«InnovatIeve referentIezorg
voor Iedereen
»
az sInt-jan brugge - oostende av
2009 Jaarverslag 2009
12
Voorwoord
Inhoud
voorwoord 1
verder bouwen aan onze ambItIe 2
de “noK” nu! 4
LogoPedIe en audIoLogIe 6
oogheeLKunde 8
CentraLe sterILIsatIe 10
behandeLen en vermIjden van Lymfoedeem 12
nIeuwe uItdagIngen voor de LaboratorIa 14
sPeCt/Ct 16
mobIeLe equIPe 18
PatIëntvrIendeLIjKheId 20
marKante gebeurtenIssen 22
ProfIeL van de medewerKer 24
het sPortmedIsCh advIesCentrum 28
nIerfunCtIe-vervangende theraPIeën 30
PaLLIatIeve zorgeenheId 32
PatIëntenPortaaL 34
eLeKtronIsCh medICatIevoorsChrIft 35
verbouwIngen 36
de zorg In CIjfers 40
mIddeLen 42
CoLofon 45
1
Met enige fierheid presenteren wij u opnieuw het jaarverslag van ons ziekenhuis. Net zoals
de vorige jaren worden er een aantal facetten van de ziekenhuiswerking toegelicht aan de
hand van korte artikels en dit zowel voor wat de zorgaspecten van het ziekenhuis als voor
wat de zorgondersteunende aspecten betreft. Het document bevat zoals elk jaar een aantal
kengetallen.
Toch is er wat veranderd. Het jaar 2009 was het eerste jaar van de fusie met het Henri Serruys
ziekenhuis. Dit jaarrapport is daarom ook enigszins een nieuwe geboorte. Het is het resultaat
van een huwelijk tussen twee partners. En zoals u ziet is het een vruchtbaar huwelijk, want na
één jaar kunnen we u al een verslag van de vruchten van dit huwelijk meegeven.
Zoals in elk huwelijk - tenzij er een lange tijd van vrijage of cohabitie aan voorafgaat, wat in ons
geval niet zo was - is het eerste jaar een jaar van kennismaking. Een jaar waarin beide partners
elkaars sterkten en zwakten verkennen en plaatsen, waar ze mekaar leren kennen “tout court”.
De uitdaging is nu om stap voor stap het goede van beide werelden samen te brengen om te
komen tot een eenheid waardoor beide partners versterkt worden. Het samenbrengen van de
organisatie van twee ziekenhuizen die elk hun eigen cultuur, traditie en geschiedenis hebben
is een grote uitdaging. Dit vergt een grote inspanning van alle medewerkers die opnieuw hun
plaats moeten vinden in het grotere geheel. Dit kan enkel wanneer we allen openstaan voor
onze nieuwe omgeving, en met respect voor mekaar en met vereende krachten werken aan
de nieuwe uitdaging. Het doet me dan ook veel plezier dat er na amper één jaar een enorme
weg is afgelegd in onze samenwerking. Niet alleen hebben we mekaar leren kennen, er zijn
ook al concrete resultaten geboekt. Weinig bedrijven kunnen er prat op gaan al duidelijke
vooruitgang geboekt te hebben in de voorbije twaalf maanden. Getuige hiervan vindt u verder in
dit jaarverslag.
Om de vergelijking met het huwelijk verder te zetten moeten we opletten niet te snel te willen
gaan. We moeten ons kind (versta de fusie) de kans en de nodige tijd geven om te leren: eerst
kruipen, dan stappen, daarna lopen. Dit zal gepaard gaan met vele malen vallen, tegen de
muur botsen, soms wordt misschien zelfs een “potje gebroken”, vloeien er traantjes en zijn we
gefrustreerd omdat het allemaal niet snel genoeg of niet goed genoeg gaat. We zullen moeten
leren van onze fouten en telkens de moed moeten hebben om terug rechtop te staan en met
vernieuwde bezieling verder te gaan. Het kind zal dan na het leerproces en de moeilijkheden
van de puberteit losgelaten worden om op eigen benen te staan. Pas in dit laatste stadium zal de
fusie haar volle betekenis krijgen en wordt uit twee identiteiten een nieuwe eenheid herboren.
In naam van alle directieleden wens ik alle medewerkers van ons ziekenhuis te bedanken voor
hun onvermoeibare inzet, ook in deze veeleisende tijden. We zullen er samen met u alles aan
doen om dit uitdagende fusieproces tot een voorbeeld te maken waar we allen fier kunnen op
zijn met als enige doel onze patiënten de best mogelijk zorg te verlenen.
Hans Rigauts
directeur-generaal
3
verder bouwen aan onze ambitie
VERDER bOuWEN aaN ONZE aMbITIE
De fusie tussen het AZ Sint-Jan AV
en het Henri Serruys ziekenhuis
ligt in het verlengde van de visie en
de missie van het ziekenhuis.
Het ziekenhuis staat voor innovatieve referentiezorg voor iedereen. Dit betekent dat het
haar expertise wil ter beschikking stellen van de regio om zo samen met andere partners,
sterk gespecialiseerde zorgaspecten en -functies te kunnen aanbieden. De verbreding van
het patiëntenaanbod moet ertoe leiden de nodige turn-over en ervaring te behouden om
kwaliteit van zorg te blijven garanderen. Zowel het Henri Serruys ziekenhuis als het
AZ Sint-Jan AV zijn openbare ziekenhuizen. Dit betekent dat we open staan voor alle
patiënten ongeacht ras, stand of financiële draagkracht en dat iedereen moet toegang
krijgen tot alle zorgaspecten. Deze rijke traditie die teruggaat tot in de middeleeuwen
willen we blijven verderzetten. Het blijven handhaven van een gezond evenwicht tussen
betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg met het aanbieden van nieuwe - soms dure
en nog niet door de overheid terugbetaalde - zorgacts, is hierbij de uitdaging.
Kwaliteit van zorg(verleners)Kwaliteit van zorg gaat niet alleen over
hightech maar evenzeer - en niet in het minst -
om de zorgverleners zelf. Ook hier wil de fusie
een toegevoegde waarde betekenen.
Een groot ziekenhuis waar een breed aanbod
van verschillende functies en rollen is, moet
aantrekkelijk zijn voor al onze medewerkers.
In de eerste plaats voor onze artsen,
maar ook voor verpleegkundigen, paramedici,
en medewerkers van de ondersteunende
diensten. In het huidig maatschappelijk bestel
waar het vinden van artsen steeds moeilijker
wordt, willen we aantrekkelijk blijven door
naast gespecialiseerde ziekenhuisgenees-
kunde ook subspecialistische zorg aan
te bieden. Dit laatste zowel door gericht
te investeren in geavanceerde en soms
ook nieuwe methoden en technieken, als
door de nodige ondersteuning te bieden
om een uitgebreide ervaring op te doen
in subdomeinen van de gespecialiseerde
geneeskunde. Een andere belangrijke groep
in de zorgverlening zijn de verpleegkundigen
en paramedici. Het wordt steeds moeilijker
om jongeren te vinden die zich willen inzetten
voor dit zorgberoep. Het ten dienste staan
van anderen, zorg dragen voor de zieken
en zwakken onder ons, wordt vandaag
de dag niet meer als “cool” aanzien. Men
wil manager worden, computerspecialist,
webdesigner, game ontwikkelaar of elk ander
beroep dat in onze huidige maatschappij
als “hip” wordt beschouwd. De tijd dat men
in de maatschappij opkeek naar beroepen
in de zorg (artsen, verpleegkundigen en
paramedici) ligt steeds verder achter ons.Toch
zijn deze jobs onmisbaar in een samenleving
32
Hans Rigauts
directeur-generaal
Peter Lauwyck
adjunct directeur-generaal
die haar grenzen wat betreft de gemiddelde
levensverwachting steeds verder verlegt. Het
zorgberoep is bovendien een zwaar beroep.
Het is zowel fysisch als psychisch sterk
belastend. Ook hier hebben we de huidige
maatschappelijke teneur niet mee. Meer
en meer wordt gekozen voor de weg van de
minste weerstand, voor het “gemakkelijke”.
Het behalen van zoveel mogelijk “winst” met
zo weinig mogelijk inzet wordt het credo. En
tot wat dit kan leiden hebben we ondertussen
aan den lijve ondervonden in de voorbije
financieel-economische crisis. Misschien staan
we hier te weinig bij stil, want het slachtoffer
hiervan zijn we uiteindelijk mogelijk allemaal.
Ooit zullen ook wij zorg nodig hebben en
moeten kunnen rekenen op mensen die zich
dagdagelijks om ons bekommeren. We willen
dan ook als fusieziekenhuis alles in het werk
stellen om de zorgverleners alle kansen te
geven om zich te kunnen ontplooien. Een grote
organisatie geeft hierbij meer mogelijkheden
tot carrièreplanning. In de eerste plaats
door een breed aanbod aan zorgaspecten
en –functies, zodat elkeen zijn gading vindt
en tijdens de loopbaan ook kan veranderen
van en groeien in zijn functie. bovendien
biedt het fusieziekenhuis een uitgebreid
intern en extern vormingsprogramma aan.
We houden er dus aan onze medewerkers
alle mogelijke kansen aan te bieden opdat
zij zich goed voelen in onze organisatie. De
tevredenheid van onze medewerkers werd
dan ook expliciet ingeschreven in de missie
van het fusieziekenhuis. We zijn dan ook
trots bij te dragen aan een groot deel van de
werkgelegenheid in onze regio. De zorgsector
wordt te dikwijls vergeten als grote en stabiele
werkgever. Geen onbelangrijk gegeven in een
tijd waar werkgelegenheid een kostbaar goed
is. Denk hierbij aan de massale bedreiging
van jobs in de auto-industrie of de distributie
en voedingsindustrie. De doelstelling van het
fusieziekenhuis is dus het aanbieden van een
breed kwalitatief hoogstaand zorgaanbod dat
toegankelijk is voor iedereen en dit met een
groep gemotiveerde medewerkers die zich
goed en thuis voelt in onze organisatie.
Het fusieziekenhuis heeft drie campussen.
Campus Sint-Jan brugge zal acute zorg
huisvesten en dit zowel voor ambulante als
voor gehospitaliseerde patiënten. De sterk
gespecialiseerde en hoogtechnologische
zorg zal in campus Sint-Jan plaatsvinden.
Campus Henri Serruys in Oostende behoudt
haar rol als lokaal algemeen ziekenhuis en
zal acute gehospitaliseerde en ambulante
zorg aanbieden en ondersteund worden door
onderlinge kruisbestuiving met campus Sint-
Jan. Campus SFX zal subacute zorg huisvesten
voor wat gehospitaliseerde patiënten betreft,
samen met enkele gespecialiseerde functies.
Campus SFX zal ook een duidelijke plaats
krijgen in de ambulante zorg.
afstemmen van processenZoals in de inleiding van dit jaarrapport
vermeld, zullen we stapsgewijs bouwen aan
onze ambitie. In het eerste jaar van de fusie
werden een belangrijk aantal processen
al op mekaar afgestemd. De logistieke en
administratieve diensten werken samen en
worden waar mogelijk gecentraliseerd. Er
werd één aankoopprocedure opgemaakt
en de bestellingen verlopen waar mogelijk
al gemeenschappelijk. De fusie leidde tot
een gezamenlijk financieel beheer in het
algemeen en van facturatie-, thesaurie-
en debiteurenbeheer in het bijzonder. De
financiële gegevens werden ondergebracht in
één beheersysteem (boekhouding, tarificatie
en facturatie). Er werd een financieel plan
opgemaakt en goedgekeurd door onze
bestuursorganen en de vakorganisaties dat
bestemmingen toekent aan het financiële
resultaat. Informaticatechnisch worden de
verschillende softwarepakketten op mekaar
afgestemd en geïntegreerd. De netwerken
werden samengebracht met één intranetsite
en digitaal communicatieplatform tot
gevolg. De eenheid van patiëntenidentificatie
werd verwezenlijkt. Er werd een nieuw
personeelsstatuut voor het fusieziekenhuis
opgemaakt en goedgekeurd door de sociale
partners. Selectieprocedures, bevorderings- en
aanwervingsvoorwaarden en het mutatiebeleid
werden uitgewerkt. Verpleegkundige
procedures worden op elkaar afgestemd en de
eerste stappen naar een gemeenschappelijk
beleid en overlegplatform werden gezet.
Er is een uitwisseling van de expertise van
artsen binnen de dienst algemene heelkunde,
fertiliteit, urologie, oftalmologie en oncologie.
Meerdere medische diensten hebben een vorm
van overleg zij het op wetenschappelijke fora,
zij het via regelmatige patiëntenbesprekingen.
Er werd één gemeenschappelijke Medische
Raad opgericht. De bestuursorganen
(algemene Vergadering en Raad van bestuur)
en de directie zijn ééngemaakt en functioneren
al een jaar voor het fusieziekenhuis. Er is
één dienst ziekenhuishygiëne. De apotheek
en dienst centrale sterilisatie zijn op een jaar
tijd ver gevorderd in een gemeenschappelijke
visie en werking. Voor alle medewerkers werd
een gedragscode opgesteld en deze wordt nu
verder onderhandeld.
Tussen al deze werkzaamheden door heeft het
fusieziekenhuis zich daarenboven voorbereid
op de audit van de Vlaamse overheid die begin
2010 zou plaatsvinden. Het is voor iedereen
duidelijk dat dit niet evident is in een prille
fusie. Wij kunnen u nu reeds meedelen dat de
signalen van deze eerste externe toetsing van
onze werkzaamheden positief zijn. Hier komen
we in 2010 zeker nog op terug.
bij het overlopen van het bovenstaande
wordt duidelijk dat de medewerkers van het
fusieziekenhuis niet bij de pakken zijn blijven
zitten. We zijn dan ook fier over het reeds
gerealiseerde. Toch mogen we niet blind
blijven voor de uitdagingen die ons te wachten
staan. In de eerste plaats is er de opmaak
van een nieuwe algemene Regeling, medisch
reglement en de financiële regeling met de
artsen. Het zal een belangrijke opdracht zijn
om in een open samenwerking met de artsen
tot een goed resultaat te komen. We zullen
hiervoor de nodige tijd nemen om samen
tot een resultaat te komen waar elkeen zich
in kan vinden. De verdere integratie van de
verschillende functies en diensten van het
ziekenhuis blijft een grote opdracht. We
willen dit doen met de ziekenhuisvisie voor
ogen, doch met respect voor ieders eigenheid
en mening. We willen niet in de val lopen
te snel bepaalde aspecten te forceren. Een
open communicatie en stappenplan naar een
uiteindelijk gemeenschappelijk doel is de
opdracht.
Zoals u ziet, hebben we nog veel werk voor
de boeg. Doch dit maakt de uitdaging des te
interessanter. We zijn dan ook vastberaden
om samen met al onze medewerkers dit
fusieverhaal tot een goed einde te brengen.
We willen dit in de eerste plaats voor onze
patiënten doen en dit samen met onze partners
van de eerste, tweede en derde lijn.
5
De NOK nu!
DE NOK Nu!
De dienst neus-keel-oor,
gelaats- en halschirurgie.
Zoals in alle specialismen, is de NKO-diagnostiek en -behandeling gedurende deze eeuw
enorm verbeterd door de introductie van nieuwe technologieën en inzichten. Traditioneel
spant onze dienst zich in om aan deze continue ontwikkeling mee te werken en soms zelfs
primeurs af te leveren. Een recent voorbeeld hiervan is de introductie van de robot in de
hoofd-hals chirurgie.
anno 2010 moet een dienst NKO, die wil
groeien en bloeien, een grote klinische
ervaring combineren met een uitgebreide
wetenschappelijke kennis en technologische
innovaties. Dit kan alleen maar door doorge-
dreven subspecialisatie van alle medewerkers,
nauwe samenwerking met andere medische
disciplines en een warm patiëntencontact.
sterk toegespitstNeus-Keel-Oor omvat ondertussen veel ver-
schillende deelgebieden met elk zijn eigen ex-
pertise en accenten. Een greep uit het aanbod:
pediatrische neus-oor-keelziekten, rhinologie
en allergologie, ronchopathie, esthetische
gelaatschirurgie, otologie en audiologie, ves-
tibulogie, foniatrie, revalidatie in de gehoor-,
spraak- en taalstoornissen en hoofd-hals
chirurgie/oncologie.
