Mr Anna van der Veen, kandidaat-notaris en als notarieel jurist verbonden aan Notariskantoor Van der Veen te Dordrecht
WAAROM Ú EEN TESTAMENT NODIG HEEFTen de verschillende testamentsvormen
WWW.NOTARVANDERVEEN.NL
1
Inhoud 1. Inleiding ..................................................................................................... 2
2. Erfgenamen volgens de wet ....................................................................... 4
3. Testament, testateur en de testamentaire bepalingen .............................. 7
4. Diverse Testamentsvormen ...................................................................... 12
4.1 Testamentsvormen voor gehuwden of geregistreerde partners (de
langstlevende) .............................................................................................. 13
4.1.1 De Wettelijke verdeling .............................................................. 13
4.1.2 De Ouderlijke Boedelverdeling en de OBVplus ........................... 15
4.1.3 De Quasi-wettelijke verdeling ..................................................... 17
4.1.4 Het Vruchtgebruiktestament ...................................................... 19
4.1.5 Het Tweetrapstestament (Radartestament) ............................... 21
4.1.6 Het Combinatietestament .......................................................... 23
4.1.7 Testament Langstlevende enig erfgenaam ................................. 24
4.2 Testamentsvormen voor samenwoners ............................................... 25
4.2.1 Testament Langstlevende enig erfgenaam .................................. 27
4.2.2 Het Tweetrapstestament (Radartestament); .............................. 29
4.2.3 Het Vruchtgebruiktestament ...................................................... 31
4.3 Testamenten voor alleenstaanden ....................................................... 33
4.4 Het ondernemerstestament ................................................................ 34
4.5 Een fiscaal opgemaakt testament ........................................................ 35
4.6 Codicil .................................................................................................. 35
5. Het levenstestament ................................................................................ 37
6. Schenkingen ............................................................................................. 40
7. Tarieven en vrijstellingen ......................................................................... 43
Bijlage vrijstellingen en tarieven erf-en schenkbelasting 2013 ................. 45
Hoewel aan de inhoud van de brochure veel aandacht is besteed, wordt niet ingestaan voor de juistheid en
volledigheid hiervan alsmede onjuiste interpretatie daarvan; aan de inhoud van de brochure kunnen geen
rechten worden ontleend.
2
1. Inleiding
Ingeval u overlijdt en u heeft niets geregeld met betrekking tot uw nalatenschap
voorziet de wet in uw vererving. De wet regelt in alle voorkomende gevallen wie
er na uw overlijden uw erfgenamen zijn. Wilt u echter een andere verdeling van
uw nalatenschap dan wettelijk is geregeld of wilt u bepaalde personen laten
erven die volgens het wettelijk erfrecht niet van u erven óf wilt u juist bepaalde
personen die volgens de wet van u zouden erven uitsluiten, dan zult u een
testament op moeten laten maken. Daarnaast kunt u door het opmaken van een
testament voorzien in uw bedrijfsopvolging, een executeur aanwijzen, de
voogdij van de minderjarige kinderen regelen of een legaat aan de kleinkinderen
vermaken.
Dit zijn slechts enkele van de vele redenen waarom u een testament op zou
kunnen maken.
In een testament kunt u al uw persoonlijke wensen ten aanzien van de vererving
van uw vermogen kenbaar maken en daarmee bent u diegene die bepaalt wat
er na overlijden met uw vermogen gebeurt. Het is daarbij echter wel noodzaak
te weten welke mogelijkheden een testament biedt. Daarbij moet worden
stilgestaan bij de gevolgen die u beoogt met het testament. Betreft het een
testament dat fiscaal voordeel voor de kinderen beoogt en bescherming voor uw
echtgenoot danwel geregistreerd partner (ook wel de langstlevende genoemd)
of betreft het een testament dat enkel ziet op belastingbesparing.
Met deze brochure hoop ik -in ieder geval de meesten van- u te overtuigen van
de noodzaak van het opmaken van een testament. Ik heb getracht de brochure
zo in te delen dat het voor u eenvoudig is om de voor u relevante informatie te
vinden. Zoals de titel aangeeft zal ik in deze brochure stilstaan bij het belang van
een testament en de verschillende testamentsvormen die in de praktijk
merendeels worden gebruikt én die ook van toepassing kunnen zijn op uw
persoonlijke situatie. Daarnaast wordt stilgestaan bij de fiscale aspecten van de
diverse testamenten op het gebied van de erfbelasting en de
inkomstenbelasting. Voorts komen diverse bepalingen aan bod die u in uw
testament kunt opnemen nadat u een keuze voor een bepaalde testamentsvorm
heeft gemaakt en waarmee u een testament tot uw “eigen” testament maakt.
Ook bespreek ik een testament dat thans in de media aandacht geniet en dat
ziet op de situatie-tijdens leven- dat u tijdelijk of blijvend niet meer in staat bent
3
uw belangen zelf te regelen, het levenstestament. In hoofdstuk 6 besteed ik
aandacht aan schenkingen -dit in het kader van vermogensplanning tijdens
leven. Het doen van schenkingen verkleint uw vermogen en heeft daarmee niet
alleen consequenties tijdens uw leven maar ook fiscale consequenties na uw
overlijden. En tot slot komen in het laatste hoofdstuk van deze brochure-
hetgeen toch ook niet geheel onbelangrijk is- de tarieven en vrijstellingen voor
de erf -en schenkbelasting aan bod.
4
2. Erfgenamen volgens de wet
In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe uw nalatenschap vererft in geval u
geen testament heeft opgemaakt.
Sinds 1 januari 2003 is het wettelijk erfrecht veranderd. Het nieuwe erfrecht ziet op de bescherming van de langstlevende (de echtgenoot/geregistreerd partner). Laat u bij uw overlijden naast de langstlevende ook kinderen na, dan is het is voor de kinderen niet langer mogelijk hun erfdelen in goederen op te eisen; zij verkrijgen een vordering ter grootte van hun erfdeel in geld op de langstlevende die pas opeisbaar is bij het overlijden van de langstlevende en bij een eventueel faillissement van de langstlevende.
Erfopvolging bij wet
1. Eerste groep: de echtgenoot/geregistreerd partner en kinderen; het gaat hierbij
om uw ‘niet van tafel en bed gescheiden’ echtgenoot. Samenwoners worden niet als elkaars partner aangemerkt. Een kind geboren tijdens het huwelijk van zijn/haar ouders erft automatisch van beide ouders; een kind geboren tijdens een geregistreerd partnerschap erft alleen automatisch van zijn/haar moeder; zijn/haar vader moet hem/haar eerst erkennen.
2. Tweede groep: de ouders, broers en zusters; 3. Derde groep: de grootouders; 4. Vierde groep: de overgrootouders.
De wettelijke erfgenamen zijn dus uw bloedverwanten en uw echtgenoot respectievelijk geregistreerd partner. Als in een groep bloedverwanten eerder dan u zijn overleden met achterlating van afstammelingen, dan treden diens kinderen (afstammelingen) in de plaats. Andere personen dan degenen in de vier groepen kunnen niet rechtstreeks van u erven. Bloedverwanten in een verdere
Het huidige erfrecht beschermt de echtgenoot/geregistreerd partner tegen
de vorderingen van kinderen.
Ingeval u geen testament maakt geeft de wet aan wie uw erfgenamen zijn.
De wet kent vier groepen erfgenamen die in een bepaalde volgorde van u
erven. Zijn er een of meer erfgenamen binnen een groep gevonden dan
wordt er niet naar de volgende groep gekeken.
5
graad van verwantschap kunnen alleen bij plaatsvervulling van u erven. Verdere plaatsvervulling dan tot en met de zesde graad (achterneven en –nichten) is niet mogelijk. Mochten er geen bloedverwanten tot en met deze graad vindbaar zijn dan vervalt uw nalatenschap aan de Staat. Als in een bepaalde groep, een erfgenaam wordt gevonden wordt niet verder gekeken in de volgende groepen.
Erfdeel/plaatsvervulling
In beginsel hebben erfgenamen-die uit “eigen hoofde” erven- een gelijk erfdeel,
echter ingeval ouders erfgenaam zijn, geldt hierop een uitzondering. Het erfdeel
van ouders bedraagt altijd ten minste één/vierde (1/4de) gedeelte van de
nalatenschap. In het geval u naast “volle” broers en zusters half broers en zusters
heeft, geldt voor deze laatsten dat zij de helft erven van hetgeen de volle broers
en zusters van u erven. Ontbreken “volle” broers en zusters dan erven de half
broers en zusters gezamenlijk de gehele nalatenschap en wel voor gelijke delen.
Ingeval voormelde regeling ertoe leidt dat een ouder minder verkrijgt dan
één/vierde (1/4de) gedeelte van de nalatenschap geldt ook hier dat het erfdeel
van de ouder wordt verhoogd.
Bij plaatsvervulling treden de kinderen van een vooroverleden erfgenaam in de
plaats voor de oorspronkelijke erfgenaam. De kinderen van die erfgenaam erven
gezamenlijk wat de oorspronkelijke erfgenaam zou hebben geërfd.
Indien geen testament is opgemaakt, hebben de erfgenamen in beginsel
een gelijk erfdeel.
Ingeval een persoon van de groep niet meer in leven is, dan nemen de
(klein)kinderen van deze overleden persoon diens plaats in. Dit wordt
plaatsvervulling genoemd.
In sommige gevallen kan plaatsvervulling ook optreden als een persoon nog
in leven is.
6
Plaatsvervulling is ook mogelijk als de oorspronkelijke erfgenaam nog in leven is,
maar deze erfgenaam, niet als erfgenaam wordt beschouwd omdat de
erfgenaam:
onwaardig is om te erven; De erfgenaam heeft u, hierna u ook te noemen: de overledene, proberen te doden, heeft opzettelijk een misdrijf tegen de overledene gepleegd, heeft gelasterd tegen de overledene, heeft de overledene bedreigd met een feitelijkheid of verhinderd een testament op te maken of heeft het testament van de overledene verduisterd, vernietigd of vervalst.
onterfd is1;
de erfenis heeft verworpen; Degene die de erfenis verwerpt is met terugwerkende kracht geen erfgenaam meer.
van erfrecht is vervallen. De erfgenaam is eerder of gelijktijdig met de overledene overleden.
Ingeval het niet de bedoeling is dat uw vermogen na uw overlijden naar uw
wettelijke erfgenamen, dus uw echtgenoot/geregistreerd partner of
bloedverwanten gaat of ingeval u juist anderen bij uw nalatenschap wilt
betrekken of in de wet opgenomen regelingen wilt beperken of uitbreiden, dan
zult u een testament moeten opmaken.
1Kinderen hebben altijd recht op hun wettelijk erfdeel. Het wettelijk erfdeel wordt ook wel de ‘legitieme portie’ genoemd. Het wettelijk erfdeel is de helft van het erfdeel waar kinderen recht op zouden hebben gehad als er geen testament was. Zie hoofdstuk 3 met betrekking tot het onterven van kinderen en de langstlevende echtgenoot/geregistreerd partner.
Door een testament te maken kunt u afwijken van het erfrecht zoals dat bij
wet is geregeld.
In sommige gevallen kan plaatsvervulling ook optreden als een persoon nog
in leven is.
7
3. Testament, testateur en de testamentaire bepalingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat een testament is, wie een testament
op kan maken en uit welke beschikkingen en bepalingen een testament kan
bestaan en welke personen onbevoegd zijn om van u te erven.
