1 3D Print magazine digitaal mei 2015
BMW: DTM-racewagens met 3D geprinte onderdelen
Stratasys: van prototyping naar eindtoepassingen
Einde van de STL-file in zicht?
Duitse gereedschapmakers stappen wel in additive manufacturing
Gastcolumn door
Autodesk CTO
Jeff Kowalski
Mei 2
015 - d
igita
al
3D Print magazine digitaal mei 2015 2
3 3D Print magazine digitaal mei 2015
Inhoud
Cover
BMW DTM-racewagens rijden met 3D geprinte
onderdelen aan boord.
Heeft STL-fileformaat de langste tijd gehad?
In 4 stappen naar 3D printstrategie
Gastcolumn: Autodesk CTO Jeff Kowalski
schetst 5 tekortkomingen 3D printen
Stratasys 3D print 1000 onderdelen voor Air-
bus A350 XWB
3D printen: een markt van 256 miljard dollar?
Duitse gereedschapmakers stappen wel in
additive manufacturing
De winnaars van Additive World Challenge
3D printen met echt TPU
3D printen in een
hogere versnelling
3D printen zit duidelijk in de lift. Er
komen steeds meer toepassingen. En
steeds meer grote spelers in de
maakindustrie, van software ontwik-
kelaars tot en met machinebouwers,
stappen in. Daarom brengen we
naast de website en 2 gedrukte edi-
ties van het 3D Print magazine dit
jaar ook 2 digitale edities uit. Deze
onderscheiden zich duidelijk van de
gedrukte edities, waarin we nog die-
per op zowel de technologie, de toe-
passingen alsook de ervaringen in-
gaan. Zo’n editie verschijnt weer in
september, aan de vooravond van
zowel EuroMold, de EMO als ook
formnext, de nieuwe beurs in Frank-
furt. Het belooft een druk najaar te
worden voor de 3D print industrie,
met zoveel nieuwe beursconcepten.
We blijven het voor je volgen.
Veel leesplezier
Franc Coenen
Reageren mag:
3D Print magazine digitaal mei 2015 4
Het STL-bestand is destijds ontwikkeld voor stereoli-
thografie, de eerste vorm van additive manufactu-
ring. Het bestand verdeelt het oppervlak van het
werkstuk in vlakke driehoekjes. Alleen de geometri-
sche informatie wordt beschreven. Tegenwoordig
kunnen de STL-files veel nauwkeuriger worden ge-
maakt dan in de beginjaren, waardoor de afwijking
van het CAD-model en het STL-model minder groot
is. Een boog opgebouwd uit driehoekjes zal echter
nooit een ronde lijn te zien geven. Het consortium
praat momenteel over een nieuw format voor het
opslaan van de benodigde informatie waarmee je
het printproces aanstuurt. Voor Luis Baldez, pro-
grammamanager 3D printing bij HP, is dit één van
de drie noodzakelijke stappen om additive manufac-
turing industrierijp te maken. Nieuwe design apps
Het .STL formaat en 3D printen horen bij elkaar als zon en zee.
De vraag lijkt echter gerechtvaardigd of het formaat niet zijn
langste tijd heeft gehad. 3D printerfabrikanten én gebruikers
vinden dat er te weinig informatie aan het bestand kan worden
toegevoegd. Een consortium met onder andere HP en Microsoft
heeft onlangs een nieuw dataformaat voor additive manufactu-
ring aangekondigd.
Heeft het .STL formaat zijn langste
tijd gehad?
5 3D Print magazine digitaal mei 2015
en nieuwe analyse apps zijn de twee andere voor-
waarden. Voor HP is de geometrische informatie die
de STL-file kan bevatten absoluut onvoldoende. Het
ultieme doel van de multijet fusion printtechnologie
van HP is namelijk dat je straks met één basismate-
riaal meerdere kleuren kunt printen en meerdere
eigenschappen aan hetzelfde materiaal mee geeft.
“We hebben meerdere kleuren omdat we dan ande-
re agents gebruiken, maar het basismateriaal is ge-
lijk”, aldus Luis Baldez. “Daardoor kent onze techno-
logie geen grens meer, noch qua kleur, noch qua
textuur, elasticiteit, geleidbaarheid of een combina-
tie.” HP is nog niet zover, maar voor Baldez is wel
duidelijk dat het huidige .STL formaat niet meer vol-
staat. Ook professor Hod Lipson van Cornell Univer-
sity in de VS verwacht dat we naar nieuwe standaar-
den gaan, die het mogelijk maken direct vanuit een
CAD-omgeving te 3D printen.
Siemens: vanuit CAD 3D printen
Dat zegt ook Ulli Klenk van Siemens. Hij is sinds 1
mei in het Center of Competence Additive Manufac-
turing van Siemens in Erlangen verantwoordelijk
voor de industrialisatie van additive manufacturing.
Siemens wil additive manufacturing integreren in
een doorlopend proces, waarbij vanuit één datafor-
maat alle noodzakelijke stappen worden aange-
stuurd. Ulli Klenk: “In Siemens NX kiezen we de ei-
genschappen voor het 3D geprint product. Alles wat
we tot nog toe subtractief in NX konden doen, kun-
nen we voortaan ook additief doen.” En daar loopt
Siemens tegen de beperkingen van het STL-formaat
aan. Dat kan niet de informatie bevatten die nood-
zakelijk is. Daarom zijn momenteel nog tussenstap-
pen nodig, die wil ook Siemens elimineren.
Consortium
Het consortium 3MF onder aanvoering van Micro-
soft en HP wil een nieuwe standaard die gemakke-
lijk in gebruik is en data bevat over kleur, oppervlak-
testructuur, mechanische eigenschappen et cetera.
Microsoft heeft in Windows 8.1 al de mogelijkheid
geïntegreerd om direct vanuit een applicatie een
desktop 3D printer aan te sturen. In Windows 10.0
moet dit verder uitgebouwd worden. De naam van
het consortium zegt eigenlijk alles. 3MF staat voor
3D Print magazine digitaal mei 2015 6
3D Manufacturing Format. De behoefte aan een
nieuwe standaard formaat is groot, vinden de initia-
tiefnemers. Het nieuwe 3MF moet een aantal tekort-
komingen van het uit 1989 stammend formaat op-
heffen. Zo moet het databestand een volledige be-
schrijving van het model bevatten, inclusief informa-
tie over kleur en andere karakteristieken. Het moet
uitgebreid kunnen worden, zodat het geschikt blijft
als er innovaties komen. Een heel belangrijke voor-
waarde die het consortium stelt is dat het een open
formaat blijft, praktisch en eenvoudig te begrijpen.
Het 3MF formaat bevat de complete modelinforma-
tie in één enkel archieffile: mesh, textuur, materiaal,
kleur en printticket.
Initiatiefnemers van het 3MF consortium zijn
Dassault Systèmes, Autodesk en FIT AG / Netfabb
(een Duits bedrijf dat software ontwikkelt om de
brug tussen digitale file en 3D printer te slaan)
Microsoft, HP, Shapeways en SLM Solutions.
7 3D Print magazine digitaal mei 2015
3D print innova-
ties op Hannover
Messe
Bezoekers van de Hannover Messe heb-
ben dit jaar kunnen zien dat Nederland
een actieve 3D print community kent.
In de groep van Limburg Makers (onder
de vlag van het Nederlandse collectief in
hal 4) presenteerde ColofFabb zich met
de Europese primeur van de 3D Stacker.
Gijs Houdijk van ColorFabb, filamentpro-
ducent: “De Stacker is een modulair sys-
teem, dat uitgebreid kan worden in
hoogte zodat je tot 60 centimer hoog
kunt printen. En de printer wordt met 4
koppen geleverd, waarmee je echt kleine
series kunt gaan printen.” Deze koppen
printen parallel of kunnen afzonderlijk
uitgeschakeld worden zodra je een gro-
ter werkstuk wilt 3D printen. Ook kan
softwarematig per kop de temperatuur
anders ingesteld worden. In theorie kun
je zo in één keer vier verschillende mate-
rialen printen. Een andere verbetering
ten opzichte van andere 3D printers is,
aldus Gijs Houdijk, dat de printkop zoda-
nig is geconstrueerd dat lekken niet
meer kan gebeuren.
Info: ColorFabb
3D Print magazine digitaal mei 2015 8
9 3D Print magazine digitaal mei 2015
Vier stappen naar 3D print strategie
De eerste stap is in al je productprogramma's me-
thodisch de mogelijkheden voor additive manufac-
turing te onderzoeken. Bij veel deelnemers maakt
additive manufacturing permanent deel uit van alle
programma's. De belangrijkste insteek hierbij is kij-
ken naar mogelijke voordelen van 3D printen in het
productieproces. Die vraag moet je jezelf stellen in
alle programma’s die je doorloopt. Dat moet je doen
naast het ontwikkelen van specifieke producten voor
3D printen. Van de deelnemers aan het onderzoek
die de technologie inzetten, zegt iets meer dan de
helft dat ze met additive manufacturing hun pro-
ductontwikkeling versnellen; bijna de helft ziet als
belangrijk voordeel het customizen van producten.
Co-creatie is de derde meest genoemde prioriteit.
Leer werken in 3D
Een tweede hoeksteen van de strategie zou moeten
zijn het leren werken in 3D. Zorg in je organisatie
dat mensen het ontwerpen in 3D, het editen en het
managen van de files onder de knie krijgen. Bij de
Hoe ontwikkel je een strategie om additi-
ve manufacturing stap voor stap in je or-
ganisatie te integreren? In het trend-
onderzoek van het Franse 3D print plat-
form Sculpteo geven de deelnemers de
vier hoekstenen van zo'n strategie aan.
Deelnemers Sculpteo-onderzoek schetsen hoekstenen 3D print strategie
3D Print magazine digitaal mei 2015 10
power-users die aan het onderzoek hebben meege-
daan, beschikt 8 op de 10 bedrijven over die exper-
tise. Reken er niet op dat je deze competentie kunt
uitbesteden.
Materialen
Investeringen in bijvoorbeeld 3D metaalprinters zijn
fors. Dat weerhoudt nogal wat bedrijven van de stap
naar additive manufacturing. In het onderzoek door
Sculpteo geven de deelnemers aan dat je met 3D
printen stapsgewijs van kunststoffen naar andere
materialen moet doorgroeien. Begin met plastics,
bijvoorbeeld FDM-technologie. Die is betaalbaar. Ga
daarna andere technologie bekijken, zoals harsen,
metaal en keramiek.