De dienst NOK van het aZ Sint-Jan brugge-
Oostende heeft traditioneel een sterk uitge-
bouwde (para)medische en verpleegkundige
subspecialisatie. Een dergelijk uitgewerkte
taakverdeling schept een gunstig klimaat
om de hoogste kwaliteit van zorg te leveren in
de talrijke deelgebieden. Dit uit zich finaal op
chirurgisch gebied. In de afgelopen jaren zien
we hierdoor bijvoorbeeld op onze dienst een
belangrijke verschuiving van kinderheelkunde
(mede door de denataliteit) naar complexere
operaties. Door deze subspecialisatie krijgen
ook de grenzen van het NKO-gebied de volle
aandacht, dit altijd in intense samenwerking
met de andere orgaanspecifieke diensten van
het ziekenhuis. Denken we maar aan schedel-
basis- en traankanaalchirurgie, opticus de-
compressie, complexe hoofd-hals reconstruc-
ties in partnership met de diensten mond-,
kaak- en aangezichtschirurgie, neurochirurgie
en oftalmologie.
hoogtechnologischIn de geschiedenis van het NKO-specialisme
zien we telkens een sterke vooruitgang wan-
neer nieuw instrumentarium ons toelaat beter
te visualiseren, te inspecteren en te behande-
len. Ook op onze dienst wordt er aanhoudend
op zoek gegaan naar de nieuwste en beste
diagnostische en therapeutische methoden.
Een voorbeeld hiervan is de introductie van de
robot in de hoofd-hals chirurgie. Het aZ Sint-
Jan brugge-Oostende kan op dit vlak van mini-
maal invasieve chirurgie twee mooie primeurs
voorleggen. als eerste in belgië kunnen er
schildklieroperaties uitgevoerd worden via een
oksel (!)insnede en dit zonder één enkele spier
door te snijden. Daarnaast kunnen we, ook al
als eerste in Vlaanderen, de robot transoraal
inzetten in de strijd tegen moeilijk bereikbare
tumoren van pharynx en larynx. De genezing 4
Dr. Tom Vauterin
staflid NOK
campus Sint-Jan
mede namens alle stafleden NOK van aZ Sint-Jan brugge-Oostende aV
van de patiënt verloopt zo vlotter en met de
best mogelijke cosmetische resultaten.
andere recente bewijzen van de onafgebroken
implementatie en verbetering van NKO-tech-
nologie zijn: endoscopische sinuschirurgie,
cochleaire implantatie (een reguliere behan-
deling voor herstellen van de gehoorfunctie
bij kinderen en volwassenen die geen of een
beperkt restgehoor hebben), plaatsen van een
botverankerd hoortoestel, gehoorscreening,
videonystagmografie (een methode om even-
wichtsstoornissen beter te visualiseren en ge-
past te behandelen), laryngotracheoscopische
documentatie en archivering, radiologische
hoofd-hals investigaties, laser stemchirurgie
en hemostatische operatieve methodes.
nauwe samenwerkingmet andere disciplinesDoor haar centrale plaats in het lichaam en
door ziektes die jong en oud, man en vrouw
treffen heeft de NKO-specialiteit doorgaans
raakvlakken met nagenoeg alle andere
medische disciplines. De dienst NOK van het
aZ Sint-Jan brugge-Oostende streeft daarom
aanhoudend naar intensieve samenwerking
met verschillende andere medische diensten
(multidisciplinariteit), dit zowel voor frequent
voorkomende als voor complexere aandoe-
ningen. Sommige samenwerkingsverbanden
zijn op zeer regelmatige basis, waaronder de
gemeenschappelijke raadplegingen oncologie
met de dienst radiotherapie en het overleg in
verband met snurkpathologie, schildklieraf-
wijkingen en pediatrische luchtwegproble-
matiek. andere partnerships werden zelfs
reeds geïnstitutionaliseerd: de stemkliniek,
het neuro-otologisch en implantcentrum , het
oncologisch hoofd-hals centrum en het schisis
& craniofaciaal centrum. alle vormen van
samenwerking blijven natuurlijk altijd een
proces in beweging.
voortdurend groeiendDe belangrijkste activiteitenparameters blijven
stijgen. Zo steeg bijvoorbeeld in 2009 het
aantal nieuwe raadplegingen voor het vijfde
jaar op rij. Sedert 2005 laat zich hiermee een
globale stijging van bijna 50% patiënt-arts
contacten optekenen. We hopen met de komst
van een vijfde staflid aan deze toenemende
zorgvraag te kunnen blijven voldoen.
warm contactHet streven naar een warm onthaal voor de
patiënt en een comfortabele werkatmosfeer
blijven uitermate belangrijk. De wachtzaaltij-
den worden doelgericht zo kort mogelijk ge-
houden en programma’s worden ingesteld om
tegemoet te komen aan de bekommernissen
van de patiënt. Het programma waarbij ouders
bij het kind blijven in de operatiezaal loopt
intussen vlekkeloos. Tevens wordt geprobeerd
om de kwaliteit van bepaalde doelstellingen te
controleren door middel van klinische paden
(o.a. thyroïdectomie) en database beheer (o.a.
oncologische data).
globaliserendIn een mondialiserende wereld is het cruciaal
om verder te kijken dan eigen ziekenhuis en
regio. De stafleden zijn allen lid van verschil-
lende nationale en internationale verenigingen.
Ze spreken op, nemen deel aan en organiseren
geregeld congressen en symposia. Op deze
manier voelen we dat onze dienst ook wordt
gewaardeerd ver buiten ons eigen ziekenhuis
en buiten de regio. Getuige hiervan is bij-
voorbeeld de recent hernieuwde ministeriële
erkenning tot een volledige opleiding van 3
kandidaat geneesheer-specialisten NKO.
eén van de vele voorbeelden van verbeterde nKo-technologie
Cochleaire implantatie is in belgië een
reguliere behandeling voor kinderen en
volwassenen die geen of een beperkt
restgehoor hebben. De mate waarin deze
behandeling succesvol is, neemt door
technologische ontwikkelingen nog steeds
toe. Cochleaire implantatie blijkt door
het herstellen van de gehoorfunctie een
duidelijke, positieve impact te hebben op
de levenskwaliteit van haar gebruikers.
Een cochleair implantaat is een elektro-
nisch implantaat dat geluid omzet in elek-
trische pulsen die de gehoorzenuw direct
stimuleren. De elektroden in het toestel
nemen de functie van buiten-, midden- en
binnenoor inclusief de trilhaartjes in de
cochlea (slakkenhuis) over.
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
8.2728.918
9.88610.897
11.728 11.917
2004 2005 2006 2007 2008 2009
De robot bewijst ook zijn nut in de hoofd- en halschirurgie.
«ER WORDT aaNHOuDEND OP ZOEK
GEGaaN NaaR DE NIEuWSTE EN bESTE
DIaGNOSTISCHE EN THERaPEuTISCHE
METHODEN
»
TOTAAL AANTAL BEZOEKEN NOK
77
LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE
Met elkaar informatie uitwisselen,
behoeften kenbaar maken, meningen delen,
luisteren naar verhalen, spreken en horen,
schrijven en lezen, het lijkt
allemaal zo evident.
De vanzelfsprekendheid van communicatie, het wezenlijke kenmerk van ons mens-zijn,
slaat ons echter met verbazing wanneer we geconfronteerd worden met mensen wiens
communicatievermogen verstoord of zelfs volledig afwezig is. Hetzelfde geldt ook voor
samen van een maaltijd genieten, zich voeden, proeven, … ook dit lijkt allemaal zo logisch,
maar is het zeker niet voor mensen die niet of nog maar moeilijk kunnen slikken. Voor de
dienst logopedie en audiologie is het een missie om het communiceren en/of het slikken te
optimaliseren binnen de gegeven beperkingen van het individu.
2d … diversiteit en dynamiek Vooreerst telt de dienst vier logopedisten:
samen zorgen zij voor het klinisch onder-
zoek en de behandeling van allerhande taal-,
spraak-, stem- en slikstoornissen die zich in
het ziekenhuis aandienen. Deze stoornissen
kunnen een neurologische oorzaak hebben
(bvb. cerebrovasculair accident, dementie,
perifeer neurologische problemen, ...), van
structurele aard zijn (bvb. bij oncologische
processen in het hoofd- en halsgebied, cheilo-
gnato-palatoschisis, ...) of louter functioneel
zijn (bvb. mutationele falsetstem, bepaalde
articulatiestoornissen, ...). Het aanbod is
bijgevolg zeer divers en vergt een gespeciali-
seerde aanpak.
Daarnaast beschikt de dienst ook over twee
audiologen: zij doen in eerste instantie aan
gehooronderzoek en beschikken hiervoor
over tal van audiometrische testprocedures
om de ernst van gehoordaling te meten. Ze
zijn tevens betrokken bij het pre-, peri- en
postoperatieve beleid inzake cochleaire
implantatie. Daarnaast zijn ze ook bedreven in
het onderzoek van het perifere evenwichtsor-
gaan en in de behandeling van voornamelijk
positiegebonden duizeligheid.
De activiteiten (met als kerncijfer het aantal
prestaties per jaar, zie grafiek) binnen zowel
logopedie als audiologie tonen een duidelijk
stijgende trend, met 2009 als echt topjaar.
We kunnen hiervoor verschillende verklarin-
gen aanreiken. Zo was er in september 2008
de indiensttreding van een nieuwe voltijdse
audiologe. Daarenboven is er de laatste jaren
ook meer audiologische activiteit in het kader
van de cochleaire en andere implantaties,
en ook ten gevolge van de forse toename in
het aantal NOK-raadplegingen. bovendien
blijft de expertise van de audiologen inzake
het otovestibulair onderzoek een jaarlijks
hoger aantal doorverwijzingen voor perifeer
vestibulair bilan teweegbrengen. bij logopedie
is er weliswaar geen personeel bijgekomen,
maar we zien ook hier een globaal toene-
mende activiteit. Zo zijn er sedert augustus
2009 meer consultaties op de geriatrische
verpleegeenheden. Daarnaast mondt de rol
van een logopediste als care-manager binnen
het brugs oncologisch hoofd-halscentrum uit
in een verhoogd aantal patiënten die gespe-
cialiseerde logopedische zorgen krijgen in de
context van hun chirurgie, radiotherapie en/
of chemotherapie. bovendien heeft de dienst
vele lansen gebroken voor evidence-based
onderzoek en behandeling van slikstoornis-
sen en voor betere mondhygiëne bij diverse
patiëntengroepen. Daarnaast wordt de dienst
frequent ingeschakeld om rTMS-ondersteun-
de taaltherapie te geven. Dit zijn allemaal
voorbeelden van vrij gespecialiseerde functies
die laten blijken dat we een dynamische
dienst zijn, met de focus op vernieuwing en
vooruitgang.
76
Youri Maryn
hoofd logopedie
campus Sint-Jan
logopedie en audiologieZeg het maar... we luisteren!
0
2.000
4.000
6.000
8.000
2005 2006 2007 2008 2009
«DE DIENST VOOR
LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE
IS EEN aCTIEVE EN DYNaMISCHE
DIENST MET DE FOCuS OP INHOuD
EN KWaLITaTIEVE ZORG
aaN HET INDIVIDu.
»
aaNTaL PRESTaTIES LOGOPEDIE EN auDIOLOGIE
LOGOPEDIE AUDIOLOGIE
zo breed als het ziekenhuisIn 2009 waren de logopedisten actief op 22
zorgvloeren doorheen het ziekenhuis.
De belangrijkste groep patiënten komt over-
duidelijk uit de neurologische hoek: vasculaire
neurologie, neurochirurgie, algemene neuro-
logie, verlengde neurologische revalidatie, en
bij extensie ook intensieve zorgen en midcare.
Dit zorgt ervoor dat patiënten met afasie (een
verworven neurologische taalstoornis, bvb. na
een cerebrovasculair accident), dysartrie (een
verworven neurologische spraakstoornis, ten
gevolge van bijvoorbeeld een hersentumor) en
neurologische dysfagie (een slikstoornis, bij
iemand met bijvoorbeeld multiple sclerose)
de meest prominente logopedische doelgroep
vormt. Een tweede belangrijke doelgroep
bestaat uit patiënten die werden doorver-
wezen vanuit de dienst voor neus-, keel- en
oorziekten & gelaats- en halschirurgie en de
dienst voor mond-, kaak- en aangezichtschi-
rurgie. Het betreft hier in hoofdzaak patiënten
met stem-, spraak- en slikstoornissen in de
context van chirurgie, radiotherapie en/of che-
motherapie in het hoofd- en halsgebied. We
kunnen in dit verband denken aan patiënten
met een totale laryngectomie, partiële laryng-
ectomie, partiële glossectomie, parotidecto-
mie, halsklierevidement, ... Een derde grote
groep wordt gevormd door de geriatrische
patiënten. Het betreft hier in hoofdzaak het
oppuntstellen van een optimale voedings- en
sliksituatie, om zo veilig mogelijk te slikken
en de kans op bijvoorbeeld aspiratiepneumo-
nie of malnutritie te minimaliseren. Spora-
disch komen ook stem, spraak en taal aan
bod in de logopedische begeleiding. Tenslotte
verlenen we, weliswaar minder frequent doch
telkens op medisch voorschrift, zorgen op tal
van andere verpleegvloeren, zoals bijvoor-
beeld pneumologie.
zowel buiten als binnenNaast logopedie bij gehospitaliseerde pati-
enten leveren we ook een aanzienlijk aantal
ambulante onderzoeken en behandelingen;
bijna één derde of 29,7% in 2009 om exact te
zijn. Dit is meteen het hoogste percentage
van de laatste vijf jaren. Deze ambulante
logopedie houdt voornamelijk het volgende
in: de verdere behandeling van mensen die
tijdens hun opname reeds door ons werden
opgevolgd in het kader van hun neurologische
of oncologische hoofd- en halsproblematiek;
de follow-up van kinderen met een lip-kaak-
verhemeltespleet in het kader van het schisis
& craniofaciaal centrum; en de screening, het
onderzoek en de behandeling van mensen
met een stemstoornis en/of een articulatie-
stoornis. Recent nog resulteerde doctoraat-
sonderzoek van de logopedist hoofd van de
dienst, in de ontwikkeling van de zogenaamde
‘acoustic Voice Quality Index’, een objectieve
maat om de ernst van heesheid te kwantifi-
ceren en de outcome van stemtherapie op te
volgen.
9
Oog voor zorg
OOGHEELKuNDE
De oogheelkunde:
een “kleine “medische discipline
met oog voor subspecialisatie.
Oogheelkunde of oftalmologie is een medische discipline die zich bezighoudt met
aandoeningen van het visueel systeem. Het betreft uiteraard het oog, maar ook de visuele
banen en de oogadnexen zoals oogleden, oogkas en traanwegen.
Oogartsen dragen, door hun continue zorg voor het bewaren van een goed zicht,
in belangrijke mate bij tot het behoud van de levenskwaliteit van het individu.
Gezien de huidige evolutie in de oogheelkunde, met gerichte subspecialisatie, doen ze dit
hedentendage als nooit tevoren.
Oogheelkunde heeft een sterke evolutie
gekend, vooral de laatste decennia.
Ontwikkeling van gesofisticeerde
diagnostische apparatuur, verfijning van
het chirurgisch armentarium en innovatieve
nieuwe medicaties hebben geleid tot een
ongeziene vooruitgang in het behandelen van
oogproblemen allerhande.
Op de dienst oogheelkunde van de campus
Sint-Jan boden zich in 2009 niet minder dan
17.877 patiënten aan voor een raadpleging,
4.537 hiervan waren nieuwe patiënten.
Patiënten komen op eigen initiatief in het
kader van naam en faam van de dienst en
het ziekenhuis of worden doorverwezen door
huisartsen of door specialisten van diverse
disciplines van het ziekenhuis.
Subspecialisatie onder oogartsen heeft ertoe
geleid dat patiënten meer en meer worden
doorverwezen door oogartsen uit de brede
regio. Op deze manier profileert de dienst zich
als derdelijnscentrum.
subspecialisaties binnen oogheelkunde…
voorste oogsegmentheelkundeoogartsen binnen deze discipline houden
zich bezig met de behandeling van cataract
en aandoeningen van het voorste deel van
het oog. Cataract is een vertroebeling van de
ooglens waardoor het zicht wazig wordt en de
kleuren minder intens worden.