Nadat uw testament gepasseerd is, vindt inschrijving plaats door de notaris in
het Centraal Testamentenregister (CTR). Daarbij wordt de inhoud van uw
testament niet bekend gemaakt. De notaris geeft daarbij wel aan of het
testament eventuele voorgaande testamenten of codicillen2 herroept. Bij
herroeping blijft het oude testament wel bestaan, maar heeft geen werking
meer.
Na uw overlijden kan de notaris en/of een belanghebbende bij het CTR
informeren om te zien of u een testament heeft gemaakt en welk testament het
laatste is en welke notaris deze onder zich heeft.
U kunt een testament opmaken mits u handelingsbekwaam bent of de leeftijd
van zestien (16) jaar heeft bereikt. Ook indien u onder curatele bent gesteld kunt
u een testament opmaken. Échter ingeval van onder curatele stelling vanwege
een geestelijke stoornis kunt u alleen met toestemming van de kantonrechter
een testament opmaken.
Vanzelfsprekend moet u, ten tijde van het maken van het testament, wel in staat
zijn uw wil te bepalen. Er mag geen sprake zijn van discrepantie tussen wil en
verklaring. U moet de inhoud van het testament en de gevolgen daarvan dus
2 In paragraaf 4.6 wordt het codicil nader behandeld.
Het testament is een document waarin u uitdrukkelijk verklaart wat er na
uw overlijden met uw vermogen moet gebeuren. Het testament bevat
slechts de uiterste wil van één persoon. Een ieder moet dus een eigen
testament opmaken.
In beginsel kan een ieder die wils- en handelingsbekwaam is een testament
laten opmaken. Degene die een testament heeft of laat opmaken wordt
testateur genoemd.
8
kunnen overzien. Ook mag u in uw testament geen bepalingen opnemen die in
strijd zijn met de goede zeden of openbare orde.
De beschikkingen die u in het testament kunt opnemen zijn:
a. erfstelling: betreft een uiterste wilsbeschikking waarbij de overledene bepaalt wie zijn erfgenamen zijn.
b. legaat: betreft een uiterste wilsbeschikking waarin de overledene een bepaald vorderingsrecht aan iemand toekent welke betrekking heeft op goederen of geld.
c. testamentaire last: een door de overledene bij testament opgelegde verplichting die ten laste komt van de erfgenamen of legatarissen.
d. making onder voorwaarde: een erfstelling of legaat die onder een zekere of onzekere toekomstige gebeurtenis is gemaakt.
De navolgende clausules/ bepalingen komen veelvuldig voor:
plaatsvervullingsclausule In het wettelijk erfrecht treedt automatisch plaatsvervulling op. In het testamentair erfrecht is dit niet zo. Als u dit wenst zult u in het testament de plaatsvervullingsclausule op moeten nemen. Ingeval u dit nalaat komt het vrijvallende erfdeel -naar evenredigheid- toe aan de andere erfgenamen en vergroot daarmee hun erfdeel; dit wordt aanwas genoemd.
uitsluitingsclausule Deze clausule bepaalt dat hetgeen iemand van u erft of krijgt gelegateerd niet in de gemeenschap van goederen valt waarin deze is gehuwd. De erfenis blijft privévermogen.
executeursbenoeming Een executeur is degene die door u wordt aangewezen om de nalatenschap te beheren en de schulden te voldoen en verantwoordelijk is voor de afwikkeling van uw nalatenschap. Aan het eind van de afwikkeling van de
Een testament is opgebouwd uit beschikkingen.
Afhankelijk van uw burgerlijke staat alsmede van uw wensen kiest u voor
een bepaald type testament. De door u gekozen testamentsvorm kunt u
met bepaalde clausules/ bepalingen uitbreiden of beperken.
9
nalatenschap moet de executeur van de gedane werkzaamheden rekening en verantwoording aan uw erfgenamen afleggen.
bewindvoerdersbepaling Een bewindvoerder is iemand die door u is aangewezen om de nalatenschap van een erfgenaam te beheren. Het instellen van een bewind is aan te bevelen als een erfgenaam zelf niet goed met geld kan omgaan of als crediteuren zich op zijn/haar vermogen willen verhalen.
voogdijbenoeming3 Voor het geval u overlijdt gedurende de minderjarigheid van de kinderen kunt u in uw testament iemand tot voogd benoemen. Ingeval u niet in een voogdijbenoeming heeft voorzien, zal de kantonrechter bepalen wie de voogd wordt.
Inbrengclausule Schenkingen die u tijdens uw leven heeft gedaan blijven in principe buiten de nalatenschap. De erfgenamen behoeven (de waarde van) de schenkingen volgens het erfrecht sinds 1 januari 2003 niet meer in de nalatenschap te brengen. De schenkingen gedaan voor 1 januari 2003 behoeven niet te worden ingebracht tenzij u destijds bij schenking anders heeft bepaald. Wanneer het de bedoeling is dat ook deze schenkingen van voor 2003 buiten de nalatenschap blijven dat zult u dat bij testament moeten regelen. Eveneens zult u- indien u wenst dat de schenkingen van na 1 januari 2003 moeten worden ingebracht- dit bij testament moeten regelen.
dertig dagen clausule Tot 1 januari 2010 was het noodzakelijk deze bepaling in het testament op te nemen om te voorkomen dat over het vermogen tweemaal erfbelasting zou moeten worden betaald ingeval de erfgenaam kort na de overledene
3 Op 3 oktober 2013 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel waardoor
ouders ook een voogd kunnen aanwijzen via het gezagsregister bij de rechtbank, net zoals dat
nu gebeurt bij de aanvraag van het gezamenlijk gezag door ongehuwden en niet
geregistreerde ouders. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft echter tijdens
de consultatieronde van het wetsvoorstel het ministerie van Veiligheid en Justitie laten
weten dat een voogdijbepaling in een notariële akte een aantal waarborgen biedt, zoals de
controle van de vrije wil en van de identiteit van de ouders. Daarnaast heeft de notaris hierin
ook een voorlichtende rol. De KNB vraagt zich af of een aantekening in het gezagsregister wel
diezelfde waarborgen biedt.
10
overleed. Thans is deze bepaling in de Successiewet opgenomen. Wilt u een langere termijn dan zult u dit alsnog bij testament moeten regelen. Het feit dat de dertigdagenclausule in de Successiewet is opgenomen betekent overigens niet dat die clausule in uw testament zinloos is geworden. Weliswaar is de zin niet meer het besparen van erfbelasting maar nog wel het sturen van uw nalatenschap naar de door u gewenste persoon, ingeval uw erfgenaam of legataris binnen dertig (30) dagen na u overlijdt. Zonder deze clausule gaat hetgeen de erfgenaam uit uw nalatenschap heeft ontvangen naar zijn of haar erfgenamen.
echtscheidingsclausule Bepalingen getroffen ten voordele van de echtgenoot/geregistreerd partner vervallen thans door het intreden van een echtscheiding/beëindiging geregistreerd partnerschap, scheiding van tafel en bed of beëindiging samenwoning, tenzij u bij testament iets anders bepaalt.
uitvaartclausule U kunt in uw testament een bepaling opnemen omtrent uw wensen met betrekking tot de uitvaart, waar deze moet plaatsvinden en wie de uitvaart moet regelen. Ook ingeval het uw wens is dat uw lichaam na overlijden ter beschikking aan de wetenschap moet worden gesteld kunt u dit in de clausule opnemen.
onterving/ontervingsclausule Wettelijke erfgenamen kunt u onterven. Echter afstammelingen, uw (klein)kinderen, die u onterft, kunnen altijd aanspraak maken op hun legitieme portie. De legitieme portie bedraagt de helft van hetgeen het onterfde (klein)kind zou hebben gekregen als u geen testament zou hebben gemaakt. De zogeheten legitimaris heeft slechts een aanspraak op een bedrag in geld; hij/zij verliest daarmee zijn/haar positie als erfgenaam. Het onterfde (klein)kind krijgt de legitieme niet vanzelf. Hier moet beroep op worden gedaan hetgeen binnen vijf (5) jaar na overlijden moet gebeuren. Indien u uw echtgenoot/geregistreerd partner onterft, kan deze de wettelijke
rechten inroepen. De echtgenoot/geregistreerd partner kan hiermee
aanspraak maken op een passende verzorging. Een voorbeeld van een
wettelijk recht is de voortzetting van gebruik van woning en inboedel
gedurende een periode van zes (6) maanden en het vruchtgebruik van de
woning en de inboedel. Als het nodig is, kan uw echtgenoot/geregistreerd
11
partner daarnaast het vruchtgebruik opeisen van andere zaken. Uw
echtgenoot/geregistreerd partner mag dit vermogen zelfs opmaken, als dit
nodig is voor de verzorging. De kantonrechter beslist hierover ingeval van een
geschil tussen de echtgenoot/geregistreerd partner en de erfgenamen.
Indien u personen wilt onterven doet u er goed aan dit uitdrukkelijk in het
testament op te nemen. Hiermee wordt discussie voorkomen.
Onbevoegd om te erven
Een aantal personen kan onbevoegd zijn om van u te erven. Het betreft hier
personen die in hun positie anderen zodanig kunnen beïnvloeden, dat de schijn
van misbruik kan ontstaan. Zo bepaalt de wet dat beroepsoefenaars in de
gezondheidszorg, zoals artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of
psychologen die u gedurende de ziekte waaraan u bent overleden, geestelijk of
lichamelijk hebben verzorgd niets van u kunnen erven als uw testament in de
periode is opgemaakt dat u zorg ontving van die hulpverleners. Ook kan er niets
aan familieleden van deze hulpverleners vermaakt worden. Wel kunt u een
legaat vermaken als vergoeding aan de hulpverlener mits deze vergoeding in
verhouding staat tot de geleverde zorg. Tevens worden beschikkingen ten
behoeve van de (ex)voogd, leermeesters (indien u minderjarig bent en
samenwoont met een leermeester), de notaris (en eventuele getuigen) voor wie
uw testament is verleden gezien als verboden.
Bepaalde personen kunnen onbevoegd zijn om van u te erven, daar zij in een
positie verkeren waarin zij u kunnen beïnvloeden.
12
4. Diverse Testamentsvormen
In dit hoofdstuk worden de diverse testamentsvormen voor verschillende
groepen en de fiscale consequenties van de testamenten op het gebied van de
erf-en inkomstenbelasting besproken. De laatste paragraaf van het hoofdstuk
is gewijd aan een andere mogelijkheid om uw laatste wil voor een aantal zaken
vorm te geven, het codicil.
Welke testament het beste bij ú past hangt af van uw persoonlijke situatie en
persoonlijke wensen. Bent u gehuwd of bent u geregistreerd partner, bent u
samenwonend of alleenstaand? Heeft u wel of geen kinderen. Heeft u een
eerdere relatie of huwelijk achter de rug. Hoe groot is uw vermogen en waaruit
is het opgebouwd? Welke leeftijd heeft u en wat is de leeftijdsverwachting? En
gaat het u om een testament dat ziet op belastingbesparing of maakt u een
testament uit “emotionele” overwegingen?
Een aantal factoren heeft u echter ten tijde van de opmaak van het testament
niet zelf in de hand. Zo kunt u indien u gehuwd bent of geregistreerd partner
bent niet op voorhand zien hoeveel tijd er tussen uw beider overlijden zal
zitten, wat de vermogensopbouw zal zijn bij het overlijden van de
langstlevende van u beiden en welke vrijstellingen en tarieven er gelden bij uw
overlijden.
