken. De fascinatie voor dingen is mijn drijfveer, kinderen laten zien hoe mooi of interessant iets is. Als kunstenaar wil je wat teweeg brengen, ik vind het belangrijk dat er iets gebeurt, dat ze iets bijzonders ervaren, dat ze spelenderwijs ontdekken en beleven. Maar ook dat kinderen eigen keuzes kunnen maken. Het eigene van een kind moet tot z‟n recht komen. De sociale kant spreekt mij ook heel erg aan, ik vind het leuk om met kinderen te werken, naar buiten te gaan! De wisselwerking met mijn eigen werk vind ik heel belangrijk, daar leer ik veel van, je wereld wordt groter. In het ontwikkelen van projecten vind ik ook weer inspiratie voor mijn eigen werk.” Volgens Vicky van Dijk (bik‟er) moet kunst en cultuur als bloed door je aderen stromen en wil je door middel van kunst de wereld graag een beetje mooier/beter maken: “Ik stort me er helemaal in! Ik wil kinderen graag die ervaring meegeven die ik zelf als kind ook heb ervaren. Dat je echt een feestje weet te maken van je project!” “Mijn visie op kunsteducatie is dat je iets blijvends teweeg brengt. Maar ook dat het een vast onderdeel van het lesprogramma wordt en dat het geïntegreerd wordt in andere lessen, dat je inhaakt op reguliere lessen. Een voorbeeld hiervan is mijn project KraagGoed. Dit project sluit heel mooi aan op een belangrijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis. Op deze manier kun je goed een link maken tussen meerdere vakken/disciplines en er misschien voor zorgen dat de lesstof meer aansluit bij de belevingswereld van kinderen en dat het daardoor beklijft.

De kwaliteit van een bik‟er schuilt erin dat je met je werk/activiteiten aansluit bij de belevingswereld van kinderen en jongeren. Dat je kinderen weet te inspireren en dat ze terugkijken op een fijne en vooral unieke ervaring. Het is ook belangrijk dat kinderen zichzelf kunnen zijn, dat ze ruimte en vrijheid ervaren om iets van zichzelf te laten zien. Er wordt soms teveel gekeken naar alleen het resultaat op zich. Dat je een basis hebt gelegd, waardoor ze in de toekomst hopelijk anders naar de wereld om zich heen kijken. Docenten zijn vaak zo verbaasd over wat kinderen presteren, dat een bepaald kind in zo‟n andere situatie veel beter presteert dan ze verwachten, of dat een lastige klas ineens zeer geconcentreerd aan het werk is!

Als bik‟er moet je open minded zijn, de projecten die wij bieden, dat kun je van een leerkracht niet verwachten qua tijd en curriculum. Vaak hebben ze zelf genoeg in huis maar ontbreekt de tijd. Bovendien voegt een kunstenaar iets anders toe, ze komen van buiten de school en doen iets anders dan de kinderen gewend zijn, dat is op zich al spannend! Wil je een kunstproject met passie en enthousiasme overbrengen, dan moet kunst en cultuur als bloed door je aderen stromen. Je moet bevlogen en gedreven zijn om jouw eigen passie over te brengen op kinderen.”

De ervaring die Vicky als kind heeft opgedaan in een museum was voor haar zo bijzonder dat het de aanleiding is geweest om bik‟er te worden en heeft alles te maken met haar drive en passie voor kunsteducatie: “Voor mij was dat heel duidelijk een ervaring die ik als 11-jarig kind heb opgedaan in een museum. Voor mij was dat zo bijzonder dat het mij altijd is bijgebleven. Het was de combinatie van twee dingen die ik leuk vond: naar een museum gaan en daar bijzondere dingen zien, maar ook het maken van iets, die koppeling werd daar voor het eerst gemaakt. Je hebt een ervaring opgedaan en die kun je gelijk ter plekke verwerken en omzetten in iets van jezelf! Dat was voor mij zo‟n gelukkige ervaring, die is me altijd is bijgebleven. Ik hoop op mijn beurt dat ik ook een dergelijke ervaring bij kinderen teweeg kan brengen. Dat ik kinderen kan inspireren en raken! Als het om passie gaat, dan gaat het Anne Stoer (docent Bik-opleiding) niet alleen om de eigenheid van de projecten, maar vooral dat je kunt zien dat iemand zich er volledig heeft ingestort. Je doet het er niet eventjes bij. Je moet investeren in een project en zelf ook onderzoek doen. Ervaring speelt natuurlijk een rol en verder gaat het om bezieling en dat je kinderen kunt stimuleren in hun creatieve proces. Kinderen moeten worden uitgedaagd en serieus genomen worden.

Page 46: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

46

Kinderen maken hun eigen krant op het festival Into the Great Wide Open http://kolderkrant.riannevanduin.nl/

Stukjes schrijven voor de „Kolderkrant‟ een project van Rianne van Duin op het festival Into the Great Wide Open.

kunst is weer loos, origineel, oorspronkeli jk als je er op jonge leefti jd mee in aanraking komt, is

dat van onschatbare waarde voor de rest van je leven

Uit: Kunst is keihard werken een eerbetoon aan alle mensen die met hart en ziel hun passie delen met kinderen.

www.skvr.nl/onderwijs

Page 47: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

47

Carolien Euser heeft als projectleider van kinderactiviteiten op het festival „Into the Great Wide Open‟ veel te maken met bik‟ers. Zij denkt dat het behalve om passie, vooral ook om de persoonlijkheid van de kunstenaar gaat:

“Kunstenaars zullen vooral veel enthousiasme, energie nodig hebben en ze zullen met mooie, verrassende, vernieuwende ideeën moeten komen. Het mag net even iets anders dan normaal, het mag een beetje gek zijn. Het is leuk als ze iets heel anders kunnen doen dan op school Als het goed is ben je als kunstenaar in staat om andersom te denken. En het moeten wel een beetje praktische types zijn. Het is handig als je in staat bent om snel te schakelen, dit even zus en dat even zo, dat je snel kan improviseren. Het creatieve proces is veel minder beheersbaar dan op een school. Je hebt rekening te houden met de dynamiek van het festival en de omstandigheden. Het is echt nodig om een beetje flexibel te zijn.”

Zij vindt dat je een goed thematisch plan in elkaar moet kunnen zetten. Het is handig dat kinderen duidelijk kunnen zien waar het om gaat, dat het er aantrekkelijk uitziet en dat je er ook op let dat het ouders aanspreekt. Ouders zijn meestal in de buurt en zij zijn je eerste aanspreekpunt. Als je bijvoorbeeld een leuke afsluiting wil, dan is het wel handig als ouders dat ook mee krijgen.

“Het gaat uiteindelijk om de ervaring en de beleving van kinderen, geen voorstelling of verhaaltje, niet alleen maar kijken of luisteren, maar dat ze daadwerkelijk iets kunnen doen. Dat maakt het zo leuk!”

Kunstenaars, die kunsteducatieve projecten op locatie willen uitvoeren, zullen zich niet alleen moeten bekwamen in de kunstuiting waarvoor ze zijn opgeleidt, volgens Sandra Vermanen (bik‟er) zullen ze ook extra didactische vaardigheden moeten ontwikkelen om hun passie met kinderen te kunnen delen. Op locatie geven ze namelijk zelfstandig les, zonder hulp van een vakleerkracht. De kwaliteit van een bik‟er schuilt volgens haar in het volgende:

“Een bik‟er weet kinderen te inspireren, komt een „feestje‟ brengen. Meestal heb je een project gedaan wat ze hun hele leven bij blijft! Géén voorgekauwde lessen, géén eenheidsworst. Je weet een vrijheid in het creatieve proces bij kinderen te bereiken, maar wel zo, dat kinderen weten wat ze aan het doen zijn. Zowel de inhoud als het proces zijn belangrijk. Een bikker voelt aan wat nodig is om een groep op gang te krijgen. De introductie is heel belangrijk! Wat voor indruk maak je. Een bik‟er weet de eigenheid van kinderen naar boven te halen en laat kinderen zoveel mogelijk alles zelf beslissen. Projecten met een begin en een eind. De nabespreking/evaluatie, maar ook de eindpresentatie is net zo belangrijk als een goede introductie. Je zorgt altijd dat kinderen trots zijn op wat ze hebben gemaakt. Maar als bik‟er ben je ook zakelijk in je afspraken! Je kunt een projectplan uitschrijven en je maakt heldere afspraken.”

Doordat verschillende bik‟ers dezelfde passie delen, ontstaan er soms al tijdens de Bik-opleiding samenwerkingsverbanden. Veel bik‟ers komen elkaar regelmatig tegen tijdens verschillende evenementen en vullen elkaar aan in verschillende disciplines. Door het uitwisselen van ideeën en vaardigheden versterken deze kunstenaars elkaar en dat levert volgens Hanny van Schijndel (docent van de Bik-opleiding) prachtige leerprocessen en producten op. Ze vat dit proces mooi samen in een bik-boekje waarin de verschillende bik-projecten zijn gebundeld:

Het werken aan kunst met kinderen is uitdagend en inspirerend. Je grijpt in in hun werkelijkheid, je verandert iets bij hen, je voegt iets toe, zo, dat ze daarna anders naar hun wijk, hun school, hun stad, hun eigen geschiedenis, gezicht of dat van een ander kijken. Woorden worden poëzie, klanken krijgen betekenis, een beeld komt in beweging. Het zijn wezenlijke ervaringen die ze nooit meer zullen vergeten. Werken met kinderen, werken met kunst, dat is het mooiste wat er is. Je weet niet waar het begint en je weet ook niet waar het eindigt. Want wat is er mooier dan kinderen te inspireren, uit te dagen en te prikkelen hun dagelijkse realiteit te onderzoeken en nieuwe ervaringen op te laten doen? Hoe weet je kinderen te verleiden tot het maken van kunstobjecten, schilderijen, muziek, cartoons, verhalen, tekeningen, composities, beelden, filmpjes, landschapskunst of enorme bouwwerken?

Hanny

Page 48: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

48

wat maakt dit project zo bijzonder?

“We zien ze vliegen!” kijken naar meeuwen, werken met materialen van het eiland - project van Anja Lofvers en Hilda Top

werken met verschillende materialen

binnen een helder en uitdagend kader

Carlien Euser (over dit project)

Page 49: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

49

3 . 4 E x t r a k w a l i t e i t e n o p l o c a t i e Voor dit onderzoek heb ik bik‟ers en organisatoren gevraagd naar extra kwaliteiten die je als bik‟er in huis moet hebben om buiten het onderwijs, dus zelfstandig projecten uit te voeren. Uit de interviews heb ik een aantal steekwoorden en uitspraken gehaald die kenmerkend zijn: Wat betreft communicatie (van de bik‟er):

- Samenwerken en goed kunnen communiceren. - Meedenken met verschillende doelgroepen. - Over een goed netwerk beschikken. - Kinderen aanspreken. - Goed zijn in acquisitie. - Goed kunnen luisteren en overleggen. - Om kunnen gaan met moeilijke mensen.

Wat betreft organisatie en pr - Goed kunnen organiseren. - De bik‟er zorgt zelf voor alle materialen om mee te werken. - Zorg dat het de krant haalt! - Zorg ervoor dat kinderen in één oogopslag zien wat ze kunnen doen. - Houd rekening met de ouders, zij zijn (anders dan op een school) meestal in de buurt en

willen hun kinderen soms een handje helpen. - Het werkt heel goed als de kunstenaar zelf al een voorbeeld heeft gemaakt. - Leg linken tussen scholen en de samenleving. - Kansen zien.

Vaardigheden kunstenaars (bik‟ers) - Kunnen schakelen en linken leggen. Flexibel zijn. - Weten hoe je vaardigheden overbrengt aan kinderen. - Enthousiast zijn en een lange adem hebben. - Kunnen werken in een vrije structuur, je moet het zelf doen en je kunt op niemand terugvallen. - Pedagogiek, hoe werkt een groep, korte introductie - Didactiek voor voortgezet onderwijs is een pre en kan je pedagogisch inzetten op locatie. - Stel je kunstenaarschap centraal, het gaat om de eigenheid van projecten. - Rekening houden met het feit dat sommige kinderen maar even en andere soms heel lang

bezig willen zijn. Het is handig als je dan een aantal variaties op een thema hebt. - Zorg ervoor dat projecten uitdagend en uitnodigend zijn. - Zorg ervoor zorgen dat zowel oudere als jongere kinderen mee kunnen doen en gemakkelijk

even kunnen aanschuiven. - Zorg ervoor dat het vanaf het begin af aan helder en duidelijk is wat ze bij jou kunnen doen. - Wees marktbewust, het is belangrijk hoe je jezelf presenteert. Wat wil je zichtbaar maken?

Page 50: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

50

Verschillende bik‟ers werken samen aan een groot project met suiker, op het terrein van de suikerfabriek.

als ik maar minimaal één kind weet te raken, dat zo‟n kind iets meemaakt wat ie z‟n leven niet vergeet,

dan is het voor mij geslaagd!

Vicky van Dijk (bik‟er)

Page 51: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

51

3 . 5 C o n c l u s i e s Los van de competenties en vaardigheden die je als bik‟er hebt meegekregen en ontwikkeld, komen er uit de interviews ook heel andere kwaliteiten naar voren, als het gaat om kunsteducatie op locatie. Namelijk enthousiasme en passie, uithoudingsvermogen en flexibiliteit. Verder speelt ook de persoonlijkheid van de kunstenaar een grote rol. Volgens de geïnterviewde organisatoren zijn de belangrijkste eigenschappen die je als bik‟er naast de bik-competenties zou moeten hebben: enthousiasme en passie, uithoudingsvermogen en flexibiliteit. Specifieke vaardigheden die de bik‟ers noemen zijn: extra didactische vaardigheden, kennis van groepsdynamiek, kunnen werken met kinderen van verschillende leeftijden, met verschillende vaardigheden en interesses, met verschillende groepsgroottes, de dynamiek van de locatie en de flexibele in- en uitstroom van kinderen. Uit de interviews komt naar voren dat kunstenaars ook kennis moeten hebben van communicatie en marketing. Bewust zijn van de verhouding tussen inspanning en beloning en tussen lesgeven en zelf kunst maken. Uit de interviews blijkt dat bik‟ers kunst dichter bij kinderen willen brengen, ze willen kinderen enthousiast maken en inspireren. In die passie en bezieling schuilt een deel van de kwaliteit van de kunstprojecten van bik‟ers. Zowel uit onderzoek als uit de interviews komt de aanbeveling om in de Bik-opleiding meer aandacht te besteden aan extra didactische vaardigheden voor de verschillende leeftijdsgroepen.

Page 52: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

52

Kinderactiviteiten van Hotmamahot op festivals foto‟s : www.hotmamahot.nl

je moet veel enthousiasme en energie hebben!

het moet er aantrekkeli jk uitzien voor kinderen

Carolien Euser (coördinatie kinderactiviteiten)

Page 53: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

53

4 O P L OC AT I E

In dit hoofdstuk beschrijf ik wat een organisator volgens de geïnterviewden nodig heeft om kunsteducatieve activiteiten op - specifieke - locaties voor kinderen te organiseren. Voor dit onderzoek heb ik vragen gesteld vanuit het gezichtspunt van de organisator en ook vanuit het gezichtspunt van de kunstenaar. Voor dit onderzoek heb ik me gericht op praktijkervaringen en me beperkt tot de organisatie van twee verschillende festivals en drie musea in het noorden van het land en heb ik open interviews gehouden met organisatoren en kunstenaars.

4 . 1 K u n s t e d u c a t i e o p l o c a t i e Als het gaat om de kwaliteit in kunsteducatie op locatie heb ik gekeken naar:

- Waar organisatoren op letten bij het kiezen van kunstenaars. - Wat organisatoren kwaliteitskenmerken vinden van een goed kunsteducatief project. - Waar bemiddelaars op letten bij het matchen van kunstenaar en organisator. - Waarin locaties zich van elkaar onderscheiden wat betreft organisatie. - Waar bik‟ers rekening mee houden op een specifieke locatie.