De behandeling van cataract bestaat uit een
operatie waarbij de ooglens wordt vervangen
door een kunstlens. De ingreep gebeurt via
daghospitalisatie onder lokale verdoving.
Via een kleine insnede wordt de lens door
middel van ultrasonen in kleine stukjes
verbrijzeld en opgezogen. Dit noemt men de
phaco-emulsificatietechniek. Een plooibare
kunstlens wordt nadien ingebracht.
Glaucoom is een subdiscipline binnen
de voorste oogsegmentheelkunde. Het
is een verzamelnaam voor een aantal
oogaandoeningen die als gemeenschappelijk
kenmerk hebben dat ze kunnen leiden tot
blindheid door afsterven van de oogzenuw.
Verhoogde druk speelt hierin een voorname
rol en de behandeling zal voornamelijk
gericht zijn op het verlagen van de oogdruk.
achterste oogsegmentheelkunde of chirurgische retina is een subspecialiteit
binnen de oogheelkunde die zich bezighoudt
met heelkunde van het netvlies en het
glasvocht. Chirurgische retina is een moeilijke
discipline en legt zich voornamelijk toe op
urgent te behandelen aandoeningen zoals
netvliesloslating en glasvochtbloeding.
medische retinaDeze subspecialisatie houdt zich bezig
met onderzoek en behandeling van
netvliesziekten. Verfijnde beeldvorming-
technieken zoals “fluorescentie- angiografie”
98
Dr. anne Dewachter
diensthoofd oogziekten
campus Sint-Jan
en “optical coherence tomografie” worden
gehanteerd om de structuur van het netvlies
en zijn bloedvaten beter aan te tonen.
Vaak volgt laserbehandeling of injectie van
medicatie in het glasvocht. Medische retina
kende de laatste jaren een sterke groei door
toename van het aantal diabetespatiënten en
door een exponentiële toename van bejaarde
patiënten met maculadegeneratie, gezien de
nu voorhanden nieuwe antivasculair growth
medicatie.
oculoplastische en orbita
Dit deelgebied van de oogheelkunde
behandelt afwijkingen ter hoogte van de
oogleden, traanwegen en oogkas. Het
betreft hier o.a. heelkundige correctie voor
een afhangend ooglid, een naar binnen
(=entropion) of naar buiten (=ectropion)
gekanteld ooglid, ooglidtumoren, esthetische
correctie van oogleden (=blefaroplastie), ...
bij een tranend oog probeert men de
bestaande afvoerkanalen te verbeteren (via
sondage of siliconeslangintubatie) of dient
een nieuw kanaal chirurgisch te worden
aangemaakt (=dacryocystorhinostomie).
De oogkaschirurgie richt zich dan weer op
tumoren rond het oog en op het corrigeren
van te sterk naar voor staande ogen bij
schildklierpathologie (Graves).
wat cijfermateriaal en…oog voor toekomstige zorg
Het oogartsenteam van het de campus Sint-
Jan brugge heeft zich vooral geprofileerd in
voorste oogsegmentheelkunde
(727 cataracten in 2009), chirurgische
retina (202 netvlies-vitrectomiën in 2009) en
medische retina (891 intravitreale injecties,
770 angiografiën,en 867 optical coherence
tomografieën in 2009). Oculoplastische
heelkunde is in volle groei gezien een oogarts
met specifieke bekwaming werkzaam
is binnen het team. Glaucoom wordt nu
uitgebouwd als subspecialisatie teneinde
deze “blinding disease” tijdig gericht te
behandelen.
Gezien de vergrijzing is er een te verwachten
gestage groei van het aantal patiënten met
cataract, glaucoom, diabetische retinopathie,
maculadegeneratie en netvliesproblemen.
Opvang van deze doelgroep blijft een
continue uitdaging en wordt gerealiseerd
niet alleen door de knowhow en ervaring van
de artsen binnen het team maar ook door
de competentie en continue inzet van de
medewerkers. Verpleegkundige medewerkers
assisteren niet alleen dagdagelijks bij
diagnostische procedures en ingrepen maar
hebben ook kennis bij de bediening van de
gevarieerde, technische apparatuur.
Oogartsen beseffen ten volle dat geen enkele
patiënt de kans op behoud van bruikbaar
zicht kan onthouden worden. De recente
evoluties op cardiovasculair en oncologisch
gebied hebben gezorgd voor een hogere
levensverwachting bij onze mensen. Dit langer
leven moet ook een kwaliteitsvol leven zijn.
Individuele zelfredzaamheid met bruikbaar
zicht is vooral ook voor de bejaarde patiënt
primordiaal. In die zin mogen we stellen dat
oogheelkunde als “kleine specialiteit” grootse
dingen realiseert en dit dank zij teamwerk en
gerichte subspecialisatie met steeds oog voor
nieuwe ontwikkelingen.
Subspecialisatie van artsen, gesofisticeerde apparatuur en technieken
en nieuwe medicatie maakt van de dienst een derdelijnscentrum.
10 11
Centrale sterilisatie
CENTRaLE STERILISaTIE
De centrale sterilisatieafdeling
start met een campusoverschrijdende
samenwerking.
De centrale sterilisatieafdeling (CSA) staat in voor de centrale behandeling (reiniging,
desinfectie en sterilisatie) van alle instrumenten die bij de verzorging van de patiënt of bij
een chirurgische ingreep gebruikt worden. Ook de distributie van het instrumentarium
behoort tot het takenpakket.
Zonder een goed functionerende
CSa blokkeren de activiteiten in het
operatiekwartier, kunnen de kleine
interventies op de diverse poliklinieken
moeilijk doorgaan en worden de
verpleegeenheden niet tijdig van steriele
medische hulpmiddelen voorzien.
sterilisatie van Louis Pasteur tot nu behandeling van het instrumentarium
gebeurde vroeger op de plaats waar
het gebruikt werd. Vanaf de jaren ‘50
vond - onder druk van economische
factoren - een delokalisatie plaats. Naast
een kostenbesparing door het efficiënter
inzetten van de toestellen, was er een
kwaliteitsverhoging doordat speciaal
opgeleide medewerkers het instrumentarium
behandelden.
Europese normen krijgen meer en meer
impact op de centrale sterilisatieafdeling.
Er zijn de eisen van ziekenhuishygiëne en
preventie van ziekenhuisinfecties. Ziektes als
Creutzfeldt-Jacob, HIV, SaRS, hepatitis C, ...
drukken hun stempel op de werking van
dit departement. Zo is de invoering van een
strikte scheiding van de diverse zones een
must geworden. bij de vernieuwing van de
brugse afdeling in 2003 werd daar ten volle
rekening mee gehouden.
meer dan steriliserenInstrumentarium stop je niet zomaar in een
sterilisator. Het moet vooraf degelijk gereinigd
en gedesinfecteerd worden, om het resultaat
van het proces te kunnen garanderen
en om de medewerker te beschermen.
Spoeltoestellen en ultrasoontoestellen zijn
noodzakelijk voor een goede voorreiniging.
Daarnaast beschikken we over vijf was- en
desinfecteertoestellen.
Tussen het reinigen en de eigenlijke
sterilisatie gebeurt het verpakken,
verschillend naargelang het een individueel
instrument of een complexe instrumentenset
betreft. Zo blijft het gesteriliseerd instrument
tot op het moment van gebruik opgeslagen.
Sterilisatie met stoom bij 134 °C gedurende
vijf minuten is nog altijd de belangrijkste
sterilisatiemethode. In brugge beschikt de
afdeling over drie autoclaven van 950 l en een
autoclaaf van 190 l. Hulpmiddelen die deze
hitte niet verdragen, gaan bij 54 °C in één
van de 3 ethyleenoxide(gas)sterilisatoren of
in de ultramoderne gasplasmasterilisator
(waterstofperoxide).
De dienst sterilisatie staat ook in voor
het – arbeidsintensief- transport van de
gesteriliseerde goederen naar de klant.
Omwille van de ziekenhuishygiëne gebeurt
dit in een afgesloten wagen. En elke
transportwagen met vuil instrumentarium
wordt gewassen en gedesinfecteerd in een
speciaal ontworpen wagenwas. Dezelfde
wagen gaat later met steriele goederen terug
naar het operatiekwartier.
1110
Yvan De baere
hoofdverpleegkundige centrale sterilisatie
campus Sint-Jan
Op de campus brugge telt de afdeling 25
personeelsleden (~22 FTE), in Oostende 11
medewerkers (~7,50 FTE). De apotheker is
verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteit.
Hij doet dit in nauwe samenwerking met
de hoofdverpleegkundige, die ook de
personeelsaangelegenheden coördineert.
Teamleiders staan in voor de opvolging van de
dagelijkse activiteiten. 80% van de activiteit
is voor het operatiekwartier. Elk van de
consultaties, medisch-technische diensten en
verpleegeenheden behoort tot onze klanten.
mee met de tijdIn het ontwerp van de afdeling kreeg
ergonomie de nodige aandacht. alle
controle- en inpaktafels zijn bijvoorbeeld in
de hoogte verstelbaar. De controle van het
instrumentarium en de samenstelling van
de sets kan de medewerker zittend doen.
Wat de stoomsterilisatoren betreft, is er
bewust gekozen voor het type “vloerlader”:
de transportwagen met de te steriliseren
goederen rijdt de autoclaaf gewoon binnen.
Zo moet de medewerker minder tillen en
verkleint het risico op beschadiging van
verpakkingen.
Ook de informatica kreeg haar
rol met de ontwikkeling van een
instrumentenvolgsysteem, met als resultaat
een performant kwaliteitssysteem. We weten
nu welke sets aan welke dienst toebehoren.
Door barcode-scanning is het mogelijk om op
ieder ogenblik op te sporen waar een set zich
bevindt. bij de samenstelling van een set kan
de medewerker op correcte inhoudslijsten en
fotomateriaal steunen. In het operatiekwartier
scant de OK-verpleegkundige sets bij het
begin van de operatie zodat we elke gebruikte
set aan een patiënt kunnen koppelen.
Continu komen er nieuwe uitdagingen op ons
af. De doorbraak van de dagchirurgie leidde
tot meer sets en heeft het werkaanbod in de
CSa in de tijd verplaatst. De kleinere ingrepen
gebeuren vaak in de voormiddag met een
snelle behandeling van instrumentensets tot
gevolg. Zwaardere ingrepen vinden later op
de dag plaats zodat een aanpassing van de
uurroosters nodig werd. Een ander gegeven
is dat het instrumentarium steeds complexer
en fragieler wordt. Dit houdt ook verband met
de toename van de endoscopische ingrepen
en met de robotchirurgie. De opleiding van
het personeel met aandacht voor permanente
vorming is hier een erg belangrijk item. Het
opleidingsniveau bij aanvang van de job is nog
steeds een discussiepunt.
Csa maakt zich klaar voor meer campusoverschrijdende werkingHet campusoverschrijdende projectteam
CSa heeft in 2009 de verschillen tussen
de brugse en Oostends campus op gebied
van architectuur, infrastructuur,
werkprocedures, logistieke processen,
personeelsomkadering, … geïnventariseerd.
De directie en het projectteam willen op beide
campussen de hoogste kwaliteit bereiken,
daar hebben zowel de gebruiker van een
medisch hulpmiddel als de patiënt recht op.
Vanaf 2010 komen er gemeenschappelijke,
campusoverschrijdende werkprocedures.
Hiertoe wordt er op de campus Oostende in
de afdeling geïnvesteerd ter verhoging van
de kwaliteit (efficiëntie en effectiviteit), de
werkomstandigheden alsook de service naar
de interne klanten.
Het is duidelijk dat zo’n samenwerkings-
project van verschillende partijen heel
wat tijd en energie vraagt en ook veel
uitdagingen inhoudt. De eerste stap is gezet
en constructief bouwen we samen verder aan
een kwaliteitsvolle dienstverlening.
1313
Behandelen en vermijden van lymfoedeem
MICROCHIRuRGISCHE LYMFOVENEuZE DERIVaTIE
Lymfoedeem ontstaat door een
onderbreking van de lymfe-afvoer
ter hoogte van arm of been.
Iedereen heeft het al ooit gezien: mensen die een bruine armkous dragen, dikwijls met
handschoen maar toch nog met een zichtbare zwelling van de vingers. Ze lijden aan
lymfoedeem, wat als zeer handicaperend wordt ervaren. Lymfoedeem ontstaat door
een onderbreking van de lymfe-afvoer ter hoogte van arm of been. Het gevolg is dat het
lymfevocht niet meer kan doorstromen van de arm naar de bloedcirculatie achter het
sleutelbeen, of vanuit de onderste ledematen naar de buik toe. Armoedeem is bijna altijd
het gevolg van het wegnemen van aangetaste okselklieren bij borstkanker. Lymfoedeem
van de onderste ledematen kan aangeboren zijn (te weinig of geen lymfeklieren in de lies of
buikholte), kan ontstaan na een heelkundige ingreep waarbij lymfeklieren verwijderd zijn,
of na een trauma met onderbreking van de lymfecirculatie.
Patiënten met borstkanker bij wie de
okselklieren werden weggenomen
hebben 30% kans op het ontwikkelen van
lymfoedeem. Dit kan reeds kort na de ingreep
optreden, maar ook jaren later. Er is nog geen
verklaring voor het feit dat de ene patiënt wel
en de andere geen lymfoedeem ontwikkelt.
Vermoedelijk volgt het lymfevocht een
alternatieve route zodat er geen lymfoedeem
ontstaat. Deze alternatieve routes kunnen
moeilijk in kaart gebracht worden:
lymfebanen zijn maar 0,5 mm tot 1 mm “dik”
en er is geen enkel (radiologisch) onderzoek
om deze te visualiseren.
Kinesitherapie helpt niet steedsLymfoedeem in de ledematen kan zeer
uitgesproken zijn met volumeverschillen
van 1500 ml t.o.v. de “gezonde“ zijde. Het
gevolg is een zwaar gevoel, het onmogelijk
kunnen heffen van zware voorwerpen,
bewegingsbeperking, slechts kleine afstanden
kunnen stappen, zonder het te hebben over
het esthetisch aspect van een “dikke” arm
of been.
De hoeksteen in de behandeling van
lymfoedeem blijft in eerste instantie de
kinesitherapeutische aanpak: een combinatie
van manuele lymfedrainage, meerlagig
12
Dr. Roel Venken
staflid algemene heelkunde
campus Henri Serruys
bandageren, pressotherapie en het dragen
van compressiekledij. Eiwitarm dieet?
Nutteloos. Vochtafdrijvers? Mogen slechts
korte tijd gebruikt worden en bestendigen het
lymfoedeem bij langdurig gebruik.
Wat als er na 3 tot 6 maanden conservatieve
behandeling geen beterschap optreedt?
Lange tijd stond de chirurgievrij machteloosIn het verleden zijn er verschillende
chirurgische technieken beschreven met zeer
wisselend succes. Zijden draden werden in
het onderhuids vetweefsel geïmplanteerd
en via de huid naar buiten gebracht om
overtollig lymfevocht te laten wegvloeien.
uitgebreide elliptische resecties van
overtollige huid en onderhuids vetweefsel
werd toegepast met uitgesproken littekens
en met risico op contracturen met pijn en
bewegingsbeperkingen tot gevolg. Plastisch
chirurgen passen nog steeds liposucties
toe met wegzuigen van de oedemateuze
onderhuidse weefsels. Nadeel is dat deze
patiënten levenslang een compressiekous of
–mouw moeten dragen.
Met de intrede van de microchirurgie konden
lymfebanen en lymfeklieren peroperatief
beter gevisualiseerd worden en ontwikkelden
er zich microchirurgische technieken.