Gewijzigde omstandigheden en veranderingen kunnen er uiteindelijk toe
leiden dat u uw testament op den duur toch zult moeten aanpassen of moet
vernieuwen.
De keuze voor een bepaalde testamentsvorm wordt in eerste instantie
bepaald door uw burgerlijke staat (alleenstaand, gehuwd/geregistreerd
partner of samenwonend).
13
4.1 Testamentsvormen voor gehuwden of geregistreerde partners (de langstlevende)
4.1.1 De Wettelijke verdeling
De wettelijke verdeling is alleen dan van toepassing indien de overledene
tenminste een langstlevende (echtgenoot/geregistreerd partner) en één kind
nalaat. Op grond van de wettelijke verdeling gaat het hele vermogen van de
overledene naar de langstlevende. De langstlevende wordt automatisch
eigenaar van de goederen zonder medewerking van de kinderen. De kinderen
krijgen elk een geldvordering op de langstlevende ter grootte van hun erfdeel
die pas opeisbaar is bij overlijden, of ingeval van faillissement van de
langstlevende.
In veel situaties kan het dus gunstig zijn om de wettelijke verdeling in het
testament als uitgangspunt te nemen echter u zou de wettelijke verdeling op
een aantal punten kunnen aanpassen. Hierbij kan gedacht worden aan de
navolgende aanpassingen:
De omstandigheden waaronder de kinderen de vordering kunnen opeisen; De geldvordering is- in beginsel- pas opeisbaar bij overlijden van de langstlevende. Daarnaast is de vordering eerder opeisbaar, indien de langstlevende betrokken raakt bij een faillissement of in de schuldsanering terecht komt. Deze opeisbaarheidsgronden kunnen niet worden uitgesloten. Gedacht kan worden om de opeisbaarheid van de vorderingen uit te breiden bij hertrouwen of samenwonen van de langstlevende, bij het verkrijgen van een bepaalde leeftijd of bij intrek in een zorginstelling.
Het rentepercentage met betrekking tot de geldvordering van de kinderen; Omdat de vordering in principe gedurende het leven van de langstlevende niet opeisbaar is, heeft de wetgever gemeend de kinderen over hun vordering een rentevergoeding te moeten toekennen. Deze wordt per jaar berekend over de geldvordering en wel tegen een percentage van de wettelijke rente verminderd met zes procent. Indien de wettelijke rente zes procent of lager is, is de vordering in feite renteloos. De wettelijk bepaling omtrent de rente
Gehuwden/geregistreerd partners nemen de wettelijke verdeling regelmatig
als uitgangspunt waarbij zij gebruik (kunnen) maken van de mogelijkheid om
deze op een aantal punten aan te passen.
14
is echter van regelend recht. Het is mogelijk een ander rentepercentage in het testament op te nemen, bijvoorbeeld een vast percentage of een samengestelde rente. Niet alleen diegene die het testament opstelt kan het rentepercentage aanpassen; indien de wettelijke verdeling van toepassing is, kunnen de langstlevende en het kind/kinderen dit eveneens. Zij moeten dit dan wel - binnen de aangiftetermijn welke geldt voor de erfbelasting- overeenkomen. Is er sprake van een testament dan dient u, als testateur, de erfgenamen wel de bevoegdheid te hebben gegeven om met betrekking tot de rente een afwijkende regeling te treffen (de zogenaamde tenzij clausule).
De wilsrechten van de kinderen; Een wilsrecht betreft het recht van de kinderen om hun geldvordering in bepaalde situaties (nadat het “stieffamiliegevaar” zich heeft aangediend) om te zetten in een recht op goederen. Er zijn vier wilsrechten. Twee wilsrechten die de kinderen kunnen uitoefenen om hun aandeel in de nalatenschap van de eerstoverleden ouder veilig te stellen en twee wilsrechten om hun aandeel in de nalatenschap van de laatstoverleden ouder veilig te stellen. Deze wilsrechten kunt u bij testament uitbreiden, beperken of uitsluiten.
Het betrekken van stiefkinderen in de wettelijke verdeling; Kinderen zijn erfgenamen van hun ouders. Hierbij gaat het om de bloedverwantschap, de familierechtelijke betrekking met de ouders. Geadopteerde kinderen worden volledige gelijkgesteld met eigen kinderen; stief-en pleegkinderen niet. Het is daartoe nodig dat het stiefkind tot erfgenaam wordt benoemd; daarnaast moet het stiefkind in de wettelijke verdeling worden betrokken, dat wil zeggen dat het stiefkind op dezelfde wijze als een eigen kind een vordering verkrijgt. Als een stiefkind in de wettelijke verdeling is betrokken, gelden ook voor dit kind van rechtswege de regels van plaatsvervulling.4
Het wijzigen van de erfdelen van de langstlevende en/of kinderen of een kind onterven. Bij grote vermogens kan het gunstig zijn om het erfdeel van de langstlevende zo klein mogelijk te maken (bijvoorbeeld één (1) procent) waardoor de vorderingen van de kinderen groter zijn, hetgeen gevolgen heeft voor de erfbelasting van de langstlevende. Dit effect kan worden versterkt door een optimale renteclausule in het testament op te nemen. Wel moet om de
4 Het is twijfelachtig of stiefkinderen in een wettelijke verdeling kunnen worden betrokken in de situatie dat de overledene zelf geen kinderen heeft. In dat geval kan u beter een andere passende regeling zoeken.
15
wettelijke verdeling van toepassing te laten zijn altijd de langstlevende en tenminste één kind overblijven.
De fiscale consequenties van de Wettelijke Verdeling
Erfbelasting
Zowel de langstlevende echtgenoot casu quo geregistreerd partner als de
kinderen zijn bij de wettelijke verdeling erfgenaam. Omdat de kinderen een
vordering op de langstlevende hebben en zij in feite niet direct iets erven- moet
de langstlevende de te betalen erfbelasting voor de kinderen voorschieten. De
betaalde erfbelasting kan in aftrek worden gebracht op de overbedelingschuld
van de langstlevende.
Inkomstenbelasting
Uitgangspunt van de wettelijke verdeling is dat de langstlevende in economische
zin over de nalatenschap kan beschikken. Alle bezittingen en schulden gaan naar
de langstlevende, die dan ook voor dit vermogen in de diverse boxen wordt
belast. De kinderen worden voor de bezittingen en schulden niet belast. De
vorderingen van de kinderen op de langstlevende en de daar tegenoverstaande
schuld van de langstlevende aan de kinderen blijven geheel buiten de
belastingheffing. Het fiscaal negeren van de onderbedelingsvorderingen en
overbedelingsschulden voor de inkomstenbelasting wordt ook wel
defiscalisering genoemd.
4.1.2 De Ouderlijke Boedelverdeling en de OBVplus
Bij de wettelijke verdeling moet de langstlevende de verschuldigde
erfbelasting over de vorderingen van de kinderen voorschieten.
Met de invoering van het nieuwe erfrecht per 1 januari 2003 is de positie van
een echtgenoot/geregistreerd partner versterkt. Onder het oude recht was
het opmaken van een “langstlevende testament” noodzakelijk om te
voorkomen dat de kinderen direct aanspraak konden maken op de
nalatenschap. Dit kon door middel het opmaken van een ouderlijke
boedelverdeling.
16
De ouderlijke boedelverdeling was onder het oude recht het meest voorkomend
testament. Op grond van de ouderlijke boedelverdeling gaan alle bezittingen en
schulden naar de langstlevende en verkrijgen de kinderen voor hun erfdelen een
niet opeisbare vordering op de langstlevende. Na invoering van het huidige
erfrecht per januari 2003 is het echter niet langer mogelijk een ouderlijke
boedelverdeling te maken; de wettelijke verdeling is daarvoor in de plaats
gekomen. Op grond van het overgangsrecht worden testamenten welke onder
het oude erfrecht zijn opgemaakt wel geëerbiedigd.
In de praktijk is het echter wel mogelijk de ouderlijke boedelverdeling van
“vereiste” aanpassingen te voorzien en dus niet in zijn geheel te herroepen. Deze
aanpassingen worden ook wel de OBV plus genoemd. Bij het aanpassen van de
ouderlijke boedelverdeling dient de essentie- de verdeling door de overledene-
in stand te blijven. Wat gewijzigd zou kunnen worden zijn onder andere de
opeisbaarheidgronden van de vorderingen van de kinderen, de hoogte van de
rente, het benoemen van legatarissen, het in stellen van een bewind over de
erfrechtelijke verkrijgingen, het doen van een nieuwe executeursbenoeming.
De fiscale consequenties van de Ouderlijke Boedelverdeling
Erfbelasting
De langstlevende is tezamen met de kinderen erfgenaam. Via de verdeling wordt
de langstlevende enig eigenaar en krijgen de kinderen een niet opeisbare
vordering in geld op de langstlevende. De kinderen worden echter wel voor de
erfbelasting belast terwijl ze de facto niets in handen krijgen. Daarom is in het
Onder het huidige recht is het niet meer mogelijk een ouderlijke
boedelverdeling op te maken. De destijds opgemaakte ouderlijke
boedelverdeling kan wel van de vereiste aanpassingen worden voorzien. De
aangepaste ouderlijke boedelverdeling wordt obv-plus genoemd.
Bij de ouderlijke boedelverdeling zal de langstlevende de verschuldigde
erfbelasting over de vorderingen van de kinderen (meestal) dienen voor te
schieten.
17
testament (meestal) vastgelegd dat de langstlevende de erfbelasting van de
kinderen moet voorschieten.
Inkomstenbelasting
Zowel voor de ouderlijke boedelverdeling als voor de OBV plus geldt- evenals bij
de wettelijke verdeling- de defiscalisering. De vorderingen van de kinderen op
de langstlevende en de daartegenoverstaande schuld van de langstlevende aan
de kinderen blijven geheel buiten de belastingheffing.
4.1.3 De Quasi-wettelijke verdeling
De wettelijke verdeling heeft als groot voordeel dat er na het overlijden geen
leveringshandelingen behoeven te worden verricht. Het nadeel is echter het
inflexibele karakter van de wettelijke verdeling. Indien de wettelijke verdeling
niet gewenst is, moet ongedaanmaking daarvan binnen drie maanden
plaatsvinden. Omdat deze termijn in de praktijk als zeer kort wordt ervaren, is
de zogeheten quasi-wettelijke verdeling in leven geroepen. In de praktijk wordt
van deze testamentsvorm gebruik gemaakt ingeval het om wat grotere en
complex samengestelde vermogens gaat.
Bij een quasi- wettelijke verdeling wordt de wettelijke verdeling buiten
toepassing verklaard. Hierdoor komen de erfgenamen in een onverdeeldheid
terecht. Om te voorkomen dat de langstlevende is overgeleverd aan de kinderen
worden aan de langstlevende bevoegdheden (de bevoegdheidsvariant)
toegekend. Dit kan onder andere worden bewerkstelligd door een
afwikkelingsbewind op te nemen in het testament. De bevoegdheden van de
Bij de ouderlijke boedelverdeling geldt dat het vermogen dat de langstlevende
verkrijgt voor de inkomstenbelasting in de diverse boxen wordt belast. De
vorderingen van de kinderen op de langstlevende en de schuld van de
langstlevende aan de kinderen, blijven geheel buiten de belastingheffing. Dit
wordt defiscalisering genoemd.
De quasi-wettelijke verdeling is een testamentsvorm waarbij de wettelijke
verdeling wordt nagebootst. Deze testamentsvorm is ontstaan omdat de drie-
maands termijn van ongedaanmaking bij de wettelijke verdeling als te kort
werd ervaren.