Kosten
De vierde hoeksteen van de strategie zijn de kosten.
Van de power-users van het Sculpteo platform zegt
85 % de uitgaven dit jaarte verhogen, tegen 68 %
van alle respondenten. Een op de drie geeft zelfs
aan het budget meer dan te verdubbelen. Voldoen-
de financieel budget is dus blijkbaar een belangrijk
gegeven waar je in je strategie rekening mee moet
houden.
Info: het rapport is gratis beschikbaar op de
website van Sculpteo
In Europa (l icht blauw)
wordt 3D printen vooral
nog gebruikt voor pro-
totyping. Een kwart van
de ondervraagden zet de
technologie nu al in
voor productie.
High tech 3D printing: veel kunststof
Opvallend: van de high tech gebruikers van het 3D
printplatform gebruikt 9 op de 10 vooral kunststof-
fen. Slechts 15 % past 3D metaalprinten toe, verge-
leken met 26 % van alle power users. Wellicht heeft
het te maken met het feit dat slechts 15 % van de
high tech gebruikers eindproducten 3D print. 42 %
maakt vooral prototypen.
11 3D Print magazine digitaal mei 2015
AAE presenteerde zich op RapidPro voor het eerst met een demoproduct, vervaardigd op onder andere de
lasersmeltmachine van SLM Solutions.
Hierin was voor de oplettende bezoeker een bijzonderheid te ontdekken. De nagels van de vingers zijn
namelijk gevormd van 316 L met een matrijs en daarna met microlaserlassen op de 3D geprinte vingers
bevestigd. Deze oplossing is gekozen om het micro laserlassen aan additief vervaardigde onderdelen te
onderzoeken. Henk Tils, business unit manager, constateert dat de beide technieken elkaar goed kunnen
aanvullen. AAE illustreert hiermee dat je voor elke toepassing de juiste technologie moet kiezen en niet
uitsluitend in één richting moet denken. “We willen niet 3D printen als de techniek neerzetten, maar de
klant objectief een goed advies kunnen geven. Je moet in de designfase al nadenken over de vervolgbe-
werkingen na het printen. Als het stuk nog nagefreesd moet worden, moet je bijvoorbeeld een opspanvlak
mee printen.”
AAE The Art of Mechatronics
Deelnemers Sculpteo-onderzoek schetsen
hoekstenen 3D printstrategie
Microlaserlassen meets 3D printen
3D Print magazine digitaal mei 2015 12
Begrijp me niet verkeerd. Er zijn heel veel dingen die gaaf zijn aan 3D printen. Het geeft ons de
mogelijkheid om met grote nauwkeurigheid zeer complexe dingen te maken. Onze verbeelding
is de enige beperkende factor. En de belofte van ‘mass customization’ is natuurlijk enorm inte-
ressant. Maar er gaan een paar dingen niet helemaal goed. De technologie moest zorgen voor
een productierevolutie. Creativiteit in ieders handen. Een nieuw productiemodel. Een printer in
ieder huis. Maar op dit moment zitten we nog steeds aan de linkerkant van de hypecurve. Op
het hoogtepunt van de opgeblazen verwachtingen, op weg naar het dal van de desillusie.
3D printen
is
waardeloos:
de vijf grote
pijnpunten
Door: Jeff Kowalski, CTO
van Autodesk
13 3D Print magazine digitaal mei 2015
Ik heb het nog niet opgegeven, hoor. Ik geloof in de
belofte van 3D printen. Maar we moeten het stadi-
um van ‘belofte’ voorbij. Om dat voor elkaar te krij-
gen, moeten we de volgende vijf pijnpunten oplos-
sen.
Kwaliteit
Er zijn problemen met de kwaliteit van 3D printen.
Onderdelen zijn vaak kwetsbaar en de resolutie van
de output is vaak te laag.
Vroeger had ik het speelgoed ‘Shrinky Dinks’. Je te-
kende iets, stopte het in de oven, daar kromp het en
werd het hard. Vervolgens kwam je tot de conclusie
dat het overblijfsel niet de moeite waard was om te
bewaren. Bij 3D printen moeten we omschakelen
van ‘Kijk, ik heb iets gemaakt!’, naar ‘Kijk eens wat ik
gemaakt heb!’. 3D printen is alleen toekomstbesten-
dig als het constant hoge kwaliteit kan bieden met
goede materialen en als er dingen geprint worden
die niet op een andere manier gemaakt kunnen
worden.
Betrouwbaarheid
Het printproces is onbetrouwbaar. De complexiteit
is vaak ontmoedigend. Het gaat gepaard met ge-
hannes met formats, parameters en mechanische
aanpassingen. 3D printers zijn transparant zodat we
kunnen zien wat er gebeurt, maar het lijkt er vooral
op dat ze zo gemaakt zijn zodat we kunnen ingrij-
pen als het mis gaat. We zijn nog te geobsedeerd
door het proces van 3D printen. Het gaat om het
resultaat. Ik kijk uit naar de dag dat 3D printers niet
meer transparant zijn, maar saaie zwarte dozen, om-
dat het proces van ontwerp naar fabricage dan voor
zich spreekt.
Workflow
De workflow van 3D printers is oud en achterhaald,
en nog steeds gebaseerd op de klassieke lineaire
benadering. De mens ontwerpt, de computer docu-
menteert en analyseert. 3D printen maakt nog geen
gebruik van de ontwikkelingen op het vlak van
‘generative design’, wat betekent dat de resultaten
van 3D printen worden beperkt door de tekencapa-
citeiten van mensen, en de tijd, het geld en het ge-
duld dat ze hebben. Het zou beter zijn om het echte
ontwerpen al voor een deel over te laten aan de
computer. We moeten de computer niet langer zien
als een middel om mee te tekenen, maar om moge-
lijkheden mee te verkennen.
Doelen
Mensen stellen de verkeerde doelen. We zijn tevre-
den met het maken van prototypes, onderdelen en
leuke hebbedingetjes. Maar we moeten ons gaan
richten op het vinden van oplossingen voor echte
problemen. We moeten op een holistische manier
naar 3D printen kijken. Bij 3D printen kun je de vier
facetten van productie - onderdelen, systeem, mate-
rialen en proces - niet los van elkaar zien. Een voor-
beeld: denk aan de motor van een sportauto. Een
bouwkundige stelt voor om de cilinderkoppen te
printen met behulp van een licht weefsel. Dat is
duurder dan het gebruikelijke, gefreesde, onderdeel.
Het lijkt een slecht idee, totdat hij beseft wat een
lichtere cilinderkop betekent: een kleinere veer, een
korter ventiel en minder slijtage. Daardoor kan er
goedkoper materiaal worden gebruikt en wordt de
3D Print magazine digitaal mei 2015 14
hele motor kleiner. De bouwkundige zou dat niet
kunnen bedenken wanneer hij elk onderdeel apart
zou benaderen. Ontwerpers leggen de lat nog veel
te laag, en moeten hoger, maar vooral breder kij-
ken.
Nog onvolwassen
De markt denkt te vroeg volwassen te zijn. Fabri-
kanten verstikken met hun standaarden de innova-
tie. De gebruikers zijn liefhebbers, 3D printen heeft
de grote massa nog niet bereikt. Als je naar de ver-
dienmodellen van de fabrikanten kijkt, lijken zij te
denken dat er al in elk huis een 3D printer staat. De
focus zou op dit moment moeten liggen op open
innovatie. In plaats daarvan worden er ID-chips in
cartridges geplaatst die moeten voorkomen dat ze
hergebruikt kunnen worden. De focus van fabrikan-
ten ligt op de verkoop van de ondersteunende ma-
terialen, terwijl de klant helemaal geen ondersteu-
nende materialen wil. Dit zorgt voor een impasse.
De business wordt belangrijker gemaakt dan de ge-
bruiker, terwijl de 3D print industrie nog lang niet
klaar is met innoveren.
Als ik het moet samenvatten in één zin: 3D printen
moet ervoor zorgen dat problemen kunnen worden
opgelost op nieuwe manieren, met minder moeite,
met beter resultaat en via een betrouwbaar proces.
Alleen dan komen we het stadium van ‘belofte’
voorbij.
Jeff Kowalski
Als Chief Technology Officer (CTO) bij Auto-
desk is Jeff Kowalski verantwoordelijk voor
het neerzetten van de langetermijnvisie van
het bedrijf op het gebied van technologie en
het stimuleren van innovatie. Als doorgewin-
terde ondernemer heeft hij een reputatie
opgebouwd door een diversiteit aan techni-
sche, zakelijke en ondernemende ideeën.
Kowalski heeft een bachelordiploma in de
elektrotechniek en een masterdiploma in de
informatica.
De originele (Engelstalige) versie van dit arti-
kel verscheen op Autodesk’s Line//Shape//
Space, een website met het doel om ontwer-
pers en makers te inspireren.
Autodesk heeft het Spark 3D printplatform ont-
wikkeld, een open softwareplatform om 3D mo-
dellen klaar te maken voor 3D printen.
15 3D Print magazine digitaal mei 2015
Kort N
ieuw
s
Het gaat in de prototyping we-
reld niet alleen om 3D printen.
Dat laat Greijn Form Technics
zien. Op de Hannover Messe
heeft het bedrijf de Holland
Innovation Award gewonnen
met Sizopreg vormdelen. Het
gaat om een nieuw plaatmate-
riaal van kunststof, dat zowel in
de meubel- als de interieurgebouw gebruikt kan worden. Sizopreg is ontwikkeld
vanuit de cradle2cradle filosofie. Het basismateriaal kan telkens gebruikt worden.
Sizopreg bestaat uit een PLA met een jute kern en de platen laten zich goed ver-
vormen met vacuümvormen, een andere rapid prototyping of kleine serie techno-
logie. Overigens: de positieve mal die je voor het vacuümvormen nog hebt, kun je
wel 3D printen van kunststof. Of frezen. Een van de bezoekers aan het Holland
Paviljoen op de Hannover Messe was minister Henk Kamp (Economische Zaken).