Lymfeklieren werden op aders gemonteerd
maar zonder afdoend resultaat. Lymfebanen
werden in aders gebracht maar ook deze
verbindingen waren geen lang leven
beschoren want er was rechtstreeks contact
tussen het uiteinde van de lymfebanen met
de bloedcirculatie waardoor hoog risico op
klontervorming en dus blokkeren van de
lymfe-afvloei.
microchirurgische lymfoveneuze derivatie voor de behandeling van een bestaand lymfoedeem
Een tiental jaar geleden kwam een
Italiaanse chirurg op het lumineuze idee
om een verbinding te maken tussen
lymfebanen en aders zónder risico op
klontervorming. Hij maakt gebruik van
het unieke kleppensysteem in de aders
waardoor bloed maar in één richting kan
stromen. Lymfebanen worden in de aders
geïmplanteerd zonder rechtstreeks contact
tussen het uiteinde van de lymfebanen en
de bloedcirculatie. Lymfevocht vloeit door
de verbinding terwijl het bloed niet kan
terugstromen naar de verbinding, precies
door dit uniek unidirectioneel klepsysteem in
de aders.
Na een intensieve opleiding in Genua passen
wij deze techniek, “de microchirurgische
lymfoveneuze derivatie”, in het Henri
Serruysziekenhuis toe sinds eind 2003.
Sindsdien hebben vele patiënten uit heel
Vlaanderen en zelfs Nederland de weg
gevonden naar onze kliniek. De gemiddelde
volumereductie bedraagt 60% maar is sterk
afhankelijk van het tijdstip waarop de patiënt
zich aanmeldt: hoe sneller het oedeem
behandeld wordt, hoe beter de resultaten.
Zowel arm- (insnede ter hoogte van
bovenarm) als beenoedeem (insnede ter
hoogte van lies of onderbeen) komt voor deze
microchirurgische techniek in aanmerking.
Is lymfoedeem te vermijden bij een volledige okselklieruitruiming?Tot enkele jaren terug ging oncologische
borstchirurgie systematisch gepaard
met een klassieke okselklieruitruiming
(wegnemen van 10 tot 15 lymfeklieren),
ongeacht tumorgrootte of al dan niet
aantasting van de lymfeklieren. Ondertussen
maakten okselsparende technieken opgang
(schildwachtersklier of sentinel node).
De nieuwe okselsparende technieken
vermijden onderbreking van de lymfe-afvloei
van de arm en dus ook lymfoedeem, een
heuglijke evolutie. Een klassieke volledige
okselklieruitruiming blijft echter nodig als
de okselklieren zijn aangetast. bij deze
patiënten blijft het risico op het ontwikkelen
van lymfoedeem bestaan. Sinds twee
jaar wordt protectieve microchirurgische
lymfoveneuze derivatie van de oksel
uitgevoerd, reeds tijdens de borstoperatie
met okselklierwegname. Zoals hierboven al
beschreven, worden lymfebanen in de aders
geïmplementeerd en wel om lymfoedeem te
vermijden. De ingreep vindt dus niet plaats
ter hoogte van de bovenarm zoals bij een
bestaand lymfoedeem, maar in de oksel op
het moment van de okselklierwegname. Er
is dus geen onderbreking in de lymfe-afvloei
die ontstaat door de okselklierwegname.
afhankelijk van de patiënt wordt dus de
chirurgische techniek aangepast, zodat er
ofwel okselsparing is, ofwel lymfoedeem
wordt vermeden.
«Na DE INGREEP VOLGENS
DEZE uNIEKE TECHNIEK
IS ER EEN VOLuMEREDuCTIE
VaN GEMIDDELD 60%
»
15
Nieuwe uitdagingen voor de laboratoria
LabORaTORIa
Een geschiedenis van explosieve groei. Toen in 1976 het laboratorium in het nieuwe AZ Sint-Jan de eerste monsters ontving, bood
het een mooie werkomgeving en uitdaging aan 4 biologen en 78 medewerkers. Klinische
biologie was in volle evolutie: de automatisatie van chemische analyses ontwikkelde zich
met rasse schreden en het uitbreidend spectrum van medische specialiteiten eiste van het
laboratorium steeds meer specifieke onderzoeken.
Onze voorgangers kozen voor investering
in mensen, techniek, apparatuur en
superspecialisatie. Consequent bouwden
dokters Spincemaille en blaton, Van Landuyt
en Criel, hun respectievelijke diensten voor
scheikunde, microbiologie en hematologie
uit, en ontplooide mevrouw Rosseneu met het
Simon Stevin onderzoekscentrum een heel
bijzondere ambitie naar wetenschappelijk
onderzoek. Deze strategie bleek succesvol,
want tussen 1976 en 1990 werden de
laboratoria van het aZ Sint-Jan zowel
technologisch als medisch toonaangevend
voor universitaire en niet-universitaire
ziekenhuizen. bij de milleniumwissel stonden
de laboratoriumdiensten voor microbiologie,
scheikunde en hematologie nog steeds aan
de top en hadden 8 artsen, méér dan 100
technologen en 7 universitaire medewerkers
een echte onderneming opgebouwd die in 2008
méér dan 320.000 monsters verwerkte en een
omzet van 18,3 miljoen euro realiseerde. Naast
de zogenaamde basis-biologie waren nieuwe
en sterk klinisch georiënteerde vakgebieden
uitgebouwd om de steeds toenemende
specialistische geneeskunde in ons ziekenhuis
te ondersteunen: oncologische hematologie,
infectieziekten, ziekenhuisinfectiebeheersing,
toxicologie, in vitro fertilisatie, hormonologie en
lipiden-onderzoek, alsook de meest moderne
aspecten van transfusiegeneeskunde. Sinds
het jaar 2001 is het deelgebied typering HLa
(Humaan Leukocyten antigeen) erkend door
de European Federation for Immunogenetic,
zonder dewelke stamceltransplantatie in ons
ziekenhuis onmogelijk zou geweest zijn.
2009, een belangrijk jaarZoals vele bedrijven, stuitte ook het
laboratorium vervolgens op uitdagingen
die exponentiële groei steevast met zich
meebrengen: stroomlijnen van een steeds
complexer productieproces, uitbouwen van een
betere communicatie onder alsmaar sterker
afgelijnde eilanden van laboratoriumactiviteit,
kiezen voor de meest geschikte investeringen
binnen een evenwichtige ontwikkeling onder
de verschillende activiteiten, uitbouw van
een kwaliteitssysteem doorheen de gehele
laboratoriumorganisatie, ... Een externe
audit bracht in 2008 de vinger aan de pols en
adviseerde een nieuwe laboratoriumstructuur,
die in 2009 werd uitgewerkt na een
beheerskundig proces waarbij missie,
toekomstgerichte visie en strategie werden
ontwikkeld en vastgelegd.
van drie laboratoria naar één dienst voor laboratoriumgeneeskundeDe klassieke departementstructuur van
4 diensten en 4 diensthoofden (klinische
scheikunde, hematologie, microbiologie,
logistiek en coördinatie) wordt verlaten en
vervangen door een tweelagige structuur,
waarbij medisch-strategische en operationele
opdrachten duidelijk van elkaar worden
losgemaakt en respectievelijk toevertrouwd
aan een medisch diensthoofd-directeur en aan
een operationeel hoofd.
bij deze herstructurering mocht de verworven
medische expertise van de vroegere diensten
niet verloren gaan, integendeel, deze wordt nog
meer uitgebouwd.1514
Dr. bart Gordts
medisch hoofd - directeur dienst laboratoriumgeneeskunde
campus Sint-Jan
Er worden daarom, in de plaats van de
vroegere laboratoriumdiensten en eerder
vanuit de invalshoek van ziektebeelden en
klanten, nieuwe medische deelgebieden
gedefinieerd zoals endocrinologie, hema-
tologische oncologie, reproductieve genees-
kunde, infectieziekten/antibiotherapie, cardio-
vasculaire diagnostiek en risicobepaling, ...
In elk van deze deelgebieden kiest één
verantwoordelijk klinisch bioloog voor de
beste analytische methodes, bepaalt de
kwaliteitsvereisten en verzorgt de medische
vertaling naar voorschrijver en patiënt. De
omvorming naar medische deelgebieden
creëert een grote herkenbaarheid naar de
klant door rechtstreekse communicatie tussen
de gespecialiseerde klinisch bioloog en de
voorschrijver en verhoogt de impact van de
laboratoriumresultaten op de outcome van de
patiënt. Daarenboven bereidt het laboratorium
zich hierdoor beter voor op integratie in
zorgpaden.
Een laboratorium kan maar economisch en
kwalitatief succesvol zijn indien het totale
productieproces geoptimaliseerd is. Daarom
wordt het gehele analytische proces in een
tweede dimensie en los van de medische
deelgebieden, ingedeeld in operationele
entiteiten. binnen elke operationele entiteit
voeren laboratoriumtechnologen met bepaalde
technieken en automaten onder de leiding van
één operationeel hoofd (arts - klinisch bioloog),
analyses uit in opdracht van de verschillende
medische deelgebieden.
missie, visie en strategieDe core-business van het laboratorium
bestaat er in om de meest geschikte in-vitro
analyses uit te voeren, de resultaten medisch
te interpreteren en dit alles accuraat te
communiceren. Op die manier is de dienst
laboratoriumgeneeskunde een medische
partner van de artsen-specialisten van het
aZ Sint-Jan brugge-Oostende en daarbuiten,
die hen bijstaat om de diagnose van hun
patiënten vast te stellen en de behandeling
op te volgen.
Vernieuwen en anticiperen enerzijds en
zorgexcellentie anderzijds zijn de kernpunten
van de laboratoriumstrategie om vanuit zijn
domein bij te dragen tot de ziekenhuisvisie
“innovatieve referentiezorg voor iedereen”.
Immers is de belangrijkste uitdaging voor de
ziekenhuislaboratoria om zowel basis- als
zeer gespecialiseerde analyses blijvend aan
te bieden in een kader van gegarandeerde
en gecontroleerde kwaliteit, tegen de meest
economische prijs en met een medische
meerwaarde over externe, industriële
laboratoria. Daarvoor is procesoptimalisatie
van de core-business nodig en professioneel
management in nauwe samenwerking met
het ziekenhuisbeheer. Daardoor zal het
laboratorium van het aZ Sint-Jan brugge-
Oostende campus brugge het voortouw blijven
nemen en bepalen waar de belgische norm
voor laboratoriumgeneeskunde moet en
kan liggen.
Professioneel personeelsbeleidWeinig andere sectoren in en buiten ons
ziekenhuis realiseerden in de laatste 20 jaar,
tegen de trend van toenemende forfaitarisering
in, een omzetstijging van meer dan 600% met
een personeelstoename van (slechts) 38%,
gecombineerd met ongeziene vereisten voor
accreditering, externe controles en supervisie
door de overheid.
Succesvolle en kwalitatieve dienstverlening
kan slechts bereikt en behouden worden door
een goed personeelsbeleid. De professionele
“excellentie” van de medewerkers vertaalt
zich in hun adequate opleiding en bijscholing
maar evenzeer in hun sterke betrokkenheid
bij het dagelijkse kwaliteitsdoel in ruime zin.
automatisatie is de boodschap, maar niet als
vervanging van competente medewerkers.
Zo koos het aZ Sint-Jan aV ervoor om MRSa
op te sporen bij alle patiënten in het begin
van hun opname. als eerste in belgië maakte
ons laboratorium daarvoor gebruik van
hoog-technologische robotisatie zodat meer
dan 30.000 bijkomende bacteriologische
onderzoeken gerealiseerd worden door
het bestaand en bijgeschoold team van
technologen.
Tevens boekte het laboratorium in 2009 ook
andere belangrijke successen: het bekwam
accreditatie door de bevoegde overheid voor
nieuwe moleculaire biologische technieken en
FISH (bELaC), voor de banken van menselijk
lichaamsmateriaal (FaGG), en bekwam een
uitbreiding van erkenning voor neonatale
screening van metabole aandoeningen
voor 2 jaar.
verdere uitdagingenDe herstructurering van de laboratoria is
niet afgewerkt en belangrijke investeringen
in mensen en middelen kondigen zich
verder aan. De inplanting van het nieuw
laboratoriumgebouw boven de dienst
spoedgevallen verplicht de dienst om het
productieproces verder in vraag te stellen
en te optimaliseren. aanwerving en continue
bijscholing van medewerkers zijn, naast
economisch verantwoorde innovatieve
investeringen, de succesfactor bij uitstek voor
de afwerking van een streng maar efficiënt
kwaliteitssysteem dat alle interne en externe
audits kan doorstaan en de noodzakelijke
erkenningen voor klinische topdiensten van
ons ziekenhuis garandeert. Het ontbreekt
m.a.w. niet aan verdere uitdagingen.
17
sPeCT/CTop de campus Henri serruys
Het Henri Serruysziekenhuis
was in januari 2008 het eerste ziekenhuis
in Vlaanderen dat een SPECT/CT-toestel
met diagnostische CT heeft aangeschaft.
De SPECT/CT biedt een belangrijke meerwaarde voor onderzoeken van het skelet,
hersenen en schildklier, het zijn dan ook deze toepassingen die het grootste deel van de
onderzoeken omvat. Het toenemende aantal externe verwijzingen voor deze toepassingen,
alsook de verworven knowhow gedurende de voorbije twee jaar, heeft de dienst nucleaire
geneeskunde de mogelijkheid gegeven om zich te profileren als referentiecentrum inzake
hybride beeldvorming binnen de conventionele nucleaire geneeskunde.
16
Dr. Kristoff Muylle
diensthoofd nucleaire geneeskunde
campus Henri Serruys
SPECT/CT
SPECT/CT biedt een belangrijke meerwaarde voor onderzoeken
van skelet, hersenen en schildklier.
Deze externe verwijzingen zijn de belangrijkste
groeipool en zijn ontegensprekelijk het
resultaat van de uitstekende service
door een sterk gemotiveerde equipe van
verpleegkundigen en artsen. Zowel de
dienstverlening naar de verwijzende artsen
en in het bijzonder naar de patiënten is een
topprioriteit. Het stokpaardje is de vriendelijke
en patiëntgerichte aanpak, waarbij getracht
wordt voldoende tijd te voorzien om patiënten
op hun gemak te stellen en de nodige
uitleg te geven betreffende de uitgevoerde
onderzoeken.
De significante toename van het aantal
onderzoeken laat de dienst nucleaire
geneeskunde toe om verder te investeren in
mensen en middelen. De capaciteit van de
dienst nucleaire geneeskunde op Campus
Henri Serruys is beperkt; de maximale
capaciteit van een SPECT/CT-toestel (met
behoud van hoge kwaliteit van de uitgevoerde
onderzoeken) is ongeveer 250 onderzoeken
per maand. Dit aantal werd reeds gehaald in
het laatste kwartaal van 2009 en het eerste
kwartaal van 2010. De actuele stijging van het
aantal onderzoeken kan op korte termijn (1-2
jaar) leiden tot wachtlijsten van een week of
meer tijdens piekmaanden.
De huidige ontwikkelingen in de nucleaire
geneeskunde spitsen zich voornamelijk toe op
ontwikkeling van nieuwe tracers voor PET en
therapeutische toepassingen.
Het fusieziekenhuis aZ Sint-Jan brugge-
Oostende aV biedt door de schaalvergroting
verscheidene opportuniteiten, zoals de
plaatsing van een PET/CT-toetsel (gezien de
mogelijke uitbreiding van het aantal erkende
PET/CT-installaties), alsook de ontwikkeling
van een radiofarmacie en het aanbieden van
meer gespecialiseerde
onderzoeken en behandelingen. Deze nieuwe
opportuniteiten en ontwikkelingen dienen
te worden vertaald in de ambitie van de
dienst nucleaire geneeskunde om via een
multidisciplinaire samenwerking met de
diensten oncologie, medische beeldvorming
en radiotherapie een referentiecentrum
voor moleculaire beeldvorming en therapie
uit te bouwen met de mogelijkheid tot
subspecialisatie in specifieke domeinen
binnen de nucleaire geneeskunde zoals
cardiologie, neurologie, oncologie, hemato-
oncologie en therapeutische toepassingen
(radionuclidentherapie, radio-embolisatie
en IMRT).
2008 2009
EVOLuTIE aaNTaL ONDERZOEKEN SPECT PER MaaND
0
50
100
150
200
250
300
We voorzien voldoende tijd om de patiënt op zijn gemak
te stellen en om uitleg te geven.
‘Gefaseerde versterking’
Mobiele equipe op de campus sint-Jan
De mobiele equipe is door het KB van 15 februari 1999, art. 2 §12 voorzien in de
ziekenhuizen. De toepassing van deze wetgeving was in de ziekenhuizen zeer verschillend
en werd soms gebruikt om structurele tekorten op te vangen. De mobiele equipe kreeg vanaf
dan gestalte in verschillende ‘flexteams’ per sector, inzetbaar enkel in de vroegdienst.