18
langstlevende worden hiermee zodanig uitgebreid dat deze zonder toestemming
van de kinderen kan vervreemden en verdelen. Bij een andere variant van de
quasi- wettelijke verdeling wordt de langstlevende tot executeur benoemd en
wordt de langstlevende in het testament de last (de verplichtende variant)
opgelegd de nalatenschap te verdelen alsof er een wettelijke verdeling is. Als
executeur heeft de langstlevende alle bevoegdheden om de verdeling te
effectueren. De langstlevende wordt daarmee goed beschermd en de kinderen
krijgen beperkte rechten. Dat er niet voor de wettelijke verdeling wordt gekozen
komt doordat men via deze vorm ook nog erfbelasting kan besparen. Het betreft
hier in feite een testament waarbij de wettelijke verdeling wordt nagebootst.
De fiscale consequenties van de Quasi-Wettelijke Verdeling
Erfbelasting
De erfgenamen zijn de langstlevende en de kinderen. De kinderen verkrijgen
ieder een vordering op de langstlevende, welke vordering slechts in bepaalde
gevallen opeisbaar is. Daar zij in feite niet direct iets erven moet de
langstlevende de te betalen erfbelasting voor de kinderen voorschieten. De
betaalde erfbelasting kan in aftrek worden gebracht op de overbedelingschuld
van de langstlevende.
Inkomstenbelasting
Ook hier geldt de defiscalisering: de vorderingen van de kinderen op de
langstlevende en de daartegenoverstaande schuld van de langstlevende aan de
kinderen blijven geheel buiten de belastingheffing. Alle bezittingen en schulden
Bij de quasi -wettelijke verdeling moet de langstlevende de verschuldigde
erfbelasting over de vorderingen van de kinderen voorschieten.
Voor de inkomstenbelasting geldt bij de quasi-wettelijke verdeling dat het
vermogen dat de langstlevende verkrijgt in de diverse boxen wordt belast. De
vorderingen van de kinderen op de langstlevende en de schuld van de
langstlevende aan de kinderen, blijven geheel buiten de belastingheffing.
19
gaan naar de langstlevende die dan ook voor dit vermogen in de diverse boxen
wordt belast.
4.1.4 Het Vruchtgebruiktestament
Bij het vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende (de vruchtgebruiker)
het vruchtgebruik van alle goederen uit de nalatenschap en verkrijgen de
kinderen (de bloot eigenaren) de blote eigendom. De vruchtgebruiker heeft het
genot van de nalatenschap. De opbrengsten van de goederen zoals bijvoorbeeld
dividend en rente komen aan de vruchtgebruiker toe. De kinderen moeten bij
deze testamentsvorm meewerken. Zij moeten het vruchtgebruik over hun
erfdelen afgeven aan de langstlevende. Bij een eenvoudig
vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende het recht de goederen die
onder het vruchtgebruik vallen te gebruiken en de vruchten te genieten. Wil de
langstlevende over de goederen kunnen beschikken (bijvoorbeeld verkopen of
weggeven) dan is eerst toestemming van de kinderen nodig. Dit laatste kan
worden voorkomen door in het testament op te nemen dat de langstlevende het
vruchtgebruik met vervreemdings- en eventueel interingsbevoegdheid heeft. In
dat geval behoeft de langstlevende geen toestemming van de kinderen en
kunnen deze geen bezwaar maken ingeval de langstlevende de goederen te
gelde wil maken. Wanneer het vruchtgebruik niet voldoende is voor de
langstlevende, mag de langstlevende interen op het geërfde vermogen indien
deze bevoegdheid is verleend. Tenzij anders in het testament is bepaald, is de
langstlevende verplicht toe te staan dat de, ter zake van de verkrijging van de
blote eigendom, verschuldigde erfbelasting wordt betaald uit het
vruchtgebruikkapitaal, dan wel dient de langstlevende de erfbelasting renteloos
voor te schieten.
Bij verwachte waardestijging van het vermogen is de vruchtgebruikconstructie
aantrekkelijk.
Het zuivere vruchtgebruiktestament ziet men in de praktijk echter niet vaak
omdat dit meestal gecombineerd wordt met een keuzelegaat dat de
Bij een vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende het recht om
gebruik te maken van de goederen van de nalatenschap. Het eigendom van
de goederen komt aan de kinderen toe. Het eigendom bezwaard met
vruchtgebruik wordt de blote eigendom genoemd.
20
langstlevende de mogelijkheid geeft de goederen in vol eigendom te verkrijgen
tegen inbreng van de waarde. Vanwege het vruchtgebruik kan de langstlevende
de koopsom van de goederen levenslang renteloos aan de kinderen schuldig
blijven. Het vruchtgebruik ontstaat pas door vestiging (levering). De vestiging van
vruchtgebruik moet gebeuren conform de voorschriften die voor overdracht en
vestiging van een beperkt recht in acht moeten worden genomen. Zo dient
vestiging van een vruchtgebruik op een onroerend goed bij notariële akte plaats
te vinden. In het testament wordt meestal vastgelegd dat de vruchten voor de
vruchtgebruiker zijn vanaf datum overlijden, dus ook als de
vestigingsformaliteiten pas later voltooid zijn.
De waarde van het vruchtgebruik wordt bepaald op zes (6) procent van de
waarde van de nalatenschap vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de
leeftijd van de vruchtgebruiker (Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 artikel 5).
De fiscale consequenties van het Vruchtgebruiktestament
Erfbelasting
Zowel de blote eigendom als het vruchtgebruik zijn bij overlijden van de
overledene belast. De waardeaangroei van bloot naar vol eigendom is echter bij
het overlijden van de langstlevende onbelast. Bij grote waardestijgingen van
goederen tussen het moment van overlijden van de eerststervende ouder en de
vruchtgebruiker in casu quo de langstlevende komt deze waardestijging onbelast
bij de bloot eigenaren, de kinderen terecht.
Voor de erfbelasting geldt dat bij een vruchtgebruiktestament de
langstlevende over de waarde van het vruchtgebruik erfbelasting is
verschuldigd; de kinderen zijn over de waarde van de blote eigendom
erfbelasting verschuldigd.
21
Inkomstenbelasting
Zowel het vruchtgebruik als de blote eigendom vallen voor wat betreft de heffing
van de inkomstenbelasting in box 3. Wanneer echter de eigen woning onder het
vruchtgebruik valt, is er sprake van heffing in box 1 door toepasselijkheid van de
eigenwoningregeling en ingeval van aanmerkelijkbelang aandelen, vindt heffing
plaats in box 2. Daar de bloot eigenaren jaarlijks inkomstenbelasting zijn
verschuldigd, wordt doorgaans in het testament bepaald dat de langstlevende
de verschuldigde inkomstenbelasting aan de kinderen voorschiet.
4.1.5 Het Tweetrapstestament (Radartestament)
Een tweetrapstestament komt in diverse varianten voor. In zijn meest gebruikte
vorm gaat bij het overlijden van de eerststervende ouder het gehele vermogen
naar de langstlevende ouder; de kinderen moeten voor de verkrijging inzake het
overlijden van de eerststervende ouder wachten tot na het overlijden van de
langstlevende ouder. De langstlevende ouder is in feite enig erfgenaam maar
verkrijgt het erfdeel als “bezwaarde”; de kinderen zijn “verwachters”. De
tweetrapsmaking is een regeling waarbij de overledene meer dan een keer kan
beschikken over zijn vermogen. Kenmerkend voor de tweetrapsmaking is:
Er is een verkrijger onder ontbindende voorwaarde (de bezwaarde);
Er is een verkrijger onder opschortende voorwaarde (de verwachter);
Bij een vruchtgebruiktestament zal de langstlevende de waarde van het
vruchtgebruik van de goederen die hij/zij heeft verkregen voor de
Inkomstenbelasting op moeten geven in box 3. De kinderen moeten de
waarde van de blote eigendom voor de Inkomstenbelasting opgeven in hun
box 3 vermogen.
In een tweetrapstestament wordt de langstlevende echtgenoot tot enig
erfgenaam benoemd. De kinderen verkrijgen in dit geval geen vordering. De
kinderen ontvangen pas iets van de nalatenschap van de eerststervende als
de langstlevende is overleden en er nog iets over is van de nalatenschap.
22
De verwachter moet in leven zijn op het moment dat het recht van de bezwaarde eindigt (daarop bestaan een drietal uitzonderingen (artikel 56 van boek 4 van het Burgerlijk Wetboek)5.
De fiscale consequenties van het Tweetrapstestament
Erfbelasting
Bij de tweetrapsmaking wordt bij de langstlevende ouder, de bezwaarde,
erfbelasting geheven over de volle waarde van de verkrijging. De kinderen, de
verwachters, behoeven op dat moment geen erfbelasting te betalen aangezien
zij bij het overlijden van de eerststervende ouder niets verkrijgen. Bij het
overlijden van de bezwaarde (de langstlevende ouder) wordt bij de verwachters
geheven over hetgeen van het bezwaarde vermogen overgebleven is volgens het
tarief dat zou gelden als de verwachters rechtstreeks van de eerststervende
ouder verkregen zouden hebben. Bij het overlijden van de langstlevende ouder
erven de kinderen dus een gedeelte van hun eerst overleden ouder en een
gedeelte van hun langstlevende ouder.
5 Lid 2 Indien de overledene heeft bepaald dat hetgeen hij aan een afstammeling van een ouder van de overledene nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze, ontlenen dezen aan de making een recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de overledene. Lid 3 Heeft een overledene bepaald dat hetgeen hij aan iemand nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan een afstammeling van een ouder van de overledene, en tevens dat indien die afstammeling dat tijdstip niet overleeft, diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze in diens plaats zullen treden, dan verkrijgen dezen dit recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de overledene. Lid 4 Indien een overledene heeft bepaald dat hetgeen de bevoordeelde van het hem nagelatene bij zijn overlijden of op een eerder tijdstip onverteerd zal hebben gelaten, alsdan zal ten deel vallen aan een dan bestaande bloedverwant van de overledene in de erfelijke graad, verkrijgt deze dit recht, ook al bestond hij nog niet bij het overlijden van de overledene..
Bij het tweetrapstestament is de langstlevende enig erfgenaam en zal de
verschuldigde erfbelasting moeten voldoen.
23
Inkomstenbelasting
Alle bezittingen en schulden gaan naar de langstlevende ouder die enig
erfgenaam is en de langstlevende ouder zal dan ook voor dit vermogen in de
diverse boxen worden belast.
4.1.6 Het Combinatietestament
Het is mogelijk een flexibel testament op te stellen, ook wel
combinatietestament genoemd. Bij een combinatietestament heeft de
langstlevende diverse mogelijkheden met betrekking tot de afwikkeling van de
nalatenschap. Het combinatietestament kan zodanig worden geformuleerd dat
medewerking van de kinderen bij de verdeling, die alsdan tot stand moet komen,
niet noodzakelijk is. Dit biedt de langstlevende enerzijds de mogelijkheid om zo
min mogelijk belasting te hoeven betalen en anderzijds om te kunnen bepalen
welke vermogensbestanddelen waar terecht komen.
Fiscaal gezien is het het meest wenselijk om het testament zo flexibel mogelijk
te maken. De keuze voor de gewenste regeling kan dan uitgesteld worden tot na
het overlijden van de eerststervende. Een combinatietestament kan
bijvoorbeeld bestaan uit een combinatie van de wettelijke verdeling en de
mogelijkheid voor de langstlevende om bepaalde goederen uit de nalatenschap
te kiezen, een keuzelegaat en/of een vruchtgebruik van de gehele of van
een gedeelte van de nalatenschap.