Gertrude Kokke is bemiddelaar tussen kunstenaars en organisatoren. Als gaat om kwaliteit in kunsteducatie op locatie, denkt zij dat het belangrijk is dat meerdere kunstenaars vanuit verschillende disciplines met elkaar samenwerken. “Je kunt dan nog meer bereiken voor kinderen. Kinderen ontdekken op deze manier dat ze ook goed in iets anders kunnen zijn. Kunstprojecten bieden andere ingangen om bij de eigenheid van kinderen te komen, dat vind ik altijd geweldig om te zien! Het is leuk dat je iets anders doet dan ze gewend zijn op school, je moet als kunstenaar wel een beetje durven en tegengas geven! Daarom is het héél belangrijk dat je tussen kunstenaar en opdrachtgever goed communiceert! Vooraf goed overleggen wat de verwachting precies is, maar daarin ook kunnen sturen. Vooral ook buiten de school moet je zelf zorgen dat alle faciliteiten aanwezig zijn. De ruimte waar je wilt gaan werken moet goed zijn. (zorgen voor tafels, stoelen/bankjes, water, licht etc.) Projecten moeten vooral uitdagend en uitnodigend zijn. Kunstenaars moeten oppassen dat het niet teveel hun eigen ding is waar ze mee bezig zijn. Het is belangrijk dat ze open blijven staan voor andere ideeën. De communicatie tussen kunstenaar en opdrachtgever is ook hier erg belangrijk!” Ra van der Hoek is (mede-)organisator en bemiddelaar tussen kunstenaars en het Martena Museum. Kwaliteit op locatie schuilt er volgens haar in dat ze niet als eenling opereren, maar verschillende disciplines samenbrengen. Ze betrekken steeds meer partijen bij hun projecten. Ze zijn creatief in de manier waarop ze kunsteducatie brengen en ze willen niet alleen kinderen begeesteren, maar mensen! “We zoeken het avontuur, niet de gebaande paden, maar steeds een stukje verder. Geld is hiervoor natuurlijk erg belangrijk! Het meeste geld komt uit de stichting maar we vragen ook een kleine bijdrage. We leveren tenslotte kwaliteit! De meerwaarde van zo‟n project is, dat kinderen schitteren op een andere manier. Soms vallen ze in de klas niet zo op en is het: let maar niet op hem… En dat je dan in zo‟n project ziet: Kijk! Zo kan het ook! Dat ze ineens geweldige dingen verzinnen. Kinderen hebben overal wel oplossingen voor, ze zijn heel vindingrijk. Onze uitdaging als kunstenaar is om dat levend te houden. Ze worden al veel teveel ingeperkt. Wij kunnen hun blik weer openen voor andere manieren van kijken.” Sandra Vermanen (bik‟er) vindt het belangrijk dat ook projecten op locatie, goed aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Volgens haar zijn de nabespreking en evaluatie, maar ook de eindpresentatie net zo belangrijk als de goede introductie. “Je zorgt altijd dat kinderen trots zijn op wat ze hebben gemaakt.”

Page 54: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

54

dat wat mijzelf inspireert wil ik graag overbrengen op kinderen

Hilda Top (bik‟er)

Kinderactiviteiten van BK050 op Festival Noorderzon - Portretschilderen http://www.cultuureducatiestad.nl/media/26288/flyer_kids-4.pdf

Page 55: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

55

4 . 2 O r g a n i s a t i e v a n k u n s t e d u c a t i e o p f e s t i v a l s Op een festival zoals “Into the Great Wide Open” of het Oerol festival, spelen de activiteiten zich op een eiland af, dat heeft verstrekkende consequenties. Als kunstenaar kun je bijvoorbeeld niet snel even naar huis om iets op te halen. Vergeet je belangrijke materialen, dan heb je een probleem… Volgens Carolien Euser (coördinator kinderactiviteiten op een festival), moet je er op een festival voor zorgen dat zowel oudere als jongere kinderen mee kunnen doen en dat sommige kinderen maar even en andere soms heel lang bezig willen zijn. Het is handig als je dan een aantal variaties op een thema hebt. “Als organisator wil je het graag aantrekkelijk voor kinderen maken, zodat ze makkelijk even kunnen aanschuiven en dus zal het direct vanaf het begin af aan helder en duidelijk moeten zijn wat ze bij jou kunnen doen. Het gaat anders dan op een school, ook om marketing. Hoe presenteer je jezelf en hoe maak je je activiteit visueel aantrekkelijk (op ooghoogte voor kinderen).” Ze zegt dat als het om kwaliteit gaat kunstenaars vooral veel enthousiasme en energie nodig hebben en met mooie, verrassende, vernieuwende ideeën moeten komen. “Het mag net even iets anders dan normaal, het mag een beetje gek zijn. Het is leuk als kinderen iets heel anders kunnen doen dan op school. Kunstenaars die op een locatie met kinderen werken, moeten wel een beetje praktische types zijn. Het is handig als ze in staat zijn om snel te schakelen, dit even zus en dat even zo, dat ze snel kunnen improviseren. Het creatieve proces is hier veel minder beheersbaar dan op een school. Je hebt rekening te houden met de dynamiek van het festival en de omstandigheden. Het is echt nodig om een beetje flexibel te zijn.”

Kwaliteitskenmerken die je daar volgens haar aan kan koppelen zijn: Enthousiasme en energie. Mooie, verrassende en vernieuwende ideeën hebben. Praktisch ingesteld zijn: types die snel kunnen schakelen, dit even zus en dat even zo. Snel kunnen improviseren. Flexibel en sociaal zijn. Een goed thematisch plan in elkaar kunnen zetten. Artistiek zijn. Goed kunnen omgaan met kinderen.

Verder moet je volgens haar ook rekening houden met de ouders, zij zijn (anders dan op een school) meestal in de buurt en willen hun kinderen soms een handje helpen. “Vergeet ook niet dat ouders op zo‟n festival ook vaak mee willen kijken of juist samen met hun kind(eren) een uurtje bezig willen zijn. Ook daar moet je dan open voor staan en de juiste houding in weten te vinden.“ Volgens Hilda Top (bik‟er) is dat soms handig, maar vaak ook lastig. Soms willen ouders het teveel van de kunstenaar/docent overnemen en gaat dit ten koste van de eigenheid van het kind. Volgens haar vinden volwassenen het vaak moeilijker dan kinderen om buiten de kaders te denken. Volgens Carolien is het nog best lastig om uit een groot aanbod (van bik‟ers) de juiste kunstenaar te kiezen: “Soms zie je een geweldig project en zijn de kunstenaars nog niet zo ervaren, maar wel heel erg enthousiast! In zo‟n geval bied ik wat extra ondersteuning en hebben we in de aanloopfase wat meer contact. Maar je moet wel een beetje aan kunnen voelen of ze het ook werkelijk aankunnen. Dat gaat gelukkig bijna altijd goed, hoewel je soms ook prachtige projecten hebt, waar kinderen steeds aan voorbij lopen. Je moet als kunstenaar dus niet alleen zorgen voor een mooi project, maar ook voor een visuele start. Het moet voor kinderen direct duidelijk zijn wat ze kunnen doen of maken. Verder probeer ik er op te letten dat de kunstenaar/begeleider een beetje flexibel is en snel kan schakelen, je moet enthousiast en een beetje gek zijn, praktisch ingesteld, soepel kunnen werken en snel kunnen improviseren. Verder moet je goed luisteren naar kinderen en betrokken zijn. Bij grote projecten kan je zorgen dat het behapbaar blijft door vrijwilligers in te schakelen. Hoe vaker je soortgelijke activiteiten organiseert, des te beter gaat het in de praktijk.” Uit de verschillende interviews is gebleken dat het bij het organiseren van kunsteducatie op locatie verder gaat dan alleen het inhoudelijke aspect van de workshops en de kwaliteiten van de kunstenaar.

Page 56: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

56

De „Watermonsters‟ project en foto‟s van Floor Coolsma en Marleen van den Heuvel

zorg dat het kinderen aanspreekt, dat het visueel aantrekkeli jk is, een presentatie op kinderooghoogte

Carolien Euser (coördinator kinderactiviteiten)

Page 57: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

57

Vanuit het gezichtspunt van de kunstenaar is het volgens Hilda Top van groot belang dat de randvoorwaarden op locatie goed zijn: “Op locatie krijg je ineens veel meer te maken met de organisatie van het project, je moet veel meer zelf regelen. Goede communicatie is heel belangrijk, af en toe ben je bijna een sociaal werker.

Soms moet je zelf achter subsidie aan. Of eindigt een project waar met veel enthousiasme (en tijd!) aan gewerkt is, wegens gebrek aan financiële middelen of mankracht.

Maar ook als de randvoorwaarden goed zijn, kun je beter goed voorbereid aan een project beginnen. Neem zoveel mogelijk alles zelf mee, zodat je niet teveel afhankelijk bent van anderen. Dat zorgt voor rust. (vooral als je afhankelijk bent van apparatuur).

Een project buiten verloopt minder gestructureerd dan op een school. Je moet kunnen werken in een vrijere omgeving, flexibiliteit en improvisatievermogen zijn nodig. Zorg ervoor dat het kinderen aanspreekt, je moet kinderen kunnen stimuleren en enthousiasmeren.” In de voorbereiding op kunsteducatieve activiteiten is het mogelijk om je als kunstenaar of organisator praktisch voor te bereiden op alle mogelijke verrassingen door je „wat als‟-vragen te stellen: “Wat doe je als de stroom uitvalt, of wat doe je met slecht weer?” Eigen ervaring: Uit mijn eigen ervaring is gebleken dat het goed werkt als organisator en kunstenaar vooraf met elkaar een projectplan vaststellen. Een voorbeeld van een projectplan die je tijdens de bik-opleiding leert maken is de volgende:

1 Gegevens: Naam project - Totale looptijd - Korte inhoudsomschrijving 2. Gegevens betrokkenen: Projectleider, kunstenaar, medewerkers, partners, vrijwilligers 3. Aanleiding: in een museum bijv. n.a.v. de tentoonstelling, of n.a.v. de doelstelling van een festival,

een feest in de wijk met een specifiek thema of een specifieke doelgroep of plek, Kinderboekenweek, bevrijdingsfestival, open monumentendagen etc.

4. Vraagstelling (probleemstelling) Is het mogelijk (reëel) om….. binnen een bepaalde tijd,

rekening houdend met doelgroep, locatie, leeftijd, materiaal, korte of langere tijd. 5. Missie: een ervaring die ze nooit zullen vergeten, kinderen een gevoel voor kunst mee geven, mooie

dingen maken, experimenteren, open staan voor nieuwe ideeën 6. Doelstellingen: kinderen meenemen in een artistiek proces, 7. Kwaliteit: in een relatief korte tijd, op een bijzondere locatie, een kunsteducatieve activiteit 8. Organisatie: bekijk wat je nodig hebt aan voorbereiding, vervoer, materialen, opruimen etc. 9. Faciliteiten: tafels, stoelen, stromend water, elektriciteit.

10. Tijd: een uur, een dagdeel, een weekend (zo laat beginnen en zo laat eindigen) 11. Informatie: adres, telefoonnummer, e-mail, website. 12. Geld: van tevoren afspraken maken over reis- en materiaalkosten, uurtarief, voorbereiding- en

ontwikkelingstijd. Begroting en voorlopige kostenraming. 13. Risicoanalyse: rekening houden met weersomstandigheden, voldoende materiaal mee, eigen spullen

meenemen. Dit is niet alleen handig voor jezelf als checklist, maar ook voor de eventuele opdrachtgever. Een projectplan zoals hierboven beschreven is vrij uitgebreid, maar het kan ook best compact.

21

Pot, L. (2006) Kunst in Zaken: Gids voorcultureel ondernemerschap, Den Haag, Academic Service (pp. 55)

Leo Pot21

zegt in zijn boekje „Kunst in Zaken‟: “Vuistregel is dat je alleen contractafspraken maakt voor de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden”. En ook: “De afspraken die je maakt moeten SMART zijn: Specifiek,Meetbaar, Acceptabel, Reëel en Tijdgebonden.”

Page 58: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

58

jong geleerd is oud gedaan werken met je ogen, je handen en je hart!

Museum de Buitenplaats over kunsteducatie

Page 59: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

59

4 . 3 Organisatie van kunsteducatie in musea

Voor dit onderzoek heb ik drie bik‟ers geïnterviewd die ervaring hebben met kortdurende, eenmalige activiteiten in verschillende musea. Ra van der Hoek is één van die bik‟ers maar ze heeft zich na het afronden van de bik-opleiding ontwikkeld als organisator en zij is in dit interview geen uitvoerend kunstenaar, maar bemiddelaar van kunsteducatieve projecten in samenwerking met het museum.

Om kinderen al op jonge leeftijd in aanraking te laten komen met kunst, hebben een aantal organisatoren op locatie bik‟ers de mogelijkheid geboden om kunsteducatieve activiteiten te ontwikkelen voor hun locatie. In een aantal gevallen start de samenwerking al tijdens de bik-opleiding. Tijdens de bik-opleiding leren bik‟ers namelijk verschillende kunstprojecten te ontwikkelen voor diverse doelgroepen. Eén van de opdrachten binnen de opleiding was om een miniproject rondom een kunst- of cultuuruiting of cultureel erfgoed te ontwikkelen. De kunstuiting kon uiteenlopend zijn: een museumbezoek, een beeldenroute, een kunstwerk of cultureel erfgoed in de omgeving. De bedoeling was om kinderen mee te nemen en de elementen actief, receptief en reflectief moesten een plek krijgen in het project. In de beginsituatie van zo‟n kunstproject gaat de bik‟er uit van wat weten/kennen/kunnen de kinderen al. Waar sluit je op aan? Wat wil je dat ze beleven/ervaren/leren/kunnen? Vervolgens besluit je wat je met de kinderen wilt gaan doen en hoe je te werk gaat. De organisatie vóór tijdens en na de activiteit, de werkvormen en groeperingvormen, de begeleiding en evaluatie, alles komt aan de orde. De hierin opgedane vaardigheden zijn de geïnterviewde bik‟ers goed van pas gekomen bij het werken op locatie. Via een telefonisch interview vroeg ik Ate Wiersma (bik‟er) naar zijn ervaring in het museum de Buitenplaats. Zijn kunsteducatieve projecten kwamen al tijdens de bik-opleiding tot stand in samenwerking met scholen en dit museum.

Martena Museum Ra van der Hoek (bik‟er) zegt dat het scheelt als je vaker een project in samenwerking met een locatie hebt gedaan. Het helpt bij het zelfstandig ontwikkelen van eigen initiatieven. Tijdens interview vertelt ze dat ze een samenwerkingsverband is aangegaan met de Coba de Groot Stichting en het Martena Museum. Met OladieCoba heeft ze inmiddels een eigen organisatie en gaan ze in op vragen van scholen.

“We werken een gezamenlijk thema uit waar verschillende kunstenaars bij gezocht worden. We proberen een verdieping aan te brengen door een stapje verder te gaan dan „gewone‟ kunsteducatie. We werken met kunstenaars die iets héél bijzonders doen. Zo hadden we een project rondom film en dan maken kinderen eerst het script, dan de animaties en uiteindelijk komt er ook een echte filmpremière met paparazzi, en het voorstel om in gala te gaan kwam van de kinderen zelf! Met zo‟n project werken we samen met bedrijven, maar ook met de schouwburg en de plaatselijke middenstand.

Het bijzondere is dat we de projecten uit de school halen. Woensdagmiddag bieden we een Masterclass aan op een bijzondere locatie en na afloop volgt er een tentoonstelling in Museum Martena. Tijdens de opening wordt de winnaar van de OladieCobaprijs bekend gemaakt, de hele familie komt mee en kinderen zijn erg trots dat hun werk echt mooi tentoongesteld wordt. Het is talentontwikkeling op professioneel niveau. Topsport!