De toewijzing aan een afdeling kon al dan niet van langere duur zijn.
Door het Kb mobiele equipe van van
19 september 2008 werd een gefaseerde
versterking met 2.309 voltijdse eenheden
voor belgië voorzien: de inzet van de mobiele
equipe dient om zieken op te vangen, om
onvoorziene perioden van drukte op te
vangen, om het bijwonen van bijscholing
of vergaderingen waar te maken. Het
gezond roosteren van het vaste team van
een verpleegeenheid zou daardoor beter
gerespecteerd kunnen worden. Er werd
een financiering in verschillende fases
voorzien (gekoppeld aan een pilootfase met
geselecteerde ziekenhuizen) en het aantal
VTE werd anders berekend. Voor de campus
brugge betekent dit 14,8 VTE op 1 juli 2009
(en 29,2 VTE tegen 1 januari 2011).
In 2008 werden op de campus Sint-Jan
verschillende stappen gezet om tot één
mobiele equipe te komen: aanstelling
van een hoofdverpleegkundige voor de
mobiele equipe; samenvoeging van het
bestaande ‘flexteam’; de verworven
uurregeling is gewaarborgd en er is respect
voor de eigenheid en de expertise van
verpleegkundigen die reeds in de mobiele
equipe werken.
In 2009 werden verdere stappen gezet voor de
realisatie van de mobiele equipe volgens het
Kb 19 september 2008: een interne vacature
voor de mobiele equipe; de beoordeling van de
kandidaten; mutatie naar de mobiele equipe
vanaf najaar 2009. Voor de verdere uitbouw
van het team is uitsluitend gekozen voor
verpleegkundigen met ervaring en dus geen
schoolverlaters. Ook de uurregeling werd
aangepast: geen nacht- en weekenddienst.
De mobiele equipe is inzetbaar op algemene
afdelingen chirurgie, inwendige geneeskunde,
gespecialiseerde diensten, operatiekwartier
en intensieve diensten.
Eind december 2009 bestond het team uit
15,45 VTE. Een geleidelijke uitbreiding van het
team wordt gerealiseerd tegen eind 2010.
organisatie voor de inzet van de mobiele equipe: uitgangspuntenDe hoofdverpleegkundige van de
mobiele equipe beschikt over een aantal
basisgegevens: het aantal VTE van
elke afdeling per maand, de normale
dagbestaffing van elke afdeling, een
18
Hans Declercq
hoofdverpleegkundige mobiele equipe
Els Vanblaere
verpleegkundig directeur
MObIELE EQuIPE
19
Eind 2009 telde de mobiele equipe van Brugge
al meer dan 15 voltijdse eenheden. Verwacht wordt dat dit aantal
begin 2011 een verdubbeling kent.
online activiteitenscherm met de actuele
bedbezetting en de in- en uitstroom van
patiënten. Er is maandelijks overleg tussen
de verpleegkundige directie en de hoofd-
verpleegkundige van de mobiele equipe om
een inschatting voor de volgende maand te
maken. Die inschatting gebeurt aan de hand
van de gegevens per afdeling, de nieuwe
verpleegkundigen, de mutaties, de geplande
vormingen of teamvergaderingen en de reeds
gekende zieken. Een aantal diensten krijgt in
functie van de eigen VTE in die maand voor
één maand x-aantal uren hulp toegekend. De
hulpvragen worden per maand ook opgevolgd
per afdeling. Er is een keuze gemaakt om
maximum aantal inzetbare krachten vrij te
houden voor acute vragen, dit in tegenstelling
tot vroeger. De acute vragen worden
gecentraliseerd bij de hoofdverpleegkundige.
Er is maandelijks ook een teamoverleg met
de leden van de mobiele equipe. Tijdens dit
overleg wordt informatie gegeven, worden
afspraken gemaakt, wordt onderling van
elkaar geleerd. Ook de opvolging van de
hulpvragen wordt besproken.
verwachtingen t.o.v. teamlidmobiele equipeDe verpleegkundige is geen expert met
betrekking tot de afspraken van de afdeling
en komt (mee)werken met het vaste team. De
medewerker kan expert zijn in een deelgebied
van verpleging en komt samenwerken om
de zorg op de afdeling te helpen realiseren.
Deze kracht is verantwoordelijk voor de eigen
gestelde verpleegkundige handelingen en
activiteiten. Het vast team van de afdeling
zorgt ervoor dat een teamlid van de mobiele
equipe vragen kan en mag stellen.
Positieve effectenDe hulpvragen worden gemiddeld voor 89%
ingevuld. De inzetbaarheid is verhoogd door
het toewijzen op dagbasis zodat een meer
stabiele dagbestaffing van verpleegkundigen
gerealiseerd wordt. Er is een uitbreiding
van hulp bieden in de ‘normale’ uren van
verpleegkundige zorg. Er wordt op meer
afdelingen hulp geboden. Door te werken met
één centraal nummer is de bereikbaarheid
hoger. Er is transparantie over de
inzetbaarheid van de mobiele equipe waardoor
hoofdverpleegkundigen van afdelingen
zelfcorrigerend werken inzake hulpvragen.
Er is een positief gevoel bij de medewerkers
van de mobiele equipe omdat ze effectief meer
hulp bieden. Er zijn nog kandidaten om te
muteren naar de mobiele equipe.
HULPVRAAG HULP BIEDEN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
HuLPVRaaG VERSuS HuLP bIEDEN 2009 (PER MaaND)
21
van strategische doelstellingnaar voelbare patiëntvriendelijkheid
PaTIëNTVRIENDELIJKHEID
Onze klanten zitten in een kwetsbare,
afhankelijke positie en staan frequent
onder emotionele spanning.
De manier waarop de patiënten als mens benaderd en behandeld worden kan de
ongemakken, onzekerheden en angsten van een ziekenhuisbezoek verzachten.
Zorgzaamheid, medeleven, begrip,… kunnen het verschil maken in de beleving
van de patiënt. Via allerlei initiatieven - gaande van het afnemen en bespreken van
patiënteninterviews tot het opzetten van trainingstrajecten - stimuleren we het
klantvriendelijk gedrag van medewerkers. We zoeken manieren om ook als organisatie
klantgerichter te worden.
Klantgerichtheid:meer dan vriendelijk zijnWat is klantgerichtheid? Het is veel
meer dan vriendelijk zijn. als we de term
klantgerichtheid, klantvriendelijkheid
uitklaarden, werden ons een aantal cruciale
competenties van medewerkers duidelijk.
We vragen van elk van onze medewerkers een
engagement op vlak van klantgerichtheid.
Patiëntgerichtheid beschouwen we als een
kerncompetentie en zal dus een rol spelen
in het personeelsbeleid met een plaats
binnen aanwerving, selectie en inwerking.
Het wordt een thema binnen functionerings-
en evaluatiegesprekken. als organisatie
engageren we ons tot het nemen van de
nodige initiatieven om de klantgerichtheid van
de medewerkers te ondersteunen.
alle neuzen in dezelfde richting Het startschot van het project werd
gegeven met interactieve sessies voor
140 leidinggevenden. Kleine groepjes,
samengesteld uit leidinggevenden van
verschillende disciplines, kregen allerlei
opdrachten. Het doel was te toetsen
of er een draagvlak was voor wat een
beperkte werkgroep gedefinieerd had als
klantgerichtheid. De leidinggevenden werden
uitgedaagd om stil te staan bij hun eigen
gedrag en over hoe ze met hun medewerkers
omgaan. De opdracht om per groepje een
spreuk te bedenken, zorgde voor de nodige
dynamiek. De sessies werden afgerond met
info over het project en een behoeftenanalyse.
Inspirerende leidersDirectie, leidinggevenden en artsen hebben
een voorbeeldfunctie. Hoe zij met hun
medewerkers omgaan, is bepalend voor de
bejegening van medewerkers onderling en
van de patiënt. Leidinggevenden coachen
hun medewerkers net zo goed op vlak
van klantgericht gedrag als op vlak van
technische competenties.
Om hun team dagdagelijks te motiveren
in het klantgericht werken, kregen 38
leidinggevenden handvaten aangereikt door
een externe coach.
2120
Jane Vanhaute
stafmedewerker zorg
campus Sint-Jan
zelfinzicht: het begin van alle wijsheidOmdat kritische zelfreflectie een onmisbare
stap is bij attitudeverandering, werd een
zelfreflectietool gecreëerd. Door stil
te staan bij het eigen gedrag, krijgt de
medewerker inzicht in eigen sterktes en in
aandachtspunten.
spiegeltje spiegeltje aan de wand… hoe zien patiënten ons? Ieder van ons, en ook de organisatie heeft
zijn blinde vlekken. Daarom is het cruciaal te
weten hoe patiënten ons zien. Dat komen we
te weten door het afnemen van interviews met
de patiënten zelf. De concrete voorbeelden en
ervaringen van de vraaggesprekken worden
teruggekoppeld naar de diensten en gebruikt
in trainingen. De uitdaging om met z’n allen
de zorg steeds menselijker te maken gaat
door in de komende jaren.
«
KLaNT- EN PaTIëNTGERICHTHEID
bESCHOuWEN WE aLS
EEN KERNCOMPETENTIE VaN
ONZE MEDEWERKERS
»
«
VRIENDELIJKHEID HEELT
»
23
1 april 1969, de allereerste MuG-uitruk met hoogopgeleid personeel vanuit het operatiekwartier.
40 jaar later zijn er zo’n 2.050 MuG-interventies per jaar, waarvan één derde met de MuG-heli.
In 1970 ontstond de zelfstandige spoedgevallendienst op de campus ‘Minnewater’, toen nog één
open ruimte met gordijnen voor wat privacy… Nu beschikt de spoed op de campus Sint-Jan over
3 reanimatiekamers, 10 onderzoeksboxen voor volwassenen en 3 voor kinderen, een hyperbare
zuurstofkamer, een hechtings- en gipskamer,… Ons team vangt jaarlijks 27.000 patiënten op
waarvan ongeveer de helft ambulant geholpen wordt. Een spoedgevallendienst speelt continu
in op evoluties in de maatschappij (toenemende agressie, misbruik van middelen, een kritischer
en mondiger publiek, toenemend patiëntenaantal), in de medische wereld (toenemende
specialisatie en techniciteit in onderzoek en behandeling), toenemende informatisering,…
40 jaar spoed werd waardig gevierd met een fototentoonstelling, een academische zitting,
een symposium en een prachtig avondfeest.
In juli 2009 verhuisde het dagziekenhuis oncologie naar een nieuwe locatie. Voorheen lagen de
bedden verspreid over het ziekenhuis. Zowel op VE 035 als in het oude deel van het oncologisch
centrum stonden enkele bedden. aangezien het personeel veelvuldig te kampen had met een
beddentekort, dienden bureaus regelmatig omgebouwd te worden tot kamers.
De nieuwe dienst beschikt over 21 bedposities.
De verhuis vond plaats midden in de verlofperiode. Wat op woensdag nog een bouwwerf leek,
zag er dankzij de onderhoudsploeg op zaterdag een ‘instapklare’ dienst uit. Het secretariaat kon
verhuisd worden, bedden kregen een plaats en ook de artsen sleurden hun bezittingen naar een
nieuw bureau.
Het was voor het team niet zo evident om alle behandelingen te laten doorlopen in een
gloednieuwe omgeving, met minder personeel en alle materialen op een andere plaats! Maar de
inzet, flexibiliteit en de professionaliteit van het ganse team zorgden ervoor dat er kwalitatieve
zorg geboden bleef!
Om de 2 jaar wordt de Golden Service award toegekend aan een organisatie die op vlak van
schoonmaakgebeuren een uitzonderlijke prestatie levert. Met de campus SFX stelden we ons
kandidaat in de categorie ‘best Schoongemaakte Project in de gezondheidszorg belgië’.
Na diverse selecties haalden we de finale die plaats vond in het Scheveningse Kurhaus. bij de
prijsuitreiking werd ons project als volgt voorgesteld: “Op vlak van organisatie, communicatie en
opvolging is geen enkele opmerking te maken op de schoonmaak, zeer krachtig en efficiënt.
De kwaliteit is navenant. Elk programma is op maat van de afdeling geschreven.
De programma’s en taakkaarten verdienen een onderscheiding. Er is een doordacht en volledig
opleidingsprogramma voorzien.“ De award ging echter naar een andere organisatie.
Wij kregen als finalist een certificaat dat nu in de inkomhal van SFX hangt, als erkenning voor
de dagdagelijkse inspanningen van onze medewerkers.
Onze eigen –piekfijn uitgedoste- onthaaldames verwenden de ongeveer 8.000 bezoekers met
een leuk gadget en onze raadplegingsbrochure in een originele draagtas. Velen bleven al
meteen geboeid kijken naar de 3D-film van de robotchirurgie, de tentoonstelling van 40 jaar
spoedgevallendienst en de infostand van de patiëntenadministratie. Daarna kregen bezoekers
de keuze om het volledige of slechts een beperkt deel van het traject te bewandelen.
De diensten radiotherapie, oncologisch dagziekenhuis, ergotherapie, kinesitherapie, MKa,
dialyse, fertiliteitskliniek, cathlab en radiologie waren opengesteld voor het publiek. Wie koos
voor het volledig parcours kreeg bovendien de hyperbare zuurstofkamer, een reanimatiedemo,
onze heli én de SeeKing, het containerpark, de koelcentrale, het noodstroomlokaal en de
dieselmotoren te zien. Er waren ook vele infostands en een jobbeurs. De CliniClowns zorgden
voor wat animatie op het parcours. Maar liefst 267 personeelsleden werkten mee om de campus
Sint-Jan in al haar aspecten aan het brede publiek te tonen.
De dienst schoonmaak en hygiëne zorgt ervoor dat alle patiëntenkamers perfect gereinigd
worden, dagelijks worden 115.000 m2 schoongemaakt. Keuken en restaurant zorgen elke dag
voor de bereiding van meer dan 3.000 gezonde, lekkere en mooi gepresenteerde maaltijden.
aankoop- en voorraadbeheer zorgen voor de aankoop en verdeling van allerhande materiaal.
De telefooncentrale zorgt voor een klantvriendelijk telefonisch onthaal. Met post, drukkerij en
chauffeurs sluiten we het overzicht van onze logistieke diensten af.
Zo worden vele duizenden logistieke processen uitgevoerd - en dit elke dag opnieuw. Sommige
diensten werken 24 uur op 24, zeven dagen op zeven, 365 dagen op een jaar. andere diensten
starten reeds om 6 uur - ook in het weekend!
Redenen genoeg dus om deze 305 voltijdse logistieke medewerkers van de brugse campussen
jaarlijks in de schijnwerper te plaatsen. In een dankwoordje van de directie krijgt iedere
medewerker een figuurlijke pluim opgespeld. Zo kunnen we er weer een jaartje tegenaan.
In maart 2009, met het uitbreken van de Mexicaanse griep, werd ons ziekenhuis door het
Interministrieel Commisariaat Influenza aangeduid als pilootziekenhuis voor West-Vlaanderen
en kregen we de opdracht om niet alleen voor ons ziekenhuis een pandemieplan versneld
uit te werken, maar om ook 14 West-Vlaamse ziekenhuizen en de penitentiaire instellingen
te begeleiden bij het opstellen van hun noodplannen. Vanuit ons ziekenhuis werd ook een
samenwerking opgezet samen met de veiligheidscel brugge. Dit in het kader van het lokale
noodplan en de uitwerking van de zorgmeldpunten. Tijdens de vaccinatiefase organiseerden we
de vaccinatie voor de gezondheidsscholen in de omgeving. Tijdens de hele periode van dreigende
pandemie bleven we permanent beschikbaar voor alle actoren in de regio voor informatie en
bijstand. Voor het eigen ziekenhuis werd via intranet een permanente briefing verzorgd.