Indien gewenst kan de langstlevende binnen drie (3) maanden na het overlijden
van de eerststervende een verklaring afleggen om de wettelijke verdeling
ongedaan te maken. De langstlevende en de kinderen zijn dan samen gerechtigd
tot de nalatenschap. Afhankelijk van de verwachte waardeontwikkeling kunnen
de goederen worden verdeeld.
De langstlevende zal bij het tweetrapstestament voor het verkregen
vermogen in de diverse boxen, welke de inkomstenbelasting kent, worden
belast.
Bij een combinatietestament kan de langstlevende na het overlijden van de
testateur bepalen op welke wijze de nalatenschap wordt verdeeld.
24
De langstlevende kan boedelbestanddelen kiezen op grond van het keuzelegaat.
Tevens kan de langstlevende die vermogensbestanddelen kiezen die hij/zij onder
vruchtgebruik wenst te verkrijgen. Daarbij is het fiscaal gezien het meest gunstig
om goederen die de langstlevende verbruikt of goederen waarbij een geringe
waardestijging wordt verwacht bij de langstlevende te houden. Goederen
waarbij een waardestijging waarschijnlijk is, worden al dan niet belast met
vruchtgebruik ten behoeve van de langstlevende, naar de kinderen geschoven.
Een voordeel van een flexibel testament is dat het moment van plannen vooruit
wordt geschoven. Pas op het moment dat duidelijk is waar de nalatenschap uit
bestaat behoeft een keuze te worden gemaakt.
De fiscale consequenties van het Combinatietestament De fiscale consequenties zijn afhankelijk van de keuze die uiteindelijk door de
langstlevende wordt gemaakt na het overlijden van de eerststervende.
4.1.7 Testament Langstlevende enig erfgenaam
Tot slot is het ook mogelijk om een testament te maken waarbij u de
langstlevende echtgenoot tot enig erfgenaam benoemt. Bij echtparen zonder
kinderen kan men elkaar over en weer tot enig erfgenaam benoemen en
daarnaast een regeling treffen voor het geval men gelijktijdig met of na de ander
komt te overlijden. Ook in deze situatie kan met een tweetrapsmaking worden
gewerkt.
Ingeval er wel kinderen zijn, wordt de langstlevende tot enig erfgenaam
benoemd en subsidiair-voor de situatie van overlijden als langstlevende- de
kinderen. De kinderen krijgen geen aanspraken in de nalatenschap van de
eerststervende. Een nadeel van dit testament kan zijn dat de langstlevende
zijn/haar testament ongedaan kan maken (herroepen) waardoor het niet zeker
is voor de kinderen of zij iets terugzien uit de nalatenschap van de
eerststervende ingeval de langstlevende bijvoorbeeld een nieuwe partner krijgt.
Het tweetrapstestament biedt hiervoor uitkomst.
Bij een testament langstlevende enig erfgenaam is de langstlevende enig
erfgenaam; de kinderen verkrijgen in dit geval geen vordering op de
langstlevende.
25
De fiscale consequenties testament Langstlevende enige erfgenaam.
Erfbelasting
Bij het overlijden van de eerststervende erft de langstlevende alles, zodat de
eventueel verschuldigde erfbelasting voor diens rekening komt.
Inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting geeft de langstlevende het vermogen in de diverse
boxen op. Indien er een woning in de nalatenschap is betrokken geeft de
langstlevende in box 1 het eigenwoningforfait op. De kinderen hebben geen
erfrechtelijke verkrijging uit hoofde van het overlijden van de eerststervende en
zijn dus ook geen vermogensrendementsheffing verschuldigd.
4.2 Testamentsvormen voor samenwoners
Ingeval ongehuwde samenwoners een samenlevingscontract hebben kan daar
overigens wel een bepaling ( het zogeheten verblijvensbeding) in worden
Bij een testament waarbij de langstlevende enig erfgenaam is, zal de
verschuldigde erfbelasting voor rekening komen van de langstlevende.
Bij een testament waarbij de langstlevende enig erfgenaam is, zal de
langstlevende inzake het verkregen vermogen voor de inkomstenbelasting
in de diverse boxen worden belast.
Op grond van het wettelijk erfrecht erven alleen gehuwden/geregistreerde
partners van elkaar. Andere partners (niet-geregistreerde ongehuwde
samenwoners) erven niet automatisch van elkaar, ook al hebben zij een
samenlevingscontract laten opmaken. In een samenlevingscontract kan wel
een voorziening worden getroffen voor de gemeenschappelijke bezittingen
van de partners. Een partner kan slechts privé goederen van de andere
partner erven indien dat bij testament is vastgelegd.
26
opgenomen op grond waarvan alle gemeenschappelijke bezittingen bij het
overlijden van de eerststervende eigendom worden van de langstlevende. Het
verblijvensbeding ziet echter alleen op de gemeenschappelijke bezittingen. Om
ook privégoederen aan een partner te vermaken is een testament nodig. Ingeval
dat nagelaten wordt erven de wettelijke erfgenamen in casu quo de
bloedverwanten uw vermogen.
Voor de inkomstenbelasting zullen de samenwoners zich in veel gevallen als
partners kunnen kwalificeren. Dit is het geval als ze samen een kind hebben, of
een kind van elkaar hebben erkend, samen een eigen woning hebben of voor de
toepassing van de pensioenregeling als partner zijn aangemeld. Mochten zij niet
aan voornoemde criteria voldoen dan kunnen ze hiervoor opteren door
inschrijving op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie en het
maken van een notarieel samenlevingsovereenkomst.
In de erfbelasting wordt onder partner verstaan, naast de echtgenoot en
geregistreerd partner:
degene die met de overledene samenwoont en:
a. meerderjarig is; b. op hetzelfde woonadres ingeschreven staat hetgeen blijkt uit de
gemeentelijke basisadministratie; c. blijkens een notarieel samenlevingscontract een verzorgingsverplichting
heeft; d. geen bloedverwant in de rechte lijn is en; e. niet met een ander aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
Om voor de erfbelasting als partner te kwalificeren en daarmee ook voor de
echtgenotenvrijstelling en het echtgenotentarief in aanmerking te komen, moet
er gedurende een periode van een half jaar worden voldaan aan genoemde vijf
(5) eisen. De in onderdeel c gestelde voorwaarde geldt niet voor personen die
tot het tijdstip van het overlijden of de schenking gedurende een onafgebroken
periode van ten minste vijf(5) jaren staan ingeschreven op hetzelfde woonadres
Fiscaal gezien kan samenwonen gevolgen hebben, maar er dient aan een
aantal eisen te worden voldaan wil een niet geregistreerde partner of
ongehuwde partner voor de erfbelasting in aanmerking komen voor de
echtgenotenvrijstelling en het echtgenotentarief.
27
in de gemeentelijke basisadministratie. Indien niet aan bovenstaande
voorwaarden wordt voldaan, geldt de algemene vrijstelling en is het tarief voor
de overige verkrijgers van toepassing op de verkrijging van de partner.
4.2.1 Testament Langstlevende enig erfgenaam
Als de samenwoners geen kinderen hebben zal het vaak de bedoeling zijn dat de
langstlevende alles erft, soms onder de verplichting om legaten aan de familie
van de eerststervende af te geven. Bij samenwoners zonder kinderen kan men
elkaar over en weer tot enig erfgenaam benoemen en daarnaast een regeling
treffen voor het geval men gelijktijdig met of na de ander komt te overlijden. In
deze situatie kan met een tweetrapsmaking worden gewerkt.
Ingeval er wel kinderen zijn, wordt de langstlevende tot enig erfgenaam
benoemd en subsidiair-voor de situatie van overlijden als langstlevende- de
kinderen. De kinderen kunnen geen aanspraak maken op de nalatenschap van
de eerststervende. Een nadeel van dit testament kan zijn dat de langstlevende
zijn testament ongedaan kan maken (herroepen) waardoor het niet zeker is voor
de kinderen of zij iets terugzien uit de nalatenschap van de eerststervende
ingeval de langstlevende bijvoorbeeld een nieuwe partner krijgt. Het
tweetrapstestament biedt hiervoor uitkomst (zie paragraaf 4.2.3).
De fiscale consequenties testament Langstlevende enig erfgenaam
Erfbelasting
Bij het overlijden van de eerststervende erft de langstlevende alles, zodat de
eventueel verschuldigde erfbelasting voor diens rekening komt.
Bij een testament langstlevende enig erfgenaam is de langstlevende enig
erfgenaam.
Bij een testament waarbij de langstlevende enig erfgenaam is, zal de
verschuldigde erfbelasting voor rekening komen van de langstlevende.
28
Inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting geeft de langstlevende het vermogen in de diverse
boxen op. Indien een woning in de nalatenschap is betrokken geeft de
langstlevende in box 1 het eigenwoningforfait op. De kinderen hebben geen
erfrechtelijke verkrijging uit hoofde van het overlijden van de eerststervende en
zijn dus ook geen vermogensrendementsheffing in box 3 verschuldigd.
De Quasi Quasi wettelijke verdeling
Bij de quasi quasiwettelijke verdeling wordt de wettelijke verdeling welke alleen
voor gehuwden en geregistreerd partners geldt als het ware nagebootst.
Erfgenamen zijn de langstlevende en de kinderen. De langstlevende partner
heeft bij de quasi quasi wettelijke verdeling het recht een verdeling vast te
stellen overeenkomstig de wettelijke verdeling. Aan de langstlevende worden
daartoe bevoegdheden toegekend zodat de langstlevende niet overgeleverd is
aan de kinderen. Dit kan o.a. worden bewerkstelligd door een
afwikkelingsbewind op te nemen in het testament. De bevoegdheden van de
langstlevende worden hiermee zodanig uitgebreid dat deze zonder toestemming
van de kinderen kan vervreemden en verdelen. Bij een andere variant van de
quasi quasi wettelijke verdeling, de verplichtende variant, wordt de
langstlevende tot executeur benoemd en wordt de langstlevende in het
testament de last opgelegd de nalatenschap te verdelen alsof er een wettelijke
verdeling is. Als executeur heeft de langstlevende alle bevoegdheden om de
verdeling te effectueren.
Bij een langstlevende enig erfgenaam testament wordt de langstlevende
inzake het verkregen vermogen voor de inkomstenbelasting in de diverse
boxen belast.
De quasi quasi wettelijke verdeling is een testamentsvorm waarbij de
wettelijke verdeling wordt nagebootst. Van de wettelijke verdeling kunnen
enkel gehuwden/geregistreerd partners met één of meer kinderen gebruik
maken.
29
De fiscale consequenties van de Quasi Quasi wettelijke verdeling
Erfbelasting
De langstlevende en kinderen zijn allen erfgenaam. Alles wordt toebedeeld aan
de langstlevende en de kinderen krijgen een niet opeisbare vordering op de
langstlevende. De langstlevende dient de erfbelasting van de kinderen voor te
schieten.
Inkomstenbelasting
Alle bezittingen en schulden gaan naar de langstlevende die dan ook voor dit
vermogen in de diverse boxen wordt belast. De kinderen worden voor de
bezittingen en schulden niet belast. De vorderingen van de kinderen op de
langstlevende en de daartegenoverstaande schuld van de langstlevende aan de
kinderen blijven geheel buiten de belastingheffing, hetgeen defiscalisering
wordt genoemd.