Info: Greijn Form Technics
Greijn Form Technics wint Holland Innovation Award 2015
Materialise stapt in 3D metaalprinten
Materialise heeft het Belgische 3D printservicebedrijf Aldema overgenomen. Dat is
gespecialiseerd in de productie van metalen 3D geprinte componenten. Materiali-
se begeeft zich hiermee voor het eerst in 25 jaar in de metaalmarkt. Gestart wordt
met de aluminiumlegering. AlSi10MG is een legering die vanwege het geringe ge-
wicht en de mechanische en thermische eigenschappen veelal in automotive, ae-
rospace en automatisering wordt gebruikt. Toepassingen ziet men zowel in proto-
typing als in productie. Door een bestaand bedrijf over te nemen, wil Materialise
een vliegende start maken omdat hiermee ook specifieke kennis in huis wordt ge-
haald.
Info: Materialise
3D Print magazine digitaal mei 2015 16
Momenteel is nog de helft van het 3D printwerk op
Stratasys-machines prototypewerk, zegt Imke
Miesch van Stratasys Duitsland. Dat verandert ech-
ter in hoog tempo. “We zien het werk steeds meer
opschuiven richting het 3D printen van eindpro-
ducten, vooral opspan- en bevestigingsmiddelen.
Klanten ontdekken dat je meer kunt doen met 3D
printen dan alleen prototypes maken.”
Airbus vliegt met 3D geprinte delen
De vliegtuigbouwer Airbus heeft bijvoorbeeld meer
dan 1.000 onderdelen voor de eerste versies van de
A350 XWB, 3D geprint. Deze onderdelen vervangen
traditioneel vervaardigde componenten. Op die ma-
nier wil Airbus de flexibiliteit in de toeleverketen
vergroten. Airbus print deze onderdelen van Ultem
9085, een FDM-materiaal van Sabic dat voor de
toepassing van de vliegtuigbouwer is gecertificeerd.
Het biedt de combinatie van een hoge sterkte in
combinatie met een laag gewicht en voldoet aan de
FST-regels (flame, smoke en toxicity) die in de
luchtvaart gelden. Airbus zegt dat door de onder-
delen te 3D printen, kosten worden gespaard, de
doorlooptijd korter wordt en de onderdelen uitein-
delijk lichter zijn. Een andere reden voor Airbus om
Van prototype naar
eindtoepassing
Stratasys: verschuiving 3D printmarkt; hogere printsnelheden
Stratasys ziet het 3D printen steeds meer opschuiven richting de
productie van onderdelen voor eindtoepassingen of gereed-
schappen. De Airbus A350 XWB is daar een goed voorbeeld van.
Om op deze trendbreuk in te spelen, voert Stratasys de snelheden
van de 3D printers op en brengt de fabrikant een grotere materi-
aalbox voor de Fortusserie uit, waarmee een heel weekend onbe-
mand kan worden geprint.
17 3D Print magazine digitaal mei 2015
deze technologie te kiezen, is het reduceren van het
risico van het A350 XWB programma, omdat men nu
meer flexibiliteit in de productie heeft.
Matrijzen 3D printen
Een andere groeiende toepassing is het 3D printen
van matrijzen voor het maken van carbon-
onderdelen. Met name in de autosportwereld speelt
dit omdat het vaak om slechts enkele stuks gaat. De
geprinte vormen worden in de automobielindustrie
ook gebruikt om via de verloren was methode snel
en zonder dure matrijs tot een metalen gietstuk te
komen. Unilever is één van de klanten die het 3D
printen zelfs inzet voor het maken van spuitgietma-
trijzen. “Voor series tot 100 stuks spuitgietproducten
gaat dit heel goed”, aldus Imke Miesch. “De fabri-
kant heeft dan 100 spuitgietproducten voor een
productie-introductie of voor een certificering, zon-
der dat al meteen de matrijs gemaakt hoeft te wor-
den.” Om het proces nog verder te versnellen, 3D
print men dikwijls alleen een insert die in een stan-
daard matrijs wordt geplaatst. Dat gebeurt dan weer
op een Objet 3D printer vanwege de hogere opper-
vlaktenauwkeurigheden.
Tot halvering printtijd
Om in te spelen op de vraag naar 3D printers met
een hogere productiviteit, brengt Stratasys de nieu-
we, snellere printtechnologie op de markt als Ob-
jet1000 Plus. Deze 3D printer is gebaseerd op de
polyjet-technologie van Stratasys. De software up-
date optimaliseert de bewegingen van de printkop
en past de laagdikte waarmee geprint wordt aan.
Wat het bewegingsalgoritme betreft: in plaats van
telkens de hele bouwplaat te bestrijken, beweegt de
printkop nu alleen op die plaatsen waar materiaal
opgebouwd moet worden. Dat scheelt veel loze be-
wegingen en dus verloren tijd. “De tweede verande-
In de Airbus A350 XWB zitten al 1000 3D geprinte
onderdelen. (Foto: Airbus)
3D Print magazine digitaal mei 2015 18
ring is dat we de laagdikte 2 µm verhogen, naar 34
µm. Voor het oog is dat niet zichtbaar en kwalitatief
scheelt het niet, maar het levert wel tijdwinst op”, zo
verduidelijkt Imke Miesch de verbeteringen. Dat
geldt met name bij het 3D printen van grote werk-
stukken. Dan wordt de tijdbesparing wezenlijk. Stra-
tasys voert de snelheid van de Objet1000 3D printer
op door een software-aanpassing. De uiteindelijke
tijdbesparing bedraagt tussen de 15 en 50 procent,
afhankelijk van de grootte van het product. Deze
tijdwinst maakt de machine meer geschikt voor pro-
ductiedoeleinden. Ook andere 3D printers krijgen
deze upgrade die ze meer geschikt maken voor
productiewerk. De Objet1000 Plus bestrijkt een to-
taal bouwvolume van 1000 bij 800 bij 500 mm. Bij
dergelijke grote volumes leveren deze maatregelen
een merkbaar effect op, zo blijkt uit de eerste erva-
ringen. Sommige werkstukken vergden tot nog toe
meer dan een week tijd om te 3D printen, dat wordt
nu verkort tot enkele dagen. Alle gangbare materia-
len inclusief het polypropyleenachtige Endur zijn
geschikt voor de 3D printer.
Grotere voorraad materiaal
Ook bij de Fortusserie voert Stratasys verbeteringen
door die de machine nog meer geschikt maken
voor productietoepassingen. Zo is er een nieuwe
Xtend 500 materiaalbox voor deze FDM-printer ont-
wikkeld, waarin 5 keer zoveel materiaal past als in
de standaard cartridge. Hiermee kunnen deze 3D
printers in principe een heel weekend onbemand
printen, wat tot nog toe niet mogelijk was. De
Xtend 500 is alleen leverbaar voor AB S M30 en PC.
Foto links: Een opspangereedschap, 3D geprint op een machine van Stratasys.
Foto rechts: voor kleine series volstaan de 3D geprinte matrijzen.
19 3D Print magazine digitaal mei 2015
ULA 3D print onderdeel raketmotor
Het Ultem 9085 materiaal voor de Fortus 3D prin-
ters van Stratasys is een kunststof die inzetbaar is
in een gebied met een grote variatie in thermische
belasting. Het Amerikaanse United Launch Alliance,
fabrikant van lanceerraketten voor onder andere
NASA, heeft het materiaal getest onder zowel zeer
lage temperaturen als hoge. Tegen beide is het be-
stand. Omdat het ook mechanisch bestand is tegen
de krachten die vrij komen tijdens de lancering van
een raket, heeft ULA voor Ultem 9085 gekozen als
materiaal waarmee het een ECS-buis voor een lan-
ceerraket 3D print. Tijdens de countdown vlak voor
de lancering worden gevoelige sensoren via dit
kanaal gekoeld met stikstof. De vorige, traditioneel
gemaakte samenstelling bestond uit 140 onderde-
len. Door het te 3D printen, kan ULA het onderdeel
voor raketten maken uit 16 delen, waardoor de to-
tale kosten met 57 procent dalen. Het Ultem-
materiaal weerstaat zowel de temperatuursschom-
melingen alsook de enorme krachten en trillingen
die tijdens de lancering vrij komen. Het is de be-
doeling dat NASA in 2016 de liefst 165 miljoen dol-
lar kostende raket gebruikt voor het lanceren van
satellieten.
Info: Stratasys
ULA
3D Print magazine digitaal mei 2015 20
Additief produceren rechtvaardigt
geen speciaal softwarepakket
De komende jaren zullen 3D printfuncties waarschijnlijk
onderdeel worden van CAD-programma's. Dat verwacht
Jan Willem Gunnink, bij Delcam verantwoordelijk voor re-
search en projecten. Delcam denkt dat additive manufac-
turing een productietechnologie wordt zoals frezen, draai-
en, lassen en andere veel gebruikte technieken. Maar zon-
der verspaning zul je in de productie weinig lol aan additi-
ve manufacturing beleven.
21 3D Print magazine digitaal mei 2015
3D Print magazine digitaal mei 2015 22
Als je puur naar het 3D metaalprinten kijkt, kun
je volgens Jan Willem Gunnink volstaan met ex-
tra functionaliteiten te integreren in bestaande
softwarepakketten van Delcam. Hij ziet op dit
moment weinig in een extra pakket, enkel en
alleen bedoeld voor additive manufacturing van
metalen componenten. "Marketingtechnisch
fantastisch, maar misschien kan de klant al vol-
staan met CADCAM software waarin specifieke
tools voor additive manufacturing zitten, net zo-
als we die nu ook hebben voor het voorberei-
den van een gietstuk", zegt hij.
Verspaning altijd nodig
Het onderzoeksteam van Delcam komt tot deze visie
door de ervaring die de afgelopen jaren is opgedaan
met de nieuwe maaktechnologie. Om te weten wat
additive manufacturing kan en wat er vanuit de
CADCAM-omgeving nodig is, is de softwareontwik-
kelaar in een groot aantal onderzoeksprojecten ge-
stapt. Deze hebben zowel betrekking op poederbed-
technologie, bijvoorbeeld samen met GKN Aerospa-
ce alsook de zogenaamde high rate deposition tech-
nieken, zoals Rawfeed. Ook Reclaim, het repareren
van high value componenten met lasercladden en
verspanen, is een project waaraan Delcam heeft
deelgenomen. Hieruit is de hybride-kit van Hybrid
Manufacturing Technologies voortgekomen, waar-
mee HMT dit jaar de IAMA Award van VDW en AMT
heeft gewonnen. Uit al die projecten blijkt echter dat
verspanende bewerking altijd nodig is na het 3D
printen van een metalen component om de nauw-
keurige eindcontouren te realiseren, zegt Jan Willem
Gunnink.