2322
40 jaar (r) evolutie oncologisch dagziekenhuis
finaleplaats voor deschoonmaakdienst van campus sfX
open bedrijvendag - zondag 4 oktober:een geslaagd evenement
voor de vijfde maal een brugse‘dag van de logistiek’ In de ban van de mexicaanse griep
2009 MarKaNTe geBeurTeNIsseN 2009
2524
2009 profiel van de medewerker 2009
Het profiel van de medewerker toont duidelijk aan dat de structurele vergrijzing in de
maatschappij zich ook vertaalt in het personeelsbestand van het AZ Sint-Jan Brugge-
Oostende. 35% van onze medewerkers is +50jaar. Dit betekent dat dé grote uitdaging voor
de komende jaren het verder uitbouwen van zowel een recruterings- als een retentiebeleid
is. Het is immers niet alleen zaak om in de War for Talent en de verdere uitbouw van onze
activiteiten nieuwe gekwalificeerde krachten aan te trekken en aan ons te binden, het is
minstens even belangrijk om het huidig personeel te behouden en het verloop tot een
minimum te beperken.
Ellen De Ruwe
directeur personeel
Evelyn Verhelle
directiesecretaresse
Kristien Casselman
stafmedewerker
De verschillende soorten functies die tewerkgesteld worden binnen het
ziekenhuis zijn heel divers. Het grootste aandeel (50%) wordt ingevuld
door verpleegkundigen. De logistieke en administratieve functies
nemen 19,5 % voor hun rekening.
LOGISTIEK
VERZORGING
ADMINISTRATIE
PARAMEDISCH
VERPLEGING
TECHNISCH
ANDERE
Brug
ge
OOsT
eNDe
De woonplaats van de medewerkers toont
aan dat we hen hoofdzakelijk uit eigen regio
recruteren. 57% van het personeel per campus
woont en werkt in dezelfde stad. Meer dan
97% woont binnen de provincie.
Het ziekenhuis beschikt op vandaag over 3560 enthousiaste
personeelsleden en 321 artsen om de missie en de visie te realiseren.
2807 personeelsleden zijn tewerkgesteld op de brugse campussen en
753 op de Oostendse campus. Samen presteren ze
het equivalent van 2819 voltijdse eenheden.
2726
PROFIEL VaN DE MEDEWERKER
PERSONEELSbESTaND IN VOLTIJDSE EENHEDEN aaNDEEL VERPLEEGKuNDIG DEPaRTEMENT
uit de grafiek leiden we bijkomend duidelijk af dat we een ‘ervaren’ personeelsbestand hebben.
35% van de personeelsleden is 50+, 632 personeelsleden zijn 55+ en verlaten dan ook binnen
afzienbare termijn het ziekenhuis. De gemiddelde leeftijd voor de brugse campussen is 43 jaar,
voor de Oostendse campus is dit 41 jaar.
De stelling dat de gezondheidszorg hoofdzakelijk vrouwen tewerkstelt, wordt bevestigt binnen
het ziekenhuis: 80% van het personeelsbestand bestaat uit vrouwen en deze trend vinden we
terug in alle leeftijdscategorieën.
De steeds verder stijgende ziekenhuisactiviteit weerspiegelt zich in de stijging van het personeelsbestand
voor alle campussen. De brugse campussen kenden een stijging van het personeelsbestand van 5,5%, dit
komt overeen met een netto-aangroei van 114 voltijdse eenheden. De Oostendse campus realiseerde in
2008 een stijging van 11,4% ten opzichte van het referentiejaar 2005, een netto-aangroei van 62 voltijdse
eenheden. Deze trend zet zich voort in 2009, maar dit is niet in de cijfers zichtbaar omdat de keukenactiviteit
op 31/12/2008 werd afgestoten en sindsdien uitgebaat wordt door het Sociaal Huis Oostende. Het aandeel
van het verpleegkundig departement is evenredig gestegen doorheen de jaren.
31,6%
3,2%
21,3%
1,3%
42,5%
Voltijds tewerkgesteld
Tussen 75% en voltijds tewerkgesteld
Tussen 50% en 75% tewerkgesteld
50% tewerkgesteld
Minder dan 50% tewerkgesteld of tijdelijke opschorting van dienstverband
CAMPUS SINT-JAN/SFX CAMPUS HENRI SERRUYS
CAMPUS HENRI SERRUYS
MaNNEN VROuWEN
CAMPUS SINT-JAN/SFX
MaNNEN VROuWEN
0
400
800
1.200
1.600
2.000
2.400
2005 2006 2007 2008 20090
150
300
450
600
750
2005 2006 2007 2008 2009
Slechts 42,50% van alle personeelsleden werkt voltijds. Voor de mannelijke personeelsleden
ligt dit percentage beduidend hoger, namelijk 75%. 21% kiest voor een halftijdse tewerkstelling
en 31% werkt tussen de 75% en 90%.
29
sMaC, een sportMedisch adviesCentrum
SPORT MEDISCH aDVIESCENTRuM
Vanuit de dienst revalidatie &
sportgeneeskunde van de campus Sint-Jan
werd het SportMedisch AdviesCentrum
Brugge, SMAC Brugge, opgericht.
Het centrum is sinds juni 2009 operationeel en wordt wetenschappelijk ondersteund door en
heeft een samenwerkingsovereenkomst met het SportMedisch AdviesCentrum K.U.Leuven,
dat onder leiding staat van Prof. Peers.
ergometrie installatie met een sportloopbaan
en fietsergometers. De sporter kan de testen
ook uitvoeren op zijn eigen fietskader dat
dan eenvoudigweg gemonteerd wordt op het
Cyclus 2-toestel. Tijdens de testing kan er een
inspanningselektrocardiogram afgenomen
worden, geassocieerd aan lactaatmetingen in
het bloed. Verder beschikt het centrum over
apparatuur voor antropometrisch onderzoek,
longfunctietesten alsook voor de bepaling
van het vetgehalte. Er is tevens een biodex
aanwezig als isokinetisch krachtmeet-
apparaat, samen met een Zebris loopband
met drukmeting om een goed uitgebalanceer-
de loopanalyse te kunnen uitvoeren. In het
centrum is het zelfs mogelijk voor paraple-
gische atleten om met hun handbike inspan-
ningsfysiologisch getest te worden, dit dankzij
de ontwikkeling van een aangepast systeem
door de technici van het aZ Sint-Jan. Conform
de normen beschikt het SMaC over de nodige
reanimatie-apparatuur.
voor sporters en patiënten De doelstelling van het SMaC brugge is om
sporters - van recreanten tot topsporters -
mee te begeleiden in hun sport om overtrai-
ning en chronische blessures te voorkomen.
Ook patiënten die de stap tot fysische
lichaamsbelasting wensen te zetten kunnen in
het centrum getest worden om een aangepast
reconditioneringsprogramma te krijgen.
Daarom wordt in het SMaC brugge de nadruk
gelegd op diagnostiek, behandeling, testing
en advies.
28
Dr. Jan De Neve
coördinator SMaC
dienst revalidatie en sportgeneeskunde
campus Sint-Jan
Diagnostiek
Iedereen met een sportmedisch probleem,
van welke aard dan ook, kan zich in het
centrum aanmelden voor een onderzoek.
Op basis hiervan worden een behandeling
en aangepast revalidatieschema voorgesteld
door de artsen.
behandeling
De behandeling gebeurt vanuit een
multidisciplinaire invalshoek, wat een
belangrijke meerwaarde betekent voor
de sporter/patiënt. Het team waar er
beroep kan op gedaan worden, bestaat
uit een keuringsarts, een revalidatiearts,
een cardioloog, een pneumoloog, een
voedingsdeskundige, een psycholoog, een
podoloog en een kinesist, allen met een
deskundigheid in de sportgeneeskunde.
Testing & advies
Mensen kunnen in het centrum terecht voor
sportmedische inspanningstesten. Tijdens de
graduele inspanningstest wordt de loopsnel-
heid of het fietsvermogen telkens om een
vastgesteld aantal minuten (afhankelijk van
het testprotocol) verhoogd.
aan de hand van de test worden de optimale
trainingszones bepaald waarin getraind kan
worden. Er wordt tevens trainingsadvies ge-
geven. In de nabije toekomst wenst het SMaC
brugge ook in te staan voor de begeleiding en
keuring van getalenteerde sporters verbonden
aan de topsportscholen.
Tot slot neemt het SMaC brugge actief deel
aan de ontwikkeling en uitwerking van pre-
ventieprogramma’s voor sportblessures en
overbelastingsletsels.
totaal vernieuwde infrastructuur…Voor de volledig vernieuwde infrastructuur en
inrichting van het centrum werden de richtlij-
nen van Medisch Verantwoord Sporten van de
Vlaamse Gemeenschap gevolgd. Er zijn twee
onderzoeksruimten met een gesprekskamer.
Verder is er een lokaal voor functioneel on-
derzoek, en een praktijkruimte voor fysische
revalidatie. Een bureel voor de kinesithera-
peuten is ook voorzien. De nodige sanitaire
voorzieningen maken het geheel compleet.
… en met aangepaste apparatuur
Een investering in de aangepaste uitrusting
laat het SMaC brugge toe om een brede
waaier aan tests uit te voeren: er is een spiro-
Een brede waaier aan tests en behandelingen is mogelijk.
31
Nierfunctie-vervangende therapieëneen brede waaier aan mogelijkheden
NIERFuNCTIE-VERVaNGENDE THERaPIEëN
Het aantal patiënten dat nood heeft aan
nierfunctie-vervangende therapie blijft stijgen.
De grotere nood aan dialyse is voor een deel het gevolg van de vergrijzing van de bevolking,
maar ook van de betere zorg voor patiënten met diabetes en vaatlijden, waardoor zij langer
leven en dus meer risico lopen op het ontwikkelen van nierinsufficiëntie. In het AZ Sint-Jan
is het aantal dialyses de laatste 10 jaar gemiddeld met 13 % toegenomen (zie grafiek). Een
multidisciplinair team vangt de patiënten op en begeleidt hen bij de keuze van de optimale
dialyse modaliteit.
het predialyse-team verguldt de bittere pilDe impact van dialyse op het lichamelijk,
psychisch, sociaal en professioneel leven van
de betrokken patiënt mag niet worden onder-
schat. Wanneer de nefroloog vaststelt dat een
patiënt een ernstig nierlijden heeft en binnen
afzienbare tijd nood zal hebben aan nierfunc-
tie-vervangende therapie, wordt deze patiënt
in regel verwezen naar het predialyse-team.
Het predialyse team bestaat uit een op elkaar
ingespeelde groep van predialyse verpleeg-
kundigen, de diëtist, de sociale assistent en de
nefrologen. Het predialyse-team werkt volgens
een recent opgesteld klinisch pad.
De betrokken verpleegkundigen verstrekken,
aanvullend op de nefroloog, uitgebreide infor-
matie over de diverse vormen van nierfunctie-
vervangende therapie. Onze afdeling biedt alle
bestaande vormen van nierfunctievervangende
therapie aan: hospitaal-hemodialyse, satelliet-
hemodialyse, nachtelijke
hemodialyse, peritoneale dialyse via een
manuele techniek en peritoneale dialyse met
behulp van een cycler. De patiënt kan de afde-
ling bezoeken en de betreffende technieken
kunnen worden gedemonstreerd met behulp
van fantomen. Zo wordt de patiënt ondersteund
in zijn keuze om de dialysevorm te kiezen die
het best aansluit op zijn noden en verwachtin-
gen. Daarnaast biedt de predialyse verpleeg-
kundige een luisterend oor en peilt naar de
vragen, frustraties en problemen
die het vooruitzicht op dialyse met zich
meebrengt. Verder wordt specifieke dieet
informatie verschaft door een aan dialyse
verbonden diëtist. Tenslotte wordt de patiënt
in contact gebracht met een medisch-maat-
schappelijk werker, die vragen rond de finan-
ciële gevolgen van dialyse, vervoerregeling,
sociale voorzieningen e.d. kan beantwoorden.
Zo wordt de patiënt maximaal ondersteund
om de start van dialyse te verwerken en zo vlot
mogelijk te laten verlopen.
dialyse in het moedercentrum of in een satelliet
De meerderheid van de patiënten in hemo-
dialyse wordt behandeld in het moeder-
centrum aZ Sint-Jan in brugge. bij patiënten
met een belangrijke comorbiditeit is het im-
mers essentieel dat er een medische perma-
nentie is tijdens de dialyse-uren. Zo kunnen
eventuele complicaties tijdens dialyse, zoals
belangrijke bloeddrukdalingen en hartritme-
stoornissen, snel en adequaat worden opge-
30
dr. an De Vriese
afdelingshoofd nefrologie en hypertensie
campus Sint-Jan
vangen. Ook specifieke dialyse-technieken,
zoals dialyse met regionale anticoagulatie
met citraat bij patiënten met een verhoogd
bloedingsrisico, dienen onder strikte medi-
sche supervisie te gebeuren. Indien de patiënt
echter slechts een beperkte comorbiditeit
heeft en geen problemen verwacht worden
tijdens dialyse, kan hij kiezen om in een
satellietcentrum te dialyseren. Onze afdeling
heeft drie satellieten: de campus SFX in de
brugse binnenstad, aZ Sint-Rembert Torhout
(in samenwerking met de nefrologen van het
H.Hartziekenhuis Roeselare) en aZ Damiaan
Oostende (in samenwerking met de nefrologen
van aZ Sint-Lucas assebroek). Voor profes-
sioneel actieve patiënten werd een andere
oplossing uitgewerkt, met name de mogelijk-
heid ’s nachts te dialyseren. Patiënten die hun
vakantie doorbrengen aan de kust kunnen dan
voor hun dialyses bij ons terecht. Hierdoor
neemt het aantal hemodialysepatiënten dat op
onze afdeling wordt behandeld elk jaar tijdelijk
toe tijdens de zomermaanden.
satelliet-dialyse in sfX
In 2009 verhuisde de satelliet-dialyse brugge
centrum van het OCMW-lokaaltje aan het
astridpark naar de campus SFX (zie foto).
Patiënten met beperkte comorbiditeit kunnen
hier in het centrum van brugge behandeld
worden. Het voordeel van deze locatie is dat
de faciliteiten van de aanwezigheid in een zie-
kenhuis (beschikbaarheid van radiologie, labo,
reanimatie) behouden blijven, terwijl er toch
aandacht kan besteed worden aan het comfort
van de patiënt. De aankleding van de ruimte is
aangenaam en rustgevend. De oriëntatie van
de dialyse-zetels is zo geschikt dat patiënten
met elkaar kunnen praten. Ze hebben ook elk
een gepersonaliseerde audiovisuele set en
kunnen op internet surfen.
’s nachts dialyseren, overdag werkenDe tijdsbeperkingen van een hemodialysebe-
handeling zijn vooral voor jonge, professioneel
actieve patiënten een zware dobber. De patiën-
ten moeten immers minstens drie halve dagen
per week in het ziekenhuis doorbrengen, zodat
hun beroepsactiviteiten in het gedrang kun-
nen komen, vaak met belangrijke financiële
consequenties. Ook in hun sociale omgang
en vrijetijdsbesteding (etentje, uitstapje, ...)
worden ze voortdurend geconfronteerd met de
beperkingen van hun ziekte en behandeling.
Sedert 2004 bieden we hiervoor een oplossing:
nachtelijke dialyse gedurende 8 uur, aan even
hoge bloed- en dialysaatdebieten als tijdens de
standaarddialyse. Hierdoor verbetert de dialy-
se-efficiëntie en dus ook de kwaliteit van leven
aanzienlijk. Het dieet wordt wat minder streng
en vaak kan ook de medicatie afgebouwd
worden. De onttrekking van vocht gebeurt veel
langzamer en met minder hemodynamische
impact. De patiënt kan hierdoor gemakkelijker
zijn streefgewicht bereiken, zodat de
hypertensie beter onder controle is en het ge-
bruik van antihypertensiva afgebouwd kan wor-
den. Door de betere controle van het uremisch
syndroom verhoogt de kwaliteit van de slaap.
Tenslotte is er een belangrijke tijdswinst, zodat
de patiënt zijn professionele activiteiten kan
hervatten en opnieuw kan participeren aan het
gewone sociale leven.
Deze patiënten worden actief betrokken bij hun
behandeling. Ze stellen zelf hun dialysetoestel
op, prikken vaak zichzelf aan, en sluiten zelf
de dialyse af. Daarna helpen ze mee met het
opruimen van de zaal. De grote betrokkenheid
bij hun behandeling verhoogt de aanvaarding
van hun ziekte en de therapietrouw. Door het
verderzetten van hun professionele activiteit
tijdens de periode aan dialyse, vergemakkelijkt
de maatschappelijke reïntegratie na niertrans-
plantatie.