4.2.2 Het Tweetrapstestament (Radartestament);
Bij dit testament wordt de langstlevende ouder tot enig erfgenaam benoemd en
subsidiair de kinderen. De langstlevende verkrijgt de nalatenschap echter als
Bij de quasi quasi wettelijke verdeling moet de langstlevende de
verschuldigde erfbelasting over de vorderingen van de kinderen voorschieten.
Het vermogen dat de langstlevende bij de quasi quasi wettelijke verdeling
verkrijgt, wordt voor de inkomstenbelasting in de diverse boxen belast. De
vorderingen van de kinderen op de langstlevende en de schuld van de
langstlevende aan de kinderen blijven geheel buiten de belastingheffing.
In een tweetrapstestament wordt de langstlevende ouder tot enig
erfgenaam benoemd. De kinderen verkrijgen in dit geval geen vordering. De
kinderen ontvangen pas iets van de nalatenschap van de eerststervende als
de langstlevende is overleden en er nog iets over is van de nalatenschap.
30
bezwaarde, dat wil zeggen onder de ontbindende voorwaarde dat er op het
moment van overlijden nog afstammelingen van de eerstoverleden ouder in
leven zijn en deze als verwachter optreden. Herroeping van het testament door
de langstlevende ouder heeft geen gevolgen voor de aanspraken van de
kinderen.
De fiscale consequenties van het tweetrapstestament
Erfbelasting
Bij het overlijden van de eerststervende ouder erft de langstlevende ouder alles
en zal dan ook de erfbelasting moeten voldoen. De kinderen, de verwachters,
behoeven op dat moment geen erfbelasting te betalen aangezien zij bij het
overlijden van de eerststervende ouder niets verkrijgen. Bij het overlijden van de
langstlevende ouder wordt bij de kinderen erfbelasting geheven over hetgeen
wat van het bezwaarde vermogen overgebleven is volgens het tarief dat zou
gelden als zij rechtstreeks van de overledene verkregen zouden hebben. Bij het
overlijden van de langstlevende ouder erven de kinderen dus een gedeelte van
hun eerstoverleden ouder en een gedeelte van hun langstlevende ouder.
Inkomstenbelasting
Alle bezittingen en schulden gaan naar de langstlevende ouder die enig
erfgenaam is en de langstlevende ouder zal dan ook voor dit vermogen in de
diverse boxen worden belast. De kinderen behoeven hun verwachting niet in box
3 op te geven en zijn geen vermogensrendementsheffing verschuldigd.
Bij het tweetrapstestament is de langstlevende enig erfgenaam en zal dan
ook de verschuldigde erfbelasting moeten voldoen.
Bij een tweetrapstestament zal de langstlevende met betrekking tot het
verkregen vermogen voor de inkomstenbelasting in de diverse boxen
worden belast.
31
4.2.3 Het Vruchtgebruiktestament
Bij het vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende (vruchtgebruiker) het
vruchtgebruik van alle goederen uit de nalatenschap en verkrijgen de kinderen
(bloot eigenaren) de blote eigendom. De kinderen moeten hierbij meewerken.
Zij moeten het vruchtgebruik over hun erfdelen afgeven aan de langstlevende.
Bij een eenvoudig vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende het recht
de goederen die onder het vruchtgebruik vallen te gebruiken en de vruchten te
genieten. Wil de langstlevende over de goederen beschikken (bijvoorbeeld
verkopen of weggeven) dan is eerst toestemming van de kinderen nodig. Dit kan
worden voorkomen door in het testament op te nemen dat de langstlevende het
vruchtgebruik met vervreemdings- en eventueel interingsbevoegdheid heeft. In
dat geval behoeft de langstlevende geen toestemming van de kinderen en
kunnen deze geen bezwaar maken ingeval de langstlevende de goederen te
gelde wil maken. Wanneer het vruchtgebruik niet voldoende is voor de
langstlevende mag de langstlevende interen op het geërfde vermogen indien
deze bevoegdheid is verleend. Tenzij anders in het testament is bepaald, is de
vruchtgebruiker verplicht toe te staan dat de, ter zake van de verkrijging van de
blote eigendom, verschuldigde erfbelasting wordt betaald uit het
vruchtgebruikkapitaal dan wel dient de vruchtgebruiker de erfbelasting
renteloos voor te schieten.
Bij verwachte waardestijging van het vermogen is de vruchtgebruik constructie
aantrekkelijk.
Het zuivere vruchtgebruiktestament ziet men in de praktijk echter niet vaak
omdat dit meestal gecombineerd wordt met een keuzelegaat dat de
langstlevende de gelegenheid geeft de goederen in vol eigendom te verkrijgen
tegen inbreng van de waarde. Vanwege het vruchtgebruik kan de langstlevende
de koopsom van de goederen levenslang renteloos aan de kinderen schuldig
blijven.
Bij een vruchtgebruiktestament verkrijgt de langstlevende het recht om
gebruik te maken van de goederen van de nalatenschap. Het eigendom van
de goederen komt aan de kinderen toe. Het eigendom bezwaard met
vruchtgebruik wordt de blote eigendom genoemd.
32
Het vruchtgebruik ontstaat pas door vestiging (levering). De vestiging van
vruchtgebruik moet gebeuren conform de voorschriften die voor overdracht en
vestiging van een beperkt recht in acht moeten worden genomen. Zo dient
vestiging van een vruchtgebruik op een onroerend goed bij notariële akte plaats
te vinden. In het testament wordt meestal vastgelegd dat de vruchten voor de
vruchtgebruiker zijn vanaf de datum van overlijden, dus ook als de
vestigingsformaliteiten pas later voltooid zijn.
De waarde van het vruchtgebruik wordt bepaald op zes procent van de waarde
van de nalatenschap vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd
van de vruchtgebruiker (Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 artikel 5).
De fiscale consequenties van het Vruchtgebruiktestament
Erfbelasting
Zowel de blote eigendom als het vruchtgebruik zijn bij overlijden van de
overledene belast. De waardeaangroei is echter onbelast. Bij grote
waardestijgingen van goederen tussen het moment van overlijden van de
overledene en de vruchtgebruiker komt deze waardestijging dus onbelast bij de
bloot eigenaren terecht.
Inkomstenbelasting
Zowel het vruchtgebruik als de blote eigendom vallen voor wat betreft de heffing
van de inkomstenbelasting in box 3. Wanneer echter de eigen woning onder het
Bij het vruchtgebruiktestament is de langstlevende over de waarde van het
vruchtgebruik erfbelasting verschuldigd; de kinderen zijn over de waarde
van de blote eigendom erfbelasting verschuldigd.
De langstlevende zal bij het vruchtgebruiktestament de waarde van het
vruchtgebruik van de goederen die hij/zij heeft verkregen voor de
inkomstenbelasting op moeten geven in box 3. De kinderen moeten de
waarde van de blote eigendom opgeven voor de inkomstenbelasting in hun
box 3 vermogen.
33
vruchtgebruik valt, is er sprake van heffing in box 1 doordat de
eigenwoningregeling van toepassing is.
4.3 Testamenten voor alleenstaanden
Met name als u alleenstaand bent is het goed eens stil te staan bij hetgeen er
met uw vermogen gebeurt na uw overlijden.
Ingeval u alleenstaand bent omdat uw echtgenoot/geregistreerd partner reeds
is overleden, dan gaat ingeval u geen testament heeft gemaakt uw volledige
vermogen bij uw overlijden naar uw kinderen. Ingeval u echter alleenstaand bent
zonder kinderen en ook geen testament heeft opgemaakt dan zal uw vermogen
volgens de wet naar uw dichtstbijzijnde familieleden gaan. Dit gaat door tot in
de zesde graad. Als er zelfs zo ver in de familie geen erfgenamen te vinden zijn,
zal uw erfenis aan de Staat vervallen.
Wanneer het echter niet de bedoeling is dat uw vermogen na uw overlijden naar
uw ouders, broers, zusters, neefjes of nichtjes of verdere verwanten gaat, of bij
het ontbreken daarvan, aan de Staat vervalt dan zult u een testament moeten
opmaken. U kunt daarbij overwegen bepaalde familieleden of bepaalde mensen
uit uw kennissenkring tot erfgenaam te benoemen. U kunt ook overwegen een
goed doeltestament te maken. U wijst in uw testament dan één of meerdere
goede doelen als erfgenaam aan of vermaakt aan hen legaten. Goede doelen,
mits deze kunnen worden gekwalificeerd als Algemeen nut beogende
instellingen (ANBI), Sociaal belang behartigende instellingen (SBBI) of
steunstichting van de SBBI, zijn over hun verkrijging geen erfbelasting
verschuldigd.
Voorts is het ook mogelijk een tweetrapstestament op te maken waarbij u
bepaalt dat het recht van de erfgenaam (bezwaarde) bij diens overlijden eindigt
en dat er dan één of meer anderen (verwachters) als erfgenaam opkomen indien
zij nog leven.
Ingeval u alleenstaand bent zonder kinderen en geen testament heeft
opgemaakt dan erven uw dichtstbijzijnde familieleden uw vermogen.
Mocht u graag zien dat uw vermogen na overlijden naar kennissen gaat of
aan goede doelen toekomt of wilt u dat slechts bepaalde familieleden een
gedeelte van uw nalatenschap erven dan dient u een testament op te
maken.
34
4.4 Het ondernemerstestament
Meestal wordt een onderneming al tijdens leven overgedragen maar indien dit
niet mogelijk is, is een testament waarin de overdracht van de onderneming is
geregeld van belang. De onderneming vormt vaak immers een aanzienlijk
bestanddeel van uw vermogen en door het opstellen van een testament kunt u
voorzien in de bedrijfsopvolging en kunt u door het benoemen van een
executeur zorgen dat afwikkeling van uw nalatenschap flexibel verloopt.
In het ondernemerstestament wordt de onderneming aan de bedrijfsopvolger
gelegateerd. De waarde van de onderneming moet door de bedrijfsopvolger in
de nalatenschap worden ingebracht. In het testament kan een betalingsregeling
worden opgenomen om te voorkomen dat de bedrijfsopvolger in
betalingsproblemen komt waarmee de continuïteit gevaar loopt. Indien een
onderneming na het overlijden nog minimaal vijf (5) jaar wordt voortgezet wordt
de waarde van de onderneming niet of nauwelijks in de belastingheffing
betrokken bij degene die de onderneming voortzet.
Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten(BOR)
De Successiewet kent sinds 2002 bedrijfsopvolgingsfaciliteiten die tot doel
hebben het voorkomen van financiële problemen bij de overgang van een
bedrijf. De faciliteiten zijn zowel van toepassing bij overdracht van de
onderneming tijdens leven- zoals schenking van de onderneming of verkoop
tegen een te lage prijs- als op een verkrijging als gevolg van het overlijden van
een ondernemer. Om in aanmerking te kunnen komen voor de
bedrijfsopvolgingsfaciliteiten moet echter wel aan een aantal voorwaarden
worden voldaan.
Het ondernemerstestament voorziet in een regeling dat uw onderneming na
uw overlijden wordt voortgezet.