Frezen voorkomt crackvorming
Topologie optimalisatie is het sleutelwoord in poe-
derbedtechnologie, aldus pleitbezorgers van additi-
ve manufacturing. Door de bijna onbegrensde geo-
metrie vrijheid van 3D printen kun je gewicht bespa-
ren met bijzondere structuren die het product wel
voldoende sterk maken. Jan Willem Gunnink vraagt
zich af of dat voor sectoren zoals de luchtvaartindus-
trie wel toepasbaar is. "Door het smelten van het
poeder is de hele buitenkant van het product eigen-
lijk één groot risico op microscheuren, op crackvor-
ming. Al die lagen bevatten initiële scheurkansen.
Als het onderdeel belast wordt, zul je het dus volle-
dig moeten nafrezen." Ook qua functionaliteit ziet hij
soms dat de technologie de beloftes niet helemaal
waarmaakt. Waar hij nog het meeste van verwacht
voor de korte termijn, zijn de processen waarbij veel
materiaal in korte tijd in een ruwe vorm wordt ge-
smolten met een relatief koude techniek zoals
Rawfeed. Digitaal gieten wordt dit ook wel ge-
noemd. "Gietstukken voor de luchtvaartindustrie
kennen nu maandenlange levertijden. Als je met een
robot het materiaal oplegt en dan nafreest, bespaar
je veel tijd. Daar zien wij toepassingen voor."
Een van de bewerkingstechnieken
Jan Willem Gunnink is overtuigd dat additive manu-
23 3D Print magazine digitaal mei 2015
facturing een plekje gaat veroveren. Maar hij voegt
er aan toe dat hij voor de poederbedtechnologie
de killer application nog niet heeft gezien. Je moet
dus, is zijn visie, de sterke kansen van de technolo-
gie zien te benutten, in combinatie met bestaande
bewerkingstechnologieën. "Additief vervaardigde
producten hebben altijd nog nabewerking nodig.
Het is niet een kwestie van op de knop drukken en
het product rolt eruit." Daarom ziet hij 3D metaal-
printen vooralsnog als een bewerkingstechnologie
naast de bestaande zoals frezen, draaien, vonkero-
deren et cetera. Als ontwerper moet je vooraf goed
nadenken over hoe je het product maakt. Kies je
voor 3D printen, dan moet je de freesbewerking
vooraf al meenemen in het ontwerp, bijvoorbeeld
door referentievlakken aan te brengen of door op-
spanvlakken in het ontwerp te integreren. Als je
additive manufacturing ziet als een van de vele pro-
ductietechnieken, is de logische stap specifieke
functionaliteiten hiervoor te integreren in de be-
staande softwarepakketten. Jan Willem Gunnink
gelooft ook dat verspaners nodig blijven. Je hebt
de kennis en ervaring met verspanende processen
nodig om producten die je additief gaat vervaardi-
gen, goed te kunnen ontwerpen. Automatisering
door nieuwe software features is slechts in beperk-
te mate mogelijk, denkt hij. "Je kunt de designer
gereedschappen aanbieden, bijvoorbeeld om het
Delcam heeft onder andere de besturingssoftware
ontwikkeld voor de cladkop in het bewerkingscen-
trum van Hamuel en MTC, een hybridemachine die
vorige maand de eerste International Additive Ma-
nufacturing Award heeft gewonnen, een prijs van de
VDW en AMT.
3D Print magazine digitaal mei 2015 24
product te oriënteren of automatisch een toegift
aan te brengen waar je gaat frezen. Maar je moet
weten wat de verspanende technologie doet, dat
kun je niet in een magische formule samenvatten."
Zelfs in adaptieve freesprocessen blijft de verspaner
volgens hem in de werkvoorbereiding een essenti-
ële rol spelen.
Info: Delcam
Jan Willem Gunnink ziet nog een heel andere, prak-
tische reden waarom je op korte termijn niet het
hele printproces kunt aansturen vanuit de CAD-
omgeving. De fabrikanten van de 3D metaalprinters
schermen hun machines nog steeds af. Delcam is al
lange tijd bezig om kennis van het additieve proces
te vergaren, maar merkt dat ontwikkelaars en servi-
cebureaus niet scheutig zijn deze te delen en dat
veel machinebouwers de hele aansturing en para-
metersetting van hun machines afschermen. "Als
softwareleverancier kunnen we een fantastische ge-
ometrie beschrijven, maar we weten niet hoe de
machinebouwer de slices maakt, hoe de laserinten-
siteit is, hoe snel de coater gaat. Dat is de kern van
de AM-machines en die geven de fabrikanten nog
niet vrij." Daar zit een groot verschil met de frees-
en draaicentra. Delcam kan software hiervoor ont-
wikkelen omdat het exact weet wat er binnen zo'n
machine gebeurt. Ook dit is een reden waarom Jan
Willem Gunnink enthousiast is over de Rawfeed-
technologie. Deze is qua aansturing vrij eenvoudig,
omdat je te maken hebt met een robot en een
lastoorts, twee bekende technieken.
AM machines vaak nog black box
25 3D Print magazine digitaal mei 2015
Dat zijn enkele kernpunten uit het betoog van Terry
Wohlers op Materialise World Conference in Brus-
sel. De Amerikaan denkt dat de gevestigde fabri-
kanten hun innovatietempo opvoeren nu HP in
2016 op de markt komt met een machine die veel
sneller 3D print dan de huidige systemen. Terry
Wohlers gaf als voorbeeld een product dat op een
FDM-machine 83 uur productietijd kost, dat op de
machine van HP in 3 uur tijd kan worden gemaakt.
Op een huidige generatie lasersintermachine vergt
het nog altijd 18 uur. “We hebben lange tijd geen
echte innovatie gezien. De komst van HP motiveert
mensen om sneller te innoveren. Concurrentie is
goed”, aldus de Amerikaan. Wohlers ziet de techno-
logie nu al opschuiven richting productie. Ook Air-
bus zet sterk in op 3D printen, gaf hij te kennen.
Wohlers is optimistisch over de toekomst van de
industrie. Zelfs als 3D printen slechts 2 procent van
de totale maakindustrie pakt, praat je over een
markt van 256 miljard dollar. Vergelijk dat met de 4
miljard die afgelopen jaar in deze sector omging.
Het groeiperspectief van additive manufacturing is
dus gigantisch, zelfs als de technologie slechts een
beperkt aandeel van de totale maakindustrie ver-
overt.
In de printversie van 3D print magazine verschijnt
een uitgebreid verslag van Materialise World Confe-
rence.
3D printen: markt
van 256 miljard
dollar?
De groei van de additive industrie-
markt versnelt. En sinds afgelopen
jaar op het vlak van lasersinteren een
belangrijk patent is afgelopen, zie je
nieuwe aanbieders komen. De huidi-
ge fabrikanten voelen echter vooral
de hete adem van HP in hun nek.
3D Print magazine digitaal mei 2015 26
Het was de 5e editie van Rapidpro, toch lijkt de titel Rapidpro
2.0 beter op zijn plaats. Waarom? Omdat de beurs duidelijk
illustreerde hoe additive manufacturing bezig is door te drin-
gen in de productie. Niet alleen waren er concrete applicaties
en businesmodellen te vinden op de beurs, voor het eerst
presenteerde zich een veel completere keten dan voorgaan-
de edities.
De killer app voor 3D printen - of additive manufac-
turing zoals sommigen liever zeggen - was lange
tijd prototyping. De engineers van Daimler hebben
voor de eerste Smart modellen in de jaren negentig
in het ontwikkeltraject dankbaar gebruik gemaakt
van de mogelijkheden die stereolithografie toen al
bood. Kofferfabrikant Samsonite werkt er ook al ja-
ren mee. Prototyping wás de killer app, zo betoogde
Fried Vancraen, CEO van Materialise, op Rapidpro. In
de printfabriek van het Belgische bedrijf worden
momenteel elk jaar zo’n 150.000 producten 3D ge-
print. Tot nog toe uitsluitend van kunststoffen, nu
gaat Materialise ook 3D metaalprinten. “We moeten
naar de productie gaan”, aldus de Materialise CEO.
Hij verwacht dat verschillende medische implanta-
ten binnen niet al te lange tijd alleen nog gemaakt
Rapidpro 2.0: next step
in 3D printen
Bendertechniek liet deze ophangbeugel zien,
3D geprint van een aluminiummagnesium lege-
ring op een Eosint M270.
27 3D Print magazine digitaal mei 2015
zullen worden via additive manufacturing. “Hier
neemt 3D printen de traditionele productieproces-
sen geleidelijk over.” De reden voor deze stap is in
zijn ogen dat de nieuwe technologie kosten be-
spaart en betere producten maakt, bijvoorbeeld
doordat menselijk weefsel beter ingroeit in 3D ge-
printe implantaten. De allerbelangrijkste reden is
aldus Vancraen echter dat 3D printen waarde toe-
voegt. “Dat is de nieuwe killer app voor 3D printen.
Producten waarbij 3D printen waarde toevoegt.”
Vancraen ziet de medische sector en de aerospace
industrie als zeer kansrijke sectoren. Wessel Smit,
onderzoeker aan de TU Twente, denkt eveneens dat
de additive manufacturing technologie zeer ge-
schikt is voor aerospacetoepassingen. Hij presen-
teerde in Veldhoven de ontwikkeling van een mi-
cropomp voor een satelliet, geproduceerd via het
lasersmelten van metaal. Daarmee kun je lekdichte
producten maken, maar, waarschuwde hij wel: hou
er rekening mee dat nog de nodige zijstappen no-
dig zijn, omdat de technologie nog altijd niet is uit-
gerijpt. “Metaalprinten gaat komen”, zegt ook Jan
Floor van Egmond, directeur van Landré dat op Ra-
pidpro naast de kunststofprinters van 3D Systems
ook de lasersmeltmachine van Concept Laser toon-
de. “Je merkt dat veel bedrijven de techniek volgen
omdat ze zien dat OEM’ers volop met deze ontwik-
keling bezig zijn. Het kriebelt in de metaalmarkt.”