Het predialyse team
0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
15.69914.099
18.21118 21119.911
22.15622 15624.325 24.182
25.67827.126
29.213
33.14833 148
36.771
1998 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20091999
AANTAL DIALYSES PER JAAR
33
PaLLIaTIEVE ZORGEENHEID
32
De plannen en toekomstvisie werden
duidelijker naarmate de stappen werden
genomen voor de herinrichting van verdieping
a1 in SFX, een project waar de medewerkers
van de PZE enthousiast aan deelnamen.
De architecturale aanpassing van de nieuwe
locatie verliep bijzonder vlot zodat de verhuis
vanuit het Minnewater zonder problemen kon
doorgaan op de geplande datum. Ondertussen
werd ook de verhuis van de nog aanwezige
patiënten in het Minnewater en het materiaal
van de eenheid minutieus voorbereid.
De PZE opende met een receptie waar alle
betrokkenen de eenheid konden bezoeken en
met elkaar konden kennismaken.
Van de receptie werd gebruik gemaakt om
de nieuwe naam voor de eenheid bekend te
maken. De keuze viel op ‘De Vlinder’, een
naam die vooral door de verpleegkundigen
werd voorgesteld en aanvaard door het
associatiecomité (de samenwerking van
verschillende ziekenhuizen en partijen).
De eerste werkdag in de nieuwe locatie
voelde voor de meesten wat onwennig aan,
maar iedereen vond toch vlot zijn weg en al
snel kwam ook de vraag naar enkele kleine
bijkomende aanpassingen op architecturaal
vlak die dan ook heel vlot werden uitgevoerd.
De opname van nieuwe patiënten in
‘De Vlinder’ kwam ook op gang vanaf
10 maart 2009, de dag waarop de eerste
nieuwe patiënt werd gehospitaliseerd.
Ook de samenkomsten van zowel het
associatiecomité voor de eenheid als de
Medische Raad van het Netwerk Palliatieve
Zorg werden vanaf dan gepland in de
campus SFX.
De vrees dat de PZE op campus SFX heel wat
moeilijker te bereiken zou zijn voor bezoekers
en huisartsen leek al vlug ongegrond.
Rond de periode van de verhuis veranderden
niet alleen de locatie en de naam van de
eenheid, de hoofdverpleegkundige werd in
mei opgevolgd door een verpleegkundige met
ervaring op de dienst zelf.
Ook de samenwerkingsovereenkomst met de
huisartsen kreeg stilaan een definitieve vorm
en alle partijen (aZ Sint-Jan,
aZ Sint-Lucas, Netwerk Palliatieve Zorgen en
HabO) konden dit begin 2010 goedkeuren.
In een samenwerking met de thuiszorg wordt
binnenkort ook een psycholoog betrokken
voor zowel patiëntgebonden activiteit als voor
organisatie, steun en begeleiding van het
medicoverpleegkundig team.
Palliatieve Zorgeenheid ‘De vlinder’
Op 9 maart 2009 was de verhuis van de
Palliatieve Zorgeenheid (PZE) vanuit het RVT
Minnewater naar de campus SFX van het
AZ Sint-Jan Brugge - Oostende AV een feit.
Eind 2008 kwam vrij onverwacht het nieuws dat voor de PZE een nieuwe locatie was
gevonden. Wettelijk kon de Sp-dienst palliatieve zorg (een ziekenhuisdienst) immers niet
langer ondergebracht worden in de gebouwen van het RVT Minnewater (een instelling voor
ouderenzorg). De beslissing rond de verhuis van de PZE zorgde voor nogal wat onrust en
vragen bij de medewerkers van de eenheid.
Dr. Roger Crombez
medisch diensthoofd PZE
aZ Sint-Lucas
De nieuwe locatie werd aangepast aan de noden
van een palliatieve zorgeenheid.
35
Patiëntenportaal
In 2009 lanceerde het ziekenhuis
een beveiligd patiëntenportaal.
Hoewel hier weinig ruchtbaarheid aan gegeven werd vonden vrij snel tal van patiënten via de
website van het ziekenhuis hun weg naar dit portaal.
34
Helga De Neve
directeur ICT
campus Sint-Jan
ELEKTRONISCH MEDICaTIEVOORSCHRIFT
de arts schrijft voorop een gebruiks-vriendelijkeen performante wijze
Er werd voor gekozen om vanaf 2009 elek-
tronisch voor te schrijven, nadat een eerste
afdeling al sinds juni 2008 hiermee gestart
was. Medicatie, opbouw- en afbouwschema’s,
infusen en sets kunnen voorgeschreven
worden. Dankzij een sterke integratie met
de apotheektoepassing krijgt de arts de
mogelijkheid om informatie te verkrijgen
over het ziekenhuisformularium. attesten
kunnen onmiddellijk afgewerkt worden zodat
de administratie zo eenvoudig mogelijk wordt
gehouden. Daarnaast zijn er meerdere hulp-
middelen voor onder andere het heropstarten
van medicatie van een vorige opname, een
opvolgsysteem rond thuismedicatie. bij ont-
slag kan de originele thuismedicatie opnieuw
vermeld worden, ook als tijdens het verblijf de
apotheek overging tot substitutie.
validatie door de apotheker, gevolgd door de individuele geneesmiddelendistributie
Met de nieuwe werkwijze krijgt de ziekenhuis-
apotheker een duidelijk en volledig zicht op de
medicamenteuze therapie van de patiënt. Een
elektronisch geneesmiddelenvoorschrift van
de arts wordt gevalideerd door de apotheker,
waarmee in feite het fiat wordt gegeven voor
de aflevering van geneesmiddelen voor een
patiënt, rekening houdende met het gekozen
distributieschema. De ziekenhuisapotheker
behoudt steeds het overzicht van alle medica-
tiegebonden handelingen voor een patiënt.
de verpleegkundige registreert de toediening aan het bed van de patiëntVoortaan wordt bij toediening het geneesmid-
delengebruik op een gebruiksvriendelijke,
kwalitatieve en efficiënte manier geregis-
treerd. Door deze registratie worden ook
andere processen in gang gezet, met effecten
op de geneesmiddelendistributie, de tarifica-
tie tot zelfs MVG2-registratie.
gedragen door vele disciplinesHet Oostendse projectteam was multidisci-
plinair samengesteld met verpleegkundigen,
ICT’er, artsen en apothekers. De vooropge-
stelde planning werd op een maand na ge-
haald. belangrijke investeringen waren nodig
om het elektronisch voorschrijven en het
“aan bed registreren” mogelijk te maken:
in de eerste plaats draadloze verbinding,
laptops op de ‘toerkarren’ en nieuwe
medicatiewagens.
wat brengt de toekomst?Op de campus brugge gaat een pilootproject
op 2 verpleegeenheden van start in 2010. Een
projectgroep medicatiebeheer is hiertoe in
het leven geroepen, waarbij ter ondersteu-
ning een tandem wordt gevormd tussen een
medewerker van brugge en een medewerker
van Oostende (tussen artsen, hoofdverpleeg-
kundigen, apothekers, …). De bedoeling is
de reeds opgedane expertise op de campus
Oostende ten volle te benutten bij de imple-
mentatie in brugge.
In samenspraak met de informaticapartner,
Infohos, is er een stappenplan opgesteld
om praktische verbeteringen aan medica-
tiebeheer toe te voegen, zodat vastgestelde
beperkingen een oplossing krijgen.
Op termijn is het de bedoeling over te gaan op
een 24-uurs distributie van de medicatie, op
naam van de patiënt. Hiertoe lijkt een verdere
automatisering van de distributie onvermijd-
baar, waarbij bed-side scanning het volledige
proces sluitend kan maken.
elektronisch medicatievoorschriftop de campus Henri serruys
In het verzorgingsproces van de patiënt
is het belang van geneesmiddelen
niet te onderschatten.
Vele actoren zijn betrokken bij de medicatie. In het bijzonder de voorschrijvende arts,
de ziekenhuisapotheker en de toedienende verpleegkundige. Een kleine fout kan grote
gevolgen hebben. Het ziekenhuis wenst het belangrijke proces van voorschrijven tot de
toediening van medicatie zo optimaal mogelijk te laten verlopen, in de eerste plaats met het
oog op de patiëntveiligheid. De economische impact van de ziekenhuisapotheek is niet min,
zodat er ook heel wat aandacht gaat naar organisatorische aspecten, voorraadbeheersing
(op afdelings- en op ziekenhuisniveau) en facturatie. Continuïteit van de werking en het
respecteren van de privacy van de patiënt krijgen veel aandacht. Verder is het de bedoeling
dat in een volgend stadium de medicatie-informatie terechtkomt in een volledig elektronisch
medisch-verpleegkundig patiëntendossier.
Fons Cattrysse
hoofd informaticadienst
campus Henri Serruys
Kristof Claeys
apotheker
campus Henri Serruys
In een eerste versie kon men met behulp van
een soort boekingscode en een wachtwoord
toegang krijgen. De boekingscode bleek
onhandig en werd in een tweede versie
vervangen door het rijksregisternummer.
Onmiddellijk hierna kreeg het ziekenhuis
opmerkingen van Nederlandse patiënten dat
hierdoor de toegang tot deze site voor hen
geblokkeerd werd. In een derde versie werd
daarom de boekingscode opnieuw mogelijk
gemaakt speciaal voor onze noorderburen.
Het patiëntenportaal biedt toegang tot alle
geplande afspraken in het ziekenhuis. De
patiënt vindt terug waar en wanneer hij een
afspraak heeft en kan hierover bijhorende
nuttige informatie opvragen (vb. Waar is de
dienst juist gelegen? Wat als ik mijn afspraak
niet kan nakomen? Moet ik nuchter blijven
voor dit onderzoek?).
De patiënt heeft ook zicht op zijn
administratieve fiche en kan via het portaal
het ziekenhuis informeren dat zijn adres,
telefoonnummer, e-mailadres of huisarts
gewijzigd is.
De toegang is beveiligd met een door
de patiënt te kiezen wachtwoord. Via
de profielinstellingen kan de patiënt dit
wachtwoord steeds wijzigen.
Het patiëntenportaal is een eerste stap om
de patiënt via telematica sneller te betrekken
bij zijn zorgproces. De functies zullen de
komende jaren verder uitgebreid worden.
«IK HEb JaMMER GENOEG NOGaL
WaT GEZONDHEIDSPRObLEMEN.
SEDERT HET PaTIëNTENPORTaaL HEb
IK OP ééN SCHERM EEN OVERZICHT
VaN aL MIJN aFSPRaKEN IN HET
ZIEKENHuIS. DIT IS VEEL HaNDIGER
DaN aL DIE LOSSE bRIEFJES MET
aFSPRaaKbEVESTIGINGEN!
»
37
Al jaren heeft het ziekenhuis ‘nachtwakers’ die de veiligheid ’s nachts garanderen. Om
verschillende redenen werd de functie uitgebreid naar de dag.
nood aan een conciërge-functieOok buiten de normale werkingsuren heeft het ziekenhuis nood aan een professionele
technische ploeg die instaat voor een eerste interventie. Een beperkte groep met specifieke
kennis krijgt hiertoe voortdurend opleiding.
Doordat deze groep 24 u op 24 u bereikbaar is, zijn deze medewerkers verantwoordelijk voor
permanenties zoals sleutelbeheer, brandbewaking en liftoproepen.
eerste interventie bij brand waarborgenDe brandweer verplicht ons een eerste-interventiescenario te hebben dat gebaseerd is op het
“2-loper”-principe. basisprincipe hierbij is dat een interventie bij brand altijd met minimum
twee personen moet gebeuren.
veiligheid bij technische interventies biedenuit veiligheidsoverwegingen gebeuren bepaalde werkzaamheden steeds met twee personen.
Enkele voorbeelden: het betreden van technische kokers onder andere om werkzaamheden uit
te voeren aan nutsleidingen; het bevrijden van mensen uit liften; het betreden van kruipkelders
en van bestralingsbunkers.
het onveiligheidsgevoel bestrijdenEr is een algemeen aanvoelen dat het aantal feiten m.b.t. diefstal, vandalisme en agressie stijgt.
Dit wordt ook bevestigd door de incidentenregistraties en politie-aangiftes. De aanwezigheid
van deze medewerkers in uniform verhoogt het veiligheidsgevoel bij patiënt, bezoeker en
werknemer en schrikt individuen met slechte bedoelingen af.
de parking uitbaten en bewakenNaast het onderhoud van de technische infrastructuur van de parking, staan de dag- en
nachtwakers in voor het continu veiligheidstoezicht. Dit heeft een positief effect op de netheid en
verkeersveiligheid van de parking en wordt door de patiënt op prijs gesteld.
erkende bewakingsdienstu ziet dat de taakinhoud van deze groep uitgebreid en zeer divers is. Vandaar dat deze
11 medewerkers over een sterk basisdiploma beschikken en gediplomeerd zijn in
personenbeveiliging.
Resultaat is dat wij een - door de overheid erkende - beveiligingsdienst in huis hebben die als
een goede huisvader over het ziekenhuis waakt en altijd bereid is naar elke vraag begripvol te
luisteren.
Het ziekenhuis beschikt over een twintigtal zogenaamde “verticale kokers”. Zo noemen
we de technische ruimtes die doorlopen vanaf de kelderverdiepingen tot de hoogste
verdiepingen. In deze kokers lopen de hoofdleidingen van elektriciteit, sanitair, koud en
warm water, afvoer van vuil water en fecaliën, centrale verwarming, klimatisatie-ijswater,
medische gassen. Toegang tot deze kokers is mogelijk vanuit de gangen op verschillende
verdiepingen. De kokers zelf zijn uitgerust met vaste ladders en tussenverdiepingen in stalen
roosters om werken in de kokers op een veilige manier toe te laten.
de tand des tijds De installaties in de verticale kokers zijn na 33 jaar aan renovatie toe. Vele watervoerende
leidingen zijn in gegalvaniseerd ijzer, een materiaal dat een beperkte levensduur heeft. Vele
tracés vertonen dan ook lekken en geïmproviseerde herstellingen. Een aantal afsluitkranen en
regelkranen die gemonteerd zijn op deze leidingtracés zitten vast of sluiten niet meer, zodat het
moeilijk wordt om bij verbouwingen een afdeling te isoleren. Op de afdelingen zelf worden bij de
verbouwingen systematisch alle technische leidingen vernieuwd, we noemen dit de “horizontale
technieken”. Door met nieuwe verticale tracés te starten, kan men voldoende afsluiters
aanbrengen om steeds in bedrijf te blijven.
redundantie en bedrijfscontinuïteit van de elektrische stroomvoorzieningOm de redundantie en continuïteit van vitale systemen in ons ziekenhuis te waarborgen is
onze stroomvoorziening aan de basis ontdubbeld: er is een normale stroomvoorziening en een
noodstroomvoorziening. beiden maken gebruik van dezelfde stroomgeleiders in die verticale
kokers.
De staat van de oudere elektrische tracés maakt ons kwetsbaar. bij een kortsluiting in één van
die hoofdleidingen lopen we het risico op een stroomonderbreking in het volledige beddenhuis
of een groot deel ervan. Vandaar dat we ze vervangen en waar nodig een afzonderlijk noodnet
leggen op aparte bekabeling.
onzichtbaar maar onmisbaarIn 2009 werden alle elektrische leidingen in de verticale kokers vervangen. Een hele heksentoer
als men weet dat dit moet gebeuren in volle continuïteit van uitbating. Dat we er in slaagden om
dit te realiseren zonder dat het al te veel is opgevallen, hebben we te danken aan onze technici
en de aannemer.
3736
«VaN NaCHTWaCHT NaaR
DaG- EN NaCHTWaCHT
»
renovatie verticale kokerssecurity:
een traditie kent uitbreiding
2009verBOuwINgeN 2009
Franky Gotelaere
technisch directeur
Franky Gotelaere
technisch directeur
39
VERbOuWINGEN
Op het gelijkvloers kregen verschillende lokalen een zeer grondige facelift. De diensten
medisch-maatschappelijk werk en de ombudsdienst kregen hier hun locatie omwille
van de toegankelijkheid voor de patiënten. Het hoofd en de diensthoofden van de dienst
schoonmaak en hygiëne kregen er ook hun eigen werkplek.