De meerwaarde van zo‟n locatie is dat het werk er beter tot z‟n recht komt en dat het veel zichtbaarder is voor de omgeving. Uit de klas en in de wereld! Het is een heel dynamisch gebeuren en iedereen is zeer enthousiast! En de drempel naar een museum is dan ook ineens lager. De hele familie komt kijken, opa‟s en oma‟s vriendjes en vriendinnetjes….

De impact is groot. We komen bij de kinderen thuis om te fotograferen en het leeft daarom ook erg bij de ouders!”

Page 60: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

60

Betrokkenheid in actieve kunstcreatie en -presentatie leidt tot bijzondere leerresultaten en prestaties. De voordelen van presentaties en tentoonstellingen zijn evident in kwaliteitsvolle kunstprogramma‟s. Tentoonstellingen en presentaties leveren de deelnemers eer en schouderklopjes op en promoten het goede van kunst bij het grotere publiek.

Ann Bamford (september 2007)

Page 61: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

61

Werkwijze Ate:

Ate werkt samen met basisscholen en wordt als kunstenaar/schilder gevraagd voor schilderslessen. Voor zijn workshops draagt hij een stofjas die stijf staat van de verf, het is zijn handelsmerk en zo laat hij kinderen goed zien dat hij een schilder is. Hij is een opvallende persoonlijkheid, is zeer expressief en hij mag graag een beetje gek doen. Na een korte introductie neemt hij leerlingen mee voor een bezoek aan het museum. Na het bezichtigen van de schilderijen mogen kinderen één schilderij uitzoeken om na te schilderen. In het museum worden schetsen gemaakt die op school worden uitgewerkt tot grote schilderijen. Ze leren van een vakman over schildertechnieken en ze maken zelf een groot schilderij. De resultaten zijn na afloop te bewonderen in het museum. Het gaat om een afgebakende eenmalige activiteit die buiten het lesprogramma van de school valt. Volgens Ate is het prima te doen om met kinderen in een museum te werken: “Kinderen zijn automatisch onder de indruk van de omgeving en je kunt ze heel goed duidelijk maken dat ze zich in het museum moeten gedragen”. Als ik hem vraag naar de meerwaarde van kunsteducatie op locatie, dan begint hij te lachen. “Dat kun je toch zelf ook wel verzinnen?” Volgens hem is het namelijk heel logisch dat een project op zo‟n bijzondere locatie een veel grotere impact op kinderen heeft dan wanneer je in de klas lesgeeft. En als ik toch doorvraag dan legt hij uit dat kinderen beter naar de kunstwerken kijken, als ze er ook zelf een echt schilderij van moeten maken. Ze proberen de schilderijen zo goed mogelijk na te tekenen. En natuurlijk maakt het heel veel uit dat de werken na afloop in het museum tentoongesteld worden!

Het effect van toewerken naar een presentatie is in dit geval erg waardevol. Dit sluit goed aan bij wat de literatuur hier over zegt, want ook volgens Ann Bamford

22 moeten proces en product duidelijk met

elkaar verbonden zijn: “De kunstwerken van de kinderen worden op locatie goed gepresenteerd, zodat de kinderen het gevoel krijgen zelf ook kunstenaars te zijn. Tentoonstellingen als onderdeel van een hoogwaardig kunstprogramma geven kinderen meer vertrouwen, toewijding en betrokkenheid bij kunst en zijn (voor de meeste kinderen) memorabele hoogtepunten in hun schooltijd.”

Werkwijze Museum de Buitenplaats

Museum de Buitenplaats organiseert voor elke tentoonstelling een speciale middag waar kinderen naar aanleiding van de tentoonstelling zelf aan het werk kunnen en waar na afloop het werk mooi gepresenteerd wordt in het museum. Ik spreek naar aanleiding van oktobermaand kindermaand, de organisatoren van deze kunsteducatieve middag. Zij vertellen dat Museum de Buitenplaats een particulier museum is en afhankelijk is van vrijwilligers. Voor leerlingen van de basisschool, verzorgen zij bij iedere tentoonstelling een speciaal educatief programma met een interactieve rondleiding langs de interessantste werken van de lopende tentoonstelling en een Kijkwijzer. Bij mooi weer kunnen kinderen ook de museumtuin verkennen waar in de zomer beelden staan opgesteld. Het museum heeft hiervoor twee vaste medewerkers in dienst en vrijwilligers krijgen een training vanuit het museum. Deze educatieve medewerkers hebben een didactische achtergrond en waren veelal werkzaam in het onderwijs, ze hebben affiniteit met kinderen en beeldende kunst. Los van de rondleidingen voor het basisonderwijs, organiseren zij bij elke tentoonstelling een speciale kindermiddag. Er is veel aandacht voor de eigenheid en de creativiteit van ieder kind afzonderlijk en er zijn verschillende materialen waar ze mee kunnen werken. Kinderen zijn vrij om hierin eigen keuzes te maken. Op een kindermiddag speelt educatie een ondergeschikte rol en gaat het meer om een leuke activiteit. Door ervaring is gebleken dat je het beste kunt kiezen voor een afgebakende activiteit met een begin en een eindtijd. De kinderen krijgen eerst een korte introductie en gaan dan zelf aan de slag onder leiding van vrijwilligers van de educatieve dienst. Tijdens mijn bezoek maken kinderen Paradijsvogels en aan het eind zweven alle vogels door de lucht in het museum! Volgens één van de medewerkers zijn kinderen hier vrijer dan op school en worden ze uitgedaagd om hun eigen oplossingen te zoeken. “Werken met je ogen, je handen en je hart! Het gaat om kijken, doen en hun persoonlijke interesse. Onze visie op kunsteducatie is: Jong geleerd, oud gedaan en we hopen natuurlijk dat kinderen hierdoor vaker het museum gaan bezoeken.” 22

Bamford , A. (2007), “Cultuur en School”, uit Bulletin Cultuur&School nr. 50 januari ‟08.

Kunstproject groep 7 Wij zijn samen met juf Claartje, juf Marie-José en Ate Wiersma naar het museum de Buitenplaats in Eelde geweest. Wij hebben daar een schilderij of een stukje ervan geschetst. Daarna hebben we op school van onze schets een schilderij gemaakt. Er zijn vijf schilderijen uitgekozen en die hangen waarschijnlijk na de krokusvakantie in het museum. Het was een heel leuk project!

Page 62: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

62

zorg voor variatie en verrassingselementen wissel serieuze momenten af met humor

speel met contrasten, zorg dat het spannend blijft

M. Bos en J. Rippen

Page 63: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

63

Museumbezoek Groninger Museum

In het Groninger Museum kunnen kinderen buiten schooltijd via de Junior Club zo‟n vier keer per jaar een workshop volgen naar aanleiding van een nieuwe tentoonstelling. Los daarvan kun je in overleg met de educatieve dienst met een groep kinderen een rondleiding krijgen en aansluitend aan het werk in het kinderatelier. Samen met collega-bik‟er Hilda Top, zijn we voor dit onderzoek, na overleg met de educatieve dienst, zelfstandig met kinderen van een kindercursus, als eenmalige activiteit naar het Groninger Museum gegaan. Vijftien kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar hebben ervoor gekozen om in hun vrije tijd de tentoonstelling “De Vuurvogel” van Othilia Verdurmen te bezoeken met een daaraan gekoppelde kunsteducatieve les. Een kort persoonlijk verslag van dit bezoek en de werkwijze van de les: In een museum gelden een aantal regels waar je als kunstenaar/begeleider van een groep kinderen rekening mee dient te houden. Je werkt te midden van kostbare en soms kwetsbare kunst. En het gaat hier om een afgebakende activiteit waar kinderen niet zomaar in en uit kunnen lopen. Met de ouders maak je daarom afspraken over aanvangstijd en tijdsduur. In het museum zorg je er als begeleider voor dat de groep bij elkaar blijft en dat kinderen niet gaan rennen of ergens aan zitten. Het is handig als je dit bij aanvang van de activiteit afspreekt, zodat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. In verband met de tijdsduur van het bezoek leek het ons zinvol om niet uitvoerig de hele tentoonstelling te bekijken, maar een aantal onderdelen uit lichten en alleen op de Vuurvogel door te werken. Kinderen mogen in het Groninger museum alleen papier en potlood meenemen. Als je met andere materialen wilt werken, dan kun je na afloop terecht in het kinderatelier of anders uitwijken naar een eigen locatie. Tijdens het kijken naar de tentoonstelling (voorstelling) hebben de kinderen terplekke met potlood alvast een schetsontwerp gemaakt.

Tijdens het museumbezoek is ervoor gezorgd dat kinderen zich niet gingen vervelen door te variëren in activiteiten. Eerst hebben we een korte rondleiding door het museum gegeven en iets verteld over de Vuurvogel als kunstwerk. Er is heel specifiek voor de Vuurvogel gekozen vanwege de verschillende materialen, het licht en de kleuren. Het is een groot kunstwerk waar de kinderen omheen kunnen lopen en er hoort een korte voorstelling met geluid bij. Al deze elementen maakten ons enthousiast en nodigen uit om met kinderen op door te werken. De locatie biedt kinderen een mooie kans om eens in het museum te kijken. Bij het bekijken van de Vuurvogel, vonden sommige kinderen de bijbehorende muziek een beetje eng en wilden ze gerustgesteld worden. Dicht bij elkaar en het liefst zo dicht mogelijk bij ons. Na afloop van de voorstelling gaat het gordijn open en komt de Vuurvogel tevoorschijn. Nadat de kinderen goed hebben kunnen kijken, hebben we op een rustig plekje iets over de muziek en het verhaal van de vuurvogel verteld. Daarna waren de kinderen vrij om schetsen en aantekeningen te maken voor het ontwerp van een eigen fabeldier. Ze hadden alle gelegenheid om goed te kijken en rondom de Vuurvogel schetsen te maken. De kinderen waren allemaal erg enthousiast en wilden graag nog langer in het museum blijven. Een aantal ouders heeft hier nog extra tijd voor uitgetrokken. Het werd voor de kinderen extra interessant door het feit dat de kunstenares zelf aanwezig was. Ze hebben haar terplekke allerlei vragen gesteld. Over materiaalgebruik en inspiratie vertelde de kunstenares dat ze zelf als kind van alles verzamelde en van haar moeder gelukkig af en toe midden in een enorme berg rommel de meest prachtige dingen kon knutselen. Ze vertelde aan de kinderen dat het heel belangrijk is dat je materialen kiest die jijzelf mooi vindt en dat het hun eigen keuze is waar ze mee gaan werken. Haar verhaal sloot goed aan bij de opdracht die de kinderen mee naar huis kregen: Ze mochten een eigen fabeldier ontwerpen, de manier van werken is helemaal vrij en ze mogen heel veel verschillende materialen gebruiken. Aan de opdracht was een wedstrijd verbonden om de kinderen te motiveren in de vakantie te laten knutselen. Alle deelnemers kregen een oorkonde en een prijs en de fabeldieren werden tentoongesteld in het Kunstencentrum.

Page 64: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

64

De „Vuurvogel‟ in het Groninger Museum, gekoppeld aan een kunsteducatieve les en de trotse winnaar van de wedstrijd

kinderen laten zien hoe mooi iets is, dat v ind ik echt heel belangri jk!

zorg dat ze trots zi jn op wat ze maken

Hilda Top (bik‟er)

Page 65: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

65

4 . 4 C o n c l u s i e s ( v o o r f e s t i v a l s e n m u s e a ) Elke locatie heeft zijn eigen dynamiek en voor elke locatie gelden er specifieke voorwaarden voor kwaliteit als het gaat om kunsteducatie. Festivals: Voor projecten waar kinderen op elk moment kunnen aanschuiven, heb je als kunstenaar rekening te houden met andere (toegevoegde) voorwaarden voor kwaliteit en gaat het om de impact van kunsteducatie voor een kort moment. De presentatie is hier dus heel belangrijk, want je wilt graag dat kinderen meedoen en dat het ze bijblijft. De kwaliteit van een dergelijk project schuilt erin dat je als kunstenaar: - kunt inspelen op de tijdsduur van de activiteit en voldoende didactische en pedagogische vaardigheden hebt ontwikkeld om kinderen voor korte en langere tijd bezig te houden. - het eventuele beoogde eindresultaat op één of andere manier zichtbaar maakt in de presentatie van de activiteit. Het mag er dus spectaculair uitzien! - duidelijke voorbeelden hebt om voor kinderen te laten zien wat ze op deze locatie kunnen doen. - kinderen in korte tijd weet mee te nemen, dat je ze kan verwonderen en verbazen. - zorgt dat kinderen meteen aan het werk kunnen. In samenwerking met de organisator zorgt de kunstenaar dat alle faciliteiten aanwezig zijn. De ruimte waar gewerkt wordt moet goed zijn (evt. overdekt, genoeg werkruimte, water, etc.) Kunstenaars en organisatoren overleggen goed met elkaar over wederzijdse verwachtingen. Musea: In een museum gelden regels en kinderen komen meestal in een groep. De activiteit heeft een duidelijk begin en een einde. Hier schuilt de kwaliteit in: - Het bij elkaar houden van de groep - Variatie aanbrengen in de activiteit. - Focus aanbrengen op één kunstwerk of thema uit de expositie. De voorwaarden voor het werken in een museum zijn: - Je houden aan de regels van het museum. - Als kunstenaar ervoor zorgen dat de kinderen zich niet gaan vervelen en dat ze zich gedragen

volgens de regels van de locatie. - Je bezoek aankondigen en goede afspraken maken met de educatieve dienst.

In samenwerking met de organisator zorgt de kunstenaar voor een eindpresentatie in het museum. De kwaliteit van een dergelijke afsluiting schuilt erin dat kinderen trots zijn op wat ze gemaakt hebben en zodoende meer vertrouwen, toewijding en betrokkenheid bij kunst krijgen.

Page 66: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

66

Foto: Carolien Euser

je hebt maar kort de ti jd om even een relatie aan te gaan of iets aan te reiken

je workshop is op een festival niet iets wat je kunt ontwikkelen, het moet direct staan!

Carolien Euser

Page 67: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

67

5 R ES U LT AT EN EN C ON C LU SI E S

5 . 1 L i t e r a t u u r o v e r k w a l i t e i t i n k u n s t e d u c a t i e Kunsteducatie gaat over kunst en om alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Kunstbeoefening, kunstbezoek en het verbinden daarvan (respectievelijk de actieve, receptieve en reflectieve vormen van kunsteducatie) leveren in combinatie de effectiefste vorm van kunsteducatie op. Veel richtlijnen voor kunsteducatie zijn geformuleerd vanuit het onderwijs, maar als het gaat om eenmalige kunsteducatieve activiteiten zijn ze op een aantal punten ook van toepassing op locatie: 1. Zowel binnen als buiten het onderwijs is het belangrijk dat je zelf een kunstvak uitoefent en creatieve

vaardigheden goed op kinderen kunt overbrengen voor het geven van kunsteducatieve activiteiten. 2. Kunsteducatieve activiteiten sluiten aan bij het ontwikkelingsniveau van kinderen en worden op

maat voor deze kinderen aangeboden, het kind staat centraal. Het werk dat de kinderen maken, is gebaseerd op wat ze hebben gezien en ervaren. Het gaat om ervaring en beleving.

3. Bij aanvang van een activiteit worden alle kinderen voorbereid op de activiteit zodat zij weten wat er van hen verwacht kan worden en wat zij kunnen verwachten. Het gaat om het creatieve proces, waarbij het van belang is dat de kinderen creëren en niet zozeer om het resultaat.

4. Het gaat erom dat je kinderen een sleutelervaring een wow-gevoel, een positief schrikeffect en/of een magisch moment wilt laten beleven.

5. Als kunstenaar/ docent gaat het vooral om betrokkenheid: luisteren naar kinderen, ze aanmoedigen en ze verder zélf aan het werk zetten. Meer concreet gaat het erom kinderen ontdekkingen te laten doen over kunstwerken, over het onderwerp, materialen en materiaalgebruik, de wereld en zichzelf. Hun leefwereld vormt het uitgangspunt en kunst het belangrijkste middel.