Massa- en flowoptimalisatie is een van de drijfveren
bij dergelijke componenten om 3D metaalprinten in
te zetten. GE met de injectornozzle is het bekendste
voorbeeld, maar ook een Nederlands bedrijf als Hit-
tech liet op de beurs een warmtewisselaar zien
waarbij juist dit aspect meerwaarde aan 3D printen
geeft. Marco Verloop, directeur projecten, ziet ook
kostenbesparing als een drijfveer voor 3D printen,
maar alleen als het design wordt aangepast speci-
fiek voor de mogelijkheden van additive manufac-
turing en de technologie ingebed wordt in een
complete productieketen, inclusief de nabewerking.
Reinigen en polijsten
De 3D geprinte metaaldelen zijn meestal niet direct
inzetbaar: ze moeten vaak nog nabewerkt worden,
De micropomp (rechts) gemaakt met additive manufacturing.
3D Print magazine digitaal mei 2015 28
bijvoorbeeld passingsvlakken frezen of draaien,
polijsten en reinigen Gibac Chemie, voor het eerst
aanwezig op Rapidpro, ziet nieuwe kansen, niet
alleen voor metalen componenten maar ook voor
het reinigen van kunststof onderdelen. Tjeert
Kaastra: “De vraag naar oplossingen heeft onze
verwachtingen op Rapidpro overtroffen.” Een an-
der teken dat zich rondom 3D printen een hele
keten begint te vormen, was op de beurs de aan-
wezigheid van fabrikanten van 3D meettechnolo-
gie. GOM is al vanaf de eerste editie erbij geweest,
met name omdat men vraag naar reverse engi-
neering ziet en om de optische meetinstrumenten
in te zetten voor kwaliteitscontrole.
Nieuwe businessmodellen
Additive manufacturing schept kansen voor nieu-
we businessmodellen. Onno Ponfoort van Beren-
schot bestempelt dit als een van de voordelen van
de nieuwe technologie. On demand productie bij-
voorbeeld. Hij ziet dit als een van de transforma-
ties waar de maakindustrie in zit. In plaats van
producten distribueren schuiven we op richting
modellen waarin juist de productie gedistribueerd
wordt. Produceren dichtbij de klant. Dat schept
kansen voor nieuwe spelers, zoals servicebureaus,
micro fabrieken maar ook concepten waarbij in-
store producten 3D geprint worden. JB Ventures
in Nijverdal is al ver met production on demand.
Sinds een jaar werkt het bedrijf zelfs met een ge-
automatiseerd calculatiesysteem voor 3D printde-
len, beschikbaar via RapidPrototyping.nl. Jorn Be-
rends van JB Ventures: “Behalve dat klanten 24
uur per dag een offerte willen, scheelt deze auto-
matiseringsstap ons mankracht.” Via de website
kan eenieder zijn model uploaden, een 3D print-
Paul Hunck van Builder 3D Printers voor de Big
Builder Dual Feed 3D printer. Met deze printer
heeft de Nederlandse fabrikant ook de industrie
als doelgroep voor ogen.
Renishaw toonde de complete mountainbike
waarvan het frame is gemaakt met selective
lasermelting.
29 3D Print magazine digitaal mei 2015
techniek kiezen, de eventuele afwerking van het
product en dan een offerte krijgen. Van daaruit kan
online direct de order worden geplaatst. De eerste
stap - de prijs vragen - kan anoniem; de tweede -
de order - kan pas gedaan worden als je een ac-
count hebt aangemaakt. Het systeem dat JB Ventu-
res heeft ontwikkeld, geeft niet alleen inzicht in de
prijs maar adviseert tevens. “Afhankelijk van het
product krijgt de klant een aantal productiemoge-
lijkheden te zien met voorbeelden, afhankelijk van
de functies die de klant zoekt.” Op de achtergrond
wordt voordat een order in productie gaat, ook
nog een oogje in het zeil gehouden. Het servicebu-
reau uit Nijverdal wil deze online service ook gaan
uitbreiden naar freesdelen en vacuümgietstukken.
“We krijgen positieve reacties en zien een stijgende
lijn in de opdrachten”, aldus Jorn Berends. De groei
van de vraag naar 3D print producten neemt echter
niet zo hard toe als eerder verwacht. “Men ontdekt
dat niet alles kan.”
Productie kunststof 3D prints
Ook op het vlak van kunststoffen is 3D printen vol-
wassen geworden en schuift de technologie in
hoog tempo op richting productie. Prodways
bouwt 3D printers die zowel het werkveld van ste-
reolithografie als DLP-technologie afdekken. De 3D
printers belichten met 2 miljoen pixels per keer een
groot oppervlak, dat per laag wel uit een half mil-
jard pixels kan bestaan. Deze moving light techno-
logie zoals Prodways de techniek bestempelt, leent
zich vanwege de snelheid en het groot werkbereik
voor toepassingen in de productie, aldus Bart Lefe-
rink, bij het Franse bedrijf verantwoordelijk voor de
distributiekanalen in Europa, Midden-Oosten en
Azië. Om 3D printen in de productie in te zetten,
heb je machines nodig die snel zijn, een groot
Vink heeft een 3D print business unit opgericht. Hierbinnen wordt onder
de naam XS2design een eigen filamentlijn aangeboden. Ook werkt Vink
met partners aan de ontwikkeling van nieuwe fi lamenten.
3D Print magazine digitaal mei 2015 30
bouwvolume hebben en een groot reservoir voor
de vloeibare fotopolyperen voor lange productietij-
den zonder onderbreking. Prodways is al volop ac-
tief in de juwelen en biomedische industrie. Sinds
de overname van het bedrijf door het Franse con-
glomeraat Group Gorgé richt Prodways zich inten-
sief op industriële toepassingen en werkt onder an-
dere met DSM Somos samen aan nieuwe materia-
len.
Vink start 3D print business
Een ander bewijs voor Rapidpro 2.0 is te vinden bij
Vink, de leverancier van kunststof halffabrikaten die
een nieuwe divisie 3D printing is gestart. Vink ziet
de opmars van het 3D printen van kunststof en wil
deze technologie en materialen ook aanbieden, zo
verklaart Heidy van Amerongen, business unit ma-
nager, deze stap. Dat aanbod bestaat uit zowel ma-
terialen als 3D printers die vooral aan groothandels
worden verkocht. Qua materialen ontwikkelt Vink
samen met een partner hoogwaardig filament, dat
onder de naam XS2design op de markt wordt ge-
bracht. Door bepaalde additieven is het filament
minder breekbaar. Een filament dat nog in ontwik-
keling is, is een PE en PP filament. “De industrie is
gewend daarmee te werken en wil hiermee 3D prin-
ten. Met een fabrikant ontwikkelen we dit. We zijn
zelfs bezig met een glasvezel gevuld filament”, laat
Heidy van Amerongen weten wat er in de toekomst
zit aan te komen. Tegen het eind van dit jaar wil
men ook een filament lanceren dat gemaakt is van
gerecycled kunststof. Vink verzamelt nogal een flin-
ke hoeveelheid kunststof afval bij klanten en wil dit
inzetten om er een nieuw filament mee te maken.
Heidy van Amerongen ziet dat het midden- en
kleinbedrijf stilaan de stap naar 3D printen maakt.
“We zien de vraag komen voor prototypes en ook
kleine series.” Precies daarom levert Vink één 3D
printer van het Litouwse merk Massportal recht-
streeks aan de industriële eindklant. Deze FDM
printer haalt de nauwkeurigheden en kwaliteit die
voldoen aan de eisen voor prototyping in de indus-
trie.
Info: Rapidpro
Kwaliteitscontrole en reverse engineering
zijn de twee aspecten waar GOM op inzet
als het om additive manufacturing gaat.
31 3D Print magazine digitaal mei 2015
Een primeur op Rapidpro was
er bij Seido Systems, dat voor
het eerst de Stratasys Fortus
450 M in de Benelux toonde.
Seido Systems probeert overi-
gens met een huurkoopsys-
teem de markt sneller te laten
groeien. Machines kunnen
gehuurd worden voor 12
maanden.
3D Robot Printing is een Ne-
derlandse start up die de ro-
bot als gereedschap voor het
3D printen van grote onder-
delen inzet.
Het 3D Innovationlab van het
VU Medisch Centrum heeft
de Rapidpro Award 2015 ge-
wonnen. Het team ontving
de onderscheiding, een 3D
geprinte kristalvormig kunst-
werk van Makerpoint. Arbug
sleepte met de Freeformer
de nominatie in de wacht.
3D Print magazine digitaal mei 2015 32
BMW racet met
3D geprinte waterpomp
BMW heeft al 500 waterpompwielen voor de DTM racewagens 3D
geprint. BMW bestempelt additive manufacturing als een ideale
productietechniek voor de kleine series waarin deze componenten
nodig zijn.
33 3D Print magazine digitaal mei 2015
3D Print magazine digitaal mei 2015 34
De wagens die de BMW-coureurs gebruiken in de
Touring Car Masters worden niet ontzien. De aan-
drijflijnen staan zo’n 70 procent van de tijd dat een
heat duurt onder volle belasting. Juist vanwege deze
hoge belasting heeft het engineeringteam van BMW
al in 2010 besloten om deze wielen niet langer van
kunststof te maken maar van metaal. Om precies te
zijn van een aluminiumlegering.
Spare part on demand
De productie gebeurt op een poederbedmachine,
een selective laser melting (SLM) proces dus. In
dunne laagjes van 0,05 mm wordt het wiel opge-
bouwd. Het grote voordeel dat de engineers in de
productietechniek zien, is de ontwerpvrijheid. Het
centrifugaal pompwiel telt zes bladen met specifie-
ke details. Dat is met andere productietechnieken
veel moeilijker te realiseren. Met name het aerody-
namisch gedrag van het wiel verbetert hierdoor
aanzienlijk. Daarnaast zijn geen dure, complexe ge-
reedschappen nodig, wat anders wel geldt als je de-
ze onderdelen bijvoorbeeld zou aluminium hoge-
drukgieten. De nauwkeurigheid is verder telkens
gelijk. BMW zet het 3D metaalprinten in als een
soort spare part on demand. Als na een DTM-race
de pomp vervangen moet worden, wordt in het Ra-
pid Technologies Center binnen het Forschungs &
Innovations Zentrum van BMW het onderdeel pas
geprint. In dit centrum worden jaarlijks 25.000 pro-
totypen en 100.000 onderdelen additief vervaar-
digd, enkel voor afdelingen van BMW. De autofabri-
kant past deze pomphuiswielen niet alleen in de
DTM racewagens toe, maar ook in de Z4 GT3. Dit
35 3D Print magazine digitaal mei 2015
model is bedoeld voor rijden op de weg, een gewo-
ne productieauto dus.