Door hun inrichting bevorderen de ruimtes een rustgevende atmosfeer. Wit is de hoofdtoon,
en in overleg met de medewerkers is er soms een kleuraccent.
Omwille van de spontane uitwisseling tussen collega’s, opteerde het medisch-maatschappelijk
werk voor een landschapsbureel met bijhorende spreekkamers. De ombudsdienst heeft twee
afzonderlijke en ruime burelen die in natuurlijk licht baden, met de plaats om de patiënten
te ontvangen. Er werd rekening gehouden met de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers.
Het hoofd van de dienst schoonmaak kreeg een eigen bureel, de diensthoofden delen een
landschapsbureel.
Het technisch-financieel plan van het Henri Serruysziekenhuis werd door de overheid in 2007
goedgekeurd, en daarmee werd de weg geëffend voor de uitvoering van het eerste project,
de bouw van een nieuw administratief gebouw en een cafetaria. Door de fusie in 2009 met
het AZ Sint-Jan werden de plannen voor de nieuwbouw op twee verdiepingen echter grondig
aangepast. De aanvankelijk voorziene administratieve lokalen komen er niet, maar worden
consultatieruimtes.
De nieuwbouw zal het aanzien van de voorzijde van de campus Henri Serruys grondig wijzigen.
Het gaat in totaal over 3.407 m² extra-ruimte, verbonden met het hoofdgebouw.
Op het gelijkvloers komen de administratieve functies die voor de patiënt bereikbaar moeten
zijn, want nu moet die vaak nog de hele campus doorkruisen om vragen over facturatie of
betalingsmogelijkheden beantwoord te krijgen. De huidige receptie- en cafetariaruimte wordt
opnieuw ingedeeld en gerenoveerd. Naast de receptie krijgen patiëntenadministratie, penning-
en ombudsdienst hun nieuwe lokatie.
Een nieuwe cafetaria met een zelfbedieningsrestaurant wordt ingericht op de eerste verdieping.
Er zal plaats zijn voor 220 bezoekers. De cafetaria zal voor meerdere doeleinden gebruikt
worden: het achterste deel zal omgevormd kunnen worden tot een (vlakke) aulazaal met een
capaciteit van 130 personen. Door middel van verschuifbare wanden is de cafetaria bovendien
transformeerbaar tot twee vergaderzalen, wat inspeelt op een behoefte van medewerkers als
van derden. De aula is met een wand afgescheiden van het restaurant. Door deze situering kan
men perfect tegemoetkomen aan cateringwensen bij infosessies.
De tweede verdieping omvat de consultatie cardiologie en de consultaties reumatologie,
geriatrie aangevuld met de verpleegkundig specialisten.
De derde verdieping omvat hoofdzakelijk de consultatie oftalmologie en de consultaties
gynaecologie en pediatrie.
Rondom het gelijkvloers komen er enkele parkeerplaatsen voor huisartsen en voor personen
met een handicap, alsook een fietsenstalling met 50 plaatsen. aan de inkom wordt een ‘kiss &
ride’ zone voorzien.
De afwerking zal gebeuren in twee fasen: de nieuwbouw moet grotendeels klaar zijn vooraleer
de inkom van het ziekenhuis kan worden gerenoveerd. De ingebruikname is voorzien eind 2011.
3938
een nieuwe thuis voor het medisch maatschappelijk werk,
de ombudsdienst en de dienst schoonmaak en hygiëne
Campus henri serruys bouwt nieuwe vleugel
Franky Gotelaere
technisch directeur
Eddy Clauw
directeur facility
campus Henri Serruys
De zorg in cijfers
ERKENDE BEDDENin het fusieziekenhuis
aZ Sint-Jan brugge-Oostende aV
AANTAL OPNAMESaantal opnames exclusief
daghospitalisatie psychiatrie
AANTAL SPOEDGEVALLENaantal contacten spoedgevallendienst
AANTAL DAGBEHANDELINGENforfaits RIZIV & daghospitalisatie
exclusief daghospitalisatie psychiatrie
AANTAL OPERATIES AANTAL RAADPLEGINGENPOLIKLINIEKEN
exclusief medische beeldvorming
ZORG IN CIJFERS
4140
Zowel in Brugge als in Oostende vond de laatste jaren een forse groei van de activiteiten
plaats. Sommige evoluties in de aantallen weerspiegelen - naast een wijziging in de activiteit -
ook een gewijzigde wetgeving of facturatie. Dit is vooral zo bij de daghospitalisatie waar
een belangrijke hervorming plaatsvond op 1 juli 2007.
De activiteiten van het ziekenhuis vinden op 3 campussen plaats: op de campus Sint-Jan op de site Molenerf aan de Brugse rand, op de campus SFX in de Brugse binnenstad en op de campus Henri Serruys te Oostende. (*) De palliatieve zorgeenheid verhuisde in 2009 van het woon- en zorgcentrum Minnewater naar de campus SFX. Het is een samenwerkingsinitiatief met het AZ Sint-Lucas en de V.Z.W. Palliatieve Zorgen Noord West-Vlaanderen. De dienst telt 9 erkende bedden, waarvan er 6 zijn toegewezen aan het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV.
In vergelijking met de vorige jaarverslagen van het AZ Sint-Jan AV vond een andere telling plaats.Nu zijn ook de operaties opgenomen die niet onder volledige narcose plaatsvonden.
De RIZIV-conventie betreffende de dagbehande- lingen is aangepast op 1 juli 2007 en voorziet sinds die datum in forfaits chronische pijn. De aantallen van 2007 kan men dus niet zomaar vergelijken met de cijfers van de voorgaande jaren.
CamPustotaaL
Kenletter sint-jan sfX serruys
C chirurgisch 271 - 87 358
d inwendige geneeskunde 264 - 116 380
e pediatrie 33 - 15 48
m materniteit 38 - 13 51
g geriatrie 84 60 60 204
n neonatale 15 - - 15
sp-neuro neurologische revalidatie - 20 - 20
sp-loco locomotorische revalidatie - 20 - 20
sp-pall palliatieve (*) - 6 - 6
a daghospitalisatie psychiatrie 18 - 10 28
a psychiatrie 50 30 30 110
909 331 1240
CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX
CaMPuS SERRuYS
CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX
CaMPuS SERRuYS
CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX
CaMPuS SERRuYS
CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX
CaMPuS SERRuYS
CaMPuSSEN SINT-JaN EN SFX
CaMPuS SERRuYS
6.000
12.000
18.000
24.000
30.000
0
8.000
16.000
24.000
32.000
40.000
0
80.000
160.000
240.000
320.000
400.000
0
8.000
16.000
24.000
32.000
40.000
0
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
MIDDELEN
Middelen
FINANCIERING VAN DE WERKING WERKINGSKOSTEN
FINANCIERING 2009 UITGAVEN 2009
budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag)
Kamersupplementen
Forfaits conventies R.I.Z.I.V.
Farmaceutische en gelijkgestelde producten
Honoraria (omzet)
andere opbrengsten (o.a. wedde- en inves-teringssubsidies, in HSZ ook de kosten die gevorderd worden van de artsen)
bezoldigingen en artsenvergoedingen
afschrijvingen, huur en waardeverminderingen
Financiële kosten
Voorzieningen pensioenen
Inkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproducten
andere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, … )
CamPus sj/sfX CamPus hs
(in 2 1000) 2008 2009 2008 2009
budget van Financiële Middelen (incl. geraamd inhaalbedrag) 102.522 107.004 29.271 30.954
Kamersupplementen 1.906 1.791 421 504
Forfaits conventies R.I.Z.I.V. 8.063 8.931 736 868
Farmaceutische en gelijkgestelde producten 50.112 52.770 11.255 12.831
Honoraria (omzet) 97.214 106.243 26.349 29.687
andere opbrengsten (o.a. wedde- en investeringssubsidies) * 15.661 16.625 19.940 19.618
totaal 275.478 293.364 87.972 94.463
CamPus sj/sfX CamPus hs totaaL
(in 2 1000) 2008 2009 2008 2009 2008 2009
bezoldigingen en artsenvergoedingen 159.574 167.841 58.210 61.127 217.784 228.968
afschrijvingen, huur en waardeverminderingen 18.970 19.579 3.264 3.542 22.233 23.121
Voorzieningen pensioenen 0 4.020 750 480 750 4.500
Financiële kosten 5.759 4.668 1.080 1.273 6.840 5.941
Inkopen farmaceutische, medische en verzorgingsproducten 65.297 70.340 12.673 14.671 77.969 85.011
andere kosten (administratie, energie, onderhoud, voeding, …) 23.140 22.214 10.836 10.456 33.975 32.670
totaal 272.739 288.662 86.812 91.548 359.552 380.210
4342
In 2009 zijn de totale werkingsmiddelen met meer dan 6,5% gestegen, waarbij verschillende onderdelen elk een forse groei kenden: de honoraria-ontvangsten stegen met 10% wat heel wat meer is dan de stijging van het Budget van Financiële Middelen (inclusief inhaalbedragen valt hier een stijging van 4,7% te noteren). De ontvangsten voor farmaceutische producten blijven stijgen, maar minder snel dan de toename van de uitgaven voor deze producten. Procentueel stegen de inkomsten via de RIZIV-forfaits ook in 2009 het meest, met ruim 11%. De ‘andere opbrengsten’ krijgen - door de verschillende artsenafrekeningen - een andere invulling in Brugge dan in het Henri Serruysziekenhuis: in Oostende bevatten deze ook de terugvorderbare kosten die de artsen aan het ziekenhuis afstaan ter vergoeding van de door het ziekenhuis voorgefinancierde kosten (net geen 12 miljoen euro).
* in campus HS ook de kosten ook de kosten die gevorderd worden van de artsen
In het fusieziekenhuis stegen de kosten met gemiddeld 5,7%. De kosten voor personeel en artsen - samen 60% van alle kosten - kenden een stijging met 5,1%. Nieuw is dat er vanaf 2009 een voorziening voor toekomstige pensioenlasten wordt aangelegd. In 2009 gaat dat over 4,5 miljoen euro.
financiële gegevens
18%
5,7%
36,5%
36,2%
3%
0,7%
20,8%
32,8%
31,4%0,9%
13,6%
0,5%
CAMPUS SJ/SFX
CAMPUS HS
6,8%
7,7%
1,6%
24,4%
1,4%58,1%
11,4%
3,9%
16%
1,4%
0,5%
66,8%
CAMPUS SJ/SFX
CAMPUS HS
45
TOTALE INVESTERINGEN SINDS 2000(in 2 1000)
DE BELANGRIJKSTE INVESTERINGEN 2009(in 2 1000)
44
Nooit eerder werd er zoveel geïnvesteerd in de Brugse campussen, en in het bijzonder in de bouw- en renovatiewerken. De verbouwingen van de verpleegeenheden en van de poliklinieken vergen een ernstige financiële inspanning, net als het verder uitbouwen van de medisch-technische diensten. Elk jaar weer is het up-to-date houden van onze medische apparatuur een grote investering. In 2009 werden nog een aantal plannen uitgevoerd die gebudgetteerd werden voor het jaar 2008, wat ten dele ook een verklaring is voor de stijging van het geïnvesteerde bedrag op de Brugse campus.
In Oostende waren zowel in 2008 als in 2009 de totale geïnvesteerde bedragen hoger dan deze in de voorgaande periode. De start van de nieuwbouw en het beheerssysteem zijn extra-investeringen, naast de jaarlijkse renovatie van een verpleegafdeling. Ook is er de laatste 2 jaar meer geïnvesteerd in medisch materiaal.
Verantwoordelijke uitgever:
dr. Hans Rigauts
Coördinatie & samenstelling:
Kristien Casselman
Evelyn Verhelle
Kaïrostraat 84
8400 Oostende
t: 059 55 51 11
f: 059 55 51 66
www.azsintjan.be
Campus henri serruys
Spaanse Loskaai 1
8000 brugge
t: 050 47 04 70
f: 050 47 04 80
www.azsintjan.be
Campus sfX
Ruddershove 10
8000 brugge
t: 050 45 21 11
f: 050 45 22 38
www.azsintjan.be
Campus sint-jan
Werkten mee:
Dr. Hans Rigauts, dr. Tom Vauterin, dr. Rudolf Kuhweide, dr. alexandre beernaert,
dr. bart Gordts, Youri Maryn, Dr. anne Dewachter, Dirk Gheyle, Yvan De baere, Dr. Roel Venken,
dr. Kristoff Muylle, Ellen De Ruwe, Peter Lauwyck, Hans Declercq, Els Vanblaere, Jane Vanhaute,
Johan De Knock, Lien Cleemput, Johan Van Heulebrouck, Krista Hostens, Guido De backere,
Yvan bossuyt, Dr. Jan De Neve, Dr. an De Vriese, Dr. Roger Crombez, Helga De Neve,
Fons Cattrysse, Kristof Claeys, Franky Gotelaere, Eddy Clauw, Rein Van Gerven, Stefaan Samyn,
Peter Vankersschaever, Marc Vermeire, bart Lambrecht, Jacky Leirman, Marleen Vandecaveye
Lay-out & ontwerp:
PK-Projects
Fotografie:
Firma Soenen, Verhaeghe & Co - Oostende
Marc Lamoot
Living Stone
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
12.636
3.006
15.211
4.768
14.939
4.902
17.211
3.931
23.445
2.660
25.285
3.389
26.171
2.870
21.820
3.152
20.039
5.657
33.447 32.500
5.569
11.050
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
budget
Campussen sint-jan en sfX te brugge Campus henri serruys te oostende
bouw en renovatiewerken 17.464
Domino (tijdelijk gebouw raadplegingen), afwerking van de P-blok, verdere afwerking van het oncologisch centrum en bunker lineaire versneller, cathlabzaal, renovatie verticale kokers, verbouwingen van medisch-maatschappelijk werk, van ombudsdienst, van verpleegeenheden, aanpassingen op campus SFX voor de dialyse en palliatieve zorgen, parking en fietsenberging en aanpassingswerken voet- en fietspaden, voorbereidende werkzaamheden voor bouw nieuw labo, voor renovatie neonatologie, verloskwartier, keuken en magazijnen, noodstroomvoorziening…
2.495
De nieuwe vleugel , het energiebeheerssysteem, de buitenschilderwerken, het afwerken van de renovatie van de psychiatrie
medische apparatuur 10.391
computertomograaf, lineaire versneller, extracorporele niersteenverbrijzelaar, digitale radiologiezaal, toestellen labo’s (entrobot microbiologische kweken, volatuomatisch DNa & RNa extractietoestel, ...), echografen, (mobiele) röntgentoestellen, mammotest, videocolonoscopen en videogastroscopen, beademingstoestellen, monitoren, pigmentlaser, sportmedische toestellen, vele OP-apparatuur en OP-instrumenten, ...
1.256
upgrade Evita toestellen operatiekwartier, monitoring Centricity, Scanora systeem medische beeldvorming, auto Kerato refractor tonometer, operatietafel en toebehoren, Cusa toestel, medische toestellen voor rugkliniek, echografietoestel voor Cardio, HD videocoloscoop, OP-apparatuur en instrumenten
informatica(hard- en software) 3.223
hardware: SaN (Storage area Network), uitbreiding servers en vervangingen van PC’s, schermen en printerssoftware: ontwikkeling door Infohos, systeemlicenties,…
689Hardware : SaN+ backup, module Cyberlab, software voor telefooncentrale, licenties, schermen en printers,
andere uitrusting 2.369
waaronder (elektrische) ziekenhuisbedden, hoog-laag dialysebedden, zetelbedden en nachttafels, elektrische hoog-laag dialysebedden, ultrasoon-werkstation voor centrale sterilisatie, kantoormeubilair, instrumentenwasmachine, TV’s, medicatiewagens, koelunits…
1.129 Elektrische ziekenhuisbedden, medicatiewagens, kantoormeubilair
De investeringen waren zowel in de Brugse campussen als in het Henri Serruysziekenhuis zeer hoog in 2009. Voor Brugge wordt dit ten dele verklaard door het uitvoeren van investeringen die in 2008 gepland en gebudgetteerd waren.
Verwacht mag worden dat er ook de volgende jaren vrij grote investeringsinspanningen geleverd zullen worden.
az sInt-jan brugge - oostende av