6. Er is een grotere kans op succes wanneer een project leerzaam is, interessant is en de tijdsduur goed is.

7. Een eigen visie op kunsteducatie van zowel de opdrachtgever als de kunstenaar is belangrijk. Voor een goede samenwerking tussen kunstenaar en opdrachtgever gaat het om de uitwisseling van visies en reflecteren op elkaar. Zij hebben een gedeelde verantwoordelijkheid als het gaat om wat je met kunsteducatieve activiteiten voor kinderen wilt bereiken.

8. Als kunstenaar/docent doe je aan zelfreflectie en systematische reflectie op de activiteit.

5 . 2 B i k ’ e r s o v e r kw a l i t e i t i n k u n s t e d u c a t i e Bik‟ers willen graag hun visie op kunst overbrengen op kinderen en ze een unieke, blijvende ervaring meegeven. Ze vinden het belangrijk dat kinderen trots zijn op wat ze gemaakt hebben en dat kinderen meer kunnen dan ze denken! Aandachtspunten voor kunsteducatie op locatie zijn volgens bik‟ers: - Als (bik)kunstenaar/docent zorg je dat een project aansluit bij de belevingswereld van kinderen, je

toont inzet en neemt tijd om kinderen enthousiast te maken voor kunst. - Zorg dat je bevlogen en gedreven bent om jouw eigen passie over te brengen op kinderen. - Zorg dat je kinderen weet te inspireren, zodat ze terugkijken op een fijne en vooral unieke ervaring. - Leer kinderen kijken naar de dingen om zich heen, dan gaat er een wereld van inspiratie voor ze

open. Het gaat om doen, durven, ontdekken en zichzelf verbazen. - Wil je een kunstproject met passie en enthousiasme overbrengen, dan moet Kunst en Cultuur als

bloed door je aderen stromen. - Je kunt bogen op je ervaring, maar het mag nooit een sleur worden! Het moet jezelf blijven raken. - Let vooral op het proces en de eigenheid van het kind. Laat ze zichzelf zijn en geef ze de ruimte en

vrijheid om iets van zichzelf te laten zien. - Weet hoe je kinderen moet aanspreken (marketing op kinderniveau en goed kunnen omgaan met

kinderen). - Leg een basis waardoor ze in de toekomst anders naar de wereld om zich heen kijken.

Page 68: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

68

Foto‟s van www.hotmamahot.nl en festival www.intothegratwideopen.nl

Hotmamahot doet als collectief spannende dingen voor kinderen maar ze spelen ook in op de dynamiek van een festival

en wat anderen daar doen

Carolien Euser (organisator)

Page 69: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

69

- Kunsteducatie heeft te maken met bezieling, verbinding en beleving. Sta in verbinding met je zelf, de ander en de omgeving. Kinderen beleven pas iets als je de activiteit betekenis kan geven. (bijvoorbeeld iets in de geschiedenis, in de tijd, in de wereld, de natuur, het grote geheel).

- Laat kinderen ervaren dat ieder individu een deel is van een groter geheel. Dat ze door samen te werken iets moois kunnen maken. Iets waar ze trots op kunnen zijn!

- Zorg ervoor dat je kinderen stimuleert en enthousiast maakt, dat kinderen er blij van worden! Je weet er een feestje van te maken door met enthousiasme en energie, er helemaal voor te gaan!

- Geef kinderen een unieke en blijvende ervaring mee. - Zorg dat de randvoorwaarden op de locatie goed zijn en alle faciliteiten aanwezig zijn om goed te

kunnen werken. - Begin goed voorbereid aan een project en neem zoveel mogelijk alles zelf mee. - Maak een voorbeeld voor kinderen, zodat ze in één oogopslag kunnen zien wat de bedoeling is en

presenteer op ooghoogte voor kinderen. - Je moet betrokkenheid tonen maar ook bereid zijn om jezelf te blijven ontwikkelen. - Speel in op de behoefte van de opdrachtgever en kom met originele, verrassende en vernieuwende

ideeën. Wees artistiek en „een beetje gek‟. - Zorg dat je praktisch ingesteld bent: snel kunnen schakelen en improviseren. - Wees flexibel en sociaal. - Blijf open staan voor nieuwe dingen en durf buiten de kaders te denken!

5 . 3 O r g a n i s a t o r e n e n b e m i d d e l a a r s o v e r k w a l i t e i t i n k u n s t e d u c a t i e Aandachtspunten die organisatoren en bemiddelaars noemen zijn: - De samenwerking en communicatie tussen kunstenaar en opdrachtgever is héél belangrijk! - Maak gezamenlijk contractafspraken voor de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden. - De afspraken die je maakt moeten SMART zijn: Specifiek,Meetbaar, Acceptabel, Reëel en

Tijdgebonden. - Overleg vooraf goed met elkaar wat de verwachtingen precies zijn, maar weet daarin ook te sturen.

Het is leuk dat er iets anders gebeurt dan je gewend bent. Wees niet bang voor een beetje lef en tegengas van kunstenaars, hieruit ontstaan vaak mooie dingen.

- Werk met kunstenaars die zich durven te ontwikkelen en blijven openstaan voor nieuwe dingen, kunstenaars die buiten de kaders denken en flexibel zijn.

- Werk met kunstenaars die kunnen bogen op ervaring. - Werk samen met kunstenaars die betrokkenheid tonen en bereid om zichzelf te blijven ontwikkelen. - Zorg ervoor dat je met mensen werkt die er helemaal voor gaan! Het gaat om passie en bezieling. - Zorg dat je een netwerk opbouwt en maak gebruik van de kennis en deskundigheid van

bemiddelaars in de kunst- en cultuursector.

5 . 4 E i n d c o n c l u s i e s u i t l i t e r a t u u r e n i n t e r v i e w s

De conclusies uit literatuuronderzoek sluiten goed aan bij de meningen van de geïnterviewde kunstenaars, organisatoren en bemiddelaars. Kwaliteitseisen aan KE in onderwijs zijn grotendeels ook te gebruiken op locatie. Op locatie spelen ook andere factoren een rol. Er zijn verschillende partijen bij betrokken. Kwaliteit van kunsteducatie op locaties is een samenspel tussen deze verschillende partijen, die allemaal hun eigen verwachtingen, belangen en verantwoordelijkheden daarin hebben. Belangrijk voor de kwaliteit is afstemming tussen deze belanghebbenden. Een bik‟er heeft tijdens de opleiding een goede basis meegekregen voor kunsteducatie op locatie. De persoon en ervaring van de kunstenaar spelen daarnaast een belangrijke rol, evenals passie en visie. Om kinderen mee te slepen en op festivals te kunnen werken hebben bik‟ers een grote dosis inlevingsvermogen en doorzettingsvermogen nodig.. Op locatie leren kinderen vrijwillig. Toch gaat het om educatie, want een bik‟er gebruikt de methoden van formeel leren in een informeel jasje. Zowel bij festivals als bij kunsteducatieve projecten in musea kunnen leeractiviteiten worden gestimuleerd om zo ervaringen om te zetten in een informele leerervaring.

Page 70: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

70

Samenwerkingsproject van Hotmamahot en het „Vindselmuseum‟ van Nicole Kroonenberg fotografie: Into the Great Wide Open

het is een soort verliefdheid

het maakt je sprakeloos

een positieve blikseminslag

Villa Zebra over het begrip sleutelervaring

Page 71: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

71

Er zijn verschillen tussen locaties, dit vraagt specifieke vaardigheden van bik‟ers met betrekking tot pedagogiek, didactiek en organisatievermogen. Organisatoren van kunsteducatieve activiteiten op locatie verhogen volgens bik‟ers de kwaliteit van kunsteducatie als zij werken vanuit visie en letten op de ervaring van de kunstenaars. Volgens organisatoren kunnen zowel bik‟ers als andere kunstenaars kwaliteit leveren, mits zij aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Belangrijk voor het welslagen van een kunsteducatieve activiteit op locatie is marketing en PR op kinderniveau, in een vorm die ouders en kinderen verleidt. Organisatoren van verschillende locaties onderschrijven het belang van kunsteducatie, een duidelijke visie hierop verdient daarom aanbeveling. Een goede kunsteducatieve ervaring die wordt opgedaan op een locatie kan zorgen voor een leerervaring die de kinderen een leven lang bijblijft. Voor organisatoren op locatie schuilt de kwaliteit van een dergelijke positieve ervaring in het feit dat bezoekers waarschijnlijk nog een keer terugkomen. Een versterkte beleving zorgt voor klantenbinding. Cruciaal is de rol van de bemiddelaar. Bemiddelaars in kunsteducatief aanbod kunnen organisatoren op locatie de kans bieden om te kiezen voor een kwalitatief hoogwaardig kunsteducatief aanbod. Bemiddelaars kunnen beleidsaanbeveling voor locaties doen en de belangrijke waarde voor de samenleving onderbouwen.

Inleiding checklist

Uit de resultaten en conclusies uit de literatuur en praktijk, is een checklist ontstaan die geschreven is voor kunstenaars, organisatoren en bemiddelaars. Opengeslagen is de checklist te lezen vanuit bijvoorbeeld de praktijkervaring van kunstenaars met betrekking tot de activiteit, of vanuit diezelfde praktijkervaring met tips voor andere kunstenaars, of tips met betrekking tot educatie. Door gebruik te maken van de checklist, kun je op deze manier als organisator ook reflecteren op je eigen activiteiten.

Page 72: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

72

C H E C K LI ST met aandachtspunten bij het organiseren, bemiddelen en uitvoeren van een kunstedu

Check

m.b.t. Activiteit

voor kinderen van 4 tot 12 jaar

m.b.t. Kunstenaars

Geformuleerd vanuit de literatuur:

- Receptieve en actieve onderdelen vormen één geheel. - Activiteit moet uitdagend, prikkelend en spannend zijn. - Laat kinderen vrij in hun eigen keuze. - Kunstenaars hebben een systematische reflectie op de

activiteit. - Ontwikkel voor de doelgroep geschikte kunsteducatieve

activiteiten.

- Wees je bewust van je visie en toon waar vanuit het

product wordt ontwikkeld - Sluit aan bij de belevingswereld van kinderen. - Creëer een ervaring die een andere wereld opent

door beleving die oproept tot verwondering - Toon authenticiteit en reflecteer op jezelf en de

activiteit.

Geformuleerd vanuit de Bik:

- De activiteit nodigt uit om het creatieve proces bij kinderen te stimuleren.

- De activiteit sluit aan bij de belevingswereld van kinderen.

- Praat en filosofeer over de activiteit met kinderen. - Reflecteer met kinderen wat je gedaan hebt. - Zorg voor een mooie (eind) presentatie.

- Zorg voor een goed projectplan in tijd, geld en

organisatie. - Je weet het creatieve proces van kinderen te

faciliteren (zorg zelf voor benodigde materialen). - Zorg dat je visie en handelen effectief en efficiënt kunt

overbrengen, afstemmen en verantwoorden. - Denk vanuit je ondernemerschap en wees gericht op

je omgeving.

Geformuleerd vanuit de praktijkervaring van de kunstenaar

- Activiteit moet uitdagend, prikkelend en spannend zijn. - Zorg voor een inspirerende omgeving die uitnodigt om

mee te doen. - Zorg dat kinderen trots zijn op het (eind) product. - Zorg ervoor dat de activiteit leuk genoeg is! - Check of de activiteit aan de eisen van de locatie

voldoet. - Houd er rekening mee dat kinderen makkelijk aan

kunnen schuiven. - Investeer in je project en doe onderzoek.

- Zorg dat je kinderen kunt inspireren; zowel de inhoud

als het proces is belangrijk. - Hou rekening met ouders die soms blijven assisteren - Zorg voor een goede communicatie en hou rekening

met de wensen van verschillende partijen. - Weet wat je passie, je drijfveer en je inspiratie is. - Zorg dat je de nodige praktijkervaring hebt. - Zorg dat het geen sleur wordt. - Vertrek altijd vanuit je eigen kunstenaarschap.

Geformuleerd vanuit de praktijkervaring van de organisator

- Als kunstenaar zorg je voor een aantal variaties op het

thema van de activiteit. - Visueel aantrekkelijk voor kinderen, presenteren op

kinderooghoogte. - Geef kinderen een goed idee van wat ze kunnen doen

door middel van praktische voorbeelden. - Anders dan op school, mag de activiteit wel een beetje

gek en niet al te serieus zijn. - Zorg dat het ook de ouders aanspreekt.

- Zorg ervoor dat je enthousiast bent en energie

uitstraalt. Met passie voor kunst en kinderen. - Zorg dat je snel kunt schakelen en improviseren, dat je artistiek, flexibel, praktisch en sociaal bent. - Neem voorbeelden mee van eerdere projecten

(referenties / portfolio / beeldmateriaal) - Zorg dat je een goed projectplan in tijd, geld en

organisatie hebt. - Wees bewust van je visie en wat je met een activiteit

wilt bereiken voor kinderen. - Hou rekening met de dynamiek van de locatie.

eigen ervaring mening

- Zorg voor de eigenheid van jouw project. Zorg ervoor dat het opvalt!

- Zorg dat het project zowel inhoudelijk als praktisch aansluit bij de belevingswereld van kinderen.

- Zorg dat kinderen verbaast en verrast zijn dat ze (samen met anderen) iets bijzonders kunnen maken: “ ik dacht niet dat ik dit kon!” en “Dit vergeet ik nooit meer!”

- Maak het niet te moeilijk voor jezelf en herhaal

succesvolle projecten. Geef er wel steeds weer een andere draai aan en zorg dat het geen sleur wordt.

- Zorg dat de activiteit aansluit bij het thema van de locatie, en geef daar een originele draai aan.

- Zorg voor een goede communicatie en houd rekening met de wensen van ouders / locatie.

- Weet wat je wilt bereiken met het project voor kinderen.

- Passie, en enthousiasme > realiseer je dat het veel tijd en energie kost als je het goed wilt doen

- Zorg voor een goede portfolio en netwerken. - Het gaat organisatoren voornamelijk om de eigenheid van een kunstenaar. Hoe jij als kunstenaar

het thema of de vraag van de locatie oppakt. - Wees positief en straal plezier uit, je krijgt er veel

voor terug!

Page 73: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

73

I catieve activiteit op locatie met betrekking tot kind en locatie, verzameld uit literatuur en praktijk.

m.b.t. Educatie (voor (bik)kunstenaars)

m.b.t. Organisatie (om rekening mee te houden) Check

- Toon betrokkenheid en luister naar kinderen. - Docenten hebben didactische kwaliteiten. - Zorg voor een flow ervaring. - Zorg dat je voorbereid bent om zelfstandig les

te geven, zonder hulp van een vakleerkracht. - Zorg dat receptieve en actieve onderdelen één

geheel vormen.

- Zorg voor een tijdelijke vlucht uit het alledaagse. - Zorg voor een speciale gelegenheid, afgezonderd in tijd en

ruimte, niet gericht op productie. - Zorg ervoor dat het project een passende tijdsduur heeft

en voldoende uitdaging biedt. - Creëer een omgeving die oproept tot verwondering. - Zorg voor goede randvoorwaarden.

Geformuleerd vanuit de literatuur:

- Je hebt weet van groepsontwikkeling en de

opbouw van een les. - Je hebt pedagogische en didactische

vaardigheden ontwikkeld. - Je bezit het vermogen om een veilige en

stimulerende leeromgeving te scheppen voor kinderen.

- Je weet kinderen te inspireren en te prikkelen in hun creatieve proces.

- Kijk of het projectplan van de kunstenaar, overeen komt

met de doelstelling van jouw organisatie. - Zorg ervoor dat het project SMART is: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Reëel en Tijdgebonden.

Geformuleerd vanuit de Bik:

- Hou rekening met de verschillende

vaardigheden van kinderen van uiteenlopende leeftijden in uitleg en aanbod.