De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn beschikbaar voor de verkrijging van
ondernemingsvermogen krachtens erfrecht of schenking en leveren voor de
verkrijger een vrijstelling op voor de erf/schenkbelasting
35
4.5 Een fiscaal opgemaakt testament
Als gevolg van wijzigingen in de successiewet kan een bepaald testament dat u
destijds heeft opgemaakt met het oog op belastingbesparing (een zogeheten
estate planningstestament) voor uw erfgenamen thans fiscaal niet meer zo
gunstig uitpakken. Hierbij kan gedacht worden aan het ik-opa-testament en het
superturbotestament die sinds de wetwijziging van 2010 geen belastingvoordeel
meer opleveren. Bij het ik-opa-testament benoemt een grootouder in zijn
testament zijn kinderen tot erfgenamen. Vervolgens wordt aan de kinderen de
last opgelegd om zelf op hun beurt bij hun overlijden een bepaald bedrag uit te
keren aan hun eigen kinderen (de kleinkinderen van opa). De kleinkinderen
erven dus van hun grootouder een vordering op hun eigen ouder, die op het
tijdstip van overlijden van hun ouder aan hen zal worden uitbetaald.
Het superturbotestament is een combinatie van een vruchtgebruiktestament en
huwelijksvoorwaarden. Bij testament wordt aan de langstlevende het recht van
vruchtgebruik van de gehele nalatenschap gelegateerd onder de last de schuld
wegens overbedeling voor zijn/haar rekening te nemen. In de
huwelijksvoorwaarden wordt ten aanzien van de gezamenlijk eigendom een
wederkerig verblijvingsbeding opgenomen op grond waarvan bij overlijden van
de eerststervende het vermogen van de langstlevende aan de nalatenschap zal
verblijven.
Het is dus aan te raden om in de gaten te houden of het door u destijds gemaakte
testament nog wel de door u beoogde gevolgen heeft en of de omstandigheden
nog wel hetzelfde zijn als ten tijde van de opmaak van uw testament.
4.6 Codicil
Een testament waarin gunstige fiscale constructies zijn opgenomen om op
die wijze erfbelasting te besparen dient u goed in de gaten te houden.
Een codicil is een eigenhandig geschreven document, voorzien van
handtekening en datum, waarin u een beperkt aantal regelingen voor na uw
overlijden kunt opnemen.
36
Naast het testament heeft u ook nog een andere mogelijkheid om uw laatste wil-
zij het beperkt- te bepalen en wel door het opstellen van een codicil. Een codicil
is een onderhands met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend stuk
waarbij bepaalde goederen aan bepaalde personen vermaakt kunnen worden.
In het codicil kan een legaat van bepaalde inboedelgoederen, sieraden, boeken
en kleding worden opgenomen. Voorts kan in een codicil een uitsluitingsclausule
worden opgenomen, zodat de vermaakte inboedelgoederen niet in de
gemeenschap van goederen vallen waarin de erfgenaam is gehuwd. Ook is het
mogelijk in het codicil uw wensen met betrekking tot de begrafenis of crematie
vast te leggen. Voor 1 januari 2003 kon in een codicil ook een
executeursbenoeming worden opgenomen. Thans is dat echter niet meer
mogelijk zodat dit bij testament geregeld dient te worden. Een codicil kan dus
door u zelf opgesteld worden en het kan dus ook weer eenvoudig veranderd
worden. Een notariële akte is niet nodig. Een nadeel van het codicil is echter dat
het makkelijk kan zoekraken of kan worden vernietigd. Voorts bestaat er geen
register waar codicillen geregistreerd kunnen worden.
37
5. Het levenstestament
In dit hoofdstuk wordt het levenstestament, een testament dat tijdens uw
leven- ingeval u tijdelijk of blijvend niet uw belangen kunt behartigen- werking
heeft, besproken.
In de voorafgaande hoofdstukken kwamen diverse testamentsvormen aan bod.
Al deze testamentsvormen zien op hetgeen er moet gebeuren met iemands
vermogen na diens overlijden. Wilt u echter iets regelen voor de situatie dat u
nog in leven bent, maar niet meer zelf kunt handelen- bijvoorbeeld ingeval van
dementie, coma of een andere situatie waardoor u wilsonbekwaamheid bent, of
door ziekte of afwezigheid tijdelijk niet uw belangen kunt behartigen- dan is het
opmaken van een levenstestament een verstandige keuze.
Volmacht Met een volmacht geeft u iemand de mogelijkheid om namens u bepaalde
rechtshandelingen te verrichten. De gevolmachtigde mag uitsluitend handelen
conform de bevoegdheden die u hem/haar heeft gegeven. Door het geven van
een volmacht blijft u zelf ook bevoegd tot hetgeen waarvoor u de volmacht heeft
verstrekt. De volmacht kan overigens door u worden herroepen of worden
gewijzigd tenzij u de volmacht onherroepelijk heeft gemaakt. Het is van belang
dat u vertrouwen heeft in de gevolmachtigde omdat deze namens u belangrijke
beslissingen kan nemen. Voorts kan het raadzaam zijn om een opvolgend
gevolmachtigde te benoemen voor het geval de door u benoemde
gevolmachtigde zijn/haar taak niet langer kan uitoefenen. In de praktijk gaat de
volmacht direct in na ondertekening van de akte. U kunt echter ook bepalen dat
de volmacht pas ingaat op het moment dat u zelf niet meer wilsbekwaam bent,
hetgeen moet blijken uit een verklaring van een arts. Voorts kunt u ook bepalen
Het levenstestament is een document waarin u diverse regelingen kunt
treffen voor de situatie tijdens leven dat u tijdelijk of blijvend niet in staat
bent uw belangen te behartigen.
Een levenstestament is een combinatie van een volmacht en een overzicht
van persoonlijke wensen op allerlei gebieden.
38
dat de volmacht pas ingaat ingeval u naar een verzorghuis of verpleeghuis gaat
of ingeval u een langere periode in het buitenland verblijft. De volmacht eindigt
bij uw overlijden alsmede indien u failliet gaat. Tevens eindigt de volmacht op
het moment dat de gevolmachtigde overlijdt, failliet gaat of niet meer
wilsbekwaam is. Als de volmacht tijdens uw leven eindigt omdat er geen
gevolmachtigde is die nog mag handelen, kan altijd worden teruggevallen op de
wettelijke beschermingsregels zoals bewind, onder curatele stelling of
mentorschap.
U kunt er voor kiezen om de gevolmachtigde een algemene volmacht te geven
zodat hij/zij u op alle vermogensrechtelijke gebieden kan vertegenwoordigen,
hierbij kan gedacht worden aan de bevoegdheid al uw bezittingen te verkopen,
het beschikken over uw bankrekeningen, het doen van uw belastingzaken. U
kunt ook voor een bijzondere volmacht kiezen waarbij een gevolmachtigde enkel
bevoegd is tot hetgeen u in de volmacht vermeldt.
Persoonlijke wensen
De persoonlijke wensen die u in het levenstestament op kan nemen betreffen
onder andere:
Inboedel
Wat moet er met de inboedel gebeuren wanneer u bijvoorbeeld voor een
langere of kortere periode in een verzorgingshuis of verpleeghuis wordt
opgenomen? Moeten de inboedelgoederen tijdelijk worden opgeslagen of zijn
er bepaalde goederen die aan bepaalde mensen moeten toekomen? Of is het
wellicht de bedoeling dat bepaalde goederen worden verkocht?
Huisdieren
Aan wie wijst u de zorg toe voor de huisdieren ingeval u opgenomen wordt in
een verzorgings-of verpleeghuis? En hoe zit het met de vergoeding voor de zorg
van huisdieren?
Schenkingen
Mocht u gewend zijn schenkingen te doen en u wenst dat deze schenkingen
worden voortgezet- ook als u daartoe zelf niet meer in staat bent- dan kunt u dat
in het levenstestament laten vastleggen.
39
Onderneming
Voor diegene onder u die een eigen onderneming drijven, kan het van belang
zijn een en ander op papier te zetten voor het geval u als ondernemer tijdelijk of
langdurig uit de roulatie bent.
Digitale zaken
U kunt tevens zaken met betrekking tot de wachtwoorden van uw computer
vastleggen in het levenstestament.
Medische zaken
De wensen op medisch gebied en wie inzage mag hebben in uw medisch dossier
kunt u ook opnemen. Wat betreft de wensen op medisch gebied moet gedacht
worden aan het feit of u wel of niet behandelt wenst te worden in bepaalde
situaties (een behandelverbod). Wat betreft dit laatste kan worden opgemerkt
dat medici zelf ook een afweging maken.
Zorg
Hierbij moet u bedenken wat uw wensen zijn als u lichamelijk of geestelijk niet
meer voor uzelf kunt zorgen.
Wilt u wel of geen particuliere verzorging en heeft u een voorkeur voor een
bepaalde zorginstelling.
Euthanasie/orgaandonatie
U kunt ook uw keuze vastleggen op het gebied van euthanasie of orgaandonatie.
Uitvaart
In uw levenstestament kunt u aanwijzingen voor het regelen van de uitvaart
opnemen. Wilt u begraven of gecremeerd worden en waar moet de uitvaart
plaatsvinden. Wat moet er met de as gebeuren? Is er een familiegraf?
U kunt zich voorstellen dat er nog vele andere persoonlijke zaken zijn die in een
levenstestament kunnen worden vastgelegd. Met het vastleggen van deze zaken
in uw levenstestament maakt u duidelijk uw wensen kenbaar en voorkomt u
eventuele discussie achteraf.
40
6. Schenkingen
In dit hoofdstuk wordt uiteengezet wat een schenking is en op welke wijze u
kunt schenken aan uw kinderen en/of aan derden, waarbij er geen of niet al te
veel schenkbelasting behoeft te worden betaald.
Een testament ziet op de vermogensoverheveling na uw overlijden. Tijdens uw
leven kan door middel van het doen van schenkingen vermogen worden
overgeheveld. Een schenking is een overeenkomst om niet, die er toe strekt dat
de ene partij, de schenker, ten koste van zijn eigen vermogen de andere partij,
de begiftigde, verrijkt.
Door jaarlijks te schenken aan uw kinderen of kleinkinderen of aan goed doel
instellingen, kunnen zij alvast een voorschot nemen op uw nalatenschap. U kunt
door spreiding in jaren steeds een zodanig bedrag schenken dat de begiftigde
geen of zeer weinig schenkbelasting is verschuldigd. Door tijdens uw leven al
vermogen over te hevelen zorgt u ervoor dat bij uw overlijden minder vermogen
in uw nalatenschap zit en er minder of geen erfbelasting verschuldigd zal zijn.
Schenking aan de kinderen
Er zijn diverse manieren om een deel van het vermogen aan uw kinderen over te
hevelen zonder geen, of al te veel, schenkbelasting verschuldigd te zijn.
U kunt jaarlijks het vrijgestelde bedrag aan uw kinderen schenken. U hoeft hiervan geen aangifte te doen;
Als uw kinderen in de leeftijd tussen 18-40 jaar zijn kunt u hen een eenmalig hoger bedrag schenken met een beroep op een eenmalig verhoogde vrijstelling. U dient hiervan aangifte te doen;
U kunt uw kinderen in de leeftijd tussen 18-40 jaar een eenmalig bedrag schenken voor de aankoop van een eigen woning of voor het betalen van een studie. Ook hiervan dient u aangifte te doen;
U kunt ook overwegen uw kinderen het maximale bedrag van de eerste tariefschijf te schenken. Over dit bedrag zijn uw kinderen slechts 10% schenkbelasting verschuldigd.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat u geld aan uw kinderen wilt schenken maar dit
nu feitelijk nog niet kunt. In dat geval kunt u ervoor kiezen aan uw kinderen te
Vermogensoverheveling tijdens leven kunt u doen door te schenken.
41
schenken maar het bedrag schuldig te blijven; de kinderen krijgen hiermee een
vordering op u die vaak pas opeisbaar is bij overlijden.