Te duur voor serieproductie
In een presentatie heeft Maximilian Meixlsperger,
werkzaam bij het BMW Rapid Technologies Center,
al eens aangegeven dat de autofabrikant nooit zo-
veel verschillende modellen zou kunnen ontwikke-
len zonder additive manufacturing. BMW bouwt
zo’n 100 prototypes van elke auto voordat het defi-
nitieve model wordt vrijgegeven voor de productie.
“Hiervoor zijn onderdelen nodig met eigenschap-
pen die gelijk zijn aan die van de productiedelen.”
De groep 3D print daarom veel onderdelen die di-
rect in een auto worden ingezet. Bijvoorbeeld voor
de motorsport producten van BMW. Meixlsperger
ziet ook de beperkingen van de technologie. De
toepassing van additive manufacturing in de serie-
productie zal nog even op zich laten wachten.
“Componenten moeten complex zijn, dan haal je
momenteel de meerwaarde van de technologie er-
uit.” Leichtbau speelt 3D printen in de kaart. De
grootste uitdaging die hij ziet, is het verlagen van
de kostprijs van 3D geprinte onderdelen en wel zo-
danig dat de meerkosten opwegen tegen de voor-
delen van de technologie. Grotere machines met
meer capaciteit zijn volgens hem een van de moge-
lijke oplossingen. “Machinekosten omlaag, capaci-
teit omhoog, materiaalkosten naar beneden.”
3D Print magazine digitaal mei 2015 36
De kritische geluiden zijn al eerder geuit: additive
manufacturing geniet in Nederland een enorme be-
langstelling vanuit de maakindustrie. Maar daadwer-
kelijk investeren in de high end machines, met name
de machines om met metaal te werken, gebeurt
zeer beperkt. Duitsland lijkt hiermee verder te zijn
dan Nederland. Waarom: omdat Duitse bedrijven de
kansen zien. "Additive manufacturing is nu al goed
toepasbaar", aldus Tanja Geiger, product manager
medical implants bij FIT. Dit is een van de eerste
Duitse bedrijven geweest die het potentieel van de
technologie zag. FIT is namelijk al in 1995 gestart,
telt momenteel 180 medewerkers en boekte vorig
jaar een omzet van 16,8 miljoen euro. Sinds 2005
beschikt FIT over een elektronenstraal installatie
voor het produceren van 3D geprinte metalen com-
ponenten. Tanja Geiger waarschuwt dat de stap naar
serieproductie met additive manufacturing niet ge-
makkelijk is, omdat veel factoren van invloed zijn op
de uiteindelijke mechanische eigenschappen. "Je
kunt niet zo maar een freesconstructie of een giet-
concept gebruiken. Je moet voor additive manufac-
Duitse gereedschapmakers stappen wèl
in 3D metaalprinten
De Duitse maakindustrie lijkt het 3D metaalprinten sneller te
omarmen dan de Nederlandse. Tijdens de eerste editie van
Moulding Expo in Stuttgart presenteerden meerdere toele-
veranciers die zich uitsluitend bezig houden met 3D metaal-
printen. 'Lohnfertigung' met additive manufacturing.
37 3D Print magazine digitaal mei 2015
turing ontwerpen."
Functionele prototypes
Die ervaring heeft ook Sven Skerbis van 3D-
Laserdruck opgedaan. Dit is nog een jong bedrijf in
de additive manufacturing industrie, voortgekomen
uit een gereedschapmaker in Reutlingen. Op een
Renishaw 250 AM lasersmeltmachine produceert
men nu vooral prototpyes. Daar ligt volgens Sven
op dit moment nog de markt. "Een automobielbe-
drijf wil een model voor een gietstuk minstens vijf
keer aanpassen voordat het definitief is. Wij kunnen
binnen enkele dagen een volledig functioneel pro-
totype leveren dat geschikt is voor inbouw in een
auto en voor testen, zonder dat men in een duur
gereedschap hoeft te investeren." 3D Laserdruck
maakt dan ook veel metalen prototypes van stuk-
ken die uiteindelijk gegoten gaan worden. Het na-
bewerken op plaatsen waar hogere nauwkeurighe-
den nodig zijn, gebeurt door het moederbedrijf.
Nauwkeuriger 3D printen
Dat nabewerken bestaat voor een ander 3D print
servicebedrijf Jell Werkzeugelemente enkel uit het
polijsten. Ook Jell Werkzeugelemente is een jobber
op het gebied van 3D metaalprinten, ontstaan uit
een constructiebureau voor gereedschappen. Het
lasersmelt onder andere inserts voor spuitgietma-
trijzen met complexe inwendige koelkanalen. Door
de parametersettings van de machine van Concept
Laser zodanig te tweaken en met het materiaal te
spelen, slaagt Michael Jell erin om met een hoge
nauwkeurigheid 3D te printen. "Wij printen met een
nauwkeurigheid van 0,05 mm in metaal." Het ver-
baast Gregor Jell dat er in de Benelux weinig 3D
metaalprint toeleveranciers zijn. "De vraag van Ne-
Een 3D geprint prototype van 3D-Laserdruck.
3D Print magazine digitaal mei 2015 38
derlandse en Belgische bezoekers op de beurs was
groot. We hebben er veel gesproken die concrete
ideeën hebben."
Info: FIT
3D –Laserdruck
JELL
Foto boven: rechts het onderdeel zoals Jell
dat 3D metaalprint, links na het zandstralen.
Foto onder: FIT zet EBM-technologie in voor
de serieproductie van deze wervelprothesen.
Rapid.Tech Erfurt
Op 10 en 11 juni vindt in Erfurt het jaarlijkse additi-
ve manufacturing event Rapid.Tech plaats. Dit is
een combinatie van congres met beurs. Het con-
gres besteedt aandacht aan onder meer toepassin-
gen voor aerospace, medische industrie, gereed-
schappen en algemene ontwikkelingen op het vlak
van additive manufacturing.
Info: Rapid.Tech Tagungen
39 3D Print magazine digitaal mei 2015
Het Amerikaanse Faustson Tool in Colorado is een
van de eerste bedrijven die gaat werken met de
nieuwe M2 cusing multilaser machine van Concept
Laser. De Duitse fabrikant heeft deze 3D metaalprin-
ter eind vorig jaar voor het eerst getoomd op Euro-
mold. De M2 is uitgerust met 2 x 400 W lasers. Heidi
Hostetter, vice president bij Faustson Tool, ziet
voordelen in het gebruik van twee kleinere laser-
bronnen in plaats van één zwaardere. De multilaser
machine levert dezelfde hoge productiviteit, maar
behoudt wel de precisie en nauwkeurige afwerking
die typerend is voor machines met laserbronnen die
een geringer vermogen hebben. Concept Laser
biedt de dubbele laserbron aan als een optie op de
nieuwe M2. Naast 2 keer 400 W is de machine le-
verbaar met 2 x 200 W vermogen. De dubbele lader
verhoogt de productiviteit met een factor 1,8 verge-
leken met de machine met een enkele laserbron. De
uiteindelijke productiviteitwinst hangt mede af van
de complexiteit van de geometrie van het werkstuk.
De Amerikaanse luchtvaarttoeleverancier begint
met de metalen nikkellegering 718 en CL 92PH, een
onlangs geïntroduceerd poeder dat vergelijkbaar is
met 17-4 PH roestvaststaal. Faustson is een toeleve-
rancier met 20 medewerkers. Het heeft tot nog toe
onder andere meegewerkt aan het Kepler tele-
scoopprogramma van Nasa en maakt samen met
een andere toeleverancier onderdelen voor de Joint
Strike Fighter.
Info: Concept Laser
Faustson Tool
Concept Laser
plaatst M2 mul-
tilaser machine
bij luchtvaart-
toeleverancier
met 20 mede-
werkers
3D Print magazine digitaal mei 2015 40
Kort N
ieuw
s
Het 3D me-
taalprinten
voor aerospa-
ce toepassin-
gen komt in
een stroom-
versnelling. De
Amerikaanse
Federal Aviati-
on Admi-
nistration
(FAA) heeft
het licht op
groen gezet om in commerciële vliegtuigen 3D geprinte onderdelen van metaal in te
zetten. De toezichthouder heeft GE goedkeuring gegeven om de sensorbehuizing T25,
een kritisch onderdeel uit een vliegtuigmotor, te produceren met lasersmelten. GE wil
samen met Boeing zo’n 400 GE90/94B straalmotoren retrofitten met de geprinte meta-
len behuizing. GE heeft veel 3D printkennis in huis gehaald door het team van Greg
Morris, een van de 3D printpioniers, te kopen. Verleden jaar zei Greg Morris op de Ad-
ditive Manufacturing Conference tijdens de IMTS nog dat hij denkt dat het 3D metaal-
printen een goede vervanging is van gieten en smeden voor bepaalde toepassingen.
Met name de materiaaleigenschappen scoren er goed, aldus Morris. Metaalmoeheid
komt bij 3D geprinte onderdelen nauwelijks voor en oppervlaktespanningen kun je
weghalen door de nabewerking die toch al vaak nodig is.