- De opdracht moet eenvoudig uitgevoerd kunnen worden, maar ook uitdagend genoeg zijn voor oudere kinderen.

- Maak duidelijke voorbeelden zodat kinderen direct kunnen zien hoe en wat ze kunnen doen

- Zorg voor goede randvoorwaarden (tafels om aan te

werken, water, etc.) en als de activiteit buiten plaats vindt, evt. voor een tent of overdekking om uit te wijken bij slecht weer.

- Zorg voor marktoriëntatie en ondernemerschap. - Zorg voor een goede communicatie met kunstenaars en / of bemiddelaar - Zorg voor diversiteit in je aanbod van verschillende

activiteiten (schilderen, bouwen, verschillende disciplines)

Geformuleerd vanuit de praktijkervaring van de kunstenaar

- Zorg ervoor dat kunstenaars goed kunnen

omgaan met kinderen en ervaring hebben met de doelgroep

- Hou rekening met de doelgroep (van heel klein tot wat ouder). Stem daar de activiteiten op af.

- Zorg ervoor dat je kinderen aanspreekt op meervoudige leermogelijkheden.

- Je kunt ervoor zorgen dat verschillende kunstenaars samenwerken, vanuit meerdere disciplines, zodat ze elkaar versterkten. Dit kan een meerwaarde voor het project opleveren.

- Wees voorbereid op alle mogelijke verrassingen. - Hou in het geval van buiten werken, rekening met een

slecht weer scenario. Wat doe je als…… - Hou rekening met de wensen van kinderen en hun ouders

(en vertaal dit naar de kunstenaars) - Voldoe aan de voorwaarden van de subsidiegevers. - Zorg (afhankelijk van de locatie) voor activiteiten waar

kinderen op elk moment kunnen instromen. - Weet wat je met het project wilt bereiken voor kinderen, de

locatie en subsidiënten. Zorg voor een eigen visie. - Zorg bij grotere projecten voor vrijwilligers.

Geformuleerd vanuit de praktijkervaring van de organisator

- Zorg voor projecten die je aan kunt passen aan

verschillende locaties en waar kinderen op elk moment kunnen instromen en waar kinderen ook in korte tijd kennis kunnen maken met een nieuwe techniek, of waar ze iets ervaren wat ze nog nooit eerder hebben ervaren.

- Zorg dat kinderen vooral een unieke ervaring mee krijgen. Dat ze met iets nieuws in

aanraking komen, iets wat ze op school waarschijnlijk nog nooit eerder hebben gedaan.

- Zorg voor een goed netwerk en overleg met bemiddelaars. - Bekijk de activiteit vanuit het perspectief van het kind,

maar hou ook rekening met de kunstenaar en subsidiënt. - Maak het aantrekkelijk zodat kinderen graag uit zichzelf

mee willen doen. - Wees op alles voorbereid. - Maak een projectplan. - Als de activiteiten er goed uitzien, dan kan dit een

visitekaartje voor je organisatie betekenen!

eigen ervaring mening

Page 74: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

74

voor kunsteducatie op jongere leefti jd is het belangri jk dat je ook de ouders aanspreekt

Carolien Euser (coördinator kinderactiviteiten festival)

Page 75: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

75

N A B E SC H OUW IN G Voor organisatoren is het zinvol om een visie te ontwikkelen op kortlopende kunsteducatieve activiteiten voor hun specifieke locatie en te kijken naar de impact en de belangrijke waarde die kunsteducatie kan hebben voor hun locatie en de samenleving. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken wat de impact is van kortlopende kunsteducatieve activiteiten op locatie voor kinderen op langere termijn, Het verdient aanbeveling om op dit gebied navraag te doen naar persoonlijke ervaringen van kinderen op verschillende locaties. Het is zinvol als alle betrokken partijen (zowel kunstenaars als organisatoren) als critical friends samenkomen om kritisch te kijken naar de kwaliteit en organisatie van kunsteducatie op locatie. Bemiddelaars in kunsteducatieve activiteiten spelen hierin een cruciale rol. Een vervolgactie kan zijn om de checklist en de uitkomsten van dit onderzoek onder de aandacht te brengen van verschillende locaties die streven naar een goed kunsteducatief beleid, en de uitkomst te presenteren aan bemiddelaars in kunsteducatie. Zij kunnen kunstenaars met een kunsteducatief aanbod bereiken en bik‟ers via de jaarlijkse bik-terugkomdag informeren.

Page 76: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

76

Project in het kader van „de Week van de Smaak‟ - weet wat je eet - werken met streekproducten - Anja Lofvers

meedenken met verschillende doelgroepen

Vicky van Dijk (bik‟er)

Page 77: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

77

S A M EN V ATT IN G

Het onderzoek „Kunsteducatie op Locatie‟ wil richtlijnen bieden voor kwaliteit in kortlopende kunsteducatieve activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Dit onderzoek wil laten zien dat het mogelijk is om een koppeling te maken tussen formeel en informeel leren, met als doel een sterkere, intensere leerervaring te creëren. Het onderzoek richt zich op kunstenaars, bemiddelaars en organisatoren van deze activiteiten. Aanleiding voor dit onderzoek was de aanname dat bik‟ers voldoende ervaring hebben opgedaan om op locatie kunsteducatieve activiteiten aan te bieden en zodoende kinderen een leerervaring kunnen bieden die de kinderen een leven lang bijblijft. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: Welke kwaliteiten en vaardigheden heeft een beeldend kunstenaar nodig om kinderen van 4 tot 12 jaar mee te nemen in een artistiek en creatief proces door middel van buitenschoolse kunsteducatie? Dit onderzoek begint met een inventarisatie van visies uit de literatuur over kwaliteit en succesfactoren m.b.t. kunsteducatie en een koppeling tussen formeel en informeel leren, met als doel een sterkere, intensere leerervaring te creëren. Anders dan op school kun je speciaal op de locatie toegepaste kunsteducatieve activiteiten aanbieden, waardoor kinderen geïnspireerd worden door de omgeving en door gepassioneerde kunstenaars. Deze kunstenaars kunnen kinderen bewust maken van de omgeving aan de hand van hun eigen passie voor kunst. Ze kunnen kinderen laten ervaren dat ze een onderdeel van een groter geheel zijn en tegelijkertijd de eigenheid van het kind tot zijn recht laten komen. Daarbij komen verschillende verwante aspecten aan bod die in de didactiek van de kunstvakken momenteel een grote rol spelen, waaronder ervaringsonderwijs, beleving en een rijke leeromgeving. Via kunsteducatie ontwikkelen kinderen kunstzinnige talenten en competenties, zowel door zelf aan de slag te gaan als door kunst te bekijken en te ervaren. Kunstbeoefening, kunstbezoek en het verbinden daarvan (respectievelijk de actieve, receptieve en reflectieve vormen van kunsteducatie) leveren in combinatie de effectiefste vorm van kunsteducatie op. Als kinderen tijdens een museum- of festivalbezoek daadwerkelijk iets kunnen doen en maken, dan kan dit leiden tot een versterkte beleving of een wow-ervaring. In eerste instantie werd uitgegaan van de competenties en vaardigheden van bik‟ers en zijn er verbanden gelegd tussen de kwaliteiten van kunstvakdocenten en bik‟ers. In dit onderzoek wordt duidelijk dat missie en passie belangrijke ingrediënten zijn voor kunsteducatie en dat kunstenaars pedagogische en didactische vaardigheden nodig hebben om zelfstandig activiteiten met kinderen uit te voeren. Het is belangrijk dat kunstenaars zelf kunst blijven maken en dat juist de wisselwerking met werken aan kunst met kinderen zorgt voor inspiratie. Op basis hiervan is onderzocht wat nou precies de kwaliteiten en vaardigheden zijn die je als kunstenaar moet hebben en hoe zich dat verhoudt tot visies op kunsteducatie. Een belangrijke uitkomst van dit onderzoek is, dat uit de interviews duidelijk wordt hoezeer passie een rol speelt en dat niet alleen bik‟ers maar ook andere bevlogen kunstenaars met de juiste competenties en vaardigheden, kinderen kunnen meenemen in een artistiek en creatief proces. Het onderzoek heeft geresulteerd in een checklist met aandachtspunten voor het organiseren, bemiddelen en uitvoeren van een kunsteducatieve activiteit m.b.t. kind en locatie. Dit onderzoek geeft kunstenaars, bemiddelaars en organisatoren inzicht in verschillende vormen van leren die tijdens het opzetten en uitvoeren van kunsteducatieve projecten aan bod komen en biedt richtlijnen voor het borgen van de kwaliteit. Daarmee kunnen ze de effectiviteit van kunsteducatieve projecten op locatie vergroten. Door de reikwijdte en zichtbaarheid van kunsteducatie op locatie is de potentie groot voor navolging van good practices, waarmee 1) organisaties aantrekkelijke arrangementen kunnen bieden voor kinderen en zo hun eigen continuïteit waarborgen, 2) kunstenaars hun professionele werkveld en bestaansrecht kunnen verbreden en 3) bemiddelaars een eigentijds aanbod kunnen arrangeren. Een toenemend aanbod van kunsteducatie op locatie zal een positief effect hebben op persoonlijke groei en ontwikkeling van kinderen en heeft daarmee een maatschappelijke relevantie.

Page 78: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

78

Opeten mag! De meeste kunst mag je niet eens aanraken maar het werk van Marianne Peijnenburg mag je zelfs opeten. Een mierzoet „glas in lood‟-raam van 100 kg winegums en 432 meter trekdrop biedt uitzicht op klassieke thema‟s als vergankelijkheid,

zinnelijkheid en lichtzinnigheid. Snoep je zelf een weg door de kunstgeschiedenis maar pas op dat je geen buikpijn krijgt!

www.mariannepeijnenburg.nl

Page 79: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

79

S U M M A R Y The study, "Arts Education on Site" will provide guidelines to improve the quality for short-term arts education activities aimed at children in the age group of 4 to 12 years. The study purports to show that it is possible to create synergy between formal and informal learning efforts with the aim to produce a stronger, more intense learning experience. The research focuses on artists, facilitators and organizers of these activities. The central research question is: What qualities and skills does an artist need to posses to be able to successfully participate in an artistic and creative process through extracurricular art education for children in the age from 4 to 12 years? The study starts off with a literature review of visions of the quality and success factors that are related to arts education as well those that provide a relation between formal and informal learning with the aim to create a stronger, more intense learning experience. In contrast to the situation at school, children are more easily inspired by a specific environment and by passionate artists at a site where applied arts education activities are offered. The artists can make children more aware of the environment by showing their own passion for art. They can make the children feel that they are part of a larger whole, while still maintaining or strengthening their individuality. In addition, experience education, experience and a rich learning environment can be part of these activities. These are all related aspects that currently play a major role in the teaching of the arts. Through art, children develop artistic talents and skills, both by self-practising art, as well as by viewing and experiencing art of others. The most effective form of arts education is provided by practising art and art visits and by establishing their connection (or inward, receptive and reflective forms of art). When children visit a museum or festival and can make and do certain things at these sites, this may lead to an enhanced perception or wow-experience. Based on the initial competencies and skills of bik'ers*, relationships were established between the qualities of art teachers and bik'ers. Mission and passion are key ingredients for successful arts education and, provided some key pedagogical skills are available to the artists, they can engage the children in an artistic and creative process. It is important for artists to keep practising art. It is, after all, the interaction with the real works of art and working with children that provides inspiration. A major finding from the interviews held, is how much passion is involved and that not only bik'ers but also other inspired artists with the right competencies and skills, can engage children in an artistic and creative process. A major outcome of the work has been a checklist of how to organize, mediate and implement an art educational activity for children at art sites. The study provides artists, facilitators and organizers with new understanding of the different forms of learning that are relevant for the design and implementation of arts education projects. It also provides guidelines for the assurance of quality. This will enhance the effectiveness of arts education projects on site. Due to the scope and visibility of arts education on site, there is great potential for the establishment of a set of good practice that allows: 1) organizations to offer attractive packages to children while ensuring their own continuity, 2) artists to broaden their professional field and ensure their independent existence 3) mediators to arrange a contemporary range of offers for training. An increasing number of art activities on different sites will have a positive impact on the personal growth and development of children and therefore has a social and societal relevance. *Note: a bik‟er is a Dutch title (and abbreviation) for a professional artist who is trained to teach art at primary schools.

Page 80: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

80

Recyclen! Afval verzamelen in de wijk en van metaalafval robots maken - kunst in de wijk op basisschool het Karrepad

Page 81: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

81

L IT ER AT U U R L IJ ST

B O E K E N

Bamford, A. (2006), The WowFactor: Global research compendium on the impact of the art in education. (Waxmann Verlag: Münster)

Monsma, D. (2008), Kijk ik kan zilver maken. (SKVR i.s.m. Lemniscaat 2e druk 2009)

Rippen, J & Bos, M. (2008), Events en Beleven - Het 5 Wheel Drive-Concept. (Amsterdam: Boom)

Eisner, E. (2002), The Arts and the Creation of Mind. (Yale University Press)

Twaalfhoven, M. (2009), Kunst in de Wereld. (ArtEZ Press d‟jongeHond) Nagel, I., Ganzeboom, H. & Haanstra, F. (1996). Cultuurdeelname in de levensloop. (Utrecht: LOKV)

Pot, L.( 2006), Kunst in Zaken: Gids voorcultureel ondernemerschap. (Den Haag, Academic Service)

Ganzeboom, H.B.G., en De Graaf , P.M. (1991), Culturele socialisatie en cultuurdeelname.

(Amsterdam, SISWO)

A R T I K E L E N Bamford, A. (2007), Cultuur en School (Bulletin Cultuur&School #50)

Maanen, H. van. (1999), Over het kwaliteitsbegrip in de kunsteducatie. (Kunst en Educatie #5)

Keurntjes, S. (2009), (in)formeel leren op en rond festivals 2009. (Cultuur+Educatie #27)

Simons, P.R.J. (1999), Krachtige leeromgevingen. Ontleend aan: http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2005-0622-185503/5727.pdf

Evelein, F. (2007), Leren in flow: Formeel en informeel muziekonderwijs (Cultuurnetwerk)

Ree, J. van der (2009), Beroepskunstenaar in de klas werkt b(l)ikverruimend. (Bulletin Cultuur & School #56)

O N D E R Z O E K S R A P P O R T E N

Bamford, A.(2007), Kwaliteit en consistentie in kunst en cultuureducatie. Ontleend aan: http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/300.pdf

Timmermans, A. (2009), Pas op… SUCCES! (Een onderzoek naar de voorwaarden van succes voor het Cultuurtraject van de SKVR)

Ranshuysen. L.(1999), Handleiding publieksonderzoek voor podia en musea (BOEKMANstudies)

Ranshuysen, L. (2005), Situatie Nederlandse festivals in 2005. Rotterdam, Onderzoeksbureau Letty Ranshuysen

W E B S I T E S

www.cultuurnetwerk.nl

http://www.cultuurplein.nl/ci/praktijk/handreikingen/criticalfriends

http://www.friesmuseum.nl/index.php?id=2994

www.villazebra.nl

Page 82: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

82

B I J L A G E

I n t e r v i e w s v a n b e m i d d e l a a r s , o r g a n i s a t o r e n e n b i k ‟ e r s .

A n n e S t o e r Wie ben je, wat doe je en wat drijft je met betrekking tot kunsteducatie? Ik ben beeldend kunstenaar, werk op mijn atelier en geef les aan volwassenen en kinderen tekenen en schilderen. Ik heb heel lang verschillende kindergroepen gedaan en coördineer nu de kinder- en jongerenvakgroep bij het Kunstencentrum (BK050) en doe daar nog van alles omheen. Op dit moment geef ik al 10 jaar les aan de Bik-opleiding en daar ben ik ook coach van bikkers individueel in hun eigen leerproces.

Wat is jouw drive met betrekking tot de BIK?