Zo kunt u ook jaarlijks aan uw kinderen het vrijgestelde bedrag schenken. Slechts
onder voorwaarden accepteert de fiscus deze schuld als echte schuld van de
nalatenschap. Het betreft de navolgende voorwaarden waaraan moet worden
voldaan.
er moet een zakelijke rente zijn afgesproken; het rentepercentage dient minimaal zes (6) te zijn;
de rente moet jaarlijks ook daadwerkelijk worden betaald;
de schenking moet worden gedaan bij notariële akte.
Kind in de bijstand Mocht een kind aan wie u schenkt een bijstandsuitkering genieten dan zal de waarde van uw schenking van invloed zijn op de hoogte van diens uitkering. De gemeente zal deze dan meetellen voor de vermogenstoets.
Schenkingsvrijstelling van een kind die eigen woning in buitenland koopt Zoals eerder vermeld kunt u uw kinderen in de leeftijd tussen 18-40 jaar een eenmalig bedrag schenken voor de aankoop van een eigen woning. Deze vrijstelling geldt ook indien een kind een eigen woning in het buitenland aankoopt. Echter er moet wel aan de navolgende voorwaarden worden voldaan voor het verkrijgen van de vrijstelling:
de schenking moet aanwijsbaar besteedbaar zijn aan de eigen woning;
tussen het land waar de woning gelegen is en Nederland moet een verdrag zijn gesloten ter voorkoming van dubbele belasting waarbij ook geregeld is dat de fiscale informatie wordt uitgewisseld;
de eigen woning moet voldoen aan de voorwaarden van de eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet Inkomstenbelasting 2001.
Inkomstenbelasting De schenking die een kind van u verkrijgt wordt toegerekend aan zijn/haar vermogen en wordt afhankelijk van het soort vermogensbestanddeel belast in één van de boxen van de inkomstenbelasting.
Schenking aan derden Als u geen kinderen heeft en/of uw vermogen aan anderen wilt nalaten, kunt u
eveneens overwegen aan de beoogde erfgenaam te schenken. Sinds 2010 zijn
42
de belastingtarieven voor schenkingen aan derden verlaagd. Voor goede doelen
geldt thans dat er geheel geen schenk en erfbelasting is verschuldigd. Als u kiest
voor een lijfrente aan een stichting die een goed doel nastreeft, de Algemeen
nut beogende instelling (ANBI), met een looptijd van vijf (5) jaar, kunt u de
geschonken bedragen ook voor de inkomstenbelasting in aftrek brengen.
Schenkingen aan ANBI’s zijn als ze boven een bepaald bedrag uitkomen
eveneens aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Giften aan een Sociaal belang
behartigende instelling (SBBI) zijn niet voor de inkomstenbelasting aftrekbaar.
Deze instellingen kunnen uw schenking wel belastingvrij ontvangen. Giften aan
de steunstichting van de SBBI zijn echter wel aftrekbaar. Deze steunstichting
dient wel geregistreerd te zijn.
180 dagen regeling
Indien u kort voor overlijden nog besluit schenkingen te doen moet u rekening
houden met de 180 dagen regeling. Voor de berekening van de erfbelasting
worden schenkingen die binnen 180 dagen voor het overlijden zijn gedaan,
geacht krachtens erfrecht te zijn verkregen. Hierop geldt de eenmalig verhoogde
vrijstelling in het kader van de aankoop van een woning of voor een studie als
uitzondering.
43
7. Tarieven en vrijstellingen
Erf en schenkbelasting over de verkrijging In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het feit dat er over een verkrijging erf- of
schenkbelasting is verschuldigd en wordt ingegaan op hoe het zit met de
tarieven en vrijstellingen die voor een verkrijging gelden. Tevens komt de
making vrij van recht(en) (en kosten) aan bod.
Indien u overlijdt wordt de nalatenschap verdeeld krachtens het wettelijk
erfrecht of op grond van het testament dat u heeft opgesteld. De verkrijgingen
door de erfgenamen zijn belast met erfbelasting. Erfbelasting is verschuldigd
ingeval u woonachtig was in Nederland op het moment van uw overlijden. Maar
ook als u overlijdt- als Nederlander-binnen tien jaar nadat u naar het buitenland
bent vertrokken, wordt u voor de erfbelasting nog steeds geacht binnen
Nederland te wonen op het moment van overlijden. De hoogte van het tarief is
afhankelijk van de omvang van de verkrijging alsmede van de verwantschap
tussen u en de erfgenaam. De erfgenaam behoeft niet altijd over de gehele
verkrijging belasting te betalen. Er zijn diverse vrijstellingen die van toepassing
kunnen zijn op de verkrijging. Ook hiervoor geldt dat de hoogte afhankelijk is van
de verwantschap tussen u en de erfgenaam. De tarieven en vrijstellingen zijn
onderhevig aan indexering.
Indien u schenkt kan de schenking belast worden op grond van de
schenkbelasting. Voor de schenkbelasting gelden dezelfde tarieven als voor de
erfbelasting. Eveneens heeft de begiftigde recht op een vrijstelling. Deze
vrijstellingen zijn echter afwijkend van degene die voor de erfbelasting gelden.
De tarieven/vrijstellingen voor de erf-schenkbelasting die gelden voor 2013 kunt
u vinden in bijgaande bijlage.
Degene die van u erft of van u geschonken krijgt zal erf/schenkbelasting
verschuldigd zijn. Echter dit zal niet over de hele verkrijging zijn daar er
diverse vrijstellingen van toepassing kunnen zijn.
44
Vrij van recht(en) (en kosten)
In uw testament kunt u opnemen dat u een legaat aan iemand vermaakt, met de
bepaling "vrij van recht". Vrij van recht wil zeggen dat de verschuldigde
erfbelasting (en kosten) ten laste van de erfgenamen komt en niet ten laste van
diegene die het legaat ontvangt.
Ook kunt u vrij van recht schenken waarbij u als schenker de schenkbelasting die
de verkrijger verschuldigd is voor uw rekening neemt.
U kunt aan iemand een legaat vermaken of een bedrag schenken met de
bepaling “vrij van recht”. De bepaling houdt in dat de eventueel
verschuldigde erf/schenkbelasting niet ten laste van de verkrijger komt.
45
Bijlage vrijstellingen en tarieven erf-en schenkbelasting 20136
Als u een erfenis krijgt, zult u erfbelasting moet betalen. Dit is slechts het geval
als het bedrag van de erfenis hoger is dan uw vrijstelling.
Vrijstellingen voor de erfbelasting
Gehuwd / geregistreerd partner / ongehuwd samenwonend € 616.880,-
Kind met ziekte of handicap € 58.604,-
(Pleeg-)Kind € 19.535,-
Kleinkind € 19.535,-
Ouder € 46.266,-
Overig (zoals een broer of zus) € 2.057,-
Als u een schenking krijgt, zult u schenkbelasting moeten betalen. Maar alleen
ingeval het bedrag van de schenking hoger is dan uw vrijstelling.
Vrijstellingen voor de schenkbelasting
(Pleeg-)Kind € 5.141,-
Per jaar mogen ouders een kind € 5.141,- belastingvrij schenken. Hiervan hoeft
geen aangifte te worden gedaan. Is het bedrag van de schenking hoger dan deze
vrijstelling, dan moet dat wel.
Kind tussen 18 en 40 jaar eenmalig € 24.676,-
Is een kind tussen de 18 en 40 jaar oud, dan mogen ouders eenmalig belastingvrij
een hoger bedrag schenken. Dit bedrag is in principe € 24.676,-.
6 Vrijstellingen en tarieven (Bron: Koninklijke Notariële Broederschap)
of kind tussen 18 en 40 jaar eenmalig € 51.407,-
46
Als het geschonken bedrag wordt gebruikt voor de aankoop of verbouwing van
een eigen woning, de aflossing van een eigenwoningschuld of de betaling van
een studie of opleiding, dan is de vrijstelling € 51.407,-.
Of kind tussen 18 en 40 jaar € 26.732,-
Als ouders een kind vóór 2010 al eens een bedrag ter grootte van de normale
eenmalig verhoogde vrijstelling hebben geschonken, dan kunnen zij eenmalig
belastingvrij nog een bedrag schenken van € 26.732,-, mits dit bedrag wordt
gebruikt voor de aankoop of verbouwing van een eigen woning of de aflossing
van een eigenwoningschuld.
De eenmalig verhoogde vrijstelling voor aankoop van een eigen woning geldt ook
als in plaats van een bedrag een eigen woning wordt geschonken.
Van deze hogere schenkingen moet wel aangifte worden gedaan. Daarbij moet
een beroep gedaan worden op de verhoogde vrijstelling.
Overig (zoals een kleinkind) € 2.057,-
Dit bedrag mag jaarlijks belastingvrij worden geschonken. Hiervan hoeft geen
aangifte te worden gedaan.
Is het bedrag van de schenking hoger dan deze vrijstelling, dan moet dat wel.
Tijdelijke vrijstelling
Op grond van een beleidsbesluit is per 1 oktober 2013 een schenking van
€ 100.000 vrijgesteld van schenkbelasting. Om een beroep op de vrijstelling te
kunnen doen geldt wel dat aan een aantal voorwaarden moet zijn voldaan.
De schenking moet zijn in het kader van de verwerving, onderhoud of
verbetering van de eigen woning dan wel verband houden met afkoop van
rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning of
verband houden met de aflossing van een eigenwoningschuld of een restschuld.
Voor de schenking geldt geen leeftijdsvereiste en de schenking geldt ongeacht
de relatie tussen schenker en begunstigde. Indien de schenking wordt verkregen
van ouders, wordt het vrijgestelde bedrag van
€ 100.000 verlaagd met de bedragen waarvoor de verhoogde vrijstelling op enig
moment reeds door het kind is toegepast. De vrijstelling is tijdelijk en geldt tot 1
januari 2015.Van deze schenking moet wel aangifte worden gedaan.
47
Tarieven voor erfbelasting en schenkbelasting
Is het bedrag van de erfenis of schenking hoger dan de vrijstelling, dan is het
meerdere belast met erfbelasting of schenkbelasting.
Bent u:
-Gehuwd / geregistreerd partner /ongehuwd samenwonend
dan betaalt u over het gedeelte tot: € 118.254,- 10%
dan betaalt u over het gedeelte vanaf: € 118.254,- 20%
LET OP! Wanneer u als ongehuwd samenwonende erft van uw partner, moet u
wel aan voorwaarden voldoen om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling
van € 616.880 en de tarieven van 10/20%.
-(Pleeg-)Kind
dan betaalt u over het gedeelte tot: € 118.254,- 10%
dan betaalt u over het gedeelte vanaf: € 118.254,- 20%
-Kleinkind
dan betaalt u over het gedeelte tot: € 118.254,- 18%
dan betaalt u over het gedeelte vanaf: € 118.254,- 36%
-Overig (zoals een broer of zus)
dan betaalt u over het gedeelte tot: € 118.254,- 30%
dan betaalt u over het gedeelte vanaf: € 118.254,- 40%
Pensioen en erfbelasting
Het partnerpensioen is vrijgesteld van erfbelasting. Maar het partnerpensioen
vermindert wel de vrijstelling van € 616.880 voor echtgenoten/geregistreerd
partners/ongehuwd samenwonenden. Er is echter altijd een minimale
vrijstelling van € 159.361.
Notariskantoor Van der VeenAnna van der Veen +31 (0) 78 6 13 81 00 +31 (0) 6 41 04 31 43
[email protected] www.notarvanderveen.nl
Johan de Wittstraat 33 3311 KG Dordrecht