Info: GE Advanced Manufacturing
Retrofit Boeing-motoren met 3D geprinte sensorbehuizing
Toolcraft 3D print Scalmalloy poeder
Het Duitse Toolcraft, producent van precisie-onderdelen, matrijzen en spuitgietdelen,
werkt sinds kort samen met Airbus APWorks. Hiermee vergroot Toolcraft de toepas-
singsmogelijkheden voor het lasersmelten van metaalpoeders. Enerzijds doordat er
41 3D Print magazine digitaal mei 2015
meer mogelijkheden komen voor
topologie-optimalisatie en het
redesignen van componenten
specifiek voor additive manufac-
turing. Anderzijds doordat AP-
Works specifieke legeringen
heeft. “De Airbus groep heeft
een poedertype dat niet alleen
de positieve eigenschappen van
aluminium heeft, maar tevens
sterk is in combinatie met een
goede elongatie bij breuk. Dat
maakt het uniek in deze markt”,
aldus Christoph Hauck, directeur
van Toolcraft. Hij doelt op Scalmalloy, een speciale luchtvaartlegering van aluminium en magnesium en
scandium. Het aluminiumachtig materiaal is twee keer zo sterk als het aluminium-siliconenpoeder dat
momenteel gebruikt wordt voor 3D metaalprinten. Het heeft de sterkte van titanium. APWorks heeft het
poeder ontwikkelt en verkoopt het.
Info: Toolcraft
Eerste Europees Makerbot Innovation Center in Italië
De Cattaneo Universiteit in het Italiaanse Castellan-
za krijgt het eerste Makerbot Innovation Center in
Europa. Daartoe hebben de 3D printerfabrikant én
de universiteit een overeenkomst gesloten. Engi-
neeringstudenten krijgen de beschikking over een
volledig ingericht 3D print centrum, waarin ze zelf
ervaring kunnen opdoen met digitale fabricage en
gelijktijdig het regionale bedrijfsleven ondersteu-
nen. Makerbot richt zich met dit innovatiecentrum
eveneens op het regionale bedrijfsleven. Bedrijven
kunnen zich aansluiten bij SmartUp, dat de universi-
teit al eerder heeft opgericht. Studenten dragen via
onderzoek en projecten de betekenis en de moge-
lijkheden van digitale productie uit. Bedrijven kun-
nen zo laagdrempelig 3D printen inzetten om te
innoveren en nieuwe markten te ontwikkelen. Ook
kunnen ze bij het instituut terecht voor trainingen
en opleidingen. In de VS heeft Makerbot al meerde-
re van dergelijke innovatiecentra ingericht.
Info: Makerbot
3D Print magazine digitaal mei 2015 42
Additive World
Conference
schetst oplos-
singen om 3D
printen rijp te
maken voor serie-
productie
Een van de belangrijkste tekortkomingen van additive manufacturing is de factor
machine repeatability. Meerdere componenten 3D metaalprinten op machines van
dezelfde fabrikant, met dezelfde parameters, maar op een andere locatie, betekent
nog niet hetzelfde resultaat. Daarnaast is er nog teveel trial and error nodig om de
technologie echt geschikt te maken voor productie. Op Additive World Conference
in Eindhoven werden echter aanzetten gegeven voor oplossingen.
43 3D Print magazine digitaal mei 2015
De grootste uitdaging voor de fabrikanten van ad-
ditive manufacturing machines voor metaal, is het
verbeteren van de robuustheid van het proces. Die
ligt op een te laag niveau om de technologie inzet-
baar te maken in een productieomgeving, zegt
Benjamin Denayer. Hij werkt bij het Belgische Sirris
en houdt zich al vele jaren bezig met het onder-
werp additive manufacturing, niet alleen met me-
taal, ook met andere materialen. “Momenteel is 10
tot 30 procent van de productie van zo'n machine
nog scrap”, zegt Denayer. Praat je met bedrijven
over additive manufacturing als productietechnolo-
gie, dan is voor hen een bovengrens van 1 procent
noodzakelijk. “Terwijl het doel zero defects moet
zijn.”
Lage snelheid geen probleem
Ook de Amerikaan Brent Stucker, hoogleraar aan de
universiteit van St. Louis en oprichter en CEO van
3DSIM, bestempelt de reproduceerbaarheid van
kwaliteit als een van de grootste belemmeringen
van 3D metaalprinten. De herhaalnauwkeurigheid
van hetzelfde werkstuk op dezelfde machine is in
zijn ogen een minder groot probleem. “Het gaat
om de reproduceerbaarheid tussen machines. Dat
heeft te maken met de strategie en de wijze waarop
de machines worden gebouwd.” Hij wijst onder
meer op de scanstrategie bij poederbedmachines.
De wijze waarop het metaalpoeder wordt belicht,
heeft invloed op de kwaliteit van het product. Ook
de positie op het bouwplatform is van invloed. Dat
zijn allemaal zaken waar de machinefabrikanten tot
nog toe via trial and error verbeteringen voor heb-
ben ontwikkeld. Kwaliteit is ook nog wel een issue;
de snelheid, die laag is, levert volgens hem geen
probleem op.
Integratie in de productielijn
Een andere stap die de fabrikanten zullen moeten
zetten voordat de technologie daadwerkelijk rijp is
voor de productieomgeving, is de integratie van
postprocessing. Benjamin Denayer zegt dat dit het
derde belangrijke aspect is, waarbij hij zich baseert
op de vele contacten die Sirris over dit onderwerp
met de maakindustrie heeft. “Men wil integratie van
procesketens.” Zowel Sirris in België alsook Additive
Industries werken aan dit punt. Beiden ontwikkelen
een concept voor een 3D metaalprinter die ofwel in
een bestaande productielijn kan worden gezet
(Sirris) of een aantal andere technologieën inte-
greert (Additive Industries), zodat er een compleet
afgewerkt product uit de 3D metaalprinter komt. In
Eindhoven denkt men na de zomer een eerste con-
cept gereed te hebben, waarin kwaliteitscontrole en
ook postprocessing geïntegreerd zijn. Deze nieuwe
3D metaalprinter zal dan eind dit jaar in een aantal
industriële testomgevingen in gebruik worden ge-
nomen voor verdere ontwikkeling.
Thermisch gedrag poeders beheersen
Op het punt van kwaliteitscontrole - en dus het ro-
buuster maken van het proces - werkt Additive In-
dustries nauw samen met zowel 3DSIM van Brent
Stucker alsook Sigma Labs, een andere Amerikaan-
se onderneming. Mark Cola, CEO van Sigma Labs
Inc., was eveneens een van de sprekers op de con-
ferentie in Eindhoven. In zijn ogen draait het bij
kwaliteit en reproduceerbaarheid maar om één
ding: het thermisch gedrag van het metaalpoeder
3D Print magazine digitaal mei 2015 44
kennen en beheersen. “De productiviteit hangt af
van wat je met big data uit het proces doet”, aldus
de Amerikaan. Afhankelijk van het product, kan de
hoeveelheid data oplopen tot 100 Terrabyte en zelfs
tot meer dan één Petabyte. De oplossing van Sigma
Labs ligt daarom in een speciaal algoritme dat het
team van Marc Cola heeft ontwikkeld. In combinatie
met een aantal sensoren en andere hardware, stelt
dit hem in staat om vooruit te kijken in het proces
en dat real time bij te sturen op basis van wat er in
het smeltbad gebeurt en de data over goed en fout
die bekend zijn. “Met die tools kun je de snelheid
van het proces verhogen. Ons ultieme doel is enkel
stuks direct goed produceren.” Printride 3D, zoals
het pakket heet, is een softwarepakket waarin meer-
dere tools zijn ondergebracht. Deform is het eerste
pakket dat nu beschikbaar is en laag voor laag beel-
den van het smeltproces vergelijkt met het CAD-
model. De andere pakketten komen in de loop van
dit jaar op de markt.
Simulatie
3DSIM zoekt het eigenlijk in een eerdere stap in het
proces. Het team van Brent Stucker heeft software
ontwikkeld waarmee je kunt voorspellen hoe de
mechanische eigenschappen van een 3D geprint
metalen component uitvallen onder bepaalde pro-
ductiecondities. “Wij ontwikkelen een richtlijn voor
constructeurs hoe de machine te gebruiken, waar je
support nodig hebt, hoe het stuk te positioneren
om tot het goede resultaat te komen”, schetst Stuc-
ker de oplossing die ook in de machine van Additi-
ve Industries beschikbaar zal komen. “Wij voorspel-
len de performance van een onderdeel nog voordat
het gemaakt is.” Ook zaken als interne spanningen
zullen door de software vooraf voorspeld worden.
Uiteindelijk wil het team van Brent Stucker veel ver-
der gaan dan alleen simulatie. De oplossingen moe-
ten eveneens bijdragen aan procesbewaking tijdens
het 3D metaalprinten en aan certificering van de
werkstukken. De software komt in de cloud beschik-
Foto boven: Brent Stucker: snellere data-analyse
noodzakelijk.
Foto onder: Benjamin Denayer: foutpercentage
moet flink omlaag.
45 3D Print magazine digitaal mei 2015
baar. Ook 3DSIM heeft een algoritme ontwikkeld dat
het analyseren van de enorme hoeveelheid data
aanzienlijk versnelt. Ga je die met de huidige com-
puters en software analyseren, dan laat het resultaat
op zich wachten. Brent Stucker geeft als voorbeeld
een klein complex deel van 40 bij 50 mm zonder
support: dat bevat al meer dan 13 miljoen posities
van de laserstraal. “Dat met de huidige software-
architectuur analyseren, kost 150 jaar tijd.” 3DSIM
doet het in een fractie daarvan.
Samenwerking met EOS
Sigma Labs heeft een eerste release van Printride 3D
geïnstalleerd in het eigen laboratorium, waar het
onder meer getest wordt met een EOS M290 machi-
ne. De Duitse machinebouwer doet mee aan de ver-
dere ontwikkeling. Want ook de fabrikanten besef-
fen dat de reproduceerbaarheid omhoog moet en
het foutpercentage fors omlaag. En dat moet je in
de machine doen, beklemtoont Marc Cola nogmaals.
“Features extraheren en die koppelen aan metallur-
gische features. Wat gebeurde er op dit plek in het
proces en hoe verifieer je dat?” Op die
manier maakt Sigma Labs een vingeraf-
druk van het proces en bewaart deze
voor latere verificatie bij nieuwe print-
opdrachten.
Marc Cola: vooruit kijken in het lasersmeltproces
en realtime bijsturen.
Info:
Additive World
Sirris
3DSIM
SigmaLabs Inc.