Ik ben gevraagd omdat ze een docent nodig hadden vanuit de beeldende hoek. Eerder werd er vooral vanuit de theaterhoek gewerkt. Ik ben gevraagd vanwege mijn ervaring met lesgeven aan kinderen (zelf ook de kaderopleiding gedaan - een soort BIK maar dan anders). Binnen de opleiding gaat het om mijn eigen ervaringen, en het leuke is dat je vertrekt vanuit gelijkwaardigheid. We zijn allemaal kunstenaars die vanuit onze eigen professie les willen geven. Voor iedereen geldt dat je de balans moet zien te vinden tussen je autonome werk en het lesgeven aan kinderen. Je moet er wel voor zorgen dat je geen leraar wordt, maar steeds weer vertrekken vanuit je kunstenaarschap!

Wat maakt de BIK-opleiding tot een succes?

Je leert vanuit jouw kunstenaarschap (grote) projecten voor het basisonderwijs te ontwikkelen en uit te voeren. Heel belangrijk vind ik dat de bikopleiding een persoonlijk ontwikkeltraject is en dat iedereen een eigen coach krijgt. Doordat iedereen persoonlijk begeleid wordt, kom je er ook al vroeg achter wanneer de opleiding niet bij jou past. Iedereen krijgt de mogelijkheid om te leren, maar het kan zijn dat je na de eerste module afhaakt, omdat het toch niet jouw ding is. Je gaat uit van de eigenheid van de kunstenaars. Iedereen komt binnen met een aantal basisvaardigheden, de één heeft die al meer ontwikkeld dan de ander, maar geleidelijk wordt iedereen opgeleid voor 5 basiscompetenties: 1. Didactisch-pedagogisch en inspirerend vermogen 2. Organisatorisch vermogen 3. Visie en reflectief vermogen 4. Vermogen tot samenwerken en communicatief vermogen 5. Ondernemerschap en omgevingsgerichtheid

Tijdens de opleiding komen de volgende onderwerpen aan bod: Groepsontwikkeling, opbouw van een les, filosoferen met kinderen, pedagogiek, didactiek, stimuleren creatief proces bij kinderen, aansluiten bij de belevingswereld van kinderen, werken als kunstenaar in de klas, het leren plaatsen van praktijkervaringen in pedagogisch perspectief, reflecteren met kinderen, projectmatig werken, marktoriëntatie en ondernemerschap, acquisitie en presenteren.

Van welke projecten wordt jij enthousiast en hoe komt dat? Het gaat vooral om de eigenheid van de projecten, maar ook dat je kunt zien dat iemand zich er volledig heeft ingestort. Je doet het er niet eventjes bij. Je moet investeren in een project en zelf ook onderzoek doen. Ik heb een bik‟er meegemaakt die het moeilijk vond om in het openbaar te spreken. Dit heeft ze geoefend en nu spreekt ze voor volle zalen van 150 man. Dit is ook een aspect van wat deze opleiding je kan opleveren. Door een onderzoekende houding aan te nemen, je door te ontwikkelen en te reflecteren op jezelf, kom je steeds verder. Het moet niet saai worden. Zodra ik merk dat iets een maniertje wordt, dan moet je weer veranderen of wat toevoegen. Maar ook steeds weer terug keren bij de bron.

Welke kwaliteitskenmerken kan je daar aan koppelen? Dan kom je eigenlijk weer terug bij die 5 basiscompetenties.

In hoeverre speelt de persoonlijkheid van de kunstenaar hierin een rol?

Passie. Je moet een bepaalde gekte hebben, enthousiasme, er helemaal voor gaan! Je moet kunnen bogen op je ervaring, maar het moet nooit een sleur worden! Het moet jezelf blijven raken, je moet betrokkenheid tonen maar ook bereid zijn om jezelf te blijven ontwikkelen – je durven te ontwikkelen en blijven openstaan voor nieuwe dingen. Buiten de kaders denken!

Page 83: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

83

Als bik’er word je opgeleid voor projecten binnen het basisonderwijs. Er is dus altijd een docent aanwezig. Maar wat voor extra kwaliteiten heb je nodig om buiten het basisonderwijs een goed kunsteducatief project neer te zetten?

Marktoriëntatie en ondernemerschap. Je moet net als in de mode- en ontwerpwereld voelsprieten hebben, een antenne ontwikkelen om te weten wat er gaande is in de wereld. Je moet snel kunnen denken en flexibel zijn. Je moet jezelf ook goed kunnen verkopen, zelf acquisitie plegen en in sommige gevallen zelf ook subsidie aanvragen. Buro Loeks wil een opleiding starten voor kunstenaars die iets met community art willen doen, maar we hebben het daar al met elkaar over gehad, want een aantal vaardigheden die kunstenaars hiervoor moeten ontwikkelen, komen ook bij de Bikopleiding aan bod en wellicht kunnen we wat aan elkaar hebben.

Waarom denk jij dat het Kunstencentrum voor de kindervakgroep voornamelijk gebruik maakt van bik’ers?

De Bik is zo langzamerhand wel een soort keurmerk geworden en als coördinator van de kindervakgroep weet ik vanuit de Bikopleiding welke kunstenaars het meest geschikt zijn.

Hoe kies je uit een groot aanbod van bik’ers de juiste kunstenaars? Je kijkt vanuit de organisatie wat je nodig hebt. Als je al een aantal docenten tekenen schilderen hebt dan ga je op zoek naar iemand die goed ruimtelijk kan werken met kinderen. Het gaat vooral om een divers aanbod.

Aan welke speciale eisen moet deze groep kunstenaars voldoen?

Ervaring speelt natuurlijk een rol en verder gaat het om bezieling en dat je kinderen kan stimuleren in hun creatieve proces. Kinderen moeten worden uitgedaagd en serieus genomen worden

Een aantal kunstenaars gaat het schijnbaar makkelijk af om projecten buiten het BO neer te zetten. Kan jij een aantal eigenschappen opnoemen waaraan deze groep kunstenaars voldoet?

Ja, maar dan gaat het niet alleen om bik‟ers maar ook om andere kunstenaars die deze kwaliteiten hebben. Je hebt kunstenaars die precies weten hoe je subsidies moet aanvragen en die zelf ook al een goed netwerk hebben. Zoals Maria Koijck bijvoorbeeld, met haar community-art-projecten in de wijken. Je moet een breed draagvlak creëren, enthousiast zijn en een lange adem hebben. Je moet over een goed netwerk beschikken, goed zijn in acquisitie, zorgen dat het de krant haalt! Waarom denk jij dat steeds meer festivals en organisaties voor bik’ers kiezen voor kunsteducatieve projecten? Het gaat om het netwerk dat je als organisatie opbouwt. Kunstenaars&Co speelt hierin bijvoorbeeld een rol. Een festival als Into the Great Wide Open, heeft bijvoorbeeld via K&CO toegang tot de bikopleidingen en zodoende kunnen kunstenaars zich al tijdens de opleiding opgeven voor dit festival. Binnen het Kunstencentrum gaat dat net zo.

G e r t r u d e K o k k e Wie ben je, wat doe je en wat drijft je met betrekking tot kunsteducatie?

Ik heb de docentenopleiding Beeldende Vorming en Kunstgeschiedenis gedaan en ben nu werkzaam bij Cultuureducatie Stad (Kunstencentrumgroep). Ik ben er voor inhoudelijke vragen over cultuureducatief aanbod en hou me ook bezig met ontwikkeling van cultuureducatie. Drie keer per jaar is er een besloten platformoverleg voor de Culturele instellingen met advies en informatie over actuele ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie en good practice voorbeelden van geslaagd cultuureducatief aanbod van instellingen (en scholen). We werken met een breed aanbod, vanuit de Culturele gids. We bieden een compleet aanbod aan scholen. Breder dan alleen de gesubsidieerde voorstellingen

Wat is jouw drive met betrekking tot de BIK en kunsteducatie?

Ik werk vanuit mijn eigen interesse in kunst. Toen ik nog op het Voortgezet Onderwijs zat, heb ik veel gefotografeerd. Daar was ook een doka en vanaf mijn 15

e tot en met 18

e jaar heb ik alle nieuwe leden

bij de fotoclub geïntroduceerd in de doka. Ik weet nog goed dat er voor het eerst kinderen bij mij in de donkere kamer kwamen. Die waren zo onder de indruk! Ik hoefde eigenlijk niet eens zo veel te vertellen. Verder word ik erg enthousiast van kunstenaars die serieus met hun ondernemerschap en met kinderen omgaan. Kunstenaars die zich weten te ontworstelen aan een uitkering. Ik heb jarenlang

Page 84: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

84

kunstenaars begeleid vanuit een Kunstenaarstraject. De BIK-opleiding was een mooie aansluiting voor kunstenaars die met kinderen wilden werken. De link tussen kunst en onderwijs.

Van welke projecten word jij enthousiast en hoe komt dat? Samenwerkingsprojecten. Dat je met meerder kunstenaars vanuit verschillende disciplines nog meer kan bereiken voor kinderen. Dat kinderen ontdekken dat ze ook goed in iets anders kunnen zijn dan in taal en rekenen. Kunstprojecten bieden andere ingangen om bij de eigenheid van kinderen te komen, dat vind ik altijd geweldig om te zien! Kunstenaars spreken kinderen aan op hun meervoudige (leer)mogelijkheden en zo ontwikkelen ze ook op andere gebieden hun talenten. Je moet andere intelligenties aanboren. Kinderen moeten ontdekken, doen, voelen, uitgedaagd worden. Kinderen zijn op meerdere manieren intelligent en leren op hun een eigen manier.

Welke kwaliteitskenmerken kan je daar aan koppelen? Goed kunnen communiceren en samenwerken. Het is leuk als kinderen iets anders doen dan normaal op school.

In hoeverre speelt de persoonlijkheid van de kunstenaar hierin een rol? Een cruciale rol! Samenwerking is héél belangrijk – tussen kunstenaar en opdrachtgever! Vooraf goed overleggen wat de verwachting precies is, maar daarin ook kunnen sturen. Het is leuk dat je iets anders doet dan ze gewend zijn > durf en tegengas! Kunstenaars moeten goed kunnen communiceren

Hoe kies je uit een groot aanbod (van bikkers) de juiste kunstenaars?

Je merkt vanzelf dat er altijd kunstenaars zijn die nooit kunnen, altijd afzeggen, of niet op tijd komen. En dan kunnen ze nog zulke mooie projecten in hun portfolio hebben, maar dan vallen ze vanzelf af. Als bemiddelaar weet je dat. Ook doordat we regelmatig overleg hebben met cultuurcoördinatoren van scholen (ICC-ers) hoor je welke projecten succesvol zijn. Via mond tot mond reclame dus.

Wat zijn de extra kwaliteiten die je als bikker in huis moet hebben om buiten het basisonderwijs, dus zelfstandig projecten uit te voeren? Zorgen dat alle faciliteiten aanwezig zijn. De ruimte waar je wil werken moet goed zijn. Projecten moeten uitdagend en uitnodigend zijn. Kunstenaars moeten oppassen dat het niet teveel hun eigen ding is waar ze mee bezig zijn. Het is belangrijk dat ze open blijven staan voor andere ideeën. De communicatie tussen kunstenaar en opdrachtgever is ook hier erg belangrijk!

C a r o l i e n E u s e r

Wie ben je, wat doe je met betrekking tot kunsteducatie?

Ik ben coördinator en aanjager van de kinderactiviteiten op het festival Into the Great Wide Open). Kinderen kunnen zich in het Kolderatelier uitleven en aan heel veel verschillende activiteiten deelnemen. Als beeldend kunstenaar ontwikkel ik zelf ook projecten voor kinderen. In het project ”Herrekijker” werk ik samen met Madelinde Hageman en verzamelen we voorbeelden van beeldende kunst die toegankelijk is en bij jou om de hoek gemaakt zou kunnen zijn. Kauwgomvlekken of regenplassen, schaduwen of dode bladeren, het kan allemaal een startpunt vormen voor het maken van een kunstwerk. Herrekijken gaat over het ontdekken van je eigen, unieke blik op je dagelijkse omgeving en het ontwikkelen van een bewuste houding ten opzichte van de dingen om je heen. Een niet onbelangrijke vaardigheid in de huidige beeldcultuur.

Waarom is er voor jullie festival speciaal voor bikkers gekozen? Dit heeft alles te maken met de financiering vanuit Cultuur&Ondernemen. Soms is dat best lastig, want niet iedere bikker is geschikt om zijn project aan te passen voor het festival. Soms moet je een prachtig project met een duidelijk begin en eind loslaten, of durven aan te passen, omdat een festival nu eenmaal zijn eigen dynamiek heeft en kinderen elk moment kunnen binnenlopen.

Van welke projecten word jij enthousiast en hoe komt dat?

● Het „Vindselmuseum‟ van Nicole Kroonenberg. Daar kon je leren plastic insecten te maken (gewoon met een rolletje plakband!) en die werden in een web gehangen of naar het Vindselmuseum gebracht. „Vindsels‟ waren dingetjes die je op Vlieland kon vinden en waar met stickertjes, stempels en briefjes een bijzonder exemplaar van gemaakt werd.

Page 85: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

85

● „Zie ze vliegen!‟ van Hilda Top en Anja Lofvers. Binnen een helder en uitdagend kader maakten ze met kinderen een vogeltoren. Ieder kind heeft op een eigen paneel een andere zeemeeuw gemaakt en door verschillende materialen (op het eiland gevonden) aan te bieden werden ze allemaal anders! ● De „Watermonsters‟ van Marleen van den Heuvel en Floor Coolsma, omdat zij kinderen met hun manier van werken, willen aanzetten tot anders kijken. Vooral hun presentatie was erg mooi. Op ooghoogte voor kinderen. Op de tweede editie van Into The Great Wide Open zijn er meer dan 160 nooit eerder op Vlieland gevonden zelfgemaakte watermonsters in glazen potjes tentoongesteld. ● Of de typetent, waar kinderen zelf de dagelijks verschijnende Kolderkrant met nieuws en reportages over het festival konden maken. Kinderen gingen zelf op zoek naar verhalen en maakten foto‟s en tekeningen voor de krant. (geen bik‟ers, wel een mooi project van Rianne van Duin!) ● De workshop „Demonstreren kun je leren‟ Met eigen leuzen ergens voor of tegen maakten kinderen een gigantische parade, in zelf ontworpen kleding en met bijbehorende attributen. Sommige kinderen vonden dit zo leuk, die kwamen elke dag weer voor of tegen iets anders demonstreren! ● Hotmamahot, omdat ze als collectief steeds verschillende dingen doen, maar ook inspelen op de dynamiek van zo‟n festival en wat anderen daar doen. Ze maakten bijvoorbeeld de eerste dag met kinderen de reuzenwebben in het bos waar de plastic insecten van Nicole in gehangen konden worden. Daarna hebben ze met kinderen de hekken van het Kolderterrein omgetoverd tot het „Grootste Waddenschilderij Ooit Vertoond‟.

Welke kwaliteitskenmerken kan je daar aan koppelen? Enthousiasme en energie Mooie, verrassende en vernieuwende ideeën hebben Praktisch ingesteld zijn: types die snel kunnen schakelen, dit even zus en dat even zo, Snel kunnen improviseren. Flexibel en sociaal zijn. Verder moet je een goed thematisch plan in elkaar kunnen zetten. Artistiek zijn Goed kunnen omgaan met kinderen

In hoeverre speelt de persoonlijkheid van de kunstenaar hierin een rol?

Kunstenaars zullen vooral veel enthousiasme, energie nodig hebben en ze zullen met mooie, verrassende, vernieuwende ideeën moeten komen. Het mag net even iets anders dan normaal, het mag een beetje gek zijn. Het is leuk als ze iets heel anders kunnen doen dan op school. Als het goed is ben je als kunstenaar in staat om andersom te denken. En het moeten wel een beetje praktische types zijn. Het is handig als je in staat bent om snel te schakelen, dit even zus en dat even zo, dat je snel kan improviseren. Het creatieve proces is veel minder beheersbaar dan op een school. Je hebt rekening te houden met de dynamiek van het festival en de omstandigheden. Het is echt nodig om een beetje flexibel te zijn. Vergeet ook niet dat ouders op zo‟n festival ook vaak mee willen kijken of juist samen met hun kind(eren) een uurtje bezig willen zijn. Ook daar moet je dan open voor staan en de juiste houding in weten te vinden.

Hoe kies je uit een groot aanbod (van bik’ers) de juiste kunstenaars? Dat is best lastig. Soms zie je een geweldig project maar zijn de kunstenaars nog niet zo ervaren, maar wel heel enthousiast. In zo‟n geval bied ik wat extra ondersteuning en hebben we in de aanloopfase wat meer contact. Maar je moet wel een beetje aan kunnen voelen of ze het ook werkelijk aankunnen. Dat gaat ook bijna altijd goed, hoewel je soms ook prachtige projecten hebt, waar kinderen steeds aan voorbij lopen. Je moet als kunstenaar dus niet alleen zorgen voor een mooi project, maar ook voor een visuele start. Het moet voor kinderen direct duidelijk zijn wat ze kunnen doen of maken. Verder probeer ik er op te letten dat de kunstenaar/begeleider een beetje flexibel is en snel kan schakelen, oog heeft voor wat je kunt inzetten en bijsturen waar je kunt loslaten en ruimte moet geven. Enthousiasmerend zijn en uitdagend voor de kinderen, misschien een beetje gek, en snel. Je hebt maar kort de tijd om even een relatie aan te gaan of iets aan te reiken. Je workshop is op een festival niet iets wat je kunt ontwikkelen, het moet direct staan. Een praktische instelling dus, en improvisatietalent is natuurlijk ook handig. Oplossingsgericht zijn en buiten kaders kunnen denken. Verder moet je goed luisteren naar kinderen en betrokken zijn.

Als Bik’er word je opgeleid voor projecten binnen het basisonderwijs. Er is dus altijd een docent aanwezig. Maar wat zijn de extra kwaliteiten die je als bikker in huis moet hebben om buiten het basisonderwijs, dus zelfstandig projecten uit te voeren?

Page 86: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

86

Volgens mij moet je ervoor zorgen dat zowel oudere als jongere kinderen mee kunnen doen en moet je er ook rekening mee houden dat sommige kinderen maar even en andere soms heel lang bezig willen zijn. Het is handig als je dan een aantal variaties op een thema hebt. Kinderen moeten ook makkelijk even kunnen aanschuiven en het moet dus direct vanaf het begin af aan helder en duidelijk zijn wat ze bij jou kunnen doen. Het is dus belangrijk hoe je jezelf presenteert, het gaat eigenlijk om marketing, hoe spreek je kinderen aan. Bij grote projecten kan je zorgen dat het behapbaar blijft door vrijwilligers in te schakelen. Verder moet je ook rekening houden met de ouders, zij zijn (anders dan op een school) meestal in de buurt en willen hun kinderen soms een handje helpen. Verder heb je te maken met de dynamiek van het festival, het kan soms erg druk en lawaaiig zijn!

S a n d r a V e r m a n e n ( b i k ‟ e r )

Jij geeft als bik-kunstenaar ook kunsteducatieve projecten buiten het basisonderwijs, waarom ben je voor deze projecten gevraagd denk je?

Omdat mijn projecten eigen zijn, mensen weten vooral via mond-tot-mondreclame wat ik doe en dat ik dan ook echt wat speciaals kan bieden. Ik steek er vaak veel tijd in en dat zie je terug. Sommige projecten heb ik doorontwikkeld en ik heb projecten ook wel altijd aangepast naar verschillende situaties, zodat ik dingen op maat kan aanbieden. Ik kan speciaal iets voor een bepaalde activiteit ontwikkelen. Ze weten dat je kwaliteit hebt als bikker, vooral via mond tot mond reclame.

Zijn deze buitenschoolse projecten op eigen initiatief?

Nee, maar ik ga er wel zelf achteraan als ik weet dat ze iemand zoeken.

Als je gevraagd bent door een organisatie, door wie?

- festival: het Fockeproject, over cultureel erfgoed. - wijkproject: integratieproject met verschillende culturen - gevraagd door het IVAK - kunstencentrum kinder- en jongerencursus, ook losse projecten: Kinderboekenweek) - Kunstbende (In mijn groep zaten 3 winnaars! 1

e,2

e en 3

e prijs van 9-12 jaar, en ook 2 winnaars 1

e en

3e prijs jongeren 12 tot 15 jaar)

- Groninger museumproject was een initiatief van het Groninger museum, daar hebben we aan meegedaan als „textiel‟ vakgroep. - voor Minerva (Kunstacademie) ben ik gevraagd voor het organiseren en uitvoeren van een driedaagse buitenlandse reis (heeft niet zozeer met kinderen te maken, wel met organiseren).

Page 87: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

87

Doe je zelf aan acquisitie? Ja, vooral mondeling netwerk

Hoe ben je door scholen/instellingen te vinden?

Bijna alle contacten komen voort uit de bikopleiding; via mensen die ook bij het Kunstencentrum werken. Via het Kunstencentrum geef ik kinderen en jongeren cursussen en ben ik ook bij de Kunstbende terechtgekomen. Ook de projecten voor de Kinderboekenweek, komen allemaal via het Kunstencentrum. Ik heb geen eigen website, maar ze kunnen me vinden via www.beroepskunstenaarsindeklas.nl Maar ook via KunststationC, cultuurnetwerken en Kunstenaars&Co. Maar vooral ook eigen netwerk, veel via mond tot mond reclame.

Hoe vaak doe je gemiddeld Kunsteducatieve projecten?

Echt heel veel, ongeveer 40 uur per week!

Waarin schuilt volgens jou de kwaliteit van een bik-kunstenaar? Een bikker weet kinderen te inspireren, je komt een „feestje‟ brengen. Meestal heb je een project gedaan wat ze hun hele leven bij blijft! Géén voorgekauwde lessen, géén eenheidsworst. Je weet een vrijheid in het creatieve proces bij kinderen te bereiken, maar wel zo, dat kinderen weten wat ze aan het doen zijn. Zowel de inhoud als het proces zijn belangrijk. Een bikker voelt aan wat nodig is om een groep op gang te krijgen. De introductie is heel belangrijk! Wat voor indruk maak je. Een Bikker weet de eigenheid van kinderen naar boven te halen en laat kinderen zoveel mogelijk alles zelf beslissen. Projecten met een begin en een eind. De nabespreking/evaluatie, maar ook de eindpresentatie is net zo belangrijk als de goede introductie. Je zorgt altijd dat kinderen trots zijn op wat ze hebben gemaakt. Maar als bikker ben je ook zakelijk in je afspraken! Je kunt een projectplan uitschrijven en je maakt heldere afspraken. Wat zijn de extra kwaliteiten die je als bik’er in huis moet hebben om buiten het basisonderwijs, dus zelfstandig projecten uit te voeren? Goed kunnen luisteren en overleggen met je opdrachtgever/partners. Pedagogiek, hoe werkt een groep, introductie, (presentatie van je project) Didactiek voor voortgezet onderwijs is erg handig om pedagogisch in te zetten. Zelf heb ik de BIK3 gedaan en daar heb ik veel aan gehad als het gaat om het werken met verschillende groepen.

V i c k y v a n D i j k ( b i k ‟ e r ) Vicky van Dijk

"Doe, durf, ontdek en verbaas jezelf! Als je goed leert kijken naar de dingen om je heen, gaat er een wereld van inspiratie voor je open." Als textiel- en dessinontwerpster wil ik graag mijn passie en interesse voor vormgeving delen met kinderen. Het is boeiend en inspirerend om kinderen in contact te brengen en bewust te maken van vormgeving in hun dagelijkse omgeving, uit andere culturen of uit het verre verleden.

Heel jonge kinderen (4-6 jaar) leren iets ruimtelijks na te tekenen en maken dieren van draadjes - projecten van Sandra Vermanen (bik‟er)

Page 88: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

88

Wat drijft je met betrekking tot kunsteducatie? (waarom heb je de bik-opleiding gedaan) Voor mij was dat heel duidelijk een ervaring die ik als 11-jarig kind heb opgedaan in een museum. Voor mij was dat zo bijzonder dat het mij altijd is bijgebleven. Het was de combinatie van twee dingen die ik leuk vond: naar een museum gaan en daar bijzondere dingen zien, maar ook het maken van iets, die koppeling werd daar voor het eerst gemaakt. Je hebt een ervaring opgedaan en die kun je gelijk ter plekke verwerken en omzetten in iets van jezelf! Dat was voor mij zo‟n gelukkige ervaring, die is me altijd is bijgebleven. Ik hoop op mijn beurt dat ik ook een dergelijke ervaring bij kinderen teweeg kan brengen. Dat ik kinderen kan inspireren en raken! Waarom moeten scholen/organisaties jou kiezen voor een kunstproject?

Ik stort mij er helemaal op, met al mijn enthousiasme en creativiteit. Ik wil kinderen graag die ervaring meegeven die ik zelf ooit als kind heb mogen ervaren. Dat je er een “feestje” van weet te maken, maar hopelijk ook dat het toch resulteert in iets blijvends, in welke vorm dan ook…. Ik zou kinderen graag meer bewust willen maken van de omgeving waarin zij leven. Kijken naar vormgeving, kritisch en bewust leren kijken naar beelden en vormgeving. Wat doet bepaalde vormgeving met je? Waarom is het juist zo vormgegeven en met welk doel? Misschien is het geen gek idee om kinderen al meer voor te bereiden op een toekomst, waarin zij zelf veel meer keus hebben in (hun) vormgeving. Denk hierbij aan de invloed die de 3D printer straks zal hebben. Over een tijdje zal er waarschijnlijk in ieder huis een 3D printer staan, waarmee wij zelf allemaal producten kunnen maken. Wat is de kwaliteit van jouw projecten?

Natuurlijk speelt mijn discipline als ontwerper een rol, daar word ik op uitgekozen, maar ook dat je met je discipline en ervaring aansluit op de vraag. Jij geeft als bik’er ook kunsteducatieve projecten buiten het basisonderwijs, waarom ben je voor deze projecten gevraagd denk je? Via netwerken, mijn discipline en natuurlijk ook omdat ik de bikopleiding heb gedaan! Zeer zeker de BIK, die is heel belangrijk! Ontwikkel jij zelf kunstprojecten voor locaties? Ja, een goed voorbeeld is „Oefening baart Kunst‟ in de Noorderkerk (van BK050) (dit was een overhemdenkunstproject onder leiding van Vicky (dessinontwerper), in samenwerking met kinderen van de Borgmanschool en studenten van Minerva. De overhemden werden geshowd en verkocht; een deel van de opbrengst ging naar de Voedselbank) Voor welke opdrachtgevers heb jij projecten op locatie uitgevoerd? Museum, in samenwerking met Ola die Coba in Franeker. Kunstencentrum > SWET, Oefening baart kunst, Noorderkerk Hoe ben je door scholen/instellingen te vinden? Via internet, de Bik-site bijvoorbeeld. Maar natuurlijk ook via instellingen als KunststationC, het Kunstencentrum en Cultuur Educatie Stad! Doe je zelf aan acquisitie?

Tot nu toe nog te weinig, zou ik meer moeten gaan doen. Ik krijg ook wel opdrachten via KunststationC en Cultuureducatie Stad van het Kunstencentrum. Verder sta ik soms op cultuureducatieve markten en ga ook wel naar netwerkbijeenkomsten voor scholen. Voor mij is het nog wel zoeken naar een goed evenwicht tussen mijn BIK projecten/ kunsteducatie activiteiten en mijn werk als ontwerper. Waarschijnlijk speelt dat ook een rol in mijn acquisitie activiteiten tot nu toe. Volgens mij valt er veel meer uit te halen qua acquisitie en netwerken, zeker een aandachtspunt! Hoe vaak doe je gemiddeld Kunsteducatieve projecten?

Het is vaak hollen of stilstaan. Valt nog steeds moeilijk in te plannen. In drukkere periodes geef ik gemiddeld meer dan 2/3 keer per week een project.

Page 89: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

89

Wat is jouw visie op kunsteducatie? Dat je iets blijvends teweeg brengt. Maar ook dat het een vast onderdeel van het lesprogramma wordt en dat het geïntegreerd wordt in andere lessen, dat je inhaakt op reguliere lessen. Een voorbeeld hiervan is mijn project KraagGoed. Dit project sluit heel mooi aan op een belangrijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis. Op deze manier kun je goed een link maken tussen meerdere vakken/disciplines en er misschien voor zorgen dat de lesstof meer aansluit bij de belevingswereld van kinderen en dat het daardoor beklijft. Waaraan moet een goed kunsteducatief project voldoen? (succesvoorwaarden) Lastig omdat te benoemen, omdat het afhankelijk is van de vraag, het enthousiasme, de betrokkenheid, de locatie, de doelgroep, de financiële middelen en wat je wilt bereiken. Ik was laatst in het Boymans van Beuningen in Rotterdam voor een geweldige tentoonstelling, maar de bezoekers waren gemiddeld 55plus. Het was op een regenachtige zaterdagmiddag en ik vroeg mij wel af of er niet meer jonge kinderen en jongeren hadden “moeten” rondlopen? Waarom zie je relatief zo weinig jonge mensen in een museum? Je merkt dat musea zoekende zijn naar hun rol voor in de toekomst, kunsteducatie speelt hierbij ook een belangrijke rol! Daarmee kun je kinderen en jongere bereiken. En hoe definieer je kunsteducatie, welke linken kunnen er gemaakt worden en hoe breed kun/wil je het inzetten? Interessante vragen….!! Er worden steeds meer bijzondere kunsteducatieprojecten aangeboden door musea en instellingen, waarbij bik‟ers ook worden ingezet. Natuurlijk vind ik dat een goede ontwikkeling! Waarin schuilt volgens jou de kwaliteit van een bik’er? Dat de bik‟er met zijn werk/activiteiten aansluit bij de belevingswereld van kinderen en jongeren. Dat je kinderen weet te inspireren en dat ze terugkijken op een fijne en vooral unieke ervaring. Het is ook belangrijk dat kinderen zichzelf kunnen zijn, dat ze ruimte en vrijheid ervaren om iets van zichzelf te laten zien. Er wordt soms teveel gekeken naar alleen het resultaat op zich. Dat je een basis hebt gelegd, waardoor ze in de toekomst hopelijk anders naar de wereld om zich heen kijken. Docenten zijn vaak zo verbaasd over wat kinderen presteren, dat een bepaald kind in zo‟n andere situatie veel beter presteert dan ze verwachten, of dat een lastige klas ineens zeer geconcentreerd aan het werk is! Als bik‟er moet je open minded zijn, de projecten die wij bieden, dat kun je van een leerkracht niet verwachten qua tijd en curriculum. Vaak hebben ze zelf genoeg in huis maar ontbreekt de tijd. Bovendien voegt een kunstenaar iets anders toe, ze komen van buiten de school en doen iets anders dan de kinderen gewend zijn, dat is op zich al spannend! “Bij een bik’er stroomt kunst en cultuur als bloed door de aderen.” Wat zijn de extra kwaliteiten die je als bik’er in huis moet hebben om buiten het basisonderwijs, dus zelfstandig projecten uit te voeren? Ik denk dat je het breder moet trekken. Je kunt zelf ook meer linken leggen tussen scholen en de samenleving. Je kunstenaarschap staat centraal. Kansen zien. Goed kunnen organiseren. Kunnen schakelen en linken leggen. Meedenken met verschillende doelgroepen. Je wilt door middel van kunst de wereld een beetje beter, mooier maken…. Eigenlijk zijn we wereldverbeteraars met een missie Nou ja, dat is misschien ook weer te zwaar aangezet, maar toch…

je komt een „feestje‟ brengen

Vicky van Dijk (bik‟er)

Page 90: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

90

H i l d a T o p ( b i k ‟ e r )

Wie ben je en wat doe je met betrekking tot kunsteducatie?