3D Print magazine digitaal mei 2015 46
Win
naars A
dd
itive W
orld
Ch
alle
ng
e
3D metaalprinten brengt elektrische
e-Move Adventure dichterbij
Team e-Move Adventure is de winnaar van de Additive
World Design for Additive Manufacturing Challenge in
de categorie professionals. Gilbert Peters en zijn team
ontwikkelen een elektrisch aangedreven motorfiets.
Ze hebben de award gewonnen door de achterwiel
ophanging compleet te redesignen, specifiek voor additive
manufacturing als productietechnologie. Gilbert: “Eerst heb-
ben we de vorm topologisch geoptimaliseerd om gewicht
te besparen. Daarna hebben we gezocht naar functie-
integratie. Dat laatste is het belangrijkste voordeel, ook al is
gewichtsbesparing bij een elektrische adventure motorfiets
goed omdat daardoor de handling verbetert.” Doordat het
team de ophanging gaat 3D metaalprinten, kan men de
remleiding en de remklauw integreren in de ophanging.
Hierdoor is het totaal aantal componenten van 16 naar 1
teruggebracht, wat assemblage scheelt. “Bovendien is het
onderdeel lichter én stijver.”
Méér over het team e-Move Adventure
47 3D Print magazine digitaal mei 2015
Jonas Deitschum en zijn team aan de Universi-
teit van Bremen hebben de design challenge in de
categorie studenten gewonnen. Zij ontwikkelden
een koelconcept voor een computerprocessor.
Cooling with Heat zet de warmte van de processor om
in elektriciteit waarmee een ventilator wordt aangedre-
ven. Ze gebruiken hiervoor een via 3D metaalprinten
gemaakte warmtewisselaar. Allereerst hebben ze inspi-
ratie opgedaan in de natuur: de wisselaar heeft de
structuur van een boom. “Deze vorm kun je niet anders
dan 3D printen”, zegt Jonas Deitschum. De kanalen in
de warmtewisselaar zorgen voor een 100 keer sneller
transport dan bij traditionele heatpipes. Hiermee heb-
ben de studenten de jury overtuigd. Ze hebben maxi-
maal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die additi-
ve manufacturing biedt.
Meer over de design challenge
Elektriciteit uit
warmte
computerprocessor
3D Print magazine digitaal mei 2015 48
dddrop: 3D printer met een
Hollands smaakje
Hollandser kan een naam voor een Nederlandse 3D
printer niet zijn: dddrop. De FDM-printer is echter be-
slist niet bedoeld voor de consument, maar juist voor
de maakindustrie. En bedenker Alfred Uytdewilligen wil
de printer internationaal aan de man brengen. Uit de
eerste serie is al een aantal naar China verkocht.
Alfred Uytdewill igen (l) met Bert Smeitink bij de Bètaserie van de dddrop 3D printer.
49 3D Print magazine digitaal mei 2015
Waarom nu nog een 3D printer ontwikkelen op
basis van de al zo vaak gekopieerde FDM-
technologie? Dat is de eerste vraag die komt op-
borrelen als de dddrop 3D printer ter sprake komt.
Alfred Uytdewilligen, beroepsuitvinder en innova-
tor en eigenaar van CAD2M, ziet een gat tussen de
desktopmarkt en de dure systemen van de grote
spelers in deze wereld. Met CAD2M, reseller van
Solidworks software, heeft hij ervaring opgedaan
met de systemen van Stratasys.
Gapend gat
Alfred Uytdewilligen merkt dat de maakindustrie –
zowel bedrijven als engineeringbureaus – grote
belangstelling tonen voor 3D printen. De investe-
ring in printers van tienduizend euro en meer, is
voor de meesten op dit moment echter een stap te
ver. En de goedkope desktopprinters bieden in zijn
ogen onvoldoende continue kwaliteit direct uit de
doos. Voor de zakelijke doelgroep telt dat ze zon-
der er naar om te kijken direct een goed product
uit hun machine krijgen. “Ik verwachtte dat de
printercommunity hun machines snel zouden ont-
wikkelen richting de professionele systemen en dat
de grote partijen hun prijzen zouden aanpassen
onder druk van de open source community”,
schetst Alfred zijn verwachtingen die hij twee jaar
geleden had. Beide ontwikkelingen zijn niet op
gang gekomen. “Er gaapt een gat tussen de pro-
fessionele en de betaalbare systemen.” Daarom
springt hij met de dddrop 3D printer in. “Wij den-
ken dat een professionele printer maximaal 5 mille
mag kosten.”
Industriële klant stelt hoge eisen
Uytdewilligen wil geen kwaad woord kwijt over de
open source community. “Voor de prijzen die zij
vragen, doen de printers al heel veel. Technisch
leveren zij een prima product. Maar in de industrie
stelt de klant hogere eisen.” Bijvoorbeeld ten aan-
zien van de robuustheid en betrouwbaarheid.
Daarom werkt hij met een gesloten kast en een
verwarmd printbed, twee essentiële zaken om tot
30 cm hoog te kunnen printen. Zonder dure air-
conditionsystemen slaagt hij er wel in met lucht-
koeling en deze twee features bij hoge producten
Alfred Uytdewilligen springt met dddrop 3D printer in gat
tussen desktop en professional printers
3D Print magazine digitaal mei 2015 50
het temperatuurverschil tussen de boven- en on-
derkant van het product zo klein mogelijk te hou-
den. Dat vermindert de kans op scheef trekken. Een
ander punt waarop dddrop voor een andere oplos-
sing kiest, is de plaats van de motor voor het fila-
menttransport. Die zit vlak bij de kop voor meer
nauwkeurigheid. Hiervoor is ook de Y-as voorzien
van dubbele motoren, links en rechts. De geleidin-
gen en het frame zijn verzwaard voor meer stabili-
teit. De standaard nozzle is 0,4 mm, er komt nog
een 0,2 uitvoering. De verwarmde glasplaat waarop
geprint wordt, hoeft niet te worden afgeplakt maar
kan met een speciale reiniger gemakkelijk worden
schoongemaakt. Momenteel worden de 3D printers
gebouwd met één kop, er is ruimte voor een twee-
de. Het printformaat is 30 bij 30 bij 30 centimeter.
Door de stabiliteit en de juiste parametersetting,
kan supportmateriaal vaak achterwege blijven, ook
bij het printen van overhangende delen.
Export
Onderscheidend is verder de manier waarop de
dddrop 3D printer gebouwd gaat worden. De
meeste componenten komen van Nederlandse toe-
De 3D printer is opgebouwd uit hoogwaardige
componenten voor maximale stabiliteit.
51 3D Print magazine digitaal mei 2015
Smart factory voor
productie 3D printers
De productie van de dddrop 3D printer gebeurt door IF
Adamas BV, een speciaal hiervoor opgericht bedrijf. Dit
wordt voor CAD2M tevens een real live smart industry lab,
waar nieuwe tools getest en doorontwikkeld kunnen wor-
den. Zo gaat het bedrijf onder andere met modelbased
design van Solidworks werken. In plaats van tekeningen
krijgen toeleveranciers 3D modellen. Alfred Uytdewilligen
verwacht dat optimalisatie en doorontwikkeling hierdoor
sneller zullen verlopen, omdat toeleveranciers inzage krij-
gen in de hele module waarin hun onderdeel wordt toe-
gepast. Via smart industry tools wordt straks de hele
waardeketen aangestuurd.
leveranciers. Voor de hele keten wordt momenteel een smart
industry fabriek ingericht in Doetinchem, waar in kleine series
op een lean manier de machines gebouwd gaan worden. Alf-
red Uytdewilligen, aanhanger van open innovatie: “We willen
leren van de gebruikers. Daarom bouwen we kleine series,
zodat elke serie beter kan zijn dan de vorige.” Smart industry
achtige oplossingen gaan samen met de nieuwe 3D printer.
Zo komt er een app om de printer te delen. Klanten kunnen
ook terugvallen op een database waarin alle kennis die de
gebruikers en de fabrikant opdoen wordt verzameld. Delen is
de kern van smart industry, aldus de Achterhoekse onderne-
mer. En CAD2M, dat de distributie gaat doen, neemt training,
opleiding en ondersteuning voor haar rekening. Ook dat wil
de industriële klant. De distributie gebeurt in eerste instantie
in de Benelux, volgend jaar gaat CAD2M met deze 3Dprinter
Europa in. “De eerste orders uit China hebben we echter al
binnen, daar hebben we er al een aantal verkocht”, zegt
Uytdewilligen, die enkele jaren in de Chinese industrie heeft
gewerkt. Ook daar wil de maakindustrie een no nonsense
product.
Info: dddrop
Colofon
Het 3D-Print Magazine voor de maakindustrie is Uitgave van Made-in-Europe.nu en 54U Media, uitgever in de metaal, over additive manufacturing in de maakindustrie. Dit magazine informeert over nieuwe ontwikkelingen in 3D-printen, reikt praktische how to informatie aan en toont best practices. Het wil behalve informeren ook bijdragen aan de leercurve die bedrijven door moeten in de transitie naar deze nieuwe technologie, maar spreekt tevens ook de professional aan, die al meer ervaring heeft. Het magazine wordt verspreid onder maakbedrijven uit zowel de metaal- als kunststofverwerkende industrie en engineeringbureaus en productontwikkelaars. Het 3D-Print Magazine verschijnt 2x in printvorm (betaald) en 2x digitaal (gratis) naast de website, de nieuwsbrieven en de online digimagazines van Made-in-Europe. De oplage is 4.700 exemplaren.
Redactie Franc Coenen (hoofdredacteur) Schuttersdreef 72 6181 DS Elsloo Tel: +31 46 4333123 Email: [email protected]
Uitgeverij 54U Media Postbus 2108 7302 EM Apeldoorn Prinsenweide 26 7317 BB Apeldoorn T: +31 (0) 55 360 10 60 F: +31 (0) 55 360 08 60 I: [email protected] E: www.54umedia.nl
Advertentie-exploitatie Vincent Span T: +31 (0)55 360 62 27 M: +31 (0)6 511 93 408 E: [email protected] Harold Draaijer T: +31 (0)55 360 64 20 M: +31 (0)6 51 19 31 32 E: [email protected] Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland (exemplaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar).
Vormgeving en opmaak Rijnier van Kesteren
Copyright Artikelen uit de digitale editie mogen gelinkt worden of met bronvermelding en link worden overgenomen. We waarderen wel een berichtje met een link.
3D Print magazine digitaal mei 2015 52