In mijn BIK-workshops probeer ik de kinderen mee te nemen in mijn wereld als kunstenaar en hen iets te laten ervaren van mijn fascinatie voor licht, ruimte en natuur. Het is bijzonder hoe kinderen verwonderd kunnen zijn door bijvoorbeeld natuurlijk materiaal, het spel van licht en schaduw, transparant materiaal en doorschijnende licht, om vervolgens daardoor geïnspireerd prachtige werken te maken.

Wat heb je buiten het basisonderwijs gedaan? - Zorgorganisaties en -instellingen zoals Basegroep, De Ruyterstee (Accare) en het Guyot instituut. - Overheden zoals de Gemeente Assen en de Provincie en gemeente Groningen. - Kunstinstellingen zoals het Kunstencentrum BK050, ICO Assen, Kunststation C, Kunstpodium de Leegte, Kunst op de Hondsrug, het Natuurmuseum, Donkeypedia, 4xM. - Festivals als “Op Roakeldais‟ en “Into the Great Wide Open”en de “Nieuwe Botermarkt”.

Wat drijft je met betrekking tot kunsteducatie? (waarom heb je de bik-opleiding gedaan) Dat wat mijzelf inspireert wil ik graag overbrengen op kinderen. Ik wil ze een unieke, blijvende ervaring meegeven en ze anders naar de wereld laten kijken. De fascinatie voor dingen is mijn drijfveer, kinderen laten zien hoe mooi of interessant iets is. Als kunstenaar wil je wat teweeg brengen, ik vind het belangrijk dat er iets gebeurt, dat ze iets bijzonders ervaren, dat ze spelenderwijs ontdekken en beleven. Maar ook dat kinderen eigen keuzes kunnen maken. Het eigene van een kind moet tot z‟n recht komen. De sociale kant spreekt mij ook heel erg aan, ik vind het leuk om met kinderen te werken, naar buiten te gaan! De wisselwerking met mijn eigen werk vind ik heel belangrijk, daar leer ik veel van, je wereld wordt groter. In het ontwikkelen van projecten vind ik ook weer inspiratie voor mijn eigen werk. Waarom moeten scholen/organisaties jou kiezen voor een kunstproject?

Omdat mijn projecten heel „eigen‟ zijn. Ik doe kleine en grote projecten vaak met het thema natuur in brede zin als inspiratiebron. In mijn projecten komen kinderen weer letterlijk met natuur in aanraking, leren ze het landschap en de natuur op een nieuwe manier ervaren. Ik probeer verbindingen te leggen tussen mensen onderling, en tussen natuur en cultuur. In sommige projecten werken grote groepen mensen samen en dat geeft verbondenheid. Daarnaast is gebleken dat mijn projecten verstilling en concentratie teweegbrengen. Inmiddels heb ik ruime ervaring in het doen van projecten met mensen van alle leeftijden. Doe je zelf aan acquisitie en hoe ben je door scholen/instellingen te vinden?

Buitenschools kan je kiezen voor workshops en cursussen bij de centra voor de kunsten (zoals hier in Groningen bij BK050 (foto‟s: Kinderatelier op zaterdag, gegeven door Hilda Top en Anja Lofvers)

Page 91: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

91

Ik heb een eigen website en ben te vinden via de BIK-site en kunstinstellingen (kunstencentra), het meeste gaat via mond tot mond reclame. Het boekje met voorbeeldprojecten spreekt heel erg aan, ziet er aantrekkelijk uit. Hoe vaak doe je gemiddeld Kunsteducatieve projecten?

Vaak! Gemiddeld wekelijks, maar meestal vaker dan 1x per week Wat is jouw visie op kunsteducatie? Je moet bevlogen en gedreven zijn om jouw eigen passie over te brengen op kinderen. Het heeft ook te maken met bezieling, met verbinding en met beleving. In verbinding staan met de ander en de omgeving. Ik vind het van belang dat een activiteit betekenis heeft, in de geschiedenis, in de wereld, de natuur, of voor iemand persoonlijk. Ik vind het van belang dat kinderen kunnen ontdekken en zich verwonderen. In mijn community art projecten wil ik kinderen laten ervaren dat ieder individu een deel is van een groter geheel. Dat ze door samen te werken iets maken waar ze trots op kunnen zijn, dat ze zeggen: ik had nooit gedacht dat wij zoiets kunnen maken! Waar moet een goed kunsteducatief project (op locatie) aan voldoen? (succesvoorwaarden) De randvoorwaarden moeten goed zijn. Op locatie krijg je ineens veel meer te maken met de organisatie van het project, je moet veel meer zelf regelen. Goede communicatie is heel belangrijk, af en toe ben je bijna een sociaal werker. Soms moet je zelf achter subsidie aan. Of eindigt een project waar met veel enthousiasme (en tijd!) aan gewerkt is, wegens gebrek aan financiële middelen of mankracht. Maar ook als de randvoorwaarden goed zijn, kun je beter goed voorbereid aan een project beginnen. Neem zoveel mogelijk alles zelf mee, zodat je niet teveel afhankelijk bent van anderen. Dat zorgt voor rust. (vooral als je afhankelijk bent van apparatuur). Een project buiten verloopt minder gestructureerd dan op een school. Je moet kunnen werken in een vrijere omgeving, flexibiliteit en improvisatievermogen zijn nodig. Zorg ervoor dat het kinderen aanspreekt, je moet kinderen kunnen stimuleren en enthousiasmeren.

R a v a n d e r H o e k ( b i k ‟ e r / o r g a n i s a t o r ) Wie ben je wat doe je met betrekking tot kunsteducatie?

Ik werk bij OladieCoba voor Stichting Coba de Groot. Op de websites kan je alle achtergrondinformatie vinden: www.oladiecoba.nl en www.cobadegroot.nl Stichting Coba de Groot stimuleert beeldende kunst van en voor jonge mensen in Friesland. Coba de Groot was een gewone vrouw met een grote interesse voor beeldende kunst. Nog voor haar overlijden heeft zij bepaald dat al haar bezittingen, op een aantal legaten na, ten goede moesten komen aan het stimuleren van beeldende kunst bij jonge mensen in de provincie Friesland. De Stichting is door haar erfenis in staat om o.a. scholingsprojecten op te zetten en tentoonstellingen te organiseren. Ik ben (samen met Petra Berbée) door de stichting gevraagd voor het organiseren, opzetten en uitvoeren van educatieve projecten op het gebied van kunst en cultuur voor leerlingen vanaf de hoogste klas van de basisschool.

Wat drijft je met betrekking tot kunsteducatie?

Met OladieCoba gaan we in op vragen van scholen en werken we een thema uit waar we verschillende kunstenaars bij zoeken. We proberen een verdieping aan te brengen door een stapje verder te gaan dan „gewone‟ kunsteducatie. We werken met kunstenaars die iets héél bijzonders doen. Zo hadden we een project rondom film en dan maken kinderen eerst het script, dan de animaties en uiteindelijk komt er ook een echte filmpremière met paparazzi, alles erop en eraan! We werken dan ook samen met bedrijven en andere organisaties zoals de schouwburg en de plaatselijke middenstand. Het voorstel om in gala te gaan kwam van de kinderen zelf!

Wat maakt deze projecten bijzonder en welke kwaliteitskenmerken kan je daar aan koppelen? Het is bijzonder dat we de projecten uit de school halen. Woensdagmiddag bieden we een Masterclass aan op een bijzondere locatie en na afloop volgt er een tentoonstelling in Museum Martena. Tijdens de opening wordt de winnaar van de OladieCobaprijs bekend gemaakt, de hele familie komt mee en kinderen zijn erg trots dat hun werk echt mooi tentoongesteld wordt. Het is talentontwikkeling op professioneel niveau. Topsport!

Page 92: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

92

De meerwaarde van zo‟n locatie is dat het werk er beter tot z‟n recht komt en dat het veel zichtbaarder is voor de omgeving. Uit de klas en in de wereld! Het is een heel dynamisch gebeuren en iedereen is zeer enthousiast! En de drempel naar een museum is dan ook ineens lager. De hele familie komt kijken, opa‟s en oma‟s vriendjes en vriendinnetjes…. De impact is groot. We komen bij de kinderen thuis om te fotograferen en het leeft daarom ook erg bij de ouders! Elke Masterclass is ook weer anders. Komend jaar is het thema „kijken en zien‟. Het accent zal dan liggen op het experiment en de reflectie. Het wordt een meer „abstracte‟ werkperiode en deze keer hoeven kinderen niet perse goed te kunnen tekenen en schilderen, maar zoeken we „doordenkertjes‟! Ik kreeg nu al erg leuke reacties van leerkrachten! “Rik is een jongen die uit het niets een verhaal kan vertellen met allemaal verschillende gebeurtenissen erin waar je zo één twee drie niet aan zou denken. Hij is een jongen die nadenkt over dingen die je niet zou verwachten van een leerling uit groep 7. De dingen die hij bedenkt kan hij zijn eigen manier heel goed uitleggen en verantwoorden. Het is bijzonder en vermakelijk naar hem te luisteren. Het is lastig om het verder uit te leggen. Het is iets wat je moet ervaren!”

“Bij het lezen van de brief dacht ik meteen aan Laura. Laura is een bijzonder meisje. Ze heeft PDD-NOS en dat zorgt ervoor dat ze vooral op sociaal gebied problemen heeft. Ze ligt niet heel goed in de groep, omdat ze heel anders denkt dan andere kinderen. Ze is wel heel pienter. Daarnaast is ze ontzettend creatief en houdt ze heel veel van tekenen, schilderen en knutselen. Wanneer ze dat doet, vergeet ze alles en iedereen om zich heen en heeft ze alleen maar aandacht voor haar kunstwerk. Hier kan ze haar ei in kwijt. Daarom dacht ik dat deze masterclass erg leuk zou zijn voor Laura.”

“Symen is erg handig en weet voor elk 'probleem' wel een handige oplossing te bedenken. Tijdens rekenen etc. heeft hij vaak eigen 'trucjes' om dingen op te lossen. Het is echt een doordenkertje. Hij heeft veel zin in deze uitdaging!”

“Martinus is een bijzonder kind met ontzettend veel humor. Hij komt met de gekste ideeën en is ook nog eens creatief aangelegd. Vaak snappen de andere kinderen niet altijd meteen zijn ideeën, het is geen standaard leerling. Toen ik de beschrijving van de masterclass las, moest ik meteen aan hem denken, dus vandaar deze keuze.”

De meerwaarde van zo‟n project is, dat kinderen schitteren op een andere manier. Soms vallen ze in de klas niet zo op en dan is het eerst: let maar niet op hem… En dat je dan in zo‟n project ziet: Kijk! Zo kan het ook! Dat ze ineens geweldige dingen verzinnen. Kinderen hebben overal wel oplossingen voor, ze zijn heel vindingrijk. Onze uitdaging als kunstenaar is om dat levend te houden. Ze worden al veel teveel ingeperkt. Wij kunnen hun blik weer openen voor andere manieren van kijken. Kinderen staan nog open voor van alles en geven je ook veel terug aan inspiratie.

Page 93: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

93

Wat is de kwaliteit van jullie projecten?

Wij zijn trendsetter op dit gebied. Dingen die wij geïntroduceerd hebben worden vaak door anderen overgenomen. Onze naam wordt steeds bekender en we worden zeer gewaardeerd, ik denk dat het komt doordat we inspelen op een behoefte. We letten op nieuwe ontwikkelingen en signaleren nieuwe trends. We brengen niet het standaard pakket, maar we bieden wat extra‟s. We zorgen ervoor dat we steeds meer partijen erbij betrekken, we opereren niet als eenling maar we brengen verschillende disciplines samen. We zijn creatief in de manier waarop we het brengen en gebruiken een taal die kinderen aanspreekt. We willen niet alleen kinderen begeesteren, maar mensen! We zoeken het avontuur, niet de gebaande paden, maar steeds een stukje verder.

Wat zijn voorwaarden voor kwaliteit?

Geld is voor dit soort projecten natuurlijk erg belangrijk! Het meeste geld komt uit de stichting maar we vragen ook een kleine bijdrage. We leveren tenslotte kwaliteit en we hebben ook veel te bieden. Bij het organiseren van projecten komt heel veel kijken, het vergt veel voorbereiding en het kost veel tijd. Zonder geld uit de stichting, hadden we nooit kunnen doen wat we nu bereikt hebben.

Page 94: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

94

Project „Aarde, water, lucht en vuur‟ in de zomervakantie voor de SKSG (Stichting Kinderopvang Stad Groningen)

Page 95: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

95

S L OTW OOR D

Zonder mijn eigen WOW-momenten was dit onderzoek nooit tot stand gekomen. Het waren momenten die me erg gelukkig maakten en me deden beseffen waarom ik mijn kunstenaarschap en het geven van kunsteducatie zo belangrijk vind. Het is fijn om kinderen te zien die blij worden van de dingen ze maken en meemaken. Voor mij zijn WOW-momenten vooral die onverwachte reacties van kinderen of van hun ouders en docenten. Het zijn waardevolle momenten, die het geven van kunsteducatie voor mij extra zinvol maken. De geschreven reacties heb ik bewaard (na een les papierscheppen en werken met gemengde technieken). Ze ontroeren me en ik koester ze…

Eén van de leukste reacties die ik zelf ooit naar aanleiding van een project heb gekregen, kwam van een moeder die me schreef:

Vanochtend heb je op de school van mijn dochter een project

gedaan. Mijn dochter Annemarijn heeft blijkbaar erg genoten,

ze was helemaal enthousiast en zit nu boven bij haar eigen

werktafel een kunstwerk te maken, welke ik nog niet mag zien.

Haar kamer is nu verboden terrein voor mij!

Al vanaf haar derde roept ze al dat ze kunstenaar wil worden,

in welke vorm dan ook.... Dit is inmiddels gevormd naar het

willen worden van 'Boekenschrijver' zoals ze het zelf

noemt... Én... riep ze net: "ík wil na groep acht naar de

school voor kunstenaars mam"!

Heerlijk om zo'n gepassioneerde dochter terug te krijgen uit

school, zomaar op de woensdagmiddag!

Welke kant mijn dametje ooit op mag gaan in de

toekomst......de tijd zal het leren.....

Maar bedankt dat je haar zo'n mooie ochtend hebt gegeven!!!

Page 96: Welkom bij de Hanzehogeschool Groningen - een ......Dit is natuurlijk maar een klein voorbeeld, als het gaat om de verschillende manieren waarop je naar de wereld om je heen kan kijken

96

D AN KW OOR D Graag wil ik iedereen bedanken die heeft meegeholpen aan mijn onderzoek; Ben Boog (begeleider methodologie), voor de prettige en deskundige begeleiding Elodie van Steenhoven (inhoudelijk begeleider) bedankt voor alle feedback, tijd en gezelligheid. Alle geïnterviewden: Hilda Top, Sandra Vermanen, Vicky van Dijk en Ate Wiersma (collega‟s, bik‟ers), Anne Stoer, Gertrude Kokke, Carolien Euser, Ra van der Hoek, Grian Wind en Joris Westerink (organisatoren en bemiddelaars) voor jullie medewerking en feedback. Astrid Tuinman (studiemaatje en vriendin) fijn samen studeren, steun en bemoediging. Peter Kiers (feedback) Monica Peters (critical friend) Agnes Veldman (hulp bij de Engelse samenvatting) Hotmamahot, Marianne Peijnenburg , Marleen van den Heuvel en Floor Coolsma (inspirerende projecten) voor het gebruik van jullie foto‟s. Hans Schrijer (bureau Zeef) voor het bedenken van de titel van dit onderzoek. En natuurlijk ook mijn lieve familie en vrienden, de vele collega‟s van het Kunstencentrum en studiegenoten van de Masteropleiding Kunsteducatie. Allemaal bedankt voor al jullie hulp, interesse, inspiratie, gezelligheid, steun en bemoediging!

Anja Lofvers, 2011